Geschiedenis voor de onderbouw Werkboek 3 vwo
Feniks, geschiedenis voor de onderbouw van havo en vwo
Geschiedenis voor de onderbouw Werkboek 3 vwo
Geschiedenis voor de onderbouw Werkboek 3 vwo
Auteurs Robert Boonstra Cor van der Heijden Raymond de Kreek Idzard van Manen Eindredactie Jos Venner
Inhoud Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 9006 39115 2 Tweede druk, eerste oplage, 2017 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
t ijd van burgers en stoommachines
1 Nederland 1813-1900 4
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Koning Willem I 7 Nederland als koloniale mogendheid 12 Economische ontwikkelingen 19 Sociale verhoudingen 23 Afsluiting 26
t ijd van burgers en stoommachines
t ijd van de wereldoorlogen
2 Op weg naar democratie 30
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
De grondwetswijziging van 1848 32 Het ontstaan van de verzuiling 36 Het eerste feminisme 40 De strijd om het algemeen kiesrecht 43 Afsluiting 49
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
t ijd van burgers en stoommachines
t ijd van de wereldoorlogen
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
t ijd van burgers en stoommachines
t ijd van de wereldoorlogen
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
3 De Eerste Wereldoorlog 54
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Je eigen volk en je eigen land 56 De Grote Oorlog 60 Een totale oorlog 62 Het laatste oorlogsjaar en vrede 69 Afsluiting 72
4 Rusland wordt communistisch 78
3000 v.Chr.
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Socialisten en anarchisten in Rusland 81 De drie revoluties 84 Van Burgeroorlog tot Vijfjarenplannen 87 Op weg naar de totalitaire staat 91 Afsluiting 95
1
v.Chr.
500
na Chr.
t ijd van de wereldoorlogen
5 Van Golden Age naar Great Depression 100
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
De roaring twenties 103 De grote depressie 107 Roosevelt en de New Deal 112 Einde aan de crisis, begin van de oorlog 116 Afsluiting 118
t ijd van de wereldoorlogen
6 Nationaalsocialisme en Tweede Wereldoorlog 122
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
De Republiek van Weimar 124 In de ban van Hitler 127 De Tweede Wereldoorlog 133 Nederland in bezettingstijd 137 Afsluiting 141
t ijd van de wereldoorlogen
t ijd van televisie en computer
7 De wereld onder hoogspanning 144
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Van wereldoorlog naar Koude Oorlog 146 Aan de leiband van Moskou 151 Europese samenwerking 155 Het einde van de Koude Oorlog 158 Afsluiting 165
t ijd van de wereldoorlogen
t ijd van televisie en computer
8 De lange weg naar gelijkheid 168
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Wisseling van de macht 171 De worsteling van Indonesië 174 Suriname, een verdeeld land 179 Het Joods-Palestijns conflict 182 Afsluiting 189
t ijd van de wereldoorlogen
t ijd van televisie en computer
9 Nederland na 1945 192
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
Handen uit de mouwen 194 Multiculturele samenleving 197 Politiek Nederland 202 Protesteren en emanciperen 206 Afsluiting 210
t ijd van de wereldoorlogen
t ijd van televisie en computer
10 Twitter, democratie en terrorisme 216
10.1 Globalisering 221 10.2 Na het uiteenvallen van Sovjet-Unie 224 10.3 Van dictatuur naar democratie? 228 10.4 Jihad versus McWorld 232 10.5 Afsluiting 237
Illustratieverantwoording 240
1000
1500
1600
1700
1800
1900 1950 2000
4
1 Nederland 1813-1900
1 1
a
b c
d
Nederland 1813-1900 Bron W1
Weet je het nog? Tijdvakken
Op de basisschool en in leerjaar 1 en 2 van het voortgezet onderwijs heb je al kennis gemaakt met minstens een deel van de tien tijdvakken. In dit derde deel van Feniks behandelen we de tijdvakken 8, 9 en 10. Behalve de namen van de tien tijdvakken worden voor bepaalde perioden uit het verleden ook andere namen gebruikt. In het schema vul je, stap voor stap, al deze namen in. Zet in de linkerkolom de namen van de tien tijdvakken. In vakje 1 vul je de naam van het oudste tijdvak in en in vakje 10 het meest recente. Kies uit: Tijd van burgers en stoommachines – Tijd van de wereldoorlogen – Tijd van Grieken en Romeinen – Tijd van jagers en boeren – Tijd van monniken en ridders – Tijd van ontdekkers en hervormers – Tijd van pruiken en revoluties – Tijd van regenten en vorsten – Tijd van steden en staten – Tijd van televisie en computer Vul in de tweede kolom de bijbehorende jaartallen in. Kies uit: 1800-1900 – 500-1000 – 1600-1700 – vanaf 1950 – 1000-1500 – 3000 v.Chr.-500 n.Chr. – 1900-1950 – 1500-1600 – tot 3000 v.Chr. – 1700-1800 Behalve de namen van de tien tijdvakken is er nog een andere indeling in periodes. Vul deze namen in de derde kolom in. Sommige namen moet je meer dan één keer invullen. Kies uit: Middeleeuwen – Prehistorie – Moderne Tijd – Oudheid – Vroegmoderne Tijd Tot slot zijn een paar perioden nog bekend onder de naam van een kenmerk dat in die tijd belangrijk was. Zet deze drie namen op de juiste plaats in kolom vier van het schema: Verlichting – Renaissance – Gouden Eeuw
Om ervoor te zorgen dat het rustig bleef in het Rijk en dat niet groepjes Germanen kwamen roven en plunderen, was in de eerste eeuw langs een groot deel van de grens een verdedigingssysteem aangelegd: de limes. In de provincie Germania Inferior, waar ons land bij hoorde, lag een heel systeem van forten en wachttorens; in Nijmegen lag een groot legioenskamp (castra). Bron W2
Uiteindelijk kwam een groep edelen in actie. Met veel machtsvertoon trokken ze naar Brussel. Daar boden zij aan landvoogdes Margaretha van Parma het Smeekschrift aan. Hierin verzochten zij Margaretha de koning te vragen de Staten-Generaal bijeen te roepen en de plakkaten tegen ketters buiten werking te stellen. Bron W3
De eerste boeren vestigden zich in Nederland. In ZuidLimburg kapten ze stukken bos en legden akkers aan. De lössgrond was erg vruchtbaar en zorgde voor goede oogsten. Daardoor kon de bevolking groeien. Er ontstonden dorpjes, waarvan het grootste (bij Elsloo) bijna tweehonderd inwoners telde.
Schema bij opdracht 1 Naam tijdvak 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Jaartallen
Periode
Kenmerk
5
OriĂŤntatie
Bron W4
De Nederlanders wilden ook naar West-Afrika en Amerika. Daarvoor werd de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. Van de Staten-Generaal kreeg zij het monopolie op de handel op die gebieden. Net als de VOC liet ook de WIC zien dat handel en oorlog samengingen. Bron W5
De kerstening van de Franken verliep gemakkelijk, omdat hun koning en edelen tot het christendom waren overgegaan en daarmee hun onderdanen het voorbeeld gaven. Moeizamer ging het bij de Friezen en de Saksen. De missionarissen van het gebied kwamen meestal uit Engeland. Uit dat land kwam Willibrord, die begon het christelijk geloof onder de Friezen te verkondigen. Bron W6
Nog voordat de Franse Revolutie uitbrak, probeerden ook in de Republiek diverse groepen mensen een revolutie op gang te brengen. Zij noemden zich patriotten, begonnen zich te bewapenen en wilden de regenten en de stadhouder verjagen. Dat mislukte echter en een flink aantal patriotten vluchtte naar Frankrijk. 2
Weet je het nog? Gebruik bron W1 t/m W6
In dit hoofdstuk leer je een stuk van de geschiedenis van Nederland. In deel 1 en 2 van Feniks is regelmatig aandacht besteed aan het gebied dat nu Nederland wordt genoemd. In bron W1-W6 staan zes tekstfragmenten die letterlijk afkomstig zijn uit hoofdstukken van Feniks, deel 1 en 2. Alleen de jaartallen staan er niet meer bij.
Schema bij opdracht 1 Bron W1
W2
W3
W4
W5
W6
Tijdvak
Jaartallen
a Lees bron W1-W6 door. Elke bron hoort bij een van de tijdvakken die in Feniks deel 1 en deel 2 zijn behandeld. Vul in het schema beneden op deze pagina in de tweede kolom de naam van het tijdvak in. b Vul in de derde kolom de jaartallen in die bij de tijdvakken van kolom 2 horen. c In bron W1-W6 wordt informatie gegeven die bij een van de kenmerkende aspecten hoort. Vul in de vierde kolom het kenmerkend aspect in dat het best bij de bron past. Je hebt hierbij de keuze uit onderstaande opsomming van negen kenmerkende aspecten. Zet alleen het nummer in het schema. Er blijven drie kenmerkende aspecten over. 1 Burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat. 2 Het streven naar grondrechten en naar politieke invloed van de burgerij in de Franse en Bataafse revolutie. 3 De IndustriĂŤle Revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen. 4 De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. 5 De verspreiding van het christendom in Europa. 6 De verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur en de confrontatie met de Germaanse cultuur. 7 De Opstand en het ontstaan van een onafhankelijke Nederlandse staat. 8 Het ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie. 9 Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. d Hieronder volgen vijf namen van personen: 1 Willem V 2 Augustus 3 Bonifatius 4 Piet Hein 5 Filips II Zet deze namen in het juiste vakje van de vijfde kolom. Kenmerkend aspect
Persoon
6
1 Nederland 1813-1900
3
Lees: Te Wapen!
Geef aan of onderstaande zinnen juist of onjuist zijn en geef daarna kort een voorbeeld met uitleg: 1 Koning Willem I had geen belangstelling voor de Industriële Revolutie. juist / onjuist
2 Koning Willem I was in alle opzichten een absolutistische vorst. juist / onjuist
4
Gebruik bron 1 Je oefent: gebondenheid aan tijd en plaats
Het Voorlopig Bewind in Brussel gaf al in 1831 aan Gustaaf Wappers de opdracht om een schilderij te maken over de gebeurtenissen die een jaar eerder hadden plaatsgevonden. Wappers werkte dit in een enorm groot doek uit. Hij deed geen poging om deze historische gebeurtenis betrouwbaar weer te geven: op de Grote Markt in Brussel was in 1830 niets bijzonders gebeurd. Een historicus schreef over dit schilderij dat het vooral ging om de verbeelding van ‘patriottische gevoelens en opofferingsgezindheid voor het vaderland’. Het schilderij werd enkele jaren in een museum tentoongesteld. Daarna ging het op reis langs de Belgische steden. a Waarom koos Wappers voor de Grote Markt in Brussel als plaats van handeling?
3 De Belgen waren ontevreden over de – in hun ogen – te grote invloed van de Hollanders op het bestuur. juist / onjuist b Noem een beeldelement uit het schilderij waaruit de ‘patriottische gevoelens’ blijken.
4 Koning Willem I slaagde er niet in om de rebellie van de Belgen volledig de kop in te drukken. juist / onjuist c Noem een beeldelement uit het schilderij waaruit de ‘opofferingsgezindheid voor het vaderland’ blijkt.
5 Koning Willem I was 25 jaar lang op alle fronten een succesvolle koning. juist / onjuist d Waarom besloot het Voorlopig Bewind om het doek op rondreis langs de Belgische steden te sturen?
e Gustaaf Wappers beeldde zichzelf ook op het schilderij af. Hij is de man in de linkerbenedenhoek die met zijn rechterhand een lans op zijn schouder vasthoudt en met zijn linkerhand naar een kist wijst waarop zijn initialen (GW) staan. Welk motief kan Wappers hebben gehad om zichzelf op deze wijze op het schilderij af te beelden?
Kennis Begrip Toepassing
1abcd, 2bd 2a, 3, 4acde 2c, 4b
7
1.1 Koning Willem I
1
1 1
Koning Willem I
Weet je het nog?
Hieronder volgt een lijst met perioden, namen en begrippen. Vul deze in de juiste kolom van het schema onderaan deze pagina in. Doe het zo dat je ook in elke rij namen en begrippen zet die op hetzelfde onderwerp betrekking hebben. Op één plaats in het schema blijft het vakje leeg. • Koninkrijk Holland (Verenigd) Koninkrijk der Nederlanden Bataafse Republiek De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden • Lodewijk Napoleon – Willem I – Willem V • Regenten – Belgen – Patriotten – Fransen • Eerste Grondwet – Monarchie – Stadhouder – Eenheidsstaat 2
Weet je het nog?
a In 1815 werden de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden samengevoegd. In het leesboek vind je de opmerking dat deze gebieden ‘al meer dan twee eeuwen niet meer bij elkaar hadden gehoord’. Dat is natuurlijk te vaag. Vanaf welk moment volgden de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden een gescheiden weg? Kruis de juiste gebeurtenis aan: 1555, de troonsafstand van keizer Karel V. 1566, de aanbieding van het Smeekschrift. 1579, de Unie van Atrecht en de Unie van Utrecht. 1581, het Plakkaat van Verlating. 1609, het Twaalfjarig Bestand. b Licht je keuze toe.
Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid van van bronnen bronnen Bij het bestuderen van historische bronnen moet je je overtuigen van de juistheid van de informatie in de bron. Is de informatie wel betrouwbaar? Dat is afhankelijk van de vraag die je aan de bron stelt. Het antwoord op de vraag: ‘Wat gebeurde er nu precies op het strand van Scheveningen toen de prins van Oranje daar opOranje 30 november Scheveningen toen de prins van daar op1813 30 aan land kwam?’, kun je niet geven op grond één geven bron. Het liefst november 1813 aan land kwam?’, kunvan je niet op grond lees je daarvoor bronnen vanjezowel aanhangers van één bron. Het liefst lees daarvoor bronnenals van zowel tegenstanders aanhangers alsvan tegenstanders de prins. Omvan de de betrouwbaarheid prins. Om de van een bron betrouwbaarheid te achterhalen van moet een je bron altijd te achterhalen de volgende moet vragen jestellen en beantwoorden: altijd de volgende vragen stellen en beantwoorden: 1 Wanneer is de bron gemaakt? Is het een secundaire bron of een primaire? Let op! Een primaire bron is niet vanzelfsprekend altijd betrouwbaar. 2 Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen? Was hij er zelf bij of heeft hij de informatie van iemand anders? van iemand anders? 3 Had de maker van de bron een bepaalde bedoeling met de informatie in de Stelt hij hij de situatie extra positief of de informatie in bron? de bron? Stelt de situatie extra juist extra voor? Maakt hij mensen zwart of positief of negatief juist extra negatief voor? Maakt hij mensen bejubelt hij ze? hij ze? zwart of bejubelt De beantwoording van de laatste vraag is het belangrijkst. Bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van een bron moet je je altijd realiseren dat mensen vroeger anders dachten en handelden dan jij nu.
Schema bij opdracht 1 1588/1648-1795
1795-1806
1806-1810
1813-heden
8
1 Nederland 1813-1900
3
Gebruik bron 4 en W7 Je oefent: betrouwbaarheid van bronnen
a Op grond van welk gegeven in het bijschrift bij bron 4 zou je mogen aannemen dat deze bron betrouwbaar is?
b Gebruik bron W7. In een biografie van Koning Willem I geeft de schrijver een nauwkeurige beschrijving van wat er op 30 november 1813 gebeurde. Noem drie overeenkomsten tussen bron 4 en bron W7 en noem drie punten van verschil tussen beide bronnen. Overeenkomsten: 1
2
Bron W7
Vanwege een krachtige oostenwind duurde de overtocht langer dan Willem Frederik had verwacht. Pas op dinsdag 30 november, kort voor zonsondergang, kregen de opvarenden van The Warrior* de duinen bij Scheveningen in zicht. Mist en nevel boven een inmiddels kalme zee en het late tijdstip van de dag maakten dat de kust maar moeilijk te onderscheiden was. De Oranjewimpel ging in top en er werden enkele salvo’s afgevuurd. Jacob Fagel** ging van boord om de situatie te verkennen. Maar nog voor het sein ‘veilig’ klonk, besloot Willem Frederik hem te volgen. Engelse matrozen roeiden de prins naar het land. Vanaf het strand was een boerenkar het water in gereden. Her en der, op het strand en vanaf de duinen, keken mensen toe, scherp in de gaten gehouden door Britse soldaten, die de Prins van Oranje moesten beschermen tegen een eventuele aanval van de Fransen. Tegen de tijd dat Willem Frederik, gestoken in burgermanspak, door de branding het strand op werd getrokken, was het vijf uur geweest. Het was donker geworden. Uit: J. Koch, Koning Willem I, 1772-1843, 2013. * The Warrior was de naam van het Britse oorlogsschip waarmee Willem Frederik van Engeland naar de overkant van de Noordzee werd gebracht. ** Jacob Fagel was een Nederlandse diplomaat die op dat moment de persoonlijke secretaris van Willem Frederik was.
3
Verschillen: 1
a Leg uit waarom zij het een uitstekend plan vonden om het huidige Nederland, België en Luxemburg samen te voegen tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
2
3
c Een bewering: ‘Bron 4 is een onbetrouwbare bron van informatie over de gebeurtenissen op 30 november 1813 op het strand in Scheveningen’. Ben je het met deze bewering eens of oneens? Licht je keuze toe. b Wat vond Willem I daarvan? Wat denk je? Leg je antwoord uit.
4
Lees: Het Verenigd Koninkrijk
Het besluit om de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden samen te voegen tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was genomen door de deelnemers aan het Congres van Wenen. Op dit congres kwamen de overwinnaars op de Franse legers van Napoleon bij elkaar om te praten over de toekomst van Europa.
1.1 Koning Willem I
5
9
Lees: Een harde werker…
Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was uit vier delen samengesteld. Elk deel droeg op eigen wijze bij aan de economie. a Op welke wijze kun je de rol van deze delen in de economie typeren? Trek lijnen. Noord Handel Zuid Landbouwproducten Nederlands-Indië Nijverheidsproducten Suriname Koloniale producten b Op welke wijze heeft Willem I Noord en Zuid met elkaar verbonden?
c Op welke wijze heeft hij Noord en Zuid en de koloniën met elkaar verbonden?
Feit en mening Bij een historisch onderzoek moet je goed opletten of de bronnen feiten of meningen bevatten. Bij een feit ben je helemaal zeker dat het zo gebeurd, gezegd of geschreven is. Een feit is controleerbaar. Of iets een feit is, stel je vast door gegevens te gebruiken uit verschillende bronnen. Een mening is een oordeel van een mens over iets. Een mening hangt af van de voorkeur van een persoon. Een mening is altijd subjectief en persoonsgebonden. Als een archeoloog zegt: ‘De Neanderthalers maakten mooie stenen gebruiksvoorwerpen,’ dan is het een feit dat de archeoloog dat gezegd heeft; maar dat de archeoloog die stenen gebruiksvoorwerpen mooi vindt, is zijn mening. 6
Gebruik bron 6 Je oefent: feit en mening
a In de tekst staat dat Koning Willem I veel aandacht had voor de economie. Welk economisch voordeel heeft het voor ondernemers als er overal dezelfde maten en gewichten gebruikt worden?
c Geef van onderstaande zinnen aan of ze een feit of een mening bevatten. 1 De gemeentebesturen in Nederland ontvingen nagenoeg jaarlijks een verzoek om toe te zien op strikte handhaving van de verplichting om de door de landelijke overheid voorgeschreven maten en gewichten te gebruiken. feit / mening 2 Onderwijzers van de lagere scholen werden gewezen op de verplichting om bij het onderwijs uit te gaan van de voorgeschreven maten en gewichten. feit / mening 3 De onderwijzers waren niet overtuigd van het nut en de noodzaak om hun leerlingen het gebruik van de voorgeschreven maten en gewichten aan te leren. feit / mening 4 Koning Willem I wilde vernieuwingen (zoals de nieuwe maten en gewichten) doorvoeren omdat hij zich hierdoor populair bij de bevolking wilde maken. feit / mening 5 De door de Amsterdamse geschut- en klokgieterij op de markt gebrachte set met acht standaard inhoudsmaten moest er onder andere toe bijdragen dat er tijdens het handeldrijven minder fraude met de hoeveelheden handelswaar gepleegd kon worden. feit / mening 7
a Welke drie hoofdbezwaren hadden de Belgen ten aanzien van het regeringsbeleid van Koning Willem I? 1
2
b De invoering van dezelfde maten en gewichten diende voor Koning Willem I ook een politiek doel. Welk doel is dat? Gebruik in je antwoord de begrippen ‘centralisatie’, ‘uniformering’ en ‘particularisme’.
Lees: Taal- en godsdienstpolitiek, en De afsplitsing van België
3
10
1 Nederland 1813-1900
b Met welk (ander) onderdeel van het regeringsbeleid zullen de Belgen het over het algemeen wel eens zijn geweest?
c Zullen de Zuid-Nederlandse bisschoppen en pastoors het met De Potter eens zijn geweest? Geef in je antwoord twee voorbeelden en ondersteun die met een kort citaat.
10 Lees: De afsplitsing van België 8
Lees Taal- en godsdienstpolitiek Je oefent: soorten geschiedenis
Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden viel in 1830 al weer uiteen. De verschillen waren te groot. Vul in het schema onder aan de pagina de tegenstellingen tussen Noord en Zuid in. 9
Onder een ‘monsterverbond’ verstaan wij een pact tussen twee partijen die eigenlijk niet bij elkaar passen, maar een gemeenschappelijke vijand of een gemeenschappelijk doel hebben. a Tussen welke partijen kwam het in de Zuidelijke Nederlanden tot een monsterverbond?
Lees: Taal- en godsdienstpolitiek, en gebruik bron 8
a Noem het hoofdkenmerk van het negentiende-eeuwse politiek liberalisme en het hoofdkenmerk van het economisch liberalisme.
b Leg uit waarom die twee partijen tot samenwerking besloten.
Het politiek-liberalisme:
Het economisch liberalisme:
b Beredeneer of Louis de Potter een liberaal was.
11
Lees: De afsplitsing van België
Op welke wijze speelden internationale machtsoverwegingen een rol bij het uit elkaar vallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in België en Nederland?
Schema bij opdracht 8 Noord Economisch
Politiek
Religieus
Cultureel/taal
Zuid
11
1.1 Koning Willem I
12 Vergelijk Vergelijk de vorming van België (1830-1839) met de vorming van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1813–1815). Bij welke van de twee speelde de bevolking een grotere en bij welke een kleinere rol? Onderbouw je antwoord met argumenten.
13 Geef je oordeel
14 Lees de deelvraag en vat samen In een aantal opzichten was Koning Willem I een aanhanger van de idealen van de Verlichting, die mede aan de basis stonden van de Franse Revolutie. In een aantal andere opzichten was hij dat niet. Hieronder volgen drie uitspraken over Koning Willem I. Geef voor elke uitspraak aan of hieruit blijkt dat hij beïnvloed is door de idealen van de Verlichtingsfilosofen en van de Franse Revolutie. Geef kort aan waarom je tot deze keuze komt. a Willem, de zoon van stadhouder Willem V, koos bij de aanvaarding van de troon voor de naam Koning Willem I en niet voor de naam Koning Willem VI. De Koning is wel / niet beïnvloed door de Verlichtingsidealen, want
In een artikel over de regeerperiode van Koning Willem I noemde de schrijver de periode 1815-1830 ‘Een kansloos experiment’. a Leg uit waarom de schrijver van dat artikel de periode 18151830 een ‘experiment’ noemde. b Koning Willem I liet in artikel 73 van de Grondwet de volgende zin opnemen: Le Roi décide seul. [De Koning beslist alleen.] De Koning is wel / niet beïnvloed door de Verlichtingsidealen, want b Leg uit waarom hij dit ‘kansloos’ noemde.
c Geef, op basis van wat je nu weet over Koning Willem I, aan wat je van deze karakterisering vindt. Kies uit: goed en kernachtig; overdreven en te negatief; dat slaat nergens op. d Licht je keuze kort toe.
c Koning Willem I wilde dat Indië een ‘bloeiend, welvarend en gelukkig land’ zou worden. De Koning is wel / niet beïnvloed door de Verlichtingsidealen, want
Tips voor de toets Begrippen: gecentraliseerde eenheidsstaat, Nederlandsche Handelmaatschappij, constitutionele monarchie Opdrachten: 4, 5, 7, 8, 11, 12 Kennis Begrip Toepassing Analyse
1, 5abc, 7a, 8, 9a, 11 2ab, 3a, 4a, 6ac, 7b, 9b, 10a, 13a 3bc, 4b, 6b, 9c, 10b, 13b, 14abc 12, 13cd
Geschiedenis voor de onderbouw Werkboek 3 vwo
Feniks, geschiedenis voor de onderbouw van havo en vwo
Geschiedenis voor de onderbouw Werkboek 3 vwo