Geokrant 68

Page 1

Najaar 2010

68 D E G E O K R A N T Geonieuws: DeGeoCommunity Lesbrief: Landbouw in Nederland Vaknieuws: Landschapsviewer in 3D


Inhoud Geonieuws 3 DeGeoCommunity 4 4e editie tweede fase 5 Het digibord bij De Geo 5 Het nieuwe vmbo-examen Lesbrief 6 Landbouw in Nederland 4 In memoriam 1 Ben Maatman (1950 – 2010) Geoservice 15 Vragen en tips 16 Puzzel (V)AKnieuws 17 Visie op landbouw door ROM3D

Redactie J. Padmos (hoofdredacteur), I. Pouw Aan deze Geokrant werkten mee: W. ten Brinke, Chr. de Jong, B.J. ­Maatman Eindredactie Barbara Visschedijk Vormgeving PrePressMediaPartners Opmaak PrePressMediaPartners Fotografie Ron Poot / Hollandse Hoogte, Erik van der Burgt / Hollandse Hoogte, Evelyne Jacq / Hollandse Hoogte, Nikki Edmunds / Alamy, ROM3D, Rispens State Beeld EMK Deventer De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Bij de voorpagina: Kleinschalig landschap in Twente.

Van de redactie Net voor het ter perse gaan van deze Geokrant bereikte ons het droevige bericht dat begin augustus op 60-jarige leeftijd Ben Maatman is overleden. Ben is sinds 1977 bij De Geo (Geordend) betrokken geweest en was een consciëntieuze, harde en kritische werker. Behalve auteur was Ben ook degene die talloze toetsvragen heeft verzonnen. De Geokrant lag hem na aan het hart. Door zijn ziekte werd in het najaar van 2002 het hoofdredacteurschap van De Geokrant voor hem te zwaar en heb ik het vanaf die tijd van hem overgenomen. Als er in de beginperiode van mijn redacteurschap iets in De Geokrant stond dat volgens Ben anders had gekund, kon hij het niet ­nalaten om daar zijn zienswijze op te geven. Vaak had hij nog gelijk ook. Altijd kon ik een beroep op hem doen voor het maken van de puzzel in De Geokrant. Op bladzijde 14 vindt u een In Memoriam. Lesbrief Mede door een initiatief van Ben Maatman is het grootste deel van deze Geokrant gewijd aan de Nederlandse landbouw. De auteurs van de onderbouw zijn in contact gekomen met ROM3D, een onderzoeks- en adviesbureau dat werkt aan vraagstukken rondom landbouw en landschap waarbij economie, milieu, energie en ruimte een rol spelen. In november 2009 is door dit bureau de Landbouwatlas van Nederland opnieuw uitgebracht. Dat werd tijd ook, want de laatste editie dateerde uit 1959! Aan de hand van duidelijke teksten en overzichtelijke kaarten wordt in deze atlas de invloed van de landbouw weergegeven op de economie, het milieu, ruimtelijke ordening en werkgelegenheid. Daarnaast wordt onder andere aandacht besteed aan de import en de concurrentiepositie van Nederland, gevisualiseerd met een groot aantal relevante kaarten van de wereld en Europa. In de lesbrief, die nog is gemaakt door Ben Maatman, wordt de ‘landbouw’kennis van de leerlingen opgefrist en gaan ze aan de slag met kaarten uit de Landbouwatlas. Als gebruiker van De Geo kunt u de atlas met een aantrekkelijke korting kopen. Zie de bon achterin deze Geokrant. Maar er is meer en het is uniek! Rom3D heeft speciaal voor De Geo een viewer gebouwd van het zandlandschap in Noordoost-Twente, met een inzoom op de omgeving van Losser. Met deze viewer, kunnen leerlingen driedimensionaal zien hoe ingrepen in het landschap er concreet uit gaan zien. Dat werkt enorm verhelderend. Het gebied waar de viewer voor is ontwikkeld, bestaat uit een kleinschalig coulisselandschap, maar ook uit grootschalige heideontginningen. In de viewer komen typerende kenmerken van het zandlandschap voor, zoals houtwallen, essen/kampen, (kronkelende) beken, verspreide bebouwing (boerderijen), restanten van heidevelden, licht glooiend reliëf. Ook is er iets te zien is van de schaalvergroting en intensivering in het landschap (intensieve veeteelt). Een beeld van het 3D-landschap in Noordoost-Twente geeft het filmpje Grootschalig boeren in kleinschalig landschap via de link http://rom3d.nl/index.php?id=projecten&bekijken=110. (V)AKnieuws In (V)AKnieuws vindt u een weergave van het interview dat Wim ten Brinke had met Willem Rienks en Wim Meulenkamp, twee medewerkers van ROM3D en de auteurs van de Landbouwatlas van Nederland. Verder wil ik u nog wijzen op het vernieuwde uiterlijk van De Geokrant. Met deze nieuwe vormgeving en kleuren sluiten wij aan bij de nieuwe huisstijl van ThiemeMeulenhoff. De inhoud van De Geokrant blijft echter ongewijzigd. Ik wens u veel leesplezier. Jan Padmos

De Geokrant 68


Geonieuws Tijdens De Geodag op 18 maart 2010 is DeGeoCommunity ­gelanceerd. Bij het ter perse gaan van deze Geokrant had de website 327 leden en waren er al 205 bestanden geplaatst. Een heel mooi resultaat! U vindt ­DeGeoCommunity onder www.degeocommunity.nl. U kunt zich hier eenvoudig registreren om materiaal te kunnen plaatsen en bekijken.

Het idee Het plan voor DeGeoCommunity ontstond omdat veel De Geogebruikers vaak veel tijd stoppen in het zoeken en maken van extra materiaal bij de methode, bijvoorbeeld in de vorm van filmpjes, animaties, PowerPoint-presentaties, extra opdrachten en toetsen. Wanneer docenten dat materiaal op een eenvoudige manier met elkaar kunnen uitwisselen, bespaart dat tijd. Ook geven veel De Geogebruikers aan behoefte te hebben aan het uitwisselen van ervaringen en ideeën met andere docenten, maar hebben ze niet de tijd en gelegenheid om daarvoor naar bijeenkomsten in het land te komen. DeGeoCommunity biedt de mogelijkheid om vanuit huis en school op een eenvoudige manier materiaal en ideeën met elkaar te delen en elkaar vragen te stellen. Het is daarmee een website ván De Geodocenten vóór De Geodocenten. De website is opgedeeld in twee delen. Onder ‘Lesmateriaal’ vindt u mapjes op paragraafniveau voor het uitwisselen van materiaal. Onder ‘Forum’ kunt u per leerjaar en niveau vragen aan elkaar stellen. U bent dus altijd snel op de juiste plek en bij het juiste materiaal. Uiteraard staan de toetsen achter een wachtwoord, dat u alleen kunt aanvragen wanneer u bij de uitgeverij als docent geregistreerd staat. Uitwisselen Al diegenen die tot nu toe een bijdrage aan DeGeoCommunity hebben geleverd, willen wij graag hartelijk bedanken. Uw bijdrage varieert van mindmaps, toetsen en PowerPointpresentaties tot atlasopdrachten.

De Geokrant 68

3

DeGeoCommunity

www.degeocommunity.nl

Allemaal direct inzetbaar in de les en volledig aansluitend bij de boeken. Een prachtige bron aan mooi materiaal voor alle De Geodocenten. Ook stelden al veel docenten vragen aan onze beheerder. Zo is er bijvoorbeeld een map ‘Basisboek’ toegevoegd omdat men daar graag lesmateriaal bij wilde plaatsen. Verder is er een map ‘Actueel’ gemaakt om alle lesbrieven uit De Geogids te kunnen plaatsen en om u de gelegenheid te geven uw eigen actuele lesbrieven met collega’s te delen. Onze bijdrage Uiteraard dragen wij als uitgeverij ook een steentje bij. Een paar voorbeelden: In de map ‘Actueel’ vindt u, naast alle lesbrieven uit De Geogids, ook de bijdragen van onze gastsprekers op De Geodag. Bij de katernen voor vmbo bovenbouw vindt u actueel materiaal en nieuwe opdrachten. Wij hopen dat dit u helpt om, tot de start van het nieuwe examenprogramma in klas 3 in leerjaar 2013-14, de lesstof actueel en gevarieerd te houden. En dat het u stimuleert om ook uw materiaal te plaatsen voor uw collega’s. Bij de onderbouw vindt u een groot aantal animaties, gemaakt door eerstejaarsstudenten van de opleiding Informatica en Communicatie van de Hoge School Arnhem en Nijmegen. Wij zijn benieuwd wat u hiervan vindt. Laat het ons weten!

Wij realiseren ons dat het niet vanzelfsprekend is dat u materiaal, waaraan u immers hard hebt gewerkt, met anderen deelt. Toch hopen we dat u elkaar kunt stimuleren dat wel te doen. Hoe meer docenten hun materiaal beschikbaar stellen voor collega’s, hoe meer u van elkaars werk kunt profiteren. De toekomst We willen van DeGeoCommunity een blijvend succes maken en vragen daarvoor uw ideeën aan ons te mailen. U helpt ons door antwoord te geven op vragen als: • Hoe kunnen we u stimuleren om uw materiaal te plaatsen en uw vragen te stellen op DeGeo­ Community? • Wat verwacht u van de uitgeverij op DeGeoCommunity? Tot nu toe hosten wij het platform en hebben enkele voorzetten voor materiaal gedaan. Is dat voldoende? • Welke andere functies, naast het uitwisselen van lesmateriaal en het stellen van vragen, zouden een plek moeten krijgen op DeGeo­ Community? Iedere suggestie is welkom. U kunt mailen naar degeokrant@ thiememeulenhoff.nl, maar natuurlijk kunt u ons ook mailen via de knop ‘Contact’ op www.degeocommunity.nl.


4

Geonieuws

Het huidige examenprogramma voor de tweede fase is alweer het vierde schooljaar ingegaan. De Geo voor de tweede fase 3e editie is destijds in overleg met gebruikers samengesteld. Het materiaal is volgens de wensen van docenten meer afgestemd op de vervolgopleidingen van havisten en vwo’ers, met meer inhoud en stevigere teksten. Daarnaast is er meer aandacht voor de fysische geografie naast de sociale geografie, en nemen gebieden weer een belangrijke plaats in in het programma.

Uiteraard wilden wij alles weten over uw ervaringen met het werken met de 3e editie van De Geo voor de tweede fase. Met een aantal van u zijn daarom uitgebreide gesprekken gevoerd en de reacties van vele anderen zijn op verschillende manieren verzameld, zoals op de KNAG-dag en De Geodag en via de mail. Wij hebben deze input gebruikt om aan de slag te gaan met de nieuwe editie: De Geo voor de tweede fase 4e editie. Het testmateriaal dat op basis van die informatie is gemaakt, is het afgelopen jaar in verschillende (docenten)panels besproken. Wij danken u hartelijk voor al uw opmerkingen en suggesties. Volgorde Om een volgorde in het uitbrengen van de katernen vast te stellen, hebben we rekening gehouden met een tweetal zaken. Over enkele katernen waren de gebruikers minder tevreden dan over andere katernen. Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, hebben we daarom besloten enkele katernen snel te herzien. Ook hebben we gekeken naar welke katernen het meest worden ingezet in klas 4. De eerste katernen verschijnen al op de KNAG-dag van dit jaar. Dat zijn: Voor havo: • ‘Wonen in Nederland’ • ‘Overleven in Europa’ Voor vwo: • ‘Arm en rijk’ • ‘Klimaatvraagstukken’.

Tweede fase

De nieuwe 4e editie Deze katernen, met bijbehorende ict, kunt u dus al inzetten bij de start van schooljaar 2011-12. Op de KNAG-dag kunt u het materiaal inzien, een beoordelingsexemplaar aanvragen en een demo van de ict bekijken. Op de KNAG-dag in 2011 verschijnen dan de overige katernen. Deze katernen met bijbehorende ict kunt u inzetten bij de start van schooljaar 2012-13. Feiten Belangrijk om te weten over de 4e editie van De Geo voor de tweede fase is het volgende: • Alle goede dingen van De Geo voor de tweede fase blijven behouden: de vertrouwde gedegen structuur, de goede inhoud én de aandacht voor het mooie beeld! • De indeling van de stof over de verschillende katernen blijft hetzelfde. • U kunt blijven kiezen uit een leeropdrachtenboek of een apart werkboek en lesboek. • De inhoud wordt aangeboden vanuit aansprekende voorbeelden. Het materiaal hebben we inductiever gemaakt, minder abstract. • In iedere hoofdstuk staat, waar mogelijk, een regio centraal. De inhoud wordt beschreven vanuit de voorbeeldregio. Daarmee maken we de stof aantrekkelijker voor leerlingen en makkelijker te plaatsen.

• De overgang tussen klas 3 en 4 is minder groot, doordat de katernen die vooral in klas 4 worden gebruikt meer aansluiten op leerlingen van dit niveau, zonder daarbij afbreuk te doen aan de inhoud. • De vertrouwde oefentoetsen blijven bestaan, maar er zijn oefen­examens aan het eind van ieder katern toegevoegd. Deze oefen­examens benaderen zo veel mogelijk de echte examens wat betreft lay-out, moeilijkheidsgraad en puntentelling. • Alle opdrachten zijn gemaakt bij de 53e editie van de Grote Bosatlas. De ict bij de nieuwe editie heeft een aantal nieuwe elementen: • Het huidige webboek wordt vervangen door een bladerbaar e-book: veel sneller te downloaden en makkelijk door te bladeren. • Er worden samenvattende powerpoints toegevoegd. • Er komen begrippentoetsen en topotoetsen. • Alle oefentoetsen en oefenexamens bevatten gerichte feedback. • Bij elke paragraaf vinden u en uw leerlingen links naar online video’s en animaties. Op de KNAG-dag kunt u de demo bekijken.

Uit het vwo-katern ‘Arm en rijk’

De Geokrant 68


Geonieuws

Na een introductie op de KNAGdag 2009 zijn afgelopen schooljaar al vijftig secties aan de slag gegaan met DigibordbijDeGeo. Op het digibord bladert u eenvoudig door de boeken. In deze digitale les­boeken staan pictogrammen op de juiste plek, op het juiste moment. U opent ze met één muisklik: film, animaties, audio, vragen, woordspinnen, links, ­opdrachten, antwoorden en meer.

Vanaf dit schooljaar is DigibordbijDeGeo verbeterd en uitgebreid, mede door vragen en opmerkingen van de gebruikers van de intropakketten: • U kunt nu zelf pictogrammen verwijderen en toevoegen. U maakt dus, als u dat wilt, uw eigen DigibordbijDeGeo.

5

DigibordbijDeGeo • Voor vmbo-t, havo/vwo en vwo hebben we het Basisboek toegevoegd. Vanuit het lesboek klikt u op het gewenste Basisboeknummer. Het Basisboek opent op de juiste bladzijde op het scherm. • De werkboeken zijn toegevoegd. Door op een pictogram te klikken, verschijnt het antwoord op het scherm. Handig voor het klassikaal bespreken van opdrachten. DigibordbijDeGeo is er voor de gehele onderbouw van de 8e editie én voor vmbo leerwegen. In bijgaand schema vindt u informatie over pakketten en prijzen. U kunt DigibordbijDeGeo bestellen via onze Klantenservice (088 - 800 2015) of via onze site www.thiememeulenhoff.nl.

Als u een demonstratie wilt zien, kunt u de demo bekijken op www.thiememeulenhoff.nl. Uiteraard zitten we niet stil als het gaat om het maken van materiaal voor het digitaal schoolbord bij De Geo. Op de NOT presenteren we een nieuwe digibordapplicatie waarmee u de leerstof uit de paragrafen via interactieve oefeningen met de leerlingen doorloopt. Wij zullen u van deze ontwikkelingen via nieuwsbrieven op de hoogte houden.

DigibordbijDeGeo - Arrangement en prijzen 2010-11 Leerjaar 4 3

Pakket

Verkoopprijs pakket 4: € 175,-

vmbo bovenbouw: vmbo B, K, G, T

vmbo T/havo 3, havo 3, vwo 3

pakket 3: € 75,-

2

vmbo B/lwoo, K, G, T, havo, vwo

pakket 2: € 175,-

1

vmbo B/lwoo, K, G, T, havo, vwo

pakket 1: € 175,-

De prijzen en arrangementen gelden voor het schooljaar 2010-11. De prijzen gelden per sectie/schoollocatie per jaar. Scholen krijgen voor afloop van de licentie een bericht met mogelijkheid tot verlenging van de licentie.

Geonieuws

Het nieuwe examen vmbo Zoals eerder gemeld in De Geogids is de startdatum van het nieuwe examenprogramma voor vmbo definitief vastgesteld. Leerjaar 3 zal met het nieuwe programma starten in het schooljaar 2013-14. Het eerste nieuwe examen wordt afgenomen in mei 2015.

De Geokrant 68

Op de KNAG-dag van 2012 zal De Geo haar nieuwe methode voor dit ­examenprogramma aan u presenteren. Op dit moment vindt de veldraad­ pleging plaats voor de eerste versie van de syllabus en het examenprogramma. U kunt de stukken raadplegen op www.cve.nl. Daar kunt u ook

een enquête invullen. De resultaten uit de veldraadpleging zullen worden verwerkt in een definitieve versie van de syllabus en het examenprogramma.


6

Lesbrief

Landbouw in Nederland

Docentenhandleiding Inhoud Een groot deel van deze Geokrant is gewijd aan de Landbouwatlas van Nederland. Ook de lesbrief maakt hier gretig gebruik van. In deze lesbrief gaat het vooral om de intensieve veehouderij op de zandgronden. Een atlas betekent: kaarten. Vandaar dat in deze lesbrief diverse kaartvaardigheden aan bod komen: kaartlezen, kaartanalyse en kaartinterpretatie worden geoefend. Redelijk spectaculair vinden wij het laatste deel van de lesbrief. Daar maken de leerlingen gebruik van een 3D-viewer van het zandlandschap in Noordoost-Twente, met een inzoom op de omgeving van Losser. Dat gebied bestaat uit kleinschalig coulisselandschap, maar ook uit grootschalige heideontginningen. Tijdens een virtuele tocht door dit landschap komen de leerlingen bij een aantal plaatsen vragen tegen die ze moeten beantwoorden. Ook moeten ze een aantal keren een filmpje bekijken. De kijkvragen daarbij staan online. In de rubriek Vragen en tips op bladzijde 15 leest u hoe u de viewer moet binnenhalen en gebruiken. Niveau De lesbrief is geschreven voor de doelgroep 3 havo/vwo en 3 vwo en is goed te gebruiken bij deel 3 hoofdstuk 5 §14 (7e editie) of bij deel 3 hoofdstuk 5 § 3 (8e editie). U kunt de lesbrief kopiëren voor gebruik in de klas. Voor leerlingen is de lesbrief ook toegankelijk via www.degeo-online.nl. Op die manier kunnen de leerlingen de kleurenversie gebruiken. Op het docentendeel van deze website vindt u de antwoorden bij de opdrachten.

Tuinbouw is eigenlijk ook een vorm van akkerbouw, maar dan op een speciale manier: de bedrijven zijn veel kleiner dan akkerbouwbedrijven en per hectare grond wordt veel meer kapitaal en arbeid gebruikt dan in de akkerbouw. Een voorbeeld is de glastuinbouw, waar in verwarmde kassen groenten en bloemen worden gekweekt. Ook in de openlucht worden tuinbouwgewassen geproduceerd, zoals fruit en bloembollen. Hoewel er tegenwoordig ook in de tuinbouw allerlei soorten machines worden gebruikt, komt er toch nog veel handwerk aan te pas. Veeteelt is het houden van dieren voor producten zoals melk, eieren, vlees, wol en huiden. In Nederland worden de dieren vaak in grote stallen gehouden (varkens, kippen, geiten). Melkkoeien lopen ’s zomers vaak in de wei. Op sommige bedrijven verblijven de koeien dag en nacht in de stal en wordt het voer (vooral gras en snijmaïs) met grote machines aangevoerd. Bij de intensieve veehouderij probeert een boer met de inzet van veel kennis en kapitaal een zo hoog mogelijke productie te halen. Er worden veel dieren op een klein oppervlak gehouden. Vaak is er alleen grond nodig voor grote stallen. Het veevoer wordt gekocht. Dit wordt geproduceerd in veevoederfabrieken en door grote vrachtwagens op de boerderij afgeleverd. De mest van de dieren wordt vaak weer geleverd aan akkerbouwbedrijven of aan bedrijven die snijmaïs verbouwen. Intensieve veehouderij wordt ook wel bio-industrie genoemd.

Kaart 1

Verspreiding vleesvarkens

Leerlingenmateriaal Inleiding Deze lesbrief gaat over de intensieve veehouderij en het landschap waar deze vorm van veeteelt veel voorkomt: het zandlandschap. Defenities Het is goed om de belangrijkste begrippen die met landbouw te maken hebben nog eens op een rijtje te zetten. Landbouw is een verzamelnaam voor de bestaansmiddelen die te maken hebben met het produceren van voedsel. Dat produceren gebeurt door gewassen te verbouwen of door dieren te houden. Akkerbouw is het verbouwen van voedselgewassen en niet-eetbare gewassen. In Nederland worden voornamelijk eetbare gewassen verbouwd, zoals aardappelen, suikerbieten en granen. Voorbeelden van niet-eetbare gewassen zijn tabak, katoen en koolzaad. Dit soort gewassen wordt weinig geteeld in ons land.

De Geokrant 68


7 Foto 2 Bulkauto met veevoer van CEHAVE

Opdracht 1 Bekijk kaart 1. Op kaart 1 kun je zien waar de varkenshouderijen in Nederland zijn geconcentreerd. a Beschrijf de spreiding van de vleesvarkens. b In welke vier provincies is deze vorm van intensieve veehouderij geconcentreerd? c Welk landschap komt hier vooral voor? Zie hiervoor de kaart Landschappen in de GB. Kaart 4  Vijf Nationale Landschappen

Eeuwenlang was er, vooral op de zandgronden, sprake van gemengde bedrijven: de boeren deden zowel aan akkerbouw als veeteelt. Tegenwoordig zijn de boeren op de zandgronden vooral gespecialiseerd in veeteelt. Waarom dat nodig was, lees je verderop in deze lesbrief. De groei van de intensieve veehouderij heeft voor de bedrijven in veeteeltsector grote gevolgen gehad: • Er verschenen grote stallen met voersilo’s. In gebieden met veel intensieve melkveehouderijen wordt op de akkers bijna alleen nog maar snijmaïs verbouwd. • Behalve vlees, melk of eieren produceren dieren ook mest. Door de grote veedichtheid (heel veel dieren op een klein oppervlak) ontstaat daardoor vaak stankoverlast. De mestoverschotten leiden ook tot andere milieuproblemen, zoals je verderop zult lezen. • Door de grote veedichtheid is het gevaar van verspreiding van besmettelijke dierziektes groot. Het is belangrijk dat er hygiënisch wordt gewerkt en op de meeste bedrijven worden zo weinig mogelijk mensen ‘van buiten’ toegelaten. Foto 3 Geitenhouderij

Opdracht 2 In het bij opdracht 1c bedoelde landschap tref je nogal wat Nationale Landschappen aan. Ga naar www.nationalelandschappen.nl/index.php. a Zoek uit wat Nationale Landschappen zijn. b Waarom zijn Nationale Landschappen ingesteld? c Op kaart 4 zijn de Nationale Landschappen aangegeven. Schrijf de namen van de genummerde Landschappen op. Opdracht 3 Bekijk foto 2. a Wat heeft foto 2 te maken met intensieve veehouderij? b Het veevoederbedrijf CEHAVE/Agrifirm heeft een belangrijke fabriek in Veghel (Noord-Brabant). Noem twee redenen waarom die plaats geschikt is voor dit soort industrie. Gebruik ook de atlas. Opdracht 4 Bekijk foto 3. In de winter en het voorjaar van 2009/2010 was deze vorm van veehouderij negatief in het nieuws. Welk probleem zorgde voor die negatieve berichtgeving?

De Geokrant 68


8

Lesbrief

Landbouw in Nederland

Opdracht 5 Welke twee belangrijke functies vervult de teelt van snijmaïs in de veehouderij?

Kaart 6a

Aantal NGE per bedrijf

Kaart 6b

Bedrijven met minder dan 5 ha

Grootte van de bedrijven Als je de oppervlakte van de bedrijven in de intensieve veehouderij vergelijkt met bijvoorbeeld die van akkerbouwbedrijven, dan beschikken de veehouderijbedrijven in het algemeen maar over weinig grond. Hoe vergelijk je nu een akkerbouwbedrijf met een bedrijf waar vleeskuikens worden gehouden? Het LEI (= Landbouw Economisch Instituut) maakt hiervoor gebruik van het begrip NGE. NGE is de afkorting van Nederlandse Grootte-Eenheid. Alle agrarische activiteiten kunnen worden omgerekend in NGE. De teelt van suikerbieten levert per ha veel meer werk en inkomen op dan bijvoorbeeld het houden van een paar legkippen. Een hectare suikerbieten is bijvoorbeeld 1,8451 NGE. 1000 legkippen is gelijk aan 2,6 NGE. NGE is dus een maat waarmee de grootte van bedrijven wordt gemeten. In tabel 5 zie je hoeveel NGE’s bepaalde gewassen en diersoorten ‘waard’ zijn. Tabel 5

NGE’s voor een aantal gewassen en dieren

Gewassen/dieren

NGE

1 ha consumptieaardappelen

1,4437

1 ha suikerbieten

1,8451

1 ha wintertarwe

0,8099

1 vleeskuiken

0,0013

1000 vleeskuikens

1,3

1 legkip

0,0026

1000 legkippen

2,6

1 melkkoe

1,2042

1 vleesvarken

0,0437

100 vleesvarkens

4,37

1 melkgeit

0,1092

Opdracht 6 Gebruik tabel 5. a Bereken uit hoeveel NGE’s een akkerbouwbedrijf bestaat dat 25 ha consumptieaardappelen, 25 ha suikerbieten en 25 ha wintertarwe verbouwt. b Hoeveel vleeskuikens moet een bedrijf hebben als het even groot is als het bij vraag 6a bedoelde akkerbouwbedrijf? c En hoeveel vleesvarkens? d Leg uit waarom je beter gebruik kunt maken van NGE’s dan van het aantal hectares om een akkerbouwbedrijf te vergelijken met een vleesvarkenbedrijf. Elke stip is 1 bedrijf

Opdracht 7 Bekijk de kaarten 6a en 6b. a Wat valt op als je de provincie Noord-Brabant op beide kaarten vergelijkt? b Hoe verklaar je het grote aantal bedrijven met veel NGE’s in deze provincie?

De Geokrant 68


9 Kaart 7a

Bedrijven kleiner dan 40 NGE

Elke stip is 1 bedrijf

Kaart 7b

Bedrijven groter dan 100 NGE

Schaalvergroting Om te kunnen blijven concurreren met de landbouw in de andere EU-landen en in de rest van de wereld, moeten de boeren aan schaalvergroting doen. Schaalvergroting houdt in dat je op een aantal manieren, afzonderlijk of in combinatie, je bedrijf zo verandert dat de opbrengst hoger wordt. Schaalvergroting kan door mechanisatie. Dat is het proces waarbij menselijke arbeid wordt vervangen door machines. Voorbeelden zijn het gebruik van tractoren, voercomputers en melkrobots in de melkveehouderij. In de pluimveehouderijen worden de kippen gevoerd met behulp van lange voerkettingen die het voer door de stallen brengen. De kippen pikken het voer dan van de langzaam draaiende ketting af. Daar komt geen handwerk meer aan te pas. Meer NGE’s is ook een vorm van schaalvergroting. Dit kan door meer grond per bedrijf of meer dieren per bedrijf. In de akkerbouw en in de melkveehouderij zijn hierdoor veel kleine bedrijven verdwenen. Zij hebben niet genoeg geld voor dure investeringen. Dit proces gaat maar door. Elke week stoppen vijftig boeren met hun bedrijf. Verder is specialisatie een aspect van schaalvergroting. Boeren richten zich dan uitsluitend op het houden van melkvee of varkens of op akkerbouw. Ze hebben minder machines nodig en de machines die ze hebben, worden veel intensiever gebruikt. Intensivering is ook een mogelijkheid. Hierbij wordt de productie per dier of per hectare vergroot. Met andere woorden: 1 NGE levert meer op. Dat zoiets de moeite waard is, blijkt uit het volgende voorbeeld: Op een bepaalde melkveehouderij in Gorredijk (Friesland) bedroeg de productie per koe in 1980 6.500 kg/jaar. In 2000 was dat gestegen tot maar liefst 9.500 kg/jaar! Foto 8

Een vorm van schaalvergroting

Elke stip is 1 bedrijf

Opdracht 8 Bekijk de kaarten 7a en 7b. a In welke vier provincies vinden we relatief veel kleine bedrijven? b Wat is het bijzondere van de provincies Noord-Brabant en Limburg als je naar het aantal grote bedrijven kijkt? c Welke bedrijven komen daar veel voor?

De Geokrant 68

Opdracht 9 a Bekijk foto 8. Welke vorm van schaalvergroting zie je op de foto? b Welke vorm van schaalvergroting heeft er plaatsgevonden op de melkveehouderij in Gorredijk?


10

Lesbrief

Landbouw in Nederland

Schaalvergroting en het landschap Je hebt al gelezen dat intensivering voor bedrijven grote gevolgen heeft. Wanneer je uitzoomt naar het landschap waarin die bedrijven zijn gevestigd, dan zie je dat de schaalvergroting ook voor het landschap van grote betekenis is geweest. Een goede verkaveling is belangrijk voor de moderne landbouw. Een kavel is een aaneengesloten stuk grond van een gebruiker dat begrensd wordt door wegen, waterlopen of kavels van andere gebruikers. Een kavel bestaat vaak uit meerdere percelen. Een ideale verkaveling houdt in dat een agrarisch bedrijf één kavel heeft. Akkerbouwers in Flevoland hebben vaak een ideale verkaveling: ze hebben hun kavel dan verdeeld in een aantal afzonderlijke percelen, waarop ze verschillende gewassen verbouwen. Om een betere verkaveling te krijgen, kan er ruilverkaveling plaatsvinden: hierbij ruilen de boeren onderling stukken grond, zodat de verkaveling beter wordt. Op de kaarten 9a en 9b zie je wat het resultaat is van een aantal ruilverkavelingen tussen 1959 en 2009. Door de schaalvergroting komen bepaalde waardevolle landschapselementen onder druk te staan: bijvoorbeeld de houtwallen die vanouds voorkomen in het zandlandschap. Doordat in de intensieve veehouderij het aantal NGE’s per bedrijf groeit, neemt ook de hoeveelheid geproduceerde mest toe. De mest bevat vooral stikstofverbindingen (nitraten) en fosforverbindingen (fosfaten). Zandgrond kan door zijn grove korrelstructuur maar weinig van die stoffen opnemen. Zo ontstaat een vermesting van de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater. Veel planten kunnen daar niet tegen en verdwijnen. Een voorbeeld zijn heide­ velden: deze vergrassen op den duur doordat heide niet van een voedselrijk milieu houdt en gras wél. Kaart 9a  Verkaveling 1959

Kaart 9b  Verkaveling 2009

Opdracht 10 Bekijk de kaarten 9a en 9b. a Vul tabel 10 in met behulp van de kaarten 9a en 9b. b Waarom kon De Wilt zijn kavel ten noordwesten van Heusden sowieso niet behouden? c Wat is er tussen 1959 en 2009 verbeterd aan de ligging van de boerderijen? d Wie heeft er volgens jou in 2009 het best verkavelde bedrijf? Motiveer je antwoord. Tabel 10  Aantal kavels in 1959 en in 2009 Eigenaar

Aantal kavels 1959

Aantal kavels 2009

Luijben V.d. Staak De Wilt Jan Buijs Arjen Buijs

De Geokrant 68


11 Kaart 11  Nitraat bovenste grondwater

Kaart 12  Aantal ESU per bedrijf

Kaart 13  Aantal ESU per arbeidskracht

Opdracht 11 Bekijk kaart 11. a In welk landschap is het probleem van de vermesting van het grondwater het grootst? b Geef daarvoor een natuurlijke en een menselijke verklaring. De Nederlandse landbouw op Europese schaal Door het lidmaatschap van de EU moeten de Nederlandse boeren concurreren met hun EU-collega’s. Het aantal ESU’s per bedrijf en per arbeidskracht geeft aan of per werknemer een goed inkomen kan worden gehaald. ESU betekent European Size Unit. Dit is een Europese standaardmaat voor de economische omvang van een bedrijf. 1 ESU is ongeveer gelijk aan € 1400 toegevoegde waarde.

Opdracht 12 a Leg uit waarom het lidmaatschap van de EU belangrijk is voor de concurrentie van de Nederlandse boeren. Bekijk de kaarten 12 en 13. b Beschrijf de positie van de Nederlandse landbouwbedrijven en van de werknemers binnen de EU in vergelijking met die in de overige EU-landen. c Waar liggen de EU-landen met de zwakste agrarische sector? Hoe verklaar je dat?

De Geokrant 68


12

Lesbrief

Landbouw in Nederland

Kaart 14  Pluimvee

Opdrachten bij de landschapsviewer Afbeelding 16  Beeld uit de landschapsviewer

Je bent nu aan het eind van het eerste deel van de lesbrief. Voor het tweede deel heb je de computer nodig.

Kaart 15  Varkens

Bekijk afbeeldingen 16 en 17. Dit zijn beelden uit een zogenoemde landschapsviewer: een computerprogramma waarmee je virtueel een landschap kunt bekijken. Met de knoppen op het scherm kun je naar links en naar rechts kijken, maar ook naar voren en naar achteren, en omhoog en omlaag. Je kunt dus driedimensionaal door het landschap gaan. Ga op internet naar www.thiememeulenhoff.nl/landschapsviewer en klik op de link om de landschapsviewer te downloaden. In de viewer staan cijfers. Deze cijfers horen bij opdrachten. De opdrachten staan in een apart bestand. Dit bestand met opdrachten moet je gelijktijdig met de landschapsviewer openen. Op internet staat ook een korte handleiding bij de landschapsviewer.

Opdracht 13 Bekijk de kaarten 14 en 15. a Noem vier gebieden binnen de EU waar hoge concentraties pluimvee worden aangetroffen. b Noem zeven gebieden waar de varkenshouderij is geconcentreerd. c Wat betreft pluimveevlees, eieren en varkensvlees produceert Nederland veel meer dan voor eigen gebruik nodig is. Waar blijft dat overschot? d Als je kijkt naar de intensieve veehouderij in Nederland is het dan goed dat ons land lid is van de EU? Verklaar je antwoord.

De Geokrant 68


13 Afbeelding 17  Landschapsviewer

De Geokrant 68


14

In memoriam

Ben Maatman (1950-2010)

Ben Maatman

In het leven van Ben Maatman is De Geo (Geordend) een belangrijke rode draad geweest. Meer dan 25 jaar geleden werd hij door Herman Dragt en Willem Hofland gevraagd mee te werken aan onze aardrijkskundemethode voor het voortgezet onderwijs. Bens bijdragen waren veelzijdig: hij maakte toetsen, schreef en redigeerde teksten, was jarenlang eindredacteur van De Geokrant en was nauw betrokken bij de ontwikkeling van de methode. De Geo was zijn trots. Ben was een echte geograaf, met een gedegen en uitgebreide kennis van het vak. In een sobere, strakke stijl schreef hij zijn teksten. Ruimte voor frivoliteiten nam hij niet, de hoofdlijn: daar ging het om, en dat maakte zijn teksten voor leerlingen begrijpelijk en toegankelijk. Wie een paragraaf van Ben had doorgenomen, had echt wat geleerd, was ook een beetje geograaf geworden. Ben was een strenge bewaker van de identiteit van De Geo. Het ging om inhoudelijk sterke lesstof die je in de klas probleemloos moest kunnen toepassen, alsjeblieft geen fratsen. Ook tijdens zijn ziekte hebben wij regelmatig gebruikgemaakt van Bens kritische commentaar op voorstellen voor vernieuwing en verandering. Zijn opmerkingen voorkwamen dat je doorschoot in luchtfietserij, in mooie modellen die niet werkten in de dagelijkse lespraktijk. Ben was een loyale collega. Was er eenmaal voor een bepaalde richting gekozen, dan kon je ervan op aan dat hij die volgens de handleiding uitvoerde. Een man, een man, een woord, een woord. Ben had, zo is wel duidelijk, een grote betrokkenheid bij De Geo. Dat was zo voordat hij ziek werd, en dat bleef zo in de jaren van zijn ziekte. Hij was niet alleen geïnteresseerd in de ontwikkelingen rond De Geo, maar bleef ook volop betrokken bij het uitvoerend werk. Ben schreef mee aan de boeken van de onderbouw en hij maakte lesmateriaal voor het eindexamen van het vmbo. Daarnaast heeft hij in samenwerking met anderen honderden, misschien wel duizenden toetsvragen bedacht en geredigeerd. Tot op het laatst heeft Ben zijn bijdragen geleverd. ‘Ja, graag wil ik dat, mits mijn ziekte het toelaat’, was zijn reactie toen we hem dit voorjaar vroegen een lesbrief te maken voor De Geokrant bij de Landbouwatlas. De landbouw is altijd een van Bens favoriete onderwerpen geweest, een onderwerp dat naar zijn zin te weinig aandacht kreeg. Of het zo moest zijn: juist in zijn laatste stuk kon de agrarische wereld in de schijnwerper staan. Het verschijnt in deze Geokrant postuum. We zullen Ben herinneren als een betrokken, deskundige, loyale collega, wiens teksten en opvattingen nog lange tijd in De Geo herkenbaar zullen blijven. Wim ten Brinke

De Geokrant 68


Geoservice

Dit keer in de rubriek ‘Vragen en tips’ informatie over de landschapsviewer die bij de lesbrief moet worden gebruikt.

Vragen en tips

15

In deze rubriek staan vragen van gebruikers van De Geo over het omgaan met het lesmateriaal, de Geosite en de ICT-hulpmiddelen. Ook ideeën voor het werken met De Geo of geografisch interessante tips zijn hier te vinden. Heeft u vragen en/of ideeën stuur ze op of mail ze naar: Redactie de Geokrant, ThiemeMeulenhoff, Postbus 7, 7200 AA Zutphen degeokrant@thiememeulenhoff.nl

Open NatureViewExpress.exe.

Handleiding NatureView

NatureView vraagt dan om een ­NatureView Scene file. Deze is meegeleverd en heet Zandlandschap.nvw.

Klik op www.thiememeulenhoff.nl/ landschapsviewer de link naar de ­viewer aan. Sla de bestanden op (niet op het bureaublad, maar als dat mogelijk is op de C:\ schijf).

Door het bestand Zandlandschap.nvw aan te klikken wordt de viewer van het zandlandschap geladen. Dit kost enige tijd, de snelheid is afhankelijk van de gebruikte computer.

Wacht tot het programma helemaal geladen is (boerderij en begroeiing). Als het landschap volledig is geladen, kunt u door het landschap navigeren.

Tips bij het navigeren

Er zijn verschillende manieren om te navigeren. 1 Gebruik van de drive mode. Dit doet u door de linkermuisknop vast te houden en de muis te bewegen. U gaat dan in de richting waar de camera op is gericht. 2 Gebruik van de twee grote navigatieknoppen op het linkerbedieningspaneel.

1a 2A 1D

2B

1B 2D 2C 1c

1A = naar voren 1B = naar rechts 1C = naar achteren 1D = naar links

2A = omhoog kantelen 2B = rechtsom draaien 2C = omlaag kantelen 2D = linksom draaien

• Gebruik de knop ‘HOME’ (huisje in het rechterbedieningspaneel) of de spatiebalk om terug te gaan naar de begin­ situatie. Vanaf daar kunt u opnieuw gaan navigeren. • Kijk steeds goed naar het kleine scherm linksonder. De rode pijl laat zien waar u bent en in welke richting u het landschap bekijkt. • Gebruik ALT-TAB om gelijktijdig het bestand met de opdrachten te kunnen openen (of een ander bestand of programma). • Voor de Helpfunctie: druk op h. • Einde programma: druk op de afsluitknop (Exit Program) op het rechterbedieningspaneel (kleine knop linksonder) of op Escape (Esc). • Mocht de viewer traag lopen, dan kunt u op , (komma) drukken. Hierdoor zal de beplanting verdwijnen als u in het landschap beweegt en weer terugkomen als u stopt met navigeren.

De Geokrant 68


Geoservice

16

Puzzel

Landbouwpuzzel

Oplossing puzzel nr. 67

Deze Geokrant is grotendeels gewijd aan de landbouw in Nederland en aan de nieuwe Landbouwatlas. Wij hebben dan ook gretig gebruikgemaakt van deze atlas voor de samenstelling van een agrarisch getinte kruiswoordpuzzel. 1

2

3 4

5

6

7

8

9

10 11 12

13

14

15 16

17

18

19

20 21

22

Vele puzzelaars zetten hun tanden in de puzzel met de dertien Zeeuwse gemeenten. Dit waren de afgebeelde gemeenten: 1 Tholen 2 Borsele 3 Hulst 4 Middelburg 5 Schouwen-Duiveland 6 Terneuzen 7 Goes 8 Kapelle 9 Veere 10 Sluis 11 Noord-Beveland 12 Reimerswaal 13 Vlissingen Uit de goede oplossingen trokken wij als winnaar: klas Gymnasium 2B van OSG Sevenwolden in Heerenveen.

23

Deze klas ontvangt een jaar­ abonnement op de Nederlandstalige editie van de National Geographic.

24

25

Horizontaal 6 verzamelnaam voor agrarische activiteiten (8) 7 akkerbouwgewas op de ­zandgronden (7) 8 grondsoort bestaande uit ­plantenresten (4) 10 product van de zuivelveeteelt (4) 12 water dat in lagere gebieden omhoog komt (4) 15 agrariër (4) 17 Landbouw Economisch Instituut (3) 20 vergroting van de productie per ha of per dier (13) 22 maaidorser (7) 24 het vervangen van arbeid door machines (12) 25 fosforverbindingen (8) 26 producten uit de glastuinbouw (7)

26

Verticaal 1 vezelgewas (4) 2 product van de fabrieksaardappel (7) 3 bovenste deel van de grondsoort waarin planten wortelen (5) 4 belangrijk akkerbouwgewas (12) 5 mengsel van zand en klei (5) 6 plaats in Groningen met ­pluimveeslachterij (4) 9 stikstofverbindingen (8) 11 stuk land omgeven door dijk ­waarbinnen de waterstand kan worden geregeld (6) 13 product van de schapenhouderij (3) 14 verzamelbegrip voor o.a tarwe, gerst, rogge, haver, maïs (5) 15 intensieve veehouderij (12) 16 provincie met overwegend ­akkerbouw (9)

18 het kweken van planten met de inzet van veel kapitaal en arbeid (8) 19 langdurige huur van grond (5) 21 aaneengesloten stuk grond van een landeigenaar (5) 23 rampzalige varkensziekte (4) 24 problematisch bijproduct uit de veehouderij (4)

Stuur de oplossing voor 15 januari 2011 naar: Redactie De Geokrant, ThiemeMeulenhoff, Postbus 7, 7200 AA Zutphen. Of mail naar: degeokrant@thiememeulenhoff.nl.

De Geokrant 68


(V)AKnieuws In deze Geokrant staan landbouw en landschap centraal. In de lesbrief gaan leerlingen aan de slag met kaarten uit de recent verschenen Landbouwatlas van Nederland en gaan ze op excursie in een virtueel zandlandschap. Beide producten zijn afkomstig van ROM3D, een onderzoeks- en adviesbureau in Hengevelde dat zich richt op de groene ruimte. In deze rubriek een interview door Wim ten Brinke met Willem Rienks en Wim Meulenkamp van ROM3D over de atlas en over hun visie op landbouw en landschap.

Landbouwatlas In de atlas presenteren de auteurs een veelomvattend beeld van de landbouw in Nederland en daarbuiten – De Nederlandse agrosector op de kaart is een ondertitel die de lading dekt. Vele onderwerpen (klimaat, bodem, perceelvormen, economie, landschap, milieu, dierziekten en veel meer) komen aan de orde; voor een groot deel in Nederland, maar tientallen kaarten geven ook een beeld van de landbouw vanuit Europees en mondiaal perspectief. Wim Meulenkamp: ‘Uit de atlas blijkt dat de Nederlandse landbouw heel intensief is, dat is voor mij de rode draad. Kijk maar naar kaarten met de verspreiding van koeien, varkens of kippen in Europa. Wij springen er uit.’ Zijn collega, hoofdauteur Willem Rienks, vult aan: ‘Ook zie je dat de grenzen niet ophouden bij Nederland; de melk- of graanprijs wordt al lang niet meer bepaald in Nederland. Boeren zitten in een wereldwijd net van concurrentie.’ De atlas, die in november 2009 verscheen, is enthousiast ontvangen. ‘Voormalig Tweede Kamerlid Annie Schreijer vertelde dat ze nooit meer naar een landbouwoverleg ging zonder de atlas in haar tas te steken.’ Intensieve veeteelt Rienks en Meulenkamp zien positieve en negatieve kanten aan het intensieve karakter van de Nederlandse landbouw. ‘De landbouw biedt veel

De Geokrant 68

17

De toekomst van landbouw en ­landschap

De bedenkers van de nieuwe Landbouwatlas van Nederland: links Willem Rienks, rechts Wim Meulenkamp

werkgelegenheid en levert veel op, zo’n 10% van het Bruto Nationaal Product: de boeren zelf zorgen voor 2%, de andere 8% komt van de verwerkende industrie.’ ‘Op het terrein van natuur, milieu en dierwelzijn zijn verbeteringen in gang gezet, maar daar zijn nog de nodige vraagstukken die moeten worden opgelost.’ Kaarten laten zien dat grote delen van Nederland verzadigd zijn met fosfaat en dat het nitraatgehalte vooral op de zandgronden te hoog is. Kan er met betrekking tot milieu en dierenwelzijn structureel iets veranderen? Rienks: ‘Zeker, maar de landbouwsector is een enorm conglomeraat; daar gaan veranderingen stroperig en stap voor stap, want er zijn zoveel financiële en andere belangen mee verbonden.’ ‘Toch zal de landbouw langzaam maar zeker duurzamer worden.’ Wim

Meulenkamp ziet het al om zich heen gebeuren: ‘Tot voor kort wilden boeren alleen onder dwang van wetten veranderen, nu zie je een omslag. Ze kiezen bewust voor duurzaamheid en gaan zelf actief op zoek naar mogelijkheden. Zo heeft mijn zwager geïnvesteerd in luchtwassers. Die halen in varkens- en kippenstallen verzurende ammoniak uit de lucht, en zijn mest gaat naar biogasinstallaties in Duits-

De landbouwatlas en De Geo Ook voor het aardrijkskundeonderwijs heeft de atlas veel te bieden. Een kleine proeve daarvan is in de lesbrief van deze Geokrant 68 te zien. Docenten kunnen de atlas met een aantrekkelijke korting kopen. Zie de bon op bladzijde 19.


18

(V)AKnieuws land, waardoor hij het milieu niet meer belast.’ Rienks vult aan. ‘Je ziet ook een omslag bij landbouworganisaties. Toen de LTO merkte dat bepaalde boeren hun beloften om te investeren in luchtwassers niet nakwamen, zijn ze erbovenop gedoken en hebben hard opgetreden.’ Ook de consument verandert: ‘Nu kan het nog zijn dat een blikje Caesarkattenvoer per kilo bijna twee keer zo duur is dan een kilo kipfilet. Toch denk ik dat de stedelijke samenleving steeds meer kwaliteit wil en daarvoor ook wil betalen.’ ‘Overigens, als je de Nederlandse landbouw qua duurzaamheid met andere landen vergelijkt, doen we het niet slecht. Per kilo vlees of liter melk zijn wij het efficiëntst. Tegelijk kun je zeggen: per hectare zijn we het meest vervuilend. Dat komt doordat we zo vreselijk dicht op elkaar zitten.’ De toekomst: global and regional Hoe ziet de landbouw er over vijftig jaar uit? Eensgezind: ‘In ieder geval zullen er veel minder boeren zijn.’ Rienks en Meulenkamp schetsen vervolgens een scenario waarin de Nederlandse landbouw zich vooral ontwikkelt langs de lijnen van de ‘global economy’, met als kenmerken vrijhandel en een intensieve, grootschalige landbouw met een grote rol voor hightech, die ervoor zorgt dat er zonder milieuproblemen wordt geproduceerd. De rol van het ouderwetse familie­ bedrijf zal kleiner worden. Boerenbedrijven zullen steeds meer deel uit maken van een zogenaamd agrocluster, waarin bijvoorbeeld voedselleveranciers, de boer, de mestverwerker en de slachterij via contracten met elkaar verbonden zijn. Wie weet komen er agroproductieparken, waarin de hele keten ruimtelijk geconcentreerd is. Maar voorlopig is dat maatschappelijk ongewenst: varkens op een industrieterrein. Nu ligt in de intensieve landbouw de nadruk op bulkproducten, maar die kunnen elders goedkoper worden geproduceerd – daar waar lonen lager zijn en de grond goedkoper is. ‘In Nederland moeten we zorgen voor een hoge toegevoegde waarde.

Diervriendelijke potstal

Dat kan met teelten waar veel kennis voor nodig is, zoals pootaardappelen, bloembollen, veefokkerij en zaadproductie.’ Tegenover de ‘global economy’ staat het ‘regional community scenario’, waarin boeren produceren voor de eigen regio en waarin regionale kringlopen worden benadrukt. ‘Voor Nederland zou dat betekenen meer richting biologisch, niet meer op de export gericht. Een aardig voorbeeld is een project in de Achterhoek rond een energielandschap, waarin we samen met bewoners, boeren en ondernemers kijken of we het landschap energie kunnen laten produceren met bijvoorbeeld houtwinning, zonnecellen en het vergisten van mest. Het doel is dat het wordt als 100 jaar geleden, ook

toen voorzag een plattelandsdorp in z’n eigen energie. Dat willen we daar terugbrengen.’ De reconstructie stokt Tegen de intensieve veehouderij bestaat veel maatschappelijk verzet: te weinig wordt rekening gehouden met dierenwelzijn en te zwaar wordt het milieu belast. Opmerkelijk is dat het protest niet alleen uit de ‘landbouwvreemde’ stad komt, ook van het platteland zelf, bijvoorbeeld uit de zandlandschappen waar de reconstructie – dat is de herinrichting van de zandlandschappen die van start ging na de varkenspest van 1997 – is vastgelopen. Het grote knelpunt is de aanwijzing van landbouwontwikkelingsgebieden waar zeer grote intensieve veebedrijven zich kunnen

Landbouw en maatschappij Wim Meulenkamp: ‘Mensen staan steeds verder van de landbouw af en dat verandert de waardering. De kinderen van de babyboomgeneratie hadden bijna allemaal wel een familielid die in de landbouw actief was. Daar ging je dan op een zondag naar toe, je oom hakte een kip de kop af en die ging in de pan. Die oom was een held, want die kon wat. Nu zou diezelfde oom een moordenaar zijn. Aan de andere kant zie je dat mensen een steeds romantischer beeld krijgen van de landbouw. Ze willen een Ot-en-Sienlandschap met koetjes in de wei en daar horen geen beelden van geslachte kippen bij. Maar als we met z’n allen vlees blijven eten, dan is het helemaal niet verkeerd een goede intensieve veehouderij te hebben. Het idee heerst dat in grote stallen dieren slecht worden behandeld, echter de omvang van een stal zegt niets over de mate van dierwelzijn in diezelfde stal.’

De Geokrant 68


(V)AKnieuws vestigen. Wim Meulenkamp: ‘In het landschap zijn lijntjes getrokken: daar mag de landbouw uitbreiden, daar niet. Als in zo’n uitbreidingsgebied een daar wonende boer een nieuwe stal wil bouwen, levert dat meestal weinig problemen op. Want als de buurman uitbreidt, laat je hem zijn gang gaan – je kent hem, je komt op zijn verjaardag. Maar komt er iemand van buiten die er een bedrijf met 20.000 varkens wil vestigen, ja, dan komt zo’n buurtschap in opstand. In heel Nederland zijn er bezwaren gekomen tegen uitbreiding van bedrijven. Dat heeft het imago van de intensieve veehouderij geen goed gedaan.’ Functioneel en fraai ‘Een belangrijke tekortkoming van de reconstructiewet is de scheiding tussen landbouw en natuur.’ En dan kom je op het punt dat ROM3D uitdraagt: grootschalige, intensieve landbouw gaat best wel samen met een kleinschalig landschap met veel natuur.

Zeespiegelstijging

19

Landschapsviewer Bij de ontwerpsessies van ROM3D maken de deelnemers gebruik van een landschaps­viewer, waarin ze driedimensionaal kunnen zien hoe ingrepen in het landschap er concreet uit gaan zien. Dat werkt enorm verhelderend. Speciaal voor De Geo heeft ROM3D zo’n viewer voor het zandlandschap ontwikkeld. Leerlingen maken een tocht door een virtueel landschap en maken onderweg een webquest. In de rubriek Vragen en tips (bladzijde 15) vindt u een link met een handleiding voor het gebruik van de viewer. De ontwerpers van de zandlandschapsviewer vindt u via www.rom3d.nl.

Een landschap kan functioneel en fraai tegelijk zijn. Meulenkamp: ‘Wij brengen verschillende werelden bij elkaar in ontwerpsessies. Natuurbeschermers, boeren, burgers, recreatieondernemers laten elkaar zien wat ze willen. En wat blijkt: zo ver lopen de ideeën niet uiteen. Kijk, een boer is verweven met zijn land en zegt: “Die boom daar moet blijven bestaan, want die heeft mijn opa nog gepoot.” Er is bereidheid om het landschap te sparen. Wij geloven dan ook in het ontwerpen van kleinschalige landschappen waarin je

grootschalig kunt boeren.’ Rienks: ‘De schaalvergroting gaat door: de afgelopen tien jaar is de helft van de intensieve veehouders gestopt. Er komen veel minder bedrijven, dus laat de overblijvers lekker op hun maatschappelijk geaccepteerde plek zitten. Geef ze kansen uit te breiden, maak tegelijk het landschap fraaier en zorg met hightech middelen, zoals luchtwassers, voor het oplossen van milieuproblemen.’ Wim ten Brinke

De Geokrant 68


De Geokrant is een uitgave van ThiemeMeulenhoff. Dit tijdschrift verschijnt twee keer per jaar ter ondersteuning van de methode De Geo voor de onderbouw, leerwegen en tweede fase. Voor meer informatie over de methodes of over de artikelen uit deze Geokrant kunt u contact opnemen met onze klantenservice 088 - 800 2015. U kunt ook een e-mail sturen naar degeokrant@thiememeulenhoff.nl.

ThiemeMeulenhoff Postbus 7 7200 AA Zutphen 978-11-112-5869-6


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.