Najaar 2011
70 D E G E O K R A N T Geonieuws: De Geo proeftuinen Lesbrief: Nederland Waterland Vaknieuws: Columbus en de platte aarde
Inhoud Geonieuws 3 De Geo proeftuinen 4 De Geodag 2011 5 Stand van zaken Lesbrief 6 Nederland Waterland Geoservice 13 Puzzel 14 Beelddidactiek Haubrich (V)AKnieuws 16 Columbus en de platte aarde
Redactie J. Padmos (hoofdredacteur), L. de Boer, D. Ariaens Aan deze Geokrant werkten mee: R. van den Bos, W. Bouritius, P. van der Krogt, F. Westerveen Eindredactie Barbara Visschedijk Vormgeving PrePressMediaPartners Opmaak PrePressMediaPartners Fotografie Rosemarie van den Bos, Siebe Swart / Hollandse Hoogte, Rijkswaterstaat / Joop van Houdt Luchtfotografie, Rijkswaterstaat, Hollandse Hoogte, Pilchards / Alamy, TAO Images Limited / Alamy, Frans Westerveen, Peter van der Krogt & René van der Krogt Beeld EMK Deventer De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Bij de voorpagina: Luchtfoto van het project Zandmotor. Door het opspuiten van zand voor de Delflandse kust wordt ter hoogte van Ter Heijde en Monster een kunstmatig schiereiland aangelegd. Wind, golven en stroming zullen het zand langs de kust verspreiden waardoor bredere stranden en duinen ontstaan. De Zandmotor is een experiment in het kader van kustonderhoud en kustverdediging. Aan de horizon zijn Scheveningen en Den Haag te zien.
Van de redactie Voor Vaderdag heb ik het boekje Bedrog en onbenul: onderwijs en besluitvorming gekregen. Het is geschreven door Jan Blokker, oud-leraar en oud-rector op een scholengemeenschap. In ongeveer zestig pagina’s licht Blokker het Nederlandse onderwijsbeleid door. Het is niet de zoveelste aanklacht van een uitgebluste leraar die overal tegen is en die zijn gal spuit over alles wat er de laatste decennia in het onderwijs is veranderd. Bij geen enkele vernieuwing zijn volgens Blokker de docenten gehoord. De rol van de leraar is door politici en bestuurders ondergraven. De leraar wordt door hen gezien als een dwarsligger die erudiet, kritisch en ervaren is. Keer op keer worden op het bedrijfsleven geïnspireerde onderwijsmaatregelen de leraren door de strot geduwd. Blokker put uit zijn schat aan ervaringen om te laten zien hoe dat in zijn werk is gegaan. Erg leuk om te lezen is het stukje over een conferentie over de invoering van het studiehuis. De bijeenkomst begon met een verplichte yogales. Op die manier kwam elke deelnemer lekker in zijn vel te zitten en kon er positief worden meegedacht. De boodschap van het boekje is dat het onderwijs moet worden teruggegeven aan de leraar en de macht van allerlei onderwijsadviseurs moet worden ingeperkt. Deze Geokrant is tot stand gekomen door inbreng van de docenten waar Blokker het over heeft – mensen die het (aardrijkskunde)onderwijs een warm hart toedragen en die zijn begaan met hun vak. Het was lastig om de inhoud van deze Geokrant vast te stellen. Zoals zo vaak bleek er te veel kopij; een gelukkige omstandigheid, maar het is net als bij het schrijven: schrappen is moeilijk. Voor De Geokrant 71 zitten er dus nog een paar zaken in de pijplijn. (V)AKnieuws In De Geokrant 67 verhaalde dr. Peter van der Krogt over de noordrichting op kaarten. In deze Geokrant gaat hij in op de mythe van de platte aarde. Hij weerlegt het verhaal van Columbus’ muitende schepelingen die bang waren om van de aarde af te vallen; een verhaal dat tot een foute volkswijsheid is geworden en in menig geschiedenisboek terecht is gekomen. Lesbrief In mei 2011 werd in Rotterdam aan prof. dr. Joop van der Schee de eerste Bosatlas van Nederland Waterland uitgereikt. Deze atlas is uitstekend te gebruiken in het aardrijkskundeonderwijs, zeker bij het examendomein ‘Wonen in Nederland’ voor havo en vwo. Vandaar dat Rosemarie van den Bos er een gevarieerde lesbrief bij heeft gemaakt, waarin zelfs wordt uitgezoomd naar China en Dubai. Geonieuws In de rubriek Geonieuws wordt aandacht besteed aan het tot stand komen van de 9e editie van De Geo voor de onderbouw. Bij de ontwikkeling van deze editie wordt, in samenwerking met docenten, gebruikgemaakt van zogenaamde proeftuinen: verschillende technieken en materialen om te testen wat er in de 9e editie moet komen. Daarnaast zijn er nog talloze De Geo-projecten waaraan wordt gewerkt. In deze Geokrant worden de lopende projecten en de vorderingen daarvan voor u op een rijtje gezet. Verder vindt u in deze Geokrant een fotoverslag van De Geodag 2011. Veel leesplezier! Jan Padmos
De Geokrant 70
Geonieuws
Onderbouw
3
De Geo proeftuinen De Geo voor de onderbouw 8e editie bestaat al weer een aantal jaren. Tijd om na te denken over een opvolger: De Geo 9e editie! Deze keer pakken we dat iets anders aan dan voorheen.
Les van de toekomst Altijd al betrok uitgeverij ThiemeMeulenhoff docenten bij de ontwikkeling van nieuw materiaal, bijvoorbeeld door enquêtes af te nemen, door met u te praten over uw ervaringen en wensen, en door u testmateriaal voor te leggen in een panelopstelling. Door de ontwikkelingen op het gebied van leermiddelen en technologie voldoet deze werkwijze niet meer. Met name de mogelijkheden van en de (relatieve) onbekendheid met ict in het onderwijs vergroten de noodzaak om samen met u verschillende opties te onderzoeken. Meer dan een jaar geleden deden we een oproep onder alle docenten die werken met De Geo 8e editie om mee te werken aan het ontwikkel traject van de nieuwe editie. Al vanaf november 2010 zijn docenten van verschillende scholen samen met de uitgeverij aan de slag gegaan. We zijn gestart met bijeenkomsten waarin iedereen een les van de toekomst presenteerde. Daarin kwamen heel duidelijke denkrichtingen en wensen naar voren. Op basis hiervan zijn we een traject gestart met zogenoemde proeftuinen. Door gedurende anderhalf jaar verschillende technieken en materialen uit te testen, weer bij te stellen en opnieuw te testen, komen we tot De Geo 9e editie. In deze Geokrant vertellen we u graag meer over de huidige proeftuinen. Boek = ict? Steeds meer scholen vragen of uitgeverij ThiemeMeulenhoff materiaal biedt waarmee de leerlingen volledig digitaal kunnen werken. Wat we nu kunnen bieden, is het ‘boek achter glas’, d.w.z. een pdf van het boek. Het
De Geokrant 70
Proeftuin 1 op de laptop
aantal scholen dat digitaal wil werken, neemt toe, dus wordt er door ons goed nagedacht over het ideale digitale materiaal. Misschien spreken we in de toekomst wel niet meer van digitaal of boek, maar simpelweg van het ideale leermiddel voor het aardrijkskunde onderwijs, ongeacht het medium waarmee dit bij u en de leerlingen komt. In deze proeftuin onderzoeken we hoe dit leermiddel er uit moet zien en hoe je de ene school het best met een boek bedient en de andere school met een volledig digitale variant van De Geo. Gaming Leerlingen (en docenten) zijn steeds vaker te vinden op allerlei digitale platforms en sociale netwerken. Daarnaast geven leerlingen vaak aan dat een spelelement in de les leuk is. In deze proeftuin wordt onderzocht of De Geo een platform kan bieden waarop leerlingen en docenten met aardrijkskundige informatie kunnen ‘spelen’; waar ze vragen kunnen beantwoorden, een competitie kunnen aangaan met anderen (andere scholen) en zelf vragen kunnen plaatsen. De Geo Maps Steeds meer leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben een smartphone. Via de media komen berichten
dat scholen niet goed weten hoe om te gaan met het gebruik van mobiele telefoons op school. Deskundigen adviseren docenten om de apparaten vooral in de les in te zetten. Daarnaast horen we van veel aardrijkskunde docenten dat ze graag goede formats en tools willen voor veldwerk. De Geo wil een applicatie maken die u als docent maximaal ondersteunt bij het ontwerpen, uitvoeren en nabespreken van veldwerk. We willen daarvoor de smartphone gebruiken. Een app moet het mogelijk maken om van tevoren opdrachten klaar te zetten die leerlingen op locatie kunnen oproepen, met onsite-info (vanuit De Geo, vanuit de docent en vanuit internet). Ook moeten leerlingen hun bevindingen kunnen documenteren en weergeven in een online-omgeving op een kaart. De proeftuinen zijn in september uitgebreid getest op scholen. In de volgende Geokrant komen we uiteraard terug op de resultaten. Hebt u opmerkingen of wilt u graag meetesten en ontwikkelen, neem dan contact op met Daphne Ariaens, uitgever van De Geo: d.ariaens@thiememeulenhoff.nl.
4
Geonieuws
De Geodag 2011 De Geodag op 24 maart 2011 was een groot succes. Op deze pagina vindt u een kleine selectie uit de vele foto’s die zijn gemaakt. De foto’s geven een goed indruk van een leerzame, maar vooral gezellige De Geodag.
De Geokrant 70
Geonieuws
5
Stand van zaken Binnen de methode De Geo wordt er continu gewerkt aan verschillende projecten. U leest daar regelmatig over in (digitale) nieuwsbrieven of folders. Hieronder zetten we de lopende projecten voor u op een rij.
De Geo onderbouw 8e editie De boeken en de ict zijn al weer een tijdje klaar en volop in gebruik. Dat wil niet zeggen dat er niets meer aan wordt gedaan. Van een aantal van u ontvingen wij berichten, bijvoorbeeld via de mail en op gebruikersbijeenkomsten, dat in de antwoordmodellen en de toetsen fouten staan. Dat is niet altijd te voorkomen, maar wel erg storend. Daarom zijn alle bestanden door enkele auteurs gecontroleerd en zijn ook nieuwe toetsen toegevoegd. Inmiddels staat het meeste materiaal online. U kunt de antwoorden en toetsen vinden bij het docentenmateriaal. The Geo 2nd edition The Geo 2nd edition is klaar! In één jaar hebben we alle boeken van leerjaar 1, 2 en 3, en al het basisdocen tenmateriaal vertaald. Een enorme klus, zo vond ook het vertaalbureau van het Taalcentrum van de VU die voor ons de vertaling verzorgde. Zij namen daarover een artikel op in hun magazine Taaljournaal. In de volgende Geokrant kunt u dit artikel lezen. De Geo in De Digitale Klas Dit schooljaar is een groot aantal scholen gestart met De Geo in De Digitale Klas (DDK). De Geo in DDK is klaar, maar ook weer niet helemaal. Docenten die ermee aan de slag zijn, hebben wensen. Bovendien veranderen technieken en actuele bronnen. We blijven dus werken aan De Geo in DDK om het materiaal actueel te houden wat betreft inhoud en techniek. De Geo vmbo bovenbouw 3e editie Op dit moment draait het auteursteam
De Geokrant 70
Afbeelding uit De Geo in De Digitale Klas (DDK): U kunt samen met uw leerlingen de grootte van de cirkels aanpassen
op volle toeren om het nieuwe materiaal voor het examenprogramma van vmbo aan u te kunnen presenteren op de KNAG-dag van 2012. Met SLO, CvE en Cito zijn de examenprogramma’s tot in detail besproken om het examenprogramma optimaal in de nieuwe boeken en ict te verwerken. De Geo tweede fase 4 editie De eerste scholen zijn dit schooljaar gestart met de eerste katernen van de 4e editie van De Geo tweede fase. Op de KNAG-dag 2011 zullen alle andere katernen aan u worden gepresenteerd. Daarmee is De Geo tweede fase 4e editie compleet. Scholen kunnen met de hele serie starten in augustus 2012. e
DeGeoCommunity Meer dan 500 leden en 250 door docenten geplaatste bestanden. Dat is de opbrengst van anderhalf jaar DeGeoCommunity. Op De Geodag werd weer eens duidelijk hoe groot de behoefte is om materiaal te delen: meermaals werd om mogelijkheden gevraagd om te delen en meermaals werd door collega’s gewezen op
DeGeoCommunity als platform om dit te doen. Graag roepen wij u nogmaals op om u te registreren en om vooral ook uw materiaal met collega’s te delen. Hebt u tips voor ons, mail ze via de knop ‘Contact’ op www.DeGeoCommunity.nl. De Geo onderbouw 9e editie Graag verwijzen wij u naar het artikel op bladzijde 3 voor meer nieuws rond De Geo onderbouw 9e editie. En verder Naast deze projecten is de uitgeverij ook in gesprek met verschillende partijen voor het bundelen van krachten. Zo liet de ANWB haar oog vallen op ons mooie puzzelboek De Geopuzzels Geordend. De ANWB zou graag ons materiaal gebruiken in hun Reizen Magazine of andere publicaties. Anderzijds biedt de ANWB een schat aan mooie beelden en informatie over regio’s die wij kunnen koppelen aan onze methode. Met een klik op de betreffende regio op www.degeo-online.nl komen u en uw leerlingen mogelijk in de nabije toekomst uit bij een ANWB regiogids.
6
Lesbrief
Nederland Waterland
Docentenhandleiding
Bart Bongaards reikt aan prof. dr. J. A. van der Schee de eerste Bosatlas van Nederland Waterland uit
Inhoud en niveau Eind mei 2011 reikte jeugddijkgraaf Bart Bongaards de Bosatlas van Nederland Waterland uit aan prof. dr. J. A. van der Schee. Elke middelbare school in Nederland kreeg daarna tien exemplaren om in de klas mee te werken. De atlas staat vol met prachtige kaartjes, foto’s en handige tekstjes voor de leerlingen en docenten. Deze lesbrief bestaat uit een serie vragen bij deze atlas. De lesbrief is bedoeld voor de bovenbouw havo/vwo en sluit goed aan bij het examendomein ‘Wonen in Nederland’. De opdrachten zijn gesorteerd en getiteld naar de hoofdstukken van de atlas en belichten vooral de (bescherming van de) westelijke kustgebieden van Nederland. Er is tevens een aantal opdrachten over de zandsuppleties aan de Delflandse kust en dan speciaal over het project Zandmotor voor de kust van Ter Heijde in het Westland. Met dit onderwerp wordt uitgezoomd naar de zandsuppleties in Dubai en zandtekorten in China. Ten slotte is er een casusopdracht. Behalve de Bosatlas van Nederland Waterland hebben de leerlingen ook de Grote Bosatlas (53e editie) en het internet nodig. U kunt de lesbrief kopiëren voor gebruik in de klas. Voor leerlingen is de kleurenversie van de lesbrief ook toegankelijk via www.degeo-online.nl. Op het docentendeel van deze website vindt u ook de antwoorden bij de opdrachten.
De klas van jeugddijkgraaf Bart Bongaards
De Geokrant 70
7
Leerlingenmateriaal
c Geef een voorbeeld van lokale waterberging in jouw omgeving.
Inleiding Voor het examenonderwerp ‘Wonen in Nederland’ moet je kennis hebben van actuele vraagstukken over overstromingen en wateroverlast in Nederland. Uiteraard vind je alles wat je moet weten in het lesboek, maar deze lesbrief kan je meer kennis en inzicht in de lesstof geven. Deze lesbrief is geschreven bij een nieuwe atlas, waarvan elke school er tien gratis heeft gekregen. Het is de Bosatlas van Nederland Waterland. Behalve deze atlas heb je ook de Grote Bosatlas (53e editie) en het internet nodig. Bij de vragen staat welke kaartbladen je moet gebruiken. Als er WB tussen haakjes staat, dan verwijst dat naar de Water Bosatlas. Uit deze atlas moet je de kaarten maar ook de teksten gebruiken om de antwoorden te vinden. Daarnaast moet je soms een artikel lezen of een foto bekijken. Als je de ‘gewone’ Grote Bosatlas moet gebruiken staat er GB bij de vraag.
Opdracht 4 a Leg het verschil uit tussen absolute en relatieve zeespiegelstijging. (WB 46D) b Welke gebieden hebben het meeste last van zeespiegelstijging? (GB 48D) c Waarom hebben die gebieden het meeste last van zeespiegelstijging? (GB 48D)
Foto 1 De Kamperzeedijk, deel van de dijkring rond de Mastenbroekpolder bij Zwolle
Je begint met een aantal vragen waarmee je kennis over waterwerken en de strijd van Nederland tegen het water wordt opgefrist. Geschiedenis Opdracht 1 a Welke twee grote plannen zijn er in het verleden uitgevoerd om Nederland te beschermen tegen de zee? (WB 12 en 13) b Kustlijnverkorting is een gevolg van de aanleg van dijken, dammen en keringen. Bekijk WB 13B en noteer twee extra voordelen van kustlijnverkorting. c Noem drie taken van een waterschap in Nederland. (WB 20 en 21) d Hoe wordt een waterschap in het westen van Nederland genoemd? (WB 20) In de media wordt veel over klimaatverandering gesproken en ook tijdens de aardrijkskundelessen komt dit onderwerp aan bod. Hoe kunnen we de gevolgen van klimaatverandering beperken voor een land als Nederland? Daar gaan de volgende opdrachten over. Klimaatverandering en veiligheid – algemeen Opdracht 2 a Waaruit blijkt dat het klimaat verandert? (WB 43) b Noem twee belangrijke gevolgen van klimaatverandering voor Nederland. (WB 43) Opdracht 3 a Beschrijf en verklaar het verband tussen de kaarten WB 44A en 44B. b In de tekst wordt gesproken over lokale waterberging. Wat houdt lokale waterberging in? (WB 44)
De Geokrant 70
Opdracht 5 Bekijk foto 1. a Wat is een dijkring? (WB 46) Gebruik GB 48A om de dijkringen in Nederland te bekijken. b Waarom vind je dijkringen vooral in het westen van het land? c Wat is het doel van het Deltaprogramma? (WB 47) Klimaatverandering en veiligheid – zandsuppleties De Nederlandse kust moet worden beschermd tegen de zee. Dat kan door het aanleggen van dijken, maar tegenwoordig wordt er ook gebruikgemaakt van zandsuppleties. Dit is nodig omdat tegenwoordig voor sommige delen van de Nederlandse kust meer zand door de zee wordt afgevoerd dan er wordt aangevoerd. Er ontstaat dus een tekort aan zand. Die zandtekorten kunnen gevaar opleveren, omdat de zee zo steeds dichter naar het land komt. Bij hoogwater en stormen zijn delen van Nederland dan onbeschermd. Om te voorkomen dat de mens keer op keer moet ingrijpen, zijn de zandsuppleties bedacht. Na het neerleggen van het zand mogen de zee en de wind zelf zorgen voor het verspreiden van het zand. Binnen een bepaalde bandbreedte mag de kust bewegen, zodat water en wind vrij spel hebben. Dit noemen we ‘dynamisch handhaven’. Dat is duurzaam, want er wordt minder ingegrepen in natuurlijke processen. Het is ook goedkoper, omdat er minder vaak moet worden ingegrepen. Minder mankracht en minder gebruik van machines bespaart geld.
8
Lesbrief
Nederland Waterland
Dijken zijn goedkoper om aan te leggen, maar ze zijn ook kwetsbaarder. De kust heeft immers geen ruimte om zichzelf te herstellen. Dijken moeten dus alsmaar verzwaard worden, ook landinwaarts. Uiteindelijk is dat erg duur en kan het ten koste gaan van leefgebied en natuur. Soms zijn deze ‘harde’ kustverdedigingswerken wel noodzakelijk, om direct de veiligheid te garanderen of om zandverlies te stoppen. De volgende opdrachten gaan over zandsuppleties en een megasuppletie: de Zandmotor. Opdracht 6 a Wat is het verschil tussen het strand en de zeereep? (WB 48) b Waarom zijn er zandsuppleties nodig? (WB 48 en 49) c Bekijk foto 2 en beschrijf hoe zandsuppletie tot stand komt. (WB 48 en 49) Opdracht 7 Lees tekst 3 en 4 en bekijk figuur 5. a Waar komt het zand voor de suppleties vandaan? (WB 49) b Wat is het verschil tussen zandsuppleties en een ‘harde’ kustbescherming?
Tekst 3 De Zandmotor I
Net als bij de reguliere zandsuppletie komt het zand uit zandwinplaatsen op een diepte van meer dan 20 meter, 10 kilometer uit de kust. Er wordt geprobeerd om bij de winplaatsen de schade aan het bodemleven zo klein mogelijk te houden. Daarnaast wordt gekeken of de zeebodem een vorm kan krijgen waardoor de rijkdom aan zeeleven toeneemt. Ook wordt onderzocht of de hypothese klopt dat in één keer 20 miljoen kuub opzuigen minder schadelijk is dan elke twee tot vijf jaar 500 duizend kuub. Het zeebodemleven zou in het geval van de Zandmotor een langere hersteltijd worden gegund. Veldonderzoek ter plaatse en modelonderzoek moeten dat nog uitwijzen. De Zand motor is wellicht ook goedkoper dan de huidige kust versteviging. Slaagt de proef, dan is Nederland een fraai exportproduct rijker en wordt er een nieuw hoofdstuk geschreven in de waterstaatsgeschiedenis. Buitendijk: ‘Want ook in China, India en op tal van andere plaatsen is behoefte aan kustverdediging. En het mooie is dat de natuur het werk doet.’ Bron: René Didde, de Volkskrant, 27 maart 2010
Foto 2 Een sleephopperzuiger spuit zand voor de kust van Ter Heijde
De Geokrant 70
9 Tekst 4 De Zandmotor II
De provincie Zuid-Holland wordt groter. Iets ten noorden van Ter Heijde zal over enige tijd een eigenaardig haakvormig schiereiland de zee in steken. De uitbreiding is echter tijdelijk. Over een jaar of twintig zal het schier eiland alweer grotendeels verdwenen zijn. Dat is conform het plan, zegt Kor Buitendijk, directeur van het project. ‘De zeestroming, golven en wind zullen zand van het eiland meevoeren langs de kust. Daardoor ontstaat direct nieuw strand, en na enige jaren zullen op het strand ook nieuwe duinen worden gevormd.’ De Zandmotor is een proefproject dat 70 miljoen euro gaat kosten. Als de Zandmotor de eerste jaren doet wat hij moet doen, verschijnen er mogelijk op meerdere plaatsen langs de kust dergelijke zandplaten. Het schiereiland mag dan afbrokkelen, van ‘wegwerp natuur’ mogen we niet spreken, zegt Buitendijk. ‘Naast een veilige kust krijgen we door de Zandmotor een breder strand en een duurzame duinenrij. De verbrede kust wordt ook natuurlijker. We kunnen later ook nog besluiten om de Zandmotor aan te vullen met nieuw zand.’ De Zandmotor zorgt voor een groter, natuurlijker overgangsgebied tussen land en zee. ‘Aan de zeezijde ontstaan lagunes en zandbanken, waar zeehonden terecht kunnen, waar rust- en foerageergebieden voor vogels ontstaan en vissen paaiplaatsen vinden’, zegt Oome. Bron: René Didde, de Volkskrant, 27 maart 2010
Opdracht 9 Gebruik nogmaals tekst 3. Bekijk de volgende filmpjes: – www.youtube.com/watch?v=hSA4FebE6_8 – www.youtube.com/watch?v=IYe8pUZ0Yz0&feature=rel mfu. Welke voordelen van de Zandmotor worden in tekst 3 besproken? Opdracht 10 Bekijk nogmaals figuur 5. Bekijk foto 6 en het filmpje op: www.youtube.com/watch?v=neSmrQkKuPY&feature=related. Er zijn protesten tegen de aanleg van de Zandmotor. Noteer twee bezwaren van het actiecomité. Foto 6 Artist impression van de Zandmotor als al het zand is opgespoten
Opdracht 8 Gebruik nogmaals tekst 3 en 4 en figuur 5. a Noem twee voordelen van de aanleg van de Zandmotor ten opzichte van normale zandsuppleties. (WB 48 en 49) b Beschrijf het verschil tussen WB 48C1 en 48C2.
Figuur 5 Project Zandmotor
De Geokrant 70
Fase 1 Voor de kust bij
Fase 2 Dit zand vormt een
Fase 3 Door wind, golven en
Ter Heijde wordt 21,5 miljoen
kunstmatig schiereiland van
stroming verspreidt het zand
kubieke meter zand gestort
zo’n 100 ha groot (= 200 voet-
zich de komende twintig jaar
balvelden)
langs de kust
10
Lesbrief
Nederland Waterland
Foto 7 ‘The World’ voor de kust van Dubai
Foto 8 Aanleg van eilandjes voor de kust van Dubai
Opdracht 12 Lees tekst 10 en bekijk foto 11. In China gebeurt op sommige plaatsen het tegenover gestelde van een zandsuppletie. a Waar wordt het gewonnen zand voor gebruikt in China? b Hoe zou jij dit probleem oplossen? c De boetes zijn niet hoog genoeg om de illegale zandwinning te stoppen. Welk ander probleem lees je in de tekst? Tekst 10
Opdracht 11 Bekijk foto 7 en 8. Lees tekst 9 en lees nogmaals de laatste alinea van tekst 4. In andere landen worden ook zandsuppleties uitgevoerd. Het doel van deze zandsuppleties is anders dan wat in Nederland Rijkswaterstaat met zijn plannen beoogt. a Wat is het verschil? b Wat is een overeenkomst? Laat ‘het opspuiten van zand’ buiten beschouwing als antwoord. Tekst 9
In Dubai, een van de zeven Verenigde Arabische Emiraten, worden voor de kust zandsuppleties uitgevoerd. Het zijn voornamelijk eilanden die worden opgespoten. De eilanden vormen samen (van grote afstand gezien) een palmblad of de wereld (zie foto 7). Op de eilanden worden huizen gebouwd en hotels en appartementen voor toeristen. Met behulp van sleephopperzuigers (zie foto 8) worden enorme hoeveelheden zand opgespoten. Ook Nederlandse bedrijven leveren hier een bijdrage aan.
In de baai van Qindao, in de provincie Shandong, wordt illegaal zand gewonnen door grote zandsleephoppers. Dit zijn schepen die zand opzuigen van de zeebodem. Dat zand wordt gebruikt voor de aanleg van snelwegen, vliegvelden en grote gebouwen. Door deze illegale zandwinning ontstaan voor de kust grote zandtekorten, waardoor de stranden kleiner en kleiner worden. Het stadsbestuur van Qindao maakt zich grote zorgen. De stad staat namelijk bekend om zijn mooie zandstranden. Bovendien wordt er een milieuprobleem veroorzaakt. Vissen, krabben en koralen worden vernietigd door de zandzuigers. Helaas is de overheid van China niet in staat om de illegale zandwinning te stoppen. Dat komt vooral doordat de controle tekortschiet. Het werk vindt ook vooral ’s nachts plaats, zodat de werkzaamheden minder zichtbaar zijn. Daarnaast worden sommige bedrijven verdacht van het omkopen van de kustwacht en de politie. Er worden af en toe boetes uitgedeeld, maar die zijn niet hoog genoeg. Het zand is namelijk erg waardevol. In één nacht kan er wel 150.000 dollar mee worden verdiend. De waarde van het zand is zo hoog omdat er in China een tekort is aan zand voor bouwprojecten.
De Geokrant 70
11 Foto 11 Het strand van Qindao
De vorige opdrachten gingen over kustbescherming. Maar er gebeurt nog veel meer in het kustgebied. Recreatie, natuurbeheer, maar ook drinkwaterwinning. Daarover gaan de laatste opdrachten van deze lesbrief. Hier heb je ook weer de Bosatlas van Nederland Waterland bij nodig.
c Wat heeft klimaatverandering te maken met verzilting? (WB 65) d Is zoetwaterinfiltratie in de duinen een goede manier om verzilting tegen te gaan? Leg je antwoord uit. (WB 68 en 69)
Cultuur en recreatie
Gezondheid en milieu – drinkwater
Opdracht 13 a Welke kustplaats heeft de meeste restaurants? (WB 28A) b Welke kustplaats heeft ongeveer evenveel voorzieningen per categorie? (WB 28A)
Opdracht 16 a Wat is een boringsvrije zone? (WB 68) b Welke vier typen waterwinning zijn er in Zuid-Holland? (WB 69) c Welk bedrijf levert jouw drinkwater? (WB 68)
Opdracht 14 Bekijk de eerste vier minuten van het filmpje op: www.youtube.com/watch?v=fR7f9DLTR6k. Is het dorpje Ter Heijde geschikt voor het uitbreiden van voorzieningen? Leg je antwoord uit.
Casusopdracht Ter Heijde aan Zee Zoals je hebt gelezen in tekst 4 biedt de Zandmotor geen blijvende bescherming voor het dorpje Ter Heijde. Er zijn ook andere toekomstscenario’s voor dit dorp.
Watermanagement en Gezondheid en milieu – verzilting Opdracht 15 a Beschrijf hoe de verzilting in West-Nederland aan de kust tot stand komt. (WB 64D) b Wat zijn de effecten van verzilting voor de landbouw en drinkwaterwinning? (WB 65)
De Geokrant 70
Opdracht 17 Bekijk op de volgende bladzijde foto 12 en lees tekst 13. Lees en maak daarna de hele casusopdracht over het dorp Ter Heijde aan Zee.
12
Lesbrief
Nederland Waterland
Foto 12 Ter Heijde aan Zee
Tekst 13
Een paar kilometer ten zuiden van Den Haag ligt aan de kust in het Westland het dorpje Ter Heijde (zie foto 12). Het is een van de plekken waar de kustverdediging van Nederland erg zwak is. Slechts een enkele smalle duinenrij beschermt het dorp (700 inwoners) tegen de zee. In het verleden is Ter Heijde al een paar keer in de golven verdwenen (1470, 1530, 1546 en 1570).
Onderzoeksvraag Is het nog de moeite waard om geld te stoppen in de kustverdediging bij Ter Heijde? En zo ja, op welke manier moet dat dan? Jij bent lid van een werkgroep die een rapport moet schrijven over de toekomst van Ter Heijde. Hieronder staan vier mogelijke oplossingen: 1 Ter Heijde wordt afgebroken en de bewoners moeten ergens anders gaan wonen. 2 De kust wordt beschermd door het project Zandmotor. 3 De kust wordt minimaal versterkt, door bijvoorbeeld strekdammen en golfbrekers. 4 Voor de kust van Ter Heijde wordt een hoge en sterke dijk gebouwd.
Schrijf een rapport waarin je ingaat op de volgende onderdelen: Inleiding Waar ligt Ter Heijde aan Zee? (Gebruik de Grote Bosatlas en de inleiding van de opdracht). Waarom is het dorp speciaal? Probleem • Wat is het probleem van Ter Heijde? • Wie hebben daar last van? • Wat willen de inwoners? • Wat willen andere betrokken partijen? • Waarom willen ze dat? Oplossingen Zet van de vier mogelijke oplossingen de voor- en nadelen op een rijtje. Conclusie • Kies een van de vier mogelijkheden. Beargumenteer je keuze. Leg ook uit waarom je niet voor de andere mogelijkheden hebt gekozen. • Wat moet er worden gedaan om je plan tot uitvoering te brengen?
De Geokrant 70
Geoservice
Puzzel
13
Coördinatenpuzzel Gegeven zijn de coördinaten van vijftien plaatsen. Bepaal met behulp van de atlas om welke plaatsen het gaat. Het zijn in de meeste gevallen geen grote bekende steden. Je zult dus nauwkeurig moeten zoeken. Tip: Begin met de wereldkaart en bepaal eerst in welk werelddeel of land de plaats moet liggen. Na correcte invulling noteer je de genummerde letters in de balk onderaan. Er verschijnt dan een begrip dat te maken heeft met onze onvolprezen methode.
Coördinaten A B C
57°00’ NB 55°48’ NB 51°34’ NB
Aantal letters
120°12’ WL
47°54’ NB
1°54’ OL
E
44°24’ NB
26°06’ OL
F
35°10’ NB
106°32’ WL
H
31°38’ NB 23°23’ NB
103°08’ OL
J
01°07’ NB
70°00’ WL
K
0°
109°16’ OL
M
12°43’ ZB 17°04’ ZB
–
(7) 4
(9)
7
(11) 11
(6) 3
68°54’ WL
O
38°24’ ZB
60°10’ WL
(10)
6
(4) 10
(9) 8
(8)
12
134°16’ OL
22°08’ ZB
(9)
15
13°20’ OL
N
(4)-(9)
2
75°00’ OL
13°08’ NB
L
(11) 13
35°15’ OL
I
(13)
1
5°28’ OL
D
G
14
60°30’ OL
(15) 9
(12)
5
1
2
3
4
5
6
7
8
(11)
9
10
11
12
13
14
15
Stuur de oplossing voor 15 januari 2012 naar: Redactie De Geokrant, ThiemeMeulenhoff, Postbus 400, 3800 AK Amersfoort, of mail naar: degeokrant@thiememeulenhoff.nl.
Oplossing puzzel nr. 69 Het te vinden woord was: decentralisatiebeleid Om de puzzel op te lossen moesten de volgende namen van gemeenten worden gevonden: Voerendaal Leek Bronckhorst Tytsjerkeradiel Tynaarlo
De Geokrant 70
Beemster Berkelland Lingewaard Oldenzaal Sluis Woensdrecht West Maas en Waal Sint Anthonis Geldrop-Mierlo Midden-Drenthe De Bilt Dinkelland Maassluis Aa en Hunze
Enkhuizen Geertruidenberg
Uit de goede oplossingen trokken wij als winnaar: klas G2B van het Zaanlands Lyceum in Zaandam. Deze klas ontvangt een jaar abonnement op de Nederlandstalige editie van de National Geographic.
Geoservice
14
Vragen en tips In deze rubriek staan vragen van gebruikers van De Geo over het omgaan met het lesmateriaal, De Geosite en de ict-hulpmiddelen. Ook ideeën voor het werken met De Geo of geografische interessante tips zijn hier te vinden. Hebt u vragen en/of ideeën, stuur ze op naar: Redactie De Geokrant, ThiemeMeulenhoff, Postbus 400, 3800 AK Amersfoort, of mail ze naar: degeokrant@thiememeulenhoff.nl.
Tips
Beelddidactiek: de vaardigheden van Haubrich Elk aardrijkskundeboek staat vol met afbeeldingen en foto’s. Een foto zegt soms meer dan duizend woorden. Een goede aardrijkskundige foto bevat vaak meerdere begrippen en/of processen. Leerkrachten zijn vaak geneigd om te vertellen wat er op de foto te zien is: een praatje bij een plaatje. Didactisch is het sterker om de kinderen de informatie uit het afbeelding zelf te laten vinden. Dit kan met de tien vaardig heden (stappen) van Haubrich (Harwig Haubrich is een Duitse geograaf.) De docent zorgt voor de juiste kijkvragen. De aan de fase gekoppelde vragen nemen in complexiteit toe. Door de opbouw van de vragen is het mogelijk om de informatiedichtheid van een foto zo optimaal mogelijk te benutten.
Woningen aan de Hindeloopenkade in Amersfoort
In dit voorbeeld worden de vaardigheden van Haubrich toegepast op een geografische foto die is gemaakt tijdens de workshop fotografie ‘Geografie aan de rand van de stad’ die werd gegeven afgelopen De Geodag (24 maart 2011) in Amersfoort.
Frans Westerveen
Kijkrichting
Deel van de wijk Amersfoort-Vathorst
De Geokrant 70
Geoservice
Vragen en tips
15
De vaardigheden van Haubrich toegepast op de foto met woningen aan de Hindeloopenkade in Amersfoort. Onderdeel van de vaardigheden van Haubrich
Vaardigheid voor leerlingen
Onderzoeks(kijk)vragen (algemeen)
Specifieke kijkvragen t.a.v. foto om leerlingen gerichter te laten kijken
de foto te bekijken.
De kinderen geven nog geen respons.
Bekijk de foto aandachtig, maar geef nog geen commentaar.
2 Benoemen
De leerlingen benoemen relevante begrippen bij onderdelen van de foto.
Wat zie je op de foto (voorgrond, achtergrond, wat zijn de mensen aan het doen?, enzovoort)?
Wat zie je op deze foto?
3 Tellen / Schatten
De leerlingen geven aantallen, afstanden, hoogte en diepte bij benadering aan. Vaak maak je gebruik van de natuurlijke schaal van foto.
Hoeveel dingen staan er op de foto? Hoeveel van dit en van dat? Hoe hoog is dat? Hoe lang, hoe diep, hoe breed, …?
Hoeveel huizen staan er op de foto? Hoe hoog zijn de huizen? Hoe breed zijn de huizen? Wanneer zijn de huizen gebouwd? Hoe breed is het water (de gracht)? Hoe breed is de weg? Hoe hoog zijn de bomen? Hoe oud zijn de bomen?
4 Beschrijven
Leerlingen leggen verbanden tussen de elementen op de foto. Ze groeperen de verschijnselen.
Welke elementen horen bij elkaar? Waar staan deze elementen?
Waarom staan de huizen aan het water? Wat was er eerder: de huizen of de weg met de bomenrij? Is de gracht aangelegd ten behoeve van de bomen, of was de gracht er al?
De leerlingen vergelijken de elementen met andere foto’s of met hun eigen omgeving.
Zie je dit wel vaker? Heb je dit in jouw eigen omgeving ook gezien?
Zijn er in jouw woonplaats ook woningen aan het water? Zijn dit nieuwe of oude woningen? Ken je meer plaatsen in Nederland met woningen aan het water? Waar staan in jouw woonplaats nieuwe woningen aan de stadsrand (buitenkant van de plaats)?
De leerlingen bepalen op basis van de informatie op de foto waar deze foto gemaakt kan zijn.
Waar is deze foto gemaakt? Aan welke elementen zie je dat?
In dit geval is het al bekend dat de foto gemaakt is in Amersfoort. Interessanter is het dus om met een kaart te kijken waar deze foto gemaakt is.
Lokaliseren kan ook relatief gebeuren, a.d.h.v. een kaart.
Teken op de kaart het gebied dat op de foto zichtbaar is.
Zie bijlage: kaart van Amersfoort-Vathorst – kijkrichting
7 Interpreteren
De leerlingen leggen zinvolle verbanden tussen verschijnselen op de foto.
Wat hebben de dingen op de foto met elkaar te maken? Waarom is het daar? Waarom is het daar zo?
Waarom zijn deze huizen aan de Hindeloopenkade in Amersfoort zeer geliefd bij mensen?
8 Complementeren
De leerlingen leggen zinvolle verbanden tussen de informatie die de docent aanbiedt en elementen op de foto, bijvoorbeeld extra achtergrondinformatie.
Waarom is het daar zo? Is dit vaker zo?
Extra informatie over de huizenprijzen aan de Hindeloopenkade. Dit in vergelijking tot prijzen van woningen aan bijvoorbeeld de Laaxumstraat.
De leerlingen gebruiken de informatie op de foto om zich een oordeel te vormen.
Hoe denk jij over … ? Wat vind je goed/slecht, mooi/ lelijk, … ?
Zou jij in een huis aan het water willen wonen? Waarom wel of niet? Zou jij in Amersfoort willen wonen? Zou jij in een van deze woningen aan de Hindloopenkade willen wonen?
De leerlingen zoeken meer informatie over de verschijnselen of processen die worden behandeld op de foto.
Zoek informatie over … op het internet (in dit geval bijvoorbeeld via Funda), bibliotheek, atlas, enzovoort.
Zoek informatie over … Zijn woningen aan het water in andere steden ook duurder dan woningen die niet aan het water staan? Zijn woningen die aan de rand van een plaats staan in andere plaatsen ook duurder dan woningen midden in een wijk?
Waarnemen / Beschrijven 1 Bekijken De leerlingen krijgen de tijd om
Herkennen 5 Vergelijken
Verklaren 6 Lokaliseren
Waarderen 9 Beoordelen
10 Verifiëren
De Geokrant 70
16
(V)AKnieuws
Columbus en de platte aarde ‘Aan het eind van de vijftiende eeuw ontdekten we dat de aarde rond was. Je kon er dus niet vanaf vallen, zoals de mensen dachten... Met eenvoudige instrumenten gingen ontdekkingsreizigers op reis. Dit neemt niet weg dat de bemanning al angstig was vanwege de veronderstelling dat de aarde plat was en men vreesde over de rand van de aarde te vallen.’ Columbus legt zijn plannen voor aan de raad van inquisitoren in Salamanca. Reliëf op het
‘Geleerden zeiden dus dat de aarde plat was en als je naar het westen zou varen, zou je van de aarde vallen. Zeevaarders waren het daar niet mee eens. Zij zeiden dat de aarde rond was. Het was hun namelijk opgevallen dat je van een naderend schip altijd eerst de mast ziet en dan pas de romp.’ Dit zijn twee citaten uit werkstukken van scholieren. Hoe zit het nu? Waren het de geleerden die wisten van de bolvormige aarde en waren de zeelieden bang om van een platte aarde te vallen, of was het andersom en beweerden de geleerden dat de aarde plat was en wisten de zeelieden het beter?
De vraag of men in de middeleeuwen dacht dat de aarde plat was of rond wordt vaak gekoppeld aan Columbus, die enerzijds een groep geleerden moest overtuigen dat de aarde bolvormig was en anderzijds te kampen had met een angstige bemanning die bang was om van de aarde af te vallen. Zo wijdverbreid is vooral dat laatste dat een psycholoog er een syndroom naar noemde: ‘Maak je geen zorgen als je jezelf vooralsnog je langetermijndoelen niet ziet bereiken; dat is volstrekt normaal. Het is zelfs zó gewoon dat ik het het platteaardesyndroom heb genoemd.
Columbusmonument te Genua
Denk maar eens aan een zeeman uit Columbus’ tijd die zich niet kon voorstellen dat je de wereld rond kon varen, omdat hij ervan overtuigd was dat de aarde plat was en dat hij van de rand zou vallen. Op dezelfde manier kunnen velen van mijn patiënten zich bij het begin van de behandeling in de verste verte niet voorstellen dat ze ooit dit of dat van hun langetermijndoelstellingen zullen bereiken.’ Helaas voor het mooie verhaal, het is niet waar. Plat of bolvormig? Al vanaf de oudheid waren de geleerden overtuigd van de bolvorm van de aarde. In de derde eeuw voor Christus berekende Erathosthenes de omtrek van de aarde. De geograaf Ptolemaeus ontwikkelde in de tweede eeuw na Christus het systeem van lengte- en breedtegraden, dat we nu nog gebruiken. De encyclopedist Macrobus uit de vijfde eeuw na Christus schreef in zijn commentaar op Cicero’s De Droom van Scipio dat de aarde als een kleine bol was in een enorm groot heelal. Vanaf de twaalfde eeuw zijn er boeken die de bolvormige aarde beschrijven, zoals de verzonnen reisverhalen van Jan van Mandeville uit de tweede helft van de veertiende eeuw. Ook De Sphaera (over de bol) van Johannes de Sacrobosco, het invloedrijkste astronomieboek van de dertiende eeuw, beschreef de wereld als een bol.
In de tijd van Columbus was de bolvorm van de aarde algemeen aanvaard, ook door de Kerk. Omdat er geen bewijzen waren, waren er natuurlijk mensen die er een andere opvatting op nahielden. Een bestrijder van de bolvormige aarde was Lactantius (derde eeuw na Christus), die zich niet kon voorstellen dat mensen ondersteboven liepen en de regen omhoog zou vallen. Zijn ideeën moeten echter in een groter verband worden gezien. Na zijn bekering tot het christendom wilde hij zijn nieuwe geloof verdedigen en verwierp daarbij in zijn enthousiasme alle Griekse filosofie, inclusief de gedachte dat de aarde rond was. Cosmas Indicopleustes uit de zesde eeuw is de bekendste vertegenwoordiger van de ‘platteaardepartij’. Zijn werk geldt nog steeds voor velen als bewijs van de stelling dat de middeleeuwers dachten dat de aarde plat was. Lactantius en Cosmas worden door latere middeleeuwse schrijvers bijna niet vermeld en ze hebben dan ook nauwelijks invloed gehad op het middeleeuwse denken. Sint Augustinus (354-430), een van de grote kerkvaders van de Christelijke Kerk, was daarentegen van groot belang voor het denken in de middeleeuwen. Hij schrijft dat de Bijbel geen duidelijke beschrijving van de vorm en grootte van de aarde geeft en waarschuwt om niet her en der passages
De Geokrant 70
17
Op deze bladzijde uit Sacrobosco’s De Sphaera wordt aangetoond dat je door de bolvorm van de aarde vanuit de mast eerder land te zien is dan vanaf de boeg van een schip. Dit exemplaar is in 1490 in Venetië gedrukt, twee jaar vóór de reis van Columbus
uit de Bijbel te halen om heidense filosofen te bestrijden (dat was dus wat Lactantius deed). Omdat de Bijbel niets zegt over de vorm van de aarde, is die kwestie niet relevant voor onze verlossing. De kwestie van het al dan niet bestaan van antipoden was veel belangrijker. Augustinus meende dat de aarde uit twee grote landmassa’s bestond: ‘onze’ noordelijke en een van de antipoden. Omdat je de tussenliggende oceaan niet kon oversteken, hadden de nakomelingen van Adam zich daar niet kunnen vestigen en daarom was de landmassa van de antipoden onbewoond, want alle mensen stammen van Adam af. Thomas van Aquino (1225-1274), ‘de invloedrijkste systematische denker op theologisch en wijsgerig gebied uit de middeleeuwen’, geloofde in een bolle aarde.
De Geokrant 70
Augustinus verwierp de bolvorm van de aarde niet en Thomas van Aquino ging van de bolvorm uit – beiden zijn door kerk heilig verklaard – dus waarom dan de bewering dat de Kerk in de middeleeuwen stelde dat de aarde plat was op basis van obscure schrijvers (géén heiligen) als Lactantius en Cosmas? Bijbel De Bijbel zegt toch dat de aarde plat is? Nee dus. De Bijbel is geen kosmografisch handboek en er staat simpelweg niets in waarin de vorm van de aarde duidelijk wordt besproken. Dat schreef de kerkvader Sint Augustinus overigens ook al. Maar er zijn natuurlijk diverse passages waaruit men een uitspraak over de vorm van de aarde meent te kunnen afleiden:
• Mattheüs 4:8: ‘Wederom nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid.’ • Daniël 4:11: ‘De boom werd groot en sterk; en zijn hoogte reikte aan den hemel, en hij werd gezien tot aan het einde der ganse aarde.’ Hier staat dat men op een hoge plaats de gehele aarde kan overzien. Dat kan alleen maar als de aarde plat is, want een bol kun je vanuit een hoge plaats nooit in zijn geheel overzien. Er zijn ook teksten waarin je kunt lezen dat de Bijbel van een bolvormige aarde uitgaat: • Jesaja 40:22: ‘Hij is het, Die daar zit boven den kloot der aarde, en derzelver inwoners zijn als sprinkhanen.’
18
(V)AKnieuws Jesaja 40:22 is het sterkste argument voor een Bijbelse bolvormige aarde. In de discussie over dit vers gaat het – terecht – over de precieze betekenis van het Hebreeuwse woord khug of chûgh, dat in de Statenvertaling met ‘kloot der aarde’ vertaald is (Lutherse vertaling: ‘aardkloot’, Leidse vertaling ‘kreits der aarde’) en in de Engelse King James vertaling met ‘circle of the earth’. Deze schijnbare uitspraken over de vorm van de aarde moeten als meta foren worden gezien, als morele en niet als kosmografische beweringen. Hoewel Augustinus dat al zo’n 1700 jaar geleden schreef, is de discussie nog steeds gaande (Zoek maar eens naar ‘Bijbel en platte aarde’ op internet.) Galilei Er wordt ook wel beweerd dat Galilei als ketter terechtstond omdat hij had gezegd dat de aarde een bolvorm had. Nee dus, Galilei beweerde, in navolging van Copernicus, dat de aarde om de zon draaide, en niet, zoals door de Kerk werd gemeend, de zon om de aarde. In beide gevallen is er echter sprake van een bolvormige aarde. Het verhaal gaat dan ook dat hij in 1633, na het vernemen van zijn vonnis, heeft uitgeroepen: Eppur si muove! (En toch beweegt zij! – namelijk de aarde om de zon). Met de vorm van de aarde hebben Galilei en Copernicus niets te doen. Mythe van de platte aarde Het was niet de Kerk, niet de Bijbel en ook niet de wetenschap die in de middeleeuwen beweerden dat de aarde plat was. Maar waarom denkt iedereen dat nu? De ‘mythe van de platte aarde’ is ontstaan in de negentiende eeuw. Een van de ‘hoofddaders’ van deze geschiedvervalsing is de Amerikaanse schrijver Washington Irving (1783-1859). Zijn Life of Christopher Columbus (1828) presenteert zich als een wetenschappelijke biografie van Columbus, maar is een op ware feiten gebaseerde fictieve, geromantiseerde biografie. Irving verzon het verhaal dat Columbus zijn plan moest voorleggen aan een raad van inquisitoren
Macrobius’ wereldkaart uit het commentaar op Cicero’s De Droom van Scipio. Het grote zuidelijke continent is het continent van de antipoden. Dit beeld komt overeen met dat van Sint Augustinus
in Salamanca, die hem met Bijbelse citaten en de leer van de Kerk om de oren sloegen. Volgens Irving werden met name Lactantius en Augustinus aangehaald, die beiden over de onmogelijkheid van het bestaan van antipoden schreven. Lactantius wordt door Irving letterlijk geciteerd, Augustinus natuurlijk niet, want die noemde expliciet de mogelijkheid dat de aarde bolvormig is. In 1834 verspreidde de Franse archeoloog Jean Antoine Letronne (1787-1848) in aan artikel ‘Over de kosmografische opvattingen van de kerkvaders in samenhang met de filosofische leerstellingen uit Griekenland’ het idee dat de kerkvaders – inclusief Augustinus, omdat hij vond dat antipoden niet konden bestaan – zouden hebben geloofd in een platte aarde. Hij deed het voorkomen alsof de
ideeën van Lactantius en Cosmas Indicopleustes in de middeleeuwen gangbaar waren. Letronne’s ideeën ondervonden al direct veel kritiek, maar die kritiek werd nauwelijks gehoord. Letronne’s argumenten zijn later gebruikt in de History of the Conflict between Religion and Science (1874) van John William Draper (1811-1882), die schijft dat de zeelieden van de bolvorm overtuigd waren, maar tegenstand ondervonden van theologen, en in de History of the Warfare of Science with Theology in Christendom (1896) van Andrew Dickson White (1832-1918), waarin voor het eerst sprake is van zeelieden die bang waren om van de aarde af te vallen. Sindsdien is het dus een ‘feit’ dat de middeleeuwers dachten dat de aarde plat was.
De Geokrant 70
19 Het is ook het verhaal van de overgang van de middeleeuwen naar de nieuwe tijd. In de middeleeuwen waren de mensen dom en onwetend, en de Kerk zorgde ervoor dat het zo bleef. Lactantius en Cosmas Indicopleustes werden dan ook veel geciteerd. Deze obscure schrijvers die al zo’n 1000 jaar waren vergeten, schreven tenminste dat de aarde plat was en gaven daarmee aan dat de Kerk de mensen dom wilde houden. Dat de invloedrijke kerkvader Sint Augustinus, de kerkleraar Sint Thomas van Aquino, de populaire schrijver Jan van Mandeville en de veelgelezen wetenschappelijke schrijver Johan van Sacrobosco – om er maar een paar te noemen – wel van een bolvormige aarde uitgingen wordt dan voor het gemak maar even niet verteld. Bange zeelieden Waar komt het verhaal van de bange zeelieden dan vandaan? Irving en Letronne schreven dat het de middeleeuwse geleerden waren die van de platte aarde overtuigd waren. Dat lezen we ook in 1870 in de Geïllustreerde Encyclopedie van Anthony Winkler Prins: ‘Zelfs toen Columbus zijn grootsch plan ontwikkelde, om eene reis om de wereld te doen, waren vele geleerden bevreesd, dat hij met zijn vaartuig van den rand der aardschijf in de matelooze ruimte zou storten.’ In De Navorscher van 1864 schreef G.P. Roos dat hij het verhaal had gehoord dat een bisschop aan een van de schepelingen van Columbus de opdracht gaf goed op te letten ‘als hij aan den rand der aarde gekomen was, hoe men dan, vooral met schepen, aan de andere zijde van het plat komen moest en hoe snel die val wel ging’. Multatuli schreef: ‘Wat we gelachen hebben toen die bisschop hem voorspelde dat hij van de aarde zou vallen als hij over den rand kwam! Dat was in die dagen theologische waarheid.’ A.D. White in zijn History of Warfare (1896) geeft echter de zeelieden de schuld: ‘Vele moedige zeelieden, die helemaal klaar waren voor piraten en stormen, beefden bij de gedachte om met hun schip in een van de openin-
De Geokrant 70
Een middeleeuwse missionaris vertelt dat hij het punt heeft gevonden waar de aarde en hemel elkaar raken. Deze prent wordt vaak gebruikt als een middeleeuwse voorstelling van de platte aarde. De prent komt voor in Camille Flammarions L’Atmosphere: Météorologie Populaire (Parijs, 1888) en is vrijwel zeker voor dat boek gemaakt
gen van de hel te vallen, die volgens een wijdverspreid geloof ergens op onbekende afstand van Europa in de Atlantische Oceaan gelegen was. Deze angst onder de zeelieden was een van de belangrijkste obstakels in de grote reis van Columbus.’ Deze zeelieden waren niet bang om van de rand van de aarde te vallen, maar om in een van de openingen van de hel te vallen, zoals die door Dante waren beschreven. Johan van Hulzen in Onze West indische Geschiedenis (1946) maakt ervan: ‘Die vreemde, vaste oostenwind kon hen weleens naar de rand van de wereld, naar de hel blazen, zo dacht het bijgelovige scheepsvolk.’ Ook in het geschiedenisboek dat ik zelf op de middelbare school heb gebruikt, Van oermens tot wereldburger van P. Fontaine (ca. 1969) staat: ‘Hoewel het volk van de oudheid en middeleeuwen hardnekkig aan de platheid van de aarde geloofde, waren er steeds enkele geleerden die meenden dat onze wereld een bol is’ en later: ‘Hoe verder ze de Oceaan opvoeren, hoe moedelozer en banger de
bemanning werd, want men naderde ‘de rand van de wereld’. Het verhaal van Columbus’ muitende schepelingen – bang om van de aarde af te vallen – is inmiddels in een volkswijsheid veranderd die men zo vaak heeft gehoord en naverteld dat het een integraal onderdeel van het denken over het verleden is geworden. Ook dit artikel – het zoveelste waarin wordt aangetoond dat het verhaal niet waar is – zal daarin geen verandering brengen. Noot Voor wie meer wil weten over de mythe van de platte aarde: Jeffrey B. Russell, Inventing the Flat Earth: Columbus and Modern Historians (2nd ed., 1997).
Peter van der Krogt faculteit Geowetenschappen, Universiteit van Utrecht. (p.vanderkrogt@geo.uu.nl)
De Geokrant is een uitgave van ThiemeMeulenhoff. Dit tijdschrift verschijnt twee keer per jaar ter ondersteuning van de methode De Geo voor de onderbouw, leerwegen en tweede fase. Voor meer informatie over de methode of over de artikelen uit deze Geokrant kunt u contact opnemen met onze klantenservice 088 - 800 2015. U kunt ook een e-mail sturen naar degeokrant@thiememeulenhoff.nl.
ThiemeMeulenhoff Postbus 400 3800 AK Amersfoort 978-11-112-6054-5