Geokrant 73

Page 1

Voorjaar 2013

73 D E G E O K R A N T Geonieuws: De Geo voor de onderbouw 9e editie Lesbrief: Werken met de 54e editie van de Grote Bosatlas V(AK)nieuws: Veldwerk in de Jura


Inhoud Geonieuws 3 De Geo voor de onderbouw 9e editie, een sneakpreview Lesbrief 7 Werken met de 54e editie van de Grote Bosatlas Geoservice 15 Puzzel (V)AKnieuws 16 Veldwerk in de Jura

Van de redactie Rond december en januari beginnen de meesten van ons weer na te denken over de invulling van de zomervakantie. Niet alleen omdat je ruim van tevoren alles al geregeld moet hebben, maar ook om iets te hebben om naar uit te kijken. En dat heb je in deze tijd van het jaar zeker nodig. Momenteel beukt de wind tegen de ramen en de regen gutst met bakken naar beneden. Het journaal meldt dat in München op 24 december 2012 een recordtemperatuur van bijna 21 °C is gemeten. De televisie laat beelden zien van barbecueënde Duitsers; spareribs in plaats van kalkoen, bier in plaats van glühwein! Door de hoge temperatuur smelt er nu vroeger dan normaal ijs en sneeuw in de Alpen. In combinatie met de extreme regenval leidt dat bij ons weer tot hoge waterstanden en verschijnen er allerlei deskundigen op televisie die waarschuwingen voor extreem hoog water afgeven. Volgens het jaaroverzicht van het KNMI is de hoeveelheid neerslag over heel 2012 genomen trouwens aanzienlijk gestegen. Dat geldt ook voor het aantal zonuren: 1725 in plaats van het gemiddelde van 1643 uur. Jammer dat de zon zo weinig in de zomervakantie scheen. Deze kwam langzaam op gang en de maanden juni en juli waren koeler dan normaal. Over de hele zomer gemeten waren er slechts twee tropische dagen in 2012. Toch maar weer een vakantie plannen in zonniger oorden, of het risico nemen en in eigen land blijven? De prachtige foto’s die zijn ingeleverd voor De Geokalender pleiten voor het eerste. Op de meest exotische plaatsen zijn schitterende foto’s genomen. Als je ze bekijkt op de Facebookpagina, vind je het gewoon jammer dat een jaar maar twaalf maanden telt. Veel meer foto’s verdienen een plek op de kalender. Tot slot dit; geniet extra van de zomervakantie. Het is het laatste jaar dat we zeven weken mogen genieten. De jaren hierna is de vakantie met een week ingekort ‘om de werkdruk te verminderen’. Deze Geokrant biedt weer een variatie aan informatie en bruikbaar materiaal.

Redactie Jan Padmos (hoofdredacteur), Lisette de Boer, Daphne Ariaens Aan deze Geokrant werkten mee: Rosemarie van de Bos, Wim Bouritius, Tim Padmos Eindredactie Barbara Visschedijk Vormgeving PrepressMediaPartners Opmaak PrePressMediaPartners Fotografie Stephane Godin / Lineair, Ron Giling / Lineair, Kerstin Langenberger / Lineair, Arco Images / Lineair, AP / Reporters, Julio Etchard / Lineair, Sinopictures / Lineair, Maxppp / Chinafotopress / Lineair, Tim Padmos Beeld EMK Deventer De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Lesbrief De lesbrief is gemaakt door Rosemarie van den Bos. Zij heeft voor de onderbouwklassen van havo en vwo opdrachten gemaakt bij vooral de nieuwe kaarten in de 54e editie van de Grote Bosatlas. (V)AKnieuws In (V)AKnieuws een verslag van een derdejaars student aardwetenschappen over zijn veldwerk in de Jura. Veldwerk dreigt door op handen zijnde bezuinigingen te verdwijnen. Geonieuws De rubriek Geonieuws geeft een vooruitblik op de 9e editie voor de onderbouw. Laat u verrassen door de prachtige tekeningen en foto’s. Puzzel Wim Bouritius heeft een toponiemenpuzzel gemaakt. Deze is beslist een uitdaging. Cryptische omschrijvingen leiden tot twaalf Nederlandse plaatsnamen. Zeer aan te raden om met de klas te doen in de loze uurtjes voor de zomervakantie. Als die er nog zijn tenminste! Veel leesplezier. Jan Padmos

Bij de voorpagina: Grange sur Baume in de Jura, Frankrijk

De Geokrant 73


Geonieuws

onderbouw

Het is bijna zover. Dit najaar, op de KNAG Onderwijsdag, presen­ teren we aan u leerjaar 1 van De Geo voor de onderbouw 9e ­editie. Hier vertellen we u ­alvast over het nieuwe materiaal.

Vertrouwd en meer De Geo voor de onderbouw 9e editie biedt veel vertrouwds. Een gewaardeerd arrangement met een lesboek, een invulbaar werkboek en een prachtig Basisboek, een stevige inhoud, een sterke structuur en een fraaie vormgeving en bijzondere illustraties. Alles zit er weer in. Maar daarnaast biedt de 9e editie meer: meer differentiatiemogelijkheden, meer activerende didactiek en ICT die vooral inzet op interactiviteit; in kaarten en tekeningen worden legendaonderdelen aanklikbaar, animaties maken processen inzichtelijk en leerlingen krijgen direct feedback op hun werk. Arrangement, van boek tot ICT De Geo 9e editie zal weer bestaan uit de vijf vertrouwde niveaus: vmbo-bk, vmbo-kgt, vmbo-t/havo, havo/vwo en vwo. Ook kunt u weer werken met een lesboek, een invulbaar werkboek en het prachtige Basisboek (voor vmbo-t/ havo, havo/vwo en vwo) met ICT voor leerlingen en docentenmateriaal online. Maar u kunt ieder afzonderlijk

3

De Geo voor de onderbouw 9e editie, een sneakpreview onderdeel van De Geo ook digitaal gebruiken. De GeoPedia is het digitale Basisboek. De Geo Interactief wordt de digitale werkomgeving met inter­ actieve opdrachten en met een directe link met De GeoPedia en de lesstof. Verderop leest u wat dat betekent voor u en uw leerlingen. Licentie U kunt ervoor kiezen om een licentie voor uw leerlingen aan te schaffen. Met deze licentie krijgen de leerlingen de beschikking over het gebruiksrecht op alle onderdelen van De Geo, zowel folio als digitaal. U betaalt een vast bedrag per leerling per jaar. Binnen deze licentie bieden wij altijd de nieuwste versie van De Geo aan. Daarnaast krijgt de school al het ondersteunende en verdiepende lesmateriaal (voor docenten) aange­ boden. De licentie garandeert een flexibele manier van lesgeven voor een vaste prijs. U kunt ieder onderdeel van de

methode als boek en digitaal gebruiken. Het is dus zelfs mogelijk om de ene les wel digitaal te werken en de andere niet. U kunt het mate­riaal iedere les geheel naar wens inzetten. Dat geeft u bijvoorbeeld de mogelijkheid te ontdekken welke mix van leermiddelen het meest past bij uw leerlingen. U kunt die mix te allen tijde aanpassen, omdat u beschikt over het totale pakket. Variatie en differentiatie Docenten gaven aan dat de huidige 8e editie veel stof biedt, meer dan de meesten van u in een jaar kunnen behandelen. Dat was ook de bedoeling: u hebt keuzevrijheid. Juist dat wordt zeer gewaardeerd. Maar graag zien docenten een nog beter onderscheid tussen de echte basis en dat wat verdieping of verbreding is. Daarom hebben we de opbouw van het materiaal aangepakt. Per leerjaar bestaat De Geo 9e editie uit acht hoofdstukken met telkens vier

Inhoud Regio en inhoud

Regio en inhoud

1

2

Canada, dichtbij en veraf Start §1 Canada, een groot en leeg land §2 Inzoomen op Calgary §3 Op reis naar Vancouver §4 Noord-Amerika in de atlas

3

Natuurlandschappen op aarde 00 Start

00 00 00 00

§1 Leven in het Amazonegebied §2 Dwars door Australië §3 De inuit in Groenland §4 Klimaat en natuurlijke zones

4

Je eigen omgeving 00 Start

00 00 00 00

§1 Welke huizen zijn er in je buurt? §2 Welke mensen wonen in je buurt? §3 Woon je in een stad of op het platteland? §4 Inrichting: de ideale woonplek

5

Zuidoost-Azië, cultuur en ontwikkeling 00 Start

00 00 00 00

§1 Zuidoost-Azië, een cultuurgebied §2 Arm en rijk in Zuidoost-Azië §3 Regio in beeld: Thailand §4 Regio in beeld: Indonesië

00

00 00 00

Actief & Anders • Zoom in: Las Vegas 00 • Keuzemenu 00

Actief & Anders 00 • Zoom in: Kralendijk, 00 een dorp op Bonaire • Keuzemenu

Actief & Anders • Zoom in: Kinderarbeid 00 in Indonesië 00 • Keuzemenu

00 00

Finish

00 Finish

00 Finish

00 Finish

00

De Geokrant 73

Start

6 Nederland in de wereld 00 Start

7

8

Natuurrampen in Japan 00 Start

Spanje, land in Europa 4 Start §1 Mediterraan land §2 Water §3 Madrid §4 Spaanse costa’s

00

§1 Land- en zeeklimaat 00 §1 Mainport Rotterdam §2 Warme en koude §2 Mainport Schiphol gebieden 00 §3 Emigratie §3 Dwars door Scandinavië van Nederlanders §4 Lötschental 00 §4 Europese vakantiebestemmingen

00 §1 Japan, land in de 00 Ring van Vuur 6 §2 De grote Oost-Japanse 00 ramp 8 §3 Talas raast over Japan 10 00 §4 Omgaan met rampen 12

Actief & Anders Actief & Anders • Zoom in: Elfstedentocht 00 • Zoom in: Ecotoerisme • Keuzemenu 00 • Keuzemenu

Actief & Anders 00 • Zoom in: 00 Mysterie op Sulawesi • Keuzemenu

Actief & Anders • Zoom in: 14 Barcelona - Real Madrid 00 16 • Keuzemenu 00

00 Finish

18 Finish

00 00 00 00

00

Actief & Anders • Zoom in: Route naar school • Keuzemenu

De inhoud van hoofdstuk 1 t/m 8

Natuur en landschap in Europa

Finish

00 Finish

00


4

Geonieuws

onderbouw

8

Natuurrampen in Japan

9

Bekijk in het Basisboek nogmaals figuur 3.4.

a Zet in W08 de nummers van de gebeurtenissen en begrippen op de juiste plek. 1 oceanische plaat 2 continentale plaat 3 opstijgend magma 4 vulkanenrij 5 trog 6 subductie 7 uit elkaar bewegen van platen b Omcirkel de werkende vulkanen. c Welke beroemde Japanse vulkaan zie je op figuur 02 in je lesboek?

W08

Bewegende platen.

7

b De Ring van Vuur is een gordel van vulkanen rond de Indische Oceaan. waar / niet waar c Een oceanische plaat duikt bij een botsing altijd weg onder een continentale plaat. waar / niet waar d Japan ligt op het grensgebied van drie platen: de Euraziatische plaat, de Pacifische plaat en de Filipijnse plaat. waar / niet waar e Troggen ontstaan bij de botsing van twee continentale platen. waar / niet waar 12 a Maak het uittreksel van paragraaf 7.1 op www.degeo-online.nl. b Maak de proeftoets van paragraaf 7.1 op www.degeo-online.nl.

Wat moet je leren? LB • beschrijven: de Ring van Vuur • beschrijven: de natuurrampen die regelmatig in Japan voorkomen • verklaren: de vele aardbevingen en vulkanen in Japan WB • W02 Topografie van Japan • W07 Platen bij de Ring van Vuur • W08 Bewegende platen Bewegende platen

10

Anders Actief

Stel je voor dat je een aardwetenschapper bent die een spreekbeurt moet houden over de Ring van Vuur. Gebruik Japan als voorbeeld in een (PowerPoint)presentatie. In de presentatie beschrijf en verklaar je welke natuurrampen er voorkomen. Gebruik alle in de paragraaf genoemde begrippen. Maak gebruik van B17 Endogene en exogene krachten, B18 Platen en breuken en B19 Bewegingsrichtingen van platen.

Herhaling 11

BB • B17 Endogene en exogene krachten • B18 Platen en breuken • B19 Bewegingsrichtingen van platen Begrippen Lesboek: aardbeving, continentale plaat, magma, natuurramp, oceanische plaat, plaat, subductie, trog, vulkaan Basisboek: aardbeving, aardkorst, breuk, continentale plaat, convectiestroom, convergentie, divergentie, endogene kracht, exogene kracht, lava, magma, midoceanische rug, oceanische plaat, plaat, subductie, trog, vulkaan

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? Streep de foute antwoorden door. a Aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en tornado’s zijn drie natuurrampen die veel in Japan voorkomen. waar / niet waar

basisparagrafen. Daarnaast biedt De Geo veel verdieping en mogelijkheden tot differentiatie in de keuze­onder­ delen. Enkele voorbeelden: Bij iedere basisparagraaf bieden we een extra activerende didactiekopdracht aan die eventueel kan worden ingezet in plaats van enkele andere opdrachten uit de paragraaf. U kunt deze opdracht naar keuze wel of niet inzetten; voor de hele klas of voor enkele leerlingen, als alternatief, als extra, of als verdieping. In de docentenhandleiding vindt u daarvoor suggesties. Na de basisparagrafen kunt u in het hoofdstuk met de hele klas aan de slag met Zoom In: een onderwerp uit het hoofdstuk wordt extra uitgediept, meestal via een activerende didactiekopdracht. In het vertrouwde Keuzemenu kunnen individuele leerlingen met uiteenlopende opdrachten aan de slag als herhaling, verdieping of verbreding. Per leerjaar worden daarnaast nog drie projecten uitgewerkt waaraan u uw leerlingen gedurende meerdere lessen kunt laten werken.

Een pagina uit het werkboek met een Anders Actief-opdracht

Een voorbeeld van een nieuwe illustratie: afbraak en opbouw van het landschap

De Geokrant 73


Geonieuws

onderbouw

8

Natuurrampen in Japan

§

7

2 De grote Oost-Japanse ramp

5 7.2

9

De grote Oost-Japanse ramp

Rusland

Verspreidingstijd tsunami

Canada

epicentrum China

Verenigde Staten Japan

verspreidingstijd golfhoogte in centimeters

3 uur

Mexico

6 uur 9 uur 12 uur

Peru

15 uur

Australië

18 uur Grote Oceaan

Chili 21 uur

0 1 6 10 25 50 100 1.000

FIGUUR 07

De tsunamiramp

De verwoestende kracht van de tsunami.

Op vrijdag 11 maart 2011 werd het noordoosten van Japan getroffen door een zware aardbeving. Door de beving ontstond een tsunami die veel slachtoffers veroorzaakte en grote schade aanrichtte.

stad Sendai en ging van daaruit naar het zuiden. De meeste aardbevingen duren niet langer dan een paar seconden, maar deze duurde wel drie minuten.

Zeebeving op 11 maart 2011 mate waarin de zeebeving was te voelen heftig

Ze

e

EURAZIATISCHE PLAAT Sendai

e

pa

sterk Fukushima JAPAN

breukvlak

zwak epicentrum

cea an

Ja

Gr ote O

u Een tsunami is een hoge golf die door een aardbeving onder de zee (zeebeving) wordt veroorzaakt. De oorzaak van deze tsunami in de Grote Oceaan was een zeebeving met een kracht van 8.9 op de schaal van Richter. De beving vond plaats op 130 km voor de noordoostkust van Japan op 30 km diep in de bodem van de zee. In dit gebied komen twee platen met elkaar in botsing. Door de wrijving die hierbij optrad, schoten de platen los over een gebied van ongeveer 400 bij 250 km. Stel je voor: heel Nederland wordt opgetild! Het losscheuren begon ten oosten van de

ns

Superaardbeving

FIGUUR 05

l Door de geweldige schok werd een stuk van de oceaanbodem opgetild en weer neergegooid. Hierdoor kwam het zeewater in beweging en ontstond een tsunami. Ondanks de waarschuwingssystemen die Japan heeft, hadden de mensen maar enkele minuten om te vluchten.

PACIFISCHE PLAAT

breuklijn met subductie andere breuklijn

Tokyo

‘De grond begon langzaam te schudden en alles bewoog heen en weer.’ (Akio, jongen, 10 jaar) ‘De leraren renden door de gangen en zeiden dat we onder de tafels moesten kruipen.’ (Shizko, meisje, 12 jaar) ‘De zee had zich ver teruggetrokken, ik had het nog nooit zo laag gezien. Mijn benen begonnen te beven en ik dacht: er komt een tsunami aan.’ (Manno, meisje, 11 jaar) ‘Het water kwam niet in één keer, maar het werd steeds meer en meer.’ (Kazuo, jongen, 10 jaar) ‘De bomen voor school knapten. We vluchtten het dak op. Even later stond het water tot aan de trap. Ik dacht: als we in het muzieklokaal waren gebleven, waren we nu allemaal dood.’ (Makoto, jongen, 9 jaar) ‘Ik had mijn vriendinnetje beloofd haar verjaardagscadeautje na de gymles te geven. Nu zie ik haar nooit meer, en ik heb haar niet eens gedag gezegd.’ (Fukka, meisje, 10 jaar) ‘Mijn huis stond vlak bij de zee, alleen de fundering is ervan over.’ (Isamu, meisje, 11 jaar)

Gevolgen van de tsunami u Een tsunami wordt pas gevaarlijk als hij bij de kust komt. Dat was ook op 11 maart het geval. In het ondiepe water remde de golf af. Hierdoor haalde het achterste deel van de golfberg het voorste stuk in. Als een muur van water ‘stormde’ de tsunami met hoge snelheid het land op. De kracht van het water was enorm. Grote stukken van de kust werden weggeslagen. Schepen werden op het land geworpen en auto’s en huizen werden meegesleurd. De begroeiing en de bebouwing werden voor een groot deel vernietigd.

l Een jaar na de ramp werd het officiële aantal dodelijke slachtoffers vastgesteld op 15.800. Er worden nog steeds 3.000 mensen vermist. De economische schade is moeilijk te bepalen, maar loopt in de honderden miljarden euro’s. l Als gevolg van de tsunami raakte een kernreactor in de stad Fukushima oververhit en ontplofte. Bij de bouw van de elektriciteitscentrale was rekening gehouden met een mogelijke vloedgolf van 6 m, maar deze was veel hoger. Alle bewoners in een straal van 30 km rond de centrale moesten evacueren: het gebied verlaten omdat het er niet meer veilig is. Bij de ontploffing van een kerncentrale komt radioactieve straling vrij en die is heel gevaarlijk voor de gezondheid.  Pas een jaar later was de situatie onder controle. De bewoners uit de buitenste ring van het ontruimde gebied mochten weer naar huis. Het grootste deel van het geëvacueerde gebied bleef echter verboden gebied. Ook in de ‘veilige zone’ moeten de mensen nog opletten. Er worden steeds metingen gedaan of de straling niet te hoog is.

Honshu

FIGUUR 08

Spanning voor bewoners in de buurt van de kerncentrale. Zij worden gecontroleerd op radioactieve straling.

FILIPIJNSE PLAAT

0

50

100 km

FIGUUR 06

VAArDIGHEID B 04 Wisselen van schaalniveau

B 24 B 25 B 27

Een paragraaf uit het lesboek

Duidelijke leerlijn Ieder hoofdstuk is geschreven voor circa negen lessen, inclusief toetsing. Dit betekent dat u voor acht hoofdstukken 72 lessen nodig hebt. Uitgaande van twee lessen per week zijn dat 36 lesweken. Veel docenten zullen keuzes maken uit de stof. Om dat te faciliteren is de leerlijn voor alle drie leerjaren helder uitgewerkt. Binnen de leerlijn worden suggesties gedaan voor keuzes die u kunt maken in duidelijke leerroutes. Interactief en op maat In de digitale De Geo kunnen u en uw leerlingen aan de slag met interactieve opdrachten. De opdrachten maken optimaal gebruik van audiovisuele en interactieve mogelijkheden. Leerlingen kunnen hun werk maken, opslaan, nakijken en rapporteren. Het Basisboek wordt De GeoPedia. In De GeoPedia worden beelden interactief en wordt er aanvullend audiovisueel materiaal aangeboden. Het ICT-materiaal zorgt voor meer beleving, een rijkere context en het De Geokrant 73

De Geo Interactief

activeren van meerdere zintuigen van de leerlingen. Alle digitale onderdelen van De Geo zijn logisch met elkaar

verbonden: vanuit de opdrachten worden leerlingen naar de bijbehorende lesstof gestuurd.


6

Geonieuws

onderbouw

Op de KNAG Onderwijsdag van 2012 lieten we u de eerste demo’s zien. De reacties waren zeer positief. De ontwikkeling van het ICT-materiaal gaat momenteel zo snel dat we u daarvan regelmatig via De Geogids op de hoogte zullen houden. Nu al nieuwsgierig? De Geo 9e editie biedt een combinatie aan leermiddelen waarmee meerdere leerstijlen worden bediend, waarmee de eigen verantwoordelijkheid van leerlingen wordt aangesproken en waarmee inzicht wordt geboden in leerstof en leerproces. Wilt u niet wachten tot de KNAG Onderwijsdag van 2013 met het bekijken van het materiaal? Ga naar www.degeo-online.nl om het eerste materiaal te kunnen bekijken. U kunt ook een gesprek aanvragen met een educatief adviseur van ThiemeMeulenhoff of uw vragen stellen aan onze klantenservice via telefoonnummer 088 - 800 2015.

De GeoPedia

Een ander voorbeeld van een nieuwe illustratie: stedelijke vernieuwing

De Geokrant 73


Lesbrief

Werken met de 54e editie van de Grote Bosatlas

Docenteninformatie Inhoud De 54e editie van de Grote Bosatlas is al een tijdje uit. Om kennis te maken met de (nieuwe) kaarten in de atlas (voor de leerlingen uit klas 2 en 3) en om kaartvaardigheden aan te leren (voor klas 1) zijn in deze lesbrief verschillende opdrachten opgenomen voor de onderbouw van havo/vwo. Er wordt gebruikgemaakt van de Grote Bosatlas, gecombineerd met krantenartikelen, foto’s en nieuwsvideo’s. Ook moeten de leerlingen zelf kaartjes maken, gegevens opzoeken en in een tabel zetten. Niveau De opdrachten gaan van eenvoudig naar wat moeilijker. Er is een verdeling gemaakt voor klas 1, 2 en 3 voor havo/vwo. Kennismaken met de atlas is het doel van de opdrachten voor klas 1. Het is handig als de leerlingen al wat langer het vak aardrijkskunde hebben gevolgd. De begrippen die in de opdrachten worden gebruikt, zijn dan namelijk al een keer in de les behandeld. De leerlingen leren de opdrachten snel en goed uit te voeren. Na de kennismakingsopdrachten volgen de meer gecompliceerde opdrachten voor klas 2 en 3. Als inleiding kan de eerste serie opdrachten natuurlijk ook eerst door de tweede- en derdeklassers worden gemaakt. Foto 1a

De leerlingen van klas 2 zijn al langer bekend met het werken met de atlas. De vragen in de lesbrief zijn bedoeld om hun vaardigheden uit te breiden en om verdieping te bieden, nu met nieuwe kaarten uit de 54e druk. Derdeklassers moeten worden voorbereid op de overstap naar de bovenbouw. Atlasvaardigheden zijn dan enorm belangrijk. Aan de hand van de opdrachten in deze lesbrief kunnen de leerlingen oefenen en kennismaken met de nieuwste druk van de Grote Bosatlas. Er zijn ook vragen waarbij de 53e editie van de Grote Bosatlas wordt vergeleken met 54e editie. In de vraag wordt dan verwezen naar GB53 en GB54 (en dan het kaartnummer).

Leerlingenmateriaal Uit de lessen aardrijkskunde weet je inmiddels dat de atlas erg belangrijk is. In tegenstelling tot wat sommige mensen denken, gebruik je de atlas niet alleen om steden, rivieren en gebergten op te zoeken; in een atlas staan ook allerlei (thematische) kaarten waaruit je een schat aan informatie kunt halen. Als je aardrijkskunde kiest als examenvak, moet je de atlas zelfs op het eindexamen gebruiken bij de beantwoording van de vragen. In deze lesbrief maak je kennis met de atlas en leer je er snel mee werken. Opdracht 1 tot en met 4 zijn bedoeld voor klas 1, de opdrachten daarna voor klas 2 en 3. Maar tweedeen derdejaars kunnen natuurlijk ook hun kennis opfrissen door de opdrachten voor klas 1 eerst te maken. Foto 1b

De Geokrant 73

7


8

Lesbrief

Werken met de 54e editie van de Grote Bosatlas

Klas 1 Werken met de onderdelen in de atlas Opdracht 1 Lees tekst 2. In tekst 2 staan algemene tips om de volgende vragen te beantwoorden. a Wat wordt er in de legenda uitgelegd? b Als je een kaart over zeebevingen zoekt, waar moet je dan kijken: in het register van topografische namen of in het trefwoordenregister? Waarom? c Kijk op de bladwijzers achter in de atlas. Welke kaart heb je nodig om Zwitserland te bekijken? d Ga naar het namenregister. Op welk kaartblad en in welk kaartvak ligt het land Azerbeidzjan? Bekijk GB 108-109. e Wat is de titel van deze kaart? f Met welke kleur worden de hoger gelegen gebieden aangegeven? g En welke kleur past bij het laagland? Bekijk GB 203. h Dit is een staatkundige overzichtskaart van ZuidAmerika. Wat betekent staatkundig in dit geval? Gebruik GB 188-189. i Noteer de geografische lengte en breedte van de plaats Atlanta. Bekijk GB 106. j Hoe hoog is het hoogste punt bij de stad Abisko? Gebruik GB 107A. k Hoe heet de grootste gletsjer op IJsland?

Gebruik GB 107B. l Welke vulkaan (zie ook foto 3) is in april 2010 uit­ gebarsten op IJsland? m Gebruik de algemene legenda. Wat betekent het symbool n in de atlas? Tekst 2

Over de Grote Bosatlas ■ GB staat voor Grote Bosatlas. Als je naar GB 50B wordt verwezen, moet je kaart B bekijken op bladzijde 50 van de nieuwste atlas (54e editie). Staat er GB53 50B, dan gaat het om de 53e editie van de Grote Bosatlas. ■ Kaartblad is dus hetzelfde als ‘bladzijde in de atlas’. ■ Eerst komen de kaarten van Nederland, dan die van Europa, dan de kaarten van andere werelddelen en ten slotte de wereldkaarten. ■ De algemene legenda vind je voorin de atlas, tegen de kaft. ■ De bladwijzers vind je helemaal achterin de atlas, tegen de kaft. ■ De algemene inhoud (inhoudsopgave) staat op bladzijde 2 tot en met 9. ■ Alle statistieken zijn opgenomen op bladzijde 252 tot en met 259. Eerst komen de statistieken van Nederland, daarna die van Europa, en als laatste die van de wereld). ■ Het register van topografische namen (namenregister) staat op bladzijde 267 tot en met 294. Het trefwoordenregister staat op bladzijde 300 tot en met 312.

Foto 3  Uitbarsting van een vulkaan op IJsland in april 2010

De Geokrant 73


9 Cultuurlandschappen Opdracht 2 Bekijk GB 33 Nederland cultuurlandschappen. Lees tekst 4. a Welk landschap geeft de donkergroene kleur op de kaart aan? b Hoe zorgden de mensen in dit gebied ervoor dat hun huis niet onder water liep? c Noteer een ander landschap waar je ook deze maatregel ziet. d Waarom is dat daar gedaan? e Welk type landschap vind je rondom Den Haag? Tekst 4

Cultuurlandschap Een cultuurlandschap is een landschap dat is ingericht door mensen. Veel natuurlijke elementen zijn daar weggehaald om plaats te maken voor huizen, wegen en landbouwgebieden.

i

Kies het juiste woord: Tijdens het maken van de opdrachten 4abc en 4efg heb je steeds verder ­ingezoomd/uitgezoomd. Waarom zijn er weinig kaarten van rivieren op nationaal schaalniveau?

j

Schema 5 Schaalniveau

lokaal

wijk/dorp/stad

regionaal

deel van een land/ provincie/streek

nationaal

land

internationaal/continentaal

werelddeel/groep landen

mondiaal

de hele wereld

Tabel 6

Opdracht

Kaartnummer

Schaalniveau

4a 4b 4c

Schaal

4d 4e

Opdracht 3 Gebruik GB 74-75 Europa. a Wat is de schaal van deze kaart? b Hoeveel km is 1 cm op deze kaart? c Bereken de afstand tussen Groningen en Parijs (hemelsbreed). d Doe daarna hetzelfde voor de afstand Groningen-Göteborg. e Welke stad is het snelst te bereiken met de auto vanuit Groningen: Göteborg of Parijs? Waarom? f Welk geografisch begrip past daarbij? Stroomgebieden en schaalniveau Opdracht 4 Bekijk schema 5 en foto 7. Gebruik GB 44A Stroomgebieden en internationale rivieren. a Welke rivier heeft het grootste stroomgebied? b In welke zee mondt deze rivier uit? c Lees twee kenmerken af van de kaart die weergeven dat die rivier het grootst is. Noteer ze beide. d Welke kaart(en) moet je gebruiken om erachter te komen in welke provincie van Nederland de plaats Lobith ligt? Gebruik GB 77A Stroomgebieden. e Welke twee rivieren in Europa hebben het grootste stroomgebied? f In welke zeeën monden deze rivieren uit? g Welke wereldkaart moet je bekijken om alle stroom­ gebieden te bekijken en te vergelijken? Gebruik tabel 6. h Noteer de nummers van de vier gebruikte kaarten uit opdracht 4a t/m 4g in tabel 6 en noteer het schaalniveau erachter.

De Geokrant 73

4f 4g

Foto 7  Stroomgebied van de grootste rivier van Europa


10

Lesbrief

Werken met de 54e editie van de Grote Bosatlas

Klas 2 Brazilië, Rusland, India en China Opdracht 5 Gebruik de kaarten 8a tot en met 8d op deze en de volgende pagina. Gebruik tabel 9. En gebruik natuurlijk de atlas. Gebruik de kaarten die informatie geven over de BRIC-landen: ■ Brazilië: GB 206-207 ■ Rusland: GB 134-135 ■ India: GB 150-151 ■ China: GB 162-163. Gebruik ook de statistiek van Europa en de wereld. a Kleur in de kaarten 8a tot en met 8d steeds die gebieden met het grootste Bruto Regionaal Product (BRP). Doe dat met een lichte kleur. Kaart 8a  Administratieve indeling Brazilië

b Noteer in tabel 9 het BNP van de vier landen. c Arceer met een grijs potlood (zet streepjes) steeds die gebieden die de grootste groei van het BRP hebben. d Geef met een sterretje de hoofdstad aan van elk land. e Is in elk van de vier landen de regio waarin de hoofdstad ligt ook het meest welvarende gebied? Licht je antwoord toe. f Waarom is een hoofdstad van een land vaak erg wel­ varend? Geef een politieke en economische oorzaak. g Vind je dat de hoofdsteden een goede ligging hebben om handel met het buitenland te drijven? Leg je antwoord uit. h Omcirkel in elk kaartje het gebied waar volgens jou de beste mogelijkheden zijn om internationaal te handelen. i Noteer kort waarom je die gebieden hebt omcirkeld. j Noteer kort met welke activiteit(en) de BRIC-landen het meeste geld verdienen. Doe dat voor elk land afzonderlijk. k Noteer in tabel 9 de levensverwachting voor elk land. l Doe hetzelfde voor het geboortecijfer en het zuigelingensterftecijfer. m Vul het aantal inwoners per land in. Zet erbij of het in miljoen (mln) of in miljard (mld) is. n Gebruik tabel 9 en de kaarten 8a tot en met 8d. Welk land is het meest welvarend van de vier? o Welke verklaring heb je daarvoor?

Kaart 8b  Administratieve indeling Rusland

Tabel 9  Gegevens BRIC-landen

Brazilië

Rusland

India

China

BNP (inkomen) in euro levensverwachting (bij geboorte) geboortecijfer (per 1000 inwoners) zuigelingensterfte (1e levensjaar/1000 geboorten) aantal inwoners

De Geokrant 73


11 Kaart 8c  Administratieve indeling India

Kaart 8d  Administratieve indeling China

Puzzel Opdracht 6 In deze puzzel zoek je de naam van een stad. Met elke deelvraag verklein je het zoekgebied en kom je uiteindelijk uit bij de gezochte stad. Schrijf tussendoor de mogelijk­ heden die je (over) hebt op. Zo kun je een stapje terug als je een fout maakt. a De gezochte stad ligt in het werelddeel waar de meeste landen te vinden zijn waar homoseksualiteit illegaal is. b De gezochte stad ligt in het deel van dat werelddeel waar de toegang tot en het gebruik van informatie­ technologie gemiddeld tot laag is. Foto 10  Deze stad is de oplossing van de puzzel in opdracht 6

De Geokrant 73

c De gezochte stad ligt in een van de landen van het deel van dat werelddeel waar Nilo-Saharaanse talen worden gesproken. d De gezochte stad ligt in het land met als regeringsvorm een constitutionele monarchie. e De stad ligt in het gebied waar de bevolking gemengd Arabisch en Berbers is. f De stad is zowel een toeristencentrum als een industriestad. g De stad ligt het dichtst bij de hoofdstad van het land.


12

Lesbrief

Werken met de 54e editie van de Grote Bosatlas

Klas 3 Zuidoost-Azië Opdracht 7 Vergelijk GB54 156B Tektoniek en vulkanisme met GB53 150B. a Noteer drie opvallende verschillen. b Waarom zijn er zulke grote verschillen tussen die twee kaarten? c Hoe kun je zien welke plaat ‘boven blijft’ als de platen botsen en er subductie optreedt? d Welke wereldkaart heb je nodig om de andere breuken op aarde te bekijken? e Lees de volgende uitspraak: ‘Op de kaart van GB 216B heeft veel generalisatie plaatsgevonden’. Leg deze uitspraak uit. India Opdracht 8 Bekijk GB 148C, 148D en 148E. Gebruik GB 143. Bekijk foto 11. a Een van de stroomgebieden op kaart 148C is dat van de rivier de Narmada. Tussen welke twee berggebieden stroomt deze rivier? b In welke zee mondt de rivier uit? c Wat zijn, volgens de kaart Bodemgebruik, de belangrijkste gewassen die in dit gebied worden verbouwd? d Waarom komt er ook veel bos voor? e Er wordt een enorm stuwdamproject uitgevoerd rond de rivier Narmada (te zien op GB 148E). Verklaar met behulp van de kaart Bodemgebruik de grote behoefte aan water voor de landbouw.

f Waarom worden er vooral stuwdammen geplaatst in reliëfrijke gebieden? g Wat is een ander voordeel voor de inwoners (naast de landbouw) van de plaatsing van deze dammen? Opdracht 9 Lees tekst 12. Bekijk de aflevering ‘De kostbare bruidsschat’ van de tv-serie Van Bihar tot Bangalore van Jelle Brandt Corstius op Uitzendinggemist.nl via de link: www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1311710. a Waarom mogen vrouwen volgens tekst 11 geen mobiele telefoons meer gebruiken? b Waarom worden er in India zo veel vrouwen uitgehuwelijkt? Geef een culturele, een sociale en een economische verklaring. Gebruik GB 150C. c Gebruik GB 150C om een verklaring te geven voor deze gang van zaken? d GB 150C geeft een gemiddelde weer. Nu je de aflevering hebt bekeken en het artikel hebt gelezen, weet je meer over de verhoudingen tussen mannen en vrouwen in India. Is het analfabetismecijfer gelijk verdeeld over mannen en vrouwen? Leg je antwoord uit? Beluister het fragment ‘Lees- en schrijfproblemen kinderen India’ uit de reportage van Wilma van der Maten van de NOS via de link: nos.nl/audio/28018-lees-en-­ schrijfproblemen-kinderen-india.html. e Waarom maakt het vaak niet veel uit of de kinderen naar school gaan of niet? f In vraag 9d ging het over het verschil tussen vrouwen en mannen wat betreft scholing. Welk verschil komt in dit fragment aan bod? g Welke verklaring wordt hiervoor gegeven?

Foto 11  Het Narmada-stuwdamproject

De Geokrant 73


13 Tekst 12

Tekst 13

Indiase dorpsraad verbiedt vrouwen mobiele telefoons te gebruiken De dorpsraad van Suderbari, in de deelstaat Bihar, heeft ongetrouwde vrouwen verboden om mobiele telefoons te gebruiken. De raad is bang dat de mobieltjes de sociale sfeer bederven en dat meisjes worden aangemoedigd om er met een geliefde vandoor te gaan. Getrouwde vrouwen mogen wel een mobiele telefoon gebruiken, maar alleen in huis en in het bijzijn van een familielid. Overtreding leidt tot een boete van (omgerekend) 141 euro. Dat is net zoveel als een maandsalaris in deze regio. In India worden de meeste mensen nog steeds uitgehuwelijkt door hun ouders en de mobieltjes worden door de raad gezien als een bedreiging van deze gang van zaken. Geliefden kunnen zo immers ongezien contact maken en onderhouden. De raad is het hier niet mee eens en probeert te voorkomen dat jongeren er uit liefde met elkaar vandoor gaan. Naar: de Volkskrant, 6 december 2012

Eenkindpolitiek In China wordt de eenkindpolitiek gehanteerd. Dit houdt in dat mensen maar één kind mogen krijgen in hun gezin. Deze strenge vorm van geboortebeperking is in de jaren zeventig van de vorige eeuw ingesteld door de Communistische Partij. Er zijn echter uitzonderingen op deze regel. Etnische minderheden hoeven niet aan de regel te voldoen. Inwoners van het platteland mogen een tweede kind krijgen als het eerste kind een meisje is. De meeste Chinezen willen namelijk graag een jongen. Een jongen neemt het (landbouw)bedrijf over, zorgt voor zijn ouders als ze oud zijn en is het (toekomstige) hoofd van de familie.

Foto 14  Deze poster promoot de eenkindpolitiek in China

India en mode Opdracht 10 Bekijk de reportage over de Indiase Fashion Week op de website van de NOS via de link: nos.nl/video/427692nederlanders-op-delhi-fashion-week.html. a Waar vindt de Indiase Fashion Week plaats? b In het filmpje wordt gesproken over ‘Bollywood’. Wat is dat? Kijk eventueel op internet om het antwoord op deze vraag te vinden. c Wat is het economisch voordeel voor Nederlandse ontwerpers om zich te verbinden aan de Indiase modeindustrie? d Verzin ook een cultureel voordeel voor de Nederlandse ontwerpers. China en de eenkindpolitiek Opdracht 11 Lees tekst 13. Bekijk foto 14. Gebruik GB 160-161 en GB 162-163. a Welke groep vormt de grootste groep van alle etnische groepen in China? b In welk deel van China woont deze groep? c Is de bevolkingsgroei daar lager dan in de rest van het land? d Ligt dat alleen aan de eenkindpolitiek of ook aan andere factoren? Leg je antwoord uit. e Welke minderheidsgroepen wonen in het westen van China? f Is de groei van de bevolking daar groter? g Ligt dat alleen aan de eenkindpolitiek? Leg je antwoord uit.

De Geokrant 73

Economische groei in China Opdracht 12 Bekijk foto 15. Gebruik GB 163C en 163D. a In China wordt vooral geïnvesteerd in de gebieden langs de kust in het zuidoosten. Toch groeit dat deel van het land niet het sterkst qua Bruto Regionaal Product. Welke regio’s hebben de sterkste groei van het BRP (zie ook vraag 5c bij klas 2)? b Welke regio’s in China hebben het hoogste BRP? c Verklaar het verschil. Foto 15  Investeringen in China


14

Lesbrief

Werken met de 54e editie van de Grote Bosatlas

Opdracht 13 Gebruik GB 162E. a China investeert inmiddels zelf ook in het buitenland. In welke twee sectoren wordt vooral geïnvesteerd? b Waarom juist in die twee sectoren? Snelweghuis in China Opdracht 14 Lees tekst 16. Bekijk foto 17. a Zoek de provincie Zheijiang op in de atlas. Op welke kaart en in welk kaartvak ligt deze provincie? b Welke fout zit er in het artikel van tekst 16? c Het dorp Xiayangzhang ligt tussen Rui’an en Xiapu in. Waarom wil de overheid juist daar dit huis (en andere huizen) weghebben? d Zou dit in Nederland ook kunnen gebeuren? Leg je antwoord uit. Ga daarbij in op de (politieke) situatie in Nederland en in China.

Tekst 16

Snelweghuis Chinees echtpaar toch gesloopt Het huis van een Chinees echtpaar dat het symbool werd van het verzet tegen oneerlijke en veelal te lage compensatiebetalingen door de Chinese autoriteiten, is toch gesloopt. Foto’s van de woning van vijf verdiepingen midden in een asfaltvlakte gingen de hele wereld over. Boer Luo Baogen en zijn vrouw zijn uiteindelijk akkoord gegaan met een vergoeding van omgerekend 32.000 euro, zei het hoofd van het dorp Xiayangzhang, in de westelijke provincie Zhejiang. De woning werd zaterdag met bulldozers tegen de vlakte geworpen. De buurt waar de twee woonden, moest plaats maken voor een belangrijke verkeersweg. Luo (67) had de bouw van zijn huis net afgerond toen de aanleg van de weg begon. De autoriteiten boden hem een schadevergoeding aan van 27.000 euro, maar dat vond Luo te laag. Later ging hij wel akkoord met het tweede bod, volgens het dorpshoofd omdat Luo genoeg had van de aandacht van de media. Naar: de Volkskrant, 1 december 2012

Foto 17

De Geokrant 73


Geoservice

Puzzel

Toponiemenpuzzel Deze keer een puzzel waarbij in enigszins raadselachtige omschrijvingen zogenaamde toponiemen zijn verwerkt. Een toponiem, ook wel veldnaam genoemd, geeft weer in wat voor soort gebied of plek nederzettingen vroeger zijn ontstaan. Gebruik Wikipedia, Google en wat je maar wilt om de juiste begrippen te ontdekken. Ze maken deel uit van een plaatsnaam in Nederland. Alle plaatsen zijn te vinden op de overzichtskaarten in de Grote Bosatlas. Om je een beetje te helpen, is achter elke aanwijzing de provincie vermeld waarin de te vinden plaats ligt.

1 2 3 4 5 6 7

15 Oplossing puzzel nr. 72 De oplossing van de Spiraalpuzzel is: 1 ruilverkaveling 2 glaciaal 3 legenda 4 arbeidsmarkt 5 taiga 6 analfabeet 7 tornado 8 overbeweiding 9 gloedwolk 10 koolzuurgas 11 stuwingsregen 12 noodhulp 13 parallel 14 loefzijde 15 epicentrum 16 mobiliteit 17 tropen Uit de goede oplossingen trokken wij als winnaar: Thijs Heuvelman, Krimpener­ waard College.

8 9 10

Zijn klas ontvangt een jaarabonnement op de Nederlandstalige editie van de National Geographic.

11 12

1 Doorwaadbare plaats in Gelderland waar het niet donker is.  [Gld] 2 Stadsweide op niveau langs de A4.  [ZH] 3 Spuisluis in een polder in het zeer hoge Noorden van Nederland.  [Gr] 4 Vijfde waterkering in Noord-Holland.  [NH] 5 Het beloken land langs de A27.  [ZH] 6 Laag plantenresten waar kleine vogeltjes vliegen.  [Utr] 7 Open plek in het bos waar kippen lopen.  [Gld] 8 Laaggelegen stuk land dat vaak overstroomt van aanzienlijke lengte.  [Utr] 9 Gerooid stuk bos voor godsdienstige doeleinden.  [Li] 10 Gegraven watergang die al lang niet meer groen is.  [ZH] 11 Deze vesting staat midden in een door rivieren omgeven vlak landschap. [Gld] 12 Kunstmatige heuvel waar een konijn zich thuis voelt.  [Gr]

Stuur de oplossing voor 1 augustus 2013 naar: Redactie De Geokrant, ThiemeMeulenhoff, Postbus 400, 3800 AK Amersfoort. Of mail naar: degeokrant@thiememeulenhoff.nl. De Geokrant 73


(V)AKnieuws

16

Het Franse stadje Clairvaux-lesLacs is met haar blauwe meren en oogstrelend groen landschap een toeristische trekpleister in de Franse Jura. De mensen in het gebied weten dat het juni is als er overal groepjes Nederlandse studenten in het landschap opduiken. Als afsluitend project aan het einde van het tweede jaar Aardwetenschappen richting II aan de VU in Amsterdam worden ze voor drie weken veldwerk naar de Franse Jura gestuurd.

Veldwerk in de Jura

Ontstaanswijze Jura De Jura bestaat uit een asymmetrisch gebergte met een zuidwest-noordoost strekking met een reliëf van 400 tot 1700 meter. Het is décollement tektonisch gebied (zie onderstaande figuur). Dit houdt in dat de kalken van de Jura onafhankelijk van de onderliggende lagen zijn gedeformeerd door de Alpiene orogenese. De tekening bovenaan pagina 17 laat de structuur van het veldwerkgebied zien. De Cote de Leutte bestaat uit harde kalken uit de Midden-Jura en de Combe d’Ain uit zachte mergels uit het Oxfordien. Het plateau bestaat uit harde kalken uit de Boven-Jura. Deze resistente kalken vormen dus het hoge deel van het gebied, terwijl de dalen zich in de zachtere mergels hebben gevormd. Door het onderzoeksgebied loopt de rivier de Ain van het noorden naar het zuiden en de rivier de Hérrison vanuit

Het veldwerkgebied in de Jura

het oosten richting de Ain. Het gebied wordt gekenmerkt door een reculée. Dit is een diepe uitscheuring in het kalksteenplateau door water- en ijserosie. Er heeft twee keer ijs in het gebied gelegen. Tijdens het Riss (130-200 ka) lag het hele veldwerk­ gebied onder het ijs, maar daar zijn geen sporen van terug te vinden. Tijdens het Würm (12-110 ka) lag het gebied aan de ijsrandzone. Alle glaciale vormen dateren uit deze tijd.

Het veldwerk Het onderzoek staat in het teken van morfogenetische kartering van een onderzoeksgebied van circa 65 km2. Dit wordt gedaan door het beschrijven en interpreteren van ongeconsolideerde sedimenten uit het Kwartair en structurele kalksteen, alsmede interpretatie van de landschapsvormen. Uiteindelijk moeten er een morfogenetische kaart, een waarnemingenkaart, twee profielen door het gebied, een

Revemont Bresse

Jura des plateaux

W

Pincée de L’Euthe Clairvaux les Laes L’Ain

Plaine Suisse

Haule-Chaine Mont Noir

LES ROUSSES Noirmont Risoux L’Orhe

E

In deze figuur is te zien hoe de Jura gevormd is als décollement tektonisch gebied door de gebergtevorming van de Alpen. De kalken uit de Jura zijn geplooid, terwijl de onderliggende gesteentes niet gedeformeerd zijn.

De Geokrant 73


17

Morfologische en geologische structuur van het veldwerkgebied. Ons onderzoeksgebied lag in het deel linksonder (over de lengte van de Cote)

lengteprofiel van de voornaamste rivier door het gebied, een stratigrafische kolom en paleografische kaarten van de genese van het gebied worden gemaakt. Alle gegevens moeten worden verwerkt in een spreadsheet. Heel wat werk dus! Nadat iedereen op de universiteit in groepjes van twee een stuk van het veldwerkgebied krijgt toegewezen, wordt er met behulp van een topo­ grafische kaart en luchtfoto’s een morfografische kaart gemaakt. Zo

ontstaat er een idee hoe het onderzoeksgebied er uitziet. De voornaamste vormen, zoals V-dalen, toppen en dalen komen dan al duidelijk naar boven. Eenmaal aangekomen in de Jura krijgen de studenten onder leiding van dr. Kees Kasse en prof. dr. Hans Renssen een inleidende excursie in het veldwerk­gebied. De voornaamste sedimenten en landschapsvormen worden uitgelegd, zodat niemand in het diepe wordt gegooid op de eerste veldwerkdag.

Reliëf van het gebied met de kenmerkende reculée (rechts in het midden)

De Geokrant 73

Na deze inleidende excursie begint het echte werk. Op de fiets moet het veldwerkgebied worden gekarteerd. Omdat er maar twee begeleiders zijn, krijgt elk groepje de eerste dagen een ochtend of een middag begeleiding. De dagen dat je zelf aan het werk bent, zijn het moeilijkst, omdat je eigenlijk geen flauw idee hebt van de genese van het veldwerkgebied en als een kip zonder kop rondloopt. Na een aantal dagen begint de structuur van het gebied echter vorm te krijgen en komt er routine in de veldwerkdagen: overdag het veld in en ’s avonds de gegevens uitwerken en een plan voor de volgende dag maken. Na een week karteren is het tijd voor een tussen­ bespreking. De begeleidende docenten komen langs om het gemaakte werk in te zien. Na veel opbouwende kritiek is er de dag erna een gezamenlijke excursie om iedereen nog meer op het juiste pad te krijgen. In het dal zijn de voornaamste kwartaire sedimenten afgezet. De sedimenten worden geïnterpreteerd op ontstaanswijze: fluviatiel, glaciaal, lacustrien of door zwaartekracht. Dit wordt gedaan aan de hand van de sedimenteigenschappen, zoals samenstelling, sortering en afronding. Met een Edelman grondboor worden er boringen gezet tot anderhalve meter diepte om het sediment te kunnen analyseren. Dit gaat niet altijd even gemakkelijk, omdat er veel grind in het sediment zit. Na ongeveer 160 boringen in drie weken tijd te hebben gedaan, hebben de meeste studenten even genoeg van de Edelmanboor. De genese Na drie weken hard werken is het tijd om alles af te ronden. De studenten zijn erachter gekomen dat er in het gebied verschillende fases van genese zijn geweest. Er wordt onderscheid gemaakt in een pre-glaciale fase, een fase van totale ijsbedekking, een aantal terugtrekkingsfases van het ijs en een post-glaciale fase. Tijdens de pre-glaciale fase werd het kalkgesteente van de Jura opgeheven, geplooid en gebroken. Hierna rukte het ijs op en bedekte tijdens het Würm het hele gebied. Onder het ijs lag een


18

(V)AKnieuws groot meer in het dal van het gebied (Combe d’Ain). Dit is te zien aan glaciale sedimenten die op lacustriene sedimenten gevonden zijn. Het meer kon bestaan, omdat het ijs een dam vormde, zodat het water niet weg kon stromen. Hierna trok het ijs zich terug en de natuurlijke dam smolt weg. Het grote meer stroomde leeg richting het zuiden. Bij elke terugtrekkingsfase van het ijs ontstonden er terugtrekkingsmorenen (of glaciale ruggen). Deze zijn terug te zien in het landschap als langgerekte heuvelachtige vormen. Voor deze glaciale vorm ligt een afzetting met grote scheve gelaagdheid. Door de scheve gelaagdheid en de sedimenteigenschappen is dit te interpreteren als een delta-afzetting. (zie de tekening en foto hieronder) Het smeltwater van het ijs nam sediment mee dat op de overgang van

Tijdens het veldwerk wordt er flink gefietst

een meer en de glaciale rug werd afgezet. Hoe dieper het meer, des te steiler de gelaagdheid. Op de onderste foto is

ijsmargemeer

drainagekanaal

ijsblokken delta

continentaal glaciaal ijs

tunnel overstromingsvlakte

k

roc

bed

links een ontsluiting van een deltaafzetting te zien met de kenmerkende scheve gelaagdheid. Het ijs trok zich in een aantal fases terug de reculée in. Er ontstond een aantal eindmorenes met een delta en een glaciaal meer ervoor. Nadat het ijs diep in de reculée lag, begonnen de rivier de Ain en de Hérrison, gevoed door het smeltwater van het ijs, door het gebied te stromen. Er vormden zich overstromingsvlaktes en terrassen. Het smeltwater zorgde voor veel erosie op het plateau. Na de glaciale fase vormden zich twee Holocene meren in de reculée. De waterval aan het einde van de reculée zette een fluviatiele puinwaaier af. De rivieren werden kleiner, omdat de hoeveelheid smeltwater afnam.

Delta-afzetting

Deltagroeve

Ervaring Ook de studie aardwetenschappen ontkomt niet aan de bezuinigingen. Een van de voorgestelde bezuinigingen is het schrappen van de subsidies op het veldwerk. Het is jammer dat de beleidsmakers er niet van doordrongen zijn dat veldwerk een essentieel onderdeel is van de studie. Aard­ weten­schappen zonder veldwerk is te vergelijken met een student tand­heel­ kunde die behandelingen leert door naar foto’s te kijken in plaats van in de praktijk te oefenen. De ervaring om zelf iets te onderzoeken levert meer kennis op dan het bekijken van De Geokrant 73


19

l’Ain plateau

l’Hérrison

plateau

dal

richting van het ijs glaciale afzetting glaciaal lacustriene afzetting puinhelling erosie door water

Paleografische kaart die de derde terugtrekkingsfase van het ijs aangeeft.

Veldwerk: een bijzondere manier van studeren

Ook dit kom je tegen: een fossiele disco

duizend foto’s. Ik heb de veldwerken tijdens mijn studie altijd als zeer leerzaam ervaren en ik kan mijn studie niet voorstellen zonder. Ik hoop dat er bijtijds wordt ingezien dat veldwerk een noodzakelijk onderdeel van de studie is en dat er niet wordt gekort op de subsidie. De Geokrant 73

Tim Padmos derdejaars student Aardwetenschappen, Vrije Universiteit, Amsterdam

Veldwerken en excursies vormen een belangrijk deel van de opleiding Aardwetenschappen. Je leert in het echt waarnemen waar het tijdens het college over gaat. Vaak is het in het veld ineens allemaal veel duidelijker! Je verzamelt ruimtelijke gegevens. Dat kan gaan om ijskernen op Groenland, fossiele riffen in Marokko of diepzee sedimenten uit de Indische Oceaan. Honderd procent van de studenten gaat daarom al tijdens de studie naar het buitenland! Aardwetenschappers van de VU zijn wereldberoemd om hun veldvaardigheden. Bron: site VU Aardwetenschappen


De Geokrant is een uitgave van ThiemeMeulenhoff. Dit tijdschrift verschijnt twee keer per jaar ter ondersteuning van de methode De Geo voor de onderbouw, leerwegen en tweede fase. Voor meer informatie over de methodes of over de artikelen uit deze Geokrant kunt u contact opnemen met onze klantenservice 088 - 800 2015. U kunt ook een e-mail sturen naar degeokrant@thiememeulenhoff.nl.

ThiemeMeulenhoff Postbus 400 3800 AK Amersfoort


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.