Najaar 2013
74 D E G E O K R A N T Speciale uitgave over Korea Lesbrief: Korea in het nieuws Geonieuws: De Geo voor de onderbouw 9e editie is een feit
Inhoud Geonieuws 3 De Geo voor de onderbouw 9e editie is een feit Lesbrief 4 Korea in het nieuws Geoservice 12 Puzzel: Leer Koreaans (V)AKnieuws 13 Zuid-Korea in beeld 14 South Korea’s Economic Development Process 18 Education in Korea: Achievement, Issues, Problems and Reforms 21 Dokdo: the First Island in Korea to Welcome the Morning Redactie Jan Padmos (hoofdredacteur), Lisette de Boer, Daphne Ariaens Aan deze Geokrant werkten mee: Bong Gun Chung, Ed.D., Seong Keun Hong, Daechang Kang, Theo Peenstra Eindredactie Barbara Visschedijk Vormgeving PrepressMediaPartners Opmaak PrePressMediaPartners Fotografie Theo Peenstra, KCNA KCNA / Reuters/WFA, Jason Reed / Reuters/WFA, Jan Padmos, Alamy/ ImageSelect, Park Jin Hee/Corbis, Pat Behnke / Alamy/ImageSelect, Harchun Wai/Kuala Lumpur Beeld EMK Deventer De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Van de redactie In juli 1953 eindigde de Koreaanse Oorlog. Een vredesakkoord werd echter nooit gesloten. Vooral Noord-Korea doet af en toe verwoede pogingen om de wereld hieraan te herinneren. Na jarenlange stilte zegde Noord-Korea in april 2013 de wapenstilstand van 1953 (voor de zesde keer) op en begon dreigementen te uiten. De spanningen liepen steeds hoger op. Noord-Korea nam de in 2007 gesloten kernreactor Yongbyon weer in gebruik en dreigde met nucleaire tests en zelfs met nucleaire aanvallen. In drie dagen tijd werden zes korteafstandsraketten getest. Seoul zou worden veranderd in een vlammenzee. Een Koreaans-Amerikaanse missionaris werd tot vijftien jaar dwangarbeid veroordeeld. Alle communicatie met het zuiden werd verbroken. Noord-Korea trok zich terug uit de Kaesong Industriële Zone. Gelukkig ebde de spanning weer weg en in juli werden de onderhande lingen over de heropening van Kaesong hervat. Deze recente ontwikkelingen zijn aanleiding geweest om een special te maken over Korea, met de nadruk op Zuid-Korea. Vaak wordt Singapore als voorbeeld gekozen van een land dat zich na de Tweede Wereldoorlog snel heeft ontwikkeld. Maar ook Zuid-Korea maakte in relatief korte tijd een groeispurt . Begin jaren ’70 bedroeg het BNP per hoofd 250 dollar, in 2011 was dit gestegen tot bijna 23.000 dollar. De manier waarop dat is gebeurd, verschilt van landen als Singapore. Niet alleen was de beginsituatie anders, ook de manier waarop de groei is bewerkstelligd, verschilt. Een van de pijlers van de vooruitgang was de nadruk op investeren in het onderwijs. Het feit dat Zuid-Korea op onderwijsgebied al jarenlang te vinden is in de top van de wereld laat zien dat de aanpak vruchten heeft afgeworpen. Echter, er treedt stagnatie op. Samen met de snelle vergrijzing van de bevolking is dit een probleem dat in de nabije toekomst zal moeten worden opgelost. We hebben twee vooraanstaande ZuidKoreaanse wetenschappers bereid gevonden om (in het Engels) twee artikelen over de economie en het onderwijs te schrijven. Een derde deskundige belicht de politiek-geografische problematiek rond het eiland Dokdo. Alle drie de artikelen zijn te kort om de zaak uitvoerig te analyseren, maar moeten worden gezien als een eerste kennismaking. Theo Peenstra heeft zich voor deze speciale uitgave in de Koreaanse taal verdiept. Hij heeft zijn talenknobbel gebruikt om een bijzondere puzzel te maken. Deze is lastiger dan gewoonlijk, maar het is weer eens iets heel anders. Ook de lesbrief is van zijn hand. De leerlingen onderzoeken de verschillen tussen de beide Korea’s en hoe die verschillen zijn ontstaan. Veel leesplezier. Jan Padmos
Bij de voorpagina: Bomun Pavilion, a small wooden gazebo overlooking a quiet duck pond, is a popular place to take pictures for both foreigners as Korean tourists as they visit the Gyeongju area. Gyeongju, Gyeongsangbuk-do, was the capital of the Silla Kingdom for almost a thousand years. It preserves vast amount of significant and fascinating historical heritages. Along with Bulguksa Temple and Seokguram Grotto, the Gyeongju Historical District has been designated as a World Heritage by UNESCO. De Geokrant 74
Geonieuws
Op de KNAG Onderwijsdag op 1 november 2013 in Den Bosch presenteren wij onze gloednieuwe De Geo voor de onderbouw 9e editie, leerjaar 1. Bezoek onze stand en maak kennis met deze nieuwe editie! Of volg de workshop ‘De Geo voor de onderbouw 9e editie’ en blader, klik en swipe samen met ons door het nieuwe materiaal. Ook verzorgt ThiemeMeulenhoff de workshop ‘Inspirerende verhalen voor in de klas’. De Geo 9e editie staat er bol van; vier hoofdpersonen uit deze verhalen vertellen op de KNAG Onderwijsdag over hun belevenissen.
De 9e editie biedt veel vertrouwds, zoals een glasheldere structuur en een stevige, boeiende inhoud. De nieuwe editie biedt daarnaast flexibiliteit, door een duidelijke, solide, gevarieerde
Beeld uit de campagne voor de 9e editie.
De Geokrant 74
onderbouw
3
De Geo voor de onderbouw 9e editie is een feit basis, en volop keuzevrijheid voor optimale differentiatie en maatwerk. Er is veel aandacht voor opdrachten, in zowel de basisstof als de keuzestof, die meerdere leerstijlen en de eigen verantwoordelijkheid van de leerling aanspreken. Ze bieden inzicht in leerstof en leerproces. Met De Geo voor de onderbouw 9e editie is opnieuw een methode gemaakt die werkt, altijd afwisselend is en uitmuntende kwaliteit biedt.
Beoordelen Komt u op 1 november niet naar de KNAG Onderwijsdag, maar wilt u de 9e editie wel graag beoordelen? Bel dan met de klantenservice van ThiemeMeulenhoff voor een beoordelingsexemplaar, telefoonnummer 088 - 800 2015. De 9e editie van De Geo is zo echt als de wereld zelf!
Lesbrief
Korea in het nieuws
Docenteninformatie
Foto 1 Hologram van heel Korea op een ZuidKoreaans bankbiljet van 10.000 won
Inhoud In april 2013 beheersten Noord- en Zuid-Korea het nieuws. De dreiging van Noord-Korea om kernwapens in te zetten, leek te leiden tot een escalatie van het conflict. Zeker nadat Noord-Korea aankondigde het niet-aanvalsverdrag op te zeggen. De Verenigde Staten, China en Rusland mengden zich ook op het politieke strijdtoneel en een oplossing leek ver weg. Gelukkig werd de soep (weer) niet zo heet gegeten als die werd opgediend. Het sluimerende conflict raakte op de achtergrond en vanaf juli werd er door de beide landen weer onderhandeld over de heropening van het industriegebied Kaesong in Noord-Korea. Op 14 augustus werd het complex heropend. Zowel voor Zuid-Korea, dat hier bedrijven heeft staan, als Noord-Korea, dat er veel geld verdient, was heropening erg belangrijk. In deze lesbrief maken de leerlingen kennis met de beide Korea’s en de verschillen tussen de twee landen. Niveau De lesbrief is bedoeld voor klas 3 havo/vwo. De stukken leestekst zijn iets langer dan in andere lesbrieven. Daarom lijkt ons de lesbrief niet geschikt voor klas 1 en 2 havo/vwo of de onderbouw van het vmbo. Maar, wellicht is het het proberen waard. De leerlingen maken gebruik van de Grote Bosatlas (54e editie). De lesbrief kan worden gebruikt als aanvulling op het hoofdstuk ‘Globalisering in Azië’ (klas 2) of ‘India als opkomend land’ (klas 3). U kunt de lesbrief kopiëren voor gebruik in de klas. Voor de leerlingen is de kleurenversie van de lesbrief ook toegankelijk via www.degeo-online.nl. Op het docentendeel van deze website vindt u ook de antwoorden bij de opdrachten.
Kaart 2 ............°O.L.
............°O.L.
............°O.L.
............°O.L.
............°N.B. Hyesan
............°N.B.
Wonsan
Pyongyang
/
In 2013 was Korea regelmatig in het nieuws. In februari deed Noord-Korea een proef met een kernwapen, nadat een paar maanden eerder een raket was gelanceerd. In april werd een industriegebied met Zuid-Koreaanse bedrijven bij de stad Kaesong gesloten en in augustus heropend. In de zomer werd herdacht dat zestig jaar geleden een wapenstilstand was gesloten tussen Noord-Korea en Zuid-Korea, de VS en de VN. Tot 1945 was Korea één land. Nog steeds presenteert Zuid-Korea zich in de wereld als ‘Korea’. In het hologram van Zuid-Koreaanse bankbiljetten staat bijvoorbeeld een kaart van heel Korea (zie foto 1). Maar de grens tussen Noord- en Zuid-Korea is een van de strengst bewaakte grenzen ter wereld. Hoe konden de verschillen tussen de landen in zestig jaar zo groot worden? In deze lesbrief bestudeer je de verschillen tussen Noord- en Zuid-Korea, en ga je uitzoeken hoe die verschillen zijn ontstaan.
e Ze se Ja p a n e tze Oos
Leerlingenmateriaal
Kaesong
............°N.B.
Seoul Incheon
Gele Zee
Pyeongchang
Reliëf in Korea hoogte in meters 0 - 200
Daejon
200 - 500 500 - 1.000
............°N.B.
Daegu
meer dan 1.000 Ulsan
Gwangju Mokpo St ra
4
Pusan a ore K at ............°N.B.
0
50
100 km
De Geokrant 74
5 Opdracht 1 Gebruik kaart 2 en de atlas. a Zoek Korea op in de atlas. Teken de grenzen van Korea in op kaart 2. Doe dat ook in zee, zodat duidelijk is welke eilanden wel en niet bij Korea horen. b Vul met behulp van de atlas de juiste lengte- en breedtegraden in op kaart 2. c De grens tussen Noord-Korea en China ligt al honderden jaren op dezelfde plek, ondanks verschillende oorlogen. Leg uit waarom die grens zo loopt.
Foto 5 Groenteteelt onder plastic in Zuid-Korea
Tekst 3
Landschappelijke overeenkomsten Korea is een bergachtig land. De hoogste bergen liggen in Noord-Korea en aan de oostkust. Aan de westkust liggen heuvelachtige en vlakke gebieden. Daar en in rivierdalen is de meeste landbouw. Deze gebieden worden gebruikt voor het verbouwen van rijst, groente, fruit en graan. De landbouw in Zuid-Korea is veel intensiever dan in het noorden. Veel groenteteelt in het zuiden gebeurt in plastic kassen. In het noorden en het zuiden zijn de bergen sterk bebost. Hoewel Korea geen groot land is, zijn de verschillen in klimaat behoorlijk. In het zuiden is het gemiddeld zo’n 10 graden warmer dan in het noorden.
Foto 4 Rijstteelt in Zuid-Korea
De Geokrant 74
Opdracht 2 Lees tekst 3. Bekijk foto 4 en 5. Bekijk in de atlas de kaarten Oost-Azië en Oost-Azië: Klimaat. De landbouwproductie in Zuid-Korea is veel hoger dan die in het noorden. Geef daarvoor twee natuurlijke verklaringen.
Lesbrief
Korea in het nieuws
Tabel 6a Klimaatgegevens
Tabel 6b Klimaatgegevens
Neerslag (in mm) 35 47 55 96 89 163 210 155 130 53 51 28 1112
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Jaarlijks
Temperatuur (in ° C) 1,3 2,1 6,0 12,1 17,1 20,9 24,7 26,2 22,0 16,6 10,1 4,2 13,6
Neerslag (in mm) 6 7 16 29 57 92 135 143 64 24 16 9 597
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Jaarlijks
Temperatuur (in ° C) -19,3 -14,5 -4,9 5,1 12,3 16,5 20,7 19,9 12,7 4,9 -4,9 -15,7 2,7
Figuur 7b Klimaatgrafiek
220
30
200
25
180
20
160
15
140
10
120
5
100
220
30
200
25
180
20
160
15
140
10
120
5
0
100
0
80
-5
80
-5
60
-10
60
-10
40
-15
40
-15
20
-20
20
-20
0
-25
0
j
f
m
a
m
j
j
a
s
o
n
temperatuur in °C
neerslag in mm
Figuur 7a Klimaatgrafiek
Maand
d
Klimaat in
Opdracht 3 Bekijk tabel 6a en 6b. Gebruik figuur 7a en 7b. a Teken in de klimaatgrafieken van figuur 7a en 7b de gegevens van tabel 6a en 6b. b De klimaatgegevens in tabel 6a en 6b horen bij de steden Hyesan en Mokpo. Zoek in de atlas op waar in Korea deze twee steden liggen en zet de juiste plaatsnaam bij de juiste grafiek. c In welke plaats is het verschil tussen zomer- en wintertemperatuur het kleinst? d Waarom is in die plaats het verschil tussen de seizoenen kleiner? e In Zuid-Korea wordt veel groente en fruit geteeld in kassen. Leg met de klimaatgrafieken uit waarom dat zo is. Tekst 8
Economische en politieke verschillen De verschillen tussen Noord- en Zuid-Korea in natuurlandschap zijn niet zo groot. Maar de verschillen in de inrichting van de landschappen zijn wel erg groot. ZuidKorea is rijk. Er zijn grote steden, snelwegen, pretparken, winkelcentra enzovoort. Noord-Korea is arm. Er zijn geen
temperatuur in °C
Maand
neerslag in mm
6
-25 j
f
m
a
m
j
j
a
s
o
n
d
Klimaat in
grote wegen en er zijn geen reclames voor cola, snoep of de nieuwste telefoons. De grote verschillen in welvaart hebben te maken met de uiteenlopende economische en politieke systemen in beide landen. Zuid-Korea heeft een vrijemarkteconomie. Dit betekent dat bedrijven eigendom zijn van personen. De directie van het bedrijf bepaalt wat en hoeveel er wordt geproduceerd en voor welke prijs de producten worden verkocht. Bedrijven mogen zelf weten wat ze met hun winst doen: reclame maken, hogere lonen betalen, nieuwe machines kopen, of onderzoek doen naar hoe ze hun producten kunnen verbeteren. Om hun producten aantrekkelijk te houden voor de klanten, moeten de bedrijven concurreren. Ze blijven daarom hun best doen om goede en goedkope producten te maken. Zuid-Koreaanse bedrijven verkopen veel producten aan het buitenland. Door de export van producten is Zuid-Korea een rijk land geworden. Een aantal bedrijven uit Zuid-Korea ken je vast wel: Samsung, LG en Hyundai. Noord-Korea is een communistisch land. De bedrijven zijn eigendom van alle mensen samen. Om te bepalen hoeveel er moet worden geproduceerd, heeft de overheid ministeries die plannen maken. Dit systeem heet daarom
De Geokrant 74
7 een planeconomie. De staat bepaalt wat en hoeveel er wordt geproduceerd. De kwaliteit van de producten wordt ook gecontroleerd door de staat. Bedrijven krijgen geen extra inkomsten als ze op een goedkopere manier produceren of betere producten maken. De kwaliteit van de producten in een planeconomie is vaak lager. De macht van de staat in Noord-Korea is erg groot. De leider van het land, Kim Jong-un, wordt door het volk de Geweldige Leider genoemd. Hij is ook de leider van het leger. Dat de macht van de familie Kim erg groot is, zie je bijvoorbeeld aan de jaartelling in Noord-Korea. Die begint op 15 april 1912, de geboortedag van Kim Jong-uns grootvader. Hij was de stichter van Noord-Korea. Wie openlijk kritiek heeft op de leiding van het land, komt in een gevangenkamp terecht, waar de levensomstandigheden heel slecht zijn. Noord-Korea is een dictatuur. Zuid-Korea is een constitutionele presidentiële republiek. Elke vier jaar zijn er verkiezingen voor de Koreaanse Tweede Kamer. Er zijn vijf partijen die de zetels verdelen, maar grote bedrijven hebben ook veel invloed op de keuzes die er in het land worden gemaakt. Om de vijf jaar zijn er presidentsverkiezingen.
Opdracht 4 Lees tekst 8 en vul daarna schema 9 in. Opdracht 5 Gebruik de atlas. Gebruik schema 10. a Er zijn veel verschillen tussen Noord- en Zuid-Korea. Gebruik Statistiek: Wereld achter in de atlas om schema 10 in te vullen. b Gebruik Statistiek: Europa. Omcirkel het juiste antwoord: Het Bruto Nationaal Product van Zuid-Korea is vergelijkbaar met dat van Turkije / Polen / Italië / Nederland / Zwitserland. c Vergelijk Nederland met Korea en omcirkel het juiste antwoord: Het politieke systeem in Nederland is een parlementaire democratie / dictatuur. Het economische systeem in Nederland is een planeconomie / vrijemarkteconomie. Bekijk foto 11 en 12. d Hoe kun je aan de afbeelding van Kim Jong-un zien dat hij een dictator is? e Hoe kun je aan de foto van de Zuid-Koreaanse president zien dat zij een ander soort leider is?
Schema 9
Politiek systeem
Economisch systeem
Kenmerken van het economisch systeem
Noord-Korea Zuid-Korea Schema 10
Inwoners in miljoenen
Inwoners per km2
Zuigelingensterfte per 1000 geboorten
Levensverwachting in Bruto Nationaal Product jaren bij de geboorte per inwoner in euro
Noord-Korea Zuid-Korea Foto 11 Kim Jong-un zwaait naar zijn volk
Foto 12 In mei 2013 bezocht de Zuid-Koreaanse president Park Geun-hye president Obama in Washington
De Geokrant 74
8
Lesbrief
Korea in het nieuws
Tekst 13
De Koreaanse Oorlog Korea was eeuwenlang een land met een eigen koning. Pas in 1910 werd het een kolonie van Japan. De Japanners probeerden Korea Japans te maken, bijvoorbeeld door de Koreaanse taal te verbieden en Koreaanse monumenten te vernietigen. Daardoor nam het verzet tegen Japan toe. Nadat de Tweede Wereldoorlog in Azië was geëindigd met atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, werd Korea weer een onafhankelijk land. Omdat het land al 35 jaar geen regering had gehad, besloten de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten dat ze elk een stuk van het land zouden besturen. Na vijf jaar zouden de beide delen worden samengevoegd. Maar de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten werden het niet eens over hoe de nieuwe Koreaanse regering er uit moest komen te zien. Daarom trokken ze zich terug. Veel mensen wilden toch één Korea. Langs de grens, een rechte lijn langs de breedtegraad van 38 graden N.B., waren soms gevechten. In de zomer van 1950 staken Noord-Koreaanse soldaten met tanks de grens over. Een paar dagen later bezetten ze de hoofdstad Seoul en twee maanden later hadden ze bijna heel Zuid-Korea bezet.
De Amerikanen, die fel tegen het communisme van de Sovjet-Unie en Noord-Korea waren, schoten de ZuidKoreanen te hulp, samen met vijftien andere leden van de Verenigde Naties. Er vochten ook Nederlandse soldaten mee. Noord-Korea kreeg hulp van de Sovjet-Unie en China. De wereldwijde vijandschap tussen de landen met een vrijemarkteconomie en de communistische landen heet de Koude Oorlog. Maar in Korea was de oorlog niet koud! Het was een gruwelijke oorlog die twee miljoen burgers en militairen het leven kostte. Van de bijna 5000 Nederlandse soldaten die in Korea vochten, kwamen er 125 om. De meesten van hen zijn op speciale erebegraafplaatsen in Zuid-Korea begraven. Op 27 juli 1953 sloten Noord-Korea, China en de Verenigde Naties een wapenstilstand. Een vredesverdrag is nooit getekend! De grens tussen Noord- en Zuid-Korea werd een vier kilometer brede zone met hoge hekken. Het is nog steeds een van de zwaarst bewaakte grenzen ter wereld. De Koude Oorlog eindigde toen in 1991 de Sovjet-Unie uit elkaar viel. Het nieuwe Rusland werd ook een vrijemarkteconomie. In andere landen verwaterde het communisme. Noord-Korea is het laatste communistische land ter wereld.
Foto 14 De grens tussen Noord- en Zuid-Korea
De Geokrant 74
9 Foto 15 Guenjeongjeon, de troonzaal van het belangrijkste paleis van Korea. Dit is een van de weinige gebouwen die de Japanners tijdens de bezetting lieten staan
Opdracht 6 Lees tekst 13. Bekijk foto 15. a In het gebouw op foto 15 stond de troon waar de Koreaanse koningen hun gasten ontvingen. Bedenk waarom de Japanners de meeste van dit soort gebouwen hebben vernield toen ze Korea bezetten. Bekijk foto 14. b Noem drie dingen waaraan je kunt zien dat deze grens zwaar bewaakt is. c Noord-Korea heeft op verschillende plekken tunnels onder de grens door gegraven naar Zuid-Korea. Bedenk waarom Noord-Korea dat heeft gedaan. Tekst 16
Wederopbouw Na de Koreaanse Oorlog waren beide landen verwoest. Steden, industrie en wegen moesten opnieuw worden opgebouwd. Het noorden kreeg daarbij hulp van de communistische buren China en de Sovjet-Unie. De economie groeide daardoor flink. Toen Noord-Korea zich begon af te keren van de twee buurlanden, vertraagde de groei van de economie. Tot 1976 was het noorden nog rijker dan het zuiden, maar daarna raakte het economisch steeds verder achterop. Na de val van het communisme in de Sovjet-Unie bleef alleen China als bondgenoot en handelspartner over. In Zuid-Korea was men het er niet over eens hoe het land moest worden opgebouwd. Acht jaar na de oorlog greep het leger de macht. De legerleider Park Chung-hee stelde een economisch plan op. Dat plan was erg succesvol. Het was gebaseerd op enkele belangrijke punten: ■ Landhervorming: De boeren waren arm. Park hielp de plattelandsbevolking door ze te laten samenwerken. Hij gaf dorpsbewoners bijvoorbeeld een zak cement met de opdracht er iets voor het dorp mee te doen, bijvoorbeeld een brug of een weg bouwen. Als mensen het niet voor hun eigen huis gebruikten, kregen ze het volgende jaar meer bouwmaterialen om samen te gebruiken. Door deze samenwerking van De Geokrant 74
mensen op het platteland, groeide de productie van de landbouw sterk. ■ Herbossing: In de bergen werd veel nieuw bos aangeplant. Tijdens de oorlog was veel bos omgekapt voor brandhout. ■ Opbouw van de industrie: Met geld dat Park leende uit de Verenigde Staten en Japan, de vroegere vijand, werden fabrieken gebouwd. Die fabrieken leverden basisproducten voor binnenlands gebruik, zoals cement, staal en kunstmest. Er werden ook consumptiegoederen gemaakt. Die werden vooral verkocht aan het buitenland. Met die export van bijvoorbeeld kleding, verdiende Zuid-Korea geld terug om de leningen af te betalen. Een van de eerste exportproducten waren pruiken van mensenhaar! Bij de opbouw van de industrie speelde de overheid een belangrijke rol. Er was een superministerie van planning dat familiebedrijven hielp om de economie op te bouwen. De overheid beschermde de bedrijven door het aantal stakingen te beperken. Deze familiebedrijven, chaebols, groeiden uit tot de grote bekende bedrijven als Hyundai, LG en Samsung. ■ Onderwijs: Bijna 600 jaar geleden vond een Koreaanse koning het al belangrijk dat het volk kon lezen en schrijven. Daarom bedacht hij een schrift dat heel eenvoudig is. Het Koreaanse alfabet bestaat uit 24 letters die logisch bij elkaar passen. Dat Koreanen de meeste tekens per seconde kunnen sms’en heeft dus niet te maken met de grote aantallen telefoons die Samsung maakt, maar met het eenvoudige alfabet! Toch was na de oorlog een groot deel van de bevolking nog analfabeet. De nieuwe regering was ervan overtuigd dat onderwijs belangrijk was om goed functionerende bedrijven te krijgen. Nog steeds geeft de Zuid-Koreaanse overheid veel geld uit aan onderwijs. Ongeveer 20% van de rijks uitgaven gaat naar het onderwijs, in Nederland is dat 12%. In internationale vergelijkingen presteren Koreaanse leerlingen altijd heel goed. In het onderwijs is behalve kennis ook het leren oplossen van problemen een belangrijk onderwerp.
Opdracht 7 Lees tekst 16. Zijn de volgende beweringen waar of niet waar? 1 Noord-Korea werd bij de wederopbouw gesteund door China en de Verenigde Staten. waar / niet waar 2 Zuid-Korea heeft sinds de Koreaanse Oorlog een economische voorsprong op Noord-Korea gehad. waar / niet waar 3 Chaebols zijn familiebedrijven die vroeger door de overheid werden gesteund. waar / niet waar 4 Bij de wederopbouw legde Zuid-Korea de nadruk op de ontwikkeling van de landbouw. waar / niet waar 5 Het Koreaanse alfabet is makkelijker om te leren dan het Chinese of Japanse. waar / niet waar
10
Lesbrief
Korea in het nieuws
Opdracht 8 Gebruik nog eens tekst 16. a Leg uit waarom het project van Park om mensen in dorpen te laten samenwerken de opbrengst van de landbouw sterk verhoogde. b Sommige critici vinden het samenwerkingsproject van Park op het platteland communistisch. In hoeverre ben je het daarmee eens? c Leg uit waarom pruiken een goed exportproduct waren, als je let op de kosten van grondstoffen, arbeidsloon en opbrengsten. d De Koreaanse overheid zorgde in die tijd vooral voor basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en universiteiten. Er werd niet veel geïnvesteerd in scholen voor beroepsonderwijs. Bedenk waarom de overheid toen weinig geld stak in technische scholen. Foto 17 Examenstress! Hoge cijfers op examens zijn heel belangrijk om tot een goede universiteit te worden toegelaten
Tekst 18
De toekomst
Het hoge onderwijsniveau heeft ervoor gezorgd dat de lonen in Zuid-Korea sterk zijn gestegen. Voor veel productiewerk zijn de Koreaanse lonen te hoog. De telefoons van Samsung worden grotendeels niet meer in Korea gemaakt, maar in China en Vietnam. In de autofabrieken van Hyundai in Ulsan hebben robots een deel van het werk overgenomen. Een auto maken kost nog maar 6 uur. De fabriek ligt direct aan de haven, zodat de auto’s gemakkelijk kunnen worden geëxporteerd, maar modellen voor de Europese markt worden in Tsjechië gemaakt. Wat wel in Korea gebeurt, is het onderzoek naar de verbetering van producten.
de steden, waar woonruimte ook nog eens erg duur is. In Seoul is het gemiddeld aantal kinderen per vrouw minder dan 1. De natuurlijke bevolkingsgroei is daardoor erg laag. Omdat dertig jaar geleden het geboortecijfer veel hoger was, zijn er nu vrij veel jonge vrouwen en groeit de bevolking nog tot 2030. De verwachting is dat de omvang van de bevolking in Zuid-Korea over tien jaar flink begint te dalen. Het aantal ouderen neemt dan juist sterk toe.
Er zijn nu zo veel hoogopgeleiden dat er een tekort is aan banen voor de afgestudeerden, maar er is een tekort aan lagergeschoolden. Korea heeft vrij weinig immigranten. Ongeveer 3% van de bevolking is niet in Korea geboren. De grootste groep daarvan komt uit China, maar er zijn ook ruim 100.000 Amerikaanse soldaten bij. Voor nietKoreanen is het niet gemakkelijk om in Korea te wonen en te werken. Veel Koreanen vinden hun Koreaanse identiteit erg belangrijk. Het is daarom niet de verwachting dat het sterfteoverschot van de komende jaren zal worden aangevuld met immigranten uit lagelonenlanden.
Opdracht 9 Lees tekst 18. Bekijk foto 17. Bekijk foto 19. a Bij welke alinea van tekst 18 past het begrip arbeidsproductiviteit? Schrijf dit woord boven die alinea. b Wat gebeurt er met de arbeidsproductiviteit in Korea? c Bij welke alinea van tekst 18 past het begrip ontgroening? Schrijf dat woord boven die alinea. d Wat is het grote probleem van ontgroening voor de toekomst van Korea? e Bij welke alinea van tekst 18 past het begrip discriminatie? Schrijf dat woord boven die alinea. f Waarom kan het een probleem zijn dat Koreanen niet erg openstaan voor het opnemen van immigranten in hun samenleving? Foto 19 In Ulsan worden per jaar meer dan 1,5 miljoen Hyundais per jaar gemaakt. In 2011 maakte Hyundai buiten Korea al 2,2 miljoen auto’s.
Het basisonderwijs en voortgezet onderwijs is voor leerlingen gratis of goedkoop, maar universiteiten zijn verhoudingsgewijs erg duur. Omdat een goede opleiding een betere kans op werk betekent, willen veel leerlingen naar de universiteit. Dat kan een oorzaak zijn van het feit dat ouders weinig kinderen nemen. Dat geldt vooral voor
De Geokrant 74
11
De Geokrant 74
Opdracht 11 Lees nog eens tekst 20. Bekijk figuur 21. a De bevolking van Noord-Korea is lager opgeleid dan die van Zuid-Korea. Waarvoor zou het samengaan van de beide Korea’s een oplossing kunnen zijn? b Bedenk wat er met de machthebbers in Noord-Korea gebeurt als de grenzen tussen Noord- en Zuid-Korea verder opengaan en er meer contacten tussen mensen uit beide landen ontstaan. c Ben je het eens met de conclusie in tekst 20 dat het samengaan van Noord- en Zuid-Korea op korte termijn niet waarschijnlijk is? Leg je antwoord uit. Figuur 21 Bevolkingsgroei Noord- en Zuid-Korea. 60 50 Bevolking
40
(in miljoenen)
30
Zuid-Korea
20
Noord-Korea
10
0
0
20 5
0
20 4
0
20 3
0
20 2
0
20 1
0
20 0
0
19 9
0
0
19 8
Terwijl het zuiden zeer veel internationale contacten heeft, raakt Noord-Korea steeds verder geïsoleerd. Een industriegebied met Zuid-Koreaanse bedrijven bij de stad Kaesong, waar 50.000 Noord-Koreanen werkten, werd in april 2013 gesloten. De lonen waren er erg laag, maar voor Noord-Korea was het gebied een belangrijke inkomstenbron. Op 14 augustus tekenden de beide landen weer een verdrag over de opening van de bedrijven. Noord-Korea handelt vooral met China, het exporteert grondstoffen en kleding en het importeert voedingsmiddelen. Waarschijnlijk verkoopt Noord-Korea ook raketten aan landen als Iran, maar daar zijn geen officiële cijfers over. De rest van de wereld maakt zich zorgen over de NoordKoreaanse wapenindustrie. Het land heeft kernwapens en kan die volgens deskundigen binnenkort ook met raketten afvuren. Vooral de Verenigde Staten zijn daar erg boos over. Die boosheid is voor Kim Jong-un, de leider van het land, een bewijs dat de wapens nodig zijn. Amerika is de vijand! Hij vertelt zijn volk dat het trots moet zijn op die wapens, ook al gaat dat ten koste van de welvaart en het welzijn van het volk. Dat lukt goed. Zijn partij, de enige in het land, heeft drie miljoen leden. Daarnaast steunt het leger van 1,2 miljoen soldaten de leider. De kans dat de machthebbers worden verdreven, is daarom klein. Ongeveer 200.000 mensen die wel protesteerden, zitten in gevangenkampen. De laatste tijd zoekt China meer contact met Zuid-Korea. De Chinezen willen niet dat Noord-Korea kernwapens heeft. De kans op een nieuwe oorlog is trouwens niet heel groot. Noord-Korea zou snel verslagen worden door het moderne Zuid-Koreaanse leger, dat geholpen zou worden door de Verenigde Staten. Dat weet Kim Jong-un ook. Maar de kans dat Noord en Zuid binnenkort weer worden samengevoegd tot één land is ook niet heel groot. Sommige mensen zeggen dat China en Japan in een verenigd Korea als buurman een economische bedreiging zien. Bovendien zien veel jongere Zuid-Koreanen het ook niet zitten. Als de landen worden herenigd, zal ZuidKorea veel moeten betalen om Noord-Korea te ontwikkelen. De jongeren kennen hun familieleden aan de andere kant van de grens niet, en ze voelen zich niet verbonden met de Noord-Koreanen. Ze hebben ze namelijk nog nooit gezien of gesproken.
Opdracht 10 Lees tekst 20. Gebruik nog eens kaart 2. a In Kaesong werken ongeveer 50.000 Noord-Koreanen. Bekijk de ligging van de plaats op kaart 2. Waarom is juist Kaesong gekozen als locatie voor het samen werkingsproject? b De lonen in Kaesong worden door de Zuid-Koreaanse bedrijven aan de Noord-Koreaanse overheid betaald. Die betaalt dan weer de arbeiders. Waarom denk je dat dit op deze manier is geregeld? c Wat is het belangrijkste element in de onafhankelijkheid van Noord-Korea?
19 7
Tekst 20
Geoservice
12
Puzzel Oplossing puzzel nr. 73
Leer Koreaans
De oplossing van de Toponiemenpuzzel is:
In vergelijking met andere Oost-Aziatische talen is het Koreaanse schrift erg eenvoudig. De vijftiende-eeuwse koning Sejong wilde daarmee het volk alfabetiseren. De lettertekens staan in lettergrepen bij elkaar in een denkbeeldig vierkant en worden van bovenaf met de klok mee gelezen. Een letter staat nooit alleen. Als een woord met een klinker begint, wordt vooraf een stomme - geschreven. Na een losse medeklinker komt een stomme - _ - . esc
1
tab control
2
4
5
6
7
8
9
0
-
=
;
ㅁ ㄴ ㅇ ㄹ ㅎ ㅗ ㅓ ㅏ ㅣ ,
ㅋ ㅌ ㅊ ㅍ ㅠ ㅜ ㅡ alt
J X
.
\
[
ㅂ ㅈ ㄷ ㄱ ㅅ ㅛ ㅕ ㅑ ㅐ ㅔ
shift caps lock
3
1 Lichtenvoorde 2 Hoogmade 3 Noordpolderzijl 4 Edam 5 Hoogblokland 6 Vinkeveen 7 Hoenderloo 8 Langbroek 9 Kerkrade 10 Rijpwetering 11 Waardenburg 12 Holwierde
] ‘ shift
/
Uit de goede oplossingen trokken wij als winnaar: Ivo Nijland, lyceum De Grundel in Hengelo.
<>
dzj
m
t/d /ng
n k
k/g
t
s
r/l tsj
jo h
ph/f
joh o
joe
ja
oh oe
ae a
e i
Zijn klas ontvangt een jaarabonnement op de Nederlandstalige editie van de National Geographic.
uh
Op onderstaande wereldkaart staan 15 grote steden in het Koreaans genoemd. In elk bijbehorend vlak liggen meerdere steden. Aan jullie om te ontcijferen welke stad bij welk nummer hoort.
파리 1
2
6 키에프
4
로마 5
워싱턴
베이징 11 9
로스 앤젤레스
이스파한 뭄바이 10
라고스 7
상파울루
3
12 평양
홍콩 13 14 프놈펜
더반 8
시드니 15
Stuur de oplossing voor 15 januari 2014 naar: Redactie De Geokrant, ThiemeMeulenhoff, Postbus 400, 3800 AK Amersfoort. Of mail naar: degeokrant@thiememeulenhoff.nl. De Geokrant 74
(V)AKnieuws
Zuid-Korea in beeld
Seoul at night
Chuam beach
Gongnyong
Busan
Gyeongbokgung Hyangwonjeong
De Geokrant 74
13
14
(V)AKnieuws
Korea is an advanced country that has a large economy for its size and an advanced level of industrialization. As of 2011, its population was about 49 million, or 0.7% of the world population, but its GDP accounted for 1.60% of the world GDP. The size of its economy was ranked 11th in the world. As of 2011, the agricultural sector accounted for 2.7% of the GDP, manufacturing 39.2%, and the service industry 58.1%. The country has a strong manufacturing foundation and an advanced service sector. Unlike many other advanced nations, South Korea has a quite competitive manufacturing sector. South Korea’s shipbuilding industry is ranked 1st in the world, whereas its steel industry 6th. It also has two consumer electronics firms that are among the top ten electronics manufacturers in the world. The South Korean economy has high dependency on exports. The country pursued a rapid industrialization through exports in order to overcome shortage of natural resources and limitation of a small domestic market. The percentage that Korea’s exports takes in the GDP grew from less than 5% in 1960, to 32% in 1997, and to over 50% in 2010. This article intends to explain the process of South Korea’s economic development with focus on how it found the opportunities for economic development, which lifted one of the poorest nations in the 1950s into an advanced country like it is today.
South Korea’s Economic Development Process more than 4.4 billion dollars of aids, mostly from the US and could build its light industry capability during this period without mobilizing savings of rural areas. Even if the South Korean economy couldn’t escape the depression during this period, it was about to take off, backed by expansion of education. South Korea wanted to solve the foreign currency shortage issue by export-oriented industrialization. The reason why South Korea adopted this policy was that it had no other alternative for overseas aid. Thanks to the export-oriented industrialization, the South Korean economy started to take off in the mid-1960s. Its exports expanded drastically, growing at an annual average of 40% in the 1960s, and 26% in the 1970s. Its per-capita GDP grew at an annual average of about 7.0% from 1963 to 1970, and about 6.5% from 1980 to 1996. There were two reasons behind the consistent growth. The first reason was
70 60
that it was established as a developing country. Having secured power by a military coup in 1961, General Park Jung-hee was later elected as president and wanted to legitimize his power by economic growth. He benchmarked Japan’s economic development model and created a concept of ‘developing nation’. The second reason was conversion to export-oriented industrialization. At first, the Park administration considered upgrading the existing import-substitution industrialization policy, but soon shifted to exportoriented industrialization. In the 1960s and early 1970s, the exports’ proportion out of the GDP grew rapidly. It was only 4.8% in 1963, but grew to 31.0% in 1976. South Korea started by exporting light industrial goods. However, as exports expanded, its import of raw materials, intermediary goods, and machinery, which were needed to make export goods, also increased.
Share in value added by sector (% of GDP) Agriculture, value added Industry, value added Service, etc., value added
50
Period of economic accomplishment: 1960s to 1980s After the Korean War ceased in 1953, the South Korean economy remained in depression for about ten years. The low growth rate can be accounted for by the depressed agricultural sector. Necessary capital was secured from foreign aids. South Korea received
40 30 20 0 10 1965
1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
Share in value added by sector
De Geokrant 74
15 The export-oriented industrialization policy resulted in functioning market disciplines, financing from the global capital market, and more jobs. First of all, market disciplines were applied to Korean exporters. Their performance was determined by their competitiveness in the world market, and the economy of scale became viable. Secondly, the money earned by exports helped South Korea continuously to borrow capital in the international capital market, instead of seeking for overseas aid. Thirdly, the export-oriented policy was accompanied by modernization. It brought the nation the know-how of businessmen and investors of advanced nations. Also, the export-oriented industrialization created jobs for workers. The jobs did not pay much, but paid more than what the underemployed workers would earn in rural areas. They offered the workers an exit from poverty. Industrial policy The key strategy of the export-oriented industrialization policy was to export labor-intensive manufactured goods to developed countries. However,
such a policy that depended on labor-intensive industries was not sustainable. The South Korean government decided to nurture heavy and chemical industries as a long-term plan, and focused its supports to this goal. In the early stage of economic development, the South Korean government intervened in industrialization aggressively. This was possible, because the development system was built by the Park Junghee’s authoritarian government. After the preparatory stage in the late 1960s, the South Korean heavy and chemical industries (the chemical, steel, machinery, electronics and automobile industries) were developed to its full extent in the 1970s. This is when conglomerate groups or chaebols started to appear. The South Korean government did not stop at nurturing heavy and chemical industries only, but set its ultimate goal to developing high-tech industries. The heavy and chemical industries were actively protected by the government. In pushing forward the heavy and chemical industry protection policy, the government restricted entrance into the industry and selected businesses which would carry out projects. In the process, the government encouraged
creation of corporate groups or chaebols. Such a policy aimed to make more intensive use of limited management capabilities and build a domestic capital market that would support long-term investment. Thanks to such an industrial policy, the heavy and chemical industries grew and developed. On the other hand, some argue the industrial policy that favored the heavy and chemical industries cost South Korea dearly. Among others, chaebols were supported by taxpayers’ money, a part of which might otherwise have been used for people’s welfare. The protection in the domestic market led to the higher price of their products in the home market, which in turn increased the production cost of other unprotected industries. Also, the increased price passed on to the consumers. In addition, it caused macroeconomic instability in the short term, and resulted in a financial system that functions inefficiently because of the government’s strong influence. However, others argue that chaebols have undeniably led Korea’s economic growth, contributed to creating enormous jobs in Korea now and have conducted many projects to implement corporate social responsibilities. Anti-corruption The industrial policies can create an environment where corruption becomes more structural and widespread. However, corruption could be held under control so it did not spread beyond a certain level. This is an important characteristic of South Korea’s economic development process, and was one of the factors for the nation to sustain rapid economic growth. This was because there were elements that could curb corruption. First of all, South Korea did not have strong private interest groups that could have dominated and incapacitated power in the early period of the nation’s foundation. A considerable portion of economic power was concentrated on bureaucratic organizations. The second element was the spread
Chaebol Samsung
De Geokrant 74
(V)AKnieuws
Liberalization and improvement of technology capability: from 1980 to mid-1990 As the heavy and chemical industries developed to its full extent, movement towards economic liberalization started. With the perception that its heavy and chemical industry policy of the 1970s crossed the line driving the nation’s economy into a crisis, the South Korean government pushed for economic liberalization. The South Korean government abandoned the previous industrial policies, and shifted to economic liberalization during the 1980s. Liberalization The government gradually reduced its protection for the heavy and chemical industries by lowering the customs duties and abolishing import quota. It also removed fiscal incentives for them. The liberalization strengthened market disciplines. As competition got fiercer due to liberalization, businesses had to improve their efficiency to survive and could grow accordingly. The government’s act of adjusting the
120 100 Exports plus imports
80 60
Exports
Imports 40 20
Exports minus imports
0
08 20
03 20
98 19
93 19
88 19
83 19
78 19
73 19
68 19
63 19
58 19
53
-20
19
of education. This has increased elementary school enrollment and literacy rates dramatically. Investments in education continued and citizens’ education level improved. This made the majority of people build strong anti-corruption awareness. Thirdly, groups of capable bureaucrats, who were formed by a transparent and objective selection system, contributed to curbing corruption. Fourth, even if economic development was led by the government, the industrialization was carried out while private ownership was established. Even if there were many policy-based restrictions and privileges towards businesses, economic development was basically driven by the market economy system, which has its foundation in private ownership. The fifth element was the spread of democracy, which played a crucial role in containing corruption. The existence of political forces that could check against the government played a crucial role in containing and watching over the corruption of the ruling clique.
% of GDP
16
South Korea’s import and export
liberalization process to ensure the growth foundation of the heavy and chemical industries would not be undermined, had a huge impact on their growth. The government severely cut down on the previous fiscal incentives in the 1980s, but it weakened protection more gradually by noticing in advance the adjustment of the quotas and reduction of customs duties. Improvement of technology capability The liberalization of the 1980s was accompanied by the new efforts of both government and the private sector to enhance technological capability. South Korean companies acquired the necessary know-how from their overseas partners mostly in the 1960s and the 1970s, and developed technologies by mimicking mature technology through reverse engineering. However, labor costs increased over time, and developed countries were not as willing as before in transferring their technology. This made South Korean companies recognize the need to adopt a new
strategy in the early 1980s to improve their technological capability. At the same time, the government supported R&D activities of local companies, while gradually decreasing protection and subsidies. Chaebols, which occupied a dominant position in the economy, adapted to such an environment much better. Where the international capital markets were not fully developed, the domestic capital market for chaebols was a strong advantage. Chaebols could take advantage of their scale and diversified structure. They also utilized international network to recruit talent overseas, and could buy out foreign companies with important technology that were in a financial strap. They also formed a strategic partnership with multinational companies of developed nations. As a result, R&D activities in South Korea grew dramatically. In the process, South Korean students who had studied overseas started to come back to South Korea in large numbers in the early 1980s. South Korea could reverse the trend of brain leakage. South Korea could maintain a high
25.000 GDP per capita (current US$)
20.000 15.000 10.000 5.000
1960
1965
1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
South Korea’s GDP per capita
De Geokrant 74
17 growth rate across the economy, not only in the heavy and chemical sectors. The heavy and chemical industries grew faster than the light industry, even if the protection and subsidy for them were reduced. In addition, the export structure became more favorable to the heavy and chemical industries. The reason why the export proportion of the heavy and chemical industries increased, despite the reduction of the subsidies was their improved international competitiveness. Economic crises South Korea has experienced three major economic crises since 1970. The second oil shock of 1979, the Asian foreign currency crisis of 1997, and the global financial crisis of 2007 worked as decisive factors for South Korea’s economic development process. Asian foreign currency crisis In 1997 when the nation’s economy size became quite significant after the continued high growths and became more sophisticated structurally, South Korea suddenly found itself in serious trouble created by the Asian foreign currency crisis. The Asian foreign currency crisis drastically changed South Korea’s economic structure, and it still has a lasting impact. The crisis placed South Korea under the IMF management because it received relief loans from the IMF. In the process, South Korea reformed corporate governance structure, reshaped the financial sector, drastically changed the employment practice in the labor market, and reformed the accounting audit system. In addition, Korea officially started a campaign to make a transition to an advanced knowledgebased economy in which domestic innovations can be a main source of sustaining economic growth. The emphasis on the development of knowledge economy can be seen from the total expenditure on education. Its share of GDP reached 7.1 percent in 2002, much higher level than the OECD average of 5.8 percent. Korea only fell behind Iceland, United States and Denmark in this regard. As a result of the investment in knowledge, Korea De Geokrant 74
has become one of the world leaders. Since the Asian foreign currency crisis, the South Korean economy has remained in a low-growth stage and has now a bipolarized structure. Employment opportunities became seriously scarce and job security radically weakened. The large corporations and banks that survived the crisis became much bigger, which led to more severe concentration, fixation of monopolistic structure, and higher dependency on chaebols. The companies whose size got bigger, applied a more capital-intensive production approach compared to the pre-crisis period, and thus improved the management performance dramatically as the labor productivity, return rate, and productivity improved. On the other hand, risk aversion tendency got stronger. Many large corporations retained their huge profit and hesitated to make investments. This gradually weakened large corporations’ ability to generate jobs. Since the crisis occurred due to the lack of foreign reserve, the government has since continuously accumulated foreign reserve to prevent recurrence of a foreign currency crisis and strengthen its defensive barrier. Now, it possesses a huge foreign reserve. Global financial crisis The financial crisis that originated from the US due to the 2007 subprime mortgage debacle evolved into a global-scale economic crisis that swept through the whole world including Europe and Asia. The three major reasons that South Korea was contaminated by the global financial crisis are slow exports, dominance of exports by a few large companies and products, and foreigners’ doubts over South Korea’s economic reform. To respond to the crisis, the South Korean government pushed forward expansionary financial and fiscal policies. The central bank continuously lowered the base rate and strived to expand credits in the market. The government drew up two expansionary fiscal policies in 2009. The first measure was incorporated in the 2009 main budget, by which the government executed a fiscal spending expansion
measure, equivalent to 2% of the nation’s GDP. The second measure was to increase the fiscal spending by 1% of GDP by allocating an extraordinary budget in April 2009. As a result, South Korea escaped the economic crisis in 2010, earlier than many other nations, and achieved a high growth rate. Such a fast recovery was primarily driven by stronger exports. Daechang Kang Korea Institute for International Economic Policy (edited by J. Padmos)
Partnership between South Korea and the United States
18
(V)AKnieuws
Korea is one of the three divided countries in the post second world war era, along with Germany and Vietnam. It has been hidden from the westerner’s view until the 19th century, when they called Korea a hermit kingdom or the land of morning calm. Korea was the honor student of then dominant Chinese Confucian theories and practices, but fell victim to Japan, which successfully turned from a backward imperialist country into a westernized military power. After WW II Korea got independence, but was divided into North and South Korea, which caused 3 years of brutal war. From the debris and misery South Korea rose and became a member of the OECD in 1996. In 2010 it became the world’s 14th largest economy. One of the most important reasons for this remarkable development was education.
Hunger for education Korean people are highly motivated for education and there are several periods to demonstrate this. Firstly, schools were not closed during the Korean war. The teachers who fled from the region which was occupied by the enemy opened tent schools which were set up in refugee camps in
Going home at midnight
Education in Korea: Achievement, Issues, Problems and Reforms the southern part of South Korea. In those temporary schools for primary to higher education schooling was maintained during the war without interruption. Secondly textile companies hired large number of girls for their cheap labor in the 1960s-80s. The girls came from poor rural areas. These textile companies had their own schools. The girls went to school and worked in shifts in the factory in the same building. The government supported the factory schools by legislation to assure their standard and quality of teaching. These episodes are proud parts of Korean educational history. Economic development and education In 1962 Korea’s per capita income was about 87 US dollars, which increased to more than 23,000 US dollars in 2011. It was a spectacular rise and Korea is the only country that succeeded in this. One of the most important reasons for this is education. The expansion of education in Korea shows a wave pattern. The rapid expansion of primary education came first. The number of children who finished primary school increased and secondary and tertiary schooling followed. This is common now in many other developing countries. Large scale education contributed to the economic growth by teaching the
workers to read and write. This was necessary because the nation’s industrial manpower required a high level of skill and technology. Secondary education was fully developed in the early 90s. Academic education started to develop in the early 80s. Private vs public One of the unique features of Korean education is that there are many private schools. About 25% of the lower secondary schools, 50% of the upper secondary schools and 75% of the schools for higher education are private. It means that the government profoundly relies on the private sector to provide education to meet the rising demand for schooled workers. Moreover, the Korean government succeeded in controlling the autonomy of private schools by laws and policies. They also subsidized secondary schools. Korea’s ratio of educational expenditure to GDP is the highest among OECD countries. Children make long hours at school and after school they often take private courses in the evening. The length of time spent on education by Korean students is the longest among the OECD countries. There are not enough schools to meet the increasing demand for schooling. However, with the increasing investment of the government in De Geokrant 74
education, the average number of students in a class is decreasing most remarkably among the OECD countries. The average number of students in a class in primary schools was 24.3 in 2012, slightly more than the average OECD countries but less than some other countries like Japan or Israel. Classrooms today are quite different from the overcrowded classrooms in the 1960s. Korean teachers are well paid. After 15 years of experience their salary is among the highest compared to those in other OECD countries. Naturally, only those students who graduated from university with the highest grades can become teachers. Achievements Korea – along with Finland and other Asian countries – has been on the top achiever list in PISA since 2000, when it was introduced. Particularly in 2003, when OECD included the test of problem solving capacity to PISA, Korean 15-year-old-students were top ranked. Because Korean education depends mostly on rote-learning the highest performance in problem solving of Korean students was rather unexpected. Scholars studied the success factors of education in Finland, but not the success of East Asia. Korean education has been
thousands
19 923
1000
920
827
Age 6 - 21 682
609
600
493
0
1970
1980
1990
2000
2010
421
2020
2030
311
2050
Shrinking school age population
successful because of rote-learning, but its success also depends on the exceptional motivation for education of the students. The highest performance of Korean students attracts attention once more because it costs are relatively little when compared to rich countries in Europe and America. In PISA results Korea shows the smallest varieties within and between schools, i.e., achieving a high level of equity in schooling. Certainly this seems to be largely attributed to the no choice policy in secondary level. Because the students from different socio-economic background are randomly mixed in schools, they profit from this. As a result the levels of student achievements show little difference. A major reason for this is that the students study hard for entrance competition for further education.
It needs to be pointed out that the socio-economic environment of Korea is favorable to the rapid expansion of education. Nowadays it is possible to move up the social ladder, because the traditional barrier of aristocracy and landlord class was dismantled during colonization and the Korean War. Korea is one of the countries with the highest social mobility and someone can be successful in life with less influence from one’s family background. It is possible to move up the social ladder easily, if someone can prove oneself. One of the ways to show one’s ability as a student is one’s academic performance. In other words, Korea has traditionally strong rewards for education. Highly educated people usually deserve social respect, self-esteem, higher wages, etc. There was a higher demand for manpower, because the industry
Statistically significantly above the OECD average Not statistically significantly different from the OECD average Statistically significantly below the OECD average On the reading subscales
Shanghai-China Korea Finland Hong Kong-China Singapore Canada New Zealand Japan Australia Netherlands Belgium Norway Estonia Switzerland Poland Iceland United States
On the overall reading scale
Access and retrieve
Integrate and interpret
Reflect and evaluate
Continuous texts
Non-continuous texts
On the mathematics scale
On the science scale
556 539 536 533 526 524 521 520 515 508 506 503 501 501 500 500 500
549 542 532 530 526 517 521 530 513 519 513 512 503 505 500 507 492
558 541 538 530 525 522 517 520 513 504 504 502 500 502 503 503 495
557 542 536 540 529 535 531 521 523 510 505 505 503 497 498 496 512
564 538 535 538 522 524 518 520 513 506 504 505 497 498 502 501 500
539 542 535 522 539 527 532 518 524 514 511 498 512 505 496 499 503
600 546 541 555 562 527 519 529 514 526 515 498 512 534 495 507 487
575 538 554 549 542 529 532 539 527 522 507 500 528 517 508 496 502
PISA 2009: comparing countries performance
De Geokrant 74
20
(V)AKnieuws created more labour-intensive jobs. This increased the expansion of secondary and tertiary education. Last but not the least, successful family planning has made it possible to put more family resources to a reduced number of children for schooling and care. Current problems The shrinking school-age population has serious impacts on education. Coupled with urban migration, the schools in rural areas are empty, colleges and universities are on the verge of bankruptcy and there is a teacher oversupply. It is quite controversial what the causes of such a decrease in demography are. One common view is that the hardship of rearing children in the overly competitive Korean education system makes parents choose to have less children. The congruence of the current level of low fertility and the rapid aging of Korean society is pressing hard on the education sector to find a solution. The demand for private tutoring, in other words, the shadow education, is caused by severe entrance competition. This could have adverse effects. Entrance competition by high stake exam and social selection demands private tutoring. Tutoring causes the financial burden. As schools fail in competing with private tutors, student disengagement, distortion of curriculum, and low teacher morale happen. These will weaken the foundation of life-long learning, misallocate human resources, and increase private expenditure. The doctrine of no school choice in secondary education has been debated much since its introduction in the 70s. According to the High School Leveling Policy, middle school graduates are assigned to a neighborhood school based on a computerized lottery that uses school academic records and commuting distance. Critics argue that students’ achievements have been lowered due to heterogeneous composition of classes. Some demand that at least private schools should be allowed to
recruit students by using its own standards. Current policy initiatives responding to the problems The newly elected Park Geun-hye administration puts high priority on education and adopted the major policies and plans in 2013. First of all, Park’s government emphasizes educational normalization of Korean schools, particularly at secondary level, against the problems, such as too many written exams and private tutoring caused by excessive competition to enter universities. For instance, the curriculum management of middle schools will become more flexible to include various types of learning activities of students’ own choice and activism replacing written exams and other rigidities in schools. In this regard, career guidance at schools through reinforced counseling for occupational choice will play an important role. Other policy measures such as government support to local colleges and universities for their specialization and competitiveness will be continued to make a qualitative balance among the nation’s tertiary institutions. The government expects that these measures would surely reduce the concentrated entrance competition by spreading its pressure across the institutions. On the other hand, in order to match labor market and education and training, the government is reinforcing the National Competency Standards system to meet the demands of quality and employability of vocational institutions both at secondary and tertiary levels. Park’s government pledges to increase the level of educational well-being of people, acknowledging the dissatisfaction with current educational realities and problems, by reducing the inequality in educational opportunity and quality likely to be caused by student’s family background. In this regard, various financial supports to early-childhood education and care, after-school-hour special curricular activities, and tuition reduction to almost half for higher
education have been introduced. Certainly, Park’s government is differentiated from the previous one in that it emphasizes education, welfare and happiness rather than neoliberal market principles in education. Conclusion No one can deny that Korea’s education has reached one of the highest levels of achievements in the world and made great contributions to its economic and political development. However, Korea’s education has its own problems to be solved. Educational reforms seem to be endless. This happens in many countries. The reforms deal with the conflict/cooperation with the Ministry of Education, teacher unions, and NGOs. Egalitarian demands on education and pressure from the business sector are in conflict. If a country wants to play a part in the global economy, it should put an emphasis on educational improvements. The current government, newly formed in 2013, aims to make a merit and competency-based society rather than a society based on academic credentials. It is too early to predict the outcomes of such reform policies. However, both economy and democracy have reached a very high level in only 50 year’s time. It is to be expected that this will happen in education as well. Bong Gun Chung, Ed.D. Graduate School of International Studies Seoul National University (edited by J. Padmos)
De Geokrant 74
(V)AKnieuws
The body of water partially enclosed by the Korean peninsula and Japanese archipelago is called the East Sea. In the East Sea lies the island called Dokdo. Located at the easternmost point of Korea, the morning comes first to Dokdo. Hence, Dokdo is known as the ‘first island in Korea to welcome the morning’. Mornings always bring peace and new hope. Dokdo does just that. Out of some 3,400 islands in Korea, Dokdo not only first welcomes every morning, it also welcomes the morning of our new history.
Geographical characteristics Dokdo consists of two main islands, Dongdo (East Island) and Seodo (West Island), along with 89 small rocky islands surroundings the two main islands. Those small islands have unique shapes and special names describing the shapes of the rocks. Three Brothers Rock (in Korean: Samhyeongjegul-bawi), Candlestick Rock (Chotdae-bawi), Independence Gate Rock (Dongnimmun-bawi), and Elephant Rock (Kokkiri-bawi) are names of some of these wave-carved sea stacks or sea arches. Dokdo is
21
Dokdo: the First Island in Korea to Welcome the Morning 0.18 km2 in total, and the highest point is 168.5 m. Due to the lack of soil development, the islands are rocky and rather hilly, with the exception of the flat basin area at the highest point in Dongdo, where the lighthouse and the Island Patrol Officer’s home are located. Despite such an unfavorable setting, wild flowers such as Aster Sphathulifolus, dandelions, Lonicera insularis, and camellias flourish in the islands. Dokdo is the home of many migratory sea birds as well, including Swinhoe’s Storm Petrels and Black-tailed Gulls. April to June is the breeding season for the Black-tailed Gulls. At that time,
Dokdo provides a fantastic sight when these gulls are calling to each other in packs and flying in formations. Dokdo also plays an important role as a resting area for the migratory sea birds crossing the East Sea. The Korean government has designated the area as the Dokdo Nature Preservation Zone in order to protect this pristine natural environment and the ecological system of Dokdo. Historical background Dokdo was at one time called Gajido, meaning the ‘Island of Many Gaji’. Until the mid-20th century Dokdo had many sea lions (or gaji and gangchi in Korean). Unfortunately, there are no more sea lions living in Dokdo today, because the Japanese had excessively hunted them for about 40 years during the colonial period. In the past, there also were numerous whales near Dokdo. During the 19th century many whaling ships from France and the United States visited the East Sea. Occasionally, some of these whaling ships named the islands of Dokdo after the names of their ships. In 1849, a French whaling ship named Liancourt discovered Dokdo while sailing through the East Sea and named the islands Liancourt Rocks. Since then Dokdo has been known in some western countries as Liancourt Rocks. However, Dokdo has been a part of Korea’s territory since ancient times. Dokdo appears in many official documents and maps as an integral
Dokdo (Dongdo en Seodo) from the air
De Geokrant 74
22
(V)AKnieuws
Coastal erosion: arches and stacks
part of Ulleungdo. Ulleungdo and Dokdo have always appeared in the Korean historical documents together as one unit. According to the Geographical Records in the Annals of King Sejong (Sejong sillok jiriji), printed in 1454, ‘The two islands of Usando (Dokdo), and Muleungdo (Ulleungdo) are close enough that on a clear day, one can see the other island.’ Another government document (Mangi yoram, or The Book of Ten Thousand Techniques of Governance), printed in 1808, also during the Joseon dynasty, stated ‘Usando (Dokdo) and Ulleungdo are both part of Usanguk.’ Usanguk (meaning the Country of Usan) was a small island kingdom established around the 6th century. Usando, the old name of Dokdo, which appears in historical documents and old maps, originated from the name Usanguk, or the ancient Usan kingdom.
territory was conceived to meet its military needs in the face of possible maritime warfare with Russia in the East Sea. Realizing the importance of Dokdo and its militarily-strategic location, Japan tried to include Dokdo as its own territory in February 1905 during the height of the RussoJapanese War by claiming Dokdo as terra nullius (an island belonging to no one) under the principle of international law.
However, this claim contradicted Japan’s previous actions. Before 1905, the Japanese government officially declared Dokdo is not a Japanese territory on numerous occasions. One of the important official declarations was made in 1877 in the Order of the Dajokan. The Dajokan was the highest executive office at that time in the Meiji government of Japan, and was similar to the Prime Minister’s office today. In 1877, the Dajokan declared, ‘It should be remembered that Ulleungdo and the other island [meaning Dokdo] have nothing to do with Japan.’ This was part of a Japanese effort after the Meiji Restoration to declare clear territorial borders in order to construct a new modern state. Therefore, the Japanese annexation of Dokdo in 1905 was a secret act by the bureaucracy to strengthen the colonial intentions of Japan during the Russo-Japanese War. After the Russo-Japanese War, Japan more quickly pursued the forceful occupation of the Korean peninsula. Japan’s forceful occupation of Korea continued until 1945, when World War II ended and Japan was defeated. Eventually, the Allied Powers decided
Historically the livelihoods of Ulleungdo residents have been farming, fishing, gathering herbal medicine and lumber. They frequently sailed to Dokdo to catch sea lions, and to collect seaweed and abalone. Dokdo has continuously provided such valuable food sources for Ulleungdo residents. The history of Dokdo In 1904, Japan was at war with Russia over its interests in Manchuria and the Korean peninsula. Japan’s plot to incorporate Dokdo into Japanese
Approximately 40 Koreans live in Dokdo
De Geokrant 74
23 to expel Japan from all the territories it had taken by violence as agreed upon in the Cairo Declaration of 1943 and reaffirmed in the Potsdam Declaration of 1945. Furthermore, Japan accepted the stipulations in the two declarations by signing the Instrument of Surrender on September 2, 1945. As implementation of those measures, the Supreme Commander for the Allied Powers (SCAP), which began ruling Japan after the country’s defeat in 1945, issued directive SCAPIN 677 which excluded Dokdo together with Ulleungdo and Jeju Island as Korean territory from the area under Japanese control. Since then, Dokdo recovered its status as a part of Korean territory.
Conclusion: Dokdo: ‘Welcoming the morning of a new history’ Today there are approximately 40 Koreans living in Dokdo. They include residents, a lighthouse keeper, and security personnel. Among them is an older couple who have lived in Dokdo for many years. In their younger days, the wife was one of the few seaweed divers on the island and the husband was the captain of a boat that carried seaweed to Dokdo and Ulleungdo. For them, Dokdo is the place where they fell in love and decided to call the island their home. Since May 2013, they have managed the Love Dokdo Café and have sold Dokdo souvenirs and seafood.
Dokdo is a symbol of the history of Korean suffering by Japanese colonialism. Dokdo, having witnessed the struggle of Koreans, is not just any island, but a special place in Korean history and the Korean psyche. Koreans are sentimental about Dokdo as it is a symbolic icon of Korea’s sacrifice of freedom to Japanese aggression and represents the fight for Korean independence.
In the last few years, over 100,000 people have visited Dokdo annually. These tourists visit an island that represents peace and patriotism, not violence and greed. In this sense, Dokdo is the island welcoming the morning of a new history filled with peace and new hope.
De Geokrant 74
Seong Keun Hong Research Fellow Northeast Asian History Foundation
De Geokrant is een uitgave van ThiemeMeulenhoff. Dit tijdschrift verschijnt twee keer per jaar ter ondersteuning van de methode De Geo voor de onderbouw, leerwegen en tweede fase. Voor meer informatie over de methode of over de artikelen uit deze Geokrant kunt u contact opnemen met onze klantenservice 088 - 800 2015. U kunt ook een e-mail sturen naar degeokrant@thiememeulenhoff.nl.
ThiemeMeulenhoff Postbus 400 3800 AK Amersfoort