Najaar 2015
#
78
Lesbrief De Nigeriaanse oliehandel: een update De provincie van ... Overijssel (V)AKnieuws De Japanse stad Kobe na de aardbeving
Van de redactie
Een facelift voor De Geokrant Nu er met ingang van dit cursusjaar gewerkt kan worden met deel 2 voor de onderbouw en deel 3 in een vergevorderd stadium is, vonden we het tijd om ook De GeoKrant een facelift te geven. Niet alleen wat betreft de vormgeving, maar ook wat betreft de inhoud. In de tijd dat ik voor het eerst hoofdredacteur van De GeoKrant was (Geokrant 55, voorjaar 2004), werd de huidige vormgeving voor het eerst gebruikt. Na ruim tien jaar mag het wel eens anders. Qua vormgeving ziet u dat we aansluiten bij de boeken van de 9e editie van de onderbouw. Om te bepalen of ook de inhoud moest veranderen, hebben we afgelopen voorjaar een gebruikersonderzoek gehouden. Uit het onderzoek kwam onder meer naar voren dat u als gebruiker zeer tevreden bent en eigenlijk maar weinig veranderingen wilt zien. De vertrouwde rubrieken als de lesbrief, (V)AKNieuws en Geonieuws blijven dan ook. Wel wordt de lesbrief iets korter. Het streven is dat de lesbrief binnen een lesuur kan worden gemaakt. Nieuw is de rubriek De provincie van ... . De komende twaalf afleveringen zal elke keer een docent uit telkens een andere provincie een stuk gaan leveren. Hierin belicht hij of zij een aspect uit die provincie dat aardrijkskundig gezien interessant is. We beginnen met de provincie Overijssel. Aardrijkskundedocent Frans Westerveen schrijft over Chinese toeristen in Giethoorn. Wilt u ook een podium voor een geografisch onderwerp dat in uw provincie speelt, dan kunt u zich melden bij de redactie. De onderwerpen die worden belicht, moeten uniek zijn voor een provincie, maar het hoeft niet een onderwerp te zijn dat al in brede kring bekend is. De lesbrief is deze keer van de hand van auteur Michael van Veen. Hij heeft meegeschreven aan het katern ‘Arm en rijk’ voor de bovenbouw van het vmbo. In dit katern wordt onder andere de oliehandel van Nigeria behandeld. In de lesbrief wordt de informatie uit dit katern geactualiseerd, want tussen 2010 en 2014 is de Nigeriaanse oliehandel flink veranderd. In (V)AKnieuws een artikel over de Japanse metropool Kobe. Op 17 januari 1995 werd Kobe getroffen door een aardbeving met een kracht van 7.3 op de schaal van Richter. Na de schok stond het stadsbestuur van Kobe voor de immense opgave om de zwaar getroffen havenstad nieuw leven in te blazen. Maar hoe reanimeer je een stad? Docent aardrijkskunde Matthijs de Boer heeft zich in de zaak verdiept. Ik hoop dat u net zoveel plezier beleeft aan het lezen en gebruiken van De GeoKrant als wij aan het maken. Voor suggesties, opbouwende kritiek of het verlenen van medewerking door bijvoorbeeld het schrijven van een artikel kunt u contact opnemen via degeokrant@thiememeulenhoff.nl. Veel leesplezier. Jan Padmos
02.
Inhoud Geonieuws De GeoKrant vernieuwd De GeoDag De Geo digitaal 5e editie van De Geo tweede fase
.03 .03 .04 .05
Lesbrief Veranderingen in de oliehandel van Nigeria
Geoservice Veldwerkopdracht: Stroomsnelheid De Aardrijkskunde Olympiade
.06 .12 .13
De provincie van ... Overijssel: de provincie van Frans Westerveen
.14
(V)AKnieuws Kobe na de beving: De wederopbouw van een gehavende havenstad .16
Colofon Coverbeeld Lekkende olieleidingen veroorzaken een milieuramp in de Nigerdelta. Redactie Jan Padmos (hoofdredacteur), Wouter van Rennes, Carlijn Roessink Aan deze GeoKrant werkten mee: Matthijs de Boer, Frans Westerveen Eindredactie Barbara Visschedijk Vormgeving en opmaak Marc Freriks, Hollandse Werken, Zwolle Fotografie Adrian Arbib/Lineair, Marli Miller/VisualsUnlimited/Lineair, Beawiharta Beawiharta/REUTERS/Novum, Jetske van Beek, Marcel van den Bergh, Matthijs de Boer, Kyodo/Uniphoto/Lineair Illustraties EMK Deventer De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
DE GEOKRANT #78
Geonieuws
De GeoKrant vernieuwd
78
#
Najaar 2015
Lesbrief De Nigeriaanse oliehandel: een update De provincie van ... Overijssel (V)AKnieuws De Japanse stad Kobe na de aardbeving
Voor u ligt een nieuwe GeoKrant. Met een nieuwe vormgeving en met een aantal veranderingen in de inhoud, zoals de nieuwe rubriek De provincie van ... . De wijzigingen die we hebben doorgevoerd, zijn voor een deel gebaseerd op de resultaten van een lezersonderzoek dat afgelopen voorjaar is gehouden. Veel docenten aardrijkskunde hebben de moeite genomen om aan dat onderzoek mee te doen. Wij bedanken hen hartelijk voor de geïnvesteerde tijd.
Resultaten lezersonderzoek • De GeoKrant wordt door docenten aardrijkskunde goed gelezen: 92% kent De GeoKrant; maar liefst 86% van hen leest en/of gebruikt De GeoKrant, waarvan 92% zelfs elke uitgave leest. • Bijna alle respondenten beoordelen de onderdelen van De GeoKrant als ‘goed’ of ‘zeer goed’. Het (V)AKnieuws en de lesbrief worden het meest gelezen en het meest gewaardeerd. • Als sterke punten worden vooral genoemd: de lesbrief, de actualiteit, achtergrond informatie en verdieping, de artikelen/inhoud. • Verbeterpunten zijn: meer nivellering/meer voor verschillende niveaus, de lesbrief mag korter/kortere opdrachten, geschikter voor het vmbo, en vaker verschijnen. • De lesbrief wordt meestal ingezet als extra of verdiepend materiaal. • De helft van de lezers (53%) ontvangt De GeoKrant bij voorkeur zowel op papier als digitaal. Ruim een kwart (33%) wil De GeoKrant het liefst alleen in een papieren versie ontvangen, en een klein deel (13%) alleen digitaal.
Ook digitaal Wist u dat De GeoKrant ook digitaal beschikbaar is? De digitale bestanden zijn te vinden in de docentenomgeving van De Geo, via www.degeo-online.nl.
Geonieuws
Excursies
De GeoDag 2015
De GeoDag 2016 Ook in 2016 organiseren wij weer een GeoDag op een bijzondere locatie in Nederland. We zijn al begonnen met de eerste voorbereidingen. Voor de locatie hebben we van u een aantal goede suggesties ontvangen. Het is de bedoeling dat de Geodag 2016 plaatsvindt in april. U ontvangt te zijner tijd een uitnodiging.
DE GEOKRANT #78
Lezingen De GeoDag 2015
Rondleiding
De GeoDag 2015
De GeoDag Op 17 april werd De GeoDag 2015 in het Rijksmuseum in Amsterdam gehouden. Een inspirerende dag, speciaal voor gebruikers van De Geo. Hebt u de foto’s van de excursies, workshops en de exclusieve rondleiding door de eregalerij nog niet gezien? Bekijk ze op onze facebook-pagina: www.facebook.com/DeGeoAardrijkskunde.
.03
Geonieuws Onderbouw
Het team van De Geo digitaal (onderbouw) heeft de afgelopen periode hard gewerkt aan het verbeteren van het huidige materiaal. Sinds augustus zijn de hoofdstukken 1 tot en met 4 van leerjaar 2 beschikbaar in de digitale leeromgeving. Daarnaast hebben we allerlei verbeteringen doorgevoerd voor leerjaar 1. Om het onderscheid tussen de boeken en de digitale variant van De Geo duidelijker te maken, heet de digitale leeromgeving vanaf nu eDition.
De Geo
digitaal
Verbeteringen leerjaar 1 Sinds het beschikbaar komen van het lesmateriaal voor leerjaar 1 vorig jaar hebben we van docenten, leerlingen en onze eigen auteurs opmerkingen en suggesties ter verbetering ontvangen. Inmiddels zijn de meeste fouten hersteld, zijn waar mogelijk opdrachten verduidelijkt en is er mooier beeldmateriaal toegevoegd. Belangrijk is dat we nu aanpassingen kunnen doen zonder dat de scores van de leerlingen verloren gaan.
04.
Dit zorgt ervoor dat we fouten die worden gesignaleerd in het schooljaar 2015-2016 gemakkelijker en sneller kunnen herstellen. Ontdekt u een fout? Geef dit dan aan door middel van de feedbackknop!
Leerjaar 2 Gebruikers die afgelopen jaar met De Geo leerjaar 1 hebben gewerkt, zullen een aantal verschillen opmerken ten opzichte van vorig jaar. De afbeeldingen kunnen nu bijvoorbeeld vergroot worden (te herkennen aan het vergrootglas-icoon). Ook is er een aantal nieuwe vraagtypen toegevoegd. In de Hulp van elke Finish staat nu een handig overzicht van alle te leren begrippen van het betreffende hoofdstuk. Verder hebben we het aantal download- en printopdrachten meer in balans gebracht. 
eDition DE GEOKRANT #78
Geonieuws Tweede fase
5 editie e
De Geo tweede fase In juni 2015 zijn de syllabi aardrijkskunde havo/vwo voor het nieuwe Centraal Examen verschenen. De stofomschrijving in de nieuwe syllabi gaat gelden voor het CE van 2019 voor havo en voor het CE van 2020 voor vwo. Dit betekent dat de leerlingen die in 2017-2018 beginnen in havo 4 of vwo 4 met een nieuwe syllabus aan de slag gaan. Reden voor De Geo om hiervoor een nieuwe editie te ontwikkelen.
Nieuwe regio’s De belangrijkste wijziging in het Centraal Examen en het schoolexamen is dat op het havo de regio Indonesië wordt vervangen door Brazilië en dat op het vwo Zuidoost-Azië plaatsmaakt voor Zuid-Amerika. In andere domeinen van het examen zijn vakinhoudelijke aanpassingen doorgevoerd. Uiteraard worden al deze wijzigingen verwerkt in de nieuwe editie.
Key concepts Het vernieuwde schoolexamen leent zich goed voor kleine onderzoeksopdrachten. In de katernen wordt een reeks nieuwe opdrachten geformuleerd waarbij leerlingen meer zelfstandig kunnen onderzoeken. Deze opdrachten zijn gebaseerd op de zogenoemde key concepts van Liz Taylor. Zij gaat ervan uit dat een onderwerp aardrijkskundig is wanneer het een plaats, ruimte en schaal heeft. Je kunt een onderwerp bekijken vanuit vier verschillende invalshoeken ( de key concepts): verandering, interactie, diversiteit en perceptie. Bij het behandelen van geografische onderwerpen in een korte lessenserie moet je je focussen op een of twee van deze key concepts. Vanuit het gekozen concept stel je een onderzoeksvraag. Die vraag moet uitdagend zijn en vakrelevantie hebben. Leerlingen willen de vraag graag beantwoorden. Dus niet: ‘Wat zijn de voor- en nadelen van het houden van de Olympische Spelen in 2028 in Amsterdam?’, maar ‘Olympische spelen Amsterdam 2028: kans of ramp?’.
Aandacht voor key concepts DE GEOKRANT #78
Op basis van de hoofdvraag worden de deelvragen geformuleerd. Door gebruik te maken van verschillende werkvormen (activeren van voorkennis, aanbieden van nieuwe kennis, toepassen in nieuwe situaties enzovoort) maken leerlingen zich een reeks begrippen eigen en kunnen ze uiteindelijk de hoofdvraag beantwoorden en een presentatie geven.
Gebruikerspanels Het afgelopen jaar hebben we in gebruikerspanels positieve feedback op de huidige 4e editie ontvangen. De opmerkingen die uit deze panels naar voren zijn gekomen, worden verwerkt in de 5e editie. Zoals: meer variatie in vragen en werkvormen, nog meer aandacht voor examentraining, en natuurlijk weer mooie actuele beelden. Dit alles met behoud van de kenmerkende aanpak van De Geo. Daarnaast onderzoeken we hoe een volledig digitale variant eruit zou moeten zien, aansluitend bij De Geo voor de onderbouw 9e editie. Vanaf het schooljaar 2017-2018 is het nieuwe lesmateriaal beschikbaar voor leerjaar 4. De Geo tweede fase 5e editie is nu volop in ontwikkeling. Wilt u meedenken? Neem dan contact met ons op via vo@thiememeulenhoff.nl of 033 - 448 3600.
.05
Lesbrief Veranderingen in de oliehandel van Nigeria
Voor de docent
Voor de leerling
Inhoud
Inleiding
In 2014 en 2015 maakte de olieprijs in de wereld een vrije val: in juli 2014 kostte een vat olie nog ruim 100 dollar, in januari 2015 nog maar 47 dollar. De prijs is sindsdien wel weer iets gestegen, maar lijkt vooralsnog niet boven de 70 dollar uit te komen. De olieprijs en de wereldwijde oliehandel laten zien dat we in een sterk veranderende wereld leven. Voor geografen is dat interessant, maar soms ook lastig. Hoe lang blijft de informatie die we onze leerlingen vertellen actueel? In het 3/4 vmbo-katern ‘Arm en rijk’ wordt de oliehandel van Nigeria behandeld. In deze lesbrief wordt de informatie geactualiseerd, want tussen 2010 en 2014 is de Nigeriaanse oliehandel flink veranderd. U krijgt nieuw lesmateriaal zodat u en uw leerlingen een actueler beeld krijgen van de Nigeriaanse oliehandel. Ook zorgt de lesbrief voor een beter begrip van de sterk veranderende oliehandel in de wereld.
Nigeria ligt in het westen van Afrika. Het is een groot land in de tropen (22× Nederland). Er wonen ongeveer 180 miljoen mensen. Nigeria heeft grote voorraden aardolie. Aan de export van aardolie verdient het land per jaar tientallen miljarden euro’s. Geld verdienen aan olie is natuurlijk positief. Maar voor Nigeria zit er ook een groot gevaar aan vast. De olieopbrengsten zijn namelijk de belangrijkste inkomsten van de overheid. Wat gebeurt er als Nigeria minder olie aan andere landen verkoopt? Of wat gebeurt er als de prijs van olie daalt en Nigeria minder geld voor de olie krijgt? Sinds 2010 heeft het land heeft te maken met minder olie-export naar bepaalde landen en met dalende olieprijzen. In deze lesbrief leer je over de oorzaken van deze veranderingen en je zoekt uit wat de gevolgen voor Nigeria zijn.
De Nigeriaanse olie-industrie in beeld Het eerste deel van de lesbrief (opdracht 1 t/m 10) gaat over de veranderingen in de Nigeriaanse oliehandel tussen 2010 en 2014 en over de achtergronden van deze veranderingen. Dit deel sluit aan bij het 3/4 vmbo-katern ‘Arm en rijk’ § 3.3 en 3.5. De opdrachten 2, 4, 7 en 8 zijn een actualisatie van opdracht 4a uit § 3.3 en van de opdrachten 1, 2 en 3 uit § 3.5. In het eerste deel van deze lesbrief vindt u ook nieuwe figuren die u in de les kunt gebruiken (onder andere de geüpdatete versie van figuur 11 in § 3.3 en van bron 15 in § 3.5). Het tweede deel van de lesbrief (opdracht 11 t/m 16) gaat over de olieprijs en de veranderingen daarin. Leerlingen ontdekken dat de olieprijs niet constant is en zoeken uit waardoor de olieprijs zo schommelt.
Niveau Deze lesbrief is in de eerste plaats bedoeld voor de bovenbouw van het vmbo. Het eerste deel van de lesbrief (opdracht 1 t/m 10) is een verbreding en verdieping bij hoofdstuk 3 van het 3/4 vmbo-katern ‘Arm en rijk’. Het tweede deel (over de olieprijs) is voor deze leerlingen extra. De lesbrief kan ook worden gemaakt door leerlingen van 3 havo/vwo. Dit is vooral interessant als u nog niet met de 9e editie van De Geo onderbouw werkt. In deel 3 havo/vwo van de 9e editie gaat heel hoofdstuk 1 over Nigeria en de oliehandel.
Opdracht 1 Lees tekst 1. Bekijk figuur 2. Schrijf drie getallen op die laten zien hoe belangrijk de olieexport voor Nigeria is (twee percentages en één bedrag).
Aardolie in Nigeria In het zuiden van Nigeria werd in 1956 olie ontdekt. Daarna is een enorme olie-industrie tot ontwikkeling gekomen. Tegenwoordig halen oliebedrijven zoals Shell en Texaco er per dag meer dan 2 miljoen vaten olie uit de grond. Aardolie is het belangrijkste exportproduct van Nigeria. In 2013 werd voor bijna 80 miljard euro aan olie geëxporteerd. Voor de Nigeriaanse regering zijn de olie-inkomsten onmisbaar: ongeveer 70 procent van de inkomsten komt uit de olie-industrie. Van dat geld kan de regering haar taken uitvoeren en investeren in bijvoorbeeld onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur. TEKST 1
Aandeel in de export brandstoffen 4,3%
voedselproducten industrieproducten
U kunt deze lesbrief kopiëren voor gebruik in de klas. Voor de leerlingen is de kleurenversie van de lesbrief ook toegankelijk via www.degeo-online.nl. Op het docentendeel van deze website vindt u ook de antwoorden bij de opdrachten.
overige producten
90,6% 3,6%
1,5%
FIGUUR 2
06.
Samenstelling van de export van Nigeria (in 2012).
DE GEOKRANT #78
Lesbrief Veranderingen in de oliehandel van Nigeria Veranderingen in de Nigeriaanse olie-export
Canada
Nederland Duitsland Frankrijk OVERIG EUROPA Spanje
Verenigde Staten
India Nigeria
Export van ruwe olie uit Nigeria in 2010 (in procenten) 1 tot 5%
OVERIG AZIË
OVERIG AFRIKA
Brazilië
Australië
8%
Zuid-Afrika
15% 45%
0
2.000
4.000 km
1 : 210.000.000
FIGUUR 3
Export van ruwe olie uit Nigeria in 2010.
Nederland Verenigde Staten
OVERIG EUROPA
Spanje
OVERIG AMERIKA
India OVERIG AZIË
Nigeria
Export van ruwe olie uit Nigeria in 2014 (in procenten) 1 tot 9%
Brazilië
Indonesië
OVERIG AFRIKA
Zuid-Afrika
10% 18%
0
25%
FIGUUR 4
2.000
4.000 km
1 : 210.000.000
Export van ruwe olie uit Nigeria in 2014.
Opdracht 2 In de afgelopen jaren is de olie-export van Nigeria naar de VS flink veranderd. Bekijk figuur 3, 4 en 5. a De VS importeerden in 2010 de meeste Nigeriaanse aardolie. Hoeveel procent van de Nigeriaanse olie-export ging naar de VS?
DE GEOKRANT #78
b Beschrijf wat er sinds 2010 met de export van olie uit Nigeria naar de VS is gebeurd. c Bedenk een negatief gevolg van deze verandering voor Nigeria.
.07
Lesbrief Veranderingen in de oliehandel van Nigeria miljoen vaten per maand 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2009
2010
FIGUUR 5
2011
2012
2013
2014
2015 jaar
Import van Nigeriaanse olie in de VS (van januari 2009 tot april 2015).
Opdracht 3 Bekijk nog een keer figuur 5. Ga op internet naar www.eia.gov/dnav/pet/hist/LeafHandler. ashx?n=PET&s=MCRIMUSNI1&f=M. Je ziet een diagram van de import van Nigeriaanse olie in de VS. Schrijf de onderstaande zin over. Kies daarbij het goede woord en vul de meest recente gegevens in.
FIGUUR 7
Aandeel naar land van totale olie-import in de VS in 2014 (in procenten).
b Welk land levert de meeste olie aan de VS? c Nigeria is een kleine leverancier van aardolie in de VS. Dat is juist / onjuist.
miljoen vaten 6.000 5.000 4.000
Sinds januari 2015 is de olie-import uit Nigeria in de VS gestegen / ongeveer gelijk gebleven / gedaald, van 598.000 vaten in januari 2015 tot ...... vaten in de maand ...... van het jaar ...... .
Oorzaken van de veranderingen in de olie-export Land
Aandeel van totale olie-import in de
VS in 2014 (in %)
3.000 2.000 1.000 0 2010
2011
2012
2013
Import en productie aardolie in de VS
Canada 39
eigen productie VS
import uit Venezuela
Irak 5
import uit overige landen
import uit Irak
Koeweit 4
import uit Canada
import uit Koeweit
Mexico 11
import uit Saoedi-Arabië
import uit Nigeria
Nigeria 1
import uit Mexico
Saoedi-Arabië 16
FIGUUR 8
Venezuela 10 overige landen
2014 jaar
Import en eigen productie van aardolie in de VS (2010-2014).
14
FIGUUR 6
Opdracht 5
Opdracht 4
Bekijk figuur 8. Omcirkel de juiste antwoorden.
Gebruik figuur 6 en 7. a Maak in figuur 7 het cirkeldiagram over het aandeel van de verschillende landen in de olie-import in de VS. Gebruik hiervoor de gegevens uit figuur 6. Kleur eerst het aandeel van het land dat de meeste olie levert aan de VS. Kleur daarna met de klok mee het aandeel van de twee na grootste olieleverancier enzovoort. Let op: de groep ‘overige landen’ doe je als laatst.
Het gebruik van aardolie in de VS is sinds 2010 gestegen / gedaald. Nigeria is het enige / niet het enige land waaruit de VS minder aardolie importeren. De VS importeren steeds meer / minder aardolie uit Canada. De VS importeren in totaal steeds meer / minder aardolie en produceren zelf steeds meer / minder.
08.
DE GEOKRANT #78
Lesbrief Veranderingen in de oliehandel van Nigeria Opdracht 6
Opdracht 7
Bekijk nog een keer figuur 8. Lees tekst 9. Bekijk figuur 10. a Wat is schalieolie? b Wat heeft schalieolie te maken met de verandering in de export van Nigeriaanse aardolie naar de VS?
Bekijk figuur 11 op bladzijde 10. a Wat is het belangrijkste product dat Nigeria naar de VS exporteert? b Welke andere producten importeren de VS uit Nigeria? c Voor hoeveel dollar per jaar importeren de VS deze producten uit Nigeria? d Wat zijn de belangrijkste producten die de VS naar Nigeria exporteren? e Welk ander product importeert Nigeria uit de VS? f Voor hoeveel dollar per jaar importeert Nigeria deze producten uit de VS? g Welk land verdient het meest aan de handel?
Schalieolie Aardolie wordt uit de grond gehaald met grote boortorens en ja-knikkers. Wist je dat je aardolie ook uit bepaalde harde gesteentes kunt halen? Op de foto in figuur 10 zie je zo’n gesteentelaag. Het donkere gesteente zit vol met kleine stukjes aardolie. Als je deze gesteenten uit de grond haalt en de olie van de steen scheidt (bijvoorbeeld door sterke verhitting), kun je uit deze gesteenten flink wat olie halen. Dit noem je schalieolie (‘schalie’ de naam van het soort gesteente). Gevolgen van de isveranderingen in de olie-export Vooral in de VS zit veel schalieolie in de grond. Ze zijn daar in de afgelopen jaren op grote schaal begonnen om de schalieolie te winnen. In 2014 werden in de VS per dag zo’n 4,2 miljoen vaten schalieolie geproduceerd. De VS produceren op deze manier steeds meer olie voor hun eigen gebruik. Dat heeft natuurlijk grote gevolgen voor de import. Dat zie je in figuur 8. TEKST 9
Opdracht 8 Bekijk nog een keer figuur 11. a Vul de juiste cijfers in. Nigeria heeft de VS nodig voor ...... % van hun olie-export en ...... % van hun graanimport. De VS hebben Nigeria nodig voor ...... % van hun olie-import en ...... % van hun graanexport. b Wat is het gevolg voor de VS als Nigeria geen graan meer uit de VS zou importeren? c Wat is het gevolg daarvan voor Nigeria? d Welk land is volgens jou afhankelijker van het andere land? Nigeria of de VS? Leg je antwoord uit.
Opdracht 9 Bekijk nog een keer figuur 3 en 4. a Is de hoeveelheid aardolie die Nigeria exporteerde tussen 2010 en 2014 toegenomen of afgenomen? b Naar welk werelddeel werd in 2014 de meeste aardolie uit Nigeria geëxporteerd? c Welk land importeerde in 2014 de meeste olie uit Nigeria?
Opdracht 10
FIGUUR 10 Een aardlaag met schalieolie.
DE GEOKRANT #78
a Welke vier landen zijn de BRIC-landen? (Zoek het eventueel op internet op.) b Naar welke BRIC-landen exporteert Nigeria veel aardolie? c Bedenk een reden waarom het gebruik van aardolie in deze landen toeneemt.
.09
Lesbrief Veranderingen in de oliehandel van Nigeria Handel tussen Nigeria en VS in 2014 (in dollars) graan 693 miljoen Graanexport naar Nigeria 9%
Graanimport
auto’s, benzine, machines 3,6 miljard
rest wereld
VERENIGDE STATEN
rest wereld
uit VS 58%
NIGERIA olie 2,3 miljard
Olie-import
Olie-export
uit Nigeria 1%
naar VS 3%
andere brandstoffen 1,4 miljard rest wereld
rest wereld cacao, tabak, rubber 62 miljoen
FIGUUR 11 Handel tussen Nigeria en de VS in 2014.
Veranderingen in de olieprijs Opdracht 11 Lees tekst 12. Bekijk figuur 13 en 14. Wat heeft de olieprijs te maken met de overheidsinkomsten in Nigeria?
Schommelende olie-inkomsten Hoeveel geld Nigeria aan de olie-export verdient, is niet elk jaar hetzelfde. Dat komt doordat Nigeria niet elk jaar evenveel olie exporteert en doordat de prijs van olie veel schommelt. De olieprijs druk je uit in dollars per vat (in een vat gaat 159 liter aardolie). EĂŠn vat olie kost soms 100 dollar, maar soms ook 120 of 50 dollar. In figuur 14 zie je hoe sterk de olieprijs kan schommelen. In jaren dat de olieprijs hoog is, verdient Nigeria veel aan de aardolie. De regering heeft in dat geval veel geld om haar taken uit te voeren. Maar als de olieprijs laag is, is er veel minder geld om uit te geven. TEKST 12
FIGUUR 13 Olievaten in Nigeria.
Opdracht 12 Lees tekst 15. Bekijk nog een keer figuur 14. a Omcirkel de juiste antwoorden: De olieprijs is hoog als de vraag naar olie groot / klein is en het aanbod van olie groot / klein is. b Schrijf drie gebeurtenissen uit het verleden op waardoor de olieprijs in de wereld steeg. c Schrijf ook twee gebeurtenissen op waardoor de olieprijs in de wereld daalde.
10.
DE GEOKRANT #78
Lesbrief Veranderingen in de oliehandel van Nigeria Olieprijs, 1965 - 2015 150
1
prijs per vat (in dollars)
2 8
3
125
4
100
5
3
6
75
7 2
50
4
5
25
7
9
1
8
6
0 1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
2015 jaar
9
oliecrisis: minder olie op de markt machtsstrijd in Iran oorlog in Iran en Irak oorlog in Koeweit crisis in Azië OPEC-landen (een aantal olie-exporterende landen) verminderen hun productie toenemende vraag door economische groei in China en India wereldwijde crisis OPEC-landen (een aantal olie-exporterende landen) verminderen hun productie
FIGUUR 14 Olieprijs tussen 1965 en 2015.
Gevolgen van de veranderingen in de olieprijs Waarom schommelt de olieprijs? Nigeria bepaalt de olieprijs niet zelf. Door allerlei gebeurtenissen in de wereld verandert de prijs. Kijk maar naar de volgende voorbeelden. Rond 2005 groeide de economie in China en India sterk. Deze landen werden rijker, waardoor steeds meer mensen producten als auto’s en wasmachines konden kopen. Hierdoor gingen de inwoners meer energie (en dus aardolie) gebruiken. Bedrijven in deze landen gingen ook meer goederen produceren. Daardoor gebruikten ook zij meer energie. Door de economische groei steeg de vraag naar aardolie. Als er veel aardolie nodig is, kunnen olieproducenten hoge prijzen vragen. De olieprijs stijgt dan. In 2008 en 2009 was er in veel landen in de wereld crisis. Tijdens de crisis hadden veel mensen minder geld te besteden. Ze kochten minder spullen en bedrijven hoefden minder goederen te produceren en te vervoeren. Dat zorgde allemaal voor een kleinere vraag naar aardolie. Als er weinig olie nodig is, vragen olieproducenten minder geld voor hun olie. Ze zijn namelijk al blij als hun olie wordt verkocht. De olieprijs daalt in dat geval. De olieprijs heeft ook te maken met de hoeveelheid olie die wordt gewonnen. Als er weinig olie wordt gewonnen, is olie schaars en dus duur. Dat gebeurt bijvoorbeeld als er oorlog is in een olieproducerend land. Als er veel olie wordt gewonnen, daalt de olieprijs. Er is dan voldoende olie op de markt. Kopers kiezen meestal de olieproducent met de laagste prijs. Om hun olie te kunnen verkopen, moeten olieproducenten zorgen dat hun olie niet te duur is. Ze verlagen dan dus de olieprijs. TEKST 15
Opdracht 13 Lees tekst 9 nog een keer. Bekijk figuur 8 en 14 nog een keer. In figuur 14 zie je dat de olieprijs rond het begin van 2014 daalt. Welke belangrijke oorzaak daarvan vind je in tekst 9 en figuur 8?
DE GEOKRANT #78
Opdracht 14 Lees tekst 16. a Wat merken Nigerianen volgens Yele van de lage olieprijs? b In tijden van een lage olieprijs kan de Nigeriaanse regering kiezen om meer belasting te vragen van de Nigerianen. Wat denk je dat de Nigerianen van deze maatregel vinden?
Gevolgen van een lage olieprijs ‘De lage olieprijs is voor ons heel vervelend’, zegt Yele. Hij werkt in een telefoonwinkel in een winkelcentrum in Abuja, de hoofdstad van Nigeria. ‘Door de lage olieprijs heeft de Nigeriaanse regering minder geld te besteden. Dat kan grote gevolgen hebben. Bijvoorbeeld dat mensen die voor de overheid werken hun salaris later of helemaal niet krijgen. Of dat grote projecten van de overheid, zoals de aanleg van wegen, gestopt moeten worden en dat de arbeiders ontslagen worden. Deze mensen hebben dan geen inkomen meer en als mensen minder inkomen hebben, kopen ze minder. Bijvoorbeeld minder telefoons. Als mensen minder kopen, hebben winkels minder inkomsten en worden medewerkers ontslagen. Die hebben dan ook geen inkomsten meer, kunnen minder kopen … afijn, je begrijpt het wel: van het een komt het ander.’ TEKST 16
Opdracht 15 Bedenk een voordeel van de lage olieprijzen in de wereld.
Opdracht 16 Ga naar www.eia.gov/finance/markets/spot_prices.cfm. Je ziet een diagram van de actuele olieprijs. Schrijf de volgende zin over. Kies het goede woord en vul de meest recente cijfers in. Sinds januari 2015 is de olieprijs in de wereld gestegen / ongeveer gelijk gebleven / gedaald, van zo’n 47 dollar in januari 2015 tot ...... dollar in de maand ...... van het jaar ...... .
.11
Geoservice Veldwerkopdracht
Stroomsnelheid Als onderdeel van de Geoservice dit keer een eenvoudige veldwerkopdracht. De opdracht is goed te doen in een lesuur (mits er een beek of riviertje in de buurt is). Leerlingen reageren erg enthousiast op deze opdracht.
Leerlingen van het Twickel College in Hengelo meten de stroomsnelheid van de Dinkel.
Wat heb je nodig • 2 jalonpalen van twee meter • stok met een dobber (bij hoogwater) of een paar takjes (bij laagwater) • meetlint • stopwatch op je mobiele telefoon
Werkwijze 1 Zet de eerste jalonpaal langs de waterkant. Meet met behulp van het meetlint 10 meter af in de richting waarin het water stroomt. Zet daar de tweede jalonpaal neer. 2 Ga nu bij de eerste jalonpaal staan. - Bij laag water: Gooi een takje in het midden van de rivier en start de stopwatch op je mobiele telefoon. Het takje drijft met het water mee. - Bij hoogwater: Doe de dobber aan de stok. Gooi de dobber in het midden van de rivier. De dobber drijft met het water mee. 3 Kijk hoe lang het takje of de dobber er over doet om tot de tweede jalonpaal te komen. Stop de tijdwaarneming. Haal de dobber weer op de kant. 4 Noteer op je blad: De dobber deed ... seconden over de 10 meter. 5 Doe de opdracht nog een keer.
12.
Met de voeten in het water.
6 Noteer op je blad: - De tweede keer deed de dobber ... seconden over de 10 meter. - Gemiddeld deed de dobber dus ... seconden over de 10 meter (= 1000 cm). - Reken de stroomsnelheid van de rivier uit door de volgende rekensom te maken: 1000 cm gedeeld door het gemiddeld aantal seconden = ... cm per seconde. 7 Waar stroomt het water het snelst? langs de kanten in het midden op de bodem Bedenk waarom dat zo is. 8 Ruim alle materialen weer op.
Oplossing puzzel #77 1 2 3 4 5 6
Overijssel: Olst 7 Friesland: Balk 8 Noord-Holland: Ursem 9 Noord-Brabant: Gilze 10 Groningen: Bierum 11 Limburg: Holtum 12
Zeeland: Rilland Drenthe: Orvelte Flevoland: Zeewolde Gelderland: Ophemert Zuid-Holland: Woubrugge Utrecht: Westbroek
DE GEOKRANT #78
Geoservice
De Aardrijkskunde Olympiade De Aardrijkskunde Olympiade is een van de zes Olympiades waaraan leerlingen van de bovenbouw van het voortgezet onderwijs kunnen meedoen. De Olympiades zijn in de jaren zestig opgericht op initiatief van de UNESCO om de jeugd meer met elkaar in contact te brengen. Het ministerie van OCW subsidieert de zes Olympiades.
De grootste! De Aardrijkskunde Olympiade is inmiddels een van de grootste competities geworden binnen de schoolvakken. In 2015 deden ongeveer 5600 leerlingen mee aan de voorrondes. De Aardrijkskunde Olympiade levert een bijdrage aan de herkenbaarheid van ons vak op de school en daarbuiten en maakt duidelijk dat de thema’s die aan de orde komen betrekking hebben op de ontwikkelingen en ruimtelijke vraagstukken waarmee iedereen dagelijks in aanraking komt. Voor de schoolaardrijkskunde geeft de Olympiade een extra dimensie aan de kennis van en het inzicht in de grote structuren en processen die op verschillend schaalniveau op aarde spelen.
Opzet De start: theorietoets op school De Aardrijkskunde Olympiade begint met een voorronde in maart. Leerlingen maken op school een theorietoets die is opgesteld door het CITO. De vragen gaan over relevante en actuele (examen)onderwerpen. Bij de opgaven wordt gebruikgemaakt van bronnen met leesteksten, luchtfoto’s, statistieken, kaartjes en de Bosatlas. Docenten corrigeren het werk van hun eigen leerlingen en sturen vervolgens het werk van hun beste leerlingen naar de correctiecommissie. Deze commissie kiest uit de inzendingen de beste vijftien leerlingen. Deze leerlingen gaan door naar de finale.
Het is ieder jaar weer een feest voor de deelnemers: er wordt hard gewerkt, ze presenteren hun land door middel van een poster, en natuurlijk zijn er de waardevolle contacten met leerlingen uit andere landen. Aan het eind van de wedstrijd wordt altijd een excursie georganiseerd.
Waarom meedoen? Voor de leerlingen is het meedoen een leerzame ervaring. Degenen die de finale halen, beleven interessante en gezellige finaledagen op een universiteit of hogeschool. Ze maken hier kennis met de wijze waarop onderzoek en onderwijs in de geografie vorm gegeven wordt. Voor de docenten is er een schat aan bruikbaar materiaal voor het schoolexamen (op de website) beschikbaar en voor de school past de deelname aan een of meerdere Olympiades in het streven naar excellent onderwijs. Veel scholen gebruiken dat ook bij de werving van nieuwe leerlingen. In 2016 gaat het bestuur van de Aardrijkskunde Olympiade werken aan het starten van een Junior Olympiade voor leerlingen in de onderbouw. Voor de vakken biologie en wiskunde is die er al. Wij hopen daarmee de keuze voor aardrijkskunde te stimuleren. Er gaat veel gebeuren het komend jaar en wij zijn dan ook erg verheugd dat ThiemeMeulenhoff besloten heeft sponsor te worden van de Aardrijkskunde Olympiade.
De finale: theorietoets en veldwerk Voor de finale is de Olympiade jaarlijks te gast op een van de universiteiten of hogescholen. Uiteraard is er weer een theorietoets, maar vertegenwoordigers van de hogeschool of universiteit zetten samen met de veldwerkcommissie ook een veldwerkopdracht uit. Deze veldwerkopdracht duurt zo’n anderhalve dag. De leerlingen doen hiervoor zelfstandig geografisch onderzoek. Ze nemen waar, verzamelen gegevens, en verwerken dit alles tot een powerpointpresentatie.
Trudy Elsenaar-Tijsze voorzitter Aardrijkskunde Olympiade
Winnaars De winnaars van de Nationale Aardrijkskunde Olympiade ontvangen mooie prijzen: er is een prijs van het KNAG, een veldwerkprijs van de Unie van Waterschappen en een theorieprijs van de uitgever van de Bosatlas. De vierde prijs was afgelopen keer een kompas van de Vereniging Fysische Geografie. De vier beste leerlingen gaan naar de International Geographical Olympiad (iGEO), waaraan leerlingen uit zo’n 40 landen meedoen. De iGEO vindt jaarlijks plaats in een ander land. Voor 2016 is Beijing de aangewezen locatie.
DE GEOKRANT #78
De winnaars van de Nationale Aardrijkskunde Olympiade 2015.
.13
De provincie van ...
Giethoorn op de Chinese kaart De gemiddelde Chinese toerist verblijft vijf nachten in Nederland en komt vaak om te winkelen
Overijssel:
de provincie van Frans Westerveen
(diamanten, melkproducten en souvenirs). De traditionele highlights, zoals de Zaanse Schans, de Keukenhof en Amsterdam, worden uiteraard bezocht, maar steeds vaker worden ook andere plaatsen in Nederland met een bezoek vereerd. Giethoorn, in de Orange Guide (de Chinese Lonely Planet) als ‘Hof van Eden’ aangeduid, is het populairst. Chinezen zeggen dat het ‘stiller en rustiger is dan waar ook in Europa’ en ‘er is rust en de lucht is schoon en blauw’. Op sommige dagen domineren de Chinese toeristen het straat-
Veel Chinese toeristen zien Giethoorn als een groot openluchtmuseum.
Monopoly Giethoorn is booming onder de Chinezen! Die populariteit bleek ook toen het dorp een poging deed om op de wereldeditie van het bekende bordspel Monopoly te komen. Er werd een flyer in het Chinees gemaakt waarop werd uitgelegd hoe men kon stemmen. Giethoorn kreeg meer stemmen dan Madrid en heeft nu een bruin vakje naast Start. Ook Amsterdam staat op het bord. De duizenden Nederlandse én Chinese stemmen hebben er voor gezorgd dat Nederland het enige land is met twee steden op het speelbord.
beeld op de bruggetjes en in de
OV in het Chinees
grachtjes van Giethoorn. In 2014
Voor de spectaculaire groei van het aantal Chinese bezoekers in Giethoorn is een aantal oorzaken aan te wijzen. Allereerst is China een van de snelst groeiende reismarkten ter wereld. De sterke groei van de economie en de inkomens in China heeft als gevolg dat jaarlijks bijna 100 miljoen Chinezen internationale reizen maken.
bezochten bijna 250.000 Chinezen Giethoorn. De verwachting is dat over tien jaar 835.000 Chinese toeristen ‘het Hollands Venetië’ bezoeken.
14.
Ten tweede steunt het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) de promotie van Giethoorn. Door de enorme groei van het aantal buitenlandse toeristen in Nederland wil het NBTC de toeristen spreiden over het land, zodat Amsterdam wordt ontlast. Volgens het NBTC moeten we Nederland door de ogen van de toerist bekijken. Dan is ons land erg klein; de steden Los Angeles en Peking zijn net zo groot als de Randstad. Amerikaanse en Chinese toeristen vinden het dus niet vreemd om twee uur te reizen naar een andere toeristische bestemming. Als je op die manier naar Nederland kijkt, zijn er ineens veel meer aantrekkelijke plekken die in de smaak kunnen vallen bij Chinezen, zoals bijvoorbeeld Kampen en Dordrecht. Chinezen houden immers van kleine pittoreske dorpen en huizen aan het water. Daarnaast hebben het NBTC, de KLM, Amsterdam Airport Schiphol en Amsterdam de Holland Alliantie China opge-
DE GEOKRANT #78
De provincie van ... richt. Samen promoten ze Nederland in China, vooral in de regio’s rondom Hangzou, Chengdu, Xiamen, Beijing en Sjanghai. Het gevolg is dat Giethoorn in veel tijdschriften in Taiwan en China staat beschreven. Tot slot zijn ook de lokale ondernemers actief. De eigenaresse van hotel De Dames van De Jonge heeft haar hotel aangepast. Uiteraard is de hotelwebsite vertaald in het Chinees, net als de menukaart. De kamernummers 4, 14 en 24 zijn verdwenen, want vier is in China het getal van de dood. Op de kamers zijn harde matrassen en noodle cookers verschenen, en er is stevige soep voor het ontbijt. Ook heeft ze kinderfietsen aangeschaft, omdat voor de meeste Chinezen de reguliere huurfietsen te groot zijn. De plaatselijke ondernemersvereniging heeft met vervoersbedrijf Connexion, de provincies Overijssel en Flevoland en de gemeente Steenwijkerland reisinformatie in het Chinees ontwikkeld. Alle vertrektijden van de bussen, de informatie op de bushalteborden en de teksten op de schermen in de bussen van en naar Giethoorn zijn in het Chinees. En er is een dagkaart waarbij de (Chinese) toeristen voor 10 euro de hele dag in de regio IJsselmond kunnen reizen. Dankzij het
Bron: NBTC.
DE GEOKRANT #78
Een inwoner van Giethoorn legt in het Chinees uit dat zijn terrein privé is.
succes van Giethoorn rijden de voorheen dunbezette streekbussen vanuit Steenwijk nog steeds en vertrekt de laatste bus niet om 19:00 maar om 21:00 uur. Ook geven de Chinezen veel geld uit; per verblijf gemiddeld 1.256 euro tegenover de 726 euro van de gemiddelde buitenlandse toerist. Voor 2014 komt dat neer op ruim 310 miljoen euro! De Chinezen huren dan ook vooral de luxere hotelkamers. Ze doen dat bovendien niet alleen in de zomer, maar ook in het voor- en najaar.
Copy - paste? Het succes van Giethoorn heeft andere dorpen op een idee gebracht. Ook Ootmarsum gaat de Chinezen lokken met wervende folders in het Chinees. Volgens marketingmanager Jeroen Enkelaar heeft het Twentse stadje alles wat Chinezen interesseert: historie, musea, kunst, galerieën, boetiekjes met sieraden en andere mooie dingen, en vooral authenticiteit. Maar valt het succes van Giethoorn te kopiëren?
Keerzijde Maar er zit ook een keerzijde aan het succes. Sommige bezoekers hebben het idee dat Giethoorn een groot openluchtmuseum is en vragen wanneer het dorp ‘dichtgaat’. Ook lopen de toeristen geregeld privétuinen in om foto’s te maken of drukken ze hun neus tegen de voorruit om bij particulieren naar binnen te kijken. Sommige restaurants zetten de Chinezen apart van de andere gasten, omdat ze smakken tijdens het eten. Er gaan intussen stemmen op dat Giethoorn ten onder gaat aan zijn eigen succes. Maar die mening is niet iedereen toegedaan. De ondernemers stellen dat ze veel overleggen met de bewoners.
Frans Westerveen werd geboren in Eesveen en groeide op in de Noordoostpolder (toen nog Overijssel). Hij woont - met een kleine onderbreking voor zijn studie - al 48 jaar in de provincie Overijssel, nu in Oldenzaal. Frans is docent aardrijkskunde op het Twickel College in Hengelo. Hij kent Giethoorn zelf vooral als schaatser.
In deze nieuwe rubriek besteden Geo-gebruikers aandacht aan een geografisch verschijnsel in hun provincie. In Geokrant 79 komt een volgende provincie aan bod! Wilt u daarover schrijven? Meld u aan bij de redactie: degeokrant@thiememeulenhoff.nl.
.15
(V)AKnieuws
TEKST MATTHIJS DE BOER
Kobe
na de beving De wederopbouw van een gehavende havenstad De genadeklap In de vroege ochtend van 17 januari 1995 werd de Japanse metropool Kobe getroffen door een aardbeving met een kracht van 7.3 op de schaal van Richter. Deze Grote Hanshin-beving kostte aan bijna 6500 mensen het leven, terwijl de economische schade wordt geschat op tien biljoen yen, destijds 2,5 procent van het BNP van Japan. Meer dan 300.000 mensen raakten dakloos, omdat hun huizen waren ingestort of in de as waren gelegd door de grote branden. Na de schok stond het stadsbestuur van Kobe voor de immense opgave om de zwaar getroffen havenstad nieuw leven in te blazen. Maar hoe reanimeer je een hele stad?
16.
Al voor de fatale aardbeving had Kobe te maken met omvangrijke problemen. Net als de grote industrie- en havensteden in Europa en de Verenigde Staten hadden de steden in het hoogontwikkelde Japan in de jaren negentig van de vorige eeuw te kampen met de gevolgen van het wegtrekken van industriële activiteiten naar lagelonenlanden. De opkomst van industrie- en havensteden als Singapore, Shanghai, Hong Kong en Busan begin jaren negentig en hun toenemende belang in het mondiale handelsverkeer betekende dat de concurrentiepositie van Kobe verslechterde, zoals dit eerder ook het geval was geweest met bijvoorbeeld Detroit, New York, Glasgow en Rotterdam. Voor de haven van Kobe was de beving de genadeklap. Van de 150 aanmeerkades raakten er 120 over een totaal van 116 kilometer zodanig beschadigd dat zij onbruikbaar werden. Hetzelfde gold voor nagenoeg alle overslagkranen. De infrastructuur die de haven verbindt met het achterland raakte eveneens volledig verlamd, mede door het instortten van meer dan een kilometer aan verhoogde
Platentektoniek rond Japan.
snelweg dwars door het centrum van de stad. Het gevolg van al deze verwoestingen was dat al in februari 1995 het aantal schepen dat de haven van Kobe aandeed met 80 procent was verminderd. De exportwaarde van de verhandelde goederen nam met gelijke cijfers af, terwijl ook de totale import met ongeveer 75 procent kelderde. Op de wereldranglijst van containerhavens zakte Kobe binnen een maand van de zesde naar de zeventiende plaats. Slechts een klein deel van het verlies werd opgevangen door de haven van het nabijgelegen Osaka, dat het nationale aandeel zag stijgen van 4 naar 7 procent, maar het overige verlies volgde de regionale trend richting de opkomende havens in Oost- en Zuidoost-Azië. In Japan nam de haven van Yokohama (Tokyo) de rol van mainport op zich. Behalve dat het industriële hart van de stad zwaar werd getroffen, bracht de beving eveneens enorme schade toe aan de woningen en de (commerciële) voorzieningen in Kobe. Ruim 200.000 woningen raakten onherstelbaar beschadigd. Slechts een relatief klein gedeelte van de veelal houten huizen was bezweken onder de kracht van de beving. De grootste boosdoeners waren de honderden brandhaarden, die verspreid door
DE GEOKRANT #78
(V)AKnieuws
FOTO 1
FOTO 2
De zwaar getroffen wijk Nagata, in het westen van Kobe, wordt na de wederopbouw gekenmerkt door hoogbouw (foto 1) en verbrede hoofdwegen (foto 2). Een ouder gedeelte laat zien dat dit vóór de beving juist het tegenovergestelde was (foto 3).
de stad waren ontstaan nadat gas- en elektriciteitsleidingen gelijktijdig waren gesprongen. In de zwaarst getroffen buurten werd tot 65 procent van de woningvoorraad in de as gelegd. Meer dan 300.000 mensen verloren die dag huis en haard. In een stad die, vanwege de weinige beschikbare ruimte en de gunstige ligging ten opzichte van het financiële centrum van Osaka, al voor de beving te maken had met een groeiende bevolkingsdruk, verergerde de beving de acute woningnood. Ondanks dat het commerciële hart van de stad relatief ver van het epicentrum lag, was de schade aan de verouderde en aardbevingsonbestendige gebouwen toch aanzienlijk. Verschillende scholen, ziekenhuizen en andere publieke gebouwen werden zwaar beschadigd, terwijl in het centrum van Kobe een derde van de winkeldistricten volledig was verwoest. De reeds krimpende economie van de stad, die te lijden had onder hevige concurrentie vanuit Osaka, kreeg door de beving een ongenadig harde klap te verwerken. Vanuit meerdere geografische dimensies bezien werd het zoeken naar oplossingen voor de verschillende structurele crises waar Kobe in een de-industrialiserende samenleving en een wereld van toenemende globalisering mee werd geconfronteerd door de Grote Hanshin-beving voorzien van een acute noodzaak. De bal lag bij het stadsbestuur om de krimpende economie, de toenemende bevol-
DE GEOKRANT #78
kingsdruk en de industriële leegstand het hoofd te bieden en de wederopbouw van Kobe op poten te zetten.
FOTO 3
Wederopbouw: planning en uitvoering Vanzelfsprekend werd in eerste instantie directe hulp geboden aan de inwoners van de getroffen gebieden. Dit gebeurde voornamelijk door gebruik te maken van wat er nog over was van de infrastructuur in de stad. Omdat veel van de wegen naar Kobe te zwaar beschadigd waren, bereikte de noodhulp de inwoners vooral via het kleine aantal overgebleven aanmeerkades. Zes weken na de beving werd een herstelplan opgesteld van waaruit de wederopbouw van de havenstad vorm moest krijgen. Het verwijderen van puin en het bouwen van tijdelijke behuizing voor de tienduizenden daklozen kregen hierin voorrang. Al in dit herstelplan koos het stadsbestuur van Kobe ervoor om een actieve rol toe te kennen aan de inwoners van de stad. Om het verlies aan werkgelegenheid op te vangen, kregen de inwoners betaald voor het puinruimen. Op deze manier werden de inwoners weer economisch zelfvoorzienend en voelden zij tevens meer sociale betrokkenheid met de overige getroffenen. De keuze om de sociale cohesie onder de buurtbewoners te bevorderen door hen actief te betrekken bij de wederopbouw, zou in de verdere plannen worden voortgezet in de vorm van machizukuri (buurtraden).
Hierin kregen de buurtbewoners medezeggenschap in de ruimtelijke herziening van hun buurt toebedeeld. Aangezien 1995 de afsluiting van een tienjarig masterplan voor de stadsontwikkeling van Kobe betekende, was het voor het stadsbestuur mogelijk om de wederopbouw te incorporeren in het nieuwe masterplan dat aan het einde van dat jaar zou worden gepresenteerd. In deze blauwdruk stonden de constructie van 44.500 woonruimtes, de restauratie en reconstructie van de infrastructuur
.17
(V)AKnieuws en het aantrekken van bedrijven in de tertiaire sector centraal. Met dit plan wilde het stadsbestuur Kobe klaarstomen voor de eenentwingste eeuw door afstand te nemen van haar industriële erfenis en in plaats daarvan een centrumrol binnen het wereldsysteem op zich te nemen. Om deze drie doelen te bereiken, maakte het stadsbestuur vooral gebruik van aanpassingen in de bestemming van bepaalde stukken grond. In het belang van gemeenschappelijke vooruitgang kon de fysieke opbouw van de stad volledig worden herzien en aangepast. In Kobe leidde dit op verschillende manieren tot ruimtelijke veranderingen. Ten eerste werd gekozen voor de verbreding van de hoofdwegen, niet alleen om de doorstroming van het verkeer te verbeteren, maar ook om ervoor te zorgen dat branden minder gemakkelijk kunnen overslaan naar de andere kant van de weg. Ten tweede werden aan bepaalde woongebieden vergunningen voor een hogere woningdichtheid toegekend. Dit betekende dat vrijstaande houten huizen plaatsmaakten voor meer aardbevingsbestendige hoogbouw. Ten derde kreeg de grond rondom de vele stations in het langgerekte Kobe vaak een commerciële bestemming, met als gevolg dat er meer kantoor- en winkelgebieden ontstonden. Ondanks dat de machizukuri actief werden betrokken bij de nieuwe invulling van hun buurten, is er bij de wederopbouw volgens verschillende onderzoekers onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de buurtbewoners. Op plekken waar vóór 1995 nog betaalbare huurwoningen stonden, is de verwoestende aardbeving soms het startschot geweest van de ontwikkeling en bouw van duurdere koopwoningen. De oorzaak van de golf van gentrificatie die deze buurten in Kobe overspoelde, is te vinden in hun gunstige relatieve ligging ten opzichte van het financiële centrum van Osaka. Dit heeft weliswaar gezorgd voor de economische opwaardering van de buurten, maar lijkt ten koste te zijn gegaan van de sociale cohesie die bijzonder kenmerkend was voor deze ooit zo dichtbebouwde buurten.
18.
Naast de aanpassingen die werden gedaan in al bestaande buurten in Kobe boden twee net aangelegde kunstmatige eilanden voor de kust van de stad tevens uitkomst voor het probleem van de acute woningnood. De plannen voor Port Island (foto 5) en Rokko Island werden gedeeltelijk herzien om er meer ruimte te maken voor woningen en voorzieningen, inclusief hotels, een Ikea, twee universiteiten en een waterpretpark. Verder moest een speciale zone met voordelen voor ondernemers op Port Island meer investeerders en commerciële dienstverlening naar Kobe trekken. In de nasleep van de Grote Hanshinbeving werd duidelijk hoe kwetsbaar Kobe was wat betreft haar infrastructuur en bereikbaarheid. Om de aansluiting met de rest van Japan te verbeteren en de economie van Kobe te herstellen, werd in 1999 begonnen met de aanleg van nog een kunstmatig eiland met daarop een vliegveld. Dit blijkt tot op de dag van vandaag een controversiële ingreep te zijn, omdat veel inwoners van Kobe van mening zijn dat het stadsbestuur de ramp heeft misbruikt om het plan voor een eigen vliegveld, dat al in 1973 werd afgewezen, er toch door te drukken.
Herontwikkeling van de waterkant Al vóór de beving in 1995 had Kobe flink te lijden onder de toegenomen concurrentie vanuit nabijgelegen lagelonenlanden. De zware industrie en havenactiviteiten waren gedeeltelijk FOTO 4
al weggetrokken uit de stad, waardoor grote stukken grond aan de waterkant in en rond het stadscentrum niet meer in gebruik waren. Het stadsbestuur had daarom al plannen klaarliggen voor de herontwikkeling van deze verwaarloosde gebieden. De verwoestende kracht van de beving zorgde ervoor dat deze plannen in een stroomversnelling raakten, omdat werd verwacht dat juist deze gebieden als drijfveer voor de wederopbouw van Kobe konden dienen. Die verwachting was gebaseerd op ervaringen uit Europese en Noord-Amerikaanse steden die hetzelfde proces van de-industrialisatie doorliepen. In steden als Glasgow en Baltimore, waar het wegtrekken van de industrie gepaard ging met een afname van de bevolking, bleek de herontwikkeling van de waterkant de redder in nood. Vele verlaten industriegebieden werden in deze steden omgetoverd tot hippe winkel- en uitgaanscentra en hoogwaardige wooncomplexen met kenmerkende gebouwen. Ook dichter bij huis, in Rotterdam, doorliep de aftakelende zuidelijke oever van de Maas eenzelfde proces, mede dankzij de aanleg van de Erasmusbrug. De vroegere industrie- en havengebieden in al deze steden hebben twee enorme voordelen. Ten eerste gaat het om grote stukken grond; groot genoeg voor de aanleg van megaprojecten en de toewijzing van diverse bestemmingen. Ten tweede hebben deze gebieden een zeer gunstige relatieve ligging ten opzichte van het centrum. In Rotterdam
In het huidige M eriken Park is de verwoeste kade een blijvende herinnering aan de catastrofale Grote Hanshin-beving.
DE GEOKRANT #78
(V)AKnieuws was slechts de Erasmusbrug nodig als verbinding tussen de nieuwe Kop van Zuid en het commerciële hart van de stad in het noorden. In Kobe liggen de voormalige industriegebieden letterlijk tegen het stadscentrum Sannomiya aan. Oevers en kuststroken in de voormalige industriesteden zijn om deze reden extreem waardevolle gebieden geworden. Tegenwoordig lijkt de herontwikkeling van de waterkant voor steden in hoogontwikkelde landen bijna de noodzakelijke methode om mee te kunnen komen in de mondiale competitie om zo veel mogelijk toeristen, consumenten en investeerders aan te trekken.
HAT Na de beving werden in Kobe de plannen voor de Happy Active Town (HAT) gedeeltelijk gewijzigd. Het voormalige terrein van Kobe Steel en Kawasaki Steel zou in eerste instantie de locatie van een winkel- en recreatiecentrum worden, maar nu werd besloten om van dit gebied het paradepaardje van de wederopbouw te maken. Bij de invulling van HAT kreeg het vooral een symbolische en hoopgevende functie. Vrijwel het gehele gebied staat tegenwoordig in het teken van hulp en rampenbestrijding. Zo zijn onder andere een onderzoekscentrum van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het Japans Agentschap voor Internationale Samenwerking, een bloedbank van het Rode Kruis, het Grote Hanshin-beving herdenkingscentrum, een ziekenhuis, een psychiatrisch onderzoekscentrum en de afdeling rampenbestrijding van de gemeente Kobe er gevestigd. Om de internationale allure van het gebied verder te vergroten, kreeg het provinciaal kunstmuseum, ontworpen door de wereldberoemde architect Tadao Andõ, eveneens een plek toegewezen in de HAT. Binnen het nieuwe bestemmingsplan is rekening gehouden met vier verschillende manieren van integratie van de voormalige industriegebieden. De HAT is economisch, ruimtelijk, cultureel en historisch gezien vrijwel volledig geïntegreerd in de stad. De transportverbindingen met het uitgestrekte stations- en winkelgebied van Sannomiya en daarmee de rest van Japan zijn uitstekend. DE GEOKRANT #78
FOTO 5
Uitzicht vanuit het Meriken Park op het kunstmatige Port Island, dat sinds de aardbeving plaats biedt aan woningbouw, voorzieningen en commerciële activiteiten.
Ondanks dat de herrezen verhoogde snelweg voor een zichtbare afscheiding zorgt, blijft de HAT voor bezoekers gemakkelijk te bereiken. De winkel- en onderzoekscentra zorgen voor nieuwe werkgelegenheid, terwijl ook de noodlottige geschiedenis van de stad wordt geëerd. Ook in andere voormalige industriegebieden rond het centrum van Kobe lijkt haast gemaakt met de herontwikkeling met als doel de wederopbouw te versnellen. Zo is Meriken de huidige locatie van een herdenkingspark (foto 4), twee internationaal gerenommeerde hotels, het Kawasaki transportmuseum, de iconische Port of Kobe Tower, verschillende winkelcentra en de aanmeerkades voor internationale cruiseschepen. Het unieke karakter van een voormalig industriegebied als de HAT wordt benadrukt door de bestemming die het stadsbestuur van Kobe eraan heeft gegeven. Wanneer het gebied wordt vergeleken met bijvoorbeeld Rotterdam en Glasgow valt direct op dat de Europese projecten veel grootschaliger zijn. Dit is het gevolg van de fysische kenmerken van Kobe, gelegen op een smalle kuststrook van 2 tot 4 kilometer breed aan de voet van 900 meter hoge bergen. Ruimte is een schaars goed in Japan en mede daarom had het stadsbestuur van Kobe als antwoord op de de-industrialisatie al plannen klaarliggen voor de herontwikkeling van gebieden als Meriken en de HAT. De Grote Hanshin-beving zorgde uiteindelijk voor de noodzakelijke hogere versnelling en een aangepast bestemmingsplan.
Heden en toekomst Wie op dit moment in Kobe is, ziet een stad zonder blijvend letsel. De Grote Hanshin-beving was weliswaar de genadeklap voor een stad die al op haar knieën zat, maar het heeft Kobe tegelijkertijd enorm veel mogelijkheden geboden. De acute nood als gevolg van de verwoestende kracht van de beving versnelde het herstelproces van een reeks structurele klachten waar de stad mee te kampen had. De aandacht voor huisvesting, commercie en infrastructuur en het aandrijvend vermogen van een aantal waterkantprojecten die perfect gebruikmaakten van de krachten van Kobe, hebben ervoor gezorgd dat de stad zich heeft weten te ontwikkelen van een kreupele havenstad tot een levendige eenentwintigste-eeuwse metropool met voldoende mogelijkheden voor een dynamische toekomst. Dat neemt niet weg dat het mondiale belang van Kobe sinds de beving wel degelijk is afgenomen en dat aan het herstel van de stad eveneens een flink prijskaartje zat. In het land met de hoogste staatsschuld per inwoner ter wereld is de gemeente Kobe koploper op lokale schaal met een totale schuld van 24 miljard euro. Ondanks dat de stad de beving aan de oppervlakte op miraculeuze wijze heeft weten te overleven, zullen er in de toekomst onderhuids dus voldoende (financiële) uitdagingen blijven voor het stadsbestuur om de stad levensvatbaar te houden.
.19
De Geokrant is een uitgave van ThiemeMeulenhoff. Dit tijdschrift verschijnt twee keer per jaar ter ondersteuning van de methode De Geo voor de onderbouw, bovenbouw en tweede fase.
Voor meer informatie over de methode of over de artikelen uit deze GeoKrant kunt u contact opnemen met onze klantenservice
088 - 800 2015
U kunt ook een e-mail sturen naar degeokrant@thiememeulenhoff.nl.