Geokrant 82

Page 1

Najaar 2017

#

82

Lesbrief Ontwerp je eigen Street View De provincie van ... Zeeland V(AK)nieuws Metamorfose van de Docklands van Londen


Van de redactie

Examen Terwijl ik dit schrijf ligt het examen al weer een paar maanden achter ons. Toch wil ik er nog een paar woorden aan wijden. Allereerst over de tweede correctie, die naar mijn idee naarmate de jaren verstrijken steeds discutabeler wordt. Uiteraard wil elke docent het beste voor zijn leerlingen, en uiteraard zijn er verschillen in interpretatie tussen de eerste en de tweede corrector. Maar, de laatste jaren maakt onze sectie het met regelmaat mee dat er discussie is over minimaal tien procent van het aantal te behalen punten. Meestal is dat in het voordeel van leerlingen van de school waar we de tweede correctie voor moeten doen, maar soms ook in het nadeel. Dergelijke verhalen hoor ik ook van andere collega’s, ook bij andere vakken. Misschien toch eens tijd om het systeem te veranderen? Een pasklare oplossing heb ik helaas niet. Omdraaien van de eerste en tweede correctie lijkt mij geen resultaat opleveren. In het korte tijdsbestek tussen het maken van het examen en de uitslag is dit mijn inziens niet haalbaar. Bovendien blijft de discussie bestaan als beide leraren het werk hebben nagekeken. Misschien moeten we naar een systeem waarbij het examenwerk naar een onafhankelijke instantie wordt gestuurd, waar het wordt nagekeken door (gepensioneerde) docenten. Het tweede punt betreft de percentielscores. Steeds meer scholen rekenen docenten af op de behaalde scores die vroeger een paar maanden na het examen werden gepubliceerd, maar die scholen nu zelf al daags na de uitslag uit Magister kunnen destilleren. Ik vraag mij af of (bij ons vak) hier de waarde aan moet worden gehecht die managementteams er steeds meer aan geven. Het maakt bijvoorbeeld nogal uit of aardrijkskunde een verplicht vak in de profielen is of een keuzevak. Grotere groepen met meer niet-geïnteresseerde leerlingen doen het uiteraard slechter dan kleinere groepen waar leerlingen ons vak hebben gekozen omdat ze het leuk vinden. Mag je docenten daarop afrekenen? Iets heel anders nu. In 2018 bestaat de methode De Geo (voorheen De Geo Geordend) 50 jaar! Naar schatting bijna de helft van alle leerlingen mavo, havo en vwo hebben de afgelopen 50 jaar aardrijkskundelessen uit De Geo gehad. Uiteraard besteden we het komende jaar aandacht aan deze mijlpaal. We houden u op de hoogte. Wat betreft deze GeoKrant: in dit nummer treft u de gebruikelijke rubrieken aan. Helaas dit keer geen puzzel. Wel de lesbrief uiteraard, gemaakt door Freek Jutte en met een andere invulling dan normaal. Het (V)AKnieuws is geschreven door Wim ten Brinke. Na de beëindiging van zijn auteurschap reist en fietst hij er lustig op los. Gelukkig blijft hij door een geografische bril kijken. Zijn bijdrage gaat over de metamorfose die de Docklands in Londen hebben ondergaan. In De provincie van ... wordt Zeeland in een geografisch voetlicht gezet. Aardrijkskundestudente Anniek Harthoorn beschrijft de vernieuwing van het sluizencomplex bij Terneuzen. De Geokrant 82 is kortom net zo lezenswaardig als zijn voorgangers. Mocht u zelf een bijdrage willen leveren, op wat voor manier dan ook, aarzel niet om contact op te nemen. Dat kan via degeokrant@thiememeulenhoff.nl. Veel leesplezier Jan Padmos

02.

Inhoud Geonieuws Dit is De Geo Ontdekkingsreis naar de toekomst van De Geo

Lesbrief Ontwerp je eigen Street View

Geoservice 25 mei: eerste NK GEObattle Alle vier Nederlandse iGeodeelnemers in de prijzen

.03 .04 .06 .12 .13

De provincie van ... Zeeland: de provincie van Anniek Harthoorn

.14

(V)AKnieuws Metamorfose van de Docklands van Londen

.16

Colofon Coverbeeld Oude havenkranen in combinatie met moderne hoogbouw in Canary Wharf, Londen. Redactie Jan Padmos (hoofdredacteur), Wouter van Rennes, Carlijn Roessink Aan deze GeoKrant werkten mee: Wim ten Brinke, Anniek Harthoorn, Freek Jutte, Frans Westerveen Eindredactie Barbara Visschedijk Vormgeving en opmaak Marc Freriks (Hollandse Werken, Zwolle) Fotografie Wim ten Brinke, Sterre van der Pijll, Streetview/Google: Mountain View, Google Maps/Google: Mountain View, Frans Westerveen, Izak van Maldegem/ Sky Pictures (Arnemuiden), Beeldbank Rijkswaterstaat (Den Haag), Nieuwe Sluis Terneuzen (Terneuzen) Illustraties EMK Deventer De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

DE GEOKRANT #82


Geonieuws

Dit is

Met 50 jaar ervaring groeit De Geo continu mee met het onderwijs. De Geo brengt de wereld tot leven met prachtige beelden en aansprekende opdrachten. Als docent heb je grip op het leerproces van je leerlingen en veel variatiemogelijkheid op een gedegen basis. Met De Geo boeit en motiveert u uw leerlingen.

De Geo onderbouw 9e editie

The Geo 3rd edition TTO-EDITIE voor tweetalig onderwijs in de onderbouw

NIEUW Nu ook met digitale leeromgeving eDition! 4e editie beschikbaar vanaf schooljaar 2018-2019

De Geo bovenbouw vmbo e 3 editie

De Geo bovenbouw havo/vwo 5e editie

Zo echt als de wereld zelf! DE GEOKRANT #82

.03


Geonieuws

Ontdekkingsreis naar de toekomst van

De Geo

Leerlingen testen tijdens de aardrijkskundeles een nieuw leermiddel op hun iPads.

Het begint in de klas Als maker van een product wil je weten wat gebruikers van je product vinden. Bij De Geo is dat niet anders. Daarom is het team van De Geo voortdurend op zoek naar inzichten en meningen van docenten en leerlingen, zodat we de volgende versie van De Geo nog beter kunnen maken. Maar hoe doe je dat eigenlijk, dat zoeken naar die inzichten en het vragen naar meningen?

04.

Een belangrijke eerste stap is om ‘gewoon te kijken wat er gebeurt’. Daarom maken we afspraken met docenten om mee te kijken in hun les. Door de hartelijkheid waarmee we steeds weer worden ontvangen, zouden we iedere dag wel observatieonderzoek willen doen. Vanaf het moment dat je achter in de klas zit, is het een zaak van kijken, beschouwen en (jezelf) voortdurend vragen stellen. Waarom gebruikt deze leerling het boek en die leerling een laptop? Als de docent met eDition werkt en het dashboard doorloopt met de klas, is dan alles wel duidelijk voor de leerlingen, of kunnen we toch iets verbeteren? Hoe reageert de klas als ze van iedereen de voortgang zien? Wat betekent het als

het een klas niet lukt om een bepaalde actieve opdracht binnen de les af te krijgen? Zo observeren we en noteren we tientallen situaties, die later we later bespreken, wegen en beoordelen. Hieruit volgt een eerste lijst met verbeterwensen en het levert ons input voor verder marktonderzoek.

In gesprek met de leraar Uiteraard spreken we ook een aantal leraren persoonlijk. Leraren staan dagelijks voor de klas en hebben vaak uitgesproken ideeën over wat hun leerlingen moeten kunnen en kennen. Zo krijgen we een goed beeld van hoe ze het vak aardrijkskunde geven en wat ze van de methode De Geo vinden. Die DE GEOKRANT #82


Geonieuws gesprekken geven weer input voor grootschaliger onderzoek, dat zonder persoonlijk contact verloopt.

In gesprek met de leerling ‘Onze leraar zegt dat we dit niet hoeven te lezen, dus dit slaan we over. Het is bedoeld om er een beetje in te komen, maar ik vind de teksten persoonlijk nergens op slaan; het gaat nergens over.’ Tijdens persoonlijke gesprekken met leerlingen vragen we wat zij vinden van ‘hun’ methode. Dat doen we in samenwerking met een gespecialiseerd onderzoeksbureau dat goed weet hoe je ‘eerlijke’ antwoorden van scholieren krijgt. Soms moet je wel even slikken, maar je wordt ook regelmatig positief verrast door de uitspraken van leerlingen. Bijvoorbeeld over het vak: ‘Aardrijkskunde staat dichter bij jezelf dan andere vakken, omdat het gaat over de wereld waarin wij zelf leven. Dat maakt het juist interessant.’

Kwantitatief onderzoek Naast observatieonderzoek en individuele gesprekken met gebruikers van De Geo (het zogenoemde kwalitatieve onderzoek) voeren we ook kwantitatief onderzoek uit. Zo proberen we op een statistisch betrouwbare manier te weten te komen wat ‘de’ gebruiker van De Geo vindt en hoe hij of zij zich het toekomstige gebruik voorstelt. Belangrijk daarbij is het aantal respondenten dat de vragenlijst heeft ingevuld. Met welk aantal kun je aan de onderzoekresultaten geldige conclusies verbinden? Bij het opstellen van de vragenlijst wordt vanuit allerlei disciplines meegedacht: door de ontwerpers en ontwikkelaars van de methode, door marketing, accountmanagement en niet in de laatste plaats door de auteurs. Zij willen uiteraard graag weten of hun ideeën – en de uitwerkingen daarvan in het theorie- en verwerkingsmateriaal – zijn aangeslagen bij de gebruikers. Dan is het aan de marktonderzoeker om daar de essentie uit te destilleren en er een overzichtelijke en samenhangende vragenlijst van te maken. Dit is niet eenvoudig, want het liefst willen we ‘alles’ vragen. Bij het kwantitatief onderzoek van De Geo onderbouw was het aantal DE GEOKRANT #82

Digitale ontwikkelingen worden letterlijk midden in de klas uitgetest.

vragen zo groot dat besloten werd om niet één, maar… maar liefst vijf enquêtes te versturen: in een periode van vijf weken elke week één; een ontdekkingsreis naar de toekomst van De Geo. Die vijf vragenlijsten moesten uiteraard wel kort genoeg zijn om de aandacht van de respondenten vijf weken vast te houden. Dat laatste is gelukkig goed gelukt. Gebruikers die de moeite namen om hun beoordeling van de methode te geven, stelden we een beloning in het vooruitzicht: een cadeaubon voor elke tiende respondent. Voor de volhouders die alle vijf enquêtes invulden, was er dit keer standaard een beloning. Plus een hoofdprijs, die werd verloot.

Panelonderzoek Een volgende onderzoeksvorm die we toepassen, is het gebruikerspanel. Daarbij wordt een aantal gebruikers uitgenodigd om naar de uitgeverij te komen en hun mening te geven over proefmateriaal dat is ontwikkeld op basis van de eerdere onderzoeken. De centrale vraag daarbij is: Hebben wij de kritieken en aanbevelingen uit de eerdere onderzoeken op een bevredigende wijze verwerkt in het ontwerp van de nieuwe editie? In dit stadium kan er nog worden bijgesteld, dus elke opmerking wordt serieus genomen. Voordeel van deze

onderzoeksvorm is dat de respondenten met elkaar in gesprek zijn, waardoor meningen en uitspraken kunnen worden genuanceerd en er ook voor de onderzoekers gemakkelijker een rode draad valt te ontdekken. Immers, een uniform uitgevoerde methode, zoals De Geo, kan niet altijd rekening houden met de vele uiteenlopende of tegenstrijdige wensen van de verschillende gebruikers. Ondanks dat docenten steeds vaker zelf materiaal toevoegen aan een methode en het leerproces zich ontwikkelt richting ‘gepersonaliseerd leren’, functioneert de methode toch als een baken in de woelige zee van het onderwijs: een houvast met een herkenbare structuur en een gegarandeerde uitwerking van het curriculum. Dat kan een methode alleen zijn als de makers ervan heldere keuzes maken en dus ook van bepaalde opties durven afzien. ThiemeMeulenhoff, de uitgever van De Geo, is zich ten volle bewust van het belang van gebruikersinbreng, zodanig dat het zelfs doorklinkt in de centrale missie: samen leren vernieuwen. Dat geldt dan met name voor de digitale ontwikkelingen, die letterlijk midden in de klas moeten worden uitgetest om te kunnen beoordelen of het wel ‘werkt’. 

Samen leren vernieuwen Om talenten te kunnen laten bloeien, vernieuwen we het leren. Samen met scholen en docenten. We willen leerlingen laten leren op een manier die bij ze past en die leren leuker maakt. Zo verhogen we het leerrendement en halen we samen meer uit ieder talent.

.05


Lesbrief Ontwerp je eigen Street View

Voor de docent Inhoud

Toelichting

‘Leren over de wereld om je heen, aardrijkskunde en het werken met kaarten, alle drie beginnen ze met goed kijken. Vanuit de verwondering over wat er op een kaart te zien is, gaat de goede kaartgebruiker zich van alles afvragen.’ Aldus Joop van der Schee in het Handboek vakdidactiek aardrijkskunde. Wat hij zegt is natuurlijk waar. Maar zien we die verwondering vaak genoeg terug bij onze leerlingen? Kijken ze goed genoeg naar kaarten en de wereld om hen heen? Er bestaan al veel opdrachten die geschikt zijn om de vaardigheden van leerlingen bij het werken met kaarten bij te spijkeren en zelfs hun enthousiasme te vergroten. Datzelfde geldt voor opdrachten die het thema ‘eigen leefomgeving’ behandelen. Deze lesbrief focust echter op een stap in het proces werkelijkheid – kaart – leerling die niet vaak aan bod komt, namelijk stap 3 in de onderstaande figuur.

Een korte uitleg bij de figuur. De cartograaf interpreteert de werkelijkheid van een gebied en maakt daar een selectie van in zijn kaart, waarbij de kern van wat hij wil weergeven in de kaart terechtkomt, en de rest niet (nummer 1) . De leerling bekijkt de kaart vervolgens en interpreteert die met behulp van zijn kaartvaardigheden en voorkennis (nummer 2). Vervolgens vormt de leerling in zijn hoofd een beeld van het gebied dat de kaart laat zien (nummer 3). Dit beeld zit, als de cartograaf en de leerling hun werk goed hebben gedaan, dicht in de buurt van de werkelijkheid. In het kort komt de opdracht om het bovenstaande doel te halen hier op neer. De leerlingen: 1 oefenen met atlas- en kaartvaardigheden 2 kunnen zelf een model maken van een kaart met daarop de belangrijkste elementen van een landschap 3 ontwerpen vervolgens van een kaart uit de eigen leef omgeving een Street View-beeld 4 bezoeken het punt in de kaart om hun Street View-ontwerp te controleren met de werkelijkheid.

kaart

Theoretisch kader 1 abstractie

werkelijkheid

2 interpretatie

3 visualisering

leerling

Schematische weergave van het proces werkelijkheid - kaart - leerling.

Visualiseren is het beeld dat de leerling bij het bekijken van de kaart van het landschap in een gebied heeft gekregen. In deze opdracht laten we die visualisatie door de leerlingen tekenen in Street View-stijl én laten we onderzoeken of deze tekening overeenkomt met de werkelijkheid. Het doel is dus om leerlingen beter te laten kijken, in de klas naar kaarten en buiten naar de wereld om hen heen. Hopelijk leidt de koppeling tussen de kaarten in de klas met de werkelijkheid buiten de klas tot meer verwondering.

06.

U kunt de onderstaande theorie natuurlijk overslaan en direct de werkwijze doorlezen zodat de leerlingen met de opdracht aan de slag kunnen gaan, maar wellicht is het verfrissend en goed om wat dieper in te gaan op de achterliggende vakdidactiek bij deze opdracht. Het doel van ons onderwijs over de leefomgeving is om een basis te leggen voor het ontwikkelen van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen waarmee onze leerlingen volgens Leon Vankan ‘verantwoordelijkheid kunnen dragen voor en medebepalend kunnen zijn bij de ontwikkeling van hun woonomgeving’. Een mooi streven voor de langere termijn, maar heel concreet krijgt ons vak simpelweg meer betekenis door verbanden te leggen tussen de theorie en de (dagelijkse) praktijk. Als er in het hoofd van de leerling een verbinding kan worden gemaakt tussen voorkennis en nieuwe stof wordt de nieuwe kennis sneller geïntegreerd. De eigen leefomgeving kan dus worden gebruikt door de docent om voorkennis te activeren, zodat de resultaten van leerlingen verbeteren, en waardoor hopelijk de motivatie toeneemt: de leerling ziet welke rol aardrijkskunde in zijn (dagelijks) leven speelt en hoe het vak daarbij van belang kan zijn.

DE GEOKRANT #82


Lesbrief Ontwerp je eigen Street View Belangrijke begrippen

Niveau en werkwijze

Het vak aardrijkskunde moet dus aansluiten bij aanwezige voorkennis om succesvol te kunnen zijn. En bij het bekijken van kaarten is, behalve goede kaartvaardigheden, diezelfde voorkennis belangrijk voor de juiste interpretatie van zo’n kaart. Als je het hebt over een juiste interpretatie, dan heb je het ook over de ‘werkelijkheid’ die al in voorgaande figuur aan bod is gekomen. In de Engels vakliteratuur bestaan drie centrale begrippen: • landmark = oriëntatiepunt in een bepaald gebied • mental image = beeld in je hoofd van hoe iets eruitziet • mental map = een kaartbeeld in je hoofd van hoe een gebied eruitziet.

De opdracht is bedoeld voor leerjaar 1. De leerlingen kunnen de opdrachten individueel of in kleine groepjes uitvoeren. Ze hebben daarbij nodig: • de Grote Bosatlas (54e of 55e editie) • een computer met toegang tot internet • een deel van een topografische kaart uit de eigen leefomgeving met een locatie en pijl in welke richting de leerling kijkt. Het is het leukst als dit voor verschillende leerlingen verschillende gebiedjes zijn. Het is wel wenselijk dat er enig hoogteverschil in elk gebied zit, of in ieder geval genoeg landmarks • het Basisboek • kleurpotloden.

Een blik op een kaart of om je heen kijken, het gebeurt nooit neutraal. Wij hebben, net als onze leerlingen, een bepaald mentaal beeld van onze leefomgeving in ons hoofd. Onze mental images en mental maps komen vaak aardig in de buurt van de algemeen geaccepteerde werkelijkheid. Daarom is het niet erg, en zelfs zeer goed, om vanuit deze beelden te doceren. Daardoor kunnen we onjuiste (kaart)beelden bij leerlingen uit de wereld helpen en hun mental images en mental maps verbeteren en uitbreiden. Met deze werkwijze sluiten we ook aan bij hun beelden, waardoor we wederom hun voorkennis benutten. Hoe groter de afstand tot de eigen leefomgeving, hoe minder juist mental images en mental maps worden. Vaak blijven dan alleen de grootste landmarks over: een hoge berg of een bijzonder gebouw in de hoofdstad. Voordeel van deze lesbrief is dat de opdrachten zich dicht bij huis afspelen, waardoor de mental images redelijk dicht bij de werkelijkheid zullen komen. Hierdoor is het bovendien mogelijk om, in combinatie met goede kaartvaardigheden, een behoorlijk kloppend Street View-ontwerp te maken en de check met de werkelijkheid ook echt uit te voeren.

Kaartvaardigheden Leerlingen denken vaak goed te kunnen kaartlezen. Ze baseren echter een deel van de aannames die ze doen als ze een kaart voor hun neus krijgen op hun mental map, maar die is vaak niet juist. In deze lesbrief gaan we daaraan werken. Om dat goed te doen, besteden we aandacht aan kaartlezen en kaartinterpretatie. Om leerlingen nieuwe (wereld)beelden aan te leren en onvolledige of onjuiste bestaande beelden af te leren, moeten leerlingen namelijk leren kaartlezen, waarbij ze oefenen in het beantwoorden van de geografische vraag Wat is daar?, en moeten ze leren kaarten te interpreteren, zodat ze de vraag Waarom is dat daar? van een antwoord kunnen voorzien.

DE GEOKRANT #82

.07


Lesbrief Ontwerp je eigen Street View

Voor de leerling Inleiding

Opdracht 2 Gebruik kaart 1 en de overzichtskaart van Midden-Nederland. Op de kaart van Midden-Nederland staan rond de plaats Soest zwarte driehoekjes. a Wat betekenen deze zwarte driehoekjes in de atlas?

In deze lesbrief ga je je eigen Street View ontwerpen. Daarvoor moet je creatief zijn, maar vooral goed met kaarten kunnen omgaan. Als laatste opdracht ga je je ontwerp controleren met de echte Street View op internet én ga je in overleg met je docent een bezoekje brengen aan de plek waar jij volgens de kaart stond. De grote vraag is dan natuurlijk: komen je Street View-ontwerp en de werkelijkheid overeen? Wat zijn de verschillen en waarom zijn die er? Ligt dat aan jouw kaartvaardigheden, is de kaart verouderd of heeft de cartograaf een foutje gemaakt?

Paleis Soestdijk is natuurlijk een paleis. b Wat is Drakensteyn? Zoek dit op met Google Maps. Het landschap ten westen en zuiden van Soest ziet er heel anders uit dan het landschap ten oosten van Soest. c Noteer met behulp van de atlaskaart twee kenmerken van het landschap ten westen van Soest.

Opdracht 1 Gebruik kaart 1 en uit de atlas de overzichtskaart van MiddenNederland. Soestdijk is een woonwijk in de plaats Soest. a In welke provincie ligt Soest? Stel: je wilt van station Soestdijk (zie kaart 1) met de trein naar Amsterdam. b Welke plaatsen kom je onderweg tegen? Noteer ze achter elkaar in de juiste volgorde.

Opdracht 3 Gebruik kaart 1. a Stel: je staat bij de letter A en je kijkt naar het oosten op de kaart. Noteer drie inrichtingselementen die je dan ziet. Gebruik foto 2a en 2b. Foto’s 2a en 2b zijn twee Google Street View-afbeeldingen. b Welke foto is gemaakt bij de letter A kijkend in oostelijke richting? c Herken je de drie inrichtingselementen die je bij vraag a hebt opgeschreven? Verklaar je antwoord.

TR

AA T

50

100 m

1 : 5.000

E BRIN

KWE

G

PL

NT SO E

BE AT R

NA SS AU PL A

SS AU NA

EE DE S

IX L

AA N

E LIND

KO

W

N

AN

TS

OE

N

X

VA N

RT E

DI

BEA TR IXL AA N

ME LM WE

G

LL EN LA BU AN RG -

0 KORT

F.C . KU STR IJPE AA RT

ES

UD ERS LA

ED

HO

WE

ST AD

VA N

AN

Johan woont aan het Nassauplantsoen in Soest (zie X in kaart 1). Hij wil naar station Soestdijk. c Noem drie redenen waarom er bij de letter A in kaart 1 een parkeerplaats is.

TR AA T

Soestdijk wonen eengezinswoningen (met tuinen) meergezinswoningen werken bedrijf (kantoor, garage) landbouw (weiland) verkeer hoofdweg overige wegen

AN NLA

spoorlijn parkeerplaats

IR

EN

A

EL

AA

N

G AR

M

BE PR IN S

N AA

TL

E RI

RD HA RN

AN LA

RE M

BR

AN D

TL A

AN

station Soestdijk

recreatie plantsoen, park, sport voorzieningen winkels horeca (café, restaurant) overige (school, arts)

KAART 1

08.

DE GEOKRANT #82


Lesbrief Ontwerp je eigen Street View

FOTO 2A

FOTO 2B

Opdracht 4

Opdracht 5

Om straks een goed Street View-ontwerp te kunnen maken, moet je eerst een landschap op een kaart kunnen begrijpen. Bekijk in de atlas de kaart Nederland – Rivierklei- en veenlandschappen A1 en A2. Lees in het Basisboek B16 Generalisatie. a Hoe heet het weglaten van informatie op een kaart? b Waarom doen cartografen dat?

Bekijk nog eens de kaart Nederland – Rivierklei- en veenlandschappen A1 en A2. Lees in het Basisboek B17 Kaartvaardigheden. a Op kaart A1 staan getallen. Wat is het hoogste punt van de kaart? b Wat voor inrichtingselement is het hoogste punt? c Waarom hebben de boeren uit de omgeving van Herwijnen wel weilanden in de Bovenwaard en geen boomgaarden?

Kaart A2 is een versimpelde versie (= model) van kaart A1. c Noteer drie elementen die wel op kaart A1 staan, maar niet op kaart A2.

DE GEOKRANT #82

.09


Lesbrief Ontwerp je eigen Street View

FOTO 3

Sint Bonifatius College in Utrecht.

Opdracht 6 Lees in het Basisboek B12 Kenmerken van kaarten. Bekijk foto 3. Foto 3 is een luchtfoto van het Sint Bonifatius College in Utrecht. a Zoek deze school op met Google Maps. Het adres van de school is Burgemeester Fockema Andreaelaan 7. Zoom even ver in als in foto 3 is gedaan. b Maak in figuur 4 een model van wat je ziet, net zoals je in de atlas hebt gezien bij opdracht 4 en 5. Maak in ieder geval onderscheid tussen woningen, voorzieningen en infra structuur.

Tips: - Houd het simpel! Teken alleen de dingen die volgens jou belangrijk zijn. - Ga naar Kaart (links onderin) en Street View (het poppetje rechts onderin) om meer te weten te komen over het gebied. - Denk aan de kenmerken waaraan een goede kaart moet voldoen (zie het Basisboek B12 Kenmerken van kaarten). Bedenk zelf een logische titel en schaal. Kijk nog eens goed naar de luchtfoto en de omgeving van de school via Street View. c Zoek een verschil tussen de luchtfoto en wat je van dit gebied ziet via Street View. Noteer dit verschil. d Verklaar het verschil van vraag c.

Legenda:

Schaal: 1:

FIGUUR 4

10.

DE GEOKRANT #82


Lesbrief Ontwerp je eigen Street View

Legenda:

Schaal: 1:

FIGUUR 5

Opdracht 7 Lees eventueel in het Basisboek nog eens B12 Kenmerken van kaarten. Zoek met Google Maps een luchtfoto van je eigen school. a Maak in figuur 5 van de omgeving van je eigen school een zelfde soort model als je van de omgeving van het Sint Bonifatius College bij opdracht 6 hebt gemaakt. Maak het model netjes af volgens de drie kenmerken die een goede kaart altijd heeft. Bedenk ook een goede titel en een logische schaal. b Is er in de omgeving van jouw school ook een verschil tussen de luchtfoto en de Street View-foto? Zo ja: noteer dit verschil en probeer het te verklaren.

Opdracht 8 Vraag je docent om een topografisch kaartje van een landschap bij jou in de buurt. Als het goed is, heeft je docent een rondje getekend op de kaart. Dat is de plek waar je zogenaamd staat.

Er staat ook een pijl bij: dat is de richting waarin je kijkt. Je gaat bedenken wat je zou zien als je op die plek zou staan en in die richting kijkt. Je maakt dus je eigen Street View-ontwerp! Teken je Street View in figuur 6. Tips: - Kijk goed naar de kaart om te weten te komen wat je zou moeten zien vanaf die plek. - Schets eerst met potlood.

Opdracht 9 Ga naar het gebied toe en probeer op de exacte plek te gaan staan vanaf waar je jouw Street View-ontwerp hebt getekend. (Als hier geen tijd voor is of het regent: gebruik dan Street View voor deze opdracht.) a Noteer twee overeenkomsten en twee verschillen tussen de werkelijkheid en jouw Street View-ontwerp. b Verklaar de twee verschillen van vraag a. c Hoe zou je het ontwerp de volgende keer beter kunnen doen? Noteer twee manieren.

Legenda:

Schaal: 1:

FIGUUR 6

DE GEOKRANT #82

.11


Geoservice Tips

25 mei: eerste NK GEObattle Ook dit schooljaar kunt u weer inschrijven om met uw sectie de GEObattle op uw school te organiseren. Met deze aardrijkskundige wedstrijdmiddag promoot u aardrijkskunde, uw sectie en uw school voor toekomstige leerlingen. Teams van vier basisschoolleerlingen vertegenwoordigen hun school. Vijf kleine aardrijkskundige battles over verschillende vaardigheden en kennisterreinen en een ontwerpwerpwedstrijd zijn de ingrediënten voor deze enerverende wedstrijdmiddag. Na het invullen van het inschrijfformulier krijgt u gratis toegang tot alle digitale organisatiebestanden.

De GEObattle op het Twickel College in Hengelo in 2017.

De winnaars van de eerste twintig GEObattles die vóór 1 maart 2018 worden gehouden, ontvangen een inschrijfformulier voor de eerste NK GEObattle, die op 25 mei 2018 plaatsvindt op het Twickel College in Hengelo. Kijk voor meer informatie op www.GEObattle.nl. Het inschrijfformulier kunt u downloaden via www.geobattle.nl/organiseren/inschrijfformulier.

Leerlingen in actie tijdens de GEObattle.

Geoservice Puzzel

Oplossing puzzel nr. 81 Plaatsnamen Uit de goede oplossingen trokken wij als winnaar: Ineke van Trigt uit Den Haag.

Plaatsnamen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

12.

Pieterburen Dongeradeel Nieuw-Amsterdam Gramsbergen Nijkerkerveen Kraggenburg Soestwetering Ooltgensplaat Bergen aan Zee Vrouwenpolder Sint-Oedenrode Klimmen

Zij ontvangt een jaarabonnement op de Nederlandstalige editie van de National Geographic.

In de blauwe balk staat van boven naar beneden: Bergen op Zoom.

DE GEOKRANT #82


Geoservice

Alle vier Nederlandse iGeo-deelnemers in de prijzen Begin maart namen bijna 7000 leerlingen in Nederland deel aan de nationale voorronde van de Aardrijkskunde Olympiade. De beste vijftien leerlingen mochten vervolgens in juni drie dagen in Utrecht hun aardrijkskundige kennis en vaardigheden tonen en konden daarmee een ticket bemachtigen voor de Internationale Geografie Olympiade (iGeo) in ServiÍ. David Waijers van het Willem Lodewijk Gymnasium in Groningen, Zuzanna Fendor van het Theresialyceum in Tilburg, Thomas Westhoff van het Marnix Gymnasium in Rotterdam en Roos van der Togt van het Huygens College in Heerhugowaard waren uiteindelijk de gelukkigen. In Belgrado namen de vier Nederlandse toppers tijdens de 14e International Geographical Olympiad het op tegen deelnemers uit 40 andere landen. En dat is een serieuze klus, want veel landen bereiden hun deelnemers gedegen voor met een flink aantal voorbereidingsdagen, soms zelfs weken, en ook met aparte iGeo’s. Zo bestaan er een Balkan-iGeo en een Baltic-iGeo. De Nederlandse deelnemers hadden vier voorbereidingsdagen, waarin vooral veldwerk werd geoefend. In het Nederlandse aardrijkskundeonderwijs komt veldwerk maar mondjesmaat aan bod, terwijl het bij de iGeo voor veertig procent meetelt. Daarom werd er een bodemprofiel geboord en getekend, en werd er geoefend in het maken van verschillende soorten kaarten. En alle moeite werd beloond! Tijdens de iGeo gingen de deelnemers aan de gang met het maken van een functiekaart, een geomorfologische kaart, een geologische doorsnede van een gebied en een vergelijking van dat gebied met een ander gebied, het berekenen van een hellingshoek en de hoeveelheid zand om deze helling geschikt te maken als skihelling. De schriftelijke toets ging over de geografie van sport, getijden, voedselveiligheid, bodemdegradatie, weer en klimaat en transport. Alsof dat nog niet genoeg was, volgde er ook nog een multimediatoets. Tijdens de prijsuitreiking ging het Nederlandse team (inclusief de begeleiders Tim Schuring & Alice Peters) volledig uit hun dak. David Waijers behaalde een zilveren medaille en Zuzanna Fendor, Thomas Westhof en Roos van Togt behaalden alle drie een bronzen medaille. Van de 161 deelnemers ontvingen er in totaal 14 deelnemers een gouden medaille, 26 een zilveren medaille en 40 een bronzen medaille. Door de sterke prestaties van alle teamleden eindigde het Nederlandse team als 11e van de 41 deelnemende landen en haalde het zo de beste prestatie sinds 2006.

DE GEOKRANT #82

De Nederlandse deelnemers aan de iGeo in Belgrado.

Op naar de

15e iGeo in Quebec in 2018!

.13


De provincie van ...

Zeeland:

de provincie van Anniek Harthoorn Nieuwe sluis bij Terneuzen De stad Terneuzen kende ik al, omdat mijn opa en oma daar wonen. Om van mijn woonplaats Kruiningen in Terneuzen te komen, maakten we vroeger gebruik van de veerdienst over de Westerschelde van Kruiningen naar Perkpolder. In 2003 werd de Westerscheldetunnel geopend en werd de veerdienst opgeheven. Dat vond ik jammer, want ik vond het leuker om met een veerboot te varen dan door de tunnel te rijden. Maar het voordeel van de tunnel is natuurlijk dat je er altijd gebruik van kunt maken, terwijl de veerboten bij slecht weer uit de vaart werden genomen.

Kanaal Gent-Terneuzen Westerscheld e

NEDERLAND Terneuzen

Axel

Ka na a

al G

ent -Terne uzen

Sas van Gent

Gent

BELGIĂ‹

0

2,5 1 : 50.000

Ligging van het Kanaal Gent-Terneuzen.

14.

5 km

Zodra je de Westerscheldetunnel uitrijdt, zie je aan de linkerkant het sluizencomplex van Terneuzen. Via dit complex is de stad Terneuzen bereikbaar. Schepen die vanaf de Westerschelde naar de haven van het Belgische Gent willen, varen door dit sluizencomplex het Kanaal van Gent naar Terneuzen op. Het Kanaal Gent-Terneuzen is 32 km lang. Het kanaal komt Nederland binnen bij Sas van Gent en mondt uit in de Westerschelde bij Terneuzen, niet ver van de Westerscheldetunnel. Het kanaal werd in 1827 in gebruik genomen en is belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de haven en daarmee voor de economie van Gent. Het kanaal is een belangrijke, drukke hoofdvaarweg voor de scheepvaart en een belangrijke vorm van infrastructuur tussen Nederland, BelgiĂŤ en Frankrijk.

Sluizencomplex Het sluizencomplex in Terneuzen bestaat momenteel uit drie sluizen, namelijk de Middensluis (uit 1910 en daarmee de oudste sluis), de Oostsluis (1968) en de Westsluis (1968). De Oostsluis wordt voornamelijk gebruikt door binnenvaartschepen, de Westsluis door zeeschepen. In 2015 passeerden meer dan 61.000 schepen het sluizencomplex in Terneuzen, te weten 50.604 schepen voor de binnenvaart, 2.223 schepen voor de recreatievaart en 8.468 zeevaartschepen. In de loop van de jaren zijn de sluizen regelmatig verbeterd en vergroot. De toename van het scheepvaartverkeer, het steeds groter worden van de binnenvaart- en zeeschepen en het regelmatig optreden van storingen in de sluizen, hebben ertoe geleid dat de sluizen van Terneuzen een knelpunt werden voor de vele binnenvaart- en zeeschepen die van en naar de havens van Terneuzen en Gent varen. Bovendien is het voor de haven van Gent belangrijk om beter bereikbaar te zijn voor grotere zeeschepen. Het sluizencomplex in Terneuzen zal daarom worden uitgebreid door de bouw van de Nieuwe Sluis.

DE GEOKRANT #82


De provincie van ...

Artist’s impression van de Nieuwe Sluis bij Terneuzen.

Nieuwe Sluis De voorbereidingen van de bouw van de Nieuwe Sluis zijn in volle gang. Allerlei procedures zijn inmiddels doorlopen. Het is de bedoeling dat eind 2017 wordt gestart met de bouw. Bijzonder is dat de Nieuwe Sluis wordt aangelegd binnen het bestaande sluizencomplex, namelijk tussen de Westsluis en de Oostsluis. De Middensluis zal hiervoor moeten worden gesloopt. Bij de bouw wordt rekening gehouden met de waterveiligheid, het peilbeheer dat Vlaanderen en Nederland hebben afgesproken en de stijging van de zeespiegel door de klimaatverandering. Tijdens de bouw zal er natuurlijk overlast zijn voor omwonenden, bedrijven, scheepvaartverkeer en gewoon verkeer, maar geprobeerd wordt om deze zo veel mogelijk te beperken. De kosten voor het bouwen van de Nieuwe Sluis worden geschat op ruim 920 miljoen euro en worden onder andere vanwege het grote belang voor de haven van Gent grotendeels door Vlaanderen betaald. Een deel wordt gefinancierd vanuit Europese subsidies. Als alles goed gaat, zal in 2022 het eerste schip door de Nieuwe Sluis varen.

Voordelen Doordat voorafgaand aan de bouw van de Nieuwe Sluis een archeologisch onderzoek verplicht was, zijn er diepe grondboringen gedaan. Daardoor en door bepalingen van de ouderdom van de grond is er veel nieuwe kennis DE GEOKRANT #82

opgedaan over de grondlagen en is men meer te weten gekomen over de geschiedenis van het gebied. De belangrijkste reden voor het bouwen van de Nieuwe Sluis is echter uitbreiding van de capaciteit, wat leidt tot een betere toegang en een snellere doorstroming van het scheepvaartverkeer. De wachttijden voor vooral de binnenvaartschepen worden hierdoor korter. Ook kunnen door de Nieuwe Sluis grotere zeeschepen varen. Op dit moment kunnen zeeschepen die maximaal 265 meter lang en 37 meter breed zijn en een diepgang van 12,5 meter hebben de Westsluis passeren. De Nieuwe Sluis wordt 427 meter lang, 55 meter breed en 16 meter diep. Schepen met een maximale lengte van 366 meter, een breedte van 49 meter en een diepgang van 15 meter kunnen voortaan door deze sluis varen. Naar verwachting zullen in 2040 ruim 96.000 schepen het sluizencomplex passeren.

Nieuwe kansen De regio tussen Gent en Terneuzen langs het kanaal wordt de Kanaalzone genoemd. Er zijn veel bedrijven gevestigd die zorgen voor werkgelegenheid. In Terneuzen vind je vooral de procesen chemische industrie en logistiek.

Een belangrijk bedrijf in de regio is Dow Chemical Terneuzen. Veel mensen uit de regio Terneuzen werken bij dit bedrijf. In Gent is er veel auto-, autostaal-, chemische en papierindustrie en logistieke activiteiten die bij deze industrieĂŤn horen. Tussen Gent en Terneuzen is er veel land- en tuinbouw. Ook maken bedrijven gebruik van elkaars reststoffen en product- en energiestromen, de biobased economy. Met de komst van de Nieuwe Sluis wil men de bestaande werkgelegenheid behouden en verwacht men dat nieuwe bedrijven zich in de Kanaalzone zullen vestigen. De economie en de werkgelegenheid in Zeeland en Vlaanderen kunnen hierdoor groeien. De Nieuwe Sluis is kortom een groot regionaal project dat veel kansen biedt voor Zeeland en dan met name voor de krimpregio Zeeuws-Vlaanderen.

Anniek Harthoorn (21) studeert aan de Lerarenopleiding Aardrijkskunde in Tilburg. Ze is geboren en getogen in de provincie Zeeland. Vanwege haar studie is ze naar Tilburg verhuisd, maar ze zal dit jaar weer terugkeren naar haar Zeeland. Na twee stages op een middelbare school in Terneuzen is haar interesse voor het gebied rond Terneuzen toegenomen. Lesgeven is haar grote passie, net zoals de geografie. Ze is lid van de Geokring in Den Bosch, waar ze regelmatig lezingen bijwoont en deelneemt aan geologische excursies. Daarnaast leest ze in haar vrije tijd veel over haar vakgebied om haar kennis up-to-date te houden.

In deze rubriek besteden Geo-gebruikers aandacht aan een geografisch verschijnsel in hun provincie. In GeoKrant 83 komt een volgende provincie aan bod. Wilt u over uw provincie schrijven? Meld u aan bij de redactie: degeokrant@thiememeulenhoff.nl.

.15


(V)AKnieuws TEKST WIM TEN BRINKE

Metamorfose

van de Docklands van Londen

havenarbeiders en zeelui; die laatsten vormden een selecte groep van wereldreizigers naar verten waar geen normaal mens kwam. Via de sluizen van het Albert Dock brachten ze met hun schip de wereld binnen; het dock was het doorgeefluik van goederen uit verre streken. Wie nu aankomt op City Airport gaat door naar de City of blijft in de Docklands om in Canary Wharf te vergaderen over financiële afspraken, fusies, overnames en bijbehorende contracten. Advocaten, bankiers, verzekeringsspecialisten, consultants en andere hoogopgeleide mannen en vrouwen zijn het nieuwe gezicht van de globalisering, want vanuit alle hoeken van de wereld verzamelen zij in de wolkenkrabbers van Canary Wharf om hun deals te maken.

Spil van de wereldhandel

Greenland Dock.

Tot ongeveer 1960 waren de Londense Docklands de draaischijf van de mondiale goederenhandel. Daarna kwam het verval. Nu zijn de Docklands herrezen als wereldhub van hoogwaardige dienstverlening, en een steeds geliefder woonomgeving met steeds betere uitgaansvoorzieningen. Dit artikel beschrijft de transformatie van een immens havengebied.

In een lange bocht gaat het vliegtuig, net opgestegen vanaf City Airport, over Londen: eerst zie je de cabines van de kabelbaan – rood knipperende bolletjes aan een lange lijn gespannen over de Thames – dan de staketsels van megaconcertzaal O2 en de verlichte wolkenkrabbers van Canary Wharf. Nauwelijks in de lucht of de vernieuwing van de Docklands is als een groots panorama onder het vliegtuig doorgeschoven.

16.

Vanuit de lucht zie je hoe dicht die Docklands bij de City liggen, want haar skyline met kantoortorens als de Augurk, de Kaasrasp en de Walkietalkie volgt onmiddellijk. City Airport is een van de symbolen van de transformatie van de Londense Docklands. Waar tot 1981 in het Royal Albert Dock oceaanstomers afmeerden, ligt nu de start- en landingsbaan van het vliegveld. Vroeger was dit het terrein van

Tot het begin van de negentiende eeuw losten schepen hun waren bij de talloze werven en aanlegsteigers langs de Thames; het was een warboel van schepen, veel te vol en veel te druk. Springend van dek naar dek kon je de rivier met droge voeten oversteken, zo werd beweerd. Nieuwe, door sluizen van de rivier afgesloten havenbekkens, met daaraan gekoppeld opslag- en verwerkingsmogelijkheden, moesten oplossing bieden. De docks betekenden een revolutie in het havenbedrijf. In 1802 openden de West India Docks, gegraven in het Isle of Dogs, een groot schiereiland omslingerd door de Thames. Deze havenbekkens werden ingericht voor de handel op de West-Indies en maakten deel uit van de vermaledijde driehoekshandel: vanuit Afrika gingen slaventransporten naar de Caraïben en Latijns-Amerika, suiker en rum werden vervolgens geladen voor Engeland en vanuit Londen vonden textielproducten en rum hun weg naar Afrika – het was globalisering avant la lettre. Het succes van die eerste docks werkte inspirerend, want rond 1830 was de hele noordoever van de Thames, tussen Tower Bridge en Isle of Dogs vergraven, op de zuidoever werden de Surrey Docks aangelegd. Later kwamen verder oostelijk de koninklijke docks Victoria, Albert en George gereed. Die drie vormden met elkaar ‘the largest area of enclosed

DE GEOKRANT #82


(V)AKnieuws water the world has ever seen’. Schepen tot maximaal 35.000 ton konden erin (een grote olietanker haalt tegenwoordig een omvang die tien keer zo groot is). De Docklands waren dé spil van de wereldhandel. Verwerking van goederen leidde tot vestiging van talloze fabrieken, waaronder gasproductie, metaalindustrie, meelfabrieken en voedselverwerking (zoals suiker). Havens, fabrieken en scheepswerven trokken tienduizenden migranten die in en nabij het enorme industrie- en havengebied woonden in overbevolkte, slechte huizen onder onhygiënische omstandigheden. Ongeveer bij de Tower Bridge lag de scheiding tussen het rijke en welvarende West-Londen en het grauwe, armoedige Eastend. Het waren gemeenschappen gescheiden van de rest van Londen, island communities met alleen een goede verbinding naar de poort van de fabriek of het dock.

Thames), Felixstowe en Southampton namen de goederenaanvoer over. In het kielzog van de kwijnende havens sloten of verhuisden veel fabrieken. Niet langer waren ze gebonden aan de aanvoer van grondstoffen via de havens. Tienduizenden haven- en industriearbeiders werden werkloos. Armoede en andere sociale problemen verergerden. In en rond de havenbekkens sloeg de verloedering toe; een opeenhoping van niet meer gebruikte havenkades, pakhuizen, fabrieken, kranen en sluizen. Urban wasteland, een vervallen en vervuilde stedelijke woestenij van 21 vierkante kilometer (ter vergelijking: het bekendste Nederlandse havengebied in transitie, de Rotterdamse Kop van Zuid, heeft een omvang van minder dan een vierkante kilometer). Hier lag een enorme opgave voor stedelijke vernieuwing.

De ondergang

Onder andere door versnippering van eigendommen en grote bodemvervuiling konden renovatieplannen zich nauwelijks aan de tekentafel ontworstelen. Pas na de oprichting van de London Docklands Development Corporation (LDDC) kwam er veel op gang, want deze speciaal in het leven geroepen ontwikkelingsorganisatie kreeg veel macht – ze kreeg grond in eigendom, ze mocht plannen maken en ze mocht als een soort makelaar grond voor herontwikkeling uitgeven. Een machtspositie die tot het jaar van opheffing in 1998 duurde en die veelal gunstig uitwerkte, maar ook veel critici kende, onder andere de beschuldiging

Na 1960 begon de neergang. De Londense Docks waren niet langer geschikt om de steeds groter gegroeide schepen te ontvangen en de Thames zelf was te ondiep voor de nieuwe giganten. Boven alles zorgde de container voor de omslag, want niet langer was het nodig pakhuizen aan te houden; de lading kon direct via vrachtwagen, trein of binnenschip naar z’n bestemming. In snel tempo sloten ze, tussen 1967 en 1970 gingen alle Docks tussen de City en de rivier Lea dicht, in 1981 kwam er een einde aan de Royal Docks. Nieuwe havens, direct aan zee in Tilbury (aan de monding van de

City of London

Limehouse Basin LONDON DOCKS

Th

Tower Bridge

De London Docklands Development Corporation

es am

dat de LDDC meer aandacht had voor de ontwikkeling van luxe woningen en kantoren dan voor sociale huisvesting; lokale gemeenschappen voelden zich niet gehoord. En dat gevoel kun je je voorstellen als je ziet welke paradepaardjes werden opgeleverd.

Canary Wharf Het prestigieuste project van de LDDC is Canary Wharf, vernoemd naar een ligplaats en pakhuis waar de Fred Olsen Line fruit uit de Canarische Eilanden aanvoerde. In de voormalige West India Docks verrees in 1991 hét symbool van de herrijzenis: Canada Square 1, de hoogste wolkenkrabber van de Docklands. Vanzelf ging het niet, want na enkele jaren ging de projectontwikkelaar failliet – de Londense City zag de Wharf als een bedreiging en besloot meer kantoren te ontwikkelen. Gevolg: overaanbod en leegstand, met bankroet als voorlopig einde. Maar na een succesvolle doorstart ligt hier nu de tweede City van Londen, waar veel banken, financiële bedrijven en mediaorganisaties hun Europese hoofdkantoren hebben. Zo’n 150.000 mensen werken er en net als vroeger is het een brandpunt van globalisering – waar goederen hebben plaatsgemaakt voor hoogwaardige diensten, die wereldwijd worden verleend. Inmiddels wordt er ook volop gewoond, en er staan nog duizenden appartementen, vooral in woontorens, op stapel. Meer en meer ontwikkelt Canary Wharf zich tot een compleet stadsdeel van Londen, voorzien van winkels, horeca en andere voorzieningen. 

EAST INDIA DOCKS ROYAL VICTORIA DOCK

WEST INDIA DOCKS

ROYAL ALBERT DOCK ROYAL KING GEORGE V DOCK

SURREY COMMERCIAL DOCKS

Thames

MILLWALL DOCKS weg spoorlijn scheepsdok

Th

am

es

0

0,5

1 km

1 : 65.000

De Docklands in 1964.

DE GEOKRANT #82

.17


(V)AKnieuws

King Henry’s Wharves. Bijzonder fraai is Butler’s Wharf: een serie pakhuizen gebouwd rond 1870 en daarna uitgegroeid tot de grootste theestapelplaats in de wereld. Nu, na herontwikkeling, flaneren er toeristen, doen restaurants en winkels er goede zaken, zijn er luxe appartementen, en zijn in de achterstraten de zo karakteristieke overbruggingen in ere hersteld. Van de voormalige Surrey Docks is niet veel meer over; het grootste deel van de havenbekkens is gedempt en tot woon- of natuurgebied bestemd. Soms zie je een subtiele verwijzing naar het verleden, zoals het Russia Dock Woodland, waar de granieten kade, de stalen boeien en de rails van de havenkranen de begrenzing van een park vormen – het park zelf strekt zich op de kaart uit in de rechthoekige vorm van het dichtgegooide havenbekken.

Zicht op Canary Wharf.

Toch is enige relativering op zijn plaats, want in vergelijking met de City en Westminster blijkt Canary Wharf duidelijk second best. In de City en omringende districten zijn meer dan een miljoen banen.

De Docks tussen City en Canary Wharf Op de noordoever van de Thames zijn de Docks herontwikkeld in uiteenlopende sferen. In het Limehouse Basin schimmeren mooie, oude kanaalboten in de zon, nieuwe appartementen kijken erop uit – een goed gelegen driekamerappartement doet er al gauw een miljoen pond.

City of London Shadwell Basin

ST. KATHERINE Tower DOCKS Bridge LONDON DOCKS Butlers Wharf

Hier is de toegang tot Regent’s Canal en daarmee tot de kanalen van het achterland, tot in Birmingham en Manchester. Van een ander karakter is het Shadwell Basin, een kaal watervlak omzoomd door sociale woningbouw. De St. Katharine Docks, gelegen naast de Tower Bridge, kregen een nieuw bestaan als watersporthaven en toeristenmagneet dankzij een groot hotel en vele restaurants langs de oude kademuren. Tussen de docks liggen aan de Thames tot woningen verbouwde pakhuizen, met soms een herinnering aan de vervlogen tijden van goederenoverslag, zoals de rode hijskraan, vastgeplakt aan de gevel van

Limehouse Basin

es am Th

City Island Trinity Buoy Wharf Canary Wharf

SURREY DOCKS

The O2 Arena

ba

el

b ka

an

Isle of Dogs

weg Docklands Light Rail (DLR)

MILLWALL DOCKS

ExCel ROYAL VICTORIA DOCK

ROYAL ALBERT DOCK ROYAL KING GEORGE V DOCK

Thames

mes Tha

GREENLAND DOCK

Ten oosten van Canary Wharf begon de herontwikkeling later – lange tijd was London City Airport, geopend in 1987, een vooruitgeschoven post. Sinds 2000 komt de transformatie op stoom. Een icoon van de vernieuwing is de O2, ’s werelds best bezochte evenementenzaal, die ligt op het Greenwich schiereiland. Via een kabelbaan is de concertzaal verbonden met het Royal Victoria Dock – op 90 meter hoogte ‘vlieg’ je over de Thames en dan kom je uit naast het grote beurs- en congrescomplex ExCel, in 2000 opgeleverd.

Greenwich

Jubilee lijn Elisabeth lijn (vanaf 2018)

0

0,5

1 km

1 : 65.000

De Docklands nu.

18.

DE GEOKRANT #82


(V)AKnieuws Verbindingen Een belangrijke rol in de herontwikkeling van de Docklands speelt de verbetering van het openbaar vervoer. In de beginjaren waren de verlaten havenbekkens nauwelijks te bereiken. Een eerste verbetering kwam met de aanleg van de Docklands Light Rail, een project van de LDDC dat gebruikmaakte van niet meer gebruikte havensporen en daarmee de City met de Docklands verbond. De lightrailwagons rijden geheel automatisch, zonder bestuurder. De eerste lijn opende in 1987 en zorgde voor een betere verbinding tussen de City en Isle of Dogs. Daarna is het netwerk steeds verder uitgebreid, naar alle uithoeken van de Docklands; zo’n 120 miljoen passagiers maken er jaarlijks gebruik van. In 1999 opende de Jubilee Line, die via de zuidoever van de Thames voor een snelle verbinding van Surrey Docks en Canary Wharf met het centrum van Londen zorgde. Rond 2018 volgt de Elisabeth Line. Deze ondergrondse hogesnelheidsmetro gaat Oost- en West-Londen met elkaar verbinden. Vliegveld Heathrow komt dan een stuk dichter bij het Eastend te liggen, en helpt dit vroeger zo geïsoleerde stadsdeel nog meer te verweven met wereldstad Londen.

Toekomst Meer dan 35 jaar geleden sloten de laatste docks en nog steeds is de transformatie bezig. Spinternieuw is het City Island als nieuw stedelijk zwaartepunt; het is een ensemble van hoogwaardige appartementen in combinatie met

Trinity Buoy Wharf Is nu alles gladgestreken en herontwikkeld? Nee, laatste stukjes rafelrand houden moedig stand, zoals de Trinity Buoy Wharf, oorspronkelijk een werf waar scheepsboeien werden gemaakt, nu een kunstenaarsparadijs met bloeiende creativiteit. Een fraai voorbeeld is het getijdenorgel, dat de waterbeweging van opkomend en afgaand tij omzet in fluittonen.

horeca en cultuur (het Nationaal Ballet krijgt er zijn vaste speelplek). Ook in de docks van Albert en Victoria is de herinrichting in volle gang; veel nieuwe appartementen zijn al gebouwd, en er komt een speciaal centrum voor Aziatische bedrijven, die naast Ciy Airport een ‘landingsplek’ in Europa krijgen. Worden de plannen werkelijkheid, dan groeit het Royal Albert Dock uit tot het derde zakencentrum van Londen. Waren de oude Docklands het industriële hart van wereldstad Londen, de nieuwe Docklands met hun opvallende architectuur, hoogwaardige kantoren en chique woningen versterken de rol van Londen als moderne metropool. Dat past in de visie van het London Plan, waarin de ruimtelijke ontwikkeling van de stad uiteen is gezet: de stad moet groeien, maar compact, zonder aantasting van groene ruimtes of groene randen; daarom gaan ze in het centrum de lucht in en is met

name in het oosten – waar ook de Docklands liggen – de inzet gericht op de transformatie van braakliggende terreinen in goede woon- en werkgebieden.

Brexit Bij al dit gejubel hoort wel de kanttekening van de invloed van de naderende Brexit. Als je in de Docklands rondloopt, kun je je haast niet voorstellen dat dit roet in het eten zal gooien. Van de transformatie gaat een krachtig metropolitaan elan uit; vraag is natuurlijk of dit standhoudt als door de Brexit bedrijven besluiten te verhuizen naar het Europese vasteland. Voorlopig lijkt er niets aan de hand. Een vliegtuig komt aan, scheert over de kabelbaan, over de luxe appartementen van het Victoria Dock, langs gerestaureerde havenkranen en landt veilig op City Airport. Zo vliegt de nieuwe tijd binnen, die de Docklands van Londen een nieuw bestaansrecht hebben gegeven. 

Oud en nieuw.

De Docklands verkennen Wie zelf de Docklands wil verkennen, vindt op www.wimtenbrinke.nl een aantrekkelijke fietsroute. Alle highlights komen voorbij, van Butler’s Wharf tot Canary Wharf, en van de Surrey Docks tot de St. Katherine Docks. Wil je verder inzoomen, kijk dan www.wimtenbrinke.nl/index. php/2017/02/06/surrey-docks-londen/.

DE GEOKRANT #82

.19


De GeoKrant is een uitgave van ThiemeMeulenhoff. Dit tijdschrift verschijnt twee keer per jaar ter ondersteuning van de methode De Geo voor de onderbouw, bovenbouw vmbo en bovenbouw havo/vwo.

Voor meer informatie over de methode of over de artikelen in deze GeoKrant kunt u contact opnemen met onze klantenservice

088 - 800 2015

U kunt ook een e-mail sturen naar degeokrant@thiememeulenhoff.nl.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.