Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

Page 1

1

3 4

9006921717_omslag.indd 1

26e DRUK

5

U wilt weten hoe u in noodgevallen eerste hulp kunt verlenen? Het Oranje Kruis Boekje bevat de officiテォle lesstof voor het Diploma Eerste Hulp. Stapsgewijs en aan de hand van duidelijke afbeeldingen leert u wat u moet doen en waarom. Het Oranje Kruis Boekje is al bijna een eeuw een begrip en onmisbaar bij het volgen van een cursus Eerste Hulp. Deze nieuwe druk is geheel van de eenentwintigste eeuw en voldoet aan de actuele richtlijnen van de eerstehulpverlening.

H E T O R A N J E K R U I S B O E KJ E

2

HET ORANJE KRUIS B O E KJ E

HET ORANJE KRUIS B O E KJ E

A B C

DE OFFICIテ記E HANDLEIDING VOOR EERSTE HULP

15-05-13 16:07


HET ORANJE KRUIS B O E KJ E DE OFFICIËLE HANDLEIDING VOOR EERSTE HULP Samengesteld in opdracht en onder toezicht van de Stichting Koninklijke Nationale Organisatie voor Reddingwezen en Eerste hulp bij Ongelukken ‘Het Oranje Kruis’

9789006921717_00_voorw.indd 1

15-05-13 16:16


Colofon auteur Hans van der Pols (Het Oranje Kruis) redactie Marijke van Ooijen, Utrecht vormgeving binnenwerk Jean Klare, Deventer

Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff is dé educatieve mediaspecialist en levert educatieve oplossingen voor het Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs en Hoger Onderwijs. Deze oplossingen worden ontwikkeld in nauwe samenwerking met de onderwijsmarkt en dragen bij aan verbeterde leeropbrengsten en individuele talentontwikkeling. ThiemeMeulenhoff haalt het beste uit élke leerling.

opmaak binnenwerk PrePressMediaPartners, Wolvega omslagontwerp Jean Klare, Deventer omslag- en binnenwerkfoto’s Fotostudio Lighthouse, Breda

Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze educatieve oplossingen: www.thiememeulenhoff.nl of via de Klantenservice 088 800 20 16 ISBN 978 90 06 92171 7 26e druk, vierde oplage, 2013 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2011

overige foto’s ANP Foto, Rijswijk: p. 13, 23 CDC/James Gathany: p. 111(o) Hollandse Hoogte, Amsterdam: p. 17(lo) ImageSelect, Wassenaar: p. 33, 35 (2×), 76, 113(o) Science Photo Library / ANP Foto, Rijswijk: p. 85 Wikimedia Commons: p. 108 www.hartstichting.nl: p. 36 www.nvve.nl: p. 55 www.sostalisman.nl: p. 14 onder www.terreintechniek.nl: p. 17(ro) anatomisch tekenwerk Myrthe Boymans, Geleen: p. 28(o), 85 Rogier Trompert, Maastricht (www.medical-art.nl): p. 28(b), 29, 38, 76, 84

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

9789006921717_00_voorw.indd 2

15-05-13 16:16


Voorbericht bij de eerste druk De Koninklijke Nationale Bond voor Reddingwezen en Eerste hulp bij Ongelukken ‘Het Oranje Kruis’ heeft tot de samenstelling van dit boekje besloten met een tweeledig doel: 1 om door de uitgave van een nieuwe, Nederlandsche handleiding met tal van duidelijke afbeeldingen het onderwijs in het verleenen van eerste hulp bij ongelukken te helpen bevorderen; 2 om door de aanbieding van een zoodanig boekje, dat met veel zorg zou moeten worden bewerkt, teneinde het de sympathie van velen te doen verwerven, mede bij te dragen tot bevordering van de eenheid bij het onderwijs. Het was den Raad van Bestuur van den Bond een voldoening, toen hem bleek, dat de behoefte aan een nieuwe handleiding ook gevoeld werd in den boezem der Staatscommissie van advies omtrent het nemen van maatregelen ter bevordering van het onderwijs in eerste hulp bij bedrijf­ songevallen, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 10 December 1910. De Raad van Bestuur heeft het op bijzonderen prijs gesteld, dat deze Commissie, die reeds zooveel tot bevordering van het onderwijs in eerste hulp bij bedrijfsongevallen heeft tot stand gebracht, bereid bleek te zijn om, door haar oordeel uit te spreken over het aanvankelijk concept, mede te werken tot het beoogde doel. De Commissie, die door den Raad van Bestuur benoemd werd tot samenstelling der handleiding, bestond uit de navolgende heeren: Dr. P.J. Barnouw, secretaris van de Noord-Hollandsche Vereeniging ‘Het Witte Kruis’; Dr. R.S. Hermanides, oud-voorzitter van de Nederlandsche Vereeniging van Spoorwegartsen; Prof. Dr. J.A. Korteweg, hoogleeraar in de heelkunde; Dr. C.J. Mijnlieff, secretaris van den Koninklijken Nationalen Bond ‘Het Oranje Kruis’; G. Oosterbaan, arts, lid van de Staatscommissie bovengenoemd, lid van het Hoofdbestuur van de Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst; W. Poolman, arts, secretaris van de Provinciale Zuid-Hollandsche Vereeniging ‘Het Groene Kruis’; Generaal-Majoor A.A.J. Quanjer, arts, inspecteur van den Geneeskundigen Dienst der Landmacht, lid van het Hoofdcomité van de Vereeniging ‘Het Nederlandsche Roode Kruis’; Dr. G.J. Teljer, geneeskundig inspecteur bij de spoorwegdiensten; Dr. C.B. Tilanus, voorzitter der Nederlandsche Vereeniging ‘Eerste hulp Bij Ongelukken’. Na gepleegd overleg omtrent den bij de samenstelling te volgen weg, hebben de navolgende heeren zich met de eigenlijke samenstelling belast: Prof. Dr. J.A. Korteweg, Dr. C.J. Mijnlieff, G. Oosterbaan, en Generaal-Majoor A.A.J. Quanjer, die ten slotte de vrucht van hun arbeid ter beoordeeling aan de voltallige commissie en aan de Staatscommissie aanboden. De ‘Handleiding’, die nu het licht ziet, is het resultaat van het gemeenschappelijk overleg, dat dientengevolge plaats vond. De Staatscommissie voornoemd heeft zich bereid verklaard deze handleiding als grondslag te doen dienen voor het onderwijs op de onder haar toezicht georganiseerde cursussen. Het boekje, waaraan door de uitgevers groote zorg werd besteed, moge bij het onderwijs in de eerste hulp bij ongelukken een bruikbare handleiding blijken te zijn, en voor hen, die het onderwijs ontvingen, tevens een welkom middel om zich de ontvangen lessen dieper in het geheugen te prenten. De tekeningen, welke voor een zeer groot deel oorspronkelijk zijn, werden vervaardigd door den heer W.K. de Bruin te ’s-Gravenhage. Amsterdam, December 1912.

9006921717_bw.indb 3

09-08-12 13:54


IV

26e druk van het Oranje Kruis Boekje Woord vooraf Het Oranje Kruis stelt zich sinds de oprichting in 1909 tot doel ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen kennis hebben van eerste hulp en zodanig geïnformeerd en opgeleid zijn dat men adequaat eerste hulp kan verlenen. Vanaf 1912 speelt het Oranje Kruis Boekje een belangrijke rol bij het uitdragen van die kennis en bij het opleiden van eerstehulpverleners. Sinds die tijd is er het nodige veranderd op het gebied van communicatiemogelijkheden. Het Oranje Kruis maakt daarvan dankbaar gebruik en probeert (delen van) het publiek te bereiken via de website, het e-learning programma MijnEHBO, iPhone en social media. En natuurlijk is er, ook in 2011, nog steeds behoefte aan de papieren versie van het vertrouwde Oranje Kruis Boekje. In deze 26e druk is de lesstof niet alleen aangepast aan de nieuwe reanimatierichtlijnen van de Nederlandse Reanimatie Raad, maar zijn ook reacties op de 25e druk, veel gestelde vragen en algemene maatschappelijke, medische, technische of andere externe ontwikkelingen meegenomen. De vormgeving en indeling zijn mede tot stand gekomen op basis van de adviezen van een drietal gebruikerspanels en de informatie uit een enquête onder de instructeurs Eerste Hulp. Bestuur en directie van Het Oranje Kruis danken de deelnemers aan de panels en degenen die aan de enquête hebben meegewerkt en allen die aan de totstandkoming van dit boek hebben bijgedragen. Den Haag, augustus 2011 E.G. van Ankum Briggen, arts b.d. voorzitter

9006921717_bw.indb 4

B.A.J. Jongejan, arts directeur

09-08-12 13:54


V

Samenstelling van het college van deskundigen R.H. Baas Nederlandse Organisatie Docenten EHBO (NODE) G.H.M. Bouten Organisatie LOTUS E. Crone-Kraaijeveld Huisarts, voorzitter J. Frederiks Nederlandse Vereniging voor Cardiologie W.E. Korterink Ministerie van Defensie P. Lasschuijt Beroepsvereniging V&VN Ambulancezorg P.A. van Luijt Nederlandse Vereniging voor Traumatologie M.G.M. Scot Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie W.L.M. ten Wolde Ambulancezorg Nederland

9006921717_bw.indb 5

09-08-12 13:54


VI

Inhoud

Inleiding  IX

DEEL I Algemeen  11

Introductie  12

1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

Eerste Hulp verlenen: vijf belangrijke punten  13 Let op gevaar  13 Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert  14 Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting  15 Zorg voor professionele hulp  16 Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit  19 – De noodvervoersgreep van Rautek vanaf de grond  19 – De noodvervoersgreep van Rautek vanaf de (auto)stoel  21 – Ondersteunend verplaatsen  22

2

Emotionele reacties  23

3

Eerste hulp verlenen en de kans op infectie  25

DEEL II Stoornissen in de vitale functies  27

Introductie  28

1 1.1

Stoornissen in het bewustzijn  30 – Benaderen van een liggend slachtoffer  31 – Een bewusteloos slachtoffer van de buik op de rug draaien  31 Letsels en ziekten met stoornissen in het bewustzijn  32

2 2.1

Stoornissen in de ademhaling  37 – Bewustzijnsverlies bij luchtwegbelemmering  40 – Slagen tussen de schouderbladen  40 – Buikstoten bij een staand of zittend slachtoffer  41 – Beoordelen van de ademhaling bij een bewusteloos slachtoffer  43 – De stabiele zijligging vanuit rugligging  44 – Controle van de ademhaling bij een slachtoffer in stabiele zijligging  45 – Vanuit de stabiele zijligging naar rugligging  45 Letsels en ziekten met stoornissen in de ademhaling  45

9006921717_bw.indb 6

09-08-12 13:54


VII

3

Stoornissen in het bewustzijn én de ademhaling  49 – Borstcompressies  50 – Beademing  51 – Combineren borstcompressies en beademingen: reanimatie  52 – Gebruik AED  53 – Mondinspectie en leegmaken van de mond  56 – Overname reanimatie door tweede hulpverlener  56 – Snelle kantelmethode  57 – Gebruik gelaatsdoekje  58 – Gebruik beademingsmasker  58 – De noodvervoersgreep van Rautek vanaf bed of bank  59

4

Actieve bloedingen  61 – Druk uitoefenen op de wond  61 – Aanleggen zwachtel  63 – Aanleggen traumazwachtel  64

5

Shock  66

DEEL III Letsels  69

Introductie  70

1

Wonden  71 – Aanleggen hechtstrips  74 – Aanleggen steriel kompres  80

2

Elektriciteitsletsels  81

3

Kneuzing en verstuiking  83

4 4.1 4.2 4.3 4.4

Botbreuken en ontwrichtingen  85 Botbreuken  85 – Open botbreuk  86 Wervelletsel  87 – Handgreep van Zäch  88 Ontwrichtingen  89 Rust en steun aan een gewond lichaamsdeel geven  89 – Een mitella aanleggen  90 – Een brede das aanleggen  91 – Zwachtelen van hand en pols  92 – Zwachtelen van voet en enkel  94

9006921717_bw.indb 7

09-08-12 13:54


VIII

5 5.1 5.2

Letsels van oog, neus en oor  96 Oogletsels  96 – Verwijderen van een vuiltje uit het oog  97 – Spoelen van het oog  98 Neus- en oorletsels  98 – Dichtdrukken van de neus  99 – Voorwerp in de neus  100 – Voorwerp in het oor  100

6

Tandletsels en tand door de lip  101 – Uitgeslagen tand  101

7

Oververhitting  103

8

Onderkoeling  106

9

Bevriezing  108

10

Vergiftigingen  109

11

Steken en beten  111

DEEL IV Verband- en hulpmiddelen  115 1

Verbandmiddelen  116

2

Overige materialen  121

Register  126

9006921717_bw.indb 8

09-08-12 13:54


IX

Inleiding Op ieder mens rust de plicht naar vermogen hulp te verlenen aan medemensen die in nood verkeren. Met het behalen van het Diploma Eerste Hulp van Het Oranje Kruis vergroot de burger de kwaliteit van de hulpverlening die hij kan bieden. Dit boek bevat een beschrijving van alle eerstehulphandelingen die behoren tot de eindtermen van dit diploma. Het bestuderen van de inhoud van deze uitgave biedt, mits gecombineerd met voldoende praktijkoefening, een goede voorbereiding op het examen Eerste Hulp van Het Oranje Kruis. De uitgangspunten die aan de eerste hulp ten grondslag liggen zijn: – de handelingen zijn uit te voeren door een leek – er worden zo min mogelijk hulpmiddelen gebruikt (alleen hulpmiddelen die overal voorhanden zijn) Voor dit boek geldt bovendien dat het: – zo algemeen mogelijk is wat betreft doelgroepen en situaties – alleen informatie bevat die relevant is voor het handelen van de eerstehulpverlener – gericht is op de eindtermen van het examen Eerste Hulp van Het Oranje Kruis Dit betekent dat eerstehulphandelingen waarbij herkenning lastig is, ook voor professionals, en waarbij de risico’s van het ingrijpen groter zijn dan van het afzien van handelen, buiten het kader van dit boek vallen. Dit betekent ook dat u een aantal handelingen die u als mantelzorger (partner, familielid, collega) misschien wel uitvoert, niet in dit boek zult terugvinden. Het gaat daarbij om eerstehulphandelingen waarbij specifieke hulpmiddelen nodig zijn of die zo weinig voorkomen dat het niet zinvol is ze standaard in de eindtermen van het Diploma Eerste Hulp op te nemen. Denk aan het gebruik van een epipen® of het beademen van een stembandloos slachtoffer via een tracheostoma. De huisarts is verantwoordelijk voor het overdragen van deze handelingen aan de (omgeving van) de patiënt. De inhoud van dit lesboek is vastgesteld door het College van Deskundigen van Het Oranje Kruis. De lesstof gaat zoveel mogelijk uit van de actuele stand van zaken in de wetenschap en sluit aan bij de richtlijnen van andere deskundigen zoals de reanimatierichtlijnen van de Nederlandse Reanimatie Raad en de Europese richtlijnen voor Eerste Hulp. Wijzigingen in de lesstof en eindtermen worden via de website www.ehbo.nl en de andere officiële publicaties van Het Oranje Kruis bekendgemaakt. Wij raden u daarom aan deze website regelmatig te bezoeken. Dit boek is opgebouwd uit vier delen. Deel I bevat de algemene uitgangspunten bij het verlenen van eerste hulp. In deel II worden de stoornissen in de vitale functies behandeld. In deel III worden overige letsels behandeld. In deel IV komen ten slotte de verband- en hulpmiddelen aan de orde. Belangrijk is dat de eerstehulpverlener reageert op wat hij ziet en wat hij hoort van het slachtoffer. Een groot aantal onderwerpen kent daarom een indeling die begint met een situatiebeschrijving met de mogelijke verschijnselen en daaraan gekoppeld: – de vraag ‘Wat is er aan de hand?’ – de omschrijving van het doel van de eerste hulp in deze situatie – de daarbij behorende eerste hulp Voor effectieve hulpverlening is het belangrijk dat het doel van de handeling duidelijk is. Daarom geven we steeds aan waarom een handeling op een bepaalde manier plaatsvindt.

9006921717_bw.indb 9

09-08-12 13:54


X

Op plaatsen waar er onduidelijkheid over zou kunnen bestaan, vermelden we of de eerstehulpverlening volstaat of dat u een professionele hulpverlener moet inschakelen. De vijf punten en het benaderingsschema zijn op de binnenkant van de voor- en achterkaft geplaatst. U kunt ze uitklappen zodat u ze naast iedere handeling kunt leggen. De belangrijkste inhoudelijke verschillen ten opzichte van de 25e druk zijn: – de aanpassing aan de reanimatierichtlijnen van de Nederlandse Reanimatie Raad 2011 – de toevoeging van de lesstof AED (sinds 2009 onderdeel van de eindtermen van het Diploma Eerste Hulp) – de toevoeging van de lesstof Verbandleer en Kleine Ongevallen – de eerstehulphandelingen bij vergiftigingen en brandwonden Overal waar ‘hij’, ‘hem’ of ‘zijn’ staat kan ook ‘zij’ of ‘haar’ gelezen worden. Om de techniek van de eerstehulphandeling goed in beeld te kunnen brengen, staat de hulpverlener op de foto’s vaak naast het slachtoffer waar hij in werkelijkheid voor het slachtoffer staat.

9006921717_bw.indb 10

09-08-12 13:54


DEEL 1 ALGEMEEN

9006921717_bw.indb 11

09-08-12 13:54


12

Algemeen > Introductie

Introductie Wat is eerste hulp? Eerste hulp is de noodzakelijke hulp die – al of niet in afwachting van de professionele hulp – naar het oordeel van de eerstehulpverlener aan een slachtoffer moet worden verleend op een manier die aansluit bij de professionele hulpverlening. Wat is een eerstehulpverlener? Een eerstehulpverlener is diegene die in staat is en bereid is om met zijn beschikbare kennis, vaardigheden en ervaring aan een slachtoffer de noodzakelijke eerste hulp te verlenen. Wat is een slachtoffer? Een slachtoffer is iemand die een acuut optredende, al of niet levensbedreigende, stoornis in zijn lichamelijke en/of geestelijke gezondheidstoestand heeft en naar zijn oordeel of dat van betrokkenen hulp nodig heeft. Eerste schakel in de hulpverleningsketen De eerstehulpverlener is de eerste schakel in de hulpverleningsketen. Hij zorgt ervoor dat een slachtoffer in zo goed mogelijke conditie aan de zorg van professionele hulpverleners wordt overgedragen. Dit doet hij door verergering en uitbreiding van stoornissen en letsels te voorkomen en de kans op complicaties te verkleinen. Hij onderneemt geen acties die de behandeling door de professionele hulpverleners bemoeilijken. De in dit boekje beschreven handelingen zijn ook hierop beoordeeld door het College van Deskundigen. De eerstehulpverlener verzorgt eenvoudige letsels en klachten zelf en draagt de verdere zorg over aan het slachtoffer.

9006921717_bw.indb 12

09-08-12 13:54


13

Met het verlenen van eerste hulp zorgt u ervoor dat de toestand van het slachtoffer niet verslechtert. Het is daarvoor nodig dat u kalm blijft en probeert snel inzicht te krijgen in de situatie. De volgende vijf punten helpen u daarbij: 1 Let op gevaar 2 Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert 3 Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting 4 Zorg voor professionele hulp 5 Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit

1.1 Let op gevaar Tijdens de hulpverlening moet u zich vooral bewust zijn van mogelijke gevaren: voor uzelf, voor omstanders en voor het slachtoffer/de slachtoffers. Het kan daarbij gaan om losliggende voorwerpen, bewegende onderdelen van machines, langsrazend verkeer, brand, hoog voltage kabels of (dreigende) instorting van bijvoorbeeld tribunes, maar ook om paniek, agressie of een massale vechtpartij. In de laatste gevallen moet u niet alleen de ambulancedienst, maar ook de brandweer en/of de politie (laten) waarschuwen. Wanneer het niet veilig voor u is, kunt u geen hulp verlenen. U moet met de eerstehulpverlening wachten tot de plaats van het ongeval is ‘vrijgegeven’ door de brandweer of de politie. Uw hulpverlening beperkt zich in eerste instantie tot het bellen van 1-1-2.

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

1 Eerste Hulp verlenen: vijf belangrijke punten

Zorg ervoor dat uzelf, omstanders en het slachtoffer geen gevaar lopen. Neem zo nodig maatregelen. Voorbeelden hiervan zijn: het aandoen van een veiligheidsvest, het verkeer omleiden, sigaretten laten doven, een beginnende brand blussen, de motor van de auto uitzetten en de auto op de handrem zetten (pas op bij airbags, ze kunnen alsnog afgaan: blijf zo veel mogelijk buiten de cabine), de elektriciteit uitschakelen en kleren die in contact zijn gekomen met bijtende stoffen uittrekken. Volg de aanwijzingen op van politie, ambulance, brandweer of Rijkswaterstaat (weg­ inspecteur) zodra zij aanwezig zijn.

9006921717_bw.indb 13

09-08-12 13:54


14

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

1.2 Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert Ga eerst na wat er is gebeurd. Beoordeel de situatie door te kijken en te vragen. Vraag aan het slachtoffer of de omstanders wat er is gebeurd, als u het ongeval niet zelf heeft zien gebeuren. Informatie over de wijze waarop het ongeval plaatsvond (het ongevalsmechanisme) en de inschatting van de (mechanische) krachten waaraan het slachtoffer is blootgesteld, geven aanwijzingen voor mogelijk letsel. Dit is belangrijke informatie voor de professionele hulpverlening. Het is niet altijd direct zichtbaar hoe ernstig het letsel is. Denk bijvoorbeeld aan letsel door elektriciteit. Ga vervolgens na wat het slachtoffer mankeert. U begint de beoordeling van het slachtoffer met de beoordeling van het bewustzijn. Een bewusteloos slachtoffer is in onmiddellijk levensgevaar. Er zijn bedreigingen voor een vrije luchtweg, een normale ademhaling en een goedwerkende circulatie (bloedsomloop). Andersom kan bewusteloosheid ook door stoornissen in deze zogeheten ABC worden veroorzaakt. De A staat voor airway (luchtweg). De B staat voor breathing (ademhaling). De C staat voor circulation (circulatie). Als eerste moet u reageren op wat het meest levensbedreigend is. De ABC-methodiek geeft de volgorde van beoordeling en handelingen aan. Het slachtoffer zal eerder kunnen overlijden aan een ernstig belemmerde luchtweg (stikken) dan aan niet normaal ademen of aan ernstig bloedverlies. Als het slachtoffer adequaat reageert, is er (nog) geen bedreiging in de ABC en kunt u onderzoeken of hij ergens letsels heeft, zoals wonden, kneuzingen of botbreuken. Blijf wel steeds alert op veranderingen in het bewustzijn en (daarmee) veranderingen in andere vitale functies. Bij meerdere slachtoffers geeft u voorrang aan een bewusteloos slachtoffer (vrijhouden luchtweg) en aan slachtoffers met actieve bloedingen. Reanimatie is bij meerdere ernstig gewonde slachtoffers en onvoldoende hulp niet mogelijk. Mogelijk kent u het slachtoffer en kunt u daardoor persoonlijke gegevens doorgeven aan de professionele hulpverleners. Als eerstehulpverlener zoekt u niet in de kleding naar persoonlijke gegevens en vraagt u het slachtoffer ook niet naar medicijngebruik of ziektegeschiedenis. Dit moet u om privacyredenen overlaten aan de professionele hulpverleners. Als u denkt dat het slachtoffer het bewustzijn gaat verliezen, mag u wel naar geboortedatum en naam vragen, zodat de professionele hulpverleners snel medische gegevens kunnen opvragen. Gegevensdragers (S.O.S. ketting) Het kan zijn dat u tijdens de hulpverlening een S.O.S.-ketting of vergelijkbare gegevensdrager tegenkomt. De informatie die zo’n penning bevat is voor u als eerstehulpverlener niet nuttig, omdat deze informatie niet tot een andere hulpverlening leidt. Voor de professionele hulpverleners is die informatie voor behandeling wel van belang. Het is dus zinvol om hen op de aanwezigheid hiervan te wijzen.

9006921717_bw.indb 14

09-08-12 13:54


15

1.3 Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting Geruststellen Een slachtoffer is vaak geschrokken en angstig, soms ook geprikkeld of agressief. Hij heeft iemand nodig die hem opvangt en geruststelt. Veel bloed is een naar gezicht en kan een paniekreactie geven bij het slachtoffer en bij omstanders. Het is dus beter om een ernstige bloeding direct met verband af te dekken. Geef het slachtoffer het gevoel dat hij in goede handen is. Wees kalm en vriendelijk. Toon u betrokken en respectvol. Heb begrip voor angst en boosheid, ook van omstanders. Zorg dat het slachtoffer u kan zien, kniel naast hem als hij ligt, maak (oog)contact, noem uw naam. Geef bij een ernstig ongeval echter geen hand om beweging te vermijden. Vertel steeds wat u aan het doen bent of gaat doen, zeker als het slachtoffer u niet kan zien (bijvoorbeeld bij een letsel op de rug). Reageer altijd op vragen en opmerkingen en neem het slachtoffer serieus. Vraag als dat van toepassing is of er iemand gewaarschuwd moet worden. Houd zo nodig de hand van het slachtoffer vast. Probeer in ieder geval dicht bij hem te blijven. Spreek rustig en in een begrijpelijke taal. Praat met het slachtoffer, ook als u denkt dat hij niet bij bewustzijn is. Mogelijk kan hij u wel horen.

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

U begint altijd met het verlenen van eerste hulp en het waarschuwen van professionele hulp. Bij ongevalssituaties waarbij u geen professionele hulp hoeft in te schakelen, kunt u de informatie gebruiken om bijvoorbeeld de gegevens van een contactpersoon te achterhalen. Dit kan nodig zijn als het slachtoffer niet goed kan communiceren in verband met zijn leeftijd of een lichamelijke of verstandelijke beperking heeft.

Als het slachtoffer een kind is en het heeft een knuffel bij zich, probeer deze dan zichtbaar of voelbaar neer te leggen. Een kind geeft meestal zelf wel aan wat hij kan of niet. Stimuleer hem dus niet om te gaan staan of zitten. U hoeft niet alles te vertellen, maar datgene wat u vertelt moet wel waar zijn. Zeg nooit dat het wel meevalt, terwijl dat niet zo is. Doe dus geen uitspraken over letsels (ook niet over letsels van andere slachtoffers) en over vooruitzichten; beloof niets wat u niet kunt waarmaken. Beschutting Zorg er altijd voor dat het slachtoffer voldoende beschut is. Bij koud weer, regen en wind en door een verblijf in het water, kan hij onderkoeld raken. Onderkoeling na een ernstig ongeval vermindert de kans op overleven. Bescherm het slachtoffer daarom tegen kou, regen en wind. Dek hem toe met een (reddings)deken of jas en vergeet daarbij zijn hoofd niet. Via het hoofd gaat veel warmte verloren.

9006921717_bw.indb 15

09-08-12 13:54


16

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

Felle zonneschijn en extreme warmte leveren gevaar op voor oververhitting. Zorg daarom voor voldoende schaduw of een koele omgeving.

In principe zorgt u ervoor dat het slachtoffer op de plek zelf beschut wordt. Wanneer dit niet mogelijk is, kunt u hem over een korte afstand verplaatsen naar een beter beschutte plek.

1.4 Zorg voor professionele hulp Bel 1-1-2 bij een ernstig en/of verkeersbelemmerend ongeval om ambulance, politie of brandweer op te roepen of om bij ernstige ziekte huisarts of ambulance op te roepen. Een ambulance kan naast spoedeisende handelingen zorgen voor een snel en/of verantwoord vervoer naar een ziekenhuis. Bel bij minder spoedeisende situaties de huisarts of huis­ artsenpost. Laat het slachtoffer bij voorkeur niet alleen. Als er geen mobiele telefoon aanwezig is, stuurt u een omstander weg om 1-1-2 te bellen. Vraag de omstander dan na de melding terug te komen om te vertellen welke hulp komt en hoe snel. Ook kan de omstander u eventueel verder assisteren. Wanneer er geen omstanders zijn en u heeft geen mobiele telefoon bij u mag u het slachtoffer alleen laten om hulp te gaan halen. Vertel hem dit dan duidelijk. 1-1-2 bellen Wanneer u 1-1-2 belt, vraagt u duidelijk om een ambulance. Daarna wordt u doorverbonden met de meldkamer ambulancezorg. Dit moet de centralist in ieder geval weten: • waar het slachtoffer is (plaats, straat, huisnummer of herkenningspunt) • of er meerdere slachtoffers zijn • wat er gebeurd is • of het slachtoffer aanspreekbaar is • of het veilig is voor slachtoffer/melder/omstanders/hulpverlening • op welk telefoonnummer teruggebeld kan worden

9006921717_bw.indb 16

09-08-12 13:54


17

Geef verder antwoord op de vragen van de centralist. Verbreek het contact pas wanneer de centralist daar toestemming voor geeft. Mogelijke andere vragen van de centralist: • kan het slachtoffer aan de telefoon komen? • ademt het slachtoffer? • is de ademhaling snel, traag en/of hoorbaar? • wat is de gelaatskleur van het slachtoffer? • ziet u grote bloedingen? Is de bloeding snel of langzaam? • wat ziet u aan uiterlijke verwondingen? • is het slachtoffer bekneld? Het kan zijn dat na het waarschuwen de toestand van het slachtoffer verslechtert. Het slachtoffer krijgt bijvoorbeeld een stoornis in het bewustzijn. Bel dan opnieuw 1-1-2.

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

Belangrijke plaatsbepaling

Opvang professionele hulpverleners De professionele hulpverleners moeten het slachtoffer zo snel mogelijk kunnen bereiken. Zorg voor vrije toegangswegen, voor opvang van de professionele hulpverleners en begeleiding naar het slachtoffer. Vooral in sportparken en op buitenwegen duurt het anders onnodig lang voordat de ambulance of de spoedauto van de huisartsenpost bij het slachtoffer is.

Gebruik mogelijk een zaklamp of uw autolichten om aan te geven waar u bent en meld dit aan de centralist. De ambulance kan dan in de betreffende straat in één keer naar het slachtoffer doorrijden zonder in het donker te zoeken naar vaak nauwelijks zichtbare huisnummers of ingangen. Schijn niet in de ogen van de chauffeur. Ook kunt u herkenningspunten in de buurt noemen zoals een benzinestation of museum. Noem bij flats de ingang waar de lift is die geschikt is voor een brancard. Zorg dat de professionele hulpverleners geen last hebben van nieuwsgierigen, obstakels en huisdieren (vooral honden).

9006921717_bw.indb 17

09-08-12 13:54


18

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

Overdracht Blijf doorgaan met de hulpverlening totdat de professionele hulpverleners aangeven dat ze klaar zijn om de zorg over te nemen. Vertel huisarts/ambulancepersoneel wat volgens u het slachtoffer mankeert en wat u aan handelingen heeft verricht. Vertel ook wat er in de situatie veranderd is nadat u 1-1-2 heeft gebeld. Bijvoorbeeld: • het slachtoffer is in verband met gevaar verplaatst • het slachtoffer was eerst nog aanspreekbaar, maar nu niet meer • hoe lang het slachtoffer inmiddels bewusteloos is • veranderingen in de ademhaling • het slachtoffer heeft gebraakt • hoe de wond eruitzag voor verbinden • of het slachtoffer veel of weinig bloed heeft verloren

Bij een ongeval met kinderen is uw rol mogelijk niet meteen uitgespeeld. U heeft de eerste opvang gedaan en heeft mogelijk het vertrouwen van het kind. Blijf bij het kind als dat enigszins mogelijk is en de professionele hulpverleners dit toestaan. Verwijzing Het kan zijn dat na de verleende eerste hulp professionele hulp niet (direct) nodig is. Vertel het slachtoffer contact op te nemen met de huisarts wanneer er blijvende, toe­ nemende of terugkerende klachten zijn. Dit geldt ook voor letsels waarvan pas enige tijd later (bij toename van de klachten) kan worden vastgesteld of medische hulp nodig is, zoals bij wondinfectie, stomp in de buik of een trap in het kruis. Wanneer u aan opzettelijk letsel denkt, moet u 1-1-2 bellen als het gevaar nog aanwezig is. U vraagt dan naar de politie. U belt in dit geval dus 1-1-2, ook al is er geen letsel waarvoor een ambulance nodig is. Als de situatie wel veilig is, kunt u de politie in uw woonplaats bellen.

9006921717_bw.indb 18

09-08-12 13:54


19

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

1.5 Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit Door een slachtoffer te verplaatsen, kan zijn toestand verslechteren. Het beste is dus hem te helpen op de plaats waar hij ligt of zit. Soms wil het slachtoffer opstaan. Probeer hem ervan te overtuigen dat het beter is dat hij blijft liggen, maar houd hem niet tegen. Het kan voorkomen dat u een slachtoffer van een ernstig ongeval toch moet verplaatsen. Bijvoorbeeld om hem en uzelf uit een gevaarlijke situatie te halen (brand, gevaar voor instorting, enzovoort) of omdat u het slachtoffer op de plek zelf geen beschutting kunt geven en zijn toestand snel verslechtert. Verplaats een slachtoffer bij voorkeur met de noodvervoersgreep van Rautek, vooral bij een ruwe ondergrond of hoogteverschillen. Als Rautek niet mogelijk is, versleept u het slachtoffer op wat voor manier dan ook, bijvoorbeeld aan zijn enkels. Laat dan zo mogelijk een omstander het hoofd van het slachtoffer iets optillen, zodat zijn hoofd niet over de grond stuitert. Als het slachtoffer nog op één been kan steunen, kunt u hem ondersteunend verplaatsen. Kinderen kunnen ook opgetild worden. Houd het kind dan zo horizontaal mogelijk en zorg steeds voor voldoende steun van hoofd en nek. Na een ernstig ongeval is vooral de nek extra kwetsbaar. De noodvervoersgreep van Rautek vanaf de grond 1 Kniel aan de linkerkant van het slacht­ offer, ter hoogte van zijn schouder. 2 Plaats uw rechtervoet achter zijn hoofd. 3 Ga met uw rechterhand onder zijn nek door en breng uw vingers in zijn rechteroksel. 4 Leg uw linkerhand vanaf de rugzijde in zijn linkeroksel. 5 Breng het slachtoffer in een vloeiende beweging in zittende houding en breng uw lichaam achter hem.

3

6 Schuif uw armen onder zijn oksels door. 7 Breng één van zijn onderarmen horizontaal voor zijn borst. Kies een arm zonder letsel. 8 Leg uw handen met aaneengesloten vingers en duimen over deze onderarm. Hierdoor duwt u tijdens het verslepen niet met uw duimen tegen zijn ribben.

8

9006921717_bw.indb 19

09-08-12 13:54


20

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

9 Ga in hurkhouding zo dicht mogelijk tegen het slachtoffer aan zitten, met uw voeten achter hem en uw knieĂŤn aan weerskanten van hem. 10 Til hem op door uw benen te strekken. Hoe dichter u het slachtoffer tegen u aanhoudt, hoe minder belastend het voor uzelf is. 11 Versleep het slachtoffer achteruitlopend uit de gevarenzone. Kijk daarbij uit waar u loopt. 12 Leg het slachtoffer in omgekeerde volgorde weer op de grond. Leg zijn hoofd voorzichtig neer. Verleen de noodzakelijke eerste hulp.

9

10 Als u aan de rechterkant van het slachtoffer knielt, voert u de handelingen in spiegelbeeld uit. U mag na een ernstig ongeval alleen een slachtoffer uit de auto halen wanneer bijvoorbeeld door brand levensgevaar dreigt. Een niet-bewusteloos slachtoffer helpt u met uitstappen. Een bewusteloos slachtoffer of een slachtoffer dat vanwege letsel niet kan staan, verplaatst u met de Rautekgreep.

9006921717_bw.indb 20

09-08-12 13:54


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.