LIBRE SERVICE
leren.libreservice-online.nl
1 VMBO GT/H | A TEXTES & ACTIVITÉS
LIBRE SERVICE FRANS VOOR DE ONDERBOUW Als je in Frankrijk bij een benzinestation, wegrestaurant
of
supermarkt
libre
service ziet staan, weet je dat het om ‘zelfbediening’ gaat. Je moet zélf aan de slag, je maakt keuzes, je gaat op je eigen manier te werk. Libre Service biedt je
LIBRE SERVICE JUNIOR
veel mogelijkheden om tot het beste resultaat te komen!
AUTEURS Paul Baaijens Karin van der Kant Bert Nap Marloes de Visser EINDREDACTIE Erika Welgraven
TEXTES & ACTIVITÉS 1 VMBO GT/H | A Naam: Klas:
9 789006 690309
9006690309_omslag.indd 3
21/04/20 14:11
Frans voor de onderbouw
r o i n u J
Auteurs
u u u u
Paul Baaijens Karin van der Kant Bert Nap Marloes de Visser
Eindredactie
u Erika Welgraven
TEXTES & ACTIVITÉS 1 VMBO GT/H A 9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 1
26/03/19 09:12
LIBRE SERVICE JUNIOR • METHODEOVERZICHT / COLOFON
2
METHODEOVERZICHT LIBRE SERVICE JUNIOR
Textes & Activités
havo / vwo
vwo
vmbo gt/h
1 hv A 1 hv B 2 havo A 2 havo B 3 havo A 3 havo B
1 vwo A 1 vwo B 2 vwo A 2 vwo B 3 vwo A 3 vwo B
1 vmbo gt/h A 1 vmbo gt/h B 2 vmbo gt A 2 vmbo gt B 3/4 vmbo gt A 3/4 vmbo gt B
Digitaal leerplatform eDition
Alle boeken worden geleverd met een totaallicentie die bestaat uit de theorie en alle opdrachten voorzien van uitgebreide feedback.
Docenttotaallicentie
Toegang tot alle docentmaterialen zoals: docentenhandleiding, antwoorden, lesplanner, audio en video, toetsen, de digibordapplicatie Schooltas, VensterFrans, Panorama’s. Daarnaast toegang tot eDition: het digitale leerlingmateriaal en leerlingvolgsysteem voor docenten.
COLOFON Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 9789006690309 Eerste druk, achtste oplage, 2020 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2017
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 2
26/03/19 09:12
WERKEN MET LIBRE SERVICE JUNIOR
3
WERKEN MET LIBRE SERVICE JUNIOR Als je in Frankrijk bij een benzinestation, wegrestaurant of supermarkt libre service ziet staan, weet je dat het om ‘zelfbediening’ gaat. Je moet zélf aan de slag, je maakt keuzes, je gaat op je eigen manier te werk. Libre Service Junior biedt je veel mogelijkheden om goed Frans te leren!
TEXTES & ACTIVITÉS Je werkt met een tekst- en werkboek waarin de teksten en opdrachten bij elkaar in één boek staan: het Textes & Activités. Heel handig én handzaam omdat het niet te dik is en je er direct in kunt werken. Het boek Textes & Activités 1 vmbo gt/h bestaat uit twee delen: A en B. Ieder deel heeft drie unités (hoofdstukken) en een project. Bij het leren van een taal vormen de vaardigheden de basis. In iedere unité komen ze daarom aan bod. Zo kun je de woorden en de taalregels die je leert gebruiken in herkenbare situaties. Daarnaast maak je aan het begin van iedere unité kennis met een onderdeel van de Franse cultuur. De unités zijn als volgt opgebouwd: u PANORAMA
Iedere unité begint met informatie over Frankrijk en over de verschillen tussen Nederland en Frankrijk. Bij de opening hoort ook de Panorama, die je docent op het digibord laat zien. De Panorama geeft een goed zicht op het hoofdstuk: het belangrijkste vocabulaire, een kort gesprekje en bijvoorbeeld een rap en filmpje die bij het onderwerp passen.
u LIRE
e leestekst sluit aan bij het onderwerp van de D unité. Bij de leestekst beantwoord je verschillende soorten vragen. De vragen die in het Nederlands zijn gesteld, beantwoord je in het Nederlands. De vragen die in het Frans zijn gesteld beantwoord je meestal in het Frans. Bij iedere tekst krijg je ook een tip (leesstrategie) die je helpt om teksten beter te begrijpen. u GRAMMAIRE
In iedere unité oefen je met taalregels en leer je deze. Bij Grammaire I leer je een werkwoord dat veel voorkomt. Bij Grammaire II komt een onderwerp aan bod dat belangrijk is om goede Franse zinnen te spreken en te schrijven. De oefeningen bij Grammaire lopen steeds in moeilijkheid op, van herhaling en geleide toepassing naar een vrijere opdracht. Zo hoeft grammatica niet moeilijk te zijn! u ÉCOUTER
In dit onderdeel train je je luistervaardigheid om het Frans goed te verstaan en te begrijpen. Je beluistert steeds twee gesprekken tussen vier Franse jongeren die we een heel jaar volgen: de relaxte Romain, de stoere Ousmane, de zelfbewuste Clémence en de verlegen Aurélie. Verder luister je naar fragmenten die je in Frankrijk zou kunnen horen, zoals een omroepbericht op het station of een reclameboodschap in de supermarkt. De luisterfragmenten kun je via een QR-code of via de site beluisteren. u PARLER
u REGARDER
Bij kijkvaardigheid bekijk je een vlog waarin een Nederlandse jongen, Bram, en een Franse jongen, David, samen op pad gaan. Hoe red je je in bepaalde situaties in het Frans? Dat leer je met de vlog.
De woorden en zinnen die je leert bij Parler pas je toe in praktijkgerichte spreekoefeningen. Dat zorgt ervoor dat je prima in staat bent om gesprekken in het Frans te voeren of een korte presentatie in het Frans te houden. u ÉCRIRE
Bij schrijfvaardigheid krijg je bouwstenen in de vorm van vocabulaire en handige zinnen aangereikt zodat je bijvoorbeeld een kaartje, een appje of een mail kunt schrijven.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 3
26/03/19 09:12
WERKEN MET LIBRE SERVICE JUNIOR
4
10
1
UNITÉ 1 • BONJOUR !
UNITÉ 1 • BONJOUR !
11
UNITÉ 1
BONJOUR !
REGARDER
A1
David et Bram ! Een vlog over David die zichzelf en zijn vriend Bram voorstelt. LIRE
A1
Bonjour ! et Paris, le 19e arrondissement. Kennismaken met vier Franse jongeren. GRAMMAIRE I Het werkwoord être (zijn). ÉCOUTER
Wist je dat… er 66 miljoen mensen in Frankrijk wonen? Je gaat in Libre service Junior kennismaken met Frankrijk en haar inwoners, maar natuurlijk ook met le français, de Franse taal die niet alleen in Frankrijk wordt gesproken, maar over de hele wereld. Door meer dan 250 miljoen mensen!
Wist je dat… Frankrijk al jaren in de top 3 staat van populaire vakantielanden? La France is een geweldig vakantieland met heel verschillende landschappen: hoge bergen, brede stranden en oude stadjes met kastelen. En niet te vergeten de wereldstad Parijs die net zo groot is als heel onze provincie Utrecht. Beklim de tour Eiffel of de Arc de triomphe of breng een bezoek aan Disneyland of Parc Astérix.
Wist je dat… het Franse voetbalteam Les Bleus wordt genoemd? Les Français zijn trots op hun land, hun taal en hun nationale helden. In Frankrijk zie je overal het bleu, blanc et rouge als les Bleus een internationaal voetbaltoernooi winnen. Op hun shirt staat een bekend Frans symbool, de haan: le coq.
A1
Clémence et Aurélie. Romain et Ousmane; Vocabulaire de classe. Gesprek over begroeten, kennismaken en afscheid nemen. En: instructies voor in de Franse les. GRAMMAIRE II Het lidwoord. PARLER
A1
Clémence et Aurélie. Romain et Ousmane; Begroeten, kennismaken, afscheid nemen en iets over jezelf vertellen. ÉCRIRE
A1
La classe de Naomie Stel jezelf voor aan de klas van Naomie. APPRENDRE Woorden, zinnen en grammatica: al het leerwerk bij elkaar.
Wist je dat… de wielrenners van de Tour de France ruim 3000 kilometer afleggen? Le tour de France is waarschijnlijk wel het beroemdste Franse sportevenement. Ruim twee weken lang strijden de wielrenners om le maillot jaune, de gele trui. De finishlijn ligt altijd in de capitale van Frankrijk: Paris.
Wist je dat… Fransen veel meer zoenen dan Nederlanders? Bonjour ! zeg je als je in Frankrijk iemand begroet. Bij een begroeting hoort in Frankrijk bijna altijd een handdruk of een aantal kussen. Elke keer weer. Ook als je elkaar aan het begin van een schooldag tegenkomt.
In dit eerste hoofdstuk maak je kennis met de vier hoofdpersonen Aurélie, Clémence, Ousmane en Romain. Je gaat ze volgen in hun dagelijkse belevenissen. RÉPONDS AUX QUESTIONS
1 Welke Franse of Franstalige gebieden ken je? 2 Welke beroemde Franse merken of producten kun je noemen?
NA DEZE UNITÉ KUN JE… • een eenvoudige vlog over twee jongens begrijpen. • verschillende korte teksten over Franse jongeren en over Parijs begrijpen. • begrijpen hoe Fransen elkaar begroeten, kennismaken en afscheid nemen. • een kort gesprek voeren met Fransen en iets over jezelf vertellen. • een stukje schrijven over jezelf voor Franse leerlingen.
u OPBOUW VAN DE VAARDIGHEDEN
Bij iedere vaardigheid en bij Grammaire biedt Libre Service Junior een indeling in grofweg drie stappen aan: 1 Start: een inleidende opdracht bedoeld om je kennis te laten maken met het onderwerp en om woorden bij het thema te activeren. 2 Begrijpen: de oefenfase waarin je bronnen leert begrijpen of bouwstenen verzamelt voor je schrijf- of spreekopdracht. 3 Doen!: een kleine toepassing van wat je in de oefenfase hebt geleerd.
u MENU AU CHOIX
Aan het eind van elk onderdeel vind je een Menu au choix. Dit keuzemenu biedt extra opdrachten op drie niveaus: het herhalingsniveau het basisniveau waarop je extra kunt oefenen, bijvoorbeeld voor de toets het niveau met een uitdagende opdracht. Deze opdracht is goed om te maken als je naar de havo wilt. In het boek vind je een korte beschrijving van deze opdracht, die verder staat uitgelegd op de website. Meestal zal je docent aangeven welke opdracht je moet maken, maar je kunt natuurlijk altijd zelf naar de website gaan om extra te oefenen. MENU AU CHOIX
moeilijk
ging wel
Maak exercice 8F op pagina 34 of op de site. Maak exercice 8G op pagina 34 of op de site. Maak exercice 8H op pagina 34 of op de site.
u O PZOEKGRAMMATICA EN WOORDEN
Je gaat dus stapsgewijs van makkelijk naar moeilijk, en dat werkt motiverend. Je zult merken dat deze drie stappen het leren van de Franse taal behapbaar maken! Hieronder staat een korte toelichting bij die drie stappen.
De woorden bij Apprendre leer je zowel Frans – Nederlands als Nederlands – Frans. Achter in het Textes & Activités vind je alle grammaticaonderwerpen die je hebt geleerd overzichtelijk bij elkaar. Ook vind je een alfabetische lijst met de woorden die aan bod zijn geweest. En een overzicht van de lees- en leertips.
u START
u QR-CODE
Je begint altijd met een kleine, speelse opdracht. Je kijkt wat je al weet van een bepaald onderwerp of je herhaalt woorden die je eerder hebt geleerd.
De audiofragmenten kun je via de site of met een QR-code via je telefoon of tablet beluisteren. Om de QR-code te gebruiken moet je een gratis app installeren. Schrijf niet op de QR-code, want dan doet hij het niet meer.
u VOCABULAIRE
De Start biedt je woorden die je nodig hebt om iets te kunnen begrijpen, zeggen of schrijven. Als je goed naar de betekenis van de zinnen kijkt, kun je de juiste betekenis vaak al raden! Ook grammatica en uitspraak komen – afhankelijk van de vaardigheid – aan bod in de Start. u B EGRIJPEN
Bij Regarder, Lire en Écouter ga je eerst in grote lijnen aan de slag met de tekst. Als je weet waar het fragment ongeveer over gaat, kun je de vragen daarna beter maken.
u INSTRUCTIES
De instructies in Libre Service Junior zijn zowel in het Frans als in het Nederlands. Achter in het boek vind je een lijst met de veel voorkomende instructies. u HET EUROPEES REFERENTIEKADER
Om te bepalen op welk niveau leerlingen in Europa een taal beheersen zijn er ‘Europa-breed’ beschrijvingen en niveau-aanduidingen geformuleerd: het Europees Referentiekader, kortweg ERK. In de onderbouw gelden de volgende niveaus: 1 vmbo gt/h
2 vmbo gt/h
3/4 vmbo gt
Lezen
A1
A1/A2
A2
Luisteren
A1
A1/A2
A2
Schrijven
A1
A1/A2
A2/A1
Spreken / Gesprekken voeren
A1
A1/A2
A2
u D OEN!
Bij schrijven en spreken zoek je in de teksten handige zinnen op en oefent daarmee. Dan kan je ze daarna zelf toepassen in een bericht of gesprek.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 4
makkelijk
Ik kan de vormen van het werkwoord être in zinnen goed invullen.
26/03/19 09:12
WERKEN MET LIBRE SERVICE JUNIOR u LEERDOELEN
u DIGITALE LEEROMGEVING
Het ERK is voor elk niveau opgebouwd uit verschillende leerdoelen per vaardigheid. Deze leerdoelen vind je in Libre Service Junior terug aan het begin van iedere vaardigheid. Zo weet je precies waar je naar toewerkt bij het maken van de opdrachten.
Bij Libre Service Junior hoort de digitale leeromgeving eDition: leren.libreservice-online.nl.
u NIEUWE FRANSE SPELLING
u VERBUGA
In Libre Service Junior wordt de nieuwe Franse spelling toegepast, net zoals de meeste Franse educatieve uitgeverijen vanaf 2016 doen. De nieuwe spelling is bedoeld om het Frans makkelijker en moderner te maken. Meer informatie: www.orthographe-recommandee.info
Wil je werkwoorden leren? Dankzij een samenwerking met Verbuga oefen je op leren. libreservice-online.nl de werkwoorden uit de unités. Door de werkwoorden steeds op een andere manier te oefenen, leer je ze nóg beter!
5
eDition bestaat uit: • alle opdrachten uit het boek in digitale vorm; • uitgebreide beoordelingsmogelijkheden met rubrics bij het onderdeel Doen! van Écrire en Parler; • alle opdrachten uit het menu au choix; • alle bronnen (audio, video, leesteksten); • alle theorie (het grammaticaoverzicht, en bij verschillende grammaticaonderdelen vind je ook uitleg in de vorm van een korte animatie).
u WRTS!
Een heel bekende site waar je vocabulaire kunt oefenen is www.wrts.nl. Libre Service Junior werkt samen met de makers van WRTS. Je vindt er snel de juiste woordenlijsten die passen bij het boek dat jij gebruikt. Meld je gratis aan en maak je eigen inlog.
PICTOGRAMMEN In dit boek worden de volgende pictogrammen gebruikt: Kijken / Regarder
Groepsopdracht
Lezen / Lire
Website
Grammatica / Grammaire
Herhalings- of reproductieve opdracht
Luisteren / Écouter
Opdracht op toetsniveau
Spreken / Parler
Uitdagende opdracht, ook heel geschikt als je naar de havo wilt.
Schrijven / Écrire
Woordenboek
Opdracht in tweetallen
Creatieve opdracht waarbij je verschillende eigentijdse vaardigheden gebruikt.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 5
26/03/19 09:12
LIBRE SERVICE JUNIOR • TABLE DES MATIÈRES
6
UNITÉ
THÈMES
REGARDER
1
Bonjour !
Je kunt de vlog begrijpen waarin David zich voorstelt.
A1
LIRE
A1
Je kunt korte teksten over personen en hun omgeving begrijpen.
GRAMMAIRE I + II I être = zijn (en persoonlijk voornaamwoord) II bepaald en onbepaald lidwoord
Differentiatie
2
Moi et les autres
Je kunt de vlog van David over zijn familie begrijpen.
Après les cours
Je kunt de vlog van David begrijpen waarin hij Bram zijn school laat zien.
Differentiatie
P
Mon vlog
4
C’est où ça ?
Je kunt de vlog begrijpen waarin David vertelt over zijn huis en buurt.
Mon style
Je kunt de vlog begrijpen waarin David vertelt over zijn kleding- en muziekstijl.
Differentiatie
6
Bon appétit
Je kunt de vlog begrijpen waarin David vertelt over Franse maaltijden en over boodschappen doen
Differentiatie
P
Je kunt een korte brief over een Franse familie begrijpen.
I avoir = hebben
Village de vacances !
Menu au choix
Je kunt een tekst over school, schoolvakken en buitenschoolse activiteiten begrijpen.
I regelmatige werkwoorden op -er
Menu au choix
Menu au choix
II ontkenning
Je kunt een tekst over wonen en de woonomgeving van Franse jongeren begrijpen.
I aller = gaan
Menu au choix
Menu au choix
Je kunt teksten over jongeren en hun kleding en stijl begrijpen.
I faire = maken / doen
Menu au choix
Menu au choix
Je kunt een interview over eten begrijpen en een menukaart lezen.
I prendre = nemen
Menu au choix
Menu au choix
II het bijvoeglijk naamwoord (vorm)
II bijvoeglijk naamwoord (plaats)
II delend lidwoord
Project: • Je kunt je droom-vakantiepark presenteren. • Herhaling grammatica, werkwoorden en vocabulaire van unité 4-6.
MENU AU CHOIX
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 6
Menu au choix
Project: • Je kunt je eigen vlog maken. • Herhaling grammatica, werkwoorden en vocabulaire van unité 1-3.
Differentiatie
5
Menu au choix
II bezittelijk voornaamwoord enkelvoud Differentiatie
3
Menu au choix
Bij de onderdelen Lire, Grammaire, Écouter, Parler, Écrire komen differentiatieopdrachten voor op drie niveaus:
26/03/19 09:12
LIBRE SERVICE JUNIOR • TABLE DES MATIÈRES ÉCOUTER
A1
PARLER
A1
ÉCRIRE
A1
Je kunt het begrijpen als Fransen elkaar begroeten of als ze zich voorstellen aan elkaar. • vocabulaire de classe • hoe klinkt het Frans?
Je kunt iemand in het Frans begroeten, afscheid nemen en iets over jezelf vertellen.
Je kunt paar zinnen opschrijven over jezelf.
Menu au choix
Menu au choix
Menu au choix
Je kunt gesprekken over familie begrijpen en je kunt getallen verstaan. • verschillende tekstsoorten • neusklanken herkennen
Je kunt vragen stellen en beantwoorden over je leeftijd en over waar en met wie je woont.
Je kunt een kort bericht schrijven bij een vakantiefoto.
Menu au choix
Menu au choix
Menu au choix
Je kunt gesprekken over school begrijpen en korte mededelingen verstaan. • berichten door de intercom op school • werkwoordsvormen herkennen
Je kunt vertellen over school en schoolvakken.
Je kunt een afspraak maken en op een uitnodiging reageren.
Menu au choix
Menu au choix
Menu au choix
Je kunt het begrijpen als iemand je de weg wijst en over zijn/haar woonomgeving vertelt. • de weg vragen • het alfabet
Je kunt iemand de weg wijzen, vertellen waar je woont en je huis en kamer beschrijven.
Je kunt iets schrijven over je huis en je kamer.
Menu au choix
Menu au choix
Menu au choix
Je kunt gesprekken over mode, kleding en muziekstijlen begrijpen. • omroepberichten in een warenhuis • uitspraak s/z
Je kunt praten over je uiterlijk en je kleding, zeggen wat je leuk en niet leuk vindt.
Je kunt een korte blog schrijven over je eigen smaak en die van anderen.
Menu au choix
Menu au choix
Menu au choix
Je kunt begrijpen wat er gekocht wordt en hoeveel dat kost. • aanbiedingen in een supermarkt • uitspraak g
Je kunt iets bestellen, praten over wat je koopt en wat je koopt afrekenen.
Je kunt opschrijven wat je eet en drinkt en wat je lekker vindt.
Menu au choix
Menu au choix
Menu au choix
Grammaire 118 Franse instructies 129
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 7
7
VOCABULAIRE Klassenvocabulaire
Familieleden Getallen 1-20
Dagen van de week Schoolvakken Kloktijden
Huis en wonen Voorzetsels
Kleding Uiterlijk Kleuren Getallen 21-69
Eten en drinken Hoeveelheidswoorden
La France 131 Plan de Paris 132
26/03/19 09:12
8
LIBRE SERVICE JUNIOR • VOCABULAIRE DE CLASSE
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 8
26/03/19 09:12
LIBRE SERVICE JUNIOR • VOCABULAIRE DE CLASSE
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 9
9
26/03/19 09:12
10
1
UNITÉ 1 • BONJOUR !
BONJOUR !
Wist je dat … er 66 miljoen mensen in Frankrijk wonen?
Wist je dat… Frankrijk al jaren in de top 3 staat van populaire vakantielanden?
Je gaat in Libre Service Junior kennismaken met Frankrijk en haar inwoners, maar natuurlijk ook met le français, de Franse taal die niet alleen in Frankrijk wordt gesproken, maar over de hele wereld. Door meer dan 250 miljoen mensen!
La France is een geweldig vakantieland met heel verschillende landschappen: hoge bergen, brede stranden en oude stadjes met kastelen. En niet te vergeten de wereldstad Parijs die net zo groot is als onze provincie Utrecht. Beklim de tour Eiffel of de Arc de Triomphe of breng een bezoek aan Disneyland of Parc Astérix.
Wist je dat… de wielrenners van de Tour de France ruim 3000 kilometer afleggen?
Wist je dat… Fransen veel meer zoenen dan Nederlanders?
Le Tour de France is waarschijnlijk wel het beroemdste Franse sportevenement. Ruim twee weken lang strijden de wielrenners om le maillot jaune, de gele trui. De finishlijn ligt altijd in de capitale van Frankrijk: Paris.
Bonjour ! zeg je als je in Frankrijk iemand begroet. Bij een begroeting hoort in Frankrijk bijna altijd een handdruk of een aantal kussen. Elke keer weer. Ook als je elkaar aan het begin van een schooldag tegenkomt.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 10
26/03/19 09:12
UNITÉ 1 • BONJOUR !
11
UNITÉ 1 REGARDER A1 David et Bram ! Een vlog over David die zichzelf en zijn vriend Bram voorstelt. LIRE A1 Bonjour ! et Paris, le 19e arrondissement. Kennismaken met vier Franse jongeren. GRAMMAIRE I Het werkwoord être (zijn). ÉCOUTER A1
Wist je dat… het Franse voetbalteam Les Bleus wordt genoemd? Les Français zijn trots op hun land, hun taal en hun nationale helden. In Frankrijk zie je overal het bleu, blanc et rouge als les Bleus een internationaal voetbaltoernooi winnen. Op hun shirt staat een bekend Frans symbool, de haan: le coq.
Clémence et Aurélie ; Romain et Ousmane ; Vocabulaire de classe. Gesprek over begroeten, kennismaken en afscheid nemen. En: instructies voor in de Franse les. GRAMMAIRE II Het lidwoord. PARLER A1 Clémence et Aurélie ; Romain et Ousmane ; Begroeten, kennismaken, afscheid nemen en iets over jezelf vertellen. ÉCRIRE A1 La classe de Naomie Stel jezelf voor aan de klas van Naomie. APPRENDRE Woorden, zinnen en grammatica: al het leerwerk bij elkaar.
In dit eerste hoofdstuk maak je kennis met de vier hoofdpersonen Aurélie, Clémence, Ousmane en Romain. Je gaat ze volgen in hun dagelijkse belevenissen. RÉPONDS AUX QUESTIONS
1 Welke Franse of Franstalige gebieden ken je? 2 Welke beroemde Franse merken of producten kun je noemen?
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 11
NA DEZE UNITÉ KUN JE… • een eenvoudige vlog over twee jongens begrijpen. • verschillende korte teksten over Franse jongeren en over Parijs begrijpen. • begrijpen hoe Fransen elkaar begroeten, kennismaken en afscheid nemen. • iemand in het Frans begroeten, afscheid nemen en iets over jezelf vertellen. • een stukje schrijven over jezelf voor Franse leerlingen.
26/03/19 09:12
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • REGARDER
12
REGARDER A1
DOEL: je kunt de vlog van David begrijpen.
In Libre Service Junior volg je in iedere unité de belevenissen van de Franse David en de Nederlandse Bram. Je bekijkt steeds een aflevering van de vlog van David. In de eerste vlog komt Bram aan op het station in Lille.
EXERCICE 1 – KIJKEN EN LUISTEREN Kijk naar de vlog van David. Kruis aan goed of fout. 1 2 3 4
David stelt zichzelf voor. David heeft Bram nog nooit ontmoet. Bram spreekt al heel goed Frans. David vertelt aan Bram wat ze allemaal kunnen doen in Lille.
goed
fout
£ £ £ £
£ £ £ £
EXERCICE 2 – DE VLOG BEGRIJPEN Kijk nog eens en beantwoord de vragen.
1 Wat vragen David en Bram aan elkaar bij hun ontmoeting? £ Hoe heet je? £ Hoe gaat het met je? £ Heb je een goede reis gehad? £ Ben je moe? £ Heb je honger?
2 Wat bestelt Bram bij de verkoopster? 3 De verkoopster vraagt aan de jongens ££A of ze samen of apart betalen. ££B of ze hun bestelling willen meenemen. 4 Bram vraagt aan David: Qu’est-ce qu’on va faire? Wat betekent die vraag? ££A Waar zijn we? ££B Waar woon je? ££C Wat gaan we doen? 5 David geeft een heel lang antwoord. Noem één ding waar hij over vertelt. Leer de woorden van Apprendre 1: p agina 32.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 12
26/03/19 09:12
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • LIRE
13
LIRE A1
DOEL: je kunt korte teksten begrijpen over personen en hun omgeving.
EXERCICE 3 – START A Je komt in het Nederlands veel Franse woorden tegen. Trek een lijn tussen de woorden met dezelfde betekenis. 1 toneelspeler affiche toilet 2 ingang acteur 3 lange broek 4 bezoek entree 5 WC etage 6 verdieping journaliste 7 verslaggever pantalon 8 poster privé 9 persoonlijk visite 10 eethuis restaurant B Ook voor de volgende woorden gebruiken we vaak woorden die uit het Frans komen. Kun jij bedenken welke dat zijn? 1
ziekenauto
4
verrassing
2
sinaasappelsap
5
stoep, voetpad
3
geschenk
6
bestuurder
C Complétez. Travaillez en groupe. Vul aan. Kun je nog andere Franse woorden noemen? Bedenk er zoveel mogelijk. EXERCICE 4 – VOCABULAIRE A Complète les phrases. Maak de Nederlandse zinnen af. Vul de vertaling in van het vetgedrukte woord. Kies uit de woorden onder de oefening. 1
Bonjour, je m’appelle Eva.
Dag, ik
2
J’habite à Paris.
Ik
3
L’adresse est 32, rue des Alpes.
Het adres is Alpen
4
Martin habite aussi à Paris.
Martin woont
5
Martin est l’ami de Lucas.
Martin is
6
Et toi ? Tu es néerlandais ?
7
Paris est la capitale de la France. Parijs is de hoofdstad van
8
C’est une grande ville.
Het is een
Eva. in Parijs. 32. in Parijs. van Lucas. ? Ben jij Nederlands? . stad.
En jij | Frankrijk | grote | heet | ook | straat | de vriend | woon B Souligne. Zoek de vetgedrukte woorden uit A op in de tekst Bonjour ! en Paris, le 19e arrondissement (pagina 14). Onderstreep ze.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 13
26/03/19 09:12
14
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • LIRE
Bonjour ! 1
Voilà Romain. Il habite à Paris, 26, rue de Belleville. C’est dans le 19e arrondissement. Il est au collège Georges Brassens. Il aime regarder le foot à la télé.
Voici Clémence.
2
Salut ! Je m’appelle Clémence Gautier. J’aime la mode. Je suis sportive. Et toi ? Tu es en quelle classe ?
3
4
Bonjour ! Je suis Ousmane. Je suis aussi au collège Georges Brassens. Je suis un ami de Romain. Ma passion : la musique et la danse.
Voilà Aurélie. Elle va à l’école en métro. Elle est dans la classe de Clémence. Elle aime les animaux.
t
rrondissemen Paris, le 19e a
ys. La France est un grand pa e ville. Et Paris est une très grand nce. Paris est la capitale de la Fra mence, Le quartier de Romain, Clé s joli. Ousmane et Aurélie est trè rd-est de Paris. C’est un quartier dans le no ns de sport. Il y a des parcs et des terrai ns est aussi dans Le collège Georges Brasse le 19e arrondissement.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 14
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • LIRE
15
EXERCICE 5 – GLOBAAL LEZEN Lis et écoute les textes. Luister naar de teksten en lees mee. 1
Kijk naar de afbeeldingen. Het gebouw achter de vier jongeren is: ££een monument in Parijs
££een treinstation£ £££ de school van de hoofdpersonen 2
3
TIP
Ken je de vier hoofdpersonen uit Libre Service Junior al? Schrijf de juiste naam onder de foto.
Kijk altijd goed naar de afbeeldingen. Die kunnen je vaak helpen bij het begrijpen van de tekst.
In welk deel van Parijs wonen de hoofdpersonen van Libre Service Junior?
EXERCICE 6 – DE TEKST BEGRIJPEN Lis les textes et réponds aux questions. Lees de teksten en beantwoord de vragen.
1 Onderstreep het goede antwoord. a b c d
Romain houdt van voetballen / voetbal kijken op tv. Clémence houdt van mooie kleren / school. Ousmane is een vriend van Clémence / houdt van muziek. Aurélie gaat met de fiets naar school / zit bij Clémence in de klas.
2 Clémence en Ousmane begroeten je allebei. Wat is het verschil? Clémence zegt:
! Je m’appelle Clémence Gautier.
Ousmane zegt:
! Je suis Ousmane.
3 Wat valt je op aan de manier waarop het adres van Romain staat opgeschreven? 4 Lees de zinnen en kruis aan. Vrai of faux? a b c d
De vier hoofdpersonen zitten bij elkaar op school. Clémence en Romain zijn sportief. Aurélie houdt van dieren. Romain en Ousmane zijn vrienden.
vrai
faux
£ £ £ £
£ £ £ £
5 Lees de tekst Paris, le 19e arrondissement. Vul in. Parijs is de De
van Frankrijk. van Romain, Clémence, Ousmane en Aurélie is erg mooi.
QUIZ Wie heeft de Eiffeltoren ontworpen?
6 Het collège Georges Brassens ligt in het 19e arrondissement. Waar is dat? £ A in het centrum van Parijs £ B in het noord-oosten van Parijs £ C in het zuiden van Parijs
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 15
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • LIRE
16
7 Schrijf nog twee dingen op die in het 19e arrondissement te vinden zijn.
8 In dit hoofdstuk leer je het werkwoord être (= zijn). De volgende zinnen staan in de tekst. Vertaal de vetgedrukte woorden. Je suis un ami de Romain.
La France est un grand pays.
Ik
een vriend van Romain.
Frankrijk
een groot land.
EXERCICE 7 – DOEN! Fais un collage. Voici Paris. Zoek op internet naar informatie over Parijs. Wat kun je daar allemaal zien? Maak een collage met minimaal vijf afbeeldingen en schrijf Franse woorden op die erbij passen. Leer de woorden van Apprendre 2: pagina 32.
MENU AU CHOIX was moeilijk
ging wel
was makkelijk
Het beantwoorden van vragen over de Franse teksten: Lees de tekst Je m’appelle Loïc op pagina 36 en maak de *-opdrachten. Lees de tekst Je m’appelle Loïc op pagina 36 en maak de **-opdrachten. Lees de tekst Bonjour ! Je me présente … op pagina 38 en maak de havo-opdrachten ***.
Antwoord op de quizvraag: Gustave ... Eiffel !
Je kunt de opdrachten ook digitaal maken.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 16
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • GRAMMAIRE I
GRAMMAIRE I
17
HET ONREGELMATIGE WERKWOORD ÊTRE (ZIJN)
EXERCICE 8A – LUISTEREN
1 De volgende zinnen komen uit de tekst bij Lire. De vetgedrukte woorden zijn vormen van het onregelmatige werkwoord être (= zijn). Vertaal de zinnen.
Je suis Ousmane.
Paris est la capitale de la France.
2 Lees het rijtje, luister naar de uitspraak en zeg het na. Leer het rijtje daarna uit je hoofd. HET WERKWOORD ÊTRE (ZIJN) être je suis tu es
zijn ik ben jij bent
hij is zij is wij zijn, men is
il est elle est on est
ous sommes n vous êtes
wij zijn jullie zijn, u bent
zij zijn (m) zij zijn (v)
ils sont elles sont
Let op: 1
Vous êtes kun je op twee manieren vertalen. Vous êtes français, monsieur Dubois? Bent u Vous êtes français, Paul et Luc ? Zijn jullie
ll(s) en elle(s) kunnen personen vervangen. 2 Paul est au collège. Myriam est au collège. Paul et Marc sont au collège. Paul et Sophie sont au collège. Sophie et Myriam sont au collège.
- Il est au collège. - Elle est au collège. - Ils sont au collège. - Ils sont au collège. - Elles sont au collège.
EXERCICE 8B – HERKENNEN Je gaat luisteren naar acht zinnen. In elke zin hoor je een vorm van être. Zet het nummer van de zin achter de vorm die je hoort. Voorbeeld Voilà Marc et Jean-Pierre. Ils sont en vacances. a je suis
f nous sommes
b tu es
g vous êtes
c il est
h ils sont
1
i elles sont
d elle est e on est
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 17
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • GRAMMAIRE I
18
EXERCICE 8C – OEFENEN Vul de juiste vorm van être in. Kies uit: suis - es - est - sommes - êtes - sont. 1
Bonjour, je m’appelle Timéo. Je
2
Maryam
3
Timéo et Maryam
4
Vous
5
Oui, nous
à Disneyland.
6
Et toi ? Tu
en Hollande ?
au collège. aussi au collège. dans la classe de Louna.
à Paris, Daphné et Louna ?
EXERCICE 8D – OEFENEN Vul de juiste vertaling in. 1
sportif.
u bent
2
au camping.
wij zijn (1)
3
au camping.
wij zijn (2)
4
un garçon français.
Paul is
5
Voilà Mélissa et Cendrine.
au collège.
zij zijn
6
Lara est française ? - Non,
néerlandaise.
zij is
7
Je m’appelle Bastien.
l’ami de Julien.
ik ben
8
Amir est en France ? - Non,
au Maroc.
hij is
EXERCICE 8E – DOEN! Kies het logische antwoord dat bij de vraag past. Vul de Franse vertaling in. 1 Tu es l’ami de Nicolas ?
Non,
l’ami de Jules.
ik ben / hij is
2 Vous êtes au collège, Denis et Nicolas ?
Oui,
dans la classe.
zij zijn / wij zijn
3 Marine et Sophie sont en vacances?
Oui,
au camping.
zij zijn / wij zijn
4 Marion est à l’Arc de triomphe ?
Non,
à la tour Eiffel.
zij is / Thomas is
Leer Apprendre 3: Grammaire I (pagina 33).
MENU AU CHOIX was moeilijk
ging wel
was makkelijk
Ik kan de vormen van het werkwoord être in zinnen goed invullen. Maak exercice 8F op pagina 39 of op de site. Maak exercice 8G op pagina 39 of op de site. Maak exercice 8H op pagina 39 of op de site.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 18
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • ÉCOUTER
19
ÉCOUTER A1
DOEL: je kunt het begrijpen als Fransen elkaar begroeten of als ze zich voorstellen aan elkaar.
EXERCICE 9 – START A Écoute et combine. Luister naar de zinnen. Zet het nummer van de zin onder het juiste plaatje. 1 2 3 4
Bonjour, ça va ? - Oui, ça va très bien. Merci. Je m’appelle Timo. J’habite en Hollande. À Rotterdam. Moi, je suis français. J’habite en France. Salut, je m’appelle Solange. J’habite en France, à Paris.
la Hollande
la France
bonjour
Paris
B Travaillez à deux. Werk samen en zeg om de beurt een zin die bij het plaatje past. EXERCICE 10 – VOCABULAIRE Choisis la bonne traduction. Kies de juiste vertaling van de vetgedrukte woorden. Schrijf deze achter de zin. 1
Salut. Comment tu t’appelles ?
2
Moi ? Je m’appelle Samy.
3
Et toi ? Comment tu t’appelles ?
4
La fille là-bas, c’est Ambre.
5
Ambre est une amie de Lola.
6
On va être amis ? C’est possible.
7
Bonjour, Mathieu. Ça va bien ?
8
Au revoir Samy ! Oui, à plus !
tot gauw | het gaat goed | hoe | ik | jij | mogelijk | het meisje | een vriendin
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 19
QUIZ Waar horen de kleuren bleu, blanc, rouge bij?
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • ÉCOUTER
20
EXERCICE 11 – HOE KLINKT HET FRANS? Écoute et répète les mots. Luister naar de woorden en zeg ze na. In het Frans worden letters en woorden anders uitgesproken dan je in het Nederlands gewend bent. Soms helpt een accent (‘, `) bij de uitspraak. l’école Een é spreek je uit als de ‘e’ in het woord thee. le collège Een è spreek je uit als de ‘e’ in het woord melk. l’hôtel De h spreek je meestal niet uit; daarom ook komt er l’ in plaats van le. ça va Een ç spreek je uit als een s. la France; le garçon Vaak spreek je een klank door je neus: de neusklank. une fille; deux filles Een e of een s aan het eind van een woord spreek je meestal niet uit. vous; bonjour Je spreekt ou uit als oe. au revoir Je spreekt au uit als o. EXERCICE 12 – TIJDENS HET LUISTEREN
TIP
A Écoute les dialogues. Luister naar de gesprekken. Welke foto hoort bij welk gesprek? Noteer de letter van de foto.
Lees altijd eerst de vragen van opdracht A en B voordat je gaat luisteren.
DIALOGUE 1
a DIALOGUE 2
gesprek 1
b
c
gesprek 2
B Écoute les dialogues et coche la bonne réponse. Kruis aan wat de hoofdpersonen doen. begroeten kennismaken afscheid nemen 1 2
Clémence en Aurélie Romain en Ousmane
£ £
£ £
£ £
EXERCICE 13 – HET GESPREK BEGRIJPEN Écoute encore une fois et réponds. Luister nog een keer. De gesprekjes zijn nu in stukjes geknipt. Na de bip heb je tijd om de vragen te beantwoorden. DIALOGUE 1
Lees ook nu weer eerst de vragen voordat je gaat luisteren. A Kruis aan. Vrai of faux ? Clémence en Aurélie praten over hun vakantie. Clémence en Aurélie zitten bij elkaar in de klas. Clémence en Aurélie kennen elkaar al lang Aurélie woont ver van school.
£ £ £ £
£ £ £ £
B Onderstreep het juiste antwoord. 1 2 3 DIALOGUE 2
4
Romain vraagt aan Ousmane hoe het gaat / hoe hij heet. Romain wil iets weten over een jongen / een meisje op het schoolplein. Als de bel gaat lopen de jongens samen de school binnen / nemen de jongens afscheid. Romain wil snel naar binnen / eerst nog met de meisjes kletsen.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 20
Antwoord op de quizvraag: Bij de Franse vlag: le drapeau tricolore: blauw-wit-rood
1 2 3 4
vrai faux
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • ÉCOUTER
21
EXERCICE 14 – KLASSENVOCABULAIRE HERKENNEN A Écoute et combine. Luister naar de klassenwoorden en maak combinaties. In de Franse lessen krijg je opdrachten in het Frans. Om die te begrijpen moet je een paar belangrijke woorden kennen. Trek een lijn van elke zin naar de juiste vertaling. 1 2 3 4 5 6 7 8
Regarde le film. Lis le texte. Écoute le dialogue. Écris un e-mail. Réponds aux questions. Complète les phrases. Combine les images. Travaillez à deux.
a b c d e f g h
Beantwoord de vragen. Luister naar de dialoog. Werk met z’n tweeën. Lees de tekst. Schrijf een e-mail. Combineer de plaatjes. Kijk naar de film. Maak de zinnen af.
B Écoute et coche. Luister naar de Franse juf en kruis aan welke instructies je hoort.
£ Regarde £ Lis
£ Écoute £ Écris
£ Réponds £ Combine
EXERCICE 15 – DOEN: SPREEK FRANS A Lis les phrases. Lees de woorden en de zinnen. Steeds horen er twee bij elkaar: ze vormen een gesprekje. Geef de zinnen die bij elkaar horen dezelfde kleur. Oui. Ça va bien.
r.
Bonjou
Comment tu t’appelles ?
À plus !
Salut.
Je m’appelle Patricia.
Au revoir.
Ça va ?
B Parlez. Voer een gesprek met Patricia en maak kennis met haar. Gebruik de zinnen van opdracht 15A. Leer de woorden van Apprendre 4: pagina 33.
MENU AU CHOIX moeilijk
ging wel
makkelijk
Hoe vond je het om naar Franse gesprekken te luisteren? Luister op de website naar twee andere gesprekken en vul de ontbrekende woorden in. Luister op de website naar twee andere gesprekken en maak de opdrachten. Luister op de website naar de gesprekken en zoek passende foto’s.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 21
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • GRAMMAIRE II
22
GRAMMAIRE II
HET LIDWOORD (DE, HET, EEN)
EXERCICE 16A – LUISTEREN Luister naar de tekst en lees mee.
Des monuments ... et des touristes ! Thomas est à Paris avec une amie. L’amie de Thomas s’appelle Léna. Ils sont dans un hôtel. L’hôtel est dans le centre de Paris. Les amis visitent la ville. Ils visitent le Sacré-Coeur, l’Arc de triomphe et ... la tour Eiffel. Il y a des touristes dans les rues et dans les monuments.
l’hôtel
Il y a un bus pour visiter Paris. On prend le bus ? Super ! Oh là là ! Les touristes sont aussi dans le bus ! Paris est une ville magnifique ! Attention ! Je prends une photo. Pffff, c’est grand, Paris ! Où est l’hôtel ?
Thomas Léna Thomas Léna Thomas Léna
le bus
la photo
A
Kies het juiste antwoord.
De vetgedrukte woorden in de tekst kun je in het Nederlands vertalen met de (bus), het (hotel) en de (foto). Dit soort woorden noemen we werkwoorden / lidwoorden. B
Zoek de zin op in de tekst en vul de onbrekende woorden in. amis visitent
Sacré-Cœur,
Arc de triomphe et
tour Eiffel.
EXERCICE 16B – ONTDEKKEN Vertaal de vetgedrukte woorden. Zoek de Franse woorden op in de tekst. 1
Nemen we de bus? Geweldig!
bus
2
Ze bezoeken de stad.
ville
3
De vriendin van Thomas heet Léna.
amie
4
Het hotel is in het centrum van Parijs.
hôtel
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 22
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • GRAMMAIRE II 5
De vrienden bezoeken de Sacré-Cœur.
amis
6
Er is een bus om Parijs te bezoeken.
bus
7
Thomas is in Parijs met een vriendin.
amie
8
Er zijn x toeristen in de straten.
touristes
23
HET LIDWOORD (DE, HET, EEN) In het Frans heb je mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden. Hier horen verschillende lidwoorden bij. Bij personen kun je vaak zien of een woord mannelijk of vrouwelijk is. Bij andere woorden moet je dat leren. 1.1 De lidwoorden ‘de’ en ‘het’ vertaal je met le of la. mannelijk vrouwelijk le garçon la fille le collège la classe Voor een klinker of stomme h veranderen le en la in l’. l’ami (m) de vriend l’amie (f) de vriendin l’hôtel (m) het hotel l’adresse (f) het adres Bij meervoud is het lidwoord les. les garçons de jongens les filles de meisjes les arbres de bomen les hôtels de hotels In het meervoud komt er achter het zelfstandig naamwoord een s. 1.2 Het lidwoord ‘een’ vertaal je met un of une. mannelijk vrouwelijk un garçon une fille un collège une classe un hôtel une adresse
een jongen een middelbare school een hotel
een meisje een klas een adres
Bij meervoud gebruik je in het Nederlands geen lidwoord. In het Frans gebruik je des. des amis x vrienden des filles x meisjes EXERCICE 16C – BEGRIJPEN A
Kleur de mannelijke woorden blauw en de vrouwelijke woorden roze. Schrijf de betekenis op.
1
le bus
4
l’amie
2
une photo
5
l’hôtel
3
un touriste
6
la ville
B
Zoek in tekst 16A alle mannelijke woorden en kleur ze blauw. Kleur de vrouwelijke woorden roze.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 23
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • GRAMMAIRE II
24
C Zijn de vetgedrukte woorden enkelvoud of meervoud? Zet een kruisje in de juiste kolom en schrijf de betekenis van het woord erachter.
enkelvoud meervoud
1 C’est un hôtel dans le centre de Paris.
£
£
2
Où sont les photos ?
£
£
3
Léna est une amie de Thomas.
£
£
4
Les amies visitent la ville.
£
£
5
La tour Eiffel est un monument important. £
£
6
Il y a des touristes dans le bus.
£
£
EXERCICE 16D – OEFENEN Vul de ontbrekende woorden in. Gebruik le, la, l’, les of un, une, des. 1
Louise est à Paris avec (een) amie.
2
(Het) hôtel est dans le centre de Paris.
3
(De) filles sont à la tour Eiffel.
4
Il y a (een) bus pour visiter Paris.
5
Thomas et Léna visitent (de) ville.
6
Dans le bus, il y a (x) touristes.
EXERCICE 16E – DOEN! Vorm tweetallen. Vul eerst samen de ontbrekende woorden in. Stel elkaar daarna steeds om de beurt een vraag en geef het antwoord. 1
C’est un hôtel ?
Ja, dat is het hotel van Thomas et Léna.
Oui, c’est
2
Ja, het is de foto van Léna.
C’est une photo ?
de Thomas et Léna.
Oui, c’est
3
Ja ! En ze is de vriendin van Jules.
Clara est une amie de Paul ?
de Léna.
Oui ! Et elle est
4
Er zijn toeristen in het centrum van de stad.
Où sont les touristes ?
de Jules.
Il y a
au centre de la ville.
Leer Apprendre 5: Grammaire II (pagina 33).
MENU AU CHOIX moeilijk
ging wel
makkelijk
De oefeningen met de lidwoorden vind ik: Bekijk de video over de lidwoorden en maak exercice 16F op pagina 40 of op de site. Maak exercice 16G op pagina 40 of op de site. Maak exercice 16H en 16I (havo-niveau) op pagina 40 en 41 of op de site.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 24
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • PARLER
25
PARLER A1
DOEL: je kunt iemand in het Frans begroeten, afscheid nemen en iets over jezelf vertellen.
EXERCICE 17 – START
QUIZ
Travaillez à deux. Werk samen. Wijs om de beurt een plaatje aan: wat zeg je tegen deze Fransen?
In Frankrijk begroeten bekenden elkaar met een zoen. Hoeveel zoenen geven ze?
EXERCICE 18 – GRAMMATICA Complétez les phrases. Vul de vertaling in van het woord achter de zin. Kies uit de woorden naast de opdracht. 1
Salut. Comment
2
Moi ?
3
La fille, là-bas.
4
Oui. Et voilà Léo.
5
êtes à Bobigny ? jullie
6
Non,
sommes à Lyon.
7
Et Louis et Pascal ?
t’appelles ?
jij
m’appelle Benjamin.
ik
est dans ta classe ?
zij
est dans ma classe aussi.
hij
sont à Brest.
tu elle
wij zij (meervoud)
ils
vous nous il je
EXERCICE 19 – LUISTEREN Écoute et souligne. Luister naar het gesprek en lees mee. Welke woorden hoor je? Onderstreep ze.
1 Clémence et Aurélie
DIALOGUE 1
Clémence Salut / Bonjour ! Aurélie Bonjour. Clémence Tu es dans ma classe ? Aurélie Oui, nous sommes dans la même classe / dans ma classe. Clémence Comment tu t’appelles ? Aurélie Euh, moi ? Je m’appelle Aurélie. Et toi ? Clémence Toi / Moi, c’est Clémence. Aurélie Super ! On va être amies ? Clémence Oui, euh ... c’est possible. Tu habites où, Aurélie ? Aurélie J’habite à Bobigny. Clémence Bobigny ? C’est loin !
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 25
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • PARLER
26
EXERCICE 20 – HANDIGE ZINNEN Cherche les phrases et souligne. Zoek de zinnen op in de tekst Clémence et Aurélie en onderstreep ze. 1 2
Hoe heet je? Waar woon je?
3 4
Ik heet Aurélie. Ik ben Clémence!
2 Romain et Ousmane Romain Ousmane Romain Ousmane Romain Ousmane Romain Ousmane Romain Ousmane
Bonjour Ousmane. Salut Romain ! Ça va ? Ça va bien, merci. Regarde la fille, là-bas, avec Clémence. Euh … Oui ? Elle est jolie. C’est qui ? C’est Aurélie. C’est une amie de Clémence ? Euh, non. Elle est dans la classe de Clémence.
Romain Ousmane Romain Ousmane Romain
Écoute ! C’est l’heure. Au revoir, Romain ! Au revoir, Ousmane. Bonjour les filles, ça va ? Romain ! C’est l’heure ! Oui, oui, d’accord. J’arrive ! Zut ... À plus !
EXERCICE 21 – HANDIGE ZINNEN
DIALOGUE 2
A Écoute et lis le dialogue. Luister naar het gesprek tussen Ousmane en Romain en lees mee. B Souligne les phrases. Zoek de zinnen op in de tekst en onderstreep ze. Schrijf ze daarna in de tekstballonnen. Romain 1 Dag Ousmane.
3 Hoe gaat het?
5 Tot ziens!
2 Hoi Romain.
4 Het gaat goed, bedankt.
6 Tot later!
C Parlez. Voer het gesprek. Wissel ook van rol. EXERCICE 22 – VOCABULAIRE A Complète les phrases. Vul de zinnen aan. De woorden staan in de gesprekken. 1
Salut. Je m’appelle Michel.
2
Nous sommes dans
3
Ah oui ? C’est
4
Et le garçon
5
C’est
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 26
toi ?
en
classe.
dezelfde
!
geweldig
? C’est Fred ?
daarginds
?
wie
Antwoord op de quizvraag: Dat verschilt per regio, soms twee, soms wel drie of vier.
Ousmane
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • PARLER 6
Il est
7
Tu habites
8
Zut ! Bobigny c’est
27
met, bij
Lionel. ? À Bobigny ?
waar
.
ver
EXERCICE 23 – EEN INTERVIEW Travaillez à deux. Faites l’interview. Zoek de woorden en zinnen op in de tekst of in de oefeningen 21 en 22. Dag.
Hallo!
Hoe heet je?
Ik heet ...
Waar woon je?
Ik woon in ...
En dat meisje daar. Wie is dat?
Dat is ... (naam).
Is dat een vriendin?
Ja/Nee. Ze zit in mijn klas.
Dankjewel en tot ziens.
Tot ziens!
EXERCICE 24 – DOEN: SPREEK FRANS Travaillez à deux. Regardez les images. Kijk naar de afbeeldingen en de tekstballonnen. Vertel in het Frans wat er gezegd wordt. Gebruik hele zinnen. Oefen de gesprekjes een paar keer en wissel ook van rol.
1
ik heet − ik woon in – en jij – hoe heet jij ik heet en ik woon (ook) in
2
Kijk dat meisje – wie is dat? Dat is – vriendin – vriendin van Michel
3
hallo − dag | hoe ...? goed, bedankt. | tot ziens! – tot ... !
Leer de woorden en zinnen van Apprendre 6 en 7: pagina 34.
MENU AU CHOIX moeilijk
ging wel
makkelijk
Wat vond je van het voeren van Franse gesprekjes? Voer samen het gesprek waarin je kennis maakt met elkaar. Voer samen twee gesprekjes en gebruik de spreekkaarten. Maak een stripverhaal en doe de stemmen na.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 27
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • ÉCRIRE
28
ÉCRIRE A1
DOEL: je kunt een paar eenvoudige zinnen opschrijven over jezelf.
EXERCICE 25 – START A Regarde et combine. Bekijk de afbeelding. Combineer de Franse woorden met de Nederlandse betekenis. 1 2 3 4 5 6
a Nationaliteit b Handtekening c Achternaam d Datum e Voornaam f Adres
Nom Prénom Date Nationalité Adresse Signature
B Vul het paspoort aan met informatie over jezelf. Gebruik oefening 25A als voorbeeld.
PASS E P O R T Nom : Prénom : Date de naissance : Lieu de naissance : Nationalité : Adresse :
Signature :
EXERCICE 26 – HERHALEN ~ GRAMMATICA A Complète. Vul de juiste vormen in van het werkwoord être. In deze unité leerde je het werkwoord être. Kijk nog eens naar het rijtje op pagina 17 en vul de juiste vormen in van het werkwoord être. 1
Tu
2
Non, je
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 28
français?
3
Éric
néerlandais.
4
Oui, il
sportif? très sportif.
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • ÉCRIRE 5
Vous
6
Non, nous
au collège?
7
Elle
sympa?
au restaurant.
8
Oui, Chloé
sympa.
29
B Schrijf de Nederlandse betekenis van de Franse zinnen bij A op. 1
2
3
4
5
6
7
8
La classe de Naomie
Naomie
Salut, je m’appelle Naomie. Comment tu t’appelles ? J’aime la musique. J’habite à Francheville, c’est un petit village. Voilà mon copain Marc.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 29
madame Diallo
Bonjour, je suis madame Diallo. Je suis sénégalaise et j’habite dans un appartement à Lyon. Je suis le prof de français. Tu aimes le collège ?
Marc
Bonjour, je m’appelle Marc. Je suis français et j’aime le tennis. Oui, je suis sportif ! J’habite à Lyon, c’est une très grande ville. Tu habites où ?
Maria
Salut, je suis Maria et je suis française aussi. J’aime regarder la télé avec ma copine Naomie. Elle est sympa. Je suis sportive aussi. Tu aimes le sport, toi ? Bisous !
26/03/19 09:13
30
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • ÉCRIRE EXERCICE 27 – VOCABULAIRE Complète. Zoek in de tekst La classe de Naomie vier woorden voor personen en vier woorden die iets over personen (en dingen) kunnen zeggen. Schrijf ze op in het Frans en het Nederlands. Kijk naar de voorbeelden. Personen
Vertaling
Kenmerken
Vertaling
mevrouw
madame
groot
de vriend
le
de
aardig
de
QUIZ
EXERCICE 28 – HANDIGE ZINNEN
Welke Franse automerken kun je noemen?
Cherche et souligne. Zoek de Franse zinnen in de tekst La classe de Naomie en onderstreep ze. 1 2 3 4 5 6
Daar is mijn vriend Marc. Het is een hele grote stad. Ik ben ook Frans. Zij is aardig. Houd je ook van sport? Ik woon in een appartement.
EXERCICE 29 – ZELF ZINNEN MAKEN In de klas van Naomie zitten nog meer leerlingen. Stel de leerlingen voor aan de hand van de Nederlandse zinnen en maak de zinnen compleet.
1
2
3
Hallo! Ik heet Maxime. Ik ben Frans. Ik woon in Lyon en ik houd van handbal.
Hoi! Ik heet Sélina. Ik ben sportief. Ik houd van televisiekijken. Ik woon in een appartement.
Hallo. Ik heet Hatani. Ik ben Senegalees. Ik houd van tv-kijken met mijn vriendin Sélina.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 30
Bonjour,
Maxime.
Je suis
.
J’
à Lyon et
le handball. !
Sélina.
sportive.
regarder la télé.
dans un appartement. !
J’aime
Hatani. sénégalaise. avec .
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • ÉCRIRE
31
EXERCICE 30 – DOEN! A Écris un texte. Je schrijft een korte tekst waarin je jezelf voorstelt aan de hand van je ingevulde paspoort bij oefening 25B. Noteer in ieder geval de volgende informatie: Hallo. Ik heet (je naam). Ik ben (je nationaliteit). Ik woon in (naam van stad / dorp). Dat is een (stad / dorp).
B Je schrijft een korte tekst die past bij deze afbeelding. Leer de woorden en zinnen van Apprendre 8 en 9: pagina 34 en 35.
MENU AU CHOIX moeilijk
ging wel
makkelijk
Ik vond het schrijven van Franse zinnen: Bekijk de paspoorten van drie Franse jongeren op de site. Controleer of de paspoorten kloppen met de beschrijvingen van de jongeren.
Stel een paar klasgenoten voor met behulp van plaatjes die je op de site vindt.
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 31
Antwoord op de quizvraag: bijvoorbeeld Peugeot, Renault en Citroën.
Bekijk de foto van een Franse leerling op de site. Verplaats je in de leerling en stel jezelf voor.
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • APPRENDRE
32
APPRENDRE A1
NA DIT HOOFDSTUK
Wat kun je na dit hoofdstuk? Wat moet je leren voor de toets?
Ik kan: £ een vlog begrijpen waarin twee jongens zich voorstellen. £ korte teksten begrijpen over Franse jongeren en hun omgeving. £ begrijpen hoe Fransen elkaar begroeten, kennismaken en afscheid nemen £ iemand in het Frans begroeten, afscheid nemen en iets over jezelf vertellen. £ een paar eenvoudige zinnen over mezelf schrijven.
ja £ £ £
vaak wel nee £ £ £ £ £ ££
£ £
£ £
£ £
Grammaire: Ik ken: £ het onregelmatig werkwoord être 3 5 £ het lidwoord (1.1 en 1.2) 5 £ il(s) en elle(s) (havo: 1.3) £ exercices 8, 16, 18, 26
£ £ £ £
£ £ £ £
£ £ £ £
Vocabulaire: £ basisvocabulaire NF-FN 1 2 £ lire NF-FN 4 £ écouter NF-FN NF-FN 6 + 7 £ parler + phrases NF-FN 8 + 9 £ écrire + phrases 10 £ het vocabulaire de classe £ exercices 4, 10, 14, 20, 21, 22, 27, 28
£ £ £ £ £ £ £
£ £ £ £ £ £ £
£ £ £ £ £ £ £
Maak de diagnostische toets. APPRENDRE 1 – BASISVOCABULAIRE
£ dag £ hoi £ tot ziens £ hoe gaat het? £ het gaat
bonjour salut au revoir ça va ? ça va
£ bedankt £ ja £ nee £ ik heet £ ik ben
merci oui non je m’appelle je suis
£ de jongen £ Frans £ het is £ de stad
le garçon français c’est la ville
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 32
APPRENDRE 2 – LIRE
£ £ £ £
ik woon (wonen) en jij? de vriend de middelbare school (klas 1, 2, 3) £ de klas
j’habite (habiter) et toi ? l’ami (m) le collège (m)
£ dit is £ dat is £ Frankrijk £ het land £ de wijk
voici voilà la France le pays le quartier
£ de straat £ groot £ mooi, leuk £ er is, er zijn £ ook
la rue grand joli il y a aussi
la classe
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • APPRENDRE APPRENDRE 3 – GRAMMAIRE I
APPRENDRE 4 - ÉCOUTER
être zijn je suis ik ben tu es jij bent il est hij is elle est zij is on est wij zijn, men is
£ de jongen £ het meisje £ de vriend £ de vriendin £ hoe?
le garçon la fille l’ami (m) l’amie (v) comment ?
nous sommes vous êtes ils sont elles sont
£ jij heet £ hoe gaat het? £ het gaat goed £ bedankt £ tot ziens
tu t’appelles ça va ? ça va bien merci au revoir
£ tot later £ mogelijk £ wie? £ ik? £ jij
à plus possible qui ? moi ? toi
wij zijn jullie zijn, u bent zij zijn zij zijn (v)
Let op. 1 ‘Het is’ vertaal je met c’est. 2 ‘Wij zijn’ kun je in het Frans op twee manieren vertalen: on est en nous sommes. 3 ‘Zij zijn’ vertaal je bij alleen maar vrouwelijk met elles sont. ‘Zij zijn’ vertaal je in alle andere gevallen met ils sont.
33
APPRENDRE 5 – GRAMMAIRE II Het lidwoord (de, het, een) In het Frans heb je mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden. Hier horen verschillende lidwoorden bij. Bij personen kun je vaak zien of een woord mannelijk of vrouwelijk is. Bij andere woorden moet je dat leren. 1.1 De lidwoorden ‘de’ en ‘het’ vertaal je met le of la. mannelijk vrouwelijk le garçon la fille le collège la classe Voor een klinker of stomme h veranderen le en la in l’. l’ami (m) de vriend l’amie (f) de vriendin l’hôtel (m) het hotel l’adresse (f) het adres Bij meervoud is het lidwoord les. les garçons de jongens les filles de meisjes les arbres de bomen les hôtels de hotels In het meervoud komt er achter het zelfstandig naamwoord een s. 1.2 Het lidwoord ‘een’ vertaal je met un of une. mannelijk vrouwelijk un garçon une fille un collège une classe un hôtel une adresse
een jongen een middelbare school een hotel
een meisje een klas een adres
Bij meervoud gebruik je in het Nederlands geen lidwoord. In het Frans gebruik je des. des amis x vrienden des filles x meisjes
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 33
26/03/19 09:13
34
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • APPRENDRE voor havo: 1.3 Ook bij dingen gebuik je il/ils en elle/elles. Le camping est grand. Les campings sont grands. La chambre est grande. Les chambres sont grandes.
Il est grand. Ils sont grands. Elle est grande. Elles sont grandes.
De camping is groot. De campings zijn groot. De kamer is groot. De kamers zijn groot.
Hij is groot. Ze zijn groot. Hij is groot. Ze zijn groot.
APPRENDRE 6 – PARLER
£ jij woont £ waar? £ ver £ in £ daarginds £ met, bij £ te laat
tu habites où ? loin dans là-bas avec en retard
£ en £ maar £ oké £ kijk! £ luister! £ verdorie! £ geweldig!
et mais d’accord regarde ! écoute ! zut ! super !
APPRENDRE 7 – PARLER ~ PHRASES
£ Hoe heet je?
£ Ik heet Thomas.
Tu t’appelles comment ?
Je m’appelle Thomas.
£ Hoe gaat het?
£ Het gaat goed. Bedankt.
Ça va ?
Ça va bien. Merci.
£ Wie is dat?
£ Dat is Mathilde.
Qui est-ce ?
C’est Mathilde.
£ Is dat een vriendin?
£ Ja, dat is een vriendin van Clémence.
C’est une amie ?
Oui, c’est une amie de Clémence.
APPRENDRE 8 – ÉCRIRE
£ de vriend £ de vriendin £ meneer £ de leraar £ Nederlands £ klein £ groot
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 34
le copain la copine monsieur le prof néerlandais(e) petit grand
£ £ £ £ £ £ £ £
het adres de voornaam luisteren naar de muziek kijken naar erg, heel ook kusjes
l’adresse (v) le prénom écouter la musique regarder très aussi bisous
26/03/19 09:13
UNITÉ 1 • BONJOUR ! • APPRENDRE
35
APPRENDRE 9 – ÉCRIRE ~ PHRASES
£ Ben je Nederlands?
£ Ik ben Frans.
Tu es néerlandais(e) ?
Je suis français(e).
£ Waar woon je?
£ Ik woon in Amsterdam.
Tu habites où ?
J’habite à Amsterdam.
£ Ik hou van voetbal.
£ Ik ook. Ik ben sportief.
J’aime le foot.
Moi aussi. Je suis sportif.
£ Naomie is erg aardig.
£ Ze is een vriendin.
Naomie est très sympa.
Elle est une copine / une amie.
APPRENDRE 10 – VOCABULAIRE DE CLASSE Regarde le film. Lis le texte. Écoute le dialogue. Écris un e-mail. Réponds aux questions. Complète les phrases. Combine les images. Travaillez à deux.
Kijk naar de film. Lees de tekst. Luister naar de dialoog. Schrijf een e-mail. Beantwoord de vragen. Maak de zinnen af. Combineer de plaatjes. Werk samen.
NOTES
9789006690309_LSJ_vmbo gt_havo.indb 35
26/03/19 09:13
LIBRE SERVICE
leren.libreservice-online.nl
1 VMBO GT/H | A TEXTES & ACTIVITÉS
LIBRE SERVICE FRANS VOOR DE ONDERBOUW Als je in Frankrijk bij een benzinestation, wegrestaurant
of
supermarkt
libre
service ziet staan, weet je dat het om ‘zelfbediening’ gaat. Je moet zélf aan de slag, je maakt keuzes, je gaat op je eigen manier te werk. Libre Service biedt je
LIBRE SERVICE JUNIOR
veel mogelijkheden om tot het beste resultaat te komen!
AUTEURS Paul Baaijens Karin van der Kant Bert Nap Marloes de Visser EINDREDACTIE Erika Welgraven
TEXTES & ACTIVITÉS 1 VMBO GT/H | A Naam: Klas:
9 789006 690309
9006690309_omslag.indd 3
21/04/20 14:11