Inkijkexemplaar Libre Service Junior vwo

Page 1

r o i n u J

PROEFMATERIAAL LIBRE SE RV ICE |

FR ANS VOOR DE ONDERBOUW

Als je in Frankrijk bij een benzinestation, een wegrestaurant of een supermarkt libre service ziet staan, weet je dat het om ‘zelfbediening’ gaat. Je moet zélf aan de slag, je maakt keuzes, je gaat op je eigen manier te werk. Libre Service biedt je veel mogelijkheden om tot het beste resultaat te komen!

TEXTES & ACTIVITÉS VWO 1


PROEFMATERIAAL Unité 1 en 6

J un io r Frans voor de onderbouw

Auteurs

X X X X X X X

Ronald van den Broek Fietje Hoyer Françoise Lomier Els Mulder-van Franeker Bert Nap Mathilde Romkes-Albert Nanda Terpstra

Eindredactie

X Jeanine van der Velde

TEXTES & ACTIVITÉS V W O 1

B


LIBRE SERVICE JUNIOR • METHODEOVERZICHT / COLOFON

METHODEOVERZICHT LIBRE SERVICE JUNIOR

Textes & Activités

hv / havo

vwo

vmbo gt/h

1 hv A 1 hv B 2 hv A 2 hv B 3 havo A 3 havo B

1 vwo A 1 vwo B 2 vwo A 2 vwo B 3 vwo A 3 vwo B

1 vmbo gt/h A 1 vmbo gt/h B 2 vmbo gt/h A 2 vmbo gt/h B ¾ vmbo gt/h A ¾ vmbo gt/h B

Digitaal leerplatform eDition

Ieder boek is te bestellen met een startlicentie (beperkt digitaal aanbod) of een totaallicentie, waarbij de theorie en alle opdrachten digitaal worden aangeboden

Docent: digitaal pakket

toegang tot docentenhandleiding, antwoorden, leerstofoverzichten en audio en video

Docent: totaal digitaal pakket

toegang tot de materialen van de startlicentie, aangevuld met de toetsen, de digiboeken, de digibordapplicatie Schooltas, VensterFrans, Panorama en het leerlingmateriaal en leerlingvolgsysteem van eDition.

COLOFON Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 xxxxx x Eerste druk, eerste oplage, 2016 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2016

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.


WERKEN MET LIBRE SERVICE JUNIOR

WERKEN MET LIBRE SERVICE JUNIOR Als je in Frankrijk bij een benzinestation, wegrestaurant of supermarkt libre service ziet staan, weet je dat het om ‘zelfbediening’ gaat. Je moet zélf aan de slag, je maakt keuzes, je gaat op je eigen manier te werk. Libre Service Junior biedt je veel mogelijkheden om goed Frans te leren!

TEXTES & ACTIVITÉS Je werkt met een Textes & Activités. Dat betekent een tekst- en werkboek waarin de teksten en opdrachten bij elkaar in één boek staan. Heel handig én handzaam omdat het niet te dik is en je er direct in kunt werken. Het boek Textes & Activités 1 hv bestaat uit twee delen: A en B. Ieder deel heeft vier unités (hoofdstukken). Bij het leren van een taal vormen de vaardigheden de basis. In iedere unité komen ze daarom aan bod. Zo kun je de woorden en de taalregels die je leert gebruiken in herkenbare situaties. Daarnaast maak je aan het begin van iedere unité kennis met een onderdeel van de Franse cultuur. De unités zijn als volgt opgebouwd:

)5$1.5ò..81'(

X PANORAMA Iedere unité begint met informatie over Frankrijk en over de verschillen tussen Nederland en Frankrijk. Bij de opening hoort ook de Panorama, die je docent op het digibord laat zien. De Panorama geeft een mooi beeld op het hoofdstuk: het belangrijkste vocabulaire, een kort gesprekje en bijvoorbeeld een rap en filmpje die bij het onderwerp passen.

X LIRE De leestekst sluit aan bij het onderwerp van de unité. Bij de leestekst beantwoord je verschillende soorten vragen. De vragen die in het Nederlands zijn gesteld, beantwoord je in het Nederlands. De vragen die in het Frans zijn gesteld beantwoord je meestal in het Frans. Bij iedere tekst krijg je ook een tip (leesstrategie) die je helpt om teksten beter te begrijpen.

X GRAMMAIRE In iedere unité oefen je met taalregels en leert deze. Bij grammaire I leer je een werkwoord dat veel voorkomt. Bij Grammaire II komt een onderwerp aan bod dat belangrijk is om goede Franse zinnen te spreken en te schrijven. De oefeningen bij Grammaire lopen steeds in moeilijkheid op, van herhaling en geleide toepassing naar een vrijere opdracht. Zo hoeft grammatica niet moeilijk te zijn!

X ÉCOUTER In dit onderdeel train je je luistervaardigheid om het Frans goed te verstaan en te begrijpen. Je beluistert steeds twee gesprekken tussen vier Franse jongeren die we een heel jaar volgen: de relaxte Romain, de stoere Ousmane, de arrogante Clémence en de verlegen Aurélie. Verder luister je naar fragmenten die je in Frankrijk zou kunnen horen, zoals een omroepbericht op het station of een reclameboodschap in de supermarkt. Dit heet in Libre Service Junior semi-authentiek luisteren. De luisterfragmenten kun je via een QR-code of via de site beluisteren.

X PARLER X REGARDER Bij kijkvaardigheid bekijk je een vlog waarin een Nederlandse jongen, Boris, en een Franse jongen, David, samen op pad gaan. Hoe red je je in bepaalde situaties in het Frans? Dat leer je met de vlog.

De woorden en zinnen die je leert bij Parler pas je toe in praktijkgerichte spreekoefeningen. Dat zorgt ervoor dat je prima in staat bent om gesprekken in het Frans te voeren.

X ÉCRIRE Bij schrijfvaardigheid krijg je bouwstenen in de vorm van vocabulaire en handige zinnen aangereikt zodat je een kaartje, een appje of een mail kunt schrijven.

1


WERKEN MET LIBRE SERVICE JUNIOR

2

X FEUILLETON

X C OMMENT ÉCRIRE ? / COMMENT DIRE ?

In het keuzedeel kom je steeds een kort hoofdstuk tegen uit het boek: Jean-Paul et ses bonnes idées. Als je alle fragmenten leest heb je aan het eind van het jaar waarschijnlijk je eerste Franse boek gelezen!

Bij schrijven en spreken zoek je in de teksten handige zinnen op en oefent daarmee. Dan kan je ze daarna zelf toepassen in een bericht of gesprek.

X OPBOUW VAN DE VAARDIGHEDEN

X MISE EN PRATIQUE

Bij iedere vaardigheid en bij Grammaire biedt Libre Service Junior een indeling in grofweg drie stappen aan (didactique en trois étapes): 1 Een inleidende opdracht bedoeld om je kennis te laten maken met het onderwerp en om woorden bij het thema te activeren (mise en route). 2 De oefenfase waarin je bronnen leert begrijpen of bouwstenen verzamelt voor je schrijf- of spreekopdracht (compréhension). 3 Tot slot een kleine toepassing van wat je in de oefenfase hebt geleerd (mise en pratique).

Aan het eind van een vaardigheid pas je toe wat je geleerd hebt. Bij Regarder, Lire en Écouter is dat een kleine opdracht, bij Écrire en Parler is dat de eindopdracht waarin je laat zien wat je geleerd hebt aan vocabulaire, grammatica en handige zinnen. Met daarbij natuurlijk je eigen creativiteit!

Je gaat dus stapsgewijs van makkelijk naar moeilijk, en dat werkt motiverend. Je zult merken dat deze drie stappen het leren van de Franse taal behapbaar maken! Hieronder staat een korte toelichting bij die drie stappen. 46

UNITÉ 6 • BON APPÉTIT

UNITÉ 6 • BON APPÉTIT

47

UNITÉ 1 REGARDER

A1

Jérôme au supermarché Een vlog waarin Jérôme boodschappen doet in de supermarkt.

6

LIRE

EN RECONSTRUIRE

X MENU AU CHOIX Aan het eind van elk onderdeel vind je een Menu au choix. Dit keuzemenu biedt extra opdrachten op drie niveaus: het herhalingsniveau het basisniveau waarop je extra kunt oefenen, bijvoorbeeld voor de toets en het niveau met een uitdagende opdracht. In het boek vind je een korte beschrijving van deze opdracht, die verder staat uitgelegd op de website. Meestal zal je docent aangeven welke opdracht je moet maken, maar je kunt natuurlijk altijd zelf naar de website gaan om extra te oefenen.

A1

Le tchat de Juliette et Jonas Een chat tussen Juliette en Jonas over eetgewoontes en een recept voor een Franse salade. GRAMMAIRE I Het onregelmatig werkwoord prendre. ÉCOUTER

A1

En terrasse, Topchef, Au supermarché Twee dialogen over bestellen op een terras en boodschappen doen, en een reclameboodschap. GRAMMAIRE II Het delend lidwoord.

BON APPÉTIT La France, c’est le pays du fromage. Tout comme les Pays-Bas. Mais il y a une grande différence : aux Pays-Bas on mange le fromage au petit-déjeuner (le matin) et au déjeuner (à midi) avec une tartine. Les Français mangent beaucoup de sortes de fromage à la fin du diner, le soir. Souvent avec un morceau (stukje) de baguette. Comme pain il y a par exemple des flutes, des ficelles ou des piains de campagne. À la boulangerie, on achète aussi des ‘viennoiseries’ : des croissants, des pains au chocolat, des chaussons aux pommes, et des gâteaux comme des macarons et des tartes. Quand on entre dans la boulangerie, c’est toujours la grande surprise !

Pour les courses, les Français vont à l’hypermarché. C’est un très grand supermarché avec par exemple 10 mètres de yaourt, 30 sortes de fromages et 20 marques d’eau minérale. Et puis, il y a des vins français, des légumes, des fruits, des saucisses délicieuses, … . Eh oui, les Français aiment bien manger. Ils prennent un repas chaud (warm) deux fois par jour. Pour le déjeuner, il y a plusieurs cours : une entrée, un plat principal, du fromage et un dessert. Le soir à 20 heures, il y a le diner. C’est tard, non ? Mais pour les enfants, il y a un gouter à 16 heures avec une boisson, du chocolat, des biscuits ou des bonbons. Les Français sont vraiment des gourmands !

PARLER

A1

En terrasse, Topchef, Une invitation Een gerecht bestellen en afrekenen. ÉCRIRE

RÉPONDS AUX QUESTIONS

Fransen eten geen kaas bij hun ontbijt. Maar wat eten ze dan wél? Bedenk met elkaar zes dingen die de Fransen ’s morgens eten en drinken.

Welke twee grote verschillen zie je tussen een lunch in Nederland en in Frankrijk?

Noem twee verschillen met een avondmaaltijd zoals jij die gewend bent.

A1

Un forum Een bijdrage leveren aan een forum over eetgewoontes. APPRENDRE Woorden, zinnen en grammatica: al het leerwerk bij elkaar. NA DEZE UNITÉ KUN JE… • een vlog die zich in de supermarkt afspeelt begrijpen. • verschillende korte teksten – zoals in sociale media en recepten – begrijpen. • begrijpen wat iets kost en om welke hoeveelheden het gaat. • een gerecht bestellen en afrekenen. • een bijdrage leveren aan een forum over eetgewoontes.

X O PZOEKGRAMMATICA EN WOORDENLIJSTEN

X MISE EN ROUTE – START Je begint altijd met een kleine, speelse opdracht. Je kijkt wat je al weet van een bepaald onderwerp of je herhaalt woorden die je eerder hebt geleerd.

X MISE EN ROUTE – VOCABULAIRE De mise en route biedt je woorden die je nodig hebt om iets te kunnen begrijpen, zeggen of schrijven. Als je goed naar de betekenis van de zinnen kijkt, kun je de juiste betekenis vaak al raden! Ook grammatica en uitspraak komen – afhankelijk van de vaardigheid – aan bod in de Mise en route.

X C OMPRÉHENSION GLOBALE EN COMPRÉHENSION DÉTAILLÉE: TEKSTEN BEGRIJPEN

Bij Regarder, Lire en Écouter ga je eerst in grote lijnen aan de slag met de tekst. Als je weet waar het fragment ongeveer over gaat, kun je de vragen daarna beter maken.

Achter in het Textes & Activités vind je alle grammatica-onderwerpen die je hebt geleerd overzichtelijk bij elkaar. Ook vind je een alfabetische lijst met de woorden die aan bod zijn geweest. En een overzicht van de lees- en leertips.

X QR-CODE De audiofragmenten kun je via de site of met een QR-code beluisteren. Voor de QR-code moet je een gratis app installeren.

X INSTRUCTIES De instructies in Libre Service Junior zijn de eerste vier unités zowel in het Frans als in het Nederlands. Vanaf unité 5 (1 hv B) zijn de instructies vooral in het Frans. Achter in het boek vind je een lijst met de veel voorkomende instructies.

X HET EUROPEES REFERENTIEKADER Om te bepalen op welk niveau leerlingen in Europa een taal beheersen zijn er ‘Europa-breed’ beschrijvingen en niveau-aanduidingen geformu-


WERKEN MET LIBRE SERVICE JUNIOR leerd: het Europees Referentiekader, kortweg ERK. In de onderbouw gelden de volgende niveaus: 1vwo

2vwo

3vwo

Lezen

A1

A1/A2

A2

Luisteren

A1

A1/A2

A2

6FKUó YHQ

A1

A1/A2

A2

Spreken / *HVSUHNNHQ YRHUHQ

A1

A1/A2

A2

X LEERDOELEN Het ERK is voor elk niveau opgebouwd uit verschillende leerdoelen per vaardigheid. Deze leerdoelen vind je in Libre Service Junior terug aan het begin van iedere vaardigheid. Zo weet je precies waar je naar toewerkt bij het maken van de opdrachten.

X NIEUWE FRANSE SPELLING In Libre Service Junior wordt de nieuwe Franse spelling toegepast, net zoals de meest Franse educatieve uitgeverijen vanaf 2016 doen. De nieuwe spelling is bedoeld om het Frans makkelijker en moderner te maken. Meer informatie: www.orthographe-recommandee.info

X DELF JUNIOR Het DELF junior (Diplôme d’études en langue française) is de Franse taaltoets voor middelbare scholieren van 12 tot 17 jaar. Steeds meer scholen in Nederland doen met een aantal leerlingen mee

aan deze taaltoets, georganiseerd door het Institut français. Bij Parler en Écrire vind je in iedere unité een opdracht die je kunt gebruiken bij de voorbereiding voor het DELF-examen. De opdrachten staan afwisselend in het boek of op de website van Libre Service Junior. Deze opdrachten herken je aan het icoon ‘En route pour le DELF’.

X DIGITALE VORMGEVING Bij Libre Service Junior hoort de digitale leeromgeving eDition: leren.libreservicejunior-online.nl. Afhankelijk van de keuze van jouw school werk je met een startlicentie of een totaallicentie. Bij een startlicentie beschik je over: • alle opdrachten uit het Menu au choix; • de bronnen die je nodig hebt bij de opdrachten, zoals audio en de vlog. Bij een totaallicentie beschik je over: • alle opdrachten uit het boek in digitale vorm; • uitgebreide beoordelingsmogelijkheden met rubrics bij de Mise en pratique van Écrire en Parler; • alle opdrachten uit het Menu au choix; • alle bronnen (audio, video, leesteksten); • alle theorie (het grammatica-overzicht, en bij verschillende grammaticaonderdelen vind je ook uitleg in de vorm van een korte animatie).

X VERBUGA Wil je werkwoorden leren? Dankzij een samenwerking met Verbuga oefen je op leren.libreservice-online.nl de werkwoorden uit de unités. Door de werkwoorden steeds op een andere manier te oefenen, leer je ze nóg beter!

X WRTS! Een heel bekende site waar je vocabulaire kunt oefenen is www.wrts.nl. Libre Service Junior werkt samen met de makers van WRTS. Je vindt er snel de juiste woordenlijsten die passen bij het boek dat jij gebruikt. Meld je gratis aan en maak je eigen inlog.

PICTOGRAMMEN In dit boek worden de volgende pictogrammen gebruikt: Kijken / Regarder

Website

Lezen / Lire

Herhalings- of reproductive opdracht

Luisteren / Écouter

Opdracht op toetsniveau

Grammatica / Grammaire

Uitdagende opdracht

Spreken / Parler

Woordenboek

Schrijven / Écrire

Opdracht waarbij je je voorbereidt op de toekomst

Opdracht in tweetallen

Opdracht die voorbereidt op een DELFexamen

Groepsopdracht

3


4

LIBRE SERVICE JUNIOR • TABLE DES MATIÈRES

TABLE DES MATIÈRES V WO UNITÉ

1 BONJOUR !

REGARDER

A1

Je kunt de vlog waarin David zich voorstelt begrijpen.

Differentiatie

2 MOI ET LES AUTRES

Je kunt de vlog waarin David over zijn vrienden en familie vertelt begrijpen.

Differentiatie

3 APRÈS LES COURS

Je kunt de vlog van David op school begrijpen.

Differentiatie

4 APRÈS LES COURS

Differentiatie

MENU AU CHOIX

Je kunt de vlog over David huis begrijpen.

LIRE

GRAMMAIRE I

A1

Je kunt korte teksten begrijpen over personen en hun omgeving.

être

Menu au choix + Lire Extra Feuilleton

Menu au choix

Je kunt een korte tekst waarin iemand zichzelf voorstelt en een uitnodiging voor een feest begrijpen.

avoir

Menu au choix + Lire Extra

Menu au choix

Je kunt een interview over school begrijpen, met behulp van afbeeldingen.

werkwoorden op -er

Menu au choix + Lire Extra

Menu au choix

Je kunt informatieve teksten over wonen in Frankrijk begrijpen.

aller

Menu au choix + Lire Extra

Menu au choix

Bij de vaardigheden Lire, Écouter, Grammaire, Parler, Écrire komen differentiatieopdrachten voor op drie niveaus:


LIBRE SERVICE JUNIOR • TABLE DES MATIÈRES

ÉCOUTER

A1

Je kunt begrijpen hoe Fransen zich voorstellen aan elkaar.

GRAMMAIRE II

PARLER

• Het bepaald en onbepaald lidwoord • il en elle

A1

Je kunt iemand in het Frans begroeten, afscheid nemen en iets over jezelf vertellen.

ÉCRIRE

A1

Je kunt in een forum een paar eenvoudige zinnen over jezelf schrijven.

Grammaire lexicale • vocabulaire de classe

Menu au choix

Menu au choix + Grammaire Extra

Menu au choix

Je kunt gesprekken over familie en vrienden begrijpen.

• het bezittelijk voornaamwoord • getallen 0-20

Je kunt over je familie en vrienden vertellen, vragen stellen en beantwoorden.

Je kunt een foto beschrijven en iets zeggen over de mensen die er op staan.

Grammaire lexicale • getallen 0-20

Menu au choix

Menu au choix + Grammaire Extra

Menu au choix

Je kunt gesprekken over school begrijpen en korte mededelingen verstaan.

• aimer + bepaald lidwoord • que • vraagwoorden

Je kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden over school en hobby’s.

Je kunt een bericht schrijven over je school en hobby’s.

Grammaire lexicale • vraagwoorden

Menu au choix

Menu au choix + Grammaire Extra

Menu au choix

Je kunt gesprekken over wonen begrijpen en bekende woorden verstaan.

• de ontkenning • voorzetsels

Je kunt eenvoudige vragen beantwoorden, zeggen waar je woont en je huis beschrijven.

Menu au choix

Menu au choix + Grammaire Extra

Grammaire lexicale • voorzetsels

Module Lire Extra 81 Module Grammaire Extra 86

Je kunt een kaart met een wens of groet schrijven.

Menu au choix

Grammaticaoverzicht 102 La France 120

Plan de Paris 123 Franse instructies 146

5


6

LIBRE SERVICE JUNIOR • TABLE DES MATIÈRES

TABLE DES MATIÈRES V WO UNITÉ

5 STYLE

REGARDER

A1

Je kunt de vlog van David over mode en smaak begrijpen.

Differentiatie

6 BON APPÉTIT

Je kunt de vlog van David in de supermarkt begrijpen.

Differentiatie

7 MÉDIAS

Je kunt de vlog van David onderweg begrijpen.

Differentiatie

8 VACANCES ET FRANCOPHONIE

Differentiatie

MENU AU CHOIX

Je kunt de vlog van David over vakantie begrijpen.

LIRE

GRAMMAIRE I

A1

Je kunt informatieve teksten over jongeren en hun kleding en stijl begrijpen.

vouloir

Menu au choix + Lire Extra

Menu au choix

Je kunt verschillende soorten teksten, bijvoorbeeld een recept, begrijpen

prendre

Menu au choix + Lire Extra

Menu au choix

Je kunt instructies lezen en informatie in een tekst over een reis begrijpen/ opzoeken.

faire

Menu au choix + Lire Extra

Menu au choix

Je kunt een kaart lezen, informatie uit een lijst opzoeken en een brochure begrijpen.

révision

Menu au choix + Lire Extra

Menu au choix

Bij de vaardigheden Lire, Écouter, Grammaire, Parler, Écrire komen differentiatieopdrachten voor op drie niveaus:


LIBRE SERVICE JUNIOR • TABLE DES MATIÈRES

ÉCOUTER

A1

GRAMMAIRE II

PARLER

A1

Je kunt gesprekken tussen Fransen begrijpen en het onderwerp bepalen van kijk- en luisterteksten.

• het bijvoeglijk naamwoord • getallen 0-69

Menu au choix

Menu au choix + Grammaire Extra

Menu au choix

Je kunt begrijpen wat iets kost en om welke hoeveelheden het gaat. Je kunt een omroepbericht met getallen begrijpen.

• het delend lidwoord • hoeveelheidswoorden en ontkenningen

Je kunt een gerecht van een eenvoudige menukaart bestellen en afrekenen.

Menu au choix

Menu au choix + Grammaire Extra

Menu au choix

Je kunt moedertaalsprekers verstaan en waarschuwingen begrijpen.

• plaatsbepalingen • à+lidwoord en de+lidwoord • kloktijden

Je kunt de tijd aangeven en een aantal zaken regelen.

Je kunt praten over je uiterlijk en je kleding.

ÉCRIRE

A1

Je kunt een paar zinnen opschrijven over je eigen smaak en die van anderen.

Grammaire lexicale • 21-100

Je kunt een paar eenvoudige zinnen opschrijven over jezelf of over andere mensen.

Grammaire lexicale • hoeveelheidswoorden en ontkenningen

Je kunt een berichtje schrijven via de e-mail.

Grammaire lexicale • kloktijden

Menu au choix

Menu au choix + Grammaire Extra

Menu au choix

Je kunt moedertaalsprekers verstaan als ze directe vragen aan je stellen.

• passé composé • het weer

Je kunt om de weg en om verduidelijking vragen als je iets niet begrijpt.

Je kunt een paar zinnen opschrijven over je vakantie.

Grammaire lexicale • het weer

Menu au choix

Menu au choix + Grammaire Extra

Module Lire Extra 81 Module Grammaire Extra 86

Menu au choix + Grammaire Extra

Grammaticaoverzicht 102 La France 120

Plan de Paris 123 Franse instructies 146

7


8

UNITÉ 1 • BONJOUR !

1

BONJOUR ! In Libre service Junior maak je kennis met Frankrijk en haar inwoners. Dat zijn er wel 63 miljoen. Le français, de Franse taal, wordt niet alleen in Frankrijk gesproken, maar over de hele wereld. 220 miljoen mensen in 28 landen spreken Frans! Bonjour! zeg je als je in Frankrijk iemand begroet. Bij een begroeting hoort in Frankrijk trouwens bijna altijd een handdruk of een paar luchtige kussen op de wang. Elke keer weer. Ook als je elkaar aan het begin van een schooldag tegenkomt. Het aantal kussen varieert per streek! Les Français zijn trots op hun land, hun taal en hun nationale helden. Nederlanders juichen voor Oranje en hebben de leeuw als macotte. In Frankrijk zie je veel bleu, blanc et rouge als les Bleus een

internationaal voetbaltoernooi winnen. Op hun shirt staat een Frans symbool, de trotse haan: le coq. La France is voor veel mensen een geweldig vakantieland. Ook voor de Fransen zelf. In juli en augustus gaan veel Fransen tegelijk op vakantie. Dat zorgt dan voor een samedi noir (zwarte zaterdag) met meer dan 700 kilometer file op de autoroutes. Misschien ben je wel eens in Frankrijk geweest in de zomer. Dan weet je er vast al wat van. Tijdens de Tour de France rijden de wielrenners door de verschillende landschappen van Frankrijk. Beroemd zijn de zware ritten door de montagnes zoals les Alpes en les Pyrénées. Maar de étapes voeren ook langs stille villages in het binnenland of langs de zonnige plages aan de kusten van de océan


UNITÉ 1 • BONJOUR !

9

UNITÉ 1 REGARDER

A1

David et Bram ! Een vlog over David die zichzelf en zijn vriend Bram voorstelt. LIRE

A1

Bonjour ! Le 19e arrondissement Een tekst waarin de hoofdpersonen van Libre Service Junior zich voorstellen en een tekst over het arrondissement waarin de hoofdpersonen wonen. GRAMMAIRE I Het onregelmatige werkwoord être. ÉCOUTER

A1

Twee dialogen waarin de hoofdpersonen met elkaar kennismaken en een fragment met vocabulaire de classe. GRAMMAIRE II Het lidwoord / Il(s) / Elle(s) PARLER

A1

Iemand in het Frans begroeten, afscheid nemen en iets over jezelf en iemand anders vertellen. ÉCRIRE Atlantique of de Méditerranée. De finishlijn ligt altijd in de capitale van Frankrijk: Paris. Een stad zo groot als de provincie Utrecht. In dit eerste hoofdstuk maak je kennis met de vier hoofdpersonen Aurélie, Cémence, Ousmane en Romain. Je gaat ze volgen in hun dagelijkse belevenissen. Veel plezier! RÉPONDS AUX QUESTIONS

Ken je landen waar Frans wordt gesproken? Welke beroemde Franse merken, producten of gerechten kun je noemen?

A1

Salut ! Qui es-tu ? Een paar eenvoudige zinnen over jezelf schrijven. APPRENDRE Woorden, zinnen en grammatica: al het leerwerk bij elkaar. NA DEZE UNITÉ KUN JE… • de vlog begrijpen van twee jongeren die zich voorstellen. • korte teksten over personen en hun omgeving begrijpen. • begrijpen hoe Fransen zich voorstellen aan elkaar. • iemand in het Frans begroeten, afscheid nemen en iets over jezelf en iemand anders vertellen. • een paar eenvoudige zinnen over jezelf schrijven.


UNITÉ 1 • BONJOUR ! • REGARDER

10

REGARDER A1

DOEL: je kunt de vlog van David begrijpen.

EXERCICE 1 – KIJKEN EN LUISTEREN Regarde le vlog de David. Kruis aan. Vrai of faux? 1 2 3 4

David stelt zichzelf voor David heeft Bram nog nooit ontmoet. Bram spreekt al heel goed Frans. David vertelt aan Bram wat ze allemaal kunnen doen in Lille.

vrai

faux

EXERCICE 2 – DE VLOG BEGRIJPEN Regarde encore une fois et réponds aux questions. Kijk nog eens en beantwoord de vragen.

David en Bram stellen elkaar veel vragen tijdens hun ontmoeting. Noem er drie. a b c

a b

Waarom lopen de twee jongens weg? Wat bestelt Bram?

De verkoopster vraagt aan de jongens A of ze samen of apart betalen. B of ze hun bestelling willen meenemen.

Welke woorden hoor je als David en Bram hun plannen bespreken? la ville (de stad) le quartier (de wijk) les filles (de meisjes) le métro (de metro) le football (voetballen)

Apprends le vocabulaire de : Apprendre 1 page 34.


UNITÉ 1 • BONJOUR ! • LIRE

11

LIRE A1

DOEL: je kunt korte teksten begrijpen over personen en hun omgeving.

EXERCICE 3 – MISE EN ROUTE A

Traduis. Vertaal. Tu parles français ? Spreek je Frans? Je kent vast al Franse woorden. Schrijf de Nederlandse betekenis achter de Franse woorden.

1

un hôpital

2

un aéroport

3

une orange

4

délicieux

5

bon appétit !

B

Travaillez à deux. Werk in tweetallen. In het Nederlands gebruiken we vaak woorden die uit het Frans komen. Kunnen jullie bedenken welke?

1

verdieping

5

ingang

2

stoep

6

ziekenauto

3

avondeten

7

geschenk

4

wc

8

verrassing

C

Complétez. Travaillez en groupe. Vul aan. Kun je nog andere Franse woorden noemen? Bedenk er met de hele klas zo veel mogelijk.

EXERCICE 4 – MISE EN ROUTE : VOCABULAIRE Complète les phrases. Tu retrouves ces mots dans le texte Bonjour ! Maak de zinnen af. Vul het ontbrekende woord in. 1

Salut ! Je m’appelle Pierre.

2

J’habite 32, rue des Alpes.

3

La rue des Alpes est dans un joli quartier.

De Alpenstraat ligt in een mooie

4

Mon école s’appelle collège Georges Brassens.

Mijn College.

5

La France est un grand pays.

Frankrijk is een groot

6

La passion de Maryse est faire des photos.

7

Paris est une grande ville.

Parijs is een grote

8

Il y a 2 millions d’habitants à Paris.

Er zijn 2 miljoen

Hoi!

Pierre. in de Alpenstraat 32. .

heet Georges Brassens .

van Maryse is fotograferen. . in Parijs.


12

1

2

UNITÉ 1 • BONJOUR ! • LIRE

Voilà Romain. Il habite à Paris, 26, rue de Belleville. C’est dans un joli quartier. Il est au collège Georges Brassens. Il est en cinquième B. Il aime le skate et les matchs de rugby à la télé.

Voici Clémence. Salut ! Je m’appelle Clémence Gautier. Je suis blonde. J’aime la mode. Et j’adore faire du shopping ! Je suis en cinquième A. Et toi ? Tu es en quelle classe ?

3

4

onjour ! Je suis Ousmane. B Je suis aussi au collège Georges Brassens, en cinquième C. Je suis un ami de Romain. Ma famille est sénégalaise. Mon hobby : la musique et la danse. J’habite en Amérique. Oui ! C’est un quartier à Paris. C’est dans le 19e arrondissement.

Aurélie est aussi au collège Georges Brassens. Elle habite dans un autre quartier. Elle va à l’école en métro. Elle est dans la classe de Clémence. Ma passion : les animaux

Paris t

semen le 19e arrondis

ts. s avec 66 millions d’habitan La France est un grand pay de la France. La ville de Paris est la capitale Paris. Il y a 20 arrondissements à ville. situé dans le nord-est de la Le 19e arrondissement est est parc des Buttes-Chaumont Il y a deux grands parcs. Le un parc romantique. plus grand parc de Paris Le parc de la Villette est le (55 hectares !). c une halle de concerts : C’est un espace culturel ave x : la Géode. le Zénith et un cinéma Ima de technologie : Il y a aussi un grand musée l’industrie. la Cité des sciences et de


UNITÉ 1 • BONJOUR ! • LIRE

13

EXERCICE 5 – COMPRÉHENSION GLOBALE Lis et écoute les textes. Réponds aux questions. Luister naar de teksten en lees mee. Beantwoord de vragen.

TIP

Wie zijn de vier jongeren op de afbeelding? A de hoofdpersonen van Libre Service Junior B leerlingen die een schoolreisje maken C vrienden die een dag naar Parijs gaan

Kijk altijd goed naar de afbeeldingen. Die helpen je vaak bij het begrijpen van de tekst.

Wat zie je voor gebouw achter de vier jongeren? Waar ligt het 19e arrondissement?

Wat heeft de tekst Le 19e arrondissement te maken met de vier jongeren?

EXERCICE 6 – COMPRÉHENSION DÉTAILLÉE Lis les textes et réponds aux questions. Lees de teksten en beantwoord de vragen.

Wat valt je op aan de plaats van het huisnummer bij een Frans adres in tekst 1? Clémence en Ousmane begroeten je allebei. Wat is het verschil? Clémence zegt:

!

Ousmane zegt:

!

Wie zitten er bij elkaar in de klas? A Clémence en Aurélie B Romain en Ousmane

QUIZ Wat is een arrondissement?

Welke overeenkomst is er tussen alle vier de hoofdpersonen van Libre Service Junior? « Et toi ? Tu es en quelle classe ? » Wat wil Clémence van jou weten? Je maakt kennis met Romain, Clémence, Ousmane en Aurélie. Schrijf van elke persoon drie dingen op die je te weten bent gekomen en die hierboven nog niet zijn genoemd. Romain

Clémence

Ousmane

Aurélie


14

UNITÉ 1 • BONJOUR ! • LIRE Lees Le 19e arrondissement. Noem drie dingen die je in dit deel van Parijs kunt vinden en geef aan wat het is. 1 2 3

Je hebt teksten gelezen in een voor jou nieuwe taal met onbekende woorden. Wat heb je gedaan om de tekst toch te begrijpen?

In dit hoofdstuk leer je het werkwoord être (= zijn). Zoek de zinnen op in de tekst en vul de ontbrekende woorden in. Je

un ami de Romain.

La France

un grand pays.

Ik

een vriend van Romain.

Frankrijk

een groot land.

EXERCICE 7 – MISE EN PRATIQUE Fais une brochure. Maak een folder.

Voici le 19e arrondissement. Zoek op internet naar informatie over het 19e arrondissement. Maak een Franse brochure over wat een toerist daar vooral moet bezoeken. Noem minimaal vier bezienswaardigheden en zoek er Franse bijschriften bij. Apprends le vocabulaire de : Apprendre 2 page 35. MENU AU CHOIX Lees de tekst Lionel : 14 ans op pagina 40 en maak de *-opdrachten. Je oefent hier vooral met de tip en globaal lezen. Lees de tekst Lionel : 14 ans op pagina 40 en maak de **-opdrachten. Je oefent hier vooral met nauwkeurig lezen.

Antwoord op de quizvraag: Een stadsdeel.

Lees de tekst Lionel : 14 ans op pagina 40 en maak de ***-opdrachten. Je oefent hier met nauwkeurig lezen en inzicht.


UNITÉ 1 • BONJOUR ! • GRAMMAIRE I

GRAMMAIRE I

HET ONREGELMATIGE WERKWOORD ÊTRE

EXERCICE 8A

De volgende zinnen komen uit de tekst bij Lire. De vetgedrukte woorden zijn vormen van het onregelmatige werkwoord être (= zijn). Vertaal de zinnen uit de tekst. Je suis blonde. Ma famille est sénégalaise. Soms gebruiken we in het Nederlands in plaats van ‘zijn’ een ander werkwoord als vertaling. Kijk maar. Tu es en quelle classe ? Elle est dans la classe de Clémence.

Lees het rijtje en vul de Nederlandse vertaling in. Luister naar de uitspraak en zeg na. Leer het daarna uit je hoofd. ÊTRE être je suis tu es

zijn ik ben jij bent

il elle on

hij is zij is wij zijn, men is

est est est

nous sommes vous êtes

wij zijn jullie zijn, u bent

ils sont elles sont (f)

zij zijn zij zijn

Let op. 1 2 3

‘Het is’ vertaal je met c’est. ‘Wij zijn’ kun je in het Frans op twee manieren vertalen: on est en nous sommes. ‘Zij zijn’ vertaal je met elles als ‘zij’ uitsluitend vrouwelijk is. ‘Zij zijn’ vertaal je in alle andere gevallen met ils. Paul et Marc sont au collège. Paul et Sophie sont au collège. Sophie et Myriam sont au collège.

- Ils sont au collège. - Ils sont au collège. - Elles sont au collège.

Je gaat luisteren naar acht zinnen. Welke vorm van être hoor je? Zet tijdens het luisteren het nummer van de zin achter de vorm die je hoort. Exemple Bonjour, tu es en quelle classe ? je suis

tu es

1

il est

elle est

vous êtes

on est

ils sont

nous sommes

elles sont

15


16

UNITÉ 1 • BONJOUR ! • GRAMMAIRE I EXERCICE 8B Vul de ontbrekende vorm van être in. 1

Bonjour, je m’appelle Hugo. Je

sportif.

2

Vous

à l’aéroport ?

3

Où est Valentin ? Il

au 2e étage ?

4

Tu

en Hollande ?

Vul het ontbrekende persoonlijk voornaamwoord in. 5

sommes deux filles blondes.

6

êtes à l’entrée ?

7

es au musée de technologie ?

8

Voilà Nadia et Emma.

sont dans le métro.

EXERCICE 8C Geef antwoord. Gebruik de juiste vorm van être. 1

Tu es français ?

Non,

néerlandais.

2

Nadia est en France ?

Non,

au Maroc.

3

Vous êtes au collège, Nora et Valérie ?

Non,

en vacances.

4

Paul et Thierry sont à Paris ?

Non,

à Marseille.

5

David est dans le parc ?

Non,

au cinéma.

6

Vous êtes le directeur ?

Non,

le concierge.

EXERCICE 8D Geef in het Frans antwoord. Maak zinnen met behulp van de gegeven woorden. Vul op de plaats van de Franse vlag de juiste vorm van être in. 1

Vous êtes dans la même classe, Denis et Nicolas ?

Qui,

.

| cinquième A | en | nous 2

C’est une photo de Paris ?

Oui, c‘ | arrondissement | le |

3

Tu es l’ami de Nicolas ?

. | 16e

Non, l‘ami | Jules | je | de |

Apprends la grammaire de : Apprendre 3 page 35. MENU AU CHOIX Maak exercice 8E op pagina 43 of op de site. Maak exercice 8F op pagina 43 of op de site. Maak exercice 8G op pagina 43 of op de site. Maak de quiz op Socrative om te testen of je dit onderwerp goed begrijpt.

.


UNITÉ 1 • BONJOUR ! • ÉCOUTER

ÉCOUTER A1

17

TIP

DOEL: je kunt begrijpen hoe Fransen zich voorstellen aan elkaar.

EXERCICE 9 – MISE EN ROUTE A

Regarde les images et combine. Bekijk de afbeeldingen en zet er de juiste Franse woorden onder. Er blijft één woord over.

Om te begrijpen wat er gezegd wordt, hoef je niet elk woord precies te verstaan. Let vooral op woorden die je makkelijk kunt herkennen.

bonjour, ça va ? | un camping | l’école | la France | la Hollande | le métro

A B B

Écoute et combine. Luister en combineer de plaatjes met de zinnen die je hoort. Zet nu ook het nummer van de zin onder de juiste afbeelding.

C

Écoute et répète. Luister naar de woorden onder de plaatjes en spreek ze na.

EXERCICE 10 – MISE EN ROUTE : VOCABULAIRE Note la bonne traduction. Tu retrouves ces mots dans les dialogues. Noteer de vertaling van de vetgedrukte woorden. 1

Le garçon s’appelle Tom.

2

La fille s’appelle Julia.

3

Julia est une amie de Sarah.

4

Salut. Comment tu t’appelles ? – Moi ? Simon.

5

Ça va ? - Oui, ça va bien.

6

Le prénom de monsieur Dumas, c’est Patrick.

7

Tu habites à Paris ? – Non, j’habite à Bruxelles.

8

Qui est Aurélie ? C’est l’amie de Clémence ?


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.