Libre service 4èm édition vwo - Littérature

Page 1

LIT TÉR ATURE V W O



Frans voor de tweede fase Auteur

u Karin de Koning Met dank aan

u Luuck Droste, docent Frans bovenbouw

Nardy Frijters-Getkate, docent Frans bovenbouw Advies

u Jasmijn Bloemert, Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen

LIT TÉR ATURE V W O


2

LIBRE •SERVICE LIBRE UNITÉ 1 • METHODEOVERZICHT / COLOFON

METHODEOVERZICHT LIBRE SERVICE havo

vwo

Textes & Activités deel A en B* een tekst- en werkboek in één

4 havo 5 havo

4 vwo 5 vwo 6 vwo

Manuel een naslagwerk met strategieën, een grammaticaoverzicht en werkwoorden

4/5 havo – 4/5/6 vwo

4/5 havo – 4/5/6 vwo

Littérature een tekstwerkboek en digibordapplicatie met audio en visuele verrijking en extra materiaal, audio en video voor leerlingen in de digitale leeromgeving

havo

vwo

Docentstartlicentie toegang tot de docentenhandleiding, de antwoorden, audio, video en de transcripten

4/5 havo

4/5/6 vwo

Docenttotaallicentie toegang tot de materialen van de startlicentie, maar ook tot de toetsen, de digibordapplicatie en extra opdrachten in VensterFrans

4/5 havo

4/5/6 vwo

Het is mogelijk volledig digitaal te werken of te werken met het boek in combinatie met digitaal materiaal. * Ook beschikbaar als Édition Intégrée (leeropdrachtenboek inclusief Manuel)

COLOFON Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 81381 4 Eerste druk, eerste oplage, 2017 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2017

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.


WERKEN MET DE LITERATUURMODULE

WERKEN MET DE LITERATUURMODULE VOORWOORD

ONDERDELEN LITERATUURMODULE

Dit is een boek over Franse literatuur. Misschien vraag je je af waar het goed voor is om Franse literatuur te lezen. Wat levert het op?

De Literatuurmodule bestaat uit drie onderdelen: 1 een tekstwerkboek met 14 leçons 2 een digibordapplicatie voor de docent 3 extra materiaal, waaronder extra opdrachten voor de leerling in de digitale leeromgeving eDition

Madame de Staël was een bekend schrijfster en filosofe in de periode van de Verlichting (eind 18e eeuw). Zij schreef over literatuur: ‘De vooruitgang van de literatuur is nodig voor het tot stand brengen en behouden van de vrijheid.’ Ze bedoelt daarmee dat iedere nieuwe tijd zijn eigen literatuur oplevert, die weliswaar voortbouwt op die van de tijd ervoor maar die vooral ook nieuwe gedachten tot uitdrukking brengt. En die nieuwe gedachten moeten we volgens haar kennen om onszelf beter te begrijpen. Want alleen wie zichzelf begrijpt, kan als een vrij mens leven. Kortom: kennis van literatuur en ook van andere kunstvormen uit het verleden geeft ons inzicht in de maatschappij van nu. Elke kunststroming uit het verleden heeft meegebouwd aan onze huidige manier van denken en voelen.

1

TEKSTWERKBOEK

Net als het Textes & Activités is ook de Literatuur­ module een tekstwerkboek. Dit zorgt ervoor dat je de teksten en opdrachten bij elkaar hebt. En het biedt de mogelijkheid om daar waar nodig aantekeningen bij de tekst te maken of onderdelen uit een tekst te markeren. Iedere leçon is als volgt opgebouwd: • openingspagina met de belangrijkste feiten bij de stroming • introductie in de tijdgeest, de kunst en de literatuur: la société, les arts, la littérature • opdrachten bij tekst 1 • tekst 1 • opdrachten bij tekst 2 • tekst 2 • in enkele leçons: opdrachten bij tekst 3 • in enkele leçons: tekst 3 u OPBOUW (DIDAC TISCHE LIJN)

Voor de didactiek in de Literatuurmodule is gekozen voor de Meervoudige Benadering MVT Literatuur Onderwijs. Op pagina 4 en 5 staat uitgelegd wat deze benadering inhoudt. u THEMATISCHE INSTEEK

Je kunt dit boek chronologisch doorwerken, maar ook thematisch. Er zijn drie routes mogelijk: • Liberté = Madame de Staël n

In dit boek wordt een verband gelegd tussen literaire teksten en de tijd waarin ze zijn ontstaan. Ook wordt verband gelegd tussen stromingen in de literatuur en die in andere kunstvormen. Zo krijg je een totaalplaatje van alle bouwstenen die onze manier van denken en voelen mee hebben opgebouwd. En bij elke bouwsteen word je uitgenodigd om na te denken over de betekenis ervan voor jou. Hopelijk vind je het interessant om te ontdekken hoe belangrijk de Franse literatuur geweest is en nog steeds is voor de wereld waarin jij leeft en wat deze literatuur betekent voor jouw vrijheid. Karin de Koning

• Amour

=

• Voyages = In de table des matières op pagina 6 en 7 zie je welke stromingen en fragmenten behoren tot deze drie routes.

3


4

LIBRE SERVICE • TOELICHTING MEERVOUDIGE BENADERING 2

video

DIGIBORDAPPLICATIE VOOR DE DOCENT audio

3  EXTRA MATERIAAL VOOR DE LEERLING IN EDITION manuel (Fr) / leren (Eng en Du) leertip

woordenboek

In de digitale leeromgeving eDition is er bij iedere 21st century skills Grammar leçon extra materiaal. Bijvoorbeeld tekst (vaak wat omvangrijkere) extra opdrachten, vertalingen, video audio en video. context

Iconen om differentiatieniveaus aan te geven

PICTOGRAMMEN spreken

examenvraag

De digibordapplicatie biedt veel extra materiaal bij de Literatuurmodule: a) extra beeldmateriaal: portretten van schrijvers, beelden diewoordenboek aansluiten bij de inhoud van manuel (Fr) / leren (Eng en Du) Online bepaalde werken; beeldmateriaal van andere kunststromingen b) vertalingen bij fragmenten uit het boek tweetallen groepsopdracht c) extra leesteksten en opdrachten ter verdieping d) links naar videobeelden: bijvoorbeeld video audio boekverfilmingen, chansons, toneelstukken B1 e) links naar audiomateriaal: bijvoorbeeld nakijken ingesproken fragmenten

tweetallen

digibordapplicatie

s aanvullende informatie school tas

lezen

S1

S2

fotogalerij

S3

vertalingen van teksten

schrijven

extra teksten en daarbij behorende examenvraag spreken opdrachten S4

B2

A2

eDition (= digitale leeromgeving)

B1+

video (beschikbaar via eDition) Online

lezen

audio (beschikbaar via eDition)

kijken regarder

audio

groepsopdracht gesprek

examenvraag

spreken

schrijven

lezer

TOELICHTING MEERVOUDIGE BENADERING taal B1 B2 A2 manuel (Fr) / leren (Eng en Du)

woordenboek

Online

lezen

nakijken

tekst-context Meervoudige benadering Moderne Vreemde Talen (MVT) Literatuur Onderwijs formulier/kopieerblad klassikaal extra Erdownloaden zijn verschillende manieren waarop jeopdracht een tekst-taal literaire tekst kunt lezen. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar de sociale en culturele achtergrond context-lezer van een literaire tekst of je richt je juist op het fragment (frans) 21st zijn/haar century skills boodschap leertip taalgebruik en hoe de auteur nakijken verwoordt. taal-lezer dialoog (frans)

DEtekst TEKSTGERICHTE BENADERING tweetallen

groepsopdracht

Bij deze benadering gaan de vragen en opdrachten context over de tekst zelf. Zo kijk je bijvoorbeeld naar genre, zoals de ballade of de geromantiseerde biografie, en je B1 lezer kijken regarder Grammar bestudeert bepaalde literaire begrippen zoals perspectief en beeldspraak. Verder B1+ kijktaal je binnen de tekstgerichte benadering In dit boek volgen we de Meervoudige ook naar het verhaal zelf, het plot en de context-taal-lezer benadering Moderne Vreemde Talen (MVT) verschillende thema’s, de karakters en hun tekst-context Iconen om differentiatieniveaus aan te geven Dat betekent dat je de Literatuur Onderwijs. ontwikkeling en natuurlijk waar het verhaal tekst gesprek tekst-lezer-context literaire teksten vanuit vier verschillende maar zich afspeelt. 21st century skills Grammar leertip tekst-taal geïntegreerde invalshoeken gaat bestuderen. De DEcontext CONTEXTGERICHTE BENADERING vier benaderingen geven je samen een veelzijdig tekst-taal-lezer beeld van de teksten en ze leren je inzien wat Bij de contextgerichte benadering ligt de context-lezer literatuur lezen in een vreemde taal je allemaal nadruk vooral op de wereld om de literaire lezer Iconentekst-lezer om differentiatieniveaus aan te geven kan bieden. tekst heen. Je kijkt bijvoorbeeld wie de taal-lezer De vier benaderingen zijn: tekst geschreven heeft en waarom bepaalde taal n de tekstgerichte benadering auteurs bepaalde teksten geschreven tekst-context-taal context-taal-lezer n de contextgerichte benadering hebben. Binnen deze benadering tekst-context n de lezersgerichte benadering bestudeer je ook de sociale, culturele en context-taal n de taalgerichte benadering historische kenmerken van de teksten en tekst-lezer-context hettekst-taal verhaal. Op deze manier kom je veel formulier/kopieerblad downloaden klassikaal extra opdracht tekst-lezer-context-taal over Franstalige landen en hun geschiedenis Samengevat in het icoon: tekst-taal-lezer en ontwikkeling te weten. Omdat we in dit context-lezer Hiernaast staat een korte uitleg overtekst-context-taal de vier boek een selectie voor je hebben gemaakt benaderingen en wat je kunt verwachten als van teksten die geschreven zijn vanaf de tekst-lezer formulier/kopieerblad downloaden klassikaal extra opdracht je de verschillende kleuraanduidingen bij de middeleeuwen tot nu, krijg je ook een goed taal-lezer fragment (frans) tekst-context-taal opdrachten ziet staan. beeld van verschillende literaire periodes en tekst-context-taal stromingen. context-taal-lezer dialoog (frans) tekst-context-taal fragment (frans) context-taal tekst-lezer-context dialoog (frans) De vier benaderingen zijn: tekst-lezer-context-taal ■ de tekstgerichte benadering tekst-taal-lezer ■ de contextgerichte benadering tekst-context-taal ■ de lezersgerichte benadering

schrijven

B2

A2

kijken regarder

gesprek


tekst

LIBRE SERVICE • TOELICHTING MEERVOUDIGE BENADERING

context

DE lezer LEZERSGERICHTE BENADERING

ALGEMEEN

Bij deze benadering sta jij als lezer centraal. De taal teksten in dit boek zijn representatief voor de periode vanaf de middeleeuwen tot heden en geven daarmee een goed beeld van de tekst-context Franstalige literatuur waardoor je bewust jouw leessmaak kunt ontwikkelen. Daarnaast nodigen tekst tekst-taal de verschillende teksten je uit om af en toe buiten je comfortzone te treden omdat je gevraagd context wordt kritisch na te denken over situaties, culturen context-lezer of overtuigingen die wellicht afwijken van jouw eigen wereld. lezer taal-lezer

De Meervoudige benadering MVT Literatuur Onderwijs is de afgelopen jaren ontwikkeld door Jasmijn Bloemert, werkzaam als vakdidacticus Engels en onderzoeker aan de Lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen. Veel docenten en leerlingen zijn reeds met deze benadering aan het werk gegaan. Docenten geven aan dat de Meervoudige benadering de literatuurlessen rijker en gevarieerder maakt, aansluit bij de voorkeuren van leerlingen en de mogelijkheid biedt om te differentiëren en het materiaal aan te laten sluiten bij persoonlijke voorkeuren. Momenteel wordt er onderzoek verricht naar de verdere toepassing van de Meervoudige benadering. Jasmijn is, namens de Lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen, als adviseur betrokken bij de ontwikkeling van deze Literatuurmodule.

taal DE context-taal-lezer TAALGERICHTE BENADERING Alle literaire teksten die je gaat lezen zijn natuurlijk geschreven in het Frans waardoor je tijdens de tekst-context tekst-lezer-context literatuurlessen ook je taalvaardigheid ontwikkelt. Veel literaire auteurs zijn woordkunstenaars. Door tekst-taal hettekst-taal-lezer lezen van literaire teksten in het Frans zie je veel creatief taalgebruik en goede voorbeelden context-lezer vantekst-lezer zinsconstructies, woordvolgorde en figuurlijk taalgebruik. Door de verscheidenheid aan teksten uit verschillende periodes krijg je een taal-lezer tekst-context-taal goed beeld van hoe de Franse taal zich heeft ontwikkeld. context-taal-lezer context-taal

De tekst-lezer-context Meervoudige benadering MVT Literatuur Onderwijs is samengevat in onderstaande figuur: tekst-lezer-context-taal tekst-taal-lezer Tekstgerichte benadering tekst-context-taal • literaire terminologie • genre • tekst-lezer plaats tekst-context-taal • verhaal, plot & thema • karakters

tekst

context

Contextgerichte benadering • biografische informatie • historische, culturele, sociale context • literaire geschiedenis

tekst-context-taal tekst-context-taal

context-taal benadering De vier Lezersgerichte benaderingen zijn: • leeservaring benadering ■ de tekstgerichte • tekst-lezer-context-taal literaire smaakontwikkeling ■ de contextgerichte benadering • persoonlijke ontwikkeling ■ de lezersgerichte benadering tekst-context-taal ■ de taalgerichte benadering

lezer

taal

tekst-context-taal tekst-context-taal De vier benaderingen zijn: ■ de tekstgerichte benadering ■ de contextgerichte benadering ■ de lezersgerichte benadering ■ de taalgerichte benadering

Meervoudige benadering MVT Literatuur Onderwijs

Taalgerichte benadering • grammatica en syntaxis • vocabulaire en idioom • taalvaardigheden • taalontwikkeling en variëteit

5


6

LIBRE •SERVICE LIBRE UNITÉ 1 – LITTÉRATURE • TABLE DES MATIÈRES

TABLE DES MATIÈRES Thematische routes = Amour = Liberté = Voyages

Stromingen en fragmenten in het boek

Extra fragmenten via digibord en leerlingsite

1 MOYEN ÂGE

Chrétien de Troyes: Yvain le chevalier au lion Jean Bodel: Le Cupide et l’Envieux François Villon: Ballade des menus propos

A l’entrada del temps clar Chrétien de Troyes: Le Chevalier à la Charette Guillaume de Lorris: Le Roman de la Rose Le roman de Renart

Pierre de Ronsard: Ode à Cassandre Louise Labé: Sonnet VII Michel de Montaigne: Des voyages

François Rabelais: Pantagruel Michel de Montaigne: De l’éducation des enfants Pierre de Ronsard: Quand vous serez bien vieille

Molière : Le Bourgeois gentilhomme Jean de La Fontaine: Le corbeau et le renard & La cigale et la fourmi

Jean de La Fontaine: Le chêne et le roseau & La Grenouille qui veut se faire… Pierre Corneille: Le Cid Jean Racine: Phèdre

Voltaire: Candide Jean-Jacques Rousseau: Du contrat social

Voltaire: Jeannot et Colin Denis Diderot: Voyage en Hollande Beaumarchais: Le Mariage de Figaro

Victor Hugo: Demain, dès l'aube & Les Misérables Alfred de Musset: À mademoiselle*** Prosper Mérimée: Carmen

Victor Hugo: Jolies femmes Alexandre Dumas père: Le comte de Monte-Cristo Alexandre Dumas fils: La Dame aux Camélias

Honoré de Balzac: Le père Goriot Guy de Maupassant: La parure

Gustave Flaubert: Madame Bovary Émile Zola: L’Assommoir

Charles Baudelaire: L’Albatros & Hymne à la beauté Edmond Rostand: Cyrano de ­Bergerac

Paul Verlaine: Chanson d’automne & Il pleure dans mon cœur Charles Baudelaire: L’Invitation au voyage Arthur Rimbaud: Le dormeur du val

pagina 8

2 RENAISSANCE

pagina 18

3 CLASSICISME

pagina 26

4 LUMIÈRES

pagina 34

5 ROMANTISME

pagina 42

6 RÉALISME

pagina 54

7 FIN DE SIÈCLE

pagina 62


LIBRE SERVICE – LITTÉRATURE • TABLELIBRE DES MATIÈRES • UNITÉ 1

8 BELLE ÉPOQUE

Stromingen en fragmenten in het boek

Extra fragmenten via digibord en website

Colette: Claudine s’en va Marcel Proust: Du côté de chez Swann

Alain Fournier: Le Grand Meaulnes Renée Vivien: Au pilori

Louis-Ferdinand Céline: Voyage au bout de la nuit Guillaume Apollinaire: Le pont Mirabeau & Paysage Tristan Tzara: Pour faire un poème dadaïste

Roland Dorgelès: Les Croix de bois Louis-Ferdinand Céline: Voyage au bout de la nuit Paul Éluard: L’habitude & Nudité de la vérité & Baigneuse du clair au sombre

Jacques Prévert: Déjeuner du matin & Je suis comme je suis & Les belles familles Eugène Ionesco: La cantatrice chauve

Paul Éluard: Liberté Samuel Beckett: En attendant Godot

Antoine de St-Exupéry: Le Petit Prince Jean-Paul Sartre: Les jeux sont faits

Albert Camus: L’Étranger Boris Vian : Le Déserteur

Tatiana de Rosnay: Elle s’appelait Sarah Pierre Lemaitre: Au revoir ­­là-haut

Philippe Claudel: La petite fille de monsieur Linh Éric-Emmanuel Schmitt: Odette Toulemonde

David Foenkinos: Charlotte Lydie Salvayre: Pas pleurer Joël Dicker: La Vérité sur l’Affaire Harry Quebert

J.M.G. Le Clézio: Trois aventurières Patrick Modiano: Pour que tu ne te perdes pas dans le quartier & Rue des Boutiques Obscures

Gaston Leroux: Le Fantôme de l’Opéra Fred Vargas: Pars vite et reviens tard

Maurice Leblanc: Arsène Lupin Georges Simenon: Maigret et le clochard

pagina 70

9 L’ENTRE DEUX GUERRES

pagina 78

10 LES TRENTE GLORIEUSES pagina 86

11 EXISTENTIALISME

pagina 94

12 PLURALISME

pagina 102

13 PRIX LITTÉRAIRES

pagina 110

14 SUSPENSE !

pagina 120 Vocabulaire pagina 128 Begrippenlijst pagina 131 Toelichting beeld openingspagina's pagina 133 Verantwoording pagina 134

7


8

1

Moyen Âge


9

Les faits • Het tijdperk tussen 453 (de val van het West-Romeinse Rijk) en 1453 (de val van Constantinopel) noemen we de middeleeuwen, le Moyen Âge. • Daarbinnen kunnen drie periodes worden onderscheiden: de vroege middeleeuwen (453 – 950), volksverhuizingen en de verspreiding van het christendom, de hoge middeleeuwen (950 – 1270), een stabiele feodale maatschappij waarin kunst, wetenschap en literatuur tot ontwikkeling kwamen en de late middeleeuwen (1270 – 1500), afbrokkeling van de feodale maatschappij door de opkomst van de steden en de burgerij. • Belangrijke gebeurtenissen: – 747 – 814: Heerschappij van Charlemagne, Karel de Grote. – 9e en 10e eeuw: invasies Noormannen. – 1066: Guillaume le Conquérant viel Engeland binnen. – 1096 – 1271: Kruistochten. – 1347 – 1351: De grootste pestepidemie van de late middeleeuwen. Ongeveer een derde van de Europese bevolking stierf aan de Zwarte Dood. – 1337 – 1453: De honderdjarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk. Jeanne d’Arc speelde hierin een belangrijke rol.

La littérature • In het zuiden van Frankrijk sprak men la langue d’oc. Hier ontstond l’amour courtois, de hoofse liefde, die door les troubadours bezongen werd. • In het noorden van Frankrijk sprak men la langue d’oil. Daar werden de chansons de geste geschreven en rondverteld. Vanuit het zuiden kwamen de ideeën over de hoofse liefde naar het noorden. Zo ontstond le roman courtois, de hoofse roman, rondverteld door les trouvères. • Chrétien de Troyes schreef in de tweede helft van de 12e eeuw de Arthurverhalen. • Vanaf de 12e eeuw ontstond de burgerlijke literatuur: korte, grappige verhalen over het leven van alledag. • In de late middeleeuwen schreef François Villon persoonlijke en vaak bittere gedichten over zijn leven.


10

LITTÉRATURE • LEÇON 1 • MOYEN ÂGE

Kathedraal van Chartres in gotische stijl n

La société

S1

In Europa noemen we de waren dus niet meer afhankelijk periode tussen 453 en 1453 van de goede of kwade wil van de middeleeuwen, soms zelfs de leenheer. Een nieuwe stand ‘de donkere middeleeuwen’. ontstond: die van de vrije Die benaming doet de periode burgers. weinig eer aan. Alsof het De katholieke kerk speelde een tijd van stilstand was. In tijdens de middeleeuwen de middeleeuwen maakte een hoofdrol. Sinds de West-Europa juist een grote Frankische koning Clovis ontwikkeling door. Vooral in de zich in 496 had laten dopen, 12e eeuw ging die ontwikkeling was het christendom de erg snel. Er werden tal van staatsgodsdienst van Frankrijk uitvindingen gedaan of Saint Julien de Brioude in de Auvergne in romaanse stijl n geworden. Overal werden van elders geïntroduceerd: kerken gebouwd, in de het spinnenwiel, de kogge (een technisch veel beter vroege middeleeuwen in romaanse stijl, vanaf de hoge vrachtschip), de bril, de zandloper, de windmolen, de middeleeuwen in gotische stijl. In het toenemende mechanische klok, de schoorsteen en het kompas. aantal kloosters werd veel kennis en cultuur bewaard en overgeleverd. Hier werden de boeken geproduceerd De Europese maatschappij was in de middeleeuwen een door monniken, die ijverig van de vroege ochtend tot de feodale maatschappij: iedereen was de vazal (= dienaar) late avond schreven. van iemand anders. Onderaan stond de horige, eigenlijk gewoon een slaaf. Boven hem stond de leenman, die In Frankrijk erfde alleen de oudste zoon. Die kon dus een stuk grond pachtte van de leenheer. De leenheer een goed huwelijk sluiten. Jongere zonen van edellieden was een edelman die eigenaar was van de grond. De hadden geen land en konden daardoor niet met een leenman was de vazal van de leenheer. De leenheer was adellijke dame trouwen. Dit leidde ertoe dat Willem de vazal van de koning en de koning de vazal van God. de Veroveraar met jonge edelen zonder land naar Dit betekende dat de leenheer ten dienste stond van de Engeland trok om land te veroveren. Het leidde er ook koning en met de koning mee ten strijde moest trekken. toe dat de hoofse liefde veel aanhang kreeg. Jonge De koning trok ten strijde om God en de kerk te dienen. edelen konden zich onderscheiden door heldendaden In de feodale maatschappij was dus eigenlijk niemand te verrichten voor een vrouw die voor hen onbereikbaar vrij. De mens was geen individu, maar een radertje in was. Ook de Mariaverering, die de katholieke kerk het grote feodale systeem. Vanaf de 12e eeuw kwam in de 12e eeuw ontwikkelde, had verband met dit daar geleidelijk verandering in: de steden groeiden en maatschappelijk probleem. Jongeren konden nu in werden belangrijker. Steden kregen stadsrechten en naam van Maria goede daden verrichten.


LITTÉRATURE • LEÇON 1 • MOYEN ÂGE

Les arts

S2

L’architecture Na de romaanse bouwstijl met rondbogen en lage torens van de vroege middeleeuwen, kwam in de 12e eeuw de gotische bouwstijl in zwang. Tussen 1140 en 1500 zijn in Noord-Frankrijk gotische kathedralen gebouwd, zoals de kathedraal van Chartres. Kenmerkend zijn de spitsbogen en de hoge verticale lijnen, die omhoog wijzen naar God.

La musique De muziek die wij uit de middeleeuwen nog kennen, is vooral religieuze muziek.

Les arts plastiques Veel middeleeuwse afbeeldingen zijn religieus van aard. Vooral na de 12e eeuw zijn er veel madonna’s geschilderd en gebeeldhouwd. Bijzonder zijn de enluminures, de verluchtingen, tekeningen die de monniken aanbrachten in de boeken die zij schreven. Een van de mooiste hiervan werd rond 1410 besteld door de Hertog Du Berry: Les Très Riches Heures du Duc de Berry, een getijdenboek (= een gebedenboek).

La littérature In Frankrijk waren er twee taalgebieden. Ze worden aangeduid met het woord ‘ja’ zoals dat in de twee gebieden gezegd werd. In het noorden werd de langue d’oil gesproken (oil = oui) en in het zuiden de langue d’oc. De langue d’oil ontwikkelde zich tot het huidige Frans. In beide taalgebieden waren er rondtrekkende verhalenvertellers en liedzangers. In het noorden werden zij trouvères genoemd en in het zuiden troubadours. S4

La littérature épique – vanaf de 11e eeuw De trouvères vertelden aanvankelijk vooral chansons de geste (gesta = heldendaden in het Latijn). De held uit het verhaal strijdt ten dienste van de koning en God. Het recht van de sterkste is het enige recht. Het beroemdste chanson de geste is La Chanson de Roland, waarin graaf Roland strijdt in het leger van Karel de Grote.

La littérature courtoise – vanaf de 12e eeuw In het zuiden ontstaat l’amour courtois, de hoofse liefde: in liederen wordt de onbereikbare vrouw bezongen. De troubadour stelt zich op als haar vazal. Die nieuwe ideeën over liefde bereiken ook het noorden en daar ontstaan de romans courtois, ofwel hoofse romans. De belangrijkste hiervan zijn de verhalen van Chrétien de Troyes over de ridders van koning Arthur, zoals Yvain, Lancelot en Perceval. Deze ridders verrichten hun heldendaden om bij de vrouw van hun keuze in de smaak te vallen. S1 Een enorm succes had Le Roman de la Rose, rond 1240 begonnen door Guillaume de Lorris en veertig jaar later afgemaakt door Jean de Meung. Le Roman de la Rose is een allegorie: een symbolische voorstelling van een idee of een ander abstract begrip door middel van personages of objecten. Het onderwerp is de liefde. S4

La littérature bourgeoise – vanaf eind 12e eeuw

Enluminure van Jean Fouquet in Les Heures d’Etienne Chevalier n

Als de steden in opkomst zijn, ontstaan er ook andere soorten verhalen. De stadsbewoners zijn niet zo geïnteresseerd in heldenverhalen en hoofse liefdesidealen, maar meer in de dagelijkse werkelijkheid. Zo komen er verhalen waarin maatschappelijke verschijnselen op de hak genomen worden, zoals Le Roman de Renard. Het is een verzameling verhalen rondom de sluwe vos Renard, die geen enkele waarde van het aristocratische gedachtengoed respecteert. List en vleierij zijn zijn wapens in de wereld van alledag. S4 Er ontstaat nog een ander genre door de opkomst van de burgerij: de fabliaux, korte humoristische verhalen, geschreven in Noord-Frankrijk tussen 1170 en 1340. Ze voeren naïeve burgers, geslepen vrouwen of inhalige geestelijken ten tonele, die op hun nummer gezet worden. De bekendste dichter uit de late middeleeuwen is François Villon (1431 – 1463). Hij verwerkte veel van zijn levenservaringen als student en vagebond in aangrijpende en vaak ironische gedichten. La Ballade des pendus, de ballade van de gehangenen, is zijn bekendste gedicht. Deze lange ballade schreef hij in 1462 in de gevangenis, toen hij ter dood veroordeeld was. Hij schreef ook kortere ballades, zoals la Ballade des menus propos. S1

11


lezen

taal

LITTÉRATURE • LEÇON 1 • MOYEN ÂGE

12

schrijven

B1

B2

A2

B1+

kijken regarder

gesprek

tekst-context tekst-taal OPDRACHTEN – Chrétien de Troyes: Yvain, le chevalier au lion 1context-lezer Luc Arbogast zingt in het Occitaans, het Oudfrans en het middeleeuwse Duits. Hij is een moderne ‘minnestreel’. Zijn stem heeft een breed bereik, hij kan op de hoogte van een mezzosopraan zingen. Kijk en luister naar hem. taal-lezer tekst Vind je dat Luc Arbogast erin slaagt een middeleeuwse sfeer te creëren in deze clip en in zijn zang? tekst Geef argumenten voor je mening. context-taal-lezer context tekst context tekst-lezer-context lezer context tekst 2lezer In het fragment dat je gaat lezen, speelt de eer, l’honneur, een belangrijke rol. Wat versta jij onder tekst-taal-lezer taal eer? Wat vind jij eervol gedrag? lezer context taal tekst-lezer tekst-context taal lezer tekst-context tekst-context-taal 3tekst-taal Lees de inleiding en het fragment uit Yvain, le chevalier au lion (zie pagina 13). tekst-context taal a Lees regel 1-18. Non, moi ! zegt Gauvain. Non, moi ! zegt Yvain. Waarover zijn ze het oneens? tekst-taal

context-taal context-lezer tekst-taal tekst-context context-lezer tekst-lezer-context-taal taal-lezer context-lezer tekst-taal b Lees regel 19-27. De koning vraagt de oudste zus om zich te melden. Vertaal zijn vraag in het taal-lezer Nederlands. tekst-context-taal context-taal-lezer taal-lezer context-lezer context-taal-lezer tekst-context-taal tekst-lezer-context context-taal-lezer taal-lezer tekst-lezer-context tekst c Lees regel 28-36. De koning laat haar kiezen uit twee oplossingen. Welke twee oplossingen? tekst-context-taal tekst-taal-lezer tekst-lezer-context context-taal-lezer tekst-taal-lezer context tekst-lezer tekst-taal-lezer De vier benaderingen zijn: tekst-lezer-context tekst-lezer benadering ■ de tekstgerichte lezer d Lees regel 37-40. Maakt het voor haar veel uit welke oplossing ze kiest? Leg je antwoord uit. tekst-context-taal ■ de contextgerichte benadering tekst-lezer tekst-taal-lezer ■ de lezersgerichte benadering tekst-context-taal taal ■ de taalgerichte benadering context-taal tekst-context-taal tekst-lezer context-taal tekst-context e Maakt het voor iemand anders veel uit welke oplossing ze kiest? Zo ja, voor wie? tekst-lezer-context-taal context-taal tekst-context-taal tekst-lezer-context-taal tekst-taal tekst-context-taal tekst-lezer-context-taal 4context-taal Welke woorden of zinsdelen maken volgens jou deze tekst typisch middeleeuws? Onderstreep die tekst-context-taal woorden of zinsdelen in de tekst. context-lezer tekst-context-taal tekst-lezer-context-taal 5tekst-context-taal Gauvain en Yvain moeten tegen elkaar strijden. Leg uit dat de reden van hun strijd overeenkomt met tekst-context-taal wat je gelezen hebt over le roman courtois. taal-lezer tekst-context-taal tekst-context-taal tekst-context-taal tekst-context-taal context-taal-lezer tekst-context-taal De vier benaderingen zijn: tekst-context-taal ■ de tekstgerichte benadering tekst-lezer-context Kijk terug naar De vier6 benaderingen zijn:vraag 2. ■ benadering a In hoeverre is het begrip eer, zoals Chrétien de Troyes het hier gebruikt, typisch middeleeuws? ■ de de contextgerichte tekstgerichte benadering tekst-context-taal De vierlezersgerichte benaderingen zijn: ■ de benadering ■ de contextgerichte benadering tekst-taal-lezer ■ de tekstgerichte benadering benadering ■ de taalgerichte lezersgerichte benadering ■ de contextgerichte benadering ■ de taalgerichte benadering De vierlezersgerichte benaderingenbenadering zijn: ■ de tekst-lezer ■ benadering ■ de de tekstgerichte taalgerichte benadering b Denk je dat het eervolle gedrag van Gauvain en Yvain nog past in de huidige maatschappij? Denk ■ de contextgerichte benadering hierbij ook aan andere landen en culturen. tekst-context-taal ■ de lezersgerichte benadering ■ de taalgerichte benadering context-taal tekst-lezer-context-taal tekst-context-taal


LITTÉRATURE • LEÇON 1 • MOYEN ÂGE

Chrétien de Troyes: Yvain, le chevalier au lion

S3 S4

Yvain is een dappere ridder die heldendaden verricht om meisjes uit benarde situaties te redden. Zijn beste vriend is Gauvain, de neef van koning Arthur. Yvain trekt er vaak alleen opuit en dan blijft hij lang weg van het hof. In het volgende fragment is hij teruggekomen om een meisje te helpen. Het meisje heeft een oudere zus, die, bij de dood van hun vader, de hele erfenis opeiste zonder haar zus iets te gunnen. De jongste wil gerechtigheid en daarvoor moeten zij elk een ridder vinden die voor hen wil strijden. De oudste vindt Gauvain bereid om voor haar te vechten. De jongste heeft Yvain kunnen overhalen het voor haar op te nemen. In het gevecht blijken beide ridders even sterk. Ze zijn natuurlijk geharnast, dus ze herkennen elkaar niet. Als ze uitgeput pauzeren en naar elkaars naam informeren, zijn ze heel blij elkaar terug te zien. Als de koning hen samen hoort lachen, begrijpt hij er niets van.

– Seigneurs, dit le roi, dites-nous ce qui a soudain mis entre vous cette amitié quand tout le jour on vous a vus animés de si grande haine1 ! – Sire, dit Gauvain, neveu du roi, nous vous dirons par quelle malchance2 nous nous sommes livré bataille3. Moi, qui suis votre neveu, je n’ai pas reconnu mon 5 compagnon, messire Yvain qui est ici, jusqu’à ce que – Dieu nous aidant – il a enfin demandé mon nom. Nous nous sommes dit notre nom l’un l’autre et nous nous sommes reconnus après nous être bien battus. Si nous nous étions battus encore un peu plus longuement, je suis sûr que mon compagnon m’aurait tué par sa vaillance4 et par la faute de celle qui m’a conduit à combattre5 ici ! 10 – Beau sire, fait messire Yvain, vous avez grand tort de parler ainsi. Que le roi sache que c’est moi qui, en cette bataille, suis le vaincu6. – Non, moi ! fait Gauvain. – Non, moi ! répond l’autre. Le roi parle enfin. Il dit : 15 – Seigneurs, il y a grand amour entre vous deux. Vous le montrez bien quand chacun avoue7 qu’il est vaincu. Remettez-vous-en à moi8 et je vous accorderai9, je crois, pour votre honneur à tous les deux et tout le monde m’en louera10. Les deux compagnons jurent11 qu’ils feront à sa volonté. Le roi demande : 20 – Où est la demoiselle qui a bouté sa sœur hors de sa terre12 et l’a déshéritée13 par force et mauvaise volonté ? – Sire, dit-elle, je suis ici. – Venez donc ! Je savais bien depuis longtemps que vous l’aviez déshéritée. Son droit sera reconnu, puisque vous me l’avez avoué. Il vous faut la déclarer quitte. 25 – Ah ! Sire roi, je vous ai fait une réponse légère et folle. Vous avez voulu me prendre au mot14. Pour Dieu, sire, ne me faites point tort15 ! Vous êtes roi et vous ne devez faire du tort à personne. – C’est bien pour cela, répond le roi, que je veux rendre son droit à votre sœur. Je ne veux pas faire de tort. Vous avez bien entendu qu’en ma merci16 se sont 30 rendus votre chevalier et le sien. Chacun des chevaliers, pour mieux honorer l’autre, se dit vaincu par l’autre. Puisque l’on s’en remet à moi, ou bien vous ferez selon ma volonté tout ce que je dirai ou bien il me faudra prononcer que mon neveu est le vaincu. Cela portera tort à votre défenseur. Je ne le dirai que contre mon cœur. 35 Le roi veut ainsi l’effrayer et faire qu’elle rende à sa sœur son héritage par effet de la peur au moins car il était certain qu’elle ne rendrait rien par autre moyen. Parce qu’elle redoute17 le roi, la demoiselle dit : – Beau sire, il me faut donc faire selon votre désir, mais j’en suis bien triste. Je le ferai, quoi qu’il me coûte. Ma sœur aura la part qui lui revient18. Vous serez ma 19 40 caution pour qu’elle en soit plus sûre. Bron: Chrétien de Troyes. Yvain, le chevalier au lion. Traduit de l’ancien français, établi et présenté par Jean-Pierre Foucher. (1991) Paris: Éd. Gallimard.

haat ongelukkig toeval 3 strijd geleverd 1 2

moed, dapperheid strijden 6 de overwonnene 4 5

toegeeft laat het aan mij over 9 zal jullie tot overeenstemming brengen 10 zal mij ervoor prijzen 11 zweren 12 haar land uitgezet heeft 13 onterfd 7 8

15

aan mijn woord houden behandel me niet onrechtvaardig

16

genade, erbarmen

17

vreest

18

toekomt borg, garantie

14

19

13


14

taal taal

LITTÉRATURE • LEÇON 1 • MOYEN ÂGE tekst-context tekst-context tekst-taal OPDRACHTEN – Jean Bodel: Le Cupide et l’Envieux tekst-taal 1context-lezer De titel kun je vertalen met: De Hebzuchtige en de Jaloerse. Niemand is alleen maar hebzuchtig context-lezer of alleen maar jaloers. Als in een verhaal maar één eigenschap van iemand wordt gebruikt, kun je zeggen dat het om een karikatuur gaat. taal-lezer taal-lezer a Je kent vast de strips van Donald Duck. Wie is daarin de hebzuchtige en wie is de jaloerse? context-taal-lezer context-taal-lezer b Op pagina 11 heb je gelezen dat de fabliaux zijn ontstaan met de opkomst van de burgerij. Waarom denk je dat de schrijver ervan voor karikaturen koos? tekst-lezer-context tekst-lezer-context tekst-taal-lezer 2tekst-taal-lezer Lees de inleiding en de fabliau Le Cupide et l’Envieux (zie pagina 15). a Lees regel 1-7. Welke kenmerken van de hebzuchtige bespreekt de schrijver? tekst-lezer tekst-lezer tekst b Jaloezie is nog erger dan hebzucht, zegt de schrijver. Welke reden voert hij aan? tekst-context-taal tekst-context-taal tekst context context-taal c Lees regel 8-12. Wat merkt Sint-Maarten algauw als hij met Cupide en Envieux oprijdt? context-taal context lezer tekst-lezer-context-taal tekst-lezer-context-taal lezer taal d Lees regel 13-17. Sint-Maarten doet hun een voorstel. Vertaal het voorstel. tekst-context-taal tekst-context-taal taal tekst-context e Waarom doet Sint-Maarten dit voorstel, denk je? tekst-context-taal tekst-context-taal tekst-taal 3tekst-context Lees regel 18-37. a Waarom vraagt de hebzuchtige niets aan Sint-Maarten? tekst-context-taal tekst-context-taal tekst-taal context-lezer b Waarom vraagt de jaloerse niets aan Sint-Maarten? context-lezer taal-lezer De zijn: De vier vier benaderingen benaderingen zijn: ■ de tekstgerichte benadering ■ de tekstgerichte benadering ■ benadering taal-lezer ■ de de contextgerichte contextgerichte benadering context-taal-lezer c Dan gaat de hebzuchtige dreigen. Waar dreigt hij mee? ■ de lezersgerichte benadering ■ de lezersgerichte benadering ■ de taalgerichte benadering ■ de taalgerichte benadering tekst context-taal-lezer tekst-lezer-context d Schrijf kort de afloop van de fabliau op. context tekst-lezer-context tekst-taal-lezer lezer tekst-taal-lezer tekst-lezer tekst-lezer tekst-context-taal 4taal Deze fabliau heeft een moraal. Welke les denk je dat de schrijver zijn publiek wil leren? tekst-context tekst-context-taal context-taal 5tekst-taal De schrijver gebruikt voor zowel Cupide als Envieux bepaalde woorden of uitdrukkingen die goed context-taal tekst-lezer-context-taal passen bij hun karikatuur. Lees de tekst nog eens en vul het schema in. context-lezer tekst-lezer-context-taal tekst-context-taal Cupide taal-lezer tekst-context-taal context-taal-lezer tekst-context-taal tekst-lezer-context tekst-context-taal De vier benaderingen zijn: ■ de tekstgerichte benadering tekst-taal-lezer ■ benadering De de viercontextgerichte benaderingen zijn: ■ de lezersgerichte benadering ■ de tekstgerichte benadering tekst-lezerbenadering ■ ■ de de taalgerichte contextgerichte benadering ■ de lezersgerichte benadering

Envieux


LITTÉRATURE • LEÇON 1 • MOYEN ÂGE

Jean Bodel: Le Cupide et l’Envieux Deze fabliau, (op)geschreven door Jean Bodel, trouvère, gaat over twee onaangename lieden: de een is hebzuchtig (le Cupide) en de ander is jaloers (l’Envieux). Sint-Maarten leert hun een lesje.

Enluminure van Bodel (1165-1210) n

C’est vérité prouvée qu’il y a plus de cent ans vivaient deux compagnons, menant une bien mauvaise vie. L’un était si plein d’envie1 que nul assurément ne pouvait le surpasser2 et l’autre était si plein de convoitise3 que rien ne pouvait le contenter. Celui-ci était donc mauvais, car la convoitise est telle qu’elle avilit4 maints hommes : 5 6 5 Convoitise prête en pratiquant l’usure et fait rogner sur les mesures pour satisfaire plus aisément son désir de richesse. Envie est pire encore car elle va excitant le monde. Un jour, Envieux et Cupide chevauchaient7 tous deux ensemble quand ils rencontrèrent, je crois bien, saint Martin dans la campagne. Celui-ci n’eut pas 10 besoin de rester longtemps en leur compagnie pour se rendre compte des intentions mauvaises qui étaient enracinées8 dans leur cœur. Ils trouvent alors deux chemins fréquentés séparés par une chapelle. Saint Martin s’adresse aux deux hommes : « Seigneurs, dit-il, à cette église je prendrai la voie de droite, et il est juste que 9 15 vous receviez un bienfait de moi. Je suis saint Martin, le prudhomme . Que l’un de vous me demande un don, il obtiendra aussitôt ce qui lui plaira, et l’autre, qui restera silencieux, en recevra immédiatement deux fois plus. » Cupide alors réfléchit, pensant qu’il laissera l’autre faire sa demande : ainsi, il recevra deux fois plus que lui car il désire ardemment10 doubler son gain11. 20 « Demande en toute confiance, cher compagnon, dit-il, car tu obtiendras tout ce que tu sauras demander: sois généreux à formuler des souhaits ! Si tu sais te pourvoir12 en souhaits, tu seras riche tout le restant de ta vie. » Celui qui avait le cœur plein d’envie ne compte pas demander ce qu’il désire car il mourrait d’envie et de chagrin si l’autre obtenait plus que lui. Ainsi tous deux 25 restèrent longtemps sans rien demander. « Qu’attends-tu ? Qu’il ne t’en arrive malheur ?, fait le Cupide. J’en aurai ma part au double, je ne pourrai pas l’éviter ! Formule ta demande, ou bien je te battrai plus que ne le fut âne13 sur un pont ! » « Seigneur, répond l’Envieux, je ferai ma demande, sachez-le, avant que vous me 30 fassiez souffrir. Mais si je demandais de l’argent ou des biens, vous voudriez en avoir deux fois plus: eh bien, il n’en est pas question si je le peux ! Saint Martin, dit-il, voici ce que je vous demande: je veux perdre un œil et que mon compagnon perde les deux : ainsi subira-t-il un double préjudice14. » Aussitôt celui-ci eut les yeux crevés : l’accord fut bien respecté. De leurs quatre 35 yeux, ils en perdirent trois et n’obtinrent rien d’autre ; en revanche saint Martin rendit l’un borgne15, l’autre aveugle, comme ils l’avaient souhaité ! S’ils y perdirent, que je maudisse16 celui qui le regrette car ils étaient de trop mauvais aloi17 ! Bron: Jean Bodel. 25 fabliaux. Lecture accompagnée par Violette d’Aignan. (2001) Paris: Éd. Gallimard.

jaloezie overtreffen 3 hebzucht 4 verlaagt 5 woekerrente 6 beknibbelen op de maten 7 reden te paard 1 2

8

geworteld

9

de rechter

10 11

vurig zijn winst

12

zich verschaffen

13

een ezel

14

schade

aan één oog blind vervloek 17 allooi, soort 15 16

15


context-taal-lezer tekst-lezer 16 LITTÉRATURE • LEÇON 1 • MOYEN ÂGE tekst-lezer-context schrijven tekst-context-taal tekst-taal-lezer context-taal – François Villon: Ballade des menus propos B1 B2 A2 OPDRACHTEN tekst-lezer B1+ 1tekst-lezer-context-taal Lees de inleiding (zie pagina 17). Daarin staat wat een ballade was in de middeleeuwen. Tegenwoordig tekst wordt dit genre ruimer geïnterpreteerd: een ballade is een tragisch verhalend lied met een refrein. Kijk tekst-context-taal en luister naar een bekende ballade van Jean Ferrat: La montagne, in het Nederlands vertaald als Het tekst-context-taal dorp en gezongen door Wim Sonneveld. Wat is er volgens jou tragisch in dit lied? context kijken regarder context-taal tekst-context-taal tekst tekst-lezer-context-taal 2lezer Lees de Ballade des menus propos (zie pagina 17). Villon somt in zijn ballade dingen op die hij kent of herkent. tekst-context-taal gesprek context a Vertaal regel 2. taal tekst-context-taal lezen

Ik herken De vier benaderingen zijn: lezer tekst-context tekst-context-taal ■ de tekstgerichte b In nog benadering twee andere versregels noemt Villon kleding. Schrijf de nummers van die versregels op. ■ de contextgerichte benadering taal tekst-taal ■ de lezersgerichte benadering tekst-context-taal ■ de taalgerichte benadering c Wat wil Villon eigenlijk zeggen met al deze voorbeelden over kleding? tekst-context context-lezer De vier benaderingen zijn: ■ de tekstgerichte benadering d Wat vind je van deze boodschap? tekst-taal taal-lezer ■ de contextgerichte benadering e In de derde strofe komen namen voor. Beatrijs en Isolde waren twee bekende vrouwen in de ■ de lezersgerichte benadering tekst middeleeuwse literatuur. Met ‘les Bohèmes’ worden de Hussieten bedoeld, de aanhangers van context-lezer ■ de taalgerichte benadering context-taal-lezer Jan Hus in het Duitse Bohemen. Jan Hus was net als Luther iemand die de katholieke leer wilde context vernieuwen. De kerk wilde er niets van horen en er werd een kruistocht georganiseerd om de taal-lezer tekst-lezer-context Hussieten te verslaan. lezerWat is ‘le pouvoir de Rome’? tekst-taal-lezer 3context-taal-lezer Toch is er iets wat Villon niet kent. Hij noemt het in elke laatste versregel van elke strofe. tekst taal a Wat kent hij niet? tekst-lezer-context tekst-lezer context b Wat bedoelt hij daarmee, denk je? tekst-context 4tekst-taal-lezer In de envoi voegt Villon een bijtende versregel in: Je connais mort qui tout consomme. tekst-context-taal lezer tekst a Vertaal deze versregel. tekst-taal tekst-lezer context-taal taal context context-lezer b Leg uit hoe deze bijtende versregel een cynische kijk op het leven laat zien. tekst-context-taal tekst-lezer-context-taal tekst-context lezer taal-lezer context-taal tekst-context-taal tekst-taal taal c Ben jij het eens of oneens met deze cynische opvatting? Leg je antwoord uit. context-taal-lezer tekst-lezer-context-taal tekst-context-taal context-lezer tekst-context examenvraag spreken tekst-lezer-context tekst-context-taal tekst-context-taal taal-lezer 5tekst tekst-taal Deze opdracht vind je in eDition. Schrijf je antwoord hier op. tekst-taal-lezer tekst-context-taal 6context-taal-lezer Kijk terug naar opdracht 1. Leg uit dat de ‘moderne’ definitie van een ballade ook van toepassing De vier benaderingen zijn: Online lezen context-lezer context tekst-lezer ■ de tekstgerichte kan zijn opbenadering la Ballade des menus propos. tekst-context-taal ■ de contextgerichte benadering tekst-lezer-context taal-lezer ■ de lezersgerichte benadering lezer tekst-context-taal ■ de taalgerichte benadering groepsopdracht schrijven tekst-taal-lezerzijn: De vier benaderingen context-taal-lezer ■ de tekstgerichte benaderingdat bij dit hoofdstuk hoort (zie pagina 128). 7taal context-taal Leer het vocabulaire ■ de contextgerichte benadering tekst-lezer B1 B2 A2 examenvraag spreken ■ de lezersgerichte benadering tekst-lezer-context tekst-context tekst-lezer-context-taal 8 Deze extra opdracht ■ de taalgerichte benadering vind je in eDition. tekst-context-taal B1+ tekst-taal-lezer tekst-taal tekst-context-taal Online

context-taal lezen tekst-lezer context-lezer tekst-context-taal

Grammar

kijken regarder

tekst-lezer-context-taal tekst-context-taal taal-lezer tekst-context-taal

groepsopdracht

schrijven

tekst-context-taal context-taal context-taal-lezer


LITTÉRATURE • LEÇON 1 • MOYEN ÂGE

François Villon: Ballade des menus propos François Villon schreef vooral ballades. In de middeleeuwen was de ballade de belangrijkste versvorm, omdat je deze goed kon zingen. Een ballade bestaat meestal uit drie strofes van acht versregels en één strofe van vier regels. De strofes eindigen steeds met dezelfde versregel en de laatste halve strofe is opgedragen aan de heer aan wiens hof de trouvère zijn ballade zong of voordroeg. Deze halve strofe heet de ‘envoi’. De volgende ballade van François Villon is humoristisch bedoeld, maar heeft toch een diepere betekenis.

Portret van Villon (1431-1463) n

Ballade des menus propos1

1

onbeduidende woorden

Je connais bien mouches en lait2, Je connais à la robe3 l’homme, Je connais le beau temps du laid, Je connais au pommier4 la pomme, Je connais l’arbre à voir la gomme5, Je connais quand tout est de même6, Je connais qui besogne ou chôme7, Je connais tout, fors que8 moi-même.

2

vliegen in de melk de kleren

Je connais pourpoint9 au collet10, 11 12 10 Je connais le moine à la gonne , 13 Je connais le maître au valet , Je connais au voile14 la nonne, Je connais quand pipeur jargonne15, Je connais fous nourris de crèmes16, 15 Je connais le vin à la tonne, Je connais tout, fors que moi-même.

9

Je connais cheval et mulet17, Je connais leur charge et leur somme18, Je connais Biatris et Belet19, 20 20 Je connais jet qui nombre et somme, Je connais vision et somme21, Je connais la faute des Bohèmes, Je connais le pouvoir de Rome, Je connais tout, fors que moi-même.

17

5

25

Prince, je connais tout en somme22, Je connais colorés et blêmes23, Je connais mort qui tout consomme24, Je connais tout, fors que moi-même.

3

appelboom als ik de gom zie 6 hetzelfde 7 werkt of niets doet 8 behalve 4 5

het hemd, 10 de kraag de monnik, 12 de pij 13 knecht 14 sluier 15 een bedrieger in straattaal praat 16 gevoed met room 11

muilezel last 19 Beatrijs en Isolde 20 geldstuk 21 droom 18

eigenlijk, tenslotte gekleurde mensen en bleke mensen 24 volbrengt 22 23

Bron: François Villon. Poésies. Édition établie, présentée et annotée par Jean Dufournet. (1973) Paris: Éd. Gallimard.

S3

17


LIBRE SE RV ICE | FR ANS VOOR DE T WEEDE FA SE Als je in Frankrijk bij een benzinestation, wegrestaurant of supermarkt libre service ziet staan, weet je dat het om ‘zelfbediening’ gaat. Je moet zélf aan de slag, je maakt keuzes, je gaat op je eigen manier te werk. Libre Service biedt je veel mogelijkheden om tot het beste resultaat te komen!

LIT TÉR ATURE V W O


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.