Mundo themaschrift 2 kgt

Page 1

2e editie

www.mundo-online.nl Mens en maatschappij leerjaar 1 / vmbo-kgt

Thema 2 Wat eten we vandaag?

thema schrift

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 1

2

25-07-2011 13:45:54


Inhoud Hoe werk je met Mundo?

4

Start

6

Blok 1

Op zoek naar voedsel Menukaart 1 A Een klimatenlied B Grottekeningen C Leven van de Kombai

8 16

Blok 2

Voedsel verbouwen Menukaart 2 A Quiz over jagers en boeren B De laatste reis van de farao C Irrigatie

20 28

Blok 3

Extreme klimaten Menukaart 3 A Overwinteren op Nova Zembla B Het leven van de sherpa’s C Hoe overleef je in de ruimte?

32 40

Blok 4

Wat eet jij?

44

Eindsprint

50

Begrippen

52

Illustratieverantwoording

54

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice (088) 800 20 15.

ISBN 978 9006 48819 7 Tweede druk, eerste oplage

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2011 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. Mundo 2e editie is mede gebaseerd op Mundo 1e editie. Aan Mundo 1e editie werkten mee: Kirsten Bos, Liesbeth Coffeng, Jeanine Cronie, Mariska Jansen, Marieke Kleinhuis, Jeannette Kooistra, Juul Lelieveld, Brigitte van Meurs, Eva Noort, Marieke van Osch, Theo Peenstra, Paul Scholte, Ferry Siemensma, Floris Ternede, Barbara Visschedijk, Jaap-Hein Vruggink.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 2

25-07-2011 13:45:54


Mens en maatschappij

2e editie

Themaschrift 2 Wat eten we vandaag? leerjaar 1 / vmbo-kgt

Auteurs: Liesbeth Coffeng, Ilse Ouwens, Theo Peenstra Eindredactie: Liesbeth Coffeng & Theo Peenstra

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 3

25-07-2011 13:45:54


4

Hoe werk je met Mundo? Voor je ligt het themaschrift van Mundo. Je hebt dit themaschrift samen met het lesboek elke les nodig voor mens en maatschappij. Op deze pagina’s zie je hoe je met het themaschrift gaat werken. Het themaschrift is op een vaste manier opgebouwd: • De Start: dit is de themaopening. • Blokken met opdrachten. • Na blok 1, 2 en 3 een menukaart met keuzeopdrachten. • Eindsprint met afsluitende opdrachten. • Begrippen: uitleg van de belangrijkste begrippen.

Intro Hier lees je een korte beschrijving van waar dit blok over gaat.

8

Blok 1

Elk jaar brengen veel Nederlanders hun vakantie door in een land aan de Middellandse Zee. In juli en augustus staan er heel lange files op de Franse snelwegen en daar komen veel Nederlandse gezinnen met hun caravan in terecht. Jongeren pakken massaal de bus of het vliegtuig naar de Spaanse stranden. Waarom is dit deel van Europa zo in trek bij vakantiegangers?

opdracht 1

De opdrachten die je gaat maken, kunnen door jou of je leraar of lerares worden aangekruist. In het themaschrift staan de opdrachten die je gaat maken. Je doet dat vaak met het lesboek. Bij de opdrachten heb je soms nog andere hulpmiddelen nodig. Dat wordt aangegeven met symbolen. Hieronder kun je lezen wat die betekenen:

a Bij deze opdracht heb je de atlas nodig. b

Bij deze opdracht heb je de computer nodig.

Bij deze opdracht ga je samenwerken.

c

d B ij deze opdracht heb je extra spullen nodig, bijvoorbeeld een schaar of lijm.

Landen rond de Middellandse Zee

DEELvraaG vaN DIt BLok: Hoe ziet het Middellandse Zeegebied eruit?

opdracht 1

Lees de tekst hierboven en bekijk in het lesboek de titels, teksten en bronnen van blok 1. 1a Wat is de deelvraag van dit blok? 1b W elk onderwerp hoort bij welk tekstblokje? Geef in figuur 1 met pijlen aan wat bij elkaar hoort.

1c W elke bron in dit blok spreekt jou het meeste aan? Leg uit waarom.

Bron

, want

opdracht 2

2d

Lees op bladzijde 8 van het lesboek de tekst ‘Warm en zonnig’. Gebruik de atlas. Maak de tabel van figuur 2 af. Gebruik GB 77B (BB-) en 77C (BB 56B). Zoek de temperatuur in Athene en Amsterdam in januari en juli op. Zet die in de tabel van figuur 3. Gebruik GB 194E2 en E3 (BB 114D). De blauwe staafjes geven de hoeveelheid neerslag aan per maand. Schrijf in figuur 3 op in welke maand de meeste neerslag valt in Athene en in Amsterdam. Welk klimaat hebben de twee steden?

• Amsterdam:

a

2a

2b

2c

• Athene: 2e Het verschil in klimaat komt doordat ZuidEuropa dichter bij / verder van de Atlantische Oceaan ligt. In Zuid-Europa komt de wind in de zomer uit het westen / andere windrichtingen. Daardoor komen er in de zomer weinig / veel wolken van de Atlantische Oceaan naar ZuidEuropa. Verder ligt Zuid-Europa zuidelijker en daardoor staat de zon er in de zomer hoger / lager. Het is er dan warm en droog. Figuur 1

titel

onderwerp

Warm en zonnig

geschiedenis van het gebied

Het land

talen die mensen spreken

Druk en rustig

landschap

Het Romeinse rijk

wat een toerist nodig heeft in een gebied

Romaanse en andere talen

waar mensen wonen

Chinees op school

afstand in kilometers en tijd gerekend

Toerisme

taalonderwijs in Nederland

Afstand

klimaat

Deelvragen Ieder blok begint met een deelvraag. Aan het eind van het blok kun je die deelvraag beantwoorden. figuren Figuren zijn plaatjes en tabellen waarin jij iets moet doen: kleuren, tekenen of schrijven.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 4

25-07-2011 13:45:55


5 Extra Vraag aan je docent of je deze extra taak mag maken. verdieping Soms mag je deze opdracht maken van je docent, bijvoorbeeld als je tijd over hebt.

Menukaart

40

Op een rij In deze opdracht oefen je wat je hebt geleerd in dit blok. Thema 3 Toerisme Blok 4 Toerisme en recreatie in je eigen omgeving

47

Keuzeopdracht

Samen of alleen

Wat heb je nodig?

A

Moskee of kerk? Hoe ziet een moskee er uit? Wat gebeurt er in een christelijke kerk? Loop door een moskee of kerk en speel het spel.

Alleen

Computer

B

Pamukkale Moeten er wel of niet hotels worden gebouwd in Pamukkale? Vandaag is er een vergadering over dit onderwerp.

Samen (met z’n vieren)

Papier, pen

C

Turks eten in Nederland Wat staat er op de menukaart? Vertaal de Turkse gerechten.

Samen

Internet, Turks taalgidsje

A Moskee of kerk?

Bb

Ga naar www.mundo-online.nl en maak de opdracht ‘Moskee of kerk?’.

B Pamukkale

c

opdracht 11

verdieping

11a Met welke leus maakt Nijmegen reclame? 11b Veel dorpen en steden in Nederland hebben een slagzin waarmee ze reclame maken. Welke reclamezin heeft jouw woonplaats of streek? Tip: kijk eens op de website van je gemeente. 11c Misschien heb je geen reclamezin gevonden. En als die zin er wel is, kun je vast een betere verzinnen. Bedenk eerst wat er in jouw woonomgeving echt goed, leuk of bijzonder is voor toeristen en recreanten. Bedenk dan je eigen reclamezin voor jouw streek of plaats.

opdracht 12

12a Bij jou in de buurt is er vast wel een recreatieterrein of zwemplas te vinden. Hoe heet dat recreatieterrein? 12b Bezoek je dat gebied wel eens? Zo ja, op wat voor soort dagen? Ja / nee, ik bezoek het gebied 12c Welke andere plaatsen, die speciaal zijn ingericht om je vrije tijd door te brengen, bezoek jij? 12d Welke recreatievoorziening zou jij in je buurt of stad graag erbij willen krijgen?

opdracht 13

Bb

G a naar www.mundo-online.nl en maak de opdracht ‘Drusus en Corbulo’. opdracht 14

op een rij

De letters van de Romeinse sporen zijn door elkaar geraakt. Zet ze weer in de goede volgorde.

• smile: • schewelaag:

opdracht 15

deelvraag

15b Zijn er in je eigen omgeving overblijfselen uit de Romeinse tijd te vinden? Zo ja, welke en waar? 15c Wat is er te doen voor toeristen en recreanten in jouw omgeving?

• geenmijn:

C Turks eten in Nederland Lees op bladzijde 25 van het lesboek de teksten ‘Turkse restaurants’ en ‘Het menu’. Bekijk op bladzijde 25 van het lesboek bron 31. Je doet deze opdracht met zijn tweeën. Gebruik de atlas.

opdracht 2 Gebruik figuur 1 op deze bladzijde. 2a D e gerechten op deze menukaart staan door elkaar. Trek een lijn van het juiste gerecht naar de juiste Nederlandse vertaling. Een paar tips: • Sommige woorden komen in meer gerechten voor. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende gerechten waar het vlees aan een spies zit. • S ommige Turkse woorden lijken op Nederlandse woorden. • Kijk ook naar de prijs. Voorgerechten, hoofdgerechten en nagerechten staan door elkaar, maar de prijzen staan wel op de juiste plaats achter het Turkse gerecht. • T ip: als je er niet uitkomt kun je gebruikmaken van een vertaalsite op internet, een taalgidsje of een klasgenoot die Turks spreekt. 2b Welke Turkse woorden kun je uit deze opdracht leren?

opdracht 1

Gebruik figuur 1 in blok 3. 1a I n de tekst staan enkele Turkse plaatsen. Zoek die plaatsen op in de atlas. Teken de genoemde steden met een rode stip in figuur 1 van blok 3. Teken de ruïnes met een blauwe stip. Kleur de gebieden en wateren groen. 1b Hoe heet het Turkse restaurant in jouw woonplaats? Als dat ook een plaats in Turkije is, zet die dan op de kaart van figuur 1 van blok 3.

FiguuR 1

opdracht 1

aak een agenda: een programma van de M vergadering met beurten voor de deelnemers om eerst hun standpunten te vertellen en daarna te beargumenteren. Aan het eind van de vergadering neemt de burgemeester een beslissing en legt uit waarom. Als je een van de andere personen bent, dan schrijf je in één zin op wat je vindt van het plan om hotels te bouwen in Pamukkale. 1b Schrijf nu zoveel mogelijk argumenten op voor je mening. opdracht 2

2a Schrijf in twee zinnen op welke beslissing de burgemeester heeft genomen en welke argumenten hij/zij noemde. 2b I s er nog een andere groepje dat deze keuzeopdracht heeft gedaan? Zo ja, dan vertellen de burgermeesters elkaar kort welke beslissing ze hebben genomen en waarom. Schrijf de beslissing van het andere groepje op. 2c Welke argumenten had het andere groepje voor die beslissing?

is S, , kebab

€ 17,50

Yog ˆ urtlu Adana kebab

€ 16,75

Geitenkaas geserveerd met suikermeloen

Ali Nazik

€ 18,50

Stukjes kalfsvlees geserveerd aan de spies

Karıs , ık s , is,

€ 18,50

Spiesen met kipfilet, kalfsvlees en pittig gekruid lamsgehakt

Peynirli Sigara Böreg ˆ i

€ 7,25

Pittig gekruid lamsgehakt van de spies, geserveerd met speciale tomatensaus en Turkse yoghurt. Traditioneel Turks uit Adana

Kavun ve Peynir

€ 5,75

Dana S is , ,

€ 17,50

Biber ve Kuru Patlican Dolması

€ 15,50

Stukjes lamsvlees geserveerd aan de spies

Balık Çorbası

€ 6,00

Gebakken kalfsvlees geserveerd op een bedje van fijn gesneden aubergine en Turkse yoghurt met knoflook

Mercimek Çorbasi

€ 5,00

Gebak van bladerdeeg met honing en walnoten

Baklava

€ 4,00

Rijkelijk gevulde vissoep

Turkse kaas in bladerdeeg met peterselie en verse munt

Traditionele Turkse linzensoep Gevulde paprika en gedroogde aubergine met groente en rijst, gegratineerd met Turkse kaas

Hier mag je kiezen welke van de keuzeopdrachten je wilt doen. Er zit altijd één opdracht bij die je op de computer doet.

ExTrA oEfEnBlAD vAArDiGhEDEn Vraag aan je docent of je het extra oefenblad ‘Bronnen gebruiken’ moet maken.

Kennen en kunnen

Als je klaar bent met dit blok kun je: • op de kaart aanwijzen waar de grens van het Romeinse rijk in Nederland lag. • uitleggen hoe de Romeinen hun grens bewaakten. • voorbeelden noemen van voorwerpen die van de Romeinen in Nederland teruggevonden zijn. • uitleggen waarom Nijmegen een geschikte plek was voor een Romeins fort. • een voorbeeld geven van de manier waarop steden met hun geschiedenis mensen proberen te trekken. • uitleggen waarom gemeenten mensen met evenementen en voorzieningen naar hun stad proberen te trekken. • voorbeelden noemen van recreatievoorzieningen in je eigen omgeving.

Eindsprint Thema 3 Toerisme Eindsprint

50

• Begrippen: limes Tijdwijzer: Tijd van Grieken en Romeinen

51

FiguuR 2

Eindsprint

-14.000

opdracht 1

1a

Bekijk het schema in figuur 1. Maak het schema in figuur 1 compleet. Vul de woorden waarvan al een letter is gegeven aan.

1b

Zet de volgende woorden op de goede plek: islam – Middellandse – Arabisch – stadstaten – olijfboom – christendom – cipres – reliëf – Latijn – bevolkingsspreiding – Romeinse – romanisering – christendom – islam – Arabische – democratie.

FiguuR 1 Culturen

Oude Grieken

Landschap

Klimaat

• niet één groot rijk, maar verschillende

• vegetatie: planten die tegen

• heet: ..........................................

................................................... • in Athene bijzondere manier van besturen: ................................................... • landbouw moeilijk, oplossing: 1 h ............................................

w ................. en d .....................

Zeeklimaat

zomers kunnen, zoals

• zomer: d .............. en w ............

..................... en ........................

• winter: n .............. en z .............

• ..................... : veel

• groot rijk:

hoogteverschillen

k ................... en n .......................

Middellandse Zeegebied

Waar de mensen wonen Verdeling van de mensen in het gebied =

-10.000

-8000

opdracht 2

Bekijk op bladzijde 28 van het lesboek de Tijdwijzer. Bekijk de tijdbalk in figuur 2. 2a Kleur op de tijdbalk: • de tijd van jagers en boeren: geel • de tijd van Grieken en Romeinen: rood 2b Schrijf de volgende letters bij de tijdbalk: A 500 v.Chr.: bloeitijd van Athene B 1: geboorte van Christus C 100 n.Chr: Romeinse rijk op zijn grootst D 500 n.Chr: val van het Romeinse rijk 2c Wat kom je nu nog tegen van de oude Grieken?

Meeste mensen wonen: aan de

-4000

-2000

1

G

J

H

K

1

opdracht 3

Bekijk de kaart in figuur 3. Zet de naam van het land of eiland achter de letters. 3c

12

2

13

3

14

4

15

5

16

6

17

7

18

8

19

9

20

10

21

11

22

A

D

Zet de naam van het gebergte achter de letters.

B

E

a

c

C

F

b

d

FiguuR 3

kust / in het binnenland

21

• nieuw geloof in dit rijk: ...................................................

Turkije

Redenen

• taal: ............................................

vroeger:

• geloof: ........................................

1 l .................................................

• taal: ........................................... klimaat Arabieren • groot rijk: het ...................................... rijk

• kust: M.................... Zeeklimaat • binnenland: - veel / weinig neerslag - koude / zachte winters

a 4

A

3 v ................................................

2

16

3 1

19 18 10

5 6 15

D

C

13

2 t ................................................. 3 h ................................................

8 b

L

nu: 1 l .................................................

7 20 B

c

2 h ................................................

17 9

J

I d

K

H

12

kennen en kunnen Na ieder blok staat er een overzicht van alles wat je moet kennen en kunnen voor je toets.

F

11

• taal: ..........................................

www.mundo-online.nl

2000

14

• geloof: .......................................

Ga naar:

1000

I 3b Zet de naam van de stad, zee of rivier achter de cijfers.

2d Wat kom je nu nog tegen van de Romeinen?

.......................................................

...................................................

-6000

3a

• Romeinse cultuur verspreidt zich in het hele rijk. Dat heet:

-12.000

in hogere gebieden is het

2 k.............................................

Romeinen

het ...................................... rijk

• hisbaud: • ceshaspwerk:

c a

Lees op bladzijde 24 van het lesboek de tekst ‘Pamukkale’. Bekijk op bladzijde 24 van het lesboek de bronnen 29 en 30. Deze opdracht doe je met z’n vieren. In Pamukkale wordt al jaren gediscussieerd over het wel of niet bouwen van nieuwe hotels. Vandaag is er een vergadering over dit onderwerp. De deelnemers zijn: A de burgemeester van Pamukkale; B een winkelier uit Pamukkale; C een lid van de bewonersraad; D een milieuactivist.

Beantwoord de vragen op een apart vel papier. 1a V erdeel de rollen. De burgemeester is bij de vergadering de voorzitter. Hij/zij heeft nog geen standpunt ingenomen. Hij/zij zal tijdens de vergadering naar de mening luisteren van de verschillende deelnemers om tot een beslissing te komen. Als je de burgemeester bent, schrijf dan op waar je op gaat letten in de vergadering.

15a Wat is er in jouw woonomgeving echt goed, leuk of bijzonder voor toeristen en recreanten?

41

Thema 3 Toerisme Menukaart 3 Op vakantie naar Turkije

Menukaart 3

22

E

G

Dit zijn afsluitende opdrachten aan het eind van het thema. Je vult een schema in en herhaalt zo nog een keer de belangrijkste begrippen. Hierdoor ontdek je of je alles goed kent.

www.mundo-online.nl Bij ieder blok vind je op www.mundo-online.nl ict-opdrachten, films, animaties en oefentoetsen.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 5

25-07-2011 13:45:57


6

START Thema 2: Wat eten we vandaag? 2d Wist je dat je zelf al af en toe insecten at?

opdracht 1

kleurpotloden of stiften 1a Schrijf op wat jij op een gewone dag eet en drinkt.

d

Ontbijt:

Lunch:

Avondeten:

Bekijk op de bladzijden 28 en 29 van het lesboek de foto. Deze opdracht doe je met z’n tweeën. 3a Zou jij de insecten op de foto lusten? Leg je antwoord uit.

c

opdracht 3

Tussendoor:

1b B ekijk je antwoorden. Onderstreep de voedingsmiddelen die van planten zijn gemaakt met groen en de voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong met rood. Voedingsmiddelen waar dierlijke en plantaardige ingrediënten in zitten onderstreep je met grijs. 1c Sommige dingen worden al heel lang in Nederland gegeten, andere zijn vrij nieuw. Bedenk een voorbeeld van een gerecht of product dat korter dan vijftig jaar in Nederland wordt gegeten. 1d B edenk hoe die producten populair zijn geworden. opdracht 2

Lees op bladzijde 29 van het lesboek de tekst ‘Insecten op je bord’. 2a Voor welk soort voedsel zijn insecten een goede vervanging? 2b Waarom zijn insecten gezond? 2c Waarom zijn insecten goedkoop te produceren?

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 6

3b Eet jij vlees, vis, garnalen of schelpdieren? 3c Zo ja, is het dier dat je eet, herkenbaar als dier? 3d S chimmels worden tegenwoordig ook verwerkt in vleesvervangende producten. Die producten lijken in smaak en structuur op kip. Bespreek met elkaar op welke manier insecten verwerkt kunnen worden, zodat jullie ze zouden eten. opdracht 4

Bekijk op bladzijde 139 van het lesboek de Tijdwijzer. 4a Kleur in de tijdbalk van figuur 1 de tijd van de landbouw (boeren) groen. 4b Wanneer kwamen de eerste boeren in Nederland? 4c K leur in de tijdbalk van figuur 1 de tijd van boeren in Nederland rood. 4d In welk deel van Nederland woonden de eerste boeren? 4e W aarom gingen boeren bij elkaar wonen in dorpen? 4f T egenwoordig staan nieuwe boerderijen juist buiten de dorpen. De reden daarvoor is eigenlijk hetzelfde als in de tijd van de eerste boeren. Bedenk wat dit zegt over de grootte van de bedrijven van de eerste boeren.

25-07-2011 13:45:58


Thema 2 Wat eten we vandaag? Start

7

Figuur 1 De tijd van jagers en boeren.

–20.000 v. Chr.

–18.000

–16.000

–14.000

–12.000

opdracht 5

–10.000

–8000

–6000

–4000

–2000

opdracht 6

d kopie van een wereldkaart (A3), oude tijd-

Blader in het lesboek thema 2 door. Lees de titels, de tussenkopjes en bekijk de bronnen. 6a De hoofdvraag van dit thema is: Waar komt ons voedsel vandaan? Schrijf die hoofdvraag als titel bij figuur 2. 6b Op welke vraag krijg je antwoord in welk blok? Schrijf in figuur 2 de deelvragen van dit thema bij het goede blok. • Hoe overleeft de mens in extreme klimaten? • Wat groeit waar? • Wat eet jij? • Hoe zorgt de mens ervoor dat ergens iets groeit? 6c Zet de volgende onderwerpen bij het goede blok in figuur 2. Je mag een onderwerp ook bij twee blokken zetten. • klimaten • Toearegs • intensieve landbouw • Egypte • jagers • hunebedden • marketing • boeren • biologische landbouw • toendra 6d Zoek in elk blok de mooiste foto. Zet die in de laatste kolom van figuur 2.

schriften, folders van supermarkten, voedselverpakkingen, kleurpotloden, schaar en lijm Gebruik GB 197 (BB 115C). Deze opdracht doe je met z’n tweeën. Maak samen een poster van de herkomst van het eten in de Nederlandse supermarkt. • Kleur op de wereldkaart de warme gebieden rood, de droge gebieden geel en de koude gebieden blauw. • Knip plaatjes van voedsel uit de tijdschriften en reclamefolders. • Plak de uitgeknipte plaatjes van voedsel op de wereldkaart op de plaats waar ze vandaan komen.

a c

Figuur 2

Hoofdvraag:

Blok Deelvraag

1

2

3

4

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 7

Onderwerp

Mooiste foto

Bron

Bron

Bron

Bron

25-07-2011 13:45:58


8

Blok 1

Op zoek naar voedsel

Als je wat wilt eten, pak je iets uit de koelkast. Die staat vol met spullen uit de winkel. Maar wat nou als er geen winkels bestaan? En geen tuinen en akkers? Hoe kom je dan aan eten? Je moet op zoek naar eten in de natuur. Bladeren, wortels en vruchten van planten kun je eten. Maar waar vind je geschikte planten? Deelvraag van dit blok: Waarom is de plantengroei in verschillende streken zo verschillend?

opdracht 1

Lees de tekst hierboven en bekijk in het lesboek de titels, teksten en bronnen van blok 1. 1a Wat is de deelvraag van dit blok?

2b A ls je zo moet overleven, waar zou jij dan het liefste willen wonen?

2c W eet jij hoe het komt dat de ene plek op aarde veel warmer is dan de andere? Kruis de goede antwoorden aan. De zon staat hoger. De zon schijnt langer. Er is minder regen. Er is minder schaduw. opdracht 3

Lees op bladzijde 30 van het lesboek de tekst ‘Jagers’ en bekijk bron 1. 3a Op wat voor dier jaagt de jager, die in de grot van Lascaux is afgebeeld? 3b Schrijf op hoe het wapen van de jager eruitziet. 3c O p de tekening zie je maar één jager, maar waarschijnlijk gingen de jagers in een groepje op jacht. Waarom?

1b I n dit blok gaat het over weer en klimaat. Welke van deze twee begrippen heeft het meest met plantengroei te maken, denk je? Leg uit waarom je dat denkt.

heeft het meest met

plantengroei te maken, omdat

Woestijn/Jungle, want

opdracht 4

1c W elke bron in dit blok spreekt jou het meeste aan? Leg uit waarom.

Bron

, want

opdracht 2

2a H oe kom je aan eten als er geen winkels zijn? En als je niets uit je tuin kunt halen? Bedenk twee manieren.

1

2

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 8

4a 1 B asisbehoeften zijn dingen die je altijd nodig hebt / die je eigenlijk niet nodig hebt. 2 Een nomade woont op een vaste plek / steeds ergens anders. 3 Jager-verzamelaars jagen op dieren en verbouwen eten in hun tuin / zoeken eten in de natuur. 4b De basisbehoeften van mensen zijn: • kleding • eten • een huis Hoe zorgden de rendierjagers voor de basisbehoeften? En hoe doe jij dat? Vul figuur 1 in.

25-07-2011 13:45:58


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 1 Op zoek naar voedsel

9

Basisbehoeften

1 Hoe ziet het eruit bij de rendierjagers? 2 Hoe komen rendierjagers eraan?

1 Hoe ziet het er bij jou uit? 2 Hoe kom jij eraan?

Kleding

1

1

2

2

Eten

1

1

2

2

Huis

1 Tenten

1 Een huis van steen

2 Gemaakt van huiden van rendieren

2 Gebouwd door bouwvakkers

Figuur 1

opdracht 6

opdracht 5

Lees op bladzijde 30 van het lesboek de tekst ‘De ontdekking van vuur’ en bekijk de bronnen 1 en 2. 6a Noem vier voordelen van vuur.

Bekijk op bladzijde 139 van het lesboek de Tijdwijzer. 5a Over welke tijd gaat het in dit blok? 5b Kleur die tijd in figuur 2. 5c Hoe lang geleden eindigde die tijd?

1

5d Wat stelt het plaatje voor dat bij deze tijd hoort?

2

3

4 6b Waarvoor kun je vuur nog meer gebruiken? Bedenk zelf nog iets wat niet in de tekst staat.

5e W aarom past dit plaatje niet goed bij jagers? Gebruik in je antwoord het begrip nomaden.

6c O ngeveer 500.000 jaar geleden ontdekten de mensen hoe je vuur kon maken. Hoe maakt de man in bron 2 vuur?

6d B edenk waarom de mensen die de grotschilderingen in Lascaux hebben gemaakt vuur nodig hadden. Figuur 2

–14.000 v. Chr.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 9

–12.000

–10.000

–8000

–6000

–4000

–2000

1

2000

25-07-2011 13:45:58


10

Basisbehoeften Toendra

Tropisch regenwoud

opdracht 9

Eten

Lees op bladzijde 31 van het lesboek de tekst ‘Weer en klimaat’. 9a Noem drie elementen (onderdelen) van het weer uit de tekst.

Kleding

1

2

Huis

3 9b Onderstreep in de weerberichten van figuur 4 de elementen van het weer. 9c Welke elementen van het weer worden in de weerberichten meer genoemd dan je bij vraag a had opgeschreven?

Figuur 3 opdracht 7

Lees op bladzijde 31 van het lesboek de tekst ‘Groeien’ en bekijk de bronnen 3 en 4. 7a Hoe noem je het gebied waar de rendierjagers leefden? 7b V ul in figuur 3 in hoe je kunt overleven in de toendra en in het tropisch regenwoud. 7c Waar zou jij het liefste willen wonen als je jager was? Leg je antwoord uit. opdracht 8

verdieping

8a V oedingsstoffen voor planten ontstaan uit dode plantenresten. Bedenk: in een bos / woestijn zijn meer dode plantenresten. 8b Welke van de dingen die planten nodig hebben om te groeien, heeft niet direct iets met het weer te maken? 8c I n sommige bossen groeien op de bodem bijna geen planten. Waarom kunnen daar geen grassen of struiken groeien?

9d W elke twee kenmerken van de wind worden in de weerberichten genoemd?

1

2 9e Kruis de zinnen aan die over het weer gaan. Ik ga morgen zwemmen, want het wordt 26 graden. In Zwitserland kun je ’s winters fijn skiën. Gisteren regende het 10 mm. Volgende week gaat het vriezen. In Paramaribo regent het per jaar 2300 mm. In Mexico kun je het hele jaar terecht voor een strandvakantie. Reykjavík, 17 augustus Vandaag is er weinig bewolking en daardoor veel zon. De verwachting is dat het morgen de hele dag zonnig zal zijn. De temperatuur loopt op tot 14 à 15 graden. De wind is zwak en komt uit het zuiden. Het verwachte aantal uren met zon is 16. Nairobi, 17 augustus Morgen is het warm tot zeer warm. In de ochtend is het onbewolkt, maar in de loop van de dag ontstaan steeds dikkere wolken. De middagtemperatuur is ongeveer 32 graden. Aan het eind van de middag is de kans op regenbuien met onweer groot. De wind is matig en komt uit het zuiden. Het verwachte aantal zonuren is 7. FiguuR 4 Het weerbericht van Reykjavík en Nairobi.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 10

25-07-2011 13:45:58


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 1 Op zoek naar voedsel

11

11c B edenk hoe de schaduw eruitziet van iemand die midden op de dag op de Noordpool in de zon staat. 11d M idden in de zomer gaat de zon op de Noordpool niet onder. Bedenk een naam voor deze zon. opdracht 12 Figuur 5 Klimaatgrafiek van Amsterdam. opdracht 10

Lees op bladzijde 149 van het lesboek vaardigheid 7a Grafieken en diagrammen. 10a Het klimaat van een plaats kun je laten zien in een klimaatgrafiek. De temperatuur in een klimaatgrafiek wordt gemeten in O Celsius, de

neerslag wordt gemeten in

.

In figuur 5 staat de temperatuur links / rechts en

de neerslag links / rechts naast de grafiek. 10b De temperatuur in een klimaatgrafiek wordt getekend met een lijn. Kleur die lijn in figuur 5 rood. 10c De neerslag in een klimaatgrafiek wordt getekend met staven. Kleur die staven in de grafiek blauw. 10d In welke maand is het in Amsterdam het warmst? 10e In welke maand regent het in Amsterdam het meest? opdracht 11

Bekijk figuur 6. 12a Bij de Zuidpool en bij de evenaar staan twee even grote oppervlaktes van 1 m2 getekend. Op welke vierkante meter vallen de meeste zonnestralen? 12b O p welke vierkante meter wordt het het warmst? 12c I n figuur 6 staan twee bomen getekend. Bij de boom op de evenaar is de schaduw van die boom getekend. Kijk goed waar de zonnestralen vandaan komen en teken nu ook de schaduw van de tweede boom. 12d Teken nu in figuur 6 naast de beide bomen een precies even grote boom ten noorden ervan. 12e Welke boom staat het minst in de schaduw van een andere boom? 12f B edenk waarom de planten in het tropisch regenwoud heel dicht op elkaar staan. Figuur 6

Lees op bladzijde 32 van het lesboek de tekst ‘Kou en warmte’. Bekijk op bladzijde 32 van het lesboek de bronnen 5 en 6. 11a Als de zon hoog staat, is je schaduw kort / lang. Als de zon laag staat, is je schaduw kort / lang. 11b Bij de Noordpool gaat de zon in de zomer dag en nacht niet onder. Op de foto in bron 6 zie je de hoogte van de zon boven de horizon, elk uur van ’s avonds 6 uur tot ’s ochtends 6 uur. Wat valt je op aan de zon op de foto’s?

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 11

25-07-2011 13:45:59


12

opdracht 13

verdieping

opdracht 15

Bekijk nog een keer figuur 6. 13a Bij de evenaar duurt de dag het hele jaar ongeveer 12 uur. Net zo lang als de nacht. Op de Noordpool schijnt de zon in de zomer 24 uur. Leg uit waarom het in de zomer bij de Noordpool dan toch veel kouder is dan op de evenaar. 13b I n de winter komt de zon in de poolstreken niet boven de horizon. In deze poolnachten is het vaak zeer koud en de lucht is dan helder. Bedenk waarom het in de poolnachten vaak toch niet helemaal pikdonker is.

Bekijk op bladzijde 33 van het lesboek bron 7. 15a Deze foto is gemaakt in een steppe, waar het jaarlijks 600 mm regent. Dat is maar 200 mm minder dan in Nederland. Reken uit hoeveel het in Nederland gemiddeld per jaar regent. 15b D e plantengroei in bron 7 lijkt niet op die in Nederland. Toch is het verschil in neerslag niet zo groot. Hoe kan het dan dat er toch zo’n groot verschil in plantengroei is?

15c I n steppegebieden regent het niet het hele jaar even veel: er zijn een natte en een droge tijd. Bekijk de foto goed. Deze foto is gemaakt in de natte / droge tijd. 15d Noem twee dingen waar je dat aan kunt zien.

opdracht 14

Lees op bladzijde 32 van het lesboek de tekst ‘Nat en droog’. 14a Behalve hagel, sneeuw en regen kennen we in Nederland nog meer soorten neerslag. Bedenk wat je nog meer neerslag kunt noemen. 14b A ls het over neerslag en plantengroei gaat, kun je het begrip nuttige neerslag gebruiken. Nuttige neerslag is de neerslag die planten echt kunnen gebruiken. Maak zelf de formule om uit te rekenen hoe groot de nuttige neerslag is. Gebruik daarbij de volgende kaartjes:

neerslag

nuttige neerslag

verdamping

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 12

=

1

2 15e Net als de rendierjagers in de toendra, zijn de bewoners van de steppe nomaden. Waarom kunnen mensen die vee houden in de steppe niet altijd op dezelfde plek blijven wonen? opdracht 16

Bekijk op bladzijde 33 van het lesboek de bronnen 7 en 8. 16a Wat is het belangrijkste verschil in plantengroei tussen de steppe en de savanne? 16b Waardoor komt dat verschil? 16c O ok het aantal dieren en het aantal diersoorten verschillen op de steppe en de savanne. Op de savanne zijn meer / minder dieren dan op de steppe. Op de savanne komen meer / minder soorten dieren voor dan op de steppe. 16d Bedenk wat plantengroei en het aantal dieren en diersoorten met elkaar te maken hebben.

25-07-2011 13:45:59


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 1 Op zoek naar voedsel

13

Klimaat

Temperatuur Neerslag

Sneeuwklimaat

Hele jaar onder het vriespunt

Vooral sneeuw

Toendraklimaat

Winter: koud

Winter:

Zomer:

Zomer:

Zeeklimaat

Winter: niet erg koud

Hele jaar neerslag, vooral regen

Zomer:

Landklimaat

Winter:

Winter:

Zomer:

Zomer:

Woestijnklimaat

Hele jaar:

Hele jaar:

Steppeklimaat

Hele jaar:

Een korte natte tijd

Savanneklimaat

Hele jaar: warm

Een duidelijke natte en droge tijd

Tropisch regenwoudklimaat Hele jaar: heet

Er valt veel neerslag.

Figuur 7 Klimaten op aarde. opdracht 17

opdracht 18

Lees op bladzijde 33 van het lesboek de tekst ‘Van evenaar tot pool’ en bekijk bron 9. 17a Figuur 7 is nog niet compleet. Vul het schema verder in. 17b Welk klimaat heeft Nederland? Kleur in figuur 7 de juiste rij. 17c Het grootste gebied met een landklimaat

Bekijk op bladzijde 33 van je lesboek bron 9. 18a Zet de namen savanne, steppe, tropisch regenwoud en woestijn op de juiste invullijn in figuur 8. 18b Zet de namen loofbos, poolijs, taiga en toendra op de juiste invullijn in figuur 9 op de volgende bladzijde.

ligt in het werelddeel

18c Lijn

Het tropisch regenwoudklimaat kom je tegen in

.

en

en

. Australië heeft voor het grootste deel een

.

Het grootste gebied met een zeeklimaat ligt in het werelddeel

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 13

.

in bron 9 hoort bij figuur 8.

Lijn in bron 9 hoort bij figuur 9. 18d Vooral de neerslag / temperatuur bepaalt welke planten er groeien in de omgeving van de evenaar. 18e Vooral de neerslag / temperatuur bepaalt welke planten er groeien in de omgeving van de polen.

Figuur 8

25-07-2011 13:45:59


14

Figuur 9 opdracht 19

Bekijk op bladzijde 33 van het lesboek bron 9. 19a De meeste klimaten liggen op volgorde van de evenaar naar de Noordpool. Maar midden in Azië ligt een groot gebied met een klimaat dat niet in die volgorde past. Welk klimaat heeft dat gebied?

a Gebruik de kaart Aarde Natuurkundig in de

atlas (GB 170-171, BB 106-107). 19b Welke kleur heeft dat gebied op deze kaart? 19c Wat betekent die kleur? 19d Kijk op de kaart. Waar vind je in Europa dat soort gebieden? 19e Wat weet je van het klimaat in die gebieden?

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 14

opdracht 20

c Deze opdracht doe je met z’n tweeën.

Leerling 1 leest de opdracht. Leerling 2 doet nu zijn themaschrift dicht. 20a Leerling 1: vertel aan leerling 2 over een van de volgende klimaten. Je mag daarbij het klimaat niet noemen. Je mag ook de schuingedrukte woorden niet noemen. Leerling 2 moet raden over welk klimaat het gaat. Als leerling 2 het klimaat raadt, draai je de rollen om. Sneeuwklimaat Zuidpool, Noordpool, sneeuw, koud, wit Zeeklimaat Nederland, loofbomen, regen, zee, zachte winter Landklimaat land, koude winters, naaldbomen Tropisch regenwoudklimaat veel verschillende planten, regen, warm, heet, tropisch regenwoud, Afrika, Zuid-Amerika 20b Maak nu kaartjes met soorten plantengroei. Bedenk zelf woorden die veel te maken hebben die soorten plantengroei. Schrijf die woorden in rood op het kaartje erbij. Ruil de set kaarten die je hebt gemaakt met een ander tweetal. 20c Verdeel de kaartjes in twee even grote stapeltjes. Vertel elkaar over de soorten plantengroei, zonder de in rood geschreven woorden te noemen en probeer de plantengroei waar de ander over vertelt te raden. Doe dat om de beurt.

25-07-2011 13:45:59


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 1 Op zoek naar voedsel

1 2 3 4 5

15

Extra oefenbladEN vaardigheden V raag aan je docent of je het extra oefenblad Klimaatgrafieken maken moet maken.

raag aan je docent of je het extra oefenblad V Klimaatgrafieken lezen moet maken.

6 7

Figuur 10 opdracht 21

op een rij

21a

Maak de puzzel in figuur 10. 1 het weer over langere tijd 2 sneeuw en regen zijn soorten ... 3 rond de evenaar vind je het ... regenwoud 4 mensen zonder vaste woonplaats 5 in dit klimaat leefden de rendierjagers 6 klimaat aan de evenaar waar je bomen afgewisseld met gras ziet 7 klimaat aan de evenaar waar je alleen gras ziet 21b Welk woord staat in de grijze kolom? 21c L eg uit wat dit woord te maken heeft met hoe mensen aan hun voedsel komen. opdracht 22

deelvraag

22a Welke vier factoren hebben invloed op de plantengroei?

1

2

3

4 22b Waarom is het bij de evenaar warm en bij de polen koud? 22c B ij de evenaar wordt de plantengroei vooral bepaald door de neerslag / temperatuur. Bij de polen wordt de plantengroei vooral bepaald door de neerslag / temperatuur.

Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok kun je: • vertellen wat nomaden zijn en waarom ze rondtrekken. • drie basisbehoeften noemen. • uitleggen waarom de ontdekking van het maken van vuur belangrijk was voor de mens. • vier factoren noemen die van invloed zijn op de plantengroei. • uitleggen wat het verschil is tussen weer en klimaat. • uitleggen waarom het bij de evenaar warm is en bij de polen koud. • de volgorde van de klimaten noemen als je een reis maakt van de evenaar naar de Noordpool. • de belangrijkste kenmerken noemen van de plantengroei in ieder klimaat dat je op die reis tegenkomt. • een voorbeeld noemen van een soort gebied dat niet in de volgorde van de klimaten past. Begrippen basisbehoeften jager-verzamelaars klimaat neerslag nomaden savanne steppe toendra tropisch regenwoud weer Vaardigheid 7a Grafieken en diagrammen Tijdwijzer Tijd van jagers en boeren

Ga naar:

www.mundo-online.nl

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 15

25-07-2011 13:45:59


16

Menukaart 1 Keuzeopdracht

Samen of alleen Wat heb je nodig?

A Een klimatenlied Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de klimaten en de plantengroei die erbij hoort? Schrijf een lied.

Samen of alleen

Computer

B

Grottekeningen 1 Je onderzoekt het verhaal van de grot van Lascaux. 2 Je maakt je eigen grottekening.

Samen of alleen

1 Computer, schaar, lijm, groot vel papier 2 Groot vel papier, houtskool, gekleurd krijt

Leven van de Kombai De Kombai leven in het tropisch regenwoud op een traditionele manier. Je beschrijft een dag uit het leven van een Kombai-kind.

Alleen

Papier

C

A Een klimatenlied

b

Ga naar www.mundo-online.nl en maak de opdracht ‘Een klimatenlied’.

B Grottekeningen

Deze opdracht doe je met z’n tweeën. Lees op bladzijde 34 van het lesboek de teksten ‘Waarom werden ze gemaakt?’ en ‘Hoe werden ze gemaakt?’.

c

Kies welke opdracht je wilt doen: 1 Ik ontdek het verhaal van de grot van Lascaux. 2 Ik maak een grottekening.

1

Grot van Lascaux Ga naar www.mundo-online.nl en print het werkblad dat bij deze opdracht hoort. a • Knip de kaartjes uit het werkblad. • Leg de kaartjes in de goede volgorde en ontdek het verhaal van de ontdekking van de grot van Lascaux. • Plak de kaartjes in de juiste volgorde op een vel papier.

Bb

Lees op bladzijde 148 van het lesboek vaardigheid 7 Bronnen gebruiken. b Leg in je eigen woorden uit wat een feit is.

c d e f

Leg in je eigen woorden uit wat een mening is. Onderstreep de feiten uit het verhaal met blauw. Onderstreep de meningen in het verhaal met rood. Wat weten we zeker over de betekenis van de prehistorische grotschilderingen?

2

Grottekening Maak een grottekening die uit de prehistorie zou kunnen komen. Kijk goed naar de voorbeelden uit het boek (blok 1 en menukaart 1). Bedenk vooraf: • wat het onderwerp is van je tekening en • wat de betekenis is van je tekening en hoe je die laat zien. Laat je tekening zien aan andere leerlingen en laat hen raden wat de betekenis is van jouw tekening.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 16

25-07-2011 13:46:00


Thema 2 Wat eten we vandaag? Menukaart 1 Op zoek naar voedsel

C Leven van de Kombai

d

papier Bekijk op bladzijde 35 van het lesboek de bronnen 11 en 12. Kies welke opdracht je wilt doen: Ik schrijf een dagboek van een Kombai-meisje. Ik schrijf een dagboek van een Kombai-jongen.

17

eschrijf een dag uit het leven van jouw persoon. B Schrijf in ieder geval ook iets over:

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 17

• Hoe helpt jouw persoon mee aan het

• Welke gereedschappen kan jouw persoon

• Jouw persoon gaat een keer verder van huis

verkrijgen van voedsel? gebruiken?

en komt in het christelijke dorp. Hoe reageert hij/zij? Je mag natuurlijk in je dagboek ook tekeningen maken om het mooi te maken.

25-07-2011 13:46:00


18

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 18

25-07-2011 13:46:00


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 1 Aantekeningen

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 19

19

25-07-2011 13:46:00


20

Blok 2

Voedsel verbouwen

De eerste mensen leefden als jagerverzamelaars. Ze aten wat ze toevallig in hun omgeving konden vinden en ze jaagden op dieren. Na een tijd leerden de mensen hoe ze hun eigen voedsel konden verbouwen. De jager-verzamelaars werden boeren.

Deelvraag van dit blok: Hoe veranderde het leven van de mensen toen zij boeren werden?

c Werk samen met iemand en vertel elkaar wat je 1f

weet. Overleg met elkaar. Wat weet je al van landbouw in Nederland? Weet je: • waar veel landbouw is? • hoeveel boeren er zijn? • wat de boeren op hun land laten groeien? • wat de boeren doen met hun producten?

opdracht 2

2a B edenk welk eten bij wie hoort. Zet in figuur 1 een kruisje in het goede hokje. 2b Noem twee etenswaren die volgens jou typisch bij onze tijd horen.

opdracht 1

Lees de tekst hierboven en bekijk de titels, teksten en de bronnen van blok 2. 1a Hoeveel teksten heeft blok 2?

Figuur 1

Eten

Jagerverzamelaars

Boeren

Rundvlees

Noten

Brood

Vruchten

Melk

Vis

Lees op bladzijde 36 van het lesboek de titel van de eerste tekst en lees de vetgedrukte woorden. 1d Bedenk: wat is het onderwerp van de tekst?

Rendiervlees

Bessen

1b W elke teksten gaan over Egypte? Schrijf de titels van de teksten over Egypte op. 1c W at weet je al over Egypte? Schrijf het op in losse woorden of korte zinnen.

1e W elke woorden horen bij landbouw? Streep woorden die niet met landbouw te maken hebben door.

stad

aardappels

boeren

hard werken

eten

kippen

land

fabriek

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 20

Allebei

Kaas Figuur 2

Begrip

Betekenis

Landbouw

mensen bewerken het land om voedsel te krijgen

Akkerbouw

mensen houden dieren om voedsel te krijgen

Veeteelt

mensen gebruiken het land om producten te krijgen

25-07-2011 13:46:00


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 2 Voedsel verbouwen

–14.000 v. Chr.

–12.000

–10.000

–8000

21

–6000

–4000

–2000

1

2000

Figuur 3 opdracht 3

Lees op bladzijde 36 van het lesboek de tekst ‘Een broodje gras’. 3a Trek in figuur 2 een lijn van ieder begrip naar de juiste betekenis. 3b Wat veranderde er aan het leven van mensen toen zij boer werden? Bekijk op bladzijde 36 van het lesboek de tijdbalk. 3c Zoek op hoe lang de overgang van jagers naar boeren duurde. Kleur die tijd groen in figuur 3. Bekijk op de bladzijden 8 en 9 van het lesboek de bronnen 1 en 2 van blok 1 en op bladzijde 36 bron 13 van blok 2. 3d Bedenk twee voorwerpen die bij de jagers horen en twee voorwerpen die bij de boeren horen. Teken die voorwerpen op de juiste plaats bij de tijdbalk. B ekijk op bladzijde 139 van het lesboek de Tijdwijzer. 3e Vanuit welk gebied verspreidde de landbouw zich naar Europa? opdracht 4

Lees op bladzijde 36 van het lesboek de tekst ‘De eerste boeren in Nederland’. 4a De boeren gingen niet zomaar ergens wonen. Wat vonden ze een goede plek? Er moesten veel bomen zijn. Er moest vruchtbare grond zijn. Er moest een rivier zijn. Er moesten genoeg wilde dieren zijn. Er moesten grotten zijn. 4b Bekijk figuur 4 goed. Bij welk antwoord uit vraag a past de kaart?

Gebruik GB 42A (BB 14). 4c Waar ligt in figuur 4 het lösslandschap in Limburg? Kleur dit bruin.

a

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 21

Figuur 4

4d B edenk of löss een vruchtbare of onvruchtbare grondsoort is. Waarom denk je dat? 4e E r was veel bos in Limburg. De boeren konden het bos goed gebruiken. De volgende zinnen horen bij nummers in figuur 5 op de volgende bladzijde. Schrijf voor elke zin het goede nummer. Sommige nummers gebruik je twee keer.

In het bos kun je jagen op wild.

I n het bos is hout om de boerderij van te bouwen.

D e takken van de bomen en struiken zijn veevoer.

D e vruchten en noten van de bomen zijn eten voor de mensen.

25-07-2011 13:46:00


22

6b B eschrijf hoe de boeren het dak van hun huis maakten. 6c B oeren hadden meer bezittingen dan jagerverzamelaars. Leg dit uit met bron 13. Figuur 5

opdracht 7

V an het hout kun je een steel voor een bijl maken. Er is hout om potten te bakken.

Er is hout voor het vuur onder de kookpot. Bekijk op bladzijde 39 van het lesboek bron 18. 4f In sommige delen van de wereld branden mensen nog steeds bos af voor akkers. Bedenk waarom mensen daar tegenwoordig tegen protesteren. opdracht 5

5a H oe deden de boeren in Limburg aan akkerbouw? 5b Hoe deden de boeren in Limburg aan veeteelt? 5c Hoe noem je akkerbouw en veeteelt samen?

verdieping

e boeren in Zuid-Limburg versierden hun D potten en pannen met banden van strepen en punten. Daarom hebben ze de naam bandkeramiekers gekregen. 7a Bedenk waarom volken uit de prehistorie vaak genoemd worden naar de spullen die ze hebben achtergelaten. 7b I n Zuid-Limburg is een grafveld van de bandkeramiekers opgegraven. Daarin zat een bijl die gemaakt was van een steen die niet in Zuid-Limburg voorkwam. Welke conclusie kun je daaruit trekken? 7c I n slechtere landbouwgebieden hebben archeologen in de afvalkuilen van de bandkeramiekers meer jachtafval gevonden en minder afval van varkens en schapen. Welke conclusie kun je daaruit trekken?

Bekijk op bladzijde 36 van het lesboek bron 13. 6a Beschrijf hoe de boeren de wanden van hun huis maakten.

7d V anaf 4800 v.Chr hebben archeologen geen sporen meer gevonden van bandkeramiekers. Het is onduidelijk waarom er een einde kwam aan hun cultuur. Bedenk zelf een mogelijke verklaring.

opdracht 6

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 22

25-07-2011 13:46:01


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 2 Voedsel verbouwen

Wist je dat?

• Veel Egyptische kinderen trouwden als ze

23

• Farao Toetanchamon al farao werd toen hij pas negen jaar oud was? ongeveer twaalf waren?

opdracht 8

d

papier, kleurpotloden Stel, je wordt met een tijdmachine teruggeflitst naar 5000 voor Chr. Je ontmoet de familie Steenbijl in Limburg. Je gaat verslag doen van het dagelijks leven van de familie Steenbijl. Kies hoe jullie dat willen doen: wij maken een tekening. wij maken een verhaal. Maak je tekening of verhaal op een apart vel papier. Laat in je tekening of verhaal de volgende dingen zien: • hoe de woning van de familie eruitziet, • wat de familie eet (wat en hoe komen ze eraan?) en • welke kleren ze aan heeft. opdracht 9

a Gebruik GB 59D, 59G en 59H (BB –).

9a B ekijk op de kaart waar in Nederland aan akkerbouw wordt gedaan. Kleur de drie belangrijkste akkerbouwgebieden geel in figuur 6. 9b K leur de twee belangrijkste veeteeltgebieden groen in figuur 6. 9c Welke kaart op deze bladzijde in de atlas laat het aantal varkens zien? 9d K leur het gebied met de meeste varkens roze in figuur 6.

Figuur 6 opdracht 10

Lees op bladzijde 37 van het lesboek de tekst ‘Hier en toen: Hunebedden’. 10a In welke provincie tref je hunebedden aan? 10b Waarvoor dienden de hunebedden? 10c D e mensen van het trechterbekervolk gaven voorwerpen mee aan de doden. Bedenk waarom ze dat gedaan hebben. 10d Een groot bouwwerk zoals een hunebed kan alleen door boeren gemaakt zijn en niet door jager-verzamelaars. Trek lijnen tussen de zinnen in figuur 7 om te ontdekken waarom. Figuur 7

De bouw van een hunebed kostte veel tijd.

B oeren woonden op een vaste plaats en konden het hunebed vaak bezoeken.

Mensen bouwden een hunebed om hun doden dicht bij zich te kunnen houden.

B oeren woonden op een vaste plaats en konden het bouwwerk afmaken.

Er waren veel mensen nodig voor het bouwen van een hunebed.

B oeren hadden meer tijd, omdat de landbouw meer voedsel opbracht dan het jagen en verzamelen.

De bouw van een hunebed kostte veel tijd.

B oeren leefden in grotere groepen samen dan jagers-verzamelaars.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 23

25-07-2011 13:46:01


24

opdracht 11

Lees op bladzijde 37 van het lesboek de tekst ‘Landbouw in de woestijn’. Bekijk op bladzijde 139 van het lesboek de Tijdwijzer. 11a In welke tijd hoort de cultuur van het oude Egypte? 11b H oe lang heeft de cultuur van het oude Egypte bestaan? 11c W elke belangrijke bouwwerken maakten de Egyptenaren? 11d Waarom werden die gebouwd? opdracht 12

Bekijk op bladzijde 37 van het lesboek bron 15. 12a Wat doet de man in bron 15? 12b A ls de Nijl overstroomt, komt het gebied langs de rivier onder water te staan. Daar blijft vruchtbare modder achter als het water weer weg is. Kleur die strook groen in figuur 8. 12c Het gebied daarbuiten is woestijn. Kleur dat zandkleurig in figuur 8. 12d Maak een legenda. Gebruik GB 164-165 (BB 91). Zoek Egypte op. 12e In welk werelddeel ligt Egypte?

Figuur 9

a

12f Waar liggen de grootste steden in Egypte? 12g Leg uit waarom die steden juist daar liggen. Figuur 8

opdracht 13

13a Z et de nummers van de volgende zinnen bij de goede tekening in figuur 9. 1 In het voorjaar overstroomt de Nijl. 2 In de zomer staat het water in de Nijl laag. 3 Als het water na een overstroming zakt, blijft er water achter de dijkjes staan. 13b Zet op de schrijflijnen in de tekeningen 1 en 3 de volgende woorden: Nijldal - dijk - Nijl - waterreservoir 13c Waarom moesten de Egyptische boeren samenwerken? 13d Waarom was er een farao nodig in Egypte?

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 24

25-07-2011 13:46:02


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 2 Voedsel verbouwen

opdracht 14

Lees op bladzijde 38 van het lesboek bron 16. Lees op bladzijde 148 van het lesboek vaardigheid 7 Bronnen gebruiken. 14a Wanneer is een bron bruikbaar? 14b J e wilt weten hoe de Egyptenaren aan schoon water kwamen. Is deze bron dan bruikbaar? 14c A ls je wilt weten of een bron betrouwbaar is, kijk je hoe de maker aan zijn informatie is gekomen. Herodotos reisde naar Egypte en deed daar verslag van. Leg uit waarom zijn reis deze bron betrouwbaar maakt. 14d A ls je wilt weten of een bron betrouwbaar is, kijk je ook of de maker vooral zijn eigen mening geeft of feiten beschrijft. Wat is een feit? 14e Beschrijft Herodotos vooral feiten of meningen? opdracht 15

Lees op bladzijde 38 van het lesboek de tekst ‘Tempels en piramides’ en bekijk bron 17. 15a Welke zinnen zijn waar? Kruis ze aan. De arbeiders in bron 17 waren in dienst van de farao. De arbeiders in bron 17 kregen betaald in gouden munten. De boeren betaalden graan aan de farao als belasting. Doordat het zo goed ging met de landbouw, ontstonden er in Egypte nieuwe beroepen. Een boer leefde van het loon dat hij kreeg. Een arbeider die zijn diensten aanbood, leefde van het loon dat hij kreeg.

25

15b Z et de volgende woorden op de goede plek in figuur 10: graan - geld - diensten- boeren iedereen die werkt - landbouw 15c Bedenk of de gelijkheid tussen mensen groter of kleiner is geworden door de komst van de landbouw. Leg je antwoord uit. De gelijkheid is kleiner / groter geworden, want opdracht 16

Lees op bladzijde 146 van het lesboek vaardigheid 3 Verklaren. Als je gaat verklaren kijk je naar de oorzaken en gevolgen van een gebeurtenis. 16a Vul oorzaak en gevolg op de goede plaats in:

Ik heb een lekke band. De

daarvan

is dat ik door een stuk glas reed. is dat ik moet lopen naar school. 16b Trek in figuur 11 lijnen tussen oorzaak en gevolg die bij elkaar horen. Figuur 11

Oorzaak

Gevolg

Het lichaam van de farao moest bewaard blijven.

De farao kreeg een groot graf.

De farao was erg belangrijk voor Egypte.

Van het lichaam van de farao werd een mummie gemaakt.

De farao kon Egypte beschermen tegen slechte dingen.

Vanuit de hemel kon de farao voor Egypte zorgen.

De farao kon verder leven na de dood.

Het was heel erg voor Egypte als de farao doodging.

Figuur 10

Egypte

Hoe is het nu?

De farao betaalde zijn ambtenaren in

De regering betaalt haar ambtenaren in

De farao kreeg belasting van de

De regering krijgt belasting van

De meeste mensen werkten in de

De meeste mensen werken in de

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 25

25-07-2011 13:46:02


26

Probleem

Boeren vroeger Boeren nu

Onvruchtbare grond

Ongedierte (bijv. insecten) Kou

Te veel water

18d D e onderdelen waaruit een natuurlandschap be staat, noem je natuurlijke elementen. Schrijf drie natuurlijke elementen op, die je in figuur 13 ziet.

1

2

3 Figuur 14

Droogte Figuur 12 opdracht 17

Lees op bladzijde 39 van het lesboek de tekst ‘Het landschap verandert’. 17a Wat kunnen boeren doen tegen problemen? Zet de volgende woorden op de goede plaats in figuur 12: bemesten, bestrijdingsmiddelen gebruiken, irrigatie, irrigatie, niks aan te doen, niks aan te doen, planten verbouwen in kassen, sloten graven om water te laten weglopen, stuk bos afbranden, water met gemalen wegpompen 17b Noem een belangrijk verschil tussen boeren vroeger en nu. opdracht 18

Bekijk figuur 13. 18a In dit landschap leven jager-verzamelaars / boeren / moderne stedelingen. 18b Waarvan leven deze mensen? 18c Welke sporen hebben ze achtergelaten?

opdracht 19

Bekijk figuur 14. 19a In dit landschap leven jager-verzamelaars / boeren / moderne stedelingen. 19b Waarvan leven deze mensen? 19c D e gebouwen, wegen, enzovoort, waar de mensen het natuurlandschap hebben ingericht, heten inrichtingselementen. Omcirkel drie inrichtingselementen die je in figuur 14 ziet. opdracht 20

Lees op bladzijde 39 van het lesboek de tekst ‘Daar en toen: de Anasazi’ en bekijk bron 19. 20a Hoe kun je aan de foto zien, dat de Anasazi gemakkelijk voedsel in hun omgeving konden verbouwen?

Figuur 13

a Gebruik de atlas.

20b Zoek het Colorado Plateau op. Het gebied van de Anasazi ligt op het kruispunt van vier staten. Welke staten zijn dat?

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 26

1

2

3

4

25-07-2011 13:46:02


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 2 Voedsel verbouwen

Gebruik GB 175F (BB –). 20c Welke indianen wonen nog steeds in het gebied van de Anasazi?

a

20d De Anasazi moesten weg uit het gebied door de droogte. Bedenk hoe het kan dat er nu wel weer landbouw is. opdracht 21

Ga naar www.mundo-online.nl en maak de opdracht ‘De hunebedbouwers’. opdracht 22

op een rij

22a Welke vier volken van landbouwers ben je tegengekomen in dit blok? 22b Bij welk volk was de organisatie van de landbouw het best? opdracht 23

deelvraag

e deelvraag is: Hoe veranderde het leven van D de mensen toen zij boeren werden? Noem een verandering die te maken heeft met: 23a hoe de mensen wonen.

23b de bezittingen van mensen. 23c het werk dat mensen deden. 23d de verschillen in macht en aanzien tussen mensen.

27

Extra oefenblad vaardigheden V raag aan je docent of je het extra oefenblad Bronnen gebruiken over het Oude Egypte moet maken.

Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok kun je: • de verschillen noemen tussen de manier van leven van de jager-verzamelaars en de boeren. • uitleggen waar en hoe de eerste boeren in Nederland leefden. • uitleggen waarom de landbouw de mensen in staat stelde om grote bouwwerken te maken. • uitleggen welke gevolgen de komst van de landbouw had voor het landschap. • uitleggen hoe de farao ervoor zorgde dat er landbouw mogelijk was in Egypte. • uitleggen hoe de farao zijn piramide kon betalen. • uitleggen waardoor de Anasazi hun dorpen verlieten. Begrippen akkerbouw boeren irrigatie landbouw onvruchtbaar veeteelt Vaardigheden 3 Verklaren 7 Bronnen gebruiken Tijdwijzer Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.Chr.) Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.Chr. – 500 n.Chr.)

Ga naar:

www.mundo-online.nl

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 27

25-07-2011 13:46:02


28

Menukaart 2 Keuzeopdracht

Samen of alleen Wat heb je nodig?

A Quiz over jagers en boeren Test je kennis over de jagers en boeren en maak de quiz op internet. Je leert ook nog nieuwe dingen!

Alleen

Computer

B

De laatste reis van de farao Speel het spel ‘De laatste reis van de farao’. Zorg dat je als eerste bij de mummie in de piramide bent!

Met z’n tweeën

A3- en A4-papier, eventueel karton, dobbelsteen, pionnen

C

Irrigatie Waar komen de cirkels in de woestijn van Saudi-Arabië vandaan?

Met z’n tweeën

Schaar, papier

A Quiz over jagers en boeren

b

Ga naar www.mundo-online.nl en maak de quiz over jagers en boeren.

B De laatste reis van de farao

Lees op bladzijde 40 van het lesboek de teksten. Bekijk op bladzijde 40 van het lesboek de bronnen 20 en 21. d A3- (1x) en A4-papier (2x), dobbelsteen, pionnen Deze opdracht doe je met z’n tweeën.

c

• • •

• •

Spelbord maken Teken zo groot mogelijk een piramide op het vel papier. Teken in de piramide cijfervakjes 1 t/m 35 (zoals in Ganzebord). Kleur de vakjes afwisselend: rood, blauw, wit. Plak het spel op karton. Spelkaarten maken Knip dertig kaartjes uit twee vellen A4-papier. Teken een rood teken op twintig kaartjes en een blauw teken op tien kaartjes. Het is leuk als je teken iets met Egypte heeft te maken. Kijk nog eens goed naar de afbeeldingen in het lesboek. Ieder van jullie bedenkt tien vragen over alles wat je over Egypte hebt geleerd (blok 2, menukaart 2). Schrijf ieder de tien vragen op de rode kaartjes. Schrijf het antwoord op z’n kop onderaan het kaartje.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 28

• • •

edenk voor de blauwe kaartjes gebeurtenissen B die de reis van de farao versnellen of juist vertragen. Bijvoorbeeld: Het haakje breekt. De priesters krijgen de hersenen er niet uit. Ga twee plaatsen terug. Leg de kaartjes in twee stapels op het spelbord. Speel het spel Vraag een ander tweetal dat ook deze opdracht heeft gekozen, om samen het spel te spelen. Leg hun kaartjes bij die van jullie. Als je aan de beurt bent, gooi je de dobbelsteen. Je loopt met je pion zoveel stappen als je hebt gegooid. Als je op een blauw vakje komt, trekt degene die na jou aan de beurt is een blauw kaartje en leest de instructies voor. Als je op een rood vakje komt, trekt degene die na jou aan de beurt is een rood kaartje en leest de vraag voor. Heb je het antwoord goed? Dan mag je blijven staan. Heb je het fout? Dan ga je terug naar waar je vandaan kwam.

25-07-2011 13:46:03


Thema 2 Wat eten we vandaag? Menukaart 2 Voedsel verbouwen

d

c

a

b

29

C Irrigatie Lees op bladzijde 41 van het lesboek de teksten ‘Water, waar vandaan’ en ‘Het verdelen van het water’. Bekijk de bronnen 22 en 23. In deze opdracht geef je antwoord op de vraag waarom juist in Saudi-Arabië druppelirrigatie veel voorkomt. schaar, papier kopieer de kaartjes van figuur 1. Deze opdracht doe je met z’n tweeën. Lees de kaartjes van figuur 1. Knip ze uit en leg ze op tafel. Alle uitspraken hebben iets met elkaar te maken. Leg eerst elk kaartje naast een ander kaartje dat ermee te maken heeft. Leg aan je medeleerling uit wat de kaartjes met elkaar te maken hebben.

c

d

e

e groepjes kaartjes die je hebt gemaakt, D hebben ook weer met de onderwerpen van andere kaartjes te maken. Leg de kaartjes nu zo bij elkaar, dat je een groot schema krijgt. Elk kaartje ligt naast een kaartje waar het iets mee te maken heeft. Let op: je kunt niet alle kaartjes op één rij leggen. Waarom is er steeds meer landbouw met druppelirrigatie in Saudi-Arabië? Schrijf dat in een kort verhaal op een apart vel papier. Wat vond je lastig aan deze opdracht?

Figuur 1

1 7 5 jaar geleden werd in Saudi-Arabië olie ontdekt.

7 H et water dat de planten op een geïrrigeerde akker niet opnemen, verdampt.

13 Saudi-Arabië is de grootste olie-exporteur van de wereld.

2 A ls water verdampt, blijft er zout achter.

8 H oe droger een gebied, hoe groter de kans dat de bodem zout en onvruchtbaar wordt.

14 Er zijn in Saudi-Arabië veel arme, maar ook veel rijke mensen.

3 D e gemiddelde neerslag in Saudi-Arabië is minder dan 100 mm per jaar.

9 O nder grote delen van Saudi-Arabië zit een ondergrondse watervoorraad.

15 Saudi-Arabië is voor voedsel bijna helemaal afhankelijk van het buitenland.

4 D e koning van Saudi-Arabië wilde eigenlijk liever dat westerse bedrijven naar water zochten.

10 In grond- en rivierwater zit altijd een heel klein beetje zout.

16 Voor druppelirrigatie zijn dure installaties nodig.

5 E lke moslim moet eens in zijn leven een keer op bedevaart naar Mekka en geeft daarbij geld uit.

11 Mekka, de belangrijkste heilige plaats van de islam, ligt in Saudi-Arabië.

17 Vroeger regende het in Saudi-Arabië meer. Er waren meer rivieren.

6 E r wonen 22 miljoen mensen in Saudi-Arabië. De bevolking groeit snel.

12 Net als oliebronnen kunnen ondergrondse watervoorraden uitgeput raken.

18 In Saudi-Arabië wordt steeds meer aan landbouw gedaan.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 29

25-07-2011 13:46:04


30

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 30

25-07-2011 13:46:04


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 2 Aantekeningen

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 31

31

25-07-2011 13:46:04


32

Blok 3 Extreme klimaten In sommige gebieden is het erg koud, in andere heet en droog. En er zijn plaatsen waar het heel erg nat is. Maar zelfs in heel extreme klimaten wonen mensen. Bijvoorbeeld omdat er grondstoffen te vinden zijn. In dit blok leer je hoe mensen vroeger en nu overleven in gebieden met een extreem klimaat.

Deelvraag van dit blok: Hoe overleven mensen in extreme klimaten?

c Deze opdracht doe je met z’n tweeën.

1d K ijk naar de woorden die jullie in figuur 2 hebben opgeschreven. Hebben jullie dezelfde woorden? Bekijk de tekst van bron 24. Je hoeft de tekst niet helemaal te lezen. 1e Wat is het voor soort tekst? A een sprookje B informatie over reizen naar de poolstreken C krantenartikel over een bezoek aan de Zuidpool 1f Moet je deze tekst straks goed kunnen begrijpen en uit je hoofd leren? Ja / Nee. Waarom denk je dat? opdracht 2

2a Noem twee voorbeelden van extreme klimaten.

opdracht 1

Bekijk de bronnen van blok 3 in het lesboek. Beantwoord de vragen. 1a Welke bron gaat over een gebied waar het heel koud is? 1b Waar zie je dat aan?

Hoe weet je dat?

1d A an welke woorden denk je bij ‘extreem koud’? En aan welke woorden bij ‘extreem warm’? Zet in figuur 1 in elk rijtje vijf woorden. Figuur 1

Extreem koud

1

2 2b Waarom zijn die klimaten extreem?

1c W elke bron gaat over een gebied waar het heel warm is?

Extreem warm

opdracht 3

a Gebruik GB 196 (BB 115C).

3a K leur in figuur 2 de extreem droge gebieden blauw. 3b Kleur in figuur 2 de extreem koude gebieden geel. Gebruik GB 202A (BB 118A). 3c Bekijk de legenda van deze atlaskaart. Wat betekent het woord bevolkingsdichtheid?

a

3d K leur in figuur 2 de gebieden met een bevolkingsdichtheid van meer dan 100 rood. 3e Maak in figuur 2 de legenda af. opdracht 4

verdieping

Gebruik GB 202A (BB 118A). 4a Hoe hoog is de bevolkingsdichtheid in de gebieden, die je bij 3a en 3b hebt gekleurd?

a

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 32

per km2

25-07-2011 13:46:04


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 3 Extreme klimaten

33

VERENIGDE STATEN MEXICO

toendraklimaat sneeuwklimaat woestijnklimaat dichtbevolkt gebied

0

2000

4000 km

Figuur 2

4b L eg uit waarom de bevolkingsdichtheid in die gebieden laag is.

5c I s zo’n reis naar de Zuidpool iets voor jou? Leg uit waarom wel/niet.

4c S chrijf de naam van een land of een grote stad op in een dichtbevolkt gebied dat in een extreem droog klimaat ligt.

4d B edenk hoe mensen in deze extreem droge klimaten toch kunnen overleven. opdracht 5

Lees op bladzijde 42 van het lesboek de tekst ‘Extreem koud’ en bekijk bron 25. 5a Waar moet je rekening mee houden als je op reis gaat naar het poolgebied? 5b B edenk vijf dingen die je meeneemt op reis naar het zuidpoolgebied.

1

2

3

4

5

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 33

opdracht 6

Lees op bladzijde 43 van het lesboek de tekst ‘Extreem heet en droog’ en bekijk bron 26. 6a Waarom trekken de Toearegs rond met hun vee en blijven ze niet op een vaste plek? 6b H oe beschermen de Toearegs zich tegen de hitte en de droogte? 6c S tel dat jij naar de woestijn op reis zou gaan. Wat neem je mee? Bedenk drie dingen.

1

2

3

25-07-2011 13:46:05


34

Inuit

Toearegs

Klimaat Gebied Kleding Eten Huisvesting Figuur 3 opdracht 7

c Deze opdracht doe je met z’n tweeën.

7a D eze opdracht gaat over twee volken die leven in extreme klimaten. Kies allebei één volk: Inuit die leven in een extreem koud klimaat Lees op bladzijde 42 van het lesboek de tekst ‘Extreem koud’ en bekijk bron 25. Toearegs die leven in een extreem warm klimaat Lees op bladzijde 43 van het lesboek de tekst ‘Extreem heet en droog’ en bekijk bron 26. 7b Vul nu allebei voor ‘jouw volk’ figuur 3 in. 7c Neem elkaars antwoorden over in de lege kolom van de tabel. 7d Maak nu samen een kleine presentatie over de Inuit en de Toearegs. Kies samen hoe je wilt presenteren: A een poster B e-mails van een veertienjarige Inuit en een veertienjarige Toeareg. A

Poster d A3-papier of groter, kleurpotloden of stiften • Verdeel het papier in twee helften. De ene helft gaat over de Inuit, de andere helft over de Toearegs. • Zoek van beide volken plaatjes over: - kleding - eten - huisvesting Je kunt ook zelf tekeningen maken. Gebruik daarvoor de bronnen in je lesboek. • Schrijf bij elk plaatje een uitleg. • Bedenk een goede titel voor jullie poster. • Hang de poster op in de klas.

B

E-mails Je schrijft de e-mails op de computer of op d een papier. Verdeel de rollen: Toeareg van veertien jaar (kies zelf of je een jongen of een meisje wilt zijn) Inuit van veertien jaar (kies zelf of je een jongen of een meisje wilt zijn) Jullie hebben elkaar ontmoet via internet. Jullie willen meer te weten komen over elkaars manier van leven. Jullie schrijven elkaar ieder drie of vier e-mails. Doe het zo: 1 De Toeareg schrijft als eerste een e-mail waarin hij/zij vragen stelt aan de Inuit. 2 De Inuit geeft antwoord op de vragen van de Toeareg en stelt vragen aan de Toeareg. 3 De Toeareg geeft antwoord. 4 Print jullie e-mails en lever die in bij je leraar. Als je op papier hebt geschreven, lever je het papier in bij je docent. 7e Zou je graag een maand willen ruilen met een Inuit of een Toeareg? Leg je antwoord uit.

Bb

opdracht 8

Lees op bladzijde 43 van het lesboek de tekst ‘Verhuizen naar de woestijn’. 8a Waardoor is landbouw in de woestijn moeilijk? 8b E en airconditioning verbruikt veel stroom. Bedenk hoe je in de woestijn gemakkelijk stroom kunt opwekken. 8c K ruis aan welke bedrijven veel ruimte nodig hebben. een vliegtuigfabriek met startbaan voor testvluchten een bedrijf dat computerchips maakt een testbaan voor auto’s een windmolenpark een kledingfabriek een golfbaan een hotel 8d Niet alleen de goedkope grond, maar ook het woestijnklimaat kan gunstig zijn voor een bedrijf. Bedenk voor welk bedrijf uit 8c dat geldt.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 34

25-07-2011 13:46:05


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 3 Extreme klimaten

8e W aarom kan het voor de werknemers van bedrijven aantrekkelijk zijn om in een woestijn te wonen? opdracht 9

Bekijk op bladzijde 43 van het lesboek bron 27. 9a Las Vegas is een toeristenstad met hotels en casino’s in de woestijn in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Zet in figuur 2 een kruisje op de plaats waar Las Vegas ligt. 9b Hoe kun je aan de foto zien dat Las Vegas een rijke stad is? 9c I n Las Vegas werken veel mensen uit Mexico, want die hebben een lage opleiding en een laag loon. Bedenk wat voor soort werk ze in deze stad doen. 9d B edenk twee redenen waarom het voor Mexicanen aantrekkelijk is om in Las Vegas te werken. (Tip: Zoek Mexico op in de atlas).

1

2 9e Voor arme mensen is het gemakkelijker om in een droog en warm gebied te wonen dan in een nat en koud gebied. Bedenk waarom.

35

Figuur 4 opdracht 10

Lees op bladzijde 44 van het lesboek de tekst ‘Extreem nat’ en bekijk bron 28. 10a Noem twee redenen waarom de warme vochtige lucht in Bangladesh opstijgt.

1

2 10b Zet de nummers van de volgende zinnen op de juiste plaats in figuur 4. 1 Het water van de Indische Oceaan is warm. 2 Er verdampt veel water. 3 De wind brengt de lucht met veel waterdamp naar Bangladesh. 4 Boven Bangladesh stijgt de warme lucht op. 5 Door afkoeling van de lucht ontstaan wolken waaruit veel regen en sneeuw valt. 6 Rivieren voeren het water uit de bergen terug naar Bangladesh. 7 Omdat Bangladesh vlak is, gaat het water langzamer stromen, waardoor de rivieren overstromen. 10c Cyclonen kunnen ook overstromingen veroorzaken. Bedenk wat voor de inwoners van Bangladesh erger is, een overstroming door de rivier of door de zee. Leg je antwoord uit.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 35

25-07-2011 13:46:07


36

opdracht 11

opdracht 13

a Gebruik de klimaatgrafiek van Cherrapunji in de

atlas op GB 194E5 (BB 114D). 11a Hoe staat in deze grafieken de gemiddelde jaarlijkse neerslag genoemd?

Lees op bladzijde 44 van het lesboek de tekst ‘Hier en toen: Schippers of schipbreukelingen?’. Gebruik GB 35 (BB 12). 13a Met welk teken staan terpen op de kaart?

11b H oe hoog is de gemiddelde neerslag in Cherrapunji?

13b W elke andere naam voor terpen zie je in de legenda van de kaart?

mm. 11c In welke maand valt de meeste neerslag?

13c K ruis de goede zinnen aan: Terpen liggen in alle gebieden van Nederland die zonder dijken zouden onderlopen. De meeste terpen liggen in de buurt van de zee. De meeste terpen liggen in Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland. Ook bij rivieren liggen terpen om de huizen te beschermen tegen overstromingen van de rivier. 13d Waarom werden er na het jaar 1000 geen terpen meer gebouwd?

11d Hoeveel neerslag valt er dan? mm 11e H oeveel millimeter is dat ongeveer per dag? (Deel je antwoord van vraag 12d door 31.) mm : 31 = mm. 11f 1 mm neerslag is 1 liter per vierkante meter. Reken uit hoeveel vierkante meter jouw kamer

is (lengte x breedte).

mx

m=

m2. Vermenigvuldig dat getal met het aantal mm neerslag.

x

= . Zoveel liter water z ou er iedere dag in de regentijd in je kamer vallen als je in Bangladesh woonde en geen dak had! (Als je de uitkomst nog een keer door 10 deelt, weet je hoeveel emmers van 10 liter dat is). opdracht 12

Bekijk op bladzijde 44 van het lesboek bron 28. 12a Je weet nu waar Bangladesh op de wereldkaart ligt. Zoek nu in bron 9 op welk klimaat Bangladesh heeft.

a Gebruik nog een keer de kaarten ‘De aarde,

klimaat’. 12b D e meeste neerslag wereldwijd valt bij de polen / op onze breedte / rond de evenaar. In gebieden waar het veel regent, is het gemiddeld warm / koud. Het verband tussen de temperatuur en de neerslag kun je uitleggen door te kijken naar de verdamping. Verdamping vindt vooral plaats boven zee / land. Het verdampte water wordt door de wind naar het land gebracht. Daar ontstaan wolken en neerslag. De wind in Bangladesh komt in het regenseizoen dus uit het zuiden / noorden.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 36

a

Bekijk op bladzijde 29 van het lesboek bron 45. 13e Bekijk de weg. Je ziet dat een groot deel van de grond waarmee de terp was gemaakt, verdwenen is. De grond bestond uit klei en afval. Bedenk waarvoor die grond gebruikt kan zijn. Die grond is gebruikt voor de bouw van dijken. Die grond is verkocht als mest aan boeren in onvruchtbare gebieden. Die grond is door overstromingen weggeslagen en verspreid over het land. Die grond is gebruikt om andere terpen in dorpen verderop mee te bouwen. 13f Plinius reisde voor de keizer in Rome door het Romeinse Rijk en gebieden die daar dicht bij lagen. Plinius schreef op hoe de gebieden eruit zagen. Wat vindt Plinius van het leven op een terp?

25-07-2011 13:46:07


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 3 Extreme klimaten

37 Medemblik Enkhuizen

opdracht 14

14a D e laatste duizenden jaren is de zeespiegel steeds verder gestegen. Hoe komt het dat Nederland toch niet helemaal onder is gelopen?

Waart

0

Schermer

a Zoek met de inhoud van de atlas de kaart

‘Eigen Omgeving, Landschappen’ (BB ‘Nederland, landschappen’). 14b Hoe heet op deze kaart het landschap dat in de lesboektekst wordt beschreven?

1

2

3

4

5

5

10 km

Beemster Edam

Wormer

Purmer Monnickendam

Het IJ

14c In welke zes provincies ligt dit landschap vooral?

Hoorn

Alkmaar

Haarlem

Amsterdam

Figuur 5 Noord-Holland begin zeventiende eeuw.

Enkhuizen

6 14d Welke van die zes provincies bestaat bijna helemaal uit droogmakerij?

Hoorn Alkmaar

opdracht 15

0

5

10 km

Purmerend

15a V anaf wanneer werden molens gebouwd om droogmakerijen droog te malen? 15b Waarvoor werden de droogmakerijen gebruikt? 15c D e steden in (Noord- en Zuid-)Holland werden na 1600 erg rijk. De kooplieden uit die steden betaalden de bouw van de molens. Ze hoopten natuurlijk het geld weer terug te verdienen. Bedenk op welke manier ze dat wilden doen. Vergelijk figuur 5 met figuur 6. 15d Kleur in figuur 5 de meren die zijn drooggemaakt groen. Let goed op, sommige meren zijn niet helemaal drooggemaakt. Gebruik een kaart van Noord-Holland in de atlas. 15e Kleur in figuur 6 de steden die (gedeeltelijk) in een droogmakerij liggen rood. Zoek in de atlas de namen van die steden erbij.

a

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 37

Almere Haarlem

Amsterdam

Figuur 6 Noord-Holland nu.

Wist je dat?

• Het klimaat altijd verandert als je lang

genoeg wacht? 250 miljoen jaar geleden was Nederland een woestijn met rood zand. En 100 miljoen jaar geleden was Nederland tropisch heet, er was 20 keer zoveel CO2 in de lucht en de zeespiegel stond 200 meter hoger dan nu. In Siberië leefden krokodillen! Maar 100.000 jaar geleden in de ijstijd schoof landijs uit Scandinavië tot in Nederland.

25-07-2011 13:46:07


38

Weer leren bang te zijn voor water

Misschien stijgt in de komende eeuw de zeespiegel met wel één meter. Bovendien wordt de kracht van de golven uit zee steeds groter. Is de Nederlandse kust dan sterk genoeg? De politiek is bezorgd, want de Nederlandse kust heeft acht zwakke plekken. Daar moeten de dijken en duinen worden versterkt.

16d Het zorgen voor een veilige kust is heel duur. Wie moet dat volgens jou betalen? mensen met een eigen huis de boeren in de provincies aan de kust alle bewoners van gebieden beneden de zeespiegel alle Nederlanders alle inwoners van de Europese Unie 16e Geef twee redenen voor je keuze.

1

2 opdracht 17

Lees op bladzijde 45 van het lesboek de tekst ‘Dure en goedkope grond’. 17a Wat hoort bij wat? Zet in figuur 8 kruisjes in de goede kolom. Bekijk op bladzijde 45 van het lesboek de bronnen 30 en 31. 17b Bron 31 laat intensieve / extensieve landbouw zien, want

Dicht bij een stad

Goedkope grond

Veel machines

Veel arbeid

Bron 30

Bron 31 Figuur 8

opdracht 16

16c Wat kan de Nederlandse regering daaraan doen?

Intensieve Extensieve landbouw landbouw

Brengt per m2 veel geld op

FiguuR 7 Vrij naar: NRC, 11-11-2005

Lees figuur 7. 16a In figuur 7 staan twee manieren om Nederland tegen de zee te beschermen. Onderstreep die twee manieren in figuur 7. 16b Waarom moeten Nederlanders weer leren bang te zijn voor het water?

Gebruik GB 54A (BB 26). 17c Zoek de bevolkingsdichtheid op van het platteland in Zuid-Holland.

a

inwoners per km2 Gebruik GB 161D (BB 118A). 17d Zoek de bevolkingsdichtheid op van het platteland in bron 30.

a

inwoners per km2 17e L eg uit waarom de boeren in de bronnen 30 en 31 voor verschillende vormen van landbouw hebben gekozen.

opdracht 18

Bb Ga naar www.mundo-online.nl en maak de opdracht ‘Aanpassen aan je omgeving’. opdracht 19

op een rij

Maak het schema af in figuur 9. opdracht 20 deelvraag

20a Waarvan leven mensen in extreem koude gebieden? 20b Waarvan leven mensen in extreem warme en droge gebieden?

Bron 32 laat intensieve / extensieve

20c Waarvan leven mensen in extreem natte gebieden?

landbouw zien, want

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 38

25-07-2011 13:46:08


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 3 Extreme klimaten

39

Extreme klimaten

koud:

droog:

Volk dat daar leeft:

nat:

Sahara en Sahel

Bangladesh

Volk dat daar leeft:

Volk dat daar leeft:

Leeft van:

Hoe woont het volk?

Leeft van:

Leeft van:

Hoe woont het volk?

Waar wonen de mensen?

Zuidwesten van de VS Volk dat daar leeft:

Nederland: niet extreem nat,

maar wel Maatregelen:

Leeft van: Hoe woont het volk?

1 2 3

Figuur 9

Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok kun je: • vertellen hoe de Inuit vroeger leefden. • vertellen hoe de Inuit nu leven. • vertellen hoe de Toearegs zich aan de droogte en hitte in de woestijn hebben aangepast. • voordelen noemen van een droog klimaat • manieren noemen waarop je iets kunt doen tegen de nadelen van hete en droge klimaten. • uitleggen waarom het in Bangladesh zoveel regent. • vertellen hoe de mensen in Bangladesh zich aan de natte omstandigheden hebben aangepast. • vertellen hoe Nederlanders zich aan de lage ligging van hun land hebben aangepast, vroeger en nu.

• v ertellen wat het verschil is tussen intensieve en extensieve landbouw. • uitleggen waarom boeren kiezen voor een intensieve of extensieve manier van landbouw.

• Begrippen droogmakerij extensieve landbouw intensieve landbouw

terp zeepolder

Ga naar:

www.mundo-online.nl

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 39

25-07-2011 13:46:08


40

Menukaart 3 Keuzeopdracht

Samen of alleen

Wat heb je nodig?

A Overwinteren op Nova Zembla In september 1596 strandde een Nederlands schip op Nova Zembla, een eiland in de Noordelijke IJszee. De bemanning moest negen maanden zien te overleven in de barre kou. Doe jij ze dat na? Speel een spel, zoek informatie en schrijf een scheepsjournaal over dit grote avontuur.

Samen of alleen

Computer

B

Leven van de sherpa’s Sherpa’s helpen westerse bergbeklimmers om de hoge toppen van het Himalayagebergte te beklimmen. Wie zijn deze mensen en hoe leven ze? Bekijk stukken van een film.

Alleen

Computer

C

Hoe overleef je in de ruimte? Altijd al eens een reisje in de ruimte willen maken? Maak een folder waarin je andere mensen enthousiast maakt voor een reis in de ruimte.

Samen

Papier

A Overwinteren op Nova Zembla

Bb

Ga naar www.mundo-online.nl en maak de opdracht ‘Overwinteren op Nova Zembla’.

B Leven van de sherpa’s

Lees op bladzijde 46 van het lesboek de teksten. Bekijk op bladzijde 46 van het lesboek de bronnen. De film Nima Temba Sherpa volgt de berggids Nima Temba op een van zijn tochten met westerse bergbeklimmers. De film laat zien dat Nima het belangrijk vindt goed om te gaan met de natuur, zijn familie en de veiligheid van de klimmers. Dat is belangrijker dan het halen van de top. Je bekijkt in deze opdracht een paar stukken uit de film. Maar eerst moet je een paar vragen beantwoorden. a Wat weet je al over Nepal?

b c

at weet je al over de mogelijkheden om in de W bergen je geld te verdienen?

d

Wat weet je al over de temperatuur, de neerslag en de wind in het hooggebergte?

aar ben je benieuwd naar in de film? Wat zou W je willen weten over het leven van de mensen in Nepal? Bedenk drie vragen hierover.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 40

25-07-2011 13:46:08


Thema 2 Wat eten we vandaag? Menukaart 3 Extreme klimaten

b Ga naar www.mundo-online.nl en bekijk de e

f

fragmenten uit de film ‘Nima Temba sherpa’. Als je de film hebt bekeken, bekijk dan nog een keer je antwoorden op de opdrachten a, b en c. Verbeter zonodig je antwoorden of vul ze aan. Welke antwoorden heb je gevonden op jouw eigen vragen (opdracht d)?

41

3

1

g

Noem twee dingen uit de film, die je niet had verwacht, maar die je nu weet (en zult onthouden).

1

2

2

C Hoe overleef je in de ruimte?

• Waarom is een ruimtereis zo bijzonder? • Versier de folder met tekeningen of plaatjes. • Je mag natuurlijk extra informatie zoeken op

B

Persoonlijk verslag Leef je in in een astronaut. Schrijf namens hem/ haar een verslag van minimaal één dag in de ruimte. • Verwerk de volgende informatie: • Wat doe je op een dag? • Hoe is het om met vijf mensen een tijd in een ruimteschip te zitten? • Welke regels zijn er aan boord? • Hoe regelen jullie wie er kookt? • Maak tekeningen of plaatjes bij je verslag. • Je mag natuurlijk extra informatie zoeken op internet, in de mediatheek of de bibliotheek.

c Deze opdracht doe je met z’n tweeën. d

Papier Lees op bladzijde 47 van het lesboek de teksten. Bekijk op bladzijde 47 van het lesboek de bronnen. Kies nu welke opdracht je wilt doen: A een folder maken voor een reis in de ruimte B een persoonlijk verslag schrijven van een dag in de ruimte van een astronaut A Folder Jullie hebben een reisbureau dat reisjes in de ruimte organiseert. Maak een folder waarmee je mensen enthousiast maakt voor jullie reis. • Verwerk de volgende informatie: • Wat moeten de mensen vooraf weten? • Wat gaan de mensen doen? • Welke regels zijn er aan boord?

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 41

internet, in de mediatheek of de bibliotheek.

25-07-2011 13:46:08


42

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 42

25-07-2011 13:46:08


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 3 Aantekeningen

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 43

43

25-07-2011 13:46:08


44

Blok 4 Wat eet jij? 2b En als er vooral verschillen zijn?

Let jij op wat je eet, of eet je gewoon wat je lekker vindt? Insecten zijn gezond en minder schadelijk voor het milieu dan vlees, … maar durf je ze ook te eten? Eetgewoonten verander je niet zo gemakkelijk. Toch is het goed om te weten welke gevolgen jouw eetgedrag heeft. Dan kun je altijd nog beslissen of je iets wilt veranderen aan je eetgewoontes.

Deelvraag van dit blok: Welke gevolgen heeft mijn eetgedrag?

2e N oem drie redenen waarom de landbouw nu meer gevolgen heeft voor het milieu dan vroeger.

2c W elke verschillen tussen de landbouw vroeger en nu staan er in de tekst?

2d B edenk zelf een of meer overeenkomsten tussen landbouw vroeger en nu.

opdracht 1

Lees de introtekst. 1a Waar let jij op als je eten koopt? of het gezond is of je er dik van wordt waar de producten vandaan komen of het biologisch is of het lekker is anders, nl. 1b W aarom is het een goed idee om insecten te eten? 1c Z ou jij insecten willen eten? Leg uit waarom wel/niet.

opdracht 3

Lees op bladzijde 48 van het lesboek de tekst ‘Biologische landbouw’. 3a Kruis aan wat bij biologische landbouw hoort: natuurlijke bestrijdingsmiddelen meer ruimte nodig voor het verbouwen van een kilo graan kunstmest alle kleur-, geur- en smaakstoffen zijn toegestaan veel ruimte voor de dieren 3b Een kilo biologisch gehakt kost € 10 en een kilo gewoon gehakt € 4,50. Wat zou jij kopen? Leg je antwoord uit.

opdracht 2

opdracht 4

Lees op bladzijde 48 van het lesboek de tekst ‘Verkopen is een vak’. 4a Noem de vier p’s van marketing.

Lees op bladzijde 48 van het lesboek de tekst ‘Eten en het milieu’. Lees op bladzijde 145 van het lesboek vaardigheid 2 Vergelijken. 2a Als je de landbouw vroeger en nu vergelijkt, kijk je naar verschillen en overeenkomsten. Hoe noem je het als er vooral overeenkomsten zijn?

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 44

25-07-2011 13:46:08


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 4 Wat eet jij?

4b G eef voor de volgende situaties aan om welke ‘p’ het gaat. 1 Bij een verpakking van Calvé pindakaas krijg je 10% extra.

2 Het WK voetbal wordt gesponsord door McDonald’s.

3 In de supermarkt staan producten waar het meest aan verdiend wordt op ooghoogte.

4 Sultana heeft naast de zoete crackers nu ook een zoute variant.

opdracht 5

c Deze opdracht doe je met z’n tweeën.

d papier, computer met internet, twee producten

b

5a 5b 5c 5d 5e

5f

naar keuze Neem twee dezelfde soort producten maar van een ander merk. Bijvoorbeeld twee soorten hagelslag of twee soorten cola. Deel een A4-tje in twee kolommen. Schrijf in de ene kolom alle antwoorden voor merk A en in de andere kolom voor merk B. Beschrijf het product. (Hoe ziet het product eruit? Hoe is het verpakt?) Wat is de prijs van het product? Wordt er reclame gemaakt voor het product? Zo ja, wat vertelt de reclame je over het product? Welk product zou je op basis van bovenstaande antwoorden kopen? Doe nu de test. Vraag iemand om beide producten voor je klaar te zetten zodat je ze kunt proeven zonder dat je weet welk merk het is. Welk product vind je het lekkerst? Heeft de test invloed op wat je de volgende keer koopt?

45

6b L eg uit dat marketing voor voedsel wel past in Nederland, maar niet in Sudan. opdracht 7

Bekijk op bladzijde 49 van het lesboek bron 39. Gebruik de atlas. 7a De foto van bron 39 is genomen in Sudan. Zoek op waar dat land ligt.

a

7b Schat de leeftijd van de kinderen op deze foto. 7c W at zijn de mogelijkheden voor landbouw in dit gebied? 7d Bedenk waarom de mensen in een rij staan. 7e Bedenk waar de moeders van deze kinderen zijn. 7f Bedenk waar de vaders van deze kinderen zijn. 7g Bedenk een goed bijschrift voor bron 40. opdracht 8

Lees op bladzijde 49 van het lesboek de tekst ‘Te veel of te weinig voedsel?’ Gebruik GB 210E. 8a In welk werelddeel hebben de mensen het minste te eten?

a

opdracht 6

Bekijk op bladzijde 48 van het lesboek bron 38. 6a Hoe probeert de snackbar de klanten naar binnen te lokken?

8b I n welke drie werelddelen hebben de mensen het meeste te eten?

Vergelijk bron 38 met bron 39.

1

2

3

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 45

25-07-2011 13:46:08


46

8c M ensen in rijke landen eten niet alleen meer, ze eten ook andere dingen. Wat is het verschil in voeding tussen rijke en arme mensen?

opdracht 10

Lees op bladzijde 49 van het lesboek de tekst ‘Superplanten’. Deze opdracht doe je met z’n tweeën. 10a Wat is genetische modificatie? Tip: op www.mundo-online.nl staat een link naar een goede animatie!

c

8d L eg uit dat het dieet van rijke mensen slecht is voor hun gezondheid.

8e L eg uit dat het dieet van rijke mensen slecht is voor het milieu. 8f L eg uit dat het dieet van rijke mensen veel landbouwgrond kost.

10b Bedenk samen hoe je met genetische modificatie de honger in de wereld zou kunnen bestrijden. 10c W aarom zijn sommige mensen tegen genetische modificatie?

opdracht 9

Bekijk op bladzijde 49 van het lesboek bron 40. 9a Wie gebruikt de meeste ruimte van de aarde om in zijn behoeften te voorzien? 9b En wie het minst? 9c W at zouden de mensen die de meeste ruimte gebruiken kunnen doen om hun voetstap te verkleinen? 9d Z ou jij dat doen? Geef argumenten voor je antwoord.

10d Wat vind je er zelf van? Leg je antwoord uit. opdracht 11

c Deze opdracht doe je met z’n tweeën. d

11a 11b

11c

11d

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 46

verdieping

papier Stel je voor dat jullie bij een reclamebureau werken. Jullie krijgen de opdracht een reclamecampagne te bedenken om mensen over te halen om insecten te gaan eten. Schrijf op wat de voordelen zijn van het eten van insecten. Veel mensen zullen het eng of gek vinden om insecten te eten. Bedenk hoe je mensen kunt overhalen het een keer te proberen. Jullie denken dat jongeren het snelst bereid zijn om insecten te gaan eten. Dat wordt jullie doelgroep. Bedenk een goede slogan voor jullie reclamecampagne. Een reclamecampagne bestaat vaak uit meerdere onderdelen, bijvoorbeeld: radiospotje, televisiefilmpje, poster, folder, stand. Kies ten minste één onderdeel uit en werk dat uit.

25-07-2011 13:46:09


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 4 Wat eet jij?

opdracht 12

Bb Ga naar www.mundo-online.nl en maak de

47

15b L eg uit hoe je met jouw eetgedrag kunt bijdragen aan meer voedsel in de wereld.

opdracht ‘Seizoensproducten’.

opdracht 13

Bb Ga naar www.mundo-online.nl en maak de opdracht ‘Een ei is een ei’.

1

2

3 4 5

Extra oefenblad ECONOMIE Vraag aan je docent of je het extra oefenblad Marketingonderzoek moet maken.

6 7

Kennen en kunnen

Figuur 1 opdracht 14

op een rij

Maak de puzzel in figuur 1. 1 De productie van deze etenswaar levert de meeste schadelijke gevolgen op aan het milieu. 2 Als je niet genoeg te eten hebt. 3 ... manipulatie is een manier om het erfelijke materiaal van planten en dieren te veranderen. 4 Er is genoeg voedsel op de wereld, maar de ... is ongelijk. 5 Veel vee houden op een klein stuk grond heet ... veeteelt. 6 Het ... lijdt nu meer schade door de voedselproductie dan vroeger. 7 In de ... landbouw worden planten zo natuurlijk mogelijk verbouwd. opdracht 15

deelvraag

Als je klaar bent met dit blok kun je: • drie oorzaken noemen waardoor de voedselproductie nu slechter is voor het milieu dan vroeger. • drie kenmerken noemen van biologische landbouw. • de vier p’s beschrijven van marketing. • twee verschillen noemen in voeding van mensen in de rijke en in de arme wereld. • drie nadelen noemen van het eten van veel vlees. • argumenten voor en tegen genetische manipulatie noemen. • twee manieren noemen waarop jij milieuvriendelijker zou kunnen eten. Begrippen biologische landbouw genetische modificatie marketing

De deelvraag is: welke gevolgen heeft mijn eetgedrag? 15a Leg uit hoe je met jouw eetgedrag kunt bijdragen aan een beter milieu.

Vaardigheid 2 Vergelijken

Ga naar:

www.mundo-online.nl

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 47

25-07-2011 13:46:09


48

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 48

25-07-2011 13:46:09


Thema 2 Wat eten we vandaag? Blok 4 Aantekeningen

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 49

49

25-07-2011 13:46:09


50

Eindsprint opdracht 1

Bekijk het schema in figuur 1. Vul op de lege plekken de goede woorden in.

FiguuR 1

klimaat w over lange tijd: klimaat. voorbeelden: t

klimaat

z

klimaat

s

klimaat

l

klimaat

s

klimaat

t

klimaat

w

klimaat

s

klimaat

Het klimaat be誰nvloedt de plantengroei en de 1 huis 2 kleding

behoeften van de mens:

3

manieren om aan voedsel te komen

jagen en

l

twee volken die zo leven:

twee volken die zo leven:

1 vroeger:

twee soorten: 1 veeteelt 2

1 vroeger:

2 nu:

2 nu:

gevolgen

gevolgen

Hebben geen vaste woonplaats.

Hebben een vaste woonplaats. Er ontstaan

Zij zijn:

.

Hebben daardoor veel / weinig bezittingen. Veranderen het landschap wel / niet ingrijpend.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 50

en

.

Mensen hebben daardoor veel / weinig bezittingen. Verschillen tussen mensen worden groter / kleiner. Veranderen het landschap wel / niet ingrijpend.

25-07-2011 13:46:09


Thema 2 Wat eten we vandaag? Eindsprint

–14.000 v. Chr.

–12.000

–10.000

–8000

51

–6000

–4000

–2000

1

2000

Figuur 2 opdracht 2

Bekijk op bladzijde 139 van het lesboek de Tijdwijzer. Gebruik de tijdbalk in figuur 2. 2a Kleur op de tijdbalk: • de tijd van jagers en boeren: geel • de overgang naar de landbouw: rood 2b Schrijf de volgende letters bij de tijdbalk: A 5000 v.Chr: eerste boeren in Nederland B 1900: eerste verwarmde kassen in Nederland C 1910: productie kunstmest in de fabriek D 1945: gebruik van bestrijdingsmiddelen neemt sterk toe 2c In de twintigste eeuw heeft de landbouw meer gevolgen voor het milieu. Leg dat uit.

opdracht 3

Bekijk de kaart in figuur 3. 3a Zet de namen van de (zeven) werelddelen op de goede plaats op de kaart. 3b Zet de letters van de volgende zeeën op de juiste plaats op de kaart. A Atlantische Oceaan B Indische Oceaan C Grote Oceaan D Middellandse Zee E Rode Zee F Caribische Zee 3c Zet de cijfers van de grootste woestijnen, gebergten en koude gebieden zeeën op de juiste plaats op de kaart. 1 Andes (gebergte) 2 Atlas (gebergte) 3 Himalaya (gebergte) 4 Rocky Mountains (gebergte) 5 Gobi (woestijn) 6 Sahara (woestijn) 7 Alaska (koud gebied) 8 Groenland (koud gebied) 9 Siberië (’s winters een koud gebied)

Figuur 3

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 51

25-07-2011 13:46:09


52

Begrippen akkerbouw (blok 2 blz. 36) Het verbouwen van planten op akkers. • Akkerbouw is een van de soorten landbouw. basisbehoeften (blok 1 blz. 30) De dingen die je nodig hebt om te overleven: eten, huis, kleding. • Het rendier voorzag in bijna alle basisbehoeften van de rendierjagers. biologische landbouw (blok 4 blz. 48) Landbouw die zo natuurlijk mogelijk is: er worden natuurlijke bestrijdingsmiddelen gebruikt en dieren krijgen meer ruimte. • Op een biologische boerderij mogen kippen buiten rondscharrelen. boeren (blok 2 blz. 36) Mensen die werken in de landbouw. • Boeren wonen op een vaste woonplaats en hebben meer bezittingen dan jager-verzamelaars. droogmakerij (blok 3 blz. 44) Nieuw land dat ontstaat door om een stuk water dijken aan te leggen en het water binnen de dijk weg te pompen. • Flevoland is een droogmakerij. extensieve landbouw (blok 3 blz. 45) Manier van landbouw, waarbij weinig arbeidskrachten, machines en andere hulpmiddelen op een groot stuk grond worden gebruikt. • Extensieve landbouw komt vooral voor in dunbevolkte gebieden. genetische modificatie (LB blok 4 blz. 49) Het veranderen van de genen van planten om ze te verbeteren. • Door genetische modificatie kunnen planten resistent gemaakt worden tegen bepaalde ziektes. intensieve landbouw (blok 3 blz. 45) Manier van landbouw, waarbij veel arbeidskrachten, machines en andere hulpmiddelen op een klein stuk grond worden gebruikt. • Het verbouwen van tomaten in kassen is een voorbeeld van intensieve landbouw.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 52

irrigatie (blok 2 blz. 37) Water brengen op grond die te droog is voor landbouw. • De oude Egyptenaren bedachten al vroeg een irrigatiesysteem. jager-verzamelaars (blok 1 blz. 30) Mensen die leven van de jacht op dieren en het verzamelen van vruchten en noten in de natuur. • De rendierjagers leefden als jager-verzamelaars. klimaat (blok 1 blz. 31) Het weer over een langere periode (dertig jaar) in een groot gebied. • In Nederland heerst een zeeklimaat. landbouw (blok 2 blz. 36) Het bewerken van het land en het houden van dieren voor de productie van voedsel. • Veeteelt en akkerbouw zijn twee soorten landbouw. marketing (blok 4 blz. 48) Het maken van een plan om een product zo goed mogelijk te verkopen. • De afdeling marketing heeft een spaaractie bedacht om meer klanten naar de winkel te lokken. neerslag (blok 1 blz. 32) Water dat als regen, sneeuw of hagel op aarde valt. • Voor planten is het belangrijk dat er regelmatig neerslag valt. nomaden (blok 1 blz. 30) Mensen die geen vaste woonplaats hebben. • De Toearegs zijn nomaden; zij trekken met hun vee rond in de woestijn op zoek naar water. onvruchtbaar (blok 2 blz. 39) Als er op een stuk grond geen planten meer kunnen groeien, omdat de voedingsstoffen op zijn. • Bosgrond wordt onvruchtbaar als je het een tijd gebruikt voor akkerbouw. savanne (blok 1 blz. 33) Warm gebied bij de evenaar met een droog en een nat seizoen. Er groeien bomen en gras. • Op de savanne in Afrika leven veel wilde dieren.

25-07-2011 13:46:09


Thema 2 Wat eten we vandaag? Begrippen

53

steppe (blok 1 blz. 33) Droog gebied, waar vooral gras groeit. • In steppegebieden wordt veel graan verbouwd.

veeteelt (blok 2 blz. 36) Het houden en fokken van vee. • Veeteelt is een van de soorten landbouw.

terp (blok 3 blz. 44) Heuvel die de mensen bouwden om zich te beschermen tegen hoog water. • Vooral in het noorden van Nederland zijn veel terpen.

weer (blok 1 blz. 31) Toestand van de lucht om ons heen. • Vandaag hebben we lekker weer, maar dat kan morgen anders zijn.

toendra (blok 1 blz. 31) Koud gebied waar alleen mossen en lage struiken groeien. • De rendierjagers leefden op de toendra. tropisch regenwoud (blok 1 blz. 31) Warm gebied rond de evenaar waar veel regen valt en veel verschillende planten groeien. • Het tropisch regenwoud is een makkelijker gebied voor mensen om te overleven dan de toendra.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 53

zeepolder (blok 3 blz. 44) Nieuw land dat is ontstaan doordat de zee klei neerlegde en de mensen daar een dijk omheen bouwden. • Zeepolders vind je vooral in Zeeland, Friesland en Groningen.

Ga naar:

www.mundo-online.nl

25-07-2011 13:46:10


54

Illustratieverantwoording Vormgeving & opmaak: Cartografie: Technisch tekenwerk: Beeldresearch: Foto omslag:

In2vorm, Barchem EMK, Deventer Tiekstra Media, Groningen Lineair Fotoarchief, Arnhem Verbaal Bureau voor Visuele Communicatie, Velp Ton Koene/Lineair

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 54

25-07-2011 13:46:10


Thema 2 Wat eten we vandaag? Illustratieverantwoording

06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 55

55

25-07-2011 13:46:10


06488197_Mundo_KGT_TS2.indd 56

25-07-2011 13:45:49


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.