Nederlands voor volwassen anderstaligen
Nederlands voor volwassen anderstaligen
Nederlands voor volwassen anderstaligen Basisleergang Inburgeringsexamen 0 - A1 Met IJsbreker+ leer je Nederlands. Je leert de taal om in Nederland te kunnen werken en wonen. Met IJsbreker+ kun je ook alles leren voor het inburgeringsexamen. Je kunt met IJsbreker+ veel zelf werken. Er zijn veel oefeningen op de computer. Je oefent de woorden op de computer, je kunt luisteren en video’s bekijken. In dit boek kun je oefenen met spreken en schrijven. Dat doe je met andere cursisten en met de docent. Zo krijg je alles onder de knie! In dit boek werk je tot niveau A1.
Basisleergang Inburgeringsexamen 0 – A1
IJsbreker+ bestaat uit 4 delen. Bij deze uitgave hoort het leerplatform nt2plus.nl.
DEEL 2
DEEL 2
0 – A1
In samenwerking met de Afdeling Nederlands Tweede Taal van de Vrije Universiteit in Amsterdam
9 789006 978254
3205_NT2_Covers_Design-IJsbreker+Deel2-01082017.indd All Pages
1/08/17 14:03
deel 2 Nederlands voor volwassen anderstaligen Basisleergang Inburgeringsexamen 0 – A1
COLOFON Auteurs Fouke Jansen Marijke Huizinga Ellie Liemberg Bastienne Tholen Vita Olijhoek Anja Valk Inhoudelijke redactie Fouke Jansen in samenwerking met VU-NT2 Redactie IJsbreker+ PenTaal, Oosterwolde Didactisch concept VU-NT2, Amsterdam Vormgeving en opmaak Studio Fraaj, Rotterdam Illustraties Anjo Mutsaars, Groningen Fotografie Peter Bak – omslagfotografie Isis Vaandrager – styling t.b.v. de omslagfotografie Irene van Heerde Rob Sudmeijer Shutterstock – volledige bronvermelding op pagina 269 Online platform Enigmatry, Rotterdam Bij alle uitgaven van IJsbreker+ hoort een digitale applicatie. Klantenservice uitgeverij ThiemeMeulenhoff: 033 - 448 3700
Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 9782 54 Tweede druk, eerste oplage, 2017 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden
Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk . Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde manier heeft plaatsgevonden.
INHOUD
05
HOOFDST UK 1
33
HOOFDST UK 2
57
HOOFDST UK 3
87
HOOFDST UK 4
113
HOOFDST UK 5
139
HOOFDST UK 6
165
HOOFDST UK 7
193
HOOFDST UK 8
223
HOOFDST UK 9
253
Waar komt u vandaan?
Wanneer heb je tijd?
Waar ga je naartoe?
Lekker rijdt je auto, zeg!
Vind je dat nou echt lekker?
Mag ik hem even passen?
Twee voor een tientje
Gelukkig helemaal gezond
In gesprek
Antwoorden
Leeswijzer In het boek staan bij de oefeningen kleine plaatjes. De plaatjes zeggen wat je moet doen of hoe je iets moet doen. Veel plaatjes komen terug in het online gedeelte van IJsbreker+.
Deze oefeningen doe je samen met de docent.
Deze oefeningen doe je alleen of met een groepje.
Hier oefen je met luisteren.
Hier oefen je met lezen.
Hier oefen je met spreken. Spreken doe je in tweetallen of in groepjes.
Hier oefen je met schrijven.
Deze opdrachten doe je op de computer.
Deze opdrachten doe je buiten de klas of buiten de school.
Je gaat naar een video kijken met de docent en de groep.
H O O F DST UK 1
Waar komt u vandaan? Dit hoofdstuk gaat over kennismaken en geld.
06
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 1
Les 1
Intro
Zelfstandig
Hoe heet je? Hoe heet je docent? Loop rond. Geef de andere cursisten een hand. Zeg je naam.
Luisteren
Maak een kaartje met je naam.
Les 1 heeft twee luisterteksten. De teksten staat op de computer. - Even voorstellen - HĂŠ, hallo Ga naar de computer en maak alle oefeningen van les 1.
HOOFDSTUK 1
Met de docent
Taalwijzer Ik heet ... Ik heet ... Ik ben ... Mijn naam is ...
1
Ik heet Daniël. Ik ben Berend. Mijn naam is Van Dam.
Zet een cirkel om het goede antwoord. 1
Dag, ik ben .....
a b
Berend. mevrouw.
2
Hoi, ik heet …..
a b
Anna. dag.
3
Mijn naam is …..
a b
meneer. Van Dam.
4
Hallo, ik ben …..
a b
Dide. mevrouw.
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 1
07
08
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 1
Taalwijzer Hallo
2
Hallo
> Hé, hallo, Jamal. < Hallo, Kees.
Dag
> Dag, ik ben Berend. < Hallo, ik ben mevrouw Dijkstra.
Goedemorgen
> Goedemorgen. < Ook goedemorgen.
Hoi
> Hoi, Anna. < Hallo.
Luister naar de tekst. Wat hoor je? Zet een cirkel om het goede antwoord. 1
....., ik heet Daniël. Mijn naam is Van Dam.
a b
Dag Hallo
2
....., ik ben Berend. Mevrouw Dijkstra.
a b
Dag Goedemorgen
3
Anna, dit is Dide. Dide. Dat is Anna.
a b
Dag Hoi
Spreken/gesprekken voeren 3
Loop door de klas. Groet alle mensen. Zeg: ‘hallo’, ‘dag’ of ‘goedemorgen’.
4
Loop door de klas. Geef een hand. Zeg: ‘Ik heet …’ of ‘Ik ben …’
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 2
Les 2
Intro
Zelfstandig
Waar woon je? Wat is je adres? Waar kom je vandaan? Uit welk land?
Luisteren
En waar ben je geboren?
Les 2 heeft twee luisterteksten. De teksten staan op de computer. - Woonplaats Utrecht - Waar komt u vandaan? Ga naar de computer en maak alle oefeningen van les 2.
09
10
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 2
Met de docent
Taalwijzer Waar woon je? Waar woon je?
> Waar woon je? < In Utrecht. > Waar woont u? < In Heerlen.
Wat is je adres?
> Wat is je adres? < Spoorstraat nummer 3. > Wat is uw adres? < Sint Maartenstraat 14.
1
Zet een cirkel om het goede antwoord. 1
Waar woon je?
a Graag. b In Utrecht.
2
Waar woont u?
a Een koffie. b Parkstraat 21.
3
Wat is je adres?
a Spoorstraat 3. b Utrecht.
4
Wat is je adres?
a Parkstraat 21, Leiden. b Zeg het maar.
5
Waar woont u?
a Hallo. b In Hengelo.
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
Taalwijzer Waar komt u vandaan? Waar komt u vandaan?
> Waar komt u vandaan? < Uit Vietnam. > Waar kom je vandaan? < Uit Angola.
Uit welk land komt u?
> Uit welk land komt u? < Uit Marokko. > Uit welk land kom je? < Uit Polen.
2
Zet een cirkel om het goede antwoord. 1
Waar komt u vandaan?
a b
Koffie graag. Uit Vietnam.
2
Waar kom je vandaan?
a b
Spoorstraat. Uit Turkije.
3
Uit welk land kom je?
a b
Uit Amsterdam. Uit Marokko.
4
Uit welk land komt u?
a b
Uit SomaliĂŤ. Uit Utrecht.
5
Waar ben je geboren?
a
In Nederland.
Spreken/gesprekken voeren 3
Werk samen. Stel de vragen aan elkaar. Geef antwoord. 1 2
4
3 4
Waar ben je geboren? Ben je getrouwd?
Loop door de klas. Stel de vragen aan drie mensen in de groep. 1 2
5
Waar woon je? Wat is je adres?
Waar woon je? Wat is je adres?
3 4
Waar ben je geboren? Ben je getrouwd?
Waar ligt jouw land? Vertel het aan de andere cursisten. Of wijs het aan op een kaart.
LES 2
11
12
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 2
Taalwijzer Ik, je, u
6
7
Ik
Ik heet Berend. Ik kom uit Iran.
Je, jij
Hoe heet jij? Waar kom je vandaan?
U
Waar komt u vandaan? Waar bent u geboren?
Zet een cirkel om het goede antwoord. 1
Dag mevrouw, waar komt ….. vandaan?
a b
je u
2
Hé, Miloud. Wil ….. koffie?
a b
je u
3
Meneer, waar bent u geboren? ….. ben in Londen geboren.
a b
Ik Je
4
Hallo, hoe heet …..?
a b
ik je
5
Bent u Nederlander? Nee, ….. ben Belg.
a b
ik u
Bespreek de vragen. 1 2
Hoe zeg je ‘Ik woon in Nederland’ in je eigen taal? Heb je een woord voor ‘ik’ in jouw eigen taal? Welk woord is dat? Heb je ook een woord voor ‘u’ en ‘jij’ in jouw eigen taal? Of is dat één woord in jouw taal?
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
Taalwijzer Werkwoorden: ik woon, je woont, u woont zijn
ik ben je/jij bent u bent
Ik ben Berend. Je bent Marokkaan. U bent Nederlander.
komen
ik kom je/jij komt u komt
Ik kom uit Engeland. Jij komt uit België. U komt uit Marokko.
wonen
ik woon je/jij woont u woont
Ik woon in de Spoorstraat. Je woont in Utrecht. U woont in Nederland.
Je komt uit België. Kom je uit België?
8
Zet een cirkel om het goede antwoord. 1
Ik ..... Belg.
a b
ben bent
2
Je ..... Marokkaan.
a b
ben bent
3
Ik ..... uit Engeland.
a b
kom komt
4
Je ..... uit België.
a b
kom komt
5
Ik ..... in de Spoorstraat.
a b
woon wonen
6
U ..... in Nederland.
a b
woont wonen
7
….. je ook?
a b
Kom Komt
8
Wat ..... je?
a b
zeg zegt
LES 2
13
14
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 2
Schrijven 9
Wat is je adres? Schrijf je adres op.
Spoorstraat 3 Utrecht de straat en het nummer de woonplaats 10
Maak drie zinnen. Ik U Je
1 2 3 4
woont woon heet ben bent
Ik ben Anna.
mevrouw Dijkstra. Anna. in Utrecht.
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 3
Les 3
Intro
Zelfstandig
Ken je de letters van het alfabet?
Luisteren
Met welke letter begint jouw achternaam? Hoeveel voornamen heb je?
Hoe heten je broers en zussen? En je kinderen?
Les 3 heeft een luistertekst. De tekst staat op de computer. -D e zesentwintig letters van het alfabet Ga naar de computer en maak alle oefeningen van les 3.
15
16
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 3
Met de docent Lezen De zesentwintig letters van het alfabet
HOOFDLETTERS: ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ kleine letters: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z Woorden het alfabet de hoofdletters (de hoofdletter)
1
2
kleine (klein) de letters (de letter)
Kijk naar de oefening. Welke letters staan er niet? Vul in. 1
ABCDEFGHI
2
JK
3
S
4
ab
5
nopq
MN
PQR
U V W X Y def
hij
lm uvwxyz
Schrijf achter elke rij nog 6 letters. 1
ABCDEFG
2
NOPQRST
3
ghijklm
4
cdefgh
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 3
Spreken/gesprekken voeren 3
Werk samen met drie andere cursisten. Een cursist zegt de letters van het alfabet. Gaat het fout? Dan gaat een andere cursist verder.
4
Werk samen met drie andere cursisten. Een cursist zegt de letters van zijn of haar naam. De andere cursisten schrijven de letters op. Is de naam goed geschreven?
Lezen Dit is mijn familie Dit is de familie Coppens. Op de foto bovenaan staat mevrouw Coppens-Termogen. Ik ben Stella Termogen. Ik ben getrouwd met Freek Coppens. Freek en ik hebben twee kinderen, een zoon en een dochter. Mijn dochter heet Eva. Mijn zoon heet David.
Ik ben Freek Coppens. Ik ben getrouwd met Stella Termogen. Ik ben de vader van Eva en David.
Ik ben Eva. De man op de foto is mijn vader. De vrouw op de foto is mijn moeder. Ik heb één broer, David.
Ik ben David. Mijn ouders heten Stella en Freek. Eva is mijn zus.
Woorden bovenaan en de kinderen (het kind) de ouders de vrouw
de broer de familie de man staan de zoon
de dochter hebben de moeder de vader de zus
17
18
HOOFDSTUK 1
5
6
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 3
Kijk naar de tekst. Lees de vragen. 1
Wat is de titel van de tekst? a Dit is mijn familie b Dit ben ik.
2
Wat lees je in de tekst? a landen b namen
Lees de tekst. Lees de vragen. Lees de tekst nog een keer. Zijn de zinnen waar of niet waar?
1 2 3 4
De man van Stella Termogen heet Freek Coppens. Stella heeft drie kinderen. Eva heeft één broer. David is de dochter van Stella en Freek.
Taalwijzer Voornaam en achternaam
7
voornaam Stella Freek Eva
achternaam Termogen Coppens Coppens
David
Coppens
Zet een cirkel om het goede antwoord. 1
Wat is uw voornaam? a Stella b Termogen
4
Wat is je achternaam? a Eva b Coppens
2
Wat is je voornaam? a Coppens b Freek
5
Wat is uw voornaam? a David b Termogen
3
Wat is uw achternaam? a Eva b Termogen
waar
niet waar
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
Spreken/gesprekken voeren 8
Werk samen met drie andere cursisten. Bespreek de vragen. 1 2 3 4 5 6
Wat is je voornaam? Wat is je achternaam? Heb je kinderen? Een zoon? Een dochter? Heb je broers? In Nederland? Heb je zussen? In Nederland? Wie heeft in jouw familie dezelfde voornaam als jij?
Taalwijzer Hoofdletters en punten Ik woon op nummer 3. U komt uit Nederland. Dit is Jamal. Amsterdam,
Mohammed, Anna, meneer Jones Philips, Microsoft, Shell Afrika, Himalaya, Mississippi
â&#x20AC;˘ De zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. â&#x20AC;˘ Namen krijgen ook een hoofdletter. 9
Zet een cirkel om de hoofdletters en de punten. 1 2 3 4 5 6 7 8
Ik woon op nummer 3. Jamal woont in de Spoorstraat in Utrecht. Ik kom uit Vietnam. Bent u getrouwd? Mohammed is niet getrouwd. Alida woont in Ams terdam. Meneer Jones komt uit Engeland. Mevrouw Tahiri komt uit Afrika.
LES 3
19
20
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 3
Taalwijzer De en het de de familie de vrouw de man de dochter de naam
het het kind het adres het nummer het boek
• Woorden als familie, man, boek, noemen we zelfstandige naamwoorden. Voor veel zelfstandige naamwoorden staat ‘de’ of ‘het’.
10
Schrijf ‘de’ of ‘het’ voor het woord. Weet je het niet? Zoek het op in het woordenboek. 1
het
kind
5
man
2
vrouw
6
dochter
3
adres
7
boek
4
nummer
8
naam
Schrijven 11
Hoe heten de mensen in de groep? Schrijf drie namen op. Weet je het niet? Vraag het! Voorbeeld
1 2 3
Freek
Coppens
Voornaam
Achternaam
HOOFDSTUK 1
12
WAAR KOMT U VANDAAN?
Welke zinnen zijn waar voor jou? Schrijf die zinnen op. Schrijf ook hoofdletters en punten. Ik heb een vader. Ik heb een broer. Ik heb kinderen.
Ik heb een moeder. Ik heb een zus.
Voorbeeld
Jouw naam
Berend Ik heb een vader. Ik heb een moeder. Ik heb een broer.
LES 3
21
22
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 4
Les 4
Intro
Zelfstandig
Hoe zeg je ‘7’ in het Nederlands? Hoe zeg je ‘8’ in het Nederlands?
Luisteren
Bel je veel? Welke taal spreek je aan de telefoon?
Les 4 heeft twee luisterteksten. De teksten staan op de computer. - Hoeveel? - Ik bel u morgen
Wat is je telefoonnummer? Kun je dat in het Nederlands zeggen?
Ga naar de computer en maak alle oefeningen van les 4.
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 4
Met de docent Lezen Hoeveel?
1
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
nul een twee drie vier vijf zes zeven acht negen
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
tien elf twaalf dertien veertien vijftien zestien zeventien achttien negentien
10 20 30 40
tien twintig dertig veertig
50 60 70 80
vijftig zestig zeventig tachtig
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 90 100
twintig eenentwintig tweeĂŤntwintig drieĂŤntwintig vierentwintig vijfentwintig zesentwintig zevenentwintig achtentwintig negenentwintig negentig honderd
Wat hoort bij elkaar? Zet een cirkel om het goede antwoord. 1
vijf
a b
3 5
2
acht
a b
6 8
3
zeventien
a b
7 17
4
zestig
a b
16 60
5
vierentwintig
a b
24 42
6
dertien
a b
13 33
7
vijfenzestig
a b
56 65
30 31
dertig eenendertig
23
24
HOOFDSTUK 1
2
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 4
Wat hoort bij elkaar? Zet een cirkel om het goede antwoord. 1
12
a b
twaalf twee
2
23
a b
dertien drieĂŤntwintig
3
36
a b
zestien zesendertig
4
45
a b
vijfentwintig vijfenveertig
5
14
a b
vier veertien
6
96
a b
negenenzestig zesennegentig
7
100
a b
tien honderd
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
Taalwijzer Wat is uw nummer?
3
Wat is uw nummer?
> Wat is uw nummer? < 39888
Wat is uw telefoonnummer?
> Wat is uw telefoonnummer? < 06 - 35121305
Zet een cirkel om het goede antwoord. 1
Wat is je nummer?
a b
5144466 Stella Termogen
2
Wat is uw telefoonnummer?
a b
Goed hoor. 141305
3
Wat is je achternaam?
a b
410087 Van Dam
4
Wat is je nummer?
a b
06 – 61352541 Spoorstraat 3.
LES 4
25
26
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 4
Taalwijzer Ja en nee
4
Ja
> U komt uit Turkije? < Ja.
Nee
> Bent u Nederlander? <Nee, Belg.
Lees de vragen. Geef antwoord. 1
Heb je telefoon?
2
Ben je in Nederland geboren?
3
Heb je een zus?
4
Kom je uit Mexico?
Gesprekken voeren 5
Loop door de klas. Stel de vragen aan de mensen in de groep. Schrijf de nummers op. 1
Heb je telefoon?
2
Wat is je nummer?
HOOFDSTUK 1 WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 5
Les 5
Intro
Zelfstandig
Stoppen de autoâ&#x20AC;&#x2122;s in Nederland voor rood? En de fietsers?
Luisteren
Werk je? Wat is je beroep? Hoe heet geld in Nederland?
Les 5 heeft twee luisterteksten. De teksten staan op de computer. - Stop eens even - Ik ben huisvrouw Ga naar de computer en maak alle oefeningen van les 5.
27
28
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 5
Taalwijzer Hoe spel je dat?
1
Hoe spel je dat?
> Mijn naam is Boos. < Hoe spel je dat? > B O O S, Boos.
Hoe schrijf je dat?
> Mijn naam is Deriu. < Hoe schrijf je dat? > D E R I U, Deriu.
Werk samen met drie andere cursisten. Je krijgt van de docent een kaartje met een woord. Zeg het woord. De andere cursisten vragen: ‘Hoe spel je dat?’ of ‘Hoe schrijf je dat?’ Spel het woord. De andere cursisten schrijven het woord op. Controleer het woord samen.
HALLO MIJN NAAM IS:
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
Taalwijzer Mijn, je, uw
2
mijn
Mijn naam is Boos. Mijn zoon heet David.
je (jouw)
Waar woont je broer? Wat is jouw telefoonnummer?
uw
Wat is uw land van herkomst? Wat is uw nummer?
Zet een cirkel om het goede antwoord. 1
Waar woon je? Wat is ….. adres?
a b
je mijn
2
Ik heet Stella Termogen. . Stella is ….. voornaam
a b
mijn uw
3
De docent zegt: ‘Goedemorgen. ?’ Wat is ..... naam
a b
je mijn
4
De agent zegt: ‘Wat is ..... postcode?’
a b
mijn uw
5
Heeft u telefoon? Wat is ..... nummer?
a b
mijn uw
6
Waar komt u vandaan? Wat is ..... land van herkomst?
a b
je uw
LES 5
29
30
HOOFDSTUK 1
WAAR KOMT U VANDAAN?
LES 5
Met de docent Lezen Geld Lees de woorden op de biljetten en de munten.
Woorden de euro de eurocent het geld
HOOFDSTUK 1
3
WAAR KOMT U VANDAAN?
Kijk naar de plaatjes. Wat hoort bij elkaar? Schrijf het goede woord onder het plaatje. 1
de euro – tien eurocent – vijf eurocent
2
tweehonderd euro – honderd euro – twintig euro
3
tien euro – vijf euro – vijftig euro
Spreken/gesprekken voeren 4
Loop door de klas. Stel de vragen aan elkaar en geef antwoord. 1 2
Hoe heet je? Hoe spel je dat? of Hoe schrijf je dat?
Schrijf de naam op. Controleer de naam samen.
5
Werk samen met drie andere cursisten. Stel de vragen aan elkaar en geef antwoord. 1 2 3
Heb je een beroep? Hoe heet je beroep in Nederland? Doe je het werk graag?
LES 5
31
32
HOOFDSTUK 1
6
WAAR KOMT U VANDAAN?
TOT SLOT
Werk samen. Stel de vragen aan elkaar en geef antwoord. 1 2 3 4 5 6
Hoe heet je? Waar woon je? Waar kom je vandaan? Waar ben je geboren? Heb je telefoon? Wat voor werk doe je?
Schrijven 7
Maak de zinnen af. Schrijf ook hoofdletters en punten. 1
Mijn naam is
2
Ik woon in
3
Ik kom uit
4
Mijn familie woont in
5
Mijn docent heet
Tot slot Met de docent 8
Kijk naar de video. Bespreek de vragen. 1 Waar zijn de mensen in de video? Op school, op straat …? 2 Wat hoor je in de video? Dag Hoi Goedemorgen Hallo Ik heet ... Mijn naam is ... Ik ben ... Dit is ... 3 Wie kennen elkaar in de video? 4 Wie zeggen ‘u’? En wie zeggen ‘je’? Maak de toets van hoofdstuk 1 op de computer.
ANTWOORDEN
Antwoorden HOOFDSTUK 1 Les 1 Oefening 1 1a 2a
3b
Oefening 2 1a 2a
3b
4a
Les 2 Oefening 1 1b 2b
3a
4a
5b
Oefening 2 1b 2b
3b
4a
5a
Oefening 6 1b 2a
3a
4b
5a
Oefening 8 1a 2b
3a
4b
5a
Les 3 Oefening 1 1 D-H 2 L-O 3 T-Z 4 c-g-k 5 rst Oefening 2 1 HIJKLM 2 UVWXYZ 3 nopqrs 4 ijklmn
6a
7a
8a
253
254
ANTWOORDEN
Oefening 5 1a 2b Oefening 6 1 waar 2 niet waar Oefening 7 1a 2b
3b
3 waar
4b
4 niet waar
5a
Oefening 8 1
Ik woon op nummer 3 .
2
Jamal woont in de Spoorstraat in Utrecht .
3
Ik kom uit Vietnam .
4
Bent u getrouwd?
5
Mohammed is niet getrouwd .
6
Alida woont in Amsterdam .
7
Meneer Jones komt uit Engeland .
8
Mevrouw Tahiri komt uit Afrika .
Oefening 10 1 het 2 de
3 het 4 het 5 de
6 de
7 het
Oefening 1 1b 2b
3b
4b
5a
6a
7b
Oefening 2 1a 2b
3b
4b
5b
6b
7b
Oefening 3 1a 2b
3b
4a
Les 4
8 de
ANTWOORDEN
Les 5 Oefening 2 1a 2a
3a
Oefening 3 1 de eurocent, 2 twintig euro, 3 vijftig euro,
b 5b
6b
de euro, tien eurocent honderd euro, tweehonderd euro twee euro, vijf eurocent
HOOFDSTUK 2 Les 1 Oefening 1 1a 2b
3b
4a
5b
Oefening 2 1b 2a
3a
4b
5b
Oefening 1 1a 2b
3b
4a
5b
Oefening 2 1b 2a
3a
4b
5b
3b
4a
Les 2
6a
7b
8b
Les 3 Oefening 1 1a 2a
Oefening 2 1 60 minuten 2 15 minuten 3 60 seconden 4 één uur 5 één kwartier 6 één minuut 7 twee kwartier 8 120 minuten 9 3600 seconden 10 24 uur Oefening 5 1 komen 2 beide 3 beide 4 weggaan 5 beide 6 weggaan
255
ILLUSTRATIEVERANTWOORDING
Omslag: Studio Fraaj Tekeningen en cartoons: Anjo Mutsaars Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s: Irene van Heerde, p. 5, p. 17-4, p. 21, p. 31 (munten), p. 43, p. 48, p. 52, p. 62-boven, p. 73, p. 158, p. 165, p. 178, p. 178.p. 181, p. 182, p. 185, p. 203; Shutterstock / Aaron Amat, p. 6; Shutterstock / A StockStudio, p.7; ; Rob Sudmeijer, p. 9, p. 24, p. 81, p. 95 (onder), p. 240, p. 241; Shutterstock / Alex Helin , p.10; Shutterstock defotoberg , p. 14; Shutterstock / stockvideoshooter, p. 15; Shutterstock / Image Point Fr, p. 17-1; Shutterstock / kurhan, p. 17-2; Shutterstock / DGLimages, p. 17-3; Shutterstock / Lordn , p. 22; Shutterstock / Elena Rostunova , p. 25; Shutterstock / Africa Studio , p. 27; Shutterstock / iQoncept , p. 28; Shutterstock / adriano.cz, p. 30; Shutterstock / Praethip Docekalova , p. 33; Shutterstock / Ezume Images , p. 34; Shutterstock / AndreyCherkasov, p. 37; Shutterstock / bokan, p. 38; Shutterstock / Anton Gvozdikov , p. 42; Shutterstock / Lopolo , p. 44; Shutterstock / This Is Me , p. 47; Shutterstock / bbernard , p. 55; Shutterstock / Popartic, p. 57; Shutterstock / TravnikovStudio, p. 58; Shutterstock / Daisy Daisy , p. 63-1; Shutterstock / Kseniia Perminova , p. 63-2; Shutterstock / M. Unal Ozmen, p. 62-onder; Shutterstock / fotolupa , p. 64; Shutterstock / jan kranendonk , p. 65; Shutterstock / Ivonne Wierink, p. 66; Shutterstock / Nick_Nick, p. 67; Shutterstock / C. Welman , p. 71; Shutterstock / Steve Photography , p. 77; Shutterstock / Minerva Studio, p. 87; Shutterstock / S-F , p. 88; Shutterstock / Ivo Antonie de Rooij , p. 89; Shutterstock / S-F , p. 91; Lizet Penson, p. 93; Shutterstock / Sorbis , p. 94 (boven); Shutterstock / Sergey Kohl, p. 97; Shutterstock / Vatchara Katpakong , p. 100; Shutterstock / Worldpics, p. 101; Wikipedia, SVG version by Bouwe Brouwer, p. 104; Shutterstock / Nongnut Moijanghan , p. 107; Shutterstock / Ivonne Wierink, p.109; Shutterstock / vebreakmedia , p. 113; Shutterstock / Iakov Filimonov, p. 114; Shutterstock / Nick_Nick, p. 117; Shutterstock / Andrey_Popov , p.122; Shutterstock / Yellowj, p.126; Shutterstock / Martien van Gaalen , p. 127; Shutterstock / theskaman306 , p. 132; Shutterstock / Theeradech Sanin, p. 133; Shutterstock / Iakov Filimonov, p. 139; Shutterstock / ESB Professional , p. 140; Shutterstock / mimagephotography, p. 142; Shutterstock / Dusit Wongwattanakul , p. 144; Shutterstock / Dejan Dundjerski, p. 146; Shutterstock / Tom Antos , p. 147 (boven); Shutterstock / Africa Studio , p. 147 (onder); Shutterstock / TaraPalta, p. 148; Shutterstock / Dullatum Hanrud , p. 152; Shutterstock / Stihl024 2nd, p. 156; Shutterstock / Sonpichit Salangsing , p. 157 (boven); Shutterstock / fortton, p. 157 (onder); Shutterstock / Ovidiu Hrubaru , p. 160-1; Shutterstock / Maria Moskvitsova , p. 160-2; Shutterstock / Ovidiu Hrubaru , p. 160-3; Shutterstock / Maria Moskvitsova , p. 160-4; Shutetrstock, Mario Savoia, p. 166; Shutterstock / Maryna Pleshkun , p. 169; Shutterstock / Lucky Business, p. 170; Shutterstock / Robert Hoetink , p. 171; Shutterstock / Magdanatka, p. 172; Shutterstok, sanjungtion, p. 173; Shutterstock / Photobac , p. 177; Shutterstock / PIX11, p. 184; Shutterstock / ingehogenbijl, p. 188; Shutterstock / Anneka , p. 193; Shutterstock / Juliya Shangarey , p. 194; Shutterstock / Maryna Pleshkun , p. 195; Shutterstock / Luke Schmidt, p. 196; Shutterstock / George Rudy , p. 199; Shutterstock / Dean Drobot, p. 200; Shutterstock / beijersbergen, p. 201; Shutterstock / Tero Vesalainen , p. 205; Shutterstock / Madrolly , p. 206; Shutterstock / Adul10 , p. 209; Shutterstock / 18percentgrey, p. 201 (boven); Shutterstock / puhhha, p. 201-1; Shutterstock / Yuganov Konstantin, p. 201-2; Shutterstock / Ruslan Guzov, p. 2013; Shutterstock / Photographee.eu , p. 201-4; Shutterstock / Photographee.eu , p. 201-5; Shutterstock / wavebreakmedia , p. 213; Shutterstock / wavebreakmedia , p. 214; Shutterstock / Syda Productions , p. 215; Shutterstock / Dirima, p. 216; Shutterstock / ESB Professional , p. 217; Shutterstock / Photographee.eu , p. 223; Shutterstock / M.Knox Gray, p. 224; Shutterstock / LDprod , p. 228 (boven); Shutterstock / Sashkin, p. 128 (onder); Shutterstock / tongcom photographer , p. 234; Van Dorst Loodgieter, p. 235; Shutterstock / Bacho, p. 236; Shutterstock / Be Yourself Stock Photos , p. 237; Shutterstock / Robert Hoetink , p. 239; Shutterstock / esbobeldijk , p. 245 De uitgever heeft getracht me alle rechthebbenden op illustraties en teksten contact op te nemen. Mogelijk is dit niet in alle gevallen gelukt. Diegene die meent rechten te kunnen doen gelden op illustraties en/of tekst, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever.
Nederlands voor volwassen anderstaligen
Nederlands voor volwassen anderstaligen
Nederlands voor volwassen anderstaligen Basisleergang Inburgeringsexamen 0 - A1 Met IJsbreker+ leer je Nederlands. Je leert de taal om in Nederland te kunnen werken en wonen. Met IJsbreker+ kun je ook alles leren voor het inburgeringsexamen. Je kunt met IJsbreker+ veel zelf werken. Er zijn veel oefeningen op de computer. Je oefent de woorden op de computer, je kunt luisteren en video’s bekijken. In dit boek kun je oefenen met spreken en schrijven. Dat doe je met andere cursisten en met de docent. Zo krijg je alles onder de knie! In dit boek werk je tot niveau A1.
Basisleergang Inburgeringsexamen 0 – A1
IJsbreker+ bestaat uit 4 delen. Bij deze uitgave hoort het leerplatform nt2plus.nl.
DEEL 2
DEEL 2
0 – A1
In samenwerking met de Afdeling Nederlands Tweede Taal van de Vrije Universiteit in Amsterdam
9 789006 978254
3205_NT2_Covers_Design-IJsbreker+Deel2-01082017.indd All Pages
1/08/17 14:03