Op niveau onderbouw – Proefkatern – Leerwerkboek 2 havo

Page 1

Naam: Klas: NEDERLANDS Leerwerkboek 2 havo/(vwo)

Op niveau

2 havo/(vwo)

Leerwerkboek A

Ruud Alers Alinde Haan Joke Noordegraaf Geertje Plug Erica Renckens Jante Rittersma Rosa Scheffer Evelien Sloterdijk Marjan van Verseveld

ROOD ORANJE GEEL BLAUW PAARS

1 vmbo-bk vmbo-gt/havo havo/vwo vwo 2 vmbo-bk vmbo-(k)gt havo/(vwo) vwo

3 vmbo-b vmbo-k vmbo-gt havo vwo 4 vmbo-b vmbo-k vmbo-gt

Bureauredactie

MR Taal

Vormgeving Studio Michelangela

Over ThiemeMeulenhoff

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatie ve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en techno logie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds per soonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2022

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of open baar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder vooraf gaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Omslagfotografie Studio Kluif Opmaak Crius Group

Voor zover het maken van kopieën uit deze uit gave is toegestaan op grond van artikel 16B Au teurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoe dingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl).

Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteurs rechten te regelen volgens de wettelijke bepa lingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

2

Zo werk je met Op niveau

Structuur hoofdstuk inhoud

thema

Aan de hand van een thema werk je aan je taalvaardigheid. Je gaat aan de slag met het geven, beoordelen en interpreteren van informatie. Je leest, beluistert en schrijft teksten en je oefent met het voeren van gesprekken en met presenteren. Tegelijkertijd werk je aan persoonlijke vaardigheden zoals bronnen kritisch lezen, en je mening vormen over wat je leest. Daarnaast vergroot je je woordenschat met schooltaalwoorden en woorden uit de teksten.

fictie In deze hoofdstukken gaat het over de kracht van het verhaal. Je maakt kennis met verschillende verhalen, je leest en vertelt verhalen en je luistert ernaar. Je leert praten, schrijven en presenteren over de verhalen die je leest en je leert hoe je zelf verhalen kunt schrijven.

taalverzorging grammatica Je leert met welke woordsoorten en zinsdelen zinnen kunnen worden opgebouwd, zodat je dit in teksten op de juiste manier kunt toepassen.

spelling Je oefent de regels van spelling en leestekens, zodat je deze in teksten op de juiste manier toepast.

formuleren Je leert zinnen logisch en goed op te bouwen, zodat je in teksten of gesprekken correcte zinnen kunt formuleren.

taalbewustzijn Je leert meer over taalgebruik, taalvarianten en woordvorming, zodat je meer inzicht krijgt in het verschijnsel taal.

• Formatieve evaluatie: De thematische hoofdstukken en fictiehoofdstukken werken toe naar een eindopdracht waarin je alles uit het hoofdstuk toepast. Deze hoofdstukken sluiten af met een Terugblik waarin je terugkijkt op het hoofdstuk, jezelf beoordeelt en bepaalt wat je beter wilt doen.

• Differentiatie: Wil je verder oefenen op jouw niveau? Online vind je extra oefeningen op jouw niveau bij de thematische hoofdstukken en de hoofdstukken taalverzorging. Ook vind je online nog meer fictie-opdrachten.

Licentie

Alle opdrachten en theorie staan ook in de online leeromgeving. Daar kun je ook extra oefenmateriaal vinden, bijvoorbeeld van andere niveaus/leerjaren. Ook vind je hier ingesproken leesteksten, leestips en dictees.

3

Leerstofoverzicht 2 havo/(vwo) (voorlopig)

Sociale en culturele vaardigheden

1 Start: Introductie fictie

1 Grammatica

Zinsdelen: Bijvoeglijke bepaling Woordsoorten: Voegwoord Wederkerend voornaamwoord Wederkerig voornaamwoord

Mediawijsheid Kritisch denken

1 Start: Over media Woordenschat

1 Grammatica Zinsdelen: Bijstelling Enkelvoudige en samengestelde zinnen Woordsoorten: Vragend voornaamwoord Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Onbepaald voornaamwoord

Communiceren Informatievaardigheden

1 Start: Over leven online Woordenschat

2 Duik in een verhaal

Pamela Sharon, De geur van Groen –deel 1

Meer of minder realistisch Leeservaring beschrijven

2 Spelling

Werkwoordspelling: Gebiedende wijs Hoofdletters en leestekens: Hoofdletters en kleine letters

2 Nieuws en beeld Nieuwsbericht schrijven en nieuwsbeelden bespreken

Gesprekstechnieken

2 Spelling Werkwoordspelling: Zinnen met twee of meer persoonsvormen Werkwoorden uit het Engels Hoofdletters en leestekens: Komma Directe rede

2 Mijn leven achter de schermen

Schematische informatie begrijpen, informatie beoordelen, reactie schrijven en presenteren Leesplan Presentatie voorbereiden Inleiding en slot van een presentatie Stemgebruik en non-verbale communicatie

3 Over verhalen Pamela Sharon, De geur van Groen –deel 2

Schrijven vanuit één persoon Vertelperspectief Verzonnen en waargebeurde verhalen

4 Verhalen vertellen Personages beschrijven Werkwoordstijden in verhalen Schrijven vanuit één persoon

4 Eindopdracht

1 Jouw draai aan een verhaal

2 Gedicht schrijven

3 Formuleren Wederkerend voornaamwoord

3 Effect van nieuwsbeelden Beeldvorming bespreken en schoolkrantartikel schrijven

Soorten verbanden en signaalwoorden Hoofdzaken, bijzaken 5W+1H-vragen

3 Formuleren Signaalwoorden Leestekens Citeren Toon

3 De digitale mens Informatie samenvoegen, tekst en fragment vergelijken, uiteenzetting schrijven

Inleiding, middenstuk, slot Hoofdzaken, bijzaken Soorten verbanden en signaalwoorden

4 Taalbewustzijn Synoniemen Antoniemen Homoniemen Homofonen Regionale taalvariatie

4 Beeldvorming door beelden Beelden beoordelen en discussiëren over beelden

Discussie Aantekeningen maken

5 Beeldvorming door taalgebruik

Framing begrijpen, nieuws kritisch beoordelen en een ingezonden reactie schrijven

Kernzin Ingezonden reactie

5 Taalbewustzijn Meerledige samenstellingen Dieren en taal

4 Een virtuele werkelijkheid Mening geven en presenteren

Aandacht vasthouden Lichaamstaal

5 Grenzen van leven online Betrouwbaarheid beoordelen en conceptmap maken

Herhaling

Terugblik en differentiatie (keuze)

6 Eindopdracht

Framing in een nieuwsbericht toepassen

Terugblik en differentiatie (havo en vwo)

6 Eindopdracht Poster maken

Terugblik en differentiatie (havo en vwo)

4
H1 Mensen in verhalen H2 Taalverzorging 1 H3 Media H4 Taalverzorging 2 H5 Leven online

Probleemoplossend

1 Start: Introductie fictie

1 Grammatica

Zinsdelen: Voorzetselvoorwerp Voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling Hoofdzin en bijzin Woordsoorten: Hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord

1 Start: Over reclame Woordenschat

1 Grammatica

Zinsdelen: Naamwoordelijk gezegde Voorzetselvoorwerp bij het naamwoordelijk gezegde Woordsoorten: Bijvoeglijk naamwoord Bijvoeglijk naamwoord in het naamwoordelijk gezegde Telwoord Bijwoord

1 Start: Over gelijke behandeling Woordenschat

1 Start: Introductie fictie

2 Duik in een verhaal

Daniëlle Bakhuis, Zes seconden

Ruimte Sfeer Leeservaring beschrijven

2 Spelling

Werkwoordspelling: Persoonsvorm of voltooid deelwoord Werkwoorden vervoegen Spellingsregels: Samenstellingen: los of aan elkaar? Meervouds -n bij verwijzingen

2 Reclame en beeldvorming Stereotiepe teksten en beelden begrijpen en discussiëren over stereotypering

Meningvormende discussie

2 Spelling

Werkwoordspelling: Werkwoorden vervoegen Woorden met dezelfde klank Hoofdletters en leestekens: Dubbele punt Spellingstekens: Apostrof Spellingsregels: Cijfers en getallen Samentrekkingen

2 Wat is gelijkheid? Meningen vormen en discussiëren

Hoofdgedachte Soorten verbanden en signaalwoorden Discussie Van mening verschillen

2 Duik in een verhaal Edward van de Vendel, Oliver

Thema Motief

3 Over verhalen Anton Quintana, Padjelanta

Genres Spanning Vertelvolgorde Verhaalbegin en verhaaleinde Opbouwschema Verteltempo

4 Verhalen vertellen Omgeving en tijd beschrijven

3 Formuleren

Signaalwoorden Vaste voorzetsels Beeldspraak

3 Reclame en maatschappelijke thema’s Argumenten beoordelen en een protest schrijven

Subjectieve en objectieve argumenten Betrouwbare informatie

3 Formuleren

Signaalwoorden Formuleringsfouten Storende herhaling Dubbele ontkenning Stijlfiguren

3 Gelijke behandeling op school Overtuigend schrijven, fragment en beeld vergelijken en discussiëren

Overtuigende tekst Vraagtechnieken

3 Over verhalen Selectie gedichten Beeldspraak Stijlfiguren Rijmschema Soorten rijm

5 Taalbewustzijn Taalverandering Leenwoorden en etymologie

5 Eindopdracht

1 Moedbord maken

2 Verhaal met beeld en muziek

4 Reclame en verhalenvertellers Storytelling en een verhaal vertellen

Hoofdgedachte Feit en mening

5 Reclame en influencers Reclameteksten beoordelen en reclametekst schrijven

Publiek bepalen Schrijfplan Tekst en beeld

4 Taalbewustzijn Meertaligheid Kindertaal

4 Gelijkheid in taal en gedrag Teksten vergelijken en interview afnemen

Manieren om alinea’s met elkaar te verbinden Interview

5 Recht op gelijke behandeling Informatie verzamelen, interview luisteren en betoog schrijven

Overtuigende tekst

4 Verhalen vertellen Spoken word Stijlfiguren

5 Eindopdracht

1 Spoken word bij een boek 2 Spannend verhaal vertellen

Terugblik en differentiatie (keuze)

6 Eindopdracht

Overtuigende reclametekst schrijven

Terugblik en differentiatie (havo en vwo)

6 Eindopdracht

Portretteer je klasgenoot

Terugblik en differentiatie (havo en vwo)

Terugblik en differentiatie (keuze)

5
H6 Verhalen die je meenemen H7 Taalverzorging 3 H8 Beïnvloeding H9 Taalverzorging 4 H10 Gelijke behandeling H11 Spelen met woorden denken en handelen Samenwerken Creatief denken Kritisch denken Informatievaardigheden Creatief denken

Symbolen

In de leerwerkboeken kom je de volgende symbolen tegen.

Ga naar de Op niveau-website of zoek iets op internet.

Je werkt aan de vaardigheid Lezen.

Je werkt aan de vaardigheid Kijken.

Je werkt aan de vaardigheid Luisteren.

Je werkt aan de vaardigheid Schrijven.

Je werkt aan de vaardigheid Spreken of Gesprekken.

Werk aan je persoonlijke ontwikkeling én aan Nederlands

Werk samen met een of meer klasgenoten.

Het boek geeft het niveau van het leesfragment aan.

Bij deze opdracht gebruik je strategieën van Woordenschat.

6

Inhoud

1 Mensen in verhalen 8

2 Taalverzorging 1 32 3 Media 4 Taalverzorging 2 5 Leven online 62

6 Verhalen je die meenemen

Stappenplan moeilijke woorden Manieren van lezen Stijlregels Theorie Register Verantwoording

7

Mensen in verhalen

Inleiding

De personages in verhalen bestaan meestal niet echt. Toch kun je met hen meeleven, zelfs als hun wereld heel anders is dan die van jou. In een goed verhaal kun je zó opgaan, dat het verhaal echte gevoelens bij je oproept. Laat je meenemen!

8
1 Mensen in verhalen

Je leert:

1 een open houding hebben naar anderen en respect tonen voor verschillen; 2 uitleggen hoe realistisch een verhaal is; 3 personages en hun rol in verhalen beschrijven; 4 uitleggen welke personages je aanspreken; 5 uitleggen wat een verhaal met je doet; 6 relaties tussen personages beschrijven; 7 het ik- en hij-/zij-vertelperspectief in een verhaal herkennen; 8 het vertelperspectief juist toepassen in een kort verhaal; 9 werkwoordstijden juist toepassen in een kort verhaal.

1 Wat ga ik leren?

Bekijk de leerdoelen van dit hoofdstuk. Beantwoord de vragen.

1 Welk leerdoel maakt je nieuwsgierig? 2 Met welk leerdoel zou jij als eerste aan de slag willen? 3 Welk leerdoel is voor jou uitdagend?

• Je kijkt vooruit naar de dingen die je in dit hoofdstuk gaat leren.

9
1.1 Start
2 Jij
1 2 3 4 5 6 7 8 Welk boekomslag spreekt jou het meeste aan? 1.1 Start
LEERDOELEN
maakt me nieuwsgierig a Bekijk de boekomslagen. Je ziet telkens een afbeelding van de hoofdpersoon.

b Op basis van de afbeelding van de hoofdpersoon krijg je een verwachting van de karaktereigenschappen. Welke karaktereigenschap verwacht je bij het personage op de boekomslag die je koos?

c Denk aan een hoofdpersoon die jou aansprak. Bijvoorbeeld uit een boek, film, serie of game. Noteer twee dingen die jou zijn opgevallen aan deze persoon.

1 2

d Werk klassikaal.

Wat maakt een hoofdpersoon tot een persoon over wie je meer wilt weten? Formuleer een gezamenlijk antwoord.

1.2 Duik in een verhaal

Je leert:

• een open houding hebben naar anderen en respect tonen voor verschillen;

• uitleggen hoe realistisch een verhaal is;

• personages en hun rol in verhalen beschrijven;

• uitleggen welke personages je aanspreken;

• uitleggen wat een verhaal met je doet.

Lekker lezen

3

Luisteren naar een gedicht

Kijk en luister minimaal twee keer naar het gedicht Rabarberlimonade van Wout Waanders (tot 1:20 min.) Lees daarna het gedicht.

a Wat spreekt jou meer aan: naar het gedicht luisteren of het gedicht lezen? Leg je antwoord uit.

b Niet alles wat in het gedicht staat is realistisch. Een meisje past bijvoorbeeld niet werkelijk in een glas limonade. Noem nog iets uit het gedicht wat niet realistisch is.

c Noem iets wat wel realistisch is in het gedicht.

10
LEERDOELEN
1 Mensen in verhalen

d In het gedicht komen drie personges voor: een meisje, een limonadedrinker en iemand die advies geeft. Omschrijf degene die advies geeft in twee woorden.

e Noteer één woord dat voor jou het sleutelwoord in het gedicht is.

f Noteer twee woorden die je mooi vindt in het gedicht. Bedenk bij elk woord twee nieuwe woorden die je erbij vindt passen. Denk niet te lang na, noteer wat er als eerste in je opkomt.

1 -2 - -

Je hebt de antwoorden bij e en f nodig voor de eindopdracht.

RABARBERLIMONADE

op een onbewaakt ogenblik was er een meisje in mijn rabarberlimonade gesprongen.

het was lastig te zien of ze in paniek de kant probeerde te bereiken, of daar alleen maar wat rond dobberde. voor de zekerheid heb ik in één keer alle limonade met het rietje uit het glas gedregd. haar daarna op mijn arm te drogen gelegd.

iemand zei later; wist je dat je heel ziek kan worden van zoveel limonade in één keer, zeker met rabarber,

maar dat was iemand die altijd dezelfde route naar huis toe rijdt, alle vakantiedagen een ontbijtbuffet, tomatensoep. nooit eens een leven redt.

Wout Waanders

4 Verhaal lezen

Lees het verhaal De geur van Groen.

a Wat wordt bedoeld met deze uitdrukkingen of zinnen? Geef antwoord in je eigen woorden.

1 'Maar er kan zomaar storm opkomen en dan moet je oppassen.' (regel 8)

2 'Lin laat me de wereld zien door haar ogen.' (regel 13)

11
1.2 Duik in een verhaal

3

'Ik voel een akelige kleur opkomen.' (regel 89)

4 'Ik heb geen zin om […] me het vijfde wiel aan de wagen te voelen.' (regel 122-124)

b Waaraan merk je dat de ik-figuur (Raven) blind is?

• Noem vijf tactieken die ze toepast.

• Maak gebruik van de informatie uit het verhaal. 1 2 3 4 5

c Vergelijk het verhaal met jouw eigen leven. Noem twee situaties die je herkent uit je eigen leven, en een of meer situaties die je helemaal niet herkent.

DE GEUR VAN GROEN

Ik hou ontzettend van alle kleuren om me heen, ook al zijn veel mensen van mening dat ik ze niet echt kan zien. ledere kleur voelt anders en van die beleving hou ik het meest. Zo zijn de rode M&M'S mijn favoriete, omdat rood je dat warme gevoel geeft. Iedereen om me heen roept altijd dat het onzin is omdat iedere kleur M&M'S hetzelfde smaakt. Misschien is dat ook wel zo, maar niet in mijn wereld, in mijn wereld is iedere kleur anders van smaak en van geur. Zo ruikt groen nooit hetzelfde als geel. Volgens Lin is blauw de kleur waar ik het meeste op lijk. Het ene moment ben ik een kalme blauwe lucht en is er niets aan de hand. Maar er kan zomaar storm opkomen en dan moet je oppassen. De kleur blauw is makkelijk in gevoelens en geluiden te vangen. Het gedruppel van een kraan en het getik van de regen. Blauw is koud als water en onvoorspelbaar. Een hemelsblauwe lucht geeft aan dat het mooi weer is, diepblauw water kan bevriezen en ijs worden.

De meeste mensen zien het verschil tussen kleuren met hun ogen, ik weet het verschil dankzij alles wat Lin me ooit vertelde. Lin laat me de wereld zien door haar ogen. Natuur lijk kan ik het niet echt ervaren, maar dankzij haar weet ik hoe dingen eruitzien.

Tijdens voetbal rennen er elf mannen in korte broekjes achter een bal aan en schoppen ze elkaar onderuit omdat dat er blijkbaar bij hoort. Ze vertelt me ook dat de hoofdrolspe ler van onze lievelingsserie een sexy lach en een breed rond hoofd heeft; dat soort dingen.

'Gaaf hè!' roept de jongen naast me voor de derde keer. Alsof de boodschap de twee keer hiervoor nog niet duidelijk was. Hij springt woest op en neer en duwt mij daardoor

12
1 Mensen in verhalen
5 10 15

bijna op de grond. lk weet me nog net op tijd vast te grijpen aan iemand die langsloopt en me meteen toesnauwt met mijn poten van hem af te blijven.

'Geweldig,' roep ik sarcastisch maar de springende jongen heeft zijn interesse in mij alweer verloren.

De muziek dreunt dwars door mijn trommelvliezen heen. MayLin en ik zijn in een club in de stad waar een speciaal dance event is georganiseerd om geld in te zamelen voor een goed doel. De springende jongen naast me ken ik niet zo goed en eigenlijk voel ik ook niet de behoefte om hem per se goed te willen leren kennen. Sinds we hier zijn heeft hij het de hele tijd over een vriend van hem gehad op wie hij, denk ik, stiekem een oogje heeft. Ik lijk deel uit te maken van zijn 'kijk-ik-vindmeisjes-heus-wel-leuk'-fase en alhoewel ik daar totaal geen moeite mee heb, zou ik het ook niet erg vinden als hij tegen iemand anders aan zou gaan praten. May-Lin heeft hem last minute mee gevraagd omdat ze per se wilde dat ik me niet alleen zou voelen nu ze een nieuw vriendje heeft. Van mij had hij ook thuis mogen blijven. lk neem een grote slok van mijn cola light en luister naar de dreunende beat van een of andere bekende dj. Het heeft me veel moeite gekost om mijn moeder te overtuigen me te laten gaan. Ze heeft de locatie twee keer gebeld om er zeker van te zijn dat het echt alleen voor jongeren is, want stel je voor dat ik in contact zou komen met een meerderjarige, en om na te vragen of het wel een handicap-vriendelijke locatie is. lk heb me zo voorbeeldig mogelijk gedragen zodat dat in ieder geval geen reden kon zijn om me thuis te laten blijven. Uiteindelijk stemde ze toe op voorwaarde dat ze me zou brengen en halen, waarop ik eiste dat Lin dan mee zou rijden omdat ik niet in mijn eentje voor schut wilde staan.

May-Lin staat enthousiast te springen op de muziek met Kylen, die eindelijk Sylvia heeft gedumpt, en tot mijn grote irritatie alleen maar bezig is met Lin en doet alsof ik niet besta. Van alle jongens op school schijnt Kylen de knapste te zijn. Ik vind hem de irritantste omdat hij het voortdurend tegen Lin over zijn haar, zijn nieuwe spijkerbroek of over zijn scooter heeft. Hij ruikt naar haargel en een fout mannengeurtje dat hij vast van zijn vader heeft gejat. Hoewel het al een paar weken geleden is, is Lin nog steeds bang dat ik boos op haar ben en doet ze er alles aan om het mij naar de zin te maken. Zo nu en dan roept ze enthousiast hoe leuk het hier wel niet is en haalt ze drankjes voor me die ze Kylen laat betalen. Haar stem schiet iedere keer de hoogte in als ze me iets vraagt en daaraan kan ik horen dat onze ruzie haar nog steeds dwarszit. Stiekem vind ik dat ze het verdient.

'Wil je nog wat drinken?'

Lin is niet van het opgeven en dat maakt haar soms erg vermoeiend. Ik schud mijn hoofd en luister naar de geluiden om me heen. Mensen die tegen elkaar schreeuwen omdat ze elkaar anders niet kunnen verstaan. Schoenen die neerkomen op de vloer en de beat die tegen de muren weerkaatst en zo de mensenmassa in wordt geslingerd. Ik moet naar het toilet en excuseer me tegen meneer 'Gaaf Hè' die me nu niet eens meer op lijkt te merken. May-Lin vliegt meteen op me af en ik schreeuw haar over de muziek toe dat ik heus wel zonder oppas naar de wc kan. Ze druipt af en ik loop door de mensenmassa heen. Ik voel

13
20 25 30
40 45 50 55 60 1.2 Duik in een verhaal
35

65 70 75 80 85 90 95

de warme lijven tegen me aan en de geur van zweet vult de lucht. De toiletten moesten hier toch ergens zijn? lk vraag het aan iemand van de bediening die met harde stem uitlegt hoe ik er moet komen door een paar keer te zeggen dat ik een bepaalde kant op moet. Waarschijnlijk maakt ze er gebaren bij, want ik snap er niets van. Uiteindelijk geef ik het op. Eigenlijk vind ik het niet zo erg, alles is beter dan op en neer springen met Lin en kwijlebal Kylen.

Natuurlijk had ik nee kunnen zeggen. Dan lag ik nu met een boek en een kop thee languit op mijn bed, of zat ik aan mijn bureau gebogen over mijn huiswerk waar nooit een einde aan lijkt te komen. Achteraf was zelfs dat een betere keuze geweest dan deze, maar zoals altijd ga ik waar Lin gaat. Ook als dat betekent dat ik op en neer moet springen tussen zwetende mensen. Ik probeer me te oriënteren door te luisteren naar de beat. Het geluid komt uit de boxen die aan de zijkanten staan en via de muur moet ik uiteindelijk bij de trap uitkomen die me naar de toiletten zal leiden. Het is te druk en ik lijk de muur maar niet te kunnen vinden. Het is vier stappen vanaf de bar herinner ik me en in mijn hoofd tel ik mijn stappen. Eén, twee, De kans om verder te tellen krijg ik niet, een hand pakt de mij ne. lk kijk op, tenminste, ik wek de illusie dat ik opkijk, in de hoop dat degene voor me niet doorheeft dat ik hem of haar niet echt kan aankijken. Voor me staat een jongen, zijn geur komt me bekend voor, ik kan het alleen niet plaatsen.

'Kan ik je helpen?' schreeuwt hij in mijn oor terwijl hij me vast blijft houden.

lk zucht diep. Wat is het toch altijd met die jongens die het idee hebben dat ze meisjes moeten helpen?

'Nee hoor, ik red me wel,' bluf ik en ik probeer zelfverzekerd over te komen. Een eigenschap waar ik duidelijk nog aan moet werken als ik zijn reactie hoor.

'Ja, dat zie ik, dit is de derde keer dat ik je langs heb zien schuifelen:

De derde keer? Ik voel een akelige kleur opkomen en laat mijn ogen naar de vloer afdwa len.

'Het kan zijn dat ik een beetje een soort van de weg kwijt ben.'

Zijn lach klinkt helder en oprecht. 'Zo'n gevoel had ik al, naar wat of wie ben je op zoek?'

'Uhm, ik zoek de toiletten,' weet ik er met moeite uit te brengen en ik bijt op mijn lip.

Waarom heb ik niet iets anders verzonnen? Ik ben op zoek naar mijn superknappe on weerstaanbare vriendje met wie ik hier gekomen ben, bijvoorbeeld?

Even is hij stil en ben ik me er sterk van bewust dat mijn hand nog in die van hem ligt.

'Het toilet is daar, aan het einde van de muur, bij het bordje TOILETTEN.' lk richt mijn ogen op en probeer hem aan te kijken, wat verdomd lastig is aangezien ik niet precies weet waar hij staat.

100

14
'Het kan je ontgaan zijn, maar dat bordje kan ik dus niet zien.' 1 Mensen in verhalen

105 110 115 120 125 130 135

In mijn hoofd speel ik datgene af wat er nu gaat gebeuren. Hij gaat zijn excuses aanbie den en dan moet ik hem vertellen over mijn blindheid, waarna hij zogenaamd geïnteres seerd vragen gaat stellen terwijl hij zich afvraagt hoe hij zo snel mogelijk van me af kan komen. Mijn verbazing is groot als hij in beweging komt en me loslaat.

'lk loop vlak voor je, oké? Leg je hand op mijn rug.'

Hij draagt een T-shirt en ik voel de warmte van zijn huid onder mijn vingertoppen tintelen als ik achter hem aan loop.

'Hier is de trap, ik neem aan dat je verder de weg wel weet. Ik voel me meestal niet zo op mijn gemak in het damestoilet.' lk hoor een soort glimlach in zijn stem en bedank hem. lk krijg geen antwoord en realiseer me dan dat hij weg is en niet meer dan een herinnering in mijn hoofd. Het duurt voor mijn gevoel een eeuwigheid maar uiteindelijk weet ik MayLin en Kylen terug te vinden. Ze staan bij de muur, vlak bij de ingang, zoals we bij binnen komst hebben afgesproken. Lin en ik maken meestal dit soort afspraken zodat ik haar zonder problemen ergens terug kan vinden.

Tot mijn grote opluchting is mijn date verdwenen als ik me weer bij May-Lin en Kylen heb gevoegd. Als ik nog twee nummers mee heb gesprongen en ik Lin weer hoor roepen of ik nog iets wil drinken, ben ik er klaar mee. Ik kondig aan dat ik naar huis ga en mijn moeder een berichtje ga sturen. Kylen lacht kort en cynisch en merkt op dat hij nog lang niet van plan is om te gaan. Oftewel: hij bevestigt weer helemaal waarom ik zo'n hekel aan hem heb. May-Lin schreeuwt dat hij normaal moet doen, waarna hij weer verder gaat met springen en me daarbij meerdere keren aanstoot alsof er niets aan de hand is.

May-Lin sputtert tegen maar ik doe alsof ik haar niet hoor door de dreunende beat. Ik heb geen zin om de rest van de avond te hangen met haar en Kylen en me het vijfde wiel aan de wagen te voelen. Zonder moeite weet ik nu de garderobe te vinden en al snel sta ik met mijn jas aan buiten.

De buitenlucht is fris en ik adem diep in. Ik spreek een berichtje in voor mijn moeder en laat mijn telefoon dan weer in mijn jaszak glijden. Er hangt sneeuw in de lucht. De kou verspreidt zich over mijn lichaam en laat me huiveren. Ik trek mijn jas nog wat meer om me heen en beweeg mijn vingers zodat de kou geen kans krijgt ze dat irritante prikkende gevoel te geven.

Mijn moeder is er over zo'n tien minuten, vertelt mijn route tracker me. Naast me staan wat mensen te roken en zo te horen staat er ook een stel dat vanavond waarschijnlijk sa men in bed zal eindigen. lk grinnik bij de gedachte.

'lk ben blij dat mijn aanwezigheid je weet te amuseren.'

Mijn hart maakt een sprongetje van schrik en ik snauw mezelf toe dat ik me niet zo aan moet stellen. Niet iedereen die buiten in het donker een jong meisje aanspreekt is op iets slechts uit. Toch?

15
Uit: Pamela Sharon, De geur van Groen 1.2 Duik in een verhaal

Leeservaring en realisme

a Lees de theorie Meer of minder realistisch Leg uit wat het verschil is tussen herkenbaarheid en realisme.

Meer of minder realistisch

THEORIE

Een verzonnen verhaal kan lijken op de werkelijkheid, dan is het realistisch. Gebeuren er dingen die ongeloofwaardig zijn of die in werkelijkheid niet mogelijk zijn, dan is het verhaal niet-realistisch. Hoe realistisch je een verhaal vindt, laat je zien door het ergens op de realismelijn te zetten.

helemaal niet realistisch een beetje realistisch heel realistisch

Dit maakt een verhaal realistisch: Dit maakt een verhaal minder realistisch: Mensen lijken echt in wat ze denken, doen en zeggen. Mensen lijken onecht in wat ze denken, doen of zeggen.

De omgeving lijkt echt. De wereld is verzonnen.

Gebeurtenissen zijn in werkelijkheid ook mogelijk. Gebeurtenissen zijn wel heel erg toevallig.

Er komen mensen en plaatsen in voor die echt (hebben) bestaan.

Problemen en oplossingen zijn zoals in het echte leven.

De afloop van het verhaal is logisch en zou echt kunnen .

Er komen verzonnen wezens en fantasiefiguren in voor.

Problemen en oplossingen zijn onvoorstelbaar.

De afloop van het verhaal is te mooi om waar te zijn.

b Hoe realistisch vind je dit verhaal?

helemaal niet realistisch een beetje realistisch heel realistisch

c Gebruik de theorie Leeservaring beschrijven. Waarom kies je deze plaats op de realismelijn?

• Leg je keuze uit.

• Gebruik in je uitleg twee kenmerken uit de theorie.

16 5
1 Mensen in verhalen

Leeservaring beschrijven

Als je een verhaal leest, doet dat iets met je en heb je een oordeel over het werk van de schrijver. Het verhaal raakt je bijvoorbeeld, je kunt goed meeleven met de hoofdpersoon of juist niet. Of je vindt het verhaal goed uitgewerkt of juist niet. Dit is je leeservaring

Beoordelingswoorden helpen je jouw leeservaring onder woorden te brengen. Je legt je keuze uit door argumenten te geven bij de beoordelingswoorden.

'Ik word verdrietig als ik dit verhaal lees, want de hoofdpersoon raakt zijn beste vriend kwijt en dat lijkt me heel erg.'

Beoordelingswoorden kunnen verschillende dingen zeggen:

• Wat het verhaal met je doet.

Bijvoorbeeld: spannend, saai, griezelig, verwarrend, humoristisch.

• Hoe realistisch je een verhaal vindt.

Bijvoorbeeld: herkenbaar, leerzaam, slecht uitgewerkt, realistisch, ongeloofwaardig.

• Wat je van de boodschap of levensopvatting in het verhaal vindt

Bijvoorbeeld: schokkend, asociaal, netjes, bewonderingswaardig, goed.

d Vergelijk jouw plek op de realismelijn met die van een klasgenoot.

Verschilt jouw plek met die van je klasgenoot?

Praat hier met elkaar over. Waarover zijn jullie het eens? Waarover zijn jullie het oneens?

Ervaringen uitwisselen

6 Verhaal en gedicht bespreken

Werk samen met twee klasgenoten of doe de opdracht klassikaal.

Gebruik het gedicht Rabarberlimonade en het verhaal De geur van Groen. Bespreek het gedicht en het verhaal.

Je kunt deze vragen gebruiken:

1 In beide teksten wordt er een meisje geholpen. Wat kan een reden zijn waarom ze misschien juist niet geholpen hadden willen worden?

2 Je kunt van mening zijn dat 'de helpers' in beide verhalen goed gehandeld hebben, maar ook dat ze fout gehandeld hebben. Wat vind jij?

3 Je kunt aan de ik-figuur in De geur van Groen niet zien dat ze blind is, omdat ze geen hulphond of taststok bij zich heeft. Welk voor- en nadeel kan dit voor haar hebben?

4 Mensen gedragen zich wel eens anders als ze een persoon met een handicap ontmoeten. Ze gaan bijvoorbeeld langzamer praten, bieden hulp aan of vragen naar de oorzaak van de handicap. Welk advies heb je na het lezen van het verhaal voor mensen die dat doen?

5 De titel van het verhaal dat je gelezen hebt is De geur van Groen. Hoe denk je dat groen ruikt?

6 Hoe denk je dat geel voelt?

7 Welke kleur is het moeilijkst te beschrijven, denk je? Waarom?

17 THEORIE
1.2 Duik in een verhaal

Leestips

Wil je meer lezen over mensen die de wereld anders ervaren? Bekijk deze tips.

Katherine Marsh, Niemandsjongen

De 14-jarige, uit Syrië gevluchte Ahmed houdt zich schuil in een kelder van een groot huis in Brussel. Met niemand om te vertrouwen en nergens om naartoe te gaan, begint hij de hoop te verliezen. Dan ontmoet hij Max, een 13-jarige Amerikaanse jongen die in het grote huis woont en heimwee heeft naar zijn thuisland.

Lisa Williamson, Wie is nou normaal?

David weet al zijn hele leven dat hij een meisje is, maar durft dat alleen met zijn twee beste vrienden te delen. Leo is van zijn vorige school weggestuurd en zit nu bij David op school. Beide jongens dragen een groot geheim met zich mee en als ze elkaar beter leren kennen, durven ze hun geheim prijs te geven. Het vertellen van hun geheimen heeft grote gevolgen.

Sarah Crossan, Een Grace en Tippi zijn een Siamese tweeling van bijna zeventien die niet anders weten dan dat ze samen zijn. Op school ontkomen ze niet aan gestaar en gepest, maar ze ontdekken ook dat anders zijn soms voordelen heeft. Juist als het allemaal zo goed lijkt te gaan, verslechtert de gezondheid van de tweeling en komen ze voor een onmenselijk dilemma te staan.

Erna Sassen, Er is geen vorm waarin ik pas De zestienjarige Tessel haalde op school altijd goede cijfers, maar zit nu thuis. Volgens haar mentor heeft ze een burn-out en volgens haar moeder komt dat door haar perfectionisme. Ze vindt steun bij de moeder van de overleden Sanne en dan wordt langzaam duidelijk waarom Tessel zo is vastgelopen.

18
1 Mensen in verhalen

1.3 Over verhalen

Je leert:

• het ik- en hij-/zij-vertelperspectief in een verhaal herkennen;

• personages en hun rol in verhalen beschrijven;

• relaties tussen personages beschrijven;

• uitleggen welke personages je aanspreken;

• uitleggen wat een verhaal met je doet.

Kijken naar personages

7 Rol en karakter herkennen

Gebruik het verhaal De geur van Groen. Lees de theorie Schrijven vanuit één persoon en Vertelperspectief

Schrijven vanuit één persoon

LEERDOELEN

THEORIE

In een verhaal kijk je als lezer bijna altijd mee vanuit een van de personen. Dit noem je het vertelperspectief. Het lijkt alsof je in het hoofd van die persoon zit. Je weet wat die persoon 'van binnen' denkt en voelt. Van de andere personen weet je dat alleen 'van buitenaf', dus alleen als de gedachten worden uitgesproken of als de gevoelens duidelijk worden door woorden of door lichaamstaal. Kies bij het schrijven van een verhaal vanuit wie je het schrijft en blijf bij deze persoon.

Vertelperspectief

THEORIE

Als je een verhaal leest, bekijk je alles vanuit een bepaald personage. Dit heet het vertelperspectief

• Ik-vertelperspectief - alles wordt verteld door een personage in de ik-vorm. Je zit als lezer als het ware 'in het hoofd' van deze ik-persoon.

• Hij-/zij-vertelperspectief - alles wordt verteld door een personage in de hij- of zij-vorm. Je beleeft de gebeurtenissen door de ogen van de hij- of zij-figuur die aanwezig is in alle scènes van het verhaal.

a Bij wie ligt het vertelperspectief in het verhaal De geur van Groen?

Leg uit hoe je dit weet.

b Noem een gedachte uit het verhaal die je alleen kunt weten doordat je het verhaal beleeft vanuit dat personage. Noteer de hele zin.

19
1.3 Over verhalen

c Noem iets uit het verhaal dat je niet kunt weten doordat je het verhaal alleen beleeft vanuit dat personage.

d Kies een ander personage en schrijf een tekst van ongeveer 30 woorden vanuit het perspectief van dat personage.

8 Hoofdpersoon en bijfiguren

Vorm een groep van vier leerlingen. Gebruik een groot vel papier. Maak een woordspin waarin jullie de hoofdpersonen en bijfiguren van het verhaal beschrijven.

In het verhaal komen verschillende personages voor: May-Lin, Raven (ik-persoon), meneer 'Gaaf Hè', Kylen en de jongen die de weg wijst.

Maak een woordspin over de personages.

• Zet de naam van de hoofdpersoon in het midden van het vel papier.

• Noteer onder de naam van de hoofdpersoon zijn of haar opdracht, doel of probleem.

• Vouw het vel dubbel, zodat er een vouwlijn door het midden loopt.

• Schrijf bovenaan de linkerkant 'helpers' en bovenaan de rechterkant 'tegenstanders'.

• Noteer aan de linkerkant van het vel de bijfiguren die helpers zijn.

• Noteer aan de rechterkant de bijfiguren die tegenstanders zijn.

TIP

Als een bijfiguur geen helper en geen tegenstander is, plaats je diegene in het midden.

9 Personages beschrijven

Werk verder met hetzelfde groepje als in de vorige opdracht. Je gaat de woordspin verder aanvullen.

a Welke relatie hebben de bijfiguren met de hoofdpersoon?

• Trek in het woordweb een lijn van de bijfiguren naar de hoofdpersoon.

• Geef op of naast de lijn een korte beschrijving van de relatie.

b Zet de bijfiguren op volgorde van meest sympathiek naar minst sympathiek. 1 is het meest sympathiek en 5 het minst.

▢ May-Lin

▢ meneer 'Gaaf hè'

▢ de jongen die de weg wijst

▢ Kylen

▢ de vreemde in het donker

c Eén bijfiguur staat nog niet in de woordspin: de persoon die Raven laat schrikken aan het eind van het verhaal (regel 134).

Welke rol verwachten jullie dat diegene in het verhaal gaat innemen: helper of tegenstander? Geef de laatste bijfiguur ook een plaats in de woordspin.

20
1 Mensen in verhalen

Hoofdpersoon beschrijven

Lees de proloog van het boek De geur van Groen.

Proloog

Mijn wereld is zwart. De meeste mensen beweren dat zwart geen kleur is. Zij hebben het mis. Zonder zwart heeft kleur geen diepte. Er ontstaat pas schaduw als je het mengt met de kleuren om je heen. Je hebt zwart nodig om de wereld te kunnen zien, om je leven echt kleur te geven. Pas als je het echte zwart hebt meegemaakt kun je de kleuren om je heen waarderen en weet je wat de definitie van licht is.

Uit: Pamela Sharon, De geur van Groen

a Pas als je het echte zwart hebt meegemaakt kun je de kleuren om je heen waarderen en weet je wat de definitie van licht is.

Wat wordt hiermee bedoeld?

Geef antwoord in je eigen woorden.

b De naam van de hoofdpersoon is Raven, of Raaf in het kort, en dat is niet zonder reden.

Verklaar de naam van de hoofdpersoon.

Maak gebruik van de informatie uit de proloog.

Lees de tekst die op de achterkant van de boekomslag staat.

c Je weet dankzij het boekomslag meer over de hoofdpersoon.

Wat ben je meer te weten gekomen?

d Wat denk je dat er gaat gebeuren?

• Doe een voorspelling over het verloop van het verhaal.

• Maak gebruik van de proloog en de tekst op de boekomslag.

• Gebruik in je antwoord een van de volgende woorden: probleem, opdracht of doel.

DE GEUR VAN GROEN

e Je bent heel wat te weten gekomen over de hoofdpersoon.

Zou je bevriend kunnen raken met Raven?

Raaf is een doorsnee meisje van zestien. Ze houdt van lezen en is dol op haar beste vriendin May-Lin. Het enige wat haar leven anders maakt dan dat van de meeste tieners is dat ze blind is. Gelukkig vertelt May-Lin haar hoe kleuren ruiken en voelen. Zij creëert daarmee een wereld voor hen samen. Maar dan gebeurt er op een dag iets wat Raafs leven totaal op zijn kop zet en alle kleuren laten verdwijnen. In een wereld die niet alleen haar kleur maar ook haar glans kwijt is, moet Raaf haar eigen weg zien te vinden.

21 10
Pamela Sharon
1.3 Over verhalen

Leg je antwoord uit in ongeveer 50 woorden.

Meeleven en meevoelen

11 Mening geven over personages

a Uit het verhaal De geur van Groen blijkt dat Raven en May-Lin ruzie hebben gehad (regel 52-53). Wat is voor jou een goede reden om boos te worden op een vriend of vriendin?

b Lees het fragment De geur van Groen - deel 2. In dit fragment kom je erachter waarom Raven en May-Lin ruzie hadden. Raven heeft twee redenen om boos te zijn op May-Lin. Noteer de redenen. 1 2

c May-Lin is ook boos op Raven. Waarom is dat? Noteer de reden.

d Stelen is niet juist. Toch probeert de auteur sympathie te krijgen voor de actie van May-Lin. In welke regel gebeurt dat?

Regelnummer

e Wie vind je sympathieker: Raven of May-Lin? Leg uit waarom.

f Gebruik de theorie Schrijven vanuit één persoon en Vertelperspectief Leg uit hoe het vertelperspectief van invloed kan zijn op hoe sympathiek je een personage vindt.

22
1 Mensen in verhalen

DE GEUR VAN GROEN -

DEEL 2

Als we op een veilige afstand van het warenhuis zijn, stop ik.

Ik ben woedend.

'Wat was dat voor vreemde actie, Lin!' schreeuw ik hard over straat. Het kan me niet sche len dat ik mensen abrupt stil hoor staan om te kijken wat er aan de hand is.

'Sst, niet zo hard.' May-Lin legt een hand over mijn mond. 'Straks is die gast nog achter ons aangelopen.'

'Gast? Welke gast?' murmel ik tegen haar hand. Ze haalt hem uiteindelijk weg.

'De jongen tegen wie je aanliep. Hij zag je volgens mij best wel zitten.'

Haar nuchterheid irriteert me. Ze ziet het volgens mij allemaal als een grote grap. Stelen is geen grap en dat mag ze weten ook.

'Wat kan mij het schelen hoe hij eruitziet, ik kan hem toch niet zien. Waarom heb je iets gejat? Ben je helemaal achterlijk?'

'Ja, ik ben inderdaad achterlijk, wat zou ik hier anders nog doen met jou?' snauwt ze me toe.

Haar woorden doen me meer pijn dan ik toe wil geven.

'Dan rot je toch op? Niemand heeft gevraagd of je voor blindengeleidehond wilt spelen.'

May-Lin snuift even en daarna hoor ik haar van me weg lopen.

'Best, loop maar weg. Ik heb je toch niet nodig!' schreeuw ik door de straat, terwijl ik de mensen om me heen probeer te negeren.

Ik lieg, natuurlijk heb ik haar wel nodig. We staan middenin een drukke winkelstraat en door de adrenaline die door mijn lijf stroomt, heb ik geen idee waar ik ben. Er loopt ie mand tegen me aan en bijna verlies ik mijn evenwicht. Ik moet focussen op de geluiden om me heen maar het lukt niet. De woede die ik van binnen voel zorgt ervoor dat ik niet meer helder kan denken. Ik bal mijn handen tot vuisten en duw mijn nagels in mijn hand palmen. De pijn die ik voel maakt me iets kalmer en ik probeer diep in te ademen. Het is lang geleden dat ik me zo machteloos heb gevoeld en ik haat het. Het lijkt een eeuwig heid te duren totdat ik haar stem weer hoor.

'Het spijt me.' Het is niet meer dan een fluistering.

Ik draai me naar de woorden toe en voel haar warme ademhaling tegen mijn huid.

'Je hebt me laten staan.' Ik probeer mijn stem neutraal te laten klinken maar het lukt maar half.

23
10 15 20 25 30 1.3 Over verhalen
5

12

35 40 45 50

Mijn verwijt vult de lucht tussen ons in. Ze is stil, iets wat niet vaak gebeurt. Mijn vingers vinden al snel haar gezicht en ik voel haar tranen. Nog nooit heb ik haar aan het huilen gemaakt en spontaan ben ik al mijn woede vergeten.

'Het is allemaal fucked up, Raaf. Je hebt geen idee. Mijn ouders geven geen bal om mij. Al hun aandacht gaat naar Kyona en al het geld gaat naar haar studie. Ze zien het nut er niet van in om in mij te investeren, in een dochter die er een rotzooi van maakt. Ze hebben me gewaarschuwd en ik wilde niet luisteren.'

Ik laat haar woorden tot me doordringen en pak haar handen die warm voelen in de mijne.

'Het zijn je ouders Lin, ze zullen je nooit laten zitten, wat je ook doet.'

Ze duwt mijn handen weg en onze ruzie zorgt ervoor dat we even lijnrecht tegenover el kaar staan.

'Jij hebt makkelijk praten. Jij bent blind, je ouders zullen er altijd voor je zijn omdat ze wel moeten. Niemand laat een blinde zomaar aan haar lot over.'

Haar woorden snijden dwars door me heen. Ze heeft gelijk, zoals altijd, maar dat bete kent niet dat het fijn is om te horen. Haar eerlijkheid is wat ik zo in haar waardeer en nu verafschuw.

'Je had het me moeten zeggen Lin, ik had je geld kunnen lenen.' Ze schudt haar hoofd en doet een stap naar voren. Ik voel haar hand op mijn schouder. 'Nee. Ik heb je hulp niet nodig.'

Ik wel de jouwe.

Uit: Pamela Sharon, De geur van Groen

Wat verhalen met je doen

a Een verhaal kan verschillende gevoelens oproepen. Soms voel je ongemak als je iets leest en soms word je vermaakt. Die gevoelens kunnen per mens verschillen. Wat voelde jij toen Raven in deze situaties terechtkwam?

Kies uit: angst — bewondering — frustratie — jaloezie — kalmte — ongemak — verdriet — vermaak

1 Raven heeft ruzie met May-Lin.

2 Raven kan in de mensenmassa het toilet niet vinden.

3 Raven fantaseert over languit in bed liggen met een boek.

24
4 Raven wordt onverwacht aangesproken door een onbekende in het donker. 1 Mensen in verhalen

b Vergelijk je antwoorden op de vorige vraag met die van een klasgenoot. Bespreek de verschillen met elkaar.

c Kies een gevoel dat je niet ingevuld hebt en zoek een situatie in het verhaal die je dat gevoel gaf. Noteer je emotie en beschrijf de situatie.

Emotie: Situatie:

d Kijk en luister naar fragment 1 Blinde man kan na 25 jaar weer zelfstandig stemmen dankzij speciaal stemhokje en fragment 2 Deze kleding is speciaal gemaakt voor blinden Wat voel je bij het luisteren van deze berichten? Beschrijf het gevoel in één of enkele woorden.

e Lees de theorie Verzonnen en waargebeurde verhalen

Vergelijk het lezen van fictie, zoals het verhaal De geur van Groen, met non-fictie, zoals nieuwsberichten.

Wat is het verschil of de overeenkomst in je leeservaring? Leg je antwoord uit.

Verzonnen en waargebeurde verhalen

Verzonnen verhalen worden fictie genoemd. Er zijn ook verhalen die waargebeurd zijn, bijvoorbeeld in het nieuws of in een geschiedenisboek. Een verhaal laat je vooral voelen en beleven. Je stapt in de wereld van het verhaal.

Of een tekst een verhaal is, zie je aan de volgende kenmerken:

• Er zijn personages met wie je kunt meeleven.

• Er ontstaat een probleem dat moet worden opgelost.

• Er is een volgorde van gebeurtenissen, met oorzaak en gevolg, een begin en een eind.

f In nieuwsberichten staan niet alleen feiten, maar ook verhalen. Waarom is dat, denk je?

25
THEORIE
1 2 1.3 Over verhalen

1.4 Verhalen vertellen

Je leert:

• het vertelperspectief juist toepassen in een kort verhaal;

• werkwoordstijden juist toepassen in een kort verhaal.

Verhaal schrijven

13 Vervolg schrijven

Gebruik het verhaal De geur van Groen.

Gebruik de theorie Personages beschrijven, Werkwoordstijden in verhalen en Schrijven vanuit één persoon

THEORIE

Personages beschrijven

Als je een personage uit een verhaal beschrijft, let je op:

• het uiterlijk van het personage (bijvoorbeeld: lichaam, gezicht, haar, kleding)

Soms wordt er veel over gezegd, soms maar heel weinig.

• de karaktereigenschappen die je ontdekt door te letten op wat iemand doet, zegt en denkt (bijvoorbeeld: aardig, behulpzaam, opvliegend, eigenwijs, angstig)

• belangrijke kenmerken (bijvoorbeeld: leeftijd, gezondheid, arm of rijk).

• de relaties met anderen

Een relatie kan goed zijn, maar ook moeilijk of ingewikkeld, met ruzies, problemen en geheimen.

Bij het beschrijven van een personage geef je vooral feiten weer. Daarnaast kun je ook je mening geven over een personage. Je legt uit of je iemand wel of niet sympathiek vindt en je geeft je oordeel over zijn of haar daden, keuzes of meningen.

Werkwoordstijden in verhalen

THEORIE

Bij het schrijven van een verhaal kun je schrijven in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd. Een verhaal in de tegenwoordige tijd komt voor de lezer wat dichterbij. Het is net of de lezer het zelf op dit moment meemaakt. Een verhaal in de verleden tijd heeft iets meer afstand. Let erop dat je niet halverwege het verhaal opeens overgaat in de andere tijd.

Je kunt wel van tijd wisselen als je de hoofdpersoon laat terugdenken aan iets wat al eerder gebeurd is. Je noemt dit een terugblik. Gebruik je de tegenwoordige tijd in je verhaal, gebruik dan in de terugblik de verleden tijd.

26
1 Mensen in verhalen

a Schrijf een vervolg op het verhaal.

Verzin voordat je begint met schrijven:

• wie de onbekende is en wat er gaat gebeuren;

• welke eigenschappen de onbekende heeft;

• of de onbekende een helper of tegenstander is;

• wat de relatie tussen Raven en de onbekende zal worden.

Houd je tijdens het schrijven aan de volgende punten:

• Gebruik het ik-perspectief.

• Gebruik de correcte werkwoordstijden.

• Beschrijf wat Raven hoort, ruikt, proeft en voelt, want ze kan niet zien.

• Beschrijf de relatie tussen Raven en de onbekende.

• Het vervolg telt minimaal 300 woorden.

b Lees je eigen verhaal.

Welke tijd heb je gebruikt in jouw verhaal? □ tegenwoordige tijd □ verleden tijd

c Is dat dezelfde tijd als in het verhaal De geur van Groen?

d Hoe ging het schrijven van het verhaal?

• Ik vertel op de juiste manier vanuit één persoon. ◯ ◯ ◯ ◯

• Ik gebruik de werkwoordstijden op de juiste manier. ◯ ◯ ◯ ◯

• De relatie tussen Raven en de onbekende komt duidelijk naar voren. ◯ ◯ ◯ ◯

14 Verhaal vertellen

Je gaat je verhaal uit de vorige opdracht vertellen aan je klasgenoten.

a Noteer het verhaal in korte punten op een spiekbriefje.

b Oefen het vertellen van het verhaal, zodat je dat uit je hoofd kunt doen.

Als het nodig is, mag je een spiekbriefje gebruiken.

c Werk in een groep van vier.

Vertel je verhaal aan je klasgenoten. Maak aantekeningen bij het verhaal van je klasgenoten. Let op de punten in de vorige opdracht.

d Bespreek welke emoties jullie ervaarden bij de verschillende verhalen.

• Hoe goed kon je meeleven en meevoelen met Raven?

• Leg uit waardoor dat kwam. Betrek in je antwoord ook het vertelperspectief.

27
1.4 Verhalen vertellen

1.5 Eindopdracht

LEERDOELEN

• Je past je taalvaardigheden en persoonlijke vaardigheden toe in een eindopdracht.

EINDOPDRACHT ONLINE

Je kunt kiezen uit twee eindopdrachten. Een opdracht staat hieronder, de andere (Gedicht schrijven) vind je op Op niveau online.

Overleg met je docent welke opdracht je gaat maken.

Jouw draai aan een verhaal

Inleiding

Je leest een boek en zoekt een nieuwsbericht over een waargebeurd verhaal. Je schrijft een eigen deel dat past bij het verhaal in het boek en verwerkt daarin het waargebeurde nieuwsbericht. Zo geef je jouw eigen draai aan het verhaal. Bekijk het beoordelingsmodel.

Beoordelingsmodel

Jouw eigen draai aan een verhaal

Houd bij het schrijven van het verhaal rekening met deze punten: Inhoud van het verhaal

• De gebeurtenis uit het gekozen nieuwsbericht komt duidelijk naar voren, beleefd door de/ een hoofdpersoon uit het boek.

• De hoofdpersoon heeft een duidelijk herkenbare nieuwe eigenschap of het verhaal is duidelijk realistischer of minder realistisch dan het origineel.

• Jouw verhaal sluit goed aan bij het verhaal in het boek op de door jou gekozen plaats.

• Jouw verhaal telt minimaal 400 - 500 woorden.

• Jouw verhaal heeft hetzelfde vertelperspectief als het origineel.

Presenteren

• Je leest het door jou geschreven verhaal en het deel uit het boek dat hieraan voorafgaat voor aan minimaal één persoon en vraagt feedback.

• Je leest zo voor dat de overgang van het boek naar jouw verhaal niet te merken is.

Boek en waargebeurd verhaal kiezen

De hoofdpersoon uit een boek gaat een gebeurtenis uit een nieuwsbericht meemaken.

• Kies een leesboek dat jou aanspreekt. Let op: het moet een verzonnen verhaal zijn. Lees het boek helemaal.

• Zoek in een (online) krant een nieuwsbericht over een ontvoering of opsluiting.

28
1 Mensen in verhalen

Beschrijf in je eigen woorden wat de persoon in het nieuwsbericht overkomt. Waar in het verhaal past de gebeurtenis uit het nieuwsbericht het best?

Verhaal voorbereiden

Naast de gebeurtenis uit het nieuwsbericht verwerk je een nieuw element in jouw deel van het verhaal. Welk element wil je verwerken?

◯ een nieuwe eigenschap van de hoofdpersoon, die hij of zij nu nog niet heeft ◯ een meer of juist minder realistisch verhaal

Verhaal schrijven

Schrijf jouw deel van het verhaal.

• Verwerk de gebeurtenis uit het nieuwsbericht en het nieuwe element in jouw deel van het verhaal.

• Houd je aan deze punten:

• Jouw verhaal telt minimaal 400 woorden.

• Jouw verhaal heeft hetzelfde vertelperspectief als het boek.

• Jouw verhaal sluit zo goed mogelijk aan op het verhaal in het boek.

Verhaal beoordelen

Zoek minimaal één persoon die het boek dat je gelezen hebt, niet kent. Lees ongeveer twee pagina's uit het boek voor die voorafgaan aan jouw verhaal en lees aansluitend jouw verhaaldeel.

1 Lees zo voor dat niet te merken is wanneer je overgaat naar jouw eigen verhaaldeel.

2 Laat de luisteraar(s) het feedbackformulier bij het verhaal invullen.

3 Schrijf op elk formulier in enkele zinnen wat je vindt van de feedback.

4 Bewaar het waargebeurde verhaal, de pagina's uit het boek, jouw verhaal en de feedbackformulieren in je fictiedossier.

Eindopdracht evalueren

a Hoe ging de eindopdracht?

• Ik heb met plezier een boek gelezen.

• Ik kan gemakkelijk een nieuw element verwerken in een verhaal.

• Het verzinnen van een verhaal gaat me gemakkelijk af.

• Ik doe mijn best om een goed verhaal te schrijven.

• Ik voel me uitgedaagd om mijn verhaal zo goed mogelijk voor te lezen.

b Je las voor deze eindopdracht een boek, terwijl je wist dat je er een opdracht bij moest maken.

Las je het boek daardoor anders dan je gewoonlijk doet?

Leg je antwoord uit.

c Herken je talent voor het schrijven van verhalen bij jezelf of bij een klasgenoot?

Leg uit bij wie je dit herkent en waar je dat aan merkt.

29
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
1.5 Eindopdracht

1.6 Terugblik

• Je kijkt terug op je werk.

Wat neem ik mee?

LEERDOELEN

a In dit hoofdstuk heb je meegeleefd met mensen in verhalen. Je hebt gemerkt dat verhalen iets met je doen. Je hebt ontdekt dat meeleven met mensen verhalen anders maakt dan feitelijke teksten. Je hebt geleerd wat vertelperspectief is en je hebt dat toegepast in een verhaal. Kijk nu terug op het hoofdstuk. Heb je de leerdoelen van dit hoofdstuk bereikt?

• Ik heb een open houding naar anderen en kan respect tonen voor verschillen. ◯ ◯ ◯ ◯

• Ik kan verhalen vergelijken met de werkelijkheid. ◯ ◯ ◯ ◯

• Ik kan personages en hun rol in verhalen beschrijven. ◯ ◯ ◯ ◯

• Ik kan uitleggen welke personages mij aanspreken. ◯ ◯ ◯ ◯

• Ik kan relaties tussen personages beschrijven. ◯ ◯ ◯ ◯

• Ik kan het ik- en hij-/zij-vertelperspectief herkennen. ◯ ◯ ◯ ◯

• Ik kan uitleggen wat een verhaal met me doet. ◯ ◯ ◯ ◯

• Ik kan werkwoordstijden juist toepassen in een verhaal. ◯ ◯ ◯ ◯

• Ik kan het vertelperspectief juist toepassen in een verhaal. ◯ ◯ ◯ ◯

b Van welk leerdoel heb je het meest geleerd en van welk het minst? Zet de leerdoelen op volgorde van meest naar minst leerzaam. 1 is het leerzaamst en 9 het minst leerzaam. ▢ een open houding hebben naar anderen en respect tonen voor verschillen

uitleggen hoe realistisch een verhaal is

personages en hun rol in verhalen beschrijven

uitleggen welke personages je aanspreken

uitleggen wat een verhaal met je doet

relaties tussen personages beschrijven

het ik- en hij/zij vertelperspectief in een verhaal herkennen

het vertelperspectief juist toepassen in een kort verhaal

werkwoordstijden juist toepassen in een verhaal

30
1 Mensen in verhalen

Eens of oneens?

Werk samen met een klasgenoot.

Zijn jullie het eens of oneens met deze stellingen?

1 Een realistisch boek is een goed boek.

2 In elk verhaal zit een tegenstander.

3 Een hoofdpersoon heeft altijd maar één duidelijke eigenschap.

4 Sympathie voelen voor een personage gaat het best als het boek in het hij-/- zij-vertelperspectief staat.

MEER MET FICTIE?

Wil je meer opdrachten over fictie maken? Ga dan naar Op niveau online.

31
1.6 Terugblik

Taalverzorging 1

Inleiding

Bij taalverzorging ontdek je van alles over taal. In dit hoofdstuk leer je met welke woordsoorten en zinsdelen je zinnen kunt opbouwen, zodat je dit op de juiste manier in een tekst kunt toepassen.

Om je boodschap zo goed mogelijk te kunnen overbrengen, oefen je met de regels van spelling en het formuleren van goede zinnen. Ook leer je over de verschillende betekenissen van woorden en kom je meer te weten over regionale taalvariatie.

32
2 Taalverzorging 1

2.1 Grammatica

Je leert:

deze zinsdelen herkennen en benoemen:

• bijvoeglijke bepaling.

deze woordsoorten herkennen en benoemen:

• voegwoord;

• wederkerend voornaamwoord;

• wederkerig voornaamwoord.

Zinsdelen

1 Waarom zinsdelen?

Lees de tekst.

LEERDOELEN

Je kunt een zin in woorden opdelen, maar ook in zinsdelen. Ieder deel van de zin zegt iets over de betekenis van de zin. Zo kan de persoonsvorm iets zeggen over wat iemand of iets doet (lopen, spelen, rijden) en geeft het onderwerp aan wie of wat dit doet (je vriend, de hond van de buren, de grote auto). Elk zinsdeel helpt bij het overdragen van je boodschap. Door je zinnen goed op te bouwen maak je je tekst beter leesbaar en kun je ervoor zorgen dat andere mensen je goed begrijpen. Door fouten in je zinsbouw komt je boodschap soms verkeerd over of word je door andere mensen niet goed begrepen.

a Ontleed de volgende zinnen.

• Verdeel de zin in zinsdelen.

• Benoem de zinsdelen.

Kies uit: onderwerp — lijdend voorwerp — werkwoordelijk gezegde.

1 Mijn vriendin Sarah van vijftien jaar heeft een jongere zus.

2 Mijn vriendin Sarah heeft een jongere zus van vijftien jaar.

b Benoem van beide zinnen bij welk zinsdeel het stukje van vijftien jaar hoort.

1 2

c De zinnen bestaan uit precies dezelfde woorden, maar betekenen iets anders. Verklaar het verschil in betekenis.

33
2.1 Grammatica

d Leg uit waarom je door het leren over zinsdelen betere teksten kunt schrijven.

Zinsdelen

2 Zinsdelen herkennen en benoemen

Verdeel de zinnen in zinsdelen en benoem elk zinsdeel.

Kies uit: werkwoordelijk gezegde (wwg) — onderwerp (ond) — lijdend voorwerp (lv) — meewerkend voorwerp (mv) — bijwoordelijke bepaling (bwb)

1 De quizmaster heeft de deelnemer stiekem een hint gegeven.

2 De journaliste van het landelijke dagblad vraagt de politicus zijn woorden voor de camera te herhalen.

3 Mijn oma bewaart de kruiden in haar keuken op alfabetische volgorde.

4 Tijdens de plechtige herdenking liepen alle aanwezigen met een lampion.

5 De vrienden hebben vanavond een hapje gegeten bij de pizzeria.

6 Willen alle buurtbewoners volgende week naar de voorlichtingsbijeenkomst in het gemeentehuis gaan?

3 Werkwoordsvormen benoemen

Markeer en benoem alle werkwoordsvormen.

Kies uit: infinitief — persoonsvorm — voltooid deelwoord

1 De quizmaster heeft de deelnemer stiekem een hint gegeven.

2 De journaliste van het landelijke dagblad vraagt de politicus zijn woorden voor de camera te herhalen.

3 Mijn oma bewaart de kruiden in haar keuken op alfabetische volgorde.

4 Tijdens de plechtige herdenking liepen alle aanwezigen met een lampion.

34
2 Taalverzorging 1

5 De vrienden hebben vanavond een hapje gegeten bij de pizzeria.

6 Willen alle buurtbewoners volgende week naar de voorlichtingsbijeenkomst in het gemeentehuis gaan?

4 Basiszin herkennen

Zijn de uitspraken juist of onjuist? Leg je antwoord uit.

1 De basiszin van het werkwoord overhandigen bestaat altijd uit vier delen.

2 De basiszin van het werkwoord schrijven bestaat altijd uit twee delen.

3 De basiszin van het werkwoord beloven bestaat altijd uit vier delen.

Zinsdelen

5 Bijvoeglijke bepaling herkennen

a Verdeel de zinnen in zinsdelen. Benoem elk zinsdeel.

1 De speler heeft het voorstel voor een schorsing geaccepteerd.

2 De boze speler heeft het voorstel van de bond voor een flinke schorsing geaccepteerd.

3 De boze speler van de eredivisieclub heeft het redelijke voorstel van de bond voor een flinke schorsing van enkele maanden geaccepteerd.

b Lees de zinnen nog een keer:

• De speler heeft het voorstel voor een schorsing geaccepteerd.

• De boze speler heeft het voorstel van de bond voor een flinke schorsing geaccepteerd.

• De boze speler van de eredivisieclub heeft het redelijke voorstel van de bond voor een flinke schorsing van enkele maanden geaccepteerd.

Beantwoord de vragen over de zinnen.

1 Zijn de toegevoegde woorden in zin 2 en 3 aparte zinsdelen?

35
2.1 Grammatica

2 Om welke reden zijn deze woorden toegevoegd?

3 Is er verschil in betekenis tussen de zinnen?

c Lees de theorie Bijvoeglijke bepaling

Was je antwoord op de vorige vraag goed of niet?

Bijvoeglijke bepaling

THEORIE

De bijvoeglijke bepaling (bvb) is geen zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel De bijvoeglijke bepaling noemt een bijzonderheid, een kenmerk of een eigenschap van een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel. De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter het zelfstandig naamwoord staan. Als de bijvoeglijke bepaling achter het zelfstandig naamwoord staat, begint hij met een voorzetsel.

Wanneer | is | die leuke reis naar Stockholm?

In het zinsdeel die leuke reis naar Stockholm is 'reis' het zelfstandig naamwoord. Leuke en naar Stockholm geven extra informatie over de reis. Je noemt deze delen bijvoeglijke bepalingen bij 'reis'.

6 Bijvoeglijke bepaling noteren

Benoem de bijvoeglijke bepalingen in de zinnen. Schrijf ook op bij welk zelfstandig naamwoord de bijvoeglijke bepaling hoort.

1 Na succesvolle experimenten hebben onderzoekers uit Afrika andere chimpansees geleerd gebarentaal te gebruiken.

2 Uit waarnemingen van de onderzoekers blijkt dat chimpansees complexe opdrachten met gemak kunnen uitvoeren.

3 Ook hebben ze volgens kenners een indrukwekkend geheugen ontwikkeld.

4 Chimpansees herkennen na jarenlange gevangenschap de gezichten van de soortgenoten uit de wildernis.

36
2 Taalverzorging 1

7

Verschil bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling

Gebruik de theorie Bijvoeglijke bepaling

a Ontleed de zinnen.

• Verdeel de zin in zinsdelen.

• Benoem het deel in Mexico

1 In Mexico hebben archeologen op een bouwterrein honderden botten van wolharige mammoeten van veertienduizend jaar oud gevonden.

2 Op een bouwterrein in Mexico hebben archeologen honderden botten van wolharige mammoeten van veertienduizend jaar oud gevonden.

b Werk in twee- of drietallen. Benoem in beide zinnen het deel van veertienduizend jaar oud.

Is zin 1 correct? Leg je antwoord uit.

1 Van veertienduizend jaar oud hebben archeologen op een bouwterrein in Mexico honderden botten van wolharige mammoeten gevonden.

2 In Mexico hebben archeologen op een bouwterrein honderden botten van wolharige mammoeten van veertienduizend jaar oud gevonden.

c Leg in je eigen woorden het verschil uit tussen een bijvoeglijke bepaling en een bijwoordelijke bepaling.

Woordsoorten

8 Waarom woordsoorten?

Lees de tekst.

Waarom verdelen we woorden in woordsoorten? Woorden die bij elkaar horen, leer je ook bij elkaar. Dat is handig, vooral omdat die woorden zich ongeveer hetzelfde 'gedragen'. Je weet bijvoorbeeld dat in het Nederlands een lidwoord vóór het zelfstandig naamwoord moet staan en dat een voorzetsel nooit los voorkomt, maar altijd deel uitmaakt van een zinsdeel. Weten tot welke woordsoort een woord hoort, is niet alleen voor je eigen taal zinvol, bijvoorbeeld als je iets moet opzoeken in een woordenboek, maar ook voor het leren van vreemde talen.

a In de tekst worden kenmerken van een lidwoord en van een voorzetsel genoemd. Welke kenmerken van woordsoorten ken je nog meer? Geef een omschrijving.

37
2.1 Grammatica

b Je wilt weten wat het woord teken betekent en zoekt het op in een woordenboek. Waarom is het belangrijk om te weten om wat voor woordsoort het hier gaat?

c Waarom is kennis van woordsoorten handig voor het leren van vreemde talen?

9 Bijvoeglijk naamwoorden in het Frans

Lees de Franse woordgroepen.

1 une rose rouge

2 une voiture française

Wat valt je op als je kijkt naar de woordvolgorde? Welk verschil zie je met het Nederlands?

Woordsoorten

10 Woordsoorten benoemen

a Benoem de vetgedrukte woorden.

Kies uit: lidwoord (lw) — zelfstandig naamwoord (znw) — bijvoeglijk naamwoord (bnw) — hulpwerkwoord (hww) — zelfstandig werkwoord (zww) — voorzetsel (vz) — bezittelijk voornaamwoord (bez. vnw) — persoonlijk voornaamwoord (pers. vnw)

Muzikale operatie

Het moet een bizar gezicht zijn geweest toen de Zuid-Afrikaanse jazzmuzikant Musa Manzini gitaar lag te spelen terwijl chirurgen een hersentumor bij hem verwijderden. Dit gebeurde eind vorig jaar in een ziekenhuis in de stad Durban . Manzini moest tijdens de zes uur durende operatie door blijven gaan met tokkelen, zodat de artsen zijn hersenactiviteit in de gaten konden houden. Dit zou het risico op neurologische schade verkleinen . De operatie verliep succesvol. Het is waarschijnlijk het meest bijzondere optreden dat de gitarist ooit heeft gegeven.

Naar: Kijk, nr. 9, 2019

b Leg uit dat het woord door geen voorzetsel is in de tekst.

38
2 Taalverzorging 1

11

Woordsoorten herkennen

a Markeer de zelfstandige naamwoorden in de tekst.

Dringen op een surfplank

Met één hand houden ze hun buurman stevig vast. De andere hand steken ze juichend in de lucht. Deze zesenzestig surfers, de recordbrekers, hebben in Californië op een supersurfplank minstens tien seconden de golven getrotseerd. Daarmee verbeterden ze het wereldrecord

met-zo-veel-mogelijk-mensen-op-een-surfboard-staan met negentien mensen.

Uit: 7Days.

b Benoem de persoonlijke voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden en voorzetsels in de tekst.

12 Hulpwerkwoorden herkennen

Beantwoord de vragen.

1 In welke zinnen is heeft een zelfstandig werkwoord? Leg je antwoord uit.

• De slager heeft gelukkig voldoende kipsaté in voorraad.

• Heeft je vader de boodschappen voor de barbecue allemaal gehaald?

2 Hoeveel hulpwerkwoorden komen er in een zin met alleen een persoonsvorm voor?

3 Is deze bewering waar of niet waar?

Leg je antwoord uit. Het werkwoord imiteren kan als een hulpwerkwoord en als een zelfstandig werkwoord in zinnen voorkomen.

4 Bestaat een werkwoordelijk gezegde altijd uit een hulpwerkwoord en een zelfstandig werkwoord? Leg je antwoord uit aan de hand van een voorbeeld.

39
2.1 Grammatica

13 Zinnen maken met werkwoorden

Maak zinnen volgens de instructies.

1 Maak twee zinnen met het werkwoord controleren waarin dit werkwoord een zelfstandig werkwoord is:

a Gebruik in de eerste zin één werkwoord.

b Gebruik in de tweede zin twee werkwoorden.

2 Maak met het woordwoord hebben een zin waarin dit werkwoord een zelfstandig werkwoord is.

3 Maak met het werkwoord hebben een zin waarin dit werkwoord een hulpwerkwoord is.

Woordsoorten

14 Voegwoord herkennen

a Maak van elke zin twee aparte zinnen.

• Laat steeds één woord weg.

• Verander als het nodig is de volgorde van de woorden.

1 We gaan op skireis met school, maar er schijnt weinig sneeuw te liggen in de bergen.

2 Voor mijn werkstuk heb ik een onvoldoende gekregen, omdat ik me niet aan de opdracht had gehouden.

3 De accu van de auto was kapot, zodat mijn vader op de fiets naar zijn werk moest.

4 Vanavond kan ik niet mee naar de bioscoop, want ik ben helaas ziek geworden.

40
2 Taalverzorging 1

b Kijk naar je zinnen bij de vorige vraag en beantwoord de vragen.

1 Van welke zinnen kun je twee aparte zinnen maken zonder iets aan de tweede zin te veranderen?

2 Bij welke zinnen moest je de tweede zin aanpassen?

3 Welke woorden uit de zinnen heb je niet gebruikt?

4 Wat is het nut van deze woorden?

c Lees de theorie Voegwoord

Controleer je antwoorden bij de vorige vraag.

Voegwoord

THEORIE

Voegwoorden zijn woorden die woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar verbinden. Er zijn twee soorten voegwoorden: nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden. Nevenschikkende voegwoorden (nevensch. vw) verbinden gelijkwaardige delen. Dit zijn delen die je onafhankelijk van elkaar kunt gebruiken zonder dat je de woordvolgorde van de delen van de zin verandert. Nevenschikkende voegwoorden zijn en, want, maar, dus en of Paardrijden lijkt me niet leuk. maar Ik ga het toch doen. Laat de dokter naar je been kijken. want Je blijft pijn houden.

Onderschikkende voegwoorden (ondersch. vw) verbinden ongelijkwaardige zinnen.

Je kunt een van de delen niet onafhankelijk van het andere deel gebruiken zonder de woordvolgorde van de zin te veranderen. Er zijn veel onderschikkende voegwoorden:

• het woord dat en woorden waarvan de tweede lettergreep dat is, zoals doordat, nadat, omdat, totdat, voordat, zodat;

• andere woorden, zoals aangezien, als, dan, hoewel, indien, mits, tenzij, terwijl, toen, ofschoon, zodra;

• het voegwoord of kan ook als onderschikkend voegwoord voorkomen.

Wil Hamid dat je hem voor schooltijd ophaalt?

Claudia gaat alvast haar repetitie leren, zodat ze goed voorrbereid is.

d Staat in de zinnen bij vraag a een nevenschikkend (nv) of onderschikkend voegwoord (ov)?

41
1 2 3 4 2.1 Grammatica

15

Voegwoord benoemen

Gebruik de theorie Voegwoord

Vul de tabel in.

• Noteer van elke zin het voegwoord.

• Zet een kruisje in de juiste kolom: nevenschikkend of onderschikkend.

1 We willen zaterdag gaan zwemmen, want mijn broer moet dan werken.

2 In een artikel las ik dat je boerenkool ook als chips in de oven kunt bakken.

3 De klimaatstakers demonstreerden voor een beter klimaat en ze riepen de overheid op tot meer actie.

4 Unicode bepaalt of een nieuwe emoji toegevoegd mag worden aan de bestaande lijst.

5 Mensen kopen walnoten in de supermarkt, terwijl je ze ook zelf kunt rapen.

6 Mijn vader reist tegenwoordig met de trein nadat de benzineprijs gestegen is. voegwoord nevenschikkend onderschikkend 1

16 Zinnen met voegwoorden maken

Gebruik de theorie Voegwoord

Maak zinnen volgens de instructies.

1 Maak een zin met het onderschikkend voegwoord als.

2 Maak een zin met het nevenschikkend voegwoord want

3 Maak een zin waarin of een onderschikkend voegwoord is.

4 Maak een zin waarin of een nevenschikkend voegwoord is.

42
2 3 4 5 6
2 Taalverzorging 1

Woordsoorten

17 Wederkerend voornaamwoord herkennen Lees de theorie Wederkerend voornaamwoord

Wederkerend voornaamwoord

THEORIE

Het wederkerend voornaamwoord (wederkerend vnw) komt alleen voor in combinatie met een wederkerend werkwoord. Voorbeelden van wederkerende werkwoorden zijn: zich aanpassen, zich verzetten, zich vergissen

Jij vergist je in de datum.

Het vetgedrukte woord je in het voorbeeld verwijst naar Jij. Het is dezelfde persoon. Je kunt alleen jezelf ergens in vergissen en niet een ander.

Het wederkerend voornaamwoord verwijst terug naar de persoon die het onderwerp is. Verander je het onderwerp in een zin met een wederkerend werkwoord, dan verandert ook het wederkerend voornaamwoord.

Hij vergist zich in de datum. wederkerend voornaamwoord voorbeeld

enkelvoud eerste persoon me ik schaam me tweede persoon je u (zich) je schaamt je u schaamt u (zich) derde persoon zich hij/zij/het/die schaamt zich meervoud eerste persoon ons we schamen ons tweede persoon je u (zich) jullie schamen je u schaamt u (zich) derde persoon zich zij schamen zich

a Maak zinnen volgens de instructies.

1 Maak met ieder werkwoord een zin waarin een wederkerend voornaamwoord voorkomt.

2 Maak met ieder werkwoord een zin waarin geen wederkerend voornaamwoord voorkomt. Let op: dit levert niet altijd een goede zin op. wassen 1 2 vergissen 1 2

43
2.1 Grammatica

verplaatsen 1

2

b Bekijk je zinnen uit de vorige vraag. Zijn alle zinnen correct? Leg uit wat je opvalt.

c Noteer de werkwoorden in de juiste kolom. Kies uit: omkleden — bezeren — aanpassen — voorstellen — afvragen — verwonderen werkwoorden met alleen een wederkerend vnw werkwoorden met en zonder wederkerend vnw

18 Wederkerend voornaamwoord gebruiken

Gebruik de theorie Wederkerend voornaamwoord

a Markeer het werkwoord of de werkwoorden waarbij een wederkerend voornaamwoord voorkomt. beseffen - irriteren - ergeren

b Gebruik de woorden beseffen, irriteren en ergeren Maak met elk werkwoord een correcte zin. Benoem het wederkerend voornaamwoord als dat in de zin voorkomt. beseffen: irriteren: ergeren:

19 Wederkerend voornaamwoord benoemen

Gebruik de theorie Wederkerend voornaamwoord Markeer de wederkerend voornaamwoorden in de zinnen.

1 Als je je kaartje op het laatste moment nog denkt te kunnen kopen, dan heb je je vergist.

2 We menen ons te herinneren dat hij zich te laat had aangemeld. Of vergissen we ons?

3 Realiseren jullie je dat mensen zich ernstig kunnen blesseren?

44
2 Taalverzorging 1

Woordsoorten

20

Wederkerig voornaamwoord herkennen

Lees de theorie Wederkerig voornaamwoord Markeer alle wederkerige voornaamwoorden.

De bruid en de bruidegom zullen elkaar morgen pas weer zien. Ze geven dan tijdens een traditionele bruiloft elkaar het ja-woord. Maar eerst vertelt de ceremonieleider nog kort hoe ze elkaar hebben ontmoet. Vrienden hebben ze jaren geleden aan elkaar voorgesteld. Zij zitten natuurlijk allebei ook in de zaal. Voordat ze elkaar eeuwige trouw beloven, lezen ze beiden een persoonlijke boodschap voor. Dan is het tijd om elkaar de ringen om de vinger te schuiven.

Wederkerig voornaamwoord

THEORIE

Het wederkerig voornaamwoord (wederkerig vnw) is elkaar. Het verwijst naar meer personen.

De vrienden zien elkaar vaak in het weekend.

21 Wederkerend of wederkerend voornaamwoord invullen

Gebruik de theorie Wederkerig voornaamwoord Vul een wederkerend of wederkerig voornaamwoord in.

1 Laten we niet uitlachen.

2 George en Karin hebben keihard nodig.

3 Wij hebben voorgenomen dat nooit meer te doen.

4 Hebben jullie niet afgevraagd hoe dat zou aflopen?

5 Beide partijen hebben beloofd geen onaangekondigde stappen te ondernemen.

ZELFTOETS

Testen hoe goed je dit onderdeel beheerst? Ga naar Op niveau online en maak de zelftoets.

VERDER OEFENEN?

Wil je verder oefenen op jouw niveau? Ga dan naar Op niveau online.

45
2.1 Grammatica

2.2 Spelling

Je leert:

• werkwoorden vervoegen in de gebiedende wijs; • hoofdletters en kleine letters goed gebruiken (uitbreiding).

Werkwoordspelling

22 Verkeersbord uitleggen

Bekijk de afbeelding. Beantwoord de vragen.

1 Welke werkwoordsvorm is het bijvoeglijk naamwoord op het bord?

2 Is die werkwoordsvorm goed gespeld? Leg je antwoord uit.

LEERDOELEN

3 Leg uit waarom het verkeersbord grappig is.

23 Werkwoord vervoegen

a Naar welke drie werkwoordsvormen kun je een werkwoord vervoegen? □ enkelvoud □ persoonsvorm □ verleden tijd □ infinitief □ tegenwoordige tijd □ voltooid deelwoord □ meervoud

b Als je een persoonsvorm vormt, houd je rekening met drie kenmerken: getal, persoon en tijd. Vul in de tabel de ontbrekende kenmerken in.

getal persoon tijd ik bel belde jij (je)/u belt belde hij/zij (ze)/het belt belde wij (we) bellen belden jullie bellen belden zij (ze) bellen belden

46
2 Taalverzorging 1

24

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

1 (verblinden) je je tegenliggers niet met zo'n felle fietslamp?

2 Het plan (behelzen) de bouw van een theater in het centrum.

3 Volgens de verpakking (branden) deze kaarsen minimaal vier uur.

4 Na de valpartij (troosten) de moeder haar zoontje met een ijsje.

5 De styliste (kleden) haar klanten altijd met veel gevoel voor stijl.

6 Dankzij de nieuwe laklaag (glanzen) de tafel weer als nieuw.

7 Tijdens de dropping zijn we (verdwalen) in het bos bij de camping.

8 Spelletjes op de smartphone hebben lange tijd mijn leven (beheersen).

9 Mijn ouders hebben er nooit over (peinzen) om hun caravan te verkopen.

10 Miguel is met zijn natte sportkleren aan op de bank (ploffen).

25 Gebiedende wijs in een recept

Werk in twee- of drietallen. Lees de theorie Gebiedende wijs Zoek online of in een kookboek een recept dat jullie lekker lijkt. Wijs alle vormen van gebiedende wijs aan in het recept.

Gebiedende wijs

THEORIE

Een zin die een bevel of aansporing geeft en waarin geen onderwerp staat, staat in de gebiedende wijs. De persoonsvorm is dan meestal het eerste woord in de zin. Je schrijft de persoonsvorm in de ik-vorm.

Word nu lid!

26

Voeg een snufje zout toe. Loop rustig door.

Gebiedende wijs gebruiken

a Gebruik de theorie Gebiedende wijs Noteer de juiste persoonsvorm.

1

2

3

4

5

6

(Braden) het vlees kort aan op hoog vuur.

(Verspreiden) de folders over de aanwezige tafels.

(Begeleiden) jij deze jongeman naar buiten.

(Melden) je zo snel mogelijk bij de conciërge.

(Beraden) u zich eerst even voor u een reactie geeft.

(Kneden) het deeg lekker luchtig.

7 (Scheiden) je afval voortaan!

8

(Bieden) Amin je excuses aan.

47
2.2 Spelling

b Kijk naar de zinnen in de vorige vraag.

Staan alle zinnen in de gebiedende wijs?

Leg je antwoord uit.

Hoofdletters en leestekens

27 Hoofdletters en leestekens

Bekijk het bord. Beantwoord de vragen.

1 Wat wil dit bord duidelijk maken aan de lezer?

2 Waardoor komt de boodschap anders over?

3 Verbeter de tekst zoals die op het bord had moeten staan.

28

Leestekens gebruiken

Verbeter de zinnen.

Voeg leestekens toe waar dat nodig is. Denk aan punt, vraagteken, uitroepteken, komma en dubbele punt.

1 De mascotte zat naast de voorzitter de secretaris en de jeugdtrainer van de club

2 Janna heeft de trein gemist helaas

3 Hij is echt knap slim en grappig Renzo

4 Hé waar zijn mijn sleutels nou weer gebleven

48
2 Taalverzorging 1

29

5 Kijk zo kom je in het centrum van de stad Yannis

6 Wist je dat Schateiland nog steeds een van de meest gelezen jeugdboeken is

7 Er waren drie reacties mogelijk vechten vluchten of verlammen

8 Ga eens aan de kant Milan

Hoofdletters en kleine letters verbeteren

Lees de theorie Hoofdletters en kleine letters

Verbeter de woorden, woordgroepen en zinnen die fout gespeld zijn.

Zet een streepje als er geen spelfout in staat.

1 kerstavond 2 's Avonds bleef het warm. 3 de Bronstijd 4 Herfst 5 familie van der Steen 6 legostenen 7 Werelddierendag 8 Paasei

49
2.2 Spelling

Hoofdletters en kleine letters

Het eerste woord van een zin schrijf je altijd met een hoofdletter, net als namen. Er zijn een paar aandachtspunten

aandachtspunt voorbeeld

1 Begint de zin met een apostrof? Dan schrijf je het tweede woord met een hoofdletter.

's Morgens ga ik zwemmen.

Begint de zin met een getal? Dan schrijf je geen hoofdletter. 72 procent rijdt door.

2 Staat er een ander deel van de naam voor een tussenvoegsel van een naam? Schrijf het tussenvoegsel dan met een kleine letter.

Staat er geen deel van de naam voor het tussenvoegsel? Dan schrijf je wel een hoofdletter.

Eva van Ham mevrouw Ras-de Vries

mevrouw Van Ham meneer/mevrouw El Hamdaoui

3 Merknamen schrijf je met een hoofdletter. een Apple, de Porsche

Woorden waarbij je niet meer aan de eigennaam denkt, schrijf je met een kleine letter. coopertest, barbiepop

4 Namen van heilige personen en zaken schrijf je met een hoofdletter. God, Allah, de Heer, de Bijbel

Namen van geloven, gelovigen en politieke stromingen schrijf je met een kleine letter. christendom, moslim, liberaal

5 Feestdagen schrijf je met een hoofdletter. Koningsdag, Nieuwjaar, Kerstmis Woorden die zijn afgeleid van feestdagen schrijf je met een kleine letter. nieuwjaarsdag, eerste kerstdag

6 Namen van periodes en tijdperken schrijf je met een kleine letter. steentijd, oudheid

7 Dagen, maanden, seizoenen en windstreken schrijf je met een kleine letter. woensdag, april, herfst, noordwest, oosterse filosofie

8 Titels van boeken, series, films enzovoort beginnen met een hoofdletter. het boek De hongerspelen

ZELFTOETS

Testen hoe goed je dit onderdeel beheerst? Ga naar Op niveau online en maak de zelftoets.

VERDER OEFENEN?

Wil je verder oefenen op jouw niveau? Ga dan naar Op niveau online.

50 THEORIE
2 Taalverzorging 1

2.3 Formuleren

LEERDOELEN

Je leert: • regels voor het gebruiken van het wederkerend voornaamwoord.

Stijlregels

30 Leestekens en verwijswoorden

Bijzondere ontmoeting in coffeeplaza aan de de clercqstraat in amsterdam tref ik onno en hajo in een van de plekken die (a) bestempelen als hun kantoor de twee mannen zijn van huis uit reclamemakers en waren tot een paar jaar geleden eigenaren van een eigen reclamebureau daar ligt ook de basis van john altman na jaren in opdracht te hebben gewerkt voor de meest uiteenlopende klanten, wilden onno en hajo zelf een poging wagen. die wens was er al langer, maar kwam in een stroomversnelling toen (b) in san francisco een oude hippie ontmoetten (c) koekjes uitdeelde op baker beach onno: 'hij raakte ons en zette ons aan het denken over de manier (d) we ons eigen leven invulden verder vonden we de koekjes (e) hij uitdeelde zo lekker dat we het recept vroegen en mee terugnamen naar nederland' 'Spread the love' drukte hij onno en hajo op het hart en (f) is wat ze met john altman doen en de bijzondere ontmoeting? (g) vormt de kern van het verhaal achter het merk.

Naar: www.marketingfacts.nl

Verbeter de tekst.

• Voeg hoofdletters en punten toe.

• Vul een passend verwijswoord in op de lege plaatsen in de tekst.

31 Verwijzen met verwijswoorden

Waarnaar verwijzen de vetgedrukte woorden?

1 De directie is na het protest van de leerlingenraad op haar besluit teruggekomen.

2 Door het teruggelopen aantal leden zal het fitnesscentrum vanaf volgende maand zijn deuren sluiten.

51
2.3 Formuleren

3 Vorige week heb ik deze mail verstuurd en het verbaast me dat die nog niet is aangekomen.

4 Nadat Noa haar mobiele nummer had gegeven, belden zij haar meteen op om een afspraak in de kapsalon te maken.

5 Pas toen we op het perron stonden, ontdekten we dat het het verkeerde was.

6 Alleen jongemannen tussen de 18 en 25 jaar die op het platteland wonen, kunnen meedoen aan het onderzoek. Tachtig procent van hen meldde zich.

7 Het applaus waarop het amateurtoneelgezelschap had gehoopt, viel tegen.

32 Verwijswoord invullen

Vul het juiste verwijswoord in.

Kies uit: dat — dit — haar — hen — het — hetgeen — hiervan — hiervoor — hij — met wie — over wie — van wie — waarmee — wat — ze

1 De zaag ik de takken van de boom wil afzagen, heb ik bij Karwei gehuurd.

2 Die meiden Özcan en Mohamed hebben afgesproken, zijn eigenlijk te jong voor

3 Dat is een speciaal verband. Je moet eerst om de wond wikkelen en daarna dichtklikken.

4 Tess vertrouwde broer niet meer, nadat over haar had geroddeld.

5 Als het de hele dag regent, kun je niet zweefvliegen, erg jammer van je cursusdag is. Misschien krijg je je geld terug.

6 De zorg wordt onbetaalbaar als de kosten blijven stijgen. is een groot probleem voor toekomstige generaties.

7 De gids wordt beweerd dat hij blindelings de weg kent, twijfelde toch even in het oerwoud.

52
2 Taalverzorging 1

Signaalwoorden herkennen

Markeer de signaalwoorden in de tekst.

Geef aan om welk type signaalwoord het gaat.

Incident met stier als in Maashorst zeldzaam, maar risico is er altijd

Wie een bezoek brengt aan een natuurgebied in Nederland, kan zomaar oog in oog komen te staan met wilde runderen. Dat kan gevaarlijke situaties opleveren.

Contact met mensen kan bij de grazers namelijk leiden tot ander gedrag. 'Dan zijn ze gevoerd, uitgedaagd of weggejaagd door honden', zegt ecoloog Leo Linnartz. 'Vergelijk het maar met als je zelf beroofd bent, daar word je ook anders van.' Naast voldoende afstand houden van de dieren, wordt verder aangeraden om kuddes dieren niet te doorkruisen. Daarnaast kunnen loslopende honden voor onveilige situaties zorgen. Er is altijd een risico, maar incidenten met grote grazers komen relatief weinig voor. Stichting ARK Natuurontwikkeling heeft in 2017 onderzoek gedaan naar de veiligheid en risico's in natuurgebieden waar paarden, runderen en wisenten leven. Uit een inventarisatie van het aantal ongevallen met grote grazers blijkt dat er in de periode 2006 tot 2016 vijftien ongevallen zijn geregistreerd.

Grote grazers zijn van belang voor de natuur, omdat ze de biodiversiteit in stand houden. Begrazing met paarden en runderen vormt een natuurlijk alternatief voor het maaien, kappen en snoeien van planten en struiken. Volgens ARK Natuurontwikkeling zijn de dieren bovendien een belangrijk onderdeel van ecosystemen. Grondeigenaren bepalen welke dieren waar staan. Staatsbosbeheer beheert het grootste gedeelte van de natuurgebieden en bossen in Nederland, maar er zijn ook gebieden in handen van gemeenten of lokale organisaties.

34 Tekst verbeteren

Emma heeft de volgende tekst geschreven voor een toespraak op de bruiloft van haar zus Bridget. Ze is nog niet tevreden over haar tekst. Emma heeft hoofdletters en leestekens gebruikt, maar in de tekst staan ook nog enkele te lange zinnen en stijlfouten.

53 33
2.3 Formuleren

35

(1) Daar zit je dan Bridget, met je grote liefde Kjell. (2) Ik vind het zo geweldig, hè, je trouwt en je gaat misschien gauw een gezinnetje stichten, je houdt inderdaad erg van kinderen. (3) Ik weet nog, ik was zeven en vertelde je pap en mam dat je pedagogiek ging studeren en pap vond het maar niets en hij had liever gewild dat je medicijnen was gaan doen, net als hij, maar ja wat heeft hij te willen, het is jouw leven, hè?

(4) Jullie ontmoetten elkaar op de uni. (5) Je vertelde met kerst toen je bij ons thuis was, want je woonde op kamers in Rotterdam hè, dat je een vriendje had waarmee het nu wel serieus was. (6) Mam en jij gingen toen samen de hond uitlaten en ik dacht: die moeten wat bespreken, hè. (7) Nu ga je een mooie toekomst tegemoet, samen met die knappe vriend van je, mijn zwager Kjell. (8) Ik hoop dat ik vaak bij jullie langs kan komen, want jullie resideren in de buurt, hè. (9) Ik wens jullie alle geluk van de wereld en heel veel liefde. (10) Ik houd van je, zus, en natuurlijk ook van jou, Kjell.

Beantwoord de vragen.

1 Waarom is het handig dat je hoofdletters en leestekens gebruikt in een tekst die je uitschrijft voor een toespraak (of een andere voordracht of presentatie die je geeft)?

2 Welke twee stopwoorden gebruikt Emma veel?

3 Zin 2 loopt niet goed. De zin is te lang en er ontbreekt een signaalwoord. Herschrijf deze zin. Maak er twee kortere zinnen van.

4 Zin 3 is te lang. Maak hier kortere, goed leesbare zinnen van.

5 In zin 5 staat een verwijsfout. De zin is ook te lang en loopt niet goed. Verbeter de verwijsfout en herschrijf deze zin door er twee kortere zinnen van te maken.

6 Emma gebruikt in zin 8 een moeilijk woord dat niet in de toon van haar tekst past: resideren Misschien doet dit woord je denken aan het woord 'residentie' = plaats waar het staatshoofd woont. Door welk begrijpelijk woord kun je resideren vervangen?

Wederkerend voornaamwoord gebruiken

a Lees Stijlregel 14: Gebruik bij wederkerende werkwoorden altijd het wederkerend voornaamwoord Welke zinnen zijn verkeerd geformuleerd?

□ Besef je je wel hoe vervelend het voor anderen is dat je te laat komt?

Dat Elif alweer een onvoldoende voor haar toets biologie zou halen, kon ze zich niet indenken.

□ Hassan herinnert niets meer van die smerige overtreding op het voetbalveld.

54
2 Taalverzorging 1

□ Het is op zich niet erg dat je vergist bij het nemen van de juiste afslag naar school.

□ In sommige bossen in de Achterhoek kun je nog zien waar joden hebben schuilgehouden tij dens de Tweede Wereldoorlog.

□ Je moet niet zo vreselijk uitsloven om de aandacht te trekken.

□ Nadat hij een kaartje had bemachtigd, haastte Dean naar het geheime feest.

□ Toen ik tijdens het kijken naar de film gezouten pinda's at, verslikte ik me.

Voor sommige spelers is het moeilijk zich netjes te gedragen als ze hebben verloren.

Wij schamen nu dat we die oude man niet hebben geholpen bij het instappen in de bus.

THEORIE

Stijlregel 14: Gebruik bij wederkerende werkwoorden altijd het wederkerend voornaamwoord

Bij sommige werkwoorden gebruik je altijd een wederkerend voornaamwoord, zoals zich(zelf) of me(zelf). Je mag het wederkerend voornaamwoord dan niet weglaten.

Ondanks twee wekkers heeft Melin zich toch verslapen Ik herinner me altijd woord voor woord wat iemand heeft gezegd. Weet je zeker dat je je niet hebt vergist?

b Bekijk nog een keer de zinnen die je hebt geselecteerd bij de vorige vraag. Verbeter de zinnen.

ZELFTOETS

Testen hoe goed je dit onderdeel beheerst? Ga naar Op niveau online en maak de zelftoets.

VERDER OEFENEN?

Wil je verder oefenen op jouw niveau? Ga dan naar Op niveau online.

55
2.3 Formuleren

2.4 Taalbewustzijn

Je leert: • wat homoniemen en homofonen zijn; • wat regionale taalvariatie is.

Over taalgebruik

36 Synoniemen en antoniemen herkennen

Lees de theorie Synoniemen en Antoniemen Maak woordparen. Noteer de woordparen in de juiste kolom.

LEERDOELEN

Kies uit: mislukken — ingang — introvert — asociaal — entree — verdieping — duwen — doelman — etage — slagen — maar — sociaal — extravert — keeper — trekken — echter synoniemen antoniemen betekenis - definitie waarheid - leugen

Synoniemen

THEORIE

Synoniemen zijn woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen. Als je af en toe een synoniem gebruikt, wordt je tekst afwisselender en daardoor leuker om te lezen.

Mijn kleren waren doorweekt van de regen. Mijn broek was kletsnat en mijn trui kledder

Let wel op: soms betekent een synoniem nèt iets anders. Denk maar eens aan het woord gevangenis. De woorden bajes en detentiecentrum betekenen hetzelfde, maar het eerste woord is straattaal, terwijl het tweede woord formeler is. Houd daar rekening mee bij je keuze.

56
2 Taalverzorging 1

Antoniemen

Woorden met een tegengestelde betekenis noem je antoniemen. Zo is 'figuurlijk' het antoniem van 'letterlijk'. Antoniemen kun je soms herkennen aan een voorvoegsel. niet- (niet-)bestaand, (niet-)alledaags on- (on)acceptabel, (on)leesbaar de(s)- (de)monteren, (des)infecteren in- (in)direct, (in)formeel im- (im)moreel, (im)populair a(n)- (a)sociaal, (an)alfabeet il- (il)legaal ir- (ir)reëel, (ir)regulier

37 Synoniemen gebruiken

a Lees het nieuwsbericht.

Verstappen moe, maar voldaan na gewonnen race

'Ik kan wel wat vocht gebruiken', zei Max Verstappen na zijn race tegen zijn teamgenoten van Red Bull Racing. De winnaar van de eerste Grand Prix van Miami had het tijdens de race erg zwaar, met temperaturen boven de dertig graden en een hoge luchtvochtigheid. 'Maar het was een ongelofelijk mooie zondag voor ons', aldus de eerste Nederlandse Formule 1-wereldkampioen ooit. De komende dagen zal de Limburger zich voorbereiden op de volgende race, die in Spanje zal plaatsvinden. Een belangrijke, want in het verleden werd de winnaar op het Spaanse circuit vaak ook wereldkampioen. De Nederlandse ster zal er weer vol voor gaan.

Markeer de synoniemen die de journalist heeft gebruikt voor Max Verstappen.

b Bedenk twee redenen waarom de journalist hier synoniemen heeft gebruikt. 1 2

38 Antoniem in één woord

Dankzij jongerentaal is het woord 'wreed' zijn eigen antoniem geworden.

Leg deze stelling uit.

57 THEORIE
2.4 Taalbewustzijn

39

Betekenis van een homoniem

Lees de theorie Homoniemen

Bepaal de betekenis van het homoniem 'vers' dat in elke zin wordt bedoeld.

1 vers (het, verzen) 1 regel van een gedicht; 2 couplet; 3 kort gedicht

2 vers (-er, verst) 1 pas gegroeid, uitgekomen, gevangen, geplukt, etc.; 2 strook zoet water dat onvermengd een eind in zee loopt, ~ water; 3 nog niet lang geleden ontstaan of gebeurd; 4 nog ongebruikt

Naar: Van Dale

Noteer het specifieke nummer uit de Van Dale, dus bijvoorbeeld '2.2'.

1 Dankzij de verse sporen in de sneeuw konden de agenten de inbreker snel pakken.

2 Van het Wilhelmus zingen we meestal vers één en zes.

3 Mijn nichtje wil dat al haar klasgenoten een versie schrijven in haar poëziealbum.

4 Elk weekend zorgt de oma van Ismintha voor verse lakens op de bedden.

5 Als je 's ochtends vroeg langs de bakker fietst, ruikt het heerlijk naar vers gebakken brood.

THEORIE

Homoniemen

Homoniemen zijn woorden die meer dan één betekenis hebben, zoals 'vorst' en 'bank'. In een woordenboek staan de verschillende betekenissen met nummers aangegeven. Let op dat je de juiste betekenis kiest.

Voor het rijden op de snelwegen in Oostenrijk moet je een geldig vignet hebben.

In het woordenboek staan drie betekenissen bij het woord 'vignet': 1 plaatje dat dient ter versiering; 2 figuurtje dat een bedrijf gebruikt als merkteken; 3 sticker als bewijs van betaling.

De juiste betekenis staat bij 3: sticker als bewijs van betaling

40 Homofonen gebruiken

a Lees de theorie Homofonen

Homofonen

THEORIE

Soms klinken twee woorden hetzelfde, maar schrijf je ze verschillend en hebben ze ook verschillende betekenissen. Zulke woorden zijn homofonen. Let goed op dat je het goede woord gebruikt.

Vergeet niet het licht uit te doen als je vertrekt. De afstandsbediening ligt op de salontafel.

58
2 Taalverzorging 1

Kies het woord met de juiste betekenis.

1 De peuter kreeg een slab / slap om voor hij aan de tomatensoep begon.

2 De kaasboer sneed precies een pond / pont jong belegen af.

3 Na de bocht liep het pad ineens steil / stijl omhoog.

4 Mijn camera maakt scherpere foto's dan die van jou / jouw

5 Als je wil, mag je best even dat paard bereiden / berijden

6 De nieuwe singel van Di-rect is de snelste steiger / stijger van de week.

b In de vorige vraag zag je welk van de homofonen in de zin paste. Maak nu zinnen met de andere woorden in de goede betekenis.

1 2 3 4 5

6

Taalvariatie

41 De taal van mijn stad of streek

a Lees de theorie Regionale taalvariatie

Kan iemand die aan de andere kant van het land woont horen waar jij vandaan komt?

Leg uit waarom wel of niet.

Regionale taalvariatie

Hoe iemand spreekt, verraadt vaak waar diegene vandaan komt. Meestal hoor je dat alleen aan de uitspraak, maar soms ook aan de woordkeuze of de zinsbouw. De taal wijkt dan af van de standaardtaal, die als norm geldt in een land. Elke taal heeft zo zijn eigen regionale taalvarianten

Regionale taalvarianten

dialect Een lokale taalvariant die in een klein gebied wordt gesproken, vooral in informele situaties. Meestal gaat het om één of enkele dorpen, er zijn geen duidelijke grenzen. Een dialect verschilt van de standaardtaal in spelling, woordenschat, zinsbouw en uitspraak.

regiolect Een regionale taalvariant die is ontstaan doordat dialecten naar elkaar toe groeien. Een regiolect wijkt af van de standaardtaal in uitspraak en (soms) in woordenschat.

Bijvoorbeeld: Sevenums, Geleens, Haags, Gronings

Bijvoorbeeld: Oost-Limburgs, West-Brabants

59
THEORIE
2.4 Taalbewustzijn

b Spreek jij een dialect of regiolect?

• Zo ja, welk?

• Noteer ook met wie je dat spreekt.

c Werk in twee- of drietallen.

Noteer drie woorden uit het dialect van jouw stad of streek. Schrijf ze op met hun betekenis in het Standaardnederlands.

Als je zelf geen dialect spreekt, kun je ook online zoeken naar woorden in een dialect. 1 2 3

d Welk imago heeft het dialect van jouw stad of streek? Vind je dat terecht?

42 Sprekende kaart

Ga naar de Sprekende Kaart van de Nederlandse Dialectenbank. Beluister opnames uit drie verschillende plaatsen.

1 Beschrijf welke verschillen je hoort tussen de dialecten.

2 Welke dialecten kun je verstaan?

43 Liedje in dialect

Zoek online een liedje in de taal van jouw stad of streek. Luister goed naar de tekst. Waaraan hoor je dat er niet in de standaardtaal wordt gezongen? Noem minstens twee punten.

60
TIP
2 Taalverzorging 1

44 Regionale taalvariatie

a In een onderzoek uit 2020 gaf 24 procent van de Nederlandse deelnemers aan een dialect of regiolect te spreken. In 2018 was dit nog 29 procent. Bedenk twee redenen waarom steeds minder mensen een dialect of regiolect spreken.

b Wat vind je ervan dat veel dialecten verdwijnen? Licht je antwoord toe.

c Stel dat je naar de andere kant van het land verhuist. Wat vind je ervan dat mensen in je nieuwe woonplaats kunnen horen waar je vandaan komt? Leg uit waarom je dat vindt.

61
2.4 Taalbewustzijn

Leven online

Inleiding

Sta jij zelf wel eens stil bij je digitale leven? Vind je het prettig dat steeds meer contact online plaatsvindt en dat er zelfs sprake is van leven en werken in een virtuele werkelijkheid? In dit hoofdstuk lees je over de vooren nadelen van het digitale leven, over het internet van de toekomst en de grenzen waar we tegenaan lopen bij een leven online. Aan de hand van de opdrachten denk je na over je eigen digitale leven. In de eindopdracht kijk je naar de toekomst door een poster te presenteren met als thema 'Het leven online over tien jaar'.

Ontdek meer over jouw leven online!

62
5 Leven online

1

Je leert:

je eigen mening onderbouwen met argumenten; 2 informatie ordenen en de gegeven informatie analyseren; 3 het schrijfdoel van informerende en uiteenzettende teksten herkennen; 4 signaalwoorden van voorbeeld en middel-doel herkennen en gebruiken; 5 informatie en meningen interpreteren en je mening geven; 6 relaties leggen tussen tekst en schematische informatie; 7 informatie zoeken in allerlei bronnen en de betrouwbaarheid van bronnen beoordelen; 8 de kernzinnen in een tekst herkennen; 9 de manier van inleiden en afsluiten in een tekst herkennen en gebruiken; 10 eigen ervaringen opschrijven in een reactie; 11 een tekst schrijven met behulp van een schrijfplan en daarbij informatie uit verschillende teksten samenvoegen; 12 in een presentatie de aandacht van het publiek trekken en vasthouden; 13 informatie verzamelen en daarmee een presentatie geven; 14 het belangrijkste punt van een verhaal duidelijk maken.

1 Wat ga ik leren?

a Bekijk de leerdoelen van dit hoofdstuk. Welke leerdoelen lijken jou belangrijk om te leren, zodat je goed kunt omgaan met jouw leven online? 1 2 3

b In welke online situatie verwacht je dat deze drie leerdoelen belangrijk zijn? Beschrijf bij elk leerdoel één online situatie.

1 2 3

63
Inleiding

5.1 Start

LEERDOELEN

• Je kijkt vooruit naar de dingen die je in dit hoofdstuk gaat leren.

2 Opkomst van mobieltjes

Nog niet zo lang geleden speelde de mobiele telefoon helemaal geen rol in het leven van de mensen, maar in jouw leven is het mobieltje niet meer weg te denken. Kijk en luister naar fragment 1 en fragment 2

a Om welke redenen wilden de sprekers eind vorige eeuw geen mobiele telefoon gebruiken? Noem ten minste vier redenen die je hoort in fragment 1. 1 2

3 4

b Vergelijk fragment 1 met fragment 2. Welke veranderingen met betrekking tot de mobiele telefoon vallen jou op? Noem ten minste twee dingen.

c Tegenwoordig heeft bijna iedereen een mobiele telefoon. Hoe komt het volgens jou dat we nu allemaal een mobiele telefoon gebruiken? Geef ten minste één reden.

d Vind jij dat het internet jouw leven gemakkelijker maakt? Licht je antwoord toe met minimaal vier voorbeelden uit je eigen leven.

3 Gebruik van mobiele telefoon

Lees de tekst Mobiele app-industrie zal nog meer records breken

a Hoeveel apps heb jij op je smartphone?

b In de tekst staat dat de tijd die we aan apps besteden, stijgt. Bekijk het fragment Game of Phones. Welke verklaring geeft het fragment hiervoor? Leg je antwoord uit.

c De tekst Mobiele app-industrie zal nog meer records breken is bijzonder, want het is een automatisch vertaalde tekst uit het Engels. Hierdoor staan er rare zinnen in. Aan welke zinnen zie je duidelijk dat het een automatisch vertaalde tekst is? Markeer er ten minste drie.

64
1 2 5 Leven online

d Is een automatisch vertaalde tekst volgens jou geloofwaardig?

Licht je antwoord toe. https://br.atsit.in

MOBIELE APP-INDUSTRIE ZAL NOG MEER RECORDS BREKEN

Het is nu 2022 en we staan officieel op het punt om ons derde jaar in een pandemische wereld te beginnen. Een van de belangrijkste nevenef fecten van dit feit is de ongekende hoeveel heid tijd en geld die mensen aan hun mobiele telefoons besteden. Een recent rapport van App Annie werpt wat licht op dit onderwerp.

Het rapport stelt dat de gemiddelde tijd die aan mobiele apps wordt besteed, is gestegen tot 4,8 uur per dag in de belangrijkste mobi le-first-markten. Nu, zoals het gezegde luidt, tijd is geld, maar het blijkt dat gebruikers niet alleen meer van hun tijd betalen, maar ook meer van hun zuurverdiende geld.

Ongeveer 320.000 dollar ging in 2021 via app stores. Vind je dat niet genoeg? Nou, dat was de som geld die elke minuut doorstroomde, wat ongeveer 20% meer is dan wat werd waargeno men in 2020.

De populairste apps in 2021

Volgens het rapport was TikTok de meest gedownloade app van allemaal (geen verras singen hier). Terwijl 2020 het jaar was waarin TikTok een van de meest significante stijgingen in populariteit zag, het jaar waarin de pandemie begon, kende de app nog meer succes in 2021. Vergeleken met het voorgaande jaar hebben TikTok-gebruikers naar verluid gemiddeld 90%

meer tijd in de app doorgebracht tijdens 2021. Er wordt voorspeld dat de sociale media-gigant dit jaar de 1,5 miljard maandelijkse actieve gebrui kers zal overschrijden. Dat komt overeen met bijna 20% van de wereldbevolking!

Een andere app die volgens het rapport een verbazingwekkende toename in populariteit zag, was niemand minder dan de streamingdienstgi gant waar we onafscheidelijk van zijn geworden: YouTube. Het werd gerangschikt als de meest gedownloade streaming-app ter wereld, op de voet gevolgd door Netflix.

Andere interessante statistieken met betrekking tot het app-gebruik in 2021 omvatten maar liefst $116 miljard uitgegeven aan mobiele games, toegenomen gebruik van online shopping-appli caties, en natuurlijk eten bezorgen.

65
5 10 15 20 25
35 40 45 5.1 Start
Bron: Atsit
30

5.2 Mijn leven achter de schermen

Je leert:

• je eigen mening onderbouwen met argumenten;

• informatie ordenen en de gegeven informatie analyseren;

• relaties leggen tussen tekst en schematische informatie;

• de kernzinnen in een tekst herkennen;

• eigen ervaringen opschrijven in een reactie;

• informatie verzamelen en daarmee een presentatie geven.

De gevolgen van schermgebruik

4 Schematische informatie begrijpen

Ons leven is in korte tijd steeds meer online gaan plaatsvinden. Een van de gevolgen hiervan is een toename van ons schermgebruik. Lees de tekst Jongeren bezorgd over hun schermgebruik

a Bekijk afbeelding 1.

Wat valt je op als je kijkt naar de kolommen verantwoord geachte schermtijd in minuten per dag? Noem in je toelichting twee voorbeelden.

b Wat valt op als je kijkt naar het verschil tussen de kolommen verantwoord geachte schermtijd en werkelijke schermtijd?

c Bekijk afbeelding 2. Hoeveel procent van de kinderen en jongeren ervaart slaapproblemen?

d Noteer twee gegevens in afbeelding 2 die jij opvallend vindt.

e Vind jij de fysieke effecten die in afbeelding 2 worden aangegeven verontrustend? Leg je antwoord uit.

66
5 Leven online

www.volkskrant.nl

JONGEREN BEZORGD OVER HUN SCHERMGEBRUIK

Nederlandse tieners zijn kritisch op hun eigen schermgebruik. Ze brengen meer tijd door achter een telefoon, tablet of laptop dan ze zelf verantwoord vinden. Bijna 7 op de 10 tieners vinden het bovendien jammer dat er tegenwoordig minder buiten wordt gespeeld.

Dat blijkt uit onderzoek van I&O Research onder thuiswonende kinderen en jongeren tussen de 10 en 22 jaar, in opdracht van de Volkskrant Bijzonder aan de enquête is dat zowel kinderen als hun ouders zijn ondervraagd. De meeste ouders vinden dat hun kind te lang achter een beeldscherm zit, maar verrassender is dat kinderen en jongeren dat zelf ook vinden.

Bron: www.volkskrant.nl

Last van schermgebruik

hoeverre denk je dat het gebruik van apparaten zoals een smartphone of tablet de volgende effecten op je heeft? (percentage bevestigende antwoorden)

Schermtijd

Wat is de werkelijke schermtijd en wat vinden kinderen en jongeren zelf verantwoord? werkelijke schermtijd verantwoord geachte schermtijd in minuten per dag

67
240 180 120 60 0 minuten leeftijd10 - 1112 - 1314 - 1516 - 1718 - 1920 - 22 138 105 Kinderen van 10 en 11 jaar zitten 138 minuten per dag achter een scherm, maar vinden zelf 105 minuten verantwoord. Bron: I&O Research
Afbeelding 1
16 % 41
12 % 38 Last
15 % 32
13 % 32
12 % 29
6 % 23
7 % 19
5 % 18
5 10 5.2 Mijn leven achter de schermen
In
groot effect licht effect
Slaapproblemen
van rug en schouders
Oogklachten
Concentratieproblemen
Effect op hersenen
Kramp in de vingers
Sociale uitsluiting
Overgewicht Bron: I&O Research Afbeelding 2

Oriënteren

op het lezen

Lees de titel, inleiding en het slot van de tekst De nieuwe mens

Gebruik voor je aanpak bij het lezen van teksten de Manieren van lezen achter in het boek.

a Wat is het onderwerp van de tekst?

b Wat verwacht je in deze tekst te lezen?

De nieuwe mens

De nieuwe mens heeft een bochel en een lange nek met halverwege een elegante knik erin. Het lichaam bevat minder spier- en meer vetmassa dan dat van de oude mens, waardoor het lekker zacht en rond en kneedbaar is [-] erin prik ken levert schattige kuiltjes op die heel lang blijven zitten.

Hij/zij/het heeft zeer sterk ontwikkelde dui men waarmee hij in opgewonden toestand heen en weer zwaait als een krab met haar scharen. Zijn activiteiten ontplooit hij bij voorkeur in het donker van de nacht, wanneer hij op zijn wak kerst is. Slapen doet hij kortstondig en onrustig.

Hij heeft moeite met ver zien en soms met zien in het algemeen, waardoor de nieuwe mens zich het liefst thuis verschanst waar je de zaken rustig van dichtbij kunt bekijken, maar blauw licht merkt hij van verre op. Blauw licht is zijn levensbron, het centrum van zijn bestaan. De aantrekkingskracht van blauw licht op de nieu we mens overtreft de aantrekkingskracht van een in volle bloei staande Verbena bonariensis op vlinders.

De nieuwe mens maakt zich zorgen over zijn nieuwe verschijningsvorm, zo viel vrijdag te lezen op de voorpagina van de Volkskrant. Dat is onderzocht door I&O Research. De nieuwe mens zegt tegen de onderzoekers dat hij meer tijd doorbrengt met het blauwe licht dan hij zelf verantwoord acht. Hij zegt dat hij het jammer vindt dat hij de buitenruimtes vermijdt waarin zijn voorouders naar eigen zeggen zoveel tijd in hebben doorgebracht.

Hij denkt te weten dat zijn nieuwe verschij ningsvorm een direct gevolg is van zijn liefde voor het blauwe licht. Dat hij daardoor moeilij ker en onrustiger slaapt. Dat de vergroeiingen aan schouder, nek en rug direct verband houden met permanent gebogen zitten. Dat hij zonder hulpmiddelen minder goed ziet dan zijn voor vaderen, omdat hij altijd naar dat ene punt in zijn handpalm tuurt, het blauwe scherm dat hij zachtjes streelt met zijn dikke duimen, zonder dat af te wisselen met activiteiten waarvoor je in de verte moet kijken: tikkertje bijvoorbeeld, of rennen achter een bal. Dat hij na langdurig staren in het blauwe licht niet snel in slaap valt en niet lang slaapt. Dat laatste zou je positief kunnen duiden als een verminderde slaapbe hoefte door verhoogde alertheid, of je zou het gewoon beroerd slapen kunnen noemen.

De Volkskrant sprak enkele nieuwe mensen over hun omgang met het blauwe licht en de bijbe horende apparaten [-] om de weergave van die gesprekken te kunnen lezen is zo'n apparaat nodig, want het staat op de site van de krant [-] en daarin zegt eentje: 'Ik gebruik voor al Snapchat, Instagram, YouTube en Netflix. Facebook is echt een no-go. Ik zit er wel zeven

68 5
TIP
1 5 2 10 3 15 20 4 25 30 5 35 40 45 50 6 55 5 Leven online

uur per dag op. Te lang, denk ik, maar de tijd gaat zo voorbij.'

Waarmee maar weer eens is aangetoond dat de nieuwe mens ontzettend veel lijkt op de oude mens: heeft haarscherp op het netvlies wat slecht voor hem is, zou daar best vanaf willen, maar ontbeert elke wilskracht om zelfstandig actie te ondernemen. Nieuwe mensen blijken dan ook open te staan voor een schermver bod op gezette tijden, want dan móéten ze wel collectief de ogen opslaan van het blauwe licht en hoeven ze niet bang te zijn als enige online iets te missen.

6 Lezen over schermgebruik

Lees de tekst De nieuwe mens aandachtig.

In het onderzoek dat de Volkskrant liet doen, komen ook moeders en vaders van nieuwe mensen aan het woord. Eentje vertelt: 'Het werd ineens in om berichten af te sluiten met de groet Heil Hitler. Toen ik dat hoorde, heb ik mijn zoon erop aangesproken. Gevraagd waarom hij dat deed. Hij had daar geen reden voor, behalve dat het ineens normaal werd op school.' Ook daarin lijkt de nieuwe mens als twee druppels water op de oude.

a Kijk terug naar je antwoorden bij opdracht 5. Heb je in de tekst de informatie gelezen die je had voorspeld?

b Wie behoren er tot de nieuwe mens?

c Welke twee overeenkomsten zijn er tussen de nieuwe mens en de oude mens? 1 2

d Wat betekenen de volgende woorden? Gebruik de woordraadstrategieën in het Stappenplan moeilijke woorden

1 ontbeert elke wilskracht (regel 66): 2 verschanst (regel 16): 3 alertheid (r. 50):

e In alinea 5 worden de gevolgen van schermgebruik opgesomd zonder gebruik te maken van signaalwoorden voor opsomming.

Gebruik de theorie Soorten verbanden en signaalwoorden (par. 5.3).

Herschrijf alinea 5 door signaalwoorden voor opsomming toe te voegen op de lege plekken.

Hij denkt te weten dat zijn nieuwe verschijningsvorm een direct gevolg is van zijn liefde voor het blauwe licht. Dat hij daardoor moeilijker en onrustiger slaapt. Dat de vergroeiingen aan schouder, nek en rug direct verband houden met permanent gebogen zitten. ziet hij zonder hulpmiddelen

69
Naar:
60 7 65 70 8 75 80 5.2 Mijn leven achter de schermen

minder goed dan zijn voorvaderen, omdat hij altijd naar dat ene punt in zijn handpalm tuurt, het blauwe scherm dat hij zachtjes streelt met zijn dikke duimen, zonder dat af te wisselen met activiteiten waarvoor je in de verte moet kijken: tikkertje bijvoorbeeld, of rennen achter een bal. Dat hij na langdurig staren in het blauwe licht niet snel in slaap valt en niet lang slaapt. Dat laatste zou je positief kunnen duiden als een verminderde slaapbehoefte door verhoogde alertheid, of je zou het gewoon beroerd slapen kunnen noemen.

f Markeer het signaalwoord voor reden in alinea 7.

g Noteer de uitspraak en de reden van alinea 7. uitspraak: reden:

h Wat zijn de gevolgen van onze 'liefde voor het blauwe licht'? (alinea 5) Noteer ten minste drie gevolgen.

Informatie over schermgebruik vergelijken

7 Een reactie schrijven

Vergelijk de teksten Jongeren bezorgd over hun schermgebruik en De nieuwe mens met elkaar. De nieuwe mens is geschreven naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek waarover je hebt gelezen in de tekst Jongeren bezorgd over hun schermgebruik

a Bereid je voor op het schrijven van een reactie aan de schrijfster van de tekst De nieuwe mens Schrijf in steekwoorden je antwoord op de volgende vragen op:

1 Wat vind je van de manier waarop de schrijfster de nieuwe mens beschrijft? Licht je antwoord toe.

2 Welke punten vind je realistisch en waarom?

3 Welke punten vind je niet realistisch en waarom?

b Schrijf een reactie aan de schrijfster van de tekst De nieuwe mens

Let op de volgende punten:

• Verdeel je tekst in een inleiding, middenstuk en slot. Gebruik eventueel de theorie Inleiding, middenstuk, slot

• Maak gebruik van de steekwoorden uit vraag a.

• Benoem duidelijk waarom je deze tekst schrijft.

• Noteer je mening en de toelichting hierop bij elkaar.

• Gebruik ten minste twee keer een signaalwoord voor reden.

70
5 Leven online

5.2 Mijn leven achter de schermen

Inleiding, middenstuk, slot

Een tekst bestaat meestal uit drie delen: inleiding, middenstuk en slot. Elk deel heeft een functie binnen de hele tekst. De inleiding is bedoeld om de lezer of luisteraar nieuwsgierig te maken. In het middenstuk wordt het onderwerp verder uitgewerkt en het slot rondt de tekst af.

Titel

Inleiding alinea 1 doel: lezer nieuwsgierig maken naar de tekst

Manieren (vaak voorkomend): •het onderwerp aankondigen •een kort, grappig of bijzonder verhaaltje vertellen •een of meer vragen stellen •de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen •een voorbeeld geven

In de afbeelding zie je op welke manieren je een tekst kunt inleiden en afsluiten. Je kunt ook meer manieren gebruiken. Eén manier is meestal de belangrijkste. .................................................................................................

Middenstuk alinea 2 deelonderwerp 1 Tussenkopje alinea 3 deelonderwerp 2 Tussenkopje alinea 4 deelonderwerp 3 Tussenkopje

Slot alinea 5 doel: tekst afsluiten

Manieren: •een korte samenvatting van de tekst geven •een conclusie van de tekst geven •een advies geven •een oproep doen

Bron

c Vorm een groepje met drie klasgenoten en wissel jullie teksten met elkaar uit. Beoordeel elkaars teksten aan de hand van de punten bij vraag b. Bespreek samen jullie belangrijkste feedback.

• De tekst heeft een goede opbouw (inleiding, middenstuk, slot).

• Het is duidelijk waarom de tekst is geschreven.

• In de tekst staan mening en toelichting bij elkaar.

• In de tekst wordt ten minste twee keer een signaalwoord voor reden gebruikt.

71
THEORIE
ONDER WERP
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯

8

d Denk na over de feedback die je bij de vorige vraag hebt gekregen.

Wat zou je kunnen veranderen aan je tekst?

Informatie beoordelen

Lees de tekst Jongeren en hun schermtijd: elke generatie heeft zijn eigen problemen

a Wat is er aan de hand met het schermgebruik van jongeren?

b In alinea 2 staan cijfers over de schermtijd van jongeren. Vergelijk dit met de cijfers die je ziet in afbeelding 1 van de tekst Jongeren bezorgd over hun schermgebruik Kloppen de cijfers van alinea 2 als je kijkt naar afbeelding 1?

Leg je antwoord uit.

c Markeer de kernzinnen in de alinea's 3 tot en met 6.

d Vat de hoofdzaken van alinea 3 tot en met 6 samen in maximaal 80 woorden.

• Gebruik de kerzinnen uit vraag c.

Het schermgebruik van de huidige generatie moet je niet als problematisch zien, want

e Wat betekent beren op de weg zien? (regel 29-30)

f Wat is de conclusie van de onderzoekers over het schermgebruik van jongeren?

72
5 Leven online

JONGEREN EN HUN SCHERMTIJD: ELKE GENERATIE HEEFT ZIJN EIGEN PROBLEMEN

Het Sociaal en Cultureel Planbureau doet al tien tallen jaren onderzoek naar het mediagebruik van jongeren en naar de manier waarop jonge ren hun vrije tijd besteden. Daaruit valt op te maken dat de manier waarop jongeren hun uren van de dag verdelen, drastisch is veranderd.

Onderzoeker Jos de Haan daarover: 'Jongeren tussen de 13 en 19 jaar zijn van ongeveer twee uur tv-tijd per dag in 1990 naar een meer dan verdubbeling van schermtijd gegaan, namelijk bijna vijf uur per dag.'

met hun vrienden in het echt af te spreken. Dus er is zowel offline als online veel contact.'

Bovendien ziet De Looze bij elk nieuw medium angst. 'Dat gebeurde eerst bij de introductie van boeken en radio en nu bij internet en smart phones. Het punt is: er is niet altijd een gevaar.' Door al die schermen is volgens De Looze de wereld een stuk kleiner geworden. 'Een stage regelen in Brazilië is bijvoorbeeld zo geregeld, vroeger was dat niet denkbaar.'

Daarnaast komt uit onderzoek van Stichting Lezen iets opmerkelijks naar voren: we lezen meer dan ooit. Niels Bakker, die voor de organi satie de Leesmonitor bijhoudt, heeft daar wel een verklaring voor. 'Er is meer te lezen dan ooit. Naast boeken, tijdschriften en kranten lezen jon geren ook nog Whatsapp-berichten, Facebook en andere social media.'

Vertrossing

Toch beschouwt De Haan de problemen van deze generatie niet als uniek. 'Zorgen over de persoonlijke ontwikkeling van jongeren zijn er altijd al geweest. In de jaren 50 waren er zorgen over de popcultuur, die jongeren op een verkeerde manier zou beïnvloeden. En in de jaren 90 was de discussie dat de samenleving en de jongeren last hadden van vertrossing en amusement.' De term is afkomstig van de TROS, de eerste omroep die niet vanuit een ideologie radio en televisie maakte, maar juist bracht wat de kijkers wilden zien. Dat betekende vooral veel entertainment.

Offline contact

Ook universitair docent Margreet de Looze, die voor de Universiteit Utrecht onderzoek doet naar het internetgebruik van jongeren, ziet niet alleen maar beren op de weg. 'Jongeren die veel op hun telefoon zitten, blijken ook veel vaker

De manier van lezen is daardoor wel veranderd. Bakker: 'Het aandachtig lezen van boeken is ver vangen door het scannen van teksten, waardoor het lezen vluchtiger is geworden.' Het zou kunnen dat de hersens zich daardoor anders gaan ont wikkelen, maar voor die conclusie is het nog te vroeg. Daarvoor is eerst verder onderzoek nodig.

De onderzoekers zijn het er allemaal over eens dat het schermgebruik weliswaar voor proble men kan zorgen, maar zien ook voordelen van de nieuwe mogelijkheden. SCP-onderzoeker De Haan denkt dat elke generatie met een nieuwe uitvinding zoals radio, televisie en internet, zijn eigen problemen heeft. Volgens De Haan zitten er naast de problemen ook veel voordelen aan. In het geval van telefoons en andere schermen zijn dat voor jongeren een positieve bijdrage aan de ontwikkeling van vriendschappen en een toegenomen algemene ontwikkeling.

73 www.rtlnieuws.nl
Bron: www.rtlnieuws.nl 1 5 2 10 3 15 20 25 4 30 5 35 40 6 45 7 50 55 8 60 65 5.2
Mijn leven achter de schermen

Presenteren over schermgebruik

9 Presentatie voorbereiden

In deze paragraaf heb je veel informatie gekregen over het schermgebruik onder jongeren. In deze opdracht bereid je een presentatie voor over schermgebruik.

a Noteer drie voordelen en drie nadelen van schermgebruik voor jongeren. Baseer je antwoord op de informatie in deze paragraaf.

voordelen: nadelen:

b Stel je voor dat je tien jaar ouder bent en dat je schermgebruik vijf uur of meer per dag is. Wat voor effect denk je dat het schermgebruik dan op jou heeft?

1 nadelig effect: 2 voordelig effect:

c Zet de voor- en nadelen van vraag b in twee schema's.

• Maak bijvoorbeeld een cirkeldiagram, staafgrafiek, tabel, etc.

• Maak de schema's op twee A4'tjes: één voor de voordelen en één voor de nadelen.

d Schrijf bij beide schema's een een korte toelichting.

Let op de volgende punten:

• In de toelichting leg je uit wat er in het schema te zien is.

• De toelichting bij ieder schema is kort en duidelijk.

• De toelichting bij ieder schema bevat een kernzin.

e Straks ga je jouw schema's uit vraag d presenteren aan je klasgenoten.

Gebruik eventueel de theorie Presentatie voorbereiden en Inleiding en slot van een presentatie Schrijf de presentatie in kernwoorden voor jezelf op.

• Je presentatie duurt één minuut.

• Zorg dat je presentatie een inleiding, middenstuk en slot heeft.

• In de inleiding van je presentatie wordt duidelijk wat het onderwerp is.

• In het middenstuk van je presentatie maak je gebruik van de schema's.

• In je presentatie zijn de hoofd- en bijzaken duidelijk.

• Zorg voor een krachtig slot van je presentatie.

Presentatie voorbereiden

THEORIE

Een presentatie staat of valt met de voorbereiding. Zorg ervoor dat je precies weet waar je presentatie aan moet voldoen en hoelang je presentatie mag duren. Ga ook na welke hulpmiddelen je kunt inzetten.

Zoek betrouwbare bronnen waar je interessante gegevens en goede voorbeelden uit kunt halen. Houd daarbij ook rekening met de voorkennis van je publiek. Wat weet je publiek al over het onderwerp?

74
5 Leven online

Inleiding en slot van een presentatie

Je houdt de aandacht van het publiek beter vast als de structuur van je presentatie helder is. De luisteraar weet dan wat hij ongeveer kan verwachten. Het is daarom belangrijk dat je presentatie een duidelijke indeling heeft, met een pakkende inleiding en een aantrekkelijk slot Inleiding, middenstuk, slot).

Tips voor een pakkende inleiding:

• Kondig het onderwerp aan op een originele manier.

• Vertel de aanleiding voor je presentatie over dit onderwerp.

• Verwoord de hoofdgedachte van je presentatie.

• Kondig (bij een lange presentatie) de opbouw van je presentatie aan.

• Geef aan dat het publiek na afloop van de presentatie vragen mag stellen.

Tips voor een aantrekkelijk slot:

1 Sluit aan bij het spreekdoel van je presentatie.

2 Vat de hoofdpunten van je presentatie op een pakkende manier samen.

3 Sluit af met een krachtige eindzin.

4 Eindig ook eens met een prikkelende vraag of een stelling, waarop je publiek kan reageren.

10 Presenteren en beoordelen

Werk samen in een groep met drie klasgenoten.

a Gebruik eventueel de theorie Stemgebruik en non-verbale communicatie Presenteer je schema's in één minuut aan je groepsgenoten. Let tijdens het spreken op de punten bij vraag b.

Stemgebruik en non-verbale communicatie

THEORIE

De manier waarop je iets zegt, bepaalt of de inhoud van je boodschap goed overkomt. Met andere woorden: het gaat niet alleen om wát je zegt, maar ook om hóé je iets zegt. Dat heeft te maken met de momenten waarop je pauzes neemt in een zin, maar ook met de nadruk die je legt op sommige woorden en met je stemgebruik. Een goede stem begint met een rustige ademhaling. En een rustige ademhaling begint met een goede lichaamshouding.

Tips voor je houding:

• Sta of zit met beide voeten stevig, maar nog wel ontspannen, op de grond.

• Ontspan je schouders.

• Houd je hoofd rechtop.

• Adem naar je buik.

Als je deze tips gebruikt, dan krijg je met een kleine inspanning een grotere longinhoud. Hoe meer lucht je inademt, hoe duidelijker je kunt spreken.

75
5.2
Mijn leven achter de schermen

Tips voor je spreektechniek:

• De toonhoogte van je stem kun je afwisselen. Als je afwisselend wat hoger en lager spreekt, dan houd je de aandacht van de luisteraar beter vast. Een lagere stem is prettiger om naar te luisteren dan een hoge stem. Probeer daar rekening mee te houden.

• Let tijdens het spreken op je volume. Als je te zacht praat, zal niet iedereen je verstaan. Te hard praten schrikt de luisteraar af. Stem je volume af op de ruimte waarin je spreekt.

• Denk ook aan het tempo waarin je spreekt. Te snel spreken is vermoeiend voor jezelf en voor de luisteraar, dus praat vooral rustig.

• Bij het gebruik van je stem geeft de intonatie je stemming aan. Je kunt aan de intonatie vaak al horen of iemand blij, moe, ongeduldig, verrast, angstig of enthousiast is.

Blijf je ook bewust van de non-verbale communicatie (Lichaamstaal) die je uitstraalt. Zorg ervoor dat deze past bij wat je vertelt, anders komt je boodschap niet goed over.

b Geef je groepsgenoten feedback aan de hand van de punten uit het beoordelingsmodel Wat vonden je groepsgenoten van jouw presentatie?

• Het onderwerp van mijn presentatie is duidelijk. ◯ ◯ ◯ ◯

• De hoofd- en bijzaken in mijn presentatie zijn duidelijk. ◯ ◯ ◯ ◯

• Tijdens mijn presentatie maak ik gebruik van beeld (de schema's). ◯ ◯ ◯ ◯

• Mijn houding en lichaamstaal passen bij de presentatie. ◯ ◯ ◯ ◯

• Ik heb rekening gehouden met de tijd. ◯ ◯ ◯ ◯

c Kijk naar de feedback die je hebt gekregen.

Welke twee punten wil je in een volgende spreekopdracht verbeteren?

76
5 Leven online

5.3 De digitale mens

Je leert:

• je eigen mening onderbouwen met argumenten;

• informatie ordenen en de gegeven informatie analyseren;

LEERDOELEN

• het schrijfdoel van informerende en uiteenzettende teksten herkennen;

• signaalwoorden van voorbeeld en middel-doel herkennen en gebruiken;

• de manier van inleiden en afsluiten in een tekst herkennen en gebruiken;

• een tekst schrijven met behulp van een schrijfplan en daarbij informatie uit verschillende teksten samenvoegen.

Van offline naar online

11 Lezen over de slimme bril

Lees de tekst De slimme bril komt: hier werken de techreuzen aan aandachtig.

a De schrijver spreekt over de slimme bril als vervanger van de smartphone. Hoe zou de bril de smartphone kunnen vervangen? Haal je antwoord uit de tekst.

b Lees de theorie Soorten verbanden en signaalwoorden. In alinea 3 tot en met 7 gaat het over slimme brillen die al op de markt zijn.

Benoem ten minste vijf slimme brillen en schrijf op voor welk doeleinde die worden gebruikt. Gebruik in ieder antwoord een signaalwoord van middel-doel.

77
5.3 De digitale mens

Soorten verbanden en signaalwoorden

Met een signaalwoord of een groepje signaalwoorden kun je laten zien wat zinnen of alinea's met elkaar te maken hebben. Signaalwoorden kunnen verschillende soorten verbanden aangeven: soort verband uitleg voorbeelden opsomming Je noemt verschillende dingen achter elkaar op.

ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, en, niet alleen ... maar ook, zowel ... als, ten eerste, ten tweede, vervolgens, ten slotte Hardlopen heeft veel voordelen. Ten eerste is het een goedkope sport.

tegenstelling Na een uitspraak beweer je meteen het tegengestelde.

reden Je geeft een reden. Een reden geeft aan waarom iemand iets wel of niet doet.

maar, daarentegen, echter, integendeel, aan de ene kant ... aan de andere kant, daar staat tegenover, terwijl, toch Deze telefoon heeft een groter scherm, maar de foto's zijn minder goed.

daarom, want, omdat, namelijk Veel scholieren slaan het ontbijt over, omdat ze er geen tijd voor hebben.

voorbeeld Je legt iets uit in een of meer voorbeelden. bijvoorbeeld, als voorbeeld, zo, zoals In schoolkantines wordt steeds meer gezond eten verkocht, bijvoorbeeld vers fruit.

middel - doel Je hebt een doel en er is een middel nodig om het doel te bereiken.

waarmee, daarmee, opdat, met dat doel, het doel is, door middel van, om ... te Ik gebruik een rekenmachine om de som uit te rekenen.

c Lees alinea 10 tot en met 12. Wat is het verschil tussen een bril voor virtual reality en een bril voor augmented reality?

d Wat vind jij ervan dat de slimme brillen worden ontwikkeld door Apple, Facebook of Google? Onderbouw je mening met een argument uit de tekst.

78 THEORIE
5 Leven online

DE SLIMME BRIL KOMT: HIER WERKEN DE TECHREUZEN AAN

Geruchten over een slimme bril van Apple gaan al een tijdje, maar het bedrijf is niet de enige. Alle techreuzen lijken in de race te stappen voor de opvolger van de smartphone.

Daarnaast verkoopt Lenovo de ThinkReality A3, een bril die bekabeld wordt aangesloten aan een laptop of Mototorola-smartphone om via augmented reality virtuele schermen in de lucht te plaatsen. Het bedrijf legt daarbij de focus op privacy, want de virtuele schermen zijn alleen via jouw bril te zien.

De slimme bril van Vue richt zich volledig op audio, met muziek en audioboeken, maar ook navigatie en bellen. Net als de Echo Frames van Amazon, voor toegang tot slimme assistent Alexa.

We zijn inmiddels gewend om de hele dag door informatie op het schermpje van onze smartphones te bekijken. In de toekomst hoeft dat mogelijk niet meer, als de slimme bril er is. Daarmee zie je via de glazen informatie in je zichtveld, bovenop de realiteit. Denk aan pijlen voor navigatie, maar ook gewoon berichtjes en video's die op de muur zweven.

Deze technologie is niet helemaal nieuw. Google verkocht in 2013 de Google Glass, een slimme bril met een klein schermpje in de ooghoek. De bril had ook een camera aan de voorkant en een touchpad aan de zijkant. De gadget was toen geen groot succes en een tweede versie werd exclusief voor de zakelijke markt gemaakt. Toch weerhoudt dat techbedrijven er niet van om de technologie verder te ontwikkelen.

Wat is er nu al?

Er worden nu verschillende slimme brillen verkocht voor consumenten, maar met zeer specifieke doeleinden. Neem de Spectacles van Snapchat, waar inmiddels al een derde versie van te koop is. Wat deze bril slim maakt, is dat er twee camera's in zijn verwerkt die het leven filmen zoals jij het ziet. De bril voegt tevens filters toe via augmented reality.

Ook voor sporters zijn er slimme brillen te koop. De Everysight is voor fietsers, met informatie over je snelheid en hartslag altijd in beeld. Slimme zwembril FORM Swim Goggles is voor professionele zwemmers om tegen zichzelf te strijden voor de snelste tijd.

Facebook Aria

Deze specifieke doeleinden zijn leuk, maar daar bereik je geen grote groep consumenten mee. De techreuzen willen het daarom wat grootser aanpakken. Facebook en Ray-Ban werken samen aan Facebook Aria. Deze bril moet via augmen ted reality allerlei informatie op de glazen tonen. Tevens worden er camera's, microfoons en gps toegevoegd. Om de bril te besturen worden handgebaren gebruikt.

Facebook stelt dat Aria voorlopig nog niet voor consumenten is bedoeld, maar dat de bril intern wordt getest om te leren over de hardware en software die er nodig zijn om een augmentedrealitybril te maken. De eerste versie van Project Aria heeft tevens nog geen scherm, maar wordt verbonden met een smartphone. Voor een echte augmentedrealitybril denkt Facebook nog zeker vijf tot tien jaar nodig te hebben.

79
www.ad.nl
1 5 2 10 3 15 20 4 25 30 5 35 6 40 7 45 50 8 55 9 60 65 5.3 De digitale mens

Google en Apple

De brillen die de komende jaren uitkomen zullen de smartphone dus nog niet vervangen, maar moeten worden gezien als een extensie van de smartphone. Toch zijn bedrijven als Google, Apple en anderen al wel druk bezig met wat er daarna komt.

Voornamelijk de geruchtenmolen rond de bril van Apple draait op volle toeren, omdat het bedrijf talloze patenten aanvraagt rond slimme brillen. Zo zou Apple eerst aan een bril werken voor virtual reality, waarbij de gebruiker wordt

12 Jouw mening over de slimme bril

afgesloten van de werkelijkheid om een virtu ele werkelijkheid te stappen. Vergelijkbaar met de Oculus Quest van Facebook. Pas daarna wordt er een Apple-bril voor augmented reality uitgebracht, waarbij digitale elementen aan de werkelijkheid worden toegevoegd.

De techreuzen willen allemaal vooraan staan als het gaat om de mogelijke opvolger van de smartphone, maar als consumenten moeten we nog even geduld hebben.

Bron: www.ad.nl

Lees de tekst Ierse privacywaakhond: 'Privacyzorgen over slimme bril Facebook'

a Wat is het schrijfdoel van de tekst?

b Gebruik eventueel de theorie Inleiding, middenstuk en slot. Welke manier van inleiden is gekozen? ◯ de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen ◯ een anekdote vertellen ◯ een of meer vragen stellen ◯ het onderwerp aankondigen

c Wat wordt bedoeld met effectief? (regel 7)

d Maar de nieuwe bril heeft alleen een klein lampje om aan te geven of de camera op dat moment actief is. (alinea 4)

Waarom leidt het te kleine lampje op de bril tot privacyzorgen?

e Vergelijk de tekst Ierse privacywaakhond: 'Privacyzorgen over slimme bril Facebook' met de tekst De slimme bril komt: hier werken de techreuzen aan Wat is het verschil tussen beide teksten over de slimme bril als vervanging van de smartphone?

80
70 10 75 11 80 85 12
5 Leven online
90

f Na het lezen van een tekst is de nieuwe informatie altijd van invloed op jouw mening over het onderwerp.

Kijk naar jouw mening bij opdracht 11.

Is jouw mening veranderd door het lezen van de tekst Ierse privacywaakhond: 'Privacyzorgen over slimme bril Facebook' ?

Licht je antwoord toe.

www.rtlnieuws.nl

IERSE PRIVACYWAAKHOND: 'PRIVACYZORGEN OVER SLIMME BRIL FACEBOOK'

De Ierse privacywaakhond wil dat Facebook aantoont dat zijn nieuwe slimme bril in samenwerking met Ray-Ban de privacy wel goed waarborgt.

De Data Privacy Commissioner (DPC) van Ierland zou zich zorgen maken dat het lampje op de bril niet effectief genoeg laat zien dat er op dat moment foto's worden gemaakt of video wordt opgenomen, schrijft Reuters. Facebook moet nu bewijs gaan leveren dat dat zo is.

De slimme bril van Facebook wordt gemaakt in samenwerking met EssilorLuxottica, de maker van Ray-Ban zonnenbrillen. De bril werd afgelo pen week aangekondigd en kan onder andere foto's maken, de telefoon beantwoorden en muziek afspelen.

'Lampje mogelijk te klein' Volgens de DPC kun je bij het gebruik van een smartphone gemakkelijk zien of iemand een foto of video maakt, omdat de gebruiker de telefoon omhoog moet houden. Maar de nieuwe bril heeft alleen een klein lampje om aan te geven of de camera op dat moment actief is.

'Facebook heeft nog niet aangetoond dat er uit gebreide tests hebben plaatsgevonden om zeker te zijn dat het lampje effectief duidelijk maakt dat de camera gebruikt wordt', zegt DPC in een statement. Ook Italie heeft afgelopen week om opheldering gevraagd bij Facebook over privacy zorgen rond de bril.

Voorlopig is nog niet bekend wanneer de slimme bril in Nederland te gebruiken is. Bron: www.rtlnieuws.nl

13 Nadenken over online en offline contact

Lees de tekst Is online contact een goede vervanging van fysiek contact?

a Kijk naar de inleiding en het slot van de tekst. Welke manier van inleiden en welke manier van afsluiten zie je in de tekst? manier van inleiden: manier van afsluiten:

81
2 5 10 3 15
5.3 De digitale mens
1
4 20 5 25 30 6

b In een van de alinea's worden voorbeelden gegeven. Noteer het alineanummer en het signaalwoord dat wordt gebruikt.

c Lees de theorie Hoofdzaken, bijzaken Noteer de hoofdzaak en een bijzaak bij elk tussenkopje in de tekst.

Online contact wordt gewaardeerd

Zijn we wel gemaakt voor offline contact Anoniem internetgebruik kan je wel eenzamer maken

Elkaar bellen is ook een uitstekend plan

Hoofdzaken, bijzaken

De belangrijkste zaken in een tekst noem je de hoofdzaken. Minder belangrijke zaken zoals uitleg, toelichting en voorbeelden noem je bijzaken

d Bij vraag c heb je van ieder tussenkopje de hoofdzaak opgeschreven. Deze hoofdzaken kun je gebruiken om een samenvatting van de tekst te schrijven. Schrijf een samenvatting van de tekst met de hoofdzaken uit de vorige vraag.

e Op basis van de tekst kunnen we twee dingen beweren:

1 Online contact kan eenzaamheid vergroten.

2 Online contact kan eenzaamheid verkleinen.

Geef bij iedere bewering een argument uit de tekst om de stelling te ondersteunen.

1 2

82
THEORIE
5 Leven online

Is online contact een goede vervanging van fysiek contact?

Elkaar in het echt zien gaat een beetje moei lijk, dus zoeken we elkaar digitaal op. En dat is natuurlijk heel fijn, want alles is beter dan je vrienden en familie helemaal niet meer zien. Maar is de vervanging van offline con tact door online contact wel zo effectief?

Al sinds het internet populair werd bij het grote publiek, is het een onderwerp van debat. Hoe sociaal is online contact nou eigenlijk? Som migen mensen zijn bang dat we de 'echte' we reld langzaam maar zeker vervangen door de online wereld, en dat we daardoor eenzamer worden. Anderen zien de mogelijkheid om on line contact te leggen als een waardevolle toe voeging. Voor beide opvattingen is iets te zeg gen, en dat is dan ook veelvuldig gebeurd.

Online contact wordt gewaardeerd

Al zo vroeg als 2002 concludeerden drie Ame rikaanse onderzoekers van het Massachu setts Institute of Technology, de University of Pittsburgh en Carnegie Mellon University dat mensen het internet vooral gebruikten om contact te leggen met anderen. Ze keken naar eerder onderzoek, waarin onder meer bank medewerkers, studenten en nieuwe internetge bruikers naar hun surfgedrag en internetcon tacten werd gevraagd.

Op basis van de antwoorden concludeerden de onderzoekers dat online interacties qua diepgang niet in de buurt kwamen van echt contact. Maar het was ook niet zo dat online contact compleet waardeloos was. De onder vraagden gaven aan de online contactmoge lijkheden erg te waardeerden.

Zijn we wel gemaakt voor offline contact? Maar goed, dat was 2002. Inmiddels leven we in 2020 en is het internet een doodnormaal verlengstuk van ons sociale leven. Maar is dat ook goed voor ons? Zoals onderzoek van de University of Tennessee (VS) het zegt: ons brein is weinig veranderd sinds we als jager-verza melaar over de aarde trokken. Fysiek contact

heeft tienduizenden jaren deel uitgemaakt van ons bestaan. Zijn we wel in staat om ons aan te passen?

In een poging het antwoord op deze vraag te ontrafelen, onderzochten de onderzoekers of (veelvuldig) gebruik van Facebook een link had met een gevoel van eenzaamheid. Ze vroegen studenten hoeveel vertrouwelingen ze hadden, hoeveel tijd ze aan Facebook besteedden en hoe vaak ze hun vrienden in het echt zagen.

Anoniem internetgebruik kan je wel eenzamer maken Wat bleek? De studenten met de meeste ver trouwelingen en veelvuldig face-to-face-con tact, hadden ook de meeste Facebookvrien den. En het maakte niet uit of ze hun vrienden online of offline troffen. In beide gevallen daal de hun gevoel van eenzaamheid.

Anders wordt het als je je als (relatief) anonieme gebruiker veel op het internet begeeft. Bijvoor beeld door te chatten in een chatroom, veel te reageren op nieuwsberichten en doelloos te surfen. Al deze dingen hadden juist wel een link met gevoelens van eenzaamheid. Die con clusie trokken onderzoekers van de University of Alabama (VS).

Met andere woorden: het maakt nogal wat uit wat je doet op het internet. Anoniem chatten kan je heel eenzaam maken, terwijl contact zoeken met je vrienden via een sociaal medium dat gevoel juist vermindert.

83
5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 5.3 De digitale mens

Elkaar bellen is ook een uitstekend plan Oké, je vrienden even laten weten dat je aan ze denkt via een whatsappje, snapje of porretje is dus een goed idee. Maar nog beter is het om even te bellen. Sociaal psycholoog Michael Kraus van Yale University (VS) ontdekte in 2017 dat dat zelfs nog beter kan zijn dan elkaar in het echt zien.

Schijnbaar zijn mensen veel beter in emoties in schatten als we alleen een stem horen. Veel van

Digitaal maar levensecht

onze gevoelens brengen we over via ons stem geluid. En zonder de afleiding van een gezicht pikken we die signalen veel eerder op.

Lang verhaal kort: vermijd doelloos surfen op internet, bel je vrienden even op en stuur elkaar berichtjes. En laten we hopen dat we elkaar snel weer kunnen knuffelen.

14 Informatie uit een fragment halen Kijk en luister aandachtig naar het fragment Kun je vrienden worden met een chatbot?

a Waarom voelt Mitsuku niet als een mens? Noem vier redenen. 1 2 3 4

b Markeer de signaalwoorden van voorbeeld in dit citaat. Het zou helpen als grote bedrijven, zoals Google, zich er bijvoorbeeld op zouden storten. Als zij onze data gebruiken om chatbots te personaliseren bijvoorbeeld, zouden ze echt veel beter kunnen worden.

c De vraag die Niels Waarlo met het filmpje wil beantwoorden, is: Kun je vrienden worden met een chatbot? Dit onderzoekt hij door contact te hebben met Mitsuku, een van de beste chatbots ter wereld.

Wat concludeert Niels aan het einde van het filmpje over vriendschap met een chatbot?

d Welke data van jou zou Google kunnen gebruiken om chatbots te personaliseren?

84
Bron: Quest
75 80 85 90 5 Leven online

Informatie samenvoegen

In deze opdracht voeg je de informatie uit de tekst Is online contact een goede vervanging van fysiek contact? en het fragment Kun je vrienden worden met een chatbot? samen. Met die informatie schrijf je twee alinea's waarin je antwoord geeft op de vraag of online contact een goede vervanging kan zijn van fysiek contact.

a Kijk nog eens naar je samenvatting bij opdracht 13d. Kijk ook nog eens naar de conclusie van Niels Waarlo bij opdracht 14c. Formuleer een antwoord op de vraag: Is online contact een goede vervanging van fysiek contact? Maak gebruik van de samenvatting van de tekst en de conclusie van Niels Waarlo in het fragment.

b Schrijf twee alinea's waarin je uitlegt of online contact een goede vervanging is van fysiek contact. Gebruik je antwoord op vraag a. Maak een schrijfplan voor elke alinea. alinea deelonderwerp kernzin toelichting / voorbeeld 1 2

c Schrijf de twee alinea's.

• Schrijf per alinea ongeveer vijftig tot zestig woorden.

• Elke alinea bevat een duidelijke kernzin.

• Geef in de rest van de alinea een toelichting of voorbeeld bij de kernzin.

d Ruil je tekst met een klasgenoot en lees elkaars tekst.

Beoordeel de tekst van je klasgenoot.

• Zijn alle punten uit vraag c goed verwerkt?

• Geef feedback aan je klasgenoot.

• Verbeter jouw eigen tekst als dat nog nodig is.

16 Aandachtig lezen over de digitale mens

Lees de tekst Hoe maak je een digitaal mens geloofwaardig?

a Welke manier van inleiden is gekozen?

b Markeer in alinea 3 een signaalwoord van middel-doel.

c Wat betekent potentieel? (regel 30)

85 15
5.3 De digitale mens

d Welke voorbeelden om de digimens in te zetten worden genoemd in alinea 4 en 5?

e 'Wat we daar doen heeft geen gevolgen voor de echte wereld.' Dat zegt Liao over de Metaverse. Met deze uitspraak eindigt de schrijver de tekst. Ben jij het eens met de uitspraak van Liao? Geef een argument.

www.vpro.nl

HOE MAAK JE EEN DIGITAAL MENS GELOOF-

WAARDIG?

Wat maakt een mens een mens? Deze vraag stelt Digital Human expert Mao Lin Liao zichzelf keer op keer. Met zijn bedrijf Reblika creëert hij digitale mensen die bijna niet meer van echt te onderscheiden zijn.

Liao is gespecialiseerd in het zo geloofwaardig mogelijk maken van virtuele gezichten. Hij doet dit bijvoorbeeld door opzettelijk imperfecties aan te brengen op zijn digital humans, oftewel digimensen. 'Als je inzoomt op een huid, bestaat het eigenlijk uit hele minuscule kraters en poriën en dat maakt de huid zo tastbaar', vertelt Liao. 'Laat je die details weg, dan krijg je een soort plastic poppetje.'

Liao's bedrijf focust zich nu vooral nog op het visueel vormgeven van digimensen. Maar om een een volwaardig digimens te creëren heb je volgens Liao ook drie andere aspecten nodig: het brein, de stem en bewegingen. Daar wil hij zich in de toekomst ook in specialiseren.

Op dit moment worden deze digitale mensen vooral ingezet in films, games en in de mode, maar Mao Lin Liao gelooft dat zij in de toekomst

een belangrijke rol zullen vervullen in ons dage lijks leven. 'Als de digitale mens straks niet meer te onderscheiden is van een echt mens, dan kunnen we ze inzetten als bijvoorbeeld help desk- en zorgmedewerkers.' Volgens Liao is de digital human potentieel een volgende stap in de evolutie van de mens.

Daarnaast is het bedrijf ook al bezig met de vol gende fase van het internet, de Metaverse. Dat is een een online netwerk van 3D-werelden waarin we onze eigen avatar hebben. Hier kunnen we bijvoorbeeld elkaar virtueel ontmoeten, vergaderen, relaties opbouwen, shoppen en op vakantie gaan. Momenteel is dit nog een verre toekomstvisie, maar sinds Facebook afgelopen maand aankondigde hier ook mee aan de slag te gaan, is het concept in een stroomversnelling geraakt.

'In zo'n virtuele wereld kunnen we met triljoenen mensen op dezelfde planeet leven, zonder dat we ons zorgen hoeven maken over dingen als milieuvervuiling', vertelt Liao. 'Wat we daar doen heeft geen gevolgen voor de echte wereld.'

Bron: www.vpro.nl

86
1 5 2 10 15 3 20 4
5 Leven online
25 30 5 35 40 6 45

17 Tekst en fragment vergelijken

Bekijk het fragment Hoe iedereen straks deepfakes kan maken.

a Wat vind je van de inhoud van dit fragment? Noteer ten minste vier beoordelingswoorden en licht de woorden toe.

1 2 3 4

b Vergelijk het fragment met de tekst Hoe maak je een digitaal mens geloofwaardig? Welke informatie in het fragment is nieuw ten opzichte van de tekst?

c Vergelijk de tekst Hoe maak je een digitaal mens geloofwaardig? nog eens met het fragment. Welke bron geeft jou het duidelijkst een beeld van de digitale mens? Licht je antwoord toe.

Jouw uiteenzetting over de digitale mens

18 Uiteenzetting voorbereiden

In deze opdracht ga je een uiteenzettende tekst schrijven over de digitale mens. Je gebruikt daarvoor informatie uit bronnen in deze paragraaf.

a Beantwoord de vragen in steekwoorden.

1 Wie of wat is volgens jou de digitale mens?

2 Wat zijn de voor- en nadelen van de digitale mens?

3 Hoe kunnen we ons voorbereiden op de digitale mens?

87
5.3 De digitale mens

b Vul het schrijfplan in. Maak gebruik van je antwoorden uit vraag a.

Onderwerp: Schrijfdoel: Tekstsoort: uiteenzetting inleiding manier(en): alinea deelvraag antwoord op deelvraag (de kernzin) aanvullende informatie (toelichting / voorbeeld bij de kernzin)

2 Wie of wat is volgens jou de digitale mens?

3 Wat zijn de voor- en nadelen van de digitale mens?

4 Hoe kunnen we ons voorbereiden op de digitale mens?

slot manier(en):

c Vorm een groep met twee klasgenoten. Lees elkaars schrijfplan.

• Geef feedback op het schrijfplan van je groepsgenoten.

• Bespreek de feedback met elkaar.

• Pas je eigen schrijfplan zo nodig aan.

88
5 Leven online

Alinea schrijven

Werk samen met de klasgenoten uit de vorige opdracht.

a Verdeel de deelvragen uit opdracht 18 onder elkaar.

Schrijf allemaal een alinea bij één van de deelvragen.

Let bij het schrijven van je alinea op de volgende punten:

• Schrijf ongeveer 70-80 woorden per alinea.

• Begin iedere alinea met een kernzin.

• Geef in de rest van de alinea een toelichting of voorbeeld(en) bij de kernzin.

• Gebruik signaalwoorden van middel-doel en voorbeeld in en tussen de alinea's.

b Kijk naar het beoordelingsmodel bij opdracht 20c.

Beoordeel elkaars alinea's aan de hand van het beoordelingsmodel.

c Herschrijf je eigen alinea op basis van de feedback.

20 Uiteenzetting schrijven

De drie alinea's die jullie in de vorige opdracht hebben geschreven, vormen samen het middenstuk van de uiteenzetting. Bij de alinea's moeten nog een inleiding en een slot geschreven worden.

Werk samen met de klasgenoten uit de vorige opdracht.

a Verdeel deze taken in je groepje:

• Iemand schrijft de inleiding van de uiteenzetting.

• Iemand voegt de eerder geschreven alinea's samen tot een middenstuk.

• Iemand schrijft het slot van de uiteenzetting.

Schrijf jouw onderdeel van de uiteenzetting.

• Kies een manier van inleiden waaruit duidelijk wordt wat het onderwerp van de uiteenzetting is.

• Houd voor de alinea's van het middenstuk de volgorde van het schrijfplan aan.

• Verbind de drie alinea's van het middenstuk door de juiste signaalwoorden te gebruiken.

• Kies een pakkende manier om de tekst af te sluiten.

b Voeg de inleiding, het middenstuk en het slot samen tot één tekst. Zorg ervoor dat de tekstdelen goed op elkaar aansluiten en dat de tekst een logisch geheel is.

c Lees jullie volledige tekst. Beoordeel de tekst.

• Het onderwerp van de tekst is duidelijk.

• De kernzinnen passen bij de deelonderwerpen.

• Het voorbeeld of de toelichting bij de kernzinnen is duidelijk.

• Er zijn signaalwoorden van middel-doel en voorbeeld gebruikt.

• De tekst heeft een pakkende afsluiting.

d Wat zouden jullie bij een volgende schrijfopdracht nog beter willen doen?

89 19
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
5.3 De digitale mens

5.4 Een virtuele werkelijkheid

Je leert:

• je eigen mening onderbouwen met argumenten;

• informatie en meningen interpreteren en je mening geven;

• eigen ervaringen opschrijven in een reactie;

• in een presentatie de aandacht van het publiek trekken en vasthouden.

De opkomst van VR

21 Een tekst beoordelen

De virtual reality-bril wordt steeds populairder. Nog even en de virtuele werkelijkheid is voor iedereen bereikbaar.

Lees de tekst Koe geeft meer melk met VR-bril op

a Is dit een betrouwbare tekst?

Noem twee dingen waaraan je dit kunt zien.

b Wat betekent ethisch? (regel 36)

c Vind jij het ethisch verantwoord om VR bij dieren te gebruiken?

Onderbouw je antwoord met ten minste één argument uit de tekst. www.deingenieur.nl

KOE GEEFT MEER MELK MET VR-BRIL OP

Een boer in Turkije zet zijn koeien een virtual reality-bril op om ze meer melk te laten geven. Het dier moet denken dat het in een zonnige weide staat, terwijl het in werkelijkheid binnen staat, in de stal.

Melkveehouder Izzet Kocak uit het plaatsje Aksaray, in Turkije, merkte dat zijn koeien 's winters minder melk gaven. De dieren moeten dan binnen blijven, en dat heeft een negatieve invloed op de melkproductie. Ook had de boer te kampen met steeds duurder wordend voer.

Kocak had gehoord van proeven in Rusland die suggereerden dat VR-brillen koeien ont

spannener en gelukkiger zouden maken en zo de melkproductie zouden opvoeren. En dus ging hij zelf ook aan de slag, meldt Interesting Engineering

Zonnige weiden

Kocak schafte twee VR-sets aan. Twee van zijn dieren kregen nu beelden van zonnige weiden voorgeschoteld. Door de koeien zo voor de gek te houden, zouden ze meer melk gaan geven, was de hoop.

Kocak testte de ongebruikelijke aanpak tien dagen lang. Tot zijn verrassing leken de VR-brillen effect te sorteren. Volgens Interesting

90
5 10 15 20 25 5 Leven online

Engineering ging de melkproductie van de twee testdieren omhoog van 22 liter naar 27 liter per dag. Ook zou de kwaliteit van de melk hoger zijn.

van veeartsen. Vermoedelijk ondervinden ze van zo'n apparaat op hun kop weinig of geen ongemak.

Toch blijft het de vraag of het ethisch is om dieren voor de gek te houden met virtual rea lity-brillen om zo hun productie op te voeren. Ook is lang niet zeker of het effect van grotere melkproductie aanhoudt. Om dat zeker te weten zou de effectiviteit van VR-brillen voor koeien eerst in een wetenschappelijke studie bekeken moeten worden, over een langere peri ode en met controlegroepen.

Ongemak

De VR-sets voor koeien zijn ontwikkeld in Rusland, naar verluidt onder begeleiding

22 Antwoorden presenteren

Maar boer Kocak is alvast overtuigd, en hij is van plan om nog tien VR-sets te bestellen om zijn dieren de winter door te helpen.

Bron: www.deingenieur.nl

In deze opdracht verwerk je jouw antwoorden in een presentatie.

a VR wordt op veel verschillende manieren ingezet, zoals:

1 In ziekenhuizen: als afleiding en pijnbestrijding bij patiënten.

2 Bij rechtszaken, zodat de plaats van de moord bekeken kan worden door de rechter.

3 Om huiselijk geweld door de ogen van een 7-jarige te laten zien.

Jij gaat een mening vormen over deze verschillende toepassingen van VR. Zoek online naar meer informatie over de drie toepassingen van VR die hierboven worden genoemd.

Schrijf per toepassing in steekwoorden op hoe het werkt.

Ziekenhuizen:

Rechtzaken: Huiselijk geweld:

b Kijk nog eens naar de drie toepassingen van VR en je antwoorden bij vraag a. Vind je deze drie VR-toepassingen ethisch verantwoord?

Baseer je mening op de informatie die je bij de vorige opdracht online hebt gevonden.

91
35 40
5.4 Een virtuele werkelijkheid
30
45

c Lees de theorie Aandacht vasthouden

Vorm een groepje met drie klasgenoten.

Kijk voor deze opdracht nog eens naar je antwoorden bij opdracht 21c, en vraag a en vraag b van deze opdracht.

Presenteer je antwoorden aan elkaar.

• Oefen je presentatie eerst voor jezelf.

• Presenteer daarna jouw mening over de ethisch verantwoorde inzet van VR in je groepje.

• Kies een pakkende opening.

• Zorg dat de antwoorden logisch op elkaar aansluiten.

• Houd de aandacht van je klasgenoten vast tijdens de presentatie.

Aandacht vasthouden

THEORIE

Tijdens een presentatie wil je de aandacht van je publiek vasthouden. Dat doe je door contact te maken met je luisteraars. Er is dan interactie: je betrekt de luisteraars actief bij je verhaal. Dit is dé manier om ervoor te zorgen dat je verhaal goed overkomt bij je publiek. Enkele tips:

• Sluit aan bij de interesse van je publiek. Stem je taalgebruik af op de doelgroep en gebruik aansprekende voorbeelden.

• Zorg ervoor dat iedereen je goed kan horen en controleer dit door het te vragen.

• Stel vragen of geef je publiek korte opdrachten.

• Amuseer je publiek. Gebruik humor en onverwachte wendingen.

• Laat ook met je lichaamshouding zien dat je geïnteresseerd bent in je publiek.

• Reageer op een goede manier op vragen of opmerkingen.

23 Informatie schematiseren

Lees de tekst Nederlandse consumenten zien vooralsnog niets in een VR-bril

a Welke reden geeft de tekst voor het feit dat nog maar 6% van de Nederlanders een VR-bril heeft?

b Om welke reden(en) schaffen Nederlanders een VR-bril aan?

c Kijk nog eens goed naar alinea 4 en 5.

Verwerk de informatie uit deze alinea's in een of meer overzichten of grafieken.

d Vergelijk je overzichten en grafieken met die van een klasgenoot.

• Bespreek de verschillen.

• Pas zo nodig nog iets aan.

92
5 Leven online

24

NEDERLANDSE CONSUMENTEN ZIEN VOORALSNOG NIETS IN EEN VR-BRIL

Hoewel virtual reality (VR) veelal in één adem genoemd wordt met allerlei nieuwe digitale technologieën, zijn de eerste VR-systemen al in 1980 gebouwd. Vanaf 2015 wordt de techniek ook toegepast in computerspellen. Maar van een massale adoptie is in Nederland vooralsnog geen sprake. Het aantal Nederlanders dat een VR-bril bezit, is de afgelopen jaren name lijk nauwelijks gestegen. Slechts 6 procent van de consumenten in dit land heeft momenteel zo'n bril.

Dat blijkt uit een onderzoek onder 3.600 Nederlanders van marktonderzoeksbureau Multiscope. De onderzoeksresultaten zijn vast gelegd in het rapport 'Smart Media Monitor –Digitaal mediagebruik in Nederland'.

Groei VR-brillen stagneert

Iets meer dan 700.000 Nederlanders bezitten een VR-bril. Ten opzichte van 2017 is dit een stijging van slechts 1 procentpunt. Toen hadden iets meer dan 650.000 Nederlanders een VR-bril (5%). Samsung heeft veruit het grootste aandeel met 40 procent. De concurrentie volgt op flinke afstand. De meerderheid (73%) van de VR-brillen werkt in combinatie met een smartphone. Ruim

Jouw mening over VR

Lees de tekst Breekt virtual reality dan nu echt door?

een kwart (27%) van de VR-brillen heeft een geïntegreerd scherm.

Gebrek aan content en meerwaarde Slechts 3 procent van de Nederlanders ver wacht dit jaar een VR-bril te kopen. Deze groep bestaat vooral uit mannen (5%) en jongeren uit de leeftijdscategorie 18 tot 35 jaar (7%). Vrouwen (2%) en 35-plussers (2%) zijn minder enthousiast. De voornaamste motivatie voor de aanschaf is nieuwsgierigheid. Een gebrek aan content en het ontbreken van een duidelijke meerwaarde zijn voor consumenten de belangrijkste drempels die hen weerhouden een VR-bril aan te schaffen.

Games hebben meeste potentie Consumenten willen een VR-bril het liefst gebruiken voor games (21%). Bijna een op de zes heeft een voorkeur voor films en series (15%). 7 procent verkiest een virtueel bezoek aan een stad of plaats. Het zijn voornamelijk mannen die kiezen voor gamen in een virtuele werkelijkheid. Vrouwen noemen vooral films en series als toe passing. De 50-plussers zijn het meest gechar meerd van locaties bezoeken op afstand.

a Vuong en Meinsma zijn niet alleen enthousiast over de VR-bril, maar ook kritisch. Waar zijn zij kritisch over?

b De discussie die we moeten voeren is of we dat willen, of dat het onze privacy te veel raakt en we dit dus niet willen. (alinea 11)

Wat is jouw mening over deze discussie?

Gebruik de informatie in de tekst om je eigen mening te vormen.

93 www.customertalk.nl
Bron: CustomerTalk
1 5 10 2 15 3 20 25 4 30 35
5.4 Een virtuele werkelijkheid
40 5 45

c Kijk nog eens naar de theorie Soorten verbanden en signaalwoorden.

Noteer de signaalwoorden van voorbeeld in de tekst.

Noteer ook in welke alinea je dit signaalwoord hebt gevonden.

d Noteer het signaalwoord van middel-doel in alinea 5.

Benoem ook het middel en het doel.

e Kijk naar de grafieken of overzichten die je hebt gemaakt bij opdracht 23c. Vergelijk die met de informatie die je in de tekst Breekt virtual reality dan nu echt door? hebt gelezen. Maak nieuwe grafieken of overzichten met jouw voorspelling over het gebruik van de VR-bril over twintig jaar.

www.nos.nl

BREEKT VIRTUAL REALITY DAN NU ECHT DOOR?

Techgigant Facebook zet vol in op VR, virtual reality. Niet alleen voor gamers of heel specifieke toepassingen, maar ook voor vergaderen met collega's of een concert beleven aan de andere kant van de wereld. Facebook ziet VR als hét nieuwe sociale platform.

Vorige maand introduceerde het bedrijf een nieuwe stand-alone VR-headset, de Oculus Quest 2, die volgens kenners in veel opzichten beter is dan de concurrentie en ook nog eens veel goedkoper. Maar er is ook kritiek: via de bril verzamelt het bedrijf veel data over de gebruiker.

Interessant voor een groot publiek 'Ik denk dat de nieuwe bril een gamechanger is', zegt Schelte Meinsma, oprichter van VR-applicatieontwikkelaar Vrroom. Zijn bedrijf bouwde veel applicaties voor overheden en bedrijven. Bijvoorbeeld een MRI Experience voor kinderen, die zo worden voorbereid op een echte MRI-scan.

Meinsma noemt de lage prijs en de kwaliteit van de bril van Facebook als grote pluspunten, op die manier wordt VR voor een groot publiek interessant. 'Wat Elon Musk is voor de elektri sche auto's, is Mark Zuckerberg voor ons.'

Met een VR-bril sluit je je helemaal af van de echte wereld, maar de VR-wereld wordt juist steeds socialer. Facebook ziet VR vooral als een sociaal platform, bijvoorbeeld om mee te verga deren met collega's die allemaal thuis werken.

"Het mooie is dat het 'echt' voelt. De energie is beter dan bij een videocall."

- Schelte Meinsma van Vrroom

Meinsma doet dat al binnen zijn bedrijf. "Het mooie is dat het 'echt' voelt. De energie is beter dan bij een videocall", zegt hij.

Vrroom werkt nu aan meerdere 'sociale' VR-applicaties. Zo wil het bedrijf volgend jaar tien virtuele concerten met bekende dj's orga niseren in samenwerking met Art of Dance. Er moeten zo'n honderdduizend mensen op afko men, waarvan vijfduizend met een VR-bril.

Wat is er mogelijk in VR?

Ook youtuber Casandra Vuong verwacht de komende jaren steeds meer VR-evenementen te kunnen bezoeken. 'Ik ben vrij klein dus bij een echt concert zie ik niks als ik achterin sta. Bij virtuele concerten kan je overal lopen waar je wilt en contact hebben met de artiest zelf. Echt heel tof.'

94
1 5 2 10 3 15 20 4 25 5 30 6 35 7 40 8 45 50 5 Leven online

Vuong houdt zich al vier jaar intensief met VR bezig en ziet ook dat er een nieuwe periode aanbreekt nu Facebook zo zwaar inzet op de technologie. 'Daar zitten wel twee kanten aan. Dat Facebook er veel geld in stopt is goed voor de VR-industrie. Maar het bedrijf wil ook veel data verzamelen en gebruiken. Daar zijn veel VR-fans kritisch over.'

Want de Quest 2 werkt alleen met een Facebook- of Oculus-account (Oculus werd in 2014 gekocht door Facebook). De bril genereert een enorme hoeveelheid data over het gebruik: je bewegingen, welke applicaties je gebruikt, je fysieke kenmerken en beelden via de camera's op de bril.

Meinsma: 'Facebook kan via de bril weten welke emoties de gebruiker ervaart. Dat soort data zorgt voor een mooiere ervaring en diensten. De discussie die we moeten voeren is of we dat willen, of dat het onze privacy te veel raakt en we dit dus niet willen.'

Grote vraag naar VR-brillen Facebook wil de VR-markt de komende jaren nog verder gaan domineren. Het bedrijf heeft nu al zo'n 38 procent van de markt in handen. Onderzoeksbureau IDC verwacht dat virtual reality wereldwijd het komende jaar met 46 procent zal groeien.

Recente cijfers over Nederland ontbreken, maar volgens de Smart Tech monitor (maart) van marktonderzoeksbureau Multiscope hebben in ons land 700.000 mensen een VR-bril. Het grootste deel daarvan (73 procent) werkt echter met een smartphone. IDC ziet die vorm van VR als achterhaald, vanwege het gebrek aan goede content en het 'speelgoed-achtige' karakter van de ervaring.

Webwinkel Alternate ziet een grote vraag naar VR-brillen, mede dankzij de coronacrisis, en specifiek naar de nieuwe bril van Facebook. Het bedrijf ziet een groei van 60 procent in de verkoop van de nieuwe Quest-bril ten opzichte van de eerste versie van de Quest.

De metaverse

25 Luisteren naar informatie Luister aandachtig het radiofragment Facebook heet vanaf nu Meta

a Wat is de metaverse?

b In het fragment komen twee redenen aan bod voor de naamsverandering van Facebook. Waarom is de naam van Facebook veranderd naar Meta? Noteer beide redenen.

c In de tekst Breekt virtual reality dan nu echt door? heb je gelezen waarom er ook kritiek is op de VRbril.

Is die kritiek ook van toepassing op de metaverse? Licht je antwoord toe door gebruik te maken van de informatie in het radiofragment en de tekst.

95
Bron: NOS
9 55 10 60 65
12 75
5.4 Een virtuele werkelijkheid
11 70
13 80 85 14 90

d De voorspelling is dat de metaverse over een paar jaar voor iedereen toegankelijk is en dat er volop gebruik van wordt gemaakt.

Welke tips kun jij alvast geven voor het gebruik van de metaverse van Facebook?

26 Presentatie voorbereiden

In deze paragraaf heb je gelezen over VR-brillen en de metaverse. Je gaat een presentatie geven over de voor- en nadelen van deze virtuele werkelijkheid. Maak gebruik van de bronnen in deze paragraaf.

a Noteer drie voordelen en drie nadelen van een virtuele werkelijkheid in onderstaande tabel.

b Werk samen met een klasgenoot.

Vul de tabel aan met de drie voor- en nadelen van een virtuele werkelijkheid die jouw klasgenoot heeft gevonden.

Voordelen virtuele werkelijkheid Nadelen virtuele werkelijkheid

Jij 1 2 3

1 2 3

1 2 3 Klasgenoot 1 2 3

c Kijk en luister naar het fragment Waarom Facebook's metaverse de toekomst van het internet is Welke voor- en nadelen worden genoemd in het fragment?

Noteer allebei ten minste twee extra voordelen en twee extra nadelen in de tabel.

Voordelen virtuele werkelijkheid Nadelen virtuele werkelijkheid

Jij 1 2 3

Klasgenoot 1 2 3

1 2 3

1 2 3

d Bespreek met elkaar welke voor- en nadelen jullie het belangrijkst vinden.

• Zijn jullie het direct met elkaar eens? Leg dan aan elkaar uit waarom jullie dit de belangrijkste voor- en nadelen vinden.

• Zijn jullie het niet direct met elkaar eens? Overtuig elkaar dan met argumenten waarom jullie sommige voor- of nadelen het belangrijkst vinden.

96
5 Leven online

27

Presentatie geven en beoordelen

In deze opdracht gaan jullie de presentatie geven.

a Vul samen het spreekplan in.

onderwerp: spreekdoel: publiek: inleiding manier: deelonderwerp inhoud middenstuk Belangrijkste voor- of nadelen van een virtuele werkelijkheid

middenstuk Andere voor- of nadelen van een virtuele werkelijkheid

slot manier:

b Kijk eventueel nog eens naar de theorie Stemgebruik en non-verbale communicatie, Aandacht vasthouden en Lichaamstaal Oefen jullie presentatie met het spreekplan.

• Let op de punten bij vraag c.

• Let op de twee verbeterpunten uit opdracht 10c.

Lichaamstaal

THEORIE

Lichaamstaal is de taal die je spreekt met je lichaam en niet met je stem. Je kunt met je lichaam spreken via je houding, je handen en je gezicht. Je lichaam speelt een belangrijke rol bij het overbrengen van informatie. Je geeft er een gesproken boodschap extra nadruk mee. blij handen omhoog, lachen verontwaardigd handen in de zij, wenkbrauwen gefronst bang weglopen, wegkijken verdrietig tranen in de ogen, hoofd gebogen ongeïnteresseerd handen in de zakken woedend samengeknepen gezicht, rood hoofd

Soms geef je met je lichaam signalen die je niet zo bedoelt. Als je bijvoorbeeld ingespannen bezig bent, kun je boos kijken, terwijl je dat misschien helemaal niet bent.

97
5.4
Een virtuele werkelijkheid

c Presenteer jullie tekst aan een ander tweetal. Beoordeel de presentatie van je klasgenoot.

• Het onderwerp van de presentatie is duidelijk. ◯ ◯ ◯ ◯

• In je presentatie is duidelijk wat de belangrijkste informatie is. ◯ ◯ ◯

• Je kon de aandacht van het publiek vasthouden tijdens de presentatie.

• Je stemgebruik en spreektechniek waren goed.

• Je houding en lichaamstaal waren passend bij de presentatie. ◯

d Bij het oefenen van je presentatie heb je ook rekening gehouden met de twee verbeterpunten uit opdracht 10c.

Is het je gelukt om die punten in deze presentatie te verbeteren?

5.5 Grenzen van leven online

LEERDOELEN

Je leert:

• informatie ordenen en de gegeven informatie analyseren;

• informatie zoeken in allerlei bronnen en de betrouwbaarheid van bronnen beoordelen;

• de kernzinnen in een tekst herkennen;

• het belangrijkste punt van een verhaal duidelijk maken.

Gaan we leven in de metaverse?

28 Betrouwbaarheid beoordelen

De afgelopen jaren is er in ons online leven veel veranderd, maar we zijn nog niet uitontwikkeld. Nu al worden er grote veranderingen verwacht over tien jaar. Hoe ver kunnen we (nog) gaan? Wat zijn de grenzen van ons leven online?

Lees de tekst Leven we straks in de 'metaverse' of blijkt het een grote hype?

a Welke manieren van inleiden worden er in de tekst gebruikt? Noem er twee.

b Is de inhoud van de tekst betrouwbaar?

Licht je antwoord toe.

98
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯
5 Leven online

c Wat betekenen de volgende woorden? Gebruik de woordraadstrategieën in het Stappenplan moeilijke woorden

1 ambitie (regel 15) =

2 concept (regel 25) =

3 relevant (regel 54) =

4 innovatie (regel 59) =

d Wat is volgens jou de belangrijkste boodschap van deze tekst?

Leg uit waarom dit volgens jou de belangrijkste boodschap is. www.nos.nl

LEVEN WE STRAKS IN DE 'METAVERSE' OF BLIJKT HET EEN GROTE

HYPE?

Stel je voor: je wordt wakker, je ontbijt en je kleedt je aan. In plaats van dat je naar kantoor gaat of achter je computer kruipt, zet je een headset op. Die brengt je naar een andere, virtu ele wereld. Waar je niet alleen in werkt, maar ook vrienden ontmoet, winkelt en naar de film gaat.

Zo zou de metaverse er uiteindelijk uit kunnen zien. De kans is groot dat je dit woord voor deze week nog nooit had gehoord, maar het nu steeds vaker ziet langskomen. Facebook trok maandag de aandacht met de aankondiging de komende jaren duizenden werknemers in Europa te willen aannemen om hier volop op in te zetten. Het bedrijf is niet het enige met die ambitie.

Maar wat is het precies, waarom is er zoveel interesse in en - niet onbelangrijk - gaat het ons leven net zo veranderen als de smartphone dat heeft gedaan? Of is er enkel sprake van een hype die weer verdwijnt?

Wat het is: nu niet meer dan een concept

Om het meteen een beetje ingewikkeld te maken: de metaverse, een virtuele 3D-omgeving,

bestaat nog niet. Je moet het zien als concept waar volop over wordt nagedacht. Dat gebeurt overigens al decennia, want het woord is afkom stig uit een boek dat in 1992 uitkwam: Snowcrash

'Het wordt gezien als de volgende versie van het internet, zegt onderzoeker Zerrin Yumak (Universiteit Utrecht). 'In de metaverse maak je gebruik van virtual- en augmentedrealitybrillen. De echte en virtuele wereld zullen door elkaar heen lopen.'

Het idee is dat er één metaverse komt - net als één internet. Daarbij zullen verschillende platforms, zoals we die nu al kennen, met elkaar verbonden zijn.

'Iedereen zal ook z'n eigen identiteit, zijn eigen avatar hebben', zegt Elmar Eisemann, hoogleraar

99
5 10 15 20 25 30 35 40 5.5 Grenzen van leven online

29

computer graphics en visualisaties (TU Delft). Zie het als een personage dat door die wereld heen beweegt. 'Wat het mogelijk maakt om persoon lijk met elkaar te communiceren, elkaar online te ontmoeten en online ervaringen te delen, bijvoorbeeld door samen een film te kijken.'

De interesse: Facebook wil vooraan staan

Silicon Valley zou Silicon Valley niet zijn als er niet altijd wordt nagedacht over wat er hierna komt. Want wie vroeg begint met nadenken, is er waarschijnlijk op tijd bij. Ben je dat niet, dan bestaat de kans dat je op een gegeven moment niet meer relevant bent.

Het is een angst die als geen ander leeft bij Facebook. Daarnaast ligt het bedrijf al jaren onder vuur en lijkt Mark Zuckerberg klaar te zijn met alle politieke druk. Hij focust zich liever op innovaties en dus op de metaverse. Iets wat tege lijkertijd kan worden uitgelegd als afleiding voor de grote problemen - denk aan alle kritiek van bijvoorbeeld de Facebook-klokkenluider - waar zijn andere bedrijven mee te maken hebben.

Facebook is zeker niet de enige die in metaverse een toekomst ziet: partijen als Microsoft en Epic, de maker van Fortnite, maken er ook werk van. Het idee is dat de verschillende werelden in verbinding met elkaar zullen staan.

'Facebook ziet dat wie als eerste slaagt hiermee het grote publiek te bereiken, de standaard wordt', zegt docent-onderzoeker nieuwe media en digitale cultuur Imar de Vries (Universiteit Utrecht). 'Het dwingt dan andere bedrijven en diensten om met die standaard verbinding te maken.'

De uitkomst: Ready Player One?

De belangrijkste en tegelijkertijd lastigste vraag is wat er van al die ideeën uiteindelijk overblijft. Vervangt zo'n headset, net als in Ready Player One, onze smartphone? De deskundigen die de NOS daarover sprak denken allemaal dat áls metaverse er komt, het nog jaren kan gaan duren en er nog heel veel open eindjes zijn.

Een belangrijke factor daarin zijn voorlopig de technologische beperkingen. Al staat de ontwik keling natuurlijk niet stil. 'Nu is een VR-headset nog een lomp apparaat, maar in de toekomst zouden het contactlenzen kunnen zijn', zegt Elmar Eisemann van de TU Delft.

VR-onderzoeker Mirjam Vosmeer, verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam, verwacht niet dat het dystopische beeld van Ready Player One onze werkelijkheid zal bereiken. 'Het zal eerder een aanvulling worden op al het andere wat we doen.'

Daarnaast heeft ze zorgen over de impact die zo'n virtuele wereld kan hebben: beelden komen veel heftiger binnen. 'Dat geldt ook voor reclame en voor minder prettige content die platforms nu al proberen aan te pakken. Een onthoofding kan in 3D nog traumatischer zijn.'

En of de techbedrijven daarmee om kunnen gaan, is nog maar de vraag. De bedrijven hebben namelijk nu al moeite om de problemen van het huidige internet, van privacy tot moderatie, het hoofd te bieden.

Bron: www.nos.nl

Tekst kritisch lezen

Lees de tekst VPRO zendt documentaire over de metaverse uit

a In de tekst wordt kritisch gekeken naar ons leven online. Noem vijf punten van kritiek die de schrijver heeft.

100
1 2 45
5 Leven online
50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 105

b In het slot van deze tekst doet de schrijver een voorspelling over de toekomst van ons leven online. Is deze voorspelling betrouwbaar?

Leg uit waarom wel of niet. Betrek in je uitleg het doel van de tekst.

c Noteer de vragen die de schrijver van de tekst zichzelf stelt.

d Kijk nog eens naar de vragen die je bij vraag c hebt genoteerd. Welke vraag vind jij het belangrijkst? Onderbouw je mening. www.spreekbuis.nl

VPRO ZENDT DOCUMENTAIRE OVER DE METAVERSE UIT

In de Metaverse, de opvolger van inter net, leven en werken we binnenkort in een digitaal land. Het lijkt iets voor nerds, maar we zitten er zonder het door te hebben misschien al middenin. Ondertussen worden al onze bewegingen in de cloud opgeslagen. Zal ons leven zich helemaal digitaal gaan afspelen? Wat betekent het straks om mens te zijn? In VPRO Tegenlicht: Metaleven o.a. schrijver Dave Eggers en de CEO van Gorillas.

Onlangs lanceerde Mark Zuckerberg, de Metaverse, de opvolger van het internet. Met een bril op kunnen we binnenkort leven en werken in een parallel digitaal universum. Facebook wordt Meta en Zuckerberg pompt er nog wat extra miljarden in. Maar de Metaverse

is niet van Zuckerberg, hij is maar een van de vele spelers. Grote modemerken verkopen er hun kleding, er worden huizen, stukken land en staten verkocht en de prijzen van digitale kunst, de zogeheten NFT's, stijgen naar recordhoogte. Het online universum waarvoor we de deur niet meer uit hoeven; we kopen er een avatar en betalen met crypto's.

Het lijkt iets voor internetnerds maar wie goed om zich heen kijkt, ziet dat wij er, zonder het echt door te hebben, allang midden in zitten. We bestellen onze kleding online, gaan pas naar buiten als onze app zegt dat het niet regent en er geen code oranje is, de routeplanner brengt ons van A naar B. We houden onze fysieke conditie in de gaten met onze stappenteller en dieetapps. We appen vaker dan dat we bellen en passen

101 3 4
5
5 10 15 20 25 30 5.5 Grenzen van leven online

onze afbeeldingen aan door filters over ons gezicht te plaatsen.

en spelen erop in door ons de mogelijkheid te bieden om direct het voedsel te krijgen wat we willen. Inmiddels strijden vier partijen om de markt, onduidelijk welke dienst gaat winnen. Het is in ieder geval een blijvertje, zelf naar de super markt gaan kost immers tijd en tijd is geld en wordt voor de moderne mens steeds kostbaar der. Ook de overheid omarmt de digitale wereld en verlangt min of meer van haar burgers dat we altijd bereikbaar zijn, mocht er er iets gebeuren moeten we immers de NL Alert kunnen lezen.

Tegelijkertijd denken we midden in het leven te staan, dankzij de laptop en altijd in contact te zijn met de rest van de wereld. Maar we sluiten ons ook vaker af, we staren naar onze telefoons als we ons verplaatsen. Op straat, in de trein kijken we niet op of om en gaan we zelden nog zomaar toevallig een gesprek aan met een vreemde. Tinder voor de liefde is al bijna een ouderwets concept en doodnormaal, zo ontmoeten we onze partner, gestuurd door een algoritme. Internetporno is gewoon geworden en seks hebben kan net zo goed online.

Alles dient het gemak en omdat we bedient willen worden, dalen we steeds dieper af in de Metaverse. Bedrijven als Gorilla, begrijpen het verlangen van instant behoeftebevrediging

Hoe beschermd zijn wij als mensen in deze digi tale wereld? Wat betekent dit voor de toekomst? Zal ons leven zich helemaal digitaal gaan af spelen. Verliezen we het vertrouwen in ons eigen kunnen en wat betekent het straks om Mens te zijn?

VPRO Tegenlicht laat een wereld zien waarin alles transparant is, en geheimen gelijk staan aan leugens. Waar de bossen en de parken waar geen camera's hangen je de angst om het hart doen slaan, omdat het daar kennelijk onveilig is. Welkom in de wereld waarin we om klimaatver andering tegen te gaan nog alleen maar achter onze computer met een VR bril op, op reis gaan. Welkom in een wereld waarin alles aan elkaar gekoppeld is.

Bron: www.spreekbuis.nl

30

Tekst en fragment vergelijken

Bekijk het fragment Trailer 3Lab Roze Bril

a Vergelijk het fragment met de tekst VPRO zendt documentaire over de metaverse uit Waarom passen het fragment en de tekst bij elkaar? b Welke twee dingen uit de tekst herken je in het fragment? c Verklaar de titel Roze Bril

102
35
5 Leven online
40 45 50 55 60 65 70 75

d Wat lijkt jou het belangrijkst om te bekijken: de aflevering Roze Bril of de documentaire Metaleven? Leg je antwoord uit.

31 Doel van een tekst herkennen

Lees de tekst Vluchten we straks massaal naar virtuele werelden?

a Vergelijk het schrijfdoel van deze tekst met het schrijfdoel van de tekst Leven we straks in de 'metaverse' of blijkt het een grote hype?

Benoem het schrijfdoel van de teksten.

Het schrijfdoel van de tekst van de NOS is activeren | amuseren | overtuigen | uiteenzetten Het schrijfdoel van de tekst van het Leidsch Dagblad is activeren | amuseren | overtuigen | uiteenzetten

b Vergelijk de inhoud van deze tekst met de inhoud van de tekst Leven we straks in de 'metaverse' of blijkt het een grote hype?

Welke tekst is het meest betrouwbaar?

Leg je antwoord uit.

c Markeer de kernzin in iedere alinea van de tekst.

d Welke grenzen zitten er volgens de schrijver aan het leven online?

e Precies tien jaar geleden schreef ik een essay waarin ik groots aankondigde dat ik van Facebook afging.

[…] De grap is dat ik een jaar later weer een nieuw account aanmaakte. (alinea 6)

Begrijp jij waarom het lastig kan zijn niet mee te gaan met digitale ontwikkelingen?

Leg je antwoord uit.

103
5.5
Grenzen van leven online

www.leidschdagblad.nl

VLUCHTEN WE STRAKS MASSAAL NAAR VIRTUELE

WERELDEN?

Eigenlijk leven we al in de 'metaverse', een virtuele wereld bovenop de echte. We kunnen steeds lastiger bepalen wat echt is, aangezien onze realiteit wordt vervuild door gefilterde selfies, deepfakes van pro minente figuren en nepnieuws dat wordt verspreid door bots. Daarom aarzelde ik om de presentatie van Mark Zuckerberg te bekijken, waarin hij zijn eigen metaverse onthult.

Facebook, dat nu Meta heet, ligt namelijk al onder vuur vanwege algoritmes die haat en negativiteit aanwakkeren, de impact die het platform zou hebben gehad op wereldwijde verkiezingen en de bestorming van het Capitool, en die enge gezichtsherkenning – die na alle ophef binnenkort wordt uitgeschakeld. Dat gepoch over nieuwe werelden voelt dus als een afleidingsmanoeuvre.

In de flitsende presentatie, die een uur en een kwartier duurt, zie ik precies waar ik al bang voor was. Als het aan Mark ligt, vergaderen we in de toekomst niet via zoom, maar teleporteren we via een virtual reality-bril naar hysterische tover werelden – zoals een jungle of een ruimteschip –waar onze collega's onherkenbaar zijn door hun zelfgekozen avatar, bijvoorbeeld een robot of dinosaurus.

Tijdens meetings word je ook gevideobeld door familie, krijg je filmpjes doorgestuurd van vrienden, terwijl je naar een andere plek in de metaverse wandelt. Je hopt van virtuele meeting naar virtueel concert naar virtuele gymsessie. Dat is vragen om een burn-out, maar Mark oogt ontspannen in deze gekte. Hij is al een soort robot, met mechanische handgebaren en ogen die te weinig knipperen.

De mens kan werk en privé al moeilijk scheiden, en onze aandachtspanne wordt steeds korter. Ik stuur ook mails vanaf de wc, check het nieuws tijdens een Netflixserie, en app met anderen terwijl ik tegenover een vriend in de kroeg zit. Online en offline lopen in elkaar over, zonder duidelijke sociale regels. Wat moet je antwoor den als een vage kennis vraagt waarom je hem hebt ontvolgd?

Precies tien jaar geleden schreef ik een essay waarin ik groots aankondigde dat ik van Facebook afging. Het artikel sloeg aan en werd veelvuldig geciteerd in de media. De grap is dat ik een jaar later weer een nieuw account aan maakte. Ik wil namelijk dat mijn stukken worden gedeeld en nieuwe lezers bereiken, en sociale media zijn – helaas – de meest effectieve kanalen om dat te doen.

In 2021 ga ik er wel iets slimmer en terughouden der mee om. Appen doe ik zo kort en bondig mogelijk. Op Twitter, Facebook en Linkedin deel ik alleen werkupdates. Ik vind mezelf te oud om lollig te doen op TikTok, dus ik kijk alleen naar filmpjes – soms een uur achter elkaar, dan een paar dagen niet. Alleen Instagram gebruik ik actief, volgens mijn iPhone gemiddeld een uur per dag.

Sociale media zijn niet meer weg te denken. Door schade en schande hebben we inmiddels zorgvuldig geregisseerde alter ego's, die per kanaal verschillen, inclusief serieuze of juist zwoele profielfoto. Dat zijn al avatars. Nu de 'echte' realiteit steeds grimmiger wordt, zal een vlucht naar het virtuele voor velen aantrekkelij ker worden. Maar de vraag is of ons menselijke brein dat aankan.

Bron: www.leidschdagblad.nl

104
5 10 15 20 25 30 35
70 5 Leven online
40 45 50 55 60 65

De toekomst voorspellen

32 Conceptmap voorbereiden

Met een conceptmap kun je een tekst beter begrijpen. Dit doe je door verbanden tussen informatie duidelijk te maken. Het is ook een manier om informatie uit verschillende bronnen samen te brengen.

In deze opdracht maak je een conceptmap. De hoofdvraag van jouw conceptmap is: Wat zijn de grenzen van een leven online?

a Hieronder zie je een aantal voorbeelden van een conceptmap. Welke conceptmap vind jij het duidelijkst?

Geef het duidelijkste voorbeeld een 1 en het minst duidelijke voorbeeld een 4. 1 2

105
vet hartig Pizza oven korst bloem kaas Chicago Italië New York saus ingrediënten zout regiomanager verkoopmanager account manager verkoopmanager kwaliteitsmanager HR-specialist kwaliteitsmanager assistent regiomanager accountants ▢ ▢ 3 4 zonlicht zonlicht tijdens tijdens D-glucose ATP ATP NADH O CO Glycoslyse bladzuur wordt toegevoegd aan... wordt gebruikt tijdens... produceert... komt vrij. wordt afgebroken tot... elektronentransportketen chloroplasten (bladgroenkorrels) watermoleculen heeft nodig plantencel chloroplast De mitochondrion (energiefabriek van cel) koolstofdioxide celademhaling fotosynthese Voorbereiden voor een toets of examen. Zoek uit Wat moet je leren? Soort toets Materiaal 1. Eerder gemaakte toetsen. 2. Gemaakt huiswerk. 3. Aantekeningen. 4. Teksten (in het lesboek). 1. Essay? 2. Hoeveel vragen? 3. Meerkeuze? 1. Zorg voor goed eten: groente, fruit, nootjes. 2. Slaap genoeg. 3. Neem regelmatig pauze. 4. Zorg dat je veel in de zon komt. 5. Beloon jezelf voor het leren. 1. Zorg voor voldoende tijd. 2. Leer rustig: prop jezelf niet vol. 3. Maak een studieschema. Hoe ga je leren? Bereid je voor Vraag om hulpZorg voor jezelf Relax! Wel doen Niet doen Gebruik hulp Laat je overhoren door een vriend, klasgenoot of familie. Vraag of een vriend, klasgenoot of familie samen met jou wil leren. 1. Junkfood eten. 2. Tot diep in de nacht serie kijken. 3. De tijd vergeten als je een pauze neemt. 4. Alleen maar binnen zitten. 5. Veel op je mobiel en social media zitten. ▢ ▢ b Waarom vind jij de ene conceptmap duidelijker dan de andere? 5.5 Grenzen van leven online

c Kijk nog eens naar de voorbeelden van een conceptmap. Wat neem je mee voor je eigen conceptmap? Noem ten minste drie dingen.

1 2 3

33 Conceptmap maken

Je gaat je eigen conceptmap maken met behulp van de informatie in deze paragraaf.

a Verzamel informatie die je kunt gebruiken bij het beantwoorden van de vraag: Wat zijn de grenzen van een leven online?

Noteer kernwoorden in de tabel.

Wat zijn de grenzen van een leven online?

Bron Hoofdzaak

Leven we straks in de 'metaverse', of blijkt het een grote hype?

VPRO zendt documentaire over de metaverse uit.

Trailer 3Lab Roze Bril

Bijzaak

Vluchten we straks massaal naar virtuele werelden?

b Kijk naar de voorbeeldontwerpen voor een conceptmap bij opdracht 32a.

Met welk ontwerp ga jij aan de slag?

c Pak de tabel van vraag a erbij.

Vul je conceptmap in met de informatie die je hebt verzameld.

• Zorg dat in je conceptmap de volgende vijf begrippen terugkomen: alertheid, beren op de weg, ethisch, potentieel, relevant

• Leg logische verbindingen tussen de vijf begrippen onderling en tussen de vijf begrippen en de hoofdvraag. Je kunt verbindingen leggen door gebruik te maken van lijnen, pijlen, symbolen, tekens, etc.

• Geef bij elke verbinding die je legt het verband aan. Soorten verbanden kunnen zijn: voorbeeld van, oorzaak, gevolg, tegenstelling, middel-doel, etc.

• Je mag meer vakjes en verbindingen toevoegen aan het voorbeeldontwerp dat je gebruikt.

• Zorg dat je conceptmap begrijpelijk is voor een ander zonder dat jij iets hoeft uit te leggen.

106
5 Leven online

34

Conceptmap beoordelen

Je gaat nu de conceptmap van je klasgenoot gebruiken om een alinea te schrijven.

a Ruil jouw conceptmap met die van een klasgenoot. Geef met de conceptmap van jouw klasgenoot een antwoord op de hoofdvraag: Wat zijn de grenzen van een leven online?

• Schrijf je antwoord in een alinea van maximaal 100 woorden.

• Gebruik alleen de informatie die je haalt uit de conceptmap.

• Gebruik alleen de verbanden die je ziet in de conceptmap.

• Gebruik de belangrijke begrippen die je leest in de conceptmap.

b Lees de alinea die je klasgenoot heeft geschreven bij jouw conceptmap. Beoordeel jouw conceptmap.

• De conceptmap geeft een antwoord op de hoofdvraag. ◯ ◯ ◯ ◯

• Op mijn conceptmap staan logische verbanden. ◯ ◯ ◯ ◯

• De conceptmap bevat vijf begrippen: alertheid, beren op de weg, ethisch, potentieel, relevant ◯ ◯ ◯ ◯

• Een ander kan mijn conceptmap begrijpen zonder dat ik die toelicht. ◯ ◯ ◯ ◯

c Kijk naar de dingen die je goed hebt gedaan in jouw conceptmap. Wat neem je mee voor een volgende keer?

107
5.5 Grenzen van leven online

5.6 Eindopdracht

LEERDOELEN

• Je past je taalvaardigheden en persoonlijke vaardigheden toe in een eindopdracht.

Poster maken

Inleiding

In dit hoofdstuk heb je gelezen over hoe ons leven online zich de afgelopen vijfentwintig jaar heeft ontwikkeld. Inmiddels hebben we allemaal een mobiele telefoon en vinden we het normaal dat we alles online kunnen uitwisselen en vinden. Leven we straks echt alleen nog maar online? In deze eindopdracht maak je een posterpresentatie bij het thema 'Het leven online over tien jaar'.

Informatie verzamelen

a Op je poster kijk je vooruit naar ons leven online over tien jaar. Hiervoor ga je eerst op zoek naar informatie. Noteer kernwoorden in de tabel. Haal je informatie uit de bronnen bij dit hoofdstuk.

Het leven online over tien jaar

Welke veranderingen in het leven online gaan er de komende tien jaar plaatsvinden?

Informatie in kernwoorden

b Welke posterindeling wil je gebruiken? Kies een van de drie posterontwerpen.

Hoe kijk jij naar je privacy over tien jaar? Hoe kunnen we ons (nu al) op deze ontwikkelingen voorbereiden?

108
Om te onderzoeken of in stukken gesneden voedsel een effect heeft op de verzadiging, kregen studenten een bagel die nog heel was(1), een bagel die in vier stukken was gesneden die nog bijelkaar lagen(2) of een bagel die in vier stukken was verspreid(3). Uit dit onderzoek bleek dat de verzadiging het hoogst was bij de studenten die de bagel aten die in stukken gesneden waren, maar dat gold alleen voor de bagel waarvan de stukken nog bij elkaar lagen. gesneden voedsel een effect heeft op de verzadiging, kregen studenten een bagel die nog heel was(1), een bagel die in vier stukken was gesneden die nog bijelkaar lagen(2) of een bagel die in vier stukken was verspreid(3). Uit verzadiging het hoogst was bij de studenten die de bagel aten die in stukken gesneden waren, maar dat gold alleen voor de bagel waarvan de stukken nog bij elkaar lagen. Je zit sneller vol als je eten in stukjes is gesneden 1. Verzadigdt voedsel meer als mensen het ontvangen in voorgesneden stukken? 2. Wat zorgt er voor meer verzadiging: ruimte die de stukken vullen op det bord, of 43 studenten Aten een minibagel met cream cheese Werden onderverdeeld in drie condities: 2.18 3.75Gemeten werd het gevoel van honger, vol zitten en verzadiging op een 9puntschaal. SAMENVATTING IN STUKKEN CONCLUSIE DEELVRAGEN HOE WETEN WE DIT? CIJFERS ◯ ◯ ◯ 5 Leven online

c Orden de informatie uit je tabel in een posterschets.

• Bepaal welke informatie waar op de poster komt.

• Maak met de indeling duidelijk wat de hoofdzaken en de bijzaken zijn.

Poster ontwerpen

Gebruik de informatie en de schets uit de vorige opdracht.

Ontwerp nu je poster op basis van je schets.

• Je mag je poster op de computer maken, maar ook met de hand.

• Schrijf korte, pakkende teksten voor op de poster.

• Zorg dat de belangrijkste informatie duidelijk naar voren komt.

• Schematiseer informatie door er een overzicht of grafiek van te maken.

• Geef het verband aan tussen de verschillende onderdelen op de poster.

• Zoek relevante afbeeldingen voor op je poster.

• Zet een passende titel boven je poster.

• Zorg voor een verzorgde poster. Denk aan: kleurgebruik, lettertype, spelling, etc.

Presentatie oefenen

a Oefen de presentatie van je poster met je klasgenoot.

• Je presentatie duurt maximaal 3 minuten.

• Let tijdens het oefenen op de onderdelen uit het beoordelingsmodel.

Beoordelingsmodel

Let bij de beoordeling van je presentatie op deze punten:

• Ik heb schema's en afbeeldingen gebruikt.

• Ik heb verbanden duidelijk aangegeven.

• De belangrijkste informatie komt goed naar voren.

• Ik houd de aandacht van het publiek vast.

• Minstens vijf van deze woorden en uitdrukkingen zijn verwerkt in de presentatie: met behulp van - ogenschijnlijk - virtueel - gamification - verschanst - de innovatie - de ambitieberen op de weg zien - het concept - door een roze bril kijken.

• Ik houd rekening met de stijlregels.

b Vraag je klasgenoot om feedback op je oefenpresentatie.

Waar kun je straks nog extra op letten tijdens je presentatie?

109
5.6 Eindopdracht

Posterpresentatie evalueren

Voor de presentaties verdeelt de klas zich in twee groepen: groep 1 en groep 2. Leerlingen in groep 1 presenteren eerst hun poster, leerlingen in groep 2 lopen rond om de presentaties te beoordelen.

Hierna wisselen de groepen om.

Zoek een plekje aan de muur van het klaslokaal en hang je poster daar op.

Presenteer je poster of beoordeel de presentatie van je klasgenoot.

• Als beoordelaar luister je naar wat klasgenoot vertelt.

• Als beoordelaar kijk je goed naar de poster die je klasgenoot heeft gemaakt.

• Als beoordelaar gebruik je het beoordelingsmodel om de presentatie van je klasgenoot te beoordelen.

• Na afloop van de presentatie geef je jouw feedback aan je klasgenoot die heeft gepresenteerd.

Eindopdracht evalueren

a Hoe ging jouw posterpresentatie?

• Mijn posterindeling is logisch, bevat schematische overzichten en verbanden. ◯ ◯ ◯ ◯

• De hoofd- en bijzaken op mijn poster zijn duidelijk. ◯ ◯ ◯ ◯

• Tijdens mijn presentatie komt de belangrijkste informatie goed naar voren. ◯ ◯ ◯ ◯

• In mijn presentatie heb ik gebruikgemaakt van passende afbeeldingen. ◯ ◯ ◯ ◯

• Tijdens mijn presentatie heb ik de aandacht van het publiek vastgehouden. ◯ ◯ ◯ ◯

b Wat zou je een volgende keer anders doen?

110
5 Leven online

5.7 Terugblik

• Je kijkt terug op je werk.

Wat neem ik mee?

LEERDOELEN

In dit hoofdstuk heb je gelezen, gesproken en geschreven over het leven online. Kijk nu terug op de leerdoelen van het hoofdstuk. Oefen daarna verder op je eigen niveau.

a Heb je de leerdoelen van dit hoofdstuk behaald?

• je eigen mening onderbouwen met argumenten; ◯ ◯ ◯ ◯

• informatie ordenen en de gegeven informatie analyseren; ◯ ◯ ◯ ◯

• het schrijfdoel van informerende en uiteenzettende teksten herkennen; ◯ ◯ ◯ ◯

• signaalwoorden van voorbeeld en middel-doel herkennen en gebruiken; ◯ ◯ ◯ ◯

• informatie en meningen interpreteren en je mening geven; ◯ ◯ ◯ ◯

• relaties leggen tussen tekst en schematische informatie; ◯ ◯ ◯ ◯

• informatie zoeken in allerlei bronnen en de betrouwbaarheid van bronnen beoordelen; ◯ ◯ ◯ ◯

• de kernzinnen in een tekst herkennen; ◯ ◯ ◯ ◯

• de manier van inleiden en afsluiten in een tekst herkennen en gebruiken; ◯ ◯ ◯ ◯

• eigen ervaringen opschrijven in een reactie; ◯ ◯ ◯ ◯

• een tekst schrijven met behulp van een schrijfplan en daarbij informatie uit verschillende teksten samenvoegen; ◯ ◯ ◯ ◯

• in een presentatie de aandacht van het publiek trekken en vasthouden; ◯ ◯ ◯ ◯

• informatie verzamelen en daarmee een presentatie geven; ◯ ◯ ◯ ◯

• het belangrijkste punt van een verhaal duidelijk maken. ◯ ◯ ◯ ◯

b Welke paragraaf van dit hoofdstuk vond je het interessantst?

c Met welk leerdoel wil je nog verder oefenen?

VERDER OEFENEN?

Via Op niveau online kun je verder oefenen op jouw niveau. Kijk naar de smileys die je hebt gekozen en bepaal wat bij jou past:

Heb je vooral en gekozen? Doe dan de basisopdrachten.

Heb je vooral en gekozen? Doe dan de plusopdrachten.

111
5.7 Terugblik

Wij zijn taal

We hebben letters in ons DNA en in onze chromosomen. Zelfs een bloedgroep met één of twee letters. Het hele alfabet zit in ons. Taal zit in ons. Zo kunnen we uitdrukken wie we zijn, wat we denken en wat we voelen. Bovendien helpt taal ons om contact met anderen te maken en de wereld te begrijpen. Met Op niveau ontdek je het plezier, de kracht en de duizend-en-een mogelijkheden van taal.

Elk mens wil zo goed mogelijk uit de verf komen. Jezelf ontwikkelen tot wie je bent. Taal is daarin onmisbaar. In deze lesmethode ontdek je stap voor stap hoe taal je belevingswereld vergroot. Daarom is Nederlands in Op niveau niet in losse delen geknipt – van taalkennis tot persoonlijke vaardigheden – maar zien we het als een stevig vlechtwerk, dat je zelf creëert. Zo ervaar je het nut en de noodzaak van de lesstof. Van a tot z. Want ook jij bent taal.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.