20/20 Business English Top Course Werkboek B2 sector Economie N3-4
Kop Tekst
Barcode onder voorbehoud
Top Course Werkboek B2 sector Economie N3-4
Business English
Robert Hempelman Clare Loughnane
Werkboek B2 sector Handel N3-4
Business English
Robert Hempelman Clare Loughnane
Auteurs
ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor primair
Clare Loughnane
volwasseneneducatie en hoger onderwijs.
Robert Hempelman
Eindredacteur
Robert Hempelman Vormgeving
EnOf Ontwerp + communicatie, Utrecht Beeldredactie en opmaak
onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en
Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice (088) 800 20 16. ISBN 978 90 06 81455 2
Eerste druk, eerste oplage, 2011
Studio Imago, Amersfoort
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2012
Omslagfotografie
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag
xxx
Fotografie binnenwerk xxx
Illustraties
worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,
door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
xxx
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is
Website bij deze uitgave
Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor
www.2020english.nl
toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het
wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan
Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie
(PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken
(artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van
muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die
desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
Voorwoord Dit is Werkboek B2 sector Handel en Economie Niveau 3-4 van de herziene methode 20/20 Business English. Je gebruikt dit werkboek in combinatie met het eveneens herziene Handboek Economie Niveau 3-4.
Al het materiaal in dit werkboek is nieuw; er bleek behoefte te bestaan aan een werkboek voor gevorderde studenten
die graag Engels op B2-niveau of hoger willen afsluiten. De auteurs hebben ernaar gestreefd teksten en opdrachten aan te bieden die passen bij een wat hoger werk- en denkniveau. Dit werkboek richt zich dan ook nadrukkelijk op de vele studenten die verder willen studeren in het hoger beroepsonderwijs.
Het Handboek is een uitgebreid naslagwerk waarvan je vaak gebruik zult maken tijdens en misschien ook wel na je studie.
In dit werkboek word je regelmatig verwezen naar paragrafen in het handboek. Om een oefening te kunnen maken moet je bijvoorbeeld eerst theorie bestuderen of achtergrondinformatie lezen.
Dit werkboek is verdeeld in tien units die allemaal over zakelijke onderwerpen gaan. De instructies zijn zoveel
足mogelijk in het Engels. De antwoorden op de vragen en de uitwerkingen van de opdrachten kun je in het boek zelf schrijven, zodat je altijd je werk bij de hand hebt.
Na elke unit volgt een case, waarin je kunt laten zien dat je de geleerde stof beheerst en dat je communicatief 足vaardiger bent geworden.
De methode 20/20 Business English is bedoeld om zelfstandig leren en werken te vergemakkelijken. Als je de aan足
wijzingen in dit werkboek volgt en de opdrachten naar behoren uitvoert, zul je merken dat je veel vragen over het vak Engels zelf kunt beantwoorden en problemen zelf kunt oplossen.
Je docent heeft alle uitwerkingen. Bespreek met haar/hem of je over deze uitwerkingen mag beschikken. Wij danken Anke Horlings voor haar grote bijdrage aan de cases in dit boek. Robert Hempelman Clare Loughnane
Gebruiksaanwijzing In elke unit worden worden de vaardigheden Gesprekken voeren, Lezen, Schrijven, Luisteren en Spreken (presenteren) geoefend. Daarnaast is er aandacht voor Grammatica en belangrijke woorden. Aan het eind van elke unit vind je een Case. Gesprekken voeren / Speaking interaction
In dit boek vind je oefeningen die je helpen een gesprek in het Engels te voeren over een verscheidenheid aan onderwerpen. In veel gevallen kun je al voorbeelden ontlenen aan de luisteroefeningen bij dit boek. Luisteren / Listening
De luisteroefeningen zijn er niet alleen op gericht je luistervaardigheid te vergroten, maar ook om je een groot aantal voorbeeldgesprekken te laten horen die je in allerlei situaties kunt gebruiken. Lezen / Reading
Je vindt in deze rubriek een groot aantal niet al te lange leesteksten over uiteenlopende onderwerpen waarmee je te maken kunt krijgen. De teksten worden gevolgd door een aantal verschillende opdrachten. Schrijven / Writing
Dit boek biedt een aantal verschillende schrijfopdrachten (brief, verslag, memo), daarnaast leer je wat ingewikkelder zinnen vertalen.
Spreken / Speaking
Bij dit onderdeel zul je een aantal presentaties over verschillende zakelijke onderwerpen moeten voorbereiden en houden.
Grammatica / Grammar
Je vindt in dit deel een aantal grammatica-oefeningen bij de theorie uit het Handboek. Case
De case wordt in het Engels gepresenteerd. In de case laat je je communicatieve vaardigheden zien. Het is dus belangrijk dat je de vaardigheden en de woorden en uitdrukkingen uit de voorafgaande unit goed beheerst. Betekenis iconen
i
Speaking interaction / Gesprekken voeren
r
Reading / Lezen
p
Speaking / Spreken
w
Writing / Schrijven
l
Listening / Luisteren
g
Grammar / Grammatica
Inhoudsopgave Unit 1
A Cast of Stars
7
Unit 2
The Global Market-place
25
Unit 3
Neighbours All Over the World
45
Unit 4
From Little Acorns.
63
Unit 5
Greening the World
83
Unit 6
E for Business
103
Unit 7
Take Care of the Pennies
119
Unit 8
The Ps in Marketing
139
Unit 9
Money Talks
159
Unit 10
The Human Factor
179
Case 1
Case 2
Case 3
Case 4
Case 5
Case 6
Case 7
Case 8
Case 9
Case 10
Online Shopping in the EU
Not the Real Thing
We Hope You Enjoy Your Stay
Brazil
Going Green
E-business
Big vs. Small
Inspiring Ideas!
Mind Your Own Business
Get That Job!
21
40
60
78
98
115
134
155
173
193
A Cast of Stars Unit 1
The European Union emerged in the aftermath of the Second
World War. It was established primarily to enhance and develop
economic cooperation between countries. Since then it has forged
economic and political partnerships between European countries. It has most definitely evolved over the years from having
successfully established a single market with the euro as the main currency to promoting and protecting human rights and
democracy. This unit will examine the various institutions and policies of the EU.
Unit 1  A Cast of Stars
i Speaking
interaction
Exercise 1
Work in pairs or in a group. Find out what you know about the European Union by answering the following questions in English.
1 How many countries are in the EU?
2 How many of them can you name?
3 Have you ever travelled to other EU countries? Which did you like best?
4 Would you like to live and work in another EU country? If so, which one, and why?
5 Are you in favour of the EU?
6 As you know, the Netherlands is also a member of the EU. What are the advantages and disadvantages of being a member of the EU?
Now discuss your answers with your classmates.
l Listening Listen to track 1.
Exercise 2
You are about to listen to a track describing the history of the EU. First, write down the answers to the following questions in English. After you have finished listening to the track, check your answers. 1 In what year did the Netherlands join the EU?
2 The EU evolved from a smaller organisation called the EEC. Write out this abbreviation in full.
3 How many countries are there in the EU?
When you have finished, answer these two questions. 4 What examples of political cooperation are mentioned?
8
Unit 1 A Cast of Stars
5 Mention two European countries that are not part of the EU.
l Listening Exercise 3
Read the descriptions below and write down what countries are being described. If necessary, listen to track 1 again.
1 The national currency is the forint. The capital is Budapest.
2 This island in the Mediterranean is part Greek, part Turkish.
3 This country has Italy, Croatia, Hungary and Austria as its neighbours. 4 Vilnius is the capital city of this country. It is the largest of the Baltic states and borders Poland in the south.
5 This island, which is 90 kilometres south of Sicily, has MT as its country code. 6 The capital of this country is Bucharest.
7 This country’s name is Република България in the national language. Its capital is Sofia.
8 Until 1993, this republic used to constitute one country together with the Czech Republic.
9 This country has Tallinn as its capital. The country code is EE. 10 This Baltic state lies south of Estonia and north of Lithuania.
r Reading Exercise 4
Here is a short extract about the aims of the European Union. Complete the text by filling in the gaps.
Aims of the European Union
The aims of the EU are as follows: To improve the standard of
(1) and quality of life of its citizens.
To protect common European Values such as democracy, peace, tolerance and human (2).
To create an economically prosperous, peaceful and politically
(3) Europe.
9
Unit 1  A Cast of Stars
The EU achieves its
(4) by:
Agreeing treaties that set out the aims and rules of membership. Agreeing common policies that will be followed by all
Pooling sovereignty by member states giving up some of their own national (6) and agreeing to Establishing
(5).
(7) EU laws.
(8) such as the EU Commission, Council of Ministers and
ÂParliament, which manage the running of the Union. Contributing money annually towards the EU and pay for the running
tion is based on a percentage of national tax revenues.
(9) to implement policies
(10) of the institutions. The size of the contribu-
When you have finished, listen to track 2 to check your answers.
r Reading Exercise 5
Read the following text and answer the questions.
European institutions
The EU has established a number of organisations or institutions to look after the running of it. Among the
most important are the European Commission, the European Parliament, the Council of the European Union, the European Court of Auditors and the Court of Justice. European Commission
The European Commission is the institution that runs the EU. It consists of commissioners. Each commissioner is in charge of a different area of responsibility within the EU, such as transport, the environment, education, health, agriculture and trade.
The main functions of the Commission are:
1 To propose new European laws. The Commission thinks up new ideas for laws that are needed in the EU. Therefore, the Commission has to be aware of problems that may arise in the EU. The Commission then drafts a law that it thinks will solve the problems.
2 To enforce EU laws. The Commission supervises the EU to make sure that everyone obeys EU laws. If it finds any EU country not obeying an EU law, the Commission takes that country to the Court of Justice to force it to obey the law. The Commission is responsible for making sure that EU policies are carried out properly.
For example, the EU Competition Policy states that all businesses must follow the principles of fair compe-
tition. To make sure that this is adhered to, the Commission keeps an eye on all mergers and takeovers that take place in the EU. It can stop any mergers or takeovers if it thinks they will interfere with free competition.
3 To draft the EU Budget. The Commission is responsible for drafting the EU budget. This means that it makes the initial decision as to how much money each country should get back from the EU.
10
Unit 1 A Cast of Stars
Find words or phrases in the text that mean the same as the words and phrases below. 1 founded 2 is composed of 3 is in control of 4 most important 5 for this reason 6 notices 7 correctly; satisfactorily 8 is complied with 9 monitors 10 damage
w Writing Exercise 6
➜➜ Study your Handbook, B17-B22, for information about summarising.
Write a summary of no more than 50 words outlining the main points of the text in exercise 5.
l Listening Listen to track 3.
Exercise 7
You will hear a short extract about the European Parliament. Listen and write down whether the following statements are true or false.
1 Elections for the EU are held every four years. 2 In principle, MEPs are elected for life. 3 There are 700 MEPs.
11
Unit 1 A Cast of Stars
4 The European Parliament proposes new legislation independently. 5 The President of the Council is always a prime minister. 6 The Parliament has restrictive powers over the EU budget.
g Grammar Exercise 8
➜➜ Study your Handbook, E33-E40, to review Present Perfect and Simple Past Tenses. Translate the following sentences into English. Look up any words you do not know in your Handbook, section G. 1 Hoe lang heeft u bij Equinox gewerkt?
2 Wanneer ging u weer terug naar Canada?
3 In welk jaar bent u afgestudeerd?
4 Heeft u wel eens met een van deze programma’s gewerkt?
5 Hoe lang zit u hier al te wachten? Niet te lang, hoop ik.
6 Hoe lang heeft u in Hong Kong gewoond?
7 Wanneer is het bedrijf waarvoor u werkte failliet gegaan?
8 Waar en wanneer heeft u onze advertentie gelezen?
9 Hoe lang woont u al in Nederland?
10 Wanneer en waar bent u geboren?
12
Unit 1 A Cast of Stars
r Reading Exercise 9
Read the short text below and choose the correct alternatives.
The European Court of Auditors
The European Court of Auditors is liable / responsible (1) for ensuring that the EU budget is managed properly. Its job is to check / control (2) that EU
funds that come from EU taxpayers are properly collected and that they are spent legally, economically and for the intended purpose. Its aim is to
ensure that the taxpayers get maximum value / worth (3) for their money. The Court has one member from each EU country. It can audit / invite (4)
any country or organisation that received EU funding to make sure that the
money was not wasted and was spent for the purpose intended / reserved (5). This means that it investigates the bureaucracy / paperwork (6) of the
organisation and carries out on-the-spot checks to make sure that everything was done correctly. The Court writes a report on its conclusions / findings (7) and this draws the attention of the Commission and the member states to any potential problems.
l Listening Listen to track 4.
Exercise 10
You will hear a short extract about the European Court of Justice. As you listen, make notes so that you can answer the questions in English.
1 What is the role of the Court of Justice?
2 How is the Court made up?
3 List the three functions of the Court of Justice.
4 When can a law be declared ‘null and void’?
13
Unit 1 A Cast of Stars
r Reading Exercise 11
Complete the following paragraph by translating the words in italics.
The European Central Bank The European Central Bank (ECB) is euro
(munteenheid) and the EU’s
(verantwoordelijk) for managing the
(monetair beleid). It is based in Frankfurt. Its primary goals are
(handhaven) low inflation and safeguarding the value of the euro. It does this together with the Eurozone’s national central banks, by setting the
(rentepercentages) that apply in the
Eurozone.
In summary, the key tasks of the ECB are to: 1 Define and implement monetary policy, such as
(vaststellen) interest
rates.
2 Maintain
(prijsstabiliteit).
3 Support economic policies of member states as long as they do not affect price stability. 4 Conduct
foreign reserves of the
(vreemde valuta) operations and look after the official
5 Promote smooth operation of
(lidstaten).
(betaalsystemen) that link banks.
w Writing Exercise 12
Read the following text and answer the question.
The Single European Market The Single European Market (SEM) is part of the Economic and Monetary Union (EMU). It makes the EU the world’s largest free trade area. There are no barriers to trade between the EU countries. There is free movement of goods, labour and capital throughout the EU as explained below.
Goods: Businesses can sell their products anywhere in the EU without any restrictions such as tariffs, quotas or embargoes.
Labour: EU workers can live and work anywhere in the EU.
Capital: EU citizens and businesses can invest their money anywhere in the EU.
The SEM has made trade within the EU easier. There are no customs checks or border controls anymore. This
means that Irish goods are not physically inspected by government officials when they enter an EU country. Before the SEM abolished border checks, 60 million customs clearance documents were required every year.
14
Unit 1 A Cast of Stars
Now they are no longer needed. This means that there are no delays for businesses when they transport their products to other EU countries. Fewer delays not only mean faster transportation of goods but also increases profits by reducing costs.
The SEM also allows for the free movement of capital. This means that EU citizens can invest their money anywhere in the EU.
➜➜ When you have finished reading the text, study your Handbook, B17-B22, for information about summarising. Write a summary of no more than 50 words highlighting the main points of the text.
w Writing Exercise 13
Read the following text and answer the question below.
The Council of the European Union The Council of the European Union represents national governments and is the EU’s most important decisionmaking body. The government of each EU country takes turns presiding over the council for a six-month period. It represents the member states and its meetings are attended by one minister from each of the EU’s national governments. The topic being discussed at a meeting will determine which Minister attends. For example, if the topic of discussion is agriculture, then the agriculture ministers will attend. The main functions of the Council are: 1 To pass European laws. The Council is the institution, together with the European Parliament, that has the final say on what becomes EU law. This is called co-decision.
2 To conclude international agreements between the EU and other countries or organisations. Every year, the council officially signs such agreements on behalf of the EU. These agreements often cover areas such as trade with non-EU countries or organisations, fisheries, science, technology and transport.
3 To approve the EU’s budget. The Council has the power, together with the European Parliament, to approve of or reject the entire EU budget. Therefore, it can influence how the EU spends its money.
4 To allow member states to work together in the areas of foreign policy, security and defence.
15
Unit 1 A Cast of Stars
➜➜ When you have finished reading the text, study your Handbook, B17-B22, for information about summarising. Write a summary of no more than 50 words.
g Grammar Exercise 14
➜➜ Study your Handbook, E27-28, to review prepositions. Translate the following sentences into English. Look up any words you do not know in your Handbook, section G. 1 Er is weinig vraag naar deze exclusieve auto’s.
2 Hij heeft duizenden klanten in binnen- en buitenland.
3 Het bedrijf begon in een klein dorp bij Londen.
4 Ik ben niet zo goed in onderhandelen als mijn baas.
5 Wij zitten momenteel zonder kopieerpapier.
6 De smartphones werden tegen belachelijke prijzen verkocht.
7 Bij brand de liften niet gebruiken!
8 Extra kosten worden altijd doorberekend aan de klant.
9 Ik koop altijd onze relatiegeschenken bij PlusPromotions.
10 Afleveren bij onderstaand adres.
11 Ik verzoek u zich te wenden tot mevrouw Faber van Klantenservice.
16
Unit 1  A Cast of Stars
12 Hij had een beamer van de marketingafdeling geleend.
13 Onze algemeen directeur vertrekt morgen naar Genève.
14 Wij danken uw naam en adres aan een van onze zakenpartners.
15 Betaling: contant bij aflevering.
16 Het rapport bestaat uit vier onderdelen.
17 Enkele klanten informeerden naar de verkoopvoorwaarden.
18 Voor kortingen verwijzen wij u naar bladzijde twee van de prijslijst.
19 Uw vliegtuig vertrekt over anderhalf uur, om 16.05.
20 Kunnen we dit niet per post verzenden?
i Speaking
interaction
Exercise 15
Work in pairs or groups.
In January 2002 the new European currency, the euro, became the official
currency in twelve countries. Fifteen countries now have the euro as their
currency. These include: Austria, Belgium, Cyprus, Finland, France, Germany,
Greece, Ireland, Italy, Luxembourg, Malta, the Netherlands, Portugal, Slovenia and Spain.
Discuss the advantages and disadvantages of the euro. Work in pairs or
groups and then present your arguments in the form of a debate to the class.
17
Unit 1 A Cast of Stars
l Listening Listen to track 5.
Exercise 16
You will hear a short extract about the euro. As you listen, make notes so that you can answer the questions in English.
1 List the advantages of the euro.
2 What is the advantage of being able to compare prices? Give an example in business.
3 Why is it a problem if consumers compare prices?
i Speaking
interaction
Exercise 17
Work in pairs. Practise the following questions and answers in English. Use information from this unit. 1 Wat is het verschil tussen de EEG en de EU?
De EEG werd opgericht in 1957 door Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië. Deze organisatie bestaat nu uit 27 lidstaten die samen de EU heten.
2 Zijn alle Europese landen lid van de EU?
Nee, Zwitserland en Noorwegen zijn voorbeelden van landen die geen lid zijn.
3 Is de EU alleen maar een vrijhandelsgebied?
Nee, de lidstaten werken ook samen op het gebied van defensie en politieke kwesties.
4 Ik heb iets gelezen over de Europese waarden. Wat wordt daarmee bedoeld?
Dat zijn waarden die Europeanen belangrijk vinden, zoals democratie, vrede, verdraagzaamheid en mensenrechten.
5 Hoe wordt het Europees Parlement gekozen?
Europarlementariërs worden om de vijf jaar rechtstreeks gekozen door de burgers van de Europese Unie. Er zijn ruim 700 Europarlementariërs.
6 Wat doen die Europarlementariërs?
Een van de dingen die zij doen is nieuwe wetten bespreken die door de Europese Commissie worden voorgesteld. Zij discussiëren over de voor- en nadelen en doen suggesties voor verbetering.
7 Heeft het Europarlement invloed op de begroting van de EU?
Jazeker. De Europarlementariërs moeten de EU-begroting goedkeuren en hebben daarmee invloed op hoe de EU het geld besteedt.
18
Unit 1 A Cast of Stars
8 Er is ook een Europees Gerechtshof, is het niet?
Ja, het bestaat uit rechters, een uit elk van de lidstaten. Het gerechtshof zorgt ervoor dat de EU-wetten in elk land op dezelfde wijze wordt toegepast.
9 Waarom werd de euro eigenlijk ingevoerd in 2002?
Een belangrijke reden is dat het nu eenvoudiger is om zaken te doen in Europa, je hoeft niet steeds valuta te wisselen.
10 Zijn er ook nadelen aan de euro?
Consumenten kunnen nu heel eenvoudig prijzen vergelijken, waardoor het gemakkelijker is om in
het buitenland iets te kopen, bijvoorbeeld via internet. Een nadeel voor bedrijven is dat de concurrentie veel groter is.
i Speaking Exercise 18
Read the following text describing the role of special interest groups in EU decision-making and then discuss with the class.
EU decision-making
EU laws can have major effects on governments, organisations, industries, businesses and individuals.
Interest groups are therefore established to try to influence and challenge decisions made at European level to suit their members’ needs. These include:
• National Governments, which will always try to get support for their own views and to protect national interests • Employer organisations • Trade Unions
• Consumer protection organisations • Environmental organisations • Regional groups
• Individuals or small groups with specific concerns such as equality or health issues. There are several methods that interest groups can use to influence EU decision-making:
1 Public relations and other information campaigns can help to promote and publicise an interest group’s view to win over public opinion and influence decision-makers.
2 Lobbying the key decision makers, which includes the Ministers, Commissioners and MEPs.
3 Public demonstrations and protests are used, which have the knock-on effect of generating media attention.
Work in pairs or groups. You represent a special interest group. You may select one of the groups mentioned
above or you may create your own interest group. Prepare a presentation and argue in favour of the needs of your group.
➜➜ Refer to your Handbook, A140-A144, for information about presentations.
19