![](https://assets.isu.pub/document-structure/221018154838-33ed475174a6429c50d8f6867aeda56b/v1/d8447a5c2f34932269fb582679c0083c.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/221018154838-33ed475174a6429c50d8f6867aeda56b/v1/5a3af38eba4e80fb49b3072c795f4b67.jpeg)
Ziejedatnougoed?Jekijktnogeenkeer. Staaterechteendinoopstraat?Watzoujedoen?
Wat weet jij over dinosaurussen? Schrijf alles op in het woordweb. planteneter
Grotegetallen Dino’sleefden 70.000.000jaargeleden. Kunjijdatuitspreken? Hetis:zeventigmiljoen. Inplaatsvanaldienullen opschrijven,maghetook zo:70miljoen.Watvindjij beter?
Kijk naar het woordweb van je klasgenoot.
Welke woorden heb jij niet?
Welke woorden heeft de ander niet?
Schrijf de nieuwe woorden in je woordweb.
Werk samen met je groepje.
Pak een stift met een kleur.
Kies uit elk woordweb één woord.
Een woord dat vertelt hoe een dino is.
Zet een streep onder dat woord.
Schrijf de woorden op.
Praat samen.
Wat vind je leuk aan dino’s?
Wat vind je eng aan dino’s?
Vraag het aan elk kind in jullie groepje.
Dithebikgedaan: woordwebgemaakt gepraatoverdino’s
Ditvondikervan:
Jegaatinformatiezoekenoverdino’s.Welkedinokiesje?
Ik ga bedenken hoe ik ga onderzoeken:
• welke informatie ik over dinosaurussen kan vinden.
Jullie kiezen straks een dinosaurus. Over deze dinosaurus gaan jullie informatie zoeken. Wat moeten mensen echt over de dinosaurus weten? Kies de vraag die hier het best bij past.
Kan een dinosaurus in jullie dorp of stad leven?
Welke informatie kunnen we over onze dino vinden?
Eet een dino alleen planten?
Opeengeslotenvraagkunjeantwoordgevenmetjaofnee.
Bijvoorbeeld:Leefdendino’sindezee?Ja.
Opeenopenvraagkunjenietmetjaofneeantwoorden.
Bijvoorbeeld:Waaromzijndino’sernietmeer?
Het Vragenmachientje helpt jullie bij het kiezen van een goede vraag. Volgens het Vragenmachientje moet een vraag open zijn. Welke vraag is open?
Kan een dino in jullie dorp of stad leven?
Dit is wel/geen open vraag.
Welke informatie kunnen we over dino’s vinden? Dit is wel/geen open vraag.
Eet een dino alleen planten?
Dit is wel/geen open vraag.
Er is één open vraag. Dit is de beste vraag voor jullie onderzoek.
Jullie gaan informatie over dino’s zoeken.
Hoe kunnen jullie dat het beste doen?
Wevragenhetaaneendino.
Wezoekeninformatieopinboeken. Wevragenhetaaneenklasgenoot.
Wat moeten jullie over de dinosaurus weten?
Bedenk twee vragen bij: Wat doet de dino?
Bedenk twee vragen bij: Hoe ziet de dino eruit?
Bedenk twee vragen bij: Waar leeft de dino? Schrijf de vragen erbij.
Watdoetdedino?Hoezietdedinoeruit?
Kan de dino vliegen?
Waarleeftdedino?
Hoe groot zijn de tanden?Leeft de dino in het bos?
Ga samen naar de bieb van school.
Of kijk op bladzijde 14 en 15.
Kies een dino die het hele groepje leuk vindt.
Hoe heet jullie dino?
Dithebikgedaan: dinogekozen onderzoeksvraaggekozen maniervanonderzoekengekozen
Ditvondikervan:
Leuk! Een dino als huisdier...Tijdomjeonderzoekuittevoeren.
Jullie hebben zes vragen bedacht. Zoek naar antwoorden. Zoek in boeken. Of gebruik bladzijde 14 en 15. Schrijf de antwoorden in de goede vakken.
Wat doet de dino?
Staanerveelmoeilijke woordeninhetboek?Jekunttoch achterdebetekeniskomendoor:
verdertelezenindetekst;
eenstukjeterugtelezen;
hetwoordinstukjestehakken;
deplaatjestebekijken;
hetaaniemandanderstevragen;
opzoekenineenwoordenboek.
Hoe ziet de dino eruit?
Waar leeft de dino?
Wehebbenallevragenbeantwoord.
Heb je het bolletje gekleurd?
Goed gedaan!
Heb je het niet gekleurd?
Zoek dan nog een keer in het boek.
Staat het antwoord er echt niet in?
Kijk in een ander boek.
Dithebikgedaan: antwoordopvragengezocht antwoordengecontroleerd
Ditvondikervan:
Jeverzameltalleinformatieenmaakteeninformatiebord.
Kijk terug naar jullie antwoorden in stap 3. Schrijf de belangrijkste antwoorden op.
1. Hoe zag de dino eruit?
2 Wat deed de dino?
3. Waar leefde de dino?
Jullie gaan een informatiebord maken.
Bekijk eerst het voorbeeld.
Schrijf hier alles op wat mensen moeten weten over jullie dino.
Bijvoorbeeld als ze die toevallig tegenkomen. Waar moeten ze op letten?
Wat moeten ze niet doen? Wat kunnen ze wel doen?
Onderstreep de vijf belangrijkste dingen met een stift.
Neem een groot stuk stevig papier.
Kies samen een (grote) vorm.
Knip de vorm uit.
Dit wordt jullie informatiebord.
Schrijf de vijf tips op het bord.
Geven jullie ook extra informatie?
Vergeet de naam van de dino niet!
Moet er ook een plaatje van de dino bij?
Schrijf of teken duidelijk.
Jullie mogen ook verven of knippen en plakken.
Spreek dat af met jullie juf of meester.
Houd je hond aan de lijn
Kom niet dichtbij
aaien
voeren
Geen afval op de grond gooien
Dithebikgedaan: bedachtwaarmensenopmoetenletten eeninformatiebordgemaakt
Ditvondikervan:
Jelaatzienwatjegeleerdhebt.
Hang jullie informatiebord op in de klas. Beantwoord de vragen.
Dit vind ik mooi aan ons bord:
Zo ging het samenwerken:
Dit heb ik geleerd over onze dino:
Opdracht2•Goedkijken
Bekijk de informatieborden van andere groepjes.
Welk informatiebord vind je goed? Waarom vind je deze goed?
Opdracht3•Jouwmening Vul in.
Ben jij blij dat er geen dino’s meer zijn? Waarom?
Ditvondikvandezestap:
Ditvondikvanhetheleproject:
Het was een zware dino. Hij woog wel 10.000 kilo.
De Triceratops had een hoorn op zijn neus en twee grote hoorns op zijn hoofd.
Zijn mond lijkt een beetje op een snavel. Daarmee sneed hij bladeren van de boom.
De Triceratops werd negen meter lang en drie meter hoog.
De Triceratops hield niet van vlees. Hij at alleen planten. Van alle bladeren groeide hij goed.
De Tyrannosaurus kon wel veertien meter lang worden.
Op zijn rug had hij een soort platen die hem beschermden.
De Stegosaurus was niet snel.
Ook had de Stegosaurus een geheim wapen. Onder zijn staart had hij vier dodelijke stekels.
Hij was een planteneter.
De Stegosaurus was groot, maar hij had hele kleine hersenen.
Zo klein als een walnoot. Zou het een slimme dino zijn?
Hij werd ongeveer zeven meter lang en woog 1.500 kilo.
De Tyrannosaurus had een grote neus. Hij kon dus goed ruiken.
Deze dino moest goed eten. Hij at andere dino’s op.
De Tyrannosaurus woog 7.000 kilo. Hij was dus erg zwaar en had daardoor moeite met lopen.
De Tyrannosaurus liep slomer dan jij! Maar als hij begon te rennen, dan ging hij snel. Soms wel 30 kilometer per uur.