groep 7-8 2022-2023
naam:
Oefening 1 Na de zomervakantie
Jij en het verkeer!
Thijs en Emma zitten bij elkaar in de klas. Ze zijn broer en zus. De zomervakantie is voorbij. Vandaag gaan
Zodra je naar buiten gaat, krijg je te maken met verkeer. Als je naar school gaat, op de fiets zit, naar het sporten gaat. Of als je buiten speelt of je vrienden gaat bezoeken. Verkeer is overal en het wordt steeds drukker. Het is belangrijk dat je de verkeersregels goed kent en weet hoe je je in het verkeer moet gedragen.
Vul hier in welke opgaven je goed of fout had en wat je nog moet oefenen:
In april is het zover. Dan ga je meedoen aan het landelijk verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland. In dit boekje vind je twaalf oefeningen om daarvoor te oefenen.
Oefening 2
Tips bij het maken van een oefening: • neem rustig de tijd om de opgave goed te lezen; • denk goed na over alle mogelijke antwoorden; • vul dan pas een antwoord in.
Oefening 5
Oefening
opgaven goed
opgaven fout
nog oefenen in Opzoekboek
Voorbeeld
1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 12
2, 9, 10, 11
15, 46, 82, 121, 53, 55, 56
Oefening 1 Oefening 3
Oefening 8 Oefening 9 Oefening 10 Oefening 11 Oefening 12
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
Opzoekboek voor het schoolverkeersexamen
Auteurs:
r uctureerde manie n. Op een gestr rsteuning lverkeersexame een handige onde voor het schoo t het . Zo is het boek Oefeningen Daardoor word een rijtje gezet k hoort bij het naslagwerk. begrippen op Dit Opzoekboe zeer bruikbaar amen! borden en de ersregels, de en tevens een Schoolverkeersex amen het ersex voor worden de verke vast lverke n de leerlingen en voor het schoo bij het oefen kkelijker en slage oefeningen gema maken van de
In dit Opzoekboek staan alle verkeersregels, -borden en -begrippen voor voetgangers en fietsers. Na het maken van de oefeningen gebruik je dit Opzoekboek als volgt: • Bij iedere opgave zie je een icoontje: XX . Dit is een verwijzing naar een tekstnummer uit het Opzoekboek voor het schoolverkeersexamen. • Je ontdekt dan zelfstandig of met de hele groep waaróm een antwoord op een opgave goed of fout is. Daar leer je meer van dan door alleen een fout te verbeteren! enservice Afdeling Klant
T 088-800 20
17
lenho po@thiememeu
ff.nl
Edith. Angelique heeft een nieuwe fiets.
Zie foto A
30 31
Kruis de goede onderdelen aan. Een veilige fiets heeft … ten minste één fietstas. een bagagedrager aan de achterkant. een bagagedrager aan de voorkant. een rode achterreflector. een versnelling. snelbinders. een bel. een fietscomputer. ten minste één rem. een goed werkend voorlicht en achterlicht. een goed stuur met handvatten. reflectoren in de trappers. reflectoren in de banden.
Oefening 4
Handig!
in de ochtend thuis vertrekken, zien ze Angelique en
1
Oefening 7
Veel plezier bij het oefenen en succes straks bij het examen!
lenhoff
XX
Oefening 6
Tips ná het maken van een oefening: • vul je goede en fout gemaakte opgaven in; • schrijf de rode nummers op die bij de fout gemaakte opgaven horen; • oefen die rode nummers nog eens met het Opzoekboek.
ThiemeMeu
Emma en Thijs weer op de fiets naar school. Als ze
H.J. Schrama H.J.P. Struijlaart Foto’s: ARKA media BV Cartoons: Job van Gelder Ontwerp omslag: Eduardo Media Vormgeving: Inpladi bv, Cuijk ISBN 978 90 068 1578 8 ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, © 2022 Alle rechten voorbehouden.
2
Zie foto A
32
Kan Angelique op deze fiets veilig bagage vervoeren? Ja, maar dat mag alleen op de voorbagagedrager. Ja, maar dat mag alleen op de achterbagagedrager. Ja, als ze het maar goed vastmaakt op de bagagedrager. Nee, dan moet op de voorbagagedrager een krat zitten.
Edith
Angelique
A 3
Zie foto A
3
Angelique staat aan de rand van de rijbaan. Is het verstandig om daar te gaan staan? Ja, ze hindert niemand. Ja, want dit is een woonerf. Nee, je mag nooit stilstaan op de rijweg. Nee, zo hindert ze de auto die aan komt rijden. 3
Oefening 1 Na de zomervakantie
Jij en het verkeer!
Thijs en Emma zitten bij elkaar in de klas. Ze zijn broer en zus. De zomervakantie is voorbij. Vandaag gaan
Zodra je naar buiten gaat, krijg je te maken met verkeer. Als je naar school gaat, op de fiets zit, naar het sporten gaat. Of als je buiten speelt of je vrienden gaat bezoeken. Verkeer is overal en het wordt steeds drukker. Het is belangrijk dat je de verkeersregels goed kent en weet hoe je je in het verkeer moet gedragen.
Vul hier in welke opgaven je goed of fout had en wat je nog moet oefenen:
In april is het zover. Dan ga je meedoen aan het landelijk verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland. In dit boekje vind je twaalf oefeningen om daarvoor te oefenen.
Oefening 2
Tips bij het maken van een oefening: • neem rustig de tijd om de opgave goed te lezen; • denk goed na over alle mogelijke antwoorden; • vul dan pas een antwoord in.
Oefening 5
Oefening
opgaven goed
opgaven fout
nog oefenen in Opzoekboek
Voorbeeld
1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 12
2, 9, 10, 11
15, 46, 82, 121, 53, 55, 56
Oefening 1 Oefening 3
Oefening 8 Oefening 9 Oefening 10 Oefening 11 Oefening 12
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
Opzoekboek voor het schoolverkeersexamen
Auteurs:
r uctureerde manie n. Op een gestr rsteuning lverkeersexame een handige onde voor het schoo t het . Zo is het boek Oefeningen Daardoor word een rijtje gezet k hoort bij het naslagwerk. begrippen op Dit Opzoekboe zeer bruikbaar amen! borden en de ersregels, de en tevens een Schoolverkeersex amen het ersex voor worden de verke vast lverke n de leerlingen en voor het schoo bij het oefen kkelijker en slage oefeningen gema maken van de
In dit Opzoekboek staan alle verkeersregels, -borden en -begrippen voor voetgangers en fietsers. Na het maken van de oefeningen gebruik je dit Opzoekboek als volgt: • Bij iedere opgave zie je een icoontje: XX . Dit is een verwijzing naar een tekstnummer uit het Opzoekboek voor het schoolverkeersexamen. • Je ontdekt dan zelfstandig of met de hele groep waaróm een antwoord op een opgave goed of fout is. Daar leer je meer van dan door alleen een fout te verbeteren! enservice Afdeling Klant
T 088-800 20
17
lenho po@thiememeu
ff.nl
Edith. Angelique heeft een nieuwe fiets.
Zie foto A
30 31
Kruis de goede onderdelen aan. Een veilige fiets heeft … ten minste één fietstas. een bagagedrager aan de achterkant. een bagagedrager aan de voorkant. een rode achterreflector. een versnelling. snelbinders. een bel. een fietscomputer. ten minste één rem. een goed werkend voorlicht en achterlicht. een goed stuur met handvatten. reflectoren in de trappers. reflectoren in de banden.
Oefening 4
Handig!
in de ochtend thuis vertrekken, zien ze Angelique en
1
Oefening 7
Veel plezier bij het oefenen en succes straks bij het examen!
lenhoff
XX
Oefening 6
Tips ná het maken van een oefening: • vul je goede en fout gemaakte opgaven in; • schrijf de rode nummers op die bij de fout gemaakte opgaven horen; • oefen die rode nummers nog eens met het Opzoekboek.
ThiemeMeu
Emma en Thijs weer op de fiets naar school. Als ze
H.J. Schrama H.J.P. Struijlaart Foto’s: ARKA media BV Cartoons: Job van Gelder Ontwerp omslag: Eduardo Media Vormgeving: Inpladi bv, Cuijk ISBN 978 90 068 1578 8 ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, © 2022 Alle rechten voorbehouden.
2
Zie foto A
32
Kan Angelique op deze fiets veilig bagage vervoeren? Ja, maar dat mag alleen op de voorbagagedrager. Ja, maar dat mag alleen op de achterbagagedrager. Ja, als ze het maar goed vastmaakt op de bagagedrager. Nee, dan moet op de voorbagagedrager een krat zitten.
Edith
Angelique
A 3
Zie foto A
3
Angelique staat aan de rand van de rijbaan. Is het verstandig om daar te gaan staan? Ja, ze hindert niemand. Ja, want dit is een woonerf. Nee, je mag nooit stilstaan op de rijweg. Nee, zo hindert ze de auto die aan komt rijden. 3
Thijs en Emma fietsen verder naar school. Onderweg zien ze Said, een jongen die bij hen in de straat woont. Hij gaat naar de sportvelden.
4
Zie foto B
74
Said wil rechtdoor fietsen. Welke aanwijzing geeft het verkeersbord aan Said? Hij moet wachten tot het naar rechts afslaande verkeer voorbij is. Bestuurders die rechts afslaan, moeten Said voor laten gaan. Said moet voetgangers op de oversteekplaats voor laten gaan. Bestuurders mogen hier niet rechts afslaan omdat er een fietsstrook is.
5
Zie foto B
50
Waar kan Said het beste gaan staan als hij linksaf wil? Rechts van de rijbaan. Aan de linkerkant van het fietsersvak. In het midden van het fietsersvak. Rechts op de stoep.
6
75
Soms staat bij een verkeerslicht dit bord. Wat betekent dit bord? Kruis de goede antwoorden aan. Een fietser mag hier naar rechts als het licht groen is. Een fietser mag hier naar rechts, ook als het licht geel is. Een fietser mag hier naar rechts, ook als het licht rood is.
B
7
3
45
Kijk nog eens naar het bord bij vraag 6. Moet een fietser hier zijn hand uitsteken als hij rechtsaf wil? Nee, want rechtsaf voor fietsers is hier vrij. Ja, als fietser moet je duidelijk aangeven als je wilt afslaan.
11
C
Melvin
lang. Maar het was wel weer leuk om alle klasgenoten
Je kunt je licht overdag best aandoen. Bijvoorbeeld als het heel hard regent of mist. Maar het helpt echt niet voor het gevaar van de dode hoek.!
te zien. Als ze terugrijden naar huis regent het. Gelukkig hebben Thijs en Emma hun jas meegenomen. Op de terugweg zien ze Job en Melvin.
8
Zie foto C
108 109
Melvin staat achter de vrachtwagen die rechtsaf wil. Is het veilig wat hij doet? Ja, je kunt beter achter een vrachtwagen gaan staan als die (bijna) stilstaat. Dan weet je zeker dat je niet in zijn dode hoek staat. Nee, hij kan beter naast de vrachtwagen gaan staan en zo snel mogelijk rechts afslaan. Ja, want de bestuurder van de vrachtwagen zal goed opletten. Pas als hij zeker weet dat er geen fietsers naast de auto staan, zal hij verder rijden.
9
108 109
Zie foto C
109 110
Zie foto C
Thijs praat met zijn vrienden Melvin en Job over de verkeerssituatie bij de vrachtwagen. Wie heeft gelijk?
Als een fietser links afslaat, mag hij voorsorteren. Welke uitspraak is waar? Bij voorsorteren hoef je niet over je linkerschouder te kijken. Bij voorsorteren ga je al eerder meer naar links op de rijweg rijden. Voorsorteren mag alleen buiten de bebouwde kom. Voorsorteren is verplicht bij voorsorteervakken.
Job De eerste schooldag na de vakantie duurde best wel
12
47 48
Ik zie het probleem niet. De chauffeur zit heel hoog in zijn auto, dus hij kan alles overzien. Helemaal niet gevaarlijk.
Wie staat hier in de dode hoek van de vrachtwagen? Melvin Job
10
48
Welk bord geeft aanwijzingen voor het voorsorteren?
Als jullie je licht aan hebben, kan er niets gebeuren. Dan weet je zeker dat de bestuurder van de vrachtwagen jullie ziet.
Said 4
Thijs
Melvin
Job 5
Thijs en Emma fietsen verder naar school. Onderweg zien ze Said, een jongen die bij hen in de straat woont. Hij gaat naar de sportvelden.
4
Zie foto B
74
Said wil rechtdoor fietsen. Welke aanwijzing geeft het verkeersbord aan Said? Hij moet wachten tot het naar rechts afslaande verkeer voorbij is. Bestuurders die rechts afslaan, moeten Said voor laten gaan. Said moet voetgangers op de oversteekplaats voor laten gaan. Bestuurders mogen hier niet rechts afslaan omdat er een fietsstrook is.
5
Zie foto B
50
Waar kan Said het beste gaan staan als hij linksaf wil? Rechts van de rijbaan. Aan de linkerkant van het fietsersvak. In het midden van het fietsersvak. Rechts op de stoep.
6
75
Soms staat bij een verkeerslicht dit bord. Wat betekent dit bord? Kruis de goede antwoorden aan. Een fietser mag hier naar rechts als het licht groen is. Een fietser mag hier naar rechts, ook als het licht geel is. Een fietser mag hier naar rechts, ook als het licht rood is.
B
7
3
45
Kijk nog eens naar het bord bij vraag 6. Moet een fietser hier zijn hand uitsteken als hij rechtsaf wil? Nee, want rechtsaf voor fietsers is hier vrij. Ja, als fietser moet je duidelijk aangeven als je wilt afslaan.
11
C
Melvin
lang. Maar het was wel weer leuk om alle klasgenoten
Je kunt je licht overdag best aandoen. Bijvoorbeeld als het heel hard regent of mist. Maar het helpt echt niet voor het gevaar van de dode hoek.!
te zien. Als ze terugrijden naar huis regent het. Gelukkig hebben Thijs en Emma hun jas meegenomen. Op de terugweg zien ze Job en Melvin.
8
Zie foto C
108 109
Melvin staat achter de vrachtwagen die rechtsaf wil. Is het veilig wat hij doet? Ja, je kunt beter achter een vrachtwagen gaan staan als die (bijna) stilstaat. Dan weet je zeker dat je niet in zijn dode hoek staat. Nee, hij kan beter naast de vrachtwagen gaan staan en zo snel mogelijk rechts afslaan. Ja, want de bestuurder van de vrachtwagen zal goed opletten. Pas als hij zeker weet dat er geen fietsers naast de auto staan, zal hij verder rijden.
9
108 109
Zie foto C
109 110
Zie foto C
Thijs praat met zijn vrienden Melvin en Job over de verkeerssituatie bij de vrachtwagen. Wie heeft gelijk?
Als een fietser links afslaat, mag hij voorsorteren. Welke uitspraak is waar? Bij voorsorteren hoef je niet over je linkerschouder te kijken. Bij voorsorteren ga je al eerder meer naar links op de rijweg rijden. Voorsorteren mag alleen buiten de bebouwde kom. Voorsorteren is verplicht bij voorsorteervakken.
Job De eerste schooldag na de vakantie duurde best wel
12
47 48
Ik zie het probleem niet. De chauffeur zit heel hoog in zijn auto, dus hij kan alles overzien. Helemaal niet gevaarlijk.
Wie staat hier in de dode hoek van de vrachtwagen? Melvin Job
10
48
Welk bord geeft aanwijzingen voor het voorsorteren?
Als jullie je licht aan hebben, kan er niets gebeuren. Dan weet je zeker dat de bestuurder van de vrachtwagen jullie ziet.
Said 4
Thijs
Melvin
Job 5
Oefening 2 Thijs is jarig Over twee dagen is Thijs jarig. Emma gaat naar het
Het lijkt wel alsof alle vriendinnen van Emma naar het
winkelcentrum om een cadeau voor hem te kopen.
winkelcentrum gaan. Bij de rotonde ziet ze Carla en
Hij wil heel graag een stoere zonnebril. Onderweg ziet
Margreet fietsen. Ze fietsen heel snel.
C
Emma een paar oudere kinderen uit hun buurt.
3 1
A
34
Zie foto A
4
5
Margreet
D
76
Zie foto C
Met welk bord zijn Carla en Margreet gewaarschuwd dat ze een rotonde naderen?
Verderop ziet Emma twee klasgenoten fietsen. Ze hebben veel lol samen. Ze gaan ook naar het
2
Zie foto B
6
64 77
Een fietser nadert een rotonde en ziet dit bord. Wat betekent dit? 33
Vind je dat het meisje op een veilige manier achter op de fiets zit? Nee, ze kan niet gemakkelijk van de bagagedrager afspringen, als dat nodig zou zijn. Nee, ze moet beide benen aan de linker- of rechterkant van de fiets houden. Ja, zo kan de fietser haar fiets goed in evenwicht houden. 6
17 53
Mogen Thijs en Emma hier naast elkaar blijven fietsen? Ja, want de wegversmalling is aan de andere kant van de weg. Ja, want ze fietsen in een woonwijk. Nee, want ze hinderen zo de tegemoetkomende auto. Nee, want de auto heeft voorrang.
78
Zie foto C
winkelcentrum. Emma rijdt met ze mee.
Anne
Carla
Zie foto D
Carla en Margreet willen rechtdoor. De auto wil rechtsaf. Wie heeft voorrang? Carla en Margreet. De auto.
B Tom
35
Zie foto C
Carla haalt Margreet in. Ze belt met haar fietsbel. Welke zin is waar? Dat is niet nodig. Je moet alleen bellen als er gevaar dreigt. Dat is verstandig. Zo waarschuwt ze Margreet.
Welke zin is waar? Anne vertoont veilig verkeersgedrag. Ze gebruikt haar mobiel als ze stilstaat. Teun vertoont veilig verkeersgedrag. Hij gebruikt zijn mobiel als hij stilstaat. Tom vertoont veilig verkeersgedrag. Hij gebruikt zijn mobiel als hij fietst en hij let heel goed op.
Teun
8
Het verkeer op de rotonde gaat voor. De fietser gaat voor op het verkeer dat op de rotonde rijdt.
Als Emma vlak bij het winkelcentrum is, komt ze Thijs tegen. Samen fietsen ze verder. Maar Emma mag natuurlijk niet zeggen dat ze voor hem een cadeau gaat kopen. Dat is nog even geheim.
7
Zie foto D
111
Wat betekent het verkeersbord aan het begin van de straat die Thijs en Emma in fietsen? Pas op, de weg wordt smaller aan de linkerkant. Pas op, de weg wordt smaller aan de rechterkant. Pas op, hier is een gevaarlijke bocht naar links. Pas op, hier is een gevaarlijke bocht naar rechts. 7
Oefening 2 Thijs is jarig Over twee dagen is Thijs jarig. Emma gaat naar het
Het lijkt wel alsof alle vriendinnen van Emma naar het
winkelcentrum om een cadeau voor hem te kopen.
winkelcentrum gaan. Bij de rotonde ziet ze Carla en
Hij wil heel graag een stoere zonnebril. Onderweg ziet
Margreet fietsen. Ze fietsen heel snel.
C
Emma een paar oudere kinderen uit hun buurt.
3 1
A
34
Zie foto A
4
5
Margreet
D
76
Zie foto C
Met welk bord zijn Carla en Margreet gewaarschuwd dat ze een rotonde naderen?
Verderop ziet Emma twee klasgenoten fietsen. Ze hebben veel lol samen. Ze gaan ook naar het
2
Zie foto B
6
64 77
Een fietser nadert een rotonde en ziet dit bord. Wat betekent dit? 33
Vind je dat het meisje op een veilige manier achter op de fiets zit? Nee, ze kan niet gemakkelijk van de bagagedrager afspringen, als dat nodig zou zijn. Nee, ze moet beide benen aan de linker- of rechterkant van de fiets houden. Ja, zo kan de fietser haar fiets goed in evenwicht houden. 6
17 53
Mogen Thijs en Emma hier naast elkaar blijven fietsen? Ja, want de wegversmalling is aan de andere kant van de weg. Ja, want ze fietsen in een woonwijk. Nee, want ze hinderen zo de tegemoetkomende auto. Nee, want de auto heeft voorrang.
78
Zie foto C
winkelcentrum. Emma rijdt met ze mee.
Anne
Carla
Zie foto D
Carla en Margreet willen rechtdoor. De auto wil rechtsaf. Wie heeft voorrang? Carla en Margreet. De auto.
B Tom
35
Zie foto C
Carla haalt Margreet in. Ze belt met haar fietsbel. Welke zin is waar? Dat is niet nodig. Je moet alleen bellen als er gevaar dreigt. Dat is verstandig. Zo waarschuwt ze Margreet.
Welke zin is waar? Anne vertoont veilig verkeersgedrag. Ze gebruikt haar mobiel als ze stilstaat. Teun vertoont veilig verkeersgedrag. Hij gebruikt zijn mobiel als hij stilstaat. Tom vertoont veilig verkeersgedrag. Hij gebruikt zijn mobiel als hij fietst en hij let heel goed op.
Teun
8
Het verkeer op de rotonde gaat voor. De fietser gaat voor op het verkeer dat op de rotonde rijdt.
Als Emma vlak bij het winkelcentrum is, komt ze Thijs tegen. Samen fietsen ze verder. Maar Emma mag natuurlijk niet zeggen dat ze voor hem een cadeau gaat kopen. Dat is nog even geheim.
7
Zie foto D
111
Wat betekent het verkeersbord aan het begin van de straat die Thijs en Emma in fietsen? Pas op, de weg wordt smaller aan de linkerkant. Pas op, de weg wordt smaller aan de rechterkant. Pas op, hier is een gevaarlijke bocht naar links. Pas op, hier is een gevaarlijke bocht naar rechts. 7
Oefening 3 Naar het zwembad 10
Zie foto E
64 66
Waaraan kan de bestuurder van de auto zien dat hij voorrang moet geven? Aan de haaientanden en het verkeersbord. Aan de haaientanden en het verkeersbord. Aan de onderbroken strepen en het verkeersbord.
11
E
12
34
Zie foto A op bladzijde 6
Emma praat met Tom en Teun over het gebruik van mobieltjes op de fiets. Wie heeft gelijk?
Het is zaterdag. Het is nog vroeg in de ochtend. Het is zelfs nog een beetje koud. Maar het weerbericht zegt dat het mooi weer gaat worden. Daarom gaan Thijs en Emma naar het zwembad. Daar is ook een groot buitenbad bij. Als ze uit hun straat wegrijden, zien ze Astrid.
Je mag als je fietst best even kijken op je mobiel. Ik kijk altijd op ‘Google maps’. Anders verdwaal ik toch?
60 63
Wat betekent dit bord?
Ik vind het allemaal gezeur over het gebruik van mobieltjes op je fiets. Als je rustig rijdt en goed oplet, kun je er best wel even op kijken.
Astrid
9
Zie foto E
Wie heeft er voorrang: Thijs of de auto? De auto, want die komt van rechts. De auto, want auto’s gaan altijd voor op fietsers. Thijs, want hij rijdt op een voorrangsweg. Thijs, want hij rijdt op een fietspad.
62
A 1
36
Als je wilt oversteken, moet je verschillende dingen doen. Zet ze in de goede volgorde van 1 t/m 5. Stilstaan bij de stoeprand. Midden op de weg naar rechts kijken. Naar links en rechts kijken of er verkeer aankomt. Nog eens naar links kijken. Als er geen verkeer aankomt, dan oversteken. Verder lopen als er geen verkeer van rechts komt.
8
Zie foto A
Teun
Tom
Emma
37 38 40
Wat is de veiligste manier om over te steken? Door bij een zebrapad over te steken. Dan ga je altijd voor op andere bestuurders. Door gebruik te maken van een voetgangersbrug of -tunnel. Dan zijn er geen andere weggebruikers. Door te rennen bij het oversteken. Dan ben je snel aan de overkant.
het winkelcentrum het cadeau kopen. Zonder dat Thijs Je rijdt op een voorrangsweg die een bocht maakt. Je moet voorrang krijgen van iedereen die uit de zijwegen komt rijden. Je rijdt op een voorrangsweg die een bocht maakt. Je moet voorrang geven aan iedereen die uit de zijwegen komt rijden. Je rijdt op een voorrangsweg die een bocht maakt. Je moet voorrang krijgen van voetgangers en van bestuurders die uit de zijwegen komen. Je rijdt op een voorrangsweg die een bocht maakt. Je moet voorrang geven aan voetgangers en bestuurders die uit de zijwegen komen.
37
Zie foto A
Astrid steekt over tussen een rij geparkeerde auto’s. Staat ze op de goede plek? Nee, ze moet op de stoep staan. Dat is veiliger. Nee, ze mag hier helemaal niet oversteken. Het zicht is te beperkt. Nee, ze moet verder op de straat staan. Dan ziet het verkeer haar goed aankomen. Ja, ze staat op de goede plek. Ze kan zo goed naar links en rechts kijken.
3
De regel is er voor de veiligheid, hoor. Als je aan het fietsen bent, moet je je mobiel niet gebruiken.
Gelukkig fietst Thijs alleen verder. Emma kan dan op het merkt!
2
Een stukje verderop zien ze een meisje rijden. Ze kennen haar nog niet, want ze woont nog maar pas
5
Zie foto B
79
Welke verkeersdeelnemers moet een bestuurder die een uitrit verlaat voor laten gaan? Kruis de goede antwoorden aan. Auto’s. Fietsers. Bromfietsers. Voetgangers. Skaters.
6
79 80
Kruis aan wat een uitrit is. Er zijn meer antwoorden goed. Een uitgang uit een woonerf. Een weg naar een bushalte. Een uitgang uit een straat met een uitritconstructie. Een kruising met een voetpad. Een uitgang uit een garage.
B
in de buurt van Thijs en Emma.
4
Zie foto B
79 80 81
Het meisje krijgt te maken met een auto die uit een uitrit komt. Moet ze de auto voor laten gaan? Ja, ze moet de auto voor laten gaan, want die komt van rechts. Ja, ze moet de auto voor laten gaan, want die komt uit een uitrit. Nee, de auto moet haar voor laten gaan, want de auto komt uit een uitrit. 9
Oefening 3 Naar het zwembad 10
Zie foto E
64 66
Waaraan kan de bestuurder van de auto zien dat hij voorrang moet geven? Aan de haaientanden en het verkeersbord. Aan de haaientanden en het verkeersbord. Aan de onderbroken strepen en het verkeersbord.
11
E
12
34
Zie foto A op bladzijde 6
Emma praat met Tom en Teun over het gebruik van mobieltjes op de fiets. Wie heeft gelijk?
Het is zaterdag. Het is nog vroeg in de ochtend. Het is zelfs nog een beetje koud. Maar het weerbericht zegt dat het mooi weer gaat worden. Daarom gaan Thijs en Emma naar het zwembad. Daar is ook een groot buitenbad bij. Als ze uit hun straat wegrijden, zien ze Astrid.
Je mag als je fietst best even kijken op je mobiel. Ik kijk altijd op ‘Google maps’. Anders verdwaal ik toch?
60 63
Wat betekent dit bord?
Ik vind het allemaal gezeur over het gebruik van mobieltjes op je fiets. Als je rustig rijdt en goed oplet, kun je er best wel even op kijken.
Astrid
9
Zie foto E
Wie heeft er voorrang: Thijs of de auto? De auto, want die komt van rechts. De auto, want auto’s gaan altijd voor op fietsers. Thijs, want hij rijdt op een voorrangsweg. Thijs, want hij rijdt op een fietspad.
62
A 1
36
Als je wilt oversteken, moet je verschillende dingen doen. Zet ze in de goede volgorde van 1 t/m 5. Stilstaan bij de stoeprand. Midden op de weg naar rechts kijken. Naar links en rechts kijken of er verkeer aankomt. Nog eens naar links kijken. Als er geen verkeer aankomt, dan oversteken. Verder lopen als er geen verkeer van rechts komt.
8
Zie foto A
Teun
Tom
Emma
37 38 40
Wat is de veiligste manier om over te steken? Door bij een zebrapad over te steken. Dan ga je altijd voor op andere bestuurders. Door gebruik te maken van een voetgangersbrug of -tunnel. Dan zijn er geen andere weggebruikers. Door te rennen bij het oversteken. Dan ben je snel aan de overkant.
het winkelcentrum het cadeau kopen. Zonder dat Thijs Je rijdt op een voorrangsweg die een bocht maakt. Je moet voorrang krijgen van iedereen die uit de zijwegen komt rijden. Je rijdt op een voorrangsweg die een bocht maakt. Je moet voorrang geven aan iedereen die uit de zijwegen komt rijden. Je rijdt op een voorrangsweg die een bocht maakt. Je moet voorrang krijgen van voetgangers en van bestuurders die uit de zijwegen komen. Je rijdt op een voorrangsweg die een bocht maakt. Je moet voorrang geven aan voetgangers en bestuurders die uit de zijwegen komen.
37
Zie foto A
Astrid steekt over tussen een rij geparkeerde auto’s. Staat ze op de goede plek? Nee, ze moet op de stoep staan. Dat is veiliger. Nee, ze mag hier helemaal niet oversteken. Het zicht is te beperkt. Nee, ze moet verder op de straat staan. Dan ziet het verkeer haar goed aankomen. Ja, ze staat op de goede plek. Ze kan zo goed naar links en rechts kijken.
3
De regel is er voor de veiligheid, hoor. Als je aan het fietsen bent, moet je je mobiel niet gebruiken.
Gelukkig fietst Thijs alleen verder. Emma kan dan op het merkt!
2
Een stukje verderop zien ze een meisje rijden. Ze kennen haar nog niet, want ze woont nog maar pas
5
Zie foto B
79
Welke verkeersdeelnemers moet een bestuurder die een uitrit verlaat voor laten gaan? Kruis de goede antwoorden aan. Auto’s. Fietsers. Bromfietsers. Voetgangers. Skaters.
6
79 80
Kruis aan wat een uitrit is. Er zijn meer antwoorden goed. Een uitgang uit een woonerf. Een weg naar een bushalte. Een uitgang uit een straat met een uitritconstructie. Een kruising met een voetpad. Een uitgang uit een garage.
B
in de buurt van Thijs en Emma.
4
Zie foto B
79 80 81
Het meisje krijgt te maken met een auto die uit een uitrit komt. Moet ze de auto voor laten gaan? Ja, ze moet de auto voor laten gaan, want die komt van rechts. Ja, ze moet de auto voor laten gaan, want die komt uit een uitrit. Nee, de auto moet haar voor laten gaan, want de auto komt uit een uitrit. 9
Als Thijs en Emma vlak bij het zwembad zijn, komen ze bij een paar drukke kruispunten. Daar moeten ze extra goed opletten. Gelukkig staan er soms
8
117 118
naar huis. Het is lekker weer. De zon schijnt en er zijn geen wolken. Onderweg zien ze twee jongens die
Op een druk kruispunt regelt een agent het verkeer.
verkeersregelaars.
7
Na een dag bij het zwembad gaan Thijs en Emma weer
willen oversteken. 117 119
9 A
Op een kruispunt staan:
verkeerslichten
voorrangsborden
haaientanden
een verkeersregelaar
Welke verkeerstekens moet je dan altijd opvolgen? De verkeerslichten. Het verkeersbord. De haaientanden. De verkeersregelaar.
B
C
D
E
Welk plaatje hoort bij welke regel? Het verkeer moet goed opletten. Het verkeer moet stoppen. Verkeer dat de verkeersregelaar van voren nadert, moet stoppen. Verkeer dat de verkeersregelaar van achteren nadert, moet stoppen. Verkeer dat de verkeersregelaar van voren en van achteren nadert, moet stoppen.
Zie foto C
68
Met welk bord worden bestuurders gewaarschuwd dat ze een kruispunt naderen met verkeerslichten?
69 70
De jongens willen oversteken. Het verkeerslicht voor de auto is rood. Het voetgangerslicht is ook rood. Wat moeten ze doen? Snel oversteken, want het verkeerslicht voor het rijverkeer zal snel op groen springen. Gewoon oversteken, want het verkeerslicht voor het rijverkeer staat al op rood. Wachten tot de auto voorbij is en dan oversteken. Wachten en pas oversteken als het verkeerslicht voor voetgangers op groen springt.
C
10
11
Zie foto C
12
Emma en Thijs zijn het niet met elkaar eens. Ze hebben een raar verkeerslicht gezien met een kring van lampjes die een voor een uitgaan. Ze weten niet zo goed wat het betekent. Misschien weet hun opa het. Wie heeft er gelijk?
Die kleine lichtjes geven aan dat je nu nog mag doorrijden, en daarna moet wachten.
70
De jongens steken over als het licht groen wordt. Maar het begint te knipperen en als ze halverwege zijn, springt het licht op rood. Wat moeten ze doen? Ze moeten teruglopen. Zolang er geen auto’s aankomen, mogen ze doorlopen. Ze moeten wachten op de vluchtheuvel tot het licht weer groen is. Ze mogen doorlopen naar de overkant, want het eerste licht was groen.
D Volgens mij moet je gewoon op die knop drukken en wachten tot het licht groen wordt. De kleine lampjes geven aan hoelang je nog moet wachten. Dat is wel handig.
Vroeger had je maar heel weinig verkeerslichten. Er waren toen veel minder auto’s. Ik weet niet zo goed wat dit licht betekent. Ik denk dat je gewoon voorzichtig moet zijn.
10
72
Zie foto D
opa
Thijs
Emma 11