Geschiedenis voor de onderbouw Leesboek 1 vmbo-kgt
Geschiedenis voor de onderbouw Leesboek 1 vmbo-kgt
Auteurs Christa Dekkers Ronald den Haan Juul Lelieveld Jan-Wolter Smit Ronald Stroo Eindredactie Eugenia Smit
2
6
bron 1
6 Een nieuwe tijd
Een nieuwe tijd
Drie schepen varen langs de kust van de Verenigde Staten. Zulke schepen gebruikten de Europeanen in de zestiende eeuw voor hun ontdekkingsreizen. Deze schepen zijn niet uit die tijd: ze zijn nagebouwd. In de verte zie je het Kennedy Space Center. Vanuit deze basis vertrekken raketten naar de ruimte.
tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
1
3000 v. Chr.
v. Chr.
500
n. Chr.
3 0 Titel verhaa l
verhalenb oek
feniks verhalenboek 9-10
verhalen
boek
Waarover gaat dit hoofdstuk?
bron 2
bron 3
Willem van Oranje, 22 jaar oud. Schilderij uit 1555.
Willem-Alexander is Koning der Nederlanden sinds 2013. Hier legt hij de eed af: hij belooft trouw te zijn aan onze Grondwet.
1000
Januari 2013, groot nieuws! Koningin Beatrix kondigt aan dat ze zal aftreden. Haar zoon Willem-Alexander wordt de nieuwe koning van Nederland. Die hele avond en ook in de weken daarna is er in de media veel aandacht voor Beatrix en Willem-Alexander. De Koninklijke Familie wordt ook wel ‘de Oranjes’ genoemd. Waarom is die familie zo belangrijk voor Nederland? Vijfhonderd jaar geleden bestonden Nederland, België en Luxemburg nog niet. In dit gebied waren zeventien gewesten. Ze lagen in het grote Spaanse Rijk. Een gewest is een zelfstandig gebied met een eigen bestuur. De Spaanse koning wilde van al die gewesten één land maken, bestuurd door Spanje. Ook wilde hij dat iedereen in zijn Rijk christen was en gehoorzaamde aan de paus. Maar de Nederlandse gewesten wilden dat niet. Ze wilden al hun oude rechten behouden. Ook wilden ze vrijheid van godsdienst. Daarom kwamen ze in opstand tegen de Spaanse koning. Willem van Oranje leidde die opstand. Koning Willem-Alexander stamt van zijn familie af. Rond 1500 waren de Middeleeuwen voorbij. Er brak een nieuwe tijd aan: de Tijd van ontdekkers en hervormers. Dappere mannen gingen met zeilschepen op ontdekkingsreis, net zoals er nu dappere mensen op ontdekkingsreis gaan in de ruimte. In deze tijd gingen mensen in Europa anders denken over de wereld om hen heen en over de manier waarop je kunt geloven. Sommige christenen vonden dat er veel fout was in de Kerk: zij wilden de Kerk verbeteren, hervormen. Ze maakten hun kritiek op de paus en de geestelijken bekend. De paus was daar niet blij mee en zette die mensen uit de Kerk. Deze christenen vormden later eigen kerkgenootschappen, hoewel dat in het begin niet hun bedoeling was geweest.
1500
1600
1700
1800
1900 1950 2000
4
6 Een nieuwe tijd
6 ?
1
Op ontdekkingsreis
Mensen in de Middeleeuwen kenden grote delen van de aarde niet. Ze waren bang om ver de zee op te gaan, omdat daar enorme monsters zouden leven. Toch gingen er mensen over gevaarlijke en onbekende zeeën op ontdekkingsreis. Waarom gingen de Europeanen op ontdekkingsreis en wat waren de gevolgen?
Peperdure specerijen
Al sinds de Tijd van steden en staten handelden Europeanen met Arabieren. Ze kochten specerijen van Arabische handelaren, zoals peper, kaneel of kruidnagel. Die producten haalden de Arabieren uit Indië. Indië was toen de naam voor heel Zuidoost-Azië. De reis die zij moesten maken, was lang en gevaarlijk. De Arabieren vroegen dan ook veel geld voor de producten. Bovendien wilden ze er zelf ook goed aan verdienen. Handelaren uit Europa wilden daarom proberen zélf specerijen uit Indië te gaan halen. Dat moest goedkoper zijn, want het geld dat de Arabieren aan deze handel verdienden, zou dan voor henzelf zijn. Hoe konden ze erheen? Over land was dat niet mogelijk: de weg erheen liep door het gebied van de Arabieren, die hun handel beslist niet aan de Europeanen wilden geven. Er moest een andere weg worden gevonden.
bron 4
Naar Indië… of is het Amerika?
De Italiaanse koopman Christoffel Columbus kende oude kaarten waarop de aarde als een bol was getekend. Hij bedacht dat als je maar lang genoeg naar het westen zou varen, je vanzelf Indië zou bereiken. In Italië wilde niemand hem geld en schepen geven voor deze reis, maar de Spaanse koning en koningin wilden de reis wel betalen. In 1492 vertrok Columbus, op zoek naar Indië. Niemand was ooit zo ver de Atlantische Oceaan opgevaren. De matrozen waren bang voor de gevaarlijke monsters in de oceaan, en bang voor het onbekende… wat zou daar zijn? Na acht weken varen, zagen ze land. Dat moest Indië zijn! Maar de afstanden op de kaart klopten niet. Columbus had, zonder het zelf te weten, een nieuw wereld deel ontdekt: Amerika. Dat dat niet Azië maar een ander wereld deel was, besefte men pas later. De Europeanen hadden toen de bewoners van Amerika al ‘indianen’ genoemd.
Een ‘wereldkaart’ uit de dertiende eeuw. Kijk goed: aan de onderkant van de aarde staan rare wezens!
5
6.1 Op ontdekkingsreis
Spaanse koloniën in Amerika
De Spanjaarden veroverden na deze ontdekking veel gebieden in Amerika en bestuurden die. Zulke gebieden heten koloniën. De gevolgen waren enorm. • Vanuit Europa vertrokken grote groepen mensen naar de koloniën. Ze gingen er wonen en werken. • Er kwam handel over de Atlantische Oceaan tussen Amerika en Europa. • Handelaren brachten uit Amerika nieuwe producten naar Europa. De bekendste daarvan is de batatas. • Voor de indianen waren de gevolgen verschrikkelijk. Ze moesten als dwangarbeiders werken op de Spaanse plantages (grote landbouwbedrijven). Daar moesten ze zich onder dwang bekeren tot het christendom. Weer anderen werden verdreven of gedood. Velen stierven aan Europese ziektes, zoals de mazelen of de pokken.
bron 5
Op kaarten uit die tijd stonden vaak zeemonsters getekend, zoals deze tekening uit 1544. De bemanning probeert aan het dier te ontkomen. Ze zetten hun handelswaar overboord, zodat hun lichtere schip meer snelheid kan maken.
Waar is de échte weg naar Indië?
Ook de Portugezen probeerden een zeeweg te vinden naar Indië. Dat lukte Vasco da Gama. Hij voer langs de kust van Afrika naar het zuiden, ging om de zuidpunt van Afrika heen en bereikte via die zeeweg Indië. Al snel waren de Portugezen de baas over de handel langs de kusten van Afrika en Indië. De Portugezen verdienden er veel geld mee. Hun zeeweg naar Indië en de aanlegplaatsen onderweg hielden ze daarom geheim, niemand mocht die weten!
bron 6
Vasco da Gama ontmoet bewoners van Indië. Afbeelding uit ongeveer 1520.
Hollanders op ontdekkingsreis
Ook Hollandse handelaren wilden een zeeweg naar Indië vinden. Onder leiding van Willem Barentsz vertrokken in 1596 enkele schepen naar het noorden. Deze schepen kwamen bij het eiland Nova Zembla vast te zitten in het ijs. Dit was dus geen goede zeeweg naar Indië. Toen ontdekten de Hollanders de Portugese zeeweg naar Indië. Een spion, Jan van Linschoten, was stiekem mee gevaren met een Portugees schip en verklapte de route om Afrika aan Nederlandse handelaren. Dit was het begin van wereldhandel. Er was nu niet alleen handel tussen Europa en Amerika, maar ook tussen Europa en Oost-Azië.
kolonie Een gebied dat door een ander land is veroverd en wordt bestuurd. Meestal ligt dat gebied ver van het land vandaan. wereldhandel Handel (het kopen en verkopen van producten) tussen verschillende werelddelen.
6
6 Een nieuwe tijd
6 ?
2
De hervorming van de Kerk
Na de Middeleeuwen begon er een nieuwe tijd. We bedoelen hiermee dat mensen anders gingen denken over de wereld om hen heen. Wat waren de gevolgen van de nieuwe manier van denken voor de christelijke Kerk?
Kritiek op de Kerk
Door de ontdekkingsreizen wisten mensen dat de aarde veel groter was dan ze tot die tijd hadden gedacht. Ook maakten ze kennis met andere volken en met andere manieren van leven. Geleerden ontdekten dat niet alles klopte wat in de Bijbel stond. Door deze twee dingen gingen mensen twijfelen: was het wel waar wat de priesters zeiden? Twee groepen hadden veel kritiek op de Kerk: de humanisten en de protestanten.
bron 7
Een grote verandering In de zestiende eeuw werden voor het eerst boeken gedrukt. Dit was mogelijk door de uitvinding van de boekdrukkunst. Van toen af aan hoefden mensen boeken niet meer met de hand over te schrijven. Bovendien konden met drukpersen opeens grote aantallen boeken worden gedrukt. Ook Bijbels. Daardoor werden die goedkoper en konden veel mensen er zelf een kopen én lezen, want de Bijbels werden gedrukt in de taal van het volk. Veel priesters waren hier niet blij mee. Wie luisterde er nog naar hen?
Dit schilderij heet ‘De weegschaal van het ware geloof’. Links staan de katholieken, rechts de protestanten.
7
6.2 De hervorming van de Kerk
bron 8
In 1509 laat Erasmus in het boek ‘Lof der Zotheid’ een zot, een gek, het volgende zeggen: ‘Is het niet gek dat elk gebied zijn eigen heilige heeft en dat elke heilige andere werkzaamheden moet doen? De één helpt bij kiespijn, de ander moet hulp verlenen bij het kraambed, een derde helpt gestolen voorwerpen terug te vinden, een vierde helpt je bij schipbreuk, een vijfde moet het vee beschermen. En Maria, de moeder van Jezus, wordt veel belangrijker gevonden dan Jezus!’
bron 9 Tekening van de zot uit het boek ‘Lof der Zotheid’. Een zot is een nar: iemand die in die tijd met alles mocht spotten. Een nar droeg altijd speciale kleding.
Erasmus, Lof der zotheid, 1509.
Humanisten
Tot ongeveer 1500 konden alleen geestelijken de Bijbel lezen, omdat deze in het Latijn was. In de nieuwe tijd gingen humanisten weer boeken uit de Tijd van Grieken en Romeinen bestuderen. Ze vergeleken oude Griekse teksten met de Latijnse teksten in de Bijbel en zagen fouten: niet alles was goed vertaald. Ze ontdekten ook dat veel regels die de Kerk voorschreef, niet in de Bijbel staan. Een beroemde humanist was de Nederlander Erasmus. Hij schreef een boek over zijn kritiek op de regels die de Kerk zelf had verzonnen, zoals het aanbidden van heiligen. De Kerk noemt iemand een heilige als hij of zij bijzonder gelovig heeft geleefd. Erasmus wilde met zijn kritiek de Kerk verbeteren. Hij wilde die Kerk beslist niet verlaten.
Protestanten
Maarten Luther, een Duitse monnik, vond dat de paus en veel priesters niet het goede voorbeeld gaven. Deze geestelijken leefden in grote luxe en dachten alleen aan zichzelf. Dat klopte niet met wat Jezus in de Bijbel vertelde: dat je je rijkdom met de armen moet delen. In Frankrijk had Johannes Calvijn dezelfde kritiek. Luther en Calvijn vonden dat mensen zélf de Bijbel moesten gaan lezen. Daaruit konden ze leren wat God van hen wilde. Ze hoefden dan niet meer ‘dom’ te gehoorzamen aan de priesters. Mensen die de ideeën van Luther en Calvijn overnamen, noemden zich protestanten.
De christelijke kerk valt uiteen
De paus was niet blij met deze kritiek. Hij had veel macht en leefde als een vorst in een paleis. Dat allemaal opgeven, wilde hij beslist niet. Hij noemde Luther en Calvijn ketters en hij zette zelfs Luther uit de Kerk. Voor Luther en Calvijn en hun volgelingen zat er toen niets anders op dan zelf een christelijke Kerk te beginnen. Dat was echter nooit hun bedoeling geweest. Net als Erasmus, hadden ze de Kerk alleen willen verbeteren, hervormen. Daarom noemen we deze verandering: de hervorming. De nieuwe christelijke Kerk van de protestanten, noemen we de protestantse Kerk. De christenen die trouw bleven aan de paus in Rome, noemen we katholieken, en hun Kerk de Rooms-katholieke Kerk.
hervorming De splitsing van de christelijke Kerk in de katholieke Kerk en de protestantse Kerk, in de zestiende eeuw. humanisten Mensen die in de Tijd van ontdekkers en hervormers de boeken uit de Grieks-Romeinse tijd bestudeerden. ketter Scheldnaam voor protestanten en alle andere mensen die zich niet hielden aan regels van de katholieke Kerk. protestanten Christenen in de zestiende eeuw die niet meer bij de katholieke Kerk wilden blijven.
8
6 Een nieuwe tijd
6 ?
3
Het begin van de Opstand
In 1566 was het heel onrustig in de Nederlanden. De bestuurders van de Nederlandse gewesten waren boos op de koning van Spanje. Waarom kwamen de Nederlandse gewesten in opstand tegen de Spaanse koning?
De Nederlanden
Aan het begin van de zestiende eeuw lagen in wat nu Nederland, België en Luxemburg zijn, zeventien gewesten. Samen heette die ‘de Nederlanden’. De verschillen tussen deze gebieden waren groot. Elk gewest had eigen wetten, een eigen geldsoort en vaak een streektaal. Een gewest was zelfstandig: het bestuurde zichzelf. In het bestuur zaten de machtige edelen en rijke burgers van het gewest. De hoogste baas in elk gewest was de landsheer. Voor de Nederlandse gewesten was dat Karel V, de koning van Spanje. Karel moest met al die verschillen tussen de gewesten rekening houden. En omdat zijn rijk zo groot was, kon hij niet altijd zelf de vergaderingen bijwonen. Daarom had hij in elk gewest een plaats vervanger: de stadhouder, een belangrijke edelman. Eén van die stadhouders was Willem van Oranje.
bron 10
Marcus van Vaernewyck maakte de Beeldenstorm mee. Hij schreef: ‘In een kerk in Gent stond een beeld van Maria, de moeder van Jezus, in het kraambed. Het beeld was voor de katholieken heel belangrijk. Nu riepen de beeldenstormers: “Kom eruit Maaike, gij hebt nu lang genoeg in bed gelegen, ge moet nu verhuizen.” Hierop smeten ze het beeld naar beneden. Daarna vielen ze, net zoals de Hunnen, een klooster aan. Ze vernielden alles en verscheur den ontelbare boeken, zodat de straat vol papier lag. De kinderen spotten met de heiligenbeelden. Ze riepen: “Roep: leve de Geus!, of we onthoofden u.” Daarna sloegen ze het beeld het hoofd af. Of hakten het in stukken.’ Uit het dagboek van M. van Vaernewyck, 1566.
Filips II, heer der Nederlanden
In 1555 werd de zoon van Karel V, Filips II, heer van de Nederlanden. Een jaar later werd hij ook koning van Spanje. Filips was liever in Spanje dan in de Nederlanden. Daarom vroeg hij zijn halfzus, Margaretha van Parma, om hem te helpen. Margaretha werd landvoogdes. Ze bestuurde namens Filips II de Nederlanden vanuit Brussel. Regelmatig liet ze de belangrijkste edelen en burgers uit de verschillende gewesten bij zich komen voor overleg. Willem van Oranje werd een van haar belangrijkste adviseurs.
bron 11
De Nederlanden omstreeks 1550. Je kunt in de kaart namen zien van onze provincies nu.
6.3 Het begin van de Opstand
9
Alva
bron 12
De Beeldenstorm. Tekening van Frans Hogenberg uit 1566.
Centralisatie
Filips II wilde van de verschillende Nederlandse gewesten een eenheid maken. Het zou dan makkelijker zijn om het gebied te besturen. Hij wilde dat overal dezelfde wetten en regels zouden gelden en dat alle mensen in die gewesten katholiek waren. Als je een land vanuit één punt wil gaan besturen, heet dat centralisatie. De gewesten waren tegen die centralisatie. Ze wilden zelfstandig blijven, want ze waren bang dat Filips geen rekening zou houden met de verschillen tussen de gewesten. Bovendien waren er in de Nederlanden veel protestanten. Filips vond dat heel erg. Hij vond het katholieke geloof het enige ware geloof. Daarom verbood hij iedereen om protestants te zijn. En als je toch protestants bleef? Dan kon je een heel zware straf krijgen, zelfs de dood op de brandstapel.
De Beeldenstorm in 1566
Veel protestantse, maar ook katholieke Nederlanders vonden de straffen tegen de ketters te zwaar. Op 5 april 1566 kregen Margaretha van Parma en haar raadgevers bezoek van een groep Nederlandse edelen. Zij vroegen om vrijheid van godsdienst. Margaretha wist niet goed wat ze moest doen. Willem van Oranje vond ook dat mensen zelf hun godsdienst mochten kiezen. Maar kon hij zomaar tegen de wil van de Filips II ingaan? In de zomer van 1566 braken er relletjes uit. Protestanten plunderden de rijke katholieke kerkgebouwen en sloegen daar de beelden van de heiligen aan stukken. In korte tijd werden honderden kerken vernield. We noemen dit de Beeldenstorm. De beeldenstormers waren niet alleen fanatieke protestanten. Ook arme en hongerige katholieken deden mee aan de plunderingen. Zij wilden de kostbare kerkspullen verkopen voor voedsel.
Filips II was woedend over de Beeldenstorm. Hij vond dat Margaretha en de edelen uit de gewesten niet genoeg hadden gedaan om de protestanten te vervolgen. Filips II stuurde zijn beste generaal met een groot leger naar de Nederlanden om daar de orde te herstellen. Die generaal was de hertog van Alva. Margaretha trad uit protest af als landvoogdes. Alva werd haar opvolger. En hij ging meteen aan het werk: hij richtte een nieuwe rechtbank in voor de beelden stormers: de Raad der Beroerten. Zelf zat hij deze raad voor. Deze rechtbank veroordeelde zo veel mensen tot de dood, dat deze al snel de bijnaam Bloedraad kreeg.
Beeldenstorm Het vernielen van katholieke kerken en kloosters door protestanten en arme katholieken in 1566. centralisatie Als een vorst of een regering een bepaald gebied vanuit één punt wil gaan besturen. gewest Zelfstandig gebied met eigen regels, wetten en gewoonten. landvoogd(es) Persoon die namens de koning het gebied bestuurt. stadhouder Plaatsvervanger van de landsheer in een gewest.
10
6 Een nieuwe tijd
6 ?
4
Een nieuw land
Na de Beeldenstorm in 1566 namen de spanningen tussen de Nederlandse gewesten en Filips II toe. Twintig jaar later vormden een aantal gewesten een nieuw land dat in oorlog was met Spanje. Hoe werden de Nederlandse gewesten een zelfstandig land?
Tachtig jaar oorlog?
Veel beeldenstormers, protestanten en edelen vluchtten voor Alva en zijn leger. Ook stadhouder Willem van Oranje was bang om opgepakt te worden. Hij vluchtte naar zijn familie in Duitsland. Daar bereide hij een opstand voor. Hij stelde een leger samen van soldaten die hij zelf betaalde. In 1568 begon de oorlog echt. Willem van Oranje viel met zijn huurleger de Spanjaarden in de Nederlanden aan. Hij vocht voor de rechten van de Nederlandse gewesten en voor vrijheid van godsdienst. Hij werd geholpen door de watergeuzen. Dat waren protestantse opstandelingen die vanaf zee tegen de Spaanse legers vochten. Tachtig jaar zou de oorlog tussen Spanje en de Nederanden duren. We noemen die oorlog de Opstand of de Tachtigjarige Oorlog. Maar niet iedere dag werd er gevochten. De ene keer veroverden de Spanjaarden een aantal steden, dan weer pakten de opstandelingen een paar steden terug.
bron 13
Steden worden belegerd
In bron 13 zie je hoe Spanjaarden de stad Alkmaar omsingelen. Niemand kan de stad nog in of uit. De Spanjaarden hoopten dat daardoor binnen de stadsmuren hongersnood zou uitbreken. Een verzwakte stad kun je immers gemakkelijk veroveren. Met kanonskogels en stormrammen probeerden ze een gat in de stadsmuren te slaan. Maar de bewoners van Alkmaar verzetten zich dapper. Met behulp van kokende teer en brandende takkenbossen vochten ze vanaf de stadsmuren tegen de Spanjaarden. Toen kwamen de watergeuzen te hulp. Zij staken de rivierdijken rond Alkmaar door, en het Spaanse leger bleef in de modder steken. Het water joeg de Spanjaarden weg. Het beleg had toen ruim twee maanden geduurd.
Een Spaans leger houdt de stad Alkmaar omsingeld. Niemand kan de stad meer in of uit. Schilderij uit 1573.
6.4 Een nieuw land
bron 14
11
1584. Een fanatieke katholiek schiet Willem van Oranje dood, in opdracht van Filips II.
Spaans geweld
De bevolking van een opstandige stad werd vaak hard gestraft. Gaf een stad zich na een beleg over, dan konden de Spaanse soldaten er flink tekeergaan. In Haarlem bijvoorbeeld, werden honderden mannen verdronken. Weer anderen sneden ze de keel door. Hiermee wilde Alva andere steden waarschuwen om niet in opstand te komen. Maar door het Spaanse geweld nam het verzet tegen de Spanjaarden juist toe.
De Republiek
Toen alle steden in de noordelijke gewesten partij voor Willem van Oranje hadden gekozen, werden de Spanjaarden uit de noordelijke Nederlanden verdreven. De zuidelijke gewesten bleven trouw aan Filips II. De Nederlanden waren nu verdeeld. De zeven noordelijke Nederlanden gingen samen werken. In 1581 besloten ze dat ze Filips II niet meer als koning wilden. Dat was voor die tijd heel bijzonder. De zeven gewesten gingen op zoek naar een nieuwe koning, maar vonden die niet. Daarom werden ze in 1588 een republiek: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Maar wie bestuurde dan de Republiek? Dat deden de gewesten zelf. In een grote vergadering, de Staten-Generaal, mochten bestuurders uit alle zeven gewesten meebeslissen over de buitenlandse politiek en over het leger. Alle andere zaken bleven de gewesten zelf regelen.
Oranje boven!
De échte Opstand tegen Spanje werd in 1648 beëindigd met een vredesverdrag: de Vrede van Münster. Spanje erkende toen de Republiek als een zelfstandig land. In de Republiek hadden toen de protestanten de macht. Maar wie iets anders geloofde, werd niet vervolgd of op de brandstapel gezet. Willem van Oranje maakte dit allemaal niet meer mee. Hij werd in 1584 in opdracht van Filips II vermoord. Het nieuws van de moord kwam als een grote schok. Veel Nederlanders zagen Willem van Oranje als hun bevrijder van de Spanjaarden, als een held. In de Nieuwe Kerk van Delft kreeg Willem een prachtig graf. Omdat Willem van Oranje de Nederlanden had geleid tijdens de Opstand, wordt hij sindsdien ‘Vader des Vaderlands’ genoemd. Eeuwen daarna werd Nederland een koninkrijk, met verre familieleden van Willem van Oranje op de troon.
Staten-Generaal Het hoogste bestuur van de Republiek der Verenigde Nederlanden. watergeuzen Naam voor de opstandelingen die vanuit zee de Spanjaarden aanvielen.
12
6 Een nieuwe tijd
6 ?
5
Vreemde volken
Toen de Spanjaarden grote delen van Amerika in bezit namen, ontmoetten ze daar andere mensen. Van deze ontmoetingen zijn bronnen. Je gaat die bekijken en lezen, en je oefent met gebondenheid aan tijd en plaats. Hoe dachten de Spanjaarden en de Azteken over elkaar?
bron 15
Columbus hoopte een nieuwe zeeweg naar Indië te vinden. In plaats daarvan vond hij eilanden voor de kust van Amerika. In zijn dagboek schreef hij: ‘Overal zagen we naakte mensen, mannen en vrouwen, zo naakt als ze gebaard waren door hun moeders. Hun haar is bijna even dik als het borstelige haar van een paardenstaart. Ze zijn niet blank en niet zwart. Sommigen beschilderen hun lichaam met wit of rood. Bij feesten dragen de mannen prachtige veren in hun haar.’ Christoffel Columbus, Scheepsjournaal, 1492.
Jaren later stuurde de Spaanse koning zijn generaal Cortés naar Mexico. Daar ontdekte Cortés het machtige rijk van de Azteken. Moctezuma, de koning van de Azteken, heette de verbaasde Cortés welkom.
bron 17
Een Spaanse soldaat schreef in zijn dagboek: ‘De grote Moctezuma was schitterend gekleed. Voor hem uit liepen mannen die doeken neerlegden om te voorkomen dat zijn voeten de grond zouden raken.’ Bernal Diaz Del Castillo, Dagboek, 1520.
Maar ook de Azteken keken verbaasd op van het bezoek van de Spanjaarden en zagen allerlei nieuwe dingen. bron 18
Een Azteekse edelman vertelde: ‘Het kanonschot was oorverdovend. Er was een stenen bol uitgekomen en het regende vonken. De rook was smerig. Het kanon kon een boom uiteenscheuren, alsof die van binnenuit werd opgeblazen. De mannen zijn blank, met geel haar en lange baarden. Hun wapens zijn van ijzer en ze zitten op de rug van “herten”.’ Bernardio de Sahagoen, Geschiedenis van Nieuw Spanje, 1519.
bron 19
bron 16
De ontmoeting tussen Cortés en Moctezuma. Schilderij uit 1519.
Een andere Azteekse edelman vertelde: ‘Moctezuma behandelde de Spanjaarden als goden. Hij stuurde waarzeggers met voedsel en gevangenen naar zijn gasten. Moctezuma wilde dat het de Spanjaarden aan niets ontbrak. De gevangenen moesten zich gereed houden voor het geval de Spanjaarden bloed wilden drinken. Toen de Spanjaarden het voedsel aangereikt kregen, werden ze misselijk van de stank. Hun maag draaide zich om en ze moesten overgeven. Het voedsel was doordrenkt met bloed.’ Bernardio de Sahagoen, Geschiedenis van Nieuw Spanje, 1519.
6.5 Vreemde volken
Maar de Spanjaarden gaan zich brutaler gedragen. Ze stellen steeds hogere eisen aan de Azteken.
In iets minder dan twee jaar vernietigden de Spanjaarden het hele rijk van de Azteken.
bron 20
bron 22
Uit het dagboek van een Spaanse soldaat: ‘Cortés zei half lachend tegen Moctezuma: “Ik begrijp niet hoe een zo machtig heer en wijs man als u niet ziet dat die afgoden van jullie geen goden zijn, maar verwerpelijke duivels. Ik vraag u toestem ming om boven op deze toren een kruisbeeld neer te zetten. Bovendien wil ik in jullie tempel een beeld van de heilige Maria plaatsen. U zult zien hoe bang die afgoden van jullie daarvoor zijn.”’
13
Een Spaanse priester schreef in 1522 een boek over zijn landgenoten in Amerika. Over de vernietiging van het Aztekenrijk schreef hij: ‘De enige oorzaak waarom deze christenen zo veel onschuldige mensen uitmoordden, was dat ze op niets anders uit waren dan op hun goud.’ Bartolome de Las Casas, 1552.
Bernal Diaz Del Castillo, Dagboek, 1520.
De Spanjaarden begrepen weinig van de Azteekse godsdienst. bron 21
Cortés schreef in een brief aan de Spaanse koning: ‘De Azteken hebben een afschuwelijke gewoonte, die werkelijk bestraft moet worden. Als ze iets willen vragen aan hun afgoden, nemen ze meisjes, jongens en volwassenen mee naar de tempels van hun goden. Daar openen ze hun borst terwijl ze nog leven, halen het hart en de ingewanden eruit en offeren die. Zodra ik kon, heb ik de afgodsbeelden in hun tempels vernietigd. Ik heb er afbeeldingen van Jezus en Maria voor in de plaats gehangen. De Azteken waren daar erg kwaad om.
bron 23
Een mensenoffer op een tempel. Azteekse tekening uit de zestiende eeuw.
bron 24
Azteekse soldaten. Azteekse tekening uit de zestiende eeuw.
Hernando Cortés, brief aan de Spaanse koning, 1520.
14
6 Een nieuwe tijd
6
6
Dit heb je geleerd
dit heb je geleerd
1450
1 Je weet waarom de Europeanen op ontdekkings reis gingen en welke gevolgen dat had. 2 Je weet welke gevolgen de nieuwe manier van denken had voor de christelijke Kerk. 3 Je weet waarom de Nederlandse gewesten in opstand kwamen tegen de Spaanse koning. 4 Je weet hoe de Nederlandse gewesten een zelfstandig land werden.
1492 > Columbus bereikt Amerika. 1498 > Vasco da Gama vaart om Afrika naar Indië.
1500
1509 > Erasmus schrijft ‘Lof der Zotheid’. 1517 > Maarten Luther publiceert zijn kritiek op de katholieke kerk. 1519 > Cortés komt aan in het Rijk van de Azteken.
tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) 1550
1555 > Filips II wordt heer van de Nederlanden. 1566 > De Beeldenstorm. 1567 > Alva komt naar de Nederlanden. 1568 > Begin van de gewapende Opstand.
1584 > Moord op Willem van Oranje. 1588 > Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
bron 25
De Nederlanden. De schuine strepen geven de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aan, omstreeks 1600.
1600
1650
1596 > Willem Barentsz op Nova Zembla.
1648 > Vrede van Münster, einde van de Opstand.
15
6.6 Dit heb je geleerd
personen
Hertog van Alva (1507-1582) Spaanse generaal. Na de Beeldenstorm moest hij namens Filips II de orde in de Nederlanden herstellen. Alva werd toen de nieuwe landvoogd. Christoffel Columbus (1451-1506) Italiaan in Spaanse dienst. Hij zocht een zeeweg naar Indië via het westen, en bereikte Amerika. Willem Barentsz (± 1550-1597) Hollandse ontdekkingsreiziger. Hij probeerde via het noorden Indië te bereiken, maar kwam niet verder dan Nova Zembla. Johannes Calvijn (1509-1564) Franse hervormer. Hij stichtte een eigen protestantse Kerk. Erasmus (± 1466-1536) Nederlandse humanist. Hij had kritiek op de katholieke Kerk. Filips II (1527-1598) Koning van het Spaanse Rijk en heer van de Nederlanden. Onder zijn bestuur begon de Opstand.
bron 26
De ontdekkingsreizen
Vasco da Gama (1469-1524) Portugese ontdekkingsreiziger. Hij ontdekte een zeeweg naar Indië via de zuidpunt van Afrika. Karel V (1500-1558) De vader van Filips II, heer van de Nederlanden en koning van Spanje tot 1555. Maarten Luther (1483-1546) Duitse monnik en hervormer. Vanwege zijn kritiek werd hij door de paus uit de katholieke Kerk gezet. Willem van Oranje (1533-1584) Hoge Nederlandse edelman. Hij verzette zich tegen het Spaanse bestuur en werd de leider van de Opstand. Margaretha van Parma (1522-1586) Halfzus van Filips II en voor hem landvoogdes van de Nederlanden. Toen Filips Alva naar de Nederlanden stuurde, trad ze uit protest af.
begrippen
Beeldenstorm centralisatie gewest hervorming humanisten ketter kolonie landvoogd(es) protestanten stadhouder Staten-Generaal watergeuzen wereldhandel
16
6 Een nieuwe tijd
6 A
Keuzeopdrachten Op avontuur met Willem Barentsz
Vast in het ijs
Willem Barentsz werd waar schijnlijk geboren op Terschelling. We weten niet precies in welk jaar. Barentsz was handelaar, wetenschapper, zeeman en kaartenmaker. In 1594 ging Barentsz voor het eerst op reis. Via de Noordpool probeerde hij in Azië te komen. Voorbij Nova Zembla ontdekte hij een ijsvrije zee. Dat moest de doorvaart naar Azië zijn! In 1596 voer hij opnieuw richting de Noordpool. Aan boord waren vijftien bemanningsleden. Hun schepen raakten vast in het ijs. Daarom moesten ze op het eiland Nova Zembla blijven tot de zomer, als het ijs weer gaat smelten. Die overwintering op Nova Zembla zou een van de bekendste verhalen uit de Nederlandse geschiedenis worden. En dat terwijl het eigenlijk om een mislukte ontdekkingsreis gaat!
bron 1
Aankomst bij Nova Zembla. Najaar 1596.
bron 2
Overwinteren op Nova Zembla. De mannen hebben een verblijf van het hout van een van de schepen gebouwd. Ze noemen het ‘Het Behouden Huys’. Najaar 1596.
Dagboek
Gerrit van de Veer was een lid van de bemanning en hield een dagboek bij. Hij overleefde de reis. In de Nederlanden was iedereen heel benieuwd naar de avonturen van Barentsz en zijn bemanning. Daarom werd het dagboek in 1598 uitgegeven, zodat iedereen het boek kon kopen en lezen. Twee tekeningen daaruit zie je bij deze keuzeopdracht.
6 Keuzeopdracht A en B
B
Leven aan boord van een schip
ď ľ Hard werken
In de zestiende eeuw was het aan boord van een schip hard werken. Deed je iets fout, dan kon je een zware straf krijgen. De vervelendste klussen waren voor de scheepsjongens: het dek schrobben en afwassen. De scheepstimmerman zorgde dat het schip goed in orde bleef. Was er iets stuk, dan repareerde hij dat. Matrozen bedienden de zeilen en klommen daarvoor langs het touwwerk (het want) omhoog. ‘s Nachts stonden ze op wacht. De kapitein was de baas aan boord. Hij werd geholpen door stuurlui. Zij bepaalden de koers. Er was een kok aan boord. Iedere dag maakt hij het eten klaar voor de bemanning. Hij nam meel mee om
bron 1
17
Een handelsschip in de zestiende eeuw.
daarvan onderweg brood te bakken. Verse groente en vers fruit waren er meestal alleen in het begin van de reis. Duurde een reis erg lang, dan was er voor de mannen aan het eind alleen nog scheepsbeschuit en gedroogde bonen. Maar vaak hadden de ratten op het schip dat dan al opgegeten. De schepen hadden onderweg vaste aanlegplaatsen om vers water en verse producten in te slaan. Maar soms lukte dat niet. Als de reis dan heel erg lang duurde, kon je erg ziek worden. Door het tekort aan vitamines kreeg je bijvoorbeeld de ziekte scheurbuik. De chirurgijn zorgde voor de zieken.
18
C
6 Een nieuwe tijd
Spotten met de Spanjaarden
De Nederlanden platgeperst
Een spotprent is een tekening waarmee de maker op een grappige manier ergens tegen protesteert. Je ziet er elke dag wel een in de krant. Maar ook vroeger werden spotprenten gemaakt. De spotprent van bron 1 is tijdens de Nederlandse Opstand gemaakt. Op de tekening zie je hoe een leeuw (de Nederlanden) onder een drukpers wordt platgeperst. Landvoogdes Margaretha van Parma en de Spaanse generaal Alva draaien aan de pers. Links op de achtergrond kijkt koning Filips II tevreden toe. Naast hem staat de paus.
D
bron 1
‘De Vrye Leeuw verplet’.
Leonardo da Vinci
Een alleskunner
Leonardo da Vinci (1452-1519) was nieuwsgierig en altijd op zoek naar nieuwe dingen. Hij droeg dag en nacht een schriftje bij zich. Daarin schreef hij allerlei ideeën op en maakte daar tekeningen bij. Op die manier weten we welke uitvindingen hij deed. Hij ontwierp bijvoorbeeld een vliegmachine. Leonardo was ook kunstschilder. Hij kon een mens alleen maar schilderen als hij alles van het menselijk lichaam wist. Daarom ging hij vaak naar het lijkenhuis om daar dode lichamen te bestuderen. Stiekem, want zoiets was in zijn tijd streng verboden. Een landschap kon hij pas schilderen als hij alles wist van de natuur.
Leonardo had veel verstand van heel veel verschillende dingen. Hij was niet alleen schilder en uitvinder, maar ook kaartenmaker, klokkenmaker, beeldhouwer, stedenontwerper, filosoof, én hij wist veel van planten, het menselijk lichaam en geneeskunde. Een echte duizendpoot dus.
6 Keuzeopdracht C en D
bron 1
In deze tekening laat Leonardo de verhoudingen van het lichaam van een mens zien. Tekening uit 1490.
bron 2
Leonardo droomde ervan om een vliegmachine te bouwen. Hij maakte er veel ontwerpen voor. Maar het is hem nooit gelukt om een mens echt te laten vliegen. Tekening uit 1485.
19