Geschiedenis voor de onderbouw Leerwerkboek 1 vmbo-bk
Geschiedenis voor de onderbouw Leerwerkboek 1 vmbo-bk
Auteurs Christa Dekkers Juul Lelieveld Ronald Stroo Eindredactie en bewerking Eugenia Smit
6 Een nieuwe tijd
6
Een nieuwe tijd
bron 1 Op de foto zie je schepen uit de Tijd van ontdekkers en hervormers. Ze zijn niet oud, maar nagebouwd. Met net zulke
schepen voeren mensen vijfhonderd jaar geleden de oceanen over. Ze ontdekten een nieuw werelddeel: Amerika. In de verte zie je Cape Canaveral, het Amerikaanse centrum voor ruimtevaart. Hier vandaan gaan raketten naar de ruimte.
tijd van ontdekkers en hervormers 1500-1600 Je ziet een wit schip. Dit past bij de ontdekkingsreizen uit het tijdvak. Daarachter zie je een tekening van een mens. Leonardo da Vinci, een beroemde kunstenaar en geleerde uit die tijd, heeft hem gemaakt.
3
4
6 Een nieuwe tijd 0 Titel verhaal
verhalen boek
verhaal 9 en 10
verhalen
boek
bron 2
bron 3
Willem van Oranje. Hij was de leider van de opstand tegen de Spaanse koning. Schilderij uit 1555.
Waar gaat het hoofdstuk over?
In 2013 werd Willem-Alexander koning van Nederland. Het was groot feest. Mensen droegen oranje kronen en je kon alles in oranje kopen, van hagelslag tot bier. Wat heeft de kleur oranje met ons land te maken? Vijfhonderd jaar geleden bestond Nederland nog niet. In dit gebied lagen ‘de Nederlanden’. Dat waren gewesten, gebieden met elk eigen wetten, eigen geld en vaak ook een eigen taal. De gewesten lagen in het grote Spaanse Rijk. De koning van Spanje wilde dat overal in zijn Rijk dezelfde regels waren en dat alle mensen dezelfde godsdienst hadden.
Koning Willem-Alexander zweert dat hij onze Grondwet zal gehoorzamen. Willem-Alexanders familie stamt af van Willem van Oranje (bron 2).
Maar de gewesten wilden hun eigen wetten houden. Ze wilden ook dat ieder mens zelf zijn geloof kon kiezen. Ze kwamen in opstand tegen de Spaanse koning. Willem van Oranje leidde die opstand. Uit die opstand is ons land ontstaan. Niet alleen Nederland veranderde. De hele wereld was veranderd. Dappere mensen waren met schepen ver de oceanen op gevaren. Ze hadden nieuwe werelden ontdekt. Ze zagen daar mensen die heel anders leefden. Daardoor veranderden de ideeën over de wereld en over het geloof.
1
3000 v. Chr.
v. Chr.
500
n. Chr.
5
Oriëntatie
1
Dit weet je al
3
Welke zinnen over de Middeleeuwen zijn waar? Kruis die zinnen aan. Iedereen was gehoorzaam aan de paus. Nederland was één land. Bijna niemand ging naar de kerk. De mensen wisten niet dat Amerika bestond. 2
Bekijk bron 1
a Reizen in de Tijd van ontdekkers en hervormers was anders dan nu. Noteer de verschillen in het schema. Kies uit: een haven / zeilen / 6 dagen / hout / kompas en de sterren / 2 maanden / metaal / onbekend / motor / GPS Nu
Toen
Schepen zijn gemaakt van: Schepen gaan vooruit door: De zeereis van Europa naar Amerika duurt: Je vindt de weg op zee met:
Dit hoofdstuk gaat over de grote veranderingen in de Tijd van ontdekkers en hervormers. Welke veranderingen zijn dat? Kruis ze aan. Mensen ontdekken nieuwe delen van de wereld. De Spaanse koning komt in opstand tegen de paus. Mensen gaan nadenken over hun manier van geloven. Uit een opstand ontstaat een nieuw land: Nederland. De Spaanse koning geeft overal vrijheid van godsdienst. 4
Bekijk bron 2 en 3
a Welke kleur hoort bij ons koningshuis? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Bedenk waarom dat juist deze kleur is. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c Welke kleuren horen nog meer bij ons land? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d Waar zie je deze kleuren? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Je reist naar: b Zou jij met een schip als in bron 1 over de oceanen durven te varen? Praat er met elkaar over. Denk ook aan het eten en drinken tijdens de reis. c In bron 1 zie je in de verte een raket. Reizen met een raket lijkt wat op de zeereizen van vroeger. Waarom? Onderstreep de woorden die bij je antwoord passen. dapper – veilig - ontdekken – saai – avontuur – gevaarlijk d Maak de zin af. Ruimtereizen lijken op de
Lees: Waar gaat het hoofdstuk over?
zeereizen van toen, omdat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1000
e Ga naar werkblad 1 op bladzijde 31 en maak de opdracht. 5
Bekijk het beeldmerk van het tijdvak
a Wat is de naam van het tijdvak van dit hoofdstuk? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b In het beeldmerk zie je een schip. Wat heeft dat met de naam van het tijdvak te maken? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c In het beeldmerk zie je ook een tekening. Wie heeft deze tekening gemaakt? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1500
1600
1700
1800
1900 1950 2000
6
6
6 Een nieuwe tijd
1 ?
Op ontdekkingsreis Waarom gingen Europeanen op ontdekkingsreis, en wat waren de gevolgen?
A Peperdure specerijen
Voedsel bewaren was vroeger niet gemakkelijk. IJskasten of goede verpakkingen bestonden nog niet. Soms aten mensen daardoor voedsel dat niet meer helemaal vers was. Maar met wat peper, kaneel of kruidnagel smaakte het toch goed. Mensen wilden die specerijen daarom graag kopen. In ons klimaat groeien hier niet de juiste planten voor. We moeten de specerijen van ver halen. Dat was ook vroeger zo. Europeanen kochten die specerijen van de Arabieren. Die haalden ze van nóg verder weg: uit Indië. In die tijd werd bijna heel Azië zo genoemd. De Arabieren maakten veel winst met deze handel. Voor de Europeanen waren specerijen daardoor peperduur. Handelaren uit Europa wilden daarom zélf specerijen uit Indië halen.
B Naar Indië
Hoe kwam je in Indië? Over land was dat niet mogelijk. De weg liep door het gebied van de Arabieren. Die zouden andere handelaren zeker niet toelaten. De enige andere weg was over zee. Maar in die tijd was een groot deel van de wereld nog onbekend. De kaarten klopten niet, of lieten maar een stukje van de wereld zien. Ook durfden mensen niet ver de oceaan op te varen, omdat ze dachten dat daar monsters leefden.
bron 4 Deze kaart van de wereld werd in de tijd van Columbus door handelaren gebruikt. Er staan maar drie werelddelen op deze kaart.
bron 5
Een stukje uit een zeekaart uit 1544. De maker heeft in de oceaan een zeemonster getekend.
C De reis van Columbus
Op sommige heel oude kaarten stond de aarde als een bol getekend. De koopman Columbus kende deze kaarten. Hij bedacht een plan: als hij vanuit Europa maar lang genoeg naar het westen zou varen, kwam hij vanzelf in Indië. Weinig mensen geloofden hem. Maar de Spaanse koning en koningin gaven hem geld voor de reis. In 1492 vertrok Columbus, op zoek naar Indië. Niemand was ooit zo ver de oceaan opgevaren. Pas na acht weken zagen ze land. Dat moest Indië zijn! De mensen die ze daar zagen, noemden ze ‘indianen’. Wij weten nu dat Columbus zich vergiste: hij was in Amerika aangekomen.
6.1 Op ontdekkingsreis
1
Dit weet je al
Lees dit stukje uit een recept voor speculaaskoekjes (g = gram). Wat zijn specerijen? Zet er een streep onder. Wat heb je nodig voor speculaaskoekjes? • 250 g bloem • 150 g basterdsuiker • 25 g amandelen • 15 g kaneel • 2 g gemalen kruidnagel • 2 g gemalen nootmuskaat • 1 g gemalen witte peper • 1 g gemberpoeder • 1/2 g gemalen kardemonpitten 2
Lees: A Peperdure specerijen
a Wat betekent peperduur? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Wie verdienden het meest aan de handel in specerijen? Kruis één antwoord aan. de mensen in Indië en de Arabieren de Arabieren de Europeanen c Welke oplossing bedachten de Europeanen voor dit probleem?
4
Bekijk bron 5
a Hoe probeert de bemanning in bron 5 aan het zeemonster te ontkomen? Schrijf twee manieren op.
1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Op welk dier lijkt het zeemonster? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c Stel, jij bent een zeeman in die tijd. Je kent alleen de kaart van bron 4 en de verhalen over bron 5. Zou jij een grote zeereis willen maken? Leg uit waarom wel en waarom niet.
Ja / Nee, want. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d Hoe ziet het zeemonster er onder water uit? Teken de rest van het dier.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3
Lees: B Naar Indië, en bekijk bron 4
a Welke werelddelen herken je in bron 4? Zet de letters op de goede plaats in bron 4. Let op: de werelddelen zijn wat anders getekend dan nu. AF = Afrika AZ = Azië EU = Europa b Welke werelddelen staan niet op de kaart? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
5
Lees: C De reis van Columbus
De volgende zinnen staan door elkaar. Geef de juiste volgorde aan met de cijfers 1 tot en met 5. . . . . . . . . . . Columbus wil via het westen naar Indië varen. . . . . . . . . . . De Spaanse koning en koningin geven hem geld voor de reis. . . . . . . . . . . Columbus ziet op oude kaarten dat de wereld een bol is. . . . . . . . . . . Twee maanden later bereikt hij Amerika. . . . . . . . . . . In 1492 vertrekt Columbus naar Indië.
8
6 Een nieuwe tijd
D Koloniën van Amerika
Na de ontdekking van Amerika reisden veel Spanjaarden de oceaan over. Ze veroverden in Amerika veel land. Dat hoorde voortaan ook bij Spanje. Veel mensen gingen er wonen. Ieder bestuurde zijn gebied namens Spanje. Zo’n gebied noem je een kolonie. Ze begonnen er grote landbouwbedrijven. Alle producten werden per schip naar Europa vervoerd. Voor de ‘indianen’ in Amerika was de komst van de Spanjaarden verschrikkelijk. Ze werden gedwongen om voor de Spanjaarden te werken. Wie dat niet deed, werd uit het gebied weggejaagd of werd gedood. Heel veel mensen stierven aan de ziektes die de Europeanen meebrachten, zoals de griep of de mazelen.
bron 6
Vasco da Gama ontmoet de bewoners van Calicut, een stad in India. Afbeelding uit 1520.
Dit moet je onthouden
Europeanen wilden zelf specerijen uit Indië gaan halen. Ze maakten ontdekkingsreizen en vonden nieuwe zeeroutes. Columbus voer naar het westen en ontdekte Amerika. In de nieuwe gebieden stichtten de Europeanen koloniën. Tussen de koloniën en Europa kwam veel handel over zee.
E De reis van Da Gama
De Portugezen probeerden ook een zeeweg te vinden naar Indië. Dat lukte kapitein Vasco da Gama in 1498. Hij voer helemaal om Afrika heen. Zo bereikte hij de westkust van India. Al snel waren de Portugezen de baas over de handel langs de kusten van Afrika en Indië. De Portugezen verdienden er veel geld mee. Daarom hielden ze de route geheim. Maar niet voor lang. Een Nederlandse spion voer stiekem mee met een Portugees schip. Hij verklapte daarna de route om Afrika aan Nederlandse handelaren. Dit was het begin van wereldhandel. De Europeanen verdienden er veel geld mee.
kolonie Gebied dat door een ander land is veroverd en wordt bestuurd. Meestal ligt dat gebied ver van het land vandaan. wereldhandel Handel tussen verschillende werelddelen.
9
6.1 Op ontdekkingsreis
6
Lees: D Koloniën in Amerika
a Wat is een kolonie? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Deze producten kenden mensen in Europa nog niet. Handelaren brachten ze met hun schepen uit Amerika. Schrijf de namen bij de producten.
c Ken jij gerechten waarin een van de producten is gebruikt? Praat er met elkaar over. Noteer twee gerechten die je erg lekker vindt. Kleur de producten waarvan ze zijn.
1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Lees: E De reis van Vasco da Gama, en bekijk bron 6
a In bron 6 zie je Vasco da Gama met de hoed in de hand. Zet de letter G bij hem. b In de haven zie je de schepen van de Portugezen. Zet daar de letter S bij. c Calicut was toen een rijke handelsstad. Hoe kun je dat in bron 6 zien? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d Van wie zou deze brief zijn? Kruis het beste antwoord aan. Van de Portugese koning. Hij schrijft dat Vasco da Gama in vrede komt en handel wil drijven. Van de Spaanse koning. Hij schrijft dat Vasco da Gama een Portugees is. Van de Portugese koning. Hij schrijft dat Vasco da Gama om de zuidpunt van Afrika is gevaren.
8
Bekijk bron 7
a In figuur 1 zie je de reizen van Columbus en Vaso da Gama. Zet de letters C (Columbus) en G (da Gama) bij de juiste reis. b Op welke zeeweg voer de Nederlandse spion stiekem mee? Zet een kruisje bij die zeeweg.
Figuur 1.
9
Dit weet je nu
Waarom gingen Europeanen op ontdekkings reis en wat waren de gevolgen? Vul de juiste woorden in. Kies uit: Portugezen – kolonie – gevolgen – Amerika – wereldhandel – Indië – Columbus – specerijen Ze gingen op ontdekkingsreis om een zeeweg naar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te vinden. Ze wilden daar . . . . . . . . . . . . . . . ..................................
kopen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
ontdekte daardoor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. Veel Spanjaarden gingen daar in een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . wonen. Voor de indianen waren de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .........
slecht. De . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vonden een weg
naar Indië via Afrika. Maar deze zeeweg raakte al gauw bekend. Door de ontdekkingsreizen ontstond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tips voor de toets Leer de begrippen: kolonie, wereldhandel. Lees ‘Dit moet je onthouden’.
10
6 Een nieuwe tijd
6
2 ?
De hervormers van de kerk Mensen gingen anders denken over de wereld om hen heen. Wat waren de gevolgen voor de kerk?
A Twijfels over de kerk
Door de ontdekkingsreizen leerden mensen hoe groot de aarde was. Veel groter dan ze tot die tijd hadden gedacht! Ze wisten nu ook dat er andere volken waren die anders leefden. Dat klopte niet met wat de priesters vertelden over de Bijbel. De mensen begonnen te twijfelen: was alles wat de priesters zeiden wel waar?
B Kritiek op de kerk
In de Middeleeuwen lazen alleen geestelijken de Bijbel. De Bijbel was in het Latijn. Gewone mensen kenden deze taal niet. Latijn was de taal van geleerden, zoals de Nederlander Erasmus. Hij ging de teksten in de Bijbel heel precies bekijken. Klopte de Latijnse tekst wel met de taal waarin de Bijbel ooit was geschreven? Erasmus ontdekte fouten: niet alles was goed vertaald. Hij ontdekte ook dat veel regels van de kerk niet in de Bijbel stonden. Erasmus schreef zijn kritiek op in het boek ‘Lof der Zotheid’. Hij maakt daarin grappen over de gekke regeltjes die de kerk zelf had verzonnen. Erasmus wilde met zijn kritiek de kerk verbeteren. bron 7
Een vreemde regel vond Erasmus het aanbidden van heiligen, mensen die bijzonder gelovig hebben geleefd: ‘Is het niet gek dat elk stad een eigen heilige heeft en dat elke heilige andere taken heeft? De ene heilige helpt je bij kiespijn, de andere helpt vrouwen bij het kraambed, een derde heilige helpt je om gestolen voorwerpen terug te vinden, een vierde helpt je bij schipbreuk, een vijfde moet het vee beschermen …’
C Protestanten
Maarten Luther was een Duitse monnik. Hij vond dat de paus en veel priesters niet het goede voorbeeld gaven. Ze leefden in grote luxe en dachten alleen aan zichzelf. Dat klopte niet met wat Jezus in de Bijbel vertelde: dat je je rijkdom met arme mensen moet delen. In Frankrijk had Johannes Calvijn dezelfde kritiek. Luther en Calvijn vonden dat mensen zélf de Bijbel moesten gaan lezen. Daaruit konden ze zelf leren wat God van hen wilde. Ze hoefden dan niet meer ‘dom’ te gehoorzamen aan de priesters. Mensen die de ideeën van Luther en Calvijn overnamen, noemden zich protestanten.
Naar: Eramsus, Lof der zotheid, 1509.
bron 8
Dit schilderij heet ‘De weegschaal van het ware geloof’. Links staan de paus, de bisschoppen en andere priesters. Rechts staan de protestanten.
6.2 De hervormers van de kerk
1
Dit weet je al
Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen. paus • • woont en werkt in een klooster monnik • • woont en werkt tussen de gewone mensen bisschop • • baas van de priesters in een bepaald gebied priester • • leider van de kerk 2
Lees: A Twijfels over de kerk
a Wat is ‘twijfelen’? Leg het aan elkaar uit. b Heb jij weleens getwijfeld of iets waar was of niet? Vertel elkaar daarover. c Door de ontdekkingsreizen gingen mensen twijfelen: was wat de priesters zeiden waar? Wat hebben die twee dingen met elkaar te maken? Leg het aan elkaar uit. 3
Lees: B Kritiek over de kerk
a Streep de foute woorden door. In de Middeleeuwen konden weinig / alle mensen de Bijbel lezen. Daarom leerden priesters / ridders hoe de mensen moesten geloven. De mensen waren bang om na hun dood naar de hemel / hel te gaan. Daarom waren ze gehoorzaam aan de paus / burgemeester. De kerk was hierdoor heel erg / niet zo erg machtig. b Welke twee dingen ontdekte Erasmus toen hij de Bijbel goed ging lezen? Vul de juiste woorden in. Kies uit: regels / fouten / vertaling / verzonnen 1 Er stonden een slechte
..............................
..............................
b Erasmus doet in zijn boek alsof niet hij, maar een ‘zot’ (een gek) kritiek heeft. Kritiek hebben op de kerk kon gevaarlijk zijn. Wat vind jij van de manier waarop Erasmus dit deed? Leg je antwoord uit. Ik vind het laf / verstandig / raar / slim dat
Erasmus dat zo deed, omdat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
Lees: C Protestanten
a In de naam ‘protestanten’ zit een ander woord verstopt. Zien jullie het? Onderstreep dit woord. b Wat heeft dit woord met ‘protestanten’ te maken? Leg het aan elkaar uit. c Stel, jullie zijn protestanten in de zestiende eeuw. Met een spandoek protesteren jullie tegen de verkeerde dingen in de kerk. Schrijf jullie kritiek in een korte zin op het spandoek.
in de Bijbel door .
2 Veel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . van de kerk stonden niet in de Bijbel. De kerk had die . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
11
Lees bron 7
a Wat zou volgens Erasmus anders moeten? Christenen moeten geen heiligen, maar de paus aanbidden. Christenen moeten harder bidden voor de heiligen, zodat die hun werk beter doen. Christenen moeten alleen God aanbidden en geen heiligen.
6
Bekijk bron 8
a Wat leggen de priesters links in de weegschaal? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b De protestanten rechts leggen een boek in de weegschaal. Welk boek is dat, denk je? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c Wat denk je: is de schilder een protestant? Lees nog eens de titel van het schilderij en kijk goed naar wat er met de weegschaal gebeurt. De schilder is een protestant / geen protestant,
want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12
6 Een nieuwe tijd
E Een grote verandering
?
bron 9
Protestanten kwamen buiten bij elkaar, buiten de stadsmuren. Daar konden ze gemakkelijk wegvluchten als het nodig was. Het was in die tijd gevaarlijk om protestant te zijn. Schilderij uit 1860.
Tot bijna 600 jaar geleden werden alle boeken met de hand geschreven. Rond 1450 werd de boekdrukkunst uitgevonden. Boeken drukken met een drukpers ging heel wat sneller. Er kwamen veel meer boeken, en ze waren goedkoper. Daardoor konden meer mensen boeken kopen ĂŠn lezen. Hierdoor raakten de ideeĂŤn van de hervormers overal bekend. De Bijbel werd gedrukt in de taal die gewone mensen met elkaar spraken. Veel priesters waren hier niet blij mee. Wie luisterde er nog naar hen?
D De hervorming van de kerk
Een paus had veel macht en leefde als een vorst in een paleis. Dat allemaal opgeven, wilde hij beslist niet. De paus was dus niet blij met de kritiek op zijn kerk. Hij noemde Luther en Calvijn ketters en hij zette Luther zelfs uit de kerk. Groepjes volgelingen van Luther en Calvijn begonnen een eigen christelijke kerk. Dat was eigenlijk nooit hun bedoeling geweest. Net als Erasmus, hadden ze de kerk alleen willen verbeteren, willen hervormen. Daarom noemen we deze verandering: de hervorming. De nieuwe kerk van de protestanten noemen we de protestantse kerk. Christenen die trouw bleven aan de paus in Rome, noemen we katholieken.
Dit moet je onthouden
Mensen kregen kritiek op de kerk. Ze wilden de kerk verbeteren, hervormen. De paus luisterde niet naar hen. Daarom begonnen deze christenen een eigen kerk: de protestantse kerk. Door de uitvinding van de boekdrukkunst kon de Bijbel worden gedrukt in de eigen taal van de mensen. Maar ook raakten de ideeĂŤn van de hervormers overal bekend doordat ze gedrukt en verspreid konden worden.
bron 10 Een boekdrukkerij in de zestiende eeuw. Links zie je letterzetters aan het werk. Rechts draait een man aan de drukpers.
hervorming Veranderingen van de christelijke kerk in de zestiende eeuw. Er kwamen twee kerken: de katholieke kerk en de protestantse kerk. katholiek In de zestiende eeuw: christen die trouw bleef aan de kerk van de paus. ketter Scheldnaam voor protestanten en alle andere mensen die de katholieke kerk wilden verlaten. protestant In de zestiende eeuw: een christen die de katholieke kerk verliet.
6.2 De hervormers van de kerk
7
Lees: D De hervorming van de kerk
Vul de juiste begrippen in over de hervorming. 1 De paus noemde protestanten: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 2 Christenen die niet meer bij de katholieke kerk wilden blijven, waren: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 3 Er kwamen twee christelijke kerken: de ........................................
en de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . kerk.
4 Deze verandering noemen we: .
........................................
8
Bekijk bron 9 Je oefent: Soorten bronnen
a De gebeurtenis op het schilderij vond plaats in 1566. Hoeveel jaar later is het schilderij b c d e f
gemaakt? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Wat voor soort bron is dit. Zet een rondje om de twee juiste woorden. directe / geschreven / indirecte / ongeschreven Wie is de predikant? Zet de letter P bij hem in bron 9. Zet in bron 9 een rondje om de Bijbels die je ziet. Zet een kruisje bij de soldaten. Waar of niet waar? Zet een kruisje in de juiste kolom.
De soldaten nemen de mensen gevangen. De meeste mensen zijn stil en luisteren goed. g Zal de schilder protestant of katholiek zijn geweest? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
h Leg je antwoord bij vraag 7g uit: geef twee redenen.
1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lees: E Een grote verandering
a Heb jij wel eens (voor straf) een bladzijde uit een schoolboek overgeschreven? Hoeveel tijd had je daarvoor nodig? Zet een rondje om je keuze. paar minuten – half uur – halve dag b Schat hoeveel tijd je nodig hebt om dit geschiedenisboek over te schrijven. een week – een maand – half jaar – een jaar c Bedenk waarom de protestanten blij waren met de boekdrukkunst. Noem twee redenen.
1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d Het drukken van een boek ging in 3 stappen. 1 In grote kasten lagen losse, loden (metalen) letters. Daarvan werd één pagina van het boek in elkaar gezet, in spiegelschrift! Je had nu een soort stempel. 2 Over de letters kwam een laagje inkt. 3 De drukkers legden op de pagina een vel papier. Dat ging onder de drukpers, waarmee alles goed werd aangedrukt. Een boek werd dus per pagina ‘gestempeld’. Zet de nummers van de stappen op de juiste plaats in bron 10.
waar niet waar
Alleen arme mensen luisteren naar de predikant.
9
13
10 Dit weet je nu
a Pak een groot vel papier. Maak een woordweb bij het woord hervorming. b In de Tijd van ontdekkers en hervormers gingen mensen anders denken over de wereld om hen heen. Wat waren de gevolgen voor de kerk? Gebruik voor je antwoord woorden uit je woordweb.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tips voor de toets Leer de begrippen: hervorming, katholiek, ketter, protestant. Lees ‘Dit moet je onthouden’.
14
6
6 Een nieuwe tijd
3 ?
Het begin van de opstand Waarom kwamen de Nederlandse gewesten in opstand tegen de koning van Spanje?
A De Nederlanden
Aan het begin van de zestiende eeuw bestonden Nederland, België en Luxemburg nog niet. In dit gebied lagen zeventien gewesten. Samen heetten die ‘de Nederlanden’. Elk gewest had eigen wetten, een eigen geldsoort en vaak een eigen taal. Een gewest had ook een eigen bestuur. Daarin zaten de machtige edelen en rijke burgers. De gewesten lagen in het Spaanse Rijk. De koning van Spanje was de landsheer van alle Nederlanden. Omdat zijn rijk zo groot was, kon de koning niet altijd zelf bij de vergaderingen zijn. Daarom had hij in elk gewest een plaats vervanger: een stadhouder. Dat was altijd de belangrijkste edelman. Eén van die stadhouders was Willem van Oranje. Hij was stadhouder in Holland en in Zeeland, de twee rijkste gewesten. Daarom was Willem van Oranje de belangrijkste stadhouder.
bron 11
B Filips II, koning van Spanje
In 1556 werd Filips II koning van Spanje. Filips was liever in Spanje dan in de Nederlanden. Daarom vroeg hij zijn halfzus, Margaretha van Parma, om hem te helpen. Margaretha werd landvoogd. Ze bestuurde namens Filips II de Nederlanden. Ze woonde in een paleis in Brussel. Daar liet ze vaak de stadhouders en bestuurders van de gewesten bij zich komen. Ze overlegde met hen over het bestuur. Willem van Oranje werd een van haar belangrijkste adviseurs.
C Een centraal bestuur?
Filips II wilde van de verschillende Nederlandse gewesten één gebied maken. Overal zouden dezelfde wetten en regels moeten gelden. Hij zou het gebied dan beter kunnen besturen. De gewesten waren hier tegen. Ze wilden zelfstandig blijven en hun eigen wetten houden. En er was nog een probleem: Filips II vond het katholieke geloof het enige goede geloof. Daarom verbood hij mensen om protestants te zijn. En als je toch protestants bleef? Dan was je een ketter en kon je de doodstraf krijgen. Maar in de Nederlanden woonden juist heel veel protestanten…
De Nederlandse gewesten in 1550.
bron 12 Op bevel van Koning Filips II worden ketters gestraft.
15
6.3 Het begin van de opstand
1
Dit weet je al
a In figuur 2 zie je welke gebieden in die tijd bij het Spaanse Rijk hoorden. Zet de hoofdletters op de juiste plaats in de kaart. S = Spanje F = stukje van Frankrijk I = delen van ItaliĂŤ NL = de Nederlanden
c Lees de namen van de gewesten in bron 11. Nederland heeft nu twaalf provincies. Welke provincienamen zijn precies hetzelfde als de naam van het oude gewest? Zet daar een rondje om. d Welke provincienamen zijn een beetje hetzelfde als de naam van het oude gewest? Zet daar een streep onder. 3
Lees: B Filips II, koning van Spanje
a Wat is een landvoogd?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Kijk nog eens naar opdracht 2b. Stel dat bij dit rijtje de landvoogd zou staan. Op welke plaats komt hij of zij?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4 Figuur 2. Het Spaanse Rijk in Europa, in 1550.
b Filips II woonde vlakbij Madrid. Hoe ver is het ongeveer van Madrid naar Nederland?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c Het was niet gemakkelijk om dit rijk te besturen. Waarom niet? Geef twee redenen. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bespreek met elkaar de vragen. Schrijf daarna je antwoord op. a Hoe wilde Filips II van de gewesten een land maken?
1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Waarom wilde Filips II dat? Geef twee redenen.
1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2
Lees: A De Nederlanden, en bekijk bron 11
a Uit hoeveel gewesten bestonden de Nederlanden in 1550? . . . . . . . . . . . . . . . b Deze mensen bestuurden de gewesten. Wie was het belangrijkst? Zet daar het cijfer 1 voor. Bij de man of vrouw die daarna het belangrijkst was, zet je het cijfer 2. Ga zo door.
..........
Burgers uit de steden
..........
Koning van Spanje
..........
Stadhouder
..........
Machtige edelen
Lees: C Een centraal bestuur?
5
Bekijk bron 12 Je oefent: Gebonden zijn aan tijd en plaats
a Vul de juiste woorden in. Mensen denken verschillend over de dingen. Dat heeft te maken met de je leeft en met de
........................
bent. We noemen dit
aan
.......................
en
........................
waarin
waar je geboren
......................................................
.
........................
b Bekijk bron 12. Bedenk wie het hiermee eens zal zijn of juist niet. Zet een rondje om je antwoord. Een gelovige Spanjaard ja / een beetje / nee Een Nederlandse protestant ja / een beetje / nee De landvoogd Margaretha van Parma ja / een beetje / nee Een Nederlandse katholiek ja / een beetje / nee
16
6 Een nieuwe tijd
D De gewesten protesteren
Protestanten én katholieken in de Nederlanden vonden de straffen tegen de ketters te zwaar. De edelen van de gewesten protesteerden bij Margaretha van Parma. Ze vroegen om vrijheid van godsdienst. Margaretha wist niet goed wat ze moest doen. Ook Willem van Oranje vond dat mensen zelf hun geloof mochten kiezen. Maar konden ze zomaar tegen de wil van Filips II ingaan?
?
E De Beeldenstorm
In de zomer van 1566 braken er relletjes uit. Protestanten plunderden katholieke kerk gebouwen en kloosters, en sloegen de beelden van heiligen kapot. We noemen dit de Beeldenstorm. Ook arme en hongerige katholieken deden mee. Zij stalen de kostbare kerkspullen om die te verkopen voor voedsel.
Feit en mening
Een feit is iets wat echt waar is of echt is gebeurd. Een feit kun je meestal controleren. Een mening is wat iemand van iets vindt. Meningen kunnen per persoon verschillen. Bronnen worden door mensen gemaakt. Soms vertellen mensen in een bron niet hoe iets precies ging, maar wat ze er zelf van vinden. Ze geven dan vooral hun mening. Daarom kunnen bronnen die over dezelfde gebeurtenis gaan, verschillen. bron 14
Marcus van Vaernewyck maakte de Beeldenstorm mee. Hij schreef in zijn dagboek: ‘In een kerk stond een beeld van Maria, de moeder van Jezus. Het beeld was voor de katholieken heel belangrijk. De beeldenstormers smeten het beeld naar beneden. Daarna vielen ze, net zoals de Hunnen, een klooster aan. Ze vernielden alles en verscheurden ontelbare boeken, zodat de straat vol papier lag.’
F Alva en de Bloedraad
Filips II was woedend over de Beeldenstorm. Daarom stuurde hij zijn beste generaal, de hertog van Alva, met een groot leger naar de Nederlanden. Die moest daar strenger optreden tegen die vreselijke protestanten. Alva ging meteen aan het werk: hij zorgde voor een nieuwe rechtbank, speciaal voor de beeldenstormers. Deze rechtbank veroordeelde veel mensen ter dood. De mensen noemden deze rechtbank daarom ‘de Bloedraad’.
Dit moet je onthouden
bron 13 De Beeldenstorm. Schilderij
van Dirck van Delen uit 1630.
De Nederlandse gewesten hoorden bij het Spaanse Rijk. De Spaanse koning wilde één gebied van de gewesten maken, met overal dezelfde regels. Ook moest iedereen katholiek zijn. Hij liet protestanten streng straffen. De gewesten en stadhouder Willem van Oranje waren hier tegen. Tijdens de Beeldenstorm werden veel katholieke kerken vernield. Hierna stuurde de Spaanse koning een leger naar Nederland.
Beeldenstorm Het vernielen van katholieke kerken en kloosters door protestanten en arme katholieken in 1566. gewest Een zelfstandig gebied met eigen regels, wetten en gewoonten. landvoogd Iemand die namens de landsheer een gebied bestuurt. stadhouder Plaatsvervanger van de landsheer in een gewest.
6.3 Het begin van de opstand
6
Lees: D De gewesten protesteren
9
Zijn de zinnen waar of niet waar? Zet een kruisje in de juiste kolom.
waar
niet waar
De edelen vroegen aan Margaretha vrijheid van godsdienst. De edelen vonden de straffen voor de ketters heel erg zwaar. Vrijheid van godsdienst was toen heel normaal. Willem van Oranje wilde geen vrijheid van godsdienst.
Filips II keurde vrijheid van godsdienst goed. 7
Lees: E De Beeldenstorm, en bekijk bron 13
a Waarom vonden protestanten het verkeerd dat in kerken heiligenbeelden stonden?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Bedenk voor elke groep een reden om mee te doen met de Beeldenstorm.
1 Protestanten: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Arme mensen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
Lees: Feit en mening
Feit of mening? Zet een F (feit) of een M (mening) voor de zin. . . . . . . . . . . In 1550 bestonden de Nederlanden uit 17 gewesten. . . . . . . . . . . Christenen moeten God aanbidden, en geen heiligen. . . . . . . . . . . Een christen die honger heeft, mag iets uit een kerk stelen om dat te verkopen voor brood. . . . . . . . . . . Margaretha van Parma was landvoogd van de Nederlanden.
Lees bron 14
a De Hunnen waren een woest volk waar lang geleden iedereen bang voor was. Wie lijken op de Hunnen, volgens de schrijver? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Vertelt de schrijver hiermee een feit of geeft hij zijn mening?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c De schrijver van deze bron vindt de beeldenstormers goed / slecht. d Waarom vindt hij dat? Let op de woorden die hij gebruikt. Geef twee voorbeelden uit de bron.
1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10 Lees: F Alva en de Bloedraad
Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Geef het aan met de cijfers 1 tot en met 4. . . . . . . . . . . Alva zorgt dat veel protestanten de doodstraf krijgen. .. . . . . . . . . . Beeldenstormers vernielen kerken. . . . . . . . . . . Filips II stuurt Alva naar de Nederlanden. . . . . . . . . . . Filips II laat protestanten vervolgen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
17
11 Dit weet je nu
Waarom kwamen de Nederlandse gewesten in opstand tegen de koning van Spanje? Geef twee redenen.
1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tips voor de toets Leer de begrippen: Beeldenstorm, gewest, landvoogd, stadhouder. Lees ‘Dit moet je onthouden’.
18
6
6 Een nieuwe tijd
4 ?
Een nieuw land Hoe werden de Nederlandse gewesten een nieuw land?
A De oorlog begint
Veel beeldenstormers, protestanten en edelen vluchtten voor Alva en zijn leger. Ook stadhouder Willem van Oranje was bang om opgepakt te worden. Hij vluchtte naar zijn familie in Duitsland. Daar bereidde hij een opstand voor. Hij stelde een leger samen van soldaten die hij zelf betaalde. In 1568 viel hij met zijn huurleger de Spanjaarden in de Nederlanden aan.
B Watergeuzen
Willem van Oranje werd geholpen door de watergeuzen. Deze protestantse opstandelingen vochten vanaf zee tegen de Spaanse legers. Tachtig jaar zou de oorlog tussen Spanje en de Nederlanden duren. We noemen die oorlog de Opstand of de Tachtigjarige Oorlog. Maar niet iedere dag werd er gevochten. De ene keer veroverden de Spanjaarden een aantal steden, dan weer pakten de opstandelingen een paar steden terug.
C Spaanse terreur
De bewoners van een stad die v贸贸r Willem van Oranje was, werden vaak hard gestraft.
Gaf een opstandige stad zich over, dan konden de Spaanse soldaten er flink tekeergaan. In Haarlem lieten ze honderden mannen verdrinken. Anderen sneden ze de keel door. Hiermee wilde Alva andere steden waarschuwen: dit gebeurt er als je je tegen mij verzet. Maar door de Spaanse terreur werd het verzet tegen de Spanjaarden alleen maar groter.
D Steden worden belegerd
In bron 15 zie je hoe Spanjaarden de stad Alkmaar hebben omsingeld. Niemand kon de stad meer in of uit. Daardoor moest er hongersnood in de stad komen. De Spanjaarden zouden dan de stad zonder problemen kunnen veroveren. Na een paar weken wachten probeerden ze met kanonskogels en stormrammen een gat in de stadsmuren te slaan. Maar de burgers van Alkmaar verzetten zich dapper. Met behulp van kokend teer en brandende takkenbossen verdedigden ze hun stad vanaf de stadsmuren. Toen kwamen de watergeuzen te hulp. Zij staken de rivierdijken rond Alkmaar door. Het water joeg de Spanjaarden weg. De belegering had meer dan twee maanden geduurd.
bron 15 Een Spaans leger houdt de stad Alkmaar omsingeld. Niemand kan de stad meer in of uit. Schilderij uit 1573.
6.4 Een nieuw land
1
Dit weet je al Je oefent: Oorzaak en gevolg
a Vul steeds een gevolg in. 1 Oorzaak: Koning Filips II wil dat iedereen in zijn Rijk katholiek is. Gevolg: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 Oorzaak: Beeldenstormers vernielen kerken en kloosters.
Gevolg: Filips II stuurt
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3
Gevolg: Alva
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Wat wordt er bedoeld met ‘de Spaanse terreur’?
1 Oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c Haarlem gaf zich over. De Spanjaarden hadden beloofd dat ze de burgers niet zouden straffen. Wat gebeurde er?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d Waarom nam hierna het verzet tegen de Spanjaarden juist toe? Praat er met elkaar over. e Schrijf jullie antwoord bij opdracht 3d op. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gevolg: Mensen noemden de rechtbank ‘Bloedraad’.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 Oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gevolg: Filips II wilde van de gewesten één land maken.
2
Lees: A De oorlog begint, en B Watergeuzen
Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen. Willem van Oranje • • Spaanse leger opstand • • vechten vanuit zee watergeuzen • • brandstapel Alva • • 80 jaar Beeldenstorm • • huurleger ketters • • heiligenbeelden
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
......................................................................
b Vul steeds een oorzaak in.
Lees: C De Spaanse terreur
a Wat is terreur? Zoek het op in een woordenboek.
3 Oorzaak: Margaretha van Parma treedt af als landvoogd.
19
4
Lees: D Steden worden belegerd, en bekijk bron 15
a Hoe probeerden de Spaanse soldaten Alkmaar te veroveren? Noem drie dingen.
1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Ga naar werkblad 2 op bladzijde 32, en maak de opdracht.
20
6 Een nieuwe tijd
E De Republiek
Na enkele jaren hadden alle steden in het noorden partij voor Willem van Oranje gekozen. De gewesten in het zuiden bleven trouw aan Filips II. De zeven gewesten in het noorden gingen samenwerken. In 1581 besloten ze dat ze Filips II niet meer als koning wilden. Dat was in die tijd heel bijzonder. De zeven gewesten gingen op zoek naar een nieuwe koning, maar vonden die niet. Daarom werden ze in 1588 een republiek: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Maar wie bestuurde dan de Republiek? Dat deden de gewesten zelf in één grote vergadering: de Staten-Generaal. Ze overlegden daar met elkaar over de buitenlandse politiek en over het leger, en namen beslissingen. Alle andere zaken bleef ieder gewest zelf regelen.
?
Willem van Oranje maakte de Vrede van Münster niet meer mee. Hij werd in 1584 vermoord, in opdracht van Filips II. Het nieuws van de moord kwam als een grote schok. Veel Nederlanders zagen Willem van Oranje als een held. Hij had de Nederlanden geleid tijdens de Opstand. Daarom wordt hij ‘Vader des Vaderlands’ genoemd. Eeuwen later werd Nederland een koninkrijk, met verre familieleden van Willem van Oranje op de troon.
F Oranje boven!
De échte Opstand tegen Spanje eindigde pas in 1648. Toen sloten Spanje en de Republiek vrede in de stad Münster. De Republiek was nu echt een zelfstandig land. In de Republiek hadden de protestanten de macht. Maar wie iets anders geloofde, werd niet vervolgd of op de brandstapel gezet.
bron 17 Een fanatieke katholiek schiet Willem van Oranje dood.
Dit moet je onthouden
De Nederlandse gewesten kwamen in opstand tegen de Spaanse koning. Zeven gewesten in het noorden gingen samenwerken en werden een nieuw land: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Staten-Generaal regelden alle belangrijke zaken in de Republiek. Willem van Oranje werd vermoord, in opdracht van de Spaanse koning. In 1648 was er vrede met Spanje.
bron 16 De vergadering van de Staten-Generaal in
de Ridderzaal. Aan het plafond hangen Spaanse vlaggen. Het is oorlogsbuit: ze zijn van de Spanjaarden afgepakt tijdens de Opstand. Schilderij uit 1651.
Staten-Generaal Het hoogste bestuur van de Republiek der Verenigde Nederlanden. watergeuzen Naam voor protestantse opstandelingen die vanuit zee de Spanjaarden aanvielen.
21
6.4 Een nieuw land
5
Lees: E De Republiek, en bekijk bron 16
8
Zijn deze uitspraken waar of niet waar? Zet een kruisje in de juiste kolom.
waar
a Maak een stripverhaal over de gebeurtenissen in deze paragraaf. Gebruik daarvoor werkblad 3 op bladzijde 33. Verwerk in elk plaatje van je strip één van deze ballonteksten.
niet waar
De Staten-Generaal nam de macht van de Spaanse koning over.
Ik vecht voor de vrijheid van de gewesten.
Een republiek is een land met een koning.
Vluchten amigo’s! Caramba, ik voel nattigheid!
De Staten-Generaal besliste over alle zaken in het land.
9
De zeven gewesten noemden zich het Koninkrijk der Nederlanden.
Lees: F Oranje boven! en bekijk bron 17
a Waarom wordt Willem van Oranje ‘Vader des Vaderlands’ genoemd? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Wat heeft koning Willem-Alexander te maken met Willem van Oranje?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
Onder aan de bladzijde staat een tijdbalk. Geef daarop de volgende gebeurtenissen aan. 1 Het begin van de Opstand. 2 Het einde van de Opstand. 3 Het jaar waarin de zeven noordelijke gewesten gaan samenwerken. 4 Het jaar waarin de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd opgericht. 5 Het jaar waarin Willem van Oranje werd vermoord.
1550
Hoera! Vanaf nu zijn de noordelijke Nederlanden een zelfstandig land.
Dit weet je nu
a Geef de juiste volgorde van de gebeurtenissen aan. Gebruik de cijfers 1 tot en met 11. Het eerste en het laatste cijfer staan er al. . . . . . . . . . . R Filips II stuurt een groot leger naar de Nederlanden. 1 W Gewesten zijn zelfstandig. . . . . . . . . . . T De gewesten protesteren tegen de plannen van de Spaanse koning. 11 N De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt opgericht. . . . . . . . . . . G Alva richt de Bloedraad op. . . . . . . . . . . E De Beeldenstorm breekt uit. . . . . . . . . . . E Veel Nederlanders vluchtten voor de Spaanse legers. . . . . . . . . . . A De Spaanse koning wil meer eenheid in het gebied en geen vrijheid van godsdienst. . . . . . . . . . . Z Veel Nederlandse steden worden door Spaanse troepen belegerd. . . . . . . . . . . U Willem van Oranje valt met een leger de Spanjaarden aan. . . . . . . . . . . E De noordelijke gewesten gaan samenwerken. b Staan de zinnen in de goede volgorde? Zet dan de letters achter elkaar. Je leest dan het woord:
De opstand is gewonnen door de Republiek. 6
Voorwaarts mars, mannen! We gaan die ketters in de Nederlanden een lesje leren!
Hoe durven die ketters! Op de brandstapel met ze!
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tips voor de toets Leer de begrippen: Staten-Generaal, watergeuzen. Lees ‘Dit moet je onthouden’. 1600
1650
22
6
6 Een nieuwe tijd
5
Dit heb je geleerd
dit weet je nu 1 Je weet waarom Europeanen op ontdekkings reis gingen en welke gevolgen dat had. 2 Je begrijpt welke gevolgen de nieuwe manier van denken had voor de kerk. 3 Je kunt uitleggen waarom de Nederlandse gewesten in opstand kwamen tegen de koning van Spanje. 4 Je kunt uitleggen hoe de Nederlandse gewesten een nieuw land werden. dit kun je nu Je kunt een feit en een mening herkennen.
1450
± 1450 > Uitvinding boekdrukkunst.
1490 > Leonardo da Vinci. 1492 > Columbus ontdekt Amerika.
1500
1498 > Vasco da Gama vaart om Afrika naar Indië. 1509 > Erasmus schrijft ‘Lof der Zotheid’.
1517 > Luther heeft kritiek op de katholieke kerk.
tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
1550
1556 > Filips II wordt koning van Spanje. 1566 > De Beeldenstorm. 1567 > Alva komt naar de Nederlanden. 1568 > Willem van Oranje valt Spanjaarden aan. Begin van de Opstand. 1573 > Beleg van Alkmaar en Haarlem. 1581 > Jan van Linschoten spion op Portugees schip. 1584 > Moord op Willem van Oranje. 1588 > De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt opgericht.
1600 bron 18 De Nederlanden. De schuine strepen geven de
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aan, omstreeks 1600.
1650
1648 > Vrede van Münster, einde van de Opstand.
23
6.5 Dit heb je geleerd
Mensen in de tijd
Mensen in hun land 3
1
a Onder aan de bladzijde staat een tijdbalk. Kleur daarin het tijdvak van dit hoofdstuk. b Schrijf de naam van het tijdvak boven de tijdbalk. c Hoe lang duurt dit tijdvak?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . d Hoeveel jaar geleden eindigde dit tijdvak?
a Welke gewesten vormden in 1588 samen de Republiek der Verenigde Nederlanden? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b De Spanjaarden bleven nog lang de baas in de zuidelijke Nederlanden. Welk land is later uit deze zuidelijke gewesten ontstaan?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
e Hoe heet de eeuw van dit tijdvak? Zet een rondje om het antwoord. zestiende eeuw / vijftiende eeuw / veertiende eeuw
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
a Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Geef het aan met de cijfers 1 tot en met 10. . . . . . . . . . . E Vasco da Gama bereikt Indië. . . . . . . . . . . R Filips II wordt koning. . . . . . . . . . . L Moord op Willem van Oranje. . . . . . . . . . . O Protestanten vernielen kerken en kloosters. . . . . . . . . . . V De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt opgericht. . . . . . . . . . . A Alkmaar wordt belegerd. . . . . . . . . . . H Columbus bereikt Amerika. . . . . . . . . . . G Begin van de Opstand tegen Spanje. . . . . . . . . . . A Vrede met Spanje. . . . . . . . . . . T Alva komt naar de Nederlanden. b Staan de zinnen in de goede volgorde? Zet dan de letters achter elkaar. Je leest dan een naam van iemand die met dit tijdvak te maken heeft:
a Ons volkslied heet ‘het Wilhelmus’. Het werd voor het eerst gezongen in 1568. Wat gebeurde er in dat jaar? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c Schrijf drie dingen op die je van deze persoon weet. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lees het Nederlandse volkslied
Wilhelmus van • • Het vaderland altijd Nassouwe trouw geweest ● Ben ik, van Duitsen bloed • • dat ben ik, en ik ben nergens bang voor Den vaderland getrouwe • • prins van Orange (= gebied in Frankrijk) Blijf ik tot in den dood ● • • ben ik, in Duitsland geboren Een Prince van Oranje ● • • dat blijf ik tot ik dood ga Ben ik vrij onverveerd ● • • Willem van Nassau (= gebied in Duitsland) Den Koning van Hispanje • • heb ik altijd gerespecteerd. Heb ik altijd geëerd ● • • De koning van Spanje
2
Bekijk bron 18 en bron 11
b Over wie gaat het Wilhelmus? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c Links zie je het lied zoals we dat zingen. Rechts staat wat de zinnen betekenen. Trek lijnen tussen iedere zin van het lied en de betekenis.
Tijd van. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1450
1500
1550
1600
1650
24
6 Een nieuwe tijd
personen hertog van Alva (1507-1582) Spaanse generaal. Hij kwam na de Beeldenstorm met een leger naar de Neder landen. Hij werd de nieuwe landvoogd en richtte de Bloedraad op.
?
Christoffel Columbus (1451-1506) Ontdekkingsreiziger. Hij zocht een zeeweg naar Indië via het westen, en ontdekte Amerika. Erasmus (± 1466-1536) Nederlandse geleerde. Hij had kritiek op de katholieke kerk en schreef daar boeken over. Filips II (1527-1598) Koning van het Spaanse Rijk en streng katholiek. Onder zijn bestuur begon in de Nederlanden de Opstand.
Vasco da Gama (1469-1524) Portugese ontdekkings reiziger. Hij ontdekte een zeeweg naar Indië via de zuidpunt van Afrika. Maarten Luther (1483-1546) Duitse monnik en hervormer. Toen hij kritiek had op de paus, zette die hem uit de katholieke kerk. Willem van Oranje (1533-1584) Nederlandse edelman. Hij verzette zich tegen het Spaanse bestuur en werd de leider van de Opstand tegen Spanje. Margaretha van Parma (1522-1586) Halfzus van Filips II en voor hem de landvoogd van de Nederlanden. Toen Filips Alva naar de Nederlanden stuurde, trad ze uit protest af.
begrippen Beeldenstorm gewest hervorming katholiek ketter kolonie landvoogd protestant stadhouder Staten-Generaal watergeuzen wereldhandel
25
6.5 Dit heb je geleerd
Personen 4
Wie kan dit hebben gezegd? Schrijf de juiste naam erbij.
6
a Wie is de man op het tweede plaatje? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Leg uit hoe je dat weet.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
‘Morgen ga ik naar Brussel, om te overleggen met de landvoogdes. Ik ben haar belangrijkste adviseur.’
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
‘Nou ontdek ik wéér een fout in het Latijn van de Bijbel! Ik ga eens precies uitzoeken hoe dat kan.’
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
‘Het zijn allemaal ketters in de Nederlanden. Mijn soldaten zullen ze eens een lesje leren.’
Bekijk het stripverhaaltje
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c Welke twee dingen uit het beeldmerk van het tijdvak zie je in het stripje?
1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d Wie is de tekenaar op het derde plaatje? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
‘De spanjaarden gaan naar het westen, dus ga ik naar het zuiden. Misschien vind ik daar een weg naar Indië.’
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Begrippen 5
In elk rijtje past één woord er niet bij. Streep dat woord door. Maak een zin met de andere twee woorden. a kolonie – hervorming – wereldhandel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
Je oefent: Feit en mening
Zijn de volgende zinnen een feit of een mening? Zet een kruisje in de juiste kolom.
Feit
Mening
Vrijheid van godsdienst is heel normaal. Nederland is ontstaan uit een strijd voor vrijheid. Willem van Oranje was een held. De ontdekkingsreizigers waren dapper.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b protestant – ketter – gewest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
a Wat is de titel van dit hoofdstuk?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c ontdekkingsreis – Beeldenstorm – heiligen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d gewest – kolonie – Staten-Generaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Noem drie belangrijke nieuwe dingen in deze tijd.
1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
26
6 Een nieuwe tijd
6
Keuzeopdrachten
A
Op avontuur met Willem Barentsz
Opdracht
Je maakt een spel over de reis van Willem Barentsz.
A Naar het noorden
Ook Hollandse handelaren wilden een zeeweg naar Indië vinden. Willem Barentsz probeerde het. Hij werd waarschijnlijk geboren op Terschelling. We weten niet precies in welk jaar. Hij was handelaar, wetenschapper, zeeman en kaartenmaker. In 1596 ging Barentsz op reis. Hij wilde proberen om via de Noordpool in Azië te komen. Tijdens een eerdere reis had hij gezien dat de zee achter Nova Zembla niet bevroren was. Dat moest de doorvaart naar Indië zijn!
1
Lees: A Naar het noorden, en B Vast in het ijs
In elk rijtje hoort steeds één woord er niet bij. Streep dat woord door. • zeeman – Spanje – Nederlanden • Amerika – specerijen – Azië • noorden – ijs – Afrika • Nova Zembla – overwinteren – vakantie 2
Bekijk bron 1
a Wat is er met het schip gebeurd? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Wat doen de mannen rechts? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
bron 1
Aankomst bij Nova Zembla.
c Waarom doen ze dat, denk je? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3
Bekijk bron 2
a De mannen hebben geprobeerd het Behouden Huys gezellig te maken. Hoe zie je dat? Geef twee voorbeelden. 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Wat doet de man links in het hokje, denk je? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Keuzeopdrachten
27
B Vast in het ijs
Aan boord waren vijftien bemanningsleden. Een van hen was Gerrit de Veer. Hij schreef alles op in een dagboek. De schepen raakten vast in het ijs. En het werd winter! Daarom moesten ze op het eiland Nova Zembla blijven tot de zomer, toen het ijs weer smolt. Die overwintering op Nova Zembla zou een van de bekendste verhalen uit de Nederlandse geschiedenis worden. En dat terwijl het eigenlijk een mislukte ontdekkingsreis was. Gerrit de Veer overleefde de reis. In de Nederlanden wilde iedereen graag meer weten over de avonturen van Barentsz en zijn bemanning. Daarom werd het dagboek in 1598 uitgegeven, zodat iedereen het boek kon kopen en lezen. Tekeningen daaruit zie je op deze bladzijden.
bron 2
Overwinteren op Nova Zembla. De mannen hebben een verblijf gebouwd van het hout van een van de schepen. Ze noemden dat ‘Het Behouden Huys’.
c Zijn de mannen bang voor gevaar? Waaraan zie je dat? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
a Pak een groot vel papier. Jullie maken een spel: een bordspel met kaartjes. Het onderwerp is de reis van Willem Barentsz en de overwintering op Nova Zembla. Bestudeer van een bestaand bordspel de spelregels. Je mag die natuurlijk wat aanpassen! b Teken het spel. Het begin is de haven van Amsterdam. Het eindpunt is het Behouden Huys: daar ben je veilig. Onderweg maak je spannende dingen mee. Teken bijvoorbeeld op een paar vakjes een schip in het ijs.
Als je op dit vakje komt, moet je een beurt overslaan (want je moet wachten tot het ijs is gesmolten). Bedenk zelf nog andere. c Op sommige vakjes moet je een kaartje omdraaien. Daar staat een opdracht op. Je moet bijvoorbeeld een vraag beantwoorden: wat was de voornaam van Barentsz? Of: hoe heet het eiland waarop Barentsz moest overwinteren? Maar je mag ook andere opdrachten bedenken. Bijvoorbeeld: teken een ijsbeer. d Wat gaan jullie gebruiken als pionnen? e Speel het spel.
28
6 Een nieuwe tijd
B
Leonardo da Vinci
Opdracht
Je gaat onderzoeken of Leonardo Da Vinci het menselijk lichaam goed heeft getekend. Daarvoor ga je ook je eigen lichaam meten.
bron 1
1
Leonardo droomde ervan om een vliegmachine te bouwen. Hij maakte er veel ontwerpen voor. Maar het is hem nooit gelukt om een mens echt te laten vliegen.
Lees: Een alleskunner, en bekijk bron 1
a Zet een rondje om de woorden die jij bij Leonardo da Vinci vindt passen. vliegen koken
nieuwsgierig dom
televisie duizendpoot
bloed
uitblinken klooster
ItaliĂŤ Nederlander hervorming elektriciteit
b Leonardo is in heel veel dingen heel erg goed. Noem vijf dingen waar hij zich mee bezighoudt.
1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Keuzeopdrachten
29
Een alleskunner
Leonardo da Vinci (1452-1519) was heel nieuws gierig. Altijd wilde hij iets nieuws leren. Dag en nacht had hij een schriftje bij zich. Kreeg hij een idee, dan schreef hij dat daarin meteen op. Vaak maakte hij er een tekening bij. Die schriftjes zijn bewaard. We weten daarom welke uitvindingen Leonardo deed. Hij ontwierp bijvoorbeeld een vliegmachine. Leonardo was ook kunstschilder. Een landschap schilderij hij pas als hij alles wist van de natuur daarop. Ook wilde hij alleen een mens schilderen als hij alles van het menselijk lichaam wist. Daarvoor ging hij naar het lijkenhuis, om daar dode lichamen te bestuderen. Stiekem, want dit was in die tijd streng verboden. Leonardo had veel verstand van heel veel verschillende dingen. Hij was schilder en uitvinder, maar hij was ook kaartenmaker, klokkenmaker, beeldhouwer, stedenontwerper, filosoof, én hij wist veel van planten, het menselijk lichaam en geneeskunde. Een echte duizendpoot dus.
2
Bekijk bron 2
Er zijn twee meningen over de juiste verhoudingen van ons lichaam: Mening 1 Leonardo heeft zijn mening in bron 1 getekend. Dus: – Je navel zit precies in het midden. – De spanwijdte* van je armen is hetzelfde als de lengte van je lichaam. – De breedte van je schouders is een kwart (1/4) van de lengte van je lichaam. – De lengte van je haargrens tot aan de onderkant van je kin, is een tiende (1/10) van de lengte van je lichaam. – Je voet is een zesde (1/6) van de lengte van je lichaam.
bron 2
In deze tekening laat Leonardo zien wat de verhoudingen van het lichaam van een mens zijn.
Mening 2 Volgens andere onderzoekers en kunstenaars is de verhouding 1 : 7 ( je zegt: 1 staat tot 7). Dus: – Je lengte is zeven keer de lengte van je hoofd. – De spanwijdte van je armen is zeven keer de lengte van je hoofd. – De lengte van de hand past zeven keer in de lengte van je arm. – De lengte van je voet past zeven keer in de lengte van je been. * spanwijdte = je armen wijd gespreid en van het topje van je middelvinger naar het topje van je andere middelvinger.
a Wie heeft er gelijk? Onderzoek welke ideale afmetingen jullie hebben: die volgens mening 1 (Leonardo da Vinci) of die volgens mening 2. – Pak een meetlint en meet de afmetingen van jullie hoofd, benen, armen, voeten enzovoort. – Meet het ook op bij andere klasgenoten. b Welke mening klopt het best?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
30
Keuzeopdrachten
C
Titel aan boord van een schip Leven
Opdracht
Hoe was in de zestiende eeuw het leven op een schip? Je leest en maakt er opdrachten over.
Hard werken
In de zestiende eeuw moest je op een schip hard werken. Deed je iets fout, dan kreeg je een zware straf. De vervelendste klusjes waren voor de scheepsjongens: het dek schrobben en afwassen. De scheepstimmerman zorgde dat het schip goed in orde bleef. Was er iets stuk, dan repareerde hij dat. Matrozen bedienden de zeilen. Ze klommen dan langs het touwwerk (het want) omhoog. In de nacht stonden ze op wacht. De kapitein was de baas aan boord. Hij werd geholpen door stuurlui. Zij bepaalden de koers.
1
Er was een kok aan boord. Iedere dag maakt hij voor de bemanning het eten klaar. Hij nam meel mee en bakte daarvan onderweg brood. Verse groente en vers fruit waren er meestal alleen in het begin van de reis. Duurde de reis erg lang, dan was er voor de mannen op het laatst alleen nog scheepsbeschuit en gedroogde bonen. Maar vaak hadden de ratten dat dan al opgegeten. Onderweg waren er vaste aanlegplaatsen. Daar konden de schepen weer water en vers voedsel halen. Maar soms lukte dat niet. Als de reis dan heel lang duurde, kon je erg ziek worden. Door het tekort aan vitamines kreeg je bijvoorbeeld de ziekte scheurbuik. De chirurgijn zorgde voor de zieken.
Lees: Hard werken
a Welke mensen waren er op het schip en wat waren hun taken? Vul het schema in. beroep
taken
b Wie was de baas op een schip? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c Wat was er te eten aan boord? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2
Bekijk bron 1
a Je ziet drie masten. Wat is de naam van dit type schip, denk je? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b In de twee hoogste masten zie je een soort bakje. Er staat iemand in. Bedenk waarvoor dat bakje dient.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
bron 1
Een handelsschip in de zestiende eeuw.
c Links zijn mensen aan het werk aan de buitenkant van het schip. Wat is hun beroep?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Zet de juiste letters op de juiste plaats in bron 1. K = de hut van de kapitein R = het ruim W = het want A = het anker U = de uitkijkpost H = het hoofdzeil R = het roer (= stuur) T = de timmerman
6 Een nieuwe tijd
6
31
Werkblad 1
Wapens Ridders in de Middeleeuwen zetten tekens op hun schilden. Tijdens een gevecht droegen ze een harnas. Hun helm was gesloten. Door het teken op het schild, kon je toch zien welke ridder hij was. Twee van die tekens zie je op dit werkblad. Ze worden ‘wapens’ genoemd. De kleuren van een wapen zijn bijna altijd hetzelfde. • Een leeuw heeft de kleur van goud. Maar de gekroonde leeuw in het wapen van Willem van Oranje is rood. • De koningsmantel is rood. Maar het bont (van een hermelijn) is wit. • De achtergrond is rood, wit of blauw. • Een kroon en letters hebben de kleur van goud. • Een band waarop letters staan, is blauw. Andere kleuren worden niet gebruikt.
Het wapen van Willem van Oranje.
a Kleur de wapens. b Vergelijk de twee wapens. Wat valt je op? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het wapen van ons land nu. Het staat bijvoorbeeld op het paspoort.
32
6
6 Een nieuwe tijd
Werkblad 2
Het beleg van Alkmaar Maak de tekening over het beleg van Alkmaar af. Maak er een spannende tekening van en gebruik veel kleur. Denk aan: • de mensen op de muren van Alkmaar, die hun stad verdedigen; • het Spaanse leger rondom de stad; • de watergeuzen die dijken doorsteken, zodat het land rondom de stad overstroomt.
6 Een nieuwe tijd
6
Werkblad 3
De Opstand in een stripverhaal
33