WERKBOEK NIVEAU 4
Het verpleegplan
Deze uitgave Het verpleegplan maakt deel uit van de serie Traject V&V. De theorie van deze uitgave sluit volledig aan bij onderstaande werkprocessen uit het kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige. B1-K1-W1 B1-K1-W2 B1-K1-W3 B1-K1-W9 B1-K1-W10 B1-K2-W2 B1-K2-W4
Neemt een anamnese af en stelt een verpleegkundige Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen Stelt een verpleegplan op Coördineert de zorgverlening van individuele zorgvragers Evalueert en legt de verpleegkundige zorg vast Werkt samen met andere beroepsgroepen in de zorg Begeleidt nieuwe collega’s, stagiaires en/of vrijwilligers
verpleegkundige
Het verpleegplan WERKBOEK
De leermiddelen uit de serie Traject V&V zijn bestemd voor de opleiding Verzorgende-IG (niveau 3) en de opleiding Mbo-Verpleegkundige (niveau 4). Door de thematische opbouw is Traject V&V geschikt voor alle onderwijsvormen en alle leerwegen, past daarnaast in verkorte trajecten en sluit aan bij elke leerstijl. De leerstof is opgebouwd uit: theorie, praktijksituaties en beroepsvaardigheden. Je kunt starten vanuit de theorie of vanuit een (gesimuleerde) praktijksituatie. Wat voor jou het beste werkt. De theorie bevat alle basiskennis en achtergrondinformatie bij het betreffende werkproces en bevat veel voorbeelden uit de beroepspraktijk. De verwerkingsopdrachten sluiten aan bij de leerstof in de theorieboeken. De praktijksituaties zijn realistische beschrijvingen van situaties uit de beroepspraktijk, inclusief opdrachten gekoppeld aan houdingsaspecten, vaardigheden en kenniselementen. De beroepsvaardigheden bevatten opdrachten voor het stapsgewijs aanleren van instrumenteel-technische en sociaal-agogische vaardigheden. Het complete aanbod van Traject V&V bestaat uit: - theorieboeken met een heldere en gestructureerde uitleg over de benodigde vakkennis, verduidelijkt met veel praktijkvoorbeelden; - werkboeken met verwerkingsopdrachten, toepassingsopdrachten en evaluatie- / reflectieopdrachten; - digitale omgeving met ondersteunend materiaal voor zowel student als docent. Wil je weten welke materialen er nog meer beschikbaar zijn bij Traject V&V? Kijk dan op: www.thiememeulenhoff.nl/trajectvenv
Auteurs: J.G.V. van Son D. van der Ven Onder redactie van: C.A. Abrahamse M.H.A.J. Gloudemans
9 789006 910599
Rondleiding door dit werkboek Het werkboek is verdeeld in thema’s. Een thema in het werkboek sluit precies aan bij een thema in de theorie. Thema 1 Lichamelijke verzorging
1
Themaopening Je leest waar het thema over gaat en welke hoofdstukken en onderwerpen aan de orde komen.
Lichamelijke verzorging is een belangrijk onderdeel van je werk als verzorgende. In dit thema gaat het om de verzorging van de huid, de haren, de slijmvliezen en het gebit. Daarbij is het belangrijk dat je het een en ander weet over de bouw en functies van deze lichaamsdelen. De lichamelijke of hygiënische verzorging is een belangrijk onderdeel van het takenpakket van de verzorgende. In eerste instantie wordt de hygiënische verzorging in de eerste levensjaren van een kind volledig door de mantelzorg gedaan. Naarmate een kind ouder wordt, neemt zijn zelfstandigheid toe, totdat er sprake is van volledige zelfzorg. Soms gaat het mis met de zelfzorg en de mantelzorg. Vaak moet je als verzorgende de hygiënische verzorging dan geheel of gedeeltelijk overnemen. Je hebt hierbij ook de taak om de familie van de zorgvrager in te schakelen. De wens van de zorgvrager komt hierbij altijd op de eerste plaats en daarna die van de familie. Daarnaast zijn er mensen die onvoldoende lichaamsbeweging krijgen om verschillende redenen. Door onvoldoende lichaamsbeweging kunnen allerlei complicaties ontstaan. Ook hier ligt een belangrijke taak voor jou als verzorgende om te weten hoe je bij bepaalde complicaties het beste kunt handelen. Dit thema bevat verwerkingsopdrachten, praktijksituaties, vaardigheden, themaopdrachten, studiehulp, evaluatie en reflectie over de volgende onderwerpen. Hoofdstuk 1: Bouw en functie van huid, slijmvliezen en gebit • huid • slijmvliezen • gebit Hoofdstuk 2: Hygiënische verzorging • doel van de hygiënische verzorging • hygiënische verzorging van de volwassene • de plaats voor hulp • hygiënische verzorging van de baby en het kind Hoofdstuk 3: Complicaties door onvoldoende lichaamsbeweging • decubitus • contracturen • osteoporose • trombose • longontsteking • obstipatie • smetten • blaasontsteking
Verwerking Verwerkingsopdrachten
1 Bouw en functie van huid, slijmvliezen en gebit 1
1
In de theorie staat dat de huid verschillende functies heeft. Een droge, schrale huid gaat eerder stuk, waardoor de huid niet optimaal functioneert. Welke functie van de huid is hier aangetast? a beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf b lichaamstemperatuur regelen c stoffen uitscheiden d vet opslaan in het onderhuids bindweefsel
2
De huid bestaat uit drie lagen. Hieronder staan zes kenmerken. Vul in de tweede kolom in bij welke huidlaag het kenmerk hoort. Kies uit: opperhuid, lederhuid en onderhuids bindweefsel.
1 10
Het vet in deze laag zorgt voor warmte-isolatie. Er zitten geen bloedvaten in deze laag.
In dit werkboek staan verschillende soorten opdrachten. Deze helpen je om je de benodigde vakkennis en beroepsvaardigheden eigen te maken.
In deze laag zitten zweetklieren. In deze laag zitten pigmentkorrels. Deze laag is dikker op de billen, bovenbenen en bovenarmen. Deze laag bestaat uit de hoornlaag en de kiemlaag.
3
Verwerking Verwerkingsopdrachten helpen je de theorie te leren en te begrijpen. Ze zijn geordend per hoofdstuk.
De huid vertelt veel over iemand. a Beschrijf wat je aan jouw huid kunt aflezen.
1 11
Toepassing Praktijksituaties hiermee pas je de theorie toe in realistische praktijkbeschrijvingen. Vaardigheden om de benodigde beroepsvaardigheden aan te leren. Themaopdrachten grotere opdrachten waarmee je met de kennis en vaardigheden aan de slag gaat. Je werkt dan ook aan belangrijke algemene vaardigheden als samenwerken, informatie zoeken, presenteren, kritisch denken, plannen en problemen oplossen.
Toepassing Praktijksituaties Het gedrag van Jolanda maakt Chaimaa onzeker tijdens de lichamelijke verzorging Chaimaa Chaimaa is tweedejaarsstudent verzorgende IG. In het eerste leerjaar deed ze BPV in een zorgcentrum. Die BPV werd ruim voldoende beoordeeld. Chaimaa werkt nu een week bij de stichting Adamant. Mensen met een beperking hebben daar een zelfstandige woning in een normale woonwijk. Er is een dienstencentrum van waaruit hulp verleend wordt. Elke woning heeft een communicatielijn met dat centrum. Als een bewoner hulp nodig heeft, belt hij naar het dienstencentrum. In haar eerste week heeft Chaimaa kennisgemaakt met alle bewoners en geholpen bij de hygiënische verzorging. Overleg met Hanneke en Chaimaa Begeleidster Hanneke geeft uitleg over hoe de gegevens van zorgvragers vastgelegd worden in een elektronisch zorgdossier. Sommige bewoners vinden het fijn dat er een uitgebreid zorgplan van hen is. Anderen willen geen of nauwelijks informatie in het dossier. De bewoner bepaalt zelf hoe en wanneer hij verzorgd wordt. Hij is zelf actief in het vragen van hulp. ‘Als iemand besluit om een dag niet gewassen te worden, dan respecteren we dat’, vertelt Hanneke. Chaimaa leest het zorgdossier van Jolanda Dan gaat de telefoon. Hanneke neemt op: ‘Komt in orde, Jolanda. Is het goed dat Chaimaa komt? Ja, dat is dat nieuwe meisje dat vorige week begonnen is. Ik zal zeggen dat ze even moet nalezen hoe moeilijk jij bent, ha ha ha!’ Hanneke legt de telefoon neer en vraagt aan Chaimaa: ‘Durf jij het aan om Jolanda zelfstandig te wassen? Je moet wel eerst even in haar dossier kijken. Niet dat het al compleet is, hoor. Jolanda heeft zelf haar persoonsbeschrijving ingetypt, daar stond ze op. Wat er met de rest van het zorgplan moet gebeuren, daar wil ze nog over denken.’ Chaimaa loopt naar de computer en leest het zorgplan van Jolanda. Dan pakt Chaimaa haar jas en gaat.
1 19
THEMA 1 Lichamelijke verzorging
Evaluatie Studiehulp
1 Bouw en functie van huid, slijmvliezen en gebit 1
Stelling 1 De huid is een van de zintuigorganen. 2 Vitamine C wordt in de huid gevormd onder invloed van zonlicht. 3 Bij een verminderde doorbloeding is de huid rood. 4 De huid is overal even dik. 5 Pigmentkorrels bevinden zich in de opperhuid. 6 De buitenste laag van de lederhuid is de hoornlaag. 7 De talgkliertjes bevinden zich in de lederhuid. 8 Het onderhuids bindweefsel bestaat grotendeels uit vet. 9 De lengtegroei van de nagels vindt plaats vanuit het nagelbed. 10 Een volledig gebit van een volwassene bestaat uit 28 tanden en kiezen. 11 Het tandbeen wordt in zijn geheel bedekt door tandglazuur.
Juist Onjuist
◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯
Hoeveel vragen heb je goed beantwoord?
1 Hygiënische verzorging 2
Stelling Juist Onjuist 1 De hygiënische verzorging heeft meestal alleen invloed op het lichamelijk ◯ ◯ functioneren. 2 Een zorgvrager was je met lekker warm water. ◯ ◯ 3 Smetten is een huidirritatie die kan ontstaan doordat de huidplooien niet ◯ ◯ goed droog gemaakt worden. 4 In fase 2 van smetten is de huid kapot. ◯ ◯ 5 In fase 3 van smetten breng je zinkoxide FNA op de huid aan. ◯ ◯ 6 Neten zijn eitjes van de hoofdluis. ◯ ◯ 7 Bij aanwezigheid van luizen en neten is het gebruik van een ◯ ◯ bestrijdingsmiddel altijd aan te raden. 8 Als iemand hoofdluizen heeft, is dat een teken van een slechte hygiëne. ◯ ◯ 9 Wanneer je iemand scheert met een elektrisch scheerapparaat met een ◯ ◯ scheerblad, moet je op-en-neergaande bewegingen maken. 10 Een fysiologische zoutoplossing kun je gebruiken om de ogen te reinigen. ◯ ◯ 11 Stomatitis is een ontsteking van het oogslijmvlies. ◯ ◯ 12 De teennagels worden in het algemeen recht afgeknipt. ◯ ◯ 13 De vulva was je van schaamheuvel richting anus. ◯ ◯ 14 Zeep is een goed reinigingsmiddel voor de vulva. ◯ ◯ 15 Wanneer je als verzorgende een vrouw moet wassen die menstrueert, kun je ◯ ◯ het best handschoenen dragen.
1 76
Evaluatie Studiehulp een zelftoets waarmee je controleert of je de theorie kent. Antwoorden zijn op te vragen bij je docent. Evaluatie evalueren en reflecteren zijn belangrijke vaardigheden voor jouw toekomstige beroep: zet na elk thema op een rij wat je goed beheerst en wat je actiepunten zijn.
THEMA 5 Zorg voor de bedden
Vaardigheden Een vaardigheid heeft een vaste opbouw: Oefenen Toepassen Transfer Oriënteren
Vaardigheden Bed opmaken, zonder dat de zorgvrager in bed ligt Oriënteren
1
1 2
Bestudeer de theorie over het opmaken van het bed zonder zorgvrager. Bestudeer de beschrijving van deze vaardigheid. Voorbereiding 1 Vertel de zorgvrager wat er gaat gebeuren. 2 Leg of zet de volgende benodigdheden klaar: - niet-steriele handschoenen, een overschort en een wasmand. Voor een bed in de thuissituatie: - hoeslaken; - dekbedovertrek; - kussenslopen. Voor een hoog-laagbed: - boven- en onderlaken; - steeklaken; - deken; - kussenslopen. 3 Creëer voldoende werkruimte rondom het bed. 4 Zet het bed op werkhoogte. 5 Plaats een of twee stoelen aan het voeteneinde van het bed. 6 Verwijder hand- en polssieraden en was of desinfecteer je handen.
Observatielijsten
Observatielijsten Bij de meeste vaardigheden horen observatielijsten. Die vind je direct achter in dit werkboek. De observatielijsten zijn geordend per thema. Bovenaan staat bij welke vaardigheid de observatielijst hoort. Een observatielijst kun je gemakkelijk uit je werkboek halen. Zo kun je ze in de klas of in je BPV laten invullen.
Thema 1 Lichamelijke verzorging
277
Zorgvrager wassen op bed 277 Zorgvrager wassen op bed met wasdoekjes 281 Zorgvrager wassen aan de wastafel, onder de douche of in bad 285 Haren wassen op bed 289 Zorgvrager die zich op bed bevindt, scheren met een elektrisch scheerapparaat 291 Zorgvrager die zich op bed bevindt, scheren met scheermes en scheerzeep 293 Tandenpoetsen van een zorgvrager die zich op bed bevindt 295 Gebitsprothese verzorgen van een zorgvrager die zich op bed bevindt 297 Mondholte reinigen van een zorgvrager die zich op bed bevindt 299 Therapeutische elastische kousen met een open teenstuk aantrekken 301 Therapeutische elastische kousen met een gesloten teenstuk aantrekken 303 Therapeutische elastische kousen uittrekken 305 Hygiënische verzorging van een baby 307
Thema 2 Hulp bieden bij de opname van voeding en vocht Hulp bieden aan een zorgvrager die zelf niet kan eten en drinken Flesvoeding geven 311
Thema 3 Hulp bieden bij de uitscheiding
Uitvoering 7 Trek bij kans op contact met uitscheidingsproducten en bloed handschoenen en/ of overschort aan. 8 Leg de kussens op de stoel(en). 9 Maak sprei en dekens los. 10 Let er tijdens het opmaken van het bed op dat je niet te veel met het beddengoed wappert in verband met hygiëne. 11 Zorg ervoor dat tijdens de werkzaamheden het vuile wasgoed zo min mogelijk in contact met het schone wasgoed komt in verband met hygiëne. 12 Vouw sprei en dekens afzonderlijk in drieën en leg ze over de stoel(en). Het beddengoed mag de vloer niet raken. 13 Doe het bovenlaken in drieën gevouwen in de wasmand. 14 Doe het steeklaken in de wasmand. 15 Leg een eventueel zeil ongevouwen over de stoel(en). 16 Doe het onderlaken in de wasmand. 17 Als je het molton niet verschoont, trek je het glad.
1 260
309
309
313
Hulp bij het gebruik van een po op bed 313 Hulp bij het gebruik van een urinaal op bed 317 Verwisselen van een incontinentiemat 319 Externe katheter of condoomkatheter verwisselen 321 Katheterzak verwisselen 325 Verzorgen van een blaaskatheter 327 Laxerende zetpil toedienen 329 Microklysma (microlax) of fosfaatklysma toedienen 331 Hulp bieden bij het manueel verwijderen van ontlasting 333 Hulp bieden bij het opgeven van sputum 335 Hulp bieden bij braken 337 Hulp bieden bij het inbrengen van een tampon bij menstruatie
339
Thema 4 Hygiënisch en ergonomisch verantwoord werken
341
Handen wassen met (vloeibare) zeep 341 Handen desinfecteren met handalcohol 343 Aan- en uittrekken van steriele handschoenen 345 Creëren van een schoon of steriel werkveld 347
1 275
Iconen helpen je op weg In de kantlijn staan icoontjes. Die geven aan wat je in de opdracht kunt verwachten.
1 1 1 1 1 1
geeft aan dat je een deel van de theorie (nog een keer) leest om de vraag te kunnen beantwoorden. bij deze opdracht werk je samen met anderen. bij deze opdracht heb je een computer met internet nodig om informatie op te zoeken. bij deze opdracht werk je aan je schrijfvaardigheden, bijvoorbeeld met het schrijven van een uitgebreid antwoord, verslag of rapport. bij deze opdracht laat je de uitkomsten zien in een mondelinge presentatie. geeft aan dat het gaat om een creatieve opdracht.
Werken met dit werkboek Vind je het prettig om eerst de theorie te lezen en dan te kijken of je het weet en begrepen hebt? Lees dan eerst de theorie en maak daarna de verwerkingsvragen. Ben je meer iemand die het liefst de theorie doorneemt aan de hand van vragen? Start dan met de verwerkingsvragen en leg je theorieboek ernaast. Werk je het liefst vanuit de praktijk? Begin dan met een praktijksituatie of een themaopdracht en kijk of je de vragen kunt beantwoorden met de informatie uit de theorie.
Inhoudsopgave Thema 1 Oriëntatie op het beroep
10
Verwerking 11 Verwerkingsopdrachten 11 Hoofdstuk 1 Het beroep 11 Hoofdstuk 2 Methodisch werken 15 Hoofdstuk 3 Verpleegkundig proces 17 Toepassing 20 Praktijksituaties 20 Bouchra helpt bij de verzorging van haar vader 20 Iris werkt methodisch bij de verzorging van Suzanne De zelfredzaamheid van mevrouw Van Ardenne 24 Themaopdrachten 27
22
Evaluatie 29 Studiehulp 29 Hoofdstuk 1 Het beroep 29 Hoofdstuk 2 Methodisch werken 30 Hoofdstuk 3 Verpleegkundig proces 31 Evaluatie en reflectie 32
Thema 2 Gegevens verzamelen
34
Verwerking 35 Verwerkingsopdrachten 35 Hoofdstuk 4 Verzamelen van gegevens 35 Hoofdstuk 5 Methoden voor het verzamelen van gegevens 41 Toepassing 44 Praktijksituaties 44 Ayana wordt opgenomen in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg Mevrouw Drewel wil graag in haar eigen huis blijven wonen 47 Sandra belandt ineens op de spoedeisende hulp 50 Vaardigheden 53 Voeren van een kennismakings- en opnamegesprek 53 Observeren en interpreteren van objectieve en subjectieve gegevens 60 Themaopdrachten 65 Evaluatie 66 Studiehulp 66 Hoofdstuk 4 Verzamelen van gegevens 66 Hoofdstuk 5 Methoden voor het verzamelen van gegevens 66 Evaluatie en reflectie 68
44
Thema 3 Inschatten van zorgsituatie
70
Verwerking 71 Verwerkingsopdrachten 71 Hoofdstuk 6 Stellen van de verpleegkundige diagnose Hoofdstuk 7 EVD 74
71
Toepassing 76 Praktijksituaties 76 Meneer Pinksterblom heeft een CVA 76 Het echtpaar Schippers heeft meer zorg nodig 80 Pim wordt agressief als er iets anders gaat 83 Vaardigheden 86 Stellen van de verpleegkundige diagnose 86 Onderscheiden van actuele en potentiële verpleegkundige diagnoses Themaopdrachten 91 Evaluatie 92 Studiehulp 92 Hoofdstuk 6 Stellen van de verpleegkundige diagnose Hoofdstuk 7 EVD 93 Evaluatie en reflectie 94
Thema 4 Verpleegdoelen vaststellen
88
92
96
Verwerking 97 Verwerkingsopdrachten 97 Hoofdstuk 8 Verpleegdoelen vaststellen
97
Toepassing 101 Praktijksituaties 101 Meneer Goslinga gaat naar een zorghotel 101 De dagelijkse gang van zaken in het gezinsvervangend tehuis Noorderhuis Marloes heeft problemen met het verpleegplan 107 Vaardigheden 110 Formuleren van verpleegkundige doelen 110 Themaopdrachten 113 Evaluatie 114 Studiehulp 114 Hoofdstuk 8 Verpleegdoelen vaststellen Evaluatie en reflectie 115
114
104
Thema 5 Plannen en uitvoeren van verpleegkundige interventies Verwerking 118 Verwerkingsopdrachten 118 Hoofdstuk 9 Plannen van verpleegkundige interventies en eigen werkzaamheden 118 Hoofdstuk 10 Uitvoeren van verpleegkundige interventies 120 Toepassing 124 Praktijksituaties 124 De rapportage van mevrouw Sanders 124 Elena heeft het benauwd 127 Meneer Van Rees leert opnieuw zichzelf te verzorgen 131 Vaardigheden 134 Doelmatig plannen van studie en BPV-activiteiten 134 Mondelinge overdracht doen 136 Maken van een individueel verpleegplan 139 Monitoren 142 Schriftelijk rapporteren in een praktijksituatie 145 Themaopdrachten 148 Evaluatie 150 Studiehulp 150 Hoofdstuk 9 Plannen van verpleegkundige interventies en eigen werkzaamheden 150 Hoofdstuk 10 Uitvoeren van verpleegkundige interventies 151 Evaluatie en reectie 152
Thema 6 Evalueren
154
Verwerking 155 Verwerkingsopdrachten 155 Hoofdstuk 11 Evalueren van verpleegkundige zorg
155
Toepassing 159 Praktijksituaties 159 Meneer Van Vessem moet weer een doel in zijn leven vinden 159 Het evaluatiegesprek met meneer Van Lokven 162 Vaardigheden 165 Evaluatiegesprek voeren 165 Evaluatievragen formuleren over product en proces 170 Themaopdrachten 173 Evaluatie 174 Studiehulp 174 Hoofdstuk 11 Evalueren van verpleegkundige zorg Evaluatie en reectie 175
174
117
Thema 7
Klinisch redeneren
177
Verwerking 178 Verwerkingsopdrachten 178 Hoofdstuk 12 Klinisch redeneren
178
Toepassing 181 Praktijksituaties 181 Kübra laat Irma zien hoe je klinisch kunt redeneren Themaopdrachten 187 Evaluatie 190 Studiehulp 190 Hoofdstuk 12 Klinisch redeneren Evaluatie en reflectie 191
Thema 8 Coördinatie
181
190
193
Verwerking 194 Verwerkingsopdrachten 194 Hoofdstuk 13 Coördinatie en continuïteit van zorg Hoofdstuk 14 Verpleegsystemen 197 Hoofdstuk 15 Ontslag, nazorg en overdracht 198
194
Toepassing 202 Praktijksituaties 202 Daphne Berends gaat naar huis – Ontslag en overdracht vanuit een GGZinstelling 202 Mevrouw Braam blijft thuis 206 Yord en het verpleegsysteem van EVV 209 Vaardigheden 212 Ontslaggesprek voeren 212 Schrijven van een verpleegkundige overdracht 216 Zorgdragen voor ontslag 220 Themaopdrachten 222 Evaluatie 223 Studiehulp 223 Hoofdstuk 13 Coördinatie en continuïteit van zorg Hoofdstuk 14 Verpleegsystemen 223 Hoofdstuk 15 Ontslag, nazorg en overdracht 224 Evaluatie en reflectie 225
223
Thema 1 Oriëntatie op het beroep
1
Als verpleegkundige heb je in je beroep te maken met een aantal vormen van zorg, diverse werkvelden en verschillende zorgvragers. Daarnaast zijn vier documenten belangrijk voor je beroep: het kwalificatiedossier mbo-verpleegkunde, de Wet BIG, de beroepscode en het beroepsprofiel. Bij het verlenen van verpleegkundige zorg draag je in grote mate bij aan het herstel en de verbetering van de kwaliteit van leven van de zorgvrager. Je opleiding tot verpleegkundige leidt je speciaal op voor dit werk, zodat je professionele zorg kunt leveren. Wat wordt er van jou als verpleegkundig professional verwacht en wat is je visie op het verpleegkundig beroep? Deze vragen zijn niet zo gemakkelijk te beantwoorden. De stappen van het verpleegkundig proces komen in dit hoofdstuk aan bod. Per stap wordt uitgelegd wat het doel is en wat er van jou als verpleegkundige verwacht wordt. Dit thema bevat verwerkingsopdrachten, praktijksituaties, themaopdrachten, studiehulp, evaluatie en reflectie over de volgende onderwerpen. Hoofdstuk 1: Het beroep • wat is verplegen? • vormen van zorg • zorgvrager • taakgebied en deskundigheid van de verpleegkundige • werkvelden van de verpleegkundige • het beroepsprofiel en de beroepscode Hoofdstuk 2: Methodisch werken • professioneel handelen Hoofdstuk 3: Verpleegkundig proces • verpleegkundig proces • stap 1 Verzamelen van gegevens • stap 2 Vaststellen verpleegkundige diagnose • stap 3 Vaststellen verpleegdoel • stap 4 Plannen verpleegkundige zorg • stap 5 Uitvoeren verpleegkundige interventies • stap 6 Evalueren verpleegkundige zorg
1 10
Verwerking Verwerkingsopdrachten
1 Het beroep 1
1
1 1 1
1
Geef van de volgende stellingen aan of ze waar of niet waar zijn. a Florence Nightingale wordt gezien als de grondlegger van de moderne verpleegkunde. waar / niet waar b Mensen doen over het algemeen pas een beroep op een ander of vragen om hulp of ondersteuning, als ze er zelf echt niet meer uitkomen. waar / niet waar c In de verpleegkunde noem je de zelfstandigheid van het voor jezelf kunnen zorgen zelfredzaamheid. waar / niet waar
2
In de theorie staat beschreven dat verplegen een vak of een professie is waarvoor je kennis en vaardigheden nodig hebt die je gebruikt om een zorgvrager, die last heeft van ziekte, handicap of stoornis, te ondersteunen en begeleiden in zijn dagelijks functioneren. In deze opdracht richten we ons op de aspecten ziekte en gezondheid. Maak groepjes van drie of vier personen en ga met elkaar in discussie over de volgende vragen. a Een man heeft al jaren een geamputeerd been. Hij is er zo aan gewend dat hij zich volledig zelfstandig kan redden. Noem jij deze man ziek of gezond? Waarom? b Ten gevolge van een hersenvliesontsteking heeft een meisje van 10 jaar een verstandelijke beperking. Zij woont nu in een inrichting. Noem jij dit meisje ziek of gezond? Waarom? c Een vrouw van 81 jaar is dement en opgenomen in een verpleeghuis, omdat ze niet meer voor zichzelf kan zorgen. Uit haar gedrag valt op te maken dat ze zich thuis voelt in haar nieuwe situatie. Noem jij deze vrouw ziek of gezond? Waarom? d Is een jongetje met het syndroom van Down ziek of gezond? Waarom?
3
Maak groepjes van drie of vier personen. Zoek op internet naar informatie over Florence Nightingale. Maak een leuke elevator pitch over het belang van Florence Nightingale voor het verpleegkundig beroep. Gebruik hierbij alle informatie die jullie van belang vinden voor je elevator pitch. Presenteer de elevator pitch aan de hele klas. Een elevator pitch is een korte presentatie van ongeveer één minuut, waarin je enthousiast iets vertelt over een bepaald onderwerp. Vrij vertaald betekent ‘elevator pitch’ een verkooppraatje-in-de-lift. In de tijd van een ritje met de lift moet je de informatie presenteren waarvan je vindt dat iemand die minimaal moet weten over een bepaald onderwerp.
1 11
THEMA 1 Oriëntatie op het beroep
4
De Wet BIG geeft geen definitie van verplegen, maar zegt het volgende over verplegen.
Tot het gebied van deskundigheid van de verpleegkundige worden gerekend: • het verrichten van handelingen op het gebied van observatie, begeleiding, verpleging en verzorging; • het ingevolge opdracht van een beroepsbeoefenaar op het gebied van de individuele gezondheidszorg verrichten van handelingen in aansluiting op diens diagnostische en therapeutische werkzaamheden.
Beschrijf hoe jij, met de omschrijving van de wet BIG over verplegen, mevrouw Van Andel gaat verplegen. Mevrouw Van Andel is wiskundelerares op een vmbo-school. Zij is zwanger van een tweeling en is dolgelukkig. Het enige wat haar geluk verstoort, is dat zij ontzettend misselijk is, veel moet braken en daardoor heel veel afvalt. De gynaecoloog besluit om haar op te nemen in het ziekenhuis waar jij haar gaat verplegen. Wat zijn je werkzaamheden met betrekking tot observatie, begeleiding, verpleging en verzorging?
5
Zelfzorg is alle zorg die een mens nodig heeft om zinvol te kunnen leven en is erop gericht bepaalde behoeftes te bevredigen. De Amerikaanse psycholoog Maslow heeft deze behoefte ondergebracht in vijf categorieën. Deze staan hier vermeld. Plaats de categorieën in volgorde van belangrijkheid door ‘1’ voor de meest belangrijke categorie te zetten, ‘2’ voor de categorie die daarop volgt in belangrijkheid, enzovoort. Behoefte aan saamhorigheid, vriendschap, liefde en sociale relaties. Lichamelijke behoeften als lucht, voeding, warmte en voortplanting. Behoefte aan zelfverwezenlijking of zelfontplooiing. Behoefte aan waardering, erkenning en zelfrespect. Behoefte aan lichamelijke veiligheid en zekerheid.
6
In de theorie staan drie belangrijke kenmerken die het onderscheid tussen professionele zorg en mantelzorg aangeven. Noem ze alle drie.
1 12
Verwerkingsopdrachten
Hospice
Woonzorgcentrum
Verpleeghuis
Instelling voor mensen met een verstandelijke beperking
Psychiatrisch ziekenhuis
Algemeen ziekenhuis
Geef in het volgende schema, door middel van een kruisje, aan in welke werkvelden je de verschillende categorieën zorgvragers vooral tegenkomt. Je mag een zorgvragerscategorie in maximaal twee werkvelden onderbrengen.
Thuiszorg
7
1 Het beroep
Zwangeren, barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen Jeugdige zorgvragers Zorgvragers met chronisch somatische en lichamelijke beperking Zorgvragers voor en na operatie, ingreep, onderzoek of behandeling Zorgvragers met een psychiatrische problematiek Zorgvragers met een verstandelijke beperking Geriatrische zorgvragers Revaliderende zorgvragers Terminale zorgvragers
8
a
In het kwalificatiedossier mbo-verpleegkundige worden de volgende twee kerntaken genoemd: 1 Het bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces. 2 Werken aan kwaliteit en deskundigheid. Bij deze kerntaken horen werkprocessen. Geef bij de volgende werkprocessen aan bij welke kerntaak ze behoren. Doe dit door achter het werkproces een ‘1’ of een ‘2’ te plaatsen.
1 13
THEMA 1 Oriëntatie op het beroep
Werkprocessen:
b
9
10
•
Geeft voorlichting, advies en instructie.
•
Begeleidt een zorgvrager.
•
Werkt samen met beroepsgroepen in de zorg.
•
Coördineert de zorgverlening van de individuele zorgvragers.
•
Begeleidt nieuwe collega’s, stagiaires en/of vrijwilligers.
•
Evalueert en legt de verpleegkundige zorg vast.
•
Werkt aan eigen deskundigheid.
Beschrijf waarom het voor jou van belang is dat je op de hoogte bent van de kerntaken en werkprocessen.
In de theorie staat dat de verpleegkundige zorg niet alleen in verschillende settings plaatsvindt, maar ook nog eens op verschillende plaatsen: intramuraal, semimuraal, extramuraal en transmuraal. a Geef een voorbeeld van een zorgvrager die intramurale zorg krijgt in de setting algemeen ziekenhuis.
b
Geef een voorbeeld van een zorgvrager die semimurale zorg krijgt vanuit de setting psychiatrisch ziekenhuis.
c
Geef een voorbeeld van een zorgvrager met een chronische somatische handicap die extramurale zorg krijgt.
d
Geef een voorbeeld van een terminale zorgvrager die transmurale zorg krijgt.
a
Wat was voor jou de aanleiding om te kiezen voor het verpleegkundige beroep?
b
Welk werkveld spreekt jou het meest aan? Waarom?
1 14
Verwerkingsopdrachten
11
a
b
2 Methodisch werken
Omcirkel in de volgende zin het juiste antwoord. Het beroepsprofiel beschrijft de ethische en praktische normen en waarden van het beroep / wat je beroep van verpleegkundige inhoudt en je beroepsmatig handelen. Omcirkel in de volgende zin het juiste antwoord en maak de zin compleet. De beroepscode biedt wel / geen kant-en-klare oplossing bij problemen, omdat
1 Methodisch werken 1 2
1
Ga naar www.venvn.nl en geef antwoord op de volgende vragen. a Wat is een VAR?
b
2
Wat is het doel van de VAR?
Methodisch werken betekent dat je in een bepaalde situatie systematisch en overwogen te werk gaat om een bepaald doel te bereiken. Vul de volgende zin aan met twee punten. Het doel van methodisch werken is dat je de zorg gestructureerd laat verlopen, waardoor je: • •
3
Methodisch werken is niet alleen van belang voor de verpleegkundige. Ook in het dagelijks leven is methodisch werken van belang. Een eenvoudig voorbeeld is de volgende situatie.
Je vriendinnen komen vanavond op bezoek, je koelkast is leeg en gisteren heb je de laatste zak chips leeggegeten. • Probleem: je vriendinnen komen en je kunt ze niets aanbieden. • Doel: zorgen dat je iets te eten en drinken in huis hebt voor je vriendinnen. • Activiteiten: naar een winkel gaan en kopen wat je nodig hebt. • Evaluatie: heb je voldoende en het juiste in huis om je vriendinnen aan te bieden?
1 15
THEMA 1 Oriëntatie op het beroep
a
Beschrijf een voorbeeld uit je dagelijks leven waarin je methodisch werkt.
b
Waarom is in het dagelijks leven handig om methodisch te werken? Noem twee redenen.
c
Waarom is het in het verpleegkundig beroep belangrijk om methodisch te werken? Noem drie redenen.
4
De hoofdreden om methodisch te werken is dat je precies de zorg levert die de zorgvrager nodig heeft. Omcirkel in de volgende zinnen de juiste woorden. a Zorg leveren die het meeste rendement oplevert, noem je efficiënt / effectief werken. b De tijd waarin de zorgvrager afhankelijk is van jouw zorg zo kort mogelijk houden, noem je efficiënt / effectief werken.
5
Leg de volgende stelling uit aan de hand van een voorbeeld.
Door methodisch te werken lever je een belangrijke bijdrage aan de continuïteit van zorg.
6
In de theorie vind je de kenmerken van methodisch werken. De omschrijvingen van deze kenmerken worden in de tabel genoemd. Maak de tabel compleet door in de linkerkolom het juiste kenmerk te zetten.
1 16
Verwerkingsopdrachten
3 Verpleegkundig proces
Kenmerk
Omschrijving Je verpleegkundige zorg heeft een vast verloop, een vaste opeenvolging van stappen. Je bepaalt de richting en houdt voor ogen waar je naartoe wilt werken. Je weet wat je doet en ook waarom je dat doet. Je handelt stap voor stap en pakt niet alles tegelijk aan.
7
In de theorie staat: Het denken en doen is een voortdurend proces dat zich afspeelt tijdens de verpleegkundige zorg. Dit proces wordt verpleegkundig genoemd.
1 Verpleegkundig proces 3
1
2
Het verpleegkundig proces bestaat uit zes stappen. Geef aan welke omschrijving bij welke stap hoort.
Stap 1
a
Plannen verpleegkundige zorg
Stap 2
b
Vaststellen verpleegkundige diagnose
Stap 3
c
Evalueren verpleegkundige zorg
Stap 4
d
Vaststellen verpleegdoel
Stap 5
e
Uitvoeren verpleegkundige interventies
Stap 6
f
Verzamelen van gegevens
Het verzamelen van gegevens of informatie van en over de zorgvrager is een stap in het verpleegproces. a Je bent vast wel eens bij een dokter geweest, of misschien heb je wel eens zorg gehad in een ziekenhuis. Hoe verzamelde de dokter of de verpleegkundige in het ziekenhuis gegevens over jouw situatie? Geef drie manieren.
1 17
THEMA 1 Oriëntatie op het beroep
3
b
Meneer Van Someren is 53 jaar. Hij wordt opgenomen op de afdeling revalidatie van het verpleeghuis waar jij je BPV-plek hebt. Meneer heeft drie weken in het ziekenhuis gelegen in verband met een CVA rechts. Hij kan zijn linkerarm en -been niet gebruiken. Meneer vindt het heel moeilijk om afhankelijk te zijn van hulpverleners. Welke drie vragen zou jij aan meneer Van Someren stellen om ervoor te zorgen dat je de juiste verpleegkundige zorg kunt geven?
c
Waarom wordt het verzamelen van gegevens de meest bepalende en kwetsbare stap genoemd?
d
Mevrouw Kortleven heeft thuiszorg nodig vanwege een lelijke wond aan haar voet. Mevrouw heeft diabetes mellitus. De verpleegkundige van de thuiszorg moet de huisarts regelmatig informeren over de stand van zaken betreffende de voet. Welke gegevens zijn in deze situatie van belang, zodat de verpleegkundige goede informatie kan verstrekken aan de huisarts?
Maak de zinnen compleet door de juiste woorden in te vullen. •
Als je gegevens hebt verzameld kun je gaan bepalen wat er precies aan de hand vaststellen. Deze stap wordt ook
is en een wel •
fase genoemd.
Als verpleegkundige kun je met verschillende soorten plannen werken. In het , in een verpleeghuis met
ziekenhuis werk je met een een
. Als je werkt in de zorg voor mensen met een
verstandelijke beperking, werk je met een In de psychiatrie wordt het plan een
1 18
. genoemd.
Verwerkingsopdrachten
1
3 Verpleegkundig proces
4
Een stap in het verpleegproces is het vaststellen van het verpleegdoel. Na het stellen van de verpleegkundige diagnose of verpleegprobleem gaat de verpleegkundige met de zorgvrager bepalen welk doel met de verpleegkundige zorg behaald moet worden. Voer de volgende stappen uit. • Schrijf op een apart vel papier drie doelen op die jij jezelf gesteld hebt voor het komende jaar. • Vorm met een medestudent een duo en wissel je doelen uit. • Lees de doelen van je medestudent en stel vragen als het doel niet duidelijk is. • Stel voor jezelf vast of je doelen concreet genoeg zijn voor een ander. Zo niet, beschrijf je doelen dan opnieuw.
5
Een stap in het verpleegkundig proces is het plannen van de verpleegkundige activiteiten. Deze verpleegkundige activiteiten worden verpleegkundige interventies genoemd. Voordat je de opleiding tot verpleegkundige ging doen, had je vast al een idee welke werkzaamheden veel voorkomend zijn in het verpleegkundige beroep. Noem vijf werkzaamheden die volgens jou verpleegkundige interventies genoemd kunnen worden.
6
Het evalueren van de verpleegkundige zorg is een stap in het verpleegkundig proces. Evalueren is het achteraf beoordelen en waarderen van de verpleegkundige zorg. In het algemeen is evalueren het terugkijken op en het beoordelen van een bepaalde gebeurtenis, handelwijze of ingreep. a Je hebt de theorie over het verpleegproces bestudeerd met als doelen: 1 informatie te verkrijgen over de stappen in het verpleegkundig proces. 2 de zes stappen van het verpleegkundig proces te kunnen benoemen. Als je achteraf terugkijkt op het lezen van de theorie, kun je dan voor jezelf vaststellen of deze doelen zijn behaald? Waarom (niet)?
b
Stel, je hebt binnenkort een examen over deze theorie. Bedenk een interventie die je helpt om de theorie (nog) beter te leren.
c
Het doel van de verwerkingsopdrachten is het kunnen toepassen van de theorie in de praktijk. Hebben de verwerkingsopdrachten je geholpen de theorie toe te kunnen passen? Motiveer je antwoord.
1 19
THEMA 1 OriĂŤntatie op het beroep
Toepassing Praktijksituaties Bouchra helpt bij de verzorging van haar vader Bouchra El Amrani (35 jaar) woont sinds haar vijfde jaar in Nederland. Samen met haar ouders en haar broer Akram is ze toen naar Nederland verhuisd. Haar vader wilde een goed inkomen om zijn gezin te onderhouden. Het gezin kent de traditionele Marokkaanse normen en waarden en is tegelijkertijd meegegroeid met de Nederlandse samenleving. Bouchra is op haar twintigste getrouwd en tien jaar later gescheiden. Ze heeft een zoon van 12 jaar (Jafar) uit dit huwelijk. De scheiding vonden haar ouders moeilijk, maar zij accepteerden de beslissing van hun dochter en hebben meegeholpen in de zorg voor Jafar. Bouchra en haar zoon wonen enkele straten van haar ouders vandaan. Bouchra heeft een baan als docente bij een scholengemeenschap. De familie is erg op elkaar ingespeeld en heeft veel contact. De laatste jaren tobt de vader van Bouchra (66 jaar) met zijn longen. Hij heeft COPD en de klachten zijn het afgelopen half jaar ink verergerd. Hij is in toenemende mate benauwd, is enorm afgevallen en hoest de hele dag door. Dit was voor Bouchra en haar ouders aanleiding om de huisarts te bezoeken. Die zag de ernst van de situatie en heeft meneer El Amrani doorgestuurd naar de longarts. De longarts stelde de diagnose longkanker. Dit nieuws is hard aangekomen bij de familie. De ziekte is al in een vergevorderd stadium. Meneer El Amrani krijgt chemotherapie in het ziekenhuis. De chemotherapie is niet curatief maar palliatief bedoeld. Hospice of thuiszorg Meneer El Amrani gaat in conditie achteruit en heeft veel last van de bijverschijnselen van de chemotherapie. Hij is extreem kortademig en vermoeid, hoest veel, hoest soms bloed op, heeft last van misselijkheid en diarree en heeft geen trek in eten. Alle normale dagelijkse activiteiten zijn hem al snel te veel. Bouchra heeft met de directeur van de school waar zij werkt een regeling getroffen, waardoor zij halve dagen zorgverlof kan opnemen om samen met haar moeder voor haar vader te zorgen. De situatie van haar vader verslechtert snel. Meneer El Amrani kan zijn bed niet meer uitkomen, heeft zuurstof nodig, heeft veel pijn in zijn lichaam, zijn huidconditie verslechtert door het liggen en de incontinentie van urine. Bouchra vraagt zich af of zij en haar moeder hun vader de zorg kunnen geven die hij nodig heeft. Zij bespreekt met haar moeder en de huisarts wat de verschillende mogelijkheden van zorg zijn. De huisarts is van mening dat meneer El Amrani zou moeten worden opgenomen in een hospice, vanwege het toedienen
1 20
Praktijksituaties
Bouchra helpt bij de verzorging van haar vader
van pijnmedicatie en het gebruik van zuurstof. Mantelzorg alleen is niet meer voldoende. Omdat haar vader eerder heeft aangegeven het liefst thuis te willen sterven, wil Bouchra dit eerst met haar ouders en haar broer bespreken. Tenslotte moet iedereen zich in een besluit kunnen vinden. Meneer El Amrani vindt het moeilijk, maar ziet ook hoe zwaar de situatie voor zijn vrouw en dochter is. Uiteindelijk besluit de familie in overleg met de huisarts om thuiszorg aan te vragen. Na een indicatiestelling door een wijkverpleegkundige wordt thuiszorg toegewezen. Zo kan meneer El Amrani thuis blijven en wordt de druk op Bouchra en haar moeder verminderd. Zij komen zo ook toe aan hun eigen verdriet. Enkele dagen na dit besluit sterft meneer El Amrani, in zijn eigen huis, te midden van zijn vrouw en kinderen. Terugkijken Bouchra omschrijft de korte periode van het ziek zijn en het overlijden van haar vader als heel intensief. Toch heeft zij nooit spijt gehad van het besluit haar vader thuis te verzorgen samen met de thuiszorg. Zij is ook blij dat zij met haar vader en moeder het ziek zijn heeft kunnen bespreken. In de islamitische cultuur is het heel ongebruikelijk om over de naderende dood te praten. Ook over het afscheid en het begraven heeft het gezin met meneer El Amrani kunnen praten en afspraken kunnen maken. 1
Het verlenen van zorg is nodig om iemand te ondersteunen bij zijn zelfredzaamheid. Van welke zelfzorgtekorten is sprake in de praktijksituatie van meneer El Amrani?
2
Je hebt de zelfzorgtekorten van meneer El Amrani geĂŻnventariseerd. Vind jij dat er in de praktijksituatie van meneer El Amrani en zijn dochter Bouchra een goede verdeling is tussen mantelzorg en professionele zorg? Waarom vind je dat?
3
In deze praktijksituatie heb je met de zorgvrager meneer El Amrani te maken. Kun je de familie ook typeren als zorgvrager? Zo ja, beschrijf welke professionele zorg jij kunt bieden als verpleegkundige. Zo nee, motiveer je antwoord.
1 21
THEMA 1 Oriëntatie op het beroep
Iris werkt methodisch bij de verzorging van Suzanne Iris (22 jaar) is derdejaars verpleegkundige. Zij doet haar derde BPV in de verstandelijke gehandicaptenzorg, de Twee Bruggen. De Twee Bruggen werkt met cliëntentoewijzing. Dat betekent dat de cliënten verdeeld worden onder de aanwezige zorgverleners en de zorg van die cliënten de verantwoordelijkheid is van de toegewezen zorgverlener. De cliënten voor wie Iris verantwoordelijk is, zijn Thijmen (28 jaar) en Suzanne (35 jaar). Omdat Iris nog in opleiding is krijgt zij supervisie van Melanie, haar werkbegeleider. Suzanne is verstandelijk beperkt door een aangeboren hersenafwijking. Motorisch kent Suzanne geen beperkingen. Elke morgen nadat ze gewekt wordt door de nachtdienst gaat Suzanne zich zelfstandig verzorgen, komt naar het ontbijt en gaat vervolgens naar de dagbesteding. Bij Suzanne is sinds enkele maanden de ziekte diabetes mellitus type 1 gediagnosticeerd. Gisteravond klaagde Suzanne over misselijkheid. Omdat ze die dag wat gesnoept had, dacht de avonddienst dat Suzanne daarom misselijk was. De collega’s van de avonddienst hebben Suzanne geadviseerd om wat eerder naar bed te gaan, en dat heeft ze gedaan. Vandaag gaat de Twee Bruggen naar de Efteling. Thijmen gaat mee, maar Suzanne moet helaas thuis blijven. Ze is nog steeds niet lekker. Iris gaat daarom ook niet mee als begeleider met het uitstapje. Methodisch werken in de zorg voor Suzanne Suzanne zegt tegen Iris dat zij geen zin heeft om uit bed te komen. Ze klaagt over buikpijn, heeft geen trek in eten en ligt met rode wangen in haar bed. Het bed is nat. In de kamer is het warm en ruikt het niet fris. Iris vraagt zich af of Suzanne getranspireerd heeft of dat Suzanne vergeten is om naar het toilet te gaan. Iris heeft als leerdoelen zich verder te ontwikkelen in methodisch werken en verpleegkundig redeneren. Ze wil nagaan wat het probleem is, welke zorg Suzanne nodig heeft en op welke manier zij de zorg voor Suzanne het best kan uitvoeren. Iris overziet al snel dat het Suzanne vandaag niet lukt om zich zelfstandig te verzorgen en haar normale dagelijkse activiteiten te ondernemen. Zij kan vandaag gelukkig alle tijd besteden aan Suzanne. Voordat Iris begint met de verzorging van Suzanne, neemt ze eerst de temperatuur, pols en bloeddruk op. Daarna besluit ze Melanie in te lichten over de situatie en met haar het plan van aanpak te bespreken. Het plan gaat over de persoonlijke verzorging, het ontbijt en de vervolgstappen. Dit plan bespreekt ze natuurlijk ook met Suzanne. Iris wil Suzanne helpen met douchen. Wanneer de temperatuur, pols en bloeddruk acceptabele waarden hebben, gaat Iris kijken hoe ze Suzanne stevig en stabiel kan mobiliseren. Iris wil niet het risico lopen dat Suzanne valt, omdat zij onvast op haar benen
1 22
Praktijksituaties
Iris werkt methodisch bij de verzorging van Suzanne
staat. Afhankelijk van deze gegevens neemt Iris het besluit of zij Suzanne onder de douche of op bed zal verzorgen. Daarna kan Suzanne naar de huiskamer om eventueel iets te eten. Eten is van belang vanwege haar diabetes mellitus. Wanneer Suzanne in de huiskamer zit kan Iris haar kamer luchten en haar bed verzorgen. Wanneer het eten niet lukt vanwege de buikpijn en de misselijkheid zal Iris de bloedsuiker van Suzanne moeten bepalen en vervolgens contact op moeten nemen met de huisarts over de klachten van Suzanne, over het wel of niet geven van de insuline of de hoeveelheid van de te geven insuline. Wanneer alle gegevens over de situatie duidelijk zijn, is Iris van plan de ouders van Suzanne te bellen en hen te informeren over het feit dat ze niet is meegegaan naar de Efteling en over haar misselijkheid. 1
In de praktijksituatie van Iris en Suzanne is beschreven dat Iris methodisch te werk moet gaan. a Wat zijn de kenmerken van methodisch werken?
b
Pas al deze kenmerken toe op het werk van Iris bij de verzorging van Suzanne. Geef een voorbeeld van elk van deze kenmerken uit de praktijksituatie. 1
2
3
4
2
Iris heeft als leerdoelen om zich verder te ontwikkelen in methodisch werken en verpleegkundig redeneren. Omschrijf in je eigen woorden wat de leerdoelen van Iris inhouden.
1 23
THEMA 1 Oriëntatie op het beroep
De zelfredzaamheid van mevrouw Van Ardenne Mevrouw Van Ardenne Mevrouw Van Ardenne (78 jaar) woont, sinds haar man tien jaar geleden is overleden, alleen in een woning in de bossen. De winkels in het dorp verderop liggen op 15 minuten fietsafstand. De meest nabije buren wonen op ongeveer 250 meter afstand. Mevrouw Van Ardenne heeft twee kinderen: een dochter, Myrthe, die in Leiden woont en een zoon, Joost, die naar Nieuw-Zeeland is verhuisd. Met beide kinderen heeft zij goed contact. Haar dochter komt een keer in de twee weken langs. Mevrouw Van Ardenne vergeet de laatste tijd steeds meer. Ze heeft het zelf ook in de gaten. Ze weet bijvoorbeeld opeens de namen van bekenden die zij tegenkomt niet meer. Zij schaamt zich voor deze vergeetachtigheid en komt daarom nauwelijks haar huis meer uit. Ook naar de kerk gaat ze niet meer, terwijl ze het daar heel fijn vindt. Mevrouw Van Ardenne bespreekt met haar dochter haar zorgen over haar vergeetachtigheid en het feit dat ze geen zin meer heeft om naar buiten te gaan. Samen met haar dochter bekijkt ze de website van de Alzheimerstichting. Ze wil weten of deze aandoening op haar van toepassing is. Zij wil ook graag met haar dochter de huisarts bezoeken om haar zorgen te bespreken. Mantelzorg Myrthe maakte zich al langer zorgen over haar moeder en is blij dat haar moeder dit wil bespreken. Ze wist zelf niet goed hoe ze haar zorgen moest bespreken, en wilde haar moeder in geen geval betuttelen. Naast de vergeetachtigheid is het Myrthe opgevallen dat haar moeder is afgevallen en wat bleekjes is. Myrthe wil de huisarts vragen haar moeder te wegen en in de gaten te houden en misschien bloed voor onderzoek op te sturen. De huisarts neemt de zorgen van mevrouw Van Ardenne en Myrthe serieus. Zij luistert naar de zorgen, neemt het gewicht op en laat bloed afnemen om zich een beeld te vormen van de toestand van mevrouw Van Ardenne. De huisarts vraagt wie mantelzorg zou kunnen verlenen. Is er iemand in de buurt die mevrouw Van Ardenne mee naar buiten kan nemen, samen boodschappen kan doen en eventueel samen kan koken en eten? De huisarts spreekt af dat zij mevrouw Van Ardenne elke maand op het spreekuur wil zien om de vergeetachtigheid en de lichamelijke situatie in de gaten te houden. De huisarts stelt mevrouw Van Ardenne ook voor de geheugenpoli van het ziekenhuis in de naburige stad te bezoeken. Daar kan ze haar zorgen over de vergeetachtigheid ook bespreken en kunnen de zorgverleners diagnosticeren wat er met mevrouw aan de hand kan zijn. Myrthe stelt voor dat zij het aantal bezoekjes aan haar moeder verhoogt naar een keer per week. Bovendien kan haar zoon een keer per week met oma koken en eten. Een vriendin uit de kerk komt twee keer per week om met mevrouw Van Ardenne leuke dingen te ondernemen. Mevrouw Van Ardenne is opgelucht na het bezoek aan de huisarts en is blij dat ze haar zorgen heeft kunnen bespreken. Ze vindt de oplossingen goed. Ze is erg blij dat ze nog
1 24