WERKBOEK NIVEAU 4
Verpleegtechnische handelingen Deel A
Deze uitgave Verpleegtechnische handelingen maakt deel uit van de serie Traject V&V. De theorie van deze uitgave sluit volledig aan bij onderstaande werkproces uit het kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige. B1-K1-W5 Voert verpleegtechnische handelingen uit De leermiddelen uit de serie Traject V&V zijn bestemd voor de opleiding Verzorgende-IG (niveau 3) en de opleiding Mbo-Verpleegkundige (niveau 4). Door de thematische opbouw is Traject V&V geschikt voor alle onderwijsvormen en alle leerwegen, past daarnaast in verkorte trajecten en sluit aan bij elke leerstijl. De leerstof is opgebouwd uit: theorie, praktijksituaties en beroepsvaardigheden. Je kunt starten vanuit de theorie of vanuit een (gesimuleerde) praktijksituatie. Wat voor jou het beste werkt.
Verpleegtechnische handelingen Deel A WERKBOEK
De theorie bevat alle basiskennis en achtergrondinformatie bij het betreffende werkproces en bevat veel voorbeelden uit de beroepspraktijk. De verwerkingsopdrachten sluiten aan bij de leerstof in de theorieboeken. De praktijksituaties zijn realistische beschrijvingen van situaties uit de beroepspraktijk, inclusief opdrachten gekoppeld aan houdingsaspecten, vaardigheden en kenniselementen. De beroepsvaardigheden bevatten opdrachten voor het stapsgewijs aanleren van instrumenteel-technische en sociaal-agogische vaardigheden. Het complete aanbod van Traject V&V bestaat uit: - theorieboeken met een heldere en gestructureerde uitleg over de benodigde vakkennis, verduidelijkt met veel praktijkvoorbeelden; - werkboeken met verwerkingsopdrachten, toepassingsopdrachten en evaluatie- / reflectieopdrachten; - digitale omgeving met ondersteunend materiaal voor zowel student als docent. Wil je weten welke materialen er nog meer beschikbaar zijn bij Traject V&V? Kijk dan op: www.thiememeulenhoff.nl/trajectvenv
Auteurs: C.A. Abrahamse A.F.M. Meijssen P.A.M. Mocking Onder redactie van: C.A. Abrahamse M.H.A.J. Gloudemans
9 789006 910643
verpleegkundige
Rondleiding door dit werkboek Het werkboek is verdeeld in thema’s. Een thema in het werkboek sluit precies aan bij een thema in de theorie. Thema 1 Lichamelijke verzorging
1
Themaopening Je leest waar het thema over gaat en welke hoofdstukken en onderwerpen aan de orde komen.
Lichamelijke verzorging is een belangrijk onderdeel van je werk als verzorgende. In dit thema gaat het om de verzorging van de huid, de haren, de slijmvliezen en het gebit. Daarbij is het belangrijk dat je het een en ander weet over de bouw en functies van deze lichaamsdelen. De lichamelijke of hygiënische verzorging is een belangrijk onderdeel van het takenpakket van de verzorgende. In eerste instantie wordt de hygiënische verzorging in de eerste levensjaren van een kind volledig door de mantelzorg gedaan. Naarmate een kind ouder wordt, neemt zijn zelfstandigheid toe, totdat er sprake is van volledige zelfzorg. Soms gaat het mis met de zelfzorg en de mantelzorg. Vaak moet je als verzorgende de hygiënische verzorging dan geheel of gedeeltelijk overnemen. Je hebt hierbij ook de taak om de familie van de zorgvrager in te schakelen. De wens van de zorgvrager komt hierbij altijd op de eerste plaats en daarna die van de familie. Daarnaast zijn er mensen die onvoldoende lichaamsbeweging krijgen om verschillende redenen. Door onvoldoende lichaamsbeweging kunnen allerlei complicaties ontstaan. Ook hier ligt een belangrijke taak voor jou als verzorgende om te weten hoe je bij bepaalde complicaties het beste kunt handelen. Dit thema bevat verwerkingsopdrachten, praktijksituaties, vaardigheden, themaopdrachten, studiehulp, evaluatie en reflectie over de volgende onderwerpen. Hoofdstuk 1: Bouw en functie van huid, slijmvliezen en gebit • huid • slijmvliezen • gebit Hoofdstuk 2: Hygiënische verzorging • doel van de hygiënische verzorging • hygiënische verzorging van de volwassene • de plaats voor hulp • hygiënische verzorging van de baby en het kind Hoofdstuk 3: Complicaties door onvoldoende lichaamsbeweging • decubitus • contracturen • osteoporose • trombose • longontsteking • obstipatie • smetten • blaasontsteking
Verwerking Verwerkingsopdrachten
1 Bouw en functie van huid, slijmvliezen en gebit 1
1
In de theorie staat dat de huid verschillende functies heeft. Een droge, schrale huid gaat eerder stuk, waardoor de huid niet optimaal functioneert. Welke functie van de huid is hier aangetast? a beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf b lichaamstemperatuur regelen c stoffen uitscheiden d vet opslaan in het onderhuids bindweefsel
2
De huid bestaat uit drie lagen. Hieronder staan zes kenmerken. Vul in de tweede kolom in bij welke huidlaag het kenmerk hoort. Kies uit: opperhuid, lederhuid en onderhuids bindweefsel.
1 10
Het vet in deze laag zorgt voor warmte-isolatie. Er zitten geen bloedvaten in deze laag.
In dit werkboek staan verschillende soorten opdrachten. Deze helpen je om je de benodigde vakkennis en beroepsvaardigheden eigen te maken.
In deze laag zitten zweetklieren. In deze laag zitten pigmentkorrels. Deze laag is dikker op de billen, bovenbenen en bovenarmen. Deze laag bestaat uit de hoornlaag en de kiemlaag.
3
Verwerking Verwerkingsopdrachten helpen je de theorie te leren en te begrijpen. Ze zijn geordend per hoofdstuk.
De huid vertelt veel over iemand. a Beschrijf wat je aan jouw huid kunt aflezen.
1 11
Toepassing Praktijksituaties hiermee pas je de theorie toe in realistische praktijkbeschrijvingen. Vaardigheden om de benodigde beroepsvaardigheden aan te leren. Themaopdrachten grotere opdrachten waarmee je met de kennis en vaardigheden aan de slag gaat. Je werkt dan ook aan belangrijke algemene vaardigheden als samenwerken, informatie zoeken, presenteren, kritisch denken, plannen en problemen oplossen.
Toepassing Praktijksituaties Het gedrag van Jolanda maakt Chaimaa onzeker tijdens de lichamelijke verzorging Chaimaa Chaimaa is tweedejaarsstudent verzorgende IG. In het eerste leerjaar deed ze BPV in een zorgcentrum. Die BPV werd ruim voldoende beoordeeld. Chaimaa werkt nu een week bij de stichting Adamant. Mensen met een beperking hebben daar een zelfstandige woning in een normale woonwijk. Er is een dienstencentrum van waaruit hulp verleend wordt. Elke woning heeft een communicatielijn met dat centrum. Als een bewoner hulp nodig heeft, belt hij naar het dienstencentrum. In haar eerste week heeft Chaimaa kennisgemaakt met alle bewoners en geholpen bij de hygiënische verzorging. Overleg met Hanneke en Chaimaa Begeleidster Hanneke geeft uitleg over hoe de gegevens van zorgvragers vastgelegd worden in een elektronisch zorgdossier. Sommige bewoners vinden het fijn dat er een uitgebreid zorgplan van hen is. Anderen willen geen of nauwelijks informatie in het dossier. De bewoner bepaalt zelf hoe en wanneer hij verzorgd wordt. Hij is zelf actief in het vragen van hulp. ‘Als iemand besluit om een dag niet gewassen te worden, dan respecteren we dat’, vertelt Hanneke. Chaimaa leest het zorgdossier van Jolanda Dan gaat de telefoon. Hanneke neemt op: ‘Komt in orde, Jolanda. Is het goed dat Chaimaa komt? Ja, dat is dat nieuwe meisje dat vorige week begonnen is. Ik zal zeggen dat ze even moet nalezen hoe moeilijk jij bent, ha ha ha!’ Hanneke legt de telefoon neer en vraagt aan Chaimaa: ‘Durf jij het aan om Jolanda zelfstandig te wassen? Je moet wel eerst even in haar dossier kijken. Niet dat het al compleet is, hoor. Jolanda heeft zelf haar persoonsbeschrijving ingetypt, daar stond ze op. Wat er met de rest van het zorgplan moet gebeuren, daar wil ze nog over denken.’ Chaimaa loopt naar de computer en leest het zorgplan van Jolanda. Dan pakt Chaimaa haar jas en gaat.
1 19
THEMA 1 Lichamelijke verzorging
Evaluatie Studiehulp
1 Bouw en functie van huid, slijmvliezen en gebit 1
Stelling 1 De huid is een van de zintuigorganen. 2 Vitamine C wordt in de huid gevormd onder invloed van zonlicht. 3 Bij een verminderde doorbloeding is de huid rood. 4 De huid is overal even dik. 5 Pigmentkorrels bevinden zich in de opperhuid. 6 De buitenste laag van de lederhuid is de hoornlaag. 7 De talgkliertjes bevinden zich in de lederhuid. 8 Het onderhuids bindweefsel bestaat grotendeels uit vet. 9 De lengtegroei van de nagels vindt plaats vanuit het nagelbed. 10 Een volledig gebit van een volwassene bestaat uit 28 tanden en kiezen. 11 Het tandbeen wordt in zijn geheel bedekt door tandglazuur.
Juist Onjuist
◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯
◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯
Hoeveel vragen heb je goed beantwoord?
1 Hygiënische verzorging 2
Stelling Juist Onjuist 1 De hygiënische verzorging heeft meestal alleen invloed op het lichamelijk ◯ ◯ functioneren. 2 Een zorgvrager was je met lekker warm water. ◯ ◯ 3 Smetten is een huidirritatie die kan ontstaan doordat de huidplooien niet ◯ ◯ goed droog gemaakt worden. 4 In fase 2 van smetten is de huid kapot. ◯ ◯ 5 In fase 3 van smetten breng je zinkoxide FNA op de huid aan. ◯ ◯ 6 Neten zijn eitjes van de hoofdluis. ◯ ◯ 7 Bij aanwezigheid van luizen en neten is het gebruik van een ◯ ◯ bestrijdingsmiddel altijd aan te raden. 8 Als iemand hoofdluizen heeft, is dat een teken van een slechte hygiëne. ◯ ◯ 9 Wanneer je iemand scheert met een elektrisch scheerapparaat met een ◯ ◯ scheerblad, moet je op-en-neergaande bewegingen maken. 10 Een fysiologische zoutoplossing kun je gebruiken om de ogen te reinigen. ◯ ◯ 11 Stomatitis is een ontsteking van het oogslijmvlies. ◯ ◯ 12 De teennagels worden in het algemeen recht afgeknipt. ◯ ◯ 13 De vulva was je van schaamheuvel richting anus. ◯ ◯ 14 Zeep is een goed reinigingsmiddel voor de vulva. ◯ ◯ 15 Wanneer je als verzorgende een vrouw moet wassen die menstrueert, kun je ◯ ◯ het best handschoenen dragen.
1 76
Evaluatie Studiehulp een zelftoets waarmee je controleert of je de theorie kent. Antwoorden zijn op te vragen bij je docent. Evaluatie evalueren en reflecteren zijn belangrijke vaardigheden voor jouw toekomstige beroep: zet na elk thema op een rij wat je goed beheerst en wat je actiepunten zijn.
THEMA 5 Zorg voor de bedden
Vaardigheden Een vaardigheid heeft een vaste opbouw: Oefenen Toepassen Transfer Oriënteren
Vaardigheden Bed opmaken, zonder dat de zorgvrager in bed ligt Oriënteren
1
1 2
Bestudeer de theorie over het opmaken van het bed zonder zorgvrager. Bestudeer de beschrijving van deze vaardigheid. Voorbereiding 1 Vertel de zorgvrager wat er gaat gebeuren. 2 Leg of zet de volgende benodigdheden klaar: - niet-steriele handschoenen, een overschort en een wasmand. Voor een bed in de thuissituatie: - hoeslaken; - dekbedovertrek; - kussenslopen. Voor een hoog-laagbed: - boven- en onderlaken; - steeklaken; - deken; - kussenslopen. 3 Creëer voldoende werkruimte rondom het bed. 4 Zet het bed op werkhoogte. 5 Plaats een of twee stoelen aan het voeteneinde van het bed. 6 Verwijder hand- en polssieraden en was of desinfecteer je handen.
Observatielijsten
Observatielijsten Bij de meeste vaardigheden horen observatielijsten. Die vind je direct achter in dit werkboek. De observatielijsten zijn geordend per thema. Bovenaan staat bij welke vaardigheid de observatielijst hoort. Een observatielijst kun je gemakkelijk uit je werkboek halen. Zo kun je ze in de klas of in je BPV laten invullen.
Thema 1 Lichamelijke verzorging
277
Zorgvrager wassen op bed 277 Zorgvrager wassen op bed met wasdoekjes 281 Zorgvrager wassen aan de wastafel, onder de douche of in bad 285 Haren wassen op bed 289 Zorgvrager die zich op bed bevindt, scheren met een elektrisch scheerapparaat 291 Zorgvrager die zich op bed bevindt, scheren met scheermes en scheerzeep 293 Tandenpoetsen van een zorgvrager die zich op bed bevindt 295 Gebitsprothese verzorgen van een zorgvrager die zich op bed bevindt 297 Mondholte reinigen van een zorgvrager die zich op bed bevindt 299 Therapeutische elastische kousen met een open teenstuk aantrekken 301 Therapeutische elastische kousen met een gesloten teenstuk aantrekken 303 Therapeutische elastische kousen uittrekken 305 Hygiënische verzorging van een baby 307
Thema 2 Hulp bieden bij de opname van voeding en vocht Hulp bieden aan een zorgvrager die zelf niet kan eten en drinken Flesvoeding geven 311
Thema 3 Hulp bieden bij de uitscheiding
Uitvoering 7 Trek bij kans op contact met uitscheidingsproducten en bloed handschoenen en/ of overschort aan. 8 Leg de kussens op de stoel(en). 9 Maak sprei en dekens los. 10 Let er tijdens het opmaken van het bed op dat je niet te veel met het beddengoed wappert in verband met hygiëne. 11 Zorg ervoor dat tijdens de werkzaamheden het vuile wasgoed zo min mogelijk in contact met het schone wasgoed komt in verband met hygiëne. 12 Vouw sprei en dekens afzonderlijk in drieën en leg ze over de stoel(en). Het beddengoed mag de vloer niet raken. 13 Doe het bovenlaken in drieën gevouwen in de wasmand. 14 Doe het steeklaken in de wasmand. 15 Leg een eventueel zeil ongevouwen over de stoel(en). 16 Doe het onderlaken in de wasmand. 17 Als je het molton niet verschoont, trek je het glad.
1 260
309
309
313
Hulp bij het gebruik van een po op bed 313 Hulp bij het gebruik van een urinaal op bed 317 Verwisselen van een incontinentiemat 319 Externe katheter of condoomkatheter verwisselen 321 Katheterzak verwisselen 325 Verzorgen van een blaaskatheter 327 Laxerende zetpil toedienen 329 Microklysma (microlax) of fosfaatklysma toedienen 331 Hulp bieden bij het manueel verwijderen van ontlasting 333 Hulp bieden bij het opgeven van sputum 335 Hulp bieden bij braken 337 Hulp bieden bij het inbrengen van een tampon bij menstruatie
339
Thema 4 Hygiënisch en ergonomisch verantwoord werken
341
Handen wassen met (vloeibare) zeep 341 Handen desinfecteren met handalcohol 343 Aan- en uittrekken van steriele handschoenen 345 Creëren van een schoon of steriel werkveld 347
1 275
Iconen helpen je op weg In de kantlijn staan icoontjes. Die geven aan wat je in de opdracht kunt verwachten.
1 1 1 1 1 1
geeft aan dat je een deel van de theorie (nog een keer) leest om de vraag te kunnen beantwoorden. bij deze opdracht werk je samen met anderen. bij deze opdracht heb je een computer met internet nodig om informatie op te zoeken. bij deze opdracht werk je aan je schrijfvaardigheden, bijvoorbeeld met het schrijven van een uitgebreid antwoord, verslag of rapport. bij deze opdracht laat je de uitkomsten zien in een mondelinge presentatie. geeft aan dat het gaat om een creatieve opdracht.
Werken met dit werkboek Vind je het prettig om eerst de theorie te lezen en dan te kijken of je het weet en begrepen hebt? Lees dan eerst de theorie en maak daarna de verwerkingsvragen. Ben je meer iemand die het liefst de theorie doorneemt aan de hand van vragen? Start dan met de verwerkingsvragen en leg je theorieboek ernaast. Werk je het liefst vanuit de praktijk? Begin dan met een praktijksituatie of een themaopdracht en kijk of je de vragen kunt beantwoorden met de informatie uit de theorie.
Inhoudsopgave Thema 1 Voorbehouden handelingen
9
Verwerking 10 Verwerkingsopdrachten 10 Hoofdstuk 1 Voorbehouden handelingen
10
Toepassing 14 Praktijksituaties 14 Inge is geïnteresseerd in de Wet BIG 14 Meneer Couthino wordt na een ongeval op de afdeling neurologie opgenomen Themaopdrachten 19 Evaluatie 20 Studiehulp 20 Hoofdstuk 1 Voorbehouden handelingen Evaluatie en reflectie 21
20
Thema 2 Medicijnen 1 23 Verwerking 24 Verwerkingsopdrachten 24 Hoofdstuk 2 Medicijnen 24 Hoofdstuk 3 Toedienen van medicijnen
28
Toepassing 34 Praktijksituaties 34 Meneer Abaisa is benauwd 34 Mevrouw Schouten weigert medicijnen 38 Kaylee maakt een fout bij het uitdelen van de medicatie 42 Vaardigheden 45 Toedienen van medicijnen – oraal 45 Toedienen van medicijnen – via het slijmvlies van de mond 48 Toedienen van medicijnen – rectaal m.u.v laxeermiddelen 52 Toedienen van medicijnen door middel van huidzalf 55 Toedienen van medicijnen via een transdermale pleister 58 Toedienen van medicijnen via het oog 61 Toedienen van medicijnen via de neus 65 Toedienen van medicijnen via het oor 69 Toedienen van medicijnen – vaginaal 73 Toedienen van medicijnen per inhalatie 76 Toedienen van medicijnen door middel van vernevelen 79 Themaopdrachten 83
17
Evaluatie 85 Studiehulp 85 Hoofdstuk 2 Medicijnen 85 Hoofdstuk 3 Toedienen van medicijnen Evaluatie en reflectie 87
85
Thema 3 Medicijnen 2 89 Verwerking 90 Verwerkingsopdrachten 90 Hoofdstuk 4 Medicijnen toedienen per injectie 90 Hoofdstuk 5 Vloeistoffen toedienen via een infuus 94 Hoofdstuk 6 Bijzondere infusen 97 Hoofdstuk 7 Verpleegkundig rekenen 100 Toepassing 110 Praktijksituaties 110 Cees Dijkstra gaat naar huis 110 Meneer Everon, keer twee … 113 Tiffany durft niet te prikken 116 Vaardigheden 119 Opzuigen van een injectievloeistof uit een ampul, uit een flesje met rubberdop of uit een miniplasco 119 Klaarmaken van een injectievloeistof bij gebruik van een oplosvloeistof 123 Toedienen van een subcutane injectie met een kant-en-klare spuit 127 Toedienen van een subcutane injectie met behulp van spuit en naald 130 Toedienen van insuline met een voorgevulde insulinepen voor meervoudig gebruik 134 Toedienen van een intramusculaire injectie 138 Continu subcutaan toedienen van medicijnen 142 Zorgvrager met infuus verzorgen 146 Verwisselen van infuusvloeistof 150 Verwijderen van een infuus 154 Inbrengen van een perifeer infuus 157 Assisteren bij het intraveneus toedienen van medicatie 162 Toedienen van medicatie per infuussysteem 166 Klaarmaken en bedienen van een perfusorpomp 169 Toedienen van packed cells 173 Themaopdrachten 178 Evaluatie 180 Studiehulp 180 Hoofdstuk 4 Medicijnen toedienen per injectie 180 Hoofdstuk 5 Vloeistoffen toedienen via een infuus 180 Hoofdstuk 6 Bijzondere infusen 181 Evaluatie en reflectie 182
Thema 4 Wondverzorging en zwachtelen
184
Verwerking 186 Verwerkingsopdrachten 186 Hoofdstuk 8 Wat is een wond? 186 Hoofdstuk 9 Wondgenezing 189 Hoofdstuk 10 Verzorgen van wonden 191 Hoofdstuk 11 Verbandmiddelen en verzorgingsproducten Hoofdstuk 12 Decubitus 196 Hoofdstuk 13 Wonden met hechtingen 199 Hoofdstuk 14 Wonden met drains 202 Hoofdstuk 15 Zwachtelen 205
194
Toepassing 208 Praktijksituaties 208 De wond van mevrouw Kloosterboer wordt schoongemaakt 208 Meneer Barida krijgt met spoed een drain 212 Meneer Van Zanden heeft een operatiewond en een decubituswond 215 Vaardigheden 218 Verzorgen van een wond 218 Spoelen van een wond 223 Zwachtelen van een lichaamsdeel 227 Verzorgen van wonden met VACŽ-therapie 231 Toepassen van ambulante compressietherapie met korterekzwachtels 235 Zwachtelen van een stomp 238 Verwijderen van hechtingen en staples (nietjes) 242 Verzorgen van wonden met drain 246 Verwijderen van wonddrains 249 Themaopdrachten 253 Evaluatie 254 Studiehulp 254 Hoofdstuk 8 Wat is een wond? 254 Hoofdstuk 9 Wondgenezing 254 Hoofdstuk 10 Verzorgen van wonden 255 Hoofdstuk 11 Verbandmiddelen en verzorgingsproducten Hoofdstuk 12 Decubitus 255 Hoofdstuk 13 Wonden met hechtingen 256 Hoofdstuk 14 Wonden met drains 256 Hoofdstuk 15 Zwachtelen 257 Evaluatie en reectie 258
Observatielijsten
260
Thema 5 tot en met 9 vind je in deel B.
255
Thema 1 Voorbehouden handelingen
1
In dit thema wordt uitgelegd wat de Wet BIG inhoudt. Er wordt vooral aandacht besteed aan die wetsartikelen die van belang zijn voor een verpleegkundige. Je leert wat voorbehouden handelingen zijn en aan welke voorwaarden je moet voldoen om een voorbehouden handeling te mogen uitvoeren. In het laatste deel wordt de aansprakelijkheid behandeld en krijg je uitleg over de strafbepaling als er grove fouten gemaakt worden. Dit thema bevat verwerkingsopdrachten, praktijksituaties, themaopdrachten, studiehulp, evaluatie en reflectie over de volgende onderwerpen. Hoofdstuk 1: Voorbehouden handelingen • kwaliteit van zorg • Wet BIG • voorbehouden handelingen • bevoegd en bekwaam • uitvoeren voorbehouden handeling • titelbescherming, registratie en herregistratie • aansprakelijkheid • studenten en voorbehouden handelingen • mantelzorgers en voorbehouden handelingen • noodsituaties
1 9
THEMA 1 Voorbehouden handelingen
Verwerking Verwerkingsopdrachten
1 Voorbehouden handelingen 1
1
In je a b c d e f g h
2
de theorie staat dat de Wet BIG regelingen bevat die direct te maken hebben met beroep als verpleegkundige. Omcirkel de juiste beweringen. De afkorting BIG betekent Beroepsuitoefening Individuele Gezondheidszorg. De Wet BIG beschermt de zorgvrager tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen. De Wet BIG heeft invloed op de kwaliteit van zorg, omdat er regels in staan over het uitvoeren van bepaalde risicovolle handelingen. In de Wet BIG staat precies wanneer iemand bekwaam is om een voorbehouden handeling te verrichten. Verpleegkundigen die bekwaam zijn mogen bepaalde voorbehouden handelingen verrichten. Verpleegkundigen en mantelzorgers vallen allebei onder de Wet BIG Voorbehouden handelingen brengen een risico met zich mee voor de zorgvrager als ze niet deskundig worden uitgevoerd. Volgens de Wet BIG is ‘zorg’ het beschermen of herstellen van iemands gezondheid.
Lees de volgende situatieschets.
Ilona en Mehmet doen hun BPV op een somatische afdeling van een verpleeghuis. Vanmiddag wordt mevrouw Dijkstra uit het ziekenhuis opgenomen op de afdeling. Zij krijgt voeding per sonde.
In de tabel hierna staat in de eerste kolom wat Mehmet en Ilona over het geven van sondevoeding zeggen. Zet in de tweede kolom een korte toelichting wat jij hiervan vindt.
1 10
Verwerkingsopdrachten
Mening
1 Voorbehouden handelingen
Toelichting
Mehmet zegt: ‘Het geven van sondevoeding is een voorbehouden handeling.’
Ilona zegt: ‘Alle verpleegkundigen en verzorgenden mogen sondevoeding toedienen.’
3
Lees de volgende situatieschets.
Jara doet haar BPV in een instelling voor mensen met een lichamelijke beperking. De eerste dag heeft ze een gesprek met haar begeleider. Deze vertelt haar dat ze de kans krijgt om verschillende voorbehouden handelingen aan te leren, waarbij hij opmerkt: ‘Eén ding mag je absoluut niet en dat is het inbrengen van een katheter bij een man. Dat is volgens de Wet BIG verboden.’
Wat vind je van deze uitspraak? Motiveer je antwoord.
4
Ga in een zorginstelling op zoek naar een protocol voor een voorbehouden handeling en bekijk het protocol kritisch met behulp van de volgende vragen. a Dekt het protocol de verplichting tot het door de opdrachtgever verstrekken van aanwijzingen volgens de Wet BIG?
b
Hoe hanteren de verpleegkundigen het protocol?
c
Is het een voorbehouden handeling die verpleegkundigen op alle afdelingen van de zorginstelling mogen uitvoeren? Zo niet, waarom niet?
1 11
THEMA 1 Voorbehouden handelingen
5
6
In de theorie komt de Wet BIG aan bod en er staat ook een figuur met een overzicht van voorbehouden handelingen. a In welk artikel en lid van de Wet BIG staat dat verloskundigen heelkundige handelingen mogen verrichten?
b
Om welke heelkundige handeling gaat het in dit verband?
c
Zoek een voorbehouden handeling op waar de tandarts ‘bij wet’ voor is uitgesloten.
d
In welk artikel en welk lid staat de informatie hierover?
Lees de volgende situatieschets.
Je krijgt van een arts de opdracht om een voorbehouden handeling uit te voeren waarvoor jij jezelf niet bekwaam acht. Er is op je afdeling niemand aanwezig die wel bekwaam is.
Wat kun je nu doen? Omcirkel de juiste antwoorden. a Je vraagt of de arts even wil wachten, zodat je op zoek kunt gaan naar een deskundige op een andere afdeling. b Je voert de handeling zelf uit. c Je weet dat er over vier uur een collega komt die wel bekwaam is en wacht met het uitvoeren. d Je zegt tegen de arts dat je niet bekwaam bent en dat er geen deskundige aanwezig is. 7
Lees de volgende situatieschets.
Je werkt als verpleegkundige bij mevrouw Janssen. Zij heeft drie weken in het ziekenhuis gelegen vanwege een operatie aan de rug. De ingreep heeft niet het gewenste resultaat gehad. Integendeel, ze heeft nu verlammingsverschijnselen aan het linkerbeen. Mevrouw Janssen wil een klacht indienen, omdat er volgens haar fouten zijn gemaakt. Ze vraagt jou hoe ze dit aan moet pakken.
1 12
Verwerkingsopdrachten
1 Voorbehouden handelingen
Wat doe je? Omcirkel het juiste antwoord. a Je adviseert haar een advocaat in de arm te nemen die voor haar een klacht bij het ziekenhuis kan indienen. b Je adviseert haar om eerst de huisarts te raadplegen, zodat die kan vaststellen waar de verlammingsverschijnselen vandaan komen. c Je helpt haar met het op papier zetten van haar klacht, omdat je meer kennis hebt over de medische wereld dan zij. d Je verwijst haar naar de website van het medisch tuchtcollege waar ze alle informatie kan vinden die ze nodig heeft om een klacht in te dienen. 8
In de theorie wordt ingegaan op je registratie als verpleegkundige. Vul de ontbrekende woorden in. Verpleegkundige is een
titel. Dit betekent dat niet iedereen
zich verpleegkundige mag noemen. Om de titel te mogen voeren, moet je je via . Je kunt je inschrijven als je
internet inschrijven in
voldoet aan een aantal eisen. De belangrijkste eis is dat . De registratie geldt voor
jaar. Daarna moet je jezelf opnieuw en je
registreren. Bij herregistratie moet je aantonen dat je
zich nog op het juiste niveau bevinden. Dit kun je aantonen door 9
of
.
In de theorie staat als je schade toebrengt aan een zorgvrager je daarvoor aansprakelijk kunt worden gesteld. Hierna staan een aantal omschrijvingen. Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: arbeidsrecht, burgerlijk recht, klachtrecht en strafrecht. •
Als een zorgvrager bij de politie aangifte doet van een fout, dan valt dit onder het
•
Het
. richt zich op de verhouding tussen de werkgever en
de werknemer. •
Het
gaat over de rechtsverhouding tussen de
verpleegkundige en de zorgvrager. •
Volgens het
moet iedere instelling een klachtencommissie
hebben waar een zorgvrager een klacht kan indienen.
1 13
THEMA 1 Voorbehouden handelingen
Toepassing Praktijksituaties Inge is geïnteresseerd in de Wet BIG Inge en Dirk Inge is 19 jaar en volgt de opleiding tot verpleegkundige. Ze zit nu in het tweede leerjaar. Binnenkort gaat ze haar BPV doen in een instelling voor mensen met een meervoudige handicap. Ze heeft vandaag haar kennismakingsgesprek met Dirk. Hij is hoofd verzorging van de instelling. Dirk heeft jarenlang als verpleegkundige in een algemeen ziekenhuis gewerkt. Vier jaar geleden is hij overgestapt naar zijn huidige functie. Als hoofd verzorging is hij nog regelmatig met praktische zorg bezig en dat vindt hij mooi. Hij wordt meestal gevraagd om hulp als het gaat om voorbehouden handelingen. Voor veel van de handelingen is hij bekwaam en dus bevoegd. Daarnaast is het natuurlijk handig dat hij beschikt over de ‘functionele zelfstandigheid’. Voorbehouden handelingen Voor Inge staan voorbehouden handelingen in de toekomst nog op het programma. Door de interesse die Inge toont in voorbehouden handelingen komt het gesprek met Dirk op dit onderwerp. Dirk zegt dat vaak wordt onderschat hoeveel voorbehouden handelingen er in zijn instelling voorkomen. Inge is nieuwsgierig wat er in de instelling gebeurt. Dirk zegt dat de Wet BIG nogal wat consequenties heeft en dat het een belangrijk deel is van zijn baan. Het gesprek verloopt als volgt: Inge: ‘Wat doe je allemaal?’ Dirk: ‘Het is belangrijk dat we een goed beleid voeren rondom de voorbehouden handelingen, omdat we nogal wat BPV’ers krijgen en het verloop onder de gediplomeerden vrij groot is. We verzorgen hier interne scholing. De gediplomeerden moeten vaardigheden aanleren en op peil houden. Ook BPV’ers volgen vaardigheidstrainingen in ons skillslab. Daarnaast houden we onze protocollen actueel. Dat is nodig als er bijvoorbeeld nieuw materiaal op de markt komt.’ Wat voor handelingen kom je tegen? Inge: ‘Wat voor handelingen kom je tegen?’ Dirk: ‘Van alles, maar ik zal een voorbeeld geven. Er is een aantal bewoners dat sondevoeding krijgt. Twee ervan krijgen de voeding via een PEG-katheter. Dat is een slangetje dat via een opening in de buikwand in de maag ligt en waardoor voeding gegeven kan worden. Een dergelijk PEG-katheter kan er wel eens uit gaan of moet verwisseld worden.’
1 14
Praktijksituaties
Inge is geïnteresseerd in de Wet BIG
Inge: ‘Wordt dat niet in het ziekenhuis gedaan?’ Dirk: Nee, je moet de bewoners zo min mogelijk in het ziekenhuis laten komen, daar weten ze er toch geen raad mee. Ik breng meestal zelf zo’n katheter weer in.’ Inge: ‘We hebben het op de opleiding al een paar keer over de Wet BIG gehad en toen heb ik begrepen dat dit niet zomaar mag.’ Dirk: ‘Ja, dat weet ik wel, maar wat moeten we dan doen? Ik heb laatst nog contact gehad met de huisarts die hier in de instelling komt. Die zei dat ik zo’n katheter veel beter in kan brengen dan hij.’ Inge: ‘Ja, dat neem ik meteen aan, maar er moet toch wel wat geregeld zijn?’ Dirk: ‘Ik leg je nog wel eens uit hoe dat precies zit.’ Inge: ‘Moeten jullie veel voorbehouden handelingen doen?’ Dirk: ‘Wat is veel? Ik had het net over die PEG-katheter. Daar hoort natuurlijk ook het geven van sondevoeding bij. Maar we hebben ook bewoners met een blaaskatheter. Dus het inbrengen van een blaaskatheter, het spoelen van de blaas, injecties geven, noem maar op. Er moeten nogal wat dingen gedaan worden.’ Inge: ‘Wat voor gediplomeerden werken er eigenlijk bij jullie? Zijn dat allemaal verpleegkundigen en SPW’ers of hebben jullie ook verzorgenden?’ Dirk: ‘Vroeger waren het bijna allemaal Z-verpleegkundigen. De laatste jaren komen er steeds meer SPW’ers. Vorig jaar hebben we voor het eerst twee verzorgenden aangenomen.’ Inge: ‘Dus bij het invoeren van de wet moet je ook nog rekening houden met die verschillende werknemers?’ Dirk: ‘Ja, dat klopt. Maar ik stel voor dat we ons nu eerst gaan richten op je doelstellingen voor deze BPV-periode.’ 1
Dirk is voor veel vaardigheden bekwaam en dus bevoegd. Lijkt jou dat logisch? Licht je antwoord toe.
2
a
De functionele zelfstandigheid van Dirk is handig. Waarom?
b
Is er kans dat Inge op het eind van haar opleiding ook in het bezit is van deze functionele zelfstandigheid? Licht je antwoord toe.
3
Dirk legt uit dat hij het inbrengen van de PEG-katheter zelf doet. Leg aan de hand van de volgende begrippen uit wat je hiervan vindt: • bekwaam; • bevoegd; • voorbehouden handeling; • risicovolle handeling.
1 15
THEMA 1 Voorbehouden handelingen
4
Dirk is bekwaam voor het inbrengen van een PEG-katheter. Kan de huisarts, die in de praktijksituatie genoemd wordt, Dirk een opdracht geven voor het inbrengen van een PEG-katheter? Motiveer je antwoord.
5
Inge vraagt: ‘Moeten jullie veel voorbehouden handelingen doen?’ Dirk geeft een opsomming van de handelingen. Wat vind je van deze opsomming? Motiveer je antwoord.
6
Dirk vertelt dat er veel aan interne scholing gedaan wordt. Mag Inge deze scholing volgen (bijvoorbeeld injecteren) en het geleerde dan in de praktijk uitvoeren? Licht je antwoord toe.
1 16
Praktijksituaties
Meneer Couthino wordt na een ongeval op de afdeling neurologie opgenomen
Meneer Couthino wordt na een ongeval op de afdeling neurologie opgenomen Meneer Couthino is 35 jaar. Op zijn werk voelde hij zich helemaal niet lekker en zei tegen zijn collega's dat hij naar huis ging. Hij stapte in zijn auto om naar huis te rijden. Op een provinciale weg is hij uit de bocht gevlogen en in een sloot terecht gekomen. Meneer Couthino herinnert zich niets van het ongeval. Via de spoedeisende hulp is hij op de afdeling neurologie terecht gekomen. Verpleegkundige Janine Enkele uren na zijn opname krijgt meneer een soort epileptische aanval. De neuroloog wordt geconsulteerd en deze geeft telefonisch opdracht om meteen10 milligram diazepam intraveneus toe te dienen. Op de spoedeisende hulp is bij meneer een infuus ingebracht. Janine is gediplomeerd verpleegkundige en werkt al jarenlang op de afdeling neurologie. Janine maakt de injectie klaar en dient de diazepam via de infuusnaald toe. Na de injectie heeft meneer Couthino enkele uren geslapen. De rest van de dag voelt meneer zich niet erg fit. Hij heeft flinke hoofdpijn en is wat duizelig. De neuroloog is nog even wezen kijken bij meneer Couthino. Janine heeft hem toen meteen gevraagd of hij de telefonische opdracht nog in het dossier vast wil leggen. Infuus verwisselen Lotte en Cary hebben nachtdienst. Lotte is gediplomeerd verpleegkundige en Cary is tweedejaars leerling-verpleegkundige. Voordat Cary met deze BPV startte, heeft ze op de opleiding het vak verpleegtechnische handelingen gevolgd. Naast theorie is er veel geoefend in het vaardighedenlokaal. De vaardighedentoets heeft ze met succes afgerond. Als ze ’s nachts op de kamer bij meneer Couthino komt, ziet ze dat de infuuszak zo goed als leeg is. Er ligt een nieuwe zak klaar op het nachtkastje. Op de afdeling heeft ze nog nooit een infuuszak verwisseld. Tijdens een vorige BPV heeft ze wel vaak gezien hoe dit gedaan werd. In het praktijklokaal heeft ze het zelf vaak gedaan en vond ze het eigenlijk een eenvoudige handeling. Cary desinfecteert haar handen, verwisselt de zak en noteert dit op de lijst die op het nachtkastje ligt. In de loop van de nacht belt meneer Couthino en zegt dat hij voelt dat hij een volle blaas heeft, maar niet kan plassen. Hij vertelt dat hij overdag eigenlijk nog helemaal niet geplast heeft. Lotte en Cary laten hem naast bed staan en ondersteunen hem om het plassen te vergemakkelijken. Het lukt echter niet. Tegen de ochtend kan meneer Couthino het niet meer houden van de pijn. Lotte belt de dienstdoende arts. Ze doet haar verhaal. De arts reageert nors en vraagt Lotte: ‘Heb je zelf al bedacht wat je met een volle blaas kan doen?’ ‘Mijn idee zou zijn om hem te katheteriseren’, zegt Lotte. ‘Ja, dat is inderdaad de enige oplossing, daar had je eigenlijk niet over hoeven te bellen.’
1 17
THEMA 1 Voorbehouden handelingen
1
Welke voorbehouden handelingen kom je in deze praktijksituatie tegen? En welke risicovolle handelingen?
2
Waarom mag Janine de injectie diazepam geven ondanks dat de arts niet op de afdeling is?
3
Janine heeft de neuroloog gevraagd of hij de telefonische opdracht nog in het dossier vast wil leggen. a Waarom vraagt ze dat?
b
Wat zal er vastgelegd worden?
4
Wat vind je ervan dat Cary de lege infuuszak verwisselt voor een volle? Licht je antwoord duidelijk toe.
5
Vind jij het ook enigszins overbodig dat Lotte de dienstdoende arts belt voor iets waar ze eigenlijk zelf ook een oplossing voor heeft? Licht je antwoord toe.
1 18
Themaopdrachten
1 1
1
Je gaat samen met maximaal drie andere studenten een onderzoek doen naar voorbehouden en risicovolle handelingen die in zorginstellingen voorkomen. Onderzoek wat het beleid van de instelling is met betrekking tot het uitvoeren van deze handelingen door studenten. Het onderzoek worden in verschillende instellingen gedaan. Bij voorkeur in alle werkvelden. Werk het onderzoek zo uit dat het klassikaal gepresenteerd kan worden aan de jaargroep. a De volgende vragen maken deel uit van het onderzoek: • Welke voorbehouden handelingen komen er in de instelling voor? • Welke risicovolle handelingen komen in de instelling voor? • Wordt er verschillend omgegaan met de voorbehouden handelingen en de risicovolle handelingen? Licht het antwoord toe. • Vanaf welk leerjaar mogen studenten de handelingen verrichten? • Aan welke criteria moet een student voldoen om een handeling uit te mogen voeren? b Welke kritische kanttekeningen plaats de groep naar aanleiding van de presentatiegegevens?
c
1 1
2
Welke aanbevelingen zou de groep willen geven naar aanleiding van de onderzoekgegevens?
Je werkt als verzorgende bij mevrouw Van Koeper. Mevrouw heeft drie weken in het ziekenhuis gelegen vanwege een operatie aan haar rug. De ingreep heeft niet het gewenste resultaat gehad. Integendeel, mevrouw heeft nu verlammingsverschijnselen aan het linkerbeen. Ze wil een klacht indienen bij het medisch tuchtcollege, omdat er volgens haar fouten zijn gemaakt. Beschrijf nauwkeurig op welke manier mevrouw haar klacht kenbaar kan maken bij het tuchtcollege. Verzamel informatie via internet. Dit kun je doen door in een zoekmachine bijvoorbeeld ‘medisch tuchtcollege indienen klacht’ in te voeren.
1 19
THEMA 1 Voorbehouden handelingen
Evaluatie Studiehulp
1 Voorbehouden handelingen 1
Stelling 1 Een voorbehouden handeling is een handeling die alleen verpleegkundigen mogen uitvoeren. 2 Artsen, verloskundigen en tandartsen zijn zelfstandig bevoegd met betrekking tot het uitvoeren van alle voorbehouden handelingen. 3 Welke voorbehouden handelingen er door een verpleegkundige mogen worden uitgevoerd, wordt bepaald door de zorginstelling waar de verpleegkundige werkt. 4 De zorginstelling waar je werkt, kan de lijst van de dertien categorieën voorbehouden handelingen terugbrengen naar tien categorieën voorbehouden handelingen. 5 Als je een specifieke bekwaamheidsverklaring in je instelling behaald hebt, ben je verplicht een opdracht van een arts tot het uitvoeren van die desbetreffende handeling uit te voeren. 6 Heeft een arts de opdracht voor het uitvoeren van een voorbehouden handeling als zelfstandig bevoegde opdrachtgever volgens de juiste criteria gegeven, dan is de verpleegkundige verantwoordelijk voor wat ze doet. 7 Een arts die als schoonzoon van een zorgvrager jou een opdracht geeft voor het uitvoeren van een voorbehouden handeling, is een door de wet erkende zelfstandige bevoegdheid. Je kunt dus rustig zijn opdracht uitvoeren. 8 Als er met het eten geven van een zorgvrager iets misgaat, ben je niet aansprakelijk, het gaat immers niet om een voorbehouden handeling. 9 Studenten verpleegkunde mogen nooit voorbehouden handelingen uitvoeren. 10 Studenten verpleegkunde kunnen niet door de tuchtrechter aansprakelijk gesteld worden. 11 De praktische consequentie van doorhaling in het register voor de betrokken verpleegkundige is ontslag. Hoeveel vragen heb je goed beantwoord?
1 20
Juist Onjuist
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
◯
Evaluatie en reflectie Evalueer en reflecteer op alle leeractiviteiten die je voor dit thema hebt uitgevoerd. Bepaal ook wat je actiepunten zijn.
De theorie Ik heb de theorie van dit thema wel / deels / niet bestudeerd. De verwerkingsopdrachten bij de theorie heb ik wel / deels / niet gemaakt. Ik vind dat ik: • voldoende / onvoldoende kennis en inzicht in de theorie heb om hiermee in de praktijk aan de slag te gaan; • vragen van een docent, praktijkbegeleider, medestudent of zorgvrager over de belangrijkste onderwerpen van dit thema wel / niet goed kan beantwoorden. Daarom vind ik dat ik dit thema voldoende / onvoldoende beheers. Eventuele toelichting:
De praktijksituaties Ik heb de praktijksituaties gelezen en de opdrachten wel / deels / niet gemaakt. Daarom kan ik wel / niet een voorbeeld van een praktijksituatie over dit thema aan mijn docent, praktijkbegeleider of medestudent toelichten en uitleggen hoe ik daarmee om zou gaan. Eventuele toelichting:
1 21
THEMA 1 Voorbehouden handelingen
Conclusie Ik ken alle onderwerpen die aan bod zijn gekomen in dit thema wel / nog niet goed. Daarom kan ik wel / nog niet getoetst worden over dit thema. Dit zijn mijn actiepunten bij dit thema:
1 22
Thema 2 Medicijnen 1
1
In dit thema doe je basiskennis op over medicatie. Kennis over medicijngroepen en de gevolgen van medicijnen voor het menselijk lichaam zijn onmisbaar voor een verpleegkundige. Als je weet tot welke medicijngroep een medicijn behoort, kun je beredeneren welke werking en bijwerkingen je kunt verwachten. Je oefent het uitzetten van medicijnen. Je gaat kritisch kijken naar recepten en de eisen waar deze aan moeten voldoen voordat je medicijnen mag uitzetten en toedienen aan de zorgvragers. Bij alle handelingen die je gaat verrichten moet je steeds goed nadenken. Structuur in het denken en werken helpt daarbij. Na het toedienen van de medicijnen is het werk nog niet klaar. De werking van het medicijn moet natuurlijk wel inzichtelijk zijn. Eventuele bijwerkingen moet je inschatten op ernst en daar moet ja naar handelen. Dit thema bevat verwerkingsopdrachten, praktijksituaties, vaardigheden, themaopdrachten, studiehulp en reflectie over de volgende onderwerpen. Hoofdstuk 2: Medicijnen • recepten en voorschriften • de benaming van medicijnen • bewaren van geneesmiddelen • de verschillende werkingen van geneesmiddelen Hoofdstuk 3: Toedienen van medicijnen • algemeen • uitzetten • distribueren • toedienen • administratie • observatie en bijwerkingen • een fout, wat nu?
1 23