Verpleegkundige als beroepsbeoefenaar

Page 1

Omslag TM • Serie 5 verpleegkundige beroepsrollen • Arienne de Boer, studio Pietje Precies bno, Hilversum rugdikte: 11 mm • formaat 170 * 243 mm • fc

G.H. Hunink (red.)

De verpleegkundige als beroepsbeoefenaar is geschreven vanuit de beroepspraktijk en is geschikt voor de opleiding hbo-verpleegkunde. Ook als je als verpleegkundige al werkzaam bent in de praktijk is het boek waardevol bij de concrete uitvoering van deze belangrijke rol. Je leert hoe je jezelf en je vak verder kunt professionaliseren. Hierbij zijn een kritische houding, creatief nadenken en innovatie belangrijk. Het doel is dat zorgvragers de best mogelijke zorg ontvangen, nu en in de toekomst. Daarin speel jij, samen met de beroepsgroep, een cruciale rol. In deze grondig herziene uitgave zijn actuele ontwikkelingen en inzichten uit de verpleegkundige beroepspraktijk opgenomen. Er is meer aandacht besteed aan concretisering van de rol van beroepsbeoefenaar en aan het perspectief van de zorgvrager. Ook komen evidence-based practice en preventie bij de zorgverlening aan bod.

G.H. Hunink (red.) J.J. van der Bijl B.S. Cusveller R.H. van Linge D. Polhuis

De verpleegkundige als beroepsbeoefenaar

Verpleegkunde is een prachtvak. Afwisselend en boeiend werk met een grote verantwoordelijkheid. Mensen zijn letterlijk aan jouw zorgen toevertrouwd. Dat vraagt om de juiste competenties. Dit boek ondersteunt je bij de ontwikkeling van de competenties die je als hbo-verpleegkundige in de rol van beroepsbeoefenaar nodig hebt.

De verpleegkundige als beroepsbeoefenaar G. Hunink (red.)


De verpleegkundige als beroepsoefenaar Gert Hunink Bart Cusveller Jaap van der Bijl Roland van Linge Diana Polhuis

Verpl.als_beroepsoef.indd 3

22-08-11 12:47


Auteurs Gert Hunink (red.) Bart Cusveller Jaap van der Bijl Roland van Linge Diana Polhuis Redactie Singeling Tekstproducties, Amersfoort Omslag en foto Studio Pietje Precies, Hilversum

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Onderwijs Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice (088) 800 20 16 ISBN 978 90 069 5235 3 Tweede druk, eerste oplage, 2011 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2011

Ontwerp Studio Pietje Precies, Hilversum Vormgeving binnenwerk Spil Design, Baarn Fotografie ELF bureau voor beeldsearch, Geldermalsen Technisch tekenwerk Fidder & Löhr, Deventer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer ­informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de ­auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde manier heeft plaatsgevonden.

Verpl.als_beroepsoef.indd 4

22-08-11 12:47


V

Woord vooraf Het verpleegkundig beroep Verpleegkundigen zien zich voor de taak gesteld zich steeds te ontwikkelen. Zowel ­binnen als buiten de beroepsgroep worden zij geconfronteerd met vele veranderingen. Zo is de samenleving ingewikkelder geworden, onder andere door globalisering, multiculturaliteit, toename van levensverwachting, van welvaart en het aantal mensen met een chronische ziekte. Algemene normen en waarden, zoals autonomie en participatie, verschuiven. Technische ontwikkelingen lijken grenzeloos, communicatie en informatie via internet hebben invloed op alles wat er in de maatschappij gebeurt. De gezondheidszorg ontwikkelt zich in een duizelingwekkend tempo. Het aantal medischtechnische mogelijkheden blijft toenemen, wet- en regelgeving veranderen voortdurend en steeds meer zorg vindt extramuraal plaats. De verpleegkunde dient daarom, als een van de kerndisciplines in de gezondheidszorg, steeds een antwoord te geven op die ontwikkelingen. En dat doet ze. Daarin speelt de beroepsvereniging V&VN onder andere een belangrijke rol. In 1999 verscheen het Beroepsprofiel van de verpleegkundige, waarin verplegen omschreven werd. En op het moment van verschijnen van dit boek wordt gewerkt aan een herziening van het beroepsprofiel. Als antwoord op de ontwikkelingen in de maatschappij komt verplegen hierin vooral naar voren als een dialoog met de zorgvrager. Verplegen is ook, veel meer dan vroeger, gebruikmaken van wetenschappelijke gegevens. Sinds de start van de verwetenschappelijking van de verpleegkunde vindt er wereldwijd onderzoek plaats, waarvan de uitkomsten een steeds duidelijker plek krijgen in de beroepspraktijk. Daarnaast is het terrein waarop de verpleegkunde zich begeeft zo ruim en divers geworden dat specialisatie en differentiatie noodzakelijk zijn.

Met het oog op de toekomst In 2001 verscheen, naar aanleiding van deze ontwikkelingen, als uitkomst van het project ‘Beroepscompetenties hbo-verpleegkunde’ het rapport ‘Met het oog op de toekomst’. Daarin wordt helder de positie van de hbo-verpleegkundige in de gezondheidszorg beschreven in rollen, kerncompetenties en beroepscompetenties. Er worden in de beroepsuitoefening op hbo-niveau vijf centrale verpleegkundige rollen onderkend, die vervuld worden in drie domeinen. Deze drie domeinen bevatten met elkaar negen verpleegkundige taakgebieden, domeinspecificaties genaamd.

Verpl.als_beroepsoef.indd 5

22-08-11 12:47


VI

Woord vooraf

De vijf rollen

De drie domeinen

De negen domeinspecificaties

Zorgverlener

Zorg Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden

Regisseur Individuele en collectieve preventieGVO Ontwerper Organisatie van zorg

Zorgprogrammering

Coach Verpleegbeleid Werkbegeleiding Kwaliteitszorg Beroepsbeoefenaar Beroep

Beroepsinnovatie

Deskundigheidsbevordering Rollen, domeinen en domeinspecificaties hbo-verpleegkundigen (Pool e.a., 2001)

Als definitie van beroepscompetentie werd gekozen voor: ‘het vermogen en de wil van een persoon om effectief gedrag in een werksituatie te tonen’. Een hbo-verpleegkundige (hbo-v’er) is competent in alle drie de domeinen. In de beroepsuitoefening vervul je als hbo-v’er dan ook alle vijf de rollen. Afhankelijk van de zorgcategorie waarmee je te maken hebt ligt er meer accent op de ene of de andere rol. Zo zul je in het verpleeghuis vooral de rol van regisseur, coach en ontwerper vervullen; in de intensief klinische zorg zal het daadwerkelijk zorg verlenen een grotere component van je werk vormen. Aan elk van de rollen is in deze serie een boek gewijd, waarin de auteurs de uitoefening van de betreffende rol in de beroepspraktijk beschrijven en het waarom ervan toelichten aan de hand van de achterliggende theorieën en wetenschappelijke inzichten. Waar nodig en relevant worden verbindingen gelegd met andere rollen. De serie omvat de volgende titels: - - - - -

De verpleegkundige als zorgverlener; De verpleegkundige als regisseur; De verpleegkundige als ontwerper; De verpleegkundige als coach; De verpleegkundige als beroepsbeoefenaar.

Drie van deze vijf boeken (de rol van zorgverlener, ontwerper en beroepsbeoefenaar) zijn grondig herzien. Actuele ontwikkelingen zijn in de herziene versies verwerkt. De overige twee boeken (de rol van regisseur en coach) worden gehandhaafd in de oorspronkelijke vorm.

Doel en doelgroep Doelgroep van deze serie zijn hbo-v studenten en docenten en verpleegkundigen in de praktijk die hun competenties willen ontwikkelen richting hbo-niveau.

Verpl.als_beroepsoef.indd 6

22-08-11 12:47


Woord vooraf

VII

Gebruik van het boek Kenmerkend voor hogere beroepsopleidingen is het gebruikmaken van verschillende kennisbronnen. Dit boek is één van die bronnen. Je kunt het beschouwen als een ­basis van waaruit andere bronnen – specialistische literatuur, actuele internetbronnen, ­ wetenschappelijke databanken – te raadplegen zijn, op zoek naar verdere diepgang. In de kantlijn bij de tekst vind je zogeheten kernwoorden. Dit zijn voor het betoog ­essentiële begrippen, die je achterin het boek, met definitie, betekenis of toelichting terug kunt vinden.

Gebruik van begrippen Afhankelijk van de setting spreek je in de beroepspraktijk over de ‘cliënt’, ‘bewoner’ of ‘patiënt’. In dit boek zul je meestal het neutrale begrip ‘zorgvrager’ aantreffen, dat in de praktijk niet zo gangbaar is. Hiervoor is gekozen omdat dit boek over de rollen in de gehele breedte van de gezondheidszorg gaat. Tot slot: de verpleegkundige wordt voor het leesgemak aangeduid als vrouwelijke ­persoon: ‘zij’ en ‘haar’, lees dit gerust ook als ‘hij’ en ‘hem’.

De verpleegkundige als beroepsbeoefenaar Zoals elke professional staat de verpleegkundige voor de voortdurende uitdaging te laten zien wat zij waard is, zowel voor de gezondheidszorg als voor de samenleving. Dit geldt de beroepsgroep als geheel, maar ook de individuele leden van de beroepsgroep. Naast de morele plicht die verpleegkundigen altijd al hadden, dragen zij ook de juridische verantwoordelijkheid voor hun eigen handelen. De Wet BIG (1993) bracht erkenning voor de eigen positie van verpleegkundigen, maar tegelijkertijd bracht de wet een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Binnen het domein ‘beroep’ zijn twee taakgebieden te onderscheiden: - beroepsinnovatie; - deskundigheidsbevordering.

Beroepsinnovatie ‘Met het oog op de toekomst’ stelt dat, ‘om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen van de 21e eeuw, de hbo-verpleegkundige een actieve rol vervult in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn’.

Deskundigheidsbevordering En over deskundigheidsbevordering stelt ‘Met het oog op de toekomst dat, ‘om de kwali-

Verpl.als_beroepsoef.indd 7

22-08-11 12:47


VIII

Woord vooraf

teit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden (…), werkt de hbo-verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep (…), zodat de samenleving kan blijven vertrouwen op vakkundige verpleegkundigen en de verpleegkundige een gerespecteerd lid is van de beroepsgroep’. Gert Hunink, eindredactie Gert Hunink (hoofdstukken 1, 2 en 3) is IC/CC-verpleegkundige en verplegingswetenschapper. Hij deed onderzoek voor de Nederlandse Hartstichting en was enkele jaren als onderzoeker verbonden aan de Universiteit Maastricht. Als tutor is hij verbonden geweest aan de opleiding Verplegingswetenschap van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Geruime tijd was hij docent verpleegkunde aan de Christelijke Hogeschool Ede, teamleider en lid van de kenniskring Ethiek van de zorg. Hij werkte als adviseur bij het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV) in Utrecht en is momenteel uitgever van e-Learning voor de gezondheidszorg bij CampusMed van Noordhoff Uitgevers. Bart Cusveller (hoofdstuk 4) is lector Verpleegkundige beroepsethiek aan de Academie Gezondheidszorg van de Christelijke Hogeschool Ede. Na de hogere beroepsopleiding tot verpleegkundige en de studie wijsbegeerte was hij wetenschappelijk medewerker aan het Prof.dr. G.A. Lindeboom Instituut en opleidingsdocent verpleegkunde aan de Christelijke Hogeschool Ede. Hij schreef onder meer Volwaardige verpleging (1999), Met zorg verbonden (2004) en ethiekcolumns voor TVZ. Jaap van der Bijl (hoofdstuk 5) is na zijn carrière als B-verpleegkundige gezondheidswetenschappen gaan studeren in Maastricht met als afstudeerrichting Verplegingswetenschap. Vervolgens is hij in het gezondheidzorgonderwijs terecht gekomen bij de Hogeschool Utrecht. Eerst als docent onderzoeksmethodologie bij de VOBeroepsinnovatie en later bij de opleiding Master of Science in Nursing. Gedurende 20 jaar heeft als docent/onderzoeker gewerkt bij de Universiteit Utrecht, waarvan 15 jaar als opleidingscoördinator van de masteropleiding Verplegingswetenschap. In 2000 is hij gepromoveerd op het onderwerp ‘measurement of diabetes management self-efficacy. Tegenwoordig werkt als onderzoeker bij de Hogeschool Inholland te Amsterdam en als docent Wetenschappelijke Vorming bij de masteropleidingen Advanced Nursing Practice en Physician Assistant van dezelfde hogeschool. Roland van Linge (hoofdstuk 6) orthopedagoog en bedrijfskundige, promoveerde op de organisatie van Praktisch Pedagogische Gezinsbegeleiding. Hij ontwikkelde, cöordineerde en doceerde organisatieverandering, strategisch management en innovatie aan zowel voortgezette verpleegkundige als masteropleidingen. Momenteel is hij als associate professor innovatiemanagement verbonden aan de masteropleiding Verplegingswetenschap van het UMC Utrecht. Tevens is hij docent bij de masterop­

Verpl.als_beroepsoef.indd 8

22-08-11 12:47


Woord vooraf

IX

leiding Advanced nursing practice en zorgontwerp van de Hogeschool Utrecht. Als adviseur is hij betrokken bij diverse innovatieprocessen in de verpleging en gezondheidszorg. Diana Polhuis (hoofdstuk 7) heeft de hbo-v, de eerstegraads docentenopleiding en de studie verplegingswetenschap afgerond. Van 1992 tot 2000 heeft ze gewerkt in de volwassenenpsychiatrie en jeugdpsychiatrie. Daarnaast werkte ze van 1997 tot 2002 als verpleegkundedocent op de Hogeschool Alkmaar. Ze is vervolgens werkzaam geweest als zorginhoudelijk beleidsmedewerker ggz/gz bij een zorgkantoor, als kenniskringlid bij het Lectoraat Best Practice in de GGZ-verpleegkunde aan Hogeschool Inholland en als opleider GGZ Verpleegkundig Specialist bij GGZ Noord-Holland-Noord. Op dit moment is zij werkzaam als hoofdopleider bij de Stichting opleidingsinstelling GGZ VS te Utrecht en als verpleegkundig specialist ggz op de forensisch psychiatrische afdeling van GGZ Noord-Holland-Noord. Ze is tevens lidberoepsgenoot van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Den Haag.

Dankwoord Hilbert Hunink (student verpleegkunde aan de Christelijke Hogeschool Ede) wordt 足bedankt voor het commentaar op enkele hoofdstukken.

Verpl.als_beroepsoef.indd 9

22-08-11 12:47


X

Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6

De beroepsbeoefenaar De vijf rollen van de hbo-verpleegkundige De rol van beroepsbeoefenaar Onderscheid mbo- en hbo-verpleegkundige Generieke kernkwalificaties hbo-bachelor Bachelors en masters Consequenties voor de beroepspraktijk

1 2 9 12 18 20 21

2 2.1 2.2 2.3 2.4

Beroepsontwikkeling Ontwikkeling van de verpleegkunde Ontwikkeling van verpleegkundige kennis Toekomstige ontwikkelingen Professionalisering

35 36 47 59 62

3 3.1 3.2 3.3 3.4

Kritisch en creatief denken Denken over verplegen Visies, theorieĂŤn en modellen Theorievorming Denken en handelen

71 72 83 102 106

4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6

Verpleegkundige beroepsethiek Een eigen beroepsethiek Ethisch begrippenkader Stromingen in de ethiek Ethische problemen in de verpleegkundige Hulpmiddel bij ethisch overleg Ethische commissies

115 116 119 122 125 127 132

5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5

Wetenschappelijk onderzoek en evidence-based practice Nut van wetenschappelijk onderzoek Onderzoeksproces Vraagformulering Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties Evidence-based practice

139 140 144 145 171 178

Verpl.als_beroepsoef.indd 10

22-08-11 12:47


Inhoud

6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5

Innoveren van de beroepspraktijk Het nut van innovatie Soorten en vormen van innovaties Initiatie en innovatieontwikkeling Verspreiding, aanvaarding en implementatie van innovaties Borging en actualisatie van innovaties

185 186 190 193 197 216

7 7.1 7.2 7.3 7.4

Deskundigheidsbevordering Deskundigheid Noodzaak van deskundigheidsbevordering Hoe bevorder je deskundigheid? Betrokken partijen bij deskundigheidsbevordering

219 220 227 232 242

Noten

245

Kernwoorden

246

Bronnen

262

Register

271

Verpl.als_beroepsoef.indd 11

XI

22-08-11 12:47


1

1 De beroepsbeoefenaar Ook zij, die eenen stinkenden adem en zweetende voeten hebben, zijn voor de ziekenverpleging ongeschikt.

Dit schreef de arts G.H. Meijer in zijn Handboek voor pleegzusters en ziekenoppassers (1848). Ruim anderhalve eeuw later zal geen verpleegkundige hierop afgewezen worden. Maar wat mogen we in de 21e eeuw dan wel van een verpleegkundige verwachten? Welke competenties zijn er vereist voor de (hbo)verpleegkundige (hbo-v’er)? Oftewel: wat houdt het hbo-niveau in en waar dien je als (toekomstig) verpleegkundige aan te werken? In de afgelopen jaren is er meer duidelijkheid gekomen over de vereisten waaraan verpleegkundigen moeten voldoen. De zogeheten professionele standaard tekent zich professionele steeds duidelijker af. Aan het begin van de opleiding, realiseer je je als student mogelijk standaard niet, dat verplegen iets is waar duidelijk omschreven opvattingen over bestaan en dat een hbo-opleiding niet vrijblijvend ingevuld kan worden. En ook niet dat in de beroeps­ uitoefening eigen initiatief nodig zal zijn om écht als hbo-v’er te functioneren. Het is nuttig om hierbij stil te staan zodat je tijdens de opleiding al leert om jouw positie binnen het beroep te bepalen. Dit hoofdstuk is een inleiding op de vijf rollen van de hbo-verpleegkundige. In het bijzonder wordt ingegaan op de rol van ‘beroepsbeoefenaar’. Daarnaast worden verschillende kaders weergegeven die de hbo-v’er positioneren, met name ten opzichte van de mbo-verpleegkundige en de masters. Tot slot wordt uitgewerkt waar het bij de rol van beroepsbeoefenaar om gaat.

Figuur 1.1 De beroepsbeoefenaar

Verpl.als_beroepsoef.indd 1

22-08-11 12:47


2

1.1 De vijf rollen van de hbo-verpleegkundige Om duidelijk te maken wat de positie van de hbo-v’er in de gezondheidszorg is, moeten we in de historie duiken. Aan het begin van de 21e eeuw verscheen Met het oog op de toekomst (Pool e.a., 2001). Dit boek is een aanvulling op het opleidingsstelsel dat in 1997 van start ging. Om de rol van de hbo-v’er in de gezondheidszorg te verhelderen, werd een landelijk project gestart. De specifieke competenties en rollen van de hbo-v’er werden beschreven om daarmee het hbo-niveau te profileren. De vijf rollen zijn een hulpmiddel om de positie en het belang van verpleegkunde op hbo-niveau weer te geven. Deze zijn weliswaar ingeburgerd geraakt, maar het vraagt voortdurende aandacht om ze daadwerkelijk vorm te geven in de praktijk. In tabel 1.1 worden de rollen, domeinen en de domeinspecificaties genoemd. Tabel 1.1 Rollen, domeinen en domeinspecificaties (Pool e.a., 2001) Vijf Rollen

Drie domeinen Negen domeinspecificaties

• Zorgverlener

• Zorg

• Regisseur

• Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden • Individuele en collectieve preventie

• GVO

• Ontwerper

• Zorgprogrammering

• Organisatie van zorg

• Coach

• Verpleegbeleid

• Werkbegeleiding

• Kwaliteitszorg

• Beroepsbeoefenaar

• Beroepsinnovatie

• Beroep

• Deskundigheidsbevordering

De definitie van een beroepscompetentie is volgens Pool e.a. (2001): ‘het vermogen en de competentie wil van een persoon om effectief gedrag in een werksituatie te tonen.’ De competenties zijn de onderliggende kenmerken die het succes bepalen dat iemand heeft in de rol van zorgverlener, regisseur, ontwerper, coach en beroepsbeoefenaar. De competentiebeschrijvingen bevatten: 1. een beschrijving van de werksituatie; 2 een beschrijving van gedrag; 3. een criterium voor de effectiviteit van het gedrag. beroeps­

De beschrijving van de kerncompetenties omvat een aanduiding van de rol, het domein en de domeinspecificatie, een korte omschrijving van de competentie en een toelichting hierop. Bij de beschrijving van de beroepscompetenties wordt de omschrijving van de competentie gevolgd door een schets van een concrete werksituatie en een beschrijving van de concrete aanpak waarin de specifieke beroepscompetentie tot uitdrukking komt. Aan het eind van de beschrijving van iedere kern- of beroepscompetentie volgt een operationalisering in de vorm van een zin die is opgebouwd volgens het volgende stramien: ‘Bij... gaat het om ... zodat...’.

Verpl.als_beroepsoef.indd 2

22-08-11 12:47


De beroepsbeoefenaar

3

Hieronder volgen korte omschrijvingen van de eerste vier rollen. Daarvoor gebruiken we een deel van de competentieomschrijvingen en de daarbij gegeven toelichting. De citaten komen rechtstreeks uit Met het oog op de toekomst. Bij het verwijzen naar deze rollen is het nodig om terug te grijpen op de originele teksten. We gaan ervan uit dat een student uitvoeriger kennisneemt van alle rollen. Wat hier staat is summier en onvolledig. Wanneer je deze eerste vier rollen al uitvoerig bestudeerd hebt, kun je deze paragraaf overslaan. Bij de rol van beroepsbeoefenaar wordt in de volgende paragraaf separaat en uitgebreider stilgestaan.

1.1.1 De zorgverlener De rol van zorgverlener valt binnen het domein ‘zorg’ en omvat drie domeinspecifi­ caties. Domeinspecificatie: zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden ‘Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat.’ Het beoogde effect is: ‘dat de kwaliteit van leven van de zorgvrager verbetert, doordat zijn genezingsproces wordt bevorderd, de ziekenhuisopname goed wordt doorstaan, zijn leefwereld verbetert, of – indien hij zich in een terminale fase bevindt – hij zo vredig mogelijk kan sterven.’ Toelichting: ‘Als zorgverlener kan de verpleegkundige op een vraaggerichte wijze en met inachtneming van professionele standaarden zorg bieden. Verpleegkundige zorg wordt gekenmerkt door (medisch) technisch, relationeel en verplegend handelen, gecombineerd met de vier aspecten van zorg: zorg voor, zorg om, zorg geven en zorg ontvangen. Het doel van het handelen is de kwaliteit van leven te verhogen door het evenwicht tussen draagkracht en draaglast te handhaven of te herstellen. De verpleegkundige probeert dit doel te bereiken door de zorgvrager te ondersteunen in het omgaan met gezondheidsproblemen, daaraan gerelateerde bestaansproblemen, of de gevolgen van behandeling of therapie. De hbo-verpleegkundige kenmerkt zich door empathisch waarnemen, klinisch redeneren, ethisch oordelen, open communiceren, proactief optreden en gebruikmaken van resultaten van wetenschappelijk onderzoek, theorie en klinische expertise.’ Domeinspecificatie: individuele en collectieve preventie ‘Om risico’s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen, past de hbo-verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe.’

Verpl.als_beroepsoef.indd 3

22-08-11 12:47


4

De verpleegkundige als beroepsoefenaar

Het beoogde effect is: ‘dat de zorgvrager minder risico’s loopt op verstoring van zijn gezondheid, zijn leefomgeving veiliger wordt en zijn ziektelast niet wordt vergroot.’ Toelichting: ‘De meeste verpleegkundigen hebben vooral te maken met individuele secundaire en tertiaire preventie. Men denke daarbij aan het voorkomen van infecties en het voorkomen van complicaties bij onderzoeken, behandelingen en ziekten of aandoeningen. Primaire preventie ligt meer op het niveau van het collectief of de groep. Met name verpleegkundigen in de extramurale gezondheidszorg werken hiermee. Door preventieve maatregelen te treffen en voorlichting of instructie te geven aan een individu of groep kan de verpleegkundige meewerken aan preventieprogramma’s. Van de verpleegkundige wordt gevraagd dat zij kan inschatten of het gaat om individuele risico’s of groepsrisico’s. Ook moet zij kunnen inschatten of het risico samenhangt met het individu of met de omgeving, bijvoorbeeld de gewoontes in een ziekenhuis of een instelling. Het is tevens belangrijk om te weten of een complicatie of risico vaak voorkomt in bepaalde situaties of bij bepaalde aandoeningen, of juist een meer incidenteel karakter heeft.’ Domeinspecificatie: GVO ‘Om een gezonde leefstijl bij patiënten en hun familieleden te bevorderen geeft de hboverpleegkundige op basis van een programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen.’ Het beoogde effect is: ‘dat het individu en zijn familie beter in staat zijn om een gezonde leefstijl te onderhouden en een gezonde leefstijl bij de bevolking in het algemeen wordt bevorderd.’ Toelichting: ‘Voorlichting is een essentieel en integraal onderdeel van de verpleegkundige zorgverlening. Het kan gaan om patiëntenvoorlichting, voorlichting aan ouders van jonge kinderen en voorlichting aan risicogroepen. Daarbij wordt voor en tijdens het onderzoek, behandeling en zorg als vast onderdeel informatie, voorlichting en instructie gegeven om onderzoeken, behandelingen en zorgactiviteiten te laten slagen. Daarnaast zijn er ook geplande GVO-activiteiten die op basis van een programmatische aanpak kunnen worden uitgevoerd ten behoeve van individuen of groepen. Voorbeelden zijn voorlichting aan partners van mensen met een hartinfarct, voorlichting over voeding en leefstijl bij diabetes en andere chronische aandoeningen en voorlichting over verschillende gezondheidsthema’s aan ouders van kinderen uit dezelfde leeftijdsgroep. Hierbij wordt gebruikgemaakt van verschillende voorlichtingsmethoden. Een programmatische aanpak van GVO heeft de beste kans van slagen als het een interdisciplinaire activiteit is, omdat de zorgvrager met veel hulpverleners en veel verschillende afdelingen te maken heeft.

Verpl.als_beroepsoef.indd 4

22-08-11 12:47


De beroepsbeoefenaar

5

De hbo-verpleegkundige maakt gebruik van resultaten van wetenschappelijk onderzoek en van theorie over GVO, kan werken vanuit multidisciplinaire kaders en kan samenwerken met groepen zorgvragers en patiënten-, cliënten- en consumentenorganisaties. Haar werk is gericht op een toename van therapietrouw en gezondheidsbevorderend gedrag bij zorgvragers en hun familieleden, en op zodanige beïnvloeding van de omgeving dat deze meer gezondheidsbevorderend dan gezondheidsbedreigend is.’

1.1.2 De regisseur De rol van regisseur valt eveneens binnen het domein ‘zorg’ en omvat dezelfde drie domeinspecificaties. De laatste twee zijn samengenomen. Domeinspecificatie: zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden ‘Om de zorg te laten verlopen als een continu en integraal proces dat gericht is op het welzijn van de zorgvrager coördineert de hbo-verpleegkundige de zorg.’ Het beoogde effect is: ‘dat de verschillende zorgactiviteiten als samenhangend geheel op een efficiënte en effectieve wijze tot het gestelde doel leiden, en de zorgverlening de zorgvrager niet meer belast dan onvermijdelijk is.’ Toelichting: ‘Verpleegkundigen worden geconfronteerd met zorgvragers die informele en formele zorg nodig hebben. Het professionele circuit van zorginstellingen kent een grote diversiteit aan activiteiten en personen. Bij onderzoek, zorg en behandeling aan dezelfde persoon zijn vaak verschillende personen en instanties betrokken. Het blijkt dat professionals communiceren op verschillende manieren onderling en met de zorgvrager en zijn familie communiceren, waardoor deze soms in verwarring raken over wat hen te wachten staat. In de meeste gevallen zal de bijdrage aan het welzijn van de zorgvrager groter zijn als deze activiteiten en de communicatie op elkaar zijn afgestemd. De onderzoeken, behandelingen, verzorgende en verpleegkundige activiteiten en andere diensten vormen naast hulp vaak ook een belasting voor de zorgvrager. Door een goede regie over deze activiteiten kan deze belasting worden verminderd. Deze regie kan bestaan uit coördinatie binnen een instelling of casemanagement over de grenzen van de instelling heen. De zorgvrager staat centraal in het regisseren van de zorg.’ Domeinspecificatie: individuele en collectieve preventie en GVO ‘Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de hbo-verpleegkundige de afgesproken activiteiten.’

Verpl.als_beroepsoef.indd 5

22-08-11 12:47


6

De verpleegkundige als beroepsoefenaar

Het beoogde effect is: ‘dat de doelen die zijn vastgelegd in een programma zo efficiënt mogelijk worden gerealiseerd.’ Toelichting: ‘Bij de uitvoering van preventie- en voorlichtingsprogramma’s zijn vaak meerdere instellingen en wetenschappers, hulpverleners, voorlichters en vrijwilligers betrokken. De doelen en werkwijzen zijn beschreven. Om de concrete uitvoering van de verschillende onderdelen van een programma te realiseren, is vaak veel organisatie en bewaking van de activiteiten nodig. Denk aan het uitvoeren van het vaccinatieprogramma voor zuigelingen en kleuters of aan voorlichtingsbijeenkomsten voor bepaalde doelgroepen. Sommige programma’s vragen om een landelijke aanpak, andere zijn meer regionaal of vinden zelfs op het niveau van een instituut of organisatie plaats. Verpleegkundigen zijn vaak bij deze activiteiten betrokken omdat zij kennis over gezondheid, communicatieve vaardigheden en organisatietalent verenigen. De rol van regisseur ligt dan met name op die terreinen waarop deze combinatie van vaardigheden wordt vereist. Het rolgedrag is een uitwerking van doelen die van tevoren vastgesteld zijn in een programma en die zijn onderschreven door de deelnemende instellingen.’

1.1.3 De ontwerper De rol van ontwerper valt binnen het domein ‘organisatie van zorg’ en omvat drie domeinspecificaties. Domeinspecificatie: zorgprogrammering ‘Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting werkt de hbo-verpleegkundige mee aan de ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgprogramma’s.’ Het beoogde effect is: ‘dat de te verlenen zorg doelmatiger wordt en efficiënter en effectiever wordt uitgevoerd, en organisaties en professionals opener en flexibeler kunnen opereren.’ Toelichting: ‘Naast de dagelijkse patiëntenzorg, wordt van verpleegkundigen gevraagd om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van nieuwe zorgvormen. Kenmerkend is hierbij het multidisciplinaire karakter van het werk. De hbo-verpleegkundige levert haar bijdrage door deel te nemen aan werkgroepen, vakgroepen of projectgroepen, bijvoorbeeld voor transmurale of psychosociale zorg. Haar bijdrage kan dan bestaan uit - het samen met anderen - ontwikkelen van een verpleegkundige module. Ook kan zij door het inbrengen van casussen zorgen dat de beleidsmaatregelen die nodig zijn ook vertaald kunnen worden naar de dagelijkse praktijk. Door uitwisseling van kennis, ervaringen en ideeën met andere disciplines zoals medici, paramedici, sociaal werkers, pastores en psychologen kunnen in het kader van een projectdoelstelling nieuwe werkvormen en betere zorgtrajecten ontwikkeld worden.’

Verpl.als_beroepsoef.indd 6

22-08-11 12:47


De beroepsbeoefenaar

7

Domeinspecificatie: verpleegbeleid ‘Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt, effectief en goed mogelijk op de afdeling te laten verlopen, levert de hbo-verpleegkundige een bijdrage aan het tot stand komen van het verpleegbeleid.’ Het beoogde effect is: ‘dat het functioneren van de totale afdeling met verpleegkundigen in verschillende diensten zo synchroon mogelijk verloopt met de zorg voor de individuele patiënt en de professionele verantwoordelijkheid van de verpleegkundige.’ Toelichting: ‘Verplegen kent altijd een zeker spanningsveld tussen individuele gerichtheid en eisen van een groep. Enerzijds is de verpleegkundige persoonlijk verantwoordelijk voor de zorg aan de haar toegewezen zorgvrager. Anderzijds werkt zij vanuit een team of een afdeling die met groepen zorgvragers te maken heeft en moet zij ook zorgen voor de patiënten die aan haar collega’s zijn toegewezen wanneer die afwezig zijn. In alle gevallen is zij verantwoordelijk voor het uitvoeren van het zorg- of verpleegplan. De zorgverlening vindt plaats in een organisatorische context waarin de verpleegkundige geconfronteerd wordt met routines, normen, gewoontes en allerlei regels van het team of de afdeling. Naast de verpleegkundige vakinhoud bepalen dagelijkse routines, organisatorische afspraken en routines van andere disciplines haar werk. Het verpleegbeleid op de afdeling moet het mogelijk maken professionele waarden en normen te combineren met organisatorische waarden en normen. Dit beleid kan gestoeld zijn op allerlei theoretische noties, verpleegmodellen of organisatiemodellen. Van de hbo-verpleegkundige wordt verwacht dat zij vanuit haar deskundigheid de afdelingsmanager kan adviseren en kan meewerken aan de ontwikkeling van het wenselijke verpleegbeleid, waarbij zij rekening kan houden met financiële kaders.’ Domeinspecificatie: kwaliteitszorg ‘Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te waarborgen participeert de hbo-verpleegkundige in het ontwerpen van kwaliteitszorg op afdelingsniveau.’ Het beoogde effect is: ‘dat de zorg transparant wordt omdat er ijkpunten voor kwaliteit beschikbaar komen, waaraan de dagelijkse zorgverlening en de interventies getoetst kunnen worden.’ Toelichting: ‘Om de zorg zo efficiënt, effectief en excellent mogelijk te laten verlopen, kan de verpleegkundige een bijdrage leveren aan kwaliteitszorg. Hiervoor signaleert zij vanuit haar dagelijkse klinische ervaring aandachtspunten die zij doorgeeft aan het afdelingshoofd. Daarnaast wordt zij geconfronteerd met instrumenten voor kwaliteitsbewaking en -borging vanuit de instelling. Vanuit haar klinische deskundigheid en praktijkerva-

Verpl.als_beroepsoef.indd 7

22-08-11 12:47


8

De verpleegkundige als beroepsoefenaar

ring kan zij de afwezigheid van kwaliteitsinstrumenten signaleren en de beschikbare instrumenten toetsen aan de praktijk. Tevens kan zij een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het kwaliteitsbeleid van de instelling door deelname aan kwaliteitsgroepen en werkgroepen en door initiatieven te ontwikkelen op de afdeling. Haar bijdrage zal veelal bestaan uit het formuleren van eisen voor een professionele en wetenschappelijk onderbouwde zorgverlening en interventies, en het daarvan afleiden van gedragsvoorschriften voor de dagelijkse praktijk.’

1.1.4 De coach De rol van ontwerper valt binnen het domein ‘organisatie van zorg’ en omvat drie domeinspecificaties. Zorgprogrammering en verpleegbeleid zijn samengenomen in één domeinspecificatie. Domeinspecificatie: zorgprogrammering en verpleegbeleid ‘Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s te realiseren kan de hboverpleegkundige andere verpleegkundigen en verzorgenden helpen en steunen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken en functies.’ Het beoogde effect is: ‘dat verpleegkundigen en verzorgenden met plezier en efficiënt hun taken en functies kunnen uitvoeren, die leiden tot het realiseren van de doelstelling van het verpleegbeleid en het zorgprogramma.’ Toelichting: ‘Gezien het grote domein van de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroepen, is op basis van verpleegbeleid en zorgprogramma’s een scala aan taken en functies beschreven. Deze taken worden gekenmerkt door een groot verschil in moeilijkheidsgraad. De uitvoering vindt plaats in teamverband, waarbij tussen teamleden onderling verschil in opleiding, kennis en ervaring bestaat. Dit heeft consequenties voor alle teamleden, omdat taken en rollen niet los gezien kunnen worden van de arbeidsbevrediging en de stress die ze kunnen opleveren. Vaak zal het uitvoeren van verpleegbeleid en zorgprogramma’s vernieuwing van werkwijzen inhouden, waarop de afdelingsverpleegkundigen en -verzorgden verschillend reageren. Sommige mensen houden van vernieuwen, anderen daarentegen willen liever de zaken houden zoals ze zijn. Van hbo-verpleegkundigen mag worden verwacht dat zij hun collega’s emotioneel en technisch kunnen steunen bij de uitvoering van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s.’ Domeinspecificatie: werkbegeleiding ‘Om stagiaires en collega-verpleegkundigen en -verzorgenden te steunen in hun professionele identiteit, staat de hbo-verpleegkundige de collega met raad en daad ter zijde.’

Verpl.als_beroepsoef.indd 8

22-08-11 12:47


De beroepsbeoefenaar

9

Het beoogde effect is: ‘dat de collega of toekomstige collega kan groeien in haar beroep en als teamlid kan functioneren en leren op de werkplek.’ Toelichting: ‘Verpleegkundigen werken meestal in een team en worden geconfronteerd met tijdelijke medewerkers, uitzendkrachten, stagiaires van opleidingen van verschillende niveaus en nieuwe collega-verpleegkundigen. Van de hbo-verpleegkundige mag worden verwacht dat zij in staat is de nieuwe en toekomstige collega’s in te werken en te steunen daar waar dat nodig is. Ook kan zij een nieuwe collega instructie geven over werkmethoden of technieken die voor haar onbekend zijn. Daarnaast kan zij de nieuweling helpen bij het verwerven van inzicht in de cultuur van de afdeling, verwachtingen van haar rol als collega en haar rol als verpleegkundige. Dit kan zij doen vanuit de rol van coach. Een coach is iemand die kan stimuleren en motiveren en die feedback kan geven en ontvangen op gevoelens en gedrag. Zij vervangt hiermee geenszins de teamleider of personeelsfunctionaris. Het stimuleren, motiveren, feedback ontvangen en geven doet zij vanuit haar deskundigheid als verpleegkundige en niet vanuit een personeels- of managementfunctie. Voorbeeldgedrag vertonen maakt een belangrijk onderdeel uit van haar rol als coach.’ Zoals aangegeven wordt voor het volledige overzicht verwezen naar Met het oog op de toekomst. In de volgende paragraaf wordt dieper ingegaan op de rol waar het in dit boek om gaat: die van beroepsbeoefenaar. Tip De kerncompetenties zijn in prachtige volzinnen beschreven. Eigenlijk moet je deze een paar keer lezen om te begrijpen wat dit betekent. De rollen geven de wenselijke situatie aan, maar de werkelijkheid is vaak weerbarstig. Als je al een of meer stages hebt gelopen, wat heb je daar dan daadwerkelijk van deze rollen gezien? Wat waren goede en wat minder goede voorbeelden? Hoe kun je dit zelf (in de toekomst) concreet maken?

1.2 De rol van beroepsbeoefenaar De rol van ‘beroepsbeoefenaar’ is waarschijnlijk de lastigste rol. Het lijkt erop dat deze rol in de vorige eeuw voorbehouden was aan de ‘vakidioten’ en voorbijging aan de verpleegkundige ‘massa’. Vanaf het begin van je opleiding zal het duidelijk moeten zijn dat alle hbo-v’ers persoonlijk verantwoordelijk zijn voor het beroep. Daarvoor ontwikkel je de benodigde competenties. Wat je vervolgens nodig hebt zijn geschikte rolmodellen in de praktijk. Als je goede voorbeelden vindt in de praktijk en deze navolgt, zal deze rol steeds vanzelfsprekender worden. Maar dat gaat niet vanzelf! Verpleegkundigen laten in de rol van beroepsbeoefenaar zien wat zij waard zijn door aan te tonen welke bijdrage zij leveren aan de gezondheidszorg. Het gaat daarbij om

Verpl.als_beroepsoef.indd 9

22-08-11 12:47


10

De verpleegkundige als beroepsoefenaar

de voorwaarden voor een kwalitatief hoogwaardige verpleegkundige zorgverlening. De verpleegkundige is moreel en juridisch verantwoordelijk voor haar eigen handelen. Daarnaast heeft zij een verantwoordelijkheid tegenover de totale beroepsgroep, bijvoorbeeld in de vorm van de codes van ethiek, het beroepsprofiel en de verpleegkundige tuchtraad. Deze verantwoordelijkheid kan niet los worden gezien van maatschappelijke ontwikkelingen. Belangrijk is dat de verpleegkundige de eigen professionele standaard als professional respecteert en hoog houdt, maar wel flexibel reageert op maatschappelijke, technologische en morele ontwikkelingen in de samenleving.

DE VERPLEEGKUNDIGE ALS BEROEPSBEOEFENAAR Verantwoordelijkheid voor het eigen handelen

Verantwoordelijkheid voor de beroepgroep

Figuur 1.2 De rol van beroepsbeoefenaar

De rol van beroepsbeoefenaar valt binnen het domein ‘beroep’ en kent twee domeinspecificaties: beroepsinnovatie en deskundigheidsbevordering. We nemen de omschrijving uit Met het oog op de toekomst hier over (Pool e.a., 2001).

1.2.1 Beroepsinnovatie Bij beroepsinnovatie is de volgende kerncompetentie geformuleerd: ‘Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen van de eenentwintigste eeuw, vervult de hbo-verpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn.’ Toelichting: ‘De verpleegkundige oefent haar beroep meestal uit binnen de context van een organisatie. Zij doet dit steeds vanuit haar professionele referentiekader, dat wordt gevormd door opleiding, deelname aan beroepsorganisaties en inschrijving in het BIG-register. Dit geeft haar speciale verplichtingen. Het vraagt van haar dat zij haar capaciteiten aanwendt en dat zij naar mogelijkheden zoekt om mee te werken aan een professionalisering van het beroep die past bij de eenentwintigste eeuw. Zij identificeert zich met de waarden van het beroep en incorporeert haar professionaliteit in de dagelijkse zorgverlening. Dat houdt in dat zij vanuit haar beroepsperspectief standpunten kan innemen rond ethische, economische en maatschappelijke vraagstukken. Van de hbo-verpleegkundige mag worden verwacht dat zij een actieve rol vervult bij de beroepsontwikkeling en bij de ontwikkeling van het beroepsbewustzijn bij vakgenoten gezien de kwaliteiten die zijn verbonden aan een hogere beroepsopleiding en aan het beroep. Het is juist in het domein van de beroepsin-

Verpl.als_beroepsoef.indd 10

22-08-11 12:47


De beroepsbeoefenaar

11

novatie dat de hbo-verpleegkundige haar bijdrage kan leveren. De activiteiten die voortkomen uit de rol van beroepsbeoefenaar liggen enerzijds in verenigingsverband, bijvoorbeeld bij Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN), of een afdeling of platform daarvan (voorheen AVVV). Anderzijds liggen de V&VN activiteiten op het snijvlak van het beroep en de arbeidsorganisatie. Een belangrijke activiteit is het deelnemen aan, of het opzetten van, een verpleegkundige adviesraad verpleegkundige binnen de eigen organisatie, waardoor het mogelijk wordt professionele waarden en adviesraad standaarden op organisatieniveau te implementeren en te verankeren. Bij beroepsinnovatie door de hbo-verpleegkundige gaat het om: - het zich identificeren met de waarden van het beroep; - het uitdragen van de beroepswaarden in de dagelijkse praktijk; - het begrijpen van de situatie waarin de verpleegkunde verkeert als een zich professionaliserend beroep; - het concreet maken van wet- en regelgeving in de beroepspraktijk en beroepsontwikkeling; - deelname aan professionele verenigingen en hiervan afgeleide werkgroepen en vakgroepen; - het opzetten van en deelnemen aan verpleegkundige adviesraden; - het participeren in de ontwikkeling van nieuwe classificatiesystemen, standaarden en modellen en deze toe te passen in de praktijk; - het participeren in verplegingswetenschappelijk onderzoek; onderzoek - het participeren in ethische commissies; zodat de verpleegkundige beroepsgroep zich kan ontwikkelen tot een professioneel niveau dat past bij de maatschappelijke waarden en normen van de eenentwintigste eeuw.

1.2.2 Deskundigheidsbevordering De volgende kerncompetentie is hierbij geformuleerd: ‘Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de hbo-verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep.’ Toelichting: ‘Professionaliteit veronderstelt een grote mate aan deskundigheid en actuele vakkennis. De snelle ontwikkelingen in de gezondheidszorg, de medische mogelijkheden en de medische techniek, de toename van ethische vraagstukken en de emancipatie van de bevolking vragen om permanente scholing van verpleegkundigen. De maatschappelijke ontwikkelingen vragen om zaken als ‘evidence-based’ handelen, vraaggestuurde verpleging en transparantie in beroepsontwikkelingen. De verpleegkundige die als advanced beginner afstudeert, zal zich via praktijkervaring, reflectie op de praktijk, cursussen, symposia en vakliteratuur blijvend bekwamen en zo kunnen uitgroeien tot verpleegkundig expert.

Verpl.als_beroepsoef.indd 11

22-08-11 12:47


12

De verpleegkundige als beroepsoefenaar

Van de hbo-verpleegkundige mag worden verwacht dat zij een houding heeft ontwikkeld die gericht is op levenslang leren. Daarbij is het nodig dat zij de vaardigheden heeft om zelf snel te leren en leermogelijkheden te zien en te gebruiken. Zij zal ook in staat moeten zijn anderen te instrueren, adviseren en voor te lichten. Individueel en groepsgewijs reflecteren op de praktijk is een van de vele mogelijkheden om te leren, evenals het geven en bijwonen van klinische lessen en deelname aan discussies in vakgroepen.’ Bij deskundigheidsbevordering door hbo-verpleegkundigen gaat het om: - het ontwikkelen en uitdragen van een levenslange leerhouding; - zelf leermogelijkheden zien en gebruiken; - instrueren, adviseren en voorlichten over methoden, technieken, classificatiesystemen, modellen en verpleegkundige theorieën; - klinische lessen bijwonen en verzorgen; - het bijwonen van en een bijdrage leveren aan symposia en congressen; - vakliteratuur bijhouden en deze bespreken in de praktijk; - volgen en geven van bijscholingen; zodat de samenleving kan blijven vertrouwen op vakkundige verpleegkundigen en de verpleegkundige een gerespecteerd lid is van de beroepsgroep.

1.3 Onderscheid mbo- en hbo–verpleegkundige Wat houdt het in om hbo–verpleegkundige te zijn en waar liggen de verschillen met de mbo-verpleegkundige? Om dat helder te krijgen duiken we weer even terug in de tijd. Tot 1999 werden de meeste verpleegkundigen opgeleid aan zogeheten inservice-opleidingen. Een inservice-opleiding was een aan de instelling zelf verbonden opleiding. De studenten waren tevens werknemer. Zij werkten het grootste deel van de beschikbare tijd als leerling-verpleegkundige in de instelling, maakten daarbij (niet boventallig) deel uit van een verpleegkundig team en gingen regelmatig naar ‘school’. Deze inservice-opleidingen zijn destijds formeel opgeheven. Ze waren niet te vergelijken met de huidige verpleegkundige opleidingen, in die zin dat ze geen mbo, maar ook geen hbo genoemd konden worden. In het verleden is er ook een tijdje een mbo-v geweest en een mdgo-vp die opleidden voor ‘verpleegster’. Verwarrend allemaal, maar goed om te weten. Binnen de verpleegkunde leiden we sinds 1997 verpleegkundigen op twee niveaus op. Namelijk op mbo-niveau (verpleegkundige niveau 2, kwalificatieniveau 4) en op hboniveau (verpleegkundige niveau 1, kwalificatieniveau 5). Zie ook bijgaand schema. Tabel 1.2 Naar: Commissie Kwalificatiestructuur, 1996 Mbo-verpleegkundige Hbo-verpleegkundige Titel Verpleegkundige Verpleegkundige

Verpl.als_beroepsoef.indd 12

Opleidingsniveau Mbo 4

Hbo-bachelor

Kwalificatieniveau 4

5

Verpleegkundig niveau

1

2

22-08-11 12:47


De beroepsbeoefenaar

13

De hbo-verpleegkundige bestaat al tientallen jaren, de mbo-verpleegkundige is dus wat ‘nieuwer’. Er is veel discussie voorafgegaan aan de vraag of deze nieuwe mbo-verpleegkundige ook de titel ‘verpleegkundige’ zou krijgen, of dat deze titel voorbehouden was aan de nieuwe hbo-verpleegkundige. De uitkomst is dat beide groepen in aanmerking komen voor de titel ‘verpleegkundige’. Dit heeft helaas vaak tot onduidelijkheid en verwarring geleid.

Figuur 1.3 Gekwalificeerd voor de toekomst (Commissie Kwalificatiestructuur, 1996)

Voor nu is het daarom van belang om helder te krijgen wat we eigenlijk wel en niet mogen verwachten van de mbo en de hbo geschoolde verpleegkundigen. Waar liggen de verschillen en de overeenkomsten zoals deze afgesproken en vastgelegd zijn? Welke rol nemen de verpleegkundigen van beide niveaus in de gezondheidszorg in, passend bij de competenties en ambities? Helderheid en goede afspraken zijn nodig om constructief met elkaar te kunnen samenwerken.

1.3.1 Overeenkomsten Het is zinvol om eerst naar de overeenkomsten te kijken tussen de verpleegkundigen van beide niveaus voordat we ingaan op de verschillen. De wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) maakt geen onderscheid tussen de op mbo- en hbo-niveau opgeleide verpleegkundige. Wie er wel of niet de beschermde titel van verpleegkundige verkrijgen, is een discussie binnen de beroepsgroep. De opstellers van de Wet BIG hebben zich bewust afzijdig gehouden van deze interne discussie. In principe is de Wet BIG daarom in gelijke mate op verpleegkundigen van beide niveaus van toe-

Verpl.als_beroepsoef.indd 13

22-08-11 12:47


14

De verpleegkundige als beroepsoefenaar

passing. De beroepsgroep is natuurlijk vrij om zelf wel onderscheid te maken waar dat nuttig en nodig is. Ook de overige wet- en regelgeving is van toepassing op beide groepen verpleegkundigen. Daarnaast zijn er enkele beroepscodes ontwikkeld die in gelijke mate gelden voor beide niveaus. beroepsprofiel Een andere gezamenlijke basis vormt het beroepsprofiel van de verpleegkundige (Leistra e.a., 1999). Het besluit over de twee niveaus van verplegen was inmiddels een gepasseerd station. Het Beroepsprofiel heeft willen benadrukken dat er één beroepsgroep is en er is voor gekozen om geen onderscheid aan te brengen. Voor beide groepen geldt dat ze zich naast de zorgvragergebonden taken, met voorwaardenscheppende taken moeten bezighouden. Deze voorwaardenscheppende taken worden weer onderverdeeld in professie- en organisatiegebonden taken. Daarbij gaat het om beleid, kwaliteit, deskundigheid en professionalisering (zie tabel 1.3). Tabel 1.3 De taakgebieden en kerntaken van de verpleegkundige (Leistra e.a., 1999) Zorgvragergebonden A Vaststellen van de benodigde zorg

B Plannen van zorg

C Uitvoeren van zorg

D Evalueren van zorg

Voorwaardenscheppend E Professiegebonden taken F Organisatiegebonden taken

Verpleegkundigen dragen bij aan het behalen van de gemeenschappelijke doelstelling van de gezondheidszorg. In de loop van de jaren zal blijken of mbo- en hbo-verpleegkundigen dit in gelijke mate doen en / of zouden behoren te doen. Duidelijk is dat de hbo-verpleegkundige opgeleid wordt voor een functie ‘aan het bed’, dus in de directe zorgverlening. Van hbo-v’ers wordt verwacht dat zij dáár hun expertise maximaal inzetten, ten behoeve van de zorgvrager. Alle vijf rollen zijn daarvoor nodig. Zij worden dus niet tot ‘manager’ opgeleid. Dat (hbo-)verpleegkundigen in een later stadium desgewenst kunnen kiezen voor een specialistische functie, een managementfunctie, of een beleidsfunctie, staat daar los van.

1.3.2 Verschillen Naast overeenkomsten zijn er ook verschillen. Het is zinnig om daar realistisch mee om te gaan. In allerlei sectoren kennen we een onderscheid tussen een mbo- en hbo-niveau. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderwijsassistenten en leerkrachten in het basisonderwijs, voor mts ten opzichte van hts en meao ten opzicht van heao. In de sectoren waar deze mbo’ers en hbo’ers werken, is het onderscheid geaccepteerd. Binnen de verpleegkunde is dit vaak nog een discussiepunt. In de vakbladen en in enkele onderzoeken is hier de afgelopen jaren over geschreven. Sommigen hadden liever gezien dat de titel van verpleegkundige helemaal niet toegekend zou worden aan mbo-v’ers. En er zijn vast nog

Verpl.als_beroepsoef.indd 14

22-08-11 12:47


De beroepsbeoefenaar

15

Figuur 1.4 Beroepsprofiel van de verpleegkundige

verpleegkundigen die na vijfendertig jaar nog het nut van een hbo-v’er bekritiseren en deze liever zien verdwijnen. Willen we zowel de mbo- als de hbo-verpleegkundige een zinvolle plek geven, dan is een helder onderscheid gewenst. Een verschil in opleiding betekent ten minste ook een verschil in competenties voor de beroepsuitoefening en verschillen in de beroepsuitoefening! Tip Ga eens in gesprek met mensen die in hun werk te maken hebben met verschillende opleidingsniveaus, bijvoorbeeld in de techniek, in het bedrijfsleven of in het basisonderwijs. Hoe wordt met deze verschillen omgegaan? is er een helder en werkbaar onderscheid in taken?

Door de ontwikkelingen in Europa is het gewenst om de opleidingen in Nederland af te stemmen met die binnen Europa. Daarom is er voor het onderscheid tussen de niveaus destijds gebruikgemaakt van de internationale SEDOC-classificatie welke in Europa gehanteerd wordt. Op basis van analyse, vergelijking en bewerking van de diverse systemen van niveauaanduidingen, zijn drie criteria aangewezen aan de hand waarvan de in totaal vijf kwali- kwalificatie­ ficatieniveaus worden beschreven in Gekwalificeerd voor de toekomst: niveaus - verantwoordelijkheid; - complexiteit; - transfer. Hieronder staan de definities van de criteria, gevolgd door een toepassing van de criteria op de beroepsuitoefening van verpleegkundigen, verzorgenden en helpenden. Criteria noch definities zijn letterlijk overgenomen uit het indelingsschema, maar bewerkt en ’vertaald’ (Commissie Kwalificatiestructuur, 1996):

Verpl.als_beroepsoef.indd 15

22-08-11 12:48


16

De verpleegkundige als beroepsoefenaar

Verantwoordelijkheid verantwoordelijkheid Het criterium verantwoordelijkheid geeft de mate aan waarin beroepsbeoefenaars aanspreekbaar zijn op hun beroepsmatig handelen en op de gevolgen daarvan voor het beroepsmatig handelen van anderen. Van de beroepsbeoefenaars wordt geeist, dat zij de beroepsmatige handelingen met zorg en toewijding uitvoeren en daarover verantwoording kunnen afleggen. De verantwoordelijkheid kan beperkt zijn tot het functioneren binnen het eigen takenpakket, maar kan zich ook uitstrekken tot (het werk van) anderen.

complexiteit

Complexiteit Het criterium complexiteit geeft de mate aan waarin beroepsmatige handelingen zijn gebaseerd op toepassing van routines, standaardprocedures of nieuwe procedures. Daarmee ontstaat een beeld van de vaardigheid in probleemoplossing en de creativiteit die van beroepsbeoefenaars in verschillende situaties wordt vereist.

Beroepsuitoefening

Complexitieit Routines

Standaard procedures

Combinatie van (standaard) procedures

Nieuwe procedures

Helpende (niv. 2) Verzorgende (niv. 3) Verpleegk. (niv. 4) Verpleegk. (niv. 5) Figuur 1.5 Onderscheid in ‘complexiteit’ (Commissie Kwalificatiestructuur, 1996)

Transfer transfer Een andere term voor transfer is ‘toepassingsvermogen’. Het criterium transfer geeft de mate aan waarin een beroepsbeoefenaar in staat is kennis en beroepsvaardigheden toe te passen in uiteenlopende (beroepsmatige) situaties. Anders gezegd: het criterium transfer geeft de reikwijdte en de wendbaarheid van de kennis en de vaardigheden aan. Beroepsbeoefenaars beschikken over: - contextgebonden kennis en vaardigheden; deze zijn toepasbaar in een relatief beperkt aantal specifieke situaties; - beroepsspecifieke kennis en vaardigheden; deze zijn toepasbaar in uiteenlopende situaties; - beroepsonafhankelijke kennis en vaardigheden; deze zijn toepasbaar in veel, sterk uiteenlopende en ‘overstijgende’ situaties.

Verpl.als_beroepsoef.indd 16

22-08-11 12:48


De beroepsbeoefenaar

Beroepsuitoefening

Vaardigheden Contextgebonden-

Beroepsspecifiek

Beroepsonafhankelijk

Helpende (niv. 2)

+++

+

Verzorgende (niv. 3)

++

+++

+

Verpleegk. (niv. 4)

+

+++

++

+++

+++

Verpleegk. (niv. 5)

17

Figuur 1.6 Onderscheid in ‘transfer’ (Commissie Kwalificatiestructuur, 1996)

De hoeveelheid (vereiste) contextgebonden, beroepsspecifieke en beroepsonafhankelijke kennis en vaardigheden verschilt per beroepsbeoefenaar en per niveau van beroepsuitoefening. Zo zal een hbo-v’er meer kennis en vaardigheden verwerven tijdens de opleiding ten aanzien van preventie en voorlichting, kwaliteitszorg, evidence-based practice, deskundigheidsbevordering, coördinatie en continuiteit van zorg en methodiek. Een hbo-v’er zal dit kunnen inzetten in situaties die complexer zijn en meer verantwoordelijkheid en transfer vereisen. Door de toename van de complexiteit in de zorg, de hoge eisen die aan de gezondheidszorg gesteld worden, het belang van kwaliteitszorg en dergelijke, zijn hbo-v’ers harder nodig dan voorheen. Een reële vergelijking tussen beide niveaus kan overigens alleen gemaakt worden tussen de sinds 1997 opgeleide mbo- en hbo-verpleegkundigen. Een vergelijking tussen iemand die inservice-opgeleid is en enkele jaren werkervaring heeft opgedaan en iemand die net van de hbo-v afkomt, gaat snel mank. Eind 2005 verscheen een rapport met daarin een herziening van de kwalificatieniveaus 1 tot en met 4. De beschrijvingen van verantwoordelijkheid, complexiteit en transfer komt in grote lijnen nog overeen met wat in Gekwalificeerd voor de toekomst vermeld staat. (NIZW, 2005). Wat verder opvalt, is dat in dat rapport geen relatie wordt gelegd met de hbo-verpleegkundige en dat de lat voor de mbo-verpleegkundige hoog ligt. In 2009 zijn er binnen het mbo nieuwe ‘kwalificatiedossiers’ ontwikkeld voor onder andere de mbo’v-er . De verschillen zijn helder en goed te onderbouwen. De praktijk is helaas weerbarstiger. Voorlopig zullen er discussies blijven. Het is nuttig wanneer een discussie met de juiste informatie en reële argumenten gevoerd wordt. Wie de vakbladen erop naslaat, ziet verschillende posities en belangen, maar ook vooroordelen en soms onbegrip. Een verdeelde beroepsgroep is per definitie zwak. De mbo- en de hbo-verpleegkundige zijn daarom op elkaar aangewezen om samen het vak verder te ontwikkelen en te positioneren in de gezondheidszorg.

Verpl.als_beroepsoef.indd 17

22-08-11 12:48


18

De verpleegkundige als beroepsoefenaar

Overzicht zorgopleidingen Wet BIG verpleegkundige vervolgopleidingen advanced nursing practise

verzorgende

helpende zorghulp kwalificatieniveau 1

kwalificatieniveau 2

HBOMBOverpleegkunde verpleegkunde

kwalificatieniveau 3

VMBO

VMBO

kwalificatieniveau 4

VMBO

WEB

zorg- en verplegingswetenschappen

BaMastructuur

kwalificatieniveau 5

HAVO/VWO

VWO

WHW

Figuur 1.7 Overzicht zorgopleidingen (VBOC, 2006)

1.4 Generieke kernkwalificaties hbo-bachelor Los van een specifiek onderscheid tussen mbo- en hbo-verpleegkunde, is door de HBO-raad de zogeheten ‘hbo-standaard’ geformuleerd, Deze bestaat uit tien ‘generieke kernkwalificaties van de hbo-bachelor’ (Eindrapport Commissie Accreditatie Hoger Onderwijs, 2001; HBO-raad, 2009). Deze standaard geldt voor alle hbo-opgeleiden in Nederland. Een eerdere versie van deze standaard vormde mede de basis voor de vijf rollen in Met het oog op de toekomst. De inhoudelijke eisen die worden gesteld aan de hbo-bacheloropleidingen, dienen in de eindtermen van de opleidingen uitgewerkt te zijn. Opleidingen moeten het niveau voldoende kunnen aantonen. Dit geldt dus ook voor de hbo-v. De generieke kernkwalificaties helpen om zicht te krijgen op wat van de hbo-verpleegkundige verwacht mag worden. In tabel 1.4 staan de tien generieke kwalificaties samengevat. (zie volgende pagina)

Verpl.als_beroepsoef.indd 18

22-08-11 12:48


De beroepsbeoefenaar

19

Tabel 1.4 Generieke kwalificaties van de hbo-bachelor (Eindrapport Commissie Accreditatie Hoger Onderwijs, 2001, HBO-raad, 2009) Brede professionalisering wil zeggen dat de student aantoonbaar wordt toegerust met actuele kennis die aansluit bij recente (wetenschappelijke) ­kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten, alsmede aan de in het beroepsprofiel geschetste (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld, teneinde zich te kwalificeren voor:

• het zelfstandig kunnen uitvoeren van de taken van een

• het functioneren binnen een arbeidsorganisatie;

• de verdere professionalisering van de eigen beroepsuit­

beginnend beroepsbeoefenaar;

oefening c.q. het beroep. Multidisciplinaire integratie de integratie van kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden (van verschillende vakinhoudelijke disciplines), vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen. (Wetenschappelijke) de toepassing van beschikbare relevante (wetenschap pelijke) toepassing inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten bij vraagstukken waarmee afgestudeerden in hun beroepsuit­ oefening geconfronteerd worden. Transfer en brede

de toepassing van kennis, inzichten en vaardigheden in

inzetbaarheid

uiteenlopende beroepssituaties.

Creativiteit en complexiteit

vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het

in handelen probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop de standaardprocedures niet van toepassing zijn. Probleemgericht werken het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten, het ontwikkelen en toepassen van zinvolle (nieuwe) oplossingsstrategieën en het beoordelen van de effectiviteit hiervan. Methodisch en reflectief

het stellen van realistische doelen, het plannen c.q.

denken en handelen planmatig aanpakken van werkzaamheden en het reflecteren op het (beroepsmatig) handelen, op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie. Sociaalcommunicatieve

het communiceren en samenwerken met anderen in een

bekwaamheid multiculturele, internationale en / of multidisciplinaire omgeving en het voldoen aan de eisen die het participeren in een arbeidsorganisatie stelt. Basiskwalificering voor

het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende en

managementfuncties managementtaken. Besef van maatschappelijke

begrip en betrokkenheid zijn ontwikkeld met betrekking

verantwoordelijkheid tot ethische, normatieve en maatschappelijke vragen, samenhangend met de toepassing van kennis en de (toekomstige) beroepspraktijk.

Verpl.als_beroepsoef.indd 19

22-08-11 12:48


20

De verpleegkundige als beroepsoefenaar

Het ontwikkelen en het overdragen van kennis in de hbo-bachelor dient in nauwe interactie met de beroepspraktijk plaats te vinden. Het gaat immers om een beroepsopleiding. Een substantiële praktijkleerperiode dient daarom in elke bachelor te zijn geïntegreerd. De praktijkleerperiode dient een omvang van ten minste 10 tot 15% van de totale studieduur te hebben. Dat is minimaal 672-1008 uur. Voor de verpleegkunde geeft de Wet BIG een praktijkleerperiode van minimaal 2300 uur aan. In vergelijking met andere hbo-opleidingen blijkt dat studenten verpleegkunde een omvangrijke praktijkleerperiode hebben. Toch krijgen hbo-v stagiaires nog wel eens het geluid te horen dat zij ‘zo weinig praktijkervaring’ opdoen… Tip Kijk eens naar je eigen opleiding. In hoeverre wordt aan deze algemene kernkwalificaties gewerkt? Hoe bewust ben je zelf bezig met het ontwikkelen van deze kernkwalificaties? Ga hierover eens in discussie met docenten en studenten.

1.5 Bachelors en masters Naast een positionering van de hbo-v’er ten opzichte van de mbo-v’er, kijken we ook naar de positionering ten opzichte van de verpleegkundigen met een master. Verpleegkundigen met een master zijn de Verplegingswetenschappers (Masters of Nursing Science, MNSc) en de Master of Advanced Nurse Practice (MANP). De eerste is een wetenschappelijke master, de tweede een hbo-master. De hbo-v’er zit wat niveau betreft tussen de mbo-v’er en de master in (VBOC, 2006). Afgezien van de eisen die in het algemeen aan hbo-bachelors gesteld worden, wordt voor de accreditatie binnen het hoger onderwijs onderscheid gemaakt tussen de bachelor en de masters (NVAO, 2003). Door de hbo-bachelor te spiegelen aan het masters niveau, komt de ‘bovengrens’ in beeld (zie tabel 1.5). Tabel 1.5 Omschrijvingniveau bachelors en masters (‘Dublin Descriptoren’) (NVAO, 2003)

Verpl.als_beroepsoef.indd 20

Kwalificaties Bachelor

Kwalificaties Masters

Kennis en inzicht

heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is

heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en / of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en / of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband

22-08-11 12:48


De beroepsbeoefenaar

Toepassen kennis

is in staat om zijn / haar kennis

is in staat om kennis en inzicht en

en inzicht

en inzicht op dusdanige wijze

probleemoplossende vermogens

toe te passen, dat dit een pro-

toe te passen in nieuwe of onbe-

fessionele benadering van zijn /

kende omstandigheden binnen

haar werk of beroep laat zien

een bredere (of multidisciplinaire)

en beschikt verder over com-

context die gerelateerd is aan het

petenties voor het opstellen en

vakgebied

verdiepen van argumentaties en

is in staat om kennis te integreren

voor het oplossen van proble-

en met complexe materie om te

men op het vakgebied

gaan

21

is in staat om relevante Oordeelsvorming

Communicatie

gegevens te verzamelen en te

is in staat om oordelen te formu-

interpreteren (meestal op het

leren op grond van onvolledige

vakgebied) met het doel een

of beperkte informatie en daarbij

oordeel te vormen dat mede

rekening te houden met sociaal-

gebaseerd is op het afwegen van

maatschappelijke en ethische

relevante sociaalmaatschap-

verantwoordelijkheden, die zijn

pelijke, wetenschappelijke of

verbonden aan het toepassen van

ethische aspecten

de eigen kennis en oordelen

is in staat om informatie, ideeĂŤn

is in staat om conclusies, alsmede

en oplossingen over te brengen

de kennis, motieven en overwe-

op een publiek bestaande uit

gingen die hieraan ten grondslag

specialisten of niet-specialisten

liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten

Leervaardigheden

bezit de leervaardigheden die

bezit de leervaardigheden die

noodzakelijk zijn om een ver-

hem of haar in staat stellen een

volgstudie die een hoog niveau

vervolgstudie aan te gaan met een

van autonomie veronderstelt

grotendeels zelfgestuurd of auto-

aan te gaan

noom karakter

Kanttekening: In Nederland is gekozen voor een afwijkend bachelor-master systeem. Zo kennen we zowel hbo-bachelors en hbo-masters, naast wo-bachelors en wo-masters. We laten dat hier rusten.

1.6 Consequenties voor de beroepspraktijk In het voorgaande hebben we gezien dat verplegen geen vrijblijvend beroep is. Het beroep draagt een geschiedenis met zich mee en binnen de beroepsgroep is samen met

Verpl.als_beroepsoef.indd 21

22-08-11 12:48


22

De verpleegkundige als beroepsoefenaar

werkgevers, het onderwijs en de overheid nagedacht over de verpleegkundige van de 21e eeuw. Patiënten- en consumentenorganisaties hebben daarin – achteraf bezien – een nog te bescheiden rol gehad. Door de betrokken partijen is gekeken naar wat we verwachten van verpleegkundigen, wat voor verpleegkundigen we willen hebben, welke soort verpleegkundigen nodig zijn, hoe deze opgeleid zouden moeten worden en op welke niveaus. Inmiddels is het beeld van de (hbo-) verpleegkundige voor de 21e eeuw, in ieder geval op papier, helder geworden. Maar dat gezegd zijnde is het nog niet gerealiseerd. Daar zal – ook door aankomend verpleegkundigen – nog veel tijd en energie in gestoken moeten worden. Het is nodig dat je het kunt vertalen naar je eigen handelen. Dergelijke veranderingen gaan nooit vanzelf. De beroepsgroep zal daarin een krachtige positie moeten innemen en iedere individuele verpleegkundige zal daaraan een steentje dienen bij te dragen.

1.6.1 De verpleegkundige van de 21e eeuw Tot nu toe is die verpleegkundige van de 21e eeuw in tamelijk abstracte termen omschreven. In deze paragraaf willen we door middel van tien voorbeelden een concrete vertaling maken naar de beroepspraktijk. Vraag jezelf af welke verpleegkundige jouw zorgvragers nodig hebben en wat voor verpleegkundige jij wilt zijn! In de voorbeelden zetten we twee verpleegkundigen tegenover elkaar die elk aangeven wat verpleegkunde in de 21e eeuw is en wat het niet is. We gaan daarbij uit van wat we hiervoor beschreven hebben. Dit boek is gericht op de hbo-v’er, maar iedere verpleegkundige of verzorgende met een andere opleiding kan zich hier natuurlijk ook aan spiegelen. In de afgelopen decennia hebben veel verpleegkundigen voorbeelden getoond die hier nu als wenselijk wordt geschetst. Van de hbo-v’er mag in ieder geval verwacht worden dat zij beschikt over de competenties van de verpleegkundige van de 21e eeuw. In de onderstaande praktijkschetsen tref je situaties aan waarbij verpleegkundige B reageert zoals het in de verpleegkunde van de 21e eeuw gewenst wordt. Het contrast met de reacties van verpleegkundige A, die ongetwijfeld met goede bedoelingen handelt, is met opzet wat scherp neergezet. In de schetsen zijn elementen terug te vinden van alle vijf rollen, waaronder die van beroepsbeoefenaar. Het zijn slechts enkele voorbeelden. Tijdens je opleiding kom je zelf nog meer voorbeelden tegen en de kunst is om er maximaal van te leren en kritisch en creatief om te gaan met de situaties die je aantreft. Schets 1 Een depressief gevoel Meneer Visser krijgt ondersteuning bij de lichamelijke verzorging en zegt: ‘Van mij hoeft het leven allemaal niet meer.’

Verpleegkundige A reageert met: ‘Niet zo somber meneer, kijk het zonnetje vandaag eens lekker schijnen’, en begint zonder verdere aankondiging de zorgvrager te draaien zodat zij zijn rug kan wassen.

Verpl.als_beroepsoef.indd 22

22-08-11 12:48


Register

271

Register A adviseren 239 afhankelijke variabele 147 aselecte steekproef 155 audit 195 B bekwaam 224 beroepscode 37, 64, 65 beroepscompetentie 2, 221 beroepsdeelprofiel 40 beroepsdeugden 119 beroepsethiek 115 beroepsnormen 119 beroepsorganisaties 64 beroepsprofiel 14, 39, 84 beroepsverantwoordelijkheid 118 beroepswaarden 119 beschrijvend of descriptief onderzoek 153 betrouwbaarheid 162 bevoegd 224 bewijsmateriaal 180 blindering 152

correlatiecoĂŤfficiĂŤnt 167 correlationeel onderzoek 153, 154 creatief 74, 77 cultuur 188 D datamatrix 166 dataverzamelingstechniek 158 deontologie 123 descriptief correlationeel design 153 deskundig 220 diepte-interview 159 dubbelblind onderzoek 152 dwarsdoorsnede onderzoek 153

E ethische commissie 122, 132 ethische reflectie 132 ethische stroming 123 etnografie 150 evidence-based practice 56, 139, 178 exclusiecriteria 157 externe validiteit 175 extrinsieke motivatie 232

C Calibris 222 F case study 155 fenomenologie 150 causaliteit 154 functiedifferentiatie 52 Cochrane Database of Systematic fundamenteel onderzoek 148 Reviews 180 COLO 221 G generaliseerbaarheid 175 competentie 109, 200, 221 generaliseren 155 competentiemanagement 200 gesloten vragen 159 complexiteit 16 grounded theory 150 conceptueel model 90 confounding 175 consequentialisme 123 controleerbaarheid 141

Verpl.als_beroepsoef.indd 271

22-08-11 12:49


272

Register

H human resource management 187 hypothese 146

N nadenken 73 non-responsgroep 157

I inclusiecriteria 157 informatiebias 175 instrueren 239 interne validiteit 174 intersubjectiviteit 140, 141 intervisie 236 intrinsiek leren 232

O observatie 87, 158, 163 onafhankelijke variabele 147 onderzoeksdesign 148 onderzoekspopulatie 147, 155 onderzoeksproces 144 ontschotting 59 open interview 159 operationaliseringsproces 161

K kenniskring 58 kritisch 74 kwalificatieniveau 50 kwalificatiestructuur 221 kwalitatief onderzoek 149 kwantitatief onderzoek 149 L lectoraat 58 leerstijl 227 leertheorie 232 levensbeschouwelijk of religieus pluralisme 121 levensbeschouwing 121 likertschaal 163 longitudinaal onderzoek 153 M matchen 151 medische ethiek 116 meetniveau 168 meta-analyse 170 meten 147, 158 methodologie 142 micro-, meso- en macroniveau 59, 74 model 84, 93 moreel beraad 131 moreel of ethisch pluralisme 121

Verpl.als_beroepsoef.indd 272

P p-waarde 167 participerende observatie 164 patiĂŤntenuitkomsten 188 Patricia Benner 225 PICO-strategie 179 pilotstudie 173 praktijkgericht onderzoek 148 precisie 141 principe-ethiek 124 probleemstelling 145 professional 63 professionalisering 63 professionaliteit 63 professionele autonomie 63 professionele standaard 63 Q quasi-experimenteel onderzoek 152 R randomized clinical trial (RCT) 152 rapporteren onderzoeksgegevens 170 reflectie 178 representatieve steekproef 155

22-08-11 12:49


Register

S schaal 161 schriftelijke vragenlijst 160 selecte steekproef 156 selectiebias 175 significantieniveau 167 socialisatie 104, 217 structuur 188 substitutie 62, 99 survey 160 systematische observatie 163

273

W wetenschappelijk onderzoek 139, 140 Z zelfreflectie 226 zorgethiek 125 zorgvernieuwing 59 zuiver experimenteel onderzoek 151

T taakherschikking 62, 228 teleologie 123 theorie 73, 84 theorievorming 73, 84 transcriptie 169 transculturele- of interculturele zorgverlening 61 transfer 16 transmurale zorg 190 triangulatie 165 U utilisme 124 V vakbekwaamheid 220 vakbond 65 validiteit 162 variabele 147, 158 verantwoordelijkheid 16 verantwoording 141 verpleegkundige adviesraad 26 verplegingswetenschap 55 visie 72, 84 voorlichten 239 vraaggerichte zorg 230 vraagsturing 230 vrije observatie 164

Verpl.als_beroepsoef.indd 273

22-08-11 12:49


Omslag TM • Serie 5 verpleegkundige beroepsrollen • Arienne de Boer, studio Pietje Precies bno, Hilversum rugdikte: 11 mm • formaat 170 * 243 mm • fc

G.H. Hunink (red.)

De verpleegkundige als beroepsbeoefenaar is geschreven vanuit de beroepspraktijk en is geschikt voor de opleiding hbo-verpleegkunde. Ook als je als verpleegkundige al werkzaam bent in de praktijk is het boek waardevol bij de concrete uitvoering van deze belangrijke rol. Je leert hoe je jezelf en je vak verder kunt professionaliseren. Hierbij zijn een kritische houding, creatief nadenken en innovatie belangrijk. Het doel is dat zorgvragers de best mogelijke zorg ontvangen, nu en in de toekomst. Daarin speel jij, samen met de beroepsgroep, een cruciale rol. In deze grondig herziene uitgave zijn actuele ontwikkelingen en inzichten uit de verpleegkundige beroepspraktijk opgenomen. Er is meer aandacht besteed aan concretisering van de rol van beroepsbeoefenaar en aan het perspectief van de zorgvrager. Ook komen evidence-based practice en preventie bij de zorgverlening aan bod.

G.H. Hunink (red.) J.J. van der Bijl B.S. Cusveller R.H. van Linge D. Polhuis

De verpleegkundige als beroepsbeoefenaar

Verpleegkunde is een prachtvak. Afwisselend en boeiend werk met een grote verantwoordelijkheid. Mensen zijn letterlijk aan jouw zorgen toevertrouwd. Dat vraagt om de juiste competenties. Dit boek ondersteunt je bij de ontwikkeling van de competenties die je als hbo-verpleegkundige in de rol van beroepsbeoefenaar nodig hebt.

De verpleegkundige als beroepsbeoefenaar G. Hunink (red.)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.