Verpleegtechnische handelingen niveau 4

Page 1

THEORIEBOEK NIVEAU 4

Verpleegtechnische handelingen

verpleegkundige



Verpleegtechnische Handelingen NIVEAU 4



THEORIEBOEK

NIVEAU 4

Verpleegtechnische Handelingen C.A. ABRAHAMSE A.F.M. MEIJSSEN P. MOCKING Onder redactie van: C.A. ABRAHAMSE M.H.A.J. GLOUDEMANS

verpleegkundige


Colofon Auteur

Foto’s

C.A. Abrahamse

Convatec @ blz. 185, 190

A.F.M. Meijssen

DermaClinic.be @ blz. 136

P. Mocking

European Pharma Group B.V. Schiphol-Rijk @ blz. 76b Hans Oostrum @ blz. 248lb, 248rb

Redactie

Herman Engbers @ blz. 36

C.A. Abrahamse

Hollandse Hoogte / Corbis @ blz. 262

M.H.A.J. Gloudemans

Hollandse Hoogte / Robbin de Jong @ blz. 29 Hollandse Hoogte / Roel Burgler @ blz. 105

Vormgeving binnenwerk en omslag

Ine van den Broek, Buren @ blz. 58

Studio Fraaj, Rotterdam

Jeroen Bosch Ziekenhuis @ blz. 142, 271, 272, 273 Leslie de Groot @ blz. 99

Fotografie omslag

Lighthart Fotografie / Karin Ligthart @ blz. 38, 41, 72ro, 79r, 140, 141, 152,

Peter Bak, Rotterdam

166, 171, 172, 184, 189, 207, 240, 288 Nutriciamedischevoeding.nl @ blz. 208r

Opmaak

Max van Garling @ blz. 69o, 75, 82, 90ro, 221, 228b, 228o, 267, 274, 282

Imago Mediabuilders, Amersfoort

Revamil @ blz. 143 Bart Riksten @ blz. 155b, 156lo, 156rb, 156ro

Illustraties

Science Photo Library @ blz. 256o

Ad Gruter, Nieuwegein

Shutterstock @ blz. 79, 218, 277, 278

Eshuis Infographics, Groningen

Smith & Nephew @ blz. 128

Floris Oudshoorn, Amsterdam

Zorg in Beeld / Frank Muller @ blz. 91l, 143, 151l, 162, 165

Joop Mommers, Barendrecht Tiekstra Media, Groningen

Met extra dank aan Ine van den Broek, Lighthart Fotografie / Karin Ligthart, Zorg in Beeld / Frank Muller, Martin Hogeboom, Mirador Media / Koen Bakx, Maria van der Heyden en Anke Gielen.

Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op Over ThiemeMeulenhoff is ontwikkelt dé educatieve mediaspecialist en levert educatieve hetvan Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs ThiemeMeulenhoff zich van educatieve uitgeverij tot oplossingen voor grond artikel 16B Auteurswet 1912 j° hetMiddelbaar Besluit van 23 augustus en Hoger Onderwijs. Deze oplossingen worden ontwikkeld in nauwe samenwerking met de onderwijsmarkt en dragen bij aan verbeterde leeropbrengsten en individuele 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor een learning design company. We brengen content, leerontwerp talentontwikkeling. wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen partner voor scholen bij het vernieuwen Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, ThiemeMeulenhoffzijn haaltwe heteen beste uit élke leerling. en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen Meerde informatie over tussen ThiemeMeulenhoff en scholen een overzicht van onze educatieve van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en aan verschillen lerenden en en ervoor zorgen dat oplossingen: andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. www.thiememeulenhoff.nl of via de Klantenservice 033 448 37 00 de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www. Samen leren vernieuwen. ISBN 9789006910353 auteursrechtenonderwijs.nl. Tweede druk, eerste oplage, 2016 www.thiememeulenhoff.nl De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2016 ISBN 978 90 06 91035 3 volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog totinde Tweede druk, eerste oplage, Alle rechten voorbehouden. Niets2016 uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in rechten een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, uitgever of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de wenden. uitgever. © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2016 Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17

Alle rechten voorbehouden. Niets uitwettelijk deze uitgave mag vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus Auteurswet 1912, dient men de daarvoor verschuldigde Deze uitgave is in volledig CO2-neutraal geproduceerd. worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 voor deze uitgavefilm gebruikte voorzien vaninhet Auteurswet) dient menofzich tot de uitgever te wenden. Voor meer gebruik van muziek, en hetpapier makenisvan kopieën hetFSC®-keurmerk. onderwijs zie www. gegevensbestand, openbaar gemaakt, in enige vorm of informatie op enige over hetHet Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden. auteursrechtenonderwijs.nl. wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen van de uitgever. gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Deze uitgave is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.


Ten geleide

De afgelopen jaren zijn de beroepsopleidingen voor verpleging en verzorging aangepast aan de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. De veranderde eisen aan het beroep en de beroepsuitoefening zijn uitgewerkt in nieuwe kwalificatiedossiers. De mbo-verpleegkundige wordt opgeleid om in alle branches van de verpleging en verzorging te werken: ziekenhuis, verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg, de geestelijke gezondheidszorg en de gehandicaptenzorg. De breedte (vier contexten) dient gewaarborgd te zijn om te voldoen aan de Wet BIG. Zij levert vanuit een teamverband vraaggerichte intramurale en/of ambulante en/of semimurale zorg. De werkplek is wisselend en kan ook internationaal zijn. Op de werkplek kunnen zowel de zorgvragers als hun zorgbehoeften snel veranderen. De doelgroep waaraan de mbo-verpleegkundige zorg verleent, is zeer divers. De doelgroep bestaat onder andere uit: oudere zorgvragers met beperkte zelfzorg, waaronder psychogeriatrische en somatische zorgvragers; chronisch zieken; revaliderende zorgvragers; zorgvragers met een handicap; klinische zorgvragers; zorgvragers met psychiatrische ziektes en/of stoornissen; barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen; kinderen en jeugdigen met potentiële of feitelijke gezondheids- of bestaansdreiging. Bron: kwalificatiedossier op www.s-bb.nl/kwalificatiedossiers Deze kwalificatiedossiers, uitgewerkt in beroepsspecifieke kerntaken en werkprocessen, vormen de basis voor de inrichting van de huidige opleidingen in de gezondheidszorg. De leermid-

delen van Traject V&V zijn ontwikkeld voor, en sluiten aan bij, deze kwalificatiedossiers. Traject V&V is een leermiddelenaanbod voor de opleidingen Verzorgende IG (kwalificatieniveau 3) en Mbo-Verpleegkundige (kwalificatieniveau 4). Traject V&V is gebaseerd op vier belangrijke uitgangspunten: • De leermiddelen zijn ontwikkeld vanuit de beroepsuitoefening. Het beroepsonderwijs in de gezondheidszorg wordt in belangrijke mate bepaald door de aard van de zorgvragen en door de context waarin de beroepsuitoefening plaatsvindt (zorgsituaties). • Sterk didactisch concept. De leermiddelen zijn ontwikkeld op basis van leerstijlen en leerervaringen van mbo-studenten Leerstijl en leerervaringen hangen samen met de kenmerken van de mbo-student en zijn of haar situatie. Traject V&V houdt rekening met de verschillende leerstijlen van mbo-studenten en verschillende onderwijsstijlen van docenten. • Bij de indeling van de leermiddelen is rekening gehouden met de basisdelen en de brancheprofielen voor de Verzorgende IG. • Er is rekening gehouden met het perspectief van doorstroming tussen Mbo-niveau 3 en Mbo-niveau 4. Binnen het beroepsgerichte opleiden worden leertrajecten afgestemd op reeds aanwezige competenties bij individuele studenten. Bij het verwerven van competenties staat het zich eigen maken van vakkennis en beroepsvaardigheden, in combinatie met de ontwikkeling van de beroepshouding en de persoonlijke vorming, centraal. De leermiddelen van Traject V&V sluiten daarbij aan.


Traject V&V houdt rekening met de mbo-student door het taalniveau (2F) af te stemmen op de doelgroep en door (praktijk)voorbeelden en (praktijk)opdrachten zo te formuleren dat de mbostudent zich aangesproken voelt. De leermiddelen zijn zo ontwikkeld dat zowel mbo-studenten met een meer theoretische, als mbo-studenten met een meer praktische inslag er gebruik van kunnen maken. Traject V&V is inzetbaar binnen elk didactisch model en biedt de docent de ruimte om invulling te geven aan zijn rol van ‘begeleider’ van het leerproces van de mbo-student. Traject V&V sluit volledig aan bij actuele opvattingen over flexibiliteit en zelfstandig leren. Dat betekent onder andere dat aandacht is besteed aan verwerkingsopdrachten bij de theorie en de evaluatie middels de studiehulp. Daarnaast komen de beroepsvaardigheden en de houdingsaspecten van de (beginnende) beroepsbeoefenaar expliciet aan de orde. Deze elementen vormen immers een essentieel onderdeel van de beroepsuitoefening. In Traject V&V, inhoudelijk gebaseerd op de kwalificatiedossiers, worden de werkprocessen en uitstroomverbijzonderingen uitgewerkt in drie onderdelen. Theoretische onderbouwing met verwerkingsopdrachten Het onderdeel ‘theorie’, voor het basisdeel bevat alle basiskennis en achtergrondinformatie die hoort bij het betreffende werkproces. De leerstof bevat veel voorbeelden uit de beroepspraktijk. De verwerkingsopdrachten, opgenomen in het werkboek, sluiten aan op de leerstof in de theorieboeken. De theorieboeken en werkboeken voor de branchegerichte profielen gaan verdiepend in op de zorg in de verschillende branches. P1: Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) P2: Gehandicaptenzorg (GHZ) P3: Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) P4: Kraamzorg (KZ)

Beroepswerkelijkheid Het onderdeel ‘praktijksituaties’ is opgenomen in het werkboek en geeft realistische beschrijvingen van zorgsituaties uit de praktijk van de verzorgende. In de praktijksituaties komen problemen en dilemma’s aan de orde waarmee beroepsbeoefenaren te maken krijgen in hun dagelijkse werk en waarbij van ze verwacht wordt dat ze met een oplossing en aanpak komen. In combinatie met de beroepspraktijkvorming wordt de student op deze manier optimaal ondersteund in zijn professionele ontwikkeling. Deze praktijksituaties bevatten voldoende problemen en dilemma’s om als aangrijpingspunt te dienen voor het zelfstandig leren. Beroepsvaardigheden Het onderdeel ‘vaardigheden’ is eveneens opgenomen in het werkboek en biedt opdrachten die zijn gericht op het stapsgewijs aanleren van instrumenteel-technische en sociaal-agogische vaardigheden. Deze drie onderdelen zijn consequent terug te vinden in het volledige aanbod van Traject V&V. De combinatie van deze onderdelen maakt het leren vanuit verschillende invalshoeken mogelijk en kan zowel in een onderwijssituatie als in de beroepspraktijk plaatsvinden. Het didactisch concept van Traject V&V gaat nadrukkelijk uit van bovenstaande uitgangspunten, waardoor het vakbekwame leren optimaal wordt ondersteund en mogelijk wordt gemaakt. Wij hopen dat gebruikers, zowel mbo-studenten als docenten, op een plezierige en zinvolle manier met Traject V&V kunnen werken. Heeft u vragen of suggesties, dan stellen wij het bijzonder op prijs als u contact met ons opneemt. Amersfoort, 2016

Redactie en uitgever


Inhoud

Thema 1 Voorbehouden handelingen 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6

1.7

1.8

1.9 1.10 1.11

19

Voorbehouden handelingen 20 Inleiding 20 Kwaliteit van zorg 20 Wet BIG 21 Voorbehouden handelingen 24 1.4.1 Risicovolle handelingen 27 Bevoegd en bekwaam 28 Uitvoeren voorbehouden handeling 28 1.6.1 Bekwaamheidsverklaring 29 1.6.2 Richtlijnen 30 Titelbescherming, registratie en herregistratie 30 1.7.1 Registratie 30 1.7.2 Herregistratie 31 Aansprakelijkheid 31 1.8.1 Civielrechtelijke aansprakelijkheid 31 1.8.2 Strafrechtelijke aansprakelijkheid 32 1.8.3 Tuchtrechtelijke aansprakelijkheid 32 1.8.4 Wat als het fout gaat? 33 1.8.5 Civielrechtelijk en strafrechtelijk veroordelen Studenten en voorbehouden handelingen 33 Mantelzorgers en voorbehouden handelingen 34 Noodsituaties 34

Begrippen

35

Thema 2 Medicijnen 1 37 2 2.1 2.2 2.3 2.4

Medicijnen 38 Inleiding 38 Recepten en voorschriften 38 2.2.1 Waar een recept aan moet voldoen Benaming van medicijnen 39 Bewaren van medicijnen 40 2.4.1 Richtlijnen 40

1 7

38

33


2.5

2.6

3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

3.6 3.7 3.8

2.4.2 Medicijnvormen 41 Verschillende werkingen van medicijnen 44 2.5.1 Symptoombestrijders 45 2.5.2 Causale werking 45 2.5.3 Tekorten aanvullen 45 2.5.4 Profylactische werking 45 2.5.5 Placebo 45 Medicijngroepen 46 2.6.1 Analgetica (pijnstillers) 46 2.6.2 Antibiotica 46 2.6.3 Anticoagulantia 46 2.6.4 Antidiabetica 47 2.6.5 Anti-epileptica 47 2.6.6 CorticosteroĂŻden 47 2.6.7 Cytostatica 48 2.6.8 Diuretica (ontwateringsmiddelen) 48 2.6.9 Hormonen 48 2.6.10 Laxantia (laxeermiddelen) 48 2.6.11 Maagmiddelen 48 2.6.12 Middelen die de bloeddruk beĂŻnvloeden 49 2.6.13 Middelen tegen diarree 49 2.6.14 Middelen tegen overgevoeligheidsreacties 49 2.6.15 Middelen om bloedarmoede te behandelen 50 2.6.16 Middelen voor de bovenste luchtwegen 50 2.6.17 Middelen voor de onderste luchtwegen 50 2.6.18 Middelen voor hart en bloedsomloop 50 2.6.19 Parkinsonmiddelen 51 2.6.20 Psychofarmaca 51 2.6.21 Slaapmiddelen 51 2.6.22 Vitaminen 52 Toedienen van medicijnen 53 Inleiding 53 Algemeen 53 Uitzetten 54 Distribueren 55 Toedienen 55 3.5.1 Opname en effect van geneesmiddelen 3.5.2 Enteraal toedienen 56 3.5.3 Parenteraal 57 Administratie 60 Observatie en bijwerkingen 60 Een fout, wat nu? 62

Begrippen

63

1 8

55


Thema 3 Medicijnen 2 65 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 5 5.1 5.2 5.3

Medicijnen toedienen per injectie 66 Inleiding 66 Injecteren 66 4.2.1 Algemene regels bij het toedienen van injecties met spuit en naald 67 Subcutane injectie 69 Intramusculaire injectie 74 Nieuwe ontwikkelingen 75 Verkeerd injecteren 76

5.6 5.7

Vloeistoffen toedienen via een infuus 78 Inleiding 78 Wat is een infuus? 78 Inbrengen van een perifeer infuus 78 5.3.1 Benodigheden 78 5.3.2 Aandachtspunten bij het voorbereiden van een infuus Redenen voor het inbrengen van een infuus 82 5.4.1 Aanvulling van vocht 82 5.4.2 Toedienen van medicijnen 84 5.4.3 Toedienen van bloed en bloedproducten 87 5.4.4 Zuur-baseverhouding herstellen 87 Klaarmaken van een infuus 88 5.5.1 Inbrengen van een perifeer infuus 89 Verwijderen van een perifeer infuus 92 Complicaties van een infuus 92

6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6

Bijzondere infusen 95 Inleiding 95 Centraal veneus infuus 95 Toedienen van parenterale voeding 97 Peripheral inserted central catheter 98 Port-a-cath 99 Bloedtransfusie 100

7 7.1 7.2 7.3

Verpleegkundig rekenen 106 Inleiding 106 Meeteenheden 106 Berekenen van een toe te dienen dosis 107 7.3.1 Een concentratie aangegeven in procenten 7.3.2 Medicijnen per lichaamsgewicht 108 Berekenen druppelsnelheid 110

5.4

5.5

7.4

Begrippen

113

1 9

108

81


Thema 4 8 8.1 8.2 8.3 8.4

8.5

9 9.1 9.2

9.3 10 10.1 10.2

10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8

10.9

Wondverzorging en zwachtelen

117

Wat is een wond? 118 Inleiding 118 Wat is een wond? 118 Open en gesloten wonden 118 Oorzaken van wonden 119 8.4.1 Mechanische wonden 119 8.4.2 Chemische wonden 119 8.4.3 Thermische wonden 119 8.4.4 Elektriciteitswonden 119 8.4.5 Stralingswonden 120 8.4.6 Circulatiestoorniswonden 120 8.4.7 Oncologische wonden (bij kwaadaardige aandoeningen) Kleur van wonden 120 8.5.1 Rode wonden 120 8.5.2 Gele wonden 121 8.5.3 Zwarte wonden 121 Wondgenezing 123 Inleiding 123 Wondgenezing 123 9.2.1 Primaire genezing 123 9.2.2 Secundaire genezing 123 Herstel van de wond 124 Verzorgen van wonden 126 Inleiding 126 Algemene aandachtspunten bij de verzorging van wonden 10.2.1 Reiniging van de wond 130 10.2.2 Pijnbestrijding 130 10.2.3 Instructies aan de zorgvrager 132 10.2.4 Wondmaterialen 132 10.2.5 Organisatie rondom de wondzorg 132 Inspectie van de wond en de omgeving 132 Specifieke verzorging rode wond 133 Specifieke verzorging gele wond 134 Specifieke verzorging zwarte wond 134 Specifieke wondbehandeling 135 Psychische aspecten 137 10.8.1 Littekens 137 10.8.2 Verwerking door de zorgvrager 137 Sociale aspecten 138 10.9.1 Zorgvrager raakt in isolement 138 10.9.2 Meer dan technisch handelen 138

1 10

126

120


11 11.1 11.2 11.3

11.4 11.5

Verbandmiddelen en verzorgingsproducten 139 Inleiding 139 De keuze van de juiste verbandmiddelen en verzorgingsproducten Verbandmiddelen 139 11.3.1 Absorberend verbandmateriaal 140 11.3.2 Alginaten 140 11.3.3 Antibacteriële producten 140 11.3.4 Actieve absorberende verbanden 140 11.3.5 Gazen en kompressen 140 11.3.6 Geurneutraliserende verbanden 141 11.3.7 Hydrocolloïden 141 11.3.8 Transparante wondfolies 141 11.3.9 Fixatiemateriaal 141 11.3.10 Buisverbanden 141 Tampons 143 Verzorgingsproducten 143

12 12.1 12.2 12.3

Decubitus 144 Inleiding 144 Wondbedpreparatie (WBP) 144 De verzorging van decubituswonden 12.3.1 De vier categorieën 145

13 13.1 13.2 13.3 13.4

Wonden met hechtingen 147 Inleiding 147 Soorten hechtingen 147 Wondverzorging bij hechtingen 148 Hechtmateriaal verwijderen 148 13.4.1 Werkwijze 149

14 14.1 14.2

Wonden met drains 150 Inleiding 150 Soorten drains 150 14.2.1 Passieve drainage 150 14.2.2 Actieve drainage 151 14.2.3 Tijdstip van verwijderen van een drain Wondverzorging bij een drain 151 14.3.1 Werking drain controleren 152 14.3.2 Infecties voorkomen 152 14.3.3 Huidirritaties voorkomen 152 Verwijderen van drains 153 14.4.1 Werkwijze 153 14.4.2 Informeren van de zorgvrager 153

14.3

14.4

144

1 11

151

139


15 15.1 15.2

15.3 15.4 15.5

Zwachtelen 154 Inleiding 154 Soorten zwachtels 154 15.2.1 Niet-elastische zwachtels 154 15.2.2 Elastische zwachtels 154 Doel van zwachtelen 155 Principes en effecten van zwachtelen 155 Zwachteltechnieken 155 15.5.1 Achttoerenprincipe 156 15.5.2 Cirkeltoeren 156 15.5.3 Spiraaltoeren 156 15.5.4 Recurrent 157 15.5.5 Testudo 157 15.3.3 Ambulante compressietherapie 158

Begrippen

160

Thema 5 SpeciďŹ eke zorg bij de uitscheiding 16 16.1 16.2 16.3

16.4 16.5 16.6 16.7 16.8 16.9 17 17.1 17.2

17.3

163

Blaaskatheter en verpleging 164 Inleiding 164 Indicaties voor een blaaskatheter 164 Soorten katheters 165 16.3.1 Reden van de katheter en het te kiezen materiaal 165 16.3.2 De verschillende materialen waar katheters van gemaakt worden 16.3.2 Plaats van de katheter 167 Inbrengen van een blaaskatheter 168 Verzorging van een blaaskatheter 169 Suprapubisch katheter 169 Urinezakken 171 Verwijderen van de blaaskatheter 171 Spoelen van de blaas 172 Orgaanspoelingen 174 Inleiding 174 Spoelen van de darmen 174 17.2.1 Orale darmspoeling 174 17.2.2 Hoogopgaand klysma 174 17.2.3 Belasting van de zorgvrager 175 Spoelen van de maag 175 17.3.1 Voorbereiding 176 17.3.2 Werkwijze 176 17.3.3 SpeciďŹ eke aandachtspunten 177

1 12

167


18 18.1 18.2 18.3 18.4

Stomazorg 179 Inleiding 179 Darmstelsel 179 Wat is een stoma en wanneer worden ze aangelegd 180 Het aanleggen van een stoma 181 18.4.1 Plaatsbepaling 181 18.4.2 Pouch en continent ileostoma 182 18.4.3 De ontlasting 183 18.5 Opvangmateriaal 184 18.5.1 Verschillende systemen 184 18.5.2 Aanvullende materialen 186 18.6 Verzorging van een stoma 187 18.6.1 Lichaamsverzorging 187 18.6.2 Verwisselen van een stomazakje 187 18.7 Problemen bij stomata 189 18.8 Darmspoelen (irrigatie) 191 18.9 Voeding 192 18.10 Urostoma 193 18.10.1 Opvangmateriaal 193 18.10.2 Verwisselen van het u.p.-zakje 193 18.11 Continente urostoma 194 18.12 Contact met de zorgvrager 194 Begrippen

195

Thema 6

SpeciďŹ eke zorg bij de voeding

19 19.1 19.2 19.3 19.4 19.5

19.6 19.7

199

Sondevoeding 200 Inleiding 200 Wat is sondevoeding? 200 Wanneer wordt sondevoeding gegeven? 202 Soorten voedingssondes 202 19.4.1 Neusmaagsonde en neusdunnedarmsonde 202 Een voedingssonde inbrengen 203 19.5.1 Keuze van de sonde 203 19.5.2 Voorbereiding van de zorgvrager 204 19.5.3 Werkwijze 204 19.5.4 Observatiepunten 206 Toedieningssystemen 207 Toediening 208 19.7.1 Controles vooraf 209 19.7.2 Via een spuit 210 19.7.3 Via een systeem op zwaartekracht en een voedingspomp 19.7.4 Storing in de doorloop van de voeding 211

1 13

210


19.7.5 Toedienen van medicijnen 211 19.8 Mogelijke complicaties 212 19.9 Extra zorg bij een voedingssonde 213 19.10 Psychosociale aspecten 214 19.11 Verwijderen van een maagsonde 214 Begrippen

216

Thema 7

Temperatuurregulatie

219

20 20.1 20.2 20.3 20.4 20.5

Zorgvrager met een te lage lichaamstemperatuur 220 Inleiding 220 Zorgvrager met een normale lichaamstemperatuur 220 Zorgvrager met ondertemperatuur 220 Zorgvrager met onderkoelingsverschijnselen 221 Zorgvrager met bevriezingsverschijnselen 222

21 21.1 21.2

Zorgvrager met een verhoogde lichaamstemperatuur Inleiding 223 Zorgvrager met koorts 223 21.2.1 Stadia bij een koude rilling 224 Zorgvrager met brandwonden 226 21.4.1 Eerste hulp bij brandwonden 228 21.4.2 Behandeling van brandwonden 229 21.4.3 Psychische gevolgen van brandwonden 230

21.3

Begrippen

232

Thema 8

Ondersteunen bij de ademhaling

22 22.1 22.2 22.3

22.4 22.5 22.6

223

235

Tracheostoma en uitzuigen 236 Inleiding 236 Anatomie en fysiologie van de luchtwegen 236 De bovenste luchtweg is dicht, wat nu? 237 22.3.1 Wat is een tracheacanule? 238 22.3.2 Verzorgen van de tracheacanule en de insteekopening 22.3.3 Verzorgen van de canules 238 Belasting voor de zorgvrager 240 Uitzuigen 241 22.5.1 Principes van het uitzuigen 242 Uitzuigen van een tracheacanule 243

1 14

238


23 23.1 23.2 23.3 23.4

Toedienen van zuurstof 244 Inleiding 244 Fysiologie van de ademhaling 244 Redenen voor toedienen van zuurstof 245 Verplegen van een benauwde zorgvrager 246 23.4.1 Toedienen van zuurstof 247 23.4.2 Rekenen met zuurstof 251

24 24.1 24.2 24.3 24.4

Thoraxdrainage 252 Inleiding 252 Anatomie en fysiologie 252 Pathologie 254 Verzorgen van een zorgvrager met een thoraxdrain 24.4.1 Zorgvrager 256 24.4.2 Materialen 257 24.4.3 Verwijderen van een thoraxdrain 258

256

Begrippen

260

Thema 9

Onderzoek en paramedische behandeling

Onderzoek bij een zorgvrager 264 Inleiding 264 Medische anamnese 264 Lichamelijk onderzoek 264 Laboratorium 265 25.4.1 Klinisch chemisch en hematologisch laboratorium 25.4.2 Microbiologisch laboratorium 266 25.4.3 Pathologisch laboratorium 267 25.5 Bloedonderzoek 268 25.6 Feces 274 25.7 Urine 274 25.8 Sputum 275 25.9 Uitstrijkjes 276 25.9.1 Baarmoederhals uitstrijkje 276 25.9.2 Uitstrijkje van neus of keel 276 25.10 Beeldvormende technieken 277 25.10.1 Echografie 277 25.10.2 Röntgenonderzoek 278 25.10.3 Scintigrafie 279 25.10.4 Computertomografie 279 25.10.5 PET/PET-CT-scan 280 25.10.6 MRI-onderzoek 280 25.11 (Endo)scopie 281

263

25 25.1 25.2 25.3 25.4

1 15

265


25.11.1 Colonscopie 282 25.11.2 Gastroscopie 282 25.11.3 ERCP (endoscopisch retrograde cholangio-pancreaticograďŹ e) 25.11.4 Bronchoscopie 283 25.12 Functieonderzoek 283 25.12.1 Het EEG 283 25.12.2 Longfunctieonderzoek 284 25.12.3 Het ECG 284 25.13 Pathologisch onderzoek 285 25.13.1 Beenmergbiopsie of -punctie 285 25.14 Chirurgische behandeling 285 26 26.1 26.2 26.3 26.4 26.5

Paramedische therapie 287 Inleiding 287 Fysiotherapie 287 Ergotherapie 288 Logopedie 289 Rol van de verpleegkundige bij de verschillende therapieĂŤn

Begrippen

290

Bijlage 1: Medicijnenlijst Register

292

300

1 16

289

282


1 17


1 1


1 THEMA

Voorbehouden handelingen In het vaardighedenlokaal heeft Lucy de veelvoorkomende verpleegtechnische handelingen vaak geoefend. Als afsluiting van de lessen heeft hij met succes een praktijktoets afgelegd. Op de afdeling begint nu het ‘echte’ werk. Lucy heeft twee keer gezien hoe een maagsonde ingebracht werd bij een zorgvrager. De maagsonde bij mevrouw de Terpstra moet vandaag vervangen worden. Nu Lucy de handeling een paar keer gezien heeft, mag hij het van de begeleidster gaan uitvoeren. ‘Kom Lucy, we gaan even zitten. Vertel me nog eens hoe je voorbereiding, uitvoering en nazorg eruit zal gaan zien.’ Lucy kan de drie stappen prima uitleggen. Even later staat zij met de maagsonde in de hand om deze in te brengen. Ze is nu toch wel een beetje bibberig, maar brengt zonder al te veel problemen de maagsonde in. Gelukkig ziet mevrouw Terpstra niet dat het zweet op haar rug staat van de spanning.

1 19


Voorbehouden handelingen

1 Voorbehouden handelingen

1.1

Inleiding

gezondheidszorg op niveau te houden of te verbeteren. In de loop van 1997 is een aantal oude wetten vervallen en zijn er nieuwe wetten ingevoerd. Het was noodzakelijk om oude wetten te vervangen (de wet op de uitoefening van de geneeskunst was bijvoorbeeld van 1865), omdat de maatschappij en daarmee ook de gezondheidszorg steeds verandert. In de gezondheidszorg worden veel nieuwe ontdekkingen gedaan. Dit leidt tot nieuwe behandelmethoden. Een voorbeeld is de mogelijkheid om weefsels (in de toekomst zelfs organen) in een laboratorium te laten groeien uit stamcellen. De afhankelijkheid van donororganen zal hierdoor afnemen.

Een voorbehouden handeling is een handeling die voor de zorgvrager meer risico geeft als deze wordt uitgevoerd door een ondeskundige. In de Wet BIG staan hierover wetsartikelen die van belang zijn voor jou als verpleegkundige. In de Wet BIG is ook een strafbepaling opgenomen voor zorgverleners die grove fouten hebben gemaakt. Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen: • kwaliteit van zorg; • Wet BIG; • voorbehouden handelingen; • bevoegd en bekwaam; • uitvoeren voorbehouden handeling; • titelbescherming, registratie en herregistratie; • aansprakelijkheid; • studenten en voorbehouden handelingen; • mantelzorgers en voorbehouden handelingen; • noodsituaties.

1.2

Kwaliteit van zorg

In Nederland is er al jarenlang een georganiseerde gezondheidszorg. Allerlei beroepsgroepen houden zich met deze zorg bezig, zoals artsen, verloskundigen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen. De gezondheidszorg valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Met wetgeving probeert het ministerie het peil van de

Figuur 1.1 Medische ontwikkelingen volgen elkaar snel op

1 20


1

1.3

Daarnaast veranderen opvattingen. In de oude wet op de uitoefening van de geneeskunde stond bijvoorbeeld dat alleen de arts medische handelingen mocht uitvoeren. Sindsdien zijn er constructies bedacht waardoor ook anderen deze handelingen kunnen uitvoeren. De gezondheidszorg had behoefte aan wetten waarin dit soort zaken duidelijk geregeld is. Een kernbegrip dat in de gezondheidszorg veel gebruikt wordt, is ‘kwaliteit van zorg’. Het bevorderen van de kwaliteit is een taak voor iedereen die in de gezondheidszorg werkt, dus ook voor jou als verpleegkundige. Het ministerie is zich ook bewust van het belang van kwaliteit van zorg. De volgende drie nieuwe wetten, elk met een eigen invalshoek, moeten zorgen voor kwaliteit van zorg: • De WGBO. Dit is de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst. Door deze wet krijgt de zorgvrager een betere rechtsbescherming. Medische behandelingen worden in een overeenkomst vastgelegd en de beroepsbeoefenaar verplicht zich tot het verlenen van zorg als een goede hulpverlener. • De Kwaliteitswet zorginstellingen. Hierin staat op welke manier instellingen kwaliteit van zorg moeten geven. Volgens de wet moet de zorg doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht zijn. • De Wet BIG. Deze wet heeft invloed op de kwaliteit van zorg, omdat ze: – algemene regels stelt aan de kwaliteit van de zorgverleners; – regels bevat voor het uitvoeren van bepaalde risicovolle handelingen, de zogenoemde voorbehouden handelingen; – een aantal beroepen beschermt door middel van titelbescherming en registratie; – het tuchtrecht regelt voor een aantal beroepen.

Voorbehouden handelingen

Wet BIG

De Wet BIG gaat ervan uit dat in principe iedereen handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg mag uitvoeren. De wet is alleen van toepassing op beroepsbeoefenaren die individuele gezondheidszorg verlenen. Individuele gezondheidszorg is gericht op de gezondheid van een individuele zorgvrager en moet op niveau zijn. Het woord ‘beroepsbeoefenaren’ is van belang. Dit betekent dat bijvoorbeeld mantelzorgers niet onder de Wet BIG vallen. De afkorting BIG betekent Beroepsuitoefening Individuele Gezondheidszorg. De wet richt zich op de gezondheid van één bepaalde persoon en niet op de gezondheid van groepen. De belangrijkste doelstelling van de wet is het scheppen van voorwaarden voor het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg. De wet beschermt de patiënt (zorgvrager) tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen. In de wet wordt onder zorg verstaan: het beoordelen, bevorderen, bewaken, beschermen of herstellen van iemands gezondheid. Individuele gezondheidszorg omvat niet alleen geneeskundige handelingen, maar ook verpleegkundige handelingen. Iemand onderzoeken en voorlichting geven over zijn gezondheid vallen ook onder de individuele gezondheidszorg. De Wet BIG bevat verschillende wetsartikelen. De artikelen waarin de regelingen over voorbehouden handelingen zijn opgenomen, zijn voor de verpleegkundige de belangrijkste. Hierbij gaat het vooral om de artikelen 35 tot en met 39 (figuur 1.2). De ambtelijke taal van deze artikelen is lastig te begrijpen. De theorie over de Wet BIG in dit hoofdstuk is voor een groot deel afgeleid van deze artikelen. Na bestudering van dit hoofdstuk zullen de wetsartikelen bij herlezen waarschijnlijk helderder zijn. Soms is het belangrijk om teksten uit de wet te gebruiken, vooral als het om principiële zaken gaat, zoals een conflict of een

De Wet BIG komt hierna uitgebreid aan de orde, omdat deze wet duidelijke regelingen bevat die direct te maken hebben met het beroep van de verpleegkundige.

1 21


Voorbehouden handelingen

voorbehouden handeling die wel of niet terecht door jou als verpleegkundige is uitgevoerd. De Wet BIG is een kaderwet. Dat betekent dat de grenzen (kaders) waarbinnen iets mag gebeuren, zijn vastgelegd. Zo mag een verpleegkundige onder bepaalde voorwaarden een voorbehouden handeling verrichten. Een van de voorwaarden is dat ze bekwaam moet zijn. In de wet wordt niet aangegeven wanneer iemand bekwaam is. Dat wordt aan de instellingen overgelaten. Zo kan de ene instelling een verpleegkundige bekwaam vinden als zij een handeling onder begeleiding drie keer goed heeft verricht. Bij een andere instelling moet de verpleegkundige gediplomeerd zijn en de handeling onder toezicht eenmaal correct uitvoeren.

Artikel 36 1 Tot het verrichten van heelkundige handelingen – waaronder worden verstaan handelingen, liggende op het gebied van de geneeskunst, waarbij de samenhang der lichaamweefsels wordt verstoord en deze zich niet direct herstelt – zijn bevoegd: a. de artsen, b. de tandartsen, c. de verloskundigen. Doch de onder b en c genoemde personen uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied in deskundigheid. 2 Tot het verrichten van verloskundige handelingen zijn bevoegd: a. de artsen, b. de verloskundigen, doch dezen uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid. 3 Tot het verrichten van endoscopieÍn zijn bevoegd: de artsen. 4 Tot het verrichten van katheterisaties zijn bevoegd: a. de artsen, b. de verloskundigen, doch dezen uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid. 5 Tot het geven van injecties zijn bevoegd: a. de artsen, b. de tandartsen, c. de verloskundigen. Doch de onder b en c genoemde personen uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid.

Voorbehouden handelingen Artikel 35 1 Het is degene die niet behoort tot de personen die hun bevoegdheid tot het verrichten van een handeling ontlenen aan het bepaalde bij of krachtens de artikelen 36 en 37 verboden buiten noodzaak beroepsmatig die handeling te verrichten, tenzij: a zulks geschiedt ingevolge een opdracht van een persoon die zijn bevoegdheid ontleent aan het bepaalde bij of krachtens de artikelen 36 en 37 en b hij redelijkerwijs mag aannemen dat hij beschikt over de bekwaamheid die vereist is voor het behoorlijk uitvoeren van de opdracht en c hij, voor zover de opdrachtgever aanwijzingen heeft gegeven, heeft gehandeld overeenkomstig die aanwijzingen. 2 Met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid is de opdrachtnemer bevoegd tot het verrichten van de in het eerste lid bedoelde handeling.

1 22


1

Voorbehouden handelingen

op natuurlijke wijze tot stand brengen van een zwangerschap, zijn bevoegd: de artsen. 14 De personen, genoemd in het eerste tot en met het dertiende lid, zijn tot het verrichten van de desbetreffende handelingen uitsluitend bevoegd voor zover zij redelijkerwijs mogen aannemen dat zij beschikken over de bekwaamheid die vereist is voor het behoorlijk verrichten van die handelingen. De personen, genoemd in het eerst tot en met het dertiende lid, die niet voldoen aan het bepaalde in de eerste volzin, worden voor de toepassing van de artikelen 35, eerste lid, onder a, 38 en 39 aangemerkt als personen die hun bevoegdheid ontlenen aan het in dit artikel bepaalde.

6 Tot het verrichten van puncties zijn bevoegd: a. de artsen, b. de verloskundigen, doch dezen uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid. 7 Tot het brengen onder narcose zijn bevoegd: a. de artsen, b. de tandartsen, doch dezen uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij of krachtens hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid. 8 Tot het verrichten van handelingen, op het gebied van de individuele gezondheidszorg, met gebruikmaking van radioactieve stoffen of toestellen die ioniserende stralen uitzenden, zijn bevoegd: a. de artsen, b. de tandartsen. Doch uitsluitend voor zover zij voldoen aan de krachtens de Kernenergiewet (Stb. 1963, 82) ter zake van het gebruiken van zodanige stoffen en toestellen gestelde eisen, alsmede, voor zover het betreft tandartsen, uitsluitend voor zover het betreft handelingen, in de aanhef van dit lid bedoeld, die overeenkomstig het bij hoofdstuk III bepaalde worden gerekend tot hun gebied van deskundigheid. 9 Tot het verrichten van electieve cardioversie zijn bevoegd: de artsen. 10 Tot het toepassen van deďŹ brillatie zijn bevoegd: de artsen. 11 Tot het toepassen van elektroconvulsieve therapie zijn bevoegd: de artsen. 12 Tot steenvergruizing voor geneeskundige doeleinden zijn bevoegd: de artsen. 13 Tot het verrichten van handelingen ten aanzien van menselijke geslachtscellen en embryo’s, gericht op het anders dan

Artikel 37 1 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels overeenkomstig artikel 36 worden gesteld met betrekking tot bij de maatregel omschreven handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg, niet vallende onder dat artikel. 2 Bij algemene maatregel van bestuur kan voorts met betrekking bij de maatregel omschreven handelingen, vallende onder artikel 36, wijziging worden gebracht ter zake van de in artikel 36 vervatte toekenning van bevoegdheid, alsook worden bepaald dat de artikelen 35 en 36 met betrekking tot bij de maatregel omschreven handelingen niet langer gelden. 3 Indien niet binnen zes maanden na de inwerkingtreding van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste of tweede lid bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal een wetsvoorstel is ingediend tot wijziging van artikel 36 overeenkomstig die maat-

1 23


Voorbehouden handelingen

lid bedoelde algemene maatregel van bestuur aan gewezen register staan ingeschreven; b. categorieën van personen die een krachtens artikel 34, eerste lid, geregelde of aangewezen opleiding hebben voltooid; c. categorieën van personen, behorende tot de onder a of b bedoelde categorieën van personen.

regel, alsook indien zodanig voorstel wordt ingetrokken of verworpen, wordt de maatregel onverwijld ingetrokken. Artikel 38 Het is degene die zijn bevoegdheid tot het verrichten van een bij of krachtens de artikelen 36 en 37 omschreven handeling ontleent aan het bij of krachtens die artikelen bepaalde verboden aan een ander opdracht te geven tot het verrichten van die handeling, tenzij: a. in gevallen waarin zulks redelijkerwijs nodig is aanwijzingen worden gegeven omtrent het verrichten van de handeling en toezicht door de opdrachtgever op het verrichten van de handeling en de mogelijkheid tot tussenkomst van een zodanig persoon voldoende zijn verzekerd en b. hij redelijkerwijs mag aannemen dat degene aan wie de opdracht wordt gegeven, in aanmerking genomen het onder a bepaalde, beschikt over de bekwaamheid die vereist is voor het behoorlijk verrichten van de handeling.

1.4

Voorbehouden handelingen

Door het invoeren van de Wet BIG bestaat er geen algemeen verbod meer op het verrichten van medische handelingen door niet-artsen. Voordat de Wet BIG ingevoerd werd, was dat wel het geval. Nu is de uitoefening van de geneeskunst in principe aan iedereen toegestaan. Dit geldt niet voor de voorbehouden handelingen. Deze handelingen mogen alleen beroepsmatig worden verricht als er op basis van de wet een bevoegdheid voor bestaat. De voorbehouden handelingen zijn die handelingen die voor de zorgvrager een verhoogd risico met zich meebrengen als ze worden uitgevoerd door een ondeskundige. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het verrichten van een openhartoperatie. Kort gezegd komt de bevoegdheidsregeling voor voorbehouden handelingen neer op het volgende: artsen, en voor sommige handelingen tandartsen en verloskundigen, zijn in de Wet BIG zelfstandig bevoegd voor het stellen van een indicatie voor een voorbehouden handeling en voor het uitvoeren van deze handeling. Tijdens de uitwerking van de Wet BIG is er veel gediscussieerd over de handelingen die wel en niet onder voorbehoud verricht mogen worden.

Artikel 39 1 Indien een goede uitoefening van individuele gezondheidszorg zulks vordert, wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald dat tot het gebied van deskundigheid van personen, behoren tot een der in het tweede lid genoemde categorieën, wordt gerekend het verrichten van bij de maatregel aangewezen categorieën van handelingen, behorende tot de bij of krachtens de artikelen 36 en 37 omschreven categorieën van handelingen, zonder toezicht door de opdrachtgever en zonder diens tussenkomst. 2 Ingevolge het eerste lid kunnen de volgende categorieën van personen worden aangewezen: a. categorieën van personen die in een bij het eerste

1 24


1

Voorbehouden handelingen

• voorschrijven van UR geneesmiddelen (geneesmiddelen die uitsluitend op recept verkrijgbaar zijn). De beschreven categorieën kunnen nog nader worden uitgewerkt. Als voorbeeld nemen we de heelkundige handeling. Een heelkundige handeling is volgens de wet een handeling waarbij de samenhang van de lichaamsweefsels wordt verstoord en zich niet direct herstelt. In de volksmond spreken we over een operatie. Het zal duidelijk zijn dat er allerlei soorten operaties zijn, van heel kleine (bijvoorbeeld het verwijderen van een moedervlek) tot zeer uitgebreide (bijvoorbeeld het transplanteren van een orgaan). Het is onmogelijk om de wet op deze manier uit te werken. Er zouden dan enorme boekwerken ontstaan. Toch bleken de categorieën handelingen vragen op te roepen. Welke handeling hoort bij welke categorie? Voor bepaalde handelingen bleek behoefte aan een duidelijke indeling. De Raad BIG heeft een overzicht gemaakt waarin de handelingen opgenomen zijn waarover veel onduidelijkheid bestond (figuur 1.5). Hoewel in de lijst ook begrippen staan die de verpleegkundige misschien niet kent, is het een waardevolle aanvulling op de categorieën van voorbehouden handelingen.

Figuur 1.3 Een operatie is een duidelijk voorbeeld van een voorbehouden handeling

In artikel 36 van de wet worden de volgende categorieën voorbehouden handelingen genoemd: • heelkundige handelingen; • verloskundige handelingen; • endoscopieën; • katheterisaties; • injecties; • puncties; • onder narcose brengen; • gebruik van radioactieve stoffen of toestellen die ioniserende stralen uitzenden; • verrichten van electieve cardioversie; • defibrillatie; • elektroconvulsieve therapie; • steenvergruizing voor geneeskundige doeleinden; • handelingen ten aanzien van geslachtscellen en embryo’s, gericht op het anders dan op natuurlijke wijze tot stand brengen van een zwangerschap;

Figuur 1.4 Het inbrengen van een infuus is een voorbehouden handeling

1 25


Deze uitgave Verpleegtechnische handelingen maakt deel uit van de serie Traject V&V. De theorie van deze uitgave sluit volledig aan bij onderstaande werkproces uit het kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige. B1-K1-W5 Voert verpleegtechnische handelingen uit De leermiddelen uit de serie Traject V&V zijn bestemd voor de opleiding Verzorgende IG (niveau 3) en de opleiding Mbo-Verpleegkundige (niveau 4). Door de thematische opbouw is Traject V&V geschikt voor alle onderwijsvormen en alle leerwegen, past daarnaast in verkorte trajecten en sluit aan bij elke leerstijl. De leerstof is opgebouwd uit: theorie, praktijksituaties en beroepsvaardigheden. Je kunt starten vanuit de theorie of vanuit een (gesimuleerde) praktijksituatie. Wat voor jou het beste werkt. De theorie bevat alle basiskennis en achtergrondinformatie bij het betreffende werkproces en bevat veel voorbeelden uit de beroepspraktijk. De verwerkingsopdrachten sluiten aan bij de leerstof in de theorieboeken. De praktijksituaties zijn realistische beschrijvingen van situaties uit de beroepspraktijk, inclusief opdrachten gekoppeld aan houdingsaspecten, vaardigheden en kenniselementen. De beroepsvaardigheden bevatten opdrachten voor het stapsgewijs aanleren van instrumenteel-technische en sociaal-agogische vaardigheden. Het complete aanbod van Traject V&V bestaat uit: - theorieboeken met een heldere en gestructureerde uitleg over de benodigde vakkennis, verduidelijkt met veel praktijkvoorbeelden; - werkboeken met verwerkingsopdrachten, toepassingsopdrachten en evaluatie of reflectieopdrachten; - digitale omgeving met ondersteunend materiaal voor zowel student als docent. Wil je weten welke materialen er nog meer beschikbaar zijn bij Traject V&V? Kijk dan op: www.thiememeulenhoff.nl/trajectvenv

Auteurs: C.A. Abrahamse A.F.M. Meijssen P.A.M. Mocking Onder redactie van: C.A. Abrahamse M.H.A.J. Gloudemans

9 789006 910353


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.