1 minute read
Das en omgevingsfactoren
Bekijk de figuur. Je gaat een soortgelijke figuur maken voor een das.
Tip: Gebruik www.zoogdiervereniging.nl voor meer informatie.
Maak een tekening van een das met biotische en abiotische factoren. Schrijf bij elke factor een korte toelichting. Bij licht kun je bijvoorbeeld schrijven dat dassen nachtdieren zijn: zij zoeken hun voedsel ’s nachts.
Bespreek je werk met een klasgenoot.
Schrijven en tekenen is belangrijk in het leerproces bij biologie. In de opdrachten is hier veel aandacht voor.
Extra Opdrachten
8 Levenskenmerken waarnemen a Denk eens aan een hond. b Denk nu aan een kamerplant en kijk nog eens naar de lijst met levenskenmerken. Ook planten kunnen al deze levenskenmerken vertonen.
Na de zes basisopdrachten zijn er drie extra opdrachten, geschikt voor tempodifferentiatie.
Beschrijf met behulp van de zeven levenskenmerken hoe je kunt zien dat het dier leeft. Werk in tweetallen.
Gaswisseling: als de hond ademt, gaat de buik op en neer.
Waarnemen: als jij roept, spitst de hond haar oren. Ze hoort een geluid.
Online differentieer je ook op niveau, met vervolgopdrachten in Herhaling, Extra of Plus. Leerlingen krijgen advies welke vervolgopdrachten het beste passen. Daarna kiezen ze zelf een route. Zo werkt elke leerling op het eigen niveau.
Schrijf van elk levenskenmerk op hoe je dat kenmerk bij een plant kunt waarnemen.
Levenloos lichaam
“Er is een levenloos lichaam in een sloot gevonden.” In het nieuws wordt vaak gesproken van een levenloos lichaam.
Leg uit wat er niet klopt aan deze krantenkop. 10 Omgevingsfactoren
Een veldmuis leeft in een grasveld. Allerlei omgevingsfactoren hebben invloed op het leven van de muis.
Welke omgevingsfactoren zijn biotisch en welke zijn abiotisch?
Abiotisch Biotisch
Meer oefenen met de stof uit deze paragraaf? Kies online voor Herhaling of Plus.