4 minute read
Verslag van een experiment
Zo’n drie, vier jaar geleden ben ik begonnen met een experiment. Ik wilde namelijk weten hoe Dordtenaren reageren op vriendelijke begroetingen. Is het imago van die stugge calvinisten terecht of valt het wel mee met die eilandmentaliteit?
Het is in feite een simpel experiment: het komt er op neer dat ik op straat, voorbijgangers en passanten een goede dag toewens. Ik zeg hallo, goeiemorgen, middag, goeieavond, naargelang de tijd van de dag. Soms How are you? of gewoon Hoi! en dan afwachten hoe de ander reageert. Ik heb dat niet precies met een groetenteller geregistreerd, maar mijn algemene indruk is dat 90 procent van de mensen die je vriendelijk benadert, ook vriendelijk antwoordt. Dat kan heel verschillend zijn: meestal is het antwoord gewoon hallo of ook goeiedag. Sommigen (vooral Indonesische en Surinaamse mensen) zeggen: goededag mijnheer, weer anderen knikken alleen met hun hoofd of maken oogcontact.
Een glimlach noteer ik ook als positief. Of een opgetrokken wenkbrauw. Een enkeling legt zijn hand op het hart. Soms leidt het tot een gesprek. Het overkomt me ook wel dat de ander me te vlug af is en zelf spontaan groet. Vaak zijn dat bekenden, maar op de Blekersdijk werd ik ingehaald door een lichtgetinte jongeling die mij nadrukkelijk gedag zei.
Wat zijn de beste voorwaarden voor een hoge respons? De kans op een goede reactie hangt af van een aantal factoren, zoals de tijd van de dag en de week. Het weer is ook belangrijk: als het giet heeft het niet veel zin. Maar ook de breedte van de straat doet er toe. Je maakt de meeste kans wanneer het een smalle stoep is en je eigenlijk bijna tegen elkaar op botst. Dan geeft vrijwel iedereen direct een goed antwoord. Lastige plekken zijn ontmoetingen op brede winkelstraten of de weg bij het station. Die mensen hebben haast en geen tijd of interesse om met jou te communiceren. Het tempo is ook bepalend: rustig kuierende wandelaars nemen meer tijd voor een groet dan haastig voortstormende passanten. De markt is tweestrijdig. Er zijn snelle doorlopers maar ook klanten die alle tijd voor je hebben. Baasjes en bazinnen van honden hebben meestal wel tijd voor een praatje. Ook baby’s in kinderwagens vormen een makkelijk aanknopingspunt.
De meeste kans op goed resultaat heb je op zondagmorgen. Als ik om 10 uur naar de oud katholieke kerk toe wandel, is het 100 procent zeker dat iedereen die ik ontmoet vriendelijk goedemorgen zegt. Er zijn echter ook momenten dat ik geen groetpoging doe, omdat je bij voorbaat weet dat de kans op resultaat nul is. Mensen met oordopjes in of met een mobiel, maken me kansloos. Die hoef je niet te proberen. Maar soms heb ik ook geen zin om me uit te sloven voor de wetenschap. Het verrassende is wel, dat mensen van wie je het niet verwacht, de zogenaamde sombere of zwartkijkende types, vaak juist heel aardig reageren. Bijvoorbeeld dames met een stuurs of gesloten gezicht, blijken toch, als je even hallo zegt, positief te reageren. Zwervers, vermoedelijke daklozen zijn overigens 99 procent vriendelijk. Jong of oud maakt niet zoveel uit, jongeren zijn meer mobielverslaafd en sneller, maar als je een hele zwerm meiden of jongens als groep benadert, krijg je meestal stevige respons: kat in het bakkie, denk ik dan.
Ik heb eigenlijk geen negatieve reacties. Ja, soms trekken mensen wenkbrauwen op of kijken me aan van ‘wat moet je van me’, maar niemand die me uitscheldt of: ‘zoek jij het maar uit, man’, zegt. Misschien heeft mijn gevorderde leeftijd het voordeel dat mensen je wat zorgvuldiger behandelen. Ik moet erbij zeggen dat mijn onderzoek zich beperkt tot de Binnenstad en de 19e eeuwse Schil. Dus over andere wijken kan ik geen uitspraak doen. Iets voor de wijkkranten daar?
In mijn overmoed heb ik ook eens het lef gehad automobilisten te groeten, maar daar ben ik snel mee gestopt vanwege de verkeersveiligheid. Wat ik er aan overgehouden heb, is de overtuiging dat buschauffeurs heel vrolijke mensen zijn. Ze groeten je terug met een forse armzwaai.
Als ik alles bij elkaar optel en aftrek, is mijn conclusie dat Dordtenaren helemaal niet die stugge eenzelvige eilandbewoners zijn waarvoor ze vaak worden versleten. Het zijn over het algemeen aimabele, heel toegankelijke, ik zou haast zeggen, lieve mensen. Overigens lijkt mijn ‘groetallergie’ aanstekelijk te werken: verwanten en vrienden die met mij meelopen, gaan soms zelf ook een groetoffensief beginnen. Laten we een club van groetende Dordtenaren beginnen!
Ton Delemarre