3 minute read

Een (buiten)gewone vogel: de houtduif

Tekst: Arie Kuperus

Een grote, wat lompe vogel die soms langdurig aan het koeren is en nogal klef in de liefde is. En bovendien produceert de houtduif grote plakkaten die op de auto of op de terrastegels ergernis oproepen. Is deze vogel die we veelvuldig tegenkomen in de Stadspolders alleen maar irritant?

Kwieker dan hij oogt

De houtduif is de grootste duivensoort die in Nederland voorkomt. Hij komt veelvuldig voor in ons land en bezoekt ook onze tuinen. De houtduif is best fors en heeft een grijze rug en wat meer blauwe kop. Zijn borst is zachtroze en typerend is een witte vlek in de nek en een witte streep op de vleugels. Zijn ogen kijken je duidelijk aan (zo lijkt het): een geelwitte iris met daarin een zwarte lens. Als de houtduif opvliegt doet hij dat met veel geklepper van de vleugels. Dat oogt soms stuntelig, versterkt door zijn forse gestalte. Maar vergis je niet, de houtduif is heel wendbaar en kan snel vliegen.

Irritant of juist aantrekkelijk?

De houtduif is een vogel die niet alleen tedere gevoelens oproept. Met zijn vleugelgeklapper en zijn langdurige gekoer (roe-koe, roekoe) kan hij luidruchtig aanwezig zijn. Ook vinden wij zijn grote flatsen op onze auto of terrastegels heel vervelend. Toch kan hij ook heel teder overkomen. Een houtduivenpaar trekt in het voorjaar en de zomer intensief met elkaar op en het mannetje maakt het vrouwtje langdurig het hof. Dat doet hij door te koeren, te buigen en te fladderen. Het mannetje en vrouwtje kunnen ook erg gezellig naast elkaar zitten, bijvoorbeeld op jouw pergola.

Een houtduivenpaar is elkaar trouw, in elk geval in de broedtijd en soms gedurende hun hele leven (2 à 3 jaar). Een paar houtduiven kunnen wel drie keer per jaar een nest hebben. Ze bouwen hun nest meestal in een flinke boom. Maar ze doen dat tamelijk nonchalant, waardoor het nest ook weleens uit de boom valt. Maar dan beginnen ze gewoon opnieuw.

Gaat het goed?

In onze tuinen en parken gaat het goed met de houtduif en daar is hij ook behoorlijk tam. Daardoor is hij ook goed te observeren. De houtduif eet granen, zaden, groenten, kruiden en ook bloemknoppen. Het voedsel zoekt hij vooral op de grond. Op het boerenland gaat het veel minder goed met de houtduif. Daar is minder voedsel te vinden, omdat er heel efficiënt geoogst wordt en er meer mais in plaats van graan verbouwd wordt.

Vogeltrek

De houtduif is het hele jaar te zien in Nederland. In de winter zijn dat er meer, want dan komen er houtduiven uit het noorden hier overwinteren. Een aantal van onze Nederlandse houtduiven trekken naar het zuiden (Frankrijk en Spanje), maar de meesten blijven het hele jaar in Nederland.

This article is from: