13 minute read

Goed in gesprek over verkeerde informatie

Een startpagina, campagne en challenge in de strijd tegen desinformatie

Worden studenten goed genoeg voorbereid op het omgaan met desinformatie in hun beroepspraktijk? Het Practoraat Mediawijsheid en Netwerk Mediawijsheid denken van niet. Daarom lanceren zij een startpagina voor docenten die les willen geven over het omgaan met desinformatie en is de campagne ‘Goed in gesprek over verkeerde informatie’ gestart.

Door desinformatie op het verkeerde been gezet worden. Het kan ons allemaal overkomen. Soms is het onschuldig, maar steeds vaker heeft het schadelijke gevolgen. Wouter van der Horst, Practor Mediawijsheid, ziet de sfeer in de klas verslechteren: ‘Docenten bevinden zich vaak ongevraagd midden in de frontlinie tegen desinformatie. De discussies in de klas verharden en de polarisatie neemt steeds verder toe. En dat is niet gek, want studenten worden veel online blootgesteld aan verkeerde informatie. Het kan lastig zijn om te weten wat waar en wat niet waar is. Daarom bieden wij met ons platform een handreiking naar de docent om goed in gesprek te kunnen gaan over desinformatie. Want door er fel tegenin te gaan neemt de afstand alleen maar verder toe.’

Startpagina, campagne en challenge

Zijn practoraat is samen met Netwerk Mediawijsheid een startpagina, campagne en challenge gestart. Op www.mbomediawijs.nl/desinformatie vinden docenten alles wat ze nodig hebben om interessante lessen over desinformatie te geven en studenten op een leuke manier uit te dagen zelf na te denken over hoe het gesprek anders gevoerd kan worden. De startpagina is voor alle mbo-docenten een goed begin. De campagne en challenge richten zich specifiek op opleidingen voor zorg en media. Van der Horst: ‘Juist studenten die later met kwetsbare mensen gaan werken, bijvoorbeeld in de zorg, moeten hier goed mee om kunnen gaan. En als je in de media werkt heb je een bijzondere verantwoordelijkheid. Maar in iedere sector wint desinformatie aan invloed en daar moeten we tegenwicht aan bieden.’

Lessen over desinformatie

Op de startpagina zijn filmpjes, uitgewerkte casussen, een kant-en-klare powerpoint voor zorgopleidingen, een podcast, whitepaper en heel veel lesbeschrijvingen en andere materialen te vinden om elke mogelijke les over desinformatie

te geven. En daar komt de komende maanden nog meer bij. Via een nieuwsbrief worden docenten op de hoogte gehouden en worden kennis en ervaringen uitgewisseld van studenten, docenten en professionals.

Influencer

Marieke Kuypers, social media specialist en Tiktokker, is in korte tijd een bekend gezicht geworden op TikTok door daar te reageren op desinformatie. Ze heeft al meer dan 90.000 volgers en is het gezicht van de campagne. Kuypers: ‘Op TikTok kan een filmpje met verkeerde informatie zich heel snel verspreiden. Zelfs iemand zonder volgers kan iets plaatsen dat binnen een paar uur honderdduizend keer bekeken is. En als je dat filmpje liket zal TikTok je ook snel veel meer desinformatie voorschotelen. Op mijn eigen account zie ik kattenfilmpjes en boekreviews, maar het extra account waarmee ik desinformatie en complottheorieën opzoek staat vol met de meest extreme verhalen.’

De filmpjes die Kuypers maakt worden vaak honderdduizenden keren bekeken. ‘Er wordt zoveel informatie gedeeld op social media dat ik het echt niet raar vind dat jongeren soms door de bomen het bos niet meer zien. Zij kunnen niet elk filmpje checken en weten ook niet altijd hoe ze dat moeten doen. In mijn TikToks probeer ik niet alleen te zeggen of iets klopt, maar probeer ik ze ook mee te nemen in hoe ik iets heb opgezocht en waarom het niet klopt. Dat ze wel heel graag de waarheid willen weten, merk ik aan de vele verzoeken die ik elke dag krijg om iets te checken.’

Het gesprek aangaan

Kuypers merkt dagelijks dat het moeilijk is om het gesprek aan te gaan als er desinformatie in het spel is. En dat mensen elkaar steeds vijandiger benaderen. ‘Iemand een wappie noemen, helpt echt niet om die persoon te overtuigen. Je kunt beter proberen iemand te begrijpen en dichter bij ze te gaan staan, dan te roepen vanaf de overkant.’ Daarom gaat Kuypers de komende maanden jongeren oproepen om na te denken over wat er nodig is voor een goed gesprek als er desinformatie in het spel is. Jongeren kunnen reageren via TikTok, of met de klas meedoen via www.goedingesprek.nl. Kuypers: ‘Ik hoop echt dat we jongeren aan het denken zetten. Om ze aan te sporen hebben we ook nog mooie prijzen! De beste inzendingen winnen gastlessen van bekende TikTokkers, kaartjes voor een event of een kilo chocolade voor de hele klas.’

Doe mee!

De campagne loopt tot de zomer. Het Practoraat Mediawijsheid en Netwerk Mediawijsheid hopen een beweging op gang te brengen van docenten die elkaar inspireren om meer lessen te geven over desinformatie. Van der Horst: ‘We hopen dat docenten hun ervaringen willen delen en ons willen laten weten wat ze nog missen op onze pagina’. Kuypers: ‘En natuurlijk dat ze de campagne helpen verspreiden. Luister naar die podcast en stuur hem door, of plaats een bericht op social media. Ik kijk ook echt uit naar de inzendingen op de challenge, daar ga ik zelf ook een hoop inspiratie uit halen denk ik!’

Ga voor meer informatie over de strijd tegen desinformatie naar: www.mbomediawijs.nl/desinformatie

Gamen om vooroordelen tegen te gaan

Kan een game studenten burgerschapsvaardigheden bijbrengen? De makers van Open Deur?! denken van wel. De scenario-based game prikkelt studenten en sluit aan bij hun belevingswereld. ‘In de game ervaar je dat het wat oplevert om naar een ander te luisteren’, zegt Hanneke Felten, die als onderzoeker betrokken was bij de ontwikkeling van de game.

In het burgerschapsonderwijs leren mbo-studenten omgaan met verschillen, maar hoe zorg je dat ze er echt wat van opsteken? In de serious game Open Deur?! kruipen studenten in de huid van de 19-jarige Stephen die een mysterieus pakketje vindt dat bestemd is voor een mede-flatbewoner. Hij gaat op zoek naar de eigenaar en ontmoet onderweg heel verschillende mensen. De bewoners kunnen hem informatie geven die hij nodig heeft in het spel. De informatie die Stephen krijgt hangt af van de vragen die hij stelt. Welke vragen dat zijn bepaal je zelf als speler. Dit spel maakt gebruik van een scenario-based learning strategie waarbij studenten direct het effect van hun gemaakte keuze ervaren. Door deze strategie leren ze veel in korte tijd (volgens het principe van ‘learning by doing’).

Minder vooroordelen door gamen

Onderzoeker Hanneke Felten adviseerde de makers van Open Deur?!. Volgens haar maakt de game-vorm discriminatie makkelijker bespreekbaar, ook met studenten die er minder open voor staan. ‘Als je jongeren vertelt dat een open houding belangrijk is, denken ze snel: ja, dat zal wel. Je kunt het beter erváren. In de game merk je dat het wat oplevert om naar een ander te luisteren. Ondertussen word je eigenlijk afgeleid door de game en vergeet je dat je een les doet. Uit onderzoek blijkt dat je op die manier eerder in staat bent vooroordelen los te laten. ’ Ook onderzoeker en practor Birgit Pfeifer is enthousiast over de keuze voor een online game. ‘Studenten leren niet allemaal op dezelfde manier. De een leest graag een boek, de ander kijkt liever een film. Open Deur?! prikkelt op een nieuwe manier.’ Je kunt empathie het beste ontwikkelen door in de schoenen van een ander te gaan staan, vervolgt ze. ‘Kunstenaars doen dat voortdurend. Vormen als theater, film, literatuur of een serious game zijn heel geschikt om te gebruiken in burgerschaponderwijs. Daarom wilde ik graag meewerken aan de ontwikkeling van Open Deur?!.’

Discriminatie is als roken

Beide onderzoekers zijn het erover eens dat onderwijsinstellingen tot taak hebben om studenten te leren omgaan met verschillen. ‘Nergens vind je zo veel diversiteit als in het mbo’, stelt Pfeifer.

‘Bovendien leiden mbo-instellingen studenten op tot beroepsmensen die in een zeer diverse samenleving aan het werk gaan.’

Felten wijst op het belang van het tegengaan van vooroordelen en discriminatie. ‘Discriminatie is schadelijk voor de onderlinge verhoudingen, maar ook voor de gezondheid. Het is zoals bij roken. Als je zelf niet rookt maar wel in de buurt staat, ondervind je toch schade. Discriminatie van een persoon raakt ook anderen uit die groep. Als mensen lezen dat iemand met dezelfde geloofsovertuiging, huidskleur of seksuele voorkeur is bedreigd, beseffen zij hoe kwetsbaar hun positie is. Dat geeft stress en kan tot gezondheidsproblemen leiden.’

Wie wordt de hoofdpersoon?

Aan de lancering van Open Deur?! ging een lang traject van onderzoek en testfases vooraf. De Anne Frank Stichting gaf TinQwise Immersive de opdracht tot het ontwikkelen van de game en stelde een klankbordgroep samen. Daarin zaten docenten en studenten uit het mbo, educatieve experts, gamedesigners en onderzoekers, waaronder Felten en Pfeifer. Voor Jurmet Huitema-de Waal, projectleider bij de Anne Frank Stichting, was de ontwikkeling van Open Deur?! een leerzaam proces. ‘Doordat we met mensen van verschillende achtergronden bij elkaar zaten, hielden we elkaar scherp.’ Zo was er discussie rondom de keuze voor een hoofdpersoon. Uit onderzoek blijkt dat meisjes zich sneller identificeren met een jongen dan andersom. Datzelfde geldt volgens onderzoeker Felten voor witte mensen en mensen van kleur. ‘Witte mensen zijn vooral gewend zich in te leven in witte mensen. De keuze voor een jongen van kleur als hoofdpersoon kan bijdragen aan het verminderen van vooroordelen.’

Veilige gespreksstarter

Het is belangrijk om na afloop van de game samen met studenten te reflecteren op hun eigen reacties. Die nabespreking kan op een veilige manier plaatsvinden, volgens Huitema-de Waal. ‘Een student kan negatief reageren op een personage, zonder dat dat diegene zelf raakt. Je komt de personages immers niet in het echt tegen. Je mag dus fouten maken. In de game zul je zien dat je verder komt als je goed luistert. Dat is een vaardigheid die ook belangrijk is in het latere werk van studenten, bijvoorbeeld in contact met cliënten of collega’s.’

Huitema-de Waal noemt Open Deur?! de ideale gespreksstarter. ‘Docenten vinden het vaak spannend om controversiële thema’s te behandelen, omdat gesprekken daarover makkelijk ontsporen. Het is goed om te oefenen met onderwerpen die schuren, zonder dat de discussie uit de hand loopt. Door de game kun je gesprekken steeds terugbrengen naar de fictieve personages. Die kaders maken het gesprek veilig.’

Train-de-trainer

Felten denkt dat de online game een uitkomst is voor docenten, die vaak de keuze hebben uit een gastles

of iets wat ze zelf moeten voorbereiden. De game valt in die tweede categorie, maar neemt docenten wel bij de hand. Je kunt meteen aan de slag met de game, die gratis online beschikbaar is. Voor docenten die extra goed beslagen ten ijs willen komen is er ook een train-de-trainerworkshop, waarbij de game gespeeld wordt en je als docent extra werkvormen krijgt aangereikt. Huitema-de Waal: ‘Het gaat er ook om dat studenten elkaar leren kennen. Als je ervaart dat je leuk kunt kletsen met iemand die op het eerste gezicht heel anders lijkt dan jij, ben je daarna geneigd vaker in gesprek te gaan met onbekenden.’

Ook in coronatijd

Een half jaar na de lancering van de game zegt practor Pfeifer zich soms ingehaald te voelen door de werkelijkheid. ‘Diversiteit gaat nu niet meer alleen over afkomst, seksuele voorkeur of leeftijd. Er is veel onverdraagzaamheid door corona en de bijbehorende isolatie. Ook studenten in het mbo ervaren steeds meer zinloosheid en tweedeling.’ Toch denkt ze dat het belangrijk is om steeds het gesprek op te blijven zoeken. Felten sluit zich daarbij aan: ‘De problemen rondom Covid en vaccinatie hebben ook te maken met schrikbeelden over de ander. In deze game oefen je met je inleven in anderen.’ Pfeifer spreekt de hoop uit dat studenten door het spelen van Open Deur?! beseffen dat mensen verschillend zijn en dat je ze dus ook verschillend moet benaderen. ‘Diversiteit nastreven is geen politieke keuze, maar levert je uiteindelijk iets op. Nieuwsgierig zijn loont. Diversiteit moet op scholen natuurlijk in de breedte worden gestimuleerd: niet alleen binnen burgerschap, maar ook in andere lessen, het gebouw, voorzieningen en personeelsbeleid. Zie deze game als een mooi begin.’

Birgit Pfeifer promoveerde aan de Vrije Universiteit (VU). Ze werkt als onderzoeker aan de Hogeschool Windesheim en leidt het practoraat Verschillen waarderen bij de Federatie Christelijk MBO. Dat practoraat wil studenten in het mbo opleiden tot mensen die zich inzetten voor een vreedzame samenleving.

Hanneke Felten is senior onderzoeker bij het Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS), onderdeel van Movisie. Ze is gespecialiseerd in de aanpak van discriminatie en vooroordelen in onder meer het onderwijs en op de arbeidsmarkt.

Jurmet Huitema-de Waal is projectleider mbo en trainer bij de Anne Frank Stichting. Voor Open Deur?! werkte ze mee aan een tutorial, een handleiding en een train-detrainer-workshop voor docenten.

Aan de slag met Open Deur?!

Meer informatie over de serious game Open Deur?! vind je op www.annefrank.org/opendeur. Daar kun je de game direct spelen. Wil je je aanmelden voor de gratis online train-de-trainerworkshop op maandag 14 maart van 15.30 tot 16.30 uur? Mail dan naar docenten@annefrank.nl.

Merel Brugman:

‘Bezoek aan een museum steeds vaker onderdeel van het vak burgerschap’

Als een van de weinige musea in Nederland richt het Rijksmuseum in Amsterdam haar educatieprogramma, naast po en vo, ook op het mbo. Merel Brugman zorgt al 3 jaar als educator mbo voor een breed aanbod aan inspirerende lesprogramma’s, workshops en rondleidingen.

Tekst: Natasja de Vrind

Waar kunst en cultuur in het primair en voortgezet onderwijs in het curriculum zijn opgenomen, is dat in het mbo niet het geval. ‘Gelukkig zijn er steeds meer docenten binnen het mbo, die toch de weg naar het Rijksmuseum weten te vinden’, aldus Merel Brugman. Merel heeft zelf, voordat zij de kunstacademie volgde, op het mbo gezeten en was er daarna ook zes jaar lang docent fotografie. ‘Zeker nu het vak burgerschap belangrijker wordt, vormt een bezoek aan een museum steeds vaker onderdeel van het lesprogramma binnen het mbo.’

Op maat

Mbo-opleidingen zijn vakgericht. ‘Bij een opleiding als elektrotechniek denk je niet direct aan een cultureel uitstapje.’ Merel ontwerpt, samen met het team Educatie, lesprogramma’s, masterclasses, rondleidingen en workshops op maat en werkt daarbij nauw samen met mbo-opleidingen. Mbo-studenten die een opleiding in de zorg volgen, krijgen bijvoorbeeld aan de hand van schilderijen en voorwerpen uit het museum uitleg hoe zorg zich in de loop der eeuwen ontwikkeld heeft. In coronatijd zorgt het museum voor interactieve lessen en digitale rondleidingen. Ook zijn er bij het Rijksmuseum verschillende stagemogelijkheden en talentprogramma’s voor mbo-studenten.

Kijkje achter de schermen

Steeds vaker kreeg Merel de vraag vanuit mbostudenten hoe het er eigenlijk achter de schermen van het museum aan toegaat. In het kader daarvan heeft zij daarom, samen met productiebureau Mals Media, videoportretten ontworpen, waarin juist die beroepen binnen het Rijksmuseum worden uitgelicht die een link hebben met opleidingen binnen het mbo. ‘We willen studenten laten zien dat een museum meer is dan een gebouw met schilderijen. In het Rijksmuseum werken 750 mensen met diverse beroepen, van beveiliger tot kok. Zonder deze mensen kan het museum niet draaien.’

Diverse beroepen

De filmpjes zijn ontworpen vanuit een subsidieregeling van Fonds 21. Studenten van het ROC Amsterdam, die een evenementenopleiding volgen, hebben ook meegewerkt aan de portretten. Zij mochten meedenken over de opzet en vormgeving. In de filmpjes komen een beveiliger, een marketeer, een chef-kok en een depotmedewerker aan het woord. In de beschrijving van de video’s op de website van het Rijksmuseum staat een link naar de opdracht. Deze kan door de docent naar eigen inzicht ingezet en uitgevoerd worden.

Bekijk het hele aanbod aan programma’s en lesmateriaal voor het mbo op:

www.rijksmuseum.nl/mbo

Ga met de klas aan de slag met de videoportretten, bekijk ze hier:

This article is from: