8 minute read

Trots, een ongemakkelijk gevoel

Trots,

een ongemakkelijk gevoel

Advertisement

Trots op Nederland? Voor een ‘gemiddelde’ Turk en Duitser is het gevoel van trots op je land, natie vanzelfsprekend. Een Nederlander voelt zich vrij snel ongemakkelijk wanneer zijn land en trots in één zin worden genoemd. Toen wij besloten om een special te wijden aan dit onderwerp, ontstond op de burelen van ons blad dan ook de nodige discussie tussen Engin en Frans. Een relaas:

Frans: “Ooit stond ik met mijn motorfiets en een lekke band voor het huis van een Duitser. Die wilde best helpen met de reparatie maar niet nadat ik eerst volmondig toegegeven had dat de maanlanding van de Amerikanen op de eerste plaats te danken was aan Werner von Braun, en dus aan een rasechte Duitser.”

Engin: “Je hebt er zeker moeite mee gehad om hem zijn zin te geven, alhoewel Nederlanders zijn zo praktisch!”

Frans: “Tuurlijk. Ik was geërgerd door zoveel nationale trots en mompelde iets van ‘jawel hoor.’ Als er nu één ding was waar Nederlanders zich vroeger in onderscheidden van andere volken dan was het wel door een opvallend gebrek aan nationalisme, beter gezegd chauvinisme. Bij ons geen Duits gepoch, geen Franse grootheidswaanzin of ijzig en vanzelfsprekend Brits superioriteitsgevoel. Welnee, wij zetten geen grote borst op vanwege de al dan niet ingebeelde voortreffelijkheden van ons kikkerlandje en als buitenlanders dan schuchter opperden dat Hans Brinker toch ooit zijn vinger in een dijk stak en zo het land redde van de overstroming gaven we schoorvoetend toe dat ons ‘ínpolderen’ en onze nooit aflatende strijd tegen het water wel bijzonder waren, maar heimelijk vonden we dat wel wat afgezaagd. We hadden ooit zelfs de neiging tegenover buitenlanders wat te klagen over de bureaucratie in ons land, over regen en volle wegen, over de landsgrenzen ging dat er heel anders aan toe.” Engin: “Nu, zoveel jaren later, hebben we te maken met een radicaal andere situatie. Nederland moet binnen de EU zijn positie waarmaken en de PVV van Geert Wilders en Trots Op Nederland van Rita Verdonk hameren voortdurend op ons unieke nationale karakter. Van de weeromstuit begin je je af te vragen wat er dan wel zo bijzonder aan Nederland is.”

Frans: “Kunst en cultuur misschien? Die waren achter de dijken altijd de sluitpost van de begroting en we hebben een traditie waarin grote schilders als Rembrandt failliet gaan en een Vincent van Gogh slechts door de steun van zijn broer in leven kon blijven. Als de wereldberoemde kunstenaar Karel Appel zijn hele collectie gratis aan Amsterdam aanbiedt en slechts vraagt om een gebouw om zijn doeken en beelden aan den volke te kunnen tonen is men te gierig en te krenterig om zelfs maar een oude school ter beschikking te stellen. Grote dirigenten? Bernard Haitink week na conflicten uit naar het buitenland. Grote schrijvers? Cees Noteboom is in het buitenland beroemder dan hier en het geboortehuis van Joost van den Vondel werd afgebroken en vervangen door een betonnen kantoorgebouw met een vieze afgebladderde plastic sticker op de muur die er aan herinnert waar ooit de wieg stond van de prins der Nederlandse dichters. Schande!”

Engin: “Jij klaagt ook, zo Hollands! Is er dan iets anders waar dit volk van drogisten en dominees in uitblinkt behalve in de slavenhandel?” Frans: “Onderwijs misschien? Op onze scholen en universiteiten gaat het, ondanks hysterische verzekeringen van het tegendeel hollend bergafwaarts en bijna niemand kan naar het schijnt nog correct Nederlands spreken of schrijven. Het wordt schraal in ons land en spoedig zal er nauwelijks nog verschil te zien zijn tussen een ronduit achter-

lijk, corrupt en armoedig land als Roemenië en de polders waarboven fier onze driekleur wappert. Maar laat ik niet overdrijven want er gloort wel degelijk licht aan de horizon en alles is nog niet verloren. De Nederlandse taal begint aan een nieuw leven en vertoont een ongekende soepelheid en rijkheid aan uitdrukkingsmogelijkheden in het werk van een auteur waar alle Nederlanders trots op kunnen zijn te weten de Nederlandse Marokkaan Hafid Bouazza.”

Engin: “Een hele goede schrijver, maar ikzelf heb toch een uitgesproken zwakke plek voor een man als Jan Siebelink. Knielen op een bed violen steekt wat mij betreft met kop en schouders uit boven wat er zo de laatste jaren in het Nederlandse taalgebied geproduceerd is en zelden werd de beklemmende sfeer van uitgesproken Nederlands sektarisch protestantisme zo voortreffelijk opgeroepen. Dat komt echt voort uit Nederlandse bodem en Nederlandse literaire tradities, mij sprak dat boek heel erg aan.”

Frans: “Welnee, als ons land al een spiegel voorgehouden wordt waarin we onszelf terugzien met al onze goede kanten en gebreken dan toch eerder in de conferences van Najib Amahli en Jurgen Raayman. Je kunt er gewoon niet omheen dat die de Nederlandse samenleving op het scherp van de snede laten zien.”

Engin: “Maar dan toch niet zo scherp als Dolf Jansen. Ik vind Ahmali en Raayman toch wat aan de milde kant. Het totaal compromisloze van Jansen spreekt mij veel meer aan en met zijn ironie en sarcasme noemt hij de dingen pas echt bij de naam. Je moet je kunnen vereenzelvigen met de cultuur van je land van vestiging en er tegelijk kritisch afstand van kunnen nemen om de zaken beter te overzien en verstandigere besluiten over je leven te kunnen nemen. Dat is iets wat in veel ‘allochtone’ culturen helaas grotendeels ontbreekt. Geef mij maar het nuchtere Nederlandse ‘wat koop ik daar nu voor?’ in plaats van al dat blinde nationalisme elders.”

Frans: “Soms moet je met een been in Holland staan en met een been daarbuiten om de dingen werkelijk te zien zoals ze zijn. Weinig mensen kunnen dat beter dan Nilgün Yerli die heel erg Turks is wanneer ze binnen de landsgrenzen verkeert en zich heel nadrukkelijk van haar Nederlandse kanten bewust blijkt wanneer ze in Turkije verblijft. Daar zie je pas het Nederlandse profiel heel duidelijk uit de verf komen op een manier die tegenwoordig bij autochtone schrijvers en cabaretiers ver te zoeken is. Nilgun heft de vanzelfsprekendheid op van veel Nederlandse gewoonten en gebruiken en zo kijk je dan met andere ogen opnieuw naar jezelf. Dat laatste geldt trouwens ook voor Ebru Omar die onlangs nog schreef dat ze bij terugkomst naar Nederland net te laat was om haar witte schaatsen met zuurstokroze beschermers te gebruiken en op het rare van de Nederlandse nieuws selectie wees. Oerhollands vind ik haar combinatie van droge humor en ironie, daar kunnen veel Nederlandse columnisten nog een puntje aan zuigen. Zo’n scherp oog voor het vaderlandse geneuzel en de kleingeestigheid van alledag. Daar kan ze trots op zijn en wij op haar. Het beste van de Nederlandse cultuur van dit moment vinden we echt bij Hollanders met een andere etnische achtergrond die op allerlei terreinen een frisse en onconventionele benadering van de dingen aan de dag leggen. Echt een aanwinst en bovendien een onmiskenbare voortzetting van de beste Hollandse tradities Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat zulke mensen bijna meer Nederlander zijn dan de Nederlanders en dat mag Rita Verdonk wel eens in haar oren knopen. En weet je wie de beste Nederlandse kunstschilder van het moment is?”

Engin: “...”

Frans: “Quraish! van geboorte een Irakees. Dat kun je in je zak steken.”

Engin: “Je doet de cultuur van ons land ernstig tekort als je je beperkt tot wat trendy en up to date is en niet let op wat je al in huis had voordat deze vernieuwers aan de bak kwamen, en dan bedoel ik niet alleen een dichter als Hans Lodeizen en schilders als Hans Vanhorck en Robert Fortgens. Kijk maar eens naar wat er uit de traditie gegroeid is dan krijg je nieuwe waardering voor schrijvers als van het Reve, Eddie du Perron, Marsman, maar ook voor Gerrit Komrij en Joost Zwagerman, trouwens je hebt het faliekant mis als je zegt dat het met het onderwijs zo slecht gesteld is; Nederlandse economen en astronomen zijn wereldberoemd en onze architecten en designers slepen de ene na de ander internationale prijs in de wacht.”

Frans: “Ja maar na Jan Tinbergen werd het stil en het ontwerp van een afzichtelijke stadswijk als de Bijlmermeer werd bekroond ondanks het feit dat het onleefbaar ghetto is. Cees van Dam heeft een grote reputatie maar beroemde architecten zoals hij gaan bij voorkeur niet in hun eigen wanproducten, zoals de Zwarte Madonna, wonen. Nee, dan de ‘hippe’‘ poldermoskee van Ergün Erkoçu en Abdeluahab Hammiche, daar spat de originaliteit van af. En niet van wat er momenteel door ‘autochtone architecten’ voor vreselijks neergezet wordt in slaapsteden als Nieuwegein. Echt, zogeheten Nieuwe Nederlanders verrijken op dit moment de cultuur het meest en vormen de voorhoede van een nieuwe geintegreerde samenleving.”

Engin: “Voor die nieuwe Nederlanders is het dan zeker veel beter zich te verdiepen in wat er aan cultuur en zeden aanwezig is dan zich te verschansen achter de cultuur van het thuisland en contact met autochtonen zoveel mogelijk te ontwijken. Je moet de cultuur van je land van vestiging tot de jouwe maken wil je er helemaal bijhoren. Dat betekent niet dat het goede wat je van thuis hebt, overboord gezet moet worden. Op het gebied van warme familie- en gezinsbanden kunnen Nederlanders nog wel wat leren van de immigranten. Per slot van rekening vind ik dat als die integratie werkelijk doorzet een discussie als deze absoluut zinloos geworden zal zijn en we ons gewoon nuchter aan de feiten kunnen houden: wie iets presteert als ondernemer, kunstenaar of politicus of wat dan ook verdient daarvoor alle eer.”

Frans: “Gebrek aan ontzag voor reputaties en posities is misschien wel de meest wezenlijke van alle Nederlandse eigenschappen, dus daar kan ik het van harte mee eens zijn.”

Toen beseften de heren plots dat er ook nog een blad moest worden gemaakt. Mocht u fouten in dit nummer signaleren, weet u bij wie u moet zijn met uw klacht.

This article is from: