Trots,
een ongemakkelijk gevoel
T
rots op Nederland? Voor een ‘gemiddelde’ Turk en Duitser is het gevoel van trots op je land, natie vanzelfsprekend. Een Nederlander voelt zich vrij snel ongemakkelijk wanneer zijn land en trots in één zin worden genoemd. Toen wij besloten om een special te wijden aan dit onderwerp, ontstond op de burelen van ons blad dan ook de nodige discussie tussen Engin en Frans. Een relaas: Frans: “Ooit stond ik met mijn motorfiets en een lekke band voor het huis van een Duitser. Die wilde best helpen met de reparatie maar niet nadat ik eerst volmondig toegegeven had dat de maanlanding van de Amerikanen op de eerste plaats te danken was aan Werner von Braun, en dus aan een rasechte Duitser.” Engin: “Je hebt er zeker moeite mee gehad om hem zijn zin te geven, alhoewel Nederlanders zijn zo praktisch!” Frans: “Tuurlijk. Ik was geërgerd door zoveel nationale trots en mompelde iets van ‘jawel hoor.’ Als er nu één ding was waar Nederlanders zich vroeger in onderscheidden van andere volken dan was het wel door een opvallend gebrek aan nationalisme, beter gezegd chauvinisme. Bij ons geen Duits gepoch, geen Franse grootheidswaanzin of ijzig en vanzelfsprekend Brits superioriteitsgevoel. Welnee, wij zetten geen grote borst op vanwege de al dan niet ingebeelde voortreffelijkheden van ons kikkerlandje en als buitenlanders dan schuchter opperden dat Hans Brinker toch ooit zijn vinger in een dijk stak en zo het land redde van de overstroming gaven we schoorvoetend toe dat ons ‘ínpolderen’ en onze nooit aflatende strijd tegen het water wel bijzonder waren, maar heimelijk vonden we dat wel wat afgezaagd. We hadden ooit zelfs de neiging tegenover buitenlanders wat te klagen over de bureaucratie in ons land, over regen en volle wegen, over de landsgrenzen ging dat er heel anders aan toe.”
34
Tulpia • ja argang 04 • nr 11
Engin: “Nu, zoveel jaren later, hebben we te maken met een radicaal andere situatie. Nederland moet binnen de EU zijn positie waarmaken en de PVV van Geert Wilders en Trots Op Nederland van Rita Verdonk hameren voortdurend op ons unieke nationale karakter. Van de weeromstuit begin je je af te vragen wat er dan wel zo bijzonder aan Nederland is.” Frans: “Kunst en cultuur misschien? Die waren achter de dijken altijd de sluitpost van de begroting en we hebben een traditie waarin grote schilders als Rembrandt failliet gaan en een Vincent van Gogh slechts door de steun van zijn broer in leven kon blijven. Als de wereldberoemde kunstenaar Karel Appel zijn hele collectie gratis aan Amsterdam aanbiedt en slechts vraagt om een gebouw om zijn doeken en beelden aan den volke te kunnen tonen is men te gierig en te krenterig om zelfs maar een oude school ter beschikking te stellen. Grote dirigenten? Bernard Haitink week na conflicten uit naar het buitenland. Grote schrijvers? Cees Noteboom is in het buitenland beroemder dan hier en het geboortehuis van Joost van den Vondel werd afgebroken en vervangen door een betonnen kantoorgebouw met een vieze afgebladderde plastic sticker op de muur die er aan herinnert waar ooit de wieg stond van de prins der Nederlandse dichters. Schande!” Engin: “Jij klaagt ook, zo Hollands! Is er dan iets anders waar dit volk van drogisten en dominees in uitblinkt behalve in de slavenhandel?” Frans: “Onderwijs misschien? Op onze scholen en universiteiten gaat het, ondanks hysterische verzekeringen van het tegendeel hollend bergafwaarts en bijna niemand kan naar het schijnt nog correct Nederlands spreken of schrijven. Het wordt schraal in ons land en spoedig zal er nauwelijks nog verschil te zien zijn tussen een ronduit achter-