1979

Page 1

TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

NUMMER 30 JUNI 1979

Lees de Nieuwsbrief l


TWEESTROMENLAND

Het tijdschrift Tweestromenland verschijnt zo mogelijk viermaal per jaar en wordt aan de leden van de Historische Vereniging gratis toegezonden. Oplage: 1500 ituks.

Contributie

Kopij:

leden:

De contributie voor 1979 bedraagt minimaal • ƒ 15,-, naar verkiezing ƒ 20,-, ƒ 25,-, ƒ 50,-, ƒ 100,-, ƒ250,-, uitsluitend te voldoen door storting op giro 2622 012 t.n.v. penningmeester Vereniging Tweestromenland, p/a Zevengeversstraat 6, Druten. Lidmaatschap: Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van het tijdschrift en de nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen, dia-avonden enz. Administratie: Zevengeversstraat 6, Druten; voor opgave van nieuwe leden, adresveranderingen en eventuele opzeggingen (voor l december van het lopende verenigingsjaar). E re- l i d:

H.van Heiningen, benoemd 2 mei 1969. Bestuur: J.P.v.Wezel (voorzitter) kerkstr.7, Alphen; Jac.Trijsburg (secr.) maasdijk 20, Appeltern; Mevr.G.Y.M.Derks- Klabbers (penningmeester) Zevengeversstraat 6, Druten; J.A.v.Gelder (vice-voorz.) uilengat 4, Bergharen; J.A.Jansen (2de secr.) aalsburg 17- 60 Wijchen; G.F.Kaiser (2de penn.) hogestr.98, Druten; J.v.Dinter, rooysestr.23, Dreumel; H.v.Leeuwen, rooysestr.Sla, Dreumel; mej.F. J.v.Oijen, molenstr.54, Boven-Leeuwen; G. A. Rooi jakkers, kon.wilhelminastr.22, Overasselt; J.R. Visker, v.heemstraweg 50, Beuningen. Losse

nummers

tijdschrift:

Nrs 19 t/m 28 voorradig, ƒ5,- per stuk. Te bestellen door storting op ons gironummer. - 2-

Kopij dient getypt, gedotterd, «n ondertekend te worden toegezonden aflfT de redactie, p/a Uilengat 4, Bergharen. Kan een bijdrage niet In fffochlneschrift geleverd worden, dan gaoTM (n een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, IrtdlWI men te terug wil hebben, aan de OChterf1|d» voorzien zijn van naam, adre* M «Opnptaatt van de bruikleengever.

Omslagfoto: . . Voorzijde van kasteel H«M». Links de kastanje die na het tMttta V&n de foto (1976) door een boomchlIUig tafcOBdeld Is. (Foto V&vH) ' } •j INHOUD i Blz.

3 A. G. Sc hul te, De "KoQMerfe" te Overasselt 14 Jos van Haaren, Jtfi (Hè Zwaaf 33 LlteratuurslgnalefnWt 41 Ad Rietveld, Verdokkflri 42 J. G. F. Charlslus, Het geslacht Charlsius in Over- en Nedflrasselt NIEUWSBRIEF in geet katern; 17 Ochtendbezoek Appeltern en Batenburg 18 Jubileum reis 15 jaar Tweestromenland 18 Bomen 19 Werkgroep Maas en Waalse geslachten 20 Bestuursultbreidlng en functiewisseling 21 Directeur Geldera Oudheidkundig Contact 21 Orgel N. H. kerk Dreumel 23 Landschapsbeheer Beuningen 24 Jaarvergadering 20-2-1979 26 Voor Maas en Waalse monumenten op de bres 28 Proefles Oud Schrift succes! 29 Kasteelmanifestatie Hernen 22, 23 en 24 juni 30 R. K. historie Varik 31 Red onze oude Gelderse kerken! 32 Zeer belangrijk voor de administratie!!


JUNI 1979

NUMMER 30

TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Jac. Trijsburg.

A . G . SCHULTE

De „Koorkerk" in Overasselt De r e s t a u r a t i e van de k l e i n e winst.

De Hervormde kerk van Overasselt werd in 1971 buiten gebruik gesteld toen de Hervormde Gemeente Heumen-Malden-Over-

en Nederasselt besloot om alleen de Hervormde kerk aan de Dorpsstraat in Heumen voor de eredienst te blijven gebruiken. De

Heumense kerk is in 1976-1977 gerestaureerd. Het met emeritaat gestuurde kerkgebouw van het buurdorp Overasselt staat er zonder passende bestemming - zichzelf genoeg wat doelloos bij in afwachting van wat komen gaat. Het kerkgebouw, in wezen slechts de koorpartij van de eerstijds aan St. Antonius Abt toegewijde middeleeuwse parochiekerk van Overasselt, is gesitueerd aan de noordzijde van de Dorpsstraat, nabij de Tempelstraat, waar op de hoek van de Maasdijk een imposante T-boerderij staat, het voormalige veer-

huis "De Tempel". De kerk staat, hoewel ogenschijnlijk excentrisch, in het hart van het oude dorp, centraal op een stuifzandrug, tussen het pas in de laatste decennia westwaarts sterk verdichtende dorpsgebied van Overasselt en de oude buurtschap Worsem, die veel meer zijn oude agrarische karakter heeft bewaard. Zoals zoveel kerkgebouwen van middeleeuwse oorsprong in het land van Maas en Waal is ook het Overasseltse godshuis sterk geschonden uit de strijd met de tijd gekomen. Toren en schip zijn al sedert het begin van

De patroonheilige van Overasselt St. Antonius Abt op het zilveren "cieraet" van het voormalige Overasseltse schuttersgilde. de 18de eeuw verdwenen. De oudste afbeelding die er van de kerk bekend is, een in

1732 door C. Pronk gemaakte grijs-gewassen pentekening, thans in de collectie Archief De Poll in het R. K.D. te Den Haag toont het gebouw in de omvang zoals wij het thans nog aantreffen. Het opvallendste verschil tussen de vroeg-18de-eeuwse situatie en de huidige toestand vertoont de westgevel, waar in de dichtgezette triomfboog van het priesterkoor simpelweg een deur was aange-


De tot "koorkerk" gereduceerde middeleeuwse parochiekerk van Overasselt gezien vanuit het noordoosten. bracht, toen toren en schip in verval waren geraakt. De bezetting van de Franse troepen onder bevel van de Zonnekoning heeft in 1672, nog afgezien van de klokkeroof, ernstige schade aan het gebouw toegebracht. Toren en schip raakten nadien steeds sneller in verval. In 1710 besloot men de resten dan ook maar definitief op te ruimen. De betrekkelijk kleine protestantse gemeente had zich waarschijnlijk al voordien in het koor teruggetrokken. Het schip van de kerk, dat zeer waarschijnlijk een driebeukige pseudo-basilikale aanleg zal hebben gehad - opgravingen kunnen de dispositie mogelijk nog eens aan het licht brengen - was voor deze kerkelijke minderheidsgroep, die het exclusieve gebruik van het gebouw had, zonder

meer veel te groot. Men was bovendien financieel niet bij machte het gebouw behoorlijk te onderhouden. Over de vorm van het schip kunnen we bij gebrek aan gegevens nu alleen nog maar speculeren. De plaats van de toren zal net binnen het hek van de tegenwoordige begraafplaats moeten worden gezocht. Vanaf het hek tot aan de triomfboog "passen " om zo te zeggen een toren en drie schiptraveeSn. In de 19de eeuw heeft men het restant-gebouw, om het toch een wat afgerond en kerks uiterlijk te geven, voorzien van een dakruiter op de nok vlak achter de afgenokte westelijke koormuur. Het kerkje werd op deze goedkope wijze wat aangepast aan de verschijningsvorm van diverse nieuwgebouw-


l

Opmetingstekening van voorgevel en plattegrond door W. Scheepens, geschetst 10 juni 1907.

de zaalkerkjes in de omgeving, in dorpen waar op wettelijke gronden de oude middeleeuwse kerkgebouwen werden toegewezen aan de katholieke plaatsgenoten. Ook aan de vensters is in die tijd het nodige gewijzigd. Ze werden deels dichtgezet of gevuld met kleinere gietijzeren harnassen. In 1907 heeft men opnieuw een gedeeltelijke verbouwing uitgevoerd aan de westgevel en is ook inwendig het een en ander opgeknapt. Voordien was de kerk aan de buitenzijde voorzien van een dunne witsellaag, die het op veel plaatsen verrommelde metselwerk enigszins trachtte te maskeren. De westmuur was volgens een oude foto één groot gesloten vlak, waarin alleen een deur met bovenlicht was opgenomen. Waar op Pronks tekening tegen de zuidzijde van het koor nog een muurfragment van een aanbouw is te zien, ziet men op een andere glasplaatopname daarvan nog een gedeelte terug. Dit muurtje is na 1907 vervangen door een steunbeer. De kerk had een tweetal kruizen op het dak. Het oude torenkruis met windvaan had een plaats op het kooreind, gekregen. Ook het qua vorm laat-19de eeuwse klokketorentje had een klein kruis met een windvaan als bekroning. De kap was met leien in

Maasdekking belegd. Leien vormden ook een bescherm laag voor de water vangende delen van steunberen en vensterbanken. Aan de noord- en zuidkant van de koortravee tekenden zich grote bogen af, die duidelijk in verband moeten worden gebracht met zo juist reeds gesignaleerde aanbouwen in de flanken van het middeleeuwse koor. Het kerkgebouw vertoont zich nu in de gedaante die het in 1907 heeft gekregen. Men is toen op een zeer terughoudende wijze te werk gegaan mede gedwongen door de wel zeer beperkte financiële mogelijkheden. De te kleine beurs noopte tot het uitvoering geven aan een toen nog niet openlijk uitgeroepen gulden monumentenregel "behouden gaat voor vernieuwen". Hoe het een en ander in zijn werk is gegaan, blijkt uit de correspondentie van de toenmalige kerkvoogd D.G. Montenberg met de minister van Binnenlandse Zaken en enige rapporten over de situatie ter plaatse opgemaakt door het van rijkswege met toezicht op de monumenten belaste Rijksbureau. In 1905 zag de Kerkvoogd!j in, dat het gebouw hoog nodig aan een grondige reparatie toe was. De grootste moeilijkheid vormde het gebrek aan geld, dat onmogelijk door de gemeenteleden kon worden opge-


De koorpartij gezien vanaf de dorpsstraat naar

Heumen naar oude glasplaatopname uit 1907.

bracht. Toch werden een aantal deskundigen geraadpleegd, de Deventer architect Wolter Te Riele Gzn., de Nijmeegse bouwkundige J. J. Haspels en in een later stadium ook een tweetal vertegenwoordigers van het toenmalige Rijksbureau voor de Monumentenzorg, de architect A. Mulder en de architect-tekenaar W. Scheepens. Te Riele's connectie met Overasselt is alleen te verklaren uit het feit, dat hij sterke bemoeienis had met de eerste registratie van de monumenten van geschiedenis en kunst, waarvan de neerslag is terug te vinden in het

in 1917 gepubliceerde deel Gelderland van de zogenaamde 'Voorlopige Lijst". In het Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal was in het kader van deze opsporingsactiviteiten vooral de Nijmeegse stadsarchitect Ir. J. J. Weve actief, maar voor een deel nam Te Riele die taak voor zijn rekening. Te Riele heeft een schets gemaakt voorde "Restauratie Kerk Ned. Herv Gem te Overasselt", schaal l : 200, door hem gesigneerd en gedateerd 13 september 1905. Dit schetsje, dat zich bevindt in de collectie van het N.D.B, te Amsterdam, laat een


De kerk gezien van hetzelfde standpunt in 1908.

ontwerp zien, waarbij de gehele bouwmassa intact blijft, maar de vensters worden geopend en van een natuurstenen visblaastracering voorzien; de westmuur wordt wat meer geleed, zodat de oude triomfboogdoorgang zich duidelijk aftekent; tenslotte voorziet het plan in een nieuw te bouwen achthoekige traptoren tegen de zuidwesthoek van de

koortravee. Het plan vertoont de sporen van de in neo-gotiscne traditie geschoolde kwekeling. Verder dan dit bijna een "roomse" sfeer ademde schetsje is men niet gekomen. Dit idee is niet uitgevoerd, maar daarvoor

in de plaats is - zij het met enige wijzigingen in de detaillering - uitvoering gegeven aan een in 1906 door de bouwkundige J. J. Haspels ontworpen plan. Haspels verving de oude dakruiter door een constructie, waarbij de klok onder een afgewolfd zadeldakje werd gehangen vóór de westgevel in een soort hangende klokkestoel. Of dit alleen op grond van een bouwkunstige modegril is gebeurd - de geveltop zou men ook kunnen denken aan een villa van rond de eeuwwisseling - of ook omwille van een beter acoustisch effect is niet duidelijk. De drie spits-


Restauratieontwerp door W. Te Riele Gzn uit 1905.

boogjes waarachter klok en luirad gedeeltelijk schuil gaan, zijn als het ware een compacte herhaling van de door Haspels nieuw ontworpen deurpartij met bovenlicht en flankerende vensters ter verlichting van de kleine ruimten aan weerszijden van het roegangsportaal. Op het moment dat Haspel's plan in het geding is, maakt de op monumenrenbelangengebied als altijd zeer alerte Hattemse stadsarchivaris F.A. Hoefer de kerkvoogd!) attent op de mogelijkheid om een subsidie aan te vragen. Tegelijkertijd maakt hij bang dat men met de "restauratie" de verkeerde weg zal inslaan - de kwestie Overasselt aanhangig bij het departement van Binnenlandse Zaken, waar Jhr. Vicfor de Stuers als referendaris van de afdeling Kunsten en Wetenschappen deze zaak onder zijn hoede heeft. Zo krijgen de rijksarchitecten

als adviseurs greep op de zaak. Montenberg, een tijd lang de enige kerkvoogd, neemt inderdaad de pen ter hand om minister Van Heemskerk te bewegen een subsidie voor de herstelling toe te kennen.

".. .Aangezien het kerkgebouw der Herv. Gemeente van Overasselt zich in zeer slechten toestand bevindt, zodat herstelling noodzakelyk werd, wilde men het gebouw voor instorten bewaren en terwyl de daartoe benodigde fondsen niet door de lidmaten of uit de middelen der Gemeente konden worden te samengebracht, werd een beroep gedaan op de welwillendheid van derden". Hij somt de geldbedragen nauwkeurig op. De volgende bedragen waren beschikbaar- fl. 250,- op 25-9-1906 gift toegezegd door het Provinciaal College van toezicht op het Beheer der Kerkelijke Goederen en Fondsen van de Herv. Gemeente in Gel-


Het interieur met kansel en sacramentshuisje. Foto 1978. derland;

- "Uit de boezem der Gemeente kon slechts een totaal van fl. 39,57 te zamen worden

Uwe Excellentie blijken dat bij eene herstelling van het onderwerpelijke gebouw de meest mogelijke bezuiniging te betrachten is. Op Maandag 2 september p.s. werd de publieke aanbesteding gehouden en het hier

gebracht". ".. .Uit den aard dezer gegevens zal het

ver G. Tiemstra, bouwkundige te Nijmegen

- fl. 1990,- Algemeene S/node der Nederlandsche Hervormde Kerk schonk een toelage uit de Generale Kas;

betreffende werk aan den laagsten inschrij-


gegund. Van het Ministerie van Binnenland-

9 meter en wordt door contreforten met een

sche Zaken, afdeeling "Bureau ter Bewaaring

voorsprong van l .50 M tot steun van de groote gewelven omsloten.

van het Toezicht op de Monumenten van geschiedenis en Kunst" werd mij toen geattendeerd op de grote waarde, welke dit kerkgebouw uit een oudheidkundig oogpunt bezat en gaf de Heer Scheepens die de kerk bezocht in overweging, dit godshuis geheel in stijl te doen restaureren. Hiertegen bestaat geen enkel bezwaar dan de meerdere kosten aan deze restauratie verbonden, welke grotere uitgaven noch door de Gemeente noch door iemand anders kunnen en zullen worden gedragen. Door den Heer Rijksarchitect v.d. Monumenten Ad. Mulder is mij met groote welwillendheid een onderhoud toegestaan en werd ik zoodoende in de gelegenheid gesteld Zijn Hooged. gestr. de belangen dezer kerk voor te dragen en sterk aan te bevelen. Ondergetekende veroorlooft zich dan ook

ten slotte de vrijheid Uwe Excellentie te verzoeken de meerdere kosten aan het instijl brengen van het kerkgebouw der Hervormde Gemeente van Overasselt verbonden en geraamd op hoogstens een bedrag van driehonderd gulden, uit eene Rijkssubsiedie te willen bestrijden. Ondergetekende is dan, na ontvangen toezegging dezer Rijkssubsiedie, bereid in het belang van den voortgang van bedoeld werk de meerdere onkosten daaraan verbonden uit eigen baten voor te schieten zoolang als over deze som door hem kan worden beschikt. Het welk doende" (w.g. D.G. Montenberg kerkvoogd) Wat behelsde nu die "groote waarde, welke dit kerkgebouw uit oudheidkundig oogpunt bezat"? Montenberg, misschien nog niet of nauwelijks van zijn verbazing over Scheepens' kwalificatie van het kerkgebouw bekomen, gebruikt dit waarde-element in elk geval stante pede in zijn brief aan de minister. Scheepens heeft zijn zienswijze neergelegd in een tweetal nagenoeg gelijkluidende rapporten d.d. 10 en 16 september 1907, waarbij ook opmetingsschetsen van de kerkplattegrond en een dwarsdoorsnede behoren. Scheepens' beschrijving d.d. 10 september luidt: "Dit kerkje dateert uit de veertiende eeuw en bestaat enkel uit een koor van een daar ter plaatse gestaan hebbende hebbende kerk met toren. Dit koorgedeelte wordt ten oosten begrensd door drie zijden van een achthoek en ten westen door een rechten muur, welke later als afsluiting is aangebracht. Het gebouw heeft inwendig gemeten een breedte van 7.45 meter en eene lengte van 10

De steenen netgewelven welke het koor overspannen, worden door geprofileerde zandstenen graten gedragen. Eenige vensters zijn dichtgemetseld en de vensters welke nog licht in het gebouw werpen zijn drie in getal en van houten ramen met kleurloos glas

bezet. De kap op dit koorgedeelte is hoog en spitsvormig opgebouwd en met leien gedekt.

Achter op het koor staat een fraai gesmeed kruis en aan de westzijde een in de negentiende eeuw aangebracht klokkentorentje, hetwelk niet bij de architectuur van deze aansluit. Inwendig is de kerk geheel gewit en waarschijnlijk bevinden zich onder de witsellaag der gewelven schilderingen uit

de veertiende of vijftiende eeuw. In het koor aan den Noordel ijken muur staat een uit zandsteen uitgehouwen nis, waar oorspronkelijk een deur voor is geweest. De bewerking van deze nis is zeer rijk en met pinakels en ornamenten omgeven. Heeren Kerkvoogden van Over- en NederAsselt hebben eene aanbesteding uitgeschreven, waarnaar volgens het bestek veranderingen en herstellingen zullen plaats hebben en waarbij de buitenmuren gecement zullen worden. Het cementen van de buitenmuren is ten zeerste af te keuren aangezien hiermede de architectuur van dit monument verloren gaat. Na een onderhoud met presidentkerkvoogd en den architect is het mij moge gelukken, dat het cementen der nissen voorlopig achterwege wordt gelaten. Heeren kerkvoogden is aangeraden de muren van de witsellaag te ondoen, de kleine steen uit te breken en met dezelfde steen van groot formaat de muren bij te werken en op te voegen. Aangezien volgens opgaaf van den architect dit meerdere en duurdere werk 300 gulden zal bedragen en het kerkgenootschap dit niet uit eigen beurs betalen kan, willen Heeren kerkvoogden wel aan bovengenoemde wijzigingen van het bestek voldoen door in plaats van de muren te pleisteren de muren te voegen, als hun van Rijkswege de meerdere kosten door genoemde verandering ontstaan, worden vergoed". De herstelbeurt van 1907 kan men misschien het best karakteriseren als "de restauratie van de kleine winst", waarbij alle partijen een klein beetje hun zin kregen. Haspels' nieuwe gevel, een creatie bedoeld als facelifting met Portland-cement als blanketsel maakte het oudje niet mooier, hooguit tot de risĂŠe onder de nauwelijks gevoeliger belijnde architectuur-zusters in de buurt.


Het laat-gotische zandstenen sacramentshuisje. Foto 1978. Maar ook de nog krachtig aan image-bui l ding werkende monumentenzorgers van het eerste uur kregen voor een zacht prijsje hun zin. Buiten de westgevel kreeg de Portland geen kans. En verder schreef het besteedbare budget de limieten voor met als gevolg dat men nu waarschijnlijk over meer authentieke resten beschikt dan er anders bij het tasten in een ruime beurs zouden zijn overgebleven. Afgezien van een in 1956 uitgevoerd tamelijk ingrijpend kapherstel is er de laatste zeventig jaar vrijwel niets gebeurd noch in positieve noch in negatieve zin. Als men zich - overigens niet zonder moeite - een weg baant door de dichte begroeiing van struikgewas aan de zuid- en oostkant van deze kleine "koorkerk" ziet men nog

verschillende interessante en deels zeer raadselachtige sporen: zwaar verminkte steunberen, resten van een natuurstenen cordonlijst onderde vensters, montant-resten in de dichtgezette vensters van de koorsluiting en een merkwaardige uitgemetselde korfboog tegen de buitenwand van de oostelijke sluitingszijde. In de oostelijke travee van de noordmuur is een dichtgemetseld (van oorsprong ook blind) venster opgenomen, dat qua hoogte maar de helft inneemt van de overige koorvensters. Dit houdt verband met het feit dat er inwendig een sacramentshuisje tegen deze muur staat. Inwendig ademt het gebouw - hoewel het er tamelijk verpauperd uitziet - toch de sfeer van het eenvoudige 19de-eeuwse protestant11


Het kerkgebouw getekend in 1732 door C. Pronk, twee decennia na de afbraak van de toren en het schip. se kerkinterieur, een beeld dat steeds zeldzamer wordt. De indeling stemt volledig overeen met het wĂŻ|d-verbreide vroeg 19deeeuwse interieur-type, zoals men dat ook aantreft in de naburige na 1800 nieuw gebouwde Hervormde zaalkerkjes van Alphen aan de Maas, Horssen, Maasbommel en Winssen. De Overasseltse ruimte is echter nog volledig middeleeuws en bezit gelukkig

zelfs nog het oorspronkelijke netgewelf, waarvan de ribben rusten op met bladmotieven versierde kapiteeltjes die worden ondersteund door figurale kraagstenen in de vorm van maskers en koppen. Inwendig ziet men ook de buiten reeds opgemerkte ontlastingsbogen in de noord en zuidmuur van de koortravee terug. Tot de middeleeuwse periode behoren verder het rijkelijk van witsellagen voorziene zandstenen sacramentshuisje met laat-gotische profileringen en traceerwerk. In de zuidoostelijke sluitingswand van het koor bevindt zich nog een piscina-nisje. In dit geheel witgekalkte interieur geeft het okergeel geschilderde eenvoudige meubilair - preekstoel, bankenblokken en de borstwering van het orgelbalkon - een kleurig

12

accent. Tot boven manshoogte is het pleisterwerk ooit geheel vernieuwd. Met de oude

pleisterlaag daarboven zal men evenwel voorzichtig moeten zijn. Mogelijk bergt het oude werk onder de witkalklagen nog verrassingen in de vorm van muur- en gewelfschilderingen. Hiervoor bestaan thans, afgezien van wat kleursporen op afgebladderde ribfragmenten, geen aanwijzigingen, maar een gewaarschuwd mens. . .. Voorzichtigheid is ook geboden met het okergele meubilair, de preekstoel met de kuip op een kelkvormige voet en een zeshoekig klankbord met de tekst "Hoort des Heren woord"; de twee iets naar achteren oplopende kleine bankenblokken; het wit geschilderde orgelfrontje, dat pijploos op de borstwering rust. Al dit trouw ambachtelijke werk is van een bijna aandoenlijke eenvoud. Helaas is er al te veel karakteristieks ondoordacht op de schroothoop terecht gekomen. Het zijn vaak juist die kleine dingen die het doen: de bordjes met de aanduiding "Pastoriebank", de simpele kroontjes die aan lange smeedijzeren draaiarmen boven de bankenblokken hangen. Op een rijke inventaris kan de kerk evenmin bogen. Een Statenbijbel uit 1744 en een


Het pijploze orgelfront. Foto 1978. Herkomst foto's: Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist. dat aan het hogere, waarschijnlijk driebeukige schip vooraf ging. Het is echter ook mogelijk, dat er tijdelijk tot aan de afbraak in 1710 een verlaagd schip heeft bestaan

(leur, Horssen). 2. Dorpen waar de Hervormden hun kerk moesten afstaan en vervolgens nieuwbouw pleegden zijn o.a. Alphen aan de Maas, Horssen en Maasbommel. Aanpassing van

middeleeuwse koorpartijen en hernieuwde inrichting van deze oude ruimtes, vergelijkbaar met de Overasseltse situatie, vond

o.m. plaats in Dreumel en Altforst. 3. Zie voor meer bijzonderheden over tijdvak en werkindeling van deze eerste officieel van Rijkswege ondernomen monumentenregistratie de inleiding op de Voorlopige

tweetal 19de-eeuwse bijbels, een zilveren avondmaalsbeker, een schenkkan en een verzilverd doopbekken, dit alles thans in

Heumen bewaard hoort tot het bezit van deze "ecclesia pauperum". Hopelijk weet men voor dit kleine kerkgebouw, waarmee heel Overasselt historisch en stellig ook emotioneel sterke banden heeft, een waardige bestemming te vinden, die de ruimte geen geweld aandoet. Men kan zich dit historisch rudiment heel goed

voorstellen als een (semi-)representatieve ruimte en ontmoetingsplaats voor heel de dorpsgemeenschap. Zo kan het door de tijd steeds meer in een isolement gedreven godshuis een levendige functie krijgen zoals het oorspronkelijk is bedoeld als huis van God onder de mensen.

Noten l . Op de schets van C. Pronk staan een tweetal dakmoeten. De sporen van een laag schipdak tekenen zich net boven de dichtgezette triomfboog af. De moet van een hoog dak bespeurt men onder de buitenrand van de geveltop. De lage dakmoet kan afkomstig zijn van een oud eenbeukig schip,

Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst IV, Provincie Gelderland, 's-Gravenhage 1917, blz. V-VI. Van 1904 tot 1912 werd het materiaal vooral verzameld door F.A. Hoefer en aangevuld door de secretaris van de ingestelde inventarisatiecommissie, Dr. E.J. Haslinghuis. In de periode 1915-1917 is de opname door verschillende leden onder wie W. Te Riele getoetst.

4. In het nog niet gelhventariseerde Archief van de Hervormde Gemeente Over- en Nederasselt, gedeponeerd in het Nijmeegse Gemeentearchief bevindt zich het bestek van de verbouwing. Van de tekening van J. J. Haspels is een blauwdruk aanwezig, gedateerd maart 1906 in het tekeningenarchief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist. 5. Stukken aanwezig in het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, Archief Binnenlandse Zaken, Afd. Kunsten en Wetenschap-

pen (1875-1918), portefeuille nr. 44. 6. Het kapherstel van 1966 is uitgevoerd o.l.v. het architectenbureau Ir. W. J.G. van Mourik en Ir. H. van Wely te Arnhem.

In 1863 stelde dit bureau ook een restauratieplan op, waarvan tekeningen zijn te vinden in het archief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist.

13


Over het verschijnsel dat ook jonge Maasen-Walers in het derde kwart van de 19de eeuw vrijwillig dienst namen in het pauselijk leger om de Romeinse Staat te vuur en te zwaard te verdedigen tegen de Italiaanse nationalisten en voor paus Pius IX te behouden, werd niet eerder in "Tweestromenland " gepubliceerd. Omdat een afgeronde studie over dit onder-

werp mogelijk geacht mag worden, mits de betreffende bronnen worden aangeboord, hoopt de redactie met de publicatie van de onderstaande gegevens, verstrekt door Jos van Haaren, belangstelling voor dit onderwerp te wekken. Mocht zich iemand tot de bestudering van literatuur en bronnen willen zetten, dan is de redactie gaarne bereid

hierbij van advies te dienen.

Jan de Zwaaf, alias Johannes van Alphen Hij was geboren in het Brabantse Dussen en had indertijd, als jonge man, gehoor gegeven aan de pauselijke oproep om in de pauselijke gelederen te strijden tegen de Garribaldisten. Een voeteuvel ( een zogenaamde "klompvoet") had hij er aan overgehouden. Na veel omzwervingen door geheel Europa was hij in Druten terecht gekomen, waar hij in "de Horst", een volkswijk bezuiden de Waaldijk, een bescheiden huisvesting betrok. Dikwijls heb ik hem ontmoet in de bakkerswinkel van van Kessel in de Hooistraat. ««n "schillings "«rhlIKnnc Hooistraat, waar hi! hij steevast een mikske" kocht. "Jan de Zwaaf", zoals hij in ons dorp en verre omgeving bekend stond (bijna niemand kende hem bij zijn eigen naam), was een natuurgeneeskundige, die zijn patiënten tot van over de Rijn en de Maas telde en vanzelfsprekend uit Druten en verre omgeving. Op zijn verre reizen had hij een grote hoeveelheid geneeskrachtige kruiden verzameld, waaruit hij zijn drankjes en zalfjes bereidde, waar ontelbaar velen in die dagen baat bij vonden. Hij was een eenzelvig, gesloten persoon, die behoudens met zijn naaste buren, met weinig anderen contakt zocht. Vergezeld van zijn trouwe hond en - hartstochtelijk roker als hij was - met zijn mooie lange Duitse pijp, zo kon men hem in de schaarse vrije tijd, hem toegemeten, op de Waaldijk vinden om van het mooie panorama aldaar (het steeds wisselend beeld op de rivier met aan de horizon de uitlopers van de Utrechtse heuvelenreeks in het gebied van de Grebbe, en het silhouet van de monumentale Rhener Cuneratoren) te genieten. |

.

-

_ . - - . _ . _ - — _ . . . -^

—— _ . . _ _ . , .

,.....|.J1I'«--1V!I-».11-*III

Tij s In den Bosch in Zouaventenue


Hannes Stevens

Ferdinand van Alphen

In de jaren 1909-1910 was ter gemeentesecretarie alhier als volontair te werk gesteld Ferdinandus Josephus van Alphen, afkomstig uit Dussen. Hij werd later benoemd tot ambtenaar ter secretarie te Mijdrecht en na het vervullen van zijn dienstplicht bij de compagnie duivenverzorgers van een in Amsterdam gelegerd Regiment Infanterie (vanwege zijn zachtzinnig karakter was hij voor duivenverzorger uitermate geschikt) vond benoeming in gelijke functie in de Betuwse gemeente Valburg te Herveld plaats. Tot aan zijn pensioenering is hij hier, later in de rang van Ie ambtenaar en loco-secretaris, meer dan 40 jaren werkzaam geweest. Onderscheiden met de eremedaille in goud, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, verliet hij de gemeentedienst en vestigde zich te Nijmegen, waar hij, enige jaren geleden, overleed. In zijn Drutense jaren werd in 1910 de 10-jaarlijkse algemene volkstelling gehouden. Ook de heer van Alphen was als teller aangewezen. Tot zijn werkterrein behoorde o.m. "de Horst". Aangekomen in de woning van "Jan de Zwaaf", bleek, tot zijn grote verbazing en begrijpelijke ontroering, dat deze persoon, de dood gewaande broer van zijn vader en dus de oom van de volksteller was. Na zijn vertrek uit Dussen, toen hij als vrijwilliger bij de pauselijke zouaven dienst nam, was - ondanks uitgebreide nasporingen van familiezijde - niets meer van "Jan de Zwaaf" vernomen. Na zovele jaren was de hoop opgegeven hem nog ooit terug te zien. En ziet: De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Zijn bloedeigen neef, heel toevallig werkzaam ter secretarie van de zelfde gemeente, waar zijn oom na zijn avontuurlijk leven terecht was gekomen, doet hier de ontdekking van zijn leven! Zowel oom als neef stonden

een ogenblik perplex en konden hun tranen nauwelijks bedwingen. Toen de volgende dag de familie uit Dussen ijlings gewaarschuwd, te Druten arriveerde, besloot een feestelijke en gezellige bijeenkomst, deze voor hen allen onvergetelijke gebeurtenis. Alzo eindigt deze niet alledaagse geschiedenis met een "happy end".

DRUTENSE ZOUAVEN Behalve Johannes van Alphen, zijn ook in Druten geboren en getogen jongelieden strijdbare leden in het pauselijke leger geweest. Een korte opgave moge hier volgen:

wie ik meen dat hij in Druten geboren en gestorven is, had een buitengewone lichaams-

lengte, die hem de bijnaam "de Golie" (reus Goliath) bezorgde. 2. Mathijs (roepnaam: Tijs) In den Bosch is in Druten geboren en op de leeftijd van 91

jaren overleden te Terheijden (NBr.). 1. Gerardus (roepnaam: Gerrit) Arts, van

3. Johannes (roepnaam: Hanneske) Kuipers,

15


Voor- en achterzijde van een medaille (1867) door Hannes Stevens tijdens zijn dienst bij het Zouavenleger van Paus Pius IX verkregen. geboren te Druten op 4 november 1845 en aldaar overleden op 29 juli 1927. Wegens ernstige ziekte in het gezin van zijn ouders, kon hij eerst later dan de andere Drutenaren zich naar Rome begeven en zich daar bij zijn strijdmakkers voegen. Hij woonde vroeger aan de Hogestraat tegenover de voormalige boterfabriek, thans het foto-atelier van Altena. 4. Johannes (roepnaam: Jan) Smits, die waarschijnlijk in Druten geboren en gestor-

Alle foto's: V&vH 1978.

16

ven is, had een broer Kees, destijds woonachtig in de Heuvel en werkzaam op de eerdergenoemde boterfabriek. 5. Johannes (roepnaam: Hannes) Stevens, geboren te Druten op 4 april 1840 en aldaar overleden op 27 januari 1920, heeft jarenlang een druk beklante smederij gedreven aan de Hogestraat, ter plaatse waar zijn kleinzoon, Henri Stevens, hetzelfde beroep uitoefende en nog woonachtig is.


OCHTENDBEZOEK APPELTERN EN BATENBURG Stoomgemaal Appeltern

Lezing Hostert Batenburg Bezoek Batenburgse molen

NI!

NIEUWSBRIEF MEI 1979/2

ZATERDAG 16 JUNI MONUMENTEN VAN BEDRIJF EN TECHNIEK Op zaterdag 16 juni a.s. wordt U om 9.15 uur precies verwacht in het stoomgemaal te Appeltem. U vindt het stoomgemaal aan het kruispunt van de Maasdijk en de Walstraat, waar de Nieuwe Wetering via de kolk en de uitvliet naar de rivier de Maas stroomt. De heer M.G.E.

Termont, plaatsvervangend hoofd van de Techninsche Dienst van het Polderdistrict Maas en Waal, is bereid gevonden om de "Tweestromenlanders" het monumentwaardig complex te laten zien. Als bekend zijn er slechts een tiental volledig bewaarde stoomgemalen in Nederland over;

het Appelternse staat als enige nog niet op de rijkslijst van beschermde monumenten. Mogelijk zal dit door het rapport dat T weestromen land binnenkort uitbrengt, alsnog gebeuren.

Lezing in De Hostert te Batenburg Vanaf 10 uur is het gemeenschapshuis De Hostert (ingang aan de Grootestraat in het voormalig gemeentehuis) geopend. Niet veel later zullen de deelnemers aan de excursie, na het bezoek aan het stoomgemaal te Appeltern arriveren. De heer J.M. Bos, conservator ambachten en bedrijven van het Rijksmuseum voor Volkskunde "Het Nederlands Openluchtmuseum" te Arnhem, houdt een lezing over de industriĂŤle bedrijvigheid in de loop van de laatste drie eeuwen. Deze lezing

zal plaatsvinden aan de hand van een schitterende reeks dia's. Ook in onze streek kennen wij sinds lang industriĂŤle en ambachtelijke bedrijvigheid, die langzamerhand gedoemd is te verdwijnen of reeds verdwenen is. Te denken valt aan de steen- en pannenfabrieken, de scheepswerven, de boterfabriekjes en bierbrouwerijen. In deze reeks mogen de molenaars, hoepelmakers, kuipers, klompenmakers, rietdekkers, mandenvlechters, wagenmakers, molenbouwers en koperslagers niet vergeten worden. Naast deze vormen van nijverheid kennen we ook nog monumenten van bedrijf en techniek waar we in het verleden

liet zoveel aandacht aan schonken, maar die nu als ze niet reeds verdwenen zijn, meer en meer in de belangstelling komen.

Het oude NS-stationsgebouw te Wychen (verdwenen), de watertorens bij de broeikassen (Beuningen en Weurt), de spoorbrug bij Niftrik en de verkeersbrug bij Nederasselt, de veerponten en ten slofte het stoomgemaal bij Appeltern. Wij zijn ervan overtuigd dat U de omgeving met andere ogen beziet na de

lezing met lichtbeelden door de heer Bos, die grote bekendheid geniet op dit terrein. Hij is onder meer secretaris van de Vereniging (en van de Stichting) tot Behoud van Monumenten van Bedrijf en Techniek.

Draaiende standerdmoton te Batenburg Na afloop van de lezing is er gelegenheid om de standerdmolen aan de Molendijk (richting Hernen) bij Batenburg te bezichtigen. De heer A.H.M. Hoogstraten^ vrijwillig molenaar, zal ons het genoegen doen deze fraaie molen te laten draaien, als... er wind is. De afbeelding van deze molen, die hierbij is afgedrukt, wordt door hem in kleur verkocht voor het luttele bedrag van twee kwartjes. Prentbriefkaartenverzame17


Stoomgemaal Appeltern (1919) vanaf de Maasdijk gezien: v. 1. n. r.

machinekamer, ketelhuis en kolenloods (foto V&vH). laars zullen er blij mee zijn. Bent U er zelf geen, dan kunt U hem toch kopen om er een

ander een plezier mee te doen. Wie nog niet eerder een molen in bedrijf bezocht heeft, raden wij aan van deze gelegenheid gebruik te maken. Het is en blijft een adembenemende ervaring.

Deelname Aanmelding vooraf is ditmaal niet nodig. De kosten voor leden van de Vereniging Tweestromen land zijn nihil. Niet-leden betalen Ć’2,50. Consumpties (in De Hostert) zijn voor eigen rekening. Wij wensen U een genoeglijke morgen toe.

Rooi jakkers (Overasselt) en dhr J.A. Jansen (Wychen) bereiden momenteel een aantrekkelijk programma voor. De reis gaat waarschijnlijk Brabant in. Bezocht worden het Museum voor Religieuze Kunst te Uden (o.a. Maas en Waalse kerkschatten), het Museum voor de Brabantse klederdrachten te St. Oedenrode en het klooster van de Paters Norbertijnen te Heeswijk (gesticht door Folcoldus van Berne, die in het Land van Maas en Waal uitgestrekte goederen bezat). U hoort er over enige tijd meer over. De reis zal waarschijnlijk in de maand september plaatsvinden.

BOMEN

Jubileumreis 15 jaar Tweestromenland U hebt er mogelijk niet bij stil gestaan, maar op 15 mei jl. bestond de vereniging 15 jaar. Alle reden om er weer eens gezamenlijk op uit te gaan. De evenementencommissie, bestaande uit mevr. J.G. MalingrĂŠ-Suerink (Bergharen), dhr G.A.A. 18

Onze mooie streek dankt zijn schoonheid voor een niet te verwaarlozen deel aan de fraaie bomen, boomgaarden, heggen, bossen etc. Helaas verdwijnt er zo nu en dan het een en ander, dat niet door een gelijksoortige beplanting wordt vervangen. Een onrendabele boomgaard wordt weiland. Een meidoornhaag maakt plaats voor prikkel-


Prof. dr G. v. d. Steenhoven vraagt aandacht voor het verkommerende groen tussen Maas en Waal tijdens de jaarvergadering op De Doddendaal te Ewijk. Het aandachtig luisterend gehoor lijkt de ernst van de situatie in te zien. draad. Leilinden leggen het loodje tegen een hardhouten hek of zo. Gelukkig zijn er gemeenten waar een kapverordening geldt, die bij verlening van een kapvergunning herplanting voorschrijft. Voor boomgaarden, heggen e.d. gaat die echter niet op.

torisch gebied. Ligt hier een taak voor Tweestromen land? Suggesties zijn van harte welkom bij de secretaris, de heer W.P. ven der Bent, Genechtstraat 11, Druten.

Ons lid, prof. dr G.v.d.Steenhoven (Hernen), wees er tijdens de laatstgehouden jaarvergadering in de Doddendaal

Drs H.M.J. Tromp benaderde ons bestuur met de vraag of er een werkgroep is die zich met de genealogie van Maas en Waalse families bezighoudt. Dergelijke vragen zijn in het verleden vaker gesteld en ontkennend beantwoord. Er is een actieve afdeling Kwartier van Nijmegen van de Nederlandse Genealogische Vereniging, die ondermeer gedurende het winterseizoen een lezingenreeks verzorgt in het Nijmeegse Kolpinghuis. Van een Werkgroep zoals o.a. door de heer Tromp bedoeld wordt, is echter geen

te Ewijk op, dat tal van bomen in een zorgwekkende toestand verkeren. Of de vereniging daar iets voor zou kunnen doen. Je kunt de natuur moeilijk dwingen; een droogteperiode, zware stormen en strenge vorst zijn niet te voorkomen. We kunnen de natuur wel een handje helpen. Door bij bestrating de bomen de ruimte te geven. Door het kerven in de bast van bomen te voorkomen. Door het gifspuiten tegen te gaan. Het belangrijkste is de mensen ervan te overtuigen dat het een goede zaak is om voor het behoud van ons groen op te komen. Helaas is er in ons werkgebied geen regionale vereniging actief op natuur-his-

Werkgroep Maas en Waalse geslachten

sprake.

Wij kunnen ons voorstellen dat er belangstelling voor de oprichting van zo'n werkgroep bestaat naar het voorbeeld van de Werkgroep Veluwse Geslachten en de genealogische werkgroep van de Oudheidkun-

19


De heer J. Trijsburg dankt mede namens mevr. G. Y. M. Derks-Klabbers voor het

geschenk, dat zij ontvingen bij hun afscheid, respectievelijk als secretaris en als penningmeester. Op de projectieschermen als inzet dhr W. P. van der Bent en mej. W. A. van Buren. V. 1. n. r. J. v. Dinter, J. Trijsburg, J. P. v. Wezel, J. A. van

Gelder en G. Y. M. Derks-Klabbers. dige Vereniging De Graafschap. Laten degenen die zich tot deze vorm van geschiedenisbeoefening aangetrokken voelen en zich daarvoor willen inzetten een kaartje zenden aan de secretaris van onze vereniging, de heer W. P. v.d. Bent, Genechtstraat 11, Druten. Mocht het aantal reacties voldoende zijn, dan is het bestuur van de vereniging gaarne bereid een oprichtingsvergadering te beleggen. Wellicht zijn deskundigen uit de eerder genoemde bestaande werkgroepen en van de Nederlandse Genealogische Vereniging bereid iets over hun ervaringen te vertellen en raad te schaffen bij de opzet en de doelstellingen van een op te richten Werkgroep Maas en Waalse Geslachten.

Zuivelfabrieken Van de heer G. J. Lefering komt het verzoek om afbeeldingen van zuivelfabrieken 20

tussen Maas en Waal. .Omdat wij weten dat er publicaties in voorbereiding zijn over dit onderwerp door een lid van Tweestromenland, zou het goed zijn als reproducties van deze oude foto's ook in het Streekdocumen-

tatiecentrum terecht komen. Heeft U iets te fotograferen (geldt ook voor andere unieke zaken) schrijft U even naar Postbus 175 te Wychen. U behoeft niets uit te lenen; de fotograaf komt bij U! Op die manier zijn de redactie van het Tijdschrift Tweestromenland en de heer Lefering samen geholpen.

Bestuursuitbreidlng en functiewisseling Voor bijgelovige personen is in het Tweestromen landbestuur, dat sinds de jaarvergadering op 20 februari jl. in de Doddendaal

te Ewijk DERTIEN leden telt, geen plaats. Mej. W.A. van Buren (Dorpsstraat 61, Bergharen) en de heer W. P. van der Bent (Genechtstraat 11, Druten) brach-


ren als nieuwe leden het getal van elf op dertien, niet zo gek als U bedenkt dat snel daarna vrij zware taken op hun schouders

gelegd werden. Me j. van Buren volgde mevr. G.Y.M.Derks-Klabbers op als penningmeester en de heer Van der Bent werd secretaris in de plaats van de heer J.Trijsburg. De uitbreiding van het bestuur was dus

WAARDEVOLLE TIPS Het bestuur van de Vereniging Tweestromenland is van mening dat deze berichtgevers bij hun activiteiten de steun verdienen van de leden van de vereniging. Wie meent dat in bepaalde gevallen bescherming geboden is, kan zich met één van de twee berichtgevers in verbinding stellen.

wel zeer noodzakelijk!

DOCUMENTATIE

Directeur Gelders Oudheidkundig Contact

Het is algemeen bekend dat de monumenten

die onder de bescherming van de monumen-

Jansen, die bij zijn afscheid in het Huis der Provincie te Arnhem op 27 februari jl. zei

tenwet vallen kort en krachtig omschreven zijn op een daarvoor bestemd formulier. Elke gemeente beschikt over een volledige opgave van het monumentenbestand in de eigen gemeente. Tweestromen land beschikt echter over alle formulieren van monumenten in het werkgebied. Deze zullen -na ontsluiting- via het streekdocumentatiecentrum beschikbaar komen voor wie er belang in stelt.

het volste vertrouwen te hebben in zijn opvolger.

VERZUIM

De heer J. Trijsburg, onze oud-secretaris, werd met ingang van l maart jl. tot directeur van de Stichting Gelders Oudheidkun-

dig Contact benoemd. Hij volgt in deze functie de heer E.J.Kruijswijk Jansen op,

die wegens zijn pensionering deze taak moest neerleggen. De heer Trijsburg was voor deze datum al bijna twee jaar werkzaam als assistent van de heer Kruijswijk

Onze vereniging is samen met ruim 110 andere organisaties en instellingen op oudheidkundig en verwant gebied in Gelderland aangesloten bij het Gelders Oudheidkundig Contact. De relatie met deze

stichting, waarvan wij in het verleden vele nuttige adviezen mochten ontvangen, is altijd bijzonder prettig geweest. Met onze oud-secretaris als directeur verwachten wij deze goede relatie te kunnen voortzetten. Wij wensen de heer Trijsburg veel succes toe in zijn nieuwe functie.

Bij alle pogingen in het verleden om bepaalde gebouwen onder de bescherming van de monumentenwet te brengen, zijn er natuurlijk een aantal vergeten. Te denken valt bijvoorbeeld aan de molenromp van de voormalige stellingmolen te Dreumel. Deze werd naar aanleiding van een artikel over molens tussen Maas en Waal in de Gelderlander in het Monumenten jaar 1975 gelukkig op de lijst gezet.

Ook het stoomgemaal te Appel-

weer te pas komen.

tern is bij de inventarisatie, waar voor heel Nederland slechts een tiental intact gebleven stoomgemalen tevoorschijn kwamen, over het hoofd gezien. Tweestromen land probeert hier wat aan te doen. Inmiddels hebben de twee berichtgevers van de Gelderse Monumentencommissie een nieuw onderzoek op touw gezet. Over de resultaten hopen wij U via de Nieuwsbrief t.z.t. te kunnen informeren.

FOUT

SLOOP

In de Nieuwsbrief van februari 1978, opgenomen in Tijdschrift Tweestromen land nr 27,

Hoe graag men ook al het oude zou willen behouden; het is soms niet mogelijk. Door telkenjare uitgesteld onderhoud raken sommige monumenten in verval, dat uiteindelijk onherstelbaar blijkt. Nieuwbouwplan-

Orgel N. H. Kerk Dreumel Wie laat de heer E.K.Können, (Molenstraat 52, Dreumel) weten waar archieven te raadplegen zijn over het orgel in de N.H.Kerk te Dreumel? Gaarne een afschrift van Uw antwoord aan het Streekdocumentatiecen-

trum, (postbus 175, Wychen). Het kan ooit

stond op p.22

"De Meent te Afferden" als

vergaderplaats vermeld in het verslag. Dit moest zijn: "Zaal de Toekomst te Hernen".

21


nen, aanleg van nieuwe wegen, commerciële belangen e.d. kunnen het einde van een historische bebouwing betekenen. Toch behoeft niet olies verloren te gaan. Stenen, pannen, tegels, ramen, deuren, balken, noemt U maar op, kunnen restauratie elders mogelijk maken en besparing van kosten opleveren. De Sectie Oudheidkundig Depot van het Gelders Oudheidkundig Contact beschikt over een opslagplaats van bouwfragmenten, waar voortdurend "antiek bouwmateriaal" binnenkomt en uitgaat. Restauratiearchitecten en -aannemers, gemeentearchitecten en diensten gemeentewerken zijn hiervan op de hoogte. Wanneer U in voorkomende gevallen contact met de beheerder zoekt, die dit uitermate nuttige werk sinds jaar en dag

met grote toewijding verricht, belt of schrijft U de heer A.W.W.Daniels, Churhillweg 5, 6707 JA Wageningen; tel.0837012409.

LOKALE BETEKENIS Waar in het voorgaande van beschermde monumenten sprake was, is steeds gedacht aan die gebouwen die op de rijkslijst voorkomen. De wet kent echter ook de mogelijkheid om monumenten die niet belangrijk genoeg zijn om van rijkswege beschermd te worden, veilig te stellen. Elke gemeenteraad kan voor

ter bevrediging van ons gevoel voor schoonheid, en om niet te vergeten dat onze huidige woonomgeving opgebouwd is uit delen die het wonen, werken, ontspannen en belijden van generaties vóór ons tonen. Wij zijn zeker niet het begin en hopenlijk niet het einde van de cultuur waarvan onze omgeving een spiegel is. Mooie woorden zullen sommigen zeggen -Tweestromenlanders uiteraard niet-, maar wie naar het nut vraagt, wijzen wij op de rijkdom aan kennis die hier opgeslagen is en op het belang ervan voor het toerisme, dat ook in economisch opzicht toeneemt in betekenis. Redenen te over om Uw waardevolle tips door te geven aan de nieuwe berichtgevers van de Gelderse Monumentencommissie: H.J. van Capelleveen, Kerk-

straat 5, Leur; tel. 08894-6233 en J. Trijsburg, Maasdijk 20, Appeltern; tel. 088741475.

DE DUFFELT Onze zustervereniging "Heemkundekring De Duffelt" liet vorig jaar nr 11 van de

Heemstudies verschijnen: Millingen aan de Rijn van 1900 tot 1950, door H.Th. Egberts. De belangstelling voor dit geïllustreerde werkje was zo groot dat inmiddels een tweede, verbeterde druk nodig was. Het wordt

de eigen gemeente een monumentenlijst

U portvrij toegezonden na ontvangst van

vaststellen. De secretaris van de Gelderse Monumentencommissie, de heer H. Mooibroek, beschikt over een keurig uitgewerkt voorbeeld van een gemeentelijke monumenten verorden ing. Wanneer de raad die eenmaal aanvaard heeft -eventueel naar eigen inzicht gewijzigd- kunnen panden van loka-

ƒ 18,75 op giro 180 30 32 ten name van

le betekenis op de gemeentelijke lijst gezet

worden. Daarmee is het gevaar van een onverhoedse sloop bezworen. De heer Mooibroek is te bereiken bij het Gelders Genootschap, Orangerie Kasteel Zypendaal, Zypendaalseweg 46, Arnhem; tel. 085-421742.

WAAROM Bij alle enthousiasme voor het behoud van

onze monumenten, mag de vraag naar de reden niet onbeantwoord blijven. Respect voor de culturele erfenis die ons is toevertrouwd,

22

W.A. Spann te Tilburg. S.v.p. vermelden: Heemstudies nr 11 .

TWEESTROMENLAND HERDRUKT Van de eerste vijf nummers van het tijdschrift Tweestromen land "Kontaktblad van de Historische Vereniging voor het Land van Maas en Waal en Rijk van Nijmegen" zijn

in fotocopie herdrukken verschenen. Herhaalde verzoeken om oude nummers deden het bestuur besluiten de eerste vijf nummers bij wijze van proef opnieuw uit te geven. Afhankelijk van de belangstelling zal bekeken worden of andere nummers zullen volgen Ze worden U portvrij toegezonden na ontvangst van ƒ 2,50 per exemplaar op giro 26 22 012 ten name van penningmeester Vereniging Tweestromen land te Bergharen. S.v.p. vermelden: Tweestromenlandnr (l, 2, 3, 4 en/of 5).


LANDSCHAPSBEHEER BEUNINGEN Officieel sedert 2 november 1978 is in Beuningen een stichting "Werkgroep Landschapsbeheer Beuningen" actief. Het doel van de stichting is de bevordering van het natuurbehoud en het milieubeheer in Beuningen en omgeving. ACTIEF Heel concreet betekent dit op het ogenblik het knotten van bomen, het ophangen en verzorgen van vogelnestkastjes, en het aanplanten van knot wilgen en andere -bomen op opengevallen

plaatsen. Ook de onmiddellijke woonomgeving krijgt aandacht. Zo bepleitte men bij het gemeentebestuur de aanleg van nieuwe beplantingen en wist men te bereiken dat op bepaalde plaatsen verkeersdrempels werden aangelegd. Voorts heeft de werkgroep zich ontfermd over het onderhoud van de zandbakken waar kinderen spelen. werk verroest en de tombe gehavend. Voor ieder stond vast dat hier iets aan moest gebeuren. De werkgroep maakt er ernst mee. Aan de zijkanten en aan de achterzijde van het stukje grond waar de

Tombe zich bevindt, zijn sloten. Aan de voorzijde is het terrein afgesloten door een

Graftombe gebouwd door Nicolaas Heinrich van het Lindenhoud en zijn zoons (1861) te Beuningen. (foto Cinty Visker 1975). RESTAURATIE TOMBE Een initiatief verdient aparte aandacht. Dit betreft de restauratie van een graftombe uit 1861 . Dit particulier mausoleum verkeerde tot voor kort in vervallen staat. Met de restauratie is door de werkgroep -onder deskundige leiding- een begin gemaakt. Dit monumentje staat aan de Tempelstraat, schuin achter het midden-1 9de-eeuwse huis De Tempel. Door uitgesteld onderhoud was de plek volledig overgroeid, het hek-

fraai smeedijzeren hekwerk. In een van de natuurstenen platen die het monument aan de buitenzijde sieren, staat de volgende tekst: Rustplaats der dooden / Gebouwd A- 1861 / door/ Nicolaas Heinrich / Van het Lindenhoud / en Zoonen. De teksten in de overige platen, als ze er ooit in gehouwen zijn, zijn onleesbaar door verwering. Het schijnt dat de naam van een vrouw die op 3 mei 1861 te Utrecht overleed in de linkerplaat gebeiteld staat. Een dramatisch verhaal wil dat het grafmonument opgericht is voor dorpelingen die in de watersnood van 1861 zijn verdronken, maar bevestiging hiervan geeft het monument zelf niet.

STEUN Wie meent dat de activiteiten van de Stichting "Werkgroep Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen" gesteund moeten worden, kan dat door als donateur toe te treden. Het secretariaat wordt gevoerd door mevr. J.G.G. Versteeg-Cornelissen en mevr. I.R.B. Braam-Lelivelt; correspondentieadres: Fazantlaan 39, 6641 XV Beuningen. Bijdragen kunnen worden overgemaakt op rekeningnr. 10.72.18.135 (Rabobank Beuningen) t.n.v. penn.mr Stg Vrijwillig Landschapsbe! -"?er Beuningen, de heer J.M.v.Hemert.

23


JAARVERGADERING 20-2-1979 EWIJK Aanwezig: ongeveer 75 personen. Afwezig met kennisgeving: J.A. Jansen.

l. Opening. De voorzitter, de heer J.P. v. Wezel, opende de vergadering. De voorzitter stelde dat de vergadering is bijeengeroepen met inachtneming van het hieromtrent in de Wet en de Statuten bepaalde, zodat rechtsgeldige besluiten konden worden genomen. De voorzitter deelde mee dat 1978 een druk jaar geweest is voor de vereniging en dat

l 979 wegens het 15-jarig bestaan op 16 mei a.s. weer een bijzonder jaar beloofd te worden.

In het kader van een uiteenzetting over het Streekdocumentatiecentrum werd de heer G. van Middelkoop, via het Werkvoorzieningsschap Nijmegen voor halve dagen in dienst van de vereniging ten behoeve van het Streekdocumentatiecentrum sinds 1 september 1978^ aan de leden voorgesteld. Voorts verklaarde de voorzitter dat de steun van alle gemeenten in het werkgebied door middel van een exploitatiesubsidie voor het Streekdocumentatiecentrum onontbeerlijk is. Hij voegde eraan toe dat verschillende gesprekken hierover hadden plaatsgevonden en dat naar de mening van het bestuur de gemeenten positief ten opzichte van dit streven staan, doch dat de meeste gemeenten nog beslissingen moeten nemen. Hij zei echter goede hoop te hebben voor een gunstig resultaat. Ten slotte herinnerde de voorzitter aan het feit dat wegens het jubileum een cursus "Oud Schrift" wordt georganiseerd.

Als jubileumaanbieding zal de eerste (proef-) les gratis zijn.

2. Ingekomen stukken. Geen. 3. Mededelingen. Bij dit punt deelde de voorzitter mede dat namens de Stichting Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen de heer F. Gruwel en mevr. Braam als gast aanwezig waren.

Ten siotte deelde de voorzitter mede dat ons medelid, notaris A.M. de Bruijn, de vereniging bijzondere diensten heeft bewezen door de akte van statutenwijziging en het procesverbaal inzake de vernietiging van model en

24

matrijzen van de watersnoodgedenkpenning 1926-1976 in orde te maken zonder berekening van kosten. Ondersteund door uitbundig applaus overhandigde de voorzitter daarop

aan de notaris een zilveren en een bronzen exemplaar van de watersnoodgedenkpenning als blijk van waardering. 4. Verslag Algemene Vergadering 30 mei l 978 te Beuningen. Nadut de voorzitter de vergadering de gelegenheid had gegeven om op- of aanmerkingen te maken, constateerde hij dat het verslag ongewijzigd was vastgesteld. 5. Jaarverslag 1978. Nadat de voorzitter de vergadering de gelegenheid had gegeven om op- of aanmerkingen te maken, constateerde hij dat het verslag was vastgesteld na toevoeging van het, door de heer M. Bergevoet gememoreerde feit, dat in juli 1978 een informatiestand ingericht was tijdens de fietsvierdaagse te Druten.

6. Financieel verslag 1978. Nadat de voorzitter de vergadering de gelegenheid had gegeven om op- of aanmerkingen te maken en hij de gunstige uitslag van de controle v.d. kascie bekend gemaakt had, constateerde hij dat het verslag, bestaande uit een staat van baten en lasten voor 1978 en een balans per 31 december 1978, ongewijzigd was vastgesteld. De heer M. Bergevoet merkte op dat het aanbeveling verdiende om voor het Streekdocumentatiecentrum in de toekomst aparte jaarstukken te vervaardigen. Het belang daarvan werd door de voorzitter onderkend. 7. Jaarplan 1979/80. De aankondigingen van de diverse evenementen zullen zoals gebruikelijk in de Nieuwsbrief worden gepubliceerd. 8. Bestuursverkiezing.

Op voorstel van het bestuur werden de volgende personen, die aftredend waren, bij acclamatie herbenoemd: mevr. G.Y.M.

Derks-Klabbers en dhr J.v.Dinter. Voorts werden eveneens op voorstel van het bestuur de volgende personen bij acclamatie be-


De heer J. P. van Wezel, voorzitter, biedt notaris A. A. M. de Bruijn uit erkentelijkheid voor het belangeloze werk voor de vereniging verricht een watersnoodgedenkpenning aan. noemd: mej. W.A. v. Buren en dhr W.P. v.d. Bent. Hierna deelde de voorzitter mede dat mevr. Derks de functie van penningmeester wenste neer te leggen, terwijl de heer J. Trijsburg het secretariaat wenste over te dragen. De voorzitter dankte de beide bestuursleden uitvoerig voor hun aandeel in het werk van de vereniging gedurende vele jaren en overhandigde beiden een cadeaubon. Zijn waarderende woorden werden door de vergadering

met een welgemeend applaus onderstreept. 9. Commissies, opheffing en instelling, benoemingen. De vergadering betuigde haar instemming me met de instelling van een evenementencommissie en benoemde daarin de volgende personen: dhr J.A. Jansen, dhr G.A.A. Rooijakkers, en mevr. J.G. MalingrĂŠ-Suerink. Voorts betuigde de vergadering haar instemming met de instelling van een tentoonstellingscommissie en benoemde daarin de volgende personen: dhr J.R. Visker, dhr en

mevr. H.P.M, de Groen. Onder dankzegging voor de verleende diensten werd de heer H.J. v. Capelleveen van zijn functie als lid van de kascommissie in 1977 en 1978 ontheven. De vergadering benoemde daarop de heer A.A.M, de Bruijn tot lid van de kascommissie voor de jaren

l 979 en 1980. In de Beheerscommissie van het Streekdocumentatiecentrum benoemde de vergadering de volgende personen: dhr H. Albers, dhr

drs J.G.W.R. Dekkers, dhr J. Geevers, dhr J. Hendriks, mej. F.J. van Oijen, dhr F. Winkels, dhr J.P.v. Wezel en dhr J. Trijsburg. Deze personen waren in feite reeds lid sedert 30 mei 1978, maar werden eerst nu door de vergadering formeel benoemd. Onder dankzegging voor de verleende diensten werd de heer O.J.W. Hoedeman, lid van de Beheerscommissie van het Streekdocumentatiecentrum door zijn lidmaatschap van de Werkgroep Heemkunde Maas en Waal, op zijn verzoek van zijn functie als

25


lid van deze commissie ontheven. Op aandringen van de heer M. Bergevoet (bij de rondvraag) en na een bemoedigend pleidooi van de heer Trijsburg stelden zich alsnog drie personen voor een benoeming als lid van de Beheerscommissie van het Streekdocumentatiecentrum kandidaat, die daarop doof de vergadering werden benoemd Het waren dhr H.P.M„ de Groen, dhr dr J. van Lin, ir A. Kamerman. 10. Voorstellen. De vergadering machtigde het bestuur om zonodig met ingang van l januari 1980de basiscontributie tot maximaal ƒ20,- te verhogen. 11. Rondvraag. De heer G.v.d. Steenhoven stak de loftrompet over de vereniging en vroeg aansluitend of er iets gedaan zou kunnen worden aan het dreigend verval van de bomen tussen Maas en Waal. Hierop merkte de heer W.G. J.A. Vermeulen op dat nagenoeg alle bomen langs openbare wegen gemeentelijk eigendom zijn. De voorzitter antwoordde

dat de kwestie de aandacht zal krijgen van het bestuur en dat- wellicht in samenwerking met de vragensteller - naar oplossingen gestreefd zal worden.De heer Trijsburg dankte mede namens de penningmeester voor de waarderende woorden van de voorzitter en de geschenken die zij beiden in ontvangst mochten nemen, voor het vertrouwen van de leden in beiden gesteld en wenste de opvolgers in functie veel succes. De heer de Groen wilde weten waaraan het bedrag in de staat van baten en lasten 1978 bij de post Stoomgemaal Appeltern besteed was. De heer Trijsburg beantwoordde deze vraag tot tevredenheid van de vragensteller. 12. Sluiting.

De voorzitter dankte de aanwezigen voor de belangstelling en bijdragen en wenste hen veel genoegen bij de lezing met dia's van mevr. E.C. barones van der Borch tot Verwolde-Swemle over de (bouw-)geschiedenis van kasteel De Doddendaal en zijn bewoners.

Voor Maas en Waalse monumenten op de bres De Gelderse Monumentencommissie, onderdeel van het Gelders Genootschap, gaat de kwaliteit van de gebouwde omgeving zeer ter harte. Omdat deze commissie nu eenmaal niet overal en altijd kan zijn om over onze monumenten te waken, bedient deze zich van "berichtgevers". Tot berichtgevers in het Land van Maas en Waal en Rijk van Nijmegen West werden onlangs de heren H.J. van Capelleveen en J. Trijsburg benoemd.

L-vormige boerderij aan de

Woerdsestraat te Altforst, (gesloopt) foto J. Trijsburg. 26


Koetshuis van het voormalig kasteel te Balgoy (in elkaar gestort in de winter 1978/79 (foto G. A. A. R ooi j akkers 1977). Onder: Gemeentehuis Ewijk aan de Van Heemstraweg (gesloopt 1979), foto beschikbaar gesteld door Th. Overmars.

27,


T-boerderij aan de Zandstraat te Beneden-Leeuwen, in de volksmond bekend als het Huis van Mina Kup (gesloopt 1978), foto:

De Gelderlander 21 februari 1974.

Proefles Oud Schrift succes! Niet minder dan 33 personen meldden zich aan voor de proefles Oud Schrift op 31 maart jl. in het Veerhuis te Wamel. Een groot succes voor Tweestromen land, dat wellicht nog overtroffen zal worden wanneer in september de cursus start. Deze cursus zal op verzoek van de aanwezige aspirant-cursisten in Druten gegeven worden. Het bleek dat deze plaats voor de meesten het best bereikbaar zou zijn. De heer W. Veerman, als streekarchivaris verbonden aan het Streekarchivariaat Tiel-Buren-Culemborg, gaf als eerste een les voor de koffiepauze. Daarna werd

een les verzorgd door de heer A.Houtkoop, eveneens verbonden aan dit streekarchivariaat. Het viertal teksten dat uitgekozen was als lesmateriaal varieerde nogal in moeilijkheidsgraad. Dit was met opzet zo gedaan om de aspirant-cursisten een goede indruk te geven van hetgeen hen uiteindelijk te wachten staat. In een ontspannen, hartelijke sfeer kregen diverse personen een beurt bij het lezen. Spellender- en spelenderwijs werd men vertrouwd gemaakt met de moeilijkheden die men bij het lezen van Oud Schrift ontmoet. Uiteraard was het niet mogelijk om tijdens deze proefles met zoveel leerlingen en bij zo'n langzaam tempo ie-

28

dereen een beurt te geven. Wanneer de "echte" cursus van start gaat, zullen twee groepen gevormd worden met maximaal 20 deelnemers per groep. Dan zal men geregeld een beurt krijgen ! Bovendien ontvangt men bij het einde van elke les een tekst als huiswerk. Wie deze tekst voor de volgende les trouw in leesbaar hedendaags schrift overzet, zal in een mum van tijd aanzienlijk minder moeite hebben met het lezen van Oud Schrift. Zoals bekend, worden steeds stukken aangeboden die verband houden met de geschiedenis van het werkgebied. Zo ontstaat een privĂŠbundel van authentieke copieen van Maas en Waals archiefmateriaal met afschriften, een kostelijk bezit. Oud Schrift is belangrijk voor ieder die zich met de geschiedenis van de streek actief wil bezig houden, zelfstandig


of eventueel in een werkgroep. Ook zij die stamboomonderzoek willen verrichten hebben veel baat van deze cursus. De officiële aankondiging en de mogelijkheid om zich definitief aan te melden, kan men in augustus dit jaar verwachten. Aardig om te vermelden is waar de aspirant-cursisten wonen: Altforst (1), St. Anthonis (1), Appeltern (1), Batenburg (2), Beesd (1), Beneden-Leeuwen (1), Berg-

haren (1), Beuningen (2), Dreumel (3), Ewijk (1), Gorinchem (1), Maasbommel (1), Nijmegen (1), Overasselt (3), Veghel (1), Wamel (2), Wychen (2). Het bijzondere is dat in deze lijst welhaast de gehele streek weerspiegeld wordt. Dat belooft wat voor de toekomst van Tweestromen land, die ons zeer ter harte gaat.

Kasteelmanifestatie Hernen 22, 23, 24 juni Op 22, 23 en 24 juni a.s. zal in en rond het kasteel te Hernen een manifestatie plaatsvinden, die duizenden mensen op de been moet brengen. Een feestcomité, ingesteld door de Stichting Ontmoetingscentrum Hernen-Leur, heeft daarvoor een hele serie activiteiten op touw gezet. LANDGOED Rond het kasteel, op het landgoed dus, is eveneens op zaterdag en zondag van l l .00+ 17.30 uur een antiekmarkt en een rommelmarkt. Vrijdagavond + 20.30 uur begint vóór het kasteel hst midzomernachtfeest, zaterdagavond zal aan de achterzijde óp de kasteelvijver een muziek-, zang- en dansuitvoering gehouden worden. Aanvang eveneens rond 20.30 uur.

Reinier van Wyhe, die het kasteel te Hernen in 1555 voltooide (Foto V&vH naar een schilderij (kopie), dat in kasteel Hernen hangt, 1976). KASTEEL In het kasteel vinden twee tentoonstellingen plaats: één gewijd aan de oude kerken te Batenburg en Leur, opgezet door de Stichting Oude Gelderse Kerken en één gewijd aan kastelen tussen Maas en Waal, het werk van de Vereniging Tweastromenland. Zaterdag en zondag zullen op het binnenplein wagenspelen worden opgevoerd. Daarnaast is er een taveerne, waar dorstige kelen gelaafd kunnen worden.

EXPOSITIES Voor de exposities betekent de kasteelmanifestatie zoveel als het begin van een langere periode. De oude kerktentoonstel ling zal tot medio augustus te zien zijn, de kastelententoonstelling blijft het gehele jaar doorlopend te bezichtigen op dinsdag, donderdag en zaterdag van 10.00 - 12.00 en van 14.0C - 17.00 uur. Tijdens de kasteelmanifestatie zijn de exposities geopend op zaterdag en zondag 23 en 24 juni van 11 .00 - l 7.00 uur. De officiële opening zal verricht worden door de gedeputeerde J.W. Hendriks. ONTMOETINGSCENTRUM Het feestcomité is uiteraard niet alleen ingesteld om zoveel mogelijk mensen een zo onvergetelijk mogelijke kasteelmanifestatie te bezorgen. Het doel is om een bedrag bijeen te brengen groot genoeg om de Stichting Ontmoetingscentum Hernen-Leur in staat te stellen het eigen aandeel in de bouwsom van het Ontmoetingscentum te bekostigen.

29


Voorzijde van kasteel Hernen. Links de kastanje die na het maken van de foto (1976) door een boomchirurg behandeld is (foto J. R. Visker en J. v. Haren; elders afgekort nis V&vH). INFORMATIE Wie zich voor de a c t i v i t e i t e n in en lond het

door storting van bovengenoemd bedrag op giro 85 99 06 ten name van Rabobank Varik,

kasteel interesseert en er meer over wil we

ten gunste van nr 35 06 05 637 van het Ac-

ten, voige de berichtgeving in de (vooral

tiecomité R. K. Kerk of door storting op giro 92 50 77 ten name van R. K. Kerkbestuur, Grotestraat 23, Varik.

regionale) dag- en weekbladen. Wie deze a r t i k e l e n mist, kan zich in verbinding stellen met de V V V ' s in Nijmegen, T i e l en Arnhem, waar men over de nodige informuI ie beschikt.

R. K. Historie Varik Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de parochiekerk H.H.Petrus en Paulus in Varik hebben mgr dr R. Staverman o . f . m . en dis Th. Staverman met medewerking van di M.P. van Buijtenen, oud-rijksarchivaris

in U t r e c h t , de geschiedenis beschreven van hot Roomskathol r c isme in Varik, beginnend iond het jaar 800. Hun studies z i j n gebundeld in een boek van ca ! 30 pagina's. Het t e l t ca 20 afbeeldingen. Formaat A5. Het znl eind juni v e r s c h i j n e n . Vanwege de beperkle oplage zal de p r i j s bij voorintekening vóór l juli ƒ 20,- bedragen. Na deze datum is de p r i j s f 2 5 , -

Men kan voorintekenen

Binnenplaats van kasteel Hernen met traptoren (foto V&vII).


RED ONZE OUDE GELDERSE KERKEN Onder bovenstaande titel bracht de Stichting Oude Gelderse Kerken een nieuwe wervingsfol-

der uit. Het doel is om daarmee meer donateurs te krijgen. In vijf jaar tijd (bijna) meldden zich zo'n 1500 personen aan, maar de oude kerkenstichtingen in Groningen en Friesland die

al wat langer bestaan, hebben er vele duizenden meer. De steun van al deze mensen is onmisbaar, zeker in deze tijd van schaarser wordende middelen ten behoeve van restauratie en onderhoud van de oude kerken.

Het Nederlandse Hervormde kerkje te Leur (Gld. )(Foto De Gelderlander 17 april 1970). BATENBURG en LEUR De Gelderse stichting bezit in het werkgebied van T weestromen land de oude kerken in Batenburg en Leur. Beide kerken staan op de nominatie gerestaureerd te worden.

Daar is geld voor nodig. De rijksoverheid met name zou een belangrijke bijdrage moeten leveren, wil de financiering rond komen De stichting zelf za! als eigenares niet achter kunnen blijven en doet daarom alle mogelijke moeite om het draagvlak te verbreden.

een informatie- en expositiestand van de Gelderse kerkenstichting te zien zijn.Tot en met de eerste week van augustus kan men deze op dinsdag, donderdag en zaterdag van 10 tot 12 en van 2 tot 5 uur gaan bezichtigen. De expositie omvat foto's, bouwfragmenten, restauratietekeningen, maquettes etc. Wie zich interesseert voor het verleden en de toekomst van de oude kerken in Batenburg en Leur raden wij met klem aan deze tentoonstelling te gaan bekijken.

KASTEELMANIFESTATIE HERNEN

RINGBAND

Vanaf 22 juni a.s. zal in Kasteel Hernen

Met Uw hulp kan de Stichting Oude Gelder31


Het in 1913 nog geheel witte Nederlandse Hervormde kerkje te Batenburg (foto Buiten 1913).

se Kerken voorkomen dat oude kerken in Gelderland, cultuurbezit van ons allemaal, verloren gaan. Voor minimaal ƒ20,— per jaar wordt U donateur van deze stichting. ledere donateur ontvangt een ringband die regelmatig wordt gevuld met geïllustreerde artikelen over oude kerken in Gelderland. Laat U deze kans niet voorbij gaan; onlangs verscheen daarin "Gewapend 'in vrede' De rouwborden in de Hervormde St. Victorskerk te Batenburg", door drs A.G.Schulte, met 36 afbeeldingen! Het adres: Antwoordnummer 16, 6950 VC Dieren.

Gevraagd voor

TWEESTROMENLAND

(histori-

ZEER BELANGRIJK VOOR DE ADMINISTRATIE! ! !

U hebt de acceptgirokaart om de kontributie voor 1979 te betalen ontvangen. Hij zit op de buitenkant van de envelop met dit tijdschrift Helaas laat de PTT ons te lang wachten op de nieuwe gedrukte acceptgirokaarten met het adres van de nieuwe penningmeester: p. a. Dorpsstraat 61,

6617 AC Bergharen. Daarom hebben

sche vereniging voor het Land van Maas en

we de kaarten van 1977 veranderd in

Waal en Rijk van Nijmegen West) een

1979. Houdt u er echter wel rekening mee, dat u geen berichten naar Heuvel 111, Druten stuurt.

a d m i n i s t r a t e u r (mnl/vrl)

voor het bijhouden van de boekhouding en de ledenadministratie (enkele uren per week). Belangstellenden kunnen zich schriftelijk wenden tot de secretaris van de Ver-

eniging Tweestromen land, de heer W. P. v. d. Bent, Genechtstraat 11 - 6651 EC - Druten. Voor telefonische inlichtingen: 08870/2847. Deze oproep blijft gedurende de hele maand juni van kracht + + + + + + + + + + + + + + H

32

Adreswijzigingen of verbeteringen: Mej. F. J. van Oyen, Markt 9-14, 6651 BC Druten.

Adres nieuwe penningmeester: Mej. W. A. v. Buren, Dorpsstraat 61, 6617 AC Bergharen.

Adres oude penningmeester: G. Y. M. Derks-Klabbers, Zeven Geversstraat 6, 6651 CV Druten.


11**MSÏ

SAMENSTELLING: MARTIN

BERGEVOET

Ten vervolge van de bibliografie van het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het

Rijk van Nijmegen verschijnt voor de tweede maal LITERATUURSIGNALEMENT. Hierin zijn artikelen en boeken vermeld die in voldoende mate betrekking hebben op het werkgebied van Tweestromen land. Omdat de bibliografie, die mogelijk in de loop van 1979 zal verschijnen, op 1 januari 1978 werd afgesloten, zullen de vermeldingen in deze rubriek in hoofdzaak betrekking hebben op publicaties na deze datum. De redactie.

069 M u s e a , t e n t o o n s t e l l i n g e n .

GENDERS, C., Museumboek voor Gelderland; Baarn, 1978,

127p., afbn., reg.

Museum

Frans Bloemen te Wychen. Wie in Gelderland een museum wil bezoeken, zal er goed aan doen, eerst dit nieuwe museumboek in te kijken. Niet volgens plaatsnamen, maar gerangschikt naar een aantal thema's

komen 54 Gelderse musea ter sprake. Het enige binnen het werkgebied van de Vereniging Tweestromen land gelegen museum is het

Gemeentelijk Oudheidkundig Museum Frans Bloemen te Wijchen. Het wordt behandeld op blz. 11-13 van het hoofdstuk "Opgegraven verleden", waarin ook de tuinzaal van het Gemeentemuseum Arnhem, het Veluws Museum "Nairac" te Barneveld, het Rijksmuseum G.M.

Kam te Nijmegen en het museum onder de Nederlands Hervormde Kerk te Eist besproken worden. Ten onrechte spreekt de schrijver van een in 1928 door Frans Bloemen aan de Scheiwal te Wijchen gevonden Romeins "landhuis". De bedoelde "villa" is in feite een agrarische bewoningscomplex geweest. Kennelijk is de schrijver met de moderne betekenis van het woord villa in de war geweest, toen hij er een landhuis van maakte. Jammer dat Wijchen door hem als Wychen wordt gespeld . Deze opmerkingen doen echter niets af aan het feit dat de heer Genders een zeer bruikbaar en alleszins lezenswaardig museumboekje heeft gemaakt. Bij een herdruk van dit fraai geïllustreerde werkje zullen de genoemde schoonheidsfoutjes - meer zijn het niet - hopenlijk wel weggewerkt zijn. Een groot aantal foto's fleuren het boek op. In deze reeks zullen ook boeken verschijnen over de musea in de andere provincies. Als ze net zo goed zijn als deze eersteling, dan krijgt museumlievend Nederland er een prachtige serie boeken bij. (Bosch en Keuning, ƒ 12,50).

GRINTEN, H. van der,

en J. BREUGELING-VAN DEN HEUVEL, Prentkunst in Nijmegen

en omgeving; Nijmegen, 1978. Katalogus van een expositie in museum Commanderij van St. Jan te Nijmegen van kunstenaars, o. a. in, uit en over Tweestromen land.

GROTE, — bazar en foto-tentoonstelling ten behoeve van betere verwarming Hervormde kerk Wamel; in: De Waalkanter 2-11-1978. foto-tentoonstelling over Wamel in de Tweede Wereldoorlog. 262.

l Geestelijken.

HAAREN, J. van.

Kapelaan Paul Goulmy was een bijzonder priesterfiguur; in: De Waalkanter

24-8-1978. 27 A l g e m e n e k e r k g e s c h i e d e n i s , h e i l i g e n . OVERMARS, T. , Een vergeten heilige? in: De Waalkanter, 28-9

en 12-10-1978.

33


St. Antonius.

WEEL, A. J. van. Een achttiende-eeuws handschrift van J. in de Betouw over het dijkrecht der vier Bovenambten; in: Verslagen en Mededelingen van de Stichting tot uitgaaf der bronnen van het oud-vaderlandse recht, nieuwe reeks, jrg. l (1978), p. 145-192. o.a. Rijk van Nijmegen-Maas en Waal.

351.74 P o l i t i e . HAAREN, J. van, De gemeente veldwacht en de nachtwacht; in: de Waalkanter 10-8-1978. gemeente Druten. HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden. . .De rijksveldwachter in vroeger jaren; in: De Waalkanter 20-7 en 10-8-1978. 355 M i l i t a i r e z a k e n . HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden (60 jaar geleden). Een spannende week in november 1918; in: De Waalkanter 25-1-1979. 355.48 K r i j g s g e s c h i e d e n i s . HAAREN, J. van, Herinneringen aan onvergetelijke dagen; in: De Waalkanter 19-10, 23-11 en 14-12-1978. Bevrijding Druten in 1944-1945. NEDERASSELT, ~ op krijgstoneel; Grote schade in oorlog van 1794; in: Dichtbij 5-4-1978. 362.6 B e j a a r d e n z o r g . (GELDER, J.A. van), Bejaardencentrum Overmarsstichting Winssen 15 jaar; in: Hier en Ginder jrg. 19 (1978), p. 91-95. HUIZE, -- Kasteelhof viert derde lustrum; in: De Waalkanter 21-9-1978. Druten.

373.3 B a s i s o n d e r w i j s . (MERKENS, W . T . ) , 125 jaar Christelijk Onderwijs te Appeltern; in Schoolschrift, jrg. 4 no. 4 (april 1978), p. 7-8. 398.3Volks- en b i j g e l o o f . N(ILLESSEN, J.A.), Koorts-afbinden; in: Dichtbij 11-1-1978. St. Walrick-kapel Overasselt. 627.517 D i j k d o o r b r a k e n , o v e r s t r o m i n g e n . HEININGEN, H. van, Dijken en doorbraken in het Nederkandse rivierengebied; Den Haag, 1978, 89p., afbn., lit. (Triangelreeks). ". . . .Boek, waarin grondig, in een heldere schrijftrant en met veel kennis van zaken de geschiedenis van de strijd tegen het water van de rivieren wordt samengevat". Aldus J. Bik in De Gelderlander, ed. Maas en Waal dd. 17-7-1978. Zijn enige kritische noot is het wat kleine formaat van de afbeeldingen. Mijn kanttekeningen liggen op een heel ander terrein: de historie. Wie een verwoed lezer is van de werken van Van Heiningen (en welke Maas en Waalse liefhebber van de geschiedenis is dat niet?), zal veel van de inhoud van dit nieuwste boek bekend voorkomen. Stukken over het dijkrecht zijn terug te vinden in "Straatnamen in de gemeente Druten", stukken over watersnoden in o.a. "De historie van het Land van Maas en Waal", beide boeken uit 1965. Mijn tweede kanttekening is het ontbreken van noten, waarin wordt vermeld, waar de gepubliceerde gegevens vandaan komen. Desnoods hadden bij "literatuur" de doorgewerkte archivalia met inventarisnummers vermeld kunnen worden. Een leuk boekje om te lezen, vlot geschreven en aktueel. 631 Landbouw a l g e m e e n . LANDBOUW, — tussen Maas en Waal 130 jaar geleden; in: Dichtbij 25-10-1978. LUYJENDIJK, J., Landbouwkundige ontwikkelingen en ruilverkaveling in het rivierengebied; in: Cultuurtechnisch Tijdschrift, jrg. 18(1978-1979), p. 31-42.

34


631-051 L a n d b o u w - v e r e n i g i n g e n . BOERENBOND, — Bergharen-Hernen-Leur viert 75 jarig bestaan!; in: De Waalkanter 1-2-1979. (GELDER, J.A. van), Boerenbond Bergharen-Hernen-Leur 75 jaar; in: Hier en Ginder jrg. 20 (1979), p. 1-9.

633 T e e l t van b e p a a l d e g e w a s s e n . ROESS1NG, H.K., Amsterdam en de tabaksteelt in Nederland; in: Spiegel Histroiael, jrg.

13 (1978), p. 73-79. de tabaksteelt in Maas en Waal komt ter sprake.

De heer Roessing bewijst, dat de vroegste tabaksteelt in Gelderland, w.o. Maas en Waal, in de 17e en 18e eeuw ontstond, gefinancierd door Amsterdamse kooplieden. Diezelfde Amsterdammers speelden een grote rol bij de afname en verwerking van tabak. Rond 1700 was Amsterdam het onbetwiste centrum van de tabakshandel in de Republiek, waar iedere belangrijke Amerikaanse en Europese tabak werd verhandeld. Geen wonder, dat in deze stad ook de tabaksnijverheid was gekoncentreerd, vooral die van de inlandse tabak. "De groei van de Amsterdamse tabaksnijverheid in het laatst van de 17e en begin van de 18e eeuw was grotendeels gebaseerd op, en afhankelijk van, het gebruik van inlandse grondstof, het tabaksblad uit o.a. Gelderland. De kleine tabakstelers aldaar leverden een aanzienlijke bijdrage in de ontwikkeling van een tak van export van de Republiek". TUINZING, W . D . J . , Griendhout en ander hakhout; in: Bijdragen en Mededelingen Open-

luchtmuseum, jrg. 41 (1978), p. 37-64. kuipen- en mandenmaken in de gemeente Wamel. ZEVEN, A . C . , Op zoek naar stambonen; in: Tweestromen land no. 29 (1978), p. 3-9. oude bonenrassen in Tweestromenland.

634 F r u i t t e e l t . BIJL, D. de, Fruitteelt in het westelijk deel van het Gelderse rivierkleigebied; in: Cultuur-

technisch Tijdschrift, jrg. 18 (1978-1979), p. 47-53. VELDE, M. van der, Oude appel- en pererassen kunnen weer opgang maken; in: Weekend Koerier 1-2-1979. 635 T u i n b o u w . NOORDEMEER, J., Ruilverkaveling gunstig voor de ontwikkeling van de tuinbouw in het westelijk rivierengebied; in: Cultuurtechnisch Tijdschrift, jrg. 18 (1978-1979), p. 43-46.

637. l -637.3 Z u i v e l p r o d u k t i e . (GELDER, A. J. van), Van boterfabriek tot parochiehuis Hernen; in; Hier en Ginder jrg. 19

(1978), p. 129-133.

639 J a c h t . ROOSUM, W. J.M.Th. van, Prehistorische jagers rond Nijmegen; in: Westerheem, jrg. 27

(1967), p. 255-261. 656.1 W e g v e r k e e r . BAKKER, J . A . On the Possibility of Reconstructing Road from T . R . B . Period; in: Berichten Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, jrg. 26 (1976), p. 63-91, krtn., litt. Druten. In dit artikel wordt de mogelijkheid bekeken van het reconstrueren van wegtracé's tijdens de trechterbekercultuurperiode (Hunebedbouwers, 3000-3200 v. Chr.), aan de hand van de vindplaatsen uit die tijd. Schrijver concludeert, dat voor hen, wiens bestemming of vertrekpunt in het noordwesten lag (Rijnhandel met Engeland?), de meer westelijk gelegen verbinding Druten-Rhenen of Lexkesveer-Wageningen belangrijk geweest kan zijn. MET, — de paard en koets zoals in de goeie ouwe tijd; in: De Waalkanter 15 en 29-6-1978.

ZONDAG, —a.s. folkloristische hippische optocht door West Maas en Waal; in: de Waalkanter 22-6-1978.

35


656.8 P o s t w e z e n . HAAREN, J. van, Uit Drutens postaal verleden; in: De Waalkanter 20-7 en 17-8-1978. 664 Br ood b e r e i d i n g , m a a l d e r i j , m o l e n s .

JOANNESMOLEN, — te Heumen in restauratie?; in: Dichtbij 19 en 26-4-1978. MANDERS, H., In gemeenten Overasselt en Heumen: drie molens en een romp; in: Dichtbij

31-5-1978. Ook in: Tweestromenland no. 29(1978), p. 10-15. TALSMA, A., De warme bakker.... een échte vakman; in: De Waalkanter 29-3-1979. fa. Kolvenbach te Ben. Leeuwen.

VOORFINANCIERING, — voor restauratie van St. Joannesmolen te Heumen; in: Dichtbij

14-6-1978. 6 7 4 M a k e n v a n h o u t e n v o o r w e r p e n -/ppi n r (GELDER, J.A. van), Oude kuiperij in boerenhuis in Hernen; in: Hier en Ginder, jrg. 19

(1978), p. 67-70. 681 M a k e n van i n s t r u m e n t e n .

JESPERS, F. en A. van SLEUWEN, Tot roem van zijn makers. Een studie over J.J. Vollebrecht en Zoon Meester-orgelmakers te 's-Hertogenbosch; Den Bosch, 1978, V+233 p., afbn., bijln., reg., litt. MEESTER, — orgelmakers uit de vorige eeuw; in: Bisdomblad (St. Jansklokken) 9-2-1979. bespreking van het boek van Jespers en Van Sleuwen. OS, J . F . van, Langs Nederlandse orgels. Overijssel en Gelderland; Baarn, 1978, 64p. tekst 96p. foto's, litt., regs. Dat de belangstelling voor orgels toeneemt, blijkt ondermeer uit het verschijnen van een "lawine" van publikaties over orgels en orgelbouwers. Twee hiervan zijn hierboven genoemd en een derde (over de Winssense timmerlieden-orgelbouwers familie Gradussen) staat op stapel. Jespers en Van Sleuwen volgen de uit Rotterdam afkomstige orgelbouwer J. J. Vollebrecht en zijn zonen, die zich in tegen het midden van de vorige eeuw in Den Bosch (en omgeving) vestigden. Emplooi was er voor hen in het zuiden genoeg: veel schuilkerken van vóór de Franse tijd werden vervangen door nieuwe kerken, het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie. Alles werkte daar mee aan het scheppen van een voor orgelbouwers gunstig klimaat. Van die scheppingsdrang profiteerde het Land van Maas en Waal eveneens, en wel op drie manieren: door het laten plaatsen van een nieuw orgel in een dorpskerk ( l rechtstreeks, l indirekt), door het leveren van organisten en door het leveren van een eigen orgelbouwfamilie. In Batenburg was in 1829 de schuurkerk vervangen door een nieuwe parochiekerk, waarvoor in 1853 een orgel werd geschonken. Dit orgel werd gebouwd door Vollebrecht voor ƒ 520,-. Na de bouw van de huidige parochiekerk in 1875 werd het orgel daarheen door de gebr. Smits uit Reek overgeplaatst en tegelijkertijd uitgebreid. In 1913 werd het orgel grondig gerestaureerd en tevens uitgebreid. Het staat nu tegen de zijwanden van de toren opgesteld in

twee delen. Ook de Zusters Dochters van Maria en Jozef aan de Choorstraat te Den Bosch lieten een orgel bouwen door J. J. Vollebrecht. Wanneer dit precies gebeurde is onbekend, waarschijnlijk kort na 1852. Rond 1930 zijn het front en het binnenwerk van het orgel gescheiden. Het front staat nog steeds in de kapel van de zusters in Den Bosch, het orgel werd via allerlei omzwervingen in 1952 verkocht aan de kerk van Deest. De uit 1858 daterende dorpskerk daar was in de oorlog vernield en door de parochianen zélf - in de hoop op een hogere oorlogsschade- uitkering - nog eens "bijgewerkt". Na de oorlog werd wel een nieuwe kerk gebouwd, maar voor een nieuw orgel was geen geld. Bij een restauratie in 1971 door Van der Harst werd ontdekt, dat het hier om een Vollebrechtorgel ging. Een goede bekende van Van Vollebrecht was de in Afferden geboren Arnoldus Christiaans, organist van de St. Cathrien te Den Bosch van 1838 tot 1889, waarna hij tot zijn dood in 1902 te Lage Mierde woonde. Naast organist was hij nog dirigent van de Liedertafel Oefening en Uitspanning, mogelijk ook van een muziekkorps en waarschijnlijk pianoleraar. Ook keurde hij verschillende Vollebrechtsorgels. Van de vraag naar orgels maakte ook de Winssense schrijnwerker Gerardus Gradussen gebruik: met zijn twee zoons bekwaamde hij zich in het bouwen van orgels. Zij maakten

36


een aantal bijzonder degelijke orgels en verrichtten ook veel onderhoudswerk aan orgels

in Brabant en Gelderland. Evenals de meeste noordnederlandse orgelbouwers, maakten zij hun orgelkassen vaak zelf. In het tweede werk, over de Overijssel-Gelderse orgels, behandelt de auteur in chronologische volgorde de diverse stijlen met bijbehorende orgelbouwers en hun produkten. Opmerkelijk is de plaats, die het Gelderse rivierengebied vanaf 1660 inneemt: het ene na het andere orgel werd hier geplaatst. In deze reeks behoort ook het De-Crane-orgel in de Hervormde kerk te Batenburg (1770); de opmerking van de schrijver, aat dit orgel een goede restauratie waard is, onderschrijf ik ten volle. Maasbommel heeft een orgel (1844), waarvan het front veel groter is dan het werKelijke instrument, z.g. niet-sprekende pijpen, "alleen voor het oog diendende". Verder nog de

orgels van Wamel (Knipscheer ca. 1870), de Smits sr. orgels te Ewijk (1823), Dreumel (1826, niet meer bestaand), Druten (1842), Winssen (1844) en Afferden (1851, de kas is later vervangen) en het merkwaardige frontpijploze orgel van Smits jr. te Puiflijk. Vreemd genoeg ontbreekt het Bütz-orgel van Alphen in dit boekje. Over de orgels van de uit Winssen afkomstige familie Gradussen (o.a. Wychen, 1889) is Van Os best te spreken; "De klank (....) is niet van charme ontbloot. Voor wie iets over orgels in het algemeen, die van Gelderland en in het bijzonder Maas en Waal wil weten, een van harte aanbevolen boekje.

Volgens een in De Gelderlander van 16-2-1979 verschenen artikel, is de heer M. Hurkmans uit Hoogeloon bezig met het samenstellen van een boek over de reeds genoemde Winssense orgelbouwer Gradussen en zijn twee zoons. Orgels van deze familie werden zelfs in het buitenland (Eifel, Polen) geplaatst. We wachten met belangstelling op het resultaat. 685 V e r v a a r d i g i n g van s c h o e n w e r k .

(GELDER, J.A. van), Oude Klompenmakerij in Bergharen; in: Hier en Ginder, jrg. 19

(1978), p. 79-82. 711 R u i m t e l i j k e o r d e n i n g .

GRANDJEAN, A.J., Landinrichting in het rivierengebied; in; Cultuurtechnisch Tijdschrift,

jrg. 18 (1978-1979), p. 24-30. VERSCHUER, O.W.A. baron van, Rivierenland; in: Cultuurtechnisch Tijdschrift jrg. 18

(1978-1979), p. 16-23. 712 L a n d s c h a p . BENTHEM, R . J . , Veranderend landschap in het Rivierenland; in: Cultuurtechnisch Tijdschrift,

jrg. 18(1978-1979), p. 54 ev. RIETVELD, A.D., Onze houtwallen; in: Tweestromenland no. 29(1978), p. 16-19. Ook verschenen in: Wagenwegen, jrg. 5 no. l . Balgoy, Overasselt. 725.94 M o n u m e n t e n .

SMAAL, A . P . , Kijken naar Monumenten in Nederland; Baarn, 1979, 144p., afbn., krtn., litt., reg., tek. boerderij-constructie De Clef te Ewijk en kasteel-raadhuis Wychen. VEEL, — schoonheid tussen Maas en Waal!; in: De Waalkanter 1-2-1979. tekeningen van G. Mulder van monumenten in Tweestromenland.

725.94.004.5-004.6 M o n u m e n t e n z o r g , r e s t a u r a t i e . APPELTERNS, — stoomgemaal; in: Gelders Oudheidkundig Contaktbericht no. 78 (1978),

p. 24. BATENBURG, --,

beschermd stadsgezicht; folder V.V.V.-Gelders Rivierengebied, juli 1978.

RESTAURATIEWERK, — is nu voltooid; in: Zakengids 20-7-1978. Batenburg.

726.54 K e r k g e b o u w e n .

FOTOGENIEKE, ~ kerkenroutes in Gelderland; uitg. Prov. Gelderse V.V.V., 1978. o.a. Maas en Waal-Rijk van Nijmegen.

37


(GELDER, J. A. van), Oude kerk in Leur; in: Hier en Ginder, jrg. 19 (1978), p. 103-106. HELVOORT, H. van, De kerken van architekt C. Franssen in Maas en Waal; in: Tweestromenland no. 29 (1978), p. 41-42.

726.7 K l o o s t e r s .

NILLESEN, J.A., Nogmaals: St. Walrick; in: Dichtbij 11-1-1978. 728.1

Woonhuizen .

KOUWEN, C.P. J. van, De Romeinse villa van Winssen; in: Westerheem, jrg. 27 (1978), p. 207-213. 728.6Boerderijen. BOERDERIJ, — moet wijken voor moderne nieuwbouw; in: De Waalkanter 17-8-1978. boerderij Litjens te Puiflijk.

(GELDER, J.A. van), Wolfsdonk uit 1877 p. 115-119.

in Bergharen; in: Hier en Ginder, jrg. 19(1978),

(GELDER, J.A. van), De Kattennest in Leur; in: Hier en Ginder, jrg. 20 (1979), p. 17-22. GRONINGEN, C. L. van, en G. BERENDS, Boerderijen; Zeist, 1978. Vouwblad Rijksdienst voor de Monumentenzorg. draagconstructie met ankerbalkgebinten van boerderij De Clef te Ewijk.

728.8 K a s t e l e n . HARENBERG, J., Kastelen en landhuizen in Gelderland in oude ansichten; Zaltbommel, 1978. 76p. met foto's. KRANSBERG, D., en H. MILS, Kastelengids van Nederland. Middeleeuwen; Haarlem

1979.

268p., afbn., lit. (Fibula- van Dishoeck, ƒ36,50).

Een overzichtelijk boek, waarin alle kastelen- of resten daarvan - uit de middeleeuwen behandeld worden. Voor Maas en Waal zijn dit Batenburg, De Blanckenborg in Beuningen, De Doddendaal te Ewijk en kasteel Hernen. LEKKER, -- naar buiten.. .u vindt 't vlakbij; in: De Waalkanter 8-11-1978. kasteel Hernen. OVERMARS, T., Idyllisch.....; in: De Waalkanter 7-9-1978. kasteel Batenburg. 737 M u n t - en p e n n i n g k u n d e .

GELDER, H . E . van. Muntvondsten: Twisk 1975; in: Jaarboek voor Munt en Penningkunde,

dl. 62-64 (1975-1977), p. 165-168. bij de vondst ook een munt van Batenburg. GELDER, H. E. van, Muntvondsten: Wychen; in: Jaarboek voor Munt en Penningkunde,

dl. 62-64(1975-1977), p. 171. vondst van 28 grote zilveren munten uit de 17e eeuw. POL, A., De verspreidingsgebieden van in Nederland geslagen Merovingische gouden munten der 7e eeuw; in: Westerheem, jrg. 27 (1978), p. 145-155. munt uit Beuningen.

TUYN, W.N., Vijf denariën uitWychen; in: Westerheem, jrg. 27 (1978), p. 205-207. gevonden op De Pas. 785-051 M u z i e k v e r e n i g i n g e n .

DRUMBAND, — Edelweisz viert lustrum met groot muziekfeest; in: De Waalkanter 8-6-1978. Maasbommel. TALSMA, A., Muziekvereniging "St. Barbara". .... 1919-1979; in: De Waalkanter 12-4-1979. Dreumel. 792-051 T o n e e l v e r e n i g i n g e n .

DEKO, -- is eigenlijk ouder dan "zilver"; in: De Waalkanter 1-3-1979. 38


toneelvereniging Altforst.

796.3-051 V e r e n i g i n g e n v o o r b a l s p e l e n . D10, -- '30 viert gouden jubileum; in: De Waalkanter 29-6-1978. voetbalvereniging Druten. LUSTRUM, 2e ~ supportersvereniging Olympia Horssen; in: De Waalkanter 15-2-1979. supportersvereniging van de voetbalvereniging. ONS, --• Genoegen 40 jaar jong; in: De Waalkanter 11-5-1978. biljartvereniging Druten. 796.5-051 W a n d e l v e r e n i g i n g e n .

JAAR, 20 -- wandelen met De Vrolijke Tippelaars; in: De Waalkanter 14-9-1978. Boven Leeuwen. 902 A r c h e o l o g i e . JANSSEN, A. J., Nederzettingskeramiek uit de Urnenveldentijd te Wychen; in: Westerheem, jrg. 27 (1978), p. 230-234. Wychense Hei bij de Teersdijk.

JANSSEN, A. J. en TUYN, W.N., De Homberg te Wychen; in: Westerheem, jrg. 27

(1978), p. 238-255. TUYN, W.N., De klokbekers van Hernen (Gld.); in: Westerheem, jrg. 27 (1978), p. 235-237. TUYN, W.N., 10 Jaar georganiseerd archeologisch bezig zijn in Z.O. Gelderland; in: Westerheem, jrg. 27 (1978), p. 184-186.

912 B F o t o ' s . OUDE, — foto's: kern Malden; in: Dichtbij 6-12-1978. OUDE, ~ foto's: veer Overasselt-Gassel; in: Dichtbij 12-12-1978. 92 B i o g r a f i e ë n .

HAAREN, J. van, Cornelius Schumacher alias "Kees Muis"; in: De Waalkanter 15-3-1979. Drutenaar. HEMELS, J.M.H.J., Pers en bewustwording van katholieken; in: Spiegel Historiael, jrg.

13(1978), p. 764-770. p. 764-765: Gomarius Mes uit Wychen. HUUB, — Kortekaas schept een plantenwereld in metaal; in: Grafia, jrg. 17 (1978), p. 430-433. beeldend kunstenaar te Winssen-Ewijk.

TR(IJSBURG, J.), In memoriam J.M. Smolders, in: Tweestromen land no. 29 (1978), p. 19. Altforstenaar. 929 A G e n e a l o g i e ë n . BELONJE, J., Alte Grabinschriften lm ehemaligen Kreis Moers; in: Mitteilungen der Westdeutschen Gesellschaft fUr Familienkunde, jrg. 66 Band 28 Heft 8 (Okt-Dez. 1978), p. 204-208; jrg. 67 Band 29 Heft l (Jan-Marz 1979), p. 8-14. families Van Bronckhorst-Batenburg, Van Hoemen-Odenkirchen, Van Mascherel, Tengnagell. BERGEVOET, M.J. J. en J.G.W.R. DEKKERS, Van Delft, een familie, vernoemd naar een verdwenen Maas en Waalse buurtschap; in: Tweestromen land no. 29 (1978), p. 37-40, afb., litt.

KRETSCHMAR, F.G.L.O. van, De portrettenverzarneling Martens van Sevenhoven, een beeldkroniek van een Utrechtse familie; in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie, dl. 32(1978), p. 149-234, afbn. fam. VanWinssen. KWARTIERSTATENBOEK, — Genealogische Vereniging Prometheus T.H. Delft; Delft, 1978, 218p., reg. Van Batenburg. 39


SAVORNIN LOHMAN, R . C . C , de, Aanvulling en verbetering op enige in Nederland's Adelsboek en Nederland's Patriciaat gepubliceerde genealogieën en stamreeksen; in: De

Nederlandse Leeuw, jrg. 95 (1978), kol. 207-208. Van Bronckhorst. STEENBERGEN, H.J.,

Gansneb genaamd Tengnagel; in: De Nederlandse Leeuw, jrg. 95

(1978), kol. 239-241. 929 B H e r a l d i e k . SCHUTTE, O., Streekwapens; in: Spiegel Historiael, jrg. 13(1978), p. 41-50. Gelderland p. 43-45. In het interessante en gevarieerde tijdschrift Spiegel Historiael verscheen onlangs een opmerkelijk artikel van de hand van de bekende wapenkundige mr. O. Schutte over streekwapens, onder andere in Gelderland. Hij noemt De Duffel (met als wapenfiguren de haan en het kruis), De Betuwe (Chati l Ion-wapen, halve leeuw). Het Rijk van Nijmegen (geënte dwarsbalk) en De Veluwe (uitgerukte heidepol, vuurmand, ankerkruis). In de afbeeldingen noemt hij een wapenfiguur, dat verder niet wordt geplaatst: Van Mekeren. Dit wapen bevat twee kenmerken, die mijns inziens specifiek zijn voor een door Schutte niet genoemde streek (Het Land van Maas en Waa9, namelijk het schuinkruis en de schaapsscharen, al of niet zelfs gekombineerd, zoals bij de families Van Batenburg, Van Mekeren en Van Schorrenburg. Een schuin (of St. Andrieskruis) wordt ook nog gevoerd door Van Erp. Er bestaat nóg een wapenfiguur, dat tekenend is voor deze streek: de dwarsbalk, gevoerd door o.a. Van Delft, Van Druten en Van Ewijk. 93BGeschiedenis van Gelderland.

ALBERTS, W. J., Van Heerlijkheid tot Landsheerlijkheid; Assen, 1978, (Maaslandse Monografieën no. 24; Van Gorcum Assen, ƒ ). Dit boek is de tweede, gewijzigde druk van zijn "Geschiedenis van Gelderland van de oudste tijden tot het einde der middeleeuwen" uit 1966). Onder de titel "De geschiedenis van Gelderland van de vroegste tijden tot het einde der middeleeuwen" verscheen in 1966 van de hand van prof. dr. W. Jappe Alberts het eerste deel van de 3-delige "Geschiedenis van Gelderland". Van dit boek is nu een herdruk uitgegeven in twee edities, te weten bij De Walburg Pers te Zutphen (onder de oorspronkelijke titel) en als no. 24 van de serie Maaslandse Monografieën onder de titel "Van Heerlijkheid tot Landsheerlijkheid". Deze tweede druk wijkt belangrijk af van de eerste: niet alleen is de "Voorgeschiedenis" uitgebreid met een hoofdstuk over de prehistorie, vooral is meer aandacht besteed aan het voormalige Overkwartier, zowel in het Ned. Limburgse als het Duitse gebied, het eigenlijke stamland dus. In feite is de tekst dermate gewijzigd,dat we van een nieuw boek kunnen spreken.

Wie denkt, in dit boek het nodige te vinden over de geschiedenis van Tweestromen land, die heeft het mis: de historie van Gelderland moest- het kan eigenlijk ook niet anders- heel globaal behandeld worden. Als voornaamste bronnen zijn gebruikt de archieven van de grote(re) steden in het gewest (die zijn ook het beste geordend en het meest onderzocht). Een nadeel is, dat de steden zo een relatief zwaar accent krijgen, terwijl het platteland wat minder uit de verf komt. In het bijzonder geldt dit voor Tweestromenland. Een paar opmerkingen zijn dan ook mijns inziens wel op zijn plaats. In het hoofdstuk over "De economische ontwikkeling" worden wél Romeinse nederzettingen genoemd (p. 151-152) in de omgeving van Nijmegen (Mook, Kuik), maar geen woord over de in de laatste tien jaar opgegraven woonplaatsen uit deze tijd in Tweestromenland,

waarbij Druten (met schip), Wijchen en Ewijk-Winssen toch duidelijk kernen vormen. Verderop in dit hoofdstuk (p. 187-188) wordt bij de bierbrouwerssteden een belangrijke plaats vergeten, namelijk Nijmegen. Bier uit deze plaats (moll geheten) werd rond 1400 in geheel Tweestromenland, en vermoedelijk ook wel in het Rijk van Nijmegen, gedronken. De heer (Jappe) Alberts laat in het rivierengebied wel de missioneringsaktiviteiten van Keulen en Utrecht samenkomen (Kerkgeschiedenis p. 207-209), Maar vermeldt niet de invloed van Maastricht. Dit samenkomen van missionaire aktiviteiten kan trouwens zeer speciaal toegespitst worden op Tweestromenland: zoals gezegd deed Maastricht zijn invloed gelden (in Appeltern), maar moest "konkureren" met Utrecht (Boven Leeuwen, Ewijk, Puiflijk?) en Keulen (diverse Viktorkerken, Druten etc.). Een en ander laat zich uitwijzen aan de hand van de namen der kerkpatronen. 40


Al met al is het boek toch wel interessant, zo niet direkt voor Tweestromen land, dan toch indirekt, omdat de geschiedenis van onze streek niet los gezien kan worden van het grotere verband, dat Gelre heet. 93CGeschiedenis van het Kwartier van Nijmegen. MANDERS, H., Het land van de grote rivieren, eeuwenlang achtergebleven gebied; in: Cultuurtechnisch Tijdschrift, jrg. 18 (1978-1979), p. 3-15. (MANDERS, H.), Rivierengebied veranderde van gezicht; in: Dichtbij 12-7-1978. 93 D G e s c h i e d e n i s van T w e e s t r o m e n l a n d . HISTORISCHE, — en landschappelijke wandeltocht voor kleine groepen; in: De Waalkanter 23-11-1978. Ewijk-Winssen. HOUTKOOP, A., Maas en Waalse relaties; bronnen voor de geschiedenis van Maas en Waal in het Tielse gemeente-archief; in: Tweestromenland no. 29 (1978), p. 23-36.

AD R I E T V E L D

Verdokken Velen onder ons kunnen zich nog wel herinneren dat, wanneer ze op zolder kwamen, de kap van het huis niet zoals nu beschoten was, maar dat men zo tegen de dakpannen keek. Tussen die pannen zagen we dan van die merkwaardige stroproppen. De aanwezigheid van deze proppen hield verband met de vorm van de dakpannen. Tegenwoordig

geslagen werden. De aldus ontstane lus werd wat naar het losse eind van het bosje geschoven en dan aangetrokken. De losse einden van de lus werden tussen de andere halmen gevouwen. Afhankelijk van de lengte van de dakpan werd hij op maat afgesneden en klaar was de dok. Nu konden de nieuwe dokken gelegd wor-

hebben we op onze daken mooi vlakliggende platte pannen, die goed sluiten. Vroeger

den. Dat ging als volgt. Aan de onderkant

hadden de meeste huizen slecht sluitende pannen. En om nu te voorkomen dat het via

weggehaald en de oude dokken verwijderd. Dit gaf veel stof en was smerig werk. Of men links of rechts begon hing af van de

deze pannen insneeuwde of inregende, wer-

van het dak werden een paar rijen pannen

den onder de pannen deze stroproppen gelegd. Zo's stroprop werd een "dok" genoemd. De dokken waren, door het altijd wel wat

overkraging van de dakpan, meestal rechts.

bewegen van de pannen, na zo'n 20 jaar versleten en moesten dan vernieuwd worden. Voordat men echter daaraan kon beginnen moesten eerst nieuwe dokken gemaakt worden. Het stro (roggestro) dat hiervoor gebruikt werd, moest stug en hard zijn, maar niet

pan kwam en het losse ondereind plm. 4 cm over de onderliggende dakpan. Zo werd rij na rij van nieuwe dokken voorzien.

bros. Het was met de hand gemaaid en met de vlegel gedorst koren, waarbij er mooi recht stro overbleef. Van dit stro werd nu

een handvol genomen en de korte stukken werden eruit geschud. Deze handvol stro werd in het midden dubbel ges lagen . Om

het dubbel gevouwen bovengedeelte heen werden vier a vijf halmen geslagen, waarna de einden van deze halmen om elkaar heen

Onder de pan kwam de dok te liggen, maar

zo, dat de kop onder de overkraging van de

Wanneer het dak aldus verdokt was, kon men het stro onder elke rij dakpannen zien uitsteken. Dit moest wel want het rotte aan de onderzijde door de weersomstandigheden altijd een paar centimeter in. Na verloop van een paar jaar was het uitstekende gedeelte weggerot en sloot het dak goed af. Liet men niets uitsteken, dan rotte het stro

toch een eindje in en sloot de dok niet meer goed af en had men wĂŠĂŠr een lek dak. Maar als het goed gedokt was kon het dak weer

jaren mee.

41


J.G.F. CHARISIUS

Het geslacht Charisius in Over- en Nederasselt Terwijl in de Lage Landen bij de Zee de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) aan de gang was, woedde in Duitsland tussen 1618 en 1648 de Dertigjarige. Volgens de Chronik des Geschlechtes Charisius, van Arnold Charisius (1908) leefde onze oudstbekende en bewezen Charisius-voorouder, Balthasar, in 1555 in Beuthen, in Silezfe, niet ver van de toenmalige grens met Polen, waar hij burgemeester was. Zijn zoon Elias, geboren op het "freiherrliche schbnaïchische Grenz-Haus Carolath, wohin meine Eltern und Grosseltern wegen öusserster Fortsetzung der unseeligen Reformationen von den Pabisten vertrieben worden", was later predikant aan de universiteit van Frankfurt aan de Oder, dorp Arnsdorff. Van diens zoon Johannes, geboren in 1631, zijn uitvoerige memoires bekend, die heden berusten bij Emil Charisius in Freiburg. Wegens de oorlogstoestand moest zijn moeder, weduwe, van 1638 tot 1643 met haar drie zoons in armoedige omstandigheden in Polen leven. Vandaar begon voor de jonge Johannes een heel moeilijk leven van vluchten en zwerven, her en der, terwijl hij toch voorbereid werd op een studie aan de universiteit. Tenslotte trad hij in 1658 in dienst van graaf Ludwig Christian von Sayn-Wittgen-und Hohenstein als secretaris, wat betekende dat hij veel moest reizen en als een soort diplomaat allerlei opdrachten moest vervullen. Tussendoor was hij in 1662 schout in Sachsa. In 1663 werd zijn zoon Gustaaf Orto geboren, die als peetouders ondermeer had de graven Gustaaf en Otto von Sayn-Wittgen- en Hohenstein en Elisabeth Margaretha geboren gravin von Solms-Braunfels. Ik noem deze peetouders, omdat door de volgende generaties heen de voornamen Gustaaf, Otto en Elisabeth regelmatig als voornamen terugkomen, zo ook in mijn naam Jan Gustaaf Frederik. Otto Charisius wordt in de Chronik als stichter van de Rijnlandse Tak aangemerkt. Hij was Kammersekrerar bij Sayn-Wittgenstein-Homburg. Zijn derde zoon, Wilhelm (Willem) Ernst, geboren in Wiehl, in het Homburgse, ten oosten van Keulen, niet zo heel ver van de Dillenburg (Willem van Oranje), op 3 oktober 1703, trok naar Gelderland en werd benoemd tot schout van Over-en Nederasselt, ten Zuiden van Nijmegen, aan de Maas, tegenover Grave. In onze Chroniek is vermeld dat de graven von Sayn Wittgenstein in Gelderland bezittingen gehad zouden hebben en dat daardoor de emigratie van Willem Ernst zou kunnen worden verklaard. Ook kan een andere redenering worden opgezet. Vermoedelijk zijn er thans geen bronnen meer voorhanden waaruit exact zou kunnen worden nagegaan, hoe de Duitser Willem Ernst via relaties in Gelderland terecht kwam. Wel staat vast, dat een schout in het Land van Maas en Waal aanhanger moest zijn van een protestantse godsdienst. In zijn instructie lezen w i j , dat hij zoveel mogelijk het katholicisme moest tegengaan en de reformatie bevorderen. Het is zeer goed mogelijk, dat het oog op Willem Ernst moest vallen, omdat in de naaste omstreken van Over-en Nederasselt geen geschikte protestantse kandidaat te vinden was. G e p a s s e e r d voor het burgemeestersambt. Tot 1891 leverde ons geslacht in Over-en Nederasselt viar opvolgende schouten en burgemeesters. De laatste was Balthasar Johan Frederik (1822-1891). Uit zijn huwelijk met Maria Louise Wolf, dochter van de predikant professor Wolf in Bonn, sproot één zoon, Louis, volgens degenen die hem gekend hebben, een "wandelende encyclopedie". Louis rekende er vast en zeker op, dat ook hij burgemeester zou worden. Maar dat ging niet door. De bevolking van Over-

42

en Nederasselt was overwegend rooms-katholiek, slechts enkele gezinnen waren hervormd en na Balthasar zijn er dan ook steeds katholieke burgemeesters benoemd. Louis heeft in zijn leven één keer gesolliciteerd, en wel naar het burgemeesterschap. Toen dat geen resultaat opleverde, trok hij zich uit het aktieve leven terug en leefde van zijn vermogen. Hij was gehuwd met onze "Tante" berrha Grünwald, die een belangrijk aandeel had in de instandhouding van het vermogen. Slechts moeizaam kon het vastgoed bezit in de streek te gelde gemaakt worden en toen


Jacob Steven Frederlk Charisius, schout van Overasselt, aldaar geboren 10 okto-

Achterzijde van het geschilderd portret, met familiewapen.

ber 1735.

dit zo goed mogelijk gelukt was, trok het kinderloze echtpaar in 1908 naar Oosterbeek, waar het de riante villa Breganza kocht van de gezant van Portugal. Er moet nog een foto van Louis bestaan, waarop hij zo'n lange Duitse pijp (met een groen kwastje) rookte, waarbij zijn vrouw moest helpen hem aan te steken, door het vlammetje bij de tabak te houden. Op een reis in Zwitserland met jongelui wilde hij zich "groot" houden. Hij spande zich te veel in bij het klimmen en stierf in de leeftijd van ruim 67 jaar. Balans Thans wordt het tijd, uit een oogpunt van "familiebeleid" een balans op te maken. Was een verblijf te Overasselt van ongeveer 1722 tot 1953, toen de laatste ter plaatse wonende Charisius, Jeanette Goedhart-Charisius, stierf, gunstig? Deze vraag moet mijns inziens beslist ontkennend beantwoord worden. Willem Ernst, de eerste schout, was een kleinzoon van Johannes, die in de dertigjarige oorlog zo'n armoedig, moeilijk leven had (zie hierboven). Hoe onze Willem er financiel voorstond toen hij

in Overasselt terecht kwarn, weten we helaas niet duidelijk. Wel kunnen we zeggen, dat

er de hele Overasseltse periode een zeker "stamkapitaal" moet hebben bestaan. Ook kunnen we wel zeggen, dat dat kapitaal in hoofdzaak telkens in één hand bleef en wel van de fungerende schout-burgemeester. Het moet evenwel niet voldoende groot geweest zijn, om een ieder "stammesgembss" te hebben doen leven. Vooral vroeger waren de verbindingen in de streek slecht. Nijmegen was met zijn scholen hét culturele centrum. De afstand Overasselt-Nijmegen was echter veel te groot

voor de dagelijkse reis van de Overasseltse kinderen naar een school aldaar en het geld om die kinderen in pension te doen, zal hebben ontbroken. Het veel dichter bij, aan de overkant van de Maas gelegen Grave had nauwelijks de in aanmerking komende scholen. Willem Ernst, gehuwd met Chrïstina Sels, had drie kinderen, waarvan de jongste zoon

Jacob Steven Frederik, schout werd. De oudste zoon, Willem, geboren in 1729, was later koopman in o.a. tabak in Nijmegen. Hij was gehuwd, van hem is één zoon be-

43


Elisabeth Blanken, echtgenote van Jacob Steven Frederlk Charisius.

Willem Charisius, koopman o. a. in tabak te Nijmegen, geboren te Overasselt 10 juni 1730 (vgl. artikel 1729).

kend, maar geen verdere afstamming. De dochter Dina Henriette, geboren in 1732 en gestorven te Grave. Uit dit huwelijk stammen vele familieleden. Jacob Steven Frederik had tien kinderen, waarvan 8 de volwassen leeftijd bereikten en slechts drie in het huwelijk traden, één meisje en twee jongens. Zoon Jan Willem Peter volgde zijn vader als schout op. Hij had 12 kinderen, waarvan 11 volwassen werden. Van deze 11 traden er slechts 6 in het huwelijk, 2 meisjes en 4 jongens. Wat deden de ongetrouwde Overasseltse, volwassen kinderen, respectievelijk uit het eerste huwelijk 5 en uit het tweede huwelijk eveneens 5? Uit de literatuur over de, als tamelijk arm en achterlijk bekend staande streek, kunnen we opdiepen dat het gewone beeld in de dergelijke situatie was, dat de ongetrouwde kinderen thuis,

op het boerenbedrijf zo'n beetje bleven rondhangen. Voor zover het nodig was hiel-

pen ze mee met het werk op dat bedrijf. Voor de kinderen van Jacob Steven Frederik zal dit beeld vermoedelijk passen, voor die van Jan Willem Peter weten we dat zeker. Uit de verhalen van tante Bertha moeten we concluderen dat de twee ongehuwde ooms, Jaques en Albrecht, die zij tot de laatste dagen heeft meegemaakt, eigenlijk niet

44

veel meer waren dan landarbeiders. Jaques en Albrecht moesten tot op hoge leeftijd heel eenzaam en verlaten hun dagen slijten, zo vinden we ook op blz. 101 van het tweede deel van de chroniek van Arnold vermeld. Hendrik Otto (zie hieronder bij c) wilde de traditie zijner voorvaderen, het jagen, voortzetten. Maar aan de officiële voorwaarden die bij die sport behoren, kon hij niet voldoen. D u s . . . . . werd het stropen. Mede omdat hij protestant was, zaten de toezichthoudende beambten extra fel achter hem aan. Steeds was hij hen te slim af. Maar op zekere dag moest hij, om te kunnen ontsnappen, een grote sprong maken. Bij die sprong beschadigde hij de wervelkolom in zijn rug en leed daarna ondragelijke pijnen. Om die enigszins te verlichten goot hij kokende mastiek op zijn rug. Hij moest dat zelf doen, omdat zijn huisgenoten weigerden. Tenslotte werd het leven hem te zwaar, zodat hij het zelf beëindigde. Fragment genealogie Charisius Laten we thans eens kijken naar de kinderen, die een huwelijk hebben gesloten. Voor zover zij niet in het schout-respectievelijk burgemeesterambt terecht kwamen, trekken zij, op een enkele uitzondering na, allen


Achterzijde

De laatste burgemeester van Overasselt uit het geslacht Charisius, Balthasar Johan Frederik (1822-1891), kreeg bij

zijn 40-jarig ambtsjubileum deze stoel. weg uit het land, dat hun geen levensonderhoud kon bieden. a) Kinderen van Jacob Steven Frederik. Henriette (1767-1811) no. 100, blz.70 van deel 2 van de Chroniek, huwde op 22 jarige leeftijd met Georg Wilhelm Hoeker en trok naar Krefeld. Jan Willem Peter (1771-1848) no. 104, blz. 46 van deel l, en blz.71 van deel 2, huwde Jantje Mulder en bleef in Overasselt, waar hij schout en burgemeester was. Bartholomeus (1782-1864) no. 107, blz.46 van deel l, vertrok naarWesel, waar hij huwde met Anna Schol l, dochter van een koopman. b) Kinderen van Jan Willem Peter. Balthasar Johan Frederik (1822-1891) no. 132, blz.55 van deel l en blz.84 van deel 2, huwde met de domineesdochter (professorsdochter) Maria Louise Wolf uit Bonn en werd burgemeester. Henriette Wilhelmina Elisabeth (1823-1895) no. 133, blz.55 van deel l en blz.84 van deel 2, huwde op 33 jarige leeftijd met haar neef Gustav Otto Charisius (1817-1865) no. 127, blz.54 van deel l en blz.84 van deel 2, trok naar Mulheim, keerde later als weduwe naar Overasselt terug. Na het

overlijden van haar man was zij 30 jaar weduwe. Zij hadden 5 kinderen, die allen jong gestorven zijn. Bovendien verloor zij nog haar vermogen. In 1895 kwam een einde aan dit leven vol tegenslag. Jan Hendrik Otto (1824-1907) no. 133a, blz.84 van deel 2 huwde in 1877 met Johanna Geurts, afkomstig uit Ewijk. Hij bleef als boer in Overasselt. Christina Louise (1825-1910) no. 133b, blz. 84, deel 2, huwde Willem Ritmeester, sluismeester in Werkendam. Jacoba Margarita (1828-1917) no. 133d, blz.84, deel 2, huwde met de fruithandelaar Karel Vink, een weduwnaar met 7 kinderen in Herveld. Philip Anton (1831-1911) no. 133e, blz.85 van deel 2, huwde met Jacoba Oskam, leerde aanvankelijk voor chirurgijn, maar werd later winkelier in 's-Gravenhage, geen kinderen. Jan Gustaaf (1832-1912) no. 133f, blz.85, deel 2, huwde te Dronrijp met de Friezin Aaltje Kruizinga en was belastingambtenaar op verschillende standplaatsen in Friesland. c) Om een compleet beeld te krijgen van de Overasselters moeten we ook nog het gezin van Hendrik Otto, zie hierboven, in

45


Wapen van de familie Charisius De portretten en de stoel, afgebeeld bij dit artikel, zijn in particulier bezit. Foto's: V&vH. beschouwing nemen. Uit zijn huwelijk met Johanna Geurts sproten 7 kinderen, waarvan er 3 jong gestorven zijn. Van de overigen bleef Hendrikus ongehuwd en trouwden:

Jeanette Cafharina (1873-1953) no. 181d, blz. 128, deel 2, met de boer Matthijs Goedhart, geen kinderen. Anna Maria (1877-1952) no. 181e, blz. 128 idem, huwde met de postbode Gerrit Jan Greup in Bergharen.

Rika Elisabeth (1882-

) no. 181f, idem,

huwde de machinist-stoker Herkhof, van een beurt-stoomboot met passagiersaccomodatie van de Rederij op de Lek, tussen Rotterdam en Schoonhoven. noot! De bij herhaling vermelde "Chronik des Geslechres Charisius" (2 delen) bevindt zich in de bibliotheek van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde te 's-Gravenhage.

Standerdmolen te Batenburg (18de eeuw), gerestaureerd in 1977; vlucht 23. 50 m. (Foto Jac. van Oss). Zie ook bladzij 17 in dit nummer: De NIEUWSBRIEF. 46


/

flikte*

Situatietekening van de Koorkerk te Overasselt volgens het kadastraal minuutplan van 1820. Meer op bladzij 3 w. 47


TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

Lees de Nieuwsbrief NUMMER 31 SEPTEMBER 1979


TWEESTROMENLAND

Contributie leden:

De contributie voor 1979 bedraagt minimaal ƒ 15,-, naar verkiezing ƒ 20,-, ƒ 25,-,

ƒ 50,-, ƒ 100,- e t c . , te voldoen door storting op giro 26 22 012 t . n . v . penn. Vereniging Tweestromen land, Dorpsstraat 61, 6617 AC Bergharen. Lidmaatschap: Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van het tijdschrift en de nieuwsbrief en op deelname aan excursies, reizen en cursussen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen, dia-avonden etc. Ledenadministratie:

Markt 9-14, Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (voor l december van het lopende verenigingsjaar).

OMSLAGFOTO Met petten op het hoofd, broeken tot de knie, klompen aan de voeten en van die lange wollen kousen aan, die zo prettig konden prikken; zo speelden anno 1930 de jongens in het vrij kwartier voor de Chr. School te Wamel. Zie artikel blz. 6 w.

Secretariaat:

Genechtstraat 11, 6651 EC Druten; voor correspondentie gericht aan het bestuur.

INHOUD

Ere-lid:

Blz. 3 R. S. Hulst en J. W. Noordam, Nederzetting Romeinse tijd op Klepperhei te Druten.

H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969.

W. A. Uijterlinde, 50-Jarig bestaan Chr.

Bestuur: J. P. van Wezel (voorzitter), Alphen. W. P. van der Bent (secretaris), Druten.

13

Mej. W. A. van Buren (penningmeester),

16 19

Bergharen. J . A . van Gelder (vice-voorzitter), Bergharen . J. A. Jansen (2de secretaris), Wijchen. Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten. J. van Dinter, Dreumel.

H. J. van Leeuwen, Dreumel. Mej. F. J. van Oijen, Druten

G . A . A . Rooijakkers, Overasselt. J. Trijsburg, Appeltern. J. R. Visker, Beuningen.

Losse nummers t i j d s c h r i f t : Nrs 19 t/m 31 voorradig, ƒ 5,- per stuk. Te bestellen door storting op ons gironummer.

School te Wamel. M. Bergevoet en J. Dekkers, De schuilkerk te Puiflijk. M. Bergevoet, Literatuursignalement H. van Helvoort, De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal.

NIEUWSBRIEF in geel katern:

I

Jubileumboek: Eerste deel Tweestromenlandreeks III De Maas over - Brabant in: Jubileumreis 29 september 1979 Vin Vouwblad N. H. Kerk Batenburg Contributie 1979

IX X

Maas en Waalse Geslachten Eerste Tweestromenlandcursus 19791980: Tien lessen in het lezen van oud

schrift te Druten.


Streekarchief Bommelerwaard SEPTEMBER 1979

NUMMER 31

TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Jac. Trijsburg.

R . S . H U L S T e n J . W .N O O R D A M

Nederzetting Romeinse tijd op Klepperhei te Druten Nadat in oktober 1974 door leden van de A . W . N .-werkgroep Nijmegen en Omstreken in een wegcunet tussen de van Heemstraweg en de Koningstraat te Druten resten van een bewoning uit

de Romeinse tijd waren aangetroffen, ging genoemde werkgroep over tot een intensieve boorcampagne op het omliggende terrein, waarop binnen enkele maanden nadien zou worden gestart met

de bouw van een huishoudschool. De resultaten bleken dermate veelbelovend, dat van de zijde van de R . O . B , ernstig overwogen werd tot een opgraving over te gaan. Dit te meer, daar reeds in 1970 tijdens de uitvoering van grondwerken 100-200 m oostelijker resten, w . o . steen-

bouw en muurschilderingen, aan het daglicht waren gebracht, die al evenzeer op het bijzondere karakter en de mogelijk grote omvang van de nederzetting wezen. De vereiste medewerking eenmaal verkregen, werd allereerst de toekomstige bouwput van de school aan een onderzoek onderworpen. Hierbij werden de sporen van een 30x16 m groot voornamelijk in hout opgetrokken gebouw opgetekend, dat noord-zuid is geplaatst.

Het gebouw is stellig in de Flavische periode (waarschijnlijk na 70 n. Chr.) tot stand gekomen. Over de einddatum bestaat echter geen zekerheid. Niet uitgesloten mag worden dat het vanuit een kleinere kern (tweeschepig?, 18x7d8 m) in de 2de eeuw tot de eerder genoemde afmetingen is uitgebreid geworden. Deel van deze uitbreiding (en verfraaiing?) kan hebben uitgemaakt een 5x4 m (buitenwerks) groot vertrek, dat op een grindfunderïng is opgebouwd en waarvan de binnenmuren een schildering hebben gedragen.

Op een korte afstand ten westen van dit gebouw werd een tweetal greppels waargenomen. Deze greppels bleken de westelijke begrenzing te vormen van het door de nederzetting ingenomen areaal. Ruim 70 m in noordelijke richting maakte één dezer greppels - de andere werd hier niet aangetroffen kontakt met twee evenwijdige oost-west lopende greppels. Deze lijken een in de Romeinse tijd duidelijk zichtbare natuurlijke depressie te volgen, zodat in deze greppels de noordelijke begrenzing van de nederzetting mag worden vermoed. Waarnemingen elders op het terrein geven de stellige indruk dat de westgreppel(s) nog ver zuidwaarts doorloopt (-lopen). Aangezien de noordgreppels voorbij de noordwestelijke hoek verder lopen kan met het bestaan van een percele-


Drie Romeinse stukken terra sigillata. In het hart van de schaal een inscriptie: O F C AL VI (foto: Jac. v. Oss 1975).

ring buiten de nederzetting rekening worden

gehouden. Vanaf de noordwestelijke hoek konden de noordgreppels nog 87 m oostwaarts worden vervolgd. Op 50 m bevond zich vlak bij deze greppels een o o s t - w e s t gericht w a a r s c h i j n l i j k eensche-

plg gebouw, ruim 20x9 m, dat behoudens de n o o r d z i j d e omgeven was door een porticus. In dit van hout opgetrokken gebouw bevindt zich een tweetal grote rechthoekige werk- of kelderkuilen van de afmetingen: 2,5x3 m en 5x3 m. Het heeft m o g e l i j k de

f u n c t i e van bijgebouw gehad en dateer! rond het midden der 2de eeuw. Hier recht tegenover ligt op een afstand van 70 m naar het zuiden een complex van sporen, waarin een drietal oost-west gerichte in hout uitgevoerde gebouwen valt te onderkennen. Het oudste gebouw meet ruim

20x8 m. Het is door twee zeer zware middenpalen in twee schepen verdeeld. De wanden z i j n in een greppel gefundeerd. De lange wanden z i j n op ca. een derde van de lengte voor twee tegenover elkaar gelegen ingangen onderbroken. Bij de noordelijke ingang bevonden zich twee kuilen, gevuld

met grote delen von een paardeskelet (bouwo f f e r ? ) . Het gebouw is geheel omgeven door een porticus, misschien een latere toevoeging. Vermoedelijk dateert dit woonh u i s ( ? ) nog uit het eind der 1ste eeuw.

In de 2de eeuw wordt het op praktisch dezelfde plaats vervangen door een eenschepig gebouw dat iets ruimer is: 24.50x8.50 m. Ook hier is een porticus aanwezig. Aan de

noordzijde wordt deze gaanderij geaccentueerd door de aanwezigheid van een standgreppel voor de lange wand van het gebouw en door het doorlopen in de beide zijwaartse richtingen, zodat een gesloten "front" van minstens 43 m wordt gevormd. Een bijzonderheid van het interieur van dit gebouw is het voorkomen van een T-vormig aangelegde goot in de zuidwesthoek. De twee armen van de goot bezitten een inlaat of uitmonding in de twee wanden van het gebouw, die elkaar in deze hoek ontmoeten. De gootbodem wordt gevormd door aansluitend gevlijde tegelae. In de gootwanden zijn o . m . fragmenten van muurbekleding met beschildering opgenomen geweest. Op andere plaatsen aangetroffen fragmenten maken duidelijk dat in elk geval het tweede gebouw muurschilderingen heeft gehad. Het derde en laatste gebouw op deze plaats vertegenwoordigt een breuk in de voortgaande ontwikkeling. De afwijking in plaatsing en in bouwtrant - eenschepig zonder porticus maakt dit duidelijk. De afmetingen van dit geheel volledig teruggevonden gebouw bedragen: 19x7 m. Een noord-zuid gericht gebouw dat op betrekkelijk geringe afstand noodzakelijker is gesitueerd, is eveneens eenschepig zonder gaanderij; afmetingen

12x6,5 m. Het dateert uit het einde der 2de eeuw en/of eerste helft 3de eeuw. Gebleken is dat in deze periode ook het begrenzingssysteem van de beschreven greppels niet meer functioneerde. Het aantal waterputten in de nederzetting


Drs R. S. Hulst

druk doende met de voorbereidingen van

de tentoonstelling van de vondsten op de Klepperhei in het Gemeentehuis te Druten (foto: Jac. v. Oss 1975).

is groot. Vrijwel elk gebouw heeft over een dergelijke voorziening kunnen beschikken. De aangetroffen brokstukken muurschildering horen zonder uitzondering tot de in de 2de eeuw wijd verbreide zgn. panelenstijl. Bij wijze van een eerste samenvatting kan worden vastgesteld dat het terrein een omvangrijke nederzetting herbergt. De indrukwekkende lengte van het tijdens de duur van de nederzetting bewoonde areaal, de afstand tussen de uiterste waarnemingspunten bedraagt ruim 350 m, vestigt de indruk dat de bewoning zich in een strook van een thans nog onbekende breedte uitstrekt over een zondige rug langs de eerder genoemde depressie. Tegen deze achtergrond lijkt het voorbarig nu reeds omlijnde ideeën te ontwikkelen met betrekking tot het karakter van de bewoning. Niettemin komt het ons verantwoord voor, in alle voorlopigheid, een globaal beeld te schetsen. De aanvang en de begeleidende vondsten bestempelen het westelijke, noord-zuid gerichte, gebouw als het voornaamste. De andere gebouwen zijn zowel met dit hoofdgebouw als onderling in een duidelijke samenhang gegroepeerd, als flanken van een open middenterrein, dat zich vóór het hoofdgebouw uitstrekt. De op het open terrein aangetroffen greppels kunnen te maken hebben met de gedetailleerde inrichting van dit terrein. In deze beschouwing doemt dezelfde formele aanleg op die voor vele villa's kenmerkend is gebleken. Het sterk geromaniseerde karakter van de

2de eeuwse plattegronden (men vergelijke de contemporaine plattegronden van Ewijk, Jaarverslag ROB, 1974, 9-10, van een veeleer "inheems" karakter, sterk verwant aan de 1ste eeuwse bouw te Druten), de staat die blijkens o.m. de muurschilderingen en het voorkomen van oesterschelpen werd gevoerd, gevoegd bij het onmiskenbaar burgerlijk karakter, versterken het pleit voor een villa. In het Jaarverslag ROB, 1974, 10, is het bestaan van - en mogelijke villa organisatie langs de zuidelijke oever van de Waal reeds aangeduid. In Druten zou één der kernen binnen die organisatie thans zijn aangesneden. Andere kernen lijken aanwezig te Deest, bij Winssen, Ewijk en Beuningen. De in het najaar aangevangen tweede campagne wordt zonder onderbreking in 1976 voortgezet.


V/ . A .

UIJTERLINDE

50-Jarig bestaan Chr. School te Wamel Op l november zal het 50 jaar geleden zijn, dat onze school, de lagere school voor bijzonder onderwijs haar poorten voor 57 leerlingen opende.

Helemaal j u i s t is dit niet, want het schoolgebouw had toen nog geen poorten om te openen; het was toen in aanbouw en is pas in juni 1930 officieel in gebruik genomen. l December moest men zich nog met andere lokaliteiten behelpen: de laagste drie klassen zaten toen in de toenmalige consistoriekamer van onze kerk met banken door de gemeente Dreumel in bruikleen gegeven. De drie hoogste klassen zaten in een lokaal, dat de openbare school met de inventaris ter beschikking had gesteld op de plaats, waar nu het Parochiehuis is. Hoofd

der School was de heer J. v.d,Wijngaard t e r w i j l het onderwijs in de lagere klassen werd verzorgd door Mej. A.J.Liese. Een lid van het schoolbestuur had een stel oude borden aangekocht om voorlopig dienst te doen en zo ging de school van start.

Wat was hier aan voorafgegaan?

Genoemd moet worden de zondagsschool te Wamel, die door ongeveer 60 kinderen trouw werd bezocht en die te groot werd voor de consistoriekamer.

Dan de plannen om de bestaande openbare school te veranderen in een jongens- en meisjesschool, die allebei R. K. zouden zijn. Verder was er de landelijke ontwikkeling van het onderwijs. Immers, nadat in de vorige eeuw gedurende vele tientallen jaren gestreden was om erkenning en subsidiering van het bijzonder onderwijs werd pas in 1903 de subsidieregeling verruimd. Door de

' Met dank aan drs. H. ten Boom aan wiens "feestrede bij het 40-jarig bestaan" de auteur bijzonder veel gehad h e e f t .


1931 herziening van de grondwet in 1917 kwam de volkomen gelijkstelling tussen het openbaar en het bijzonder onderwijs. Deze gelijkstelling werd uitgewerkt in de onderwijswet van 1920. Toen dan ook in 1927 voor het eerst het voorstel werd gedaan in de Kerkeraad om een eigen bijzondere school op te richten waren de eisen, waaraan moest worden voldaan gelijk aan die voor een openbare school, maar ook zouden de exploitatiekosten volledig door het rijk worden gedekt. Nu durfde men te beginnen. Oktober 1927 werd het besluit tot oprichting door Kerkeraad en Kerkvoogdij in principe genomen. Een bestuur werd alvast benoemd, dat 9 november een reglement opstelde. Ook Hervormd Dreumel ging akkoord met de bouw te Wamel, mits het vervoer van de Dreurnelse kinderen kosteloos zou zijn, terwijl hen in het middaguur een glas melk moest worden geschonken. 25 Mei 1928 gaf het Gemeentebestuur vergunning tot de

bouw. Wel was er behoorlijk gesnoeid in de plannen, die het bestuur indiende en die blijk gaven van een zeer moderne kijk van


het schoolbestuur. Zo was er de wens om in de school centrale verwarming aan te leggen, maar dit was te duur. Ook de bouw van een gymnastieklokaal aan de school vond men niet nodig.

Wel mocht waterleiding aangelegd worden met een eigen pompinstallatie.

Nadat de school l december 1929 was begonnen met 57 leerlingen, telde ze bij de opening van het nieuwe gebouw 68 kindeien. In december 1930 stond men echter weer op 57. Oorzaak hiervan was de verhuizing van enkele gezinnen met het doel ergens anders werk te vinden. De crisistijd ging ook hier niet ongemerkt voorbij.

Toch was deze school niet de eerste Prot. Chr. School in Wamel. Bij de oprichtingsvergadering wist een van de kerkeraadsleden

zich nog te herinneren, dat er van l augustus 1877 tot 12

augustus 1884 een C h r i s t e l i j k e School was met één onderwijzer

in één lokaal. Behalve onderwijs geven moest hij ook koster en organist in de kerk zijn. Z i j n vrouw was verplicht de handwerk-


1947 lessen te geven. De schooltijden waren van 9 u. tot 11 .30, 3.30

2 tot

en van 5 tot 7 uur 's avonds. De school was gevestigd in

het vroegere pand van de diakonie aan de Dorpsstraat. Als bijzonderheid kan nog vermeld worden, dat er geen school was op de jaarlijkse paardenmarkt en dat er drie vakanties waren, 14 dagen in augustus, 8 dagen met Kerstmis en 8 dagen met Pasen. Maar genoeg over deze oude school.

Bij de opening van onze school bestond het personeel uit de heer J.v.d.Wijngaard en mej. bleef tot 1936

Liese. De heer v.d.Wijngaard

aan de school verbonden en werd opgevolgd door

de heer W.J.Uyterlinde. Na diens dood nam l februari 1947

zijn

zoon, het huidige hoofd, de heer M.A.Uyterlinde, zijn plaats in. Na ruim 20 jaar aan de school gewerkt te hebben moest mej. Liese wegens gezondheidsredenen op l januari 1951 men,

ontslag ne-

zij werd afgekeurd en ging met pensioen. Na haar hebben

verscheidene onderwijzeressen en onderwijzers les gegeven in klas l, 2 en 3. Nu is dat de heer Spies uit Tiel.


De voorbije 50 jaar z i j n aan de school natuurlijk niet ongemerkt voorbij gegaan. De moeilijkste jaren zijn wel de oorlogsjaren geweest.Van september 1944 tot juni 1945 werd de school gevorderd voor militaire doeleinden en konden er geen lessen gegeven worden. De meeste leerlingen waren toen ook geĂŤvacueerd. Ook de winter daarna was erg moeilijk, daar de ruiten met mica

waren dichtgemaakt en de plafonds met papier waren dicht-

geplakt.

In 1954 werd het 25-jarig bestaan gevierd met een reunie van oud- leerlingen en leerkrachten, waarvoor geweldig veel belangstelling bestond. Ook werd de school een projectieapparaat aangeboden, waarvan ontzettend veel gebruik van is gemaakt en dat nog steeds gebruikt wordt.

Ook het 40-jarig bestaan is feestelijk herdacht in 1969: ook toen werd een reunie gehouden en de school een cadeau aangeboden, ditmaal een oventje om kleiwerkstukjes in te bakken.

Betere tijden kwamen na l 970 toen het leerlingenaantal

10


1949 langzaam ging toenemen. Daar er totaal geen ruimte in het ge-

bouw beschikbaar was voor het opbergen van leermiddelen en

andere materialen, en het vooral met het geven van de handwerk lessen moeilijk werd om eem plaatsje te vinden voor de leerlingen werd geprobeerd een lokaal bij de school aan te bouwen. Hiervoor kon helaas geen toestemming verkregen worden. Anders werd

dit in 1974, toen bleek, dat per l augustus een derde leerkracht aangesteld zou kunnen worden, omdat het aantal leerlingen ge-

stegen was tot boven de vereiste 61, nl. 66.

Het was niet moeilijk een derde kracht te vinden, daar kort te voren mevr. Zegwaard in Wamel was komen wonen. Zij wilde graag haar baan als invalster in Tiel ruilen voor een vaste aan-

stelling in Wamel.

Moeilijker was het om een plaats te vinden, waar zij met haar klas onderdak zou kunnen vinden. Ook hiervoor werd ech*er op tijd een oplossing gevonden door het plaatsen van een directiekeet op het schoolplein. Door enkele eenvoudige verande-

11


1954 ringen was deze keet goed bruikbaar als tijdelijk leslokaal. Lang heeft dit niet hoeven duren, in mei 1975 kon het derde lokaal, dat achter de school werd aangebouwd al in gebruik genomen worden. Je feestelijke opening vond plaats op 13 juni in het parochiehuis. Hulde aan het gemeentebestuur voor hun vlotte medewerking.

Helaas is sindsdien evenals in het hele land ook hier het leerlingenaantal langzaam aan teruggelopen, zodat er nu maar twee leerkrachten meer aan school zijn. Wel z i j n er nog twee vakleerkrachten, een voor Handwerken en een voor het gymnas-

tiekonderwijs aan de hoogste klassen. Verder krijgen de leerlingen vanaf klas 3 wekelijks zwemonderrĂŻcht. De leerlingen uit de beginjaren zouden wel heel vreemd opkijken, als zij nu nog eens naar school konden gaan en les kregen volgens de veranderde methoden, met de nieuwe vakken en de

moderne hulpmiddelen. Het is de bedoeling het 50-jarig bestaan niet ongemerkt voor-

bij te laten gaan. Het schoolbestuur en de oudercommissie zijn druk bezig er rond l december een feestelijk gebeuren van te maken voor de kinderen en de oud-leerlingen.

12


M.

BERGEVOET en J.

DEKKERS

De schuilkerk te Puif lijk Nadat de kerken in Maas en Waal rond 1610 voor de roomse eredienst waren gesloten, moesten de katholieken hun geestelijk heil zoeken buiten de streek, zoals in Megen. In deze toestand kwam pas verbetering, toen tegen het einde van de Tachtigjarige Oorlog hier en daar staties werden gesticht, bediend door kloosterlingen. Vooral de Franciscanen (vanuit Megen) waren hierbij aktief.

De plaats waar de Puiflijkse schuilkerk stond met op de achtergrond een fraaie treurwilg en de boerderij van Van Sommeren aan de Kerkstraat.

De vorige bewoner, Van Oyen, wist haarfijn te vertellen waar de kerk gestaan heeft; hij had de stoepsteen gevonden en dozijnen pijpekoppen. HERONTDEKKING Zo vestigde zich in 1663 de franciscaan Cornelis Dirx van der Sandt in Puiflijk; hij nam

tevens de zielzorg van Druten en het "bovenste" deel van Leeuwen op zich. Er werd een schuilkerk gebouwd bij de grenssteen van Puiflijk. Resten van deze schuilkerk zijn in de winter van 1972-1973 teruggevonden aan de Kerkstraat, tussen de hoek van deze straat met de Van Heemstraweg en de visput. Gezien de aanzienlijke hoeveelheid puin moet het een groot gebouw geweest zijn, dat voor het oog van de buitenwereld

op een boerderij leek. Een reconstructie was helaas niet meer mogelijk, maar dankzij bemoeiingen van de historische vereniging

Twestromenland zal de vindplaats door de gemeente Druten in de groenvoorziening worden opgenomen. Misschien kan te zijner

tijd een bord met tekst de vroegere betekenis van de plaats aangeven.

WATEROVERLAST De schuilkerk verkeerde steeds in een deporabele staat. Weliswaar stond ze op een eer*

traal punt, midden tussen de drie dorpen 13


Links: Twee kandelaars uit het Drutens kerkbezit, mogelijk afkomstig uit de Puiflijkse schuilkerk. Hierboven: Twee tinnen ampullen uit

het Puiflijkse kerkbezit, mogelijk gebruikt in de Puiflijkse schuilkerk (foto's: V&vH).

waarvoor deze dienst moest doen in, maar de plaats was bouwkundig gezien slecht gekozen: het terrein lag zĂł laag, dat de kerk regelmatig onder water kwam te staan, zoals

b.v. ook in de winter van 1794-1795. Voor deze gelegenheden hadden de katholieken een uitwijkmogelijkheid, nl. een huis in Druten. Waar dit huis stond is ons niet bekend. *;

INVENTARIS De inrichting van Puiflijkse schuilkerk was erg sober: in 1727 bestond de gehele inventaris volgens pastoor Petrus Reesen uit twee zilveren kelken, een grote en een kleine ciborie en tien kandelaars. Verder bezat de pastoor een wit, een zwart, twee rode en twee gewone (= groene) kazuifels. Deze

zilveren kelken vormden een kostbaar bezit,

want andere schuilkerken moesten zich behelpen met tinnen gewijde vaten. Na de komst van de Fransen in

1794 verlaten de Drutenaren een jaar later de schuilkerk. Ze kozen de Afferdense kapelaan Wilhelmus van Merrewijk tot pastoor, nadat ze de oude kerk in Druten hadden ge-

kraakt. De parochianen van PuiflĂŻjk bleven nog tot 181 6 gebruik maken van de oude schuilkerk, in welk jaar ze werd afgebroken, Waar de inventaris van de schuilkerk gebleven is? We weten het ni et. Mogelijk zijn twee ampullen terechtgekomen in de kerk van Puiflijk, terwijl een tinnen kelk en drie bronzen kandelaars uit de Drutense kerk nog afkomstig kunnen zijn uit de "onderduiktijd".

* De katholieken van Boven Leeuwen hadden nog een andere uitwi jkmogeli jkheid. In een der

vleugels op het voorplein van het Huis te Leeuwen was een kerkje ingericht, dat rond 1706 door de protestanten werd gebruikt. Later, op 2 november 1727 kreeg Willem van Triest, heer van Leeuwen en Puiflijk en rentmeester van het Kapittel van Xanten, voor twee jaar toestemming voor hem en zijn huisgenoten om in de kapel van het kasteel de H. Mis te laten lezen, behalve op de vier voornaamste feestdagen van het jaar. Bronnen:

Rijksarchief in Gelderland-Archief Franse Tijd, inv. no. 51d (rekest Hervormden april 1795). Bergevoet, M.J.J. en J.G.W.R. Dekkers, Parochiekroniek, uitgegeven b.g.v. het 100-jarig

bestaan van de H.H.Ewaldenkerk te Druten; Druten, 1977, p.27, 32-33. 14


Het kruispunt Kerkstraat x Van Heemstraweg te Puiflijk, waar in de linkerhoek aan de overzijde de schuilkerk stond (foto's: V&vH).

Gemeente Druten spaart fundamenten schuurkerk; in: De Gelderlander dd. 27-1-1973. Capelleveen, F.J. van, Het Huis te Leeuwen; in: Contactblad Tweestromen land no 4 (1967)0 10-13. ' 'y' Kok, D. de Inventaris van het archief der Minderbroeders te Meaen; in: Bossche Biidraaen dl

21

(l 951-'53), p. 179 no's 59, 60 en 63. Kok, D. de, Missionarissen in Maas en Waal en in het Land van Nijmegen tijdens de Protestantse overheersing; in: Bossche Bijdragen dl. 22 (l953-'55), p. l 87. Minderbroeders, De— in Nederland; in: St. Franciscus, jrg. 24 no. 10(okt. 1969), p. 365. Werners, F. J.A., Uit het dekenale register van het district Nijmegen; in: Bossche Biidraaen dl 4

(1921-1922), p. 305; Bossche Bijdragen dl. 26 (1962-1963) p. 275.

15


SAMENSTELLING: MARTIN

i* M w il

BERGEVOET

23/28 Wonderen. MIRAKELEN, -- van Onze Lieve Vrouw te 's-Hertogenbosch 1381-1603. Transcriptie, annotatie en inleiding; Tilburg, 1978; XXlll+726p., afbn., bijln. regs. (Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland, dl. 42).

Een team (H. Hensf, H.v.Bavel, G.v.Dijck en J.Frantzen) heeft in samenwerking met enkele vakspecialisten als een chirurg, het uit omstreeks 1400 daterende Mirakelboek van O.L.Vrouw uit de St.Janskathedraal te 's-Hertogenbosch uittegeven. Hiertoe moesten vele en veelsoortige problemen worden opgelost. Maar het resultaat mag er dan ook wel z i j n ! In ruim 100 pagina's

inleiding heeft men kans gezien alle mogelijke aspecten van dit Mirakelboek te belichten, van de band tot en met de medische gegevens betreffende de diverse kwalen. Het "lijf" wordt natuurlijk gevormd door een - zeer uitgebreid van voetnoten voorziene - uitgave van de tekst van

het boek. Ook voor Tweestromen land heeft dit boek waarde: J. v .Os heeft hierover al eens iets geschreven in Tweestromen land no. 15 (1972, Het zere been). Maar niet alleen Peter Vlugghen uit Puiflijk vond baat bij de Bossche Maria, ook vele anderen uit diverse plaatsen uit onze streek. Bovendien komen er in de taal van het boek woorden voor, die sterk aan het Maas en Waals herinneren: wijnt, kijnt, (wind, kind), verlaemt (verlamd), saeght (zag 't), erme (armen), were, queem (wa-

ren, kwam, oud-drutens: were, kweem), versueken, ruerde, duet (verzoeken, roerde, doet), enz. Het team concludeerde dan ook, dat de taal eerder op Nijmegen of Venlo wijst, dan op 's-Hertogenbosch ! Een tekstuitgave, zoals er maar weinig verschijnen, grondig en nauwgezet. Proficiat! 262.1

Geestelijken.

(KLOK, J.v.d.), Deken Gooien en zijn Torenspits; in: De Waalkanter, dd. 31-5-1979. Afscheid deken Coolen bij zijn 40-jarig priesterfeest. TALSMA, A., Jubileum met een traan; in: De Waalkanter, dd. 10-5-1979. Idem als boven. TALSMA, A., Deken Coolen introduceert nieuwe vorm kerkbestuur; in: De Waalkanter, dd. 175-1979. Idem als boven. 264 Openbare eredienst

(GELDER, J.A. van), 't Heilig Boomke; in: Hier en Ginder, jrg. 20 (1979), p.47-50. Bergharen. 27 Kerkgeschiedenis. (HAAREN, J.wan), Jan de Zwaaf, alias Johannes van Alphen; in: Tweestromen land, no. 30

(1979), p.14-16. Zouaven te Druten.

271.3 Clarissen. BOOM, H.ten, Claracamp te Wamel. Een Gelders klooster van de tweede orde van St. Franciscus (Clarissen) van ca. 1445 tot 1574; in: Gelre, deel 69 (1976/V7), p. 1-6; afb., litt.

16


De heer Ten Boom rekent af met de vaker genoemde datum van 1465 of 1494 als stichtingsjaar van dit Wamelse klooster. Dit moet rond 1445 zijn geweest, erkend in 1461 door Rome. Ook de stichting vanuit Hoogstraten wordt weerlegd, aangezien dit klooster esrst kort na 1490 werd gesticht. De plaats van Clarecamp moet buiten de kom van het dorp worden gezocht, in tegenstelling tot wat anderen schrijven. Blijkbaar is hier veelvuldig verwarring geweest met het klooster Marenhof te Wamel, van de begijnen of Zusters wan het Gemene Leven.

33.

Economie

LENNEP, M.J.van, Schets der economische ontwikkeling van Tiel gedurende de zeventiende

en achttiende eeuw; in: Gelre, deel 69(1976/77), p.156-188, bijln. , litt. p. 165: levering van graan uit Maas en Waal in de 17e eeuw; p. 179 verbetering van wegen in Maas en Waal, 1756.

352 Gemeenten. HEININGEN, H. van, EĂŠn gemeente in Land van Maas en Waal?; in: Geldeland Nu, jrg. 9

(1978), P.26. 355.48 Krijgsgeschiedenis. (GELDER, J.A. van), Oude liedjes en rijmpjes; in: Hier en Ginder, jrg. 20 (l 979),p.71. Gedichtjes over de Tweede Wereldoorlog in Bergharen. 373.3 Basisonderwijs. (GELDER, J.A. van), Hervormde School 125 jaar; in: Hier en Ginder, jrg. 20 (1979), p.88. Bergharen.

627.1 Meren. (GELDER, J.A. van), De of het Hernense meer; in: Hier en Ginder, jrg. 20 (1979), p.77-81; kaart.

681 Orgels. (CAPELLEVEEN, H. van), Orgel kerk Leur; in: Hier en Ginder, jrg. 20(1979), p. 52. Het betreft hier een Leichel-orgel in de Herv. Kerk.

S(CHIMMELPENNINCK) V(AN) D(ER) O(YE), (C.O.A.), Beelden op het orgel in de kerk te Ellecom; in: Gelre, deel 69 (1976/77), p.33. Ter sprake komt ook het Leichel-orgel in de Herv. Kerk te Leur.

726.54 Kerken. SCHULTE, A.G., De "Koorkerk" in Overasselt; in: Tweestromenland, no. 30(1979), p.3-13; afbn., litt. 728 Burgerlijke gebouwen.

RIETVELD, A., Verdekken; in: Tweestromenland, no. 30(1979), p.41. 785-051 Muziekverenigingen.

(TALSMA, A.), Druten is niks zonder muziek; in: De Waalkanter, dd. 26-4-1979. 80-jarig bestaan fanfare St.Caecilia te Druten. TALSMA, A., 80 Jaar Fanfare St.Caecilia; in: De Waalkanter, dd. 31-5-1979. Druten. VERHOEVEN, W., 60 Jaar harmonie Kunst en Vriendschap; (Balgoy, 1979); 160 p., afbn. Muziekvereniging Balgoy. Naast de geschiedenis van de fanfare/harmonie, geeft dit rijk geĂŻllustreerde boekje ook veel over de historie van het dorp Balgoy en andere verenigingen uit die plaats.

17


796.3-051 Voetbal, Volleybalverenigingen. LEONES, — 50 jaar!; in: De Waalkanter, dd. 14-6-1979. Voetbalvereniging, Beneden Leeuwen. TALSMA, A., H.Toebast 50 jaar achter de schermen bij Leones; in: De Waalkanter dd. 21-6-

1979. Voetbalvereniging Beneden Leeuwen. TALSMA, A.,

(In gesprek met bestuurs- en oud-bestuursleden van voetbalvereniging Leones);

in: De Waalkanter, dd. 21-6-1979. Beneden Leeuwen.

VOLLEYBALVERENIGING, — Olympia Horssen viert 2e lustrum; in: De Waalkanter, dd. 5-71979.

801.31 Dialekt. OS, J. van, Tussen moedertaal en vaderland; in: Van Taal tot Taal, jrg. 23 no. l (maart 1979), p.3-11, litt.

Dialekt Puiflijk. OS, J. van, Woorden uit het oude ongeloof; in: Onze Taal, jrg. 48 no.4 (april 1979), p. 23. Dialekt Maas en Waal.

OS, J. van, De Been; in: Onze Taal, jrg. 48 no.5 (mei 1979), p.34. Dialekt Maas en Waal.

82 Literatuur. M., G., Bergharen; in: Mieren Ginder, jrg. 20(1979), p.55. M.,

Gedicht over Bergharen. G., Arjanneke uit Hernen; in: Hier en Ginder, jrg. 20 (1979), p. 54. Gedicht over Hernen.

902 Archeologie. Wederom een jaarverslag van de afd. Nijmegen van de A.W.N, Keurig verzorgd en met

veel tekeningen. Uit het jaarverslag de volgende artikelen over Maas en Waal/Rijk van Nijmegen: GROOT, M.de, Oudheidkundige ontdekkingen op het 'Hoogbroek te Wychen; p. 8-11, afbn, litt. JANSSEN, A . J . , Oudheidkundige ontdekkingen in het Ewijkse Veld III; p. 17-19, afb. JANSSEN, A. J., De geheimen van het Wychens Meer; p. 19-22, afb.

JANSSEN, A.J., De Aalst te Ewijk; p. 22-23. 929A Genealogieën. BERGEVOET, M.J.J., Genealogie Van E(e) (u)wijk; in: Limburgs Tijdschrift voor Genealogie,

jrg. 7(1979), p. 23-28. De families Van Ewijk in Venlo en omgeving. CHARISIUS, J.G.F., Het geslacht Charisius in Over- en Nederasselt; in: Tweestromenland, no.

30(1979), p. 42-46, afbn. 93D

Geschiedenis van Tweestromenland.

TIEMENS, W.H., Twee Voormalige Gelderse "heerlijkheden" in Noord-Brabant; in: Hoog en Laag (Oosterbeek), dd. l en 22-2-1979. De heerlijkheden Dieden en Oyen.

18


NIEUWSBRIEF SEPTEMBER 1979/3

JUBILEUMBOEK

Eerste deel Tweestromenlandreeks Velen hebben met grote belangstelling sedert jaren bij tijd

S T R E E K E I G E N

en wijle in de Maas en Waalse editie van De Gelderlander de dialectverhalen gevolgd van Knil van de Kiepelenberg, zich verbazend over het niet geringe vermogen van "KNIL UWT PĂœFLEK" om zich soepel uit te drukken in een bloemrijk Maas en Waals dialect. Sommigen onder ons hebben die taaljuweeltjes zorgvuldig uitgeknipt en opgeborgen om ze later te kunnen herlezen. De meesten kwamen daar niet toe

Het Tweestromenlandbestuur wil met de uitgave van dit JUBILEUMBOEK - de 15-jarige vereniging

een krant - 't is goed dat die

nis, de monumenten, het landschap, de kunst, de natuur etc.

er is, elke dag - is toch een eendagsvlieg en je kunt nu eenmaal niet alles bewaren. Nu zullen deze kostelijke verhalen eindelijk in een watduur-zamer vorm op nieuw het licht zien. Het forse boek, want dat wordt het, biedt behalve de serie smeuĂŻge dialectverhalen, ook een verklarende woordenlijst, in feite het ABC van de Maas en Waalse taalschat.

viert dit jaar haar derde lustrum - een reeks starten. Het ligt in de bedoeling om in de TWEESTROMENLANDREEKS studies

van enige omvang en van bijzondere betekenis voor de kennis van het Maas en Waalse streekeigen op te nemen. Gedacht wordt aan onderwerpen op het gebied van de streektaal, de geschiedeAan J.P.M, van Os, die de geestelijke (en geestige) vader van Knil van de Kiepelenberg is, de eer om het spits af te bijten

Zijn boek verschijnt eind december dit jaar. Andere zullen volgen. Het is bepaald geen groot geheim dat de Commissie voor de Maas en ffaal se S treekbibliografie vrijwel gereed is met haar opdracht, daarbij ge-


holpen door een grote groep medewerkers en deskundigen. Bovendien staat nog het Gedenkboek van de Watersnood 1926 op stapel. Ook daar wordt met man en macht aan gewerkt. Tenslotte hebben het bestuur en de redactie nieuwe, boeiende studies op

lectwoorden, die men in de Nederlandse woordenboeken vergeefs zal zoeken. Daarbij wordt hun betekenis verklaard, de gebruiks- en gevoelswaarde aangegeven, alsook - voor zover mogelijk - hun herkomst bepaald.

het oog. M O N U M E N T

K O R T I N G

Het nu verschijnend boekdeel telt 96 pagina's. Het formaat is 16 x 24 cm. Het is gedrukt op fraai romanpapier in eenduidelijk leesbare letter. Illustraties zullen het boek verluchten.

Leden van Tweestromenland kunnen dit boek reserveren voor een verleidelijk lage prijs. Tot uiterlijk 15 november a.s. kunt U één of meer exemplaren bestellen voor ƒ 10,- per stuk. U kunt gebruik maken van de acceptgirokaart, die op de buitenkant van de envelop met dit tijdschrift zit. Zo spoedig mogelijk na 31 december ontvangt U Uw bestelling franco thuis. Nadat de termijn voor vóórintekening gesloten is, zal dit boek uitsluitend tegen de winkelprijs worden verkocht, plm. ƒ 20,-. Het is dan ook in de boekhandel verkrijgbaar als handelseditie van De Walburg Pers, of via het dagblad De Gelderlander.

Realiseert U zich wel dat dit de eerste keer is dat een boek in het Maas en Waals verschijnt, een historisch moment voor de streek en een monument voor de Maas en Waalse woordenschat. Te lang is veronachtzaamd, wat men aan rijkdom in eigen huis had! De woordenlijst zal ongeveer de helft van het boek beslaan en omvat een in de loop van 20 jaar verzamelde collectie dia-

Knil uwt Puflek / Maas en Waals woordenboek Waardevol geschenk Bestel het snel, bestel het nu!


DE MAAS OVER - BRABANT IN JUBILEUMREIS 29 SEPTEMBER 1979 Derde lustrum wordt bij onze zuiderburen gevierd 7V

UDEN

<&-&

SINT - O E D E N R O D E

~k-k-k H E E S W I J K - D I N T E R Op zaterdag 29 september a.s. zal onze JUBILEUMREIS NAAR BRABANT plaatsvinden. Deze dag-excursie belooft om allerlei redenen een zeer bijzondere te worden. Dat Brabant het reisdoel van onze jubilerende vereniging is, vindt zijn oorzaak in het feit dat de historie van ons werkgebied nauw met dit voormalig hertogdom verbonden is. Wij kunnen denken aan de Slag bij Niftrik in 1388, waarbij de Brabanders verpletterend werden verslagen door de Gelderse hertog Willem van Gulik. Van vriendelijker aard echter zijn de banden tussen de Maas en Waalse parochies en het bisdom 's Hertogenbosch sedert 1840, toen Den Bosch nog een apostolisch vicariaat was. Van weer oudere datum zijn de wonderbaarlijke genezingen van Maas en Walers in Den Bosch, die men in het onlangs verschenen Mirakelboek vindt opgetekend. In een volgende aflevering van het Literatuursignalement wordt daar

dieper op ingegaan. Zo'n honderd jaar geleden telde de Waalkant 11 ponten, de Maaskant daarentegen wel 18; meer mogelijkheden dus om in Brabant te komen, dan in de Betuwe of de Tielerwaard. Deze omstandigheid liet niet na een onmiskenbaar Brabants stempel te zetten op het Gelderse Maas en

Waal, dat zich uit(te) in dialect, klederdracht, familiebetrekkingen, verenigingsleven, gebruiken en mentaliteit. Iets van dat alles zal men op


de mooiste kerkschatten uit het bisdom 's Hertogenbosch - onder deskundige leiding - bewonderen.

Enkele "topstukken" zijn uit het Land van Maas en Waal afkomstig: de Ewijkse houten monstrans van de Udense houtsnijder Petrus Verhoeven, de Batenburgse lavabo uit

de 15de

eeuw (gebruikt bij hand-

wassingen door de priester), de vroeg-16de-eeuwse "gouden" kelk uit Wamels kerkbezit enz. Na Uden volgt onderweg een kop-

je koffie. Het tweede reisdoel is SintOedenrode. Daar bezoeken wij het Sint-Paulusgasthuis met de P R O G R A M M A grootste en meest gevarieerde Om acht uur 's morgens stappen de verzameling van Brabantse mutseerste deelnemers in de reisbusen en poffers, bijeengebracht sen. De laatsten om negen uur. De door de onvermoeibare Aug. van bussen zullen namelijk net als Breugel, die over Brabantse bij vorige reizen ZOVEEL MOGELIJK mutsen uit grootmoeders tijd HALTEPLAATSEN in het werkgebied een heel boek geschreven heeft. aandoen, om zo min mogelijk mensen We blijven nog even in "Rooij" moeite te geven bij het reizen voor de geheel in oude stijl naar een instapmogelijkheid. behouden smederij en smidswoDeelnemers ontvangen tijdig een ning, maar spoeden ons dan lijst met instaptijden en haltenaar een heuse Brabantse koffieplaatsen. tafel; feestelijk hoogtepunt van deze zorgvuldig voorbereide bustocht zeker ervaren.

Ons eerste reisdoel is het Birgittinessenklooster in Uden. Daar is het Museum voor Religieuze Kunst (voormalig bisschoppelijk museum) gehuisvest. Hier kan men

IV

onze jubileumreis. De middag brengen we deels door in de kasteel- en kloostertuin

van de Norbertijnen. Deze oudste kloostergemeenschap van Neder-


land, bewoonde eertijds kasteel Berne bij Heusden, een geschenk van de edele Fulco, bezitter van uitgestrekte goederen (Altforst, Appeltern, Maasbommel) en rechten (de gerichten van Dreumel tot en met Malden) tussen Maas en Waal. Zo wil de overlevering. Het middeleeuwse kasteel en de jongere abdij, die de "witheren van Berne" thans bewonen, staan in Heeswijk - Dinter. Nu we toch in Heeswijk-Dinter zijn, zullen we zeker de Meierijsche Museumboerderij niet links laten liggen. Leven en werken rond 1900 is het beeld, dat we in deze kortgevelboerderij uit het begin van de 18de eeuw aantreffen. De inrichting van het voorhuis - met herd, goeikamer, meidenkamer, geut, kelder en opkamer - geeft een tastbare indruk in de leefwijze van het Meierij se boerengezin. In het achterhuis, met potstal, een overzicht van de

ontwikkeling van de landbouwwerktuigen uit deze streek. Voor we huiswaarts keren, lessen we onderweg nog even de dorst. Waar, dat blijft een verrassing. Thuiskomst +_ 6 uur. WACHT NIET MET AANMELDEN.

Twee dingen moet U doen om als

deelnemer te kunnen gelden: 1. Het aanmeldingsformulier verzenden aan het Maas en Waals Documentatiecentrum, postbus 175, 6600 AD Wychen; uiterlijk 15 september.

2. Het verschuldigde bedrag van Ć’ 37,50 per persoon overmaken op girorekening 2622012 ten name van penn. Vereniging

Tweestromenland, Dorpsstraat 61, 6617 AC Bergharen, met vermelding van "jubileumreis". Heeft U geen giro? Het kan ook per bank. Ons rekeningnummer is 11 27 01 493 bij de Rabobank Midden Maas en Waal te Druten.

V


KOSTEN ƒ 37,50

Het bedrag van ƒ 37,50 is met de grootst mogelijke scherpte berekend. Alle kosten: huur van de bussen, koffie 's morgens, koffietafel en theepauze 's middags, entrees tot alle bezienswaardigheden en verzekering komen dus na betaling van ƒ 37,50 niet voor Uw

VI

rekening. De af te sluiten verzekering omvat ook bagage (max. ƒ 1.000,- p.p.), ongevallen, ziekte, S.O.S., W.A. Niet inbegrepen zijn de drankjes die men zich wil permitteren. HET BESTUUR WENST ALLE DEELNEMERS EEN GOEDE JUBILEUMREIS TOE.


Foto 's

1. Kruidentuin Birgittinessenklooster Uden. foto Malingré.

2. Kapel Birgittinessenklooster uden, foto M. 2A. Batenburgse lavabo (XV) . foto Jac. v. Oss. 3. Sint Paulusgasthuis, Sint-Oedenrode. foto M.

4. Smederijmuseum Sint-Oedenrode. foto van Lieshout.

5. Kasteel en abdij Heeswij k-D int e r. foto VW aldaar. hierlangs afknippen of overschrijven op briefkaart; Documentatiecentrum, postbus 175, 6600 AD Wychen. AANMELDINGSFORMULIER JUBILEUMREIS 15

zenden aan

JAAR TWEESTROMENLAND

ONDERGETEKENDE, DE HEER/MEVROUW/MEJUFFROUW

NAAM, VOORLETTERS , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ADRES, POSTCODE, WOONPLAATS , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

, , , . , , , . , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , TEL,: , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , GEEFT ZICH HIERBIJ OP ALS DEELNEMER(STER) AAN DE JUBILEUMREIS TER GELEGENHEID VAN HET DERDE LUSTRUM VAN TWEESTROMENLAND, TE HOUDEN OP 29 SEPTEMBER 1979 NAAR UDEN, ST.OEDENRODE EN HEESWIJK-DINTER, O HET VERSCHULDIGDE BEDRAG, F, 37,50 P,P,, IS OVERGEMAAKT PER GIRO NR, 2622012

O HET VERSCHULDIGDE BEDRAG, F, 37,50 P,P,, IS OVERGEMAAKT

VIA DE BANK, NR, 11 27 01 493 (RABOBANK MIDDEN MAAS EN WAAL TE DRUTEN) TEN NAME VAN PENN, VERENIGING TWEESTROMENLAND, DORPSSTRAAT 61, 6617 AC BERGHAREN, MET VERMELDING VAN "JUBILEUMREI S'.' PLAATS

DATUM

HANDTEKENING

VII


Vouwblad N. H. Kerk Batenburg De plaatselijke commissie te Batenburg van de Stichting Oude Gelderse Kerken heeft een bijzonder vouwblad uitgebracht. In een sfeervolle bruinachtige kleur op fraai gevergeerd zwaar papier zijn drie opmetingstekeningen van dit historische kerkgebouw afgedrukt op schaal 1:100. De tekeningen zijn geleverd door het architectenbureau ir N.C.G.M. van de Rijt BNA. De begeleidende tekst is van dhr J.Trijsburg, die in weinig woorden toch aardig wat informatie geeft. Dhr. Wim de Valk GVN had de grafische verzorging in handen. Men kan met het vouwblad veel

kanten uit. Ingelijst "doet" dit het in bijna elke huiskamer, gevouwen neemt het vrijwel geen plaats in tussen Uw boeken en wat denkt U van een verzameling zeldzame afbeeldingen. Er is een zeer beperkt aantal van - 3drukt. De opbrengst is bedoeld voor de restauratie van de kerk. Het vouwblad is verkrijgbaar door storting van ƒ 5,00 op bankrekeningnr. 12.15.09.761 t.n.v. Stg. Oude Gelderse Kerken Batenburg p/a G.van den Bovenkamp,

Touwslagersbaan 4, bij de Rabobank Batenburg. U ontvangt Uw bestelling per omgaand franco thuis.

CONTRIBUTIE 1979 Tweederde van onze leden gireer-

Mocht men de acceptgiro kwijt

de voor l augustus jl. de con-

zijn, het gironummer is 26 22 012

tributie voor 1979.

t.n.v. Penningmeester Vereni-

Hartelijk dank voor de vlotte

ging Tweestromenland, Dorps-

betaling. U maakt het onze pen-

straat 61, 6617 AC Bergharen.

ningmeester Mej. W.A. van Buren,

De minimumcontributie be-

die zo kort geleden is begonnen,

draagt ƒ 15,-. Men is vrij om

tot een waar genoegen deze moei-

meer te betalen. De vereniging

lijke functie uit te oefenen!

kan een extraatje best gebruik-

Helaas bleef eenderde nog in

en voor één van de buitengewone

gebreke. Maar onze leden kennen-

projecten die zij in petto heeft.

de, maken die achterblijvers na

Ten slotte viert Tweestromenland

deze oproep vlot schoon schip'.

haar derde lustruml

VIII


Maas en Waalse Geslachten Bij alle positieve reacties op het voorstel een Werkgroep Maas en Waalse Geslachten op te richten (Nieuwsbrief 1979/2, blz. 19 in .-Tijdschrift Tweestromenland nr. 30), was een zeer vriendelijke brief van ons lid L.W.Loeffen uit Eindhoven, die de waarde van zo'n werkgroep nog weer benadrukte.

Hij schrijft ondermeer: "In Brabant bestaat als zodanig een Brabantse Werkgroep die elk jaar een contactdag organiseert waarop de leden die in dit gebied familieonder zoek doen, gegevens kunnen uitwisselen. Ook heeft men een uitgebreid kaartsysteem met gegevens om de mogelijkheden tot aanknopingspunten belangrijk te vergroten. Mijns inziens kan familieonderzoek nooit los gezien worden van de streekgeschiedenis, want wat voor familiegegevens men ook verzamelt, zij krijgen pas een wezenlijke inhoud, wanneer de geslachten geplaatst kunnen worden in de geschiedenis van de streek". De heer Loeffen schrijft even verder in zijn brief: "Zo veronderstelt de hr. van Heiningen in een artikel reeks in de Gelderlander uit 1970/1971 (Uyt

't Nymeegsch Quartier),

wanneer hij de dijkschrijver Erasmus Liebaert volgt in 1599 op de dijk in Beuningen, dat de naam Zwartjes ontstaat uit een lichaamskenmerk ofwel een donker uiterlijk en bovendien dat de meesten, die in deze streek

de naam Zwartjes dragen, afstammen van Alert Janssen, genaempt Swartken. Ik hoop met het beschikbare materiaal eens in staat te zijn, dat waar te maken. Mat ik wel weet, is dat het Arent Janssen moet zijn en dat deze naam Zwartjes ook minstens in een andere streek ontstaat, nl. in Nederweert, met vertakkingen naar o.a. Gouda en Brugge". Hij besluit met: "Zo zijn er veel onderzoeken, die door een werkgroep kunnen worden geleid en ook kunnen daardoor veel kon takten worden gelegd. Samen bereik je veel meer dan als enkeling. Het gaat om gegevens die voor jezelf, maar ook dikwijls voor anderen interessant zijn, met tevens het doel, dat ze, nadat ze opgediept en gerangschikt zijn, door publikatie niet meer verloren gaan." Wat de meeste lezers niet zullen weten, is dat er al vele

tientallen "stambomen" van Maas en Waalse families in druk verschenen zijn - nagenoeg volledige opsomming is opgenomen in de Maas en Waalse Streekbibliografie, die hopenlijk in het komende winterseizoen gereed is - met duizenden aanknopingspunten voor hernieuwd genealogisch onderzoek. Wie meldt zich? Belangstellenden kunnen zich richten tot de secretaris van Tweestromenland, W.P. van der Bent, Genechtstraat 11, 6651 EC - Druten.

IX


EERSTE TWEESTROMENLANDCURSUS 1979-1980

Tien lessen in het lezen van oud schrift te Druten Na de succesvolle proefles Oud Schrift op 31 maart jl. in het Wamelse Veerhuis heeft het Tweestromenlandbestuur besloten om een cursus Oud Schrift te organiseren. Omdat praktisch alle aspirant-cursisten Druten de meest geschikte plaats vonden, is daar naar passende lesruimten gezocht. Gedurende het

winterhalfjaar zullen in het Pax Christi College, de Katholieke Scholengemeenschap voor Atheneum en HAVO aan de Geerstraat tien lessen Oud Schrift gegeven worden. Hulde aan het gastvrije Pax Christi College'. Eveneens op verzoek van de in Wamel aanwezige aspirant-cursisten (33 in getal, waarvan 8 uit Druten) zullen de lessen op de zaterdagmorgen worden gegeven, van 9.15 tot 11.45 uur

X

met een koffiepauze van plm. 20 minuten rond half elf. De heer drs W.Veerman, streekarchivaris, en de heer A.Houtkoop, adjunct-streekarchivaris, beiden verbonden aan het Streekarchivariaat TielBuren-Culemborg, zijn bereid gevonden deze lessen te geven. Beiden hebben ruime ervaring met het lesgeven in het lezen van Oud Schrift. Dus als de cursisten trouw de lessen volgen en hun huiswerk (!) maken, levert deze cursus mogelijk vele bekwame lezers van Oud Schrift op. Om begrijpelijke redenen zal het aantal deelnemers beperkt moeten blijven. Per groep maximaal 20 personen. Snel reageren voorkomt teleurstelling. Het lesmateriaal zal nage-


noeg uitsluitend uit Maas en Waalse stukken bestaan. Deze worden aan de cursisten gratis in kopie verstrekt. Tezamen met de leesbare afschriften vormen

deze een unieke bundel historisch materiaal, een interessant beeld gevend van het leven en werken vroeger in Maas en Waal.

Data:

inclusief de kosten van kopieĂŤn (van originele archiefstukken) en correcties.

13 10 8 12

oktober 1979 november 1979 december 1979 januari 1980

l 15 29 12

maart maart maart april

1980 1980 1980 1980

9 februari 1980 26 april 1980

Plaats:

Pax Christi College, Geerstraat 4, Druten.

Docenten: Tijd:

Drs. W.Veerman, streekarchivaris en A.Houtkoop, adjunct-

9.15 - 11.45 uur.

streekarchivaris, beiden van

het Streekarchivariaat TielBuren-Culemborg.

N.B. :

Kosten:

Vanaf 9 uur is de school geopend. Men dient tijdig aanwezig te zijn.

Het lesgeld bedraagt Ć’ 80,-

XI


EERSTE TWEESTROMENLANDCURSUS 1979-1980

Tien lessen in het lezen van oud schrift te Druten Aanmeldingsformulier

Ondergetekende . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (naam) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (adres) . . . . . (postcode) ....................... (woonplaats) ..... (telefoon)

wenst deel te nemen aan de eerste Tweestromenlandcursus (1979-1980) van de Vereniging Tweestromenland, historische vereniging voor het Land van Maas en Waal en Rijk van Nijmegen west. Hij/zij wenst 10 lessen in het lezen van oud schrift te volgen. Kosten Ć’ 80,-. Het lesgeld zal hij/zij gelijktijdig bij de aanmelding overmaken op postrekening 26 22 012 t.n.v. Penningmeester Vereniging Tweestromenland, Dorpsstraat 61, 6617 AC Bergharen, met vermelding van "cursus". (handtekening)

Voor 15 september 1979

toezenden aan het Maas en Waals Documentatiecentrum, Postbus 175, 6600 AD Wijchen.

XII


Onderstaand artikel is de tweede aflevering in een serie over de kei K<=. van architect C. Franssen in Maas en Wrcrl De eerste aflevering plaatsten wij in het Tijdschrift Tweestromen land nr 29, pp. 41 en 42. In dit nummer (32) treft U een afronding aan van het hoofdstuk Personalia, gevolgd door het hoofdstuk over de R. K. kerk te Nederasselt. Tezijnertijd zullen achtereenvolgens de hoofdstukken gepubliceerd worden over de kerken van C. Franssen te Niftrik, Bergharen, Weurt, Beneden-Leeuwen, Beuningen, Appeltern en Horssen. Redactie.

H . van H E L V O O R T

De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal P e r s o n a l i a (vervolg) Op 17 mei 1892 huwde architect C. Franssen met Léonie Elisa Guillaume, die bij haar moeder in Roermond woonde. Zij was

geboren te Bouillon op 27 juni 1863, waar haar ouders toen woonden. Haar vader, Nicolas Joseph Guillaume, was volgens haar geboorte-extract "professeur de musique" en reeds overleden toen zij huwde. De familie Guillaume was op zeker tijdstip in Roermond gaan wonen. Als getuigen traden bij het huwelijk van Léonie op: 1. Louis Guillaume, 40 jaar, muziekleraar; 2. Paul Guillaume, 26 jaar, muziekleraar. De moeder van Léonie, die Eugénie Guillaume-Grappe heette, was op de huwelijksdag nog in leven. Het bevolkingsregister van Tegelen vermeldt dat architect C. Franssen op 19 april 1893 naar Roermond verhuisde. Het huwelijk van architect C. Franssen werd gezegend met zes kinderen: 1. Joseph Gustave Constant, 15 april 1893; 2. Anna Catharina Maria Hubertina, 2 december 1894. 3. Elise Josephine Hubertine, 31 december 1897. 4. Gaspar Johannes Hubertus, 6 augustus 1900; 5. Maximiliaan Henricus Hubertus, 23 maart 1903;

P

Een wljdingsvol grafmonument siert tot op de huidige dag het graf van architect Franssen en zijn echtgenote (foto V&vH).

6. Leonardus Martinus Hubertus, 14 september 1905.

van zijn vader kiezen. Hij studeerde te Delft af als bouwkundig ingenieur in 1923 en heeft samen met zijn vader en alleen zeer veel gebouwd. Architect C. Franssen stierf op 5 januari 1932. Zijn vrouw overleed op 18 maart 1941. Zij werden beide begraven te Tegelen, naast de ouders van architect C. Frans-

Allen werden te Roermond geboren. Joseph Gustave Constant zou het beroep

sen. Een wijdingsvol grafmonument siert tot op de huidige dag dit graf. 19


Bijlage

1) bij

Personalia

Monseigneur Gaspar Franssen was geboren te Tegelen, priester gewijd te Roermond in 1851; werd eerst tot professor benoemd aan het Bisschoppelijk College te Roermond, en vertrok later als missionaris naar Oost-lndië. Hij werd later bisschop in Flores, alwaar hij werkzaam was tot 1865. Hij bekeerde de Sultan van Djokjakarta tot het R. K. Geloof, en ontving van hem de gouden sultansring met diamanten ten geschenke.

Daarna teruggekeerd naar Nederland was hij sinds 1869 werkzaam als pastoor te Ittervoort. Hij was ook een tijdlang de biechtvader van Koningin Carola van Saksen. Deze monseigneur was een zeer bekwaam archeoloog. Hij had ook persoonlijk een Byzantijns Madonnabeeldje opgegraven, in de buurt van Geldern langs een Romeinse heirbaan, hetwelk later in het bezit kwam van architect Gaspar Franssen. (zie verdere gegevens hierover bij architect Gaspar Franssen) Monseigneur Franssen vervaardigde ook een kaart van het Graafschap Geldern en omgeving, waar alle Romeinse heirbanen en nederzettingen op vermeld staan, ook de Romeinse weg van Colonia Trajana naar Mediolanum. Colonia Trajana is nu Xanten in Duitsland. Deze unieke kaart was ook later in bezit van architect Gaspar Franssen. Monseigneur Franssen bezat een grote collectie Romeinse oudheden, opgegraven bij Geldern, Blerick, Baarlo, Maasbree, waarvan vele in het koninklijk museum terecht zijn gekomen. In 1874 heeft monseigneur Franssen een Franse brief geschreven, die later in boekvorm is uitgegeven, aan de President du Comité du Bulletin, de Heer A.M. Chalon in België, waarin hij uitvoerig schrijft over de vondst van de bronzen Romeinse Medusa-schotel in een beek in

de omgeving van Blerick en Baarlo. Deze Medusa-schotel bevindt zich thans in het Romeins Rijksmuseum G.M. Kam te Nijmegen. Het boekje bevindt zich nog in het bezit van een der kinderen van architect Gaspar Franssen.

20


Bronzen schildknop van Blerik (Venlo) uit de tweede eeuw na Christus, een vondst van mgr Franssen, die zich in Rijksmuseum G. M. Kam te Nijmegen bevindt (foto copyright Rijksmuseum G. M. Kam te Nijmegen). Hieronder: Een Madonna waarschijnlijk opgegraven door mgr Franssen, mogelijk daterend uit de 5de eeuw. Het vermoedelijk uit was en hars geboetseerde voetstuk is zeker een latere (19de-eeuwse?) toevoeging (foto: V&vH).

B i j l a g e 2) bij

Personalia

Architect Gaspar Franssen was een beroemde architect, geboren in Tegelen en in 1932 te Roermond overleden. Hij bouwde talloze kerken en kloosters in Brabant en Limburg. In 1897 ontving hij in Brussel de gouden medaille voor de mooiste dorpskerk. Deze kerk was de vroegere kerk in Blerick, die in de 2e wereldoorlog werd verwoest. Hij werd te Tegelen begraven. Bij de toespraak tijdens de uitvaartmis, zei de pastoor o.a. "De overledene Gaspar Franssen was de grootste weldoener dezer kerk". Langs de weg van Roermond naar Tegelen moest de begrafenisstoet stoppen in Swalmen, Reuver en

21


Belfeld, want de geestelijkheid ter plaatse stond de overledene op te wachten en architect Franssen verleende men overal plechtig de absoute. Architect Franssen was niet alleen een kundig architect, hij had ook een zeer grote belangstelling voor oude kerkelijke kunst en archeologie. Hij bezat een grote collectie Romeinse urnen en stenen bijlen uit het prehistorisch tijdperk. Het pronkstuk van zijn verzameling was een klein B y z a n t i j n s M a d o n n a - b e e l d j e

Architect C. J. H. Franssen.

9 cm hoog. Het was in z i j n bezit gekomen door zijn oom monseigneur Gaspar Franssen, die het persoonlijk opgegraven had langs een vroegere Romeinse heirbaan in de buurt van Geldern (Duitsland). Architect Franssen en monseigneur Franssen gingen beide van de veronderstelling uit, dat dit beeldje heeft toebehoord aan een Romeinse soldaat. Er bevonden zich namelijk bij het beeldje een skelet en gouden Romeinse munten. Deze Romeinse munten waren ook in het bezit van Gaspar Franssen. Het Byzantijns beeldje had de Romeinse soldaat waarschijnlijk als amulet bij zich gedragen; dit was de mening van architect Franssen en monseigneur Franssen. Door een zeer bekende expert wordt dit kleine Madonnabeeldje mogelijk als een der oudste Madonna-beeldjes ter wereld beschouwd. Deze bekende expert verklaart, dat dit Madonna-beeldje dateert ongeveer uit de 5e eeuw na Christus (Byzantijnse tijd). Op het Concillie van Ephese, in het jaar des Heeren 431, werd door

Cyril, bisschop van Alexandria de Madonna als tussenpersoon tussen God en mens erkend. Hij werd hierin gesteund door Pulchenia, de zuster van keizer Theodosius. V贸贸r deze tijd was er waarschijnlijk geen Madonna-verering. Bijzantium was Rooms. Dit beeldje draagt de Byzantijnse Keizerskroon. Het is vervaardigd, vermoedelijk van been of wal-

rustand. Bedoelde expert verklaart dat dit beeldje een unicum is en een der oudste Madonna-beeldjes ter wereld is. Dit kostbare kleinood is eigendom van een der kinderen van architect Gaspar Franssen.

v贸贸r

Nederasselt

Alvorens de bouwgeschiedenis van de R. K. kerk te Nederasselt aan bod komt, zullen in

het kort de werkzaamheden van architect C. Franssen vermeld worden, die vooraf gingen aan de bouw van de Nederasseltse parochiekerk, de eerste die hij tussen Maas en Waal bouwde. l . Als medewerker of als opzichter werkte architect C. Franssen aan de restauratie en vergroting van de hallenkerk te Sambeek.

22

Hij was toen nog niet begonnen als architect, maar zijn werk was wel zodanig dat de architect dr P. Cuypers hem telegrafisch er

mee feliciteerde. De restauratie van de kerk te Sambeek, gem. Boxmeer, duurde van 1879 tot 1889. De kerk is gewijd aan Johannes de Doper. De parochie behoort tot het bisdom Den Bosch. 2. In 1881 vond in Lomm, gem. Arcen c.a., de restauratie plaats van de toenmalige pa-


rochiekerk, de St. Antonius-kapel. Deze werd in 1937 buiten gebruik gesteld en is in latere jaren afgebroken. De parochie behoort tot het bisdom Roermond . 3. Van 1888 tot 1895 werd in het Hof te Bergeyk, gem. Bergeyk, een restauratie en vergroting van de kerk (H.Petrus) uitgevoerd. In 1896 werd aan de kerk een toren gebouwd. De parochie behoort tot het bisdom Den Bosch. 4. Nu komen wij toe aan de bouw van de parochiekerk van Beers in 1890. De toren dagtekent uit de tweede helft van de 15de eeuw en is blijven staan, zij het verhoogd met één geleding. De kerk is gewijd aan St. Lambertus. De parochie behoort tot het bisdom Den Bosch. 5. Nederasselt, gem. Overasselt, 18901891. Bouw der kerk, H. Antonius Abt. De parochie behoort tot het bisdom Den Bosch. De lezer neme er goede nota van dat dit de eerste kerk is die geheel, inclusief de toren, door architect C. Franssen is gebouwd. Deze is bovendien de eerste van de acht kerken die hij tussen Maas en Waal gebouwd heeft. De andere zijn de parochiekerken van Niftrik (verdwenen in de Tweede Wereldoorlog), Bergharen, Weurt, Beneden-Leeuwen, Beuningen, Appeltern en Horssen . Beschrijving Het is de bedoeling om van de afzonderlijke

Maas en Waalse kerken de volgende informatie te geven: 1. de bouwgeschiedenis, 2. het algemene karakter van de kerk, 3. de uitwendige detaillering, 4. de inwendige detaillering, 5. het meubilair, 6. de conclusie uit het voorgaande. Bronnen voor deze beschrijvingen zijn vooral het "Memoriale Parochiae", en daarnaast het Bisschoppelijk Archief/het gemeentelijk archief/ en uiteraard het parochie-archief.

Nederasselt, H. Antonius Abt, 1890-1891. 1. B o u w g e s c h i e d e n i s Zowel Nederasselt als Overasselt waren in de middeleeuwen, vóór 1648, zelfstandige parochies met beide een eigen parochiekerk. In Overasselt staat nog een gedeelte van de oude kloosterkerk, gebouwd + 1350, verhoogd in de 15e eeuw; zij is thans, 1976, de kerk der Ned. Herv. Gemeente. De oude kerk van Nederasselt is in de loop der eeuwen bouwvallig geworden en verdwenen bij een overstroming. Zij stond kort bij de plaats, waar nu in 1976, de verkeersbrug Grave-Wychen ligt. Bij de bouw van de verkeersbrug vond men bij de tweede pijler aan de Gelderse kant resten van de fundering

23


van de oude kerk, alsmede een hardstenen kruis van vermoedelijk het priesterkoor met een voorstelling der Christus-figuur met twee soldaten. Een nieuw bewijs voor deze plaats kwam bij de bouw van de nieuwe sluis in 1974, toen men wederom resten van de fundering vond, maar bovendien resten van een kerkhof en een grafkruis.

Na 1648 werd Nederasselt verdeeld en gedeeltelijk gevoegd bij Balgoij en gedeelt e l i j k bij Overasselt. De parochie Overasselt-Nederasselt kreeg een schuilkerk, die gebouwd werd op een terrein aan de Rothse straat, waarop ook het kerkpad uitmondde. Het terrein diende tegelijk tot kerkhof. Op dit terrein werd in de 19e eeuw een Waterstaatskerk gebouwd. Het aantal parochianen werd echter groter en groter en de "mentaliteit" van de parochianen begon om twee kerken te vragen, een te Overasselt en een te Nederasselt. Die "mentaliteit" van niet bij elkaar te horen was al de eeuwen door niet veranderd. Daar is een getuigenis over van kapelaan P . C . van Hooff, kapelaan van Overasselt en later pastoor van Nederasselt. Hij schrijft dat in zijn brief aan Mgr. Godschalk op 11 januari 1890. Op 28 oktober 1889 ging er eerst een verzoekschrift van Overasseltse parochianen naar Mgr. Godschalk om één kerk te bou-

wen; op 29 oktober 1889 een schrijven aan 24

de bisschop van de wethouder van Overasselt

en de gemeente-ontvanger te Nederasselt met het verzoek spoedig een beslissing te nemen voor twéé kerken. Op 5 augustus 1889 weer een verzoek aan Mgr. Godschalk

van gezinshoofden uit Overasselt, om twee


Stenen kruisen uit de

voormalige middeleeuwse kerk van Nederasselt, thans aan de buitenzijde

van de huidige kerk te bezichtigen (foto: V&vH) (Grote foto: G. A. A. Rooijakkers).

kerken te bouwen en op 6 november 1889 een verzoek aan Mgr. Godschalk van gezinshoofden uit Over- en Nederasselt eveneens om twee kerken te bouwen. Op 6 november 1889 ging er wederom een schrijven aan de bisschop van bovengenoemde wethouder en gemeente-ontvanger om het verzoek van 6 november 1889 van de gezinshoofden te steunen. Op 6 november 1889 schreef eveneens de pastoor van Overasselt aan Z.D.H. Mgr. Godschalk met het verzoek om twee kerken te bouwen, tegelijk, met een afschrift van het schrijven aan de pastoor en kapelaan van Overasselt van gezinshoofden uit de buurtschap Vogelenzang, Worsum, Valenberg en Heide, om pastoor en kapelaan te vragen, dat zij het eerder gedane verzoekschrift aan Mgr. om 2 kerken te bouwen, zouden

willen ondersteunen. Op 21 november 1889 schreef L. Barten uit Nederasselt aan de bisschop, dat hij voor ieder der beide kerken zou geven ƒ 6000,- alsmede een stuk grond, voor én kerk én kerkhof in Nederasselt.

Op 9 december 1889,

no 3118 kwam het

verlossende besluit van de bisschop om twee kerken te bouwen en tot de oprichting van twee zelfstandige parochies over te gaan. In zijn brief vroeg de bisschop nog aan de pastoor van Overasselt, wat deze dacht over de al of niet goede ligging van de grond

voor de kerkbouw te Nederasselt. De pastoor van Overasselt antwoordde, dat dit terrein hem geheel ongeschikt voorkwam. Op 16 januari 1890 vroeg de pastoor van Overasselt aan de bisschop of hij voor Nederasselt een procurator wilde benoemen, welk verzoek hij op 23 januari 1890 her25


haalde. Op 3 maait 1890 s c h r i j f t dan Mgr. Godschalk aan de kapelaan van O v e r a s s e l t , P.C van Hooff en benoemt hem tot procu.atoi van Nederasselt. De procurator b l i j f t vooi lopia ^vonen in de pastorie van Overass e l t , maa; hij begint wel onmiddellijk met de voO' bei eid ing van de bouwwerkzaamhed e n H i j k ' i j g t d i i e c t bezoek v a n a r c h i t e c t C r . a n s s e n . D e z e tekent plannen, waar p O'u ato -.-ar' HooH echtei geen opdracht \ oo

'u - • * C H < i e v u n en geen verplichting

aan l i o c i t . Dit s c h i i j t t hij ook op 18 maart 1890 aan de bisschop. Op 5 mei 1890 heeft niettemin de aanbe-

steding van k e r k , toren en pastorie plaats. De laagste inschrijving is Antoon Jansen

uit Beugen, met de som van f

29900,-.

Op die dag was de procurator P . C . van Hooff ook nog kapelaan van Nederasselt. De aanneemsom werd op 9 mei 1890 door Mgr. Godschalk goedgekeurd. Op 30 september 1890 z i j n kerk en pastorie bijna k laai volgens procurator van Hooff, maar. . . . hij vreest, dat de kosten hoger zullen komen dan geraamd. Op 4 december 1890 vraagt de procurator machtiging aan de bisschop om de kerk in te zegenen, het kerkhof te w i j d e n en een kruisweg te hangen. Op 15 december 1890 ontvangt procurator van Hooff van Mgr. Godschalk de faculteit,

26

om de nieuwe kerk en het kerkhof te Nederasselt in te zegenen. Hij is dan nog kapelaan en procurator. Op dezelfde dag 15 december 1890 schrijft Mgr. Godschalk, "dat de kerk te Nederasselt betrekbaar is, t e r w i j l een en ander te Overasselt van lieverlede zijne voltooiing nadert".

Reden, waarom de bisschop op 15 december 1890 bepaalt "dat de zelfstandige parochie te Nederasselt met Kerstmis 1890 wordt opgericht e.i er een kerkbestuur wordt opgericht en een t i j d e l i j k e pastoor wordt benoemd". Op 20 januari 1891 schrijft deken H. Evers van Nijmegen (waartoe Nederasselt behoort) aan procurator van Hooff, dat hij hem, in opdracht van Mgr. Godschalk, het "deservitorschap" over Nederasselt verleent. Dit schrijven van Mgr. Godschalk aan deken Evers was reeds gegeven 15 februari 1890. Enige verwarring in de titulatuur van de procurator schijnt er wel bestaan te hebben. Mgr. Godschalk noemt van Hooff op 2 en 3 februari 1891 deservitor en in een brief van 14 februari 1891 noemt hij hem pastoor te Nederasselt. Tenslotte consacreert Mgr. Godschalk de kerk van Nederasselt dan op 27 juli 1891 . De rekening en verantwoording van de bouwkosten komt dan op l januari 1893 bij Mgr. W. v . d . Ven. Wat pastoor van Hooff ge-


vreesd had, blijkt dan gebeurd te zijn: de uitgaven, ƒ 36.947,— blijken hoger te zijn dan de toegestane ƒ 32.500,--. Mgr. v.d. Ven vond de overschrijding zeer onaangenaam, maar. .... voor een voldongen feit geplaatst, ratificeerde hij de meerdere uitgaven, alsmede de "zonder machtiging" gedane geldopneming van ƒ 3950,— . De laatste alinea van zijn brief van 31 januari 1893 luidde: "het kerkbestuur wordt intussen door ons aangemaand zich voortaan te onthouden van alle handelingen, welke de paden van gewoon beheer te buiten gaan". A l g e m e e n karakter der kerk De kerk van Nederasselt is een driebeukige neo-gotische basiliek, zonder transept. De toren staat vóór de kerk. Het schip telt vier traveeën en is uitgevoerd, in algemene zin als in Beers. Bij het priesterkoor n . l . eindigen de zijbeuken niet in kapellen voor de zijaltaren, maar de zijaltaren staan in spitsboognissen . Het priesterkoor telt eerst twee traveeën, parallel aan de lengte-as van de kerk met daarna een sluiting met drie zijden van een achthoek. Architect C. Franssen past in deze kerk een detail toe, dat ook in vele, middeleeuwse kerken gevonden wordt nl. dat gordelbogen en ribben van het gewelf worden opgevangen op het kapiteel van een ronde schalk of colon-

net, die echter van boven af niet tot beneden doorloopt, maar in 't midden of wat lager stopt op een natuurstenen draagsteen, die ofwel geprofileerd is, of een bladmotief of kop vertoont. Zeer waarschijnlijk is deze colonet afgeleid van een houten kapconstructie: draagbalk van het dakspant, versterkt door een korbeel, dat schuin in een muurstijl, die eveneens de balk versterkt, wordt opgevangen. De kerk heeft maar één ingang door de toren. Links zit tegen de zijgevel van de toren een traptoren naar het koor; rechts zit er een zeshoekige kapel tegen de torenzijgevel, afgedekt met een tentdak, maar. . . . het is nu een bergplaats geworden voor de machines van de kerkverwarming. De rechter-sacristie heeft een zelfstandig zadeldak; de linker sacristie heeft een zelfstandig tentdak. Het hoofdzadeldak heeft geen dakruiter, maar enkel een ijzeren kruis op 't einde. Uitwendige detaillering: toren

De toren heeft vier geledingen, gescheiden door een smalle, natuurstenen lijst met een achthoekige spits, die bij de vier hoeken van de toren een driehoekige aankapping tegen de spits heeft. Alles zoals in Beers. De eerste geleding heeft in de voorgevel de ingang van de kerk, omlijst door een vier voudige, teruggaande spitsboog. Bo27


ven de deui en zit een rond zes-pas-raam met ei naast twee londe raampjes van nat u u r s t e e n . De aicei ing boven de deur zit in de spitsboog. In de z i j g e v e l s is van een indeling niets te z i e n . De tweede geleding heeft in de voorgevel ĂŠĂŠn langjerekte spitsboog met daarin een natuurstenen dubbel spitsboograam met daarboven een natuurstenen zes-pas-raam. In de linker z i j g e v e l zit naast de traptoren een tei ugliggende baksteennis. De rechter z i j g e v e l woidt in deze geleding nog verborgen door de vroegere doopkapel.

De derde geleding is in twee helften verticaal ingedeeld, door een zeer smalle b a k s t e n e n l i j s t . In de onderste helft staat

er in de gevels een rij van bakstenen spitsboognlsjes met onder en boven een natuurstenen siei l i j s t . De voorgevel heeft v i j f n i s j e s , de rechter z i j g e v e l zes, de linker zijgevel drie, omdat daar de top van de

traptoren z i t .

In de bovenste helft zit in

voor- en r e c h t e r z i j g e v e l een rond zes-pas-

raam. Dit zat in de linker zijgevel vroeger ook, maar is nu dicht gemetseld. In de vierde geleding zijn in voor-en z i j g e v e l s twee teruglopende spitsbooggalmgaten aangebracht met midden daarboven een wijzerplaat. Als einde dezer vierde geleding dient een fraaie baksteen-

28

s i e r l i j s t . Daarop is een achtzijdige torenspits gebouwd, met net zoals in Beers bij de hoeken van het mestselwerk een driehoekige aanvulling van de spits. Op de hoeken van de toren staan doorgaande contreforten. Schip tussen toren en priesterkoor De opbouw van een travee is eenvoudig: a) de overgang van de plint naar de buitenmuur van de zijbeuk gebeurt door een smalle natuurstenen lijst, b) daarboven staan spitsboogramen, waarvan het middelste hoger is dan de twee andere. De omlijsting is van verblendsteen-spitsbogen, er onder zit een smalle natuurstenen waterlijst, c) onder de goot van het lessenaarsdak van de zijbeuk is een fraaie bakstenen sierlijst aangebracht, d) de muur van het middenschip bezit juist boven de aanloop van het lessenaarsdak van de zijbeuk een natuurstenen waterlijst, e) daarboven volgt een rond natuurstenen raam met een zes-pas, f) daarboven, onder de goot van het zadel-

dak, dezelfde fraaie baksteen sierlijst als bij c),


g) het hoofdzadeldak, even hoog over schip als priesterkoor,

De zijbeuken hebben een eenvoudige begin-

en eindmuur. Tussen de ramen staan

contreforten. Natuursteen is er heel weinig gebruikt en wel alleen ter afdekking van de eindgevels der zijbeuken en ter afdekking van de contreforten, en waar zij breder worden. P r i e s t e r koor Het priesterkoor telt twee traveeën, in het verlengde van de lente-as van de kerk en daarna een drie hoekige sluiting. Tussen de ramen staan contreforten. Inwendige detaillering

1. Het ingangsportaal, onderde toren, heeft een ribkruisgewelf met een grote ring in 't midden, ter doorlating van klokken. De ribben steunen op natuurstenen bladkapitelen, die geknikte lisenen beëindigen in.de hoeken. 2. De kerk binnengaande ziet men in het

schip van vier traveeën drie ronde baksteen zuilen met acht hoekig natuurstenen basement, waarop een rond natuurstenen overgangslid naar de ronde zuil.

-De opbouw van een travee is als volgt: a) een ronde, bakstenen zuil met natuurstenen, gepolychromeerd bladkapiteel, waarboven een lijstkapiteel. b) op dit kapiteel rust de spitsbogige schei-

boog tussen de zuilen. De scheiboog is nog enigszins geprofileerd. De eerste en de laatste scheiboog = liseen met kapiteel, c) Op kapiteel b) staat in het schip een liseen, gelijkvormig aan de liseen van de

scheiboog. Vóór de liseen komt dan wat hoger dan het kapiteel b) een geprofileerde, zeer elegante draagsteen (van natuursteen, rond, gepolychromeerd), die een colonet ondersteunt, rond, en opgaand tot een natuurstenen bladkapiteel, waarop de ribben van de ribkruisgewelven van baksteen, steunen. De gordelbogen tussen de gewelven zijn even breed als de liseen, en de scheibogen. Boven de scheibogen zit een waterlijst; hierboven twee spitsboognissen en daarboven een rond raam

met een zes-pas. In de zijbeuken worden de scheibogen en twee ribben opgevangen op een draagsteen vóór de muurliseen. Deze draagsteen zit even hoog als de lijstkapitelen van de zuilen. Ook de zijbeuken zijn afgedekt met ribkruisgewelven. In de muur staan drie

spitsboogramen, het middelste hoger dan de twee andere. Onder de ramen een waterlijst. De zijbeuken eindigen aan beide zijden met spitsboognissen. Bij het priesterkoor staat in deze nis het zijaltaar. Bij het begin van deze nis zit in de hoek een draag-

29


s t e e n , die de rib van het gewelf opvangt. Het priesterkoor heeft alleen lisenen met

basement, zonder kapiteel met colonetten, als in 't schip; deze hebben een zeer elegante draagsteen en eindigen in een bladkapiteel, dat de ribben van de priesterkoorgewelven draagt. In de sluiting staan in de

hoeken geknikte lisenen met colonetten. De zeven priesterkoormuren hebben a l l e een raam, vier met g r i s a i l l e versiering en

drie gebrandschilderde ramen. Onder deze ramen zit een w a t e r l i j s t . Het priesterkoor is afgedekt met 1) een ribkruisgewelf en 2)

met een zesdelig ribstergewelf.

M eu b i l a i r Op l oktober 1893 kwam er een nieuwe kruisweg, geschilderd op koperen platen.

Op 6 september 1893 kwam de definitieve vloer in het priesterkoor.

Bijlage

1) bij

Op 17 december 1894 werd de communiebank geplaatst en werd het priesterkoor beschilderd . Op 28 maart 1895 werd door M. Boeten uit Roggel de polychromie der gehele kerk begonnen. Op 5 augustus 1895 werden de beelden van O.L.Vrouw en van St. Jozef in de kerk geplaatst. Op 12 december 1900 kwam er een nieuwe

preekstoel. Con c l us i e Uitwendig allereenvoudigst, is het interieur zeer waardig en wijdingsvol met enkele typische kenmerken van de kerken van architect C. Franssen: de halfhoge colonetten en de zijbeuken zonder zijaltaar-kapellen, maar met een min of meer diepe nis voor die altaren.

Nederasselt

Besluit tot het splitsen in twee parochien.

N? 3118

's Bosch, 9 December 1889

Wel Eerw. Heer Pastoor, Bij dezen hebben wij de eer en het genoegen UwE. mee te deelen, dat wil, na alles wat de lang onsent aanhangige kwestie omtrent het bouwen van twee nieuwe kerken en pastorien betreft, r i j p e l i j k te hebben overwogen, gemeend te hebben tot de oprigting van twee zelfstandige parochien ten behoeve en tot meer gemak der respectieve R. K. inwoners van Over30


en Nederasselt te moeten overgaan, en dat wij heden, na daaromtrent als Kathedraal Kapittel gehoord te hebben, het desbetreffende besluit genomen hebben. Wij houden ons bij voorbaat overtuigd, dat dit ons besluit door UwE. alsmede door de meeste parochianen met welgevallen zal vernomen worden, terwijl wij tevens vertrouwen, dat ook z i j , die de kerk liever op de oude plaats hadden behouden, zich eerbiedig daarbij zullen nederleggen. Alvorens echter aan het beraamde werk een begin van uitvoering te geven, wenschen wij

vooraf den noodigen waarborg of zekerheid te erlangen, dat de ingeschreven en aangeboden gelden, tot het bewuste doeleinde reeds gegeven zijn, voor of althans bij eventueel overlijden der inteekenaren en aanbieders ongetwijfeld zullen gestort worden. Ook wenschen wij vooraf van UwE. te vernemen, of het aangeboden terrein te Nederasselt, naar uw oordeel, geschikt en goed gelegen is in de nabijheid der aldaar bestaande school; alsmede of en tegen welken prijs ook te Overasselt in de nabijheid der daar aanwezige school, of liever een minuut of vijf voorbij die school in de rigting naar Heumen, te verkrijgen is. Ten dien einde - om daarover beter te kunnen oordelen - zenden wij UwE. onder afzonderlijk couvert de ons verstrekte kaart met verzoek daarop de bewuste terreinen te willen aanduiden. De rest - als het maken van bestek en begrooting enz.enz. - is eene zaak van latere zorg. Met hoogachting de Bisschop van 's Bosch Aan den WEd. Heer van Esch, Pastoor te Overasselt.

Bijlage 2) bij

Nederasselt

Monseigneur,

Hier en daar heb ik al eens aangeklopt, maar ze meenen dat ik er even goed voorzit als de rijkste pastoor, oude banken denk ik te krijgen van Beek en Donk. Monseigneur wijl ik toch gaarne een net kerkje zou hebben, was mijn plan dit jaar geen

torentje aan de kerk en geen achterhuis te bouwen, dat zou veel helpen en als ik dan den afbraak kreeg van de oude kerk daar bouwde ik aanst. jaar dan, met wat nieuwe steen er

bij, een torentje en achterhuizing. De Eerw. Heer Pastoor had mij gevraagd om nog een 14 dagen het geld te mogen houden namelijk de 10.000 gulden wijl hij niet gaarne de effecten kwijt was en hij over 14 dagen geld kreeg dat komt voordeeliger voor hem en voor mij niets nadeeliger uit, als Mons. daar

niets tegen heeft zal ik dat maar doen, we moeten wel elk voor het zijne zorgen maar elkander in de hand werken. Wat betreft de 7 holl. stukken enz voor het tractement, mij dunkt, Monseigneur, dat die het Kerk-bestuur van Overasselt minder toekomt dan de Kerk van Nederasselt, werd er nu een noodkerk gebouwd dan waren ze die ook kwijt voor een half jaar intrest van dat geld kan ik een 10.000 steenen koopen. Verder Mons. de banken moeten na Paschen nog voor een half jaar verpacht worden daarin pachten nog beiden en Over en Nederasselt wat dunkt U Monseigneur als het geld dat de Neerasseltschen verpachten voor kerk van Neerasselt en dat de Overasseltschen geven voor Overasselt ware zou dat niet billijk zijn en tevens bevorderlijk voor de goede verstandhouding van de menschen. Ik stoot nog op vele moeijelijkheden aangaande de plaats, ik kan het niet juist naar mijn zin krijgen tenzij met heel wat geld; nu ben ik wel omtrent met een ander plan klaar doch moet een weg koopen en daar zal hypotheek en minderjarigheid weer vertraging geven. De architect Fransen uit Tegelen is een plan aan 't maken; maar ik heb geen verplichting gemaakt; doch ik geloof dat ik daar zeer voordeelig mee bouwen zal.

Verder Monseigneur beveel ik mij zelven en mijn werk Uwen Doorl. Hoogw. ten zeerste aan want ik zit er nu en in de toekomst zwaar voor.

Met den meesten eerbied noem ik m i j , Uwer Doorl. Hoogw. famulus humillimus:

^ . , „ , , _ Overasselt 18 Maart 90

P . C . v a n Hooff c

31


Monseigneur, Uit Rotterdam ontvang ik een schrijven dat mijne aanvragen om geholpen te worden in altaargoederen moet voorzien zijn van Uwer Doorl. Hoogwaardigheids goedkeuring; der halve neem ik de vri|heid, b.|zijnden lijst aan Uwe Doorl. Hoogw. ter goedkeuring over te zen-

Deze week hoop ik zal het terrein aan het R. G. kerkbestuur van Overasselt getransporteerd worden. Morgenavond zal mij den burgemeester, (protestant in duplo) een schriftelijk bewMs geven dat geen protestant, het minste bezwaar maakt daar ter plaatse te bouwen Het was ook geenszins op Neerasselt gemunt. Spoedig hoop ik aan Uwe Doorl. Hoogw. het plan van kerk en pastorie te kunnen aanbieden. De grond alhoewel door Barten geschonken komt mij nog tamelijk duur te staan, daar ik een uitweg heb moeten koopen en er is hier geen grond te krijgen. Ze vragen tegen 3 en 4 duizend de bunder. Ik heb een plan van een kerk gekregen maar durf het aan uwe Doorl. Hooqw niet aanbieden, w,,l, zoo ik er aan durfde, later gelachen zou worden Coepit aedificare ' et non potest consummare, het was van een ander architect. Zoo even ontvang ik het schrifteh|k bew,,s, dat alle protestanten er in berusten, ik zal het mede insluiten en noem mij, Met allen eerbied, Uwer Doorl. Hoogw. famulus humillimus P.C. van Hooff, kap.proc. Overasselt 25 Maart 90


B i j l a g e 4) bij

Nederasselt

A.M. Wijs Het zal U wellicht niet onbekend zijn en menigeen zal het ook wel gelezen hebben in het tweede blad van de Gelderlander 13 December Ie bladz. dat de kleine Geldersche parochie aanst. Woensdag Ie Kerstdag een gouden feest viert en nog wel een dubbel gouden feest. Vooreerst zij herdacht dien dag, waarop zij voor 50 jaren herrees uit hare vroegere puinhopen, waarin zij voor drie honderd jaren was neergestort. En ten tweede herdenkt zij den dag waarop zij na splitsing van de Parochie Over en Neder-

asselt weder een zelfstandige Parochie werd met eigen kerk en eigen Pastoor. Wat het eerste betreft, Hare herrijzenis uit hare puinhoopen. De archieven van de kerk vermelden, dat Nederasselt voor ruim drie honderd jaren een zelfstandige Parochie was met eigen kerk en eigen Pastoor. De patroon van de kerk was de "Salvator Mundi" en werd gevierd op den Feestdag van 's Heeren Hemelvaart. De tijdelijke Pastoor van Nederasselt genoot een behoorlijk inkomen. Hij vond zijn bestaan in de opbrengst van 8 bunder weiland waarvan verschillende bunders gelegen waren in den Uiterwaard. Een dijkbreuk bij hoogen waterstand van de Maas vaagde de kerk weg. Maar wat het water niet kon weg vagen, dat was de herinnering aan de weggevaagde kerk. Die herinnering bleef voortleven in het geheugen van de op een volgende geslachten. Zij was vastgelegd verankerd in de plaatsnamen, welke de juiste plaats zouden aanduiden, waar de kerk heeft gestaan. Of waarop zouden die plaatsnamen zoals Kerkewiel en Kerke-

kamp anders doelen. En dat bij het aanwijzen van de plaats waar eens de kerk stond, geen vergissing in het spel was, is enkele jaren geleden duidelijk gebleken bij het bouwen van de brug Nederasselt-Grave. Bij het graafwerk voor den tweeden pijler der brug stiet men op

de resten van de fundamenten van de oude kerk en vond men daarbij nog een hard steenen kruis, dat vermoedelijk op het Priesterkoor stond en waarop uitgebeiteld stonden de Christusfiguur met twee soldaten. En hiermede kregen wij nog sterker aanwijzing niet alleen dat de kerk daar ter plaatse had gestaan, maar ook dat z i j , zooals het Archief vermeldt toegewijd was aan den Christus die de Salvator rnundi is. Om dit laatste te staven zou ik U hier 33-


Een van de zilveren draagschilden, precies 100 j a a r oud, van de St Salvator Broederschap, (foto: G. A. A. Rooijakkers).

nog kunnen wijzen op het bestaan van het beroemde gilde van Nederasselt. Ofschoon de volksmond daaiaan den naam geeft van St Antoniusgilde is de eigenlijke naam toch St. Sa l v a t o i g i l d e . Bovendien is het de tradifie var. dit gi Ide dat de Koning van het gilde elk jaar twee gezongen H.Missen aan den Pastoor bestelt, de ene Mis voor de levende leden de andere vco'' de overleden leden van het gilde.

De ee s te Mis voor de levende leden moet plaats hebben op 's M e e r e n H e m e l v a a j t d a g - de Nveede Mis voor de overleden leden moet den tweeden dag worden opgedragen. Onder de e e r s t e H.Mis op 's Meeren Hemelvaartdag is het ook gebruikelijk dat de koning van het gilde in vol ornaat gekleed, met de leden van het gilde gaat offeren, en bij de

tweede Mis is het gebruikelijk dat het zielboek van overledene van het gilde worde afgeI ezen. Doch keeren wij nu terug naar onze s t o f . W i j s t dat a l l e s niet duidelijk er op dat de parochiekerk was toegewijd aan den Salvator mundi. In vroeger eeuwen toen de menschen meer geloovig en godsdienstig waren, leefden zij ook in nauwer contact met hun parochiekerk.

Doo: de overstroming was de kerk weggevaagd en werd zij niet meer opgebouwd. Wat was daarvan de reeden. Was de reformatie daarvoor een sta in de weg? Men zou haast zeggen

van ja. Wel moeten de Parochianen van Nederasselt pogingen hebben aangewend en matei ialen hebben doen aanvoeren, om een nieuwe parochiekerk te bouwen, maar tevergeefs. Later is Over en Nederasselt, zoo lees ik in het Archief bijna 100 jaren van een pastoor beroofd geweest en werd bediend door den Pastoor van Mook. Na die 100 jaren van weezenstaat werd een gedeelte van Nederasselt gevoegd bij de Parochie Balgoij en Keent een ander gedeelte bij de Parochie Overasselt zoodot Nederasselt als zelfstandige Parochie had opgehouden te bestaan. Twee eeuwen ongeveer duurde die toestand, toen het uur aanbrak, dat de Parochies Over en Nederasselt zouden gesplitst worden en dat Nederasselt weder

een zelfstandige parochie zou worden met eigen kerk en eigen pastoor. Het b l i j f t de eer en de verdienste van den op 3 Aug. 1914 overleden Pastoor Petrus Christianus van Hooff, die toen Kapelaan was van de Parochie Over en Nederasselt, dat laatst genoemd dorp z i j n eigen Pastoor en kerk heeft gekregen. Hij nam het initiatief en zette door toen er moeilijkheden kwamen opzetten. En dat de moeilijkheden werkelijk niet gering waren, dat kunnen we afleiden uit een kleine aanteekening in het archief van Pastoor van Hooff. Daar lees ik het volgende: Gelukkige Pastoors die geen nieuwe Parochie behoeven te maken. Maar gesteund door de krachtige medewerking van de toenmalige Parochianen van wie sommige groote ja zeer groote geldelijke offers brachten, heeft hij het ondernomen werk kunnen voltooien. En zoo herdenken wij Woensdag a.st. den dag waarop voor 50 jaren de Parochie herrees uit hare puinhoopen en na splitsing weer een zelfstandige Parochie werd.

34


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.