Slot Appehern. gewassen pentekening van Abraham de Haen, 1732
"^
*
*
*
'
MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS
,
36/82
TWEESTROMENLAND Opgericht l S mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen. Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen, diavoorstellingen en andere evenementen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks. Contributie De contributie voor 1982 bedraagt f 20,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,- enz., te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.
Kopij
Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan de redactie p/a Uilen-
gat 4,6617 AG Bergharen. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.
Losse nummers tijdschrift Nrs 19 t/m 35 voorradig. Per stuk f 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.
Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Genechtstraat 11,6651 EC Druten; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon 08&70-2847. Ere-leden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Bestuur J.P. van Wezel, vz., Alphen W.P. van der Bent, secr., Druten Mej. W.A. van Buren, penn., Bergharen J.A. van Gelder, vice-vz., Bergliaren G.Y.M. Derks-Klabbers, 2e secr., Druten A J. van Huist, Beneden-Leeuwen J.A. Jansen, Wijchen C.PJ. van Kouwen, Nijmegen Mej. F J. van Oijen, Druten Mr J.B.M. Roes, Beuningen G.A.A. Rooijakkers, Overasselt J. Trijsburg, Appeltern Drs C. Visser, Druten Administrateur Th.A.W. Nagtegaal, Druten
Inhoud Blz.
1 JP. van Wezel, 'Een allerplezierigst gezigt op de Maaze'. 2 S.C. Weijers, 'Een moedig man, lijkt mij zo'. 6 W J. Geertsema, 'Als liberaal voel ik mij ten zeerste verwant'. 9 W.F. Wertheim, "Het geheim van Appeltern'. 13 J P. van Wezel, Tot besluit. 13 •, Nationaal monument Joan Derk van der Capellen 15 M.B., Literatuursignalement.
T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Jac.Trijsburg
1982/1
NUMMER 36
'Een allerplezierigst gezigt op de Maaze' Toespraak van de voorzitter van de Vereniging Tweestromenland, J.P. van Wezel,
bij de aanbieding van het tweede deel in de Tweestromenlandreeks Aan het Volk van Nederland op 25 september 1981 te Appeltern. Wij zijn hier bijeen vanwege de verschijning van
het tweede deel in de Tweestromenlandreeks. Het eerste deel, het Maas en Waals Woordenboek door Johan van Os, alsook dit tweede deel zijn zonder enige subsidie tot stand gekomen. Het is onze bedoeling hiervan een traditie te maken, tenzij een belangwekkende uitgave zonder financiĂŤle steun niet te realiseren is. En dan nu het tweede deel. U moet van mij geen visie verwachten op Joan Derk van der Capellen tot den Pol of op zijn politieke denkbeelden, op zijn scherpst verwoord in zijn 'brief Aan het Volk van Nederland. Voor dit doel hebben wij hedenmiddag eminente personen in ons midden. Ik wil mij tot andere aspecten beperken. Waarom heeft de Vereniging Tweestromenland gemeend om als tweede deel in de Tweestromenlandreeks Joan Derk's 'brief Aan het Volk van Nederland te moeten uitgeven? Een jaar of drie geleden werd hiervoor reeds het eerste contact gelegd met de heer en mevrouw Wertheim. Wij zagen het jaar 1981 opdoemen en hoewel we ons als historische vereniging met het verleden bezighouden, kijken we in zo'n geval ook naar de toekomst. Joan Derk's brief is op het Huis te Appeltern in 1781 geschreven en aangezien de uitgave van De Bezige Bij van 1966 sedert jaren is uitverkocht,
leek ons een nieuwe uitgave, precies tweehonderd jaar na de eerste verschijning op zijn plaats. Ik zal U de hindernissen en doodlopende wegen besparen. De constateer met vreugde dat het, met de meer dan voortreffelijke medewerking van Uitgeverij Heureka te Weesp, die zelf een handelsuitgave op de markt brengt, precies op tijd gelukt is. Want het is vandaag tweehonderd jaar geleden dat geblindeerde koetsen door Nederlandse steden reden, om in het holst van de nacht dit explosieve boekje te verspreiden. Maar toch, vanwaar die interesse van een regionale historische vereniging voor dit geschrift van nationale betekenis? De vraag is mij de laatste weken meermalen gesteld. Tweestromenland stelt zich ten doel de belangstelling voor de geschiedenis te bevorderen in alle aspecten en onder ieder opzicht; zo vermelden de statuten. Waaraan is toegevoegd, met een komma: in het bijzonder van het werkgebied. Die doelstelling komen wij met deze uitgave geheel na. Dat het werkgebied bovendien, zowel in woord als in beeld in de inleiding van de heer en mevrouw Wertheim ter sprake komt, is een gunstige, bijkomende factor. Ook Joan Derk zwijgt niet over Appeltern. In dezelfde brief aan zijn vriend Pieter Vreede, waarin prof.dr W.F. Wertheim het
doorslaande bewijs vond dat Joan Derk van der Capellen tot den Pol de schrijver is geweest van het anonieme geschrift Aan het Volk van Nederland schrijft hij: 'Ik heb het goed sedert vriend van de Kemp bij ons is geweest niet weinig veraangenaamd o.a. door het uitrooden van eene Rijswaard of grient, die ons thans een allerplezierigst gezigt op de Maaze en eene Visscherij zonder wedergade geeft'. Genoemde brief is als bijlage in deze uitgave opgenomen. Wij zijn niet de enigen die aandacht schenken aan Joan Derk van der Capellen. Ik mag U wijzen op de eerder dit jaar in Weerselo gehouden tentoonstelling, die thans deel uitmaakt van on-
ze expositie hier, alsmede op de recente pogingen vanuit Overijssel om een viertal beelden, die tezamen een groots grafmonument in de Grote Kerk te Zwolle hadden moeten vormen, maar door allerlei oorzaken sedert het eind van de 18de eeuw in Italië zijn gebleven, toch hun rechtmatige plaats te geven. Zelfs werden in dit verband vragen gesteld aan de minister-president en aan de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Kamerleden uit Overijssel namen daartoe het initiatief, echter voorlopig zonder resultaat. Het verheugt mij als eerste spreker één van de vier initiatiefnemers, de heer Weijers, het woord te kunnen geven.
'Een moedig man, lijkt mij zo' Toespraak van het Tweedekamerlid voor het Christen Democratisch Appèl, S.C. Weijers, bij de aanbieding van het tweede deel in de Tweestromenlandreeks Aan het Volk van Nederland op 25 september 1981 te Appeltern. Sommige mensen verbazen zich over mijn komst naar hier en bovendien nog iets zeggen rondom Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Immers, in de Kamer houd ik mij voor de CDAfractie meer met eigentijdse vraagstukken bezig op sociaal-economisch terrein en gezondheidszorg. Bovendien ben ik nog een Overijssels afgevaardigde, misschien zou ik in de schoenen treden van de Overijsselse Ridderschap en Joan Derk moeten weren uit het Overijsselse! Waarom is Joan Derk mij gaan interesseren? Wel, heel eenvoudig, omdat kiezers mijn aandacht er voor vroegen. Daarmede het levende tegenbewijs leverend van een professoraal onderzoek dat concludeerde dat Kamerleden zich niets van kiezers aan zouden trekken. Het leidde mij zelfs tot het stellen van vragen aan de minister-president en de minister van CRM om het verbrokkelde en in slechte staat verkerende monument uit Rome over te brengen naar ons land. Het staat namelijk nog steeds in Rome in de villa Borghese. Het Nederlandse comité van destijds had het grootste deel van de koopsom aan de beeldhouwer betaald. De beeldengroep bereikte ons land nimmer en is nu zelfs eigendom van de stad Rome. Wel kan er iets gebeuren, getuige het antwoord op een van mijn vragen.
'Het ligt niet in mijn bedoeling om de overkomst van de beeldengroep naar Nederland alsnog te bevorderen. Ik ben van mening dat er andere mogelijkheden bestaan om de beginselen waarvan Joan Derk van der Capellen tot den Pol een voorvechter was, aandacht te geven. Wel zou er ter gelegenheid van de herdenking in 1984 in samenwerking met het Nederlands Instituut te Rome op bescheiden wijze aandacht aan een en ander geschonken kunnen worden om het monument bij die gelegenheid op te knappen? Zodoende kwam ik in aanraking met de figuur Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Een boeiende figuur overigens die Joan Derk. Het was daarom moeilijk een keuze te maken uit de veelheid van onderwerpen en gebeurtenissen uit zijn leven. Ik heb geaarzeld of ik iets zou zeggen over het commentaar van het Reformatorische Dagblad; men vond van die zijde dat ik als CDA-man niet met die vragen had mogen komen. De redactie van dat blad vroeg zich zelfs af of D'66 de vragen niet had behoren te stellen. Onzin, natuurlijk. Vragen over historische figuren dienen door partijen met een historie en een toekomst gesteld te worden. Ik had voorts kunnen kiezen uit de rol van Joan Derk voor de emancipatie van de Twentse boe-
Het dorp Appetiern in beeld met rechts de hekpijlers van de toegang tot het landgoed.
Gezicht op het landgoed Appeltern met zi/n hoge eiken en de befaamde roekenkolonie en links het zogenaamde 'gouvemantehuis'.
advies over die Schotse Brigade laten lichten ren, heel interessant en lezenswaardig. Over zijn gevechten met de gevestigde en geze- uit de notulen! Eerst had Joan Derk door het ten machten in de Overijssele Ridderschap. voortijdig doen uitlekken van zijn opvattingen Over het verboden en anonieme pamflet uit de openbaarheid bereikt. De stadhouder tracht1781 aan het Volk van Nederland, overigens te die vloedgolf van openheid in te dammen. pas een eeuw later aan Joan Derk toegeschre- Overigens de Staten van Overijssel wisten er ven. Over zijn opvatting terzake versterking ook iets op. van de vloot en niet van de landmacht. Over Zij stelden de 'secrete capse' in. Na de debathet mede door hem bestreden provincialisme; ten kon besloten worden bepaalde redevoeof de goede man gelukkig zou zijn geweest met ringen geheim te houden. Op die wijze wilde het huidige centralistische stelsel van Neder- men zich wapenen tegen al te oproerige verhaland, waag ik echter te betwijfelen. Interes- len van Joan Derk. Ze werden eenvoudig in sant is ook zijn afkeer tegen huurlegers, hetgeen de doofpot gestopt. In zijn strijd voor de zeker begrijpelijk is als men bedenkt dat het in Twentse boeren schroomde hij niet opnieuw het buitenland in die dagen gebruikelijk was om openbaarheid te forceren. En zo kom ik op het onderdanen tegen hun wil als soldaten te verhu- derde deel van mijn inleiding. ren, ook aan ons land. Het aspect van dichtbij is zijn strijd tegen de Boeiend is natuurlijk ook wat zich allemaal drosten-diensten, in het bijzonder tegen de na de dood van Joan Derk heeft afgespeeld. voormalige Drost van Twente. Nu is er heden Ik wees ook al op het monument. Ik laat dat hier en daar ook enige strijd tegen de huidige allemaal rusten en beperk mij tot drie zaken Drost van Twente, als U begrijpt wat ik bedoel. die mij het meest gefrappeerd hebben; dichtbij Ik denk dat de historie met een glimlach naar en veraf, te weten de bevrijding van de Twent- ons gekrakeel over de provinciale indeling van se boeren, zijn eerste schreden op de weg van nu terug zal kijken, want natuurlijk wordt de de openbaarheid en zijn opstelling naar de op- huidige discussie versimpeld; voor of tegen standen in Amerika. Die verzetstrijders in Ame- Twente. rika bonden samen met de Fransen de strijd Net zo een versimpeling als op het gebied van aan tegen de Engelse kolonisten. Vanuit Neder- de nucleaire bewapening, of kernenergie of land wilde men op verzoek de Engelsen een noemt U maar op. Dingen liggen nu eenmaal handje gaan helpen, je bent koloniale mogend- een slag ingewikkelder. Daar moet bij nageheid of niet! dacht worden en dat is tegenwoordig niet in: Joan Derk nam het in die dagen op voor de op- nadenken over de dingen. standelingen en adviseerde tegen het ter be- Ik zwijg op Gelderse bodem nu verder over schikking stellen aan Engeland van de zogehe- Twente. Het komt vanzelf. ten Schotse Brigade. Een opmerkelijk stand- Terug naar Joan Derk en de boeren in Twente. punt, als men bedenkt dat Nederland juist in Wie nog eens naleest wat geschreven staat in dat werelddeel behoorlijk voet aan wal had als een stuk van de Provinciale Bibliotheekcentrale koloniale mogendheid. In Nieuw Amsterdam (oost), krijgt grote waardering voor Joan Derk. Tenslotte is hij tegen de gevestige machten van wel te verstaan, het latere New York. Je moet goed beseffen wat zo'n standpunt die tijd er in geslaagd de boeren vrij te maken betekende in de machtsverhoudingen van die van de drosten-diensten, diensten die zelfs hebdagen. Naar hedendaagse tijden vertaald zou ben bestaan uit het halen van kalk en planken hij het opgenomen hebben voor Soekarno, uit het Munsterse land. Ook van pastoors en tegen Nederlandse deelname aan het Korea- kapelaans vroeg de Drost geld om hun ambt te drama, zeker tegen het Vietnam-avontuur van mogen uitoefenen! de Verenigde Staten. Een moedig man lijkt De gezeten macht sloeg hard terug naar Joan Derk, toen deze de onwettigheid van de drosmij zo. Daarbij hanteerde Joan Derk enkele trucs om ten-diensten aantoonde. Hem werd toegang tot de openbaarheid te bereiken. In die dagen was de vergadering van de Staten van Overijssel onthet niet zo dat hetgeen men zei in de Staten zegd. Dat gebeurde in 1778. In 1782 keerde ook in het verslag werd opgenomen. Willem hij terug in de Staten en werden de drostende Vijfde had zelfs het eerste wel genotuleerde diensten ten eeuwige dagen' afgeschaft.
Joan Derk van der Capellen, gravure van L J. Cathelin naar J. A. Kaldenbach
5
Wat leert ons dit alles. Joan Derk van de Capel- licht kunnen we de oude penning ook weer in
len tot den Pol dient onder het stof van de vergetelheid vandaan te komen. Daarom mijn grote waardering voor het initiatief van Uw vereniging om de presentatie van het boek Aan het Volk van Nederland mogelijk te maken. De spreek niet over het pamflet. Bescheidenheid - overigens meestentijds niet een sterke eigenschap van een politicus - brengt mij ertoe dat onderdeel geheel voor professor Wertheim te laten! Tweede opmerking is deze. Mij lijkt het de hoogste tijd om een comitĂŠ Joan Derk op te richten en het herdenkingsjaar 1984 voor te bereiden. Immers tweehonderd jaar geleden stierf Joan Derk. Daar ligt de toezegging van de toenmalige minister van CRM. Ik wees U daar al op. Wel-
'Als
ere herstellen. Een penning die de dankbare Twentenaren Joan Derk aangeboden hebben. Opschrift: 'De nijvere landman juicht, zijn vrijheid is hersteld. Capelle zegepraalt op baatzucht en geweld, l november 1782'. Welaan, het moet mogelijk zijn telkenjare een mens die zich verdienstelijk maakt voor Overijssel en Gelderland, inclusief Twente, of voor Usselland, Gelderland en Twente zo U wil, de penning toe te kennen. Dat kan op velerlei gebied zijn, van sport tot politiek en alles wat daar tussen ligt. Het is mij een genoegen en een eer om hier in het Tweestromenland deze woorden te spreken gewijd aan Joan Derk. Hij en ik hebben weinig gemeen, wellicht het enige is het onze eigenwijsheid.
liberaal voel ik mij ten zeerste verwant!'
Toespraak van de Commissaris der Koningin, mr W.J. Geertsema, bij de in ontvangstneming van het tweede deel in de Tweestromenlandreeks Aan het Volk van Nederland, op 25 september 1981 te Appeltern. Bladerend in geschriften over Joan Derk van der Capellen tot den Pol kwam ik een opmerkelijke uitspraak tegen die hij op het eind van zijn helaas korte leven heeft gedaan. U kunt zich wellicht voorstellen, dat de woorden 'Ik heb niets geschreven of het is waar bevonden, niets voorzegd of het is vervuld, niets beloofd of ik heb het gepresteerd', mij om verschillende redenen zeer boeien. Wie zou het overigens niet graag als rechtvaardiging van zijn leven willen zeggen. En de betrokken auteur van deze woorden had er alle reden voor het nog eens duidelijk te stellen. Zowel toen als nu was het spreken van de waarheid een riskante aangelegenheid. De Staten-Generaal loofden een premie van 1. 000 gouden rijders uit voor het verklikken van de auteur van het geschrift, dat ons hier bijeenbrengt. De Gelderse Staten, altijd wat zuinig van aard stelden op 26 oktober 1781 toch nog 100 gou-
den rijders beschikbaar, opdat des te gemakkelijker 'den autheur van zeeker geschrift, 't welk deezer dagen onder den titul: 'Aan het volk van Nederland' is uitgekomen, waar in de hooge regeeringe deezer landen, de heer Prins Erf-Stadhouder, mitsgaders zijne voorsaaten enz. op een schandaleuse en verregaande wijze werden gelastert'. zou worden ontdekt. Zoals U reeds bekend is, werden op enkele uren na 200 jaar geleden vanuit geblindeerde koetsen over grote delen van ons land pamfletten verspreid met de titel 'Aan het Volk van Nederland'. Het is niet aan mij om de inhoud van dit Vuilaartig', 'infameus' en 'lasterlijk' libel, dat ook in het Frans, Duits en Engels werd vertaald, in te gaan. De heer en mevrouw Wertheim hebben dat vijftien jaar geleden al op deskundige wijze gedaan. De waardering voor het geschrift dateert overigens al van lange tijd. Na 'lasterlijk libel' in 1781, wordt het een 'krachtig li-
bel' in 1886 en met het opkomen van de waardering voor het pamflet wordt het onderzoek naar de identiteit van de auteur met energie opgezet. Het is al vele jaren geleden, dat zekerheid werd dat achter het libel de naam van Joan Derk van der Capellen als auteur schuilgaat, een persoon die ver over de grenzen van ons land bekend is. De noem slechts Amerika vanwege zijn hulp ten behoeve van de jonge Verenigde Staten van dit land. Van der Capellen's inspanningen leidden er toe, dat de Republiek der Vereenigde Nederlanden - na Frankrijk - als tweede land de Verenigde Staten van Amerika erkende. Ons land behoort ook thans nog, afhankelijk van de politieke wil, tot de snelle erkenners van een regering of soms tot de nakomertjes. Niet onvermeld mag blijven het door de Italiaanse beeldhouwer Ceracchi in 1789 voltooide beeld van Joan Derk van der Capellen als Romeins tribuun, dat - bestemd als groots monument voor hem - nimmer Rome verlaten heeft. Zelfs zijn mausoleum op de Gorsselse hei ging vier jaar na zijn dood door toedoen van Orangistisch gepeupel de lucht in. En dan Appeltern, waar het pamflet 'Aan het volk van Nederland' in 1781 geschreven werd. Het huis werd een eeuw later, bijna als een vijandige daad jegens Van der Capellen afgebroken! Ik stel het bijzonder op prijs het eerste exemplaar te mogen ontvangen van de door de heer en mevrouw Wertheim ingeleide en uitgegeven tekst van 'Aan het Volk van Nederland', dat deel 2 is in Uw Tweestromenlandreeks. De had - met de titel van deel I 'Maas en Waals woordenboek' in het geheugen - nu niet direct een uitgave over Van der Capellen verwacht. De begrijp dat deel 3 in de reeks stellig opnieuw een verrassing zal zijn. Al is het niet gelukt om uit de tuin van Borghese Van der Capellen zelf, de twee vrouwenfiguren en de kolossale Nederlandse Leeuw voor Uw tentoonstelling te lenen, deze tentoonstelling is er niet minder om. Van der Capellen zou er als patriot stellig geen bezwaar tegen hebben gehad in een 'schuur' te exposeren. Natuurlijk vraag je je af - zo hoort dat immers welke de maatschappelijke relevantie is van de herdenking van Joan Derk van der Capellen. Ook na 1781 en zelfs tot op heden toe worden
anonieme pamfletten, weliswaar niet vanuit geblindeerde koetsen maar gewoon via de post of door aanplakking op willekeurige muurstukken verspreid. Er zijn er bij waarvan je als tijdgenoot kunt zeggen dat zij 'vuilaartig' en 'calumnieus' zijn. Tot zover gaat de vergelijking op. Maar of onze huidige muurkranten door latere vereerders beschreven zullen worden als 'het beste stuk proza....: eenvoudig van voorstelling, streng en logies van opbouw, klaar en doorzichtig als glas, zuiver van taal, een voortbrengsel van waarlijk dempkraties idealisme' is voor mij wel de vraag. Het kan ook zo zijn, dat wij de Van der Capellens van onze tijd niet herkennen. Wij hebben met het verschijnsel van de anonieme auteurs ook dusdanig weten te leren leven, dat wij geen premies meer uitloven voor onthulling van de anonieme auteurs. De houd het er op, dat Uw Appelternse Joan
Derk, 'dien hoogstverdienstelijken, vaderlandschen ridder' tot de zeldzame figuren behoort. Als liberaal voel ik mij ten zeerste verwant aan deze geharnaste strijder voor vrijheid en voor democratie, aan deze strijder tegen het conservatisme. Hij was - in mijn ogen - een liberaal (maar dan wel een links-liberaal) avant la lettre. Met veel genoegen open ik mede daarom de aan hem gewijde tentoonstelling.
Deze gedenksteen aan een woonhuisgevel in de Bloemendalstraat te Zwolle is in 1908 aangebracht door The Holland Society van New York uit dankbaarheid voor Joan Derk's optreden ten gunste van de Amerikaanse koloniĂŤn, hetgeen heeft bijgedragen tot de erkenning van
de Verenigde Staten door ons land in 1783 - dit jaar 200 jaar geleden.
In Appeltern werd de democraat van het eerste uur, Joan Derk van der Capellen, met een straatnaambord geĂŤerd.
'Het geheim van Appeltern' Toespraak van prof.dr W.F. Wertheim ter gelegenheid van de verschijning van Joan
Derk van der Capellen's Aan het Volk van Nederland, gehouden te Appeltern op 25 september 1981. Wat voor mens was Joan Derk, Baron van der Capellen? Veel mensen leer je het beste uit hun brieven kennen - daarom begin ik met een citaat: 'Dertien of veertien jaaren heb ik van 1400,gulden moeten leeven zonder schulden te maaken. Alle mijne betrekkingen, mijn naaste bloed, heb ik aan mijn Vaderland geofferd.... Ik heb mij de ongunst zelfs van mijn vader op den hals genaaid door mijne oppositie tegen het Hof - laat dan geene familiebelangen U detourneeren'. Dit schreef Joan Derk van der Capellen in een brief aan zijn vriend en medestrijder Jhr. Lambertus van Beyma, van wie hij even de indruk kreeg dat hij, terwille van een ambt, uit de politiek wilde stappen. Uit deze woorden komt het karakter van Van der Capellen duidelijk naar voren. Allereerst zijn grote eerlijkheid. De voortzetter van Van der Capellen's geestelijke nalatenschap, de jurist Pieter Paulus, schteef over hun eerste persoonlijke ontmoeting: 'Te Zwolle heb ik ook kennis gemaakt met den Heere van der C., een man, op wiens aangezigt de candeur en onverzettelijke eerlijkheid te lezen zijn'. Ook het demokratische gehalte van Joan Derk's denkbeelden en daden is door dezelfde Pieter Paulus ten volle erkend. In een geschrift uit 1793, Over de gelijkheid, eerde Pieter Paulus zijn voorganger in de strijd voor de demokratie, Joan Derk, in Bijbelse termen, als 'Mozes, Jozua en David in eenen' - terwijl hij Stadhouder Willem V tot 'de schaare van de Anti Christ' rekende. Er is nog een derde kant in Joan Derk's karakter, die ik speciaal naar voren wil brengen: een grote rechtlijnigheid in zijn denken en handelen, zoals men die bij aktieve politici maar zelden tegenkomt, een zich consequent inzetten voor zijn idealen, een afkeer van compromissen, waar het om voor hem wezenlijke
zaken ging. Om Van der Capellen's biografie door M. de Jong, uit 1922, te citeren: 'Het zijn waarlijk offers, die Van der Capellen gebracht heeft, offers van carrière, aanzien, rust, vriendschap, en gezondheid'. Er zijn bepaalde redenen, waarom ik speciaal op deze eigenschappen van Van der Capellen nadruk leg. In de afgelopen jaren is in een aantal publikaties twijfel uitgesproken aan deze eigenschappen: aan Van der Capellen's eerlijkheid, aan het demokratisch karakter van zijn ideeÍn en aan de rechtlijnigheid in zijn denken en handelen op politiek terrein. Om zijn nagedachtenis volledig recht te doen wedervaren, hebben mijn vrouw en ik deze
nieuwe uitgave van het pamflet, waartoe de uitgeverij Heureka het initiatief heelt genomen, van een volkomen nieuwe geschreven inleiding voorzien. Het eerste idee in de richting van een heruitgave in 1981 werd ons overigens al enkele jaren geleden door Jacobus Trijsburg ingefluisterd - en het is mede aan zijn interesse en energieke aanpak te danken dat de Vereniging Tweestromenland dit initiatief van harte gesteund heeft. De in modern Nederlands omgezette tekst van het pamflet is identiek aan die, welke mijn vrouw indertijd in 1966 voor de uitgave van De Bezige Bij heeft verzorgd. Maar het nieuwe Ten Geleide heeft tot strekking, de langzamerhand omtrent de figuur van Joan Derk van der Capellen onstane mythe aan de bronnen te toetsen - een mythe die tot in de pas verschenen Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel 9, is doorgedrongen. Deze mythe komt er op neer, dat Van der Capellen een uiterst ambivalente en gecompliceerde persoonlijkheid zou zijn geweest, een verscheurd mens in wiens borst twee of zelfs meer, zielen leefden en om de voorrang streden. Deze mythe is voor een groot deel te danken geweest aan de fantasie van zijn biograaf, Murk de Jong, die ondanks zijn grote bewonde-
ring voor Joan Derk's karakter en strijdbaarheid, toch aldoor maar wilde bewijzen: 'hoe diep, diep, de kloof spalkte in zijn gemoed ; dat de twee-deling het voornaamste kenmerk van zijn aanleg is, het beginsel dat de bouw van zijn geest volkomen beheerst'. Zo bestempelt De Jong ook het schrijven van Aan het Volk van Nederland als 'een daad van onwaarachtigheid'. Waarom? Omdat Van der Capellen, in zijn gespletenheid, voor zichzelf, en voor zijn beste vrienden niet zou hebben willen erkennen, dat hij de schrijver van dit anonieme pamflet was! Al in ons Voorwoord tot de vorige uitgave, die van 1966, hebben wij kunnen aantonen, dat De Jong hier op het verkeerde spoor zat doordat hij een brief van Joan Derk aan zijn goede vriend Pieter Vreede over het hoofd had gezien, waarin hij ronduit het schrijverschap van het pamflet erkende. En toch heeft hij de mythe van de gespleten persoonlijkheid doorgewerkt. Nog kort geleden schreef Prof. J.W. Schulte Nordholt uit Leiden, in zijn boek Voorbeeld in de verte over de invloed van de Amerikaanse Revolutie op Nederland, dat De Jong in zijn biografie van Van der Capellen diens 'diepere ambivalentie' en diens 'innerlijke wezen' met veel begrip had beschreven. En ook volgens de Groningse historicus Prof. Kossmann zit Van der Capellen Vol uiterst merkwaardige paradoxen'. 'Men kan nauwelijks een uitputtende catalogus van zijn tegenstrijdigheden geven'. Een van die tegenstrijdigheden was volgens Kossmann, dat Joan Derk ondanks zijn demokratische ideeën toch in wezen een conservatief was. En tot deze beeldvorming, dat Van der Capellen in wezen geen demokraat was, hebben ook enige in de laatste jaren verschenen studies van Dr. C.H.E. de Wit bijgedragen. In ons nieuwe Ten Geleide proberen wij, juist de rechtlijnigheid in Joan Derk's denken én politiek handelen, te schetsen, vanaf het moment dat hij op het kasteel te Appeltern zijn hartstochtelijke oproep Aan het Volk van Nederland schreef. Begin 1780 was er een grote kentering in zijn leven gekomen. Aan de ene kant was hij, voorlopig, uit de provinciale Staten van Overijssel gestoten, vanwege zijn strijd tegen de drostendiensten in Twente, die een last waren voor de Twentse boeren. Maar aan de andere kant was, door de 10
dood van zijn vader die hij in Appeltern praktisch nooit bezocht, zijn financiële toestand flink verbeterd. Voor het eerst van zijn leven kon hij nu een veer van de mond blazen - als hij er maar voor zorgde, het door zijn vader zwaar verwaarloosde landgoed Appeltern weer behoorlijk op te knappen, en orde op zaken te stellen. De belangen en noden van de katholieke pachters uit het Land van Maas en Waal gingen hem in het bijzonder aan het hart schreef hij niet aan zijn vriend Pieter Vreede: 'De toestand der Roomschen in ons land doorboort mij de ziel'? In dit afgelegen kasteel, uitkijkend op de Maas, heeft hij in korte tijd zijn oproep aan ons volk geschreven. Een moedig stuk - en toch anoniem verschenen. Zit hier niet tóch een zekere tweeslachtigheid? De Jong wist eigenlijk deksels goed, waarom het pamflet anoniem moest verschijnen. Onmiddellijk werden zware straffen uitgevaardigd op het verspreiden, en zelfs op het bezit van het pamflet, en hoge beloningen werden uitgeloofd voor wie de identiteit van de schrijver kon openbaren. Het was voor Joan Derk, in letterlijke zin, levensgevaarlijk - zoiets als het uitbrengen van Trouw, het Parool of de Waarheid tijdens de Duitse bezetting! Is het een wonder, dat Van der Capellen alleen zijn naaste vrienden in 'het geheim van Appeltern' liet delen? Maar Joan Derk van der Capellen had niet alleen tot zijn tijdgenoten iets te zeggen. Deze herdruk is ook voor ons land, nu in 1981, van belang. Van der Capellen's strijd voor de demokratie in Nederland, maar ook voor de erkenning van de Amerikaanse Republiek, was volstrekt belangeloos. Toch zijn verdachtmakingen hem niet gespaard, ook niet door latere geschiedschrijvers, die naar allerlei onzuivere bijmotieven hebben gezocht. Zo schreef Dr. Hartog in zijn boek De Patriotten en Oranje, over de anti-Orangistische pamfletten in het algemeen: 'Vele van deze schrijvers werden met Fransch goud betaald, en het ging den Franschen gezant, den Hertog de la Vauguyon, naar den vleesche'. Dr. Hartog schreef dit in 1882, een eeuw na Aan het Volk van Nederland - was het zo maar een bedenksel? Nee: een tijdgenoot en tegenstander van Van der Capellen, de Leidse professor Adriaan Kluit, had het al een eeuw
De prent is na zijn dood (6 juni 1784) vervaardigd.
Joan Derk van der Capellen, door een onbekend kunstenaar, omringd door symbolen, zoals het verbroken juk, de vrifheidshoed, een vallende ster, de geslaakte ketenen en een met rouwsluier getooide kinderfiguur.
eerder over 'door Franschen bezoldigde schrijvers'. Kennelijk bedoelde hij daarmee ook de toen nog onbekende schrijver van Aan het Volk van Nederland - misschien omdat in dit pamflet gepleit wordt voor een goede verstandhouding en een nauw bondgenootschap met Frankrijk wij waren toen namelijk met Engeland in oorlog. Nu moet men weten, dat dezelfde gezant De la Vauguyon aan zijn Minister de Vergennes schreef, dat hij Aan het Volk van Nederland juist een zeer afkeurenswaardig boek vond un livre tres condamnable! De Franse regeerders uit die jaren van vóór de Franse Revolutie waren op demokratische ideeën allerminst gesteld! Maar intussen werd met zulke nergens op berustende beschuldigingen de zuiverheid van de motieven van Joan Derk en zijn demokratische medestanders verdacht gemaakt - en daar was het om te doen! Financiële hulp uit het buitenland kwam in die jaren voor - maar dat ging anders toe: de Britse ambassadeur Harris kreeg in 1786 de beschikking over het zogenaamde 'Gelderlandsubsidie' - vijf ton per maand om daarmee Gelderland uit handen van de Patriotten te houden. En zo kon men maandelijks in Arnhem een soldatenhoer, genaamd Mooie Mie, met zakken geld zien rondgaan om de soldaten van de Stadhouder een aanvulling te geven op hun armzalige soldij - en om de huizen van vooraanstaande Patriotten aan te wijzen, die moesten worden aangevallen en geplunderd! Waar doet dit alles ons aan denken, als wij aan lessen voor het heden denken? Weest gerust, Mijnheer de Voorzitter, ik zal mijn vergelijkingen met het recente verleden of heden niét aan Gelderland ontlenen, maar ze iets verder van huis zoeken - bij voorbeeld in Noord Brabant. De beschuldigingen van 'Frans goud' brengen ons namelijk in herinnering de wijze waarop kort geleden het Interkerkelijk Vredesberaad en de beweging Stop de Neutronenbom publiekelijk in een vals daglicht zijn gesteld, door de suggestie, dat zij voor een groot deel door Russische gelden worden gefinancierd. Zij, die de demokratische nalatenschap van Van der Capellen, via Thorbecke, nu op het einde van de twintigste eeuw doorzetten, hebben er recht op zonder verdachtmakingen, borrelpraat en insinuaties (ik citeer oud-Minister Mevrouw Marga Klompé) te strijden voor 12
wat er nu nog steeds, of nu wéér, aan onze Nederlandse democratie ontbreekt. Van der Capellen was één van de grondleggers van onze demokratie. Maar demokratie is niet iets dat eens en voor al, als een kant en klaar geschenk, wordt gegeven. Het moet, stap voor stap, veroverd worden. Soms via een anoniem pamflet. En soms ook door buitenparlementaire aktie. Want er bestaan in ons staatsbestel nogal wat ondemokratische elementen. Van der Capellen schreef in zijn aanklacht tegen Stadhouder Willem V:
'Hebt gij, o Willem! niet door ons geheele land Uw spions, aanbrengers en verklikkers, die zig in alle gezelschappen weten in te dringen, en ons van de aangenaamheden eener gulle, openharige samenleving beroven?' In ónze tijd zijn die spions, aanbrengers en verklikkers gehuisvest in een groot en ontoegankelijk gebouw in Den Haag, ik meen aan het Stadhoudersplantsoen; en wie weet heeft een vertegenwoordiger van die dienst óók in deze schuur plaatsgenomen! Maar wij zullen
ons daardoor niet van een gulle, openhartige herdenking in dit aangename gezelschap laten weerhouden! Een herdenking houdt altijd óók in: een denken over de toekomst. Als wij in Nederland, in West-Europa, op de Aarde der Mensen Terre des Hommes - nog van een toekomst willen spreken, dan moeten wij één les van Joan Derk van der Capellen terdege ter harte te nemen. Napoleon zei, dat oorlog een veel te ernstige zaak is, om aan generaals te worden overgelaten. Maar Van der Capellen leert ons, dat ook vrede een veel te belangrijke zaak is, om aan beroepsmilitairen te worden overgelaten! En zeer zeker mogen wij ons lot niet in handen leggen van machtige vreemde militairen - zoals de Dikke Hertog er een was toen Van der Capellen zijn Aan het Volk van Nederland schreef. Het gevaar van een beslissende invloed door vreemde generaals wordt niet verminderd doordat zij nu net afkomstig zijn uit het land dat 200 jaar geleden een vrijheidsstrijd voerde, waarvoor Van der Capellen zich toen terecht met volle kracht heeft ingezet. Ik wil eindigen met een citaat uit het Voorwoord van de uitgever voor deze nieuwe uitgave van Aan het Volk van Nederland, die vol-
gens hem "nu nog meer (is) dan alleen maar een 'herdenkingscuriosum'. Niet alleen is dat democratiseringsproces niet ten einde, ook de oproep van Aan het Volk van Nederland is dat niet. Hoe getekend het ook is door zijn
tijd, veel elementen erin waren verrassend modem, en zijn dat gebleven. En bovenal is het appèl waakzaam te blijven tegen alle vormen van opeenhoping en verstarring van macht, een oproep die altijd gehoord moet blijven'.
Tot besluit Slotwoord van de voorzitter van de Vereniging Tweestromenland, J.P. van Wezel Aan het einde van deze bijeenkomst, dames en heren, wil ik dank brengen aan U, Mijnheer de Commissaris der Koningin, de samenstellers van het tweede deel in de Tweestromenlandreeks, de heer en mevrouw Wertheim, de heer Weijers, de heer Trijsburg, de Provinciale
Bibliotheekcentrale Overijssel-Oost
en het
Provinciaal Overijssels Museum voor de bruiklenen voor de tentoonstelling, Uitgeverij Heure-
ka met in het bijzonder de heer Gladder, onze redactiecommissie en onze tentoonstellingscommissie en zeker ook de gemeente Appeltern voor het gastvrij onthaal totnutoe en voor hetgeen ons na afloop is bereid. Ten slotte al degenen die achter de schermen hun medewerking hebben verleend en niet met name zijn genoemd. U, dames en heren, dank ik voor Uw aandacht en ik wens U nog een aangenaam verpozen.
Draagteken met portret van Joan Derk van der Capellen.
Nationaal monument Joan Derk van der Capellen De leden van de Tweede Kamer, S.C. Weijers (CDA), drs. M. Beinema (CDA), mr. J. Buikema (CDA) en H. Wisselink (CDA), hebben op 23 oktober 1980 aan de minister-president en aan de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, schrijftehjk vragen gesteld over een nationaal monument van Joan Derk van der Capellen tot den Pol. De minister van CRM heeft mede namens de minister-president, deze vragen op 25 november 1980 schriftelijk als volgt beantwoord: 1. Vraag: Deelt de minister-president de opvatting van Jan en Annie Romein in hun 'Erflaters der Beschaving' dat Joan Derk van der Capellen tot den Pol uit Overijssel 'de grondlegger is geweest van de moderne democratie in Nederland'?
Antw.: Bij de beoordeling van de aangehaalde zinsnede moet men zich afvragen in welk verband de uitspraak werd gedaan. In dit geval gaat het klaarblijkelijk om een element in een debat tussen historici. Ik acht mij niet geroepen
13
om mij in deze wetenschappelijke duscussie te mengen.
van de stad Rome is kan op grond van de mij ter beschikking staande gegevens niet beoordelen. Overigens meen ik dat voor het oplossen van de eigendomsvraag andere wegen open staan.
2. Vraag: Is het de minister-president bekend,
dat na het overlijden van Joan Derk van der Capellen in 1784 een comitĂŠ uit de burgerij een opdracht heeft gegeven aan de Italiaanse beeldhouwer Ceracchi, een nationaal monument te vervaardigen? Antw.: Ja. Ik mag in dit verband wijzen op de uitgebreide studie van Hetty Wertheim-Gijse Weenink en W.F. Wertheim: 'A Dutch Tribune of the People in Rome', gepubliceerd in de Mededelingen van het Nederlands Instituut te Rome, deel XXXVI (1974), p. 165-174. 3. Vraag: Is het waar, dat het overgrote deel van de koopsom destijds aan de Italiaanse beeldhouwer is uitbetaald, maar dat het monument ons land nimmer heeft bereikt? Antw.: Ja. 4. Vraag: Is het waar, dat het monument verbrokkeld en in slechte staat in de
Villa Borghese in Rome staat opgesteld en eigendom zou zijn van de stad Rome? Antw.: Het monument bevindt zich op de aangegeven plaats. Delen van de beeldengroep staan verspreid opgesteld in het park, ten dele ontsierd door opschriften. Of het monument thans eigendom
5. Vraag: Zou de regering stappen willen ondernemen om tijdig voor het herdenkingsjaar 1984 het monument alsnog naar Nederland te doen komen? Toelichting: Zie een artikel in 'de Mars', Overijssels maandblad (oktober 1980) en in
Tubantia van 10 oktober jl. Antw.:
Het ligt niet in de bedoeling om de overkomst van de beeldengroep naar Nederland alsnog te bevorderen. De ben van mening dat er andere mogelijkheden bestaan om de beginselen waarvan Joan Derk van der
Capellen tot den Pol een voorvechter was, aandacht te geven. Wel zou t.g.v. de herdenking in 1984 in samenwerking met het Nederlands Instituut te Rome op bescheiden wijze aandacht aan een en ander geschonken kunnen worden. Voorts zouden wellicht middelen ter beschikking gesteld kunnen worden om het monument bij die gelegenheid op te knappen.
Uit: CRMInformatie nr 147/2/80 d.d. 27 november 1980
Verantwoording afbeeldingen
Maas en Waals Centrum voor Streekdocumentatie, Wijchen (blz. 3, 8 ander). Iconografisch Bureau, 's-Gravenhage (blz. 5, 11 en 13). Gemeentearchief Zwolle (blz. 8 rechtsboven). Rijksprentenkabinet, Amsterdam (omslag).
14
LiteratuurSisnalement
355.48
Krijgsgeschiedenis
BUCK, G. (ed.), Der Westfeldzug 1940; Leonie am Starnberger See, 1979. STAAL, G., Een blik op bezet Nederland; Luchtfoto's van de Geallieerden;Wageningen, 1980. VLIET, A.L.J. van, Het Nederlandse müitaire aandeel in de bevrijding van ons land; in: Ons Leger, jrg. 64 no. 4 (aprü 1980), p. 52-67, afbn., tekn. aan de orde komen o .a. de Stoottroepen. 623
Verdedigingstechniek
HOOF, J.P .C.M. van, De 8 staal in de Maaslinie, 10 Mei 1940;in: Mars et Historia, jrg.
14 (1980), p. 169-172. SMEENK, M., De mortier van 8; in: Ons Leger, jrg. 64 no. 10(okt. 1980), p. 91-97, afbn. 902
Archeologie
DINTEREN, P. van, Middeleeuwen in scherven te Winssenjin: Tweestromenland no 32 (l 980), p. 7.
HULST, R.S., Een Romeinse vüla bij Druten; in: Romeins België en Nederland, Den Haag, 1980, p. 53-63,tekn. Eveneens verschenen in: Hermeneus, Tijdschrift voor antieke cultuur, jrg. 52 no. 2 (1980), p. 117-127, tekn. en als R.O.B.-overdruk no. 133
(11 p., tekn.). Het 2e nummer van jrg. 52 van het tijdschrift Hermeneus is door uitgeverij M. Nijhoffte Den Haag uitgegeven als een afzonderlijke publikatie, onder de titel 'Romeins België en Nederland'. Naast een aantal afzonderlijke artikelen, zijn ook overzichten van Romeinse relicten opgenomen en een bibliografie. De artikelen zijn, zowel wat auteurs als gebied betreft, gemengd Belgisch-Nederlands. Opmerkelijk is, dat in 4 van de 11 artikelen Druten ter sprake komt (l is zelfs in zijn geheel aan Druten gewijd). Bij de nog zichtbare Romeinse sporen in Nederland wordt onder 'A. In plaveisel of anderzins aangeduide sporen' niet genoemd de votiefsteen in de zuidgevel van de kerk te Dodewaard. In lijst 'B. Niet of nog onvoldoende onderzochte rekcten' wordt onder no. 5 nog vermeld Heumen-Heumensoord-Rauwschans. In het overzicht van Musea in Nederland, waar zich een groot aantal Romeinse vondsten bevinden, staat onder Gelderland enkel Rijksmuseum G.M. Kam genoemd. Waarom museum Frans Bloemen in Wijchen door mevr. Gerhartl-Witteveen (uit Nijmegen) niet genoemd is, is mij een raadsel. Daar worden toch wel
meer dan 'enige lokale vondsten' tentoongesteld! HULST, R.S., Gelderland: Heumen-Malderburcht;in: Jaarverslag R.O.B, over 1979; Amersfoort, 1980, p. 104.
HULST, R.S., Gelderland: Beuningen-De Tinnegieterjin: Jaarverslag R.O.B, over 1979; Amersfoort, 1980, p. 104.
15
HULST, R.S., Gelderland: Wijchen-Molenberg; in; Jaarverslag R.O.B, over 1979 Amersfoort, 1980,p. 107.
Mogelijk behoort Michelsberg niet tot de westerse cultuurgroep, wél tot het westerse
HULST, R.S., Gelderland: Heumen-Malden; in: Jaarverslag R.O.B, over 1979; Amersfoort, 1980;p. 109.
Het is in deze sfeer, dat het aardewerk van Het Vormer relaties heeft naar diverse richtingen:
HULST, R.S., Gelderland: Ewijk- boerderij Brouwershof stad; in: Jaarverslag R.O.B, over 1979; Amersfoort, 1980, p. 109.
aanwijsbare connecties met het Chasséo-Mi-
HULST, R.S., Gelderland: Dreumel-De Pol; in: Jaarverslag ROB over 1979; Amersfoort 1980, p. 109-110. HULST, R.S. en M J.A. de HAAN, Druten: Klepperhei;in: Jaarverslag ROB over 1979; Amersfoort, 1980, p. 43. HULST, R.S. en J.W. NOORDAM, Nederzetting Romeinse tijd op Klepperhei te Druten; in: Tweestromenland no. 31(1979), p. 3-5, afbn.;no.32(1980),p. 3-6,afbn.;33 (1981), p. l^Mek.,krt. LOUWE KOOYMANS, L.P., De midden-neolitische vondstgroep van Het Vormer bij Wijchen en het cultuurpatroon rond de zuidelijke Noordzee circa 3000 v. Chr.;in: Oudheidkundige Mededelingen van het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden, jrg. 61 (1980), p. 113208 en pi. 18-20, afbn., krtn., lit., tekn.
In een zeer grondige studie heeft L.K. het gehele cultuurpatroon rond de Zuidelijke Noordzee, zowel op het vasteland als in Engeland beschreven, met daarin de plaats, die de nederzetting op Het Vormer innam. Uit de eindconclusie neem ik het volgende over: 'In de periode van 3300-27- v. Chr. vinden we tussen Parijs en Munster van zuid naar noord het Chasséen du Bassin Parisien, het Chasséo-
Michelsberg, de Hazendonk-2 en -3 vondstgroepen en 'echt'Michelsberg. Begrenzen zijn niet scherp te trekken. Hazendonk-3
beschouwen we -zolang er geen assemblages elders in het Beneden-Rijngebied bekend zijnals een lokale ontwikkeling in het Nederlandse
techno-complex. Er is hier sprake van één culturele sfeer, het "westelijk neolithicum'. naar de Rijnlandse Michelsbergcultuur, naar het Chasséen du Bassin Parisien. Er zijn geen chelsberg van N.Frankrijk en Henegouwen, wel met gelijktijdige culturen in Engeland. Cultuurelementen uit zeer verschillende windstreken worden op Het Vormer aangetroffen. We mogen aannemen, dat met die streken nauwe banden bestonden. Het kan zijn dat voor alle aardewerk sprake is van lokale pro-
duktie, ook import over een afstand van 100 km. is zeer waarschijnlijk.
PETERS, W.J.T., Romeinse muurschilderingen in Nederland;in: Romeins België en Nederland; Den Haag, 1980, p. 64-70, afbn. Eveneens in: Hermeneusjrg. 52 no. 2 (1980), p. 128-135, afbn. Druten-Klepperhei. 903
Prehistorie
BLOEMERS, J.H.F., Engels drop. Een poging tot ontleding van het romantisatieproces in Nederlandjin: Westerheem,jrg. 29(1980), p. 152-173,afbn., tekn. Maas en Waal.
BORMAN, R., Oude beschavingen van de Lage Landen. Speurtocht naar het dagelijkse leven van onze voorouders van ijstijd tot volksverhuizing; Amsterdam/Brussel, 1980;215 p., afnb., krtn., lit., reg., tab. (Elsevier, f47,50). Overzichtelijk wordt ons de prehistorie van ons land voorgeschoteld. Regelmatig neemt ons gebied hierbij een vooraanstaande plaats in (Wijchen: Hazendonk-3, Stein-Homberg, Ijzertijd, 'vorstengraf, la-tène-armbanden; Druten: romeins schip en villa;Ewijk: villa).
Opmerkelijk is, dat Castra Herculis nog steeds met Druten wordt vereenzelvigd en Ad Duo-
rivierengebied. De inspiratiebron van techno-
decimum met Appeltem-Maasbommel (p. 180-181). Hier doet de auteur (en nog op
logie, vormenwereld en versiering onttrekt zich nog grotendeels aan onze waarneming.
nieuwste wetenschappelijke inzichten' niet
16
enkele andere plaatsen) zijn belofte van 'de
gestand, want de vondsten van Amhem-Meinerswijk moeten hem toch bekend zijn geweest. Veel afbeeldingen (211 in plaats van de aangekondigde 350!), informatief, niet diepgravend wél bevattelijk, soms slordig (register!), wat prijzig. DOORSELAER, A. van, De Romeinen in België en Nederland; in: Romeins België en Nederland; Den Haag, 1980, p. 10-22, krtn.,lit.
Eveneens in: Hermeneus, jrg. 52 no. 2 (1980), p. 74-86, krtn., Ut. scheepvaart: o.a. schip van Druten. LOUWE KOOYMANS, L.P., Het onderzoek van neolitische nederzettingsterreinen in Nederland anno 1979; in: Westerheem jrg. 29 (1980), p. 93-136, afbn., lit., tekn. Wijchen—Het Vormer (Michelsberg); Ewijk:
Vlaardingencultuur. 92
Personen
BESANCON, R., Ter herinnering aan Piet Lobregt;in: Tweestromenland no. 32 (1980), p. 1-2, afb.
BIOGRAFISCH, - Lexicon voor de Geschiedenis van het Nederlandse Protestantisme, o.red. van D.A. Nauta e .a., dl. I, Kampen, 1978; 444 p. (Kok, f 77,50). BIOGRAFISCH, ~ Woordenboek van Nederland, o. red. van J. Charité, dl. I, Den Haag, 1979; 680 p. (M. Nijhoff, f 125,--). Na 1937 (laatste deel Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek) is in Nederland geen biografisch naslagwerk meer verschenen, dus dit BWN voorziet in een reeds lang bestaande behoefte (NNBW: gegevens over personen, overleden voor 1910). Het is de bedoeling, niet alleen aan te vullen, maar ook hiaten uit het NNBW opvullen en verouderde biografieën vervangen door nieuwe. Bovendien zijn de gebieden, waaruit men personen wil beschrijven aanmerkelijk uitgebreid. Elk deel bevat een reeks biografieën van A-Z. DOUMA, H., Akten van borgtocht of ontlastbrieven, berustende in de dorpsarchieven
van het Land van Cuyk. G: St. Hubert; in:
Merlet, jrg. 16(1980), p. 79-82. p. 80: echtpaar Peter Jans(sen)-Bertha Hendrix geboren te Balgoy en Keenth. JANSSEN, H.A.M., Een lijst van beoefenaars van de geneeskunst te Nijmegen 1818-1864; in: Afstemmen op Afstammen, Nijmegen, 1980;p. 124-142, afbn.no, 64 en 116: Gerhardus Roes. Bij gelegenheid van het 2e lustrum van de afd. Nijmegen van de Nederlandse Genealogische Vereniging, organiseerde het Gemeente-archief te Nijmegen een tentoonstelling onder de titel 'Afstemmen op Afstammen', vergezeld van een catalogus met dezelfde titel. Naast
een opgaaf van genealogische bronnen, die op het Gem. Archief geraadpleegd kunnen worden en een proeve van een genealogische bibliografie, komen in dit boek ook diverse artikelen voor, waarin gegevens staan, die voor genealogen uit Tweestromenland interessant kunnen zijn. Nog een kleine kanttekening: p. 186 no. 119, de familie, waarvan de riddermatigheid bevestigd wordt, moet zijn Wijhe van Hemen i.p.v. Hamen (een zijtak van de fam. van Wijhe-Echteld). Zij zetelde op het Huis te Hemen en heeft diverse burggraven van Nijmegen geleverd. Van groot belang voor ieder, die genealogisch iets met Nijmegen te maken heeft. (verkrijgbaar door storting van f 17,50 en f5,verzendkosten op rek.no. 2032010 t.n.v. Gemeentearchief Nijmegen). KAMP, J.L.J. van de, Emanuel van Poortugal en Emilia van Nassau; Assen, 1980; XVIII, 284 p., afbn., bijln., lit., reg. (Van Gorcum, f89,50). Werken, uitg. door het Kon.Ned. Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, dl. VI. Emilia, zuster van prins Maurits, huwde tegen de zin van haar broer met de katholieke Portugese prins Emanuel, wordt uit Den Haag verbannen en vestigt zich o.a. op het kasteel te Wijchen, dat door het echtpaar geheel wordt herbouwd. Op de al dan niet legitieme afkomst van Emanuel wordt uitvoerig ingegaan;de Oranjes blijken normale mensen te zijn met goede en minder goede eigenschappen. De bibliografie 17
is zeer omvangrijk, maar enkele belangrijke werken ontbreken helaas. Hoewel juist deze familie ons veel had kunnen bijbrengen over de 'l7e eeuwse mentaliteitsgeschiedenis', komt dit werk niet veel verder dan het opsommen van - ontegenzeglijk: veel - wetenswaardigheden. ORTH, L.E., Doopinschrijvingen Nederduits Gereformeerde Gemeente Nijmegen (l 591 1592); in: Zoeklicht op Nijmegen. Genealogisch-Heraldische Bundel;Nijmegen, 1980, P. 91. A. Baert uit Beunigen. Het 2e lustrum van de afd. Kwartier van Nijmegen van de Ned. Geneal. Ver, heeft ook nog geleid tot het uitgeven van een bundel opstellen, alle van genealogische aard. Het geheel wordt besloten met een groot artikel over wapens van Nijmeegse families in vroeger tijd. Ook deze bundel is voor Tweestromenlanders met genealogische belangstelling een 'must'. (bestellen door overmaking van f30,- en f5,verzendkosten op girorekening 4446866
SEESING, P., Een Totenbuch der MĂźnsterkirche St. Martini in Emmerich; Emmerik 1980.
Emmericher Forschungen, uitg. door de Emmericher Geschichtsverein Band 2. Joannes van Wychen, Joannes Hoemen pater, Derich van Wychen. SMIT, J.G., Het stadsbestuur van Amersfoort 1795-1851; in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie, dl. 33(1979), p. 263-283.
J.H. van E-wijk (van de Bilt). 929.5
GenealogiĂŠn
BEGHEYN, P.J., Zielboekje;in: Zoeklicht op Nijmegen etc., Nijmegen, 1980, p. 9497,afbn. BEGHEYN, PJ., Geluchten (l 547-1590); in: Zoeklicht op Nijmegen etc., p. 105-112, afb.
18
BERENBROEK, L.W.A., Ontlastbrievenjin:
Zoeklicht op Nijmegen etc., p. 3241, afbn. HAMERS, N.A., Uitgaande en inkomende personen (1755-1776); in: Zoeklicht op Nijmegen etc., p. 48-51.
HAMERS, N.A., Huwelijksafkondigingen (l 590);in: Zoeklicht op Nijmegen etc., p. 98-99. HAMERS, N. A. en P J. BEGHEYN, Morgengaven (l 542-1616); in: Zoeklicht op Nijmegen etc., p. 122-136, afbn.
HEUVEL, K.M. van den, Van den Heuvel; in: Gens Nostra, jrg. 35(1980), p. 243. Alphen. HUWELIJKEN, - -voor burgemeesters (15921694);in: Zoeklicht op Nijmegen etc. p. 90 van Wijchen.
MARIS,AJ.,Overluidingen (1585-1587); in: Zoeklicht op Nijmegen etc., p. 100-104, afb. MARIS, A.J., E. PETERS en M. DONGELMANS, Lijst van burggraven en richters, ca.
1165-1795; in: Het Valkhof te Nijmegen, uitg. ter gelegenheid van de tentoonstelling 'Het Valkhof en de vroegste geschiedenis van de stad Nijmegen', Nijmegen, 1980, bijl. II, p. 139-142,lit. PETERS, E. en B. THISSEN, Het burggraafschap van de verpanding van de burcht tot ca. 1400;in: Het Valkhof te Nijmegen etc., p. 40-43.
REYNVAAN, H.F., Hiebendaal, in: De Nederlandse Leeuw, jrg. 97 (1980), k. 194. SCHERRENBURG, J.W. van, Drie eeuwen van Scherrenburg, Scherrenburg en van ScharrenburgjBennekom, 1980; 113 p., afbn. (verkrijgbaar door overmaking van f 60,- op girorekening 3445029 t.n.v. Familieboek van Scherrenburg, Bennekom. Geeft de nakomelingen van Lambert Henricks van Scherrenburg en Hilletje Everts, ca. 1650 te Ede.
STAMREEKSEN, -- Oud-Burgeren Gasthuis; in: Zoeklicht op Nijmegen etc., p. 69-89, afbn.
onze streek geen wetenswaardigs meer te vinden en te schrijven? 93C
Geschiedenis Kwartier van Nijmegen
VOSSEN, K.G.C.M., 'Van de oude Man's'.
In het Oud-Burgeren Gasthuis opgenomen mannen. 1712-1822;in: Zoeklicht op Nijmegen etc., p. 54-68. VOSSEN, K.G.C.M., 'Van de oude Vrouwen'.
LEUPEN, P., en B. THISSEN, Bronnenboek van Nijmegen. Een inventarisatie van uitgegeven bronnen van burcht en stad tot aan de verpanding (1247); in: Het Valkhof te Nijmegen etc., bijl. I, p. 126-138, lit.
In het Oud-Burgeren Gasthuis opgenomen vrouwen, 1712-1822;in: Afstemmen op Afstammen etc., p. 103-123, afbn. WITTOP KONING, D.A. Bijdrage tot reconstructie album studiosorum illustere school
of gymnasium te Harderwijk; in: Gelders Oudheidkundig Contactbericht, no. 86(1980), p. 1-10. 2 leerlingen uit 'Appeltem': G. dDroneck en B. Hyderec. Auteur voert in zijn lijst van studenten (bijl. III) van de lüustere School van Harderwijk twee personen op, die volgens het bijbehorend register (bijl. IV) uit Appeltem afkomstig zijn. Ik waag dit ten zeerste te betwijfelen. Eerstens telde Appeltem in 1644 niet zóveel protestanten, dat 2 studenten konden worden 'geleverd'(Maas en Waal kon pas vanaf 1607 'hervormd'worden!). Bovendien zijn de namen in het geheel niet Maas en Waals. Mijns inziens moet onder 'Appelth.Gelr.' verstaan worden Apeldoorn, oudtijds ook Appelthoren geschreven, en meermaals met Appeltem (en Apeltorn in het Rijnland) verward.
929.6
Heraldiek
WAPENS, - - van Nijmeegsche geslachten; in:
Zoeklicht op Nijmegen etc., p. 137-181, afbn., reg. 93B
Geschiedenis van Gelderland
In 1980 verscheen deel 71 van het tijdschrift Gelre, gevuld met redactioneel nieuws en 11 artikelen. Geen één daarvan heeft betrekking op ons werkgebied. Het lijkt er een beetje op, dat auteurs, die iets over Tweestromenland hebben uitgezocht, nog steeds moeilijk de weg weten te vinden naar Gelre. Of is er in of over
TR(IJSBURG, J.), Stichting voor jongste geschiedenis Gelders Rivierengebied;in: Gelders
Oudheidkundig Contactbericht no. 85(1980), p.7. 93D
Geschiedenis Tweestromenland
DUYNSTEE, A., Van Lunen tot den Teersenen Dijk; Alverna, 1980,104 p., afbn. 100 jaar Alvema, uitgegeven b.g.v. het 25j. bestaan van de zang- en toneelvereniging 'Alziesto'.(fl4,95).
930.25
Archivalia
OORKONDENBOEK, - - van Gelre en Zutphen
tot 1326, uitg. door E J. Harenberg m.m.v. F. Ketner en M. Diüo;Den Haag, 1980. (M. Nijhoff,f40,-). Meer dan honderd jaar na 'Sloet's Oorkondenboek ' is er een geheel opnieuw bewerkt Oorkondenboek van Gelre en Zutphen uitgegeven, al thans het eerste deel. Gekozen is voor een uitgave per bewerkt archieffonds, in dit geval dat van het klooster Zennewynen en het huis Vornholz, voornamelijk betrekking hebbend op het rivierengebied. Heel belangrijk is, dat het origineel in foto is bijgevoegd, naast een transcriptie van de tekst en een vertaling. Ook ontbreken indices niet. Dit belooft een enorm werk te worden, zowel wat omvang als kwaliteit betreft. M.B.
19
Mededelingen van het Bestuur Eerste genealogische dag Bericht van de penningmeester Op zaterdag 24 april 1982 vindt de Eerste Zeergeachte leden, Maas en Waalse Genealogische Dag plaats. U ontving bij het vorige nummer van het tijdDeze genealogische dag wordt gehouden in schrift (35-1981/3) een acceptgirokaart om café-zaal 't Sterrenbos, Kasteeellaan 4-6 te het U gemakkelijk te maken boeken te beWijchen, schuin tegenover het Wijchense kasstellen uit de Tweestromenlandreeks. teel-raadhuis nabij de Markt. Aanvang: 10.00 Velen hebben dit gedaan en de boeken zijn uur, sluiting 15.30 uur. Ontvangst vanaf 9.45 inmiddels bezorgd of verzonden. Anderen uur. dachten kennelijk dat het de bedoeling was Het is een initiatief van de genealogische hiermee de contributie over te maken en dewerkgroep 'Maas en Waalse Geslachten' van den dat ook. Degenen die f25,- of meer overde historische vereniging Tweestromenland. maakten, zeg ik hiervoor hartelijk dank. Ik Deze dag is vooral bestemd voor mensen die kan echter niet voorkomen dat U alsnog een acceptgirokaart ontvangt bij dit tijdschriftgenealogisch onderzoek doen in het Land van nummer. Gelieve deze dan als niet verzonden Maas en Waal en het westelijk deel van het te beschouwen en te vernietigen. Rijk van Nijmegen en voor belangstellenden Ongeveer 50 leden maakten f 20,- over en in de geschiedenis van deze streek. De werkéén lid f 15,-. Willen degenen die dat deden groep wil de geïnteresseerden samenbrengen en op die manier de uitwisseling van gegehet verschil van f 5,- of f 10,- alsnog overmavens bevorderen. ken met de thans ontvangen acceptgirokaart? De overige leden wordt verzocht hiermee de Voor deelname aan deze dag verzoekt de werkgroep U zich schriftelijk te willen contributie voor 1982 over te maken, die opgeven door middel van storting van f 12,50 f 25,- (naar verkiezing f 30,-, f40,-, f 50,-, per persoon op postgiro 433 3143 t.n.v. K.M. f 100,-) bedraagt. van den Heuvel, Buitenpepersdreef 85, 5231 Bij voorbaat hartelijk dank. mw. W.A. van Buren, penningmeester AC 's-Hertogenbosch, onder vermelding van "Contactdag'. In dit bedrag zijn koffie en broodjes inbegrepen.
Tweestromenhnders! Donderdagavond 29 april 1982 wordt in Hotel
Jurrié'ns te Beneden-Leeuwen de Algemene Ledenvergadering gehouden. Na het huishoudelijk gedeelte houdt oud-notaris mr E J. A. Marcus uit Nijmegen een lezing over 'Notariële
akten, archieven en genealogie'.
In de directe omgeving is voldoende parkeergelegenheid. Wijchen is per stoptrein uit de richtingen Nijmegen en 's-Hertogenbosch elk half uur bereikbaar, terwijl er busverbindingen met Druten en Nijmegen zijn. De werkgroep verzoekt de deelnemers zoveel mogelijk gegevens mee te brengen om deze Eerste Maas en Waalse Genealogische Dag alle kans van slagen te geven, voor Uzelf en voor anderen! WM.G. Arts, voorzitter Maas en Waalse Geslachten
20
Aankoopfonds
Voor verwerving, restauratie en conservering van zaken voor het museum i.o. en het documentatiecentrum is het aankoopfonds ingesteld. Bijdragen kunnen worden gestort op postgiro 4460600 (uitsluitend voor het aankoopfonds, niet voor contributies of andere betalingen). Tweestromenland is door de Inspecteur der Registratie en Successie te Nijmegen erkend als een instelling ten algemenen nutte. Derhalve is Uw bijdrage in prin-. cipe aftrekbaar bij Uw belastingaangiften. Tweestromenlandreeks De Vereniging Tweestromenland beoogt in de Tweestromenlandreeks studies van enige omvang en van bijzondere betekenis uit te geven. Als eerste deel in deze reeks verscheen op 22 april 1980 het A/oas «i Waals Woordenboek en 22 verhalen in de streektaal, door Johan van Os met pentekeningen van G. Kuipers. De on-
gewijzigde, tweede druk verscheen in september 1981 en is verkrijgbaar bij de boekhandel of door storting van f 24,50 op postgiro 2622012 ten narne van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen, met vermelding van 'Woordenboek gevraagd'. Als tweede deel in deze reeks verscheen op 25 september 1981 Aan het Volk van Nederland, het democratisch manifest van Joon Derk van der CapeUen tot den Pot, 1781; ingeleid door prof. dr_W.F. Wertheim en mr dr A.H. Wertheim- Gijse Weenink. Deze anonieme 'brief werd 200 jaar geleden in de nacht van 25 op 26 september 1781 vanuit geblindeerde, rijdende koetsen over grote delen van ons land verspreid en baarde groot opzien. De schrijver ging ervan uit dat teder mens vrij geboren was en de één over de ander van nature niets te zeggen had. Deze stelling en vele andere Verlichte' denkbeelden waren, zo weten wij thans, op schrift gesteld door Joan Derk, baron Van der CapeUen tot den Pol, heer van Appeltern en Altforst tijdens zijn verblijf op het kasteel te Appeltern. En ze sloegen in als een bom! Het boek is verkrijgbaar bij de boekhandel (f 26,50) of door storting van f 19,50 op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen, met vermelding van 'Joan Derk gevraagd'.
Wie wat bewaart... In de nota 'Wie wat bewaart...' wordt geschetst welke taken het Maas en Waals centrum voor streekdocumentaüe zich stelt. Tweestromenland heeft in de loop van haar 17-jarig bestaan heel wat te bewaren gekregen, terwijl ook elders in de archieven, bibliotheken, documentatiecentra, musea en bij particulieren veel bewaard wordt, dat betrekking heeft op het werkgebied. Wat er bewaard wordt, waar het bewaard wordt en hoe het terug te vinden is, wordt door de Documentatiecommissie vastgelegd, en voor 'gebruik' geschikt gemaakt. Voorts worden de eigen verzamelingen uitgebreid. De nota maakt duidelijk wat er gebeurd is en wat nog moet gebeuren. Ook komen de voorgeschiedenis, de organisatie, de werkwijze en het bestaansrecht - de werkzaamheden zijn op l september 1978 in een eigen onderkomen in de Bibliotheek Wijchen gestart aan de orde, alsmede het kostenaspect. Het boekje, 40 blz. met 10 afbeeldingen, kost f 7,50. Belangstellenden wordt dit exemplaar toegezonden na ontvangst van dit bedrag op postgiro 2622012 ten name van de penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61, 6617 AC Bergharen, met vermelding van •Wie wat bewaart...'.
Het müitaire ere-veld Jonkerbosch te Nijmegen; zie de artikelen op bh. 17 e.v. en op bh. 19 e.v.
MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS 30.VI.1982 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 37/11
TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogefijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westehjk deel van het Rijk van Nijmegen. Ltdnuutscttap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelnamen aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen, diavDorstellingen en andere evenementen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenkndreeks. Contributie De contributie voor 1982 bedraagt f 25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,- enz., te voldoen door storting op postgaro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen. Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december).
Secretariaat Genechtstraat 11,6651 EC Druten; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon 08870-2847. Ere-leden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 JP.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Bestuur J P. van Wezel, vz., Alphen WJ». van der Bent, secr., Druten Mej. W.A. van Buren, penn., Bergharen J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen G.Y.M. Derks-Kbbbers, 2e secr., Druten A.J. van Hulst, Beneden-Leeuwen J.A. Jansen, W$chen 3. van Koolwijk, Dreumel C f J. van Kouwen, Nijmegen Mej. F J. van Oijen, Druten
Mr J.fiJML Roes, Beuningen G.A.A. Roogakkers, Overassett Drs C. Visser, Druten Administrateur
Vacant
Kopt Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan de redactiesecretaris J. Trijsburg, Maasdgk 20,6629 KC Appeltern. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zjjn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever. Losse nummers tijdschrift Nrs 19 t/m 37 voorradig. Per stuk f 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromealand, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.
Inhoud Blz.
l J. Dekkers en M. Bergevoet, (Van) Waetselaer 5 J. Trijsburg, Een gemiste kans: geen geld voor Batenburgse munten 6 Mijntje van de Notenhof,'t Is ma nét zó
ge*tbekikt! 7 G. Story, De punten op de IJ 8 Middeleeuwen in scherven te Winssen (2) 9 H. van Hetvoort, De kerken van architect C. Fransen in Maas en Waal (4) 16 Jos. van Haren, Druten, bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, deel 2 (slot) 17 J. van Gelder, Eerherstel voor Engelsen 18 H. van Heerturn, De vrémde kópmaen 19 CPJ. van Kouwen, The Loyal Suffolk Hussars in Maas en Waal 23 Literatuur Signalement 28 Mededelingen van het Bestuur
TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Jac.Trijsburg
NUMMER 37
1982/11
J. Dekkers en M. Bergevoet
(Van) Waetselaer EĂŠn van de families, die J.M. van Winter1) onder de 'vrjje ridderschap' van het Kwartier van Nijmegen noemt, is het geslacht Van Waetselaer. Leden van deze familie komen vanaf 1278 voor2), vooral in Nijmegen, in functies als gerichtsman, dagelijkse richter en schepen. Ook in de Over-Betuwe komen Van Waetselaer's voor: Roloff met zijn zoon Herman in 1392 in Cleyn Baerle3) en een Herman in Elden4), twee jaar later. In het Land van Maas en Waal verschijnen ze ook: Herman in 13095) 6 en Gerardus in 1316 ) in Deest. Ook blijkens de Nijmeegse Van Waetselaer's banden te hebben met het Land van Maas en Waal; zo treedt Herman Hermanszoon in 1367 in Nijmegen op als borg voor Willem van Druten Arnoldzoon, Johannes van Appeltaren en Johan van Galen7 ). Jonkvrouw Van Winter kon niet vertellen, waaraan deze familie haar naam ontleend had. Wij menen een mogelijke oplossing gevonden te hebben in het kerkarchief van Druten. Daarin bevindt zich een afschrift, dat pastoor Van Hoogstraten van Afferden in de vorige eeuw heeft gemaakt van een manuscript van Frederik Pels, kanunnik te Xanten8). Pels vermeldde een opgave, aan hem gedaan op 29 april 1775, van de pastorie- en vicariegoederen van de parochie Druten, gelegen onder Afferden (in de buurt van de Koningsstraat). Behalve het Kondeeken (Condyken; volgens Van Heiningen een gekuiste spelling voor 'kontje'9), het hiernaast gelegen Rietkampke en De Geer, wordt daar genoemd De Wetzelaer (rond 1850 groot 93 roeden, 50 ellen, kad. sectie C no. 9). Deze goederen warenna de opheffing van het Kapittel van Xanten-
in 1802 aan de Domeinen vervallen, die ze in 1839 verkochten19). Van Heiningen noemt ook De Waetzelaer onder Afferden11), en tekent daarbij aan, dat 'laar' waarschijnlijk slaat op een open plaats in het bos, mogelijk teruggaande op ontginningen in de Frankische tijd. Vermoedelijk is dit stuk grond de bakermat geweest van de familie Van Waetzelaer. Het wapen van de familie Van Waetzelaer vertoont een adelaar met dubbele kop. Een variant hierop is het wapen van Hermanus Hermanni de Waetzelaer uit 1367, dat in het bovenste schilddeel een halve dubbele adelaar laat zien. Over het wapen op zich valt weinig te zeggen: de adelaar, ook met dubbele kop, is een veel voorkomend 'wapendier', dat al zeer vroeg voorkomt. Enige binding met Nijmegen is niet uitgesloten.
Overzicht bekende Van Waetzelaer's naam 1 Hermannum de Watselar2) 2 Herman van Watzelar n) 3 Herman van Watzelar56) 4 Gerardus de Waitzeler ) 5 Herman van Watzeler13) 14 6 Hermannus de Waetzelar ) 7 Herman van Watselerls15) 7aAleidt van Waetzelar a) 8 Hermannus Hermanni de 7 Waetzeler ) 9 Gerard16) 10 Herman van Waetseler1817 ) 11 Roelof van Waetseler )
12 13 14 15
RoloffvanWaetselaer3) Herman van Waetselaer Herman van Waetseler194) Herman van Waitseler )
16 Herman van Waetseler18 ) 17 Herman de Waetseler20) 18 Herman de Waetseler212 )2 19 Herman van Waetzeler ) 20 Herman van Waitseler2 3 )24 21 mr. Johannes Waetzler )
hoedanigheid
datum
borg bij verkoop voor de schepenbank Nijmegen dagelijkse richter bij verkoop voor schepenbank Nijmegen schepen te Deest getuige te Deest
6-1-1278
schepen te Nijmegen schepen te Nijmegen schepen te Nijmegen gegoed in Boeningherbruke borg in Nijmegen verzoent zich met Mechteld gerichtsman te Nijmegen betaalt belasting als inwoner van Lindenhout gegoed in Cleyn Baerle zoon van de vorige gegoed in Elden schepen te Nijmegen komt voor op de 'weteringrol' van het Rijk van Nijmegen schepen te Nijmegen
21-1-1302 22-6-1309 21 en 24-5 1316 30-10-1336 30-8-1337 5-10-1342 8-7-1344 6-10-1367 1376 24-8-1385 1388-1412 1392 1392 na 29-3-1394 13-6,29-3-1410 9-9-1411 1411
27-1, 10-4 en 7-12-1418 21-3-1418 schepen te Nijmegen 18-3,7-4,18-4, schepen te Nijmegen 28-4 en 28-51422 gegoed in Arnhem 26-1-1452 gevolmachtigde van burgemees- april en 27-6ters, schepenen en raad van Arn- 1498 hen inzake processen
Zegel (L) van Hermanus Hermanni de Waetzeler, borg in Nijmegen (no. 8), 1367. foto: Kathottsches Pfarramt Xanten, Dld. Zegel (1.) van Herman de Waetseler, schepen te Nijmegen (no. 18),
1418. foto: KathoUsches Pfarramt Xanten, Dld.
NOTEN 1. WINTER, J.M. van, Mirdsterialiteit en Ridderschap in Gelre en Zutphen; Arnhem, 1962; dl. I, p. 322; dl. II: tab. Bla Blad 2 no. 50. 2. SCHOLTEN, R., Das CistercienserinnenKhster Graf enthal oder Vallis Comitis zu Asperden im Kreisse Kleve;Kleve, 1899;dl. IL:p. 30-31 no. 34.
3. WINTER, a.w., dl. I: p. 322. REGISTER op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, Het Kwartier van Nijmegen, bewerkt door J. J.S. Sloet en A.H. Martens van Sevenhoven; Arnhem, 1924; p. 225. 4. WINTER, a.w., dl. I: p. 322. GRASWINCKEL, D.P.M., Het Oud-Archief der Gemeente Arnhem, dl. H: Regestenlyst; Arnhem, 1935; p. 109 no. 405. 5. SCHOLTEN, a.w., dl. I: p. 211. 6. WEILER, P. Urkundenbuch des Stiftes Xanten, I: 590-1359; Bonn, 1935; p. 318no.473;p.319no.474. 7. WILKES, C., Inventar der Urkunden des Stifsarchivs Xanten; Kรถln, 1952; p. 58 no. 605. 8. KERKARCHIEFDruten, inv. no. 90. SCHUTJES, L.H.C, Geschiedenis van het bisdom van 's-Hertogenbosch, dl. III; StJMichielsgestel, 1872; p. 503. 9. HEININGEN, H. van. De Historie van het Land van Maas en Waal; Zaltbommel, 1965; p. 154. 10. KERKARCHIEF Druten, inv.no. 90. FRANS archief, inv.no. 985 (Rijksarchief te Arnhem). Bij een schatting in verband met de naasting van de kerk te Druten ten behoeve van de katholieken rond 1800, bedroeg de oppervlakte van De Waetzelaer, het Rietkampke en het Condyke samen 3 morgen en 1/2 hont. 11. HEININGEN, a.w.;p. 154 en 174. 12. SCHOLTEN, a.w.;dl. I: p. 200 (oork. no. 84). 13. SCHOLTEN, a.w.; dl. I: p. 191. 14. SCHOLTEN, a.w.;dl. U: p. 139 no. 173. 15. SCHOLTEN, a.w.;dl. I: p. 191. 15a JOOSTING, J.G.C., Inventaris van het Oud-Archiefder Nijmeegsche Broederschappen; Nijmegen, 1891 ;p. 411 no. 6. 16. WINTER, a.w.; dl. II: tab.Bh blad 2 no.
Zegel van Hermannus de Waetzelar, schepen te Nijmegen (no. 6), 1337. foto: Collegium Augustinianum, Gaesdonck, Dld.
50. 17. WILKES, a.w.;p. 110-111, no. 770. 18. HEININGEN, H. van, Tussen Maas en Waal. 650 Jaar geschiedenis van mensen en water; Zutphen, 1971;bijl. A, p. 651. 19. JOOSTING, a.w.;p. 26 charter no. 98; p. 429 no. 67;p. 430 no. 71. 20. JOOSTING, a.w.;p. 35 charter no. 's 132 en 133; p. 434 no. 87. 21. WILKES, a.w.;p. 256 no. 1198. 22. JOOSTING, a.w.;p. 39 charter no. 's 149; p. 40 no. 's 150 en 151; p. 348 no. 26;p.436no.95. 23 WINTER, a.w., dl.1: p. 322, GRASWINCKEL, a.w.;p. 235 no. 908. Herman van W. geeft zijn vrouw Guede 50 rijnse guldens als morgengave. 24. GRASWINCKEL, a.w.;p. 314 no. 's 1223
en 1226.
/. Trijsburg
Een gemiste kans: geen geld voor Batenburgse munten Wie de jaarvergadering van Tweestromenland op 29 april 1982 in Hotel Jurriëns te Beneden-Leeuwen heeft bijgewoond, weet uit de jaarstukken 1981 dat het Aankoopfonds f 89,75 bevat;gironummer 44 60 600. Onthoudt U dat nummer! Enige weken voor deze vergadering ontving de Sectie Streekmuseum informatie over Batenburgse munten, waarvan een deel via een verkooplijst en een ander deel bij een veiling verkocht zouden worden. Wat te doen? Bij de uitbreiding van het museumbezit van de vereniging is eerder - en met succes! - een beroep gedaan op fondsen en stichtingen, alsmede op de provincie Gelderland voor een eenmalige bijdrage. Zo werden een honderdtal glasnegatieven van dorpsgezichten tussen Maas en Waal uit het eerste kwart van deze eeuw door de Nijmeegse fotograaf Van Eenennaam en later nog een viertal gravures van de watersnood van 1740/41 door Jan Smit het eigendom van Tweestromenland. Het lag voor de hand bij de verwerving van de Batenburgse munten dezelfde weg te bewandelen, maar de tijd was krap en de eventuele subsidiénten zouden in dit speciale geval zeker vragen 'of de gemeente Batenburg óók mee zou doen'. Binnen de kortste keren kwam dit punt ter sprake bij het College van Burgemeester en Wethouders van Batenburg. Hoe schaars de munten ook zijn, schaarser nog blijken de wettige betaalmiddelen bij de ge4. St. Victordaalder meente Batenburg, want het antwoord was negatief. We kunnen ons tenminste met geen mogelijkheid voorstellen dat het de magistraat heeft ontbroken aan goede wil. De Sectie Streekmuseum moest wel beslui- 2. Daalder 1559. Borstbeeld naar links. Keerzijde dubbele adelaar, titel Ferdinand. ten om af te zien van verdere acties tot verDelmonte 530. Iets craquelé. Fraai/bijna werving van bijdragen en zo is een schone kans zeer fraai. gemist om de bestaande verzameling Batenburgse munten - eigendom van de gemeente Baten- 3. Daalder 1564 van 30 stuiver. Klimmende burg - uit te breiden met een aantal exemplaren, leeuw. Keerzijde dubbele adelaar. Delwaarvan de rieeste niet in de verzameling monte 542. Zeer fraai. voorkomen. Het aanbod bestond uit de vol*4. St.Victordaalder zonder jaar. Staande Heiligende munten: ge, zonder nimbus. Keerzijde dubbele WILLEM VAN BRONCKHORST 1556-1573 adelaar. Delmonte 532 variant. Slap ge1. Daalder (1556). Wapen. Keerzijde dubbele slagen, anders Zeer fraai. adelaar, titel Karel V. Delmonte 524. Zeer zeldzaam. Bijna zeer fraai.
•l
5. Leeuwendaalder 1577
Sectie Streekmuseum er geen nachtje minder om geslapen hebben. Het museum komt er toch wel, maar of de geschiedenis van het Land van Maas en Waal in al zijn facetten kan worden getoond zal mede afhangen van de bereidheid van de gemeenten om bij een buitenkans zoals deze één of meer duitjes MAXIMILIAAN VAN BRONCKHORST 1602- in het - spreekwoordelijke - zakje te doen. Het behoeven uiteraard niet altijd Batenburgse 1641 6. Duit zonder jaar. Gekroond wapen. Keer- te zijn. Bovendien mag van particuliere zijde zijde BAT/ENBVR/GVM. Verkade 35.5. ook best iets komen. Bijna zeer fraai. Heeft U het gironummer onthouden? 44 60 600. Voor het geval U het vergeten was. Hoe spijtig ook dat deze buitenkans niet kon worden benut, toch zullen de leden van de HERMAN DIRK 1573-1602 5. Leeuwendaalder 1577. Ridder naar rechts achter leeuwenschild. Keerzijde klimmende leeuw, daarboven jaartal. De Voogt 25; Delmonte 559; Verkade 35.2. Op keerzijde ADEVTOREM i.p.v. ADIVTOREM.
Mijnt/e van de Notenhof
dialect Appeltern
't Is ma nét zo ge't bekikt! Dor wonde bij ons in de bürt 'n stelleke; GesWij dochte, Geske zael wél hels worre. Ma ke en Haenneke, ael 'n bietje n'op lééfted. niks. Geske keek'm mi z'n pienter eugskes 't Waren echt wél goei miense, die niemes strak aon, én zin: Snotneus, ge hè se toch moeide. Haenneke waes te knapste nie. Ma dor nie mi mijn oge bekeke? kosse ééiges ok niks aon doen. De kwèèkerd waes innins utgepraot. Nou liep tor bij ons in de bürt ok'ne jonge kael mi 'nen aauwe kop, die aelles wa mooi én lillek waes, t'r uwt flapte. Op 'ne kir zèle tigge Geskes: Kael, wa'n lillek wijf hedde toch.
G.Story
De punten op de IJ Een historie over Story en Storij Ruim drie eeuwen wonen er Story's in Nederland. Zij zijn van Engelse origine.
Het woord story heeft in het Engels meer dan één betekenis: verhaal, vertelling, gerucht. In ironische zin: smoes. Een story verteller is een smoesjes verkoper. In ongunstige zin: leugen. Het betekent ook nog: verdieping. De familienaam Verdieping heb ik nergens gevonden, evenmin als de naam Leugen. Verhaal als naam, komt voor in Nederland, maar het is niet onmogelijk dat deze naam een vertaalde is. Buitenlandse namen omzetten in Nederlandse equivalanten gebeurde in Nederland bij de inrichting der Burgerlijke Stand. In Leiden bijvoorbeeld is een geval bekend dat de naam Civiel is vertaald in Beleeft. De omzetting in Burger zou naar mijn mening geschikter geweest zyn. In Nederland zijn veel namen afgeleid van het beroep dat werd uitgeoefend, zoals Smid(t), Timmerman(s) etc. en het is naar myn mening deze richting waarin men de herkomst van de naam Story moet zoeken. Ook in Engeland zal de naamgeving zich op analoge wijze hebben voltrokken als in de overige landen van Europa. In woordenboeken vindt men onder store: magazijn, bazaar, toko. Het woord store-keeper betekent: tokohouder, magazijnmeester (ook militair). In het OudEngels werd deze store-keeper een story er genoemd. In Zeeland heeft een Storye gewoond, die in Domburg gehuwd was met Stevelyne de Poorter. Wanneer men in aanmerking neemt dat de letter r door de Engelsen bijna toonloos uitgesproken wordt, dan was de Nederlander van die dagen licht geneigd deze r bij het noteren van de naam te verwaarlozen en van Storyer simpel Storye te maken.
Er is een lezing die zegt dat de Story's uit Schotland afkomstige schapenfokkers waren. Hiervoor pleit de 'schapeschaar' die in het schild veld van het familiewapen is afgebeeld. Zie bijgaande afbeelding. De Schotse schapenfokkers van die dagen weidden hun kudden in georganiseerd verband en waren weken onderweg. In deze organisatie was de storyer degene die over de proviand etc. het beheer had. Hier liggen aanwijzingen dat de naam Story niet verhaal betekent, maar foerier. In Nederland komen de namen Foerier, Fourier en Fournier niet zelden voor.
Punten op de ij Toen de Story's in Nederland kwamen, werd de naam verder veranderd. De y werd een ij. De dominees en pastoors die later de naam in doop-, trouw- en begraafregisters inschreven, gaven als Latinisten de voorkeur aan de i en breidden deze uit met de ƒ, waardoor de ij ontstond. Voor de uitpsraak was dat geen bezwaar, want in die dagen werd overal in de Lage Landen deze ij als een ie uitgesproken, Nu nog bestaan deze vormen: bijzonder - biezonder etc. Misschien hebben de Story's deze verandering niet eens opgemerkt. Misschien hebben zij dat ook wel. "What 's in a name?' zullen zij hun beroemde tijdgenoot hebben nagezegd,
Waarschijnlijk hadden zij gewichtiger zaken aan het hoofd. Nergens blijkt dan ook dat zij van deze punten ooit een punt hebben gemaakt. Latere generaties Story's leerden dan ook braaf hun naam met een q te schrijven. Tot in de 19de eeuw nog... Toch zijn er Story's wier naam bij de Burgerlijke Stand met een y ingeschreven is. Dit is het gevolg van het bewust kiezen voor de Engelse vorm door de eerste ambtenaren van de Burgerlijke Stand in 1811, het jaar van de instelling van dit overheidsinstituut, althans in het Koninkrijk Holland. In Brabant en Limburg werd deze al in 1794 ingevoerd! Later gebeurde dit als gevolg van ambtelijke vergissingen, doordat men, bijna automatisch, de naam Sto-
ry met een ypsilon schreef. Zo gebeurde het dat van kinderen uit ĂŠĂŠn gezin enkelen Story en anderen Storij geheten waren. Aangezien in de 19de eeuw de 'gezinskaart' nog niet bij de Afdeling Bevolking in gebruik was, gebeurde het dat bij verhuizing naar een andere gemeente de y weer in een ij veranderde. Immers, de aangever, reeds lang gewend zijn naam met een ij te eindigen, deed dit ook voor het loket van de Afdeling Bevolking in zijn nieuwe woonplaats, eventueel met bevestiging door meegebrachte getuigen. Het is dus niet zo dat er twee verschillende families Story bestaan, waarvan de ene de naam met een ypsilon en de andere met een ij schreef. Dit had niet te maken met een gebrek aan ontwikkeling, want hoewel er tussen de Story's nogal wat maatschappelijke verschillen bestonden - onder hen vond men handwerkslieden, boerenarbeiders, landbouwers, schepenen, burgemeesters, kasteelheren, marineofficieren, tot een admiraal toe - zowel de burgemeester, de kasteelheer als de officier lieten hun naam op een ij eindigen. Alleen de admiraal gebruikte consequent de y. En de admiraal had, gezien de naamsverklaring, natuurlijk groot gelijk.
Wapen van de Betuwse en Maas en Waalse Story's
Jan en kleinzoon Johan Jan waren schepenen. Tot in de vorige eeuw hebben Story's een rol gespeeld in de Stadsregering. Bij een persoonlijk bezoek aan het raadhuis van de gemeente Appeltern in Maasbommel hoopte ik in de archieven aldaar meer gegevens Maas en Waalse Story's te vinden, maar tot mijn verwondering bleek Misschien zijn er Story's - veel wonen er in het men zelfs niet op de hoogte van het bestaan Land van Maas en Waal - die de punten niet van die magistraat in de 17de eeuw. langer pikken en besluiten deze te laten verdwijnen. Bij mij is het gelukt, zonder al te veel inspanning en, voor mij, mogelijk rekening houdend met een bekende Schotse karaktertrek, is het geheel gratis gebeurd. Als U 'Storij', er aan begint, wendt U dan tot de hoofdambtenaar van de Afdeling Bevolking in Uw gemeente. Mijn ervaring is dat deze U zeer welwillend, puttend uit hun kennis omtrent deze materie, met de juiste adviezen terzijde staat, dat hij uiterst secuur met Uw proMiddeleeuwen in bleem manoevreert, daarbij de puntjes op de scherven te Winssen (2) ij zet, maar deze er ook weer afhaalt als daartoe aanleiding bestaat. Intussen is hierdoor bij mij belangstelling Niet iedereen vindt middeleeuwse scherven voor mijn voorgeslacht gewekt. Dit bleek in zijn tuin. Mevr. Reuvers, Wethouder van afkomstig te zijn uit Appeltern en Maasbom- Beuningenstraat l, Winssen, kan zich tenminste mel. Via zes generaties ben ik aangeland bij nog precies herinneren dat de vondst, die in Johan Story, gehuwd met Gerike Post. Deze Tweestromenland nr 32, blz. 7 door P. van Johan was Richter der Stadt en Vrijheidt Dinteren wordt beschreven, in 1969 na pakweg Maasbommel. Hij leefde - naar mijn schatting - zeven eeuwen duisternis aan het licht gekomen van plm. 1680 tot plm. 1760. Ook zgn zoon is. Waarvan akte! 8
H. van Helvoort
De kerken van architect C. Fransen in Maas en Waal (4) Alvorens de bouwgeschiedenis van de R.K. kerk te Weurt aan bod komt, zullen in het kort de werkzaamheden van architect C. Franssen vermeld worden, die volgden op de bouw van de R.K.kerk te Bergharen, die als het tiende project staat genoteerd. 11. In 1893 bouwde architect C. Franssen een toren bij de parochiekerk van Oostelbeers (gemeente Oost-, West- en Middelbeers). De kerk, gewijd aan de H.Andreas en de H.Antonius van Padua, was in 1852 gebouwd volgens het ontwerp van architect P. Boots. Toen in de jaren 1933-1934 een nieuwe kerk van architect M. van Beek uit Eindhoven gebouwd werd, is de oude als jeugdhuis in gebruik genomen. Uiteindelijk is de kerk van Boots afgebroken, maar de toren van architect C. Franssen staat er nog. De parochie behoort tot het bisdom 's-Hertogenbosch. 12. Uit de archieven is niet op te maken of de kerk te Swalmen later ontworpen is dan de kerk te Weurt. Het karakter van de kerk te Weurt doet dit wel vermoeden. Te Swalmen paste architect C. Franssen voor het eerst zijaltaarkapellen toe. Het kan zijn dat hij de tekeningen voor de kerk te Weurt al in 1894 en begin 1895 gemaakt heeft. Hoe dit ook zij, de kerk te Swalmen, gewijd aan de H.Lambertus, werd gebouwd in de periode 1894-1896. De parochie
behoort tot het bisdom Roermond. 13. Bij de kerk van 't Loo te Bergeyk bouwde architect C. Franssen in 1895 een toren. De parochie behoort tot het bisdom 's-Hertogenbosch.
14. Weurt (gemeente Beuningen), H.Andreas, 1895,1897 en 1898 I. Bouwgeschiedenis De bouw van de kerk heeft plaatsgevonden in drie fasen, zoals in de jaartallen hiervoor is aangegeven. Voor de huidige kerk stonden op dezelfde plaats een zeer oude kerk met een toren, die eigendom van de gemeente was. Tengevolge van de uitbreiding van het aantal en de grootte van het aantal steenfabrieken in Weurt, nam ook het aantal parochianen toe. Vergroting van de kerk was noodzakelijk in 1838 en nogmaals in 1857. Tegen het einde der 19de eeuw was een derde vergroting nodig. Daar was geen geld voor, terwijl het kerkbestuur oordeelde dat het beter zou zijn om een geheel nieuwe kerk te bouwen. Maar daarvoor bezat de kerk al evenmin het geld. Pastoor Verhees maakte daarop bekend dat hij wilde trachten om een halve, nieuwe kerk te bouwen aan de oude en hij deed een beroep op de parochianen voor een bijdrage. Dat
Het nagenoeg in originele staat verkerend interieur van de kerk te Weurt. Bh. 9: Iets langer dan één jaar (van oktober 1895 tot voorjaar 1897) was dit merkwaardig geheel in Weurt te zien: de oude dorpskerk met toren, waartegen twee traveeën en het koor van de nieuwe kerk. foto: collectie F. Burgers, overige foto 's bij dit artikel: J.R. Vaker maakte de mensen wakker. De steenfabrikan- van de nieuwe kerk. Weer de baksteen gratis, ten, vooral de firma's Burgers, boden aan de weer nieuwe giften, enz. Op 11 januari 1897 keurde mgr W.v.d.Ven de voltooiingsplannen nieuwe metselstenen gratis te leveren. Velen schreven in voor grotere en kleinere gif- goed. Het werk werd weer aangenomen door ten en ten slotte was het zo ver, dat het kerk- G. Mestrom. Tenslotte stond de nieuwe kerk bestuur het avontuur durfde wagen. van vijf traveeën tegen de oude toren. Maar Architect C. Franssen had aangeboden om een het geheel maakte een komische indruk, omdat schets voor de nieuwe kerk te maken, zó dat het haantje van de toren even hoog stond als deze aansloot bij de maten van de bestaande de nok van het dak van de nieuwe kerk. Er kerk. Er zou dan eerst een nieuw priesterkoor ontstond een actie om een nieuwe toren te gebouwd worden met twee traveeën van de bouwen, maar de oude toren was eigendom nieuwe kerk. Zodoende was er ook geen nood- van de gemeente! kerk nodig. De gemeente wilde wel een nieuwe toren caIn het begin van 1895 werd het priesterkoor deau geven. Gedeputeerde Staten van Geldervan de oude kerk afgebroken en in plaats land konden hiermee niet akkoord gaan. Een daarvan werd de oude kerk verlengd met twee beroep op de Raad van State leverde een traveeën van het toekomstige schip en een nieuwe afwijzing op. Zelfs het verlenen van priesterkoor. een subsidie kon niet goedgevonden worden. De eerste steen voor dit nieuwe gedeelte werd Toen bleef er niets anders over dan dat het gelegd op 12 mei 1895 en het werd door aan- kerkbestuur uit eigen middelen een nieuwe nemer G.Mestrom uit Venlo opgeleverd op 17 toren zou bouwen, mits de oude mocht woroktober 1895. den afgebroken. In februari 1898 keurden GeToen dit alles had plaatsgevonden, begonnen de deputeerde Staten de sloop van de oude toren parochianen aan te dringen op de voltooiing goed. De goedkeuring van mgr W.v.d.Ven voor 10
de bouw van de nieuwe toren kwam op 31 maart 1898. De nieuwe kerk werd geconsacreerd op 12 september 1898.
II. Beschrijving van de kerk A. Algemeen karakter van de kerk De kerk is een neo-gotische basiliek (zonder transept). Zoals te Nederasselt beginnen en eindigen de zijbeuken met een vlakke muur, zonder kapellen. Het schip van de kerk heeft vijf traveeën en is afgedekt met een spitsbogige houten kap, waaroverheen buiten een zadeldak is aangebracht. Het priesterkoor is niet even breed als het schip, maar ingesnoerd. Dientengevolge is de afdekking buiten een zadeldak, lager dan van het schip. De sacristieën zijn hier niet als afzonderlijke gebouwtjes behandeld, maar met een zadeldak tegen de eindmuur van de zijbeuken gebouwd.
B. Uitwendige détaillering l. Toren De toren is vierkant. Hij staat midden vóór de kerk en heeft vier geledingen. Op het metselwerk staat een achthoekige, geknikte slanke spits. De voorgevel van de toren is als volgt ingedeeld: a) de eerste geleding: de ingangsdeuren in een spitsboognis. In de spitsboog staat het bovenlicht, ingedeeld in drie ramen, waarvan het middelste wat hoger is. Naast het bovenlicht en de deur staan in de eerste geleding nog twee spitsboognissen, en boven het bovenlicht vier vierkante nissen. b) tweede geleding: een groot vierdubbel spitsboograam met drie ronde ramen boven de vier, alles vervat in een spitsboognis. Zoals in de eerste geleding zijn er naast het raam aangebracht twee langgerekte spitsboognissen. c) derde geleding: deze is ingedeeld in drie spitsboognissen, waarvan de middelste nis ingedeeld is in twee dubbele, blinde spitsboogramen met een blind rond raam erboven. d) vierde geleding: vier spitsboognissen, open, galmgaten. De twee middelste zijn zo laag gehouden, dat er boven tussen de twee bui-
Nog altijd herinnert een gedenksteen aan de kerk te Weurt aan de consecratie door bisschop W. van de Ven op 12 september 1898, toen bovendien de parochie 100 jaar bestond en pastoor Verhees zijn 50-jarig priesterfeest herdacht. De steen vermeldt tevens de namen van de offervaardige parochianen.
11
Zo eenvoudig als de buitenkant...... c) boven de ramen, onder de goot van het lessenaarsdak van de zijbeuk een iets rijkere baksteen-sierlijst. d) iedere travee van de zijbeuk wordt begrensd door twee contreforten met natuurstenen afdekkingen. e) de contreforten tegen de middenschiptraveeën zijn een voortzetting van de lisenen van de bundelpijlers in het interieur. Het zijn dus nauwelijks contreforten te noemen. De buitenmuren van het schip zijn een voortzetting van de muren, die de scheibogen tussen de bundelpijlers dragen. Zij staan dus buiten in een, één kop terugliggende, traveebrede-nos. Deze nis eindigt boven in een bakstenen sierlijst, in het vlak van de liseencontreforten, en aangebracht onder de goot van het zadeldak. f) In deze brede nis staan vier spitsboogramen, die het middenschip verlichten. .
tenste gelegenheid is, om een wijzerplaat aan te brengen. De geledingen zijn van elkaar gescheiden door natuurstenen, eenvoudige lijsten. De vierde geleding wordt met een bakstenen sierlijst onder de spits beëindigd. De rechterzijgevel van de toren is als volgt ingedeeld: a) eerste geleding: geen indeling. b) tweede en derde geleding ingedeeld zoals c) hierboven. c) vierde geleding zoals d) hierboven. De linkergevel van de toren is voorzien van een vijfhoekige traptoren. Naast de traptoren, ter weerszijden, in de eerste geleding niets. In de tweede en derde geleding ter weerszijden een spitsboognis. De vierde geleding is zoals d) in de voorgevel.
2. Travee Uitwendig ziet er één travee van de vijf als volgt uit: a) plint met een eenvoudige, natuurstenen overgang naar de zijbeuk muur. b) onder de twee zijbeuksplitsboogramen een zeer eenvoudige bakstenen waterlijst-sierlijst.
12
3. Het priesterkoor heeft, evenals de zijbeuken, contreforten, er staat per travee een tweedelig spitsboograam in met een rond raam. 4. De zijbeuk-eindmuren naast de toren zijn ingedeeld in drie geledingen. Begane grond; raam met aan weerszijden een contrefort ;De tweede geleding; naast de toren een langgerekte spitsboognis in de sluitmuur van het middenschip en drie spitsboognisjes in de sluitmuur van het lessenaarsdak van de zijbeuken. De derde geleding twee spitsboognisjes in de sluitmuur van het zadeldak op het schip.
C. Inwendige detaillering 1. Zangkoor met orgelruimte. Omdat de kerk één sluitmuur heeft voor middenschip en zijbeuken zijn het zangkoor met orgelruimte ondergebracht in de tweede geleding van de toren. Het zangkoor heeft bovendien een uitstekende houten borstwering. 2. De traveeën beginnen bij de sluitmuur met twee lisenen (voor de eerste scheiboog)
......zo karakteristiek is de binnenzijde van de Weurtse kerk. en een hoekschalk. Een travee is als volgt opscheiribben van de zijbeukgewelven en de gebouwd: ribben ervan opvangen. a) de pilaren zijn rechthoekige pijlers met aan c) het eerste element boven de pijlers zijn de aan alle zijden lisenen. De lisenen voor het geprofileerde spitsbogen. schip en zijbeuk hebben kapitelen. Deze d) boven deze bogen is een baksteen-sierlijst lisenen hebben de volgende taken: l. in het aangebracht, en onder de ramen van het middenschip gaan zij op tot aan de houten schip nog eenzelfde sierlijst. Tussen deze spitsboogbekapping en eindigen in een nalijsten is de muur met een schildering vertuurstenen laag. EĂŠn met deze laag is het kasierd ;- dit is ook het geval op de muurvlakpiteel van de halfhoge colonetten, die op ken naast de scheibogen. hun kapiteel opvangen de scheiribben van d) boven de tweede sierlijst staan per travee de houten velden van de bekapping. vier spitsboogramen. De colonetten lopen zover naar beneden tot e) als van deze ramen de spitsboog begint, zij eindigen op de natuurstenen consoles zit op dezelfde hoogte het kapiteel van de van de heilige beelden, die tegen de colonetcolonetten. De lisenen, waar tegen de coloten staan. In andere kerken laat architect netten staan, eindigen boven de vier ramen C. Franssen deze colonetten eindigen in nain een uitkragende sierlijst van tien spitsnatuurstenen baldakijnen boven heiligenboogjes. beelden. In de kerk te Weurt hebben de f) ongeveer op deze hoogte zitten in iedere beelden geen baldakijnen. De lisenen loodtravee stalen trekstangen, die de zijdelingse recht op de lengte-as van de kerk dienen druk van de houten scheiribben der bekapvoor het opvangen van de scheibogen tussen ping opvangen. Boven deze trekstangen zit de pijlers. De lisenen in de zijbeuken einditegen de houten scheiribben aan weerszijgen in natuurstenen bladkapitelen, die de den een sierschild. De kap zelf heeft ook 13
Het 'Nijmeegs'orgel.....
nog een sierlijst, bij 't begin, g) de zijbeuken hebben ribkruisgewelven;- de gewelven zijn van drijfsteen. Tussen de gewelven staan geen scheibogen maar scheiribben, die door lisenen met bladkapitelen worden opgevangen. Deze scheiribben in de zijbeuken zijn zeer spichtig, al te zeer zelfs. De breedte der zijbeuken zou men graag wat groter gezien hebben. 3. Het priesterkoor begint met een insnoeringsmuur, die tegelijk de eindmuur van de zijbeuken is. Dan volgen twee muurvlakken parallel aan de lengte-as van de kerk en tenslotte drie sluitingsmuurvlakken van een achthoek. Het priesterkoor is afgedekt met voor de eerste travee een ribkruisgewelf en voor de rest een zesdelig stergewelf. De gewelven zijn ook hier van drijfsteen. De gewelfribben worden opgevangen door natuurstenen bladkapitelen op half hoge cotonetten, tegen li-
14
......en het beeld van de H-Antonius senen staande. De colonetten eindigen op gebeeldhouwde, natuurstenen draagstenen ter hoogte van de consoles van de middenschipbeelden.
D. Conclusie Uit de beschrijving, vooral van het interieur, blijkt wel, dat architect C. Franssen een zo
licht mogelijke kerk heeft gekozen. En terecht, want de kerk staat op de plaats
De 17de-eeuwse preekstoel
Het hoogaltaar, uitgevoerd door H. v.d. Geld,
ontworpen door C. Franssen. van de oude, vlak aan de Waaldijk. Hij zal wel- In februari 1900 komen er beelden van de H. licht de bouwgrond hebben onderzocht en niet Anna, H.Aloysius, H.Petrus en H.Paulus. vertrouwd bij zware constructies. Al deze beelden zijn nu nog aanwezig. Wie ze Maar het interieur heeft niet aan waardig- gemaakt heeft, geeft het memorieboek van de heid verloren. Weurt heeft een architecto- parochie niet aan. nisch interessante en liturgisch wijdingsvolle In september 1901 komt er een geschilderde kerk gekregen. kruisweg. Deze is geleverd door Deumens, Venlo;- geschilderd door H. Sneltens, Sittard E. Meubilair en copie van een kruisweg, 'Hendriks' in een kerk te Antwerpen. Uit de oude kerk is er nog een zeventiende In 1902 komt de polychromie van de kerk. eeuwse preekstoel, over, evenwel zonder Men had verschillende schilders om een onttrap. Het hoogaltaar is ontworpen door archi- werp gevraagd: Deumens uit Venlo;- Bocholt tect C. Franssen en het voldoet uitstekend. Het uit Eindhoven;- Perey uit Venlo;- Meurmans is te hopen, dat het blijft staan. uit Venlo;- v. Winssen (Warmond) en v.d. Wiel Het kruis op het altaar heeft hij willen laten (Stratum) tezamen. domineren, en in de retabel is het leven en de Gekozen werden de twee laatsten voor dertien marteldood van de H.Andreas afgebeeld. De- grote taferelen. De houten kap was vroeger al ze beeldgroepen worden geflankeerd door beschilderd door Deumens, Venlo. biddende engelen. Ook zijn in de predella In 1913 en 1914 kwamen er drie en vier geaangebracht de symbolen van de Evangelisten: brandschilderde ramen van Nicolas, Roermond. arend, mens, leeuw en os. De zeer fijne uit- Beeldhouwer H.v.d. Geld maakte daarna nog voering, uitermate kunstzinnig is van de be- de Communiebank, waarvan helaas maar enkekende beeldhouwer, H.v.d. Geld, Den Bosch. le reliĂŤfs nog aanwezig zijn. Hij polychromeerOp 10 september 1898 komen er beelden van de ook het hoogaltaar. de H.H.Harten en van de Antonius van Padua. 15
Jos.
van Haaren
Druten, bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, deel 2 (slot)* Toen in 1901 de Stoomtramwegmaatschappij
'Maas en Waal' de lijnen Nijmegen-Druten en Druten-Wamel in exploitatie nam, werd als eerste chef van het station Druten de heer Jan Dirk Bedeaux benoemd. Nadien volgde zijn benoeming in gelijke functie bij de Betuwse Stoomtramwegmaatschappij, ter standplaats Bemmel. Zijn plaats te Druten werd ingenomen door de heer WJJ. de Haan, tot dan toe beroepsmilitair in de rang van sergeant-majoor-instructeur bij een in Leiden gelegerd Regiment Infanterie. Later volgde, toen hij in Druten als stationschef in functie was, benoeming tot reserve-2de luitenant bij het wapen der Infanterie en nadien bevordering tot reserve1ste luitenant. In die rang moest hij op 31 juli 1914 gevolg geven aan het mobilisatiebevel. Samen met zijn oudere collega, de reserve-officier H.F. van Haaren, vertrok hij naar zijn mobilisatiebestemming. De hele mobilisatie is de heer De Haan in militaire dienst gebleven. Na zijn
demobilisatie is hij te werk gesteld bij het PTT-kantoor te Nijmegen. De heer Van Haaren werd na enige tijd ongesteld. Na langdurig verblijf in het Militair Hospitaal te Utrecht werd hij ongeschikt bevonden voor de militaire dienst. Onderscheiden met het ereteken wegens langdurige dienst als reserve-officier met het cijfer XX werd hem op eigen verzoek eervol ontslag verleend. Intussen was hij wederom als gemeentesecretaris van Druten in functie getreden. Een functie die hij tot en met 30 april 1923, toen hij de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt, heeft vervuld. Hieronder een aanvulling op de lijsten van
miliciens/landweerplichtigen, die onder de wapenen werden geroepen: WĂźlem Marinus Arnoldussen, Adrianus van As, Lambertus van As, Cornelis den Bekker, Keer Gerritsen, Jacob Kalker, Jan van Kampen, Johannes Klarenbeek (-Florussen), Johannes Klarenbeek (-Mulders), Piet Litjens, Gerardus Merkus (uit Afferden, landweer-korporaal), Gijsbertus 16
Het ere-teken van H.F.
van Haaren
van Ommeren (Hubertus in de vorige lijst
komt te vervallen; Gijsbertus behoorde tot de Blauwe Huzaren), Piet van Oss, Hendrikus Schiks, Piet van Teeffelen, Huibertus de Vaan. In het vorige artikel is van Fran9ois van Haneghern gesteld dat hij als milicien gediend heeft bij de afdeling Jagers van het Regiment Grenadiers en Jagers. Deze opmerking had geen betrekking op hem, maar alleen op Johannes Egidius Markus. * De eerste bijdrage staat in Tweestromenknd nr 3 2 - l 980/1
J. van Gelder
Eerherstel voor Engelsen Duits geschut trof Bergharen op 26 oktober 1944
Nummer 21 van Tweestromenland', Maas en Waals tijdschrift voor streekgeschiedenis (jg H - zomer 1975), was geheel gewijd aan de 'Leeuwense oorlogskroniek uit de winter 1944/1945 naar het dagboek van Harrie van Heertum uit Beneden-Leeuwen. In dit nummer was een 19-tal foto's uit de gehele streek in de genoemde periode opgenomen, waaronder twee uit Bergharen. Het onderschrift vermeldde: 'Bergharen is niet getroffen door beschietingen vanuit de bezette Betuwe. Toch is ook dit dorp niet geheel aan oorlogsverwoestingen ontkomen. Er vielen diverse vliegende bommen, die aan vele huizen schade aanbrachten. De twee foto's tonen niettemin toch een door granaten getroffen woning. De ene - zonder kerktoren (red.: hier had mét moeten staan) - is een tekening van de Engelse soldaat J.Fleming, die het in oktober 1944 getroffen pand tekende. Het tragische by deze granaatinslag was, dat de granaten afkomstig waren van Engels artilleriegeschut, dat in het Winssense veld was opgesteld. De soldaten hadden te veel aan de whisky gezeten en schoten de verkeerde kant op. Een Engelse soldaat, die tegenover de woning op de hoek van de Dorpsstraat en de Molenweg op wacht stond, werd daarbij gedood'.
•\ '"/ Ot^iShfK
/»**.
Onthutst De tekenaar, een Engelse korporaal, wiens naam Torn Fleming blijkt te zijn, kwam op 21 juni 1980 onverwacht naar Bergharen en
door een bepaalde verwijzing bij mij terecht. Hij was bijzonder blij met het feit dat hierover was gepubliceerd, in eerste instantie in 'Hier en Ginder', het maandelijks orgaan van
17
het Missiethuisfront Bergharen-Hernen-Leur, in 1970. Het verhaal dat vanaf 1944 in Bergharen de ronde deed, was echter een onaangename verrassing voor Torn Fleming. Hij meende te weten dat de granaten op 26 oktober 1944 afkomstig waren van Duits spoorlijngeschut. De grootte van één der scherven wees erop. Min of meer onthutst is hij teruggekeerd naar Engeknd na de plaats der onheils te hebben verkend; hij kende er nauwelijks iets van terug.
hadden ervaren of op onderzoek waren uitgeweest, met vrij grote zekerheid worden vastgesteld, dat de granaten waren afgevuurd door een marinegeschut van de Duitsers vanaf de Ginkelse hei bij Wageningen. Tevens werd bekend dat de bij deze beschieting gesneuvelde soldaat Joe Richardson heette. Hij is begraven op het militair ereveld 'Jonkerbosch' in Nijmegen.
Toedracht Merkwaardig eigenlijk, dat pas na zoveel ja-
Duits geschut Na een paar publicaties in 'Hier en Ginder' in de nummers van augustus, september en oktober 1980 zijn echter nieuwe en duidelijke gegevens omtrent de beschieting naar voren gekomen. Ter geruststelling van de Engelse korporaal
en tekenaar Fleming kon na uitgebreide reacties van meederde personen, die één en ander
ren de juiste toedracht naar voren komt. Eerherstel voor de Engelsen! Met recht en reden mag hiervan melding worden gemaakt in deze kolommen, temeer omdat zij tot onze bevrijders behoorden in 1944/45. Tom Fleming en alle anderen, die ons nadere gegevens verstrekten, komt hiervoor véél dank toe.
H. van Heertum
Dialect Beneden-Leeuwen
De vrèmde köpmaen Hij kum nie zo duk mer dis, dieje kael, mi 'nen duts in d'n hoed. Dé kum, es 't hard wèèit, daen kaentie 'm hos nie op haauwe. Mistael vittie daen 'n stukske lapdraod, wortie 'm mee vast bijnt. Aes'ie aenders niks vijne kan, of bij de haend hè, dan tuiert'ie z'ne zaddoek mar twars over z'nen hoed heer. En aes'ie daen dieje lange rööiert vaen 'ne jaes aon het, mi tie pielemollevéllese boks dor bij aon, daen is 't nét dieje kiesjeskael vaen ginne kaent de Waol, die hier aelted bazeroeneknupkes kwaam verkope én sjettendraod. Mar hij verkoch knupsgate én bokselinte, vur drie stuivers, 'n un verl èèier 't el, of 'nen haelve vojjem. Dé kos 'm niks schèèle, aes'ie mar te vrète ha. Bij de schèèle Sien, 'n fotspaer vaen 'n wijf, goenk'ie, aes 't koud waar, aelted efkes wèèreme. Daen ha'ie de koffie d'r bij. Sien dee t'r sükker in mi te losse haend, waent lepels has se nie, ma dé goof nie, waent ir dé'ge 't zaag, goeng s'ael mi tieje smerrege vinger dur de kom. Ma wa goof hij dor um? Hij 18
slurpte n'm op, ael waar 't schottelwaeter. De miens vaen Siene, die waar ael 'n hortje dood, ma se ha ok nog 'n daen. Ja, 'n krek dertke. 'n Bietje dingskes-aechteg. Neeje, helemaol gin Kaeskenaoje*). Vur ginne cent grutsighed. De kópmaen die goed wies hoe spuls dè'se waes, loerde d'r welles op um mi t'r te roldaenesse. Ma Sien brocht 't wel zó in 't gerèèje, dele noot te kaens kreeg. Sjèt en gaore mochtie verkope én rijgnaesse d'r bij, ma vaen de daen moessie abblijve. Al ha'ie de straente schoen d'r wél vur aon, se hiel 'm d'r tèèine. Zé waes Sien wél. Inne keer stookkie mar afkes 'n haend no d'r uwt, ma dé wiessie. Sien, die nét mi t'r schottelslet in de haend ston, goof 'n flèèr langs z'ne snuut de bèèi z'n oge zowwa toe zate. Sijns noot mer. * gasconade (Frans voor grootspraak, opsnijderij, snoeverij; als van inwoners van Gascog-
ne).
C.P.J. van Kouwen
The Loyal Suffolk Hussars in Maas en Waal Onlangs kwam ik in het bezit van een boekwerkje over een Engels legeronderdeel dat in de winter 1944/45 in het werkgebied van Tweestromenland verbleef.1) In het algemeen is er in de officiële geallieerde bronnen over de Tweede Wereldoorlog weinig te vinden dat betrekking heeft op Maas en Waal. De voornaamste reden is dat hier geen gevechten zijn geleverd; het gebied heeft bijna uitsluitend als rust- en verzamelgebied dienst gedaan voor troepen die elders aan het front lagen. Het betreft hier het 55e Suffolk Yeomanry Anti Tank Regiment R.A.: 'The Loyal Suffolk Hussars'. Dit regiment maakte toen deel uit van de 49e West Riding Infanterie division, ook wel de 'Polar Bears' genoemd naar hun divisie-embleem. Het bestond uit een regimentshoofdkwartier en vier batterijen antitankgeschut, resp. het 217e - 218e - 219e en de 220e. Iedere batterij was weer samengesteld uit drie peletons. BÜ elkaar ongeveer 700 militairen. Regiments-commandant was Lt. Col. B. Gooch. De bewapening bestond uit z.g. 6- en 17- Pounders antitank gun's. Aanvankelijk als veldgeschut, maar later voor een deel vervangen door op Valentine-tanks gemonteerde 17-Pounders. Aan het front trad men op ter ondersteuning van de infanterie wanneer de vijand met tanks op het slagveld verscheen. Maar ook gewoon als infanterie als dat noodzakelijk was. De manschappen kwamen in hoofdzaak uit de plaatsen St.Edmunds en Lowestoft, gelegen in het graafschap Suffolk aan de Engelse oostkust. Na inscheping zette het resiment op 9 juni 1944 voet aan wal in Normandië. Het kwam op 18 juni voor het eerst in aktie bij Saint Pierre, Saint Leger en in het Pare de Boiloigne. Hier vielen de eerste doden en gewonden. Daarna trok het regiment strijdend door Frankrijk en België tot aan het kanaal Turnhout - Antwerpen. Op 30 oktober nam het deel aan de bevrijding van Roosendaal. Rond 15 november ging het regiment via Antwerpen en Turnhout richting Venlo. Men nam deel aan de gevechten rond Panningen, Maasbree en Tongerlo. Toen op 3 december Blerick, het laatste belangrijke Duitse steunpunt ten westen van de Maas, in geallieerde handen was gevallen, werd het regiment naar Nijmegen en omgeving overgeplaatst. Vanaf dat moment laten we hier de letterlijke tekst van het boekje volgen, eenmaal onderbroken door een aanvulling . *Wij vernamen dat onze divisie werd verplaatst naar Nijmegen met als taak het behouden van
het bruggehoofd dat lag voorbij de bekende Waalbrug ten noorden van de stad en dat zich uitstrekte tot halverwege Arnhem. Wij noemden dat *Het eiland*2) Het eiland was dat gebied tussen Arnhem en Nijmegen, dat begrensd werd door de rivieren Waal en Neder-Rijn. Wii namen hier de stellingen over van een ander Yeomanry anti-tank regiment nJ. The Northhumbrian Hussars' (50e divisie). Het landschap was er erg vlak. Een vijandelijke tankaanval leek erg onwaarschijnlijk en deze mening werd nog versterkt door de hoge waterstand in het gebied. Onze nieuwe commandant generaal-majoor G.A.H. MacMillan vond
dat we door deze omstandigheden maar een minimum aantal antitank-kanonnen behoefden op te stellen. Het regimentshoofdkwartier vestigde zich in Nijmegen, met een batterij in Druten samen met het 49e West Riding Recce regiment3) en 19
een batterij in Deest of Ewijk. Onze taken waren veel en verschillend. Wij hadden meestal een batterij op het eiland als infanterie, meestal in Eist, en een ander bemande de schijnwerpers bij de Waalbrug. Deze schijnwerpers verlichtten het water onder de brug voor het geval dat de Duitsers hun poging zouden herhalen om de brug op te blazen door mannen gekleed in rubber pakken, uitgerust met explosieve ladingen. Of voor het geval dat zij zouden proberen om een aanval uit te voeren met een duikboot. Voor deze laatste mogelijkheid hadden wij zelfs enkele van onze kanonnen op de rivier gericht. Ook bemanden wij verschillende uitkijkposten. Het merendeel van dit werk werd natuurlijk 's nachts uitgevoerd en vele lange en vermoeiende uren werden met dit werk doorgebracht. Maar als wij vrij van dienst waren, hadden wij redelijke verblijfplaatsen in Nijmegen en de gastvrijheid van de Nederlanders. Vele vrienden hebben wij gevonden in deze stad (en omgeving), en wij zullen hun vriendelijkheid lang in onze herinnering houden. Verderop de rivier was nog een versperring bij Deest om te voorkomen dat enig vijandelijk vaartujg stroomopwaarts kon komen. Deze werd ook door ons bewaakt. De wacht daar was geplaatst op een schuit en dat bleek een comfortabele inkwartiering te zijn. Na Kerstmis kwam er sneeuw en strenge vorst. En de sombere omgeving kreeg een schilderachtige aanblik. Nijmegen werd regelmatig door de vijand op een vrij willekeurige wijze beschoten. Men raakte er aan gewend en schonk er weinig aandacht aan, ofschoon er veel slachtoffers vielen onder de militairen en burgers. Gunner Hifl van de 219e Batterij werd er door gewond. Veel vliegende bommen (V.I s) werden gezien maar meestal vlogen ze voorbij Druten en Deest. Toen de 218e Batterij een rustperiode doorbracht in Deest viel op de namiddag van 8 februari een van de duivelse machines op de officiersmess. Majoor The Viscount Elveden, de batterij-commandant, en gunner J. Stiles werden op slag gedood. Gunner F. Taylor werd levensgevaarlijk gewond en stierf de volgende morgen in het militaire hospitaal in Nijmegen'. 20
Als aanvulling op de tekst uit het boekje volgen hier enige aantekeningen: De officiersmess was in het woonhuis van de famßïe J.G. Litjens aan de Grotestraat te Deest. Majoor A.O.E. Guinness the Viscount Elveden, afkomstig uit een gerenommeerde Engelse familie, was een sympathiek persoon en gerespecteerd officier. Tijdens zijn aanwezigheid in Deest viel in de nacht van 2 op 3 februari 1945 een Duitse V.I op het klooster. Hij gaf toen onmiddellijk opdracht aan zijn manschappen om te helpen en liet enkele tanks, uitgerust met schijnwerpers, naar de plaats des onheils rijden om de reddingswerkzaamheden bij te lichten. Die nacht kwamen elf mensen om het leven, waarvan zeven kloosterzusters. Bijlage 1. In de namiddag kwamen tien mensen om. Bijlage 2. De zwaargewonden werden na de eerste hulp overgebracht naar het St. Canisius Ziekenhuis in Nijmegen. De lichtgewonden werden ter plaatse geholpen door dokter Thuis uit Druten, die in beide gevallen snel gekomen was. Bovendien hielpen artsen en gewondenverzorgers van de 49e West Riding division, die een medische post hadden in de St.Victor school in Afferden. Het vervoer van alle gewonden werd verzorgd door Engelse ambulance-auto's. De hulp van de Engelsen was in deze dagen een hele steun voor Deest. Zij deden alles, zoals het evacueren van de mensen met hun boedel uit vernielde huizen. Ze repareerden daken, timmerden ramen dicht, enz. Majoor The Viscount Elveden, soldaat J. Stiles en soldaat F.C. Taylor zijn begraven op de Engelse militaire begraafplaats Jonkerbosch te Nijmegen. De andere slachtoffers werden allen in Deest begraven. Als posthume hulde wordt de ruimte die 'The Royal Britisch Legion' in Nijmegen gebruikt voor haar bijeenkomsten 'Elveden Memorial Hall'genoemd. Hier vervolgen wij de letterlijke tekst van het boekje:
Majoor A.O.E. Guinness the Vbcount Elveden, bij het neerkomen van een V.I. te Deest op 8 februari 1945 gedood. 21
'Majoor Whitehead van de Dorset Yeoman- Bijlage l ry werd de opvolger van majoor Elveden als commandant van de 218e Batterij. Kaptitein Compston ging naar de 218e Batterij als 'G', kapitein en kapitein Halliwell van de 218e Batterij ging naar het regimensthoofdkwartier als adjundant. De 219e Batterij had een 6-Pounder gestationneerd op het eiland samen met het 7e Duke of Wellington's Regiment. Het kanon werd bediend door sergeant Austin. Op een dag viel de vijand aan en penetreerde tot dichtbij het batterijkwartier. Het onderdeel van sergeant Austin verbond zich met de infanterie en hield stand op een belangrijk punt, en veroorzaakte flinke verliezen bij de vijand. Voor hun aandeel bij deze gevechten kreeg sergeant Austin een eervolle vermelding en gunner Garwood de Military Medal. Dit was een van de meest vastberaden aanvallen die de vijand heeft ondernomen gedurende ons verblijf op het eiland. Vroeg in het nieuwe jaar begon het rement indirect vuren te oefenen met onze 17Pounders. Majoor Jaine die de Royal Artiflery vertegenwoordigde bij het 49e WestRiding Recce Regiment was onze instructeur. Iedereen
Lijst van slachtoffers van de V.I s in Deest op 3 februari 1945 Zusters van de congregatie van O.L.Vrouw Moeder van Barmhartigheid. Tilburg. Moeder Clarentina 65 jaar. Zuster Luciana 64 jaar. Zuster Febronia 62 jaar. Zuster Egbertina 61 jaar. Zuster Jacobina 59 jaar. Zuster Albine 57 jaar. Zuster Johannes 43 jaar. Van de bejaarden: Mevr. wed. A. Soetenkouw- Hendriks 71 jaar. Van een gezin uit Deest dat tijdelijk in het klooster was ondergebracht: Mevr. G.B. Peters- van de Hoogen 37 jaar, kind 2 jaar kind van 5 maanden.
Bijlage 2
Lijst van slachtoffers van de V.I. s in Deest op 8 februari 1945. J.G. Litjens 62 jaar. Mevr. Th.N.M. Litjens-van der Putten 66 jaar. genoot hiervan en had het gevoel dat dit erg Th.H.N. Litjens 31 jaar. nadelig voor de vijand was. Verschillende 54 jaar. schoorstenen van steenfabrieken waarvan ge- P.J. Litjens G.W. vanToor 54 jaar. dacht werd dat de vijand ze gebruikte als 51 jaar. uitkijkpost werden omver geschoten door J.G. Roelofs onze kanonnen. De commandant van onze Mevr. A.M.G. van Zoeten 54 jaar (evacuè uit 'D', compagnie beweerde zelfs dat zijn kanon- 's-Gravenhage) Majoor A.O.E. Guinnes The Viscount Elveden nen een schoorsteen zo konden beschieten 32 jaar. dat die omviel in elke gekozen richting. J. Stiles 42 jaar. Er waren enkele bijzonder succesvolle Soldaat Soldaat F.C. Taylor 40 jaar (overleden op 9 beschietingen bij ter ondersteuning van de februari). 49e West Riding Recce Regiment toen zij operaties uitvoerden aan de overkant van de Waal in het door de Duitsers beheerste NOTEN gebied. Het regiment opereerde nu meestal als infanterie op het eiland en voerde daar 1) 'TheLoyalSuffolkHussars'door:Lt. General Sir EveKn Baker. Dortmund 1946. kleine patrouilles uit en bemande verschillenMet dank aan mr. R.C. Sargent (218e Batt.), de buitenposten. En zo gingen de wintermaanden voorbij en thans wonende te Amersfoort, die welwilapril kwam. Het eiland werd nu van de vijlend dit boekje beschikbaar stelde. En mr. and gezuiverd (operatie Destroyer) en er A.R. Smith te Nijmegen die voor de vertawerden plannen gemaakt voor de bevrijding ling van het betreffende gedeelte zorg droeg. van Arnhem'. 2) De Over-Betuwe. 3) Reconnaissance regiment. Een verkenningsafdeling met lichte tanks en pantserwagens.
22
LiteratuurSienalement
069
Tentoonstellingen, musea
ELFERS, J., M. SCHUYT en A.OVERBEEK, Groot Museumbode. GeĂŻllustreerde gids langs 660 musea van Nederland; Amsterdam, 1980; 432p.,afbn. (Meulenhoff/Landshoff, f 32,50).
p. 404: Oudheidkundig museum Frans Bloemen te Wijchen. 247
Kerkelijke kunst
TRIJSBURG, J., Ciborie uit de Puiflijkse schuurkerkjin: Tweestromenland, no. 32 (1980/I),p.21,afbn. 262J
Geestelijken
BRATTINGA, T., Herre BarĂœema- zijn leven, zijn woord jBolsward, 1980; 100 p., afbn. (biografische inleiding en selectie door dr T. Brattinga).
gen en Keizersweerd; in: Het Valkhof te Nijmegen, uitg. b.g.v. de tentoonstelling 'Het Valkhof en de vroegste geschiedenis van de stad Nijmegen', Nijmegen, 1980, p. 38-39, afbn. (Catalogi van het Kunstbezit van de Gem. Nijmegen no. 3).
Tiende van de kerk te Wijchen. 264
Liturgie
GELDER, J.A., van, Mariaverering in Bergharenal eeuwen oud;in: Wegwijs, jrg. 15 no. 44 (28-101980). 27
Kerkgeschiedenis algemeen
BARTEN, J., Historische achtergronden bij de door Rogier opgegeven percentages van de katholieken in de Nederbetuwe en zogenaamde Katholieke Driehoek;in: Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland, jrg. 21(1979), p. 293-303.
Dominee Herre Brattinga was tien jaar predikant voor Heumen, Overasselt, Nederasselt en Malden. Naast een levensbeschrijving wordt het grootste deel van het boekje in beslaggenomen door een bloemlezing over Bartlema 's artikelen in 'Dichtbij', het huis-aan-huisblad in de gemeenten Heumen en Overasselt.
Missionarissen, die opereerden vanuit WestMaas en Waal.
DEKKERS, J., en M. BERGEVOET, Gerard van Erichem, een getrouwd pastoor; in: Tweestromenland, no. 32 (1980/1), p. 6-7.
De vroeg-middeleeuwse geschiedenis van Maas en Waal komt aan de orde.
LEUPEN, P., Het oudste patrocinium van Nijmegens parochiekerk; in: Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland, jrg. 21 (1979), p. 131-145.
271
262.2
Kloosterorden
Parochies
RESTEREN, R. van, Een burggraaf in Nijme-
HAAREN, J. van, De komst van de Zusters J.M.J. naar Drutenjin: De Waalkanter, dd 23
16-10-1980. 271.1
Jezuïeten
BAKTEN, J .T J»., en N.A. HAMERS, Nijmeegse Jezuiten en hun verwantschap met Peter Kanis;in: Zoeklicht op Nijmegen, Genealogische en Heraldische Bundel; Nijmegen, iy»u, p. 113-121,afbn.
Genoemd worden Zeger van Appeltem (geb. 1619) en de broers Wülem (geb. 1707 en Antonius (geb. 1723) van Wijchen. De jubileum-uitgave, die de afd. Kwartier van Nijmegen van de Ned. Genealogische Vereniging ter gelegenheid van haar tweede lustrum heeft uitgegeven, heeft de titel 'Zoeklicht op Nijmegen' meegekregen. Maar ook veel gegevens over niet-Nijmeegse families zijn hierin te vinden. Bovendien, wat zijn 'Nijmeegse' families? Velen hebben zich door de eeuwen heen in Nijmegen gevestigd, en hun nageslacht is daar een eigen leven gaan leiden. Daarom, voor elke genealoog uit Tweestromenland van belang! (Bestellen door storting van f 39,- en f 5,-porto op giro 4446866 t.n.v. mevr. E. HoUa-Staffhorst, Nijmegen). 271.3
Minderbroeders
HENDRIKS, M., De weg naar het einde, 19621980; in: Alverna van begin tot einde, 18871980; Wijchen, 1980, p. 31-40, afbn.
Verschil tussen adel en aristocratie vanaf de vroege middeleeuwen, o.a. in het Rivierengebied. 331
Verenigingen van werkgevers en
werknemers
JARIG, 6- - - bestaansfeest Houtbewerkersbond; in: De Waalkanter, dd 2-10-1980.
Boven-Leeuwen. 332
Grond, bodem, onroerend goed
THISSEN, B., Grondbezit te Nijmegen in de 13e eeuw;in: Het Valkhof etc., p. 45-48. Goederen te Lunen bij Wijchen. 339.17
Instellingen van handelsactiviteit
TALSMA, A., Bruin café is verleden tijd! in: De Waalkanter, dd. 34-1980. Café Stet van Oss, Druten. 355
Militaire zaken
HAAREN, J. van, Druten, bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog;in: Tweestromenland no. 32(1980/1), p. 3740, afbn. bijln. 355.48
Krijgsgeschiedenis
Bij het betrekken van het nieuwe franciscaner bejaardentehuis La Vema- in de moestuin van het voormalige klooster Alverna- verscheen een 40 p. tellend boekje met daarin twee artikelen. Eerstens de feestrede, die pater Polman hield b^.v. het 75-j. bestaansfeest op 4-10-1965 over die eerste driekwart eeuw van Alverna. Tweedens van pater Hendriks over het einde van het klooster en de bouw van het bejaardentehuis, beide verlucht met foto 's.
(GELDER, J.A. van), Hoek Molenweg-Dorpsstraat Bergharen;in: Hier en Ginder, jrg. 21 (1980), p. 107-110.
POLMAN, P., Het klooster en zijn bewoners, 1887-1962;in: Alverna etc. p. 7-30, afbn.
Bergharen.
323.3
Sociale groepen en standen
WINTER, J.M. van, Adel en aristocratie in de middeleeuwen;in: Tgdschrift voor Geschiedenis, jrg. 93(1980), p. 357-376.
24
(GELDER, J.A. van), Granaten in 1944 in Bergharen-Boom aan de Molen weg; in: Hier en Ginder, jrg. 21(1980), p. 121-124. (GELDER, J.A. van), Granaten in 1944;in: Hier en Ginder, jrg. 21(1980), p. 137-139.
JONG, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, dl. lOa: Het laatste jaar; Den Haag, 1980 (2 delen).
In de eerste band van dit deel behandelt dr L. de Jong de eerste periode van de bevrijding van Nederland, nl. die van het Zuiden tot
aan de grote rivieren. Uitvoerig wordt stilgestaan bij de operaties Market en Garden. Als onderdeel hiervan werd de 82e Amerikaanse Divisie )The All Americans) bij Groesbeek, Heumen en Grove gedropt op 17 sept. 1944, bijna 73 man. De Maasbrug werd binnen drie uur onbeschadigd veroverd. Van de vier bruggen over het Maas-Waalkanaal kon alleen die bij Heumen worden bemachtigd; de andere (ook de spoorbruggen) waren opgeblazen. De tweede dropping op maandag 18-9 mislukte gedeeltelijk door het slechte weer. Nijmegen, met de Waalbruggen, werd op woensdag 20 sept. geheel bevrijd. Ook in Maas en Waal was het in die dagen onrustig, als gevolg van activiteiten van illigalen en reacties daarop van Duitse zijde. Zo vond op 19-9 in Wamel een schietpartij plaats tussen OD-ers en Waf f en SS; deze laatsten weken uit naarDruten; 's morgens 20-9 verschenen er in Wamel twee Britse tanks, boorden enkele schepen met Duitsers de grond in, maar vertrokken na de middag weer richting Nijmegen. Onmiddellijk staken de Duitsers de Waal over en arresteerden 14 personen, die in Tiel nog diezelfde avond werden gefusilleerd. Eind september bleek, dat de Waal de frontlijn zou zijn, met alle - vooral voor de bevolking -verschrikkelijkegevolgen van dien: beschiettingen, snelle raids met brandstichtingen etc., die zeer veel schade aanrichtten en veel slachtoffers eisten, en evacuaties. In de tweede band komen allerlei 'nevenzaken 'uit die periode aan de orde, zoals het arrestatiebeleid, Militair Gezag, Londen en..... de Stoottroepen, onderdeel van de Binnenlandse Strijdkrachten. Ze waren aanvankelijk gevormd uit de Knokploegen en groepen van de Raad van Verzet, aangevuld met OD-ers, losse iüegale troepen, en droegen ook hun karakter: de Stoottroepen waren bereid tot een moedige inzet, maar ze waren ook lastig, snel op hun tenen getrapt en afkerig van een gedisiciplineerd samenwerken met anderen. De Stoottroepen zijn hoofdzakelijk gebruikt aan het front langs de grote rivieren. Zo vertrok op 10-10 een eerste compagnie (ruim 120 man) o.lv. Sjefde Groot naar Maas en Waal, om het dijkvak tussen Leeuwen en Wamel te beveiligen (hiervan is zelfs een foto afgedrukt). Later werden nog 2 andere compagnieën toegevoegd. Deze drie compag-
nieën vormden later het Ie bataljon Brabantse Stoottroepen. Ze hebben het hier en in het algemeen verre van gemakkelijk gehad: ca. 6 1/2 procent is gesneuveld (Irenebrigade: 21/2 procent!). De Jong behandelt een periode van de oorlog, die voorde inwoners van Tweestromenland als de meest ernstige werd ervaren: nu de oorlog in feite voorbij was, begon de ellende pas goed. Bovendien geeft schr. aan, dat sommige passages niet verder konden worden uitgewerkt, bij gebrek aan gegevens. Dit geldt m.i. zeer zeker voor ons gebied. Wat is er bekend over de illigaliteit en het gewapend verzet, wat over de Duitsgezindheid? En hoe staat het met het Duitse bestuur, burgerlijk en militair, de vervolging, arbeidsinzet, en. ? De vraagstelling kan doorgetrokken worden: de bevrijding zélf, beschietingen, evacuaties, M.G., legering van diverse militairen (eerst Amerikanen en Engelsen, later Canadezen). Allemaal facetten van de geschiedenis van een gebeurtenis uit het jonge verleden, die nu nog nagegaan kunnen worden, omdat veel personen nog leven. Over tien jaar wordt dat bijna onmogelijk! 362.7/362.8 Zorg voor kinderen
CRAANDÜK, J., Wandelingen door Nederland, 1978; 256 p., afbn.
p. 162-163: Weeshuis Neerbosch-Hulsen. Ds J. Craandijk uit Rotterdam begon in 1874 met het schrijven van zijn Wandelingen, tussen 1875 en 1888 in 8 delen verschenen. In dit nieuwe boek zijn alleen de lithografieën van de schilder P. A. Schipper opgenomen, met een beknopte bewerking van de bijbehorende tekst. (Foresta, Groningen, f45,-). 37
Onderwijs algemeen
NOORDAM, J., (red.), Uteratuurwijzer historische pedagogiek; Nijmegen, 1978, bevat bijna alle literatuur op het gebied van onderwijs. 373.3
Basisonderwijs
JAAR, 125- - Prot.Christelijk onderwijs Bergharen; Bergharen, 1980; 80 p., afbn. 25
Na Appeltem (125 jaar, 1978) en Wamel (50 j., 1979) heeft ook de protestantschristelijke school van Bergharen een jubileum te vieren gehad, en wel het 125-]. bestaan. Een commissie is erin geslaagd een aardig boekje samen te stellen, niet in de laatste plaats door de lijsten met bestuursen perosneelsleden, onderwijzers en leerlingen en de klassefoto 's. 379.85
Recreatie, toerisme
RIJK, - - van Nijmegen '80. Gids voor vakantie en vrije tijdjz.pl., z.jr. (1980), Uitg. V.V.V.Nijmegen e.o., f 2,-. Van elke gemeente geschiedenis, wapen, historische gebouwen etc. 627.1
Natuurlijke waterlopen
TEUNISSEN, D., Enkele gebeurtenissen uit het leven van de Romeinse veldheer Drusus in het licht van enige nieuwe geologische gegevens uit oostelijk Gelderland;in: Westerheem, jrg. 29 (l 980), p. 321 -334, krtn., Ut. Lopen van Rijn, Waal en IJssel in de Romeinse tijd.
627.517
Overstromingen
PIERLINCK. J., De verschrikkelijke Watersnood, Langs de Rivieren de Waal en de Maas, voorgevallen in de Maand February des J aars 1757;Maasbree, 1980, 5 en 56 p., krt. (C. Zeelen, Maasbree, f 25,). Herdruk van de uitg. Amsterdam, 1757. 629.12
Scheepsbouw
BOE, G. de., De schepen van Pommeroeul; in: Romeins België en Nederland, Den Haag, 1980, p. 76-82, afbn., tek., lit. (Ook verschenen in: Hermeneus, Tijdschrift voor antieke cultuur, jrg. 52 no. 2(1980), p. 140-146).
Romeins schip van Druten. 681
Orgels
HARST, H. van der, Langs Nederlandse orgels. 26
Zeeland, Brabant, Limburg: Baarn, 1979, 160 p., afbn., lit., regs. (Bosch en Keurling, f 16,50).
De Gebr. Gradussen werkten hier en daar in Brabant o.a. aan het Dinterorgel dat - afkomstig uit Westblokker - nu in de R.K. kerk van Nistelrode staat (. 44, afb. 145). 725.4
Industriële gebouwen
VISSER, H.A., Nederlandse molens in oude ansichten, II; Zaltbommel, 1979,140 afbn. VISSER, H.A., Nederlandse molens in oude ansichten, III; Zaltbommel, 1980,140 afbn.
725.8
Wijkgebouwen
(GELDER, J.A. van), Van parochiehuis naar
ontmoetingscentrum Hemen en Leur, in: Hier en Ginder, jrg. 21(1980), p. 151-154, afbn.
725.94
Monumenten
NATIONAAL, - - monument van Joan Derk van der CapeUen tot den Pol;in: C.R.M.-informatie no. 147/2/80 (27-11-1980).
Op 23-2-80 hebben enkele leden van de Tweede Kamer vragen gesteld aan de minister-president en de minister van CRM. betreffende een nationaal monument van Joan Derk v.d. CapeUen, dat in onderdelen in Rome te vinden is. De minister van CRM heeft hierop 25-11 geantwoord. TUMMERS, P., Monument van grondlegger Nederlandse democratie kwam in Romeinse tuin terecht;in: Dagblad voor Noord Limburg, dd. 23-12-1980.
Het monument (o.a. vier beelden werd besteld door een aantal Amsterdamse kooplieden, die er f 45.000,- voor over hadden. Beeldhouwer was Giusseppe Ceracchi (beeld van G. Washington in Amerika). Door politieke omstandigheden in Nederland (Willem V verdreef met behulp van de koning van Pruisen de patriotten) en Frankrijk (Ceracchi werd in Parijs onthoofd) bleef het monument in Italië en kwam het verspreid in de tuin van de villa
Borghese te Rome te staan, tot nu toe.....
dameskoor Beneden Leeuwem.
726.54
785
Keiken
Muzte, muziekgezelschappen
HELVOORT, H. van, De kerken van arch. C. Franssen in Maas en Waal, III: PersonaliaBergharenjin: Tweestromenland no. 32 (l 980/1), p. 22-36, afbn.
WEYTENS, J., Fanfare 'Na arbeid Gezelligheid' 1919-1979;Weurt, 1979: 16 p., afbn.
728.8
(GELDER, J.A.), Toneelvereniging De Gezelligheid 60 jaar;in: Hier en Ginder, jrg. 21 (l 980), p. 155-156.
Kastelen
BORCH TOT VERWOLDE-SWEMLE, E.C. barones van der, De Doddendaal te Ewijk; in: Tweestromenland no. 32(1980/1), p. 820, afbn.
792
Toneelverenigingen
Bergharen-Hernen-Leur. 796.3
Balsporten
SMIT, J., Nederland in kaart gebracht. Atlas van de Nederlandse kastelen; onder redactie van K.A. Kalkwiek en A.IJ.M. Scheflart; Alphen a.d. Rijn, 1980,247 p., afbn., krtn., lit., reg., tekn.
EIKHOUT, R., Alles over Volleybal. Een ongewoon boekje over de vofleybalsport in het algemeen en in Druten in het bijzonder; Druten, 1980,24 p., afbn.
p. 90-97: Wijchen, Hemen en Ewifk uitvoerig, p. 222-227 Batenburg, Ewqk, Hemen en
T.g.v. l O-j. bestaan van Boemerang-Komeet, Druten.
Wijchen beknopt. Een nieuw, prachtig uitgevoerd (met gekleurde topografische kaarten, kleurenfoto 's, tekeningen en oude gravures) werk over een onderwerp, dat blijkbaar nog steeds verkoopt: kastelen. De twee op dit terrein bekende deskundigen verzorgden zelfde hoofdstukken over resp. De Feodaliteit en Termen in de Kastelenkunde, terwyi prof. dr H.P.H. Jansen een overzicht van de Politieke geschiedenis van Nederland in de periode 900-1500 geeft en dn
P. W. Geudeke een geschiedenis van de topografische kartering. Daarna komt de 'bulk' van het werk, de beschrijving van de kastelen, voorafgaande door een afdruk van een
topografische kaart. Het geheel is samengesteld door J. Smit, die ook voor een groot deel van de foto's zorgde. 728.9
Bqgebouwen
(GELDER, J. A. van), Duiven til in Leur; in: Hier en Ginder, jrg. 21(1980), p. 95-97. 784
Zang, koren
STELLA,'- - Matutina' viert 25 jarig jubileum; in: De Waalkanter, dd. 25-10-1980.
VOLLEYBALVERENIGING, - - BoemerangKomeet viert 10-jarig jubileum;in: De Waalkanter, dd. 14-7-1980. 800.87
Dialecten
TR(IJSBURG), (J.), Maas en Waals woordenboek verschenen;in: Gelders Oudheidkundig Contactbericht, no. 85 (juli 1980), p. 12-13. 801.31
Woorden m.b.t. hun betekenis
JOBSE-VAN PUTTEN, J., 'n Brood is ginnen stoeten'. Taalgeografisch onderzoek naar broodnamen in Nederland; Amsterdam, 1980, 167 p., afbn., bqln., krtn., lit. (PJ. Meertensinstituut Amsterdam, f 15,-). Zoals de titel al vermeldt, betreft het hier een
onderzoek naar broodnamen en broodgebruik in Nederland, gebaseerd op ca. 1300 enquĂŞtes. Ook de vormen van een brood worden hierbij
betrokken. 801.311/810.312 Toponymie
BLOK, DJ*., De toponymie als bron voor de historische geografie; mogelijkheden en be27
plaats, waarvan we weten/vermoeden dat die in de 5e-6e eeuw onbewoonbaar was; ook tijdelijke onderbreking hoeft niet tot naamsverlies te leiden. Dit laatste speciaal in het
perkingen; in: Bronnen voor de historische geografie van België, handelingen vJi. Colloquium te Brussel 25-27IV 1979, Brussel, 1980, p. 43-59, krtn. p. 57-58: Alphen, Dreumel, Wamel.
Rivierengebied.
De naam leert ons iets over de ontstaans- en bewoningsgeschiedenis van een plaats. Een oude naam kan toch gehecht blijven aan een
TRIJSBURG, J., Appeltern, een fruitige plaatsnaam; in: Tweestromenland, no. 32(1980/1), p.41,afb.
Mededelingen van het Bestuur
Assistentie secretaris
Tweestromenkind-museumcottectie
Het secretariaatswerk breidt zihc steed meer uit. Wij zoeken een vrijwiHig(st)er die in overleg op bepaalde tijden ondersteuning kan verlenen. Hierbij wordt gedacht aan het notuleren van de tweemaandelijkse bestuursvergaderingen en het typen van verslagen, rapporten enz. Belangstellenden kunnen zich schriftelijk wenden tot de secretaris van de Vereniging Tweestromenland, de heer W.P. van der Bent, Genechtstraat 11,6651 EC Druten. Voor telefonische inlichtingen: 08870-2847.
In dit nummer zou de Sectie Streekmuseum voor het eerst een lijst van aanwinsten van museumvoorwerpen publiceren. De noodzakelijke bewerking van de gegevens vroeg echter meer tijd dan verwacht. Het eerste aflevering zal mogelijk in het komend nummer worden opgenomen. Mochten er leden zijn die over voorwerpen beschikken, die zij nu of later aan de Vereniging Tweestromenland willen afstaan, dan kunnen zij contact opnemen met één van de onderstaande personen:
Administratieve hulp Zeer tot onze spijt heeft de heer Th.A.W. Nagtegaal de verzorging van de financiële administratie moeten beëindigen om een nieuwe studie te kunnen beginnen. Bij dit laatste wensen wij hem alle succes toe! Er is nog geen ander bereid gevonden om dit nuttige en noodzakelijke werk voor de vereniging te verrichten. Het gaat om het bijhouden van de boekhouding, budgetbewaking, het vervaardigen van de conceptjaarrekening en -begroting, één en ander in nauw overleg met de penningmeester, mw W. A. van Buren te Bergharen. Belangstellenden kunnen zich schriftelijk wenden tot de secretaris van de Vereniging Tweestromenland (zie voorgaand bericht). 28
Voorzitter: ir A. Kamerman, Wijchen. Telefoon 08894-15227. Secretaris: J.H. Reijnen, Meerstraat 2, Puiflijk. Telefoon 08870-3421. Leden : ing. H.P.W. Albers, Wijchen. Telefoon 08894-16203. : drs J.G.R. Dekkers, Venlo. Telefoon 077-12706. : J. van Dinter, Dreumel. Telefoon 08877-1266. Adviseur : J. Trijsburg, Appeltern.
Luchtfoto van Batenburg. Foto Gelderland te Nijmegen.
MAAS
EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS
30.IX. 1982-verschijnt ten minste vier maal per j a a r - N U M M E R 38/111
TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.
Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen, diavoorstellingen en andere evenementen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks.
Contributie De contributie voor 1982 bedraagt f 25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,- enz., te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.
Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Genechtstraat 11,6651 EC Druten; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon 08870-2847. Ere-leden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 JP.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Bestuur J J", van Wezel, vz., Alphen . W .P. van der Bent, secr., Druten Mej. W.A. van Buren, penn., Bergharen J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen G.Y.M. Derks-KJabbers, 2e secr., Druten A.J. van Hulst, Beneden-Leeuwen J. A. Jansen, Wijchen J. van Koolwijk, Dreumel C f J. van Kouwen, Nijmegen Mej. F J. van Oijen, Druten
Mr J.B.M. Roes, Beuningen G.A.A. Rooijakkers, Overasselt Drs C. Visser, Druten
Administrateur Vacant Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan de redactiesecretaris J. Trijsburg, Maasdijk 20,6629 KC Appeltern. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.
Losse nummers tijdschrift Nrs 19 t/m 38 voorradig. Per stuk f 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.
Inhoud Blz.
Drs R.S. Hulst, Nederzetting Romeinse tijd op Klepperhei Druten (4) R.S. Hulst en M J.A. de Haan, Nederzetting Romeinse tijd op Klepperhei Druten (5) opgraving 6 november - 4 december 1978 Prof. dr W. Jappe Alberts, Was Batenburg een 'stad'? Iets over de middeleeuwse geschiedenis van Batenburg 19 Mgr H. van Helvoort, De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal (5) 21 Ing. L.W. Loeffen, Een genealogisch prentenkabinet 28 Literatuursignalement, samenstelling: M. Bergevoet
TWEESTROMENIAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS
Streekarchief Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Jac.Trijsburg
NUMMER 38
BOmme
'6rWaard
1982/III
R.S. Hulst
Nederzetting Romeinse tijd op Klepperhei Druten (4) Opgraving 1978 Tijdens de campagne van 1978 - de vierde in successie - is, in aansluiting op het onderzoek van 1977, binnen de perceelsgrenzen een afronding tot aan de Van Heem-
straweg bereikt.
Wij kunnen acheraf bijzonder gelukkig zyn met het feit dat het onderzoek op het onderhavige perceel sedert 1976 met voortvarendheid is uitgevoerd. Binnen het opgegraven areaal is thans namelijk een grote tennishal annex bowlingbaan tot stand gekomen, een bouwprojekt dat ons anders onoverkomelijke problemen en stellig een essentieel verlies aan gegevens zou hebben bezorgd. De resultaten van het jongste onderzoek laten zich als volgt beschrijven. Van belang voor de vraag naar de omvang van de 2de eeuwse villa is dat de noordelijke randgreppel (zie Jaarverslag 1975) over een nog onbekende afstand naar het oosten verder blijkt te lopen. Verder kan aan de bebouwing langs deze greppel thans nog één gebouw worden toegevoegd, zodat de noordelijke vleugel van het complex uit een tweetal gebouwen bestaat, overeenkomstig de situatie in de zuidelijke vleugel, indien men deze althans tot de twee voornaamste van de aldaar voorkomende gebouwen beperkt houdt. Het stelsel van uitbraaksleuven van het nieuwe gebouw maakte duidelijk dat dit in ieder geval op steen was gefundeerd en ook overigens in Romeinse trant was opgetrokken, Voorzover niet vergraven bleek het gebouw te bestaan uit een 6.50x6.50m (buitenwerks) groot vertrek, een daarop aansluitend aan één zijde 'open' ruimte van ruim 5x4m en
uit een zijdelings aan deze ruimten grenzend tweetal van naast elkaar gelegen vertrekken ter breedte van ruim 4m en ruim Sm. Het bestaan van een noordelijke vleugel en daarmede van een formele aanleg van de villa mag nu tot bevrediging zijn aangetoond, niet duidelijk is geworden hoe de in 1977 veronderstelde afscheiding dwars over het open middenterrein zich tot deze aanleg verhoudt, Deze afscheiding viel nog slechts over een korte afstand te vervolgen, tot het emplacement van een drietal west-oost gerichte huisplattegronden van het inheemse tweeschepige type. Een organisch verband tussen de afscheiding en deze huizen viel echter evenmin te onderkennen. Er zijn aanwijzigingen dat deze drie gebouwen elkaar in tijd zijn opgevolgd, vanaf een tijdstip in de l ste eeuw tot in de eerste helft van de 2de eeuw. De plattegronden hebben in successie, de volgende afmetingen en kenmerken: 35x6m, in de westelijke helft op 0.70 a O.SOm buiten de wand een
Doorsnede waterput. Zichtbaar zijn het vlechtwerk van de putversteviging en enkele blokken tufsteen in de opvulling van de put. EĂŠn en ander is daarin terecht gekomen nadat de put in onbruik was geraakt. Foto Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek. omlopende rij palen, 1x2 ingangen op ca. 1/4 greppel, die in het noorden en in het zuiden vanaf het westen in de lange wanden; verm. tegenover elkaar een onderbreking vertoont, ca. 36x6m, langs de zuidelijke lange wand en een gecentreerd samenstel van vier tanop ruim lm een rij palen, ingangen zijn niet gentiaal gerichte grote achthoekige kuilen vastgesteld, 35x6.50m, enkele buitenpalen, op een onderlinge afstand van 4m. De grep2x2 ingangen op 1/4 vanaf het westen resp. pel bevatte slechts enige concentraties van het oosten in de lange wanden. De in 1976 fragmenten van vnl. grauwacke; de kuilen onderzochte plattegrond aan de zuidzijde van vooral delen van dakpannen. De functie de opgraving stemt qua type en afmetingen van deze opvallende structuur is voorshands geheel met deze drie plattegronden overeen. niet duidelijk. Met betrekking tot de afscheiding over het Wederom ten zuiden van deze greppel middenterrein dient nog vermeld, dat het werd een kleine uit standgreppels gevormde boven beschreven stenen gebouw aan de oost- plattegrond aangetroffen. Dit gebouwtje was zijde door een smalle, deels met puin gevulde, tweeschepig en tenminste 5m lang en 4m greppel wordt begeleid, welke greppel precies breed. Het dateert nog uit de 1ste eeuw. recht tegenover de naar het middenterrein Het is later opgevolgd door een stenen gegerichte beĂŤindiging ligt van de colonnade bouw, dat een breedte van 5.50m bezat. c.q. porticus langs de zuidelijke vleugel van Nabij de oostrand van de opgraving loopt de villa (zie Jaarverslag 1977). van noord naar zuid een brede greppel of Pal ten zuiden van het stenen gebouw werd sloot, die ook de jongste Romeinse sporen een gedeeltelijk vergraven, ronde structuur doorsnijdt. De datering heeft ons reeds vanvastgesteld. Deze is samengesteld uit een smal- af 1976 bezig gehouden. Een lithostratigrale ruim 12m in doorsnede metende ronde fische beschrijving van de slootvulling en van
de afdekkende lagen maakte thans duidelijk dat de sloot reeds geruime tijd voor de Middeleeuwse kleiafzetting is dichtgeraakt. Op ons verzoek is dr. D. Teunissen, Katholieke Universiteit Nijmegen, zo bereidwillig geweest het slootprofiel palynologisch te bemonsteren. Ook tijdens deze campagne is aandacht besteed aan het greppelsysteem buiten de kern van de villa, zowel ten zuiden als ten westen daarvan. In het zuiden is het vanwege de hoge grondwaterstand bij een poging gebleven. Op het westelijk terrein was het resul-
taat ook negatief. In en rondom een daar gegraven bouwput bleken, zeer tegen onze verwachting, sporen van greppels zo goed als te ontbreken. De gevelvormige depressie, waarlangs de bewoning zich uitstrekt, buigt naar het westen waarschijnlijk in noordelijke richting af. Dat zou ook het geval kunnen zijn met de voortzetting van de noordelijke randgreppel van de villa (zie Jaarverslag 1975).
R.S. Hulst en M.J.A. de Haan
Nederzetting Romeinse tijd op Klepperhei Bruten (5) Opgraving 6 november - 4 december 1978 De opgraving op de Klepperhei, die sedert 1974-75 telkenjare in een campagne is voortgezet, is in de vorm van een klein afrondend onderzoek voorlopig beëindigd. Gegraven is in een smalle strook, aansluitend aan het in 1976 onderzochte terreingedeelte. Dit beperkte onderzoek is niet zonder betekenis geweest. Het heeft met name verhelderend gewerkt op het vlak van de interpretatie van in voorgaande jaren verkregen gegevens. Zo is thans eerst goed duidelijk geworden dat het west-oost georiënteerde complex van de villa aan de zuidzijde een annex heeft bezeten. Ook is nu wat meer bekend over
een bewoning op dezelfde plaats uit de voorafgaande periode (ca eind-I-begin II). Hierbij hoort een omvangrijk met Romeinse importen geassocieerd complex van inheems aardewerk. Met dit complex mogen wij bijzonder gelukkig zijn, omdat het zeker één der grootste is uit het oostelijk rivierengebied. Voor het eerst is ook akkerland geconstateerd. Op één plaats zijn onder een doorwerkte laag onder het Romeinse niveau sporen van vermoedelijk een keerploeg waargenomen. Het is niet uitgesloten dat deze beakkering uit de Romeinse Tijd dateert.
W. Jappe Alberts
Was Batenburg een 'stad'? Iets over de middeleeuwse geschiedenis van Batenburg Over de vroegste geschiedenis van Batenburg is - zoals bekend - veel gefabeld. Tot de fabels over het ontstaan van Batenburg behoort het in verschillende versies overgeleverde verhaal over Bato, die er omstreeks het begin van de christelyke jaartelling een burcht - Bato's Burcht - zou hebben gebouwd, waaraan ook de plaats haar naam te danken zou hebben. Anderen hebben gemeend dat de Batavieren in de eerste eeuw na Christus deze burcht bouwden. De plaats waar later Batenburg ontstond, en de omgeving daarvan, werden in de eerste eeuwen na Christus wĂŠl bewoond, zoals ondermeer blijkt uit bodemvondsten van Romeins aardewerk. Doch de door Slichtenhorst van Pontanus overgenomen vermelding, dat Batenburg omstreeks het jaar 1000 ommuurd en met stedelijke rechten begiftigd zou zyn geweest, vindt nergens steun en dient naar het rijk der fabelen verwezen te worden. Heren van Batenburg
beide broeders als getuigen van graaf Otto 4 ; Hendrik van Batenburg trad eveneens als getuige van de Gelderse graaf op in een oorkonde van 22 maart januari 1200, waarin een nader verdrag tussen Brabant en Gelre vervat is5. In 1201 zijn de beide Batenburgse broeders weer getuigen van graaf Otto I van Gelre, in een oorkonde, waarbij graaf Otto en zijn gemalin Richardis een schenking doen aan het klooster Bedburg (afb. 2), bq Kleef6. In 1207 trad Hendrik van Batenburg op als getuige in een schenkingsoorkonde van graaf Gerard van Gelre7 . In 1233 verscheen Floris van Batenburg onder de getuigen in een oorkonde waarin graaf Otto H van Gelre aan Arnhem stedelijke rechten verleende8. Gerard van Batenburg trad in 1250 op als getuige in een schpenoorkonde van Nijmegen".
Sedert het laatste kwart van de llde eeuw is er sprake van personen, die met de naam 'Batenburg' worden aangeduid. In een oorkonde betreffende een schenking aan de St.Maartenskerk te Utrecht, die tussen de jaren 1075 en 1081 is opgesteld (afb. la en b), worden onder de getuigen vermeld: Albero de Batenburg, Theodericus de Batenburg en Rodulfus de Batenburg1. Weliswaar zijn door Pijnacker Hordijk bezwaren gemaakt tegen deze getuigenlijst, waarvan hij de echtheid in twijfel trekt, maar deze betwisting laat de mogelijkheid open, dat er in de tweede helft van de llde eeuw 'heren van Batenburg' geleefd hebben. Sedert de 12de eeuw komen leden van het geslacht Batenburg voor in een reeks oorkonden, te beginnen met een oorkonde van aartsbisschop Arnold I van Keulen uit het jaar 1138, betreffende een schenking aan de abdij Camp. Markten als bruidsschat In evengenoemde oorkonde wordt Arnold van Hij was gehuwd met Elisabeth, wier geslachtsBatenburg als getuige vermeld2. naam onbekend gebleven is; als bruidsschat In 1190 traden Theodericus van Batenburg vermoedelijk wel als deel van de bruidsschat en zijn broeder Hendrik als getuigen op in de schonk Gerard van Batenburg zijn gemalin stadsrechtoorkonde van Zutphen, waarvan de twee jaarmarkten - dat wil zeggen: de inkomechtheid omstreden is en waarvan is vast ko- sten die het houden van deze markten oplevermen te staan, dat zij uit later jaren dateert3. den - te Batenburg (afb. 3). De schenking geIn de oorkonde van maart 1196, die het vredes- schiedde met toestemming van de Roomsverdrag tussen hertog Hendrik van Brabant koning Willem van Holland op 19 juni 125410. en graaf Otto I van Gelre bevatte, fungeerden De toestemming was nodig omdat Gerard van
'Het vrijadeĂźjk stigt Bedburg, nabij Kleef gelegen', kopergravure door S.Fokke uit 1750, naar een tekening van Jan de Beyer uit 1749. Uit: 'Kleefsche Waterlust ofte Beschrijving van de liefelijke vermaekelijkheden oen de Wateren te Kleef', Amsterdam 1752. Batenburg de beide jaarmarkten in leen had een oorkonde van 1291, waarin Diederik van van het Duitse Rijk. De oorkonde waarin deze Batenburg over inkomsten uit de jaarmarkten toestemming vervat is, moet als een hoogst aldaar beschikt ten gunste van de abdij Camp11. verdacht stuk worden beschouwd en vormt daarom een wankele grondslag om positieve Rijksleen conclusies te trekken betreffende de rechts- In de loop van de 14de eeuw blijkt duidelijk positie van de plaats Batenburg. Hoe dit zij, in dat Batenburg een rijksleen is, dat wil zegieder geval - ook al zou de oorkonde echt zijn - gen: een gebied, dat door de Duitse koning zou daarmede hoogstens vaststaan, dat er in als hoofd van het Duitse Rijk in leen gegeven 1254 een plaats Batenburg bestond, waar is aan de bezitter van dat gebied, die daarmee jaarmarkten gehouden werden. Bezit van rijksleenman is geworden. Het Batenburgse stedelijke rechten wordt daarmede - gelijk leen omvatte het gebied van de parochie Badat ook uit de verlening van marktrechten tenburg, waarin behalve het slot Batenburg, en uit het bezit van gelijke rechten met betrek- ook de plaats van die naam gelegen was. king tot diverse Gelderse steden blijkt - niet Genoemde Diederik van Batenburg was aangetoond, al was het alleen maar omdat die de laatste mannelijke afstammeling van het markten (dat wil zeggen: het recht om die oude geslacht Van Batenburg. Zijn enige markten te houden of doen houden) als rijks- nakomelinge was zijn dochter Johanna, die leen in bezit van de heer van Batenburg en niet Batenburg erfde. in het bezit van de Batenburgse gemeenschap Zij huwde omstreeks 1317 Willem van waren. Dit blijkt niet alleen uit voornoemde Bronkhorst, die in genoemd jaar door de dubieuze oorkonde van 1254, maar ook uit Duitse koning Lodewijk van Beieren met
itijkflinif aUjtu-jfWj- wa«ni»o Tirttvrifi rcdoimi • cotiRaN' ricrfrmt cppfutfai (weeflont; ff>t f wcniatir nudiciim'- fa niï»* irr milliij fucctjW nfap. twü f imj>*n«t ticc nni tpftfltma ^{onn etia ft <iclwi ttullom qcrbcnji «ccfe umtjiM awjvm poffim • l ufm TvH*' Luie oarrö jcbj lufüm* «jifa ttr mfra uidcr rn%inn ƒ pru aKrp(»«r»irö • nriq; fifftiii inw|Jt<mrïlifltitra.ciiiitï jttou ncnoc ratquttn^ C - 4* i ~ * f * t± ' * (J-
J)((^n <wnj haa' tai nmian«x^ im:patprt| avtf.Tftrematm cancru
uiccaitïnoMicdl'iYcojnöwj. Üatu c*o*t k^fct- ^Inno Jtïicr inc ty.l&XYtni']n£xi}-J(nn0mj(kné&n) betf ^cfv- Jt7ip<ri| ijdc-vi •Julu jumjjxme tn<ti notc m»ctf «lm rjuiXtnol\Tl>clculija'nnnjFc iV
11} We 'fó ^ ificbajdrfpr-tmtariif. foanr omf,x f dr(f/ ra fururr ^WA *" l penttf.d^ JiJtlhnr comtnfja omiiojeukir^j jilui i>(> ttmedjum amnt^ftiracmanrt fty l>«nn^ tjaremtui; {u<iu-.t» man n fiere
mannj duéat fmprta^uocatxtaccq^ar^Tradfciircc^é tcaTtauR -onj Tticchp )MO akare tp)t ar*- o»niuulo «50 ociiw fw tï om« Am ^~~*-J
-
— 7—-w — f
J^^UT »^»»^"T ^^
*\^1 »
*%*^y
V^ > * ^^»-»^y
W»'r»r
4^»*^*»
m»»»»
«'l » ft* « »•>• V I
ti<naru cu omnf6; appencJio/jTj^occ tnanop«5• amf:al4|tctT)-fm(• ydjcuij-Trt). cufel) ^ Tailn). Jtiuif' wcnatiom^. oqV datum ^e aifftfc,-.pij<xraüTi4i, cxmK ^ mdxr^ AnJ^ in^im^f-^ctï pnij tmlmitea m tnuriiTX wét^3q^wcntef attdb jcfo pctü miTientt)
«indr t vfcmu ftia^ror mra»*ji» ^annno faMttzax-? cyo co«K • gccflaa) [«we^ualé'bmr'tnclwr^rTwa ^tmiiid fc? «fvuwnj Jntij cnt^. lo(U»cc (Va^ aan) mam^i €»c^eiöa, ê ipjt^ On* y^rttï ^dfv at eoTtmrfraa iwpr dj*fej..«^t><n4nc»5 nfirtiftf-monery. i fipi« ^ t^ pi|ttTam fi cflér ftiu. j; «df ^mtljimipjinjc atijidW> IniuW^ ur nutl? c|3>o^ «mg. lie«4r ?^e pdftïaliwj <^Art in dmcftott. Dorf'a-conR epc amurfflfc btdir iti pcanum De oudstbekende oorkonde waarin heren van Batenburg voorkomen, als getuigen, betreft een schenking aan de St.Maartenskerk te Utrecht, opgesteld tussen 1075-1081, beginnend op fol. 40V van het 'Liber donationum ecclesiae maioris Trajectensts'bij regel U van boven, eindigend opfol.41r bij regelS van onderen. Foto: Rijksarchief in Utrecht;bisschMrchiefnr.43. 8
cï«afciirrcf>*rnJa feil" in l'jtiie ja^ra awich fmï. 7 *jrancJ tipe> n^a
ycfintcuonij tm(n*urvjua ipfeuntw tbr u5*faerJr^ aliWioli t>ulca wj. •ptcndaf tirtfy op jcm ownnnv- jcm twuf .5cm petnwn. fcmjokamic.tta nc fadrïidfircffiiieyfaif fiuf atjèhf (itrnr-Jpfa u comwMUTnn litnïfclcïiiiriqttf <jf cmftuftff f ofiina f<»t«r.ab i» dt&iTwmalha (tnffttf jnn'if frit; dan f»fkn»rr; C«t fiqff cpo^ 5e
l,ts 4ue ^cffla f^alf^ abjliitcfir.|xnt{Kitr' bakcar tpfa rtcitior (tiA-b^o«"ïfe atfe <n i>m7(ÜAionc padtf e^ïc tanno jnfdiirirr» d{ (me <(c U)tuf^cctj a coimnlJa tramtif {tae de ()tf <jiie commlfp
ccejVetW. ^r inottttrrfer. ac uiolmc 01 jtio5 «/ iWiqemr-. Q^n coq» a Uw^«»>«?tr. Uinno jtfo ja^ceytt7- ato; omifx>rem*f di ? fc^t omiti «ni'fr na )etmjnr. Vr «u onira firma ? Ttiyolaxa ttrrutruatf' tnrfiiere Trjtt) «iong. fic^er^c maMena. bemtunn ^e tmrt^mi Oieolmc*$e ho*Ur t) -filf" ef f oppo - bcimfrtc^e mcra- Wun<j- èc
al^A" jofe *r imp(d,^ttittn<ir r» ff cfa^eLir^ filu a^alan^. fi«r oer'^c ïvrutcna. ii|>m) Jr ^arnituro^. O>o)^n<^^ (wto^urw-. dtberr dreff«ic.t^o^c^ef.lam(>err ^c fcï^a-^'triIjgT0 ^eo)«t> tyd&ébtvMkdA.' na&ébt \nyax>. RoWf^e tatê^urn-^itUWbc'flatfeiu^óneÖa/^^^MnefTlie Jjanm^er'^f/t/Vic. «} w?c j^^ïdm«la^tnttïmf Htinn-im- V coniraim if(cy^f • § Umne i jutna 'faacntt cUma4~ rwna««^ tctt^tny awt- av^.Vn j «fiïlil tM*sy}»<felt% tufwaf <(ttApfmtib; n<mi cê ualwnf'^iiaïir iMtftehdwnf ektcml ^prun€ rrfxtttonê <jua i^ft. aM»uc p* ) er « oenf faxorut; mnöf fvftxaerar. 0ram iifdin n^twtf JteuJ | acnuii a> nof kcmqtte ttoeptnf*. rcoeptiï <Jiii<rftcu^f»t iH «tmplcxi , ftttii'in^if tit<i<l«»r «aQ ef^ cfdncTH«r( cciefccndrnrTf c|ti7i
Ï
Batenburg werd beleend en met het munten tolrecht aldaar12. In de rijksleenbrief van 27 juni 134913, waarin Johanna van Batenburg, de weduwe van Willem van Bronkhorst-Batenburg, met het 'dominium in Bathenburgh' en met de munt en de gruit en drie jaarmarkten en de weekmarkt aldaar wordt beleend door de Duitse koning Karel IV, is sprake van de 'civitas Bathenburgh'. De passage in de leenbrief luidt aldus: 'quod nobilis Joanna domina de Bathenburgh bona et jura infrascripta videlicet dominum in Bathenburgh necnon monetam, fermentum et tribus vicibus nundinas seu fora annalia anno quolibet et omni hebdomada forum septimanale in civitate Bathenburgh habendas a Nobis et Sacro Imperia de jure ... in feudum habere dinoscatur...' (vertaald: dat de edele Johanna, Vrouwe van Batenburg, wordt erkend de hieronder beschreven goederen en rechten, - te weten de heerschappij over Batenburg, het recht van de munt en van de gruit en van het houden van drie jaarkmarkten in elk jaar, en ook om elke week een weekmarkt te houden in de civitas Batenburg - van Ons en van het Heilige Rijk in leen te houden (afb. 4).
VII van Bronkhorst-Batenburg15. Die rechten omvatten ondermeer rechtszekerheid voor burgers en inwoners, beschikbaarstelling van inkomsten voor de stedelijke kas en regeling van het herbergwezen; tegenover die rechten stonden verplichtingen als bijvoorbeeld onderhoud van verdedigingswerken, te weten bruggen en grachten. Op een kaart van 1638 is slechts sprake van omgrachting, een tweetal bruggen en een poort. Het is mogelijk dat in Batenburg ongeveer dezelfde situatie heeft bestaan.
Stad of geen stad? Tegenover de in de leenbrief van 1349 met de term 'civitas' aangeduide mogelijkheid staat ook dat Batenburg niet vermeld is in de opsomming van de Gelderse en Kleefse steden, die deelnamen aan het 'Landvredeverbond' van 135916. Ook komt Batenburg niet voor in de verbondsbrieven van de Gelderse steden die in 1418 en 1436 tot stand kwamen17 , waarbij dan is aan te tekenen dat de heer van Batenburg wél zijn zegel aan deze brieven hechtte; zegels die helaas verloren zijn gegaan, doch de tekst sluit elke twijfel uit. In de lijst, waarin het Hof van Gelre in 1542 de samenstelling van het Kwartier van Nijmegen weergeeft18 , is Batenburg niet als *stad', maar slechts
Batenburg en Bronkhorst In de rijksleenbrieven van 12 juni 1449, 15 als Tieerlijkheid' vermeld. Deze niet-vermeldinapril 1481 en 12 oktober 1531 wordt in plaats gen maken de stedelijke kwaliteit van Batenvan 'dominium in Bathenburgh' gesproken burg dubieus. van 'die sloisse und stette met dem herrlicheiDaarbij komt nog dat een oorkonde, waarin de zu Battenburch'14. Dit zou - hoewel de aan Batenburg stedelijke rechten verleend in de rijksleenbrief van 1349 gebruikte term worden, ontbreekt. Weliswaar is dit bij verschei'civitas' daartoe geen zekerheid verschaft - dene steden in Gelderland het geval, maar dan kunnen betekenen, dat er in 1349 en daarna zijn de ontbrekende stadsprivileges later vereen - mogelijk reeds ommuurde, om walde vangen of bevestigd door andere oorkonden of omgrachtte - 'stad' Batenburg bestond. waardoor de stedelijke kwaliteit komt vast te De aanwezigheid van - vermoedelijk primitie- staan, al is het dan ook veelal zó, dat de stadsve - verdedigingswerken staat wel vast, maar uit rechtverlening van latere datum blijkt te zijn. welke jaren die dateren blijkt niet. Evenmin blijkt door wie deze verdedigingswerken aangelegd zijn en waaruit zij bestonden. Mogelijk ging het slechts om een omgrachting met poorten op de toegangswegen. De vergelijking met de 'stad' Bronkhorst, ook een bezit van de heren van Bronkhorst-Batenburg, dringt zich op. Bronkhorst (afb. 5), aan de Ussel, verkreeg in 1482, dit jaar 500 jaar geleden(!), stedelijke rechten van beperkte omvang van Gijsbert 10
Anderzijds dient men hierbij te overwegen of het ontbreken van de 'stad' Batenburg in de hiervóórgenoemde opsommingen van Gelderse steden niet moet worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat men aan Gelderse zijde het 'dominium in Battenburgh' in overeenstemming met de rijksleenbrieven van 1349 en volgende jaren als rijksonmiddellijk, dus als niet-JGelders gebied beschouwde. Dit argument verliest echter aan gewicht als men in rekening brengt, dat de heren van Baten-
In het Wapenboek van de Heraut 'Gelre' (1378-1393) treft men dit blad aan, waarop behalve het groot uitgevoerde wapen van Gelre, een tiental kleinere is afgebeeld, te weten van de heren of jonkers van Bergh, Meurs, Bronkhorst, Zoelen, Gennep, Baar, Batenburch, Borkulo, Culemborg, Voorst en Buren, foto: Koninklijke Bibliotheek Alben I te Brussel; Hs 15652-56, fo.Sff. 11
W&tW. *' :Jll^.ip^'i^;Ă&#x2013;:^l^;.;,::^)^i^E|:;;:;:
Kopergravure van het slot (boven) en de slotpoort (onder) te Bronkhorst in 1743, door H. Spilman naar tekeningen van Jan de Beyer.
12
Het tegenwoordige marktpleintje te Batenburg met zicht op de pomp, de 'custerie' (l 7deeeuws?) en de leilinden die de plaats zo 'n schilderachtig aanzien geven, foto: Maas en Waals Centrum voor Streek documentatie, Wijchen. burg - zoals reeds gezegd - de verbondsbrieyen cum annexis, een terminologie, die ongeveer overeenkomt met die van de hiervóór genoemvan 1418 en 1436 wÊl zegelden. In de literatuur wordt soms aangenomen de rijksleenbrieven van 1449, 1481 en 1531, dat de markt-, munt- en tolrechten verleend waarin sprake is van 'die sloisse und stette werden aan de 'stad' Batenburg, en dat die mit dem herrlicheide zu Battenburch'. Deze verlening Batenburg tot stad maakte. Dat is bevestingsoorkonde van 22 februari 1470 is onjuist; deze rechten werden aan de heren door Herman van Bronkhorst-Batenburg gezevan Batenburg verleend, die deze rechten geld (afb. 7), en eveneens door 'die ondersazelf uitoefenden en over de inkomsten daar- ten, borgermeisteren, schepenen und gemeyne uit beschikten. De heren van Batenburg beza- borgeren der stat van Batenborch' (afb. 8). Het staat wel vast, dat de stadskwaliteit ten ook de hoge en de lage jurisdictie;laatstgenoemde rechtspraak hadden zij overgedragen van een als 'stad' aangeduide plaats geen beaan de schepenbank van Batenburg. lemmering vormde voor het verpanden er Ook nadere beschouwing van een oorkonde van; immers aan de landsheer - en dat was de van 22 februari 147019 brengt de stedelijke heer Van Bronkhorst-Batenburg in Batenburg kwaliteit van Batenburg niet tot zekerheid. stond het vrij een *stad', die tot zijn gebied In die oorkonde (afb. 6) verklaart Herman behoorde te verpanden. Maar het feit van de van Bronkhorst-Batenburg, heer van Steyn, verpanding op zichzelf is echter geen aanwijzich te zullen houden aan de inhoud van de zing voor de stadskwaliteit, want de landsdaarin geihserreerde oorkonde van dezelfde heer kon ook andere delen van zijn gebied datum betreffende de verpanding door Gijs- verpanden. bert van Bronkhorst-Batenburg aan Herman Ook de medebezegeling van de verpandingsvoornoemd van 'slot en stad van Batenborch', oorkonde door de bij het verpande object 13
betrokkenen kan niet als een aanwijzing voor de stedelijke hoedanigheid van Batenburg beschouwd worden. Deze medebezegeling heeft de betekenis, dat de betrokkenen op verzoek van de pandhouder optreden als getuigen van de rechtshandeling. Met betrekking tot de terminologie waarmede de als getuigen optredende betrokkenen 'ondersaten, borgermeisteren, schepenen und gemeyne borgeren der stat van Batenborch' worden aangeduid, moet worden overwogen of deze termen niet op stadskwaliteit wijzen. Het gaat daarbij vooral om de term 'stat van Batenborch'. Wij zagen, dat de term 'civitas' in 1349 en de term 'stat' in 1449, 1481 en 1531 (en ook in 1470) gebruikt werd, maar wij stelden ook vast, dat daartegenover gesteld kon worden, dat:
gaat, de vermeldingen van de heren van Batenburg op de voorgrond. Gegevens en mededelingen over de plaats Batenburg zijn betrekkelijk schaars. Aangenomen mag worden dat de plaats Batenburg ontstaan is bij het aldaar gelegen slot van de heren van Batenburg, en dat de naam ontleend is aan dat slot, dat zijn naam, zoals gebruikelijk, aan het geslacht van de heren die het bewoonden, gegeven heeft. Dat slot dateert uit het laatste kwart van de llde eeuw, in welke periode ook de eerste heren van Batenburg vermeld worden. De eerste schriftelijke vermelding van de nederzetting, die bij het slot Batenburg ontstond, dateert uit de tweede helft van de 13de eeuw. Die vermelding treft men aan in een uit die periode daterend register van kerken en kapellen tussen Maas en Waal, die tot het archidiakonaat Xanten behoorden21. Het register vermeldt een 'ecclesia in Battenburgh', die aan de proost van St.Victor te Xanten tweemaal per jaar 6 solidi moest betalen; een gelijk bedrag betaalden de kerken van Ewijk, Winssen en Altforst, die evenals de kerk van Batenburg tot het dekenaat tussen Maas en Waal' behoorden, dat na 1300 'dekenaat Nijmegen' heette 22 . De indeling in dekenaten en parochies heeft ook in het Land van Maas en Waal hoogstwaarschijnlijk omstreeks 1100 reeds bestaan 3. Dan zijn er ook een aantal parochiekerken gesticht, waaronder de kerk van Batenburg. Verscheidene parochiekerken zijn gesticht door de bezitters van heerlijkheden, die in vrij groot getal in het Land van Maas en Waal lagen. Ook in Batenburg zal dit het geval zijn geweest; de aldaar gelegen parochiekerk was een 'eigen kerk' van de heren van Batenburg, die dan ook in de latere middeleeuwen het 'patronaatsrecht' uitoefenden. Deze kerk werd in 1443 verheven tot kapittelkerk en ontving toen St.Victor als patroonheilige (afb. 9 en 10); of de kerk voordien ook aan St.Victor gewijd was, staat niet vast2 4.
l° stadsrechtsprivilege, noch afschrift, noch vermelding daarvan is overgeleverd; 2° er is in de diverse opsommingen van Gelderse steden geen enkele vermelding van Batenburg als 'stad' voorkomt. Daarbij komt nog, dat het geenszins vaststaat, dat de in de rechtshistorische literatuur gebruikte termen 'civitas' en 'stat' steeds als 'stad' in juridische zin mogen worden geïnterpreteerd, met andere woorden, dat door het gebruik van deze termen de stadskwaliteit niet bewezen is. Het één tegenover het andere afwegende, moet de conclusie luiden, dat Batenburg ook al had de heer van Batenburg de lagere rechtspraak aan de schepenbank overgedragen en al was aan 'borgermeisteren' en schepenen een zekere bestuurlijke bevoegdheid toegekend - Batenburg hoogstwaarschijnlijk geen 'stad' in evenbedoelde zin is geweest. Mogelijk is, dat Batenburg een privilege heeft bezeten, dat gelijksoortig was aan het in 1482 aan Bronkhorst verleende privilege, maar het is dan wél opvallend, dat van een dergelijk privilege geen spoor te vinden is. De rijksonnüddeUijkheid van de heren van Batenburg staat vast; zij beschouwden zich als soevereine gebieders van een niet tot Handel en Hanze De kerkstichting omstreeks 1100 wijst er op Gelderland behorend gebied2 °. dat in het begin van de 12de eeuw bij het slot Batenburg een nederzetting bestond, waarover Kasteel en kerk In de historische literatuur en in de histo- men niets meer verneemt vóórdat in de durische bronnen staan, als het over Batenburg bieuze oorkonde van 1254 sprake is van twee 14
Beeld St. Victor van de Stiftskerk te Xanten. Foto Verein zur Erhaltuag des Xantener Domes.
Reliekschrijn St. Victor in de Stiftskerk te Xanten. Foto Verein zur Erhaltung des Xantener Domes.
15
Oorkonde van 22 februari 1470 waarin Herman van Bronkhorst-Batenburg, heer van Steyn, 'slot en stad van Batenborch'als pand verwerft van Gi/sbert van Bronkhorst-Batenburg. Foto: Rijksarchief in Gelderland Arnhem; Huisarchief Batenburg, inv.nr. 38 (reg.nrs.18,19). jaarmarkten, terwijl in 1349 nog een derde NOTEN jaarmarkt vermeld wordt, benevens het houden ƒ Oorkonde Boek Sticht Utrecht, I, no van weekmarkten. Die overvloed aan markten 233 ;Pijnacker Hordijk, Bijdr. Vod. Gesch. zou er toe kunnen leiden om een enigszins en Oudh., 4de Reeks, II, bh. 20, noot 7. omvangrijk lokaal en regionaal handelsverkeer 2 OBGZfis L.AJ.W. Sloet, Oorkondente veronderstellen. Maar in de bronnen blijkt boek der graafschappen Gébre en Zutfen, daarvan weinig of niets. tot op den slag van Woeringen, 5. Juni Het lidmaatschap van de 'Hanze' dat in 1288, 's-Gravenhage 1872-1876) 271. geen enkele bron vermeld wordt, moet naar 3 Ididem, 376;O.Oppermann, Kölnischhet rijk der fabelen verwezen worden, waar Geldrische Urkunden Studiën, Groningen ook Bato reeds vertoeft. 1952, bh. 39 e.v.; W. de Vries, De opDe omvang van de activiteiten van econokomst van Zutphen, Arnhem 1960, bh. mische aard is moeilijk vast te stellen. Die 141 e.v. activiteiten zouden kunnen bestaan uit deel4 OBGZ 387. name aan de rivierhandel op de Maas door 5 Ibidem 397. Batenburgse kooplieden en schippers, als- 6 Ibidem 398. mede uit de beoefening van de riviervisserij 7 Ibidem 421. en voorts uit activiteiten van agrarische aard. 8 Ibidem 564. Gegevens hierover, op de middeleeuwen be9 Ibidem 717. trekking hebbenden, ontbreken. l O Ibidem 760. 16
Zegel van Herman van Bronkhorst-Batenburg aan voornoemde oorkonde van 22 februari van Batenborch' aan voornoemde oorkonde 1470. Wapen en Helmteken komen overeen van 22 februari 1470. Het enig bekende zegel met de afbeelding in het wapenboek van de van de Batenburgse ingezetenen, dat ons • heraut 'Gelre';zieafb. 4. helaas beschadigd - is overgeleverd. Het bekende wapen van de heren van Batenburg: Andrieskruis met vier droogscheerdersscharen gaat vergezeld van een dubbelkoppige adelaar als wapendrager! Zegel van 'die onderzaten, borgermeisteren, schepenen und gemeyne borgeren der stat
11 M. Dicks, Die Abtei Camp am Niederrhein, 2059;zie F. Gorissen, Atlas van NijmeKempen 1913; Van Spaen, Oordeelkundigen, 1956, bh. 7. ge Inleiding tot de historie van Gelderland, 19 Inven taris van het archief van het kasteel Batenburg, in: Verslagen 's Rijks Oude I, bh. 410;Gelenü Farragines, T. 13. Archieven;48 (1925) en 49 (1926), inv. 12 P.L. Nève, Het rijkskamergerecht in de Nenr. 38(reg.nrs. 18 en 19). (Vriendelijke derlanden, Assen 1972, bh. 167; Van mededeling van de heer M. van Driel, Spaen, Oordeelk. Inl, bh. 284. Rijksarchief in Gelderland te Arnhem). 13 J.Ph. deMonté Ver Loren, Hoofdlijnen 20 De Monté Ver Loren, Hoofdlijnen, bh. uit de ontwikkeling der rechterlijke orga90;Nève, Rijkskamergerecht, bh. 167 nisatie in de Noordelijke Nederlanden, e.v. 1972, bh. 89/90. 21 OBGZ726. 14 W. de Vries, De hoge of bannerheerlijk22 A. Pompen O.F.M., St. Victor van Xanheid Batenburg, in: Bijdragen en Medeten en zijn betekenis voor de geschiededelingen van Geb-e LUI (1953), bh. 19. nis van Nederland, Roermond 1955, bh. 15 E.J. van Ebbenhorst Tengbergen, Bronkhorst, Zutphen 1965, bh. 55 e.v. 114. 16 I.A.Nijhoff, Gedenkwaardigheden uit de 23 Ibidem, bh. 111. geschiedenis van Gelderland, II, no 89. 24 Ibidem, bh. 124/125;S.J.van Veen, Ne17 Ibidem, III, no 374 en IV, no 158. derlands Archief voor Kerkgeschiedenis, 18 Rijksarchief in Gelderland (is: RAG), 1907, bh. 305 e.v. Archief van het Hof van Gelderland, no
17
A
Toren uit de 14de eeuw en ĂŠĂŠn travee van de kerk van C. Franssen te Weurt. Ons redactielid H J. van Capelleveen komt bijzondere dank toe voor het hertekenen van de afbeeldingen bij dit artikel. Redactie.
l Bi ^fV Y V V Y V V V
*i ^^~ ^;
i
18
4
^cJ
A
s
HE
l l
H. van Helvoort
De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal (5) In aansluiting op afl. 4, gepubliceerd in nr 37 - 1982/11, blz. 9 e.v., moge hier een bijlage bij genoemde aflevering volgen, gedateerd 24 januari 1898 en ondertekend door...Mulder te 's-Gravenhage. Is dit rapport opgemaakt op last van het ministerie dat toenmaals - in dit geval vergeefs - beschermend optrad ten behoeve van monumenten van geschiedenis en kunst? Voor de kennis van de verdwenen middeleeuwse kerk van Weurt heeft het grote documentaire waarde.
Toren te Weurt bij Nijmegen 'De toren met de aangrenzende kerk was een klein georiënteerd liggend gebouw. In Schutjes' 'Geschiedenis van het bisdom 'Bosch' vindt men dat de kapel in 1797 aan de katholieken werd teruggegeven. Zij was op 6.067 gld. geschat en de katholieken moesten 422 gld. schadevergoeding betalen. De kapel is tweemaal vergroot. De vergrooting aan koor en schip geschiedde in 1837 met landssubsidie voor f 3.500,-. De tweede vergrooting had in 1858 plaats. Verdere bijzonderheden vind ik in genoemd werk niet vermeld. De kerk is in 1896-1897 afgebroken en daar ter plaatse is door den heer Franssen arch. te Roermond eene groote kerk gebouwd met een schip van 5 traveés, waarvan bijgaande calque ééne travee te zien geeft (afb. 1). De toren bestaat nog, doch den bouw der kerk is zoodanig ingericht, dat de toren moest verdwijnen om volgens bestaande teekeningen eenen nieuwen te bouwen. De rede waarom de toren niet met de kerk is afgebroken is de volgende: De toren was vroeger eigendom van de katholieke gemeente. Zij heeft echter den toren aan de burgerlijke gemeente afgestaan, /echter met behoud van den ondergrond. Nu mag volgens eene bestaande wet de gemeente geene onroerende goederen vervreemden zonder toestemming van gedeputeerde staten. De gemeente is echter in twijfel of de toren roerend of wel onroerend goed is, daar de ondergrond haar niet toebehoort.
Zij heeft dan ook herhaaldelijk briefwisseling gevoerd met een Arnhems? advocaat, die beweert dat de gemeente den toren mag afbreken en de afbraak kan verkoopen. De heeren Hendriks en Vechter architecten? te Arnhem hebben den toren vanwege gedeputeerde staten onderzocht. Het een & ander is oorzaak dat de kerk verrezen is, terwijl de oude 14de eeuwsche toren nog niet is afgebroken. De toren is in plan quadraatvormig, hij is uitwendig 3.70 - 3.70M, inwendig 2.45 - 2.45, zoodot de muurdikte ca. 0.65 M is. De verdieping gelijkvloers heeft aan de westzijde een gemoderniseerde ingang, aan de oostzijde een spüsboogvormige opening die verbinding had met de vroegere kerk. De beide andere zijden hebben inwendig, thans verminkte eüipsvormige gedekte nissen. Deze ruimte is met een kruisgewelf gededekt, de rib heeft bijgaand profil (afb. 2). De eerste verdieping draagt het uurwek, zij heeft aan de oostzijde eene opening, aan de zuidzijde een venstertje ter verlichting van het uurwerk. De tweede verdieping heeft aan elke zijde een galmgat, welke door een 23 cM breede middelpost in tweën verdeeld is. Op deze verdieping is een klokkenstoel met eene klok die 0.72 - 0.58 M meet. Het opschrijft der klok luidt: 'Me fecit Pieter Seest Amstelodami anno 1756'. De toren heeft een houten helm. Uitwendig is het metselwerk 9.82 M hoog bove de plint. Zij heeft twee waterlijsten en is daar door in 3 deelen verdeeld. Van af de plint tot de eerste waterlijst heeft de toren niets bijzonders, deze afstand is 1.71 M en heeft 23.5 baksteenlaag. Aan de oostzijde bestaat deze lijst natuurlijk niet, omdat de kerk daar aan den toren aansloot. Aan de westzijde is de lijst doorbroken door den modernen ingang. Boven deze ingang is nu de top van een spitsboogvenster te zien. De ingang was vroeger met een daarboven liggend lichtvenster zoals bijgaande schets 19
te zien geeft (afb. 3). Van de eerste tot de tweede waterlijst is de maat 3.37 M en bestaat uit 45 baksteenlagen. Alleen de noord- en zuidzijde hebben een blind venster. Het bovenste vak vertoont aan elke zijde een spitsboogvormig gedekt venster (galmgat) dat door een middelpost en door halfcirkelvormige afdekkingen in tweeen gedeeld is. Dat aan de oostzijde is door de aansluiting van de nok der vroegere kerk a/d toren aan de onderzijde meer digtgemetseld als de anderen. Onder den helm is een steenen profileering. De helm is ca. 8 M hoog, hij is achtkant, gaat in het vierkant over & is met lei/en gedekt. Alle baksteen aan den toren is gepleisterd en opnieuw gevoegd, zoodat eene beschouwing van nabij dit doet zien. Van dezen toren is eene afmeting gemaakt, en eene photografĂŻsche opname. Op deze laatste is duidelijk te zien, dat de kerk nog niet voltooid is doch op den bouw eener grooteren toren wacht. Bij dit rapport behoort eene teekening. 's-Gravenhage 24 Jan 1898 ? Mulder. Ingang aan de westzijde van de 14de eeuwse toren te Weurt, gemoderniseerd, voorzien van een oorspronkelijk lichtvenster met spitsboog.
20
Profiel van de ribben van het kruisgewelf boven de begane grond in de 14de eeuwse toren te Weurt.
L.W. Loeffen
Een genealogisch prentenkabinet Bidprentjes Wanneer wij in een katholieke kerk een uitvaart meemaken, wordt daarbij meestal aan iedereen een bidprentje uitgereikt. De achtergrond daarvan is de vraag om de overledene bij het gebed te gedenken. Het formaat is zodanig dat het in een kerkboek kan worden bewaard. Het gebruik onder het katholieke volksdeel om bij de plechtigheid voor de begrafenis, de uitvaart, deze prentjes uit te reiken is in Nederland in de 19de eeuw ontstaan, meest na 1830. Bidprentjes zelf, ook rouw- of gedachtenisprentjes genoemd, bestaan al voor die tijd. Niet alleen in Nederland, maar ook in België, Frankrijk, Italië en Engeland zijn ze veelvuldig gebruikt. Wat de voorkant betreft bestaan er knekelprentjes met doodskoppen en geraamtes, kerkhbfprentjes met graftomben en gebroken zuilen, zeisen e.d., aflaatprentjes met gebeden, prentjes waarop Christus, Maria of Jozef de stervende bijstaat. Zij waren meestal voorzien van een rouwrand (afb. 1), De laatste jaren wordt de afbeelding eenvoudiger. Het laatst, maar in verband met ons onderwerp niet het minst interessant, komen de fotobidprentjes met het best gelijkende portret van de overledene, ook portretprentjes genoemd, meestal na 1930. Die van oudere datum zijn overigens geen grote zeldzaamheid. Uitgezonderd de fotobidprentjes zijn de meeste oudere afbeeldingen in steendruk. Bekende lithografen of steendrukkers waren Demelinne uit 's-Hertogenbosch en de Van Roosmalens uit Breda. Later zijn modernere technieken toegepast. Dan de keerzijde of achterkant, die plaatselijk wordt bsdrukt. De koster gaf opdracht aan de drukkerij, die het dichtst in de buurt lag. De tekst werd meestal opgesteld door de parochiegeestelijke. Deze achterkant verschaft behalve het genoemde nog bijzonderheden over de familierelaties, de samenstelling van het gezin, terwijl soms de doodsoorzaak wordt belicht of de overledene aan het woord is,
,^oXS«KRxvc^ A
M^B
*4
mrwi^^^^, Qti -A
De &TORMEN KR *Httü> «fUWÜUti HWI*.****,.; TWW HET K*»» ZW1EN ZW NIET» VB»W«lf.:
dȣ
.
•
'
vu, .iró*-.t
zoals bijvoorbeeld: 'Mijn leven teerde weg en er was geene hoop voor mijne kwaal...'.
Genealogie Wanneer wij familiegegevens verzamelen en vastleggen kunnen we daarvoor alles gebruiken wat ook maar enigszins gegevens bevat over de familie. Bijvoorbeeld: Burgerlijke Stand (na 1811), trouwboekje, notariële akten, foto's van personen en huizen, gegevens van aan- en verkopen, krantenknipsels, gebruiksvoorwerpen (persoonlijke of vanuit een beroep), boedelscheidingen, doop-, trouw- en begraafboeken, overlijdensberichten, grafzerken, tijdschriften, kasboeken en ook de genoemde bidprentjes. Voor het samenstellen van een familiegeschiedenis moeten we als een detective beetje bij beetje, stukje voor stukje, het wel en wee van de familie proberen te achterhalen of te doorvorsen. Wat de gegevens van de bidprentjes betreft,
21
- ^jf
. t
,t
t
Bid voor de 7M van Zaliger
"W«I BID VOOB DE ZIET, VAN ZALIGER
WILLEM LOEFFEN, Weduwnaar van
JOHANNA JANSSEN, geboren tu V;,,*.,,.,, (feu »A Jui ^t:,.
lun
,lr- II II
SiM-raiituu
(e l>«»i, t len 17 Juni
WILHELMUS ROELOFS,
&XXXK^XX3HX\XX^^X/\> _ S
BID VOOR DE ZIEL VAN ZALIGER
<; Joanna Janssen, j.
) \
<
Fxh (genoot e van
Willem Loeffen,
Echtgenoot van
echt'enoote van
HENDRINA. AALBBRS,
WILHELMUS ROELOFS,
t«bor*n te Eldan den 19 Augustus 1821, overladen te Driei, n* Jiet ontvangen der H.H. Sierimenten, den 9 Augustus 1904 en beirraTen <1en 12 daaropvolgende op b«t R. K. Kerkhof ald.«r-
gebun;i! te E-wijk, ia Ücrober iSaa ; over]e> tc Dttst, 14 Februari 1893, tijdig vi
van de M.H. Sacramenten,
OÖib boot br sW ban saWtftr:
HENDRINA AALBERS, geboren tt HETF.RI-'-.V de* 20 Octofar 1826,
»wMMt«Wd«il30dcitr18K, roonlei t*a 4« G«M**wl«el«i ttr H. Kerk, en den 17 *(aaraani»o(9endff begraven op bet R. K. kerkhof aldaa-:
BID VOOR DE ZIEL VAN ZALIGER
GIJSBERTHA ROELOFS, Echtgenoote van
WILLEM LOEFFEN, geboren te Elden, 22 December 1861 en overleden te Winssen 17 Februari 1921, Ziet RU, gij die zegt: heden of morgen zuilen
wij daar of daar naar toe gaan, gij die niet
Ter dankbare herinnering aan
JOHANNES WILHELMUS LOEFFEN echtgenoot van HENDRIEKA MARIA WELTEN Geboren te Deest 5 februari 1893, overleden te Winasen, gesterkt door het H. Sacrament voor de zieken, 26 september 1975 en begraven op 30 september d a-v. t De eeuwenoude toren op het kerkhof, van alle
kanten omsteigerd, volhardt In zijn stilzwijgen. Zou hy zó begaan zijn met eigen lot. dat hij zich niet laat horen? Kan hij niet even reageren, nu een goede bekende van hem In zijn schaduw begraven wordt?
weet, wat er morgen zijn zal. Wat toch is uw teven ? Een rook, die even opstijgt en dan spoedig verdwijnt: in plaats van te zeggen : indien de Heer het wil. H. jac IV, 13, 14, 15. De zoetste troost, welke eene vrouw naar het graf medeneemt, is net bewustzijn van eene onberispelijke echtgenoote en eene zorgvuldige moeder te zijn geweest en zuivere beginselen en christelijke deugden aan hare kinderen als erfenis te hebben nagelaten. H. Franc. v. Sal. Troost u dan, gij allen, die mij bemint, wijl ik de aarde, de plaats van zoovele ellenden en kwellingen verlaat om het rijk der eeuwige vreugde in te gaan. H. Cath. v. Si«na. Dierbare Echtgenoot en Kinderen: ik sterf en door den dood word ik van U gescheiden, maar mijne liefde voor U zal niet sterven ; want gelijk ik U bemind heb op aarde, zoo zal ik U beminnen in den hemel. Z. Joan. Berchm,
Bidt allen voor mij bij God.
Rom.
XV, 30.
Mijn Jezus, barmhartigheid. (100
d. afl.)
Goddelijk Hart van Jezus, zegen onze huisgezinnen. 300 dag a n. H. Willems, Koster, Winssen.
Reeds in de daoen dat hij één geheel vormde
met de parochiekerk, moet hij bakker Loeffen hebben bezig gezien met het bezorgen van brood langs de huizen in nagenoeg alle straten en steegjes van Winaaen, dijk op, dijk af. En 'a morgens — als het werk stillag — schaarde de bakker zich onder de honderden geloofsgenoten die naar de kerk trokken. Met dezelfde mensen, voor wie hij door de week brood bereidde en bezorgde, zat hij aan aan
de tafel des Heren om met hen het Brood des
Levens, d.w.z.: Jezus Chrlstu» zelf, te ontvangen. En samen met hen bad hij om het 'dagelijks brood.' De toren ondergaat een verjongingskuur. HIJ moet blijven. Dat willen de mensen. Johan Loeffen: hij leeft nu bij de Heer. Hij zal blijven. Dat wil God. .,lk ben geen God van doden, heeft hij gezegd, ,,maar van levenden"
<N (N
wil ik beginnen met een negatieve kant ervan
Op welke manier dan? Ze kunnen gegevens bevatten, die soms nergens anders beschikbaar zijn. We vinden aanwijzigingen, bijvoorbeeld over de geboorteplaats, waardoor we verder kunnen zoeken wanneer we vastgelopen zijn, of geven een nieuwe ingang tot archieven, bijvoorbeeld tot de Burgerlijke Stand, waardoor een 10-jarentafel ons verder kan helpen. Men kan sneller bijzonderheden verifiëren. Dat is beter dan van niets te moeten uitgaan. Vooral gegevens van vóór 1812 zijn belangrijk, omdat het bronnenmateriaal uit de tijd daarvoor nu eenmaal beperkt is. Behalve over de persoon zelf, zoals plaats en datum van geboorte en van overlijden, de begraafplaats, het ambt, vinden we ook gegevens over familieleden.
te vermelden: er is géén garantie voor de juistheid van die gegevens. Maar alleen dat te we-
ten is al belangrijk, omdat we moeten beseffen dat verificatie, zoveel als mogelijk is, zal moeten geschieden. Wat kan daarvan de oorzaak zijn? De dood wordt in de gesprekken gemeden. Men vraagt de ernstig zieke niet naar de juiste persoonsgegevens. Bij een onverwacht overlijden is men altijd op informatie uit andere bron aangewezen. Kort gezegd: degene die het beter weten, is juist overleden. De Burgerlijke Stand of het trouwboekje - indien beschikbaar -
bevatten de correcte gegevens. Dat is wel eens vergeten. Ondanks de bezwaren die er aan kleven,
verschaffen de prentjes ons veel originele of aanvullende gegevens en zijn daardoor een rijke bron van informatie.
Loef Thunisse l_____ Antonius Loeffen l Mathijs Loeffen \ Gerardus Loeffen l Willem Loeffen (zie
1)
Twee kwartierstaten Met bidprentjes kan dus een deel van de familiegegevens worden verkregen. Als voorbeeld twee kleine kwartierstaten uit Maas en Waal. De vraag is: 'Bestaat er een relatie tussen deze twee'? Hoewel het antwoord ja is, is dat niet met prentjes aan te geven. Zij zijn er maar sporadisch van nóg één generatie terug; meestal gecombineerd van man en vrouw, opgesteld na de dood van degenen, die het laatste overleed. De informatie moet dus uit andere bronnen komen. Hier volgt dan het schema van de relatie tussen staat l en 2. De verticale streepjes geven de ouder-kind relatie aan.
Lambertus Loeffen l Derk Lamers (Lamertzoonj \ Antonius Derks (Derkzoon) i Theodorus Derks, gehuwd met Elisabeth Lamers (zie 2) Willem Loeffen en Theodorus Derks waren twee achter-achterneven. Nog opmerkelijker is dat in het rechterdeel van het schema hiervoor de vermoedelijke achternaam, eventueel familienaam volgens het systeem van de patronymen (vadersnamen) twee maal is gewijzigd vóór 1812.nl. Loeffen-Lamers-Derks. Een ander aspect is dat Theodorus Antonius Derks (zie 2) twee grootvaders had, die dezelfde voor- en achternaam droegen: Theodorus (of Derk) Derks en bovendien in hetzelfde dorp geboren waren. Men zou ook daar een familierelatie verwachten. Die was er ook, maar had niets te maken met deze
23
voor en achternaam. Zie het volgende schema:
Laurentius van Haaren, 1715-waarsch. 1788 _______l____________ Johanna van Haaren, Jacobus van Haaren, 1755-1836 l l Johanna van Haaren, 1787-1818 Jacobus Derks,
Theodorus Derks,
1815-1894
Mensen werden op de dorpen vaak niet met hun feitelijke naam aangesproken. De kleinzoon van twee grootvaders met dezelfde vooren achternaam heette in Overasselt ThĂŠ den Bekker' in plaats van Theodorus Antonius Derks.
Een klinkende naam
1764-1834 1790-1825 1822-1890
Theodorus Derks,
t Gebed voor de zlelerust van
Petrus Jacobus Pansier Echtgenoot van Alberta A. M. Goris Begiftigd met het Erekruis Pro Ecclesia et Pontifice Kerkmeester van de Parochie St.-Antonlus Abt
In namen gaat soms een hele geschiedenis te Neerbosch en Hees Lid van de St.-Vince n tiu s vereniging en het college schuil. Pansier (afb. 3) is een naam die in van collectanten. Maas en Waal voorkomt. Oppervlakkig gezien Hij werd geboren te Overasaelt 16 juli 1895 en overdoet deze naam denken aan een beroep, maar leed plotseling te Neerbosch, nog voorzien van het Heilig Oliesel, 16 september 1961. Daar werd hij ook welk beroep zou dat kunnen zijn? Bij toeval begraven op het r.-k. kerkhof, 20 september d.a.v. vond ik een belangrijke aanwijzing in het blad O God, U is het eigen U altijd te ontfermen en te Gens Nostra, jrg. 1978. Hierin komt een lijst sparen, neig Uw oor naar onze vurige smeekbeden en ontferm U vol genade over de ziel van onze dierbare voor van Nijmeegse studenten aan de Univeroverledene, Uw dienaar Petrus, die Gij uit deze wereld hebt laten vertrekken; lever haar niet over aan de siteit van Keulen van 1389-1559. handen van de vijand, maar gebied Uw heilige Daar wordt onder nr 263 op 16 nov. 1516 Engelen haar tot U te geleiden. Gedenk, Heer, zijn zware beproevingen, zijn smarten en zuchten. Gedenk. ingeschreven: Johannes Bansynger uit NijmeHeer, zijn goede werken, de ijver, die hij gehad heeft voor Uw huis, zijn medelijden met de armen en de gen. Er staat achter deze naam tussen haakjes: beproefden. Hij moge dan ook al gezondigd hebben Pansier. Het is dus een 'klanknaam', ontstaan want er is geen mena, die niet zondigt - de Vader, de Zoon en de H. Geest heeft hij niet verloochend uit banzinger of banzanger. De naam is een maar geloofd en trouw heeft hij God aanbeden. Die alles heeft gemaakt. beroepsnaam, die meer omschreven het volDe hemelen warden hem geopend en de Engelen vergende inhield: op een zangerige toon de mensen heugen zich met hem. Ontvang hem, Heer, in Uw rijk. Troost ook. Heer, zijn diepbedroefde echtgenote en in de ban brengen of hen oproepen, bijvoorfamilie en laat hen hem eenmaal bij U wederzien. Jczua. Maria, Jozef. (all. van 7 jaar) beeld het oproepen van jongemannen voor de strijd; een banzinger was dus een ronselaar! De naam komt nog voor in ongeveer zijn oorspronkelijke vorm, nl. Banziger, echter niet Haren bij Megen naar het Maasdorp Oyen in Maas en Waal. Een beroep dat hiermee wel en heette daar dan ook Van Haren. Nazaten verwant lijkt, is dat van de dorpsomroeper. van hem kwamen naar Beneden-Leeuwen en maakten daar klompen. In 1861 vond Van de klomp in de schoen een watersnood plaats en werd ook deze Tot de bekende Maas en Walers, die buiten familie daardoor getroffen. Gradus van Hade streek veel hebben gepresteerd en bete- ren, de klompenmaker, verdronk met vijf kend, behoort Cornelis Nicolaas van Haaren, dochters. Er werden in Leeuwen 15 huizen weggespoeld. Men telde er 37 slachtoffers overleden in 1981(afb. 4). EĂŠn van de verre voorouders van Cornelis, na de overstromingsramp. Twee kleinzoons van Gradus van Haren nl. Gerrit Linders, trok ca. 1730 van het dorp 25
God nep Zondag 4 October tot zich, na het Sacrament der zieken ontvangen te hebben CORNELIS NICOLAAS VAN HAREN geboren te Beneden Leeuwen 6 december 1890 echtgenoot van Selina M. A. de Bliek eerder gehuwd met Aleida J. Wetenkamp en Anna G. KIen
Uit ..MEMENTO", een van zijn vele gedichten
en manuscripten:
En als ik dan voorgoed uit Uw kring zal zijn verdwenen oh, ik ben vast overtuigd van een leven, eeuwig lang al heb ik nu wat zorg, ik wil er niet om wenen ja, ik heb zorg, dat is waar, maar toch ben ik niet bang. Ik vraag dan ook van U geen klagen, ook geen tranen,
want U weet allen goed dat ik daar niet van houw ik hoop dat ge met Uw gebed mijn overgang zult banen dan ben ik gerust, omdat ik naast U, veel op de Schepper vertrouw. Lieve man. vader, opa, bedankt Voor alle belangstelling en medeleven onze hartelijke dank. de familie Tilburg, 8 oktober 1981
gingen van de klompen in de schoenen en stichtten de Van Harens schoenfabrieken. Ivo zette het fabrieksgebeuren aan de gang, terwijl Cornelis een netwerk van verkoopadressen tot stand bracht. Zoals uit het bidprentje blijkt, beschikte Cornelis kennelijk niet alleen over verkooptalenten, maar ook over een dichtader.
zaken, veel belangstelling voor de sociale situatie van de Brabantse boer en werd daarin gesteund door o.a. dr Ariè'ns. Hij bevorderde de samenwerking tussen de boeren en vooral de landbouwvoorlichting, want het bewerken van de grond gebeurde vrij traditioneel. Hij zorgde voor proefvelden rond Kessel bij Lith in de klei en in Deurne en omstreken in de zandgrond. In beide plaatsen is hij pastoor geweest. Tot in zijn slaapkamer stonden de Rust Roest Andere Maas en Walers hebben dankzij hun op- maissoorten in bloempotten en sigarenkistjes leiding en door hun werk, soms buiten dit om de groei, de kiemkracht en de rijping te gebied uitzonderlijke verdiensten voor de ge- controleren. Pastoor Roes startte in 1909 in Kessel meenschap gehad. Ik wil met name pastoor Hendrik Roes noemen uit het bekende nota- met een landbouwkundig weekblad 'Rust risgeslacht, in Winssen geboren 12 febr. 1864 Roest' waarvan hij tot aan zijn dood hoofdredacteur is gebleven. Dat blad verscheen 40 (afb. Saenb). Priesters uit Maas en Waal kwamen dik- maal per jaar met artikelen over de landbouw wijls in Brabant terecht door de grenzen van van voorlichtende aard. De pastoor wees het bisdom. Omgekeerd zijn hier veel Bra- daarin op het gebruik en het nut van kunstbanders werkzaam geweest als pastoor, kape- mest naast de vereiste kwaliteit van zaai- en laan o.i.d. pootgoed. Ook schreef hij over het belang Hendrik Roes had, buiten alle kerkelijke van het verdwijnen van de Beerse Overlaat.
26
Een vurig priesterhart, die om Christus en de zielen, (aan rijn levensdevies „Rust Roest' blijvend tot aan zijn laatste oogenhlikkcn) zorg drocy voor de versiering van het Godshuis, - ijverde voor de Liturgische zar.g en het geestelijk lied, waardoor hij vreugdr bracht, verheffing en beschaving aan zijn menschcn. - waakte over den eenvoud van zijn Brabantsen Peel volk. dat hij liet had en bewaarde voor het geloof en de zeden der Voorvaderen, -en die behartigde de belangen van zün jeugd in opvoeding en onderwijs. Bovenal een sociaal priesterhart, die begreep de nooden van zijn tijd. en als een tweede boerenapostel met vooruitzienden blik streed voor de verheffing van den boerenstand op velerlei gebied, waardoor hij zegen bracht aan het boeren volk van Deurne en ver d a a r buiten, en geëerd en geprezen werd door talrijke vrienden in den lande.
TER GEDACHTENIS De ZeerEerw. Heer
Henricus Wilhelmus Roes Ridder in de Orde van Oranje Nassau Hoofdred. v h. Weekblad .Rust Roest". Geboren te Winssen 12 Febr. 1864 en na een 22-jarig pastoraat te Deurne (St. Willibrord) aldaar overleden 4 Oct 1941
De ondertitel van 'Rust Roest' luidde: Bidt en werkt, leest, rekent en houdt boek!' Een abonnement kostte 60 cent, bij vooruitbetaling 50 cent per jaar. In 1921 was de oplage 21.000. Hij verzamelde ook volksgezegden en spreekwoorden. Tien jaar na zijn dood werd voor hem een monument, van Albert Termote, onthuld. Het staat nu bij de Deurnese kerk. Verzamelingen Tot slot nog iets over de verzamelingen van prentjes in of rond Maas en Waal. Men kan bij onderzoek daarop een beroep doen. Gegevens zijn daar beschikbaar. Namen en adressen zijn: - A.v.d. Heuvel, Notaris Stephanus Roesstraat 24A, 6645 AJ Winssen. Uit zijn verzameling is het prentje van pastoor Roes. - P. Lemmers, Rand wij ksingel 8, 6581 CE Malden. Van de grote verzamelingen wil ik noemen:
H Vader, bewaar in Uwen naam hen, die Gij mij gegeven hebt, aan wie ik gaf mijn liefde, mijn werkzaamheid, mijn leven. Nu kom ik tot U en vraag dat Gij hen voor het kwade bewaart en g i j , Beminde Parochianen, blijft dan Uwen Herder gedenken Dierbare Broer en familie, weest mijn ziel gedachtig in uwe gebeden. „Hoe schoon is een kuisch ge- ƒ Sap 4/1 slacht in den glans der deugd". \ R u s t Roest Bid< en werkt.
- Iconografïsch-genealogisch Bureau van de Achelse Kluis te Borkel en Schaft. Prentjes uit Nederland en België. - Centraal Bureau voor Genealogie te 's-Gravenhage. - Stadsbibliotheek in Kortrijk. Méér dan twee miljoen! Literatuur - H.F. Heerkens Thijssen, Het gedrukte Nederlandse bidprentje. In: Hoe vindt men zijn ouders in de Nederlandse Archieven. Uitg. Nederlandse Genealogische Vereniging, 1961. Blz. 81-85. - Hamers en Kruimel, Onderzoek in documentatiemateriaal. In: Voorouders gezocht. Uitg. Nederlandse Genealogische Vereniging, 1981. Blz. 93-106. - G. Ulijn, Rust Roest, Levensschets van Hendrik Roes, boerenpastoor. Uitg. Tij Kools te Deurne, 1977. Turfjesserie nr 9. 27
LiteratuurSignalement Oifr^ ^t\ ~"*
j—-^arii -—^JMF'
***
02
Bibliotheken, documentatiecentra
w
in: Gelderland Nu, 12 no. 2(febr. 1981), p. 44-45, afbn.
TWEESTROMENLAND, - - wü meer armslag documentatiecentrum; in: De Waalkanter dd. 8-10-1981.
07
069
OEVER, E. ten, Dagbladcijfers rivierenland voor verbetering vatbaar; in: Gelderland Nu, 12 no. 3 (mrt. 1981), p. 66-67, afb., tab.
Tentoonstellingen
ARCHEOLOGIE, - - in Dreumel. H.v.Leeuwen en zijn Maas en Waal Museum; in: De Waalkanter dd 4-11-1981.
ELF, - - opening kersttentoonstelling: Batenburg krijgt replika's van oude munten; in: De Waalkanter dd. 17-12-1981, afb. DE, - - expositie in de Ridderzaal; in: catalogus Tweestromenland-expositie Van Kerst tot Driekoningen 19-12-1981/3-1-1982, p. 10-14, afbn., lit.
KERSTTENTOONSTELLING, - - Tweestromenland. 16e en 17e eeuw herleven in kasteel Hernen; in: De Waalkanter dd. 29-10-1981. NIEUWE, - - zomerexpositie in Kasteel Hernen; in: De Waalkanter dd. 18-6-1981. over de schuilkerkenftijd).
23
VAN, - - Kerst tot Driekoningen. Expositie kasteel Hernen; Hernen, dec. 1980,33p., afbn. (catalogus). VROMANS, L., Galerie Polman in Malden. Een oase waar ook beeldende kunst gedijt;
28
Christelijke dogmatiek
GELDER, J. van, Mariaverering in Bergharen al eeuwen oud;in: Kerkepad 1981, p. 7-12. 246/247
Kerkelijke kunst
DE OUDE HERDER (is: R.L. Loverbosch), Gedachten rond aloude piëta;in: Kerkepad 1981, p. 15-16, afbn. Ook in: De Waalkanter dd. 13-8-1981.
Bergharen. SCHULTE, A.G., Gewapend 'in vrede'. De rouwborden in de Hervormde St.Victorskerk te Batenburg; in: Ringband Stg. Oude Gelderse Kerken, 1979. 262.2
TWEESTROMENLAND, - - exposeert in Kasteel Hernen. Schuil- en schuurkerken in beeld gebracht;in: De Waalkanter dd. 20-8-1981.
Pers
Parochies, gemeenten
BOEKJE, - - over de geschiedenis Horssen;in: De Waalkanter dd. 3-12-1981.
Hervormde Gemeente. NEDERLANDS, - - Hervormde Gemeente Horssen en zijn kerkgeschiedenis; Horssen, 1981,32p., afbn.,lil. uitg. Commissie Kerkepad 1981.
Dit boekje is samengesteld door diverse auteurs, wier namen echter niet aan een bepaald hoofdstuk gekoppeld zijn. Het is verschenen naar aanleiding van de Kerkepadroute door midden Maas en Waal. Enkele opmerkingen: p. 7: 'De mij thans oudste bekende oorkonde.. '. Dit slaat niet op een oorkonde, maar op een register (het Zifter Procurationem). p. 9: 'Naderhand kreeg de Hervorming ruimere kansen., 'is we erg zacht uitgedrukt voor een van overheidswege opgelegd verbod van de katholieke godsdienst. Vreemd genoeg wordt de periode 1672-1674 (eerste Franse inval) niet genoemd, terwijl die voor Horssen toch een heel leuke 'bijkomstigheid'had: in die tijd verbleef daar nl. Daniel Bellemans als pastoor, een figuur die ons een aantal zeer interessante liedjes tegen de protestanten heeft nagelaten! Het laatste hoofdstuk 'Gemeente nu en toekomst' zal wel hebben gemoeten, maar dan toch niet een boekje, dat volgens de titel 'kerkgeschiedenis'zou bevatten.
(HAAREN, J. van), Jos van Haaren maakte bekroonde bloemlezing. 'Jan de Zwaaf beschreven; in: De Waalkanter dd. 28-5-1981. J. van Alphen uit Druten.
OS, J. van, De kerken van Horssen. Hoe een klein dorp aan drie kerken kwam; Horssen, 1981,28p.afbn.,lit. Eveneens uitgegeven naar aanleiding van de Kerkepadroute. Het lijkt erop dat de auteur gemakkelijk vindbare literatuur bij elkaar heeft geharkt en aan elkaar gebreid tot een 'lekker' verhaal. Zelfs de legendarische Tempeliers tussen Bergharen en Horssen zijn er weer eens met de haren bijgesleept!
LEEUWEN, B. van, Nicodemus Sanders 5 nov. 1892-21 mei 1962;in: Annua Nuntia Lovaniensia, dl. 24 p. 80-91. Lector in de theologia fundamentalis te Alverna.
262.3
Bisdom, dekenaat
DEKKERS, J. en M. BERGEVOET, Oprichting van het dekenaat Druten (l 804); in: Tweestromenland no. 33 (1981), p. 5-7, afb. letterlijke tekst van de stichtingsbrief.
TEUNISSEN, H.A., Band Maas en Waal-streek met bisdom Den Bosch groot; in: De Waalkanter dd. 9-9-1981, tekn. 27
Alg. Kerkgeschiedenis
HAAREN, J. de, Jan de Zwaaf; in: 'Bloemlezing', uitg. door de Gelderse Bloem, 1981. J. van Alphen uit Druten.
271
Kloosterorden, kloosterlingen
JONG, D. de, J.L. HOES; in: Nat .Biografisch Woordenboek, uitg. door de Kon. Academiën van België, dl. 9, Brussel, 1981, kol. 363364. J.L. Hoes, geboren te Ewijk 1810, overleden AchellSSO, kapelaan te Bergharen, 1ste abt van de Trappisten te Achel.
WEILER, A.G., en N. GEIRNAERT, Monasticon Windeshemense III: Niederlande; Brussel, 1980,657 p., afbn. Arch. Bibl. België, Extrano. 16.
2713
Franciscanen
MANDERS, N., 125 Jaar Zusters Franciscanessen in Wijchenjin: Tweestromenland no 34 (l981), p. 13-20, afbn. PONTIANUS, - - Polman 1897-1968; in: Annua Nuntia Lovaniensia, dl. 24, p. 211-213. lector kerkgeschiedenis in Alverna. 323
Binnenlandse politiek
AAN,'- - het volk van Nederland' herdrukt; in: De Waalkanter dd. 24-9-1981. BECK, A., Soldaten en Schutters in stad en schependom 1830-1839; in: Numaga, 28 (1981), p. 33-16, afbn. HAAREN, J. van, De onvergetelijke novembermaandin 1918...; in: De Waalkanter dd. 17-12-1981. Drutense landstormers bij de Troelstra-revolutie.
29
WERTHEIM, W.F., en A.H. WERTHEIMGUSE WEENINK, Aan het Volk van Nederland, het democratisch manifest van Joan Derk van der Capellen tot den Pol 1781; Weesp, 1981,160 p., afbn., bijln., lit.
Tweestromenlandreeks no. 2. De meningen over Van der Capellen lopen uiteen, al naargelang het standpunt van de beoordelaar (anti - pro- Oranje). Evenzo is het met het manifest Aan het Volk van Nederland. Hoe men er ook over denkt, het manifest sloeg op het moment van het verspreiden in als een bom. Het werd alleen al in 1781 viermaal herdrukt, er verschenen vertalingen in het Frans, Duits en Engels, er werden speciale leesgezelschappen opgericht om het geschrift te bestuderen. Een goede reden om een van de 'Erflaters van onze Beschaving'(J. en A. Romein 1938 en 1965) te eren met een her-uitgave van zijn manifest. Wellicht is de volgende stap het verkrijgen en plaatsen (in Zwolle?) van zijn monument, dat nu in Rome staat. 33
Economie
VERHULST, A., en R. DE BOCK-DOEHAERD, Het sociaal-economische leven tot ca. 1000: Nijverheid en handel;in: Alg. Geschiedenis der Nederlanden, dl. I, Haarlem, 1981, hs. III, pargr. 2, p. 183-215, afbn., krtn., lit., tekn.
Het mtddelnederlandse rivierengebied behoorde in die tijd tot het 'economisch gebied'van Friesland. In de 10de en de llde eeuw worden hier enkele tollen gevestigd, oa. te Heerewaarden en te Tiel (Rijkstol; Tiel was de opvolgster van Dorestad). Een kloek boek ligt voor mij; meer dan 400 pagina 's tekst en bijna 50 pagina 's literatuur en registers. Eén van de 15 delen tekst en l deel algemeen register, die tesamen de nieuwe Algemene Geschiedenis van Nederland vormen . Deel I, handelend tot ca. 1100, onder redactie van D.P. Blok en A. Verhulst. Veel tekst, veel afbeeldingen etc., zodat het geheel toch erg lezenswaardig overkomt. De naam zegt het al: het betreft een algemene geschiedenis van de Nederlanden. En omdat ten noorden van de grote rivieren - afgezien van de Friezen 30
en wat Noormannen - weinig te beleven valt (hoewel??) ligt de nadruk wat meer op wat we
nu België noemen. Wat té uitdrukkelijk m.i. Wie iets speciaals zoekt over Tweestromenland, zoekt tevergeefs; tóch komt het 'rivierengebied' wel zo hier en daar - soms zelfs in een van de hoofdrollen - ter sprake. Bij de titels van de diverse hoofdstukken is dit aangegeven. Wel viel mij op dat de foto, die op pag. 206 in zwart-wit staat afgedrukt, op pag. 242 nog eens in kleur en vergroot terugkomt (steigerpalen in de Karolingische Rijnbedding te Dorestad). 336.4
Tollen
LEEMANS, W.F., De Grote Gelderse Tollen en de tollenaars in de 18de en in het begin der 19de eeuw. Een bijdrage tot de geschiedenis van de Rijnhandel; Zutphen, 1981,127 p., afbn., lit., regs. De Walburgpers, f32,-. Gelderse Historische Reeks dl. 14. Een boeiend boek over de Grote Gelderse Tollen en wat daar omheen draaide: de tollenaars en de handel. In het eerste hoofdstuk wordt de geschiedenis van de tollen vanaf
1738- ca. 1850 behadeld. In de tweede helft van de 18de eeuw waren er op de Rijn tussen Straatsburg en Rotterdam niet minder dan 39 tollen. Ook op de Maas waren er een groot aantal; tussen Namen en St. Andries 20, waaronder Batenburg (de heer hief hier tol). Verder waren er hier en daar ook nog markttollen. Hierbij wordt wel Tiel genoemd, maar Batenburg en Maasbommel niet (hs. I noot 57p. 45). Hoofdstuk 2 behandelt de tollenaars en hun familie. Bijna alle tollenaars waren familie van elkaar. Van 8 families worden de genealogieën gegeven, o.a. het geslacht Van Galen, waarvan een lid in 1700 te Druten gedoopt werd (p.61). Het laatste hoofdstuk behandelt de Rijnhandel in het algemeen. Hierbij komt ook naar voren, dat te Tiel nogal wat kleine scheepjes uit Druten met inlandse tabak en kersen voor het westen passeerden (p. 90, p. 108 noot 6). Leemans komt hierop zelfs in de Samenvatting terug (p.l 12): 'Uitvoeriger onderzoek naar de handel..., zelfs van een dorp als Druten, zou veel aan het licht
kunnen brengen'. Voor het geval iemand uit
Tweestromenland nog een onderwerp voor een doctoraalscriptie zoekt... Nog enkele bemerkingen: de spelling van Duitse plaatsnamen is niet steeds consequent: p.48 'in MĂźffteim aan de Rijn ofRooroord'. Deze laatste plaats staat elders als Ruhrort gespeld. Ook het plaatsnamenregister is niet geheel vlekkeloos;zo is bij Druten p.61 vergeten. Nochtans komt de auteur voor dit werk alle hulde toe. 339.17
Bedrijven
OUDSTE, - - autobedrijf van Maas en Waal bestaat 50 jaar; in: De Waalkanter dd. 25-3-1982, afbn. garage Rossen te Ben.Leeuwen. 343
Strafrecht
UIT, - - het zakboekje van een veldwachter in 1861; criminaliteit van gemeente Heumen op een laag pitje;in: Dichtbij dd. 17 en 251-1979. 347.9
Rechterlijke organisatie
MOORMAN VAN KAPPEN, O., Verplicht hulpbetoon aan de justitie in het Nijmeegs schependom(1672);in: Numaga 28(1981), p. 22-25, afb. Neerbosch. 35
Openbaar bestuur
GANSHOF, F.L., en G. BERINGS, Instellingen Merowingische en Karolingische tijd: de staatsinstellingen in de Karolingische tijd; in: Alg.Geschiedenis der Nederlanden, dl. I, Haarlem, 1981, hs IV, pargr. 2, p. 243-263, afbn., krtn., lit., tekn. De pagus blijft de basis van de bestuurlijke indeling, soms ook comitatus (graafschap) genoemd (vaak een groep pagi). Volgens de kaart zou keizer Lotharius H tweemaal in 'Asselt'geweest zijn, dat hier bij Neder/Overasselt ingetekend wordt. GANSHOF, F.L., en D.P. BLOK, Instellingen
Merowingische en Karolingische tijd: de staatsinstellingen in de Merowingische tijd;in: Alg. Geschiedenis der Nederlanden, dl. I, Haarlem, 1981, hs. IV, pargr. l, p. 232-240, afbn., krtn., lit. Het belangrijkste is de pagus (gouw) indeling uit ca. 720. 353
Regio
BEYER, J., Rivierengebied hoort bij Gelderland; in: Gelderland Nu, 10 no. 2 (febr. 1979). 355.48
Krijgsgeschiedenis
(HAAREN, J. van), Uit Drutens Verleden; in: De Waalkanter dd. 20-8-1981. mobilisatie 31-7-1914. REGIMENT, Het - - Stoottroepenjin: Ons Leger, 63 (1979), no. 11, p. 42-55, afb. SCHULTEN, C.M., De grondoperaties tijdens de meidagen van 1940; in: De Militaire Spectator, 149 (1980), p. 203-210, afbn., krt. TOONEN, H., Stoottroepen: Moedig maar lastig; in: Dagblad voor Noord Limburg dd 13-6-1981. ZWAAN, J., De mobilisatiemaanden 19391940. Beelden uit de mobilisatie van 29 augustus 1939 tot 9 mei 1940 en de voormobilisaties van 27 september 1938 tot 28 augustus 1939; Amsterdam, 1979, afbn., krt. 362.1
Kruisverenigingen
JAAR, 10 - - Welfare van Ned.Rode Kruis afd. Wamel; in: De Waalkanter dd. 26-2-1981. 362.6
Bejaardenzorg
ZILVEREN, - -jubileum Puiflijkse bejaar-
denbondjin: De Waalkanter dd 2-4-81. 371.
Onderwijs algemeen
BOEKHOLT, P.T.F.M., Onderwijzers en hun inkomsten in de eerste helft van de 19de eeuw tussen Maas en Waal; in: Tweestromenland 31
no. 34(1981), p. 1-12, afbn., tek.
afbn., lit., tekn.
3733
5513
Lager onderwijs
GOUDEN, - - bestaan R.K.School Puiflijk; in: De Waalkanter dd 12-3-1981. OS, J. van. Puiflijkse Meesters; Puiflijk, 1981,96 p., afbn. Basisschool Puiflijk f 10,50 en f 2,50 verzendkosten. In 25 hoofdstukken schildert Van Os het didactisch/pedagogisch wel en wee van een dorpsgemeenschap, vanaf de komst van het christendom, via de pastoor-dominee Laurentü naar de school van nu. Historisch hier en daar nogal gewaagd, want om te veronderstellen dat de eerste pastoor ook de eerste schoolmeester was (p.19) lijkt mij wat gezocht. Zo kan ik nog wel doorgaan: ook de 'heidense' inwoners van Puiflijk uit de tijd vóór die eerste pastoor zullen (van de tovenaar?) wel les gehad hebben...Dat de dominee Postetius de altaren en heiligenbeelden uit de kerk had gebroken (p.24) is niet waarschijnlijk: in 1616 blijkt namelijk, dat in alle Maas en Waalse kerken nog altaren staan. De schuü/schuurkerk die in Puiflijk werd gebouwd (p.26) zal wel niet van planken en riet zijn geweest, getuige de enorme hoeveelheid puin die enkele jaren geleden op die plek gevonden werd. De heerboer Van Erp (p.30) stamde toevallig wel uit een oud-adellijk geslacht, dat al de nodige generaties heer van die heerlijkheid 't Holt was (hiertoe behoorde het grootste deel van het dorp). Vanwege juist de katholiciteit werd Walraven van Erp uit de ridderschap van Maas en Waal geweerd! Hem zal het - uit puur lijfsbehoud - wel niet veel anders vergaan zijn dan zoveel andere, die hun kinderen tweemaal lieten dopen en trouwen (nl. bij dominee en pastoor). Trouwens, zijn zoon verliet Puiflijk en vestigde zich later in Baarlo (Limburg); de familie werd in de Belgische adel opgenomen met de titel Baron van Erp en Holt. 392
Zeden en gewoonten in het particuliere leven
LOEFFEN, L.W., Pijpen en bruigomspijpen; in : Tweestromenland no. 33 (1981), p. 8-12, 32
Geologische processen
VERHULST, A., en MJC.E. GOTTSCHALK,
Transgressie en occupatiegeschiedenis in de kustgebieden van Nederland en België; Gent, 1980. VISSCHER, A.,De stroomruggen en kommen van het rivierengebied;in: Tijdschrift Kon.Ned. Heidermj, 91 (1980). 614.7
Milieuhygiëne
AS, H. van, Kaliwaal kan havenslib niet meer ontlopen;in: Gelderland Nu, 12 no. l (jan. 1981), p. 21-23, afbn. 627.1
Natuurlijke waterlopen
ZWARTE, R. de, Laat-Romeinse vondsten uit Drumpt, gem. Tiel. Is de Waal ten westen van Wamel - in de Romeinse tijd en nog lang daarna - de Beneden-Linge?;in: Westerheem, 30 (1981), p. 248-257, afbn., krt., lit. Over het verloop van de Waal voorbij Wamel is nog niet zoveel bekend. Het is niet onmogelijk dat de rivier 'rechtdoor'liep, om pas veel verder met de Maas samen te gaan. 629.12
Scheepsbouw
KLIMBIE, B., Duwvaart op de Van Heemstrabaan; in: Gelderland Nu, 12 no. 8 (sept. 1981), p. 64-65, afbn. Transport van een duweenheid, gebouwd bij scheepswerf Engelaer te Ben. Leeuwen. 631
Landbouw
ENGELBERTS, E., Schets der landhuishouding in een gedeelte van Maas en Waal; in:
Landbouwkundige Beschrijvingen uit de 19e eeuw, dl. II: Overige Povincies, uitg. door de Ver. voor Landbouwgeschiedenis, Wageningen, 1981. Agronomisch-Historische Bijdragen dl. 10. Hemen, Leur, Wijchen. MANDERS, H., Twee belangrijke berichtge-
vers. Landbouw in het Gelderse rivierengebied in het midden van de vorige eeuw; in: Gelderland Nu, 12 no. 9(okt. 1981), p. 6-9, afbn. VERHULST, A., Het sociaal-economische leven tot ca. 1000: Landbouw;in: Alg. Geschiedenis der Nederlanden, dl. I, Haarlem, 1981, Hs. III, pargr. l, p. 166-182, afbn., krtn., lit. Koninklijke goederen in onze streken zijn de palts in Nijmegen en de tol te Heerewaarden. Onder invloed van hogerhand (koning, abdijen) is hier in Karolingische tijd het mansus-systeem ingevoerd. In onze streken lagen de mansi tamelijk verspreid binnen het domem. 656.7
Luchtvaart
HAAREN, J. van, Noodlanding van Henri Wijnmalen in het Middelveld; in: De Waalkanterdd.4-11-1981. tijdens de Europese Rondvlucht van juni 1911. 681
Orgels
OOST, G., De Orgelmakers Batz (1739-1849). Een eeuw orgelbouw in Nederland; Alphen a.d. Rijn, 1981 (3e druk). Caneletto, f 99,50. De Gebr. Batz bouwden in 1837 voorde hervormde kerk te Alphen een orgel van J.C. Strumphler uit 1778 om. De Gebr. Gradussen uit Winssen bouwden in 1873 een nieuw orgel voor de katholieke kerk van Renswoude (p. 330), dat nu in de St.Salvatorkerk te Veenendaal staat. 711
Ruimtelijke ordening, ruilverkaveling
LAURENSE, T., De Heer J. van Gelder uit Bergharen: Ruilverkaveling is voor Maas en Waal van enorm belang geweest....; in: De
Waalkanter, dd. 24-12-1981. MANDERS, H., Na grootscheepse aanpak wil streekplan resterende karakteristieke komgronden beschermen; in: Gelderland Nu, 12 no. 11 (dec. 1981), p. 14-17, afbn.
712
Landschap
BLOK, D.P., Landschap en bewoning tot ca. 1000: Het natuurlandschap: Het Middennederlands rivierengebied; in: Alg. Geschiedenis der Nederlanden, dl. l, Haarlem, 1981, Hs. II, 2c, p. 135-142, afbn., krtn., Ut. De trans- en regressie-invloeden uit de periode 300/600 n. C. (Duinkerken ll-transgressie) maakten einde aan de bewoning van het kustgebied na het derde kwart van de derde eeuw. In de post-romeinse tijd (Tiel H) zetten de rivieren stroomruggen af en vormden zich kommen. Evenals Zwarte (zie 627.1) komt ook Blok tot de conclusie, dat het verloop van de Waal ten westen van Wamel onzeker is. Volgens Tacitus en Caesar zou de samenvloeiing van de Waal en Maas hebben plaatsgevonden bij Helinium of een hoger gelegen punt (Heerewaarden?). Veel sporen zijn uitgewist door de grote overstromingen in de twaalfde eeuw, veel bodemonderzoek kan echter nog interessant materiaal aan de oppervlakte brengen. HOE, - - zag Uw streek eruit rond 2000 jaar geleden?;in: Dichtbij dd. 5-9-1979.
LANGS, - - Overasseltse dreven. Een wandeling vijftig jaar geleden; in: Dichtbij dd. 19-12-1979. 725.16
Postkantoren
(GELDER, J.A. van), Oud postkantoor Hernen;in: Hier en Ginder 22(1981), p. 17-18, afb. en 23-36, afb. (GELDER, J.A. van), Oud postkantoor blijft als boerderijmodel;in: Hier en Ginder, 22 (1981), p. 49-52, afb., krt. Hemen. (GELDER, J.A. van), Oud postkantoor Bergharen;in: Hier en Ginder, 22(1981), p. 65-67, afb. en p. 79-84, afb., krt.
752.2
Winkels
(GELDER, J .A. van), Kruidenier is weg, maar Van Buren blijft; in: Hier en Ginder, 22(1981), 33
p. l-6,afbn.,tek. winkel in Bergharen uit 1885. 725.3
Gebouwen voor het verkeer
PADDENBURGH, L. van en J.G.C, van de MEENE, Spoorwegstations in Nederland; Deventer/Antwerpen, 1981,178 p., afbn., krtn., lit., tabn. Kluwer Techn. Boeken B.V., f47,50. station Wijchen. 725.4
Bedrijfsgebouwen, molens
BR(INKHOFF), J., Herkomst van de Sint Annamolen;in: Numaga 28(1981), p. 28-30, afbn. Deze molen werd ca. 1820 in Dreumel gebouwd als poldermolen en rond 2840 naar Nijmegen verplaatst. KEUNEN, G.H., De St.Annamolen te Nijmegen en haar verleden als poldermolen; in: De Gelderse Molen 6 (1980) no. 3, p. 3-32, afbn., krt., tekn. KEUNEN, G.H., Poldermolens uit de Molenpolder: de St. Annamolen te Nijmegen en Beatrixmolen te Winssen;in: Tweestromenland no. 35 (1981), p. 1-28, afbn., krtn., lit., tekn. 725.8
Verenigingsgebouwen
HEROPENING, - - Bondsgebouw; in: De Waalkanterdd. 11-6-1981.
Druten. 725.94
Monumenten
BOUMAN, J., Nederlandse monumenten in beeld. Tussen Schietlood en Waterpas; Nieuwkoop, 1980, VI, 162 p., afbn., reg. Heuff, f 19,50. artikelen, verschenen in Cobouw 1957-1971. p. 44 Theekoepeltje Druten;p. 57 toren (vrm. r.k.) kerk Puifli)k;p. 67 Heerlijkheid Appeltem; p. 84 toren (vrm. r.k.) kerk Afferden; p. 103 Ned.Herv.kerk Overasselt.
34
VOORLICHTING, - - monumenten Afferden; in: De Waalkanter dd. 9-9-1981. 726.54
Kerken
(GELDER, J.A. van), Kerkepad 1981; in: Hier en Ginder 22 (1981), p. 93-97, afbn. en 105,113, afbn. HELVOORT, H. van, De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal: RJCKerk Bergharen;in: Kerkepad 1981, p. 1-6.
MAAS, - - en Waalroute;in: Kerkepadgids 1981, hs. 12, p. 66-69, afbn., krt. Bergharen: katholieke en hervormde kerk; Batenburg: hervormde kerk;Hemen: kasteel en katholieke kerk;Hor.ssen: katholieke kerken en hervormde kerk; Leur: hervormde kerk. N.C.R.V., - - Kerkepad-route Maas en Waal ook in Horssen;in: De Waalkanter dd. 13-81981. PAROCHIANEN, - - St.Lambertuskerk vieren feest; in: De Waalkanter dd. 9-9-1981, tek. 50-jaar restauratie katholieke kerk Alphen.
RESTAURATIE, - - van start. Kapittelkerkje ruim een jaar onder de hamer; in: De Waalkanter dd. 13-8-1981. Batenburg. VRIJDAG, - - haan op spits. Hoogste punt restauratie bereikt;in: De Waalkanter dd. 10-12-1981, afb. hervormde kerk Batenburg.
726.59
Delen van kerken
PUIFLJJK, - - heeft weer een gaaf monument; in: De Waalkanter dd. 11-6-1981. oude toren. 726.7
Kloosters
RUĂ?NE, - - van Sint Walrick bij Overasselt; in: Dichtbg.dd. 15-8-1979.
726.9
Andere kerkelijke gebouwen
DE OUDE HERDER (is: R.L. Loverbosch), Oude herder over 'zijn' kruisweg;in: Kerkepad 1981, p. 13-14, afbn. 728.6
Boerderijen
(GELDER, J.A. van), Dorpshof in Leur; in: Hier en Ginder, 22 (1981), p. 149-151, afb. en 163-166, afbn., krt. (GELDER, J.A. van), Hofstede De Zandberg Hemen van stal tot tandartspraktijk;in: Hier en Ginder, 22 (1981), p. 133-136, krt., tek.
728.8
Kastelen
BUURMAN, D J.G., Wanneer is de grote toren van Hemen verdwenen?; in: Liber Castellorum. 40 variaties op het thema kasteel, o. red. van TJ. Hoekstra e.a., Zutphen, 1981, p. 279-282, afbn., lit. BESTEMAN, J.C., Mottes in the Netherlands. A provisional survey and inventoryjin: Liber Castellorum etc., p. 40-59, afbn., krtn., lit. tab. Leur. TRUSBURG, J., Een wonderbaarlijk stil kasteel, Hemen;in: catalogus Tweestromenland-expositie Van Kerst tot Driekoningen 19-12-1981/3-1-1982, p. 3-6, afbn. WYNAENDTS VAN RESANDT, W., Kasteel Hemen; overdruk van de hist. ver. Tweestromenland uit: B.W. Moes en K. Sluyterman, Nederlandsche Kasteelen en hun historie, dl. II (Amsterdam, 1914), dec. 1980,17 p., afbn., lit. 73
Beeldhouwkunst
WEELDEN, L. van, De wonderlijke planten van Huub Kortekaas;in: Gelderland Nu, 12 no. 5 (mei 1981), p. 60-63, afbn. 7963
Balsporten
DERDE, - - Lustrum 'De Gelenberg'; in: De Waalkanterdd. 2-9-1981. tennisvereniging Druten.
798
Diersoorten
LAURENSSE, T., De Vier Heemskinderen bestaan kwart eeuw;in: De Waalkanter dd. 13-8-1981. landelijke rijvereniging en ponyclub Ben. Leeuwen. 799
Vissen, schieten, jagen
(GELDER, J.A. van), Stuw bij tolbrug in Bergharen helaas verdwenen en Ons Verlangen zilveren vjsclub;in: Hier en Ginder, 22 (1981), p. 119-123, afb.
SINT, - - Georgiusgilde Heumen nog springlevend; in: Dichtbij dd. 2-5-1979. 801
Algemene taalwetenschap
GYSSELING, M., Landschap en bewoning tot ca. 1000: Germaniseringentaalgrens;in: Alg. Geschiedenis der Nederlanden, dl. I, Haarlem, 1981, Hs. II, pargr. l,p. 100-115, afbn., krtn., lit. Germaanse expansie en organisatie, voornametijk afgeleid van taalkundige gegevens. 80131
Woorden met betrekking tot hun bekentenis
BERGEVOET, M., De hoektorentjes van de R.K.kerk te Druten; in: Tweestromenland no. 33 (1981), p. 13, afb. 902
Archeologie
ES, W.A., Wetenschappelijk onderzoek;in: Monumenten 2 no. 4 (april 1981), p. 7-17, afbn., krtn., tekn. Nummer van Monumenten, gewijd aan het werk van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Op de omslag een aktiefoto van de opgraving van kasteel Heumen; verder foto 's van dezelfde opgraving en die van het romemse badgebouw in Druten. GROOT, M. de, Een LFzertijdnederzettinkje op 'De Poort' te Wijchen;in: Jaarverslag over 1980 Archeol. Werkgemeenschap Nederland, afd. Nijmegen e.o., p. 28-30, afbn., krt., lit. 35
GROOT, M. de, Een 'rare kei' van de Berendonck te Wijchen; in: Jaarverslag Archeol. Werkgemeenschap etc., p. 31-32, afb., lit. zg. mesotitische 'Geröllkeule'. HULST, R.S., Druten-Klepperhei. Vorbericht der Ausgrabungen einer römischen villa; in: Berichten Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 28 (1978), p. 133-151, krtn., lit., tab., tekn.
JANSSEN, A J., Vlaardingen-kultuur op de Blankenburg te Beumngen;in: Jaarverslag over 1980 etc., p. 28. KLOK, R.HJ., Archeologische monumentenzorg; in: Monumenten, 2 no. 4 (april 1981) p. 25-37. afbn., krtn., tabn., tekn.
foto opgravingen kasteel Heumen. MELFERS, R., Twee voorraadspotten uit Beuningen;in: Jaarverslag over 1980 etc. p. 26-28, afb., lit. stammend uit eind 14e-begin 15e eeuw, gevonden plan Tinnegieter. PETERS, WJ.T., L.J.F. SWINKELS und
E.M. MOORMANN, Die Wandmalereien der römischen villa von Druten und die Frage der Felderdekoration in den europaischen römischen Provinzen;in: Bijdragen van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, 28 (1978), p. 153-197, afbn., lit., tekn. 903
Prehistorie
BORMAN, R., Archeologie in Gelderland; Zutphen, 1981. Terra, f 29,50. Barman, verbonden aan het Gemeentemuseum in Arnhem, heeft zich intensief beziggehouden met de archeologie in Gelderland, en is er in geslaagd een redelijk sluitend overzicht te geven van het grijze verleden van onze provincie. Niet alleen de 'blote'vondsten komen aan de orde, ook de daaruit sprekende en te reconstrueren levenswijze van de mensen, die de vondsten hebben achtergelaten. Het boek is rijkelijk verlucht met foto 's.
36
DOORSELAER, A. van, De Romeinen in de Nederlanden; in: Alg. Geschiedenis der Nederlanden, dl. I, Haarlem, 1981, Hs. l, p. 2298, afbn., lit., tekn. algemeen staatkundig-müitair-kultureel overzicht van de Romeinse bezetting van onze streken van ca. 50 v. C. tot ca. 410 n. C. ES, W.A. van, De Romeinen in Nederland; Haarlem, 1981 (3de druk); 300 p., afbn., krtn., lit., regs. Fibula-van Dishoeck, f45,-. Van het boek van Van Es over de Romeinse tijd (1ste druk 1972, 2de druk 1973) is een herdruk verschenen, die geheel is bijgewerkt. Uitgebreid van Schr. in op de nederzettingen bij Druten en Ewijk, waarvan de plattegronden een ontwikkeling vanuit de ijzertijd naar de geromaniseerde vüla-rustica te zien geven. Ewijk is mogelijk een soort stapelplaats van oogstproducten geweest; Druten bestond uit een groep gebouwen, deel uitmakend van één landbouwbedrijf. Overasselt kent een villa in zijn meest eenvoudige (rechthoekig) vorm, verwant aan het drieschepige germaanse haüenhuis. Ook de boot van Druten komt aan de orde, vergeleken met die van o.a. Zwammerdam en Kapel-Avezaath. Van Es noemt Meinerswijk een waarschijnlijk echt müitair, 4de eeuwse nederzetting; de voorgestelde identificatie (door Bogaers) van Castra Herculis met Druten verwerpt hij, om ze in te ruilen voor Meinerswijk f p. 127). PEDDEMORS, A., Die archeologische Funde aus dem 'Land van Maas en Waal', I; in: Bijdragen van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, 28 (1978), p. 7-79, krtn., lit., tabn., tekn. Systematische opsomming van vondsten en de interpretatie daarvan.
VERLEDEN, - - Land. Archeologische opgravingen in Nederland; Amsterdam, 1981, p., afbn., krtn., lit., tekn. o. red. van F.H J. Bloemers e.a. p. 44: West-Nederland in de steentijd (Vlaardingencultuur te Ewijk);p. 65: Bronstijd (wieldoppen Wijchen); p. 74: Ijzertijd (armbanden omgeving Wijchen); p. 180-181: Het rivierkleigebied.
WILLEMS, W J.H., Over een fossa, een castra en een tabula'; in: Westerheem, 30 (1981), p.!68-171,lit. over de indentificatie van Castra Herculis al dan niet met Druten. 911
Geografie
HAAREN, J. van, Utt Drutens Verleden: Een ontvolkte woonwijk: De Horst; in: De Waalkanter.dd. 9-9-1981, afb. 912
Afbeeldingen
MAASBOMMEL, - - omstreeks 1920: Raadhuisdrjk; in: De Waalkanter dd. 3-12-1981, afb. WLFCHENAAR, - - tekent boerderijen;in: Weekend Koerier dd. 22-10-1981. AM. Janssen. 92
Personen
LINSKENS, H.F., In memoriam Frans van Oostrum; in: Vakblad voor biologen, 60 (l 980), p. 261, afb. leraar biologie R.K. HBSPax Christi te Druten. 929.5
Genealogieën
AALST-VENEMA, H.C. van, Kwartierstaat Van Aalst; in: Kwartieren van her en der, Nijmegen, 1980, p. 9-15, afb. voorouders van C. v. Heumen, geboren Deventer 1872. Naast het al eerdergenoemde 'Zoeklicht op Nijmegen' heeft de af d. Kwartier van Nijmegen van de Ned. Genealogische Vereniging haar Ie lustrum ook gevierd met de uitgaaf van een groot aantal kwartieren van haar leden. Een enorme bron van informatie, ook voor Maas en Waters.
en der, etc., p. 3740, afbn., krt. voorouders van W. Roos, geboren Druten 1851. BERGEVOET, M., De familie Roodbeenjin: Limburgs Tijdschrift voor Genealogie, 9 no. 4 (aug. 1981), p. 65-72, afbn. Noord-Limburgs nageslacht van A. Roetbeen uit Maasbommel. BRIèT, C.P., Van Leeuwen; in: De Nederlandse Leeuw, 98 (1981), kol. 69.
CAMPS-JACOBS, C.H., Kwartierstaat van C.H. Jacobs; in: Kwartieren van Her en der, etc., p. 129-130. voorouders van J. Megens-G. Zumi te Wijchen/ Overasselt (w.o. J. v. Druten). COLDEWEY, J.A., De Heren van Kuyc, 10961400;Tilburg, 1981, XXXIX, 282 p., afbn., Ut. Bijdragen tot de Geschiedenis van het Zuiden van Nederland, dl. 50. FLOKSTRA, M., Genealogie van Broeckhuijsen;in: Kwartieren van her en der, etc. p. 47-50, afbn. een tak woonde te Weurt ca. 1700-1800. FLOKSTRA, M., Kwartierstaat van R. Flokstra;in: Kwartieren van her en der, etc., p. 88-101, afbn. voorouders van F. W. v. Broeckhuijsen, geboren 1777, te Weurt. voorouders van C. Woerdenbach, geboren 1785 te Leeuwen.
(GELDER, JA. van), 80 Jaar en ouder;in: Hier en Ginder, 22 (1981), p. 109-110.
AELST, MP .R.S., van, Van Aelst-Vaarthuysenjiiu Gens Mostra, 36 (1981), p. 447. J.A. van Aelst, geboren Dreumel 1740.
GESSEL, J J.M. van, Kwartierstaat van J J. M. van Gessel; in: Kwartieren van her en der, etc., p. 102-103. voorouders van W. de Leeuw, geboren 1830 Bergharen.
BERENBROEK, L.W.A., Kwartierstaat van L.W.A. Berenbroek; in: Kwartieren van her
HAJER-SASSE, C.W., Kwartierstaat van C.W. Sasse; in: Kwartieren van her en der, 37
etc., p. 160-166, afb. voorouders van M.H. Kaub, geboren 1803 Balgoy. HAREN, M.G. van, Kwartierstaat Van Haren; in: Kwartieren van her en der, etc., p. 109116,sfb. famĂźiegegevens uit geheel Tweestromenland.
HERKENT, - - U ze nog? Maas en Walers van toen. 1. schoolfoto Maasbommel, 1917 in: De Waalkanter.dd. 10-12-1981. HERMANS, A., De nakomelingen van P.M. Hermans en M. Kessels;in: Limburgs Tijdschrift voor Genealogie, 9 (1981), p. 23-32. p. 27 en 31: fam. Van Ewijk. HOPPE, R., Repertorium van civiele huwelijken 1811-1902 in de Provincie Gelderland, dl. I: Gemeente Nijmegen;Nijmegen, 1980 (2 delen). In twee banden met meer dan 1000 pagina 's zijn de namen van de mannen en vrouwen, die tussen 1811 en 1902 in Nijmegen zijn getrouwd (l 7.447akten)geklapperd, voorwaar een enorm werk. De gebruiker dient wel even de raadgevingen met betrekking tot het alfabetiseren te lezen, maar dan ontspringt voor de genedloog dan ook een schief onuitputtelijke bron. En zo wil men geheel Gelderland bewerken...! JONG VAN DEN BRAND, J J. de, Uit het land mijner vaderen. Teeffelen; Oss, 1981, 8,115,40 p. bestellen: bij auteur, Witte Hoefstraat9Oss,f30,-. Wat voor interessants er uit een kerkarchief is te halen, bewijst de heer De Jong met zijn boek over Teeffelen. En omdat deze plaats vele banden had met het Maas en Waalse, speciaal met Alphen, is het niet verwonderlijk, dat menig Alphenaar zijn/haar voorouders in dit boek vermeld vindt. Behalve de algemene informatie over Teeffelen zijn vooral de vele lijsten met namen (o.a. dopelingen 1658-1811), huwelijken 1687-1811) voor onze streek interessant.
MANDERS, J.A., Kwartierstaat Manders; in: Kwartieren van her en der, etc., p. 131-137, afb. voorouders van fam. Manders-Janssen uit Overasselt/Wijchen en H. Janssen, geboren 1822 Keent. MARIS, A J., E. PEETERS en M. DONGELMANS, Lijst van burggraven en richters, ca. 1165-1795;in: P. Leupen en B. Thissen, Bronnenboek van Nijmegen, Nijmegen, 1981, p. 57-68, afbn., lit. NAGTEGAAL, T.A.W., Kwartierstaat van F.C.C. Nagtegaal;in: Kwartieren van her en der, etc., p. 142-146, afb. voorouders van G. Elbers, geboren 1920 BovenLeeuwen en C.A. Peters, geboren 1913 Beurangen. NALIS, H J. en J.J. van NIJENDAAL, Grafzerken in de Broederkerk te Deventer; in: Gens en Nostra, 36 (1981), p. 139-148, afbn., tek. p. 144-145: fam. Scharrenbergh.
RAYMAKERS- van der PUT, M J., Kwartierstaat van J. Raymakers; in: Kwartieren van her en der, etc., p. 153-159. voorouders van G. Bekkers, geboren 1866 Deest. SEESING, P., Een obituarium van de St. Maartenskerk te Emmerik;in: Numaga, 28 (l981), p. 12-16, afb. Joannes en Serich van Wijchen, Joannes Hoemen, pater. SIGTENHORST, K. van den, Genealogische aantekeningen in 'Den Godsvruchtigen Leydsman'uit 1834;in: Gens Nostra, 36 (1981), p. 431. Neeltje van Appeltern, geboren 1765 Gorkum. SWART sr., AJ.G. Kwartierstaat Swart-Mulder;in: Gens Nostra, 36 (1981), p. 433439.
p. 436-438: Van Heumen. TURK, G.C .M., Kwartierstaat van G.C.M.
38
Turk;in: Kwartieren van her en der, etc., p. 172-177. voorouders van B. van Wissen, gedoopt ca. 1689 Hemen. VIERGEVER, J.H. De Helt; in: Gens Mostra, 36 (1981), p. 447.
H.L. de Hel t uit Maasbommel, trouwt 1701. WIE, - - herkent U ze? Maas en Walers van toen; in: De Waalkanter dd. 24-12-1981. foto 's van stoomtram Maas en Waal en een klassefoto uit Horssen. 929.6
Heraldiek
SCHUTTE, O., Het wapen van de nieuwe gemeente te Heumen; in: De Nederlandse Leeuw, 98 (1981), kol. 426, afb.
Frankische periode tot 880; in: Alg. Geschiedenis der Nederlanden, dl. I, Haarlem, 1981, Hs. VI, pargr. l, p. 288-304, afbn., Ut. Aan het einde van deze periode worden de Noormannen-invallen steeds erger: Dorestad wordt tussen 834 en 837 viermaal verwoest! LINSSEN, C.A.A., Politieke ontwikkeling: Lotharingen 880-1106; in: Alg. Geschiedenis der Nederlanden, dl. I, Haarlem, 1981, Hs. VI, pargr. 2, p. 305-353, afbn., lit., krtn., tabn. Het verdrag van Rïbemont 880 voegt Lotharingen bij Oost-Francië. Dit betrof het gebied ten oosten van de Schelde. In 1106 komt een einde aan de pogingen tot het effectiefmaken van de koninklijke macht. De Noormannen houden nog tot 1010 strooptochten (o.a. Tiel en Nijmegen).
WITSIERS, - - (Megen); in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 35 (1981), p. 271, afb. Wapenbeschrijving; deze familie komt ook in Maas en Waal voor. 93A
Geschiedenis Nederland
BLOK, DJ*., Landschap en bewoning tot ca. 1000: Hoofdlijnen van de bewoningsgeschiedenis; in: Alg. Geschiedenis der Nederlanden, dl. I, Haarlem, 1981, Hs. H, pargr. 3, p. 143152,krtn.,lit. De Romeinse tijd kende hier een vrij dichte bewoning, na de vierde eeuw zijn er vrijwel geen berichten meer. Ook archeologisch zijn de vijfde en zesde eeuw vrijwel vondstenloos. Toch is de bewoning niet overal geheel verdwenen. Continuïteit kan worden aangetoond op drie wijzen: fiscaal, geografisch (door middel van toponymie: het rivierengebied is een centrum van Romeinse namen) en functioneel (archeologie: de restant-bevolking heeft sporen achtergelaten). In de zesde tot tiende eeuw neemt de bevolking toe, hoewel met horten en stoten. De Noormannen hebben mogelijk hier en daar een tijdelijke breuk veroorzaakt. BLOK, D.P., Politieke Ontwikkeling: De 39
MAAS EN WAAES TIJDSCHRIFT VOOR S T R E E K G E S C H I E D E N I S
T WEESTROM EN LAND 31. X I I . 1982
verschijnt ten minste vier maal per jaar
N U M M E R 39,/lV
TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.
Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen, diavoorstellingen en andere evenementen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks. Contributie De contributie voor 1983 bedraagt f25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,- enz.,
Mr J.B.M. Roes, Beuningen G.A.A. Rooijakkers, Overasselt Drs C. Visser, Druten
Administrateur Vacant Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan de redactiesecretaris J. Trijsburg, Maasdijk 20,6629 KC Appeltern. Kan een artikel niet in machine schrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.
te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61, 6617 AC Bergharen.
Losse nummers tijdschrift Nrs 19 t/m 39 voorradig. Per stuk f 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland,
L edenadministratie Markt 9-14,6651 BC; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december).
Dorpsstraat 61, 6617 AC Bergharen.
Secretariaat Genechtstraat 11,6651 EC Druten; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon 08870-2847.
Ere-leden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969
J .P.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Bestuur J .P. van Wezel, vz., Alphen W.P. van der Bent, secr., Druten Mej. W.A. van Buren, penn., Bergharen J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen G.Y.M. Derks-Klabbers, 2e secr., Druten A.J. van Hulst, Beneden-Leeuwen J.A. Jansen, Wijchen J. van Koolwijk, Dreumel C.P.J. van Kouwen, Nijmegen Mej. F.J. van Oijen, Druten
BIJ DE VOORPLAAT
Kasteel Hemen in de sneeuw, schilderij door Evert Jan Ligtelijn (1893-1975), gesigneerd en gedateerd 1942, olieverf op paneel, 48 x 58,5 cm. Tijdens de kersttentoonstelling "WinterAardigheden/WinterNaarigheden' op kasteel Hemen is dit schilderij te zien. Om het schilderij te kunnen verwerven, zullen prentbriefkaarten daarvan - in kleur - worden verkocht. De opbrengst komt ten goede aan het "Aankoopfonds". Het is ook mogelijk een vrijwillige bijdrage over te maken ten gunste van dit fonds. Het postgironummer is 44 60 600.
T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Jac.Trijsburg
NUMMER 39
1982/IV
J. Trijsburg
KASTEEL HERNEN IN DE SNEEUW Een schilderij van Evert Jan Ligtelijn uit 1942 De sneeuw tekent de knoestige takken van de linden langs de oprijlaan. Een smetteloos wit paard staat gelaten ter rechterzijde te wachten, opgetuigd en ingespannen. Hoewel het besneeuwde kasteel eenderde van dit wintergezicht vult, is er evenwicht in het beeldvlak geschapen; het paard en de bomen, alsook de sporen in de sneeuw brengen het kasteel op een verder verwijderd plan. Met deze middelen wordt diepte in het schilderij gesuggereerd, hetgeen nog weer versterkt wordt door de geopende poortdeuren, die de beschouwer een blik op de binnenplaats gunnen. Kan dit toeval zijn? 'Een wonderbaarlijk stil kasteel', schreef J.W.F.Weremeus Buning.1 En dat is het, ook nu weer, in dit schilderij van Evert Jan Ligtelijn uit 1942. Zo stil als het alleen maar kan zijn, als de wereld wit en onbedorven ligt te slapen in de sneeuw. Maar is er niet meer? Wij schrijven het jaar 1942. Nederland is bezet door vijandelijke troepen van het nazi-regime in Duitsland. Men is verplicht de ramen te verduisteren als 's avonds de lampen worden ontstoken. En wat zien wij op het schilderij? Grimmig donkere stammen die gevieren eindigen in een bijna even duistere lucht. Is het avond? Acher het venster links van de poort brandt licht. Dit kan geen toeval zijn! Hier heerst op klaarlichte dag het soort duisternis dat ontstaat bij een opkomende sneeuwbui. Vandaar dat licht achter het raam. Vandaar ook dat merkwaardige oplichten van de voorgevel van het kasteel, veroorzaakt door de weerkaatsing van het laatste restje daglicht op de sneeuw. Hier is een stemmingsbeeld ontstaan dat rijk is aan contrasten, tussen licht en duisternis, als om aan te geven dat het daar om gaat. Het lijkt welhaast een negatief, maar is het niet. En evenmin een snapshot, op het goede ogenblik genomen. Het is een schilderij, waarin de schilder met voorbedachten rade het onzichtbare zichtbaar maakt. Wat? Dat laat zich niet in woorden vangen. Beschouw daarom het voorgaand als een falend pogen van een bewonderaar.
=%e te «£J»£C5£r * *" " -*^ Blauwe Sluis Weinigen weten dat tussen Maas en Waal een honderdtal kunstenaars werkzaam is geweest. Sommigen zijn hier geboren, anderen zijn van
buiten de streek gekomen. Allen hebben hier korter of langer als kunstenaar gewoond en gewerkt. Eén van hen is Evert Jan Ligtelijn. Hij werd op 13 november 1893 in Amsterdam geboren. De laatste jaren van zijn leven heeft hij ui het Larense 'Rosa Spierhuis' doorgebracht waar hij in 1975 overleed, 82 jaar oud. Het grote naslagwerk van Pieter A. Scheen, Lexicon Nederlandse Kunstenaars 1750-195o' vermeldt niets over een verblijf van Ligtelijn tussen Maas en Waal.2 Maar dank zij Gerard Backer (62 jaar), die nu in Batenburg woont weten wij dat Ligtelijn enige jaren aan de Blauwe Sluis (gemeente Appeltern) heeft gewoond en gewerkt. Vanuit boerderij 'De Heul' het ouderlijk huis van Gerard Backer, en later vanuit een nieuwgebouwd atelier daarnaast, verkende Evert Jan Ogtelijn de streek tussen Maas en Waal en maakte vele schilde-
rijen. Sommige staan nog haarscherp in het geheugen van Gerard Backer gegrift. Hij had er als jongeman de grootste bewondering voor. Dat Scheen het verblijf van Ligtelijn aan de Blauwe Sluis ontgaan is, ligt niet aan Scheen maar aan de rusteloze Ligtelijn, die zonder een vast woonadres achter te laten bij de laatste gemeente zijner inwoning, met palet verfspullen en ezel de wijde wereld introk om nu eens hier, dan weer ergens anders een tijdelijk onderkomen te betrekken, waar hij zich aan de schilderkunst kon wijden. Maar hoe komt zo iemand aan de Blauwe Sluis terecht?
Al sinds zijn kinderjaren kwam Ligtelijn m het Betuwse dorp Kapel-Avezaath, waar familie van hem, Van Valburg, woonde Na
een van zijn buitenlandse reizen, die hij meestal in opdracht van scheepvaartmaatschappijen maakte, streek hij omstreeks 1936 in Buren
neer. Tijdens een bezoek aan de familie Grandia op de boerderij 'Oosterwaard' in Kapel-
Het atelier van E.J. Ligtettjn kreeg op zijn aanwijzingen een groot raam op het noorden. De kunstschilder en zijn echtgenote poseren ongedwongen in hun kleine tuin. Eig. foto: G. Hacker, Batenburg. Avezaath, goede bekenden van de familie maakte, keerde hij Maas en Waal niet voorgoed Van Valburg, bood hij aan om moeder en de rug toe. dochter Grandia, grootmoeder en tante van Gerard Hacker, per automobiel naar de Blauwe Kunstbroeders Sluis te rijden. Het uitstapje naar de familie Men kan zich voorstellen dat de Sectie StreekBacker-Grandia bleef niet zonder gevolgen. museum van de Vereniging Tweestromenland Verliefd geworden op de puur landelijke catalogi van veilingen, beurzen en tentoonomgeving van Appeltern toog Ligtelijn in een stellingen in de gaten houdt om kunstwerken vertrek van boerderij 'De Heul' aan het schilde- van de honderd kunstenaars die tussen Maas ren. Na een half jaar liet hij Gradje Janssen en Waal gewoond en gewerkt hebben, op te en de gebroeders Witsiers een bescheiden sporen. Al was het alleen maar om de gegevens atelier bouwen op een stukje land van de voor de documentatie. Niet alleen de kunsteHervormde gemeente, dat sinds jaar en dag naars zelf zijn voor het onderzoek van beaan de familie Backer was verpacht. Op zijn lang, ook hun relaties. De aanwezigheid van Ligtelijn aan de Blauwe aanwijzigingen kreeg dit atelier een groot raam op het noordon. Hier bleef hij enkele jaren Sluis bleef in kunstenaarskringen bepaald niet wonen, samen met zijn vrouw Elise Jansen, onopgemerkt. Gerard Backer herinnert zich die arts was. dat verschillende kunstenaars Ligtelijn herhaalOmstreeks 1941 kocht Ligtelijn in de delijk opzochten. Bijvoorbeeld David SchulEldikse Hoek bij Ochten wat grond aan een man (1881-1966), een bekende vertegenwoorfraaie binnendijkse plas en bouwde daar een diger van de 'Larense School'. Daarmee is monieuw, veel rianter onderkomen. Getuige het gelijk ook een verklaring gevonden voor twee schilderij dat hij in 1942 van Kasteel Hemen gezichten van Schulman, die onlangs door het
Zuid- en westzijde van het atelier van EJ. LigteĂźjn aan de Blauwe Sluis. Goed zichtbaar is hier de waterplas, inmiddels verdwenen. Boerderij 'De Heul', Sluissestraat 5, moet links worden gesitueerd. De boerderij op de foto ligt aan de overzijde van de straat. Eig. foto: G. Boeker, Batenburg.
Schilderij 'Riviergezicht bij Tiel, richting Wamel', door D. Schulman, olieverf op doek, gesigneerd (r.o.), 30 x 54 cm. Eig. gemeente Tiel; te bezichtingen in het Streekmuseum De Groote SociĂŤteit Tiel. Foto: Joh. v. Wijk, Tiel.
Streekmuseum De Groote Sociëteit te Tiel NOTEN werden verworven, één gezicht op de Waal met Wamel op de achtergrond en één gezicht 1 J. W.F. Weremeus Buning, Ik zie, ik zie wat gij niet ziet, dl III, derde zwerftocht door op de Tolhuiswal te Tiel. Schulman zou ze ons land; Amsterdam, 1939. Hfdst. l, Een geschilderd kunnen hebben tijdens een reisje dag met wind in Maas en Waal, p. 7 e.v. naar Maas en Waal. zie ook: J. Trijsburg, 'Een wonderbaarlijk Van andere kunstbroeders die Ligtelijn hebben opgezocht, zijn nog geen tekeningen stil kasteel, Hemen'in: (catalogus) Tweeof schilderijen opgespoord, die in het Land stromenland-expositie 'Van Kerst tot Driekoningen ',19 december 1981 t/m 3 januari van Maas en Waal gemaakt zijn. Maar het on1982 m Kasteel Hemen ;p.3 e.v. derzoek wordt voortgezet. De Sectie Streekmuseum en ondergeteken- 2 Pieter A. Scheen, Lexicon Nederlandse de blijven speuren naar gegevens over de honBeeldende Kunstenaars 1750-1950; 's-Graderd kunstenaars tussen Maas en Waal. Hun venhage 1969. namen zijn bekend. Van Sommigen is ook werk gesignaleerd. Mocht U toevallig iets weten dat nieuw licht kan werpen op dit wat duistere onderdeel van de Maas en Waalse streekgeschiedenis, laat U dat dan even weten.
Restauratie St. Annamolen te Nijmegen J.A.Heydra Uit onderzoek in het archief te Nijmegen blijkt dat P. v.d. Heuij, olieslager te St. Anna in 1847 één van de 4 overtollige poldermolens van de Gecombineerde watermolcnpolder van Wamel, Dreumel en Alphen en de Oudendijkse molen overneemt. Hij betaalde voor deze molen die
slechts 27 jaar oud was 1485 gulden. Aanvankelijk werd het verzoek van P. v.d. Heuij aan de raad der Gemeente Nijmegen om de molen als oliemolen op te mogen bouwen aan de Hatertseweg, afgewezen. Maar op 22 augustus 1848 wordt in de notulen van de raad der Gemeente Nijmegen een brief van de Gouverneur van Gelderland vermeld, waarin staat dat de Koning aan P. v.d. Heuij toestemming verleend tot het oprichten van een oliemolen naar aanleiding van het door hem aan de Koning gezonden rekest. In 1849 is de molen voltooid, in de tweede helft van de 19de eeuw wordt Th. Jansen genoemd als eigenaar. Deze laat in 1905 het wiekenkruis en de staart verwijderen. In 1928 wordt de molen verkocht aan H. Herkenrath, de vader van de huidige eigenaars. De molen welke aanvankelijk als beltmolen
was gebouwd en buiten de stad stond raakte steeds verder ingebouwd door de zich uitbreidende bebouwing. De belt werd weggegraven en maakte plaats voor een moterhok, bijkeuken en een winkel voor de verkoop van duivenvoer enz. In 1968 werd de molen op de Monumentenlijst geplaatst. Naar aanleiding van enige schade aan het rietdekwerk, veroorzaakt door de storm van 12 op 13 november 1972, werd contact gezocht met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist voor 'herstel en opheffing van verder verval'. Naar aanleiding hiervan werd door de molendeskundige van Monumentenzorg en de Gelderse Molencommissie een werkbezoek gebracht aan de molen. Deze heren waren enthousiast over de staat van onderhoud en de proporties van het gebint van de molen. Het interieur is niet veel bijzonders en bestaat uit een versleten jacobsladder, een tweetal doorgeroeste trieurs, een wanmolen, een rammelende mengketel en een stel piepende aandrijfassen met wat poelies erop. De trappen en vloeren zijn slecht en onbetrouwbaar. On-
der in de molen op de begane grond staat een driedubbele maalstoel aangedreven door een elektromotor. In de vloer die gedeeltelijk van hout is, is duidelijk de fundering van een kollergang zichtbaar en op de eerste lagering van het achtkant ligt de ijzeren balk voor de steenspil van de kantstenen. De lagering van de steenspil waren hardstenen neuten en is thans nog het enige onderdeel dat overgebleven is, dat betrekking heeft op de olieslagerij. Aan het gebint is te zien dat de olie warm geslagen werd, omdat naast het achtkant gebint ook de vloeren en trappen sterk berookt waren hetgeen duidt op het gebruik van een vuister. Er werd een algeheel restauratieplan opgemaakt waarop de Gebroeders Herkenrath zeiden, 'moet dat nou wij hebben alleen belang bij een waterdicht rietdek en met al die huizen en bomen eromheen wil de molen toch niet draaien'. Maar na enige gesprekken waren deze heren toch ook enthousiast. Het inmiddels gemaakte plan wordt uitvoerig besproken. EĂŠn van de eisen is een Engels kruiwerk en 'Je blijft van mijn daken af, wij willen geen lekkernij ' en 'Als het kan morgen beginnen'. Dat lukte natuurlijk niet, maar 't verloop viel erg mee.
In het kader van de werkverruiming programma 53, kwam er voor de St. Anna molen geld beschikbaar met o.a. als voorwaarde dat het werk voor l juli 1975 zou zijn aangevangen. Omdat molenmaker Coppens uit Bergharen druk bezet was met andere molenrestauraties, werd de aannemer ingeschakeld die het metselwerk aan molen 'De Kroon' te Arnhem had uitgevoerd, namelijk Claus BV. te Doesburg. Eerst werden na enige besprekingen met de gemeente Nijmegen 3 grote kastanjebomen verwijderd om ruimte maken voor de kap en het achtkant. Op 22 maart 1976 werden kap en achtkant naar de begane grond gebracht. Het achtkant woog 37.148 kg. Op vrijdag 29 oktober 1976 werd het gerestaureerde achtkant weer op de onderbouw geplaatst, nadat eerst het metselwerk ruim 4 meter was verhoogd. In het gedeelte van het muurwerk dat boven de stelling uitkomt zijn dezelfde boogvormige uitsparingen aangebracht als zich ook bevinden in de korenmolen van Winssen. In totaal werd de molen 4,27 meter om-
hoog gebracht, waarvoor 53.755 stenen nodig waren. De molen kreeg een wiekenkruis met een vlucht van 26,50 meter, opgehekt volgens het oude zeilsysteem. De roeden zijn gemaakt door Buurma uit Oude Schans. De gietijzeren as is afkomstig uit Penninga's molen te Joure. Deze as, die te lang wasvoor Penninga's molen, de pensteen lag daar in de korte spruit, was tijdens de restauratie van de Penninga's molen verwisseld voor een kortere as. Onder de kap werd een Engels kruiwerk aangebracht met diameter: hart op hart rail 5,45 meter. Een geheel nieuw binnenwerk werd aangebracht, waarvan de overbrengingsverhouding als volgt werd: BovenwielĂłl kammen steek 12,37 cm Bovenbonkelaar 30 kammen Spoorwiel 101 kammen Steenschijf voor een koppel 16 der stenen, 32 staven steek 10 cm Steenschijf voor een koppel 17 der stenen, 33 staven Beide koppels stenen zijn zogenaamde blauwe stenen. Er is een luiwerk aangebracht met een gaffelreep. Het uitwendige van de driedubbele maalstoel is meegerestaureerd. Op deze maalstoel kg een gevelsteen welke betrekking had op de bouw van de molen aan de St. Annastraat te Nijmegen, maar om onverklaarbare reden nooit ingemetseld was. Bij de restauratie is deze steen geplaatst in de dag van het gewelf die toegang tot de molen geeft. De restauratie van de St. Annamolen als werkverruimingsobject opgezet, veroorzaakte in zeker opzicht een arbeidsspanning. Molenmaker Coppens die het meest voor deze restauratie in aanmerking kwam, had een overladen werkprogramma. Daarom werd de onderbouw uitgevoerd door Claus BV te Doesburg. Een gedeelte van het binnenwerk werd gemaakt door molenmaker H. Vaags uit Aalten. De afwerking, het wiekenkruis en het opstellen van de 2 koppels maalstenen enz. werden door molenmaker Coppens uitgevoerd. De overbrengingsverhouding van het gaande werk werd gekozen uit een reeks bestaande molens in Gelderland, waar de verhouding vlucht: omtrek molensteen, de meest gangbare was.
J. Trijsburg
In memoriam Arnoldus Anthonie Bredius Begin mei 1982 ontving ik van de heer A.A. Bredius, de illustere bewoner van kasteel Hemen, een prentbriefkaart van een ander kasteel, gelegen aan de oostzijde van het eiland Cyprus, dat tot Griekenland behoort: Kyrenia. Het ziet eruit als een grimmig fort, maar het blauw van de hemel en de weerspiegeling ervan in zee verlenen aan die steenklomp iets schilderachtigs. Nu de heer Bredius is overleden, heeft dit laatste levensteken dat ik van hem ontving, bijzondere betekenis voor mrj. De kaart blijkt in het Cyprus Museum te zijn gekocht en is op 3 mei 1982 in Thessaloniki, een havenplaats op het Griekse vasteland, afgestempeld. Hij schrijft ondermeer: '...mijn groeten van het eiland Cyprus waar ik een Congres bijwoon over de vele antieke culturen van 6000 BC (voor Chr.; opm. v/d schr.) tot nu toe... Er zijn hier vele opgravingen verricht en het resultaat is in prachtige musea.' Cultuur en musea. Deze hadden zijn warme belangstelling. Kort voor zijn vertrek uit Hemen bespraken wij de mogelijkheid van aankoop door Tweestromenland van een viertal Louis XIV kandelaren, vervaardigd door Bert Wolffson, plm. 1720 te Nijmegen, voor Johan Hendrik van Delen, Heer van Druten en Horssen, Ambtman van Maas en Waal (overleden in 1733). Zijn interesse ging zo ver dat hij deze kandelaren wel wilde aankopen, maar wij spraken af om het gesprek voort te zetten, wanneer de actie om de aankoopsom bijeen te krijgen zou zijn beĂŤindigd en het streefbedrag niet zou zijn gehaald. Bredius' levenslicht is uitgedoofd en de kandelaren, die op de voet het gegraveerde wapen van Johan Hendrik van Delen dragen, zullen niet in de Tweestromenland-collectie worden opgenomen. De relatie tussen Tweestromenland en de heer toonstellingscommissie zette mevr. Th. VisserBredius kwam - na enige sporadische contac- Graauwelman het volgende op papier: ten - eerst goed tot stand in 1974, toen de 'Als onze commissie plannen maakte om vereniging het tienjarig bestaan op kasteel een tentoonstelling op kasteel Hernen te orHemen vierde met een maaltijd en een lezing ganiseren werd, na een paar besprekingen, de over kastelen door de heer H. Romers. In opmerking gemaakt: 'Nu moeten we eerst met 1975 startte in het kasteel de fototentoon- de heer Bredius gaan praten.' Immers zonder stelling Mo(nu)mentopname, resultaat van een de toestemming en de bereidwilligheid van fotowedstrijd van monumenten tussen Maas de heer Bredius werd het werken op Hernen en Waal. De watersnood van 1926 werd na vijf- veel moeilijker. Maar gelukkig was hij iedere tig jaar in 1976 herdacht met een expositie keer weer tot medewerking bereid en leende die een spectaculair aantal mensen op de been ons tafeltjes en kachels, bestelde voor ons de bracht: plm. 9.000 in zeven weken. Met de kolen tegen 'zomerprijs' en zag na verloop tentoonstelling 'Van Kerst tot Driekoningen' van tijd zijn verstild kasteel veranderen in werd - eind 1980 - een periode van vijf jaar een pakhuis van de meest vreemdsoortige exposeren in kasteel Hernen op waardige artikelen en apparaten. Naarmate de voorbereidingen vorderden en wijze afgesloten. Deze tentoonstelling was weer een groot succes: plm. 3.500 in 14 dagen. de tentoonstelling gestalte begon te krijgen, Het vorig jaar was het al niet minder bij de nam ook zijn belangstelling en animo toe. kersttentoonstelling, die gewijd was aan de Vooral het financiĂŤle aspect sprak hem aan de late Middeleeuwen en het begin van de en tijdens de kersttentoonstelling vond hij Nieuwe Tijd. Maar wat zou de heer Bredius het erg vervelend als hij zeggen moest, dat er van gevonden hebben? Namens de ten- de kolen op waren en er weer nieuwe besteld
SJ*h. de Vries had in hem een enthousiast leerling in de Hebreeuwse taal. Aan de Rijksuniversiteit te Leiden studeerde hij aanvankelijk klassieke talen, maar later ging hij over naar de theologie. Tijdens zijn verblijf in Le Mans, hoofdstad van het Franse departement Sarthe, waar hij behalve de kathedraal StJulien nog drie andere middeleeuwse kerken vond, ontwaakte zijn liefde voor oude handschriften en muziek. In de prefectuur werden zo'n 200 incunabelen (wiegedrukken) en 500 handschriften bewaard. Hij kwam bij prof. Weller in Wenen terecht en vervaardigde een catalogus van muziekhandschriften in Griekenland. Zou de Haarlemse beiaardier die Bredius muziekonderricht heeft gegeven ooit geweten hebben dat zijn leerling het zo ver zou brengen? Prof. Weller gaf in Wenen Byzantijnse musicologie. Toen deze in Berlijn een leerstoel werd aangeboden, ging Bredius met hem mee. Daar leerde hij Olga Subbotina kennen, die zijn levensgezellin zou worden. Zij was in het Russische Jaroslawl op 27 mei 1904 geboren. Als buitenlander niet gewenst aan de Berlijnse Universiteit vertrok hij naar Nederland en huwde A.A. Bredius, overleden 31 juli 1982. Foto: in Bloemendaal op 16 november 1937. Bij de Duitse inval in mei 1940 beschouwde hij J.R. Visker, Beuningen. een wetenschappelijke loopbaan op het gebied moesten worden. Hij had altijd een scherp oog van de Byzantijnse musicologie als onmogelijk, voor de kosten van dergelijke ondernemingen, en mede gedwongen door het overlijden van zozeer zelfs dat toen wij hem na afloop van een zijn vader ging hij zich wijden aan de landbouw. tentoonstelling een attentie overhandigden, hij In Woerden, waar hij woonde, stichtte hij aannam dat dat wel te duur voor onze com- een model-boerderij voor runderteelt. Ondermissie zou zijn geweest en hij verbood ons in het vervolg zoveel geld aan hem te besteden. tussen zag hij kans in Delfzijl de Hogere Landbouwschool te voltooien. Na de oorlog verHij wist dat wij zijn liefde voor het kasteel deelden en daarom stelde hij ons ten aanzien liet hij Woerden, waar hij zich niet thuis van het gebruik van het kasteel zulke hoge voelde, en begon opnieuw in Houten. Toen eisen. Het was niet best als wij vergeten hadden hij de boerderij in Leur erbij kreeg, schakelde een doos of gereedschapskist op te bergen hij (plm. 1960) geheel op schapenteelt over. Zijn vrouw overleed op 19 augustus 1959 of een deur af te sluiten. te Zeist. Reeds in 1957 huurde de heer BreWij denken dat hij het laatste moment van dius drie vleugels van kasteel Hernen. De een tentoonstelling, als het publiek weg was voltooiing van de restauratie werd op 6 septemen wij met zijn allen, moe maar voldaan kofber 1957 gevierd in tegenwoordigheid van fie of thee zaten te drinken, het mooiste mode hoogste autoriteiten, zoals de Staatssecrement van de tentoonstelling vond.' taris van Onderwijs, Kunsten en WetenschapArnoldus Anthonie Bredius werd op 10 augus- pen en mr S. baron van Heemstra, voorzitter tus 1903 geboren op het Huis te Zaanen in van de Stichting Vrienden der Geldersche KasSchoten, tegenwoordig gelegen in de gemeente teelen. Het duurde echter tot 1966, eer de heer Haarlem. In deze laatste stad bezocht hij het Bredius zich metterwoon te Hernen vestigde. Voor de familie Arissen, die het kasteel Gymnasium. De bekende Haarlemse Rabbijn 10
Viertal Louis XIV kandelaren van Bert Wolffson, plm. 1720 Nijmegen. Hoogte 20 cm. Foto eig. tot 1955 bewoond heeft en daarna het witte huis aan de oprijlaan en voor de familie Van Laar, die de heer Bredius van zo nabij hebben meegemaakt, is zijn onverwacht overlijden een schok geweest. Het echtpaar Van Laar schrijft namens de medewerkers: 'De heer Bredius was een geweldig werkgever: strikt rechtvaardig en sociaal, wat onder andere moge blijken uit het feit dat hij ons, zijn werknemers, vanaf het begin consequent 'medewerkers' noemde en werkelijk respect had voor kunde, ook wanneer deze niet op het puur intellectuele vlak lag. Democratische ochtendbesprekingen vormden het begin van iedere dag. Alle medewerkers kwamen dan tesamen om na intensief overleg aan hun diverse taken te gaan. Voor het dier en de natuur had de heer Bredius een warme liefde en een grote achting. Zag hij een paard, wanneer de temperatuur naarmate het seizoen vorderde - te laag werd, nog in de wei staan, dan was zijn eerste zorg de eigenaar terecht te wijzen en wanneer dit niet hielp, hem zijn eigen stal aan te bieden. Hij zette zich in om de oorspronkelijk Gelderse groenstroken weer in ere te herstellen en in evenwicht te brengen met het omringende
landschap. Na intensieve bestudering van het landschap met haar specifieke flora-, en faunaeisen, plantte hij bomen en struiken, die hij nauwkeurig onderhield. Zijn werknemers, de natuur en het dier hebben in hem een warm en kundig vriend verloren.'
Reeds bij zijn leven heeft de heer Bredius, die geen kinderen had, een stichting in het leven geroepen, die na zijn overlijden erfgename zou worden: de A.A.Bredius-stichting. Hij was er penningmeester van. Zijn nalatenschap omvat ondermeer een rijke bibliotheek op het gebied van de Byzantijnse musicologie en taalwetenschap. Teneinde zoveel mogelijk wetenschappers van de daarin bijeengebrachte kennis te laten profiteren, zal de stichting dit bezit in de loop van 1983 naar Wenen overbrengen. Tot besluit moge hier een enkel fragment volgen van J. van Gelder's artikel in het missiethuisfrontblad 'Hier en Ginder' jrg23,nr 8. Op 23 juli 1982 vertrok hij andermaal voor een buitenlandse reis. Ditmaal naar Oostenrijk voor een bespreking voor de organisatie van een Byzantijns musicologisch congres. 11
Vandaar ging hij naar Albanië voor een studiereis. Op zaterdag 31 juli is hij daar plotseling overleden. Het heeft lang geduurd voordat
het stoffelijk overschot van de heer Bredius vanuit Albanië werd overgebracht en zodoende kon hij pas op 19 augustus 1982 worden begraven...19 augustus..Jiij moest die dag terug zijn van zijn reis, want op die datum bezocht hij altijd het graf van zijn overleden vrouw. Op diezelfde dag nu is hij bij zijn echtgenote begraven...
Op de voet het wapen van Johan Hendrik van Delen, Heer van Druten en Horssen. Ambtman van Maas en Waal, overleden 1733. Foto eig.
% ""n AVA' "Z0™ * ***?* "*' de ^r C. Visser, bestuurslid van Tweestromenland, en mevr. Th. Vtsser-Graauwelman, lid van de tentoonstellingscommissie. Foto: JJt. Visker.
12
KERSTTENTOONSTELLING KASTEEL HERNEN Vanaf zondag 19 december tot en met zondag 2 januari wordt op kasteel Hernen de inmiddels traditionele kersttentoonstelling gehouden. De titel van de expositie luidt 'Winteraardigheden Winternaarigheden'. Getoond wordt de collectie schaatsen en sleden van de heer A.C. Broere te Didam. Ook zijn er een aantal boeken, prenten en tegels, alle betrekking hebbend op ijsplezier en ijsnarigheid, te bezichtigen. De tentoonstelling is dagelijks geopend van 2 tot 5 uur, uitgezonderd eerste Kerstdag. Leden van de Vereniging Tweestromenland hebben gratis toegang, mits zij de bon inleveren die in de nieuwsbrief is afgedrukt. Voor niet-leden is de toegangsprijs f 3,-, jong en oud half geld. Deze tentoonstelling laat iets zien van de ontwikkeling van de schaats door de eeuwen heen. De oudste aanwezige schaats is een benen exemplaar, afkomstig van een zandafgraving bij Deventer. Op 15de eeuwse houtgravures worden al ijzeren schaatsen afgebeeld. Vanaf de 18de eeuw is de ontwikkeling van de schaats op deze expositie gedetailleerd te volgen. Aan de getoonde sleden (bakslee, duwslee, arreslee, prikslee) is duidelijk te zien dat de slede zich vroeger in een grote belangstelling mocht verheugen. Op een aantal expositiepanelen komt de betrokkenheid van het Land van Maas en Waal met betrekking tot 'Winteraardigheden Winternaarigheden' door middel van foto's tot uiting. Ook is er een diaklankbeeld te bezien en te beluisteren. Gezicht op Batenburg vanaf de dichtgevroren Maas tijdens de winter van 1943, toen het ijs zich bij de spoorbrug van Ravenstein en de Diedense molen had vastgezet. Foto: M. Vermeulen, Batenburg.
13
Monumentaal boek over het Rijk van Nijmegen, westelijk gedeelte Op 25 november 1982 heeft de voorzitter van de Monumentenraad, drs Y.P.W. van der Werff aan mr A.A.M, van Agt het eerste exemplaar aangeboden van de Ge誰llustreerde Beschrijving van de Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, 'Het Ryk van Nijmegen, westelijk gedeelte'. Deze overhandiging vond plaats in Huis Doddendael te Ewijk. Nadere informatie De geschiedenis van een historisch landschap wordt vooral weerspiegeld in zijn monumenten. Zij vormen in de meest letterlijke zin een stuk *tastbaar' verleden. Dit geldt zowel voor een bescheiden dorpskerk, een gaaf bewaard
gebleven kasteelcomplex, een - soms alleen al door haar naam of standplaats tot de verbeelding sprekende - oude hoeve, als voor een avondmaalsbeker met schenkingsinscriptie of
een simpele koningsplaat van een schutterssieraad. In hun verscheidenheid vormen die tal-
loze roerende en onroerende objecten ieder voor zich een groter of kleiner, oud of betrekkelijk jong partje van het met puzzelstukjes uit te leggen cultuur-historische display. De Ge誰llustreerde Beschrijving van de Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst geeft een overzicht in boekvorm van de in Nederland aanwezige monumenten van geschiedenis en kunst. De Monumentenbeschrijving van het Rijk van Nijmegen, uitgegeven vanwege van de Rijkscommissie voor Monumentenbeschrijving als aflevering in de serie 'De Monumenten van Geschiedenis en Kunst' bevat een schat aan gedetailleerde informatie over elf dorpen gelegen in de gemeenten Beuningen, Heumen en Wijchen, die tezamen het westelijk gedeelte van het Rijk van Nijmegen vormen.
De ge誰llustreerde beschrijving van monumenten zorgt voor een stuk kennisbundeling enoverdracht en gaat veel verder dan het geven van informatie over de krachtens de Monumentenwet beschermede objecten. Het studiegebied is ge誰nventariseerd op de tijdens de bewerking aanwezige architectonische en cultuurhistorische kwaliteiten. Om een zo evenwichtig mogelijk beeld te krijgen is onder meer veel aandacht besteed aan
14
verdwenen monumenten, met name kastelen en kerkgebouwen die sterk bepalend zijn geweest in de beschreven regio. Talrijke kaarten, foto's en opmetingstekeningen vormen de visuele ondersteuning bij het lezen en het raadplegen van de tekst.
De inventarisatie wordt voorafgegaan door een inleidend hoofdstuk waarin op bondige wijze een algemeen overzicht wordt gegeven van het monumentenbestand in het gehele plattelandsgebied van Het Rijk van Nijmegen. In het beschreven gebied vormen de kerkelijke gebouwen, de adellijke huizen en de voorbeelden van landelijke bouwkunst de drie pijlers van de Monumentenbeschrijving. Op het gebied van de kerkelijke architectuur zijn twee periodes van grote betekenis: de middeleeuwen en de negentiende eeuw. Opmerkelijk zijn kleine kerken of resten ervan naast grote, rijk uitgemonsterde neogotische gebouwen. Aan de geschiedenis, decoratie en inventaris van de kerkgebouwen wordt in ruime mate aandacht besteed.
Van de talrijke kastelen in het gebied zijn er heel wat verdwenen. Het Huis Doddendaal en het Kasteel-Raadhuis van Wijchen zijn aan de slopershanden ontkomen, andere huizen, zoals de Blankenburg in Beuningen, bleven
slechts fragmentarisch bewaard of zagen hun fundamenten toegedekt door een stevig kleipakket, meestal voor onbepaalde tijd. Een gelukkige uitzondering vormen de restanten van het in de uiterwaarden van de Maas gelegen Huis te Heumen, dat in 1980 werd blootge-
legd. De resultaten van de opgraving worden hier voor het eerst gepubliceerd. Boerderijen en dijkwoningen zijn de laatste decennia meer dan welke categorie monumenten bedreigd. Vandaar ook veel aandacht voor deze kwetsbare groep. De samenstelling voor het deel lag in handen
van drs A.G. Schulte, als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Kunsthistorische afdeling van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Voor de historisch-geografische schetsen wist hij zich gesteund door drs A. Steegh, die ten tijde van de voorbereiding van het manuscript door het Geografisch Instituut van de Katholieke Universiteit te Nijmegen in de gelegenheid werd gesteld een historisch-geografische studie te maken van het hele gebied tussen Maas en Waal. Voor de beschrijving van het kerkelijk kunstbezit kon de auteur terugvallen op de uiterst waardevolle bijdragen van drs G.P.P. Vrins. Het fotowerk is nagenoeg geheel van de hand
van AJ. van der Wal; het kaartmateriaal en de opmetingstekeningen zijn vervaardigd door T. Brouwer, H.W. van der Voet en A. Warffemius. De fotograaf en bouwkundig tekenaars zijn allen verbonden aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. 'Het Rijk van Nijmegen' is geĂŻllustreerd met bijna 500 afbeeldingen en telt 405 pagina's. Het werk is uitgegeven bij de Staatsuitgeverij en bij de boekhandel verkrijgbaar. De prijs bedraagt f95,-. De GeĂŻllustreerde Beschrijving 'Het Rijk van Nijmegen, oostelijk deel' zal binnen afzienbare tijd verschijnen.
15
/os. van Haaren
De Stoomtram 'Maas en Waal' Toen in het laatst van de vorige eeuw de plannen voor aanleg van een spoorlijn van 's-Hertogenbosch via de Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal naar Nijmegen waren mislukt, werd de mogelijkheid onderzocht voor de exploitatie van een stoomtramlyn van Nijmegen via Druten naar Wamel. Na moeizame pogingen, waarbij heel wat strubbelingen moesten worden overwonnen, was het dan eindehjk zo ver dat op 8 maart 1902 de streek uit haar isolement werd verlost. De aanleg van deze tramlijn was tot een goed einde gebracht! Toen de eerste tram door Druten reed, was iedereen op de been om van dit niet alledaags schouwspel getuige te zijn. Men vergete niet dat dit voor die tijd spectaculair gebeuren plaatsvond anno 1902, in het begin van deze eeuw. Druten was de plaats waar het tram- en staionspersoneel woonachtig was en waar de locomotieven en tramrijtuigen, na afloop van de laatste dienst, des nachts in loodsen werden ondergebracht. Voorheen was men voor een reis naar Nijmegen of Tiel aangewezen op het stoomjacht 'De Postijjon', de Nijmeegse Boot of de Rotterdamse Reederij, welke laatste onderneming met haar luxe schepen, een lust voor het oog, een dienst onderhield van Rotterdam op Mannheim. De aanlegplaats te Druten was de steiger van Bor de Kadt, met die van Jac.Vermeulen bij de veerpont in de Waal gelegen. Vóórdien, toen Cornelis van Haaien nog de postwagen op Nijmegen reed, kon men, althans indien er plaatsruimte was, met dit vervoermiddel eveneens naar de stad. Niet zelden gebeurde het evenwel, aldus het verhaal van oude dorpsgenoten, dat men naar Nijmegen wandelde, waarmede ongeveer 4 uur was gemoeid. Wanneer de boodschappen waren gedaan en een behoorlijke rustpoos was genoten, ging het welgemoed weder huiswaarts. Daar moet men vandaag nog eens om komen! De eerste tram naar Nijmegen vertrok uit Druten 's morgens reeds om 6 uur; de tweede om 8 uur. Men kon zes maal daags naar Nijmegen reizen. De overige uren van vertrek vanuit Druten richting Nijmegen waren: 12 uur, 2 uur, 5 uur en 7 uur. De laatste tram naar Druten vertrok 's avonds ongeveer 9 uur uit de Keizer Karelstad. De meeste trams reden na aankomst uit Nijmegen na een kort oponthoud te Druten richting Wamel. Ook waren er die rechtstreeks vanuit Druten een dienst op Wamel reden, zij het dan dat de diensten op Wamel minder frequent waren dan die op Nijmegen. In de onderscheidene dorpen langs de baanvlakken Druten-Nijmegen en Druten-Wamel waren halteplaatsen. In Nijmegen stopte de tram bij café Heymans (nabij de Hezelpoort), terwijl het eindpunt aan het station van de Nederlandsche Spoorwegen was gelegen. De overige halteplaatsen waren de volgende: Weurt, café De Slaben (is: slamand; sla in de betekenis van salade); Beuningen, café Wil-
16
lems; Ewijk, café Croonen; Winssen, café Melssen; Deest, café G.A.Verrijdt; Afferden, café H.van Mulukom (bij de oude streekbewoners beter bekend als 'Tante Jans'); Druten, Tramstation (vertrekpunt); Druten, Erven Vermeulen a/d Markt; Boven-Leeuwen, café Arn.van Haaren; Beneden-Leeuwen, café Lemmers; Wamel, café Van der Sijp. In de dorpskommen reed de tram langzaam en soms moest de conducteur terzijde van de locomotief lopen voor de veiligheid van de passanten. Na verloop van tijd is aan dit voorschrift niet meer de hand gehouden. Men had in de tramrijtuigen een 1ste en een 2de klasse. In de 1ste klasse lagen rood fluwelen kussens op de banken. De 2de klasse had daarentegen eenvoudige, houten banken. De tramrijtuigen hadden een lichtbruine kleur. Gewoonlijk was er één tramrijtuig achter de locomotief gekoppeld. Voorts soms een postrijtuig en een goederen wagen. Extra materieel werd ingezet 's maandag ter gelegenheid
Aankomst van de stoomtram op het Nijmeegs station. Karel v.d. Wielen (2de van links), conducteur Van As (3de van links). De dame die uitstapt, zat bij dhr. Frederiks op kantoor. Machinist G. Tonen. Foto: Maas en Waals Documentatiecentrum te Wijchen.
Joh. Frederiks, stationschef te Druten, in het uniform van de maatschappij. Foto: MWDC, Wijchen.
Op 28 februari 1934 maakte de Maas en Waalse Stoomtram zijn laatste rit. Op de achtergrond het verdwenen spoorwegstation Nijmegen. Foto: MWDC, Wqchen.
17
w$l
De Stoomtram Maas en Waal tuft onder het spoorwegviaduct te Nijmegen door, richting Druten. Foto: gemeentearchief Nijmegen. van de Nijmeegse markt. Evenzeer bij bijzonStationschef in Druten was achtereenvoldere gelegenheden als bijvoorbeeld in het gens: J.D.Bedeaux, WJJ.de Haan, Joh.Fredevroege aardappelseizoen wanneer de Leeuwen- riks (voorheen conducteur) en M.A.Heyligers. se 'muisjes' werden aangevoerd, dan ter gele- Als conducteur deden dienst: Lambertus van genheid van de Leeuwense Processie naar Ke- As, Willem Arnoldussen, Rijk van Buuren, velaer in augustus en met de Drutense Leste Joh.Frederiks, Arn.van den Hoff Azn., Pietje Mert in november. Zo nodig werd er ook de Lorijn, Hendrik Megens, Willem van der materieel van de Nijmeegse trammaatschappij Mooren en Joh.Neys. De beambten van het PTT-kantoor Druten, in gebruik genomen. De locomotieven waren van de Machine- Janus Veenendaal en Nad van Buuren, oefenfabriek Breda en hadden een zwarte kleur. den hun functie van conducteur der brievenOp de stations Druten en Nijmegen werden malen uit op het postrijtuig, onderscheidende locomotieven van kolen en water voor- lijk op het baanvak Druten-Nijmegen en Druzien, terwijl in Druten bovendien het tram- ten-Wamel. personeel, inclusief de machinisten, door faMachinisten waren: Fooij, Havinga, Jacob milieleden leeftocht - boterhammen met Jonker sr., Adriaan Markies, Mulder en Tijssen. koffie of thee - kreeg aangereikt. Reserve-machinisten: Jan Toonen en Lambertus Visschers, die tevens als nachtstoker fungeerNaar ik vermeen was de heer P. Bouwens, den. Jac.Arts en Hendr. van Ommeren waren woonachtig op het landgoed Horssen in het goederenbestellers. Stationsbeambte, tevens regelijknamige Huis, directeur van de N.V. serve-conducteur was Karel Frederiks. Stoomtram 'Maas en Waal'. Als lijn werkers waren in dienst: Jan Fleury,
18
Tramstation te Druten: Foto: MWDC, Wijchen.
Het tramstation te Wamel verdween tijdens de watersnood van 1026. Foto: MWDC Wijchen.
19
Gezicht in de Wamelse Dorpsstraat met tram. Rechts de toren van de R.K.kerk, in neo-gotische stijl gebouwd door arch. Van Dijk, verwoest aan het eind van de Tweede Wereldoorlog; Foto: MWDC, Wijchen.
Hendrik Megens (later bevorderd tot conducteur), gebrs Ruth en Th. Verhoeven e.a. Willem Arnoldussen en Hendrik Megens (beiden conducteur) hebben nadien als chauffeur nog vele jaren dienst gedaan, eerst op
de autobussen van de N.V .Stoomtram 'Maas en Waal' en later van de 'Maasbuurtspoorweg' (de huidige 'Zuid-Ooster'), toen deze de exploitatie had overgenomen. Aan het einde van de Heersweg, ter plekke waar toendertijd de trambaan de grote weg verliet en achter het huis van C.van den Berk door
het veld langs de Kraaijendreef voerde, gebeurde Nieuwjaarsdag 1914 een vreselijk ongeluk.
De tram ontspoorde, tengevolge waarvan de locomotief kantelde, waarop toen de machinist Tijssen dienst deed. Toen men de arme man eindelijk uit zijn benarde positie kon bevrijden, waren helaas de levensgeesten reeds geweken. In het begin der twintiger jaren, toen de autobus als vervoermiddel op de weg verscheen en steeds meer veld won, werd wegens de hevige concurrentie van deze nieuwe vorm 20
van vervoer door de directie van de N.V. Stoomstram 'Maas en Waal' overgeschakeld op autobus-exploitatie en werd het vervoer per tram gestaakt. De laatste tram reed op 28 februari 1934 naar Nijmegen. Een historisch tijdperk was hiermee afgesloten.
H. Croonen
Op en om Het Hoog te Afferden De oude toren op Het Hoog heeft vroeger een gebroken spits gehad, die gedekt was met blauwgrijze pannen. Deze spitse kap is na de ingebruikneming van de nieuwe parochiekerk aan de Koningstraat dusdanig verwaarloosd, dat ze begin 1900 moest worden gesloopt. Om de luiklok en het torenuurwerk tegen de weersinvloeden te beschermen, werd door het toenmalig kerkbestuur onder pastoor
Otten opdracht gegeven tot het plaatsen van een plat dak. Deze is waarschijnlijk slecht verankerd geweest, want tijdens een felle storm in 1908 werd het in zijn geheel van de toren gelicht en kwam ongeveer 100 meter daarvandaan terecht tussen de huizen van de Kerkweg. Na 1908 is er geen kap meer geplaatst en hierdoor is jammer genoeg het torenuurwerk verloren gegaan.
Torenuurwerk Het opwinden van het uurwerk moest vroeger dagelijks geschieden door middel van een slinger. Deze taak was, evenals het luiden van
de klok, meestal toebedeeld aan de koster, die hiervoor een kleine vergoeding ontving. De loden gewichten zijn destijds van de touwen gesneden en door de daders aan een opkoper verkocht. Ze zijn hiervoor nog wel veroordeeld, maar de gewichten waren niet meer te achterhalen. Om diefstal in de toekomst te voorkomen, werden de gewichten vervangen door een paar bazaltblokken.
Ooievaar In vroeger jaren heeft de oude toren een ooievaarsnest bezeten. De taak tot het plaatsen van dit nest, dat bestond uit een gevlochten ben van teenhout, kwam toe aan Piet Hendriks,
Het Hoog te Afferden met de middeleeuwse toren. Foto: J.R. Visker, Beuningen.
21
Het Hoog te Afferden met een doorkijkje naar de R.K.kerk. Foto: /JĂŻ. Visker, Beuningen. bij ouderen beter bekend als een van de 'Baskes'. Daar men van binnenuit niet op het dak van de toren kon komen, ging men als volgt te werk: door twee lange fruitladders aan elkaar te binden, kon met aan de kap komen en door een rij pannen uit het dak te nemen kon men via de panlatten tot aan de spits naar boven klimmen.
Torenklokken In de toren hing een luiklok uit het jaar 1806, met het opschrift:
'Door mijn gebrom en mijn getier Roep ik van Deest tot hier. Dat zij komen ter kerke, Als zij niet werken'. Verder stond er de naam op van de toenmalige pastoor Ebbinkhuizen en de kerkmeesters Van de Weerden en Van Kerkhof. Daar het dorp Deest in 1806 kerkelijk nog onder Afferden behoorde, kwam eerstgenoemde kerkmeester uit Afferden en de tweede uit Deest. Deze luiklok werd in 1944 tijdens de bezetting door het kerkbestuur uit de toren gehaald en verstopt onder wat oude spullen op het tweede koor van de huidige parochiekerk. 22
Dit heeft echter niet mogen baten, want in datzelfde jaar werd de klok, alsmede het Angelusklokje van de parochiekerk door de bezetter meegenomen om te dienen voor de fabricage van oorlogsmateriaal. De algemene leuze was dan ook toendertijd: 'Klokken gestolen, oorlog verloren'.
R.K. pastorie Na het voorgaande rijst misschien bij menigeen de vraag, waar de pastorie gestaan heeft, en hoe die eruit zag. De pastorie heeft nabij de oude kerk gestaan en wel op de plaats waar het woonhuis van de fam. Merkus-Van de Hoogen is. Ze kwam qua uiterlijk overeen met het huis, dat bewoond werd door H.Merkus aan de Kerkweg. Zij stond met de voorgevel naar de kant van de lindeboom en bevatte een geut (bijkeuken) en drie kamers met bedsteden en verder een flink achterhuis. Achter de pastorie, op de plaats waar nu ongeveer de diepvrieskluis staat, stond een planken schuur, welke nog lange tijd in gebruik is geweest door Aart Kolvenbach (bakker) voor de opslag van takkebossen. Deze schuur is in 1907 afgebrand. De laatste pastoor, die in deze pastorie
De hoek van het dorpsplein op het Hoog waar de Hoogstraat begint. Het pand links was schoolmeesterskuis. De dorpslinde op het midden van het plein, de lantaarns, paaltjes en bestrating roepen een sfeer op die in fel contrast staat met de lantaarn pal voor de gerestaureerde boerderij rechts. Foto:J.R. Visker, Beuningen. gewoond heeft, was Antonius van Hoogstraten (gekomen in 1850). De opbrengsten van kerk en parochie zullen in die jaren niet hoog geweest zijn, want de pastoor moest een melkkoe en twee mestvarkens houden om in zijn dagelijkse levensonderhoud te kunnen voorzien. Na van Hoogstraten is de pastorie nog bewoond geweest door de familie Ruys-Peperkamp. In 1916-1917 is de helft van de kerkweem met opstallen door het kerkbestuur verkocht aan Ant.Merkus met die voorwaarde, dat de wed. Ruys een kamer zou krijgen in het nieuw te bouwen huis, dat nog aan de Kerkweg staat. De andere helft werd verkocht aan Harry de Jong en die heeft hierop het pand laten bouwen, waarin nu de winkel van Dekkers gevestigd is.
kernen van Maas en Waal is, hebben vele ouderen onder ons hun eerste onderwijs genoten aan de Openbare Lagere School. Deze moet in de 19de eeuw gebouwd zijn, tegelijk met het schoolhuis, dat ermee verbonden was. Het geheel omvatte tw^ee leslokalen, die gescheiden waren door een muur met daarop een raamwerk van hout en glas. Rechts van de twee lokalen, in de zogenaamde uitbouw, was de ingang. Hierdoor kwam men in een lange gang met rechts de toiletten en aan het eind een kolenhok. Vanuit deze gang konden ook de klaslokalen betreden worden. Het typische van deze school was, dat het geen normaal plafond bevatte, maar een ovaal rondgebogen afgepleisterd gewelf (zg. koofplafond).
Dorpsschool
In het eerste lokaal zaten de kinderen met het gezicht naar de kant van het oude schoolhuis en in het tweede met het gezicht naar de gang. Het daglicht kwam binnen door een
Op het Hoog, waarvan gerust gezegd mag worden, dat het een van de mooiste dorps-
23
Rechts van de oude toren begint de Schoolstraat. Let op het hoogteverschil. Foto. J R Visker aeuningen. ' ' '
paar ijzeren ramen in de voor- en achtergevel, welke van boven rond waren. Dit type raam' is nu nog te vinden in de oude school van 1852 die in Boven-Leeuwen aan de dijk staat. De school op Het Hoog is na 1924 verbouwd. Het grote raam in de voorgevel werd dicht gemetseld en hiervoor kwam een deur in de plaats opdat het eerste lokaal dienst kon doen als brandweergarage. Afferden had toen nog de beschikking over een zogenaamde tonspuit. Het tweede lokaal deed dienst als vergaderen repetitielokaal voor de diverse Afferdense verenigingen. Omdat de ruimte te beperkt was om de verenigingen goed tot ontplooiing te laten komen, is dit lokaal slechts enkele jaren in gebruik geweest, tot in 1929 het voormalig St.Victor-gebouw in gebruik werd genomen. In de uitbouw werden nog enkele gevangeniscellen gemaakt, omdat het in 1912 gebouwde nieuwe schoolhuis in 1926 werd toegewe-
24
zen aan de in Afferden dienstdoende politieagent. Dit nieuwe schoolhuis is in opdracht van het gemeentebestuur gebouwd door de fa. Dekkers uit Druten, en wordt nu bewoond door de fam. Deteger. Het oude schoolhuis werd gehuurd door Jan Belgers, die er een café' in dreef. Tijdens de watersnood van 1926 werden in dit café twee lijkdiensten gehouden en is er nog eenmaal een H.Mis opgedragen, omdat de huidige parochiekerk toen in het water stond. Elke dag een H.Mis opdragen was niet mogelijk, omdat op Het Hoog bijna de gehele Afferdense bevolking was gehuisvest; zo kon het voorkomen, dat bijna elk huis dat nog droog stond aan 30-40 mensen onderdak verschafte. In 1939 werd de school, met het tot café verbouwde oude schoolhuis, gesloopt. Dit gebeurde bij inschrijving en men moest de briefjes hiervoor inleveren bij de gemeentesecretaris in Druten. Er waren hiervoor nogal
De Schoolstraat gefotografeerd in de richting van het Hoog. Electriciteitspalen als links op de foto zijn in het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem al tot museumstukken gepromoveerd. Het is te hopen dat ze hier tot in lengte van jaren kunnen blijven staan. Foto: J.R. Visker, Beuningen. wat liefhebbers, maar omdat er enkelen ver- Jan van Sommeren, heeft lange tijd dienst gezuimd hadden om in te schrijven op gezegeld daan als vast repetitielokaal voor de fanfare, papier, werd de afbraak gegund aan de voor- terwijl het eerste concert na de oprichting malige bewoner Jan Belgers. werd gegeven in het daarnaast gelegen café De vrijkomende grond is tot na de oorlog van Aart Kolvenbach. In dit café en dat van braak blijven liggen. Toen werden hier een vier- Jan Belgers werden bij toerbeurt de toneeltal 'Canadese' noodwoningen gebouwd, die uitvoeringen gegeven. Men kon dan gebruik door hun ronde vorm de bijnaam kregen van maken van de aan het café grenzende opkamer, 'roeffelbussen', mede ook door de golfplaten, zodat geen podium behoefde te worden gewaarmee het dak gedekt was. bouwd. Het typische van een toneeluitvoering in die dagen was, dat het aan vrouwen verboden was om in een stuk mee te spelen. Dit Geen toneelspeelsters culturele leven heeft zich voortgezet tot Ook het dorps-culturele leven heeft op Het in 1929 het St.Victorgebouw tegenover de Hoog nog lang stand gehouden, door middel parochiekerk werd gebouwd. van muziek- en toneeluitvoeringen in één der dorpscafé's, welke Het Hoog toen rijk was. Aan het begin van de Hoogstraat stond, Bij mooi weer gaf fanfare 'De Eendracht' wel rechts vanaf Het Hoog, het bierhuis van Wouter eens een buitenconcert onder de lindeboom, van Kou wen, nu woonhuis van Gert van Sommidden op het dorpsplein. Dan was het op Het meren. Hier werden meestal de vergaderingen Hoog een drukte van jewelste. gehouden van het Gecombineerd College van Het ,café van Miet Merkus, nu woonhuis van de Dorpspolder en van de Afferdense en Deest25
se Uiterwaardenpolder.
Torenhaan Voordat de doortrekking van de Langeslag naar Het Hoog een feit werd, stond naast het huis van de fam. Merkus-Van de Hoogen een zomerhuis, dat toebehoorde aan de fam. Kolvenbach. Op dit zomerhuis prijkte een torenhaan en windwijzer, en bij navraag is gebleken, dat dit de haan is geweest, die gestaan heeft op de toren van de parochiekerk, staande bij Van Amstel aan de Koningstraat.
Stil op Het Hoog
aan de Koningstraat in 1924 en door de verlegging van de verenigingsactiviteiten naar het St.Victorgebouw in 1929 werd het stil op Het Hoog. Door de afbraak van de oude school en het schoolhuis en het plaatsen van de noodwoningen werd het aanzien van deze oude dorpskern ernstig geschaad, temeer daar de dichte bebouwing en de variatie in bouwtrant er een bijzonder cachet aan gaf. Na de afbraak van de noodwoningen heeft Het Hoog dit cachet zeker teruggekregen, toen er op die plaats een dubbele woning werd gebouwd, alsmede door de fraaie beplanting op het talud van het kerkhof.
Na de ingebruikneming van de huidige school
C.P.J. van Kou wen
The Essex Yeomanry in Maas en Waal Gezien de reacties op mijn vorige artikel in Tweestromenland no. 37 'The Loyal Suffolk Hussars', leek het mij zinvol om de belevenissen van nog enkele Engelse legeronderdelen uit de periode 1944 - 45 te publiceren. Als eerste het 174th Field Regiment Royal Artillery van de Essex Yeomanry. Dit regiment was van 18 oktober tot 12 november gelegerd in Horssen/Molenhoek, Leeuwen, Wamel en Dreumel. Het maakte deel uit van de verdediging van west Maas en Waal maar voerde in hoofdzaak artillerie-beschietingen uit op de Betuwe en Tiel. De bewapening bestond voornamelijk uit rijdende artillerie, d.w.z. op Scherman-chassis gemonteerde 17 en 25 Pounders. In het groter geheel was het regiment een onderdeel van de 8th Armoured Brigade. De 8th Armoured Brigade vormen samen met de Guards Armoured Division, de 43th Wessex Division, de 50th Northumbrian Division en de Prinses Irene Brigade, het 30th Army Corps. Nadat het 174th Field Regiment R.A. van af 19 september 1944 aan verschillende gevechten oostelijk van Nijmgen en in de Over Betuwe had deelgenomen, kwam het op 18 oktober naar het westen van Maas en Waal. Vanaf dat moment volgt hier de tekst zoals die uit het Engels is vertaald uit een naoorlogse publicatie van de Essex Yeomanry1. 'Van 18 oktober tot 12 november, zonder twee van onze pantserregimenten maar met aanvulling van het 43th Recce Regiment, bewaakte de 8th Brigade het gebied dat bekend stond ah de westelijke Approaches van Nijmegen gelegen tussen de Maas en Waal. De frontlijn was er moeilijk aan te geven. Er waren weinig wegen maar wel veel sloten. Op de dag dat wij arriveerden bezette
luitenant Keeler een uitkijk post in de kerktoren van Leeuwn vanwaar hij de vijand aan de noordkant van de Waal kon overzien. Maar 26
Embleem Essex Yeomanry. Afb. v/d schr.
hij werd zo hevig met granaten beschoten dat hij gedwongen werd zijn gevaarlijke positie weer snel te verlaten. Kapitein Cuüey, die lange tijd aan de rivierdijk in Dreumel als batterij-kommandant verbleef met ah resultaat dat hij als de onofficiële burgemeester van het dorp werd beschouwd, had een andere onplezierige ervaring! Op twee op elkaar volgende morgens werd met een mitrailleur een dertigtal salvo's afgevuurd op de kerktoren waarin hij zijn uitkijkpost had. De volgende morgen zette hij een speciale waarnemingspost uit aan de Waaloever zodat het mogelijk werd de vijandelijke schutter te localiseren en hem op een afdoende manier te beantwoorden! Onze artillerie posities stonden herhaaldelijk bloot aan vijandelijke granaten in het bijzonder van een zwaar spoorwegkanon. Veel informatie werd verkregen van het Nederlandse verzet in Tiel aan de andere kant van de Waal. Zij hadden een geheime telefonische verbinding met de zuidoever. Er werden pogingen ondernomen om de verkeersbrug bij Zaltbommel met artillerie vuur te vernielen. Hierbij werd gebruik gemaakt van een vliegende uitkijkpost? In dit gebied waren veel eendenkooien en in de wügenbosjes en de bieten-velden zat het vol met fazanten. Deze hadden zich gedurende de Duitse bezetting goed kunnen vermenigvuldigen omdat het de Nederlanders toen verboden was om vuurwapens te bezitten. Wel vijftien koppels fazanten werden op een octobermiddag geschoten juist voor onze artillerie post. Het woonhuis en de bedrijfsgebouwen van de boerderijen in dit deel van Holland, maar ook op veel andere plaatsen op het vasteland, waren gebouwd onder één dak. Difterie was een chronische kwaal onder de Nederlandse bevolking van Molenhoek waar ons regiments hoofdkwartier was gevestgid. Een kleine opschudding ontstond toen de dokter al onze oppassers en de Nederlandse burgerkok van het regiments hoofdkwartier onder quarantaine plaatste in de koeienstal. Zij die hoopten dat iedereen daardoor in de problemen zou komen, werden teleurgesteld! De bemanning van de Z. tank werd kapabel genoeg bevonden om een maaltijd in elkaar
te draaien volgens de standaard-voorschriften, en de officieren werden nu met zijn allen aangezet ook met hun hersens te werken zowel bij dag als bij nacht! Een Brigade rustkamp werd geopend in Abbaye du Mont César bij Leuven. Het bleef bestaan tot het einde van de oorlog. Het stelde officieren en manschappen in staat om Brussel te bezoeken. Op de 12e november werd de verdediging van de westelijke Approaches overgedragen aan de Canadezen. Terwijl ons regimentshoofdkwartier vertrok uit Molenhoek, vestigde het Canadese Brigade hoofdkwartier zich in het aangrenzende dorp Horssen. Eén en ander vond plaats onder hevig granaatvuur van de vijandelijke artillerie. Op 13 november verplaatste het regiment zich 100 mijl met heel weinig mechanische problemen door Nijmegen, Eindhoven, Leopoldsburg, en Hasselt naar de omgeving van Heerlen tussen Aken en Maastricht. Ons onderkomen kwam in het mijn-dorp Treebeek'. NOTEN
1) The Essex Yeomanry 1919-1949. by Colchester - Benham and company London 1950 (Gemeente archief Nijmegen afd. oorlogs documentatie) 2j Dit was een Austin verkeenings vliegtuigje dat voor artillerie verkenning werd gebruikt. In Maas en Waal ook wel 'Klakkebos 'genoemd, naar een bekend stripfiguur uit De Gelderlander. In Tiel en omgeving werd het het vliegtuigje minder vriendelijk de 'Puinkijker'genoemd!
27
M. Bergevoet
Venlonaren uit 'TweestromenlancT Inleiding Hieronder volgt een lijst van (tijdelijke) inwoners van Venlo, die zijn geboren in het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen, een streek die ook wel wordt genoemd het 'Tweestromenland'. Als bronnen zijn gebruikt de volgende registers uit het gemeente-archiefvan Venlo: - volkstellingen van 1815, 1820, 1830, 1840, 1850; - bevolkingsregisters 1850 -1900; - ter aanvulling van de gegevens: oudere kerkelijke doop-, trouw- en begrafenisregisters, jongere bevolkingsregisters en registers van de Burgerlijke Stand. Kanttekeningen 1.Het aantal vestigingen uit Tweestromenland blijft tot 1870 ongeveer gehjk (6-9 per 10 jaar) om daarna te stijgen. Waarschijnlijk hangt dit samen met het verbeteren van de verbindingen (aanleg van wegen en spoorwegen) en de explosieve groei van Venlo na het ofheffen van de vesting (1867). 2. Opvallend groot is het aantal personen werkzaam in of verbonden met de scheepvaart: 26 van de 102 volwassenen. Ogenschijnlijk komen ze gelijkelijk van de Waal- en de Maaskant, maar bezien we het aantal 'gezinshoofden' dan overheerst de Maaskant. Verwonderlijk is dit natuurlijk niet gezien het handelskarakter van Venlo, gelegen aan de Maas. 3. Bezien we de godsdienstige achtergrond van de 'landverhuizers', dan zal het niemand verbazen, dat het overgrote deel (92 van de 102) katholiek is. Opmerkelijk is het voorkomen van een lid van de Hernhutter broedergemeente (no. 24). 4. Opmerkelijk is, dat de streekgenoten elkaar opzochten. Zo treden bij het huwelijk van no. 52 als getuigen op de no's 47 en 69. Ook trouwde men onderling, (vgl. no's 15 en 18, 45 en 89) 1. Catharina van Sas. 1815: Bantuin1) no. 868: 'geboren Drumel, 46 jaar, coopvrouw, R.C., weduwe'. C.v.S, geboren te Dreumel ca. 1765, dochter van Gerhard van Sas en Maria Kooimans, overleden te Venlo 5-8-1816, 52 jaar. Zij trouwde met Hendrik Posten, geboren te Xanten (Dld.), ca. 1767, zoon van Bernard Prosten en Elisabeth Hanssen, overleden te Venlo 5-12-1813, van beroep schipper. Uit dit huwelijk: Johanna Maria Elisabeth, geboren Xanten 12-9-1797 Ida, geboren Xanten ca. 1804. 2. Catharina Gijsberts (Geisberts, ook genoemd Ariens). 1815: Bantuin no. 1288: 'geboren Druden, 66 jaar, R.C., gehuwd'. 1820: stad no. 3820: 'geboren Druten, 74
28
jaar, logementhoudster, weduwe, R.C., woont Maasschriksel'. C.G., geboren te Druten ca. 1747, dochter van Gijsbert Ariens en Maria Geerits, overleden te Venlo (als Catharina Ariens) 17-4-1826, ruim 79 jaar oud. Zij trouwde te Venlo 25-2-1775 Henricus Visscherfs)
(Visser(s)),
gedoopt Venlo 1-3-1746,
zoon van Henricus Vissers en Maria Agnes Stroucken, overleden Venlo 2-2-1818, van beroep huurvaarder 2 ). Uit dit huwelijk: Maria Agnes, gedoopt Venlo 26-2-1776. WĂźhelmina, gedoopt Venlo 23-4-1778. Henricus, gedoopt Venlo 13-6-1780. Franciscus Gerardus, gedoopt Venlo 4-10-1782. Maria, gedoopt Venlo 19-5-1785 (aantekening: 'moeder ex van der Hutte')
1810 Afferden
_ •
Alphen
_
Altforst
_ •
Appeltern
_
Balgoy
_
Batenburg
_
Bergharen
—
Beuningen Oreumel
—• • _••
Druten
_ l
Hemen
—
Heumen
_
Horssen
_
Leeuwen
_
Leur
_
20
30
40
50
60
70
•
80 90 1900 • •• •
•• ••
•
•
•• ••••••• •
•
• •
••
• • •• ••
•
Nederasselt _
Overasselt
_
Wamel
_
Weurt
_
Winssen
_
Wijchen
_
Venlonaren uit 'Tweestromenland'. Geteld zijn degenen die bij vestiging 18 jaar of ouder waren. 29
Henricus Franciscus, gedoopt Venlo 1510-1787. Anna Catharina, gedoopt Venlo 9-5-1790.
3. Peter Jan Capistran van der Wielen. 1815: Bantuin no. 1517: 'geboren Altforst, 29 jaar, schrijnwerker, R.C., gehuwd'. 1820: Stad no. 592: 'geboren Oudvorst bij Tiel, 34 jaar, R.C., schrijnwerker, woont Joodenstraat'. 1830: fol. 281: 'geboren Altforst bij Megen, 45 jaar, timmerman, R.C., woont
Bantuin bij StPeter3)'. 1840: fol. 271-272: 'geboren Oudvorst bij Meegen, 52 jaar, timmerman, R.C., woont Bantuin bij StPeter'. 1850: dl .V, fol. 1344: 'geb. Altforst Gelderland 23-10-1785, R.C., daglooner, woont Bantuin bij St.Petrus'. 1850-1900: dl.XIII, fol. 246: 'geboren Appeltern 23-10-1785, R.C., schipper, woont Bantuin St.Hubert4)'. PJ.C.v.d.W., geboren te Altforst 23-101785, zoon van Gijsbert van der Wielen en Aldegonda van den Kerkhof, overleden te Venlo 2-12-1865. Hij trouwde 1) Venlo 19-2-1811 Margaretha Petronella Berculaar, gedoopt Venlo 29-61786, dochter van Jan Lodewijk Berculaar en Maria Catharina Remmen, overleden Venlo 5-3-1821; 2) Venlo 12-9-1821 Maria Magdalena Linssen, geboren Glimbach bij Erkelenz (Dld.) 19-2-1795, dochter van Joseph Linssen en Maria Agnes Jansen, overleden Venlo 5-71834; 3) Venlo 27-4-1839 Dorothea (Theodora) Verberckt, geboren Horst 8-5-1805, dochter van Peter Verberckt en Maria Smits, overleden Venlo 2-111881. Uit deze huwelijken: Aldegonda Catharina, geboren Venlo 29-11-1811. Anna Maria, geboren Venlo 16-1-1815, overleden Venlo 23-11-1830. Maria Josephina, geboren Venlo 1412-1816. Maria Catharina, geboren Venlo 20-91820, overleden Venlo 17-2-1821. Agnes Maria Catharina, geboren Venlo 20-8-1822, overleden Venlo 10-7-1823. Cornelia (Carolina), geboren Venlo 26-630
1824. Mathijs Joseph (Jan), geboren Venlo 3-11-1826, overleden Venlo 28-5-1836. Hendrik Frederik, geboren Venlo 10-91829, overleden Venlo 17-12-1850. Martinus, geboren Venlo 19-8-1832. Anna Maria, geboren Venlo 1-3-1841. Peter Johan, geboren Venlo 1-5-1843. Anna Catharina, geboren Venlo 9-101845. Henricus Hubertus, geboren Venlo 2-111849. BUBOERLLTKE STAKD. 4»fi/M rail 4tm 1. lal étm t On. 1963.
•*(,
Geboorte* 5, als: Maria Eliaabeth Honlaux. C r.fg
tina Maria IJaan. Sophia Helena Maria da Ju.. Jean Henri Hubert Offergelt. Sibilla Mar. • Trienekens. ffmiceliji-en geene. Sterfgevallen 9. als: (8) Peter Jan Capistran vai> der Wielen, oud 80 j. l m. 9 d, geb. te Alt forst, wed* van bet l* huwelijk van Margaretha Berculaer. uit 2« van Maria Msgdalrna Lentaen i laatst eclitg* van Darolhea Vrrberckt. — (6. Petrus Batten, oud 6S.j. 8 m- en l & d* sonde * beroeji, geb. te Velden-, ongc)inwd. DBVKKKKJJ D CB 1TU>. H. R. TrTTTUUBOKCK. YUJLO-
4. Petronella Barbara van Bu(e)ren. 1815: no. 1530: 'geboren Druden5), 34 jaar, R.C., gehuwd'. 1820: Stad no. 3802: 'geboren Drumel, 44 jaar, smidtsvrouw, weduwe, woont
Maasstraat'. 1830: fol. 204: 'geboren Dreumel, 54 jaar, slotmakerse, R.C., weduwe, woont Maasstraat'. 1840: fol. 173: 'geboren Dreumel, 60 jaar, weduwe, R.C., Woont Maasstraat'. P.B.V.B., geboren te Dreumel ca. 1780, trouwde met Herman Mathias Wijnandftjs, geboren te Kaldenkerken (Dld.), ca. 1781, zoon van Wijnand Wijnands en Maria Catharina Boms; hij was weduwnaar van Agnes van Aken en overleed Venlo 20-5-1820, van beroep slotmaker. Uit dit huwelijk: Peter Hendrik, geboren Venlo 18-9-1808. Herman Peter, geboren Venlo 24-1-1810. Antoon Aloysius, geboren Venlo 16-21811. Jan Hendrik, geboren Venlo, 23-11-1816. Aldegonda Catharina, geboren Venlo 29-4-1820, overleden Venlo 2-3-1822.
Bernhard, geboren Dordrecht ca. 1807. 1820: Stad no. 3420: 'geboren BeuninAntoon, overleden Vlissingen (militair gen, 34 jaar, R.C., huurvaarder, woont hospitaal) 14-11-1827, ca. 20 jaar oud Maasschriksel, in 1817 in Venlo uit (soldaat 2e Divisie Landmacht). Griedt'. 1830: fol. 154: 'geboren Beuningen, 45 10. Johanna Stttrm. jaar, R.C., stuurman, woont Lomstraat'. 1820: Stad no. 5063: 'geboren AfferG.v.G., geboren Beuningen ca. 1785, den 7 ), 22 jaar, dienstmeid, woont trouwde met Sibüla Sipman, geboren Vleesstraat'. te Griet (Dld.), ca. 1780. Uit dit huwelijk: 11. Lodewi/k Antoon Goossens. Willem, geboren Griet ca. 1806. 1830: fol. 54: 'geboren Batenburg, 13 Joseph, geboren Griet (of Vollenhove6)), jaar, R.C., apothekersleerling, woont ca. 1812. Maasstraat8)'.
5. Gisbertus van Geyn.
6. Derk Verhorst
12. JanvanKuik(Cuik).
1820: Stad. no. 3817: 'geboren Druten, 29 jaar, R.C., huurvaarder, woont Maasstraat, komend uit Druten'. D.V., geboren Druten ca. 1780, was getrouwd met:
7. Bergadina (Bemardina) van den Hövel (Heuvel) 1820: Stad no. 3817: 37jaar,R.C.'. Uit dit huwelijk:
'geboren Druten,
8. Jan Verhorst 1820: Stad no. 3817: 'geboren Druten, 3jaar,R.C.'. Wilhelmina Petronella Hendrika, geboren Venlo 2-2-1820. N.B. 1) In Gens Nostra, jrg. 20(1965), p. 262 vraagt dhr. J.T. Wesseling uit Den Haag nadere gegens over het echtpaar Derk van der Horst en Berendina van de Heuvel uit Druten, en speciaal of het schippers waren. 2) Zie ook no. 18.
9. Antoon van Mussen (Huusen). 1820: Stad no. 4096: 'geboren Drumel, 39 jaar, huurvaarder, R.C., woont Steenstraat, 1816 uit Lith in Venlo'. 1830: fol. 185: 'geboren Drumel, 49 jaar, stuurman, R.C., woont Maasschriksel'. A. v.H., geboren Dreumel, ca. 1780, was getrouwd met Anna Bakes, geboren Peterslaar bij Keulen (Dld.), ca. 1775. Uit dit huwelijk:
1830: R.C., 1840:
fol. 60: 'geboren Wamel, 36 jaar, stuurman, woont Maasschriksel'. fol. 64-65: 'geboren Wamel, 50
jaar, R.C., schipper, woont Helschrik-
sel'. J. v.K., geboren Wamel 23-12-1787, zoon van Jan van Kuik en Aldegonda van ter Hatert, trouwt Venlo 14-8-1826
met Anna Maria Rens (Reints, Rins), geboren Venlo 29-9-1808, dochter van Egidius Rens en Anna Catharina Schmeets. Uit dit huwelijk: Jan Mathijs, geboren Venlo 10-4-1827. Johanna Catharina, geboren Venlo 20-31829, overleden Venlo 15-6-1834. Hendrik Hubert, geboren Venlo 25-11831, overleden Venlo 26-11-1833. Carolina Hubertina, geboren 12-12-1833. Antoon Hubert, geboren Venlo, 31-121836. Ida Hubertina, geboren Venlo 30-3-1839. Maria Agnes, geboren Venlo 1-2-1842.
13. Hendrik Boerakker (Boeracker). 1830: fol. 187-188: 'geboren Neerasselt, 35 jaar, R.C., stuurman, woont Maasschriksel'. H.B., geboren Nederasselt, ca. 1795, was getrouwd met Hendrina Willemsen, geboren Malden, ca. 1795. Uit dit huwelijk: Johan Arnold, geboren Venlo 21-6-1828. Wülem, geboren Grave 1829.
14. Hendrika Langevelt. 1830:
fol. 200-201: 'geboren Horsschen,
32 jaar, R.C.,
woont Peperstraat'.
31
H.L., geboren te Horsschen ca. 1798, overleden? (niet te Venlo!). Zij trouwde met : Schuts, Petrus Hendrik, gedoopt Venlo 19-1-1790, zoon van Johannes Schuts en Margaretha Jacobs, overleden te Venlo 29-8-1867 als weduwnaar. Hij was van beroep stuurman. Uit dit huwelijk: Peter Hubert, geboren Venlo 19-101822, overleden Venlo 20-4-1826. Conrard Willem, geboren Venlo 24-6-1824. Wilhelmina, geboren Venlo 23-12-1826, overleden Venlo 23-11-1828. Mechtildis Johanna, geboren Venlo 11-5-1828, overleden Venlo 15-6-1833. Gerard, geboren Venlo 9-10-1929. Joseph, geboren Venlo 29-11-1831, overleden Venlo 27-11-1832.
15. Maria van der Wielen. 1830:
fol. 247: 'geboren Druten, 44
jaar, R.C., woont Beek'. 1840: fol. 197: 'geboren Druten, 55 jaar, R.C., woont Maasstraat'. M. v.d.W., geboren Druten 25-3-1783, dochter van Hendrik van der Wielen en Anna Willemsen, overleden Venlo 8-81848. Zij trouwde met Hendrik Jacobus
van Vugt, geboren Oss 6-9-1789, zoon van Jacobus van Vugt en Petronella Hoes, overleden Venlo 14-4-1852, van beroep tabakskerver. (Hij hertrouwde Venlo 20-11-1848 met Theodora Derix, geboren Venray 21-3-1808). Uit dit huwelijk: Jacobus, geboren Oss ca. 1818. Hubertus, geboren Oss, ca. 1819, kleermaker. Antonius, geboren Oss 17-1-1820 (zie bijno. 18.) Peter Dominicus, geboren Venlo 4-8-1825, overleden Venlo 20-5-1836.
16. Johanna van Heel. 1830: fol. 280: 'geboren Druten, 38 jaar, R.C., woont Bantuin in den Rouf.' J.V.H., geboren Druten ca. 1792, overleden? Zij trouwde met Hendrik Santhรถvel, geboren Griet (Dld.) ca. 1787, in 1830 tapper, in 1829 vermeld als schipper. Uit dit huwelijk: Maria, geboren Schiedam ca, 1812.
32
Hnedrik, geboren Schiedam ca. 1815. Elisabeth, geboren Tegelen, ca. 1817. Margaretha, geboren Boxmeer ca. 1819. Jacobus, geboren Lith ca. 1823. Lodewijk, geboren Megen ca. 1826. Ferdinand, geboren Rotterdam ca. 1828. Maria Johanna, geboren Venlo 3-5-1829.
17. Pierre Jean Rut ten. 1830: fol. 356: 'geboren Afferden, 19 jaar, R.C., soldaat 2e Bat., 4e Afd. Infanterie.' N.B. Het is de vraag of hier Afferden in Gelderland of Limburg is bedoeld. 18. Bemardina van der Horst. 1840: Stad fol. 70: 'geboren Druten, 28 jaar, R.C., woont Helschriksel.' B.v.d.H., geboren Druten 15-1-1811, dochter van Hendrik en Berendina Smits. Zij trouwde 1. Venlo 7-10-1833 Peter Jan Stickelbroecks, geboren Straelen 17-11-1804, zoon van Laurens Stickelbroecks en Helena Janssen, overleden Venlo 17-7-1846, van beroep kuiper. 2. Venlo 22-5-1847 Antonius van Vucht, geboren Oss 17-1-1820, zoon van Henricus van Vucht en Maria van der Wielen (zie bij 15), van beroep schoenmaker. Uit deze huwelijken: Laurens Hendrik, geboren Venlo 15-7-1834, overleden Venlo 30-9-1835. Joseph Laurens, geboren Venlo 29-3-1836, overleden Venlo 9-8-1839. Johanna Hubertina, geboren Venlo 13-2-1838. Elisabeth Johanna, geboren Venlo 3-5-1840, overleden Venlo 5-6-1843. Peter Paulus, geboren Venlo 30-1-1843, overleden Venlo 1-10-1846. Maria Johanna, geboren Venlo 30-1-1845. N.B. Waarschijnlijk is zij een dochter van Derk Verhorst no. 6.
19. Jacobus Gijsbertus Souwens. 1840: Militairen fol. 323: 'geboren Horgsen, 26 jaar, Prot., luitenant 3e Bat. Veldart., 2e Comp.'
20. Peter van den Dobbelsteen.
25. Maria Gregorius (Gregoire).
1840: Militairen fol. 324: 'geboren Batenburg, 30 jaar, R.C., sergeant 3e Bat. Veldartillerie, 2e Comp.'
21. Petrus Pennings. 1840: Militairen fol. 332: 'geboren Appeltern, 24 jaar, R.C., soldaat 4e Afd Infanterie, 3e Bat.'
22. Johan CorelKoentz. 1840: Militairen fol. 339: 'geboren Wijchen, 20 jaar, Prot., soldaat 4e Afd. Infanterie, 3e Bat.' 23. Frans Jospeh Broekman. 1850: I fol. 26: 'geboren Wijchen, 1838, R.C., timmerman.' FJ.B. was in Venlo ingekomen op 12-4-1858, komende uit Venray; hij vertrok naar Venray op 29-7-1858. Tijdens zijn verblijf in Venlo was hij in de kost bij G.A. Toebosch, schrijnwerker aan de Parade.
24. Petrus Alexander Jacobus Henricus Bo-
reel de Mauregnault. 1850: I fol. 80: 'geboren Heumen, 1810, Hemhutter, kolonel 5e Regt.Drag.' 1850-1900: I fol. 382: 'geboren 1810 Heumen, Hemhutter, luit.-kolon. 5e Regt. Dragonders, woont Nieuwstraat.' P.A.J.H.B. de M. vestigde zich in Venlo op 25-6-1861, komende uit 's-Hertogenbosch; hij vertrok op 20-8-1864 naar Zutphen. Hij was getrouwd met Maria Judith Guljé, geboren Oirschot 1818, R.C. Uit dit huwelijk: Raphala Maria Alexandrina Antonia Johanna Baptista Wilhelmina, geboren te Oirschot 10-11-1853. on
$* d tri and e n. i> r
toi *"i
fWo. 83 Jfril ISfli. nie Z. II. keel benoemd: lij bet *• rcg'. Dragon- ttio den, tot kolonel en commandant Tin bet corp», den luit. kolonel P. A. J* U. lïrrerl de M.urc- ft gnault fan net 6" reg1., en bij bet 5' rrg*. Dra- ari Konden kit luit. kolonel den .majoor A. P. II. Boellaard fan bet 3' ree'. De •berordering van den beer Boreel de Uanregnaolt beed bier algemeen genoegen verwekt. Reeds IL Zatnrdag. bij bet ecratc beiigt daarvan beeft btt Fanfare-Gezelschap dien vecT geacbten boofdofucier eene serenade bij fskkcllicbtgebragt. — l>c vet vaststellende de tabel voor de verdccliny dca rijk» ia kiesdistricten U bii._dc_l5.
1850: I fol. 163: 'geboren Leeuwen Gelderland, 22-11-1845, R.C., woont Hetje.' 1850-1900: III fol. 306: 'geboren Wamel.' M.G. werd geboren te Leeuwen (Gem. Wamel, Gelderland) op 22-11-1845, doch-
ter van Gerard Gregoire (geboren Venlo 1-1-1810, overleden Venlo 28-7-1874) en Hendrina van Lits. Zij overleed te Venlo 24-3-1877. M.G. trouwde te Venlo 21-4-1868 met Nicolaas Hubert Jacobs, geboren Venlo 30-1-1844, zoon van Peter Christiaan Jacobs en Hendrina Cuypers. Hij overleed te Venlo 5-3-1878, woonde in de Peperstraat en was tuinier. Uit dit huwelijk: Hendrina Hubertina, geboren Venlo 21-91868. Petronella Maria Hubertina, geboren Venlo 4-6-1871. Theodoor Antoon, geboren Venlo 28-21873, overleden Venlo 6-8-1875. Hubert Johannes Antonius, geboren Venlo 29-11-1874, overleden Venlo 1241875. Johannes Antonius, geboren Venlo 31-31876. overleden Venlo 4-8-1876. 26. Johannes van Rhijn. 1850: II fol. 374: 'geboren Winssen 22-12-1821, R.C., schipper, woont Lomstraat.' 1850-1900: VIII fol. 421: 'geboren 22-12-1821 Winssen, R.C., schipper, woont Lomstraat, later Maasstraat, overleden 27-6-1900.' J.v.R., geboren Winssen 22-12-1821, zoon van Jacobus van Rijn en Johanna Coenen, overleden Venlo 27-6-1900. Hij trouwde te Venlo 14-6-1859 met Louisa Hubertina Gerin, geboren Venlo 5-9-1830, dochter van Jan Michiel Gerin en Adeleide Barbara Dubois, overleden Venlo 24-2-1910. Uit dit huwelijk: Jacob Martin, geboren Venlo 20-9-1860, timmerman. Elisabeth Maria, geboren Venlo 8-6-1862. Johan Hubert, geboren Venlo 5-5-1864, overleden Venlo 30-8-1869. 33
Gezicht op Venlo vanuit het noorden. E. Hofstein, 1840. Gent. Archief Venlo. Verzameling fcaarten no. 565 Anna Josephina Hubertina, geboren VenJohanna Hulsman, geboren Grave 28-5lo 12-1-1866, overleden Venlo 12-3-1866. 1838. Adolf Joseph, geboren Venlo 29-8-1867. 30. Aletta van Elk. 27. Gerardus Weeren. 1850: II fol. 380: 'geboren Leeuwen 1850: II fol. 376: 'geboren Heumen, 11-11-1797, R.C., woont: Kleine Kerk27-8-1813, R.C., scheepskapitein, woont straat10).' Lomstraat.' A.v.E., geboren 11-11-1797 te Leeuwen 1850-1900: XI fol. 29: 'geboren 27-8(gem. Wamel, Gelderland), dochter van 1813 Heumen, R.C., schipper, woont Gijs van Elk en N.N., overleden Venlo Maasstraat9).' 7-11-1881. Zij trouwde met Frederik G.W. was getrouwd met: (Vrits) Steegemans, geboren Zwolle 1110-1796*, Ned.Herv., overleden te St. 28. Hermina van Lieshout. Geertruid 12-3-1878, van beroep wacht1850: II fol. 376: 'geboren Wijchen meester bij de marechaussee. Uit dit hu1-2-1812, R.C.' welijk: Uit dit huwelijk: Jan, geboren Strijbeek, 2-3-1838. Maria Theresia, geboren Langenark 1829. Maria Elisabeth, geboren Venlo 24-81851. Hilbertus, geboren Zutphen 13-12-1822. Dit gezin vertrok 23-11-1870 naar Arcen. Het gezin Weeren-van Lieshout vestigde zich 12-10-1850 in Venlo, komende uit 31. Maria Magdalena Janssen. Heumen; het vertrok 16-6-1876 naar Boxmeer. 1850: II fol. 499: 'geboren Winssen
29. Gerardus Hulsman. 1850: II fol. 376: 'geboren Heumen, 18-3-1847, R.C., woont Lomstraat.' G.H. vestigde zich 23-4-1855 in Venlo, komende uit Grave, met zijn zuster 34
13-6-1844, R.C., woont Picardie'. 1850-1900: I fol. 464: 'geboren 13-6-
1844 Winssen, R.C., overleden 24-71872.' * zoon van Jan Steegemans en Hillegonda Dungermond.
**;;>
In hel jaar oen duit«nd ach*, hohd*rd *,*//**j^t^T^ —— , den tiajOii*. f^*K*ju/ —________ •______________^.^ _ ., Is IS foor TUUT «r» Oll» /»iiiu*cii«tii Ambtenaar van Jen Burgerlijken Stand dor gomecnle <7f"iftïf6u3 :— verschenen: /*/+»*+« ïS/ï*+**>+*,•* <.-<**•- ——— berocp^fc- ,^6. /5?-—— •'wonende te^fl^&V^^U) oud -*2»~ _ ^J^L. —— P«". flu&trr «%« t-^KjUvif
i ?} die zich heeft opgegeven (c zijn ~t**» -v
t
J7L,**<S{*K!jfSS!,+«eU.y~.
"L——— van de* overledene, en
——— \*ft<*\> f~v~~<t *%''/*•'
V^ wonende te - "£sss~ ——— w&^/t^.'ï* J'-"1] ——J a r e n ' v^ die zich heeft omgegeven te zij r. -rfi/fc.»^. </.——— van ile- overledene. V» dewelke on» hebben verklaard, dal fts/J ^n/&/a+SH«# v; ?*ƒ*" ' ,.//x»>«*«-' *4rx/4fcx.u'X/^'''it» .v#ü.xxy«-/wiL 'xJl. <sf>^
van ^/?Mtx'' 'rftf.*'*fo-»-S —— \ . en van j3r*//i4*>m<i6t, $&**+t*te>?d
v*.<.*^fa/£*:
Mt+£(#
' &+&+.
0V9SJ&A»
'J^x,*
*tfy
—l
nud ^-^ *•» ~ /•'•*£^.Jt+*~m , geboren t* ^frvd*.; rwjufJeS-' InaLstelyk gewoond hcbbenWtr»^y^5.«*> ——— , is overleden den A _ f *M j f .. *«»l*lf IAI% iinniiftfYt *+s£f .»^,<—4^"^ -. » A * ,,^. _ j/. ^ -:— —— achttien honderd **// A* »444„ ^/6e~<,/ te
des -x*^.,—/- —— oril j'-X- ure. ' Sf-<P<!t+fet<lJ Waarna i^e ti^enwoordige I)ood-Aklc is voorgelezen aan de dccbrnnlcn,
<•/!,/ /CtA» -l»*Sr>~' -£*6~. *^«4./fc-*>>
——————————————
^^^y^f^^^^, /«« Am^enoar wm dm Burgerlijke» Stand. «.'<
C^-——1/Tg^^^^
^*^
^^
1850-1900: IV fol. 290: 'geboren Winssun Gelderland.' M.M J., geboren 13-6-1844 te Winssen, dochter van Michiel Janssen en Frederica Zernitz, overleden te Venlo 24-71872. Zij trouwde te Venlo 28-8-1867 met Burhenne, Joseph Nicolaas, geboren Venlo 9-12-1843, zoon van Dieudonné Burhenne, kramer, en Maria Domet. Uit dit huwelijk: Catharina, geboren Venlo 26-4-1868. Dieudonné, geboren Meerlo 1-6-1870. Henrika, geboren Venlo 18-7-1872, overleden Venlo 30-7-1872.
__*=,/
4fïz??£~r""'
'~^
tharina d'Harvant, overleden Venlo 2110-1881. Zij trouwde met Jacob von Sa/is Jenins11), geboren Jenins (Zwitserland) 19-8-1793, N.H., officier (gepensioneerd majoor), overleden Venlo 5-2-1881. Uit dit huwelijk: Jacolina Sophia Ursula, geboren Maastricht 28-3-1842. Albert, geboren Maastricht 1846, overleden 30-7-1857. Josephina Catharina Maria, geboren Maastricht 16-1-1848, overleden Venlo 2410-1879.
33. Maria Theresia van Sasse van Ysselt. 32. Juliana Conradina van Hulst (von Huls). 1850: II fol. 586: 'geboren Overasselt 6-12-1803, Ned.Herv., woont Parade.' 1850; III fol. 686: Voont Gasthuisstraat.' 1850-1900: IX fol. 22: 'woont Oude Markt.' J.C.v.H., geboren Overasselt 6-12-1803, dochter van Coenraad van Hulst en Ca-
1850: III fol. 686: 'geboren Wamel 13-4-1802, R.C.' 1850-1900: III fol. 60: 'idem.' M.T.v.S.v.Y., geboren Wamel 13-4-1802, dochter van Ignatius van Sasse van Ysselt en Margaretha de Roode, overleden Venlo 30-1-1869. Zij was getrouwd met
Petrus Leonard Aloysius van Erckelens, rentenier, geboren Putten 15-6-1803,
35
R.C., overleden Venlo 15-2-1886. Uit dit huwelijk: Maria Catharina Francisca Cornelia, geboren Barneveld 1829. Margaretha Maria Constantia Ludovica Therisia, geboren Barneveld 1830. Franciscus Cornelius Henricus Leonardus, geboren Barneveld 1832. Ferdinanda Ludovica Henriette Andrica, geboren Barneveld 1834. Wilhelmina Johanna Henriette Jacoba, geboren Nijkerk 30-12-183712). Ignatius Franciscus Constantijn, geboren Nijkerk 12-4-1839. Dit gezin vestigde zich 11-5-1854 in Venlo, komende uit Weert. .AJDVERTBNITMlSr. tjf
gl
H0Ü0D. overleed, na voorzien l« zijn net
ijl
fa H. H. Sacramenten der stervenden, Vrouwa AI. T. Vuu xmCI£lOLX:iN&
34. Grodus van den Hurk. 1850: III fol. 894: 'geboren Druten, 19-3-1824, schipper, R.C., overleden Bergen 30-4-1856, woont Maasschriksel.' G.v.d.H., geboren Druten 19-3-1824, zoon van Theodorus van den Hurk en Maria van Welie, overleden Bergen 30-41856. Hij trouwde Venlo 8-5-1855 met Catharina Peters, geboren Venlo 4-61821, dochter van Willem Herman Peters en Anna Schuldres, overleden te Venlo 18-1-l 889. Uit dit huwelijk: FJisa Maria Catharina, geboren Venlo 5-7-1856.
35. Lambert Koster. 1850: III fol. 899: 'geboren Druten 1821, R.C., schipper, woont Peperstraat.' L.K., geboren Druten 1821, was getrouwd met:
Geb' Jonkvrouwe
VAN SASSK VAN YS3EI.T io den ouderdom van bijna 67 jaren. VCNLO, 30 Januarij ISG'J. tiaugi tmitgtfimg »a» triende* e» tttktntle*.
! Tevto» betnigen wij -onxea liartfllijkea danlc voor d« j menigvuldige bewijzcu van Uccineming, bij de zirktr, en d« l ter aar-Ja bestelling aan de dierbare overledene hcwreej.
l'. U A. VAN' KKCKM.KNï t*
t 'j M l/lT.
3 6. Comelia Francisca Bemulli. 1850: III fol. 899: 'geboren Druten, 1820, R.C.' Uit dit huwelijk:
37. Maria Petronella Koster. 1850:
III fol. 899: 'geboren Druten,
1846.'
Johannes Jacobus, geboren Amsterdam, 1849. Heden behaagde den Almachtige, tot onie diepste droefheid, tot tich te nemen onxen innig geliefden Vader, Behuwd- en Grootvader, den Heer
P. L. A. VAN ERCKELENS, weduwnaar van Vrouwe M. T. VAK SASSB VAJT USSELT, voorzien van de hh. Sacramenten, in den onderdom van bijna 83 jaren. Venlo, 15. Pebr. 1886. WED. A. W. VAK DIOHADT VAJT EKCULHS en hare KIBDXBEH. F. VAN ERCKKLEKS. A. VAN EKCKELKHSLAASKAK
WED.
en hanne KINDMLÜJJ. •-
J. HoEm-
VAV EBCKBUUIS en hare KIHDBKKN.
KlNDKREN W.'DE LOJ» DE BBEG* VAR EJICULIHS. I. VAM ERCKKLENS.
36
38. Gerard Hulsman. 1850: III fol. 901: 'geboren Nederasselt 13-11-1813, R.C., kapitein stoomboot 'PJ. Berger', woont Peperstraat.' 1850-1900: XIII fol. 304: 'idem.' G.H., geboren Nederasselt 13-11-1813, zoon van Albert Hulsman, koopman en Francijn Hendriks. Hij trouwde Venlo 22-9-1852 met Theodora Coppés, geboren Well 11-11-1817, dochter van Bartholomeus Coppés en Henrietta van Esch, overleden Venlo 3-9-1866. Uit dit huwelijk: Bartholomeus Franciscus Hubertus, geboren Venlo 26-12-1852. Henricus Johannes Hubertus, geboren Venlo 28-6-1854. Antonetta Johanna Maria Hubertina, geboren Venlo 1-8-1857. Dit gezin vertrok 31-10-1868 naar Meer-
lo. 39. JacobaMerx. 1850: IV fol. 1040: 'geboren Wamel 31-5-1820, R.C., woont Oude Markt.' 1850-1900: VHI fol. 264: 'geboren Wamel 31-5-1820, R.C., woont Oude Markt.' J.M., geboren Wamel 31-5-1820, trouwde
met Antonius Peter van der Ronde, geboren Ravenstein 5-7-1822, R.C., schipper. Uit dit huwelijk:
40. Wilhelmus van der Ronde. idem als 39: 'geboren Alphen 26-9-1852.'
42. Jacobus Henricus van haren. 1850: IV. fol. 1067: 'geboren Nederasselt 21-1-1823, R.C., schipper, woont
Jodenstraat.' J.H.V.H., geboren Nederasselt 21-1-1823, zoon van Franciscus van Haren, schipper, en Mechgel Schoppema. Hij trouwde
Venlo 28-5-1861 met Antonia Gerarda Graat, geboren Boxmeer 22-5-1840, dochter van Martinus Graat en Wilhel-
mina Willems. Dit gezin vestigde zich 4-7-1861 in Venlo, komende uit Overasselt; het vertrok 1-8-1870 naar Nederasselt.
(wordt vervolgd)
41. Josephus van der Ronde. idem als 39: 'geboren Alphen 30-101853.' Maria Johanna Agnes, geboren Nijmegen 1-2-1856, overleden Venlo 20-3-1857. Petrus Johannes, geboren Venlo 21-111857, overleden Venlo 17-1-1858. Theodora Agnes, geboren Venlo 30-41859. Cornelia Agnes, geboren Venlo 9-121861. Het gezin vestigde zich 11-10-1856 in Venlo, komende uit Nijmegen; het vertrok 4-5-1865 naar Gennep.
NOTEN 1. Bantuin: het gebied om de vestingstad, behorende tot de gemeente.
2. Huurvaarder: schipper/scheepseigenaar op de 'vrije' vaart, in tegenstelling tot 'beurtschipper'. 3. St.Peter: boerderijnaam. 4. St.Hubert: idem. 5. Dit moet een verschrijving zijn. 6. De twee vermeldingen geven verschillen-
de plaatsnamen op. 7. Afferden Limburg of Gelderland, dat is niet duidelijk. 8. Hij woonde bij apotheker Op den Oordt. 9. Dit huis grensde in de 'vestingtijd' aan de Maaspoort, werd later bewoond door
10. Dit echtpaar woonde in het huis 'De Schief'(De Schijf), dat diende als gevan-
genis en woning. 11. Hij was eerder gehuwd geweest met 1. Lucia Zimmermann en 2. Maria Driessen. 12. Zij trouwde met Willem Karel Lodewijk Hubert de Lom de Berg, geboren te Venlo 21-10-1835, overleden te Venlo 28-111881 (zoon van Mr. Pieter Lodewijk de Lom de Berg, notaris, advocaat, wethouder, burgemeester, lid van de Tweede Kamer), notaris en raadslid.
E.CoĂźin en in 1902 door de Gemeente aangekocht. 37
LiteratuurSignalement
•»-*•*• < -.i-j?-"2£i
262.1
Geestelijken
GELDER, J.A. van, De oude herder. Pastoor Loverbosch 80 jaar; in: Hier en Ginder, 23 (l 982), p. 24-26, afb. 262.2
Parochies
GELDER, J.A. van, Franciscus van Assisië 800 jaar - Franciscanen 606 jaar in Hemen; in: Hier en Ginder, 23(1982), p. 123-125, afbn. 271 Kloosters MOSTERT, M., De goederen van de abdij Berne in het Land van Heusden tot 1236; in: Holland, jrg. 14 no. 3/4 (juni/aug. 1982), p. 133-139, krt. Folcundus de Bema en Bessela zijn vrouw,
hebben in 1134 hun kasteel tot Praemonstratenzer-klooster omgevormd. Hiertoe zijn goederen beschikbaar gesteld, o.a. in Altforst en Maasmond. Schrijver neemt aan, dat Maasmond ergens achter Beme gezocht moet worden, maar Bessela was eerder getrouwd geweest met 'Van Maasmond'. Dit onderdeel van de schenking is dus afkomstig van Bessela en dit zou gezocht kunnen worden in of bij Altforst, de plaats waar zij vandaan kwam. Daarvoor hoeven we niet ver te zoeken: de buurschap 'Het Mun' werd vroeger Maesmun 'genoemd! 323
Binnenlandse politiek
GEERTSEMA,WJ., 'Als liberaal voel ik mij ten zeerste verwant';in: Tweestromenland, no. 36(1982/1), p. 6-7.
Joan Derk van der Capellen tot den Pol. 38
WEIJERS, S.C., 'Een moedig man, lijkt mij zo';in: Tweestromenland, no. 36(1982/1), p. 2-6. Joan Derk van der Capellen tot den Pol. WERTHEIM, W.F., Het geheim van Appelternjin: Tweestromenland, no. 36 (1982/1), p. 9-13.
Joan Derk van der Capetten tot den Pol. WEZEL, J.P. van, 'Een allerplezierigst gezigt op de Maaze';in: Tweestromenland no. 36 (1982/1), p. 1-2. Joan Derk van der Capellen tot den Pol. JONG, W. de, Een gelderse edelman op de bres voor de democratie;in: Gelderland Nu, 13 no. 2 (febr. 1982), p. 4-7, afbn. Joan Derk van der Capellen tot den Pol. 339.17
Bedrijven
WEL, Het - - en wee van een familiebedrijf. Fa. W.G. van der Zand viert 100-jarig jubileum; in: De Waalkanter dd. 4-8-1982, afb. Manufacturenwinkel in Druten. 340/342
Recht algemeen en publiekrecht
DROST, J.D., Gelderse Plakkatenlijst 17401815; Zutphen, 1982; 256 p., lit., regs. Walburgpers, f 30,-. Werken der Stichting tot uitgaaf van de bronnen van het Oud-Vaderlands Recht deel 8. Eindelijk is het 'gat' tussen het Groot Geldersch Plakkaatboek en het Prov.Blad van Gelderland gedicht. Dit boek bevat 1069 plakkaten en wat
dies meer zij, in de periode 1740-1815 verschenen. Niet meer in volledige tekst; dat was economisch niet meer mogelijk, maar we weten nu in elk geval wat er aan wetgeving is geweest. Voorwaar een belangrijke bron voor elke geschiedbeoefenaar. 351.77
Volkshuisvesting
BELEIDSADVIES, - - inzake de resultaten van het woningmarktonderzoek 1979 van de gemeenten Nijmegen, Wijchen, Beuningen en Ewijk;z.pl. (Nijmegen), 1980. 352
Gemeente
CLOO, A., Mr.J.A.M. Hendrikx: 'Fout als bestuurders elkaar alleen ellende aanpraten'; in: Gelderland Nu, 13 no. l (jan. 1982), p. 4-5,afbn. 355
Landsverdediging
HAAREN, J. van, Druten bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog II (slot); in: Tweestromenland no. 37 (1982/2), p. 16, afb.
KONINGIN, - - Beatrix hechtte het verzetsherdenkingskruis aan het vaandel van het Regiment Stoottroepenjin: Ons Leger, 66 no. 10(okt. 1982), p. 85, afb. Toegekend vanwege de aktiviteiten in de be-
vrijdingsperiode, o.a. tussen Maas en Waal. 355.48
Krijgsgeschiedenis
BARTELINK, G J .M., Een Latijns gedicht over de slag bij Niftrik in 1388; in: Numaga, 29 (l982), p. 56-63, afb.
passage in de Gelderse Kroniek van Willem van Berchen. GELDER, J.A. van, Eerherstel voor Engelsen. Duits geschut trof Bergharen op 26 oktober 1944; in: Tweestromenland no. 37 (1982/2), p. 17-18, afb. GELDER, J.A. van, Oorlogsleed;in: Hier en Ginder, 23 (l 982), p. 126.
HOFWIJK, J .W., Verzet. De 66 dagen van Baar-
lo; Baarn, 1982,256 p., afbn., krtn. Ambo f27,50.
Behalve het boek van J. Derix (De Bospartizanen, zie: Literatuursignalement in Tweestromenland no. 33) is er nu een tweede boek over de belevenissen van een groep verzetsmensen in het najaar van 1944 in Baarlo (Lim.) Ditmaal van de hand van een lid van die groep. Tot die groep behoorde ook een K.P. uit Tweestromenland (onder leiding van Kees van Maas-Waal is: Kees van Sambeek). Beide
boeken vullen elkaar aan. JONG, W. de, Vijf en dertig jaar geleden werd Gelderland bevrijd;in: Gelderland Nu, 11 no. 4 (april 1980). KOUWEN, C.PJ. van, Deest 1939-1945;Bov. Leeuwen, 1982; 127 p., afbn., lit. Wattenberg, Bov.Leeuwen, f 18,-. Dit boekje van Van Kouwen mag er zijn, qua inhoud. Een vlotte stijl, boeiend en verlucht
met veel foto 's. Misschien had een plattegrond van Deest met de aanduiding van de in de tekst genoemde markante punten het boek nog duidelijker kunnen maken. Druktechnisch vertoont het boek helaas sporen van haastwerk. Zoals Van Kouwen in het voorwoord al aangeeft, is veel uit die periode 1939- reeds onvindbaar of oncontroleerbaar. Het idee, geventileerd in De Gelderlander (10-9-1982) om met enkele
anderen de Maas en Waalse oorlogshistorie te gaan schrijven is dan ook ten zeerste toe te juichen. KOUWEN, C.P J. van, The Loyal Suffolk Hussars in Maas en Waal; in: Tweestromenland, 37 (1982/2), p. 19-32, afbn.
VEERTIG, - -jaar geleden oorlogsgeweld in de gemeente Heumen; in: Dichtbij, dd. 23-41980. VERRADERLIJKE, - - overval op de brug bij
Heumen, 10 mei 1940; in: Dichtbij dd. 6-51981. VLIET, A.L.G. van, Het leger van Canada; in: Ons Leger, 66no.lO(okt. 1982), p. 66-81, afbn. o.m. de rol van het Canadese leger in de laatste
39
oorlogswinter.
Johan van Os neemt het eerste deel voor zijn rekening. Uitvoerig wordt de geschiedenis ZARKEL, J., Nazomer 1939 - Mobilisatie!; van de kloosterorde, de komst naar Druten in: Ons Leger, 66 no. 9 (sept. 1982), p. 35-43, en het schoorvoetende begin van Boldershof afbn. beschreven. Op de hem eigen wijze geeft hij ook een kijk op de rol van sommigen (dr. geschiedenis van de mobilisatieftijd) van de Sauter, dr. (De Steenhuysen-) Piters, pastoor Verbindingsafdeling van het 24 Reg.Infanterie, Broeckx), de armoede van Druten en de zusters, vanaf l sept. 1939 in Druten gelegerd. maar ook de inzet en het doorzettingsvermogen van de Dochteren der Wijsheid. Wij, mensen 361 Maatschappelijke voorzorg, algevan 1982, kijken misschien wat te gemakkelijk meen neer op wat 'die nonnen'allemaal deden, maar we vergeten dat die moesten werken met LAND, Het - - van Maas en Waal. Een schets; weinig geld, geen personeel, slechte opleiding Arnhem, 1980;65 p., afbn., krtn., tabn. en tรณch in totale zelfopoffering alles over haduitg. Stichting Gelderland, Prov. Orgaan voor den voor de verpleegden. Kom daar nu maar Overleg en Advies op Maatschappelijk Gebied, eens om... in samenwerking met de School Advies en BeHoe Boldershof vanaf 1914 gegroeid is tot wat het nu is, komt naar voren in het tweede geleidingsdienst Geld. Rivierengebied. deel, samengesteld door Ans Talsma. Mensen, een inventarisatie van de soc.-culturele en soc.die 'in eigen woorden' vertellen over 'hun' economische situatie opgesteld ten behoeve Boldershof van vroeger en nu: pupillen, zusters, van het onderwijs. verpleegkundigen, dienstpersoneel etc. Ook mensen van buiten de inrichting die er toch 362 Instellingen van maatschappelijk regelmatig (beroepsmatig) mee te maken hebnut ben gehad of hadden. Een diep-menselijk stuk geschiedenis. OS, J. van, Leeuwen en 'Elisabeth'; Ben.LeeuHet geheel wordt verlucht met een groot aanwen, 1982; 152 p., afbn., lit. Tweestromenlandtalfoto 's en een aantal reproducties van werkreeks no. 3. stukken van de pupillen. Voor veel Drutenaren Voor wie meer wil weten over de geschiedenis zal dit boekje een openbaring zijn. van Beneden Leeuwen is dit boek een 'must'. Tot slot nog dit: moge de oudbouw van BolMet de schrijver zit ik in de maag met de padershof bewaard blijven om diverse redenen: trones St.Aldegundis. Zij is pas in 1161 heilig een blijvend aandenken aan wat de Zusters verklaard. In het aartsdiakonaat Xanten was zo moeizaam zijn begonnen, om architectoalleen de kerk van Leeuwen aan haar gewijd. nische redenen (zoveelgrote gebouwen van Misschien Utrechtse invloed? Eduard Cuypers zijn er niet meer), om het gezichtbepdend element van de hoek Heers362.2/3 Instellingen voor zwakzinningenweg-Kattenburg-Ambthuisstraat. zorg
362.6
Bejaardenzorg
OS, J. van, en A. TALSMA, Boldershof 75;
Bov.Leeuwen, 1982; 175 p., afbn., lit. Een goede gedachte van de directie van Boldershof te Druten om de geschiedenis van het 75-jarig bestaan te laten vastleggen. En verfrissend zoals het gedaan is: van 1907-1914 een 'normale'geschiedenis van de vestiging van de Filles de la Sagesse en de stichting van Boldershof en een tweede deel met zo 'n 40 interviews van mensen die iets met Boldershof te maken hebben (gehad). 40
VOGTEN, J.H., Van gesticht naar bejaardenoord 1880-1980. Honderd jaar bejaardenzorg in Wijchen; z.jr. (Wijchen, 1980). 368
Verzekeringswezen
NA, - - honderd jaar Onderlinge Verzekeringsmaatschappij Afferden: doelstelling nog steeds hetzelfde;in: De Waalkanter, dd. 30-9-1982.
vee-verzekering.
373
Algemeen vormend onderwijs
ZESTIG, - - jaar christelijk onderwijs in Druten;
in: De Waalkanter, dd. 224-1982, afb. 373.2
Kleuteronderwijs
Zr.ANTONIO, Don Bosco Kleuterschool Antonio Kleuterschool in het goud; Ben .Leeuwen, 1982; (l2), 50 p., afbn.
Een alleraardigst (prenten)boek, geheel anders van opzet en uitvoering dan men gewend is van dergelijke fubileumuitgaven. Er zijn maar weinig Beneden-Leeuwenaren tussen de 60 en de 5 jaar, die zichzelf niet op een van de vele foto 's zullen herkennen. 394.2
Carnaval
248-257). BOOGAART, P. uit den, Portret van de Maas; Zutphen, 1982; 144 p., afbn. uitg. Terra, f 29,-. p. 90-105: Van Cuyk tot St.Andries: ontmoeting met de Waal. Een aardig boek, waarin de loop van de Maas wordt gevolgd van de bron tot de monding. De foto 's - veelal in kleur en over de gehele pagina - zijn van CMรถnnich.
639
KLIMBIE, B., Riviervisser Wim Hol bracht weer een schokker met viskuil in de vaart; in: Gelderland Nu, 13 no. 9 (okt. 1982), p. 4447, afbn.
KWART, - - eeuw carnaval met de Roeffelbus; in: De Waalkanter, dd. 21-1-1982. Boven-Leeuwen.
646
598.2
Wamel.
Vogels
H A AREN, J. van, Zwaluw, waarheen is uw vlucht?;in: De Waalkanter dd. 4-2-1982.
622.3
Winning van klei, zand etc.
GROOTVELD, HJ.A., Bestuur en Recht:
weigering twee ontgrondingen;in: Gelderland Nu, 13 no. 8(sept. 1982), p. 51. in de gemeente Wijchen. 623
Verdedigingstechniek
BELONJE, J., Het fort Nassau of de Voorn; in: Tussen de Voorn en Loevestein, 16 (juni 1980).
dit fort lag tussen Dreumel en Heerewaarden. 627.1
Rivieren
BOGAERS, J.E., Waarnemingen in Westerheem, VI: De Waal ten westen van Wamel; in: Westerheem, 31 (1982), p. 138-141, krt.
reactie op een artikel van R. de Zwarte, 'Is de Waal ten westen van Wamel (...)de Beneden-Linge? (in Westerheem 30,1981, p.
Riviervisserij
Lichaamsonderhoud
IS, 't - - mooi geweest...J. van Kessel 50 jaar kapper; in: De Waalkanter, dd. 16-9-1982.
666
fabricage van bouwmaterialen
BIJNA, - - 30 jaar stoeien met beton, en nog niet uitgespeeld!; in: Gelderland Nu, 13 no. 8(sept. 1982), pIMII, afb. Betonwarenindustrie 'Maas en Waal B. V.', Malden. 673
Klokken
GELDER, J.A. van. Klokken Bergharen uit 1964;in: Hier en Ginder, 23 (1982), p. 19-23, tek. JONG, R. de, Klokkenspelnieuws;in: Gelders Oudheidkundig Contactbericht, no. 93(1982/ II), p. 17-19.
p. 18: voorslag Huize Boldershof, Druten. 712
Natuur, bomen
HAAREN, J. van, De Lindeboom;in: De Waalkanter, dd. 14-19-1982.
Druten. 41
725.4
Molens
GELDERS, - - Molenhoek; Zutphen, 1982 (2e druk);665 p., afbn., lit., krtn., tabn. uitg. in opdracht van het Prov.Bestuur van Gelderland. De tweede, geheel bijgewerkte druk van het Gelders Molenhoek (Ie druk 1968/1969) bestaat uit een aantal artikelen over molens in Gelderland in het algemeen, gevolgd door een gedetailleerde en geĂŻllustreerde beschrijving van de 150 wind- en watermolens. Het blijkt, dat bijna de helft hiervan in een matige of slechte toestand verkeert. Het Gelders Molenhoek is uitstekend verzorgd en voorzien van een groot aantal - vaak nieuwe - foto 's.
725.94
Monumenten
JAAR, 90 - - monumenten van de Nassau's in Heumen;in: Dichtbij, dd. 5-8-1981. NATIONAAL, - - Monument Joan Derk van der Capellen;in: Tweestromenland no. 36 (1982/1), p. 13-14; eveneens in CRM-Info,no. 147/2/80, dd. 27-11-1980.
betreft vragen in de Tweede Kamer over het in Rome verblijvende monument voor Van der CapeĂźen. 726.54
Kerken
ALLEBLAS, In 1982 R.K.Kerk van Dreumel 100 jaar!! in: De Waalkanter dd. 28-1-1982.
ALPHENSE, - - kerken te kijk;in: De Waalkanter, dd. 11-2-1982. M.B., Kleuter- en basisschool 'De Oversteek' maakten projekt over 100 jaar kerk in Dreumel;in: De Waalkanter, dd. 8-7-1982.
736.7
Kloosters
KLOOSTER, - - en kerk Alverna. Een herinnering in foto's; Wijchen. 1980; 24 p., afbn.
In dit boekje staan een aantal foto 's van de oude toestand en de afbraak van klooster en kerk in Alverna, naast een artikel van P. Evekink over het klooster en het kasteel van Wijchen in het Bouwkundig Weekblad van 7-9-1889 en een recent gedicht over het klooster van S. Niedorp. 728.1
Woonhuizen
HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden: het 'Witte Huys'jin: De Waalkanter, dd. 8-41982, afb. HAAREN, J. van, De mooie huizen aan de Heersweg...;in: De Waalkanter, dd. 13-5-1982;
Druten. 728.6
Boerderijen
GELDER, J.A. van, Groenlust in Hernen; in: Hier en Ginder, 23(1982), p. 93-97, afbn., krt., en p. 139-143, afb. krt.
GELDER, J. van, 'n Stukje Aaldert in Bergharen;in: Hier en Ginder, 23(1982), p. 49-54, afbn., tekn.
728.8
Kastelen
HUYS, 'Het - - tot Hoemen up den werde'; in: Dichtbij, dd. 5-3-1980. KASTEEL, Een - - in kasteel; in: Dichtbij, dd. 12-3-1980. Heumen.
HELVOORT, H. van, De kerken van arch. C. Franssen in Maas en Waal IV: Weurt;in: Tweestromenland, no. 37(1982/2), p. 9-15, afbn., V: Weurt;in: Tweestromenland no. 38(1982/3), p. 18-20, afbn.
RESTEN, - - kasteel uit 13e eeuw; in: Nijmeegs Dagblad, dd. 15-3-1980. Heumen.
RESTAURATIE, - - Oude Kerk Batenburg; in: Gelders Oudheidkundig Contactbericht
TRIJSBURG, J., Een gemiste kans: geen geld voor Batenburgse munten; in: Tweestromenland, no. 37(1982/2), p. 5-6, afbn.
no. 94(1982/111), p. 54-55, afb.
42
737
Munten
784
Zangverenigingen
HAAREN, J. van, Uit Drutens Verleden:
Opzienbarende successen van Orpheus; in: De Waalkanter, dd. 6-5-1982.
799
MEER, - - dan drie eeuwen gilde in Heumen; in: Dichtbij, dd. 19-8-1981.
800.87 JAAR, 15 - - Drutens Vocaal Ensemble; in: De Waalkanter, dd. 10-6-1982.
Schietsport
Dialect
HEERTUM, H. van, De vrèmde kópmaen;in: Tweestromenland, no. 37(1982/2), p. 18.
KOPEREN, - - jubileum dameskoor St.Cecilia Ewijk;in: De Waalkanter, dd. 6-5-1982.
dialect Ben.Leeuwen.
LAURENSSE, T., Zangvereniging Amicitia bestaat 60 jaar; in: De Waalkanter, dd. 21-101982, afb.
NOTENHOF, M. van den, 't Is ma nét zó ge't bekikt;in: Tweestromenland no. 37 (1982/ 2), p. 6 dialect Appeltern.
Wamel. TIEN, - -jaar Les Humanées; in: De Waalkanter, dd. 154-1982. 785
Muziekverenigingen
DRUMBAND, - - St.Caecilia bestaat kwart eeuw; in: De Waalkanter, dd. 13-5-1982.
Druten. 796.3
Voetbalvereningen
GRUIJTHUIJSEN, H. van, en M. JANSSEN STEENBERG, Overzicht van 25 jaar voetbal in Altforst en Appeltern l april 1957 - l april 1982; Altforst, 1982; 56 p., afbn. over de geschiedenis van St.Donatus tot A.A.C. Uiteraard veel foto 's en namen. Heel grappig: een hoofdstuk met 'anecdotes'! HAAREN, J. van, Drutens eerste voetbalclub 'Juliana'; in: De Waalkanter, dd. 8-71982, afb. OLYMP1A, 1932-1982 - - Horssen; Horssen, 1982; 64 p., afbn. De geschiedenis van 50 jaar voetbalclub Olym-
pia Horssen in ïekst en veel foto 's. 798
Paardensport
PONYCLUB, - - 'De Musketiers' vierden 10-jarig bestaan;in: De Waalkanter, dd. 11-2-1982.
801.311/801.312 toponymfe NAAM, - - noemen...; in: De Waalkanter, dd. 25-3-1982, afb. basisschool 't Geerke in Puiflijk. 82-2
Proza
MARIKEN, - - van Nimwegen en de pastoor van Balgoy;in: Dichtbij dd. 24-9-1980. 902
Archeologie
ACHTEROP, S.H., en J.A.BRONGERS, Stone
Cold Chisels with Handle (Schlagel) in the Netherlands;in: Ber-n Rijksd. voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, 29(1979), p. 255-356, afbn., krtn., lit., tabn. Hamerbijlen uit de Brons- en Uzertijd, waarvan er een gevonden is in Beuningen. GROOT, M. de, Uitbreidingsplan 'Veenhof 2' te Woezik; in: Jaarverslag Archeol. Werkgemeenschap Nederland, afd. Nijmegen over 1981, p. 32-35, afbn., lit. nederzetting uit de Brons-IJzertijd te WijchenWoezik. HULST, R.S., en K. GREVING, Projekt Oostelijk Rivierengebied 2: Beuningen;in: Jaarverslag Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek over 1980, Rijswijk, 1982, p. 33. projekt vroege-late middeleeuwen. 43
HULST, R.S., en M J. de HAAN, Nederzetting Romeinse tijd op Klepperhei te Druten; in: Tweestromenland no. 38(1982/3), p. 3-5.
Oude foto 's en ansichten van Wijchen, vergeleken met de situatie van nu. 92
MEIJERS, R., Sporen van Middeleeuwse bewoning aan de Koningsstraat te Beuningen;in:
Jaarverslag A.W.N.-Nijmegen over 1981, p. 38-40, afbn. laat Merovingische-vroeg Karolingische bewoning aan De Hosten te Beuningen, doorlopend tot ca. 1000 n.C. MIDDELEEUWEN, - - in scherven te Winssen
Personen
BREUKERS, P.M.H., Het geslacht Hermans (R.K.);in: Gens Nostra, 37(1982), p. 8590. p. 90: RosaliJ.F. van Haaren, geboren Beuningen 1928. BROUWER-VERHEIJEN, G.W., Verheijen; in: Gens Nostra, 37(1982), p. 316.
(2);in: Tweestromenland no. 37(1982/2) P. 8.
Johannes Verheijen, geb. ca. 1751 te Ewijk.
THIJSSEN, J.R.A.M., Een Karolingische
DAAL, P.J. van, Van Winssen-van Gent; in: Gens Nostra, 37(1982), p. 84.
hondeschedel uit Beuningen; in: Jaarverslag A.W.N.-Nijmegen over 1981, p. 41. gevonden op De Hosten. TUYN, W.N., Een Merovingisch grafveld in Wijchen;in: Jaarverslag A.W.N.-Nijmegen
over 1981, p. 10-11, afb. 903
Prehistorie
BORMAN, R., Archeologie in Gelderland; Zutphen, 1982; 155 p., afbn., lit., reg., tekn. Uitgave Terra, Zutphen, f29,50.
Eigenlijk valt dit boek in twee delen uiteen: a. de geschiedenis van de archeologie, speciaal in Gelderland en b. de pre- en protohistorie (vroeg neolitisch - Frankisch) van Gelderland, beschreven aan de hand van de archeologische vondsten. Het verhaal dat zon ontstond is erg volledig, maar de auteur geeft zelf toe, dat de aktieve Gelene archeologen (5 beroeps en 500 amateurs) het nodig zullen maken dit verhaal binnen afzienbare tijd op tal van plaatsen te wijzigen en aan te vullen. 912
Geografie
GELDER, J.A. van, Hemen zoals het was...; in: Hier en Ginder, 23(1982), p. 1-4. WIJCHEN, - - toen en nu; Wijchen, 1981; 70 p., afbn. Uitg. De Kleyn, Wijchen,/17.90. 44
Johan van Winssen, overl. ca. 1567. DOUMA, H., Akten van borgtocht of ontlastbrieven berustende in de dorpsarchieven van het Land van Cuyk, I: St.Anthonis; in: Merlet. 18(1982), p. 41-47.
p. 46: Anna Geurtz van Puffelyck, 1763. DOUMA, H., Akten van borgtocht of ontlastbrieven van het Land van Cuyk, K: Oploo; in: Merlet, 18(1982), p. 79-p.81: Jan Hendriks uit Wijchen, 1782.
HERKENT, - - U ze nog? Maas en Walers van toen;
2: watersnoodcomitĂŠ Dreumel 1926;in: De Waalkanter, dd. 21-1-1982, afb. 3: watersnood Druten 1926;in: De Waalkanter, dd. 4-2-1982, afb.
4: fam. van Sommeren-van Hulst 1950;in: De Waalkanter, dd. 25-2-1982, afb. 5: Bestuur Voetbalver. Roda Winssen; in: De Waalkanter, dd. 18-3-1982, afb. 6: geslaagden knipcursus Bov.Leeuwen 1917; in: De Waalkanter, dd. 22-4-1982. 7: groep op de Greffelingsedijk Alphen 1915; in: De Waalkanter, dd. 27-5-1982. 8: Watersnood-vluchtelingen op kerkhof Afferden;in: De Waalkanter, dd. 1-7-1982, afb. 9: N.H.school Appeltern 1928; in: De Waalkanter, dd. 4-8-1982, afb. 10: oude school Horssen;in: De Waalkanter,
dd. 16-9-1982, afb. 11: arbeiders Maaskanalisatie/oogsten Wamel; in: De Waalkanter, dd. 23-9-1982 12: Rijdt Horssen;in: De Waalkanter, dd. 1410-1982, afb. 13: Ewijk/Winssen;in: De Waalkanter, dd. 2810-1982, afb. WEELDEN, L. van, Riet Mooren;in: Gelderland Nu, 13 no. 2(febr. 1982), p. 9, afbn.
beeldend kunstenares uit Horssen. 929.5
Genealogie
BEYNUM, J. van, Hoe werkte een leenkamer?; in: Gens Nostra, 37(1982), p. 321-329. van Wely, van Puiftijk, van Leeuwen, van Meeckeren.
DEKKERS, J., en M.BERGEVOET, (Van) Waatselaer;in: Tweestromenland, no. 37 (1982/2), p. 1-4, afbn. LOEFFEN, L.W., Een genealogisch prentenkabinet; in: Tweestromenland, no. 38(1982/ 3), p. 21-27, afbn., lit.
bidprentjes. SCHUTTE, O., Van Wevelinchoven en De Liefde;in: De Nederlandse Leeuw,99(1982), kol. 112-147.
kol. 129-130: van Wevelichovens, die heren van Wifchen waren ca. 1700-1760. SPEE, F J J., Kroniek van de familie Story; z.pl., z.jr. (Rotterdam 1982), ongepag., afbn., tabn. STORY, G., De punten op de Y. Een historie over Story en Storij;in: Tweestromenland, no. 37(1982/2), p. 7-8, afb.
SWART, AJ.G., Kwartierstaat Swart-Mulder; in: Gens Nostra, 37(1982), p. 26-32 en 111119. p. 28, 31,112,114 en 117: fam. van Heumen. TREFFERS, E.W., 'Geslacht Boom der familie Roosa'uit 1738;in: Gens Nostra, 37(1982), p. 329-343.
fam.
van Ballegoyen.
WIJNAENDTS VAN RESANDT, W., Losse aantekeningen uit allerlei archieven; in: De Nederlandse Leeuw, 99(1982), kol. 223-242. kol. 225-228: fam. Hol; kol. 241: Nicolaas
van Druten, schepen Tiel 1612. 929.6
Heraldiek
SCHUTTE, O., Het wapen van de nieuwe gemeente Beuningen;in: De Nederlandse Leeuw, 99(1982), kol. 292, afb.
93 D
Geschiedenis Tweestromenland
ALBERTS, W J., Was Batenburg een 'stad'? Iets over de middeleeuwse geschiedenis van Batenburg; in: Tweestromenland, no. 38(1982/ 3), p. 6-17, afbn. GEMEENTEN, - - Heumen en Overasselt historisch gevarieerd; in: Dichtbij dd. 1411-1979. HAAREN, J. van, Druten in het verleden en het heden...; in: De Waalkanter, dd. 9-9-1982, 23-9-1982 en 30-9-1982.
JONG, W. de, Land tussen Maas en Waal, meer dan een streekgeschiedenis. De wonderbaarlijke redding van de kleine Johanna; in: Gelderland Nu, 13 no. 4 (april 1982), p. 44-45, afbn. art. over het boek van H. Manders. KOU WEN, C.P J. van, Deest toch Karolingisch, I;in: Jaarverslag A.W.N.-Nijmegen over 1981, p. 42-44, lit.
MANDERS, H., Het Land tussen Maas en Waal;Zutphen z.jr. (1981), 224 p, afbn., Ut. Uitg. Terra, f 39,-. MANDERS, H., Batenburg, de teloorgang van een kleine gemeente. 'Een der oudste, zo niet de oudste stad van Gelderland'; in: Gelderland Nu, 12 no. 5 (mei 1981), p. 25-29, afbn.
45
OP, - - de grens Rijk van Nijmegen en Ambt van Maas en Waal;in: Dichtbij dd. 19-12-1979.
Tweede, 'bijgewerkte'druk van het in 1953 verschenen werk. Manders'verdienste was en blijkt nu weer te zijn: de popularisering van de streekgeschiedenis. Feit is dat deze herdruk door zijn leesbaar-
heid en vele foto 's tegemoet komt aan de behoefte van velen een 'complete 'geschiedenis van de streek in huis te hebben. PETERS, H., Opbouw en Uitbouw. De ontwikkeling van Wijchen tussen 1950 en 1980;Wij-
chen, 1981,203 p., afbn.,lit. Drukkerij Rosmalen Wflchen, f 39,95. Schr. geeft een interessant beeld van de gedaan-
teverandering van Wijchen in de laatste 30 jaar. De wat hoge prijs zal wel veroorzaakt
SCHULTE, A.G., Op de drempel van de nieuwe tijd. Maas en Waal 1550-1700; in: catalogus Tweestromenland-expositie 'Van Kerst tot Driekoningen' 19-12-1981/3-1-1982, p. 7-9.
TIEMENS, W.H., Twee voormalige Gelderse 'heerlijkheden' in Noord-Brabant, I: Dieden; in: Hoog en Laag dd. 1-2-1979. TIEMENS, W.H., Twee voormalige Gelderse 'heerlijkheden' in Noord-Brabant, II: Oyen; in: Hoog en Laag, dd. 22-2-1979. 930.25
Archivalia
LEUPEN, P., en B. THISSEN, Bronnenboek van Nijmegen (eerste eeuw na Christus-1247); Nijmegen, 1981,68 p., afbn., bijln., krtn., lit.
worden door het grote aantal (kleuren)foto 's.
Inhoud
3 J. Trijsburg, Kasteel Hemen in de sneeuw Een schilderij van Evert Jan Ligtelijn uit 1942 7 J.A. Heydra, Restauratie St. Annamolen te Nijmegen 9 J. Trijsburg, In memoriam Arnoldus Anthonie Bredius 13 Kersttentoonstelling Kasteel Hernen 14 Monumentaal boek over het Rijk van Nijmegen, westelijk gedeelte 16 Jos. van Haaren, De Stoomtram 'Maas en Waal' 21 H. Croonen, Op en om Het Hoog te Afferden 26 C.P.J. van Kouwen, The Essex Yeomanry in Maas en Waal 28 M. Bergevoet, Venlonaren uit 'Tweestromenland' (I) 38 Literatuursignalement, samenstelling: M. Bergevoet
46
tentoonstelling in kasteel hemen
,V
<ÂŁ
^WlNTERNAARIGHEDEN, za.18 dec.82 t/m zo.2 jan.83, dag.2-5 u. Ie kerstdag gesloten l toegang:f 3.-, jong en oud f l.50, leden'tweestromenland'gratis f