1985

Page 1

MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

TWEESTROMENLAND 31.1.1985 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 44


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen,

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen, diavoorstellingen en andere evenementen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks. Contributie De contributie voor 1985 bedraagt f25,-, naar verkiezing f30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,- enz. te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen. Ledenadministratie Markt 9-14, 6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Genechtstraat 11,6651 EC Druten; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08870-2847. Ere-leden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Bestuur

GA. jk. Rooajakkers, Overasselt A. Smits-Koks, Weurt Drs,C. Vitser, Druten.

Administrateur P.G. Leussink, Bcuningen Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan de redactiesecretaris J. Trijsburg, Maasdijk 20,6629 KC Appeltern. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

Losse nummers tijdschrift Nrs. 19 t/m 44 voorradig. Per stuk f 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.

Inhoud 3 G.M. van der Velden o. praem., Maasmond 4 Oud-voorzitter van Tweestromenland Dokter Wasmann overleden 5 G.M. van der Velden o. praem., Voormalige betrekkingen tussen de Abdij van Berne en het Land van Maas en Waal tot het jaar 1400 11 A.M.A.J. Driessen, Een overzichtskaart van

J .P. van Wezel, vz., Alphen

W.P. van der Bent, secr., Druten Mej. W.A. van Buren, penn., Bergharen JA. van Gelder, vice-vz., Bergharen G.YJV1. Derks-Klabbers, Druten W.H. Frentz, Wamel J.A. Jansen, Wijchen Ir. A. Kamerman, Wijchen T. de Kock-Willems, Ben.-Leeuwen Mej. F.J. van Oijen, Druten

14

19 20 38

de dijkdoorbraken in het gebied tussen de Waal en de Maas 1750-1820 De dijkbreuken bij Dreumel in de periode 1750-1820 J. Keizers, De Postkoets G.B. Janssen, Steenfabricage in het Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal C.P.J. Kouwen, Amerikanen en Engelsen tussen Maas en Waal


TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen, Ans Talsma-Saaijer, Ton Tielen en Jac. Trijsburg

NUMMER 44

1984

G.M. van der Velden o. praem.

MAASMOND In dit tijdschrift Tweestromenland nr. 39 (1982/IV) blz. 38 wordt de vraag opgeworpen, of Maasmond, dat tot de goederen van de Abdij van Berne behoorde, niet gezocht moet worden bij Altforst, waar een buurtschap 'het Mun' ligt, die vroeger 'Maesmun' werd genoemd. Deze aantekening is geplaatst bij de signalering van de publikatie van M. Mostert, De goederen van de abdij van Berne in het Land van Neusden tot 1236 in Holland, jrg. 14 nr. 3/4 (1982) blz. 133-139. Dit artikel heeft betrekking op het Chronicon

Bernense, dat in vroegere publikaties met de naam/4rma/ÂŤ Bernenses werd aangeduid. De-

ze kroniek is nog onderwerp van nadere bestudering. In deze kroniek komt de passage voor: 'Temporibus domini Folcoldi Bernensis mansit nobilis vir in Maesmond, qui vocabatur Crafth.' (Ten tijde van heer Folcoldus van Berne verbleef een edelman in Maesmond, Crafth geheten). Deze Crafth wilde op zijn oude dag nog trouwen met de jeugdige en schone Bescela van Zumeren. Om haar daartoe over te halen beloofde hij haar al zijn goederen als erfenis na te laten. Na de dood van Crafth heeft Bescela een tweede echtverbintenis gesloten met Folcoldus van Berne, waardoor de goederen van Crafth, waaronder Maesmond, gevoegd werden bij die van Folcoldus. Verder wordt van Bescela in dezelfde kroniek verhaald, dat zij na een mislukte poging een klooster te stichten bij Babilonia (BabiloniĂŤnbroek ten westen van Berne) opnieuw begon op de plaats die Wort

heet. Dit Wort wordt gezocht bij Altforst,

waar ook de buurtschap Mun ligt. De suggestie dat Bescela van Zumeren van Altforst afkomstig is, lijkt niet overtuigend. Haar eerste man zou uit Altforst of omgeving afkomstig kunnen zijn, als Maesmond inderdaad met Mun vereenzelvigd moet worden. Maar hiertegen bestaan zwaarwegende argumenten, die we ontlenen aan het archief van de Abdij van Berne. Dit laatste is gemakkelijk gemaakt door het onlangs verschenen werk van H. van Bavel, archivaris van de Abdij van Berne, en dat de titel draagt Regesten Abdij van Berne 1134-1400. In de stichtingsoorkonde van de Abdij van Berne uit het jaar 1134 staat te lezen, dat Folcoldus van Berne aan de in zijn kasteel

gestichte premonstratenzer abdij de volgende goederen heeft geschonken: Berna en alle

aanhorigheden, Masemunde met alle aanhorigheden, vervolgens Erthepe dat in Tessandria ligt, met alle aanhorigheden, bovendien Altfurse met alle aanhorigheden, en ten slotte Merseberch met alles wat rechtens daartoe behoort.


Wat hier van belang is: Masemunde en Altfurse worden als twee onderscheiden goederengroepen opgesomd. In het zogenaamde Allodium Bernense uit het eerste kwart van de dertiende eeuw, waarin alle allodiale goederen die de abdij toen bezat worden opgesomd, staan wederom eerst Berna en Masemunde en vervolgens Altfursche en Wurt als van elkaar onderscheiden vermeld. Bij Berna en Masemunde komt de ligging van deze beide aan de Maas sterk tot uiting, doordat er bij staat, dat het visrecht en alle aanwinst door aanslibbingen er toe behoren, wat voor Altfursche en Wurt minder goed opgaat. In 1250 oorkondtBalduinus, heer van Vuhcte, dat hij aan abt en convent van Berne alle eigendom, liggende tussen Husdenredam en Masemunde heeft overgedragen. Dit wijst er toch wel op, dat Maasmond dicht bij Heusden moet worden gezocht. Er zijn nog meer oorkonden, die er voor pleiten Maasmond in de buurt van Heusden

te zoeken. Op 24 juni 1274 oorkoridtjohannes, heer van Heusden, dat hij aan de abt en het convent van Berne heeft toegestaan, hun waterafvoer te leiden onder de weg door ter plaatse van Maasmond naar de Oude Maas. Daarbij belooft hij tevens de Oude Maas schoon en op diepte te houden vanaf Maasmond tot het kasteel van Heusden. We zijn met dit alles wel ver van Mun bij Altforst verwijderd. De schepenen van Kleef oorkonden opnieuw in 1278, dat Danyel Orscathe, ridder, en de kinderen uit zijn twee huwelijken, afstand hebben gedaan van rechten op alle goederen, die de hierboven genoemde Balduinus van Vucht tussen Maasmond en Heusdenredam eertijds bezat, ten behoeve van het klooster van Berne. Alles wijst in de richting van het Land van Heusden. Daar zal Maasmond dus wel moeten worden gelocaliseerd, zoals de vroegere archivarissen van de Abdij van Berne, W. Hoevenaars en H. Heijman, reeds deden.

Oud-voorzitter van Tweestromenland DOKTER WASMANN OVERLEDEN Van de 1964 opgerichte Vereniging Tweestromenland werd dokter F.H.J. Wasmann in 1967 voorzitter. Hij volgde de heerjo van Oss te Druten in deze functie op en trad acht jaar later, op 14 april 1975 af. Het ledental was in deze periode gestegen van ongeveer 100 naar bijna 1000. Zijn drukke praktijk als huisarts te Druten (van 1950 tot 1981) viel met de zorgen voor de snel groeiende historische vereniging steeds moeilijker te combineren. Hij werd opgevolgd door de heer J.P. van Wezel. Hij bleef de ontwikkelingen echter, zij het op een afstand, met grote belangstelling volgen, was nog lid van de jury die de inzendingen bekroonde voor de foto-wedstrijd Mo(nu)menopname in 1975 (samen met Carel Blazer, Huub van Heiningen en Manus v.d. Kamp) en legde met zijn schenkingen de basis voor de museumcollectie van de vereniging. Wij betreuren zijn heengaan op 21 december 1984, zo kort na het afscheid als huisarts. Zijn uitvaart op Tweede Kerstdag vanuit de overvolle H.H. Ewaldenkerk te Druten werd ook door velen uit de streek bijgewoond, die hem als voorzitter van Tweestromenland hadden leren kennen. Hij was iemand die zich niet anders voordeed dat hij was. Wij zullen ons dokter Wasmann blijven herinneren als een oprecht, gulhartig en zichzelf wegcijferend mens. Mogen zijn echtgenote, mevrouw EJ. Wasmann-Oremus, en de overige familieleden, die het grootste gemis gevoelen, troost vinden in het geloof dat hem ten slotte de kracht gaf in vrede te sterven. Tr.


G.M. van der Velden o. praem.

Voormalige betrekkingen tussen de Abdij van Berne en het Land van Maas en Waal tot het jaar 1400 Achthonderd vijftig jaar geleden werd de premonstratenzer Abdij van Berne aan de Maas nabij Hedikhuizen gesticht. Vanaf het allereerste begin waren er betrekkingen tussen deze abdij en het gebied van Maas en Waal. Naar aanleiding van dit jubileum worden hieronder deze relaties nader toegelicht. Men moet hierbij bedenken, dat de oudste in stand gebleven Nederlandse kloostergemeenschap nog steeds naar haar plaats van oorsprong Abdij van Berne wordt genoemd, maar sinds 1857 in de huidige gemeente Heeswijk-Dinther is gevestigd. Alvorens op de relaties in te gaan is het misschien nuttig eerst iets te vertellen over de politieke en kerkelijke toestand van het Land van Maas en Waal vanaf het begin van de twaalfde eeuw. In het jaar 1134, toen de abdij werd gesticht, bezat het Gelderse gravengeslacht nauwelijks meer dan een deel van het oude Teisterbant, vervolgens een gedeelte van het Land van Maas en Waal en verder enkele allodiale gebieden aan de MiddenMaas. De Gelderse heren telden nog niet mee als het ging om politieke aangelegenheden in de Noordelijke Nederlanden en in het Rijnland. Maar aan het eind van de twaalfde eeuw waren zij machthebbers geworden, waarmee rekening gehouden werd.1 Gerard III van het Huis Wassenberg was van 1129-1141 graaf van Gelre. H et ontstaan van steden moest toen in het algemeen nog beginnen. Maar ook later kwamen in het Land van Maas en Waal geen steden tot stand. Nijmegen is een uitzondering, maar het Rijk van Nijmegen vormt een eigen gebied. Wel was er al vroeg een belangrijke handelsplaats, Heerewaarden. De betekenis van Gelre nam geleidelijk aan toe, vooral onder Reinoud II (1318-1343). Hij vaardigde land- en dijkrechten uit voor het Land van Maas en Waal in 1321 en 1328. Hierdoor kwam de dijkaanleg, de bouw van sluizen en het graven van weteringen op gang. Voor wat het landrecht betreft kwam er een rechterlijke organisatie tot stand. Er werden richters aangesteld, die zo ongeveer

dezelfde functie hadden als de schouten in andere gebieden. Zij moesten op bepaalde tijden en plaatsen rechtszittingen houden. 2 In 1339 werd Reinoud II door de Duitse koning tot hertog verheven en dus vanaf dat jaar kan men spreken van het hertogdom Gelre en Zutphen. Al eerder was zijn vader als rijksvorst erkend.3 Voor wat de kerkelijke organisatie aangaat behoorde het Land van Maas en Waal tot het

bisdom Keulen. Dit in tegenstelling met Berne, dat tot het bisdom Utrecht behoorde. In het bisdom Keulen viel het Land van Maas en Waal onder het archidiaconaat Xanten en binnen dit territorium onder het dekenaat Zyfflich.4 De Abdij van Berne heeft nooit een parochie bediend in het Land van Maas en Waal, zoals zij ook in het verleden nooit een parochie in het bisdom Utrecht heeft gehad. Toch bestonden er al heel vroeg parochies in de nabijheid van haar bezittingen. Dit blijkt o.a. uit een door A. Binterim benut manuscript uit de dertiende eeuw. Alphen, Altforst, Appeltern, Leeuwen, Maasbommel, Niftrik waren kerspelen.5 Namen van investieten of pastoors komen daarom regelmatig voor in de archiefstukken betreffende deze dorpen. Om terug te keren tot het eigenlijke onderwerp van dit artikel: de betrekkingen tussen de Abdij van Berne en het Land van Maas en Waal gaan terug tot de stichting van de abdij in 1134. Fulco, die zijn kasteel te Berne ter beschikking had gesteld van reguliere kanun-


niken van de door Norbert van Gennep gestichte nieuwe kloosterorde, bezat goederen in het Land van Maas en Waal, Hij was gehuwd met Bescela van Zumeren. Bescela was eerder getrouwd geweest met de edelman Crafth, die in Maesmond verbleef en ook goederen bezat in het gebied rond Altforst. Zij besloot, evenals Fulco zelf, een religieus leven te gaan leiden. Daartoe stichtte zij eerst een nonnenklooster in Babilonienbroek. Maar omdat deze plaats erg moerassig bleek te zijn, begon zij opnieuw en nu in Wort of Woerd bij Altforst. Daar wist zij al spoedig een zeventigtal zusters rond haar te verzamelen. Deze keer werd de stichting om andere redenen lastig gevallen. Een zekere Gerardus Briewe, een neef van Fulco, meende na de dood van deze Fulco rechten op de erfenis van Fulco en zijn vrouw Bescela te kunnen laten gelden. Everardus, de eerste abt van Berne, wist een verzoening tot stand te brengen en heeft de omstreden rechten op Berne en Woerd afgekocht. In de huiskroniek van de abdij over de eerste eeuw van haar bestaan staat opgetekend, dat een kloosterling van Berne, Theodericus genaamd, die bekwaam was in het afschrijven van boeken, samen met zijn broer Onulphus naar Woerd is gestuurd, waarschijnlijk naar het daar gestichte klooster, waar zij wonderlijke dingen hebben meegemaakt. Op die plaats zijn zij gestorven.6 Ook hier zijn de zusters niet gebleven. Woerd is een uithof van de abdij geworden en kreeg de naam Monnikenwoerd. Er woonde een proost of provisor, lid van de Abdij van Berne, die het toezicht had op de daar gelegen abdijgoederen. Er is een serie oorkonden bewaard gebleven, die op dit goederenbezit betrekking heeft.7 Om te beginnen: op 24 juni 1244, dus ruim honderd jaar na de stichting van de abdij, oorkonden te 's-Hertogenbosch de toenmalige abt, Alardus geheten, en zijn convent, dat zij een overeenkomst hebben gesloten met iemand, waarvan alleen de eerste letter van zijn naam bekend is, namelijk de H., zoon van Egno van Haren, en met diens broers over goederen, o.a. in Woerd. Van die goederen wordt gezegd, dat het 'pascua pecorum' (weilanden) zijn. H. en diens broers

hebben tegen een bepaalde vergoeding afstand gedaan van de rechten, die zij meenden te hebben op die goederen in Woerd. Uit verscheidene teksten blijkt, dat het goederenbezit van de abdij in het Land van Maas en Waal weinig stabiel was. Er werd gekocht en verkocht. Er werd geruild. Dit laatste staat in details medegedeeld in een akte van l augustus 1345. De ruil geschiedde tussen de abt van Berne Johannes, waarvan we hier vernemen, dat hij Van Woudrichem heette, en Heynric van Appeltern. Het ging om vijf met name en grootte genoemde percelen van de kant van de abt tegen tien van de kant van Heynric. Omdat deze ruil plaats vond ten overstaan van gerichtslieden in het gericht van Altforst, mogen we aannemen, dat al

deze goederen in dit gericht lagen. Op 6 november 1357 verklaren twee schepenen van Nijmegen, dat Johannes (Pape junior), abt van de abdij, aan een viertal personen alle kloostergoederen met aanhorigheden te Woerd in de parochie Altjorst, te Alphert, Greffelmg, Maasbommel en Appeltern voor een termijn van tien jaar in pacht heeft gegeven. Deze vier pachters worden dan verplicht alle dijken met sluizen, kunstwerken, grachten, sloten en weteringen te onderhouden en zo nodig te herstellen naar het oordeel van de heemraden. Hieruit blijkt, dat in de streek langs de Maas tussen Heerewaarden en Batenburg de strijd tegen het water reeds goed georganiseerd was. De gebieden, waar de Abdij van Berne landerijen had, behoren tot de eerste in cultuur gebrachte polders. De vier pachters hebben nog een andere merkwaardige verplichting. Zij moeten ook twee koeien en een paard laten grazen op de weiden en in de winter bijvoederen ten gunste van de priester 'cappellanus'. Dit heeft ongetwijfeld betrekking op de proost van de

abdij, die te Woerd woonde en daar ook een kapel bediende. Over het erf te Woerd wordt afzonderlijk gesproken in een charter van 17 november 1373. Daarin oorkondt Willem van Drueten, zoon van Nicolaus ridder, dat hij abt en convent van Berne heeft vrijgesteld van de verplichting hem het erf nog vijf jaar in pacht te laten houden.

Uit alles komt duidelijk naar voren, dat de


Atlas van Blaeu, 1648; thans loopt de Maas ten zuiden van Bern.


abdij in die tijd haar grondbezit in het Land van Maas en Waal niet zelf exploiteerde, maar aan leken in pacht gaf en zich tevens bevrijdde van de lasten, zoals onderhoud van dijken enz., die op de bezittingen drukten. Een van de leden van de abdij met de titel van proost, die niet veel meer te doen had dan de kapel te bedienen en waarschijnlijk toezicht te houden op de landerijen te Woerd en omgeving en de administratie te voeren van de te innen pachten, heette Gervasius van Tiel. Hij treedt als getuige op bij een belangrijke akte van 12 november 1385. Deze oorkonde kwam tot stand in het klooster te Berne, waarbij een vroeger dokument was betrokken. Dit betrof een overeenkomst van hetjaar 1375 tussen de Abdij van Berne en Claes Oem, Heer van Bokhoven, waarin de tienden en het patronaatsrecht van Bokhoven onder bepaalde voorwaarde aan deze Claes Oem was overgedragen. De naam van de proost keert nog een keer terug in een charter van 2 augustus 1389. Hij heet daat Geerwijs. In deze oorkonde verklaart Willem van Drueten ridder, de richter tussen Maas en Waal, in het bijzijn van twee andere rechtslieden van het gericht van Leeuwen en verscheidene eerbare lieden, dat Otte Pijch Wernerszn en zijn echtgenote Fleur spontaan afstand hebben gedaan van een hofstede in het kerspel van leeuwen ter grootte van 9 hond en 50 roeden ten gunste van de Abdij van Berne. De hofstede had eertijds reeds tot het bezit van deze abdij behoord. Over de goederen van de abdij 'm Leeuwen en omgeving is nog een aantal andere oorkonden bewaard. Reeds in hetjaar 1317 oorkondde op 11 mei de door de keizer aangestelde richter van het Land van Maas en Waal, Nicolaus van Druten, dat Walterus Ulricuszn van Leeuwen met instemming van zijn broer en zusters, een serie perceeltjes aan de abdij had geschonken. Of proost Gervasius van Tiel metterwoon in Woerd verbleef is uit de akten niet met zekerheid op te maken. Dit geldt wel voor een andere proost, Wilhelmus, die veel eerder leefde. Deze Wilhelmus had een dienstmaagd Eefza. Zij treedt in een reeks oorkon-

8

den op. In een testamentaire beschikking van 2 juli 1316 heeft zij een altaar gesticht in de Abdij van Berne, omdat zij haar vele bezittingen door haar dienstwerk in de uithof van Woerd had verworven. Zij vermaakte een jaarlijkse cijns van tien pond uit haar inkomsten ten gunste van dit altaar, en vertrouwde dat men haar in het klooster blijvend zou gedenken bij de verrichting van het koorgebed. Uit de voorafgaande oorkonden weten we, dat Eefza zorgvuldig haar goederenbezit had uitgebreid en haar inkomsten daaruit had vermeerderd. Op 15 september 1306 oorkonden de schepenen van Maasbommel, dat Henricus van de Boogaard, zoon van Mabilia, en zijn vrouw Hilla afstand hebben gedaan van een erf en land ten behoeve van Eefza, waarna deze de goederen weer heeft teruggegeven tegen een erfpacht van 40 schelling. Enkele maanden later, op 24 januari 1307, oorkonden twee andere schepenen van Maasbommel, datSeghervandenStaede, zoon van Vrouwe Beylia, jaarlijks 4 pond schuldig is aan Eefchen van der Woert, te betalen op 'Sunte-Petersdach-als-di-kinder-lopen' uit de inkomsten van acht met name genoemde stukken land. In de eerste helft van mei 'op den kermisavond' oorkonden dezelfde schepenen, dat Margrita, dochter van Jutte Boudekens, heeft opgedragen door handen van Jan van Oven, richter van de graaf van Gelre, aan Eefse van der Woert haar woonhuis met de grond waarop het huis staat en dat ligt aan Den Heuvel; dat Eefse daarna dit goed aan Margrita heeft teruggegeven tegen een pachtsom van 30 schelling. Een goed jaar later, 27 juni 1308, kwam er alweer een regeling tot stand in een opvallend lange en plechtige vorm. Rutgher van Appelteren, voogd van de kinderen van zijn broer Jan en richter van Appeltern en.Altfor.sl, en nog tien met name genoemde gerichtslieden oorkonden, dat Meyse van Hebpewoert heeft erkend aan Eefse een cijns van 5 pond schuldig te zijn uit zijn kamp op de Biesacker. Aan deze oorkonde hangen twee zegels, een van Rutgher van Apelteren en een van Rutgher Bomel, zoon van heer Rutgher


ridder. Volgens weer een andere oorkonde, en wel van 9 oktober 1313, had Eefza een altaar in

gaat in dit dokument over een minnelijke

de kerk van Dreumel begiftigd met 12 pond

en Segher van den Polle, voor hem en zijn

voor een dagelijkse mis voor haar en haar ouders. Maar omdat ze vreesde, dat dit geld de plebaan van de kerk in de verleiding zou brengen er misbruik van te maken en dat hij en de vicarius van het altaar zoals voorheen weer onderling ruzie zouden krijgen, heeft de officiaal van Xanten op haar verzoek haar van de verplichting de 12 pond te betalen ontslagen en haar toegestaan haar voornemen in een of andere collegiale kerk uit te voeren. Van dit verlof heeft Eefse spoedig daarna gebruikgemaakt. Op 17 maart 1314 oorkonden Oliverus, pastoor van Appeltern, Henricus, pastoor van Alphen, Hermannus, plebaan van Altforst en Gerardus, pastoor van Maasbommel, dat Eefza de 12 pond nu heeft bestemd voor een dagelijkse mis voor haar en haar ouders aan een altaar in de abdijkerk

kerk, voor zijn broerjan, voorjan en Reiner, kinderen van Maarten van Dreumel, en voor al hun medestanders anderzijds. De minnelijke schikking betrof een ernstig meningsverschil betreffende de tien pond, die Eefse zou hebben gegeven voor het stichten van een beneficie ten gunste van een altaar in de kerk van Dreumel. Eefse had deze tien pond gekocht en zou deze nog kopen binnen het 'ghemaelscap van Bomel'. Beide partijen hadden zich verplicht zich aan de schikking te houden op straffe van 100 pond. De schikking bestond hierin, dat Segher van den Polle gedurende vijfjaar 40 schelling zou innen uit het huis en goed van Belien Pons en recht zou hebben op deze inkomsten van de drie

van Berne en door een van de priesters van

en onderhoud van dijken, sluizen en weteringen. Na vijfjaar zou dan de abt dit goed vrij en onbezwaard bezitten.

dit klooster op te dragen. Een maand later

reageren de abtjohannes en het convent van Berne op dit aanbod. Zij verklaren de cijns van 12 pond te aanvaarden en Eefza bovendien te laten delen in de geestelijke vruchten

van hun vigiliediensten, missen, vasten en gebeden. Een volgend charter is van 2 juli 1316. Daarin heet Eefza eenvoudig 'Eefza, dienstmaagd van

Woerd'. Het gaat om een testamentaire beschikking, gepasseerd voor de zeven schepenen van Maasbommel. Zij verklaart, dat zij haar goederen, die ze door haar dienstwerk in de uithof van Woerd heeft verworven, wil besteden voor goede werken. Daarom legateert zij bij dezen aan de Abdij van Berne tien pond, jaarlijks uit te keren uit haar in Maasbommel gelegen bronnen van inkomsten. Ook de twee bijbehorende oorkonden, die deze goederen nader toelichten, vermaakt zij tevens aan de abdij. Nog eenmaal keert de naam Eefza in het archief van de Abdij van Berne terug, namelijk in een akte van 23 oktober 132(3?), opgenomen in een charter van 10 december 1326. Het geval is nogal gecompliceerd. Het

schikking tussen Nicolaus, abt van Berne, voor hem en zijn convent en Eefse enerzijds

voorafgaande jaren. Daar stond tegenover, dat hij de lasten op genoemd huis en goed

zou moeten betalen als ook eventuele aanleg

Ook in Leeuwen en omgeving had de Abdij van Berne goederen liggen. In een akte van 11 mei 1317 oorkondt Nicholaus van Druten, richter namens de keizer in het Land van Maas en Waal, dat Walterus Ulricuszn. van Leeuwen aan abt en convent van Berne heeft geschonken zijn stukken land in het dorp Leeuwen en de omliggende plaatsen en zijn landerijen die daartoe behoren in de Werde en in de Broec. Vele jaren later wordt in een oorkonde van l O april 1362 gemeld, dat de volgende zes personen: Gherit die Haze Heinriczn, Deneken en zijn vrouw Wouter met haar voogd, samen met de cijnsheren Jan Wullinc, ridder, Heinric Pijck, Janne Pijck enjanne Horssen een stuk land, gelegen in de Oplaghen te Leeuwen hebben afgestaan aan heer Arnt van Waelwike, provisor, ten behoeve van zijn abdij.

Uit de veertiende eeuw bleef nog een charter bewaard, dat betrekking heeft op de parochie van Leeuwen. Volgens dit dokument schonk


Abij vanBerneaan de Maas;paneel vanjan Meerhout, midden 17de eeuw; eig.: Abdij van Berne, Heeswijk, Jacob van Riemsdijc op 25 juli 1398 aan de Abdij van Berne een cijns van een pond uit 16 hond. Dit perceel heette 'het Goer' en lag langs de Veesteghe. Bij de belangrijke plaats Maasbommel had de Abdij van Berne eveneens rijke bronnen van inkomsten. Op 25 mei 1368 verklaren de gebroeders Gelis en Jacob van den Riemsdijke, dat zij gedurende tien jaar jaarlijks 120 pond schuldig zijn aan abt en convent van de abdij. In deze abdij was een knecht, Jannes van Straelen geheten. Hij bezat goederen in Maasbommel, die Otte Pyeck in gebruik had.

Omdat Jannes beschikte over de schepenbrieven betreffende deze goederen, heeft hij zijn rechten gerechtelijk laten bevestigen door de richter Heynric Loefszn. Hiervan hebben twee schepenen van Maasbommel Gherit die Moeleman en Gherit van de Kerchof met een gezegelde brief getuigenis afgelegd. Tot de oudste goederen van de Abdij van

Berne in het Land van Maas en Waal behoren ook die van Sanden en aanhorigheden en die van Niftrik

en aanhorigheden. Zo staat al-

thans te lezen in het zogenaamde 'Allodium Berneme'.* Op grond van de afzonderlijke

10

vermelding van Niftrik

en Sanden lijkt liet weinig waarschijnlijk, dat Sanden onder Niftrik moet worden gezocht, zoals sommigen menen. 'Waas Sanden dan wel lag, is nog niet achterhaald. W at Sanden betreft weten we, dat de abdij de daar gelegen uithof op 12 juni 1246 heeft verkocht aan het kapittel van St. Victor te Xanten.

Noten: 1. W. Jappe Alberts, Geschiedenis van Gelderland tul 1492, Zutphen 1978, blz. 56. 2. idem, blz. 76 en 77. 3. idem, blz. 79. 4. idem, blz. 207 en 208.

5. L.H.Ch. Schutjes, Gesilnedenis i.nn het bisdom 's-HerItigenbosch, dl. I, St.-Michielsgestel 1870, blz. 185. 6. De/.e gegevens ontleenden we aan hei ChrnmcaÂť liernense. De historische waarde van dil handschrift maakt nog voorwerp uil van historischcritische studies. De schifting tussen geschiedkundige werkelijkheid en legende is nog niet geschied. 7. Deze oorkonden bevinden zich in het archief van de Abdij van Berne. Regesten er van zijn ie vinden in: H. van Bavel, Regestenboek win het archief van de Abdij van Kerm. 111-1-1400, Heeswijk 1984. 8. idem, blz. 1 0 7 . Er slaat: '. . . rt \iflenhc cl ciniimiafentibus villis; sirni/i miido Stnidcn turn tilli7l('lt(ll*.


A.M.AJ. Driessen

Een overzichtskaart van de dijkdoorbraken in het gebied tussen de Waal en de Maas 1750 - 1820 Deze kaart is vervaardigd in het kader van een promotie-onderzoek, dat de auteur doet naar 'Watersnood en bestuur' in het gebied tussen de rivieren de Waal en de Maas 1780-1810' en dat zij in 1987 hoopt te voltooien. Doel van dit onderzoek is om de invloed te bestuderen van rivieroverstromingen op de landstreken tussen Maas en Waal, te weten het westelijk gedeelte van het Rijk van Nijmegen, het Land van Maas en Waal en de Bommelerwaard. De kaart is als volgt tot stand gekomen. Eerst is aan de hand van bronnen - de archieven van de polderdistricten - en van literatuur geĂŻnventariseerd, wanneer en waar zich in de onderhavige periode dijkdoorbraken hebben voorgedaan. Vervolgens werden kaarten bestudeerd om na te gaan of die dijkbreuken erop nog terug te vinden zijn en zo ja, waar zij dan precies gesitueerd worden. Hierbij was de Rivierkaart de voornaamste bron.1 Tenslotte zijn op de hiernavolgende kaart alle doorbraken zo nauwkeurig mogelijk ingetekend op de plaatsen, waar ze zijn gevallen. Daarbij heeft de kaart van Krayenhoff als basiskaart gediend. Niet onvermeld mag blijven, dat bij het interpreteren van de gegevens Dr. G.P. van de Ven, wetenschappelijk medewerker van het Geografisch Instituut in Nijmegen, zeer behulpzaam is geweest en dat de definitieve kaart is getekend door de heerJ.P.L. Coenen, die als kartografisch tekenaar aan hetzelfde instituut is verbonden. Aan beiden is de auteur dan ook veel dank verschuldigd. De kaart laat duidelijk zien, dat in de periode

Noten: 1. Aan het slot van dit artikel is een lijst van alle voor de vervaardiging van deze kaart benutte kaarten opgenomen. Alleen die kaarten worden vermeld, die gegevens bieden, die de Rivierkaart niet verschaft. 2. Aanteekeningen betrekkelijk ijsbezettingen en overstroomingen langs de Nederlandsche rivie-

1750-1820 zich tal van dijkbreuken hebben voorgedaan in het gebied tussen Waal en Maas. In deze tijdsspanne van 70 jaar waren er tenminste 14 jaren, waarin een of meer dijkdoorbraken optraden. Dit aantal doorbraakjaren had zelfs nog hoger kunnen zijn, ware het niet, dat in de andere jaren de dijken van Over-Betuwe dan wel Tielerwaard aan de overzijde het eerder begaven en daardoor de druk op de dijken van dit gebied wegviel. Ook is op de kaart goed te zien, dat aan de Waalzijde het aantal dijkdoorbraken veel groter is geweest dan aan de Maaskant. Dat de dijkbreuken aan de Waalkant bovendien zwaarder waren, blijkt hieruit, dat er veel vaker grondgaten of wielen werden gevormd dan aan de Maaszijde. Van de wielen zijn alleen diegene ingetekend, waarvan de omvang niet zo klein is, dat ze niet of met moeite te traceren zijn. Wat de doorbraken bij Dreumel in 1775 2 en bij Well in 18093 betreft, heb ik nog niet met zekerheid kunnen vaststellen of zij werkelijk hebben plaatsgevonden. Ze zijn daarom niet ingetekend.

ren. Bijlage No. 5 van het Rapport der Ingenieurs van den Waterstaat, naar aanleiding eener beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken van den 27sten Maart, 1861, no. 123, z.p., z.j., p. 17. E wijk, H., Geschiedkundig verslag der dijkbreuken en overstroomingen langs de rivieren in het Koningrijk Holland, voorgevallen in Louwmaand 1809 . . . , 2 dln., Amsterdam, dl. l, p. 212.

11


LEGENDA ————— dijk

1701—*• plaats doorbraak 178112) 1761 w

aania! doorbraken doorbraak waarbij een wie( is ontstaan

1781 ?

doorbraak waarvan d* precieje plaat s niet met zekerheid bekend is

Land van Maas en Waal

Rijk van Nijmegen

Bommelerwaard

- langs de Waal, van Oost naar West u nnn ^^ n-n-i Hees 1799 w (2) Puiflijk Weurt 1784 w Leeuwen Weurt 1805 w Leeuwen Weurt 1799 w Wamel Afferden 1784 w Wamel Druten 1784 w Dreumel Puiflijk 1784 w Dreumel

12

no/i/-^ 1784(2) 1784 1784 1781 w 1784(2) 1781 w (2) 1811 w

r>> i Dreumel Dreumel Dreumel Dreumel Hurwenen Brakel

ncc.^ 1755(2) 1757 w 1781 w 1781 w 1764 1799

- langs de Maas van Oost naar West, de Meidijk en de Brakelse Dwarsdijk Overasselt 1820 Alphen 1757(2) Meidijk 1799 Nederasselt 1760 Alphen 1757 w Meidijk 1809(2) Nederasselt 1799 Dreumel 1776 Meidijk 1809 Keent/ 1778 Dreumel 1820 Brakelse 1799 (2 a 3) Nederasselt Hedel 1757 w Dwarsdijk Maasbommel 1789 Well 1809 Brakelse 1809(6) Alphen 1757(2) Poeroyen 1781 Dwarsdijk Alphen 1809 w

13


Bijlage:

Choro-topografische kaart van de Noordelijke Provinciën van het Koninkrijk der Nederlanden, door C.R.T. Krayenhoff, Amsterdam, 1820-1822, blad IV, "l 820.

Rivierkaart: Kaart van de rivieren de BovenRijn, de Waal, de Merwede, de Oude en een gedeelte van de Nieuwe Maas van Lobith tot Brielle, benevens de Dordtsche Kil, 14 bladen en 2 supplementbladen, 1830-1833, schaal 1:10.000. Rivierkaart: Kaart van de rivier de BovenMaas, van Visé tot Woudrichem, 34 bladen, 1849-1855. 1757: Kaart van de rivieren de Lek, Waal, Maas en Merwede met de doorbraken van februari 1757, door J.H. van Suchtelen, (Amsterdam), 1757, gedrukt (VTH nr. 237).

1757: Kaart van de rivier de Waal onder Dreumel en Zennewijnen, door F. Beyerinck, 1768, M.S. (VTH nr. 680).

1784: Figuratieve kaart van de doorbraken in de Drutensche, Puiflijksche en Leeuwensche dijken, door F. Beyerinck, 1784, M.S. (VTH nr. 671). Figuratieve kaart van de doorbraken onder Dreumel en Wamel, door F. Beyerinck, 1784, M.S. (VTH nr. 672). 1799: Kaart van de Bommelerwaard, door MJ. de Man, 1800, M.S., schaal 1:14.400, in: ARA, Archief der Genie, nr. B 23.

1809: Figuratieve kaart van de doorbraak in den Meidijk in den Bommelerwaard, door H. E wij k, in: idem, Geschiedkundig verslag . . . , dl. 2.

N. B.: VTH is de code-aanduiding voor de kaarten die zich in het Algemeen Rijksarchief (ARA) in 'sGravenhage bevinden en geïnventariseerd zijn door J.H. Hingman: J.H. Hingman, Inventaris der verzameling kaarten berustende in het Rijksarchief, "s-Gravenhage, 1871. M.S. •= Manuscriptkaart.

1764: Kaart van de rivieren de Maas en de Waal met derzelver situatie tusschen het Heerewaardsche Kanaal en Loevestein, doorj. Camp, 1763, M.S. (VTH nr. 3990) (met aanvullingen van na 1763).

De dijkbreuken bij Dreumel in de periode 1750 - 1820 Bij het inventariseren van de dijkdoorbraken in het gebied tussen de rivieren de Waal en de Maas1 bleek, dat in het Land van Maas en Waal bij het dorp Dreumel aan de Waalkant dijkbreuken niet alleen veelvuldig voorkwamen, maar daar ook verhoudingsgewijs de grootste schade aanrichtten en het landschap het meest ingrijpend hebben gewijzigd. In de periode 1750-1820 braken de Waaldijken bij het dorp liefst vier maal door, in 1757 en 1781 ten zuiden, bij de Rooy, en in 1784 en 1811 ten noorden ervan. De doorbraken die mogelijk in 1775 zijn gevallen, blijven hier buiten beschouwing, omdat niet met zekerheid kon worden vastgesteld of deze inderdaad hebben plaatsgevonden.

14


In 1757 brak de Waaldijk door in de nacht van 12 op 13 februari wegens ijsverstoppingen in de rivier bij Varik (Tielerwaard).2 Opnieuw wegens een ijsverstopping bij Varik en omdat de dijken van Maas en Waal toentertijd lager waren dan die van de Over-Betuwe

aan de overkant, brak in 17 81 in de nacht van 27 op 28 januari andermaal de dijk door.3 In de twee onderstaande kaartjes zijn deze doorbraken en de veranderingen die zij ten gevolge hadden, in beeld gebracht.

toestand 1830

ie dijk

inlaogdijk vcm 1761

idig* dijk

Afbeelding l: Kaart van de dijkdoorbraken bij de Rooy, ten zuiden van DreumeL Nabij de plaats, waarop in 1757 de dijk doorbrak, begaf deze het in 1781 opnieuw. Zowel in 1757

als in 1781 werden de wielen buitengedijkt en werd zodoende de bestaande dijk verlegd. Ook het in 1781 meer noordelijk gevormde wiel werd buitengedijkt. Bronnen: Suchtelen, J.H. van, Kaart van de rivieren de Lek, Waal, Maas en Merwede, met de doorbraken van February 1757, (VTH nr. 237). Rivierkaart, de Waal, blad 7, Tiel, 1831i. (Op deze kaart zijn de wielen abusievelijk van het jaartal 1784 voorzien). Beyerinck, F., *<aart van de rivier de Waal onder Dreumel en Zennewijnen, 1768, M.S. (VTH nr. 680).

15


Slechts driejaar later, in l 784 in de nacht van 29 februari op l maart, werd D reumei wederom door dijkbreuken getroffen. Nu echter vielen zij even ten noorden van het dorp.4 In 1811 had de laatste doorbraak van deze periode plaats en wel op precies dezelfde

plekals waar in 1784 een der dijkbreuken was gevallen.5 Zowel in dit jaar als in 1784 waren zij vooral te wijten aan ijsgang op de rivier. Hoe ingrijpend de gevolgen van deze doorbraken waren, laten de hiernavolgende kaartjes goed zien.

1784-1811

na 1811

toop va n de dijk 1784-1011

\ huidige dijk nia*gdijhvan 181'

Afbeelding 2: Kaart van de dijkdoorbraken ten noorden van Dreumel. Bij Dreumel h in 1784 en 1811 nabij een plaats, waar tevoren ook al doorbraken waren gevallen, opnieuw de dijk doorgebroken. In 1784 besloot men het bestaande wiel en de twee nieuw gevormde wielen alle binnen te dijken. Deze nieuwe dijk brak in 1811 door op precies dezelfde plaats als in 1784. Menging er toen toe over een geheel nieuwe inlaagdijk aan te leggen, zodat alle wielen nu in de uilerwaarden kwamen te liggen.

voor 1784

dijKvan voor 1784

Bronnen: fujtdigedijk

Leempoell, J., Kaart van de Waal bij Zennevvijnen en Op-Hemert, 1767 (Alg. Krtverz. RAG, n r. 399). Beyerinck, F., Kaart van de rivier de Waal onder Dreumel en Zennewijnen, 1768 (VTH nr. 680). Man, M.J. de. Topografische kaart van liet terrein tusschen de rivieren Maas en WaaJ en hei Rijk van Nijmegen, 1806-1811, schaal 1:14.000, in: ARA, Archief der Genie, nr. M 9. Rivierkaart, de Waal, blad 7, Tiel, 1831'.

16


Afbeelding 3: Bodemkaart van Dreumel en directe omgeving.

De Waalbandijk ter hoogte van Dreumel was gebouwd op een oeverwal, bestaande uit zand en lichte klei en was wegens deze lichte ondergrond kwetsbaar voor doorbraken. Bij dijkbreuken werd op deze stroomruggronden zand afgezet en ontstonden zogeheten overslaggronden, waarvan de samenstel-

ling nog lichter was dan die van de stroomruggronden. Bijgevolg deden latere dijkbreuken zichjuist op die plekken voor, waar bij eerdere doorbraken overslaggronden waren afgezet In de periode 1750-1820 vielen ten noorden van het dorp de dijkbreuken van 1784 en 1811, ten zuiden, bij de Rooij, die van 1757 en 1781.

17


Dreumel werd zo vaak getroffen door dijkbreuken onder invloed van de volgende factoren: 1. de ligging van het dorp even boven Heerewaarden, waar toentertijd Waal en Maas in open verbinding stonden via het kanaal van St. Andries en een onbedijkte strook grond tussen de beide rivieren. Omdat daardoor de Waal in aanzienlijke mate aan stroomsnelheid inboette, konden zich hier bij plaatselijke ondiepten gemakkelijk ijsverstoppingen of ijsdarnmeri in de rivier vormen.6 Een tweede oorzaak vormde de ligging der dijken op een zandige, water-

doorlatende ondergrond. Het gevaar voor het ontstaan van verzinkingen tengevolge van kwelwater was bijgevolg groot. In het algemeen kan men stellen, dat aan heel wat dijkbreuken ondermijning dan wel verzakking van het dijklichaam is voorafgegaan.7 Uit onderzoek is gebleken, dat dijkdoorbraken opvallend vaak vielen op plaatsen waar de dijken waren gebouwd op stroornrug- en overslaggronden, op een zandige bodem dus.8 Dat Dreumel een treffend voorbeeld van deze samenhang vormt, toont het nu volgende kaartje.'

Noten:

5. Aanteekeningen betrekkelijk ijsbezettingen en overstroomingen langs de Nederlandsche rivieren. Bijlage No. 5 van het Rapport der Ingenieurs van den Waterstaat, naar aanleiding eener beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken van den 27sten Maart 1861, no. 123, z.p., /..')., p.

1. Zie het voorgaande artikel.

2. - Berkum, H. van, Naauwkeurige Beschrijvinge van de Watervloeden en Dijkbreuken veroorzaakt door den Rijn, Waal, Merwe, Leek, enz., uit egte stukken bijeenverzameld, Gouda, I 758, p. 33-38. - Pierlinck, J.W., De verschrikkelijke watersnood, langs de Rivieren de Waal en de Maas, voorgevallen in de maand February des jaars 1757, Amsterdam, 1757, p. 7. Hij noemt echter 11 februari als datum. 3. - Beschrijving van de gedugten watersnood en deszelfs droevige gevolgen in het ampt van tusschen Waal en Maas . . . ., Utrecht, 1 7 8 1 , passim. - Nieuwe Nederlandschejaerboeken . . . , February 1781, p. 296-333, p. 303. - Archief Polderdistrict Land van Maas en Waal, nr. 2654-1781, request van Solomon Johan Baron van Gersdorff aan de dijkstool, z.d.

4. Krayenhoff, C.R.T., Verzameling van hydrographischeen topographische waarnemingen in Holland, Amsterdam, 1813, p. 8.

18

43.

6. Ven, G.P. van de. Verbetering van de Rijntakken tussen 1850-1920, in; Econornisch-Historisch Jaarboek 46 (1983), p. 45-59, p. 46-47.

7. Blanken Jan, J., Nota ter algemeene overdenking wegens de bedreigde veiligheid der provinciĂŤn Holland, Utrecht en Gelderland . . . . door de jaarlijks opklimmende gevaren van overstrooming, bij ijsgang en hoog rivierwater, Amsterdam, 1821, p. 37-39. 8. Sluys, P. vanderenj. Ovaa, Dike Breaches and Soil Conditions, in: Geoderma 1 0 ( 1 9 7 3 ) , p. 141-150, passim. 9. Alle in dit artikel opgenomen kaartjes werden getekend door de heer J.P. L. Coenen, kartografisch tekenaar van het Geografisch Instituut in N i j megen.


J. Keizers

De Postkoets Tussen 1882

en 1920 onderhield Theodorus Gerardus Theelen, Hotel- en Stalhouder te Grave een wagendienst per postkoets van Grave, hotel De Gouden Leeuw naar Wijchen bij het station van de Z.O. spoorweg, met als koetsier Wilhelmus Norbertus Keizers, van 1910 tot 1912. Er werd vier maal daags gereden. D e eerste rit begon's morgens om 8.15 uur uit Grave. De aankomst de Wijchen was om 9.15 uur. Het tarief was 60 cent per persoon en het goederentarief l cent per kilo. De reis naar Wijchen ging via de Maasstraat en het pontveer te Grave de Maas over, dan door de Veerstraat in Nederasselt en de Eindsestraat, over de oude rijksweg, langs Lunen de Graafseweg op en even voor Alverna via de Oosterweg naar Wijchen, met als stopplaats het hotel van Tije van den Fleugel. Bij ijsgang op de Maas werden de paarden gestald in Nederasselt bij de brouwerij van Bertus Toenders aan de Maasdijk. Het mag onze grootouders dan aan veel ontbroken hebben, tijd hadden zij in ieder geval genoeg, zoals de dienstregelingen uit die dagen bewijzen. Het verkeer bestond, behalve uit de postkoets, de trein en de boot nog uit paard en wagen, handkar en voetgangers. De voornaamste wegen, zoals de Zandstraat en de rijksweg Nijmegen-Den Bosch bestond uit zand- en karresporen. Zoals in het verleden nogal eens voorkwam, werd ook de postkoets overvallen door gemaskerde rovers en wel op de Leemweg, maar de rovers vingen bot. De koetsier haalde met de zweep achteruit en de rovers deinsden terug. Rond 1920 werd met de dienst van de postkoets gestopt. De autobus nam het vervoer tussen Nijmegen en Grave over, zoals heden ten dage nog het geval is.

19


G.B. Janssen

Steenfabricage in het Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal Het Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal worden aan de oostzijde begrensd door het Maas-Waalkanaal en verder omsloten door de grote rivieren Maas en Waal om bij St Andries in een punt samen te komen. Het is een gebied met soms smalle, soms brede uiterwaarden, die zeer geschikt waren om afgegraven te worden voor de vervaardiging van ondermeer een prima kwaliteit straatklinker. Maar ook binnendijks werd afgeticheld, bijvoorbeeld voor de vervaardiging van dakpannen en het is daar dat men reeds vroeg kleine veldovens vindt. Over dit gebied tussen Maas en Waal gaat mijn verhaal. Het gebied kende reeds in de eerste helft van de 19de eeuw een bloeiende baksteen- en dakpannenfabricage. De invloed van twee steden, Zaltbommel en Nijmegen zijn daar niet vreemd aan geweest en vooral de uitbouw van Nijmegen in de 2de helft van de 19de eeuw heeft meegewerkt aan de bloei van deze landelijke industrie. Thans wil ik wat meer de nadruk leggen op de plaatselijke historische ontwikkelingen. Een overzicht geven van de stichting, de groei en het verval van de talloze steenfabrieken hier in de omgeving. De namen van de stichter en exploitanten voor de dag halen en mij afvragen, wat hen bewoog om zich in deze modderige industrie te begeven. Ik zal mij echter moeten beperken en kan niet alle fabrieken en ondernemers die aandacht geven, die zij verdienen. De ruimte laat niet toe, dat ik elke steen- en pannenfabriek uitvoerig behandel. Bovendien zitten er in mijn verhaal nog veel hiaten in de genealogie van de steenfabrieken. U krijgt dus geen volledig beeld, bovendien weet ik zelf ook lang niet alles en heb ik ook vele vragen. Mogelijk dat deze publicatie ertoe kan bijdragen, dat een aantal vraagtekens bij mij worden weggewerkt, wanneer onder U belangstellenden zijn voor dit deel van de streekgeschiedenis. Het is alom bekend, dat de Romeinen steenen panovens geĂŤxploiteerd hebben op de Holdeurn bij Berg en Dal. Daar werd een complete Romeinse steenbakkerij blootgelegd, bestaande uit een vijftal steenovens en enkele pottenbakkersovens. De pannen met het stempel van het 10de Legioen, dat aldaar gelegerd was, zijn talrijk. En ook in Limburg langs de Maas zijn restanten van Romeinse steenovens teruggevonden. Nadat de Romeinen vertrokken, verdween ook de steenbakkerij en viel men weer terug op het bouwen in hout, twijgen en leem. Pas

20

in de middeleeuwen onder invloed van de kloosters werd de baksteenfabricage met de bekende kloostermoppen weer toegepast, Tot aan de negentiende eeuw weet ik eigenlijk maar weinig te vertellen. Daarover zijn de bronnen maar schaars. Van de stad Nijmegen is bekend, dat daar reeds in de 14de eeuw twee stadssteenbakkerijen in de Ooy werden geĂŤxploiteerd, maar voor dakpannen ging men toen reeds naar Beuningen, waarmee dan meteen de vroegste ovens daar zijn gedateerd. De stadssteenovens dienden voornamelijk voor de bouw en het herstel


van de stadsmuren, maar we vinden ook leveringen aan kloosters en kerken en zelf voor huizenbouw. In de 16de eeuw verschijnen er op een stuk land buiten de H ezelpoort ook een aantal veldovens. Uit het begin van de 19de eeuw hebben we een statistieke opgave uit 1816 voor Gelderland, waarvan ik echter betwijfel of die wel compleet is. We vinden dan ovens in Winterswijk en Aalten, maar ook in Angerlo en Heteren. Bemmel, Gendt en zelfs Lent worden genoemd, alsook Dodewaard, Tiel en Brakel, maar in dit gebied vinden we slechts ĂŠĂŠn oventje inDruten, waar zeventien mensen werkten. Erg goed liep het daar niet want door het hoge water lag de oven om de haverklap stil. Toch ben ik er niet zeker van of er ook niet elders in dit gebied stenen zijn gebakken, al kwamen de onbeschermde uiterwaarden langs de grote rivieren nog niet direct in aanmerking. De concentratie en de groei van de baksteenfabricage hier is te koppelen aan het vermogen van de mensen om de waterstand in de rivieren te beheersen en te reguleren. Ik wil U dan ook vertellen, hoe in de verschillende plaatsen de steenovens zijn gekomen en weer verdwenen. Ik zal dit doen door van plaats naar plaats te gaan en om ergens te beginnen heb ik maar voor Wijchen gekozen. De initiatieven om een steenoven op te richten kwamen niet allemaal uit dezelfde hoek. De steenfabrikanten kwamen uit alle lagen van de bevolking. Van baron Schimrnelpenninck van der Oye te Voorst tot de arbeider Bruins te Groesbeek, van boer Peters te Pannerden tot bierbrouwer Van den Broek te Heumen, van notaris Van der Eist te Hurwenen totvrederegter Schouten te Druten, van de grootgrondbezitter Colenbrander te Millingen tot de textielfabrikant Driessen te Aalten, van de aannemer Terwindt te Bemmel tot de metselaar Noorman te Brummen, van de dominee Becking te Gendringen tot het RK Kerkbestuur te Druten, van de molenaar Ambrosius te Herewaarden tot de landeigenaar Osy te Wijchen.

WIJCHEN De oven van Osy te Wijchen (1826) De rentenier/0/zarme.s Ferdina Osy woonde in

Antwerpen, maar bezat gronden in de buurt van Wijchen, die hij door de rentmeester Lambertus van den Bogaard liet beheren. Hij gaf aan hem dan ook opdracht om van de gemeente Wijchen een stukje heidegrond te pachten voor zes jaren om daarop een veldoven te bouwen. In 1826 werd hem door de gemeente voor 12 gulden per jaar een stuk heide verpacht ter grootte van ongeveer 42 roeden. Daarop mocht hij de oven bouwen en ook de grond afgraven om de benodigde leem te delven. Over de produktie van de oven is mij niets bekend. Mogelijk, dat het gemeentearchief van Wijchen nog uitkomst geeft Wel is de plaats ervan bekend. De oven lag tussen Wijchen en de Graafse weg; ten noorden begrensd door de Hoogbroekseweg, ten oosten de Batterij, ten zuiden het Gemeente Bouwland en ten westen de woning van Frans Jacobs. De steenoven 'De Del' van Van der Heyden (1835)

In 1835 dient de Nijmeegse grondeigenaar Adriaan van der Heyden een verzoek in om op het weiland De Del genaamd aan de wetering van Niftrik ongeveer een half uur uit de kom van het dorp een steenoven te mogen oprichten. In dat verzoek verwijst hij naar de oven van Osy, die inmiddels al vervallen is. Door de gemeente werd zo'n verzoek altijd om advies doorgezonden aan de Districtscommissaris te Zaltbommel. Deze man, die anders vrij kort is met zijn adviezen, put zich nu uit in veel bewoordingen ten gunste van de aanvrager en legt daarbij de nadruk op de werkgelegenheid en het gebrek aan bouwmaterialen aldaar. 'Het is mij na een nauwkeurig onderzoek gebleken dat door de oprigting van dusdanige fabriek, zowel voor de algemeen plaatselijke belangen als voor de ingezetenen dier gemeente, een wezenlijk nut daarsteld, en in eene grote behoefte kan voorzien worden, vermits in die streek gebrek aan zoodanige bouwstoffen heerse, en dezelve niet dan met hooge transportkosten van elders kunnen worden aangebragt, hetwelk mij dan ook geredelijk doet besluiten gunstig te adviseren.' Het heeft wel geholpen, want op 17 december 1835 verlenen de Gedeputeerde Staten

21


Deest 1920. Pannenfabriek van Van Amstel en Litjens. De man met de kruiwagen is Van Kouwen. de vergunning en het jaar erop kan Van der er weer grofkerarniek in Wijchen met de Heyden laten beginnen. Hoe lang de oven oprichting van de pannenfabriek van de heeft gedraaid, weet ik ook niet, maar in 1842 firma Besselsen vlak bij het station, zodat de moet ze nog in gebruik zijn geweest. goederenwagons tot bij de fabriek kunnen komen. Het zijn twee vierkante ovens van 6 x Een pannen- en plavuizenfabriek (1854) 7 meter en 2Vi meter hoog. De persen werden Aanvang vijftiger jaren van de vorige eeuw door stoom aangedreven. moet er weer een oven zijn opgericht in Omstreeks 1911 komt er in Wijchen ook nog Wijchen. Het is echter een pannen- en pla- een steenoven bij, welke geĂŤxploiteerd wordt vuizenfabriek. Wie daarvan de oprichter is, door/1. Duynstee, waar eveneens een stoomweet ik niet. Het was maar een heel klein machine in gebruik is. oventje, want in 1854 werkten er maar 4 man, Over het verloop van deze ovens weet ik die alles moesten doen en toen er in 1860 8 verder niets en ik houd mij dan ook graag arbeiders werkten, schreef men, dat de fa- aanbevolen voor informatie, die U mij kunt briek uitstekend draaide en de produkten bezorgen. naar alle richtingen verzonden werden, terwijl de arbeiders gemiddeld 40 tot 60 cent BATENBURG per dag beurden. De oven heeft bestaan tot in De steenoven van Te Gernpt (1856) de beginjaren zeventig en eindigde weer, De ontwikkeling in Batenburg lijkt op die van zoals ze begonnen was, namelijk met 4 man. Osy in Wijchen, alleen wilde in Batenburg het gemeentebestuur niet meewerken. In De panoven van Besselsen (1903) en de mei 1856 vraagtJoAan Diederik te Gempt, admisteenoven van Duynstee (1911) nistrateur van Zijne Doorluchtige Hoogheid Pas in het begin van de 20ste eeuw verschijnt de FĂźrst von Bentheim om een vergunning

22


voor het aanleggen van een veldoven in de uiterwaard 'De Eerste', welke toebehoorde aan zijn doorluchtige meester. Het Gemeentebestuur had bezwaren omdat de oven op nog geen 40 meter van de stadwallen kwam te liggen en zij stelden een plaats voor op 400

meter afstand, vlak aan de Maas. Maar daarmee ging Waterstaat niet accoord in verband met rivierbelangen. De gehele zomer was Te Gempt in de weer om handtekeningen te verzamelen van mensen die aan de stadswal woonden en die er geen bezwaar tegen hadden dat er vlak bij hun huizen een

steenoven werd opgericht. Ook weet hij de beide wethouders te bepraten. Of dat alleen met goede woorden of ook met geld is geweest, durf ik niet te zeggen. Op 14 januari 1857 gaat het college van B & W accoord met 2 tegen l stem, namelijk die

In de Bunswaard hebben zich een drietal steenovencomplexen ontwikkeld en de eerste daarvan was die \anArent en Matthias Duys. Arent was olieslager en Matthias had nog geen beroep, dus werd het tijd, dat hij er een koos. Ze kwamen uit een bekend OverBetuws geslacht (Eist), dat ook elders actief was in de steenfabricage. De gebroeders hadden een stuk grond van 5 ha gekocht van de baron Van Nagell, gelegen tussen de Duivelswaai en 1799 en de Moespolsewaai, en wilden daarop hun veldovens bouwen 'omdat die niet alleen in een grote behoefte voorzien maar ook aan meer dan 50 mensen arbeid en aan een nog groter aantal levensonderhoud verschaffen zal.'

aantekening in de notulen, dat hij aan dit besluit niet heeft meegewerkt. Hij schrijft zelfs een brief aan de Gouverneur van de Koning in Gelderland om zijn standpunt uiteen te zetten en zich meteen te vrijwaren

Burgemeester Van Suchtelen en zijn raad zijn het daar hartroerend mee eens en vooral het grote belang voor de arbeidende klasse, die nu voor een groot deel van het jaar werk kan krijgen, wordt onderstreept. De fabriek wordt opgericht en draait heel voorspoedig. In 1846 krijgen ze gezelschap van Steven Arntz. Op beide fabrieken werken

wanneer er klachten komen over hinder en nadeel omdat de oven zo dicht onder de wal

en 7 miljoen stenen worden gebakken.

van burgemeester Hiebendaal. Hij verzoekt

werd gebouwd. Maar Te Gempt heeft machtige vrienden en in maart 1857 worden de vereiste vergunningen verleend. Maar daar-

na wordt er niets meer gehoord en het is dan ook te betwijfelen of de steenoven inderdaad

dan 170 arbeiders, terwijl er samen tussen 6 Omdat het Duys zo goed ging, richtten zij in 1851 in de Smidswaard te Erlekom ook een steenfabriek op. De grond hadden de gebroeders gekocht van de erfgenamen van de reeds eerder genoemde J.F. Osy (Wijchen),

in produktie is genomen. Het gemeentearchief zou hierover uitkomst kunnen bieden.

welke uiterwaard door de rentmeester sterk was verwaarloosd. De gebroeders gaan dan ook uit elkaar. Arent blijft in de Erlekomsche

BEUNINGEN

In de komende jaren breidt hij zijn fabriekscomplex uit met nog meer veldovens. Er is namelijk een grote vraag naar stenen uit Nijmegen, dat tengevolge van de Vestingwet van 1874 uit haar wallen kon breken en zich kon uitbreiden tot ver buiten de oude stadsmuren. In 1876 werken er bij Duys zelfs 155 arbeiders (105 mannen, 15 vrouwen, 18 jongens en 12 meisjes) en in 1881 zijn er zelfs 181 arbeiders, hetgeen duidelijk onderstreept het belang voor de werkgelegenheid in de vorige eeuw van de baksteenindustrie in Gelderland. Duys heeft twee handvormtafels en zes steen-

Over de middeleeuwse pannenfabrieken in Beuningen kan ik niets vertellen. Mijn verhaal begint pas in de 19de eeuw en speelt zich

afin de Bunswaard. Het probleem van Beuningen is, dat de fabrieken te Beuningen, Weurt en Hees door elkaar gehaspeld wor-

den in de officiĂŤle verslagen, met als gevolg veel verwarring bij het vaststellen van wie welke fabriek nu is. Ik ben er soms dan ook niet helemaal uitgekomen. Ik wil beginnen met de eerste steenfabrikanten in Beuningen en dat zijn de gebroeders Duys uitNijmegen. Duys in de Bunswaard (1839)

polder en Matthias in Beuningen.

23


"***"•

"^

- - •"^^^^^^^^•^^iai^^^^^^p^j^^^

Originele foto eigenaar: Wout Cornelhsen, Kasteelhof, Bruten persen in bedrijf en de produktie is 2 miljoen nng-Arntz is van zijn stam. Hij kocht in l 835 handvormstenen en maar liefst 8 miljoen een steenfabriek in Bemmel, waar Richardus machinale stenen. Hiermee behoorde Duys van Wijk bedrijfsleider werd. (Richardus van tot de grootste steenfabrikanten van GelderWijk is zelf stichter van een baksteenimperiland. um te Heteren). In de jaren negentig wordt de fabriek geleid In 1846 vraagt Stevens Arntz ook een vergundoor de procuratiehouder Jan van Engelenning aan voor een steenoven in de Bunsburg, die gehuwd was zijn dochter — u —— met _ - - ^ , , _ ^(.jj., wv. 11 n_ i JAnna vllllcl waard, iets beneden de steenoven van Duys Catharina Duys. Na zijn dood wordt de faen precies tegenover het aan de andere kant briek omgezet in de N.V. Steenfabriek Matvan de Waal gelegen Huis Danenborg. Arntz thias Duys, die tijdens de eerste wereldoorkrijgt na enige moeilijkheden toch een verlog nog m handen van de familie was. Maar gunning, maar wel met een aantal beperkendaarna ben ik toch de draad van die fabriek de voorwaarden: kwijtgeraakt. 1. Hij mag geen uitspringende werken of kribben in de Waal leggen. S.J.C. Arntz in de Bunswaard (later 2. Het laden en lossen van de schepen moest Staartjeswaard) (1846) met houten stellingen gebeuren en u moet Stepkanus Johannes Christoforus Arntz, uit de zich dan de moeilijkheden voorstellen Bimmense, niet uit de Millingse baksteenfadie de arbeiders hadden bij het laden en mihe, was eerst kantoorbediende en toen lossen van die schepen. bierbrouwer in Arnhem. Hij was gehuwd 3. Bovendien moest er een jaagpad ter met Wilhelmina Ratering. De familie Ratebreedte van 7.80 meter vrijblijven voorde u

24


orekschepen. steenfabriek Ruyterwaard te Zuilichem en ook Het huwelijk tussen Steven Arntz en Wilhel- in de Willemspolder te Echteld en in 1874 mina Ratering liep stuk en in 1859 gingen ze kocht hij ook de steenfabriekDÂŤerf en de oven scheiden. Hij ging in Brussel wonen en van Rendorp in Weurt. Maar daarover straks. huwde daar met de barones Paulina Jacobi. Bij zijn dood in 1889 nam zijn zoon Jan In 1869 sloot hij voorgoed de ogen. Willem Burgers (1857) de Staartjeswaard over. Tijdens of vlak na de scheiding heeft hij de Jan Willem was in Zuilichem geboren en fabriek in de Bunswaard overgedaan aan trouwde met H. Sanders uit Leuth. Eeuwoud van Holst (steenbakkers uit het Zuid- Na de overname van de fabriek renoveerde Hollandse). We vinden hem later met zijn hij die in 1913 geheel en maakte er toen de zoons weer terug in de Meinerswijkse polder Eerste Electrische Waalsteenfabriek in Nebij Arnhem, waar de steenfabriek 'Elden' derland van. Hij stierf echter vrij jong, op 56exploiteren. jarige leeftijd in 1919 op Huize Distelakker te Ook Eeuwoud van Holst heeft een gouden Beuningen. tijd met zijn steenfabriek, waar ca. 150 men- Zijn oudste zoon Theodorus A.A. (1899), gesen werken met een produktie van ruim 5 huwd met een Van Haaren uit Leuth, leidde miljoen stenen. toen verder de steenfabriek en na zijn dood Maar dan komt er opeens de klad in. In 1876 in 1970 zijn zoon Hans Burgers als directeur werken er nog maar 34 man. De fabriek van de N.V. E.E. Waalsteenfabriek Staartjeswordt dan overgenomen door Theodorus Bur- waard met als handelsmerk een olifant met gers, die op 23 december 1878 de fabriek, dan een steenoven op zijn rug. 'Staartjesivaard' geheten, inbrengt in de firma Maar nog meer kinderen van Jan-Wilm Bur'Van der Worp en Burgers' en in 1886 werken er gers zaten in de business. Van de zes kindealweer 88 arbeiders. ren waren dat er vier. Zijn dochter Amalia Zojuist heb ik de naam 'Burgers' genoemd, trouwde ook al met een Van Haaren uit een begrip in de Gelderse baksteenfabricage. Leuth, namelijk Rutger. Hij is deelgenoot in Met Arntz is dit wel de oudste baksteenfamide steenfabriek Van Haaren en Koolwijk te lie in deze provincie. Afkomstig uit de Over- Winssen. Betuwe en van oorsprong landbouwers. Zijn tweede zoon Henricus W7.A. Burgers Hieruit zijn talrijke steenbakkers gekomen, (1902), gehuwd met Theodora Klerk van het hele families, vele afstammelingen. Door Hooge Huis uit Beesd, ging in desteenhandel geheel Gelderland en ook daarbuiten kom ik evenals diens zoon Jan-Willem, die directeur ze tegen bij mijn onderzoeken in de archie- is van 'Brick- Burgers' te Reuver. Ook de jongven. Ze maken de hoogte- en dieptepunten in ste zoon van Jan-Wilm Burgers Sr. zat in de de baksteenindustrie mee en we vinden ze steenfabricage. Het was Johannes Bernardus terug op alle sporten van de sociale ladder. Burgers (1909), gehuwd met Anna Catharina Snelle stijgers en diepe vallers. We vinden ze Bloem. Hij stierf echter reeds op 43-jarige als steenfabrikanten, maar ook als steenba- leeftijd. Zijn weduwe trouwde met zijn achzen en steenfabrieksarbeiders. Actief en vin- terneef Willem Burgers uit de Ooy en woonde dingrijk weten ze veel te verdienen, maar ook op 't Zunneke te Beuningen. vaak weer te verliezen. Doch steeds weer Dat was het verhaal van Staartjeswaard en duiken ze op om hun geluk te beproeven. In zijn burgers. mijn verhaal zullen ze dan ook verscheidene malen te voorschijn komen. Rendorp in de Bunswaard (1872) Wel, in Beuningen horen we voor het eerst Dit is het derde complex in de uiterwaarden van een Theodorus Burgers, die in 1825 te langs de Waal. In 1870 kreeg de particulier Bemmel geboren was. Hij huwde met W. B.J.B. Rendorp uit Weurt al een vergunning Braam uit Weurt en stierf in 1889 op het voor een steenoven, maar hij liet die verloKasteel in Weurt, dat hij in 1873 van de pen. In 1872 krijgt hij er weer een en dan kan weduwe Rendorp had gekocht. Hij was reeds hij beginnen. In 1881 werken er bij hem 96 met zijn neef Hendrik Burgers bezig op de arbeiders (66 mannen, 10 vrouwen en 20 25


kinderen) aan 5 steenpersen. De produktie is

6 miljoen stenen. Vlak daarna wordt de steenoven overgenomen door Theodorus Burgers van het Kasteel, die reeds enkele steenfabrieken bezat. Voor 1891 wordt de fabriek omgezet in een familiebedrijf 'De Gebroeders Burgers G? Co' en dat zijn zijn zonenTheodorusAlbertus (1862) en Albertus Wilhelmus (1864); zijn oudste zoon Johannes-Willem leidde de S taartjes waard. Deze steenfabriek wordt nu in het algemeen ook aangeduid als de Bunswaard. Theodorus was door zijn vader naar Woerden gestuurd om de steenfabriek met overslaande vlam van de firma Koppel te bekijken. Hij bouwde in 1913 een dergelijke fabriek ook op de Bunswaard en de Turkswaard in Afferden. De persen werden sinds het begin al met stoommachines aangedreven. Zijn broer Alben had na de dood van zijn vader de steenfabriek te Echteld gekregen en de steenfabriek te Deest. De eerstgenoemde is overgegaan aan Van Resteren en Janssens en de fabriek in Deest verkocht hij weer aan zijn broer Theodorus, die toen totaal vijf steenfabrieken bezat. Albertus overleed in 1934 op het Kasteel in Weurt en zijn kinderen gingen in de steenhandel. Binnen de familie Burgers was ook nog een aangetrouwde steenfabrikant, namelijk de Beuningse landbouwer en wethouder AJ. Beijer. Hij was getrouwd met Theodorus Sr.'s dochter Johanna. Hij exploiteerde samen met Albert de steenoven 'De Schans' in Weurt. Over die fabriek, die omstreeks 1940 moet zijn gesloopt, weet ik verder niets. Wel, dat Beijer in Druten de steenoven 'De Boschoven' bezat. Hij was echter geen goed zakenman en in de crisis van de jaren dertig smolt zijn bezit weg als sneeuw voor de zon. De steenfabriek De Bunswaard heeft als de N.V. Th. Burgers v/h Gebrs. Burgers tot in onze tijd gedraaid. ArbeidsenquĂŞte 1893 Over de arbeidstoestanden op de steenfabrieken te Beuningen op het einde van de negentiende eeuw hebben we informatie uit de verslagen van de staatscommissie voor arbeidsenquĂŞte. In 1893 kwam die commissie op vele fabrieken om een onderzoek in te

26

stellen naar de maatschappelijke toestanden van de arbeiders, hun verhoudingen tot de werkgevers en de veiligheid op de fabrieken. Hier zijn ze geweest op de fabrieken van Duys te Beuningen en de Wed. Bloem te Weurt. Op zo'n fabriek hoorden ze allerlei mensen van fabrikant tot arbeider. Bij Duys waren dat baas Elbers, kruier Van Galen, aard maker Van As, opzetster Arnolda van Brienen, de perser Van Oostendorp en de 17-jarige zander Nikolaas van Bergen. Peter Elbers, baas bij Duys, was vroeger ook baas geweest bij StolkinDrutenenerwas niet veel verschil tussen die fabrieken, ook niet wat het gebruik van kinderen en vrouwen betrof. Het loon werd wekelijks door hem uitbetaald aan de persmeester en de oudste kruier. Die moesten dan het geld maar weer onderverdelen aan de arbeiders. Over het werken door vrouwen had hij een voorkeur voor ongehuwden, niet omdat ze beter waren, maar de getrouwde vrouwen wilden altijd op tijd naar huis om het eten te koken en het huis in orde te brengen. En dat was wel eens lastig. Nadelig vond hij ook, dat de vrouwen op zondag niet meer mochten opzetten, want als het nu zondags regende, dan waren vaak de stenen niet afgedekt en regenden stuk, hetgeen een strop was voor de fabrikant. Sterke drank was op de fabriek verboden, maar de fabriek was zo groot, dat het wel eens stiekum gebeurde. Maar, zo zegt hij, als de mensen gesnapt worden, dan gaan ze de kast uit en krijgen ze ook geen werk meer op een andere fabriek. Dat is zo met de fabrikanten afgesproken. Op de vraag, of de mensen wel met hun loon konden uitkomen, was hij van oordeel, dat met zuinigheid en netjes oppassen men wel kon rondkomen, maar dat was het hem juist. Er waren erbij, die wel eens een borrel dronken en spaarzaamheid was bij het volk niet bepaald een deugd.

Ook bij de Weduwe Bloem werd de baas Hermanus Geurls gehoord. Hij is tevreden over zijn werkvolk en heeft liever jongens voor het opsnijden dan meisjes, maar het opzetten kon het beste gebeuren door jonge vrouwen van 18 tot 23 jaar.


In zijn huis op de fabriek heeft hij ook een tapperij, die door zijn dochters wordt gedreven. Hij verkoopt er alleen maar bier, dat hij betrekt van Van Straten uit Beuningen. De commissie vindt het maar vreemd, dat hij toezicht moet houden op volk, dat bij hem ook bier kan en mag kopen. Maar Geurts heeft daar geen problemen mee. Als hij vindt, dat ze genoeg gehad hebben, dan krijgen ze geen tweede fles meer. Het is toch wel frappant, dat op twee dicht bij elkaar gelegen fabrieken zulke tegenstellingen zijn. Bij Duys wordt men op staande voet ontslagen en bij Bloem heeft de baas vergunning van de fabrikanten om bier te verkopen aan de arbeiders. Bij Duys wordt ook Jan van Galen gehoord. Hij is kruier en werkt er al 17 jaar. Het werk vindt hij zwaar en de verdienste karig. Hij is in touw van 's morgens 5 tot 's avonds 8 uur, met 3 uren rust, dus 12 uur effectieve arbeidsduur. Op een kruiwagen konden 72 stenen van 4'/S> pond, dat is 162 kilo per keer verplaatsen. Hiervoor kreeg hij dan per dag 90 centen tot een gulden, maar wanneer er niet gewerkt kan worden wegens laag water of vorst, dan beurt hij ook niets. Door het zware werk is hij 's avonds erg vermoeid en heeft geen zin er nog wat bij te doen. Hij moet bovendien ook nog zijn moesland erbij doen. Ook Jan van As werkt van 's morgens 5 tot 's avonds 7 uur. Hij moet de grond met water vermengen en met de schop omzetten. Op de vraag of dit werk moeilijk is, antwoordt Hij: 'Heelplezierig is het niet, want men moet erfatsoenlijk van zweten.' Hij verdiende met zijn

werk ongeveer 4 gulden per week. Dan wordt Arnolda van Brienen gehoord. Zij was twintig jaar oud en werkte als opzetster bij Duys. Zij was uit een gezin met vijf kinderen en ook haar vader, broer en nog een zus werkten bij Duys. Zij werkte daar al vanaf haar 12de jaar, eerst ais opsnijdster, maar vanaf haar 15de jaar als opzetster. Ze werkte met onderbrekingen van 5 uur tot 7 uur 's avonds. Om 8000 stenen (een dagwerk) op te zetten, hadden ze met twee opzetsters 4 uur nodig. Hiervoor beurde ze dan 45 cent. In een seizoen kon ze ongeveer 170 dagen werk verzetten en haar seizoenloon bedroeg dan

ook Ć’ 76,50. Arnolda was trouwens heel tevreden en vond het werk niet zwaar. Bovendien was ze haast nooit ziek, gelukkig maar, want dan beurde ze geen geld en in een ziekenfonds zaten steenovenmensen niet. Na haar kwam de 17-jarige Nicolaas van Bergen, die als zander aan een pers werkte. Ook hij begon 's morgens om 5 uur tot 7 uur 's avonds en verdiende daarmee Ć’ 3,50 per week, die hij thuis afdroeg. Hij woonde in een huis op de fabriek en moest er 's nachts ook wel eens uit wanneer er regen dreigde. In de winter had hij geen werk en liep hij maar bij huis. Naar school ging hij niet meer, tot zijn 16de was hij 's winters naar school geweest bij meester Van Dijkin Weurt, maarnu hoefde dat niet meer, dus ging hij ook niet meer. Trouwens Beuningen stond bekend om een hoog cijfer voor schoolverzuim. De commissie gaf in haar algemeen verslag ook nog informatie over de woontoestanden in dit gebied. De meeste huizen van de arbeiders bestonden uit een woonkamer, slaapkamer en een onbeschoten zolder. De commissie vond ze 'redelijk ruim en tamelijk luchtig'. Het is maar, hoe je het bekijkt. De vloeren waren van blauwe stenen. Het putwater was goed, maar sommigen dronken toch liever rivier- of slootwater (!). Alleen de privaten lieten te wensen over en daaraan werd wel eens een geval van typhus toegeschreven. Over het zedelijke peil van de arbeiders liepen de meningen nogal sterk uiteen. Gedwongen huwelijken kwamen veel voor, maar dat was toch een algemeen verschijnsel. Maar wat wel opviel, was de weerbarstigheid van het jonge geslacht, hetgeen werd toegeschreven aan het revolutionaire beginsel, dat vanuit de steden overal doordrong (in die tijd kwam het socialisme op voor de arbeiders). Uit de stad kwamen allerlei nieuwigheden, die de ondergeschiktheid ondermijnden. Daarbij wees men vooral op de opschik en sier voor vrouwen. 'Men moet de toiletten van al onze opzetsters maar eens zien zondags en tijdens kermissen', zegt de steenfabrikant Nicolaas Damiaan van Heukelum zeer verontwaardigd. Dat waren nog eens tijden. Voordat we nu naar Druten en omgeving gaan, wil ik eerst nog een bezoekje brengen

27


: ^'VV^M.'VV;,'. :;,?:.: : ' - - - . "'• - •<-:•••'-.• ; V v ' t V - . T

y^Ki^

:

. , :. :.'

.. . , : t:^ * r > f'«

^ff-^fifSh^ï'^

: - . : • - : , • . - - • . - . -:::,;,;;:.A:«^^.l«r?*';l^^A.4^Ö''Ar

';'•"'•''

i;i

'^ :

'

;;'1::'*'':|&1:S Kli'B '

Deest 30erjaren. Het stapelen van gedroogde stenen door taswerkers met de blokwagen, V.l.n.r.: Betje van Kampen, boven hem Bertus van Zachten en boven hem Jan de Vaan, op de wagen Harry van Gent, achter de wagen Knilles van Zachten, boven hem Lamers en boven hem Peter Sengers, naast de wagen Piet van

Zachten de moddermaker. oven op te richten, die echter voor l december elk jaar afgebroken moet zijn en de stenen moesten dan ook naar een andere plaats worden vervoerd. Deze beperkende bepaling zou de oorzaak zijn van veel moeilijkheden. In 1867 werken er bij Mollenberg De oven van Mollenberg (1865) In februari 1865 vraagt de Alphense paar- 32 man en dat is wel veel voor één veldoven, denhandelaar Hendrik Mollenberg toestem- maar dan blijkt, dat hij stiekem een tweede aan de gemeente Appeltern en wel aan het dorp Alphen, waar een tweetal steenfabrieken hebben geëxisteerd in de 19de eeuw, namelijk van Mollenberg en Jurgens.

ming om een veldoven op te mogen richten. Hij wilde er eerst een vaste oven bouwen, maar kreeg daarvoor van Waterstaat geen toestemming, omdat dit nadelig was bij ijsgang. En dan beginnen bij Mollenberg de problemen, want hij had die grond duur gekocht en nu werd die puikbeste steenaarde

door de Maas steeds verder afgebrokkeld. Niet alleen hij leed hierdoor aanmerkelijke schade, maar het was ook nadelig voor de algemene welvaart en de plaatselijke industrie. Mollenberg krijgt toestemming orn een veld-

28

oven heeft gebouwd. Ambtenaren van Waterstaat hadden dat ontdekt en ook dat hij een stenen loods had gebouwd voor het werkvolk om te schuilen bij slecht weer. De Hoofdingenieur van Waterstaat Ort weet niet goed hoe hij er mee aan moet, want in een soortgelijk geval, namelijk een buitendijkse woning in Pannerden, was hij door de Rechtbank in Nijmegen in het ongelijk gesteld en hij schrijft: '200 ben ik huiverig mi] wederom aan een, zoo ik meen, onverdiende afwijzing bloot te stellen.' Daarom stuurde men eind november opzichter Klaasen van Waterstaat om een

s


onderzoek in te stellen, quasi om te kijken, of

het jaagpad in goede toestand was. En passant zag hij, dat de ene oven net was afgestookt en de andere werd volgereden en nog gestookt moest worden. En nu hadden ze een stok om te slaan. Ze hoefden alleen maar te wachten tot l december, want dan moest alles opgeruimd zijn. Natuurlijk was dat niet zo, want de tweede oven was net aangestoken. Mollenberg kreeg opdracht om alles af te breken of hij raakte zijn vergunning kwijt. Mollenberg vroeg officieel uitstel aan om allerlei reden, de ene keer was hij op buitenlandse reis (om paarden te kopen) en dan was het water weer te hoog. Ondertussen bleef hij rustig doorbakken. Hij rekte het uitstel zelfs tot l mei 1869. In 1870 zong hij weer hetzelfde lied en men maakte procesverbaal op, maar de Minister vond geen redenen om de vergunning al in te trekken. Mollenberg moest wel de wacht aangezegd worden, dat dit de laatste keer was. Mollenberg tilde daar niet zwaar aan, maar nu had hij zich toch vergist. Zijn vergunning werd ingetrokken en hij kreeg een boete van 600 gulden. Maar hij gaf niet op en stuurde een gratieverzoek aan de Koning. Aan Hoofd-

ingenieur Ortt werd om advies gevraagd en die stak zijn mening niet onder stoelen of banken. Hij schrijft, dat het hem onbegrijpelijk is, dat Mollenberg om koninklijke genade durft te verzoeken. Naar zijn mening had hij alle aanspraken op toegevende behandeling verbeurd. 'In al zijn handelingen straalt door een gemis en eerbied voor 's Lands wetten, waaraan hij zich hoegenaamd niet schijnt te storen. In het belang van het gezag acht ik het wenschelijk dat het vonnis in zijn geheel wordt ten uitvoer gelegd. Hoe zwaar het vonnis betrokkene ook moge treffen, ik herhaal het, het verminderen van de straf acht ik hier geheel in strijd met 's Rijks belang en wel te meer omdat het iemand geldt die zeer veel zaken en belangrijke leveringen doet ten behoeve van het Rijk. Werd hem vermindering van boete gegeven, er zouden m. i. voor het vervolg zelden termen bestaan om nog dergelijks te vervolgen.' De minister sluit zich aan bij het advies maar de Koning vermindert met een royaal gebaar toch de straf. Wel moet hij voor l februari 1872 alles opgeruimd hebben. En dan weten we het wel weer. Op 25 mei 1872 begint

Mollenberg pas, meer voor het oog, dan dat er werkelijk wat werd omgezet. Dreigbrieven

van Waterstaat, Uitstelverzoeken van Mollenberg. Maar dan komt de Landsadvocaat er aan te pas en die bepaalt opruiming door anderen op kosten van Mollenberg. In de krant wordt dit werk ter aanbesteding aangeboden. Wanneer Mollenberg dat leest is hij er als de kippen bij om weer uitstel te vragen aan de minister en biedt aan om het zelf toch te mogen doen. Het lukt weer en dus doet Mollenberg weer niets. Maar dan zijn ze het zat. Op l december 1872 begint aannemer Kooiman uit Dreumel met de sloop en de opruiming voor ƒ 175,-. Wanneer echter in februari 1873 aan Mollenberg de rekening wordt gepresenteerd, dan weet U al wat hij gaat doen. Ja, zeker weer brieven schrijven aan de minister en niet betalen. Nou, betaald heeft hij dan toch maar. Dat heeft ook nog weer eenjaar of twee geduurd. Want hij was meer handelaar dan steenfabrikant. De oven van Jurgens (1870) In 1870 krijgen vier gebroeders Jurgens uit Oss een vergunning om aan de Maas te Alphen een steenfabriek op te richten. Behalve de plaats en het feit, dat de oven in 1871 draaide, weet ik hier verder niets van.

DRUTEN De steenfabriek 'Sibillaburg' Allard Schouten (vóór 1828) Reeds begin 19de eeuw moet er een steenfabriek in Druten in gebruik zijn geweest, want in 1828 wendde Allard Schouten, lid der

Provinciale Staten van Gelderland en Vrederegter van het Kanton Druten zich tot de Gedeputeerde Staten met een rekest inhoudende: '. . . dat hij voornemens is zijne sedert een reeks vanjaren bestaan hebbende steenbakkerij op de Hoogwaard onder Druten gelegen uit te breiden met een of twee ovens, ieder van 6 monden.' De juiste plaats was ongeveer 500 meter stroomafwaarts van de nog bestaande veldoven, waar de grond inmiddels bijna was uitgeput. In die tijd verplaatste men doodeenvoudig de fabriek. In feite was die vroegnegentiende eeuwse baksteenfabricage een wandelende industrie. De gemeenteraad van Druten had geen be-

29


zwaren. Integendeel, zij verwachtte door de uitbreiding der fabriek 'meer vertier' d.w.z. meer werkgelegenheid in de gemeente. De oven van Allard of Antoon Schouten, waar 40 volwassenen en 8 kinderen werkten, heeft gedraaid tot ongeveer 1845. In dat jaar kopen de gebroeders Pieter van 't Hoff Stolk, M. A. G. Stolk en Cornelis Spruyt Stolk, samen de firma Gebroeders Stolk vormende, uit de boedel van wijlen Mr. A. Schouten, een ver familielid, enige uiterwaarden en twee steenovens in de Drutense Uiterwaard tegenover

Ochten. De steenfabrieken Sibillaburg van de Gebrs. Stolk (l845) De gebroeders pakten de zaken energiek aan. De oven Sibillaburg van Schouten, die 8 monden had, wilden zij vergroten door er een stuk tegenaan te bouwen van 10 monden. Om de daartoe benodigde stenen te bakken vroegen zij ook vergunning voor een 'meileroven' bij deze te bouwen vaste oven. Er lagen dus nu drie ovens inde waard, welke door elkaar de naam Sibillaburg kregen. In 1855 blijkt P. van 't Hoff Stolk de firma verlaten te hebben en drijven de overgebleven broers de zaak samen verder. Het gaat goed met de fabriek en ze willen er nog een vierde oven bij bouwen, weer meer stroomopwaarts richting Druten. De tabaksplanters H. van de Hurk en Th. Peters, die daar tabaksland hebben liggen, worden gehoord of ze geen last zullen hebben van vuur en rook, maar zij hadden geen bezwaren. Per slot van rekening moesten zij het ook van vuur en rook hebben. De gebroeders krijgen de vergunning mits zij langs de oever een vrije ruimte laten van 9 el en 64 duim voor het lijnpad. In 1874 krijgen ze vergunning voor een

stoommachine, een zogenaamde locomobiel. Daarmee behoorden zij tot de voorlopers in de Gelderse baksteenindustrie. Na de mislukte experimenten van Stadnitski in Bemmel was het Verwaayen, die in 1865 in Arnhem voor het eerst blijvend een stoommachine in gebruik had genomen voor het aandrijven van de kleimolen. Na hem volgden in 1870 Van Dam te Brakel, F. van Waardenburg in 1871 te Tiel en dan in 1874 de

30

Gebroeders Stolk te Druten. Zij hadden alle nodige voorzorgen genomen, namelijk ver van andermans woningen en bovendien was de rookafvoer van het stoomtuig gewaarborgd door een schoorsteen van bijna 6'/ÂŁ meter hoogte. De machine had een vermogen van 6 PK en was nieuw vervaardigd bij de gebroeders Grasso te 's-Hertogenbosch. Op de oven, waar de stoommachine in gebruik was, werkten beduidend minder kinderen: 10 jongens en 2 meisjes tegen 37 volwassenen. Want op de andere ovens, waar alles nog met de hand moest geschieden, werkten respectievelijk 17 jongens en 13

meisjes (onder 16 jaar) tegen 32 volwassenen en op de derde fabriek werkten 51 volwassenen en 13 jongens en 5 meisjes. In 1878 besloot de firma Gebrs. Stolk te saneren. Zij verzochten de bestaande concessie (vier stuks) te vervangen door slechts

twee nieuwe vergunningen, namelijk die het dichtste bij Druten lagen en waarvan zij de meest stroomopwaarts gelegen oven de naam Sibillaburg gaven. De andere ovens werden gesloopt en opgeruimd. De volgende melding van Stolk is uit 1881. Er werken maar liefst 157 mensen op de beide ovens. Ze werken er met twee steenpersen en aan zes vormtafels. De produkte is 5H miljoen handgevormde stenen en 3i4 miljoen machinale stenen. Hiermee behoorden zij tot de grote producenten in het rivierengebied. Maar wederom gaan de Gebroeders saneren. In 1882 verkopen zij een van de ovens en wel Sibillaburg aan een zekere A'. Pare. De resterende steenoven, schuin tegenover Ochten, noemen zij dan 'De Nieuwe Oven', waar zij een 8 PK stoommachine in gebruik nemen, die gemaakt was door Stork te Hengelo. Er werken in 1886 32 mannen, 4 vrouwen, 7 jongens en 3 meisjes. In 1891 werken er nog maar 20 mannen en 8 jongens. Geen vrouwvolk meer. M.A.G. Stolk, een van de oprichters, woont inmiddels in Utrecht en trekt zich nu toch terug uit zaken. Omstreeks 1891 is ook de Nieuwe Oven in handen gekomen van Pare.


Sibillaburg(1882) en de nieuwe oven(1891) van N. Pare Maar ook Pare had aan twee fabrieken teveel en verkocht één van zijn ovens, ik weet niet welke, aan een zekere A. de Blauw. Deze heeft de oven maar kort geëxploiteerd en weer doorverkocht aan de Gebroeders Mijnlieff. Pare, die later in Nijmegen woonde, was een sociaal voelend mens, want in 1904 wordt van hem geschreven, dat hij 'al zijne werklieden, ook aan hen, die alleen des zomers bij hem werken - een flinke hoeveelheid steenkolen ten geschenke heeft gegeven.' Pare heeft tot na de eerste wereldoorlog twee steenfabrieken te Druten geëxploiteerd. Maar ik ben nu al in de 20ste eeuw en dat valt buiten het bestek van deze publicatie. Laten we eens naar een andere oude oven in Druten gaan kijken.

Steenfabriek van Van der Wielen in de Drutense uiterwaard (1843) In 1843 vroeg/, van der Wielen, landeigenaar

te Druten en Heemraad van het polderdistrict Maas en Waal, toestemming om op een uiterwaard te Druten ter grootte van ruim drie bunder een steenfabriek met toebehoren te mogen oprichten. Deze oven kwam stroomopwaarts van Allard Schouten te liggen, dus vlak bij Druten. Van der Wielen had al in 1839 vergunning gekregen om daar 'ritsen' dat zijn 'kribben' in de Waal te leggen om de daar plaats hebbende inscharing als gevolg van verandering van de stroomdraad in de rivier tegen te gaan. Nu wil hij een steenfabriek gaan exploiteren met een tweeledig doel: 1. om voordeel voor zich zelve te bevorderen (een nobel streven);

2. nieuwe gelegenheid te openen tot werk voor de arbeidende volksklasse en tot vermeerdering van industrie en nijverheid. Omstreeks 1862 komt de oven in handen van de in Nijmegen wonende C. H. P. van Diggelen. Deze bouwt er nog een steenoven bij met daarbij een woonhuis, tasveld, en aanleg-

plaats voor schepen. De steenoven is een dubbele gemetselde open oven ter grootte van 41 x 27 meter.

Van Diggelen is trouwens aan het breken en bouwen geweest en vroeg de ene vergunning na de andere. Maar hij blijft ondanks alle crises draaien. In 1876 werken er bij hem 34 mannen, 6 vrouwen, 10 jongens en 6 meisjes. Van Diggelen gaat verhuizen naar Den Haag

en laat het bedrij fvoeren over aan de steenbaas. Hij heeft zijn gronden uitgebreid met een aantal binnendijkse percelen, die hij wil aftichelen tot een diepte van 1.30 meter. Hij krijgt een voorlopig tichelcontract voor 5 jaar, maar nu komen een aantal Drutense landeigenaren in het geweer, namelijk Allard CJ. Dericks, W.H. Schouten en Johanna Scheers. Zij vrezen schade aan hun landerijen door het kwelwater. De hoofdingenieur van Waterstaat, die om advies wordt gevraagd, zegt dat de percelen binnendijks liggen en dus buiten de interessesfeer van de Minister van Waterstaat. Wel vindt hij, dat aan Van Diggelen dezelfde rechten moeten worden toegekend als aan Van Heukelum, die het naastgelegen terrein ook aftichelde. Maar de invloed van de klagers was groot en zo kreeg Van Diggelen nul op zijn rekest. Hij is kort daarna gestorven, misschien wel van ergernis, en zijn weduwe drijft nu het bedrijf. Zij doet heel bescheiden met één vormtafel en de veldoven heeft maar negen monden. Op haar loonlijst staan 11 mannen, 3 jongens en 4 meisjes. Dejaarproduktiewas slechts 900.000 handvormstenen. Zeer waarschijnlijk is de oven in handen gekomen van de firma Hartman & Co. In januari 1883 krijgt deze firma een vergunning voor een stoommachine op hun steenfabriek te Druten. Deze 11 PK stoommachine, bouwjaar 1879 bij Piedboef te Jupillem was afkomstig uit de kunstboterfabriek van C.P.H, van Diggelen. Deze boterfabriek was op 9 mei 1882 helemaal afgebrand en niet meer herbouwd. Van Diggelen verkocht toen die stoommachine aan Hartman. Omstreeks 1896 is Hartman verdwenen en verschijnt/, van der Worp op het toneel en in 1916 wordt de fabriek omgezet in 'Van der Worp & Co'. Er werken dan 81 arbeiders en als krachtbron wordt zowel^toowz als ookelectriciteit gebruikt.

31


Druten 1920. N.V. Vereenigde Ceramiek-, steen enpannenfabrieken v/h Dericks en Geldens. Waarschijnlijk, ik weet het niet zeker, is deze fabriek overgegaan aan de firma G. Terwindt & Zn., die in de vijftiger jaren van deze eeuw daar een steenfabriek exploiteerde.

Steenfabriek'De Ketel' van N.D. van Heukelum (1862) Ik sprak net over Van Heukelum, die wel binnendijks mocht aftichelen en Van Diggelen niet . . . Wel Nicolaas Damianus van Heukelum was niet de eerste de beste, maar wel de hardste Gelderse steenbakker. Zijn vader Henricus van Heukelum kwam uit Keeken (Kleefsland) en was gehuwd met de Millingse Arnoldina Arntz uit de ons zeer bekende steenbakkersfamilie. Hij exploiteerde een steenoven in de Roswaard te Doornenburg, die hij had overgenomen van de firma Viervant en Van Kesteren te Arnhem. Van deze firma is bekend, dat zij meedeelt, dat haar werkvolk uit inboorlingen bestond, namelijk 11 mannen, 2 vrou-

32

wen en 3 kinderen, die per mand stenen werden betaald en waarvoor dus geen dagloon kon worden opgegeven. Henricus van Heukelum bakte niet alleen stenen, maar had ook 15 kinderen. Bij zijn dood in 1854 liet hij een kapitaal van ruim een half miljoen gulden na en nog tien kinderen. Zijn dochters waren gehuwd met steenfabrikanten als Van de Loo, Terwindt, Wakers. Andere dochters zaten in het klooster en ook zijn jongste zoon trad in de geestelijke stand en was pastoor van Jutphaas en kannunik in Utrecht. Hij was de grondlegger van het Aartsbisschoppelijk Museum, thans Cadiarijnemuseum te Utrecht en met Schaepman en Thijm een der voormannen van katholiek Nederland op het gebied van de kunst. Twee zonen werden steenfabrikant, namelijk Willem in Gendt (O.B.) en Nicolaas in de Ooypolder en later te Druten. Beiden hebben wel verhalen, maar geen kinderen nage-


laten. Nicolaas eploiteerde sinds 1850 een steenoven in de Ooypolder bij Nijmegen, maar keek verder dan zijn neus lang was en ook langs de rivieren naar geschikte tichelgronden. Hij kocht in 1862 een perceel grond, genaamd 'De Ketel', gelegen tussen de oven van Allard Schouten (Stolk) en Van der Wielen. Op dit terrein, dat hij eerst wilde ophogen, zou een dubbele oven komen van 47 x 36 meter en dat is geen kleintje. Toen hij echter een binnendijks stuk land wilde aftichelen, kwam er een uitgebreid protest van de heemraad van het polderdistrict Maas en Waal, de graaf Van Rechteren van Appeltern. Deze stelde, dat het weiland gelegen was in een zeer laag gelegen, kwelachtig gedeelte en 'dat het geen betoog behoefde dat Van Heukelum de aangekochte weide in een kolk zou herscheppen door het grondeloos diep uit te graven.' Kennelijk had Van Heukelum nog buitendijkse gronden en liet hij de zaak verder rusten, maar in 1875 komt hij er weer op terug. Hij vraagt nu om de beide binnendijkse percelen zo diep mogelijk te mogen vergraven en de klei via een paardenspoor met rails over de dijk naar zijn fabriek te vervoeren. Weer heeft de Dijkstoel dezelfde bezwaren en vreest, dat het perceel ĂŠĂŠn grote kolk zal worden. Helaas konden zij geen wettige basis vinden voor een weigering, maar toen een slimmerik de concessie van 1862 nalas, bleek dat daarin alleen maar de aardhaling geregeld was voor de toen in eigendom zijnde percelen. En daar hoorden deze niet bij. Met andere woorden Van Heukelum was zonder vergunning aan het afgraven. Hij moet onmiddellijk staken anders wordt zijn concessie ingetrokken. Van Heukelum pikt dat niet en gaat ijverig onderhandelen. Inderdaad had hij gezegd, dat hij zo diep mogelijk wilde graven, maar dat moest men niet zo letterlijk nemen. Het mogelijke voor die percelen was maar 1.20 meter en daarna komt er nog weer 30 cm bovengrond op. De verlaging van het terrein zou hoogstens 80 cm zijn. Want hij wil 'de door hem voor een buitensporig hoge prijs aangekochte landen niet tot een waterplas maken, maar het integendeel ah land behouden.' De Dijkstoel laat zich overhalen maar stelt

nog wel een aantal voorwaarden met betrekking tot de dijkverzwaring, afgravingen en kwelbeheersing. Van Heukelum kreeg de door hem gewenste vergunning, al was die voorwaardelijk, voor vijfjaren. Hij ging verder met afgraven van het land zonder zich veel gelegen te laten liggen aan de door hem gedane beloften. In oktober 1881 constateert een ambtenaar van Waterstaat, dat 'het door N. D. van Heukelum afgegraven stuk land wordt wel een wiel of kolk genoemd. Het is ongelijk

afgegraven en zo diep dat zelfs bij laag water er nog plassen in blijven bestaan. Ook is er een vermeerdering van het kwelwater te constateren.' Waterstaat draagt de gemeente op om toezicht te houden, dat Van Heukelum zijn verplichtingen nakomt. Ook de dijkstoel houdt de verrichtingen van de steenfabrikant argwanend in het oog en schrijven aan de Gedeputeerde Staten: 'Deverptigtingvan Van H. tot dijkverzwaring, hoezeer flaauw aangevangen, wordt thans op aandrang van den dijkstoel door Van Heukelum met

meer dan 30 arbeiders ijverig onderhanden genomen. ' Maar Van Heukelum werkt wanneer het hem past en in mei 1882 klaagt de Dijkstoel: '. . . dat de ondervinding geleerd heeft dat men te doen heeft met iemand die zich niet ontziet om

willens en wetens tegen de voorschriften van het Polderreglement uitgravingen te doen en gaten te maken. Dat hij door deze handelingen den Dijkstoel niet alleen in onaangenaamheden gewikkeld, maar daarenboven ook veel moeite en last veroorzaakt

heeft.' Er zit weinig schot in de zaak. Van H eukelum heeft net zolang afgegraven totdat het onverwacht hoge water in juli 1882 hem het verder afgraven onmogelijk maakte. Ook binnen het college van B en W van Druten is onenigheid ontstaan. De beide wethouders met belangen in de gronden hebben tegen de vergunning gestemd, maar de burgemeester is op de hand van Van Heukelum. Hij verbiedt zelfs de Rijksveldwachter, die opgestookt door het Polderbestuur om Van Heukelum te bekeuren, om zich met deze zaak te bemoeien, omdat dit een civiele zaak betreft. Helaas blijkt uit de beschikbare archiefstukken niet hoe de zaak is afgelopen. Het laatste bericht is van 23 maart 1883 van de Dijkstoel, waarin wordt vermeld, dat Van Heukelum rustig voortging met het aftichelen van 33


zijn land. En gelet op de relaties van Van Heukelum heeft niemand het hem kunnen beletten. In 1881 werkten bij hem 16 mannen en 11 jongens aan twee vormtafels en was de produktie 600.000 handgevormde stenen. In 1886 heeft het aantal werknemers op zijn fabriek zich uitgebreid met een vijftal meisjes. Voor 1891 moet hij echter toch uitgeticheld zijn in Druten, want in dat jaar komt hij niet meer voor in de lange rij van steenfabrikan-

ten in de gemeente Druten. De steenoven van het RK kerkbestuur te Druten (1875) De middeleeuwse gewoonte om een steenoven op te richten voor de bouw van een nieuwe kerk vindt nog een vervolg in de 19de eeuw. In Gelderland is op verschillende

plaatsen een steenoven geĂŤxploiteerd door een kerkbestuur en soms met het uitsluitende doel om een kerk te bouwen. Dit was ook in Druten het geval. Daar was de RK kerk van de parochie van de H. Ewaldus danig in verval en bovendien door de groei van de parochie ook te klein geworden. In 1874 benoemde Mgr. Zwijsen een bouwpastoor voor Druten, namelijk J. Crouwers. Hij pakte de zaken energiek aan en nci ingewonnen advies vroeg hij aan de kerkelijke autoriteiten orn 'in het belang en 't voordeel der kerk' een eigen steenoven te mogen bouwen. Deze toestemming werd verleend en een bouwcommissie gevormd. Hierin zaten naast de pastoor o.a. ook de pannenbakker/. van den Hoffen de heren/l. CJ. Dericks en N. A. Geldens. J. van den Hoff, logementhouder en grondeigenaar had al in 1872 een concessie gekregen voor eenpanoven te Afferden aan de Koningsstraat, waar tot 1916 pannen zijn gebakken. En de beide heren Dericks en Geldens kochten later de kerkelijke steenfabriek op om er zelf verder mee te gaan. De steenoven zou gebouwd worden op het binnendijks gelegen 'Kerkeland' aan de Oostersteeg te Druten. De in de nabijheid wonende tabaksplanters Van Someren en Schipperein hadden geen bezwaren en ook de gemeenteraad verleende alle medewerking. Men bouwde er drie veldovens en in juli 1875 34

werd de eerste vlam er in gestoken. Totaal waren er 2.000.000 stenen nodig voor de bouw van een kerk met toren en tevens een pastorie. Er werkten bij de pastoor 32 mensen aan twee tafels. Opmerkelijk is het, dat er grotere en zwaardere stenen werden vervaardigd dan gebruikelijk was op andere ovens. Hierover werd door de arbeiders geklaagd, omdat het loon per stuk werd berekend. Steenovenbaas Mercus moest de belangen van de arbeiders bij de bouwcommissie behartigen, maar kreeg te horen, dat de 'goede' werkgasten volgend jaar mochten terugkomen op dezelfde voorwaarden. Het is begrijpelijk, dat men wanneer men in de buurt meer kon krijgen, de kerk en de pastoor de rug toekeerde. En dat deed steenvormer Coenders, die op de steenoven van Stolk 40 gulden meer kon verdienen per jaar. Nu zat het kerkbestuur voor het offerblok en kreeg opdracht om desnoods met enige geldelijke opoffering de vormer terug te halen, want die kon men niet missen. Dit lukte door op het gemoed van Coenders te werken en hem hetzelfde te bieden als bij Stolk. Bovendien kreeg hij de kerkelijke zegen en een aflaat misschien. Toen in 1877, toen het karwei geklaard was, Steenovenbaas Mercus vertrok, gaf pastoor Crouwel hem een fooi van Ć’ 25,- voor bewezen diensten en daarbij tekende hij aan, dat Mercus slechts een karig loon had ontvangen. Hoewel de fabricage van stenen in eerste instantie bedoeld was voor de bouw van de nieuwe kerk, werd er door de bouwcommissie ook handel gedreven met particuliere aannemers. Dit liep iets uit de hand en daarna werden beperkende bepalingen getroffen o.a. dat na sortering alleen de 'bleke' stenen nog aan particulieren verkocht moch-

ten worden. Nadat de bouw van kerk en pastorie voorzien was van voldoende stenen besloot het kerkbestuur de oven af te stoten. Dericks en Geldens, die intussen enige ervaring hadde opgedaan, kochten de hele handel voor een zacht prijsje op en zetten het bedrijf voort onder de firmanaam 'Dericks en Geldens'. Tot 1977 hebben beide families de steenfabriek geĂŤxploiteerd.


Ik wil nu even stoppen met de Drutense

Ambrosius Wouter in de stenen. Hij was

steen- en pannenbakkers, want daarover kan men alleen al een boek vullen. Want er waren

oorspronkelijk bakker van beroep en kende het vak dus een beetje. Hij was getrouwd met

er velen; ik noem bijvoorbeeld Vermeulen en Bloem te Deest, J. Pelgrim Vogelenzang uit B rakel te Deest. Van Kuyk en Engelenburg te Deest, LA. Geldens te Druten, A. W. Burgers te Deest, alsmede/. Schrijnders en dan nogA H. Duys te Druten.

zijn nichtAdrienne Ambrosius, dochtervan

molenaar Jean Ambrosius en Hentje Kake-

HEEREWAARDEN

been. Een zuster van haar, Neeltje, was gehuwd met Arie Groenendaal. En met deze Arie gaat Wouter in zee, of liever in de Maas. Zij bouwden bij de Voorn een steenoven. Trouwens een zoon van Arie Groenendaal en Neeltje Ambrosius, Johan Hendrik Groenen-

In deze gemeente is de steenfabricage in de

daal, werd ook steenfabrikant en huwde, U

19de eeuw onlosmakelijk verbonden met de familie Ambrosius en de aangetrouwde families Groenedaal, Peereboom en Le Roy. Deze familieverstrengeling is typerend voor de 19de eeuwse Gelderse baksteenindustrie en de situatie in Heerewaarden is wel een schoolvoorbeeld.

raadt het al, met zijn nichtje Anna Maria, de dochter van steenfabrikant Wouter Ambrosius en Adrienne Ambrosius. En om U nu helemaal tureluurs te maken: De enige zoon van Jean Ambrosius, de molenaar, werd ook steenfabrikant. Dat was Willern. Diens dochter Anna Maria huwde met de uit Brabant komende steenfabrikant Jan Peereboom en uit deze boom vielen weer vier nieuwe steenfabrikanten. In 1871 hebben 'Ambrosius en Compagnons', want zo hebben ze zich maar in het Handelsregister laten inschrijven op hun steenovens

De steenfabrieken van Ambrosius In 1837 vroeg de landbouwer Arnold Ambrosius vergunning om een steenoven te mogen oprichten aan de Waal even boven de Heerewaardense molen. Sinds hij assessor (wethouder) was van de gemeente noemde hij zich ook wel Arnaud. Kennelijk was hij toch wel van Franse afkomst, want zijn broer of neef de korenmolenaar heette Jean Ambrosius. De aanvraag van Arnaud werd door de gemeenteraad gunstig ontvangen en men vond de oprichting van een dergelijke fabriek 'voordelig voor de talrijke arbeidersklasse in deze gemeente en dus als een weldaad te beschouwen.' Enkele jaren later (1841) kwam er weer een verzoek binnen van ene Ambrosius om een steenoven op te mogen richten. Ditmaal was het zijn zoon Willem. Deze was eigenlijk koopman van beroep en gehuwd met Huberta Duysen. Zijn dochter J ohanna trouwde met/./. Le Roy, predikant te Heerewaarden. Trouwens, deze familie leefde niet van brood alleen en bakte ook stenen, samen met een ander familielid van Ambrosius, namelijk Peereboom. Maar daarover later. In 1855 werkten er bij vader en zoon Ambrosius 90 arbeiders, die tussen ƒ 1,20 en ƒ 4,80 per week verdienden. In 1858 gaat de tweede zoon van Arnaud

aan Waal en Maas maar liefst 256 arbeiders aan het werk, te weten 126 mannen, 34 vrouwen, 68 jongens en 28 meisjes. Zij verdienden daglonen tussen ƒ 0,30 en ƒ 1,30

per dag. In datzelfde jaar wordt er over Heerewaar-

den geschreven als een dorp, dat zeer welvarend is, want het heeft zelfs lantaarns. De 968 inwoners zijn ijverige mensen, zindelijk, zeer zuinig, maar zij drinken jaarlijks voor de enorme som van f 10.000,- sterke drank, waarvan het Rijk/4200,- aan belasting krijgt. Als verklaring wordt gegeven, dat er in de omtrek van Rossum (let wel niet van Heerewaarden) vier steenovens zijn, die zeer veel afleveren en waarvan de arbeiders juist zulke

grote jeneverdrinkers zijn. In 1871 gaat ook de aangetrouwde familie het fortuin zoeken in de steenfabricage. Dan wordt opgericht de firma 'Peereboom, Le Roy en Cie'. De deelhebbers zijn: 1. J J. Le Roy, predikant te Heerewaarden (gehuwd met J. Ambrosius) 2. A.J. Peereboom, fabrikant te Deurne (gehuwd met A.M. Ambrosius) 3. C.M. Kosters, fabrikant te Heerewaarden

35


en voorts nog drie mensen uit Gorcum. Vijfjaar later zijn er in Heerewaarden nog vier steenfabrieken in bedrijf:

boom. In de latere jaren verschijnt hier echter ook De Vries.

Vlak bij Bato's Erf lag de steenfabriek De Kop van Peereboom. De oude Peereboom stierf in 1918 en zijn vier zonen gingen verder. Bij de fabriek behoorden toen de landerijen zijn, te weten 72 mannen, 18 vrouwen, 25 Ganzenkamp, de Voorste en Achterste Nek, jongens en 20 meisjes. En tenslotte nog de De Hel onder Dreumel, Koningsnek en De oven van Groenendaal & Ambrosius met 50 Nek. Typische namen om een perceel aan te man. Totaal werkten er bij de familie 270 duiden en veel bloemrijker dan een kadastraal nummer. Willem en Ferdinand Peearbeiders, waarvan 90 kinderen. In 1881 gaat Wouter Ambrosius zijn boedel reboom dreven die fabriek. Later is geloof ik verdelen om zijn kinderen hun moeders Smits hier gekomen. erfdeel te kunnen geven. Zelf kreeg hij de In mei 1978 ben ik nog eens gaan kijken. Aan helft van de boedel, dat was bijna/ 117.000,-. de Waaloever herinneren nog plaatsen aan Omdat zijn vrouw ook privé wat weilanden de vroegere steenfabricage. Vanaf de banbezat, hadden de kinderen ruim ƒ 121.000,- dijk voert een eigen weg van Rijkswaterstaat te verdelen. Bij die boedel behoorden ook de de uiterwaarden in en het eerste dat we twee steenfabrieken: De Hogewaard, die tegenkomen, is een typisch rijtje steenfaƒ 30.000,- waard was en De Voorne, die brieksarbeiderswoningen. En opvallend is op ƒ 17.000,- was geschat. De Hogewaard ook dat dit buurtje dan 'de Oude Oven' heet. ging over in handen van de broers Arnold en Wat verderop langs de Waal ligt dan De Kop, Jan Marinus. Samen richtten zij toen een vlak bij Bato's Erf. Daar staat een boerenfirma op met het doel de fabricage en handel schuur, die met de achterzijde tegen een in stenen, maar ook een meel- en graanhan- veldovenmuur is gebouwd. In de zuidzijde van del, alsmede een broodbakkerij. die muur is nog een stookopening (vuurDe steenfabriek De Voorne werd toebedeeld mond) te zien. De huizen daar in de buurt aan schoonzoon J.H. Groenendaal. waren alle verlaten, evenals het 'Herenhuis De ovens in Heerewaarden wisselden binnen annex kantoor'. Ook verderop stonden nog wat de familie nog wel eens van eigenaar. Zo is de verlaten arbeiderswoninkjes. Hogewaard aan de familie Groenendaal ge- Bato's Erf was toen nog aan het draaien, maar komen, die tot de eerste wereldoorlog de ook daar heeft de sanering toegeslagen. En ovens hebben geëxploiteerd. Omstreeks die nu ik het toch over Bato's Erf heb, lijkt het mij tijd verschijnt een nieuwe familie in Heere- geschikt om Heerewaarden te verlaten en waarden, namelijk De Vries uit Rossum, te eens te kijken, welke steenfabrieken er in weten Willem Marinus de Vries, aannemer te Dreumel zijn geweest. Rossum, Gosewinus van Thiel de Vries, aannemer te Den Haag, maar op dat moment in DREUMEL Semarang (Java) en de Rossumse fabrikant In Dreumel is volgens mijn weten maar op Arnold de Vries. één plaats een steenfabriek geweest en dat is Over de familie De Vries in de baksteenop Bato's Erf op de Kop van de Voorne. Naar industrie is ook heel wat te vertellen. Zoals Bato, een legendarisch aanvoerder der Bataven, was dit landgoed genoemd, dat eigenAmbrosius het voorbeeld is van de combinatie landbouwer-steenbakker, zo zijn de dom was van Wilhelmus Hermanus Post, landVriezen dat voor de combinatie aannemer- eigenaar en rentenier te Tiel. Hij exploiteersteenfabrikant. Deze twee combinatie of de daar al sinds 1825 een 'zoutkeet', een soms wel samengevoegd tot één vinden we fabriekje om zout te maken. In 1840 vroeg hij veel terug bij de 19de eeuwse steenbakkeeen concessie om op zijn landgoed te Dreurijen. mei een steenoven te mogen oprichten en De Voorne schijnt in handen gekomen te zijn wel tussen het Voornse Gat en Bato's Erf. van Kosters, een van de firmanten van PeereHet gemeentebestuur van Dreumel juicht dit Twee van Wouter Ambrosius, waar 83 arbeiders werken; de oven van Peereboom en es., waar maar liefst 135 arbeiders werkzaam

36


X

besluit toe: '. . . dat er alhier hoegenaamd geen bezwaren tegen het oprichten van een steenoven op het landgoed Bato's Erf bestaan en het ons in het belang van het algemeen niet onwaarschijnlijk voorkomt, dewijl daardoor menig arbeider werk kan verkrijgen. ' In de jaren 1850 tot 1870 werken er gemiddeld 50 arbeiders. Zij werden met een stukloon per 1000 stenen betaald. Dit gaf gemiddelde daglonen voor de volwassenen van 90 cent tot een daalder (ƒ 1,50) en voor de vrouwen en kinderen 30 tot 60 cent per dag. In 1855 werd de steenoven benut als schuilplaats tijdens de grote overstromingen, die toen plaats vonden. Een gedeelte van de oven stortte toen in. Maar dat is een heel ander verhaal. Na de dood van de oude Post werd de oven eerst nog gedreven door zijn zoon P. Post, daarna door diens weduwe en toen weer haar zoon W.H. Postjr. We zijn dan al tegen het einde van de 19de eeuw. In 1901 verschijnt er een naamloze vennootschap. Het is de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Waalsteenfabrieken. Ze gebruiken een stoommachine van 20 PK en dat is niet weinig. Wanneer we zoeken, wie er achter deze N.V', steken, dan vinden we A Smits en A. Sigmund te 's-Hertogenbosch. Zij bouwden daar ook de eerste ringoven. In 1920 gaat op Bato's Erf bij Smits en

Sigmund maar liefst 2 miljoen ongebakken stenen verloren als gevolg van hoog water en daarop gevolgde overstromingen. Nog weer later vinden we de heren R. en L. Terwindt in de fabriek. Hun kantoor hebben ze aan de Bijleveldsingel te Nijmegen. Maar Bato's Erf aan de Overlaatweg is weg.

WAM E L In Wamel zijn het A. Schadéé uit die plaats en J.H. Steens Zijnen uit Groesbeek, die in 1862 een steenoven mogen bouwen en een jaar later zijn er al twee stuks, waar 120 man werken, maar het gemeenteverslag weet niets anders te vermelden, dat er niets te vermelden valt. In 1876 gaan de firmanten uit elkaar en nemen elk een oven mee. Dat waren toen nog steeds Steens Zijnen, maar voor Schadéé was J. dejongh gekomen. Hij exploiteerde de oven bij het veer. Voor 1881 gaat Dejongh een cornpagnonschapaanmetVandePol. Ook al een familie, die haar sporen heeft verdiend in de Gelderse baksteenindustrie. Omstreeks 1896 is ook de oven van Steens Zijnen in handen gekomen van S. G. van de Pol uit Maurik. Kort daarop worden beide steenfabrieken verenigd onder de naam 'Gebroeders Van de Pol en Co' en zij hebben tot in onze tijd gebakken.

37


C.PJ. van Kouwen

Amerikanen en Engelsen tussen Maas en Waal In de tweede helft van september 1984 is het veertig jaar geleden, dat het Land van Maas en Waal werd bevrijd. Nu waren er tussen Maas en Waal nooit veel Duitse troepen geweest. Het gebied werd door hen vanuit Nijmegen en Tiel gecontroleerd. Alleen bruggen en veerponten werden de laatste weken voor de bevrijding door Duitse militairen bewaakt.1 Toen op de middag van zondag 17 september 1944 de grote geallieerde operatie 'Market Garden' begon met luchtlandingen bij Arnhem, Groesbeek en Overasselt, trokken deze bewakingstroepen zich terug noordelijk van de Waal. Daarvoor hadden zij eerst de veerponten langs de Maas met behulp van springladingen tot zinken gebracht. Ook de spoorbrug bij Niftrik ging de lucht in. De veerponten over de Waal bij Wamel en Druten bleven in Duitse handen en werden aan de noordelijke oever vastgelegd. Maar wie waren nu de eerste geallieerde militairen, die zich tussen Maas en Waal lieten zien, en hoe waren hun ervaringen? Een interessante vraag na veertig jaar. Op zondag l 7 september landde bij Overasselt het 504e parachutisten infanterie regiment van de 82e Amerikaanse luchtlandings divisie. Hun opdracht was om zo snel mogelijk de grote verkeersbrug bij Grave en enkele bruggen over het Maas en Waal kanaal te veroveren op de Duitsers. Deze opdracht werd met succes uitgevoerd. Op maandag 18 september werden enkele patrouilles in westelijke richting gezonden om te onderzoeken of uit die richting mogelijk Duitse tegenacties waren te verwachten. In het 'After action report ops. Market 82nd Airb. div.' staat hierover de volgende aantekening: '18 september 1944 - Het 3e bataljon van het 504e parachutisten infanterie regiment verkende de omgeving, stelde wegversperringen op bij Alvema en zond sterke patrouilles naar Bergharen, Niftrik, Hemen, Winssen en Ewijk.' In deze opsomming ontbreken de plaatsen Wijchen, Deest en Beuningen, maar het is algemeen bekend, dat ze die dag daar ook zijn geweest. Duitsers kwamen ze hierbij niet tegen, wel een enthousiaste bevolking, die hen als helden verwelkomde! Meer bijzonderheden hierover lezen we in

het dagboek van de Amerikaanse parachutist sergt. E.S. Oldfather, die ingedeeld was bij

het 3e bataljon.

38

'18 september. - Ik ben even gaan zitten en wacht op Howard die contact heeft opgenomen met luitenant Seybe. Vliegtuigen kwamen over en dropten ons materiaal. Het is een aardig gezicht al die gekleurde parachutes te zien neerkomen. De burgers hier nemen de parachutes achter op hun fietsen mee naar huis. Ik denk dat ze die gebruiken om kleding van te maken. De burgerbevolking is erg vriendelijk, ze volgen je overal, verschillende spreken engels, speciaal de jongeren onder hen. Howard, komt terug en zegt, dat wij Wijchen kunnen binnentrekken. We zijn zeker welkom daar. Eerst maken P. D. Zarn en ik een willekeurige patrouille langs onze voorposten, vier patrouilles bij elkaar. Van burgers krijgen wc onderweg melk aangeboden. We maken een slaapplaats midden in het dorp (Wijchen??), burgers brengen ons dekens, even later komt er nog koffie en brood met kaas. Daarna gaan we rusten.

19 september. - Om 5.00 uur op patrouille. We stoppen bij een huis voor brood met ham en koffie. Tegen S. 00 uur wasten we ons bij een pomp achter een huis. Men vroeg ons om binnen te komen voor koffie en boterhammen. De tafel was keurig gedekt. De kapitein kwam langs en maakte zich nogal kwaad! Hij zei, dat we hier waren om oorlog te voeren en niet om te picknicken! Brakken en ik werden naar een andere plaats


Ineens hing de lucht vol opbollendeparachutes. Eerst tientallen, Toen honderden. Duizenden. Een hemel vol feestelijke luchtballons, waaraan de bevrijding naar beneden daalde. Ook op en rond de Boskant daalden honderden parachutisten van de 82ste Airborne Divisie. Met dank aan de heer P. van Haren te Cuijk voor de foto's. Ook gliders kwamen neer bij de Boskant in Wijchen. Een eerste ontmoeting met de bevrijders.

39


Op het bordes van het gemeentehuis van Overasselt begroet de dorpspastoor de commandant van het 504de. Het gemeentehuis was tijdelijk hoofdkwartier, 17 september 1944.

De eerste Duitse krijgsgevangenen in Overasselt; 17 september 1944.

40


Inwoners van Overasselt helpen de bevrijders met het versjouwen van de zogeheten K-rantsoenen.

De intocht in Overasselt op 19 of 20 september 1944.

41


8RIII/H XMH HRITW CORP/

Gtn. /IR BRifln HORROCK/

รถe aansluiting van het Britse XXXste legerkorps met het Amerikaanse 504de regiment parachutisten van de infanterie op 19 september 1944.

42


gestuurd samen met Owen, Hatcher, Kramer en Estenson. Honey en luitenant Drew komen weer terug. Luitenant Drew is nu onze nieuwe peletonscommandant. Een Nederlander in een amerikaanse spring overall stopte bij ons en vroeg naar

een officier.2

Wij brachten hem bij luitenant

Drew. Hij had een paar van ons nodig om

N.S.B.ers op te halen. Brakken en ik, sergt. Honey en nog drie man van het l e peloton gingen met hem mee. We werden gereden in een Terraplane3 met de burgemeester van Overasselt aan het stuur. De nederlandse parachutist reed op een motorrijwiel, dat hij had afgenomen van een of andere N. S. B. er. De persoon, die we moesten ophalen, was een door de Duitsers aangestelde burgemeester. Hij zat nog aan tafel, toen uie bij hem binnen stapten. Het was een oude man.4 Er werden papieren gevonden, waaruit bleek, dat hij lid was van de N. S. B. Zijn jonge dochter huilde, toen we hem mee namen. De plaatselijke bevolking stak de nederlandse vlag uit en zong hun nationale volkslied. Het was een aangrijpend gebeuren. We gingen verder naar andere dorpen en pikten daar nog meer N.S.B.ers op, 7 of 8 bij elkaar. We zetten hen in een oude brandweerwagen, maar die ging kapot. Samen met de Terraplane werd er geduwd, maar die hield er toen ook mee op. Terwijl de Terraplane provisorisch werd gerepareerd werden wij meegenomen naar een huis en aten daar brood met zure zult, eieren, ham en melk zoveel we konden drinken. Na deze opdracht gingen we weer terug naar Wijchen, waar we ons moesten ingraven aan de. rand van een bosje. 's

Tot zover de belevenissen van sergeant E.S. Oldfather in de omgeving van Wijchen gedurende de eerste dagen van de bevrijding. Op dezelfde zondag 17 september trok vanaf de Belgisch-Nederlandse grens het XXXe Britse Legerkorps richting Arnhem. Op dinsdag 19 september om 9.30 uur ratelden de tanks en pantserwagens van de Guards Armoured Division de brug bij Grave over. Het verkenningsregiment van deze divisie, het Second Cavalry Regiment, voerde vanaf woensdag 20 september verschillende verkenningsopdrachten uit in het Rijk van Nijmegen en Maas en Waal. Het navolgende verslag geeft hiervan een beeld.

'Het XXXe Bntsche Legerkorps werd op 20 september de gehele dag door met twee enorme taken geconfronteerd, l. De verkeersbrug bij Nijmegen ongeschonden te veroveren of anders op een andere plaats door middel van een stormaanval het oversteken van de rivier de Waal te forceren. 2. De Ie Britsche Airborne divisie bij Arnhem zo snel mogelijk te ontzetten. Het B. Squadron moest zich tijdens patrouilles in westelijke richting speciaal bezig houden met het zoeken naar een geschikte plaats om de Waal massaal over te

steken ten westen van Nijmegen, omdat het bijna zeker was, dat de brug ieder ogenblik door de Duitsers kon worden opgeblazen. Met dit oogmerk onderzocht de Troep van Lt. Palmer de zuidelijke Waaloever naar mogelijkheden. Lt. Jonkheer Groeninx van Zoelen van het D. Squadron was met zijn Troep ook actief bezig. Omdat in BelgiĂŤ tijdens de belangrijkste fase zijn Squadron wat tegen was gehouden, had hij

toestemming gevraagd om deel te mogen nemen aan de strijd bij Nijmegen, welk de toekomst van

zijn moederland zo nauw aanging. In dit geval was zijn opdracht om te proberen via het nederlandse telefoonnet een verbinding met Arnhem tot

stand te brengen. Tot dat tijdstip was er met de Britse Airborne divisie nog geen radiocontact geweest. Het idee om via het gewone telefoonnet contact met Arnhem te krijgen was lang niet zo gek als het op het eerste gezicht wel leek. De mogelijkheid bestond, dat de Arnhemse telefooncentrale in Britse handen was of anders misschien in handen van de nederlandse ondergrondsen. Wij herinneren ons het succes van captain Balding in

Eindhoven. Het patrouillegebied werd begrensd door de Waal en de Maas tot waar deze twee rivieren elkaar bijna raken bij het dorp Heesselt (bij Rossum). Het is een gebied met een eigen sfeer, wat Groeninx van Zoelen zorgvuldig noteerde. Het landschap is hier geweldig mooi. Ook het kasteel van Wijchen is prachtig gerestaureerd. Het is heel vlak en de wegen zijn door hoge populieren

omlijnd, allemaal scheefgegroeid door de westenwind en her en der een groep bomen, die een oud kasteel verbergen. Vaak alleen maar een ruĂŻne of anders in handen van de overheid. Na eenflink stuk in westelijke richting opgerukt te zijn zonder iets bijzonders te zijn tegengekomen, behalve dan wat eieren, die we aangeboden

43


kregen en enkele verbijsterde Duitsers. Er werd, toen gemerkt werd, dat de Troep buiten radiobereik dreigde te komen, een stop gemaakt bij het dorp Wamel. Aan de overkant van de rivier lag het stadje Tiel. Daar lag ook een veerpont afgemeerd van het soort, dat via een handbediende eindeloze ketting werkt. Verder naar beneden op de rivier waren de Duitsers bezig in kleine groep-

kapitein proberen over te halen om bij te draaien en rustig aan wal te komen. Bovendien werd er aan gedacht, dat de schepen later misschien gebruikt zouden kunnen worden vooreen nog op te zetten veerdienst. Een betere oplossing dan dat ze op de bodem van de Waal zouden liggen. Korporaal der cavalerie Kendrickplaatste zich met twee pantserwagens in een gunstige positie aan de

jes over te steken. Een inwoner vertelde aan

rivier. Wanneer de vija nd weigerde om te stoppen,

Groeninx van Zoelen, dat het best mogelijk zou zijn de veerpont over te manoeuvreren, aangezien er zich op de oever tegenover een groot aantal bereidwillige burgers bevond. Dit nieuws veroorzaakte in het regimentshoofdkwartier grote opschudding. Door kolonel Abel Smith werd de mogelijkheid overwogen om het gehele Squadron van majoor Wignall over te laten steken naar de noordelijke oever. Eenmaal daar zouden de pantserwagens gesteund door de infanterie van onze reserve Troep een bruggehoofd kunnen vestigen en consolideren in afwachting van versterkingen. Ook zouden de Duitsers kun krachten moeten verdelen. Het vooruitzicht van het opvoeren van een mini D. day met behulp van een enkele veerpont van onbekende ouderdom was een gegeven, dat in ieder geval zorgvuldig onderzocht diende te worden. Uiteindelijk werd het plan door generaal Adair verworpen. Misschien was het maar goed, dat de veerpont weigerde los te komen van de modderige rivierbodem. De patrouille reed vervolgens terug naar Leeuwen om een observatiepunt

dan zouden de sleepboot en de aken tot zinken worden gebracht. De man aan het roer van de sleepboot werd vervolgens door Lt. Palmer onvoorwaardelijk gecommandeerd te stoppen. Maar hij hoorde het niet of werd onder bedreiging

te zoeken.

Lt. Groeninx van Zoelen, wiens boodschap al door een centrale was verstuurd voordat die werd afgesneden, probeerde nogmaals Arnhem op te roepen. Intussen gebeurde er iets heel merkwaardigs. De bemanning van de verkenningswagen, die op de uitkijk stond, was zeer verbaasd, toen ze in de verte een sleepboot met daar achter drie aken met een snelheid van vier d vijf knopen zagen naderen. Boven aan de top van de mast pronkte

een hakenkruisvlag! Het geheel voer stroomopwaarts richting Nijmegen, vermoedelijk onwetend van de situatie daar. Snel vlogen radioboodschappen heen en weer. Nederlands of Duits, de sleep mocht in geen geval verder varen! De noordelijke oever was nog steeds in handen van de vijand en er waren tot nog toe, behalve dan de pantserwagens van ons regiment, geen Britse troepen ten westen van Nijmegen. Gezien het belang van de schepen en de opvarenden zou Lt. Palmer de

44

van een pistool gedwongen het bevel te negeren en

door te varen. Richtens op de waterlijn openden de beide twee-pounder kanonnen het vuur, terwijl de mitrailleurs de dekken beschoten. Het was van het begin af al een eenzijdig gebeuren. De pantsergranaten drongen door de huid van de sleepboot en onheilspellende geluiden klonken binnen in het schip. Stoom begon door de gaten in het dek te

sissen. Met wanhopig geloei van zijn sirene probeerde de sleepboot met wild draaiende schroef te keren. De aken, in volle vaart en zwaar

geladen, konden zich onmogelijk aanpassen en waren binnen de kortste keren in hun sleepkabels verwikkeld. Binnen korte tijd en onder toejuichingen van een groot aantal Nederlandse toeschouwers zonk de sleepboot, terwijl de aken, doorzeefd met gaten op de modderige oever vastliepen. Dat het vreemd kan lopen in een oorlogssituatie bleek uit het feit, dat een halve mijl oostelijk van genoemd gebeuren twee van onze officieren grote trossen druiven zaten te eten, terwijl ze wachtten op telefonische verbinding met Arnhem. De boodschap van de Troep 'Wij vallen aan!'

gevolgd door een kort en bondig bericht over het verloop van het treffen, bevatte alle traditionele jargon, die bij de Marine gebruikelijk is. Het Hoofdkwartier van de Guards Armoured

Division, die de humor van het geheel wel aanvoelde, antwoordde: 'Gefelicitieerd met de geweldige zeeslag - splice the mainbrace!' (D. w. z.

trek maar een vat rum open). Het duurde niet lang, dat de Daimlerfabriek van het geval lucht kreeg en een kleurrijke uitgave van het gebeuren

werd geproduceerd voor reclame, compleet met tenondergaande schepen, ontploffingen, spuitende mitrailleurs en vliegende vaantjes. Met op de


achtergrond van dit alles de brug bij Nijmegen en daar boven de triomfantelijke inscriptie: 'Er is vastgesteld, dat de pantserwagens DAIMLERS waren!' Getuige zijnde vanaf de andere oever van het tot zinken brengen van hun schepen, besloten de Duitsers om na zonsondergang een gevechtspatrouille over te sturen. Enkele kilometers

stroomafwaarts (bij Wamel) staken zij met. de veerpont over en namen zelfs een stuk anti-tank

geschut mee. Een hevige, korte aktie werd uitgevochten tussen hen en de Troep vlak bij Wamel. Dit resulteerde in een haastige aftocht van de Duitsers in westelijke richting. Hun doden moesten zij achterlaten.6 Hiermee was onze taak voor deze dag volbracht en de Troep ging terug naar het Squadron hoofdkwartier, dicht bij de brug bij Grave.' Tot slot de bevrijding van Batenburg. Sfeervol opgetekend door pastoor Th. van den Heuvel.

'Zowel voor als tijdens en na de H. Hoogmis kwamen zwermen vliegtuigen over onze kerk op zondag l 7 september 1944 en dat bleef aanhouden tot 4 uur. Men zag zweefvliegtuigen en men dacht boven Balgoy grote paraplu's te zien dalen. Het waren witte parachutes met munitie en gele en oranje met soldaten. Men giste, dat om Nijmegen en Grave grootse dingen gebeurden. Circa 2 uur stak de Duitse wacht de houten keet in brand, tien minuten gaans aan deze zijde van de spoorbrug (bij Niftrik). Ze brandde lang f el en zwart, zodat wij niet aan een ongeluk maar aan opzet dachten. In het Lof waren amper 30 mensen. De jonge Duitse patrouille, 10 of 12 jongens, waarvan een feestelijk zijn 18e verjaardag gevierd had en sinds 10 september onze veerpont bewaakte en deels bij Koch (veerhuis) deel bij Van de Brink ingekwartierd waren, zagen in de verte de dapperheid van hun oudere kameraden. Ze hoorden om 20.15 uur de pont in Ravenstein springen, om 21.10 uur de spoorbrug en kweten zich plichtsgetrouw van hun taak om 21.30 uur de veerpont alhier onbruikbaar te maken. Een fikse klap en heel het bovenste der pont metste het water in. De kereltjes namen hun bagage en verdwenen in de richting Appeltern. Maandag 18 september vertelde de radio, die ik nu uit zijn schuilplaats, de stal van Bettelhem in de bij-

sacristie durfde te halen, dat Dwight Eisenhower, opperbevelhebber van het geallieerde expeditieleger en generaal Montgomery, Brits bevelhebber van het westelijk leger en generaal Dempsey, plaatselijk commandant, een groot aantal valschermtroepen hadden neergelaten tot Lek en Rijn, ook zweefvliegtuigen vol pantserwagens en kanonnen. Zodat wij ons werkelijk vrij voelden!

Dinsdag 19 september liet burgemeester Zweers ons de ontnomen radiotoestellen terug halen in de bewaarschool, terwijl officieel en plechtig de 16 ondergedoken joden vrij verklaard werden. De school werd niet gedaan, want de kinderen

zouden toch niet stil zijn en opletten bij al dat rumoer van vliegtuigen, die alsmaar levensmiddelen, munitie en lectuur uitwierpen. De fietsende bevolking, die de terugtocht der Duitsers bij Alverna l O dagen geleden had gadegeslagen, toen het gerucht verspreid was, dat Breda bevrijd zou zijn en dat de Duitsers in allerijl het vliegveld Gilze Rijen ontruimd hadden. De fietsende bevolking ging nu bij Overasselt de intocht der Amerikanen en Engelsen bekijken. Men bracht sigaretten en chocolade mee terug en voor de Tommy 's nam men appels mee, waar ze erg blij mee waren. Woensdag 20 september 's morgens om 10 uur deden de eerste Engelse wagens hun intocht in ons dorp. Het waren onogelijke vehikels, jeeps geheten, maar ook tanks met radio-ontvangst en uitzendinstallaties, die bij het huis van dominee Koper stilhielden, alsmaar telefonerende met hun commandant, als herkenningswoord Edinburg afroepende, totdat zij gehoor kregen. Ze kwamen van Nijmegen, waren langs de Waal gereden tot

Deest ofDruten en bereikten ons over Horssen. Ze vroegen: 'Are there Germans?' En op ons: 'No', vonden ze tijd om tassen warme koffie en boterhammen met ham aan te pakken. De commandant ging zelfs op ziekenbezoek bij de koster van de Hervormde Kerk, Van den Bovenkamp, die bedlegerig was en zozeer verlangde een Engelse soldaat te zien. Met druiven en appelen in de wagen en oranje bloemen op de motorkap vertrok de patrouille weer naar hun bivak in Wijchen. Het waren jongens uit Birmingham, die er wel bestoft en ont uitzagen, maar ons zeer welkom waren! Geregeld kwamen 's morgens en 's avonds enkele wagentjes door het dorp. Zouden ze op verkenning zijn? N. S. B. ers ophalen, die ze haatten als

45


quislings, of zouden ze mijnen gaan leggen? Op de Engelse wagens, die in ons dorp stopten, was met krijt geschreven: 'Oss vrij, Vegchel vrij, Overasselt vrij, Zeeland vrij.' Zo stelden diegenen zich gerust, die elders kennissen of familie hadden. De BBC in Londen was ons een heerlijke gids en steun, doch spoedig verscheen op golflengte 420 meter Radio Herrijzend Nederland, een zender uit Eindhoven. De laatste Duitsers, die wij gezien hebben, hadden zich verstopt op de uiterwaarden bij Demen en 's maandags 18 september om 11.00 uur overgeroeid werden. Misschien waren ze uit de verte aangezien voor Engelse parachutisten! Ze moesten 'nach Druten' en daar het veer over. In de nacht van maandag op dinsdag vielen fietsende Duitsers, een twintigtal, die uit de omgeving van Wijchen kwamen, onze mensen op Laak lastig om een fiets. Maar hun angst was groter dan hun moed. De roekeloze tocht der Engelse vliegers op donderdag 21 september. Veel troepenvliegtuigen, Sterlings, en geen beschermende jagers, bekwam hen in onze omgeving duur! EĂŠn Duits jagertje schoot drie zware vliegtuigen neer, waarvan er een met vier motoren in de Maas viel bij het huis van A. van der Wielen, Dijk 10. Wel redde een kermisexploitant drie jongemannen, doch de andere inzittenden verdronken jammerlijk. Zoals de 21jarige G.F. Conry-Candler, die wij in de kerk en op het kerkhof de laatste eer mochten bewijzen. '8

7. De heer Hertog de Gelder, acrobaat, afkomstig uit Tilburg. 8. Het betreft hier een z.g. Short Sterling Mk IV van het 190e Squadron van de R.A.F., basis Fairford, Engeland. Bemanning: A. Anderson, omgekomen, G.F. Conry-Candler, omgekomen, G.E.

Orange, gered, A.D. Adamson, omgekomen, W.G.

Tolley, omgekomen, A.J. Smith, gered,

A.C.P. Belamy, omgekomen, R.A.S.C. personeel: A. Abbott, gered maar later aan zijn verwondingen

overleden. L.E. Bloomfield, omgekomen.

Literatuurlijst: 1. Dagboek van sgt. E.S. Oldfather, 82nd Airborne 504th Parachute Infantry. 2. Als sterren van de hemel, Norbert A. de Groot. Unieboek B.V. Bussum, 1977. 3. The Household Cavalry at War, The Second Household Cavalry Regt. by Roden-Orde, 1953. 4. Aantekeningen van pastoor Th. van den Heuvel. Parochie-archief R.K. kerk Batenburg. Inventaris no. 4344.

Noten: l. Voor het merendeel vrij jeugdige Duitse soldaten ( 1 7 - 1 8 jaar), waarschijnlijk behorende tot het 365e opleidings- en aanvullingsbataljon uit Nijmegen onder bevel van een oudere onderofficier. 2. De Nederlander in Amerikaanse spring overall was de vierentwintigjarige korporaal Valentijn Kokhuis. Hij was toegevoegd aan het 504e regiment om als verbindingsman op te treden. 3. Een auto van het merk Hudson. 4. De 73-jarige Hendrik Vooijs, burgemeester van

Bergharen. 5. De gearresteerden werden door Valentijn Kokhuis overgedragen aan een politiefunctionaris in Wijchen, die ze vervolgens opsloot in de kelder van

het kasteel. 6. Ondanks dat zagen de Duitsers kans 14 onschuldige mensen uit Wamel op te pakken en met de veerpont naar Tiel te brengen, waar ze nog dezelf-

de avond werden gefusilleerd.

46

Op het omslag: Bijgebouwen van de oude abdij in de 18de eeuw; gravure van Corn. Pronk.


MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Detail kaart van Maas en Waal uit 1798

T WEESTROMEN LAND 31 .VIII.1985 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 45


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en on-

G.A.A. Rooijakkers, Overasselt A. Smits-Koks, Weurt Drs. C. Visser, Druten.

der ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Administrateur P.G. Leussink, Beuningen

Lidmaatschap

Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan J. van Gelder, Uilengat 4,6617 AG Bergharen. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen, diavoorstellingen en andere evenementen en tevens

korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks.

Contributie De contributie voor 1985 bedraagt f25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,- enz. te voldoen door storting op postgiro 2622012

ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.

Losse nummers tijdschrift Nrs. 19 t/m 45 voorradig. Per stuk f 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.

Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december).

Inhoud

Secretariaat

Genechtstraat 11,6651 EC Druten; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08870-2847.

3 J J. de Jong van den Brand, Het een en an-

Ere-leden

6

H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969

J.P.M. van Os, benoemd 23 april 1980

16

Bestuur J .P. van Wezel, vz., Alphen W.P. van der Bent, secr., Druten Mej. W.A. van Buren, penn., Bergharen J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten W.H.Frentz,Wamel J.A. Jansen, Wijchen Ir. A. Kamerman, Wijchen

T. de Kock-Willems, Ben.-Leeuwen Mej. F J. van Oijen, Druten

18

23 23 26 27 38

der over een nauwe relatie tussen Alphen in Maas en Waal en Teeffelen in het voormalige Graafschap 'Land van Megen' Ton Tielen, Een trouwerij in Hemen vereeuwigd in 1902 G JM. Derks, Franciscus van Haren (17361813), Een schutterskoning en iets over zijn familie L.W. Loeffen, Bruidsfoto De Bruijn-Klaassen Reactie op 'Het Spieker' J. Dekkers en M. Berge voet, Terwijl dat nu Mr. W.F.M. de Zwaan, De stoomtram Nijmegen-Wamel LiteratuurSignalement M. Bergevoet, Sterfnaam Wamelse dopeling gezocht


Streekarchief Bommelerwaard

T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen, Ans Talsma-Saaijer, Ton Tielen en Jac. Trijsburg.

NUMMER 45

1985

J J. de Jong van den Brand

Het een en ander over een nauwe relatie tussen Alphen in Maas en Waal en Teeffelen in het voormalige Graafschap 'Land van Megen'. Het is nog niet zo lang geleden, dat de pastoor van Alphen van tijd tot tijd een bezoek bracht aan zijn collega in Teeffelen. Hij maakte dan gebruik van het Alphense voetveer van Janssen, meer genoemd Jan de Schoenmaker, en het gebaande voetpad over de uiterwaard 'Het Hemelrijk' onder O ij en. Het snelverkeer was toen nog niet op gang gekomen. Van de fiets werd in toenemende mate gebruik gemaakt, maar de voetganger was echter nog een algemeen voorkomend verschijnsel. Het voetveer had zijn betekenis nog niet verloren. Het valt heden ten dage nog op, dat er zo'n 300 a 400 jaar terug, tussen de twee dorpsgemeenschappen Alphen en Teeffelen, momenteel nagenoeg vreemd aan elkaar, en gelegen aan weerszijden van de rivier de Maas, een min of meer regelmatige ontmoeting plaats had. Dit allemaal ondanks de toch nog steeds lastige Maasbarrière. Vooral vóór de Maasverbetering was tot stand gekomen en de rivier nukkig en grillig vaak ontembaar was, leverde de overtocht vaak grote moeilijkheden op. Dat er in de hele 17de eeuw en ver in de 18de eeuw toch een druk personen verkeer plaats had van Alphen naar Teeffelen, hetgeen uit de aanwezige historische bescheiden blijkt, is derhalve een gegeven dat om een verklaring vraagt. De oorzaak ligt voor hem, die enigermate met de geschiedenis van de hervorming

den als ten noorden van de Maas viel onder het bestuur van de Republiek waar alleen de

bekend is, in de omstandigheid dat de heer-

'ware gereformeerde religie'openlijk mocht wor-

lijkheid Teeffelen, deel uitmakend van het Graafschap 's-Lands van Megen, zogenaamd

den beleden. Vermeld dient te worden dat Brabant recht-

'vrij' gebied was waar de katholieke gods-

streeks, als zijnde Generaliteitsland, vanuit

dienst onbelemmerd kon worden uitgeoefend.

Den Haag door de Staten-Generaal werd bestuurd, met uitzondering van enkele vrije ge-

Het hele omliggende gebied, zowel ten zui-

bieden, waaronder ook genoemd Graaf-


schap Megen viel. De katholieken van Maas en Waal en de Brabantse Meierij waren voor het vervullen van hun godsdienstplichten aangewezen op de vrije gebieden. Voor Alphen was in Teeffelen de dichtstbijzijnde kerk. Het dorp Oijen was reeds eeuwenlang Gelders bezit. Dat de pastoors van Teeffelen vanaf 1592 tot 1726 ook als zodanig jurisdictie hadden over de parochie Alphen en ook geruime tijd over die van Oijen, spreekt, gezien de feitelijke omstandigheden, ondertussen voor zichzelf. Teeffelen, dat nauwelijks 100 inwoners telde, had een kleine kerk, die vroeger als kapel had gediend, en al vóór het jaar 1000 bestond. Van Alphen is bekend dat het in 900 z'n eerste kerk heeft gekregen, toegewijd aan de H.Petrus. Alphen heeft steeds een kerk gehad, geen kapel, met 4 altaren.

We hebben ons de moeite getroost om eens na te gaan hoeveel kinderen uit Alphen in de jaren 1697 tot eri met 1726 door pastoor Henricus van Geffen zijn gedoopt. Bij de doop van kinderen uit Alphen werd door hem de letter A in het doopboek van Teeffelen vermeld. Het totale aantal bedraagt 338, hetgeen een gemiddelde per jaar oplevert van 11. Het aantal getrouwden beloopt in datzelfde tijdvak 80. Dit betekent een jaargemiddelde van 2,7. Het geboortecijfer bedroeg in de 18de eeuw gemiddeld 30 per 1000 inwoners. Aan de hand van het gemiddeld aantal gedoopten van 11 per jaar, kan het aantal inwoners van het dorp Alphen voor die tijd gesteld worden op ongeveer 400. Bovendien is het mogelijk dat niet alle kinderen in Teeffelen werden gedoopt, maar bij voorbeeld ook in Megen. Het is begrijpelijk dat het drukke bezoek van We gaan weer terug naar de kern van het de mensen van over de Maas nadere contaconderwerp. Toen de bewoners uit de verre ten, zelfs bindingen, opleverde met de inomtrek en met name uit Alphen op zon- en woners van Teeffelen. We zien dan ook over feestdagen naar Teeffelen kwamen, was de en weer huwelijken sluiten. kerk door de grote toeloop spoedig te klein In maart 1698 trouwt Helena Antonii uit Algebleken en werd deze in 1657 vernieuwd en phen met Raijnerus Wolten, weduwnaar uit vergroot. Deze uitbreiding werd door een Teeffelen. Het heeft weinig zin om een lange groot aantal bijdragen, ook van buiten het opsomming te geven van de gesloten huwedorp en vanzelfsprekend door inwoners van lijken. Alleen vermelden we nog, vanwege de Alphen, mogelijk gemaakt. bekend klinkende namen, het huwelijk van Gezien het verbod tot uitoefening van de kaeen zekere Henricus van den Boogaart met tholieke godsdienst in Alphen kwamen de Margrita Coenen Hol en van een lid van de familie (van) Steenbruggen met na.mejud.itk met Alphense mensen via de Hemelrijkse waard naar Teeffelen, niet alleen voor het verplichde Brabander Herbert van Maren. te kerkbezoek, maar tevens voor het laten De communicatie had op velerlei terrein dopen van de kinderen en voor het inzegegevolgen op kerkelijk gebied, maar ook op nen van hun huwelijk. zakelijk terrein. Van tijd tot tijd zien we in de doopregisters Op religieus gebied zien we een groot aantal aangetekend dat kinderen o. a. toch nog op mensen uit Maas en Waal lid worden van de 'Northuijsen' worden gedoopt, ondanks de verschillende broederschappen in Teeffelen, grote gevaren daaraan verbonden. Dat zulks en dat waren er nogal wat. Op de lang bebittere ernst was, ondervond pastoor Adam de waard gebleven ledenlijsten komen de namen voor van verschillende bekende AlWeerdt na het sluiten van de vrede met Frankrijk in 1676. Gedurende de oorlog met phense families. Het is weer niet de beFrankrijk van 1672 tot 1676, was er onder doeling deze uitvoerig te noemen. We volFrans bestuur godsdienstvrijheid. staan met te vermelden: Alexander Gassen van Hij werd gearresteerd toch hij zich in Al- der Linden, diens huisvrouw Johanna Holl, phen ophield en is maandenlang in het kas- Theresia de Leeuw, leden van de familie van teel van Leeuwen gevangen gehouden. Al- Steenbruggen en Sas. Dikwijls treden leden van leen tegen betaling van een fors losgeld, te deze families op als getuigen bij doop en trouw. weten 600 gulden, werd hij vrij gelaten.


Min of meer markant is de persoon Antonius van Hulst, wiens naam ook voorkomt op de lijst van de leden van den 'Heiligen Rozenkrans' met de aantekening: 'doctor medidnne'. Deze zelfde naam ontmoeten we bij een doop in 1700 met de toevoeging 'studioso'. Hij is bijgevolg ook student geweest aan het gymnasium in Teeffelen. Hoe waarschijnlijk het ook moge klinken, maar het staat onomstotelijk vast, Teeffelen had onder pastoor Henricus van Geffen zijn eigen gymnasium. Na het gymnasium zien we de afgestudeerden naar de universiteit van Leuven gaan. Als eindresultaat treffen we o. a. aan kanunniken, physici, parochie-geestelijken, enz.

Hoewel enigszins vallend buiten het bestek van dit artikel volgen hier enkele uittreksels uit de aantekeningen van de doop van kinderen van de familie (van) de Leu is: de Leeuw. Deze familie behoorde destijds tot de aanzienlijken. Zij zijn betrokken bij het opleggen en innen van belastingen en bij het onderwijzen van de studenten van het meer genoemde gymnasium. Als doopgetuigen zijn bijna steeds notabelen uit Maas en Waal aanwezig. Uit de tekst van de aanwezige notities blijkt ook het bestaan van een nieuw fort of verdedigingswerk in Alphen, waarschijnlijk aan de Schans. 1702: Hester filia dominijois van de Leu et Catharina. Getuigen Hester Romers er.....infortalita nova in Alphen. 1706: Gerardus de Leu etjoa. Getuigen: prenobilis Dns de scerpensel in Druemel et prenobilis Dna de scerpenseel uxor (is: echtgenote). J 7OS: Theodorus Gulielmusfilius Dni de Leu etjoa. Getuigen: prenobilis Dominus Hubertus Ravenscot liber Baron tot Wasbeeck et Am....inter Mosam et Waalem. Bij een andere doop zijn nog peter en meter Maximiliaan van de Poll en diens vrouw, wonende beiden te Dreumel. Het wekt geen verwondering dat door de geschetste nauwe relaties fundaties werden gesticht en betrokkenen daardoor als weldoener van de kerk en de parochie in het zo genoemde zielboek werden ingeschreven. Dit boek werd tot voor enkele jaren periodiek afgelezen en er werd het gebed van de

parochianen voor hen gevraagd, zelfs na verloop van eeuwen.

Gezien de vele fundaties door de inwoners van Teeffelen maar niet minder door katholieken van buiten gesticht, besloeg het zielboek een hele reeks namen. Namen van families uit Alphen, waarvan heden ten dage nog nazaten, mogen we aannemen, daar woonachtig zijn. Het zou te ver voeren hieruit zelfs maar een keuze, die ook weer willekeurig zou zijn, te doen.

Het resultaat is hoe dan ook een geldelijke steun voor het voortbestaan van de parochie van Teeffelen geweest. Zoals al meer gezegd bestonden de regelmatige contacten tussen de beide dorpen niet alleen op religieus terrein. Ook in zakelijk opzicht hadden de inwoners van Alphen belangen in Teeffelen opgebouwd. Een van de meest opvallende bezittingen behoorde aan de familie van Steenbruggen. Deze Alphense familie bezat gedurende meer dan 150 jaar, misschien nog langer, een boerenhoeve met tientallen hectaren bouwen weiland. Judith van Steenbruggen woonde zelf een hele tijd op deze hoeve. In Alphen behoorde deze familie nog in de jaren rond 1880 tot de grootgrondbezitters. Het is niet de bedoeling geweest tot in details de oudtijdse situatie tussen de beide dorpen Alphen en Teeffelen weer te geven. Dan was het zeer zeker voor een aantal van de lezers een saai verhaal geworden. Maar nu is het mogelijk interessant genoeg om in de toekomst op enkele speciale punten nader in te gaan. Materiaal is daarvoor in voldoende mate aanwezig in de archieven, rnet name in het archief van de kerk van Teeffelen.


Ton Tielen

Een trouwerij in Hernen vereeuwigd in 1902 Op de 11 de juni van hetjaar 1902, een mooie zomerse dag, verzamelt zich een groepje bruiloftsgasten in de schaduw van een boerderij, gelegen tegenover Broekstraat nr. 37 te Hernen, om te worden vereeuwigd door een fotograaf. De stemming is goed, verscheidene heren, waaronder ook de bruidegom, Piet Schreven, hebben een zondagse sigaar opgestoken; alleen de bruid, Wilhelmina de Wildt, kijkt heel ernstig. Aan haar rechterhand ziet men de brede gouden trouwring: de huwelijksinzegening door pastoor Petrus Johannes Roeffs is blijkbaar al achter de rug. Het boterbriefje hadden bruid en bruidegom al een week eerder gehaald, op 6 juni. De namen van de bruiloftsgasten zouden waarschijnlijk over een aantal jaren in de vergetelheid zijn weggegleden, als niet de heer J. Trijsburg (op zoek naar een geschikte foto voor de tentoonstelling van 19 mei 1984) deze foto gezien had bij de heer J. de Wildt te Hernen. Meneer de Wildt is daarna enkele maanden intensief bezig geweest met identificeren van de personen op de foto: hij bezocht vele (vooral oudere) familieleden en kennissen,

die iets zouden kunnen weten. Hij slaagde erin toch nog 26 van de 27 aanwezigen van een naam te voorzien; dat terwijl de foto meer dan 80 jaar oud is en iedereen die erop staat inmiddels overleden is. Mevrouw Raijmakers-Van der Put zocht enkele dingen op in Groesbeek. Theo van Herwijnen en ondergetekende zochten de bijbehorende geboorte-, huwelijks- en overlijdensdata en beroepen op in de burgerlijke stand en bevolkingsregisters van Wijchen en Bergharen. Mijn hartelijke dank gaat uit naar de ambtenaren van de burgerlijke stand te Wijchen, die mij zeer bereidwillig toegang verschaften tot het gemeentearchief. Om de familieverbanden duidelijk uit te laten komen hebben we de bruiloftsgangers verdeeld in vier groepen: familie van vaderskant van de bruidegom, van vaderskant van de bruid, van moederskant van de bruid, en tenslotte degenen, die geen familie zijn. Van moederskant van de bruidegom staat niemand op de foto. De enige onbekende is nu nog nr. 22, de rnan met de pet. Mocht u hem herkennen, laat het ons dan weten.

Familie van vaderskant van de bruidegom: Jacobus Schreven x 1828 Maria Kistemakers (1804-1864) (1803-1864) Acht kinderen, o.a.: Johannes Schreven (1829-1906)

x 1867 Theodora Antonia de Werd (1840-1916) Zeven kinderen, o.a.:

Hendrika Schreven (1841-1921) (9)

Petrus Schreven (1837-1917) (3) x 1866 Jacomina Christina Bastiaans (1832-1885)


Martinus Wilhelmus (1869-1940) (18/19) x 1922 Wilhelmina Jansen Steenberg (1884- )

Maria Hendrikus Sebertus Wilhelmina ) Petrus Maria Wilhelmina (1873(1872- ) (24) (1876-1919) (1882-1948) (15) (18/19) (13) x 1915 x 1906 Martinus Henricus Lepoutre Petrus (1876-1938) van Asdonk (1861- )

23.4.1870, overl. Wamel 30.10.1900. Tr. (2) NN.

( ) fotonummer 3 Petrus/Piet Schreven, vader van de bruidegom, geb. Niftrik 6.1.1837, landbouwer, overl. Bergharen 14.2.1917, zoon van Jacobus Schreven, landbouwer, en Maria Kistemakers. Tr. Wijchen 24.8.1866 Jacomina Christina Bastiaans geb. Niftrik 26.11.1832, overl. Hemen 28.3.1885, dochter van Petrus Bastiaans, schoenmaker, en Jacomina WĂœlems. Piet Schreven is geboren en getrouwd te Niftrik; zijn kinderen zijn ook in Niftrik geboren (behalve de twee hierboven genoemden was er nog een Jacobus die op 7jarige leeftijd overleed). Piet Schreven verhuisde met zijn gezin naar Kernen op 10.5.1880. 4 Petrus/Piet Schreven, bruidegom, geb. Niftrik 23.9.1872, landbouwer, overl. Hemen 4.7.1910, zoon van bovenstaande Piet Schreven. Tr. Bergharen 6.6.1902 Wilhelmina de Wildt. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren, van wie alleen Johannes Wilhelmus geb. 5-2-1904 Hernen nog leeft en in Winssen woont. Diens tweelingzuster Wilhelmina Johanna overleed in Overasselt op 30-7-1985 en Maria Petronella geb. Hemen 21-12-1905 overleed 24-9-1984 in Boven-Leeuwen. 9 Hendrika/Drika Schreven, tante van de bruidegom, geb. Niftrik 23.4.1841, overl. Wijchen 20.7.1921. Ongehuwd. 12 Jan Matthijs Hol, gom,

geb.

zwager van de bruide-

Leeuwen 46.1864, landbouwer,

zoon van Derk Hol,

Maria Petrus (1870-1900) (1872-1910) x 1899 x 1902 Jan Wilhelmina Hol (12) deWĂœdt (6) (1864- ) (1872- ) Zij xx 1913 Mw. Hopman

De volgende vijf personen zijn nichten en neven van de bruidegom. Het zijn allen kinderen van Johannes Schreven geb. Niftrik 22.4.1829, landbouwer, overl. Niftrik 24.6. 1906; te Oijen (N.-Br.) 5.7.1867 gehuwd met Theodora Antonia de Werd, geb. Oijen 10.8. 1840, overl. Niftrik 30.3.1916, dochter van Martinus de Werd en Wilhelmina van Ooijen. 13 Wilhelmina Maria/Mijntje Schreven geb. Niftrik 18.2.1882, overl. Wijchen 29.3.1948. Tr. Wijchen 11.6.1915 Martinus Lepoutre geb. Niftrik ca. 1876, landbouwer, overl. Wijchen 28.3.1938, zoon van Johannes Lepoutre en Maria Hulsman. 15 Maria Wilhelmina/Miet Schreven, getuige bij het RK huwelijk Schreven-de Wildt, geb. Niftrik 14.1.1872. Tr. Wijchen 10.8.1906 Henricus Petrus van Asdonk geb. Macharen ca. 1861, landbouwer, zoon van Petrus van Asdonk, landbouwer, en Maria Luijben. Het echtpaar Schreven-van Asdonk gaat in Macharen wonen. 18 Martinus Wilhelmus/Tinus Schreven geb. of Niftrik 3.10.1869, landbouwer, overl. Nif-trik 25.3.1940. Tr. (Appeltern?) 3.2.1922 Wilhelmina Jansen Steenberg geb. Appeltern 14.11.1884. 18 Sebertus Petrus/Bertus Schreven geb. Nifoftrik 29.6.1876, overl. Niftrik 24.2.1919. 19 Ongehuwd.

landbouwer, en Johan-

na Hulsen.

Tr. (1) Bergharen 2.11.1899 Maria Schreven, zus van de bruidegom, geb. Niftrik

24Hendrikus/Hent Schreven geb. 1873.

Hij is in 1919

Niftrik 17.5.

verhuisd naar Herpen.


11 juni 1902 - BRUIDSPAAR SCHREVEN - DE WILDT

00


Familie van vaderskant van de bruid: Hendrik de Wildt x 1817 Margaretha Janssen (1787-1868)

(1790-1847)

Zes kinderen, o.a.

Peter de WÜdt (1822-1887) x 1861 Johanna (2) van Gemert (1831-1920) Vier kinderen:

Johannes de Wildt (1824-1891) x 1862 Wilhelmina Reijnen (1834-1924)

Zij xx 1 888 Willem (1) Reijnen (1832-1911)

Hendrikus Johanna Maria (10) Everistus Catharina Margaretha (1863-1943) (1865-1895) (1867- ) x 1895 (11) x!890 X1916 Jan Marcelis Elisabeth van Mook van Mook Hoeks (1864- ) (1862- ) (1880-1960) (27) In deze fragmentparenteel zit een dubbelhuwelijk: Johanna de Wildt , zus van Maria de Wildt x x Jan van Mook, broer van Marcelis van Mook 2 Johanna van Gemert geb. Batenburg 24.7. 1831, overl. Kernen 17.9.1920, dochter van Francis van Gemert en Maria van Heumen. Tr. (1) Batenburg 25.4.1861 Petrus de WÜdt, oom van de bruid van vaderskant, geb. Hernen 20.1.1822, landbouwer, overl. Hemen 12.3.1887. Tr. (2) Bergharen 3.2.1888 Willem Reijnen, oom van de bruid van moederskant, zie aldaar onder nr. l. Johanna van Gemert is dus zowel van vaders- als van moederszijde een tante van de bruid.

6Wilhelmina de Wildt, bruid, geb. Hemen 9.1.1872, overl. Overasselt ca. 1960, dochter van Johannes de Wildt en Wilhelmina Reijnen. Tr. (1) Bergharen 6.6.1902 Petrus Schreven. Tr. (2) Bergharen 16.4.1913 Mattheus Wilhelmus Hopman geb. Neerbosch 8.3.1868,

landbouwer, overl. Wamel ca. 1953, zoon van Johannes Hopman en Maria Hopman.

Wilhelmina (1872-ca. 1960) (6) x 1902 Piet Schreven (1872-1910) (4) xx 1913 Mattheus Wilhelmus Hopman (1868-1953)

I O Maria Margaretha de Wildt, zus van de bruid, geb. Hernen 15.11.1867. Tr. Alem 2.11. 1895 Marcelis Theodorus van Mook, geb. Oijen 29.1.1862, landbouwer, zoon van Adrianus van Mook, landbouwer, en Huijberdina van den Berg. II Hendrikus Everistus de Wildt, broer van de bruid, getuige bij haar RK huwelijk, geb. Hernen 26.10.1863, landbouwer, overl. Hernen

2.3.1943. Tr. Bergharen

6.9.1916

Elisabeth Hoeks geb. Leur 26.10.1880, overl. Hernen 17.2.1960, dochter van Franciscus Hoeks, arbeider, en Anna Maria Toonen Dekkers. 27 Johannes Franciscus/Jan van Mook, zwager

van de bruid, geb. Oijen 7.3.1864, bakker, broer van Marcelis Theodorus van Mook (zie onder nr. 10). Tr. (1) Bergharen 14.4. 1890 Johanna Catharina de Wüdt geb. Hernen 21.3.1865, overl. Alem 15.1.1895. (Zij stierf anderhalf uur nadat zij was bevallen


van een doodgeboren zoon, in het kraambed dus). Jan van Mook tr. (2) Alern 21.4. 1896 Gradina Buijs geb. Batenburg 20.10. 1857, dochter van Christianus Fransiscus Buijs, timmerman, en Johanna Maria Roeffen.

Familie van moederskant van de bruid: Hendrik Reijnen x ca. 1819 Joanna Wellen ( -1876) (1787-1869) Dertien kinderen, o.a.: Derk Reijnen (1821- ) x 1855 AnnaCath. Lage 1 Willem Reijnen (1863- )

(16)

Willem (1) Reijnen (1832-1911) x 1888 Johanna (2) van Gemert (1831-1920)

1

Reijnerus Reijnen (1836-1881) x 1871 Getrudis Derks (1838-1879) 1i

Wilhelmina de Wildt (1872-1960) (6)

Hendrik (20) Reijnen (1876-1953) x 1903

Wilhelmina Reijnen (8) (1834-1924) x 1862

Johannes de Wildt (1824-1891)

Gradina Jansen (1881- ) ( 5 ) XX

Hendrina Jansen (1880- ) l Willem Reijnen, oom van de bruid, geb. Groesbeek 20.9.1832, landbouwer, overl. Hernen 26.10.1911, zoon van Hendrik Reijnen, landbouwer, en Johanna Wellen. Tr. Bergharen 3.2.18888 Johanna van Gemert, weduwe van Peter de Wildt (zie onder nr. 2 bij de familie van vaderskant van de bruid).

5 Gradina Jansen, aanstaande bruid van Hendrik Reijnen, geb. Wijchen 20.9.1881, dochter van Lambertus Jansen, landbouwer en Kornelia Seelen. Tr. Bergharen 13.11. 1903 Hendrik Reijnen (nr. 20 hierna).

10

Albert Sophia Reijnen Reijnen (1840-1877) (1839- ) x 1875 (21) 1 Antonius (22) van Lubeek (1837-1921) I Hijj xx 1878 Theodora Maria de Grunt (1837-1904) )_ Hendrikus Leonardus van Lubeek (1876-1954) x 1919 Mechelina Vageest (1892-1956)

8 Wilhelmina Reijnen, moeder van de bruid, geb. Groesbeek 2.9.1834, landbouwster, overl. Bergharen 9.1 1924. Zus van Willem Reijnen onder nr. 1. Tr. Groesbeek 10.10. 1862 Johannes de Wildt geb. Hernen 23.6.

1824, zoon van Hendrik de Wildt, arbeider, en Margaretha Janssen. 14 Hendrikus Leonardus van Lubeek, neef van de bruid, geb. Hernen 31.7.1876, huisschilder, overl. Bergharen 3.5.1954, zoon van Antonius van Lubeek en Sophia Reijnen. Tr. Bergharen 17.2.1919 Mechelina Vergeest geb. Hernen 3.1.1892, overl. Bergharen 20.3.1956, dochter van Johannes Vergeest


en Maria van Hoogstraten.

overl. Bergharen 8.1.1954, broer van Jan van Kerkhof (nr. 25).

16 Willem Reijnen, neef van de bruid, geb. Groesbeek 31.10.1863, zoon van Derk 25Jan van Kerkhof, organist, geb. Hernen 28.6.1874, timmerman, later koster, verReijnen, arbeider, en Anna Catharina Lamoedelijk als opvolger van Piet Vergeest (nr. 27), zoon van Michael van Kerkhof en Johanna Catharina Schreven. 20 Hendrik Reijnen, neef van de bruid, geb. Groesbeek 25.11.1876, landbouwer, overl. Bergharen 31.10.1953. Tr. (1) Bergharen 26 Petrus/Piet Vergeest geb. Hernen 18.7.1849, koster, zoon van Willem Vergeest en Johan13.11.1903 Gradina Jansen geb. Wijchen 20. na de Kleijn, Tr. Bergharen 8.2.1884 Anto9.1881 (nr. 5 op de foto), tr. (2) Hendrina netta Helena Maria Gooien geb. Hernen Jansen geb. Groesbeek 16.10.1880. 26.10.1860, dochter van Franciscus Coolen, De vader en moeder van Hendrik Reijnen landbouwer, en Jacoba van Welie. stierven vroeg, resp. in 1881 en 1879. HenPiet Vergeest verhuisde op 6.5.1903 naar drik woonde sindsdien bij zijn tante WilNijmegen, met zijn hele gezin. helmina de Wildt-Reijnen in Hemen. 21Albert/Bart Reijnen, oom van de bruid, geb. Groesbeek 15.1.1839, broer van Willem Reijnen en Wilhelmina Reijnen. 23 Antonius van Lubeek, geb. Hernen 31.12. 1837, verver, huisschilder, overl. Hernen 17.11.1921, zoon van Leonardus van Lubeek, verver, en Maria Ebben. Tr. (1) Groesbeek 5.4.1875 Sophia Reijnen geb. Groesbeek 12.10.1840, overl. Hernen 17.5.1877.

Tr. (2) Bergharen 12.7.1878 Theodora Maria de Grunt, geb. Batenburg 27.9.1837, overl. Hernen 9.1.1904, dochter van Thomas de Grunt en Annetta Kusters. Leonardus - Antonius - Hendrikus Leonar-

dus van Lubeek: drie generaties ververs en huisschilders. Niet verwante personen

7 Wilhelmina Hofmans, vriendin van Gradina

Jansen (nr. 5), geb. Hernen 27.6.1877, dochter van Gerardus Hofmans, arbeider, en Petronella Dappers. Tr. Bergharen 1.5.1918 Theodorus Lamers, geb. Heumen 18.10. 1879, landbouwer, zoon van Johannes Lamers en Maria Peters. 17 Maria Regina/Miet van Mullekom, buurmeis-

je van de bruid, geb. Hernen 3.5.1879, overl. Hernen 28.10.1950, dochter van Cornelis van Mullekom en Johanna Beijer. Tr. Bergharen 4.11.1914 Hendrik van Kerkhof, geb. Hernen 4.7.1876, landbouwer,

Gedenk in uwe godvruchtige gebeden DE ZIEL VAN ZALIGER

PETRUS SCHREVEN, Echtgenoot van

Wilhelmina de Wildt, geboren teNIFTRIK, den 28 September 1872, overleed h\j, na een kortstondig ziekbed, voorzien van de H H. Sacramenten der stervenden,

den 4 Juli 1910, on werd begraven den. 7 daaropvolgende te HERNEN, op het R. K. Kerkhof aldaar.

Moest de bittere dood zoo spoedig zulk eene

scheiding te weeg brengen? Ja Hoer, G(i höbt

het .zoo gewild; zoo de lieer dus god:\nn heelt,

is wel gedaan* Dan troosten wü ons: „Zalig z|)n de dooden, die in don Heer sterven," de zielen der rechtvaardigen z y n immers in Gods h a n d ? Slechts in de oogen der dwazen scliynen te sterven; zü zullen blinken in

eeuwigheid. Daar nu hot levon der heiligen

niet op aarde, maar in den Hemel duurt, moeten wrj niet treuren, dat lij) zoo spoedig Is weggerukt, maar ons troosten, wtjl hy tot een beter leven is overgegaan. Gli, beminde Echtgenoote on Kinderen,

dlorbni'Q Oudors,Bloedverwanten onnllon, dio

mij dierbaar zyt geweest, weent dan niet over m(\ als over een doode. Ik leef in den Hemel, bij God, dien ik uit geheel mijn hart op aarde bemind heb ; eone gunst vraag ik u slechts, bidt voor mvi, tot dat w\j elkander

wederzien in don Ilomol. Mijn Jezus barmhartigheid. (100 ctag. aft.) Onze Vader. — Wees gögroet. J. van Kerkhof, Koster, Hernen.

11


Schreven Jan Jacobs

Kistemakers, Arnoldus

X

X

Verheijen, Maria

Schreven, Johanna

Schreven, Hendrik * Hernen ±1759 + Hemen 1.1.1839

Dekkers, Jenneke

Kistemakers, Jacobus

+ Hernen 2.1.1808

* Hernen ±1768 + Wijchen 15.4.1822

tr.(l) tr. (2) Hernen 13. 2.1 810 Sophia Mulders BJandbouwer

van Mill, Hendrikus

Bastiaans, Bastiaan

van Haren, Peter

Willems, Peter

X

X

X

X

van Haren, Johanna

Pauwels, Elisabeth

de Bruin, Maria

van Haren, Hendrina

van Haren, Elisabeth

Bastiaans, Matthijs

van Haren, Wilhelmina

Willems, Peter

van Mill, Christina

+Niftrik 7.1.1806

* Hernen ±1747 + Wijchen 22.3.1847

* Balgoij ±1760 + Wijchen 22.8.1831

* Balgoij ±1756 + Wijchen 1.12.1834

* Neerloon ±1762 + Wijchen 14.7.1821

tr.

tr.

tr.(l) tr. (2) Niftrik 1810 Margaretha Sengers BJandbouwer

B.schoenmaker,

herbergier

B.

Schreven, Jacobus

Kistemakers, Maria

Bastiaans, Peter

Willems, Jacomina

* Hernen 12.6.1804 + Niftrik 24.6.1864

* Niftrik 4.8.1803 + Niftrik 29.8.1864

*Niftrik29.1.18-l

*Niftrik3.11.1826

tr. Wijchen 5. 5. 1 826 B.schoenmaker

tr. Bergharen 25.4.1828 B. landbouwer Schreven, Petrus

Bastiaans, Jacomina Christina

* Niftrik 6.1.1837 + Bergharen 14.2.1917

*Niftrik26.11.1832 + Hernen 28.3.1885

tr. Wijchen Schreven, Petrus * Niftrik 23.9.1872 + Hernen 4.7.1910 tr. Bergharen 6.6.1902 BJandbouwer

12

13


de WĂźdt, Petrus

van Haaf, Anna

Janssen, Johannes

Megens, Johanna

Reijnen Derk

Holtermans, Hendrina

de Wildt, Henricus

Jannsen, Margaretha

Reijnen, Hendrik

Wellen, Joanna

* Amsterdam 27.12.1787 + Hernen25.6.1868

* Hernen7.9.1790 + Kernen 21,5.1847

*Groesbeek6.3.1787 + Groesbeekll.6.1869

+ Groesbeek23.1.1867

tr. Hemen 17.4.1817 B. arbeider

* Wyler

tr.Wyle (Dld)? B. arbeider

de Wildt, Johannes * Hemen 23.6.18124 + Kernen 18.9.1891

Reijnen, Willemina *Groesbeek 2.9.1834 + Hemen 9.1.1924

tr, GroesbeeklO.104862 B. landbouwer, vrachtrijder

BJandbouwster de Wildt, Wilhelmina * Kernen 9,1,1872 + zij tr. (2) Bergharen 16.4.1913 Mattheus Wilhelmus Hopman Opmerkingen bij de kwartierstaat: a. De oudst bekende voorouders van de familie Schreven: Jan Jacobs Schreven en Maria Verheijen hadden ook een zoon: Petrus geb. Hernen ca. 1760, overl. Niftrik 6.5.1838 (74 jaar). Hij was tot aan zijn dood pastoor te Niftrik. b. Derk Reijnen is misschien identiek aan: Derk Reijnen, weduwnaar (van wie staat er niet bij), 70 jaar, geb. Nederrijkswald, zoon van RIJN REUEN, en Anna van Heukelom, overleden te Groesbeek 16.12.1818. c. Van Joanna Wellen wordt in het bevolkingsregister vermeld dat zij is geboren te Wyler op 9.2.1794; in haar overlijdensakte staat in de marge: 1799 als geboortejaar. In 1794 en 1799 is in het doopboek van Wyler niets te vinden over Joanna Wellen. Wel echter op: 20.5.1798: Joanna legitima Joannes Wellen et Joanna MĂźrs. Getuigen: Evert Reijmer, Joanna Vingerhoet.

14

15


GJ. M. Derks

FRANCISCUS VAN HAREN (1736 - 1813) Een schutterskoning en iets over zijn familie De aanleiding tot dit artikeltje vormt een onlangs boven water gekomen gildeschildje uit 1763 van het St. Anthoniusgilde van Keent. Het betreft het koningsschildje van een Franciscus van Haren, die blijkbaar in genoemd jaar schutterskoning is geweest. Wie was nu deze Fransiscus van Haren? Gelukkig bleek het antwoord op deze vraag niet al te moeilijk. De enige persoon die in aanmerking lijkt te komen om getndentificeerd te worden als de schutterskoning van 1763 is de in Keent geboren, en op 30.4.1736 te Balgoy gedoopte Fransiscus van Haren, zoon van Gerardus Hendriks van Haren (ca. 1690-1782) en van Anna Francissen (1706-ca. 1737). Fransiscus was de helft van een tweeling. Tegelijk met hem werd nog een zoon gedoopt, Laurentius geheten. Omtrent zijn verdere levensloop is helaas nog weinig bekend; waarschijnlijk is hij ongehuwd overleden. De moeder van de tweeling, Anna Francissen, was afkomstig van Balgoy. Zij was de tweede vrouw van Gerardus (of Gerrit) van Haren. Uit hun huwelijk werd alleen deze tweeling geboren. De eerste vrouw van Gerardus van Haren was Elisabeth Geradts (1697-ca. 1734) uit Nederasselt. Uit dit eerste huwelijk van Gerrit van Haren zijn twaalf kinderen bekend. In 1739 huwde Gerrit, voor de derde maal, nu met Ursula Ciaessen (l 703-1 779), ook wel Smits genaamd. Uit dit huwelijk zijn vijf kinderen bekend. Gerrit had dus in totaal maar liefst 19 kinderen )12 en 2 en 5). Hij was verscheidene jaren schepen van Balgoy en Keent. We weten zeker dat hij van beroep waard was. Vermoedelijk was hij tevens landbouwer. Terug naar onze schutterskoning. Fransiscus trouwde te Balgoy op 1.5.1765 met Maria Bastiaans uit Wijchen. Uit dit huwelijk zijn vier kinderen bekend, waarvan de oudste drie in Nederasselt geboren zijn en de jongste in Wijchen. Maria Bastiaans moet voor 1799 overleden zijn, want op 27 september van dat jaar hertrouwde Fransiscus metMaria

16

Stevens Swartjes te Wijchen. Op 7.7.1798 lieten Fransiscus van Haren en Maria Swartjes hun onwettige dochter Christina dopen. Onwettige kinderen kwamen in die tijd wel meer voor, maar toch zal men er wel schande van gesproken hebben. Uit dit huwelijk werden nog twee kinderen geboren. Fransiscus overleed te Wijchen op 25.2.1813. Nader onderzoek had waarschijnlijk nog meer en interessanter materiaal aan het licht kunnen brengen over Fransiscus van Haren. Al verscheidene jaren zijn een aantal mensen bezig gegevens te verzamelen over verschillende families Van Haren. De familienaam Van Haren, of Van Haaren, komt veel voor in Nijmegen en wijde omgeving: in Zevenaar en omstreken, in het gebied tussen Nijmegen en Kleef, in het Land van Maas en Waal, in het Rijk van Nijmegen en ook aan de andere kant van de Maas. De naam ontstond door migratie uit plaatsen als Haaren bij Boxtel, Haren bij Groningen of Haren bij Megen. Uit het dorpje Haren bij Megen stamt de familie waartoe de oprichters van de iedereen bekende 'Van Harens schoenfabrieken N.N.' behoren. De genealogie van deze familie is gepubliceerd in Gens Nostra, jg. 1984, januari en februari. De migranten kregen in hun nieuwe woonplaats de naam 'Van Haren.' Ook de plaats Bergharen kan de oorsprong zijn. In de volksmond sprak men vroeger (en ook nu wel eens) van 'Haore', terwijl men Bergharen bedoelde. De familie Van Haren of Van Haaren waartoe onze schutterskoning behoorde, heeft voornamelijk gewoond in Over- en Nederasselt en in Balgoy en Keent. Ook nu nog kan men ze in deze plaatsen aantreffen. Veel


mensen woonachtig in het Rijk van Nijmegen stammen wel op de een of andere wijze af

van deze uitgebreide en wijdvertakte familie(zoals ook schrijver dezes). De leden van

Caecilia Peters zijn twee zoons bekend, Joannes en Henricus; zij waren de stamvaders van de twee genoemde fragmentgenealogieën.

deze familie waren hoofdzakelijk landbouwer of landarbeider. Onder de landbouwers waren verscheidene personen tevens cafehouder of herbergier, bijvoorbeeld de Van Harens van 't Graafsche Veer te Nederasselt. Een tak van de familie Van Haren te Grave en Druten telde veel goud- en zilversmeden en verscheidene middenstanders. De genealogie van deze tak werd gepubliceerd in de Brabantse Leeuw van 1958, pag. 54 t/m 62.

Deze recent verkregen gegevens werden ontleend aan het archief van het oude bisdom Roermond, dat zich in het Rijksarchief te

Helaas zijn de gegevens omtrent de oudste

de doop-, trouw- en begraafboeken van veel parochies in het Land van Maas en Waal. Bij

generatie onjuist en is de genealogie verre

van compleet. Eind 1984 kon de genealogie van de familie met een generatie opgevoerd worden. Bovendien waren we in staat de twee grootste fragment-genealogiën samen te voegen tot één bijzonder omvangrijk geheel. De stamvader is nu een Henricus of Hendrik van Haren, die omstreeks 1610 geboren zal zijn, waarschijnlijk te Nederasselt. Circa 1640 trad hij in het huwelijk met Caecilia Peters. Zij waren de overgrootouders van Fransiscus, de schutterskoning. Ui thet huwelijk van Hendrik van Haren met

Maastricht bevindt. Het gaat om de hierin bewaard gebleven gegevens over de huwelij ksdispensaties. Vooral interessant bleken de schema's van afstamming die de pastoor soms verschafte in verband met bloed- of aanverwantschap. De oudste gegevens hieruit gaan namelij k nogal eens verder terug dan ons onderzoek hadden wij het geluk dat

leden van de familie Van Haren (en afstammelingen ervan in vrouwelijke lijn!) ooit dispensatie moesten aanvragen voor hun huwelijk omdat zij verwanten van elkaar waren. De daarop betrekking hebbende schema's van afstamming zijn bewaard gebleven! Het ligt in de bedoeling in de toekomst de genealogie van deze omvangrijke familie te publiceren. Maar voordat het zover is zal nog veel werk verricht moeten worden.

17


L W. Loeffen

Bruidsfoto DE BRUIJN - KLAASSEN Het huwelijk, gesloten in de gemeente Overasselt en in de parochie Balgoy op 9 september 1925 bracht deze families voor de tweede keer in Nederasselt bijeen. De bruidegom van die dag is reeds vijf jaar daarna in Schijndel overleden. De weduwe keerde na het ovelijden van haar man naar Nederasselt terug. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren: Maria P.J.L., verpleegkundige, woont in Genève. Lambert J.L.M., bedrijfsjurist bij Gemeentewerken in Eindhoven, geh. met Emmy Heesakkers; vier kinderen. Francisca H.J.M., geh. met P.B. Bierkens, hoogkeraar in Nijmegen.

Op de foto staan 37 personen in drie rijen van links naar rechts, genummerd:

Familie De Bruijn-van Haren 8 de Bruijn, Leonardus Gerardus geb. 29-04-1875 te Nederasselt overl.25-11-1958 te Wijchen geh. met Wilhelmina Maria Klaassen. (7) Dit was het Ie huwelijk de Bruijn-Klaassen! 4 de Bruijn, Theodora geb. 25-05-1876 te Balgoy overl. 12-11-1941 te Nijmegen geh. met Petrus Allegonda Willems. (3)

3 Willems, Petrus Allegonda geb. 8-12-1875 te Dennenburg overl. 18-04-1953 te Berchem geh. met Theodora de Bruijn. (4) Zij woonden in Dennenburg

15 de Bruijn, Franciscus Lambertus Henricus; bruidegom geb. 12-03-1878 te Balgoy overl. 2-05-1930 te Schijndel Hij was gemeentesecretaris van Schijndel.

18

l e rij l t/m 10, 2e rij 11 t/m 23 en de 3e rij 24 t/m 27. Een groot aantal van de gasten is in Nijmegen overleden. Enkelen uitgezonderd zijn allen betrokken bij de landbouw en hebben dan ook geen enkele binding met genoemde stad dan dat zij aldaar in het ziekenhuis zijn overleden. Nu in februari 1984 leven er nog twee van deze foto (27 en 29). Het bleek na bijna 60 jaar nog mogelijk alle personen te identificeren. Ook de hond rechts op de voorgrond van de foto is geihdentificeerd: hij heette Ruppie. Oude foto's zijn het bewaren alleszins waard. Probeer ze te voorzien van een lijstje met namen en nog bekende bijzonderheden. Men is u later heel dankbaar.

14 de Bruijn, Jacoba Theodora geb. 7-06-1882 te Balgoy overl. 27-12-1976 te Millingen geh. met Johannes Jan Ermers. (13) Zij was de tweelingzuster van Maria Petronella.(12) 13 Ermers, Johannes Jan geb. 4-01-1870 te Beuningen overl. 23-01-1940 te Beuningen geh. met Jacoba Theodora de Bruijn. (14) Zij woonden in Beuningen.

I 2 de Bruijn, Maria Petronella; tweelingzuster van 14. geb. 7-06-1882 te Balgoy overl. 26-11-1956 te Balgoy geh. 24-04-1906 te Balgoy met Petrus Johannes Berben.(l 1) II

Berben, Petrus Johannes geb. 17-10-1873 te Balgoy overl. 29-01-1951 te Balgoy geh. met Maria Petronella de Bruijn. (12)


Van dit echtpaar uit Balgoy waren drie kinderen op dit feest.

27

28

Berben, Johan Peter Marie geb. 21-07-1907 te Balgoy

Van haar gezin was een zoon aanwezig:

geh. in oktober 1936 met Maria Litjens Dit echtpaar woont in Afferden (Gld)

26

van Haren, Jacobus Petrus geb. 9-02-1894 te Balgoy

overl. 23-07-1968 te Nederasselt later geh. met Elisabeth Jacoba van Eldonk.

Berben, Maria Petronella Johanna

geb. 20-07-1908 te Balgoy overl. 27-09-1966 te Nijmegen geh. in 1934 met Wilhelmus Hendrikus Michiel Sengers. 29

Bruijn-Klaassen.

Berben, Francisca Jacoba Anna geb. 19-01-1910 te Balgoy

geh. 7-05-1935 met Johannes H.A. van de Sandt Dit echtpaar woont in Eist OB. 24 de Bruijn, Petrus Johannes geb. 28-05-1884 te Balgoy

overl. 22-03-1972 te Nijmegen geh, met Jacomina Antonia Burgers. (25) 25 Burgers, Jacomina Antonia geb. 11-10-1888 te Leur overl. 15-05-1976 te Beek Ubbergen geh. met Petrus Joannes de Bruijn. (24)

Familie Klaasen-Derks Familie Klaassen 6 Klaassen, Lambertus Jacobus geb. 12-ll-1849teGrave overl. 20-12-1942 te Nederasselt, par. Balgoy geh. met Johanna Catharina Derks (5) op 15-04-1885. Vader van de bruid. Hij werd 93 jaar! 7 Klaassen, Wilhelmina Maria geb. 29-01-l 886 te Balgoy

overl. 3-01-1964 te Nijmegen geh. met Leonardus Gerardus de Bruijn. (8) 16 Klaassen, Antonia Theodora Helena geb. 13-01-1888 te Balgoy; bruid overl. 2-05-1968 te Nijmegen

Zij woonden in Malden. l Sengers, Lina geb. 8-03-1859 te Balgoy overl. 3-02-1937 te Balgoy weduwe van Johannes Petrus van Haren (broer van Maria van Haren, de moeder van de bruidegom) Tante Lien was familie van twee kanten,

nemelijk zelf een halfzuster van Pieter Gerrit de Bruijn, de vader van de bruidegom. Een en ander blijkens een scheidingsakte

van 18 juli 1892 van notaris Hekking te Nijmegen. Deze akĂŻe vermeldt dat haar ouders waren Piet Sengers en Johanna Schamp. Van Johanna Schamp was dit een 2de huwelijk. Deze akte werd beschikbaar gesteld door Lambert de Bruijn uit Eindhoven, genoemd in de aanhef van dit artikel. Zie ook de beknopte kwartierstaat de

18 Klaassen, Anna Maria Cristina geb. 10-07-1889 te Nederasselt

overl. 9-11-1980 te Nijmegen geh. met Johannes Theodorus Bruijsten. (17) 17 Bruijsten, Johannes Theodorus geb. 7-05-1882 te Nederasselt overl. 29-11-1957 te Nederasselt

geh. met Anna Maria Cristina Klaassen. (18) 33 Klaassen, Theodora Cornelia

geb. 21 -09-1892 te Nederasselt overl. 6-11-1983 te Wijchen, ongeh. 93 jaar! 19 Klaassen, Olardus Lambertus geb. 18-08-1892 te Nederasselt overl. 20-09-1977 te Nijmegen

19


9 september 1925 BRUIDSPAAR DE BRUIJN - KLAASSEN

O

<N


SQ 5 I-Tu ^r i <—l

W

!w

IS IH

^

iW 1PJ

H

NIEUWSBRIEF september 1985

En dat gaat naar Den Bosch toe ... op 28 september 1985

Niet alleen om het feit dat Den Bosch dit jaar zijn 800-jarig bestaan viert, maar om diverse andere redenen, zoals de voltooiing van de restauratie van de prachtige en bezienswaardige kathedraal van St. Jan, de mooie oude binnenstad met vele historische gebouwen, bekend uit de geschiedenis, de belegering en verovering door Frederik Hendrik in 1629, al met al reden genoeg voor de evenementencommissie om deze stad als reisdoel voor onze jaarlijkse excursie te nemen. Onze zustervereniging, de kring 'Vrienden van Den Bosch' is bereid met deskundige gidsen ons langs die plaatsen te begeleiden, welke ons aller interesse hebben. De bussen zullen via Waal- en Maaskant rijden tot Wijchen of Nijmegen en dan richting Den Bosch, om in Nuland in een voor ons gereserveerde zaal een geurige kop koffie met Brabants gebakte nuttigen. Vervolgens via de plaats Kruisstraat naar Gewande, alwaar het oude en nieuwe gemaal 'Caners' met bijbehorende expositie bezichtigd wordt. In Den Bosch bezoeken we eerst het stadhuis met zijn classicistische barok voorgevel, naar ontwerp van Peter Minne. Het interieur bevat vele kunstvoorwerpen, o.a gobelins in de raadszaal. Hierop volgt een uitgebreide Brabantse koffietafel met brandewijntje vooraf. Tijdens deze koffietafel zal de voorzitter van onze vereniging een korte toespraak tot de deelnemers richten. Vervolgens brengen we een bezoek aan het Noordbrabants museum. Dit bevat

een vaste expositie van voorwerpen uit de stad en de omgeving, Brabant in de Romeinse tijd, gildezilver, maar ook een stadsmaquette, welke een duidelijk beeld geeft van de stad als voormalige vesting. De St. Jan is het volgende reisdoel. Na een korte inleiding met dia's brengen wij, weer onder leiding van bekwame gidsen een bezoek aan deze prachtige kathedraal in Brabants gothische stijl gebouwd. Het interieur bestaat uit vele kunstschatten, zoals orgel, preekstoel, koorbanken, altaren en beelden. In de vloer veel rijkbewerkte grafstenen. Verder het beeld der Zoete Lieve Vrouw, aan wie vroeger wonderbaarlijke genezingen werden toegeschreven, die in een 'Mirakelenboek' zijn vermeld en waar ook Maas en Waal genoemd wordt. Na dit alles consumeren we in de schaduw van de St. Jan nog een afscheidsdrankje en keren via Rossum, Dreumel, Wamel, enz. huiswaarts.

«U*

HERTOGEN^ (pÉrJ

&OSCH;


AANMELDING: voor leden van Tweestromenland met 1 introducé(e) via het aanmeldingsformulier aan: EVENEMENTENCOMMISSIE TWEESTROMEN LAN D

Aalsburg 1760 66O2 VG WIJCHEN

Aanmeldingsformulieren moeten uiterlijk 10 september 1985 binnen zijn! KOSTEN: / 50,- per deelnemer, te voldoen vóór 20 september 1985 op postrekening 2622012 of op Rabo Druten, no. 1127 O1493 ten gunste van Penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61, Bergharen, onder vermelding: 'DEN BOSCH'. In de kostprijs is begrepen: vervoer per luxe reisbussen, drankjes, gebak, Brabantse koffietafel en de kosten voor gidsen met entree's. Deelnemers ontvangen tijdig dagindeling, deelnemerslijst en opstapplaatsen. Vroegste opstaptijd in Dreumel ± 7.45 uur. Bij het instappen in de bus wordt U documentatie over Den Bosch verstrekt. WERKGROEP MAAS EN WAALSE GESLACHTEN

Het nieuwe seizoen van de werkgroep is gestart met een bijeenkomst, welke op 17 augustus 1.1. in Wijchen is gehouden. Bij de bespreking is de datum vastgesteld voor de eerste contactmorgen. Besloten is deze te houden op zaterdag 14 september a.s. in de Streek Documentatiecentrum (in de Openbare bibliotheek, Oude Klapstraat 20 te Wijchen. De aanvang is gesteld op 10.10 uur, met een kort vergadering gedeelte, waarna de contactmogelijkheden beginnen. Voorlopig vergadering agenda: 1. Opening. 2. Bespreking van de klapper en ficheer voorschriften. 3. 3e Maas en Waalse genealogische contactdag (zie verder op). 4. Kwartierstatenboek. 5. Copiëerwerk op het Rijks- en Bisschoppelijk archief, waarna uitreiking huiswerk. 6. Uitbreiding van de D.T.B, inventaris. 7. Publicatie mogelijkheden in Nieuwsbrief (vragen en mededelingen) en in het tijdschrift (genealogische artikelen). 8. Bespreking van de werkmorgens en fiches bezoekdagen (zie verder op). 9. Rondvraag. 10. Sluiting.

Na afloop van de vergadering is er de gebruikelijke mogelijkheid voor persoonlijke contacten met andere aanwezige stamboom onderzoekers en het raadplegen van de fiches. Voor personen, die niet op de vergadering aanwezig kunnen zijn, volgt nu een voorlopig lijstje van de werkmorgens en fichesdagen. Werkmorgens: Op de zaterdagen 19 okt., 9 nov., 14 dec., 11 jan., 15 feb. en 15 maart telkens vanaf half 10 tot half 1. Fiches bezoekdagen: Hiervoor zijn voorlopig 6 dagen vastgesteld, waarvan op zaterdag en de woensdag. Zaterdag van 10 uur tot half 1 op 12 okt., 25 jan. en 22 maart 1986. Woensdag van 2 uur tot 5 uur op 20 nov., 19 feb. en 16 april 1986. Bij punt 8 op de agenda zal nog besproken worden of er eventueel op enkele avonden fiches geraadpleegd kunnen worden. De werkmorgen is uitsluitend bestemd voor werkzaamheden die nodig zijn voorfichering, opberging en nummering etc. De fiches zijn dan niet ter inzage. De fiches bezoekdagen (eventueel avonden) zijn bestemd voor raadpleging van o.a. de fiches en andere bronnen voor stamboom onderzoek. Punt 3 van de agenda: Voorlopig is de derde Maas en Waalse genealogische contactdag gepland op 12 april 1986 en zeer waarschijnlijk is het Wijchense kasteel voor deze dag weer beschikbaar. Nadere informatie volgt in de Nieuwsbrief en Gens Nostra. Medewerking Medewerking aan de werkgroep wordt zeer op prijs gesteld, dit kan zijn door de DTB's thuis te ficheren of uitvoeren van de werken op de werkmorgens. Er is genoeg te doen! D.T.B, inventarislijst en namenlijst


- In de samengestelde DTB inventarislijst zijn alle boeken opgenomen, die betrekking hebben op ons werkgebied, over het tijdvak vóór de invoering van de Burgerlijke Stand, - Namenlijst, samengesteld op familienamen, die door ruim 100 stambopmonderzpekers in hun stamboom of kwartierstaat zijn verwerkt; hierin komen namen voor uit het Land van Maas en Waal met daarbij ook namen uit het gehele land. - De DTB lijst kost f 9,-, per post komt er f 2,50 extra bij. - De Namenlijst kost f 5,-, per post komt er f 2,50 extra bij. Deze lijsten zijn te bestellen via storting op de Rabobank Wijchen, giro nr. bank: 870824, rekeningnummer 1354 31042 t.n.v. Werkgroep Maas en Waalse geslachten, p/a W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen. Kwartierstatenboek De redactieraad van de werkgroep wil komen tot de uitgave van een kwartierstatenboek.

Het ligt in de bedoeling, dat het boek een Maas en Waals karakter krijgt, daarom zijn er enkele voorwaarden aan verbonden. Zo wordt gesteld, dat er van deachtovergrootouderser vijf uit het Land van Maas en Waal komen en dat de eerste 127 kwartieren zo volledig mogelijk moeten zijn. Voor geïnteresseerden zijn speciale richtlijnen verkrijgbaar, welke 75 cent kosten. Voor toezending per post wordt het bedrag in totaal / 1,50. Dit bedrag kan worden gestort zoals hierboven is omschreven bij de genoemde lijsten. Speciale oproep De werkgroep zoekt een stalen ladenkast, waarin 30 laden in zijn samengebracht. Vóórkeur voor het merk Gispen, in de maten h. 135 cm., br. 561/2 cm. en diep 421/2 cm. Als iemand een kast weet te staan, die voor de verkoop beschikbaar is, dan verzoekt de voorzitter van de werkgroep, dat U s.v.p. contact opneemt met de heer W.M.G. Arts te Wijchen, telefoon: 08894-16247.

Ditmaal ontvangt U de Nieuwsbrief weer eens tegelijk met en ingebonden in het Tijdschrift. Het kwam zo toevallig uit, maar tegelijk werd het bittere noodzaak ons te beperken tot een verkorte Nieuwsbrief. Zoals U kunt weten vanuit de jaarvergadering van 9 mei 1985 in Horssen, had er een vrij grote bestuursuitbreiding plaats, hetgeen verband houdt met de wijziging van de structuur van onze vereniging. Alle secties en commissies zijn nu afzonderlijk vertegenwoordigd. In tijdschrift nr. 45 is nog het oude bestuur opgenomen. Dit werd aangevuld en gewijzigd als volgt: Voorzitter J.P. van Wezel is om gezondheidsredenen als zodanig afgetreden en tot erevoorzitter benoemd. Hij blijft tevens bestuurslid. Zijn plaats zal voorlopig door de vice-voorzitter J. van Gelder te Bergharen, worden ingenomen en in de loop van de tijd wordt naar een nieuwe voorzitter uitgezien. Sekretaris W.P. van der Bent trad enkele dagen geleden geheel onverwacht om gezondheidsredenen van hemzelf en van zijn echtgenote af. In zijn plaats is door het bestuur in de vergadering van 26 augustus 1985 benoemd W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK WIJCHEN, tel.: 08894-16247, bekend al van de werkgroep Maas en Waalse geslachten. Aan hem wordt nog een 2e sekretaris toegevoegd, omdat de werkzaamheden van het sekretariaat zich enorm hebben uitgebreid. Als notulist treedt op ir. A. Kamerman te Wijchen. Penningmeesteres mej. W.J. van Buren te Bergharen heeft ook om vervanging gevraagd, maar zal aanblijven tot een nieuwe is benoemd. Ook daarvoor moet een waarnemer/ster worden aangewezen. Administrateur P.G. Leussink uit Beuningen, die hoofdzakelijk assisteerde op financieel gebied, trad terug wegens drukke werkzaamheden bij zijn werkgever en ook voor hem wordt een opvolger gezocht. Dat hoeft geen bestuurslid te zijn. Gegadigden worden verzocht zich te melden bij de voorzitter, tel.: 08873-1427. Redaktiesekretaris J. Trijsburg - ook vele jaren sekretaris van onze vereniging - trad af wegens drukke werkzaamheden als directeur van de stichting Gelders Oudheidkundig Contact en spoedig vertrek richting Zutphen. In zijn plaats fungeert al enige tijd Ton Tielen, Meyhorst 17-47, Nijmegen, maar recente problemen maken het noodzakelijk nadere maatregelen te treffen, vooral om het tijdschrift regelmatig te


laten verschijnen. Nieuwe bestuursleden zijn: W.M.G. Arts te Wijchen, mevr. W. Berris-Visschers te Wijchen, J.L.V. van Alkemade te Ewijk, B.J.H.M. van Elk te Ben. Leeuwen, mevr. S.R. van Ginkel-van Dijk te Druten en W.J. van Sommeren te Bov. Leeuwen. VRAAG EN ANTWOORD RUBRIEK

In de Nieuwsbrief worden vragen op genealogisch gebied behandeld. Vragen (met antwoordpostzegel) en antwoorden dienen te worden ingezonden naar de administratie van de werkgroep, de W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen.

21) Story-Tiel: Voor een verder onderzoek op genealogisch gebied wordt gevraagd naar het eerste deel van de Kerkelijke Handelingen van de Ned. Herv. Kerk te Tiel. Het is mogelijk, volgens de vragensteller, dat het boek thans in handen is van een particulier persoon, die dit onbewust in zijn collectie heeft. Wie is dat?

heeft vervuld, waarvan bekend zijn enkele gegevens van omstreeks 1574. 24) Van Druten. Wie heeft enkele gegevens in zijn stamboom of kwartierstaat over Antonius van Druten, geboren te Wijchen op 21 december 1807, zoon van Antonius en Wilhelmina van Erp. Het echtpaar Van Druten Van Erp is te Balgoy gehuwd op 26 april 1802.

25) Van Cranenburg. Derck van Cranenburg werd in 1686 aangesteld als koster, voorzangeren schoolmeester van de Ger. Gem. te Leeuwen. De plaats van herkomst is onbekend. Zijn vader was Willem van Cranenburg, de moeder is onbekend. Derck had een zuster en een broer, alleen de 22) Van Ingen. naam van zijn zuster Maria is bekend. Gegevens worden gezocht van Henderick Deze Derck is omstreeks 1696 gehuwd, Janzn. van Ingen, die in 1761 te Oosterbeek plaats onbekend, met Hendrika Vierhuys, getrouwde met Megteld van Raay. Bij Hende- doopt te Zutphen op 25 april 1669, dochter rick staat: geboortig van Winssen. Gevraagd: van Gerrit Vierhuys en Neuleken Jordens. de voorouders van Henderick van Ingen.

23) Bank, in het Land van Maas en Waal. Een vast gelopen genealogisch onderzoek op de familienaam Bank (Banken, Bancken Bancers) hoopt men via deze vraag weer verder terug te kunnen voeren. Een tak heeft als een schippersfamilie de rivieren bevaren, terwijl een andere tak in het leger enkele functies

AANMELDINGSFORMULIER EXCURSIE 's-HERTOGENBOSCH zaterdag 28 september 1985

Naam/namen:

Voorletters of roepnaam

Straat + No. Postcode

Woonplaats

1. ........................................................................................................................... 2. ...........................................................................................................................

Telefonisch bereikbaar onder nummer......................................................................... Wil zo mogelijk opstappen bij:..................................................................................... Het verschuldigde bedrag wordt of is reeds overgemaakt op vermelde giro- of bankrekening.

Datum:

4

.Handtekening:


Van haar gezin was een zoon aanwezig:

geh. 13-05-1925 te Wijchen met Elisabeth Joanna Burgers (20) 34

20 Burgers, Elisabeth Joanna, zuster van Wilhelmina (25) geb. 22-09-1892 te Leur overl. 5-12-1966 te Wijchen geh. met Olardus Lambertus Klaassen. (19) 31 Klaassen, Theodorus Antonius Wilhelm

geb. 10-07-1896 te Nederasselt overl. 19-06-1963 te Nijmegen 30 Klaassen, Jacobus Matheus geb. 5-11-1897 te Nederasselt overl. 10-11-1979 te Nijmegen later geh. met Maria Elisabeth Hopman

32 Klaassen, Johanna Catharina Lamberta geb. 28-11-1902 te Nederasselt overl. 5-05-1958 te Nijmegen later geh. met Wilhelmus Lambertus Maria Bardoel

Familie Derks Uit de familiefoto blijkt dat bijna alleen ooms en tantes van de familie Derks aanwezig waren. Zijn zij overleden, dan wordt het betreffende gezin door even zovele kinderen vertegenwoordigd. Dit blijkt uit het volgende overzicht.

Derks, Jacobus geb. 8-06-1852 te Nederasselt was gebuwd met Maria Mathea van Haren, beiden overleden. Vandit gezin waren aanwezig: 35

Derks, Theodora geb. 24-03-1898 te Nederasselt overl. 8-02-1978 te Nijmegen later gehuwd met Johannes de Bruijn

37

Derks, Theodorus (ThĂŠ den Boer) geb. 15-07-1903 te Nederasselt overl. 19-11-1977 te Nijmegen

Derks, Lambertus Theodorus geb. 17-04-1888 te Overasselt overl. 21-07-1970 te Nijmegen op 22-05-1928 te Reek gehuwd met Elisabeth Petronella de Bruin.

9 Derks, Maria geb. 27-02-1855 te Nederasselt overl. 9-02-1929 par. Balgoy en Keent geh. 15-04-1885 te Overasselt met: 23 van Raaij, Henricus geb. 11-07-1859 te Overasselt overl. 22-05-1944 par. Balgoy en Keent 21 Derks, Johannes Wilhelmus geb. 23-06-1856 te Nederasselt overl. 8-11-1942 te Grave

weduwnaar van Johanna van Haren geh. 26-05-1899 te Overasselt met: 22 Dam, Elisabeth geb. 23-11-1847 te Nederasselt overl. 21-03-1930 te Nederasselt zij was eerder weduwe van W. Willems 5 Derks, Johanna Catharina geb. 1-09-1862 te Nederasselt overl. 13-06-1938 te Nederasselt geh. 15-04-1885 met Klaassen, Lambertus Jacobus (6) moeder van de bruid 10 Derks, Wilhelmina geb. 5-07-1 867 te Nederasselt overl. 2-10-1942 te Overasselt weduwe van Arnodus Jacobus Gijsbers, overleden. Van haar gezin was een zoon aanwezig: 36

Gijsbers, Theodorus Henricus geb. 13-07-1903 te Overasselt overl. 3-06-1927 te Overasselt, ongehuwd.

2 Derks, Barbara Elizabeth geb. 30-01-1854 te Nederasselt (zie

Tweestromenland 38,pag. 24) overl. 20-05-1926 te Overasselt weduwe van Gerardus Derks, overleden.

21


Beknopte kwartierstaat de Bruijn-Klaassen

de Bruijn, Pieter Gerrit

van Haren, Maria

de Bruijn, Franciscus Lambertus Henricus

Klaassen, Lambertus Jacobus

Klaassen, Antonia Theodora Helena

tr. 9-09-1925 te Nederasselt (par. Balgoy) gem. Overasselt

MariaP.J.L. Lambert J.L.M. Francisca H.J.M.

22

Derks, Johanna Catharina


Reactie op 'HETSPIEKER' Naar aanleiding van de introductie van de rubriek 'Het Spieker' in aflevering nr. 43 van dit tijdschrift, ontvingen wij de volgende reactie van mevr. mr H. van der Linden-Schadd:

Geachte heer

schrift van de transportakte bij de aankoop van Pollensteyn. Mijn vraag is wat er verder met het huis is gebeurd. Van een ver familielid heb ik gehoord dat het op 22 juni 1874 zou zijn afgebrand doch in de leggers van de Gelderland zou

Leuk vond ik het in nr. 43 van uw tijdschrift de pentekening van het spijker Pollestein te

van de lezers van Tweestrornenland soms

zien, waarvan ik zelf ook een foto in mijn bezit heb. Ik ben geïnteresseerd zowel in het huis als in de (Hervormde) kerk op de achtergrond. Mijn rechtstreekse voorvader ds Albertus Schadd was n.l. van 1696 tot zijn dood in 1740 Hervormd predikant in Wamel. Diens zoon en schoondochter Jacob Albert Schadd en Helena Peters 1) kochten in 1741 het spijker Pollensteyn. Na het overlijden van haar man is Helena Peters daar blijven wonen ook tijdens haar 2de huwelijk met de schout Jan van Heun. Na het overlijden van dit echtpaar is Pollensteyn in het bezit gekomen van de oudste zoon uit het tweede huwelijk, Jan Hendrik van Heun en diens vrouw Mechtelina van Hemert. Voor de curiositeit stuur ik u hierbij een af-

hier niets van te vinden zijn. Weet u of een

iets naders? Met vriendelijke groet en hoogachting, H. van der Linden-Schadd Noot van de redactie:

1) Jacob Albert Schadd geb. Wamel 25., ged. ald. 26.6.1707, overl. Wamel 1747/'48, tr. Wamel 29.8.1735 met Helena Peters ged. Wamel 24.4.1718, overl. ca. 1776/77, doch-

ter van Peter Roelofs en Mariken Aerts. Zij tr. (2) Heerewaarden 4.7.1751 Jan van Heun, schout van Wamel. Kwartierstatenboek van

de Nederlandsche Leeuw, 1984. Reacties op de vraag van mevr. Van der Linden-Schadd graag aan de redactie van dit

blad.

J. Dekkers en M. Bergevoet

TERWIJL DAT NU ... In de zomer van 1975 werd een oude balk, oorspronkelijk afkomstig uit het oude molenhuis aan de Molenstraat te Druten, verkocht, om er een schouw voor een open haard van te maken. Deze scheur was dichtgemaakt met een vulmiddel, dat er bij het zagen uitviel. Toen kwam er nog iets anders te voorschijn: een verfrommeld stuk papier, dat was beschreven. Na uitvouwen bleek het stuk te zijn vervaardigd uit geschept papier, aan de kanten afgescheurd (grootste maten 26 x 32 cm.), tweemaal gevouwen; mogelijk betreft het een dubbelblad uit een kasboek. Evenwijdig aan één van de twee vouwen, is het blad in twee richtingen volgeschreven, waarschijnlijk als oefenblad om te leren schrijven: enige teksten komen meermalen voor. Men heeft geschreven soms in heel grote, soms heel kleine letters. Klaarblijkelijk is het blad afkomstig uit Horssen, 16 januari 1788. 23


Kant

1.

A.

Jannewar d x een Hert v)oor z)even wert.

2. Datum Horssen 16 jannewarius 1788 bezwaarte wat zegt van mij of van d(mij) nen die gaat na huys ) de zijnen en als hij bez( vi)indt sunder gebreken daen bezwaar komt ( ) bij mij dan heeft hij

uyt te Zijn en het lijf ter

vrijspreken dese dingen weet ik voor waar

h) een vrinden t die dik mijn hart maken swaar

(ut die op het eerste beswaart mijn gemoet

)eet huv zen omdat ik sterven moet het twede beswar mij nog meer omdat ik niet weet wanneer Door mijn gedaan met mij naa(m hier onder aan

j)janu(arius 3. Datum Horssen Den 16 jannewarius l 788

dat dat wilt gij key( dat dat door ( dat dat( dat

24

4. Datum Hors(

v(


Kant B.

1. Datum Horssen Den jannewarius

2. Datum H( Leevenf

terwijl dat nu de kramen staan koom ik (m)et die geschrifge aan Horsen om u ander( ) en om het water van de maas om( terwijldad

3. )uaris!788

( ( Heeren hem die daa( mede si/n gaf tarwij( staan koom dit geschrift( Harmanus ( 4. Datum Horssen den 18 jannewarius 1788

Alle Die in weelde gijn ge wend alle ( )van droefheijd noijd )chend die het geluk vo( kandt valt gelijk sowel( Opmerkelijk is, dat het eerste deel van de tekst op Kant A, no. 2 bijna letterlijk voorkwam op het blaadje van 25 december 1978 van de Gerardus-kalender, nl.:

Wie kwaad wil spreken van mij en de mijnen, Die ga naar huis en bezie de zijnen. En vindt hij daar dan geen gebreken. Die kome hier en heeft dan vrij spreken.

Bij navraag bij de samenstellers van deze kalender kon alleen achterhaald worden, dat deze spreuk was overgenomen uit een Belgische kalender, waar ook de bron niet vermeld was. Mogelijk kan een van onze lezers opheldering geven over de in dit kalend er blaadje voorkomende 'spreuken'.

25


Mr. W.F.M, de Zwaan

DE STOOMTRAM NIJMEGEN - WAMEL In mei dit jaar verscheen van de hand van Johan van Os het eerste deel van een studie over de Maas en Waalse stoomtram, die vijftig jaar geleden zijn laatste rit volbracht. Over de verschijning van dit werk mag men zich oprecht verheugen, niet in de laatste plaats vanwege het feit, dat het aantal publicaties over deze tram terecht evenredig is met de uiterst bescheiden plaats, die de Maas en Waalse in de Nederlandse tramwereld heeft ingenomen. Alle lof dus voor de initiatiefnemers en de auteur, die het hebben aangedurfd de tram na zo vele jaren op deze wijze weer tot leven te brengen in het bijzonder ten gerieve van al degenen, die zich geboeid weten door (tram) historische zaken. Schrijver is gedegen te werk gegaan; zo gedegen zelfs, dat zich bij tijd en wijle de vraag opdrong of tengevolge van diens niet aflatende speurdrang naar het verre verleden de tram niet geheel uit het oog verloren dreigde te raken. Hij heeft de lezer tot in de Romeinse tijd terug gevoerd om aan te tonen waarom de Koningsstraat die naam de tijden door heeft bezeten en welke rol deze straat nog bij de aanleg van de trambaan heeft gespeeld. Hij heeft de lezer aan de hand van geslachtsregisters doen beseffen, dat ook Maas en Waal, evenals zovele andere streken, zijn oliegarchie heeft gekend, waaruit de Heeren zijn voortgekomen, die de stoot tot openlegging van het tweestromenland middels de tram hebben weten klaar te spelen. Wie hiervan kennis neemt, herkent in de schrijver de historicus, die tussen gisteren en vandaag de verbanden weet te leggen, die nodig zijn voor een juist begrip van de historische bepaaldheid van het heden. Met andere woorden, bij gebreke van de regenten families van toen was de tram er nooit gekomen. Schrijver is dan ook niet zozeer de 'ramofiel', die op grond van zijn specifieke belangstelling een verhaal over de Maas en Waalse schrijft maar de schrijver, die de Maas en Waalse tot onderwerp heeft gekozen. In zoverre onderscheidt dit boek zich ten opzichte van menig andere studie op het gebied van het spoor- en tramwezen. Dankzij zijn kundige aanpak heeft schrijver

26

het altijd aanwezige gevaar van dorre opeenstapeling van feiten op bekwame wijze weten te vermijden en is hij erin geslaagd de overvloed aan gegevens in een vlotte en aanstekelijke verteltrant op zodanige wijze te etaleren, dat de lezer van het begin tot aan het einde geboeid blijft. Het duidelijke lettertype en het twee kolommensysteem per pagina dragen er niet in geringe mate toe bij het lezen tot een genoegen te maken. Hoe dit alles ook zij, de aandacht is nu op het vervolg van het eerste deel gericht. Immers het echte tramleven begint in 1902. Hetvoorafje smaakte goed en doet het beste verwachten van de hoofdmaaltijd en het toetje. De auteur mag er best wat langer over doen (ook weer niet te lang overigens) dan de periode, waarover hij kon beschikken voor de vervaardiging van het eerste deel. Immers nu is er tevens nog volop gelegenheid profijt te trekken uit informaties van hen, die op enigerlei wijze bij de tram betrokken zijn geweest. Het zal een uniek boek kunnen

worden. Deel 2 van de tramhistorie is in zicht. Het kan nog even duren, maar wat langzaam gaat, komt zeker. Wil de heer Van Os deze variatie op de uitspraak van de heer Hiebendaal wel in gedachte houden?


LiteratuurSignalement —qrr "•^frrPfTs? „s n""* 069

tentoonstellingen

EXPOSITIE, - - in Streekmuseum. Thema: de ambachtsman met diens gereedschap; in: De Waalkanter dd. 31-3-l983. EXPOSITIE, - - rietdekken in gemeentehuis; in: De Waalkanter dd. 8-12-1983, gemeentehuis Druten. 07

pers

GEGROEID, Een - - begrip....? december 1973 - 8 december 1983 een periode om bij stil te blijven staan; in: De Waalkanter dd. 8-12-1983,ffbn.

Weekblad De Waalkanter, opgericht in 1962, ging in 1973 over naar Janssen-Pers te Gennep. 246/247

kerkelijke kunst

BELTJES, P.J.W., Het kazuifel van Altforst. Het wapen, sleutel tot schenker en bestemming;^. Tweestromenland, no. 42 (1983/ III), p. 37-42,afbn.

BODT, S. de, Het kazuifel van Altforst;in: Tweestromenland, no. 42 (1983/III) p. 28-36, afbn. (ook in: Informatiebulletin Museum voor Religieuze Kunst in Uden, no. 7, dec. 1983, p. 61-63). 262.1

geestelijken

HAAREN, J. van, H.H. Ewaldenparochie: terug in de tijd; in: De Waalkanter dd. 11-81983.

diverse pastoors van Druten. 271

kloosterorden

BERGEVOET, M., en J. DEKKERS, Zr. Octavie Dericks en het Katholieke Kleuteronderwijs; in: Tweestromenland no. 41 (1983/III), p. 22-23, afbn., lit.

zr. Octavie was afkomstig uit Druten en speel-

de een vooraanstaande rol in het kleuteronderwijs, zoals dat door de Zusters van Liefde werd gegeven. ELSEN, O., van den, Boerenapostel pater Gerlacusvanden Eisen 1853-1925;Gemert, 1983.

Uitgave: Heemkundekring De Kommanderij Gemert, Oudestraat 2, 5421 WE Gemert, f 12,50. In dit boekje wordt veel nieuws verteld over de familiegeschiedenis en de jeugd van pater Van den Eisen; tevergeefs geeft het een goede tekening van de tijd (en) ontstaan van de boerenorganisaties. 272

geloofsvervolging

BEGHEYN, P.J., De Inquisitie te Nijmegen 1548-1550;in: Numaga, 30 (1883), no. 3/4 (nov.), P- 86-98, afbn., tab.

De inquisities van 1548-1550 waren van meer belang voor de machtsstrijd tussen Nijmegen en de centrale overheid, dan vanwege de 'zware ' ketterijen. Toegevoegd is een lijst van 'ketters' tussen 1523 en 1550, waarop o.a. voor-

27


komen Loachim Diemer, kapelaan van de St. Stevenskerk en bedienaar van het St.Catharina-altaar te Beuningen (no. 14), Johan van Boenynghen, 1534 (no. 5), Jan Leur uit Afferden (Geld. ?) (no. 32), Hendrick van Steenbergen uit Winssen (no. 35) en Reiner van Wijhe, heer van Hemen, burggraaf van Nijmegen (no. 40). 323

binnenlandse politiek

HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden...; in: De Waalkanter dd. 1-9-1983, afb.

landstormmobilisaties 1917-1918 ter onderdrukking van de oproeren in Amsterdam. 329

politieke partijen

VELTHOVEN, J.C. van, De Actie-Bouwman; in: Spiegel Historiael, 18 no. 12 (dec. 1983), p. 653-660, 671 ;afbn.,lit.

De Actie Bouman moet vooral gezien worden als een 'dissidenten-beweging'binnen de R.K.Staatspartij, die zich opwierp voor het belang van de kleine boeren. De Landbouwcrisiswet van 1933 regelde de teelt van vee, varkens en kippen, ter beperking van de productie, op basis van de inventarisatie van 1932. Dit riep weerstanden op omdat (a) deze regeling zwaar drukte op de kleine boeren, b) 1932 geen represenatief jaar was geweest en c) de uitvoering van de wet lag bij de L(andbouw) C (risis) O (rganisaties), bemand door mensen van de N.C.B., die zelf belanghebbend waren. Alph. Bouwman was een boomkweker uit Puiflijk, zoon van een keuterboer, die voor zijn tijd en zijn doen nogal wat onderwijs genoten had. Hij stond bekend als een goed vakman. In 1934 werd hij - op verzoek - woordvoerder voor een aantal ontevreden landbouwers; zijn redevoeringen sloegen erg aan en

eind '34 kwam het tot een krachtenbundeling van plaatselijke groepen ontevredenen met het opstellen van een actieplan. Uitgegaan werd van een liberaal model, maar een echte ideologie zat er niet achter. Wel was er sprake van enig antisemitisme, tot uiting komend o.a. in de kritiek op het Zwanenburgconcern. De bonden reageerden uiterst nega-

28

tief, van bagatelliseren tot dreiging met royement. De Kerk gaf ook geen officiële goedkeuring aan aan de actie, omdat de eenheid er niet mee gediend zou zijn. Zij heeft de Actie echter niet bestreden. De Partij toonde geen eigen initiatieven op landbouwkundig gebied. Bouwman was voorzitter van de kiesvereniging Puiflijk en bezocht als zodanig de gewestelijke vergaderingen. Het Dagelijks Bestuur van de R.K.S.P. besloot eind 1936 Bouwman te royeren. Deze kwam daarop in jan. 1937 met een eigen lijst voor de verkiezingen van de Tweede Kamer. Er volgde een zeer felle campagne; Henri de Greeve probeerde nog vlak voor de verkiezingen een bemiddeling tot stand te brengen, zonder succes. Bouwman kreeg wel ruim 21.000 stemmen, maar behaalde nét geen zetel. Opmerkelijk was, dat hij ook veel stemmen verwierd onder arbeiders. Twee jaar later wist B. wel een zetel in de Prov. Staten te behalen. Intussen werd onenigheid binnen de Actie steeds duidelijker, evenals de 'anti-stemming', met racistische trekken. April '40 kwam het tot een fusie tussen de Actie en het Nationaal Front (9-VIH-1940 al weer verbroken); Bouwman werd in okt. 1940 zelf lid van de N.S.B. In 1942 werd B. burgemeester van Budel, in de hongerwinter van Hengelo; na de oorlog kreeg hij enkele jaren gevangenschap opgelegd. De Actie Bouwman was in de eerste plaats een protestbeweging met weinig ideologie; wél had ze een eigen stijl van optreden (massa-bijeenkomsten, landdagen, die zeer veel mensen trokken).

336.7 banken GISTEREN, G. van, Rabobank Appeltern viert 75-jarig bestaan; in: De Waalkanter dd. 29-91983,afbn.

339.17

winkels etc.

DRUTENS broodboetiek Jo en Kees van Hulst op 5 mei geopend. 100 jaar bakkerij Van Hulst; in: De Waalkanter dd.214-1983, afbn.

Puiflijk. GELDER, J.A. van, Opgericht in 1893; in: Hier en Ginder, 24 (1983), p. 53, afb.

grutterij J. Vos, Hemen.


HAAREN, J. van, De Leste Mert, nu en vroeger. . .; in: De Waalkanter dd. 24-11-1983.

24-3-1983, afb.

Appeltern.

Dm ten. 373.2 MORGEN, - - 165ste Leste Mert. De handel lag letterlijk ĂŠn Figuurlijk op straat; in: De Waalkanter dd. 2-11-1983, afbn.

kleuteronderwijs

PEUTERSPEELZAAL, - - 'De Dreumes' viert 10-jarig bestaan; in: De Waalkanter dd. 21-4-

1983. 352.91

waterschappen

Dreumel. HAVE, C. van der, De Gelderse waterschappen, geschiedenis en ontwikkeling in: Waterschapsbelangen, 1983 no. 14, p. 344-345. ambtsbestuur

353

AGTERBERG, M., De Bodebus in Gelderland, Utrecht en Overijssel. Inventarisatie van bodebussen van gemeenten, waterschappen en ambachtsgilden in Gelderland, Utrecht en Overijssel; z.pl., z.jr. (Schipluiden, 1982); 80 p., afbn., reg.

bodebus is een onderscheidingsteken van boden in dienst van bestuurslichamen, p. 33: de bodebus van het Ambt van tussen Maas en Waal. 355.48

krijgsgeschiedenis

KOUWEN, C.B.J. van, The 43th Reconnaissance Regiment in Maas en Waal;in: Tweestromenland no. 40 (1983) p. 30, afb. 362.6

verpleging

LAURENSSE, T., Nieuwe uitgave in Tweestromenlandreeks: Ewijk's Klooster en Verpleeghuis; in: De Waalkanter dd. 23-6-1983, afb. LAURENSSE, T., Verpleeghuis Waalwick bestaat kwart eeuw; in: De Waalkanter dd. 26-51983,

afbn.

Evrijk. 373.2/373.3

kleuter- en lager onderwijs

GRAVIN, - - van Rechterenschool herdenkt 130 jaar onderwijs; in: De Waalkanter dd.

373.3

lager onderwijs

LAURENSSE, T., Vredeschool Druten viert deze week 12 1/2 jarig bestaan;in: De Waalkanter dd. 9-6-1983, afb. 374

vormingswerk

LAURENSSE, T., 25 Jaar Vormingswerk Maas en Waal; in: De Waalkanter dd. 17-3-1983, afbn.

377.3

technisch onderwijs

LAURENSSE, T., 40 Jaar L.T.S. in Druten: pleidooi voor meer praktisch onderwijs; in: De Waalkanter dd. 30-6-1983, afbn.

RIDDER, B. de, en F. van AALTEN, R.K. Technische School Druten 1943-1983; Druten, z.jr. (l 983); 32 p., afbn.

Helder en overzichtelijk wordt in dit boekje een overzicht gegeven van de geschiedenis van de oprichting van de Gem.Ambachtschool en de belangrijkste lotgevallen uit haar bestaan. Ook enkele herinneringen van dhr. J. van de Zandt, vanaf de oprichting tot 1976 leraar A VO-vakken, zijn opgenomen. 379.8

recreatie

TIEMENS, W.H., Een zwerftocht door het mooie 'Rijk van Nijmegen'. Heumen, in: Hoog en Laag dd. 26-8-1982.

VELDEN, P. van der, Langs de Maas: MegenBatenburg-Ravenstein; z.pl-z.jr. (Breda, 1982); 60 p. tekn.

29


Wandelwijzer no. 9. In eigen beheer uitgegeven beschrijving van een wandelroute. 389

in het dialekt van Appeltern. VRAGEN, - - over Kerststallen; in: Tweestromenland no. 42 (1983/III), p. 27.

maten en gewichten 56

fossielen

BERGEVOET, M., Gewichtje?; in: Westerheem,

32(1983),p.40,afb.,lit.

gewicht/e?, gevonden in Druten, uit de Romeinse tijd.

LAURENSSE, T., Grandioze collectie fossielen en stenen van Barry Visschers uit Afferden; in: De Waalkanter dd. 24-11-1983, afb.

deels afkomstig uit Tweestromenland. VERHOEFF, J.M., De oude Nederlandse maten en gewichten; Amsterdam, 2e dr. 1983; XVI, 132 p.

Uitg. P.J. Meertensinstituut voor Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde v.d. Kon. Ned.Akademie van Wetenschappen, dl. 3. momentopname van de maten uit eind 18ebegin 19e eeuw, deels gebaseerd op opgaven van de gemeentebesturen en departementale commissies van ca. 1825. De indeling is a) geografisch en b) als woordenlijst. 394

gebruiken

598.2

vogels

HAAREN, J. van, Ooievaars, vroeger en nu; in: De Waalkanter dd. 26-5-1983.

het voorkomen van ooievaars in Tweestromenland. 627.514

dijken

LANGE, L. de, Geen verdere vertraging bij dijkverzwaring in Gelderland; in: Gelderland Nu, 14no.6(nov./dec. 1983), p. 10-12, afbn.

ELK-VAN KOUWEN, van, Bestellen; in: Tweestromenland no. 40 (1983), p. 29.

636

het eten van beschuitbollen met melk, de Ie middag dat de koeien in de wei liepen.

SLAGERS, - - in Druten en Ben.Leeuwen herstellen oude traditie;in: De Waalkanter dd. 24-3-1983, afb.

394.2

paasvee-rondgang

nationale feesten etc.

veeteelt

HAAREN, J. van, Druten vierde luisterrijke onafhankelijkheidsfeesten;in: De Waalkanter

656.2/656.4

dd.2en9-6-1983,afbn.

FOKS, W.W., De Stoomtram Maas en Waal. Een reactie op J. van Haaren's artikel in Twee-

396

vrouwenbeweging

LAURENSSE, T., Dertig jaar K.V.O. in Leeuwen: de vereniging voor elke vrouw; in: De Waalkanter dd. 10-3-1983, afbn.

398.33

kalenderfeesten

MUNTJE VAN DE NOTENHOF, e.a., 't Staelleke vaen Betteljem op de Kaest;in: Tweestromenland no. 42 (1983/HI), p. 2526, bijl.

30

trein-en tramverkeer

stromenland no. 39;in: Tweestromenland no. 41 (1983/11), p. 25-26. FOKS, W.W., Hier reed vroeger de tram...Een verkenning langs de route van door de N.V. Maas Buurt Spoorweg geĂŤxploiteerde tramlijnen; in: Tweestromenland no. 40 (1983/1), p. 3-13, afbn.

de route van de tramlijnen Wamel-Nijmegen, Nijmegen-Venlo en Venlo-Beringe volgend, worden allerhande wetenswaardigheden over deze tramlijnen medegedeeld, vooral wat daar-


van nu nog zichtbaar is. WĂŠl had voor velen de beschrijving bij Nijmegen mogen stoppen, omdat de rest buiten Tweestromenland ligt!

deze, in 1864/65 gebouwde kerk, heeft een orgel van Gradussen uit Winssen, daterend

IN, - - tijdschrift Tweestromenland: Stoomtramgeschiedenis; in: De Waalkanter dd. 6-1-

712

1983, afb.

GELDER, J.A. van, De Rozenkrans Bergharen; in: Hier en Ginder, 24 (1983), p. 19-21, afb.

MAAS, De -- en Waalse stoomtram maakte de laatste rit in 1934;in: De Waalkanter dd. 31-3-1983.

tek.

uit 1874/75 (p. 85-87). natuur, landschap

een bosperceel bij de Stompendijk en Veldsestraat.

STOOMTRAM, - - Maas en Waal; in: Hier en

Ginder, 24 (l 983), p. 26.

725.4

oproep om opgave van her en der staande/liggende onderdelen.

VEERMAN, W., Een molen uit Maasbommel in het land van Beusichem en Zoelond of hoe een 17e eeuwse watermolen aan zijn eind kwam; in: Historisch Tijdschrift De Drie Steden, 3 no. l (1982).

STOOMTRAMHISTORIE, - - herleeft; in: Tweestromenland no. 40 (l983/1), pa. 13.

bericht over het onderzoek naar (de geschiedenis van) de stoomtram Wamel-Nijmegen. 666

fabricage van bouwmaterialen

ONDER, - - de rook van veldovens. Lezing over de geschiedenis van Maas en Waalse steenfabrieken;in: De Waalkanter dd. 17-12-1983. 67

beroepen/ambachten

725.5

molens

gebouwen voor soc.zorg

GELDER, J.A. van, Verbouwd bejaardencentrum Winssen: heropening na 20 jaar; in: Hier en Ginder, 24 (1983), p. 67-72, afb.

Overmarsstichting Winssen. 725.94

monumenten

LOFWAARDIG, - - initiatiefin Maas en Waal; in: De Waalkanter dd. 10-2-1983;

HERKENT, - - U deze oude beroepen uit uw eigen streek?; in: De Waalkanter dd. 22-121983, afbn., 9,23-2-84.

673

klokkenspelen

JONG, R. de, Klokkenspelnieuws: voorslagen; in: Gelders Oudheidkundig Contactbericht no. 97 (1983/11), p. 35

voorslag Bodershof Druten. 681

oprichting Stg. Baet en Borgh, met als doel het verwerven, herstellen en exploiteren van historische monumenten in Tweestromenland. 726.52

o.a. grafmonumenten

SPRUIJT, H.J.M., De grafsteen tegen de muur van de kerk St.Antonius Abt te Wijchen;in: Tweestromenland no. 42 (1983/III), p. 1324, afbn., krt., tab.

orgels

SCHJLTE- van WERSCH, C.J.M., en A.G. SCHULTE, De St.Eusebiuskerk te Arnhem. Een nieuwe kerk aan een nieuw plein; in:

Arnhem, Elf facetten uit de 19e en 20ste eeuw;Zutphen, 1983, p. 74-89, afbn., lit.

grafzerk van Adr. van Elderen en zijn echtgenote. 726.54

kerken

GELDER, J .A. van, Oude kerk in Leur luidt

31


de noodklok. Restauratie in 1984?; in: Hier en Ginder, 24 (1983), p. 121-123, afb. HALBERTSMA, H., en M.J.A. de HAAN, Puiflijk;in: Jaarverslag Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek over 1981,

1842

(herdr. Zutphen, 1978).

TRIJSBURG, J., Wie 'Van der Aa' zegt...; in: Tweestromenland no. 42 (1983/III), p. 8-12, afbn.

Rijswijk, 1983, p. 59.

toelichtend artikel bij het voorgaande.

opgravingen rond de Oude Toren naar de middeleeuwse kerk.

728.9

LAURENSSE, T., N.H.Kerk in Alphen gerestaureerd; in: De Waalkanter dd. 3-2-1983, afbn. STICHTING, - - Oude Gelderse Kerken houdt aktie voor restauratie Leurse kerk; in: De

Waalkanter dd. 29-9-1983, afb. delen van kerken

726.59

GELDER, J.A.

van,

Toren Leur; in: Hier en

Ginder, 24 (l983), p. 155.

toren N.H.

kerk.

TORENRESTAURATIE, - - kerktoren. Het

kruis van de Leurse toren en een geslaagde aktie...;^: De Waalkanter dd. 15-12-1983, afbn.

bijgebouwen

GELDER, J.A. van, Van veldschuur tot droomhuis;in: Hier en Ginder, 24 (1983), p. 135-140, afbn.

voorm. 'kunsthoeve' aan de Veldsestraat te Bergharen. 737

munt- en penningkunde

JACOBI, H.W., Muntvondsten: Hemen 1982; in: Jaarboek Munt- en Penningkunde, 69 (l 982), p. 150-152. ROYMANS, N., en W. van der SANDEN, Celtic coins from the Netherlands and thei Archaeological context;in: Berichten v.d. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, 30 (1980), p. 173-254, afbn., grafn., krtn., lit., tabn., tekn.

GELDER, J.A. van, School Bergharen l april tegen vlakte; in: Hier en Ginder, 24(1983), p. 35-39.

Van de 106 tot eind januari 1981 bekende keltische munten, zijn er 89 gevonden in het rivierengebied van Nijmegen (zelg 51) tot Orthen. Opmerkelijk is de concentratie rond Lith-Rossum, voornamelijk als gevolg vsn zandbaggeren. Ook uit Alphen zijn twee munten bekend, in 1936 uit de Maas opgediept.

728.6

boerderijen

784

GELDER, J.A. van,

Rotsenhof in Hernen;in:

LAURENSSE, T., Een kwart eeuw dameskoor 'Sonore'; in: De Waalkanter dd. 21-4-1983, afb.

toren N.H.

kerk Leur.

727.1/727.5

schoolgebouwen

Hier en Ginder, 24 (1983), p. 51-52, afb. 728.8

zangverenigingen

kastelen Puifli/k.

ROBIDĂŠ VAN DER AA, C.P.E., Het kasteel te Wijchen;in: Tweestromenland no. 42 (1983/ III), p. 3-7, afbn.

overdruk uit C.P.E.R. v.d. Aa, Oud-Nederland in de uit vroegere dagen overgeblevene burgen en kastelen geschetst en afgebeeld; Nijmegen,

32

SONOORTJES,-- 20 jaar jong; in: De Waalkanter dd. 2-6-1983, afb.

Puiflijks kinderkoor. 785

muziekverenigingen


DRUMBAND, - - Excelsior viert 30-jarig bestaan; in: De Waalkanter dd. 23-6-1983, afb.

VOETBALVERENIGING, - - W.V.W. Weurt 60 jaar, 7 januari 1923-7 januari 1983.Jubileumuitgave; Weurt, 1983; 40 p., afbn.

Deest. veel foto's, veel namen. EENDRACHT, '- -' bestaat 75 jaar; in: De Waalkanter dd. 29-7-1983, afb.

VOETBALVERENIGING, - - Hernani 70 jaar l mei 1912-1982;Hernen, 1982;52 p . , a f b n .

fanfare Afferden. 791

kermis

HAAREN, J. van, Reis van ouderen naar Wijk bij Duurstede; in: De Waalkanter dd. 30-61983,afb.

in dit artikel wordt ook een beschrijving gege-

p. 5-13: Hernam Hemen van verleden naar heden. 796.5

wandelsport

VOLOP, - - festiviteiten rond 25 jarig jubileum wandelvereniging;in: De Waalkanter dd. l 5-9-1983, afb.

ven van de Drutense kermis in vroeger tijden. De Vrolijke Tippelaars Bov. Leeuwen. 796.3

balspelen

798 GOUDEN,--jubileum D.S.Z. 1933-1983;in: De Waalkanter dd. 2-6-1983.

voetbalvereniging Bov.Leeuwen. KWART, - - eeuw biljarten met B.C.O.V. Afferden; in: De Waalkanter dd. 26-5-1983, afb. LAURENSSE, T., 45 jaar biljartclub 'Ons Genoegen'; in: De Waalkanter dd. 9-6-1983, afb.

Druten. LAURENSSE, T., LeWaBo kijkt om na l 5 jaar tennis; in: De Waalkanter dd. 29-9-1983, afbn.

diersporten

KRINGGROEP, Rivierengebied bestaat l O jaar; in. De Waalkanter dd. l 5-1 2-1983, afb.

Vereniging Duitse Herdershonden. 800.87

dialecten

MUNTJE VAN DE NOTENHOF, NovemberSlachtmaand;in: Tweestromenland no. 41 (1983/11), p. 19.

dialect Appeltern. 902

archeologie

VIJFTIG, 50 Jaar S.C.D.33; in: De Waalkanter dd. 26-5-1983

BLOEMERS, J .H.F., R.S. HULST en W J .H. WILLEMS, A short introduction of the Eastern River Area (ERA) Project; in: Berichten v.d. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, 30 (l 980), p. 277-280, krt.Jit.

voetbalvereniging Deest.

in de 70-er jaren concentreerde het ROB zijn

VIJFTIG, 50 Jaar bestaan voetbalvereniging A.V.I.O.S.;in: De Waalkanter dd. 5-5-1983, afb.

werkzaamheden in een aantal projecten, waarvan dit er één is. In dit geografisch afgebakende terrein ligt de nadruk op de Romeinse tijd, met aanloop (Ijzertijdj en uitloop ( Vroege Middeleeuwen).

gem. Wamel.

Alphen. HULST, R.S., Bergharen;in: Jaarverslag R.O.B.

33


over 1981, Rijswijk, 1983, p. 107.

Romeinse vondsten De Wijnakker Hemen. HULST, R.S., Beuningen; in: Jaarverslag 1981 ROB; Rijswijk, 1983, p. 107-'8.

De Aalst te Ewijk: romeinse villa. HULST, R.S., Beuningen;in: Jaarverslag

1981 ROB; Rijswijk, 1983, p. 110.

De Hostert dan en de Krommehoekstraat bij de Koningsstraat. HULST, R.S., De Pol te Druemel onderzocht; in: Tweestromenland no. 41 (1983/11), p. 20-21 en 24 afbn. HULST, R.S., Huemen;in: Jaarverslag 1981 ROB; Rijswijk, 1983, p. 110.

vondsten gedaan bij de aanleg van R. W. 73.

gegevens. De auteur, die 'Oberkustos' van het Rheinisches Muzeum te Duisburg is, is er in geslaagd in woord en beeld een overzicht te geven van wat de provinciaal-romeinse archeologie tot nu toe over het gebied tussen Rijn en Maas heeft ontdekt. Uit Tweestromenland komen ter sprake de villa rustica van de Klepperhei te Druten (p. 170-171 j en het transportschip, gevonden op het terrein van Boldershof te Druten (p. 180).

912

geografische afbeeldingen

PAULS, T., Neerbosch toen ik er nog woonde; Nijmegen, 1983; 156 p., afbn.

Ton Pauls beschrijft indit beokje het oude Neerbosch, dat door woningbouw, wegenen kanaalaanleg nagenoeg geheel verdwenen is. Weg voor weg, pand voor pand wordt de bouw en bewoningsgeschiedenis verhaald, zo mogelijk vergezeld van een foto. Wat helaas ontbreekt is een kaart van Neerbosch, zoals het was en is. Verder zou dit boekje model kun-

ROB; Rijswijk, 1983, p. 111.

nen staan voor nagenoeg alle plaatsen in Tweestromenland!

merovingische vondsten uit het centrum van Wijchen.

Wijchen, - - Centrum in Tweestromenland; Wijchen, 1983; 84 p., afbn.

PETERS, WJ.T., en L.J.F. SWINKELS, De

fotoboek van de gemeente Wijchen, Batenburg en Bergharen bij gelegenheid van het opgaan in ĂŠĂŠn nieuwe gemeente Wijchen op 1-1-1984.

HULST, R.S., Wijchen;in: Jaarverslag 1981

muurschilderingen van de Romeinse villa op de Klepperhei te Druten;in: Tweestromenland no. 41 (1983/11), p. 3-19, afbn., Ut.

92 SANDEN, W. van der, A bronze socket axe from Wijchen, Gelderland; in: Berichten v.d.

Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, 30 (1982), p. 169-171, afb., krtn., lit., tek.

903

personen

BERNEBEEK, - - ; in: Nieuwsbrief Tweestromenland dec. 1983, p. 14

Gradus B. trouwt 1772 met Henrica van Mook.

prehistorie

DOOD, J. de, De Koning; in: Gens Nonstra, 38(1983), p. 123.

BECHERT, T., De Romeinen tussen Rijn en

Maas;Dieren, 1983; 287 p., afbn., lit., reg., tekn.

geschiedenis van de provincie Germania Inferior tijdens de Pax Romana (14-midden 3e eeuw): het leven van de mensen in die tijd, voor zover wij dit nu kunnen reconstrueren; voornamelijk aan de hand van archeologische 34

Jan de Koning uit Puiflijk trouwt 1781. HAAREN, J. van, Francois van Haneghem; in: De Waalkanter dd. 7-7-1983.

commies der directe belastingen te Druten. HAAREN, J. van, In memoriam Eduard Jans-


sen;in: De Waalkanter dd. 15-9-1983.

uit Druten. HAAREN, J. van, In memoriam Jo van Heereveld;in: De Waalkanter dd. 21-7-1983.

Jacoba Albertina baronesse van Verschuer, geboren 11-11-1884 als dochter van B.P. van Verschuer en Ottoline M. baronessse van Balveren was zeer aktiefin diverse (hervormde) charitatieve instellingen in Arnhem. Een broer van haar was heer van Leur, dat hij van hun moeder had geërfd.

uit Druten. HAAREN, J. van, In memoriam Piet van Balveren;in: De Waalkanter dd. 20-1-1983.

uit Druten. HERKENT, - - U ze nog? Maas en Walers van toen. 17 (foto 20): schoolklas Altforst 1917; in: De Waalkanter dd. 31-1-1983. 18 (foto 21): leden Boerenleenbank AltforstBlauwe Sluis; in: De Waalkanter dd. 27-1-1983. 19 (foto 22): watersnood Bijmanstraat Deest 1926 in: De Waalkanter dd. 17-2-1983. 19 (foto 23): schoolklas Leeuwen 1914 in: De Waalkanter dd. 17-2-1983. 20 (foto 24): school Horssen ca. 1920 in: De Waalkanter dd. 3-3-1983. 20 (foto 25): stoomlorry, gebruikt bij de Maaskanalisatie ca. 1928, omgeving Appeltern in: De Waalkanter dd. 3-3-1983. JONG, W. de, De wonderbaarlijke redding van de kleine Johanna;in: Gelderland Nu, 13 no. 4 (1982).

Johanna van Beek uit Ben.Leeuwen. KERSTEN, - - van Bronkhorst-Heuvelrust; in:

Nieuwsbrief Tweestromenland okt. 1983, p.21.

H. O. Kerstens alias van Bronkhorst wonend op de Heuvelrust te Bergharen, trouwt 1785. LAURENSSE, T., Serie in opzet geslaagd: veel

reakties op Maas en Walers van toen;in: De Waalkanter dd. 31-3-1983, afb. LEPPINK, G.B., Jacoba van Verschuer (l 8841965) en haar rol in het Arnhemse maatschappelijk leven;in: Arnhem. Elf facetten uit de

19de en 20ste eeuw; Zutphen, 1983, p. 90114,afbn., bijl.

OS, J. van, Vier Maas en Waalse boekenwurmen in de 19de eeuw; in: Tweestromenland no. 40 (1983/1), p. 15.

het betreft hier J.J.C, van Bommel, burgemeester van Bergharen, L.A. Ottenhof, med.dr. te Winssen, G.H. van Senden, dominee te Leur en C.P.J. Schoenkamers, pastoor te Bov.Leeuwen. TEUNISSEN, - -in: Nieuwsbrief Tweestromenland okt. 1983, p. 21-22.

Theodorus Teunissen, overl. Maasbommel 1913. VERHEIJEN, - - in: Nieuwsbrief Tweestromenland dec. 1983, p. 15

Lambertus Verhei/en, trouwt 1751 te Beuningen J. Janssen Christiaans. 929.5

genealogie

BELONJE, J., Schledenhorst bei Haldern;in: Mitteilingen der Westdeutschen Gesellschaft für Familienkunde, 71, Band 31, Heft l (janmrt. 1983), p. 14-17.

families van Mascherell (Balgoy), van Grotenhuis (Wamel) en Tengnagel. BERGEVOET, M., Belangrijke genealogische bron ontsloten!; in: Tweestromenland no. 40 (l 983/1), p. 29.

betreft huwelijks-dispensaties uit het Archief Officialaat van het bisdom Roermond in het Rijksarchief te Maastricht. BERGEVOET, M., De famüie Roodbeen;in: Limburgs Tijdschrift voor Genealogie, II no. l (febr. 1983), p.9-10,afbn.

35


vervolg en slot van jrg. 9 no. 4 ){'april 1981) van de nakomelingen van Alexander Roetbeen

voor Geslacht- en Wapenkunde 1883-1983; Den Haag, 1983; XXII, 531 p.,regs.

uit Maasbommel.

van Blankenborch en Van Bommel in Dreumel, 19e eeuw.

uitg. door de Stichting de Nederlandse Leeuw, Den Haag. Een zĂŠĂŠr groot aantal kwartierstaten, waarin regelmatig families uit Tweestromenland, of genoemd naar plaatsen in dit gebied, voorkomen (o.a. Van Heumen). Wie had gedacht, dat zowel minister-president Marijnen, als diens ambtgenoot Lubbers voorouders uit onze streek hadden? (resp. Van Wel uit Wamel en Van der Horst uit Druten). Helaas is dit boek niet in de handel.

CLEVERENS, R.W.A.M., De graven van Aldenburg Bentinck en Waldeck-Limburg, Mid-

LAURENSSE, T., Bidprentjes, wat doen we ermee? in: De Waalkanter dd. l 7-2-1983, afbn.

BERGEVOET, M., Venlonaren uit 'Tweestromenland';in: Tweestromenland, no.40 (l 983/1), p. 16-28, afbn. BLANKENBORCH, - - Boetzelaer;in: Nieuwsbrief Tweestromenland april 1983, p. 20.

dachten, Weldam, Amerongen, Zuylestein; Middelburg, 1983; 176 p., afbn.

verzameling van dhr. A.v.d. Heuvel uit Winssen.

gravin van Aldenburg-Bentinck woonde tot in de 57er jaren in Druten.

LENNEP, M.J .van, De Magistraat van Tiel;in: De Nederlandse Leeuw, 100 (1983), kol. 269-280.

ELDRUM, - -; in: Nieuwsbrief Tweestromenland dec. 1983,p. 14. CODRON, - - in: Nieuwsbrief april 1983, p. 20.

begin 20ste eeuw in Appeltern. HAAREN, J. van, Heimwee naar Druten; in: De Waalkanterdd. 28-4-1983.

fam. Peters. HERKENT, - - U ze? l. Met de Waalkanter op

MACKAY, D., Geschiedenis van het geslacht Mackay; Zutphen, 1983; 304 p., afbn. (De Walburg Pers, f 59,-).

Werken van het Kon.Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, dl. VIII. Sedert het begin van de 17e eeuw komt dit Schotse geslacht ook in de Nederlanden voor, eerst in militaire kringen, later ook op het politieke vlak. Dit geslacht, waarvan het hoofd van de familie op het huis te Ophemert woont, had ook bezittingen in Maas en Waal.

weg in Tweestromenland; in: De Waalkanter dd. 8-12-1983,afb.

MOOK, Van - -; in: Nieuwsbrief Tweestromenland, okt. 1983, p. 21.

HOL, - -; in: Nieuwsbrief Tweestromenland okt. 1983, p. 21.

OSNABRUGGE, M. van, Van Osnabrugge - van

Osnabrugge;in: Gens Nostra, 38 (1983), p. 213-239, afbn., tek.

HOOYBOOM, - - Huyboom-van Eek;in: Nieuwsbrief Tweestromenland okt. 1983, p. 20.

afstammelingen van Bernt Hendrickszoon (van Ossenbruggen), overl. Rijsiwjk (Gld.) voor 1658, o.a. in Tweestromenland.

Heumen-Malden. KWARTIERSTATENBOEK, - - Verzameling kwartierstaten, bijeengebracht ter gelegenheid van de herdenking van het 100-jarig bestaan van het Koninklijk Nederlandsen Genootschap

36

SAVORNIN LOHMAN, R.C.C, de, Grafzerk (ca. 1693) van Anna van Apeldoren, echtgenote van generaal-majoor Dithmar van Wijnbergen tot Horssen, in de Herovrmde kerk te Voorst;in: De Nederlandse Leeuw, 100 (1983),


kol. 331-336, afb.

schuilnaam Herman van Appeltern bediende.

SENGERS, - - ; in: Nieuwsbrief Tweestromenland, april 1983, p. 20.

93 D

geschiedenis Tweestromenland

VAN, - - verre en nabij, genealogische artikelen uit de regio Rotterdam; Rotterdam, 1983; 187 p., regs. (uitg. Ned.Geneal.Ver., afd. Rotterdam).

GELDER, J.A. van, Bergharen 1818-1984;in: Hier en Ginder, 24(1983), p. 157.

families Hol en in 't Hol.

GELDER, J.A. van, Gemeente Bergharen zoals 't was 1818-1984; in: Hier en Ginder, 24

(1983), p. 165-167, afbn. WOERDENBACH, - - in: Nieuwsbrief Tweestromenland, april 1983, p. 20

19e eeuw in Appeltern. WOERKOM, van - -; in: Nieuwsbrief Tweestromenland, april 1983, p. 20. 929.6

heraldiek

SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, C.O.A., Het wapen van het polderdistrict Groot Maas en Waal;in: De Nederlandse Leeuw, 100 (1983), kol. 510-511, afb.

samengesteld uit de delen Rijk van Nijmegen, Bommelerwaard, Circul van de Ooy en Land van tussen Maas en Waal. 93 B

geschiedenis Gelderland

KUYS, J.A.E., Politieke ontwikkeling ca. 11 CO1400. De landsheerlijkheid van Gelre en Zutphen tot 1423; in: Algemene Geschiedenis van Nederland, dl. Il (Haarlem, 1982), p. 324-345, afbn., krt., lit. 93 C

geschiedenis Kwartier van Nijmegen

GELDER, J.A. van,

Gemeente Bergharen zoals 't was 1818-1984 met een korte uiteenzetting over het ontstaan en de bewoning vóór 1818; Bergharen, 1983; 168 p., afbn., krt., tekn.

Op p. 166 vermeldt de auteur wat onbehandeld bleef. Stof genoeg voor verder onderzoek. Het sterkst is hij bij de behandeling van 'jongere' zaken; de eerste pagina 's (vroegste geschiedenis) komen minder goed uit de verf. De tijd tussen Romeinen en Fransen (300-1800) wordt overgeslagen, maar daar was het in de opzet van dit boek (1818-1984) ook niet om begonnen. De laatste IJstijd (p. 6J begon ca. 70.000 v. C. en duurde tot ca. 10.000 v. C.; 'neolithisme'heet in vaktermen neolithicum of nieuwe steentijd p. 9). En de 'gemeentelijke herindeling' van 1816-1818 is zeker niet het (rechtstreekse) gevolg geweest van een maatregel van keizer Napoleon, die in 1813 zijn Waterloo vond. Het zou te vergaan, dit afscheidscadeau van de nu opgeheven gemeente Bergharen aan haar inwoners af te schilderen als onzorgvuldig; daarvoor staan er teveel aardige zaken in. HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden; in: De Waalkanterdd. 20-10-1983.

HAAREN, J. van, Uit Horssens en Drutens DEKKER, R.M., Wie schreef de 'Gedenkschriften van een voormaan Nederlandsch beambte'? Enkele opmerkingen naar aanleiding van een recente heruitgave;in: Bijdragen en mededelingen betreffende de Geschiedenis van Nederland, 98 afl.2 (1983), p. 220-225.

verleden;in: De Waalkanter dd. 19-5-1983.

mr. H.v.A. is: Mr. A. W. Engelen, 1804-1890, kantonrechter te Tiel, die zich ook van de

NIEUW, - - tijdschrift over geschiedenis Maas en Waal; in: De Waalkanter dd. 15-9-1983.

LICHTENBELT, P.J., Ooit van Batenburg gehoord?; in: Ankertros no. 6, personeelsblad van de Alg.Bank Nederland, juni 1983, p. 16-17, afbn.

37


930.25

archivalia

MENTINK, G.J., Lijst van enige archieven en archivalia, van belang voor de bestudering van de cultuurtechnische- en sociaal-economische geschiedenis van het Gelderse Rivierengebied in de periode 1935-1965. Uitgereikt bij gelegenheid van de themadag over 'De cultuurtechnische en sociaal-economische veranderingen van het Gelderse Rivierengebied na de dertiger jaren' van de Stichting

Geschiedenis Gelders Rivierengebied (S.G.G.R.) op zaterdag 29 oktober 1983 te Kerk-Avezaath; Arnhem, 1983 ;26p., (stencil Rijks Archief in Gelderland). TIELSE, De - - kroniek. Een geschiedenis van de Lage Landen van de Volksverhuizingen tot het midden van de vijftiende eeuw, met een vervolg over de jaren 1552-1566;inl. en vert. J. Kuys e.a.; Amsterdam, 1983,; 255p., afbn. (Uitg. Verloren, postbus 6157,1005 ED Amsterdam, ing. f 39,-, geb. f 56,—.

Deze kroniek, die in het archief van de gem. Tiel wordt bewaard, is in 1789 door J.D. van Leeuwen uitgegeven als Chronicon Tielense, in het oorspronkelijk latijn. De stad Tiel met haar omgeving staat in deze kroniek, die nu in vertaling wordt uitgegeven, centraal; Maas en Waal komt evenwel op talrijke plaatsen ter sprake. VELDEN, G.M. van der, Het oudste cijnsregister van de abdij van Berne uit 1376; Den Bosch, 1982; l 77 p. (uitg. Rijksarchief Den Bosch, f 15,—.

In dit register komen vele Gelderse personen voor, en nogal wat goederen van Berne lagen in Maas en Waal: Appeltern en Maasbommel. Als bijlage is opgenomen een akte van 2-71316 uit het archief van Beme, waarbij schepenen van Maasbommel oorkonden, dat Efesa haar goederen wil nalaten aan Berne. Hiermee is de oudste vermelding van Maasbommel als stad vastgelegd en het zegel overgeleverd.

M. Bergevoet

Sterfnaam Wamelse dopeling gezocht Dat genealogie (stamboom-onderzoek) tegenwoordig een veel beoefende hobby is, zal velen van u wel bekend zijn. Toch is deze vorm van vrijetijdsbesteding niet nieuw: ze werd meer dan 100 jaar geleden ook al beoefend. Eén van deze heren genealogen heeft zich toen beziggehouden met de familie Van Berkel in Wamel, een onderzoek dat vastliep op een z.g. onecht kind, getuige het volgende artikel in het Venloosch Weekblad van 22 februari 1873: Den 27» Februari 1735 is te W A M E L (Gelderland) gedoopt

«3 ost:m.net,':.i: dochter van •* .TT

JOASXA VAS BEHKKL.

:

Den eerale die op degelijke gronden d:n dood van bovengenoemde dochter kan cor.slaleeren, ontvangt een goed<: bvloouing. Briefen franco onder letter G. A. a»a bet Bureau f'tulu<jich U'eeitlarf.

Doordat het archief van deze krant in de laatste oorlog verloren is gegaan, kon het antwoord op de gestelde vraag niet meer worden opgespoord. In de krant komt men er niet meer op terug. Mogelijk dat een van u het antwoord kan geven.

38


TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS 15 X. 1985

- verschijnt ten minste vier maar per jaar - NUMMER 46


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het

G.A.A. Rooijakkers.Overasselt Mevr. A. Smits-Koks, Weurt W.J. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs. C. Visser, Druten.

werkgebied, het Land van Maas en Waal en het

westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Administrateur Vacature

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezen-

ding van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks.

Contributie De contributie voor 1985 bedraagt f25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,- enz. te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten

Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Meyhorst 1747,6537 KE Nijmegen. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

name van Penningmeester Tweestromenland,

Losse nummers tijdschrift

Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.

Nrs. 19 t/m 46 voorradig. Per stuk f5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.

Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC Druten; voor opgave van

nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december).

Secretariaat Zwanensingel 259,6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247. Ere-leden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M. van Os, benoemd 23 april 1980

Bestuur J .A. van Gelder, vz. a i., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen Mej. W.A. van Buren, penn., Bergharen J.L.C. Alkemade, Ewijk Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten B.J .H .M. van Elk, Beneden-Leeuwen W.H. Frentz, Driel Mevr. S.R. van Ginkel-van Dijk, Druten J.A. Jansen, Wijchen A. Kamerman, Wijchen Mevr. F.J. van Oijen, Druten

Inhoud 3 H. Croonen, Een urn van de Gelenberg te Afferden. Naschrift, M. Bergevoet 5 Dr. J.WM. Peijnenburg, Het Bisdom 'sHertogenbosch en zijn bisschoppen 11 Johan van Os, De gebedslijn BambergWinssen op 28 mei 1822 16 Jos van Haaren, Druten en zijn Zang- en

Muziekgezelschappen 20 Johan van Os, De taal van het Kruisjesvolk. 'Aangehouden lidwoorden' in het Maas en Waals 22 Johan van Os, De Dokter.

25 Rectificatie. Op het omslag: Christiaan Schrot. Gelriae, Cliviae. Detail. Z.j., 18de eeuws.


T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen, Ans Talsma-Saaijer en Ton Tielen

NUMMER 46

1985

H. Croonen

Een urn van de Gelenberg te Afferden Tijdens grondwerkzaamheden op de Gelenberg, rond 1960, werd een urn gevonden door Pierre Gijsbers. Eerst durfde men niet verder te graven, bang als men was van doen te hebben met oorlogstuig. Met een houtje werd voorzichtig het zand weggekrabd, totdat de gehele urn uit het zand kwam rollen. Dit potje werd ter kennis gebracht (via dhr. W. Knippenberg uit St. Michielsgestel) aan de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Het bleek een gave, geverniste beker te zijn met raadjesversiering van het Brunsting-Heeschtype 5, techniek b, wat betekent, dat de beker dateert van ca. 150-250 na C. Door de vondst van deze beker is weer eens gebleken, dat in die jaren de romeinen reeds hier gevestigd waren en zij hun doden begroeven op de Gelenberg. Het zijn ook de romeinen geweest, waaraan het dorp Afferden haar naam te danken heeft. De plaatsnaam is namelijk afgeleid van 'affa' (water) en 'ethi' (volksvestiging), waaruit samengesteld ontstond Afethen, Affeden en door tussenlassing van de - r -: Afferden: een bewoonde plaats aan het water. H. Croonen Naschrift: 1. Dit vondstbericht is reeds gepubliceerd in: - Archeologisch Nieuws (Buil. Kon. Ned. Oudheidkundige Bond, jrg. 16, 1963, kol. 2) - Brabants Heem, jrg. 16 (1964), p. 17. 2. In het verleden - en ook na 1960 - zijn er op de Gelenberg vondsten gedaan, gepubliceerd in: - C.R. Hermans, Noordbrabant's Oudheden, 's-Hertogenbosch, 1865, p. 104 (romeinse vondsten 18601863)

- A.W. Byvanck, Excerpta Romana, dl. III, 1947, p. 107 - A.D. Kakebeke, Het Nederlandsche gedeelte van de Peutinger Kaart. Een heemkundige bijdrage: ad duodecimum; in: Brabants Heem, jrg. 4 (1952), p. 3-13, afbn. - W. Knippenberg, Vondstmeldingen II; in: Brabants Heem, jrg. 16 (1964), p. 17-18 (merovingische vondsten ca. 1930) - Brabants Heem, jrg. 11 (1959), p. 49 (merovingische vondst) - P. v. Dinteren, Belangrijke vondst te Druten; in: Tweestromen land no. 2 (mei 1965), p. 2 (romeinse vondst 1965).


3. De naam Afterden wordt doorgaans geheel anders uitgelegd, namelijk 1) A = water, teruggaande op het germaanse A(a), E(e), IJ, als algemene vvaternaarn ( de Aa in Brabant, de Ee in Friesland, de IJssel, de A-mer in Brabant etc.) en 2) voorde (duits: furde, furt, engels: ford, b.v. Steinfurt, Oxford, Coevorden) met de

betekenis van doorwaadbare plaats. Afterden zou dan betekenen een doorwaadbare plaats aan het water. M. Eergevoel


Streekarchief Bommelerwaard Dr. J.W.M. Peijnenburg

Het Bisdom VHertogenbosch en zijn bisschoppen De heer Peijnenburg, archivaris van het Bisdom 's-Hertogenbosch, hield op 14 januari 1980 te Druten een lezing voor onze vereniging over de geschiedenis van het Bisdom. Hij werd bereid gevonden deze lezing aan ons af te staan ter publicatie in 'Tweestromenland'. Op 2 juni 1840 verscheen er te Rome een pauselijke breve 'Universalis Ecclesiae'. Het is

trof, blijkt verder, dat het dekenaat Druten in 1840 15 parochies telde met tesamen 12.648

dank zij die breve dat ik u vanavond mag toespreken in het Bisdom 's-Hertogenbosch. Door dat stuk van paus Gregorius XVI werden nl. aan het toenmalige apostolisch vicariaat van 's-Hertogenbosch die streken toegevoegd, die door het concordaat, op 15 juli 1801 gesloten tussen paus Pius VII en Napoleon Bonaparte, kerkelijk gesproken enigszins in de lucht waren komen te hangen, nl. de kleine vicariaten Ravenstein-Megen en Nijmegen-Grave. Genoemd concordaat voorzag nl. in de opheffing van de bisdommen Roermond en Luik, maar gold niet voor het nederlandse gebied, dat toendertijd tot de Bataafse Republiek werd gerekend. Bij de omschrijving van de nederlandse bisdommen in 1559 waren bij het bisdom Roermond o.m. ingedeeld de steden Cuijk en Grave en omgeving, de meest noordoostelijke streken van het hertogdom Brabant, en het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen. Het Land van Ravenstein en het Graafschap Megen waren in 1559 weliswaar bij het nieuwe bisdom 'sHertogenbosch ingedeeld, maar na eindeloze moeilijkheden over de kerkelijke jurisdictie in het midden van de 17e eeuw weer tot het bisdom Luik teruggekeerd. Als vrij gebied zouden zij een heel bijzondere rol gaan spelen voor de katholieken, die in het tot de Republiek der Verenigde Nederlanden behorende Staats-Brabam woonden. Alles bijeen betrof het hier een vrij klein gebied in N-O Brabant en Z-O Gelderland met in totaal 72 parochies en 78.388 katholieken. Nijmegen was de enige wat grotere stad met 21.000 inwoners. Uit een overzicht, dat ik in het Haagse Nuntiatuurarchief te Rome aan-

katholieken. De 'districten', zoals ze in veel stukken worden genoemd, waren na het concordaat van 1801 wat betreft het oud-Roer-

mondse gebied: Nijmegen en Maas en Waal namens bisschop Van Velde de Melroy bestuurd door de kruisheer Gerardus Hermans

en wat het oud-Luikse gebied aangaat - het land dus van Ravenstein en Megen - namens bisschop De MĂŠan door pastoor Borret te Reek. Toen de inlijving bij het vicariaat van 's-Hertogenbosch niet vlekkeloos verliep, heeft de priester Henricus van der Velden, die te Huisseling aan de theologische hogeschool doceerde, nog enige jaren beide districten bestuurd - 1839/40 tot 1842 - alvorens Zwijsen als laatste zelfstandig bestuurder optrad - 1842 tot 1851. Ruim een jaar later maakte het apostolisch vicariaat van 's-Hertogenbosch op 4 maart 1853 plaats voor het door Pius IX herstelde bisdom. Het Bisdom 's-Hertogenbosch van nu, geografisch gesproken niet groot, Midden- en Oost-Brabant en Gelderland t/z van de Waal, maar wel met 1,7 miljoen katholieken, heeft eigenlijk vier gebieden onder zich, wier kerkerkelijke geschiedenis nogal verschillend is.

Daar is de l ste Meierij, Midden-Brabant met de steden 's-Hertogenbosch, Tilburg, Eindhoven, de kern van het in 1559 door paus Paulus IV opgerichte bisdom; juist dit gebied kreeg na de val van 's-Hertogenbosch in 1629 te maken met een wetgeving, die de katholieke eredienst in allerlei opzichten belemmerde en het vormde na de vrede van Munster in 1648 anderhalve eeuw lang een deel van de Generaliteitslanden, een Wingewest, Staats-Brabant.


BISDOM Bisuum 's-HERTOGENBOSCH

/ ......

;

. . - • / " " • . V

,

;;

/J,'; ,;J. Y.' "„J.,. .- ' ~ ''><

\

'... ..-

"'.r'.P'

~ ,-rx^^.o^;L\~^-V .

•V"

—r"—A—• £_^_

/..

-f— ÏT"-'— V,-.^

VA.—..•>.__i-/ .-,-..•) l-

A

"•v*'

v^q

».,<«.....]"*«;.'

.,.-

Als 2de zou ik willen noemen het land van Ravenstein en Megen, een langgerekt smal gebied ten zuiden van de Maas tot aan de omgeving van Uden en Boekei, waarbij aansloot de conmianderij Gemert van de Duitse Orde. Een gebied, dat vanaf de 14e eeuw weerstand had weten te bieden aan de aspiraties van de Brabantse hertogen, niet tot het hertogdom Brabant en dus ook niet tot Staats-Brabant behoorde en waar de uitoefening van de katholieke godsdienst altijd doorging. Met de krachtige contrareformatorische arbeid van bisschoppen als Masius, Zoesius en Ophovius is het bestaan van dit gebied een van de redenen geweest van het behoud van het katholicisme in Noord-

Brabant. De gelovigen trokken er massaal heen na 1648 - u vindt vlak vóór Uden nog een kruis langs de weg als herinnering aan de Veghelse schuurkerk - en

verschillende

kloosters uit de Meierij vonden er tot vandaag toe een nieuwe plaats van vestiging: de Bossche Franciscanen te Megen, de Bossche Capucijnen te Velp, de Bossche Kruisheren

te Uden en niet te vergeten het Birgittinessenklooster Coudewater te Uden en het

Windesheims Kanunnikessenklooster Soeterbeeck te Deursen. 3e. De gebieden, in 1559 ingedeeld bij het bisdom Roermond: het Land van Cuijk, het Rijk van Nijmegen, het Land van Maas en Waal. Brabants óf Gelders, het doet er alleen


wat toe in tijdsorde, maar behorend tot de Republiek, onderworpen aan haar wetten, die één heersende Kerk erkenden: die van de ware christelijke gereformeerde religie. Tot het einde van de Republiek in 1795 toe, was de bisschop van Roermond beperkt in zijn ambtsuitoefening en kon hij dit gebied van zijn diocees niet betreden. Het is bv. bekend, dat duizenden Nijmegenaren het sacrament van het Vormsel ontvangen hebben in het Pruisische Middelaar, waar de Gelderse katholieken in groten getale heen stroomden om hun bisschop te begroeten: het autoritaire Pruisen was - helaas - toleranter dan de toenmalige Nederlandse Republiek. 4de. De Bommelerwaard, kerkelijk gesproken oud-Utrechts gebied, in 1559 bij het nieuwe bisdom 's-Hertogenbosch ingedeeld. Een gebied, waar de Opstand krachtige steun ondervond - de Sonderbund Holland-Zeeland-Bommel-Buren, waar de Reformatie veel aanhang vond en de oude middeleeuwse parochies goeddeels verdwenen, maar dat maakt de visitatieverslagen van de tweede Bossche Bisschop Metsius zo ontzet-

tend interessant en de overgebleven archivalia van het Bommelse kapittel van St. Maarten zo ongelooflijk kostbaar. Het Bossche Bisdom, opgericht in 1559, haalde zijn eerste eeuwfeest niet. De laatste van de zeven bisschoppen in die bijna honderdjaren, de Franciscaan Joseph Bergaigne, stierf in 1647, zonder ooit in zijn bisschopsstad 's-Hertogenbosch te zijn geweest. Dat was dus na de val van Den Bosch en tijdens de vredesonderhandelingen te Munster, die de bestaande situatie in Gelderland en Noord-Brabant bevestigden en een normaal katholiek kerkelijk bestuur voor enige eeuwen onmogelijk zouden maken. Terugblikkend op de eerste zeven bisschoppen, die het Bossche diocees na 1559 bestuurden, kan men kort het volgende zeggen: Franciscus Sonnius heeft tussen 1560 en 1570 ernstig geprobeerd het Concilie van Trente te laten doorwerken in zijn bisdom. Door veel tegenwerking o.a. van het kapittel van St.Jan en het Bossche stadsbestuur en de ongunstige tijdsomstandigheden - om maar één


ding te noemen: de beeldenstorm van augustus 1566 - had hij niet veel succes. In 1570 werd hij eerste bisschop van Antwerpen.

LaurensMetsius hield al in 157 l een eerste diocesane synode, stichtte een seminarie voor de priesteropleiding en trok aanstonds op visitatie naar de Bommelerwaard en het Land van Heusden en Altena, streken, het meest door de Reformatie bedreigd. Zijn verslagen van deze bezoeken geven ons een unieke

kijk op een klein stukje katholieke kerkgeschiedenis in een afgelegen deel van Nederland, waar Trente nog niet had kunnen doorwerken, waar veel laat-middeleeuwse mistoestanden nog niet waren verdwenen en

waar binnen tien jaar hel katholicisme 7.0 goed als verdwenen zou zijn. In de Bommelerwaard lukte niet, wat enkele tientallen jaren later, hier in Maas en Waal, wel tot resultaat zou voeren: intensieve missionering tot behoud van het bedreigde katholicisme, in dit geval door de Franciscanen

vanuit Megen. Clemens Crabeels, 1584-1592, had te maken met de voortdurende voorlogsomstandigheden in de Meierij, maar wist toch twee positieve dingen te bereiken, het herstel van een goede verhouding met het St.Janskapittel en een verbreken van de band met de abdij Tongerlo, de oude Norbertijnenabdij, die in 1560 zeer tegen de zin van de religieuzen bij de Bossche bisschopszetel was

geĂŻncorporeerd. Ghisbert Masius, 1593-1614, kreeg eindelijk

kans orde op zaken te stellen, vooral toen na 1609 een wapenstilstand gold tussen de strijdende partijen: de Republiek en Spanje. Hij hield in 1612 een tweede diocesane synode; hij begon met de herinrichting van de kathedraal en herwijdde veel kerken en ook de vestiging van een Jesuietencollege in Den Bosch in 1610 is van veel betekenis geweest. Nicolaas Zoesius, 1615-1625, ging door op

deze weg. De kathedraal kreeg een nieuw altaar, oksaal, orgel en preekstoel; als oudpresident van het Bossche College kon men verwachten, dat hij het seminarie zou herstellen, hij deed veel voor de catechese en benadrukte de residentieplicht van de pastoors.

8

MichaĂŤl Ophovim, 1626-1637, Dominicaan, vriend van Rubens en beschermeling van Aartshertogin Isabella, zette de lijn voort, maar kreeg na ruim twee jaar met het beleg van de bisschopsstad, dat een caesuur zou gaan betekenen in zijn episcopaat en de opbouw van hei Bisdom /ou afbreken. Er is allereden om aan te nemen, dat zonder dit beleg het Bisdom Den Bosch een Zuidnederlands Bisdom zou zijn geworden, waarop de periode van Renaissance en Barok zijn stempel zou hebben gedrukt. Nu liep alles anders: de oude hertogstad ging behoren tot de Republiek der Verenigde Nederlanden en Brabant werd Generaliteitsland. Bisschop Bergaigne heb ik reeds genoemd.

Na enige kapittelvicarissen werd het Bossche Bisdom bestuurd door apostolische vicarissen, aanvankelijk vanuil de Zuidelijke Nederlanden, later toen de Staten-Generaal een wat milder standpunt innamen werd deze f u n c t i e vervuld door de plattelandsdekens van Oirschot, Hilvarenbeek, Schijndel. Zoals ge/.egd, werd in 1853 de hiĂŤrarchie hersteld en de laatste bestuurder van de vicariaten Grave-Nijtnegen en Ravenstein-



Mogen werd de eerste bestuurder van hel Bisdom 's-Hertogenbosch en Aartsbisschop

van Utrecht. joannes Zwijsen was een autocratisch heer, maar ook een van die mensen, die een kerkin-opbouw nodig heelt. Geboren te Kerkdriel in 1794, pastoor te Tilburg vanaf

1832, was Zwijsen iemand, die niet alleen /.ijn Gelders-Brabantse bisdom tot een eenheid wist om te vormen; hij organiseerde ook - en daar was veel meer aan Kerkopbouw te verrichten - het Aartsbisdom Utrechten men kan zeggen, dat hij in zijn episcopaat van

ruim een kwart eeuw (in Utrecht tot 1868, in Den Bosch tot 1877) op de Kerk van Nederland een stempel heeft gedrukt, dat tot de dagen van het Tweede Vaticaans Concilie bewaard is gebleven. Zijn opvolger Adrianus Godschalk (18781892) is veel minder bekend. Het was een kort, niet spectaculair episcopaat. Met de namen van de bisschoppen Van de Ven en Diepen kom ik voor de ouderen onder u op vertrouwd terrein. De één de man van de sociale organisaties, de ander van het onderwijs; Van de Ven bovendien een toonbeeld van tolerantie en verdraagzaamheid in de woelige dagen van liet integralisme; Diepen een man, die meer dan twintig jaar een bloeiend diocees in opbouw kon leiden: geen

Bossche bisschop heeft zoveel parochies opgericht en zoveel kerken ingezegend als hij. Bisschop Mutsaerts was de man, die midden in de oorlog benoemd werd; een moeilijk episcopaat, eigenlijk spoedig te zwaar. Mgr. Bekkers had het kortste episcopaat van aJle 14 Bossche bisschoppen tot nu toe; het was ook het spectaculairste, dankzij de bisschop en dankzij het praktisch met zijn pontificaat samenvallende Vaticanum II. U zult het een archivaris, die ambtshalve het archiefvan deze bisschop nog gesloten houdt, niet kwalijk nemen, dat hij zich van een oordeel onthoudt. Het is duidelijk, dat dit verleden van het Bossche Bisdom kón leiden tot rijke archiefvorming en dat ook inderdaad heeft gedaan, omdat de Bisschopsstad na 1629 grote rampen van oorlog en verwoesting bespaard z i j n gebleven. N a t u u r l i j k zijn er hiaten: de perio-

10

Joannes Zwijsen de kort vóór en na 1648 met zijn verbod van openlijke uitoefening van de katholieke eredienst kon moeilijk leiden tot veel archivalia; dat de bij ons berustende DTB-registers uit het Gelderse nagenoeg alle pas na 1670 beginnen, heeft eenvoudig dezelfde verklaring: wie alles in het verborgene moet doen, gaat niet te veel opschrijven. Dit enige lijd geleden tot wanhoop van een bezoekster, die

bemerkende dat de doopregisters van Dreurnel pas in 1706 begonnen, in arren moede haar handen ten hemel hiel en uitriep: hij moet toch ergens vandaan komen.

Ik heb mij angstvallig proberen te onthouden van duplicaten ten aanzien van de lezing, die ik op 28 maart 1973 te Nijmegen mocht houden voor de Nederlandse Genealogische Vereniging af'd. Kwartier van Nijmegen en die in het orgaan van uw vereniging jrg. l l nr. 22 in de herfst van 1975 is gepubliceerd. U vindt daar een tamelijk gedetailleerde opgave van onze archivalia en

een uitvoerig overzicht van de Doop-, Trouwr-, en Begraafregisters uit het Gelder-

se deel van het Bisdom, die belangrijke genealogische bronnen zijn. Ik heb daarin


1853 als een jaar van scheiding genoemd tussen oud- en nieuw archici, al is die scheiding niet zo sterk als in andere bisdommen, omdat in het Bossche Bisdom sinds ongeveer 1780 (dePatriottcntijd) min of meer een normale vorm van kerkelijk bestuur zich kon ontwikkelen en al vanaf 1842 de apostolisch vicaris met de bisschoppelijke waardigheid was bekleed.

Tenslotte wat betreft de archivalia over het Gelderse deel van het Bisdom: U moei bij ons geen oude stukken verwachten, omdat

het gebied uiteindelijk voor 1801 niets met

Bisschop Diepen

het bisdom c.ij. vicariaat van Den Bosch te doen had. In sommige parochiedossiers zijn soms oudere stukken bewaard, evenals in de parochiearchieven zelf.

Johan van Os

DE GEBEDSLIJN BAMBERG - WINSSEN op 28 mei 1822 De pastoor die in 1822 de kleine parochie Groot-Linden onder Cuyk bediende, kwam van Winssen. Hij heette Antonius van Koolwijk en was op 15 juli 1779 geboren als zoon van Henricus van Koolwijk en Margaretha Smits. Ze zouden thuis in Winssen met z'n tienen zijn geweest, als ervan de negen broers niet vier zo jong gesto reven waren, en nu - april 1822 - lag ook de vijfde broer, Willem, in Winssen ziek op bed.

Seminarie aan huis Antonius van Koolwijk was in 1802 tot priester gewijd en meteen benoemd tot kapelaan van Vierlingsbeek. In 1806, nog maar 27 jaar oud, zag hij zich verheven tot pastoor van Gassel. Deze parochie was te klein om de actieve jonge priester helemaal in beslag te nemen, maar Van Koolwijk, blijkbaar een uitstekend theoloog en een goed docent, vond al gauw een aanvullende taak. In die dagen was er voor de priestercandidaten in onze streken eigenlijk geen seminaire. Wij vielen onder het bisdom Roermond en daar hadden de Fransen het seminarie opgeheven. Om nu toch enigszins in de priesteropleiding te voorzien, had in 1800 de predikheer Benedictus Huntjes een soort parti-

culier Theologisch Instituut opgericht in Nijmegen. In het begin woonden de priesterstudenten in bij Nijmeegsc burgers. Sinds 1810 waren zij gehuisvest in het oude klooster van de predikheren. Maar Huntjes kreeg het eigenlijk te druk met kerkelijke bestuurstaken. In 1804 was hij al deken van Nijmegen geworden en naderhand werd hij zelfs aangesteld tot plaatsvervanger van de bisschop over de dekenaten Nijmegen en Druten. Antonius van Koolwijk in het stille Gassel nam de priesteropleiding van Huntjes over en ging daar ook mee door, toen hij in 1813 tot pastoor van Groot-Linden werd benoemd. Hij heeft het volgehouden tot aan zijn dood in 1829. In het geheel heeft de Winssense priester aan huis 164 theologan11


ten opgeleid. Hoe zwaar dit werk was, bleek wel uit het feit dat zijn opvolger, Johannes Quitter, het alleen niet aandurfde, hoewel hij van tevoren toch al enkele jaren als hulpdocent met Van Koolwij k had samengewerkt.

Noodwegen Van een godgeleerde professor als Antonius

van Koolwij k, die in de opbouw van het kerkelijk instituut zo'n centrale en verantwoordelijke plaats heeft ingenomen, ga je je al gauw het beeld vormen van een gestrenge geestelijke die wel zeer rechtzinnig in de leer zal zijn geweest. Des te groter was mijn verrassing, toen ik in het documentenbezit van Ferdinand van Kool wij k in Ewijk een brief aantrof, die de pastoor van Groot-Linden in 1822 niet alleen eigenhandig heeft geschreven, maar waarin hij er ook blijk van geeft dat zelfs een leidinggevend theoloog, als in de

slechte baan voor die tijd: ze bracht per maand ergens tussen de 1500 en 2000 gulden op. Maar Philips von Hohenlohe deed er ook iets voor. Hij bezette o.a. de schans in Lithoyen en het kasteel van Batenburg. Het laatste krijgsstuk van de vechtjas was de verovering van Gennep in 1599. Hohenlohe vond dat hij van de Hollanders te weinig eer kreeg van zijn werk en raakte uit wrok aan de drank. De kribbige veldheer begon al stijf te worden, eer hij stierf. Het was een eenzame dood, op 5 maart 1606 in IJsselstein, want kinderen liet hij niet na. Zijn vrouw stichtte toen het weeshuis van Buren.

Halve heilige De Waldenburgse tak van de Hohenlohes was rooms gebleven, en niet zo'n beetje. De prins in Bamberg, bij wie pastoor Van Koolwijk zijn toevlucht zocht, stond te boek als

familie de nood aan de man kwam, mak- nummertje 18 uit het gezin van Karl Al-

kelijk op minder rechte wegen verzeild kon raken. Ik wil niet zeggen dat het in Van Koolwijks geval dwaalwegen zijn geweest,

brecht von Hohenlohe en diens Hongaarse vrouw Judith. Maar Leopold Alexander was op het slot Kupferzell dan ook de hekke-

maar de paus van Rome zager toch geen heil

sluiter geweest. Zijn vader, die vanwege

in. Laten we dus zeggen dat het noodwegen waren die Antonius van Koolwijk in het voorjaar van 1822 is ingeslagen.

psychische problemen nooit enige prinselijke macht had kunnen uitoefenen, kwam te

Veldoverste Ze leidden naar Bamberg, die noodwegen. Bamberg lag niet naast de deur. We moeten het zoeken in Midden-Duitsland aan de

overlijden, toen Leopold Alexander nog

maar net één jaar was. Zijn moeder vond daarom dat haar laatste prinsje zijn leven speciaal moest wijden aan de belangen van God en de heilige kerk. Leopold Alexander kreeg een degelijke opleiding, eerst bij de

rivier de Main tussen Würzburg en Bay- oud-Jezuït Riel, toen op het Theresianum in reuth, zo'n 50 kilometer ten noorden van Wenen, daarna op een academie in Bern,

van den bloede. Hij was nog een ver familielid van Philips, de ruige graaf von Ho-

nogmaals in Wenen, maar nu op het aartsbisschoppelijk seminarie, vervolgens op het groot-seminarie in Tyrnau en tenslotte op de theologische hogeschool van Ellwangen. Of pastoor Van Koolwijk dat allemaal geweten

henlohe, die in 1550 trouwde met Maria, een zuster van Willem van Oranje, en tot de

heeft, staat te bezien, maar in elk geval nam hij geen amateurtje in de arm. De jonge prins

protestantse tak van het geslacht behoorde.

was na zijn studie een jaar kanunnik in Ol-

Orikel Hohenlohe uit de tijd van de Tachtigjarige Oorlog was in onze streken geen

mütz (in het huidige Tsjechoslowakije) geweest en omstreeks 1815, op 21-jarige leeftijd, tot priester gewijd. In 1816 trok hij naar Rome, waar hij nogal wat hoge kerkelijke relaties aangeknoopt moet hebben, maareen jaar later dook hij weer in Duitsland op. Het

Neurenberg. Daar woonde in die dagen Leopold Alexander Franz Emmerich von Hohenlohe-Waldenburg-Schillingfürst,

prins

onbekende gebleven. In 1582 had hij voorde Prins van Oranje Megen veroverd. Zachtzinnig ging hij niet te werk. Na de moord op

Oranje hadden de Staten van Holland en Zeeland Hohenlohe tot algemeen veldoverste tegen de Spanjaarden uitgeroepen. Geen

12

liep tegen 1820, toen hij kennis maakte met de godvruchtige boer Martin Michel. De au-


'Wat eenvoudig'

Antonius van Koolwijk, geboren 1779, overleden 1829, Pastoor Groot Linden. toriteiten in Beieren moesten de gewijde prins niet zo erg. Ze vonden dat hij er gevaarlijkejezuĂŻtenrnanieren op nahield, maar de boer Michel en honderden andere mensen uit het volk vereerden de vrome en welbespraakte priester-prins als een halve heilige. Hij moet trouwens heel sober geleefd hebben; niets herinnerde in zijn gedrag aan de prinselijke status. Alexander, zoals hij zich kortweg noemde, geloofde vooral in de kracht van het gebed en Martin Michel bracht hem ertoe daar ook gebruik van te maken voor zijn medemensen in nood en levensgevaar. De priester-prins begon in Bamberg gebedsgenezingen te verrichten en kreeg met de opzienbarende effecten van zijn werk in de kortste keren naam in en buiten de stad. In 1822 was Alexander von Hohenlohe een internationaal befaamd man geworden. Pastoor van Koolwijk in

Groot-Linden had veel van hem gehoord, maar de roem van de Bambergse gebedsgenezer beperkte zich bepaald niet tot pries-

terkringen. In heel Brabant had de naam Hohenlohe onder het roomse volk een magische klank gekregen.

Op 25 april 1822 zag pastoor Van Koolwijk alle reden de wonderdoener van Bamberg een brief te schrijven. Omwille van zijn jongste broer. Er werd blijkbaar voor diens leven gevreesd in de familie. Willem van Koolwijk was zeven jaar jonger dande pastoor van Groot-Linden. De gevierde theologieprofessor had duidelijk een zwak voor Willem, die tot dan toe ongetrouwd gebleven was en het in zijn leven nog niet verder had gebracht dan het boerenwerk op zijn Winssense landerijen. Antonius noemde zijn jongste broer 'wat eenvoudig' van aard en droeg een andere broer van hem, Jan Hendrik, uitdrukkelijk op Willem alles 'klaar' uit te leggen. Dat was Jan Hendrik wel toevertrouwd. Jan Hendrik van Koolwijk was weer vier jaar ouder dan de pastoor en bekleedde in Ewijk-Winssen twee aanzienlijke functies: hij was er burgemeester en secretaris van de in 1817 tot stand gekomen gemeente en rentmeester van het hoogadelijke huis De Doddendaal. Maar wat moest er aan broertje Willem dan worden uitgelegd? - Het antwoord dat pastoor Van Koolwijk uit Bamberg had ontvangen.

Postkoets De Bambergse gebedsgenezer werkte op afstandsbediening en schrok voor een paar honderd kilometer niet terug. Je moest hem een brief schrijven waarin de kwaal van de patiĂŤnt nader werd toegelicht. De priesterprins onderzocht de brieven en liet dan weten wat er moest gebeuren. Het kwam er altijd op neer dat hij op een bepaalde dag en een bepaald uur voor de zieke zou bidden. Op hetzelfde moment moest de zieke zich in gebed met de wonderdoener verenigen en uit de grond van zijn hart de goddelijke deugden verwekken 'van een waarachtig leedwezen, van eene christelijke liefde, van een geloof zonder paaien, verhoort te zullen worden, en van een onbeweeglijk besluit een voorbeeldig leven te leiden om in den staat van Genade te volharden.' Niet meer en niet minder had Jan Hendrik van Koolwijk Willem uit te leggen. In Bamberg zou er op 28 mei 1822 om 8 uur precies voor de zieke boer in Winssen gebeden wor-

13


den. Willem zeil moest op dat t i j d s t i p deelnemen aan het gebed, maar eerst gaan biech-

komen. Dezelfde dag nog had hij hem de

brieven aangeboden. Zijne Hoogheid beten en de communie doen. loofde ze 's avonds te zullen lezen en beTheologisch verantwoord of niet, de pastoor antwoorden. De volgende dag, om 9 uur, kon van Groot-linden had er alle vertrouwen in de Kempische koerier ze weer ophalen. Dat dat Willem na de gebedsoefening beter zou had hij uiteraard gedaan en hij had nog tot 10 worden. We mogen ook wel zeggen dat hij uur met de priester mogen praten. voor zijn vertrouwen bijzondere redenen 'De man vertrekt', aldus het verslag uit de pen had. Het antwoord uit Bamberg had hem na- van pastoor Van Koolwijk zelf, 'maar na enimelijk heel onverwachts bereikt en veel vroe- gen tijd gegaan hebbende, gaat hij zich wat verger dan hij blijkbaar had durven hopen. Op frisschen in eene herberg, hij ziet daar zijne brieven zichzelf was de postkoets in 1822 al snel eens na ten einde dezelve wat nauwkeurig toetegenoeg om op een brief naar Midden-Duits- vouwen, en aan ieder briev de briev van den Prins land binnen een maand antwoord te mogen vast te plakken; hij staat verwonderd dat hij in plaats verwachten. Elke middag vertrok er om 12 van 12 brieven en antwoorden van Zijne Hoogheid, uur bij het grenspostkantoor in Nijmegen er 13 heeft, teweten de mijne met het antwoord van een rijtuig naar de rechter Rijnoever en die- den Prins, hij neemt hem vervolgens mede na zijn per Duitsland in; iedere morgen ook kwam er huis, en daar het antwoord van den vorst binne om 7 uur weer een postkoets uit die streken weinige dagen moest ter plaatse wezen, zo komt de terug. Maar de gebedsgenezer in Bamberg man zelvs eergisteren met mijnen briev en 't anthad méér te doen. Hij kreeg duizenden woord aan mijn huis.' brieven, uit half Europa. Alexander von HoZiekbed overleefd henlohe was ook allang niet meer bij machte alle brieven eigenhandig te beantwoorden. Om 8 uur in de morgen van 28 mei 1822 trad Hij gebruikte voorgedrukte formulieren in de getfdslijn Bamberg-Winssen in werking. verschillende talen waarop hij enkel maar Of het geholpen heeft, zal wetenschappelijk dag en uur van zijn gebed hoefte in te vullen. wel even moeilijk vast te stellen blijven als het Wel werden deze antwoorden stuk voor stuk effect van de strijkages die in de eerste helft door hemzelf geadresseerd, gedateerd en on- van onze eeuw door Wattenberg en het dertekend. Pastoor van Koolwijk kreeg een fameuze Boertje van Winssen werden verricht. Maar één ding weten we zeker: Willem Frans exemplaar. van Koolwijk heeft zijn ziekbed nog 48 jaar Kempische koerier overleefd. Hij is veel ouder geworden dan de Het antwoord voor zieke Willem in Winssen pastoor en is op latere leeftijd zelfs nog gewas gedagtekend 2 mei 1822, de zevende trouwd (12-1-1838) met de vijf jaar jongere Hendrina Vos uit Beuningen. Hij werd bijna dag nadat de pastoor van Groot-Linden zijn brief naar Bamberg had verstuurd. Maar de 85 jaar. terugreis van de briefwisseling had veel lan- In zijn brief aan Jan Hendrik van Koolwijk ger geduurd. Het antwoord kwam pas op 22 sprak de godgeleerde uit Groot-linden mei, twintig dagen later dus, in Groot-Lin- overigens niet alleen van zijn zieke broer den binnen. En niet per post. Het werd de Willem. 'Waarschijnlijk,' schreef Antonius van pastoor 'op het onverwagst' persoonlijk over- Koolwijk, 'ik vertrouw stellig dat de genezingen, handigd door een man uit de 'Luiksche Kem- indien niet dadelijk, tenminste zullen plaats hebpen, wel 25 uuren van Linden.' ben, en zal ook na mijn krank vermogen het mijne De man uit Kempen, zo schreef pastoor Van daartoe gaarne bijdragen, en vervolgens insgelijks Koolwijk bij het doorzenden van het ant- den 28 dezer om 8 uuren het H. Sacrificie der Mis te woord aan zijn broer Jan Hendrik, was zelf dien einde aan God opdragen.' Hij sprak dus van naar Bamberg geweest met 12 brieven waarin genezingen. Er moeten meer zieken geweest 52 Kempische inwoners hun gebedsintenties zijn in Winssen. Uit de mededelingen van de hadden opgegeven. Op l mei was de Kempe- Kempische reiziger weten we dat het niet naar in de stad van de wonderdoener aangeongebruikelijk was in één brief naar Bamberg

14


HISTOIISCHE VERENIGING VOO» HET L»NU VAN MAAS EN VAAL EN HIJ* VAN NIJMEGEN WEST

TWEESTROMENIAND

NIEUWSBRIEF OKTOBER 1985 Het Maas en Waals kerkenlandschap DINSDAG 29 OKTOBER 's Avonds om 20.00 uur zal de heer HJ. van Capelleveen op uitnodiging van de Maas en Waalse Monumentenstichting 'Baet en Borgh' een lezing verzorgen over de kerkgebouwen tussen Maas en Waal. Deze lezing, die plaats zal vinden in zaal Mulders te Puiflijk, wordt gehouden in samenwerking met de Historische Vereniging Tweestromenland en de Stichting Oude Gelderse Kerken.

De kerk domineert veelal in het stads- of dorpsbeeld door de schaal, de bijzondere bouwstijl of de gebruikte bouwmaterialen. In deze lezing, die met dia's zal worden geïllustreerd, zal de bouwkundige ontwikkeling aan de orde komen, maar omdat die ontwikkeling nauw samenhangt met het religieuze karakter van het kerkgebouw, zal ook dat aspekt zeker naar voren komen.

In het gedeelte voor de pauze komen de eerste Christelijke kerkjes aan de orde, de gotische ontwikkeling en wat er in de 17e en 18e eeuw is gebeurd. De opstand tegen Spanje (de Tachtigjarige Oorlog) leidde ertoe dat de rooms-katholieke godsdienst in ons land verboden werd. Deze omwenteling of reformatie vond plaats in de tweede helft van de 16e eeuw. Tot 1795 waren de rooms-katholieken genoodzaakt hun erediensten in het geheim te houden. Na de pauze komen ondermeer aan de orde de zg. Waterstaatkerken, de neo-gotische stijl uit de tweede helft van de 19e eeuw. Eén der bekendste bouwmeesters uit deze tijd was P.J.H. Cuypers, de architect van de Ewaldenkerk te Druten. Er zal ruimschoots gelegenheid worden gegeven tot het stellen van vragen. Iedereen is welkom!

5 DECEMBER Een leuk Maas en Waals 5 december cadeau is een boek uit de Tweestromenlandreeks. De volgende titels zijn uit voorraad leverbaar:

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Maas en Waals woordenboek Aan het volk van Nederland Leeuwen en Elisabeth Boldershof Ewijks klooster en verpleeghuis De stroomtram Nijmegen - Wamel Schoolstrijd Appeltern Watersnood 1926

f 24,00 f 26,50 f 25,00 f25,00 f 25,00 f 26,50 f 26,50 f 24,00

leden f 19,50 leden f 18,50 leden f 18,50 leden f 18,50 leden f 20,00 leden f 19,50 leden f 20,00 (tot 1-12-85) excl. portokosten


NIEUWSBRIEF

OKTOBER 1985

Overasselt - Puiflijk - Dreumel

Watersnoodtentoonstelling in januari De Tentoonstellingscommissie wil in het kader van het gebeuren dat 60 jaar geleden de Maasdijk tussen de dorpen Overasselt en Nederasselt doorbrak, in de maand januari 1986 een foto tentoonstelling organiseren. Het geheel omvat een serie van vele foto's die een duidelijk beeld geven over de ramp welke toen in het Land van Maas en Waal heeft plaatsgevonden. Vele ouderen weten zich deze ramp nog zeer goed te herinneren welke zich in de nacht van 31 december 1925 op l januari 1926 heeft voltrokken. Voor de jongeren is het een zeer bekend verhaal dat vaak uitvoerig is verteld. Ongeveer 300 foto's laten deze ramp voor onze ogen weer herleven, terwijl een diaklankbeeld duidelijk maakt hoe de ramp zich heeft voltrokken en de hulp die daarna op gang kwam om de getroffen slachtoffers te kunnen helpen. Deze tentoonstelling wordt gehouden in drie plaatsen in het Land van Maas en Waal, telkens in een weekend. De start is in Overasselt, hier heeft op 4 januari de officiële opening plaats in het Verenigingsgebouw aan de Willem Alexanderstraat 1. De expositie is daar op 4 en 5 januari. In Puiflijk in dorpshuis De Lier, Koningsweg 12, op de dagen 11 en 12 januari. Als afsluiting wordt de expositie opgesteld in het weekend van 18 en 19 januari in De Kleine Schouwburg, Rooysestraat 107 te Dreumel. De openingstijden zijn op de zaterdagen van 14.00 uur tot 21.00 uur en voor de zondagen van 12.00 tot 21.00 uur. De toegangsprijs is vastgesteld op f l,- voor volwassen personen, voor de kinderen op 50 cent. Tijdens de tentoonstelling is de mogelijkheid aanwezig om het boek te kopen dat speciaal over de watersnood van 1926 is geschreven. Meer informatie wordt gegeven in de volgende Nieuwsbrief.

Te koop gevraagd De Werkgroep Maas en Waalse Geslachten zoekt een stalen ladenkast, waarin 30 laden zijn aangebracht. De maat van de kast is 135 cm hoog, 56Vz cm breed en 42*/2 cm diep. Wie wil de werkgroep van dienst zijn door mee te helpen zoeken waar een kast voor verkoop wordt aangeboden. Heeft u een adres gevonden bel dan uw informatie door aan de heer W.M.G. Arts te Wijchen, tel. 08894-16247.

BESTELMOGELIJKHEID WATERSNOODBOEK 1.

Door storting van f 20,- (bij afhalen) of f 24,- (bij toezending) vóór l december 1985 op postgiro 2622012 t.n.v. Penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61, Bergharen, onder vermelding van: 'Watersnoodboek'.

2.

Door invulling van nevenstaand inschrijfformulier.

3.

Afhalen: na 20 november 1985 Dorpsstraat 61, Bergharen, graag na telefonische afspraak (08873-1252), of tijdens tentoonstellingsdagen (met betaalbewijs).


IN HET LAND VAN MAAS EN SMART. Zij hunnen niet icachten, Geen dag en geen nacht.

WEE DEN VERGETENEN! Over enkele weken komt het lang verwachte boek uit over de watersnood van 1925/'26 in Maas en Waal en de opbouw na de ramp. De auteur Huub van Heiningen is er in geslaagd om niet alleen een indringend beeld te geven van de watersnood van dag tot dag aan de hand van krantenberichten, ooggetuigeverklaringen en dagboeken, maar komt

ook met opzienbarende feiten over het herstel en de vele kónflikten die daarmee gepaard gingen tot in het kabinet toe. Het boek omvat 200 pagina's met ca. 100 foto's en een aantal prenten, zoals hiernaast afgebeeld, uit de landelijke pers. De prijs bedraagt f 24,-. Leden van de vereniging kunnen middels onderstaande bon tot l december 1985 intekenen voor , f 20,-. Adresseren in gefrankeerJ de enveloppe aan: Penningmees-

ter Tweestromenland, straat 61, Bergharen.

MINISTER SLOTË&LAKER: Je moet bij dien anderen DR SLACHTOFFERS: „Dat ici die inde re meneer ook".

Dorps-

Het boek kan ook besteld worden door storting van f 20,- (bij afhalen) of f 24,- (bij toezending vóór l december op gironr. 2622012 t.n.v. Penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61, Bergharen.

INSCHRIJFFORMULIER (vóór l december 1985)

Ondergetekende: Naam:.......................... Adres:............................... Postc./woonplaats: wenst te ontvangen ex. van het Watersnoodboek voor de intekenprijs van f 20,per ex. (bij afhalen). Het totaalbedrag is f.......................

De afrekening geschiedt contant bij afhalen. Datum:

Handtekening:


SCHOOLSTRIJD TE APPELTERN 1844-1855

door H. J. Carpay Tweestromenlandreeks nr. 7 Prijs 26,50, leden f 19,50

De auteur is geboien en getogen in Maasbommel, waai hij onderwijzer en hoofd der school is geweest. In 1935 werd hij als zodanig benoemd in Eindhoven en in 1945 docent aan de pedagogische academie, tevens adjunct-directeur en inspecteur van scholen van de St. Joseph Vereniging aldaar. Van 1957 tot 1970 was hij rijksinspecteur van de pedagogische academies. HU publiceerde in een aantal pedagogische tijdschriften en leverde bijdragen aan de katholieke encyclopedie voor opvoeding en onderwijs. Ook verscheen van zijn hand een aantal boeken. U kunt

het allemaal lezen op de omslag van het boek.

Zijn studie voor dit boek is grotendeels gebaseerd op de archieven van de gemeente Appeltern, de parochie St. Servatius en de Gravin van Rechterenschool in Appeltern. Wat zich afspeelde in Appeltern - strijd tussen het katholieke en protestante volksdeel - kwam in de meeste kleine dorpen van dit gebied voor. Het boek wordt uitgereikt in Dorpshuis de Schuur in Appeltern, op vrijdag 8 november 1985, 's middags om 17.00 uur. Zie voor bestellingen onder het Watersnoodboek.

Nederasselt - Druten en Wamel

"De watersnoodramp als gespreksonderwerp" De watersnoodramp van 1926 die het gebied van Maas en Waal in een korte tijd geheel onder water heeft gezet, is heden nog een actueel onderwerp voor een gesprek. Voor een drietal sprekers vormt dit een aanleiding om gezamenijk een korte lezing te geven waarna door hen een panel gevormd wordt waaraan vragen gesteld kunnen worden en gediscuseerd over de ramp en haar gevolgen. Het geheel omvat een lezingcyclus die in drie plaatsen in het land van Maas en Waal wordt gehouden. Het programma vermeld de volgende plaatsen en data's: - Op 21 november 1985 in het Gemeenschapshuis te Nederasselt. - Op 28 november in Hotel Juliana te Druten. - Op 4 december in het Vrij e tijdscentrum te Wamel. Aanvang telkens om 20.00 uur. Sprekers op deze avonden zijn mej. A.M.A.J. Driessen en de heren H. v. Heiningen en G.P. v.d. Ven. De heer van Heiningen is in de kringen van de leden van de historische vereniging Tweestromenland geen onbekende, terwijl de twee andere sprekers werkzaam zijn aan de universiteit van Nijmegen. Er zal getracht worden dat op deze avonden het boek van de heer van Heiningen over de watersnood verkrijgbaar is in de zaal. Deze avonden worden verzorgd door de Evenementen-commissie.


meer dan één intentie in te sluiten. In 12 brieven had hij 52 'smekingen' meegenomen. Aan de hand van onze genealogische gegevens kunnen we makkelijk raden voor wie pastoor Van Koolwijk nog meer naar Bamberg had geschreven. Het moet de vrouw van Jan Hendrik zelf, de burgemeester, geweest zijn. Hij was getrouwd met Henricade Wildt uit Ewijk. Uit het huwelijk waren acht kinderen geboren, maar de stamboom der Van Koolwijks vermeldt dat de moeder op 9 juli 1822 in Winssen gestorven is. Dat was een weekof zes na de gebedsoefening. Voor Henrica de Wildt heeft het werk van de Bambergse wonderdoener niet meer mogen baten.

Naar Hongarije En zo zullen er nog meer negatieve gevallen geweest zijn in diens uitgebreide praktijk. In 1821 liet Alexander von Hohenlohe nie-

mand minder dan de paus zelf weten hoeveel genezingen hij al op zijn naam had staan. Zoals gebruikelijk, zal het gebedswerk van de priester-prins in Rome nauwgezet op zijn merites onderzocht zijn. De paus zager geen wonderen in, maar legde Von Hohenlohe ook geen verbod op. Baat het niet, dan schaadt het niet, zal hij gedacht hebben. De gezondheidscommissie in Bamberg dacht er anders over en beschuldigde de gebedsgenezer van onbevoegde medische praktijken. Alexander von Hohenlohe vertrok daarop naar Hongarije, waar hij in 1829 tot grootproost aan het kapittel van Peterwardein en later tot abt van het St.Michaëlsldooster in Gaborjan werd uitverkoren. De wonderdoener is in 1849 in Vöslau bij Wenen gestorven. Hij heeft verscheidene boeken nagelaten, o.a. 'Der Betende Christ', dat al in 1819 in Bamberg verschenen was, en 'Was ist der Zeitgeist?' (1828).

BRONNEN Delhoughe, E.M.A.H. (e.a.), GENEALOGIEëN, Nijmegen 19)7. Herders Conversations-Lexikon. Dritter Band, Freiburg i m Breisgau 1878. Meij, P.J. (e.a.), GESCHIEDENIS VAN GELDERLAND 1492-179}, Zutphen 1975. Naamregister van de voornaamste administrative, financiële en justitiële Ambtenaren en leden der bijzondere Cotlegiè'n in de Provincie Gelderland, bijzonder in de stad en het arrondissement van Nijmegen, Nijmegen 1825.

Particulier archief Ferdinand van Koolwijk, Ewijk. Schutjes, L.H.Ch., GESCHIEDENIS VAN HET BISDOM 's-HERTOGENBOSCH, Derde Deel, St.Michielsgestel 1872, en Vijfde Deel, 1876. Winldcr Prins, A., GEÏLLUSTREERDE ENCYCLOPEDIE. Woordenboek voor wetenschap en kunst, beschaving en nijverheid. Achtste deel, Rotterdam 1885.

15


Jos van Haaren

Druten en zijn Zang- en Muziekgezelschappen Koninklijke Gemengde Zangvereniging 'Orpheus' Van alle Drutense koren is 'Orpheus' het oudste; dit koor bestaat langer dan een eeuw. Opgericht als - en lange tijd bestaande als mannenkoor, werd reeds in het begin dezer eeuw succes geoogst op een internationaal concours in het Limburgse stadje Gulpen. In de 3de afdeling werd, onder zware concurrentie van binnen- en buitenlandse koren,

'Orpheus' bekroond met de 1ste prijs. Het was een concours oude stijl, waarin in elke afdeling slechts een eerste, een tweede, een derde prijs werd toegekend. Heel Druten was in feesttooi toen het koor, destijds onder leiding van de Nijmeegse musicus Albert Roothaan, in het dorp terugkeerde. Van de hoogste wiek van de - helaas verdwenen - korenmolen van Orpheus

16

de gebroeder Sengers wapperde fier de nationale driekleur; de familie Sengers was nauw verbonden met 'Orpheus'. Later, onder de bezielende leiding van de toenmalige grootmeester der vocale kunst, Piet Versloot, werd 'Orpheus' tot een der beste mannenkoren in den lande en tot een begrip van welhaast volmaakte koor/ang. Geen wonder dan ook, dat het koor vermaardheid genoot in binnen- en buitenland. Een straat in DrutenWest, vernoemd naar Piet Versloot, houdt de

herinnering levendig aan de man, aan wie ons dorp in cultureel opzicht zoveel te dan-

ken heeft. In de loop der jaren werden op talrijke concoursen (oude stijl) opzienbarende successen geboekt en tal van geslaagde concerten gegeven. Vooral in Nijmegen werd veelvuldig opgetreden: op het Valkhof en in


de Vereeniging. Een der hoogtepunten was het optreden in november 1954 in de Schepenzaal van het - in de oorlog zwaar beschadigde, maar nu herbouwde - Stadhuis. Het werd een onvergetelijke avond voor Piet Versloot en zijn zangersschaar, bijgewoond door vele autoriteiten uit de stad en streek. Philia Sengers, telg uit een oud Drutens geslacht, verleende als violiste haar medewerking aan het sublieme gebeuren. Het thans gemengde koor treedt elk jaar in de kersttijd op in de Canisiuskerk in de Molenstraat in Nijmegen voor een enthousiaste schare kerkgangers. Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan werd het koor, verdiend, onderscheiden met het predicaat: Koninklijke. 'Orpheus' staat thans onder leiding van de Tilburgse musicus Jan van Wees. Voorzitter is de enthousiaste, alleszins voor zijn taak berekende, heer P. Ermers; het koor mag zich in de blijvende belangstelling van de Drutenaren verheugen en staat nog altijd aan de top van de Gelderse koren.

nam. Reeds in november van dat jaar werd op het Internationaal Zangconcours in Utrecht, in de tweede afdeling mannenkoren, een eerste prijs gehaald. In de hiernavolgende jaren werd aan concoursen deelgenomen, o.a. in Made, Nijmegen en Blerick, waar steeds een eerste prijs werd behaald, vaak met lof. Door deze successen kreeg het dubbelkwartet in wijde omgeving een zeer goede naam, en men werd dan ook uitgenodigd bij speciale gelegenheden en concerten. Hoogtepunten waren de eerste prijzen die werden behaald in 1970/'71/'72 op het Nederlands Koorfestival in de A.V.R.O.-studio te Hilversum, georganiseerd door de Koninklijke Bond van Zang en Oratorium Verenigingen. Om een breder scala van muzikale mogelijkheden te kunnen benutten, en vooral om de kwetsbaarheid van een tweevoudige sternbezetting te verkleinen, werd op 13 augustus 1974 de structuur van de groep verbreed en omgevormd tot een drievoudige, het Drutens Vocaal Ensemble. Kerkkoor 'St. Caecilia' Een hoogtepunt voor deze nieuwe samenstelling was ongetwijfeld het uitbrengen van Dit koor staat onder leiding van dirigent een LP in 1976, waarop onder verantwoorHenk Tromp, die enkele composities op zijn delijkheid van adviseuse Marie-Cecile Moernaam heeft staan. St. Caecilia telt 29 leden en verzorgt de Latijnse gezangen in de zondag- dijk, internationale koorwerken ten gehore werden gebracht. Deze LP was in korte tijd in se Hoogmis van 10 uur en 'doet' huwelijken en begrafenissen. Jaarlijks wordt met veel de verre omtrek verspreid, tot zelfs in Casucces deelgenomen aan het traditionele nada en Nieuw-Zeeland. Begin 1981 moest Henk Tromp om gezondkerstconcert in de parochiekerk. Het koor trad ook op tijdens eucharistievieringen in heidsredenen de leiding uit handen geven. verschillende plaatsen, o.a. in Leeuwen, Ra- Hij deed dit met pijn, maar was gerustgevenstein, Winssen, Wijchen en Nijmegen (in steld, omdat hij de leiding over kon geven het Canisiusziekenhuis). Men was steeds van aan Peter van Est, die vanaf het begin als vaste de partij op de korendagen in het Brabantse pianist medewerking verleend had. Onder leiding van deze, ook zeer begaafde diriDeurne. Bijnajaarlijks, van 1953 af, werd aan zangconcoursen deelgenomen. Vooral in gent, werden, naast het oorspronkelijke, toch Aarle-Rixtel bewees het koor zijn superio- al veelzijdige repertoire, koorwerken als de riteit op muzikaal gebied. Verschillende ma- Brahrns Rhapsodie, Standchen van Schubert, e.a. met succes ten gehore gebracht. len werd St. Caecilia aldaar met een verVan een ander genre zijn de Byzantijnse diende eerste prijs bekroond. gezangen, welke bij kerkdiensten in de omDrutens Vocaal Ensemble geving en zelfs in het zangersland Limburg, Op 12 juni 1967 namen enkele enthousiaste zijn uitgevoerd, en welke door kenners van zangers van het parochiaal zangkoor St. Caedeze muziek zeer hoog werden gewaarcilia het initiatief tot oprichting van een deerd. De, op Goede Vrijdag 1983 en 1984, zanggroep, het Dubbel Mannen Kwartet, uitgevoerde koralen uit de Mattheüs Passion, waarvan Henk Tromp de leiding op zich met medewerking van solisten waarvan één

17


Het Vocaal Ensemble uit de eigen groep, werden door zangliefhebbers met genoegen beluisterd. Hoewel bij het Ensemble in zijn 15-jarig bestaan door omstandigheden zangerswisselingen hebben plaats gehad - van de eerste in 1967 opgerichte groep van acht zangers zijn er nog vier zeer actief-, kan nog steeds van een zeer homogene groep worden gesproken, die door haar enthousiasme nog steeds in kwaliteit en kunnen stijgt.

Bejaardenkoor 'Door Vriendschap Verbonden' Dit koor werd in september 1972 opgericht dor de sympathieke frater Chris van den Boom, met als eerste dirigent de muzikale Franciscaner monnik Wouter Heuft, O. F.M., die het koor in de eerste moeilijke beginjaren leidde. Presidente is mevr. A. Janssen-Schrand, organist is Toon van den Berk. Sinds 1983 zwaait frater Bonants de dirigeerstok. Elke maand zingt het koor op een zaterdagavond de misgezangen in de parochiekerk. In de

18

loop der jaren werd deelgenomen aan zangersdagen te Waalwijk, Boekei, Uden. Tilburg, Venray en Wijchen. Er heerst een prima geest onder de koorleden en er wordt enthousiast gezongen.

Het Cantory koor Opgericht najaar 1982. Eerste dirigent was de geziene musicus Ad Versteden, die helaas wegens gezondheidsredenen moest aftreden. Hij werd opgevolgd door frater Bonants, die het koor in de korte tijd van zijn bestaan bekendheid heeft doen verwerven. Het koor dat 34 leden telt, en begeleid wordt door organist frater Jozef, verzorgt op uitstekende wijze liturgische gezangen tijdens kerkdiensten, o.a. ook bij oecumenische diensten. Tenslotte dient nog te worden vermeld het

Dameszangkoor, dat onder leiding van dirigent P. Essens, bij voorkomende gelegenheden op prima wijze de gezangen op het bejaardenoord 'Kasteelhof verzorgt.


De begin jaren '60 opgerichte jeugdharmonie moest wegens vertrek van dirigent Paul van Dinteren, jammer genoeg, worden Met Orpheus is St. Caecilia de oudste en opgeheven. De overschakeling van harmonie meest populaire vereniging op cultureel ge- naar fanfarecorps ging niet van harte, maar bied in ons dorp. Zij werd opgericht als har- was noodzakelijk. De tot fanfare omgevormmonie in 1899. Het eerste bestuur bestond de harmonie behaalde onder leiding van H. uit: H. F. van Haaren, voorzitter, G. Arnol- Mus te Arnhem een eerste prijs in de derde dussen, secretaris en J. in den Bosch, pen- afdeling. In 1978 volgde de promotie naarde ningmeester. PJ. Albers, wethouder, volgde afdeling Uitmuntendheid, in Winssen. De een jaar later H.F. van Haaren op als pre- oprichting van een drumband werd een sident. Tot dirigent werd aangesteld de heer groot succes. Onder leiding van instructeur Carpay, chef-typograaf bij de Maas en Waal- Jo Heymeriks uit Deest behaalde de band se Courant. In de loop der jaren hebben de uitzonderlijke successen, in 1977 zelfs het volgende heren de dirigeerstok gezwaaid: W. Nederlands Kampioenschap in de eerste diDekkers, W. van de Geijn, Albert Thewissen visie. In 1972 werd de drumband uitgebreid (hij was kapelmeester bij het muziekcorps met een majorettegroep onder instructrice der Koloniale Reserve te Nijmegen), J. de Franny Roubos. Jong uit Tiel, Gr. Koppers, H. Tromp, Paul van Dinteren (jeugdharmonie), G.Jacobs uit Na de heer P.J. Albers zijn als voorzitter Groesbeek, Clarys uit Nijmegen, H. Mus en opgetreden de heren J.H. Bruens, A. Vis, C. Jan Hameleers. Dekkers, notaris J. Derks. Thans bestaat het Het eerste officiĂŤle concert werd gegeven op bestuur uit de energieke president John Pe4 februari 1902. De Drutense pers, destijds ters, de ijverige secretaris Theo Roelofs en de bestaande uit twee weekbladen, namelijk de accurate penningmeester Leo van Oijen. Maas en Waalse Courant en de Maas en Omstreeks 1909 kregen de muzikanten uniWaalbode, liet zich zeer lovend uit. 'Donau formpetten. Burgemeester mr. J. De Vries viel Wellen' oogstte veel bijval en werd na een de eer te beurt in 1961 de nieuwe hoogdonderend applaus herhaald. In 1904 ging stemmige instrumenten en nieuwe uniformen voor het eerst op concours in Bussum men te mogen overdragen. In 1972 konden in de vierde afdeling. Als bewijs voor de wederom nieuwe instrumenten, en in 1976, groeiende muzikale kwaliteiten van de har- door burgemeester H. Geurts, nieuwe unimonie St. Caecilia moge het volgende lijstje formen aan de fanfare worden overhandigd. dienen van de op concours behaalde prijzen: Het prachtige korpsvaandel werd in de beDriebergen 1906, 3de afd., 2de prijs; ginjaren, als de vereniging naar buiten Amsterdam, 1907, 2de afd., 1ste prijs; trad, met waardigheid gedragen door de Rotterdam, 1909, 2de afd., 2de prijs; vaandrig, de heer H. van Haaien. Nadien Tilburg, 1924, 2de afd., 2de prijs; werd het kostbare drapeau weer veilig opZetten, 1927, 2de afd., 2de prijs; geborgen ten huize van de president PJ. Amsterdam, 1938, 1ste afd., 1ste prijs; Albers. De harmonie gaf acte de prĂŠsence bij Nijmegen, 1948, 2de afd., 1ste prijs; vreugde en rouw, bijv. bij kerkelijke plechMillingen, 1949, 1ste afd., 1ste prijs; tigheden, bij processies, gouden bruiloften, bijzondere begrafenissen, etc. Een mooie Het was onze dorpsgenoot Henk Tromp, die foto uit 1913 houdt de herinnering levendig de eer had de harmonie in 1950 te doen aan het optreden van de harmonie ter geopklimmen naar de afdeling uitmuntend- legenheid van de Onafhankelijkheidsfeesten heid van de Koninklijke Nederlandse Fede- in de zomer van dat jaar. Onvergetelijk ratie: een prachtige prestatie. Ter gelegen- waren: de zondagse zomeravondconcerten heid van het 50-jarig bestaan van St. Caecilia in de kiosk onder de - helaas verdwenen werd in 1950 op 17 en 18 juni een geslaagd lindeboom, onder directie van de heer Alconcours georganiseerd. bert Thewissen, in zijn kleurrijke uniform

Muziekvereniging'St. Caecilia' Bruten

19


van adjudant-onderofficier. De overplaatsing, later, van de kiosk naar de mr. Van Coothstraat bleek een fiasco te zijn. St. Caecilia, 85 jaar jong, gaat met zijn 75

leden en met zijn voortvarend bestuur vol vertrouwen de toekomst tegemoet, clat is de wens van de 88-jarige, jongste zoon van de eerste president van de vereniging.

Johan van Os

DE TAAL VAN HET KRUISJESVOLK 'Aangehouden lidwoorden' in het Maas en Waals In goed Nederlands zegje de koffer en de deken. Wie het koffer of het deken zegt, valt met minstens één been door de mand: hij spreekt dialect of in ieder geval een regionaal gekleurd taaltje. In het Maas en Waals zijn koffer en deken onzijdige woorden die voorafgegaan worden door het lidwoord het. In het Nederlands krijgen ze het lidwoord de. Er zijn meer voorbeelden van dit verschijnsel. We

zouden het, als het niet zo ziekelijk klonk, eengeslachtsafwijking kunnen noemen. Genuswisseling klinkt weer zo geleerd, maar de bedoeling moet toch duidelijk zijn: sommige zelfstandige naamwoorden hebben in het dialect een ander genus oftewel geslacht dan in het Nederlands. Hun genus wisselt. Hoe dat nu precies komt, zal geval voor geval onderzocht moeten worden en dan is het nóg de vraag of je er ooit 'achter kunt kijken'. Maar in een paar gevallen geeft de achterliggende gang van zaken zich op het eerste gezicht al bloot. Het zijn gevallen wraarin de genuswisseling een historische ontwikkeling tot achtergrond heeft. Ik zou er twee van willen noemen: aanrecht en handtekening.

Aanrecht - gootsteen Met het woordje aanrecht liggen de zaken net andersom als met koffer en deken. Krijgen koffer en deken in het Nederlands de en in de streektaal het, aanrecht krijgt in het Nederlands het en in de streektaal de. De Maas en Waler spreekt van de aanrecht (d'n aonrich/ d'n aonrèck), terwijl het het aanrecht 'met zijn'. We zouden dat Maas en Waalse de vóór aanrecht een 'aangehouden lidwoord' kunnen noemen. Het is namelijk aangehouden van een ouder woord: het woord dat in Maas en Waal vroeger de plaats van aanrecht innam.

Een aanrecht immers is in de Maas en Waalse keuken een betrekkelijk jonge inzetting. Vroeger hadden we geen aanrecht, maar een gootsteen of een pompebak. Nu zijn gootsteen en pompebak allebei mannelijke woorden die als lidwoord de voor zich krijgen, zowel in het Nederlands als in het dialect. Maar de gootsteen en de pompebak werden ondertussen allebei verdrongen door een keukenvoor-

20

ziening die aanrecht heet: in het Nederlands het aanrecht, in de streektaal de aanrecht. Waarom de in de streektaal? Omdat wij vroeger tegen (ongeveer) dezelfde keukenvoorziening de gootsteen of de pompebak zeiden. Wij zeggen nu ook de aanrecht. Het zelfstandig naamwoord hebben wij (mét het voorwerp) vervangen door een nieuw, moderner woord, maar het lidwoord hebben we aangehouden. Té lang hebben we het met de

gootsteen moeten doen om hem zo maar in één keer helemaal weg te gooien. De armoede van de gootsteen kruipt bij ons toch altijd nog even onder ieder(e) stalen aanrecht uit. Pas op de verraderlijke uitgangs-e van iedere!

Handtekening - handmerk Dezelfde gang van zaken meen ik te kunnen betrappen achter het woord handtekening.

Het is een vrouwelijk woord en het krijgt dus de. f n het Nederlands zul je nooit anders horen dan de handtekening. Wij Maas en


GERARDA JANSSEN (geboren 9 januari 1839 in Afferden, overleden 20 maart 1909 in Pui/lijk, getrouwd met de tabaksplanter Theodorus Bouwman uit Dreumd) moest nog in 1888 bij het huwelijk van haar zoon Johannes Bouwman tegenover de ambtenaar van de Burgerlijke Stand in Druten verklaren dat zij nooit schrijven had geleerd. Walers hebben dat in overgrote meerderheid geïmiteerd, maar er zijn nog altijd ouderen in onze streek die prompt van 't haendtèèikening spreken: het handtekening dus. Hoe komen ze daar dan weer bij? Ook hier hebben we mijns inziens te maken met een 'aangehouden lidwoord'. Voor op 7 juli 1900 de Leerplichtwet van kracht werd, ging in Maas en Waal lang niet de helejcugd naar school. Het onderwijs was openbaar en in de 19e eeuw stonden er in veel overwegend katholieke dorpen nog 'andersdenkende 1 onderwijzers voor deklas; het schoolhoofd was soms hervormd. Veel katholieken narncn niet dat het openbaar onderwijs een protestantse inslag had en hielden hun kinderen liever thuis. Met name in de talrijke arme gezinnen werden de kinderen ook nog wel om andere redenen thuisgehouden: ten eerste kostte de

school geld en ten iweede had men zijn kinderen vaak hard nodig als hulpjes in het eigen bedrijf. Vóór I 795 werd de school nog slechter be/.ocht, omdat hei onderwijs toen niet openbaar was, maar gereformeerd: de onderwijzers moesten van staatswege protestanten zijn en in gereformeerde geest les geven. Tussen 1600 en 1800, kun je globaal wel zeggen, heeft liet merendeel van de Maas en Waalse kinderen geen of heel weinig onderwijs genoten. Als gevolg daarvan bestond er in on/.e streek een groot analfabetisme. De meeste mensen waren op latere leeftijd zelfs niet in staat hun naam te schrijven; ze konden met andere woorden geen handtekening /etten. Niettemin kregen ook zij in hun leven wel een notariële en andere ambtelijke stukken te 'waarmerken'. De analfabeten tekenden dan met een kruisje (x). M i j n eigen overgrootmoeder van moeders kant, GerardaJanssen uil Afferden, hoorde in 1888 nog tot deze grote groep; onder de t rouwakte van haar zoon, mijn grootvader, is vermeld dat alle getuigen getekend hebben, 'uitgenomen de moeder van den man, die heeft verklaard dat zij nooit schrijven heeft geleerd.' Omdat het bij de Maas en Waalse analfabeten meestal om katholieken ging, werden zij door de hervormde bovenlaag van de bevolking 'het kruisjesvolk' genoemd: katholiek stond gelijk met analfabeet. De notaris en de ambtenaar van de burgerlijke stand lieten dergelijke denigrerende termen uiteraard achterwege en vroegen een analfabeet die moest tekenen, beleefd of hij '/ijn handrncrk' wilden zetten: het bekende kruisje. Handmerk werd in Maas en Waal het algemeen aanvaarde, eufemistische woord voor dat armzalige bewijs van onkunde. Het was een onzijdig woord en kreeg dus het: het handmerk. Toen in de vorige eeuw toch steeds meer katholieken hun kinderen naar de openbare school stuurden, kwamen er ook steeds meer die in plaats van een kruisje (het handmerk) een handtekening (de handtekening) konden zetten. Het woord handtekening begon het oude woord handmerk te verdringen, maar het lidwoord het werd aangehouden. Als Maas en Walers vandaag nog van 't haendtèèikening spreken, zijn er afstammelingen van het kruisjesvolk aan het woord.

21


Dokter Frans Wasmann, op 21 december 1984 overleden, is tien jaar lang voorzitter van onze vereniging geweest en bleef zich ook daarna ten nauwste met ons werk verbonden voelen. Hij was een markante persoonlijkheid en een uitzonderlijke verschijning onder de Maas en Waalse medici. In het begin van de jaren '70 schreef Johan van Os over DE DOKTER een gedicht dat altijd in portefeuille gebleven is. Wij drukken het nu af als een zeer persoonlijke herinnering, maar overtuigd dat veel vrienden en oud-patiĂŤnten in dit berijmd portret DE DOKTER zullen herkennen.

DE DOKTER Hij zit naast me op een keukenstoel, Zijn beide armen breed op tafel. Hij kwam hier binnen zonder doel, Hij dacht misschien: 'Die houdt zijn wafel.' Ik schuif hem ook een brandewijntje toe, Hij roert de suiker om en knoeit. Ik kijk hem aan, hij is zeker moe. Buiten hoor ik nog een beest dat loeit. Hij vist een plastic builtje uit zijn zak. Het is weer grof met zijn eczeem. Ik snuif een wolk van zijn toffeetabak, Ik ben bang dat ik van hem vervreem'.

Vol ongeduld krabt hij zijn kop, Vuile nagels door roof vlees. In twee keer slokt hij het glaasje op. Ik doe alsof ik nog wat lees. Dan praat hij honderduit en lacht En slaat me hoestend op de knie. Hij praat maar door, en hij verwacht Dat ik het allemaal ook zo zie.

22


23


Een nachtuil fladdert om de lamp, Zo'n ellendig zenuwding in huis. We zitten samen in de pijpedamp. Zijn zomerbroek kraakt in het kruis.

'Snotters van vijftien', brabbelt hij, 'Krijg je goddome voor de pil.' Ik herkauw nog wat hij eerder zei Over doodgaan zonder tegenwil. Met een flikkering in het montuur Gooit hij zijn bril op tafel. Het loopt al tegen twaalf uur. Aan zijn jasje hangt een rafel. Hij loert in zijn notitieblok Waar de pen zat vastgestoken. Ik luister naar de torenklok, Uit alle macht zit hij te roken.

De pijp is uit, hij knikkebolt. Zijn pen rust op de Weduwe Janssen. 'Komt om elke klapscheet aangehold.' Zijn pen schiet door naar Fransen. Ik kijk op zijn gebogen hoofd Door het haar van grijze kousens'jet. De straatlantarens zijn gedoofd, Ik wou wel zoetjesaan naar bed. Zijn pen glijdt uit en trekt weer op Van de voorbehoedsters naar de zieken. Onder het dommelen van zijn rooie kop Lees ik beroepsgeheimen in grafieken.

24


Mijn vrouw, die in het bed nog Even overeind komt zitten, Vraagt: 'Wat moest de dokter toch?' 'Ik weet 't niet, hij zat te pitten.'

JOHAN VAN OS

Rectificatie

De heer L. LoefĂŻ'en maakte ons opmerkzaam op hel volgende:

In Tweestrornenland nr. 44 (31.1.1985) staat op pag. 40 onder de bovenste foto uit Overasselt: 'begroet de dorpspastoor de commandant'. De betreffende persoon was niet de dorpspastoor, maar pater Janssen van de paters

van Mill-Hill. Hij sprak goed Engels en kon zich zodoende verdienstelijk maken in die dagen. Hij is afkomstig uit Horssen, werkte vele jaren in de missie van Congo, thans ZaĂŻre, en sinds 1969 als pastoor in NieuwZeeland. Eind oktober 1985 keert hij terug naar ons land.

25


Lees de Nieuwsbrief!

T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

15 .XII.1985 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 47


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks.

Contributie De contributie voor 1985 bedraagt f 25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,- enz. te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen. Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Zwanensingel 259,6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247. Ere-leden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 JP.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Ere-voorzitter J P. van Wezel Bestuur J .A. van Gelder, vz. ai., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen Mej. W.A. van Buren, penn., Bergharen J.L.C. Alkemade, Ewijk Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten B.J .H .M. van Elk, Beneden-Leeuwen W.H. Frentz, Driel Mevr. S.R. van Ginkel-van Dijk, Druten J.A. Jansen, Wijchen

A. Kamerman, Wijchen Mevr. FJ. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt Mevr. A. S mits-Koks, Weurt W J. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs. C. Visser, Druten J.P. van Wezel, Druten. Administrateur Vacature Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Meyhorst 1747,6537 KE Nijmegen. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever. Losse nummers tijdschrift Nrs. 19 t/m 46 voorradig. Per stuk f 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.

Inhoud 3 Afscheid van Jacobus Trijsburg 5 J. Trijsburg, Een merkwaardig monument: School aan de Waalbandijk te Boven-Leeuwen

6 Mijntje van den Notenhof, Appelternse Processie 8 M. Bergevoet en J. Dekkers, Een kattebelletje met verstrekkende gevolgen

11 Reacties van lezers 12 M J J. Bergevoet, De nakomelingen van de familie Van Erp-Holt te Baarlo (L.) en België 20 Oud Maas en Waal in beeld 23 Literatuur-Signalement 27 Recensie


ĂśireeKarcniei Bommelerwaard

T WESTROM ENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen

NUMMER 47

1985

AFSCHEID VAN JACOBUS TRIJSBURG Als er in Maas en Waal wordt gesproken over Jacobus, dan weet iedereen over wie wij het hebben. Zijn achternaam is dan minder belangrijk, aanjacobus heeft hij voldoende. Als hij je belt, dan is die naam genoeg voor de herkenbaarheid. Als vreemdeling Maas en Waal binnen gekomen in de zestiger jaren, werd hij al gauw gevangen en bevangen door de historie van deze streek, die hier vanaf 1964 is vastgelegd in een aantal boeken en in de tijdschriften van Tweestromenland. In 1971 kwam het sekretariaat vakant en was hij de aangewezen

de Nieuwsbrief van de grond en wist de ene na de andere tentoonstelling op te zetten of op zijn minst mee te begeleiden. Hij wist de weg naar de grotere archieven en wist ook waar hij de sprekers vandaan moest halen voor de bijeenkomsten op historisch gebied. Hij vond ook vaak de weg naar particuliere fondsen en subsidiemogelijkheden van de overheid. Als adviseur bewees hij goede diensten. De bemoeienis in en met de streek namen een steeds grotere vlucht en de vereniging werd ook steeds meer gevraagd bij allerpersoon om zich met veel ĂŠlan in onze verhande aktiviteiten. Ook het onderwijs klampeniging te gaan verdiepen en het sekretariaat te aan en daarbij kon hij zijn vroegere beover te nemen. Hij werd een vurig propa- roep moeilijk verloochenen. Hij leerde de gandist, als het ware een apostel (Jacobus) streek als weinig anderen kennen. Er werd zoals hij werd betiteld bij een afscheid tijenorm veel tijd aan de vereniging besteed en dens de excursie in den Bosch op 28 sep- soms hield je je hart vast als er weer wat tember j.1. nieuws op touw gezet werd. Bezeten was hij Mede door zijn toedoen groeide het leden- soms van bepaalde vondsten en van Johan tal. De 500 en de 1000 werden bereikt tijDerk van der Capellen, voor wie hij zelfs een dens zijn sekretariaat. Hij was de stuwende straatnaam los wist te peuteren. En toch kracht achter de instelling van de commis- hadden we onze twijfels. Waar moesten we sies en de secties. Hij haalde de Maas en voor al die aktiviteiten de mankracht vanWaalse mutsen uit de oude kasten en spoor- daan halen? Wie kon zich zo inzetten als hij de schilderijen op van Maas en Waalse schil- en wat zou gebeuren als hij eens uit viel? ders of over Maas en Waal. Een documentatie-centrum werd gehuurd en het stoom- 'Teveel hooi op de vork' kon natuurlijk niet gemaal van Appeltern werd niet alleen be- uitblijven, vooral omdat hij niet onopgehouden, maar zelfs aangekocht door zijn merkt bleef en daardoor vanuit het Gelders geesteskind 'Baet en Borgh'. Daarnaast Oudheidkundig Contact een beroep op hem schreef hij artikelen in ons tijdschrift, bracht werd gedaan. Hij kreeg daar een aanstelling


en werd tenslotte zelfs direkteur. Tweestromenland moest er wel onder gaan lijden. Misschien, dat hij er ook te vaak van uit ging, dat iedere medewerker/ster dezelfde tijd en capaciteiten had als hij zelf. Soms moest er dan ook de rem op worden gezet. Vanaf 1975 was hij ook nog redaktiesekretaris en hield zich intensief bezig met de hele opzet en de lay-out van het tijdschrift. Vooral vanwege zijn perfectionisme kostte hem dat veel tijd. In 1978 kon hij het verenigingssekretariaat overdragen, maar tot 1984 bleef hij nog in de redaktie. Tenslotte moest hij ook daar mee stoppen, omdat amoureuze kontakten in de Achterhoek het vertrek uit de streek heel sterk beĂŻnvloedden. Het wordt nu voor hem werken onder nieuw 'gezag'. Tweestromenland draait niettemin door op het verkregen goed, maar telefoontjes om inlichtingen richting Zutphen zijn niet van de lucht.

We zouden het willen zeggen zoals het zo vaak gezegd wordt als er iemand vertrekt: omdat er zoveel opgezet is, had hij moeten blijven om alles zoveel mogelijk over te dragen aan de goegemeente. Niettemin gunnen

we hem de promotie en de nieuwe band, die hij gaat smeden. We kunnen er wel trots op gaan, dat de grondslag voor dit alles is neergelegd in ons werkgebied, waarvoor hij zich interesseerde en waar hij zolang bij zijn tante in Appeltern woonde en zoveel had opgeslagen. Alleen het Maas en Waalse dialect heeft hij nooit goed onder de knie kunnen krijgen. Mogelijk wordt hij in het Achterhoekse wat beter geschoold. Ons resten nu vele dankwoorden en veel succes. En weer gerust: Maas en Waal zal hij toch nooit helemaal kunnen vergeten! Redaktie


J. Trijsburg

Een merkwaardig monument: School aan de Waalbandijk te Boven-Leeuwen

Kerken en kastelen, boerderijen en molens. Ziedaar het kwartet dat alom wordt gerespecteerd in de omgang met ons gebouwd verleden. In de meeste gevallen zijn zij in onze achting tot monumentale hoogte opgeklommen. In de gemeente Wamel is dit ook het geval. Wanneer we de monumentenlijst van het Rijk bekijken, zien we daarop twee kerken; de hervormde kerkgebouwen te Wamel en te Boven-Leeuwen, ĂŠĂŠn (rest van een) kasteel: het poortgebouw te Boven-Leeuwen, drie boerderijen: Bernhardstraat 37, Florastraat 45, Waalbandijk 39. Voorwaar een magere oogst. Tenslotte nog twee monumenten, die bij zonder zijn, te weten: het Watersnood-monumen van 1874 te Beneden-Leeuwen aan de Waalbandijk, dat aan de watersnood van 1861 herinnert, en het schoolgebouw te Boven-Leeuwen, Waalbandijk 37. Van dit laatste monument beeldden wij in nr

34 van het tijschrift Tweestromenland een

oude foto af met de vraag of iemand de personen daarop nog bij name zou kennen. Prompt reageerden twee leden van de vereniging, maar gebrek aan tijd maakte dat er tot nu toe geen aandacht aan is besteed. Het zijn, van links naar rechts, de heer Van den Heuvel, lid van het schoolbestuur, de heer Jan Tarel, geb. Smilde 24.9.1861, hoofd der school, overl. Leeuwen 9.10.1971, dominee Adelbert Antonie Schouten, geb. Putten 26.5.1850, was gehuwd met Ariska Hendrika Cornelia Janssen, geb. Delft 7.5.1852. In 1915 vertrokken zij naar Den

Haag, mevrouw Elisabeth Martina Tarel-Duisdeiker, geb. Amsterdam 31.8.1864, zij gafhandwerkles.


Mijntje van den Notenhof

APPELTERNSE PROCESSIE Ze loopt al tegen de 80 of ze zit er net in, zo precies weten we dat niet, maar al sukkelt ze dan van tijd tot tijd wel wat, ze is nog helder van geest en taal. Ze heeft zoals ze dat zegt nog schik in het leven en is blij met elke dag, die haar wordt geschonken. Zelfs doet ze net alsof ze het eeuwig leven heeft, maar tegelijkertijd houdt ze er rekening mee, dat het plotseling kan veranderen. Ze nam de pen ter hand, een blocnoot er bij en ze schreef. . . .

Red. Umdèk tot de aauw leeje van de K.V.O. beheur, za'k proberen oe iets te vertellen van z'n 50-60 jaor teurg. En aes 'k nog kaen in echt Appeltères. Lo'k mar mi pestoor Lambermont beginnen.

Toe'tie hier kwaam, was ie nog jonk en eigeluk al lang nie oan de burt um pestoor te worre. Vroeger zaten de kapelaons um zo te zeggen op de dood vaen inne pestoor te wachten. Mar umdè hier unne bouwpestoor nodig waer, dorst er unne aauwere nie aon. 't Was ok 'n heel waerk om zu'n grote pasterie en zu'n mooi kerk bè mekaor te schaoien. Mar dor wi'k 't nou nie wijer over hebben. D'n urste ker, dae wij um meemakten, vond ik nie zu mooi. 't Waes vroeger de mode, dèt de pestoors bij den deken op kraens gingen. Dor wier daen 't mooi en 't lèluk vaen de parochie beprót. Daen kwaam ie langs ons gelopen, want inne fiets hai toe nog nie. Op inne kèr, dae't ie wèr langs kwaam, waren wij aon 't stelten lopen. De pestoor zin, dae wij 't hillemol nie goed deejen. Wij vieten de stelten namelijk onder de èèrms. Hij zut 't ons wel 'ns veur duun. De pestoor vuulde z'n eige in z'n hart zeker nog inne jonge kapelaon, die nog wel ins geer kwaojongensstreek uithaolen. Hij viet de stelten netjes vur'um in de haend en stapte dor op. Efkes ging 't goed, mar de pestoor waar veul zwaorder as wij en floep dor brook inne stelt af. Urst lachten wij er um, mar lutter keken we sip, waent de stelten waren kapot. En toen kwaamde nie zu gemèkkeluk aon spekkers um ze te maken. Aes de jongens vroeger inne spekker moessen hebben, moessen ze er hil wa vur duun.

Da za'k oe 's gaauw efkes vertellen. De smid, die ze toe hier op 't durp ha'n, was unne grappemaker. Aes de jongens um inne spekker vroegen, dan zin 't ie: kom mar aes ik ze aon 't maken ben. Nou ze kwamen gaauw, da begrepte. Toe zi de smid: ge meugter krek zu veul oprapen aes ge wilt, mar wel mee da'k ze maak. Spekkers wieren toen nog gesmeed en die waren dus nog gloeiend heet. En de jongens braendden ok nie gèr de vingers. Lutter waes er echter inne zu slim, die smeerde z'n haend vol klaei en zo kreeg ie 'r wel 'n paar te pakken. Toen scheei de smid er mar mee uit. Lao'k nou mar wer 's gaauw over de pestoor wijer vertellen. Toe'k wa grutter wier, ha'k toch wel bekeken dae't nog nie zunne kwaoie waar. Hij liet daor wor nou een parkeerterrein is, inne mooie hof aonleggen tot aon't kerkhof toe mi breei slingerpaai d'r in. Langs die paai zette ie mooi bloemen en struiken, die 's lentes prachtig bleuiden. Dan kwamen er ook nog fijn sorten appels en peren in, die ze h ier tot nog toe nie ha'n. Wij kenden hier alleen mar sukkerpèren, ijsbouten, bijnderzuut en goudrenetten. De aauw minsen dochten, dae't ie 'n stukske vaen 't aards paradijs naomaken wo. En de jonge paartjes vonden, dae't mooi wandelpaadjes waren. Dor keken ze vroeger ok wel nur. 't Is mar goed ok, want aenders waren wij er misschien ok nie gewist en da zu nog sund zijn. Enfin, toe de tuin klaor waar, ging ie 'r precessie in haauwen. En dor ging Onze Lieve Heer erges in mee. Heel devoot wier Hij dur de pestoor gedragen en die liep onder inne hele mooie troonhemel. Baldakijn, geleuf ik dae ze tiggewordig zeggen.


Die wier gedragen dur vier man, netjes in 't zwart mi witte vingerwaenten aon. En nou denk ik er net aon, dae dieë pestoor uit Brabant kwaam en daen kunde begrijpen, da hij die precessie nie kon missen. Die wier in Brabant mi pracht en praol gehaauwen. De minsen zetten daen de heiligebeeldjes buiten en alles mooi in de bloemen, mar hier waar dae tot nog toe nie. En durrum had ie de precessiebaend gemakt. Die naam ha'n de minsen gegeven. De aauweren onder jullie zullen 't nog wel weten. De sacramentsprecessie trok mi SintServaes, 13 mei, dae is de petroon van onze parochie. Hoog Lieve Vrouw waar 15 augustus, Maria ten Hemelopnerning, nie te vergeten. Op Sint Mercus, 15 april, waar 't ok precessie, mar dor ging de pestoor mi 't kruis veurop. Daen wier d'r gebid vur de vruchten der aarde. En 'n sprükske luidde: wie bonnen wil éten, mot Sint Mercus nie vergeten. En ok nog mi de Kruisdagen, die waren drie daag vur hemelvaartsdag. Daen was 't druk in de kerk. Minstens uit ieder huishaauwen één. Bij ons waar 'r innen boer en die ging nooit. Aes w'um daen vroegen wurrum gaode gij niet, dan zeit ie: laot 'n aender mar bidden. De zon schijnt overal en aes 't régent, za't bij mijn ok nie dreug blijven. Ik meijn te weten, dae de precessie in de oorlog nie mer is gehaauwen, want toe wier 't precessielaend gebrükt um erpel en bonnen op te teulen. Lutter is er toch wer precessie gehaawen. Urst nur 't kerkhof en toe zijn de Appeltèresen nur 't raodhuis gegaon um toestemming um de precessie op den openbare weg te meugen haauwen. Ze wo'n daen over de dijk trekken vanaf de kerk nur de plats wor vroeger de school waar bij het huis van meester Smits, wor nou mevrouw Smits nog hillemol alleen is blijven wonen. Ja, die is ok nie bang! Ze hebben net zu lang vol gehaauwen tot de toestemming wier gegeven. Echt iets vur Appeltèresen um 't nie op te geven. Ons raodsleei lieten d'r eijgen ok nie mi 'n klütje 't riet in sturen. Nou is 't mooi stukske precessielaend verloren gegaon aes zodanig, mar vur woningen en parkeerterrein higget toch ok een goei bestemming gekregen. Want op den dijk is 't ok mar gevaorlijk om auto's neer te zetten. Mar wor pestoor Lambermont

IN M£M<mïMi

l

't vur gedaon hi namelijk um 't geloof te bewaoren, is dunkt me goed gelukt. Want aes we zo rond kijken en heureri daen meugen we vaen de Appeltèresen nie klagen. D'r is nou al 'n gruupke bezig mi de keinder en dae is toch prachtig, want wie de jeugd hi, hi de toekomst. Dus moed haauwen, want 't geloof zit toch alted nog van binnen. En dae hi niks mi oorlog of parkeerterrein te maken. Nou schèei ik 't gaauw mee uit, waent aes ik vur de televisie zaat, ha al lang 't rooi lempke gebraend.


M. Bergevoet en J. Dekkers

Een kattebelletje met verstrekkende gevolgen In de Franse tijd hebben de katholieken in het Land van Maas en Waal onder het motto 'vrijheid, gelijkheid en broederschap' oude kerken, die toen al zo 'n 180 jaar in protestantse handen waren, gekraakt en parochies heropgericht. In Druten gebeurde dit op 14 februari 1795 met voorkennis van de Franse opperbevelhebber generaal Pichegru. Hoe dit in z'n werk ging is uitgebreid beschreven in ons boekje over de Drutense Ewaldenkerk1. Zeer onlangs hebben wij in het R.K. kerkarchief van Druten enkele interessante stukken gevonden, die het verhaal van de heroprichting aanvullen. Niet alleen hebben de Drutense katholieken op 14 februari de kerk met veel tamtam gekraakt2 en daags daarna door middel van een handtekeningenlijst de in Afferden geboren en wonende kapelaan Wilhelmus van Merwijk - wereldheer en vurig patriot - 'tot pastoor3 van de gemijnten van Druten' gekozen , op 14 februari werd - eveneens via een handtekeningenlijst - ingestemd met het gemeenschappelijk gebruik van de 4kerk door katholieken en protestanten . Bij vergelijking van de twee lijsten bleek, dat van de 148 vóórstemmers van Van Merwijk er slechts 59 ook met de protestanten wilden samenwerken (de tweede lijst werd in totaal door 110 personen getekend). Opmerkelijk is het stemgedrag van de burgerlijke en kerkelijke overheid. De twee buurmeesters W. van Mulukom en G. Arnoldussen stemden wél voor de pastoor, maar tegen samenwerking. De drie woordvoerders van de parochiein-oprichting stemden verdeeld: Antonius Kivits en J.M. Bekkers tekenden beide lijsten, Andries Klaarenbeek alleen die van de pastoor. De roomse 'kuster' Lamert Jansen tekende ook tweemaal, evenals de schepen van Druten, Aaldert Verstegen. De verklaring tot samenwerking is niet in de praktijk gebracht. Niet alleen de verdeeldheid in het katholieke kamp (slechts 39 procent van wat we mogen

beschouwen als de harde kern van de parochie was vóór) en het stemgedrag van de twee buurmeesters zullen hieraan debet zijn geweest, maar ook in het protestantse kamp zal weinig enthousiasme voor dit plan hebben bestaan, want Foto generaal Pichegru: p. 86. Bron: schilderij Ch.H. Hodges in het Rijksmuseum in Amsterdam. R. van Gelder, Patriotten in ballingschap, 1787-1795, in: Spieghel Historiael, jrg. 14 (1979), p. 80-87.


op 16 februari wordt hun klacht over het feit dat zij uit 'hun' kerk gezet zijn behandeld in Nijmegen. Ambtman W. van Bennekom bemoeide zich met de zaak: hij wist de katholieken de belofte af te dwingen, dat ze de gekraakte kerk zouden verlaten, zodra de Puiflijkse schuurkerk, - die onder water stond - weer droog kwam te liggen. Op vrijdag 13 maart gingen de katholieken inderdaad 'braaf' terug naar Puiflijk 'met achterlaating van eenige stukken, hunne Godsdienst gehoorende' en twee dagen later deed de predikant zijn intrede. Inmiddels had zich in de coulissen een tafereel afgespeeld, dat de geschiedenis een enigszins andere loop zou geven. De pastoor van Puiflijk, Antonius van Koolwijk, had namelijk met lede ogen moeten aanzien, hoe de helft van zijn parochie zich had afgescheiden, illegaal, buiten de kerkelijke overheid om, en bovendien met alle financiĂŤle gevolgen van dien, want de Drutenaren bekommerden zich verder niet meer om de flinke schuld, die nog op de schuurkerk rustte. Van Koolwijk trachtte de klok terug te draaien door het de nieuwe parochie onmogelijk te maken om te kerken: hij liet de gewijde vaten en andere voorwerpen weghalen. De Drutenaren namen dit niet en richtten zich schriftelijk tot Pichegru (die zelf tijdens de Revolutie zijn geestelijk gewaad had afgelegd). Op 8 maart antwoordde deze vanuit Utrecht, dat alle godsdiensten vrij waren,

en dat bijgevolg de pastoor van Puiflijk niet het recht had om die van Druten de uitoefening van de godsdienst onmogelijk te maken en hen daarom de ontvreemde spullen terug moest geven en zo hij dit niet vrijwillig deed, zou hij ertoe worden gedwongen5. Op basis van dit kattebelletje kraakten de katholieken op 18 maart de kerk opnieuw. Op last van de Landdag moest een commissie onder leiding van G.C. in de Betou proberen de katholieken met de hervormden tot overeenstemming te laten komen over het gezamenlijk gebruik van de kerken in het Land van Maas en Waal. In de Betou stelde de katholieken van Druten voor, om de protestanten de

Bijlage I.

neemen voor mits dat wij alles verwagten wat gelijk en Regt aangaat. (volgt de lijst met handtekeningen).

Vrijheid, gelijkheid en broederschap Wij Allen onder geteekenden Nemen aan en Roepen in volgens stemmen den Rooms werlesheer van Meerwijk tot pastoor van de gemijnten van Druten behoomende en liggende onder den kerspelden van Maas en Waal welken tans onze godsdienst met een verpligte Relolisie geloof voortset en waarneemt en wij onderschrevennen soeken waar te

kerk 's zondags op 'de gewone tijden'te geven en eveneens door de week ten behoeve van catechisatie; zelf zouden ze de kerk dan de rest van de tijd kunnen gebruiken. De Drutenaren verontschuldigden zich wel voor de manier waarop ze de kerk in bezit hadden genomen, maar ze hielden voet bij stuk. Ze verklaarden schriftelijke toestemming van Pichegru te hebben, die ze overigens heel begrijpelijk aan de commissie niet toonden!6 Zo had de pastoor van Puiflijk precies het tegenovergestelde bereikt van wat hij bedoelde: ongewild droeg hij een steentje bij aan de heroprichting van de parochie Druten. Voor de verdere lot-

gevallen van de 'self-made' parochie, verwijzen wij naar de Parochiekroniek.

Bijlage U.

Wij ingezeetenen Burgers van Druten verklaaren bij ondertekening, genoege te neemen tot het gebruijk der gemeene Dorps Kerk om in Dezelve Catholyke Godsdienst te konnen oeffenen, nevens andere gezintens,


municans, n.avaient point d'église pour l'exercition de leur religion, tandis que les protestans, au nombre de neuf, ou dix, jouissaient de ce maudit privelège: d cause de quoi, après quel-

ques discussions les catholiques et les protestants se sont accordés, de maniere que les catholiques exercercaient leur

religion Ie matin et les protestans l'après midi, après quoi les catholiques, d voix libre et unanime ont élu pour

leur curé Ie citoyen Willem van Meerwifck, qui d couse de sa conduite tant d l'égard de la religion que de moeurs est irréprochable. La communauté se flattdit donc de pouvoir rester dans la paisible possession de la dite église, et de l'exécution de ses cultes d l'Etre suprême, maïs un certain Antoine van Koolwijck

a trouvé bon, d'óter (propria auctoritate) de la dite église toutes les vases sacrées, et autres ornemens; ainsi que

les catholiques, par la, sont privés de l'exercice de leur culte, ce qui nous Antonius van Koolwijk, 1754-1833, pastoor semble être contre la justice, contre van Pui/lijk. Uit: E.M.A.H. Delhougne e.a., Genealogieën II, Nijmegen 1958, t.o. pag. 113. la liberté de l'homme, contre l'égalité et la fraternité. Druten Den 14e februari/ 1795 A cause donc de ce qui est dit, les Ie jaar der vrije Republique sousignés députés s'adressent d vous, Bataven. citoyen général en chef vous suppliant, méme vous conjurant, au nom de la (volgt de lijst met handtekeningen). liberté égalité et fraternité, aussi par la promesse, que vous avez donné aux Bijlage III. villageois de Druten, en entrant au dit village, de vouloir leur maintenir dans Citoyen General en chef. la possession du libre culte de leur Religion, et de la dite égelise catheLes députés sousignés, des catholiques drale, en ordonnant d la municipalité Romains d Druten, village en Gelre, de Puifelik, d'effectuer, que, Ie (soi s'adressent d vous pour effundre leurs disant) curé de Puifelik, Antoine van plaintes, dans Ie sein, de leur libera- Koolwijck, rende, sans delai, d la comteur, de leur Père. munité de Druten toutes les vases et lis ont donc l'honneur quoiqu'avec ornemens, qu'il a óté de l'église apparregrêts de vous témoigner, qu,' après tenante d la communité du dit village que leurs frères, les francais, ont brisé de Druten. Citoyen général en chef. leurs chaines (dont ils se flattent d salut Fraternité et respect avoir prêtter la main) les catholiques Romains se sont mis en possession de de vos confrères l'église cathedrale du dit village, d les catholiques Romaines cause que les catholiques Romains de Druten en nombre de plus de huit cents compar leurs ordres 10


A. Kivits Andries Klaarenbeek J.M. Bekkers. Tous les cultes sont libre et les Ministres d'aucun n'ont Ie droit de s'opposer d l'exercice d'un autre. En consequence Ie curé de Peuflick est invite de permettre aux reclaments Ie libre usage des vases et omaments qu'ils avaient d leur disposition et de les leur remettre s'il s'en est saisi; foute de quoi il y sera contraint.

Utrecht, Ie 18 ventose an 3 de la Rep. «ue F.sè (8almars). Le G. en chef Pichegru. Het bovengeteekende request heb ik onderteekende ingeleeverd, en na bekoome dispositie aan de gedeputeerde weeder ter hand gesteld op den (18 ventose) 8 maart 1795. W. Hom Rooms Adv.

VOETNOTEN:

1. Voor zover niet afzonderlijk is vermeld, is als basis voor dit artikel genomen: M.J.J. Bergevoet en J.G. W.R. Dekkers, Parochiekroniek, uitgegeven b.g.v. het 100-jarig bestaan van de H.H.Ewaldenkerk te Druten, Druten, 1977, hs. 3,1-2 (p. 32-35), met de daarbij behorende literatuur. 2. Rijksarchief in Gelderland, Archief Franse Tijd, inv. no. 5ld (rekest Herv. Gem). 3. Kerkarchief Druten, inv. no. 16 4. Kerkarchief Druten, inv. no. l 5. Kerkarchief Druten, inv. no. l Presser, J., Napoleon, historie en legende, Amsterdam/Brussel, 1978, p. 29. 6. Rijksarchief in Gelderland, Archief Franse Tijd, inv. no. 51b (Proces Verbaal Comm. In de Betou dd. 25-4-1795).

REACTIES VAN LEZERS De heer A. Hol uit Formerum (Terschelling) reageerde op een artikel in Tweestromenland nr. 45: 'Een trouwerij in Hemen vereeuwigd in J902', van de hand van Ton Tielen. De heer Hol deelde mee dat de tweede vrouw van Jan Matthijs Hol, vermeld op pagina 7 onder nummer 12, Wilhelmina van der Wielen heette. Bij de geboorte van hun zoon Cornelis H.W. Hol op 7 augustus 1902 wordtjan Matthijs Hol herbergier genoemd.

eens tweede helft achttiende eeuw), dat als volgt luidt: 'Wie van mij wat weet, of van het mijne gaat eerst naar huis en beziet het zijne. Vindt hij het daar zonder gebreken dan mag hij van het mijne spreken'.

Tweestromenland nummer 45 heeft nog meer tongen losgemaakt, c.q. lezers tot schrijven aangezet. De heer drs. H.M.J. Tromp reageerde op het artikel van J. Dekkers en M. Bergevoet: 'Terwijl dat nu...'. De heer Tromp werd getroffen door de zinsnede die begint met: 'bezwaarte wat zegt van mij of, etc. Bij een studie die hij maakte van het Huys ten Donck te Slikkerveer trof hem het opschrift op de 'Salon' of tiendschuur (even-

Bij de excursie van Tweestromenland op zaterdag 24 september 1983 werd het kasteel Baarlo bezocht; de deelnemers ontvingen een afdruk van de vererving van de heerlijkheid Baarlo. Naar aanleiding van vragen daarover schreef M. J. J. Bergevoet het artikel op de volgende bladzijden.

Het was kennelijk een geliefd motto bij (her-) bouw van huizen of boerderijen. Waaraan is het ontleend? Wie kan ons verder helpen?

Red. 11


MJJ. Bergevoet

De nakomelingen van de familie Van Erp-Holt te Baarlo (L.) en België In Tweestromenland 18 (jan. 1974)l publiceerde ik een artikel, waarin een genealogie van de familie Van Erp voorkomt. Willem III van Erp erfde in 1618 het leengoed De Schorrenberg te Puifli/k en kocht in 1623 het kasteel en de heerlijkheid Het Holt, eveneens te Puifli/k, van Willem van Bommel. Hij noemde zich voortaan Van ErpHolt. Wapen Het wapen van de familie Van Erp (-Holt) is als volgt: in zwart (sabel) een van zilver en rood (keel) geblokt St.Andrieskruis (9 zilveren en 8 rode vakken). Het wapen wordt gedekt door een gekroonde helm, het helmteken is een zilveren drakenkop met een rode pijltong 2 . Ook komt een wapen voor met minder blokken in het kruis (5 rode en 4 hele en 4 uiteinden in zilver), terwijl als helmteken ook genoemd wordt het hoofd en de hals van een wolf en als schildhouders 2 griffioenen, van goud, gewapend en getongd3.

3. Diederik Arnold, in 1709 met Schorrenberg beleend, overleden 1716. Trouwt Jossine van Broeckhuysen, weduwe van N. van Aerdt. 4. Bartrude, overleden 16 en begraven 22 juli 17505 te Didam. Trouwt 1) N.H.kerk Didam 21-817006 Hendrik Jan Schaep van Baerle en 2) 1719 Andreas van Woldenborg. Van haar is een geschilderd kinderportret in het bezit van de gemeente Maasbree7 . 5. Anna Theresia, trouwt Arnold Seger van Rees, heer van Hoogsorg. 6. Balthasar Assueer, volgt X. 7. Elisabeth Maria, overleden 1742. Trouwt 31-1-1706 Herman Bernard van Voorst van Schadewijck, overl. 1713. 8. Gerard Floris, overl. 21-11-1737.

Genealogie4 De geregelde stamreeks Van Erp begint bij Sibrecht of Sybert van Erp, die in 1436 in de ridderschap van Nijmegen voorkwam (generatie I), beleend met Beersse in 1428, gegoed te Gastel in X. Balthasar Assueer van Erp-Holt, over1439, overleden vóór 1459. Van hem leden 1742. Na de dood van zijn stamt in de 9e generatie af : broers werd hij in 1716 met Schorrenberg en Holt beleend, lid van de ridderschap van Maas en Waal IX. Willem IV van Erp, lid van de ridin 1691, stadhouder van het Kwarderschap van Maas en Waal in 1663; tier van Nijmegen in 1674 en 1681, trouwt Zevenaar 7-6-1666 Johanna in 1711 in Staatse dienst als vaanCatharina van Plees, die hem de drig. Trouwt Antoinetta Maria Elisaheerlijkheid Heegh bij Didam aanbeth van Voorst van Schadewijck, bracht. overleden vóór 22-3-1740 (5-1 Uit dit huwelijk (waarschijnlijk allen 1742)8. te Didam geboren): Uit dit huwelijk (deels te Didam, 1. Willem Balthasar, in 1692 met Schorrenberg beleend, overleden in deels te Puiflijk geboren): of vóór 1710. 1. Willem Assueer, volgt Xla. 2. Johan Frans, in 1692 beleend met 2. Johanna (Agnes) Catharina, geboHet Holt, overleden in of vóór ren Didam aug. 1710, overleden 1710. Didam 29-5-1746. Trad op 1-12-

12


13


1737 bij de Norbertinessen in en was kloosterzuster te Fürstenberg bij Xanten. 3. Antoinetta Gijsberta, geboren Didam 23-7-1713; trad op 5-1-1737 in bij de Norbertinessen en was kloosterzuster te Munster. 4. Herman Berend, geboren Didam 7-9-1714. 5. Maria Adriana Sophia9, geboren Didam 14-12-1716; zij werd 8-7-1737 te Hinsbeck ingekleed en was kloosterzuster te Heinsberg. 6. Jan Theodoor, geboren Didam 5-110

1718, overleden Baarlo mei 1792 .

Hij was kapitein in het Regiment Nassau in Staatse dienst. 7. Balthasar, volgt Xlb. 8. Frans Hendrik Jan, luitenant in het Reg. Mackenzie, in 1749 in Pruisische dienst, overleden als kapitein in de oorlog in Silezie. 9. Hendrik Willem. Xla.

Willem Assueer van Erp-Holt, geboren Didam 8-2-1709. Trouwt Didam 26-7-1736 Anna Christina van Hoen. Uit dit huwelijk: 1. Antonetta Maria Elisabeth, geboren Didam 30-7-1734 (door het latere huwelijk geëcht)11. 2. Frederik Willem, gedoopt Didam 3-2-1736, overleden 23-3-1763 (door het latere huwelijk geëcht)11; geprofest in de Praemonstratenzer abdij te Knechstein bij Bonn. 3. Herman Joseph, gedoopt Didam 3-41738. 4. Theresia Marie, overleden Roermond 1764; zij was kloosterzuster in de Munsterabdij te Roermond. 5. Gijsberta, kloosterzuster te Heinsberg.

Xlb.

14

Balthasar van Erp-Holt, geboren Puiflijk 24-7-1723, overleden Roermond 30-8-1776. Hij werd - op grond van zijn katholiek-zijn - uitgesloten uit de ridderschap van Maas en Waal, waarin deze familie zich tot dan toe had weten te handjhaven. Dit heeft mede aanleiding gegeven

tot het vertrek uit de straak. In 1749 werd hij luitenant in het Reg. Grenadiers van Brakell in het garnizoen te Doornick. Trouwt Nijmegen 30-5-1753 Josina Maria Antoinetta baronesse van Oldeneel tot Heerenbrinck, geboren 1726, overlden Roermond 25-9-1775, begraven in de kerk te Baarlo, waar een ruitvormige rouwkas met het wapen Oldeneel het randschrift draagt: 'Ao. 1775 den 25sten September sterft/Die Hooghwelgeborene Vrouwe Antho/ nette Maria Judoca van Erp, Geboren Van / Oldeneel, in het 501 e Jaer Haeres Oudersdoms'12. Dit echtpaar kocht van de gezamelijke erfgenamen van Bartrude van Erp13 (zie 1X4) op 23-7-1753 de heerlijkheid en het kasteel Baerle bij Didam, maar vertrokken later naar Roermond. Uit dit huwelijk: 1. Antonetta Marie Sophie14, geboren Baerle 20^-1754, overleden Baarlo 3 (of 30H1-1835. Zij trad in het klooster Grafenthal en legde in 1777 de geloften af. Toen het klooster door de Franssen op 9-6-1802 gesloten werd, was zij priorin. 2. Maria Agnes Fransoise, geboren Baerle 19-5-1755, overleden 18-21785; kloosterzuster te Eppinghoven. 3. Frans Balthasar, geboren Baerle 21-2-, overleden ald. 12-3-1757. 4. Frans Balthasar Herman Joseph, geboren Baerle 24-5-1758, overleden Baarlo 12-8-1827; kanunnik van Rutten. 5. Hendrik Willem Antonie, volgt XII. 6. Balthasar August Marie Antonie, geboren Baerle 6-6-1761, overleden Baarlo 3-2-1848. Hij was kapitein in het Duitse Reg. van der Marck in Franse dienst, ging over in Engelse dienst (60e Royal American Reg.). Ridder van St.Louis. 7. Wilhelmina Raymonda Marie Gijsberta, geboren Baerle 4-11-1762, overleden Baarlo 6-9-1845. 8. Maria Ursula Sophia, geboren Baerle 24-6- en overl. ald. 2-7-1765.


NIEUWSBRIEF

DECEMBER 1985

Met een tussenbalans wil de Historische Vereniging even haar activiteiten en plannen vermelden die hebben plaatsgevonden en nog gedaan moeten worden. De tentoonstellingscommissie stapte het jaar 1985 binnen met haar kersttentoonstelling in het kasteel van Wijchen. Zij verzorgde de tentoonstelling op de Batenburgsedag en nu wordt er hard gewerkt aan de watersnoodtentoonstelling welke in januari 1986 in drie plaatsen in het Land van Maas en Waal te zien is. Bij al deze activiteiten is onze boekentafel met haar medewerkers aanwezig die met hun service de boeken en tijdschriften te koop aanbieden. Geheel anders gaat de evenementencommissie te werk. Onder het motto: 'En dat gaat naar Den Bosch toe', vertrok de stoet op 28 september in opperbeste stemming naar de 800 jaar oude hertogstad. Tijdens deze gelegenheid heeft vice-voorzitter de heer J. van Gelder een afscheidswoord gesproken tot de heer Jac. Trijsburg, die de historische vereniging wegens drukke werkzaamheden heeft verlaten. De evenementencommissie organiseerde een lezingencyclus welke in het teken stond van het watersnoodgebeuren uit 1926.

Een panel beantwoordde de vele vragen van de aanwezigen. Tijdens de algemene ledenvergadering welke op 9 mei in Horssen heeft plaatsgevonden, heeft voorzitter de heer J.P. van Wezel zijn functies beschikbaar gesteld. Als blijk van waardering voor zijn werk als voorzitter is aan hem het ere-voorzitterschap aangeboden. Het bestuur onderging een uitbreiding, zodat momenteel 17 personen hierin zitting hebben. De vergadering werd afgesloten met een interessante lezing door de heer P.B.M. Bolwerk, directeur van het Tegelmusuem te Otterlo. Uitgebreide aandacht heeft de plaatselijke, maar ook de landelijke pers besteed aan de uitreiking van twee boeken in de Tweestromenlandreeks. Na enkele jaren van voorbereiding heeft op 8 november de officiële aanbieding plaatsgevonden aan de heer H.J. Carpay, auteur van het boek, dat handelt over de schoolstrijd in Appeltern. Op dat moment draaide de drukpers op volle toeren voor het boek 'Wee den vergetenen', waarin uitvoerig de watersnoodramp van 1926 is beschreven. Het eerste exemplaar is op 18 november aan-

geboden aan de Commissaris der Koningin in de provincie Gelderland. De auteur, de heer H. van Heiningen, en de uitgever, de heer P. de Kleijn, overhandigden aan de burgemeesters uit ons werkgebied een exemplaar. Voor de realisering van deze twee boeken is veel medewerking verleend door de sectie Topografische Historische Atlas. Op grote schaal zijn foto's bij elkaar gezocht die hun plaats hebben in het boek én op de a.s. tentoonstelling. Deze sectie gaat haar werk uitbreiden met een nieuwe rubriek 'Oud Maas en Waal in beeld', die in deze nieuwsbrief van start gaat. De redactiecommissie heeft misschien iets minder deel gehad in het werk voor het watersnoodboek maar haar activiteit heeft zij speciaal ontplooid met het uitkomen van 4 nummers van ons tijdschrift 'Tweestromenland'. In

overleg met de redactiecommissie is besloten om voortaan, indien mogelijk, in de maanden

februari, april, september en december het tijdschrift te laten verschijnen. Het geluidsarchief heeft in april een eerste bespreking gehad met de Wijchense omroep. In overleg met deze omroep wil men trachten

via samenwerking met andere omroepen uit het Land van Maas en Waal te komen tot samenstelling van programma's op historisch gebied in de vorm van gesprekken en documentaire uitzendingen. Geïnteresseerde personen kunnen contact opnemen met de secretaris van de Historische Vereniging. Meer informatie hierover in onze volgende Nieuwsbrief. Onze werkgroep Maas en Waalse geslachten heeft in april haar medewerking verleend bij de Gelderse Contactdag in Arnhem. Haar werk in de vorm van het ficheren van oude doop-en trouwboeken gaat gestaag door, meer dan 30.000 fiches zijn momenteel al ingeschreven. De redactie binnen de werkgroep zorgt voor publicaties van genealogische artikelen en werkt aan de realisering van een kwartierstatenboek betreffende het Land van Maas en Waal. In voorbereiding is de derde Maas en Waalse genealogische dag welke in april 1986 in Wijchen wordt gehou-


den. Voor de nodige informaties kan contact opgenomen worden met de heer Arts van de werkgroep, telefoon: 08894-16247. De taak van de commissie Streekdracht en Mode bestaat uit het verzamelen, bewaren, restaureren en conserveren van textiel uit het Land van Maas en Waal. Dit kan zijn: kleding in de vorm van costuums, nachtkleding, ondergoed, hoeden en mutsen, merklappen, schoenen en klompen van dames, heren en kinderen uit de periode 1870-1920. Zeer speciaal streeft deze werkgroep er naar om enkele kledingstukken te kunnen exposeren in het Streekdocumentatiecentrum te Wijchen en tijdens de Watersnoodtentoonstelling die in januari wordt gehouden. De medewerkers werken 2 a 3 dagen in de maand aan de collectie. Een toegekende subsidiĂŤring maakt mogelijk dat alles vakkundig wordt gerestaureerd. Uitbreiding van de collectie is dringend noodzakelijk en elk lid en geĂŻnteresseerd persoon kan materiaal afstaan aan de werkgroep. Contactadres is mevr. Wies Berris-Visschers, Kwartelstraat 21, 6601 CE Wijchen, telefoon: 08894-17461 (na 18.30 uur).

De sectie literatuur heeft in 1985 de collectie boekenbestand weer verder uitgebreid door aankoop van historische werken welke hoofdzakelijk betrekking hebben op ons werkgebied. De geplande uitgave van een bibliografie voor Tweestromenland kan in 1986 afgerond worden. Het nodige typewerk wordt gedaan door medewerkers van het documentatiecentrum. In de afgelopen jaren is een begin gemaakt met het verzamelen, ordenen en inventariseren van het aanwezige materiaal dat in het

Streekdocumentatiecentrum en in ons werkgebied aanwezig is. In team-verband wordt alles verder uitgewerkt en bijgehouden. In overleg met deze vrijwilligers is het plan ontstaan om met ingang van 8 januari het Streekdocumentatiecentrum op een vaste middag open te stellen voor bezoekers. Er is gekozen voor de woensdagmiddag telkens van 14.00 tot 17.00 uur. , De vereniging heeft veel materiaal mogen ontvangen, maar wij weten dat in het Land van Maas en Waal maar ook daarbuiten, nog veel materiaal aanwezig is voor aanvulling van het documentatiebezit. De vereniging stelt haar documentatiecentrum graag open voor onderzoekers en aan hen die hun materiaal beschikbaar stellen, zodat een zekerheid wordt opgebouwd dat het materiaal goed bewaard blijft. Contactadres is de heer Arts, telefoon: 08894-16247.

De sectie Streekmuseum gaat meer activiteiten ontplooien, nog meer dan voorheen streeft zij naar een opbouw van een streekmuseum. Om de bestaande collectie verder uit te breiden is elke aanbieding van harte welkom. Al lezende heeft U wel gemerkt, dat de Historische Vereniging voor 1986 weer veel van haar plannen hoopt te kunnen realiseren. Wij weten dat Uw hulp in de vorm van Uw lidmaatschap dringend nodig is, eventueel ook Uw persoonlijke inzet, als U interesse heeft in medewerking in een van de commissies. Het bestuur en de medewerkers van de Vereniging Tweestromenland wenst U sfeervolle Kerstdagen en een voorspoedig 1986.

In dit nummer ligt Uw acceptgirokaart voor 1986! RECTIFICATIE

In onze vorige Nieuwsbrief van oktober zijn de prijzen die behoren bij de boekenlijst van de Tweestromenlandreeks ten dele verkeerd weergegeven. Hieronder de juiste prijzen. 1. Maas en Waals Woordenboek f 24,00 2. Aan het Volk van Nederland f 26,50 ledenprijs f 19,50 3. Leeuwen en Elisabeth f 25,00 ledenprijs f 18,50 4. Boldershof f 25,00 ledenprijs f 18,50 5. Ewijks klooster en verpleeghuis M 5,00 ledenprijs 13,50 6. De stoomtram Nijmegen-Wamel f 28,00 ledenprijs f 25,00 7. Schoolstrijd Appeltern f 26,50 ledenprijs f 19,50 8. Watersnood (Wee den Vergetenen) / 24,00 ledenprijs r 24,00 Exclusief portokosten.


Fototentoonstelling over de Watersnoodramp van 1926 in de plaatsen Overasselt, Puiflijk en Dreumel In de vroege morgen van 1 januari 1926 brak tussen de dorpen Overasselt en Nederasselt de Maasdijk door. Met grote kracht stroomde het vernielende water door het gat in de dijk het land in van Maas en Waal. Het trieste verhaal van de werkelijkheid is bij zeer velen bekend uit oude kranten, verhalen en boeken. Met de uitgave van het boek Wee den Vergetenen' uit de Tweestromenlandreeks, van auteur H. van Heiningen, wordt zeer uitgebreid de ramp en de wederopbouw beschreven. Dit tragisch gebeuren is toen in 1926 door verschillende fotografen voor altijd op het gevoelige papier vastgelegd. Mensen uit de getroffen gebieden bewaarden deze natuurgetrouwe opnamen als een bewijs wat het water had aangericht. Zestig jaar zijn voorbij gegaan en nog blijkt dat deze ramp niet vergeten is of vergeten kan worden. De sectie Topografische Historisch Atlas van onze vereniging ondernam een opsporingsaktie naar de oude rampfoto's van 1926. Het aanbod overtrof de stoutste verwachtingen en mede door dit resultaat was snel de beslissing genomen dat deze foto's via een tentoonstelling aan het publiekgetoond moesten worden. De tentoonstellingscommissie organiseerde de nodige voorbereidingen en het eindresultaat mag gezien worden. Meer dan 300 foto's komen in aanmerking voor deze unieke expositie. Nieuwe aankopen van wissellijsten, achtergrondpapier en ander expositiemateriaal waren nodig, wat het geheel volledig ten goede komt. Op 4 januari 1986 heeft de officiĂŤle opening in Overasselt plaats in het verenigingsgebouw, hierna is er gelegenheid de expositie te bewonderen. Niet alleen in Overasselt is de collectie te zien, iedereen kan in Puiflijk en Dreumel ook terecht. Plaatsen en tijden: te Overasselt op 4 en 5 januari in het Verenigingsgebouw aan de Willem Alexanderstraat 1. te Puiflijk op 11 en 12 januari in het dorpshuis De Lier, Koningstraat 1 2. te Dreumel op 18 en 19 januari in de Kleine Schouwburg, Rooysestraat 107. De openingstijden zijn op de zaterdagen

van 14.00 tot 21.00 uur en voor de zondagen van 12.00 tot 21.00 uur. De toegangsprijs is vastgesteld op / 1,- voor volwassen personen en voor kinderen op 50 cent. Op al deze dagen is de boekentafel van de vereniging aanwezig waar het boek Wee den Vergetenen' verkrijgbaar is, alsmede ander informatiemateriaal.

OPENSTELLING STREEKDOCUMENTATIECENTRUM

Met ingang van 8 januari is het Streekdocumentatiecentrum van de Historische Vereniging Tweestromenland voor bezoekers geopend. De openstelling is elke woensdag van 14.00 tot 17.00 uur. Het documentatiecentrum is ondergebracht in de Openbare Bibliotheek te Wijchen, Oude Klapstraat 20.

WERKGROEP MAAS EN WAALSE GESLACHTEN

De werkgroep heeft officieel bericht ontvangen dat zij op 19 april 1986 de beschikking heeft over het kasteel-raadhuis van Wijchen. Op die dag zal zij daar voor de derde maal een genealogische Maas en Waalse contactdag organiseren. Meer informatie hierover komt in de volgende Nieuwsbrief.


EEN NIEUWE RUBRIEK IN HET TIJDSCHRIFT/DE NIEUWSBRIEF De Historische Vereniging is in het bezit van een grote collectie foto's en een nog grotere collectie dia's. Deze foto's en dia's zijn allemaal afbeeldingen van mensen, gebouwen, dingen uit het werkgebied van de vereniging. Deze collecties zijn nog steeds groeiende. De foto's worden gebruikt voor exposities, voor illustraties in onsTijdschrift en voorde foto's in de boeken van onze Tweestromenlandreeks. De dia's worden gebruikt voor dialezingen en om diaklankbeelden mee samen te stellen. Op onze diatheek wordt dikwijls door andere personen en instellingen een beroep gedaan. Al deze foto's en dia's dienen beschreven te zijn, d.w.z. dat bekend moet zijn welke personen en zaken erop worden afgebeeld. Nieuwe aanwinsten zijn in het algemeen wel beschreven maar vele foto's en dia's die vroeger gemaakt of verworven zijn missen deze beschrijving. Toch willen wij zoveel mogelijk van die afbeeldingen weten omdat een niet beschreven foto of dia eigenlijk onbruikbaar is.

Het probleem is altijd die personen te vinden die iets over het plaatje vertellen kunnen. Daarom is het plan opgevat in ons Tijdschrift een rubriekte beginnen waarin onbeschreven foto's en dia's worden afgedrukt. Onze lezers wordt dan verzocht ons een beschrijving van de afgedrukte plaatjes te geven. Als U een foto herkent, aarzel dan niet de telefoon te pakken of een briefkaartje te schrijven. Velen van U zullen het adres al kennen: C. Visser, of Mevr. Th. Visser-Graauwelman, Hoogstuk 62, 6651 ER Druten, telefoon: 08870-4204.

Alle ontvangen informatie wordt in de eerstvolgende aflevering van het Tijdschrift weer vermeld. Voor de rubriek bedachten wij de naam 'OUD MAAS EN WAAL IN BEELD', omdat het meestal oude foto's zijn, die zullen worden afgedrukt.

Zie de foto's op bladzij 21, 22 en 23!

VERSCHENEN Handleiding voor genealogisch onderzoek in Nederland, van J.C. Okkema, 128 p., uitg. Fibula-Van Dishoek, Weesp 1985. Prijs: f 24,50. Hoewel in de loop der jaren telkens een handleiding of leidraad voor genealogisch onderzoek werd uitgegeven, blijkt het steeds nodig nieuwe uitgaven te verzorgen om archiefbezoekers voor familieonderzoek de weg te wijzen. Zoals in genoemde uitgave kan dit alleen in hoofdlijnen geschieden. Een pluspunt is, dat deze nieuwe uitgave geschreven is door iemand die in de archieven goed thuis is, namelijk werkzaam in het gemeentearchief van Rotterdam. Hoewel de Nederlandse Genealogische Vereniging uitgaven op dit gebied verzorgdein 1961,1971 en 1981 zijn ze verouderd of niet meer te krijgen. Gezien de groeiende belangstelling in Maas en Waal, vooral sinds de oprichting van de werkgroep, zal deze uitgave in ons gebied haar weg wel vinden. Voor beginners bevat het zeer veel duidelijk en interessant materiaal; ook degenen die reeds jaren aan familieonderzoek doen, vinden er nieuwe adressen en aanvullende gegevens. Jammer, dat onze werkgroep Maas en Waalse geslachten is geplaatst onder Noord Brabant. Wij hebben wel goede relaties met Brabant, maar Maas en Waal lag er altijd buiten!


XII. Hendrik Willem Antonie van Erp van Baarlo en Holt, geboren Baerle 2-9-1759 of 24-9-175715, overleden Baarlo 18-8-1820. Erft de heerlijkheid Baarlo met het huis De Borcht van een ver familielid, Willem van Bierens, denken van Aken die in 1787 overleed16. De familie Van Erp zou tot 1903 op dit kasteel blijven wonen, waardoor het ook kasteel d'Erp wordt genoemd. Lid van de Prov.Staten van Limburg, officier in het Reg. van der Marck in Franse dienst, ridder van St.Louis. Bij K.B. 16-2-1816 benoemd in de ridderschap van Limberg. Bij K.B. 5-7-1822 no. 293 werd aan zijn kinderen de titel van baron verleend. Hij liet een dagboek na van de veldslagen die hij had meegemaakt (o .a. Indië 1781-5). Hij verkocht Baerle in 1796 aan baron J.H.H, van der Heyden17 . Trouwt Bedum 18-11-1795 Helena Geertruida Maria barones van Voorst tot Voorst, geboren Didam 14-81771, overleden Baarlo 24-4-1852. Uit dit huwelijk: 1. Balthasar Francis Jan Antoon Godfried (Baltus), geboren Baarlo 5-121796, overl. ald. 17-9-1855; kapitein bij de artillerie. 2. Judoca Antoinetta Maria Josepha

Theresia (Josephine), geboren Baarlo 6-1-1798, overl. ald. 11-1-1892.

Baarlo omstreeks 13 70.

ald. 1-3-1870. 7. Clara Theresia Bernardina Aldegonda Louisa (Claire), geboren Baarlo 7-11808, overl. ald. 8-1-1903. Zij was de laatste bewo(o)n(st)er uit de familie Van Erp-Holt die het kasteel d'Erp te Baarlo bewoonde. 8. Theresia Henrietta Louisa (Thérèse), geboren Baarlo 1-2-1810, overl. ald. 6-9-1900. Van haar is een zakagenda met aantekeningen bewaard, bijgehouden van 27-5- tot 21-11185019. 9. Francisca Maria Anna Ernestina Hendrica (Francoise), geboren Baarlo 18-l-1812io, overl. ald. 8-111840. 10. Henri Donat Gerard, geboren Baarlo 12-9-18132 1, overl. ald. 15-5-1844.

3. Jan Egidius Balthasar Auguste JoXIHa. Jan Egidius Balthasar Auguste seph Anthony, volgt XlIIa. Joseph Anthony (Jean) baron d'Erp 4. Joseph Theodoor Antonius Bruno, de Baerlo et Holt, geboren Baarlo geboren Baarlo 21-11-1801, overleden Antwerpen 28-10-1830; luite6-1-1800, overl. Gent 18-7-1875. nant in de 13e Inf.Divisie van het Trad op jeugdige leeftijd in HollandHollandse Leger, gewond in de slag se dienst en nam als zodanig deel van De Lierre. aan de Slag bij Waterloo; trad in 1830 in Belgische dienst, werd 5. Frederik Assueer Lodewijk August luitenant-generaal van de Infanterie, Bernardus Aloysius, volgt XlIIb. officier in de Leopoldsorde, Gou6. Maria Theodora Carolina Louisa Claverneur van Oost-Vlaanderen. Hij ra Geertruida Antonia (Marie), gebobehoorde met zijn nakomelingen ren Baarlo18 7-11-1805, overleden tot de Belgische adel (na 1830). Hamont 9-1-1892. Trouwt Leuven 1845 Clémentine Trouwt Baarlo 6-10-1841 Pierre Anbaronesse van Loen-d'Enschede. Uit toine Henri de l'Escaille de Lier, dit huwelijk: geboren Leuven 28-12-1793, overl.

15


IX

Willem B. + 1710

XI

XII

Johan F. + 1710

l WiUem A. Johanna (A.)C. • 1709 1710-1746 x 1 736 Anna C van l Hoen Antonetta M. E • 1734 Fredcrik W. 1736-1763

Antoinelta G. * 1713

Willem IV van Erp x 1666 Johanna C. van Plee» i l l Bartrude ialthasar A. Anna J. Elisabeth M. Gerard F. + 1750 x Arnold S. 1 + 1742 + 1737 x Hendrik J. van Kees ;c Antoinetta M.E. x 1706 Herman B. Schaep van Voorst van Voorst x Andreas van Woldenborg ' 1 i Herman B. Maria A.S. Jan T. Balthasar Frans H. Hendrik W. * 1714 •1716 1718-92 .1723-1776 x 1 753 Josina M.A. 1 Oldeneel

Antonetta M.S. Maria A.F. Frans B. 1754-1835 1755-1785 1755-1755 XIII

Herman J. •1738 Theresia M. + 1764

1 Diederik A. + 1716

XIV

Güsberta Germ'aine J.J .M.W. • 1872

x 1 893 Nicolaas van Berchtold

Balthasar F.J.A.G. 1796-1855

Judoca A.M.J.T. 1798-1892

Walram R.M. 1846-1867

Johanna IM.Lf. ' 1871

Jan E.B.E.J.A. Joseph T.B.A. 1800-1875 1801-1830 x 1845 Clementine van Loc n

Maximiliaan W.A.M.C.A.

Josephus

Frederik A.L.A.B.A. 1803-1859 x 1832 LouiseF.de 1 Préseau

Hendrik L.G. 1834-1918 x 1864 Henriette L.M. de rEscaille

ji 1 868 Maria A.J.P. 1 de Lavergne Maria' M.C .H.H. •1880

Frans B.H.J. 1758-1827

Hendrik W.A. 1759-1820 x 1 795 Helena CM. van Voorst Maria T.C.L.C.G.A. 1805-1892

Louisa E.J. • 1834 x 1865 Henri de Chambure

Gustaaf F J. 1838-1857

Walram 1884-1918 x 1912 Adrienne

de Wavnin Donatienne Marie Henriette Maximilienne XII

XIII

Balthasar A.M.A.

WUhelmina R.M.G.

1761-1848

1762-1845

Clara T.B.A.L.

1808-1903

Theresia H.L. 1810-1900

Maria U.S. 1765-1765 Francisca M.A.E.H. 1812-1840

Henri D.C. 1813-1844

<0


L Walram Rogei Marie, geboren Gent 4-2-1846, overleden als gevolg van een verwonding, opgelopen als zouaaf in de Slag bij Mentana, 5-111867, begraven te Rome in de kerk

3. Louisa Ernestina J., geboren Huge-

mont 31-10-1843, trouwt Quiévrechain 6-9-1865 Henri Hugo de

Chambure.

van St. Joachim en Anna van het Belgisch College. Het grafmonument aldaar vertoont links de 8 kwartie-

XIV. Maximiliaan Walram Alphonsus M.C.A. baron d'Erp de Baerlo et Holt, geboren Diest 3-9-1847. Minister van België bij de H.Stoel, officier in de Leopoldsorde e.a.. Trouwt

pace, quiescit. /Walerandus Rogerius Maria/Dynasta de Erp.Holt et Baarloo/Domo. Gandavo in BelgiojAmplissimo. Generis. glorium/Armis et procerum consanguinitate conspi-

Marqueyssac 3-11-1868 Maria An-

ren Erp en rechts de 8 kwartieren Loen, waartussen de tekst: 'Hic, in

cui/Auxit

ad momentum Christi

miles Occumbans novem/An MDCCCLXVH/An.n.XXI D.I/Joannes, ductor. ordinum in exercitu belgico et/Clementine dynastis de Loen Enschede jposuerant filio Suavissimo'. Hij was doctor in de Rechten. 2. Maximiliaan Walram Alphons M.C. A., volgt XIV. 3. Josephus.

toinette Julienne Paula de Lavergne de Cerval. Uit dit huwelijk:

1.Germaine Johanna J.M.W., geboren Gent 8-2-1872; Trouwt Teheran 26-4-1893 Nicolaas graaf van Berchtold. 2. Johanna J.M.L.P., geboren Den Haag 16-8-1871; kloosterzuster. 3. Maria Magdalena Cecilia Helena Henrica, geboren Marqueyssac 22-111880, overleden 9-12-1974, begraven Baarlo. Zij liet de bejaarden van Baarlo ca. f 2000.000,- na. 4. Walram, volgt XV.

XV. Walram baron d'Erp de Baerlo et XlIIb. Frederik Assueer Lodewijk AuHolt, geboren 1884, overleden in gust Bernardus Aloysius baron d'Erp Belgische dienst in 1918. Trouwt de Baerlo et Holt, geboren Baarlo Gent 1912 Adrienne de Wavrin Villers-au-Tertre. Uit dit huwelijk: 2-5-1803, overleden kasteel Quil. Donatienne Marie Henriette Maxiévrechain 11-9-1859. Page in dienst milienne2 2 , trouwt De Jonghe d'Arvan koning Lodewijk van Holland, doye. Zij verkocht in 1962 het kasluitenant in het Reg.Drag. no. 4, teel d'Erp aan de gemeente Maasin 1830 in Berlgische dienst als bree. kapitein van het 2e Reg.Chasseurs a cheval. Behoort met zijn nakomelingen sinds 1830 tot de Belgi- NOTEN: sche adel. Trouwt Hugemont 16-8-1832 Louise 1. Bergevoet, M J. J., Het Holt in Puiflijk, Fran?oise de Préseau d'Hugemont, in: Tweestromenland no. 18 (jan. 1974). overl. Quiévrechai 20-1-1885. Uit dit p. 29-34. huwelijk: 2. (Genealogie) Van Erp, in: Nederlandsch 1. Hendrik Louis Joseph, geboren HuAdelsboek, 9 (1911), p. 40-43. Afbeelding van het wapen in: Venne, J.M. v.d., gemomt 19-1-1834, overl. 1918. Limburgsche Wapens, Maastricht, 1925, Trouwt Leuven 23-8-1864 met zijn nicht Henriette Louise Marie de p. 93. 3. Fahne, A., Die Dynasten, Freiherren und l'Escaille. Dit huwelijk was kinderjetzigen Grafen von Bocholtz, Köln, dl. loos. 11863, p. 212-216. 2. Gustaaf Frederik Jan, geboren HugeEscaille, H. de l', La Seigneurie de Baarmont 25-3-1838, overl. Parijs 30-5lo, in: Publications de la Société histo1857 in het Jezuietencollege.

17


UtiLO. UflTCMMMCX.

Rijksarchief in Limburg, archief van het kasteel d'Erp te Baarlo. Overlijdensbericht (XII. 8.).

18


rique et archéologique dans Ie Limbourg,

406 onjuist 24-9-1757.

33 (1896/7), p. 397409, spec.p. 397. Escaille, H. de l', Genealogie de lafamile d'Erp, Brussel, 1883, p. 4-44 (uittreksel

16. Grossier, L, de, Dictionnaire historique du

uit: Annuaire de la Noblesse Belgique). 4. Samengesteld aan de hand van Escaille, La Seigneurie; Escaille, Genealogie en (Genealogie) Van Erp, alle als voren.

17. Dalen, a.w., p. 14. 18. Escaille, La Seigneurie geeft 7-11, hetgeen

5. Bijleveld, W.J.J.C., Uittreksels uit de oude registers der gemeente Didam, in: De Nederlandsche Leeuw, 36 (1918),

kol. 311-318. 6. Dalen, A.G. van, De Baerle te Didam, Zevenaar, 1968, p. 3. 7. In de katalogus 'Kinderen van Toen.

Het Limburgse Kinderportret, 16e 19e eeuw, Venlo, 1979, p. 6 staat onjuist vermeld, dat zij een dochter zou zijn van Willem Frederik van Erp-Holt. De naam Bartrude (Bartruyd) komt nl. pas met J.C. van Plees, echtgenote van Willem IV van Erp in die familie. Zij was een dochter van Willem van Plees en Bartrude van Leeuwen van Delenhoven. 8. Bijleveld, a.w. 9. Zij wordt door de bronnen onder 4 genoemd als dochter van Willem Assueer (Xla), maar wordt door Bijleveld opgevoerd als dochter van Balthasar Assueer,

hetgeen wat geboortedatum betreft ook beter klopt.

Limbourg Néerlandais, in: Publications etc., 69 (1933), p. 269. klopt met het doopregister. (Genealogie) Van Erp geeft foutief 5.11. 19. Gepubliceerd door Heines, M., Een agenda van 1850,

Baarlo, 1980,

uitgegeven

door de Hist. Werkgroep Baarlo als dl. I van de Baarlose Sprokkelingen. 20. Escaille, La Seigneurie geeft 18-1, hetgeen klopt met het doopregister. (Genealogie) Van Erp geeft foutief 22-1.

21. Escaille, La Seigneurie geeft 1813, hetgeen klopt met het doopregister. (Genealogie) Van Erp geeft foutief 1815. 22. Zij is de laatste Van Erp, afstammeling(e)

van Sybert van Erp. Als de traditie wordt nageleefd, zal bij haar dood de stenen tafel met daarop het wapen Van Erp op haar grafsteen worden gebroken.

Opmerkingen 1. In het Rijksarchief voor Limburg te Maastricht wordt het archief van het kasteel

d'Erp bewaard. 2. De grafkelder van de fam. Van Erp-Holt bevindt zich onder de R.K. kerk te Baarlo.

10. In de kerk van Baarlo herinnert aan hem

een ruitvormig rouwbord met het wapen Van Erp en het randschrift 'OBIIT /13 MAIII1791 '(vgl. Belonja, J., Genealogische en heraldische gedenkwaardighe-

den in en uit de kerken der provincie Limburg, in: Publications etc., 96/97 (1960/1), p. 23. 11. Bijleveld, a.w.

12. Belonje, a.w., p. 23. 13. Dalen, a.w., p. 14.

14. Fruytier, J., A.M.S. van Erp van het Holt, in: Nieuw Nederlandsch Biographisch Woordenboek, dl. VI (Leiden, 1924), kol. 486-487. Poplimont, AM.S. van Erp-Holt, in: La Belgique Héraldique, 4, p. 140 vermeldt als overlijdensdatum 30-5-1834.

15. Bijleveld, a.w. geeft 21-9-1759, op grond van het doopregister. Escaille, La Seigneurie geeft derhalve p.

19


OUD MAAS EN WAAL IN BEELD Onder de titel 'Oud Maas en Waal in beeld' wordt een nieuwe rubriek gestart Voor een toelichting leze men de Nieuwsbrief.

20


'f

N>

ï


N) NO


LiteratuurSignalement

^m -"HrrïPfrï £*\•J ~"~,: **4

V"

*Ü N.B. na de titelbeschrijving is tussen ( ) vermeld het onderwerpsnummer dat correspondeert met de uit te geven Bibliografie Tweestromenland. NEGENTIENHONDERDVIERENVEERTIG, 1944-1984 Wijchen: 40 jaar bibliotheekwerk; Wijchen, 1984; 15 p. (02).

Uitgave van de Openbare Bibliotheek b.g.v. het 40-j. bestaan. JANSEN, A., Een beeldengroep van Petrus Verhoeven te Zutphen;in: Publicatieband Stg. Oude Gelderse Kerken I (1975-1980), p. 205-210, afbn. (246/247).

ter sprake komt een beeld van de H.Anna, die Maria onderwijst, gemaakt door P. Verhoeven in 1778, afkomstig uit de kerk van Overasselt en nu in het Museum voor Religieuze Kunst te Uden. GELDER, J.A. van, Bergharens pastorie krijgt nieuwe herder; in: Hier en Ginder, jrg. 25 (1984), p. 15-18, afb.

(262.1).

Hierin lijst van pastoors 1798-1984. HEUVEL, A. van den,

Bidprentjes-devotie-

prentjes; in: Nieuwsbrief Tweestromenland

mei 1984, (264).

p. 21-23, en okt.

1984,

p. 18-22

BAVEL, H. van, Een eerste blik op het paneel van Fulco van Berne;in: Berne, jrg. 36 no. 4 (juni 1983), p. 83-89(271).

uit Altforst en stichtte de abdij van Berne. CAMPS, H.P.H., De stichtingsoorkonde van de abdij van Berne (1134): diplomatische aanteningen;in: Analecta Praemonstratensa, jrg. 59 (1983), p. 258-270. (271). LEGENDE, De - - van de stichting van de Abdij van Berne; in: Informatiebulletin Museum voor Religieuze Kunst Uden no. 7 (dec. 1983), p. 53-54, afbn. (271).

door het echtpaar Fulco van Teisterbant en Bessela van Zummeren uit Altforst. VELDEN, G.M. van der, Voormalige betrekkingen tussen de Abdij van Berne en het Land van Maas en Waal tot het jaar 1400; in: Tweestromenland no. 44 (1984/IV), p. 5-10, afbn. (272). het klooster bezat een zg. uithof op de Woerd te Altforst en goederen in meerdere plaatsen in Tweestromenland. BOER, H.L. de, Bekwaamheden en werkzaamheden van de paters in de Germania Inferior anno 1678: kloosterlijke missionaire activiteit 3: Het Land tussen Maas en Waal; in: Franciscana,jrg. 38 (1983), p. 21-36. (271.3). ZEVENHONDERDVIJFTIG, 750 Jaar Minderbroeders in Nederland III: 19e en 20e eeuw; Utrecht, 1983. (271.3). Uitgave van de Werkgroep K 750 en verschenen als deel 7 van de Binnenpandreeks.

Fulco was gehuwd met Bessela van Zummeren

23


KOSSMANN-PUTTO, J.A., Staatsinstellingen

en recht circa 1100-1400. Bestuur en rechtspraak tussen Eems en Schelde circa 11001400; in: Algemene Geschiedenis van Nederland, dl. III, Haarlem, 1982, p. 11-59, afbn., lit. (3 2 en 34).

p. 43-49: De graven van Gelre en Zutphen p. 49-50: Kleine dynasten (o.a. Batenburg). HILBERDINK, C., Ridderschap van Gelderland: een gezelligheidsvereniging met wortels in het verleden; in: Gelderland Nu, jrg. 15 no. 6 (22-6-1984), p. 44-47, afbn. (323.3).

afbeelding van de bevestigingsakte van het geslacht van Wijhe-Hemen. LANGE, L. de, Economie in regio Nijmegen: 'we moeten af van de rapporten'; in: Gelderland

Nu, jrg. 15 no. 4 (april 1984), p. 10-11, afbn. (33).

balans van 5jaarA(ctieprogram) R(egionale) E(conomie) -program regio Nijmegen.

KORTHALS ALTES, A., en anderen, September 1944. Operation Market Garden; Haarlem, 1984; 120 p., afbn., krtn., tabn., tekn. (Finuia-van Dishoeck, f 24,50). (355.48).

Dit tweetalige boek geeft een rijkelijk van foto 's voorzien verslag van de grote land- en luchtmachtoperatie, waarbij onder andere Tweestromenland werd bevrijd in de 2de helft van 1944. KOUWEN, C.P.J. van, Amerikanen en Engelsen tussen Maas en Waal; in: Tweestromenland no. 44 (l984/1 V), p. 38-46, afnb., lit. (355.48).

de komst van de bevrijders in september 1944 tussen Maas en Waal. OS, J. van, Bevrijdingskrant; Beneden Leeuwen, 1984; 24p., afbn., krt., lit., tek. (355.48).

Uitgegeven door een actiecomitĂŠ in BenedenLeeuwen in verband met de 40-jarige herdenking van de bevrijding van speciaal Leeuwen en de Maaskant.

B(OTTERMAN), P.(C.), Stoottroepen 1944-

1984;in: Griifioen, Weekblad voor Nederlandse militairen en hun gezinnen in Seedorf, Hohne en Langmannshog, jrg. 16 no. 44 (7-91984). (355).

TERMEER, H.J.C., Overheid, oud-illegaliteit en publieke opinie in de frontstad Nijme-

GOOSSENS, L.A.M., Het Regiment Stoottroepen vjert zijn 40-jarig bestaan; in: Ons Leger, jrg. 68 no. 9 (sept. 1984), p. 28-29, afbn., en no. 10 (okt. 1984), p. 38-39, afbn. (herplaatst wegens foutieve druk) (355).

De foto op pag. 54 laat ons de K(nok)P(loeg) Maas en Waal zien rond 21-9-1944.

JANSSEN, J.A.M.M., P.M.H. GROEN en C.M. SCHULTEN, Stoottroepen 1944-1984; Utrecht, 1984; 160 p., afbn. (De Bataafse Leeuw, f 29,50) (355).

Geschiedenis van het 'Leger op klompen', o.a. aan het Waalfront 1944-'45. EVACUATIE, De - -. Mevrouw van Omloo vertelt...; In: De Waalkanter dd. 11-10-1984. (355.48).

gen, 1944-1945; in: Numagajrg. 31 no.3 (sept. 1984), p. 49-61, afbn. (355.48).

ZARKEL, J., Mobilisatie 1939-1940. Naar

Druten; in: Ons Leger, jrg. 68 no. 9 (sept. 1984), p. 23-25, afbn. (355.48).

De komst van het 24 Reg. Jagers in hun mobilisatiebestemming Druten. (Het Ie deel verscheen in hetzelfde blad sept. 1982). GELDER, J.A. van, Van St.Anna en StJozefschool naar Klimop; in: Hier en Ginder jrg. 25 no. 6 (juni 1984), p. 77-78, afb. (373. 2 en 373.3).

geschiedenis van de kleuter- en lagere school in Bergharen.

Altforst. BEER, M.F. en J.A. REYNDERS, 25 Jaar

24


Pax Christi College, Gedenkboek ter gelegenheid van het 5e lustrum oktober 1984; Druten, 1984;36p.,afbn. (373.5).

land, aangevuld met enige astronomische torenuurwerken; Zutphen, 1983; 240 p., afbn. (De Walburg Pers, f 24,-). (529 en 728.6).

VISSERS-SCHIKS, F., en H. BARTEN, MuloMavo 1955-1982.27 Jaar mulo-mavo in woord en beeld uitgegeven ter gelegenheid van het afscheid van Jo Swagemakers; Druten, 1984; 103p., afbn.,tabn. (373.5 en 92).

Geheel bijgewerkte versie (het aantal gevonden zonnewijzers is verdubbeld!) van het in 1972 verschenen boek, met o.a. vermelding van het 'huis met de zonnewijzer', dat gelukkig in Winssen aan de dijk kon worden behouden.

LAURENSSE, T., 25 Jaar Jong Gelre in Maas en Waal; in: De Waalkanter dd. 26-1-1984, afb. (374.3).

HEININGEN, H. van, De 'import' vreest verwoesting van het landschap maar de boeren willen veilige dijken; in: Gelderland Nu, jrg. 15 no. 9 (sept. 1984), p. 4-9, afbn., tek. (627.514).

Jongerenvereniging. BROUWER, J., Het binnenste naar buiten. Beginselen en activiteiten van mr. J.J .L. van der Brugghen (1804-1863); Zutphen, 1981; XVI en 343 p., afbn., lit. (proefschrift, uitg. bij de Walburg Pers, f 57,- in de Gelderse Historische Reeks als no. 15). (377.8 en 92).

Proefschrift over de man, die na de Appeltemse Schoolstrijd de Ie Pro t. Kweekschool De Klokkenberg te Nijmegen stichtte. BEKKERS, D., Land van Maas en Waal;in: Palet, orgaan van de Kath. Vrouwen Organisatie N.C.B., jrg. 13 no. 2 (juni 1984), p. 7-8, afbn. (379.8). CLEMENS, C.H., De stad Nijmegen en derzelver onstreken; uitg. DJ. Haspels te Nijmegen, 1837; 54 p., afb. (379.8).

facsimile-uitgave van de Academische Boekhandel Nijmegen b.g.v. de opening. HILBERDINK, C., Wordt de Maas een volwaardig toeristisch product of zijn de verwachtingen te hoog; in: Gelderland Nu, jrg. 15 no. 7 (20-7-1984), p. 30-35, afbn., tekn. (379.8). PROVINCIE, De - - Gelderland; Breda, 1984; 142 p., afbn., reg. (uitg. Lekturama, f 34,90). (379.8).

toeristisch fotoboek. CITTERT-EYMERS, J.G. van, en MJ. HAGEN, Zonnewjjzers aan en bij gebouwen in Neder-

DEMOED, E.J., De Kerstvloed van 1740 in: Ned. HistoriĂŤn jrg. 16 (1982), p. 200-202, afb. (627.517). DRIESSEN, A.M.A.J., De dijkbreuken bij Dreumel in de periode 1750-1820; in: Tweestromenland no. 44 (1984/IV), p. 14-18, lit., tekn. (627.517).

vier doorbraken, 1757,1781 ten zuiden, 1784, 1811 ten noorden van Dreumel. DRIESSEN, A.M.AJ., Een overzichtskaart van de dijkdoorbraken in het gebied tussen de Waal en de Maas 1750-1820; in: Tweestromenland no. 44 (1984/IV), p. 11-14, krt. (627.517).

samengesteld aan de hand van diverse kaarten, literatuur en archiefbronnen. HILBERDINK, C., Schoon vuĂź en een Zwitsers milieu in de Weurtse polder; in: Gelderland

Nu, jrg. 15 no. 5 (mei 1984), p. 28-29,31, afbn. (628.4).

vestiging van een vuilverbrandingsinstallatie in de Weurtse polder. LAUWERIER, R., Veeteelt, jacht en milieu in de Romeinse Tijd in het Oostelijk Rivierengebied; in: R.O.B. Jaarverslag over 1982, Rijswijk 1984, p. 35-36. (63).

onder andere vondsten te Druten en Ewijk.

25


OS, J. van, De Stoomtram Nijmegen-Wamel; Druten, 1984; 112 p., afbn.,lit. (Tweestromenlandreeksno.6). (656.2).

De provincie Gelderland telt relatief veel nationale landschappen, w.o. ook in het Rivierengebied.

Bij gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de Hist. Ver. Tweestromenland verscheen dit

GELDER, J.A. van, Gemeentehuis Bergharen 1955-1984;in: Hier en Ginder jrg. 25 no. l (jan. 1984), p. 1-2, afb. (725.13).

boek, dat voornamelijk de ontstaansgeschiedenis van de stoomtram behandelt (18781898). De geschiedenis van de tram zelf komt mogelijk in een later boek aan de orde. KEIZERS, J., De Postkoets; in: Tweestromenland no. 44 (1984/IV), p. 19, afb. (656.8). van Gravenaar Wijchen 1882-1920 geĂŤxploiteerd door T.G. Theelen. JANSSEN, G.B., Steenfabricage in het Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal: in: Tweestromenland no. 44 (1984/IV), p. 20-37, afbn. (666 en 92). 19e eeuwse ovens en hun eigenaren. SCHULTE, A.G., Een Betuwse orgelbouwer en zijn Brabantse beeldsnijder. Mattheus de Crane en Petrus Verhoeven;in: Publicatieband van de Stichting Oude Gelderse Kerken no. I, afl. 9 (1979), p. 211-219, afbn. (681). het De Crana-orgel van Batenburg met beeldhouwwerkvan Verhoeven. OS, J. van, De rietdekker; in: Tweestromenland no. 43 (1983/IV), p. 10-14, afbn. (69). DIJKHUIZEN, S., en K. SCHERER, Kijk op het groene Gelderland; Amsterdam, 1983; 136 p., afbn., krtn., tekn., (Elsevier, f 32,50). (712).

Uitgegeven in de serie Kijk op het groene Nederland, gebaseerd op monumentale fotografie en actuele informatie. ONTDEK, - - Nederland. De schoonheid van 20 nationale landschappen; (Reader's Digest en A.N.W.B., 1984. f 98,-, ANWB-leden f89,90). (712).

26

HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden...; in: De Waalkanter dd. 6-9-1984. (725.13). Ambtshuis te Druten als bestuurszetel van polder en rechtbank. NEDERLANDSE, Het - - Molenbestand. Overzicht van alle nog aanwezige wind en watermolens, gerangschikt per provincie en alfabetisch op plaatsnaam; Alkmaar, mei 1982 (4e druk). (Uitg. De Hollandsche Molen). (725.4). TRIJSBURG, J., Stoomgemaal Appeltern; in: Gelders Oudheidkundig Contactbericht no. 102 (1984/III), p. 33-34, afb. (725.94). KERKEN, - - van Cuypers in oude ansichten; Zaltbommel, 1984. (Europese Bibliotheek, f34,90). (726.54). ca. 50 ansichtkaarten van kerken van P.J.H. Cuypers, o.a. die van Druten. DEKKERS, J.G.W.R., en M.J J. BERGEVOET, Een wandeling door de Ewaldenkerk te Druten; Druten, 1984;4 p., afb. (726.54).

een beschrijving van het interieur van de kerk uitg. b.g.v. de Drutense Dag in de Fietsvoerdaagse, donderdag 2-8-1984. DEMOED. E.J., Schuilkerken ten tijde van de Republiek; in: De Hoeksteen jrg. 9 (1980), p. 3.9., 43.49 en 83-87. (726.54). HALBERTSMA, H., Puiflijk;in: Archeologisch Nieuws, opgenomen in Buil. Kon. Ned. Oudheidk. Bond, jrg. 83 no. l (febr. 1984). (726.54). opgravingen om de voormalige kerk op het Hoog.


HALBERTSMA, H., en A. WARFFEMIUS, Batenburg-N.HJCerk; in: R.O.B. Jaarverslag 1982, Rijswijk, 1984, p. 56-57. (726.54).

Verslag van het oudheidkundig bodemonderzoek ten tijde van de restauratie.

HELVOORT, H. van, De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal, 6; in: Tweestromenland no. 43 1983 (183/IV), p. 15-19, afbn. (726.54).

kerk van de H.Alphonsus te BenJLeeuwen.

Lees de Nieuwsbrief!

RECENSIE Zoeklicht Kwartier van Nijmegen, Genealogisch Heraldische Bundel, onder redactie van N.A. Hamers, L.W.A. Berenbroek en G.A. Boomsma, 200 blz., Nijmegen (1985).

Deze jubileumuitgave verscheen ter gelegenheid van het derde lustrum van de afdeling Kwartier van Nijmegen van de Nederlandse Genealogische Vereniging. Het boek is een logisch

vervolg op het in 1980 verschenen 'Zoeklicht op Nijmegen'. Voor degenen, die dit eerste 'Zoeklicht' al in bezit hebben, bevat de nieuwe bundel belangrijke aanvullingen. Een verschil

met het eerste 'Zoeklicht"\s, dat nu ook, zoals de titel al aangeeft, het Kwartier van Nijmegen aan bod komt, waartoe het Land van Maas en Waal behoort. Voor elke genealoog, die in Tweestromenland naar zijn voorouders zoekt of wil gaan zoeken, behoren de bijdragen 'Genealogisch onderzoek in Nijmegen en omgeving' en 'Genealogisch onderzoek in het Kwartier van Nijmegen', vanaf nu tot de verplichte literatuur. Voor de beginnende genealoog zijn op het gemeentearchief te Nijmegen de registers van de burgerlijke stand over de periode 1811-1892 op microfiches ter inzage. De gevorderde genealogen kunnen hun kennis vergroten door onderzoek in de polderarchieven van Maas en Waal, welke eveneens ter inzage zijn op genoemd gemeentearchief. Van bijzondergroot belang is het artikel 'Huwelijksdispensaties zuidelijk Kwartier van Nijmegen 1678-1805'. In deze bijdragen worden familierelaties vermeld tussen echtelieden, die bloedverwanten van elkaar waren, en daarom huwelijksdispensatie nodig hadden. Het grootste gedeelte van deze bijdrage heeft betrekking op echtelieden uit het Land van Maas en Waal. Zonder deze bijdrage zou het oplossen van huwelijksdispensaties in de derde en vierde graad heel wat moeilijker zijn, mede door het veelvuldig gebruik van patroniemen en het ontbreken van vele doop-, trouw- en begraafboeken uit de periode vóór 1700. Zij, die op zoek zijn naar een familiewapen, vinden dat wellicht in het artikel 'Familiewapens in het Kwartier van Nijmegen', waarin een aantal wapens is afgebeeld van o.a. inwoners uit Tweestromenland. Het boek is te koop op het gemeentearchief, Mariënburg 95, Nijmegen. De prijs bedraagt f 30,-. Als u het boek per post wenst te ontvangen, dient u f 36,- over te maken op girorekening 4446866 t.n.v. Administratie N.G.V.,Afd. Kwartier van Nijmegen, Hengstdalseweg 249,6523 EJ Nijmegen, onder vermelding van 'Zoeklicht Kwartier van Nijmegen'. Th.P.J. van Herwijnen

27


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.