1987

Page 1

OUD-RAADHUIS MAASBOMMEL Toekomstig Historisch Museum Tweestromenland

Lees de Nieuwsbrief

T WESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS 31.111.1987 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 52


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in 2x3 breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen. Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks. Contributie De contributie voor 1986 bedraagt f25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,-, enz., te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VC Wijchen. Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Zwanensingel 259,6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247. Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Erevoorzitter JP. van Wezel, benoemd 9 mei 1985 Bestuur J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk JA. van Gelder, vice-vz., Bergharen WM.G. Arts, secr., Wijchen JA. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mej. W A. van Buren, Bergharen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten B J MM. van Elk, Beneden-Leeuwen W.H. Frentz, Driel Mevr. S.R. van Ginkel-van Dijk, Druten

A. Kamerman, Wijchen Mevr. F J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt Mevr. A. Smits-Koks, Weurt W.J. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs C. Visser,Druten J.P. van Wezel, Alphen Administrateur B.I. Goei, Wijchen Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Tolhuis 52-37,6537 SN Nijmegen, tel.: 080444542. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever. Losse nummers tijdschrift Nrs 19 t/m 52 voorradig. Per stuk f 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VG Wijchen.

Inhoud 3 Vijf voor twaalf 8 Antoon Sengers en Jan van Gelder: Van Gemeentehuis naar Historisch Museum 13 G .M. van der Velden, o. praem.: Een voor de geschiedenis van het Land van Maas en Waal belangrijke tekst 14 Wil van Rossum: Klepperman van elleven waar ga je zo laat naar toe ... 17 M. Berge voet en H. van Heiningen: Jan Willems Greven, het droevig lot van een buurmeester van Leur 20 Het Spieker 21 Oud Maas en Waal in beeld 23 Literatuur-Signalement 26 In memoriam George Kaiser Nieuwsbrief


OU ccr\ai v/i MCM

Bommelerwaard

T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen

NUMMER 52

1987

VIJF VOOR TWAALF Plan voor een cultureel-historisch museum voor het land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen Vijf voor twaalf, dat wil zeggen: de hoogste tijd! Na ruim twintig jaar van zoeken en voorbereiding is eerst thans - dankzij de welwillende medewerking van het gemeentebestuur van West Maas en Waal - de tijd gekomen om uitvoering te kunnen geven aan de eerste wens van de oprichters van de historische vereniging, namelijk de oprichting van één museum voor het gehele werkgebied. Vijf voor twaalf staat in deze nota ook voor: vijf nieuwe gemeenten die voor twaalf andere in de plaats gekomen zijn. Vijf gemeenten op wie het aankomt of het mogelijk is om de cultuurhistorische eenheid, die de streek tot één streek stempelt, ook gestalte te laten krijgen in één museum. De middelpuntzoekende krachten moeten het op dit punt winnen van de middelpunt-

Doel Van het

vliedende. Zo niet, dan zien wij in de toekomst het droevig verschijnsel van een versplinterd beleid ten aanzien van het behoud van museumvoorwerpen in de verschillende gemeenten ontstaan. Doublures zullen dan niet te vermijden zijn. En de musea, zeg: oudheidkamers, die daaruit mogelijk nog voortkomen, zullen ondermaatse, siechtbezochte rariteitenkabinetten blijken te zijn. Tweestromenland is van mening, dat dat niet nodig hoeft te zijn. Hoe het ideaal van één museum voor de gehele streek vorm kan krijgen staat in dit beleidsplan: vijf voor twaalf.

De doelstelling van het museum, dat Tweestromenland voor ogen staat kan worden omschreven als het behoud van museumobjecten van cultuurhistorische aard om daarmee aan een breed publiek duidelijk te kunnen maken hoe de ontwikkeling van deze streek is geweest in de loop der tijden. Het belang van het museum voor de gemeenschap is gelegen in het feit, dat het eigen verleden in tastbare vorm wordt aangeboden als antwoord op vragen: wie leefden hier, hoe leefde men en hoe was hun woon- en werkomgeving. Het leert de mensen de cultuur kennen, waaruit ze zelf

Streekmuseum


zijn voortgekomen. Dat kennis van het eigen verleden bijdraagt tot een beter begrip van het heden, is voor Tweestromenland de belangrijkste drijfveer om zich met de streek, zijn inwoners en hun

geschiedenis bezig te houden. Geschiedschrijving baseert zich meestal op

geschreven en gedrukte bronnen en wordt door weinigen beoefend. De taal der dingen spreekt veel meer mensen aan, omdat daarmee het verleden zichtbaar wordt gemaakt. Daarom ook bestaan er zo vele musea.

Huisvesting Na vele jaren van onderzoek om een geschikte plaats te vinden in het land van Maas en Waal waren er op een gegeven moment drie locaties beschikbaar, waarin de mogelijkheid aanwezig was om een museum te starten, te weten een gedeelte van het kasteel van Wijchen, het voormalige raadhuis te Maasbommel en het souterrain van het voormalige klooster van Boldcrshof te Druten. Na rijp beraad is, mede gelet op de adviezen van de provinciale museumcommissie, de keuze gevallen op het voormalige raadhuis te Maasbommel. Het Maasbommelse raadhuis is een vrij royaal, zeer representatief gebouw met vele mogelijkheden. De bei-ĂŠtage bestaat uit 3 zalen, met een gezamenlijke oppervlakte van 112 m2 en biedt voldoende wandruimte ten behoeve van exposities. Daarnaast behoort huisvesting van de VW op de begane grond tot de mogelijkheden, hetgeen in verband met de trefpuntfunctie van de VW een verhoogde aantrekkingskracht oplevert. Voorts is het mogelijk om op de begane grond een werkplaats ten behoeve van conservatie- en restauratie-arbeid te realiseren, alsmede een kantoor voor de beheerder, terwijl het museumdepot op de zolder kan worden ondergebracht. In de onmiddellijke nabijheid is voldoende parkeergelegenheid aanwezig, ook voor touringscars.

Collectie Vanaf het begin van de jaren '70 heeft de Vereniging Tweestromenland objecten verzameld met de bedoeling daarmee te zijner

tijd een museum in te richten. Deze objecten waren steeds afkomstig van particulieren die zulke voorwerpen in goed

vertrouwen aan de historische vereniging schonken. Genoemd kunnen worden: voorwerpen op

het gebied van de agrarische sector en ambachten, meest uit het werkgebied, geschonken door oud-voorzitterdokter F.H.J. Wasmann uit Druten. De verzameling van de historische vereniging groeide het sterkst in het laatst van de jaren '70. In deze periode verwierf de historische vereniging de unieke collectie 'Dericks & (ĂŻeldcns ', de showcollectie van de voormalige steen- en pannenbakkerij te Druten, bestaande uit stenen, pannen, oxyden, mallen en ander materiaal waarmee een zeer compleet beeld van de productie van deze fabriek in de loop der jaren is verkregen. Deze collectie kon later nog worden gecompleteerd niet de familieportretten van de families Dericks en Schouten, en het vrijwel complete archief van de fabriek. Daarnaast heeft de vereniging in deze periode een collectie klederdrachten uit het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen opgebouwd, welke zowel mutsen en poffers als lijfkleding uit de periode l 870-

1930 omvat. Voorts is dankzij de activiteiten van de

Tentoonstellingscommissie en het inventarisatiewerk van de sectie Streekmuseum van de Documentatiecommissie van Tweestromenland een beeld ontstaan van het bezit van de kerken en de gemeenten tussen Maas en

Waal, terwijl tevens inzicht is verkregen in de omvang en het belang van de diverse particuliere collecties. In de jaren '80 is de Tweestromenland-

collectie verder uitgebreid door schenkingen, langdurig bruiklenen en aankopen, bij deze laatste financieel gesteund door bijdragen vari particuliere fondsen, stichtingen en

de provinciale overheid.


Afb. 1. In afwachting van een mooi plekje in het Historisch Museum Tweestromenland moeten Attard Schouten - mederechter te Druten ca. 1819), zijn vrouw Helena Ariens (midden) en zijn dochter, Cornelia Schouten, genoegen nemen met een niet bij hun positie passende laag-bij-de-grondse plek. Deze schilderijen zijn enkele van de nieuwste aanwinsten van Tweestromenland. (Foto: W. Arts)

Een greep uit de veelheid: de complete serie van vier kopergravures van Jan Smit van de watersnood l 741/42 en een olieverfschilderij van Evert Jan Ligtelijn van 'Kasteel Hemen in de sneeuw', daterend uit 1942. Voorts mag hier niet onvermeld blijven, dat onlangs de verzameling van het voormalige Maas en Waalse Streekmuseum van Herman van Leeuwen aan onze vereniging in bruikleen is gegeven. Tweestromenland streeft ernaar om het regionaal museum in te richten met museumobjecten die tezamen een representatief beeld geven van de geschiedenis van deze streek. Wij hebben er het volste vertrouwen in, dat wij dit kunnen verwezenlijken op basis van de eigen collectie, aangevuld met bruiklenen van particulieren, bedrijven, gemeenten en kerken.

Restaureren Bij restaureren is sprake van herstel van delen van voorwerpen. Doel van de restauratie is een een voorwerp zoveel mogelijk in de oude

staat terug te brengen en de levensduur te verlengen. Restauratie van museumvoorwerpen is een arbeidsintensief en derhalve vaak een kostbaar gebeuren. De vereniging is voor de financiering in belangrijke mate aangewezen op de incidentele subsidiĂŤring door de provincie Gelderland. Dankzij welwillende medewerking van de provincie Gelderland is reeds een gedeelte van onze collectie gerestaureerd door vakbekwame restauratoren, te weten: - de lijfkleding (oude klederdrachten) - 10 % van de mutsen en poffers - ruim 100 antieke prenten en kaarten. Een deel van de Tweestromenlandverzame-

ling behoeft niet te worden gerestaureerd namelijk 90 % van de collectie Dericks & Geldens. Een deel van de eigen collectie en van de bruiklenen moet echter nog worden gerestaureerd. Wij vertrouwen erop gezien de positieve houding in het verleden, dat de medewerking zijdens de provincie bestendigd zal worden.


A/b. 2. Deze foto toont een klein deel van de verzameling van het voormalig Streekmuseum Maas en Waal te Dreumel, welke verzameling door Herman van Leeuwen in bruikleen wordt gegeven aan het Historisch Museum Tweestromenland. (Foto: H. van Leeuwen)

De presentatie van de collectie

De vaste opstelling vormt de kern van het museum. Hoewel de collectie van de historische vereniging nog verre van compleet is, geeft zij wel een indicatie van de ontwikkeling van

de streek in cultureel en historisch opzicht. Daarom zal de vaste collectie 'als een geheel' gepresenteerd worden, waarbij de mogelijkheden van het gebouw, samen met de collectie optimaal benut zullen worden, voor wat betreft presentatie, educatie en techniek. Daarnaast zal er ruimte zijn om bepaalde aspecten van de ontwikkeling van de streek uitgebreider te presenteren. Deze wisselende tentoonstellingen zullen in samenwerking met specialistische musea en bruiklenen uit de streek kunnen worden ingericht, wat een waarborg voor de kwaliteit geeft. Daarbij zal ook worden ingespeeld op

actuele thema's, die nauw met het welzijn en de welvaart van de streek verweven zijn,

zoals de dijkverzwaring, de voorgenomen ontgrondingen en de problematiek van de oeververbindingen.

Bestuur en medewerkers Het bestuur en kader van de historische Vereniging Tweestromenland bestaat uit amateurs, die vrijwillig taken voor hun vereniging vervullen. Om het museum een ruimer draagvlak te geven en ons te verzekeren van specialistische deskundigheid is besloten het onder te brengen in een stichting, waarvan het bestuur uit vertegenwoordigers van de historische vereniging, de gemeenten uit het werkgebied en reeds in de regio aanwezige musea.

Financiering Het ligt in de bedoeling het museum zoveel mogelijk met vrijwilligers te bemannen, hoewel Tweestromenland zich ervan bewust is, dat hiermee op de vereniging een zware wissel wordt getrokken. Nagenoeg geen enkel museum in Nederland


is echter in staat zonder subsidie te functioneren. Aan de lastenkant staan exploitatiekosten als gebouwhuur, verzekering, toezicht en beheerskosten voor conservatie, restauratie en aanschaf van objecten, waar tegenover aan de batenkant entreegelden en incidentele opbrengsten uit verhuur en de verkoop van dia's, boeken enz. De totale kosten zullen ook in dit geval - ondanks de belangeloze inzet van vele vrijwilligers - de inkomsten overtreffen. Naast de eigen inbreng van de Historische Vereniging Tweestromenland zelf, is het beslist noodzakelijk dat voor de dekking van de exploitatiekosten subsidie van de deelnemende gemeenten verkregen wordt, alsmede voor de beheerskosten een subsidie van de provincie Gelderland, van het Rijk en van speciale, voor dit doel bestemde particuliere fondsen.

Samenvatting en conclusie De historische vereniging Tweestromenland, welke vanaf haar oprichting in 1964 gestreefd heeft naar een regionaal cultuurhistorisch museum acht thans de tijd rijp en de mogelijkheden aanwezig om tot stichting van een dergelijk museum over te gaan. Naast de eigen inbreng van de vereniging, zowel in geld als in menskracht, is het beslist noodzakelijk dat de vereniging bij het verwezenlijken van dit plan gesteund wordt door de gemeenten in haar werkgebied en de provincie Gelderland alsmede door particuliere fondsen. Wij vertrouwen erop, dat velen met ons willen werken aan de bewustwording en het behoud van de eigen identiteit van de streek. Veel van de streekeigen cultuur is in het recente verleden reeds verdwenen. Het is vijf voor twaalf. Laat het niet te laat zijn!

Nota bene Dat het bovenstaand beleidsplan geen auteursnaam draagt, is een gevolg van het feit dat zeer velen m de loop der jaren een bijdrage aan het plan geleverd hebben. Plannen voor een museum bestaan - zoals reeds vermeld - al vanaf de oprichting van onze vereniging. De eerste versie

van het beleidsplan dateert alweer van bijna tien

Afb. 3. Een belangrijk onderdeel van het toekomstig Historisch Museum zal zijn de collectie klederdrachten, waarvan deze foto een deel laat zien. De foto werd genomen tijdens de watersnoodtentoonstelling van 1986. (Foto: mevrouw W. Berris- Visschers)

jaar geleden. Vervolgens is er heel veel vergaderd

over en gesleuteld aan het plan. Vooral de leden en ex-leden van de sectie, streekmuseum hebben de kar getrokken, maar ook anderen hebben waardevolle steentjes bijgedragen. Met slechts een klein beetje overdrijving kan men stellen dat het museumplan gedragen wordt door de hele

vereniging. Vanwege de beschikbare ruimte wordt hier een verkorte versie van het plan gepubliceerd. Het volledige beleidsplan kan men inzien op het Streekdocurnentatiecentrum.


Antoon Sengers en Jan van Gelder:

Van Gemeentehuis naar Historisch Museum In de Nieuwsbrief bij nummer 51 van dit blad is al aangekondigd, dat het voormalige gemeentehuis van de gemeente Appeltern in Maasbommel "t raodhuis', zeggen de oude Maasbommelnaren - historisch museum van de historische vereniging Tweestromenland gaat worden. Een recente foto, zoals het thans nog is, stond op de omslag. Dit nummer 52 is verrijkt met een foto van de dertiger jaren, gemaakt van een ansichtkaart, uitgegeven in de winkel van 'vrouw Carpay' (zie afb. 1). volgend artikel terug. In 1939 moesten de bewoners er uit. De gemeente had de ruimte zelf nodig door uitbreiding van de administratie.

Enig verschil is er wel te zien. Kennelijk is de muur van de voorgevel en waarschijnlijk het gehele gebouw van een spouw voorzien. De dubbele toegangsdeuren boven de trap zijn wat verbreed, de zesruits schuiframen zijn door grotere ramen vervangen en hebben ook een andere indeling gekregen. Er zijn halve vensters aangebracht. Het wapen is bij de grote verbouwing in 1940 verdwenen en jammerlijk genoeg niet teruggekeerd. De vlaggestok heeft een plaats naast het gemeentehuis gekregen. Het overdekte halletje onder de trap, waar vóór de tweede wereldoorlog de aanplakkast hing en de waterstanden van de Maas waren te lezen, is dicht gemaakt met een kleinere deur. De topgevel heeft een trapmodel gekregen. De top van de voorgevel is er echt niet mooier op geworden. Helaas is ook het klokje verdwenen. Ook het grootste gedeelte van het zo prachtige, zelfs kunstige sierwerk, is er aan gegaan. De zeshoekige schoorstenen zijn vervangen door vierhoekige, maar hebben wel een ijzeren sierwerk gekregen. Bij de toegangsdeur boven de trap is oudsecretaris z.g. Gerrit de Leeuw te zien en halfweg de trap de Maasbommelse ambtenaar Leo van Eekeren, die later secretaris van

In 1818 had een omvangrijke herindeling van gemeenten plaats en werden de gemeenten of schoutambten Alphen en Maasbommel bij het Schoutambt Appeltern gevoegd. Altforst hoorde daar toen al bij. In die tijd was er nog nauwelijks sprake van een gemeentehuis. In Appeltern was het aanvankelijk gevestigd in het kasteel, dus bij de Schoutambt aan huis en toen dat was verdwenen mocht de secretaris daarvoor ruimte beschikbaar stellen. Het is wonderlijk genoeg, dat de mensen uit Alphen en Maasbommel de verre tocht naar de secretarie in de Tuut in Appeltern zo lang hebben geslikt. Secretaris Thomas van Woezik vond het wel best en ook zijn burgemeester J. Spruit, die in Appeltern woonde in de woning waar nu de Rabobank is gevestigd. Uiteindelijk kwam er toch meer beweging onder de vroede vaderen van Alphen en Maasbommel. Het gemeentehuis moest naar het centrum, betoogden zij menigmaal,

Bergen in Limburg is geworden. De twee kinderen zijn van de familie Hon-

daartoe aangespoord door de kiezers. Een halve dag hadden zij nodig om voor de

ders, die toen wat men noemde 'onder het gemeentehuis' woonde. Op de straat loopt de oudste dochter Mientje (geb. in 1928) en in het portaal zit de oudste zoon Albert (geb. in 1930). Beide wonen samen met hun zus Betsie nog in Alphen aan de Greffelingsestraat. Op die bewoning komen we in een

gemeentelijke zaken, waaronder de geboorte-aangifte, naar de secretarie en weer naar huis te gaan en in de winter, wanneer de veldwegen door de slechte waterbeheersing vaak onbegaanbaar waren en de hoofdslagader, de slingerende Maasdijk, moest worden genomen, was er wel een hele dag mee

g

Nieuwbouw in 1875


Aft. 1. Het voormalig gemeentehuis van Appeltern te Maasbommel. Een beschrijving van de foto is in de tekst opgenomen. (Foto. Uitg. Carpay, Maasbommel. De foto is eigendom van J. Alkemade)

gemoeid. De tocht ging namelijk meestal te voet. Fietsen kwamen er pas beperkt tegen het einde van de vorige eeuw en slechts enkele gegoeden beschikten over een rijtuig met paard. De auto was nog niet uitgevonden en de postkoest deed de gemeente niet aan.

Verzoek van raadsleden Uit de notulen van de gemeenteraad van 1874 blijkt, dat vijf raadsleden uit Alphen (F. van Lent, A. Hol en H. Steenbruggen) en J. Luijpen (tevens wethouder) en H. van Eekeren uit Maasbommel samen een verzoek opstelden op 26 januari 1874 en dat richtten tot de op dat moment fungerend (= waarnemend) burgemeester van de gemeente Appeltern, wethouder H. Houtkamp jr. Wonderlijk genoeg was burgemeester Spruijt op dat moment buiten functie. De vroede vaderen vroegen zelfs nog dezelfde week over de bouw van een nieuw gemeentehuis een raadsvergadering te beleggen. Volgens de bepalingen van de gemeentewet

kon de waarnemend burgemeester dat ook niet weigeren. Hij maakte er meteen werk van en riep de raad bijeen op 30 januari 1874, een historische datum! Het resultaat was letterlijk: 'Gezien de artt. 134, 136 en 141 der gemeentewei, e.n daarover beraadslaagd hebbende, Heeft met algemeene stemmen goedgevonden: I. Er zal in de loop van den zomer van dit jaar op gemeentegrond, het zoogenaamde plein, in de kom van het Dorp Maasbommel (het Centrum der geheele gemeente Appeltern) een Gemeentehuis of Raadhuis worden gebouwd in het voorjaar van 7#75, daarmede aangevangen vóór den Ie Februari 18T> geheel en al volgens op te maken begrooting van kosten, teekening, bestek en voorwaarden, moeten voltooid en afgewerkt worden, terwijl den grond daartoe, op het plein vermeld, door de afdeeling of het Dorp Maasbommel, ten behoeve der geheele gemeente, gratis wordt afgestaan. (In die tijd - dat duurde tot 1931 -werkten de dorpen nog met een eigen begroting,


Ajb. 2. Het gemeentehuis en omgeving. Links van het gemeentehuis de boerderij van J. van Dijk. Rechts (nog net zichtbaar) expeditiebedrijf Van de Kamp. (Foto: Uitg. A. Las, Maasbommel; eigenaar: J.A. van Gelder)

red.) 2. In het onderdeel of benedenverdieping van het op te trekken gebouw, in punt l bedoeld, zullen behoorlijk ingericht en aangebracht worden: a. Een geschikte woning voor den tijdelijken (waarom tijdelijk is niet duidelijk geworden, red.) secretaris bij het Gemeen-

tebestuur van Appeltern tegen voldoening door dezen van eenen jaarlijkschen billijken

huurprijs en b. Een bekwaam lokaal tot berging der brandspuit en toebehoren van het Dorp Maasbommel;

3. Eene Commissie van vier Leden uit het midden dezer vergadering te benoemen, namelijk de

Heeren H. Houtkamp Jr., Wethouder te Appeltern, J. Pekel, Raadslid te Altforst, J. Luijpen, Wethouder te Maasbommel en P. van

Lent, Raadslid te Alphen wonende, teneinde met Commabelen Spoed over te gaan tot het, door een bekwaam architect, te doen opmaken van bestek, teekening, begrooting van

kosten en voorwaarden van het daar te stellen gebouw ter plaatse en met inrichtingen onder

10

punten l en 2 omschreven, om vervolgens deze stukken in Raadsvergadering ter beoordeeling voor te nemen en daarna tot de aanbesteeding en verder te nemen maatregelen te kunnen doen overgaan.'

Alles werd in die vergadering dus al zoveel mogelijk geregeld. In punt 4 kwam er nog bij, dat na de goedkeuring van de plannen en stukken een geldlening tot het vereiste bedrag moest worden gesloten met een maximale rente van 5 % en op de begroting moest worden gebracht. De afdeling Maasbommel kreeg ook nog de opdracht ƒ 500 te storten voor de in het gemeentehuis aan te brengen nieuwe bergplaats van de brandspuit. Tenslotte - en dat was punt 5 - moest het archief vóór of op de 3e mei 1 8 7 5 worden overgebracht en de secretarie vervolgens van die tijd af aan aldaar zal moeten gevestigd blijven. Hadden de gemeentenaren dit geweten bij de beslissing over de herindeling, dan


In dankbare herinnering gedenken wij

JOHANNES GIJSBERTUS DE LEEUW echtgenoot van

Theodora Johanna Buunan

Oud-burgemeester der gemeente Appeliern Oud dijkgraaf van Rijk van Nijmegen en Maas en Waal Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Hu werd geboren te Alphen (Gld.) op 17 augustus 1884 en overleed daar op 9 maart 1962, gesterkt door de H.H. Sacramenten der zieken.

Zijn krachtig leven wordt gekenmerkt door idealisme, door werklust, door verantwoordelijkheidsbesef en gemeenschapszin. Hij was streng, maar rechtvaardig. Hij stelde de hoogste eisen aan zichzelf. Als bestuurder in het land van Maas en Waal was hij een hervormer; voor zijn streek heeft hij al zijn robuuste kracht gegeven. Bovenal was hij een diepgelovig man, steeds denkend vanuit de Bijbel. Moge God deze rusteloze werker opnemen in zijn eeuwige rust. De gebeden van zijn vrouw, kinderen, kleinkinderen en vele vrienden vergezellen hem.

Ajb. 3. Bidprentje vanjohannes Gijsbertus de Leeuw, burgemeester van Appeltern (1927-1949), neef van de gemeente-secretaris Gerrit de Leeuw. (Bidprentje, eigenaar: J. Alkemade) hadden ze op grond hiervan de herindeling verloren. De aanneemsom was ƒ 6.700,— en juridisch aangevochten! de bijkomende kosten van architect, toeOndanks deze zo uitgestippelde plannen en zicht, meubilair, archief etc. bedroegen data liep het hier en daar toch even anders. ƒ1.000,-. Er kwam plotseling dicht in de buurt aan de De brandverzekering werd ondergebracht kade in Maasbommel het woonhuis te koop bij de Tielsche Maatschappij van Brandvervan P. Smits. Daar werd de zogenaamde zekering voor ƒ 7.000,- en P. Loderus uit bouwcommissie op af gestuurd om te be- Maasbommel was daar agent van en sloeg kijken dat huis tot gemeentehuis om te dus een goede slag. bouwen, terwijl er op 3 nov. 1874 toch al een In augustus 1875 had de opening en ... plan van architect Van Dijk uit Batenburg op inwijding plaats en er was niet op gerekend, tafel was gekomen. Ook het gemeentehuis dat ook daar een bedrag voor moest worden van Dreumel, dat 10 jaar eerder was ge- uitgetrokken. Achteraf - op 22 september bouwd, zou model kunnen staan. Op 15 1875 - werd nog een raadsbesluit genomen januari 1875 vergaderde de raad daar over. om de gemaakte kosten van ƒ 25,-- (!) op de Het ging er hard aan toe. Na lang heen en begroting te brengen, maar omdat 1875 dat weer gepraat werd met 6 tegen 5 stemmen bedrag niet meer kon dragen, werd er 1876 besloten toch het plan van architect Van Dijk mee belast. te nemen. Nu niet de bouwcommissie, maar burgemeester en wethouders werden 'ge- Verbouwing in 1940 authoriseerd' zo spoedig mogelijk met Van Het gebouw van 1875 begon in de dertiger Dijk uitvoering aan dat besluit te geven. Dat jaren van deze eeuw feilen te vertonen. Slijtage ging met bekwame spoed om de opgelopen door vocht en tevens moest de indeling achterstand in te halen. Zelfs ging er in de worden herzien. Architect P. Leenders, later notulen de naam van de aannemer bij hoofd van de Technische Kringdienst Maas

11


en Waal en Rijk van Nijmegen, werd gevraagd tekening en begroting te maken. Mogelijk kon financieel gezien een voordeel worden gehaald uit het werkloosheidsfonds, maar de tweede wereldoorlog naderde en de mobilisatie kwam in september 1939 over ons land. De werkloosheid daalde en het fonds ging verloren. Op 5 september 1939 kwam een plan van ƒ 16.000,-- op tafel, maar werd aangehouden. Er werd geaarzeld. Was het nog wel verantwoord? Ook de prijzen stegen plotseling zo'n 20 96. Op 27 oktober bracht burgemeester J.G. de Leeuw het opnieuw in de raad en werd met de stemmen van het Alphense lid J. de Leeuw en de Maasbommelse leden W. van Dijk (tevens wethouder), H. van Dijk en J. Boerakker aangenomen. Besloten werd aan te besteden onder gemeentelijke aannemers, maar dat keurden Gedeputeerde Staten af, waarna publieke aanbesteding plaats had. De Maasbommelse leden Van Dijk bleven in de vergadering van 23 februari 1940 bezwaar maken tegen de prijsverhoging, maar de overige leden stemden er mee in. Uiteindelijk kwam op de begroting te staan ƒ 28.500,-- waarbij waren inbegrepen de architectkosten van ƒ 487,93, nieuwe inrichting ƒ 2.000,— en uitbreiding terrein ƒ 1.048,55. Burgemeester en wethouders vonden inmiddels een unieke tijdelijke vervangende

12

ruimte tijdens de verbouwing n.l. een woonark in de Maas nabij de Veerweg. De oorlog kwam, de verbouwing ging gewoon verder. De woonruimte in het gemeentehuis verdween en een deel van de benedenruimte werd in de oorlog ook gebruikt door de plaatselijke bureauhouder en dt' distributiedienst. Daarna was de ruimte al gauw hard nodig voor het eigen personeel, vooral toen er een eigen dienst gemeentewerken kwam. Voor sociale zaken moest zelfs nog een noodlokaal worden geplaatst.

Nieuwe bestemming Nu de herindeling per l januari 1984 een feit is geworden, is al na enige tijd uitgezien naar een gunstige bestemming, waarbij de buurtbewoners argwanend toezagen. Nu Tweestromenland er in wordt gevestigd zijn ze volledig gerust gesteld. Een gelukkige zaak, want beide partijen kunnen elkaar tot steun zijn.

Op enkele onderdelen, zoals de vroegere bewoning, de indeling en wat mogelijk nog voor de, dag komt, woriit m volgende nummers nader m gegaan. In het eerst uitkomende nummer wordt aandacht besteed aan de opening, maar vóór dat het zover is, moet er nog veel werk worden verzet. Vrijwilligers zijn van harte welkom!


G.M. van der Velden, o. praem.

Een voor de geschiedenis van het Land van Maas en Waal belangrijke tekst In het archief van de Abdij vanBerne, sinds 1875 gevestigd te Heeswijk-Dinther N. Br., wordt een manuscript bewaard, dat een opsomming geeft van de landerijen en andere bronnen van inkomsten als cijnzen en tienden van deze abdij omstreeks het jaar 1580. Daarin is op folio 15 recto sprake van een Pachtboecke van Maes ende Wael anno 15 52. Uit dit pachtboek, dat verloren is gegaan, is een kopie opgenomen van wat er op de voorpagina van het boek stond. De tekst van deze voorpagina was op zijn beurt overgeschreven uit een perkamenten missaal, dat toen nog in de kapel van Monnikenwoerd bij Altforst lag, en bevat de uitkomsten van een opmeting van de dijken in Appeltern en Maasbommel, die plaats had gehad op Sint Mattheusdag (21 september) in het jaar 1338 in opdracht van de abt van Berne en van de erfgenamen van de heer Joannes van Appeltern. Hier volgt een zo letterlijk mogelijke vertaling uit het Latijn, waarin deze aantekeningen zijn geschreven. 'Dit zijn de dijken van ons klooster van Berne, zoals ze liggen m 'de parochies van Appeltern en Maasbommel tussen Maas en Waal, en zoals ze zijn gemeten en duidelijk onderscheiden in het jaar des Heren 1138 op St. Mattheusdag de evangelist met volle instemming van de abt van Berne en van de erfgenamen van de heer Joannes van Appeltern: In de eerste plaats heeft de Abdij van Berne twee roeden boven Appeltern tussen de dijken van Joannes van Appeltern en van Wilhelmus, de zoon

van Wilhelmus. Wij onderhouden die nu niet. Tussen de dijken van Gerardus Vossche en Henricus Post een roede. Wij onderhouden deze nu niet.

Vervolgens tussen de dijken van de kerk van Appeltern en van Agnes, de dochter vanjoannes van Puiflijk 18 voet. Deze onderhouden wij. Vervolgens tussen de dijken van de heerjacobus van Appeltern 2 5 roeden en 2 voet. Wij onderhouden nu 38 roeden. Vervolgens tussen de dijken van Wommarus van Puiflijk en Theodoricus van Appeltern 18 roeden. Vervolgens tussen de dijken van Gerardus, zoon van

Petrus Vlyrnks en Arnoldus, zoon van Syfelen van

Abdij van Berne, bijgebouwen, 18de eeuw. Naar een gravure van Corn. Pronk. Detail.

roeden, die wij niet onderhouden. Vervolgens in het rechtsgebied van Maasbommel:

Vooreerst tussen de dijken van Luda van Rhenen en Theodoricus van Lent 3 roeden en een voet.

Vervolgens tussen de dijken van Hermannus Top en Thi Bamont 3 roeden en 4 voet. Deze bovenstaande gegevens zijn overgeschreven uit een perkamenten misboek, dat in de kapel van Monnikenwoerd ligt.

Altforst 38 roeden, 4 voet; volgens het kerkregister

slechts 40 roeden, maar in werkelijkheid bijna 50

13


Wil van Rossum

Klepperman van elleven waar ga je zo laat naar toe.. Iedere krant kan het u na het weekend vertellen. Actualiteitenprogramma's op teevee maken er ophef over; in talkshows is dit onderwerp het gesprek. Criminaliteit, klein of groot, is niet meer weg te denken en iedereen die zich na zonsondergang waagt in centra van woongebieden neemt, gezien de immer tekort schietende personele bezetting van de politie, een berekend risico. Hoe anders was dit in de tijden van het ambacht toen iedere gemeenschap naar huidige maatstaven per definitie klein was, toen de stadspoorten nog dicht konden en/of gemeenschapszin vergoedde wat de openbare-orde handhaving aan mankracht mankeerde. Een vleugje van die, onwillekeurig romantisch en avontuurlijk aandoende, tijd spreekt uit de documenten in het archief van de voormalige Dorpspolders nr. 8875 'Condities van aanbesteding van het handen van nachtwacht; l 798-1H W. ' In 1798 stellen C.van Rietveld en Dirk Bergers, tijdelijk buurmeesters van Maasbommel, de condities vast waarop er een aanbesteding zal plaats vinden voor vier nachtwachten, of Klepperlieden. Aan iedere Klepperman zal een behoorlijke Klep gegeven worden waarmee hij op bepaalde afstanden moet slaan. Aansluitend moet hij luid de tijd roepen. De nachtwachten moeten alle vreemde en 'suspecte' personen aanhouden en in bewaring brengen,

hetzij bij schout, buur- of rotmeester, afhankelijk van waar ze op dat moment zijn. De dienst begint 's avonds om 10.00 uur en duurt tot 's morgens 5.00 u u r . leder uur moeten de wachten, twee aan twee, hun ronde lopen. Een onvoldoende prestatie houdt weigering van betaling in. De wacht gaat in op 29-12-1798 en duurt tot weder-

opzegging door de buurmeesters, die ook de aannemingspenningen, per week, zullen

betalen. De eerste wacht loopt van het Veerhuis tot Giel van Dijk en voert langs alle huizen:

aangenomen door Johannes van Zanten voor 2 - . - . (2 gulden, O stuivers; O penningen).

De tweede wacht, dezelfde route, wordt eveneens aangenomen door Johannes van Zanten, maar nu voor 2 - 4 - .

14

/on ik vooi- den klepper vrezen'.' O. die t<oi'(le. bnivi: man M:t:iUI. ( l u l ik ^<TIIS| kan wcv.cn

Kii ook v r i l i ^ shipiMi k a n .


NIEUWSBRIEF

maart 1987

JAARVERGADERING Het bestuur van de Historische Vereniging Tweestromenland heeft het genoegen u uit te nodigen voor het bijwonen van de jaarlijkse algemene ledenvergadering, die zal plaatsvinden op dinsdagavond 28 april 1987. De vergadering zal plaatsvinden in cafe-restaurant 'De Mulder', Bovendijk 6, Maasbommel, aanvang 19.30 uur. AGENDA

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Opening Verslag van de algemene jaarvergadering van 14 mei 1986 Ingekomen stukken Jaaroverzicht van de voorzitter Jaarverslag over 1986 (zie elders in deze nieuwsbrief) Financieel verslag Bestuursverkiezing Benoemingen in commissies en secties. Kandidaten voor medewerking in commissies, secties en werkgroepen kunnen zich aanmelden tijdens de vergadering. 9. Wat verder ter tafel komt 10. Rondvraag 11. Sluiting.

Pauze Na de jaarvergadering volgt een korte pauze voor nadere kennismaking onder het genot van een kopje koffie. Causerie Na de pauze zal de bekende schrijver Johan van Os, die hier geen nadere introductie behoeft, een praatje houden over medici in het Land van Maas en Waal in de 19de eeuw. Daarna zal de evenzeer bekende schrijver H. van Heiningen reageren op het door Johan van Os gebodene, vanuit zijn kennis over het onderwerp. Welke vorm het een en ander krijgt staat nu nog niet vast. De beide sprekers, en het onderwerp staan garant voor een boeiende avond. KLEINE EXPOSTIES

Op enkele tafels zal een kleine expositie worden ingericht om u eens te laten zien, wat het Documentatiecentrum van onze vereniging in Wijchen allemaal te bieden heeft. Boeken, brochures, tijdschriften, documentatiemateriaal, etc., etc., zullen u een indruk geven van het kostbare bezit van het centrum 1. en zullen u ervan overtuigen dat een bezoek aan het Documentatiecentrum altijd de moeite loont.

VERSLAG VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING OP 14 MEI 1986 TE WIJCHEN

Opening Om 19.45 uur opent de vice-voorzitter, tevens voorzitter ad interim, de heer J. van Gelder de vergadering.


Hij heet de 30 aanwezige leden van harte welkom en vermoedt dat het geringe aantal van de bezoekers mede veroorzaakt is door de late aankondiging. Bericht van verhindering is gestuurd door de ere-voorzitter de heer J. van Wezel, mevrouw S. van Ginkel en de heren Van der Bent, Carpay, Van Heiningen, Rooijakkers, Van Sommeren en Trijsburg.

2. Verslag van de Algemene Ledenvergadering op 9 mei 1985 Dit verslag is opgesteld door de heer C. Visser en wordt met dank aan de samensteller, goedgekeurd. 3. Ingekomen stukken Er zijn geen 'ingekomen stukken'.

4. Jaaroverzicht van de voorzitter De heer Van Gelder vermeldt enige belangrijke zaken, die in het afgelopen jaar gepasseerd zijn. In het bestuur hebben zich enige wijzigingen voorgedaan. De heer Van der Bent trad onverwacht af en werd opgevolgd door de heer W.M.G. Arts. Mevrouw W.A. van Buren, onze penningmeesteresse is opgevolgd door de heer J.A. Jansen, terwijl de administrateur de heer P.G. Leusink opgevolgd is door de heer B.l. Goei. De heer J.A. van Alkemade heeft zich beschikbaar gesteld voor de voorzittersfunctie en is met algemene stemmen verkozen. Hij zal op 15 mei 1986 aantreden. Wat de aktiviteiten van onze vereniging betreft wordt vermeld dat er weer een geslaagde 'reizende' watersnoodtentoonstelling is geweest met een dia-serie, welke nog steeds in trek is bij bejaardentehuizen. De watersnoodtentoonstelling betrof de 60-jarige herdenking en bij deze gelegenheid is in de Tweestromenlandreeks het boek 'Wee de Vergetenen'van de heer H. van Heiningen uitgegeven, terwijl eerder op 8 november het boek van de heer H.J. Carpay over de schoolstrijd in Appeltern verscheen. Óók de jaarlijkse excursie, dit maal naar Den Bosch, was weer een succes. Al met al was er weer veel activiteit en de heer Van Gelder vroeg nogmaals meer medewerking van de leden bij onze activiteiten, omdat meestal in korte tijd veel gedaan moet worden.

5. Jaarverslag Het jaarverslag was beschikbaar voor de aanwezigen en werd goedgekeurd. 6. Financieel verslag De heer Arts geeft een toelichting op het verslag, dat een voorlopig verslag is t.g.v. de wisseling in het bestuur en administratie. De kascontrole zal in juni plaatsvinden en hierover zal in de nieuwsbrief gerapporteerd worden. Het verslag wordt goedgekeurd.

Jaarverslag 1986 der aktiviteiten van de Historische Vereniging Tweestromenland Per 31 december 1986 was de bestuurssamenstelling zoals afgedrukt op pagina 2 van ons tijdschrift. Het Dagelijks Bestuur werd gevormd door de heren J.L.C. Alkemade, J.A. van Gelder, W.M.G. Arts, J.A. Jansen, drs. C. Visser, J.P. van Wezel. Uit het verslag van de Algemene Ledenvergadering van 14 mei 1986 - afgedrukt in dit tijdschrift - merkt u dat er enige bestuursmutaties hebben plaatsgevonden. Penningmeesteres mevrouw W.A, van Buren trad af; zij werd opgevolgd door de heer J.A. Jansen. De heer J.L.C. Alkemade aanvaardde het voorzitterschap van de vereniging. Het ledental bedroeg op 31 december 1986: 936. Dat betekent een lichte terugval in ledental, welke voor ons een waarschuwing moet zijn. Het is van het grootste belang dat Tweestromenland een behoorlijk ledental houdt en dat we zelfs proberen een stijging te bewerkstelligen. Het bestuur verzoekt alle leden daadwerkelijk hieraan mee te helpen door het werven van nieuwe leden. Mogen wij op uw medewerking rekenen??? TWEESTROMENLANDREEKS

Als trouw lid kent u de Tweestromen landreeks. In deze serie zijn acht boeken verschenen en momenteel wordt hard gewerkt aan uitgave nummer negen, waarin de geschiedenis van het dorp Horssen wordt beschreven door Johan van Os. Het boek zal in maart/april verkrijgbaar zijn. Geïnteresseerden kunnen reeds hun bestelling plaatsen bij het secretariaat. Voor de boekaankondiging leze men Tweestromenland nr. 51. STREEKDOCUMENTATIECENTRUM

Woensdag 8 januari 1986 bezochten de


eerste gasten ons documentatiecentrum; de reacties waren zeer positief. Steeds meer mensen weten de weg te vinden naar het centrum. Vooral de werkgroep Maas en Waalse Geslachten trekt belangstellenden, maar ook veel (amateur-) historici vonden antwoorden op hun vragen, daarbij geholpen door onze documentalisten. Aan het eind van het jaar bleek dat er maar liefst 142 ingeschreven bezoekers zijn geweest, hetgeen de verwachtingen verre overtrof. Een duidelijk bewijs dat er grote behoefte is aan een goed documentatiecentrum in ons werkgebied. Bij het nemen van de belangrijke beslissing over de plaats van vestiging van ons museum, is voorop gesteld dat het documentatiecentrum in Wijchen moet blijven. Helaas heeft het bestuur vernomen van de Openbare Bibliotheek Wijchen dat zij wegens ruimtegebrek weer over die ruimten wil beschikken, welke thans door Tweestromenland worden gehuurd. Inmiddels zijn er twee schriftelijke verzoeken gericht aan B & W van de gemeente Wijchen betreffende een nieuw onderkomen van ons documentatiecentrum. TIJDSCHRIFT

U als trouw lezer heeft ongetwijfeld gemerkt dat in 1986 weer vier nummers van ons tijdschrift bij u in de brievenbus zijn gegleden zoals ook op pagina 1 van elk tijdschrift beloofd wordt. Een kleine mineur was nummer 50. Wij hadden hier iets speciaals van willen maken, maar dat is helaas niet gelukt. De redactie draait met vijf man overigens naar behoren. Er is nog wel plaats voor iemand die de layout op zich wil nemen. Een voortdurende zorg voor de redactie is de artikelenvoorraad. Weliswaar lukt het elke keer weer het blad vol te krijgen met interessante en lezenswaardige artikelen; een planning op de lange termijn van de inhoud van het blad is een zeer lastige zaak. Daardoor is het ook moeilijk om op evenredige wijze aandacht te geven aan alle gemeenten in Maas en Waal. Daarom willen wij ook de leden vragen hun medewerking te geven aan het tijdschrift, door het inzenden van kopij. Heeft u een onderwerp, maar u weet niet hoe het aan te pakken, dan kunt u de redactie om advies vragen. Ook in 1987 zullen weer vier nummers verschijnen.

GĂ‹LUIDSARCHIEF Een bijeenkomst in oktober tussen Tweestromenland en de Wijchense Omroep heeft positief gewerkt. Als contactpersoon zal de

heer J.A. Jansen uit Wijchen optreden (adres: Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen). DE TOPOGRAFISCH HISTORISCHE ATLAS IN 1986

Voor de 'Atlas' waren er in 1986 drie belangrijke gebeurtenissen. Allereerst natuurlijk de Watersnoodtentoonstelling in het begin van het jaar. Deze leverde de Atlas een prachtige collectie van ruim 300 foto's over de Watersnood in 1926. Ook voor de diatheek van de Atlas was dat belangrijk. Er waren al vele dia's over de Watersnood aanwezig, maar naar aanleiding van de tentoonstelling kwamen er vele bij en konden er vele dia's (beter) worden beschreven. De tweede gebeurtenis was de verwerving van vele dia's over Altforst uit het bezit van mevr. A. Smolders-van Eeden te Veghel. In 1986 werd in het tijdschrift een dialezing ter gelegenheid van het 850-jarig jubileum van Altforst aangekondigd. Deze lezing kon toen niet doorgaan. Echter, belofte maakt schuld en dus zullen wij ons best doen die lezing alsnog spoedig te organiseren. De derde gebeurtenis is de tentoonstelling in de Ewaldenkerk te Druten van foto's van Boldershof ter gelegenheid van het vertrek van de laatste zusters van Boldershof. Ook deze tentoonstelling bezorgde ons een fraaie en ontroerende foto-collectie. Ook het diabestand voer hier uiteraard wel bij. Het is verheugend dat er steeds meer belangstelling voor de diatheek komt. Steeds meer mensen gaan beseffen, dat de vereniging een unieke collectie dia's uit de streek bezit. Het zijn er nu al rond 8000 hetgeen onze diatheek tot een van de grootste uit Gelderland maakt. MAAS EN WAALSE GESLACHTEN

In juni 1986 zijn de eerste Doop-, Trouw- en Begraafboeken berustende op het Rijksarchief in Arnhem door de werkgroep gecopieerd. Het was de start van een uniek stukje werk, dat in haar geheel bestaat uit het copiĂŤren van ongeveer 130 DTB-boeken. Het werk vordert gestaag, gezien het tempo zal midden maart alles gekopieerd zijn. Om te komen tot een zo compleet mogelijke informatie over Maas en Waalse families wil de werkgroep tezijnertijd ook de DTB-boeken doornemen die berusten op het Rijksarchief te's-Hertogenbosch, vooral die van de dorpen


aan de Maaskant in het Brabantse. Het ficheren van de DTB-boeken gaat momenteel zeer goed, en toch, wie interesse heeft om hieraan daadwerkelijk mee te helpen is van harte welkom. Het Kwartierstatenboek dat de werkgroep hoopt uit te brengen, verloopt nog niet volgens plan. Wij hebben gemeend de gestelde voorwaarden, waaraan in te zenden kwartierstaten moeten voldoen, iets te moeten verzachten, zodat meer inzenders kunnen meedoen. Voor nadere informatie: W. Arts, tel.: 08894-16247. GESCHIEDENISONDERWIJS OP SCHOLEN

Het geplande programma dat speciaal is afgestemd op de watersnood van 1926 is in haar eindstadium gekomen. De medewerkers van de Topografische Atlas zorgen dat de scholen die interesse hadden in deze serie op korte termijn van het programma worden voorzien/inmiddels zijn voorzien.

STREEKMUSEUM

Het zal u niet ontgaan zijn dat de vereniging Tweestromenland het afgelopen jaar de belangrijkste beslissing heeft genomen van haar bestaan. In tijdschrift nr. 51 is ons besluit aan u al kenbaar gemaakt. En in tijdschrift nr. 52 (dit nummer) wordt uitgebreid aandacht besteed aan ons toekomstig museum in Maasbommel. Veel is er nog te doen, en dan wordt gedacht aan het op gang brengen van alles, het inrichten, schoonhouden maar ook het ontvangen van bezoekers. Misschien is het iets voor u om voor uw vereniging een daadwerkelijke steun te zijn door het geven van uw medewerking bij dit museum. Uw reacties kunt u melden bij secr. Arts, 0889416247.

Zoals u heeft kunnen vernemen uit de Nieuwsbrieven, heeft het bestuur besloten om het streekmuseum gescheiden te houden van het streekdocumentatiecentrum. BIBLIOGRAFIE

STREEKDRACHT EN MODE

Van de mooie en positieve resultaten van deze werkgroep heeft u al verschillende malen kunnen vernemen in ons en uw tijdschrift. De presentatie bij de watersnoodtentoonstelling, de Batenburgse dag en de tentoonstelling in de kerk van Druten: ze zijn allemaal succesvol verlopen. De werkgroep is nu druk bezig met de voorbereiding van een bijdrage aan het museum te Maasbommel. TENTOONSTELLINGSCOMMISSIE

Het mooie succes dat deze commissie heeft gehad met haar watersnoodexpositie is een bekroning op haar werk. Tijdens de drie weekenden dat de expositie was opgesteld in het Land van Maas en Waal heeft een record aantal bezoekers van ruim 3600 deze tentoonstelling gezien. Positief waren de resultaten op de Batenburgsedag en in Druten in de St. Ewalden kerk. Trouwens de vele goede reacties die zij hebben gekregen met de gehouden dia-avonden in verschillende bejaardentehuizen in ons werkgebied getuigen van een goed geslaagd geheel. Door drukke werkzaamheden elders heeft mevr. Th. Visser-Grauwelman haar aandeel in de tentoonstellingscommissie moeten beĂŤindigen. Haar persoonlijke inzet heeft aan vele tentoonstellingen een positief karakter gegeven.

De uitgave van de bibliografie komt gelukkig steeds dichterbij. Na de verhuizing van de heer M. Bergevoet gaat hij de laatste hand leggen aan de afwerking. Het geheel wordt daarna uitgetypt zodat middels copiĂŤren of drukken het geheel voor iedereen verkrijgbaar zal zijn. LITERATUUR

De medewerkers van deze sectie overleggen welke boeken door de vereniging aangekocht gaan worden. Na aankoop wordt alles ingeschreven in het documentatiesysteem, waarna bezoekers van het documentatiecentrum de boeken kunnen raadplegen. In het 'Literatuur Signalement'worden de lezers van ons tijdschrift op de hoogte gehouden, wat voor ons werkgebied van belang is voor hen die historisch onderzoek doen of interesse daarvoor hebben. BOEKENTAFEL

De medewerkers van de boekentafel hebben ook in 1986 weer van zich laten horen en zien. Hierbij denken wij vooral aan de dagen dat de watersnoodtentoonstelling was opgesteld, vervolgens aan de Batenburgsedag en aan twee weekenden vanwege Kerkepad.


EVENEMENTENCOMMISSIE

Deze commissie verzorgde ons jaarlijks uitstapje. En vele leden hebben genoten van deze tocht die in oktober heeft plaatsgevonden naaro.a. openluchtmuseum Erve Kots, de St. Callixtuskerk te Groenlo en het prachtige kerkje van Zwilbrock. Onder de goede zorgen van de evenementencommissie is de bijeenkomst van de Algemene Ledenvergadering geweest in mei 1986 in Wijchen, en op uitnodiging van de commissie heeft de heer N.A. Hamers een interessante lezing gehouden over de relatie tussen geschiedenis en genealogie. Terwille van de ruimte is het jaarverslag enigszins ingekort. In de hierna te noemen secties, commissies en werkgroepen waren eind 1986 de volgende personen werkzaam:

Redactiecommissie M.J.J. Bergevoet, Venlo H.J. van Capelleveen, Leur J.A. van Gelder, Bergharen (voorzitter) H. van Heiningen, Tiel T. Tielen, Nijmegen (secretaris) Evenementencommissie J.A. Jansen, Wijchen (voorzitter) Mevr. F.J. van Ă“yen, Druten G.A.A. Rooyakkers, Overasselt Tentoonstellingscommissie Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. S.R. van Ginkel-van Dijk, Druten W.J. van Sommeren, Bov.-Leeuwen J.R. Visker, Beuningen Topografisch Historische Atlas H.J. van Capelleveen, Leur J.R. Visker, Beuningen Drs. C. Visser, Druten (contactpersoon) Sectie Streekmuseum H. Albers, Wijchen Drs. J.G.W.R. Dekkers, Venlo J. van Dinter, Dreumel J. Trijsburg, Appeltern/Zutphen (adviseur)

Maas en Waalse geslachten (kerngroep) W.M.G. Arts, Wijchen (voorzitter) Th. van Herwijnen, 's-Hertogenbosch A. van den Heuvel, Winssen J.R. Visker, Beuningen

Redactieteam van de werkgroep Maas en Waalse geslachten W.M.G. Arts, Wijchen L. Loeffen, Eindhoven Mevr. M.J. Raymakers-van der Put, Mook T. Tielen, Nijmegen

Streekdracht en mode Mevr. W.M. Berris-Visschers, Wijchen (contactpersoon) Mevr. H. Laming-Tammes, Nijmegen Mevr. E. Sellink-van Ingen, Wijchen Mevr. L. Welie-Sas, Dreumel Mevr. E. Wijnacker-van derZwalum, Wijchen Sectie Literatuur M.J.J. Bergevoet, Venlo Mevr. A. kamerman, Wijchen Mej. A. De Ruiter, Wijchen

Bibliografiecommissie M.J. Bergevoet, Venlo (secretaris) H. ten Boom, Rotterdam G. Mentink, Eist J. Trijsburg, Appeltern/Zutphen (voorzitter) Medewerkers Documentatiecentrum Mevr. A. Kamerman, Wijchen Mej. A. de Ruiter, Wijchen

Boekentafel Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten (contactpersoon) Ledenadministratie Mevr. F.J. van Oyen, Druten De medewerkers van de boekentafel zijn vaak dezelfde personen, maar vaak wordt door bestuursleden assistentie verleend als ook door medewerkers van de tentoonstellingscommissie. HEEMKUNDEKRING 'DE GRENSSTEEN' TE MOOK EN MIDDELAAR

De heemkunde mag zich verheugen in een groeiende belangstelling. Steeds meer mensen verdiepen zich in of nemen kennis van de geschiedenis van het eigen dorp, de eigen stad of de eigen streek, en gaan samen in historische verenigingen of heemkundekringen. Op 17 november 1986 is de Stichting Heemkundekring De Grenssteen opgericht door een groep mensen die belangstelling heeft voor het verleden van de gemeente Mook en Middelaar. Een grenssteen aan de Brigidaweg gaf vroeger de scheiding aan


tussen de dorpen Mook en Middelaar. Deze herontdekte - grenssteen wordt nu verheven tot symbool van saamhorigheid tussen beide dorpen en tot naam van de heemkundekring. De Grenssteen wil haar aandacht schenken aan een breed scala van onderwerpen: genealogie, geschiedenis en archeologie, volksverhalen, monumenten, flora en fauna, geologie, dialect, folklore, etc. Voorts wil men de verworven kennis verspreiden via lezingen, publicaties, exposities, evenementen en via een eigen tijdschrift: 'Rond de .Grenssteen'. Het eerste nummer hoopt men eind maart uit te brengen. Belangstellenden kunnen Vriend van de Grenssteen worden, door aanmelding bij dhr. A. Smijders, secretaris van 'De Grenssteen', Bovensteweg 15, 6585 KA Mook, tel.: 08896-2101. De contributie voor 1987 bedraagt - minimaal - 25 gulden. Tweestromenland wenst de Heemkundekring De Grenssteen een voorspoedige ledengroei en veel succes in haar aktiviteiten toe. VRAAG EN ANTWOORD RUBRIEK

In de Nieuwsbrief worden vragen op genealogisch en ander gebied opgenomen. Vragen (met antwoordpostzegel) en antwoorden dienen te worden ingezonden naar de administratie van de Werkgroep Maas en Waalse Geslachten, W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GKWijchen. 32. D. de Hest Mevrouw Van Hövell tot Westerflier-de Sonnaville heeft in haar bezit enkele schilderijen van D. de Hest, die door haar vader dokter De Sonnaville, in 1929/1930 in Winssen zijn aangekocht. De schilderijen stellen voor: ooievaars, fazanten, waterlelies. Wie heeft deze schilder gekend? Zijn er meer schilderijen van hem? Heeft hij nog familie in de streek? Antwoorden graag adresseren aan het secretariaat.

33. Encyclopedie Het streekdocumentatiecentrum is op zoek naar een encyclopedie, liefst met uitgebreide historische, aardrijkskundige en biografische informatie. Wie kan ons hieraan helpen (tegen een zacht prijsje)? Berichten uit de Werkgroep Maas en Waalse Streekdracht en Mode Momenteel is de werkgroep druk bezig haar steentje bij te dragen aan de boerderijtentoonstelling. Door het tonen van kinderkleding en kleding

6

van volwassenen krijgt men een beeld van de kleding zoals die rond 1900 en later in de streek gedragen werd. De schaar is reeds in de eerste stof gezet. Ook zijn er twee prachtige zwarte mutsen gecopiëerd, een kindermuts met schouderstuk en een wollen dames capotemutsje (hoedje). Aan zwarte wollen sokken wordt ook gebreid. Wie kan ons helpen (tegen betaling) aan etalagepoppen (man en vrouw); kleine beschadiging geen bezwaar. Als u nog gegevens over kleding of gebruiken heeft, dan graag uw reactie naar: Wies BerrisVisschers, Kwartelstraat 21, 6601 CE Wijchen. Tel.: 08894-17461 (na 18.30 uur). Hartelijk dank. VIERDE GELDERSE CONTACTDAG

De werkgroep Gelderse Contactdag van de Nederlandse Genealogische Vereniging heeft het genoegen u uit te nodigen voor de Vierde Gelderse Contactdag op 11 april 1987 in het Sonsbeekpaviljoen, Zijpendaalseweg 30, Arnhem, tel. 085-422131.

Programma: 10.00 uur: Ontvangst

10.20 uur: Officiële opening door mr. M J. van 't Kruijs, voorzitter Afdeling Gelderland van de N.G.V. 10.25 uur: Uitwisseling genealogische gegevens. 12.30 uur: Lunchpauze 13.30 uur: Voortzetting uitwisseling. 16.00 uur: Officiële sluiting. De zaal blijft open tot 17.00 uur. De volgende verenigingen, afdelingen, werkgroepen, personen, etc., zullen, met overvloedig materiaal, aanwezig zijn. NGV afd. Gelderland, afd. Kwartier van Nijmegen, afd. Achterhoek, afd. Betuwe; de werkgroep Maas en Waalse Geslachten, met o.a. een selectie uit de bakken met fiches; de werkgroep Familie- en boerderijonderzoek Oost-Gelderland; Vereniging Veluwse Geslachten; Westdeutsche Gesellschaft für Familienkunde, afd. Kleef; Emmericher Geschichtsverein; dhr. Holla (heraldiek); NGVcomputerdienst en antiquariaat Johan van Beek, Warnsveld. De kosten voor deze dag zijn: lunch f 14,50, koffie-thee f 2,-. Overige consumpties / 2,50. Voor een kortingskaart van de N.S. kunt u een


gefrankeerde, aan uzelf gerichte envelop toezenden aan: mevrouw Th. Mooiman-Benschop, Jachtlaan 4, 6891 CK Roozendaal. Komt u per trein dan kunt u uitstappen aan de achterzijde van het station Arnhem (Sonsbeekzijde). Inlichtingen: H.M. Aben-Nederpeld, Nijmegen. Tel. 080442673

W. Hermsen, Wehl. Tel. 08347-1809 (na 18.00 uur) G.J. ten Hoeve, Enschede. Tel. 053-352514 (na 18.00 uur) Th. Mooiman-Benschop, Rozendaal. Tel. 085634767 J.W. van Scherrenburg, Bennekom. Tel. 08389-1 7363 (na 18.00 uur) C.P.H. Soetens, Tiel. Tel. 03440-12096

Ook de werkgroep Maas en Waalse geslachten geeft U graag informatie. Onderstaand aanmeldingsformulier opsturen aan: Werkgroep Gelderse Contactdag Jachtlaan 4, 6891 CK Rozendaal

AANMELDINGSFORMULIER Ondergetekende, naam: ....................................................... adres: .......................................................

Postcode: ...................

Woonplaats: ..

zal m e t . . . . personen aan de lunch deelnemen. Naam/namen andere deelnemer(s):

1. ........ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2. .............................................................

3. .............................................................

Datum:............................................... Handtekening:.


De redactie brengt nog even onder Uw aandacht onze serie boeken uit de Tweestromenlandreeks: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Maas en Waals Woordenboek Aan het Volk van Nederland Leeuwen en Elisabeth Boldershof Ewijks klooster en verpleeghuis De stoomtram Nijmegen-Wamel Schoolstrijd Appeltern Watersnood (Wee den Vergetenen)

f f f f f / /

uitverkocht 26,50 ledenprijs f 19,50 25,00 ledenprijs f 18,50 25,00 ledenprijs f 18,50 15,00 ledenprijs / 13,50 28,00 ledenprijs / 25,00 26,50 ledenprijs / 19,50 24,00 ledenprijs 1 24,00 Exclusief portokosten.

Op de komende algemene ledenvergadering op 28 april 1987 zullen ter overname worden aangeboden: 1. A.G. van Dalen: Onze Schutterij; 30 jaar gildewezen in Gelderland 1947-1977 2. Norbert A. de Groot: Als sterren van de hemel; de oorlog in het Rijk van Nijmegen -1944 3. Michel van der Plas: Het tweede dagboek van het Concilie; tweede en derde zitting 4. Das Clemens-Sels-Museum Neuss; samenvatting van het museum, met foto's 5. Theun de Vries: Het zwaard, de zee en het valse hart; een sage 6. Geschiedenis van de nationale hulpactie Roode Kruis (h.a.r.k.) 7. Christopher Brooke: The Saxon & Norman Kings; pocket 8. Dr. B.H. van 't Hooft: Honderd jaar Geldersche geschiedenis in historieliederen; uitgave ver. Gelre, nr. 23 9. Dr. A. Zijp: De strijd tusschen de staten van Gelderland en het Hof; uitgave ver. Gelre, nr. 10 10. Dr. J.S. van Veen: Briefwisseling tusschen Margaretha van Parma en Charles de Brimeau; uitgave ver. Gelre, nr. 11 11. Verslag der Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage over de jaren 1911, 1913, 1915, 1917 en 1918

12. M.W. Maclaine Pont: De kinderen van Batenburg; historische roman

INDEX TWEESTROMENLAND

Medewerkers van het Streekdocumentatiecentrum hebben een index samengesteld op titel en auteursnaam van ons tijdschrift Tweestromenland'. Ook de laatste vijf nummers zijn geĂŻndiceerd en als bijlage bijgevoegd. Deze index kost f 9,-, maar voor toezending per post komt er f 3,- porto bij. De index is verkrijgbaar door / 12,- te storten oppostgiro 2622012 ten name van: Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen, onder vermelding van: Index Tweestromenland. Het werkje wordt dan aan u toegezonden.

8

f 15,00 f 40,00

/ 10,00 / 5,00 f 5,00 f 10,00 f 2,50 / 45,00 / 20,00

f 17,50 M 0,00

f 7,50


De derde wacht loopt vanaf het Veerhuis door het dorp tot bij Gradus Storij, vervolgens op het Hof en achter de kerk tot bij vrouw Bijl: aangenomen door Lodewijk Kuijpers voor 2 - 10 - . De vierde wacht, dezelfde route, wordt aangenomen door Jan Hol voor 2 - 10 - . Na vier weken en vier nachten zijn de wachten bedankt en de totale kosten bedroegen 41 - l - 8. De volgende aanbesteding is van 20 januari 1803 en geschiedt door toedoen van schout en buurmeesters. De bepalingen ervan zijn nogal afwijkend van die van 1798 en getuigen mijns inziens van een tijdsbestek waarin de criminaliteit zich al wat heeft verhard. De totale nachtwachtbernanning bestaat uit drie personen, zijnde 'bekwame' en volwassen

mannen, met een behoorlijke bewapening. Welk wapentuig moet worden meegevoerd staat helaas niet vermeld. Zij doen ieder uur de ronde, en wel van 's avonds 10.00 uur tot 's morgens 4.00 uur. Tijdens hun rondgang moeten zij bij bepaalde huizen middels roepen kenbaar maken dat zij de nachtwacht zij. Dit ter controle op hun taakuitoefening. Hun werk bestaat onder meer uit het aanhouden van suspecte personen, die vervolgens bij de schout worden afgeleverd. De wachten worden per week door de buurmeesters betaald en doen hun werk totdat ze bedankt worden door schout en buurmeesters. Bij een onvoldoende taakuitoefening wordt betaling stopgezet en volgt er, op kosten van de nalatige wachten, een nieuwe aanbesteding. De eerste wacht voert van het Veerhuis, of bij Francis Belgers, het dorp rond en verder achter de kerk tot ongeveer Hent van Zanten: aangenomen door Hermanus Schoenenburg voor - 7 - . De tweede wacht begint bij de weduwe Bijl, of Francis Belgers, en gaat dan langs Berghuizen: aangenomen door Jan de Kraaij voor - 5 - . De derde wacht begint bij Hend van Zanten, of bij Magiel van Dijk, en dan de Velddijk langs: aangenomen door Martienus Mertens voor - 5 - .

Deze periode van nachtelijke bewaking heeft geduurd tot 20 februari 1803. De aanbesteding is getekend door G. Rink en Dirk Bergers. In 1804 wordt de bewaking van goederen en personen gedurende de nacht toevertrouwd aan slechts twee personen. Zij moeten vreemde en suspecte personen aanhouden en bij de schout brengen gedurende hun diensttijd van 's avonds 10.00 tot 's morgens 4.00 uur. Alleen volwassen en bekwame personen kunnen inschrijven. Nieuw is dat zij zich op eigen kosten moeten bewapenen. De condities zijn verder vrijwel hetzelfde als in 1803. Een afwijking van betekenis is nog dat de wachten per week worden besteld en dat zij, indien niet opgeroepen, toch paraat moeten blijven. Ze krijgen in principe per week, maar toch minstens een keer per veertien dagen,

betaald. De eerste wacht is van Jacob Storij tot bij Jan Belgers: aangenomen door Ceel Kuipers voor - 4 - 8. De tweede wacht begint bij de weduwe van Den Bekker, of aan het Veerhuis, en voert dan door het dorp, door het straatje langs de meester en vervolgens tot Hent van Santen en achter de kerk: aangenomen door Manus Schonenberg voor - 4 - . Getekend 28-12-1804 door G. Rink; W. Bijl;

J. Visser; A.v.d. Wielen. De wachten werden bedankt op 3-2-1805 op een totaalbedrag van 1 8 - 5 - 8 . De wachtdienst die aanbesteed wordt op 27 december 1806 keni dezelfde condities als die van 1804. Als bijzonderheid wordt

vermeld dat de nachtwachten bij vooraf aan te wijzen huizen zich roepend bekend moeten maken. Dit zal in het verleden ook wel het geval zijn geweest, alleen staat hier expliciet 'aan te wijlen huizen De eerste wacht is vanaf het Veerhuis door het dorp, achter de kerk langs tot bij Hent van Santen en dan naar beneden tot bij Jan Belgers. De tweede wacht loopt vanaf Bastiaan Belgers tot bij weduwe Wilhelmus Bijl, of Jacob Storij. De namen van de aannemers zijn in deze

15


Pontveer Maasbommel-Megen. In het silhouet van Maasbommel zijn herkenbaar: hnksdeR.K.-kerk van architect C. van Dijk uit 1869; in het midden, de N.H.-kerk uit 1842; recht, - boven het dak van een ervoor seleeen boerderij - de twee rechthoekige schoorstenen van het oud-raadhuis te Maasbommel * * (Foto. Uitg. A. Las, Maasbommel; eigenaar: J.A. van Gelder) aanbesteding doorgehaald. Bij de eerste De voorn-aarden van 1810 kennen weer een - naam van Bastiaan _ • • - Belgers , . _ en — aantal verfijningen e n aanpassingen. wacht staat de Er zal wacht worden gelopen door twee bedraagt de aanneemsom - 4 - . De tweede volwassen mannen, bewapend met geladen wacht is aangenomen door Willem Bijl voor geweer, hetzij snaphaan of pistool. Indien - 3 - 8. aan te houden personen zich verzetten dan Het stuk is gedagtekend 27-12-1806 en moet dwang worden uitgeoefend en eventudraagt de handtekeningen van G. Rink; J. eel kan er in de naburige huizen assistentie Belgers; A.W. Loderus; A. v.d. Wielen. worden verkregen. De wachten zijn gehouDan vervolgt het document: den alle (in redelijkheid gegeven) orders van Deze aanbesteding zal gedaan worden door de aanbesteders op te volgen. De route wordt middel van inschrijving per briefje. De bepaald door de aanbesteders en kan iedere aanbesteders beraden zich een uur na nacht of week veranderen. binnenkomst van de inschrijvingen en beInschrijving geschiedt schriftelijk en de richten dan de aannemers. laagste inschrijving wordt gehonoreerd. De De benedenwacht aangenomen door Tijs dienst vangt aan op 28-1-1810 en zal duren van der Voord voor - 4 - . De bovenwacht tot wederopzegging. door Willem van Santen Johanneszoon voor De wachten worden aangenomen door -3- . Willem van Eldik en Gerrit Duis voor 30 Aldus besteld 15-12-1807. Was getekend G. duiten per nacht ieder. Rink; J. Belgers; A.W. Loderus; A. v.d. Het stukis getekend op 19-1-1810 door A.W. Wielen. Totaal uitbetaald 24 - 15 - door Jan Bel- Loderus; J.v.d. Koolwijk; Gr. Storij; A. v.d. Wielen. gers. Aan de wachtlieden wordt 7 - 11 - 8 in totaal Voorwaar een fraai staaltje van automatiseuitbetaald en deze som moet door de nieuwe ring van administratie die aanbestedingen maanders worden vergoed uit het overschot van 1807/1807.

16


van de dorpszetting in 1807. Er was nog een tweede aanbesteding in dat

jaar: die van eind 1810. Deaanbesteders zijn dezelfde als die van de eerste procedure. Aannemers zijn H end vanToorenJohannes Kuipers; zij beginnen op 22-12-1810 en hun dienstverband wordt gecontinueerd tot 2-21811. Aan betaling ontvangen zij gezamenlijk een bedrag van 12 - 14- . Op 23-2-1811 krijgt Johannes Kuipers dan nog een bedrag van 2 - 5 - ; waarvoor is niet duidelijk.

Opwindend zijn genoemde aanbestedingen nauwelijks, zoals ze in hun archiefmap te vinden zijn in vrij ambtelijke taal op ver-

kleurd papier. Wie echter gezegend is met enige fantasie zal ongetwijfeld bij het lezen er van (weliswaar valse) romantiek ondergaan van een rondgang in die donkere winternachten en kan de (angstige?) spanning voelen voor een ontmoeting met een 'suspect' persoon.

M. Bergevoet en H. van Heiningen

Jan Willems Greven, het droevig lot van een buurmeester van Leur Plaats: Leur Tijd: ca. 1660 Hoofdpersoon: Jan Willemszoon Greven, geboren te 'Sint Ooyenraey in de Meijerije van den Bosch' (St. Oedenrode); leeftijd circa 45 jaar; gehuwd met Marieken Cornelissen en vader van twee zoons en twee dochters. Beroep: landbouwer en pachter van de hoeve De Schebbelaer, gelegen op de grens met Batenburg en waarschijnlijk de grootste boerderij van het kerspel Leur. In 1656 was hij buurmeester van Leur. Een Leurs drama in drie bedrijven, oftewel hoe een eerzaam buurmeester aan een oneervol einde kwam. Leur in het midden van de 17e eeuw. Het kleinste dorp van de streek met een kerk die volgens de overlevering uit de 16e eeuw verreweg de oudste kerk moet zijn in de wijde omgeving. Voorts in het midden van het dorp aan de 'Cingel' de herberg van

Herman Janssen. Met enkele boerderijen en wat meer schamele woningen. Geen rijk dorp. In het verpondingskohier van 1650 wordt opgetekend dat 'in hetjaer 1635 in tyden

van de Croaten hetgantsche dorp is affgebrandt ende nog geene huysen volmaeckt en sijn, sulcx dat eenigen wonen in schaepstallen ende boeyen.' Maar er is na de Vrede van Munster ook herstel. In 1649 wordt het gieten van een nieuwe klok aanbesteed en in 1658 komt er een nieuw

uurwerk in de toren. Een eeuw eerder behoorde Leur nog tot de bannerheerlijkheid van Herman van Bronckhorst-Batenburg, die samen met zijn onderdanen landrechten maakt, welke eeuwen bleven gelden. Ook voor Leur, dat in 1650 formeel niets meer met Batenburg te maken had. Want via ruzies in de familie Bronckhorst en met behulp van het Hof van Gelre, waren Horssen en Leur kort tevoren van

Batenburg afgekapt en verkocht aan de meestbiedende. Leur was gekocht door Thomas van der Marck, kanunnik van St. Jan in Utrecht en burgemeester van Schoonhoven. Die weigerde om, zoals de nieuwe eigenaar van Horssen dat

wel deed, van zijn bezit een Gelders leen te maken, zodat het nu een allodiale heerlijkheid

was geworden. Van der Marck had Leur gekocht als geld-

17


Ajb. 1. Gezicht in het dorp Leur ± l 760. Toegesch reven aan PJ. van Liender. Particuliere Collectie. (Foto: H. van Capelleveen) ook aanleidingen te zijn geweest waardoor belegging; hij woonde er niet en stelde de Nijmegenaar Philips de Man aan als zijn hij 'van het regt de bruye hadde', zoals hij dat herhaaldelijk zou zeggen. stadhouder en richter. Uit de geërfden werden vijf schepenen benoemd om met De In 1654 had dat gericht van Leur al bezitMan een schepenbank te formeren en tingen van hem verbeurd verklaard om uit desgevraagd als 'oordeelwijsers', te fungeren. de opbrengst de dorpslasten over 1652 te De heer Van Leur benoemde voorts uit verhalen, die de vorige bewoner van De diezelfde groep geërfden twee buurmees- Schebbelaer, Herman van Goch, had moeters, die de ondankbare taak hadden de ten betalen. Ook een boete van 125 gulden, lasten (belastingen) die door het hoger waartoe Van Goch in 1651 was veroordeeld, bestuur werden gevorderd en naar de me- werd verhaald op Greve, die dat geld dan ning van de heer voor het besturen van het maar moest inhouden van de pacht. De boer kerspel nodig waren, over alle bewoners uit van De Schebbelaer was daar erg kwaad over te zetten. Voorts was er nog een schout - een geworden en had in het dorp geroepen dat dorpsgenoot ook en in dit geval Derck hij 'het gericht tartte nog eens de kloek te trecken en Janssen van Maesacker, die een pretentieus zijn panden te executeren. ' man moet zijn geweest, want hij bediende Op de avond van 15 oktober tussen 8 en 9 zich van een handtekeningstempel. uur barst de bom. Jan Greve moet een moeilijke man zijn De inwoners van Leur hebben die dag onder geweest. Maar uit de stukken in het Leurse leiding van de buurmeesters gewerkt aan de archief- die we voorlopig volgen - blijkt ook Teersdijk en daar breekt dan 'ten huyse van duidelijk, dat er haat en nijd is in de kleine Lowys Hendrix' een vechtpartij uit. Vijf dagen groep boeren waaruit de schepenen en later toont Jan Willems Greve zijn wonden buurmeesters worden gekozen. Men schijnt aan de richter De Man en schepenen hern te zoeken; misschien omdat hij de Herman Janssen en Jan van Galen. Hij is grootste hofstede bewoont en van buiten in daar 'door de Personen van Abraham Aerts ende Leur is komen wonen. Er schijnen voor hem Derck Wouters buiten redenen aangewassen ende

18


A/b. 2 De Schebbelaar. Een boerderij van die naam was in 1652/1653 in pacht bij Herman van Goch. Pachter in 1654: Jan Willems Greven. De huidige boerderij van die naam werd in 1848 gebouwd door Peter van Haren. In 1916 werd de rechterzijde uitgebreid (voorhuis). De schuur achter het huis is waarschijnlijk ouder. Jaartal in balk: 1836. (Foto: H. van Capelleveen, 1976)

met slaen ende houwen van spaden sodanich getracteert dat hij nae Ontfanck van de twee periculeuse hooftwonden ende item een op den linckerarm ende een op den rechterkant voor doot ende beswekene ter aerde gevallen is.' Zijn hersenen zijn beschadigd en Greve is onder behandeling van chirurgijn Meester Marcelis Hendrix. Van de rechtbank vraagt hij Aerts en Wouters te dwingen het Meesterloon te betalen, evenals het verder 'cureren van deselves wonden'. De rechtbank handelt snel. Met Meester Marcelis worden de kosten afgemaakt op 22 gulden en al op 21 oktober wordt 'gepeint' aan hetgeen Abraham Aerts uit het versterf van zijn vader Aert Geurts tegoed heeft en aan de goederen van Derck Wouters. Want zij beiden zullen een 'Heereboete' van honderd goudgulden moeten betalen voor 'het gewelt en infligeren van diverse periculeuse wonden des nachts tusschen de 15e en 16e deses gepleeght aen de Persoon van Jan Willems Greve.'

Als de schepenen Jan van Galen en Jan van Lienen met dit dwangbevel naar de beide verdachten gaan, wordt echter duidelijk dat rechter De Man in dit geval achter het net zal vissen. Het 'krakeel' heeft immers plaatsgevonden buiten Leur in het Rijk van Nijmegen en in de jurisdictie 'vanden Heere Burchgreef en die zal hen wellicht vervolgen. Of dat inderdaad geschiedde is helaas niet na te

gaan (in het archief van de burggraaf ontbreken de stukken over deze jaren); uit de Leurse stukken blijkt wel, dat Jan Greve op

26 maart 1658 een civiele procedure wil aanspannen om op zijn aanvallers de rekening te verhalen van 'Meister Marcelis van Davervelt' (zoals hij nu heet). Daarenboven wil Greve 'voldoening van vijftigh daler, ofte voor so veell meer ofte min al bij den E. Gerichte nae gelegenheit van saecke hem Jan Willems voor geledene smerte, schade ende versuym sullen ordelen te competeren.' Dat alles wil de rechter verhalen op zijn weerpenning, d.w.z. dat de

19


, o»/**./,-/ ,j*< ^V^i.A,^^

, e,- {Vw^c _ j K-v •» '- •"*: J

-O.^,

•. .-c?:^ <?• --•"•'i

V

e,i?,~f£~~••-• .. r.-'-r; ^-.„ck»-.•.,!-

£?«»" %«•« <<5«3£*7 i^V^r^Tj

^""-r?

^*«A^« vVf^"-*2)' j fl

J———-

/

l

-

^S^&^MttfUiï/t^zf y f*»f^! /*>$C~A, /? cA <" • v/ r .»^ \ l/ V -fc-«4A/ V>~k'f~A/**f/5" l ./£v2W. i t V t »-W •s^i* |^•>.^*»-« ^' «/ * M L ' -4?^ ^h*?» r- ,HM*D f -_V-i~«,</F«<>lrii(W ^5*^^««5nW^•JkWU>*iu£. j

^fitfl-f.^

l?^p<^rc>^

^'- \& . ,. (jt. J. A*w>.

/ .^V** (fcfïlfvf'+d

—.—————.—.————r^>^. >^ 4/6. J. Handtekeningen en handmerken onder de polderrekening van het dorp Leur van 1696 (Gemeentearchief Nijmegen; archief dorpspolder Leur, inv. nr. 8515). We herkennen enkele van de medespelers uit dit Leurse drama: Philips de Man, richter en stadhouder, Herman Jansen, Jan van Galen en Jan Lienen, schepenen, Derckjacobs van Maesacker, schout, Derck Wouters. Voorts het merk van Jan Willems (Greven), buurmeester, voorstellende een eg; de streepjes op de basis en op de opstaande zijden van de driehoek stellen de punten van een eg voor.

gedaagden het bedrag wat zij aan het slachtoffer moeten betalen ook nog een keer aan de rechter moeten voldoen. Maar ook in Leur gold destijds al: wie procedeert om een koe legt er twee op toe. En als 'pastor Wernerus Godefridus Pistorius' er

zich mee bemoeit, vinden de Leursen elkaar weer. Op 28 april 1658 vindt er op initiatief van buurmeester Abraham Aerts ten huize van de rechter een bijeenkomst plaats waarin partijen tot een minnelijke schikking komen. De beide daders zullen behalve de dokterskosten zestig gulden betalen voor 'kosten van jura', waarna alle wederzijdse vorderingen 'doot endc teniet' zouden zijn en 'parthijen malcanderen de handen gelangkt ende alles affgedroncken hebben. '

Wat er direct daarna geschiedde is niet duidelijk. Waarschijnlijk ging De Man ervan uit, dat die zestig gulden aan hem betaald zouden moeten worden, terwijl de anderen dachten dat Greve daarmee schadeloos gesteld zou moeten worden. Feit is in elk geval, dat de rechter Wouters en Aerts 'van sHeerenwege' verbiedt iets te betalen aan Greve, van wie hij verlangt een geding aan te spannen om van beiden te vorderen waarop hij meent recht te hebben. D at laatste weigert

20

Greve categorisch; hij heeft geen geld om te rechten, zo beweert hij herhaaldelijk. In het dorp durft hij ook te zeggen, dat hij in de

Leurse rechtbank geen vertrouwen heeft. Hij zal zelf wel invorderen wat hem toekomt een instelling waarmee hij zijn ondergang tegemoet gaat. Wordt vervolgd

HET SPIEKER Ook in dit tijdschrift kunnen wij weer mededelingen doen over schenkingen aan Tweestromenland. De werkgroep Streekdracht en Mode ontving de volgende klederdrachten en voorwerpen: Via mevrouw Leemans, Wijchen, uit de

nalatenschap van mejuffrouw Doortje Deegen: damesnachthemd, schortje, twee onderrokken, een heren onderhemd en een heren onderbroek van wit linnen of katoen; alles in miniatuur.


Van mevrouw Sprang, Wijchen: een palmdoek, ook wel 'Nuzzik' of worteldoek genaamd.

een hoed: veren, voile en spelden en haar-

Door tussenkomst van mevrouw Van Grinsven-de Zwart, Appeltern: een trouwbijbel van de familie Van Toor.

geborduurde stroken, rood op witte matting. Een boek: Christus en zijn kerk, 1929. Een boek: Nieuw handwerkonderwijs, 1948.

Van de Eerwaarde zusters Vincentine en Regina, 's-Hertogenbosch: een wit habijt, inclusief kapje, van de orde 'De Kleine Dienaressen van het Heilig Hart' uit Menton, welke orde in Ewijk werkzaam was.

Van de 'FĂźles de la Sagesse', Berg en Dal: Een authentieke rozenkrans voor bij het gecopieerde habijt, en een kruisbeeld.

Uit de 'Maas-dorpen': een kindermpfje; een 'Fries' meisjesschort; een half schortje; zwart luster-inzetvestjes voor jurk; een zwarte kraag en jabot; een sierkraag met pailletten en lovertjes; twee kleine stukjes bont. Voor

speld. Een zak pic-pac knopen; en zak klompenpinnen; een cigarettendoosje, metaal; een paar grijze heren slobkousen; drie

Hiervoor onze hartelijke dank! Heeft u ook iets voor onze vereniging, we komen het graag ophalen.

Wies Berris-Visschers, Wijchen, tel.: 0889417461.

OUD MAAS EN WAAL IN BEELD In deze aflevering kunnen we drie foto's beschrijven. Allereerst foto nr. 7 uit Tijdschrift nr. 49. De gegevens werden geleverd

door de heer G. van Koolwijk uit Dreumel. Staand van links naar rechts: 1. Johannes Gerlag, 2. Marinus Sas, 3. Cis

5. Th.J. Kooijmans, 1ste ambtenaar ter gemeente-secretarie, later burgemeester van Dreumel, 6. Van Hoften (?), ambtenaar ter gemeente-secretarie, 7. Zondag (uitTiel?), ambtenaar ter gemeente-secretarie, 8. J. van Rooij (deels zichtbaar).

Sas, 4. Johannes Heesakker, 5. de man

Tenslotte foto nr. 9 uit Tijdschrift nr. 51 (de

met de ratel is onbekend. Zittend van links naar rechts:

onderste foto op bladzijde 24). De gegevens komen van de familie W. Coppes in Hors-

6. Leopold van Hussen, 7. Piet van

sen. De foto is gemaakt in het eind van de

Oorsouw.

vijftiger jaren.

De foto is voor de tweede wereldoorlog genomen. De plaats is niet bekend. Verder foto nr. 8 uit Tijdschrift nr. 51 (de

bovenste foto op bladzijde 24). De gegevens kwamen van de heer A. Sengers te Beneden Leeuwen. D e foto is gemaakt in het begin van de veertiger jaren voor de hoofdingang van het Dreumelse gemeentehuis.

Van links naar rechts: 1. Truus van Summeren, 2. Oma v.d. Berg, 3. Anna v.d. Hurk-Mulders, 4. Marie Coppes-v.d. Berg. Op de voorgrond ligt een geschoten wild zwijn. Wij plaatsen nu de nieuwe foto's nrs 10 en 11. Uw beschrijvingen graag, liefst op een

Van links naar rechts:

briefkaartje of in een briefje, naar:

1. onbekend, 2. W. van Leur, gemeentebode, 3. J.Th. van Rossum, gemeentesecretaris, 4. Mr. F.J. Waals, burgemeester

C. Visser, Hoogstuk 62, 6651 ER Druten,

tel.: 08870-14204. 21



LiteratuurSignalement ^»" Oi»^ ^ f i '"""*•> IM

,—,-rgrn

'Ul tftBL --^ l

CAPELLEVEEN, H. van, 'Zoo sloeg dan de, ure . . .'; de protestanten van Druten, Afferden en Deest; Druten, 1985; 112 p., afbn. (262.2).

HAREN, van, Was het ideaal van de Nieuwe Gemeenschap te hoog gegrepen? Gemeenteraadsverkiezingen 1949-1986; in: Wegwijs dd. 18-3-1986, afbn. (352).

uitgegeven ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van het kerkgebouw aan de Kattenburg te Druten.

RUIM, -- zes-en-halve eeuw paraat; in: Dijkbrief, 5 no. l (mei 1986), afb. (352.91). 665 jaar waterschap in Maas en Waal.

DEKKERS, J., en M. BERGEVOET, Nasleep overdracht kerk Druten; in: Tweestromenland no. 48 (1986), p. 7-9, krtn. (262.2). KERKELIJKE, Een — gemeente in Maas en

Waal en Warschau; in: De andere helft van Europa, thematisch katern Vredesweek 1986, uitg. door Pax Christi, p. 11 (262.2).

KLAAUW, B. van der, en B. RIJNHOUT, Luchtbrug Market Garden. Nieuwe feiten, cijfers en verslagen over de voorbereiding en de uitvoering, de verliezen en het verraad van de grootste luchdandingsoperatie uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog; Amsterdam, 1984; 160 p., afbn., krtn., lit., tekn. (355.48).

contacten tussen de Herv. Streekgemeente in Maas en Waal en een gemeente in Polen.

ROSSUM, W. van, Vrijheid-GelijkheidBroederschap; in: Tweestromenland no. 51, GELDER, J.A. van, Van Watersnood 1926 (dec. 1986), p. 25-29, afb. (35,5.48). naar O.L. Vrouw ter Nood Gods Bergharen; in: Hier en Ginder, 27 (1986), p. 99-102, schade als gevolg van de Franse inval in de winter 1794 in Maasbommel. tekn. (264).

OUDE, -- Wijchense traditie blijft in ere: 23 OS, J. van, De historie van Henricus. 50Jaar augustus bedevaart naar Kevelaer; in: Weg- Bejaardenzorg in Huize Henricus te Wamel (1936-1986); Wamel/Puiflijk, 1986; 40 p., wijs, dd. 29-7-1986, afbn. (264). afbn., lit. (362.6). EGMOND, F., De Grote Nederlandse Ben-

de: rovers in de late 18de eeuw; in: Spiegel Historael, 21 no. 10 (okt. 1986), p. 431-438 en 465-466, afbn., lit. (343).

HADDERING, T., Tussen Rijn en Maas;

Haarlem, 1986; 148 p., afb., reg. (379.8). uitg. Gottmer, f 19,90. Fiets- en wandelroutes.

o.a, een overval op het veerhuis De Tempel te Overasselt 1798.

GELDER, J. van, Bidprentjes; in: Tweestro-

23


menland no. 49 (1986), p. 10-14, afbn. (393).

der Nederlandse tramwegen; Amsterdam/ Dieren, 1985 (3e druk); 240 p., afbn. (656.2/ *)•

VERBRAECK, A., Toelichting bij de Geologische Kaart van Nederland 1:50.000, blad De Bataafse Leeuw, f 68,-. Tiel West (39W) en blad Tiel Oost (390); HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden; in: Haarlem, 1984. (551). Waalkanter dd. 6-3-1986. (656.7). SURENDONK, H., Het licht moet blijven branden. P.G.E.M. 1955-1985; Arnhem, luchtvaart ca. 1910 te Druten. 1986; 208 p., afbn., tabn., tekri. (620.9). KUIPERS, P., Het land van Maas en Waal; in: DEYS, H.P., L.A. Reuvens en zijn kaart van IndustriĂŤle Archeologie, 6 no. 20 (1986), p. 142-143, tek. (725.4). de Gelderse Waal- en Rijndijken; in: Caertthresoor, 5 (1986), no. l, p. 1-10, afb., krtn., Oprichting van een werkgroep voor de inventarisatie lit., tekn. (627.514 en 912). van monumenten van bedrijf en techniek m het ROSSUM, W.J.M.T. van, Eerst de historie Gelderse Rivierengebied, te beginnen rond Drugeeft 's mensen werk de passende dimensie . . . ; in: Tweestromenland no. 50 (1986), p. 5LAANSMA, S., en T. BROUWER, Muziek8, afb., tek. (627.514). tenten in Gelderland; Zutphen, 1986; 120 p., afbn., krtn., tab., tekn. (725.8). het bedijken van een doorbraak te Maasbommel m 1789. bestaande (Bergharen, Bov.Leeuwen, Winssen en GELDER,J. van, Watersnood 1926; in: Hier Wijchen) en verdwenen (Ben.Leeuwen, Deest, en Ginder, 27(1986), p. 1-5, tek; p. 25-27; p. Dreurnel, Druten, Ewijk, Horssen, Puiflijk en 35-38, tekn., krt.; p. 51-55, tek.; p. 67- 69, Warnel) rnuziekkiosken. krt., tek.; p. 83-84; p. 115-120; p. 131-133, HEININGEN, H. van, Monurnent(en) voor tekn.; p. 147- 148, tek. (627.517). de koning; in: Tweestromenland no. 51 (dec. 1986), p. 15-23, afb., krt., lit., tekn. (725.94 gemeente Bergharen. en 627.517). GELDER, J. van, Watersnoodpenningen; in: Tweestromenland, no. 48 (1986), p. 15, afbn. watersnood-monumenten te Ben.Leeuwen (1861) (627.517 en 737). en Dreumel (1855).

HONDEKAR, - 'De Automaat' fraai gerestaureerd; in: Waalkanter dd. 2-101986, afb. (629.11).

HULST, R.S., Gelderland-Beuningen; in: Jaarverslag R.O.B, over 1984 (Rijswijk, 1986), p. 120. (725.94).

petroleum-hondekar van Esso.

overtreding van de Monumentenwet in Ewijk.

BUIS, J., Historia forestis. Nederlandse bosgeschiedenis; Wageningen, 1985; 1059 p. (2 delen). (638).

OIRSCHOT, A. van, Ook de kastelen in Land van Maas en Waal beschreven; in: Monumenten, 7 no. 7/8 (juli/aug. 1986), p. 18. (725.94 en 728.8).

Afd. Agrarische Geschiedenis (van de Landbouwhogeschool Wageningen), Bijdragen no. 26-27.

OVERBOSCH, S., De stoomlocomotieven

24

bespreking van A.G. Schutte, De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Het Land


van Maas /en Waal

WARFFEMIUS, A., Batenburg - St.Victorkerk; in: Bulletin Kon.Ned, Oudheidk. HELVOORT, H. van, De kerken van archi- Bond, 85 (1986), p. 39-40, tek. (rubriek tect C. Franssen in Maas en Waal (7): Archeologisch Nieuws) (726.54 en 902). Beuningen; in: Tweestromenland no. 50 (1986), p. 13-19, afbn. en (8): Appehern; in: CAPELLEVEEN, H. van, Het voormalige Tweestromenland no. 51 (1986), p. 3- 10, school- en kostershuis te Leur; in: Tweeafbn., bijl. (726.54). stromenland no. 48 (1986), p. 9-14, afbn. (727.1 en 728.1). HULST, R.S., Gelderland - Heumen; in: Jaarverslag R.O.B, over 1984 (Rijswijk, CROONEN, H., De St. Victorschool; in: 1986), p. 123. (726.54 en 902). Tweestromenland no. 49 (1986), p. 15-17, afbn. (727.1 en 373.2/3). opgravingen naar restanten van het schip van de N. H. kerk Ie Overasselt. Afferden. OS, J. van, Paling en peperkoek voor de Appelternse Parochiekerk (1900-1909); in:

Tweestromenland no. 51 (1986), p. 11-14,

HAAREN,J. van, Uit Drutens verleden. Het 'Witte Huys'; in: Waalkanter dd. 24-7-1986, afb. (728.1).

afbn. (726.54 en 262.2). methoden, waarmee de (uil Den Kosch afkomstige) pastoor Lambermont geld bijeen trachtte te krijgen voor de bouw van de Appelternse kerk.

MOET, -- historische boerderij wijken voor nieuw zwembad? in: Wegwijs, dd. 26-81986, afb. (728.6). üosterweg Wijchen.

OUDE, - kerken in Gelderland; Arnhem, 1986; afbn., krt. (726.54 en 379.8).

uitg. Prov. V. V. V. Gelderland, f 5,95. CROONEN, H., De Waterstaatskerk bij van Amstel (Afferden); in: Tweestromenland no. 49 (1986), p. 3-9, afbn., krt. (726.54). UNIEKE, — vondst onder Leurs kerkje; in: Wegwijs dd. 13-5-1986, afb. (726.54 en 902).

fundamenten van kerkjes uit de 11 e-12e eeuw. UNIEKE -- vondst tijdens restauratiewerkzaamheden. Funderingsresten zaalkerkje gevonden; in: Waalkanter dd. 15-5- 1986, afb.

Leur. VERHEUL, G., Een zwerftocht langs tien jaar Kerkepad; Kampen, 1986; 160p.,afbn., krtn., reg., tekn. (726.54).

MONUMENT, — onder slopershamer; in: Monumenten, 7 no. 11/12 (nov/dec. 1986), p. 25, afb. (728.6). boerderij Sengers te Ben.Leeuwen.

TOREN, -- van Blanckenburgh geconserveerd; in: Monumenten, 7 no. 7/8 (juli/aug. 1986). p. 25. (728.8).

Beuningen. BEEK, E.J.A. van, H.W. JACOBI en M. SCHARLOO, Klinkende Munt. Geschiedenis van het geld in de Lage Landen; Amsterdam/Brussel, 1985 (2e druk); 160 p., afbn., lit., reg., tekn. (737). 2e, herziene druk van 'Geld door de eeuwen heen', Amsterdam, 1984, p. S4-87 en 95: Katenburgs munthuis.

POL, A., Leicesters muntplakkaat. Het muntwezen in de Nederlanden rond 1586; in: Beeldenaar, 10(1986), p. 245-258, afbn.,

25


lit. p. 248-249: munt Batenburg.

Rectificatie

De heer Jos van Haaren te Druten, die onlangs de gezegende leeftijd van 90 jaren bereikte, zond ons de volgende rectificatie betreffende 'Dijkgraven van Groot Maas en Waal en hun voorgangers', van de hand van Ton schrijfwijze van de naam. Tielen, in Tweestromenland nr 49 (jg. 1986), STRAATNAMEN, -: De Markt; in: Wegwijs blz. 26. Johannes Ignatius Hubertus Hoeben was dd. 8-4-1986, afb. meester in de rechten, en hij was school(801.311/801.312). opziener in het arrondissement (niet: in het district) Zaltbommel. Wijchen. Zijn vrouw was een dochter van Constantia HAREN, H. van, Een wandelaar Met Een Helena Dericks, dus niet Dirickx. Bijnaam; Amsterdam, 1986, 151 p. (82.2 en 92).

JANSEN, J.A., Woezik of Woesik; in: Wegwijs dd. 29-7-1986. (801.311/801.312).

roman-debuut van Huub van Haren uit Wijchen.

In memoriam George Kaiser Op 28 december 1986 is geheel onverwacht in het Canisius- Wilhelminaziekenhuis in Nijmegen overleden George Kaiser, oud bestuurslid van onze vereniging. Hij werkte een aantal jaren als therapeut op Boldershof in Druten en toonde altijd een grote belangstelling voor de historie van onze streek en daarmee ook voor onze vereniging. Bij een vacature werd hij al gauw gevraagd lid van ons bestuur te worden en hij is daarin altijd erg creatief geweest. Vooral de financiĂŤle opzet kreeg zijn aandacht en hij wist een geheel nieuw boekhoudkundig systeem voor te schotelen, waarbij alles zoveel overzichtelijker werd. Zijn bezorgdheid over het vastleggen van bestaande toestanden in de streek, die na korte tijd dreigden te verdwijnen, was groot en hij leverde een groot aandeel met foto's en dia's om alles zoveel mogelijk voor het nageslacht te bewaren. Toen hij vanwege zijn leeftijd - hij is 77 jaar geworden - meende als bestuurslid te moe-

26

ten stoppen, bleef hij toch actief, want we konden hem telkens weer ontmoeten op excursies, tentoonstellingen en bijeenkomsten samen met zijn vrouw, ledere keer kwam dan weer naar voren hoe punctueel hij altijd te werk ging. Alles moest bij hem tot in de puntjes worden verzorgd. Zeker ook nu nog zullen we hem missen in onze vereniging, maar het grootste verlies is uiteraard voor zijn vrouw en kinderen, voor wie hij na zijn pensioenering zoveel meer tijd had. Wij denken in dankbaarheid voor alles wat hij voor onze vereniging en de streek heeft gedaan aan hem terug en wensen zijn vrouw en kinderen alle sterkte toe om het plotseling ontstane leed te dragen. Hij heeft veel moois achter gelaten. Samen kunnen we daar mee verder leven en doorgaan op hetgeen hij mee heeft opgebouwd. Hij ruste in vrede. JvG


T WESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS 30.VI.1987 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 53


TWEESTROM ENIANGD Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks.

Contributie De contributie voor 1986 bedraagt f 25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,-, enz., te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VC Wijchen.

Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Zwanensingel 259,6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247.

A. Kamerman, Wijchen Mevr. F J. van Ogen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt W J, van Sommeren, Böven-Leerawem Drs C. Visser, Druten J.P. van Wezel, Alphen

Administrateur B.I. Goei, Wijchen Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Tolhuis 52-37,6537 SN Nijmegen,

tel.: 080444542. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

Losse nummers tijdschrift Nrs 19 t/m 53 voorradig. Per stuk f5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VG Wijchen.

Inhoud

Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 JJP.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Erevoorzitter J P. van Wezel, benoemd 9 mei 1985 Bestuur J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk JA. van Gelder, vice-vz., Bergharen WM.G. Arts, secr., Wijchen JA. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen

Mej. W A. van Buren, Bergharen Mevr. G.YM. Derks-Klabbers, Bruten B J.H.M. van Elk, Beneden-Leeuwen W.H.Frentz,Driel

16 18 29 30

M. Bergevoet en H. van Heiningen: Jan Willems Greven, het droevig lot van een buurmeester van Leur (2) Jan van Haren: De doorbraak te Nederasseltinl799 M.G. van Haren: '... te zamen op het dak van weedom ...' H. van Helvoort: De kerken van architect C. Franssen in MaasenWasfl;(9«nslot) Drs. C. Visser: Oud MaasenWaal in beeld Literatuur--Signaleïiieïit MerowdbriWf

'OtpaewortEanit: •ItetoiktteLeTOTO l$43,4oor «C-Omst.


T WEESTROM ENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen

NUMMER 53

1987

M. Bergevoet en H. van Heiningen

Jan Willems Greven, het droevig lot van een buurmeester van Leur (2) Korte inhoud van deel 1: Op 15 oktober 1657 raken inwoners van Leur slaags in de herberg van Louis Hendriks aan de Teersdijk. De 'buurmeester' Jan Willems Greven wordt daarbij door Abraham Aerts en Derck Wouters met een spade op het hoofd geslagen en ernstig gewond. Hij wil via het gericht van Leur de kosten van de heelmeester en zijn verzuim op de daders verhalen, maar op 28 april 1658 wordt door tussenkomst van de predikant de zaak in der minne geschikt. De rechter verbiedt dan echter de beide mannen iets aan Greven te betalen. Die moet maar een proces beginnen vindt hij, maar Greven, die daarmee slechte ervaring had, heeft geen vertrouwen in de rechtbank van Leur en gaat eigen rechter spelen. De domheer Thomas van der Marck, die ten tijde van de hier verhaalde gebeurtenissen heer van Leur was, had bij publieke veiling op 7 december 1648 via een stroman uit de zogenaamde goederen van Holoigne (die in

Philips de Man uit Nijmegen tot rechter moeten benoemen. Beiden, de heer en de rechter, hadden financieel belang bij de rechtspraak: zij deelden de opgelegde boetes samen. Daarom werd niet getolereerd, dat

1639 door het Hof waren afgesplitst van de

vergrijpen of geschillen waarvan de justitie

heerlijkheid Batenburg) de heerlijkheid Leur en de boerderij De Flierden gekocht voor 26.600 gulden. Maar hij weigerde enkele jaren achtereen de koopsom te voldoen omdat hij (met andere kopers van de

kennis had gekregen, onderling werden afgedaan. De vechtpartij had buiten de jurisdictie van Leur plaatsgevonden: de rechter kon dus het strafbaar feit niet vervolgen, maar achtte zich wel degelijk competent in een geschil over de civiele gevolgen ervan,

goederen) meende, dat het gekochte niet aan

de verwachtingen voldeed. Er bleken onder andere op de heerlijkheid Leur verplichtingen te rusten ten aanzien van de familie De Man en de opbrengst was geringer dan

hem zou zijn voorgespiegeld. Min of meer daartoe gedwongen had Van der Marck

Jan Willems Greven had bij de vechtpartij hersenletsel opgelopen en dat maakte hem nog driftiger dan hij al was, zo zou hij later als excuus voor zijn daden naar voren 3


Aft. L De Schebbelaar. Tekening van de huidige boerderij met die naam te Leur. Tekening: H. van Capelleveen.

brengen. Toch heeft hij kennelijk niet verschrikkelijk veel haast met de vordering, die hij op Derk Wouters en Abraham Aerts meent te hebben. Er zijn wel wat strubbelingen geweest, maar het wordt toch 'Vastelavont' 1661 voordat het tot een handgemeen komt. Dat gebeurt dan in de herberg van Herman Jansen aan de Cingel, waar de landbouwers van Leur elkaar treffen en Abraham Aerts nogal hardhandig wordt duidelijk gemaakt dat Greven betaling verlangt. Aerts gaat er vandoor, maar met Wouters denkt de belager het gemakkelijker te zullen

hebben. Die is inmiddels behalve buurmeester ook 'maander' van de verponding geworden en als pachter van de grootste boerderij in de omgeving moet Greven daarin nog 30 gulden bijdragen over 1657. In een opgewonden stemming valt hij daarom het huis van Derck Wouters binnen en daar weet hij onder 'verscheijdenc sware dreygementen' kwijtschelding van die 30 gulden los te krijgen plus de plechtige belofte dat Wouters hem ook zal 'beladen eene somme van seven en vijftigh gulden tien stuiver met een halffvat bier ad drie guld,en'. Die beloftes zijn hem echter afgedwongen 'tot voorkominghe van sodane mijne enpericulen op bede van sijne huysvrouw en kindei en', zo getuigt Wouters weldra voor de rechter, die dus

vindt dat men aan een dergelijke belofte niet gebonden is. Als enkele dagen later ook Aerts komt klagen dat Greven naar hem toe gekomen is op het bouwland en zijn spade ophief met de woorden 'sal ik u tracteren als gij mij gedaen hebt?', vindt De Man dat het genoeg is. Hij grijpt dan naar een antiek machtsmiddel uit de oudste inheemse rechtsregels en legt Jan Willems Greven 'van sHeerenwege de Vredeban op'. Volgens de oude Batenburgse rechtsregels die nog in Leur gelden betekent dat dat Greven elke denkbare straf kan krijgen als hij door Wouters of Aerts nog lastig te vallen, de Vredeban breekt. Iemand die de vredeban breekt verspeelt volgens dat oude recht lijf en goed: 'de heer kan zijn wille doen met hem'. De Man laat Greven bij zich komen in Nijmegen om hem op de ernst van de maatregel te wijzen en uit te nodigen een procedure aan te spannen als hij meent van iemand iets te vorderen te hebben. Maar Greven stelt dat hij geen geld heeft om te rechten en er niettemin op staat zijn schade vergoed te krijgen. Als dat niet geschiedt 'sal het tot Loer niet eerder dagen offdaer moeten aldaer twee of drie onder de voet liggen'. De Man en Greven gaan uit elkaar met de dreiging dat ze beiden 'hun best soude doen'. De gebeurtenissen volgen elkaar nu snel op.


^^f^&W - fa^fffi** y-^wb- j O

s>t •^K*\t!-y'M &•

f^~fl<^^tac,fy£

4/i 2. en 5. ZinAs: Handmerk van Jan Willems Greven. Het merk stelt een eg voor. Bron: Archief voormalige dorpspolder Leur in. nr. 8514; dorpizetting Leur 7655. Rechts: Handtekeningstempel van Denk Jansen van Maesacker.

Als de inwoners van Leur worden opgeroepen om naar de Cingel te komen met hun

geweren voor de jaarlijkse inspectie daarvan, verschijnt ook Greven daar met een geweer en zoveel nadruk dat de rechter de keuken van de herberg induikt. Als Greven hem achterna komt 'reüreert' hij 'in de Camer tot voorkominghe van allen onheyl'. Erger nog is dat Greven opnieuw het huis binnendringt van

de inmiddels op sterven liggende Derck Wouters en daar allerlei 'vuyle dreyghementen' herhaalt. Enkele weken later krijgt Wouter Dercks, de zoon van de dan juist overleden Derck Wouters een pak slaag en Greven jaagt de schepenen Jan van Galen, Jan van Lienen,

Derck Jansen van Maasacker en Jan Willems

overleden douairière Anna Maria, die twist over haar erfenis, als de graaf van Hoorne vond dat Leur ten onrechte van Batenburg

was losgescheurd. Er lopen daarover nog processen in Arnhem en Brussel en in Batenburg meent men ongetwijfeld nog het recht te hebben in Leur genomen beslissingen te corrigeren.

Als De Man zijn slachtoffer tegen de regels van de rechtspraak in vier weken in de kerker en geheel van de buitenwereld afgesloten vasthoudt om, zoals hij het zelf verklaarde, in alle rust een proces tegen Greven voor te kunnen voorbereiden, krijgt die dan ook steun vanuit Batenburg. Schout Gerrit Tie-

lens levert Marieken, de vrouw van Greven, een advocaat en stuurt een attest aan het gericht van Leur dat mede-ondertekend

eenvoudig van de deur als ze hem komen dagvaarden zich voor de rechtbank te verantwoorden. wordt door de Batenburgers Jacob TheunisOp 7 augustus 1662 requireert de rechter sen, Lard Gerytsen en Herman Derx. Ook dan een detachement soldaten uit Nijmegen buurmeester Jan Jansen, Jan Aertsen, Peter en wordt Jan Willems Greve op de Schebbe- Janssen, Hermanjanssen en Dries Peters uit laar gearresteerd. Gemakkelijk gaat dat niet, Leur tekenen, evenals Derick Gerrits, Huwant de soldaten moeten hem achtereenvol- bert Hubers, Jan Wolters en Thomas Huygens een gavel, een mes en een 'roer' bers uit Hernen. Zij allen vertellen dat Jan afnemen, dat nog geladen blijkt te zijn met Willems Greven nu negen jaar woont op de

twee kogels. Tegen de overmacht moet hij

bouwhof de Schebbelaar, die ten dele onder

echter opgeven en zwaar geboeid wordt de vredebreker dan gebracht 'naar de plaats waar men gevangenen uit Leur pleegt op te sluiten'. Dat moet wel de kelder van het kasteel Batenburg zijn en daar wordt, zo lezen we, Greven aan handen en voeten geboeid aan een ijzeren blok geketend. In dat Batenburg wachten rechter De Man echter problemen. De schout Gerrit Tielens is partij in de geschillen om de 'goederen van Holoigne' en zowel de kort tevoren

Batenburg en ten dele onder Hernen ligt. Greven hebben ze leren kennen als een eerlijk man, die niemand ooit tekort deed en

waarvan ze nooit iets kwaad hebben horen zeggen. Zodra Jan Willems Greven in Batenburg in de ketenen zit verschijnen de gieren. Richter De Man 'peint' (d.w.z. legt beslag op) alle have en goed van de verdachte om zekerheid te hebben dat hij straks de kosten van het proces zal betalen en zal weldra becijferen,


Verkoopinge van twee Heerlick.heyden met hooge ende lege lurjfdictien ende'andere Bouhoven ende Landen in den Amptc van tuflchcn Maes ende Wacl by Batenburch gelegen.

.€u (aetjcticr een toeeten / fjoetat öfefcïolmaeljtfsers

jbanbe«rffgrnamimbfmtoplm^eer25oIbetDi/nban XurenbuttS cnbe «BeettnriDbe ' «lort/ (n h,aer (cbrtt $eere enbe tëjoutoe ban ^oloignen/ 2Êufin mbe /f aflon/te. Cen |0ber(laenbanbc<£ommfn'arlenbanben ^obebesf jfurffcnbomb* <6rirtmDt«5rncÖf' frhapö iZutphen/baer toe fperïalich gecommitteert rnDe geamhojlfim/ op brn febenben ) ore aenltaenbc a^nctua ©ccembjtja! nnc brn olDrn/ofttfcbentfjfenbcn nar ben nfeubien (Kjl/ beo nacmibbaealtf om trn npjt binnen fêpmtgften tnbe beroufben i&eOieaen/ ui 't openbatr bp b?anbenbcr fceernrn acn bni meeltbtebenoen tolden bcecoopen / naerbolgljenbe (toet $eerIIC' IjepDcn enbt l&ntccctai bon gocDctcu cnbc fulet upt hrac()U bait fcntcnrti banbrn torlarbncötcii l^obt bon* Den i. befrjf ropmbta?nentfl(jfobtnib.; nSnerbpetlientenbeUethlactttó/batbpbena^ombctbanbtrt 3onam$ce»batt2?atntbo?cl)$efnicrtcbbnn S^ejslieten^tftbtöotberbesf amptöban tntTctjen fll^aesf rnbe n&art'gtent ftifflfonte rebenen ban wegen fjet nteijptenlTp'Dcm-aTplttljrDanDf boojgnioment bercoopinoe m fpn boojorbjncüt/enöt bat blenbofóettf foobant bmooplngt bneren boojtganrfe Tal sjetulimen/na topbrren inftott brnibt boojnomibt fententie/ boer toe mm fid) cojibepts balbm grbjaraht «la narmentlIJtH banbt tton ^eetltchö^pbtn ban ^ojiïen mbe Xcur motte googr enbr (egt 3!urftoictit/ infgtHjcfwn «rffpntbtm mbe Cbimfen/mttfaabersf »»< aimmbtniim bgnmm. 3;ttm banbc aattjten entw nnbcta; mbe barrbenebettf omtrent t)onbert enbe ttote ^ergert JtanbwTTnTittfctjepOen Xcwtuöoben enbe Jöarceclen onbrr Xeur/enbe bter $ trgen onber ^ojffm boojnocmt. Ban gelijröcn omtrent tnrtjtrnticl) o^ergen / ocnoemt We Zljmeti / flmbt upttertutrrben onöer ^attnW bitrct)/ mbe bneren boben noc^beerticJ) a^ergen Benoemt bie «Craen halfen gelegen bfnoen bl^tó niebeon» bre ^atenbnrctt('eenfnittcntl!(th een hlcpn üöcmgni tot Zpnttn btipten Dpch,a / cbocQ foo groot mbe kltpnl fltó trtrfrtoe J9atcerlrn/üi bnere refpettfbt bepalingen gelegen / enbe bp ^>cntenrie ban meer gebacfttcn gtnht banbenj.Jtugnlrf "t) 9.berboo?noembel&olmacötlserj( ^jtnripaleulpefr gaberenbejgfflot-fl^pebfr 3ü«(jchn:gi9miojieje^öJiMlfftfijii.^ -—————————:————~ ö)f flWlbni alle öTTgrniigljt/Dit nu rnDt gaeBfngt fmiöni mogen (jri)ö tn/tiie tiooKj-Junfbirtifii rnbc gorömn te tt>o> iiilltnmorgrn laten üinöm/niöe fyoottn albaetDie nuctuaetDtn te» obecftarn oaiiOe bootnoembr 9erren «tonumuanoi lefen ttiöe toopen gotOni toop. ©p aJWtn oiiOmuiTclfm jrmanöt btgeericb toaeDte frttjeOnttoattcen tt om/Cal Ue ftt»e tot ambtmbV atnomt ^ennmt» niDe tot jftpinfom üoo;f5.bp ^etman ban KUffaNjtbbet btpot fietbttn JDottojmwn» nenuinben. ZXfgtttitkmtiitmib&eieTtupl bie gnntiöe «oululwuen mbe ïanben koflbe Oen/kan tUJ) üeröoegm tot Xtwr

ptti/fittjopüttittoojr?- ;, De0iiarltttomplHgtflpaem0a)(trnib;iBbjnnm^)>megentnbe t)trgiiB)el»fUl:atnüoo{noemt

bp Derth JanOTm Atabrtjottft banb» relt» i?f rflirhötrt/We tw« ban goebr aRttDijangc cm boen.

Segget voorts. _

' _

__ •_

;____

-

__..—-„

'

_-.-

r _—-

-i--_j--u

|

- n • k-

-

-

-

-

-

... — .. __..

_ .

__

•,»™^^**

Tot N Y M E G E N , Gedruckt by A(icolatf*m Hervtb Boeckvcrcooper 16^9t AJb. 4. Aankondiging van de verkoop der heerlijkheden Horssen en Leur, 1648.

dat hij - heel billijk, zo vindt hij zelf- 1.104 gulden 50 stuivers te vorderen heeft van Greven. De oogst die van de akkers van de Schebbelaar wordt gehaald, zal dus naar de schuren van de rechter moeten en als blijkt dat de vrouw van Greven met behulp van buren geoogst graan naar Batenburg laat brengen, gelast De Man de schepenen de weerbare mannen van Leur op te roepen om dag en nacht de wacht te gaan houden bij de Schebbelaar. Daarvoor voelen ze kennelijk weinig want op het bevelschrift wordt aangetekend, dat de Leurenaren geen tijd hebben

om tegen Greven in het geweer te komen, Tezelfdertijd wordt er ook vanuit Batenburg onder leiding van schout Tielen beslag gelegd op de goederen van Greven, omdat die nog pacht ten achter zou zijn. De rechter probeert ondertussen zoveel mogelijk belastende verklaringen tegen de lastige boer op papier te krijgen. De weduwe van Wouters en Abraham Aerts vertellen uitvoerig hoe ze lastig werden gevallen terwijl ze volgens de rechter niet behoefden te betalen en de weduwe zegt dat de dood van haar man is versneld door de 'vuyle


•MM»^Mi»^™WI^""«"™«"^"««"""^^"«^^"'^" ' l'

NU"———H

•IIIMIII

II l

———————————.———————————————————

———————————

———

Ajb. 5. De kerk te Leur in 1843, door P.C. Christ. Collectie Nijmeegs Museum 'Commanderie van St. Jan'. Foto in het bezit van H. van Capelleveen.

dreygementhen'. De schout en de schepenen

van Heumen getuigen dat Jan Willems Greven de tijd dat hij daar woonde 'seer onrustigh geleeft heeft'; hij liet zijn paarden wel

eens lopen in het bos van de heer van Heumen en was daardoor in grote boete vervallen. En schout en schepenen van Hernen weten zich te herinneren dat 'Jan Willems Greven ende Thomas Huyberts Smith alhier eenigejaeren geleden, naer voorgaende heftige woorden sijn hantgemein geworden ende gevochten. Dat wij daer naer gehoort hebben, dat Jan Greve voornoemt geseiden Thomas Huyberts Smith seer onfatsoenlick mit sijn mannlickheyt gevath ende daer aen gequetst hadde'. Dat is dan diezelfde Thomas Huyberts, die het request ten

voordele van Greven ondertekende, waaruit De Man concludeert dat de mensen kennelijk uit angst voor Greven hebben getekend

zodat aan het adres geen waarde moet worden gehecht.

Juist voordat de rechter gereed is om de bank te spannen is de vogel echter gevlogen; in de nacht van l O op 11 september is Jan Willems Greven uit zijn kerker ontsnapt. Richter De Man en de schepenen Jan van Galen en Jan Hermans gaan kijken en stellen een verklaring op dat zij 'besichticht hebben de plaetse waerinne den persoon van Jan Willems Greve van sHeeren wegen versekert en waer uyt hij des nachts tusschen den tienden en elffden septembris voors. ontvlucht was: ende bevonde oock gesien dat voor het eerst het Sloth vanden Bolt waarmede hij met een ketüngh aen eenpael om sijne voeten gesloten sijnde seer krom en met grote farcen in stucken geslagen en also voorts docht eenich instrument van binnen door de Muijer van drie Steenen dyck gearbeyt en de Deur opengebroken was, gelijck in de voorn. Gevankenisse alnoch te sten het het sloth ten dien eijnde ongerepareert bewaert wort.' Met de Leurse klompen werd kennelijk aangevoeld dat Greven uit de gevangenis


geholpen was, maar daarover wordt voorlopig niet gesproken. Vergeefs wordt Jan Willems Greven nu bij klokkenslag driemaal geciteerd voor de rechtbank te verschijnen; hij blijft 'fugitief, maar laat zich wel door een advocaat verdedigen. In de aanklacht worden de misdaden van Jan Willems Greven breed uitgemeten. Hij heeft de 'Vredebant' geschonden en zowel Aerts als Wouters herhaaldelijk bedreigd; de laatste zijn 'de vuyle dreighementen ter herte getrokken' zodat hij in bed terechtkwam en overleed. Greven heeft 'die van het gericht met gaffel en mes bedreigd' en is 'siende dat hem alle sijnne vuyle actie tot noch toe ten beste vergaen was' steeds driester geworden. De weduwe en kinderen Wouters werden bedreigd en 'in soodaenighe angste en benoutheyt gebracht, dat dezelve des naghts op haere bedden niet langer seecker hebben durven rusten' en Greven vertoonde zich 'stoutelijck met een roer in de herberg terwijl hij niet . bevoegd was te gaan met een Roer'. Via zijn advocaat stelt Greven dat hij niet gedreigd heeft en dat de hele aanklacht eigenlijk het 'debatteren niet weerdigh is' Het ging slechts om enig geld en 'deze mensen zijn zo licht niet beducht voor enige dreigemente'. Toen men hem op de Teersdijk zonder enige aanleiding op het hoofd sloeg 'kwam hij in doodsperikel' en zijn zijn hersenen 'enigzins gekrenckt'. Over de schadevergoeding had hij 'vriendelijk geaccordeert' maar de beide heren betaalden hem eenvoudig niet. De Man had bij de monstering een halve ton bier beloofd voor de mannen die zouden komen en niemand had hem verteld dat hij daar niet bij zou mogen zijn. Nu was hij 'vier weecken aen handen en voeten aan een block gebonden en strictelijck gesloten gehouden'. Behalve grote schade in zijn bedrijf had Greven nu ook erg veel pijn geleden en in de gevangenis was hij tenslotte ziek geworden. 'Door zwaere kwetsuren in de hersenen gekrenckt heeft Greven misschien iets lichtveerdighs gezegd, hetgeen hij overigens ontkent' aldus zijn advocaat, die vindt dat hij dan 'met desegevangenisse al overvloedigh gestraft is'. In zijn antwoord erkent De Man dat Greven hem verzocht om een lichtere gevangenis en om met zijn advocaat te mogen spreken, maar dat verzoek kon niet ingewilligd wor-

8

f (pn.<"y

fa

O& }> i/»*/ Jtt/flk'nA ,-i/-^ ,- C^J& &•-

<C / (y r^jg-^y

Afb. 6. Handtekening Philips de Man. Bron: ah bij afb. 2.

den omdat er binnen de heerlijkheid nu eenmaal geen lichte gevangenis was. En uiteindelijk had zijn advocaat hem toch mogen bezoeken. Greven moest wel opgesloten worden want zijn gedrag zou 'notoirlijck geleidt hebben tot eenige bloetstortinge off ander verderffelijck ongeval'. Hij had ook de gevangenis al 'gevioleert' en scheen er 'op uit te sijn het gericht, laat staan de Heere niet te gelooven en hen te vilipideren'. Er was z.i. voor zo iemand maar één straf gerecht: eeuwige verbanning en de doodstraf als hij zich nog ooit zou vertonen. Omdat verbanning uit Leur weinig effect

zal sorteren en enkele schepenen zich aan een oordeel willen onttrekken, besluit de rechter twee onpartijdige deskundigen te horen en vervolgens het Hof in Arnhem te verzoeken een verbanning uit geheel Gelre te mogen uitspreken. De beide rechtsgeleerde doctoren Johan Kelffken en L. van Eek wijzen er in hun met veel latijn doorspekte adviezen op dat volgens de oudste rechten kraamschenders, vredebrekers en moordbranders de doodstraf behoren te krijgen. Uit de door de rechter overgelegde stukken is duidelijk dat Jan Willems Greven de vrede heeft gebroken en daarom de hoogste straf verdient. Op 7 november 1662 al krijgt De Man de gevraagde autorisatie van het Hof en dan wordt Jan Willems Greven inderdaad 'gebannen uyt desen gehelen furstendomb ende graeffschap, met verboth van daerin noyt weder in te mogen komen op poene van met de doot gestraft te worden'.

Wordt vervolgd


Jan van Haren

De doorbraak te Nederasselt in 1799 Talloos zijn de verhalen die na weer een overstroming werden opgetekend en bewaard. Men vindt die verhalen terug in boeken, die steevast volgden op de overstroming, in archieven in Den Haag - op basis van ingezonden verslagen werden van daaruit medailles, lintjes, oorkonden of geldprijzen toegekend - en in de polderarchieven. Deze getuigenissen zijn vaak bombastisch van aard en doorspekt met theologische overwegingen: overstromingen werden wel gezien als straf voor de heersende zedeloosheid - door tijdgenoten altijd ervaren als sterk toenemend - of bijvoorbeeld als straf voor het tolereren van 'paepsche stoutigheden', In het archief van het voormalige polderdistrict Maas en Waal, tussen de rekesten aan het polderbestuur, is een verslag te vinden van gebeurtenissen tijdens de overstroming van 22 februari 1799 te Nederasselt, dat weldadig aandoet door een nuchtere, gedetailleerde en precieze verteltrant. Het verhaal wordt verteld door Jan van Haren, een inwoner van Nederasselt.

Inleiding Aanleiding voor het opstellen van genoemd verhaal, was het uitloven van prijzen voor moedige daden door het Bataafs bewind. De

prijs bestond uit een fraaie oorkonde, maar de ontvangers ervan zullen wellicht meer belangstelling gehad hebben voor het zilveren kistje ter waarde van vijftig Hollandse guldens, waarin de oorkonde was vervat.. Een ingezetene van Nederasselt besloot een aantal dorpsgenoten, en zichzelf, voor te dragen voor de oorkonde. Zijn naam: Jan van Haren. Hij werd vermoedelijk geboren in Overasselt op de boerderij 't Roth; hij was een zoon van Laurentius Jacobs van Haren en Anna Maria Ermers. Jan was landbouwer en herbergier te Nederasselt, hij woonde aldaar op het veerhuis 'Het Graafsche Veer'. Jan van Haren huwde tweemaal, eerst met Petronella Jansen uit Wijchen, na haar dood met Elisabeth Lamers, weduwe van Petrus Osewoud. Door zijn tweede huwelijk werd hij een zwager van de eveneens in het verhaal voorkomende Jacob Bruijsten, landbouwer op de Hondsberg te Nederasselt en schepen, later schout, maire en burgemeester aldaar. Jan van Haren bracht het zelf tot buurmeester. Hij overleed in 1820; op het moment van

de overstroming was hij bijna 45 jaar oud, hij kon schrijven zoals blijkt uit zijn handtekening, maar genoemd verslag is van de hand

van iemand anders - hetgeen blijkt uit een afwijkend handschrift. Jan van Haren zal zijn verhaal gedicteerd en de onbekende ander zal het opgeschreven en wellicht ook geredigeerd hebben. Jan van Haren is geen familie van M.G. van Haren die elders in dit

nummer over een andere overstroming schrijft. De overstroming waarover Jan van Haren bericht is een van de ergste geweest in de geschiedenis van Maas en Waal. 3 Februari 1799 was de Waaldijk bij Weurt doorgebroken, spoedig gevolgd door een doorbraak in Hees. Onafzienbare watermassa's en ijsschotsen stroomden het Land van Maas en Waal en Rijk van Nijmegen binnen. De situatie werd zo slecht dat men besloot de Maasdijk onder Dreumel door te steken, zodat het water van binnenuit wegkon. Dat gaf echter geen enkele verlichting: de Maas stond namelijk ook al zeer hoog. In de nacht van 21 op 22 februari brak de Maasdijk tussen Nederasselt en Keent (toen nog in Gelderland gelegen). De Maas en de Waal


Reglement voor gedrag in tijden van watersnood. Bron: Archief voormalig polderdistrict Rijk van Nijmegen, inv. nr. 1167.

10


JNfr

Plan van de doorbraak onder Hees door F, Beyerinck, landmeter. Bron: Archief voormalig polderdistrict Rijk van Nijmegen.

heersten nu over het naar hen genoemde Land. Ter vergelijking: bij de overstroming van 1926 stond de kerk van Leur droog, bij die in 1799 stond het water een meter hoog in de kerk. De schade was enorm en werd naderhand

begroot op zo'n drie miljoen gulden, waarvan zo' n twee vijfde gedeelte op rekening van

Maas en Waal en Rijk van Nijmegen. Een nationale collecte bracht ongeveer 200.000 gulden op, die besteed werden aan de aankoop van vee en het herstel van woningen. Maandenlang bleven de dijken open liggen, keer op keer gingen er rekesten naar Den Haag, maar door de Franse bezetting was geld schaars geworden en het water had nog lang vrij spel. Er zijn nog drie herinneringssteentjes (misschien meer), die na deze ramp ingemetseld zijn in de kerk van Leur, de NH-kerk van Hees en de Stadskraan te Nijmegen. De laatste steen bevindt zich nu op de Gedepu-

teerdenplaats in het stadhuis van Nijmegen. Nog een laatste opmerking voordat we Jan van Haren zelf aan het woord laten. Geen van de door hem aanbevolen personen heeft een prijs gewonnen, zoals blijkt uit een boek aan de ramp gewijd in 1800. Het hier na te noemen boek leverde nog meer informatie op waarvan dankbaar gebruik gemaakt is voor deze inleiding. Cornelis Zillesen; Beschrijving van den Watersnood, van 't jaar MDCCXCIX, Amsterdam MDCCC (aanwezig op het Documentatiecentrum te Wijchen). Voor de personalia van Jan van Haren zeggen wij dank aan Gerard Derks te Nijmegen. Redactie

11


*(&

T

• • r\^,,,,. /

' -r

~" "~" ^~i~^^*"''''>^v3Ey-7Wt l

Gedeelte van een rivierenkaart met aanduiding van de dijkdoorbraken in 1799. Vervaardigd door C. Zillesen, landmeter. Gepubliceerd in: C. Zillesen, Beschrijvingh van den Watersnood van 't jaar MDCCXCIX, Amsterdam, Johannes Allart, 1800.

12


De buurmeester van Nederasselt aan Het Gemeente Bestuur van Maas en Waal Burgers In antwoord op uwl. missive d.d. Druten den 3 maij passato inhoudende eene gerequireerde opgaave dergeenen die in den droevigen watersnood door menschlievende daden sig hebben kenbaar gemaakt;

zoo is het dat wij ons mits deesen verpligt rekenen: In de eerste plaats op te noemen den burger Cornelus Derks, die in dezelve nagt eeven na den doorbraak van den dijk met Isaac Gramser, Derris Manusse en Toon Barten, zijnen visch aak over den dijk sleepte, in die zelfde nagt nog 26 personen uit die reeds onder water geloope huizen uithaalde en behouden aan den dijk bragt als bij Thijs Lamers - 3, bij Francis de Bruin 9, bij Peter Schreeven 14. Dog zig toen niet verder durvende waagen alleen vermogt drie koejen van Jan Steevens en twee van de weduwe Hendrik Janssen in veiligheid aan den dijk brengen. Den volgenden dag begaf zig de zelven

Corn. Derks op verzoek van den burger Jacob Bruijsten, die zelver medeging, weder op weg, en men besloot om met behulp van Derris Manusse te probeeren om nog andere te redden. Dan alle pogingen waren vergeefsch, het door den doorbraak ingedreven ijs hinderde hen om iets met vrugt te onderneemen, zij bevonden zig dikwerf in levensgevaar, en waren alleen in staat om van Aart Alfen, Jacob Bruijsten en Aart Sengers acht koejbeesten te redden - des avonds herhaalden zij hunne poging en konden door middel van eenen langen omweg alleen tien persconen, als van Arnoldus Paulsen vijf, van Jan Steevens vijf, uit hunne huizen in veiligheid aan den dijk brengen. Den anderen dag voeren deeze drie personen voort en reddeden nog tien andere, als bij Amoldus Boerakker, wiens huis reeds was

ingevallen, en bij Huijbert Willems vier. Dog met een visschers aak zig bij den doorbraak weegens den sterken stroom niet durvende wagen, en Jac. Bruisten arrangementen moetende maaken ter verzorging der geredde personen, soo stelde hij in zijn plaats Hendr. van Tienen en men bragt nog seven koeibeesten in veiligheid.

Hulp uit Grave Men konde voorts weegens gebrek van schuiten en verder vaartuig niets doen en was genootzaakt de overige ongelukkige aan haar noodlot over te laaten, waarom de ondert. Jan van Haaren met overleg van Jacob Bruisten besloot den dag na den doorbraak te probeeren of men in de Graaf aaken konde bekoomen en daardoor die reeds op den oever van den ondergang zijnde inwoners bij, voor en omtrent den doorbraak te redden. In de stad koomende vondt de ondert. den burger Peter de Ruijter, veerman aldaar, ten eersten gereed om al zijn voorhanden zijnde vaartuig en knechten aan te bieden, ja, zelve zijn eigen persoon. Dan tot innig leedweezen van alle wierd door het afdrijvend ijs dit laudabel voorneemen verijdelt. Men moest den volgenden dag afwagten, op welken de ondert. met P. de Ruiter deszelfs beide knechten, Jan Janssen en Adam Gerrits, pontgast ins lands dienst, beneevens de burgers Machiel van Hoorn en eenen Jan van Haaren zig reeds vroeg van de Graaf op weg begaaven, de Maas overstaaken, en eeven booven den doorbraak de schuit over den dijk werkten en met groote moeite, ja, niet zonder zigtbaar leevensgevaar tragteden die huizen te naderen die voor en bij den doorbraak waren, om die lieden uit het oogenschijnlijk leevensgevaar te redden, ja, het gelukte hen 36 in veiligheid te brengen, als van Jan Schobbema darden, van Hendr. Mauriks acht, van Jac. Spierling

13


vijf, van Loef Wolten drie, van den pastoor te Balgooij drie, van Gerrit Bastiaans vier. Veele deezer geredde hadden een tijd lang op hunne int water dobberende dakken gezeeten, ja, sommige waren reeds door het water en ijs met een gedeelte van hun huis van de plaats weggedreeven, 't welk teegen eenige boomen rustede. Met dit werk was den dag ten einde, dog het was in die korte tijd onmoogelijk om weegens den grooten omweg dien men moest maaken uit hoofde dat omgedreeve boomen en drijvende ijsschotzen de passagie ondoenlijk maakten. Het was onmoogelijk om alle die gem.(elde) persoenen in volkoome veiligheid te brengen, neen, men had dezelve alleen uit het leevensgevaar gered en op veiliger plaatsen kunnen brengen, alwaar zij ten minsten eenen nagt vertoeven konden. Waarom men besloot den volgenden dag af te wagten, op welken men die den voorigen dag provisioneel geredde, inlaadede en op den dijk bragt. Men maakte toen van het gul aanbod van den burger P. de Ruiter gebruik en haalde eenen grooten aak, dien men op den voorigen dag niet had kunnen gebruiken, men waagde het en bragt hem met groote moeite door den doorbraak henen om daardoor nog verder menschen en beesten te redden. Hiertoe requireerde men onder anderen Jan Janssen, Denk Reinen en Willem Leenders van Nederasselt, Lauw Stasse en D. Mareinen uit de Graaf giengen mede en welke beide men op hunne instantiĂŤn doorvoor heeft betaalt, de eerste hebben zig in allen opzigte zeer werkzaam betoont. Den derden dag voer men voort en men slaagde zoo wel in 't redden dergeenen zulks begeerende, als in 't verzorgen van andere minder gevaar hebbende, zeer gelukkig.

Mededingers naar de prijs Zie daar medeburgers een historia facti noopens het geene alhier gebeurt is. Men kan in waarheid ter requisitie van uwel. missive niet genoeg laudeeren: Niet alleen de aangewende moeite en devoiren van den burger Jacob Bruisten, die zig in alles als een voorganger

14

getoont heeft; maar teevens niet naalaaten ten naasten te preisen de laudable pogingen en daden die onze nabuuren de inwoonders der stad Grave gepraesteert hebben.

En onder deese moet men tellen: In de eerste plaats den burger Peter de Ruiter die bijna zonder vraagen alle zijne vaartuigen aanbood, zonder vergelding ons de vrijheid liet over zijne knechten te disponeeren, die in persoon den eersten dag medewerkten, en naderhand weegens municipale bezigheden te Grave tol zijn innig leedweezen genoodzaakt wierd van dit werk om noodlijdende te salveeren al te zien - die geen rooden duit voor zijne vaartuigen, welke niet weinig geleden hebben, gepraetendeert heeft, - die in plaats van zijne knechten, welke hij ten fine . . . had aangebooden, andere arbeiders moest huuren, om niet alleen het vheer in stand te houden, maar ook zijne overige vaartuigen voor stroom en sijsschotzen te beveiligen. In de tweede plaats komen hier in aanmerking de beide knechten van voorn.(oemde) P. de Ruiter, met naamen Jan Janssen en de pontgast Adam Genus, die niet alleen door hunne kunde, maar ook door hunne onvermoeide reusagtige kragten, in allen opzigte naar den preis dingen, en welkers grootste vreugde alleen daarin bestond, om drie daagen lang zonder uit den boot te koomen, ongelukkige te kunnen redden, ja, zonder wiens hulpe alle onze pogingen ijdel waren geweest. In de derde plaats kan men niet nalaten aan wie attentie te recommendeeren de burgers Jan van Haaren en Machiel van Hoorn te Grave woonende, die met agterlaaten en verzuim van hunne huiselijke beezigheden, alles in't werk stelden, en zig vrijwillig aanbooden, den eersten voor de twee eerste dagen, en de tweede voor drie agter een volgende dagen ter redding van int water zittende hunne devoiren te doen en ook werkelijk gepraesteert hebben. De burger Cornelus Derks te Nederasselt diende in deezen vooral niet vergeeten te


worden, dewelke niet alleen het gemelde gepraesteert heeft, maar zig ook in 't verder brengen van mondbehoeftens e.d. aan noodlijdende voorbeeldelijk getoont heeft. De ondertekende J. van Haaren vertrouwt dat hij alles, ja, meer gedaan heeft, dan waartoe hem zijn ambt als buurmeester heeft kunnen verpligten, zoo wel in 't redden van noodlijdende, als verder om met behulp van andere, degeene welke in huizen gebleeven waren, van

tStt*fJhtfk*-' Itff

brood en andere levensbehoeften te verzorgen. Hiermeede hoopt men aan uwe intentie te hebben voldaan en verblijft met agting uwe medeburger Jan van Haren, buurmeester Nederasselt d. 21 maij 1799

- ^ £<&*••<£' . -i e .. J '** l

/ , <-1^ <)•*"-

n

'-•-.

.&.t^•tt, <K> <«< /•>•/! -r" '

Handtekening Jan van Haren.

15


M. G. wam Haren:

te zamen op het dak van weedom . De watersnood van februari 1861 is lang in de herinnering gebleven vanwege de wonderbare redding van Johanna van Beek. Dit achtjarige meisje verloor in de ramp haar hele familie. Maar ook andere gezinnen ondergingen onbeschrijflijk leed en leden onherstelbare schade. Bij een van de gebeurtenissen in februari 1861 wil ik nog een moment stilstaan. Het betreft het gezin van Gradus van Haren en zijn vrouw Cornelia Brans. Gradus van Haren was een klompenmaker uit Leeuwen. Zijn vader, Johannes, was afkomstig uit Oijen bij Oss (N.-Br.) en was de eerste Van Haren die zich te Leeuwen vestigde als gevolg van zijn huwelijk met Maria van Wolfcren in 1805. Gradus van Haren werd gedoopt te Leeuwen op 3 februari 1810, als jongste van vier kinderen. Gradus huwde te Leeuwen op 20 oktober 1837 met Cornelia Brans, geboren te Leeuwen 26 februari 1814, dochter van de landbouwer ƒ ohannes Brans en Anna Maria van Oijen. Gradus en Cornelia kregen negen kinderen; een dochtertje overleed reeds op achtjarige leeftijd in 1854, op het moment van de ramp was het oudste kind (een dochter) 24 jaar oud en het jongste (eveneens een dochter) vijf jaar. Het moeten eenvoudige mensen geweest zijn, die door hard werken het hoofd boven water konden houden, zoals zovelen me( hen. Op l februari 1861 werd door de dijkdoorbraak het gezin verminderd met zes personen. Het huis van het gezin Van Haren werd door het water vernield en weggespoeld. In eerste instantie konden de Van Harens zich nog redden op het dak, het bidprentje drukt het zo uit: '. . . fz//J Af66(7z ^ zr/?/«?» «/; A(V &/A wvw

zM%&?m otYTi^» iVofdg^fwm . . .' De vader en vijf dochters verdronken, de moeder bleef met drie kinderen over. Cornelia Brans hertrouwde 26 april 1872 met de klompenmaker Willem van ter Haterd; zij overleed te Leeuwen op 24 januari 1900 op de leeftijd van 85 jaar. Van de twee overgebleven zoons begon er een.Johannes, met schoenfabricage te Waal-

16

wijk (N.-Br.), hetwelk werd uitgebouwd door zijn kleinzoons Cornelis Nicolaas en vooral Ivo Johannes van Haren, de latere presidentdirecteur der Ivo van Haren Schoenfabrieken N.V. te Waalwijk. De ramp van 1861 verhinderde niet dat er door de nakomelingen van Gradus van Haren iets groots verricht werd. De overgebleven dochter, Petronella geheten, trouwde later met Adrianus Vos, metselaar, afkomstig uit Berghem. Zij kregen maar liefst twaalf kinderen, waarvan er acht in een tijdsbestek van enkele maanden stierven. Er zijn families die in hun leven onevenredig veel leed te verwerken krijgen. Dit artikeltje werd vervaardigd naar aanleiding van het bidprentje van Gradus van Haren en zijn vijf dochters. In dit tijdschrift werd reeds eerder aandacht besteed aan de ramp van 1861: in nummer 25 door Jac. Trijsburg: Johanna van Beek en in nummer 51 (jg. 1986) door H. van Heiningen: Monument(en) voor de koning.


NIEUWSBRIEF

juni 1987

Het spectaculaire nieuws dat in tijdschrift nr. 51 is gepubliceerd was o.a. het besluit dat het bestuur van de Hist. Ver. heeft genomen betreffende de vestiging van ons museum in Maasbommel (gem. West Maas en Waal). Uitvoerig heeft de redactie van ons blad, met medewerking van enkele leden, het museum plan 'Vijf voor Twaalf' en de 'Historie van het voormalige gemeentehuis' van Maasbommel, ons toekomstig museumonderkomen in tijdschrift 52 onder Uw aandacht weten te brengen. De zeer dringende noodzakelijke herstelwerkzaamheden hebben een vlot verloop gehad, en inmiddels wordt door de medewerkers van de tentoonstellings- en museumcommissie, die voortaan één commissie vormen, alles in gereedheid gebracht om aan het eind van de maand juni klaar te zijn wanneer het museum haar poorten zal openen voor de bezoekers. Gezien het vele voorbereidende werk is besloten de officiële opening in het voorjaar 1988 te doen plaatsvinden. De nieuwe museumcommissie zal in ieder geval de twee grote zalen op de bei-étage inrichten alsmede de kleine kamer en een gedeelte van de hal. Opgesteld wordt de boerderijen-fototentoonstelling met daarbij gereedschap en ander expositiemateriaal, dat een beeld zal geven over het leven rondom de boerderij in vroegere tijden. De werkgroep streekdracht en mode brengt een kleding tafereel van de mode uit het begin van deze eeuw, die speciaal in deze streken van Maas en Waal gedragen werd. In de andere grote zaal komt een expositie van Romeinsaardewerk eventueel aangevuld met andere vondsten uit de regio. In beperkte mate is een gedeelte te zien van de show-collectie van de voormalige steen- en pannenfabriek Dericks en Geldens, waarbij historisch archiefmateriaal van deze onderneming. De serie familieportretten van de familie Dericks en Schouten zal ons terugvoeren naar de tijden van weleer. Het stichïings- en verenigingsbestuur heeft de openingstijden vastgesteld voor de eerst komende drie maanden t.w. juli, augustus en september telkens op de zaterdag, zondag en woensdagnamiddag van 13.00 tot 17.00 uur. Een eenvoudige brochure is thans in voorbereiding en straks aan de balie van ons en andere musea verkrijgbaar en tevens op de

vijf gemeentehuizen in ons werkgebied. De brochure brengt informatie over de vereniging en stichting alsmede over de plaats Maasbommel en het museum. Ook wordt in de brochure de mogelijkheid bekend gemaakt om via opgave (antwoordnummer 59, 6600 ZG Druten) lid te worden van 'Vrienden van het Historisch Museum Tweestromenland'. Het stichtingsbestuur verwacht dat zij die het nieuwe museum een warm hart toedragen, jaarlijks een geldbedrag aan de stichting willen overmaken. Zij die het museum daadwerkelijk financieel willen steunen zonder lid te worden van 'Vrienden van het Historisch Museum' kunnen rechtstreeks hun bijdrage storten via postgiro nr. 570 60 26 t.n.v. penningm. museum Tweestromenland. Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen.

Het museum is telefonisch bereikbaar tijdens de openingsuren onder nr. 08876-2316. Voor de realisering van ons museum is de laatste tijd veel werk verricht door medewerkers uit de commissie en enkele bestuursleden. Meer mankracht is altijd welkom ook voor lichte werkzaamheden en hierbij kunnen ook vrouwelijke leden en niet-leden hun medewerking verlenen. Hierbij gaan onze gedachten uit naar personen die tijdens de openingsuren de bezoekers willen ontvangen, eventueel wat uitleg geven over ons museum, bij verkoop van boeken, tijdschriften en ander materiaal en tevens bij het verstrekken van toeristische informatie vanuit de WV dependance die in het museum is ingericht. De Historische Vereniging alsook de Stichting museum Tweestromenland hoopt in de eerstkomende maanden U in Maasbommel te mogen begroeten, tot ziens!!


VRAAG EN ANTWOORD RUBRIEK In de Nieuwsbrief worden vragen opgenomen op genealogisch en ander gebied. Vragen (met antwoordpostzegel) en antwoorden dienen te worden ingezonden naar administratie Nieuwsbrief W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GKWijchen. 33. Encyclopedie In ons streekdocumentatiecentrum is dringend behoefte aan een encyclopedie, liefst met uitgebreide historische, aardrijkskundige en biografische informatie. Wie kan ons hieraan helpen? 34. Mos-Booms Voor het jaar 1718 is het huwelijk gesloten voor de Gereformeerde Gemeente tussen Roelof Mos en Elisabeth Booms. Na 1718 was Roelof Mos richter van Heumen en Malden. Wie heeft in zijn/haar genealogische gegevens meer informatie over dit echtpaar? In tijdschrift nr. 51 is het verzoek geplaatst naar het boek van H. de Kleijn uit Overasselt 'Als de rogge rijpt'. Positief is op de gestelde vraag gereageerd, en de vereniging heeft, dankzij de tussenkomst van de dames Van Hezenwijk uit Nijmegen, het boek van mevr. Kleijn-Wientjes mogen ontvangen. Bij de ontvangst van het boek zijn tegelijkertijd door mevr. de Kleijn nog vier bundels met verhalen en gedichten van auteur H. de Kleijn

aangeboden. De vereniging is mevr. de Kleijn bijzonder dankbaar dat zij deze schenking aan de vereniging heeft gedaan.

AKTIVITEITEN, SECTIES, COMMISSIES EN WERKGROEPEN Momenteel zijn de museale medewerkers druk bezig met het laatste werk dat nodig is voor de opening van het museum. Het eindresultaat zal t.z.t. in Maasbommel te zien zijn. De foto's die gemaakt worden i.v.m. de boerderijententoonstelling, zullen ook te zien zijn (gedeeltelijk) op de Batenburgdag op 26 juli a.s. in Batenburg en tijdens de Boerendagen in oktober te Wijchen.

MAAS EN WAALSE GESLACHTEN De werkgroep heeft inmiddels 130 Doop-, Trouw- en Begraafboeken van de R.K. en Geref. gemeenten uit het Land van Maas en

Waal, vanaf 1620 tot 1811, gecopieerd. De moedercollectie is op het Rijks Archief te Arnhem aanwezig en het gecopiĂŤerde werk is na de vakantieperiode ter inzage in ons Streekdocumentatiecentrum te Wijchen. Het fiches bestand kan dan ook geraadpleegd worden, zoals elke woensdag gebruikelijk tussen 14.00 uur en 17.00 uur. In de maanden juli en augustus is het Documentatiecentrum voor bezoekers gesloten.

BOEK OVER HORSSEN NADERT VOLTOOIING In tijdschrift nummer 51 kondigden wij reeds aan dat er een belangwekkend boek van de hand van Johan van Os over de geschiedenis van Horssen gaat verschijnen. Sinds die tijd is er gestaag doorgewerkt, maar omdat het drukken van een boek nu eenmaal de nodige haken en ogen heeft, verschijnt het boek toch niet zo snel als wij gehoopt en verwacht hadden. De werkzaamheden zijn nu echter zo ver gevorderd, dat wij mogen verwachten dat het boek op zeer korte termijn zal verschijnen. En hoewel er nog geen prijs is vastgesteld, wijzen wij de belangstellende lezer erop dat hij nu alvast een exemplaar kan reserveren bij onze vereniging, in casu de heer W.M.G. Arts,

Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen, tel.: 08894-16247. De prijs zal schappelijk zijn.

De inhoud van het boek: een topografischhistorische beschrijving van Horssen. Tijdens een wandeling door Horssen beschrijft Johan van Os aspecten van de historie van Horssen en worden historische personen en gebeurtenissen aan u voorgesteld. Het boek zal overvloedig en aantrekkelijk geĂŻllustreerd worden. Ton Tieten


HET GROTE SENGERSBOEK Mevrouw M. Mutter Sengers en de heer P. Lemmers zijn voor de in genealogie geĂŻnteresseerde leden van onze vereniging geen onbekenden. Zij waren regelmatige bezoekers van het Documentatiecentrum in Wijchen. Het resultaat van hun bezoeken aan dat centrum en aan vele archieven in binnen- en buitenland hebben zij vastgelegd in 'Het grote SENGERS boek'. Het draagt zijn trotse titel terecht: het boek is een pil geworden van 536 bladzijden A4formaat. Het personenregister alleen al beslaat 38 bladzijden. Het boek bevat gegevens over zo'n 6000 a 7000 personen, waaronder zo'n 3500 dragers van de naam Sengers. Door zijn slappe kaft, dunne papier en AAformaat is het een enigszins kwetsbaar boek geworden; met eerbied behandelen dus. Steeds vaker worden voor genealogische boeken de moderne hulpmiddelen van deze tijd te baat genomen. Ook dit boek is tot stand gekomen met behulp van tekstverwerker en computer (voor de samenstelling van het register). Er is een zeer gelukkig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om met verschillende lettertypen te werken: de vetgedrukte eigennamen springen er meteen uit, terwijl de bladspiegel er toch niet onrustig uitziet. Wel bevatten de pagina's veel wit, wat mijns inziens ondervangen had kunnen worden door in twee kolommen te publiceren. Het boek had dan iets dunner gekund. Genealogen die willen publiceren staan voor twee dilemma's. Het eerste dilemma: nu publiceren terwijl de gegevens onvolledig zijn, of doorgaan met onderzoek totdat men een afgerond beeld heeft van de familie. Terecht hebben de auteurs gekozen voor het eerste, een genealogie is namelijk nooit af. Van uitstel komt afstel. Het tweede dilemma: wat zetten we in het boek en vooral wat moeten we eruit laten vanwege de beschikbare ruimte? De noodzaak om zoveel mogelijk naamdragers te vermelden, laat weinig ruimte voor familieverhalen, stukjes streekgeschiedenis, informatie over beroepen, over de boerderijen en huizen waar men woonde, etc., etc... Slechts hier en daar krijgen we daar een glimp van. De auteurs zijn zich hier overigens van bewust en verontschuldigen zich daarvoor in de inleiding. De auteurs hebben de Sengersen verzameld in zes 'takken' (beter ware het geweest te

spreken van families; het woord takken suggereert dat men van doen heeft met takken van een en dezelfde (stam)boom). Voor mij verrassend is het gegeven dat er in Maas en Waal twee 'takken' voorkomen, die niet met elkaar in verband gebracht kunnen worden. Men denkt al snel dat het wel 'een pot nat' zal zijn, maar dat is het niet. Menig Maas en Waals genealoog zal met dit boek zijn kwartierstaat flink kunnen opvoeren. Met behulp van register en overzichtsstaten van de diverse 'takken' kan men de Sengers die men zoekt snel terugvinden en diens afstammingslijn volgen. Een paar kritische noten kraken, daar kan geen recensent onderuit. Bij deze dan. Hier en daar worden de takken enigszins kunstmatig enige generaties verder opgevoerd dan gebruikelijk. De tak in Wijchen begint bijvoorbeeld met een N N Sengers gehuwd met onbekend, die een zoon heeft, Peter Sengers, gehuwd met onbekend, die weer twee zoons heeft, Wilhelmus Peters Sengers, gehuwd met Maria Hermans en Petrus Peters Sengers, gehuwd met Helena Theunisse, Tien tegen een dat de eerste Peter alleen maar bekend is, doordat zijn zoons met hetpatronym Peters genoemd worden. In zo'n geval is het gebruikelijk om de stamboom te laten beginnen met la Wilhelmus Peters Sengers en Ib Petrus Peters Sengers. Dat scheelt twee generaties! Probleem nummer twee is nu: zijn deze beide personen wel broers? Als er geen bewijs voorhanden is, dan moet men uitgaan van het bestaan van twee families Sengers in Wijchen! In elk geval tot dat het bewijs gevonden, of met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid geleverd is. Over het algemeen kan men stellen dat het beter was geweest (de vindplaats van) bewijsstukken voor familierelaties weer te geven, vooral bij ontbreken van doop-, trouw- en begraaf boe ken. Anderen kunnen de stamboom dan controleren zonder het hele onderzoek opnieuw te doen. Op de voorkant van het boek staat een heel mooi wapen in kleur afgebeeld: drie gouden luiten met de hals omhoog, in rood. Het wapen wordt wel omschreven in het boek, maar nergens staat waar het vandaan komt, wie het gevoerd heeft of dat het hier om een nieuw ontworpen wapen gaat. Jammer. Conclusie: een heel mooi boek, van belang


voor de streekgeschiedenis, met slechts enkele minpuntjes. Het boek is nagenoeg uitverkocht, bij voldoende belangstelling kan er een nadruk komen, echter tegen een minder aantrekkelijke prijs dan de eerste oplage. U kunt contact oponemen met de heer P. Lemmers te Malden. Ton Tielen

G.H. Hoefs, J.A.J.M. Hoes en G.B. Wienk: Genealogie en geschiedenis van het geslacht Hoefs en Hoes (1985) De schrijvers van deze zeer keurig uitgevoerde en lijvige genealogie (546 pagina's) hebben ijverige pogingen ondernomen om alle huidige naamdragers Hoes/Hoefs in dit boekwerk op te nemen en zijn daarin uitstekend geslaagd. Hoewel zij de verschillende families Hoe(f)s met takken aanduiden, als zou het gaan om een familie, wordt nergens duidelijk, om hoeveel families het gaat. De inhoudsopgave suggereert, dat het om 19 verschillende families gaat. Dat blijkt echter mee te vallen. Ik kwam tot een aantal van zeven nog bestaande families, door de auteurs genoemd Berghem II, Tilburg, Zierikzee, Elzas-Amsterdam en Nieuwleusen l, II en III. Naast deze families wordt nog aandacht besteed aan twee vermoedelijk uitgestorven families Hoe(f)s namelijk Berghem l en WijchenRotterdam. De auteurs gaan er overigens ten onrechte van uit, dat er 'absoluut zeker' een relatie bestaat tussen de families Berghem l en II, hoewel dat niet te bewijzen is. Gelijkheid van achternaam van families in dezelfde plaats, hoeft nog niet op verwantschap te wijzen. De nummering in de genealogieĂŤn van de verschillende families wijkt af van het hetgeen gebruikelijk is. Normaal gesproken krijgen dochters, ongehuwde zoons en gehuwde zoons zonder kinderen geen generatienummer, dat een hoger is dan dat van hun ouders. Ook komt het soms voor, dat een persoon met verschillende volgnummers wordt aangeduid (bijvoorbeeld Jan Roelof Hoes is op pagina 48 nummer IVe en op pagina 126 nr. IVa). Er is in het boek eenmaal sprake van een echtpaar Hoes/Hoes (pagina 86/103). De kinderen van dat echtpaar krijgen ten onrechte een generatienummer, dat een hoger is dan dat van hun moeder, terwijl dat natuur-

lijk een hoger dan dat van hun vader had moeten zijn. Nu hebben zowel de vader als kinderen een generatienummer VIII! Van de behandelde families is Berghem II de grootste. Leden van deze familie verhuisden in de loop der tijd naar Batenburg, Land van Maas en Waal (m.n. Ewijk), Leiden, Oijen en Uden, welke vijf takken in aparte hoofdstukken worden behandeld. Uit de inhoudsopgave is niet direct op te maken, dat de takken Buurmalsen en Warmond eigenlijk subtakken zijn van Batenburg. En Rotterdam en Linschoten eigenlijk subtakken zijn van Land van Maas en Waal. Het zou de overzichtelijkheid ten goede zijn gekomen, wanneer deze subtakken direct na de hoofdtak, waar ze toe behoren, behandeld zouden zijn. Omdat er slechts een zeer summier overzicht van de familie Berghem II als bijlage bij het boek wordt geleverd, kost het nogal wat tijd om, uitgaande van een nu levende, tot deze familie behorende Hoe(f)s, de stamreeks op te voeren tot Jan Hoefs, de stamvader te Berghem. Ik hoop, dat de auteurs in de toekomst alsnog enige overzichten zullen vervaardigen. Het zou het gebruik van deze genealogie als naslagwerk alleen maar doen toenemen. Deze genealogie (prijs: / 75,- incl. verzendkosten) is te bestellen bij: de heer G.H. Hoefs, Uitweg 35, 3645 TA Vinkeveen, tel.: 02979-84036

Th. P.J. van Herwijnen Zuiderparkweg 504 5216 HE 's-Hertogenbosch


17


H. van Helvoort

De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal (9 en slot) Met deze negende aflevering wordt de serie over de kerken van architect C. Franssen afgesloten. Daarmee is een belangrijk stuk kerkelijke bouwgeschiedenis van deze contreien vastgelegd, iets waarvoor we monseigneur Van Helvoort zeer erkentelijk zijn. We hopen in de toekomst een soortgelijke serie over de kerken van architect Van Dijk in Maas en Waal te kunnen plaatsen van dezelfde auteur. Gewoontegetrouw volgt eerst een opsomming van bouwactiviteiten van de architect Franssen, na de bouw van de kerk in Appeltern, daarna een beschrijving van de laatste kerk die Franssen in Maas en Waal bouwde, de H. Antonius Abt te Horssen. Redactie 30. Hatert, gemeente Nijmegen, 1900. Op deze kerk komen we even terug, omdat

43.

44. 45.

46. 47.

48. 49.

50.

18

in Tweestromenland nummer 51 abusievelijk vermeld staat, dat hij in de vijftiger jaren werd afgebroken. De kerk werd echter eerst in 1967 gesloopt en wel om plaats te maken voor de oprit naar een brug over het Maas-Waalkanaal. Hoensbroek, 1906. Bouw der kerk, H. Johannes. Bisdom Roermond. Born, 1906. Bouw der kerk, H. Martinus. Bisdom Roermond. Mook, 1906. Vergroting der kerk. Bisdom Roermond. Herpen, gemeente Ravenstein, 1907. Restauratie en vergroting der kerk, H. Sebastianus. Bisdom 's Hertogenbosch. Leunen, gemeente Venray, 1907. Restauratie van het 15e eeuwse priesterkoor en bouw van een toren, H. Catharina. Bisdom Roermond. Gasteren, gemeente Hoogeloon, 1907. Bouw der Kerk, H. Willibrordus. Bisdom 's-Hertogenbosch. Wanroy, 1909. Bouw der kerk, H. Cornelius. Bisdom 's Hertogenbosch. Meterik, gemeente Horst, 1909. Bouw der Kerk, H. Johannes Evangelist Bisdom Roermond. In W.O. II opgeblazen

door de Duitsers, 22 november 1944. 51. Neer, 1909. Bouw der kerk, H. Martinus. Bisdom Roermond. De toren werd door de Duitsers eind 1944 opgeblazen.

52. Horssen, 1909. H. Antonius Abt I. Bouwgeschiedenis Het aantal parochianen en communicanten was in dejaren vóór 1909 ongeveer stabiel en liep zelfs na 1909 nog terug. Het aantal parochianen zal dus wel niet de reden geweest zijn, dat men een nieuwe kerk wilde bouwen. Welke reden er dan wel kon zijn, daarover licht het Memoriale Parochiae niet in. Op 28 september 1897 sloeg de bliksem in de toren der bestaande 13e, 14e en 15e eeuwse kerk. De toren (13e en 15e eeuws) werd erg gehavend, maar in de kerk was de schade niet zo groot. De toren was echter het eigendom der burgerlijke gemeente. Terloops wordt er in het Memoriale opgemerkt dat C. Franssen, Roermond, architect was van de nieuwe kerk; J.B. Hol, opzichter; en W. Mestrom, Nijmegen, aannemer. Het bouwterrein voor de nieuwe kerk was de tuin der pastorie, die in 1870-1871 gebouwd was. Maar in het Bisschoppelijk Archief zijn


AJb. 1. Horssen, nieuwe en oude R. K. Kerk.

er brieven, die op een langdurige voorbereiding wijzen. Vooreerst een brief van 9

Uitgave J. van Hees te Horssen.

Op 13 april 1909 begon men met het

metselen en op 26 mei 1909 werd de eerste oktober 1893 van pastoor Vermeulen, pas- steen gelegd. Op 20 juni 1910 was de toor van Horssen aan Z.D.H. Mgr. W. v.d. consecratie der kerk. Op 22 februari 1909 Ven, (zie bijlage I, Horssen) waarin hij heeft het echter niet veel gescheeld, of de schrijft dat hij tegelijk met de brief, twee zaken zouden misschien anders gelopen tekeningen opzendt van arch. Cuypers a) een zijn. Op die datum schreef Pastoor Vervoor de restauratie van de bestaande kerk en meulen n.l. een brief aan Mgr. W. v.d. Ven, b) een voor de bouw van een nieuwe kerk. waarin hij zijn ontslag als pastoor van Hij laat het maar aan de Bisschop over te Horssen aanbood. Hij durfde de bouw van beslissen, al laat hij wel doorschemeren, dat kerk en toren om financiĂŤle redenen niet de kosten ener nieuwe kerk te hoog zijn, en aan. Zie bijlage II, Horssen.

dat er in jaren noch van het een, noch van het ander iets kan komen. Waarom Pastoor Vermeulen nu in latere jaren arch. C. Franssen gekozen heeft, wordt nergens vermeld; het bestek, waarin arch. C. Franssen altijd de laatste, onbedrukte bladzijde openliet, om er het aannemingscontract tussen kerkbestuur en aannemer in te schrijven, met beider ondertekening, is niet bewaard, noch de bestektekeningen. Dan staat er in het Memoriale Parochiae wel ineens, dat op 25 januari 1909 begonnen is met het uitgraven van het bouwterrein en met het zand aanvoeren, storten, aanplempen en ophogen van het terrein. Er wordt opgemerkt, dat alles rustig verliep.

II. Beschrijving der kerk A. Algemeen karakter der kerk De kerk te Horssen is een neo-gothische basiliek, zeer eenvoudig, maar toch wel de moeite waard, om beschreven te worden. De toren, die midden voor de kerk staat, is eveneens zeer eenvoudig. Hij heeft vier geledingen, waarvan de drie eerste bij de hoeken contreforten hebben, terwijl deze bij het begin der vierde geleding overgaan in lisenen. Op het metselwerk staat een 8-hoekige, geknikte spits. Begane gronds zijn er tegen de toren twee

19


kapellen aangebouwd, rechthoekig, met zadeldaken, die tegen de toren-zijmuren aanlopen. Achter de toren heeft de kerk tot aan het priesterkoor vier traveeën, eveneens zeer eenvoudig; de zijbeuken der vierde travee zijn enigszins verhoogd, zodat er een hoger lichtvenster in kon worden geplaatst, terwijl de biechtstoelen onder de ramen zijn uitgebouwd. In het schip is deze verhoging niet te bespeuren. Er is dus geen transept. Het priesterkoor telt twee traveeën, parallel aan de lengte-as der kerk. Daarna komt er een 5/10 sluiting van het priesterkoor. De sacris.tieën zijn afzonderlijke gebouwen, aangebouwd tegen het priesterkoor en de sluitmuur van de kerkruimte; deze sluitmuur heeft in de zijbeuken nissen voor de zijaltaren. Uitwendig hebben de zijbeukmuren en de kapellen bij de toren geen contreforten, maar lisenen. Inwendig zijn in de zijbeuken de contreforten (tot zware lisenen geworden) uitgebouwd, hetgeen een zeer levendige binnenmuurlijn oplevert. De buitenmuren van het middenschip hebben wel contreforten, evenals de traveeën van het priesterkoor en de sluitingsmuren. Bij iedere middenschip-travee horen twee zijbeuktraveeën. Men zou daarvoor dan een Stützenwechsel verwachten, maar die is er niet. Alleen de laatste, vierde zijbeuktravee heeft een afdekking met één ribkruisgewelf. Uitwendig komt deze indeling ook tot uiting. De vierde travee is twee maal zo breed als de andere zijbeuktraveeën, en heeft twee eindlisenen. De andere traveeën van de zijbeuk hebben twee maal zoveel lisenen, als er traveeën in het middenschip zijn. De vierde travee heeft drie enkelvoudige spitsboogramen (middelste raam hoger); - de andere traveeën een enkelvoudig spitsboograam per travee. Het priesterkoor heeft voor de eerste travee eveneens een ribkruisgewelf; - de tweede travee doet mee met de afdekking der sluitvlakken door een achtdelig stergewelf. Alle gewelven zijn van zwemsteen.

B. Uitwendige détaillering Zoals reeds opgemerkt, heeft de vierkante toren vier geledingen. In de eerste geleding

20

staat in de torenvoorgevel een eenvoudige hoofdingang met tympaan. De dubbele ingangsdeur met bovendorpel en bovenlicht (drie spitsboogramen, het middelste hoger) zoals gewoonlijk, is gevat in een spitsboognis. Als omlijsting van de ingangsdeuren staan er vijf geprofileerde spitsbogen. Het profiel deze bogen is zoals het profiel van Wanroy en komt overal terug. Boven de spitsbogen is een tympaan aangebracht, afgedekt met een natuurstenen afdeklijst met hogels. De top van het tympaan is van natuursteen en bekroond met een natuurstenen kruisbloem. Deze kruisbloem staat op de hoogte van de natuurstenen scheidingslijst tussen de eerste en de tweede geleding. Tegen de zijmuren van de toren zijn de twee zijkapellen aangebouwd, rechthoekig, met een zadeldak tegen de toren aanlopend. Deze kapellen hebben bij de hoeken der muren lisenen en onder de goot een eenvoudige baksteen-sierlijst. In voor- en zijgevel hebben zij een geprofileerd, enkelvoudig spitsboograam. In de voorgevel der rechter zijkapel zit onder het raam een zijingang, die toegang verleent tot de traptoren, vijfhoekig, die eveneens tegen de rechter torenzijgevel is aangebouwd, in het midden van de zijgevel. In de tweede geleding heeft de voorgevel tussen de contreforten drie geprofileerde spitsboogramen (middelste hoger); de linker zijgevel, kort bij de voorgevel blinde spitsboognis; de rechter zijgevel de traptoren, benevens kort bij de voorgevel een blinde spitsboognis. De scheidingslijst tussen de tweede en de derde geleding is weer van natuursteen. De voor- en linkerzijgevel hebben in de derde geleding drie spitsboognissen met in het midden ieder een langgerekt, zeer smal

lichtvenstertje; de rechterzijgevel heeft de traptoren met aan weerszijden een spitsboognis. Tussen de derde en de vierde geleding ligt weer een natuurstenen scheidingslijst, die tevens het boveneinde is der contreforten. In de vierde geleding hebben de muren alleen versterkende hoeklissen, zoals te MierloHout, die boven eindigen in een eenvoudige


baksteen-sierlijst tussen hen in. Alle gevels zijn gelijk; zij zijn ingedeeld in drie open spitsboognissen met galmgaten, waarboven een wijzerplaat is aangebracht voor het torenuurwerk. Boven deze wijzerplaat, in de hoeken onder de bakstenen sierlijst, staan twee zeer eenvoudige natuurstenen sierelementen, zoals ook bijvoorbeeld te Budel. Dan volgt op het metselwerk de dubbele geknikte (op de hoeken) achthoekige spits. De opbouw van een travee van het middenschip is uitwendig als volgt: 1. de plint met natuurstenen overgangselement. 2. Tegenover één middenschiptravee, staan ook buiten twee zijbeuktraveeën; dus drie lisenen met twee enkelvoudige spitsbogen, waaronder tussen de lisenen een natuurstenen waterlij st. 3. Onder de goot van het lessenaarsdak over de zijbeuken een zeer eenvoudige bakstenen sierlijst. 4. Het lessenaarsdak eindigt bij de natuurstenen waterlij st tussen de contreforten van het middenschip. 5. Op de waterlijst staan drie spitsboogramen (middelste hoger). 6. Onder de goot van het zadeldak van het middenschip weer een zeer eenvoudige bakstenen sierlijst. 7. De travee vóór het priesterkoor heeft ook in de zijbeukmuur slecht één travee; deze is drie koppen uitgebouwd, heeft lisenen, en loopt met een zadeldak tegen de middenschip-muur aan. Dit verhoogd gedeelte is waarschijnlijk zó gebouwd, omdat men hier de biechtstoelen wilde hebben, die uitgebouwd werden en die twee zijbeuktraveeën onmogelijk maakten. Boven de biechtstoelen kwam er nu ruimte voor drie spitsboogramen (middelste hoger). Het priesterkoor is even breed en even hoog als het middenschip. De eerste travee heeft dezelfde drie ramen als een middenschiptravee. Daarna volgt de tweede travee en de 5/10 sluiting. De tweede travee en de vijf sluitvlakken hebben contreforten.

C. Inwendige détaillering Binnengaande komt men door het torenportaal, dat afgedekt is met een ribkruisgewelf

Afb. 3. Horssen, H. AntoniusAbt, interieur (detail).

met een ringrib. De ribben worden in de

hoeken opgevangen door natuurstenen draagstenen. De doopkapel met haar prachtige, hardstenen, 13e eeuwse doopvont is rechthoekig. Zij heeft drie brede bogen van acht, acht en vijf koppen, hoeklisenen met natuurstenen draagstenen, om de ribben van het ribkruisgewelf op te vangen. Er staan in twee muren ieder één geprofileerd spitsboograam. Aan de andere zijde van de toren is de kerk gesloten door een sluitmuur met een spitsboognis, waarin een kruisbeeld is opgehangen. De kerkruimte heeft in het schip bakstenen pijlers, die geen kapitelen hebben op de hoogte van de geboorte van de zijbeukscheibogen. Dit is hetzelfde als in talrijke vroegere kerken: - toch is hier een verschil, omdat de buitenste geprofileerde lisenen omhoog gaan en bij de geboorte der gewelven gordelbogen worden. Nog twee algemene opmerkingen: de gewelven zijn zoals bijna altijd van zwemsteen; in het interieur is het metselwerk: zeven lagen rood en dan een laag geel. Deze afwisseling geeft zoals overal, waar 21


Aft. 2. Horssen, H. Antonim Abt, interieur (detail)

22


arch. C. Franssen dit motief toepast een warme gewelf; - daarna volgt een achtdelig sterindruk; hij wordt echter enigszins getem- gewelf. perd door grijze schalken en grijze bakste- De doopkapel heeft een rechthoekige vorm nen hoekliseentjes bij de pijlers. Toch met drie bogen, acht, acht en vijf koppen overheerst in Horssen de grijze toon niet, diep en in de hoeken hoeklisenen; zij heeft zoals wel het geval is in Ooy en Persingen, twee spitsboogramen; - het ribkruisgewelf wordt opgevangen op natuurstenen draagwaar donkergrijze zuilen zijn toegepast. Een travee in het kerkschip is als volgt stenen op de hoeklisenen. opgebouwd: De pijlers zijn van baksteen, vier koppen D. Meubilair breed, met het profiel van de kerk van De tombe van het hoogaltaar was natuurlijk Wanroy. In de hoeken tussen de bogen staan aanwezig bij de consecratie der kerk op 20 grijze, vierkante (met ronde hoek) baksteen- juni 1910; - de bovenbouw werd geplaatst lisenen, die eindigen in natuurstenen blad- 10-17 september 1911. Wie het hoogaltaar kapitelen bij de geboorte der gewelven. De heeft gemaakt wordt niet vermeld; - wel staat booglisenen der pijlers hebben lijstkapite- er in het Memoriale Parochiae, dat de len. nieuwe preekstoel geplaatst werd in 1918 Boven de gordelbogen tussen de pijlers ligt door M. van Bokhoven, Den Bosch. Naar een waterlij st van baksteen, waarop beneden analogie van de gebruikte beeldhouwkundide drie geprofileerde spitsboogramen een ge vormgeving bij de preekstoel, mag men driedubbel pseudo-triforium staat van een gerust besluiten, dat ook het hoogaltaar vormgeving. Op de hoogte van de waterlijst gemaakt is door M. van Bokhoven. Wel was Horssen. Op de hoogte van de waterlijst er in 1899 een andere beeldhouwer werkonder de pseudo-triforium beginnen de zaam geweest namelijk het Atelier J.H. gewelven. Het zijn in het schip ribkruis- Smits, Cuyk. De beeldhouwer P. Smits van gewelven van zwemsteen. Tegenover één dat atelier had toen het kruisbeeld en de travee van het middenschip staan twee beelden van O.L. Vrouw en de H. Johannes daaraan corresponderende traveetjes in de Evangelist voor de Calvarieberg op het zijbeuken, echter zonder 'Stützenwechsel'. nieuwe kerkhof gemaakt. Van het overige De scheirib der traveetjes wordt aan de meubilair dat werd geschonken, is de maker zijbeukbuitenmuur opgevangen, door een niet vermeld. De biechtstoelen zullen, om zeer zware liseen, met het bekende profiel, dezelfde redenen, als het hoogaltaar wel van van zes koppen diep; en wel op een natuur- M. van Bokhoven zijn; maar van beelden, stenen bladkapiteel. De gewelfjes zelf zijn zoals het triomfkruis en de andere beelden is ribgewelf]es, driedelig. De vierde travee van dat moeilijker te zeggen. In 1917 kwam de het schip heeft in de zijbeuken geen twee nieuwe kruisweg. De gebrandschilderde zijbeuktraveetjes, maar een ribkruisgewelf. ramen zijn van F. Nicolas en Zonen, RoerDe zijaltaren staan in diepe boognissen (acht mond. Het eerste en het vijfde priesterkoorkoppen) van de eindmuur der kerkruimte bij raam van de sluiting (de boodschap en de het priesterkoor. De priesterkoor-boog (zelf Hemelvaart van Christus) kwamen in 1918. zonder kapiteel) heeft zoals de schipbogen De data der drie overige sluitingsramen, en grijze hoeklisenen met natuurstenen bladkapitelen, en voor de eerste travee van het priesterkoor een hoekliseen met een schalk, eindigende in een natuurstenen bladkapiteel. Tussen de eerste en de tweede travee

van de vier grisaille-ramen in het priesterkoor zijn niet bekend.

E. Conclusie De zeer eenvoudige kerk te Horssen, uit-

van het kapiteel en in de hoeken der 5/10 wendig onopvallend, heeft een zeer aansluiting staan geprofileerde lisenen met

grijze schalken ervoor. Alle eindigen in een natuurstenen bladkapiteel. De eerste travee heeft een ribkruis-

vaardbaar interieur gekregen, al kon er maar weinig geld aan worden besteed. En zoals

reeds gezegd, hebben de zijbeuken een zeer levendige vormgeving, al zijn de gewelfjes

23


daar niet direct voor de hand liggend. Architect C. Franssen heeft ze zeer zeker, in zijn bouwwerken, een éénmalige vormgeving

A/b. 4. Horssen, H. Antonius Abt, interieur (detail).

gegeven, later herhaald in Zeilberg, Deurne.

Horssen, bijlage I Monseigneur, Toen ik op 18 augustus de eer had Uwe Doorl. Hoogw. te spreken stond Uwe Doorl. Hoogw. mij welwillend toe: het terrein van de tegenwoordige Kerk en het verleden jaar

aangekochte terrein door den Heer architect Cuijpers te laten opnemen. Ik achtte dit wenschelijk: l e om de nieuw aan te leggen begraafplaats; 2e om te weten of de tegenwoordige kerk, die op een zeer schoon en voor het volk geschikt punt ligt, voor restauratie en vergrooting geschikt is. Tezelfder tijd had ik den Heer Cuijpers gevraagd, wat Z.Ed. het verkieslijkst achtte: of wel later de tegenwoordige kerk te restaureren en te vergroten of wel later op het

24

nieuw terrein eene nieuwe te bouwen.

Op 30 augustus heeft de Heer Cuijpers het terrein alhier opgenomen en nu zend Z. Ed. mij verleden vrijdag twee ontwerpen of teekeningen over welke ik Uwe Doorl. Hoogw. hierbij overzend; doch de Heer Cuijpers beantwoordt de vraag niet, welke ik

Z. Ed. had voorgesteld. Zoals ik Uwe Doorl. Hoogw. in de aan mij verleende audiëntie zeide, en zooals ik den Heer Cuijpers ook gezegd heb, denk ik er in geen jaren aan te bouwen, daar de middelen dit niet toelaten; en nu zijne begroting zeer hoog is (ongeveer 20.000 hoger dan ik gedacht had) denk ik er nog veel minder aan,


en zal ook met het aanleggen der nieuwe begraafplaats ten minste ook maar een jaar wachten. Volgens het verzoek ook van den Heer Cuijpers zend ik hierbij de teekeningen over; nog om eene andere reden doe ik dit; zoo ooit dan is er thans kans, dat de kerk in het bezit kan komen van den toren; de burgemeester is daartoe geneigd; doch daarover spreek of schrijf ik Uwe Doorl. Hoogw. later. Mijn plan is den Heer Cuijpers te antwoorden, dat er in geen jaren nog aan gedacht kan worden een van beide ontwerpen uit te voeren. Ie. Mag ik Uwe Doorl. Hoogw. oordeel omtrent het ontwerp restauratie verzoeken? Het ander is, dunkt mij, voor Horssen wel wat groot en daardoor ook te kostbaar.

2e. Moet ik de ontwerpen aan den Heer Cuijpers terugzenden, of keurt Uwe Doorl. Hoogw. het goed het restauratieontwerp in het archief te bewaren? Of wel beide?

Met den meesten eerbied Horssen, 9 oktober 1893 Aan Zijne Doorl. Hoogw. Mgr. W. van de Ven Bisschop van 's Bosch te 's Bosch w.g. Uwer Doorl. Hoogwaardigheid ootmoedigste Dienaar A. Vermeulen, Pastoor te Horssen

Horssen, bijlage II Monseigneur, Toen ik zaterdag naar 's Bosch ging wilde ik

Uwe Doorl. Hoogw. ook mededeelen dat ik geheel en al neergedrukt was door den bouw der Kerk en gaarne die zware taak aan een ander zou zien opgedragen.

Ik ontving gisteren een brief van LentjesDrossaerts, die de 3 1/2 procent leening van Ć’ 35.000 wil overnemen tegen 96 procent; drukloon, zegelkosten (vier gulden per duizend gulden) ten koste der kerk; jaarlijks minstens Ć’ 1000 aflossen. Ik durf, vooral dat laatste, niet aannemen en dien last niet op de Kerk leggen. Het spijt mij, dat ik Uwe Doorl. Hoogwaardigheid gevraagd heb Kerk met toren te bouwen; ik had eerst moeten rondzien naar geld, en onder welke voorwaarden eene geldleening te sluiten was. Monseigneur, ik heb roekeloos gehandeld; ik vraag er God en Uwe Doorl. Hoogw. vergiffenis om; ik wenschte, dat ik het op eene of andere wijze kon vergoeden; doch daar ik niets heb, denk ik, dat ik niets doen kan, dan mijn ontslag aan Uwe Doorl. Hoogw. aan te bieden; ik denk, dat een

ander, vooral als deze gefortuneerd is, beter geld te leen zal verkrijgen, enz. Monseigneur, ik weet niet, waar blijven; maar verlaat mij geheel op Uwe Doorl. Hoogw. Met den diepsten eerbied en onderwerping aan de beslissing. Horssen, 22 februari 1909 Van Uwe Doorl. Hoogwaardigheid de neergedrukte Dienaar, A.J.K. Vermeulen, Pr. Aan zijne Doorl. Hoogw. Mgr. W. van de Ven Bisschop van 's Bosch enz. te 's-Hertogenbosch We sluiten dit artikel af met een lijst van bouwaktiviteiten van C. Franssen na de bouw van de H. Antonius Abt te Horssen. 53. Castenray, gemeente Venray, 1910. Bouw der kerk. Bisdom 's-Bosch. 54. Swolgen, 1910. Bouw van sacristie en doopkapel aan de kerk. Bisdom Roermond. 55. Huisseling, gemeente Ravenstein, 1911.

25


Afb. 5. Horssen, H. Antonius Abt.

56. 57.

58. 59.

60.

Bouw der kerk, H. Lambertus. Bisdom Bouw der kerk, H. Severinus. Bisdom Den Bosch. Den Bosch. Cuyk, 1911. Bouw der kerk, H. Martinus. Bisdom Den Bosch. Vanaf dit jaar beperken de activiteiten van EU, gemeente Hunsel, 1911. Bouw der C. Franssen zich tot Limburg. De hierna te kerk. Bisdom Roermond. noemen kerken liggen alle in het bisdom Belfeld, 1912. Bouw der kerk. Bisdom Roermond. Roermond. Nijmegen 1914. Bouw der kerk, Allerh. 65. Stramproy, 1923. Bouw der kerk. Sacrament. Bisdom Den Bosch. Afge66. Gulpen, 1923. Bouw der kerk, H. broken 1955. Petrus. Zeilberg, gemeenteDeurne, 1913. Bouw 67. Beegden, 1923. Bouw der kerk, H. der kerk, H. Willibrordus. Bisdom Den Martinus. Bosch. 68. Horst, 1923. Vergroting der kerk, H.

61. Mariaveld, gemeente Susteren, 1917. Bouw der kerk, O.L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis. Bisdom Roermond. 62. Groesbeek, 1922. Bouw der kerk, H.H. Cosmas en Damianus. Bisdom Den Bosch. 63. Herpt, gemeente Heusden, 1923. Bouw der kerk, H. Catharina. Bisdom Den Bosch. 64. Hapert, gemeente Hoogeloon, 1923. 26

Lambertus. 69. Roermond, 1925. Bouw der kerk H Hart. 70. Roermond, 1926. Bouw klokkentorentje op de kapel 't Zand. 71. Herkenbosch, 1926. Vergroting der

kerk, H. Sebastianus. 72. Heythuyzen, 1927. Vergroting der kerk,

H. Nicolaes. 73. Amby, gemeente Maastricht, 1927. Ver-


74. 75. 76. 77. 78.

groting der kerk, H. Walburgis. C, Franssen vergrootte de neo-gothische kerk van 1866 met een neo-gothisch transept en priesterkoor. Een andere architect verbreedde later de zijbeuken van het kerkschip op een zodanige wijze, dat het karakter der kerk buitengewoon sterk ten nadele werd aangetast; ook het werk van Franssen werd aangetast. Molenberg, gemeente Heerlen, 1928. Bouw der kerk, Verschijning der Onbevlekte Maagd. Vlodrop, 1929. Bouw der kerk, H. Martinus. Roggel, 1929. Vergroting der kerk, H. Petrus. Haanrade, gem. Kerkrade, 1932. Bouw der kerk, H. Hart. Grathem, 1932. Restauratie der kerk, H. Severinus.

Door het overlijden van architect C. Franssen op 5 januari 1932 konden de laatste twee kerken door hem niet worden gebouwd en gerestaureerd. Het plan voor Haanrade

dateerde van oktober 1928. Het kan dus wel

Van dit laatste rijtje kerken zijn er een aantal door oorlogsgeweld beschadigd. Het betreft: Castenray (opgeblazen door de Duitsers in 1944), Swolgen (opgeblazen in 1944), EU (getroffen bij beschietingen in 1944), Belfeld (getroffen bij beschietingen door de Engelsen 1944/45), Beegden (opgeblazen door de Duitsers, 1944), Horst (getroffen bij bombardementen door de Engelsen, het restant werd door de Duitsers opgeblazen, 1944), Herkenbosch (opgeblazen door de Duitsers, 1945), Vlodrop (getroffen door beschietingen en opgeblazen, 1944/45), Roggel (torenspits opgeblazen door de Duitsers, 1944). NB: De vorige afleveringen in deze serie zijn gepubliceerd in: Tweestromenland m, 29 (1978), a/l. 1: Personalia; Nr. 31 (1979), afl. 2: Personalia (slot) en de H. Antonius Abt te Nederasselt; Nr. 32 (1980), afl 3: de H. Anna te Bergharen; Nr. 37 (1982), afl. 4: De H. Andreas te Weurt; Nr. 38 (1982), afl. 5: de middeleeuwse toren van Weurt; Nr. 43 (1984), afl. 6: de H. Alphonsus de Liguori te Beneden-Leeuwen; Nr. 50 (1986), afl. 7: de H. Cornelius te Beuningen; Nr. 51 (1986), afl. 8: de H. Servatius te Appeltern.

door derden zijn uitgevoerd.

27


Foto nr. 12 Foto nr. 13

28


Drs. C. Visser

Oud Maas en Waal in Beeld Over foto nr. 7 in Tijdschrift nr. 49 ontvingen wij nog enkele aanvullende gegevens. De man met de ratelaar is Hendrik Luipen (Heintje van Luukskes). Geheel links staat Gradus van Dinter (en dus niet Johannes Gerlag), de grootvader van Jan van Dinter te Dreumel. De zittende man rechts is niet Piet van Oorsouw maar Jan Salet. Geheel links zijn betonnen palen te zien, een nieuwigheid in die tijd. Het land was eigendom van Van Eisen, in de buurt van de Kleine Schouwburg te Dreumel.

U ziet, dat er verschillende meningen bestaan omtrent de namen van afgebeelde personen. Foto nr. 6 in Tijdschrift nr. 49 werd beschreven door de heer Van Kruisbergen. De drie staande militairen zijn van links naar rechts: 1. J.A. van Beers, 2. Hendrik Smulders (den Bon), 3. Klaas de Rijk uit Dreumel. Zittend van links naar rechts: 1. Gerrit van Leur (de Vut), 2. Gerard van Kruisbergen (vader van onze zegsman). De foto is kennelijk vóór Wereldoorlog II genomen.

Wij hebben verzuimd de juiste namen en woonplaatsen van onze informanten te noteren, waarvoor onze excuses. Omtrent de foto's nrs. 10 en 11 uit Tijdschrift nr. 52 hebben wij nog niets vernomen. Maar ongetwijfeld is er wel iemand die er iets van weet. Wij plaatsen nu de nieuwe foto's nrs. 12 en 13. Uw beschrijvingen graag met een briefje of briefkaartje, naar onze secretaris de heer W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen of telefonisch aan C. Visser, 080-532977.

29


LiteratuurSignalement

De met een * aangegeven items zijn aanwezig in het Documentatiecentrum te Wijchen en kunnen aldaar geraadpleegd worden.

GROOT, M. de, De laatste Prehistorische kruimels van de Berendonck II, in: Jaarverslag Archeologische Werkgemeenschap Nederland, afd. Nijmegen over 1985 (Nijmegen, 1986), p. 45-46, tek. (902).

* DRUKKERIJ, - De Kleyn bestaat 75 jaar in: Wegwijs dd. 17-12-1986, afbn. (339.17 en 655).

Wijchen.

Wijchen. * [GELDER, J.A. van], Het jaar 1900 ... deze of vorige eeuw?; in: Hier en Ginder, 27 (1986), p. 191 en 28 (1987), p. 6. (529). * [GELDER, J.A. van], Watersnood 1926; in: Hier en Ginder, 27 (1986), p. 183-184, afb. (627.517). Bergharen. * [GELDER, J.A. van], Watersnood 1926, Bergharen. Het relaas van pastoor Huybers; in: Hier en Ginder, 27 (1986), p. 165-166, afb. (slot) (627.517). BOEKEL, G.M.E.C. van, Roman Terracotta Figurines and Masks from the Netherlands. Introduction and Catalogue I (Apollo-Fortuna); in: Berichten Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek, dl. 33 (1983, verschenen 1986), p. 197-359, afbn., krtn., lit., tabn., tekn. (902, 666 en 73). p. 268 no. 9 fragment van een jongensfiguurtje uit Druten, De Klepperhei. 30

* GROOT, M. de, Neolitische vondsten op het Abersland te Wijchen-Zuid; in: Jaarverslag A.W.N.-afd. Nijmegen over 1985 (Nijmegen, 1986, p. 18-19, tek. (902). * GROOT, M. de, Prehistorie aan het Wijchense Ven ontsloten door aanleg golfcomplex; in: Jaarverslag A.W.N.-afd. Nijmegen over 1985 (Nijmegen, 1986), p. 202-1, tekn. (902). HEERINGEN, R.M. van, Typologie, Zeitstellung und Verbreitung der in die Niederlande importierten vorgeschichtlichen Mahlsteine aus Tephrit; in: Archaologische Korrespondenzblatt, 15 (1985), p. 371-383 (902). Overdrukken R.O.B. No. 254. rnaalstenen uit Bergharen (Wijkse Veld), Druten (Klepperhei), Ewijk (de Woerdjes), Heumen en Wijchen (de Pas en Wijchens Meer).

HULST, R.S., Gelderland-Druten; in: Jaarverslag Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek over 1984 (Rijswijk, 1986), p. 123 (902). vondsten van metaal op de Klepperhei.


* 1CGXGHLEN, 'M,, IBie'waaide van «detector\vonÖ8ten; iin: Jaarverslag /A.WJN.-afd. Nijimegeniïxver UÏS86 Nijmegen, 1986), p. 51, tékn. (902).

onbedorven en'onbeteugelde natuur echt niet alleen 'dobbelen endmtken'. Veel informatie in voor de leek verstaanbare taal, vergezeld van duidelijke afbeeldingen.

vondst van 2ifibulae (mantelspelden) uit Wijchen, gedaan met een metaaldetector.

MODDERMAN, P.J.R., Cultuurtransportin het Vroeg-Neoliticum; in: Westerheem, 35 (1986), p. 158-161, lit. (903).

TENT, WJ. van, Archeologie; in: A. Verbraeck, Toelichting bij de Geologische Kaart van Nederland 1:50.000, blad Tiel-West (39 W) en blad Tiel-Oost (39 D); Haarlem, 1984, p. 253-263 (902).

In dit gebied valt de gemeente West-Maas en Waal.

CLAESEN, H.J.M., Zonder akker kan men niet ploegen; in: Westerheem, 35 (1986), p. 118-127, lit. (903). De artikelen in Westerheem p. 118-171 zijn de neerslag van de door de A.W.N, georganiseerde themadag 'Nieuwe bewoners of nieuwe gewoonten wijzigingen in cultuurpatronen archeoleogisch beschouwd', gehouden op 27 april 1985. In dit artikel wordt behandeld de romanisering van De Lage Landen.

WAALS, J.D. van der, De Bekerculturen in het licht van nieuwe opvattingen over het begrip 'cultuur'; in: Westerheem, 35 (1986), p. 152-157, lit. (903). WATERBOLK, H.T., Andere tijden, andere inzichten; in: Westerheem, 35 (1986), p. 162171. (903). WILLEMS, W.J.H., Roman and Batavians: Regional Developments at the Imperial

Frontier; in: R. Brandt en J. Slofstra, Roman and Native in the Low Countries, Oxford, 1983, p. 105-128 (903). handelt over de verhoudingen tussen de Romeinen en Bataven aan de rand van het Romeinse Keizerrijk, vooral in onze streken.

HEIDINGA, H.A., Midden-Nederland tussen Friezen, Franken en Saksen; in; Westerheem, 35 (1986), p. 128-140, krtn., lit., tekn. (903).

WILLEMS, W.J.H., Romer und Bataver; regionale Entwicklungen an den Grenzen des Reiches in: Archeologie und Kulturgeschichte, 2: Beitrage zur Erforschung von Sozialstrukturen und Randkulturen (Saerbeck, 1984), p. 69-91 (903).

* LAUWERIER, R., Veeteelt, jacht en milieu in de Romeinse Tijd in het Oostelijk Rivierengebied; in: Jaarverslag R.O.B. over 1984 (Rijswijk, 1986), p. 31 (903).

behandelt hetzelfde onderwerp als het vorige artikel.

HESLINGA, M.W., e.a., Nederland in kaarten: verandering van stad en land in vier eeuwen cartografie; Ede/Antwerpen, 1985; LOUWE KOOIJMANS, L.P., Sporen in het 216 p., afbn., lit., reg. (912). land: de Nederlandse delta in de prehistorie; Amsterdam, 1985; 160 p., afbn., lit., reg.Zomer en Keuning, f 125,-. 50 gekleurde reprodukties van geografische kaarten (903). uit de 15e t/m de 20e eeuw, o.a. een hoofdstuk over het rivierenlandschap. meulerihgffMformatief, f 39,50. /Emhandigimïhandzaamboék voor wie.nuweleens nuil tufittsn, Ihae <orax rvoorauihrs ~van ntifar de '* "VISSER, C-, ©ud Maas en Waal in beeld; jaartelling/in'deze strsksn'hundagiüootbrathten. 'En m: Tsvweestroineriland, no. 48 (1986), p. 16itiat Tunxs iin <mes MUimactt cm nwtt asm mqg magmoqg a7„affla.({Wt2).

Druten, Ewijk.

31


Lees de Nieuwsbrief

TWEESTROMENIAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS l .IX.1987 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 54


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks. Contributie De contributie voor 1986 bedraagt f 25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,-, en/., te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VC Wijchen.

Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Zwanensingel 259,6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247. Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J P.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Erevoorzitter J P. van Wezel, benoemd 9 mei 1985 Bestuur J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk JA. van Gelder, vice-vz., Bergharen

W.M.G. Arts, secr., Wijchen JA. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mej. W A. van Buren, Bergharen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten B.J Ji.M. van Elk, Beneden-Leeuwen W.H. Frentz, Driel

A. Kamerman, Wijchen Mevr. F J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt W.J. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs C. Visser, Druten J.P. van Wezel, Alphen

Administrateur P .G. Leussink, Beuningen Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Tolhuis 52-37,6537 SN Nijmegen, tel.: 080444542.

Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

Losse nummers tijdschrift Nrs 19 t/m 54 voorradig. Per stuk f5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VG Wijchen.

Inhoud 8 H. van Heiningen: De heigraaf van Wijchen 16 Ir. ThPJ. van Herwijnen: Achternamen in Tweestromenland bij de volkstelling in 1947 20 Jan van Gelder: Boerderij de Lagehof in Bergharen 25 Literatuur-Signalement 28 C. Visser: Oud Maas en Waal in beeld 30 Boekaankondiging: Batenburg, eeuwenlang twistappel

Nieuwsbrief Op de voorkant: Gezicht op Batenburg vanaf de Maas, 18de eeuw.


TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS CYnr " -- -,. • . ,

Redactie: ^' nC^v-u iL.r,i v /-'.hi/Art< Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van G«lBfi,MMELER WAARD Huub van Heiningen en Ton Tielen

NUMMER 54

1987

M. Bergevoet en H. van Heiningen

Jan Willems Greven, het droevige lot van een buurmeester van Leur (3) landdagrecessen vonden we aangetekend, dat de rechter van Leur op 7 augustus 1661 toestemming kreeg om in de kerktoren een 'gevangenplaats' in te richten. Die cel is dus waarschijnlijk speciaal voor hem gebouwd. Met zijn verbanning verdwijnt Jan Willems Greven uit de Leurse archivalia, zodat we van deze kant niet verder worden geïnformeerd over zijn lot. Maar het blijkt dat de hardhandige boer uit Leur de Gelderse Staten nog langer heeft beziggehouden. Want op de Landdag, die 29 mei 1663 werd gehouden, komen er klachten ter sprake over het men. De rechter legde hem toen de vredes- gedrag van de inwoners van Leur, die nog ban op. Die werd door Greven geschonden gewoon 'corresponderen' en zelfs drinken waarna hij met geweld werd gearresteerd en met Jan Willems Greven, die men alsmaar vervolgens uitbrak uit de gevangenis in niet vangen kan. Er zal nu dus een nieuw Leur. Wegens het schenden van de vredes- placaat worden aangeplakt in Leur, waarin ban werd Greven daarna door de rechter uit het op strenge straffen verboden wordt met de verbannen boer om te gaan of hem te tapGelre verbannen. pen. De inwoners van Leur worden in dat Het gaat nu snel bergafwaarts met de trotse placaat gelast de 'officieren' te helpen de boer van hoeve De Schebbelaar. Maar eerst veroordeelde te vangen, zodat hij terechtgeeen rechtzetting. Wie door blijft graven in de steld kan worden. Als ze dat niet doen zal het archieven, wordt nu eenmaal vaak gedwon- de rechter vrijstaan 'op coste van de inwoongen zijn bladen te herschrijven. Jan Willems deren' een garnizoen soldaten naar Leur te Greven is niet, zoals we vertelden, uit de halen. H et ligt dus voor de hand, dat Jan Wilgevangenis van Batenburg ontsnapt in sep- lems Greven er in de loop van 1663 pas echt tember 1662, hoewel hij ongetwijfeld ook vandoor ging toen er opnieuw Nijmeegse vanuit dat stadje hulp kreeg. Maar in de soldaten in aantocht waren. We moeten het

Korte inhoud van de beide vorige delen: Op 15 oktober 1657 werd de 'buurmeester' Jan Willems Greven bij een twist aan de Teersdijk met een spa de schedel stuk geslagen door twee mede-dorpsbewoners. Hij herstelde en trof in der minne een regeling voor vergoeding van de dokterskosten met de daders. De rechter verbood hen echter te betalen omdat er z.i. een proces om gevoerd diende te worden. Daarin had Greven geen vertrouwen zodat hij eigen rechter ging spelen en door bedreigingen en intimidatie aan zijn schadevergoeding trachtte te ko-


verder hebben van eigen informaties. Aan zijn levenslange verbanning uit het

gewest Gelre werd kennelijk niet zo erg zwaar getild, want Greven verhuisde met vrouw en vier kinderen naar Nederasselt. Het blijkt ook dat hij een deel van zijn vee heeft kunnen redden van de confiscatie door de Leurse rechter. Maar Greven, die van nature al een onrustig mens moet zijn geweest, kon daar zijn draai niet vinden. Doordat hem zijn bezittingen grotendeels waren afgenomen en hij zich niet meer vrij kon bewegen kon hij, zo vertelde hijzelf, de kost voor zijn gezin niet meer verdienen.

Zodat hij in het voorjaar van 1666 van een van zijn naburen, Peter janssen, drie zakken gerst had gestolen. Dat kwam snel uit en nu kreeg Jan Willems Greven te maken met de richter-ambtman van Maas en Waal, Sweder van de Boetselaer. Hoewel Greven volhield niet de bedoeling te hebben gehad de gerst te ontvreemden, had ook deze rechter geen enkel medelijden met de gekwetste oud-buurmeester van Leur. Hem werden nu dus zijn resterende 'koyen beneffens 't peerdt' in beslag genomen, bij het 'affhaelen van eenighe wybeesten' had Jans vrouw echter de ambtman nog tot enig mededogen kunnen bewegen, zodat ze nog twee koeien mocht overhouden. Opmerkelijk was dat kort na de diefstal van de gerst het paard van Peter Janssen inde wei vergiftigd werd. Het werd opengesneden waarbij 'weyte semelen in die mage' werden gevonden 'soodat daer vergift onder is geweest'. Greven verklaarde ten stelligste deze vergiftiging niet op zijn geweten te hebben 'ende noyt in synnen gedachten gecomen te syn', maar duidelijk is wel dat de verdenking op hem rusten bleef. De zaak was Greven, 'van eenen borgemeester tot eenen bedelaer geracet synde, synde

van eerlecke affcompste' niet in de koude kleren gaan zitten. Hij was er zo wanhopig van geworden dat hij 'eene tydt lank tot geenen arbeydt capabel wesende, sonder syne bedroeffde huysvrouw offte ormosel kinderkens te spreecken' van huis weggelopen 'omme syne verworre sinnen, bedroeffde en de sinnelose dispositie van te congregeren ende in staet te setten'.

Helaas worden niet alle dolende schapen door een goede herder gevonden. Jan Willems Greven ontmoette op zijn dwaaltochten in het Wamelse veld een paard en dat zou hem noodlottig worden. Want Greven meende dat het dier eigendom was van de rechter van Maas en Waal en

omdat hij wellicht buiten zinnen raakte zodra hij aan recht en rechters dacht, had hij dat paard uit de wei gehaald om er mee weg te rijden. Waarheen de tocht zou leiden zou hijzelf niet geweten hebben; er komt later slechts een onverklaarbaar verhaal uit hem over 'een seeckere commissie, niet wetende sonderlycke wat' die hij bij Hendrick Steenbccker zou moeten brengen. Feit is echter datjari Willems Greven op 28 augustus 1666 in Arcen bij Venlo bij de herberg 'De Swarten Adelaer' van zijn paard stapte en dat 'swaertbruyn merrypeert' te koop aanbood

aan Jacob van den Poel. Die vertrouwde de hem onbekende Greven niet en vroeg of hij wel 'vroom' aan dat paard gekomen was. Waarop Jan in paniek raakte en er op zijn paard vandoor ging. Van den Poel waarschuwde direct de stadhouderrichter van Arcen, die Greven in Lomm, tussen Arcen en Venlo achterhaalde en arresteerde. Zodat de ex-buurmeester van Leur voor de tweede maal en nu in Limburg, in het gevang geraakte. In zijn cel te Arcen bekende Jan Willems Greven vlot dat hij het paard had gestolen in Wamel, de gerst had weggenomen in Nederasselt en vanuit Leur gebannen was. Hij was nu kennelijk in een fatalistische stemming; van zijn agressiviteit is althans in de Limburgse stukken geen spoor meer te bekennen. De stadhouder in Arcen liet eerst alle bekentenissen natrekken en het eerste antwoord is van J. Sanders van Wel te Leeuwen en Johan de Roover, die de ambtman van

Maas en Waal vervangen. Die vertellen dat het 'swardbold merrypeert, out tusschen de vyf ende ses jaeren' eigendom was van Leendert Poels uit Helmond, die het bij Lambert van de Kerckhoff in Wamel in de wei had staan. Die had het inderdaad gemist en er overal naar laten zoeken. De heren weten voorts nog te melden dat Greven in Nederasselt gerst had gestolen en in Leur iets belangrijks 'uytstaende heeft ofte gesententieert,


Aft. l: Hervormde kerk te Leur. In de kerktoren werd - speciaal voor Jan Willems Greven - een gevangenplaats ingericht Nog in 18)3 werden hier arrestanten opgesloten in het torenportaal. Foto: H J. van Capelleveen.

uytgebroecken ofte noch vervolcht wort'.

Daar weten ze het fijne niet van, maar ze vragen weljan Greven te laten vertellen hoe hij in Nederasselt de zakken gerst, die nogal zwaar waren geweest, had weten te verslepen. Vanuit Leur stuurt richter Philips de Man het vonnis van vier jaar geleden en die dringt er bij zijn collega in Arcen op aan de gevangene 'nader en speciaelder (onder intimatie van de torture) te ondervraegen' hoe hij uit zijn gevangenis was ontsnapt. Op 14 september 1666 begon het proces, aangespannen door Johan Godfried van Gel-

der, heer van en tot Arcen, voor wie Matthijs op den Stay als aanklager optrad. Die memoreerde de vrijwillige bekentenissen van de verdachte, maar vermoedde toch dat er nog meer achter zat. Zodat hij besliste dat Wil-

worden dat syne quaede feyten ende daet die men praesumeert dat by hem noch verswegen worden, alsoo te beter aen het licht moegen coemen' en dat hij daarna naar behoren gestraft zou worden. Alvorens de zaak te verdagen verklaarde de schepenbank nog, dat Willemsen de heer van Arcen om vergeving had gevraagd met de woorden dat deze hem de 'quade feyten soude vergeven, hy soude het dan niet meer doen'. De volgende dag kwam de rechtbank weer bijeen om het antwoord te horen van de verdediger van een Hendrik Graven. Die zet uiteen hoe het allemaal begonnen is op de Teersdijk, waar men op een warme dag ruzie kreeg over de vraag wie het vat bier moest

betalen dat de dijkwerkers samen zouden leegmaken. Buurmeester Wolters wilde dat uit de dorpskas (van de grote hoop) doen lemsen (zoals hij daar heet) 'sal worden maar daar dacht Jan Willems Greven anders gewesen tot die torture ende in handen van over omdat er 'godt beter't, veel in de den scherprechter om vorders ondersocht te gemeynte weeren, dewelcke geen broot in


!.A

Ajb. 2: Arcen, Kasteel van Arcen, Ingangspoort.

haer huys en hedden'. In de woordenwisseling daarover had Aerts de verdachte 'met

een spay twee groote gaeteren op syn hooft geslaeghen, dat de hersepanne daervan

geborsten ende in groot peryckel van syn leven gestelt is'. Zijn advocaat benadrukte dat'Willemsen' uit de gevangenis was gebroken omdat hij zich onschuldig achtte en gerst had gestolen om in leven te blijven. De ambtman had hem daarvoor de rest van zijn toch al sterk gereduceerde veestapel afgenomen, waardoor de verdachte tot de bedelstaf was veroordeeld. Op een van zijn zwerftochten had hij het paard van de rechter ontmoet en dat een tijdje mee willen nemen. Het was echter helaas van een ander geweest, maar voor zijn cliĂŤnt pleitte, dat hij bij zijn arrestatie het paard gewillig had afgestaan en ook alles bekende. De rechter uit Leur had naar de mening van de advocaat uit 'quaede genegentheyt tot' de ex-buurmeester de zaak wel bijzonder erg in diens nadeel aangedikt. Hoe

ook, mede namens 'syne bedroeffde huysvrouw ende vier onnosele ende ten deele gebreeckelicke kinderen' dat 'de versochte schroomelicke torture niet magh worden

geaccordeert (--) biddende nochmaels door medelyden van des geapp(rehendeerde) bedroeffde vrouwe ende onnosele kinderen

ende door de bittere passie ende lieffde Godts eene genaedighe sententie mag worden vergund t'.

Twee dagen had de rechtbank nodig om de zaken eens op een rijtje te zetten en daarna staan aanklager en verdediger opnieuw tegenover elkaar. De eerste gelooft van de verhalen van de verdachte niet veel en vindt

dat die 'tot die torture gewesen' dient te worden om er meer uit te halen. Aan die wens voldoet de schepenbank nog dezelfde dag; zij verklaarde 'aengehoort hebbende de aenspraeck ende daerby genohmene conclusie, vorts acten ende actitaten ad prothocollum gedicteerd, daerop rypelyck geleth, soo wysen die schepenen naar hun besten weeWillemsen daar in Maas en Waal was uitge- ten, weetenschap ende verstande den geapbroken, deed er naar de mening van Graven prehendeerde onder naerdere scherpen niet meer toe, op 'syne merckelycke sin- examinatie totten torture van den scherpneloosicheyt' verzocht hij de rechtbank dan richter'.


Dat vonnis wordt de volgende morgen voorgelezen en nog dezelfde dag komt Jan Willems Greven dan op de pijnbank terecht. Maar de man vertelt niet wie hem geholpen

rechtbank werd door de stadhouder nog eens tot spoed aangemaand en kwam nog dezelfde dag tot het oordeel 'dat denselven Jan Willemse gĂŞnant Greven, mit een koorde hebben en ook tegenover de beul komt er om synen hals tusschen hemel ende aerde, niet anders meer uit dan Jan al bekend had. daer den wint boven syn hoefft en onder syne Hij zei 'daerby te leven end e te sterven ende voet weyt, mits condemneerende (hem) in Godt Almachtigh synen siele daerop te offealle costen (--) alles tot een schreck, spieghel ren'. Zijn advocaat probeert het ondertussen en exempel van alle andere quaetdoeners, over een ander boeg te gooien door een doch die Genade aen syne Wollgebooren request aan de heer van Arcen. Daarin zet hij Heere zu Arcen reserverende om genadiger nog eens uiteen dat Jan eenmaal een wel- gestrafft te werden'. varende boer en gezien man in Leur was, En inderdaad. De heer van Arcen liet medemaar door de verwonding aan zijn hoofd op lijden voor recht gelden en spaarde het leven drift was geraakt. De 'scherpe examinatie ter van Jan 'mits hy gestrafft sal worden door bancke' was z.i. dan ook niet nodig geweest. den Scherprichter met vier roeden en met 'Seer oytmoedelick ende door de bittere pas- vier slagen gegeeselt te worden, ende een sie' laat hij Jan Willems Greven om een brandtmerck op syne rugge, ende gebannen genadig vonnis vragen. Maar de heer hield uytter deze vryheerlyckheyt Arcen ende Velzich vooralsnog afzijdig en vond dat het den, noyt daar wederom inne te coemen op recht zijn loop moest hebben. pene mit der doot gestrafft te werden, een Op de 20e september eiste aanklager Op de ander ten exempel'. Stay dat de beklaagde 'met die doot sal worden gestrafft' en benadrukte de verdediger Greven kwam er dus genadig af. Omdat hij van Greven nog eens de 'bedruckte en arme- geen penning bij zich had kwamen de kosten lycke desolatie' waardoor zijn cliĂŤnt 'als sin- van de scherprechter en de advocaat volledig neloos ende desperaet' had gehandeld. De voor rekening van de heer van Arcen. DaarAJb. 3: Het kasteel 'Arcen', te Arcen (L.).


mee verdwijnt hij ook uit de Limburgse archivalia. Waar hij gebleven is? Wij weten het niet. Waarschijnlijk kwam hij toch weer in Nederasselt terecht, waar - zoals overal elders armen van geest en mensen zonder bezit niet of nauwelijks sporen nalieten in de geschiedenis. De moraal van dit nare verhaal: drink het zonder bedenken als men u in Leur van de grote hoop wil schenken.

Gegevens voor deze artikelenserie zijn ontleend Oud Rechterlijk Archief Bank van Leur (Rijksarchief Arnhem). Oud Rechterlijk Archief Bank van Maas en Waal (Rijksarchief Arnhem). Archief Slot Arcen in portefeuilles 29, 30, 33 en 42 (Gemeentearchief Venlo). Archief Schepenbank Arcen, inv. nr. 24 (Rijksarchief Maastricht).

H. van Heiningen

De heigraaf van Wijchen Een titel, waarover zelfs bij Pontanus en Slichtenhorst niets te vinden is Als hij dat zou willen, mag de burgemeester van Wijchen zich ook heigraaf noemen. De eertijds belangrijke titel kwam toe aan degene die in het kasteel de scepter zwaaide en de erbij behorende prerogatieven hebben te maken met het opkomen voor de rechten van de Wijchenaren. Maar sommige titels zijn helaas nogal gedevalueerd. Op de schepen van de Oost Indische Compagnie werd de bootsjongen, die voor de kippen had te zorgen, al als pluimgraaf aangeduid en tegenwoordig behoeft men ook niet meer in brocaat gewiegd te zijn om kanjerkoning of kersenkoningin te worden. De tijden keren echter. Het provinciaal bestuur heeft nog niet zo lang geleden de titel Lingegraaf weer een nieuwe inhoud gegeven. Dus wie weet . . . De titel komen we al tegen in zeer vroege stukken van Wijchen. In het oudste Gelders leenregister is op 1403 aangetekend: 'feria quinta post Oculi ontf. Bernt van Galen dien leler mit synen tebehoer item den vont ende die heytgraischap up Wycher kirspel' en sindsdien is het heigraafschap overgegaan op alle bezitters van het kasteel Wijchen (dat weleer Den Leler heette). Dat bleven vrij lang de Van Galens, die hun bezittingen en rechten in 1536 verkochten aan Herman van Bronkhorst, heer van Batenburg, die mogelijk enige tijd in Wijchen gewoond heeft. Herman gaf zijn Wijchense bezittingen in 1550 als huwelijksgeschenk aan zijn oudste zoon Willem, maar bepaalde in zijn testa8

ment dat na zijn overlijden, als Willem heer van Batenburg en van Stein zou worden, naar zijn tweede zoon Karel moest. Ook die heeft er mogelijk vanaf 1557 gewoond en gaf het in 1563 door aan zijn broer Gijsbert, die in 1568 werd onthoofd op last van Alva. Die confiskeerde het kasteel en uit de stukken van de Raad van Beroerte blijkt, dat het toen zozeer was vervallen dat er nauwelijks meer in gewoond kon worden. Na de Pacificatie van Gent is er om de vele bezittingen van Herman van Bronkhorst jarenlang door zijn erfgenamen geprocedeerd. Ook om Wijchen dat tenslotte werd opgekocht door Don Emanuel van Portugal en zijn echtgenote Emilia Louise, prinses van Nassau. Dat echt-


paar bouwde het tegenwoordige kasteel. Tegen het einde van de 17e eeuw is het nog even, samen met Batenburg in handen geweest van Willem Adriaan De Montmorency, graaf van Homes, doch daarna mochten snel op elkaar volgende maar minder op de voorgrond tredende leden van adellijke families zich met de titel vleien. Het kerspel Wijchen had weleer relatief veel braakliggende en met heide begroeide grond, die gemeenschappelijk werd gebruikt onder toezicht van de heigraaf. Inwoners van de kerspel mochten daarop schapen laten grazen of van die heigrond plaggen steken, die als mest of als bouwmateriaal werden gebruikt. In de laagste stukken, die later het Meer of de Vennen zouden worden mochten zij turf baggeren of steken, die als brandstof diende. De heigraaf kreeg voor zijn toezicht op een eerlijke exploitatie van die gemeenschappelijke gronden van elke gebruiker een 'kentenysse' - een bewijs van erkennning waarvan de grootte en waarde kennelijk aan de gever werd overgelaten. Dat heigraafschap had dus (als ik het goed zie) niets te maken met hofhorigheid of de keurmedigheid van een aantal Wijchenaren ten opzichte van de kasteelheer, met diens rechten op thijns, pacht of collatie, met diens recht van vont (goederen zonder bezitter), knijnvrant of wiltbaan (het recht om konijnen te vangen en wild te schieten). Soms lijkt het erop dat dit soort prerogatieven wel eens door de Gelderse hertogen als toeters en bellen aan een leen werden gehangen om het wat aantrekkelijker te maken en te camoufleren dat de bezitter van het kasteel in Wijchen zich wel heer mocht noemen, maar geen heerlijke rechten had. Behalve de inwoners van het kerspel Wijchen hadden ook nog een aantal bewoners van het schependom van Nijmegen het recht om gebruik te maken van Wijchens gemene gronden. Dat waren de landbouwers aan gene zijde van de Teersdijk, die verhoefslaagd waren 'inden Thyers' - d.w.z. degenen die grond gebruikten waarop de plicht rustte een stukje te onderhouden van die Teersdijk, waardoor o.a. het kerspel Wijchen werd beschermd.

Het is deze groep heidegebruikers die in 1538 de tussenkomst van de magistraat in Nijmegen inroept om bescherming tegen Herman van Bronkhorst, die zijn heigraafschap zou misbruiken door hen steeds zwaardere recognities af te persen. De oude Jacob van Galen nam het voor lief dat men hem af en toe eens wat gaf, maar achtte het geenszins een verplichting dat er iets tegenover dat gebruik van de heide stond, zo vertellen ze. Ze gaven hem wel eens 'een vet lam off een roeff boteren, off een paer hoenre off dergelijcken, elc nae sijnen staet'. Maar zijn zoon Rutger maakte er een verplichting van. De rijksten moesten een hamel geven en elk van de heidegebruikers moest hem een dag per jaar dienen. Diens zoon Jacob (die Wijchen zou verkopen aan Herman van Bronkhorst) maakte er een soort belasting van. Voor de een was dat een Rijder, voor de ander een Brabantse gulden en zo navenant. Maar nu is Godbetert Herman van Bronkhorst gekomen om de lasten nog verder op te schroeven. Die vindt dat ze hem allemaal vier dagen per jaar moeten dienen, eist van de een twee gouden rijders en van de ander twee brabantse guldens; kortom hij heeft ze allemaal eenvoudig aangeslagen op een veel te hoge taxe. De zaak kwam nog datzelfde jaar ter tafel op de Landdag en die besloot dat Herman van Bronkhorst als heigraaf niet meer vorderen mocht dan 'bij tijden Jacops van Gaelen der alde zeliger'. Of dat de heidegebruikers veel soelaas bood valt te betwijfelen. Want deze heer van Batenburg achtte zich niet onderhorig aan de Staten van Gelre. Leengoed werd in die jaren langzaam maar zeker erfgoed en machthebbers probeerden steeds van gemeenschappelijke gronden privaat bezit te maken. Zodat voor de gebruikers ervan de geringe bijdrage in natura voor de toezichthouder langzaam maar zeker een pacht aan een eigenaar werd. Die teneur zat er zeker in bij Herman van Bronkhorst, die meende in Wijchen een soort heerlijkheid gekocht te hebben en dan ook jarenlang procedeerde tegen degenen die hem naar zijn gevoel in zijn rechten bekortten. Op de eerste plaats tegen Jacob van Galen, die hem, zo vond de heer van


Schematische kaart van de Wijchense hei, Âą 7 5 50. De begrenzingen van de kaart zijn: Dukenburg, Diervoortse dijk, de weg van St. Walrick naar Wijchen en de Teersdijk. In het midden van de kaart: het Torfveen, wat eens het Wijchens Ven zal worden. Bron: Gemeentearchief Nijmegen, familiearchief Biesman, inv. nr. 69.

10

11


t,_

.... ..ytvv~--e'rer^^<'^sn'€>(»«v-JI^,,t:r.,i^,.,p«9t».A

Ql-<&è «fli, 9o- (rfW. §>•< &4« <-.£•• vftZTpe^ f.JX,»£t~ iJ-g^'fy» l«~£^£^^v^^,ïCgtW C.t^-^.^'^.^J^^/^

<^~«'J)w~ r-a^^:,^^^ 4^f^A'ji„^, %.ftv^, e& QVUlr.'JU.V, Q-V), ^s»4 .«6 C-S^rf 9.„,^PSrt ftrtfkM, D^jyfr ' 9/»<#< <"S< 't?* f9*"Tfk"Vr~F"" JJ^yjij &h jSffirflji.. ^vx/Jflo.

«hC-P^Jt i?y*r ~^fa**"\*(gfr,<r-^&f*yrtn?~

éM-tJWHf'P...jft~«\~r/f

(Jt^vyyfr, «Wf vwJSvyi^ v«|r^f»-K"V>f)1£V^,Cv«<><VU( ^j-(^'-wyTf5>,' grfctïj^B,

ï>S< &f nCWv,^«rtA'vnv. v&.->^.»'')« J">7't?«f>i i^j'f^r»'fyf ^i3v«""< ^"yy' T""""

i^t«^&*^,9«»^v,rt«(ja^^c~•€?«»,v^^T^Cnf ^ji-.^-Sf^hf «ivAïncff'tt«"«^). ij .Uitj'Syt »%«6^rV" «t~« jJTt^pt» V^.Sjvl^Mv/jr^t" i^P^C<

-è'cv|T^»>^Fö«rtf ;Q" -^9o> O-n>ft V*" ö-vft'. t»wc <p~l jtr ^.g yW-'f Vciv, v*-

S„vr ^^ ^ ^ +^ 9^nr£Vv„ CS«C« , «-S< >-§<•* ^4^7*^ 5<^W< ^3"^

6S»-ijf •ft-^jryw^vj"'^""rjf-/?^c g«>9< ^S-~)rT^. i-^^^v,, «.,4 v.tyf.v.v/

. a»&tfb»i.< f*v««.v W-te/fcjft», j«^f Sr. ~>^»x..">—Cw?tft«y{%9£r

<^b<4 ^« 9^ J>«-yj!9o'. fA -"vft.^^. v«»9<vft^«^.>r9p.C6^"fe^ •VwM {k/Hw - 4«H «" "«vcw»^ 9c.% V-vv^j1 ^«y^<>«<« 9*"^^"" |i5"'f>1 ï"1^ '7l«ti)o-^..n'fe«« , «" fTT^v^, t^lc 9,^,^t„ ffn^rt

tfn^ .^mv^ij S.VK Syj

•V^jif «rnw^f-i^ci,-H«t J)ww \w- grü-^yrpo. ^«^ff» r ^^A"v< ^«/ff-P"*^

«*«. ^.^SoUiWtf 5^:9^*, «A vv^l^t -^J,^Hyp»^,cw« 9-^^j> r< ^MafV- <-f« CVJirf-C" ^tiv»«>if, f3t STÏC£n$*tr 9*1* ^ ^* Off"' <^*

È .A», p^,p »« c$*ö«, A 9-vy v.«« ft^,^ <j™ ^,„„ ^v^av^r v

pfv.,1 §'A, cA 9«t w»*W«<ri^v9%^yé rS-tj'^ï »«<^r«» f A frmflr»

•v^w, t^,y^P,(^9p« ^lipAnSrv.^fyV^^r" Wfk*..^0»"^»/^;^!*" ^C^Lrftw -VVMtXf^tM l l»>yf ^frt^YH" ï~« *><Stv|^föf/lTn 9*>V-j"- -ff» SK^1X,»W)-

Cpg^,, -tn^ï^w» i-f»v^-k</Kj6^.«>S« S*^. ~J|V, 0j,-KvT^"^M'*£v*»<^y'-<i

.^ 9y« s,™ <v»Mf« &M 9>4>,, <i«9« V ~t^W- <~9, jtvyjV- v-vA',5c9m «feu. -t.» «« vtvWi^f ^ ^^^^tf"1" •^DT^''*0* &**£$' <^^7Y~"'**

-^•iC?i^'*^rtU^vV^rf, ^ƒf^«^3rt^,.^ft^>-4^^-f^|^^;

'/»*y«-v^|-*— yv y-» f .v .«r- «"v» --viywT«

-—i/ü*" t 1 * ' V ' T * " '"'/l ' *

^^ gA *a*V» ,a^^^^ «r^sii» *4f §* «ATJ.^

c;,,^s^., «A V7<&o- «6^- f^yv.jW«r t^ ^«- v~$ v-cv, ^ a«r ^» -i« Qic», 9^ 5^ g*«fö<" *&*$ "^tifo ~*~fö' ^^Jfor*"* ()c«<?-b~. c^-, «A 5^^c(a^^>^3)^v^^>w^^*:rr"^:r <A *^CT*«ji».n-g, SA'Vv^^^^-K./tS-t&.Tpt^^^&r CÊ*ifV«^<)?y«,«5<»\,M,»,,9yt-«£B.l6 „^"„K^fa *$**$*£•'^^K 9*"*!?

s««

"/,.'. • / > , / , . . . . « ^;_ ^

" -~-wV"

ik -(«« «wïiv.9* 9ft <W«/^of »»/!r ':fi>W< .'^riïi.£6>^cfl>. *tfa*~3

• o^»««« 'k *$< $•*<>> $v.MjR.,, Y &**J^$jyt>Jt****~s n^t^g ~3>~J' $£?%?&« T • • ' ' \ f ^. -\- •' //'i'<'^-' / • i *. t '

•V>;^y

Een fraai gecalligrafeerde verklaring van inwonen van het Schependom van Nijmegen, betreffende het gebruik van de hei en het veen van Wijchen, 7554. Bron: GA Nijmegen, fam. arch. Biesman, inv. nr. 59.

12


Batenburg, minder had geleverd dan hij had gekocht. Daar kwamen scheidsrechters aan te pas en die lieten Van Galen een lijst maken van al zijn bezittingen en rechten die hij in Wijchen had, waarna hij op zijn 'Eydt und sieleverdommenisse' moest zweren, dat dit alles was wat hij van zijn voorvaderen had geërfd. Herman procedeerde inderdaad ook tegen de buurmeesters van Wijchen, die zonder zijn toestemming toelieten dat er 'buitengeërfden' van de heide gebruik maakten en tegen die bewoners van het schependom zelf, die hem naar zijn mening pacht zouden moeten betalen. Voor de buurmeesters van Wijchen trad de burggraaf van Nijmegen in het krijt en voor de schependombewoners werd opgetreden door de magistraat van Nijmegen. De uitslagen van die processen zijn helaas niet bewaard gebleven; er bleven wel aardige getuigenverklaringen bewaard, ook van Wijchenaren, die inzicht geven in de aard van het heigraafschap en er zijn ook kaarten uit die tijd waaraan we kunnen aflezen welke percelen er toen gemeen goed waren. In een lang vertoog uit 1550 zetten de buurmeesters van Wijchen uiteen, dat Herman van Bronkhorst eigenlijk ook maar een inkomer en een koper is, die geen enkel recht heeft aan mensen van buiten het kerspel heigronden te verpachten. Die hebben naar hun mening zelfs de toestemming van de kasteelheer niet nodig en ze vinden dat 'Sijn Edele sich onder den decksell sijns aen gekofften lehens gerne vorder dan sijne vursaiten gedain hebben, dair in dringen wolden'. Niemand anders dan de kerspelgenoten zelf en 'den ghenen die inden scependom van Nijmegen ende langhs die selve (d.i. onze) gemeijnte woonhaftig sijn'. Door daarop mensen van buiten tegen vergoeding toe te laten, maakt hij, aldus de buurmeesters, de gemeente (d.i. de gemene gronden) onbruikbaar en worden de kerspelgenoten van hun 'alder wailhergebrachter possessien' beroofd. Ze vertellen voorts haarfijn wat een heigraaf eigenlijk is: 'Soe doch die heitgreefschap voirsz nijwerlt anders gebruickt gewest, off yetwess meer op sich en

heeft gehadt, of noch heefft, dan alleen alss een Schaetter (van schutter, beschutter, die dair genuempt wordt eyn heitgreeff. Alsoe wanneer eynige uytheymsche die selve alsdan pleech toe schutten (in dit verband de beesten opsluiten in een schutskooi), und die broeck (boete) deshalve van oen tho nemen en dair vur tot sijne proffijt to hebben'. Voor de stedelijke rechtbank komen de 75jarige Hendrik Roukens, de 70-jarige Bernt van Schardenborch en de 80-jarige Marten Roever op de Sonnedach post presentationis Marie Virginis anno Dm XVc, LIIII getuigen hoe ze daar altijd in die buurt gewoond hadden en dus wisten dat de 'nabueren vander Thierssen ynden Scependomb' van de heigraaf altijd schapen mochten weiden, plaggen steken of turf baggeren van de gemene gronden. Ze gaven dan de heigraaf Jacob of Rutger diens zoon (grootvader en vader van verkoper) wel eens een schaap of dienden hem enkele dagen, waarna ze weer twee jaar van de heide gebruik mochten maken. Een vergunning hadden ze nimmer nodig gehad, maar de meeste van de 'inden Thyers geërfden' gaven 'den heygreve jairlicx een vererongh ende kentenysz'. Het zijn smeuiige verhalen en we moeten de verleiding weerstaan ze integraal over te nemen. Een sinecure was het nou ook weer niet, dat heigraafschap. Toen kort na 1600 Emilia en haar Prins in Wijchen kwamen wonen, lag er een 'memorie' op haar te wachten, waarin werd duidelijk gemaakt dat het ditmaal de Wijchenaren en de heidegebruikers aan de andere zijde van de Teersdijk waren, die met elkaar overhoop lagen. De laatsten waren begonnen turf te steken (in dit geval waarschijnlijk turf te delven met een baggerbeugel, zoals toen in gebruik raakte) maar toen was de schout van Wijchen gekomen om hen te vertellen, dat dit verboden was. De burggraaf had zich achter de Wijchenaren geschaard, die 'well geen swaericheijt maeckten over 't gebruick vande heijde ende 't weijden vande beesten, maer dat sij ons niet konden toelaeten 't gebruick van 't veen, om aldaer turff te steecken, sustinijerende (soe 't

13


MW^M •,-•-?$ V','"- ••'-

'^

;

£&u ^U* *>•*&<* fViué ^ ^t ^'^ 4 '

,, . t'%"^ ;**-' ****(***' »-

«"i»** •te*«f»~*ï ••**» c

' *' r-4 ,r^*S«»1^H*tpF *^~M>;'t •?**/*•*** •L / 'VV >

* **'- " •:•

'

-

•:-;. • ?

'

• -.

'•

*

Zegel vanjacob van Galen (de oude), 1489. Bron: GA Nijmegen, Oud Burgeren Gasthuis, inv. nr. A/2/227.

scheen) dat het veen van andere nature was, als de heijde, ende niet stonde onder 't gebiet vanden heijgreeve'. Dat laatste is uiteraard bestemd om bij de kersverse heigravin stemming te kweken tegen de Wijchenaren. Want de briefschrijvers willen graag dat de Princesse de burggraaf zal schrijven dat zij als heigravin ook hen toestaat turf te steken en zo langzaam maar zeker het heigebied weg te graven. Of ze dat deed weten we niet. Ruim een eeuw lang lezen we dan niets meer over de heigraaf van Wijchen. Totdat het kasteel met alles d'rop en d'raan in 1724 gekocht is door en beleend aan Johan Francois van Scherpenzeel en Maria Ignatia van Santvoort en de buurmeesters van Wijchen op 21 september 1745 aan de Staten toestemming vragen om 'eenige morgens heide ten nutte der ingezetenen tot bouwland te mogen maken, te graven (d.i. ploegen), bepoten, verpachten en uit te doen'. Dat verzoek wordt, zoals we het thans zouden noemen, ter visie gelegd en daarop

14

reageert de douariere Van Scherpenzeel. Ze vertelt in een uitvoerig request dat ze als bezitster van het kasteel ook eigenaresse is van het heigraafschap van Wijchen en dat de heigrond alleen uitgegeven mag worden onder beding dat daarvoor aan haar een zekere thijns in hoenderen of geld zal worden betaald. Uit oude thijnsboeken heeft ze kunnen nagaan dat al degenen die op de gemene heide een huis of schuur hebben gebouwd, daarvan aan de heer of vrouw van Wijchen thijns betalen. In Nijmegen heeft ze van 'stok oude luiden' gehoord dat de heer van Batenburg die heide zelfs verpachtte aan buitenlieden en die verpachting in de kerk aankondigde. Dat recht van heigraafschap is kennelijk jarenlang versloft maar de douariere wil daarvan nu toch kennelijk weer gebruik gaan maken. De repliek van de geërfden van Wijchen, gepresenteerd door hun buurmeesteers, is even lang als giftig. Dat heigraafschap is, zo stellen ze, iets uit de Spaanse tijd, waarvan Pontanus en Slichtenhorst niet spreken en dat in geen enkel placaat vernoemd wordt. Al tientallen jaren wordt er veel heide en bosch in het kerspel Wijchen gecultiveerd en nog onlangs is er een stuk afgestaan aan het Nijmeegse gasthuis en daarbij is nooit een heigraaf komen opdraven. Er zijn in Wijchen genoeg percelen waarop thijnsplicht rust en daarop zal het oude boekje betrekking hebben. Nog nooit heeft iemand gedroomd of gehoord dat Wijchen een heerlijkheid zou zijn en nog nooit heeft ook iemand met de titel heer of vrouwe van Wijchen durven pronken. De douariere mag zich als ze in Nijmegen is, gerust vrouwe ven Wijchen noemen, maar daar is dan elke ingezetene van Wijchen een heer of vrouwe van Wijchen. 'De Valsheyd' van de argumenten van de adressante 'konnen gemakkelijk en sonder vergrootglas ontdecken als men maar aanmerkt: Op het eerste: Dat alle Besitters van het Huys te Wychen geen Heeren van Batenburgh of Princen van Portugal zijn die

wegens hun Hoge Caracters en bysondere meritie sulk voorregt bekomen hebben. Dat daarentegen de tydelijke besitters van het Gasteel te Wychen gemeene Burger men-


Kasteel Wijchen na de brand van 6 december 1906. Prent van onbekende kunstenaar.

schen zijn en daar by roomsch van religie die volgens Lands Costumes tot het vergeeven van Employen in geen consideratie komen. Dat een onnosele dog rijcke boer het Gasteel kopende dus tegelijk het Heygraaffschap zouw gekogt hebben en op den stoel des eeren geplaatst zijn geworden. Dat de Laatste verkopers van het voorn. Gasteel die tot armoede vervallen waren die beneficien mede in de koop betreckende dat erfgoed maar op des te hogeren prijs hebben zoeken

te brengen'. Zo gaan de adressanten nog een poosje door om dan echt gal te gaan spuwen over de 'groove misslagh' en de hebzucht van de kasteelvrouwe, die ook al denkt dat ze het visrecht heeft van het hele Wijchense Meer

terwijl de helft daarvan 'een aloud wettigh eygendom is van de Wychense gemeynte die daar tegen geland is.' 'Sie daar de Habsburgh haren mond opensparren. Sie de praetendent Heygraaff maakt sig selve tot sulck Visch- en Meer-Graaff. Het is allemaal 'Babelsbou' waarmee de 'gebelgde ingesetenen van Wychen oproerigh gemaakt' worden. De ingezetenen van Wijchen moeten 's winters ook al eerbiedig vragen op het ijs te mogen komen van de kasteelgracht en

Foto: H J. van Capelleveen. ook door dat 'eygenmagtigh beletten' maakt de 'IJsgraaf zich tot een 'Vraatgraaf Etcetera. Enfin, de Staten lieten de douariere weten dat ze maar naar de rechter moest stappen als ze rechten als heigraaf wilde laten gelden en gaven op 18 oktober 1745 de gewenste toestemming om weer een stuk woeste grond van Wijchen in cultuur te brengen.

Van de heigraaf is sindsdien niets meer vernomen. Literatuur:

J.J.S. Sloet, Het Heigraafschap van Wijchen, in: Verslagen Oud- Vad. Recht, 1885, dl. I p. 452 e.v. G. Mes, De heigraaf van Wijchen, in: Jaarboekje van Elb. Thijm. Almanak voor Nederlandsche Katholieken, 1891 p. 119 e.v. Bronnen:

Hol van Gelre, Civiele Processen, 1551-1553 (Rijksarchief Arnhem). Rekenkamer Arnhem inv. nr. 7211 (Rijksarchief Arnhem). Familiearchief Biesman, inv. nrs. 59 t/rn 69 (Gemeentearchief Nijmegen).

15


NIEUWSBRIEF

september 1987

Een toast op de toekomst van het museum. V.l.n.r.: notaris Bunnik, lid Stichtingsbestuur Historisch Museum Tweestromenland, burgemeester Geurts van Druten en burgemeester PrĂśpper van West Maas en Waal.

HISTORISCH MUSEUM IN MAASBOMMEL OPEN GESTELD Op 1 juli 1987 's middags om 1 uur was het dan zover. Het museum zoals aangekondigd in onze twee vorige nummers, is open gesteld in het oude gemeentehuis van de voormalige gemeente Appeltern in Maasbommel. Het werd niet als een officiĂŤle opening betiteld. Daarmee wordt gewacht tot de komende lente. Het bovengedeelte kon echter inmiddels worden ingericht en daarom was het een goede gedachte om met de openstelling niet te wachten. Intussen is er meer tijd om ook het benedengedeelte in te richten en de stijgende hoeveelheid oude spullen uit de streek rechtvaardigt dit ten volle. Toch waren er op 1 juli de pers, de burgemeesters van West Maas en Waal en Druten, hetVVV-Gelders Rivierengebied, bestuurders van Tweestromenland en enkele vrijwilligers, die er alles aan hebben gedaan om alles op tijd klaar te krijgen. Boven de trap van het museum mocht de vicevoorzitter van onze vereniging, Jan van Gelder uit Bergharen, in het kort ingaan op de voorgeschiedenis en het besluit om een al

jaren geuite wens in vervulling te laten gaan. Als aardigheid kon hij er bij vertellen, dat juist in dit gebouw zijn geboorte- en huwelijksakte werden ingeschreven en getekend, resp. in 1926 en 1954. Lof bracht hij daarbij vooral aan de gemeente West Maas en Waal, die het gebouw aan Tweestromenland verhuurde en ook aan de andere gemeentelijke en provinciale instellingen, banken en fondsen, die dit mogelijk hadden gemaakt. Zo mogelijk nog


De Werkgroep Streekdracht en Mode bij het resultaat van hun inspanningen. meer lof aan de vele vrijwilligers, die zich al en Waal'. Daarvan schreef Thea de tekst, maanden achtereen hebben ingezet. Tegefungeerde Toine van Ooijen grotendeels als lijkertijd deed hij een beroep op anderen om fotograaf, werd de lay-out verzorgd door zich in de toekomst beschikbaar te stellen om zetterij Pannekoek en de druk door drukkerij het museum zonder al te veel kosten draaienBuil, allen uit Druten. de te houden. Voor elke nieuwe vrijwilliger Het VW heeft overigens in het museum een zou hij zelfs een varen bij het museum willen dependance gevestigd. De eerste folders planten, omdat deze zich zo gemakkelijk werden aan beide burgemeesters overhanvoortplanten. digd. Ook werd nog een beroep gedaan op de Thans is een tentoonstelling ingericht met bevolking van de streek oude foto's en matevele foto's van boerderijen, gebruikte materirialen beschikbaar te stellen. alen op de boerderijen, in land- en tuinbouw Bestuurslid Therus van Sommeren uit Bovenen fruitteelt. Ook de klederdrachten in de Leeuwen zou tenslotte de sleutel overhangezinnen in vroeger tijden. Foto's hangen er digd krijgen om de deur te openen, omdat hij ook van de watersnood uit 1926 en archiefzich het meest van allen heeft ingezet om het materiaal van steen- en pannenfabriek Demuseum op tijd open te krijgen. Helaas was hij ricks en Geldens uit Druten en de volledige echter enkele dagen tevoren met een onwilcollectie modellen van de dakpannen. Vondlige rug in bed terecht gekomen en nu mocht sten uit de oude tijd liggen in de vitrines. Wies Berris-Visschers als voorzitster van de De openstelling is voorlopig tot en met sepwerkgroep oude klederdrachten deze taak tember iedere woensdag, zaterdag en zonovernemen. dag van 13 tot 17 uur of volgens afspraak met Na het betreden van de ontvangstruimte groepen ook op andere dagen. Entree beoverhandigde burgemeester Prรถpper van draagt slechts f 1,50 en voor kinderen tot en West Maas en Waal de gemeentevlag, die met 12 jaar / 0,50. Met een landelijke musedaarna aan de nog aanwezige gemeentelijke umkaart kan men gratis terecht. vlaggestok kon worden gehesen. Namens het Het Stichtingsbestuur van het Historisch VW was directeur Smit uit Tiel aanwezig Museum Tweestromenland is als volgt sasamen met Thea Laurenssen met een gloedmengesteld: nieuwe folder met waardevolle gegevens uit de gehele streek onder de titel 'Ontdek Maas


J.L.C. Alkemade, voorzitter, Ewijk W.M.G. Arts, secretaris, Wijchen J.A. Jansen, penningmeester, Wijchen Mr. W.M. Bunnik, Beneden-Leeuwen B.J. van Elk, Beneden-Leeuwen. Adres museum:

Raadhuisdijk 6 telefoon: 08876-2316

Redactie

WERKGROEP MAAS EN WAALSE GESLACHTEN

Het nieuwe werkseizoen 1987-1988 begint met de jaarlijkse vergadering welke dit jaar wordt gehouden op zaterdag 10 oktober a.s. in het streekdocumentatiecentrum in Wijchen. Aanvang van de vergadering is gesteld op 10.15 uur. Na de vergadering is er zoals gebruikelijk weer de mogelijkheid om nader contacten te maken met andere stamboomonderzoekers en gegevens uit te wisselen. Op deze bijeenkomst wordt weer het nodige huiswerk uitgereikt aan hen die in de komende maanden de gecopiëerde DTB's op kaartjes willen zetten. Tevens zal dan worden bekend gemaakt welke morgens weer als werkmorgen worden vastgesteld.

VRAAG EN ANTWOORD RUBRIEK HET SPIEKER

De collectie historisch materiaal van de vereniging heeft een kleine aanvulling ondergaan in de vorm van het beschikbaar stellen van een boek 'Ons mooie Nederland', dat in 1915 door D.J. van der Ven is samengesteld en uitgegeven door Meulenhoff & Co te Amsterdam. In dit boekwerk wordt speciaal de provincie Gelderland beschreven en is voorzien van foto's uit die periode. De vereniging heeft deze aanbieding mogen ontvangen van de heer Sagius uit Ewijk. Een tweetal oude foto's, waarvan één waarschijnlijk een straatbeeld uit Druten laat zien, zijn in het bezit gekomen van de vereniging dankzij de aanbieding van de heer Brugman uit Wijchen. Voor het museum in Maasbommel is door de fa. De Kleijn uit Wijchen haar winkelopstand en een gedeelte van de plafondverlichting aangeboden, welke inmiddels al een eerste opstelling in ons museum heeft gevonden. Schildersoedrijf Van Gelder uit BenedenLeeuwen heeft het tekstbord voor ons museum aangeboden, wat door de medewerkers van het museum is aangebracht boven de hoofdingang. Al deze gevers hartelijk dank voor Uw bijdrage.

In de Nieuwsbrief worden vragen opgenomen op genealogisch en ander gebied. Vragen (met antwoordpostzegel) en antwoorden dienen te worden gezonden naar Administratie van de Nieuwsbrief, W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen.

35 Velden/Velders Jan van der Velden, jongeman van Appeltern, huwde (ondertrouw) in Amsterdam op 27 augustus 1723 en trouwde in Altforst 16 september met Maria van Rooy, weduwe van Roelof Roefs, wonende te Appeltern. Over Maria van Rooy is veel bekend via het boek 'Genealogie en geschiedenis van het geslacht Hoefs en Hoes'. Gevraagd worden meer informatieve gegevens over Jan van der Velden en zijn ouders, die in Appeltern verbleven.

Inzending kopij Nieuwsbrief en het tijdschrift voor het decembernummer Mededelingen en artikelen dienen vóór 2O oktober binnen te zijn bij de redactie of het secretariaat van de vereniging.


Najaarsreis naar Buren en Doorn Op zaterdag 26 september a.s. hebben we onze najaarsreis gepland, waarbij we de plaatsen Buren en Doorn zullen bezoeken. Het stadje Buren ligt prachtig aan de Korne, een zijarm van de Linge, omringd door fruitbomen. Buren is al heel lang verbonden met het Huis van Oranje. Het graafschap Buren kwam namelijk in 1551 door huwelijk van Anna van Egmond met Willem van Oranje aan het Oranjehuis. Diverse leden van het Koninklijk Huis reisden incognito onder de naam Van Buren. Eén van de pronkstukken van Buren is het Koninklijk Weeshuis, een

voorbeeld van zuiver Hollandse renaissancestijl. Op deze plaats stond voorheen het Sint Barbaraklooster. Het weeshuis werd op 25 mei 1612 door Maria van Oranje, een dochter van Willem de Zwijger, geopend. Tot 1953 bleef het als weeshuis in gebruik. Nu is er de prachtige

collectie van het Museum der Koninklijke Marechaussee ondergebracht. Het toont de geschiedenis van de marechaussee, de politiegroepen, de rijks- en gemeenteveldwacht en de vooroorlogse gemeentepolitie. Ook schilderijen, curiosa, uniformen, wapens en vervoermiddelen zijn stijlvol tentoongesteld. Een deskundige leiding zal een en ander toelichten. Tevens in dit museum de tijdelijke tentoonstelling van oude Nederlandse maten, gewichten en weegwerktuigen te zien. Een grote verscheidenheid in materialen, vormen en modellen van

zowel de metrieke als de oudere maten en gewichten maken de verzameling uniek. Verder brengen we in Buren een bezoek aan de laat-gotische Sint Lambertuskerk. De heer Berghuys,

die zich verdiept heeft in de geschiedenis van deze fraaie kerk en zich beijverd heeft voor de restauratie zal ons op boeiende wijze een indruk geven van de bouwgeschiedenis en ons

attenderen op vele interessante details. Na al dit moois in Buren bewonderd te hebben, trekken we door het mooiste deel van de Utrechtse Heuvelrug naar Doorn, naar het Kasteel Huis Doorn, waar de ex-keizer van Duitsland Wilhelm II van 1920 tot 1941 woonde. Men krijgt een goed beeld van de weelde waarmee de keizerlijke balling zich omringde: prachtige schilderijen, gobelins, meubelen, een snuifdozen-

collectie. Wilhelm is bijgezet in een mausoleum in het park, een fraai geheel, dat bestaat uit twee lanen met statige coniferen, mooie boscomplexen en een dierenkamp. In de orangerie van het kasteel zal een uitgebreide lunch geserveerd worden. AANMELDING: voor deze unieke reis tot 14 september a. s. voorleden van Tweestromenland met eventueel 1 introducé via het aanmeldingsformulier aan: Evenementen Commissie - Markt 9-14 - 6651 BC Druten. KOSTEN: / 55,- per deelnemer, te voldoen vóór 14 september 1987 op postrekening 2622012 of op Rabobank Wijchen no. 112701493 ten gunste van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 1760, Wijchen, onder vermelding 'Najaarsreis'. In de kostprijs zijn begrepen: vervoer per luxe reisbus, drankjes, gebak, koffietafel en kosten voor gidsen en entrees. Deelnemers ontvangen tijdig dagindeling, deelnemerslijst met instapplaatsen en tijden.

Aanmeldingsformulier EXCURSIE ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1987 Inzenden vóór 14 september aan: Evenementen Commissie, Markt 9-14, 6651 BC Druten Naam/namen

Voorletters of roepnaam

Straat + no

Postcode

Woonplaats

1. 2.

Telefonisch bereikbaar onder nummer Wil zo mogelijk opstappen bij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het verschuldigde bedrag wordt of is reeds overgemaakt op vermelde giro- of bankrekening. Datum: ............................................. Handtekening: .............................................


Ir. Th. PJ. van Herwijnen

Achternamen in Tweestromenland bij de volkstelling in 1947 Regelmatig wordt de werkgroep Maas en Waalse geslachten de vraag gesteld, of een bepaalde familienaam nu nog voorkomt in haar werkgebied, en zo ja, hoe lang de betreffende naam al voorkomt. Het antwoord op het tweede gedeelte van deze vraag kan door de werkgroep alleen gegeven worden, wanneer haar gegevens bekend zijn over de betreffende familie uit de periode van voor de invoering van de burgerlijke stand, dat wil zeggen, van vóór het jaar 1811. Het eerste gedeelte van de vraag kan uiteraard beantwoord worden door telefoonboeken te raadplegen, maar er is ook een eenvoudigere methode. In 1971 is het 'Nederlands Repertorium van Familienamen: deel VIII: Gelderland' gepubliceerd. In dit boekwerk staan alle achternamen vermeld, die in Gelderland voorkwamen bij de volkstelling in 1947. Per achternaam is het aantal naamdragers vermeld in elk van de (toen) 112 Gelderse gemeenten. Met enige moeite is na te gaan, welke achternamen toen vaak voorkwamen in ons werkgebied. Tweestromenland telde toen nog 12 gemeenten nl. Appeltern Batenburg, Bergharen, Beuningen, Dreumel, Druten Ewijk, Heumen, Horssen, Overasselt, Wamel en Wijchen. Dit aantal is nu teruggebracht tot 5, nl. Beuningen, Druten, Heumen, West Maas en Waal en Wijchen. Ik heb me bij het onderzoek beperkt tot twee groepen achternamen: Groep 1: Achternamen met 50 of meer naamdragers in Gelderland, van welk aantal minstens de helft in Tweestromenland woonde (zie bijlage 1).

Groep 2: Achternamen met 50 of meer naamdragers

16

in Gelderland, waarvoor geldt, dat de gemeente met het grootste aantal naamdragers in Tweestromenland ligt (zie bijlage 2). De eerste groep omvat ca. 100 achternamen, zoals blijkt uit bijlage 1. Het feit, dat deze achternamen vaak voorkomen, hoeft niet te betekenen, dat deze achternamen in Tweestromenland ontstaan zijn. Immers, er valt uit dit overzicht niet op te maken, of alle dragers van een bepaalde familienaam tot een familie behoren. En zelfs al zou dat het geval zijn, dan nog is het de vraag, sinds wanneer de familie in Tweestromenland woont. Deze vragen zijn alleen te beantwoorden door zelf stamboomonderzoek te doen. In bijlage 2 zijn die achternamen opgenomen, die weliswaar in een bepaalde gemeente in ons werkgebied een hoge frequentie hadden, maar waarvan het totale aantal naamdragers in onze regio te laag was, om in groep l opgenomen te kunnen worden. Zowel in groep l als in groep 2 komen namen voor, die al voor 1800 in Maas en Waal bekend zijn. Denk hierbij aan namen als Den Bieman, Glaap, Loeffen en Zondag. Opmerkelijk is dat er in geen enkele Gelderse gemeente (ook niet in Arnhem en Nijmegen) zoveel personen met de achternaam Aarts woonden als in Wijchen. Ik zou u willen vragen, om, wanneer u genealogische gegevens bekend zijn over een of meer van de in de bijlagen genoemde


families, dit te willen melden bij het bestuur van de werkgroep Maas en Waalse geslachten. Wellicht kan er dan in de toekomst een artikel gewijd worden aan achternamen, die niet alleen nu, maar ook voor 1800 al vaak voorkwamen in ons werkgebied. Ook is het interessant om eens na te gaan, of

er familienamen zijn, die vroeger zeer vaak in ons gebied voorkwamen maar tegenwoordig niet of nauwelijks meer voorkomen. Th.PJ. van Herwijnen Zuiderparkweg 504 5216 HE 's-Hertogenbosch

Bijlage 1: Achternamen met minstens 50 naamdragers in Gelderland bij de volkstelling in 1947, van welk aantal minstens de helft in Tweestromenland woonde.

Achtereenvolgens worden vermeld: Achternaam, aantal naamdragers in Gelderland, aantal naamdragers in Tweestromenland, de naam van de gemeente in Tweestromenland met het grootste aantal naamdragers, gevolgd door dat aantal.

1. 2. 3. 4. 5. 6.

As, v. Banken Belgers Berben Berk, v.d. Beuningen, v.

7. Bieman, den 8. Biesen, den

9. 10. 11. 12.

Boerakker Burgt, v.d. Cobussen Dennissen

13. Deursen, v. 14. Deijzen, v.

15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.

Dinteren, v. Dinther, v. Dinnissen Dobbelsteen, v.d. Dreumel Duinhoven, v. Echteld, v. Eldijk, v. Emmerloot, v,

255 93 63 57 135 163 56 60

122 50 190 71 98 73 155 52 184 80 87

62 55 111 51

24. Geer, v.d.

108

25. 26. 27. 28. 29.

Gerlag Geijn, v.d. Glaap Gradussen Gramser

30. 31. 32. 33. 34.

Grim Gubbels Haaien, v. Haardt

52 155 52 65 50 97 54 167 116

Gremmen

68

127 89

49 34 68

116 51 44 88 25 99 35 57 49 105 29 108 40 86 36 40 101 44 74 37 110 43 60 25 83 49 99 62 50

Beuningen: Appeltern : Druten: Overasselt

55 32 29 15

Druten : Ewi jk:

38 27

Horssen: Wamel : Druten : Appeltern: Overasselt Ewi jk: Beuningen: Heumen: Dreumel : Druten: Druten:

27 43 19

Wamel : Overasselt Ewi jk: Wi jchen : Heumen : Wamel : Appeltern : Wamel : Druten: Dreumel :

Druten: Beuningen: Druten : Ewi jk : Appeltern : Wi jchen: Wamel : Ewi jk : Ewi jk:

34 17

71 12 12 45 25 75 24 63 15 86*) 31 30 56 44*) 37 26 57 38 44 7 44 47 46 44 18

17


35. Haerkens 36. Heek, v. 37. Heumen 38. Hoes

39. Hoogstraten, v. 40. Kesseler

41. Klabbers 42. Klein, de 43. Kleijnen 44. Kolvenbach

45. Koeken 46. Koolwijk, v 47. Kooijmans

48. Kouwen, v. 49. Kraaij, v. 50. Krevel, v. 51. Kruijsbergen, v

52: Kuppen 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59.

Lagarde Langeslag Laurant Leegstraten Lemmers Loderus Loermans

65 98 55 77 72 58 89 181 54 61 63 167 167 69 63 65 62 116 66 56 56 51 154 87

74. Sas

154 397 102 65 335 83 303 50 96 146 85 51 244 518 70 190

75. Schiks 76. Seelen

112 56

77. Soetekouw

110 240 74 60 103 67 110 141 50 66 64 92 151 55

60. Loeffen 61. Lorijn, de 62. Luijpen 63. Megens 64. Mooren

65. Oijen, v. 66. Perlo, v.

67. Reuver, de 68. 69. 70. 71. 72.

Rosmalen Roeffen Romviel Rossen Rossum, v.

73. Salet

78. 79. 80. 81. 82. 83.

Sommeren, v. Steeg Steenbruggen Summeren, v. Swam, v. Swarties

84. Teeffelen, v. 85. Thoonsen

86. Tiem, v. 87. 88. 89. 90.

18

Tijsse Klasen Vaan, de Valk, de Weeren

43 84

Heumen:

42 41

Wamel Bergharen: Ewijk: Appeltern :

51

Heumen:

55

77 103 39 49 37 91 98 35 51 37 56 66 51

52 46 50 91 68 90 252 73 52 199 70 202 29 53 88 71 49 151 261 52 145 93 37 79 201 43 48 68 43 85 121 27 59 61 73 84 30

Heumen: Druten: Wi jchen: Wamel : Wamel : Druten: Dreumel : Druten: Appeltern: Overasselt : Dreumel : Wi jchen: Appeltern : Wi jchen : Wi jchen: Druten: Wamel : Appeltern : Beuningen:

Wi jchen: Wamel : Dreumel : Druten: Horssen: Wamel : Wi jchen: Wamel : Wi jchen: Batenburg: Beuningen: Wi jchen: Wamel : Wamel : Dreumel :

Druten: Appeltern: Wamel : Wamel : Bergharen: Appeltern:

Bergharen: Wi jchen: Beuningen: Druten: Heumen: Wamel : Wi jchen: Druten:

Overasselt : Wi jchen:

40 48 55**) 18 14 43 37 34 28 22 13 44 53 23 17 18 49 35 34 40 37 38 49 62

62 85 43 40 54***) 21 153 29*) 33 75 42 48 134 120 35 113

49 21 46 88 26 29 42 19 8047 10 57 59 47 47 14


91. Wichen, v.

92. Wielen, v.d. 93. 94. 95. 96. 97.

Wildt, Wintjes Woezik, v. Zandt, v.d. Zandvoort, v.

98. Zwartjes

57 232 126 68 91 66 65 79

33 117 91 53 59 63 50 46

Appeltern: Druten: Wijchen: Overasselt: Wijchen: Druten: Wijchen Wijchen

19 32 61 32 30 60 46 25

Deze naam kwam slechts in één gemeente in Tweestromenland voor. Deze naam kwam slechts in één Gelderse gemeente voor. Megens is de enige achternaam uit deze lijst, die in elk van de 12 gemeenten in Tweestromenland voorkwam.

Bijlage 2: Achternamen met tenminste 50 naamdragers in Gelderland bij de volkstelling in 1947, waarvoor geldt, dat de gemeente met het grootste aantal naamdragers in Tweestromenland ligt. Achtereenvolgens worden vermeld: Achternaam, aantal naamdragers in Gelderland, naam van gemeente met het grootste aantal naamdragers en tenslotte dat grootste aantal.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 22. 23. 24. 25. 26.

Aanholt,v. Aarts Appeldoorn Balveren, v. Beek Born Dodewaard, v. Duifhuis Elk, v. Gelder, v. Hanssen Hemmeen, v. Henzen Hofmans Honing Hurk, v.d. Kerkhof, v. Leeuw, de Leur, v. Merkus Ooijen, v. Os, v. Reuvers Rhijn, v. Rouw

27. Rijk, de 28. Wolferen, v. 29. Zondag 30. Zuidam, v.

31. Zuijlen, v. 32. Zwam, v.

71 209 93 53 113 76 123 50 353 625 54 51 53 91 73 316 225 772 202 158 618 639 239 64 148 75 121 318 62 108 308

Druten: Wijchen: Appeltern: Druten:

Wamel: Druten: Wamel: Wamel: Wamel: Wamel: Beuningen: Beuningen Appeltern Wijchen: Wijchen: Wamel: Wamel: Appeltern: Dreumel: Druten: Appeltern: Wamel: Wijchen: Dreumel: Wijchen: Dreumel: Wamel: Wamel: Wamel: Ewijk: Wamel:

20 61 19

19 45 14 24 18 90 146 15 10 20 28 27 84 67 112 55 19 103 104 58 27 56 31 47 114 16 17

59

19


Jan van Gelder

Boerderij de Lagehof in Bergharen Op dit ogenblik is in het Historisch Museum Tweestromenland in Maasbommel de boerderijen-fototentoonstelling nog te zien, welke ook - met veel succes - op de Batenburgse Dag aanwezig was. Deze tentoonstelling is voor de redactie aanleiding geweest actief op zoek te gaan naar artikelen over boerderijgeschiedenis. Wij hopen na dit eerste artikel van de hand van Jan van Gelder wat vaker aandacht aan dit onderwerp te kunnen besteden. De boerderijen-fototentoonstelling is nog te zien in de maand september op woensdag-, zaterdag- en zondagmiddag van 13.00 tot 17.00 uur, in het museum in Maasbommel.

Redaktie In Bergharen staat een Lagehof, maar ook een Hogehof. De Lagehof is te vinden in het Uilengat, de Hogehof in de daarmee parallel lopende Veldsestraat. Tussen beide boerderijen in staat aan de Veldsestraat de Oude Hervormde kerk. De Hogehof staat daar tegenover aan de andere kant van de straat, maar met het vooraanzicht naar het Oosten gericht en de achterzijde naar de straat. De Lagehof'wijst' dezelfde richting in, zo'n 300 meter van de kerk vandaan. Ook hier komt de achterzijde op de straatkant uit. Het Afb. 1: De Lagehof te Bergharen, vooraanzicht.

20

gemak diende de boer! De Hogehof is als boerderij afgedankt in 1969. Het boerderijmodel is wel gebleven, terwijl er toch in eerste instantie een rentmeester in woonde en er met behulp van een knecht ook een boerderij in hetzelfde huis op na hield. Bij het hoofdgebouw stond ook een schuur en door wijziging van het bestemmingsplan werd deze schuur met een aanbouw erbij in 1972 omgetoverd in een landhuis, waarin in 1983 het zangeressenduo Maywood zich vestigde. Een lang


ty***

•~—i_.f, ~K~'/--.

^S-^-f-7 •-^; •'•*&,.

f^^PgppK £••• 'X;-^VN^ ^^.< -^K "\

'!:'>.•',

s.

'••"- '• ' > - • • • • *• • - -X' - - - :• C^-_N

^

-

-••-••• . ^Sès - — --•—:.-;w^.>«

Afb. 2: De Lagehof te Bergharen, achteraanzicht, getekend door Hugo van Capelleveen.

verhaal apart, waar we het nu niet verder over zullen hebben. We beperken ons tot de Lagehof. Ook de Lagehof is als boerderijmodel gebleven. Zelfs de boer is er nog en wel helemaal alleen. Hij is vrijgezel, 81 jaar oud en het boerenvak heeft hij in zijn leven van jongsafaan uitgeoefend al was hij dan ook een aantal jaren zaakvoerder van de Boerenbond er bij. We hebben het over Wim Meijer, die er samen met zijn broers heeft gewoond. Bertus overleed l augustus 1967 en Gradus 23 december 1977, zodat Wim alleen achterbleef. Maar het alleen wonen deert Wim met een waakzame buurt niet zo erg. Zelden is hij alleen. Hij krijgt wat men noemt veel aanloop. De ene stalt er een paardje, de andere weidt er wat vee. Weer anderen hebben er hout opgeslagen of hooi en stro, caravans gestald en wat al niet meer. De ruimte is er wel, want het eigen bedrijf is geheel opgeheven. Zelfs gaf hij dit jaar de tuin uit handen aan mensen in het dorp, die weten dat zij een goed onderhouden stuk grond in hun bezit hebben. Het boerenhart van Wim blijft spreken. Hij weet nog alles van land en vee en zijn leeftijd verhindert hem niet om alles nog keurig in orde te houden. Een keurige boerderij, bijna midden in het dorp, waar menigeen jaloers op is. Wel in overleg met hem aan de agrarische

bestemming onttrokken maar uitstekend passend in de omgeving, want in de buurt staan er nog wel een stuk of vier. Zelfs in 1970 voelden Gradus en Wim zich nog jong genoeg om een totaal versleten ouderwetse schaapskooi te vervangen door een nieuwe schuur voor hooi en stro, wagenstalling en varkenshokken. Zelf hebben ze er maar even plezier van gehad, anderen zijn er nu goed mee. Van de oude schaapskooi is nog een stukje muur over gebleven. De boerderij zelf staat er nog statig en voornaam. Van oorsprong duidelijk een Gelderse boerderij met lage gevels. De rechtergevel is echter door de familie Hendriks in 1925 opgetrokken en verbreed om het grote gezin te kunnen bergen. Er kwam net zoveel woonruimte bij als er al was. Binnenkomend door de voordeur - maar dat doen er niet zoveel, want op een boerderij gaat men meestal achter of aan de zijkant binnen - gaat men onder een soort baldekijn door, dat de wachtende beschermt tegen regen en drup van het dak. Een ouderwetse trekbel hoort daarbij alsook een ketting, hoewel geen zware. Men komt dan in de gang met een granieten vloer. Rechts ligt een grote woonkamer met eigen stookruimte en schoorsteenmantel, waarvan de schoorsteen vanaf de zolder schuin omhoog is getrokken

21


en steunt op een houten balk. Die kamer is

eigenlijk nooit als woonkamer gebruikt. Ze was van 1925 tot 1947 schaars bemeubeld en meer een opslagplaats voor de mantels en de poffers van de vele dames van de Lagehof.

die tezamen het hooi dragen. De gebroeders Meijer hebben deze wel een meter laten zakken om meer warmte beneden en meer ruimte boven te krijgen.

Midden op de deel werden veelal de aardappelen en de bieten opgeslagen. Aan de ene kant is de stal voor het rundvee en aan de als slaapkamer dienst doet en de andere als andere kant de paardenstal, varkensstal, kleerkast. De eerste heeft een langwerpig opslag voor het kachelhout en de kolen. Het tweeruits schuifraam met uitzicht op het washok ligt het dichtst bij de pomp. Voor Uilengat en de tweede heeft geen raam, maar verwarming zorgden de koeien zelf. Het komt evenals de genoemde kamerdeur op de leem op de deel is vervangen door beton. gang uit. Op dat kamertje, dat wij dan Het kleinste kamertje van de boerderij is te kleerkast noemden, staat een trap, die boven vinden naast de veestalling bij de achterdeur. uit komt op een vrij lange slaapkamer, Van oudsher daar gesteld vanwege de gewaarvan eenzelfde raam precies boven het makkelijke afvoer. In de achtergevel is het raampje van dit 'kamertje' te zien. raam staat van het kleine slaapkamertje. Links van de gang ligt de andere woonkamer, Er zit nog heel wat eikenhout in dit huis. In die tot op de dag van vandaag nog in gebruik de woonkamer zijn de zware balken wegis. Deze kamer was in het oude model van de gewerkt tussen houten zolder en zachtboerderij veel kleiner. De voordeur, hetgeen boardplafond. Elders zijn ze veelal nog in de in de voorgevel ook nog wel te zien is, stond oude staat gehandhaafd. Opvallend zijn ook toen aan de andere kant van het woonkamer- de deuren, die van een laklaag zijn voorzien, raam en de gang achter deze deur was een welke er bij de komst van de gebr. Meijer in onderdeel van deze kamer naast de opkelder 1947 al op zat en nu nog slechts enkele en kwam uit in de keuken. Deze keuken ligt spoortjes van beschadiging vertonen. een trede lager en geeft aan de ene kant De vloeren in de kamers zijn van hout, alleen toegang naar de opkelder en de kelder - in de keuken van beton en in de kleerkast, waarin nog een spekbak zit en geen vloer met waar een van de vrallie van de Lagehof nog estrikken, maar gewoon beton - en aan de sliep en toch oud is geworden, van grijze andere kant naar de deel met een nog in plavuizen, klein formaat. gebruik zijnde koperen pomp naast de lage Spouwmuren zijn er uiteraard niet. Wel is er zijdeur. In de keuken zit nog een schouw, die in de woonkamer een houten lambrizering leidt naar dezelfde schoorsteen als de vroe- aangebracht. gere enorm grote schouw in de woonkamer, De boerderij heeft een goed houvast in de waarvan nog een balk te zien is. Wat in de drie eiken gebinten. De muren zijn opgekeuken ook opvalt, is een klein raampje, dat trokken van Waalstenen. In de achtergevel is uitzicht geeft op de deel om het vee daar in nog te zien, dat er grote toogdeuren hebben de winter in de gaten te kunnen houden. In gezeten. De gebr. Meijer hebben deze er uit de meeste oude boerderijen kon men zo'n laten halen en een tweedelige achterdeur kijkraampje in een slaapkamer vinden. In de aangebracht. keuken is een openslaand raam in de gevel, In de voorgevel zijn wel ankers te vinden, maar geen jaartal. De grote ramen zijn maar ook nog een dakraam. De deel is groot. Tegen de brandmuur staat zesruits schuiframen en de luiken (vensters) een trap met toegang naar de open zolder, de met halve maantjes er in, zijn er allemaal korenzolder. Alleen de eerder genoemde nog. slaapkamer heeft een stukje van de zolder Het grootste gedeelte van het dak is met riet gehaald. Hij ligt vrij hoog, een echte hofstede gedekt. De meest gevoelige kant, de Zuideigen. Boven de keuken ligt die wat lager, Westzijde, is begin zeventiger jaren nog geheel vernieuwd. daar dan 't zulderke genoemd. Boven de deel liggen de balken met het hout, Een verbetering voor de bedrijfsvoering is

Achter die kamer liggen met dubbele deuren twee kleine kamertjes, waarvan een nu nog

22


De vrallie van de Lagehof

Nel geb. 21-4-1862

Marie geb. 16-2-1865

Drieka geb. 10-12-1866

Foto's rond 1940.

Leen geb. 14-1-1870

Miena geb. 14-12-1871

De gebroeders Meijer

Gradus geb. 16-10-1903

Bertus geb. 3-9-1904

Wim geb. 12-12-1905

23


ook nog het aanbrengen van een gierkelder

teruggelopen tot drie besloten ze de boer-

derij van de hand te doen. De gebroeders Gradus, Bertus en Wim Meijer werden de kopers en trokken er in september 1947 in. Bouwjaar Nu de jaartalankers ontbreken en ook De drie 'vrallie van de Lagehof gingen naar nergens in de boerderij zelf een jaartal is te tehuizen om er hun laatste dagen te slijten. vinden, wordt het wat gokken naar het bouwjaar, maar wel staat vast, dat hier al in Interessant was nog te horen, dat de 'vrallie van de Lagehof erfhuis hielden woensdag na 1803 mensen woonden, landbouwers, maar de Haorse kermis, die toen in september in 1840 kwamen er we er ook een horlogeviel. maker - Willem Hermes - tegen. In 1851 Een blank eikenhouten kabinet met geheime vond meester Bodenstaff er onderdak en bij laden, dat nu in de duizenden zou opwerkzaamheden langs de vroegere Kerkdijk brengen, ging naar een Horssense kolenboer een der vele verdwenen paadjes - werd een voor ƒ 101,-. Een Jood kocht een antieke opslagplaats van as en oude spijkers ontdekt, staande klok voor ƒ 36,-. Een hoekkast ging hetgeen kan wijzen op de aanwezigheid van van de hand voor ƒ 29,-, maar bleef uiteen smid. eindelijk toch staan, omdat de voor-deDe boerderij kan in haar oorspronkelijke bergse koper er van de vrouw niet mee thuis staat best 200 jaar oud zijn. Monumentenmocht komen. De hoekkast staat er nog en zorg zwijgt hierover volledig. zelfs een tweede, die de gebr. Meijer zelf De oudste bewoners, die we vonden kwamen er vanuit Horssen in 1803 in t.w. Reijer meebrachten. Ook een houtkist siert de kamer en het hout brandt nog goed in de Toonen en Johanna van Swambagt. Hun kachel. zoon Johannes Toonen - geb. 8-11-1790, overleden 3-8-1882 - trouwde in mei 1833 De gebr. Meijer hebben de langste tijd op de Lagehof gezeten, maar Wim, die we al met Johanna Derks - geb. 17-4-1804, over'hofheer' hebben genoemd, wil het toch nog leden 19-1-1893 - en nam de boerderij over. wel even uithouden. Hendrika Kistenmaker was er meid en even 't Is er goed in het Uilengat! later werd Hendrika Theunissen er werkbode en zoek dan maar eens uit wie van deze twee de hoogste rang had. Omstreeks 1855 kwamen J. Toonen en zijn vrouw ergens in de Molenweg terecht en trokken de echtelieden Antoon W. Hendriks - geb. 28-5-1780 - en Petronella van Swambagt - geb. 12-4-1788 - naar de Lagehof. Vermoedelijk was hier sprake van woningruil. Zij hadden 3 kinderen t.w. Petrus - geb. 17-81822, Michaël - geb. 15-1-1826 - en Hendrika - geb. 15-10-1827. Petrus trouwde met Dominica Verploegen geb. 12-12-1831. Zij kregen liefst 12 kinderen, waarvan 4 zoons en 8 dochters, geboren tussen 1859 en 1878. Rond 1940 waren er nog 5 ongehuwde dames over, van wie U de foto's hierbij aantreft. Jammer, dat ze voor het maken van de foto's niet even de poffers hebben opgezet. Ze hadden 15 jaar lang Bertus Meijer als knecht gehad en toen het aantal in 1947 was met mestplaat geweest.

24


LiteratuurSisnalement De met een * aangegeven artikelen of boeken zijn aanwezig in het Documentatiecentrum te Wijchen en kunnen aldaar geraadpleegd worden.

Waal belangrijke tekst; in: Tweestromenland no. 52(1987), p. 13, afb. (271 en 3b 627.514). opmeting van de dijken in Appeltem en Maasbommel, 21 sept, 1338, in eigendom van de

LAURENSSE, T., Historisch museum officieus open; in: Waalkanter d.d. 25-61987, afb. (069). Streekmuseum van de hut. ver. Tweestromenland m Maasbommel.

VIJF, - - voor twaalf. Plan voor een cultureel-historisch museum voor het land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen; in: Tweestromenland no. 52, p. 3-7, afbn. (069). [GELDER, J.A. van], Patroonheilige en broeder Judocus; in: Hier en Ginder, 28 (1987), p. 53-54. (23). Patroonheilige van Hemen.

[GELDER, J.A. van], D' Oude Herder 60 jaar priester, in: Hier en Ginder, 28(1987), p. 65-67, afb., tek. (262.1). oud-pastoor R. Love.rbosch van Bergharen.

HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden; in: Waalkanter d.d. 19-3-1987 (264). kerkelijk leven in Druten.

VELDEN, G.M. van der, Een voor de geschiedenis van het Land van Maas en

Abdij van Berne. * RABOBANK, - Horssen viert 75-jarig bestaan; in: Waalkanter d.d. 5-3-1987. (336.7). * LAURENSSE, T., Slagerij Dekkers viert drie-voudig jubileum; in: Waalkanter d.d. 4-6-1987, afbn. (339.17). Druten.

EGMOND, F., Banditisme in de Franse Tijd. Profiel van de Grote Nederlandse Bende 1790-1799; Amsterdam, 1986. (343). * SEELEN, P., De Grote Nederlandse Bende; in: Dagblad voor N. Limburg d.d. 145-1986, afb., krt. (343). Een onderdeel van deze bende was werkzaam in het gebied van Tweestromenland.

* ROSSUM, W. van, Klepperman van elleven waar ga je zo laat naar toe . . .; in: Tweestromenland no. 52(1987), p. 14-17, afbn. (351.7). nachtwacht in Maasbommel ca. 1800.

* WEGWIJZER, - naar veiligheid in uw omgeving. Informatie van en over de 25


Rijkspolitie in de gemeenten Bruten en

Beuningen; [Nijmegen, 1987]; 76 p.,

Harava 25 jaar; in: Hier en Ginder, 28(1987), p. 40. (796.3).

afbn., tekn. (351.7).

BENDERS, P., en J. BRAUER, Dienst Uitvoering Werken (DUW). Werkverschaffing in Nederland na 1945; in: Spiegel Historiael, 22(1987), p. 131-137, 154, afbn. (362 en 331).

foto 's werk aan de dijk in Maasbommel en ruilverkaveling Maas en Waal. LAURENSSE, T., K.V.O. Afferden/Deest bestaat 40 jaar; in: Waalkanter dd 12-21987, afb. (396). STOETEN, R., 'Raaf schrijft biergeschiedenis; in: Dagblad voor N. Limburg dd.

JONG, J.P.M, de, Op de Craayenbergh;

in: Jaarverslag A.W.N.-afd. Nijmegen over 1986 (Nijmegen, 1987), p. 24-26, tekn. (902).

Overasselt. VERRIJT, M., Een versierde terra-sigillata-scherf uit Beuningen; in: Jaarverslag A.W.N.-afd. Nijmegen over 1986 (Nijmegen, 1987), p, 34-35, tek. (902). VISSER, C., Oud Maas en Waal in Beeld; in: Tweestromenland no. 52(1987), p. 2122. (912).

10-6-1987, afb. (663). teksten vorige 2 foto's en 2 nieuwe.

Bierfabriek in Heumen. SENGERS, A. enJ.[A.] van GELDER, Van Gemeentehuis naar Historisch Museum; in: Tweestromenland no. 52(1987), p. 812, afbn. (725.13 en 727.6/7).

BERGEVOET, M. en H. van HEININGEN, Jan Willems Greven, het droevig lot van een buurmeester van Leur; in: Tweestromenland no. 52(1987), p. 17-21, afbn. (92 en 343).

Maasbommel.

G[ELDER], J. [A.]v[an], In memoriam

[GELDER, J.A. van], Hengelaar in Hernen; in: Hier en Ginder, 28(1987), p. 17-

19, tek. (725.8). [GELDER, J.A. van ], Posthoeve Bergharen; in: Hier en Ginder, 28(1987), p. 13, tekn. (725.8). [GELDER, J.A. van], Oud-molenhuis Bergharen; in: Hier en Ginder, 28(1987), p. 33-36, tekn. (728.1) en 929.5).

George Kaiser; in: Tweestromenland no. 52(1987), p. 26. (92). [HAAREN, J. van], In memoriam Gradje Linders; in: Waalkanter dd. 11-6-1987. (92). Druten.

HAAREN, J. van, Terugblik op een lang leven vari 90 jaar; in: Waalkanter dd. 23 en 30-4; 7, 14 en 21-5; 4, 11 en 18-6-1987. (92).

tevens geschiedenis familie Van Lith.

SCHARLOO,M., De patriotse revolutie; in: Beeldenaar, 11 no. l (jan./febr. 1987), p. 6-15, afbn. (737 en 92). p-9: penning met afbeelding van J.D. van de

HANSEN, W.A., Kwartierstaat Hansen; in: Gens Nostra, 42(1987), p. 100-102, p. 235. (92). vooronders van Hendrik Willemsz. Goethert, gedoopt Wirtssen 1697.

Capellen tot de Pol. [GELDER, J.A. van], Tennisvereniging

26

' LAURENSSE, T., Jos van Haaren 90 jaar: je moet elke minuut benutten . . .; in;


Waalkanter dd. 12-2-1987, afb. (92).

WASSER, B., Nederlandse pelgrims naar het Heilige Land; Zutphen, 1983; 168 p., afbn., krtn. (92 en 264). Dirk J van Bronkhorst-Batenburg maakte ca. 1450 deze reis.

* 'WIJCHENS', - boek wordt landelijk uitgegeven; in: Wegwijs dd. 18-2-1986, afb. (92 en 82-2).

JONG-TEN DOESCHATE, H.H.M, de, Familie Ten Doeschate; Amsterdam, 1983, 39 p. (929.5). komt ook voor in Maas en Waal.

LATHOUWERS, R.G., Het molenaarsgeslacht Van Wichen vanaf ca. 1640 uit Zoelen; Beerta, 1987; 56 p., reg. (929.5). * MOS, H.G., Een Gelders geslacht Mos; in: Gens Nostra, 41(1986), p. 227-239, afbn. (929.5).

interview met II. van Haren uit Wijchen over diens litteraire debuut (Een Wandelaar Met een Bijnaam). * DEMOED, H.B., Een oude grafzerk in Dreumel; in: Twecstromenland no. 48 (1986), p. 3-6, afb., tek. (929.5 en 718). graf(?)steen met wapem Van Halveren en Van Varik. * DERKS, G.J.M., Stamreeks Wellen; in: Gens Nostra, 41(1986), p. 175-180, afb. (929.5).

PETEGHEM, P.P.J.L., De raad van de 'rijksstad' Nijmegen. Een reconstructie van de laatmiddeleeuwse politieke structuren; Nijmegen, 1985; 64 p., afbn., lit. (929.5). Nijmeegse StudiĂŤn, dl. 12. Veel Maas en Waalse namen.

* PETERS, J.G., Het begon in Wurdt; Nijmegen, 1985; 39 p., afbn., bijln., krtn., tekn. (929.5).

o. a. m Overasselt.

resultaat van 10 jaar onderzoek naar de families Janssen en Peters (eigenlijk Swartcruys), afkom* DITZHUYZEN, H.C.F.G. van, Brouwers, stig uit De Voskuil te Weurt. burgers en buitenlui; geschiedenis en genealogie van het geslacht Van Ditz(s)huy(i)z(s)en; met geschiedkundige aan- * POL. A.J. van de, Het geslacht Stunnenberg; Waalre, 1983; 95 p., bijln., krt. reg. tekeningen over de stad Zevenaar en de (929.5). Liemers en genealogische aantekeningen van enkele geslachten tussen Rijn en nakomelingen van Nicolaas de Groen StunnenIJssel; Nijmegen, 1985; 212 p., afbn., bijl., berg, geb. 1756, afkomstig van boerderij De reg., tekn. (929.5). Steuneberg in Nijbroek, o. a. in Maas en Waal. Dit geslacht komt ook voor in (oostelijk) Tweestromenland. * ROEMELING, O.DJ., Engelbert Haeck * HOEFS, G.H., J.A.J.M. HOES en G.B. van Rutenbergh; in: Gens Nostra, 41 WIENK, Genealogie en geschiedenis van (1986), p. 163-174, afb. (929.5). het geslacht Hoefs en Hoes; Vinkeveen, Willem van den Rutenberg, ca. 1390 gegoed te 1985; 546 p., afbn., krtn., reg. (929.5). Winssen, en zijn nakomelingen. Besproken in de Nieuwsbrief Tweestromenland RIJCKEVORSEL, L.A.C.A.M. van, Zevan juni 1987, p. 4. ventiende-eeuwse Van Balverens; in: Li27


ber Amicorum Jhr.mr. C.C. van Valkenburg (Den Haag, 1985). (929.5).

Waalkanter d.d. 29-5-1986 en 21-8-1986. (93 D).

BENTHEIM, H. zu, De Gewinnung der Erbbannerherrlichkeit zu Batenburg

* HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden. Het Stevenspad; in: Waalkanter dd. 16-11986. (93 D).

durch das Bentheimer Haus und die Geschehnisse in der Grafschaft Bentheim in der ersten Halfte des 18. Jahrhunderts; in: Jahrbuch Bentheim, dl. 105(1984), p. 133-140, afbn. (93 D).

* HONDERD, -- jaar geleden stichtten de Franciscanen Alverna; in: Wegwijs dd. 2210-1986, afb. (93 D en 271.3).

GELDER, J.A. van, Ons tijdschrift en het 50e nummer ervan . . .; in: Tweestromenland no. 50(1986), p. 3-5. (93 D en 07).

* RULIMAN, H. en G. BOOMSMA, Over wateren papier; in: Dijkbrief, 5 no. l (mei 1986), afb. (930.25 en 352.91).

HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden: de Hooistraat in mijn schooljaren; in:

over de archieven van het Polderdistrict Groot Maas en Waal.

C. Visser

OUD MAAS EN WAAL IN BEELD Omtrent foto nr. 11 in Tijdschrift nr. 52 ontvingen wij van de heer N. Roelofs te

Batenburg de volgende gegevens: De foto is genomen op de hoepelmakerij van Anton Mooren te Boven Leeuwen in 1941 of 1942. Links staat Anton Mooren zelf en geheel rechts staat zijn oudste zoon Henk Mooren. Ăœe persoon in het midden is onbekend.

Tot nu tot zijn er 7 van de 13 geplaatste foto's beschreven. Dit is ruim 50 %. Maar het

betekent ook, dat er nog 6 onbeschreven zijn. Het zijn: Nr. 2 (Tijdschrift nr. 47), nrs. 4 en 5 (Tijdschrift nr. 48), nr. 10 (Tijdschrift nr. 52) en nrs. 12 en 13 (Tijdschrift nr. 53). Wij kunnen ons niet voorstellen dat niemand van onze

lezers daar iets van afweet. Wij plaatsen nu de nieuwe foto's nrs. 14 en 15. Uw beschrijvingen graag, liefst op een

briefkaartje of in een briefje, naar C. Visser, Hoogstuk 62, 6651 ER Druten, tel.: 08870-14204.

28


29


Boekaankondiging

BATENBURG, EEUWENLANG TWISTAPPEL In 1983 slaagde de zesde poging om de gemeentelijke zelfstandigheid van Batenburg op te heffen. Een van de laatste daden van de gemeenteraad van het stadje aan de Maas was het reserveren van een som geld ten behoeve van de geschiedschrijving van de gemeente vanaf Âą1815 tot en met 1983. Er zat echter weinig schot in de zaak, totdat men Huub van Heiningen bereid vond deze klus op zich te nemen. Vanuit Batenburg werd hij begeleid door een commissie bestaande uit: Frans Wolken, Wim de Valk, Jan van de Bovenkamp en Gerard Banken. Vooral na zijn pensionering als journalist bij de Gelderlander heeft hij er veel tijd en energie in gestoken, met geen andere beloning dan de voldoening die het onderzoek in archieven hem schonk en het genoegen het resultaat van zijn werk te zien verschijnen in de vorm van een door Wim de Valk schitterend vormgegeven boek. Vaak wordt archiefonderzoek vergeleken met het knabbelen aan een ijsberg: een archiefonderzoeker krijgt meestal slechts het topje van de ijsberg te zien. Veel materiaal blijft, hetzij door tijdgebrek, hetzij door gebrek aan deskundigheid, hetzij door een gebrekkige inventarisering voor hem verborgen. Huub van Heiningen nu heeft zich door een ijsberg van archiefmateriaal heengeworsteld, om te beginnen het gemeentearchief van de vorige en van het begin van deze eeuw. Door de geheel eigen aard van de Batenburgse geschiedenis bleek het noodzakelijk de gestelde grens van 1815 te laten vallen: veel 19de eeuwse toestanden zouden onverklaarbaar zijn zonder kennis van wat er aan vooraf ging. Zo blijkt bijvoorbeeld dat Batenburg pas in 1848 officieel een gemeente werd en dat het stadje daarvoor feodaal bestuurd werd door de vorsten van Bentheim. Uniek is ook dat Batenburg als enige gemeente in Nederland in 1798 geen door de bevolking zelf gekozen bestuur kreeg. Hoewel er in het verleden veel geschreven is over Batenburg, vond de auteur in vele archieven in binnen- en buitenland nog grote hoeveelheden onontgonnen archiefmateriaal: allereerst in de archieven van de beide kerkgenootschappen in Batenburg, het oud-

30

rechterlijk archief en het huisarchief van Batenburg, een aantal bestanden in het Rijksarchief in Arnhem, verder in het archief van de vorsten van Bentheim in Burg-Steinfurt, in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag, het dito archief in Brussel, in het Staatsarchief in Wenen en in de gemeentearchieven van 's-Hertogenbosch, Nijmegen, Tiel, Roermond en Venlo. Daardoor werd het mogelijk 'nieuwe' feiten en verbanden aan te geven en enkele vaak gestelde vragen te beantwoorden. De geschiedenis van Batenburg is ongelooflijk boeiend. Omdat Batenburg grenspost was in de strijd tussen de Gelderse en Brabantse hertogen, in de strijd tussen hertog Karel en BourgondiĂŤ, en in de Tachtigjarige Oorlog, terwijl de heren van Batenburg - vooral de Van Bronckhorsten - in alle geschillen een strijdbare rol speelden, is de geschiedenis van Batenburg van meer dan plaatselijke betekenis. Van Heiningen overstijgt dan ook de grenzen van locale geschiedschrijving en daarmee de grenzen van zijn oorspronkelijke opdracht, hetgeen resulteert in een boeiend en voor de geschiedschrijving van onze streek bijzonder belangwekkend boek. De oplage van dit boek zal zowel beperkt als eenmalig zijn. Wij bieden de leden van Tweestromenland de gelegenheid middels de ingesloten bestelbon tegen gereduceerde prijs in te tekenen op dit boek. Meer informatie vindt u in de ingesloten folder. Daarin vindt u ook de bestelbon waarmee u als lid van Tweestromen land kunt intekenen op het boek, tegen een voor een dergelijk boek zeer lage prijs.


Lees de Nieuwsbrief

TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT

VOOR STREEKGESCHIEDENIS

15 X11.1987 - verschijnt ten minste vied

per jaar - NUMMER 55


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het

werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks.

Contributie De contributie voor 1988 bedraagt f 25,-, naar verkiezing f 40,-, f 50,-, f 100,-, enz., te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VC Wijchen.

Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Zwanensingel 259,6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247.

A. Kamerman, Wijchen Mevr. F.J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt WJ. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs C. Visser, Druten J.P. van Wezel, Alphen

Administrateur P.G. Leussink, Beuningen Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Tolhuis 52-37,6537 SN Nijmegen, tel.: 080444542. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever. Losse nummers tijdschrift Nrs 19 t/m 54 voorradig. Per stuk f5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VG Wijchen.

Inhoud

Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J P.M. van Os, benoemd 23 april 1980

Erevoorzitter JP. van Wezel, benoemd 9 mei 1985

Bestuur J.L.C. Alkemade, vz.( Ewijk JA. van Gelder, vice-vz., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen JA. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mej. WA. van Buren, Bergharen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten

B J.H.M. van Elk, Beneden-Leeuwen W.H. Frentz, Driel

3 K. Boeder, Boerderijen in het land van Maas en Waal 21 Barbara de Leeuw: Een kennismaking met

Antoon van Welie 24 Drs. C. Visser: Oud Maas en Waal in Beeld 27 A.MM. van Lindert o.fm.: Alverna 100 jaar 28 Het Spieker 30 Redactie: Waarde lezer Op de voorkant: Oude Boerderij in de Koningsstraat te Afferden.


T WESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS r

Streekarchief

Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van <8tĂŤl?}me'erWa Huub van Heiningen en Ton Tielen

NUMMER 55

1987

K. Boeder

Boerderijen in het land van Maas en Waal Er is mij gevraagd iets te schrijven over boerderijen in het land van Maas en Waal. Bij het nalopen van de literatuur over boerderijen blijkt dat over dit grensgebied tussen Gelderland en Brabant erg weinig te vinden is. Ook boerderij-onderzoekers uit het begin van deze eeuw hebben weinig informatie verzameld uit dit gebied met uitzondering van Klaas Uilkema, die in Wychen en Malden enkele boerderijen heeft opgemeten voor zijn grootscheepse onderzoek naar boerderijtypen in Nederland. Met name over het westelijk deel van het land van Maas en Waal is nagenoeg niets gedocumenteerd. Vermoedelijk ten gevolge van de verwoesting door de watersnood van 1926 is van het boerderijenbestand in dit deel veel minder bewaard gebleven. Dit artikel beoogt dan ook niet meer dan een zeer beknopte beschrijving te geven van boerderijtypen, invloeden en ontwikkelingen in dit gebied tot ongeveer 1920. Hierna wordt eigenlijk met de traditie gebroken en slaat de boerderijbouw geheel nieuwe wegen in. Het aardige van oude boerderijen is het feit dat het sterk functioneel bepaalde bedrijfsgebouwen waren. Hierdoor zijn aan de buitenzijde vaak allerlei zaken 'afleesbaar' die iets zeggen over de aard van het bedrijf en de inrichting van de boerderij en de wijzigingen die in de loop van de tijd hebben plaatsgevonden. Dit geldt zeker voor een overgangsgebied als het land van Maas en Waal, waar in de 19e eeuw de invloed van de langgevelboerderij steeds sterker werd en ook veel oudere boerderijen met name aan de Maaskant werden omgebouwd. Dit hopen we in dit artikel te verduidelijken. Het gebied waarover het in dit artikel gaat is het land van Maas en Waal en het Westelijk deel van het Rijk van Nijmegen, globaal begrensd door het Maas/ Waal-kanaal inclusief de broekkant van Malden, in het vervolg aangeduid met Maas en Waal.


A/beelding l: Boerderij teDreumel met nog niet geheel versteende achtergevel. De schuur heeft de kenmerkende oversteek.

Algemene situatie Het gebied valt grofweg in twee gedeelten uiteen, het westelijk deel en dan langs de Waalkant tot Nijmegen de rivierklei, in het zuidoostelijk gedeelte de zandige hoger gelegen gronden. Op de rivierklei zijn twee zones te onderscheiden: de oeverwallen met de lichtere zavelige klei en de zware klei van de komgronden in het midden. Op de hoger gelegen oeverwallen met gemakkelijker te bewerken grond is vanouds de bewoning geconcentreerd. Hier werd vanouds het gemengd bedrijf uitgeoefend met als hoofdgewas tarwe en in de loop van de 18e eeuw het telen van aardappelen. Rond Nijmegen komt in verband met de toelevering van zuivel de nadruk op veeteelt te liggen. De lager gelegen komgronden zijn door de slechte afwatering nagenoeg onbewoond, uitgezonderd enkele zandige opduikingen zoals bij 'Munnikenwoerd' bij Altforst.

Naast de grote meest alleenliggende boerderijen, komen we geconcentreerd in de dorpen en gehuchten de kleinere boerde-

Foto uit 1926 copyright S.H.B.O.

rijen tegen. In het zuidelijk deel zijn de boerderijen veel sterker op de dijken georiĂŤnteerd en geconcentreerd, zoals bij Greffeling, Alphen aan de Maas, Oude Maasdijk bij Dreumel. Aan de Waalkant is op de brede oeverwallen meer sprake van hoevezwermen, zoals bij Afferden, Winssen, Ewijk, Beuningen. Bij de kleinere in Wamel en Dreurnel werd in

de 19e eeuw naar de fruitteelt gegrepen om de inkomsten op peil te houden. Rond Bruten, Afferden en Puiflijk werd om de zelfde reden door kleine boeren veel tabak verbouwd. Een herinnering hieraan zijn de tabaksmagazijnen aan de Hooistraat te Druten. Door de in de winter onbegaanbare komgronden in het midden zijn de contacten tussen de Maaskant en de Waalkant zeer beperkt. Dit is duidelijk afleesbaar in de ontwikkeling van de boerderijvormen, zoals

in het vervolg zal blijken. Op de hoger gelegen zandgronden in het zuid-oosten was ook gemengd bedrijf maar met als hoofd-


gewas de rogge. De veeteelt stond hier volledig in dienst van de landbouw, alles draaide om de produktie van voldoende mest. De heidegronden werden gebruikt voor het slaan van plaggen die bij de mestproduktie werden gebruikt en het grazen van de schapen. De mest was nodig om de vruchtbaarheid van de akkers op peil te houden. Door groei van de bevolking en verdergaande verkleining van de bedrijven werd vooral na 1880 gezocht naar intensivering van het bedrijf. Dit werd gevonden in het fokken van varkens, zoals rond Wychen, Leur en Bergharen en het houden van pluimvee in Overasselt en Worsum.

Late middeleeuwen Boerderijen die gebouwd zijn voor 1600 zijn in Nederland uiterst zeldzaam. De oudst dateerbare boerderijen in het land van Maas en Waal dateren uit de eerste helft van de 17e eeuw. In veel gevallen gaat het dan om restanten zoals een gedeelte van het voorhuis zoals bij 'Munnikenwoerd' te Altforst of een oudere kern van eiken gebinten in boerderij

Dorpsstraat 46 te Hernen. Veel boerderijen hebben dan ook een negentiende eeuws uiterlijk, de schil, waarachter een oudere kern schuilgaat. Door gebrek aan dateerbare elementen is het bij boerderijen vaak heel moeilijk de exacte ouderdom aan te geven.

Hoe zag de boerderij er nu uit voor ca. 1600? Hier valt mede door het gebrek aan opgravingen en niet altijd betrouwbare afbeeldingen weinig van te zeggen. Op basis van ontwikkelingen elders is toch geprobeerd heel globaal aan te geven hoe de boerderij er van ongeveer 1300 af uitgezien zou kunnen hebben. Door nauwe banden met het Nederrijnse gebied, in bijzonder het kapittel en aartsdekenaat van Xanten is uit daar aanwezige bronnen duidelijk dat het in veel gevallen ging om een boerderij met een schuur voor de oogstberging en het dorsen van het graan en een afzonderlijke opslagplaats voor het gedorste graan de zogenaamde spiker. In deze boerderij met driebeukige opzet, een smalle voerdeel met zijbeuken kon geen

Afbeelding 2: Boerderij vanaf ca. 1300, rechts hoofdgebouw op achtergrond dorsschuur met spiker. Linksonder

doorsnede.


Afbeelding ): Boerderij vanaf ca. 1400, rechts hoofdgebouw links achter boerderij korenspiker. Linksonder doorsnede.

oogst worden geborgen. Het vrij flauwe dak bestond vermoedelijk uit een sporenkap ondersteund door een gebint met ingegraven posten. Door het ontbreken van een schoorsteen zocht de rook een uitweg door gaten in het voor- en achterschild van het dak. De boerderij bestond uit een ongedeelde ruimte zonder scheiding tussen het wonen en de stalling van het vee. In die tijd werd het vee gestald in een eenvoudig soort grupstal. Het vee stond toen al met de koppen naar de deel. Door betere afwatering en ontginning van lager gelegen gronden werd de oogst na 1400 groter. Hiervoor werd een mogelijkheid gezocht binnen de boerderij. Door een verbetering van de constructie met een zware geschoorde, verlaagde draagbalk de zgn. ankerbalk en later het vervangen van de snel verrottende ingegraven posten door een stijlen op een zgn. poer van steen en een wat steiler dak en verbreding van de deel kon een groot deel van de oogst op zolder worden geborgen. Op de deel kon het graan worden gedorst. Het vee bleef in de zijbeuken gestald. Of dit een potstal was is gezien recente onderzoeksresultaten hoogst onze-

ker. Het gedorste graan werd nog wel in een apart gebouwtje op het erf opgeslagen. Ook was vermoedelij k nog geen scheiding tussen voor en achterhuis aanwezig. Bij grote boerenerven bleef een schuur met dorsmogelijkheid aanwezig, een traditie die zich tot in het begin van deze eeuw voortzette. Omstreeks 1500 werd deze ontwikkeling voltooid in het gehele Nederrijnse gebied door een scheidingswand met schoorsteen tussen voor- en achterhuis, met een zoldervloer boven het voorhuis. Het voorhuis werd hierdoor een vrije droge verwarmde ruimte waarboven het gedorste graan kan worden geborgen, de zogenaamde zaadzolder. Merkwaardige bijzonderheid is dat in het Nederrijnse deze zolder Soller genoemd

wordt evenals de bergruimte in de spiker. Door deze ontwikkeling verdwijnt de spiker

als aparte bergplaats van de meeste erven. De opslag van het gedorste graan wordt als het ware in de boerderij opgenomen. Een duidelijke gelijkenis als laatste representant van dit basistype met ankerbalkgebinten en uitkraging in de voorgevel vertoont de boerderij aan de Molendam in Afferden. Deze boerderij dateert uit de 17e


Afbeelding 4: Boerderij vanaf ca. 1500. In principe alles in hoofdgebouw opgenomen let op de uitkramende gevel. eeuw. Omstreeks de zestiende eeuw behoorden

alle boerderijen in Maas en Waal dan ook tot het zogenaamde hallhuistype. Een type dat verspreid was over geheel midden- en oostNederland en grote delen van Brabant. Dit is een groep boerderijen die driebeukig van opzet is. Een brede (dors)deel overspannen door een aiikerbalkgebint en twee

smalle zijbeuken. Deze ankerbalkgebinten lopen van de achtergevel tot in de voorgevel. Door het versteningsproces zijn deze gebinten in de

gevels op een enkele uitzondering na geheel verdwenen. De constructie ondergaat tot diep in de 19e eeuw weinig veranderingen. De indeling van het achterhuis ondergaat vanaf het begin van de 19e eeuw aan de Maaskant door invloed vanuit Brabant en gewijzigde bedrijfsvoering grote veranderingen. Aan de Waalkant blijft deze driedeling onder invloed van de Betu-

^LU_


.nokhout spoor porenhout

gebintplaat gebintplaatschoor (jachtband) slieten

Ipoer ebii^Cstijl

poren schrankhout orbeel

nkerbalk

's t al liggerdrager •stalligger oplanger

muurplaat g e b i n t s t i j l e n + ankerbalk » gebint KONSTRUKTIE BENAMINGEN

Afbeelding 5: Schets benamingen.

HALLENHUIS BOERDERIJ


Afbeelding 6: De woonkeuken ofheerd van de boerderij 'De Schatkuil' te Overasselt. Van hieruit is vanaf circa 1500 de uitbouw en verdergaande onderverdeling van het woongedeelte begonnen. Copyright S.H.B.O. Arnhem

we gehandhaafd. Bij het bestuderen van de boerderijen in Maas en Waal vallen twee belangrijke ontwikkelingen op. Ten eerste: vanaf 1550 afhankelijk van de grootte van de boerderij een steeds verdergaande onderverdeling en uitbouw van de woonruimte, omstreeks 1500 begonnen met de deling van voor- en achterhuis. Ten tweede: de invloed vanuit Brabant van de zogenaamde langgevelboerderij, waar de ruimten naast elkaar zijn gelegen en uitkomen op een lange zijgevel met een middenpotstal en een dwarsdeel.

Uitbouw woongedeelte Het basistype is weergegeven in Ia, de eerste uitbouw in I b, afb. 7. In veel gevallen begon de uitbouw met de verruiming van de spoelkeuken en vergroting van de hierop uitkomende kelder. De

afzet van zuivel maakte voor de zuivelbereiding een ruimere kelder nodig voor het afromen van de melk. Dit kon worden opgevangen door een kleine sprong in de zijgevel en het optillen van het dak. Vooral veel kleine boerderijen op de zandgrond van Leur, Bergharen, Alverna zijn in dit stadium blijven steken. In de loop van de 17e eeuw ontstond er met name aan de Waalkant behoefte aan een aparte verwarmbare kamer naast de woon-

keuken/heerd. Hierdoor ontstond een naar links of naar rechts uitgebouwd voorhuis met een aparte kap, het zogenaamde krukhuis, zie fase Ha en Ilb, afb. 9. In het land van Maas en Waal blijken veel boerderijen aan de Waalkant vanaf Druten tot Nijmegen in de periode 1750-1790 uitgebouwd te zijn als krukhuis of direct als


krukhuis te zijn neergezet. Later schoof deze ontwikkeling als het ware op naar de zandgronden van Bergharen en Wychen. Een goed voorbeeld van een in ca. 1800 tot krukhuis verbouwde boerderij is de boerderij aan de Wijksestraat 25 te Bergharen. De krukhuizen met topgevel kunnen over het algemeen wat ouder worden gedateerd, tot begin 19e eeuw, de krukhuizen met een schilddak dateren doorgaans uit de tweede helft van de 19e eeuw. Door de uitbouw van de begane grond en plaatsen van een aparte kap op het voorhuis ontstond meteen een forse vergroting van de zaadzolder. Dit liep parallel met de sterk vergrote oogstopbrengsten in de tweede helft van de 18e eeuw. De voltooiing van deze ontwikkeling waarvan de eerste aanzet al op kaartmateriaal uit het einde van de 16e eeuw valt af te lezen, is de uitbouw van het voorhuis naar beide zijden, het zogenaamde T-huis. Een fraai voorbeeld waaraan deze ontwikkeling goed was af te lezen, was de boerderij aan de Schoolstraat l te Beuningen, eind 18e eeuw. Bij nader bouwhistorisch onderzoek blijken heel veel boerderijen vanuit het basistype in

Afbeelding 7: Ia, Ib Ontwikkelingsfase boerenhuis in de Betuwe.

Afbeelding 9: Ha, Hb Ontwikkelingsfase boerenhuis in de Betuwe.

twee stappen uitgebouwd te zijn tot T-huis, zie fase lila Illb. Bij de grotere boerderijen ontstond steeds meer behoefte aan werkruimte. Bij veel

Afbeelding S: Boerderij van basistype aan de Wethouder Banks/raat te Batenburg. (Foto: J. Visker)

10


Afbeelding 10: Zeer fraaie ISdeeeuwse boerderij, Koningsstraat 14 teAfferdenmetnaarlink^t^wd voorhuis. Geheel rechts nog een goed voorbeeld van de steeds zeldzamer wordende bakhuizen.

boerderijen in de Betuwe en het westelijk deel van Maas en Waal werd dit gevonden in een zogenaamd middenhuis.fase IIIc. Bij veel 19e eeuwse boerderijen in het oostelijk deel ontstond een zogenoemd diep voorhuis, waarbij deze werkruimte onder het lager doorlopende dak van het voorhuis werd opgenomen. Een fraai voorbeeld hiervan is boerderij de 'Berendonck' te Alverna fase Illd. Onder invloed van de stad, denk hierbij vooral aan Nijmegen, moest het voorhuis steeds meer voldoen aan prestigieuze overwegingen, het werd een statussymbool waardoor vooral de boeren van de rivierklei konden laten zien hoe rijk zij waren. Het voorhuis kreeg hierbij villa-achtige allures met strakke symmetrie en vijf vensterassen, zie fase Ille. De boerderij 'Blanckenburg' in Beuningen gebouwd in 1863 is hiervan een zeer gaaf voorbeeld evenals de helaas gesloopte boerderij Sengers in Beneden-Leeuwen.

(Foto: R. Sauter)

=A

Afbeelding 11: lila, Illb Ontwikkelingsfase boerenhuis in de Betuwe.

r°^ Afbeelding 12: IIIc Ontwikkelingsfasen T-huis ^

Afbeelding 13: Illd Ontwikkelingsfasen T-huis. 11


Hier werd voor een achterhuis uit de 18e eeuw in ca. 1890 een soort villa geplaatst. Ook in Alphen aan de Maasdijk vinden we van deze voorhuizen met typisch 'stadse' details. Door de status die dit T-huis kreeg zien we dat in de loop van de 19e eeuw veel kleine boeren probeerden ook hun boerderij tot Thuis te verbouwen. In dorpen zoals Wamel en Druten ontstaan door verdichting zelfs echte straatwanden. Na 1800 raakt de bedstede steeds meer uit de gratie. In veel boerderijen bouwt men een alkoof (een soort klein spaarzaam verlicht slaapkamertje met ledikant) uit op de deel of in een zijbeuk. Bij de grote T-boerderijen wordt deze ontwikkeling opgenomen in het verdiepte voorhuis. Na 1880 raakt bij de nieuwe boerderijen een grote zaadzolder boven het voorhuis in onbruik. Door verhoging van het voorhuis ontstaat een zogenaamde slaapkamerverdieping met aparte slaapkamers in navolging van de grote stad.

Afbeelding 14: IHe Ontwikkelingsfasen T-huis.

Invloed vanuit Brabant Voor we hierop ingaan iets over de stalling van het vee. We onderscheiden hierbij grupstallen en potstallen, een zeldzame tussenvorm was de stal met niet verdiepte vlakke vloer. De grupstallen komen voor op de rivierklei, de potstallen kwamen vooral voor op de zandgronden van Heumen tot Bergharen en Horsseri. Een variant op de potstal is de zogenaamde stoepstal. De stoepstal komt sporadisch voor in Wychen bij boerderijen

met een zijlangsdeel, zie afbeeldingen 3 soorten stalling. Bij de boerderijen met een middendeel staan

Afbeelding l 5: Een laat voorbeeld van een traditioneel achterhuis met een viĂźa-athtig voorhuis Âą1910 is deze boerderij uit de Koningsstraat te Afferden. (Foto: R. Sauter)

12


A/beelding 16: Een T-boerderij uit de tweede helft van de 19e eeuw uit de Stationsstraat te Druten met een zogenaamde slaapkamer-verdieping. De zaadzolder is uit het voorhuis verdwenen. (Foto: R. Sauter)

Afbeelding 17.

ijOU.

mai\faalT

J^üy^S^yj?^?! X. «"V^V *' Z^y^'^

fr^-.-fï-i^ •.•-v.-.y> j»Ka«ASra'.

f=x>f»fol.

13


Afbeelding 18: De brede middendeel van de in de begin T O-erjaren gesloopte boerderij aan de Schoolstraat te Beuningen. Opname 1958. Het vee stond met de koppen naar deze deel. Copyright S.H.B. O.Arnhem de koeien in de smalle zijbeuken met de koppen naar de deel. In het land van Maas en Waal was deze bij de grotere boerderijen meestal in gebruik als voerdeel en nauwelijks om te dorsen. Dit werd gedaan in de aparte op het erf staande schuur. Bij de grupstal wordt de mest afgevoerd via een goot, een grup, en buiten de boerderij op een mestvaalt gebracht. Bij een potstal blijft het vee op de mest staan, 2 x per jaar wordt de stal uitgemest. Door toevoeging van plaggen, modder, buntgras en het betrappelen van het vee ontstond veel mest. Vooral op de zandgronden in het zuidoostelijk deel was mest een levensnoodzaak om voldoende opbrengst van het land te krijgen. In dit gebied vinden we dan ook de potstallen tot in het begin van deze eeuw. Ook schaapskooien kunnen worden beschouwd als een soort potstal. Omdat schapen de mest dichter betrappelden was deze

14

mest zeer gewild. Deze potstallen bevonden zich aanvankelijk in de zijbeuken, door het omdraaien van de deel, werd deze een dwarsdeel en kon een zogenaamde middenpotstal worden gerealiseerd, ter vergroting van de rnestopbrengst. Het verschijnsel van de middenpotstal lijkt heel duidelijk vanuit Brabant het land van Maas en Waal te zijn binnengedrongen, sinds het begin van de 19e eeuw. Veel boerderijen die oorspronkelijk een langsdeel hadden zijn later tot een type met dwarsdeel en middenpotstal omgebouwd. Een fraai voorbeeld staat op de hoek van de Broekstraat en de Van Balverenlaan in Leur. Langs de Maaskant vanaf Batenburg komen ook veel dwarsdeelboerderijen voor, echter met een grupstal. Hoewel onder invloed van Brabant lijken de dwarsdelen hier echter duidelijk situatie gebonden met hun op de dijk georiĂŤnteerde ligging. Een vergelijkbare


Afbeelding 19: Boerderij uit de tweede helft van de 19e eeuw met dwarsdeel aan de Roedensestraat te Horssen. (Foto J. Visker)

situatie komt voor in de Bommelerwaard. In de tweede helft van de 19e eeuw wordt steeds meer afgeweken van het traditionele driebeukige boerderijtype, de zijmuren worden hoger, waardoor de deeldeuren onder de dakvoet blijven. De ankerbalkgebinten verdwijnen en er ontstaan kapkonstructies waarbij de balken worden opgelegd in de zij muren. Het voorhuis wordt als het ware in vieren gedeeld. De voordeur blijft echter in tegenstelling tot Brabant wel in de korte gevel A/beelding 20: Dijkboerderij met dwarsdeel en hoog opgaande zijgevels.

..-^

gehandhaafd. Hiermee is wat het land van Maas en Waal betreft feitelijk met de oude bouwtraditie gebroken.

Bijgebouwen Schuren Bijgebouwen zijn altijd een belangrijk onderdeel geweest van de boerenerven in het land van Maas en Waal. Het meest voorkomende bijgebouw was de schuur. Evenals bij de boerderijen komen hierbij een aantal interessante varianten voor nl. met een middenlangsdeel, een dwarsdeel en met een zijlangsdeel. De schuren met middenlangsdeel komen hoofdzakelijk voor op de rivierklei. De constructie en indeling is gelijk aan de boerderij zelf. De grootte kan sterk variĂŤren, zeer grote schuren komen voor rond Beuningen en Ewijk. Bij veel kleine boerderijen rond Druten en Afferden en Beneden Leeuwen komen kleine gepotdekselde schuren

15


Afbeelding 21: Boerderij 'de Berckenbosch' aan de Hatertseweg te Malden. Ook hier is gebroken met de oude bouwtraditie. De schuur bezat oorspronkelijk een stoepital. Aan de rechterzijde de zgn. zijlangsdeel die hoofdzakelijk als voerdeel dienst doet. (Foto: G. Booijakkers)

Afbeelding 22: Schuur met middenlangsdeel. Schuur met dwarslangsdeel. Schuur met zijlangsdeel.

voor die specifiek voor het drogen van de daar vroeger veel geteelde tabak werden gebruikt. Een bijzonderheid is dat veel van deze schuren ankerbalkgebinten hebben van populierehout, een weinige duurzame houtsoort die waarschijnlijk uit armoede werd gebruikt. Veel van deze schuren liggen naast de boerderijen. Vooral langs de Waalkant. De schuren werden gebruikt voor de opslag van ongedorst graan en het dorsen ervan en de

16


NIEUWSBRIEF

december 1987

Documentatiecentrum Al geruime tijd was aan het bestuur van de vereniging bekend dat wij onze ruimte in de openbare bibliotheek van Wijchen moeten gaan verlaten. Er is een bespreking geweest met wethouder Verbeeten van de afd. Welzijn in Wijchen om te komen tot een oplossing voor een nieuw onderkomen voor ons documentatiecentrum. Tijdens dit gesprek, dat op 19 augustus heeft plaatsgevonden, is de vereniging het voormalige kinderdagverblijf N ij n t je aangeboden en waarbij althans voorlopig de benedenverdieping (twee ruimten samen 80 m2) ter sprake kwam. Het Weizijnswerkprogramma voor 1988 van de gemeente Wijchen maakt duidelijk, dat de gemeente er waarde aan hecht dat het documentatiecentrum in Wijchen blijft en alle medewerking verleent aan het vinden van een nieuwe huisvesting. Dit en de toegekende subsidie voor 1987 en 1988 stemde ons tot tevredenheid. Op 16 oktober is tijdens een samenkomst aan ons meegedeeld, dat wij de bovenverdieping toegewezen krijgen met een totale oppervlakte van 50 m2. In een extra vergadering van de commissie Welzijnszaken op 26 oktober bracht secretaris Arts zijn ongenoegen over de situatieverandering over en vertelde ook, dat op 15 december a.s. de verhuizing naar het nieuwe onderkomen moet gebeuren vanwege de beĂŤindiging van de huurin de bibliotheek. Op verzoek van het D.B. heeft wethouder Verbeeten op woensdag 2 december een bezoek gebracht aan het Documentatiecentrum. Bij deze gelegenheid maakte wethouder Verbeeten bekend, dat (na overleg en goedkeuring op 8 december a.s.) aan de vereniging een ruimte zal worden aangeboden in het kasteel van Wijchen. Gezien de zeer korte periode van ons vertrek vanuit de Openbare Bibliotheek zal de verhuizing op zeer korte termijn moeten plaatsvinden. Mede hierdoor wil het bestuur haar leden adviseren, wanneer zij een bezoek willen brengen aan het Documentatiecentrum, dit te doen in overleg met de secretaris van de vereniging om teleurstellingen te voorkomen. BOEK BATENBURG

cumentatiecentrum elke woensdag van 2 tot 5 uur. Voor toezending per post komen er f Op vrijdag 20 november heeft in Batenburg de 8>50 aan portokosten bij. Het bedrag is te presentatie van het boek 'Batenburg, eeu- storten °P Postgiro 26 22 012 ten name van wenlang twistappel' plaatsgevonden. Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg De feestelijke bijeenkomst is gehouden in de 17"60' 6602 VG Wijchen. Oude Kerk en het geheel werd muzikaal omlijst door verschillende werken, die op het BOEK HORSSEN onlangs gerestaureerde orgel werden uitgevoerd. In onze volgende Nieuwsbrief zal meer Het boek over de geschiedenis van Horssen aandacht aan deze presentatie worden be- van auteur Johan van Os is verschenen in de steed. Tweestromenlandreeks nr. 9. Dit boek is Het genoemde boek heeft bij vele leden al reeds als vooraankondiging in tijdschrift nr. belangstelling gewekt, gezien de zeer vele 51 uitvoerig beschreven. De presentatie binnengekomen voorintekenformulieren. Het heeft plaatsgevonden op 29 november in het boek is thans te verkrijgen bij de penning- Dorpshuis te Horssen. Voor leden van de meester van de vereniging door storting van historische vereniging is het boek te verkrij/ 38,--of via aankoop bij onze boekentafel en gen voor f 22,50 en voor niet-leden voor f tijdens de openingsuren van het Streekdo- 24,95. Het genoemde bedrag is te storten op


postgiro 26 22 012 t.n.v. penningmeester van Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen. Voor toezending komen / 6,50 aan extra kosten er bij. Via onze boekentafel en tijdens de openingsuren van het streekdocumentatiecentrum is het boek eveneens verkrijgbaar. Zie bijgaande folder!

Maas en Waalse Geslachten De werkgroep is het nieuwe seizoen gestart op zaterdag 10 oktober 1987 met haar gebru ikelijke vergadering. Op deze vergadering is een uitbreiding tot stand gekomen van nieuwe leden in de vaste kern van de werkgroep, zodat met de medewerking van de heren Daverveld (Wijchen), Van de Mond (Mook) en W. de Waal (Afferden) de kern uit zeven personen bestaat. Dhr. Van Herwijnen zal zo spoedig mogelijk een nieuw DTB-inventaris klaar maken, zodat in april hiermee in een behoefte zal worden voorzien. De werkmorgens zijn vastgesteld op zaterdag 14 november en 12 december 1987, en indien mogelijk op 9 januari, 13 februari en 12 maart 1988. Bij deze laatste drie morgens moet rekening gehouden worden met onze nieuwe huisvesting (zie het artikel: Streekdocumentatiecentrum, in deze Nieuwsbrief). Het reeds lang aangekondigde Kwartierstatenboek zal als het tot een uitgave komt, aan enkele minder zware eisen moeten gaan beantwoorden, daar niet alle inzendingen voldoen aan de gestelde 8 Maas en Waalse generaties. De werkgroep wil deze eis nu verminderen en stelt nu dat minstens 4 generaties uit het Land van Maas en Waal afkomstig moeten zijn voor publicatie in het Kwartierstatenboek. Iedereen die wel aan deze gestelde voorwaarden kan voldoen wordt verzocht contact op te nemen met dhr. Arts van de werkgroep. Het copieerwerk dat door de werkgroep is verricht in samenwerking met R.A. Arnhem is nu klaar en de copieën zijn nu allen in boekvorm ingebonden. Op deze 10de oktober is aan verschillende medewerkers weer wat huiswerk mee gegeven voor het ficheren van onze unieke collectie. Tot slot onze vierde genealogische dag; deze wordt gehouden op zaterdag 16 april 1988 in het kasteel in Wijchen en er zal voor het eerst een toegangsprijs moeten worden geheven, die tijdens de vergadering is gesteld op f 2,50 p.p. Meer informatie over deze genealogische

dag zal worden gepubliceerd in ons volgende tijdschrift nr. 56 welke medio maart zal uitkomen, alsmede in Gens Mostra en Ned. Leeuw en Brab. Leeuw. Zij, die graag meer informatie over de werkgroep wensen, kunnen contact opnemen met dhr. W. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen, tel. 08894-16247 of tijdens de openingsuren van het streekdocumentatiecentrum in Wijchen.

JUBILEUMJAAR 1989 In 1989 zal de Historische Vereniging Tweestromenland het feit herdenken dat zij 25 jaar bestaat. Ook voor de leden is dit een feestelijk gebeuren en daarom wordt er vanuit het bestuur gevraagd of U speciale wensen heeft, suggesties of andere ideeën en voorstellen die voor alle leden van de gehele vereniging van toepassing kunnen zijn. Onze oproep aan U is deze: Maak via een korte brief of briefkaart Uw wens, idee, suggestie, prijsvraag, tentoonstelling, enz. kenbaar. Het adres is: Secretariaat Tweestromenland, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen.

WERKGROEP MAAS EN WAALSE STREEKDRACHT EN MODE We hadden ons als doel gesteld om bij de opening van het museum iets te laten zien van de kleding uit de streek. Het accent moest liggen op het boerenleven vanwege de boerderijfoto's. Dat was niet zó moeilijk, want deze streek is een gebied geweest van - veelal kleine boeren. Zodoende hebben we uit onze eigen collectie alsmede door middel van bruikleen een aardig beeld kunnen geven van de kleding, gebruiksvoorwerpen en sfeer uit de periode rond 1900. Dat we daarin geslaagd zijn mogen we concluderen uit de reacties van de bezoekers. Ook tijdens de Batenburgse dag en de Boerendagen in Wijchen was er waardering voor het tentoongestelde, het riep herinneringen en verhalen over vroeger op. Dit resulteerde weer in nieuwe schenkingen (zie rubriek 'Het Spieker" elders in dit blad). En toezeggingen voor bruiklenen tijdens 'n volgende expositie. Met 'n paar kledingpoppen zijn we op de open dag in het Nijmeegs Gemeentearchief op 31


oktober geweest. Nu zijn we druk met de voorbereiding van de verhuizing van onze werkgroep. We moeten namelijk net als het Streekdocumentatiecentrum de openbare bibliotheek in Wijchen eind van dit jaar verlaten hebben. De gemeente Wijchen is doende ons een ander onderkomen aan te bieden. Daarna kunnen we ons weer bezighouden met het copiĂŤren en herstellen van textiel etc. Ook voor de opening van ons museum in april '88 (streefdatum) zijn er plannen over 'n bepaald onderwerp. Meer hierover in de volgende nieuwsbrief. Wies Berris

Inzending kopij Nieuwsbrief en het tijdschrift nr. 56. Mededelingen en artikel dienen vóór 20 februari 1988 binnen te zijn bij de redactie of het secretariaat van de vereniging.

Tentoonstellingscommissie Sinds vorig jaar is de bezetting van deze commissie door verschillende omstandigheden erg uitgedund. Van de huidige bezetting moest Therus van Sommeren op het laatste moment afhaken wegens ziekte. Wel heeft hij dhr. Visker nog kunnen assisteren bij het maken van de foto's van de boerderijen uit de streek. De teksten die erbij hoorden heeft hij vanuit zijn bed gedicteerd en laten uittypen. Dhr. Visker heeft voor verdere afwerking en ophanging gezorgd. Ook heeft dhr. Visker de inrichting van het 'Prentenkabinet' in ons museum voor z'n rekening genomen. Hij houdt zich vaak op de achtergrond, maar verricht in z'n eentje bergen werk; denk aan de tentoonstelling tijdens de Batenburgse dag en de Boerendagen in Wijchen! Ook dank aan dhr. Rooijakkers die wegens ziekte van dhr. Van Wijk nu het afdrukken van de foto's voor zijn rekening heeft genomen. Wies Berris

Het bestuur van de Historische Vereniging Tweestromenland en het Historisch Museum Tweestromenland wensen U allen een voorspoedig en gezond 1988.

CONTRIBUTIE De medewerkers van de ledenadministratie en penningmeester maken langs deze weg kenbaar, dat de openstaande contributiegelden over 1987 door een aantal leden nog voldaan moet worden. Verzocht wordt Uw contributie van minimaal f 25,-- graag op zeer korte termijn te willen voldoen door storting op het postgironummer zoals vermeld op de binnenzijde van het omslag of via de nog in Uw bezit zijnde acceptgiro van de vereniging. Vervolgens is in dit nummer ingesloten de acceptgiro voor de contributie voor het jaar 1988. Het lidmaatschap voor gewoonlid bedraagt f 25,-- en voor een ondersteunend lid minimaal f 40,--. Het bestuur, penningmeester en ledenadministratie stelt Uw vlotte medewerking voor het betalen van de contributie zeer op prijs, en is op haar beurt U zeer erkentelijk voor Uw medewerking in deze jaarlijkse tegemoetkoming.


BIBLIOTHEEK ARNHEM De Bibliotheek Arnhem collectioneert reeds meer dan 125 jaar naast wetenschappelijke literatuur ook literatuur over Gelderland in de meest ruime zin, teneinde het gedrukte historische erfgoed van de provincie Gelderland voor het nageslacht te bewaren en vast te leggen. Op deze wijze kon door de jaren heen een omvangrijke collectie boeken, brochures, pamfletten, gelegenheidsgeschriften, gedenkschriften, overheidspublicaties, tijdschriften en couranten worden opgebouwd (de collectie Gelriana). Dit materiaal, thans bestaande uit meer dan 40.000 titels, is door de Bibliografie van Gelderland van Gouda Quint en de Documentatiecatalogus Gelderland uitstekend ontsloten en toegankelijk voor een ieder. Wanneer u geĂŻnteresseerd bent in de geschiedenis en/of heemkundige aspecten van uw streek, stad of dorp kunt u in deze collectie zeker iets van uw gading vinden. Bovendien biedt de Bibliotheek Arnhem u tal van facili-

teiten zoals het gebruik van studiezalen, fotokopieerapparatuur, terwijl het personeel van de Nijhoffkamer, een hiertoe speciaal ingericht Gelders studiecentrum in de bibliotheek Arnhem, u met raad en daad terzijde zal staan. Raadpleging van het materiaal is geheel kosteloos. Uitlening is mogelijk tenzij het unica of oude en zeldzame werken betreft; hiervoor dient u in het bezit te zijn van een geldige lezerskaart. De kosten hiervoor bedragen: 18 t/m 25 jaar f 15,-26 t/m 64 jaar f 23,-65 jaar en ouder f 1 2,50 De openingstijden van de bibliotheek zijn: maandag 17.00 - 21.00 uur dinsdag t/m vrijdag 10.00 - 21.00 uur zaterdag 10.00 - 16.00 uur. Het adres is: Koningstraat 26 Arnhem tel.: 085-432131

VRAAG EN ANTWOORD RUBRIEK In de Nieuwsbrief worden vragen opgenomen op genealogisch en ander gebied. Vragen (met antwoordpostzegel) en antwoorden dienen te worden gezonden naar de Administratie van de Nieuwsbrief, W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen. 36. Van der Wielen Gezocht een foto waarop staat afgebeeld de heer Willem van der Wielen, gekleed in zouavenuniform, vermoedelijk gemaakt tijdens zijn verblijf in Rome, tussen 1867 en 1869.

Een foto, waarop hij vrij zeker stond, hing vroeger (omstreeks 1947) te Druten. Op de betreffende foto stonden vervolgens nog de zouaven Bernardus Gremmen en Theodorus Banken. Aangezien de vragensteller geen enkele andere foto van zijn overgrootvader de heer Willem van der Wielen heeft, zou hij erg blij zijn met een copie van de hieromschreven foto.

37. Peeters, Van der Wielen Op 19 september 1697 huwden te Horssen Peter Willems (Willemzoon) en Teuniske Gijsberts (=Gijsbertsdochter). Naar blijkt zijn er uit dit huwelijk verschillende kinderen geboren, waaronder Willem Peeters (=Peeterzoon). Deze Willem Peeters huwde in 1731 te Horssen met Hendrica Baltussen van den Boom. Gevraagd wordt: De doopinschrijving van Willem Peeters en zijn broers en zusters die allen zeer waarschijnlijk in Horssen zijn gedoopt.

38. Van Ochten-Peeters Gezocht wordt de huwelijksdatum en plaats van Jan van Ochten en Wendelina Peeters. De uit dit huwelijk geboren kinderen zijn vanaf 1731 allen R.K. gedoopt in Appeltern. Vraag: Zijn andere dopen bekend van kinderen van het echtpaar Van Ochten-Peeters. Het gebruikte patroniem Peeters wordt omstreeks 1775 de familienaam Van der Wielen.


Afbeelding 23: Oude tabaksschuur ca. 1900 aan de Kampsestraat te Boven-Leeuwen. Veel van deze schuren waren gepotdekseld en bezaten gebinten van populierehout. (Foto: J. Visker)

stalling van jongvee. Een mooi voorbeeld

een verschijnsel wat voornamelijk in het

hiervan is de schuur van de boerderij De Oude Dries aan de Kweldam te Deest.

zelfde gebied voorkomt als de dwarsdeel-

De schuren met een dwarsdeel komen met name veel voor in de omgeving van Overasselt, Leur, Hernen, en Bergharen. Ook hier is waarschijnlijk duidelijk sprake van een sterke invloed vanuit het zuiden. Merkwaardig is dat aan de zuidkant van Winssen en Ewijk nog een paar verdwaalde schuren van dit type zijn te vinden in een gebied dat eigenlijk geheel beheerst wordt door de eerder genoemde middenlangsdeelschuren. De dwarsdeel werd ook hier voor het dorsen gebruikt, links of rechts werd het ongedorste graan in een grondtas opgeslagen, dus niet op de ankerbalken! Aan de andere kant van de deel waren stallen voor kleinvee of varkens. Bij de grotere exemplaren, zoals bij de boerderij De Schatkuil in Overasselt was ook de schaapskooi in de schuur opgenomen, herkenbaar aan de aparte dubbele deuren in de hoog opgetrokken zijgevel. De schuur met een zijlangsdeel is eveneens

schuur. De nog bestaande schuren van dit type kunnen gedateerd worden vanaf de tweede helft van de 19e eeuw, en zijn daarmee vermoedelijk een nog vrij jong verschijnsel in het land van Maas en Waal. De constructie wijkt af van het bekende ankerbalkgebint, aan de kant van de deel steekt een ankerbalk over de hier langs A/beelding 24: Doorsnede van een schuur met

zijlangsdeel en een eenzijdig ankerbalkgebint

17


lopende deel uit, en lijkt hiermee op de

stond voor enkele jaren terug achter een

gebinten van de zgn. Vlaamse schuren in

boerderij aan de Zelksestraat te Hqrssen. Een ander voorbeeld is de dwarsdeelschuur aan de Flerdestraat te Hemen.

Brabant, het eenzijdig overstekende ankerbalkgebint. Naast invloed uit Brabant, rond Ravenstein staan nog enkele van dit type schuren, is de overeenkomst met schuren aan de Nederrijn eveneens treffend. Het ongedorste graan werd in de vakken tussen de gebinten opgeslagen en op de zijlangsdeel gedorst. Deze deel had aan beide zijden hoge dubbele inrijdeuren. Een mooi voorbeeld van zo'n schuur is nog te zien in de buurschap Lunen gemeente Wychen, achter de boerderij 'Schoonklooster' uit 1873. Behoudens een enkele uitzondering zoals rond Bergharen, werden deze schuren vooral gevonden bij de grotere boerderijen. In een aantal gevallen werden schuren vanwege het overstromingsgevaar op een kunstmatig opgeworpen heuvel geplaatst en kon dan dienst doen als vloedschuur. Een heel mooi exemplaar met houten wanden

Schaapskooien Op de hoger gelegen zandgronden werden veel schapen gehouden op de daar aanwezige heide om te zorgen voor voldoende mestproduktie. De veeteelt stond daar tot diep in de 19e eeuw nog volledig in dienst

van de landbouw. Doorgaans bezaten alleen de grotere boeren een koppel schapen. Soms vonden deze onderdak in een aparte kooi, zoals de inmiddels verdwenen kooi bij de

boerderij de Valenberg te Overasselt, meestal kregen ze een plaats in de op het erf geplaatste dwarsdeelschuur, o.a. bij de boerderij aan de Wijksestraat 25 Bergharen. In het westelijk deel van het land van Maas en Waal is alleen bij de boerderij De Munnikenwoerd te Altforst nog een kooi bewaard gebleven. De vrijstaande schaapskooien waren drie-

Afbeelding 25: Boerderij 'Schoonklooster'gebouwd in 1873, naar opname van Klaas Wilkemauit 1921. Deze boerderij met schuur hebben beide een zgn. zijlangsdeel. Links naast de boerderij een lang gerekte varkensstal met op de kop een bakhuis met uitgebouwde oven. Copyright S.H.B.O. Arnhem

18


Afbeelding 26: Boerderij 'Ravenschut' te Maasbommel met 2 vierroedige kapbergen met verhoogde tasvloer. Foto uit 1992. Copyright S.H.B.O. Arnhem

beukig van opzet met zeer smalle zijbeukjes.

Kap- en schuurbergen Hooi- en graanbergen met een beweegbare kap komen nauwelijks meer voor in het land van Maas en Waal. Op grond van oude foto's blijkt dat deze voornamelijk voorkwamen in het westelijk gedeelte vanaf de lijn BovenLeeuwen Maasbommel. Bovendien bestaat de indruk dat deze bergen daar voorkwamen waar aparte schuren grotendeels ontbreken. Deze kapbergen bezaten in bijna alle gevallen een verhoogde vloer voor het tassen van graan met eronder een berging voor de karren. Dit geldt in hoofdzaak voor de Maaskant. Het opkomen van de fruitteelt en de watersnood van 1926 zijn er vermoedelijk de oorzaak van dat deze hooi- en graanbergen zo goed als geheel verdwenen zijn. Langs de Waalkant kwamen vroeger nog wel de zogenaamde schuurbergen voor. Hierbij was het gedeelte onder de verhoogde vloer

omgeven door houten wanden of baksteen

muren. Voorheen stond zo'n 5-roedige schuurberg bij de herberg De Clef te Ewijk.

Varkensstallen Varkens werden tot ongeveer 1875 in de boerderij zelf ondergebracht.

In het laatste kwart van de 19e eeuw neemt het houden van varkens sterk toe in het zuidoostelijk deel van het Maas en Waalse door verkleining van de bedrijven. Bij de oudere boerderijen ontstond dwars op de boerderij ter hoogte van voor- en achterhuis een zeer langgerekte varkensstal met bak/kookhuis voor de sopketel. Een fraai voorbeeld is de boerderij De

Puitsen Hof aan de Broekstraat achter Leur. Bij de jongere boerderijen liggen de varkensstallen in de volle lengte naast de schuur, onder andere een boerderij in de buurtschap Lunen bij Wijchen.

19


Afbeelding 26: Boerderij "t Dui/huis' te Overasselt met links het achtkantige karnhuh. (Foto: G. Rooijakken)

Bakhuizen Bij de kleinere boerderijen werd het brood in de boerderij zelf gebakken. Hiervoor werd een oven in de haardpartij gebouwd, die meestal bereikbaar was vanuit de geut of spoelkeuken. Mede vanwege het brandgevaar werden bij de grotere boerderijen aparte bakhuizen gebouwd met een uitgebouwde oven. In deze bakhuizen werd oorspronkelijk ook het veevoer gekookt in de zogenaamde sopketel. Mooie voorbeelden staan in Afferden aan de Koningsstraat en de Bruggestraat te Ewijk.

Karnmolens In Bergharen, Overasselt, Lunen en Wijchen komen nogal een aantal voorbeelden voor van achthoekige los van de boerderij staande karnmolens. Hierin draaide een paard rond en dreef via een stang de karnmolen aan.

Putten Een ander kenmerkend onderdeel van veel erven was een ronde bakstenen put met haal. Op een enkel exemplaar na is hier nauwelijks meer iets van overgebleven. K. Boeder, adviseur Gelderse Monumentenraad. Ede, november 1987.

20

Selectie geraadpleegde literatuur: Gallee, J.H., Het boerenhuis in Nederland en x.ijn

bewoners. Oosthoek Utrecht 1907-08. Hekker, R.C., De ontwikkelingen van de boerderijvormen in Nederland in Duizend jaar bouwen; deel II: Amsterdam 1957. Pons, L.J., De geologie, de bodemvorming en de waterstaatkundige ontwikkeling van het land van Maas en Waal en een gedeelte van het Rijk van Nijmegen. Wageningen 1957. Prooije, L.J. van, Boerderijen in de Liemers, de OverBetuwe en het Rijk van Nijmegen, Arnhem, jaarverslag S.H.B.O. 1986. Schulte, A.G. Het Rijk van Nijmegen, Westelijk gedeelte, 's-Gravenhage 1982. In de reeks: De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Schulte, A.G. Het Land van Maas en Waal, 'sGravenhage 1986. In de reeks: De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Wijk, P.A.M, van, Boerderijen bekijken. Historisch boerderij- onderzoek in Nederland. Amersfoort 1985. Zanden, J.L. van, De economische ontwikkeling van de Nederlandse landbouw in de 19e eeuw, 18001914. Utrecht 1985. Zippelius, A, Das Bauernhaus am unteren deutschen Niederrhein, Wuppertal 1957.


Barbara de Leeuw

Een kennismaking met Antoon van Welie Dat er een artikel in dit blad verschijnt over Antoon van Welie is niet zo vreemd, omdat het over een streekgenoot gaat. Maar waarom schrijft iemand over een schilder, wiens naam bij zeer weinig mensen bekend in de oren zal klinken? Mijn betrokkenheid heeft verschillende redenen. Antoon van Welie was een goede vriend van mijn oudtante. Van haar en andere familieleden heeft Van Welie enkele portretten geschilderd waar ik als kind al naar heb gekeken. Ik ben me echter pas bewust geworden van de artistieke waarde van deze portretten door mijn studie kunstgeschiedenis. Ik ben me gaan verdiepen in zijn werk en leven en had daarbij enige steun aan de gegevens die voortkwamen uit gesprekken met mijn familie. Zo bestaat er een briefwisseling tussen mijn oudtante en Van Welie en kreeg ik een oud krantenbericht van Cornelis Veth in handen. Uit dit artikeltje blijkt dat de waardering voor dit werk van de schilder niet erg groot was. Toch zijn er voldoende publicaties over Van Welie om te kunnen concluderen dat zijn werk ook positief beoordeeld werd. In 1924 schreef Camille Mauclair dat het werk van Van Welie tot het belangrijkste van de Hollandse hedendaagse school behoort. In die tijd genoot hij grote bekendheid als portretschilder. Maar niet alleen als portretschilder, er bestaan namelijk ook symbolistische werken van hem, vooral uit zijn beginperiode. In dit artikel wil ik een voorlopig overzicht geven van zijn leven en werk, maar ik hoop in de toekomst meer te kunnen publiceren over de resultaten van mijn onderzoek. Johannes Antonius van Welie werd geboren

op achttien december 1866 in het Gelderse Afferden. Antoon, zo zijn roepnaam werd, was de zoon van het gemeenteraadslid Joannes van Welie en Jacoba van Welie-

Verploegen. Als hij de zin van zijn ouders had gedaan, was hij notaris geworden. Toch lieten ze hem vrij om zijn roeping als kunstschilder te volgen. Hij ging in de leer bij C.J. Grips, een genre-schilder te Vught. Op 20-jarige leeftijd liet hij zich inschrijven als leerling aan de

Afbeelding 1: Antoon van Welie.

Academie in Den Bosch. Hier tekende hij eerst naar de klassieke sculptuur, met nadruk op de buste en de torso, waarna hij ook naar het levende naakt-model mocht tekenen. Daarna (1886/91) zette hij zijn studie voort aan de Academie in Antwerpen. Daar kreeg

21


hij les van ondermeer P. van Havermaat en P. van der Ouderaa, kunstenaars die vandaag de dag vergeten zijn. Reeds in het eerste studiejaar zond hij een werk naar Den Haag. Dat deze inzending onmiddellijk bijval oogstte blijkt uit het feit dat koning Willem III van Oranje hem een beurs verleende, waardoor Van Welie in staat werd gesteld Parijs te bezoeken en zijn eerste grote reis naar Italië te maken. In Parijs bezocht hij de beroemde musea en kwam hij in aanraking met het leven in een grote stad. Vervolgens voerde zijn reis hem naar Nice, Cannes, Monte Carlo en vandaar naar Genua, Napels, Rome, Florence, Padua, Bologna en Venetië. Hij keerde terug via München. De reis duurde vijf maanden; hij bracht er twee in Rome door. Hier bekeek hij niet alleen de kunst, maar schilderde ook nog twee of drie Afbeelding 2: A. Üijsbers-Vermeulen, oudtante van portretten. Van wie hij deze portretten ondergetekende. Portret door A. van Welie, 1946. gemaakt heeft is niet bekend, maar hopelijk kunnen deze nog getraceerd worden. In zeer intieme vriendin overleden waren, en deze periode kreeg hij bewondering voor de 'Melodie van Liefde' om zijn eigen gevoelens Primitieven, maar meer nog voor de Renais- vorm te geven en zo tot uitdrukking te brengen. sance-schilders. Na terugkomst huurde Van Welie een atelier Hoewel Van Welie niet meer in Antwerpen in Antwerpen en liet hij zich inschrijven bij woonde, spoorde de romanschrijver en het Hogere Instituut der Schone Kunsten, kunstcriticus Pol de Mont hem aan om hier waaraan ook de gebroeders De Vriendt, Van een kleine tentoonstelling te houden. In dat der Ouderaa en Vincotte verbonden waren. jaar, 1899, werd in Antwerpen echter ook Het eerste jaar kreeg Van Welie, hoewel een aanzienlijke tentoonstelling van het werk Nederlander, een van de vijf prijzen, die de van A. van Dijck voorbereid. Het samenkoningvan België, Leopold II, toekende aan vallen van deze twee tentoonstellingen had de vijf beste leerlingen. Verder succes blijkt een gunstig gevolg voor Van Welie. Het grote uit het feit dat Van Welie een portret (titel publiek kwam eigenlijk voor Van Dijck maar onbekend) exposeerde van een vrouw tussen zag nu ook het werk van. Van Welie. Zo daglicht en lamplicht op de driejaarlijkse raadde de schrijver Anatole France hem aan expositie van Antwerpen. Dit schilderij trok om in Parijs te exposeren. Nog in hetzelfde de aandacht van zowel Constantin Meunier, jaar lukte Van Welie dit en wel in de zaal 'La Bodinière.' Francois Millet als Rodin. Van 1893 tot 1904 verbleef hij in Den Bosch. Hiermee had Van Welie zijn eerste echte In deze tijd schilderde hij werken waarin hij succes bereikt, de verzamelaars kochten zijn vooral aandoeningen en gevoelens van werk, opdrachten kwamen binnen. Toen ontroering wilde uitdrukken. Op realistische Van Welie interessante voorstellen uit Duitswijze, zonder deformatie, maakte hij voor- land kreeg, exposeerde hij te Berlijn, verstellingen als: Melodie van Liefde, Page en bleef er een halfjaar en schilderde portretPrinses, Ophelia, De twee violisten, en ten. Vervolgens maakte hij een reis naar Smart. Volgens Camille Mauclair had het Gibraltar, Constantinopel, Smyrna en Griepersoonlijk leven van Van Welie grote kenland. Van Welie heeft zelf eens gezegd: invloed op deze werken. Zo schilderde de Griekenland heeft mij de overheersende schilder 'Smart' omdat zijn zuster en een macht van de grote lijn doen kennen, die in 22


elk kunstenaarswerk moet domineren: de rust en de beweging tegelijkertijd, het contrast waarvan de harmonisatie voor mij het geheim is van elk mooi kunstwerk.' Van Welie legde zich hoe langer hoe meer toe op het schilderen van portretten. Hij deed dit uit persoonlijke voorkeur; toch zullen materiële redenen zeker een rol gespeeld hebben. Vanaf deze tijd leidde hij een artistiek zwerversbestaan. In 1905 bracht hij opnieuw negen maanden in Rome door. Dat zijn naam goed bekend stond blijkt uit het feit dat hij paus Pius X mocht schilderen. Daarna vestigde hij zich in Parijs, waar hij vijf jaar woonde. Dat weerhield hem er niet van in 1908 in salon Keiler & Reiner in Berlijn te exposeren. Tenslotte wilde hij een rustig bestaan gaan leiden in Den Haag, hetgeen hem niet lukte. Na een tentoonstelling daar vertrok hij naar Londen, en reisde hij vanaf toen tussen Londen, Den Haag en Parijs. Tijdens de eerste wereldoorlog bevond hij zich tot 1916 in Londen, ging daarna naar Rome, waar hij paus Benedictus XV schilderde en een paar jaar later paus Pius XI. Niet alleen de drie voormelde pausen, maar ook vele andere 'grote' namen lieten zich door hem portretteren, zoals bijvoorbeeld: L. Couperus, W. Kloos, S. Bernhardt en Mussolini. Voor de tweede wereldoorlog ging hij definitief op 'Jacobahuis' wonen, Wilhelminastraat 2c in Den Haag. In de tweede wereldoorlog ging 'Jacobahuis' door een bombardement in vlammen op, waarbij, helaas, veel documentatie verloren ging. Daarna woonde hij een tijd op de Laan Copes van Cattenburgh 29. Tot 1924 is het leven en werk van Van Welie aan de hand van het boek van Mauclair te traceren. Vanaf die datum ontbreken zeer belangrijke gegevens. Van Welie zou zijn laatste jaren gesleten hebben bij zijn werkster thuis op zolder. Hij stierf op 24 september 1956 in het ziekenhuis Westeinde te Den Haag.

KUNST JUBILEUM-SCHILDERIJ VAN ANTON VAN WELT Kunsthandel 8t Lncas

De bejiarde schilder A n ton .van Wely heeft een groot jubileumschilderij gemaakt, strekkende tot hulde en dank voor de regering van Koningin Wilhelmina, en dit

aan de Raad van State aangeboden ter plaatsing in de vergaderzaal %van dit lichaam. Het werk is in menig opzicht een curiosum. Het is een allegorie, een kunstsoort, waarvoor vroeger vooral de vorm van de gravure werd gekozen, en welke thans verouderd is. Ze gaf de zinnebeeldige samenvatting van een

idee of een gebeurtenis. Er .is geen reden om dit niet ook eens in een schilderij te doen, dan misschien

die, dat de inkleding voor problemen stelt, welke met een naturalistische schilderwijze nauwelijks ziin op te lossen. Met een decoratieve vlakschildering zou men stellig verder komen.

De vriiwel enige verdiensten, die

ik in dit kapitale schilderij kan

ontdekken, z\jn een onmiskenbare

duidelijkheid van compositie, welke tot iets rustigs en zelfs voor-

naams had kunnen leiden, al* de kleur niet zo kakelbont en' dan nog vrij smoezelig was' en voorts de gelijkenis der personen, waarin de schilder hier als in zijn om het' doek heen geëxposeerde portretten over het algemeen stellig slaagt. Kaar enige waardigheid, ingetogenheid en overtuigende

verheffing

vergeefs.

zoekt* men intussen Cornelis. #eth.

A/beelding 3: Krantenknipsel. Krant onbekend, datum onbekend.

Literatuur: Camille Mauclair, Un Peintre Hollandais Contemporain - Antoon van Welie; H. Laurens, Parijs, 1924. Bettina Polak, het fin-de-siecle in de Nederlandse Schilderkunst; M. Nijhofï, 1955.

23


.

,.

.

Medewerking gevraagd

In het verdere verloop van mijn onderzoek wil ik zoveel mogelijk schilderijen en tekenirigen van de hand van Antoon van Welie bekijken en beschrijven en fotograferen. Daarom: Wie heeft er werk van Van Welie in zijn of haar bezit? Wie kan mij in contact brengen met derden, die werk van Van Welie bezitten? Het is niet nodig dat men zijn schilderij of tekening afstaat: ik kan het werk eventueel bij de mensen thuis bekijken en fotograferen.

Verder ben ik op zoek naar informatie over het levcn van Antoon van Welie en zijn

.

Maas en Waalse - familie. Tenslotte: Wie kan mij helpen aan het boek dat CamilleMauclair over Van Welie schreef: Un Peintre Hollandais Contemporain? Natuurlijk tegen vergoeding. Het boek verscheen bij H. Laurens te Parijs, 1924. Mijn adres: Barbara de Leeuw, St. Annastraat 288, 6525 HD Nijmegen, tel.: 080553044.

Drs. C. Visser

Oud Maas en Waal in beeld De twee foto's in Tweestromenland nr. 54 werden uitvoerig beschreven. Eerst foto nr. 14: Deze foto werd genomen in een kersenboomgaard in Boven Leeuwen. Onderste rij van links naar rechts: Henk Smits (getrouwd met Marie van Dinther uit Gemert), Witn Jansen uit Appeltern, Roei van Zantvoort uit Boven Leeuwen, Piet de Weijert Jzn. uit Boven Leeuwen, Roei van Elk uit Beneden Leeuwen, Hermanus van Elk uit Boven Leeuwen (later wonend in Wamel). Daar achter zitten drie mannen (v.l.n.r.): Adri v.d. Donk, Kees van Zantvoort en Jan de Weijert, allen uit Boven Leeuwen. De peuter is Theo de Weijert. Staande van links naar rechts: Grad van Dreumel uit Boven Leeuwen, Gerd v.d. Donk uit Boven Leeuwen, Johan v.d. Graaf uit Zierikzee, Chris de Weijert uit Buren, Rademakers, de fotograaf uit Beneden Leeuwen, Gert Jan de Weijert uit Appeltern. Het meisje is Nellie de Weijert, getrouwd met Van Tiem uit Beneden Leeuwen. Nellie, Piet en Theo waren kinderen van Jan de Weijert. De boomgaard was eigendom van Kees Buil. De foto is genomen omstreeks 1928. De beschrijving werd ontvangen van Mevr. J. Peters-de Weijert te Boven Leeuwen.

Foto nr. 15 werd het meest uitvoerig beschreven door Mevr. Th. Hendricks-van Loo te Nijmegen.

Deze foto werd genomen ter gelegenheid van een verjaardagsfeestje in juli 1949 in de tuin van het postkantoor te Druten bij de familie van Loo. Eerste rij v.l.n.r.: Henny van Loo (met hondje), Mary Krommendijk en Henny Hendricks (beiden uit Nijmegen). Twee rij: Mej. M. Hendricks uit Beek-Ubbergen, Ine van Loom, Thea van Loo (de jarige), Gerty 24


van Loo, Mevr. Th. van Loo-Wolsing, Mevr. J. Bosch-Frederiks uit Nijmegen. Derde rij: Mej. H. Hendricks uit Beek-Ubbergen, H. van Loo, A. Jaspers-Focks uit Zutphen, Mevr. R. van Heereveld-Wolf uit Druten, H. Bosch uit Nijmegen. Anderen die mij schreven of belden over deze foto waren Mevr. R. Lukkeren-Kuypers te Bergharen, de heer Driessen te Ravenstein en Mevr. Th. Laurensse te Druten. Er werd ook geĂŻnformeerd hoe deze foto in de verzameling van de Vereniging is gekomen. Dat is helaas niet genoteerd. In eerste instantie dacht ik aan Mevr. BoschFrederiks die indertijd allerlei foto's betreffende de Stoomtram aan de Vereniging heeft uitgeleend. Maar zij zou deze foto dan wel hebben beschreven.

Tenslotte nog iets over foto nr. 11 van de hoepelmaker Mooren te Boven Leeuwen. Volgens de heer B. Mooren te Hall is de middelste persoon vermoedelijk iemand uit Wageningen, die adviseerde inzake de mechanisatie van de hoepelmakerij. De foto zou verder niet in 1941 of 1942, maar in 1951 of 1952 zijn genomen.

Er is nu ruimte voor drie nieuwe foto's, de nummers 16, 17 en 18. Wat U ervan weet, ook van eerder geplaatste foto's, schrijf dat op een briefkaart of in een brief, en stuur dat aan: C. Visser, Hoogstuk 62, 6651 ER Druten.

Foto nr. 16

25


K) O^


A.M.M, van Lindert o.f.m.

Honderd Jaar Alverna In oktober van dit jaar vierde Alverna zijn honderd-jarig bestaan. Er waren diverse geslaagde festiviteiten; als hoogtepunten kunnen genoemd worden de fototentoonstelling: 'Honderdjaar Alverna' en de reĂźnie voor alle Alvernezen en oud-Alvernezen, waarbij volop herinneringen werden opgehaald. De feestelijkheden werden op l oktober 1987 geopend met een toespraak door A.M.M, van Lindert o.f.m., de laatste gardiaan van het opgeheven klooster in Alverna. In deze toespraak - die wij hierbij afdrukken - wordt nog eens ingegaan op het belang van het klooster 'Alverna' voor het dorp Alverna en worden enkele grepen gedaan in de rijke historie van dit 100 jaar jonge dorp. Redactie Edelachtbaar College van Burgemeester en

Wethouders, Hoogeerwaarde Pater Provinciaal van de Franciskanen, Genodigden, feestvierende dames en heren aanwezigen Het is maar goed, dat ruim honderd jaar geleden de onderhandelingen tussen de toenmalige Provinciaal van de Franciskanen en de toenmalige eigenaar van het Wijchense kasteel, baron d'Osy, op niets zijn uitgelopen. Want anders zouden wij met z'n allen hier nu niet gezeten hebben! De oude huiskroniek van het klooster vermeldt immers, dat de vier kloosters van de Franciskanen overbevolkt raakten, en dat men begin van jaren tachtig van de vorige eeuw uit ging kijken naar een plaats voor een nieuwe vestiging. Men liet het oog vallen op Arnhem, Breda en verschillende andere plaatsen, maar men stuitte overal op zo veel grote moeilijkheden, dat er geen gevolg aan kon worden gegeven. 'Toen' - ik citeer nu de oude huiskroniek - 'werden onderhandelingen aangeknoopt met de eigenaar van het kasteel, gelegen in het dorp Wijchen, de hoogwelgeboren heer baron d'Osy, wonende bij Antwerpen, ten einde dit kasteel tot een klooster in te richten, welke onderhandelingen echter tot niets leidden.' En de oude huiskroniek vervolgt: 'toen traden de Franciskanen in onderhandeling met de edelachtbare heer Martinus Waszink, burgemeester van Wijchen, die als privaat eigendom een stuk grond bezat van vier bunder, gelegen op de Valendries, palende aan de

rijksweg van Grave naar Nijmegen.' Tot zover de oude huiskroniek. Als dus, geachte aanwezigen, die onderhandelingen met baron d'Osy over de aankoop

van het Wijchens kasteel om er een klooster van te maken, wĂŠl tot resultaat zouden hebben geleid, dan weet ik niet wat dit allemaal voor consequenties zou hebben gehad, maar waarschijnlijk zou Alverna als dorp dan nooit bestaan hebben, en zouden wij hier nu niet met z'n allen aanwezig zijn voor de opening van de viering van ons dorp, want dan zou het klooster in Wijchen, en niet hier in Alverna gevestigd zijn! Gomarius Mes vermeldt, dat het terrein oorspronkelijk Schoonoord heette, welke naam nog vermeld staat op de molen. Een klooster moest in die tijd echter bij voorkeur een naam hebben, die herinnerde aan de geschiedenis van de Franciskanen. Vanwege de kleine heuveltjes op het terrein werd het klooster toen Alverna genoemd, de latijnse naam van de Italiaanse berg La Verna, waar St. Franciskus in 1224 de wondtekenen des Heren ontvangen had: een bij uitstek franciskaanse naam dus. Het klooster had een dubbele functie: enerzijds de opleiding van jonge franciska-

nen, anderzijds de zielzorg in de wijde omgeving. Zoals dat vaker voorkwam, vestigden zich in de loop der jaren ook andere mensen in de omgeving van het klooster, en groeide er al gauw een nieuwe kom Alverna, waartoe ook andere buurtschappen zich 27


gingen rekenen. En nu bestaat dit dorp Alverna, uitgegroeid tot bijna 3000 inwoners, 100 jaar. Het klooster, dat in de loop der jaren een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de

instandhouding van het geloof en de verspreiding van de cultuur, bestaat echter niet meer. Zeven jaar geleden heeft het officieel zijn poorten gesloten en heeft de kroniekschrijver een punt gezet op de laatste bladzijde van zijn kroniek, en vervolgens

zijn boek gesloten. Als laatste gardiaan van het klooster - in die hoedanigheid sta ik hier nu voor u - heb ik toen een eind moeten maken aan het functioneren van het klooster, daarbij echter wel beseffend dat de rijke vruchten van de arbeid van vele franciskanen zullen blijven voortleven, niet alleen in de geschiedenis, maar ook in de toekomst van het dorp Alverna. Om maar dicht bij huis te blijven: wij bevinden ons hier in de Oase, dat gebouwd is ter vervanging van het oude patronaat, indertijd gebouwd door pater Arnold Smits, die toen hij in 1925 gardiaan werd, in een la van zijn bureau een sigaren-

kistje met daarin ƒ 7.000,— vond, voor welk bedrag hij toen het patronaat liet bouwen. Wij kennen hier in Alverna een zeer bloeiend verenigingsleven: Alziësto en de Echo der Bergen luisterden vanavond dit eeuwfeest op: de eerste dirigenten van deze verenigingen waren Franciskanen. Geachte aanwezigen, ik kan vanavond niet

meer de wensen herhalen die burgemeester Van Thiel en de toenmalige gardiaan uitspraken bij het 75-jarig bestaan van Alverna: zij wensten u toen toe, dat de banden tussen het klooster en het dorp zouden blijven bestaan, verstevigd en vernieuwd zouden worden, tot zegen van beide. Nu kan ik dit niet meer zeggen, want het klooster is er niet meer. Wél wens ik u nu toe, dat Alverna en zijn inwoners ook in deze tweede eeuw van zijn bestaan rijkelijk deel mogen hebben aan geluk, voorspoed en vrede, onder de Zegen van de Heer, die ook in de eerste eeuw zijn beschermende hand over Alverna heeft uitgestrekt. Ik wens u allen van harte proficiat, en zeer prettige feestdagen.

Het spieker goederen: Een zilveren knip voor een beursje met

Van Mevr. C.H. van der Horst uit Berg en Dal: Twee ronde pluche tafelkleedjes.

binnensluiting. Een merklap uit 1910 met wollen garen geborduurd. Een 3-delig herenkostuum.

De door Mevr. Arts-Derks uit Batenburg gedragen losse mantelkragen: een zwart bont, een astrakanstof met geborduurde

Ontvangen als schenking zijn de volgende

binnenkant.

Van de fam. Pompen-Sas uit Wamel: Dames-pantoffels en klompen, aardbeienmandje, koolmes, kapothoedje, zwart damesjak en blouse, grijze molton herenborstrok, jurk, zoutvaatje en beige herenvestje.

Van de fam. Van de Pol uit Dreumel: Een 3-delig herentrouwkostuum ±1900 met aparte voorsluiting aan de broek.

Van Mevr. Klaassen, Wijchen: + 100 jaar oud

ledikant. Aan alle gevers hartelijk dank! Hebt u ook nog iets voor ons museum, bel: 08894-17461 of iemand anders van onze vereniging.

Van de fam. De Bieman-Van Deursen uit Wamel:

Klompenmakersgereedschap.

28

Wies Berris


Nederlandse Hervormde Gemeente HorsAanwinsten Documentatiecentrum in 1986

sen en zijn kerkgeschiedenis. Horssen 1981 (schenking).

Hugo Capelleveen, Zoo sloeg dan de ure; - De Nederlandse volkskarakters onder red. van P.J. Meertens en Anne de Vries, Kampen 1938. - Huub van Haren, Een wandelaar met een bijnaam, roman. AMSTERDAM 1986. - Wijchen, Centrum in Tweestromenland. Met foto's. Wijchen 1986. - Jaap Willems, Mooie plekjes in het Rijk van Nijmegen. Amersfoort 1985. - Koos van Gasteren, Nou of nooit; verhalen uit Overasselt. Overasselt 1986. - Piet de Kleijn, Het huis en de molen; jeugdherinneringen. Wijchen 1986. - H. van Heiningen, Wee den Vergetenen; de watersnood van 1926 en de wederopbouw van Maas en Waal. Wijchen 1985. - Lilian Glaap, Dijkdoorbraken in het Land van Maas en Waal van 1750-1800; kandidaatsscriptie Sociale Geografie. 1980 (schenking). - Het Nederlandse molenbestand; overzicht van alle nog aanwezige wind- en watermolens, gerangschikt per provincie en alfabetisch op plaatsnaam.

- A.G. Schulte, Het land van Maas en Waal. Den Haag 1986 (present exemplaar). - A. Fahne, Urkundenbuch des Geschlechts Momm oder Mumm. Cรถln 1876. - A. Fahne. Denkmale und Ahnentafeln des Geschlechts Mumm oder Momm. Cรถln

de protestanten van Druten. Afferden en Deest. Druten 1985 (schenking). P. de Buck e.a., Zoeken en schrijven; handleiding bij het maken van een historisch werkstuk. Bloemendaal 1984. H.J. Carpay, Schoolstrijd te Appeltern 1844-1855. Zutphen 1985 (schenking). Dreumel, kroniek van de parochie 18821982. Nijmegen 1982. Dr. F. de Tollenaere en dr. A.J. Persijn, Van Dale nieuw handwoordenboek der Nederlandse taal. 9e druk. Utrecht/Antwerpen 1984. F.A. Brekelmans, Overzicht van de bronnen voor de geschiedenis; gecopieerde uitgave 1953 (schenking). Soldatenkrant groep Maas Noord. Nrs. 14, 16, 17, 22, 23, 25, 28, 31, 32, 33, 35, 37, 38, 39, 44, 48, 49, 50; 1939-1940. Gebundeld.

S. Laansma en T. Brouwer, Muziektenten in Gelderland. Zutphen 1986.

- De Tielse kroniek. Een geschiedenis van de Lage Landen van de Volksverhuizingen tot het midden van de 15e eeuw met een vervolg over de jaren 1552-1566. Amsterdam 1983.

1876.

- Dr. J. van Herwaarden, Pelgrims door de eeuwen heen (naar Santiago de Compostella. Utrecht 1985. - Dr. J. Theunissen, Het landbouw-voertuig

in de etnografie van de Kempen Antwerpen-Utrecht 1969. - M.G.M. Jansen, Enige geomorfologische, botanische en entomofaunische aspecten van het rivierduin 'De Berg' te Bergharen. Scriptie (schenking). - Publicatie Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap. Arnhem 1796.

- Drs. Arthur Steegh, Monumentenatlas van Nederland; 1100 historische nederzettingen in kaart. Zutphen 1985.

29


Waarde lezer Met het verschijnen van dit nummer van Tweestromenland kan de redactie met enige tevredenheid constateren, dat ze er ook in 1987 in is geslaagd vier nummers uit te brengen - met de gewaardeerde medewerking van drukkerij W. van der Louw te Berkel en Rodenrijs, de drukker van dit blad. Nu ons blad met een zekere regelmaat verschijnt, zouden wij, van de redactie, wensen dat ook de lezers wat vaker van zich lieten horen. Tijdens de jaarvergadering van Tweestromenland van 28 april 1987 werd door een

van de aanwezige redactieleden de vraag gesteld, wat de leden nu eigenlijk van ons blad Tweestromenland vinden. Hoewel sommige aanwezigen hun tevredenheid over het blad tot uitdrukking brachten, was de opkomst op de jaarvergadering zo klein, dat we daaruit moeilijk kunnen afleiden dat deze tevredenheid representatiefis voor alle lezers. Voor de redactie is het van groot belang te weten hoe onze lezers nu eigenlijk denken over het tijdschrift. Weliswaar zijn we van mening dat we elke keer een goed leesbaar blad produceren met een grote verscheidenheid aan artikelen, maar we weten niet of u daar anders tegenaan kijkt. Enerzijds weerspiegelt het blad natuurlijk de individuele hobby's en interessen van de redactieleden, anderzijds zijn we sterk afhankelijk van toevallig aangeboden kopij. Maar als u, waarde lezer, ons wilt laten weten waar uw voorkeuren liggen, dan kan de redactie daarop inspelen door aktief op zoek te gaan naar auteurs en artikelen. Ook als u kritiek heeft dan horen wij die liever dan dat we niets horen. Nog mooier zou het zijn als - sommige van onze lezers auteurs werden: wellicht zijn er mensen met uitgebreide kennis over speciale onderwerpen. Als men die kennis eventueel in de vorm van een artikel wil gieten, dan willen wij dat wel publiceren. Als er problemen zijn - hiaten in uw kennis of inzake schrijfvaardigheid - dan kan de redactie u adviseren hoe die hiaten op te vullen, of uw artikel redigeren. Daar is een redactie nu eenmaal voor. 30

Ook zijn we altijd bereid om onjuistheden te corrigeren of om een andere visie op een bepaald onderwerp te publiceren. De redactie vraagt u: reageer eens. Schrijf ons over wat u vindt van ons en uw blad, wat u vindt van de inhoud, van de verscheidenheid aan artikelen, schrijft u ons welke onderwerpen u behandeld wilt zien. Wat mist u in het blad, komt uw woonplaats wel voldoende aan bod, zijn de illustraties goed en voldoende in aantal? Wat vindt u van de vaste rubrieken: Oud Maas en Waal in Beeld, het Spieker, Literatuursignalement? Zijn er bepaalde artikelen die u met bijzonder genoegen gelezen heeft? Is het blad actueel genoeg? U kunt ook reageren op het nummer van Tweestromenland dat u nu in uw handen houdt. Barbara de Leeuw vraagt om medewerking bij haar onderzoek naar de schilder Antoon van Welie. • Het bestuur van de Historische Vereniging Tweestromenland vraagt om ideeÍn voor de viering van het 25-jarig bestaan in 1989. Tenslotte zijn we zeer benieuwd naar uw mening over het artikel over Boerderijen in het Land van Maas en Waal van K. Boeder: het is de eerste keer dat er een globaal overzicht van de ontwikkelingsgang van boerderijen in onze streek in druk verschijnt. U kunt schrijven naar het redactiesecretariaat: Ton Tielen Tolhuis 52-37 6537 SN NIJMEGEN. Redactie


De redactie van Tweestromenland wenst zijn lezers een gelukkig en gezond 1988.

31


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.