1988

Page 1

TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

31. III. l 988 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - N U M M E R 56


STREEKAflCHIVARIAAT BOMMELERWAARD

TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bij-

zonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

W.H. Frentz, Driel A. Kamerman, Wijchen Mevr. F.J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt W.J. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs C. Visser, Druten J. P. van Wezel, Alphen

Administrateur Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toe- P. G. Leussink, Beuningen zending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij te worden verzonden aan Ton Tielen, redactie-secretaris, Tolhuis 52-37, 6537 SN Nijmeuitgaven in de Tweestromenlandreeks. gen, tel.: 080-444542. Kan een artikel niet in machineschrift worden Contributie De contributie voor 1988 bedraagt ƒ 25,-, naar geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar verkiezing/40,-, ƒ 50,-, ƒ 100,- enz., te voldoen handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men door storting op postgiro 2622012 ten name ze terug wil hebben, aan de achterzijde van Penningmeester Tweestromenland, Aals- voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever. burg 17-60, 6602 VC Wijchen. Ledenadministratie Markt 9-14, 6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december).

Losse nummers tijdschrift Nrs. 19 t/m 56 voorradig. Per stuk ƒ 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen.

Secretariaat Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247.

Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M, van Os, benoemd 23 april 1980 Erevoarzitter J.P. van Wezel, benoemd 9 mei 1985 Bestuur J.L.C. Alkemade, vz., E wij k J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen J. A. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mej. W.A. van Buren, Bergharen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten B.J.H.M. van Elk, Beneden-Leeuwen

Inhoud 3 H.J. van Capelleveen: Een tipje van de

sluier opgelicht. . . 11 J. van Gelder: In memoriam baron Barthold van Verschuer 13 Mr H. van der Linden-Schadd: Zes generaties dominees 19 A. Vermeulen: Harmonie 'Koningin Wilhelmina' te Wamel. De beginjaren 25 Ton Tielen: Wijchense dominee wekt beroering te Nijmegen 29 Literatuur-Signalement Nieuwsbrief Op de voorkant: De kerk te Balgoij in de 18de eeuw.


TWEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, H ugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen.

NUMMER 56

1988

H J. van Capelleveen

Een tipje van de sluier opgelicht. . . Het resultaat van een beperkt archeologische onderzoek op de plaats van de voormalige dorpskerk van Balgoij. Wie vandaag de dag in Balgoij komt, ziet vanuit de verte de middeleeuwse toren van de oude dorpskerk als een eenzame wachter in het veld staan. Tot aan 1914 stond aan de oostzijde van deze toren de in 1835 gebouwde, en in 1852 vergrote waterstaatskerk. Door de bouw van de nieuwe kerk aan de Boomsestraat was deze overbodig geworden, zodat men na voltooiing van de nieuwe kerk tot sloop was overgegaan.1 Alleen de oude toren was na veel overredingskracht behouden gebleven, maar kon pas na lange jaren van verwaarlozing eindelijk in 1981 grondig gerestaureerd worden. De 19e eeuwse waterstaatskerk was niet de oudste kerk op deze plaats. Al in de vroege middeleeuwen moet Balgoij een kerkje bezeten nebben. Deze is in de loop der tijden stelselmatig uitgebreid. Tenslotte heeft hij de vorm gekregen zoals op enkele 18e eeuwse afbeeldingen is weergegeven.2 Doordat dit kerkje in het begin van de 19e eeuw te klein en bouwvallig was geworden, werd het uiteindelijk vervangen door een nieuw kerkgebouw in zogenaamde waterstaatsstijl. Het bodemonderzoek In het vroege voorjaar van 1987 kwam het voormalig kerkterrein weer opnieuw in de belangstelling. Door de Hoofdafdeling Ruimtelijke Ordeningen Openbare Werken van de Gemeente Wijchen was een plan ontwikkeld om op het oude kerkterrein een parkje aan te leggen. Als uitgangspunt

zouden de contouren van de voormalige waterstaatskerk dienen, die door middel van een hegbeplanting in het terrein aangegeven zouden worden. Maar dan was een beperkt archeologisch bodemonderzoek naar de omvang van deze kerk vooraf wel wenselijk, Na overleg met de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, in de 3


Afb. 1: Balgoij, voormalige parochiekerk (H. Johannes de Doper). Naar een foto in het bezit van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Zuidzijde (1914).

persoon van drs R.S. Hulst (Provinciaal archeoloog van Gelderland), kon door de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (afdeling Nijmegen en Omstreken), in mei een 'prikaktie' op het terrein gehouden worden. Het een en ander vond onder de leiding van dhr. W.N. Tuyn uit Nijmegen plaats. Helaas was in dezelfde periode door voorbereidingen van de parkaanleg het westelijk gedeelte van het terrein vergraven. Hierdoor werden mogelijk aanwezige oude funderingsresten ernstig verstoord. In augustus kon het onderzoek voortgezet worden, omdat bij het eerste onderzoek was gebleken dat er belangrijke gegevens in het terrein aanwezig waren. Maar al spoedig bleek dat het onderzoek naar de funderingsresten van de waterstaatskerk geen haalbare zaak was. Bij de sloop van deze kerk in 1914 zullen de funderingen wel voor het merendeel zijn uitgegraven.3 Fragmentarisch waren hiervan wat resten in het terrein achtergebleven. Met behulp van

oude foto's en wat fantasie kon alleen de breedte van het eenbeukige schip vastgesteld worden. Van het bijbehorende koor ontbrak ieder spoor. Op de mogelijke plaats van dit koor, aan de oostzijde van het terrein, werd in een proefsleuf tussen allerhande bouwpuin een (17e eeuws) grafsteenfragment aangetroffen.4 Wel kwamen er allerlei verrassende interessante zaken van de middeleeuwse kerk aan het licht. De fundering van de gotische koorpartij kon in zijn volle omvang blootgelegd worden. Bij nader onderzoek bleek dat deze fundering grotendeels uit secundair tufsteenmateriaal was opgetrokken. Door het graven van een sleuf in de lengterichting van de fundering aan de zuidzijde kon dit vastgesteld worden. Vanaf het maaiveld gerekend telde de fundering drie baksteenlagen. Daaronder werd tufsteen aangetroffen, deze fundering versneed op de tufsteenhoogte driemaal aan de zuidzijde (buitenzijde). Binnen het koor werd nog een funderingsrestant van breuk-


steen aangetroffen, wat mogelijk betrekking had op de plaats van het altaar. Men mag ervan uitgaan dat het aangetroffen materiaal in de funderingsvoet van het koor afkomstig is van een ouder bouwwerk. Ook konden de plaatsen van de zijbeuken van het voormalige gotische driebeukige schip vastgesteld worden, zoals op de uit 1732 daterende tekening van C. Pronk is te zien. Aan de zuidzijde kon zelfs de fundering van de overhoekse zuid-oostelijke steunbeer aan het licht gebracht worden. Van de tegenoverliggende steunbeer aan de noordzijde werd alleen de aanzet aangetroffen. Tijdens het uitgraven van de oostmuur van dit laatgotische schip bleek dat deze uit oudere funderingsfragmenten was samengesteld. Deze bestonden voor een gedeelte uit tufsteenwerk, dat deel uitgemaakt kan hebben van het romaanse zaalkerkje. We hadden hier dan te doen met de scheidingsmuur tussen het zaalkerkje en een mogelijk bijbehorend koortje, waarin ook de triomfboog was opgenomen. Volgens de tekening van C. Pronk heeft het gotische koor aan de zuidzijde een kapelvormige aanbouw gekend. De aangetroffen funderingsrestanten aan de zuidzijde van de koorfundering konden hier betrekking op hebben. Ook de aansluiting van deze in de inwendige hoek van de bovengenoemde zuid-oostelijke steunbeer was nog duidelijk aanwezig. Tevens was duidelijk te constateren dat deze fundering later aangelegd was dan die van de zuidbeuk. Hij sloot namelijk'koud' tegen de overhoekse steunbeer aan. In het kader van dit beperkte onderzoek was het niet verantwoord om binnen de omtrek van de middeleeuwse kerk te graven. Het een en ander was in nauw overleg met het R.O.B. bepaald. Dus de eventueel nog aanwezige gegevens van het romaanse kerkje konden op dit moment niet achterhaald worden. Ook konden ir: dit kader de funderingen of resten daarvan van de kolommen, behorende bij het laatgotische driebeukige schip niet vastgesteld worden. Een volgende generatie kan hopelijk het onderzoek nog eens op een deskundige manier voortzetten!

Na het onderzoek zijn alle funderingsrestanten door dhr. Tuyn en de samensteller van dit verslag ingemeten en in tekening gebracht. Uit dit onderzoek kon de conclusie getrokken worden dat het plan voor het aangeven van de contouren van de waterstaatskerk in het terrein niet haalbaar was. Uiteindelijk werd besloten om de omtrek van de middeleeuwse kerk, zonder de zuidelijke aanbouw tegen het koor, door middel van een beuken hegbeplanting aan te geven. Tenslotte kon ook in 1987 het terrein op de Gemeentelijke ontwerplijst voor de te beschermen monumenten in de Gemeente Wijchen geplaatst worden.

Een poging tot reconstructie A. Het romaanse zaalkerkje Uit het archeologische onderzoek is duidelijk gebleken dat we hier te maken hebben met een kerkgebouw dat in verschillende perioden tot stand is gekomen. Uit de schriftelijke bronnen weten wij dat Balgoij als kerspel voor het eerst in 1216 wordt vermeld. 5 Tijdens het onderzoek bleek dat de fundering van de oostmuur van het voormalige laatgotische driebeukige schip bestond uit oudere in tufsteen opgetrokken muursteenfragmenten. Hoogst waarschijnlijk hebben deze fragmenten deel uitgemaakt van een romaans kerkje. Dan hadden we hier te doen met de scheidingsmuur van een zaalkerkje met een bijbehorend koortje, waarin ook de triomfboog was opgenomen. Aan de westzijde van deze muur sloot het zaalkerkje aan, en aan de oostzijde mogelijk een inspringend koortje. Het is niet denkbeeldig dat we in Balgoij ook te maken hadden met het z.g. 'prototype' van een romaans kerkje, zoals ze tussen de Maas en de Waal voorkwamen. De plaatsen Batenburg 6 , Bergharen 7 , Puiflijk 8 en Leur9 hebben gelijksoortige kerkjes gekend. Deze veelal uit tufsteen opgetrokken kerkjes bestonden uit een rechthoekig zaalkerkje met aan de oostzijde een inspringend koortje. In Leur had dit koortje nog een halfronde afsluiting.


AJb. 2: Resultaat beperkt bodemonderzoek.

6

Tekening: H.J. van Capelleveen.


De/e kerkjes dateerden doorgaans uit de 12e-13e eeuw. Helaas was het niet mogelijk de breedte van het Balgoijse zaalkerkje vast te stellen. Ook de omvang van het mogelijk bijbehorende koortje kon in dit kader niet achterhaald worden. Het verwerken van secundaire tufsteen in de funderingsvoet van het gotische koor wijst ook in de richting van een ouder (roinaans) kerkje. Dat geldt ook voor de tufsteen in de torenvoet, wat bij de restauratie van de toren in 1980-81 werd geconstateerd. Op de oostgevel van de toren was tot aan de restauratie zeer vaag een dakmoet te ontwaren die betrekking gehad moet hebben op een eenbeukig kerkje.

B. De bouw van het gotische koor met de aanbouwen In een latere periode (14e-15e eeuw) is er een nieuw koor in gotische stijl opgetrokken ter vervanging van het mogelijk nog romaanse koortje. Het afbraakmateriaal van dit oudere bouwdeel is ongetwijfeld verwerkt in de fundering van het nieuwe koor. Dit nieuwe koor bestond uit twee traveeën met aan de oostzijde een driezijdige sluiting. Opmerkelijk is dat de westelijke travee breder is dan de oostelijke. Misschien wijst dit al op geplande aanbouwen ter weerszijden van deze travee. Op de al genoemde tekening van C. Pronk is aan de zuidzijde een kapelvormige aanbouw te zien. Maar deze moet in een later stadium zijn ontstaan dan het koor en het driebeukige schip. De fundering hiervan sloot koud tegen die van de zuid-oostelijke overhoekse steunbeer van de zuidelijke zijbeuk aan. Op het uit ca. 1820 daterende kadastraal minuutplan is ook aan de noordzijde van dezelfde koortravee een aanbouwseltje te herkennen. 10

C. De bouw van de toren en de pseudobasiliek Waarschijnlijk is op het einde van de 15e of in het begin van de 16e eeuw het oude, misschien nog in wezen romaanse, éénbeukige schip vervangen door een nieuw driebeukig schip onder één grote kap. De

Afo. 3: Toren Balgoij. Zuid- Westzijde. Foto: G.A.A. Rooyakkers, ± 1976.

onderste thans goed zichtbare dakmoet tegen de oostmuur van de toren behoorde bij deze kap van de laat-middeleeuwse pseudobasiliek. De huidige toren moet er al gestaan hebben voordat met de bouw van het driebeukige schip werd aangevangen. Mogelijk is het torenlichaam tijdens de bouwactiviteiten van het nieuwe schip met een geleding verhoogd. Van dit driebeukige schip konden de funderingen van de kolommen in dit stadium niet vastgelegd worden. Dit was ook het geval met de funderingen van de zijbeuken. Alleen de beide oostelijke overhoekse steunberen konden in dit onderzoek betrokken worden. Maar we mogen er met grote zekerheid van uit gaan dat het nieuwe schip drie traveeën lang is geweest. Ook de tekening van C. Pronk geeft hier aanwijzingen voor. Voorbeelden van gelijksoortige pseudobasiliekjes treft men aan in de direkte omgeving van Balgoij, zoals in Bergharen11, Dreumel12 en Ooij. 13 Alleen het driebeukige schip van


N

f

SC>IIP E.NI

\-<0<=>R.

•NV/VJM O». X*K^«sllSkCi^>--v«E.N •->r<.-'RBi».=.-2-<l OfcM -^""^f^ V4ET KooR^wcsY-^v^

—rfc. v^sttNiG CSEGW>^ies.N2» vcsop^MAvN/OE.N. F^E.C.OMS.-rWVJdTtE'

M>^AxT=«.~rfe>-«.ISN^ts» «a "VXMS C..T=R.ONl-<. <->1-r 17a,1..

Afb. 4: Reconstructie Gotisch schip en koor.

Bergharen is in zijn volle omvang bewaard gebleven. In Dreumel en Ooij treft men alleen nog maar restanten aan. Een frappante overeenkomst vertoonde het verdwenen Balgoijse schip met dat van Bergharen.14 In Balgoij waren de uiteinden van de zijbeuken aan de westzijde op dezelfde manier als in Bergharen langs de zuid- en noordmuur van de toren doorgetrokken. Hierdoor was de toren aan drie zijden ingebouwd geraakt. Ook in Bergharen hadden we te maken met een oudere toren. Ook in Balgoij waren spitsboogvormige openingen in de zuid- en noordmuur van de toren gemaakt ter plaatse van de zijbeuken. Dit om rechtstreeks vanuit het torenportaal in de zijbeuken te kunnen komen. In de noordgevel van de toren was tijdens de torenrestauratie boven de doorgebroken verbinding een gewelfaanzet te zien.

E. De lotgevallen na de middeleeuwen De aan H. Johannes de Doper toegewijde kerk werd in 1600 aan de 'Gereformeerden' toegewezen. Deze situatie is in 1800 weer

Tekening: H J van Capelleveen.

ongedaan gemaakt, omdat de katholieken de oude dorpskerk weer kregen toegewezen. Toen moet het zich in een slechte staat bevonden hebben. Voor de kleine 'Gereformeerde' gemeenschap van Balgoij was de kerk veel te groot en ze waren niet in staat de kerk behoorlijk te onderhouden. Zo was in 1799 de naaldspits van de toren gewaaid en vervangen door een eenvoudig tentdak. 15 Bij bestudering van het kadastrale minuutplan van ca. 1820 bleek het schip van zijn zijbeuken beroofd te zijn. De openingen tussen de kolommen van de middenbeuk waren met vulmuren gedicht." De doorbraken in de zuid- en noordmuur van de toren

hadden hetzelfde lot ondergaan. Wel waren nog belendingen aanwezig ter weerszijden van' het koor en aan de zuidzijde van de toren.

In 1835 werd aangevangen niet de bouw van een nieuwe kerk in zogenaamde waterstaatsstijl. 1 7 De oude kerk was te bouwvallig en te klein geworden voor de in aantal groeiende parochianen van Balgoij. Het is niet uitgesloten dat het middeleeuwse koor bij deze


gelijkvormige aanbouw bestaan.

Een tastbare herinnering aan deze kerk is de bovenste dakmoet op de oostelijke muur van de toren.

Rond 1913 was deze kerk weer te klein geworden, zodat op een andere plaats in het dorp een nieuw kerkgebouw werd gesticht. Waar eens het eerste christelijke kerkje van Balgoij werd gesticht, rest ons alleen nog de toren, die dit feit in herinnering houdt.

Noten:

Afb 5.- Balgoij, toren van voormalige parochiekerk. Zuidzijde. Âą 1976. Foto uit het bezit van HJ. van Capelleveen. bouwactiviteiten is behouden. Tijdens de opgravingen van dit koor bleek dat de eerste steunbeer aan de noordzijde, gerekend vanuit het westen, beklampt was met vrij jonge baksteen. Dit zou op een 19e eeuwse herstelling kunnen wijzen. Maar zekerheid is hierover niet te verkrijgen. Een gelijksoortige situatie heeft ook bij de in 1918 afgebroken parochiekerk van Ewijk bestaan. Ook hier was in de 19e eeuw de kerk van een nieuw schip voorzien, waarbij het middeleeuwse koor werd gehandhaafd. 18 Een nieuwe bouwcampagne vond plaats in 1852.19 Er wordt dan gesproken over het vergroten van de kerk. Wat dit precies ingehouden heeft is niet duidelijk. Mogelijk is de kerk naar het oosten verlengd en voorzien van een nieuw koor, waarbij het oude kwam te vervallen. De foto's uit 191420 laten een eenbeukige kerk met een versmald koor zien. Aan de zuidzijde van het koor is een aanbouw te zien, mogelijk heeft aan de noordzijde een

1. A.G. Schuhc, Het Rijk van Nijmegen, westelijk gedeelte (Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en kunst) 's-Gravenhage 1982, blx 287-300. 2. De door C. Pronk in 1732 vervaardigde tekening geeft het meest betrouwbare beeld weer. Een naar deze tekening gemaakte gravure en een identieke anonieme tekening geven ter plaatse van de zuidbeuk een onjuist beeld weer. Zie ook A.G. Schulte, o.c, bl/,. 287 en 290. 3. A.G. Schulte, o.c., blz. 289 en 291. 4. Tussen de boerderij en de schuur aan de Torenstraat 23 /ijn ook nog enkele fragmenten van oude grafstenen waarneembaar. Tijdens de recente restauratie van deze boerderij kwamen ook nog gelijksoortige fragmenten in de achtergevel aan het licht. 5. A.G. Schulte, o.c., bl/.. 289. 6. Zie ook A.G. Schulte, Het land van Maas en Waal. (Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en kunst) 's-Gravenhage 1982, blz. 351361. 7. A.G. Schulte, o.c., blz. 395-405. 8. A.G. Schulte, o.c., blz. 95-103. 9. H.J. van Capelleveen, De bodem in de kerk van Leur gal geheimen prijs. Publicatieband Stichting Oude Gelderse Kerken 111. afl. 23, najaar 1986, blz. 95-100. 10. A.G. Schulte, Het Rijk van Nijmegen, westelijk gedeelte. (Nederlandse Monumenten van geschiedenis en kunst) 's-Gravenhage 1982, blz. 288 en 290. 11. A.G. Schulte, Het Land van Maas en Waal. (Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en kunst) 's-Gravenhage 1986, blz. 395-405. 12. A.G. Schulte, o.c., blz. 222-233. 13. A.G. Schulte, Het Rijk van Nijmegen, oostelijk gedeelte en de Dullelt. (Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst) 's- Gravenhage 1983, blz. 217-228. 14. A.G. Schulte, Het Land van Maas en Waal. (Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en kunst) 's-Gravenhage 1986, blz. 395-405. 15. A.G. Schulte, Het Rijk van Nijmegen, westelijk


Aft. 6: Fundering gedeelte middeleeuws koor, zuidzijde. Onder de drie bakiteenlagen is de tufsteen duidelijk te zien. Foto: HJ. van Capelleveen, oktober 19S7. Aft. 7: Balgoij, anonieme tekening, 18de eeuw.

10


gedeelte, (Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en kunst) 's-Graven hago 1982, hl/.. 289. 16. Een gelijksoortige situatie heeft in Dreumel bij de middeleeuwse kerk bestaan. Ook hier waren, in de eerste hclli van de 18e eeuw, de /.ijbeuken van het schip weggebroken en de scheibogen gedieht. Zie ook A.G. Schuilt-, Het Land van Maas en Waal. (Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en kunst) 's- Gravenhage 1986, hl/.. 224-225. 17. A.G. Schuilt-, Het Rijk van Nijmegen, westelijk gedeelte (Nederlandse Monumenten van Ge-

schiedenis en kunst) 's-Gravenhage 1982, bl/,. 289-291.

18. A.G. Schuilt-, o.c, bl/.. 59-71. 19. A.G. Schuilt-, o.c., bl/.. 289-291. 20. Drie foto's van dt- waterstaatskt-rk van Balgoij uil 1914. In het bc/il van de Rijksdienst voor Monumcnteny.org te Zeist. Zie ook A.G. Schuilt-, o.c., bl/.. 291.

Afbeeldingen: H.J. van Capelleveen, naar opmelingeii van W.N. Tuyn en H.J. van Capelleveen.

Baron Barthold van Verschuer.

J. van Gelder

In memoriam baron Barthold van Verschuer Naar menselijke berekeningen veel te vroeg is ons geheel onverwacht op 10 december 1987 ontvallen baron Barthold van Verschuer uit Leur. Hij werd 62 jaar oud. Tweestromenland en baron Van Verschuer, welke connecties waren er? Hij was geen bestuurslid van onze vereniging, maar wel werd hij in 1982/83 vanuit onze vereniging benaderd om voorzitter te worden van de nieuw op te richten stichting Baet en Borgh, die in feite een dochtervert-niging of-stichting is van Tweestromenland, dat daarin nu een eigen vertegenwoorder heeft. 11


De nieuwe stichting ging onder zijn leiding een eigen leven leiden als monumentenstichting, die inmiddels in de 5 jaar van haar bestaan al heel wat aan de weg heeft getimmerd. We noemen het stoomgemaal in Appeltern, de Hervormde Kerk in Ahforst, het torentje in Beuningen, de ruĂŻne van St. Walrick in Overasselr en het behoud van een oud dorpsgezicht in het centrum van Wijchen. Het was geen gemakkelijke taak, die hij op zich nam, want met een lege kas moest worden gestart. De subsidieverzoeken kregen het ene jaar na het andere vaak nul op het

rekest. Een succes werd tenslotte de bijdrage uit de kinderpostzegels. Zijn inzet voor de kerk van Leur vanaf 1976 was bekend en die sloeg over naar Baet en Borgh. Hij wist niet alleen de bestuursleden te motiveren, maar kreeg ook vrijwilligers op de been om bepaald werk uit te voeren. Hij wilde werken met en door de mensen van de streek en wees hen op het mooie er van en de gevolgen van eventueel verlies van het verworvene. Gebouwen, bomen, mooie plekjes, ze hadden zijn aandacht. Met recht was hij er dan ook trots op, dat Baet en Borgh in zeer korte tijd een reputatie had verworven als monumentenstichting. De opvolging zowel bij de Leurse kerk als bij Baet en Borgh is geen gemakkelijke zaak. Een dergelijke voorzitter met gevoel en inzet voor deze instellingen is nauwelijks te vinden. Zijn loyaliteit en zijn specifieke eigen manier van optreden zullen we missen voor de hele streek, waarmee hij gedurende zijn 10 jaren wonen in Leur was vergroeid. Mogen zijn werken en streven echter bij al zijn vroegere medewerkers/sters een goede herinnering zijn en tevens een stimulans om zijn werk voort te zetten. Wij wensen allen daarbij veel sterkte toe en noemen vooral zijn vrouw in Leur en zijn kinderen, die de leegte in het gezin het meest zullen ervaren. Hij ruste in vrede.

12


Mr H. van der Linden-Schadd

Zes generaties dominees De predikanten Xijlander, Gobelius, Schadd en Gobelius Schadd in Maas en Waal 1607-1801 Bij mijn genealogisch onderzoek ben ik op een zes-tal predikanten in het Land van Maas en Waal gestuit, die als vader en zoon, respectievelijk schoonvader en schoonzoon tot elkaar staan. In de Hervormde gemeente Druten, Afferden en Deest is het ambt zelfs 128 jaar onafgebroken in de familie gebleven! Wie zijn deze predikanten en hoe verhouden zij zich tot elkaar?

I

Matthaeus Xijlander

juni 1640 met de opvolger van haar vader. Dit is:

'Andernacencis', dus afkomstig uit Andernach, een stadje aan de Rijn even benoorden Koblcnz. II Christianus Gobelius Als eerste predikant na de Reformatie wordt Hij is een zoon van Johannes Gobelius, de hij op 7 augustus 1607 beroepen te Winssen, eerste predikant van Ooy en Persingen, en waar hij in 1637 overlijdt. Zijn dochter diens eerste echtgenote Christina van Eist. Elisabeth trouwt eveneens te Winssen op 28 Op 21 maart 1627 wordt hij als student te AJb. 1: Winssen, voormalige middeleeuwse kerk. Gravure van H. Spilman, naar een tekening van C. Pronk, 1732. ttjt

\fy .ĂŻ,%' SJ/Q.P* i?i '? ,.%*<% wzft L^vwKĂŻ&t v'

.'7 /.*>

-

13


Leiden ingeschreven, 20 jaar oud en 'Noviomagensis', dus uit Nijmegen. Op l april 1638 wordt hij beroepen te Winssen, waar hij in 1667 overlijdt. Uit zijn huwelijk met Elisabeth Xijlander is onder meer geboren:

III Jonannes Gobelius Hij is gedoopt te Winssen op 9 mei 1647 en op 24 oktober 1668 ingeschreven als student te Leiden. Op 3 mei 1673 treedt hij in dienst als predikant te Druten, Afferden en Deest. Zijn huwelijk met Willemina Peeters wordt op 16 mei 1675 te Druten voltrokken door de opvolger van zijn overleden vader, de predikant Th. van Essen uit Winssen. Bij zijn overlijden te Druten in april 1728 laat hij geen zonen na. Zijn - inmiddels in het kraambed overleden - dochter Elisabeth, geboren in Druten en gedoopt in Afferden op 12 maart 1676, is evenwel te Druten op 22 september 1699 getrouwd met de predikant van het naburige Wamel. Dit is:

IV

Albertus Schadd1

Hij is afkomstig uit Goch. In de predikantenlijsten van Regt wordt hij een zoon van schepen Gaspar genoemd. Mij lijkt waarschijnlijker dat hij de te Goch op 15 januari 1663 gedoopte zoon is van diens broer Herman en zijn vrouw Mechteld Storms. Gaspar was echter met een zuster van schoonzuster Mechteld getrouwd en uit dit huwelijk is ook een zoon Albertus geboren (genoemd naar grootvader Storms), die predikant te Over- en Nederasselt is geworden (1706-1747). Via een andere zoon is er ook nog een kleinzoon met dezelfde voornaam, predikant achtereenvolgens in Brienen, Gilze en Roosendaal. Het is derhalve geen wonder dat men op een dwaalspoor wordt gebracht en helemaal zeker van mijn standpunt ben ik ook nog niet.

Jacob? Schadd ,^-~~ Herman Schadd Casper Schadd x Mechteld Storms x N. Storms 1 Albert Schadd pred. van Warnel en D reu mei.

r^--——•- .. Jacob Schadd

Albert Schadd pred van Over- en Nederasselt

Zeker is wel dat onze Albertus uit Goch komt waar de Schadden vanaf 1628 huwelijken sloten en in de 2e helft van de l 7e eeuw enige malen genoemd worden als rentmeester en schepen. Niet onmogelijk lijkt dat zij daar in de Dertigjarige oorlog (1618-1648) terecht zijn gekomen als opgedreven Calvinisten, maar mijn nasporingen naar hun herkomst hebben tot nu toe geen resultaat opgeleverd. In 1692 wordt Albertus Schadd beroepen tot predikant in Dieden, in 1696 in Wamel en Dreumel. Hij woont in Wamel bij zijn

14

x Mechelina v d. Kerckhof 1 Albert Schadd pred. van Brienen, Gilzen en Roosendaal

huwelijk en bij de geboorte van de 5 zoons, waarvan 4 de volwassenheid zullen bereiken. Hier ook overlijdt zijn vrouw op 31-jarige leeftijd op 28 juni 1707, kort na de geboorte van de 5e zoon. Hij hertrouwt niet en overlijdt in Wamel in november 1740. Uit zijn huwelijk met Elisabeth Gobelius is ondermeer geboren:

V Johannes Nicolas Schadd Hij is gedoopt te Wamel op 21 december 1703. Op 7 september 1728 wordt hij beroepen en op 27 juli 1729 bevestigd tot


predikant te Druten, Afferden en Deest, als opvolger van zijn grootvader van moederszijde, Joannes Gobelius die dit ambt gedurende de 55 voorafgaande jaren vervuld heeft. Hij trouwt te Druten op 31 maart l 734 met Johanna van Heun en overlijdt aldaar op 28 januari 1772. Wegens ouderdom en gebreken wordt hij sinds 1769 geassisteerd door zijn enige zoon als adjunct-predikant. Deze is:

VI

Albertus Johannes Gobelius Schadd

Hij is gedoopt te Druten op 29 januari 1743. Nadat hij op 15 oktober 1769 bevestigd is tot adjunct-predikant houdt hij een intreepreek over Psalm 34:12 (Komt gij kinderen, hoort naar mij: ik /al u des Heeren vreeze leeren). Na de dood van zijn vader in 1772 wordt hij volledig predikant te Druten, Afferden en Deest. Oj) 20 mei 1 7 7 7 trouwt hij te Herwijnen met zijn achternicht Petronella Bierman. Tot zijn dood te Druten 24 juli 1801 zet hij het ambt voort van zijn overgrootvader Gobelius ( I I I ) en zijn vader Schadd (V), dat dus 128 jaar in de familie is geweest. Om het dynastieke karakter van deze ambtsvervulling te benadrukken, zal hij zich met beider achternamen getooid hebben. Zijn enig kind, Jan Johannes Nicolaas Gobelius Schadd zet deze traditie van de dubbele achternaam voort. Hij wordt echter geen predikant maar advocaat, notaris en schout, later burgemeester van Wamel. Klaarblijkelijk is hij niet zo'n gezien figuur bij sommige streekgenoten gezien de bijnamen 'Glofvlegelius Gat' en de 'smeerlap van Wamel' (zie H. van Heinigen, Tussen Maas en Waal p. 225 en 233). In 1823 wordt hij tot ontvanger van de kolonie Suriname benoemd maar overlijdt nog in het zelfde jaar in Paramaribo aan 'gal- en rotkoorts.' Hij laat 3 dochters na waarmee de tak van Johannes Nicolaas (V) uitsterft in manlijke lijn. Via zijn dochter Geertruyda Helena Wilhelmina Gobelius Schadd is hij echter overgrootvader geworden van ds. Aritius Sybrandus Talma die vooral bekend is geworden als leider van het Christelijk Werklieden Verbond, als minister en grond-

Afb 2: Winssen, voormalige pastorie aan de not. Roesstraat, 1983. Christianus Gobelius woonde vermoedelijk in deze pastorie.

Foto: H J. van Capelleveen. legger van de Sociale Verzekeringswetgeving. Maar dan dwalen wij af van het Land van Maas en Waal. Mijn genealogisch onderzoek heett zich voor wat de latere generaties betreft beperkt tot de familie Schadd. Misschien zijn er lezers die over aanvullende gegevens beschikken inzake de families Xijlander en Gobelius. De laatste Schadden in Maas en Waal waren de rijksontvanger George Fredrik (overleden Wamel 26 septeber 1871) en diens ongehuwd gebleven zuster Alberdina Hermina (overleden Leeuwen 27 februari 1872). Zij waren een broer en zuster van mijn betovergrootvader Jacob Schadd die in Heusden apotheker werd. Zij zijn kleinkinderen van de 5e zoon van ds. Albertus uit Wamel (IV), wiens geboorte zijn moeder het leven kostte maar die verder in dit overzicht niet voorkomt omdat noch hijzelf noch een van zijn nakomelingen in manlijke lijn predikant werd in Maas en Waal of elders.

15


Ajb. 3:

Winssen, voormalige middeleeuwse kerk, Âą 1950. Maquette vervaardigd door kapelaan H. Hol. foto:

P. A. Huurman, Heino.

Afl. 4: Druten, M.H. kerk, Âą 1915. Poststempel 4-9-1922.

16


NIEUWSBRIEF

maart 1988

JAARVERGADERING Het bestuur van de Historische Vereniging Tweestromenland en het Stichtingsbestuur van Historisch Museum Tweestromenland hebben het genoegen U uit te nodigen voor het bijwonen van de jaarlijkse algemene ledenvergadering, die zal plaatsvinden op dinsdag 3 mei 1988 in Hotel-cafĂŠ-restaurant JurriĂŤns, Zandstraat 53 te Beneden-Leeuwen, tel.: 08879-1235, aanvang 19.30 uur. Voor het eerst zal deze vergadering bestaan uit vier belangrijke onderdelen. a. Agenda jaarvergadering Historische Vereniging Tweestromenland. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

Opening. Verslag van de algemene jaarvergadering van 28 april 1987. Ingekomen stukken. Jaaroverzicht van de voorzitter. Jaarverslag over 1987 van de vereniging. Financieel verslag. Bestuursverkiezing. Kandidaten Kunnen zich tot 19.00 verkiesbaar stellen. Benoeming in commissies en secties. Kandidaten voor medewerking in verschillende commissies, secties en werkgroepen kunnen zich aanmelden tijdens de vergadering. Contributie verhoging. Wat verder ter tafel komt. Rondvraag. Sluiting.

b. Agenda 1ste jaarvergadering van Stichting Historisch Museum. 1. 2. 3. 4. 5.

Opening. Ingekomen stukken. Jaaroverzicht door de voorzitter. Financieel verslag. Benoemingen van kandidaten die zich beschikbaar stellen voor medewerking aan het museum, bestuurlijk als ook daadwerkelijk. 6. Wat verder ter tafel komt. 7. Rondvraag. 8. Sluiting.

c. Pauze. Na de vergadering volgt een korte pauze voor nadere kennismaking onder het genot van een kopje koffie. d. Causerie. Na de pauze zal de heer dr G.B. Janssen uitZevenaareen lezing met dia's verzorgen die als titel draagt 'Onder de rook van veldovens.' Gezien het grote succes van deze lezing op vele andere plaatsen wil het bestuur haar leden de gelegenheid bieden de lezing van de heer Janssen in Beneden-Leeuwen te komen beluisteren. Dr Janssen heeft voor zijn doctoraal een proefschrift geschreven dat als boek


(op deze avond verkrijgbaar) is verschenen in de Gelderse Historische Reeks, deel XVII 'Baksteenfabricage in Nederland.' Het boekwerk beschrijft de eerste mechanisering met name in het gebied van de Grote Rivieren (ca. 1850-1920). Als inleiding op deze avond kan men lezen een artikel van de hand van de heer G. Janssen, gepubliceerd in Tweestromenland nr. 44 blz. 20-37: Steenfabricage in het Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal. Kleine expositie. De heerAlbertvande Heuvel uit Winssen zal ter gelegenheid van de jaarvergadering aanwezig zijn met een gedeelte van zijn collectie bidprentjes, welke al vanaf 19.00 uur te bezichtigen is.

De organisatie van deze avond staat onder de goede zorgen van de Evenementencommissie van de vereniging.

Verslag van de Algemene Ledenjaarvergadering welke op 28 april 1987 in café-restaurant 'De Mulder' te Maasbommel is gehouden Voorzitter J.L.C. Alkemade opende op 19.40 uur de jaarvergadering en verwelkomde de aanwezigen. Het jaarverslag van de vergadering van 14 mei 1986 werd onder dankzegging aan de samensteller, de heer A. Kamerman, goedgekeurd. Bij de ingekomen stukken was een mededeling van het Gelders Oudheidkundig Contact uit Zutphen over een cursus registreren en documenteren. Hierna volgde de bespreking van het jaarverslag. Veel aandacht werd geschonken aan het belangrijkste bestuursbesluit van 1986, om te komen tot vestiging van een museum te Maasbommel. Bedankt werden al diegenen, die dit besluit mogelijk gemaakt hebben, in het bijzonder de gemeente West Maas en Waal. Deze dank zal door de heer B. van Elk aan het College van B & W worden over gebracht. Ook de heer H. van Leeuwen, die zijn collectie aan onze vereniging beschikbaar heeft gesteld, werd bedankt. Als organisatievorm is voor een stichting gekozen, waarvan het bestuur wordt gevormd door het Dagelijks Bestuur van de Historische Vereniging Tweestromenland, eventueel aangevuld met deskundigen. Het financiële gedeelte is een moeilijk punt; om financieel meer armslag te krijgen zijn er enkele aanvragen verzonden naar erkende fondsen en de banken in het werkgebied. Opgericht is een donateursvereniging: Vrienden van het Historisch Museum Tweestromenland, waarvoor de contributie minimaal f 10,- bedraagt, met recht op gratis toegang tot het museum. Het museum moet door vrijwilligers 'gerund' worden, en mede daarom wordt medewerking van allen ver-

wacht. Het financieel jaarverlag was in een voorlopige vorm aanwezig, wegens het feit dat een nieuwe rangschikking in de posten nog niet was doorgevoerd tussen de penningmeester en de nieuwe administrateur. Na een definitieve opstelling door het bestuur wordt de penningmeester gedechargeerd. De bestuursverkiezing maakte duidelijk dat de dames S.R. van Ginkel en A. Smits zich uit het bestuur hadden terug getrokken. De voorzitter bedankte de beide dames voor hun volle medewerking die zij aan de vereniging hadden gegeven. Er hebben zich geen opvolgers gemeld, reden voor de voorzitter om de leden nog eens extra op te wekken om zich voor een bestuursfunctie beschikbaar te willen stellen. Periodiek aftredend en zich weer herkiesbaarstellend waren de heren J. van Wezel en G. Rooijakkers. Voor benoemingen in commissies en werkgroepen waren tijdens de vergadering geen kandidaten. Bij de rondvraag stelde de heer H. van Heiningen de vraag of er reacties zijn op de inhoud van het tijdschrift. Als antwoord komen opmerkingen die er op wijzen dat er wordt uitgekeken wanneer het tijdschrift komt en dat een gevarieerde inhoud de voorkeur verdient boven één die geheel aan een speciaal onderwerp is gewijd. Onder dankzegging heeft de voorzitter om 20.35 uur de vergadering gesloten. Na de pauze is door de heren J. van Os en H. van Heiningen een causerie gebracht over het onderwerp 'De medici in het Land van Maas en Waal.'


UITNODIGING voor de vierde Maas en Waalse Genealogische dag op 16 april 1988

De werkgroep Maas en Waalse Geslachten van de Hist. Ver. Tweestromenland organiseert op zaterdag 16 april 1988 haar vierde genealogische dag, die voor iedere belangstellende toegankelijk is. De werkgroep wil geïnteresseerde geneaiogen opnieuw samenbrengen om hen zo in de gelegenheid te stellen gegevens uit te wisselen en daarnaast contacten te leggen met andere onderzoekers. De werkgroep heeft het genoegen U voor deze dag uit te nodigen op het kasteel te Wijchen, Kasteellaan 9 te Wijchen bij Nijmegen, telefoon 08894-18691. U wordt aangeraden zo veel mogelijk gegevens mee te brengen, opdat de resultaten voor U zelf en de andere bezoekers optimaal zullen zijn. Toegangsprijs Voor het eerst zal een entreeprijs worden gevraagd. De huur van de zalen en de andere onkosten noodzaken ons om een vergoeding te moeten vragen van f 2,50 per persoon vanaf 12 jaar, bij entree te voldoen.

10.00 uur: Aanvang van de contactdag. 10.30 uur: Openingswoord door de burgemeester van Wijchen drs J.V.M. Steegmans. 12.30 uur/13.30 uur: lunch. 15.30 uur: Sluiting.

De volgende verenigingen en personen zullen aanwezig zijn: - Werkgroep Maas en Waalse geslachten: Doop-, Trouw- en Begraaffiches uit het Land van Maas en Waal. - Historische Vereniging Tweestromenland: a. Historisch/heemkundige naslagwerken, b. Publiciteitsmateriaal, c. Boekentafel (verkoop boeken en tijdschriften) - Nederlandse Genealogische Vereniging afdeling Kwartier van Nijmegen, a. Contactdienst. b. Genealogische naslagwerken, c. Publiciteitsmateriaal.

Lunch Indien U op deze dag een eenvoudige lunch wenst te gebruiken is het nodig dat U zich vóór 8 april 1988 aanmeldt door storting van - Nederlandse Genealogische Vereniging afeen bedrag van f 10,- per persoon op de deling, De Betuwe. Rabobank van Wijchen, giro bank 87.08.24 a. Uit particuliere verzamelingen genealorekeningnr. 13.54.31.042 van de werkgroep gisch materiaal, Maas en Waalse geslachten, t.n.v. W.M.G. b. Publiciteits materiaal. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen, met vermelding Lunch contactdag. - De heer A. Holla uit Cuijk geeft praktisch advies op heraldisch gebied en heeft veel naslagwerken. Programma 09.30 uur: Zaal open. Bezoekers melden zich - De heer drs J.W.J. Bouwman uit Ede geeft een demonstratie voor praktisch gebruik bij de receptie. Deelnemers aan de lunch van een computer bij genealogisch onderontvangen daar de lunchkaart en de conzoek. sumptiebonnen.


De heer A. v.d. Heuvel uit Winssen zal aanwezig zijn met een deel van zijn collectie bidprentjes, speciaal afgestemd op Maas en Waal. PrivĂŠ verzamelingen afgestemd op genealogie en heraldiek zijn aanwezig en welkom, opgave gewenst.

gemeente, deze cursus van harte aanbevelen. De cursus telt 12 lessen en wordt zowel op radio als t.v. uitgezonden. De eerste les op de radio is op maandag 11 april van 21.30-22.00 uur en op de t.v. op vrijdag 8 april van 18.3019.00 uur. Het cursusboek kost f 59,50 en de wandelgids f 19,50. Als set is de kostprijs / 75,--. Te bestellen via postgiro onder vermelding: Steden en verleden.

Bereikbaarheid Als u per trein komt is dat alleen mogelijk met de stoptrein vanuit 's-Hertogenbosch of Nijmegen, elk half uur. Vanaf het station (nr. 74 op de kaart) gaat U via de BronckhorstNadere inlichtingen bij Stichting Teleac, laan naar de Kasteellaan en vandaar naar Postbus 2414, 3500 GK Utrecht, telefoon: het kasteel (nr. 66). Wie per auto komt wordt 030-946946. aangeraden via de Stationslaan het centrum te benaderen en bij het NS-station af te slaan richting centrum. BID EN DEVOTIEPRENTJES Informatie en organisatieadres W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen, telefoon: 08894-16247.

DOCUMENTATIECENTRUM TWEESTROMEN LA N D

Is vanaf 1 februari 1988 gehuisvest in het gemeentekantoor, Kasteellaan 22, Wijchen. (nr. 130 op de kaart) Open elke woensdag van 2 tot 5 uur. In juli en augustus gesloten.

Onlangs heeft het Documentatiecentrum een collectie van 427 bidprentjes aangeboden gekregen als een eerste start en verdere uitbreiding van haar collectie. De medewerkers van het documentatiecentrum ervaren deze en andere aanbiedingen als een stimulans om nog meer dan voorheen het streekdocumentatiecentrum te laten uitgroeien tot een centrum waar iedereen terecht kan voor informatie-materiaal uit deze streek. Ook Uw aanbiedingen in welke vorm dan ook (boeken, tijdschriften, foto's, dia's, archiefmateriaal, genealogische gegevens enz.) zijn van harte welkom. CONTRIBUTIE 1988

TELEAC-CURSUSSEN GENEALOGIE

en STEDEN EN HUN VERLEDEN

Genealogie Door Teleac wordt in mei een cursus genealogie gestart die zowel over de radio als t. v. te volgen is. Op de radio is de eerste les op dinsdag 24 mei vanaf 20.30-21.00 uur en op de t.v. donderdag 19 mei vanaf 18.30-19.00 uur op de 3e zender. De radio- en t.v.-cursus bestaat uit 6 lessen en een cursuspakket is te verkrijgen door storting van f 39,- op postgiro 54 42 32 ten name van Teleac, Utrecht onder vermelding: cursus genealogie. Vanaf maart zullen alle cursuspakketten ook verkrijgbaar zijn in de boekhandel. Steden en hun verleden Deze cursus van Teleac is zeer aan te bevelen voor hen die belangstelling hebben vooroude monumenten. Het bestuur wil daarom haar leden, die zitting hebben in een monumentencommissie zowel van de vereniging als de

Eind februari hadden reeds 600 leden hun contributie over 1988 voldaan. Tot onze voldoening merkten we dat er nog al wat leden waren die iets meer overmaakten dan het gestelde minimum, waarschijnlijk omdat zij zich bewust zijn van het grote belang van een historische vereniging voor onze streek. Mogen we hopen dat de rest van de leden dit voorbeeld snel volgt, zodat we een minimum aan herinneringen hoeven te sturen of liever nog: geen. Voor die leden die hun contributie over 1987 nog niet hebben voldaan en dit voor 1 juni a.s. nog niet hebben gedaan moeten we helaas aannemen dat ze op het lidmaatschap geen prijs meer stellen. Zij ontvangen dan ook geen tijdschrift meer, aldus is besloten in de bestuursvergadering van 03-02-1988. Gezien de stijgende uitgaven voor porti, onderhoud inventaris, verzekeringen, verhuizing en herinrichting van het documentatiecentrum is na vele jaren een contributieverhoging onvermijdelijk geworden.


In de jaarvergadering zal een voorstel ter tafel komen om de contributie van f 25, met f 5,-- te verhogen, zodat de minimum bijdrage voor 1989 f 30,-- wordt. We hopen en vertrouwen dat dit geen onoverkomelijk bezwaar zal zijn. Informeert u eens wat ons documentatiecentrum misschien ook u te bieden heeft. U zult waarschijnlijk versteld staan. Wist u dat we veel documentatie hebben over de streek(geschiedenis) zoals foto's, dia's, boeken, tijdschriften en brochures? Wist u dat als u iets dergelijks over heeft, wij dit graag van u ontvangen tegen een schenkingsakte of bruikleenovereenkomst. Dit gaat nu ook gelden voor bidprentjes en prentbriefkaarten. Dit alles is voor onze leden op het documentatiecentrum kosteloos en in ons museum te Maasbommel tegen een kleine entree ter inzage.

periode geheel is uitverkocht. Via de boekhandel en via de folder zijn ruim 1000 boeken bij geïnteresseerde mensen aangekomen. De belangstelling voor het boek van Batenburg is eveneens zeer groot en op dit moment is nog slechts een beperkte voorraad aanwezig. De leden van Tweestromenland kunnen de laatste exemplaren aankopen voor f 38,-, dus wie zijn historische kennis over Batenburg nog wil vergroten moet niet te lang wachten met deze laatste kans.

OUD MAAS EN WAAL IN BEELD Wegens een verhuizing van de heer C. Visser komt de foto-serie Oud Maas en Waal in beeld deze keer te vervallen. Zij die toch willen reageren naar aanleiding van eerder geplaatste foto's kunnen dit kenbaar maken aan de heer C. Visser, via zijn nieuwe adres: Leigraaf 88, 6651 GG Druten, telefoon: 08870-14204.

DOCUMENTATIECENTRUM

In de Nieuwsbrief van december 1987 is de problematiek rondom ons documentatiecentrum in het kort beschreven. Nu wij inmiddels drie maanden verder zijn is er zo het een en ander gebeurd wat even bekend gemaakt moet worden. De gemeente Wijchen heeft als tijdelijke oplossing voordat wij het kasteel gaan betrekken aan de vereniging een ruimte aangeboden in de kelder van het gemeentekantoor. Tijdens een onderhoud tussen de gemeente Wijchen en de Historische Vereniging is het aanbod gedaan om de tijdelijke ruimte als een permanente ruimte te gaan betrekken. Na gezamenlijk overleg binnen de vereniging is besloten om de aangeboden ruimte te aanvaarden. Na enige aanpassingen en verbeteringen zal het streekdocumentatiecentrum in de benedenruimte van het gemeentekantoor worden gehuisvest. De openingstijden blijven zoals voorheen, dus elke woensdag van 14.00 uur tot 17.00 uur, behalve in de maanden juli en augustus. Gezien het tijdelijke karakter zal alles nog niet geheel beschikbaar zijn maar naar verwacht zal in september de deur voor iedereen open staan.

BOEKEN HORSSEN EN BATENBURG Na de presentatie van het boek over Horssen dat op 29 november 1987 heeft plaatsgevonden is de verkoop van dit boek zo overweldigend geweest dat het in een zeer korte

MUSEUM-NIEUWS

Op woensdag 16-12-87 hield het bestuur van de historische vereniging een vergadering met alle medewerkers. Op deze vergadering werd besloten tot het instellen van een museumcommissie die alle zaken het museum betreffende zal gaan behartigen. De commissie, die inmiddels een eigen bestuur heeft gekozen, bestaat uit de volgende personen: J. van Wezel, voorzitter, J. van Dinter, vice-voorzitter, H. Berris secretaris, W. BerrisVisschers penningmeester, W. Bunnik, J. Dekkers, B. van Elk, G. van Gelder, W. van Oyen, W. van Sommeren, J. Visker, C. Visser. In een aantal vergaderingen zijn verschillende belangrijke zaken aan de orde geweest zoals de financiën, de inrichting voor het komende seizoen, de publicitaire zaken, alsmede allerlei dingen het museum zelf betreffende zoals beveiliging, klimaatbeheersing, onderhoud etc. etc. Er is de afgelopen maanden ook daadwerkelijk gewerkt. Zo heeft het 'trio' W. van Oyen, G. van. Gelder en T. van Sommeren een verbouwing gepleegd aan de trap naar de zolder, zodat deze nu normaal toegankelijk is. Het oude café-buffet ondergaat een grondige restauratie en de grote kluis is ingericht als voorlopige opslagruimte. Maar er moeten nog allerlei zaken gedaan worden. Mocht u daarmee willen helpen dan kunt u kontakt opnemen met T. van Sommeren die deze werkzaamheden coördineert. Zijn telefoonnummer is: 08879-1535.

Tot ziens in Maasbommel.

H. Berris


Wijchen n.a.v. bovenstaande onderwerpen alsmede leven en werken van dhr Frans Bloemen.

Aktiviteiten n.a.v. het 2O-jarig bestaan van de afd. Nijmegen e.o. van de AWN tevens het 25-jarig bestaan van het Oudheidkundig Museum 'Frans Bloemen' te Wijchen. A. Een archeologisch symposium met als titel: TUSSEN MAAS EN RIJN

Kulturele overgangen van prehistorie tot late middeleeuwen in het oostelijk rivieren gebied te houden op zaterdag 4 juni 1988 te Wijchen in het Kerkcentrum 'De Schakel', gelegen aan de Pius XII straat bereikbaar via de Herenstraat. Onderwerpen in chronologische volgorde: 1. De groene revolutie; van jager en verzamelaar naar het boerenbedrijf (Mesolithicum-Neolithicum) door prof.dr L.P. Louwe Kooymans, Universiteit Leiden. 2. De komst van de Romeinen (UzertijdRomeinse Tijd) door dr N. Roymans, Universiteit Amsterdam. 3. Het vertrek van de Romeinen (Romeinse tijd - vroege middeleeuwen) door dr W.J.H. Willems, R.O.B. Amersfoort 4. De urbanisatie; de trek van het platteland naar de zich ontwikkelende steden (vroege middeleeuwen - late middeleeuwen) door drs H. Sarfaty, R.O.B. Amersfoort. Nadere informatie - Ontvangst in 'De Schakel' van 9.00 uur tot 9.45 uur. - Uitreiking symposiumgids. - Lunch in zaal 'Sterrebos' van 12.00 uur tot 13.00 uur aan de Kasteellaan. - Opening van de tentoonstelling (zie B.) in het kasteel om ong. 13.15 uur - Einde symposium tussen 16.30 en 17.00 uur. - Aanmelding kan geschieden door storting van / 20,-- op girorek. 3110639 t.n.v. penningmeester AWN afd. Nijmegen e.o. te Huissen onder vermelding van 'Tussen Maas en Rijn.' Opgave graag voor 21 mei 1988.

B. Een tentoonstelling in het kasteel te

DE TEREBINTH

2 September 1986 werd de Stichting 'De Terebinth'opgericht, met als doel: Herstel van zorg rond dood en rustplaats. De stichting maakt zich zorgen over het gebrek aan respect en zorg voor de stoffelijke resten van overledenen in onze hedendaagse cultuur. Dat gebrek aan respect heeft ook negatieve gevolgen gehad voor kerkhoven, die worden geĂźniformeerd ofwel opgeruimd. De stichting vestigt de aandacht op het cultuur-historisch, genealogisch, landschappelijk en biologisch belang van rustplaatsen en wijst op de essentiĂŤle betekenis van rustplaatsen voor het goed verwerken van rouw. 'De Terebinth' is opgericht om rustplaatsen te behouden, ze in ere te herstellen en de waarden ervan onder een breed publiek bekend te maken. Ze wil dat doen door, onder andere, het bevorderen van restauratie en onderhoud van rustplaatsen, door het bevorderen van een meer gevarieerde grafcultuur, door het organiseren van lezingen e.d., door het uitgeven van een periodiek, etc., etc. Voor meer informatie over 'De Terebinth' kan men zich wenden tot: Stichting 'De Terebinth' Postbus 1218 9701 BE Groningen.


Amator de Derde

De circus vos Tegenwoordig is het onvolprezen land van 'Maas en Waal', wat met een deftig woord heet 'ontsloten'; er zijn bruggen over de Maas en de Waal gekomen, grote snelwegen aangelegd en de ruilverkavelingen hebben er, althans wat de natuur betreft, hun verwoestende werk

verricht. Het land wordt iedere zomer overstroomd met watersport recreanten. Voor de oorlog waren de inwoners als het ware van de buitenwereld afgesloten. Een enkeling ging wel eens de riviergrenzen over en speciaal de veehouders in zuidelijke richting naar de veemarkt in Den Bosch, maar het aantal inwoners dat nooit de grote tocht over de rivieren had gewaagd was legio en waarschijnlijk groter dan zij die dat wel gedaan hadden. Veel amusement was er evenmin, soms was er wel eens een film in een of ander Patronaatsgebouw maar dan wel een film waar Geestelijke en Burgerlijk overheid uitdrukkelijk hun fiat aan gegeven hadden. En af en toe een doortrekkend circus. Van dit woord circus moet men zich ook al geen al te grote voorstelling maken en denken aan zo iets als Barnum en Bailey of Hagenbeck, neen, het waren meestal eenmanszaakjes, bestaande uit een woonwagen, bevolkt door de eigenaar en zijn gezin en getrokken door een ferme hit en een dito volgwagen, volgestouwd met een tent, stoelen en de menagerie. Als er twee volgwagens waren, dan keek iedereen zich al helemaal de ogen uit. Een circus van zeer hoge standing had als grootste attractie soms wel eens een beer, vastgeklonken aan een zware ketting, die tijdens de voorstelling op zijn achterpoten kon gaan zitten en dan gevoederd werd met enkele suikerklontjes, waarbij men dan in zijn tandeloze muil kon kijken. Maar de meeste circussen waren niet zo luxueus en moesten zich, wat hun wilde dieren betreft, behelpen met een wolf, waar de vakman gemakkelijk een herdershond met een lichtelijk gecoupeerde staart in herkende of een vos, die dan met enkele apen, de hit van de woonwagen en een clownsnummer, de show

moest vullen.

Wij jaagden in die tijd, lang voor de oorlog, in Batenburg, met een oude ruĂŻne omgeven door een slotgracht en een antiek kerkje bij de pomp op het dorpsplein. De omgeving was nog ongerept met grienden, populierenen hakhoutbosjes en een overvloed aan wild. Van de jachtopzichter, die tevens kooiman was, kregen wij plotseling alarmerende berichten. Uit het kooihuisje waren midden op de dag enkele vers gevangen eenden verdwenen en hij miste geregeld enkele kwakertjes, die rondom het kooihuisje scharrelden, terwijl bij de boeren dan eens een gans dan weer eens een kip verdween. Iedereen stond voor een raadsel en hier en daar werd ai stiekum een dorpeling verdacht, maar het raadsel bleef onopgelost totdat wij op een goede dag in december een drijfjachtje hielden bij prachtig helder vriezend weer en de drift in het Molenpasje werd uitgezet. Wij waren met vijf geweren, twee inboorlingen uit Maas en Waal en drie 'buitenlanders', al woonden zij maar een goede 20 km van Batenburg af. Er liep door het bosje een lang middenpad en in het midden een dwarspad, en nadat de eerste schoten gevallen waren en ik zelf een hoge haan naar beneden haalde, werd er plotseling geroepen: 'een grote hond naar voren.' Nu was dat op zich nog niet zo iets bijzonders, want af en toe liep er wel eens een hond in het veld, al slaagde de jachtopzichter er meestal in met veel tact de eigenaar te overreden de hond aangelijnd te houden. Toch deed die waarschuwing mij extra opletten en enkele ogenblikken later wissel-


de inderdaad met grote snelheid 'de hond', die in werkelijkheid een vos bleek te zijn, op een twintigtal meters van mij af over het smalle pad en omdat ik even tijd nodig had om mij te realiseren, dat het inderdaad een

vos was, kwam mijn schot pas toen de vos net

halsband tevoorschijn toverde waarop met duidelijke letters vermeld stond: 'circus Ricardo.'

Later vernamen wij, dat enkele maanden geleden in Alphen een circus Ricardo was

weer in de dekking was verdwenen.

opgetreden en dat toen de grote attractie, een

De spanning was groot, maar wij hadden nu eenmaal het strikte consigne onze post niet te verlaten voordat de drift was afgelopen of de drijvers waren gepasseerd. De enkele minuten voordat de drijvers bij mij waren leken wel uren, maar toen het eindelijk zover was verdween ik spoorslags naar de aanschotplaats en o vreugde, enkele meters

wilde vos, was ontsnapt en niemand de hoge beloning had kunnen incasseren, die op het

verder lag de vos kikdood.

Het was een knaap van een dier en iedereen bewonderde de vos waarvan men in Maas en Waal nog nooit sinds mensenheugenis een exemplaar in het wild had gezien. Totdat de jachtopziener ineens aan de hals van de vos iets voelde en onder de dichte beharing een

terug bezorgen van de vos was gesteld. Zelf heb ik dan ook maar geen pogingen gedaan er achter te komen waar het berooide circus zich toen bevond want ik was bang, dat ik

inplaats van een beloning wel iets anders zou krijgen. Wij waren al veel te blij, dat de eenden-, ganzen- en kippendief bekend was en uitgeschakeld. NB: Dit verhaal verscheen eerder in: De Nederlandse Jager, 81e jaargang nummer 3, 30 januari 1976, en wordt hier - met instemming van de auteur - herdrukt. (Deze foto hoort bij het artikel op bladzij 19!)

Aft. 6: Harmonie Koningin Wilhelmina, kort na de Tweede Wereldoorlog. (Foto: J.R. Visker, naar een foto uit het bezit van A. Vermeulen)

8


Aft. 6: Wamel, N.H. Kerk, Âą19)5. Foto naar oude ansichtkaart.

Aft. 7: Huis Pollestein of Spijker, met de Nederlandse Hervormde kerk op de achtergrond, 1782.

17


/f¥^1S

^^&^^£) ^ZWe^-^.

& i^uc #"1 *£)6A<. st*t.-&**„

Jtrfc^

Mc. Sj£

Aft. 8: Handtekeningen van Albert Schadd, predikant van Dieden en van Wamel en Dreumel mede voor zijn zoon Herman, en van drie zoons, onder wie: Johan Nic. Schadd, predikant te Druten, Afferden en Deest. Oud Archief Nijmegen inv. nr. 390 doos III, 'Stukken tot de Raad', 17 mei 1780.

Jacob en George F red rik hebben het geslacht voorgezet tot nu toe. Alle andere 'Nederlandse' takken x.ijn uitgestorven. Noot: I. De naam komt ook voor als Schad, Schadde, Schadden, Schadcus, Schadeuus, Schade, Schaden maar ik ben x.o vrij mij aan na de invoering van de Burgerlijke Stand geregistreerde spelling te houden.

Aft.

5: Afferden,

toren voormalige parochiekerk,

198J. Foto: HJ. van Capelleveen. Literatuur:

Pel r. Abr. Borger, Biografische naamlijst van alle Nederlandse predikanten sedert de hervorming. Handschrift in bezit van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam. W.M.C. Regt, Predikantenlijst. Handschrift in be/il van het Centraal Bureau voor Genealogie, 'sGravenhage. Naamlijst van Hervormde Predikanten in onderscheidene gemeenten der Provincie Gelderland,

18

sedert de reformatie tot heden. In: Nieuw Kerkelijk

Handboek, 1901 (Geraadpleegd m het Rijksarchief te Arnhem). H ugo van Capelleveen, 'Zoo sloeg dan de ure . . .' De protestanten van Drillen, A f f e r d e n en Deest, 1985. Geus Nosira 1960, pag. 134/135, Kwartierstaai Ds Aritins Sybrandus Talma.

Kwartierstatenboek Nederlandse Leeuw, 1983, pag. 114, Kwartierstaat Schadd-Den Baars.


A. Vermeulen

Harmonie 'Koningin Wilhelmina' te Wamel De beginjaren Bij gelegenheid van het 90-jarig bestaan van Harmonie 'Koningin Wilhelmina' te Wamel is het wellicht interessant wat meer te vertellen over de eerste jaren van het Wamelse muziekgezelschap. Deze gegevens zijn afkomstig uit twee Tielse Couranten namelijk 'De Tielse Courant' en de 'Nieuwe Tielse Courant.'

De oprichting

lezing van een telegram, uiteraard door de In een eerste bericht wordt gesproken van de voorzitter, waarin de Koningin-Regentes pas opgerichte harmonie 'Koningin Wilhel- Emma 'hoogstderzelver dank' overbracht mina van Oranje.' De op 5 oktober 1896 voor een telegram waarin de leden der pas opgerichte harmonie telde 24 leden (zie opgerichte harmonie hun gevoelens van eeropm. 1). Dank zij de bijdragen van de bied en trouw aan de Koninginnen Emma en Wamelse ingezetenen konden de muziek- Wilhelmina aangeboden hadden. instrumenten aangeschaft worden bij de Op uitnodiging van de voorzitter stonden Koninklijke fabriek voor muziekinstrumen- allen op en werd het 'Wilhelmus' gespeeld.

ten de Fa. J.M. Kessels in Tilburg. November hield men de eerste algemene

Tijdens de pauze voerden verscheidene aanwezigen het woord; zij waren vol lof over

ledenvergadering in het repetitielokaal, waarschijnlijk de ruime vestibule van de oude jongensschool waar nu de beeldhouwerij van Hans Versteeg is gevestigd (voormalig pariochiehuis). Voorzitter was hoteleigenaar Fr. v.d. Sijp. H.W.J.C, van der Sijp (zie opm. 2) werd benoemd tot erevoorzitter en tot erelid de

de kundigheid van instructeur Stoetzer en vooral ook voor voorzitter Van der Sijp die

heer H. van Beers. Na afloop van de vergadering werd onder leiding van dirigent Stoetzer uit Tiel een serenade geblazen. Het ging nog niet zonder fouten maar het was wel duidelijk dat er reeds 'enige vorderingen' waren gemaakt. Voor een volle zaal gaf onze harmonie haar eerste concert op vrijdagavond 24 januari 1897. Ondanks dat men pas goed drie maanden aan het repeteren was, werden de verschillende nummers zeer verdienstelijk uitgevoeid. Vooral 'Abentgebet' uit de Opera 'Das Nachtlager in Granada' werd keurig gebracht. Er was niet alleen muziek maar ook zang die onder leiding stond van GJ. van Beers. Vooral de 'accuraat' gezongen liederen leverden een luid applaus op. Het hoogtepunt van de avond vormde de voor-

tijd noch moeite te veel was als het ging om de belangen der harmonie. Op 12 maart werd voor het eerst een aubade gebracht en wel aan H. van Beers bij gelegenheid van zijn 80ste verjaardag. Behoudens een paar fouten (verontschuldigend schrijft de correspondent'de harmonie is nog jong') was het geheel toch geslaagd. Voorzitter Fr. v.d. Sijp hoopte dat de heer Van Beers, 'een der krachtigste voorstanders der harmonie' nog vele jaren gespaard mag blijven. Onder het spelen van een opgewekte mars trok het gezelschap door het dorp, jammer dat een hevige plensbui de muzikanten van de straat joeg.

Vaandel Tijdens het zomerconcert begin juni kwam president Fr. van der Sijp in 'een van vaderlandsliefde doordrenkte speech' met het plan om in 1898 het jaar van de troonsbestijging van Koningin Wilhelmina, als aandenken aan die grote gebeurtenis, aan de harmonie een monumentaal vaandel aan

19


hoe deze dilettanten na slechts een jaar

van Wamel om een bijdrage te geven voor de aanschaf van een vaandel, was niet tevergeefs geweest, want op 20 januari wordt het al geleverd. De correspondent van de Tielse Courant beschreef het aldus: Het is werkelijk een monumentaal vaandel. Het is gemaakt van rood Lyons fluweel en gegarneerd met prima kwaliteit goud galon, franjes en kwasten. Boven in het midden, is een goude medaillon op oranjezijde achtergrond, een goed gelijkend protret van Hare Majesteit geborduurd. Boven dit medaillon is een smaakvol afgewerkte kroon aangebracht met daaromheen de tekst 'Harmonie Koningin Wilhelmina 1896, onthuld 1898.' Alleen al de klimmende leeuw die de vaandelstok bekroond en rijk is verguld (de kroon is zelfs voorzien van imitatiesteentjes) een meesterstuk van bekwaam snijwerk.

oefenen het zover hadden kunnen brengen. Alle nummers werden zo zuiver uitgevoerd dat men dacht met 'mannen van professie' te doen te hebben. Geen wonder overigens, want op de repetities liet Stoetzer niemand gaan voordat hij zijn partij volledig beheerste.

Midden februari '98 werd er geconcerteerd voor de contribuanten en de leden. Ofschoon verschillende muzikanten door de heersende influenza afwezig waren, werd vooral het nummer 'La Petite DĂźchesse' feilloos ten gehore gebracht.

te bieden. Het vaandel zou een meesterstuk van kunst moeten worden. De opdracht daartoe zou gegeven worden aan het atelier van Rome en Zn. in Roermond. Helaas was de intekenlijst nog pas door 15 personen getekend, Van der Sijp hoopte dat het voorbeeld van deze 15 intekenaren die/200,— gulden geven, door veel 'Gegoeden' gevolgd zou worden. Het wekelijkse repeteren onder dirigent Stoetzer had succes. Vrijdag 21 november 1897 werd het eerste winterconcert gegeven, gratis toegankelijk voor de heren contribuanten. De heren werden ontvangen in een keurig versierd lokaal en ze konden genieten van de heerlijke muziek die ten gehore werd gebracht. Het was werkelijk een verrassing

Troonsbestijging Wilhelmina (1898) Op 28 december was er in het schoolgebouw een vergadering ter voorbereiding van de kroningsfeesten die in het dorp worden gehouden. De vergadering was belegd door notaris D. Formijne en W.J. van der Wielen. De grote opkomst bewees de Oranjegezindheid van Wamel. Er werd een hoofdcommissie benoemd en drie subcommissies. Burgemeester H.W.J. C. van der Sijp was bereid het erevoorzitterschap op zich te nemen. W.J.

Het eerste zomerconcert op 10 juni ontlokte de correspondent de opmerking dat Wamel wel trots mocht zijn op zo'n vereniging. Jammer dat deze flinke muzikanten niet de beschikking hadden over een naar de eisen des tijds ingerichte 'Muziektempel.' Het was toch de taak van de gemeente of van de ingezetenen er voor te zorgen dat een zo goed georganiseerde harmonie zo spoedig mogelijk een passende 'Muziektempel' ter beschikking had.

Hoogtepunten: Kroningsfeesten

van der Wielen werd voorzitter, D. Formijne

Half augustus 1898 mag harmonie'Koning-

2e voorzitter, G.J. van Beers penningmeester

in Wilhelmina' op het hen door de heer Cramer uit Nijmegen gratis ter beschikking gestelde stoomjacht 'Postillon' de beide

en Fr. van der Sijp werd secretaris. F. Eisen, A. Pompen en C. Eisen werden voorzitter van de drie subcommissies. Er kwamen kinderfeesten, armenbedeling, volksspelen, muziekuitvoeringen, dorpsversiering, fakkeloptocht, illuminatie en ter afsluiting een groot vuurwerk.

De oproep van voorzitter Fr. van der Sijp tijdens het zomerconcert aan de 'gegoeden'

20

Majesteiten Emina en Wilhelmina begeleiden op hun tocht over de Waal van Dodewaard naar Tiel. De heenreis werd begonnen

bij het Warnelse veerhuis, nadat de leden alle benodigde instrumenten en lessenaars aan boord gebracht hadden. Tijdens de afvaart werd het Wilhelmus gespeeld en langs de met vlaggen versierde steenovens voer de


l! IpPEIST ~^F"^»M2BlIj, ; •. ^ «II, w: ijiïifik IIIÖM», atótesisp**«ito^i^diciw*2i ^fis«s«w sS« Ssuai«*r8 ae«WE*S W«« ««««SE». W» &tt«*$K**&i«i*»<tii:» &!^*<;8»tïS*»Jf*3''<i*w **3w :

>. »., Bs,S:«ie„$j« «a.«* *«*:i»«w^*i»i«?'» s-;~»~ !>,--üv... < ii'>Sfe. ï**:i«if ^ Wrfï:^ ':

ö :.:

i \

A/b.

1: Het vaandel van Harmonie Koningin

Wilhelmina. Het vaandel verkeert momenteel in zeer

L

i • ':'ï

^:

::'

;•:

/

fe^tó^><»:>;-ïï ,^BS:Ü>«t»0^^:v::^:^'^^'^!.^-rt. ;: ;;. ^^?:UA:^:^

K!v:vs» W ï iïf iïg iïSïSss;

:-,.

.-:. i

i:o1 Vlvtóifi' ^% Jfe^.-i^-* do *«; >^>:<è.^^ WS^¥ V Ï S ïft^S-ïi'X tv ^Jv-xl^-

s ;.^:^;:,!^^^. «. *!;>t.;>tósM- :-

:

&, «!:!»..-¥ ,(W*«^K:«::j*l.™'Je !^*i:R:Vv3,-.<i:iï J. ii'-fS. "»:,><•!::

j <ii£>*ü.L

. /:.

.

:: "••:. ::

>f< U..:,:».» „ÏSXWiJS!*»!!^ "W*MtKfe»iï-W ViX iis:&S;; : f. %iiiSMfAïi'5. ï*>i:!a!SïS!ï :.

l- S> -• '. i'." :'

: '

AJb. 2: Advertentie uit een Tielse krant (Foto: A. Vermeulen)

slechte staat en zou eigenlijk gerestaureerd moeten worden.

Aft.

(Foto: J. R. Visker, 1988)

3: Zaal 'Harmonie Koningin Wilhelmina' te Wamel, met ernaast hotel 'De Gouden Leeuw'. (Foto: J. R. Visker, naar een prentbriefkaart uit het bezit van A. Vermeulen) 21


met 500 vlaggetjes en vaantjes versierde

'Postillon' op naar Dodewaard. Hoogtepunt was wel het moment waarop aan de beide majesteiten het nieuwe vaandel mocht wor-

den getoond. Tijdens de begeleiding van het koninklijke jacht van Dodewaard naar Tiel werden door onze harmonie de volgende nummers ten gehore gebracht:

1. 'La petite Dßchesse', een overture van Riccius, 2. 'Heil Oranje' een fantasie op Hollandse volksliederen en tot slot 'Fantasie sur l' opera Tancrède' van Rossini. Op 31 augustus 1898, de dag waarop Koningin Wilhelmina haar 18e verjaardag vierde, was er uiteraard groot feest voor het Wamelse muziekgezelschap met de zelfde naam. Het begon al op 30 augustus. Om iedereen in de gelegenheid te stellen mee te doen was er in de morgen een 'bedeling der algemene armen.' Het avondconcert in de rijk versierde tent werd begonnen met het 'Wilhelmus' en eindigde met het zingen van het 'Wien Neerlands Bloed.' Na het concert werden er 'Bommen' tot ontploffing gebracht en vuurpijlen afgeschoten. Op Koninginnedag zelf was men reeds vroeg in touw, al om 6 uur 's morgens was er in de feesttent koraalmuziek te horen. Doel van dit wel vroege begin was de Wamelnaren 'op passende wijze' voor te bereiden op de te houden kerkdiensten. Half acht begonnen alle kerkklokken te beieren en om 8 uur was er in de R.K. Kerk een solemnele Mis rnet 'Te Deum' en om half tien een dankdienst in de Nederlandse Hervormde Kerk. Anderhalfuur later kwamen alle ambtsdragers en commissieleden bijeen in de feesttent. Deze feesttent was volgens onze correspondent zodanig ingericht dat het geen tent meer was, maar veel meer een paviljoen. Eerst kwamen de meisjes en daarna de 'knapen' der Wamelse schooljeugd om ieder een frisse bloem neer te leggen aan de voet van het vaandel. Dit als hulde aan Wilhernina die op 6 september d.a.v. ingehuldigd zou worden als Koningin in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Alle leden der harmonie zwoe22

ren hierna met de hand aan het vaandel 'Houw en trouw' aan de nieuwe Koningin. Het gehele morgengebeuren werd hierna afgesloten met een kindercantate door de gehele Wamelse jeugd, onder leiding van meester G.J. Otten. De optocht die hierna volgde was samengesteld door 'herbergier' Willem Rutten (zie opm. 3) dezelfde die tijdens de watersnood van 1861 Koning Willem de Derde in zijn rijtuig van het Tielse veer naar Leeuwen gereden had en nu fungeerde als commandant der erewacht te paard. Hij reed voorop, gevolgd door twee heren te paard, een landauer met de twee heren der hoofdcommissie, de meisjes der school voorzien van vlaggetjes, burgemeester Van der Sijp in een galarijtuig, het pas onthulde vaandel, de harmonie, de schooljongens eveneens mei vlaggetjes, wederom een landauer met leden der feestcommissie terwijl de stoet gesloten werd door twee heren te paard. Om 3 uur begonnen de volksspelen, opgeluisterd door de harmonie. Er was zaldopen, mastklimrnen, tonnetje steken, stroop happen, varkens vangen, spriet lopen etc. Om 8 uur gaf de Harmonie een volksconcen en was er een algemene illuminatie van het dorp. Vooral de Dorpsstraat bood een fantastische aanblik. Langs beide /.ijden van de straat stonden tientallen met oranje doek omwonden palen en in de top van elke paal weer twee vlaggen. Ze waren door ijzerdraad met elkaar verbonden en daaraan waren weer 2500 veelkleurige lampions bevestigd. Veel huisgevels waren met vetpotjes geĂŻllumineerd. Brede mensenmassa's trokken door de straat van wie het gedrag ook nu weer opviel door een 'passende ordelievendheid.' De heer G.J. van Beers dirigeerde uitstekend in het paviljoen dat dank zij de vetpotjes schitterde in een zee van licht. Na afloop van het concert stroomde het publiek naar de dijk om te genieten van een kleurrijk vuurwerk, 'In goede orde keerden Wamels burgers weer huiswaarts.'

Op l september werd onder andere nog een 'photografie' genomen van het nieuwe vaandel, opgesteld bij de ingang van het zeer fraaie feest paviljoen.


AJb.

4: De Wamelse toneelvereniging 'Uni Animo', in de 'Harmonie', Âą1910. Boven het fraai uitgedoste

gezelschap een doek met het motto van de Harmonie: Kunst Adelt. (Foto: J. R. Visker naar een prentbriefkaart uit het bezit van A. Vermeulen) Afb. 5: Zeven leden van de Harmonie die in circa 1935 reeds 30 jaar of langer lid waren. Zittend van links naar rechts: J. Burgers, slager; G. van Dreumel, wethouder; J. Jansen, koster, lid vanaf het begin; H. van Hellemand en G. Lamers. Staand: J. Bokken (links) en A. van Beers.

23


Deze foto zal door de burgemeester aangeboden worden aan H.M. de Koningin. Namens de Hervormde Gemeente werd aan elk protestants gezin een keurig omlijst schilderij aangeboden van de Koningin terwijl de kinderen een album kregen met portretten van Hare Majesteit op verschillende leeftijden. Koninginnedag 1899 werd de eerste steen gelegd voor het concertgebouw, tevens toneelzaal, thans bekend als de 'Harmonie' (zie opm. 4). Architect was de Fa. Buskens uit Rotterdam, terwijl het werk werd uitgevoerd door Fa. Van Helmond uit Wamel. Jammer dat de fraaie voorgevel in 1946 vervangen werd door een bijna blinde muur.

Muziekfestival Een laatste hoogtepunt uit de oudste geschiedenis van het thans 90-jarige muziekgezelschap was 29 juni 1900. Onder het losbranden van vreugdeschoten naderde om half twee de stampvolle stoomboot 'Eugenie' de aanlegplaats bij het veer te Wamel. Op de 'Eugenie' stonden opgesteld de Harmonie 'Uit Lust tot Oefening' uit Winssen, president Roes, directeur J. Smits; Zangvereniging 'Orpheus' uit Druten, president E.E. van Haren, directeur W. van de Geijn; de fanfare van mevrouw de Douairière Bouwens van Horssen uit Horssen, president-directeur G. Mulders; Harmonie 'Willem II' uit Leeuwen, president H.J. Arts, directeur J. Carpay. Bij het veerhuis werden ze ontvangen door Harmonie 'Koningin Wilhelmina'. In een feestelijke optocht ging de stoet op weg naar het huis van burgemeester Van der Sijp (nu het huis van mevr. J. van Kessel bij het begin

van de Dorpsstraat). Een erewacht van ruiters vormde de kop van de stoet, gevolgd door de deelnemende verenigingen vergezeld van hun banieren en vaandels. De stoet werd gesloten door de leden der feestcommissie, de commissarissen en schilderachtig uitgedoste schildknapen. Dank zij de zorg van de polite bereikte de optocht geregeld en ordelijk Wamel waar voor het burgemeestershuis carré werd gemaakt. Terwijl de vaandeldragers en de schildknapen zich opstelden voor het ijzeren hek, stelden zich

24

hierachter op de erevoorzitter van dit festival, burgemeester Van der Sijp, geflankeerd door de besturen van de deelnemende verenigingen, die feestelijk verwelkomd werden. Een half uur later ging een ieder naar het afgesloten versierde feestterrein, de boomgaard van H. van Wijk (zie opm. 5). Het middelpunt werd gevormd door de fraaie bondsmuziektent, een geschenk van douarière Bouwens van Horssen, beschermvrouwe van de Maas en Waalse Bond 'Kunst en Vriendschap'. De leden der harmonie hadden vrije toegang met 'eene dame.' Niet-leden betaalden een vooral voor die tijd hoge entre, namelijk 50 cent per persoon waarbij dan wel de feestgids inbegrepen was. Onder begeleiding van het Wamelse muziekcorps werden de gasten rond negen uur weer begeleid naar het veer waar de grote salonboot 'Harmonie I' van de Firma Van der Schuijt gereed lag om de aanwezige gezelschappen weer naar huis te brengen. Dank aan de heren Veerman en Houtkoper van het streekarchief in Tiel, die met hun medewerkers allen die belang stellen in de geschiedenis van de eigen streek, altijd zo goed mogelijk proberen te helpen. Opmerkingen: 1. In de 'Waalkanter' van augustus 1986 staat als oprichtingsdatum genoteerd: 15 oktober 1886. Het leestprograninia naar aanleiding van het veertigjarig jubileum geeft aan: 21 september 1886. Er bestaat dus onzekerheid over de preciese datum. 2. H.W.J.C, van der Sijp was burgemeester van Wamel vanaf februari 1896. Hij was opvolger van burgemeester Baron J.J.H, van Delen, die op Eerste Kerstdag 1895 opde'Lakenburg' in Wamel was overleden. 3. Herbergier Willem Rutten was de overgrootvader van de huidige eigenaar van de 'Gouden Leeuw' te Watnel. 4. Op dit terrein stonden voorheen het huis met achterhuis, schuur en hooimijt van H. Melis. Mei 1899 werd dit pand door brand verwoest; in de ernaast gelegen 'Gouden Leeuw' ontstond driemaal een begin van brand en alle glasruiten waren gesprongen door de grote hitte. Bij wagenmakerij Burgers in de Koningsstraat ontstond eveneens een begin van brand. 5. Het feestterrein was de plaats waar een paar jaar later (1902) het tramstation verrees. Nu woont er J. Koolhout.


Ton Tielen

Wijchense dominee wekt beroering te Nijmegen Op woensdagavond 4 januari 1747 besteeg Godhardus Wilhelmus Vinman de kansel van de Stevenskerk te Nijmegen om voor te gaan in een maandelijkse bedestonde. Vinman, dominee te Wijchen en Leur, vertelde verscheidene leden van de hoge Regering (van het land) in het bijzijn van een talrijke gemeente eens flink de waarheid. Hij hield hen voor dat zij eer, eed noch plicht kenden, en dat zij gewoon waren het merg der burgers en boeren uit te zuigen. Hij beschuldigde hen dus van gewetenloze uitbuiting. Wie was deze dominee en hoe kwam hij aan zijn 'ongewone, seditieuze en oproerige' ideeën? Godhardus Wilhelmus Vinman werd op 15 april 1733 te Wijchen beroepen als opvolger van Casparus Eilbracht, die al vanaf 1675 dominee te Wijchen was.' In 1730 werden bij de burggraaf van Nijmegen klachten ingediend tegen Eilbracht, omdat hij het onderwijs in de catechismus totaal verwaarloosde en van de diensten een chaos maakte.2 In 1731 werd Casparus Eilbracht- na 56 jaar de Wijchense gemeente bediend te hebben ontslagen wegens ouderdom en zwakte. 3

Gertruda Christina Daubenspeck, datum en plaats van huwelijk onbekend. Dit echtpaar liet te Wijchen drie kinderen dopen: Wilhelm Abraham (1735), Anna Aletta (1743, later gehuwd met Ludolph Goedhart) en Catharina Wilhelmina (1749, meteen na haar geboorte overleden). De uitlatingen van Godhard Willem Vinman zijn ons in slechts één bron overgeleverd: in

een resolutie van de Raad van Nijmegen.6 De Raad behandelde de zaak een week na het Zijn opvolger, G.W. Vinman, kreeg in 1737 voorval: op woensdag 11 januari. Ze nam de tevens de collatie van Leur van baron Otto zaak zo hoog op, dat zij besloot de resolutie van Randwijck, die Leur 'beheerde' in te laten drukken bij A. Olofsen, boek- en opdracht van de Gelderse overheid, omdat muziekverkoper te Amsterdam. Zoiets gede eigenlijke heer van Leur (Van der Marck) beurde in die tijd wel meer: een pamflet was er zo'n puinhoop van maakte. Wijchen en een bij uitstek bij die tijd horend middel om Leur werden tot een gemeente verenigd. politieke conflicten uit te vechten of om Vinman stamt uit een predikantenfamilie. iemand aan de schandpaal te nagelen. Een Hermanus Finman was in de jaren '20 Vanwege het historisch belang en vanwege en '30 van de 18e eeuw dominee van Dieden het curieuze van de zaak volgt hier de en Appeltern.4 In de tweede helft van de 18e letterlijke inhoud van resolutie en pamflet. eeuw was weer een Vinman, Gerhard Wil- Het pamflet wijkt alleen in spelling af van de helmus dominee van Dieden. Deze Gerhard resolutie: Nymegen voor Nijmegen, en was in 1767 gehuwd met LaurentiaHoogers, Wichem voor Wichen. Het pamflet is bozuster van Hendrik Hoogers, de bekende vendien ondertekend door Abraham Vos, kunstenaar-patriot uit Nijmegen. 5 Bij gebrek vermoedelijk een klerk van de Nijmeegse aan nadere gegevens valt niet te zeggen of er secretarie. een verband bestaat tussen de oproerige ideeën van Godhard Wilhelmus Vinman in Mercurii den 11. Januarii 1747. 1747 en de patriotse voorkeuren van HenBorgemeesteren, Schepenen en Raden drik Hoogers een generatie later. Tenslotte: Een Wilhelmus Vinman, S.S. Theologicus der Stad Nijmegen, wel en na waarheid Studiosis, was getuige bij de doop van een geinformeert sijnde geworden, dat Godhard Willem Vinman, Predikant tot Wizoon van Godhard W. Vinman in 1735. chem en Leur Rijcke van Nijmegen, op Godhard W. Vinman was gehuwd met Sibilla 25


eenparige stemmen goedgevonden denselven Godhard Willem Vinman, Praedi-

RESOLUTIE . ' DER.ST'ADT

N YM EG E N, OENOMEN TKCENS

•GODHARDUS W'IUJ: V I N M A N , - ^ '•

#•-•" !'., ;:

i&

Preiücani u Wie u IK en Li u R»

* 'n, •- -,.'

-' -

bem legrtts /«r. ,

t t

Jw

-

'

t

riö'oGÈ bVERIGHElDT.

!>F"

Deicr V J Ï R E K N I G D E ' N E D E I I L A N Ö F . N . '

i.;: J',-

. ,fc*wr vtrfibtidcti* oproer igt e.rf>rtj/ten

'Ineen Publyke Beetïe-ftonde, op den IVedik-rfoel, geuit te Nymcgcn . . , ' Ju frtftalü ttf* Vtr/dtiJi Ovtrktdtn, t} A* 4, Ja-

*

,'.

«««J '747-

(

Aldus gedaan in den Raad te Nijmegen den 11 januarij 1747. Ter ordonn. van Borgemeesteren, Schepenen en Raden voornoemt.

' Ï"C TOOrfz. Rrfpluti» e«Qdjrk na«»olgt, «n QS <T« tuthc%> • üfl^u* C»py< in Drufc uitgegeven

' •'• • - .

:. .

^E?

*.

•.'•.'••

•;'. ;- .

l' A 11 S T f

K D J ir, fa 4. OLOFSF.N, Roet. la Mufiek.vcrkoptr In lic Qv ', Yc-Aiw b/ <k V«("')UrEw1'' '

.-.••••

'

'

• .m

'

':l.-:r!««^fe

• - , • • , •"•nv.

Aft. 1: Pamflet contra Godhard Willem Vinman, titelpagina.

woensdagavond geweest sijnde de vierde deses maands Januarij, in de Grote Kerk binnen dese Stad de gewoone maandlijke Bedestonde waargenomen hebbende, bij diegelegenheijd, soo in sijne voorafspraak als in sijn gebed de Overheden van het Land in het bijsijn van eene seer talrijke Gemeente en verscheijde Leden van de Hooge Regeringe op eene onverschoonlijke wijse heeft onderstaan te beliegen, te calumnieren 7 en grovelijk te lasteren, als of sulke waaren, die noch Eere, Eed noch plicht voor oogen houdende, het inergh der Borgeren en Boeren gewoon waaren uit te suijgen, met bijvoeginge van veele ongewoone, seditieuse8 en oproerige uitdrukkingen, die voors. erdachte lasteringen met onderscheijde woorden, tot diverse rijsen herhalende: En waar uit mitsdien niets anders was op te maaken, dan dat die sijne harangue9 met geen ander oogmerk hadde gedaan, als om de Overheden van het Land in Hun gesigt te trotseren, te versmaden, en bij de Onderdaenen, was het mogelijk, verdacht en hatelijk te maken. Hebben na gehouden Deliberatie10 met

26

kant tot Wichem en Leur Rijcke van Nijmegen te gelasten en te ordonneeren, om riooijt off ooit wederom binnen dese stad van Nijmegen, Schependom en Jurisdictie van dien te koomen off door te passeren, op wat pretext off voorwendsel sulx ook soude mogen wesen: het selve aan gemelte Godhard Willem Vinman wel expresse interdicerende 11 bij desen, op poene van nadere dispositie. 12

Uit de tekst kan men afleiden dat de 'Hooge Heeren' verbijsterd geweest moeten zijn. Dominees behoorden tot de meer gezagsgetrouwe elementen in de samenleving: zij waren ideologisch, financieel en met familiebanden gebonden aan de heersende elite. Dominee Vinman werden twee motieven ten laste gelegd: de overheid te willen beledigen, en de overheid bij haar onderdanen verdacht te willen maken. Over het eerste motief valt, aan de hand van de beschikbare gegevens weinig te zeggen. Misschien zal nader onderzoek in de oude rechterlijke archieven van Wijchen informatie opleveren, die zou kunnen wijzen op persoonlijke grieven van Vinman tegen personen uit de elite van die dagen; grieven die sterk genoeg waren om te leiden tot de beschreven uitbarsting. In elk geval staat daar dan tegenover dat hij de collatie van Leur te danken had aan zo'n hoge heer: baron Otto van Randwijck.

Het tweede motief snijdt meer hout. De opmerking van Vinman over het uitbuiten (uitzuigen) van burgers en boeren zal zeker op vruchtbare grond gevallen zijn. Volgens de tekst van de resolutie was er sprake van een zeer talrijke gemeente op die ongetwijfeld koude donkere woensdagavond in de wintermaand januari. Bovendien heeft Vinman zijn 'harangue' en gebed kunnen afmaken zonder onderbroken of afgebroken


Afb. 3: De kansel in de Stevenskerk te Nijmegen. Ontworpen door Joost Jacobs uit Amsterdam, vervaardigd in 1639. Foto: Gemeentearchief Nijmegen.

Aft>. 4: Het zevenhoekig herengestoelte in de Stevenskerk. Ontwerp: Joost Jacobs. Maker: Cornelis Schaeff, 1644. Gezeten in dit gestoelte moesten enkele 'Hooge Meeren' zich de beledigingen en beschuldigingen van dominee Vinman laten welgevallen. Foto: Gemeentearchief Nijmegen.

27


ie worden. Tenminste een deel van de menigte moet het met hem eens zijn geweest, ander zou dat niet gekund hebben.

De bevolking van deze streken - Rijk van Nijmegen en Land van Maas en Waal - kende grote armoede. Ze werd geplaagd door regelmatige overstromingen en door epidemieën onder mensen en vee. Vooral in de jaren '40 van de 18de eeuw heersten er voortdurende veeziekten. Maar er zijn ook door mensen veroorzaakte factoren aan te wijzen die bijdroegen aan de verpaupering in de 18de eeuw. Eén ervan is de verdere ontwikkeling van het grootgrondbezit: adellijke heren en burgerlijke regenten kochten op grote schaal grond op van de verarmde boeren. Die grond werd vervolgens verpacht aan de meestbiedenden. Wettelijke maatregelen om de pachten binnen de perken te houden waren er niet. Een andere factor was het verpachten van de belastinginning aan particulieren. Behalve dat de belastingen daardoor fors omhoog gingen, moest er ook nog eens de winst bovenop voor de belastingpachters. Vanaf de invoering van dat systeem in 1733 waren er protesten tegen ingebracht. In het Land van Maas en Waal kwam het tot belastingoproeren waarbij belastingpachters bedreigd en gemolesteerd werden. Indirecte belastingen op het 'geslacht' (vleesconsumptie), op het bier en op het brood maakten de dagelijkse levensbehoeften duur. In de grote Hollandse steden onstonden in die jaren voortdurend hongeroproeren. Tegen deze achtergronden moeten we de uitlatingen van dominee Godhard Willem Vinman bekijken. Hij heeft in zijn standplaats Wijchen en in de dorpen eromheen de ellende onder de mensen gezien; dat heeft hem in zijn hart geraakt en het heeft hem geïnspireerd om 'de overheden van het Land in hun gesigt te trotseren', en te beschuldigen van gewetenloze uitbuiting. Hij heeft het waarschijnlijk bij deze ene keer gelaten. Voor zijn optreden werd hij gestraft met het verbod Stad en Schependom van Nijmegen ooit nog eens te betreden. Pogingen om

28

Om de Nadruk dezer Refolutie, mee de daar uit ontftaane abuilèn, in het debiet te itremmen , werd. geene voor Echt erkend, dan die door

- den Drukker dezes met zyn Naanv onderteékend is. /^x/-' ,-,

•c • ^y/^?,,

Afb. 2: Pamflet contra Godhard Willem Vinman, pag. 2. Handtekening van de drukker.

meer informatie over dit incident op te sporen zijn gestrand op het stilzwijgen van de bronnen. In de Raadssignaten van Nijmegen werd niet meer op het geval terug gekomen. De notulen van de Classis van Nijmegen verzwijgen het incident totaal. Wel blijkt dat dominee Vinman anderhalf jaar later, 5 juni l 748 weer gewoon op de vergadering van de Classis aanwezig is. De Classis vergaderde in de stad Nijmegen: Vinman heeft dus ontheffing van het verbod gekregen. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij op de een of andere manier zijn berouw getoond of excuses aangeboden; zijn verbanning zou anders niet zijn opgeheven. Tot aan zijn dood op 20 j u n i l 770 is hij dominee van Wijchen en Leur gebleven.

Noten: 1. Archief

2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

Classis Nijmegen;

N o t u l e n van

de

kerkeraadsvergadering 15 apr. 1738. (Rijksarchief Arnhem). Archief Voormalig Polderdistrict Rijk van Nijmegen, inv. nr. 88 doos I, Ingekomen stukken. (Gemeentearchief Nijmegen). Archief Classis Nijmegen. Notulen. Idem als 3. Dr. J.A.B.M, de Jong, Hendrik Hoogers, patriot en kunstenaar, pag. 13 en 15, Nijmegen, 1969. Oud Archief Nijmegen, Raadssignaat 1747. Belasteren. Opruiende. Heftige toespraak. Overleg. Verbiedende. Op straffe van nadere maatregelen.


LiteratuurSignalement De met een * gemerkte artikelen/boeken zijn aanwezig in het documentatiecentrum.

van 1808 III Het Kwartier van Nijmegen; Arnhem 1986; 236 p. (31 en 93D).

* LAURENSSE, T. Buurtvereniging D.W. O. bestaat 30 jaar in; Waalkanter dd. 20-81987 (061).

Werken, uitg. door de Ver. Gelre no. 3 7.

Beneden Leeuwen f

- TENTOONSTELLING, - in Druten over de Maas en Waalse Zouaven; in: Waalkanter dd. 6-8-1987, afb. (069, 267 en 92).

gegevens over de gehele provincie, verzameld ten behoeve van het bezoek van koning Lodewijk Napoleon. Rijk van Nijmegen p. 87 ev; Ambt van Maas en Waal p. 218 ev; Ambt van Batenburg p. 234 ev. BRUIN, R.E. de, Een revolutie op kleine

PLATEL, J. en P. van ZOEST, Steek dan voor mij ook een kaarsje op. O.L. Vrouw in het bisdom Den Bosch; Den Bosch, 1987; 144 p., af b n. (23).

schaal. De Republiek der Verenigde Nederlanden in de patriottentijd, 1780-1787; in: Spiegel Historiael, (1987), p. 423-429, 466; afbn., Ut. (323 en 92).

p. 108: O. L. Vrouw ter Nood Gods te Bergharen.

Invloed vanjoan Derk van der Capellen tot den Pol.

ZOEST, P. van, Mariaheiligdommen: Bergharen; in: Bisdomblad Den Bosch dd.

22-5-1987, afbn. (23). * SPIERTZ, M.G., en R.W.A. MEGENS,

Gids voor de studie van reformatie en katholieke herleving in Gelderland 15201620. Uitgegeven bronnen en literatuur; Utrecht, 1986; LV, 525 p.. (2 delen), krth. (28).

Gidsen voor Kerkhistorisch Onderzoek, dl. 3, uitg. door het Rijksarchief in Utrecht. * STATISTIEKE, — beschrijving van de steden en het platteland van Gelderland

HAREN, J. van, De doorbraak te Nederasselt in 1799; in Tweestromenland no. 53 (1987), p. 9-15, afbn., krtn. (627.517). HAREN, M.G.van, ... te zamen op het dak van weedom . . . ; in: Tweestromenland no.d 53(1987), p. 16-17, afb. (627. 517 en 929.5).

Gezin G. van Haren te Leeuwen tijdens de overstroming van febr. 1861. LAURENSSE, T., SF-Beton viert 25-jarig bestaan; in Waalkanter dd. 1-10-1987, afb. (666).

29


Appeltern

* [GELDER, J.A. van], Nog weer eens Bergharens molen De Verrekijker; in: Hier en Ginder, 28 (1987), p. 129-132,

KIJK, -- dit is Druten, centrum van Maas en Waal; [Druten, 1987]; 8 p., afbn., krt. (911).

brochure, uitgegeven door de Gemeente Druten.

afb., tek. (725.4).

* HELVOORT, H. van, De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal, (9 en slot); in: Tweestromenland no. 53 (1987), p. 18- 27, afbn., bijln. (726.54).

Horssen. * HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden; in: Waalkanter dd. 24-9- 1987. (726.59 en 355.48).

VISSER, C., Oud Maas en Waal in beeld, in: Tweestromenland no. 53 (1987), p. 2829: teksten bij foto's 6-7 en 2 nieuwe foto's; idem: no. 54 (1987), p. 28-29: tekst foto 11 en 2 nieuwe foto's. BERGEVOET, M., en H. van HEININGEN, Jan Willems Greven, het droevig lot van een buurmeester van Leur; in: Tweestromenland no. 53 (1987), p. 3-8, afbn.; idem: no. 54 (1987), p. 3-8, afbn. (92 en 343).

verwoesting kerktoren, 1944-1945. ' GELDER, J.[A.] van, Boerderij De Lagehof in Bergharen; in: Tweestromenland no. 54 (1987), p. 20-24, afbn., tekn. (728.6). * GROOT, J.R. de, en R.T.A. BORMAN, Gelderland in Beeld. Schilderijen en tekeningen l 7e-19e eeuw; Arnhem, 1987; 40 p., afbn. (728.8 en 912)

CHRISTIAANS, P.A., en A.J. van der TANG, Genealogisch repertorium door Jhr.Mr.Dr. E.A. van Beresteyn: supplement 1970-1984; Den Haag, Ă?987; 348 p. index (92 en 929.5). HAAREN, J. van, In memoriam Ir. Antoon Bink; in Waalkanter dd. 23-71987 (92).

oud-directeur Stoomtram Maas en Waal.

uitg. Stg. Belangen en Gemeentemuseum Arnhem. p. 14 afbeelding kasteel Batenburg van C. Pronk.

VELTMAN. S., In memoriam Jilles van der Zandt; in: Waalkanter dd. 20-8-1987 (92).

uit Druten. * DAMVERENIGING, - Slagvaardig al veertig jaar aan zet. ..; in: Waalkanter dd. 1-10-1987. (794).

Wamel * OS, J. van, Waarom wij de vinger opstoken; Tiel, 1986; 426 p. (800.87).

WARNAWA, J., e.a., Repertorium van genealogische, heraldische en geschiedkundige publikaties en bronnen (92 en 929.5, 929.6 en 93). dl. 2 A - Aze; Nijmegen, 1986; 257 p. dl. 3 Baa-Bor; Nijmegen, 1987; De bedoeling is dat dit naslagwerk minstens 30

Het logische vervolg op zijn Maas en Waals Woordenboek is dit grammatica-boek van de dialecten in Maas en Waal, speciaal geschreven voor het onderwijs, en dan ook uitgegeven door de School Advies en Begeleidingsdienst in Tiel.

30

delen gaat omvatten, bestaande uit fotokopieĂŤn van door de auteurs verzamelde notities op fiches over waar dan ook voorhanden zijnde bronnen voor genealogisch onderzoek. Dl. I zal de

'algemene bronnen' gaan behandelen.


* ALTVORST, F.H. van, Genealogie van het geslacht Van Altvorst te Megen, I; Den Haag, 1987; 75 p., afbn., krtn., tekn. (929.5).

Een eenvoudige uitgave in vierringsband van de nakomelingen van Everardus van Autvorst uit Megen, ca. 1650. Helaas ontbreken op de familiebladen de plaatsnamen vangeboorten etc., terwijl afwijkende tekens voor geboorte, huwelijk etc. zijn gebruikt. Maar desalnietemin: een aardig werk, dat hoopvol doet uitzien naar deel 2 (te verschijnen najaar 1988).

slacht Van Wichen vanaf ca. 1640 uit Zoelen; Genealogie Van Wichen en Kwartierstaat Reinier Gerrit van Wichen (1836-

1901); Beerta, 1987; 59 p., afbn., lit, reg. (929.5).

De oudst bekende voorvader is Dirk Gerritz van Wichen, die in 1666 in Zoelen in ondertrouw gaat. Naast de genealogie ook streekgeschiederds en gegevens over molens. MUTTER, M., en P. LEMMERS, Het

grote Sengersboek; Malden, 1987. (929.5) WATERSCHAPSVLAG, - -; in: Dijkbrief,

* HERWIJNEN, T.P.J. van, Achternamen in Tweestromenland bij de volkstelling in 1947; in: Tweestromenland no. 54 (1987), p. 16- 19, bijln. (929.5). JANSEN, A.W., Van Lith, geschiedenis van een molenaarsgeslacht; Ulvenhout, 1987; 350 p., afbn., krtn., tekn. (929.5).

voorkomend in o. a. Alphen en Bergharen.

6 no. 2 (juni 1987), p. l, afb. (929.6) vlag van het Waterschap Groot en Maas en Waal. HEINIGEN, H. van, De heigraaf van

Wijchen. Een titel waarover zelfs bij Pontanus en Slichtenhorst niets te vinden is; in: Tweestromenland no. 54(1987), p. 8-15, afbn., lit., tek. (93D).

* LATHOUWERS, R.G., Het molenaarsge-

31


T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

30. VI. 1988 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 57


STREEKARCHIVARIAAT BOMMELERWAARD

TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

G. W. van Gelder, Beneden-Leeuwen Mevr. F.J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt R.A.H. Sauter, Druten W.J. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs. C. Visser, Druten J.P. van Wezel, Alphen

Administrateur Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toe- P. G. Leussink, Beuningen zending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien Kofiij toegang tot lezingen, tentoonstellingen en Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend tevens koning op de boekhandelsprijs bij te worden verzonden aan Ton Tielen, redactie-secretaris, Tolhuis 52-37, 6537 SN Nijmeuitgaven in de Tweestromenlandreeks. gen, tel.: 080-444542.

Contributie De contributie voor 1988 bedraagt ƒ 25,-, naar verkiezing/40,-, ƒ 50,-, ƒ 100,- enz., te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VC Wijchen.

Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

Ledenadministratie Markt 9-14, 6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december).

Losse nummers tijdschrift Nrs. 19 t/m 57 voorradig. Per stuk ƒ 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten

name van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen.

Secretariaat Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247. Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M, van Os, benoemd 23 april 1980 Erevoorzitter J.P. van Wezel, benoemd 9 mei 1985 Bestuur J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen J.A. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mej. W.A. van Buren, Bergharen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten B.J.H.M. van Elk, Beneden-Leeuwen

Inhoud 3 Mr. A. Schouten, Inwijding van het verbouwde Ambtshuis te Druten (1841)

10 H. Kobossen: De Woltersfamilie te Balg°Ü

23 Nico van Kessel: De opheffing van de

openbare school in Winssen 30 M. Bergevoet: Recensie 32 Drs. C. Visser. Oud Maas en Waal in

beeld 34 Jan van Gelder In memoriam Hubertus Carpay

Nieuwsbrief Op het omslag:

Het hervormde kerkje van Heumen. In augustus viert het dorp Heumen haar 800jarig bestaan. Tekening: C. Pronk, 1732.


TWEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen.

NUMMER 57

1988

Mr. A. Schouten

Inwijding van het verbouwde Ambtshuis te Druten (1841) Inleiding1 Oorspronkelijk had elk kerspel in Maas en Waal een eigen rechtbank. In de loop der tijd werden deze 'samengevoegd' tot de Benedenbank te Wamel (voor Leeuwen, Wamel, Dreumel en Alphen) en de Bovenbank te Bergharen (voor Over- en Nederasselt, Appeltern, Altforst, Puiflijk, Druten, Afferden, Deest, Bergharen en Winssen-Ambts). Daarnaast hadden de steden Batenburg en Maasbommel een eigen 'gericht', evenals de hoge en vrije heerlijkheid Horssen. In 1758 verzochten Ambtman Otto van Bylandt en de Ridderschap van Maas en Waal aan de Landdag (provinciaal bestuur) toestemming om de Boven- en Benedenbank te mogen overbrengen naar Druten,

waar een huis is gekocht om 'tot Ambtshuys geemployeert te worden'. Deze toestemming werd op 27 april van dat jaar verleend, waarmee Druten het bestuurlijk en justitieel centrum van Maas en Waal werd. Waarom er voor Druten is gekozen is niet duidelijk: het was niet de grootste plaats in de streek, wél woonde er de plaatsvervangend ambtman N.H.W. van Delen, in wiens huis doorgaans werd vergaderd. Bovendien lag Druten centraal en was redelijk goed bereikbaar. Dat Ambtshuis was op l april 1758 officieel aangekocht van Anna Maria van Wanrooy

voor ƒ 3.650,-; het bestond uit een 'Huys, schuur, Backhuys en al het verdere getimmer met annexen Haffen (en) Boomgaardje'. Er moest wél duchtig aan verbouwd worden. Toen alles klaar was stond de vierschaar (rechtersgestoelte) beneden, terwijl er eigen slaapkamers waren voor een aantal ambtsjonkers en de burgemeesters van Nijmegen. De verdieping was ingericht tot woonhuis van de kastelein Jan Meyer, die een uitvoerige instructie kreeg. Rond en na 1800 is het Ambtshuis aanzienlijk verfraaid door de in 1764 in Tirol geboren Johan Martijn Rieff, van beroep stucadoor, die in 1855 in Druten overleed. In opdracht van de vrederechter mr. A. Schouten vervaardigde hij stuc-plafonds en beeldengroepen. (Rieff was ook de bouwer van het 'Witte Huis' tegenover de kerk). Het Ambtshuis is rond 1840 opnieuw verbouwd. De vierschaar verhuisde naar de verdieping, evenals de kamer van de Dijkstoel. Voorts kwamen daar de secretarie van de gemeente, de raadkamer voor de rechter, het ambtskantoor en een ambtsspreekkamer. Beneden werden een aantal bedsteden verplaatst, een woonkamer en een kamer voor de veldwachter ingericht en de gevangenissen vernieuwd. Wederom verleende


Rieff zijn medewerking, onder andere aan plafonds, pleisterwerk en een beeld in de rechtszaal. Hoewel de gehele verbouwing begroot werd op ca. ƒ 5.000,- blijkt er uit de rekeningen dat dit opliep tot ƒ 11.000,-! Of daarbij ook inbegrepen is de feestrede van mr. A. Schouten 2 op 6 december 1841 is niet te achterhalen. Zeker is wel, dat deze rede meer dan een uur moet hebben geduurd en bol stond van lange en ronkende volzinnen, zeer fraai en zeer hol, evenals het beeld Inter Amnes Tuta (tussen de stromen is het veilig, en dat in een tijd dat de rivieren telkenmale overstroomden) dat de hal sierde. Deze rede, die later met een aantal 'Ophelderende Kantteekeningeri werd uitgegeven, wil de redaktie U in een aantal afleveringen aanbieden. Om

Wel Edel Gestrenge Heeren, Leden van den

Dijkstoel en Hoofd-Ingelanden van het PolderDistrict Maas en Waal; Edel Achtbare Heeren, Regters plaatsvervangers, Griffier en Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het Kanton- Geregt te Druten; Edel Achtbare Heeren, Burgemeester, Assessoren en Leden van den Raad der Gemeente Druten; Wel Edel Gestrenge, Edel Achtbare Toehoorders! Het is van oudsher, onder alle beschaafde volken, eene loffelijke gewoonte geweest om nieuwe of bijzonder verbeterde, tot de openbare godsdienst, het Landelijke of Plaatselijke Bestuur bestemde gebouwen, met eigenaardige plegtigheden in te wijden, of tot de betrekkelijke diensten open- en in gebruik te stellen; - om van geene andere te gewagen, willen wij ons alleen de Romeinen een oogenblik voor den geest brengen, die in deze soort van plegtigheden niet alleen

bijzonder hebben uitgeblonken, rnaar daarin misschien wel al te kwistig zijn geweest: was bij dit roemzuchtig, groot en roemwaardig volk een Tempel, Raadhuis of Eereboog opgerigt, dan werden dezelve, alvorens hunne bestemming te erlangen, met groote plegtigheid vooraf gedediceerd, dat is, aan hunne bestemming toegewijd; naar den aard dier bestemming werden luisterrijke feesten gegeven; prachtige optogten

hadden er

te beginnen het eerste, algemenere en inleidende deel van de toespraak, met de daarbij behorende aantekeningen. 1. H. van Heiningen, De Historie van het Land van Maas en Waal; Zalibominel, 1965, Hs.l l i D r u t e n en y.ijn Ambtshuis (p.19-24). 2. Mr. Amonius Schouten (Puiflijk 1799 - Wainel 1875), was een zoon van de bovengenoemde vrederechter Allard Schouten, en van Helena Ariëns. Hij was behalve dijkgraaf van het polderdistrict Maas en Waal, ook nog kantonrechter te Druten en lid van de Provinciale Staten van Gelderland. Hij was gehuwd niet Joanna Maria van Ewijk.

M. Bergevoet

plaats; luisterlijke spelen werden in de Amphitheaters en Renbanen uitgevoerd;

rijke en schitterende maaltijden werden aangeregt; trotsche gedenkstukken werden daargesteld; gouden, zilveren en bronzen gedenkpenningen werden geslagen en onder het volk verspreid. Niets werd er gespaard, niets verzuimd, om het aandenken aan zoo eene heugelijke gebeurtenis tot het jongste nageslacht over te brengen. En hierin zijn zij zoo zeer geslaagd, dat de gedenkteekenen der inwijding vele der trotsche gebouwen dier aloude wereldstad overleefd hebben, zoodat wij de laatste niet meer zouden kennen, indien ons de eerste niet van

derzelver bestaan overtuigden. Mogten deze uitbundige vreugdebedrijven, om de groote kosten, die zij vorderden, teregt in veler oogen verkwistend schijnen, zij getuigen

echter van de bijzondere waarde, die men aan de wijdingsplegtigheid hechtte; en al mogten hedendaags daaraan minder kosten

besteed, daaraan minder luister bijgezet worden, het oorspronkelijke denkbeeld, het

hechten van bijzondere waarde aan - en het toonen van eerbied voor - de inwijdingsplechtigheid, is steeds den volken bijgebleven, zoo zeer zelfs, dat bij de Roomsche kerkgebruiken bijzondere hymnen en gebeden zijn voorgeschreven, die bij de inwijding

eener nieuwe kerk plaats hebben en jaarlijks


op den verjaardag daarvan plegtig worden herhaald. Deze bijzondere eerbied voor die plegtigheden behoeft ons geenszins te verwonderen: men begreep immers, dat de materiĂŤele bestanddeelen der gebouwen in geenen deele in staat waren hunne bestemming aan teduiden; men wilde meen indrukwekkende plegtigheden, gestaafd door blijvende gedenkmalen, moesten aan het volk en het nageslacht toonen de bestemming, die men aan de daargestelde gebouwen gegeven wilde hebben; zij moesten hen overtuigen, dat zij tot de bestemde einden bestendig

door eene doeltreffende overeenkomst der verschillende autoriteiten, hier aanwezig, waarop door hooger gezag het zegel der goedkeuring is gedrukt en door de welwillende beschikking van het eerbiedwaardig Hoofd van den Staat, is uit verschillende daartoe aangewezene fondsen, het oude vervallen Ambtshuis te Druten herschapen in het schoone en treffende gebouw, waarin wij ons thans bevinden. Beschouwt het, M.H. uit- en inwendig: deszelfs, naar evenredigheid der ligging, meer dan gewonen omvang en eenvoudigen, maar grootschen bouwtrant, van buiten; deszelfs groote en luchtige zalen en vertekken, met orde en regelmaat door gangen en portalen verbonden, van binnen; deszelfs eigenaardige versieringen, zoo in- als uitwendig, duiden eene meer dan gewone bestemming aan; eene bestemming, die in den naam van het oude gebouw, op welks hechte grondvesten het gesticht is, reeds duidelijk ligt opgesloten. Deze bestemming met gepaste plegtigheid aan te wijzen, van hetzelve tot de bestemde einden bezit te nemen en daartoe in bestendig

moesten in gebruik blijven.

Zijn nu bij ons de uitwendige plegtigheden, bij de aanwijzing der bestemming van openbare gebouwen, in meerdere of mindere mate, in onbruik geraakt, het oorspronkelijke idee, het groote doel daarvan is steeds en nog heden ten dage in stand gebleven. In navolging en op het voetspoor dier aloude gebruiken, wordt er in geen land eenig paleis, in geene stad of landschap een openbaar Raad- of Regerings-gebouw opgerigt, of de bestemming daarvan wordt aan het volk en de nakomelingschap plegtig aangewezen. En het is om datzelfde doel, M.H. dat wij ons thans hier vergaderd zien:

5


gebruik te stellen, zie daar het doel, dat ons hier doet vereenigd zijn en dat ons in dit plegtig uur zal bezig houden. Ik heb het niet ondoelmatig geacht eerst de bestemming van dit gebouw in het algemeen en vervolgens van elk der bijzondere deelen aan te duiden; ik verzoek hiertoe Ui. welwillende aandacht. Indien wij met eenen vlugtigen blik de scheppingen der menschen- handen gadeslaan en ons oog vestigen op de verscheidene zamenstellingen van hout, steen en andere bouwstoffen, van den eersten overgang uit het nomadische of zwervend herdersleven tot vaste woonplaatsen van de oudste volken, tot op onze meer beschaafde tijden, over de geheele wereld verspreid, opgerigt, dan vindt men er geene, of zij nebben eene zekere eigenaardige bestemming en zijn alle tot een meer of min bepaald gebruik ingerigt. Alle gebouwen, van het grootste tot het kleinste, dienen den mensch, hunnen stichter, tot gemak of tot weelde; tot gemak dienen de woningen met alle hunne in- en uitwendige, door- om- en bijbouwingen, waardoor aan de behoefte zoo wel, als aan de uitspanning, der bewoners voldaan wordt; tot de weelde integendeel behooren vooral die, welke meer tot algemeen gebruik en genoegen van volken, of van bijzondere afdeelingen van dezelve verstrekken, in het daarstellen waarvan de mensch steeds meerder pracht en luister ten toon spreidde, naar mate hij in beschaving toenam en de dienst, waarvoor zij bestemd waren, meer aankleefde en deze zijne zinnelijkheid of verstandelijke geestontwikkeling het meest boeide. Van de oudste tijden af zijn er drie dingen geweest, die op den mensch steeds eenen bijzonderen indruk hebben gemaakt en die daarom als de sterkste hefboomen van menschelijk vernuft en kunst te beschouwen zijn: de godsdienst, een leven na dit leven en de regering; drie zaken, welke de mensch steeds onder de onontbeerlijke noodzakelijkheden heeft gerangschikt en waaraan hij ook zijne vernuftige en kunstmatige ontwikkeling veelal heeft ten koste gelegd en die hem wonderen van smaak en duurzaamheid deden te voorschijn brengen. De natuurlijke geneigdheid van den mensch om het bestaan

van een Opperwezen als noodzakelijk te beschouwen, heeft hem reeds voor veertig eeuwen den Reuzentoren van Babel doen stichten, waarvan eene twee honderd voeten hooge puinhoop nog de plaats aanduidt, niettegenstaande van de Reuzenstad, waarvan hij eens het sieraad was, nauwelijks sporen overig zijn. 1 De rotstempels te Elephante en Sahetté1, op de Indische kusten, in het levende porfier, tot eene verbazende grootte, uitgehouwen; de ruïnen van het Nyldal en van het Egyptische Thebe3; de prachtige overblijfselen van Athene4 en het oude Rome, waarbij men niet weet wat meer te bewonderen zij, den sierlijken en smaakvollen stijl, dan wel den tot verbazing voerenden omvang dier werken, zijn onder zoo vele anderen de prachtige gedenkstukken van den godsdienstzin der oude volken. En moet onze verbazing niet ten toppunt stijgen, wanneer wij ons de reusachtige praalgebouwen in het nieuwe Rome en in de overige streken der beschaafde wereld, der godsdienst toegeheiligd, voor den geest brengen? Even als de godsdienst, heeft bij den mensch wonderen van geestkracht en kunstvlijt verrigt het, uit de godsdienst als van zelve voortgesproten, denkbeeld van een ander leven en eene eeuwigheid. Getuigen hiervan, om geene andere te noemen, de beroemde graven der Egyptische koningen aan de boorden des Nyls, waaronder de Pyramiden bij het oude Memphis de reusachtigste gedenkzuilen zijn, zonder van de graftempels Persepolis* en de mausoleën van AUGUSTUS en HADRIANUS te Rome te gewagen, die zeker minder eeuwen te verduren hadden, en echter bijna geheel verdwenen zijn; terwijl de Egyptische praalgraven nog daar staan, even of zij gisteren waren opgerigt, en het aandenken aan de daarin verborgene dooden nog over honderd eeuwen den nakomelingen moeten overbrengen, hun alzoo bewijs leverende eener rust, waarvan het begin en einde in de onmeetbare ruimte van het voorledene en der toekomst verborgen zijn, eener duurzaamheid zonder grenzen, eener stoffelijke eeuwigheid.6 Een derde voorname hefboom der menschelijke praalzucht, in het oprigten van


Tekening gemaakt ter voorbereiding op de verbouwing van het Ambtskuis te Druten, 1840. (Arch. Voormalig Polderdistrict Maas en Waal). gebouwen en het stichten van gedenkzuilen, Doch laat ons van dat groote oog- en ligt in het, uit natuurlijke zwakheid ontstane, geestverblindend wereldtooneel tot een ladenkbeeld eener noodzakelijke regering of ger en nederiger standpunt afdalen en wij zullen zien, dat in het mindere den geest van oppermagt. Hetzij godsdienstige verwikkehet meerdere wordt waargenomen en dat het lingen de Godsregering van de opperheerwaar is, hetgeen de dichter zingt: 'regis ad schappij des Allerhoogste hebbe afgeleid, exemplum totus componitur orbis', dat is: naar het hetzij de wijsbegeerte de magt des volks op voorbeeld des Konings vormt zich geheel de staat. den troon plaatste, door alle tijden heen, - Wat in keizer- en koningrijken, wat bij heeft het menschdom aan den luister der volken in republieken en adelstaten op eene regering zich veel laten gelegen liggen. groote schaal plaats heeft, wordt ook meestal Babyion, Perste en Egypte, hebben wederom de in de kleinere rijks-afdeelingen, in hertoghoofdrol gespeeld in het ten toon spreiden dommen, graafschappen, heerlijkheden, in van koninklijke pracht. Persepolis, Thebeen het landschappen en wingewesten, in het kleine geheele Nyldal, leveren daarvan nog in waargenomen en slaat van deze wederom hunne verbazende monumenten de trefover tot derzelver nog kleinere onderdeden, fendste bewijzen op.7 En welke voorwerpen landstreken, steden, dorpen: Overal ontvan kunst en smaak, om den luister der waart men eene zucht, om voor de gewestevolksregering te verbreiden, ontdekt men lijke of plaatselijke besturen geschikte genog niet in de puinen van het oude Athene en bouwen daar te stellen. - Waar, vraag ik, in het eenige Rome.* ons vaderland is het gewest, waar de stad, Maar waarom ons steeds in de oudheid waar het landschap, dat zich niet verheugen verdiept, wier praalgestichten, met betrekmag in het bezit van een doelmatig gebouw, king tot hunne bestemming, nog altijd met waarin de zaken hunner besturen behandeld den sluijer der onzekerheid omhuld zijn? worden? waar hunne teederste belangen Levert de hedendaagsche beschaafde wereld worden behartigd? waar hun het regt wordt geen stof genoeg op van menschelijke bedeeld en waar zij, als in een toevlugtsoord, praalzucht in het stichten van groote en hulp, troost en verademing in alle hunne ontzagwekkende gebouwen, bestemd voor omstandigheden zoeken en vinden mogen? de beheerschers dezer aarde? Welk land is er, waar geen paleis voor den Koning, de overal vindt het bestuur geschikte localen om vergaderingen, ter behandeling van Rijksgrooten of de Volksvertegenwoordigers zaken, te houden, om regt te spreken, om gevonden wordt? Winnen het de ouden archiven te bewaren; met een woord, om op misschien in trotsch-, grootsch- en duureene doelmatige en met deszelfs waardigzaamheid, de nieuwe winnen het zeker in heid overeenkomstige wijze deszelfs ambtseenvoudigheid van stijl en smaak en in de doelmatigheid der inrigting. betrekking met gepasten ernst en naauwge-


zetheid waar te nemen; om zich vrij en ongehinderd, van alle dagelijksche nevenbemoeijingen ontdaan, te bewegen in den eigen kring, hetzelve door zijnen ambtspligt aangewezen.

schoon en zoo volkomen, volledig in deszelfs uitvoering, dat het bijna even bewonderenswaardig is, als de zaken die het voorstelt en behandelt. Andere reizigers, als HAMILTON in 1809, BELZONI in 1821 en MINUTOLI in 1824 hebben Ophelderende kantteekeningen deze nasporingen al meer en meer volledigheid trachten bij te zetten; de 1. De plaats, waar Babyion gelegen was, en belangrijkste bijdragen zijn vervat in het, deszelfs overblijfselen, de oudste, misop last der Fransche regering uitgegeven schien de alleroudste bouwvallen dezer wordende werk: Monumens de l'Egypte et de la Nubie, d'après les dessins exécutés sous la aarde, is lang onbekend gebleven; de direction DE CHAMPOLLION Ie jeune, terugvinding daarvan en de opheldering dier puinhopen of liever puinbergen is waarvan reeds 31 Afleveringen het licht zien, die vooral met betrekking tot de taal voor onze dagen bewaard gebleven: der Hieroglyphen van het grootste belang NIEBUHR baande den weg, doch ontmoettede hindernissen; de Engelsche zijn; zoo dat men thans het Nyldal en het resident te Bagdad RICH, vergezeld door koninklijke Thebe in al derzelver merkBELLINO, bezochten in 1811 Babyion, waardige bijzonderheden kennen kan en doch zijne berigten waren gebrekkig, tot de ontzagwekkende tempel-gevaarten dat in 1818 KER PORTER den sluijer bewonderen. Vergelijkt wederom HEEheeft opgeheven en door even naauwkeuREN Op. c, D.V,p.52-95 en 201-350. rige en uitvoerige, als belangrijke berig4. Wie, die geen vreemdeling in de literaten, benevens teekeningen en schetsen, al tuur is, kent niet den beroemden tempel het wetenswaardige deswegens opgehelvan MINERVA te Athene, waarvan nog derd in zijne Travels II T. 11,p.293-300 en merkwaardige overblijfsels bestaan; deze volgende. Zie hierover ook vooral HEEwas het pronkstuk van den Acropolis, den REN Ideën, vertaling van DORN SEIFFEN, wereld beroemden burg van Athene, II D. U,p. 130-198, waar men den platten waarvan verscheidene overblijfsels, grond, de ruïnen van het paleis, elkasr, en meesterstukken van kunst en smaak, den toren van Babel, birs Nimrod, uit onlangs door den Engelschen lord ELPORTER verkleind overgenomen, aanGIN geroofd, voor een gedeelte door de treft. zee verzwolgen, en het overige in het 2. Van deze tempelgrotten vindt men ook Engelsche Museum ten toon gesteld veel merkwaardigs aangeteekend bij wordt. Voor het overige is geheel GrieMEEREN Ideën, III D. 111,p. IS en volgenkenland als met tempels bedekt geweest, de. waaronder die van APOLLO te Delphi, 3. De togt van NAPOLEON naar Egypte van JUPITER te Olympia, en van DIANA heeft aanleiding gegeven tot de meerdere te Ephese bijzonder uitgeblonken en de kennis, die wij van de oudheden des bewondering der wereld hebben gaande Nyldals hebben: VIVANT DENON, een gemaakt. STEIGLITZ in zijne Geschichte dier togtgenooten, heeft in zijne reis door der Baukunst der Alten geeft eene naauwOpper- en Neder-Egypte den toon gegeven keurige optelling der hoofdtempels van en de toenmalige Fransche regering Griekenland, gelijk mede PAUSANIAS, aangespoord, om dat merkwaardige land die in de tweede eeuw onzer jaartelling door eene vereeniging van kunstenaars geheel Griekenland doorreisde en alle en geleerden in al deszelfs bijzonderhekunstgewrochten, die hij daar vond, den te doen beschrijven en hieraan beschreven heeft. 5. Over Persepolis is zeer belangrijk HEEhebben wij die beroemde description de REN Op. 1.1,p. 197 volgg. en over de graven l'Egypte te danken, welke in 1811 en 1815 in het licht verscheen, een werk, zoo p.251


Kopij-extract van de benoemingsakte van A. Schouten tot dijkgraaf. Tegelijk met hem werd het gehele polderbeituur en de dorpspolderbesturen, benoemd of herbenoemd. (Arch. Voormalig Polderdistrict Maas en Waal, inv. nr. 2674/33; dd. 7 dec, 1837).

Niet alle Pyramiden zijn nog in eenen zoo goeden staat: vele zijn vervallen, maar anderen, en vooral de grootste bij Gizeh, trotseren voortdurend de vergankelijkheid en nog meer, dan deze, doen zulks de graven der Koningen in Opper-Egypte, 'die nog daar staan, met derzelver schilderwerk, zoojrisch en onbeschadigd, als waren zij gisteren eerst vervaardigd', zegt HEEREN Op. L V, p.65, die over deze soort Egyptische oudheden vooral verdient gelezen te worden. Men zie HEEREN op de plaatsen bij de

3de en 5de aanteekening aangehaald. De Acropolis, het Palladium der Atheniensers, had in zekere opzigten veel overeenkomst met het Capitolium te Rome ; beide waren zoowel de nationale Heiligdommen, waar de beschermgoden dier beroemde volken in prachtige tempels werden vereerd, als de plaats waar de dierbaarste kleinooden des volks bewaard werden. Wat PALLAS te Athene

was, was JUPITER te Rome ; had gene haren heiligen olijfboom: deze had zijne eeuwig groenende eiken en laurieren; prijkte daar het trosche Parthenon: hier stond het colossale Godshuis van den grooten Donderaar. Vond men in de nabijheid van den Acropolis het Prytaneum, het Poecile, den Areopagus en de Pnyx, waar het volk over de aangelegenheden der Republiek besliste; in de nabijheid van het capitool vond men de portici populi, het raadsgebouw en het beroemde forum, de vergaderplaats des Romeinschen volks. Wat te Athene het odeum of den schouwburg van BACCHUS was, was te Rome het theatrum Marcelli en de circus Flaminius. Beide bescherm-burgten der beroemde steden, waren met hunne ontzagwekkende bebouwingen de roem der belangrijkste Republieken, waarvan de geschiedenis immer heeft gewaagd


H. Kobussen

De Woltersfamilie te Balgoij Balgoij betekent 'weiland in een nvierbocht!'. Het dorp lag oorspronkelijk in een bocht, aan de linkeroever van de Maas. Aan deze bocht herinneren nog de Balgoijse Wetering en het Wijchens Meer, die op de topografische kaart cirkelvormig om Balgoij heen liggen. De oude rivierarm levert zwaardere klei op dan de rest van het gebied - het Broek. In de elfde eeuw verlegde de rivier haar loop naar de andere zijde: tussen Grave en Ravenstein op de rechteroever en Keent op de linkeroever om met een noordelijke uithaal langs de Loonse Waard bij Niftrik weer in de oude bedding te komen. De Maaskanalisatie rond 1926 scheidde Keent van Balgoij, welke scheiding ook bestuurlijk doorgevoerd werd. Het dorp Balgoij wordt voor het eerst vermeld in een stuk van 1172, doch bestond al eerder. Balgoij komt vervolgens voor in een oorkonde van paus Innocentius III. Dan is er het meest interressante stuk: een verdeling van de hoeves (eenheden land), 20 in getal, tussen Kleef (1/4) en de Proost van het Kapittel van St. Jan te Utrecht (3/4), vastgelegd in een oorkonde van 1247. Sedert 1269 is er sprake van erfpacht aan diverse heren. In 1371 is Balgoij met Keent aan de hertog van Gelre gekomen en het allodium, het bestaan als onafhankelijk bezit ten einde. Steeds echter bleef de voorgeschiedenis herkenbaar, doordat Balgoij en Keent binnen Gelre een aparte, hoge heerlijkheid vormden met een eigen rechtbank die ook strafrecht voor ernstige vergrijpen kon toepassen. Deze situatie is tot het einde van de Republiek blijven bestaan. De kerk waarvan de toren nog steeds staat in het centrum van de oudste kern (die in 1247 buiten de verkaveling viel), kwam na het Twaalfjarig Bestand in

katholieke volksdeel niet in alle opzichten een rampjaar, kan er niet anders dan ambulante katholieke bediening geweest zijn. Veelal werd aan de overkant van de Maas gekerkt. Bij de inval van de Fransen is het kasteel, het 'Huys' van Balgoij dat sedert 1367 vermeld wordt, verwoest. Een nieuw

kasteel is opgebouwd, doch ook daarvan is niets meer over. Sedert de opneming in Gelre worden Balgoij en Keent tot het Ambt van Maas en Waal gerekend. Dit was een van de armere streken van het land tijdens de Republiek. Het economische zwaartepunt lag in het westen, waar Holland bijna 60 % in de belastingen betaalde, Zeeland 9 % en Friesland 12 % tegen Gelder 5 %. De meanderende rivieren braken regelmatig door en overstroomden grote delen van het land. Vaak was het 's winters, wanneer het ijs kruide, raak. Het ijs kon door de bochten niet verder en brak door. Angstig bewaakte men de dijk en

handen van de Hervormden, klein in getal,

gejuich kon opgaan als de dijk aan de andere kant doorbrak. Dan was voor dat moment

en zou dat blijven tot 1800.

het gevaar geweken. Voeg daarbij de troepen

Of en hoe de katholieke bediening heeft plaatsgehad is niet bekend. De statie Balgoij dateert van 1693, doch in het doopboek van Wijchen staat bij 1679 een aantekening 'gedoopt bij mijn afwezigheid door de pastoor van Balgoij'. In elk geval tot de inval van Fransen,

huilende wolven die vanuit het Reichswald 's winters hongerig in deze streek doordrongen en men heeft een indruk van het allesbehalve zorgeloze bestaan in Maas en Waal waar men maar moeilijk tot een zekere welvaart kon komen.

Munsterseii en Keulsen iri 1672, voor het

10


-f

- ,

t -vj*/ " '.X*'»X*

'•

. /W*«'A«-r'

.

_-^—~

'••-^/f/./i.-'/^;/^ ^.*X?C//r.j -X>- -v*?- *~ -.,. -. '

*/• » J •

.

V/

'

_

• .

// £/

rJ/5/...'x^ O. / >

s„^.- ...-.^ó<ri<'/'/&t/ffr&/ '-~ ',3 j^J/^Ja/, ,3#a.?s2?/st". ^

• X'f'-3/'^'^£^'^-^'v

fev %#*.,£*. ^-./'.a^rtt^A/ •//^-^^•^•^f-^ . vsAwf/i^-**"*-*'''^ rtj* ^7'— ^J<r^>'^

t.^'teiïU.^r"^*-7"'-3'-! ! Jrttof>~9JS,i*!M'**'»r''e=P*' ' ?r/»W_J -*£9 *»>*=•?*•<* *-f*f*^ -fc-#iï}>*-3

a,JZ»f2tyJ~j;fï$,

""'2a*Tu~<i •)Vetfcrt na^^i/rtu 'll()*#~

T

Genealogische bronnen voor Balgoij Deze weinige feiten mogen een indruk geven van de sfeer, waarin de Woltersfamilie, die wij vanaf het begin van de 18de eeuw volgen, leefde. De naam Wolters werd eerst vanaf de derde ons bekende generatie een vaste familienaam. Voor een afstammingsonderzoek komen allereerst de doop-, trouw-, en begraafboeken in aanmerking. De gewoonte om deze gegevens vast te leggen bestond al langer doch het Concilie van Trente heeft dwingend voorgeschreven dat dopen en huwelijken geregistreerd moesten worden. Doden werden soms wel, soms niet

of met weglaten van pasgeborenen geregistreerd. Daarnaast zijn van belang verpondingskohieren en rechterlijke archieven. Balgoij en Keent hebben een eigen rechtbank gehad en dus ook een eigen rechterlijk archief dat in het Rijksarchief te Arnhem bewaard wordt. De zes delen bevatten vrijwel uitsluitend civiele zaken.

yfr*Tt-S'~3/A,lR

Memorie 26 januari 1789. Wolter Francisse koopt een perceel uiterwaard. (Rechterlijk Archief Balgoij en Keent). Balgoij en Keent waren niet groot. In het begin van de vorige eeuw telde de heerlijkheid 413 inwoners, Overasselt 602 en Nederasselt 623, samen 1638 inwoners. Waarschijnlijk is dat ongeveer het aantal dat er eeuwenlang gewoond heeft. We noemen andere plaatsen ter vergelijking: Druten 1203, Bergharen 589, Leeuwen 1340, Wamel 1209, Maasbommel 541, Leur 220. De Waaloever blijkt duidelijk dichter bevolkt dan de Maasoever. Het inwoneraantal van Balgoij, Over- en Nederasselt liep tot ongeveer 1880 op tot 2151 zielen en in 1978 tot 3472.

In 1693 werd de parochie van Balgoij opgericht of beter heropgericht, want eeuwenlang had er een parochie bestaan, tot in de 17de eeuw een einde kwam aan de vrije uitoefening van de katholieke godsdienst, zodat de katholieken zich met een schuurkerk moesten behelpen, (er waren in 1795 300 katholieken en 11 hervormden). De doop- en trouwgegevens van Balgoij gaan terug tot 1693, wat later dan voor de katholieken in veel andere plaatsen in Gelderland, zoals Ewijk (vanaf 1672), Doesburg, Overasselt (ook al is het oudste boek verbrand) en Nijmegen (vanaf 1672 of daaromtrent). De registers van overlijdens gaan terug tot 1732; tot 1745 worden alleen namen genoteerd zonder verdere tijdsaanduiding. Bij het enige sterfgeval in 1745 staat wel een datum vermeld. Eerst sedert mei 1748 komen data voor. Deze overlijdensregisters zijn echter - zeker ten aanzien van kinderen - onvolledig. Daarvoor moeten we overlijdensdata afleiden uit andere bronnen, bijvoorbeeld rechtszaken waarbij de nog in 11


leven zijnde kinderen genoemd worden, herhaling van dezelfde doopnaam bij kinderen uit een huwelijk (hetgeen inhoudt dat een ouder broertje of zusje met dezelfde naam reeds gestorven is), het voorkomen van een persoon als doopgetuige, etc. Voorzover niet anders aangegeven zijn de geboorte- en overlijdensdata afkomstig uit de parochiĂŤle registers van Balgoij. De huwelijksdatum kan uit de katholieke registers zijn, maar ook uit de hervormde: tot het einde van de Republiek in 1795 bleef in Gelderland trouwen voor de dominee verplicht. De inwoners van Balgoij trouwden voor de te Niftrik geplaatste predikant die ook Balgoij onder zich had.

De stamvader De oudste voorvader van de Woltersfamilie die wij willen behandelen is een zekere Franciscus Wolters die in 1701 huwt. De naam Wolters is echter nog geenszins een vaste naam. Zijn vader moet Wolterus geheten hebben; zijn kinderen heten Francisse, een zoon Wolterus, naar zijn grootvader van vaderskant; de kinderen van zoon Wolterus heten weer naar hun vader Wolters en sindsdien is dit de vaste achternaam gebleven. Aan de gewoonte om kinderen naar de grootouders te noemen werd in de

streken tussen Maas en Waal vrij strak vastgehouden zodat men praktisch altijd zeker kan zijn dat de beide eerste namen bij zoons die van de grootvaders, de beide eerste namen bij dochters die van de grootmoeders zijn. Wij vinden nu voor de kinderen van Franciscus, en zijn vrouw Catharina Jansen van Bree, achtereenvolgens de namen: Johanna, Gertrudis, Wolterus, Gertrudis, Maria, Henrica, Joannes, Maria Anna, Joannes. Zij worden geboren tussen 1702 en 1722. Bij Catharina Jansen van Bree zien wij de

combinatie van een vadersnaam (Jansen afgeleid van haar vader Joannes) en een plaats- of oordsnaam. Bij de doopinschrijvingen komt meestal slechts een van beide voor: De eerste zoon heet Wolterus, de tweede naam is Joannes, beide naar de grootvaders. Komen de namen van de grootmoeders in dezelfde volgorde voor,

12

dan is Franciscus de zoon geweest van een Wolterus en Johanna, zijn vrouw Catharina de dochter van Joannes van Bree en Gertrudis. Geen van dezen komt als doopgetuige voor waaruit we met enige zekerheid kunnen opmaken dat ze voor 1702 al overleden waren. Het jongste kind in het gezin wordt in 1722 geboren, de moeder Catharina Janse van Bree zal derhalve in 1722 niet ouder dan 45 geweest zijn en waarschijnlijk nog enige jaren jonger. Haar geboorte mogen wij dan plaatsen rond 1680. Franciscus zal ook omstreeks die tijd geboren zijn. Vermoedelijk zijn zij gedoopt in Overasselt waar de parochie al in 1672 hersteld was, doch waarvan het oudste doopboek dat tot 1727 liep, door brand verloren is gegaan. De familie Van Bree is mogelijkerwijze afkomstig van Bree bij Venlo (vanaf 1800: Maasbree) of van Bree in BelgiĂŤ. Francis Wolters, Catharina van Bree, Maria Francisse en Geertrui] Wolters komen achter elkaar voor in de lijst van doden tussen 1734 en 1745 in de registers van Balgoij. Zijn de ouders tesarnen met twee nog thuis wonende dochters aan een heersende ziekte overleden? Dat is dan voor 1741 geweest daar geen van deze vier onder de doopgetuigen van de kinderen van de oudste zoon, Wolterus Francisse, voorkomt. Wij weten dat omstreeks 1736 een grote dysenterie-epidemie in deze streken geheerst heeft (een van de vier die in de 18de eeuw deze gebieden geteisterd hebben). Het is goed mogelijk dat Franciscus Wolters en verschillende gezinsleden tijdens deze epidemie gestorven zijn. Hij en zijn vrouw Catharina zullen bij hun overlijden rond de 60 jaar geweest zijn. Zij trouwden op l november 1701 voor de

pastoor van Balgoij. Merkwaardig is dat er geen huwelijksgetuige met de naam Wolters aanwezig is en dat slechts eenmaal onder de doopgetuigen een (Maria) Wolters verschijnt, terwijl de naam Janse van Bree

veelvuldig voorkomt. Hun kinderen: 1. Johanna geb. 15-5-1702 overl. misschien 5-3-1786 of 9-3-1787.


Handtekeningen van de kinderen uit de huwelijken van Jacomina Vos met (1) Markus Wouters en (2) Johannes Wijnackers. (Not. Arch. Nijmegen boek 85, akte nr. 1946; dd 6 okt 1827; notaris D.A. van Munster). 2. Gecrtrudis geb. 11-9-1705 overl. vóór waar het drinkwater slecht was, lag dit veel 25-9-1709. hoger doordat de kinderen snel ingewan3. Wolterus geb. 17-10-1706 overl. vóór 9deninfekties kregen in het eerste levensjaar. Bij volgende generaties is de kindersterfte 4-1708. 4. Wolterus geb. 9-4-1708 over. vóór 9-1soms veel minder. 1798. Hij volgt hierna. 5. Gertrudis geb. 25-11-1709 overl. tussen Wolterus Francisse 1732 en 1745, misschien 1736. 6. Maria geb. 13-8-1711 overl. of als kind De kinderen van Wolterus Francisse die op 9 april 1741 voor de pastoor van Balgoij of tijdens de epidemie. huwde met Maria Merkissen uit Keent. Zij 7. Henricageb. 6-11-1713 overl. misschien 25-8-1783. was een dochter van Marcus Hendrix en 8. Joannes geb. 1-4-1716 overl vóór 1-3Theunisken Nilissen die op 6 februari 1701 1722. voor de predikant te Overasselt getrouwd waren. 9. Maria Anna geb. 28-6-1718 overl. misschien tussen 1732 en 1745 indien zij de Men zou verwachten dat de oudste zoon Maria is uit het overleidensregister. Dit Franciscus heet en inderdaad komt in latere is niet duidelijk. stukken een Franciscus voor die 18 januari 10. Joannes geb. 1-3-1722 overl. misschien 1828 sterft. Hij is nimmer gehuwd. Bij zijn 1-11-1796. overlijden is hij 85 jaar oud en hij moet dus in 1742 geboren zijn. Echter in Balgoij was Van de laatste stammen misschien de nog in geen doop te vinden. 1. Franciscus geb. 1742 overl. Balgoij 18-1Balgoij e. o. voorkomende Francissens af. Dit 1828. heeft geen deel uitgemaakt van het onderzoek. Men ziet tevens hoe moeilijk het 2. Marcus, geb. 31-12-1743 Balgoij susc. werken met overlijdensregisters is. Het is Cornelis en Andrea Marcussen, hij volgt vaak niet zeker of de gezochte of iemand met hierna. gelijke naam bedoeld wordt. 3. Catharina geb. 24-5-1745 susc. Joannes De kindersterfte in die tijd was vrij groot. Francissen en Henrica Francissen, geh. Maar drie of vier op de tien vormen voor 11-4-1766 met Gijsbert Peters van Eldeze streken een hoog percentage. In streken donk, overl. 9-4-1816 te Nederasselt.

13


4. Joanna geb. 20-8-1747 te BaJgoij, geh. 1766 met Christianus Jansen van Lunen, overl. 19-12-1817. 5. Theodorus Antonius geb. 7-9-1749 te Balgoij susc. Joes??? Geraerds en Theodora Merkussen. 6. Gerardus geb. 22-4-1752 te Balgoij; geh. 8-4-1777 met Maria Hermens uit Keent; 2de x 12-10-1779 met Maria Luybers Derks; overl. 6-12-1832 te Nederasselt.

4.

5.

6. Kinderen van Gerardus: Uit Ie huwelijk: a. Antonia geb. 17-2-1778 te Overasselt. Uit 2e huwelijk: b. Maria geb. 3-4-1781, geh. met Derck Hendrix. c. Martinus geb. 22-9-1782. d. Martinus geb. 18-8-1784. e. Martinus geb. 5-8-1789.

3-2-1800 en 6-5-1800 werden kinderen van Gerardus Wolters begraven. In 1816 was Maria het enige nog levende kind.

Marcus Wolters

Marcus Wolters huwde 3 mei 1781 met JacobaVos(Heymerix), dochtervan Heymerik Hubers Vos en Maria Willems Deckers, geboren 25 januari 1756 en gestorven 22 april 1801 te Balgoij.

1. Maria geb. 2-8-1782 te Balgoij susc. Haymo en Maria Vos, geh. 6-2-1810, met Franciscus van Haren; overl. 23-2-1857 te Overasselt. 2. Martinus geb. 8-10-1783 susc. Franciscus Wolters en Johanna Wolters; overl. 20-11844 te Wychen. Hij leefde te Niftrik en was ongehuwd. 3. Heymerikgeb. 18-9-1785 susc. Hubertus Vos en Gertrudis Vos, geh.29-4-1817 met Honoria van Haren geb. 25-9-1782 als dochter van Petrus van Haren en Elisabeth Paulisse. De laatste was zelf een dochter van de schepen Paulus Arts die

14

7.

zich naar het door hem gekochte goed 'van Floresteyn' noemde. Overl. 26-51870. Hun kinderen volgen hierna. Joannes geb. 22-1-1788 susc. Franciscus Wolters en Catharina Wolters volgens een successie van 1827 was hij nog in leven te Niftrik en ongehuwd. Anna Maria geb. 5-3-1790 susc. Franciscus Vos en Aldegonda Wilms. Hendrinageb. 29-4-1792 susc. Gerardus Wolters en Lybos, overl. 30-1-1793. Hendricageb. 13-3-1793, geh. 24-5-1825 Wychen met Johannes de Haan.

In het rechterlijk archief van Balgoij en Keent komen uit deze jaren verschillende stukken voor betreffende vooral Marcus Wolters. Dit zijn:

A. Een memorie d.d. 26-1-1789 waarbij Wolter Francisse aangeeft dat hij op 6-1 1789 heeft aangekocht 'een perceel uytterweerde groot 51/2 hon op den lagen uytterdijk onder Keent gelegen'. Marcus Wolters tekent namens zijn vader waaruit wij kunnen opmaken dat hij lezen en schrijven heeft geleerd, n.a. w. op een vierjarig zgn. schrijfschooltje. De meeste mannen uit Balgoij in de 2de helft van de 18e eeuw blijken te kunnen schrijven, de vrouwen veel minder. B. Een memorie van 1-3-1790 waarbij Marcus Wolters aangeeft dat hij heeft gekocht 'een perceel uytterweerde op de Keelen onder Keent gelegen, groot 71/2 hond' Daarop berusten verschillende thijnsen (belastingen), aan de heer van Balgoij te betalen. C. Memorie waarbij Marcus Wolters aangeeft dat hij op 20 april 1791 heeft aangekocht een perceel wey- of hooyland den oorlepel genaamt, in het Balgoyschen broek gelegen, groot 7 hond. D. De afrekening van thijnsen die rusten op het onder D bedoelde land. E. Een magescheid waarbij Wolter Francisse aan zijn vijf meerderjarige kinderen toedeelt 'dehelfte van zijne ongereede goederen die gemelde Wolter Francissen in eygendom is bezittende en die kinderen tot haer moeden


Hendrikus Wolters (1825-1904), gehuwd met Maria Rosmalen.

Maria Rosmalen.

Bidt vcor d« Ziel v»n Ztliger

ELISABETH WOLTERS geb. te Balgoy 6 Februari 1866, overleden 17 Decembe* 1 948 en begraven 21 Dacember d «.v. op hei k. IC. Kerkhol It Haiert. lid ««n de Brcede'tctap v. d. proceiüe naar Keveleir en v. d. Bioedrnchap v. d. H. Cornetiui Z<j wa» goed eenvoudig en rachtmoedlg xedlg en eerbier en «én hart Jeugd «l tol de deugd oenegen. Zi) ging g««rn« n«»r de lemgcl om m»n God

de reritdingcn wan de d«o op Ie draden en hel gebed wei h»» geliefde beitghetd. _* Dikv»i|ti voedde z<i 2tcK met heLhemeli voedtel der H. Communte. Wel i*l»g de doden, die m de Heef ileiven. Nu immer* zegt de.')H- GeeM.

ruttrn itj urt w PU hunnen «rbeid <tfènt hunne war k «n volgen hep.

Zalig d* men», dte de bepfO*<rtng dooiiUet, want all hij bepfOvld ial ii|fi. iel h<| de Ltoon dei leven* ontvangen, die God beloold heeh ••n hen, dit Hem benUnnen. Dteibar* hmllleleden. 4 ga U vertelen «MM* M-de hemel tal la b<| God uw voonpffekita* njn. en vooral g4 die mij beMevol hetrt opgenomen In uw hoH. U-dank A voor al halgeen

gij voor ml) heb l gedMn. de goede God lal hel U belonen.

*

Goede God ontfeim U over de Ziel ven Uw* dienaiet Elisabeih reinig haar van alles, wat tij uit menselijke zwakheid heek bedreven en n*em he*r op in hrt o|fc der eeuwige taligheid, dcor Chrlttul ome Heer. Amen.

Zoet Hart van Maria, weet mijn heil (300 d. all.)

15


versterf zijn toekomend nadat alvoorens gemelde

Kinderen van Hendrikus Wolters en Maria

Wolter Francissen aan zijne vijf kinderen haare portie uyt den gereeden boedel tot haar moeders versterf hadde afgedeyld' De ongereede goederen worden in vijf delen verdeeld en bij loting toegewezen. Markus Wolters ontvangt de helft van vier akkers bouwland op de akkers tot Balgoij gelegen. Ieder kind zal later de andere helft krijgen van hetgeen het thans bekomt. Francis Wolters zal 300 gulden krijgen na de dood van zijn vader uyt het gereede daar hij nog niets uit zijn moeders versterf heeft gehad. Wolter Francisse heeft laten vastleggen dat zijn zoon Francis niets van zijne goederen mag verminderen doch dat hij van de inkomsten van de goederen zal moeten leven. Wolter Francisse tekent met zijn handmerk, zijn dochters en de weduwe van Marcus eveneens, doch de zonen Francis en Gerardus zetten hun naam. F. Tenslotte zijn er nog enkele publieke verkopingen waarop Marcus Wolters o. a. een koperen ketel koopt

Rosmalen: 1. Hendrikus geb. 4-2-1864 te Balgoij overl. 25-6-1873 te Balgoij. 2. Elisabeth geb. 6-2-1866 te Balgoij overl. 17-12-1948 te Hatert. 3. Anna Maria geb. 16-6-1867 te Balgoij overl. 21-10-1944. Zij was religieuse bij de Ursulinen en werd, toen de zusters moesten vluchten uit het brandende klooster Jerusalem, door een verdwaalde kogel die haar slapen doorboorde dodelijk getroffen. 4. Arnoldina geb. 18-5-1869 te Balgoij overl 3-4-1873 te Balgoij. 5. Petrus geb. 2-2-1871 te Balgoij overl 112-1945 te Hatert. Hij huwde 31-5-1905 te Hatert met Petronella Jansen Daalen geb. 22-2-1879 overl. 22-8-1916 te Hatert. Hun kinderen volgen hierna. 6. Hendrikus geb. 28-8-1875 te Balgoij overl. 28-9-1944 te Hatert 7. Antoinetgeb. 2-4-1873 overl. 3-4-1873 te Hatert. 8. Ardina geb. 7-8-1876 te Balgoij overl. 28-3-1919 te Nijmegen. Zij was gehuwd met Hendrikus Gelap geb. 14-4-1878 overl 21-3-1919 te Nijmegen. Beiden overleden aan de griepepidemie die als een ware pandemie heerste en die als 'spaanse griep' de geschiedenis is ingegaan. Deze epidemie maakte in enkele maanden op de hele planeet 20 miljoen slachtoffers, een veelvoud van het aantal dat in de Eerste Wereldoorlog omgekomen was. In Nederland stierven ong. 36.000 mensen aan de ziekte waartegen de medische wetenschap machteloos stond. Er werd hier van 'spaanse griep' gesproken omdat de eerste berichten die ons land bereikten betrekking hadden op het spaanse hof, maar het virus was meegebracht door de amerikaanse soldaten die in het voorjaar van 1918 aan de Wereldoorlog gingen deelnemen. Hun enige dochter Maria Wilhelmina werd geboren op 30 januari 1917. 9. Albertus geb. 30-7-1878 te Balgoij overl. 12-3-1949 te Hatert.

Heymerik Wolters Marcus' zoon Heymerik is geboren te Balgoij, huwt aldaar, doch de twee oudste kinderen worden te Nederasselt geboren, de

twee volgende te Niftrik waar Heymerik later grondbezit heeft. Hij sterft te Balgoij en zijn zoon Hendrikus huwt en leeft te Balgoij.

Heymerik Wolters en Honoria van Haren kregen de volgende kinderen:

1. Marcus Jacobus geb. 5-12-1818 te Nederasselt; overl. 18-3-1891 te Balgoij. 2. Maria Elisabeth geb. 27-7-1820 te Nederasselt; geh. 30-1-1857 te Balgoij met Wouter Rollofs, overl. 12-9-1892. 3. Petrus geb. 4-10-1822 te Niftrik; geh. te Nijmegen met Johanna Hackfort; overl. 10-4-1887 te Nijmegen.

Hij woonde als bakker aan de Groote straat Zijn enige zoon was Hendrikus. 4. Hendrikus geb. 10-4-1825 te Niftrik; geh. 1863 te Balgoij met Maria Rosmalen.

16


Maria Donatha Wollen (1867-1944)

In Uw Sïbidsn wordt aarbrvolen

Bid «oor de Zie! van Zal.ger

PETRUS WOLTERS

HENDRIKUS WOLTERS JCEU, Mirta. joul, AngeU. Urtali.

i

;

t

Gedenk in Uw« gebeden de dei *ia «alij-T

Geboren 28 Augustus 1875 te Balgoy er* plotseling, doo' e-n noodlottig ongeval, overleden te N.jrr-egen, Parochie Hotert. 28 Septemb-r

1944.

voorzien

Soeur MARIE DONATA van Két^H. Hart van Jeaus. IM d* wereld 5b/

Anna Maria WoUcrs.

nbo'ren U Bil;oi| de 16* Juni I36T, Ingetreden fn het L'nuliMakUMitnr t« VenniJ 7 l u'.l 1S6H, f e pro ft tl 19 M i ar t IWZ, overleden, mcerihilen

,

geturkt door dt H.H. Sacramenten, de au October 1W*.

Heer, w!) danken U voor bet voorbeeld van ootmoed, arbeidiaamhetd en lief Je dat Sr. Donau, tholpcit door U" genade, ont gegeven heeft, «Mforijd deed lij hiar dagelijhiche

Koc »llt ei

plicht, ho« vo tcI'ngit<Ui"K w« «'J '«W »o« hel wel «• vn «an hur mcde-imten, hot onderdanig vu il J »*n bair «venten! Maar vooral hoc g» duld l* ca Intchikkelijk wat itj In de Ung* |»0m vin haar dekte, boe moedig en vol vertrouwen In de bange dagen, to*n de gevaren van all* kaaten «n* oairlrtfden en wij met haar •(!'on» brandend Jeruzalem noeitcn •luchten. Zij wal de «enige van om, di« to«a

door U werd opftfixpe» en ila ilacatoflcr van de trendijkt oortog &«t teven liet. Heer Jink, leid kur binnen. • •

net hemelKti Jemalem

Maria, glorie TM Jerualem, btd voor hi*r. H. Hart TI» Jms, op U vertraow ITt. Zoet Hart van Maita, «eci mijn toevlucht.

van

het Heilig Oliesel

t Zalig de man wiens hoop de Naam deï ijdelheden en valsche d^aosheden Plotsftling begaven mij ds krach len, ik r dg om naar menschelijVe hulp. maar vond die niet. Voor Uw geloovigeri, o Heer, wordt het levert verwisseld, niet weggenomen ei nadat het huis van d>t «jrdsch v»rbli|l is ontbonden, wordt m den hen-el een eeuwige woonstede verkregen

Hij was een man van g'ooi geloof en d ende Go J in oprechihe'd en eenvoud des harien. Dierbare Famil,eleden, bl<i't mij met liefde ged^n'nen en vergeet mij niet in Uw= gebeden

Gebed N*ig. o Heer, Uw oor naar onzi gebeden, waardoor wij ooimoedig U-*e barmhartigheid a'smee'-.c-i. ooddl G<| de Ziel van Uw dienaar HenrjriLus, die Gij uit de^e wereld hebt doen scheiden, in hel verblijf van vrede en licnl 'oog', doen wonun en haar deelgenoot Uwer hsiligcn golieli Ie maten. Amen Uw Jeiuv Maria. Jozef, laat mij Keiiig gezelschap in vrede ru

Prefect vin de H. F.m.lie. Lid der Broede'ïcHjp van S'. Corne'iu:

Lid der Broedsrschap v d Processie n Kevelaar Echtgenaol van PttrontlU Janiion DuUn

Geboren 2 Februari 1971 t- Balgoy Overleden Ie Nijmegen paroch.e Haisrt 28 November 1<)45.

de laatste H H. Sacrame-ile-i en begraven l Dec-ïniber d a v op het R. K KeV<ho[ »ldaar. De*e man w^s een fechlvsardige Z'jri tevsn werd gedragen dooyrijn stoer geloof In rijn Icinderoogen glansde de. eenvoud van zijn Z'jtv»ra ziel God heeft in tierrt 't beeld gebeiteld van zijn Zoon De laagte hand werd gelegd op z^n langdurig en pijnlijk ziekbed Hij hee't met Christus geleefd en g-leden, h.j ral ook met Chriituï verrijzen en heerschen Lïten wij bidden voor z : jn ziel, opd^it zij, zoo noodig.

van rj; laatste sneuen moge ge^-jiverd worden en het eeuwig lichl bmnenf-den Dierbare kinderen, ik dank U voor di liefdevolle verpleging gedurende mijn ziekte Vanuil

dïn hemef »1 ik hè'. U vergelden. G«b«d. V/i] bidden U, o. God, verlean aan Uw

d'enaar

Petrus vergrff-nis van jijn ïonden

en slrafEen en l»ït hem dïïl hebben in hei geluk van Uw

uitverkorenen

D.t smeeken w.j door

Christus onzen Heer. Amen

17


Ardina Wolters (1867-1919), echtgenote van Hendrikus Gelap.

Albertus Wolters (1878-1949), ongehuwd.

18


NIEUWSBRIEF

juni 1988

NIEUWS VAN HET MUSEUM Op 7 mei werd het Streekhistorisch museum Tweestromenland officieel geopend door burgemeester Pröpper van de gemeente West Maas en Waal. Het was een stralende dag met talrijke genodigden. De voorzitter van de museumcommissie, de heer J. van Wezel, heette de aanwezigen van harte welkom. Hij prees de weergoden voor hun welgezindheid, en gaf daarna het woord aan de voorzitter van de Hist. Ver. Tweestromenland, de heer J. Alkemade. De heer Alkemade ging in op het fenomeen

museum, de snelle groei van het aantal musea en haar bezoekers. Het jaar 1988 is uitgeroepen tot museumjaar maar toch bemerkt hij symptomen van een crisis tegen de achtergrond van een veranderd museum-beleid. Het aantal musea groeide vanaf 1945 tot 1987 van 230 naar de 550, en het aantal bezoekers van 2,6 miljoen in 1950 naar de 17 miljoen in 1987. Volgens minister-president Lubbers is Nederland het land met de grootste museumdichtheid maar dat klopt niet: in Europa komen wij slechts op de 8ste plaats. Deze explosieve groei is volgens de heer Alkemade het gevolg van particulier initiatief. Bijna iedere gemeente heeft wel haar eigen historisch museum, in Maas en Waal ontbrak deze nog. Gingen vroeger alleen mensen met een hogere opleiding naar het museum, heden ten dage is het museum voor iedere opleidingscategorie. Het nieuwe museumbeleid is echter marktgevoeliger geworden, bezoekcijfers worden een dreigende kracht achter het museaal werk. Sponsoring is het smeermiddel en de benzine van de museale motor. De auto is er, maar de benzine nog niet. We staan voor een turbulente tijd. Geen museum kan bestaan zonder benzine, en benzine is geld. Als 'Camp/na' onze ijstijd moet gaan sponsoren en de De/a' de prehistorie dan zijn we niet op de goede weg. Van de overheid is niets meer te halen en voor de gemeentebesturen zijn de museumdirekteuren heel bang. Om een complex te bouwen ging al een Mondriaan in de verkoop. Ik zie het al, voor één voetbalveld één schilderij, voor twee voetbalvelden twee schilderijen, en voor een heel complex het hele museum. Wat betreft ons museum in Maasbommel, in 1965 werd er al over gesproken binnen de historische vereniging zodat de museumgedachte levendig bleef, vaak heeft het bestuur

de vrijkomende gebouwen bekeken en nader besproken, en museumleden kwamen en gingen. Door de herindeling van gemeenten kwam het gebouw in Maasbommel vrij, inmiddels stond Boldershof leeg, pastorieën kwamen leeg en zelfs kerken. De gemeenten begonnen aan ons te trekken en wilden wel een museum binnen hun grenzen hebben. De uiteindelijke keus viel op Maasbommel. Onofficieel in 1987 al opengesteld, nu de officiële opening. Het begin is er, doch het is nog steeds in opbouw. De heer Alkemade bedankte hierna een aantal mensen voor hun geweldige inzet bij de totstandkoming van het museum, met name de direkteur, Therus van Sommeren en zijn helpers de heren Wim van Ooijen, Geert van Gelder en het echtpaar Berris. Ook voor de dames van de werkgroep streekdracht en mode, die gekleed waren in kleding van begin 1900, was er een kompliment (zie foto elders). Hierna was het woord aan burgemeester Pröpper, die zich afvroeg of de hedendaagse mens zich nog wel met het verleden bezig wilde houden. Hij is immers veel meer bezig met de werkelijkheid en heeft weinig tijd. De vorige spreker, de heer Alkemade, heeft daar al een antwoord op gegeven en gezegd dat de hedendaagse mens toch ook wel eens terug wil kijken. In dit opzicht biedt de historische


Opening museum 7 mei 1988 door burgemeester Pröpper van de gemeente West Maas en Waal en de heer Alkemade, voorzitter van de Historische Vereniging Tweestromenland. Foto: Jan Rikken, Dreumel vereniging een uitzicht en hebben musea een Na beëindiging van de toespraken gingen de unieke funktie. De geschiedenis van deze aanwezigen al wandelende naar het 200 meter verderop gelegen museum en boven streek is het ook waard eens geanalyseerd te aangekomen bij de ingang van het museum worden. We kunnen lessen trekken uit het heeft burgemeester Pröpper met het verwijverleden. Wij zijn verheugd dat het museum hier in Maasbommel is gekomen en daardoor deren van de vlag 'Nederland Museumland' het museum daadwerkelijk geopend (zie het oude raadhuis een waardige bestemming heeft gehouden. Moge Uw inspanningen foto). De reacties van de genodigden op deze dag vruchten afwerpen opdat het verleden ook in alsook van de bezoekers op de volgende de toekomst mag bloeien. dagen waren zeer lovend voor al het werk dat wekenlang, vaak tot diep in de nacht, door de Van de aangeboden mogelijkheid om ook het woord te richten tot de aanwezigen heeft vele medewerkers is gedaan. wethouder J. Verbeeten van de gemeente Het wil beslist niet zeggen dat het museum nu 'af' is, er moet nog veel werk worden gedaan Wijchen gebruik gemaakt. In zijn bewoordingen dacht hij met weemoed om te komen tot realisering van het diorama terug aan de gesprekken met het bestuur van ('n soort maquette over de vroegste bewoning de historische vereniging over een mogelijke van onze streek) de afwerking van het dialokatie in de gemeente Wijchen. Toch komt hij klankbeeld en tot slot het aanbrengen van het graag naar Maasbommel om de vereniging te vijf-delige wand-display voor het showen van prentbriefkaarten. Mankracht én vrouwkracht feliciteren met hun nieuwe museum. Het is een streekverrijking. Na een compliment aan zijn onmisbaar om het museum te vervolmade dames van de werkgroep met de prachtige ken en momenteel is de commissie dan ook aanwinst van de mooie costuums, onderblij dat inmiddels 2 nieuwe leden hun medestreepte de wethouder zijn felicitatie met een werking hebben toegezegd nl. mevr. L van geldbedrag dat door de gemeente Wijchen Welie-Sas en de hr. G. Rooyakkers. Om onze collectie verder te kunnen uitbreiden verzoezal worden overgemaakt.


ken wij iedereen die voorwerpen heeft, deze aan vereniging of stichting te willen afstaan, eventueel in bruikleen ten behoeve van het museum of streekdocumentatiecentrum. U kunt hierover kontakt opnemen met het secretariaat of medewerkers, telefoon allen onder netnummer 08894-16247 of

succesvol te doen slagen. De werkgroep waardeert de medewerking die zij heeft mogen ondervinden van de Ned. Genealogische Vereniging en van haar afdelingen 'Kwartier van Nijmegen' en 'De Betuwe'. Particuliere medewerking werd verleend door de heer J.W.J. Bouwman uit Ede met zijn computer 17461 of 15644 en ook bij 08879-1535. informatie, de heer A. Holla uit Cuijk met zijn Tot ziens in het museum. heraldische informatiestand, en de heer J.W. van Dongen uit Zeeland die zowel beginnenH. Berris de maar pok gevorderde stamboomonderzoekers wist te attenderen op zijn 'Latijns woordenboek'. In de entreehal was onder leiding van de heer T. Tielen uit Nijmegen een BATENBURGSE DAG en expositie ingericht die eveneens goed in de OPEN MONUMENTENDAG belangstelling stond. Medewerkers van de Hist. Ver. TweestromenVanuit de historische vereniging wordt medeland waren aanwezig met de boekentafel en werking verleend aan de Batenburgse dag op zondag 31 juli a.s. en aan de Open Monu- de documentalisten van het documentatiementendag welke op zaterdag 17 septem- centrum wisten aan vele vragen en verzoeken te voldoen. De werkgroep vormde met haar ber wordt gehouden. Het is de bedoeling dat 'Tweestromenland' tijdens de Open Monu- fichesbestand van ruim 35.000 stuks de mentendag die elk jaar zal worden gehouden, hoofdmoot van deze dag. Een enquête leverde enkele goede wenken en suggesties op wisselend haar medewerking zal verlenen aan de vijf gemeenten in haar werkgebied. die t.z.t. bij de volgende gelegenheid (1e lustrum) daadwerkelijk zullen worden ingeVoor het jaar 1988 is Beuningen gekozen. past. Al met al kan terug gezien worden op Tijdens de Batenburgse dag en Open Monueen goed geslaagde contactdag die zowel mentendag is de vereniging aanwezig met een of twee foto-exposities en met haar voor de bezoekers als ook voor de organisatie zeer succesvol is geweest. boekentafel. NAJAARSEXCURSIE

DOCUMENTATIECENTRUM

De evenementen commissie heeft voor het najaar haar jaarlijkse uitstapje gepland.

De openstelling van ons streekdocumentatiecentrum in de benedenruimte van het gemeentekantoor (Kasteellaan 24 te Wijchen) zal in de komende maanden juli en augustus niet doorgaan i.v.m. vakantie en inrichting. Onder voorbehoud zal op woensdag 7 september a.s. het centrum weer worden opengesteld en zoals bekend elke woensdag van 14.0O uur tot 17.0O uur. De officiële opening zal t.z.t. plaatsvinden, dit zal tijdig in de volgende Nieuwsbrief worden vermeld. Voor informatie kan men bellen

Datum: ZATERDAG 24 SEPTEMBER.

Er zal - onder enig voorbehoud - een bezoek worden gebracht aan Oudenbosch (Zouavenmuseum), Bergen op Zoom. Meer informatie in de volgende nieuwsbrief. Verslag van de vierde Maas en Waalse genealogische dag

08894- 16247.

Op zaterdag 16 april heeft de vierde genealogische dag van de werkgroep Maas en Waalse geslachten zich in een groeiende belangstelling van vele genealogen mogen verheugen. Omstreeks half tien meldden de eerste bezoekers zich al bij de ingang van het kasteel in Wijchen, waarin voorde derde maal de genealogische dag is gehouden. Burgemeester Steegmans van de gemeente Wijchen, opende met een kort woord deze dag die bij 225 bezoekers in de belangstelling stond. De gastmedewerkers verleenden op uitgebreide schaal hun medewerking teneinde deze dag

Kort verslag van de Algemene Ledenvergadering

Zoals aangekondigd heeft op dinsdag 3 mei in Hotel-café Jurriêns te Beneden-Leeuwen de jaarvergadering plaatsgevonden onder voorzitterschap van de heer Alkemade die zowel de vergadering van de Historische Vereniging als van het Streekhistorisch Museum heeft geleid. Onder dankzegging aan de samensteller, de heer A. Kamerman, is het verslag van de jaarvergadering van 28 april 1987


goedgekeurd. Het jaarverslag over 1987 was voor de aanwezigen beschikbaar en gaf uitgebreid informatie over de aktiviteiten van de verschillende secties en werkgroepen van de vereniging als ook over het museum met daarbij een financieel verslag van vereniging en stichting. De kas-controlecie, bestaande uit mevr. A.J.J.M. Thijssen en de heer J.P.A. Daverveld maakten via een schriftelijke verklaring bekend dat de boeken zijn gecontroleerd en goedbevonden. Van de aftredende bestuursleden tw. mevr. G.Y.M. Derks-Klabbersen de heren W.M.G. Arts, W.M. Frentz en A. Kamerman, stelden mevr. Derks en de heer Arts zich weer herkiesbaar en werden bij acclamatie herkozen. De heren Frentz en Kamerman werden met woorden en materiele giften bedankt. De nieuwe kandidaten, de heren G. van Gelder en R. Sauter, zijn daarna met applaus gekozen voor zitting in het bestuur. In het museale verslag bracht voorzitter Alkemade naar voren dat na veel vergaderen in het verleden de plaats Maasbommel is gekozen voor lokatie van het museum en als rechtspersoon is het museum in een stichting ondergebracht. Het bestuur wordt gevormd door de volgende personen: J. van Wezel, voorzitten J. van Dinter, vice-voorzitter; H. Berris, secretaris; mevr. W. Berris-Visschers, penningmeester en vervolgens de heren Mr. W. Bunnik, Drs. J. Dekkers, B. van Elk, G. van Gelder, W. van Oijen, W. van Sommeren, J. Visker en Drs. C. Visser. De voornoemde kascommissie heeft ook de kascontrole gedaan voorde stichting, waarna penningmeester mevr. Berris-Visschers is gedechargeerd. Voorde kascontrolecommissie is mevr. A.J.J.M. Thijssen aftredend. Zij wordt opgevolgd door de heer A. Kamerman, die samen met de heer J.P.A. Daverveld de nieuwe kas-controle commissie vormt. Teneinde tot fondsvorming te kunnen komen is het in het afgelopen jaar de stichting 'Vrienden van het Streekmuseum Tweestromenland' opgericht waarin zitting hebben de heren A. Sengers, Mr. W.M. Bunnik en J. van Wezel. Iedereen kan donateur worden van deze stichting voor f 10,--per jaar. Tijdens de rondvraag wordt de vraag gesteld of het Streekdocumentatiecentrum ook op de zaterdagen open gesteld kan worden. Een antwoord maakt duidelijk dat als er een eigen ingang komt het wel de bedoeling zal zijn om t.z.t. open te gaan. Een ander vraagt hoe de samenwerking met 'Baet en Borgh' is. Uit het antwoord blijkt dat zodra de nieuwe voorzittervan 'Baeten Borgh' wat is ingewerkt

er een bijeenkomst zal worden georganiseerd. Tot slot maakt de heer Van Wezel de aanwezigen kenbaar dat het museum op 7 mei officieel zal worden geopend. Met de voorgestelde contributie verhoging (van / 25,-- naar f 30.per jaar) ingaande per 1 januari 1989 is de vergadering accoord gegaan. In 1989 hoopt de vereniging haar zilveren jubileum te vieren en dit zal o.a. gepaard gaan met een extra of een extra dik nummer van ons tijdschrift en met een boek in de Tweestromenlandreeks wat een vervolg zal worden op het eerste deel van de 'Stoomtram in Maas en Waal'. De voorzitter stelde de vraag (en bij deze ook aan U) dat suggesties voor dit jubileum kunnen worden ingezonden bij de secretaris van de vereniging de heer W. Arts. Onder dankzegging aan de aanwezigen sluit voorzitter Alkemade de vergadering.

INZENDING KOPIJ NIEUWSBRIEF EN TIJDSCHRIFT

voor nummer 58

Mededelingen en artikelen dienen vóór5 juli 1988 binnen te zijn bij de redactie of het secretariaat van de vereniging.


De dames van de Werkgroep Maas en Waalse Streekdracht en Mode. V.Ln.r.: Bets Sellink, Lies Wijnacker, Lies van Welie, Etta Laming en Wies Berris. Foto: H.M. Betris 'HET SPIEKER'

Schenkingen die wij in ontvangst hebben genomen in de afgelopen periode: Van de Fam. Reynen, Puiflijk; 1 zwarte wollen omslagdoek ovaal model, zonder franje. Fam. Van Oss-van Hulst, Druten; 1 veren schudbed met tijk. Mevr. Verhoeven-Peters, Wijchen; 1 waterketel, grijs-gewolkt emaille, 1 glas in lood onderdeel van 'n lamp, 1 wetplank, doos met scheerbenodigdheden, weckketel met rooster, koffiepot, kopjes, schotels en melkkan. Uit boerderij van 1772, Woeziksestraat 247, (inmiddels gesloopt): 1 gootsteen graniet, 1 stel bedstededeuren, 1 deur naar opkamer, 1 stel deurtjes naar kelder en 1 raampje voor doorlaten licht door middel van lantaarn (was bevestigd boven deur tussen voorhuis en deel), eveneens bovenlicht van voordeur. Dhr. Alkemade, Ewijk; originele aankondiging van instelling van een dijkwacht uit 1840. Mevr. Tielbeek, Venlo; Doopjurk ±1900. Mevr. Kamerman, Wijchen; 1 witte keper damesonderrok met linten. Dhr. W. Arts, Wijchen; 6 antieke borrelglazen uit 1888 en 1 Batenburgse munt geslagen in 1616. Kees van Hulst, Beneden Leeuwen; fornuispot, plattebuiskachel pomp, bokkenkar en houten korenschop. Burgers uit Wamel; gereedschap uit Radmakerij.

Martien v.d. Pol, Boven Leeuwen; uit hoepelmakerij; snijbank, trekmes, kloofmes, 3-klover, hoepelringen. Harrie Stevens, Druten; uit smidse: zelfgemaakte hoefijzers en gereedschap. Bep Visschers, Puiflijk; 1 rail met toebehoren voor dia-kamer. Fam. Rispens, Wijchen; 1 houten melkemmer en oude knopen. Mevr. Savelkous, Appeltern; bruin geëmailleerde waterketel, stijfsel, knopen, fietstassen, paspop en zwarte rouwvoile's. Er is een beginschenking van ±400 bidprentjes en ±20 ansichtkaarten. Dhr, Nooteboom, Winssen; 1 oud modeblad, 1 rieten reiswieg en 1 foto uit Beuningen uit ±1910 (schoolfoto) komt in de rubriek Oud Maas en Waal in beeld. Tevens van Dhr. Nooteboom in bruikleen: 1 rieten kinderwagen met houten wielen en 'n kinderdriewieler beiden van ±1905. Verdere bruiklenen: Mevr. Visser, Druten; 5 boordeknoopjes, goud op zilver. Bernadette de Leeuw en Jan van Kraay, Alphen; 1 looprek ±1900. Fam. Burgers, Beuningen; 1 zwarte damesmantel met kant aan zoom, mouwen en kraag jaren '20.1 grote hoed met rand van wijnrode/ rose tule met corsage's van rozen. ±1912. Gebr. v. Swam, Boven Leeuwen; 1 buigbank v.d. hoepelmakerij. Van Jagtenberg uit Dreumel: 1 schootplank,


mand met fles, pikmes en ander klein gereedschap v.d. mandenmaker!]. Fam. Mulder, Blauwe Sluis; aambeeld van smidse. Fam. Soetekouw, Appeltern; 1 heulbank en ander gereedschap v.d. klompenmakerij. Fam. v.d. Zwalem, Wijchen; o.a. spakenbank en schaafjes v.d. radmaker. Dhr. W. Steeg uit Eist; gereedschap huisslachter. Mevr. Janssen-de Haan, Wijchen; foto echtpaar De Haan Âą18...? Mevr. Janssen-Janssen, Bergharen; zwart wollen damesmutsje 1850 Dit was een hele waslijst, hebt U nog iets wat past in ons museum of documentatiecentrum, bel: 08894-17461, 08879-1535, 08894-16247.

VRAAG EN ANTWOORD RUBRIEK

In de Nieuwsbrief worden vragen opgenomen op genealogisch en ander gebied. Vragen (met antwoord postzegel) en antwoorden dienen te worden gezonden naar Administratie van de Nieuwsbrief, W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen. 39. Originele nummers tijdschrift. De beheerder en medewerkers van ons documentatiecentrum zoeken de orginele nummers van ons tijdschrift Tweestromenland vanaf nr. 1 t/m 19. Indien gewenst maken wij gratis een copie van de door U toegezonden originelen zodat Uw verzameling compleet blijft. Uw reaktie aan bovenstaand adres.

6

Werkgroep Maas en Waalse Streekdracht en Mode De werkgroep heeft zich de afgelopen periode bezig gehouden met het na(maken) van kleding die gedragen werd in het begin van deze eeuw. Het museum heeft dit jaar als onderwerp 'bewoning' wij hebben getracht door middel van een tafereel dat varieert van 'de was' keuken, slaapkamer via de huisnaaister daarvan een indruk te geven. De zwarte kleding is authentiek en eigendom van onze vereniging evenals wat schorten en ondergoed. De wasvrouw, baakster, huisnaaisteren enkele kinderen zijn gekleed naar voorbeeld van oude foto's en aanwijzingen van enkele mensen. Deze kleding is tot stand gekomen mede dank zij de vakkennis van Mevr. Wijnackerv.d. Zwalum en hulp van de andere medewerksters. Met de inrichting van de zaal 'Streekdracht en Mode' is een zeer drukke periode afgesloten. Niettemin hebben 5 dames van de werkgroep nog kans gezien om voor zichzelf een costuum te maken zoals rond de eeuwwisseling in deze streek bekend was. Zelfs de 2 poffers zijn door hen zelf gemaakt en oogstten daarom veel bewondering toen die bij de opening van het museum gedragen werden. Zie bijgaande foto die genomen is op de trappen van ons museum te Maasbommel. Wij hopen dat U het resultaat van de inspanningen in ons museum komt aanschouwen, tot ziens. Wies Berris


A. Vermeulen

Vilders in Alphen 'Wees voorzichtig met spek en worst' zo waarschuwde in September 1878 de redactie van de 'Tielse Courant' zijn lezers. Aanleiding voor deze tip waren de praktijken van een vilder uit Alphen die goede zaken deed met het opkopen van varkens die gestorven waren aan de varkenspest Ook vanuit de naburige dorpen werden de zieke varkens al of niet dood opgekocht Zelfs varkens die twee dagen dood en begraven waren werden opgedolven en door de Alphense vilder met graagte tegen ƒ l ,50 è ƒ 2,- per stuk afgenomen. Rond zijn huis lagen tientallen dode varkens terwijl daar niet ver vandaan enige vrouwen zeer ijverig bezig waren met het stoppen van worst. Grote partijen van deze lekkernijen werden in Dreumel op de stoomboot geladen voor vervoer naar Den Bosch, Oss, Utrecht en Arnhem. Tot slot schrijft de redacteur 'Het is een wonder dat de politie hier niet op let'. De heer P. H. Hoogstraten (8 7) te Alphen had over dit krantebericht nooit gehoord, wel dat het vroeger bekend was dat varkens die aan de vlekziekte gestorven waren, begraven, na twee dagen weer een blanke huid vertoonden. Ook door toevoeging van azijn kon er wel wat gedaan worden aan de kleur. Van verhaaltjes uit vroeger tijd weet Hoogstraten dat er voor 1900 in Alphen twee vilders waren. Of deze mensen zelf hun waar ook bewerkten kan hij niet zeggen; wel weet hij dat paarden slechts met grote moeite voorbij de huizen van de vilders geleid konden worden. Zo gauw ze de reuk in de neus kregen werden ze onrustig en wilden niet meer verder. Na 1900 waren er zeker geen Alphense vilders meer werkzaam, hun werk was overgenomen door 2 koudslagers uit Oss. Rond die tijd, tot de oorlog' 14-' 18, gingen er veel getrouwde mensen uit Alphen naar de omgeving van Rotterdam om te helpen bij de hooioogst Door de week hadden ze maar een hondeleven; ze moesten voor hun eigen kostje zorgen en na een dag van hard werken

kropen ze maar bij een boer in het stroo of hooi voor een korte nachtrust 's Zondags was dat anders, dan werd er grif niet gewerkt; wel moest men ter kerke in Rotterdam. Daarna gingen hele groepen die elkaar goed kenden naar de herberg om te eten en te drinken. De hele week hadden ze voor zich zelf moeten zorgen, maar op zondag wilden ze dat een ander voor hen zorgde. Zo hadden ze op een zondag weer eens goed gegeten en er werd waarschijnlijk onder het genot van een borreltje nog wat nagepraat. Zoals dat gaat, de een praat meer als de ander, de anderen luisteren dan maar zo'n beetje (allemaal tegelijk praten kun je niet, tegelijk zingen wel). Vooral over het vlees was men erg tevreden; het was van topklasse. De herbergier werd er bijgehaald om hem te vragen van waar hij vlees betrok. De man was zeer vlot met zijn antwoord: 'Uit Oss'. De mensen uit Alphen hadden toen niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk hun buik wel vol. De heer Hoogstraten weet niet of dit zomaar een vertelsekje was, maar toch . . . . Hildebrand uit Oss kwam altijd met een grote hittekar het dode vee ophalen. Hoogstraten ziet het nog gebeuren. De hit uitgespannen, de burries omhoog, een touw om de koe met de kop naar voren en dan aan de voorkant van de kar maar trekken totdat het grootste deel van de koe op de kar lag. Dan de burries weer naar beneden trekken en klaar was Kees. Er was altijd volk genoeg om daarbij te helpen. Wat er verder met dat cadaver gebeurde? Ze zullen er wel afnemers voor gehad hebben.


Tot zover de heer Hoogstraten n.a.v. het krantebericht uit 1878. 21 Jaar later in 1899 zien we weer een bericht over een ergerlijk misbruik in Maas en Waal. In Druten werd het dode vee, soms als het al een paar dagen begraven was, opgekocht door worstfabrikanten, die voornamelijk uit Oss kwamen maar waarvan er ook minstens één in Druten woonde. Deze persoon bracht laatst nog een vracht van 115 kg naar Nijmegen. In Druten zelf kon men dit vlees niet kwijt, tenminste niet aan de gegoede burgerij. Wel gebeurde het maar al te vaak dat een gestorven stuk vee, notabene door de dorpsveefondsen ten bate van de arbeiders werd uitgepond. Het meeste van dit 'vlees' ging echter naar de grote steden. Slechts enkele burgemeesters hielden er de hand aan dat zulke dieren eerst door

bevoegde deskundigen gekeurd werden om te zien of er tenminste niet sprake was geweest van een voor de mens nadelige ziekte. Het was hoog tijd dat de Maas en Waalse burgemeesters veel strenger op gingen treden tegen deze wantoestanden, aldus de Tielse Courant Of de Maas en Waalse burgemeesters toen strengere maatregelen genomen hebben is niet bekend wel verscheen er november 1906 weer een kon bericht over een onhygiënisch transport in Leeuwen. In Leeuwen werd een jongen door de veldwachter aangehouden omdat hij geen licht op zijn hondekar had. Voor de kantonrechter in Druten, die er zo terloops naar vroeg, verklaarde hij dat hij er twee opgegraven varkens mee had vervoerd die bestemd waren voor een exportslagerij.

Foto gemaakt bij de opening van ons museum in Maasbommel. V.l.n.r.: burgemeester Pröpper van de gemeente West Maas en Waal, mevrouw Pröpper, de heer Berris, secretaris van het museum, de heer J. van Wezel, voorzitter van het museum en uiterst rechts de heer J. Alkemade, voorzitter van de Historische Vereniging Tweestromenland.

8


10. Maria Hendrika 9-12-1881 te Balgoij

overl. 30-6-1936 te Hatert aan buikvliesontsteking.

1935 te Hatert met Fredericus Albers geb. 24-2-1910 te Hatert, overl. 7-4-1980. Kinderen:

a. Petronella geb. 27-6-1935. De volgende generatie vestigde zich in het

begin van deze eeuw in Hatert waar Petrus een boerderij had waar ook volgende generaties woonden tot deze afgebroken moest worden in het kader van een bestemmingsplan. De laatste boer, Petrus' kleinzoon woont thans in de gemeente Ravenstein en daar hij niet getrouwd is, lijkt er aan drie

eeuwen boerenbedrijf een eind te komen. De naam Wolters is uit Balgoij verdwenen, doch kunnen de Francissen aldaar andersgenaamde afstammelingen van de eerste Franciscus Wolters zijn.

Petrus Wolters Kinderen van Petrus Wolters en Petronella Janssen Daalen:

1. Maria geb. 16-3-1906 geh. 15-5-1930 met Cornelis Albers. geb. 21-10-1906 te Haten. Zij woonden aanvankelijk te Neerbos later in Hatert. Kinderen : a. Petronella Maria geb. 9-5-1931, Neerbosch. b. Maria geb. 29-10-1932 te Neerbosch. c. Cornelis geb. 25-3-1934 te Hatert. d. Hendrika Petronella geb. 10-61935. e. Petrus geb. 25-10-1938 overl. 25-51966 te Lourdes; begraven 2-6- 1966 te Nijmegen. f. Elisabeth Hendrika geb. 14-2-1942 te Hatert. 2. Antoinette Maria geb. 22-12-1908 te Hatert overl. 3. Hendricus Cornelius geb. 3-1-1910 te Hatert overl. 4. Antonius Cornelis Wolters geb. 22-51911 te Hatert geh. 9-5- 1936 met Johanna Catharina Maria FĂśllings geb. 13-9-1912 te Neerbosch. Hun kinderen volgen hierna. 5. Maria Henrica geb. 2-9-1913 geh. 27-4-

b. Henrica geb. 7-1-1938. c. Marian geb. 27-5-1949.

d. Fredericus Cornelis Petrus geb. 2112-1942 te Hatert. e. Henricus Fredericus Maria geb. 237-1944 te Hatert. f. Petrus Wilhelmus Maria geb. 28-91946 te Hatert. 6. Antoinetta Maria geb. 5-3-1915 te Hatert geh. 26-11-1938 te Hatert met Gerardus

Wilhelmus Adrianus Lelivelt geb. 17-31914 te Beuningen. Kinderen: a Petronella Wilhelmina Elisabeth geb. 27-11-1939. b. Antonius Gerardus J oseph geb. 101-1943 te Hatert, overleden. c. Petrus Adrianus Antonius Maria geb. 16-9-1945 te Hatert, overleden. d. Gerarda Antoinetta Wilhelmina Maria geb. 1-10-1947. De kinderen van Antonius Cornelius Wolters en Johanna C.M. FĂśllings 1. Petronellajacoba Wolters geb. 7-2-1937 te Nijmegen-Hatert geh. 5-9-1962 met Antonius Cornelius Peters geb. 26-41935 te Nijmegen- Hatert. Kinderen: a. Antonius Petrus Maria geb. 16-51964 te Nijmegen. b. JosĂŠ Johanna Maria Jacoba geb. 10-11-1965 te Nijmegen. c. Petronella Francina Maria geb. 86-1969 te Nijmegen. d. Wilhelmus Gerardus Maria geb. 94-1977. 2. Petrus Wolters geb. 4-3-1938 te Nijmegen-Hatert geh. 3-6-1965 te NijmegenHatert met Wilhelmina Christiana Bartelsgeb. 26-5-1939 te Nijmegen-Hatert. Kinderen: a, Antonius Petrus Gerardus Wolters geb. 22-3-1967 te Nijmegen-H aten.

19


Hendrika Wolters (1881-1936), ongehuwd.

b. Gertruida Jakomina Bartolomina Wolters geb.4-10-1969. 3. Jacoba Petronella Maria Wolters geb. 79-1939 te Nijmegen-H aten geh. 4-71963 te Nijmegen-Hatert met Henricus Cornelius Maria van Dijk geb. 9-101939 te Nijmegen-Hatert. Kinderen: a. Johannes Wilhelmus Maria geb. 17-6-1968 te Nijmegen-Hatert. b. Marianus Antonius Petrus Maria geb. 28-8-1964 te Nijmegen- Haten. 4. Antonius Johannes Maria geb. 7-111940 te Nijmegen-Hatert geh. 16-91966 te Malden met Elisabeth Alberdina Maria Straten geb. 15-8-1941 te

Malden. Kinderen: a. Anna Antonia Theodora Maria Wolters geb. 7-7-1967 te Nijmegen, b. Elisabeth Magoda Maria Wolters geb. 20-3-1969 te Nijmegen. 20

c. Antonius Gerardus Maria Wolters geb. 14-2-1972 te Nijmegen. 5. Johannes Antonius Wolters geb. 15-21942 geh. voorjaar 1964 in Ontario, Canada waarheen hij geĂŤmigreerd was. De daar geboren Wolters telgen zijn: a. Johannes Wolters 13-7-1965. b. Elisabeth Wolters 11-6-1969. c. Margaretha Wolters 28-11-1970. d. Charles Wolters 26-10-1973. 6. Johanna Antonia Maria Wolters geb. 711-1943 te Nijmegen-Hatert; geh. 2910-1965 met Marinus Wilhelmus Art geb. 18-7-1936. Kinderen: a. Gerardus geb. 30-8-1966. b. Johanna J.J.H.M. geb. 11-2-1968. c. Antonius T.M. geb. 8-12-1969. d. Anna Maria geb. 3-8-1971. 7. Maria Elisabeth Wolters geb. 3-4-1945 te Haten geh. 24-9-1967 te Hatert met


Doadol uojurrrou* Uia-1* liwidrllu w«l-

• IBCIM Vflft AftnlalH t* ItatttrriM

trtCB, o*urluit«A t» tiljMBtfwi Op 30 Ju-

IS.Inmh» lnlnr« 'ipnnrbnnk llnutpnrtct

r.

UT,M

E3T*M

ni IOSÜ. uuur noujl» 'in.U. V«n l'ol tu i;lj«u««m 1« vaar <l«u liMdvL outvut-

ir.ltiirttnni t" Ton»« <m TMI rt* |'lin.l«.'«.fj-ii Il.llirt Tnn

J» r uit t» II 111 rap

»•">!

17.ÏHT.nlt« InUffn Kl]Xn[Ki«tiipnfir«nnk

l.ViJi uw ..Mut.*rdi.M«h* it»nJc h-1 »ulJo i>.;Oud bij dU buiüc >d f.

1(1,11-

^.Inxulcw *>.rxll*urintf BOUI.MMI H.hurUiiu» iv ïorwa

l il, 50^

3tMi.il In du.i bo*J«l n-VoiKlun Guntunlun

111,30

t<fltlli-i* Hart in tltltruv

l.Jnicalt* vurillvt.rlR« «oupbAH t>routilu Ji.tu«blut RO.tnxnh» T»mlTnrtnf> nmjpiwii n.Knrttnuii \» vorm» i»n

l* .rntiw* ll.Vlnuuattu* • fvulo t» «Ion llaug, »r«KOl»-

It.tfftthBUN

*lt«lB

a?,oa".

el»gu« vuii -.u»UU *• liotturtlM* 1

M, In r, «k» <r*Fx1lv*rlnR eoupon* tllnntminrlnonn Tin l'nflw

>!!•-

t* »'*«>trla)it «n t'nmahlit H. F m 111* t« ilrni "nrw

k u bljxun^urii K.u»kB0liuol »uw widur»! Jx»»ukun iwi lobi'tt'iOu i-uiiid

^, 31,1B'

bia.— tl .Mt

Inruk* »«r*ll-»«riVvr em«f«ini* llllrtonH''!!*

.it.ottllinn

I*,b5v

TotMl d«r nittTnnciten

f.

543?,T3

t.

<lf.,50

P««F not»rl* ton 1"tl !• T««T rtan bo-dm h*tnnldi ü<*»h-li*

Q,!i6' lijk tiflr»! Innk" ju h llnlc»n wr^oop uLti-r»fl«H nnilar

U.Idiuk- vw^tl*.,rln^ UMI P >II> M f.,ro«Ut« IMunllU tu '« Ciüf-iJiut/u

l'j.50

-.iirna

Klimt

e.Aun DriYnmotr t« "IJMK^OII

16,—^

J.Ann r*.7»n Itnrn tn M Jn«R«a

HHt,—"

Lu.In«uku vurïUVurlRu.|t>4"rtti.<.xlut«u\.l Ja»n l'urouhlu

«.*•« ink««*t*<>k*i«*UM«

iMiui-tlnui. U i.orw»

fl.Aiin Ur.«a Knt tn ' f lJn«r»Hf Tot 1.1.11

L1.V..H J.4» I t r u l j n , r«i.li.um.tur U U,iLi:ay p«olil ult*rtuwrH «nuur <i»uiit

n.—____\ f M"_

M.Ol 1 "

r.

ion.—

r.

r-rft»,TS

r>>nr n •)t nr l (t tnn !'»! IR -r^or fl*n tifi»<1<-l ontvnn/;nn

r. ^ir,T,-F3 lïWj.M

^-l*.na"

fm

natnrl» t«m i'.il is wi>r ^«t bo«"lBl

ih,!,t«.rt In kn* hl J n«titrl n t>n i-nl

V^rrior l* »r nnr '"» h*t(tl"»n i '

ft,;.iin dm Hn»r li,«olti»r« mtfon» <tr<nr h«n 100p dPii luuwkjn-t.Jt. joi.rnehnl.iii u t.ljmcon, U.)-ri.«-

bwCnl bntn-ilrt" ichul'Unt

ARK h«l C«Bl»10ffF,t«k«BhtiU Ann WKrir"hliik(> n (Mn

A«n kootflit hlrtnrsntj*»

r.

RO.XS '" 12^.tO *

S.-- ^

Afin At *•<). (tf.p**!i-Brortio««i Tior lljk*™-

p*n

ln.« -

Ann U-ll«»i-liJ t* VljMRon l/e r*r»:.nlnr.

• In wik-) pnnd |lAt«rtnebBir*i;

UJkkfvl ."Mnnn

, .

l<t,*a • /;

aBflo -^

'••

l

J

'

' i ..•' -

f, Clü.ïl

b.Au U*J. HU^h^th VolUr» U KIJntnAn

0«nm

f,^ JftH, S, S^

a»KtA»rt

f.

49M.M

ll*t URMBt *«n 1«ti n*«r lUnilrltnii i:filt«r» -mn *» h» l ft Vrat h»» Huli en "rf nitn ri*n 1I»t«rtmih<*ri'-(ir ni»t d«

h»irt TM *•« Inb-wdul U riXMikt vrij «nn »uo«f.*liir»«htfln 4* itcnviur* T*rorhnl*11«^n Huo«<>r>ii1»r^ftht«n t«n

b«ArR«* »«« k««an t*n Inntfl *M rimt hiMvdvl

Deze aAtó betreffende de boedel van Maria Hendrika Woiters geeft een indruk van de beleggingen van een gegoede katholieke 'Mejuffrouw* in de jaren dertig van deze eeuw.

__jaU5.9L r.

Aft7f.«S

n»t*«rt t* nirrtoolvni

21


Theodorus Janssen geb. 26-2-1938. Kinderen: a. Johanna Theodora Maria 19-21969 te Nijmegen. b. Theodorus Antonius Hendrikus geb. 8-12-1970 te Nijmegen, c. Antonius Gerardus Maria geb. 812-1970 tweeling met vorige. 8. Jakobus Melchior Hendrik geb. 9-91946, deze lijkt de boerentraditie thans na drie eeuwen af te sluiten.

met Johannes Antonius Christina de Klein geb. 3-7- 1942 aldaar. Kinderen: a Theodora Johanna Hendrine geb. 21-10-1975 te Ravenstein. b. Petrus Johannes Theodorus geb. 17-6-1977. 11. Marinus Johannes Jozef geb. 7-4-1952 te Hatert geh. 16-8-1974 te Wychen met Johanna Maria Peters geb. 29-9-1952 aldaar. Kinderen:

9. Wilhelmus Johannes Maria geb. 16-91948 te Hatert geh. 28-4-1972 te Malden met Theodora Alberdina Elisabeth Straten geb. 20-6-1950 te Malden. Kinderen: a. Anna Herma Johanna geb. 19-101975 te Nijmegen. b. Wilhelmus Antonius Hermanus geb. 25-5-1978.

a. Johanna Wilhelrnina Maria geb. 39-1978. b. Martinus Johannes Antonius geb. 25-5-1981. 12. Gerardus Hendrikus Maria geb. 5-111953 geh. 11-1-1980 met Anna Maria Petronella Kuypers geb. 26-2-1959. Kinderen:

a. Susanne geb. 3-5-1980. 10. Elisabeth Antonia Petra geb. 11-12-1950 te Hatert geh. 17-3-1974 te Ravenstein

22


Mco van Kessel

De opheffing van de openbare school in Winssen Het openbaar onderwijs maakt in Maas en Waal de laatste jaren weer een groei door en is terug van weggeweest. Zo zijn er de afgelopen 5 a l Ojaar bijvoorbeeld in Beuningen, Ewijk, Bruten en Beneden-Leeuwen openbare basisscholen gesticht. Ruim 50 jaar geleden was de situatie geheel anders. Eindjaren twintig en beginjaren dertig werden in het kader van een bezuinigingsoperatie op grote schaal kleine openbare scholen gesloten, als gevolg waarvan in Maas en Waal vrijwel het gehele openbaar onderwijs verdween. Dat de sluiting niet altijd even snel en soepel verliep als door sommigen werd gehoopt, is duidelijk wanneer we bekijken hoe het sluitingsproces van de openbare school in Winssen verliep.'

Schoolstrijd

Bezuinigingen

In 1920 werd ter beslechting van de tientallen jaren gevoerde schoolstrijd, de wet op het lager onderwijs ingevoerd. Bijzondere scholen kwamen hierdoor ook in de gelegenheid voor 100% door de rijksoverheid bekostigd te worden. Een van de gevolgen hiervan was in het zuidelijk deel van Nederland een sterke groei van katholieke scholen en het teruglopen van het aantal leerlingen op de openbare scholen. Als gevolg hiervan en in het kader van de bezuinigingen op de overheidsbegroting moest op l april 1929 de openbare lagere school in Ewijk, gelegen aan de Dorpsstraat A 205 (tegenwoordig Julianastraat, op de plaats waar nu de winkel van Toon de Klein is gelegen) haar deuren sluiten. Hierdoor bestond op dat moment in de gemeente alleen nog in Winssen gelegenheid tot het volgen van openbaar onderwijs. De school in Winssen, - gehuisvest in het gebouw waar U.L.T.O. nu zit- maakte in die tijd ook moeilijke jaren door. Zo liep als gevolg van de stichting van een roomskatholieke school in Winssen, het aantal leerlingen tussen 1930 en 1931 zo ver terug dat het aantal leerkrachten van 5 naar 2 werd verminderd. Over bleven Van Rooy, per 16 december 1930 benoemd en afkomstig uit Geldrop, die als hoofd der school een jaarwedde van Ć’ 2.819,67 had, en Sophia Kerssemakers, die voor Ć’ 1.215,00 per jaar op de loonlijst stond.

Niet alleen het aantal leerlingen zorgde ervoor dat er sprake was van een problematische situatie. Vanwege het niet in ruime mate beschikbaar zijn van middelen bij de gemeente Ewijk, diende ook de openbare school een bijdrage te leveren aan de bezuinigingen. Dat het hoofd bereid was hieraan mee te werken blijkt uit een brief die Van Rooy op 9 oktober 1931 aan de burgemeester schrijft. Hij laat hierin weten dat hij 'het zeer in het belang van de mij aanbevolen zuinigheid' acht, te moeten melden dat de 'openbare lagere school geen licht noodig' heeft. 'Zoowel de post 'Licht' als 'Meterhuur' kunnen dus naar mijn bescheiden meening veilig van de rekening worden afgevoerd'. Overigens verzoekt hij in een andere brief op dezelfde dag 'beleefd eene lamp aan den voorgevel te willen doen aanbrengen, wat niet zulke heel groote onkosten zal vragen'. Reden: 'bij donkere avonden is het naderen of verlaten zijner woning niet zonder gevaar'. Op de schoonmaak diende eveneens bezuinigd te worden. In 1931 zorgde de vrouw van de gemeente-veldwachter Mej. Ten Westeneind voor het schoonhouden van de school. Op 20 juli 1931 komt het gemeentebestuur met een wijziging in de voorwaarden waaronder zij de schoolschoonmaak had aangenomen. 'Voortaan zorge U, dat bij in gebruikneming van het achterste lokaal der school door een der vereenigingen U. L T. O. of Soli Deo Gloria, op wensch dier vereeniging de kachel des avonds tijdig worde aangemaakt, Eenige vergoeding mag Uwerzijds daarvoor niet worden gerekend',

23


aldus het gemeentebestuur. Mej. Ten Westeneind blijkt met deze wijziging niet accoord te gaan, hetgeen leidt tot een nieuw aanbesteding. Afgaande op de voorwaarden, mogen we aannemen dat het niet allemaal erg schoon zal zijn geweest. Een maal per week moest er geveegd worden, eens per maand gestoft en drie maal per jaar geschrobd. Financieel was het vermoedelijk ook niet aantrekkelijk. Immers: 'alle hulpmiddelen als bezems, zeep, enz, moeten door de aanneemster worden betaald'. Bovendien moest

maar op de christelijke school zijn volgens de inspecteur alle (p.-c.) richtingen welkom, 'waar het getal leerlingen slechts 37 bedraagt'. De afstand per tram van Winssen naar Beuningen bedraagt 25 minuten. Als de vaders te kennen hadden gegeven hun kinderen perse naar een openbare school te willen sturen, dan hadden ze naar Nijmegen gemoeten, waardoor 'het voortbestaan van het schooltje meer kans (zou) hebben. De afstand Winssen-Nijmegen is toch vrij groot, de tram doet er juist 45 minuten over'.

in het winterseizoen iedere morgen de

kachel worden aangemaakt en de gebruikte kolen worden gezeefd voor verder gebruik. Toch waren er wel liefhebbers. De goed-

B. en W. zijn weinig coöperatief bij de opheffing. Volgens de inspecteur in een schrijven aan de Hoofdinspecteur, '(menen) koopste (Clazien Mijling) deed het voor B. en W., die allen R. K. zijn,( . . .) tegenover de ƒ 75,- per jaar, de duurste (B. G. ten Westen- weinige Protestanten, die in hun gemeente wonen, eind; de vrouw van de veldwachter) voor geen voorstel te moeten doen aan de gemeenteraad ƒ 125,-. Voor ƒ 95,- (A. Peters, Kweldam) tot opheffing van het schooltje. Om te komen tot opheffing zou dit dus moeten uitgaan van Gedepuvindt uiteindelijk de aanbesteding plaats. Desondanks wordt in 1931 de speelplaats teerde Staten van Gelderland'. De Hoofdinspecomrasterd (uitgevoerd door F.M. van der teur voor het l.o., Truyen, wendt zich om die Beid; kosten/ 168,-). reden in augustus 1933 tot G.S. Volgens hem In het kader van de bezuinigingen in Den kunnen de kinderen best naar een openbare school in Nijmegen, 'zij kunnen om 7.45 uit Haag krijgt in 1932 de inspectie de opdracht te onderzoeken in hoeverre opheffing en Winssen vertrekkende te 8.30 in Nijmegen zijn. Des 'concentrering' van kleine openbare scholen namiddags kunnen zij Nijmegen om 16.25 of mogelijk is. De openbare school van Wins- J S. 00 weer verlaten en zijn dan om 17. Wof 18.27 sen is met 16 leerlingen uit 6 gezinnen, en weer in Winssen'. met alleen een hoofd, zo'n school.

Augustus 1932 stuurt de Inspecteur voor het l.o. in Nijmegen, Smits, aan B. en W. van de

toenmalige gemeente Ewijk een brief met het verzoek aan te geven waar de kinderen heen gaan als de school opgeheven zou worden. Hij wijst daarbij op de voordelen van de opheffing voor het Rijk en voor de gemeente (kosten vakleerkracht ; gebouw dat vrij komt). De betrokken vaders - Van Beynum, Van Haarlem, De Haas, Hendriks, Van Leeuwen en Van der Lugt - weigeren echter, blijkbaar volgens afspraak, in een gesprek met B. en W. en de inspecteur, de vraag te beantwoorden waar ze hun kinderen na de opheffing naar school zullen laten gaan. Zij wensen daarover pas te beslissen na opheffing van de school. De inspecteur vermoedt evenwel dat de kinderen naar de Christelijke school te Beuningen zullen gaan. 'De richting van de menschen te Winssen is Etisch-Orthodox',

24

Gemeenteraad voor opheffing: vier tegen drie

Dit helpt, want nadat G.S. eind augustus daaropvolgend op B. en W. wat druk hebben uitgeoefend, besluit de gemeenteraad op 29 september 1933 tot opheffing van de openbare school, in Winssen, met ingang van l januari 1934. Het aantal leerlingen was inmiddels overigens weer gestegen tot 23. De stemverhouding is: drie tegen, vier voor. Dit

besluit draagt vanzelfsprekend de goedkeuring weg van G.S. (11 oktober 1933). Hare Majesteit wordt door B. en W. snel van het besluit op de hoogte gebracht. (20 oktober 1933). Er volgt openbare bekendmaking (20 oktober 1933) met vermelding dat bij de Kroon beroep kan worden aangetekend. Zeven vaders tekenen inderdaad beroep aan -Jan Derk Backer, Rombartus van Beynum, Marinus van der Lugt, Dirk de Haas, Aart


Schriek, Gerdinus van Haarlem, Hendrik Hendriks -. Zij doen een beroep op 'Uwe Majesteit ( . . . ) met den vurigen wensch, dat het Uwe Majesteit moge behagen de o. l. schoolf . . .) te doen voort bestaan' (bezwaarschrift 30 oktober 1933). Zij hebben daarbij ondermeer als argumenten: - dat het minstens twijfelachting is, dat de gemeentekas voordeel bij die opheffing

heeft; - zij (de vaders) die bezuiniging tot een zeer klein bedrag terugbrengen, omdat het bedrag voor vergoeding van de reiskosten zeer groot zal zijn; - door het vertrek van het hoofd de gemeentekas een aanzienlijk bedrag aan belasting zal moeten missen; - dat de te verlaten onderwijzers woning niet vrijgemaakt hoeft te worden voor de gemeente-veldwachter (het hoofd betaalt een goede huur; bovendien wil het weg-

comitee voor de weg Nijmegen-Wamel schadevergoeding geven voor onteigening); - juist deze vermeende noodzakelijkheid

voor een der raadsleden de beweegredenen is geweest, om voor het opheffingsbesluit te stemmen; de kleinst mogelijke meerderheid het voorstel heeft aangenomen terwijl de grootste minderheid het verwierp uit overweging van 'groote' onbillijkheid, 'dewijl ondergeteekenden alleen door het feit, dat ze 'niet R. K.' zijn met hun kinderen komen in deze buitengewoon nadeelige omstandigheid'; 'ook is de opheffing per één Jan. '34 - terwijl en omdat het schooljaar l April eindigt - een onrecht, dat niet verdedigd kan worden; immers alleen de zeer begaafde leerlingen kunnen overplaatsing naar een andere school in de loop van het schooljaar verdragen, zonder een leerjaar te worden teruggezet'; 'deze terugzetting te meer vaststaat voor hun kinderen, omdat ze allen leerlingen zijn van slechts één onderwijzer, die wegens vakkundige eischen nog onderscheid moet maken in de te geven lessen aan de kinderen van hetzelfde leerjaar,

25


omdat er begaafde en onbevattelijke leerlingen zijn; (de secretaris van de Raad van State voegt eraan toe: 'uit de gesprekken met hun kinderen is dit ondergeteekenden wel gebleken '; - 'een onderwijzer met veel ervaring kan in zeven jaren met vrijer leerplan zulke kinderen tot het door de l. o.-wet beoogde doel, wel brengen, maar overplaatsing in den loop van het schooljaar komt alle kinderen te staan op een jaar achtergesteld worden; en dit van kinderen, wier ouders allen het grootst belang er bij hebben, dat hun kinderen voor hun levensonderhoud zoo spoedig mogelijk meewerken kunnen'.

Ontslag voor de onderwijzers der openbare school De gemeente zit met dit beroep behoorlijk in haar maag, vooral omdat de beslissing van de Raad van State ver na l januari 1934 eind

26

februari, maart verwacht mag worden. De gemeente richt zich 13 december dan ook tot de Vereniging van Nederlandsche Gemeenten met de vraag wie dan na l januari wel het salaris van het hoofd zou moeten betalen. Tot grote schrik van de gemeente laat Minister Marchant op 18 december 1933 weten dat de school niet eerder daadwerkelijk gesloten mag worden dan nadat de Koningin in dien zin op het gestelde beroep heeft beslist. Dit weerhoudt de gemeenteraad niet om op 21 december 1933 te beslissen dat A. P.J. van Rooij, het hoofd der school, met ingang van l januari 1934 ontslagen wordt. Bovendien krijgt mej. C.M. Pol eervol ontslag als onderwijzeres in de nuttige handwerken. De raad doet dit ondanks een verzoek van de 'dienstwillige dienaren'Van Beijnum en Backers op 20 december


om dit niet te doen en ondanks de waarschuwing 'dat de Raad van Ewijk zich zeker moeite misschien zelfs ook wel groot onaangenaamheden sparen zal' als ze niet tot ontslag overgaat.

Ontslagen opgeschort Op 30 december beslist Wilhelmina dat hangende het beroep het opheffingsbesluit en de ontslagen tot l juli 1934 worden opgeschort.

De afstand tussen Ewijk en Den Haag is echter zo groot dat op 2 januari 1934 de beslissing van Wilhelmina nog niet op papier is aangekomen. B. en W. beslissen daarom

de kerstvakantie uit te rekken tot na 8 januari en ze houden vast aan het eerder genomen besluit (Brief aan Inspecteur, 2 januari 1934). Op 8 januari arriveert de beslissing van de kroon en wordt besloten dat op 10 januari het onderwijs weer kan aanvangen. De communicatie met het hoofd - inmiddels woonachtig aan de Sint Annastraat 298 te Nijmegen - is tezelfdertijd niet al te best ofschoon het hoofd een goede verstandhouding wel op prijs stelt (brief 12 januari 1934). Hij was niet op de hoogte van de verlengde schoolvakantie tot 10 januari en is gewoon op 8 januari begonnen. Toen het hoofd op 8 januari op zijn post verscheen was de school niet verwarmd. 'Meenende, dat dit een verzuim van de werkster was, zond ik haar een boodschap'. De werkster mocht evenwel de kachel niet aanmaken en voor turf zorgen (er was niets meer) voordat zij schriftelijke machtiging daartoe kreeg. 'Dat klonk vreemd, maar ik schreef het op rekening van 'dorpstoestanden' en wist mij met de hulp van de schoolkinderen te behelpen'. Zelfs dominee Pol heeft zelf zijn kacheltje moeten aanmaken. Dit feit en het feit dat er op 12 januari nog geen turf is, nopen het hoofd tot het schrijven van een brief. Wist het gemeentebestuur niet dat hij al begonnen was of wisten ze dat wel, maar wist het hoofd niet aan welke misdragingen hij het verbod aan de werkster te danken had: 'te vroeg beginnen kan toch nooit van gebrek aan ijver getuigen'. Op 23 januari komt hier een ruzie bij over 3 x 50 schriften. Van Rooij laat weten dat zijns inziens het College geen

kleinere hoeveelheden kan betrekken en dat er natuurlijk niet op 10 cahiers berekend kan worden hoeveel er nodig zijn. 'Ik heb geen leien en vraag aan, wat ik noodig oordeel. Als uw College ervaren heeft, dat mij zulks niet toevertrouwd is, dan zal ik zwijgend deze nieuwe beleediging aan de reeds bestaande toevoegen'. Op 9 juli 1934 komt de uitspraak van de

Kroon in verband met de aangetekende bezwaren. De besluiten tot opheffing en tot ontslag worden vernietigd. Het belangrijke argument is dat er op het moment dat de raad zijn besluit nam, geen regeling was getroffen met een naburige gemeeente dat de kinderen uit de gemeente Ewijk naar een openbare school in die gemeente konden. Op het kroonbesluit vooruitlopend, verzoekt de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, Marchant, op 30 juni aan het College te bevorderen dat de openbare lagere school per l juli niet wordt gesloten.

Gemeenteraad tegen opheffing: vier tegen drie In het voorjaar van 1934 is er inmiddels een

gemeenschappelijke regeling met de gemeente Nijmegen getroffen. Dit zet het provinciebestuur op 31 juli 1934 er toe aan de gemeenteraad te vragen opnieuw te besluiten tot sluiting van de school. Enige druk van inspecteur Smits blijkt hierbij nodig. Hij schrijft immers ook een brief waarin hij een advies tot opheffing geeft 'omdat volgens mijn meening het beter is, dat de kinderen op eenigen afstand van hun huis op een goed ingerichte school gaan dan dat zij onderwijs genieten op een éénmanschooltje, dat uit den aard der zaak niet zulk onderwijs kan geven als een school met 2 of meer leerkrachten'. Daar komt nog bij dat het hoofd toestemming heeft gekregen om in Nijmegen te gaan wonen - de woning was voor de gemeente-veldwachter nodig -, tot ongenoegen van de inspecteur. 'Een éénmanschooltje met een leerkracht, die op grooten afstand woont, waardoor de gewenschte samenwerking tusschen hem en de ouders der kinderen niet kan zijn, zoals zij wezen moet, is toch wel een heel eigenaardig onderwijsinstituut'. Wordt de school niet opgeheven, dan moet het hoofd 'weer in

27


De voormalige Openbare Lagere School te Winssen. Het gebouw is tegenwoordig in gebruik door U. L T. O. (Foto: Peter Huurman, Heino).

de gemeente, temidden van de gezinnen, waaruit hij de kinderen onderwijs moet geven, komen te wonen'. Op 17 augustus besluit de raad met vier tegen drie stemmen het hier bovenstaande verzoek niet in te willigen. Ondanks het verzoek van het College van B. en W. dat er als laatste overweging nog bij geeft 'dat het Rijksbelang in verband met de benarde toestand van 's lands financiën mede met deze opheffing gediend is'. De raad weet zich in zijn afwijzing gesterkt door de Kerkeraad der Nederduitsch Hervormde gemeente te Winssen e. a. De afwijzing brengt het college ertoe om Gedeputeerde Staten te verzoeken dan maar zelfde school op te heffen, met ingang van l april 1935.

De opheffing Op 11 september 1934 besluiten Gedeputeerde Staten de openbare school op te heffen 'zulks met ingang van den eersten dag der

28

maand, volgende op die, waarin dit besluit onherroepelijk is geworden'. Nu gaat de gemeenteraad op zijn beurt bij de Kroon beroep aantekenen tegen het besluit van de provincie (2 oktober 1934). Een zestal vaders en vier leden van de Kerkeraad sluiten zich hierbij aan. Zij vragen zich ondermeer af 'of het belang der gemeente er door wordt gebaat'; dat 'het toch voor niet R. K. wel zeer pijnlijk is dat de bezuinigingszaak op hen wordt verhaald, als ze zien, dat hun Roomsche medeburgers jongens- en meisjesscholen kunnen houden, van welke het onderwijzend personeel verminderd zou worden, als coëducatie werd geboden (. ..)... Bovendien worde gelet op 't povere van dat ééne lokaal voor het openb. onderwijs! - welk een weelde dan elders in deze gemeente'; 'hier het geval zich voordoet van: alles aan den éénen, niets aan den anderen'; (27-9-'34). Per 16 oktober verdwijnt Van Rooy op eigen verzoek als hoofd en wordt mevrouw S.J.M.E. Heilegers, geb. Kerssemakers als zodanig benoemd, waardoor de kosten voor de vakleerkracht kunnen vervallen. (N.B.


r%

'

.**$, " 'iftr *•*

,<p>:"

a JMUB*I ïti*. ,.!'>'

jjM ; vu-: IAVIIK

hebben gegeven alhier een Christelijke school te stichten, hetgeen niet gelukt is vanwege een onvoldoend aantal leerlingen voor de te stichten school', (brief aan Raad van State 19 december 1934).

WOtKOMFfj

f« m m»

Op 18 januari 1935 verklaart Wilhelmina de beroepen ongegrond. Op 30 januari besluit

het College van Ewijk dat de school op l rarwoBdarlna* a>tvlnx Ik «• ga-

februari 1935 wordt gesloten en dat mevrouw Heiligers- Kerssemakers met ingang van dezelfde datum eervol ontslag krijgt. De

kinderen gaan naar de Christelijke school te tulnlghald a»^?aIi'i''aa'S4"iaaaiia. du vara' •!'ƒ dit aohrl,

Beuningen.

«•n atallla- Baaaurd aaklavaB. t-Mri raada nUa, drld JBJ-BH la*, haart *• callaia kunnan aaaatataarwi, dat Ik M***! »aar gaMaaitavMlMg al Behaal ultaraata aulBla gaaaaat ham aaa d* aaBlng' caaa • !(•> ulttavan aanraealda, «lor dB BahBBl Baalt «IfM M>

••t da laaraladala» h<

Ik IOB «Baldal

l fauraakta SM90 aahr run BdMiaa.1 - Ik («laaf

Met de uitvoering van dit besluit viel het

doek over het openbaar onderwijs in de gemeente Ewijk, althans zoals we nu weten voor bijna 50 jaar. Op l augustus 1985 is er

immers een openbare basisschool in Ewijk van start gegaan.

., dat u klalnara haavaalKadan i«u kuM>a« aatrahkaa al Ik natuurlijk nlat ag 10 aahlara Hauakaurl^ k«raVai loavaal ar aan neadld aullai raB« aan, vat Ik neadlc aarda

. Ala ttm Callafa arv^raa'

aaft. dat

and data i hakaan taa la Baak-an. Hat haafd dir aahaol

Mej. Kerssemakers is eind oktober 1931 in het huwelijk getreden, maar mocht ondanks een verordening d.d. 29 april 1927, no. 83,

ex artikel 38, 4e lid l.o.-wet, die bepaalde dat onderwijzeressen die in het huwelijk traden ontslagen dienden te worden, tot l januari

1932 blijven, omdat op dat moment haar functie weg viel. De verordening werd ingetrokken tot groot ongenoegen van de inspecteur: 'tijdens haar huwelijk in het rustig bezit van haar wachtgeld te laten. Ik zou dit alles zoo eigenaardig vinden, dat ik deze zaak, waarbij een gemeentebestuur zou beschikken over 's Rijks schatkist, wensch mede te deelen aan Gedeputeerde Staten van Gelderland'. B. en W. zijn niet zo overtuigd van de

motieven van de appellanten om de openbare school te behouden. De reden is 'enkel en alleen ( . .) dat de openbare lagere school te Winssen voor de meeste kinderen dicht bij huis ligt, niet in principiëele redenen, aangezien de Protestantsche ouders voor eenige jaren zich veel moeite

'Bezuiniging5 kost geld Het is overigens nog aardig om te zien dat de gemeente een jaar na de opheffing moet vaststellen dat de verwachte bezuiniging althans voor de gemeente is uitgebleven. De opheffing leidt jaarlijks tot een verhoging van de uitgaven van rond f 200,-. Daarbij merkt het gemeentebestuur nog op dat de bezuiniging 'wellicht ook ware verkregen indien niet tot opheffing was overgegaan, daar de besturen der Bijzondere scholen in deze gemeente, naar wij steeds hebben mogen ondervinden, ten deze zeer coulant zijn, en, in verband met de tijdsomstandigheden, vrijwillig van een deel der vergoeding per leerling hadden, en zouden hebben blijven afstaan'. Gezien het feit dat de opheffing voor het Rijk wel een besparing heeft opgeleverd, vindt

het College het billijk wanneer het Rijk nu de meerkosten voor zijn rekening zou nemen (2 mei 1936). Gezien de verdere corresponden-

tie is dat niet gelukt. 1. We doen dit op basis van stukken die zich in hei gemeente- archief van de gemeente Beuningen bevinden.

29


M. Bergevoet

Recensie J. A. van GELDER, Gemeente Bergharen. Zoals't was, 1818-1984; Bergharen, 1983; 168 p., afbn., kit, tekn. H. van HEININGEN, Batenburg, eeuwenlang twistappel; Wijchen, 1987; 328 p., afbn., reg., tab. J. van OS, De gemeentegeschiedenis van Horssen 1811-1984; Druten, 1987; 248 p., afbn. ( Tweestromenlandreeks no.9). Drie plaatsen, één aanleiding: de opheffing van alle drie de gelijknamige gemeenten lag in het verschiet en elke gemeenteraad reserveerde geld voor een dorps/gemeentegeschiedenis, al of niet posthuum te verschijnen. Drie auteurs, één kenmerk: hoewel geen van drieën historicus (ambtenaar, journalist

b.d., resp. publicist), hebben ze allen veelvuldig over de geschiedenis van Tweestromenland geschreven. Drie boeken, één overeenkomst ze zijn eigenlijk niet met elkaar te vergelijken. De leukste stukken, zeker, staan bij Johan van Os, rasverteller van smeuï'ge verhalen. Voor de lezers 'gefundenes Pressen': het arme Horssen is wel heel erg uitgebuit door de hoge heren van buiten het dorp of de streek. Alles wat van de (katholieke) kerk kwam, verdween in hun zakken en nog méér. Als een melkkoe hebben zij Horssen

geëxploiteerd, tot de Bötterfabriek de bevolking leerde, dat zij ook zélf geld kon maken uit gezamenlijke inspanning. En in welke kring men ook vertoefde, we weten nu dat in Horssen iedereen van iedereen familie was of werd, met omhoogschieters en Zegel van Dirk van Bronkhorst, heer van Batenburg, onder een Weens charter (1399) in het Algemeen Rijksarchief te Brussel.

30

Eén der vele verdwenen kerkepaden, Bergharen, 1938. (Foto: Uit het particulier bezit van J. van Gelder).


De Dorpsstraat te Horssen

(Uitgave: G. Kuipers, Horssen).

omlaagvallers door de sociale lagen heen. Wie een afgerond stukje over iets of iemand zoekt, kan het echter wel vergeten. Hoewel de inhoudsopgave een indeling in hoofdstukken (met ondertitel, en verdeeld in paragrafen) doet vermoeden, valt in dit boek geen verhaal, geen lijn te ontdekken. En omdat er ook geen index is toegevoegd, blijft het dus zoeken als je iets wilt weten. Wat de lezers wél kunnen vinden is de kerk- en maatschappijvisie van de auteur, evenals zijn hartgrondige afkeer van Druten en alles wat Drutens is! Huub van Heiningen heeft een erg lang politiek/staatkundige inleiding nodig om aan de 'puur gemeentelijke' periode te beginnen. Maar ja, Batenburg pretendeerde (en nog!) dan ook van oudsher stad te zijn en speelde door zijn Heren natuurlijk een rol in de (inter-) nationale politiek, méér dan welke plaats in Maas en Waal ook. En hoewel die Heren het 'stadje' als hun bezit beschouwden, sprongen ze er lang niet altijd even zorgvuldig mee om. Van Heiningen biedt zijn lezers in overzichtelijke, afgeronde eenheden veel en nieuwe, nog niet eerder gepubliceerde informatie. Misschien wat te veel toegespitst op de Heren, maar hij plaatst gebeurtenissen wél in het kader van hun eigen tijd en omstandigheden, waardoor hij oordelen moeilijk vindt en veroordelen zelfs ongepast Is de periode tot ca. 1815 wat aan de droge kant, het boek wordt levendig waar de schrijver begint aan het meer thematische tweede gedeelte (de laatste tien hoofdstukken); dan komt er menselijkheid en herkenbaarheid in zijn verhaal. Eén aardigheidje, bijna op de laatste pagina (303) willen wij er toch uitpikken. Van Heiningen vertelt daar dat er, tijdens het proces van de laatste gemeentelijke herindeling, mensen opstonden, die vonden dat Maas en Waal één gemeente diende te worden, als er dan aan herindeling toch niet te ontkomen viel. 31


Wij hebben dat in die tijd in De Gelderlander ook gelezen in ontelbare artikelen van de hand van een journalist uit Tiel, die - gehuld in een leren jas - op een bromfiets de raadsvergaderingen in Maas en Waal bezocht, versloeg en van commentaar voorzag. En dan Jan van Gelder. De eerste in deze serie 'necrologieĂŤn'. En niet de laatste (West-Maas en Waal staat ook nog op stapel), noch de minste. Hij weet waarover hij schrijft, zelf gekneed in het vak van gemeentelijk archiefbeheerder. Hij is ook de enige, die zich duidelijk beperkt tot een aantal krenten uit de historische pap van de 'gemeentelijke' periode. En met verve en kennis van zijn 'pappenheimers' (letterlijk). Van Gelder is ook diegene die aangeeft wat hij niet heeft uitgewerkt, zo duidelijk makend wat anderen nog zouden kunnen doen (en wie daaraan begint kan in dit blad rekenen op ruimte). Ook bij hem duikt het politieke duiveltje op, want er is eens in Bergharen iemand niet in een bepaalde funktie benoemd, wat nogal wat teweeg bracht. . . Drie boeken, drie auteurs, drie typeringen: 'tot lering ende vermaak' (van Gelder), 'Fraeye historie ende al waer, mach ie U tellen, hoort naer (van Os), en 'Wy laeten deese en meer wt de lucht geraepte beuzelinghen vaeren' (van Heiningen). En alle drie de boeken hebben hun weg naar de lezers gevonden.

Dn. C. Visser

OUD MAAS EN WAAL EN BEELD Na de eenmalige onderbreking - wegens verhuizing- van deze rubriek, plaatsen we weer een aantal nieuwe foto's. Als U personen of situaties op deze foto's herkent, schrijft dat dan op een briefkaart of in een brief, en stuur dat aan: C. Visser, Leigraaf 88, 6651 GG Druten, tel.: 08870-14204. Ook reacties op eerder geplaatste foto's zijn van harte welkom, bijvoorbeeld op de foto' s nrs 16, 17 en 18 in aflevering nummer 55.

32


33


Jan van Gelder

In memoriam Hubertus Carpay Toen in 1985 het boek 'Schoolstrijd teAppeltern' in de Tweestromenlandreeks als 7de uitgave verscheen en als eerste werd uitgereikt aan de schrijver er van, de heer Carpay uit Liempde, zullen weinigen hebben gedacht, dat deze nog zo vitale en strijdbare man al op 14 maart 1988 zou overlijden. Al eerder was hij echter getroffen door een hartaanval en toen zich dat het vorig jaar herhaalde, voelde hij toch wel de geleidelijke aftakeling aankomen zonder er zich echter helemaal aan over te geven. Het leven was hem nog lief en hij bleef ook met onze vereniging een goed contact onderhouden. Hij belde ieder kwartaal als er weer een tijdschrift was verschenen om er altijd een opbouwende kritiek over te geven. Hetzelfde deed hij bij het verschijnen van nieuwe uitgaven in de Tweestromenlandreeks. Het contact met zijn geboortestreek (hij werd in 1905 in Maasbommel geboren, waar hij tot 1935 woonde) werd na zijn pensionering weer versterkt. Hij had al veel gepubliceerd op onderwijsgebied en verdiepte zich tenslotte in de schoolstrijd, die resulteerde in het aangehaalde boek. Dat was niet zo gemakkelijk als het wel leek. Hij kreeg te maken met een redactie, die zich intens bemoeide met inhoud en indeling en als veel oudere moest hij zijn standpunt verdedigen. Toen juist bleek hoe strijdbaar hij nog was terwijl hij toch de 80 naderde. Enige haast had hij ook en tenslotte was hij toch vereerd dit werk nog te mogen leveren op zo'n hoge leeftijd. Voor Tweestromenland was het bovendien niet zo'n gemakkelijke uitgave, omdat het afnamegebied niet zo groot werd geacht. Ongetwijfeld zullen de nog overgebleven exemplaren op de duur hun weg wel vinden. Wat hij schreef over Appeltern speelde zich n.l. in de hele streek af. Van hem kregen we ook de belofte, dat hij zich nog eens wat meer zou verdiepen in de historie van de streek. Hij kon niet stil zitten, 34

maar heeft het tenslotte op moeten geven. Een paar weken voor zijn dood was het telefonisch contact in mineur. Hij durfde geen auto meer te rijden en voelde zich moe. De strijd was gestreden. Kort daarna lag de overlijdensaankondiging in onze brievenbus. Op 19 maart had de uitvaartdienst in Liempde plaats. Hij ruste in vrede.


Heumen 800 jaar

TWEESTROMENIAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

20.VIII.1988 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 58


STfiEEKARCHIVARWAT BOMMELERWAARD TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

G.W. van Gelder, Beneden-Leeuwen Mevr. F.J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt R.A.H. Sauter, Druten WJ. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs. C. Visser, Druten J.P. van Wezel, Alphen

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks.

Administrateur P. G. Leussink, Beuningen

Contributie De contributie voor 1988 bedraagt ƒ 25,-, naar verkiezing/40,-, ƒ 50,-, ƒ 100,- enz., te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VC Wijchen. Ledenadministratie Markt 9-14, 6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247. Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M, van Os, benoemd 23 april 1980 Erevoorzitter J.P. van Wezel, benoemd 9 mei 1985

Bestuur J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen W. M. G. Arts, secr., Wijchen J.A. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mej. W.A. van Buren, Bergharen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten B.J.H.M. van Elk, Beneden-Leeuwen

Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactie-secretaris, Tolhuis 52-37, 6537 SN Nijmegen, tel.: 080-444542. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

Losse nummers tijdschrift Nrs. 19 t/m 58 voorradig. Per stuk ƒ 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen.

Inhoud Ter gelegenheid van het 800-jarig bestaan van Heumen schreef Ton Tielen een parochiegeschiedenis van Heumen. Heumen 800 jaar? De Heumense kerk in de Middeleeuwen De reformatie in Heumen De schuurkerk Uit de rekeningen van de N.H. kerk In de Franse Tijd De Waterstaatskerk Heumen, impressies van de laatste honderd jaren


TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen.

1988

NUMMER 58

Ton Tielen

Heumen 800 jaar? Item in parrochia Hoemen omnia bona de Hoemen cum iurisdictione magna et parva et castrum de Homen, quod est situm infundoproprietatis comitis de Dalen, exceptis bonis dictis de Haren. Sic enim inbeneficiavit Hinricus comes de Dalen meus dominus, fundator castri Depenhem, Henricum dominum de Homen militem jure homagio me presente . . . Op grond van bovenstaande tekst viert Heumen dit jaar zijn 800- jarig bestaan. Een

foto van de originele tekst is afgedrukt op de voorkant van dit tijdschrift.

De tekst is onderdeel van een lijst, die in de wandeling de naam 'goederenlijst van de graaf van Dalen' heeft meegekregen. Deze goederenlijst is ingehecht in het zogenaamde 'Diversorium' van de Utrechtse bisschop Frederik van Blankenheim (1393-1423), een omvangrijke verzameling van afschriften van oorkonden, welk diversorium is aangelegd om in voorkomende gevallen de verdediging van de rechten en bezittingen van de bisschop ter hand te kunnen nemen. De goederenlijst van de graaf van Dalen zit erbij, omdat bisschop Johan van Utrecht in 1331 de graafschap Dalen kocht van Willem van Boxtel, gehuwd met Kunegunde van Dalen. Boven de lijst staat 1188, maar de tekst is een afschrift van plm. 100 jaar later (volgens dr F. Philippi, die de tekst met andere handschriften vergeleken heeft). De lijst is geschreven op vier perkamenten

kwartbladen, tezamen twee foliobladen vormend. Aan het jaartal 1188 hoeft niet te worden getwijfeld: enkele getuigen die links en rechts genoemd worden, komen ook voor in andere akten in dezelfde tijd. De tekst bevat echter enkele zinsneden die onmogelijk al in 1188 geschreven hadden kunnen zijn. Veel waarschijnlijker is het, dat de lijst in 1188 is begonnen, maar dat ze in de 13de eeuw is bijgehouden en aangevuld. Met andere woorden: ook goederen die na 1188 door de graven van Dalen verworven werden, komen in de lijst voor. Doordat alleen een honderd jaar jonger afschrift beschikbaar is, kan niet meer nagegaan worden wat oorspronkelijk en wat van later datum is. Tot de omstreden passages behoort ook die over Heumen. F. Gorissen in zijn 'Stede-atlas van Nijmegen', noemt de tekst zelfs een klinkklare vervalsing.

In vertaling luidt de tekst ongeveer als volgt: Eveneens, in de parochie van Heumen, alle goederen van Heumen, met de hoge en de


lage rechtspraak en het kasteel van Heumen, wat is gelegen op het landgoed in eigendom van de graaf van Dalen, met uitzondering van de genoemde goederen van Haren. En zo immers heeft Henricus graaf van Dalen mijn heer en stichter van het kasteel Diepenheim door middel van een benificium (=voorrecht) in mijn aanwezigheid, mij, Henricus, heer van Heumen, ridder, de eer van vasal gegeven.' De bezwaren tegen de tekst richten zich op een aantal punten: er is sprake van een parochie van Heumen. Heumen was echter geen zelfstandige parochie, maar (waarschijnlijk) onderdeel van de parochie Overasselt; Heumen kon dus bezwaarlijk parochie genoemd worden. Het tweede bezwaar geldt de vermelding van een kasteel te Heumen van 1188. Het bekende kasteel van Heumen dateert van even voor 1355, als er sprake is van een 'kasteel op de weerd'. Gorissen veronderstelt dat de ridders, die zich Van Heumen noemden, op een hoeve of een versterkt huis, in de buurt van de tegenwoordig NH- kerk, wellicht op de oude Maasoever, gezeteld hebben. 'Castrum' is een wel erg groot woord voor een dergelijk, versterkt huis. Het grootste bezwaar is echter, dat volgens de tekst een ridder Henricus heer van Heumen genoemd wordt, terwijl in later tijden geen enkele ridder met de naam 'Van Heumen', heer van Heumen heet. Inderdaad zijn er geen eigentijdse (1188-+1330) bronnen, waarin een heer van Heumen vermeld wordt. Er is echter een verklaring, afgelegd door inwoners van Heumen, voor de richter Hendrick van Heteren Hendricxsoen, en gerichtslieden Sander van Redinckhaven en Willem van de Kerckhof Willemssoon, in het jaar 1461, waarin gesproken wordt over de rechten van de heren van Heumen op de Maas en op de uiterwaarden. In de verklaring wordt gezegd: 'dat die gantsche Mase aen beijden sijden soo veer als die heerlickheijt van Homen geldt, in der selver heerlicheijt hoirt, en dat die heeren van Homen voor ende die heeren van Groesbeeck nae, die naderhandt heeren van Homen geweest zijn ende noch sijn; in de selven gantsen water soo veel rechten heb-

ben als op den lande.' Hier is dus wel degelijk sprake van 'heeren van Homen', die gezien de formulering ook 'van Heumen' geheten hebben. Om in deze conclusie te kunnen geloven, moet men wel vertrouwen hebben in het collectieve geheugen van de met name genoemde Heurnenaren: Willem van de Kerckhoff, Claes van Cleve, Geurt van den Eijnde, Willem Vos, Derrick Vos, Wolter Cleijnen, Seger Valckenborgh, Gerrit Vinckel, Jacob van Tanen, Herman van Garmens Ottensoon, Jacob Vitgins, Heijn Wouters, Derrick van de Schaer, Wemmer van Heussen, Hendrick Arntssen, Willem Bertollsen, Claes Ferrissoon, Jan Willemssen Berterssen, Goossen Vleminck, Peter Monick, Jan van Boeckholt, Herman Kuster, Jacob Goossens Vlemincksoon, Jan van der Werden, Jan Vermijcz Jonge, Jan van der Weijden, Aert Keijser, (Oud Archief Nijmegen, inv. nr. 2351).

Het derde bezwaar geldt niet meer; over het eerste en tweede bezwaar - het parochie noemen van een deel van een parochie en de benaming kasteel voor wat hooguit een versterkt huis was - kan men nog wel heenstappen. Conclusie: de tekst hoeft geen vervalsing te zijn, maar twijfels blijven bestaan. Bovendien is de vermelding misschien niet uit het jaar 1188. I n d e tekst staat een Henricus graaf van Dale, stichter van het kasteel Diepenheim (stamkasteel van de graven van Dale) vermeld. Hij wordt genoemd in de jaren 1166, 1188 en 1212. In 1215 wordt zijn zoon Otto als graaf van Dale genoemd. De tekst over Heumen zou dus ontstaan kunnen zijn tussen 1188 en 1215. De graven van Dalen en de bisschop van Utrecht hebben in de historie van Heumeii

'slechts' gefungeerd als leenheer. Leenheren hadden als regel weinig te zeggen over lenen. In naam waren zij eigenaar, maar de leenmannen, lees de heren van Heumen, zagen de lenen als hun eigen erfelijk bezit. Na 1331 en voor 1402 moet het leenheerschap over Heumen van de bisschop van Utrecht naar de hertog van Gelre zijn overgegaan.


De Heumense kerk in de Middeleeuwen In het vierde kwart van de twaalfde eeuw of begin dertiende eeuw ontstond in Heumen een Romaans, eenbeukig zaalkerkje. Restanten ervan zijn nog steeds aanwezig in de huidige hervormde kerk. Men moet zich het kerkje voorstellen als een eenvoudige, rechthoekige ruimte met een zadeldak: de huidige kerk zonder koor, zonder toren en met een lager dak en met halfronde boogramen in plaats van spitsboogramen. Het kerkje had de status van kapel. De kapel werd bediend vanuit St. Walrick of door, door de abt van St Walrick benoemde, priesters. Bij de belening van Johan van Groesbeek met Heumen door de hertog van Gelre in 1404 werd reeds de 'kerkengift' genoemd, d.w.z: de heer van Heumen bezat het recht de priester te benoemen die de plaatselijke kerk bediende. In het Oud Archief Nijmegen inv. nr 2351, bevindt zich een verklaring uit 1461 van een aantal Heumenaren, omtrent de rechten van de heer van Heumen (dezelfde verklaring die in het vorige hoofdstuk reeds genoemd werd). Daarin verklaren Willem van den Kerckhoff en Henrick Aertssen, dat niemand eigengeërfd is in het onderste Maasveld, 'uutgesacht (=uitgezonderd) een stucken lants dat Joncker Johan van Groesbeek de pastoorschap van Overasselt gegeven heeft, voir zijn rechten van den kercken van Hoemen, ende dat hebben die selven hoeren seggen en beleift.' Hier staat met zoveel woorden, dat Johan van Groesbeek (vermeld in 1342,

1355) het benoemingsrecht voor de kerk van Heumen gekocht heeft vande pastoor van Overasselt (=de abt van St. Walrick) Hieruit kan men afleiden dat Heumen bediend werd vanuit Overasselt en dat Heumen onderdeel is geweest van de parochie Overasselt; waarschijnlijk is de Heumense kerk een dochterkerk van de Overasseltse kerk. Kerkelijk gezien behoorde Overasselt, en dus Heumen, in de middeleeuwen tot het dekenaat Zyfflich, in de loop der tijden ook wel dekenaat Tussen Maas en Waal, en

dekenaat Nijmegen genoemd. Het dekenaat Zyfflich behoorde weer tot het aartsdiakonaat Xanten, en dat hoorde weer bij het bisdom Keulen.

Sint Joris De kerk van Heumen is van oudsher toegewijd geweest aan St. Georgius, of Sint Joris. Sint Joris zou een hooggeplaatste militair zijn geweest, die tijdens de vervolging van Diocletianus in Kappadocië in 303 de marteldood stierf. De legende van zijn strijd met de draak werd pas in de 11 de eeuw met zijn persoon verbonden. De nu volgende vertelling van de legende is overgenomen uit: J.J.M. Timmers, Christelijke symboliek en iconografie, Bussum 1974. 'Op zekere dag kwam Georgius, tribuun van Kappadocië, nabij de stad Silene in de provincie Lybië. Kort bij deze stad leefde temidden van moerassen een vreselijke draak, die de omwonenden trachtten te sussen door hem dagelijks twee schapen tot prooi te geven. Toen de schapen schaars werden gaf men een schaap en een kind, dat door het lot daartoe aangewezen werd. Eindelijk viel het lot ook op een dochter van de koning. Acht dagen lang talmde de vorst voor hij zijn kind aan het monster uitleverde, maar eindelijk moest hij wel voor de aandrang van het volk zwichten. Wenend begeleidde hij zijn dochter naar het onherbergzame oord, waar de draak zich ophield en liet haar daar achter. Maar Joris ontmoet-


Afb. l: Tekst van een overeenkomst tussen Johannes van Groesbeek enjohannes van Bernapre. Korte inhoud-1355, november 8. Johannes van Gruesbeke erkent schuldigh te zijn aanJohannes van Benapre, prior van het huis en hof der Benedictijnen van St, Walricus, te Overasselt, tb.v. diens abdij, 18 pond jaarlijks uit 6 morgen land 'de Aerdacker', en uit 8 morgen land 'die Hogendries', uitgezonderd een

bestaande rente, te betalen door Merkens en Bernardus, kinderen van Winkeldeys, erfgenamen van Hermanus Spaerlen en Heynkinus van der Heyden; Lo.v. ridder Bernardus van Galen, richter van Hoemen en de gerichtslieden Alexander, zoon van Jutte Wiggerhus, zijn broer Theodericus genaamd Vos. te het schreiende prinsesje en zij verhaalde hem haar droeve geschiedenis. Joris sprong daarop in het zadel, reed net zo lang in de moerassen rond tot hij de draak gevonden had, stortte zich met gevelde lans op het monster en versloeg het.' De strijd met de draak is allegorisch voor de strijd tegen het kwaad. Joris is schutspatroon van de ridders. Vooral bij de kruisvaarders was hij populair. De heren van Kleef, ook kruisvaarders, hebben in deze streken veel gedaan voor de verspreiding van de verering van St. Joris. Hoe Sint Joris in Heumen terecht kwam, is niet bekend. Waarschijnlijk heeft het te

maken met de heren van Heumen, die ook ridders waren. De oudste vermelding is opgediept door Nillesen in: Geschiedenis van de oude en hoge heerlijkheid Malden. Hij had haar gevonden in een Charter van het klooster St. Agatha bij Luyk, van 6 januari 1468: 'Jacob van Heteren Henrixsoon, richter van

Heumen, Malden en Beek, oorkondt, dat Frederik van Aldendonk verkocht heeft aan Gerrit Kuster, priester van Sunte Joris altaar in de kerk van Hoemen, l ,5 malder rogge, gaande jaarlijks uit zijn deel van 42 morgen broekland in Malden achter zijn huis Maldensteijn.'


Afb. 2: De oudste kerk van Heumen. Opmetingstekening van de plattegrond voor de restauratie van 1976-77. (A. G. Schutte: Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Het Rijk van Nijmegen. Westelijk gedeelte).

Verheffing tot parochiekerk In 1441 ging de heer van Groesbeek een overeenkomst aan met de prior van St. Walrick, waarbij zij overgingen tot een omvangrijke goederenruil. Mogelijk als gevolg daarvan werd de kapel in Heumen verheven tot kerk. In 1451 wordt zij voor het eerst vermeld als 'ecclesia'. Bij een kerk hoort

een representatief kerkgebouw. Aan het Romaanse zaalkerkje was al een toren gebouwd, in de 14de eeuw. In de 15de eeuw werd de kerk grondig verbouwd; ze werd verhoogd, de rondboogvensters werden gedicht en nieuwe spitsbogige lichtopeningen werden in de muren aangebracht en de toren werd verhoogd.

Afb. 3: Kaart van het dekenaat Tussen Maas en Waal, ook wel dekenaat Zyfflich, of dekenaat Nijmegen genoemd. Het dekenaat hoorde tot 1559 bij het bisdom Keulen. De kaart geeft de situatie van rond 1300, toen Heumen nog geen 'ecclesia' was, maar slechts 'capella'. Het komt derhalve niet op het kaartje voor. 'Ben' staat voor het klooster St. Walrick.


A/b. 4: Houten beeld van Sint Joris in de Parochiekerk van Heumen. (Foto: G.A.A. Rooijakkers)

De reformatie in Heumen In de streken rond Nijmegen heeft de reformatie relatief laat haar intrede gedaan. De oorzaak daarvoor lag in de onzekere militaire situatie van die dagen. De stad Nijmegen wisselde enkele malen van bezetter om eerst in 1591 definitief over te gaan in Staatse handen, het omringende platteland bleef blootgesteld aan oorlog en plundering. Het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) schiep de voorwaarden voor een ongestoord optreden van predikanten. In veel plaatsen in het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen is 1609 daarom het eerste jaar waarin predikanten hun werkzaamheden begonnen. In Heumen werd pas in 1615 de eerste predikant vermeld: J. de Noo.

Geestelijke goederen

goederen overleggen, onder bedreiging dat

Achtereenvolgens Hof en Rekenkamer van Gelderland en Gedeputeerde Staten van het Kwartier van Nijmegen deden vanaf 1591 pogingen de geestelijke goederen in handen

genomen zouden worden. In de literatuur over dit onderwerp wordt gesuggereerd dat

Jelis Claessen dit geweigerd heeft omdat hij

te krijgen: inkomsten en bezittingen van kerken, kloosters, kapellen, priesters, enz.,

katholiek zou zijn en dat hij daarom ontslagen werd en opgevolgd door Willern van

ten einde er de predikanten van te kunnen salariĂŤren. Heumen werd in 1615 aangepakt: Gedeputeerde Staten schreven met instemming van het Hof, de rentmeester van Heumen, Jelis Claessen, aan. Hij moest een staat van pastorie- en andere geestelijke 8

bij in gebreke blijven, gepaste maatregelen

Druten. Zo lagen de zaken niet helemaal: Jelis Claessen had een opvolger nodig

eenvoudigweg omdat hij 10 april 1616 overleed, blijkens een grafzerk in de kerk van Heumen. Wellicht heeft Jelis Claessen gewoon aan het bevel gevolg gegeven en een


Afb. l: De ligging van de schuilkerk (l 7de eeuw) aangegeven op een situatie van 1984.

staat van goederen geleverd; deze veronderstelling krijgt wat meer grond als men bedenkt dat er vanaf 1615 ook predikanten in Heumen gevestigd waren. Er was geen pastoor meer om bezwaar aan te tekenen tegen de overname van de geestelijke goederen. De laatste pastoor van voor de reformatie was Lubbert van Goch, en hij was al voor 1608 overleden, zonder te worden opgevolgd. Willem van Druten, landschrijver van Heumen, wordt in de ResolutiĂŤn van het Kwartier van Nijmegen van 1622 tot en met 1627 genoemd als rentmeester van de pastorie- en geestelijke goederen van Heumen. Vanaf 1627 werd het beheer van die goederen overgelaten aan de Heer van Heumen.

Ontroomsing en protestantisering Heumen onderging wat tegenwoordig genoemd wordt: een ontroomsing. De roomskatholieke eredienst werd verboden, pries-

(Tekening: G.A.A. Rooijakkers) ters werd toegang tot het dorp geweigerd, de kerk, de pastorie, bezittingen en inkomsten gingen naar de hervormden, processies werden verboden: alle uiterlijke tekenen van het katholicisme werden uitgebannen. Men werd echter niet gedwongen lidmaat van de Hervormde Kerk te worden, men werd ook niet gedwongen om Hervormd te worden, of te doen alsof men het was: een mens mocht innerlijk katholiek blijven, als hij dat wenste. En de Heumenaren wensten katholiek te blijven. Het is niet meer na te gaan of en zo ja, hoeveel Heumenaren overgingen naar het nieuwe geloof bij gebrek aan doop-, trouw- en begraafboeken, en lidmaatboeken, van voor 1707, maar vanaf het moment dat er wel gegevens beschikbaar zijn, blijkt dat de overgrote meerderheid der Heumenaren het oude geloof trouw is gebleven, en dat de leden van de plaatselijke Hervormde gemeente voor het merendeel niet inheems waren. De protestantisering van Heumen, en


van heel deze streek, was mislukt. Oorzaken: de late inzet van de reformatie, waardoor de maatregelen van het Concilie van Trente langer op de bevolking hebben kunnen inwerken, en de nabijheid van plaatsen en gebieden waar het katholicisme wel beleden mocht worden: de bevolking van Heumen ging ter kerke in Groot-Linden, over de Maas, maar vooral in Mook. Het oudst bewaard gebleven trouwboek van Mook, dat

begint in 1696, getuigt daar nog wel van; tussen 1696 en 1707 staan er enkele tientallen huwelijken uit Heumen en Malden in opgetekend. De bisschop van Roermond kwam ook wel eens in de buurt: in Middelaar, waar duizenden Nijmegenaren, maar naar men mag aannemen ook - Heumenaren het sacrament van het Vormsel ontvingen.

Volgens mondelinge overlevering moet er halfweg tussen Heumen en Malden een schuilkerk ges taan hebben (niet te verwarren met de latere schuurkerk), waar in de 17de eeuw ook wel erediensten gehouden werden, illegaal, vermoedelijk gecelebreerd door de pastoors van Mook.

De schuurkerk Walraven van Steenhuys was, behalve heer van Heumen, Malden en Oploo, ook nog eens ambtman van Grave, Cuyk en de Overbetuwe. Zelf was hij hervormd, maar door zijn ambtelijke bezigheden kwam hij veel in contact met katholieken. In Heumen liet hij zich ook wel eens zien, hoewel hij er zelf niet woonde. Hij was lid van het Sint Jorisgilde (werd zelfs een keer koning bij het vogelschieten in 1713) en ontmoette daar Heumenaren van beide gezindten. Bij het vogelschieten zal hij wel eens zijn aangesproken over het ontbreken van een katholieke kerk in Heumen en Malden, want in 1707 stond Walraven van Steenhuys toe, dat er een pastoor kwam en dat er een schuurkerk werd ingericht.

Naar Boxmeer

Karmelieten was Maria, die vanaf het begin De Heumenaren, op zoek naar een pastoor, werd beschouwd als patrones van de bewekwamen terecht bij de Karmelieten in Box- gingmeer. Boxmeer lag net iets dichterbij dan De beweging institutionaliseerde, kreeg reMegen, van waaruit veel Franciscanen pas- gels en moest verhuizen naar Europa toen de toor werden in deze streken. Christenstaatjes in het heilige land begonDe Orde der broeders van Onze-Lieve- nen te bezwijken. Vanaf ongeveer 1250 Vrouw van de Berg Karmel, kortweg Karme- waren er ook Karmelieten in Nederland lieten genaamd, dankt zijn ontstaan aan gevestigd. De orde kende perioden van bloei kluizenaars op de berg Karmel ten noord- en verval, vooral in de tijd van de reformatie oosten van Haifa in het huidige IsraĂŤl. Zij ging het slecht. In de zuidelijke Nederlanden waren lekeneremieten die in het begin van wist de orde te overleven en zichzelf te de 13de eeuw deel uitmaakten van een vernieuwen. In de orde hielden contemplareligieuze beweging onder de kruisvaarders tieve levensinslag, apostolaat en maatschapvan het toenmalige rijk van Jeruzalem. Deze pelijke activiteiten elkaar min of meer in beweging werd geĂŻnspireerd door de profeet evenwicht. Elias (ook al een kluizenaar op de berg Karmel) en werd gekenmerkt door een sterk Boxmeer vormde vanaf de Vrede van Munverlangen naar navolging van Christus. De ster (1648) een enclave in de Staatse gebiederde belangrijke bijbelse persoon voor de den; een enclave waarin de katholieken

10


elkaar opvolgende pastoors geleverd.

Angelus de Fourmetroux

Aft.

1: Karmelietenklooster - Boxmeer. Verbindingsboog tussen klooster en kerk (1653). (Foto: Studio Jan Waarma)

ongestoord hun gang konden gaan. Graaf Albert van den Bergh haalde de Karmelieten naar Boxmeer. Albert van den Bergh was een kleinzoon van Maria van Nassau, de zuster van Willem van Oranje, en behoorde tot een familie die tijdens de Tachtigjarige Oorlog een van de bekendste ten lande was, zowel om haar uitstekende legeraanvoerders en stadhouders als om zijn zeer opvallend opportunisme. In 1653 werd het klooster opgericht, vanuit Antwerpen. De orde nam de plaatselijke zielzorg, de bediening van de buurtparochies en de leiding van de Latijnse school over en bouwde een klooster, zoals het in grote trekken nu nog in Boxmeer staat. Ook leverden zij pastoors aan dorpen in de (verre) omgeving. Rond 1700 waren er Karmelieten te vinden in Mill, Tongelre (bij Eindhoven), Vierlingsbeek, Beugen, Groot Linden, Haps en Balgoij en Keent. En vanaf 1707 in Heumen. Vanuit Boxmeer, of door bemiddeling van de orde in Boxmeer werden drie

Gerardus Albertus (de) Fourmentroux was gedoopt te Antwerpen op 23 november 1666. Hij trad in in het klooster van de Karmelieten te Antwerpen en legde de geloften af op 26 januari 1685; hij ontving de naam Angelus a Jesu Maria. Hij werd priester gewijd op 17 december 1689 en vanaf zijn priesterwijding streefde hij naar een eigen parochie. In 1696 was hij actiefin Fijnaart, destijds nog volledig gedomineerd door hervormden. Die gingen over tot een hevige vervolging tegen de 'Paep', waarbij in 1696, toen de hervormden een eredienst onder leiding van pater Angelus wilden verstoren, drie bezoekers van de dienst doodgeschoten werden. In 1698 zat Fourmentroux in Stampersgat onder de parochie Gastel en in 1704 weer in Fijnaart In beide plaatsen kreeg hij het aan de stok met pastoors in naburige parochies, die vreesden dat hun parochianen in te groten getale naar de nieuwe pater gingen (en met deze parochianen verdwenen de inkomsten van de pastoors). In 1705 was pater Angelus actiefin Heerle, waar hij zich ook bezighield met excorcisme. 29 September 1705 werd de pater het verblijf binnen geheel de Republiek verboden. Het is goed mogelijk dat hij daarop naar de Karmelieten in de enclave Boxmeer is gegaan.

Aft. 2: Karmelietenklooster - Boxmeer. Oostgevel, refter, rondgang, boog (1652).

(Foto: zie aft. 1)

11


De eerste pastoor van Heumen en Malden na de reformatie Al heel snel deed zich de gelegenheid aan hem voor zijn oude wens te realiseren: een eigen parochie, en wel in Heumen en Malden. Men zou verwachten dat iemand met zo'n voorgeschiedenis op fel verzet kon rekenen van de predikanten in de Classis van Nijmegen. Maar de notulen van de Classis zwijgen over hem. Het is interessant om op deze plaats een vergelijking te maken tussen Dreumel en Heumen, omdat daar ongeveer tegelijkertijd voor het eerst weer pastoors opduiken. Dominee Albertus Schadd berichtte op de vergadering van de Classis van 9 mei 1707, dat zich te Dreumel een paap gevestigd had, die ook nog eens vlak bij de kerk was gaan wonen. In Wamel was er al een paap, en Schadd zag zich nu, in zijn eentje, geplaatst tegenover twee papen. Fourmentroux had zich te Heumen gevestigd, tegen het einde van het jaar l 707 (op l december 1707 doopte hij voor de eerste maal een kind). De notulen van de Classis van 1708 en volgende jaren zwijgen over hem; de paap van Dreumel blijft jarenlang op de agenda staan. Naar aanleiding van het geval in Dreumel droeg de Classis aan haar predikanten op uitvoerig te rapporteren over 'Paepsche Stoutigheden', in augustus 1711. Op de eerstvolgende en latere vergaderingen: . . . stilte. Wel werd een klacht ingediend tegen dominee Bierman van Heumen, maar dat was omdat hij zijn classisgeld niet betaald had. Het verschil tussen Dreumel en Heumen zit 'm in de Heer van het dorp. In Heumen bezat de heer het collatie-recht. Hij had zelf

dominee Bierman benoemd en de dominee zal zich wel bedacht hebben voordat hij beet in de hand die zijn benoerningsacte ondertekend had. Maar Van Steenhuys heeft zijn collatierecht waarschijnlijk ook toegepast op de katholieke pastoor! De hervormde heer van Heumen benoemde pastoor en dominee en hij zal er ook voor gezorgd hebben dat zij elkaar niet in de haren zaten. Een andere mogelijkheid is nog dat dominee

12

Bierman vrijzinnig of remonstrants georiĂŤnteerd was, en niet tot de orthodoxen behoorde, die over het algemeen feller reageerden op katholieke activiteiten.

Een van de eerste daden van de nieuwe pastoor betrof het inrichten van een kerk. In de literatuur wordt gezegd dat er een schuurkerk werd gebouwd, maar in 1809 wordt in een request aan koning Lodewijk Napoleon opgemerkt: 'dat deze kerkschuir, uit hoofde van haren oorspronkelijken aanleg, voor eenige duurzaame verbetering of herstel, niet vatbaar kan worden beschouwd.' Mijns inziens kan men daaruit afleiden, dat er een bestaande schuur omgebouwd werd tot kerk. De kerk, met de pastorie, stond aan de Leigraaf, aan de linkerkant van de weg naar Malden. De kerk bestond uit hout- en latwerk opgevuld met leem. De kerk stond op een laag punt en was dus zeer kwetsbaar. Branden en overstromingen hebben in de loop van de tijd de schuurkerk geteisterd.

Inventaris van de kerkschuur Hoewel de schuurkerk dus uiterlijk onaantrekkelijk was, werd er aan de inrichting en versiering de nodige aandacht besteed. De pastoor had, voor zijn vorige parochies, al het nodige verzameld en bracht dat allemaal in. De parochie werd bij tijd en wijle gevisiteerd door de prior van het Karrnelietenklooster te Boxmeer. Bij gelegenheid van enkele van die visitaties stelde Angelus Fourmentroux een inventaris op, in l 7 19 en l 722. De inventaris van 1719 geef ik hier volledig weer, omdat ze een aardig beeld geeft van de inrichting van een schuurkerk en de bezittingen van de pastoor. De inventaris van l 722 wijkt slechts in enkele opzichten af van de eerdere: enkele van de schilderijen hebben brandschade. Schutjes vermeldt dat in 1727 alle kerkornamenten door brand zijn vernield, behalve de monstrans en de pixis voor de H. Olie. Heumen met Malden telde toen 500 communicanten. Staet van Inventaris van de goederen die toebehooren aen den pastor van Heumen,


Aft. 3: De voormalige pastorie bij de schuurkerk. De kerk zelf (gebouwd als een schuur) is weg. (Foto: G.A.A. Rooijakkers 1988) ende nu, anno 1719 den 1. Junij te vinden throon, versilverde houten straelen, die tot den thron connen gebruijckt worden: een sijn in het pastoral huijs te Heumen. Marien beidt van den Schapulier, een beidt Ie. kerkel. ornamenten Een roodt damast, met bancktjens en kus- van S. Anna, een beidt van S. Lucia, alle drij toebehoorende aen den pastor, 2 costel. sens, casuffel en toebehooren en een chor(H)euverrocken met canten; 4 de fijnste cap. alben oock met canten als oock de amicten Een wit gebordurt, met bancktjens en kusen haer toebehooren zes fijne corperen sens, casuffel, tunicxen en toebehooren. Een groen damast met bancktiens en kus- (koperen?) en ses fijne groote purificatorien alle met canten; noch 2 romeijnse missalen, sens, casuffel en toebehoren. en een suppliment met requiemsmissen van Een swert damast, met bancktjens, kussens 't orden apart in een gebonden; seven roij en chorcap, een casuffel en toebehooren. rocken van baeij voor de dienaers van den Een violet met bancktjens en kussens, een altaer met 7 linde (h)euverrocktjens. casuffel met haer toebehooren. Een wit gebloemt met bancktjens en kusMeubelen in het huijs, Linen, etc. sens. 27 hemden; 29 paer slaplakens; taeffel12 Coperen kandelaren, soo grote als cleijne; laeckens 17; servetten omtrent vijf dousij8 groote versilverde houte kandelaren, 2 nen; dassen 14; neusdoeken 12; slaepmutsen vergulde canons, 2 costel. versilverde pira19; line kussetijeken off flawijnen 19; maumiden, 4 versilverde (h)armen tot kandekens 18 paer; handtdoeken 14; l nachtrock; laers, 2 costel. lijsten met schilderijen van S. vijf kleetels; vijf beddens; 10 dekens; 4 Anna en een van S. Joseph, 3 crucifixen, en 2 ledicanten met haere behangsels; 8 oorkusversilverde voeten voor het venerabel, als sens; 8 sittekussens; 3 spigels; eene groote oock eenen costel. versilverde gesneden

13


Aft.

4 en 5: Gildeschildje van de Heer van Heumen, voor- en achterkant (Foto: St, Jorisgilde, Heumen)

schoone spigel; saeme 8 grote schilderijen, landtschappen op de groote caemer, eene van het vagevier op de slaepcaemer; noch vier cleijne schilderij kens; 6 paer gordijnen

in ons clooster 't Antw.(erpen). Item hebbe ick aen den selven geleent 40 guldens hollants geldt, volgens eijgen handschrift); noch een coperen kelck, met eenen silveren

van groene stoffe voor de glasen; drij leen

vergulden back ende patew, met lepelken; 12

stoelen; 12 andere; vijf spaense lere stoelen; twee schribaenkassen; een cleijn schribaentjen met schiltpat ingeleijt; een groote glaesen kasse; biblioteek met 700 boeken; een notebomen taeffel, een lije tafel, 5 andere taeffels; 3 tapijten, in de keuken een schribaen oft glaese kest, met glaesen, 14 posteleijne schotels, en thĂŠ potjens met schaelkens 3; treckpoten thĂŠ busse etc .

silvere lepels, forketten; soutvaten, eenen mostaert pot, een peperbus, een silveren horologie, silvere snuijtaback doos, een silveren segel met de wapen van Carmelus, een silveren the lepelken, eenen silveren kapittelstock, met 7 silveren bollekens onder aen de linten tot eenen brevier, een cleijn cruijsken toegemaeckt met schiltpat, den Christus en alle vier de hoeken van silver; een paer gespen.

Silverwerck Een remonstrantie; drij silve vaten van den h. olie; noch een cleijn doosken voor het ven. om te gaen berichten; noch een groote silveren doos; een silvere reliquere van den h. Antonius; eenen silveren kelck (die ick p. Elias saliger geleendt hebbe, nevens eenen missael van 't orden, welcke nu te binden sijn

14

Coperwerck l grooten wasketel, 4 andere ketels, drij groote pannen off casrolle, l groote schotel om te stoven, 2 lampen, 3 blaekers, l dorslagh, 4 cofferen, l schuijmlepel, en vispan, l trefter, l kandelaer, een coperen bel, met een ander groote bel in 't kercken-


huijs, 2 wirookvaten met schaelken; 2 schone coperen brandtijsers, een bedtpan, eenen sicolatepot, een blecken handtvatjen geschilden met ondervat en coperen craentjen eenen mortier. Iserwerck twee grote ieseren plaeten voor de schorste.; 4 brandtijsers, 2 groote vuertanghen en 2 cleijne, eenen ijserenhael, 2 kettinghen aen eenen platte ijseren haelboom, met twee ijsere plaetjens inden hoeck van de schoorsteen, eenen schuijmlepel, 2 ijsere cofĂŻbren met een groot, een ijseren spit met braetpan, 3 potten, item isser een koetse kerre, met een kelderken daer 4 groote flessen in staen, een perse. Theenegoedt (=tinnen goed) thien cleijne schottels, 8 groote, 2 groote commen met eenen grooten lepel, drij dosijnen broden, 4 soutvaten, 6 lepels en forketten, twee lam pet potten met een lampetschottel, 4 kandelaers, eenen grooten coffiepot, 2 bierkannen, slijpschotel, scheerbeckens, 3 stene commekens, 2 mostaert potten, 3 peperbussen 2 thenen pannekens met stelen daer in, enen thenen inktpot met santpot, 4 camerpotten, een thenen treckpottjen, 2 dienschottels, een thenen handvatjen met een ondervat, en coperen craeijntjen.

Consumtio ab ultima visitatione Recepta

voor missen uijt pastorele gerechtel. uijt den offer van de coibanck

150 100 40- O 30-10 7-10 328-10

aen aen aen aen aen aen

Exposita vleijs vis specerijen en suijcker 2 brousels bier wijn brandt

38- O 21- O 24-17 40- O 50- O 20- O

boom olie en asijn sub olie en kerssen aen was voor de kerck aen den doctor voor medicijnen voor laeken tot een cledt b. c. van maeken en andere oncosten voor eenen hoet koussen en schoenen

12- O 9-16 38- O 12- O 30- O 8-13 11- 9 3-10 7-10 326- 5

De scapulierenbroederschap Na de oprichting van de schuurkerk, nam pater Angelus een typisch Karmelitaanse activiteit ter hand; hij richtte een 'Broederschap van O.L. Vrouw van den Berg Carmel' op, ook wel scapulierenbroederschap genaamd. We moeten ver terug in de geschiedenis om de oorsprong ervan te vinden, naar ene Simon Stock, overste-generaal van de orde van de Karmelieten in Engeland, van 1245

tot 1265. In voor de orde moeilijke dagen bad hij veelvuldig tot Maria en Maria verscheen aan hem, steunde hem en gaf hem het Scapulier. Een scapulier bestaat uit'twee stukjes wollen stof, verbonden door twee bandjes, die over de schouders gehangen werden. Het scapulier mocht alleen door een Karmeliet of door een door de Karmelieten gevolmachtigd priester gewijd en opgelegd worden. Door het dragen van een scapulier kon men aflaten verdienen; droeg men het scapulier in het uur van de dood, dan ging men in elk geval niet naar de hel - mits men verder keurig geleefd had uiteraard. Wat meer algemeen kan men zeggen, dat een scapulier een van een habijt afgeleid kledingstuk is, waardoor ook leken zich met een orde verbonden konden voelen, en waardoor op de leken iets afstraalde van de goede werken van de orde. De broederschap in Heumen bleek in een grote behoefte te voorzien: er werden onmiddellijk zo'n 75 mensen lid bij de oprichting in 1710. Gedurende de hele 18de eeuw werden er per jaar enkele tientallen mensen lid. Zoveel mensen woonden er niet eens in Heumen en Malden, zodat men kan vaststel-

15


Afb. 6: Een scapulier, zoals bewaard gebleven in de pastorie van Heumen. (Foto: G. A. A. Rooijakkers, 1988) len dat de broederschap betekenis heeft gehad voor de hele streelt Voorzover ik dat uit de namen kan opmaken, kwamen de mensen uit heel Maas en Waal en Rijk van Nijmegen en uit Nijmegen zelf. Op een der eerste bladzijden staat een kerkmeester vermeld: de eerste kerkmeester van de katholieken na de reformatie. Zijn naam: Nicolaus Dercx, wiens familienaam niet gegeven wordt, maar die zonder twijfel geĂŻdentificeerd kan worden als Claes Dercks Schuurs. Diens vader: Derck Hendricks Schuurs, was ook al kerkmeester, maar van .. de hervormde kerk, in Malden in 1670. Na 1800 nam de populariteit van de broederschap van de Heilige Scapulier nog meer toe, in 1819 werd er een ledenwinst geboekt van meer dan 100: 118 in eenjaar tijd, in 1823 werden er zelfs 227 nieuwe leden geboekt. Na 1850 veranderde het karakter van de broederschap enigszins: waren het tot dan toe vooral volwassenen die lid werden, na 1850 waren het meest neo-communicanten. De 'Confratem Sacri Scapularis' hield het bijna 250 jaar vol: in 1948 werden de laatste

16

neocommunicanten ingeschreven als lid. Pater Angelus a Jesu Maria stierf op 25 november 1732 in zijn 66ste levensjaar, hij was 47 jaar broeder geweest en 42 jaar priester. Zijn naam werd opgenomen in het necrologium van het klooster van Boxmeer. Zijn opvolger was ook een Karmeliet, Johannes van Boeckholt, of van Rocholt, hij was afkomstig van Grave, geboren circa 1696, geprofest 29 oktober l 715 en priester gewijd op 21 december 1720. Hij werd benoemd door de Vrouwe van Heumen, Amelia Cecilia van Steenhuys. Columbanus a Sancto Arnoldo zoals zijn kloosternaam luidde, stierf op 14 september 1775. Zijn naam komt niet voor in het necrologium van Boxmeer, zodat hij, in weerwil van wat Schutjes beweert, waarschijnlijk niet uit het klooster

van de Karmelieten te Boxmeer afkomstig was. Misschien kwam hij uit het klooster van de orde in Gelder. De laatste Karmeliet in Heumen en Malden was Jacobus van de Heull, Thilensis, hij was

afkomstig uit Tiel, of uit Thielt in BelgiĂŤ.


(Jt, n trui er uil.. iv< $

jV-ap.«/_o,r/J

C f c c//a— ut O.JOT» *2) ff-n-vi-m •»?'* Jift i?r« m o ^«U t o-re : Ccr-n+rcA rel 03' V'' -J- »/n_

MtMite^eM' f2

C/3 1 C-m Orn-£

J-et-»- f-o^it^_ 6"«t-pr-nt£. <'«'tl'«-

ƒ/ w'üt ^x

«OTf-f

o

O

ttC jB*rUen„ i-»w4-e 0-oH1 3-0/n-

»«4r-erf - • » • * .

. <*

§-J*TV»U>- ymA—t/H JL*M-***- QiTt/c*^—

^4 */ri A- cl w jc_ /wi/l-*/H *vrV

/Ae/tJoxiX. y*.**>t<-**—.

j-fm-ri-n*l-vnmiA*.

*.

&-f-,nyt-j A—rv(-vn-!f

^-ïtrn.»-**. tf-vrt-f

JJM+t

Jcn»J e^——

/WiO-i'ttJ VcwL AV ^j^vwft-t**—

^^

A-wto

^-^^-^^^_

J-iuO-e. 'W.K<Avi-t MtM)t+t*— \-wimi.tf*—,

4/i. 7: De eerste pagina van het lidmatenboek van de broederschap van het H. Scapulier. Deze broederschap hield het zo'n 240 jaar vol in Heumen. (Parochie-archief Heumen) Onder zijn kloosternaam, Marianus a S. Josepho, was hij al vanaf 1771 assistent van pastoor Van Boeckholt. Hij stierf vrij jong, op 8 juni 1782, en ook zijn naam komt niet voor in het necrologium van Boxmeer.

Een nieuw soort heer In 1769 had de Stad Nijmegen de heerlijkheid Heumen gekocht, inclusief het collatierecht. Van dat recht maakte de stad ook gebruik, vooral ten aanzien van de predikanten, maar ook bij de pastoors. Van pastoor Van den Heull heb ik de benoeming niet kunnen vinden, maar van zijn opvolger wel, en wel in Oud Archief Nijmegen inv.nr. 200, Raadssignaat van de Stad Nijmegen, folio 230/231 12 juni 1782: 'Vermits het overlijden van J. van den Heull, Roomsch pastor te

Heumen en Malden, hebben haar Edele, Grootachtbaren, als Heeren van die Heerlijkheden, goedgevonden den Heeren Borgemeesteren bij deze te authoriseren om den persoon van Franciscus Jacobus van Berckel, met provisionele permissie, de dienst als Cappellaen aldaer waergenomen hebbende, op gelijke wijze in des overleedenen plaats te laten succedeeren, mits vindende geene redenen ter contrari.' De edele, grootachtbare heren van de Raad hielden dus nog een paar slagen om de arm: Van Berkel kon op die manier onder controle gehouden worden. Zou hij zich misdragen in de ogen van de Raad, dan konden ze hem alsnog ontslaan. Pastoor Franciscus Jacobus van Berkel, geboortig van Uden, was de eerste seculiere priester-pastoor van Heumen en Malden, een bewijs dat het normale katholieke leven in de 18e eeuw weer een beetje op gang kwam: dat zoveel paters pastoor werden lag aan een tekort aan priesteropleidingen en dus aan priesters. In de loop van de 18de eeuw kwam daar enige verbetering in. Van Berkel stierf op de drempel van de Nieuwe Tijd, op 29 december 1794; de Fransen waren al een paar maanden de baas in Heumen en Malden.

Op de drempel van de Nieuwe Tijd Gerardus Arts, geboren en gedoopt te Overasselt op 30 januari 1760, was een zoon van de smid Tobias Arts, en van Petronella Gerrits. Hij was 23 december 1786 priester gewijd te Keulen, functioneerde enige tijd als kapellaan te Dreumel, solliciteerde na de dood van Van Berkel onmiddellijk naar de positie van pastoor in Heumen, en werd op 31 december 1794 tot pastoor benoemd. Deze eerste pastoor van Heumen uit de eigen streek (na hem kwam overigens weer de ene Brabander na de andere de pastorie bezetten) ging een zeer moeilijke tijd tegemoet. Hij was de laatste pastoor die door de Nijmeegse Raad benoemd werd. Het is mogelijk dat de Raad haar collatierecht ten opzichte van de pastoor vergat, pastoor Arts

17


l/ltutn-l'L r4 ], 71,

"/™S

-fn,chÏÏ£\fl.tx: '/-. '/. ^

O J 'i II: l

(cn -/VA /<• i-?* f /A />y

:~4efll,•„.:ƒ CvftjOc -t~&

Xc~^»rS*„L

t~cïmf<^>'

/ .

'J 2-ty*^ /^.T'TT-

f

/fpr? if' /••' *-<*>'• c fi 7,y

k'föcw--, f"'^''"'*""£?*/*• ^

<>A*^f'^'"

Qo»->'cfLCai -

i:

^xjl

CL^tyt+'o /i^/&^.

• *> 't„ /,,'D, k ïè.

t"&*rffi''^-&^Cl£

fat-ere J^a-

ifi- fftCfe^-fi^

.,

t? e>Sé fa!!-?£*-ƒ£

.

c.

"--

|

Afb. 8: In het parochie-archief Heumen bevindt zich een aantekeningenboek van pastoor Van der Putten (1841-1852). Als men het boek echter omdraait, staat er op de achterkant: Rekenboek behorende tot den pastorie. Uit het boek zijn enkele bladen geknipt (vis. door Van der Putten); in de kantlijn staan nog net zichtbaar enkele jaartallen: 1720, 1784, etc. Enkele aantekeningen zijn bewaard gebleven, waaronder deze curieuze betreffende de bekering van Steven Adriaan, graaf van Weideren, vertegenwoordiger van Gelderland in de Staten-Generaal, en de bekering van zijn zus tot het 'zeer heilige geloof van onze moeder de enige kerk', in 1734. bleef 47 jaar aan en dus was er tijd genoeg om te vergeten. Het is meer waarschijnlijk dat dergelijke collatierechten bij Concordaat van 1829 tussen Willem I en de Paus afgeschaft zijn. Het collatierecht over de predikant van Heumen werd door de Raad van Nijmegen

in 1872 afgeschaft, als zijnde in die tijd niet meer gepast. De afschaffing redde het maar net: 8 voor, 7 tegen. De burgemeester was ook tegen en wel omdat de heerlijkheid bij een eventuele verkoop minder waard zou zijn zonder het collatierecht.

Uit de rekeningen van de Nederlandse Hervormde kerk Kerk- en armenrekeningen vormden in Heumen een 'gesmolten fonds': inkomsten en uitgaven van kerk en van de armen liepen door elkaar en niemand wist welke inkomsten van de kerk en welke van de armen waren. De rekeningen vormen een interessante bron voor de kerkgeschiedenis van Heumen en Malden, maar ook voor de 'petit histoire'. De rekeningen zijn bewaard gebleven vanaf 1748 en ze bevinden zich in het archief van de Nederlandse Hervormde Gemeente Heumen en Malden, hetwelk berust in het gemeentearchief Nijmegen. Enkele dubbelen van rekeningen uit de 18e eeuw zitten in het Oud Archief Nijmegen. Kerk- en armmeesters waren: vanaf 1748 tot 1769: A. Ghijben, die tevens rentmeester was voor de Vrouwe van Heumen, (Ghijben woonde in 1747 op het kasteel), van 1769 tot 1798:JacobMos; 1798-1802: G. Mos; vanaf 1802 werd het beheer over de rekeningen gevoerd door allerlei commissies. Uit de rekeningen werden op de eerste plaats de

18

onkosten aan en voor de kerk bestreden: reparaties, kerkmeubels, maar ook: brood en wijn tot het avondmaal. Voorts moest er belasting betaald worden over het grondbezit van kerk en armen: dorps- en ambtslasten. De schoolmeester kreeg een vast bedrag voor elk arm kind waaraan hij onderwijs gaf; bijvoorbeeld in 1785: 'Aan G. Mos voor 't


leren van arme kinderen bij rekening en quitantie: 7 (gulden) - 8 (stuivers) en 8 (penningen). Een vierde uitgavenpost werd gevormd door

de armen van Heumen en Malden, meestal waren dat 'roomsen'. De 'armen' bezaten een huis op den Dobbelaar; af en toe werd daar wat aan vertimmerd. 4 December 1748: Aan den brouwer C. Cornelissen voor hout tot nodige reparatie aan het Huijs op den Dobbelaar, 4-14-0. Het huis werd verhuurd en leverde dus inkomsten op; soms was de bewoner armlastig en werd de huur kwijtgescholden. Verder werden er bedragen uitgekeerd aan personen in behoeftige omstandigheden, of aan derden die diensten ten behoeve van de armen verrichtten. Zo leren we kennen: den ouden Thomas, den rooie of dove Giel, kreupele Derris, simpele Anna en verder: Hermen Jansen die de oude Thomas

Gelder - 11 - (O gl. 11 st.) Op 13 octob. Aan een soldate vrouw - 2 -. 20 dito Aan een Man komende van den Bosch klagende dat hem sijn geit van deserteurs was afgenomen -12-. 26 nov. Aan een gewesene Coopman uijt Duijtsland l- -. 9 decemb. Aan twee menschen met attestatie dat waren afgebrand - 12 -.

Uitgave 1759 9 jan. Aan een vrouw die twee kinderen aan de pocken had leggen - 12 -. 5 meert Aan een afgedankte soldaat - 4 -. 7 dito Aan een man met attestatie van de Graaff van Randwijk - 18 -. 27 dito Aan een man met attestatie van den staat gaande naar Duijtsland - 15 -. 2 meij Aan twee passanten sijnde d'eene siek - 8 -. in huis heeft (waar hij ƒ 10,- voor ontving) en 16 dito Aan een Coopman seggende dat hij Meggel die de was deed voor Thomas (f 2- bij den slag van Bergen al sijn goederen 12-0), de mulder die brood leverde aan verloren had l - -. Thomas (ƒ 9-9-0). Sommige armen kregen 19 dito Aan twee leijdeckers die naar Holiets uit gekeerd op voorspraak van de land om werk geweest waren volgens attestagravinne. Anderen kregen hun geld via de tie - 11 -. pastoor: 31 december 1749 Aan den pastoor 29 maij Aan een Man van Vierlingsbeek met voor G. Willems in noot, ƒ 6-10-0. De armen attestatie dat sijn Huijs was omgevallen kregen hun uitkering in geld, natura (brood, - 11 -. kleren) of diensten (huisvesting, de was werd 14 junij Aan twee menschen met attestatie voor hen gedaan). dat haar beesten afgestorven waren - 1 8 - . Een vijfde categorie in de uitgavenposten 25 dito Aan een franse refugé met attestatie werd gevormd door de 'passanten', ook wel van Utrecht - 12 -. 'passagiers' genaamd. Meestal gaan zij schuil 26 dito Aan de bekende predikants weduwe achter het nietszeggende: aan arme passa- - 12 -. giers ƒ 2-1-0 (december 1748). De uitgaven 4 sept. aan een gewesene schoolmr die over de jaren 1758-1761 geven een ander ongemak aan sijn oogen had - 12 -. beeld, weliswaar worden er geen namen 10 dito Aan een Coopman die van den Turk genoemd, maar de passanten worden om- gevangen geweest, en sijn Tong uijtgesneden schreven. Veel van die omschrijvingen geven was, met attestatie van den staat 2 - -. menselijke drama's in telegramstijl. De arme 13 dito Aan twee Hessise Deserteurs - 4 -. sloebers die destijds langs 's Heeren wegen 15 dito Aan een man van Breda met attestatie zwierven kregen in de pastorie van Heumen gaande collecteeren voor arme Menschen in een bete broods, een slok bier en een Duijtsland, hebbende ook een attest van de grijpstuiver, en, wie weet, een slaapplaats Graaff van Randwijk l - 4 -. voor de nacht, in ruil voor hun verhaal. 7 decemb. Aan een smit van Groesbeek die Uit die rekeningen wordt hier een selectie sijn huijs was afgebrand - 12 -. weergegeven. 25 dito Aan een Keijserse Deserteur - 2 -. Uijtgave 1758 8 sept. Aan een kleermaker met attestatie van

Uijtgave 1760

2 jan. Aan een Backer met attestatie van

19


Venlo - 6 -. 15 dito Aan een Fransman door G. van Kempen in mijn absentie opgebragt is voor reijsgelt gegeven -11-. 8 febr. Aan een man en vrouw - 4 -. 13 dito Aan een passant - 2 -. 22 dito Aan een timmermansgesel die ellendig door een val gewond was, op krukken - 12 -. 29 dito Aan twee franse deserteurs - 4 -. 15 meert Aan een gewese Heerenknegt - 5 -. 2 april Aan een vrouw van Hommersum met attestatie dat haar huijsje was omgewaaijt - 11 -. 23 dito Aan twee slaven - 2 -. 15 maij Aan een man met attestatie dat sijn veeh was afgestorven - 12 -. 10 junij Aan de Predikants wed. die jaarlijkx comt - 1 1 - . 23 dito Aan een simpele schoenmakersknegt - 5 - 8. 30 dito Aan den bekende man van Wichen door Vinman gerecommendeert - 12 -. 5 aug. Aan een Turkse slaaff seer mishandelt - 12 -.

25 sept. Aan een Luijters Predikant gaande collecteeren voor een afgebrande kerk in het Markse l 10 -. 24 octob. Aan een man met attestatie van Professor Moos, waarbij bleek dat die man Roomsen- Priester geweest, en gereformeert geworden was 1 2 - . 27 decemb. Aan een man van Boxmeer met attestatie dat buijten staat was om de kost voor vrouw en kinderen te konnen winnen -11 -.

Uitgave 1761 7 maij Aan een man van Moock met attestatie

van schepenen, dat sijn paart door de Fransen dood gedreven was l 4 -. 17 junij Aan een man van Niftrik met attestatie dat sijn Huijs was afgebrand - 15 -. 9 julij Aan een vrouw van Os die haar beesten afgestorven waren - 1 1 - . 16 julij aan de bekende man van Wichen die voorgaf naar Dillenborgh te gaan - 1 1 - . Over de jaren 1758-1761 was een rekening opgemaakt, die publiek werd afgehoord in de kerk te Heumen op 4 september 1761. Er was een tekort van Ć’ 47-12-. Dat leverde het volgende commentaar op van P. van de Veelouw, gevolmachtigde van de heer Grave J.W. van Weideren, curator en opper armenmeester te Heumen.: 'Welke Ć’ 47-19-0 rendant bij sijne eerstvolgende rekening sal worden goedgedaan welke rekening in mei 1762, en vervolgens jaarlijkx sal worden afgehoort; wordende rendant gerecommendeert sijne uijtgiften aan soo genaamde passanten, met meerdere menagie te doen, en die uijtgaven soodanig te dirigeren, dat deselve eene somma van twaalf guldens in 't jaar niet te boven gaan, ten waare sulkx geschiede met voorkennis en goed vinden van den heer opper armenmeester, of sijn Hooggeb. representant, of sal andersints in uijtgave niet geleden worden!' Nog een verdere opmerking over het curatorschap van de Graaf van Weideren: kort voor 1761 was hij tot curator benoemd over, Amelia Cecilia van Steenhuys, die krankzinnig was geworden. Haar dood, enkele jaren later, werd veroorzaakt door een waarschijnlijk door haar zelf aangestoken brand.

In de Franse Tijd In de zomer van 1794 veroverden Franse troepen Staats-Brabant; in het najaar staken zij de Maas over. Op 27 oktober werd Nijmegen ingesloten en na een korte belegering en enkele kleinere gevechten op 8 november ingenomen. Net als in Staats-Brabant en net als later in de rest van de Republiek werden de Fransen hier ingehaald als broeders. In Nijmegen, maar bijvoorbeeld ook in een 20


plaats als Groesbeek, werden vrijheidsbomen opgericht. In Heumen zal de vreugde gemengd zijn geweest met andere gevoelens: als gevolg van oorlogsschade en requisities toegebracht door en opgeĂŤist door Engelse en Franse troepen moest uit de armenkas een bedrag van 400 gulden worden uitgekeerd aan gedupeerde - vooral katholieke - Heumenaren. De reparaties aan de hervormde kerk kostten honderden guldens.

SCHUURKERK met P A S T O R I E t 1709 loler a l l e e n P a s t o r i e 1840-1862

Afb. 1: In deze kaart naar het kadastraal minuutplan van 1820, zijn alle kerken die Heumen gekend heeft, ingetekend. (Tekening: G.A.A. Rooijakkers)

21


A/b. 2: De omstreden 'Grote Kerk' te Heumen, waar in de jaren 1796-1810 fel om gevochten werd. (Tekening: Cornelis Pronk, 1732) 5 Januari 1795 werd in Gelderland de oude statenvergadering vervangen door provinciale representanten en 7 februari daaraanvolgend besloot het college van representanten over te gaan tot afkondiging van rechten van de mens en de burger. Vooral katholieken waren daar blij mee, want zij verwachtten hun godsdienst voortaan vrij te kunnen uitoefenen. Sommigen meenden dat men zonder meer kon overgaan tot inbezitneming van de oude parochiekerken en verdrijving van predikanten en koster-schoolmeesters uit hun pastorieĂŤn en kosterijen, soms daartoe aangezet of geruggesteund

grijpen. De commissie reisde stad en land af, wees de katholieken op het onwettig karakter van hun eigenmachtig optreden, en draaide de zaken terug, of regelde een compromis waarbij katholieken en hervormden het gebruik van de kerk deelden. Dit optreden van de commissie en enig militair machtsvertoon overtuigde de katholieken ervan dat zij voortaan de legale weg moesten bewandelen om hun kerken terug te krijgen. Dat hebben zij dan ook- tot hun nadeel- overhel algemeen gedaan.

door Franse officieren. In Oyen (destijds

Een nieuwe commissie werd eind 1795 samengesteld, onder voorzitterschap van

Gelders), Kerkdriel, Druten(14 februari '95), Ewijk(eind maart) en andere plaatsen in het Land van Maas en Waal werden de kerken door katholieken eigenmachtig overgenomen. In het Rijk van Nijmegen bleef het rustiger. De Landschapsvergadering benoemde een commissie, met onder andere de Nijmegenaren Gisbertus Cornelis in de Betou enjan Engelbert Sanders van Well, die volmacht kreeg in de gang van zaken in te

22

De nieuwe tijdgeest Gradus Roes, om een eventuele restitutie van kerken, kerkelijke en armen goederen, aan katholieken voor te bereiden. De eerste stap van deze commissie bestond uit het verzamelen van inlichtingen. Ook in Heumen werd een vragenlijst bezorgd betreffende getalssterkte en financiĂŤle positie van de

kerkgenootschappen. De vragen werden namens de hervormde gemeente beant-


NIEUWSBRIEF DOCUMENTATIECENTRUM Het verenigingsbestuur kan met tevredenheid melden, dat het streekdocumentatiecentrum haar onderkomen heeft gevonden in het sousterrain van het gemeentekantoor van de gemeente Wijchen, Kasteellaan 24. In de maanden juli en augustus worden de schilderwerken en de indeling uitgevoerd en naar verwacht zal de deur voor de bezoekers op woensdag 7 september weer open gaan. Ondanks de beperkte toegankelijkheid vanaf januari t/m juni waren elke woensdag ongeveer 7 bezoekers aanwezig voor raadpleging en informatie over onderwerpen betreffende het Land van Maas en Waal. De openstelling op woensdagmiddag van 14.00-17.00 uur blijft, en na overleg heeft de werkgroep Maas en Waalse geslachten besloten om óók op de éérste zaterdag van elke maand open te zijn. Met ingang van zaterdag 1 oktober 1988 zal dat voor het eerst zijn en de openingstijd is vanaf 09.30-12.30 uur. De maanden juli en augustus blijven als vakantiemaanden aangemerkt, wat als zodanig betekent dat het documentatiecentrum dan gesloten is. Het documentatiecentrum is op de woensdagmiddag toegankelijk via de hoofdingang en tevens via de zij-ingang, doch op zaterdagmorgen uitsluitend via de zij-ingang, die via de bedieningsafrit bereikbaar is aan de zijde van het voetpad bij Kasteellaan nr. 28 (café Reuvers). Ter uitbreiding van onze documentatie-collectie willen wij graag gebruik maken van aanbiedingen welke door onze leden en geïnteresseerden beschikbaar worden gesteld en die, eventueel in copievorm, aan de collectie worden toegevoegd. Speciale aandacht wordt besteed aan uitbreiding van onze foto's, dia's prentbriefkaarten, bidprentjes collectie, doch onze kranten, tijdschriften, boeken en archiefmateriaal zijn eveneens hard aan uitbreiding toe. Wij plaatsen deze oproep om enkele redenen, onder andere nu het documentatiecentrum meer bekendheid gaat krijgen bij onze leden en bezoekers is uitbreiding van de collectie een noodzaak, maar ook om een andere

augustus 1988

reden is deze oproep geplaatst. Het zou namelijk zeer betreurenswaardig zijn als in de nabije toekomst vele particuliere collecties via erfdelingen, verkopingen en wat dies meer zij uit onze regio zouden verdwijnen. Uw particuliere verzameling blijft compleet en U bent verzekerd dat zij veilig en goed opgeborgen is en dat alleen geïnteresseerden van Uw collectie/verzameling via inzage gebruik hiervan kunnen maken zonder dat zij een handel kunnen gaan doen met geld of ruiling. Helaas is het maar al te vaak in het verleden gebeurd, dat instellingen, verenigingen en achterblijvende familieleden zich geen raad wisten met wat dan wordt omschreven als oude rommel, wat zij daarmee moesten aanvangen. Ook U heeft via bewaarde archieven en collecties veel aan Uw eigen onderzoek/ verzameling kunnen toevoegen dankzij anderen. Leden van Tweestromenland en geïnteresseerde historische onderzoekers, laat eens duidelijk merken dat U de historie een warm hart toedraagt nu als in de toekomst en geeft of besluit dat U straks Uw collectie/verzameling ter beschikking wilt stellen aan een vereniging die Uw werk en aanbieding weet te waarderen en te behartigen. Onlangs is de vereniging benaderd om via een werkgroepje haar medewerking te willen verlenen om de oude kadasterkaarten van Maas en Waal met daarbij de kohier- en eigenaargegevens in copievorm bij elkaar te krijgen. Geïnteresseerden voor kadastraalen documentatiewerk alsook zij die meer informatie wensen over de aanwezige collectie, openingstijden, materiaalaanbiedingen en lidmaatschap van de vereniging kunnen telefonisch terecht op nummer 08894-16247 en 08894-15227. De vereniging heeft een aanvraag voor een telefoonaansluiting ingediend ten behoeve van het documentatiecentrum, dat straks tijaens de openingsuren bereikbaar is onder nummer 08894-13012.


Najaarsreis 24 september 1988 OUDENBOSCH - BERGEN OP ZOOM West-Brabant hebben wij dit jaar gekozen als reisdoel voor onze jaarlijkse excursie. We brengen allereerst een bezoek aan het vermaarde 'koepelstadje' Oudenbosch, een benaming die ontleend is aan de aanwezigheid van de meerdere koepels, onder andere van de Basiliek, een 'kopie' van de St. Pieter in Rome.

*1W ••^,,^ i*é |4

Pauselijke Zouaven. Hij verzamelde zoveel mogelijk documenten en voorwerpen, die daarop betrekking hadden. Aanvankelijk werd alles ondergebracht in het gebouw van de Kweekschool, maar in 1875 werd het uit 1776 daterende voormalige raadhuis als museum ter beschikking gesteld. Een uitgebreide verzameling attributen, van uniformen, vaandels, brieven, medailles, portretten, bidprentjes tot aan zeer persoonlijke gebruiksvoorwerpen houdt de herinnering levend aan de periode 1863-1870, toen enkele duizenden Nederlanders, ook uit onze omgeving, als Zouaaf het pauselijke leger gingen versterken. Ons volgende programmapunt betreft het gemeentemuseum het Markiezenhof in Bergen op Zoom. Dit voormalige woonpaleis van de Markiezen van Bergen op Zoom werd tussen 1485 en 1511 gebouwd door Antonis Keldermans en sinds 1919 is in dit prachtig gerestaureerde paleisje het museum gehuisvest.

Met de bouw van deze basiliek, die een centrale dominerende plaats inneemt in Oudenbosch, werd reeds begonnen in 1865. Het einde van de restauratie (1954-1987) betekende eigenlijk pas de voltooiing van dit indrukwekkende bouwwerk. De geel-rode halfgesloten parasol (conopeum) en de bel (tintinnabulum) voorin de kerk zijn de onderscheidingstekenen behorende bij de eretitel 'Basilica Minor1, die in 1912 verleend werd door Paus Pius X. Een rondleiding door deze basiliek, onder deskundige leiding, is alleszins de moeite waard. Niet ver van deze kerk ligt het Nederlandse Zouavanmuseum, dat zijn ontstaan te danken heeft aan Broeder Christofoor van Langen, geschiedenisleraar. Zijn bijzondere belangstelling ging uit naar de historie van de


Het bevat schilderijen vanaf de 15e eeuw tot heden, houtsculpturen en wandtapijten. Een aantal stijlkamers is ingericht met meubilair in de stijlen Louis XIV, XV en XVI. Speciale collecties zijn die van Bergen op Zooms aardewerk, tin, koper, Chinees porselein en voorwerpen van oudheidkundige betekenis. Een bezoek aan dit museum is door de gehele sfeer van de Middeleeuwen tot en met de 18e eeuw een aparte belevenis.

AANMELDING: voor deze unieke reis tot 10 septembera.s. voor leden van Tweestromenland met eventueel 1 introducé via het aanmeldingsformulier aan:

Evenementen Commissie-Markt 9-14-6651 BC Druten. KOSTEN: f 55,- per deelnemer, te voldoen vóór 10 september 1988 op postrekening 26 22 012 of op Rabobank Wijchen no. 112 70 14 93 ten gunste van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 1760, Wijchen, onder vermelding van 'Najaarsreis'. In de kostprijs zijn begrepen: vervoer per luxe reisbus, drankjes, gebak, koffietafel en kosten voor gidsen en entrees. Deelnemers ontvangen tijdig dagindeling, deelnemerslijst met instapplaatsen en -tijden.

Aanmeldingsformulier EXCURSIE ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1988 Inzenden vóór 10 september aan: Evenementen Commissie, Markt 9-14, 6651 BC Druten Naam/namen

Voorletters of roepnaam

Straat + no.

Postcode Woonplaats

Telefonisch bereikbaar onder nummer .. Wil zo mogelijk opstappen bij .................................................................................. Het verschuldigde bedrag wordt of is reeds overgemaakt op vermelde giro- of bankrekening. Datum: ............................................. Handtekening: .............................................

Oud Maas en Waal in beeld Helaas is er niets te melden in deze rubriek. Geen enkele beschrijving is er binnengekomen. Toch gaan wij door met het plaatsen van nieuwe foto's. Dat worden dan nu de nummers 21, en 22. In een vorige aflevering werd de vraag naar de herkomst van een foto aan de orde gesteld. Oude foto's in het bezit van de vereniging zijn bijna altijd copieën van tijdelijk afgestane foto's. Tegenwoordig wordt de herkomst genoteerd, maar vroeger gebeurde dat maar zelden, helaas. Wij kunnen dan ook meestal in deze rubriek de herkomst niet vermelden. Indien U iets kunt vertellen over de nu of eerder geplaatste foto's schrijf dat op een briefkaartje, of in een brief, en stuur dat aan: C. Visser, Leigraaf 88, 6651 GG Druten.


Nr. 21 Nr. 22


woord door Jacob Mos, kerk- en armenmeester, namens de katholieken door Gerardus Arts, sinds ongeveer eenjaar pastoor

van Heumen. Jacob Mos had zich al aardig aan de tijdgeest aangepast. Zijn brief begon met de aanhef: 'Vrijheid, Gelijkheid', en eindigde met: 'onder toebidding van heil en aanbodt van Broederschap, zig te noemen, U.E. d.v. medeburger, J. Mos'. Mos somt de kerk- en armengoederen onder Heumen op

S.ni ü(n Rerl:r.te<! tt

u:i.iK.nz s/ïDECf.oi-DF.iisi 7-Xf r.m^.ji. , t!i. .'r iriUcrf, l,t SiiH>.li lit.-f! a^i;t;lt.',l, vu h 3(1,1.1** l.-.'..'.v.vj;' ,> //.,••

l. ƒ/*• Iitt l'r,-Ma^i Trt:,1t:>:f,:l, tn J.r! ••«:i mil'it h'^ttfU

Pcifawti, K.-JJ.-r, r**,':,:*.

gtt, ()(-/;<//,(, i./ *« ir i.'.V,rf v,~c> i::ey, tj Ut. b.lutl.l *W<> va/: A.( /.<-.",/, tn ;,» /(, |W<«- Je:l II.-.H.-I \:m 't'ul'i,r^-ltl f ••/ uW.V Jic.-i vuil ffffltHltnt

«H:l C.^-'ic'f *ƒ •• V. F

CVwu„If ï in , <-/ w', iai ,*tl ïrka t:ci,l i,apm */.• /:.tkaii'll liirr v(fi Man i, f ?. (>f,fe

3.

Kirt tn v.nirf

in'^lti: C.-t;n«r«, ..'/l f'r.'*.'il.riil- *ffilitotl>i.'ii, <f»o,- l'*rl JtiJm,,*,

OfJ

1. Twee campjes weiland onder Heumen, die jaarlijks publiek verpacht worden en gemiddeld jaarlijks opleveren: ƒ 80,6. II* gruft litl j,-/, liitt. w/.vtttii r<.'>. 2. Een stuk bouwland, den Kruijsberg genaamd, is jaarlijks verpagt voor ƒ18,3. Een Huijs, hov, en land, den Dobbelaar genaamd, doet 's jaars in pagt ƒ 32,4. Twee akkers land op de Schuurkens

genaamd, doen jaarlijks in pagt

ƒ 10,-

II-.I.IK IIK HCI>e.SROl:i>£K-1 ! '-'/. .'.'.v;i;/,w.tf.V-« t\Itll.lii;ittt.,'i

5. Een obligatie in Huijs, hov en land van j. r.txiiKtriiKiiOi l'.-l. in: /•/;AJi//:;;r. Coenraad Janzen gevest, groot in capitaal .v. A./A'I;A. •j. ;/'. ru..i,iu,\. 350 glns. ad 4 % ƒ14,6. Een dito ten laste van Gerritje van Zwam, groot in capitaal 250 glns. ad 4 % ƒ10,-Afb. 3: Vragenlijst aan de kerkeraad te Heumen, 7. Een dito ten lasten des Ampts van door een commissie uit de Gelderse synode. Nijmegen groot 1000, tot 3 % ƒ30,8. Een dito ten lasten van de kinderen armen, die hier alle van de Roomse Arriaan Jacobs, ad 190 glns, tegen 3V&96 godsdienst zijn. 3. Tot bedeling van arme passanten. ƒ6 - 13(st.) 4. Tot betaling van uitgaande belastingen. ƒ200 - 13

Dienende hiernevens te worden aangemerkt, dat de voors. kerk en armengoede-

5. Tot onderwijs van Roomse arme kinderen.

ren en effecten, altijd gemeenschappelijk

Het aantal gereformeerde zal alhier thans

door en met elkander behandeld, nooijt duijdelijk gesepareert geweest zijn, ofschoon van zommige misschien zou kunnen blijken, tot welk van beide zij afzonderlijk gehoorende zijn.

bestaan uit circa twintig perzoonen, zijnde dat der Roomsche veel grooter, dog

De voors. Revenuen zijn, en worden verwend 1. tot reparatie van kerk en armengoederen, zoo als nu ter oorzake van de ruïne door de Engelse en Fransen, voor reparatie van de kerk nog betaald worden ruijm 275 glns. 2. Tot alimentatie en onderhoud voor de

den onderget. niet precies bekend. Onder Malden zijn geen gereformeerde ingezetenen, maar eene geruïneerde en tot allen dienst onbequame kerk, welke voor onherdenkelijke tijden tot den godsdienst apparent is gestigt geworden, dog dezelve heevt geen inkomsten, zijnde aldaar ten behoeve van den armen maar alleen. 1. Een obigatie ten lasten van Jacob Maas, groot 150 glns, tegen 4 % ƒ 6,-; 2. Een dito

23


ten lasten vanjan Rijntjes groot 99 glns, ad 4 % ... Ć’ 4,-. Samen Ć’ 10,-, welke aangewend worden tot onderhoud van arme ingezetenen. 12 februari 1796. J. Mos. J. Mos tekende daarbij aan, dat de predikant - Petrus de Cassemajor - geen gegevens verstrekt had, zodat hij over diens inkomsten geen bericht kon geven. Mos verstuurde wel, tegelijk met zijn eigen brief, het bericht van G. Arts, aan de commissie Roes. Pastoor Arts schreef het volgende: Meedeburgers!

Daar den protestansche predicant zijn jaarlijksche Revenuen uijt de Geestelijke goederen te Malden en te Heumen trekt, alhoewel er te Malden alleen een verbreidselde kerk en geen eenen protestant te vinden is, en in Heumen alleen 3 protes-

tantsche huijshoudinge zijn, Daar bestaat het tractemem van den ondergeteekendedie Heel Heumen en Malden moet bedienen, ieder gemeente circa 300 communicanten Roomschgezinde, behalve de Idijndere bevattenden - in 't geene hem uijt de arme mildadige handen zijner comrnunicanten uijt haare vreijen wil wordt toegevoegt. Beschoud hier, bidde ik ui. meedeburgers, niet alleen gelijkheijd en broederschap, woorden die thans

gestaadig van een ieders lippen rollen! maar ook natuurlijk reeden. De veelheijd van die mildadige quasi aalmoesen in natura bestaande dan in wat vleesch, dan in wat booter, dan in wat Eijeren of wat aardappelen etc., is den ondergetekende nog maar een jaar pastoor geweest zijnde, en daarvan geen aantekening houd nog houden kan, volstrekt onmogelijk op te geeven. Alleen kan hij zeggen, dat hem 's jaarlijks van iedere gemeente 75 gl wordt toegevoegt, dat Eijlaas zoowel den armen dienstboode, zoo 'k verstaan, als den boer betaalen moet. Hiermee vlijt zig den ondergeteekende aan den wil van zijn welmeenende medeburgers te zulle voldoen, terwijl hij naar

24

aanbod van heijl en broederschap, Hem beveelende in Gods bescherminge en zijn meedeburgers opregtheijd, de Eer heeft te zijn, Weldenkende meedeburgers! Ui. Meedenburger G. Arts, pastoor der Roomsgezinde van Heumen en Malden. 10 Februari 1796.

Timide De toon van deze brief was klagerig en timide: eisen werden er niet in gesteld. G. Arts kreeg/ 150,- per jaar, wat neerkomt op 5 stuivers percommunicant. Dat schijnt zo'n beetje een richtbedrag te zijn geweest: de pastoor van Groesbeek, Petrus van Campen, kreeg per parochiaan 6 stuivers. Hij had tussen de 700 en 800 communicanten, maar zeker een derde deel daarvan contribueerde niet. Zijn verdere inkomsten: 'den eenen brengt wat aardappelen, den 2de wat kool, den 3de wortelen, den 4de wat boter, den 5de wat spek of vlees, den 6de wat soetemelk, nogtans niet genoeg tot mijnen jaarlijksche

nootwendighijd'. Verder kreeg hij op een jaarlijkse rondgang 'tussen de 2 en 3 malder rog, en tussen 2 en 3 malder boekweijd'. Ter vergelijking: een goed geschoolde handwerksman verdiende in Nijmegen in die tijd zo'n vierhonderd gulden per jaar. Na dit hoopvol begin werd van de commissie Roes niets meer vernomen. Zich voordoen-

de gevallen werden door de Landdag afgehandeld, niet door de commissie. De beslissingen vielen telkens ten nadele van de katholieken uit, omdat zij in de Landdag een minderheid vormden.

De toestand van de Nederlandse Hervormde kerk in 1796 De acties van de katholieken lokten een

tegenactie uit bij de hervormden. In het kader van die tegenactie werd - alweer - een commissie opgericht, deze keer door de Gelderse Synode. Ook deze commissie begon informatie in te winnen, en ook zij kwam met haar vragen in Heumen terecht. Deze keer gaf de predikant wel thuis en somde uitvoerig zijn inkomsten op, en gaf inlichtingen over reilen en zeilen van zijn

gemeente. Voor de vragen kan hier verwezen


Afb. 4: Chriftina van Goor, (1767-1832), vrouw van

Aft. 5: GerardMos (1756-1827). (Foto's: H. G. Mos, naar pastels in zijn bezit)

worden naar afb. 3, de antwoorden volgen hier, samengevat: 1. Het inkomen van de predikant bestaat uit: a. een uitkering door het Kwartier van Nijmegen van 85 gulden per jaar, uit de

enige rogpachten: per jaar 14 malder, 2 vaten en 10!4 kan rogge. Het inkomen van de koster bestaat uit: a. een malder rogh uit een stuk land 'agter de smit' genaamd; b. een malder rogh uit een stuk land in 't agterste veld; c. 2 vaten rogh uit den Bulberg; een vat rogh uit

verpachting van de gemene middelen van het Kwartier; b. een uitkering door het Kwartier van 17 gulden 2 stuivers, te huis en hof, 'De Geer' genaamd; d. een vat weijt uit een bouwhof herkomende betalen uit de halve stuiver der verpachvan Johan van Niel; e. 16 gulden en twee ting ten kantore van de ontvanger van het stuivers uit enige geldpachten. De koster Kwartier; c. een uitkering van 100 gulden was tevens schoolmeester en als zodanig door het Rijk van Nijmegen; d. de ontving hij 30 gulden uit de dorpszetting revenuen van vier stukjes pastorij-land van Heumen en 20 gulden uit die van jaarlijks omtrent 120 gulden; e. enige Malden. uitgangen uit enige goederen, ter somma De predikant woonde in een huis van de van 12 - 9 - 0; f. 18 gulden voor classis en Stad Nijmegen, de koster-schoolmeester visitatie geld, te betalen uit de kerk - een in een huis van de Gemeente Heumen en armenrekening van Heumen en Malden. Malden. Beiden betaalden geen huur en Tot zover de inkomsten uit Heumen. Als geen onderhoudskosten. predikant van Malden ontving hij nog: g. jaarlijks 100 gulden van de Stad Nijme- 2. en 3. De kerk van Heumen wordt en werd 'sedert onherdenkelijke tijden' als eigengen, te betalen uit de korentienden; h. 30 dom van de gereformeerden beschouwd, gulden uit pastorijland, per jaar; i. uit een zonder enige oppositie. Sedert de reforvikarie 25-5-0; j. enige geldpachten uit matie zijn er geen grote uitgaven geweest enige goederen: 17 gulden per jaar; k.

25


ter verandering of verbetering van de kerk, uitgezonderd in 1773 toen het oude pannendak door een leiendak vervangen werd. De kerk heeft uit de overschotten op de rekening enkele malen goederen aangekocht; donaties of erfmaking van enig belang zijn er evenwel niet geweest. 4. De inkomsten van de diaconij of armenkas bestaan uit de zogenaamde armenoortjes, die op het verpagten van de gemeene middelen zijn gesteld, en verder uit wat er bij verpachtingen of verkopingen van goederen in de vorm van een godspenning geschonken wordt. Kerk en armen goederen zijn niet van elkaar te scheiden. Uit deze inkomsten worden de armen onderhouden - vooral katholieken - in zowel Heumen als Malden. 5. De beantwoording van deze vraag laten de gereformeerden van Heumen over aan de commissie. 6. In Malden woont geen enkele gereformeerde. Van Heumen wordt het volgende lijstje gegeven.

1. 2. 3. 4. 5. 6.

Zielen Ledematen bij den pred. 6 3 H r Graan 5 2 6 Schout (=Mos) 3 Wed. Mos 2 2 H r Maus 4 4 O. van Weerdenburg 1 1 24

15

In Groesbeek wonen 24 zielen, resp. 13 ledematen van de gereformeerde kerk. De commissie uit de Gelderse Synode stelde naar aanleiding van deze en andere gegevens uit andere gemeenten, een uitgebreid rapport op, dat veel invloed had op de houding van de Gelderse Landdag. In 1798 echter werd de Republiek der zeven Verenigde ProvinciĂŤn vervangen door een eenheidsstaat. Het gewest was niet langer een belangrijk bestuursorgaan.

26

De Radicalen en de nieuwe Staatsregeling De Nederlandse variant van de Franse revolutie werd tot het begin van 1798 beheerst door gematigde patriotten, die een niet al te grote breuk met het nabije verleden wensten, en die het oude staatsbestel dan ook min of meer intact lieten. De Eerste en Tweede Nationale Vergadering slaagden er maar niet in een bevredigende grondwet te ontwerpen. Daarom werd in januari 1798 een radicale staatsgreep gesteund door de Fransen. De gematigden - federalisten werden gewapenderhand gedwongen de vergadering te verlaten en over te laten aan de radicalen - unitarissen. Er werd een nieuwe constitutie opgesteld door de Nationale Vergadering, die op 23 april de steun kreeg van het electoraat, dat overigens eerst gezuiverd was van orangisten en federalisten. De grondwet, Staatsregeling genaamd, is voor ons, hier, op een punt van belang: in de additionele artikelen werd de teruggave van de kerken aan de katholieken geregeld, met name in art. 6: 'Alle Kerk-Gebouwen en Pastorij-Huijsen der voormaals Heerschende Kerk, voor zoo ver zij, door aanbouw uit de afzonderlijke Kas der Gemeente, geene bijzondere en wettige eigendommen zijn, worden overgelaten aan de beschikking van ieder Plaatselijk Bewind, om deswege tusschen alle Kerkgenootschappen eenig vergelijk te treffen, en wel binnen de eerstkomende zes Maanden na de aanneming der Staatsregeling.' De verdere tekst van het artikel bepaalde dat de kerk zou gaan naar de gezindte met de meeste aanhangers, onder voorwaarde dat de andere gezindte een schadeloosstelling zou ontvangen, naar rato van het aantal aanhangers. Deze wet legde het initiatief bij het 'Plaatselijk Bewind', in het geval van Heumen was dat het Gemeentebestuur van het Rijk van Nijmegen. Het gemeentebestuur moest een vergelijk, in de wandeling 'Plan van schikking' genaamd, tussen de twee kerkelijke partijen in Heumen zien te treffen. We zien dan dat ook het gemeente-


bestuur inlichtingen ging inwinnen. Het antwoord van de hervormden is bekend, dat van de katholieken niet. De hervormden lieten, bij monde van Gerard Mos, die zijn inmiddels overleden vader Jacob was opgevolgd, weten, dat hun kerkgenootschap 22 zielen telde, dat zij het kerkgebouw als hun onvervreemdbaar eigendom beschouwden, dat de gewone jaarlijkse uitgaven ter reparatie van de kerk 16 gulden bedroegen, dat de opbrengst van de gezamenlijke Kerke- en armenrekeningen jaarlijks gemiddeld 200 gulden was, en de jaarlijkse grondlasten 13 gulden bedroegen. Verder schreef Gerard Mos in zijn bericht van de 19de augustus 1798, dat de stoelen en banken en andere goederen in de kerk uit de kerke- en armenrekening bekostigd werden; voorts dat de begraafplaatsen in de kerk bij de gereformeerden in gebruik waren, dat daarvoor niet betaald werd, behalve als er een lijk van buiten kwam (dat kostte zes gulden). Het Huis Heumen had in vroeger tijd op eigen kosten een grafkelder op de noordzijde der kerk gebouwd. De volgende stap van het gemeentebestuur bestond uit het laten taxeren van het gereformeerde kerkgebouw van Heumen door onafhankelijke deskundigen: Johan Doek-

brijder, timmerman te Nijmegen, en Gerhardus Smits. Op 28 september 1798, tegen het vallen van de avond, arriveerden de taxateurs te Heumen. Het was koud en nat, en de heren moesten nog terug naar Nijmegen; zij wierpen een blik op en in de kerk en taxeerden: de kerk op 1500 gulden en stoelen, banken en preekstoel op 110 gulden, samen Ć’ 1610,-. Gerard Mos schamperde later dat de kerk bij afbraak meer zou opbrengen. Het bestuur van het Rijk van Nijmegen stelde een plan van schikking op en stuurde dat op 8 oktober aan de kerkgenootschappen. Het plan zelf kennen we niet, de globale inhoud ervan kunnen we afleiden uit de reactie van een commissie uit de hervormde gemeente van Heumen. Kerk, kerk- en armengoederen werden toegewezen aan de katholieken, die daarvoor een schadevergoeding moesten uitkeren aan de hervormden van 6 gulden en 2 stuivers

Aft.

6: Zegel Gerard Mos (l 798). (Foto: G. A. Rooijakkers)

voor elke gereformeerde ziel, hetgeen neerkwam op 133 gulden en 4 stuivers. Voor de hervormden kwam dit plan als een donderslag bij heldere hemel. In de reactie van de commissie uit de hervormde gemeente heette het: 'zij hadden een zodanig plan van schikking tussen hun, en de Roomse Gemeente over dit subject, nog niet verwagt, als menende dat zulks niet zoude te pas komen.' De tegenargumenten van de commissie: 1. Niemand mag beschikken over andermans eigendom, en het Heumens kerkgebouw is eigendom van de gereformeerden; 2. 'omdat in alhier eene betere gelegenheid voor het Roomse genoodschap ter uitoeffening van hunnen godsdienst voor handen is, en veele onder derzelven leden aangetroffen worden die ronduit declareren, dat zij deze gelegendheid hebbende, die der gereformeerden niet begeren. Wil men nu evenwel, omdat de additionele artn. der staatsregeling hiertoe gelegendheid geven, daarvan gebruik maken.' 3. De taxatie van de kerk is veel te laag uitgevallen en de vergoeding is daarom belachelijk. 4. Het gemeentebestuur kan niet beschouwd worden als Plaatselijk Bewind.

27


Plan van schikking afgewezen De hervormden wezen het plan af, en meenden dat alleen het nationale wetgevend lichaam in deze de beslissing kon en mocht nemen. Uit hun reactie bleek dat de katholieken het plan wel aanvaardden, maar dat zij onderling verdeeld waren: er waren er die genpegen namen met de kerkschuur. Het zij hier opgemerkt dat het eerste en vierde argument van de hervormden weinig hout sneden: het ongestoorde, eeuwenlange bezit van een kerk was niet voldoende grond om een kerk als onvervreemdbaar eigendom te mogen beschouwen. In de discussies in die jaren kwam naar voren, dat de kerken moesten beschouwd worden als het gemeenschappelijk eigendom van de gehele plaatselijke gemeente, en dat aan de grootste gezindte ter plaatse de keuze toekwam al dan niet de plaatselijke kerk te gebruiken. Met het vierde argument kwamen de hervormden als met mosterd na de maaltijd: dat hadden zij kunnen bedenken toen het gemeentebestuur hen om inlichtingen vroeg. Nu de hervormden het plan hadden afgewezen, en het gemeentebestuur er dus niet in geslaagd was om de kerkgenootschappen tot een vergelijk te brengen, restte het gemeentebestuur niets anders, dan zich op 9 december 1798 tot het vertegenwoordigend lichaam in Den Haag te wenden met het verzoek om een beslissing in deze zaak te nemen. Overigens werd ook een beslissing gevraagd inzake Beuningen, Ewijk, Niftrik en Wijchen, en Groesbeek en Ubbergen. De kerken in de eerste vier plaatsen werden op 29 juli 1799 toegewezen aan de katholieken; de kerken van Heumen, Ubbergen en Groesbeek bleven in handen van de hervormden. De motivatie voor deze besluiten is niet bekend. Voor wat betreft Heumen kunnen de te lage taxatiekosten en de verdeeldheid der katholieken een rol gespeeld hebben.

De naasting van de Maldense kerk Ondertussen was de kerk van Malden probleemloos overgegaan in handen van de

28

Maldense katholieken. Pastoor G. Arts van Heumen en Malden had, samen met buur-

meesters Anthonius Haex en Theodorus Segers, laten weten dat er in Malden geen

gereformeerden en 393 katholieken woonden. G. Mos verklaarde op 3 oktober aan het gemeentebestuur, dat de kerk van Malden uit drie stukken van muren bestond: 'Mijns weetens hebben deze kerkmuuren ook geen inkomsten of belastingen, althans niet door mij G. Mos, geadministreert.' Daarop besloot het gemeentebestuur de restanten van de kerk aan de plaatselijke katholieken aan te bieden. Op 20.10 besloten de inwoners van Malden de kerk over te nemen, met 64 tegen O stemmen. De kerk werd weer opgebouwd en er werd een eigen parochie opgericht, met toestemming van pastoor Arts van Heumen. Pastoor werd Johannes de Groot, tot dan toe assistent van Arts te Heumen. Meer wetenswaardigheden over de parochie Malden kan men vinden in Geschiedenis der oude hoge heerlijkheid Malden van dr. J.A. Nillesen, pag. 58 e. v.

Overstroming Inmiddels had zich een gebeurtenis voorgedaan, waardoor de katholieken eensgezinder werden in hun streven de hervormde kerk te bemachtigen. In februari l 799 waren de dijken langs de Waal (in Weurt en in Hees) en langs de Maas (in Nederasselt) doorgebroken. Een der rampzaligste overstromingen in deze streken zette ook grote gedeelten van Heumen onder water. Gerardus Arts moest zijn pastorie ontruimen en toezien hoe pastorie en kerkschuur in de golven kwamen te staan. Tegelijk kon hij waarnemen dat de hervormde kerk droog bleef. De katholieken van Heumen kwamen echter te laat tot inkeer om nog invloed op de lopende besluitvorming uit te kunnen oefenen: de kerk bleef bij de hervormden. Het lijkt erop dat de katholieken eerst na de beslissing van de 29ste juli 1798 wakker geschud zijn uit een lethargie van twee eeuwen. Eerst aarzelend maar al snel vol zelfvertrouwen en overtuigd van hun eigen rechten werden pogingen gedaan invloed uit te oefenen op kerkelijke, politieke en onderwijszaken in Heumen. De eerste tientallen


Bartel Mos (1750-1804) x 1783 Allegonda de Cassemajor (1751-?) Jacob Mos (1718-1798) schout, richter x koster, schoolmr, Elske Booms kerk- en armenmr, x 1743 Helena Cath. Motman (1723-1808)

Roelof Mos (P-1729) richter

<$'>?%&:

Johannes Gijsbertus Mos Gerhard Mos (1755-1821) (1792-1865) koopman te Nijmegen rentmeester, burgemeester x 1783 x ( l ) 1818 Anna Sophia van Burck Jkvr. Maria C.J. de Beyer (1762-1822) (1788-1823) x (2) 1828 zijn nicht Helena J.C. Mos Gerard Mos (1800-1829) (1756-1827) schout, koster, schoolmr, kerk- en armenmeester, ontv. dir. bel. x 1799 X/1O Christina van Goor (1767-1832) T~-ÉP~~"^

t/^f^

De familie Mos heeft vier generaties lang een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Heumen en Malden. In dit overzicht de voor Heumen belangrijkste personen uit deze familie. Het overzicht werd samengesteld naar: Een Gelders geslacht Mos, door H.G. Mos, in: Gens Nostrajg. 41, no. 4/5, april/mei 1986. de baan van schoolmeester in het Borgerkinderen Weeshuijs in Nijmegen aangeboSchout-koster-schoolmeester-rent- den. Jacob Mos haalde begin 1774 zijn zoon terug, en stelde hem aan tot substituut in meester-,kerk- en armmeester Het was welhaast onvermijdelijk dat de bovengenoemde baantjes. Op 23 november ' Roomschen' van Heumen met het factotum 1783 werd hij, met en naast zijn vader van de hervormden in botsing kwamen: benoemd tot schout, koster en schoolmeester, en tot collecteur der verpondingen in Gerard Mos. Heumen en Malden. Vanaf 12 maart 1791 Gerard Mos, gedoopt te Heumen 7 juni 1756, als zoon van Jacob Mos, richter en was hij, met en naast zijn vader tevens schout van Heumen en Malden, richter van rentmeester van de heerlijke goederen in Heumen en Malden. De bedoeling van deze Oploo, kerk- en armenmeester te Heumen, rentmeester van de heerlijkheid Heumen en constructie was bij voorbaat een vacature van Helena Catharina Motman. Gerard Mos door overlijden van de vader te voorkomen, werd in 1770 door zijn vader in de leer en natuurlijk om de zoon bij voorbaat tot opvolger van zijn vader te maken. Jacob Mos gedaan bij notaris Johan Vermasen in Nijmegen, waarschijnlijk met de bedoeling het overleed 6 december 1798, na meer dan 55 vak van notaris te leren. In 1773 echter kreeg jaar schouten bij na 45 jaar richter geweest te de substituutschout, -koster en-schoolmees- zijn. Hij heeft zijn zoon meer dan 23 jaar ter van Heumen en Malden, Toon Goedhart, lang kunnen inwerken. Beiden, vader en

jaren overigens zonder veel succes.

29


zoon, zijn dan ook even goede en punctuele administrateurs geweest. Beiden werden ook schoolmeester genoemd, maar beiden benoemden bij voorkeur weer een substituut. Mogelijk is Gerard Mos een tijdlang daadwerkelijk schoolmeester geweest, maar bij alle drukke baantjes die hij had, zal hij dat niet lang hebben volgehouden. Het is heel

Ć’ 20,- uit die van Malden, en 4 stuivers per leerling. Sengers en Arts: Mos krijgt/30,- uit de dorpszetting en 4 stuivers per leerling. Mos: Het aantal leerlingen is in de winter gemiddeld 40 a 50 leerlingen, maar in de zomer heeft het niet veel te beduiden. De buurmeesters: In de winter zijn er 30, 40 of 50 leerlingen, in de zomertijd veel minder. wel mogelijk dat Heumen en Malden in de Verder zijn er veel kinderen die in Mook periode 1775-1783 een substituut-substi- naar school gaan, omdat het onderwijs hier zo slecht is. tuut-schoolmeester gehad heeft. Gerard Mos was betrokken bij de conflicten Beide partijen signaleren dat arme kinderen om de kerk, uiteraard, als kerk- en armmees- onderwezen worden, en dat voor elk van hen ter. Maar al in 1799 stond ook zijn persoon- 3 stuivers uit de armenrekening wordt lijke positie ter discussie, en wel als school- betaald. meester. Aanleiding was - alweer - een Mos: Er wordt school gehouden onder de verzoek om informatie van het gemeente- toren, omdat de woning van de schoolmeesbestuur van het Rijk van Nijmegen, toege- ter, tegelijk koster, bestaat uit een klein huis zonden op 4 maart 1799 (hoewel het besluit en tuintje, toebehorend aan de gemeente tot het verzamelen van informatie al op 16 Heumen. Sengers en Arts: De school wordt april van het voorgaande jaar gevallen was). gehouden onder de toren; er is evenwel een Het gemeentebestuur zal met verbazing huis in het dorp dat altijd schoolhuis geconstateerd hebben dat er twee antwoor- genoemd wordt en dat thans door G. Mos en den binnenkwamen, een van de schout van zijn moeder bewoond wordt, welk schoolHeumen en Malden, mede ondertekend huis onderhouden wordt uit de dorpskas. door buurmeesters van Malden, en een van Mos zegt (volgens Sengers en Arts), dat het de buurmeesters van Heumen. Een vergelijk een kostershuis is. Volgens ons is het een tussen beide stukken moge tot lering en schoolmeesterhuis. vermaak strekken. Mos: Ik ben aangesteld door de stad NijmeMos schrijft: Er is in Heumen en Malden een gen. Mijn bekwaamheid is hun gebleken. Nederduijtse school, 'waarin de jeugd tot Het examen was alleen kerkelijk. In een NB spelden (!), lesen, schrijven, en cijfferen, kan schrijft G. Mos dan nog: 'De Buurmeesteren opgeleid en bequamelijk onderwezen wor- van Heumen, op een niets beduidend den'. Marten Sengers en Fransis Arts, buur- voorwenden geweigerd hebbende deze memeesters van Heumen berichten: Er is een de te ondertekenen, is denzelven aldus Nederduitsche school, waarvan G. Mos moeten afgaan.' beweert dat hij er schoolmeester is, maar Sengers en Arts: 'Rest, meede Burgers waarin sinds vele jaren door substituten van waarom wij niet meteen uwer aanschrijven 15, 16 en 17 jaren oud onderwijs gegeven beantwoorden, en waarom wij een opstel werd. door den burger G. Mos gemeld ons voorMos: Er is geen politiek opzicht, maar wel geleesen, geweijgert hebben te teekenen, is sinodaal en kerkelijk opzicht, bestaande in meer gemelte G. Mos, nog de instruksie en een jaarlijks onderzoek door een classicale ordonnansie van opsicht, nog sijn legaal (=vanwege de classis gestuurde) commissie. aanstelling, nog blijke van examen gedaan te Sengers en Arts: Mos weigerde ons zijn hebben. . . . dan wij vermeenen hier meede instructie en ordonnantie te laten inzien, voor ons dorp als buurmeesters ons plicht onder toevoeging van onbeleefde woorden gequite te hebben, de saak dus in ui. en in bijzijn van een lid van het gemeente- vaaderlandsche welmeenentheijd beveelenbestuur. de'. Nog steeds was de toon timide, nog Mos: De schoolmeester geniet voor tracte- steeds ageerden de katholieken niet, maar zij mentf 30,- uit de dorpszetting van Heumen, reageerden. Er werden geen eisen gesteld,

30


'*-$/ i/ ///£c.

e> —-^ '. • -ïfac^/c.

y

W C^

$<.,*. •*<-'£• ^*-v«<éV//U. >3>9-Pr.-A/ x.,. /n - •» ^ - «-^x-

gtyf'*'****'

'.^^W'V^

~/#s< f

^-e-rüt?

.

e

..^<*?f'-" *.,

S/. ^-H-1 ««-'i' '' >o. ' ' <* '' •,'' c i •/

i/^->*'>t^->i, Jb-fi-txfW-f

J/'$y~~»J ^7/r»'>'fy-Jr>SJ'

A/b. 7: Handtekeningen van een aantal Heumenaren onder een request contra schoolmeester Mos. (1800; Archief Voormalig Polderdistrict Rijk van Nijmegen, inv. nr 90) maar het gezag van G. Mos was een klein beetje aangetast doordat de roomsen weigerden het bericht van G. Mos mede te ondertekenen.

Het eerste eigen initiatief der roomsen Op 31 januari 1800 schreven vier inwoners van Heumen, te weten Derk Cornelissen, Adr. Princen, Gerrit Willems en Manen Sengers een brief aan het gemeentebestuur van het Rijk van Nijmegen met daarin het verzoek om Mos te dwingen tot het zelf waarnemen van zijn schoolmeesterspositie. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan moest men de positie van schoolmeester maar vacant verklaren, en een ander benoemen. Reden voor dit verzoek: Mos liet het baantje van

schoolmeester over aan jeugdige, onervaren en onbekwame substituten, zodat de inwoners van Heumen gedwongen waren hun kinderen buiten Heumen, en zelfs buiten de republiek (in Mook) op school te doen, hetgeen extra lasten en kosten meebracht. Het gemeentebestuur ging evenwel niet in op het verzoek. Vervolgens deden de Heumenaren pogingen om ook op andere zaken meer invloed te verkrijgen: op het opstellen van de dorpszettingen, op de kerk- en armenrekeningen, etc. Gerard Mos wist alle aanvallen af te slaan, maar tegenover het gemeentebestuur klaagde hij over 'eene menigte vijanden', die hij had en over het feit dat men pogingen deed hem bij het bestuur zwart te maken. Jacob Mos was in zijn tijd een autoriteit geweest, een man van onaangetast gezag, een

bekwaam bestuurder. Gerard Mos, zijn zoon, bezat dezelfde bekwaamheid, maar had de pech in een tijdsgewricht te leven waarin katholieken hun rechten opeisten. Daarnaast was hij niet erg tactvol (denk aan de 'onbeleefde woorden' van Mos tegenover de Heumense buurmeesters in 1798), kortom hij was het ideale mikpunt voor hervormers.

Nieuwe pogingen tot naasting van de kerk Koning Lodewijk Napoleon- zelf katholiekschiep nieuwe mogelijkheden voor de room-

sen om plaatselijke kerken in handen te krijgen, bij decreet van 2 augustus 1808. Dat decreet bepaalde in hoofdlijnen dat procedures die in 1798/1799 onbevredigend voor

een van beide partijen waren verlopen heropend konden worden, bijvoorbeeld als de kerk niet was overgedragen aan de grootste gezindte en er bovendien geen evenredige vergoeding was uitgekeerd.

Met enige verbazing mag men constateren dat de katholieken van Heumen, die in een eerder stadium te laat, te onderdanig of verdeeld waren, op dit decreet vooruitliepen. Zij hadden al op 28 april 1808 - zelfs nog voor de oprichting van het Ministerie van Openbare Eredienst- een verzoekschrift aan de koning gericht. Zij schetsten de toestand van de 'kerkschuur': 'als uit louter leem, lat- en houdwerk te zaamengesteld, zijnde thans door ouderdom verlaten en geheel bou-vallig is, zodanig dat niet dan met zeer groote (en door gezegde Gemeente als meestendeels uit lieden van bekrompen

31


vermogen bestaande) die daarenboven den zelver Pastor uit hunne geringe inkomsten moetensalariĂŤren) onkosten eenigzints zou kunnen worden hersteld, daar de muuren, vensters, glaazen, raamen, zoldering en kortom het geheele Gebouw in zulk een ruĂŻneusen toestand is, dat hetzelve tot gebruijk als kerk geheel ondienstig is'. De requestranten - H. Robbers, H. v.d. Willigen, H. van Hulsdonck en J. van Hees, kerkmeesters - meenden dat de kerk bij de eerste de beste overstroming zou instorten. Ze wezen erop dat er in hun dorp een kerk aanwezig was, die aan hun voorouders met woest geweld ontnomen was. De kerkmeesters meldden verder dat de 'Groote kerk' door de hervormden met hun 29 zielen bij lange na niet gevuld kon worden, terwijl de katholieken elkaar in de schuur verdrongen. Zij vermeenden verder niet van religiehaat of partijzucht te kunnen worden beticht, alleen omdat zij hun rechtmatig eigendom opeisten. Zij eisten dan ook de hervormde kerk op voor de katholieken. Het request verdween in een bureaulade, totdat de drost van het Kwartier van Nijmegen - de zoveelste instantie die zich ermee bemoeide - in februari de zoveelste commissie benoemde, onder voorzitterschap van assessor mr. B. van Hasselt. Deze kreeg het request van Heumen en soortgelijke stukken uit het hele Kwartier uit Den Haag toegezonden en ... deed er niets mee. 30 Juni 1809 werd hij vervangen door mr. E. A. Verhuell. Deze kreeg assistentie van mr. J.T . Scheidius en mr C. van Nispen tot Zevenaar. De katholieke Heumenaren, ongerust omdat er maar niets gebeurde, schreven opnieuw een request, gedateerd 19 juli 1809, ondertekend door dezelfde vier kerkmeesters als boven. Zij wezen op de getalsverhoudingen in Heumen: 446 katholieken tegenover 28 gereformeerden, op de bouwvallige staat van de kerkschuur, op de voor hen veel te hoge kosten van nieuwbouw. Het request levert nog een interessant stukje informatie op, waar gesproken wordt over: 'de Groote kerk, in het bijzonder met het daaraan grenzende school- en kustershuijs, hetgeen voor een Pastorijhuijs uitstekend goed gelegen is.'

32

De kerkmeesters stelden een opmerkelijke ruil voor: de school, tot dan toe ondergebracht in de kerk, zou in de kerkschuur

kunnen worden ondergebracht! De assessor Verhuell begon met de partijen aan te horen, eerst schriftelijk, met hoor en wederhoor, repliek en dupliek, daarna mondeling. Beide partijen uit Heumen werden verzocht op 24 augustus 1809 op het stadhuis van Nijmegen te verschijnen. Deze bijeenkomst ging niet door wegens ziekte van een der gecommitteerden. Een nieuwe bijeenkomst werd belegd op 14 september, ten stadhuize van Nijmegen. De hervormden stuurden hun predikant, W. Ruttinck (opvolger van P. de Cassemajor), J.J. Graan (de eigenaar van het kasteel van Heumen) en de onvermijdelijke G. Mos. De katholieken stuurden hun pastoor G. Arts, en J. van den Heuij. Dat hun onderlinge verstandhouding inmiddels grondig verstoord was, blijkt uit het feit dat beide partijen niet rechtstreeks met elkaar spraken. De partijen spraken om beurten met assessor Verhuell. Arts en Van de Heuij lieten via Verhuell weten dat zij aanspraak maakten op kerk, kostershuis en kerkegoederen. De hervormden betoogden daarop dat het kostershuis geen kostershuis was, maar een schoolhuis, en dat het schoolhuis eigendom van het dorp Heumen was; de roomse armen hadden in de afgelopen zes jaren tussen 1600 en 1700 gulden genoten uit de kerk- en armenrekening: zij hadden dus geen klagen. Ruttinck en de zijnen boden evenwel aan een uitkering van een goede som gelds aan de katholieken te willen doen. Op zondag 17 september ging Verhuell zelf naar Heumen om de situatie in ogenschouw te nemen. De daarop volgende dag werden de onderhandelingen hervat, wederom op

het stadhuis van Nijmegen om half vijf. Arts en Van den Heuij bleven bij hun eis, maar stelden 'grootmoedig' voor dat de hervormden de kerkschuur konden overnemen; bovendien stelden zij een redelijke jaarlijkse uitkering aan de predikant in het vooruitzicht, uit de kerk- en armengoederen. De hervormden wezen nogmaals op het feit dat het schoolhuis geen kerkelijk gebouw was (dit punt was natuurlijk van belang voor


Mos, die uit zijn huis gezet dreigde te worden). Zij deden een tegenvoorstel: de katholieken konden een schadeloosstelling krijgen van 800, ja zelfs 1000 gulden. De katholieken weigerden; de conferentie werd afgebroken; Verhuell was er, zoals in meerdere gevallen, niet in geslaagd om de partijen tot elkaar te brengen. P. Noordeloos, in zijn 'De restitutie der kerken in den Franschen tijd' kenschetst Verhuell als een aarzelend, besluiteloos man. Hij moest voor l januari 1810 een rapport indienen over ongeveer 80 kerken. 29 December 1809 kwam zijn rapport bij de minister van openbare eredienst; het behandelde zeven plaatsen (waaronder Groesbeek). Heumen was er niet bij. Een combinatie van voortdurend dwarsliggende hervormden en een besluiteloze assessor kostte de katholieken in Heumen

het bezit van de hervormde kerk.

Achteraf Aan de katholieken van Heurnen is onrecht gedaan. Naar de toenmalige wettelijke normen hadden zij recht op het hervormde kerkgebouw met de bijbehorende goederen. Achteraf mogen we blij zijri dat het niet gelukt is: de hervormde kerk zou voor de katholieken al spoedig te klein zijn geweest: zij zouden de kerk uitgebreid hebben, rond 1840 of 1880 vervolgens afgebroken en een nieuwe, neogothische er voor in de plaats hebben gesteld. Heumen zou een prachtig monument minder rijk geweest zijn. Tussen katholiek en hervormd was een diepe kloof gegroeid, die enkele decennia zou blijven bestaan.

De Waterstaatskerk Onder Koning Willem I Willem I vertrouwde de katholieken niet: de mensen die trouw zwoeren aan hem en tegelijk aan de Paus, die moesten in de gaten worden gehouden. Het wantrouwen van de koning strekte zich, via zijn ambtenaren, ook uit naar de pastoor van Heumen, Gerardus Arts. Burgemeester Gerhard Mos (neef en oomzegger van Gerard Mos, schout van Heumen in de Franse tijd) bracht enkele malen verslag uit over de houding van Arts ten aanzien van katholieke kwesties en van de Belgische opstand. Maar de pastoor bemoeide zich niet met zaken van nationaal politiek belang. Toen de pastoor eens in zeer benarde omstandigheden verkeerde en de koning om een gratificatie van Ć’ 100,verzocht, werd zijn verzoek door de burgemeester ondersteund. Mos gaf de volgende kwalificatie van de pastoor: reeds 35 jaar een getrouw herder, en een stil en vreedzaam burger. Pastoor Arts leefde in de jaren na 1810 nog steeds van de contributies van zijn parochianen, normaal zo'n 300 gulden per jaar, maar in tijden van misoogsten en overstromingen werd dat bedrag niet gehaald. In

1829 sloot Willem I een concordaat met de Paus, en van toen af kregen pastoors een salaris van de staat. In ruil voor deze en soortgelijke gunsten kreeg de koning een stevige vinger in de kerkelijke pap. De tienden van kapittels en kloosters, geheven om kerken te bouwen en te onderhouden, waren onder Napoleon genaast en vloeiden nu in de Staatskas. Daaruit werden, via het departement van Waterstaat - dat die tienden verpachtte -, bijdragen gegeven voor de bouw van kerken. In 1838 vroeg pastoor Gerardus Arts een subsidie aan bij het Ministerie door de Zaken van de R. K. Eeredienst. Hij schatte de bouwkosten van de kerk op 12.750 gulden. 20 Augustus 1838 werd een subsidie toegekend van 8700 gulden voor de bouw van kerk en pastorie. Aan de subsidie waren evenwel een aantal voorwaarden verbonden: a. De kerk moest gebouwd worden volgens ingediend plan en begroting (vervaardigd door E. Kroon uit Arnhem), en volgens een door de zorg van de provinciale Hoofd-Ingenieur van Waterstaat te vervaardigen bestek, op een nog te verwerven terrein, tot welks aankoop voor rekening 33


de zogenaamde Bulberg van de heer De Quay, dat voor Ć’ 1000,- te koop was.

AJb. 1: Eerste bladzijde van een schrift waarin de leden van een door G. Arts opgerichte broederschap staan opgetekend. (Parochie-archief Heumen) van de gemeente nadere machtiging moest worden gevraagd. b. Er moest een publieke aanbesteding onder toezicht der provincie komen. c. De uitkering van de subsidie zou gebeuren in twee gelijke termijnen. ledere overschrijding van de bouwkosten kwam voor rekening van de r.k. gemeente. d. Na afloop van de bouw, moest er behoorlijke rekening en verantwoording afgelegd worden aan G. S. van Gelderland. e. Het kerkbestuur werd verplicht de zitplaatsen in de kerk te verhuren, teneinde daaruit onderhoud van de kerk, en rente en aflossing van geleende bedragen te betalen. De voorwaarde ten aanzien van het te verwerven terrein onder a. leverde onverwacht nog problemen op. De pastoor had eerst het oog laten vallen op het slingerbosje,

34

Maar in het begin van het jaar 1839 komt er een beter aanbod, financieel gezien: Gerrit Weeren stelde gratis een terrein aan de Maasdijk beschikbaar, op enige afstand van de uitwateringssluis van de Leigraaf. Een aantal inwoners, van Heumen was het daar niet mee eens; de belangrijksten onder hen waren: J. van den Broek, wethouder en J. van de Heuij. De andere ondertekenaren van het request dat op de tafel van burgemeester Gerhard Mos terecht kwam waren: G. Rosmalen, Jan Janssen Reinen, H. Driessen, A. Willems, J. van Duinhoven, L. Peters, L. Janssen, T. Cornelissen, J. Poelen, J. van de Logt, W. van Hezewijk, D. Klaassen, H. Gerrits, J. Janssen, G. Gerrits, P. Peters. De oudste zoon van de burgemeester, Carel Mos, speelde op de achtergrond een rol in dit protest. De requestranten voerden een aantal bezwaren aan: - Het gratis aangeboden stuk grond is zeer laag, bekrompen en onaanzienlijk, en staat snel onder bij hoog water; - de gekozen plek ligt tezeer nabij de hervormde kerk, hetgeen voor de wederkerige gezindheden onaangenaam en hinderlijk zal zijn; - er is een betere plek voorhanden, welke ongeveer Ć’ 400,kost (de prijs is blijkbaar gezakt).

Van de koteletten Pastoor Arts wilde niets liever dan voor het einde van zijn pastoraat een waardige en deugdelijke katholieke kerk neerzetten. En hij wilde die kerk in het centrum van het dorp, niet aan de rand ervan. Door de tegenwerking die hij ondervond ontstak hij in grote woede en schreef een 'onbeleefde en onstuimige' brief aan niemand minder dan de directeur-generaal van het Ministerie voor de R. K. Eredienst, De Pelichij. Deze ontdekte in de brief wel verwijten, maar geen opheldering over de standplaats van de nieuwe kerk. De Pelichij vervoegde zich bij de vicaris-generaal over deze streken, en kreeg van hem ten antwoord, dat Arts al spijt had van zijn brief, excuses aanbood, en ter verontschuldiging aanvoerde dat hij al 78 was, en confuus en boos was geworden. De vicaris-generaal voegde er aan toe: ' . . . dan


stuk van de Bulberg gekocht en er een

tapperij neergezet; verder: er waren dan wel 20 tegenstanders, maar de rest van het dorp

stond achter de pastoor.

De bouw van de kerk Den Haag liet de mening van pastoor en bouwcommissie zwaarder wegen: 13 april 1839 werd toestemming verleend het stuk land van Gerrit Weeren te aanvaarden. 28 December 1839 vond de aanbesteding plaats. De bouw werd vergund aan Willem van Hezewijk, timmerman te Heumen, voor ƒ 10.550,-. In het voorjaar van 1840 nam de bouw een aanvang, in 1841 was de kerk voltooid. De bouw had alle fondsen uitgeput, zodat de voorgenomen gelijktijdige bouw van een pastorie geen doorgang kon

vinden; daarbij kwam nog dat een aantal

Afb. 2: Schilderij van Pastoor Theodorus Bijl (1815-1879). (Foto: G.A.A. Rooijakkers; parochie-archief Heumen) bid ik u, getroost, ik en meer anderen hebben ook al op zijn tijd van dien man de Koteletten gehad, ofschoon hij daarvoor op bekwamen tijd wierd berispt, . . .' De vicaris sprak overigens een voorkeur uit voor de Bulberg. Ook burgemeester Mos berichtte dat hij een voorkeur voor de Bulberg had. Nu bemoeide ook de bouwcommissie, ingesteld om de hoogbejaarde pastoor terzijde te staan, zich ermee. De commissie, bestaande uit H. Zengers, G. Weeren, T. Keukens, H. v.d. Bogaard, P. Arts, J. Cornelissen en J. Verhees, schreef in een request dat het terrein van Weeren zelfs in 1820 en verder sinds mensenheugenis niet onder water had gestaan, aan de grote weg lag, met een ruim uitzicht en uit beste grond voor een moestuin bestond. De Bulberg daarentegen was nog bos, het uitzicht werd versperd door een rij bomen (eigendom van de stad Nijmegen). De bouwcommissie haalde nog even uit naar de tegenstanders: een van hen heeft ook een

toegezegde vrijwillige giften niet binnenkwamen (wellicht vanwege de voorafgaande perikelen?). Het kerkbestuur zag zich genoodzaakt een lening van ƒ 1000,- af te sluiten, teneinde een ameublement en kerkversieringen aan te kunnen schaffen. Van de

lening werden ook twee klokken betaald met een gewicht van respectievelijk 115!4 en 62'/£ Nederlandse ponden; de klokken werden geleverd door de firma Petit en Fritsen in Aarle-Rixtel voor/379,-. Gerardus Arts nam de inwijding van de nieuwe kerk te baat om een 'Broederschap ter uitvoeging van godslastering, verwenschingen en onkuise gesprekken' op te richten. Misschien had hij iets goed te maken omdat hij anderen al te vaak 'van de koteletten' gegeven had? De pastoor vond het op 82-jarige leeftijd welletjes en na een 46-jarig pastoraat te Heumen ging hij met pensioen. Hij was blijkbaar toch zeer verknocht aan zijn pastorie en kerkschuur, want in 1840 had hij die voor zichzelf aangekocht Hij kreeg toestemming er de mis te lezen voor zichzelf, zijn huishoudster en eventuele familieleden. De staat verleende hem een pensioen van ƒ 600,- per jaar. Vanaf maart 1842 tot aan zijn dood op 21 december 1845 heeft hij nog van zijn welverdiende rust genoten.

35


Aft. 3: De Waterstaatskerk stond op dezelfde plek ah de latere neogotische kerk. Op de voorgrond de pastorie uit ± 1860. Daarnaast de neogothische kerk. (Foto: G.A.A. Rooijakkers, naar een prentbriefkaart)

Aft. 4: De Dorpsstraat rond 1939. Hollandse soldaten in de zon voor café'Mart Huybers. Daarvoor café Wimke van Heeswijk. Een aantal Heumenaren was in 1838 van mening dat de nieuwe kerk rechts van dit café moest verrijzen. Onder de voorstanders: Willem van Heeswijk. (Foto: G.A.A. Rooijakkers, naar een prentbriefkaart)

36


/W?é——^Jfa L Jfyj~l^>

/// /y.^-7 &^* ?,y J^™?*^ƒ/-><%>->'/s-* ^$at-~ £sr&*^\

P>-4-r?+{& ^/tt-r-m-rióL-

c? /%

, f » /<-o-d^i ^S«i£_

£jH-Si6- f?]? <^-t*-^

/&-4~*>*t

$a.fs4>iJ':tt._J!Lr,

_j; rtj.^/?&£2j

J/j

Jf4-£b-s~>

'/

=

» '

/./»>

//« ^^^ÏJA, fjt**2j,,-, ~^-^?7ssis^ /^rZ^-néS*^ /7 s/

;#/^2$K->

»x 4*s*tf<*=^--

Afb. 5: Aantekening van pastoor J.H. van der Putten betreffende aankoop van een orgel voor de

waterstaatskerk.

(Parochie-archief Heumen)

Heumen, impressies van de laatste honderd jaren

Afb. 1: Schilderij van Pastoor P. Goossens, 1880Aft. 2; 1910. Pastoor Petrus Goossens (foto linksboven) geboren te Middelbeers 13 juli 1835 was pastoor van Heumen van 1880-1910. Hij werd in Heumen meteen bouwpastoor. De waterstiatskerk was al eens te klein gebleken en uitgebreid (1862), maar bleek in 1880 opnieuw te klein en werd, hoewel slechts 40 jaar oud, afgebroken. A.. Snijders uit Drunen (pastoor Goossens was kapelaan te Drunen, voordat hij naar Heumen kwam!) bouwde een eenbeukige kruiskerk van vijf traveeën lengte, met koor en toren. De tekening rechtsboven van K. Louwen, geeft een aardige indruk van het uiterlijk van de kerk. Op afbeelding 3 ziet men de kerk vanaf de Maasdijk met links de N. H. kerk en in het midden het Maasstraatje met de kuiperij van The 'de Kuper' (The Weeren). 37


Afb. 3: Links de N. H. Kerk. Rechts de neogotische kerk. Midden het Maasstraatje met de kuiperijvan ThĂŠ

de Kuper (Weeren). Afb. 4: Schilderij van Pastoor P.A. Brekelmans, 1910-1947.

38

Pastoor Petrus Antonius Brekelmans (links) geboren te Waalwijk 28 mei 1864 eerder pastoor te Rosmalen, volgde in 1910 Goossens op. Gedurende zijn 37-jarig pastoraat probeerde hij vooral de parochie te bevrijden van zijn schuldenlast, door zijn voorganger nagelaten als gevolg van het bouwen van een nieuwe kerk. Het is hem niet gelukt, mede als gevolg van de bouw van een nieuwe, katholieke school in Heumen in 1924, die de schuldenlast van de parochie op een gegeven moment naar de 130.000 gulden tilde. Pastoor Brekelmans verzette zich dan ook jarenlang, maar uiteindelijk tevergeefs tegen de overgang van een deel van zijn parochianen naar de parochie Molenhoek. In 1914 kwam hij daarbij hevig in conflict met burgemeester Steinweg, die met zijn vrouw kerkte in Molenhoek bij de paters passionisten. Ondanks alles slaagde Brekelmans erin de kerk belangrijk te verfraaien en een bloeiend parochieleven in stand te houden. Op de foto beneden: Het interieur van de voormalige neogotische kerk, versierd ten


Afb. 5: Interieur voormalige neogotische kerk, versierd ter gelegenheid van het 40-jarig priesterjubileum van Pastoor Brekelmans, 31-5-1930. gevolge van het 40-jarig priesterschap van naam is zoet, mijn stem is schoon, Ik roep pastoor Brekelmans, 31 mei 1930. het volk naar Jezus' woon.' Alle drie de klokken vermeldden de datum: Paschen 1933 en de naam van de schenker: P.A. De klokken van Heumen Brekelmans, Pastoor. De klokken getuigden De jaren '20 en '30 waren wel de hoogtijdagen van het 'Rijke Roomse leven'. Het van strijdbaarheid, bekeringsdrang en groeiende zelfbewustzijn der katholieken - vroomheid, evenals het ter gelegenheid van ook van de Heumenaren - werd op alle de consecratie der klokken gecomponeerde mogelijke manieren uitgedragen; een van Idokkenlied dat hierbij wordt afgedrukt. die manieren was middels luidklokken. De De klokken hebben geen lang leven gekend: oude klokken uit 1841 voldeden niet meer, op 10 mei 1940 werd hen het zwijgen ze werden, samen met een som van 2000 opgelegd, en op 7 en 8 december 1942 gulden, als betaling aanvaard door de firma werden respectievelijk de H. Georgius en de H. Maria door de Duitsers gevorderd en uit Eijsbouts uit Asten, die drie nieuwe klokken de toren getakeld, nadat al eerder de klokken vervaardigde. De grootste van de drie droeg de naam van van Malden en van de Hervormde kerk te de parochieheilige: H. Georgius (gestemd in Heumen weggehaald waren. Ze werden naar G, 674 kg, 100 cm doorsnee) en droeg het Duitsland vervoerd en versmolten. De H. opschriĂŻt: 'Mijn stem galmt over bosch en Antonius bleef hangen, maar raakte onherveld. Strijdt christenen tegen 't helsch ge- stelbaar beschadigd bij de brand in 1944. weld.' De middelste heette: H. Antonius (Ais, 378 kg) en droeg het opschrift: 'Keert In 1944 was de kerk - door een ongeluk met afgedwaalden weer tot Hem, Die tot u vuur - verwoest; slechts de toren bleef spreekt door mijne stem.' De H. Maria (C, overeind zoals op afbeelding 8 te zien is. 265 kg, 75 cm doorsnee) vermeldde: 'Mijn De kerk zou nog wel te herstellen zijn

39


geweest, maar op last van de geallieerden werden de resten afgebroken en gebruikt voor de aanleg van een militair vliegveld. Van 1944 tot 1952 was het gymnastieklokaal in gebruik als noodkerk (foto hieronder). P.A. Brekelmans werd opgevolgd door Johannes Antonius van den Wildenberg (zie foto) geboren 11 september 1903 te Oerle.

40

Aft. 6, 7, 7a. Ook hij werd bouwpastoor. Hij wist in korte tijd de benodigde fondsen bij elkaar te krijgen en te lenen. De nieuwbouw van architect Edmond Nijsten werd in 1952 in gebruik genomen.


Aft. 8: Bevrijdingsfeest 1945. Op de achtergrond Ajb. 9a: Pastoor Van den Wildenberg. het torenrestant van de in 1944 afgebrande kerk, Ajb. 9: Het gymnastieklokaal was van 1944 tot 1952 noodkerk. Foto van Rein(ier) Jetten en zijn bruid Idje (Ida) Cornelissen.

41


Afb. W: De kerk van 1952 staat in het middelpunt van het dorp en in het middelpunt van de gemeenschap Heumen. De kerk is natuurlijk niet meer het enige middelpunt in het leven van de pariochianen, maar de meeste Heumenaren voelen zich nog verbonden met de kerk en komen er nog, zij het niet allemaal even regelmatig. Ongedrukte bronnen: Parochiearchief Heumen. Bisschoppelijk archief 's-Hertogenbosch. Archief en blibiotheek Karmelietenklooster te Box-

Documentatiecentrum Wijchen.

van Tweestromenland

te

Gemeentearchief Heumen: Archief gemeente Heumen en Malden (1668) 18071933.

Rijksarchief Arnhem: Oud Rechterlijk Archief Heumen, Malden en Beek. Archief Heerlijkheid Heumen en Malden. Archief van het bestuur van de Classis van Nijmegen (met name inv. nr. 44, i.v.m. de restitutie der kerken). Archieven van bestuursinstellingen in de Bataafs-

Tentoonstellingscatalogus, 1987.

Franse Tijd.

Dibbets, Geert en Ton Niekus, Speciaal nummer

Gemeentearchief Nijmegen:

Malden, 1985 Malden. Van der Aa, A.J.: Aardrijkskundig woordenboek der

Beknopte literatuurlijst: 300 Jaar Carmel in Boxmeer; Boxmeer 1953.

'Waer een paradis', Kloosterleven in Brabant na de Reformatie, Uden Museum voor Religieuze kunst,

KOM-IN, t.g.v. 25-jarig bestaan der huidige kerk te Oud Archief Nijmegen (waarin opgenomen archie-

ven van de heerlijkheden Heumen en Malden). Archief Voormalig Polderdistrict Rijk van Nijmegen

Nederlanden, 1839.

Fien, A. en H.G.M, de Heiden, Een restauratie na (o.a.: inv. nr. 1169: inwonerslijsten Rijk van Nijme- acht eeuwen, de Hervormde of St. Joriskerk in gen, en inv. nr. 90: ingekomen stukken 1795- Heumen na de restauratie 1976- 1977. 1810). Fleuren, P. Honorius en R.W.A. Megens, De kerk van Archief NH Gemeente Heumen en Malden. O.L.V. van Zeven Smarten te Molenhoek; Groesbeek 1984.

42


Gorissen, Friedrich, Stede-atlas van Nijmegen, 1956. Idem, Die Burgen im Reich von Nimwegen, 1959. Habets, Jos, Geschiedenis van het tegenwoordig bisdom Roermond; 1875. Helwig, drs W.L., De katholieke kerk in de loop der eeuwen, Haarlem, z.j. Juten, G.J.A., De Carmeliet Formetraux, in: Taxandria jaargang 1943, pag. 189 e.v. Keijmel, P.D., Statistieke beschrijving van de steden en het platteland van Gelderland uit 1808; in: Gelre, Bijdragen en Mededelingen, Deel LXV (1971). Koenders, A., Over Scapulieren en Scapulier-medaille, Venlo 1912. Maris, A.J., De reformatie der geestelijke en kerkelijke goederen in Gelderland, in het bijzonder in het Kwartier van Nijmegen, Utrecht 1939. De Mol, M.M.M. enM.A.F.T. vanSon, Inventaris van de archieven van de Nederlandse Hervormde Gemeenten te Heumen en Malden 1748-1967, en te Over-Nederasselt 1639-1967; Nijmegen 1983. Mos, H.G., Een Gelders geslacht Mos, in: Gens Nostra, jaargang XLI, april/mei 1986, No. 4/5. Nillesen, dr J.A., Geschiedenis der oude hoge heerlijkheid Malden, Malden 1975. Noordeloos, P., De restitutie der kerken in de Franschen Tijd, Nijmegen, Utrecht, 1937. Oediger, Friedr. Wilh., Die Erzdiözese Köln um 1300, Zweites Heft, Die Kirchen des Archidiakonates Xanten, Bonn 1969.

Philippi, dr. F. und dr. W.A.F. Bannier, Das Güterverzeichniss Graf Heinrichs von Dale (1188), in: Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap (Gevestigd te Utrecht), deel 25, Amsterdam 1904. , • Schaart, Bert, Inventaris van de archieven van de secretarie van de gemeente Heumen, (1668) 18071933, Heumen, 1987. Schellekens, J., St Georgiuskerk Heumen, 1952 juni 1977, Heumen 1977. Schutte, A.G. De Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Het Rijk van Nijmegen, Westelijk gedeelte en de Duffelt, Den Haag, 1983. Schutjes, L.H.Chr., Geschiedenis van het bisdom 'sHertogenbosch, 5 delen, 1870-76. Schuttenbeld, P. Guido, Ord. Carm., Boxmeer, Karmelietenklooster en Sint Petruskerk, Boxmeer 1975. Sloet, L.J.A.W., Oorkondenboek der Graafschappen Gelre en Zutfen, 2 delen, 1872-1876. Teunissen, Dr. T., De geschiedenis van de kloostergoederen van St. Walrick, in: Numaga, jaargang XXIV, nrs 2 en 3, Nijmegen 1977. Van Winter, Jonkvrouwe dr J. M., Ministerialiteit en Ridderschap in Gelre en Zutphen, Arnhem 1962.

Titelpagina van een instructieboekje over betekenis en gebruik van het H. Scapulier, zoals dat gebruikt kan zijn door Angelus de Fourmentroux. Zie ook bladzij 15. 43


Schutterszilver. De borstplaat met afbeeldingen van Sint Georgius en de H. Catharina, 15de eeuw. De R K. kerken van Heumen zijn door de eeuwen heen toegewijd geweest aan Sintjoris.

Bij de voorpagina: De oudste vermelding van Heumen, in de goederenlijst van de graven van Dale (1188). (Foto: Rijksarchief Utrecht) 44


TWEESTROMENIAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

16.XII.1988 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 59


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas

en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien

toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks.

Contributie De contributie voor 1988 bedraagt ƒ 25,-, naar verkiezing/40,-, ƒ 50,-, ƒ 100,- enz., tevoldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VC Wijchen.

Ledenadministratie Markt 9-14, 6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247. Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M, van Os, benoemd 23 april 1980 Erevoorzitter J. P. van Wezel, benoemd 9 mei 1985 Bestuur J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen J.A. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen

G.W. van Gelder, Beneden-Leeuwen Mevr. FJ. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt R.A.H. Sauter, Druten W.J. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs. C. Visser, Druten

J.P. van Wezel, Alphen Administrateur P. G. Leussink, Beuningen Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactie-secretaris, Tolhuis 52-37, 6537 SN Nijmegen, tel.: 080-444542. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

Losse nummers tijdschrift

Nrs. 19 t/m 59 voorradig. Per stuk ƒ 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen.

Inhoud 3 Ton Tielen, Juffers, flambouwen en sleepdelen 11 A. Vermeulen, De Openbare Orde in het Land van Maas en Waal 100 jaar geleden 18 Ceciel Visser, Het archief van Dericks & Geldens: wat kun je ermee? 25 Literatuur Signalement 29 Drs. C. Visser, Oud Maas en Waal in beeld 31 Nieuws van het Streekhistorisch Museum Nieuwsbrief

Mej. W.A. van Buren, Bergharen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten

Op het omslag:

B.J.H.M. van Elk, Beneden-Leeuwen

De steenfabriek Deriks & Geldens te Druten.


^IKttKARCHIVARiAAT

BOMMELERWAARD

T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen.

NUMMER 59

1988

Ton Tielen

Juffers, flambouwen en sleepdelen Wie op een mooie zonnige dag het besluit neemt een toertochtje te ondernemen en daarbij een stuk van hetzij Maas- hetzij Waaldijk volgt, komt er onvermijdelijk eentje tegen: een van die smalle, twee verdiepingen hoge gebouwtjes, terzijde van de dijk, met een brede toegangsdeur in de beide smalle zijden. Naarmate ze ouder zijn, zijn ze meer versierd met nissen en gevarieerd metselwerk; naarmate ze jonger zijn, zijn ze massiever en saaier. De argeloze toerist zal zich verbazen over de merkwaardige vorm, waaraan de functie niet af te lezen is, en wellicht denken met een grote schuur of een electriciteitshuisje van doen te hebben. Wie thuis is in deze streek of in de waterschapsgeschiedenis zal meteen weten waarmee hij of zij van doen heeft een dijkmagazijn, bedoeld voor de opslag van noodmaterialen, die gebruikt worden ingeval van een dreigende dijkdoorbraak; maar zelfs wie weet wat het is, zal zich hebben afgevraagd wat er allemaal in opgeslagen ligt Maar voordat we het daarover gaan hebben eerst nog iets over die dijkmagazijnen. Er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar dijkmagazijnen en hun bouwgeschiedenis. We weten bijvoorbeeld niet hoe oud het idee van het dijkmagazijn is. In de l 7de en 18de eeuw werden soms de dorpskerkjes,

Blauwe Sluis, Oude Schans, Alphen, Dreumei, Afferden, Ewijk, Beuningen en Weurt. Zij zijn hun functie aan het verliezen: bij het nieuwe kantoor van het Polderdistrict Groot Maas en Waal staat een centraal magazijn

die door de hervormden niet gevuld konden

van waaruit het hele Land van Maas en Waal

worden, gebruikt om er noodmaterialen in op te slaan. In onderstaande lijsten is er sprake van magazijnen en 'legeringen', zodat het aannemelijk lijkt te veronderstellen dat de huidige magazijnen, die allemaal dateren van na 1860, voorlopers hebben gehad. Er staan nog dijkmagazijnen in: Nederasselt, Niftrik, tussen Batenburg en Appeltern,

en zelfs de Bommelerwaard bediend gaat worden. Waarschijnlijk gaat de polder de dijkmagazijnen in de komende jaren afstoten. Wat er dan met deze karakteristieke, landschapsbepalende gebouwen gaat gebeuren, is onzeker. Gelukkig staan er enkele hier en daar op de Ontwerplijst ter bescherming van Gemeentelijke Monumenten. Het dijkmagazijn in Afferden is door de polder


Dreumel (GUL), Dijkmagazijn afgestaan aan Baet en Borgh.

februari 1980

lijst terug te vinden. De lijsten die hierna letterlijk weergegeven worden dateren uit In de negentiende eeuw werden ieder jaar 1838 en werden kennelijk met een bepaald inventerislijsten van de aanwezige noodma- doel wĂŠl bewaard: in de lijsten van Alphen en terialen opgesteld onder verantwoordelijkMaasbommel heeft heemraad J. Hiebendaal heid van de heemraden of de secretaris van opgesomd welke materialen er nog ontbrahet polderbestuur. Vervolgens werden (af- ken aan de voorraden; deze lijsten waren dus schriften van) deze lijsten opgestuurd aan de niet enkel ter kennisgeving opgestuurd. In Provincie, die immers, in het jaar 1838, een een begeleidende brief sprak Hiebendaal controlerende taak had gekregen op water- ook over zgn. 'rotlijsten': lijsten van persostaatsgebied, ingevolge het nieuwe Poldernen die verplicht waren wacht te lopen op de reglement. Bijgevolg kan men deze lijsten - dijk, gerangschikt per'rot' (=buurt of straat). in theorie - aantreffen in het archief van Deze waren wel ter kennisgeving en werden Provinciale Staten (Rijksarchief Arnhem) en waarschijnlijk weg gegooid. De inventarissen in de archieven van de polderbesturen van van Over- en Nederasselt en van WinssenMaas en Waal en Rijk van Nijmegen (Ge- ambts zijn kennelijk bewaard gebleven meentearchief Nijmegen). In theorie, want omdat zij de basis vormden voor een vaak werden deze lijsten voor kennisgeving vordering van het District Maas en Waal op aangenomen, en na verloop van tijd weggehet District Rijk van Nijmegen, na de gooid. Voorzover zij bewaard gebleven zijn, overgang van de genoemde dorpen van het bevinden zij zich tussen de 'Ingekomen eerste naar het tweede district. Stukken bij het polderbestuur'. Die stukken zijn per jaar gebundeld en het vereist dan ook enig 'ploegwerk' en wat geluk om zo'n


Batenburg den 23 januari 1838 Onderwerp

Rotlijsten Bij deze heb ik de eer. U.W.E.G.H., hier bij toe te zenden 1. De staaten van de persoonen welke vcrpligt zijn, bij dijkleegering wachten te doen, verdeeld in rotten, van de Gemeente Alphen en Maasbommel. 2. De lijste van de gezegde gemeentes van de voorhandc zijnde noodmaterialen, die mijnes inziens, in geene deele toereikende zijn, bij het minste gevaar, en ben dien ten gevolge zoo vrij geweest, agtcr het voorhande zijnde in ieder van de gezegde gemeentes het nog ontbrekende, op te geven, zal men met eenig sukses kunne werken; aangenaam zal het mij zijn, om door U.W.E.G.H. tussenkomst, de bestuuren te verpligten en wel voor dat de dijkleegering word betrokken, tot de aanschaffing van het door mij opgegeven. De Heem raad van het Polder District van Maas en Waal J. Hiebendaal Cz. Aan den Heere Dijkgraaf van Maas en Waal te Druten

Lijst der noodmaterialen die voorhanden zijn in de bergplaats te Maasbommel. Benoeming van de voorhande zijnde noodmaterialen

Ontbrekende noodmaterialen volgens het gevoelen van den heemraad van de post

6 Dikke vimme hout 30 Horde

60 Dijkpinne met beslag en punte met 8 spille 4 Dijkboore 20 Paalbalken met staale punte en ijzer beslag 6 Flambouwe 4 Lampette 50 Pikkranse 2 Zaagstellinge 4 Hefboome of koevoete

5 3 2 8

6 12 6 6

Zwaare handhijen ligte dito Dito met neergaande steel Dijkpinne met ijzer beslagen punte

Zwaare houte hamers Ligte dito Kruiwages Draagburries

6 Pikhouwelen

4 Zwaare Rem of boomkettinge

5 DijkJantarens

6 Juffers met i j zere beslagen punte 20 voet lang

6 Handlantarens 2 Flambouwen

10 N. bl. Waskaarsen 2 Dito vet kaarsen

10 Dito van 10 voet

250 Vlod en sleepdeele 30 Juffers

l Kist mei timmergereetschap en spijkers van verschillige groote.


Aldus opgemaakt bij mij Heemraad van het Polderdistrict Maas en Waal den 22 Januari 1838 J. Hiebendaal Cz.

Lijst van de noodmaterialen die voorhande zijn in de bergplaats te Alphen Benoeming der voorhande zijnde noodmaterialen 6 Dikke vimme hout 30 Horde 3 Zwaare handhijen 3 Ligte dito 2 Met neergaande steel 12 Dijkpinne met ijzerberlage punte 6 Zwaare houte haamers 12 Ligte dito 6 Kruiwages 6 Draagburrien 6 Pikhouweelen 6 Dijklantaren 5 Handlantaren 4 Flarnbouwen 12 Waskaarsen 3 N. Ib. vetkaarsen 50 Sleepdeele 100 Vlotdeele 50 Juffers vanb 20 voet l kist met timmergereetschap

Ontbreekende Noodmaterialen volgens het gevoele van de Heemraad van de post 3 Dikke vimrne hout 100 Dijkpinne met beslag en ijzere punte met 10 spille 6 Slijkboore 20 Paalbalke met staale punten en ijzerbeslag 10 Flarnbouwen 6 Lam petten 100 Pikkransen 2 Zaagstellingen 6 Hefboome of koevoete 6 Boomkettingen 6 Juffers met ijzere beslag en punten van 20 voet 10 Dito van 10 voet 100 Vlod of sleepdeelen

Van de sleep en vlot deele zijn er in het magazijn te Altforst 34, dus sligs 16 stuks voorhande en van de juffers 24 de overige 26 zijn meede in gezegt magazijn te Altforst. Aldus geformeert door mij Heemraad van het Polderdistrict Maas en Waal den 19 Januari 1838 J. Hiebendaal Cz.

Staat der Dijk- en noodmaterialen en gereedschappen welke zich in de maand januari bevonden in de magazijnen of op de gewone bergplaatsen in de dorpen Over- en Nederasselt en Winssen-ambts, vroeger onder het toenmalig Ambt van Maas en Waal behoort hebbende, thans bij het Polderdistrict het Rijk van Nijmegen gevoegd, benevens taxatie vande waarde der voorwerpen. Overasselt Drie dikke vimmennoodhout met de noodige palen blijkens konditie van den 10 november 1837, openbaar aanbesteed voor 18 aanwezige horden, gewaardeerd op 2 /ware en twee ligte handheijen

j

74,50 13,50 6,00


Dreumel (Gld), Dijkmagazijn 4 handheijen met neergaande stelen, waarvan er 2 behooren te Nederasselt 8 dijkpinnen, met ijzeren beslag en punten 6 zware houten hamers 12 krib- of staakhamers 6 kruiwagens 6 draagburries 6 pikhouwelen 4 dijklantaarns 6 handlantaarns 4 flambouwen 2H Ib waskaarsjes

februari 1980 12,00 4,00 4,50 6,00 18,00 6,00 7,50 16,00 6,00 2,00 2,00

Al deze voorwerpen ter waarde van ƒ 178,00 voor twee derde gedeelte door het toenmalige Ambt Maas en Waal, en voor een derde dóór den betrokken dorpspolder bekostigd zijnde, wordt daar voor ten behoeve van het oude Ambt slechts berekend de twee derde gedeelten der waarde, zoo als die was tijdens de taxatie in januari 1838, bedragende ƒ118,61 De navolgende materialen en gereedschappen geheel door het voormalige Ambt bekostigd zijnde, wordt daarvan de waarde, berekend als boven, in haar geheel uitgetrokken, als: 74 sleepdelen ad ƒ 0,75 per stuk 55,50 130 vlotdeelen ad ƒ 0,60 per stuk 78*00 25 joffers van 24 voet ad ƒ 0,75 per stuk 18*75 3 einden touw, van verschillende zwaarte 8,00 eene kist met allerlei timmergereedschappen en verschillende soorten van


spijkers, te zamen zoo dat het voormalige Ambt Maas en Waal komt van de voorwerpen te Overasselt

90,00 ƒ 368,92

Nederasselt

Drie dikke vimmen noodhout met de noodige palen, blijkens konditie van den 10 november 1837 openbaar aanbesteed voor ƒ 80,75 20 aanwezige horden, gewaardeerd op 10,00 2 zware en twee ligte handheijen 6,00 10 dijkpinnen met ijzeren beslag en punten 10,00

6 6 6 6 4 6 4 6

zware en 10 kreib- of staakhamers

5,00

kruiwagens draagburries pikhouwelen

18,00 7,50 7,50

dijklantaarns handlantaarns flambouwen waskaarsen

14,00 6,00 3,00 4,00

Al deze voorwerpen, ter waarde van ƒ 171,75 voor twee derde gedeelten door het toenmalige Ambt Maas en Waal en voor een derde door de betrokken dorpspolder bekostigd zijnde, wordt door en ten behoeve van het oude Ambt slechts berekend de twee derde gedeelten der waarde, zoo als die was tijdens de taxatie in januari 1838, bedragende ƒ114,50 De navolgend materialen en gereedschappen geheel door het voormalig Ambt bekostigd zijnde, wordt daar van de waarde, berekend als boven, in haar geheel uitgetrokken, als: 127 sleepdeelen ad ƒ 0,80 101,60 196 vlotdeelen ad ƒ 0,55 107,80 20 joffers van 24 voet ad ƒ 1,00 20,00 106 dito van 16 voet ad ƒ 0,55 58,30 2 paar schragen met toebehoren, tot stellagien, met de noodige ijzeren pinnen/welke laatste zich tijdens de taxatie bevonden in de kist te Overasselt 35,00 zoodat het voormalige Ambt Maas en Waal komt van de voorwerpen te Nederasselt ƒ 437,20 Winssen-ambts 4 18 20 3 3 2 4 4 8 6 6 4

Dikke vimmen noodhout met de noodige palen, blijkens konditie van den oktober openbaar aanbesteed voor ff 100,00 aanwezige horden, gewaardeerd op 20,00 zware handheijen 6,00 ligte dito 3,00 dito met neergaande stelen 12,00 dijkpinnen met ijzeren beslag en punten 6,00 zware houten hamers 3,00 krib- of staakhamers 3,00 kruiwagens 18,00 draagburries 9,00 pikhouwelen 7,00


2 ijzeren dijkpinnen 3,00 4 dijklantaarns 12,00 5 handlantaarns 5,00 4 flambouwen 4,00 8 stukken van waskaarsen 2,00 8 Nederlandse ponden vetkaarsen 1,80 Al deze voorwerpen ter waarde van ƒ 214,80 voor twee derden gedeelten door het toenmalig Ambt Maas en Waal en voor een derde door den betrokken dorpspolder bekostigd zijnde, wordt daar voor ten behoeve van het oude

Ambt slechts berekend de twee derde gedeelten der waarde, zoo als die was bij de taxatie in januari 1838, bedragende ƒ 143,20 De navolgende materialen en gereedschappen, geheel door het voormalige Ambt bekostigd zijnde, wordt daar van de waarde, berekend als boven, in haar geheel uitgetrokken, als:

40 sleepdeelen ad ƒ 0,90 6 dito ad 0,70 100 vlotdeele ad 0,60 10 joffers ad 0,90 2 paar schragen met toebehoren, tot die stellagien, met de noodige stellen ijzeren pinnen

36,00 4,20 60,00 90,00 35,00

Verzameling Overasselt

Nederasselt Winssen-ambts

ƒ

368,92 ƒ 437,20 ƒ 368,40 ƒ 1174,52

Aldus vastgesteld bij besluit van den Dijkstoel van het Polderdistrict Maas en Waal, d.d. november 1838, No 196/2. Mij bekend De secretaris van voormeld District, get. J. Meijer. Naar aanleiding van deze en dergelijke lijsten - die niet teruggevonden konden worden in het polderarchief- ondernam de Provincie actie: de gouverneur van Gelderland stuurde bericht aan de dijkgraaf van Maas en Waal, dat diverse polders hun noodmaterialen moesten aanvullen. Met name werden genoemd: Leeuwen, Alphen, Appelern, Nederasselt, Overasselt; deze dorpspolders moesten rijshout en palen aanschaffen. In Puijflijk en Dreumel 'is de aanvoer van materialen bevonden niet met genoegzamen spoed te geschieden'. Het toezicht op de aanschaf van noodmaterialen is derhalve een der eerste officiële bemoeienissen van de Provincie Gelderland met de

3

Waterstaat in deze streken geweest, nu iets meer dan 150 jaar geleden,


Ewijk (Gld.), Dijkmagazijn

Dan volgt nu een verklarend woordenlijstje van de wat minder bevattelijke termen uit de diverse lijsten.

Een vim bestaat uit 100, 104 of 120 bossen stro of hout (rijshout). Een horde is een plat vlechtwerk van rijshout. Dijkpinnen, paalbalken en juffers zijn palen, van verschillend materiaal en verschillende diktes en lengtes. Een juffer is een lange dennestam, gewoonlijk beslagen. Een flambouw is een fakkel.

10

februari 1980

Pikkransen werden vervaardigd van brandbaar materiaal en bestreken met pek en hars; nel als de kaarsen dienden zij ter verlichting. Sleepdelen zijn zware stukken hout, die met een sleep en met behulp van boomkettingen vervoerd moesten worden. Vlotdelen zijn dennen of vuren planken van geringe waarde, en slecht afgekant. Een draagburrie is een draagbaar. N.lb. staat voor: Nederlandse libra= Nederlands pond.


A. Vermeulen

De Openbare Orde in het Land van Maas en Waal 100 jaar geleden 'Vroeger zette de bakker het brood op de vensterbank en de melkboer de flessen op het stoepje en niemand hoefde bang te zijn dat het brood en de flessen gestolen zouden worden.' 'Wij waren in onze jeugd niet zo brutaal als de huidige jongeren.' 'Waar moet dat heen met de criminaliteit van tegenwoordig?' Dergelijke verzuchtingen hoort men nogal eens, naar aanleiding van berichten in 'Maas en Waals streeknieuws' in de Gelderlander. Keiharde misdaadcijfers wijzen inderdaad uit dat de criminaliteit toeneemt; het is echter onjuist om daar een idyllische 'goede oude tijd' tegenover te stellen. A. Vermeulen stelde een bloemlezing samen uit Tielse kranten van zo'n 100 j aar gel eden- met berichten over kleine en grote misdaden, over café-ruzies, rivaliteit tussen dorpen, een biljart-oorlogje en over burgemeesters die persoonlijk toezicht hielden op sluitingstijden - waaruit moge blijken dat men ook vroeger niet met een gerust hart naar bed ging en dat men ook toen verzucht zal hebben: 'Waar moet dat heen?'

Redactie We beginnen met een 'eigenaardige' gebeurtenis in Leeuwen. Op een warme augustusmiddag vond men langs de Wiel, op de weg van Leeuwen naar Bruten, enige manskleren, een jas, een broek met portemonnaie inhoudende zes gulden, laarzen etc. Was hier sprake van een zelfmoord, een misdaad of een ongeluk? Burgemeester Baron J.J.H, van Delen nam de zaak ernstig op en leidde zelf het onderzoek. Zelfs het nazoeken van de Wiel leverde niets op. Geen spoor van de drenkeling! Een telegram uit een naburige gemeente bracht meer helderheid in de zaak. Daar was daags tevoren een 'drinkebroer' gesignaleerd die het nodig vond zich vanwege de warmte, te ontdoen van zijn kleding. Nadat de man op zijn tocht over de uiterwaarden vanwege zijn négligé de Leeuwense melkmeisjes behoorlijk had laten schrikken, kon hij eindelijk worden gearresteerd. 'Drutense humor5 Eind mei 1878 zagen de Drutense kerkgan-

gers naar de vroegmis een zeer ongewoon verschijnsel. Aan veel lantarenpalen maar ook aan de deurknoppen der huizen, bengelden afgekloven beenderen en kleine botten. In de lantaarnpaal op de markt hingen niet alleen beenderen en botten, maar ook lege flessen met een half afgebrande kaars. Onmiddellijk werd de lantaarnopsteker gelast alles grondig te reinigen en binnen een half uur zag alles er weer keurig uit. De plaatselijke politie nam de zaak hoog op en zou een streng onderzoek doen naar de nog onbekende daders. Waarschijnlijk ging het om enkele jongelieden die na een fuifje, de restanten van hun maaltijd op een dergelijke manier meenden te moeten tentoonstellen.

Duitsers in Maasbommel September 1878 deed de Maasbommelse veldwachter een niet gemakkelijke arrestatie. Er zwierven de laatste tijd langs de Maaskant een hoop Duitsers rond van min allooi. Een 11


inwoner van Maasbommel zag zo'n Duitser langs de dijk liggen en vroeg of hem soms wat mankeerde. Als dank kreeg de behulpzame man meteen een gevoelig pak slaag toegediend. De veldwachter spoorde hem op en bracht hem met veel moeite naar de burgemeester. Daar bleek het heerschap in het bezit te zijn van enige snijdende werktuigen. Hij werd meteen naar Tiel afgevoerd.

Appelternse burgemeester in het nauw gedreven 23 Augustus was de laatste dag van de Appelternse kermis. Rond 11 uur 's avonds ging de burgemeester op pad om te zien of het er in de herbergen rustig aan toe ging. 11 Uur was sluitingstijd. Toen hij dan ook na elven aankwam in een kroeg waar veel personen in een beschonken en opgewonden toestand aanwezig waren, beval hij de kroeg onmiddellijk te ontruimen en te sluiten. Allen gingen bereidwillig huiswaarts, op een persoon na die hierin kennelijk geen zin had. De burgemeester haalde het maar voorzichtig aan en zei: 'Kom vrindje, ik heb je reeds twee maal last gegeven om te gaan, maak nu eens wat meer haast.' Dit vriendelijke verzoek had een averechtse uitwerking. De aangesprokene sprong op, greep de burgemeester bij de keel en stootte hem met ruw geweld tegen de muur. Het hoofd van de politie, ook niet mis, rukte zich los, trok zijn revolver en richtte deze op de borst van zijn aanvaller. Snel sloeg deze op de vlucht. Omdat de naam van de onverlaat bekend was (K. van G. een visser uit Dodewaard), kon er procesverbaal worden opgemaakt. Geen wonder dat men in Dreumel zeer gelukkig was dat de overplaatsing van de wakkere rijksveldwachter H. van Roekei naar Rossum niet doorging. De aanwezigheid van de rijkspolitie te Dreumel was onmisbaar, getuige het feit dat er op 23 februari 's nachts verregaande ongeregeldheden hadden plaatsgevonden. Bij een huis was het zo erg dat men er met een boom de huisdeur geweldadig openbrak. Als waardering voor zijn buitengewone dienstijver, tijdens deze ongeregeldheden betoond, kreeg veldwachter Van Roekei een gratificatie van 25 gulden.

12

Het was de tweede keer dat jaar dat Van Roekei een gratificatie kreeg, wel een bewijs dat deze rijksveldwachter zijn plaats bij de politie met ere bekleedde.

Te veel tappers in de gemeente Appeltern Begin 1882 waren er in deze gemeente niet minder dan 57 gepatenteerde tappers, slijters en kroegbazen. In Appeltern 12, Altforst 5, Maasbommel 13 en in Alphen liefst 27. In verband met de nieuwe drankwet zouden m de gemeente 12 herbergiers hun zaal moeten sluiten.

Betere opvang lotelingen in Wamel Voor het eerst had de loting voor de nationale militie in de Wamelse school een ordelijk verloop gehad. Het werd nu zo geregeld dat de lotelingen uit de West Maas en Waalse dorpen, per dorp op een bepaald uur in de school moesten verschijnen om te loten. Tot dan toe (1882) was het zo dat reeds 's morgens om 8 uur ook de lotelingen uit de

omliggende dorpen, reeds in Wamel aanwezig waren. De jongelieden moesten lang wachten voor ze aan de beurt waren en liepen uit verveling herberg in herberg uit. Vaak sloegen de lotelingen uit de verschillende dorpen met elkaar aan het vechten ol liepen luid tierend langs de straat. Dank zij de nieuwe drankwet en het op verschillende tijden laten opkomen was hieraan een einde gekomen.

Gevaarlijke diefstal in Appeltern Half januari 1884 werden in Appeltern uit een schuur een veren bed met kussens gestolen. De politie waarschuwde de dief en kopers er voor dat op dit bed een typhus-

lijder was gestorven. Ter voorkoming van deze gevreesde ziekte stelde de politie alles in het werk om de gestolen goederen op te sporen.

Bandeloosheid in Druten (april 1889) De voorzitter van de Drutense gemeenteraad had de raad voorgesteld alle herbergiers te verplichten om 11 uur te sluiten. Tot dan toe was het zo dat er in dit opzicht een


Aft. 1: Gezicht op DreumeL ongebreidelde vrijheid bestond. De voorstanders van dit voorstel vonden dat het de hoogste tijd werd een eind te maken aan de bestaande bandeloosheid. Persoonlijke belangen dienden te wijken voor het algemene welzijn. De tegenstanders van dit plan redeneerden als volgt: De Drutenaren, rustig en ordelijk zoals ze zijn, volgzaam als een kudde schapen onder de trouwe hoeding van hunne herder en zijn wakkere hond, verdienen het niet om door zulk een maatregel te worden 'Vermassregelt'. De barbier werd de straat opgestuurd om handtekeningen te verzamelen. Bovendien werd door de tegenstanders gesteld dat er in Druten na tien of elf uur 's avonds zelden in de herbergen nog bezoekers worden aangetroffen. Maar als er na 10 uur niemand meer in de herberg was, waarom dan zo'n heftig verzet tegen het plan van de burgemeester? Het was dan toch niet meer dan een onschuldig maatregel? Waarom moesten over deze maatregel de hartstochten zo zeer worden opgezweept? Met 6 tegen 5 besloot de raad het plan af te wijzen.

Bezoek aan de Macharense kennis met dodelijk gevolg 20 September 1889 bezocht de 21 -jarige Van de K. uit Maasbommel met een tiental vrienden de kermis in Macharen waar ze het al gauw aan de stok kregen rnet een viertal jongeren uit Macharen. Toen tegen de avond de meeste vrienden van Van de K. teruggegaan waren naar Maasbommel vielen de Macharense jongeren Van de K. opnieuw aan. De gebrs. B. uit Macharen, werkzaam in Oss, sloegen hun slachtoffer zodanig met een steen op zijn hoofd dat hij spoedig daarna overleed. De vermoedelijke daders werden overgebracht naar de gevangenis in Den Bosch.

Onrust in Druten en Leeuwen Mei 1893 werden de bewoners van het anders zo stil en vreedzaam Druten in de nachtelijke uren met veel lawaai gestoord in hun slaap. Een brutale kerel bonsde op deuren en ramen en rammelde aan de schel. Dreigend en vloekend wilde hij dan binnengelaten worden, en het minst wat hij vroeg was brood of geld. Bij velen was hij aan het verkeerde adres en de Drutenaren die bij

13


vier andere plaatsen in Dreumel bleken de spijlen al te sterk. De slachtoffers waren de heren G. Smulders, H. Vink en J. van Os. Toen de knecht van P. van Deursen het eri ging inspecteren trof hij daar een drietal vreemde kerels aan, terwijl er nog vijf op straat de wacht hielden, wel een bewijs dat er sprake was van een gehele bende. Ook de Dreumelse politie was druk in de weer de daders op te sporen. De politie vermoedde dat deze kelderdieven opereerden van over de Maas. Op 11 november 1898 wordt er in het koffiehuis van L.A. van Kessel vergaderd over het uitzetten van de nachtwacht in Dreumel. Men besloot maar meteen te beginnen zodat de gehele winter lang de inwoners van Dreumel minder bang hoeven te zijn voor diefstal, brandstichting en opgezegd. Een zekere J.B. uit Leeuwen baldadigheden. In de nacht van 13 op 14 Boven vergat waarschijnlijk voor een ogen- december was het weer raak in Maasbomblik zijn catechismuslessen, trok zijn mes, mel. De slachtmaand was voorbij en dat wisten de greep V. uit Benedeneind vast en gaf hem met zijn mes een snede over zijn hoofd. heren uit Brabant. Gelukkig waren veel Hevig bloedend sloeg V. op de vlucht. mensen tegenwoordig wel zo verstandig niet Bezorgd vroeg men zich af aar moet het heen te veel in de kelder op te slaan. Zo troffen de wanneer jongens van 12 a 13 jaar elkaar dieven bij de Wed. van den Dungen alleen aan een kruik petroleum die ze door het reeds met het mes te lijf gaan.' Juli 1894 had er in Druten een vreselijke keldergat naar buiten smeten. moord plaats. Een zekere J.P. sedert enige De dieven gingen de keldertrap op en maanden ingetrouwd bij zijn pleegouders, kwamen op de deel waar de dienstmaagd kreeg onenigheid met zijn pleegvader terwijl sliep die wel wakker werd maar zich niet zij beiden in de hof bezig waren met hun durfde te verroeren. Via het opengebroken werkzaamheden. J. P. greep zijn spa en sloeg keldergat verdwenen ze weldra weer tot daarmee zijn 75-jarige pleegvader op slag grote opluchting van de dienstmaagd. Nu dood. Nog dezelfde middag werd de moor- naar de kelder van G. Story, hier had men denaar overgebracht naar de gevangenis in meer succes. Twee volle potten smout, een pot met 25 Tiel. pond boter, en een stuk lekker vlees dat Story juist had klaar gelegd om het aan de oude Kelderdieven slaan toe in West Maas moeder te geven. en Waal In de nacht van 19 op 20 november 1897 Nog waren de dieven niet tevreden, och, het verbrijzelden dieven het raampje van de was uiteindelijk nog vroeg en het derde kelder van de Heer N. van Mook en bezoek werd gebracht bij bakker-winkelier ontvreemdden daar een pas geslacht schaap J.A. v. Gruythuysen. en 30 pond boter. Ook bij de Wed. van Mook Hier werd geroofd een fustje brandewijn eveneens in Leeuwen was het raak, hier werd (gelukkig zat er niet meer in dan ongeveer een geslacht varken in zijn geheel meege- vier liter), 15 pond boter en soep met kluif. nomen. De politie stelde een streng onder- De dieven waren zo hongerig dat ze de soep zoek in. met kluif reeds in de tuin verorberden; alleen Ook in Dreumel werden ongeveer tezelfder- de afgekloven botten waren nog de stille tijd een drietal kelders leeggeplunderd. Op getuigen. velen uit hun legerstede gesprongen waren dwongen de nachtelijke bezoeker snel zijn biezen te pakken. In Leeuwen werden 'aan het Benedeneind' op sommige plaatsen weer laffe baldadigheden gepleegd. Een pas gemetselde post aan de stoep van Mej. de Wed. C. werd geheel vernield. Bij de Heer Van de Belt, het hoofd van de Bijzondere School in het Boveneind, rukten baldadige lieden verscheidene bessenstruiken uit de grond. Al lange tijd stonden de jongens uit het Benedeneind en die uit het Boveneind vijandig tegenover elkaar. Ging in het Boveneind de cathechismus uit dan stonden vaak de Beneden-einders om te schelden en met stenen te gooien naar de jongens uit BovenLeeuwen die juist de catechismus hadden

14


Afb. 2: Beneden-Leeuwen, RK Kerk en pastorie. De kerkelijke splitsing van Leeuwen in een Beneden- en een Boveneind vergrootte de rivaliteit tussen de beide dorpen. meer worden vervolgd door de politie. De politie van Appeltern had vanwege de grote uitgestrektheid van de gemeente - Zachte heelmeesters maken wel stinkende vooral als de nachten zo lang en donker wonden. waren - een erg moeilijke taak. Omdat er langs de Maas scherven aangetroffen werden Boeren contra biljarthouders in van smoutpotten vermoedde de politie wel Horssen in welke richting de daders gezocht moesten Horssen trad de twintigste eeuw binnen met worden. Ook bij verschillende bewoners van een gezamenlijk besluit van de biljarthoude Zijvond en het Zand in het Beneden-Eind ders om vanaf l januari 1900 voor elke partij werden de kelders door het gilde geĂŻnspec- vijf cent te vragen. Tot dan toe was het de teerd; hier was de buit maar gering omdat de gewoonte dat de verliezers de gehele verbewoners hun kostbare slacht ergens anders tering van het aanwezige gezelschap aan de hadden opgeslagen. biljarthouder moesten betalen. De biljarthouders hadden zich verenigd, maar de biljarters lieten het er niet bij zitten en Kennis-vechten 'Men vecht er de laaste tijd in Maas en Waal richtten een organisatie op onder de wijdse weer lustig op los.' Aldus de Tielse Courant naam 'Unitas'. 'Unitas' besloot voortaan de van l oktober 1899. Nog onlangs werd er biljarthouder te boycotten door niet meer te tijdens de Bergharense kermis een formele spelen. slag geleverd tussen de bewoners van Berg- 'De biljarters (meest boerenbonders) trokharen en Afferden. Een natuurlijk gevolg was ken afgelopen zondag in optocht door het dan weer dat Bergharense mensen die met dorp met als einddoel logementhouder van kar en paard door Afferden reden door Thiel.' Hier werd een gedeelte van de Afferdense straathelden werden onthaald op herbergiiiventaris kapot geslagen en twee een regen van keien en stenen, zo zelfs dat voorstanders van de biljarthouders werden een inwoner van Bergharen ernstig werd afgeranseld. Weldra verplaatste zich de gewond. Men beweerde dat deze zaken niet kloppartij naar de straat waar, onder leiding

15


van de burgemeester, de aangerukte politie met de sabel in de hand de orde moest herstellen. Verschillende boerenbonders, die zich niet tijdig op bevel van de burgemeester hadden verwijderd, liepen flinke builen op.

Kelderdieven blijven actief In de nacht van 4 op 5 december kregen Altforst en Appeltern weer eens bezoek van de mannen van het vak, de beruchte kelderdieven. Zo begonnen hun bezigheden in Altforst bij Piet Janssen-Steenbergen. Eerst het raampje uit het keldergat breken, voorzichtig tegen de muur zetten, waarna men naar binnen kon kruipen. Jammer genoeg waren er enkel aardappels en appels te vinden. Hiervan waren de heren niet gediend, althans, alles bleef op zijn plaats. Zij zochten in de regel naar vlees, spek, worst, smout, boter en andere vettigheid, die de dieven beter in de smaak lagen. Maar ook sterke drank en zelfs wijn versmaadde men niet. Maar omdat Piet Janssen-Steenbergen niets van die aard in zijn kelder had opgeslagen, werd er vervolgens een bezoek gebracht bij Jan Janssen-Steenbergen, in de buurt. Weer had men pech, het kelderraampje zat zo stevig vast dat er al te luidruchtig gebeukt moest worden, zo luid dat de dienstmaagd er wakker van werd. Vlug stond ze op en waarschuwde de overige bewoners, zodat ook hier de plannen van de onverlaten niet door gingen. Ze sloegen op de vlucht en gingen op bezoek bij Van Gemert in Appeltern waar ze alle 36 kippen die Van Gemert rijk was, in beslag namen. Dan snel naar huis om uit te rusten van het vele nachtelijke werk.

Laffe diefstal in Leeuwen Een behoeftige, alleenstaande vrouw uit Leeuwen, de Wed. G. hield 's avonds om ongeveer zeven uur nog even een buurpraatje. Terug naar haar huisje vond ze de deur open. Leeg op tafel stond haar geldkistje, de deksel omhoog. Altijd stond dat geldkistje op de beddeplank. Haar gehele schat, tien harde zilveren guldens, gestolen.

16

Aanval van twee Drutenaren op politieman Begin januari 1905 was politieman Ombelet uit Druten 's avonds op surveillance in de kom van Druten. Twee jongelui, de gebroeders Van de B. kwamen op hem af en zochten ruzie met hem. Ombelet was zo verstandig niet te reageren totdat de gebr. B. het niet meer lieten bij een scheldpartij maar ook handtastelijk werden zodat de veldwachter zich gedwongen zag met zijn stok los te slaan op zijn aanvallers. Helaas was hij niet tegen het sterke tweetal opgewassen en langzaam aan werd hij in de richting van een leegstaande sloot gedreven. Onverwachts werd hij de sloot ingesloten waar men hem een prop in de mond duwde zodat hij niet meer om hulp kon roepen; wel was de politieman er nog in geslaagd een van zijn belagers flink in de vingers te bijten. Hierdoor extra kwaad geworden trapte en schopte men hem. Op het laatst waren de lafaards zelfs zover dat ze Ombelet trachtten te wurgen. Inmiddels hadden een paar mannen toch gemerkt dat er wat bijzonders te doen was, ze kwamen nogjuist op tijd om de veldwachter te ontzetten. Hij was reeds buiten bewustzijn en hij zou het zeker niet hebben overleefd wanneer de hulp later was gekomen. De twee onverlaten waren inmiddels weggevlucht.

Slechte verstandhouding Boven- en Benedeneind Zoals bekend werd het dorp Leeuwen in 1900 kerkelijk in twee delen gesplitst, een Benedeneindse en een Boveneindse parochie. Helaas was sinds die tijd de onderlinge verstandhouding steeds slechter geworden. De recente scheiding van het vroegere parochiĂŤle armbestuur voor Leeuwen, had weer veel kwaad bloed gezet. De middelen van het armbestuur waren nu, naar rato van het aantal behoeftigen, verdeeld over de beide dorpen. Enigszins ondeugend schreef de 'Tielse Courant' 'Een steeds grotere verwijdering en dit ondanks het feit dat als gevolg van de scheiding hun geestelijke belangen, waarvoor nu twee priesters meer werkzaam zijn, beter kunnen worden behar-


NIEUWSBRIEF Wies Berris HET SPIEKER

Rectificatie: In het tijdschrift nr. 57 wordt melding gemaakt van een schenking van 1 verend schudbed met een tijk door mevr. Van Oss-van Hulst; dit schudbed is afkomstig van Marinus Kuijpers, uit Druten (boter, kaas en eierhandel). Schenking van: Mevr. Van Rossum, Oreumel: miniatuur hooikar bespannen met 2 paarden. Kees Visser, Druten: 1 pakje D.E.-shag + 4 vloe t.w. 2 rizla, 1 zig-zag, en 2 coudron la+. Jan van Gelder(verf-behang), Beneden Leeuwen: plakletters t.b.v. borden 'Museum'. Fam. v. d. Donk, Boven Leeuwen: 2 pakken Gaste l la parels. 2 pakken Castella radion. 2 pakken Castella vaatwas. 3 pakken 'Snel' v.d. vaat. 1 pak Van Nelle, koffie. Fam. V.d. Berg, Wijchen: diverse textiel o.a. oude kleding, een kruiwagen, leunstoel etc. Mevr. Hoefnagel, Wijchen: paraplu, vergiet, 2 beugeltjes voor beursjes, pols-mofje en ander textiel ook knopen en kralen. Mevr. Janssen-Janssen, Bergharen: 2 witte babymutsjes, 3 ondertessen, waarvan 1 zwart. Mevr. G.M. AriĂŤns-van Wolferen uit Druten, geb. 03-03-1917, dochter van W. van Wolferen uit Beneden Leeuwen: verslag watersnood 1926. T.b.v. de collectie Dericks en Geldens te Druten hebben we ontvangen van: Dhr. H.C. Deijzen, Druten: 2 borstbeelden geboetseerd door Carel Dericks, 1 voorstellend zijn vader en het andere zijn dochter Loes. 2 jachtakten, 1 rijbewijs, 1 kerststalfiguur (kind in kribbe), 1 ronde en 2 achthoekige asbakken, 1 tableau voorstellend driespan met ploeg en boer, 1 boekensteundeel voorstellend steigerend paard, 2 houten en 1 metalen glazuurschep, 1 glazen meter, voor het meten v.d. dichtheid van glazuurpap en 2 stalen moedervormen voor het vervaardigen

december 1988

van gipsen onder- en bovenmatten voor dakpannen. Dhr. J.H. Cornelissen uit Druten: 2 ronde asbakken, 2 kerststalfiguren 1 liggend ooi en 1 liggende ram, alles geglazuurd en ontworpen door Carel Dericks. Dhr. J. Klarenbeek, Druten: 1 kruispan, gebakken zwart-grijze scherf, eveneens uit de collectie Dericks en Geldens.

Hebt u nog iets wat past in ons museum of documentatiecentrum? Bel: 08894-17461, 08879-1535, 08894-16247.

TENTOONSTELLING HORSSEN

Eerste en Tweede Kerstdag a.s. is er in het Dorpshuis te Horssen een tentoonstelling met de titel 'Weerzien van de gemeente Horssen'. Openingstijden: 11.00-17.00 uur. Een werkgroep in Horssen is momenteel bezig met het inventariseren en verzamelen van materiaal (foto's, documenten, etc.) en (gebruiks-) voorwerpen, welke betrekking hebben op het verleden van Horssen als gemeenschap en zelfstandige gemeente. Het etaleren van het 'gevonden' materiaal vormt het hoofdaspect van de tentoonstelling. Er zal een diapresentatie worden gehouden en bovendien zullen kunstenaars van eigen bodem in de gelegenheid worden gesteld hun werken te exposeren. Indien U, als historisch geĂŻnteresseerde lezer, over voor ons interessant materiaal beschikt, verzoeken wij U contact op te nemen met Clasien van Run-Kuipers (08874-1242) of Jan Herckenrath (08874-1395). Uw bijdrage kan een welkome aanvulling betekenen.


DOCUMENTATIECENTRUM GEOPEND

Vrijdagmiddag 18 november jongstleden was het zover het Streekdocumentatiecentrum van Tweestromenland werd officieel in gebruik genomen. Ongeveer 60 genodigden werden welkom geheten door voorzitter J. van Alkemade, van de Historische Vereniging Tweestromenland. In een korte toespraak ging hij in op de korte maar bewogen geschiedenis van het Documentatiecentrum: plannen waren er al in 1977, uitgevoerd werden ze in 1980 toen het centrum gevestigd werd in de Openbare Bibliotheek van Wijchen. De 'bieb' bleek echter zelf weer behoefte te hebben aan de ruimte die het centrum in beslag nam. Tweestromenland moest per 1 januari 1988 een andere ruimte zien te vinden. Verschillende lokaties zijn aan bod geweest: voormalige peuterspeelzaal Nijntje, en successievelijk benedenverdieping, eerste verdieping en zolder van het kasteel Wychen. Dat ging allemaal om technische redenen niet door. De gemeente Wijchen bood tenslotte uitkomst door het aanbod van de tijdelijke verblijfplaats van het documentatiecentrum de kelder van het Gemeentekantoor - een permanente te maken. Na de nodige aanpassingen en opknapbeurten werd het Documentatiecentrum in september van dit jaar reeds officieus in gebruik genomen.

gevers in het algemeen en de gemeente Wychen - die onze permanente gastheer wordt - in het bijzonder. Verder wilde hij geen namen noemen, met één uitzondering: de heer Arts, secretaris van de Historische Vereniging, en van de werkgroep Maas en Waalse Geslachten, en daarnaast de drijvende kracht achter het centrum, die niet alleen de zaken coördineerde, maar die men ook met kwast en verfpot in de weer kon zien. De officiële opening werd verricht door burgemeester Steegmans van Wijchen. De opening geschiedde door de onthulling van een fraaie gestileerde kaart van Tweestromenland, waarop de gemeentewapens van de gemeenten in ons werkgebied zijn weergegeven. De burgemeester kwam echter niet met lege handen: voor de Werkgroep Streekdracht en Mode had hij een (Limburgs) mutsje meegenomen, dat volgens overlevering reeds 200 jaar in het bezit van zijn familie was. Hij wenste Tweestromenland veel geluk en succes met haar nieuwe Documentatiecentrum. Namens Tweestromenland overhandigde Van Alkemade een geschenk aan de burgemeester: een prent van kasteel Batenburg. De bijeenkomst kreeg een extra feestelijk tintje door een korte modeshow van enkele dames van de Werkgroep Streekdracht en Mode, waarbij Wies Berris het commentaar verzorgde. Daarna was er gelegenheid te toasten op de voorspoed van het centrum.

De voorzitter bedankte de diverse subsidieA/b. 1: Burgemeester Steeghmans van Wijchen (links tijdens zijn toespraak Lg.v. de officiële opening. Naast hem v.Ln.r.:J. van Gelder, vice-voorzitter, Van Alkemade, voorzitter, W. Arts, secretaris van Tweestromenland.


Aft. 2: Voorzitter Van Alkemade overhandigt namens Ttueestromenland een prent van het kasteel van Batenburg aan burgemeester Steeghmans. Tweestromenland krijgt door de opening van het Documentatiecentrum steeds meer gezicht naar buiten toe. Het beeld van de vereniging werd jarenlang bepaald door tijdschrift, jaarlijks uitstapje en lezingen. Daarmee werden vooral de eigen leden bereikt. Middels tentoonstellingen, genealogische

dagen en de boekentafel werden ook niet-

leden geattendeerd op het bestaan van onze vereniging. Sinds vorig jaar timmeren wij aan de weg met ons Streekhistorisch Museum. Nu het Documentatiecentrum een definitieve plek gevonden heeft kunnen we ook daar meer reclame mee gaan maken en kunnen wij

Ajb. 3: De Werkgroep Streekdracht en Mode, vaste gebruikers van het Documentatiecentrum, presenteerden de resultaten van kun naald- en draadkunst.


meer service verlenen aan iedereen die interesse heeft voor de geschiedenis van onze mooie streek.

In het centrum zijn reeds gevestigd: de sectie Topografisch Historische Atlas, de Bibliotheek, de Werkgroep Streekdracht en Mode die nu eindelijk eens uit de voeten kan in een eigen ruimte in het centrum - en de Werkgroep Maas en Waalse Geslachten. Het bestuur heeft er een goede vergaderruimte en ook de redactie van het tijdschrift zal hier haar vergaderingen kunnen gaan houden. Zeer velen - waaronder veel genealogen hebben de weg naar het centrum al gevonden. We hopen dat er nog velen zullen volgen. MAAS EN WAALSE STREEKDRACHT EN MODE

Samen met het documentatiecentrum moest onze werkgroep in januari j. I. vertrekken uit de bibliotheek in Wijchen. Om toch aan de collectie te kunnen werken die in mei bij de opening van het museum klaar moest zijn, hebben we onderdak gekregen bij mevr. Lies Wijnacker uit Wijchen, actief lid van de werkgroep. Wij zijn haar dan ook veel dank verschuldigd. Sinds november hebben we een eigen werkruimte (voor het eerst in ons bestaan), een hoek van het documentatiecentrum van de Historische Vereniging. Hier hopen wij onze werkzaamheden te kunnen voortzetten o.a. het copiĂŤren, herstellen en reinigen van textiel waaronder kleding.

VRAAG EN ANTWOORD

In de Nieuwsbrief worden vragen opgenomen op genealogisch en ander gebied. Vragen (met antwoordpostzegel) en antwoorden dienen te worden gezonden naar Administratie van de Nieuwsbrief, W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen. 40 Familie Van Ooyen Gezocht: huwelijksdatum en-plaats van Peter van O(o)yen en Hendrina Hendrix en de geboorteplaats en -datum van genoemde Peter van Ooyen, die op 22 juli 1793 overleed in KesselbijGoch(BRD). Uit het echtpaar Van Ooyen-Henrix werden vanaf 1770 vier kinderen geboren en te Kessel gedoopt. Als doopgetuigen traden o.a. op: Jacob van Ooyen, Maria van Ooyen, en Alexander van Ooyen.

41 Acta der Ned. Herv. Gemeente te Tiel Zo'n 15 jaar geleden werd deel l van de notulenboeken van de Ned. Herv. Gemeente te Tiel door de toenmalige beheerder van het kerkarchief uitgeleend aan een onbekend persoon. Dit deel bevat de Kerkelijke Handelingen uit het begin van de 17e eeuw. Wie beschikt er over informatie aangaande de huidige verblijfplaats van dit deel l? Wellicht zijn er ook nog mensen die ooit aantekeningen uit dit boek gemaakt hebben. Zij worden verzocht hun aantekeningen of copieĂŤn ervan, af te staan, zodat er met behulp van die aantekeningen een poging tot reconstructie ondernomen kan worden.

Wies Berris

De leden van Tweestromenland wijzen wij er nu al vast op dat de algemene ledenvergadering van 1988 het besluit heeft goedgekeurd om de contributie voor 1989 te verhogen tot minimaal 3O gulden. Men mag natuurlijk altijd wat meer storten bij wijze van gift.

Het bestuur van de Historische Vereniging Tweestromenland wenst zijn leden prettige feestdagen en een gelukkig 1989.


A/b. 3; Dorpsgezicht Horssen. dgd.'

maar is gesplitst in vier administraties. Volgens een geldende politieverordening Zesde inbraak bij Maasbommels gezin kunnen de inwoners worden opgeroepen tot het verrichten van persoonlijke diensten. Dit mislukt Het was een uur in de nacht en in Maas- geldt niet alleen bij brand, watersnood of bommel lagen twee vrouwen, een oude ordeverstoringen, maar ook voor het lopen en nachtwaken. Alle vrouw met haar dochter, in diepe rust. van dag-, avondPlotseling werd er stevig op de achterdeur mannelijke inwoners vanaf 18 tot 60 jaar gebonsd en men schrok wakker. Omdat er kunnen hiertoe worden opgeroepen. B. en bij deze alleenwonende dames al vijf maal W. bepalen hoeveel manschappen tegelijkerwas ingebroken door 'Het Gilde' en dikwijls tijd wacht moeten lopen. Eenieder kan niet zonder succes, wisten ze wat ze moesten worden verplicht om zes maal per maand doen. Fluks stonden ze op en begonnen zes achtereenvolgende uren wacht te lopen. luidkeels om hulp te roepen. Gelukkig werd Wel mogen uit één gezin slechts een persoon dit geschreeuw gehoord door de buren, die worden opgeroepen, bovendien moeten dadelijk te hulp schoten. Na nog een ruit te burgemeester en wethouders een oproephebben verbrijzeld sloegen de inbrekers op termijn van zes uren aanhouden, in drinde vlucht. Met de woorden 'We zullen je later gende gevallen kan men ook op kortere nog wel weten te vinden' hadden ze afscheid termijn worden opgecommandeerd. genomen. Een ieder der manschappen moet zijn voorzien van een piek, een stok of ander Herendiensten in Appeltern afweerwapen. Bij deze zelfbewapening mag 'Midden maart 1906 schrijft men in de men natuurlijk niet handelen in strijd met de wapenwet. 'Tielse courant': 'In de gemeente Appeltern worden van de Met geld kan men zijn verplichtingen afkoburgers nog herendiensten gevorderd. De pen. Voor zes gulden is men overal vanaf. Dit gemeente bestaat uit vier dorpen en 17 betekent wel dat degene die het minst van de gehuchten, staat onder één burgemeester dieven te vrezen hebben, moeten waken

17


over andermans eigendommen.

middags worden opgecommandeerd om 's

Gelukkig kan men sinds twee jaar in Appeltern en Maasbommel niet meer worden opgeroepen, daar heeft men inmiddels ten bate van de nachtwacht een post opgevoerd op de begroting. Alleen in Alphen kan men nog steeds 's

vormen voor geslepen boosdoeners. We kunnen ons afvragen of dergelijke herendiensten nog wel passen in onze moderne twintigste eeuw.'

avonds met een stuk hout de 'schrik' te

Ceciel Visser

Het archief van Dericks & Geldens: wat kun je ermee? De vereniging Tweestromenland is in het bezit van een echt archief. De papieren in dat archief getuigen van de tijd dat de steenfabriek van Dericks & Geldens in Druten een bloeiend bedrijf was. Het zou jammer zijn als al die paperassen ongelezen bleven en de geschiedenis van Dericks &: Geldens steeds verder in de mist van het verleden verdween. In dit artikel wil ik vertellen waar die archiefstukken zich bevinden, wat er zoal in te zien is en wat je met die informatie zou kunnen doen. Maar allereerst antwoord op de vraag: hoe komt onze vereniging aan dat archief? Van kantoorzolder naar Arsenaal De fabriek van Dericks & Geldens heeft bestaan van 1878 tot 1977. Na de opheffing van het bedrijf zijn de grote gebouwen afgebroken en momenteel is de woningvereniging Ariëns op het terrein gehuisvest, terwijl een ander deel van de grond nog braak ligt. Het kantoorgebouw van Dericks & Geldens is echter blijven staan. Hier lagen tot 1980 stapels en stapels papierspullen: in mappen, in enveloppen, in boekbanden, of zomaar los. Een fraaie berg oud papier . . Bijna was dit allemaal verloren gegaan in de oud papierwagen, ware het niet dat de vereniging Tweestromenland juist op tijd lucht kreeg van het bestaan ervan. Voor het symbolische bedrag van één gulden werd het archief door mevrouw F. Dericks-van Haagen overgedragen aan de historische vereniging. Omdat de vereniging zelf nog niet beschikte over een goede opslagruimte, werd het archief tijdelijk overgebracht naar het Gemeentearchief in Nijmegen. Daar ligt het nu

18

nog, tussen andere oude zaken, in een historische omgeving: het Gemeentearchief van Nijmegen is namelijk gevestigd in de voormalige wapenopslagplaats aan de Mariënburg, het Arsenaal.

Op onderzoek Wie het archief van Dericks & Geldens wil inzien, moet dus naar het Gemeentearchief van Nijmegen. Om verwarring te voorkomen even uitleg van de term 'archief. De eerste betekenis luidt 'een verzameling van geschreven stukken'; de tweede betekenis is 'een bewaarplaats van die geschreven stukken.' We gaan dus het archief in om een ander archief te bekijken. Binnengekomen kun je links van de ingang vragen waar je jas en tas kunt opbergen en met pen en papier gewapend wordt vervolgens de trap beklommen naar de bovenste verdieping (er is ook een lift). Daar dient men zich te melden. Een van de medewerkers zal vragen een kaartje in te vullen met je naam en doel van het bezoek, waarna je als


Afb. 1: Drie brie/hoofden van Derickf & Geldens uit de loop van zijn geschiedenis.

19


Aft. 2: Een door vocht en brand aangetast archiefstuk.

20


wederdienst kunt vragen om de magazijnlijst van het archief Dericks & Geldens. In die magazijnlijst staan de nummers van de dozen en hun inhoud vermeld. Zodra je een keuze hebt gemaakt vul je een aanvraagbriefje in, geef je dit aan een van de medewerkers en na ongeveer vijf minuten kun je de gevraagde doos openen. Het is waarschijnlijk datje in die doos meer (of minder) vindt dan je op grond van de magazijnlijst had verwacht. Lang niet alles uit het verleden van de fabriek is bewaard

gebleven. Bovendien is het archief Dericks & Geldens nog niet geïnventariseerd, dat wil zeggen dat slechts heel globaal bekend is wat er in de dozen zit, daarom spreken de archivarissen van een magazijnlijst en niet van een inventarislijst. Om een handje te helpen bij die inventarisatie is het goed precies op te schrijven wat je in elke doos aantreft (inhoud, jaartal) en dit door te geven aan Tweestromenland en/of aan het Gemeentearchief. Nog een tip: draag geen witte kleding! De inhoud van sommige dozen is erg stoffig; er zijn zelfs halfverbrande stukken bij. De archiefstukken Alvorens in te gaan op de verschillende soorten archiefstukken, moet ik zeggen dat ik voor mijn onderzoek alleen de dozen heb ingekeken die betrekking hebben op dejaren tussen 1878 en 1910. Wat hieronder volgt, gaat dus over dat deel van het archief Dericks & Geldens. Er is echter nog véél meer, ga maar kijken . . . Wellicht geldt daarvoor dezelfde indeling als die, welke ik hier aangeef. Het geheel is immers een bedrijfs-

archief, wat inhoudt dat er geen stukken over de families Dericks en Geldens inzitten, maar alleen stukken over het steenfabrieksbedrijf.

Stukken over afnemers, leveranciers, enz. Voor wie na wil gaan waar Dericks & Geldens' gegelazuurde dakpannen zijn terechtgekomen is dit onmisbaar materiaal. Degene die geïnteresseerd is in de werking van het bankwezen rond de eeuwwisseling, kan gebruik maken van bijvoorbeeld doos

Ajb. ): Schoorsteenstuk in het voormalige kantoor van Dericks & Geldens. Van het motto op de schoorsteen hoeft niemand zich meer iets aan te trekken: de boeken liggen ter image op het Gemeentearchief Nijmegen. 315: Correspondentie met Van Ogtrop te Schiedam 1889-1890. Daarnaast zijn er boekjes met namen van ingenieurs (ovenbouw!) en architecten, in doos 253.

Stukken over de fïnancieel-economische kant van het bedrijf Dit zijn onder meer zgn. 'fabricageboeken' met productieaantallen en boeken met jaarlijkse, maandelijkse of wekelijkse uitgaven of inkomsten, waaronder balansboeken met winst- en verliescijfers over een reeks van jaren. Ook vallen in deze categorie de inventarislijsten, bijvoorbeeld in de dozen 252, 339 en 390. Daarin staan niet alleen de

21


A/b. 4: Een los papiertje uit het archief

22


voorraden per l januari vermeld, maar ook liet aantal paarden en voertuigen. In het

'Recapitulatieboek over de jaren 1905 tot 1915' (doos 339) worden tevens de gronden van de fabrieken in Druten en Deest gesteld. Met deze gegevens zou je de groei van het machinepark kunnen nagaan, of in kaart kunnen brengen hoe het landbezit van de fabrikant is verlopen. Voor mijn scriptie heb ik gebruik gemaakt van de loongegevens uit de weeklijstboeken. Over een aantal jaren bevatten deze boeken wekelijkse inkomsten en uitgaven, waaronder lonen. In anderejaren zijn namen van arbeiders opgetekend, niet daarbij het werk dat ze verrichtten en het loon dat ze daarvoor ontvingen. Zodoende kon ik nagaan welk soort werk het best betaald werd, hoe hoog (laag) het gemiddelde loon was, hoeveel mensen er in de zomer werkten en hoeveel in de winter, enz. Stukken over sociale voorzieningen In correspondentie, kantooragenda's of de weeklijstboeken zou hierover iets vermeld kunnen zijn. Ik heb alleen in de weeklijsten wat gevonden, zoals ondersteuning aan een zieke arbeider in 1885: hij ontving ƒ 1,50 voor één week (doos 261). Voor gegevens over de voorzieningen bij Dericks & Geldens zul je te rade moeten gaan bij andere informatiebronnen, waarover straks.

Stukken over het productieproces en de bijbehorende werkzaamheden Doos 254 bevat boekjes en schriften met recepten voor glazuren, kleuren en verblendsteen, schriften met 'Proeven' (al uit 1887), schriften met beschrijvingen van de werkzaamheden en de aantallen mensen die daarbij nodig waren, een vergelijking tussen de productiekosten met en zonder kunstmatige drogerij, en nog véél meer. Met behulp van dit materiaal wordt duidelijk hoe de steenarbeiders destijds moesten werken. Dan blijkt pas goed hoe zwaar dat werk was en hoe gevaarlijk: denk maar aan de hitte of aan de chemische glazuurmiddelen, waarvan toen nog maar zelden de gevaren bekend waren voor bijvoorbeeld huid, ogen

en longen. Beschermende hulpmiddelen dateren pas van tientallen jaren later.

Resterende stukken Hiertoe reken ik zaken als de plattegronden van twaalf arbeiderswoningen van Dericks 8c Geldens, briefhoofden of keuringsrapporten voor stenen. Dit is zeker geen onnuttig materiaal: uit het afgebeelde briefhoofd blijkt dat de fabriek van Dericks & Geldens drie verdiepingen had. Zoiets was zeer uitzonderlijk in die tijd! Hoe ik dat weet? Door t e . . .

Combineren met andere informatiebronnen De nijverheidsstatistiek, opgesteld in opdracht van de regering door de heren Struve en Bekaar in 1888 en 1889, bevat informatie over de omstandigheden bij ongeveer 50 steenfabrieken in Gelderland. Opgeschreven werden onder meer het aantal krachtwerktuigen, rust- en werktijden, voorzieningen als privaten, steunuitkeringen bij ziekte en de aanwezige werklokalen. Uit dat

laatste punt blijkt dat de steenfabrieken gewoonlijk geen werklokalen met een verdieping bezaten. De Nijverheidsstatistiek is aanwezig in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale zaken, Directoraat Generaal van de Arbeid, te Voorburg. Bij de Geschiedenisbibliotheek van de K. U. Nijmegen is een copie van het handgeschreven origineel aanwezig op de 11 e verdieping van het Erasmusgebouw (plaatsnummer: H. In.s. IV B 2.01.19, grote

zwarte boeken). Dericks & Geldens heeft no. 18 van de Provincie Gelderland. Enkele andere informatiebronnen over Dericks & Geldens zijn: - Inspectieregisters van de Dienst voor het Stoomwezen. Aanwezig in het Rijksarchief van Gelderland, Grote Markt l te Arnhem ('s morgens bijtijds aanwezig zijn, anders

is de studiezaal vol!). Dericks & Geldens heeft nr. 288 in deze registers. - R.K. Kerkarchief van de H.H. Ewaldenkerk te Druten. Aangezien de kerke-oven de voorloper was van de fabriek van Dericks & Geldens, bevinden zich hier

23


Het archief van Dericks & Geldens in de verhuiswagen tussen vertegenwoordigers van defabriek en van

Tweestromenland (a/b. l en 2: Top. Hist Atlas Tweestromenland). archiefstukken over de periode 1874- - Tenslotte nog een heel belangrijke bron, 1879. vooral voor degene die de periode na 1910 - Gemeentearchief van Druten: Gemeentewil bekijken: mondelinge geschiedenis. verslagen over ieder jaar, ingekomen en Ongetwijfeld weten veel ex-werknemers uitgaande stukken (met bijvoorbeeld de over Dericks & Geldens te vertellen. Hun vergunning voor oprichting van een verhalen zijn onmisbaar om het werken en Stoomsteenfabriek door de gebroeders leven van de mensen bij steenfabriek Geldens te Deest in 1899). Dericks & Geldens écht te begrijpen. - Arbeidsenquête 1890-1894. De parlementaire enquêtecommissie ondervroeg in Hopelijk krijg je na lezing van dit artikel zin 1891 directeuren, bazen en arbeiders van om eens het archief van Dericks & Geldens in steenfabrieken in dorpen waar de situatie te duiken. Ik wens je dan veel plezier en ik vergelijkbaar was met die in Druten, zoals verwacht te zijner tijd in Tweestromenland Weurt en Beuningen. Een exemplaar van de resultaten van die speurtocht te lezen. het verslag van de enquêtecommissie is aanwezig op de reeds genoemde geschieCeciel Visser denisbilbiotheek van de K.U.N, (plaatsnr H.In.S. IV B 2.01.99, deel 4: eindverslag, Ceciel Visser schreef in 1988 als afstudeerwerkstuk voor de studie geschiedenis aan de K.U. Nijmegen: deel 6 blz. 107-163 steenfabrieken). en arbeidsomstandigheden. Ontwik- Het belangrijkste boek is dat van G.B. Steenfabricage kelingen in Nederland en bij steen fabriek Dericks & Janssen, Baksteenfabricage in Nederland: Geldens te Druten, circa 1880-1910. Dit werkstuk van nijverheid tot industrie 1850-1920. (excl. porti) formaat A4, ±200 blz., met illustraties, a Uitgegeven bij De Walburg Pers te Zut- ƒ 22,50 bij onze Vereniging verkrijgbaar. Bestellen: phen in 1987. Een gedegen naslagwerk en Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen. boeiend geschreven.

24


LiteratuurSignalement 1 3 f* ^y T? ^ n

——'~~-—^fciu

De met een * aangeduide artikelen/boeken zijn op het Documentatiecentrum aanwezig.

* HARDERS, H., Neem nou eens mijn verzameling . . . ; in: Verzamelkrant, jrg. 4 no.22 (jan. 1988), afb. (246-247). verzameling kerkelijke kunst J. Peters, Batenburg. * LINDEN-SCHADD, H. van der, Zes generaties dominees. De predikanten Xylander, Gobelius, Schadd en Gobelius Schadd in Maas en Waal 1607-1801; in: Tweestromenland no. 56 (maart 1988), p.13- 18, afbn. (262.1). :::

TIELEN, T. (=A.H.A.M.), Wijchense dominee wekt beroering te Nijmegen; in: Tweestromenland no 56. (maart 1988), p.25-28, afbn. (262.01). onwelgevallige preken van Ds.

* VOOR,— Vaderland en Vrijheid. De revolutie van de patriotten; Amsterdam, 1987; 196 p., afbn., (323). Uitg. o.red. van F. Grijzenhout e.a.; Bataafse Leeuw, ƒ 39,50. 1787. Prinses Wilhelmina, echtgenote van stadhouder Prins Willem V wordt bij de Goejanverwellesluis door de Patriotten een tijdje gemolesteerd. Haar broer, koning Frederik Willem II van Pruissen komt met een leger naar ons land om de Patriotten een lesje te leren en de Prinsgezinden in hun macht te herstellen. Wie

fjftr

:

r

——oT-r» ~~ -' •**"

kent dit voorval uit onze vaderlandse geschiedenis niet!? En omdat het 200 jaar geleden was, is dit feit en de ermee samenhangende Patriottenbeweging danig herdacht met een hele reeks boeken, congressen en exposities. Dit boek is er één van; W.A. Koops en F.C. Meyer behandelen 'Goejanverwellesluis' (Amsterdam, 1987, Bat. Leeuw, / 29,75), J.G. Kikkert, 'Gespannen Stilte. De Patriotten en het einde van de Republiek l 780-1 795' (Houten, 1987, De Haan, ƒ 29,90) het bredere tijdsbestek. H.L. Zwitser vond het nodig het pamflet van Joan Derk van der Capellen tot de Poll 'Aan het Volk van Nederland' nog eens uit te geven (Bat Leeuw, 1987, ƒ 29,50), iets wat het echtpaar Wertheim in de Tweestromenlandreeks enkele jaren geleden ook al gedaan had (en nog voorradig!). In Amsterdam, Utrecht en Rotterdam zijn tentoonstellingen gehouden, in Nijmegen een congres: 'l 78 7: de Nederlandse Revolutie?' (boek komt nog), gecombineerd met de tentoonstelling 'Het Geldersch Zwijn'

(=Willem V) en in Utrecht een symposium 'De droom van de Revolutie: Nieuwe benadering van het Patriottisme' (boek komt nog). In Appeltern, waar het pamflet dat de aanleiding was tot zovele nationale geschiedenis ontstaan is, is . . . . niets gedaan. ZWITSER, H.L., 'Aan het Volk van Nederland. Het patriottisch program uit 1781'; Amsterdam, 1987. (323). Bataafse Leeuw, ƒ 29,50.

25


* OUDSTE, — vakbond jubileert Bouw-en Houtbond F.N.V. afd. Ben. -Leeuwen 70 jaar; in: Waalkanter d.d. 3-3-1988, aft). (331).

belang voor Tweestromenland.

KAMPEN-MERKUS, van, 'n Kerstverhaal uit Maas en Waal. Het Stenen Kruis; in

Waalkanter d.d. 22-12-1987, afb. (398.2). * KUYS, J.A.E., De ambtmannen in het verhaal over het 'priesterkruis' aan de Dijk Kwartier van Nijmegen (ca. 1250-1543); Nijmegen, 1987; XI l, 430 p., krt., lit, in Afferden. regs. (353 en 929.5) BEUKELAER, H. de, Kersen plukken in het Land van Maas en Waal; in: VolksculPublicaties van het Gerard Noodt Instituur, jrg. 4 no. 2 (1987), p. 54-63, afbn. tuut no. 10, ƒ 48,-. (634). De Gelderse hertogelijke ambtman in o.a. Maas en Waal en Rijk van Nijmegen was BLASING, J.F.E., Op het spoor van de een veelzijdig funktionaris met een uitgeKörver. Ontstaan, groei en transformaties breid takenpakket: bestuur, waterstaat, van de Brabantse familie-onderneming (straf-)recht, landsverdediging en inning Hendrix Fabrieken 1879/1930. Bedrijfsvan belastingen. Plus nog een groot aantal geschiedkundig bekeken; Leiden, 1986; 'losse klussen'. Deze dissertatie geeft daar396 p. (664 en 339.1). van een goed overzicht en tevens lijsten van de ambtmannen in de diverse gebieM. Nijhoff, ƒ 55,-. den van Gelderland. Tot de Food Division behoren ook de fabrieken voor het slachten en verwerken * AALDERING, P., en C. SCHIMMEL, van vee en vlees, waarvan er een in Druten Monumentenroutes Rijk van Nijmegen; is gevestigd. Nijmegen, 1987; VI, 46 p., afbn. (379.8 en 725.94) JANSSEN, G.B., Baksteenfabricage in Nederland: van nijverheid tot industrie Uitg. Streek VW Rijk van Nijmegen b.g. v. 1850-1920; Zutphen, 1987; 583 p., afbn., Ie Open Monumentendag 12 sept. 1987. lit. reg. (666). Bevat twee autoroutes, die kunnen worDe Walburg Pers, ƒ 49,50; Gelderse den onderverdeeld in vier fïetsroutes, Historische Reeks dl.7 langs de ca. 100 monumenten van Stad en Rijk van Nijmegen. Proefschrift van een inwoner uit Zevenaar, wiens vader op de steenoven werkte. Beide * LIVESTRO-NIEUWENHUIS, F., '. . . die aspecten ondernemer/kapitaal en werkjakken en rokken dragen'. Brabantse kledervolk/arbeid komen aan de orde, evenals drachten en streeksieraden; Den Bosch, de concentratie in het Gelderse Rivieren1986; 110 p., afbn., bijln., lit., tekn. (391). gebied in de aanvang van deze eeuw. Uitg. Noord Brabants Museum b.g.v. de gelijknamige expositie. Geschiedenis van vier en een halve eeuw ontwikkeling in klederdrachten in Noord Brabant. Duidelijk wordt dat het niet gemakkelijk is, het

karakteristieke aspekt van een bepaalde klederdracht naar voren te brengen, omdat de kleding vrij algemeen was en die in verschillende streken bepaalde accenten kreeg. Daarom ook is deze publicatie van

26

GELDER, J.A. van, Van wolspinnerij naar slijperij; in: Hier en Ginder, jrg. 28(1987), p. 161-165, tekn. (725.4). Bergharen " CAPELLEVEEN, H.J. van, Een tipje van de sluier opgelicht . . . Het resultaat van een beperkt archeolo-


gisch onderzoek op de plaats van de voormalige dorpskerk van Balgoij; in: Tweestromenland no. 56 (maart 1988), p. 3-11, afbn., tekn. (726.54 en 902). * BOEDER, K., Boerderijen in het Land van Maas en Waal; in: Tweestromenland, no. 55 (1987), p. 3-20, afbn., lit., tekn. (728.6). * LAURENSSE, T., Orpheus na bijna 140 jaar nog steeds volop actief; in: Waalkanter d.d. 22-10-1987, afb. (784). zangvereniging Druten

* VERMEULEN, A., Harmonie 'Koningin Wilhelmina' te Wamel. De beginjaren; in: Tweestromenland no. 56 (maart 1987), p. 19-24, afbn. (785). * PRESENTATIEGIDS, - S.V. Leones; Ben. Leeuwen, 1987; 12 p. (796.3). Hierin de geschiedenis van deze - in oorsprong - voetbalvereniging.

HUURMAN, P. en A., Ewijk- Winssen in Grootmoeders Tijd, dl. 3; Zaltbommel, 1986. (912).

* IN,-- oude ansichten: Afferden, Bergharen en Horssen; in: Waalkanter d.d. 1012-1987, afb., en 14-1-1988. (912). * GELDER, J.A. van, In memoriam baron Barthold van Verschuer; in: Tweestromenland no. 56 (maart, 1988), p. 11-12,

afb. (92). * LEEUW, B. de, Een kennismaking met Antoon van Welie; in: Tweestromenland no. 55 (1987), p. 21-23, afbn., lit. (92). AMMERSOYEN, --. Bijdragen tot de geschiedenis van het kasteel, de heerlijkheid een de heren van Ammersoyen; Zutphen, 1986. (929.5). Walburg Pers, ƒ 65,- Uitg. Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen.

Een van de bezitters was de familie Van Hoemen.

WILLEMS, W.J.H., Romans and Batavians. A Regional Study in the Dutch Eastern River Area 11; in: Berichten Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, 34 (1984), (Amersfoort, 1986), p. 39-331, afbn., krtn., lit., tekn. (903). Het eerste deel van deze dissertatie verscheen in BROB 31 (1981), p. 7-217. * RAEVEN, J., Geschiedenis van het Schependom van Nijmegen, inzonderheid Hees, Neerbosch, Hatert; z.pl., 1987; 132 p., afbn., krtn., lit., tekn. (911 en 93c).

Sprokkelingen in woord en beeld over de geschiedenis van de omgeving van het oude Nijmegen. Omdat veel ouds de laatste jaren ten offer is gevallen aan de uitbreiding van deze stad, zullen veel afbeeldingen en beschrijvingen een 'oh, ja' - effekt hebben. Ondanks door insiders aanwijsbare feilen tóch een boek dat ruime belangstelling verdient.

* LITH, F.A. van, Genealogische gegevens over acht honderd jaar 'Van Lith' ; Eist, 1987; 249 p., afbn., lit., tabn., tekn. (929.5). De auteur heeft allerhande fragmenten en vermeldingen van personen genaamd Van

Lith (en veel andere schrijfwijzen) bijeen gebracht, zowel uit archieven, bestaande literatuur en hem toegezonden door naamgenoten, ook die van de molenaarsfamilie Van Lith in Tweestromenland. * MARIëN, A. H., Van Summeren tot Damen, Poging tot een familiegeschiedenis van het diamanten paar Dorus van Summeren en Jans Damen; Bladel, 1987. (929.5). * PRONK Czn., S.E., Van Hemert-Bronckhorst; in : De Nederlandse Leeuw, jrg. 104 (1987), kol. 508-509. (929.5). '* WAMEL, M.F. van, Van Wamel; in:

27


Mededelingen Centraal Bureau voor Genealogie, jrg. 42 no. l (maart 1988), p. 19. (929.5). JANSMA, K., en M. SCHROOR, Tweeduizend jaar geschiedenis van Gelderland; Leeuwarden, 1986; 496 p., afbn., lit. (93b). Inter-Combi van Seyen B.V., ƒ 85,-.

'Een uniek standaardwerk', zo prijst de uitgever op de stofomslag aan. En het formaat liegt er niet om: bijna 500 pagina's A4. Wie aan het lezen komt, zal merken dat het een plezier is: smeuïge tekst, goede typografie, veel afbeeldingen (hoewel de kwaliteit daarvan niet altijd zó is). Wie echter aan het lézen slaat, zal merken dat dit boek een keerzijde heeft. Enige achtergrondinformatie is typerend: een aantal studenten hebben de teksten voor dit boek 'aangeleverd'. Toen zij de (uiteindelijke) tekst te zien kregen, schrokken zij zich wild: alles was opgeofferd aan de wens om er een vooral prettig leesbaar boek voor een breed en niet terzake kundig publiek van te maken. Alleen de

Schoolkwestie (p. 319, 346-347) en de schoolstrijd komen nauwelijks uit de veri, evenmin als de Actie Bouwman (p. 240). En niet Nijmegen (1904) maar Venlo had in 1903 de eerste woningbouwverordening van Nederland. En zo moet er van elke provincie een 'standaardwerk' komen . . . JONG, W. de, Gelderland; Arnhem, 1985; 48 p., afbn. (93B). Uitg. Prov. Gelderland en Prov. Geld. WV/GOM. Informatie- en promotiegidsje met veel foto's.

* GELDER, J. A. van, Leurse plekjes vóór en tegen water; in: Hier en Ginder, jrg. 29 no. 2 (febr. 1988), p. 17-19, afbn. (93D). * LINDERT, A.M.M, van, Honderd jaar Alverna; in: Tweestromenland, no. 55 (1987), p. 27-28. (93D). * OS, J. van, De gemeentegeschiedenis van Horssen, 1811-1984; (Druten 1987: 248 p. afbn., krt., tabn. (93D). Tweestromenlandreeks no.9.

prijs zal velen toch tegenvallen. Ook inhoudelijk zijn er genoeg missers aan te wijzen. Zo wordt (pag. 32) ons land bewoond door Friezen, Franken en Sak- * HEININGEN, H. van, Batenburg. Eeuwenlang twistappel; Wijchen, 1987; 328 sers, wordt het woord Dominicanen afgep., afbn., reg., tab. (93D). leid van Domini-Cani (=honden van God) in plaats van St. Dominicus (p. 68); Venlo heeft al in 1243 stadsrechten in plaats van 1343 (p. 75), Egmond en vooral HOORNE laten het leven (p. 153), het fort De Voorn ligt (p. 184) bij Buren in plaats van bij Dreumel, men gaat voorbij aan de invoering van de Hervorming in Tweestromenland pas tijdens het Twaalfjarig Bestand (p. 189-190) en dat in feite heel Tweestromenland het oude geloof trouw bleef (p. 198). De overname van de kerken in 1789/1799 zou in Maas en Waal rustiger zijn verlopen dan in het Rijk van Nijmegen (p. 267). De Franse Tijd wordt een 'korte periode' genoemd, maar duurde in Tweestromenland wél 20 jaar (p. 312) en op dezelfde pagina het 'Katholieke volksdeel van de Betuwe' . . . De Appelternse

28


Drs. C. Visser

Oud Maas en Waal in beeld Gelukkig zijn er weer beschrijvingen binnengekomen, ditmaal van foto nr. 22 in tijdschrift nr. 58. Het zijn er twee, en helaas zijn ze niet met elkaar in overeenstemming. De uitvoerigste beschrijving ontvingen wij van de heer W. v.d. Geijn te Wijchen: De foto werd genomen op een imkersdag in 1922 of 1923, in de tuin van cafĂŠ G. v.d. Werdt in de Zandstraal te Beneden Leeuwen. De personen zijn, van links naar rechts: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Jonkers uit Druten Sjors Maas uit Hernen W. Croonen uit Druten J. Megens uit Puiflijk onbekend voor nr. 5 twee jongens: Streef v.d. Geijn uit Puiflijk (8 of 9 jaar), W. v.d. Geijn uit Ben. Leeuwen (9 of 10 jaar). Foto nr. 23: Postkantoorhoudm op een dag/e uit.

7. G. v.d. Geijn uit Puiflijk 8. (zittend) B. van Echteld uit Ben. Leeuwen 9. (staand achter nr. 8) W. van Elk uit Boven Leeuwen 10. Bertus Peters uit Puiflijk 11. (zittend) Anton Hol, bakker in Ben. Leeuwen 12. (staand achter nr. 11) H. Roggen uit Bergharen 13. Antoon Lemmers uit Ben. Leeuwen 14. Jan Gubbels uit Ben. Leeuwen 15. G. v.d. Werdt uit Ben. Leeuwen 16. Ben Salet uit Ben. Leeuwen 17. W. Mulders uit Ben. Leeuwen 18. Jan van Oijen uit Ben. Leeuwen.

29


De tweede beschrijving komt van Mevr.Th. Stevens-van Kerkhof te Druten en haar broer, de heer C. Kerkhof uit Boven Leeuwen:

- 3de van links: Hans ('de Dikke') van Elk van Boven Leeuwen, later Appeltern, zoon van 'Oud Wimke'; - 4de van links: Otto Jansen uit Boven Leeuwen, oom van Arnold; - midden zittend rechts naast jongetje, met pet en pijp: Arnold ('Nol') Jansen uit Boven Leeuwen; - 8ste van rechts, naast Arnold: 'Oud Wimke' van Elk, werd 100 jaar en is nu 'al jaren' dood; - 6de van rechts: Sjaak van Elk uit Boven Leeuwen, geen familie van 'Oud Wimke';

- geheel rechts: Johan van Wijk uit Boven Leeuwen. U ziet, de twee beschrijvingen lijken niet op elkaar. Hopenlijk wordt dit nog eens opgelost.

Deze keer slechts een nieuwe foto, nummer 23. Het zijn postkantoorhouders uit deze

streek, die een uitstapje maakten. De foto schijnt in de 20er jaren te zijn gemaakt. Er is ons veel aan gelegen hun namen te weten

komen. Verder zijn nog lang niet alle geplaatste foto's beschreven! Wat U hebt te vertellen graag schriftelijk aan:

C. Visser, Leigraaf 88, 6651 GG Druten.

De redactie van Tweestromenland wenst zijn lezers een gelukkig en gezond 1989.

30


De overhandiging van de subsidie door mevr. Mutsaers aan de heer Van Alkemade, daarbij kijken toe; v.r.n.L Wies Berris, de heer Van Wezel, Mevr. Van Gils, Bets Sellin en gedeeltelijk zichtbaar Lies Wijnacker. NIEUWS VAN HET STREEKHISTORISCH MUSEUM

Sinds de officiële opening in mei j.l. hebben reeds meer dan 1000 mensen het museum bezocht. Hun kritiek was meestal zeer lovend en dat geeft ons moed om op de ingeslagen weg voort te gaan. Op 9 september ontvingen wij een afvaardiging van het comité-Zomerpostzegels. Die kwamen echter niet in de eerste plaats om het museum te bezichtigen maar om ons een subsidie van / 2500,- te overhandigen. Mevr. Mutsaers-v.d. Roer en mevr. Van Gils van de afdeling uit deze regio van het comitéZomerpostzegels vonden het leuk om te zien waar het geld, dat dit comité beschikbaar stelt, terecht komt. Oe 'privé' rondleiding door het museum werd door hen zeer gewaardeerd.

tentoonstelling worden gehouden. De schilder Ed van Heek uit Beneden Leeuwen exposeert dan zijn werk en Kees van Hulst uit Beneden Leeuwen toont zijn bloemsierkunst in het museum. De archeologie-kamer wordt uitgebreid met het diorama over de brons/ijzertijd.

Vanaf 1 oktober tot april 1989 is de openstelling van het museum uitsluitend op zondagmiddag van 14.0O-17.OO uur.

Tussen Kerst en Nieuwjaar zal er een kerst-

31


Streekhistorisch Museum Tweestromenland

KERSTTENTOONSTELLING 1988

Schilderijen Ed van Heek, Bloemsierkunst Kees van Hulst.

Openingstijden: 24 dec. en 26 dec. t/m 1 jan. telkens van 14.00-17.00 uur. Entree: / 2,50 p.p. Raadhuisdijk 6, 6627 AD Maasbommel. Telefoon: 08876-2316 of 08879-1535.

32


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.