1991

Page 1

STBEEKARCHIVARIAAT BOMMELERWAARD

de Nieuwsbrief

T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

5.IV. 1991 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 67


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap: Het lidmaatschap geeft recht op toezending van tijdschrift en nieuwsbrief, op deelname aan excursies en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven uit de Tweestromenlandreeks. Contributie: De contributie voor 1991 bedraagt ƒ 30,-, men mag ook meer storten bij wijze van gift, te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen.

Ledenadministratie: Mw. F.J. van Oijen, Markt 9-14, 6651 BC Druten, tel.: 08870-14337, voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december).

Administrateur: P. G. Leussink, Beuningen Kopij: Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Tolhuis 52-37, 6537 SN Nijmegen, tel.: 080-444542. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever. Losse nummers tijdschrift: Nrs. 19 t/m 67 voorradig. Per stuk ƒ 6,-, exclusief ƒ 2,50 verzendkosten. Te bestellen door storting op giro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen.

Inhoud

Secretariaat: Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen, telefoon: 08894-16247. Ereleden: H. van Heiningen, J.P.M, van Os. Erevoonitter: J. P. van Wezel Bestuur: J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen J.A. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W.M. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten B.J.H.M. van Elk, Beneden-Leeuwen G.W. van Gelder, Beneden-Leeuwen Mevr. F.J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt W.J. van Sommeren, Beneden-Leeuwen Drs. C. Visser, Druten J. P. van Wezel, Alphen

3

W.M.G. Arts, Winssen heeft de wind in

18 20 21

de zeilen Drs. J.G.W.R. Dekkers, De collectie Spits Harrie Croonen in Memoriam W.J.M.Th. van Rossum, Denkend aan Holland . . . Johan van Os, Speurneus l en 2

30

Nieuwsbrief

Op de voorkant: Korenmolen Beatrix te Winssen, naar een ets van J.W. Verhoeven.


T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen.

NUMMER 67

1991/1

W.M.G. Arts

Winssen heeft de wind in de zeilen Onder bovenstaand motto staat de Winssense molen 'Beatrix' in mei 1991 volledig in de belangstelling bij de plaatselijke bevolking en de vele bezoekers die worden verwacht vanwege het heugelijk feit, dat tweehonderd jaar geleden met de bouw is begonnen van deze molen. Op 10 januari 1991 is er een bijeenkomst geweest in het Paulus-gebouw te Winssen om, in overleg met gemeente en plaatselijke organisaties, een feestprogramma samen te stellen voor de jarige. Vanuit de Historische Vereniging Tweestromenland is voorgesteld om in het tijdschrift 'Tweestromenland' een artikel te plaatsen over de Winssense molen. De reaktie was positief en al meteen zijn enkele waardevolle tips gegeven. DE OORSPRONG VAN DE MOLEN

boeren omdat er niets te oogsten was.

Volgens overlevering is de molen een z.g. Om het water de baas te kunnen blijven, zijn

wind-watermolen of poldermolen die dienst deed in de polder ten zuid-westen van het dorp Alphen in de buurtschap Moordhuizen, die heden ten dage deel uitmaakt van de gemeente West Maas en Waal. Het laagliggende polderland trok al het water van de hoger gelegen gebieden naar zich toe en vormde ter plaatse een grote watermassa, hetgeen nadelig was voor de boeren die daar weide-, hooi- en landbouwgrond hadden. Weidegrond was bitter hard nodig in de zomer voor het grazen van het vee, en het hooiland was onmisbaar voor hooivoer in de winterperiode wanneer de dieren op stal stonden. Landbouwgrond die te nat was, en vaak in een natte zomer geheel overstroomd, betekende een strop voor de

al zeer vroeg in dit poldergebied enkele watermolens geplaatst. Omstreeks 1633 stonden in de polder van Wamel, Dreumel en Alphen in totaal zes molens. De taak van de poldermolen kan omschreven worden als volgt: het aangevoerde water (hoogwater of kwelwater) moest via bemaling omhoog gebracht worden voor een verdere afvoer naar de rivier de Maas. Ook indien het rivierwater hoog stond, moest toch gezorgd worden dat het aangevoerde water in de rivier geloosd werd. De enige mogelijkheid om dit te doen was via watermolens die uitsluitend door de wind hun werk verrichtten. Er waren vele problemen om de zes watermolens in bedrijf te houden, doch met veel kunst en vliegwerk lukte dat zeer aardig.


Afb.l: Werking van malende schepraderen. Links een staand scheprad en rechts een hellend scheprad. (Collectie Tweestromenland)

Na verloop van tijd is toch een einde gekomen aan het bestaan van deze zes molens. Zeer waarschijnlijk heeft de Franse oorlog van 1672 hierop wel invloed gehad. Het probleem van hoogwater blijft bestaan en de streekbewoners verlangen naar een betere afvloeiing van het water. In de jaren 1770-1775 zijn er plannen geweest om drie nieuwe watermolens te bouwen. Door verschillende oorzaken, voor dit artikel van geen belang, gaan de plannen de ijskast in om daarna in 1791 weer op tafel te worden gebracht. In Wam el, D reumei en Alphen willen de inwoners en geërfden (=een bezitter van een erf of stuk grond) alsnog overgaan tot het bouwen van nieuwe watermolens. Na overleg komt men tot de beslissing om in totaal drie nieuwe molens te gaan bouwen, voor elk dorp (=polder) een. Daar onze belangstelling uitgaat naar de Alphense molen wordt in dit artikel hieraan

ondertekend door: Willem den Holder, Martinus Hol, J. Steenbrugge, Ariën Hol, Cees Johan Lagarde, Hendrik Mollenberg, Jan van Lent, Arien van Swolgen, Aeldert de Klij, Arnt Hol, Jan Egens Steenbruggen, J.P. van den Bogaardt, Huijberd Brouwers, G.J.V. Steenbruggen, C. Mollenberg, Peeter van der Ven, Frans Wouters, G. Verkerk, Peter Baijens, G. Liefkens, Dirk Lagarde, Johan ter Bruggen, Thomas van Teeffelen, Thomas de Grunt, P. Adriaans, Rijnier van Teeffelen, Lamert van Alphen, Jan van der Zand, Philips den Holder. In het polderarchief te Nijmegen (invt. nr. 12329) zijn twee handgeschreven bestekken aanwezig waarin de constructie beschreven staat van de twee molens. Eén bestek gaat over de Dreumelse molen en het andere bestek beschrijft de bouw van de Alphense watermolen. Op l augustus 1791 heeft de

aanbesteding plaats en het is molenmaker Migiel Schoonwater die het werk van de de meeste aandacht besteed. bouw aanneemt voor een bedrag van Voor de nieuwbouw van de Alphense waterƒ 10.600,-. De molen zal worden uitgevoerd molen worden twee deskundigen aangewemet één staand scheprad. De ingebruiknezen, t.w. M. de Jongh, landmeter en meesming is onbekend, maar als gevolg van termolen- maker te Dalem en Jan den Bouwverschillende omstandigheden, vaak door meester, meester-molenmaker te Spijk. In overmacht, is de molen niet op de vastgejuni 1791 wordt in de Alphense kerk een stelde tijd klaar. Wel wordt duidelijk, dat in vergadering gehouden met als eindresultaat, 1792 bij de Alphense watermolen een dat een grote meerderheid van de aanwezibakhuis wordt gebouwd. Het werk wordt op gen akkoord gaat met de bouw van een 18 oktober 1792 aangenomen door Geurt nieuwe molen. Het besluit hiertoe wordt Ruijs voor ƒ 278,-, met de afspraak, dat het


Afb. 2: Topografische kaart

van 1847 met aanduiding van

de watermolens en

het stoomgemaal. (Coll. Tweestromenland)

werk op 30 november 1792 klaar moet zijn, onder korting van Ć’ 3,- daags.

wanneer deze op de windrichting gezet moet worden, het z.g. kruien. Een krachtige wind

De oude watermolens zijn meestal gebouwd

was voor een staand-schepradconstructie onontbeerlijk, maar tegelijkertijd moest de gehele molen bestand zijn tegen zware stormen, vaak van orkaankracht. De molen was nauwelijks bedrijfsklaar toen op 17 oktober 1794 de Franse soldaten, onder leiding van Charles Pichegru, bij Alphen de Maas overstaken en het Land van Maas en Waal bezetten. De molen heeft deze woelige tijd (1794-1813) wel overleefd, doch de schade was zeer groot.

van zwaar grenenhout en in een achthoekige

vorm. Een speciale sterke en degelijke constructie moet een mechanisme in werking brengen, en in werking houden, teneinde het zware aanvoerwater zonder problemen te kunnen verwerken gedurende een ononderbroken periode van vele dagen. De constructie moest tevens aan enkele technische eisen voldoen. Hierbij moet gedacht worden aan de bediening van de molen


Gnj&h

-<

.ÂŤ

Aft. 3: Alphense watermolen bij Moordkuilen, uit de Gemeente-atlas van 1868. (Collectie Tweestromenland) Afb. 4: Dorp Winssen, met daarbij de door de auteur aangegeven situering van de molen, afbeelding uit de Gemeente-atlas van 1868. (Collectie Tweestromenland) •/,


De noodzaak om de molens weer bedrijfsklaar te maken komt in 1818 aan de orde. De geërfden uit dit poldergebied zijn tot de

slotsom gekomen, dat één molen, die door brand verloren was gegaan, vervangen moest worden en dat twee nieuwe molens gebouwd dienen te worden. De bestaande molen in Alphen zal worden verplaatst en tegelijkertijd worden voorzien van een liggend schepradmechanisme. Een liggend scheprad heeft vele voordelen boven een staand scheprad, zo kan de opvoerhoogte van het water beter gerealiseerd worden, en bij rustige wind is de molen nog voldoende in staat om het mechanisme in werking te houden (afb. 1). In de periode 1820-1845 maakt de stoommachine als nieuwe krachtbron steeds meer

opgang. De kracht is sterker en de machine kan op elk gewenst moment in bedrijf worden gesteld, onafhankelijk van weer en wind. In 1845 besluiten de Provinciale Staten van Gelderland een subsidie beschikbaar te stellen van ƒ 10.000,- voor de bouw van een stoomgemaal te Dreumel, dat door ir. H.F. Fijnje uit Salverd is ontworpen. Het Rijk stelt eveneens een subsidie van ƒ 10.000,- beschikbaar. Nog in dat zelfde jaar wordt met de bouw begonnen. De polders van Wamel en Alphen moeten wachten. Pas in 1875 wordt in deze twee polders ook een stoomgemaal gebouwd. In het jaar 1847 staan in de polder vier windwatermolens en een stoomgemaal ten behoeve van het droogmalen van de drie polders. Op de topografische kaart van 1847 (zie afb. 2) zijn alle molens ingetekend. De vier molens staan op vrij korte afstand van elkaar, alleen de Alphense watermolen staat ongeveer \1A km. zuidelijker. Na de ingebruikname van het Dreumelse stoomgemaal is er voor de oude wind-watermolens geen werk; er wordt besloten de molens te verkopen. VERHUIZING VAN DE WATERMOLEN Voor wat de Alphense watermolen betreft is de geschiedenis voor menig persoon een raadsel. Maken wij gebruik van boekwerken en tijdschriften aangaande de Alphense/

Winssense molen, dan blijkt, dat zeer veel

materiaal voorhanden is, maar de vraag is: wat is betrouwbaar?

1. Is de Winssense graanmolen de oorspronkelijke Alphense watermolen? Antw: Een gemeentelijke folder laat hierover geen twijfel bestaan, zegt 'Ja' en laat de molen in 1847 in Winssen

opbouwen. 2. Een gedenksteen bij de molen, aangebracht nadat de molen in 1987 was verplaatst en gerestaureerd, maakt kenbaar 'verplaatst naar Winssen en omgebouwd tot korenmolen in 1847'. 3. Het boek 'De historie van het Land van Maas en Waal', van H. van Heiningen, laat aan ons de conclusie of dat de molen na 1875 zou zijn verplaatst/ afgebroken, nadat in Wamel en Alphen een stoomgemaal is gebouwd. 4. G.H. Keunen uitg. 1981/3, schrijft: 'De molens waren na 1847 na de bouw van het stoomgemaal niet meer nodig en werden in dat jaar verkocht'. Moet hieruit geconcludeerd worden dat ook de Alphense molen is verkocht in 1847? 5. G.H. Keunen uitg. 1980: 'Volgens overlevering zou de huidige korenmolen in Winssen als poldermolen bij Alphen hebben gestaan'. 6. G.H. Keunen uitg. 1980: 'Veel hellende schepradmolens zijn er niet geweest en daar de molen te Winssen er reeds stond voordat de hellende schepradmolens van de Zuidpias onder Waddinxveen en Moordrecht werden gesloopt (na 1876), mag aangenomen worden dat hier inderdaad sprake is van de vroegere Alphense watermolen'. 7. Bij raadpleging van de gemeente atlas van Gelderland van J. Kuijper, uitg. 1868, blijkt dat in Alphen een watermolen staat ingetekend, terwijl in Winssen nog geen molen is te zien. De vraag is, mag hieruit geconcludeerd worden dat de molen na 1868 is verhuisd? 8. Schulte, uitg. 1968 blz. 279/280: 'Van deze windwatermolens is tot 1847 gebruik gemaakt. De windwatermolens vonden een nieuwe standplaats in Wins-


sen en Nijmegen'. 9. Schulte, uitg. 1982 blz. 147/148: 'De molen, oorspronkelijk een poldermolen uit Alphen a/d Maas werd ca. 1835 naar Winssen overgeplaatst'. Opm. In deze twee kostbare boekwerken is een tijdverschil van 12 jaar geconstateerd wat betreft de verhuizing,

jammer. 10. Het Gelders Molenboek, uitg. 1969 blz. 426 en uitg. 1982 blz. 354, vermeldt: 'Bouwjaar circa 1835. 'Voor 1835 stond deze molen als poldermolen in Alphen a/d Maas'. 11. De topografische kaart van 1847 geeft de plaats van de vier windwatermolens duidelijk aan: men mag dan wel aannemen dat dit juist is. 12. Een kaart uit 1856 waarop het overstroomd gebied van het Land van Maas

Azn. uit Heerewaarden de Oude Kooijmolen voor ƒ 925,- en Petrus van den Huij uit St. Anna bij Nijmegen de Oudendijkse molen voor ƒ 1.425,-. De akte is officieel geregistreerd te Druten op 14 december 1847. De Alphense watermolen wordt in 1847 niet verkocht (zie afb. 3). In invt. nr. 12345 insr. nr. 75 wordt duidelijk dat de molen toen niet is verkocht, want op 13 maart 1848 wordt schriftelijk aan de hoofddirectie van de Onderlinge Brandwaarborg te Amsterdam kenbaar gemaakt, 'dat de vier poldermolens, welke voor een gezamenlijk bedrag van ƒ 52.000,-zijn verzekerd, als gevolg van de ingebruikname van het stoomwerktuig, buiten bedrijf zijn gesteld tengevolge waarvan drie stuks zijn verkocht waarvan de vervoer vóór l mei aanstaande plaats heeft. Alleen de Alphense blijft nog aanwezig'.

en Waal van maart 1855 is ingetekend, laat alleen het stoomgemaal zien. Er bestaan dus wel verschillen en dat heeft mijn belangstelling gewekt voor een nader onderzoek. Om meer zekerheid te krijgen

bracht ik een bezoek aan de vorige eigenaresse, mevr. B. van den Berg-Voet in Winssen. Mevrouw Van den Berg woont op het perceel waar de molen in de vorige eeuw is opgebouwd en heeft gestaan tot het jaar 1987. Dankzij haar medewerking kreeg ik de notariële aankoopakte ter inzage waaruit blijkt, dat op 2 februari 1938 de heer A. van den Berg de molen heeft aangekocht van wijlen A.P. Libotté. Met deze informatie als uitgangspunt begon ik een historisch onderzoek. DE JUISTE TOEDRACHT Een ingesteld onderzoek in het Rijks Archief van Gelderland te Arnhem, Polderarchief te Nijmegen en Gemeente archief te Beuningen leert ons de juiste toedracht kennen. In het polderarchief van Maas en Waal, aanwezig in het Gemeentearchief te Nijmegen, komt in invt. nr. 12450 het bestek voor betreffende het verkopen van de opstand van drie watermolens. Hieruit blijkt, dat Peter

Schenk uit Oudesluis de Maasdijkse molen aankoopt voor ƒ 2.345,-; Willem Ambrosius

Op 3 maart 1858 komt het bestuur van de voormalige dorpspolder in vergadering bijeen en bespreekt de verkoop van de Alphense watermolen met loods. Via een advertentie in enkele kranten zal kenbaar worden

gemaakt dat de veiling van de molen zal plaatsvinden gelijk als in 1847. (1) Een advertentie in de Tielse Stad en Arrondissement weekblad op 5 maart 1858 maakt melding, dat op 23 maart 1858 in café A. van Welie te Dreumel om 4 uur in de namiddag openbaar verkocht zal worden de Alphense poldermolen. De molen is dagelijks te bezichtigen. W.A. van Gruythuisen, president - H. van Beers, secretaris, (la) Over de veilingprocedure is tot nu toe niets bekend. Wel wordt duidelijk dat de molen vóór 27 september 1858 is verkocht en verhuisd; dit blijkt uit de notulen van het polderbestuur: 'Daar de overblijfselen van de verkochte molen, of den opstand, nog hinderlijk zijn zal de koper er op attent gemaakt worden de restanten te vervoeren'. Uit de notulen van 7 maart 1860 blijkt: 'ruim 23.000 stenen (restanten van de molen en de bestrating bij de molen) zijn klaargemaakt en bezorgd' (waarschijnlijk als bestrating van de weg tussen Lith en Macharen). De zware fundamenten blijven na afbraak van de molen in de grond achter, en tijdens de


Aft.

5: Het bovenwiel dat verbonden zit aan de

ijzeren molenas, waaraan de wieken zijn bevestigd, brengt de koningsspil in beweging, die vertikaal in de

molen staat. Molenaar J. van Haren inspecteert de toestand. (Collectie gemeente Beuningen)

Afb. 6: Bij het kruien van de kap fungeren de kleine wielen als geleiders (Collectie Tweestromenland)


ruilverkavelingswerken in juni 1957 komen de funderingen weer aan de oppervlakte. Het bleken restanten te zijn van een unieke watermolen, in zijn oorspronkelijke staat voorzien van een hellend scheprad. DE EIGENAREN VAN DE WINSSENSE MOLEN Het Gelders Molenhoek publiceert in haar uitgave van 1969 op blz. 427 een lijst van de eigenaren, waarvan zijn bekend: H. Sengers ( -1858); J. van der Heiden ( -1907); A.P. LibottĂŠ (1907-1951). Deze lijst is niet geheel betrouwbaar, en de correctie is als volgt:

De aankoop van de oude watermolen is zeer waarschijnlijk gedaan door de heren Hendrikus Sengers, molenaar te Afferden en Otto Otten, molenmaker te Afferden. De in Bergharen op 3 maart 1820 geboren Hendrikus (Henricus) Sengers, op 27 april

1848 te Bergharen gehuwd met Wilhelmina van Bronkhorst, was tijdens zijn leven molenaar in Afferden. Sengers en Otten gaan samen de aangekochte watermolen veranderen tot een windkorenmolen en opbouwen in het dorp Winssen dat slechts 6 km. van hun beider woonplaats ligt. Vanuit Afferden schrijft Sengers in april 1858 een brief aan Z.M. de Koning. 'Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Hendrik Sengers, molenaar te Afferden, dat hij voornemens is om in het dorp Winssen, gemeente Ewijk, een windkorenmolen op te richten op sectie B. 788. Dat ingevolge de bepalingen van 21 augustus 1822 en die van 31 januari 1824 niet geoorloofd is, tenzij Uwe majesteit daartoe vergunning verleene. Weshalve hij met vorige eerbied de vrijheid neemt de troon Uwer majesteit te naderen, met de bede adressant vergunning te verlenen op boven omschreven perceel grond een windkorenmolen te mogen oprichten en het bedrijf van molenaar uit te oefenen. Het welk doende, H. Sengers.' Op 20 april 1858 komt de brief in 'sGravenhage aan, wordt daarna doorgezonden naar de Gedeputeerde Staten van Gelderland en arriveert daar op 22 april 1858. (2)

10

Vanuit Arnhem wordt op 26 april 1858 door de Staatsraad Commissaris des Konings in Gelderland aan de gemeente Ewijk informatie gevraagd over de gemeente en over de nieuw te bouwen molen. Naar aanleiding van het Arnhemse verzoek wordt op 7 mei 1858 meer achtergrond-informatie verstrekt over dorp Ewijk en Winssen-Winssen Ambt. Ewijk met Doddendaal telde op l januari 1858 in totaal 921 inwoners, en Winssen met Winssen Ambt in totaal 1015 inwoners. Dan vervolgt de brief: 'In Ewijk bevindt zich een windmolen van onheugelijke jaren, terwijl in Winssen geen molen is, en dat Winssen aanspraken mag maken op een molen'. De molen komt in Winssen Ambt te staan aan de grote weg Nijmegen-Druten. 'De omwonenden de herenjan van Dijk, Willem Melssen jr, Aart Alders, Aldert Alders hebben geen bezwaar tegen plaatsing en graag zouden zien dat de aanvrage wordt toegestaan.' Op 12 mei 1858 wordt het besluit genomen om toestemming te verlenen tot oprichting van de windkorenmolen op voorwaarde dat de molen 15 roeden van de openbare weg verwijderd blijft. De toestemming wordt op 26 mei 1858 vanuit Arnhem verzonden naar de heer Sengers en naar het gemeentebe-

stuur van Ewijk. De heer Sengers is in principe wel tevreden over de goedkeuring, maar de afstand van 15 roeden is toch een beetje ver. Hij schrijft op 22 juni 1858 vanuit Afferden een brief naar de heren Gedeputeerde Staten van Gelderland, waarin hij kenbaar maakt bezwaar te hebben tegen deze afstand, gezien de lange uitweg die hij moet aanleggen. Vanuit Arnhem gaat op 26 juni 1858 een brief naar het gemeentebestuur van Ewijk waarin informatie wordt gevraagd over het bezwaar van Sengers.

De gemeentesecretaris schrijft op 3 juli 1858: 'Er blijkt bezwaar te zijn tegen de grote afstand: 'daar hij een grote uitweg moet maken, dat veel grond wegneemt maar ook duur is in onderhoud', w.g. J.W. van Koolwijk, burgemeester. Naar aanleiding van het bezwaar van Sengers en de gemeentelijke brief gaat Arnhem op 8 • juli 1858 akkoord om de molen te plaatsen


Aft. 7: DeBeatrix op haar oorspronkelijke plaats van 1859. (Collecte Fam. V.d. Berg)

AJb. 8: Korenmolen en koekbakkerijvanJ.H. van der Heijden te Winssen. Opname omstreeks 1900/1905. (Collectie Fam. V.d. Berg)

11


op een afstand van 75 ellen van de openbare weg. Sengers en Otten hebben geruime tijd geprobeerd grond aan te kopen voor opbouw van hun molen. Schijnbaar is het hun niet gelukt dat perceel aan te kopen dat vermeld is in het verzoekschrift nl. nr. B. 788.

Op 30 december 1858 worden zij gezamenlijk eigenaar van twee akkers bouwland, sectie B. nr.201, welke zij aankopen van Wouter van Welie en Grada M eisen voor ƒ 900,- (afb. 4). Het echtpaar van Welie-Melsen zijn de grootouders van Hendrik Sengers van moederszijde. De kopers Sengers en Otten maken in deze aankoopakte een overeenkomst: dat zij of hun erfgenamen, vanaf nu en binnen vijfjaar, het voorkeurrecht hebben van de helft van aankoop (=molen en grond) als de andere partij wil overgaan tot verkoop. (3) De opbouw van de molen heeft in 1859 plaatsgevo nden. Bij de opbouw zijn eerst de funderingen aangebracht en daarop is een muur ge- Afb. 9: De heer A. v.d. Berg met molen Beatrix. (Collectie Tweestromenland) bouwd van ongeveer 5,70 m. hoogte. Op de wordt Peter Kleijnen, molenaar te Ewijk, muur is nadien de romp van de molen geplaatst. Voor de bediening van de wieken voor de helft mede-eigenaar van molen en is op een hoogte van 2,85 m. een zandberg grond. (4) om de molen aangebracht, een z.g. belt. De Schijnbaar wil ook Sengers zijn deel in de molen verkopen. Op 14 september 1859 achtkantige romp en kap zijn van hout dat wordt ten huize van Jacobus van Welie een met riet is bedekt. De beneden binnenruimte is ongeveer 9,50 m. in doorsnee, en de openbare verkoping gehouden, waarbij zototale hoogte van de molen bedraagt ongewel Sengers als Kleijnen aanwezig zijn. De veer 18,50 m. De vlucht (=de uiterste afstand opmijning was op 28 september d.a.v. doch van de buitenpunten van de wieken) bede koop is opgehouden. (5) draagt 27,50 m. Enkele onderdelen vertonen Dat het ernst is wat Sengers wil blijkt uit de verschillende kenmerken van zijn vroegere notariële akte van 30 april 1860. Hendrikus Sengers verkoopt 'des verkoopers aandeel' functie. De sterkste aanwijzing is nog te zien in de vorm van het spoorwiel. Het wiel is bij van de molen aan zijn deelgenoot Petrus de verandering aan de molen zeer sterk in Kleijnen. Met het aangaan van deze koop is omvang verkleind, en de kammen waren Kleijnen geheel alleen eigenaar van de eerst onder een hoek van 30° met het wiel molen (sectie B. 964) en het bouwland (sectie geplaatst (afb. 5 en 6, twee interieuropnamen B. 963). van de molen). In de akte is een voorwaarde opgenomen als Na het gereedkomen van de bouw wil volgt: De eigenaar van de molen zal met zijn wieken mogen draaien, werken en zwenken molenmaker Otto Otten zijn aandeel in molen en grond verkopen. Op 2 mei 1859 over het perceel het welk met dien last is

12


bezwaard, de eigenaar van het bezwaard perceel moet kenbaar maken aan de moleneigenaar wanneer met paard of paarden

gewerkt wordt, om dan de molen te doen stilstaan. (6) Genoemde Hendrikus Sengers was tijdens

zijn leven molenaar in Afferden alwaar hij op 30 januari 1862 is overleden. (7) Vlg. Gelders Molenhoek (8) is genoemde H. Sengers eigenaar van zijn Afferdense molen tot aan zijn overlijden in 1895. Dit is dus pertinent onjuist. Na 19 jaar de molen in beheer te hebben

gehad wil Kleijnen de molen verkopen. De molen met erf en twee akkers bouwland wordt op 27 juni 1879 onderhands verkocht

aan Johannis Knipping, molenaar te Winssen voor ƒ 4.800,-. (9) Na aankoop van de molen heeft Knipping op

het erf van de molen een woonhuis laten bouwen (afb. 7). Omstandigheden noodzaken molenaar J. Knipping, vlg. art. 1223, de molen te

verkopen. Bij openbare verkoping, gehouden op 24 februari 1898 in het café van de herbergierster de weduwe van Mautheus C oenen, gaat notaris B. A. Roes over tot veiling van windmolen, woonhuis, erf, tuin en bouwland. Notaris Roes gaat op 10 maart verder met de veiling, en door de aanwezige Adrianus van der Heijden uit Ravenstein wordt een ophoging en afmijning gedaan. Na toekenning verklaart Van der Heijden dit te hebben gedaan t.b.v. zijn zoon Johannes Hubertus van der Heijden, die aanwezig is en verklaart de koop aan te nemen voor ƒ8.600,-. (10) Molenaar Van der Heijden heeft zijn zaak in

Winssen verder uitgebreid met een koekbakkerij (zie afb. 8). Zes jaar heeft Van der Heijden de molen met bakkerij in zijn bezit gehad, en schijnbaar is dat voor hem lang genoeg. Op 16 maart 1906 verkoopt hij molen, huis en erf, schuur, tuin en bouwland, alsmede een perceel weiland, genaamd Lostenhof, met inbegrip van vier molenzeilen, reep met blokken, bascule met gewichten en wanmolen voor het totaal bedrag van ƒ 16.000,- aan molenaar Antonius Petrus Libotté te Horssen. (11)

Haast dertig jaar heeft molenaar Libotté de Winssense molen weten te runnen, tot aan zijn overlijden op 26 augustus 1935. De aktiviteiten lopen nadien sterk terug en op

last van de hypotheekgever is notaris Stephanus Roes uit Winssen genoodzaakt om op 19 januari 1938 incaféPeters-Coeneneen openbare verkoping te houden van: Koop l: windmolen, huis, varkensschuur, hooischuur, tuin en bouwland. Koop 2: perceel weiland. De inzet voor koop l wordt gedaan door Petrus Wilhelmus van Oss, landbouwer te Winssen, en voor koop 2 door Hendrikus Aalbers jr, landbouwer te Winssen. De toeslag wordt gehouden op 2 februari 1938, eveneens in café Peters-Coenen. De massa van de twee kopen is, na afgemijnd te zijn geweest door J.J. Smits, aan hem toegewezen. De heer J.J. Smits verklaarde deze afmijning te hebben gedaan als mondeling lasthebber voor de heer Arnoldus Johannes van den Berg, molenaar te Horssen, en namens hem de massa in koop aan te

nemen. (12) Volgens mededeling van mevr. B. van den Berg- Voet, was Arnoldus (Nol) van den Berg, die in Horssen woonde, knecht bij molenaar W. Loeffen in Leeuwen, (afb. 9) NAAMGEVING Mevr. B. van den Berg-Voet vertelde omtrent de naamgeving het volgende: 'De pas aangekochte molen had geen naam, wij vonden dat geen bezwaar. Maar toen mijn man en ik op een zondagmiddag samen aan het fietsen waren en alzo de molen in Horssen passeerden, zagen wij dat deze de naam had van 'Wilhelmina', hierop reageerde ik 'Laten wij onze molen 'Beatrix' noemen'. De naam Beatrix is toen niet op de molen aangebracht, dit gebeurde pas tijdens de grote herstelwerkzaamheden in 1955, toen de molen aan drie zijden en de kap geheel, voorzien werd van een nieuwe rietbedekking. Ook is bij deze gelegenheid een eiken balk aan het mechanisme vernieuwd. Volgens mondelinge mededelingen van de drie vrijwillige molenaars zijn omstreeks 1950 (zeer waarschijnlijk in 1955) aan de molen nieuwe roeden aangebracht die zijn vervaardigd op de scheepswerf in Deest.

13


HUIDIGE EIGENAAR Molenaar AJ. van den Berg heeft op 24 november 1970 aan het ministerie van C.R.M, een goedkeuring aangevraagd tot afbraak van zijn molen. Naar aanleiding van het verzoek wordt in januari 1971 bekend, dat er een belangstellende uit Wehl zeer geĂŻnteresseerd is in aankoop van de molen. Door C.R.M, wordt aan de Provinciale

Molencommissie geadviseerd om met de heer Van den Berg overleg te plegen over een verkoopprijs, en om de molen aan de gemeente te verkopen. Het ministerie van C.R.M, brengt de gemeente Ewijk op de hoogte van het plan van de heer Van den Berg, en op haar beurt maakt de gemeente Ewijk op 20 april 1971 aan de Rijksdienst Monumentenzorg kenbaar, dat zij ernstige bezwaren heeft tegen sloop en geeft ter overweging de gevraagde sloopvergunning te weigeren. Het provinciebestuur adviseert op 21 april 1971 aan de gemeente de molen te behouden en medewerking te verlenen aan de plannen tot behoud en veiligstelling van de molen. Ook molenaar Van den Berg krijgt van de provincie een schrijven, d.d. 21 april 1971, waarin aan hem wordt medegedeeld: de molen niet te slopen, te veranderen, buiten gebruik te stellen en in te richten voor andere doeleinden. Het ministerie van C.R.M, maakt op 21 juni 1971 aan Van den Berg kenbaar, dat zij geen vrijheid kan vinden een vergunning te geven tot afbreken. Afbraak zou een ernstig verlies betekenen voor het dorpsbeeld van Winssen. Dan wordt het beangstigend stil in Winssen en Ewijk. In het voorjaar van 1971 komt de molen op naam te staan van Arnoldus Antonius van den Berg jr. en hij treedt met de gemeente in

onderhandeling. Na jaren van onderhandelen wordt op 26 mei 1978 een obligatoir koopcontract opgemaakt waarin opgenomen, dat de heer A.A. van den Berg de molen, genaamd Beatrix, staande te Winssen, verkoopt aan de gemeente Ewijk. Ook de redactie van 'De Gelderlander' hoort het nieuws en onder de aanhef 'Eigenaar wil molen voor 12 mille

14

Aft. 10: Uitvoering van de verplaatsing van de molen (1987). (Collectie Fam. V.d. Berg)

verkopen' brengt zij het nieuws bij de inwoners van Winssen en Maas en Waal onder de aandacht. Bij de onderhandelingen tussen de heer Van den Berg en de gemeente is o.m. de voorwaarde gesteld, dat de molen elders in het dorp een plaats krijgt. Op 6 juni 1978 komt het voorstel tot aankoop in de Raad ter bespreking. De Raad gaat akkoord en reeds op 9 juni wordt een verzoek tot goedkeuring voor deze aankoop ingediend bij het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland, die op l augustus d.a.v. hun goedkeuring verlenen. Voor aankoop van een perceel grond is de gemeente naarstig op zoek naar een geschikte plaats die bij voorkeur gelegen moet zijn in de Molenstraat, en wel op een zodanige wijze, dat de molen goed zichtbaar zou zijn en daardoor een markante plaats in Winssen zou kunnen blijven innemen. De vele onderhandelingen die zijn gedaan met een aantal grondeigenaren hebben lange tijd niet het gewenste


Aft. 11: Gedenksteen die is aangebracht in de muur van de molen bij de ingang. Het jaartal 1847 is onjuist. (Collectie gemeente Beuningen)

resultaat opgeleverd. Doch nadien is de heer B.W. Donassen bereid gevonden een gedeelte van een perceel grond aan de gemeente te verkopen. Op 2 oktober 1979 gaat de Gemeenteraad akkoord en nadien ook het College van Gedeputeerde Staten. Het voorlopige koopcontract van de molen , d.d. 26 mei 1978, brengt problemen voor de gemeente, want er was gesteld dat zes maanden na het passeren van de notariële akte de molen verwijderd moest zijn. Op 8 april 1983 wordt een wijziging in het obligatoire koopcontract aangebracht waarin de partijen overeen komen: uiterlijk vijf jaar na het passeren van de notariële koopakte dient de molen van het terrein verwijderd te zijn en alles afgevoerd en geëgaliseerd. De gemeenteraad van Beuningen (Winssen was inmiddels deel gaan uitmaken van de nieuw gevormde gemeente Beuningen) neemt op 12 april 1983 het besluit deze wijziging goed te keuren. Op 25 augustus 1983 gaat het College van G.S. akkoord en met het passeren van de notariële aankoopakte op 19

oktober 1983 voor notaris mr. J.B.M. Roes te Beuningen, is de gemeente Beuningen eigenaar van de molen. (13) NIEUWE STANDPLAATS Dagblad 'De Gelderlander' van 8 november 1983 maakt kenbaar, dat de Bergharense molenbouwer Coppens aan 'De Beatrix' werkt, het gaat om het 'conserveren' van de molen. De behandeling is nodig omdat het nog enkele jaren kan duren voordat de molen zal worden verplaatst naar zijn nieuwe bestemming die 365 m. oostelijker zal zijn. De kosten van verplaatsing en restauratie bedragen ongeveer ƒ 700.000,-, en aan toegekende subsidies is een bedrag van ƒ 435.000,- beschikbaar gesteld, aldus De Gelderlander van 10 april 1986. Het heeft nog tot 22 en 23 september 1987 geduurd voordat een aanvang is gemaakt met verplaatsing en restauratie. Nadat de molen geheel is afgetuigd en los gemaakt (zie afb. 10) is de romp/opstand op een dieplader gezet en vervoerd naar zijn nieuwe standplaats waar de muren reeds waren opge-

15


Afb.

12: De drie vrijwillige molenaars, v.l.n.r.: W. Hijmans, K. van Heek en J. van Haren. (Collectie gemeente Beuningen)

bouwd. Bij de bouw van de muren is door drs. K.C. Tammes, wethouder van de gemeente Beuningen, een gedenksteen aangebracht waarop in het kort de geschiedenis van de molen is uitgedrukt (afb. 11). Helaas blijkt nu dat het jaar 1847 onjuist is. Het is bij de viering van dit eeuwfeest wel dĂŠ gelegenheid om een aangepaste steen te plaatsen voorzien van het jaartal '1859'. De restauratiewerkzaamheden, welke door molenbouwer Coppens uit Bergharen zijn uitgevoerd, hebben haast een jaar geduurd.

Pas op 16 september 1988 is het feestelijk moment aangebroken dat de Gedeputeerde mevrouw N.H. van den Broek-Laman Trip, met het lichten van de vang, de versierde molen weer in gebruik wordt genomen. Drie vrijwillige molenaars, die om toerbeurt de molen bedienen, geven graag de gevraagde informatie betreffende de aangebrachte veranderingen die de molen heeft ondergaan, om van een watermolen een graanmolen te maken (zie afb. 12 ).

16

Bijzondere voorvallen zoals brand, stormschade of blikseminslag zijn niet bekend. Er rust een zegen op deze unieke poldermolengraanmolen in het polderlandschap van Maas en Waal. FEESTELIJKHEDEN De gemeente Beuningen en plaatselijke organisaties uit Winssen willen dit heugelijk feit niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Een week vol feestelijkheden, van 6 tot 12 mei, zal Winssen doen bol staan. Ter gelegenheid hiervan heeft de Nijmeegse kunstenaar Jan Verhoeven, in opdracht van het Beuningse gemeentebestuur, een ets van de Winssense molen gemaakt. De ets wordt in een beperkte oplage van honderd exemplaren afgedrukt en kost inclusief passepartout en lijst Ć’ 40,-. Deze ets is door de heer Verhoeven tijdelijk beschikbaar gesteld voor afdruk op de omslag van ons tijdschrift. De Historische Vereniging Tweestromenland is op donderdag 9 mei met haar


NIEUWSBRIEF

april 1991

DE 6e GELDERSE CONTACTDAG zal plaatsvinden op zaterdag 13 april 1991 in het Motel Van der Valk, Laan van Westroyen 10, 4003 AZ Tiel. telefoon: 03440-22020.

Programma 10.00 uur: 10.20 uur:

10.25 12.00 13.30 16.30

uur: uur: uur: uur:

Zaal open. Bezoekers melden zich bij de receptie voor het betalen van de tevoren opgegeven lunch. Ontvangst van de badges, lunchbonnen, consumpties, enz. Officiële opening door Mr. M.J. van 't Kruijs, voorzitter van de Gelderse Contactdag. Tevens welkomstwoord door de voorzitter van de Ver. Vel. Geslachten, Dr.lr. A.C. Zeven. Uitwisseling van de Genealogische Gegevens. Lunchpauze. Voortzetting van de uitwisseling. Sluiting.

Organisatie en presentatie: - N.G.V.afd. Achterhoek: ledenservice met fiches. - N.G.V.afd. Betuwe: ledenservice en D.T.B.'s. - N.G.V.afd. Gelderland: a. ledenservice met fiches; b. inzage microfiches Gelderse huwelijken. - N.G.V.afd. Kwartier van Nijmegen: a. ledenservice met fiches; b. demonstratie microfiches met microreader. - Werkgroep Maas en Waalse Geslachten: a. ledenservice; b. fiches D.T.B. Land van Maas en Waal. - Werkgroep Veluwse Geslachten: a. fiches familienamen; b. heraldische collectie. - Werkgroep Familie- en Boerderijgeschiedenis in Oost-Gelderland: a. collectie familie- en boerderijnamen. Overige presentatoren: - Antiquariaat en boekhandel Johan Beek, Barneveld. - Dhr. A.W.H. Holla: informatie over heraldiek. - Stichting Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek. - Westdeutsche Gesellschaft für Familienkunde, Bezirksgruppe Kleve/FamilienkundlicheVereinfür das Klever Land e.v.: voorlichtingsmateriaal en naslagwerken. - Computerdemonstraties.


Deelname: De kosten voor deelname aan deze dag bedragen: f 5,- entree. Een lunch kost f 13.50. Gaarne reserveren via het aanmeldingsformulier (van tevoren). Consumpties / 2,25 (koffie, thee, bier, frisdrank, sherry; géén gedistilleerd). Voor degenen, die per auto komen: uit de richting Arnhem/Nijmegen: afslag Tiel-Maurik - uit de richting rotonde Deil: afslag Tiel-Amerongen (niet Tiel-West!). Bij de afslag ziet U het motel. STREEKHISTORISCH MUSEUM TWEESTROMENLAND

Expositie fraaie handwerken in Streekmuseum verlengd In het Streekhistorisch Museum te Maasbommel is al enige tijd een expositie te zien over FRAAIE HANDWERKEN IN MAAS EN WAALS BEZIT.

De bijeengebrachte collectie bevat niet alleen de nuttige handwerken zoals meisjes die in de 15de eeuw al op 6-jarige leeftijd leerden. Zo ontstonden de merklappen, waarop in kruissteek letters, cijfers, randjes en figuren geoefend werden, om daarna met het geleerde aan de slag te kunnen om de uitzet te merken. Die uitzet bestond dan meestal uit enkele tientallen lakens, doeken, hemden, broeken, en dergelijke. Wanneer ze zo'n jaar of 15 waren leerden ze stoppen. Op stoplappen oefenden ze allerlei bindingen om bepaalde weefsels goed te kunnen herstellen. Enkele fraaie proeflappen zijn ook aanwezig. Op deze lappen werden allerlei technieken geoefend zoals: tule doorstoppen (in deze streek toegepast op de kanten mutsenbollen), engels en frans borduurwerk, frivolité, naaldkant, maar ook breien en haken. Daarnaast zijn er voorbeelden van fraaie handwerken, toegepast op kledingstukken en huishoudtextiel, o.a. richelieuwerk, kantsoorten en open naaiwerk, leder die het handwerken een warm hart toedraagt en het werk van onze voorouders wil bewonderen, moet een kijkje komen nemen. Het is zeker de moeite waard. De expositie is op verzoek van velen verlengd. Er is zoveel te zien dat men meerdere bezoeken nodig heeft om alle fraais te kunnen bewonderen. Hiervoor heeft men tot 1 september de tijd. Het museum is iedere zondagmiddag open van 2 tot 5 uur. Groepen kunnen na afspraak op afwijkende tijden terecht (tel. 088791535).

EXPOSITIE 'GELDERSE STEDEN OMSINGELD' NU IN STREEKMUSEUM

Eertijds waren vele Gelderse steden 'omsingeld' door muren en wallen. Die dienden voor de verdediging tegen aanvallers, hoewel ze nooit onneembaar waren. Vaak was niet de sterkte van de muren bepalend maar de wil van de verdedigers om zich wel of niet te verdedigen. De meeste vestingen vielen dan ook eerder door verraad, verrassing of verdrag dan door puur wapengeweld. Met de verbetering van het geschut verloren de wallen en muren en poorten op de duur hun betekenis. Vooral in de vorige eeuw werden ze gesloopt en werden er in vele gevallen stadsparken van gemaakt. Daar kwam nog bij dat de steden gingen groeien en buiten de oude muren gingen bouwen. In onze streek was, behalve Nijmegen, Batenburg de enige plaats met wallen en muren. Even buiten de streek hebben we dan nog Tiel en Grave. Van de wallen van Batenburg is helaas niets meer over, zelfs geen parken. Echter, aan de muren van de kasteelruïne kunnen we nog een beetje zien hoe die stadsmuren er hebben uitgezien aan de buitenzijde van het stadje. Op de expositie in het museum kunt U nog iets zien van die muren en wallen en wat ze voor die omsingelde steden hebben betekend. De expositie duurt tot eind april van dit jaar. Het museum is geopend elke zondagmiddag van 2 tot 5 uur. De redactie van het Tijdschrift Tweestromenland zoekt een

redactie-secretaris met enige redactionele ervaring. Reacties gaarne aan het secretariaat van de vereniging: Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen of telefonisch: 08894-16247 of 08872-2179 of 08873-1427.


Historische Vereniging voor het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen West: Tweestromenland. AGENDA voor de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering op donderdag 18 april 1991 welke zal plaatsvinden in 'De Twee Linden', Zandstraal 100, Beneden Leeuwen. Aanvang: 19.30 uur.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Opening. Verslag van de Algemene Jaarvergadering van 26 april 1990. Ingekomen stukken. Jaarverslag van de vereniging. Financieel verslag. Bestuursverkiezing. Benoemingen commissies en secties. Rondvraag (zeer waarschijnlijk zal deze rondvraag worden doorgeschoven naar punt 7 van de jaarvergadering van het museum). 9. Sluiting ledenvergadering.

Stichting Streekhistorisch Museum Tweestromenland AGENDA voor de jaarvergadering welke eveneens op donderdag 18 april 1991 wordt gehouden aansluitend op de eerder gehouden Algemene Ledenvergadering.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Opening. Jaaroverzicht. Financieel verslag. Benoemingen van medewerkers t.b.v. het museum. Wat verder ter tafel komt Rondvraag (zie punt 8 van bovenstaande vergaderingsagenda). Sluiting. PAUZE

Na de pauze verzorgt Drs. P.M. Ie Blanc uit Malden een lezing over 'Middeleeuwse muur- en gewelfschilderingen in Nederland'. Daarbij zal speciale aandacht worden gegeven aan de in Twee Stromenland nog aanwezige schilderingen. De schilderingen konden dienen ter ondersteuning van de architectonische vormgeving, maar vooral voor het aanbrengen van figurale en ornamentale voorstellingen. Dat zij na eeuwen nog bewaard zijn gebleven wijst wel op een speciale techniek en materiaal gebruik. De muur- en gewelfschilderingen zijn uitgevoerd in olieverf, kalkverf, temperaverf en 'al fresco'. Drs. Le Blanc is docent Kunstgeschiedenis (middeleeuwen) aan de Universiteit te Nijmegen. Hij is daarnaast nog directeur van de Stichting Kerkelijk Kunstbezit.


ONZE VERZAMELINGEN BIDPRENTJES

Een aantal jaren geleden heeft het bestuur besloten dat een Historische Vereniging als de onze een collectie bidprentjes behoort te hebben. Ook de werkgroep Maas en Waalse Geslachten had daar om genealogische redenen belangstelling voor. In het Documentatie Centrum zijn nu twee collecties aan het ontstaan: een verzameling originele bidprentjes en een verzameling copieën van bidprentjes van mensen uit ons werkgebied. De eerstgenoemde verzameling bevat nu ca. 420 en ca. 60 dubbele, die in aanmerking komen om geruild te worden tegen andere, die onze leden dubbel hebben. De tweede verzameling omvat ruim 3000 exemplaren. Mocht u bidprentjes hebben, die u zelf wilt blijven bewaren, dan copiëren wij ze graag (waar u bij staat) tijdens de openingsuren van het Documentatie Centrum. Overigens als u bidprentjes bezit en u weet niet wat ermee te doen, dan houden wij ons aanbevolen. Namens het Documentatie Centrum, A. Kamerman

SCHENKINGEN:

Fam. V.d. Horst, Groesbeek: commode, eikenhout met zwart marmer blad. Mevr. A. Pansier-Elsen, Bergharen: hoedendoos, 2 handkorfjes met deksel, 1 paar gele klompen met wreefband, 1 bewaartrommel, 1 hoedendoos (heren) met 2 hoeden, mandje met petroleumlonten en corsetveters, stukje linnen en baaien stof, 2 naaimandjes, stoof pot voor kooltjes, lepeldoosje, 2 witte damesonderbroeken met linten en gehaakt kantje, 2 damastzijden doekjes, 1 boodschappenkorf, tondeuse. Dhr. P. Schreven, Winssen: kakstoel met deksel, handvatten en balpoten. Mevr. Hoefnagels, Wijchen: 2 zwarte herenkostuums, blouse en bidprentje. Mevr. Peeters, Beuningen: wit kindermutsje. Fam. Lippens, Maasbommel: Carbiesje, petroleumkachel, 2 paar geborduurde zwarte dameskousen; 2 avondjurken, zwart, met cape. 2 zijden hemdjes, crème; 2 avondtasjes en omslagdoek, dameskapje, zwart, heren smoking. Dhr. A. Las, Maasbommel: 1 pak koffie v. koffiebranderij Heuff en Zn, Tiel.

Dhr.H. den Boer, Puiflijk: bolderkar in onderdelen. Mevr. V.d. Weerd-Janssen, Appeltern: 4 paar kousen, blauw kannetje, strijkijzer, sieradendoosje, hoge zwarte damesschoenen, knippatroon, statenbijbel, oud behangpapier, foto's, telegrammen, rolgordijntje, handschoenen, vulpen, schoorsteenloper, bretels, opbergzakje, etiketten Tielse Veiling, cocosband, vlugschrift ruilverkaveling. Mevr. A. v.d. Zande-van Kessel:, Beneden Leeuwen: 2 oude foto's. Dhr. G. Lamers, Arcen: bidprentjes, foto's, oude kerkboeken waarvan de oudste uit 1639. Dr. J.W.C.M. v.d. Sijp, Wassenaar: genealogie 'Van Wamelse grond'. P. Lemmers, Malden: gezinslijsten van Ravenstein. B. Visschers, Puiflijk: levering en plaatsen van rails t.b.v. schilderijen. H. Visschers, Beneden Leeuwen: levering en verplaatsen van schakelaars. Hartelijk dank!

Nijmeegs Museum Commanderie van Sint Jan Franse Plaats 3 6511 VS Nijmegen Telefoon 080-22 91 93

Tentoonstellingsprogramma 13 april t/m 20 mei: Otto-Howen 1774-1848. Tekenaar en militair onder Lodewijk Napoleon, Napoleon en Willem l. 13 april t/m 20 mei: A. Korteweg, portret van burgemeester Dales. 23 maart t/m 26 mei: 'Opgedist'. Archeologische vondsten uit beerputten in Kessel, Deventer en Nijmegen. Openingstijden: dagelijks van 10-17 uur, zondag van 13-17 uur.

OPROEP Het Spoorweg museum in Utrecht mist in haar collectie boeken het boekwerk Stoomtram Nijmegen-Wamel deel l. Wie van onze leden bezit het genoemde boek en wil dit afstaan aan het museum in Utrecht? Reakties graag aan de secretaris van de vereniging, de heer W.M.G. Arts, tel. 08894-16247.


boekentafel, streekdracht en mode, en museaal materiaal aanwezig. Met dank aan de familie Van den Berg te Winssen, Archiefmedewerkers, Gemeentepersoneel, de drie vrijwillige molenaars t.w. J. van Haren, K. van Heek, W. Hijmans, dhr. J. Verhoeven te Nijmegen ets-ontwerper, medewerkers van de Historische Vereniging Tweestromenland, t.w. mevr. A. KamermanWilmink, en de heren M. Bergevoet, mr. W.M. Bunnik, L. Loeffen, W. van Rossum, T. Tielen en W. de Waal. Noten: 1. Gemeente-archief Nijmegen: Voorm. Dorpspolder nr. 12340, nr. 160, 3-3-1858; 167, 27-91858: 168, 7-3-1860. a. coll. dag/weekbladen in Streekarchivariaat Tiel, Buren, Culemborg. 2. R.A. Arnhem, inv. nr. 39A blz. 4677 nr. 25.05. 3. G.A. Nijmegen, not. C.H. Robbens te Nijmegen, 30-12-1858 akte nr. 25. 4. Not. Robbens, 2-5-1859 nr. 83. 5. Not. Robbens, 14-9-1859 nr. 188. Van Lith,

Geraadpleegde informatie: G.H. Keunen 1981/3, Poldermolens uit de molenpolder, St. Anna te Nijmegen en Beatrix te Winssen, in Maas en Waals tijdschrift voor streekgeschiedenis Tweestromenland, nr. 35, blz. 1-28. H. van Heiningen, De historie van het land tussen

Maas en Waal, uitg. 1965. Topografische kaart 1847. G.H. Keunen 1980, De St. Annamolen te Nijmegen en haar verleden als poldermolen, in tijds. DeGelderse Molen, uitg. 1980, 3e kwt. blz. 3-36. Folder molen, uitg. gemeente Beuningen. Gedenksteen aangebracht in de onderbouw van de molen te Winssen. J. Kuijper, Gemeente Atlas van Gelderland, uitg. 1868. A.G. Schulte uitg. 1982, Het Rijk van Nijmegen, uitg. 1986, Het Land van Maas en Waal. uitg. Staatsuitgeverij 's-Gravenhage. Gelders Molenhoek, uitg. 1969 en 1982 bij Walburgpers Zutphen. L.A.J.W. Sloet en H.F. Fijnje: Beschrijving van de watervloed in maart 1855, uitg. Arnhem 1856. Dagblad De Gelderlander, mei 1978,8-11-1983, 104-1986.

geschiedenis van een molenaarsgeslacht, uitg. A.W.jansen te Ulvenhout, herz. uitg. 1989. 6. Not. Robbens, 30-4-1860 nr. 102. 7. M.P.J. Mutter-Sengers en P. Lemmers, Het Grote Sengersboek blz. B56 en B67. G.A. Druten, overlijden 1862. 8. Gelders Molenhoek uitg. 1969 blz. 383 en uitg. 1982 blz. 391. 9. R.A. Arnhem not. B.A. Roes te Winssen, 27-61879 nr. 47. 10. Not. B.A. Roes, 24-2/10-3-1898 nr. 18. 11. Not. St. Roes, 16-3-1906 nr. 46, particuliere collectie. 12. Not. St. Roes, 19-1/2-2-1938, part. col. 13. Alle stukken aangaande de gemeente Ewijk/ Beuningen in gemeente-archief Beuningen.

17


Drs. J.G.W.R. Dekken

De collectie Spits In 1986 overleed mej. Antoinette H.C. Spits, geboren in 1904 te Bruten, in haar geboorteplaats Druten. Haar vader, Joseph Spits, kwam van Roermond, haar moeder was een echte Maas en Waalse, Van de Camp; ze was van moederszijde onder andere verwant aan de Maas en Waalse families van Asperen en de Kadt. Joseph Spits, was een leerling van Dr. P.J.H. Cuypers, de architect van (o.a.) de Drutense Ewaldenkerk. Voor de bouw van die kerk had het toenma- pers en Gaspar Franssen, die in Maas en lige kerkbestuur een eigen steenfabriek Waal zoveel neogotische kerken op zijn gesticht, die na de voltooiing van de kerk naam heeft staan, zijn gevormd. Spits was een uiterst veelzijdig man, architect en werd verkocht aan twee van de leden van de bouwcommissie, te weten Nicolaas Aloysius ontwerper, tekenaar en schilder, technicus, een man van groot vernuft en expert in Geldens en Allard Carel Jacob Dericks. loodglazuren en boetseerwerk. Daarnaast In 1880 begonnen de beide firmanten met gewone producten, pannen stenen en pla- beoefende hij de kunst van de 'photographie'. Zo heeft hij de feesten in Druten bij vuizen, in hoofdzaak voor de lokale markt; gelegenheid van de kroning van koningin alleen profielstenen waren wat speciaals en herinnerden aan de 'kerkelijke' oorsprong Wilhelmina in 1898 op de gevoelige plaat vastgelegd, vanuit het bovenraam van de van de fabriek. Een kleine 10 jaar later had Dericks & Geldens haar assortiment danig woning van zijn huisvriend, dokter Deelen (thans pand Romijnders aan de Hogestraat). uitgebreid en maakte men allerlei geglaDe foto is afgedrukt in 'Druten in oude zuurde waren, sierornamenten, waterspuwers, tegeltableaux, raamtraceringen, ja ansichten'. Het origineel bevindt zich in het R.K. Kerkarchief van Druten. zelfs complete neogotische bouwvormen, Spits mocht Dr. Cuypers en diens zoon zoals een catalogus uit 1896 bewijst. De contacten met Dr. Cuypers uit de bouwtijd Joseph tot zijn persoonlijke kennissen rekevan de Ewaldenkerk bleven bestaan. De nen; zijn dochter mej. Antoinette Spits zou zich later met plezier de bezoeken aan fabriek van Dericks & Geldens leverde naar ontwerp van Dr. Cuypers vloeren voor de Roermond herinneren en omschreef de restauratie van het Muiderslot, profielstenen grote bouwmeester Cuypers als een oude, voor de St. Vitus te Bussum, tegeltableaux statige heer met een grote baard; ze wist ook voor het Centraal Station te Amsterdam, nog allerlei anecdotes te vertellen over tegels in de St. Servaas te Maastricht, enz. en Cuypers' tweede vrouw, de operazangeres Dr. Cuypers was zo gecharmeerd van de Antoinette Alberdingk Thijm. kwaliteiten van de Drutense fabriek, dat hij Druten was met zijn Ambtshuis aan het Dericks & Geldens verzocht de showcollectie einde van de vorige eeuw in alle opzichten te mogen gebruiken voor het onderwijs aan het bestuurlijk centrum van Maas en Waal. de Rijksnormaal- en Kunstnijverheidsschool Daarnaast fungeerde het als centrum voor de in het Rijks museum te Amsterdam.

Het was met het oog op dit soort opdrachten, dat Dr. Cuypers de jonge Spits 'uitleende' aan Dericks & Geldens. Spits was opgeleid in

het Roermondse atelier van Cuypers, waar onder andere ook Joseph en Eduard Cuy-

18

tabakshandel. De oost-west route liep door Druten. Het kende een markt. Daarnaast waren er industrieĂŤn: steenfabrieken, leerlooierijen enz. Er was een post- en telegraafkantoor. De verbindingen over de Waal

werden onderhouden met de Rotterdamse


drijf. boot. Na de eeuwwisseling was er de stoomAls gemeente-architect was hij verantwoortram naar Nijmegen. Het dorp is meer dan delijk voor de Kattenburg, de gebouwde enige andere nederzetting in de streek aan staalkaart van het kunnen van Dericks & een sterke verdichting en uitbreiding onderGeldens; de rij heel bijzondere panden met hevig geweest. Dr. Jan Kalf, secretaris van de siermetselwerk in geglazuurde steentjes en Rijks commissie voor de Monumenten, zou in 1906 in zijn standaardwerk over de tegeltjes, geboetseerde koppen etc. bepaalt nu nog het beeld vanaf café 't Huukske tot Katholieke Kerken in Nederland Druten aan het Postkantoor. Ik noem hier: Kattenkenschetsen als een 'eenigszins stadsch burg 9, het voormalige woonhuis van Spits, dorp'. in de voorgevel een kopje, voorstellend Levi Met zijn kantongerecht, dijkstoel en belasHes, een Joodse paaskoekenbakker en voortingdienst kende Druten temidden van een malig eigenaar van de bakkerij aan de overwegend agrarische streekbevolking een Kattenburg 27, die - naar ontwerp van Spits zekere maatschappelijke bovenlaag, een zou worden omgetoverd tot het huidige gegoede burgerij: rechters, griffiers, deurBondsgebouw, met het tegeltableau van de waarders, secretaris en ontvanger van het H.H. E walden. Het ontwerp van dit tableau polderdistrict, heemraden, doktoren, notabevindt zich in de nalatenschap van mej. rissen, zelfs een echte 'organist-muziekSpits. Ik wijs op het fraaie Jugendstil tegelmeester'; er bestond sinds 1849 een zangtableau in het pand Kattenburg 13 (voormavereniging, 'Orpheus' genaamd, die in de lige Cathals). Zijn mooiste ontwerp is echter twintiger jaren van onze eeuw zelfs beschikte het pand Kattenburg 15 (1910) (ambulanceover een eigen concertgebouw. Ook godsdienst) met prachtige Jugendstil elementen. dienstig was het een centrum; sinds 1804 was het de zetel van het dekenaat. Sinds 1880 De Kattenburg is dankzij Joseph Spits een beetje 'Cuypers op z'n Druteiis' geworden; verscheen in Druten een eigen kjrant; de de betreffende panden zijn op de gemeentegegoede burgerij bezat een eigen sociëteit, lijke monumentenlijst geplaatst. Spel en Kout. De gevarieerde maatschappeSpits gaf daarenboven tekenles en - een lijke opbouw van de bevolking wordt geïllusnovum voor Druten - een electriciteitscursus treerd op de eerder genoemde foto: je ziet de aan het Patronaat. Hij was er ook debet aan dames - mevrouwen en juffrouwen - in dat de bouw van Boldershof de keuze op de modieuze toiletten en heren met bolhoed, toen moderne - architect Eduard Cuypers, boeren en boerinnen in de traditionele Maas neefje van Dr. Cuypers, die zich in zijn werk en Waalse klederdracht, en (letterlijk) Jan aan de neo-stijlen wist te ontworstelen. Dit in met de pet. tegenstelling tot Spits, die in zijn ontwerpen afgezien van wat Judenstil elementen - toch In Druten vond Spits - behalve zijn vrouw ook een milieu dat enigszins paste bij zijn eigenlijk traditioneel bleef. opleiding en belangstellingssfeer. Zijn dochSpits' dochter Antoinette koos voor een ter, bij voorbeeld, kon er op franse converambtelijke loopbaan; zij was werkzaam op het Drutense Postkantoor. Zij heeft de satieles gaan bij de Filles de la Sagesse van Boldershof, enz. Frans was nu eenmaal bon erfenis van haar ouders zorgvuldig gekoeston! terd. Daaronder bevonden zich vele antiquiteiten, In 1906 werd J.C. Renckens, schoonzoon meubelen, porcelein, enkele schilderijen, van Nicolaas Geldens, mede-directeur van tapijten, originele tekeningen en ontwerpen Dericks & Geldens. Hij zou de taken van van haar vader, onder andere de eerder Spits binnen het bedrijf overnemen. Spits genoemde schets van de H.H. Ewalden en verlegde zijn werkterrein. Rond 1910 voorenkele vroege terracotta reliëfs, gebakken bij zag hij Druten van een acyteleen-verlichting Dericks & Geldens. en toen Druten eenmaal op het electriciteitsnet was aangesloten in 1916, kreeg hij de De totale inventaris bevatte bijna vierhonderd voorwerpen. Deze behoorden tegen leiding van het gemeentelijk distributiebe-

19


een redelijke vergoeding op basis van taxatie door een beĂŤdigd taxateur, een museale bestemming te verkrijgen. Het testament van mej. Spits kende de Historische Vereniging Tweestromenland een voorkeursrecht toe. Uit de totale inventaris heeft het Streekhistorisch Museum - geadviseerd door drs. W.H.Th. Knippenberg te 's-Hertogenbosch

- een keuze gemaakt. Door subsidies, giften en akties, zoals de sponsorloop van het Pax Christi College, werd het financieel mogelijk deze voorwerpen voor het museum te verwerven en kan er een representatieve laatnegentiende eeuwse, Maas en Waalse, burgerlijke, roomskatholieke stijlkamer worden ingericht.

Harrie Croonen in Memoriam In de nacht van 18 februari 1991 overleed Harrie Croonen uit Afferden. Hij was enkele dagen ziek geweest, maar wilde diezelfde maandag, 18 februari, weer gaan werken. Hij had me 's vrijdags nog gebeld, blij omdat hij bij een tante de tekst gevonden had van een Litanie ter ere van St. Antonius Abt, tweede patroon van de Afferdense parochiekerk. Harrie hield van dat soort dingen. We werkten samen aan een boek over de parochie- en dorpsgeschiedenis van Afferden. Een betere medewerker kon je niet hebben. Zeker al 20 jaar had hij zich in het verleden van Afferden verdiept. Samen met hem en zijn veel oudere vriend Jo Gubbels heb ik een jaar of 18 geleden de eerste diavoorstelling over Oud-Afferden mogen verzorgen. Later heb ik bij het schrijven van een serie heemkundeprojecten voor de Afferdense basisschool steeds gebruik mogen maken van de talloze gegevens die Harrie Croonen verzameld en gedeeltelijk ook gepubliceerd had, o.a. in dit tijdschrift. Zijn medewerking aan het 'dorpsboek' - een beetje het eindprodukt van zijn nasporingen - is nu plotseling afgebroken. Harrie Croonen was nog jong: 49 jaar. Zijn liefde voor de dorpsgeschiedenis heeft hij al op jeugdige leeftijd opgevat. Hij moet ze van huis uit meegekregen hebben. Van moeders kant stamde Harrie Croonen af van de Schoutens, sinds de BataafsFranseTijd wel de invloedrijkste familie in Maas en Waal, waarvan de Afferdense tak op 'De Drie Waayen' woonde. De Croonens zelf stammen uit Duitsland en hebben zich via Ewijk halfweg vorige eeuw in Afferden gevestigd, o.a. als smid. Harrie's grootvader was onderwijzer aan de openbare school op Het Hoog. Zijn vader, effectenmakelaar van beroep, diende sinds 1931 als kerkmeester tientallen jaren de parochie, met name in financieel opzicht. Harrie zelf heeft 35 jaar lang in het kerkkoor gezongen. Je kon met Harrie Croonen niet doen watje wou. 'Een beetje een stoere man van buiten', zo kenschetste zijn Nijmeegse werkgever hem aan het graf. Maar wie eenmaal zijn vriendschap gewonnen had, hoefde niet alleen geen moment meer te twijfelen aan zijn trouw, maar ontdekte in hem ook al gauw een warm hart en een bewogen gemoed. Hij was diep geschokt, toen drie jaar geleden zijn enige broer plotseling stierf. Het is nu Harrie zelf ook overkomen.

JvO

20


W J. M. Th. van Rossum

Denkend aan Holland . . 'Denkend aan Holland zie ik brede rivieren

traag door oneindig laagland gaan . . .' Een dergelijk poëtisch en gedragen beeld

kon alleen ontstaan in de geest van een 20eeeuwse dichter. Immers dan pas is de kracht van de grote rivieren zodanig beteugeld dat de stroom zich overwegend, of ogenschijnlijk, traag richting Noordzee beweegt.

In de eeuwen daarvoor is dat wel anders geweest, getuige de talrijke schriftelijke

bewijsstukken in de archieven van de voormalige polderdistricten Maas en Waal en de Dorpspolders, bewaard in het Gemeentearchiefvan Nijmegen. Overstromingen en door brute waterkracht kapotgeslagen rivierdijken komen uit de bronnen op soms koele dan weer aangrijpende wijze tot ons. (1) Maar eigenlijk is de strekking van het merendeel van de stukken in de verschillende polderarchieven juist een streven naar het voorkomen van overstromingen en dijkdoorbraken. Paradoxaal is dan dat tot aan ruwweg de twintigste eeuw de regel gold: hoe meer zorg, des te meer rampen. Het was de aanleg van steeds hogere dijken zelf, zonder structureel werk aan de rivierstroom, die vrijwel ieder decennium vanaf globaal 1600 tot midden 19e eeuw leidde tot een grote overstromingsramp in het gebied van Maas en Waal. Aan de ijver van de betrokken lag dat dus niet, eerder aan hun beperkte weten . . . De bedijking van de grote rivieren in het midden van ons land, de Maas en de Waal, is begonnen in de 10e eeuw; de mens van toen had er kennelijk genoeg van dat ieder jaar opnieuw een deel van zijn akkergrond onder

water kwam te staan. Aanvankelijk werden de lagere plekken in door de rivieren opgeworpen oeverwallen opgevuld, maar in de volgende eeuwen werden er heuse dijken aangelegd. Een werk, dat pas goed vorderde toen de graven van Gelre er zich, door middel van dijkbrieven, een soort van

waterschapwetgeving, mee gingen bemoeien. (2) Zo rond 1400 was er een gesloten dijkenstelsel tot stand gekomen, waarbinnen

de waterstand met sloten, weteringen en sluizen werd geregeld. De bedijking begon met de aanleg van een zijdwende (of zijvang), langs de hoogstgelegen grens met het naburige kerspel om het kwel- en regenwater van die kant te keren. De zijdwendes (in de vorm van kaden) vormden gedurende eeuwen de grenzen tussen de verschillende kerspels en dragen namen als Zijvelt, Zijvond en Zeegdijk. Aan de rivierzijde werden de oeverwallen opgehoogd tot dijken en de gaten werden gedicht. Teneinde de waterstand enigszins te kunnen reguleren was er een vrij stringente samenwerking tussen 'buurkerspels' vereist; juist de al genoemde dijkbrieven trachtten de samenwerking te bevorderen door enerzijds een nieuwe regelgeving, anderzijds een codificatie van al bestaande, soms al zeer oude, waterrechten. De oorspronkelijke kaden vielen onder het beheer van het dorpsbestuur, bestaande uit de schout en twee uit de geërfden ^grondbezitters) gekozen buurmeesters. Voor onderhoud en herstel van de dijken was de hele gemeenschap verantwoordelijk. In tijden van nood (hoog water, dijkdoorbraak) werden de geërfden bij klokkeslag (het luiden van de kerkklok) opgeroepen om aan een dreigende ramp het hoofd te bieden. Om de mate van hulpverlening te regelen werden de grondbezitters soms ingedeeld in (3): - hele boeren: zij moesten verschijnen met paard, kar en knecht; - halve boeren: op te komen met paard en kar; - keuters: zij werden geacht een spade mee te brengen. Het water dat binnen de bedijking van een polder terecht kwam, bijvoorbeeld als kwelwater, werd afgevoerd via sloten en uiteinde-

21


lijk de weteringen, grote kunstmatige watergangen die Maas en Waal van oost naar west doorsnijden. De effectiviteit van dit waterbeheerssysteem was in vorige eeuwen nogal gebrekkig, omdat ieder kerspel er in eerste

instantie naar streefde van de eigen overlast af te komen. En dat resulteerde meestal in overlast voor de buren, die weer loosden op hun buren. Als gevolg van dit gebrek aan nabuurschap stonden dan bijvoorbeeld in West Maas en Waal de akkers gedurende lange tijd onder water en was dientengevolge de oogst karig.

De Oude Wetering is grotendeels gegraven voor 1300, nog voor de eerste dijkbrief voor Maas en Waal in 1321, en heeft in de loop der geschiedenis nogal eens gezorgd voor twisten tussen de dorpspolders onderling. De ruzies ontstonden eigenlijk steeds over het tijdstip waarop de sluizen in bepaalde weteringvakken mochten worden geopend. In zijn oudste vorm loosde het bovenste deel van de Oude Wetering op de broeklanden tussen Bergharen en Deest. De kosten voor onderhoud werden gedragen door gebruikers van alle laag gelegen gronden tussen de stad Nijmegen, begrensd door de stadsmuren, en de westgrens van het Rijk van Nijmegen. Hoewel de Oude Wetering later ook wel de Rijksche Wetering werd genoemd, ging het oorspronkelijk om twee verschillende watergangen, onderling zelfs niet verbonden. Dat gebeurde pas later, na 1532. Terecht vreesden toen de benedendorpen, o.a. Alphen, Dreumel en Wamel, het slachtoffer te zullen worden van het overtollige water van Nijmegen en de bovendorpen. Doorverbinding van Oude en Rijksche Wetering leverde de benedendorpers vrijwel ieder jaar opnieuw wateroverlast. De plaatsen waar de Oude Wetering uitmondde in de Maas heetten de Blauwe, en eerder nog de Sochweise, Sluis en de Greffelingse Sluis. De Blauwe Sluis zou zo rond 1430 voornamelijk op initiatief van de Maasbommelnaars zijn aangelegd om het water van Nijmegen en de bovendorpen eerder, dus zonder overlast voor Maasbommel, op de Maas te kunnen lozen.

22

De Nieuwe Wetering werd gegraven na 1321. Daarvoor loosde een groot gedeelte van Weurt en ook Hees, Hatert en Neerbos op het komgebied tussen Beuningen en Wychen. Vanuit Appeltern werd in de 14e eeuw begonnen met de aanleg van deze watergang, waarbij, evenals bij de Oude Wetering, waar mogelijk gebruik werd gemaakt van natuurlij k waterlopen. Door de eeuwen heen

is er veel commotie geweest tussen aan de ene kant de bovendorpers en aan de andere kant de inwoners van de benedendorpen. Meestal betrof het onenigheid omtrent meebetaling bij reparatie aan sluizen en wallen en gevolg was vaak dat een aantal jaren het water van het gebied van Dukenburg, Hatert en Hees ongehinderd het lagere Maas en Waal instroomde, totdat het conflict, veelal door ingrijpen van hogerhand, was beslecht. (4) Uitendelijk werd er een regeling opgesteld waarin bepaald werd dat de sluis in de Teersdijk (tussen Dukenburg en Wychen) pas mocht worden geopend drie maal 24 uur nadat de sluis bij Appeltern was opengegaan. Dat openen gebeurde geleidelijk, waarbij steeds rekening moest worden gehouden met de grootte van de opening in de Blauwe Sluis. Ook werd voorgeschreven dat elke watergang die loosde op de Nieuwe Wetering afgesloten moest worden door een schutje (sluisje) dat pas mocht worden geopend, nadat de sluis bij Appeltern was

opengegaan. De controle over de Oude en Nieuwe Wetering was tot 1827 in handen van de Rijksche dijksteel. De kosten voor onderhoud, zoals bijvoorbeeld het vegen, werden oorspronkelijk gedragen door de eigenaars van alle gronden die op een wetering loosden. Om eigenaars te kunnen administreren, werd een lijst aangelegd, de zogenaamde weteringrol. Maar al heel spoedig (in de 15e eeuw) vond men dit systeem te omslachtig en bovenal onpraktisch. Daarom werden de weteringen 'gemeen' gemaakt, hetgeen betekende dat elk kerspel een weteringvak ter onderhoud kreeg toebedeeld. Om vast te stellen wat iedere eigenaar moest betalen in de totale zetting werd een lijst opgemaakt, waarin werd opgetekend hoeveel grond iedere eigenaar bezat in de


betrokken polder. De lijsten heetten naar de maat waarin het grondoppervlak werd gemeten: morgentalcedulen. (5) Dit systeem bleef gehandhaafd tot in de 19e eeuw, waarna het waterschap verantwoordelijk werd voor onderhoud en de kosten doorberekende aan de belanghebbenden. In onze tijd is het 'Polderdistrict Rijk van Nijmegen en Maas en Waal' het waterschap dat de veelomvattende beheerstaken van de beide weteringen in zijn portefeuille heeft. De bedijking, we zagen het al, gaf lang niet altijd de zekerheid de voeten droog te houden. Ontelbaar zijn de dijkdoorbraken in het rivierengebied, doorbraken ook die vrijwel ieder jaar opnieuw slachtoffers eisten en veel materiële schade met zich brachten. Bezitters van grond binnen een dijkenstelsel waren verplicht ieder jaar een stuk dijk te verzorgen met een lengte die gerelateerd werd aan de grootte van hun grondbezit. In

de dijkcedulen (6) wordt heel precies aangegeven welk dijkvak door wie moest worden onderhouden. De lengtes van de dijkvakken die in die registers worden genoemd mogen heel gering lijken, maar het onderhoud was bepaald geen kleinigheid. Vrijwel al het onroerend goed, zelfs dat van de kerk, was dus belast met dijkplicht. Daartoe was de dijk verdeeld (verhoefslaagd); maatstaf daarvoor was de oppervlakte van het onroerend goed en niet de persoon van de eigenaar. In de dijkcedulen staan achter de nummers van de dijkvakken dan ook meestal de namen van de percelen en dan pas de namen van de eigenaars van dat moment. Controle op het onderhoud van de dijkvakken werd uitgevoerd door de dijkgraaf. Te paard trok hij, met in zijn gevolg de heemraden en de dijkschrijver, gedurende een aantal dagen van herberg naar herberg, de hele dijkring rond. Een dergelijke inspectietocht werd schouw genoemd. (7) Geschouwd werd alleen bij klimmende zon, dus alleen voor de middag; om 12.00 uur ging het gezelschap een herberg aan de dijk in, om de volgende morgen verder te rijden. De normen van de

schouw werden van te voren vastgelegd in de 'ciering'. Voldeed een dijkvak niet aan de normen, dan volgde veelal een procedure, waarbij het ongerede vak op kosten van de dijkgraaf werd hersteld in overeenstemming met de ciering. De gemaakte kosten werden vervolgens verhaald, in tweevoud minimaal, op de volgens de dijkcedul verantwoordelijke. Bij het niet kunnen voldoen aan de betalingsplicht volgde een zeer ingewikkeld rechtsproces, de zeventuigprocedure, (8) waarbij vorige eigenaars van het met dijkplicht 'besmette' perceel werden opgespoord. Vastgesteld moest worden welke onroerende goederen nog meer deel hadden uitgemaakt van de bezittingen van die vorige eigenaar(s). De dijkgraaf had het recht net zoveel van die eigendommen te confiskeren tot de schuld was voldaan. Zo kon het gebeuren dat nieuwe eigenaren hun gekochte of geërfde goed kwijtraakten, zonder dat zij enige schuld droegen aan het gebrekkige onderhoud van het bewuste dijkvak. Gedurende lange perioden van de zeventiende en achttiende eeuw waren er drie schouwen per jaar: 1. In het vroege voorjaar was er de loofschouw. Nagegaan werd wat de winter met zijn hoog water, stormen en ijsgang voor schade aan de dijk had aangericht. Alle geërfden dienden op 'hun' dijkvak aanwezig te zijn en beloofden dan hun deel volgens de ciering te onderhouden, repareren of verhogen. In de loop der tijd namen de buurmeesters die plicht over en beloofden namens de eigenaars de dijk te zullen onderhouden. 2. In het midden van de zomer vond de aardschouw plaats. Nagegaan werd of de nog onbegroeide dijk voldeed aan de ciering. De dijkgraaf vroeg aan de heemraad of het dijkvak geprezen (d.w.z. goedgekeurd) mocht worden. Indien dat niet het geval was, dan volgde in de achttiende eeuw een boete en kreeg de geërfde een nieuwe kans: op zeer korte termijn moest het dijkvak volgens de norm worden gerepareerd. In de zeventiende eeuw was het nog gebruikelijk dat de dijkgraaf in geval van in gebreke

23


•^•«- y*»~ £&£ J2 S^?^ 4^+ <foïK*-

JïctXvn- X7*u; /x s7>ï^s*_ -%^'/- xdL*

~~fL4VT*/#rL—

/f£sfy.SU^/~

'/^T_t^~

A-Ouf

& <t^A<fc

xJa*. %£)„* AS /*** p**gs-S'irf ^Tf-

r

fa++/ /rr^rrv^ *^ *^~~ ^ t^«W<'a.

/$£/

r*£ï*&< ^^~^--—— <W<^

-vJ?)^

fre/£>-

0+" ^^^

&)0ifVe~—

/uvJ^^frï^ Sr* ^***>/ <7to«*^ *?> *-*fyüdt.jL-

fl/- /ƒ

/«*-. Va^t- üt**^-*—— ^^^

G)/»- *~* if& ^ ^ fy*/e^J^e*s-<

ƒ^'^ƒ ~S-**-f£**-

^ / ^<M^ 'frvS-rXr-^

t>^ Sr~ W<£

ciZ}'^^^^^*™- ~ 4$~- '" , <é*»^ ^^Bty^^ ^5J^/~^ 0+°)* <&~*^**-*ï£^/f"~* / /^'Aj^rfê*is?>f& )yS'~ - -

y/ /

/

v

Q

& ^

^y__ V^-^ ^-^ VJU-^ ^to«^S*^&^^'^fL^''f*' c

'7^ \ °\ ' -' Ja tUS)iu*/è«-/

-

-

55

J%; >feZ 4^-- ê£é ^ïf&r^

r^/^^J^^rX^U

,

/^^- f;-*/—

)^L ^ ^w*^-^^^ ^^ *-*"-~ yV/^

^fö"

^V^A»^^-/!—— ) -^

Zetcedul 1797: werkzaamheden van Steven van Elck.

24

— -Q. z 7 4 - o z.'

——

~

——

^ /

-=^'0~=-ff


1709, 1711, 1713, 1720, 1726, 1741, 1747, 1753, 1757, 1760, 1768, 1769, 1771, 1776, 1781, 1784, 1789, 1795 en 1799.

blijven terugreed naar de vorige herberg en daar 'ging liggen teren' (=eten en drinken op kosten van de nalatige) net

zolang tot het dijkvak was hersteld. 3. De laatste schouw van het jaar was de tuinschouw. De geërfden moesten tegen de buitenzijde van het dijkvak een bekleding van tenen vlechtwerk, vastgezet met palen, aanbrengen op de plaats waar in de winterperiode het water, naar alle waarschijnlijkheid, zou staan. Ook werd wel gebruikt gemaakt van rijshout, riet of stro. Herhaaldelijk is het voorgekomen dat geërfden (bezitters van land) niet aan hun verplichtingen van dijkonderhoud konden voldoen en dientengevolge al hun land kwijtraakten. Omdat een dergelijk geval altijd

extra kosten met zich bracht die uit de dorpskas bestreden moesten worden gingen veel dorpen er dan ook langzamerhand toe over de dijken 'gemeen' te maken, dat wil zeggen dat de dijken voortaan werden onderhouden door het dorp en dat de kosten werden omgeslagen over alle geërfden.

Bijna vijftig keer in zo'n driehonderd jaar spoelden dood en verderf over akkers, sleurden huizen, vee en mensen mee; en iedere keer opnieuw moest de dijk gedicht en de schade hersteld worden. (9) Nee, het leven achter de dijken was bepaald geen door romantiek gekleurd bestaan. Het kende af en toe zelfs een zekere wreedheid met als ondertoon 'De een zijn dood, is de ander zijn . . .' Als de waterstand kritiek werd en er langs Waal of Maas een permanent systeem van dijkbewaking gold, werd er tussen dorpen aan weerszijden van de rivier zeker niet samengewerkt. Herhaaldelijk kwam het voor dat de eigen dijk werd behouden (door hem sterk op te hogen) ten koste van die van de overburen. En terwijl aan de ene zijde van de rivier de jammerklachten opstegen na een rampspoedige doorbraak, was er aan de andere zijde het hoerageroep, vanwege het behoud van de eigen dijk, hoorbaar.

Tientallen malen per eeuw stonden grote delen van het landbouwareaal onder water, hetzij door overstromingen en dijkdoorbra-

ken, hetzij door een gebrekkige methode van waterbeheersing. ledere eeuw, sinds het dijkenstelsel rond Maas en Waal gesloten werd, kende wel enkele grote overstromingen en doorbraken. Wie de jaartallen daarvan opspoort, zal zich afvragen uit welke bron de bewoners iedere keer opnieuw de moed putten te herbeginnen met het sluiten van de gaten en het bewerken van hun land. Grote doorbraken waren er in de 16e eeuw in: 1505, 1511, 1523, 1524, 1527, 1529, 1530, 1538, 1542, 1552, 1565, 1570, 1571, 1573, 1584, 1587 en 1595. De zeventiende eeuwers registreerden: 1634, 1635, 1651, 1655, 1658, 1663, 1664, 1677, 1682, 1692, 1697, 1698 en 1699 als jaren van grote tegenspoed tengevolge van doorbraken en overstromingen. Rampjaren in de achttiende eeuw waren:

Soms verraste het bezwijken van een bepaald dijkvak 'vriend en vijand'. Zo vermeldt het jaarboek van Tiel over de kritieke toestand in het jaar 1781: 'Ten tyde der meeste verwarringe in 't grootste gevaer dezer Stadt, hoorde men van derzelver wallen, te midden door het donderend gerommel van het ijs en het

gebulder van den wind, het akelige noodgelui der klokken te Wamel en D reumei, vermengd met het schreeuwen en kermen der vlugtende inwooneren, bezig om

zigzelven en hun vee op de dyken te bergen; maer, tot verzwaering hunner ellende, vonden zij dezelven door het water wel twee voet hoog overstroomd, en op zommige plaetsen reeds doorgebroocken, terwyl het water met een groot geweld over dezelven binnenwaerts stortte en alles met zig nam wat het in zynen aandrang ontmoette. Op de waghten vertrouwende had de menigte zig ter ruste begeven. Deze wagts nu, door de schiely-

25


Opkistingen zoals die langs Maas en Waal in de 19e eeuw werden toegepast.

ken en nooit gehoorden aenwas des waters verbaesd, hadden nauwelyks tyd om hunnen mede-dorpelingen behoorlyk te waerschouwen. Met het licht hunner lantaernen en lampen kon men hen raedeloos ginds en herwaerts zien loopen; en hun geroep van help! . . . help! . . . help God . . . drong door tot de zielen der aenschouweren en hoorderen . . .' (10) In tijden van watersnood verleenden de bewoners van het getroffen gebied de nodige hand- en spandiensten. Deze bestonden bijvoorbeeld uit de leverantie van mest en palen om daarmee de bedreigde dijk te beschermen. Het klinkt wat primitief, maar tegen hoog water werd tot ver in deze eeuw met succes opgetreden met behulp van palen, planken, stro en mest. De werkzaamheden werden uitgevoerd onder leiding van een 'rotmeester'. Deze aanduiding had te maken met de indeling van de mannelijke bevolking van de kerspels van Maas en Waal in dijkwachtplichtigen. (11) De wachtplichtigen werden per kerspel verdeeld in groepen van zo'n acht a negen man. Een groep heette een rot en ieder rot had een aangewezen rotmeester. De indeling in rotten was een taak van schout en buurmeesters; de rotmeesters werden aangewezen door het dijkbestuur zelf en uiteraard werd scherp gelet op bekwaamheid. In tijden van nood had ieder rot 24 uur wachtdienst en werd dan afgelost door een volgend rot. Op weigering van wachtdienst stond een hoge geldboete. Elk rot diende voorzien te zijn van de nodige hulpmiddelen om in noodsituaties direct te kunnen ingrijpen. Tot de uitrusting behoorden onder andere verschillende soorten bijlen en schoppen, maar ook diende er een paard klaar te staan om van post tot post (nood)signalen te kunnen doorgeven. Als belangrijkste versterkingsmateriaal van

26

de dijk werd mest gebruikt. Dat materiaal werd gereed gehouden in de nabijheid van de op- en afwegen van de dijk. De mest moest geleverd worden door de boeren van het kerspel: grote boeren hadden een zwaardere plicht in deze dan de kleine boeren. Bij acuut gevaar stonden een paar stortkarren paraat om direct vrachten te kunnen vervoeren naar de bedreigde plaats(en). Behalve mest waren er meer noodmaterialen in de nabijheid van de dijk (of op de dijk) in magazijnen (soms de kerk) voorradig. Daartoe behoorden kruiwagens, grote houten hamers om palen in te slaan, planken van voorgeschreven afmeting, juffers (palen) van verschillende lengte, kaarsen, lantaarns en toortsen. De controle op de aanwezigheid van de voorgeschreven materialen was in handen van ĂŠĂŠn van de heemraden van het Ambt van tussen Maas en Waal. Uit de negentiende eeuw zijn verschillende controlelijsten bewaard gebleven. Met behulp van de met ijzer beslagen juffers werden planken in de berm van de dijk geslagen, daarachter werd ter versteviging mest gestapeld. Op die manier werd een soort van kraag gevormd die tot een behoorlijke hoogte kon worden opgetrokken. Zo trachtte 'het dijkleger' het over de dijk spoelende water te keren. De bossen rijshout, in echte noodsituaties nog aangevuld met bossen 'havere schoof, dienden als grof vulmateriaal als de mestvoorraad niet toereikend was. In de 16e en 17e eeuw diende de kerk in vele kerspels als magazijn van dijkvoorraden, en dat kon ook makkelijk, omdat slechts een zeer klein deel ervan gebruikt werd door het handjevol protestantse gelovigen aan wie de kerk was toegewezen. In de 18e eeuw echter werden er op de dijk, en dan het liefst nabij van oudsher zwakke plekken, bewaarplaat-


Veel materialen werden in noodgevallen direct ter plaatse door betrokkenen aan de

bevestigen. Geldige redenen, zouden we kunnen opmerken, maar rekeningen die ingediend werden door meer notabele personen dan simpele geĂŤrfden werden, zeker

dijk geleverd. De kosten van dergelijke

in de 16e en ook nog wel de 17e eeuw,

leveranties in watersnood werden in rekening gebracht en doorberekend aan de inwoners van de polders. Veel rekeningen zijn verdwenen, maar die bewaard zijn gebleven geven een interessant beeld van de gebruikte materialen, de leveranciers en natuurlijk de kosten van een en ander. Een dergelijke lijst bevindt zich in het archief van het Polderdistrict Maas en Waal in de map met inventarisnummer 3102. Het betreft een rekeningoverzicht met als opschrift: 'Reeckening van hetgene die van Maasbommel door order van den Hooghwelgeboren Heer van Erp in watersnoodt aan den dijck hebben gelevert in september 1725 en in den volgende winter. In de marge staat, als teken dat niet iedere ingediende rekening ook zonder meer werd

zonder bezwaar geaccepteerd. Het totaal van genoemd rekeningoverzicht beloopt een som van 1551 gulden en 12 stuiver. Ter illustratie: de totale begroting van het dorp Maasbommel bedroeg in datzelfde jaar een bedrag van 2348 gulden en 6 stuivers. De afzonderlijke bedragen variĂŤren van 12 stuivers (voor de levering van een partij stro) tot 300 gulden (voor 3120 bossen hout), in een tijd dat een dagloon voor een arbeider l O stuiver bedroeg en voor een vakman het drievoudige werd betaald.

sen van noodmaterialen ingericht.

geaccepteerd, 'Dese niet gevalideerd . . .' Als redenen voor afwijzing van deze staat wordt opgegeven dat hij niet aan de voorgeschreven vorm voldoet, en dat schout en buurmeesters niet iedere post onder ede kunnen

1725 Jan de Groot, schepen

Het voert te ver de staat in zijn geheel (4 foliovellen) op te nemen, maar de erin vermelde namen hebben o.a. genealogische waarde en sommige posten zijn zonder meer curieus te noemen. Daarom volgt hieronder een samenvatting, waarbij alleen nieuwe posten in hun geheel staan vermeld; bij herhaling van geleverde goederen en/of diensten staat alleen een naam vermeld.

4Mi vim hout a 10 gld (l vim is 104 bos) 1700 palen 2 gld de 100 17 vim stro a 2 gld 10 st

2 horden (planken) a l gld

Herman van Steenvelt de Dijckschout de Heer Righter Poelman Hendrick van Toor Sander van Hoeck Willem van Muijlecom Jora Engelbarts Aelbert de Haas Loef Aerts

45,42 gld 10 st 42 gld 10 st

2 gld

jenever (werd in tijden van nood en kou aan arbeiders verstrekt) 42 gld 15 st 42 dagen en nachten wacht 105,14 pond kaarsen a 7 st 4 gld 18 st 9 dagen getimmerd 13 gld 10 st een deel oud ijzer voor het smeden van een handboom om tijdens vorst op de dijk te gebruiken 2 gld 10 st 30 elze- en 2 essebomen a 2 gld 64,6 dagen met zijn aak aan de dijk gevaren 9,2 dagen met zijn aak hout aan de Alphense sluis gebracht 3,24 dagen en nachten de wacht aan zijn huis gehad 60,22 schietelzen en -wilgen a 2,50 55,op order van de Hoogwelgeb. Heer van Erp in de zwaarste sneeuw en kou de dijk langs geweest naar Keent alsmede naar Batenburg in de nacht en nog naar de Waalkant 5,Weduwe Heijmerick de Groot

27


Hendericus de Groot Weduwe Bernt van Erkelens Weduwe Hendrick van Weerdenburg Robbert van den Velden de Heer van Waspick Aert Jansen Sob de Heer Sander van Bommel Geradus Geenen Arien Huijberts Aert Ceelen Derck Post Jan van Erkelens Johannis van Toor Hendrick van Gulp Hendrick den Crijger Joost van Swolgen Jan de Smit 1726 Jan van Velthoven Hendrick van Groenendaal Derck Post

Derck van O ij en

31 dagen met zijn aak gevaren aan de dijk a l gld 10 st; 14 dagen a l gld 60 gld 10 st 150 vijf duim 2 gld 5 st 150 last nagel l gld 14 st naar Nijmegen geweest 1,op last van de Hoogwelgeb. Heer van Erp in watersnood naar Nijmegen geweest 2,3 dagen aan de dijk horden getuind (vlechtwerken aangebracht) l gld 10 st nagels (spijkers) die aan het Abtsgat verwerkt zijn

Jan Selders 4 paarden

Jan de Smit 'die van Maasacker' Jan Rinck tot Bommel Wouter Rinck Derck Jansen Lodewijck Toebast de Ontvanger de Leeuw

2 gld 10 st

met zijn schuit 450 palen naar het Abtsgat gebracht l ,van Jan van Steenvelt, de dijckschout, Cornelis van der Velden en de righter. De paarden zijn de gehele winter met gescherpte ijzers voor en achter in gereedheid gehouden en tijdens harde vorst ook op de dijk gebruikt. Ieder krijgt 12,voor het beslaan der paarden 10 gld 12 st Jan van Swolgen Noage Bellegam Sander van Hoeck Joseph Huijberts Willem Gerritsen Crielen

Was getekend, S. van Hoeck en Gerit Crielen, buurmeester.

Wie in het kader van enig onderzoek de archieven van de verschillende voormalige Polderdistricten in Maas en Waal in de beschouwingen betrekt, zal daarin getuigen vinden

van heroĂŻsche strijd, uitbuiting, kortzichtigheid, kortom van de mens van toen ... en nu. En alleen de onderzoeker die de mens van toen in al zijn facetten wil leren begrijpen, zal uiteindelijk zichzelf begrijpen.

28


Noten: 1. Zie bijvoorbeeld Voormalig Polderdistrict Maas en Waal nr. 3109, waarin rekeningen over de kosten bij de dijkdoorbraken van 1757. 2. Zie voor een zeer uitvoerige geschiedenis van Maas en Waal en de waterstaatkundige verhoudingen: H. van Heiningen. Tussen Maas en Waal. Zutphen 1972. H. van Heiningen. De historie van het land van Maas en Waal. Zaltbommel 1965. 3. Voormalige Dorpspolders nr 11500: lijsten van heele of halve boeren des kerspels Wamel om te gaen arbeijden aen Aptsgat op den 9 octob 1713. Polderdistrict Rijk van Nijmegen nr 1169: inwonerslijsten van de jaren 1693, 1739, 1748, 1750, 1803 en 1804 van djverse dorpen in Maas en Waal. 4. De Gecombineerde Waterlossing nr 4278 en 5148 toten met 5153 geven een aardig idee over de aard van de conflicten en oplossingen. 5. Morgentalcedulen (overigens niet alleen opgemaakt voor de verdeling van kosten van onderhoud van weteringen): Voormalig Polderdistrict Maas en Waal nr 1804, 3642, 3644, 3653 en 3727 tot en met 3781. Gecombineerde Waterlossing nr 5130 en 5132.

Voormalig Polderdistrict Maas en Waal 3488 tot en met 3528, terwijl er in het archief van de Voormalige Dorpspolders per dorp gerangschikt nog dijkcedulen worden bewaard. Zie voor aantekeningen tijdens de schouwen de bewaard gebleven schouwboekjes: Voormalig Polderdistrict Maas en Waal 3454 tot en met 3459. Bewaard zijn de jaren 1646, 16931696, 1709-1712, 1712-1717, 1732-1741 en 1744. Voormalig Polderdistrict Maas en Waal 3481, 3482, 3572, 3601, 3602 en 3607. Zie voor herstel Waaldijken: Voormalig Polderdistrict Maas en Waal nr 3569 tot en met 3599 Zie voor herstel Maasdijken: Voormalig Polderdistrict Maas en Waal nr 3600

tot en met 3615. 10, Zie ook: De dijkbreuken bij Dreumel in de periode 1750-1820. A.M.A.J. Driessen, in Tweestromenland nr 44, 31-1-1985. 11 Polderdistrict Rijk van Nijmegen nr 1169: Beuningen inwonerslijst 1739 en 1749 met indeling in rotten Ewijk 1738 en 1748 idem. Wychen 1738 en 1739 idem, 1803 en 1804 met verwijzingen naar de oude rotindelingen. Winssen 1739 en 1748 met indeling in rotten.

PUBLIKATIES uit de TWEESTROMENLANDREEKS

ledenprijs

dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Maas en Waals woordenboek Aan het volk van Nederland Leeuwen en Elisabeth Boldershof Ewijks klooster Stoomtram deel 1 Schoolstrijd Appeltern Wee den vergetenen (watersnood 1926) Dorp Horssen Stoomtram deel II Kwartierstatenboek (in copievorm) kosten porto

nietledenprijs

uitverkocht f 9,75

f 18,50 f 18,50 f 13,50

f 9,75 f 25,00 f 25,00

f 15,00

uitverkocht / 9,75

Ć’ 9,75

uitverkocht uitverkocht f 30,00 f 39,50

f 35,00 / 39,50

/ 5,50

f 5,50

U kunt alle publikaties van deTweestromenlandreeks bestellen door overschrijving op postgiro 26 22 012 tnv. Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen. Boeken zijn aan te kopen in het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland te Wijchen en in het Streekhistorisch Museum Tweestromenland in Maasbommel tijdens de openingsuren.

29


SPEURNEUS

Onder deze titel gaat een nieuwe rubriek van start, geschreven door Johan van Os. De rubriek zal bestaan uit korte stukjes, die de nieuwsgierigheid en fantasie prikkelen. Meestal is er een vraag voor de lezer aan verbonden. Redactie SPEURNEUS Nr. 1

Zuigelingencatechismus

Foto t.g.v. opening kersttentoonstellingen: Fraaie handwerken in Maas en Waals bezit en tekeningen tussen Maas en Waal. De heer W. Hillenaar opent de tentoonstellingen door een kleed te 'merken' met zijn handtekening, deze wordt later geborduurd, evenals de handtekeningen van de genodigden. Op de foto v.l.n.r.: Wies Berris (fraaie handwerken), J. van Wezel, voorzitter Museum, Ger Mulder (tekeningen) en gebukt Burgemeester Hillenaar, oud-burgemeester van Appeltern.

Kopij voor tijdschrift nr. 68 inzenden vóór 20 mei 1991!

In het jaar 1908 liet de Tielse Gezondheidscommissie, die ook een deel van Maas en Waal onder zich had, een 'Catechismus voor de Voeding van Zuigelingen' drukken. Aan de gemeentebesturen van Appeltern, Wamel en Druten werd daarvan een stapel toegestuurd. Bedoeling was dat de catechismus bij iedere geboorte-aangifte uitgereikt werd aan de gelukkige vader. In 1912 had Druten nog exemplaren over, waaruit de Gezondheidscommssie opmaakt dat de ambtenaar van de burgerlijke stand niet met boekjes gesmeten had. Zouden er nog ergens exemplaren van de Zuigelingencatechismus rondzwerven?

SPEURNEUS Nr. 2

Ouwe Taaie Appeltern. Op 24 november 1788 gaf aan de Blauwe Sluis in Appeltern Allard van den Akker de geest. Het was geen schande meer. De man moet bijna 113 jaar geworden zijn. Bouwjaar van Allard: 1675. Typisch dat een Puif lijkse caféhouder in de eerste helft van de vorige eeuw ook weer Allard van den Akker heette. En in de eerste helft van de vorige eeuw woonde er een Aaldert van den Akker in Horssen. Hebben we een familielijntje ontdekt, teruglopend tot 1675?

Bron: L.H.Chr. Schutjes, Geschiedenis van het Bisdom 's-Hertogenbosch, Dl. III, St. Michielsgestel, 1872, p. 132. Johan van Os, tel.: 08870-13804

30



Het Streekhistorisch Museum Tweestromenland te Maasbommel is geopend: elke zondag van 14.00-17.00 uur en vanaf 1 mei t/m 30 september elke woensdag en zondag van 14.00-17.00 uur. Telefoon: 08876-2316 Postadres: De Heuvel 107, 6651 DC Druten. Het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland, Kasteellaan 24 te Wijchen is geopend: elke woensdagmiddag van 14.00-17.00 uur, elke eerste zaterdag van de maand van 9.30-12.30 uur (dan zij-ingang). In de maanden juli en augustus gesloten. Telefoon: 08894-13012 Postadres: Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen.

32


STBEEKARCHIVARIAAT BOMMELERWAAlRD

T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

5.VII. 1991 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 68


TWEESTROMEN LAN D Opgericht 15 mei 1964.

Doel: in zo breed

mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en

het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen. Lidmaatschap: Het lidmaatschap geeft recht op toezending van tijdschrift en nieuwsbrief, op deelname aan excursies en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven uit de Tweestromenlandreeks. Contributie: De contributie voor 1991 bedraagt ƒ 30,-, men mag ook meer storten bij wijze van gift, te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen. Ledenadministratie: Mw. F.J. van Oijen, Markt 9-14, 6651 BC Druten, tel.: 08870-14337, voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat: Zwanensingel 259, 6601 foon: 08894-16247.

Administrateur: P. G. Leussink, Beuningen

Kopij: Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Tolhuis 52-37, 6537 SN Nijmegen, tel.: 080-444542. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever. Losse nummers tijdschrift: Nrs. 19 t/m 68 voorradig. Per stuk ƒ 6,-, exclusief ƒ 2,50 verzendkosten. Te bestellen door storting op giro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen.

Inhoud

GK Wijchen, tele-

Ereleden: H. van Heiningen, J.P.M, van Os. Erevoorzitter: J. P. van Wezel Bestuur: J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen J.A. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W.M. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten G.W. van Gelder, Beneden-Leeuwen Mevr. F.J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt W.J. van Sommeren, B eneden-Leeuwen Drs. C. Visser, Druten J. P. van Wezel, Alphen

3 6

Drs. H.J. Kobossen, Enkele annotaties bij het Kwartierstatenboek van Maas en Waal C.P.J. van Kouwen, 20 september 1944, een drama op de veerdam in Druten!

l O Ton Tielen, Een bericht over het werk van een minderbroeder in het Rijk van Nijmegen

12

H. Croonen (+), De Pastoors van Afferden vanaf 1500 t/m 1818

16

H. Croonen (+), Watersnood in 1926 in

17

Afferden (Gld.) L.W. Loeffen, De naam Zwartjes in Maas

26

en Waal Ton Tielen, Uit de polderarchieven: Inkwartiering te Leur (1675) Nieuwsbrief


WEESTROMEN1AND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder,

Huub van Heiningen en Ton Tielen.

NUMMER 68

1991/11

Drs. HJ. Kobossen

Enkele annotaties bij het Kwartierstatenboek van Maas en Waal Iedereen die zich met genealogie bezig houdt, weet dat het aantal personen per generatie verdubbelt. Heeft de probandus (probanda) twee ouders, in de vijfde generatie zestien betovergrootouders, in de zevende generatie komen we al aan 32 personen en in de twaalfde generatie is het aantal gestegen tot 2048. De hoeveelheid tijd die dit beslaat kan aanmerkelijk verschillen. Gaat het om jongere kinderen van laat trouwende boeren, dan kan een generatie ruim dertigjaar omvatten, soms wel meer en is in elk geval een eeuw voor drie generaties reëel, doch bij de 19de eeuwse arbeiders en bij soldaten in de 18de en 17de eeuw moet men met minstens 4 geslachten per eeuw rekenen, soms wel vijf. De meesten van degenen uit deze streken die onderzoek doen naar hun voorouders en ik ga daarbij uit van hen die tussen 1940 en 1950 geboren zijn, zullen ergens omstreeks 1672 uitkomen (in dat jaar werden de parochies hersteld door de invallende Fransen) en dat betekent tien a twaalf generaties, meestal wel met de nodige open plekken. De genealoog die in Maas en Waal zoekt, moet zich anderzijds de eis stellen pas tevreden te zijn als hij zo ongeveer rond 1680 uitkomt, is hij of zij nog niet zover, dan is het verstandig ervan uit te gaan dat er nog meer kan zijn en veelal is.

Komen we met de twaalfde generatie omstreeks 1650 of iets eerder (van ons uit gezien uit), op 2048 voorouders, in de 21ste generatie zou men theoretisch aan de 1.048.567 voorouders moeten komen, qua tijd ergens in de 14de eeuw. In de 36ste generatie, afhankelijk van drie of vier generaties per eeuw, hebben we zo tussen 800 en 1000 24 miljard voorouders. Zoveel mensen waren er op de hele planeet niet, zijn er trouwens op dit moment ook niet. We zullen tussen de vijf en zes miljard zitten. Men heeft berekend dat er omstreeks 1840 voor het eerst één miljard mensen op de hele aarde geweest zijn en in 1650 ongeveer 500.000.000. Wat ons land betreft, tussen ongeveer 1650 en 1815 is de bevolking stationair gebleven op een anderhalf miljoen, terwijl ze daarvoor sterk gegroeid is. Holland telde bijvoorbeeld in 1514 200.000 inwoners en in 1622 671.000, maar deze groei was vooreen groot deel gevolg van calvinistische immigra-


tie uit Vlaanderen. Drenthe telde in de 16de eeuw ruim 20.000 inwoners, in 1795 was dit gegroeid tot 40.000. Overijssel had aan het eind van de 15de eeuw ruim 50.000 inwoners, in 1675 waren dat er ruim 70.000. Friesland groeide in diezelfde tijd van 75.000 naar 170.000. Uitgaande van de gegevens uit de tweede helft van de 17de eeuw moeten we rekening houden met de gemiddelde groei - er waren grote verschillen - voor de noordelijke Nederlanden globaal met een verdubbeling rekenen van ca. 1470 naar 1670. Dat wil zeggen dat als in de late 14de en 15de eeuw de bevolking niet buitengewoon gegroeid is, er in de tijd dat onze 21ste generatie voorouders leefde, er een totale bevolking is geweest van ongeveer 750.000. Van deze 21ste generatie stelden we vast dat ze 1.048.567 leden telde. Deze weinige cijfers, waarbij immigratie als relatief weinig betekenend even terzijde gelaten kan worden, leidt tot twee belangrijke konklusies: 1. Tal van mensen moeten meer dan eens van dezelfde voorouder(s) afstammen. Er treedt dus voorouderbeperking op. Ik zal enkele voorbeelden geven: Frederik II van Pruissen moest tesamen in twaalf generaties 8190 voorouders hebben, het zijn er maar 2549. De in 1914 neergeschoten Frans Ferdinand had er zelfs maar 1508, dat wil zeggen een voorouderverlies van 5641 respectievelijk 6682 voorouders.

stammen, daarbij genomen als geografisch geheel het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen, ook inhoudende het Schependom met zijn drie dorpen Hees, Hatert en Neerbosch. De kwartierstaten van mijn beide grootmoeders komen er in voor, doch die van mijn moeders vader telde maar 12,5% voorouders uit deze streken en kwam niet in aanmerking. Die 12,596 hebben betrekking op Petronella van Oven, die in 1805 huwde met Henricus Ignatius Gla(a)p en haar voorgeslacht. Op deze naam heb ik de diverse kwartierstaten doorgenomen en kwam tot de bevinding dat er maar liefst 6 kwartierstaten op deze Leeuwense familie teruggaan: 1. Arts uit Leeuwen, via Jan Willems van Oyen, zoon van Wilhelmus van Oyen en Cornelia van Tiem. Wilhelmus van Oyen is een zoon van Antonius van Oyen en Margaritha Jansen van Hees. 2. Hoogstraten uit Alphen, viajoannes van Oyen en Petronella van Eisen. Joannes van Oyen is een zoon van Antonius van Oyen en Margaretha van Hees. 3. Meyer uit Leeuwen, via Hendrik van Oyen, zoon van Antonius Jansen van Oyen en Margaritha van Hees. 4. Roelofs uit Druten, Jan Teunisse van Oyen. Onduidelijk is of hij een zoon is van de hiervoor vermelde Antonius van Oyen, dan wel een verder afstaand familielid, hetgeen op het eerste oog waarschijnlijker lijkt.

van de voorouders uit Maas en Waal

Keizer Lodewijk van Beieren (+1347)

5. De Waal uit Afferden, gaat via Antonius

komt bijvoorbeeld 166 maal onder de voorouders van Frederik II voor en deze stamt talloze malen van Willem van Oranje af (wiens bloed trouwens toch veel sterker voortleeft in de Hohenzollerns dan in de zogenaamde Oranje-Nassauvon Amsberg). 2. Tal van mensen stammen zonder dat ze het weten van dezelfde voorouder(s) af. En hier kan ik met een goed voorbeeld dicht bij huis blijven, direkte aanleiding om dit artikeltje te schrijven. In juli 1990 verscheen het Kwartierstatenboek van Maas en Waal waarin 28 kwartierstaten zijn gepubliceerd waarin minstens

van Oyen, zoon van Joannes Teunisse van Oyen en Petronella van Eisen, op Antonius van Oyen en Margaritha van

Hees terug. 6. Zoetekouw, gaat eveneens via diverse Van Oyens op Joannes Teunisse van Oyen en diens ouders Antonius van Oyen en Margaritha van Hees terug. Aan deze zes kunnen toegevoegd worden de kwartierstaat Vermeulen die via Joanna Jansen van Hees, zuster van Margaritha van Hees op hun ouderpaar J ohannes Peters en Guske Jansen van de Heuvel teruggaat. De hier niet gepubliceerde kwartierstaat


Gelap (variant van Glaap) gaat via Petronella van Oyen, d.v. Willem Teunisse van Oyen eveneens op het echtpaar Antonius van Oyen en Margaritha van Hees terug. Enkele andere samenvallende kwartierstaten zijn Loeffen en Wolters, die eind 17de eeuw bij elkaar komen, Verheyen en Wolters, die eveneens eind 17de eeuw bij elkaar komen, respectievelijk in Loef Teunisse en Ermert Jansen. Meyer komt samen met Gelap in Godefridus van Helmont, De Bruyn komt samen met de nog niet gepubliceerde kwartierstaat van mijn grootvader Kobossen (die maar 25% Maas en Waal bevatte) in Martinus Hofmans. Glaap en Loeffen komen samen in Gerardus Sengers en Mechel Arts. Ik ben hier t.a.v. het samenvallen van diverse kwartierstaten lang niet uitputtend, er zijn n.a.w. meer namen die voor vergelijking in aanmerking komen (men denke alleen maar aan Van Haren!). Deze voorbeelden mogen volstaan om duidelijk te maken hoeveel mensen uit ĂŠĂŠn streek op dezelfde voorouders teruggaan in een periode van 250 jaar, hetgeen op 8 a l O generaties neerkomt. Vraag niet wat de resultaten zouden zijn indien we over gegevens tien eeuwen terug zouden kunnen beschikken. Nu is bekend, ik gaf het al aan, dat we met een zevental volledige generaties en enkele volgende tevreden moeten zijn oftewel iemand als schrijver dezes mag het heel wat vinden als hij een 500-tal voorouders vindt. Dat geldt voor de meesten van

ons. Af en toe kan men ergens een aansluiting vinden en doorstoten naar de Middeleeuwen, maar dat is dan hetzij via een stedelijk geslacht hetzij via adel. De grootste kwartierstaat die ooit is gedrukt bevatte 16.383 voorouders maar daar komen de 28 kwartierstaten in de onderhavige publikatie gezamenlijk niet aan. Adellijke en vorstelijke geslachten kunnen veel verder terugkomen, tenzij ze ergens op Catharina I van Rusland teruggaan (1725-1727), een boerenvrouw wier voorouders niet bekend zijn. Nog twee secundaire konklusies zou ik uit de voorlopige bestudering van het gepubliceerde kwartierstatenboek willen trekken: 1. Het betreft hier een streek met boerenmensen en de kans dat men via Maas en Waalse voorouders bij Karel de Grote uitkomt, moet vrijwel nihil geacht worden. Gegevens zijn er niet, maar bloedverwantschap via deze horigen is uiterst onwaarschijnlijk. 2. Onderlinge kontakten tussen hen die aan het zoeken zijn, lijken in een dergelijke streek uiterst vruchtbaar en deze bevinding, als ik mijn beide hier niet gepubliceerde eerste en derde kwartier mag meerekenen - 14 van de 28 blijken verband te houden volgens een summier onderzoek, doch mogelijk meer - zou moeten stimuleren tot het houden van (meer) kontaktdagen, resp. het bezoeken ervan.


C.P J. van Kouwen

20 september 1944, een drama op de veerdam in Druten! In de tweede helft van 1991 is het zeven en veertig jaar geleden dat het Land van Maas en Waal bevrijd werd van de Duitse bezetter. Nu gebiedt de eerlijkheid te vermelden dat er nooit Duitse troepen gelegerd zijn geweest. Het gebied werd door hen gecontroleerd vanuit Nijmegen en Tiel. De ellende was er niet minder om! Men denke maar aan het Duitse optreden tijdens de Mei-stakingen in 1943 en de regelmatig terugkerende jachtpartijen op onderduikers. Dit laatste vaak samen met de W.A. (1)

En dat was natuurlijk ook het geval met de Drutense veerpont 'Hoop op Zegen'. Hoe waren nu die eerste weken van september verlopen daar aan het veer in Druten? Hier werd de pont bewaakt door een dertigtal jonge Wehrmachtsoldaten in de leeftijd van 16 tot 21 jaar! Waarschijnlijk behorende tot het 365e Ausbildungs und Erzatzbataillon dat in Nijmegen gelegerd was, maar dat nu door de onzekere situatie allerlei taken gekregen had. Ze waren ingekwartierd bij cafĂŠ-veerhuis W. Thonissen op de hoek Waalbandij k-Veerdam. Er werden schuttersputten gegraven langs de Veerdam en hier en daar langs de Waalbandij k - en niet te vergeten aan de overkant van de Waal onder de doornheggen langs de daar gelegen Veerweg. Deze stellingen maakten overigens deel uit van de eerder genoemde Waallinie.

Ook hadden ze wel kontakt met een duits schippersgezin dat met hun schip op de Drutense scheepswerf lag. Met de Drutenaren waren de kontakten uiteraard minimaal. Alleen met de mensen die in de buurt van het veerhuis woonden werd 'n enkele keer een praatje gemaakt, zodat we tenminste iets van hen weten. Volgens hen waren het een stelletje kwajongens in Duits uniform die zo van een schoolplein in Duitsland geplukt waren. Ze hadden een heilige angst voor hun meerderen, en wilden niets liever dan zo snel mogelijk 'zu Hause'! Voor de meesten van hen was de oorlog een onaangenaam avontuur. Hoewel, een enkele fanatieke was er ook bij! Toen kwam zondag 17 september 1944 met de grote geallieerde luchtlandingen bij Arnhem en Groesbeek. Voor de middag waren de stellingen aan de overkant van de Waal door geallieerde jachtvliegtuigen flink beschoten, of hier bij al doden en gewonden zijn gevallen is niet bekend. Korte tijd daarna trokken drommen transportvliegtuigen met daar achter zweefvliegtuigen over, richting

Deze linie werd bemand door een bij elkaar

Arnhem. Dit alles gaf natuurlijk grote onrust

geharkt allegaartje van Duitse troepen. Hun 'Befehlstelle' bevond zich in de buurt van Ochten. De veerpont werd door middel van betonnen putringen en zandzakken veranderd in een soort oorlogssschip. Zo dacht

bij de Duitsers!! Tegen de avond werden alle uitrustingsstukken bij elkaar gezocht en vertrok de hele troep naar de overkant van de Waal. De dagen hierna tot en met 20 september kwamen er af en toe Duitse patrouilles de Waal over om te kijken of er al geallieerde troepen in de buurt waren. Hierbij werden ze soms beschoten door leden van het verzet die nu wat vrijer

Als reactie op de snelle opmars van de geallieerde legers in Frankrijk en BelgiĂŤ werden begin september 1944 langs de noordelijke Waaloever door de Duitsers stellingen gebouwd en de veerponten dag en

nacht bewaakt.

men zich te beschermen tegen luchtaanvallen!! Wanneer de soldaten geen dienst hadden liepen ze soms wat door Druten, trapten een balletje en floten naar de meisjes!


Veerdam bij Bruten. Het kruisje geeft de plaats aan waar de Duitsers werden neergeschoten.

Daimler (scout car) verkenningswagen.

Foto: C. van Kouwen


durfden op te treden. Een gevaarlijke situatie!

bekende verzetsman Van Postulard op de motor naar Nijmegen gebracht. Op dat

Ook werden met de pont veel Duitsers overgezet die uit Nijmegen of Brabant

moment kwamen een aantal zaken in een stroomversnelling die vooral voor de Duitsers bij Druten onaangename gevolgen zouden krijgen! Op de morgen van 20 september waren

kwamen en door de gevechten daar het kontakt met hun eenheden hadden verloren.

De bewakers van de pont, die nu aan de overkant van de Waal in het open veld moesten bivakkeren maakten dan van de gelegenheid gebruik om zich aan de pomp

achter het veerhuis te wassen en te scheren. Zo ook de 21-jarige 'Gefreiter' Heinz Pohl,

die op de morgen van 20 september nog opmerkte dat hij er 'sauber' wilde uitzien als

de Tommy's kwamen! Uit deze en andere opmerkingen maakte men op dat de meeste jonge Duitse soldaten zich bij de eerste de

beste gelegenheid wilden overgeven. Tussen Maas en Waal was alles nog rustig. Op 18 september was er wel al een Amerikaanse patrouille in Bergharen en D eest geweest, maar verder hadden onze bevrijders zich nog niet laten zien. Met de komst van het XXXe Britse legerkorps zou het een en ander snel veranderen. Op dinsdag 19 september om 09.30 ratelden de eerste tanks van de Guards Armoured Division de brug bij Grave over en kon de strijd om de waalbruggen bij Nijmegen beginnen. In de lucht zag men dagelijks grote aantallen transportvliegtuigen richting

Arnhem gaan om daar voorraden af te werpen voor de Ie Britse luchtlandingsdivi-

sie. Deze vliegtuigen werden vaak hevig beschoten door het Duitse luchtafweergeschut rond Arnhem en in de Betuwe. Zo werd op die woensdagmiddag rond 15.30

namelijk de Engelsen begonnen met het maken van verkenningstochten door Maas en Waal. Deze werden uitgevoerd door het verkenningsregiment van de Guards Armoured Division namelijk het 2nd Household Cavalry Regiment. Zo reden die

middag enkele verkenningswagens van het B Squadron via Deest naar Druten met als doel eens te kijken of het hier ergens mogelijk was om met zwaar materiaal de Waal over te steken zodat men, wanneer de waalbruggen bij Nijmegen onverhoopt zouden worden opgeblazen, toch de bij Arnhem ingesloten Britse luchtlandingstroepen te hulp kon te komen. Zo arriveerden even na half vier, enkele Daimler verkenningswagens bij het oude gemeentehuis in Druten waar ze werden opgevangen door enkele verzetsstrijders. Op dit zelfde moment stuurden de Duitsers een patrouille met de veerpont naar Druten, waarschijnlijk met de bedoeling het eerder genoemde bemanningslid van het bij Puiflijk neergestorte vliegtuig, gevangen te

nemen. Snel gaat er een boodschap naar het gemeentehuis: 'De Duitsers steken over!!' Eén van de Daimlers rijdt vervolgens via de Boterdijk (nu Veerstraat) naar de dijk en

stopt halfweg op de afweg, zodat hij uit het zicht bleef van de overstekende Duitsers. De

een Sterling van het 295e SQN van de RAF

bemanning stapt uit en neemt positie in langs de dijk en achter de benzinepomp, die

boven de Betuwe in brand geschoten. Het

voor het veerhuis stond. Ze kregen hierbij

brandende vliegtuig naderde van uit N.O. richting Druten en stortte neer bij Puiflijk.

versterking van enkele verzetsstrijders. De veerpont legde intussen aan en vijf jonge

De bemanning kon op één na het vliegtuig per parachute verlaten en werd door de

Duitse soldaten sprongen op de fiets en reden de Veerdam op. Klaar voor hun eerste aktie! De Engelse militair achter de benzinepomp liet ze rustig naderbij komen tot ze ongeveer halfweg de Veerdam waren (plm. 80 meter). Toen opende hij met een auto-

Duitsers in de Betuwe gevangen genomen. (2) Behalve één van deze vliegers die het geluk had juist op de uiterwaarden ten

zuiden van de Waal terecht te komen ongeveer ter hoogte van de voormalige wasserij van Druten. Hij, een Nieuwzeelander, werd daar opgevangen door de heer Van Beers uit Druten en vervolgens door de

8

matisch wapen het vuur op de niets vermoedende Duitsers. Deze werden voordat ze er zelf erg in hadden van hun fietsen geschoten! Twee van hen waren onmiddel-


lijk dood en twee ernstig gewond. Een van de Duitsers die kennelijk niet ernstig gewond

was, vluchtte terug naar de veerpont en probeerde één van zijn gewonde kameraden mee te slepen, maar liet hem uiteindelijk onder het hevige vuur toch achter. De veerpont vertrok hierna snel naar de overkant. De Daimler reed de dijk op en opende met een zware mitrailleur het vuur op de veerpont en de Duitse stellingen aan de overkant van de Waal. Hierna reed de Daimler terug naar het gemeentehuis en vervolgens met de andere verkenningswagens weer richting Nijmegen! Er was ook in Druten geen geschikte 'Ferryfload' gevonden! Aan de dijk was men wel geschokt door het optreden van onze bevrijders. Waarom waren deze jonge duitse soldaten niet gewoon gevangen genomen? Maar de Engelse dachten er blijkbaar anders over, voor hen was iedere Duitser, jong of oud, de vijand en daarmee uit! Intussen zat men wel met een groot probleem! Op de Veerdam lagen twee doden en twee zwaar gewonde Duitse soldaten die voortdurend om hulp riepen, maar die niet geholpen konden worden omdat de Duitsers aan de overkant op alles en iedereen schoten die zich op de dijk durfde te vertonen! Pas toen het donker geworden was kon kapelaan C. de Rooy met enkele anderen bij hen komen om hulp te bieden. Eén van de gewonden was toen al overleden. De enige overlevende was de eerder genoemde Heinz Pohl die ernstig, maar niet levensgevaarlijk, gewond was. Kapelaan De Rooy vroeg hem of hij de laatste H. Sacramenten wilde ontvangen. Maar Heinz antwoordde dat hij 'Evangelisch' was. Zijn verwondingen werden verzorgd door dokter Meeuwsen uit Druten en daarna werd hij door mensen van het verzet met een auto naar Wychen gebracht. Daar werden door de geallieerden alle krijggevangenen bij elkaar gebracht. Hij had zich de komst van de Tommy's wel even anders voorgesteld! De drie omgekomen Duitse soldaten werden de volgende dag op de z.g. verloren hoek bij de R.K. begraafplaats begraven. Voor zover we hebben kunnen nagaan moeten ze daar nog steeds begraven liggen.

Hun identiteit is onbekend. In ieder geval vormden hun wapens een welkome aanvulling voor het Maas en Waalse verzet. Die nacht namen de Duitsers wraak door Druten te beschieten met fosforgranaten en mitrailleurvuur. Als gevolg hiervan brandden twee huizen af o.a. het Raspelhuis op de hoek van de Boterdam en de Waalbandijk. Ook het huis van de familie Van Leur ging in vlammen op. Tot verdere akties van Duitse zijde is het gelukkig niet meer gekomen, dit als gevolg van de verovering van de Waalbruggen bij Nijmegen en de opmars van de geallieerde troepen in de Betuwe. In hoeverre de gebeurtenissen bij Druten van invloed zijn geweest op het Duitse optreden bij Wamel, is niet bekend. Daar werden namelijk op deze zelfde dag door de Duitsers 14 onschuldige burgers opgepakt nadat daar ook een Engelse verkenningspatrouille was geweest. De 14 werden nog dezelfde avond gefusilleerd bij de stadsmuur van Tiel. De veerpont werd op 25 september 1944 door een Engelse tank lek geschoten zodat de Duitsers er verder geen gebruik meer van konden maken.

Noten: 1. W.A.: Weer-Afdeling, gewapende leden van de N.S.B. 2. Het omgekomen bemanningslid van dit vliegtuig was: N.B. Couper, Royal N.Z. Air Force. Hij ligt

begraven op het R.K. kerkhof van Puiflijk. Bronnen: Fam. N.H. v.d. Wielen, Druten.

Fam. E.N. Smit, Druten. Fam. F.H. v. Ommeren, Druten Fam. G. Kuiper, Druten. Hr. J. v. Haaren, Druten.

Documentatie C.PJ. v. Kouwen, Deest 1939-1945. Boven-Leeuwen 1982. N.A. de Groot, Als sterren van de hemel. Bussum 1977. Roden Orde: The Household Cavelry Reg. at war

England 1953. Gemeente Druten. De Gelderlander ed. Maas en Waal, 4 januari 1990. ___________


Ton Tieten

Een bericht over het werk van een minderbroeder in het Rijk van Nijmegen De inval van Franse en Munsterse troepen in 1672 in de Republiek der Verenigde Provintiën was voor de katholieke bevolking van het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen een ramp en een zegen. De Franse troepen gingen vreselijk tekeer: plunderingen, brandschattingen, vernielingen. Maasbommel en Druten werden bijna volledig in de as gelegd. Maar, bijna overal kregen de katholieken hun kerken terug en werden pastoors benoemd. Na de aftocht van de vreemde troepen in 1674 werden de katholieken weer achtergesteld, de kerken gingen terug naar de hervormden. Hier en daar werden geestelijken verjaagd. Sweder van Boetselaar, de ambtman van Maas en Waal, sloot tien priesters op in zijn kasteel te Leeuwen, om ze tegen forse boetes - waar hijzelf ook wat aan overhield - weer los te laten. Toch werd de situatie voor de katholieken draaglijker. De machthebbers - de ambtman, de stedelijke regeringen van Tiel en Nijmegen, de Landdag te Arnhem - gaven de voorkeur aan rust boven religieuze scherpslijperij. Schuurkerkjes werden oogluikend toegestaan, priesters konden hun gang gaan als ze niet teveel opzien baarden. De enigen die zich hier niet bij neer wensten te leggen, waren de dominees. Inde vergaderingen van de Synode van het Kwartier van Nijmegen was het item 'Paepsche Stoutigheden' een vast agendapunt. Regelmatig werden de regionale en lokale bestuurderen bestookt met klachten over de 'stoutichheden en insolentiën van het Pausdom'. In het vroege voorjaar van 1686 deden vertegenwoordigers van de Gelderse Synode hun beklag in een vergadering van de Provinciale Staten van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen. Hun klacht gold de 'paep' Gastro te Ewijk. De 'Heeren' van de Provinciale Staten verzonden daarop een brief aan de Burggraaf van Nijmegen met het verzoek maatregelen te nemen tegen Gastro. Dergelijke verzoeken werden evenwel meer gedaan om de dominees te sussen en aan het lijntje te houden, dan dat het de bedoeling was de papisten aan te pakken. Gastro werd geen duimbreed in de weg gelegd. Bovenge-

10

noemde brief geeft echter een aardig, zij het beknopt, beeld van de werkzaamheden van Gastro: Edele ende Erentveste besondere goede vrient, (1) De Gedeputeerden des Christelijken Sijnodi hebben uijt goeden ijver tot voorstant ende conservatie vande waere Gereformeerde Christelicke religie in onse vergaderinge eerst mondt- en daernae schriftelick vertoont, hoe dat de stoutecheden ende insolentiën van het pausdom meer ende meer vermeerderen, ende dat sich in dese provintie op verscheijden plaetsen de papen haer noch ophouden ende nijet naelaeten haeren dienst soo in hetpublijcq als privé te continuieren ende specialick ingevolge vande informatié'n ons ten handen gestelt, in U. l. aenbevolen ampt door seeckeren paep Gastro genaemt op dat huijs Doddendael, waernae toe sich begeven op den dagk des Heeren somtijdts twee a driehondert papisten, ende op seeckeren tijdt duijsent menschen souden sijn geweest, komende uijt verscheijden dorpen, als Beuningen, Ewijck, Winssen, Deest ende meer andere plaetsen, dat oock denselven Paep aldaer sich begeefft omtrent persoenen vande gemeijnt van Beuningen om deselve soo mogelick vande waere Gereformeerde religie te doen veranderen, ende daerenboven sich onderstaet te trouwen ende hertrouwen, de siecken selfs bij des predikantshuijs te besoecken, oock op den sondagk des naemiddache publicquelick een verkoopsdagh in een


herbergh aen te stellen, ende daernevens te verbieden, dat de paepsche dienstboden sullen woonen bij lieden van gereformeerde religie, ende integendeel te gebieden, dat de papisten die paepsche feestdagen strict sullen onderkouden. Ende terwijl alle 't selve contrarieert de placcaten deser Landen tot weringe vande papen ende veelvoudige t'samenloopingen ende vergaderingen dder papisten geĂŤmaneert soo is dus gesinnen (?), dat U. l. conform de goede ende salutaire meijninge vand'Ed. Prov. Heeren Staten deser Lantschap voor desen geamplieerde ende gepubliceerde placcaten soo wel tegens den voorn, paep ende andere papen, als oock papisten ende de contraventeurs van dien preciselick en sonder eenige de minste conniventie in U.l. aenbevolen ampt ter executie leggen ende in conformitĂŠ van dien tegens deselve procederen nae behooren, opdat Wij ongenootsaeckt mogen blijven hierinne soodane prompte voorsieninge ende onderstellinge te doen, als ingevolge vande placcaten tot inbiedinge van soodane stouticheden, predikatien ende conventiculen sal nodich gevonden worden. Wij sullen U.l. rescriten affwachten, wat bij deselven in desen gedaen is. U.l. hiermede den Almogende bevelende, Geschreven te Arnhem den 29 April 1686.

afkomstig van het klooster uit Megen. Hij was in 1672 benoemd tot pastoor van Ewijk, in 1684 tevens tot deken van het district Nijmegen. Tot zijn parochie behoorden ook Beuningen, Winssen en Deest, alles bij elkaar zo'n 650 communicanten. Hij hield de zondagse vieringen op het huis Doddendaal, onder de bescherming van de invloedrijke, katholieke, adellijke familie Stepraedt. Hij begon meteen in 1672 met de aanleg van doop- en trouwboeken, die daarmee tot de oudste van onze streek behoren. Interessant in de brief is de vermelding van de bekeringsijver van pater Gastro. Volgens Schutjes (2) heeft Gastro het genoegen mogen smaken in zijn leven twintig bekeerlingen te maken. Een heikel punt in de briefis het verbod van Gastro betreffende het werken van katholieke dienstboden bij gereformeerde werkgevers. Dit punt vormde een directe bedreiging voor de dominees: waar moesten zij in deze overwegend katholieke contreien hun dienstboden vandaan halen? Augustinus a Gastro overleed te Ewijk op 24 juni 1703 en werd begraven te Megen.

Noten: w. g. Die Raden des furstenambs Gelre ende Graeffschaps Zutphen. Ter ordonn. van (desen/dien?) E. Engelen

Met 'seeckeren paep Gastro' werd bedoeld de minderbroeder Augustinus a Gastro,

1. Gemeentearchief Nijmegen, Archief Voormalig Polderdistrict Rijk van Nijmegen, inv. nr. 88: ingekomen stukken.

2. Schutjes, L.H.C., Geschiedenis van het bisdom 'sHertogenbosch(St. Michiels-Gestel 1872-1876, (5 delen), deel III.

11


H. Croonen (+)

De Pastoors van Afferden vanaf 1500 t/m 1818 Wanneer wij de Duitse geleerde dr. Binterim geloven, was Afferden met andere dorpen in het Land van Maas en Waal al ten tijde van Karel de Grote (768-814) als zelfstandige parochie gevestigd. Zover in de geschiedenis gaat het kerkarchief niet terug, doch hierin was nog wel een lijst te vinden van die pastoors, welke onze parochie bediend hebben vanaf plm. het jaar 1500, welke wij onderstaand laten volgen. 15 -1515 Heribertus van Dinteren 1515-1529 Antonius Lewen 1529-1555 Jacobus Sparcheler Deze priester was tevens kanunnik van de St. Stephanuskerk te Nijmegen. 1555-1556 Franciscus In een oorkonde uit het jaar 1555, welke destijds op het kasteel Doddendaal te Ewijk is gevonden, werd wel melding gemaakt van pastoor Franciscus, doch de ruimte voor de achternaam was opengelaten. 1556-1599 Stephanis Heijden Deze pastoor was ook nog landdeken en officiaal van het dekenaat Nijmegen, d.w.z. dat hij belast was met de kerkelijke rechtszaken in dit dekenaat. Tevens was hij nog als kanunnik en scholaster belast met het toezicht op het onderwijs, dat gegeven werd aan de kapittelschool te

Nijmegen. Onder hem is op vastenavond 1565 te Nijmegen van punt tot punt afgekondigd het H. Concilie van Trente, waar de R.K. leer werd vastgesteld en waarmede de Hervorming veroordeeld werd. 1599-16 Joannes van Wely Deze pastoor kreeg zijn aanstelling op 18 mei 1599 en kan enkele jaren de parochie hebben bediend. Hij heeft waarschijnlijk de parochie in 1609 of 1610 moeten verlaten, daar tijdens de invoering der hervorming, gedurende het Twaalfjarig Bestand (16091621) alle uitoefening van Godsdienst verboden werd. Gedurende die tijd schijnt de parochie

12

opgeheven te zijn en de kerk met haar goederen en fondsen aangeslagen ten behoeve van de hervormden. In 1615 is de eerste hervormde predikant voor Afferden gecombineerd met Druten gekomen, welke bezit nam van de oude kerk op het Hoog (Henricus de Bruijn). De katholieken, van hun herder en kerk beroofd, zochten troost in het land van Ravenstein en Megen, zodat er zich in 1663 een priester in Puiflijk vestigde. 1663-1672 Cornelis Dirkx van der Sandt, pastoor van Puiflijk Vermoedelijk is hij de eerste vaste pastoor geweest, die na de invoering der hervorming oogluikend is toegelaten. Hij was tevens belast met de herderlijke zorg voor Afferden, Druten en Boven Leeuwen, terwijl Deest behoorde onder de kerk op het kasteel Doddendaal te Ewijk. 1672-1674 Joannes Leverman Deze priester kwam uit het klooster der Conventualen van Kleef. Hij stierf alhier den 10 februari 1674. Toen de Fransen onder Lodewijk XIV in 1672 het Land van Maas en Waal veroverd hadden, trachtten de katholieken overal weer een eigen herder te krijgen, waarvan zij zo lang verstoken waren geweest. Bij gebrek aan seculiere (wereldlijke) geestelijken namen de gelovigen hun toevlucht tot de kloosters. Onder pastoor Leverman werd Afferden van Puiflijk gescheiden en met Deest tot een kerkelijke gemeente verenigd. Of deze pastoor in 1673 ziek geweest is, kan


niet met zekerheid gezegd worden, maar gedurende genoemd jaar heeft hij wel een

assistent gehad in de persoon van Mathias Agolla. Deze pater Augustijn klaagt gedurende drie maanden op een eigenaardige wijze over nachtelijke vervolging, niet van de hervormden of de Fransen, doch van de muggen, die hem geen rust gunden.

1674-1675 Bernardus van Oell Hij kwam evenals zijn voorganger uit het klooster van Kleef, na eerst pastoor te zijn geweest te Huysberden eveneens in de directe omgeving van Kleef gelegen. Hij was één van de negen geestelijken, die na de aftocht der Fransen in 1675 gevangen werd genomen en op het Huis te Leeuwen in een kelder opgesloten. Hij werd vervolgens verbannen en na hem is Afferden kerkelijk weer met Puiflijk verenigd en Deest weer met de Doddendaal te E wij k. 1700-1707 Folpardus Uijttenboogaard Pater Uijttenboogaard te Utrecht geboren, werd 28 december 1679 te Leuven geprofest en in 1681 priester gewijd.

Deze pater Franciscaan was afkomstig uit het klooster van Megen. Hij is de eerste pastoor geweest, die de geestelijke overheid op verzoek van de ingezetenen van Afferden en Deest had aangesteld. Hij had met vele moeilijkheden te kampen o.a. bij gebrek aan kerk en woning moest hij dikwijls in stallen en schuren de H. Mis opdragen, terwijl hij zelf bij deze of gene

onderdak verkreeg. Op herhaald verzoek verkreeg hij toestemming om weer naar het klooster te Megen terug te keren, alwaar hij

in hetzelfde jaar overleed. 1707-1713 Petrus Reesen

Pater Reesen werd 1674 te Maastricht geboren, de 7e augustus 1693 in het klooster Slavante bij Maastricht geprofest en in 1698 priester gewijd. Hij werd evenals zijn voorganger op 28 februari 1707 uit het klooster van Megen naar Afferden gezonden. D oor zij n toedoen kon in 1710 een pastoorswoning met schuurkerk onder één dak

gebouwd worden, welke gestaan moet hebben aan de Koningstraat tussen de woonhuizen in van de families Kouwenberg en

Sengers. Na een zesjarig pastoraat verliet hij Afferden en werd in 1713 tot pastoor van Puiflijk benoemd. 1713-1726 Mathias Clabbers Pater Clabbers werd in 1679 te Nijmegen geboren, in 1704 priester gewijd en 28 april 1713 tot opvolger van Pater Reesen vanuit het Minderbroederklooster te Megen naar Afferden gezonden. In het jaar 1719 ondervond hij evenals de overige priesters vele moeilijkheden, wegens het edikt, dat door de Staten van Gelderland tegen de ordegeestelijken werd uitgevaardigd. In dit besluit was namelijk de bepaling opgenomen, dat het aan ordegeestelijken verboden was hun godsdienstige taak uit te oefenen. Hieraan werd door de toenmalige overheid strikt de hand gehouden en door hen werd het dikwijls deze priesters zeer lastig gemaakt. Mede door de jarenlange tergende onzekerheid waarin deze pastoor verkeerde, kreeg hij in 1726 aanvallen van krankzinnigheid en daarom stuurde men vanuit het klooster te Megen een assistent in de persoon van Sebastiaan Becker. Op 29 juni van dat jaar werd hij ontslagen en naar het klooster te Megen overgebracht en overleed te Venray op 10 oktober 1765. 1726-1728 Dionysius van den Broek Na het ontslag van pastoor Clabbers had de bisschop pater Henricus Henchelman als opvolger voorgedragen, doch de Ambtman Otto Roeleman Fredrik van Bijland, voorgelicht door de pastoor van Puiflijk en mevrouw Friest, wilde Van den Broek alleen toelaten, met uitsluiting van alle anderen. Dit was de eerste keer dat de Ambtman bij de benoeming van pastoors gekend werd. Van den Broek, die voorheen vicaris was van het klooster te Megen, werd op 31 juli 1726 openlijk door de deken ingeleid (Afferden en Deest telden toen tesamen 395 communicanten en verder waren er in Deest nog 7

13


protestantse huisgezinnen en in Afferden 3). Deze pastoor genoot aller achting, doch stierf na een zeer kort pastoraat den 23 december 1728 en werd in het klooster te Megen begraven. 1728-1733 Joannes van Campenhout Pater van Campenhout werd in 1688 te Oudenbosch geboren en op 12 juni 1709 in het klooster Boetendael bij Brussel geprofest en aldaar in 1711 priester gewijd. Hij kwam evenals zijn voorganger uit het klooster van Megen en werd op 14 januari 1728 als pastoor van Afferden ingeleid. Op 19 oktober 1731 vaardigden de Staten van Gelderland op de landdag te Nijmegen een edikt uit tegen alle priesters en bijzonder tegen de regulieren (ordegeestelijken), waardoor alle seculiere priesters (wereldheren), die niet onder het gebied der Staten geboren waren, na verloop van zes weken na afkondiging van dit edikt, uit het land verbannen zouden worden. Tevens werd aan alle ordegeestelijken het verblijf in deze provincie verboden, met uitzondering van die, welke de ouderdom van 60 jaar bereikt

hadden. Na verloop van zes weken werden de kerken van Wamel, Afferden, Balgoy en Alphen gesloten. Door de katholieken van genoemde parochies werden alle pogingen in het werk gesteld om Otto Roeleman van Bijland,

ambtman van Maas en Waal, tot andere gedachten te brengen, doch dit alles zonder gunstig gevolg. D it duurde tot 8 mei 17 31, op welk tijdstip te Wamel de H. diensten weer begonnen, alsmede te Afferden en Balgoy, doch de kerk van Alphen bleef gesloten. Nauwelijks waren de godsdienstoefeningen weer begonnen of zij werden hierin weer gestoord door nieuwe vervolging. Op het feest van de H. Anna (26 juli) 1732, werden Van Campenhout, pastoor van Afferden en Gregorius Bedijn, pastoor van Wamel, door de dienders van de Ambtman geweldadig uit hun pastorieĂŤn gehaald en de andere dag naar Wamel vervoerd, waar zij werden gekerkerd, doch met onderscheiding behandeld. Nadat zij 8 dagen aldaar hadden vertoefd is er een particuliere vergadering

14

gehouden, waarin besloten werd, dat de gevangenen niet alleen vrij konden vertrekken, maar ook de H. diensten konden hervatten, hetgeen ook bekrachtigd werd door het Hof van Arnhem. Niettemin moest elk hunner zijn onkosten betalen. Deze vrijheid duurde echter niet lang, want in 1733, daags voor Allerheiligen, kreeg pastoor Van Campenhout het interdikt en tegelijk het bevel van de Ambtman om te vertrekken volgens de edikten in het vorige jaar uitgevaardigd. Hij begaf zich naar zijn klooster te Megen, alwaar hij in 1742 als vicaris van het klooster is overleden. 1733-1786 Henricus van Haaff Hij was een seculier priester, geboren te Meerlo en tevoren kapelaan te Horst (Limburg). Hij verrichtte de 24e zondag na Pinksteren alhier zijn eerste H. dienst en werd op 5 december 1735 plechtig onder een solemnele H. Mis ingeleid. Gedurende 53 jaar bestuurde hij de parochie en wilde in 1786 zijn overige dagen in rust doorbrengen, maar deze rust is hem blijkbaar niet gegund geweest, want op 8 april van genoemd jaar kwam deze pastoor aan een beroerte te overlijden. 1786-1818 Franciscus Ebbinkhuyzen Pastoor Ebbinkhuyzen werd geboren te Nijmegen, priester gewijd te Roermond 19

december 1770. Hij werd in 1778 kapelaan te Ewijk en in 1782 pastoor van Alphen, vanwaar hij in 1786 alhier pastoor is geworden. Hij stierf aan een beroerte op 16 juli 1818 in de ouderdom van 63 jaar, na de parochie gedurende 32 jaar bediend te hebben. Deze pastoor heeft gedurende die tijd een moeilijk pastoraat gekend en zeer zeker wanneer men rekening houdt met alles wat er zich afgespeeld heeft om de parochiekerk op het Hoog weer in het bezit van de katholieken te krijgen. DE NAASTING Het dekreet van de Eerste Kamer van het

Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen Volks d.d. 29 september 1800 - door


NIEUWSBRIEF JAARVERSLAG 1990 VERENIGING

Bestuur Het bestuur heeft in 1990 geen wijziging ondergaan en de aftredende bestuursleden t.w. mevr. W.M. Berris-Visschers en de heren J.L.C. Alkemade en B.J.H.M. van Elk zijn bij acclamatie herkozen. Het Dagelijks Bestuur kwam 9 maal in vergadering bijeen en het Algemeen Bestuur 7 maal.

Algemene Ledenvergadering lnzaal'JULIANA'teDrutenisop26april 1990

de Algemene Ledenvergadering gehouden. Een verslag van deze vergadering is gepubliceerd in Nieuwsbrief augustus 1990 welke is opgenomen in tijdschrift nr. 65. Ledental Op 1 januari 1991 was het ledental in totaal 824. Dit blijkt een ledenverlies te zijn van 44 over het gehele jaar 1990. Aktiviteiten van de Vereniging Het jaar 1990 is voor de vereniging een rustig jaar geweest, echte grote activiteiten zijn niet te vermelden bij de secties en commissies. De Tentoonstellingscommissie heeft een ad-hoc commissie samengesteld bestaande uit de heren G. van Gelder, J. van Gelder, Th. van Sommeren en C. Visser, die voorbereidingen gaan treffen voor een expositie met als titel 'Religieus Maas en Waal'. Voorlopig is gepland om deze expositie in het najaar van 1991 te kunnen openen. De Evenementencommissie organiseerde op 29 september het jaarlijkse uitstapje welke in 1990 als reisdoel had de stad Maastricht. Zoals gebruikelijk was het aantal deelnemers weer goed voor twee touringcars vol enthousiaste leden. Het fledacf/efeam heeft in 1990 drie tijdschriften uitgegeven t.w. nr. 64, 65 en 66. Nr. 64 was een speciaal genealogisch nummer, en de nr's 65 en 66 brachten het artikel 'Herinneringen aan de Meidagen van '40'. Dit artikel noodzaakte de redactie om slechts drie nummers uit te geven, daar tijdnood en aanvoer kopij een probleem was. Het Docu-

juli 1991

mentatiecentrum heeft in 1990 ruim 385 bezoekers gehad. Het grootste aantal hiervan zijn genealogen die met hun onderzoek in ons centrum weer de nodige informatie hebben gevonden. De collectie boeken is met 35 exemplaren toegenomen en er zijn twee abonnementen genomen op tijdschriften die van toepassing zijn voor ons werkgebied. Vele losse tijdschriften zijn bijeen gebracht in banden en oude boeken zijn vakkundig gerestaureerd, dit alles is een aanwinst voor het centrum. Enkele medewerkers zijn in het najaar gestart met het documenteren en opbergen van onze krantenknipselcollectie. De Beheerscommissie heeft enkele kleine veranderingen aangebracht om het centrum optimaal te laten fungeren. De aanwezige collectie bidprentjes welke enkele jaren geleden na een besluit van het bestuur, door de heer Kamerman is aangelegd, bevat ruim 3000 exemplaren. De medewerkers van het Streekdocumentatiecentrum stellen het zeer op prijs als U ons in de gelegenheid stelt Uw collectie te mogen copiĂŤren t.b.v. de collectie in het Streekdocumentatiecentrum. Vanuit de vereniging is door de boekentafel, tentoonstelling en museumcommissie medewerking verleend aan de Batenburgse dag, Parkmarkt te Wamel, Hobbymarkt te Winssen en bij de festiviteiten van de jubilerende voetbalvereniging 'Leones' te Beneden Leeuwen. De werkgroep Streekdracht en Mode kampt met terugloop van medewerksters. De werkgroep tracht naarstig nieuwe medewerksters te krijgen, maar helaas hebben zich nog geen nieuwe kandidaten gemeld. In december is door de werkgroep de expositie 'Fraaie handwerken in textiel in Maas en Waal' in het museum in Maasbommel ingericht. Meer informatie hierover is te lezen in het jaarverslag van het museum (blz. 2). De aktiviteiten van de 'Atlas' waren in 1990 beduidend minder, doch hierbij moeten wij rekening houden met omstandigheden van persoonlijke aard van medewerker de heer Sauter, die in november afscheid heeft moeten nemen van zijn echtgenote mevrouw T. Sauter-Hoes.


De vereniging verwacht dat in 1991 de aktiviteiten bij de 'Atlas' weer als vanouds zullen plaatsvinden. De werkgroep Maas en Waalse Geslachten realiseerde in juli haar uitgave 'Kwartierstatenboek van Maas en Waal' als deel 11 in de Tweestromenlandreeks. Het boek zou in eerste instantie zijn uitgebracht bij het 25-jarig jubileum van de vereniging, maar dit was helaas toen niet mogelijk. Bij gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de werkgroep en tevens bij haar 5e genealogische dag is het boek op 31 maart 1990 in concept-uitvoering aanwezig geweest. De oplage is helaas te beperkt geweest en momenteel wordt het boek verkocht in een copie-uitvoering in A4 formaat. De ad-hoc-redactie-commissie die was ingesteld voor realisering van het boek is in december 1990 ontbonden. Bij die gelegenheid heeft de heer Arts van de werkgroep alle medewerkers bedankt voor hun inzet met daarbij speciale dank aan de heer P. Lemmers uit Malden, die het boek geheel heeft verwerkt via zijn computer en tevens voor de gehele layout-uitvoering. Aan mevrouw Lemmers is een bloem-attentie aangeboden. De werkgroep heeft met de uitgave van het boek veel waardering ondervonden bij de vele genealogen die het in hun bezit hebben. De opening van de genealogische dag op 31 maart is gedaan door de Rijksarchivaris van Gelderland, de heer F. Keverling Buijsman, wat door de werkgroep zeer op prijs is gesteld. Bij gelegenheid van het lustrum is tijdschrift nr. 64 een genealogisch nummer. Tot slot kan nog worden vermeld dat de werkgroep met haar materiaal aanwezig was op de eerste Limburgse contactdag die op 22 september in Roermond is gehouden, alsmede op de eerste contactdag van de N.G.V. afd. Betuwe in Tiel op 3 november. Medewerker de heer Daverveld heeft in 1990 de cursus gevolgd voor middelbaar archiefambtenaar aan de Rijksarchiefschool, liep stage op het Rijksarchief te Arnhem, en heeft thans werk op het Rijksarchief van NoordBrabant te 's-Hertogenbosch als hoofd studiezaal-inlichtingen. Zijn initiatief was voorde twee andere medewerkers uit de werkgroep een reden om op gelijke basis ook de opleiding te gaan volgen.

Het voltallige verenigings- en museumbestuurwil hierbij alle medewerkers van secties, werkgroepen en commissies danken voor hun inzet in 1990. Wijchen/Beneden Leeuwen, 18 april 1991

Streekhistorisch Museum 199O

In het begin van het jaar 1990 liepen er twee bijzondere exposities: de expositie over het Vervoer in de streek, welke reeds in het najaar van 1989 werd ingericht, en de speciale kersttentoonstelling 'Een feest in glas en kristal' met materiaal van de heer J. van Oss uit Druten. In januari brachten de voorzitters en de directeuren van de RABO-banken in Maas en Waal een bezoek aan het Museum. Dit bezoek, dat een groot succes was, resulteerde in de toezegging van belangrijke financiĂŤle steun aan het Museum. Ook in januari werd gestart met de werving van leden uit het bedrijfsleven de 'Club van Honderd'. Januari bracht ook verdriet. In die maand overleed onze medewerker de heer Van Gruijthuijsen uit Beneden-Leeuwen. Zijn heengaan was een groot verlies voor het Museum. De maand februari begon met het bezoek van een delegatie van het Pax Christi College te Druten. Er werd een symbolische cheque meegenomen met een groot bedrag, bestemd voor de financiering van de aankoop van allerlei zaken uit de nalatenschap van de voordien overleden Mej. A. Spits te Druten. Verder werd in die maand de kerstexpositie vervangen door een tentoonstelling van schilderwerken van de heren A. Toebast en J. van Outvorst, beiden uit Druten. In februari resulteerden de gesprekken met het polderdistrict Groot Maas en Waal in een concept-overeenkomst voor het gebruik van het dijkmagazijn aan de dijk tussen Maasbommel en de Blauwe Sluis. Dit dijkmagazijn voldoet in de grote behoefte aan opslagruimte voor vooral de grotere aanwinsten van het Museum. In de maand maart werd begonnen met een onderzoek naar de mogelijkheden om in het Museum voorzieningen voor invaliden aan te brengen. In de loop van het jaar werd duidelijk dat deze voorzieningen, ondanks allerlei mogelijkheden voor subsidie, voorlopig voor het Museum niet haalbaar waren. In deze maand werd ook besloten om op de zaterdagmiddagen, wegens de zeer geringe aantallen bezoekers, niet meer open te zijn. In de maand mei werd de expositie over de mobilisatie in 1939 en 1940, de oorlogsdagen in mei 1940 en de bezettingsjaren in ons gebied, ingericht en geopend. Ook in deze maand meldde zich een zevental nieuwe medewerk(st)ers voor het Museum. Dit betekende een belangrijke versterking van de


staf. In mei werd bekend dat het 'Pand v.d. Grift' in Beneden Leeuwen, een rijksmonument en in bezit van de Gemeente West Maas en Waal, leeg kwam te staan en dat er een bestemming voor werd gezocht. Door het Bestuur van het Museum werd bij de Gemeente geïnformeerd naarde museale mogelijkheden van dit pand.. Dit leidde tot een wat voorbarige publicatie in de pers hetgeen weer de nodige verwarring gaf in de Vereniging. Gelukkig werd een en ander in een speciale vergadering tot zijn juiste proporties teruggebracht. Achteraf bleek de Gemeente het pand te willen verkopen en het Museum was nog niet zo ver dat aankoop tot de mogelijkheden behoorde. Ook in mei werd door een delegatie uit het Bestuur een bezoek gebracht aan het museum 'De Brabantse Poffer' te 's-Hertogenbosch. Er werden gesprekken gevoerd over een mogelijke overname van de inventaris van dit museum. De gevraagde prijs was echter te hoog. Tenslotte gaf de Werkgroep Streekdracht en Mode in mei acte de présence te Middachten bij het tienjarig bestaan van de Nederlandse Kostuum Vereniging waarbij alle Gelderse streekdrachten vertoond werden. In de loop van de zomer werd het dijkmagazijn geschilderd. In oktober werd in het Museum van gemeentewege een nieuwe gasgestookte CV-ketel geplaatst waardoor de temperatuur en de vochtigheid in het gebouw beter in de hand kunnen worden gehouden. Ook in oktober werd het dijkmagazijn op het openbare lichtnet aangesloten. Op 19 november overleed, na een langdurig ziekbed, mevrouw T. Sauter-Hoes te Druten, voor ons Trees Sauter. Zij was één van die stille medewerksters die dan ineens zo pijnlijk worden gemist. In december werd van de Gemeente Wijchen bericht ontvangen dat zij het Museum met ingang van het jaar 1991 structurele financiële steun zullen verlenen. Tenslotte werden er op 23 december twee nieuwe wisselexposities geopend: 'Twintig jaar tekenen tussen Maas en Waal' met tekeningen en litho's, door de heer G. Mulder te Wijchen gemaakt in de zeventiger en tachtiger jaren, en 'Fraaie handwerken in textiel in Maas en Waal' met fraaie en nuttige handwerken, merk-en proef lappen en allerlei techniek op kleding en linnengoed. De exposities werden beide geopend door de heer W. Hillenaar, oud-burgemeester van Appeltern en burgemeester van Boxmeer. Ook burgemeester van de Gemeente West Maas en Waal, de heer Pröpper, en de burgemeester

De opening van de tentoonstelling 'Fraaie handwerken'. Vlnr. mw. W. Berris-Visschers, bgm. Hillenaar en bgm. Pröpper. van de Gemeente Wijchen, de heer Franssen, waren bij de opening aanwezig. Waren de activiteiten in en om het Museum vele, het bezoekersaantal in 1990 viel nogal tegen. Het waren er in totaal 1693 tegen 2505 in 1989. Het Bestuur van het Museum zal zich ernstig gaan beraden op maatregelen om dit aantal wel op het oude peil te brengen. Hier staat tegenover dat het aantal leden van de 'Club van Honderd' de zeventig had overschreden.

VERSLAG VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING De Ledenvergadering is gehouden op donderdag 18 april 1991 in 'De Twee Linden' te Beneden-Leeuwen. In zijn openingswoord sprak voorzitter J.L.C. Alkemade zijn zorg uit over de zeer geringe opkomst van de leden. Het verslag van de Algemene Ledenvergadering van 26 april 1990 is zonder op- of aanmerkingen, onder dankzegging, aanvaard. Bij de ingekomen stukken was een krantenknipsel dat vermeldt dat de afdeling Druten van de Zomerpostzegels een bedrag schenkt van f 1.000,- aan het museum. Door de voorzitter is het jaarverslag voorgelezen zoals in dit tijdschrift afgedrukt. De bestuursleden mevr. F.J. van Oijen en de heer J. van Gelder en C. Visser stelden zich voor een periode van vijf jaar weer beschikbaar voor de vereniging. Bestuurslid de heer B.J.H.M. van Elk heeft te kennen gegeven


tussentijds te willen aftreden i.v.m. drukke werkomstandigheden. AKTIVITEITEN VANUIT TWEESTROMENLAND Het verslag van de kascommissie maakt duidelijk dat aan de penningmeester van de De Historische Vereniging Tweestromenland vereniging als ook van het museum décharge verleend kan worden voor hun financiële verleent haar medewerking bij de volgende evenementen: op 16 juni te Boven-Leeuwen, administratie. De heer Latta, kascommissie, 28 juli bij de 'Batenburgse dag' met een merkte op aan de voorzitter, dat de vereniging tentoonstelling in dorpshuis 'De Hostert' en in en het museum zuinig moeten zijn op de twee het weekeinde van 14/15 september in Overpenningmeesters en de administrateur. asselt i.v.m. de viering 'Honderd jaar kerk Nieuwe benoemingen in werkgroepen en Overasselt'. secties waren er niet. Uitvoerig is door het bestuur de vergrijzing besproken die zich ook Lidmaatschapsgelden aftekent binnen de historische vereniging. Helaas zijn (nog) geen positieve resultaten te Het bestuur maakt hierbij kenbaar dat er nog melden. Het bestuur zoekt naarstig naar enkele leden zijn die hun contributie over medewerkers, en zij verzoekt haar leden om 1990 nog niet hebben voldaan. Na toezenhun medewerking te willen verlenen bij het ding van dit tijdschrift zal verdere toezending zoeken naargeschikte kandidaten voorzowel worden gestopt. Wilt U dus voorkomen dat Uw commissies als bestuur. adres van de lijst wordt afgevoerd dan is Kascommissielid de heer Groen treedt af en betaling van het lidmaatschap over 1990 en als nieuw lid stelt de heer L.M. Bieman zich 1991 gewenst. kandidaat. Het jaaroverzicht van het museum werd NIEUWS VAN HET MUSEUM gedaan door secretaris C. Visser, daar de heer J.P. van Wezel, voorzitter museum, wegens ziekte afwezig was. (Zie verslag in dit tijd- In december 1990 is de tentoonstelling 'FRAAIE HANDWERKEN IN MAAS EN WAALS schrift afgedrukt.) Tijdens de vergadering BEZIT' geopend. (Zie bijgaande foto.) De werd door enkele aanwezigen naar voren expositie verwierf landelijke bekendheid door gebracht: Hoe is de financiële toekenning van lovende woorden in vakbladen zoals Ariadne. de gemeenten i.v.m. de subsidie? Antwoord: Daar ook vele vakantiegangers het museum De gemeenten geven naar het aantal inwobezoeken is besloten de expositie tot eind ners in hun gemeenten een bedrag van 17 a september te handhaven. In de achterzaal is 18 cent per inwoner, doch één gemeente een stijlkamer ingericht die een beeld geeft maakt hierop een uitzondering. Gezien het aantal leden sterk terugloopt is het misschien van het wonen in de laat-negentiende eeuw raadzaam de jeugd meer geïnteresseerdheid van een Maas en Waals gegoede familie. Bij de inrichting hiervan is gebruik gemaakt van bij te brengen, aldus de heer J. Dekkers die goederen uit de Collectie Spits, waaraan in overigens opmerkte dat hij niet was vermeld bij de gemeentelijke monumentencommissie ons tijdschrift van april j.l. (nr. 67) aandacht is besteed. De openingstijden van het museum van Druten als vertegenwoordiger van de zijn op de achterzijde vermeld. historische vereniging. De secretaris zal voor correctie zorgdragen. De heer H. van LeeuOPROEP wen maakte de opmerking, dat zijn Romeins aardewerk niet vakkundig was geëxposeerd, De heer A. Witbrood, Steenbank 11, 8321 DC het is erg amateuristisch. In overleg is besloten dat vanuit het museumbestuurcontact zal Urk, zoekt twee boekwerken van schrijverdrukker Pieter Los Gijsbrechtzoon uit Dorworden opgenomen met de heer Van Leeudrecht. wen om correcties aan te brengen. 1e. De doorbraak van de Bommelerwaard in Van de rondvraag werd geen gebruik ge1861. maakt. 2e. Ijsschotsen en watervloed, Nieuwe doorVoorzitter Alkemade kon om 20.55 uur overbraak 1861 in het Land van Maas en Waal. gaan tot sluiting van de vergadering. Na de pauze heeft drs. P.M. Ie Blanc uit Malden een zeer interessante lezing gehouden met een aantal dia's over 'Middeleeuwse muur- en gewelfschilderingen'.


GRONDBELASTING/DIJKLASTEN

Door Annemiek Giesbertz uit Beek is een transcriptie van de grondbelasting en dijklasten van de plaats Ewijk over de periode 1647/1649 samengesteld. Het naslagwerk is letterlijk overgenomen van de officiële papieren en geeft een vermelding van alle eigenaren, pachters en onderhoudsplichtigen in Ewijk. Een belangrijke bron voor ieder die zich bezig houdt met plaatselijke historische geografie, de geschiedenis van boerderijen of huizen, grondbezit, grondgebruik en tiendheffing. Het boek is verkrijgbaar voor f 10,- bij het Gemeentearchief te Nijmegen of door toezending voor f 15,- door overmaking op bankrek. nr. 87.58.29.759 t.a.v. 'Vrijwilligersgroep Nijmegen in kaart', Sprongstraat 22, 6573 BP Beek, met vermelding 'NEO-reeks serie C. nr. a.1.'.

omgaande terug), deze word gecatalogiseerd en veilig opgeborgen in het Archief van Calvin College voor eventueel toekomstig gebruik. Het gaat mij dus om brieven van of naar de V.S. of Canada uit het tijdperk 1840-1980. U kunt ervan op aan dat op geen enkele manier misbruik zal worden gemaakt van iemands privacy. dr. A. Bor, Beatrixlaan 7, 6713 PR EDE tel.:08380-13695

NIJMEEGS MUSEUM

Commanderie van Sint Jan Franse Plaats 3 6511 VS Nijmegen Telefoon 080-229193

EMIGRANTENBRIEVEN

Wie zich ver van huis begeeft, stelt familie en kennissen als regel op de hoogte van haar/ zijn welstand en opgedane ervaringen in de nieuwe omgeving, Dit geldt hedendaagse vakantiegangers. Dit is zeker waar voor emigranten. Vooral in vroeger jaren, laten we zeggen voor de Eerste Wereldoorlog, was emigratie voor velen een hachelijke onderneming. Lange tijd was een brief de enige vorm van communicatie tussen emigranten en achtergeblevenen. Zo zijn er over en weer talloze brieven geschreven, die echter in de loop der jaren voor een aanzienlijk gedeelte zijn verloren gegaan. Toch moeten zulke waardevolle documenten hier en daar nog aanwezig zijn. Deze brieven zijn daarom zo waardevol omdat zij informatie uit de eerste hand bevatten en ideaal studiemateriaal vormen voor wie om welke reden ook in dit historisch verschijnsel is geïnteresseerd; ik denk bijvoorbeeld aan historici, theologen, sociologen, psychologen en taalkundigen. Er is dus alle reden om een poging te doen te redden wat nog over is. In samenwerking met dr. H.O. Brinks, archivaris van Calvin College in Grand Rapids in de staat Michigan, probeer ik deze documenten op te sporen en te bewaren. Wij beperken ons daarbij tot correspondentie tussen Amerika en Nederland. Indien men zulke brieven bezit en tijdelijk af wil staan of indien iemand mij op het spoor ervan kan brengen, zou ik dit zeer op prijs stellen. Van zo'n brief wordt een kopie gemaakt (het origineel krijgt men vrijwel per

Alexander Cranendoncq 6 juli tot en met 8 augustus 1991

In 1799 te Maassluis geboren legde Cranendoncq zich al voor zijn twintigste jaar toe op de in Engeland ontstane nieuwe reproductietechniek van de houtgravure. Zijn eerste werkstukken kregen veel aandacht en werden op exposities bekroond. Na zijn huwelijk in 1826 vestigde hij zich te Nijmegen en opende er een boekhandel annex drukkerij. Zijn vele honderden houtgravures zijn vooral gebruikt als illustraties voor boeken en tijdschriften maar er zijn ook talrijke volks- en kinderprenten door hem gesneden. De expositie toont een representatieve selectie uit het werk van deze pionier in deze tak van de grafiek. Ben Luderer, tekeningen 6 juli t/m 18 augustus 1991

Al lange tijd werkt Ben Luderer aan een zeer gedetailleerde tekening van maar liefst 3,72 m. breed waarin de situatie van de Nijmeegse binnenstad rond 1875 wordt weergegeven. De gegevens daarvoor komen uit diverse archieven én uit ter plaatse gemaakte schetsen. Te zien zijn de vogelvluchttekening in wording, de schetsen, benevens tekeningen gemaakt tijdens reizen en in de eigen omgeving. Openingstijden: Dagelijks van 10-17 uur, zondag van 13-17 uur.


FINANCIEEL JAARVERSLAG OVER 1990

BALANS van de Historische Vereniging Tweestromenland per

31-12-1989

31-12-1990

in guldens -

Vaste activa p.m.

Inventaris

p.m.

Vlottende activa Voorraden Vorderingen op korte termijn Liquide middelen

19.997,50 11.202,78 29.968,90

12.747,50 6.512,82 25.585,62

61.169,18

44.845,94

11.193,33

14.031,24

21.628,97

16.252,84

24.983,32 3.363,56

9.969,14 4.592,72

61.169,18

44.845,94

Eigen vermogen

Reserve Voorzieningen Publicatiefonds

Kortlopende schulden

Schulden op korte termijn Rekening-courant museum

BALANS van het Streekhistorisch Museum Tweestromenland per

31-12-1989

31-12-1990

in guldens -

Vaste activa

Inventaris

p.m.

p.m.

19.613,32

2.251,11

3.363,56 5.555,00

4.592,72 17.410,77

28.531,88

24.254,60

Vlottende activa

Vorderingen op korte termijn Rekening-courant Hist. Vereniging Liquide middelen

6


Eigen vermogen

Reserve

- 9.133,96

- 9.488,45

26.863,15

6.247,21

10.802,69

27.495,84

28.531,88

24.254,60

Voorzieningen Doelsubsidies Kortlopende schulden

Schulden op korte termijn

SPEURNEUS Nr. 3

Veulen hing twee schapen op Beneden Leeuwen - Goed pech had de landbouwer S. te Beneden Leeuwen in december 1938. Hij had twee schapen aan elkaar gebonden en de wei in gestuurd, 's Nachts gingen de dieren lekker warm liggen rusten aan weerskanten van een veulen, het touw over de rug van hun slapie. 's Morgens stond het veulen op en verhing de schapen. Maar in december laat je toch ook geen veulen meer in de wei liggen? SPEURNEUS Nr. 4

Het dak op Beneden Leeuwen - In 1938 waren de wegen niet meer bestand tegen het toenemende motorverkeer. En zeker de dijk met zijn afritten niet. Dat bleek wel in Beneden Leeuwen. De chauffeur van een zware vrachtwagen op de afrit van de Brouwerstraat zette zijn versnelling, toen hij wou terugschakelen, per ongeluk in de achteruit. Het gevaarte ramde een beukenhaag van de heer H. plus een paar fruitbomen. Zulks gebeurde in de week van 16 februari 1938. Kort tevoren was een auto op dezelfde plaats van de dijk geschoten en boven op het dak van een dijkhuisje terecht gekomen. Wie was de heer H.? Wie bewoonde het dijkhuisje? Wie waren de chauffeurs van de twee voertuigen?

Echteld aan de burgemeester van Ewijk weten dat er in Ochten een vlieger was gevonden en 'aan den oever gebracht'. Hij bedoelde een roeiboot. Volgens Van Dale wordt de benaming vlieger gebruikt, als het gaat om roeiboten bij een binnenschip die dienen voor communicatie met de wal. De in Echteld aangedreven boot was 'niet geverfd noch geteerd'. De constructie bestond uit '13 krommers met twee doften, in de voordoft een gat voor het plaatsen van een mast'. Onder krommers worden flauw gebogen balken verstaan; doften zijn roeibanken. Aan de kop van de boot was 'een eind ijzeren ketting bevestigd van circa 1/2 Meter waaraan zich een touw bevond, 'lang ongeveer 5 a 6 vademen'. Vadem of vaam is een oude maat voortouw en betekent volgens Van Dale eigenlijk de afstand 'tussen de toppen der middelvingers bij zijwaarts gestrekte armen', in het rond dus de afstand die men kan 'omvademen'. Maar de Amsterdamse vadem was 1,698 m; de Rijnlandse 1,88 m. In Ewijk miste iemand inderdaad zijn boot. Dat had op bladzijde 1085 van het Algemeen Politieblad gestaan op 25 juni 1886. Maar het exemplaar dat in Ochten aan wal gebracht was, kwam niet uit Ewijk, aldus noteerde gemeentesecretaris op de binnengekomen brief. Wij hebben er niettemin enkele interessante scheepstermen uit de 19e eeuw aan overgehouden: 1. vlieger; 2. doft; 3. krommer; 4. vadem.

SPEURNEUS Nr. 5 Johan van Os, tel.: 08870-13804

Een vlieger van 13 krommers met 2 doften en 5 è 6 vademen touw

Op 1 juli 1886 liet de burgemeester van


GRENS TUSSEN DE KADASTRALE GEBEENTEN NIJMEGEN EN UBBERGEN.

Q

Toegevoegd aan Nijmegen in 1818.

(2) Toegevoegd aan Ubbergen 1-1-1915

~

**•*,

„f

s»" •f-fjrrt

VRIJWILLIGERSGROEP NIJMEGEN IN KAART GEBRACHT

Op initiatief van de vrijwilligersgroep 'Nijmegen in kaart gebracht' is gestart met een serie uitgaven genaamd de 'NEO-Reeks'( Nijmegen En Omgeving onderzocht). De titel van het eerste deel luidt: 'Veldnamen in het Ooijsche Schependom en de vestingwerken van Nijmegen'. Verscheidene malen per jaar zullen publicaties verschijnen die met name geschikt zijn als aanzet voor verder onderzoek. Het zijn gegevens uit archiefbronnen die de moeite van het bestuderen waard zijn, maar die de archiefbezoekers desondanks sporadisch raadplegen. Deze uitgave beschrijft de veldnamen in het Ooijsche Schependom en de vestingwerken van Nijmegen op volgorde van kadasternummer. Achterin staan twee alfabetische naamlijsten één van eigenaren en één van veldnamen. Deze stammen voornamelijk uit de periode 1812-1840. Door middel van bijgevoegde kadasterkaarten (van 1832) zijn de eigendommen gemakkelijk te plaatsen. Voor wandelaars is het aantrekkelijk dat nu nog

8

fee. Hans Glesbertz ©

1990

veel van de beschreven veldnamen terug te vinden zijn op de afrasteringen in het gebied. 'Veldnamen in het Ooijsche Schependom en de vestingwerken van Nijmegen' is voor f 7,50 verkrijgbaar bij het gemeentearchief Nijmegen, Mariënburg 95. Of door overmaking van f 11,- (inclusief verzendkosten) op bankrekeningnummer 87.58.29.759 t.a.v. 'Vrijwilligersgroep Nijmegen in kaart gebracht', Sprongstraat 22, 6573 BP Beek onder vermelding van NEO-reeks serie B nummer a.1. VOORAANKONDIGING EXCURSIE

De jaarlijkse excursie zal dit jaar worden gehouden op zaterdag 28 september 1991. U kunt deze datum alvast noteren in Uw agenda. In het septembernummer zal meer informatie gegeven worden met daarbij een deelnameformulier. INZENDING KOPIJ

De kopij voor tijdschrift nr. 69 dient vóór 7 augustus 1991 bij de redaktie te zijn.


de Tweede Kamer op de 10de oktober daaraanvolgend goedgekeurd - bepaalde dat de oude kerk op het Hoog, met al haar goederen en fondsen door het recht van naasting aan de katholieken zou terugkeren. De katholieken keerden aan de Hervormde

Gemeente van Afferden en D eest een bedrag uit van 1009 gulden, 13 stuivers en 11 penningen, zijnde deze vergoeding berekend naar verhouding van het zielental,

hetgeen toenmaals bestond uit 620 katholie-

De 24ste juni 1802 en de 14de februari 1803, werd de laatste termijn gerechtelijk aan de Commissie van de Hervormde Kerk aangeboden, doch zij weigerde deze gelden te

ontvangen. De zaak bleef hangende totdat het geschil door een besluit van koning Willem I in 1818 in het voordeel van de katholieken werd beĂŤindigd. Alle stukken met betrekking tot deze naasting verkreeg het R.K. kerkbestuur in 1857 uit de nalatenschap van Wiegand. Deze zijn thans allemaal nog in het parochie-archief te vinden.

ken en 30 protestanten. Bij taxatie werd de oude kerk op het Hoog geschat op 3600 gulden, terwijl zij bij de publieke verkoop tot afbraak in 1833 slechts 500 gulden op- Aangezien Afferden door de teruggave over bracht. twee katholieke kerken kwam te beschikken, Bovenvermelde vergoeding moest in twee werd de oude kerk op het Hoog gebruikt op zon- en feestdagen en bij uitvaarten, terwijl termijnen betaald worden; de ene helft bij tekening van het contract en de andere helft op de andere dagen de godsdienstoefenineenjaar daarna. Na ontvangst der eerste helft gen gehouden werden in de schuurkerk, weigerde de Commissie der Hervormde gestaan hebbende bij Van Amstel. Daar de

Gemeente de andere helft in ontvangst te nemen, daar zij meende nog recht te hebben op een stuk land genaamd de Weem, naast de kerk gelegen, waar vroeger de pastorie heeft gestaan. De katholieken daarentegen bijgestaan door notaris Pieter Wiegand uit Nijmegen - verdedigden hun goed recht op vermeld stuk land, volgens artikel zes van het Dekreet van 29.9.1800.

kerk op het Hoog veel te klein en de schuurkerk bij van Van Amstel bouwvallig geworden was, werden beide in 1833 afgebroken en werd er op de plaats van de schuurkerk een nieuw kerkgebouw opgetrokken, welke identiek geweest moet zijn

aan de kerk van Ewijk, waarvan thans de toren nog bestaat.

15


H. Croonen (+)

Watersnood in 1926 te Afferden (Gld.) De watersnood van 1926 heeft in het dorp Afferden heel wat teweeggebracht, mede door het feit, dat het water in de meeste huizen circa l a 1.5 meter hoog kwam te staan. Hierdoor waren de meeste bewoners genoodzaakt huis en haard te verlaten om een goed heenkomen te zoeken. Aangezien de bevolking van Afferden toen een overwegend agrarisch bestaan leidde, trokken de meeste bewoners met hun vee naar het hoogstgelegen deel van Afferden, genaamd 'Het Hoog'. Voor de mensen zelfwas nog wel onderdak te vinden, maar moeilijker was het in alle meegebrachte vee onder te brengen. Zou de watersnood in het hartje van de zomer geweest zijn dan was dit veel makkelijker geweest, doordat men het vee dan in de open lucht had kunnen stallen. Dit was toen niet mogelijk, daar het zo hard vroor, dat men over het ijs van één nacht de verlaten huizen weer kon bereiken. Het melkvee kon met veel passen en meten in de nog droogstaande stallen van de huizen ondergebracht worden, maar voor de varkens en de schapen was geen plaats. Deze werden zolang op het eveneens op 'Het Hoog' gelegen ommuurde kerkhof gejaagd, doch de varkens werden later weer verwijderd, daar deze de daar gelegen graven omwroetten en ook omdat de kou voor deze dieren niet langer te harden was. De schapen waren met hun dikke vacht beter bestand tegen de kou en aangezien deze dieren verder niets stuk maakten, mochten ze op het kerkhof blijven lopen. Door de vrij dichte bebouwing op 'Het Hoog' was er tamelijk veel ruimte aanwezig. Buiten dat stond er nog de oude tweeklassige Openbare Lagere School, met het daaraan gebouwde café van Jan Belgers en de café-bakkerij van Aart Kolvenbach. Ondanks alle beschikbare ruimte was het door de grote toevloed van mensen niet mogelijk om hen een fatsoenlijk onderdak te verschaffen. Zo kon het voorkomen, dat er 30 a 40 mensen in een huis ondergebracht waren en waar overdag werd gewoond werden 's avonds zoveel mogelijk strozakken uitgespreid om zich te ruste te begeven. Deze plaats was dan nog meestal toebedeeld aan de ouderen, vrouwen en kleine kinderen, terwijl de mannen en de grotere jongens

16

meestal een slaapplaatsje opzochten op de stal boven het vee. Aan voedsel was over het algemeen geen gebrek, daar men de beschikking had over de melk van de koeien en er is menigmaal een varken of schaap geslacht om de mensen van vlees te voorzien. Het is wel te begrijpen, dat deze toestand zo niet lang kon voortduren en het is aan pastoor J. Litjens te danken geweest, dat de meeste gezinnen ondergebracht konden worden in Deurne (NB), alwaar hij toen kapelaan was. De gezinnen werden met de roeiboot overgebracht naar het stenen kruis aan de dijk, waar men kon overstappen in een schip, dat voor verder transport zorgdroeg.

Ook zijn er tijdens de watersnood nog twee lijkdiensten gehouden en wel in het café van Jan Belgers, daar de huidige parochiekerk ook in het water stond. Hiertoe moest eerst het hele café ontruimd worden, terwijl uit de

huidige kerk met de roeiboot een noodaltaar gehaald moest worden om de mis te doen. Nadat het waterpeil weer begon te zakken en men in Dreumel de dijk had laten springen, was het met de wateroverlast snel gedaan en konden de meeste bewoners weer huiswaarts keren.


L W. Loeffen

De naam Zwartjes in Maas en Waal In 1968 verscheen er in de Gelderlander een serie artikelen van de, vooral in Tweestromenland, bekende schrijver H. van Heiningen, genaamd 'Uyt 't Nijmeegsch Quartier' met schetsen uit de historie van het platteland tussen Maas en Waal. In nr. 3 van die serie staat beschreven hoe de dijkschouwingen rond 1600 werden gehouden. Drie zinnen daaruit: De in vier dikke boeken gebundelde dijksignaten van Erasmus Liebaert zijn een kostelijke bron voor de bestudering van water- en dijkrecht in die dagen en ook voor genealogisch onderzoek. Er komen duizenden namen in voor. Zo ontmoeten we op 9 juli 1599 op de dijk in Beuningen bijv. Alert Janssen, genaemt Swartken; de man, die jaren later op hetzelfde dijkvak stond en kennelijk zijn zoon is, heet dan Swartkens en wie in Beuningen bekend is, denkt dat de nazaten van dat 'Swartken' ook nu nog zijn naam dragen. Devraagwasnu: Zouden al degenen die in Maas en Waal Zwartjes heetten van die ene man afstammen? Nader onderzoek is dan nodig, vooral voor diegenen met deze naam in hun kwartierstaat en dat zijn er velen (Zie bijv. Kwartierstatenboek van Maas en Waal, uitg. Tweestromenland april 1990). Dit artikel wil daar wat meer duidelijkheid in scheppen. Allereerst de dijksignaten: 9.8.1597 9.7.1599

9.7.1600

17.3.1601 23.7.1601

Boeninghen. Swarttken heeft geloeft voor een roede dijcx, toebehoorende de Costerie van Boeninghen. Opgemaeckt te wesen als voren. Eerdtschauw. Bevonden beneden den dijckvan Hubert van Swol tot den Aschdonck gehoorende, derde halff roede dijcx niet angevanghen, waarvan een Roede toecompt 't Capittel tot Ewick gehoorende. Ende ander halff roede Frans Buys tot Ewick gehoorende. Angenomen bij Arent Janssen genaemt Swartken. Eertschouw Boeninghen. Bevonden een roede dijcx toebehoorende Willem van den

Camp, ongehoocht ende sonder haer gelijck als de voorgaende. Aengenomen bij Arent Janssen de roede voor eenen penningh. Chierschauw op Geertruydis, Boeninghen. Arent Janssen buyrm. voor de willige, laten donwillighe tot discretie van den heere. Eertschouw. Bevonden een roede dijcx toebehoorende van Mourick niet gehoocht na Chieringe der heemraden. Arent Janssen heeft daervoren geloeft. Bevonden vierde halff roede dijcks toebehoorende Roelof van Steenwyck niet gehoocht na Chiering;

Dierick Arents heeft daervoren geloeft. Geloeft betekent beloofd, terwijl door de chiering werd vastgelegd hoe en waar de boeren hun dijk moesten verzwaren en verhogen. Bij de eertschouw werd, bij gebleken nalatigheid, het werk aanbesteed op kosten van de dijkplichtige. Uit de teksten blijkt dat Alert een verschrijving is. Arent is dus degene die Swartken als toenaam heeft en dat is een aanwijzing dat hier een naam

Swartjens kan zijn ontstaan . De genoemde zoon op hetzelfde dijkvak is niet gevonden, wel veel nazaten in andere nog te noemen bronnen. Arent was buurmeester (buyrm.) en als zodanig belast met de vertegenwoordiging van de dijkplichtigen in de kerspel. In dit verband wekt het geen verwondering dat in het Zoeklicht Kwartier van Nijmegen twee

17


wapens voorkomen van Jan Arndtsen die Cuper uit Beuningen en zijn vrouw Jacoba uit het jaar 1564, zijnde de nummers 519 en 774. Zie fig. l en 2. Genoemd jaar, de naamgeving en de sfeer waaruit deze wapens stammen namelijk buurmeesters, erfpachters en schepenen maken het mogelijk dat zij de ouders van onze Arent zijn. Het wapen van Jan Arndtsen zal op zijn kuipen gekerfd of gebrand zijn in de vorm van de letter a van arndts met daarbij een verhoogde schuin-

balk. Er is nu een begin van een stamreeks, maar hoe komen we verder? De meeste gegevens komen uit de doop, trouw en begraafboeken van Den Doddendaal (gegevens uit Deest, Winssen, Ewijk, Beuningen en Weurt) met aanvullingen uit Inwoonderslijsten vanaf 1693 endijkcedulen uit Ewijk en Beuningen. Dijkcedulen bevatten gegevens over de dijkplicht. De periode tot ongeveer 1640, wanneer de doopboeken summier aanvangen, moet overbrugd worden, omdat de doopgegevens van minstens één generatie ontbreken. Hier bestaat na 1640 nog een ander probleem. In het dagelijkse leven werden de Swartiens of Swertiens dikwijls zo genoemd, maar in de doopboeken meestal niet. De namen werden door patronymen of vadersnamen weergegeven, ook al was er een in zekere mate bekende achter- of familienaam. Uit een artikel in Gens Nostra, getiteld: Ondergedoken Geslachtsnamen? blijkt, dat men in andere landsdelen het zelfde verschijnsel heeft waargenomen bij het ontstaan

van een familienaam uit een toenaam. Het verzet tegen het Spaanse bewind zou daarbij een rol gespeeld hebben. Ook hadden de geestelijken een voorkeur voor vadersnamen, omdat die directer de afstamming aangaven met het oog op eventuele aanvragen van huwelijksdispensaties. Onder de volgende generaties II en III wordt door

18

cursivering van de naam aangegeven dat bij de doop de naam Swertiens of dergelijke werd gebruikt. Onder generatie IV is dat al bijna algemeen. Bij de dopen op Den Doddendaal is niet apart (RK) aangegeven en wel omdat dit geen dorp is maar het kasteel, waar de 'van Stepraedts' de mogelijkheid lieten tot 'paepsche exercitiën' door Jezuïeten en later Franciscanen. In de grote kelder konden bijna 800 katholieken de H. Mis bijwonen, hun kinderen laten dopen en ook trouwen. Wat bij de dopen ook opviel was dat in de 17e eeuw hier de namen Handirck, Dierick, Dirck en Henderick soms door elkaar gebruikt werden. Later werd Hendrik met de doopnaam Henricus en Dirk of Derk met Theodorus aangeduid, terwijl zij een totaal verschillende betekenis hebben. In 1693 vinden we in Beuningen onder hele Bouwluyden Derck Swartiens en onder de halve Jan Hendericx Swarties en Jan Claessen Swarties. In het reeds genoemde Zoeklicht staat over Groesbeek op blz. 129, dat

hele 10 of meer, en halve bouwlieden 5-10 morgens land bebouwen. Beneden de 5 morgens waren het keuters. Nu volgen 5 tot 7 generaties Swartsen, Swarties, Swartjes, Swertiens en later Zwartjes met Zwartjens, waarvan generatie V met

kinderen en soms kleinkinderen.


I

Arent Janssen, genaemt Swartken, tr. N.N. in 1641 meter (IIb2), aangeduid als de moeder van Henderijck Swartsen. Hij was buurmeester in Beuningen volgens dijksignaat van 1601 en mogelijk een zoon van Jan Arndtsen en Jacoba en overleden waarschijnlijk voor 1650

volgens dijkceduul van Ewijk, waarin voorkomen de erffgenaemen van Arnt Janssen. Kinderen waarschijnlijk, volgorde onbekend. 1. Jan Swartgens; misschien de oudste zoon omdat zijn vaderjanssen heet enjan naar zijn

grootvader genoemd kan zijn. 2. Claes Aerts, volgt Ha. 3. Henderijck Swartsen, volgt Ilb.

Ha

Claes Aerts, toegenaemt Swartjes (1644), tr. Gerritje (Gertruyt) Jansen van Winsen; komt voor in dijkceduul van Beuningen van 1652 met 2 roey. Kinderen, ged. Beuningen, volgorde onzeker. 1. Geertjen, ged. 10-1-1644, overl. na 25-10-1685 (doop kind) tr. (1) otr. Beuningen 2-2-

1666) Hendrick Cornelissen Poelen, geb. te Ewijk zn. van Cornelis Dercks Poelen (van de Poel) en Liesbeth Hendriks van Meeckeren; otr/tr (2) Beuningen 3-3-1677/Ewijk 27-

3-1677 Jan Hendrickx, j.m. van Beuningen. Dopen uit 2e huwelijk Handrickxke 1677, Gereden 1677, Lisebeth 1678, Dirck 1679, Theuniske 1683, Jenneken 1685. Ook op grond van de getuigen bij de dopen van haar kinderen lijkt Geertjen een dochter van Claes Aerts toegenaemt Swartjes. 2. Aert, volgt lila. 3. Jan, volgt Illb.

4. Janneken, ged. 8-2-1653. Een Jaentien of Jantje Claesen was getrouwd met een Dirck Handrickx, waaruit te Doddendaal gedoopt Wilhelm 30-7-1676 en Mari 16-12-1683.

Hij hertrouwde (otr. Deest 15-3-1703 ) Trijneke Alerds, wed. van Jan Peters te Deest. 5. Neeltgen, ged. 10-2-1655, is waarschijnlijk identiek aan Neeltien Claessen, j.d. van

Beuningen, die otr. Beuningen ..-9-1679 met een Dirck Hendrickx, j.m. van Beuningen, waaruit ged. te Ewijk (RK) Jaxken 18-10-1679. 6. Frerick, ged. 16-1-1659, mogelijk later genaamd Frederick de Swert, die trouwde met Mari Jansen. 7. Mogelijk Metken Clasen, komt voor als doopgetuige met Aert Clasen in 1678 (Illbl). Ilb

Henderijck Swartsen, tr. Willemke Soer. Hij is mogelijk dezelfde als Hendrick Aertsz. die op

24-10-1646 in Beuningen werk aanneemt. Kinderen, ged. te Beuningen, volgorde onzeker.

1. Aert, ged. 2-2-1640. 2. 3. 4. 5. lila

Magdalena, ged. 23-5-1641, meter in 1666. Derk, volgt IIIc. Jan, volgt Illd. Geertien, tr. Doddendaal 10-8-1679 Dirck Theunissen Poelen, geb. Ewijk, zn. van Theunis Dercks Poelen en Laurensken Peters.

Aert Clasen, otr/tr. Beuningen 25-9/16-10-1664 Jenneke Aerts. Kinderen, ged. Doddendaal, waarvan geen nazaten in Beuningen gevonden.

1. Hendirck, ged. 6-2-1675. 2. Aert, ged. 21-10-1677. 3. Jenneke, ged. 27-10-1678.

4. mogelijk Jan, ged. 6-12-1683. 5. mogelijk Derck, ged. 23-8-1686. Illb Jan Clasen, tr. Drisken Jacobs. De Inwoonderslijst van Beuningen in 1693 geeft Jan Claessen Swarties aan bij de halve Bouwluyden.

19


Kind ged. Doddendaal. 1. Geertien, ged. 15-12-1678. IIIc

Derick (Derk) Hendricks Swartjes, geb. Beuningen ca. 1640, hele bouwman in 1693, woonde te Biesterhuizen (doop 2 en 3) onder Beuningen, otr. (1) Beuningen 12-11-1665 Enneken Gerrits, geb. te Leur ca. 1635, wed. van Geurt Jansen, tr. Ewijk 12-2-1666. Otr. (2) Beuningen 13-3-1681 Mariken Jans, geb. Leur ca. 1655, tr. Ewijk (RK) 2-2-1681. Uit Ie huwelijk geb. en ged. te Beuningen. 1. Hendrixken, ged. 3-9-1666. 2. Derick, ged. 3-5-1668. 3. Geurt, ged. 31-7-1670, Geurt Dierix Swartjes, volgt IVa ged. Doddendaal. 4. Hendrik, ged. 25-4-1674. 5. Aert, ged. 23-1-1678. Uit 2e huwelijk ged. Doddendaal: 6. Geretien, ged. 10-8-1681. 7. Jan, ged. 20-2-1685, Jan Derks Swartjes, volgt IVb.

8. Jacobus, ged. 4-11-1687. 9. Willem, geb. ca. 1690. Willem Derks Swartjes otr. Nijmegen (RBS Jansen j.d. van Nijmegen. 10. Aertie, ged. 17-3-1693. 11. Geretie, ged. 8-1-1695, begr. Doddendaal midden april 1759. 12. Aert, ged. 6-12-1696.

1176)

5-4-1722 Maria

Illd Jan Handirckx (Hendirckx) Swartjes, geb. Beuningen ca. 1640, halve bouwman (1693), waarsch. begr. Doddendaal 21-4-1724, otr./tr. Beuningen 14-1/18-2 1672 Grittien (Geretien) Jansen, j.d. van Loer (Leur) Kinderen, geb. te Beuningen, ged. Doddendaal 1. Hendrick, ged. 27-11-1674, volgt IVc. 2. Jan, ged. 3-8-1678, volgt IVd. 3. Aert, ged. 1-2-1682.

4. Wilhelm, ged. 10-1-1685, volgt IVe. IVa

Geurt Dierix (Derks) Swartjes (Swertiens), geb. en ged. Beuningen 31-7-1670, tr. Ewijk(RK) 25-12-1692 Willemke Dierix (Derks Goossens), d.v. DerkGoossens en Tysken Cornelissen. Kinderen geb. te Beuningen, ged. Doddendaal 1. Dierck, ged. 12-9-1702, otr./tr. Beuningen 23-11-1732/Ewijk 14-12-1732 (RBS296) Mary Martens, geb. ca. 1675, wed. van Peter Geurts te Ewijk met wie zij in 1698 was gehuwd. Dierck begr. 27-7-1768. 2. Anna, ged. 3-12-1704, tr. Doddendaal 4-11-1731 Jan Henderickx van Cuik. 3. Dieriske, ged. 3-7-1707, begr. Doddendaal 31-12-1787, tr. Doddendaal 22-12-1727 Steven Gerrets, j.m. van Sevenum, laatst gewoond hebbende in Beuningen.

4. Thijs, ged. 4-11-1710, volgt Va. 5. Aertie, ged. 13-12-1712, tr. Doddendaal 23-5-1 740 Antoon Thomasse. Van Geurt en Willemke zijn tussen 1692 en 1702 geen kinderdopen op Doddendaal gevonden.

IVb Jan Derks Swartjes, geb. te Beuningen 20-2-1685, waarsch. begr. Doddendaal 12-11-1730 als Jan Dirk Swartjes, tr. Doddendaal 7-2-1708 Jenneke Jansen, geb. Beuningen ca. 1685. Kinderen, ged. Doddendaal 1. Dierick, ged. 20-8-1708. 2. Jan, ged. 5-9-1709, volgt Vb. 3. Jacob, ged. 29-3-1712.

20


4. 5. 6. 7. IVc

Aret, ged. 13-6-1719. Antonius Ferdinandus, ged. ..-1-1721. Wilhelmus, ged. 13-8-1722, begr. Doddendaal Willem Swertjes 13-2-1727. Margaretha, ged. 17-9-1725.

HendirckSwartjes, ged. 27-11-1674, begr. Doddendaal 21-7-1735, tr. Eultie Wolters (Aaltje

Wouters). Zij hertr. (otr. Beuningen 9-11-1738) Doddendaal 30-11-1738 Wander Derks, weduwnaar van Helena Willems Heynen, waarvan 1. Jan, ged. Doddendaal 9-7-1713, misschien begr. Doddendaal 21-4-1724 als Jan Dirk Swartjes. IVd Jan Swartjes, ged. Doddendaal 3-8-1678, tr. Doddendaal 13-4-1704 Marie Willems. Kinderen, ged. Doddendaal

1. Wilemke, ged. 23-3-1705, tr. in 1729 Willem Janssen Roovers (Reuvers), ged. Doddendaal 31-12-1697, z.v. Roever (Roover) Jansen en Bertie Willems, waarvan a. Jenneke, ged. Doddendaal 8-2-1730. b. Maria, ged. Doddendaal 3-5-1734. c. Jan, ged. Nijmegen 4-9-1738. 2. Maria, ged. 4-4-1706, overl. Beuningen, begr. Doddendaal 27-5-1728, tr. Neerbosch (RK) 13-4-1727 Jan Loyen (Layen), ged. Doddendaal 16-2-1701,'z.v. Jan Loyen en Judith Jansen. Hij hertr. Afferden (RK) 8-1-1730 Cristeyn Gerrits. Uit eerstgenoemd huwelijk a. Jan, ged. Doddendaal 11-3-1728. 3. Jan, ged. 26-9-1711, moeder wordt Marie Ariens genoemd (zie I Ve) Onzeker blijft of de moeder of de vader verwisseld is, omdat deze Jan ook goed zou passen in de plaats tussen IVe nrs. 2 en 3. IVe

Wilhelm Swartjes, ged. Doddendaal 1-10-1685, begr. Doddendaal 1-5-1745. Uit de dijkcedule van 1715: Willem Swarties, daar hij woont aan den Reeck (nr.94). In 1738 was hij rotmeester van het 4e rot van Ewijk -l- Doddendaal. Hij tr. Marie Ariens van Wijck, ged. Doddendaal 14-4-1689, d.v. Arien Geerets van Wijck en Jenneken Willems, overl. te Beuningen, begr. Doddendaal 23-8-1737. Kinderen, geb. te Beuningen, ged. Doddendaal 1. Jan, ged. 10-1-1708, jong overl. of volgt Vd, zie tussen 2 en 3. 2. Jenneke, ged. 3-4-1709. - Jan? zie opm. bij IVd3, volgtdan Vd. 3. Willemke, ged. 20-11-1713. 4. Aertie, ged. 2-12-1716. 5. Dierck, ged. 28-1-1722, volgt Ve.

6. Maria, ged. 9-6-1724. 7. Gerrit, ged. 25-2-1726, tr. Wychen 13-8-1749 Petronella Schooneberg. 8. Steven, ged. 26-12-1728, waarschijnlijk jong overleden. 9. Gertrudis, ged. 18-5-1730.

10. Steven, ged. 29-6-1733, volgt Vf. Va

Thijs (Theys, Mathijs, Matheus) Swartjes, ged. Doddendaal 4-11-1710, begr. Doddendaal 29-12-1789, tr. Afferden (RK) 26-4-1739 Cornelia Gerrits, geb. in Altvorst, overl. Beuningen

21-7-1796, zr. van Cristeyn, genoemd onder IVd2. Kinderen

1. Gerardus, ged. Afferden 20-1-1740, tr. Doddendaal Willemijn Jansen, waarvan ged. Doddendaal a. Cornelia, ged. 4-9-1774. b. Antoon, ged. 1-1-1777.

21


"t Slot Doddendael op de binnenplaats, 1731.' c. Gerardus, ged. 8-6-1778, tr. Doddendaal 1-5-1802 Christina Geutjes. Kinderen, ged. Doddendaal 2. Gertruy, ged. 15-1-1741, tr. Doddendaal 15-4-1771 Gerardus van Ast (7 kinderen). 3. Willem, ged. 15-9-1742. 4. Willemijn, ged. 13-4-1744, overl. Heteren 17-5-1837 (93 j.!), tr. (1) Doddendaal 6-61775 Derck Olbers (Aalbers) uit Indoornik, zn. van Hendrik Aalbers en Catharina Lippitz (4 kinderen), tr. (2) 19-6-1797 Derk Derksen, geb. Heteren 17-11-1772, overl. Heteren 10-9-1841. 5. Joanna, ged. 10-11-1745, tr. Doddendaal 17-4-1780 Jan van Ast (4 kinderen). 6. Petrus, ged. 31-3-1747, begr. Doddendaal 2-3-1780. 7. Theodorus, ged. 6-1-1749, waarsch. jong overleden. 8. Theodorus, ged. 16-12-1750, begr. Beuningen 8-12-1819, tr. Maria jansen, kinderen geb. te Beuningen, ged. Doddendaal a. Johanna, ged. 20-1-1786. b. Peternel, ged. 8-3-1788. Bij de volgende dopen wordt de moeder Mie Tunissen genoemd en er is geen overlijden van Mie Jansen in 1788 gevonden, c. Matheeus, ged. 29-11-1790. d. Cornelia, ged. 30-7-1793, tr. Beuningen 27-10-1813 Johann Meyers. 9. Gerardus, ged. 8-4 1752, begr. Doddendaal begin nov. 1752. 10. Gerardus, ged. 7-5-1 755, tr. Doddendaal 4-5-1789 Claseyn Driessens, begr. Beuningen 27-7-1791, waarvan ged. Doddendaal 30-12-1790 Matea (Mathea). 11. Maria, ged. 19-11-1757. 12. Joannes, ged. 28-11-1759. 13. Wilhelmus, ged. 16-8-1761.

22


14. In Zoeklicht Kwartier van Nijmegen wordt op blz. 100 nog een zoon Gaugericus (Geurt)

genoemd; hij was gehuwd geweest met Joanna Willems, die in 1803 met dispensatie hertrouwde met Joannes Bos. Vb

Jan jansen Swartjens, ged. Doddendaal 5-9-1709, tr. Doddendaal 9-3-1733 Marie Willems, waarsch. begr. Doddendaal 17-2-1767 als Marie, uxor Joannis Swartjens, waarmee

onwaarschijnlijk Marie Willems van IVd bedoeld kan zijn. Kinderen, ged. Doddendaal 1. Geertruy, ged. 12-3-1734, waarsch. jong overleden. 2. Henricus, ged. 20-2-1736, waarsch. jong overleden. 3. Geerde, ged 20-2-1736, tweeling met 2. 4. Jan, ged. 12-12-1737.

5. Wouter, ged.8-6-1739. 6. Willem, ged. 13-1-1743, waarsch. jong overleden. 7. Wilhelmus, ged. 7-4-1745, tr. Doddendaal 25-4-1780 Johanna Hendriks Megens, waarvan geb. te Ewijk, ged. Doddendaal a. Hendrijn, ged.18-5- 1781, begr. 21-8-1793. b. Johannes, ged. 26-2-1783, waarsch. begr. Ewijk 19-1-1809.

c. Petrus, ged. 25-8-1785. d. Henricus, ged. 17-11-1786. e. Joanna, ged. 14-11-1791, overl. Ewijk 16- 11-1838, tr. Jan van Lubeek. 8. Anthonia, ged. 26-10-1747.

9. Henricus, ged. 15-4-1750, begr. Beuningen 16-3-1804, tr. Geritje ( Geertrui, Gerrada, Gertruda) Weyers, Doddendaal 17-8-1780 (dezelfde dag als zijn broer Wilhelmus), ged. Doddendaal 17-8-1748, begr. Beuningen 25-12-1809, d.v. Weyer Jacobs en Maria Jansen. Kinderen geb. te Beuningen, ged. Doddendaal a. Jacobus, ged. 2-2-1781, tr. Margarita Moorman (Moerman), b. Maria, ged. 7-11-1782, overl. Winssen (gem. Ewijk) 9-8-1857 tr. (1) Willem Peters, geb. Neerbosch ca 1783, z.v. Hendrik Peters, overl. Winssen 2-4-1812 (3 kinderen) tr. (2) te Winssen 10-12-1813 Gerardus Loeffen, geb. Beuningen, ged. Doddendaal 15-7-1778, overl. Winssen (gem. Ewijk) 7-2-1861, z.v. Mathijs Loeffen en Johanna Layen (5 kinderen), c. Wilhelmus, ged. 6-10-1784, tr. Beuningen 24-2-1813 Arnolda van As, ged. 5-101784,

d.v. Gradus van As(t)

en Gertruy Swartjens (zie Va2).

d. Johanna, ged. 20-12-1786, tr. Beuningen 24-2-1813 Jan van Zuylen, ged. Doddendaal 21-1-1787, geb. te Ewijk, z.v. Derk van Zuylen en Gerritje de

Haard. e. Joannes, ged. 9-12-1788. f. Wilhelmina, ged. 9-12-1788, tweeling met e. g. Gerarda, ged. 8-10-1791. 10. Willemke, ged. 23-4-17P5, onzeker of dit 1755 kan zijn.

Vc

Jan van Galen, alias Swertiens, ged. Doddendaal 26-9-1711, waarbij de moeder Marie Ariens wordt genoemd i.p.v. Marie Willems ( zie IVd en IVe). Zijn zuster? Wilhelmina

Jansen Swartjens komt in 1745 voor als meter. Hij is begr. Doddendaal 9-1-1783, tr. Doddendaal 6-7-1740 Sybilla Willems met disp. in de 2e gr. van aanverwantschap.

Kinderen, ged. Doddendaal 1. Teunisken, ged. 2-11-1741.

2. Willem, ged. 15-9-1743. 3. Mathias, ged. 14-9-1745. Op 30-6-17 70 wordt gedoopt Wilhelmus, onwettige zoon van Mathijs Jansen Swartjens en Hermina Jansen. 4. Maria, ged. 17-4-1753.

23


Van 1759-1771 worden kinderen gedoopt van Jan Swartens enSybillaThoonen. Er is echter geen 2e huwelijk van Jan gevonden. Ook mag niet worden aangenomen, dat alle kinderen van 1741-1771 van een zelfde moeder zouden zijn. Toch blijft het frapant, dat de voornaam hetzelfde is, terwijl de naam Sybilla in deze streek zeer zelden voorkomt. Vd

Jan Swartjes (Zwaertjens), geb. te Beuningen, ged. Doddendaal 10-1-1708 of 26-9-1711 (zie opm. bij IVd3), tr. Doddendaal 17-4-1748 Elisabeth Segers, ged. Doddendaal 27-4-1724, d.v. Zeger Cosijne en Grietje Wanders. Zij is begr. Doddendaal 1-6-1768. In de dijkcedulen van Beuningen uit 1750 vinden we onder nr. 88: Jan Willems Swartjes van de Hofstad aan 't Hooge Walt. Kinderen, geb. te Beuningen, ged. Doddendaal 1. Maria, ged. 28-11-1748. 2. Gerardus, ged. 2-4-1750. 3. Sibilina, ged. 31-3-1751. 4. Maria, ged. 1-4-1752. 5. Wilhelmus, ged. 1-3-1754.

6. Wolterus, ged. 6-6-1755. 7. Wanderus, ged. 14-1-1759. 8. Sigibertus, ged. 14-1-1759, tweeling met 7. 9. Margaritha, ged. 14-1-1761, tr. Doddendaal 17-5-1784 Godefridus Christiaans, z.v. Christiaan Wilbers, weduwnaar van Willemina Peters. Hij hertrouwde 4-1-1789 Maria Hendriks in Opheusden. 10. Segerus, ged. 26-3-1763. 11. Joannes Segerus, ged. 1-12-1764. Ve

Dierck (Theodoris) Swartjens, geb. Beuningen, ged. Doddendaal 28-1-1722, tr. Doddendaal 4-9-1754 Maria Wolters (Wouters). Kinderen 1. Waarsch. Wouter, tr. Gerritje Dercks, waarvan ged. Doddendaal. a. Cnelie, ged. 7-12-1778. b. Gerardus, ged. 4-1-1781.

c. Willem, ged. 12-12-1783. 2. Maria, ged. 22-12-1758, tr. Doddendaal 3-4-1780 Willem Cnillisse. 3. Wendelina, ged. 7-10-1764, tr Doddendaal 19-4- 1784 Hermanus Paule. Vf

Steven Swartjens, geb. Beuningen, ged. Doddendaal 29-6-1 733, overl. Wychen 28-8-1773, tr. Wychen (RK) 21-5-1760 Elisabeth Dericks.

Kinderen geb. en ged. te Wychen 1. Maria, ged. 25-3-1 761, overl. Wychen 22-2-1840, tr. Wychen 27-9-1799 Franciscus van Haren, ged. Balgoy 30-4-1736, weduwnaar van Maria Bastiaans. Voor gegevens van Haren, zie verder: Het Geldersche Geslacht van Haren van M.G.van Haren uit

Nijmegen. 2. 3. 4. 5.

Wilhelm, ged. 18-8-1763. Theodora, ged. 14-7-1766. Anna Maria, ged. 17-9-1767, overl 1846. Theodorus (Derk), ged. 5-3-1770, overl. Wychen 2-11-1817, tr. Maria Meulemans.

De kinderen van de Vde generatie komen al steeds meer voor als Zwartjes of Zwartjens. Bij de overgang rond 1800 naar de Burgerlijke Stand is dat zo gebleven. Er zijn ook nogal naamgenoten naar de omgeving verhuisd, bijv. Hees en Haten enz. en ook verder weg

24

zoals Rotterdam. Zij zijn niet gevolgd, maar alles wijst erop dat de voorzaten uit Maas en Waal kwamen. Velen vertrokken, omdat er voor hen geen kostwinning was. Een uitzondering: Een familie Zwartjes uit Gouda en later Brugge kwam van oorsprong


Huis Doddendaal vanuit het zuidoosten.

(Foto Monumentenzorg 1974)

uit het limburgse Nederweert.

Literatuur:

Hoewel voor Maas en Waal niet met volledige zekerheid geldt dat alle daar voorkomende Zwartjes afstammen van Arent Janssen, is dit gezien het voorgaande wel waarschijnlijker geworden. Hoewel de inhoud uitgebreid en gecorrigeerd kan worden heb ik niet langer gewacht met de publikatie. Dit ten behoeve van andere onderzoekers in of uit het land van Maas en Waal. Speciale dank aan Gerard Derks uit Leeuwarden, die een concept voor mij kritisch bekeek en voor enkele aanvullingen zorgde. De onvrijheid van godsdienst uit die tijd heeft het onderzoek vergemakkelijkt omdat er meerdere dorpen in ĂŠĂŠn, gelukkig bewaard gebleven, doopboek van den Doddendaal voorkomen. De problemen met overstromingen kwamen door de dijkplicht slechts zijdelings aan de orde. De perikelen met Staatse en Franse legers kwamen niet ter sprake. Het waren wel roerige tijden!

Dijksignaten 1596-1614, Oud archief polderdistrict Rijk van Nijmegen en Maas en Waal, archief nrs. 3740.. Dijkcedulen van Ewijk en Beuningen, H. van

Heiningen. Niet uitgegeven, maar in kopie aanwezig op het archief van Tweestromenland in Wychen. Inwoonderslijsten: Inwoonderen onder Beuningen

1693, 1739, 1748 en 1803. Inv. nr. 1196 archief voormalig polderdistrict Rijk van Nijmegen. Doop-, trouw- en begraafregisters van den Dodden-

daal van 1672-1812. Bisschoppelijk Archief te 'sHertogenbosch. Kopie en fiches ook in Wychen. Voor 1672 gegevens uit RBS 296, eveneens in kopie in Wychen. Zoeklicht Kwartier van Nijmegen, 1985 Jubileumuitgave 3e lustrum afd. Kwartier van Nijmegen van de Ned. Genealogische Vereniging. Gens Nostra, jrg. XLI, sept. 1986. Ondergedoken

Geslachtsnamen? van P.W. de Lange uit Hilversum, p. 341-347. 1. Erasmus Liebaert was landschrijver, gewezen

secretaris van graaf Philips van Nassau, burger van Nijmegen 10-12-1595.

25


Ton Tieten

Uit de polderarchieven: Inkwartiering te Leur (1675) Elders in dit tijdschrift - op pagina 10 - wordt verhaald van de plunderingen en brandschattingen door Franse troepen in de jaren 1672-1674. Maar ook in de jaren daarna bleven soldaten komen en gaan. Zo kwamen op de 14de en 15de mei 1675 twee compagnieĂŤn ruiters in Leur terecht. In het archief van de dorpspolder Leur is de notitie bewaard gebleven, waarin de dorpelingen van Leur de verteringen en de geleden schade opgaven, ongetwijfeld met de bedoeling van iemand schadevergoeding los te peuteren. Helaas werd niet vermeld om wiens troepen het ging, mogelijk zijn het

Staatse ruiters geweest. Ze bleven een nacht, vorderden eten, drinken en tabak voor zichzelf en voer voor de paarden. Bovendien braken een aantal ruiters via de achterdeur in in het huis van de heer van Leur - waar toen Hendrick Janssen, de schout van Leur, in woonde. Ze sloegen enkele ruiten in en namen eetwaar en wat kleine spullen mee. De grootste schade werd geleden door Jan Peters Decker; hij ging voor 23 gulden, 6 stuivers en 8 penningen in de boot. Hij kreeg een ritmeester, negen dienaars en vier knechten over de vloer. Voor hun paarden namen zij 10'/4 vat gerst en drie schepel haver mee. Zelf nuttigden zij drie vamen bier, een halve kan brandewijn en een halve kan genever, twee maaltijden en de vier knechten nog een ontbijt. Thonis Peters op de Schebbelaer kreeg de luitenant-cornet met zijn knechts en enige ruiters op bezoek - in totaal 15 man met 16

26

paarden. Die kregen allemaal te eten en te drinken en namen nog een 'schenck' mee. Ook de schoolmeester, Jan Hermans, moest er aan geloven: vier ruiters op de eet, inclusief bier, brandewijn en tabak. Bovendien moest hij des nachts de paarden in de wei bewaken. De korporaal perste hem 10 stuivers af. Bij Jan Aertssen nuttigden een ritmeester en zeven ruiters 10 kannen bier. Bij Hendrick Huijberts werd een stuk spek gestolen, een 'kintjen' bier opgedronken; voor twee stuivers tabak ging in rook op. Bijna alle inwoners van Leur hadden te lijden. Hier volgen de nog niet genoemden: Herman Janssen, Jeronimus Janssen, Wouter Derckx, Abraham Aertssen, Willem Thonissen, Wijnant Egberts, Oth Peters, Wouter Janssen, Jan Peters, Jan Vrolick, Peter Hendricx, Jan Willems, Jan Hendrix, Cornelis Hermans, Oth Janssen op de Koebergh, Jan Hendrix Steegh en Hendrick Jan Claessen. Bron: Gemeentearchief Nijmegen, Archief Dorpspolder Leur, inv. nr. 8612.


Het Streekhistorisch Museum Tweestromenland te Maasbommel is geopend: elke zondag van 14.00-17.00 uur en vanaf 1 mei t/m 30 september elke woensdag en zondag van 14.00-17.00 uur. Telefoon: 08876-2316 Postadres: De Heuvel 107, 6651 DC Druten. Het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland, Kasteellaan 24 te Wijchen is geopend: elke woensdagmiddag van 14.00-17.00 uur, elke eerste zaterdag van de maand van 9.30-12.30 uur (dan zij-ingang). In de maanden juli en augustus gesloten. Telefoon: 08894-13012 Postadres: Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen.

PUBLIKATIES uit de TWEESTROMENLANDREEKS ledenprijs dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Maas en Waals woordenboek Aan het volk van Nederland Leeuwenen Elisabeth Boldershof Ewijks klooster Stoomtram deel 1 Schoolstrijd Appeltern Wee den vergetenen (watersnood 1926) Dorp Horssen Stoomtram deel II Kwartierstatenboek (in copievorm) kosten porto

nietledenprijs

uitverkocht f 9,75 f 18,50 f 18,50 M 3,50 uitverkocht / 9,75 uitverkocht uitverkocht f30,00 f 39,50 f 5,50

f 9,75 / 25,00 f 25,00 M 5,00 t 9,75 f35,00 / 39,50 f 5,50

U kunt alle publikaties van de Tweestromenlandreeks bestellen door overschrijving op postgiro 26 22 012 tnv. Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen. Boeken zijn aan te kopen in het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland te Wijchen en in het Streekhistorisch Museum Tweestromenland in Maasbommel tijdens de openingsuren.

27


STBEEKARCHIVARIAAT DOMMELERWAARP

Lees de Nieuwsbrief

TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

30.VIII.1991 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 69


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen. Lidmaatschap: Het lidmaatschap geeft recht op toezending van tijdschrift en nieuwsbrief, op deelname aan excursies en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven uit de Tweestromenlandreeks.

Administrateur: P. G. Leussink, Beuningen Kopij: Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Tolhuis 52-37, 6537 SN Nijmegen, tel: 080-444542. Kan een artikel niet in machineschrift worden

geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

Contributie: De contributie voor 1991 bedraagt ƒ 30,-, men mag ook meer storten bij wijze van gift, te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen. Ledenadministratie: Mw. F.J. van Oijen, Markt 9-14, 6651 BC Druten, tel.: 08870-14337, voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december).

Losse nummers tijdschrift: Nrs. 19 t/m 69 voorradig. Per stuk ƒ 6,-, exclusief ƒ 2,50 verzendkosten. Te bestellen door storting op giro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen.

Inhoud

Secretariaat: Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen, telefoon: 08894-16247.

3

Ton Tielen, Het Land van Maas en Waal

10 13

in cijfers (1770) Carla Harbers, Onze molen J.P.A. van Ingen, Een kwestie van

Erevoorziüer: J. P. van Wezel

20

Johan van Os, Dorpsboek 'Afferden' bij

Bestuur: J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk

22

eeuwfeest Parochiekerk Johan van Os, Speurneus 6 en 7

Ereleden: H. van Heiningen, J.P.M, van Os.

J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen J.A. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W.M. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten G.W. van Gelder, Beneden-Leeuwen Mevr. F.J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt W.J. van Sommeren, Beneden-Leeuwen Drs. C. Visser, Druten J. P. van Wezel, Alphen

'worteltrekken'

Nieuwsbrief

Op de voorkant: De honderdjarige parochiekerk van St. Victor

en Gezellen in AfFerden werd op 13 november 1891 plechtig in gebruik genomen, maar heeft vanwege dramatische bouwomstandigheden nooit een torenspits gekregen.


T WEESTROMEN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie:

Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen.

NUMMER 69

1991/III

Ton Tielen

Het Land van Maas en Waal in cijfers (1770) Het Kwartier van Nijmegen verkeerde in de 18de eeuw in een permanente financiĂŤle crisis. Diverse malen werden pogingen ondernomen de financiĂŤn te hervormen. Die pogingen strandden meestal op gebrek aan informatie, op bureaucratische onkunde, op tegenwerking door allerlei lokale autoriteiten ten opzichte van belastingpachters en eindigden meestal daarmee, dat alles bleef zoals het was. Belastingpachters werden dan maar weer ingeschakeld om zoveel mogelijk gelden binnen te halen. In 1770 werd een nieuwe poging ondernomen de opbrengst der de belastingen op te krikken. In het kader daarvan werd informatie verzameld over het hele Kwartier: Bommelerwaard, Neder-Betuwe, Over-Betuwe, Rijk van Nijmegen, Land van Maas en Waal. Het archief van het polderdistrict Maas en Waal (zie inventaris nummer 273) bevat de neerslag daarvan onder de naam: 'Generale Recapitulatie', een serie uitvoerige statistieken in lijstvorm van de genoemde gebieden. Dit artikel blijft beperkt tot het Land van Maas en Waal.

statistieken en enkele algemene conclusies gaan trekken, is een waarschuwing op zijn plaats: het betreft hier een momentopname van het Land van Maas en Waal uit 1770. Een jaar eerder of een jaar later zouden de cijfers anders zijn uitgevallen. Met name de aantallen arme personen kunnen vanjaar tot jaar grote verschillen vertonen, als gevolg van misoogsten of overstromingen. Oyen en Dieden waren in de 18de eeuw Gelders gebied en werden nu eens wel dan weer niet tot het Ambt van Maas en Waal gerekend.

Statistische gegevens over het Land van Maas en Waal uit de 18de eeuw zijn schaars. Betrouwbare cijfers beginnen eerst in 1795. Het belang van deze vondst uit 1770 is, dat het mogelijk wordt demografische analyses over het Land van Maas en Waal 25 jaar

HERVORMING DER BELASTINGEN In de jaren 1749-1751 hadden de staten van het Kwartier van Nijmegen al een poging

vroeger te laten beginnen. Voordat we nader ingaan op de betrouwbaarheid van de

ondernomen de belastingen te hervormen daartoe gedwongen door onder andere een schuld van twaalf tonnen gouds, ontstaan door hoge lasten tijdens de Oostenrijkse Successie-oorlog (1740-1748).


Onderdeel van de hervormingen was het streven te komen tot een verdeling van de 'verpondingen en middelen' naar draagkracht. Daartoe werd een lijst opgesteld van alle huizen, haardsteden, personen, naam van het gezinshoofd en diens beroep, kinderen, knechts, meiden en anderen, en paarden. Daarbij moest nog eens apart worden opgegeven hoeveel kinderen er waren van tussen de vijf en de twaalf jaren oud. Aan de hand van deze lijst kon men dan bepalen hoeveel ieder dorp moest bijdragen in de vier speciĂŤn: haardstedengeld, hoofdgeld, gemaal - kinderen tussen de vijf en de elf werden in 't gemaal aangeslagen voor een halve volwassene - en paardengeld. De vier speciĂŤn vormden naast de 'verpondingen' (belasting op grondbezit) de belangrijkste inkomsten van het Kwartier. Van enkele dorpen zijn lijsten bewaard gebleven: die van het Schependom van Nijmegen, Hatert, Hees en Neerbosch (1750) is gepubliceerd in 'Afstemmen op Afstammen', Nijmegen, 1980. De lijsten van Ewijk, van Ooij-Rijks en van Winssen-Rijks (half), ook van 1750, zijn ingevuld op voorgedrukte formulieren en bevinden zich in het gemeentearchief Nijmegen en wel in het archief van het Polderdistrict Maas en Waal, inv. nr. 1169.

Of de hervormingen voldoende soelaas boden, is een vraag, waarop het antwoord teveel onderzoek zou vergen en die het kader van dit artikel ver te buiten gaat: het gaat er alleen om enigszins de achtergronden van de 'statistiek' van 1770 te belichten. Hoe het ook zij, in 1770 vonden de staten het tijd worden opnieuw gegevens te verzamelen om een eerlijker belastingheffing mogelijk te maken. Of in 1770 ook gedetailleerde lijsten werden opgesteld - met de namen van de gezinshoofden en hun beroep - is niet bekend. De 'statistiek' of: 'Generale Recapitulatie' heeft als teleenheid het dorp en niet het huis. Er staat echter wel boven: ingevolge voorgaande lijsten en dat zou er op kunnen duiden dat er een opsomming van ieder dorp aanwezig is geweest. In elk geval werden de plaatselijke schout en

buurmeesters verplicht accurate aantallen op te geven van het getal der huizen,

bruikbare en onbruikbare haardsteden, personen, kinderen, arme personen en arme kinderen, kinderen beneden de 12 jaren, kinderen tussen de vijf en de twaalf jaren, en paarden (Zie tabel 1). BETROUWBAAR? De eerste vraag die men stellen moet, is deze: zijn deze cijfers betrouwbaar? De gegevens werden immers verzameld met het oog op belastingheffing, en aangezien de mens van nature geneigd is zo min mogelijk belasting te betalen, moeten we vrezen dat de schouten en buurmeesteren het getal der inwoners en paarden zo laag mogelijk wilden houden. De eerste methode om de betrouwbaarheid na te gaan is een eenvoudige: wie fraudeert heeft de neiging getallen af te ronden op O of op 5. De getallen in de lijsten eindigen echter niet vaker op O of 5 dan men zou mogen

verwachten: namelijk ieder ongeveer l op de 10 keer. Conclusie: geen fraude. Een andere methode is het vaststellen van het geboorteoverschot en het vestigings- of vertrekoverschot in een bepaalde periode, en het vergelijken van het resultaat ervan met de grootte van de bevolking aan het begin en aan het eind van die periode. Daaraan zitten echter vele haken en ogen; om te beginnen is het vrijwel onmogelijk het vestigings- of het vertrekoverschot te bepalen, bij gebrek aan bevolkingsregisters. De doop- en begraafboeken waaruit cijfers over geboorten en overlijdens moeten worden geturfd, zijn evenmin betrouwbaar. VOORBEELD: MAASBOMMEL

In 1770 telde Maasbommel 156 personen, 63 kinderen beneden de 12 jaren, 43 arme personen en 8 arme kinderen jonger dan 12; samen maakt dat 270 inwoners. In 1809 telde Maasbommel volgens een opgave 541 personen, volgens een andere 590 bewoners, waarvan er 516 katholiek, 67 gereformeerd en 7 joods waren. De groei van Maasbommel bedraagt derhalve in de periode 1770-1809 271, ofwel 320 personen. In de periode 1772-1810 werden te Maasbommel 541 katholieke kinderen gedoopt tegen 50 gereformeerde; joodse cijfers zijn er niet. Het jaartal 1772 werd als beginjaar


'f «fVrV* frwi"*»]

&•

A

<<

*

^^U^i^V.

&

*//> eeuw. fftitn. Kaart Kaart van t>nn Gelre, Ciflrr door /innr Petrus Pftntt Kaerius, ff/ifriut flefail Het Land van Maas en Waal in de 18de detail.

Dorpen

Hu B.Ha O.Ha

Overasseld

84 98 70 40 91 108 212 203 222 77 172 156 96 43 83 41 113 53 69 102 38

Nederasselt Appeltern

Altforst Maasbommel Alphen Dreumel

Wamel Leeuwen Puffelijk Druuten

Afferden Burgharen Winssen

Batenburgh Leur Horssen Balg.& Kent

Hernen Oijen Dieden

Totaal

94 104 77 42 101 114 332 225 245 86 213 169 105 43 113 45 122 65 76 117 42

2171 2530

Pa

Bet. 1767

Bet. 1768

100

55 239 160 154 46 70 97 46H 21 53 32 67 47 Vi 23 57 ¥2 19

825-03-00 780-18-00 532-11-11 411-05-04 457-01-00 551-15-03 1335-13-00 1236-17-00 2065-04-10 530-04-10 1251-09-04 1094-15-00 668-16-00 284-15-00 709-18-12 373-08-00 979-19-00 636-00-00 629-13-00 754-04-00 141-13-00

774-00-00 790-07-00 520-16-14 400-04-02 467-01-00 552-15-06 1564-01-00 1229-09-00 1956-17-08 529-16-10 1191-01-08 1104-12-05 780-12-00 295-08-00 772-00-12 373-15-00 873-08-00 642-16-00 629-18-00 892-18-08 137-13-00

611 5006 1978 1057 63714971/;

16451-04-08

16479-11-09

9 4 34 18 23 41 24 46 82 10 46 45 18 6 49 9 84 7 14 36 6

Pers K < 12 Arm

315 233 129 105 156 249 502 399 635 155 358 334 188 98 228 82 173 148 161 268 90

116 116 83 44 63 121 169 161 285 72 136 89 92 42 77 24 60 77 50 82 19

25 70 46 13 43 24 160 205 62 28 140 39 37 10 43 19 116 0 17 50 10

AK

21 49 8 1 8 18 92 101 48 26 76 17 19 4 24 11 56 0 10 36 12

51 '/; 50K

40H 491/;

Tabel 1: Generale Recapitulatie van de gedane opgave over 't Ampt van Tusschen Maas en Whaal

ingevolge voorgaande Lijsten.


Tabel 2: Speciale Recapitulatie.

6


1770 Overasselt Nederasselt Appeltern Altforst Maasbommel Alphen Dreumel

Wamel Leeuwen Puiflijk Druten Afferden Bergharen Winssen Batenburg Leur Horssen Balgoij/Keent Hemen

Totaal Oijen Dieden Deest

1809

477 468 266 163

602 623 360 242

270

541

412 923 866 1030 281

627 1043 1209 1340 460 1203 457 589 215 509 220 637 413 395

710

479 336 154 372 136 405 225 238 8111

11685

436 131 327

Tabel 3: Aantallen inwoners in 1770 resp. 1809 van het Ambt van Maas en Waal. genomen, omdat dan pas de gereformeerde doopboeken een aanvang nemen. Volgens Bartjes is 541 + 50 gelijk aan 591. Hartjes geldt echter niet in Maasbommel: van deze 591 moet het getal 4 worden afgetrokken omdat Abraham van Rossum en Jenneke Bijl hun vier kinderen om onverklaarde redenen zowel door de pastoor als door de dominee lieten dopen: 587 dus. De gereformeerde begraafboeken, waarin zowel katholiek als protestant vermeld staat, telden in dezelfde periode 386 begraven personen. Het geboorteoverschot bedroeg derhalve 587 - 386 = 201 personen. We beschikken niet over vertrek- of vestigingcijfers van Maasbommel. De groei van Maasbommel is alleen te verklaren als Maasbommel in de periode 1770-1810 een immigratie heeft gekend van tussen de 70 en 120 personen. Dat lijkt echter onwaarschijn-

8

lijk, in welk geval het cijfer 270 te laag moet zijn geweest. Vergelijken we de groei van Maasbommel met die van andere dorpen in dezelfde periode - zie tabel 3, dan zien we dat de groei van Maasbommel met 5096 in de betrokken periode een uitschieter is, 20% a 3096 lijkt normaal. Het inwonertal van Afferden lijkt in deze periode zelfs gedaald te zijn; vermoedelijk is echter in het getal van 479 inwoners in 1770 het dorp Deest, dat in de lijst opvallend ontbreekt, inbegrepen. Men zou over cijfers moeten beschikken van meer dorpen om echte harde conclusies te kunnen trekken met behulp van deze methode. Een derde methode behelst een vergelijking met andere inwonercijfers van het Land van Maas en Waal. Deze zijn er evenwel alleen van later tijd. 1770: 1795: 1809: 1815: 1830: 1840: 1850: 1860:

8111 10435

11685 12912 14077

14940 16230 18166

Tabel 4:

Groei van de bevolking van het Land van Maas en Waal. Hier zien we dat het getal van 8111 goed correspondeert met de groei van het aantal inwoners van het Land van Maas en Waal in later tijden. De eerste en de derde methode leveren argumenten voor de stelling dat de statistiek van 1770 betrouwbaar is. De tweede methode kent teveel onzekerheden dan dat daaraan conclusies kunnen worden ontleend. Hier ligt terrein braak voor statistici en demografen. HAARDSTEDEN Het aantal bruikbare haardsteden is veelal iets groter dan het aantal huizen in hetzelfde dorp. Dat heeft daarmee te maken dat vaak meer dan ĂŠĂŠn gezin in een huis woonde; het aantal haardsteden is een betere indicatie


voor het aantal gezinnen dan het aantal huizen. Veel haardsteden werden opzettelijk onbruikbaar gemaakt, omdat daarmee l gulden en l O stuivers per jaar aan haardstedengeld werd uitgespaard. Het grote aantal onbruikbare haardsteden in Horssen

tussen dit getal en armoede. Er is wel een verband tussen de ligging van het dorp en armoede: de Waalkant is armer dan de Maaskant, en het westen is armer dan

(84 op 113 huizen) hangt waarschijnlijk

BELASTINGEN

samen met de armoede van dat dorp.

Het verwerven van betrouwbare (betrouwbaarder) cijfers stelde de staten van het Kwartier in de gelegenheid de hoogte van de aanslagen per dorp nader te bezien. Voor 1770 was volgens de oude calculatie voor het Ambt van Maas en Waal een belastingopbrengst van de vier speciën voorzien van 16010 guldens en 16 stuivers (zie tabel 2). In 1767 en 1768 was respectievelijk/ 16451-4-8 en f 16479-11-9 binnengehaald. Uit de nieuwe berekeningen volgde dat de belastingen eigenlijk ƒ 23249-8-0 hadden moeten opleveren! Een verschil van bijna ƒ 7250,-! Een dorp als Dreumel had bijna 1200 gulden te weinig opgehoest en Leeuwen iets meer dan

INWONERTAL

Om het juiste inwonertal per dorp te berekenen dient men de getallen uit enkele kolommen in tabel l op te tellen, namelijk de kolommen 'personen', 'kinderen beneden de 12 jaren', 'armen' en'arme kinderen'. De uitkomst daarvan vindt men in tabel 3. ARMOEDE

De Generale Recapitulatie vermeldt ook het aantal armen per dorp. Het begrip arm moet hier worden opgevat als: niet in staat om het hoofdgeld te betalen. Velen van deze armen zullen toch wel in staat geweest zijn in hun eigen onderhoud te voorzien. Anderzijds: als wij onze huidige definitie van armoede op de 18de eeuw loslaten, waarbij we onvergelijkbare zaken toch vergelijken, dan leefde meer dan 9096 van de mensen van toen in bittere armoede.

In onze tijd associeert men armoede wel met het hebben van veel kinderen. Het minst kinderrijke dorp in Maas en Waal is Afferden: 22,196 van de inwoners is beneden de 12 jaar oud. Het vergelijkbare cijfer voor Ne-

het oosten van Maas en Waal.

900 gulden te weinig. Bijna alle dorpen hadden te weinig betaald, alleen het arme

Horssen zou ƒ 252-18-0 teveel betaald hebben.

Men had ook nog uitgerekend hoeveel belastingen men derfde doordat zovelen niet in staat waren hoofdgeld en gemaal te betalen:

1057 arme personen betalen geen hoofdgeld geen gemaal

ƒ 1268- 9-0 ƒ 1902-12-0

derasselt is 35,396 en dat is daarmee het

meest kinderrijke dorp. Horssen is het 'armste' dorp: 42,596 van de inwoners is niet in staat belasting te betalen. Balgoij en Keent is het 'rijkste' dorp: het telt 096 armen. Er is evenwel geen statistisch aantoonbaar verband tussen kinderrijkdom en armoede. Het aantal inwoners per huis varieert van 3, l in Maasbommel tot 5,7 in Overasselt, bijna twee keer zoveel. Er is ook geen verband

318 arme kinderen boven de 5 en beneden

de 12 betalen geen gemaal

ƒ 286- 4-0

Gevoegd bij de ƒ 7238-12, die het Kwartier

zou mislopen door de oude calculatie toe te passen, had het Kwartier een strop van in totaal ƒ 10695-16.


Carla Harbers

Onze molen Als je in het buitenland komt en je zegt 'Nederland' dan denken de meeste mensen al snel aan molens. Ooit hebben er in Nederland meer dan 10.000 molens gestaan. Nu zijn vele molens verdwenen. In het gebied dat 'Tweestromenland' bestrijkt staan nu nog 14 molens en molenrompen. Eén van de molenrompen is de molenromp in Maasbommel aan de Bovendijk. In de omgeving van deze molenromp staan nog de molens in Alphen aan de Maas en Batenburg. Van de molenromp in Maasbommel zal ik nu wat meer gaan schrijven. Ik vind dit boeiend omdat ten eerste deze molen nu toebehoort aan mijn ouders. Verder vind ik het interessant omdat over deze molen zeer weinig bekend is. In molenboeken wordt er nog steeds niets over vermeld, misschien ook wel omdat er moeilijk iets over te vinden is, zoals ik nu ondervonden heb. heerlijkheid gekocht, bij wiens nakomelingen zij nog lang bezeten werd. Maar deze gegevens zijn vaag en onvolledig, is dit gemaal wel een windmolen en is 't dan ook nog deze molen aan de Bovendijk? Want ook bij 't Mun heeft een windmolen gestaan en dat is nog geen kilometer verder. Deze molen bij 't Mun, wat een dwangmolen was, is nu reeds lange tijd verdwenen. Iets waar ik meer aan had is het kaartje van van eigenaren. Het 'oudste' wat ik vond over een molen in MJ. de Man en M.A. Snoek. Op dit kaartje, Maasbommel is de specificatie van de gele- daterend uit 1799 ligt de molen op ongeveer den schade van Hoogweledelgeboren Vrou- dezelfde plaats als waar hij nu ligt. Dit we douairière Waspick. Hierop komt o.a. betekent dat dit of een andere, inmiddels voor de verbranding van de koren- of verdwenen molen is, wat onwaarschijnlijk is, windmolen ƒ 3.000,-. of 'onze molen'. Dan valt er een gat tot 1853. Dit i.v.m. het Dit is gebeurd op l mei 1676 tijdens de Franse invallen in Maas en Waal. Haar totale zoekraken van de minuut-akten van notaris W. Lunsingh Tonckens op het Rijksarchief te schade bedroeg ƒ 124.140,-. Of toen al snel weer de molen is opgebouwd Assen. weet ik niet maar in 1693 werd Joost Frans Wel is de beschrijving van deze akte in het van Ravenschot te Cuyk beleend met de repertorium van de notaris gevonden en heerlijkheid en hofstad Maasbommel met daaruit blijkt het volgende: '23 maart 1853, het gemaal en het veer. akte van scheiding van de boedel van: In 1720 werd dit Maria Charlotte van Hooggeboren heer Jacob Hendrik Graaf van Ravenschot, weduwe van der Cluse, die in Rechteren, in leven gouverneur van Overijs1724 hertrouwde met F.A. van Bonnincksel en lid der Tweede kamer der Staten huysen. Generaal, en Hoog Welgeb. Vrouwe GeerIn 1734 heeft de graaf van Byland deze truida Agnes Baronnesse de Vos van SteenDe molen is een windmolen, en windmolens zijn er al lange tijd. Het vroegste bewijs van een windmolen in West-Europa is een krabbeltje uit 1260. De molen is een grondzeiler, met Heumen zijn dit de enig 2 in Tweestromenland. Ik ben gegevens gaan verzamelen over de molen van Maasbommel. Zo wilde ik achter het bouwjaar komen en namen en gegevens

10


wijk, gewoond hebbende op de huize 'IJsselvliet' in de gemeente Zwollerkerspel. Hierbij wordt de boedel toegekend aan de minderjarige kinderen: GodertWillem Graaf van Rechteren, Jacqueline Henriëtte AnneElisabeth van Rechteren en Adamina-Petronella Andrea van Rechteren.'

Godert Willem Graaf van Rechteren erft daarbij het landgoed Appeltern met al de daarbij behorende gebouwen en landerijen,

waaronder 'onze molen'. Op 6 mei 1865 verkocht meester Godert Willem Graaf van Rechteren van Appeltern, advocaat wonende te Appeltern de wind-, koren-, pel- en rosmolen met huis, erf, tuin en bouwland onder Maasbommel, kadastrale nr. 197-198-224 en 225, groot 42 are en 46 ca, aan Henri H erckenrath, molenaar wonende te Horssen. De koopsom bedroeg ƒ 7.750,-. Hij betaald ƒ 3.750,-. Jonkerheer Pieter Bouwens van Horssen geeft een Hypotheek van ƒ 4.000,-. Nu was dus de omgeving voor het broodnodige meel aangewezen op molenaar Herckenrath, die gehuwd was met Anna Maria Melssen. Zij wordt weduwe en hertrouwt in 1880 met Jacobus Cornelis Coppens. Door dit huwelijk verkrijgt dus het geslacht Coppens de molen als eigendom. Het geslacht Coppens is een echt molenaars geslacht want sinds 1611 heeft dit geslacht in totaal 42 molens laten draaien. Thans zijn nog 9 molens daarvan intact en wel de molens in Leur (N.Br.), Borkel, Eindhoven, Bakel, Gemert, Boekei, Zeeland, Geffen en Rosmalen. Uit het huwelijk van J.C. Coppens en A.M. Melssen wordt Henricus Coppens (18821964) geboren. Hij trouwt in 1907 met Maria van Osch. Hun oudste zoon, Marcelis Coppens (19101973), erft daarna de molen. Deze was dus de derde Coppens die 'onze molen' heeft laten draaien. In de dorpen werden de molenaars Coppens gezien als echte vakmensen want: 'De echte mulder wist de bij elkaar gemalen partijen weer feilloos te scheiden en welzo, dat men er een fraai gezegde op baseerde: 'Da motte onzelieveheer of t'n mulder laate schèèje'.

In december 1966 is de molen verkocht aan

Th. Harbers, G.A. Janssen en HJ. van Gelder. Dezen exploiteerden een café-res-

taurant, annex camping van de latere maalderij en woonhuis en het aanliggende land. De molenromp is nog aanwezig. Wanneer de wieken verdwenen zijn is niet bekend. In 1973 zijn G.A.Janssen en HJ. van Gelder uitgekocht. De huidige eigenaar is dan ook nog Th. J.H. Harbers. DE MOLEN EN IK

In mijn tweede levensjaar zijn wij in Maasbommel gaan wonen. Wij gingen wonen in de omgebouwde latere maalderij, die vanaf de jaren 30 tot medio 60-er jaren dienst deed. Wij woonden daar zo'n 2 jaar tot de meelschuur zodanig was omgebouwd dat wij daar in konden trekken. Van mijn relatie in de kleutertijd met de molen kan ik me weinig meer herinneren. Wel van de lagere schooltijd. De molen werd gebruikt als werkplaats en opslag. Als je het aangebouwde schuurtje binnenstapte, zag je overal rommel: planken, spijkers, werktuigen enz. enz. Als je goed uitkeek kon je er doorheen lopen zonder ergens overheen te struikelen. Dit was de werkplaats van Ome Leo, onze klusjesman. Als je er goed doorheen was gekomen, kwam je bij een opening met daarnaast een trap die naar boven leidde. Als je de opening doorging, zag je een mooie grote ronde ruimte opgevuld met o. a. tuinstoelen, planken, matrassen, ijzer, aardappels, uien en spinnewebben. Dit was dus een grote opslag voor alles en nog wat. Als je de trap, die we zojuist voorbijgegaan zijn, opging kwam je op de Ie verdieping. Ook dit was een mooie ronde ruimte. En ook hier stonden planken, oude stoelen en wat voor mij het belangrijkste was: aan de grote balk was een schommel bevestigd. Hier kon ik altijd lekker schommelen als het buiten slecht weer was. Hier kan ik me nog iets spannends van herinneren: Het was winter en ik ging lekker bij ome Leo in de molen schommelen. Maar ik was daar zo rustig aan het heen en weer deinen dat ome Leo niet meer wist dat ik daar nog was. Dus deed hij zoals altijd de boel op slot als hij de molen 11


verliet. Ik had niets in de gaten totdat ik moe was van het schommelen en wel zin had in een lekkere boterham. Dus ga ik naar beneden en de deur openen totdat ik in de gaten krijg dat deze gesloten is. Paniek dus. Ik roepen en schreeuwen totdat eindelijk mijn zusje mij vond. Zij ging snel naar mijn vader en deze deed gelukkig snel de deur open. Wat was dat een opluchting. Dit voorval had me zo aangegrepen dat ik er op de lagere school een opstel over had geschreven. En om het nog spannender en origineler te maken schreef ik daarin: 'Diep in mijn ziel voelde ik dat er iets ging gebeuren'. Ik wilde origineel zijn dus in plaats van in mijn hart voelde ik het in mijn ziel. Zo zijn er altijd dingen die je nooit

vergeet. Maar weer terug naar de eerste verdieping in de molen. Rechtsachteraan was nog een ladder naar de 2e en tevens laatste verdieping. Maar deze ladder heb ik nooit beklommen, ten eerste omdat deze helemaal niet zo stevig stond en ten tweede omdat de 2e verdieping veel te slecht was een daardoor gevaarlijk. Dit was en is de molen zoals ik hem gekend heb. Nu is er niet veel aan veranderd, alleen is er geen werkplaats meer in, omdat het aangebouwde schuurtje afgebroken is. De molen dient nu louter nog als opslag van velerlei dingen en materialen. De molen als molen heb ik nooit gekend. Wel vele materialen zoals de molensteen en andere zaken. Maar niet in de molen maar als sierobjecten in en om ons huis. De molen staat nu op de monumentenlijst en ik hoop dat hij ooit nog eens gerestaureerd wordt en dat de molen met behulp van een vrijwillige molenaar nog eens zal draaien. Al is het maar voor een afwisseling aan de horizon.

12

Ik heb mijn informatie voor dit werkstuk uit verschillende bronnen: A.J. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 7, 1846, Gorinchem. Pool, Johan Frederik, notaris in de standplaats Druten, archiefstuk no. 550. Bommel, H. van, Het Molenaarsgeslacht Coppens, 1979. Mevr. J.C. Coppens te Maasbommel. De heer Th. J. Harbers te Maasbommel. Kleio, Techniek als thema in de geschiedenis, jrg. 24 no. 3, april 1983. Man, M.J. de, en Snoek, M. A. Caartjevan het lands van tusschen Maas en Waal en van het rijk van Nijmegen, Ingevolge Instruktie van den Lt. Coll. Directeur C.R.T. Krayenhoff, uit eigene gemeenten stukken verkleind en op eene schaal gebragt van 800 Rh. Roeden op den Rhijnlandschen duim. Staats Evers, J.W., Gelderland's Voormalige steden. Arnhem, K. van der Zande 1891. Schutjes, Geschiedenis van het Bisdom 'sHertogenbosch. 'Maasbommel'. Jac. Trijsburg in Tweestromenland: Weer wat oud nieuws in Tweestromenland no. 3 ll-9'74, jrg. 11 no. 23 '75. Verder heeft de heer Jac. Trijsburg mij geholpen met de aanzet tot dit werkstuk. Hij heeft mij voorzien van enkele copieĂŤn van bovengenoemde literatuur. Ook heb ik medewerking en informatie verkregen van: Rijksarchief Drenthe te Assen. Archief Land van Cuyk te Grave en het archief in Nijmegen.


NIEUWSBRIEF

augustus 1991

REIS 1991 SCHOONHOVEN-GOUDA Op 28 september gaat onze jaarlijkse reis naar Schoonhoven en Gouda. Het Schoonhovense zilverwerk in de vorm van sieraden en gebruiksvoorwerpen is al eeuwen bekend tot ver over onze landsgrenzen. Gouda, een mooie stad met een prachtig stadhuis en de beroemde St. Jans-basiliek, is niet alleen bekend om zijn kaas, maar ook om zijn aardewerkfabriek 'de Drietand'. In afwijking van voorgaande jaren is deze reis gekozen uit het programma, en in overleg met BOLDERMAN REIZEN B.V. Ook nieuw is dat wij U nu reeds het programma en het opstapschema doen toekomen. Er volgt geen nadere aankondiging zoals voorgaande jaren. Eventuele wijzigingen zullen U tijdig (telefonisch) worden doorgegeven. Voor meer informatie en vragen gelieve U te bellen de heerG.A.A. Rooijakkers in Overasselt, tel. 08892-1386.

PROGRAMMA

09.45-10.30 uur 10.45-12.00 uur

Schoonhoven CafĂŠ-rest Lekzicht, 1 x koffie met gebak. Excursie. Rondleiding met een demonstratie Zilversmid. De ene bus in 't Silverhuijs, de andere in het Edelambachthuijs. Vertrek naar Gouda. Koffietafel in het restaurantgedeelte van het Aardewerkfabriek De Drietand. Excursie in de Aardewerkfabriek waarbij U o.a. ziet hoe veertien verschillende soorten aardewerk worden gemaakt en beschilderd, zoals Delfts Blauw, Wit en Rood met demonstratie Delfts Blauw. Gouda-Centrum. Rondleiding in de Kruisbasiliek van St. Jan. Ook wereldberoemd om de 70 gebrandschilderde ramen uit de 16e eeuw. Vrij wandelen in het Centrum van Gouda. Vertrek vanuit Gouda huiswaarts.

12.00 uur 12.30-13.30 uur 13.30-15.00 uur

15.00-15.30 uur 15.30-16.30 uur

16.30-17.30 uur 17.30 uur

OPSTAPSCHEMA

07.35 uur:

Wamel, Heemstraweg/hoek Stationstraat. Ben. Leeuwen, R.K. Kerk.

Bus 1: 07.55 uur:

Nijmegen, Busstation stads-

07.40 uur:

bussen, nabij het postkantoor.

07.45 uur:

Boven Leeuwen, Rabobank.

08.05 uur: 08.15 uur:

Weurt, Gedo benzinestation. Beuningen, R.K. Kerk.

07.55 uur: 08.00 uur:

Druten, R.K. Kerk. Afferden, Heemstraweg, bus-

08.30 uur:

Wijchen, N.S. Station. Bus 2:

07.30 uur:

Dreumel, R.K. Kerk.

halte de Pas. 08.05 uur:

Deest, bushalte SportcafĂŠ.

08.15 uur:

Winssen, Heemstraweg hoek Leegstraat.


Eeuwfeest van de St. Antoniuskerken van Overasselt en Nederasselt

Hervorming.

hun godsdienst aangewezen op een gezamenlijke kerk in de buurtschap Schoonenburg. Dit duurde tot 1891. Immers op 9 december 1889 gaf de toenmalige bisschop van 'sHertogenbosch, Mgr. A. Godschalk, toestemming tot herstel van de vroegere parochies en

In Overasselt en Nederasselt werden de

het bouwen van twee parochiekerken. De

parochiekerken in 1609 aan de katholieken

kerk van Nederasselt werd op 27 juli 1891 geconsacreerd en die van Overasselt op 10

Met de komst van de Reformatie in het midden van de zestiende eeuw werden Hervormden gemachtigd om de kerkgebouwen van de Katholieken over te nemen. Het Rijk van Nijmegen was nog in Spaanse

handen en bleef nog buiten de invloed van de

ontnomen. Vanaf dat tijdstip begon de periode van schuilkerken en later de schuurkerken gevolgd door een Waterstaatskerk. In deze periode waren ook de katholieken van

de beide parochies voor de uitoefening van

augustus 1891. Vandaar dit eeuwfeest. In juni heeft Nederasselt al feest gevierd. Voor Overasselt zal dat plaats vinden in september 1991.

Het feestprogramma ziet er globaal uit als volgt:

Zondag 8 sept.

om 10.30 uur, zal Mgr. Ter Schure, bisschop van 's-Hertogenbosch, voorgaan in een Pontificale Hoogmis in de Anthonius-

kerk. Zaterdag 14 sept.

Zondag 15 sept.

Tentoonstelling van 13.30 uur tot 17.30 uur. In het verenigingsgebouw aan de Pr. Beatrixstraat. 10.30 uur: Hoogmis m.m.v. verschillende koren.

Daarna in het verenigingsgebouw. 12.00 uur: Receptie. 12.30 uur: Optreden Harmonie, volksdansgroep, en koren. Tentoonstelling van 13.00 uur tot 17.30 uur. KWARTIER VAN NIJMEGEN VAN HET N.G.V.

Op zaterdag 2 november is er een nieuwe activiteit van de afdeling Kwartier van Nijmegen van het N.G.V.: een genealogiemarkt.

Plaats: aula van het Elshofcollege, Malderburchtstraat 11, Nijmegen, tijd: 10 tot 16 uur. Op deze markt willen we aan beginnende en

gevorderde genealogen, aan geïnteresseerden in plaatselijke geschiedenis, leden van het N.G.V. en van heemkundekringen maar ook zo maar belangstellenden informatie

bieden over genealogie en streekgeschiedenis. Vele instellingen en activiteitengroeperingen zowel binnen als buiten het N.G.V. zullen aanwezig zijn.

Nadere bijzonderheden krijgt u uiteraard als u hun bijeenkomst bezoekt op 17 september in het Kolpinghuis in Nijmegen, maar ook in de pers, regionaal en plaatselijk, zal er de nodige aandacht aan gegeven worden.

met haar boekentafel, werkgroep Maas en Waalse Geslachten en met documentatiemateriaal over het werkgebied het 'Land van Maas en Waal'. NATIONALE ARCHIEVENDAG GEMEENTEARCHIEF ARNHEM

Het is dit jaar precies een eeuw geleden dat de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland (V.A.N.) werd opgericht. Daarmee is zij de oudste archivarissenvereniging in de wereld. De Koninklijke V.A.N, viert haar

eeuwfeest uitvoerig met congressen, publikaties en tentoonstellingen. De Nationale Archievendag op zaterdag 12 oktober aanstaande moet één van de hoogtepunten van de viering worden. Op die dag zullen ruim 100 overheids-archiefdiensten, dus rijks-, gemeentelijke en streekarchiefdiensten hun deuren wijd open zetten en het geïnteresseerde publiek een kijkje achter de schermen gunnen.

De Hist. Ver. Tweestromenland is op de

Natuurlijk zullen ook het Rijksarchief in Gel-

genoemde genealogische markt aanwezig

derland en het Gemeentearchief Arnhem zich


op 12 oktober (tussen 10.00-16.00 uur) presenteren aan het publiek met rondleidingen door de depots, video- en diapresentaties, demonstraties van restauratiewerkzaamheden, verkoop van inventarissen en andere interessante zaken. Kortom een datum om nu alvast te noteren.

STICHTING GELDERS OUDHEIDKUNDIG CONTACT

Postbus 359, 7200 AJ Zutphen, telefoon: 05750-11826 Cursusoverzicht 1991/92:

Gelderland, Overijssel en Utrecht

6827 AS Arnhem

Het Gelders Oudheidkundig Contact heeft samen met de Culturele Raad Overijssel en de Stichting Ondersteuning Musea in Utrecht een cursusboekje uitgegeven. In dit boekje wordt het cursusaanbod voor (amateur-) historici en museummedewerkers in Gelderland, Overijssel en Utrecht in het seizoen 1991/92 op overzichtelijke wijze gegroepeerd. Door deze gemeenschappelijke publikatie worden cursisten in de gelegenheid gesteld een keus over de provinciegrens heen te

tel. (085) 574544

maken.

Inlichtingen:

Rijksarchief in Gelderland Markt 1 6811 CG Arnhem tel.(085)420148

P.W. van Wissing Gemeentearchief Arnhem Westervoortsedijk 2 P.R.A. van Iddekinge INZENDING KOPIJ

De kopij voor tijdschrift nr. 70 dient vóór 7 november 1991 bij de redaktie te zijn.

In de brochure worden 39 cursussen en studiedagen beschreven op het gebied van musea, geschiedbeoefening en monumenten. Op historisch gebied zullen in het komende seizoen onder andere de volgende cursussen worden aangeboden:

AANMELDINGSFORMULIER REIS 1991 Inzenden vóór uiterlijk 10 september a.s. aan G.A.A. Rooijakkers, Kon. Wilhelminastraat 22, 6611 BM Overasselt. Ondergetekende: Naam/voornamen:

straat/huisnr.:

Postcode/woonpl.:

Opstapplaats

1. 2. . 3. ..

Telefonisch bereikbaar: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De reiskosten bedragen / 52,50 per persoon. Dit geldt voor leden en één introducé.

Deze kosten te voldoen vóór 15 september a.s. op postgiro nr. 2622012, of op Rabobank Wijchen nr.11 27 01 493 t.n.v. Penningmeester Tweestromenland, onder vermelding REIS 1991. Datum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handtekening: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PS. Heeft U nog vragen ?? Bel 08892-1386!

Namens de evenementen commissie,

G.A.A. Rooijakkers


- diverse cursussen oud-schrift voor beginners en gevorderden (alleen Overijssel); - lezen en begrijpen van middelnederlandse teksten; - introductie lokale en regionale geschiedenis; - historische geografie; - genealogie; - computer en geschiedenis; - streekromans; - architectuurgeschiedenis. Het Cursusoverzicht is in Gelderland gratis verkrijgbaar bij het Gelders Oudheidkundig Contact, Postbus 359, 7200 AJ Zutphen; bij bestelling van 5 of meer exemplaren worden portokosten in rekening gebracht. Inlichtingen en opgave bij het Gelders Oudheidkundig Contact, 05750-11826. Hezelstraat van Roomse Voet tot Kromme Elleboog Het westelijk deel van de oude stad 24 augustus tot en met 22 september 1991 Tijdens de Open Monumentendag op 14 september gaat in Nijmegen alle aandacht uit naar de Hezelstraat. Nu vooral bekend als winkelstraat, behoort de oude uitvalsweg naar het dorpje Hees - waarvan de naam van

de straat is afgeleid tot het oudste deel van de stad. Terwijl op de Monumentendag vooral de puien van de winkels centraal staan, is er in de Commanderie gekozen voor een ruimere aanpak. Aan de hand van topografische prenten en tekeningen en foto's wordt in de gewelfkelders van het museum een beeld gegeven van het stadsdeel, dat wordt begrensd door de toren Roomse Voet in het Kronenburgerparken het straatje de Kromme Elleboog aan de Waal. Daarbij wordt ook stilgestaan bij enkele monumenten die uit het straatbeeld verdwenen zijn. De Hezelpoort is hiervan een bekend voorbeeld. Een ander aandachtspunt vormt de bouw- en bewonersgeschiedenis van de nog aanwezige monumentale panden, zoals de twee weeshuizen en het kapelletje, dat naar de ooit hierin gevestigde glasoven het 'Glashuis' heet. Ter gelegenheid van de Open Monumentendag verschijnt een boekje met de titel: 'Soliede waren, rijke keuze, billijke prijzen'. Winkelpuien van de Lange Hezelstraat in hun historische omgeving. Uitgave Gemeente Nijmegen/Nijmeegs Museum 'Commanderie van Sint-Jan'/Dienst Volkshuisvesting Afd. Bouwkunde. Prijs: tijdens de Open Monumentendag f 5,-, daarna f 7,50.


J. P.A. van Ingen

Een kwestie van 'worteltrekken' Vóór de uitvinding van het rekenmachientje was worteltrekken een van de lastigste rekenkundige bewerkingen, die je in mijn tijd op school 'bij de broeders' in de vijfde klas en als tienjarige knaap behoorlijk onder de knie diende te krijgen. Zo moest ik ook als 65-plusser nog steeds zonder de hulp van een computer opnieuw aan de slag om de wortels van mijn geslacht in het daglicht te brengen. Zoals alle begin was ook dat aanvankelijk een vrij lastige opgaaf, die na enige tijd wat beter vlotte, maar tenslotte - maar bestaat er in de genealogie wel een 'tenslotte'? - in een waar gevecht leek te ontaarden, dat de naam 'worteltrekken' zeker waardig is. Ik wil u geen omstandig relaas doen van mijn soms wel amusante en opwindende, maar veel vaker tamelijk saaie en tijdrovende belevenissen, maar wel wil ik trachten, u van mijn ervaringen gedurende ruim vijftien jaren speurwerk enig profijt te bieden. Van Ingen - veel meer dan het bidprentje van mijn grootvader met diens geboortedatum

boeck: (1783) 'Den l Aug. is overleden Hendrik van Engen en begr. den 2 dito op

en abusievelij k als Velp in plaats van Arnhem vermelde geboorteplaats en zijn naam had ik niet als startmateriaal - moest wel een uit de Betuwe afkomstig geslacht zijn. Ik besloot dan ook, maar eens naar Arnhem te reizen

het kerkhoff gest. aan de R. Loop laat vrouw en kinderen na'. Omdat ik in Arnhem reeds verwijzingen

en daar mijn licht op te steken. Gezien in het licht van de genealogie bleek ik een onbe-

van Van Ingen kon zijn. Alfabetisch is dat natuurlijk een hele sprong, zodat ik eigenlijk wel kon spreken van een toevalsvondst. Ik wist toen nog niet dat E voor I stond in de Arnhemse dialect-uitspraak. En ik had het al zo moeilijk gehad, doordat in de tienjarige tafels - althans in de eerste tientallen jaren na 1811 - de I en de J als één letter werden

schreven blad te zijn, maar gelukkig beschikte ik over enige ervaring in het opzoeken van alfabetisch gerangschikte gegevens in mijn jonge jaren was ik enkele jaren bibliograaf, d.i. 'boekbeschrijver' en ik had dus veel met catalogi gewerkt en er ook een

aantal samengesteld. Daarom kon ik relatief

naar Elden had gevonden, begreep ik, dat

die Van Engen best eens een verschrijving

snel terecht in de voor mij helemaal nieuwe

beschouwd, zodat Van Ingen ergens tussen Jansen en De Jong zweefde.

tienjarige tafels en later in diverse collecties (Knipscheer) alfabetisch geordende bestanden.

van Huissen, waaronder de katholieke Eldenaren toen hoorden. Van dat moment af had

Vrij snel kwam ik erachter, dat mijn groot-

vader en overgrootvader in Arnhem waren geboren en dat de Van Ingens daar een smederij hadden in de Steenstraat bij de Velperpoort, maar de generaties daarvoor waren smeden in Elden, waar ook de eerste

Op een dag ontdekte ik de parochieregisters

ik wat meer geluk: een secure pastoor had rond 1765 nogal opvallende naamsverande-

ringen aangebracht in het doopboek. Mijn voorvader - want dat was de man die achter de correctie was verscholen - bleek in het katholieke Elden als Henderick Jansen te

echte problemen opdoken.

boek te staan, totdat die secure pastoor een

De oudste Eldense Van Ingen bleek ene Hendrik te zijn, die ik voor het eerst vermeld vond in het Eldense gereformeerde Dood-

streep door Jansen haalde en er wat beverig 'engen' naast schreef. Binnen enkele uren had ik drie Eldense gezinnen Van Ingen uit de parochieboeken

13


sS.JlAus POORT &, -A.R.~tfHEi>t. St. Janspoort te Arnhem. Hoe vaak passeerden hier mijn voorouders? en Waal, het werkterrein van uw vereniging. Maar 'Tweestromenland' leerde ik pas veel later kennen, nadat ik overigens volledig was vastgelopen in de vrijwel onontwarbare stamreeks van een Winssens geslacht met de het huwelijk en de herkomst van 'mijn' naam Van Ingen, dat begint met ene Johan Henderick vast te stellen, maar al spoedig van Inghen, die in 1610 kerkmeester was van bleek Vrouwe Fortuna ook genealogische de Winssense gereformeerde kerk. Met geen belangstelling te hebben. Want volslagen bij mogelijkheid kon ik verband leggen tussen toeval bladerde ik in het Arnhemse rijksarchief in een door brand aangetast trouw- Johan en mijn voorvader Henderik Jansen van Ingen. boekje der Oosterbeekse Gereformeerde Via de heer Arts uit Wijchen kreeg ik gemeente. Vrijwel het eerste wat ik er bewust eindelijk een uitnodiging voor een contactin las was: dag van Tweestromenland. Afgezien van wat '1761 Hendrik Jansen van Ingen/ geboortig notities over Winssense Van Ingens leek mijn van Winssen/ en Megteld van Raay j.d. uit bezoek slechts weinig op te leveren, behalve Elden/ en hebben den/ 15 Maart haare eerste dan de kennismaking met het werk van de huwel. . . . / 22 de tweede en den / 29 dito de heer P. Lemmers uit Malden: diens 'Ewijk in derde en zijn den 5 April/ hier in den huwel R.K. gezinnen 1672-1724' bleek voor mij de Staat bevestigt/ Attestaties van Everh. Kerckbrug te zijn naar mijn beloofde land. hof te Elde en Driel.' Voordien had ik mij beholpen met een Mijn achttiende eeuwse voorouders bleken uitermate slechte microfilm van het Doddus afkomstig te zijn uit het Land van Maas opgediept, elk met een flink aantal gedoopte kinderen en bij dezen al de peters en meters die aantoonden, dat het om een uitgebreid geslacht ging. Toch slaagde ik er toen niet in,

14


dendaalse doopboek, die zeer veel hiaten en ^2*** JLp //v*.»/ onleesbare gedeelten vertoonde. Dat is niet p /*v 6te^ A**-&tA*.*l zo vreemd: deze kopie (in het R.A.) van de originele microfilm was helemaal niet be'.»*«.P^v-Vjé ÏAi&éfsaSC-. '•M* doeld als bron om te raadplegen, want de j 'v : t9~+-£*JL- ^x,> /r* film werd gemaakt met het doel, alle in Doddendaal gedoopten in een klap de {{r-i.-^-Cc~-r*~) ƒ'' f^f^f-*-^~ eeuwige zaligheid te bezorgen. De film ( wordt, met talloze andere films van kerkelij- f?* J: f*. .v^'*- '&*J?K-<:^ ke registers, bewaard in het enorme archief ^-^/j-t~* in Salt Lake City (Utah, USA) van de Kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste Hoe de pastoor van Huissen mij hielp bij het dagen, meer bekend als 'Mormonen' die vinden van mijn voorouders. geloven dat alle personen die in dat microMerkwaardig is, dat de kinderen van Cornefilm-bestand voorkomen, 'gered' zijn, inclulis Peters enJennekeTheunnissen van Ingen sief dus uw en mijn Maas- en Waalse verwanten. de familienaam Van Ingen voeren; zij ontlenen die naam aan hun moeder: geen van Gelukkig heeft P. Lemmers preciezer werk geleverd, waardoor ik een prachtig overzicht de broers van Cornelis of hun kinderen noemen zich Van Ingen. Naar het schijnt is kon maken van Hendrikjansen van Ingen en zijn geslacht. De oudste in Lemmers overdit geen uitzonderlijk verschijnsel, maar zicht te vinden voorouders van Hendrik voorzover ik weet is er dan wel steeds een zijn: goede reden voor, bijvoorbeeld wanneer de grootvader van moederszijde geen zonen a. Peter Jacobs. Zijn huwelijk (zeker voor heeft en het grondbezit van zijn geslacht 1672) wordt uiteraard niet door Lemmers alleen zo onder dezelfde familienaam kan vermeld, maar hij komt daar wel herhaalblijven. Maar van iets dergelijks lijkt hier delijk voor als doopgetuige bij een aantal geen sprake. De vader van Jenneke, Theunis van zijn kleinkinderen en expliciet als (Jansen?) van Ingen uit Hien/Dodewaard vader van de bruid bij het huwelijk van Bart (= Aelbert) Jansen en Jenneken heeft zeker een zoon, terwijl hij bovendien Peters, jd van Winssen in 1678. Mogelijk broers met zonen heeft. In tegenstelling met Winssen, waar de naam Van Ingen rond is Peter Jacobs dezelfde, die 2-9-1643 te Winssen (Geref.) trouwde met Anneke 1610 slechts in een familie voorkwam, was in Hendrics, maar ik kon dat nergens Dodewaard en Hien rond die tijd de naam bevestigd vinden. Van Ingen heel gewoon. De Van Ingens b. Cornelis Peters jm van . . (volgens waren er kennelijk'inheems'. Natuurlij k heb gegevens te Hien: van Ewijk), die 9-3- ik gepoogd, mijn Hiense voorgeslacht nog 1678 te Hien in ondertrouw ging met verder terug in de historie te volgen, maar Jenneken Theunissen van Ingen, Jong ook ik stuit uiteraard op de bekende hinderdochter van Dodeweert. Hij is een zoon palen: de Hiense DTB's vangen eerst ca. van a.). 1640 aan. c. Theunis Cornelissen, zoon van de vorige, 18-3-1680, tr. m. Maria Jacobs Dijcken. Toch moet het geslacht Van Ingen reeds veel Zijn broer Jacob wordt, evenals hijzelf, eerder in Hien en omstreken gevestigd zijn zeker nu en dan Van Engen of Van Ingen geweest. Rond 1640 vind ik in Hien gezinsgenoemd. hoofden met de namen Jan van Ingen, d. Joannes Antonisse/Tunnissen/van Ingen, Teunis van Ingen, Cornelis Jans van Ingen, zoon van de vorige, 24-6-1703, tr. 25-37 Huybert van Ingen, Hendrik van Ingen en 20-4-1729 m. Henderien Janssen. Hij is wellicht nog meer. Reeds eerder was ik Hien de vader van Hendrik J. v.I. als vestigingsplaats van een geslacht Van Ingen tegengekomen, n.l. in het boek van

r

15


* •-*"*Fmf*•*" w' T^-tmiafi p*"c-g,ai_ia • j^ ^ ]fy; ; tyy^aüMfi*» Jag

'

' JtSkvcbc*- &>**&- :\ _ '

/?

V*£W ^J^/^.^'>A*<^ V^** ******"' ^,

<t$^ "f0f**1- ^^^ &$£***- *"•*"* Xg^tf^fttJ1' ff^t^i^l^ rt+i+^Strirv* fêït \*w3a~'»- »**M^~ ^**U*^ «Ju*-^^ - ^ '< ^^^^t"^/^

^j^C^*»*- v»***»- zf"*utó>+t' £*-s~fe'ti~»trf<*+*<^~ ~*j6-£fn^&+*- v**-*-A

,a|j

""^Ai^K?^ /^tf^VvH**^ A,e&f^6j»**>

'--fl

pW*ft: ————— ————-- ————-

$^fi^f*..\è£f-é£f^',

-—— ^,' ^ V^É-f

7>A.s< ojb Arf schutblad van het Kercken Boeck van Winssen. J.M. van Winter, Ministerialiteit en Ridderschap in Gelre en Zutphen. De schrijfster

exacte resultaten gaven. Maar de beste hulp

kreeg ik, toen ik eenmaal contact had

weet, zegt zij, niet veel over het geslacht te vermelden: 'Behalve de gegevens in de tabel

gemaakt met 'Tweestromenland' - waarvan ik natuurlijk lid werd - en met name toen ik vond ik niets over deze familie'. Doch onder het werk van de heer Lemmers in handen dat weinige bevindt zich de volgende notitie: kreeg. Gelukkig heb ik me kunnen revan(in de kolom onder hertog Eduard, 1361- cheren door enige duizenden fiches te schrijven voor het Streekdocumentatiecen1371) 'Johan (van Ingen) en zoon Godfried gen. Tengnagel van Ingen door Gravendaal trum en ik zou het fijn vinden, anderen te beleend te Hien, 1365, Sch.p.239.' Zo helpen bij hun onderzoek. Daarom probeer bestaat dus de mogelijkheid (maar niet ik hier, puttend uit eigen ervaring wat tips te méér!) dat het zowel in 1365 als in ca. 1640 geven, die anderen misschien van dienst om een en hetzelfde in Hien en/of Dodekunnen zijn: waard gevestigde geslacht Van Ingen gaat. 1. Iedereen die het plan opvat, naspeurinMaar wie zal de hiaten weten te overbruggen? gen te doen naar de - geschiedenis van zijn voorgeslacht, doet er goed aan, Voor iemand van tachtigjaar lijkt dit een al te zware taak . . . eerst eens een boekje te lezen over dit onderwerp en/of contact te zoeken met Ik kan terugzien op vijftien jaren speurwerk, iemand, die reeds langer met onderzoek

dat wel het een en ander heeft opgeleverd, maar dat stellig succesvoller zou zijn geweest als ik beter beslagen ten ijs was gekomen en minder fouten had gemaakt. Toen ik met mijn werk begon had ik geen idee, waarheen het zou leiden en vrijwel alles heb ik door ondervinding moeten leren. Soms gebruikte ik verkeerde bronnen of liet ik mij met een kluitje in het riet sturen. Daartegenover staat, dat ik soms bijna wonderbaarlijk geluk had. Zeker is, dat zeker in mijn geval - mijn voorgeslacht stamt uit het Gelders - bezoeken aan het Rijksarchief in Arnhem de beste

16

in het vlak van de genealogie bezig is. Echt goede boeken, die u ook kunnen helpen als er bij uw speurwerk bijzondere problemen opduiken, ken ik niet. Bruikbare inleidingen zijn: Aad van der Tang, Stamboomonderzoek (Utrecht, Uitgeverij Het Spectrum); J.C. Okkema, Handleiding voor genealogisch onderzoek in Nederland (Weesp, Fibula-Van Dishoeck). 2. Verzamel alle gegevens over uw ouders, grootouders en verdere verwanten, die u in eigen bezit hebt of bij familie


berusten: bidprentjes, rouwcirculaires, geboortekaartjes, paspoorten, trouwboekjes enz. Ook brieven, ansichtkaarten, diploma's e.d. kunnen u helpen bij uw start en zullen later kostbare documenten blijken te zijn. 3. Probeer dan met behulp van de gevonden gegevens zo goed mogelijk een eenvoudig overzicht te maken (bijvoorbeeld een soort kwartierstaat; zie hiervoor een van de genoemde boekjes), waarin gegevens over geboorte, huwelijk, overlijden van uw ouders, grootouders en zo mogelijk overgrootouders en als het kan, betovergrootouders zijn verzameld. Met inbegrip van uzelf beschikt u tot en met uw betovergrootouders dan reeds over de gegevens van vijf generaties of 31 personen. Stel dat uzelf dertig jaar bent, dan zit u met de nummers 16 t/m 31 waarschijnlijk reeds bij geboortejaren rond 1840. Ik zit als 80-jarige dan reeds in de tijd van de Franse revolutie: dat is te ver voor een goede start en ik ben daarom begonnen bij mijn grootvader, die in 1855 werd geboren. Rond die tijd zijn de zgn. tienjarige tafels, dat zijn cumulatieve registers waarin de geboorte-, huwelijksen overlij densregisters van de gemeentelijke burgerlijke stand over een periode van tien jaren zijn verwerkt, een zeer betrouwbare bron voor uw onderzoek. Ze zijn niet strikt alfabetisch, maar toch overzichtelij k. Let er wel op, dat het alfabet aanvankelijk slechts 25 letters telde: I en J werden als één letter beschouwd. In onze Nederlandse registers zijn namen niet op 'van', 'van de', 'van der', 'de' of 'der' gerangschikt, tenzij ze een geheel vormen met de naam, zoals Vankan (naast Van Kan). Overigens is het, zeker in oudere registers, goed, steeds te letten op wisselende schrijfwijzen van de gezochte namen. Om maar bij de eenvoudigste afwijkingen te blijven: S naast Z, C naast K. In gecompliceerde gevallen zal de archivaris van het archief waar u zoekt u meestal kunnen helpen. 4. Wanneer u een beetje op dreef bent met

uw onderzoek zult u zeer waarschijnlijk het ene succes na het andere boeken. Het gevolg is dat u in uw enthousiasme

te snel gaat werken en dan vergeet, voldoende notities te maken. Daarom, welk gegeven u ook vindt en noteert, vergeet nooit er de bron bij te zetten! Vaak hebt u die bron later opnieuw nodig, bijvoorbeeld om uw vondst nog

eens te verifiëren. 5. Wanneer u eenmaal weet, waar rond 1840 uw voorgeslacht was gevestigd, wordt het tijd, eens te kijken of daar, of in de omgeving van die plaats wellicht een vereniging bestaat, die zich bezig houdt met de plaatselijke - of streekgeschiedenis. 'Tweestromenland' is een heel goed, maar niet het enige voorbeeld! Als uw budget ruim genoeg is zou u, als u tenminste Gelderse voorouders hebt, lid kunnen worden van de Gelderse afdeling van de Nederlandse Genealogische Vereniging. U kunt ook 'Vriend' worden van het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag, waar men ontzaglijk veel genealogische gegevens heeft. Persoonlijk heb ik er zeer weinig nut van gehad, vermoedelijk omdat het CBG voornamelijk op Hollandse geslachten is gericht. 6. Veel nut zult u hebben van het leren lezen van het schrift, waarin de documenten die u wilt raadplegen zijn geschreven. In het Land van Maas en Waal waren veel 17e- en 18e-eeuwse predikanten en priesters uit Duitsland afkomstig; zij gebruikten een schrift, dat veel lijkt op het Duitse schrift, dat ouderen onder ons nog op de middelbare school hebben geleerd. Het 'Hollandse' schrift uit die tijd is, zeker na enige oefening, gemakkelijk te lezen. Moeilijk wordt het pas, als u akten van vóór 1600 wilt raadplegen. Een cursus 'oud schrift' is dan zeker nuttig. In het algemeen is het zo, dat de leesbaarheid van oude stukken er van afhangt, of de schrijver een duidelijk 'pootje' had (net als nu: denk maar aan de befaamde onleesbare doktersrecepten!). Dan komt het erop aan, dat u wat geduld heeft.

17


A

IC^uu^ £> v $L(M&u<,

ta/T kf *is"^ l W" uta^ fa¥,

<

L&Jtv i

A$s+f' £v*M*sii tft<yfl+JiHt

/t r

&{fa i /*'*•" ^ * ^Ytw&Ut / AiuJ feyiiuJjmt foJ-U/J**. Au*$ Jvn<i4<t1/X*rv f A%( <h>HÏ f i

J0*&*

gpJbx^rchui

f li^Uk

1?Y

/U<A<if

/M^/W^-lU,

JCtuuJ/l.

/^t-Oi^o^v l ft //T ^«-V

0W"

k faj «fa

•_" wtf

}

tu-c-l-

<i£U~ ^ '•}+*£ f*f*&f «Ü :

Fragment van een brief van de dichter Rainer-Maria Rilke uit 1920. in de Doddendaahe registers, evenals de dominé van Winssen.

Probeer dan, wat u van zo'n document wel kunt ontcijferen. Dat zal meestal wel meevallen. Leest u dan verder, dan lijkt het of het schrift steeds duidelijker wordt. Dat is schijn: wanneer u namelijk nog eens vooraan begint blijkt gewoonlijk, dat u dan ineens veel meer, zo niet alles kunt lezen! Wees dankbaar, wanneer u weer eens wat nieuws ontdekt, maar schenk niemand, zelfs de Rijksarchivaris niet, blindelings vertrouwen. Een voorbeeld: zoals vrijwel alle voor genealogisch onderzoek gefotokopieerde DTB's is ook het Winssense gereformeerde 'Kerckeboek' uit 1610 als kopie te raadplegen. Helaas heeft men verzuimd, ook de zgn. schutbladen van het boek over te nemen. Gelukkig kreeg ik, eigenlijk tegen de archiefregels in, het origineel in handen. En juist op dat schutblad vond ik de voor mij zo waardevolle vermelding: 'Kercken Boeck Der kerken van Wynssen begyndende A° 1610 als Johan van Inghen ende Rijck Gootzen kerckmeesters sijn worden van heeven? ontfanck ende uytgeft . . .' Heel vaak ook kreeg ik op vragen ten antwoord: 'niets van te vinden', terwijl later bleek, dat met enig speuren wel degelijk iets te ontdekken viel. Blijf dus

?«f*<,

'flLapM* *ut4 /TJtjir , uu-J A/

v _^/ n r faZ4$-ix^~'**n4d' fydt£üv(bui*, JVTUÏU&

ftt+p&d^ i

18

-fyfaf'ttytt*

Zo schreven ook sommige priesters

zoeken en vragen! Nog meer dan anderen moet u zichzelf wantrouwen. Dat begint al met: 'heb ik nu echt goed gekeken' (zeker na een lange dag vermoeiend archiefwerk niet overbodig: je wordt een beetje blind). Pas vooral op met het 'waarderen' van héél mooie vondsten. Hoewel ik niet zo gauw meer in extase raak was de ontdekking van het feit, dat reeds in 1365 een Van Ingen werd beleend met goed in Hien natuurlijk een behoorlijke opsteker. Maar heus, daarmee is niets, helemaal niets bewezen. De vondst is niet meer dan een aanmoediging om dieper te gaan graven. En om iedereen die ik in genealogie-land tegenkom te vragen: 'weet jij misschien iets vandeouweHienseVan Ingens?'(.. .en denk nu maar meteen, dat die vraag ook tot u is gericht!). Wij leven in een tijd van vrouwenemancipatie, maar lang daarvoor was het al de moeite waard - ik kan u verzekeren: zéér de moeite waard - ook de vrouwelijke lijnen in uw familiegeschiedenis na te gaan. Hoewel ik dacht, uitsluitend zuiver-Brabants/Gelderse 'voormoeders' vond ik in haar voorgeslacht: een Limburgse bokkerijder, die vermoedelijk onschuldig werd opgehangen in 1775, een Luikse militaire


kleermaker met de raadselachtige naam Guillaume Lavalle dit Loly; een uit Schwanenberg (een uurtje fietsen van mijn woonplaats) afkomstige predikantenfamilie, genaamd Sylvius; een grafelijke kousenmaker die met zijn heer uit Waldenburg in Silezië naar het voormalige roofriddersnest Lindheim trok, dat hoe klein ook, bovendien bekend of berucht werd als de plaats met de hevigste heksenvervolging uit de geschiedenis, de woonplaats van de schrijver Von Masoch (u weet wel. . .) en, wat er tenminste veel zegen bracht, wijkplaats voor de in Moravië vervolgde Herrnhutters, die u thans nog in Zeist

aantreft. En dat was nog lang niet alles: een lange lijst van ambachten vond ik. Koperslagers, schilders, schrijnwerkers, wagenmakers, wevers, schoolmeesters, bogenmakers, kuipers, brouwers en boeren, veel boeren op immense eigen Limburgse hofsteden en als 'villiacus' die de kasteelboerderij beheerden. 10. Misschien is het teleurstellend te ontdekken, dat u met al uw zoeken niet verder komt dan het jaar 1648 of daaromtrent. En dat is meestal reeds aardig ver terug in de geschiedenis. Maar een stamboom is wel aardig, helemaal als die met een aantal familiewapens kan worden opgesmukt (pas op: alleen echt eigen wapens!), doch veel en veel mooier is een goed uitgewerkte

De Mormontempel in Salt Lake City (USA). In deze stad worden de microfilms uit Doddendaal bewaard.

familiegeschiedenis. Als het kan, goed geïllustreerd en zeker goed gedocumenteerd. Laat u niet afschrikken als er naast godvruchtig gestorven voorouders ook

schuinsmarcheerders en regelrechte bandieten tussenzaten. Die maken de historie alleen maar spannender. Natuurlijk zou ik - en iedereen die wat langer met het stambomenbijltje heeft gehakt - u nog veel meer goede raad kunnen geven. Maar de beste leermeester is nu eenmaal de ondervinding. Begin dus - liefst vandaag nog - zelf aan uw familiegeschiedenis te werken. Want dat vraagt tijd, veel tijd en voor u het weet bent u ook tachtig. Net als uw medelid.

19


Johan van Os

Dorpsboek 'Afferden' bij eeuwfeest Parochiekerk Er komt een boek over Afferden, deel 12 in de 'Tweestromenlandreeks'. Aanleiding is het honderdjarig bestaan van de Afferdense parochiekerk, dat in het weekend van 16 en 17 november 1991 zal worden gevierd. DIEP IN DE MIDDELEEUWEN

In het kader van dit eeuwfeest heeft het bestuur van de Parochie St. Victor en Gezellen twee jaar geleden Johan van Os opdracht gegeven een zogenaamd 'dorpsboek' over Afferden te schrijven in dezelfde geest als hij eerder een boek heeft geschreven over het dorp Horssen ('Tweestromenlandreeks' nr. 9 - helaas uitverkocht). Toen was de gemeentegeschiedenis het centrale gegeven, nu de kerkhistorie. Maar het boek dat simpelweg de titel 'AFFERDEN' zal dragen, gaat lang niet alleen over kerkelijke zaken en beperkt zich ook niet tot de laatste 100 jaar. Integendeel. De schrijver grijpt terug tot diep in de middeleeuwen. De oorspronkelijke kerk van Afferden, waarvan de bakstenen toren op Het Hoog nog altijd overeind staat, wordt immers in 1165 al genoemd en had zelfs voor die tijd al conflictstof opgeleverd tussen het St. Andreaskapittel in Keulen en het St. Victorkapittel in Xanten. Ze behoort tot de oudste in Maas en Waal. CLAES EN ISABELLA Afferden komt vanaf 1294 ook geregeld ter sprake in Âą80 middeleeuwse archiefstukken van het vrouwenklooster 's-Gravendaal in Asperden bij Goch. De beroemdste stukken hebben betrekking op een aanwasgeschil in de Afferdense uiterwaarden dat in de periode 1365-1372 wordt uitgevochten tussen abdis Isabella (zus van de Gelderse hertog) en Claes van Afferden, de dorpsheer. Ondanks die ruzie bleven de Van Afferdens als erfpachters van een groot buitendijks domein vertrouwelingen van de Gelderse hertogen. Een gelukkig toeval heeft gewild dat de schrijver op 13 oktober 1990 in contact

20

kwam met Albert burggraaf van Aefferden, die de 17e generatie van het adellijk geslacht Van Aefferden vertegenwoordigt. Dankzij diens tussenkomst kon er in het boek een familiegeschiedenis worden opgenomen die omstreeks 1300 begint en doorloopt tot op de huidige dag. ENIGE OVERBLIJVERS Eeuwenlang zijn de Van Afferdens namelijk

landsrentmeesters van Gelre geweest, welke functie zij tot de Bataafs-Franse Tijd (17951813) zijn blijven uitoefenen. In 1729 verhief de Spaanse koning Philips V een hunner tot markies en in 1871 werden zij met de titel burggraaf (vicomte) opgenomen in de Belgische adelstand. Van de hele Maas en Waalse landadel, voorheen in ieder dorp present, is het geslacht Van Aefferden het enige dat nog tot op de huidige dag voortleeft. Albert burggraaf van Aefferden (* Meerssen 1919) en zijn vrouw Gerda von Seida, die tegenwoordig in Ierland wonen, hebben zich voorgenomen in november a. s. weer naar hun stamdorp te reizen om het parochiĂŤle eeuwfeest mee te vieren en het eerste exemplaar van het dorpsboek 'AFFERDEN' in ontvangst te nemen. TURKSWEERD EN DE PELICHY Nog een tweede adellijke familie wordt er in het boek behandeld, en wel de familie De Pelichy, die sinds 1740 in het bezit is geweest van het buitendijkse landgoed Turksweerd en dit tussen 1795 en 1829 ook zelf heeft bewoond. Van 1830 tot 1844 heeft een telg uit de op Turksweerd woonachtige familie, namelijk Mr. Francois baron de Pelichy, de post van directeur-generaal (later minister) bekleed aan het zogenaamde 'Departement van R.K. Eeredienst': een buitengewoon


moeilijke positie waarin hij o.a. de financie-

ring van de vele onder Willem I gebouwde waterstaatskerken moest regelen, ook in Afferden zelf. Zijn weduwe, Catharina gravin de Lichtervelde, heeft Turksweerd in

1861

verkocht aan twee Nijmeegse steenfa-

brikanten, die er inderdaad twee veldovens en tien arbeiderswoningen hebben gebouwd. TABAK EN STENEN Een dorpsboek zou natuurlijk geen dorpsboek zijn, als er geen beeld in gegeven werd van de kostwinning. In de tweede helft van de 18e eeuw komt in Afferden de tabaksteelt op; in de tweede helft van de 19e eeuw de steen- en plavuizenbakkerij, die beide een

dringend noodzakelijk geworden aanvulling te bieden hebben op het schrale dorpsinkomen uit de traditionele landbouw. Toch zijn de gemeenschapsmiddelen in de 19e eeuw nog steeds niet toereikend om Afferden aan de nieuwe parochiekerk te helpen waar het dorp al geruime tijd aan toe

is. Met 8000 gulden subsidie van De Pelichy Albert Charles Arsène Henry Hubert burggraaf heeft het in 1833 wel een waterstaatskerkje van Aefferden (* Meerssen 1919) en zijn echtgenote Gerda von Seida zullen in november a. s. kunnen bouwen: mede voor Deest bestemd van Ierland overkomen om het eerste exemplaar en dus op de grens van beide dorpen van het dorpsboek 'AFFERDEN' in ontvangst te gelegen, maar in 1858 scheidt Deest zich nemen. parochieel af en blijft Afferden zitten met een krot van een kerk. Ze ligt veel te ver van geleding en de spits die Weber ontworpen de dorpskern en staat vaak rondom in het had. Zo heeft Afferden een torenloze kerk water: echt een 'waterstaatskerk'. gekregen, maar inwendig is het een van de rijkst uitgevoerde en fleurigste godshuizen LEGAAT VAN EEN TON

in Maas en Waal geworden.

Het zijn de dames Van Welie geweest - Maria en Wilhelmina - die Afferden uit de put hebben gehaald. Zij lieten pastoor Wilhelmus Otten (1883-1912) een legaat van meer

dan een ton aan geld en goederen na. Er kon royaal een kerk en een pastorie van gebouwd worden, maar het werd een drama. Architect Charles Weber hield te weinig

EER SPAT DE WERELD GANSCH UITEEN Toen bouwpastoor Otten op l juli 1908 het zilveren jubileum van zijn herderlijke be-

diening vierde, kreeg hij van het dorp dan ook alle denkbare eer toegezwaaid. Er verscheen een boekje met 'jubelzangen'

rekening met de slappe ondergrond van het

zoals er nooit meer een verschijnen zal. Lees

bouwterrein aan de Koningstraat en toen de toren van de nieuwe kerk tot aan de nok van

van 'Wien Neerlandsch Bloed'):

maar (slotcouplet van Lied nr. 4 op de wijze

het schip reikte, begonnen de fundamenten

te verzakken en de toren te scheuren. Voor 9000 gulden moest er aan stalen roosterwerk de grond in om het gebouw te behouden. Er

bleef geen geld meer over voor de bovenste

'Eer spat de wereld gansch uiteen, Kent men geen zeeĂŤn meer, Eer keert om' Hollands dierb'ren grond Tot zijnen oorsprong weer,

21


Eer worde Affr'ens naam geschrapt Uit Neêrlands dorpenrij, Eer dat onz' Pastoor Ottens naam Alhier vergeten zij.' BREED STREEKVERBAND

'AFFERDEN' is een groot opgezet boekwerk over alle aspecten van het dorpsleven die in breed streekverband worden uitgewerkt. Vanzelfsprekend komt er ook een flink stuk geschiedenis van Deest aan bod, omdat

Wijchen. Omtrent de openbare aanbieding van het boek aan Albert, burggraaf van Aefferden op 16 november a.s. en de overige programmaonderdelen van het eeuwfeest (o.a. de opening van een expositie in kerk en pastorie) zullen nadere mededelingen volgen in de dag- en weekbladpers. Foto's: Jean van Roon, Rotterdam.

beide dorpen - niet zonder wrijving -

bestuurlijk en kerkelijk eeuwenlang samengingen. Maar er lopen ook velerlei zijlijnen naar de omliggende parochies en zelfs naar de stad Nijmegen. HARRY CROONEN PIONIER

In feite is er al meer dan tien jaar aan dit boek gewerkt. Harry Croonen, helaas op 18 februari 1991 plotseling overleden, heeft er indertijd een grote hoeveelheid pionierswerk voor verzet. Door middel van uitgebreide heemkundeprojecten heeft ook de Afferdense basisschool St. Victor Johan van Os jaren geleden al gelegenheid geboden zich in de dorpsgeschiedenis van Afferden te verdiepen. Bij het laatste bronnenonderzoek

en de verluchting met fotomateriaal is de schrijver bijgestaan door een werkgroep waarin aanvankelijk ook Harry Croonen nog zitting had en die later veel steun mocht ondervinden van de Afferdense Tweestromenlandleden Antoon van Roosmalen en Willy de Waal.

Speurneus nr. 6 ONGELOOFLIJK GELOVIG

'En lederen dag zal een allesvermogend kindergebed opstijgen om den zegen van den goeden God te vragen over de onbekende weldoeners.' Zo stond het in de krant van 26 oktober 1938. In Druten had de St. Vincentiusvereniging het Liefdewerk 'Kindervoeding' opgericht, ledere dag werd er door 35 kinderen uit grote gezinnen een potje middageten gekookt in een centrale gaarkeuken. Maar nu was de kas leeg en de winter stond voor de deur. De St. Vincentiusvereniging vroeg dus om steun aan bemiddelde Drutenaren en als tegenprestatie zouden de hongerige kinderen voor hen bidden. Niemand vroeg zich af waarom een 'allesvermogend kindergebed' wel zegen kon afroepen over mensen die er toch al goed bij zaten, terwijl het tegen de honger blijkbaar niet hielp. Ze waren ongelooflijk gelovig in Druten.

Speurneus nr. 7

LAGE KOSTPRIJS DANKZIJ SPONSORS Het dorpsboek 'AFFERDEN' zal ongeveer

KROPAAR OF SMELEN

250 tekstpagina's beslaan en geïllustreerd worden met minstens 100 foto's en afbeeldingen. Omdat het kerkbestuur er in geslaagd is een tiental sponsors bereid te

ALPHEN - In 'De Waalbode' van 20 juli 1938 vinden we vermeld dat er in Alphen aardig werd verdiend met het snijden van een grassoort die kropaar heette. Maar als ik goed ingelicht ben, sprak men in Maas en Waal niet van kropaar, maar van smelen. Een paar keer per week werd de oogst per vrachtauto opgehaald. Van de smelen zouden medicijnen gemaakt zijn. De opbrengst was 5 cent per kilo. Zijn er nog mensen die smelen gesneden hebben? En waarvoor diende de kropaar nu precies?

vinden tot aanzienlijke bijdragen en er al honderden inwoners en oud-inwoners van Afferden op het boek hebben ingetekend, kan de prijs laag gehouden worden. Tweestromenlandleden kunnen het boek alvast bestellen door overmaking van ƒ 29,50 (plus ƒ 7.50 verzendkosten) op postgirorekening 2622012 t.n.v. Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG 22

Johan van Os Tel.: 08870-13804


Het Streekhistorisch Museum Tweestromenland te Maasbommel is geopend: elke zondag van 14.00-17.00 uur en vanaf 1 mei t/m 30 september elke woensdag en zondag van 14.00-17.00 uur. Telefoon: 08876-2316 Postadres: De Heuvel 107, 6651 DC Druten. Het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland, Kasteellaan 24 te Wijchen is geopend: elke woensdagmiddag van 14.00-17.00 uur, elke eerste zaterdag van de maand van 9.30-12.30 uur (dan zij-ingang). In de maanden juli en augustus gesloten. Telefoon: 08894-13012 Postadres: Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen.

PUBLIKATIES uit de TWEESTROMENLANDREEKS ledenprijs dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl

1 Maas en Waals woordenboek 2 Aan het volk van Nederland 3 Leeuwen en Elisabeth 4 Boldershof 5 Ewijks klooster 6 Stoomtram deel 1 7 Schoolstrijd Appeltern 8 Wee den vergetenen (watersnood 1926) 9 Dorp Horssen 10 Stoomtram deel II 11 Kwartierstatenboek (in copievorm) kosten porto

nietledenprijs

uitverkocht f 9,75 / 18,50 f 18,50 M 3,50 uitverkocht / 9,75 uitverkocht uitverkocht f 30,00 uitverkocht

f 35,00 uitverkocht

f 5,50

f 5,50

/ 9,75 f 25,00 / 25,00 M 5,00 f 9,75

U kunt alle publikaties van de Tweestromenlandreeks bestellen door overschrijving op postgiro 26 22 012 tnv. Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen. Boeken zijn aan te kopen in het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland te Wijchen en in het Streekhistorisch Museum Tweestromenland in Maasbommel tijdens de openingsuren.

23


STBEEKARCHIVARIAAT "BÃœMMELEKVV.-^.RD

T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAAES TIJDSCHRIFT VOOR S T R E E K G E S C H I E D E N I S

20.XII. 1991 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - N U M M E R 70


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen. Lidmaatschap: Het lidmaatschap geeft recht op toezending van tijdschrift en nieuwsbrief, op deelname aan excursies en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven uit de Tweestromenland-

Administrateur: P. G. Leussink, Beuningen

Kopij: Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan het verenigingssecretariaat. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

reeks. Contributie: De contributie voor 1991 bedraagt ƒ 30,-, men mag ook meer storten bij wijze van gift, te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen.

Losse nummers tijdschrift: Nrs. 19 t/m 70 voorradig. Per stuk ƒ 6,-, exclusief ƒ 2,50 verzendkosten. Te bestellen door storting op giro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen.

Ledenadministratie: Mw. F.J. van Oijen, Markt 9-14, 6651 BC Druten, tel.: 08870-14337, voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat: Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen, telefoon: 08894-16247.

Inhoud

Ereleden: H. van Heiningen, J.P.M, van Os. Erevoorutter:

3

J. P. van Wezel Bestuur:

J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen J.A.Jansen, penn., Wijchen Mevr. W.M. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten G.W. van Gelder, Beneden-Leeuwen Mevr. F.J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt W.J. van Sommeren, Beneden-Leeuwen Drs. C. Visser, Druten J.P. van Wezel, Alphen

15 17 22 26

W.M.G. Arts, Parochiegeestelijken in het Land van Maas en Waal Oproep Ton Tielen, Het Rijk van Nijmegen in cijfers (1770) M. Bergevoet, Literatuursignalement W.M.G. Arts, Dorpsboek 'Afferden' Nieuwsbrief

Op de voorkant: Kerk te Leur gezien vanuit het zuidwesten. Niet eerder gepubliceerde foto uit ±1906. (Collectie: Huis te Leur) Zie ook de Nieuwsbrief, bladzij 3!


T WEESTROM ENIAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, H ugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen.

NUMMER 70

1991/IV

W.M.G. Arts

Parochiegeestelijken in het Land van Maas en Waal In het oud Provinciaal archief van de Minderbroeders dat vroeger te Weert aanwezig was, bevindt zich een handschrift van pater Richardus van Scheyndel, die op 5 februari 1929 te Woerden is overleden. Pater Van Scheyndel was vanaf 7 september 1883 tot 19 september 1893 leraar aan het gymnasium teMegen, en nadien van 27 februari 1897 tot 21 april 1899 was hij in Megen als rector Clarissarum. Het handschrift van pater Van Scheyndel is door pater Cunibertus Sloots o.f.m. bewerkt en nadien gepubliceerd in de 'Bossche Bijdragen', deel XIX, Afl. 2 en 3, uitg. 1948. De publicatiewaarde in 1948 was van groot gehalte, zodat het nu, via het tijdschrift 'Tweestromenland', voor vele genealogen in het Land van Maas en Waal zeer waardevol materiaal is. Al lezende wordt ervaren in welke moeilijke omstandigheden de priesters (hoofdzakelijk paters uit het klooster te Megen) hun arbeid hebben verricht in ons huidig werkgebied in de periode 1696-1856. De waarde van het handschrift wordt extra verhoogd door de aanvullingen die zijn aangebracht, welke aanwezig zijn in het archief van de Orde der Minderbroeders. Met uitzondering van enkele bronnen, door de samensteller aangegeven, heeft hij hoofdzakelijk gebruik gemaakt van de parochiĂŤle archieven ter plaatse. ALPHEN 1726 1747 1768 1770 1782 1786

Pastoor geworden Pater van Gassel. (1) Communicanten 280, Protestanten 4 huishoudinge. Deservitor R.D.C, van Heymen (2), Pastoor van Oyen. Pastoor G. Vermeulen, welk in 7ber 1770 naar D reumei gepromoveerd is. R.D.Fr, van den Hove, Pastor, obiit 1781. (3) R.D.Fr. Ebbinkhuysen, tot 1786 Pastor. R.D.R.J. van Kilsdonk Past. obiit 1787.


1787 1803 1808 1817 1831

1853 1856

J.G. van Gelder Pastor tot 1803. (4) J. van Mook, Past. W. van Geyn, Past. A. van Berkel, Past. obiit 8va 7bris 1831. Joesjosephjurgens, Past. 21 Sept. 1831, is geboren 25 Aug. 1796, Presb. 19 Sept. 1819, Assistens te Horn en Thorn 1820 ibid. 13 maanden; vandaar naar Horssen in 1821, ibid. 4 maanden; vandaar naar Baarlo 1822 ibid. eenjaar; Ao 1823 naar Druten den 27 Sept. Vierendeeljaarsgeld ontv. 90 gl. en van de kerk 50 gl. voor miswijn enz., voor den kapell. 75.-, is vrij van lasten te betalen. Kerkenhuis nieuw gebouwd Ao 1774. De oude kerk genaast 1801, zijnde in het bezit der protestanten geweest sedert 1581. Ao 1837 nieuw leyen dak 800 gl. 1822 subsidie 3000 gl. ter aflossing van schuld in het kerkenhuis. Kapellaan Henric. Harten. - Extra visitatie 20 Nov. 184.. Natus in Beers l Nov. 1818. Presbyteratus 17 Dec. 1842. Assistens in Alphen 7 Juli 1848 tot 23 Aug. 1853. Kapitaal op het groot-boek 2000 gld. interest Ć’ 48:55. Ao 1846 de banken 96:60. Kerkhof 17 gl. Landhuur 630:50. 1849 in junij een nieuw orgel a 1600 gl. circa. 1850. De missie geopend den 20 Aug. Denominatus Assistens R.D. Jacobus Crouwers, oriundus in Sambeek: Advenit in Alphen 27 Aug. 1853-9na 7bris vero sacellanus. den 4 Oct. T. Coppelmans, kapelaan gekomen.

ALTFORST Van 1725 tot 1796 Past. de gardiaan van Megen. (5) 1796 Past. gewordenj. van Horenbeek, welke den 21 Sept. 1801 naar Horssen gezonden is. 1801 Past. geworden G. van Lunen, welke in 9ber 1804 Pastoor van Horssen geworden is. 1804 in 9 berJ.H. van Horenbeek wederom Pastoor te Altforst, is hier gestorven den 18 Dec. 1805. 1806 Past. Andr. Lennaers Minorita, obiit 1812. (6) 1812 Deservitorad interim W. Steyns-Bisschop Past. teAppeltern, doch slechts ad paucos dies. Den 25 April tot Past. of Deservitor benoemd Pater C. van Coenen. (7) Doch Pater Provinciaal hem niet willende loslaten dan op het ootmoedig verzoek van Huntjens (8) zoo heeft de Hw. Heer Huntjens de gedane benoeming gerevoceerd en 1812 den 29 Mei tot Past. aangesteld J.L. Hol. 1823 Jac Sengers den 26 Nov. 1827 den 5 Junij J. van Oss. 1831 in Mei H. de Bruyn, geb. 30 J ui. 1792. Presb. 1816. 1847 in April R.D.J. Barten gekomen. Vierendeeljaarsgeld 90 gl. Nieuwe kerk 1833. Huis grootendeels vernieuwd 1835. Interest aan C. van den Bosch 28 gl. kapitaal 700 gl. voor Missen gesticht door Jan van Mook 12 gl. kapitaal 300 gl. Dus schuld 1000 gl. Altforst Monnikenwoerd 2de proostdij aan de abdij Berne onderhoorig. Er woonden 70 nonnen. De stichtster Bessela is er begraven. Zie ook Coppens torn. 3 pag. 8. Het gezegde nonnenklooster is verwoest circa 1356. Zie Coppens 2de afdeeling van het derde deel pag. 43 en 44. Folcoldus had een heerlijk verblijf te Altforst, ibid. pag. 27. Hij was ook graaf van Maas en Waal, ibid. 27 en stichter van het klooster te Berne.


Hij gaf Altforst aan Berne pag. 28. APPELTERN

1725

Parochiekerk voor Appeltern, Altforst en Maasbommel is de kloosterkerk te Megen, Pastoor de Gardiaan. (9) 1731 Pastoor van Dieten, G. v. Herwaerden Deservitor. Item te Dieten de Parochiekerk. 1742 Obiit past. in Dieten. Deservitor van Appeltern gesteld Pater van Loon uit het Meg. klooster. (10) 1799 Pastor Joes Huygens, Capucijn. 1802 den 8 jan. J. van Mook, Pastoor - Na 2 jaar naar Alphen d.i. den 19 Dec. 1803. 1804 Joes de Kleijn Deservitor. 1807 De Kleijn naar S. Agathaen Deservitor wordt R.D. Alardus Smulders sac. saecularis. 1811 Pastoor R.D.W.T. Steijns Bisschop, Preekheer. 1819 Pastoor R.D.Wilh. Hol, obiit 14 Maji 1839. 1839 Past. W.G.H. Rijke. 1841 In November Past. R.D.J.C.A.W. Walter. 1842 in 8ber R.D.P.P. Kersten. + (11) 22 Febr. 1843. 1845 den 25 Maart Past. R.D.Th.Ant. Bernardinus Smitz. R.C. 190. Protestant 80. vierend. 110 gl. Nieuwe kerk Ao 1829. Nieuw huis 1832. De parochiekerk was eenjaar in het bezit der R. C., toen deze er van werden beroofd den 14 Mei 1802. Ao 1847 de Pastor het nadeelige slot der rekening ad 175:31 aan de kerk geschonken. Terwijl de vaste schuld nog blijft 400 gl.


BATENBURG Voor 1725 onder Hernen en Horssen. Later ook onder Demen. 1796 Deservitor gezonden R.D. Antonius van Luunen. 1800 Past. J.F. Smits Pastor. 1803 Past. A. van Berkel. 1817 Den 25 Octob. R.D.W. van Geijn, Geb. te Beuningen den 27 Februari 1775, Presb. 23 Mei 1802, Deservitor in Ooy 9ber 1803, Groesb. 1806, Past. te Alphen 1808. +weg opgericht 26 Aug. 1846. R.C. 512, protest. 92, joden 5. - Ontvangt sedert 1838 geen vierendeeljaarsgeld, was vroeger bepaald op 150. Moet voor de schaal bezorgen Miswijn en kerkengoed wasschen, ook alle personeele lasten betalen. Ao 1846 de banken Ć’ 160:30. AdsistentF.L. Schuurmans den 8 October 1847, ontslag den 8 Nov. 1848 overleden te Uden den 15 April 1849. Zij n opvolger J. A. Sengers, geboren te M egen 19 Oct. 1819, Presbyter lOJunij 1843. Te Wateringen den 21 Sept. 1843. 1852 den l Julij M. Coppes Past. 1854 van Mrt tot April Missie door 2 Redemptoristen. BERGHAREN Tot 1795 is het grootste gedeelte der parochie onder Hernen en het overige onder Horssen geweest. 1795 R.D.R.J. van Gelder den 28 Mrt. 1803 R.D.J.G. van Gelder den 22 Dec. Past. ibid, obiit den 7 Mrt. 1817. (12) 1817 den 23 April R.D.F. Clarenbeek. 1822 den 5 Jan. van de Missen bij het testament van G. Aarts gesteld ad 15 st. 1833 den 18 Mrt R.D.H, van de Sand. 1841 den 15 Julij de nieuwe kerkhof gebenediceerd. 1843 den 16 Julij de kruisweg opgerigt. R.D. v.d. Sand geboren 17 Febr. 1796. Presb. 6 Mrt. 1819, kapell. te Winssen 18 April 1820. (13) R.C. 702. protest 45. vierendeeljaarsgeld 100 gl. Nieuwe kerk gebouwd 1830. Subsidie 5900. Pastorijhuis eene verdieping verhoogd Ao 1845 Ć’ 1804 gl. Subsidie uit 's lands kas 1700 gl. Nog aan schuld 1400 gl. Banken 119 gl. Kapell. Henricus van Dore 1850 den 22 Mrt. 1852 den SJulij G. Sackers kapelaan; Priester ab 25 April 1834. NaarVortum Nov. 1854. Gevolgd M. van den Oever. DREUMEL Separata a Wamel 1706, primus pastor R.D. Petrus van der Kerkhoff, cui successit 1727 Deservitor R.D. Mathias van Nouhuys. Communicanten 450. Protestant 7 huishoudingen. Nouhuys Deken geworden den 25 Nov. 1755, obiit den 6 Mrt. 1762. 1762 den 12Aug. Past. Henricus van Aelst, obiit 22 Jul. 1770. R.D. Henricus van de Cop naar Holland. Exeat 1762. 1770 den 5 Sept. wordt Past. R.D.G. Vermeulen, is overleden den 28 junij 1812. Sub eo oratorium elongatum nempe Ao 1777 et oblatis parochianorum intus ad mo dum ecclesiae adornatum. 1812 Past. geworden R.DJ. v.d. Heyden den 2Julij. was geboren den 9 Dec. 1785, obiit


den 16 Oct. 1843. Nieuwe kerk 1819, subsidie 16500 - Orgel 1826 ad 1210 gl. 1843 den 6 Nov. J.V. Oss Past. geworden verhuisd 15 Nov. 1845. Kruisweg opgerigt den l Dec. 1846. Kapellaan EJ. Albers Mei 1846, geboren 2 Mei 1816, Presb. 27 Octob. 1839, Assistent te Beek den 30 Aug. 1840, kapell. te Afferden 29 Mrt. 1842, kapell. Dreumel Mei 1846. Herpen Febr. 1858. Gevormd den 12 julij 1843, item den 3 Auy. 1846 en den 4 October 1849, den 21 Mrt 1854, den 13 Julij 1857. Matrim, contracta coram Rdo G. Bernst (14) mense Januario anni 1820 usq. 21 Junii 1823 saepius. R.D.E. de Ruyter kapell. te Dreumel 8 Aug. 1825 tot den 14 Mrt. 1836. R.D.R. van Koolwijk van Mrt. 1836 tot Aug. 1837. Rdus Dnus T.G. Boerkamp kapell. van 16 Aug. 1837 tot l October 1843. Rdus Dnus G. Poos van 15 Nov. 1843 tot 13 Mei 1846. Rdus Dnus E.f. Albers van 13 Mei 1846. Priester ab 27 Oct. 1839. Natus 2 Mei 1816. Missie geopend 19 jan. 1850. Gesloten den 29 january. De Missionarissen vertrokken den 31 january, zijnde 4 paters Redemptoristen. Het Heerehuis van den Baron is afgebroken in 1850. 1854 den 23 Dec. is G. Spruytenburg als President der Conferentie Sti Vincentii a Paulo gekozen. Nota. 1848 stuccadoorder v.d. Berg 83 gl. - van den Braak 133 gl. 1849 verwer J. v. Lubeeck 105. - zink in de goten 126. - poorten 62. 1851 de 2 kleine altaars gemarmerd etc. 171 gl. 1856 de Kerk gewit, communiebank etc. opgehaald. BRUTEN 1727 onder Puiflijk tot 1795, wanneer Pickegni het gebruik der Kerk aan de R.C. toegestaan heeft. Deze hebben ze echter wederom spoedig moeten afstaan, tot dat ze door de Representanten te 's Hage den 10 jan. 1800 in forma aan de R.C. R.D. Wilh. van Meerwyk eerst Deservitor en 1798 den l juny Pastoor geworden, obiit 18 Augustus 1801. (15) 1801 Past. geworden Rdus ac. Ampl. Dns M. A. Syben, Qui Ao 1803 pastoratum suum deseruit. 1803 18 9ber R.D.R.J. van Gelder, welke den 24 Nov. 1804 deken geworden is, obiit 8 Dec. 1819. Nieuwe Klok gewijd den 16 Sept. 1816. 1819 den 30 Dec. R.D. Melsen Past. 1838 den 17 Mrt. Past. R.D.Ger. Petrus vanden Bosch, geboren den 29 Dec. 1801. Presb. 8 Sept. 1824. kapell. te Beuningen 13 Sept. 1825, te Wamel 11 Dec. 1827, te Beek Dec. 1828.-R.C. 1458. protest. 124, joden 10. Vierendeeljaarsgeld vroeger bepaald op 320, geniet provisorie 220. Moet Miswyn leveren, betaalt ook de lasten, ita 1842 opgegeven. De Kerk opnieuw gebouwd 1822. Subsid . . . Kruisweg 3 Oct. 1844. Kapel. Arnoldus Nass. Gevormd den 13 Julij 1843, item Mgr. Schepers 17 Mrt 1854, 14Jul. 1857 Ao 1845 Kerkeschalen Ć’ 318:83H. Banken Ć’ 773:091^. De Kerk heeft een kampje, renderende j aarlyks circa 96 gl. Nog een stukje bouwland


circa 63 gl. item en idem onder Leeuwen circa 23 gl. zamen 182 gl. Ao 1846 de banken Ć’ 865.00. schaal 270.00. P. Mauriks natus l Sept. 1800. Pr. 15 Aug. 1824. Ass. Oosterhoudt 2 Aug. 1825. Alphen 19 Sept. 1827. Druten 4 Oct. 1831. Bedankt Nov. 1854. Missie geopend den 16 febr. 1850 gegeven door 3 paters Redemptoristen. HERNEN 1725 is te Hemen gevormd door Z.D.H.W. den Bisschop van Ruremonde. - Pastoor Franc. Doncquers, welke den 19 Juni 1725 Deken geworden is, zijnde Batenburg, Bergharen en Leur mede onder zijne pastoreele zorg. Bedankt voor Pastoor 1741 en Dekenschap Ao 1743. (16) 1741 wordt Past. Theod. van Teeffelen, die sedert 1734 alhier Adsistent geweest was; R.P. Theod. v. Teeffelen obiit den 28 Sept. 1742. (17) 1742 wordt Past. R. Pater Adrianus van Teeffelen, frater dfti. (18)

1750

den 29 Oct. overleden.

1750

1848

den 8 Dec. Past. G. Stevens (19) Minorita, obiit 1766. 1766 wordt Past. Rdus PaterJ. van der Meer. (20) obiit R. Dnus G. Wynackers, sac. saecul. Den 30 Aug. 1814 obiit R.D.J. van der Meer. wordt Past. R. PaterJ. Sleijpen - Decanus 23 Dec. 1819, obiit 10 Nov. 1839, aet. Ao 70. (21) den 19 Dec. wordt Past. R. Pater C. v. der Locht. Den 11 Sept. wordt Past. R. PaterJ. Broekman. (22) den 25 Juny wordt deservitor R.D.C, van der Locht, geb. te Oosterhout 29 Dec. 1797, Presb. 29 Juli 1820, assistent te Wychen 12 Aug, 1820, missionarius te Woerden 1O Octob . . . Kapell. te Hernen l Mei 1822. (23) R.C. 639, Protestant 50. De oude kerk genaast 1801, vergroot Ao 1831. Subsidie 2200 gl. Nieuw pastory 1841. Vierendeeljaarsgeld 100 gl. Moet voor de schaal bezorgen Miswijn etc., wasschen. Moet alle ook personeele lasten betalen, ita Ao 1842. obiit R. Dnus Petrus Josephus van Gelder aet. Ao 60. Schuld op het huis 600. Kerk

1851

Als Kapellaan gekomen Henricus Dominicus Poort den 20 Aug. 1851. (24)

1767 1814

1839 1841 1842

eenig land en geld. Rendeert jaarlyks circa 200. Ao 1846 de banken Ć’ 151.55. HORSSEN 1696 was deservitor R.D.A. Engels. (25) 1729 den 12 junij obiit R D. Ant. Engels Pastor. 1729 Past. Carolus van Hemert, obiit 26 Jan. 1734. (26) 1734 wordt deservitor Rdus PaterJ. van Beurden. (27) 1736 wordt Past. J. Hermans, +heer (28), obiit 29 juny 1775. 1775 wordt Past. R. Pater Jac. Requile, Minorita. (29) 1801 wordt Past. R.D.J.H. van Horenbeeke den 21 Sept. (30) 1804 den 5 Nov. provisioneel Deservitor R D. G. van Luunen, wordt Pastoor 22 July 1805. 1809 den 22 Dec. R.D.A. van Mook, obiit 14 Nov. 1842. 1834 den 10 Dec. J. van Oss, Past. Presbyter ordinatus 30 Nov. 1818. 1843 den 6 Nov. R.D.Th. Gerardus Boerkamp, Past. geb. 28 Mrt. 1802 (31), Presb. l O M r t 1827, Assistent te Gassel 7 Aug. 1827, Kapell. te Haps l O Juny 1828, te Dreumel 16 Aug. 1837. (32) De oude kerk genaast 1799. Huis gekocht 1819. Subsidie 3000 gl. R.C. 665, Protest. 100, Joden 8. +weg opgerigt 22Jul. 1844. G. Sackers als Kapellaan te Horssen in het begin van Aug. 1841 is vertrokken naar


'B e r 11 e . Beuningenden 13 Mei 1843. (33) Natus26Jan. 1802. Presbyteratus 25 April 1834, te

1843

Appeltern Aug. 1835, Delft April 1840. (34) den 12 Mei gekomen als Kapell. J. Berben tot Nov. 1843.

1843

in Nov. R. Dnus P. van den Hoogen Kapell, geworden. (35)

R. Dns. M.Jacobs Kapell. geworden den . . . 1844, ven. 3Jan. 1850. (36) H. van Leur 4 Jan. 1850. Zyne patenten d.d. 25 Dec. 1849. Henricus van Leur geboren te Deursen 29 Febr. 1816, Priester geworden 21 Mei 1842. Assist. bij

P.P.S.J. te Nijm. Nov. 1842, kap. bij de Minnebr. ib. 30 Sept. 1843. Het land van de Kerk zamen 18 Bunders, 70 Roeden. Belastbaar inkomen 211; 92. Ao 1846 opgebragt 918:06. De banken 119:25. Schaal 56: l ItĂŤ: ita Ao 1846. - Gevormd 5 Oct. 1849. Missie van 3

P.P. Redempt. geopend den 18 Nov. 1850. Godefridus van Goch overste der broeders van den 3 regel Sti Francisci, die een gesticht onder Horssen bij Batenburg bewoonden, hetwelk den berg van O.L.V.

werd genoemd. Zie Coppens laatste deel p. 64. Tot 1551 zijn de nonnen (te Haren) bestuurd geweest door eenen pater uit het genoemd klooster onder Horssen, ibid. LEEUWEN 1727 Maxima hujus pagi pars est sub cura Pastoris in Puyflijk. Reliqua pars sub cura Pastoris de Wamel. 1797 (37) wordt Past. R.D. van de Sand, sac. saecul. 1800 den 26 Febr. Past. R.D.H. Daems ex Bimmen, obiit 23 Sept. 1809. 1809 den 13 Octob. Past. R.D.G. van Leeuwen, obiit 27 Nov.


1809

den 23 Dec. Past. R.D.F. Verploegen.

1838

den 17 Mrt. R.D.P. van Zeeland, geb. 24 Dec. 1797, Presb. 24 Dec. 1821, Kapell. te Millingen den l April 1824, te Leeuwen 5 Sept. 1824. R.D. Expast. Franc. Verploegen, geb. te Altforst 5 Mrt. 1773, Kapell. te Beuningen.. te Cuyk . . . Past. te S. Hubert . . . (38) te Leeuwen 23 Dec. 1809. Obiit Jan. 1856. R.C. 1898. Prot. . . . Vierendeel]aarsgeld 180 gl. Moet leveren Miswijn, linnegoed wasschen en 25 gl. lasten betalen, ita opgegeven Ao 1842. Nieuw Kerkenhuis gebouwd 1800, item nieuwe Kerk 1836, Huis vergroot 1840, +weg7Nov. 1843, gevormd den 4 Aug. 1846. item Mgr. Schepers 20 Mrt. 1854. Ao 1845 schalen ƒ 372:23, Banken ƒ 637:19. Wordt aan interessen betaald 78:25. Aan fundatie 158:10, zamen 236:35. Deze som

1856

als interessen a 4 pet. gerekend komt schuld een kapitaal van 5900. Organist en Koster Rijkskas. Nieuw orgel begonnen te zetten op den Herfst 1847. Missie begin den 28 Febr. 1850. Einde of slot den 11 Mrt. 4 P.P. 1851 van den 11 tot 19 Junij renovatie door 3 Redempt. met de Kruisplanting, als dan mede het jubilé van Pius IX. den 4 Nov. is de Kapellaan Taabe (39) benoemd tot Pastoor van Rijkevoort en is in zijne plaats te Leeuwen gekomen J.H. van den Mark, tot hiertoe Kapellaan te Overasselt.

MAASBOMMEL

1725 1747 1777 1799 1808 1814 1819 1834

1845

Parochiekerk in het klooster te Megen. R.D.L. van Heumen, Past. in Oyen Deservitor. De gardiaan van Megen Deservitor van Maasbommel, Altforst en Appeltern. R. Pater J. Hirtznach. Deservitor en Ao 1802 Pastor. (40) Past. Rdus Pater L. Trines, obiit 7 Aug. 1814. (41) Past. R.D. Ant. Bruysten den 5 Sept. den 11 Mrt. Past. R.D.J. Schouten. den 10 Dec. R.D.J. Heynen, geb. 15July 1797, Presb. 10 Sept. 1821, Assistent te Oploo 23 Mei 1823, te Vierlingsbeek 22 Juli 1824, te Sambeek 6 April 1827, Obiit 29 Jan. 1855. Gevolgd Petrus v.d. Bogaard. R.C. 648, Protest. 60, Joden geen. Vierendeeljaarsgeld 104 gl. De oude kerk genaast 1799. Die afgebroken en herbouwd 1812. Schaal ƒ 55:74. Banken ƒ 74:25. Volgens Hendrikx, beschrijving der stad Grave pag. 101 is Maasbommel voorheen een stad geweest. (42) Orgel gekregen Ao 1848. Ao 1844 schuld op de kerk 3000 gl. a 4të pet. Nieuwe Pastory gebouwd Ao . . . Ao 1847 bleef de vaste schuld nog 3500 gl. te weten; te Megen 1500. Bij Mej. van de Wijst 2000 gl. zamen interest betalen 155 gl. Terwijl de Pastoor 1000 gl. gegeven heeft, waarvoor jaarlijks Missen. Missie door 3 Redemptoristen geopend l Febr. 1852.

NIFTRIK 1734 obiit R.D.J. de Kleyn, Past. in Niftrik aet. 49, curae pastoralis 19. 1735 Past. R.D. Guilhelmus van Haaren. 1739 (43) den 4 Oct. Past. R.D.J. van Elk, Deken 9 Mrt. 1762, obiit 29 (44) Maij 1804, aet. 94, curae pastoris 65, dec, dignit 42. 1804 den 18 Aug. Past. R.D.P. Schreven, obiit 28 April 1834.

10


1834

den 7 Juny Past. R.D.M. Sengers, geb. te Malden den 29 Febr. 1796. Presb. 6 Mrt. 1819. Assistens te Beek met Paschen 1819 (45), te Afferden Sept. 1825 (46). R.C. 300, Protestant 6. Vierendeel)aarsgeld 50 gl. Moest zijn 100. Moet leveren Miswijn, wasschen enz. en lasten betalen, ook personeele, ita 1842. De oude kerk genaast 1799. Wegens de kapel voorheen te Niftrik gebouwd, zie Hendriks torn l pag. 84. Organist en ]/4 kuster H. Arts van Wezel. Willem Rijken, kerkm. ab anno 1797.

Ao 1846 de banken Ć’ 41:00. Het orgel voor 't eerst bespeeld en gepreekt 28 Maart 1843. 1850 Nieuwe Pastory gebouwd voor ruim 2300 gl. PUIFLIJK 1727 Deservitor R. Pater P. Reesen(47), subcujus curasuntetiamDruten et major pars de Leeuwen. Oratorium ejus est separatum a suis aedibus fere per quadrantem et est valde vile. Communicantes 900.

1735 1735 1772 1773 1773 1781 1785 1797 1811 1817 1817 1826 1829 1836

1850 1851

Obiit R.P.P. Reesen. den 4 Sept. wordt Past. R.D. Joes Petr. Schoonderwoert, Presb. saecul. obiit in Druten Venerab. Dnus Ant. Hoogstraaten, subdiac. den 17 Jan. obiit R.D. Schoonderwoert. den 7 Febr. wordt Past. A.W. Schluijs. Obiit 21 Jan. 1781. den 24 Febr. Past. R.D. Joes Martens Toonen (48), obiit 1785. den 9 April Past. R.D.Ant. v. Coolwijk, kapell. Giebels. (49)

Pagi Leeuwen et Druten a Puyflijk separantur. den 13 Mei Past. R.D.W. Soetecouw.

den 31 Mrt. Exeat aan R.D. Soetecouw gegeven. den 12 April Past. R.D.Ant.Th. Lamers. den 21 Sept. Past. R.D.M.J. Martens (50), obiit 22 Febr. 1829. den 7 Mrt. Past. R.DJ.H. Coebergh, obiit 28 Febr. 1836. den 14 Mrt. Past. R.D.E. de Ruyter, geb. 25 Febr. 1798, Presb. 27 Mei 1821, kapell. te Bezel 25 Mrt. 1823, te Dreumel 8 Aug. 1825. R.D. Hubertus van Beek, geb. te Ewijk, den l April 1800, Presb. 3 Mrt. 1823, woont sedert 1829 te Puiflijk. R.C. 436, Prot. 13. Vierendeel]aarsgeld 140 gl. Moet hiervoor leveren Miswijn, wasschen enz. Nieuw kerkenhuis gebouwd Ao 1816 et 1817. Subsidie. Ao 1846 de banken /176:70. De Missie hier geopend den 8 Aug. gesloten den . . .Door 3 R.P. Redemptoristen herhaald Dec. 1853. Den l April is de Eerw. Heer E. de Ruyter, die bedankt heeft, opgevolgd door den Eerw. Heerjoannes Fransen, geboren te Beers den 25 Aug. 1807. Priester 1832, te Gassel Assistent in 1835, kapell. te Vorden 1836 ibid. 2 jaren. Deservitor te Bredevoorde in 1838 en 1839 gedurende 9 maanden. Te Duistervoorde kapellaan IHjaar, i n ' t laatst van 1840 Assistent te Nijmegen, in 1844 kapell. teVolkel, te Mill 1848.

WAMEL 1727 Deservitor R.D.G. Bedyx, ord. S. Norberti Abb. Post. 1734 wordt Past. P.H. Paderborne. 1748 Past. R.D.G. van Linden, obiit 27 Julii 1770. 1770 den 5 Sept. Past. R.D.L. Schiks, obiit 4 Dec. 1828. Nota: De uitvaart eerste Mis in de 11


1772 1828

1850 1851 1854 1854

nieuwe kerk. Zijn jubilĂŠ 17 Sept. 1820. Concessum est Praen. ac illustri familiae de Grootenhuysen, ut in castro suo de Sterkenburg S.S. Missae sacrificium celebrari possit. Item praenob. Dno Baroni de Hakfort. den 20 Dec. Past. R.D.Arn. Godefridus Jansen. Kruisweg opgerigt 22 Dec. 1846. Pastor geb. 20 Sept. 1794, Presb. 28 Oct. 1817. kapellaan te Cuyk den 12 Maart 1819. Kapell. J. Eisen, geb. 16 Jan. 1814, presb. 23 Dec. 1837, Assistent te Beek den 24 Dec. 1838, kapell. te Wamel den 25 Aug. 1840. 1ste kerkerekening te Wamel 15 Juli 1840. R.C. 1219, Protest. 131, Joden 6. Vierendeeljaarsgeld 90 gl. Moet leveren Miswijn, kerkenlinnen wasschen. Doch hiervoor de eene schaal. Personeele en gemeentelasten betalen ita Ao 1842. Nieuwe kerk gebouwd 1828, kost 23000 gl. Subsidie 11.730 gl. Het land, waarop de kerk staat, kost 2000 gl. Gevormd 4 Oct. 1849. Ao 1845 schaal/ 157:30. Banken Ć’ 533:20. Nieuwe pastory gebouwd ad circa 7000 gl. De Missie door 3 begonnen Dom. ad Vesp. 26 Jan. 1851. hac 7 Octobris ecclesia clandestine benedicta est per Pastorem, facultate ab illmo Dno ad hoc concessa. in July heeft de Eerw. Heer Jansen voor de pastory zijn dimissie aangevraagd. Den 2 Aug. is tot pastoor van Wam el benoemd de Eerw. Heer JoannesThomaus van de Burgt.

12


1855

R.D. Petrus van Beek als kapellaan te Wamel gekomen 6 Oct. 1854. den 3 July is de Eerw. Heer H. van den Heuvel als Pastor te Wamel gearriveerd.

Districtus Neomagensis Decani (51) nominati sunt: 1725 1741 1755 1762 1804

1854

die 19 Junii Franciscus Doncquers (52) Ordinis F.F. Min. Recoll. Religiosus, Deservitor in Hernen. Decanatum demisit Ao 1741. die 20 Junii Augustinus Libens, Missionarius Neomagensis Schouwenberg, Pastor in Groesbeek. (53) die 25 Nov. R.D. Mathias van Nouhuys, Pastor in Dreumel, obiit 6 Martii 1762. R.D. Joes van Eek, Presb. saec. ex Wamel, Past. in Niftrik, obiit 29 Maji 1804. die 24 Nov. Districtus Neomagensis divisus est in binos districtus et inde creatus est Districtus Druteusis (54), cujus l mus Decanus nominatus est R.J. van Gelder, Presb. saec. et Pastor in Druten. Obiit 8 Dec. 1819. 2dus R. Pater Joseph Sleypen (55) Ord. FF. Min. Recoll. Pastor in Hernen. Decanus institutus 23 Dec. 1819. obiit 10 Nov. 1839. 3tus Joes van Oss, Decanus constitutus 4 Januarii 1840. 4tus R.D.Fr. vanClarenbeek, Past. inWinssen, Decanus nominatus est 16Julii 1854. den 5 Mei is het district Druten vermeerderd met Ewijk en Winssen. (56) 5. A. van Stiphout institutus . . . Maji 1866.

NOTEN: 1. Pater Joannes van Gastel (Gestel) O.F.M, werd geboren in 1698 te Eindhoven, geprofest in de Orde van de Minderbroeders 18 Augustus 1718 te Erkelenz. priester gewijd in 1721. In 1726 pastoor geworden te Alphen, (Zie Bossche Bijdragen IV, 299) werd hij 10 Augustus 1732 pastoor te Ammerzoden, waar hij 24

Augustus 1781 overleed. Zie Schutjes 11, 152; III 98, 110, 114, 487, 824 v, Katholijk Meyerysch Memorieboek, 's-Bosch 1819, blz. 219. Zijn benoeming ging in op 8 November. 2. Schutjes V 483 noemt hem van Heumen. 3. Schutjes III 98 laat hem 20 Sept. 1782 sterven. 4. Schutjes III 99 zegt 1830, wat klaarblijkelijk een drukfout is voor 1803. 5. Schutjes III 108: van 1675-1796: De Paters te Megen.

6.Andreas Lennaers (Lennars, Leenaers) werd 10 December 1772 geboren te Leiden, 24 September 1793 geprofest in de Orde van de Minderbroeders te Lichtenberg (Maastricht), priester gewijd 21 September te Keulen. Hij was na een verblijf te Megen tot 1801 - kapelaan te Nijmegen tot 1806. Hij overleed 10 April 1812. 7. Zie over hem: C. Sloots O.F.M., Honderd jaar Hartebrugskerk, Leiden 1936 blz. 31. Hij was geboren in 1787 te Soest, geprofest in de Orde van de Minderbroeders 27 Augustus 1809 te Megen, priester gewijd te Amsterdam. Hij overleed 3 Febr. 1834 te Megen. Hij was enkele jaren Kapelaan te Leiden. Zie Arch. Utrecht IX, 71 en Bijdr. Haarlem 1874, 345.

8. Benedictus Huntjes O.P. werd in 1804 deken van Nijmegen en later vicarius generalis over de dekenaten Nijmegen en Druten. Schutjes V 295-296. 9. Schutjes III blz. 131 noemt de Paters van Megen-generatim-pastoor van 1675-1731 en 1742-1799. 10. Een Nicolaus van Loon was in l 708 student te Megen, Verder konden wij geen bijzonderheden over hem vinden. Schutjes III 131 vermeldt nog verschillende andere Minderbroeders als Pastoor. Ons H s. zwijgt tot 1799. 11. Schrijfwijze voor kruisweg.

12. Volgens Schutjes 17 Maart. 13. Schutjes III 381 maakt hem kapelaan in 1819. 14. G. Bernst was in 1819 kapelaan volgens Schutjes III 477. 15. Volgens Schutjes 18 Mei.

13


16. Bisschop van Roermond was toen Franciscus Ludovicus Sanguessa O.F.M. Doncquers (Donckers, Donkers) werd geboren te's Hertogenbosch, volgens een andere lezing in Eindhoven in 1666 of 1667. Hij werd ge- profest bij de Minderbroeders te Maastricht-Lichtenberg 1686 (op 31 Maart of 25 April of 31 Mei) en hij werd priester gewijd in 1690. In 1692 ontmoeten wij hem als prefect te Megen Gymnasium, werd in April 1698 vicaris en lector van de Moraal in Heinsbergen in 1699 vicaris te Megen en aldaar lector van de Moraal in 1702. 17 Januari 1703 tekende Angelus d'Ongnies, Bisschop van Roermond zijn aanstelling tot missionaris van Hernen. Zijn benoeming tot deken werd mondeling gegeven te Grave op 19 Juni 1725 en schriftelijk bevestigd te Roermond op 7 juli. Hij trad einde Mei 1741 af als Pastoor en overleed te Antwerpen op 24 Februari 1744. Zie over hem o.m.: Schutjes IV. 154. Bossche Bijdragen IV 298, 301, 307; De Godsdienstvriend 1859 (83) 44. 17. Pater van Teeffelen (Tefelen. Theeffelen) werd geboren te Teefelen in 1697, geprofest in de Orde van de Minderbroeders te Leuven op 24 Augustus 1717 en priester gewijd in 1720. Hij was o.m. vicarius te Megen, werd 20 April 1734 assistent te Hernen en 20 Juni 1741 pastoor aldaar. De 'vir pius et pacificus' werd begraven te Megen. Zie Bossche Bijdragen IV, 298, 306; De Godsdienstvriend 1859 (83) 44 en Schutjes IV. 154. IS.Adrianus van Teeffelen (Tefelen, Theeffelen) was geboren te Teefelen in 1699, geprofest bij de Minderbroeders 4Juni 1722 te Leuven, priester gewijd in 1723. Hij was assistens of secundarius te Hernen, totdat hij 24 October 1742 pastoor werd. Hij overleed 28 (of 29) October 1750. 19. Gulielmus of Wilhelmus Stevens werd geboren in 1700 te Tongeren; eeprofest in de Orde van de Minderbroeders 15 juni 1721 teErkelenz; de kleine wijdingen ontving hij te Roermond van Mgr. Fr. Lud. Sanguessa O.F.M, op 18 December 1722, het subdiakonaat 19 December 1722, het diakonaat 20 December 1722. Priester werd hij gewijd in 1724. In 1726 ontmoeten wij hem als leraar te Megen, wat hij bleef, totdat hij in 1750 assistens of secundarius te Hernen was. 8 November 1750 werd hij daar tot pastoor benoemd Voorzien van alle HH. Sacramenten overleed hij 13 Juli 1766 en werd begraven te Megen. Vgl.: Schutjes IV, 154: De Godsdienstvriend 1859 (83), 44; Arch. Utrecht IX. 64. 20. Hij werd l Mei 1725 geboren te Tongeren, geprofest 7 Maart 1745 te Maastricht-Lichtenberg, priester gewijd 31 Mei 1749 te Mechelen (volgens Zijn bidprentje te Antwerpen). In 1751 was hij assistent te Teeffelen (Schutjes V 703). 3 October 1759 werd hij assistent te Hernen en op 7 Augustus 1766 benoemd tot pastoor. Hij werd begraven te Hernen. Volgens zijn bidprentje, waarvan een exemplaar in ons Archief te Weert, 'toonde hij geen droefheid tegen God, omdat hem de plaag der blindheid overkwam'. Zie verder De Godsdienstvriend 1859 (83) 44. en Schutjes IV 154. 21.Jos. Sleypenwerd geboren te Ulckhoven 10 December 1769, geprofest in de Orde van de Minderbroeders 4 November 1786 te Maastricht-Lichtenberg en priester gewijd 25 Mei 1793 te Luik. Hij was van 1791-1796 prefect te Megen. Hij werd 30 Augustus 1814 pastoor. In de biechtstoel werd hij door een beroerte getroffen. Zie over hem o. m. Schutjes IV 155. De Godsdienstvriend 3 1836 (37), 259; 1839 (43), 323, 1859 (83) 45 v.v. Publications de Limbourg 1891 (28) 405, C. Sloots, O.F.M. Honderd jaar Hartebrugskerk, Leiden 1936 blz. 10. Hij werd begraven te Hernen. 22. Pater Joannes Broekman werd 15 Februari 1806 geboren te Neerbosch, geprofest in de Orde van de Minderbroeders 11 November 1836, priester gewijd 23 December 1837 te Luik overleden te Megen 6 December 1863. Hij was lector van de theologie te Weert, pastoor te Hernen (1841- 1842) en teGorinchem (1842-1850). 23. Hij is geprofest in de Orde van de Minderbroeders 13 Juli 1820 te Hernen; de priesterwijding ontving hij te Munster, is overleden- als rustende pastoor- 16 December 1881 te Hernen. Kapelaan te Woerden werd hij 13 September 1820. Van 13 September 1841-25 Juni 1842 was hij pastoor te Wychen. Als pastoor van Hernen trad hij af 26 Maart 1874. 24. Hij was geboren 5 October 1822 te Amersfoort, geprofest in de Orde van de Minderbroeders 5 November 1843 te Weert, priester gewijd 29 Mei 1847 te Haaren. Hij was vicarius te Megen (1848-1850), assistenten kapelaan te Hernen (1851- 1857), verder assistent te Leiden, te Weert en te Maastricht, waar hij 3 September 1895 overleed. Zie C. Sloots, Honderd jaar Hartebrugskerk, Leiden 1936 blz. 93. 25. 'Welligt een Minderbroeder'- zegt Schutjes IV 638; zeker geen Minderbroeder, maar een wereldpriester. 26. Vgl. De Godsdienstvriend 1861 (86) 43. We treffen hem niet aan in de registers van ons Archief. 27.Joannes van Beurden (Beurde) was geboren in 1703 te Bommel, geprofest bij de Minderbroeders 5 Februari 1725 te Leuven, priester gewijd in 1726. Hij overleed te Megen 27 Juli 1759. 28.+Heer: schrijfwijze voor: Kruisheer, als elders +weg voor: Kruisweg. 29.Jacobus Requile (of de Requile of Reequilli). Vgl. de Godsdienstvriend 1861 (86) 43. 44; De Maasgouw

1923 (43) 52. Zijn benoeming tot pastoor geschiedde op 6 September 1775. 30. Daarvoor te Altforst.

14


NIEUWSBRIEF

december 1991

EXCURSIE 1991

Onder een prachtige blauwe hemel met daarbij de warmte van de herfstzon verlieten 78 deelnemers op zaterdag 28 september 1991 het Land van Maas en Waal voor hun jaarlijkse excursie. Ondanks de zeer sombere weersvoorspellingen, veel regen en wind, van deskundige meteorologen, was de herfstzon tot in de late namiddag onze begeleider. De aankomsttijd in de 'Zilverstad' Schoonhoven was exact en de voettocht door het centrum met zijn oude gevels en smalle straten was op zich zelf al een mooie belevenis. Ondanks dat niet de juiste route gevolgd kon worden (er was een grote braderie) bereikten wij de filmzaal waar een informatiefilm ons attendeerde op al het moois dat een zilversmid kan maken. Een bezoek aan het 'Schoonhovens Silverhuijs' was dubbel en dwars de moeite waard. Iedereen heeft kunnen genieten van de prachtige collectie zilveren voorwerpen, waarvan vele exemplaren uniek zijn in Nederland. Helaas was de gestelde tijd voor ons bezoek aan Schoonhoven te kort, doch velen hebben even kun nen proeven van wat deze stad heeft te bieden en dus op eigen gelegenheid terugkomen om met volle teugen te genieten van het bekoorlijke van de oude stad en zijn zilver. Vanuit Schoonhoven gingen wij naar het 18 kilometer verder gelegen Gouda, waar de lunch is gebruikt en een bezoek werd gebracht aan de aardewerkfabriek 'De Drietand'. Omstreeks half vier arriveerden wij in het centrum van Gouda met de beroemde St. Janskerk en het stadhuis. De amusante uitleg over de bouwhistorie en gedenkwaardige voorvallen die in de loop der eeuwen de St. Janskerk heeft meegemaakt, werden in min of meerdere mate door de bezoekers gewaardeerd. Helaas bracht de orgelstudie in ernstige mate de vakkundige rondleiding in de problemen, omdat door die klanken de verstaanbaarheid onvoldoende werd. Ondanks deze geluidshinder was de uitleg over de wereldberoemde gebrandschilderde ramen

Schoonhovens Edelambachtshuis.

(64 stuks), die in deze kerk zijn geplaatst, zeer interessant. Het raam van 'Willem van Oranje' had aan belangstelling niet te klagen en dat gold ook voor de kapel met de zeven voorstellingen uit het leven van Christus. De geĂŻnteresseerdheid vanuit Tweestromenland voor deze kerk was dermate groot, dat als gevolg hiervan de gereserveerde tijd voor een bezoek aan Gouda, met zijn prachtig stadhuis (een der mooiste van Nederland) er bij in is geschoten.


kingen, dat méér evenementen wel afwisselend is, doch de andere aktiviteiten mogen niet in het gedrang komen als gevolg van tijdnood. Vraag 2: Opstapschema. Antwoord: 61 x goed. Opmerking: Betere opstapplaats in Wijchen in

Excursiedeelnemers in Gouda. Op de heenreis heeft de 'Evenementencommissie' aan alle deelnemers een enquêteformulier aangeboden dat op de terugreis weer is opgehaald. De heer G. Rooijakkers heeft al direct een eerste mededeling kunnen doen over deze enquête, die hij betitelde als 'positief, zeer goed op velerlei punten'. De uitslag van de enquête is geheel uitgewerkt en in deze Nieuwsbrief afgedrukt. De sombere weersvoorspellingen kwamen gelukkig (wéér eens) niet uit, mede waardoor de jaarlijkse excursie dubbel goed slaagde, ondanks dat wij even als gevolg van overmacht in tijdnood waren gekomen. Met dank aan onze evenementencommissie.

verband met het keren van de bussen. Vraag 3: Consumptie/koffietijd. Antwoord: 60 x goed. De gestelde tijd van 3 kwartier voor de koffie is voldoende, in een totaal van 1 uur in verband met in- en uitstappen. Vraag 4: Uurtje vrijwandelen. Antwoord: 26 x goed, 27 x tekort, 11 x niet ingevuld. Opmerking: Wel goed bedoeld, doch er moet bij de indeling van de dag ook rekening mee worden gehouden, dus in het reisschema inpassen. Voorgesteld werd daarom via de formulieren om 11/2 uur hiervoor te reserveren. Vraag 5: Diner tijdens de reis. Antwoord: 36 x neen, 18 x ja, 6 x niet persé nodig. Opmerking: Een laatste koffiestop wordt wel op prijsgesteld. Vraag 6: Vertrektijd terugreis. Antwoord: 48 x goed, 13 x te vroeg. Opmerking: Als er geen wandeluurtje is dan wel graag een koffiestop. Vraag 7 en 8: Suggestie en tips volgende reis. Antwoord: Er is een wisselende voorkeur voor kastelen, kerken, musea en stadscentra, met daarbij wel een goede gids. Als plaatsen zijn genoemd, kasteeltuin Arcen, Brugge, Delft, Dordrecht, Gent, Loevestein, 't Loo, Romeinse thermen, Spakenburg, Urk, Utrecht, en als streek België en Brabant. De Evenementencommissie wil volgend jaar tijdig starten met de organisatie en tracht zoveel mogelijk met de wensen rekening te houden.

W.M.G. Arts, secr. ENQUÊTE UITSLAG

Aan 78 deelnemers is een enquêteformulier uitgereikt en er zijn 64 ingevulde formulieren retour gekomen, dit is 831/i%. Vraag 1: Hoe ervaart U deze georganiseerde reis. Antwoord: 34 x goed, 27 x matig, 3 x slecht. De aantekeningen maken kenbaar, dat terplaatse eerst de situatie moet worden bestudeerd door de evenementencommissie en betere afspraken met de te bezoeken musea en restaurants. Opvallend waren de opmer-

GENEALOGISCH NIEUWS

De werkgroep Maas en Waalse Geslachten organiseert op zaterdag 4 april 1992 haar zesde genealogische dag, die voor iedere belangstellende toegankelijk is. De contactdag wordt gehouden in het souterrain van het Gemeentekantoor van Wijchen, Kasteellaan 24, Wijchen. De openstelling is vanaf 10.00 uur tot 16.00 uur. De toegang is via de zijingang van het gebouw. In tijdschrift nr. 71 volgt meer informatie.


AVONDOPENSTELLING STREEKDOCUMENTATIECENTRUM

Op veler verzoek is door het bestuur van de Historische Vereniging Tweestromenland besloten om met ingang van vrijdag 3 januari 1992 het Streekdocumentatiecentrum open te stellen vanaf 19.0O uur tot 21.00 uur. De openstelling is telkens de eerste vrijdagavond van de maand, met die opmerking: de vrijdagavond vóór de eerste zaterdag van de maand. De openingstijden op de woensdag en eerste zaterdag blijven gehandhaafd, zie achterzijde van dit tijdschrift. HET SPIEKER

Het Streekdocumentatiecentrum heeft mogen ontvangen ter aanvulling van haar collectie de volgende artikelen. Het Leven, een geïllustreerd maandblad over de watersnood van 1926, van de heer J.W. Hiddink uit Nijmegen; 7 topografische kaarten van de heerLivius uit Nijmegen; boekwerk'De Christelijke Kerk', uitg. 1854, van mw. A. van Antwerpen uit Maasbommel; een collectie informatiemateriaal over Wijchen vanaf 1902 tot 1954 van oud Wijchennaar wijlen drs. Jan Luijten van de heer H.C. Luijten uit Tilburg; een grote collectie bidprentjes van mw. J. van Holten-ter Horst uit Apeldoorn, fam. RoesgenJansen uit Wijchen, fam. W. Lamers uit Woezik; verschillende tijdschriften, historisch en genealogisch documentatiemateriaal en foto's van de heer H. van Cappeleveen uit Leur en M. Bergevoet uit Venlo. Over de 2e wereldoorlog ontvingen wij materiaal van de heer J.M. van Alphen uit Deil; twee oude kaarten van Gelderland van de heer T. Tielen uit Nijmegen; boekwerk 'Gelderland in Prent' en een origineel kasboek van de voormalige gemeente Altforst van de heer L. Loeffen uit Eindhoven.

Dank aan alle gevers die op deze manier het Streekdocumentatiecentrum helpen aan informatiemateriaal over het werkgebied van de vereniging.

kerkgebouw en zijn plaats in de gemeenschap. De 'Stichting Vrienden van de Kerk te Leur' prijst zich dan ook gelukkig, met het verschijnen van de uitgave: 'Geschiedenis en bouw van de kerk te Leur'.

De titel van dit goed verzorgde boek spreekt voor zichzelf; de inhoud zal U verrassen! Dit boek is geschreven door Hugo van Capelleveen en Dick Zweers, die over een brede kennis beschikken van kerkgebouwen in Nederland en die van Leur in het bijzonder. Op een zeer onderhoudende wijze nemen de auteurs U mee door de historie, en laten U kennismaken met ondermeer vondsten uit de laatste restauratieperiode en vertellen U iets over de verbondenheid met de bewoners van het 'Huis te Leur'. Veel nieuw onderzoek in archieven is verricht, hetgeen hier en daar nieuw licht op oude theorieën werpt. Het eerste exemplaar is op zaterdag 14 december aan de burgemeester van de gemeente Wijchen, de heer dr. J.J.M. Franssen, aangeboden. U kunt in het bezit komen van dit rijk geïllustreerde boek door het overmaken van t 15,00 + / 5,00 verzendkosten op de Postbank, gironummer 3789820, t.n.v. de Stichting Vrienden van de Kerk te Leur. Dit onder vermelding van boek: 'Geschiedenis en bouw van de kerk te Leur'. U krijgt het boek zo spoedig mogelijk in huis. De redaktie

DORPSBOEK AFFERDEN

Op zaterdag 16 november is in Afferden het dorpsboek uitgereikt dat een uitgave is in de 'Tweestromenlandreeks'. Het boek is via overmaking van f 35,- + porto f 7,50 te bestellen bij de penningmeester van Tweestromenland op postgirorekening 26 22 012, t.n.v. Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 1760, 6602 VG Wijchen. Meer infomatie over dit boek zie tijdschrift nr. 69. BOEK NEDERASSELT-OVERASSELT

BOEKAANKONDIGING

Met het gereedkomen van de restauratie van de kerk te Leur in 1987 is voor dit gebouw een nieuwe periode in zijn bestaan begonnen. Daarmee gepaard gaat een steeds toenemende belangstelling voor de historie van dit

Er is een boekwerk verschenen over de twee parochies Nederasselt en Overasselt naar aanleiding dat honderd jaar geleden deze twee kerken zijn gebouwd. Het boek is inclusief porto te bestellen door overmaking van f 27,- aan de penningmeester van de vereniging zie aanwijzing bij boek Afferden.


GEZOCHT

Herhaalde malen wordt ons nog gevraagd naar het (uitverkochte) deel l Stoomtram Nijmegen-Wamel. Mogelijk zijn er leden die bedoeld boek wel zouden willen afstaan (ev. tegen kostprijs) om anderen hiermee van dienst te zijn. Aanbiedingen graag schriftelijk aan de penningmeester, Aalsburg 17-60, 6602 VG WIJCHEN. GEZOCHT

De stichting 'Johann Winkels' te Boxmeer beijvert zich voor het inventariseren van de werkzaamheden van de voormalige kerkorgelfabriek Johan Winkels & Zn. te Boxmeer welke fabriek is begonnen ca. 1867 en heeft onder die naam bestaan tot ca. 1930 en toen is voortgezet onder de naam G.P. Bik tot 1965. Reeds bekend is dat in onze regio werkzaamheden verricht zijn door deze firma in Batenburg, Overasselt, Horssen en Wijchen. Zij die verdere gegevens kunnen verstrekken worden verzocht contact op te nemen met de secretaris van de stichting: Dieric Boutstraat 18, 5831 VN Boxmeer, telefoon: 08855-73212. Tzt. zal in ons tijdschrift hierover een redactioneel stuk verschijnen. DE KADASTRALE ATLAS VAN 1832 OOK VOOR HET LAND VAN MAAS EN WAAL?

Door de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers worden alle eigendomsverhoudingen van ieder stukje grond in Nederland vastgelegd. Deze Dienst werkte reeds in de eerste helft van de vorige eeuw en bezit in al haar gegevens een rijke bron voor de geschiedenis van het gebied waarin we wonen. Een aantal jaren geleden heeft men de waarde hiervan ingezien en besloten de oudste (namelijk die van 1832) beter toegankelijk te maken door ze te publiceren in Kadastrale Atlassen. Daarvoor is in 1986 de Stichting Werkgroep Kadastrale Atlas Gelderland 1832 van start gegaan. Meerdere atlassen zijn inmiddels klaar gekomen zoals bij-

voorbeeld die van Arnhem, Renkum, Wageningen, Doesburg, Elden etc. De atlassen van Ubbergen en Nijmegen, Haterten Neerbosch zijn nu in voorbereiding. Voor het Land van Maas en Waal is reeds veel schrijfwerk verricht. De Oudst Aanwijzende Tafels (OAT) zijn overgeschreven, waaruit we met hulp van leden van Tweestromenland een Naamlijst van Eigenaren willen samenstellen. Deze dokumenten zijn voor het Maas en Waalse gebied in de laatste wereldoorlog verloren gegaan. We hopen ze met behulp van de computer weer samen te stellen. Maar daarnaast is er nog veel werk te verzetten in het tekenen van de bijbehorende kadastrale kaarten. We zoeken daarom tekenaars, die op vrijwillige basis een of meer kaarten willen overtekenen. Weet U iemand of voelt U zelf ervoor hierin een bijdrage te leveren, dan kunt U zich wenden tot de voorzitter of tot een der leden van de topografische atlas van Tweestromenland. Als lid van de Kadastrale Atlas Gelderland sta ik eveneens klaar om met bereidwilligen in overleg te treden. Het zou toch wel mooi zijn als we in Maas en Waal deze kaarten met bijbehorende gegevens ook beschikbaar hadden en de toestand van nu zouden kunnen vergelijken met die van 1832, weten wie er toen in dat huis woonde, weten welke grond van overgrootvader was, wie er toen veel grond bezat enz. enz. Dat kan als we ons er voor in willen zetten de knelpunten op te lossen. J.N.B. Poelman Hoofdstraat 6 6671 CB Zetten

Contactadressen Tweestromenland: drs. C. Visser Heuvel 107 6651 DC Druten Tel.: 08870-17282

W.M.G. Arts, secr. Zwanensingel 259 6601 GKWijchen Tel.: 08894-16247 KOPIJ

Kopij voor nr. 71 dient vóór 10 februari 1992 in ons bezit te zijn.

Het bestuur van de historische vereniging en het streekmuseum Tweestromenland wenst haar leden een voorspoedig 1992.


31. Volgens: Schutjes 6 Maart 1803. 32. Volgens: Schutjes 1833. 33. Volgens: Schutjes in 1842. 34. Volgens: Schutjes 1842. 35. Ontbreekt bij Schutjes. 36. Volgens Schutjes 1849 K. OefFelt. Deze data zijn te conciliĂŤren. Zie de volgende Kapelaan. 37. Volgens Schutjes: 1796; hij heet daar: Gerardus van der Sandt.

38. Volgens Schutjes: eveneens in 1809. 39.Joannes Theodorus: Schutjes IV 691. 40.Joannes Hirtznach (Hertznach) werd 3 Januari 1775 te Venlo geboren en 11 September 1794 te Erkelenz geprofest bij de Minderbroeders en priester gewijd te Emmerik in l 797. In 1808 vertrok hij naar Megen hij

overleed 'prope Venlo' 31 juli 1820. De pastoorsbenoeming geschiedde op 12 juli 1802. 41. Leonardus Trines (Trynes, Tirinus) werd geboren 22 April 1768 te Belfeld, geprofest in de O.F.M. 4 October 1788 te Erkelenz. priester gewijd 17 December 1791 te Luik. Van 1799 tot 25 Mei 1800 was hij deservitor te Gemert (Schutjes III 692). Hij overleed 7 Augustus 1814 te Megen.

42. Geschied- en aardrijkskundige beschrijving der stad Grave door P. Hendrikx, Grave. J.R. van Dieren 18451846 2 dln. pit.

43. Volgens Schutjes 44. Volgens Schutjes 45. Volgens Schutjes 46. Volgens Schutjes

V 195: 1738. V 195: 9 Mei. V 195: 1821 kapelaan. V 195: 1823.

47. Petrus Reesen (Reesens, Reesers) werd in 1674 te Maastricht geboren, geprofest bij de Minderbroeders te

Lichtenberg 7 Augustus 1693, priester gewijd in 1698 of 1699. Hij was van 1707 tot 1713 pastoor te Afferden en overleed te Puiflyk 12 Augustus 1735. 48. Bij Schutjes V 500: Menens (Toonen).

49. Laurentius: Schutjes V 501. 50. Schutjes V 501: Mathias Antonius.

51. Zie Schutjes III 30-31. 52. Zie noot l blz. 217. 53. Volgens Schutjes III 31 werdjoannes Schouwenberg deken in 1744.

54. Zie Schutjes III 25. 55. Zie noot 4. 56. Aldus ook Schutjes III 25.

OPROEP voor redactionele medewerkers. Het tijdschrift Tweestromenland moet gezien worden als het contactorgaan tussen het bestuur en de leden van de Historische Vereniging Tweestromenland. Gezamenlijk vormen zij de vereniging. Vanuit dit bestuur en die redactie wordt een oproep gedaan aan onze leden om daadwerkelijk medewerking te verlenen, hetzij in ons redactieteam, of door het inzenden van kopij voor het verenigingsblad. Uw reactie is welkom bij het verenigingssecretariaat, telefoon: 08894-16247 of schriftelijk p/a Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen.

15


UIT DE POLDERARCHIEVEN

'Vermits sedert eenige dagen in den Rijke van Nijmegen zijn bespeurd dolle Honden, waardoor droevige ongelukken zijn te vreesen, zoo worden alle ingezetenen op het ernstigste gelast aanstonds na publicatie dezes, hunne honden vast te leggen, en geduirende den tijd van veertien dagen secuir vast te houden, wordende verder de schouten en amptsdienaars gelast, en ieder ingezeten geauthoriseert om alle losloopende Honden zonder onderscheid dood te schieten. Actum den 3. maart 1766. Burchgraaf, Richter en Dijkgraaf des Rijks van Nijmegen.' Bron: Voormalig Polderdistrict Rijk van Nijmegen, inv. nr. 88.

'NIJMEGEN IN KAART GEBRACHT', deel 2 en 3!

Aan alle bewoners van de oude binnenstad, onderzoekers, genealogen, en geïnteresseerden: het tweede en derde deel van het toekomstige unieke naslagwerk van zeventien delen is nu te koop. Hopmanschap Grote Straat II bevat de eigendomsregistratie en ligging der percelen (1655, ca. 1700-1811) van panden uit het straatje Achter het Gasthuis, de Grotegas, de Nonnestraat, de Pepergas en de Rozengas. Hopmanschap Steenstraat I beslaat de straten: Steenstraat, St. Anthoniusplaats, Bezembindersgas, Lange Baan, Lindenberg, Strikstraat en Vleeshouwerstraat. Verder zijn er verwijzingen naar archiefbronnen, beroepen van eigenaren, een alfabetische naamlijst en niet te vergeten de

kadastrale kaart waarop de eigendommen NIJMEEGS MUSEUM Commanderie van Sint Jan Franse Plaats 3 6511 VS Nijmegen Telefoon 080-22.91.93 ALEXANDER CRANENDONCQ, 18 januari t/m 23 februari 1992

In 1799 te Maassluis geboren legde Cranendoncq zich al voor zijn twintigste jaar toe op de in Engeland ontstane nieuwe reproductietechniek van de houtgravure. Zijn eerste werkstukken kregen veel aandacht en werden op exposities bekroond. Na zijn huwelijk in 1826 vestigde hij zich te Nijmegen en opende er een boekhandel annex drukkerij. Zijn vele honderden houtgravures zijn vooral gebruikt als illustraties voor boeken en tijdschriften maar er zijn ook talrijke volksen kinderprenten door hem gesneden. De expositie toont een representatieve selectie uit het werk van deze pionier in deze tak van de grafiek. Openingstijden: Dagelijks van 10-17 uur, zondags van 13-17 uur.

16

zijn te vinden. Elk deel is voor ƒ 10,- verkrijgbaar bij het Gemeentearchief Nijmegen, Mariënburg 95, of door ƒ 15,- per deel over te maken op bankrekeningnummer 87.58.29.759, t.a.v. 'Vrijwilligersgroep Nijmegen in kaart gebracht', Spongstraat 22, 6537 BP Beek, onder vermelding van NEO-reeks serie A nummer c. 2, of serie A, nummer c. 3. Contactadres: Nijmegen in kaart gebracht, gemeentearchief Nijmegen, Mariënburg 95, telefoon: 080-235110. Speurneus nr. 9 BUITENGEWONE JUF WINSSEN - Aan Mejuffrouw Van den Brink,

onderwijzeres te Winssen, is in september 1901 een gratificatie van 10 gulden verleend wegens buitengewone arbeid. Wat zou die juf toch gepresteerd hebben? Tien gulden stond destijds in Winssen zo ongeveer gelijk met de Nobelprijs. Is er nog iemand die bij haar in de klas gezeten heeft? Zijn er nog foto's van deze buitengewone juf? Johan van Os Telefoon: 08870-13804


Ton Tielen

Het Rijk van Nijmegen in cijfers (1770) Het Rij k van Nijmegen telde in 17705787 inwoners. Op l januari 1986 telde de gemeente Wijchen alleen al 31.366 inwoners; de gemeente Beuningen kwam uit op 19.340; Groesbeek telde er 18.143, Heumen 12.625 en zelfs de gemeente Ubbergen kwam met 9531 inwoners ver uit boven het totaal van 1770. Het cijfer van 1770 is afgeleid uit een statistiek die bewaard is gebleven in het polderdistrictsarchief (inv. nr. 273). Over deze statistiek is in het vorige nummer al het nodige verteld; voor nadere informatie en achtergronden kan men daar terecht. Nog een opmerking vooraf: in deze statistiek ontbreken stad en schependom Nijmegen. VAN KLEIN TOT GROOT VAN RIJK TOT ARM Het kleinste dorp is Tubbergen met 26 huizen en 140 inwoners. Beek is niet veel groter met 28 huizen en 159 inwoners. Wijchen steekt boven alles en iedereen uit met 288 huizen en 1507 inwoners; dit dorp is daarmee ook groter dan het grootste kerspel van het Land van Maas en Waal: Leeuwen (1030 inwoners), (Zie tabel 1). Het armste dorp is Niftrik, waar 2596 van de bewoners geen belasting kan betalen. Dan volgt een middenmoot met Winssen (1596), Wijchen (iets minder dan 1596), Ewijk (l 196), Groesbeek (1196), In Malden, Beek, het Nederrijkswald en Ubbergen worden daarentegen helemaal geen armen gevonden. Over het geheel genomen telt het Rijk 8,896 armen, dat wil zeggen: personen die geen belastingen betaalden. Ter vergelijking: het Land van Maas en Waal had 19,596 armen. Over het algemeen geldt: hoe noordelijker of hoe westelijker een dorp gelegen is, hoe meer armen het telt. HAARDSTEDEN Het aantal haardsteden is meestal groter dan het aantal huizen: in veel huizen woonden meer families en waren er dus meer haarden. Alleen het arme Niftrik telt meer huizen (61) dan haardsteden (42): veel mensen hebben daar 's winters behoorlijk in de kou gezeten.

In tabel 2 wordt weer voorgerekend dat de dorpen in het nabije verleden veel te weinig belasting betaald hebben. In dat verleden werden de dorpen blijkbaar aangeslagen met een natte vinger in de lucht. Alleen Ubbergen had teveel betaald. BETROUWBAARHEID Zijn deze statistieken betrouwbaar? Tenslotte werden ze samengesteld om - naar men zei - rechtvaardiger belasting te kunnen heffen en om - zeker niet in de laatste plaats meer belasting te kunnen innen. Het plegen van fraude ligt dan voor de hand. Toch zijn er wel wat argumenten aan te dragen die op een redelijke mate van betrouwbaarheid wijzen. In de jaren na l 795 is er sprake van een voortdurende groei van het aantal inwoners in het Rijk: van 6828 in 1795 naar 11.095 in 1815 en 12.871 in 1840. 5787 Inwoners in 1770 past heel mooi aan het begin van dit rijtje. De groeicijfers van de afzonderlijke dorpen in de periode 1770-1808 zijn vastgelegd in tabel 3 . Uit die tabel kan men aflezen dat de dorpen onderling zeer verschillende groeicijfers kennen: 't Walt en Niftrik groeien zeer langzaam: 7 resp. 896. Ewijk groeit in deze periode heel erg hard, hetgeen aanleiding geeft die cijfers met een korreltje zout te nemen. Het gemiddelde groeipercentage is 27%; Heumen en Malden komen daar aardig in de buurt met resp. 29 en 2696. Van deze

17


-/-i

beide dorpen heb ik de doop- en begraafboeken geturfd in de periode 1780-1810. Over de hele periode genomen kwam ik uit op een geboorte-overschot van 422. Uit de cijfers in tabel 3 blijkt dat Heumen en Malden samen in de periode 1772-1809 groeiden met 208 personen. Het verschil moet verklaard worden uit een vertrekoverschot. In het archief van het voormalig polderdistrict Rijk van Nijmegen (inv. nr. 1169) zijn inwonerslijsten van het Rijk bewaard gebleven, van 1676, 1693, 1739, 1740 en 1803/

18

r<t-Âť0

1804. Deze lijsten geven alleen de namen van de gezinshoofden. Die laatste zijn weer geteld en verwerkt in tabel 4. Daarbij moet worden aangetekend dat de cijfers voor 1693 veelal te laag zijn; enkele van die lijsten vermelden expliciet dat de armen niet genoemd zijn, zoals die van Winssen: 'De overige sijn daghuijrders welcke van hunne soberen winst haere sobere huijshoudingen moeten onderhouden'. Vergelijk ook de aantallen van Groesbeekven 1676, 1693 en 1739. Laat men voor Groesbeek het jaar 1693 buiten beschouwing dan ziet men een mooie gelijkmatige oplopende reeks van 90 gezins-

hoofden in 1676 naar 205 in 1803. Ook de cijfers van de overige dorpen laten continue groei zien van 1739-1748-1803. Hieruit valt af te leiden dat de statistieken van 1770 redelijk betrouwbaar zijn: ze passen immers in het beeld van groei dat we uit tabel 4 af kunnen leiden.

19


AJb. 2.

1676 1693 1739 1748 1803 1770

Groesbeek Heumen Malden Beek 't Walt Ubbergen Ooij Wijchen Niftrik E wij k Beuningen

20

949 390 366 159 305 140 358 1507 251 347 530

1808 1165 503 461 279 322 209 445 1856 270 714 683

groei 2396 2996 2696 7696 796 4996 3296 10696 3096

Beek

Weurt Winssen Rijks Totaal

215 270

286 450

3396 7096

5787

7374

2796

Tabel 3: Inwonersaantallen Rijk van Nijmegen in resp. 1770 en 1808

Beuningen E wij k Groesbeek Heumen Malden 't Walt Niftrik Ooij-Rijks Ooij-heerl. Persingen Wercheren Ubbergen

24 90

20 39 39 38 47 41

84 135

30 88

99 148 66 52 Q£ OU

20 22 27 17 9

87

10

45 21 17 17 11 22

Weurt 116 130 205 89 61 50

55 65

Wijchen Winssen-Rijks

19 117 34

66

39 51 219 335 57 78

Tabel 4: Aantallen huisgezinnen in het Rijk van

Nijmegen J O Bron: Archief Polderdistrict Rijk van Nijmegen inv. nr. 1 169.

29

21


LiteratuurSignalement S[CHOLTEN], R, Wie is Viator?; in: Oald Hengel, jrg. 11 (1986), p. 53-54, afbn. (262.1) betreft H.M. Bruna (1840-1906), predikant te Heumen en Wychen. HöVELMANN, G, Westfrankischer Klosterbesitz arn unteren Niederrhein; in: G.Hövelmann, Zur Landesgeschichte am unteren Niederrhein, Geldern, 1987 (= Veröffentlichungen des historischen Vereins für Geldern und Umgegend nr. 88), p. 195-211, krt. (271) goederen van St. Quentin te Deest en St. Valerie te Overasselt. MERKELBACH, H.P.J.E., Vooruitbetaalde bescherming. Het rivierengebied betaalde eeuwenlang eenmaal per zeven jaar mee aan het onderhoud van de Tielse stadsmuren en -wallen; in: De Drie Steden, jrg. 7 (1986), nr. 2, p. 3-6, afbn. (336.2) AMERIKANEN, De- en de bevrijding van Nederland. 'A real tough job'; Amsterdam, z.jr. [1986]; 152 p., afbn., krtn. (355.48) o. red. van H. Loeber en G. Sprenger samengesteld door K. van den Berg e.a.

VOORT, W.J.M, van der, Reconstructie van een oude kade tussen Winssen en Beuningen (Rijk van Nijmegen); in: HistorischGeografisch Tijdschrift, jrg.4 (1986), p. 33-41, krt. (627.514) DEYS, H.P., L.A. Reuvens en zijn kaart van de oude Gelderse Waal- en Rijndijken van 1871; in Caert-Thresoor, jrg. 5(1986), p. 1-1O, afbn., krt. (627.514 en 912) ES, W.A.van, Genetische Siedlungsforschung in den Niederlanden mit besonderer Berücksichtigung der landlichen Siedlungsarchaologie im ersten Jahrhundert n. Chr.; in: Genetische Siedlungsforschung in Mitteleuropa und seinen Nachbarraumen, Verlag Siedlungsforschung Bonn,1988, p. 345364. (711) huisvormen, nederzettingsvormen, o.a. in Druten in de romeinse tijd, regionaal onderzoek. SARFATIJ, H., Urbanisatie in het (oostelijk) rivierengebied tijdens de Middeleeuwen; in: Gids bij het archeologisch symposium en tentoonstelling 'Tussen Maas en Rijn', Wychen, 1988, p. 14-15. RECEVEUR, L., Jungle langs de Waal; in: Regionaal, jrg. 4 nr. 2 (jan. 1988), p.10-11, tekn. (712)

LAUWERIER.R.C.G.M., Animals in Roman Times in the Dutch Eastern River Area; Amersfoort, 1988 (= Nederlandse Oudheden dl. 12) (59 en 93C)

HULST, R.S., Gelderland-Wychen; in: Jaarverslag R.O.B, over 1987 (Rijswijk, 1988),p. 121-122. (726.54)

Op het Documentatiecentrum raadpleegbaar.

voormalige kerk Balgoy.

22


* HULST, R.S., Gelderland-Druten; in:

len.

Jaarverslag R.O.B, over 1987 (Rijswijk, 1988), p. 121. (728.8)

BROECKE, P.W. van den, en C.J. OVER-

Huis te Druten.

WEEL, Nederzettingsvondsten uit de Ijzertijd op De Pas gem. Wychen; in: Analecta Praehistoriae Leidensia, jrg. 17 (1984), p. 65-105, afbn., kit., tab. (902)

* HULST, R.S., Gelderland-Beuningen; in: Jaarverslag R.O.B, over 1987 (Rijswijk, 1988), p. 122. (728.8)

kasteel Blanckenburg. * ALPHEN, G.H.J., Het voorkomen en de

verspreiding van geklopte Romeinse munten in het oostelijk stroomgebied van Maas en Waal; in: De Beeldenaar, jrg. 12 (1988), p. 322-332. (737)

* HULST, R.S., Archeologische kroniek van Gelderland 1986 Heumen; in: Gelre, jrg. 78 (1987), p. 207-208, tekn. (902)

vondst pot uit late bronstijd te Overas-

selt.

* HULST,R.S., Gelderland - Maas en Waal; in: Jaarverslag R.O.B, over 1987 (Rijswijk, 1988), p.121 (902).

TOEN, -, nu en straks. Jubileumkroniek

uitgegeven ter gelegenheid van het 75jarig bestaan van de K.N.V.B. afd. Nijmegen op 19 sept. 1984; z.pl. [Nijmegen],

concept van de Standaard Archeologische Inventarisatie t.b.v. het Landinrichtingsproject.

1984; 107 p., afbn. (796.3)

samengesteld door J.H.T. Arentsen e.a.

* HULST, R.S., Gelderland - Appeltern; in: Jaarverslag R.O.B, over 1987 (Rijswijk, 1988), p. 123. (902)

MANDOS-van de POL, M., De Brabantse Spreekwoorden; Waalre, 1988; 653 p., tekn. (801.31)

woonkern romeinse tijd zuid-west van Altforst.

Miep Mandos-van de Pol is afkomstig uit Druten en heeft de verzameling Brabantse spreekwoorden van haar man uitgegeven. Ongetwijfeld werden veel van die spreekwoorden ook in Tweestromenland gebruikt.

* HULST, R.S., Gelderland - Heumen; in: Jaarverslag R.O.B, over 1987 (Rijswijk, 1988), p. 123. (902)

nadere plaatsbepaling vondst romeinse amfoor.

* ELDIJK, A. van, Wychen en weg. Straatnamen in Wychen verklaard; Wychen, 1988; 48 p., afbn. (801.311/312)

* HULST, R.S., Gelderland - Beuningen; in:

* GELDERLAND, - in proza, poĂŤzie en

vondsten in een nieuwbouwwijk ten wes-

prenten. Nr. 11: Druten (gem.); Arnhem,

Jaarverslag R.O.B, over 1987 (Rijswijk, 1988), p. 126-127. (902)

ten van de Wilhelminalaan.

1988; 4 p., afb. (82 en 912) tekst J. van Os, prent R. Mooren. * GELDERLAND, - in proza, poĂŤzie en prent. Nr. 26: West Maas en Waal (gem).; Arnhem, 1988; 4 p.,afb.(82 en 912),

* TUSSEN, - Maas en Rijn, culturele overgangen van prehistorie tot late middeleeuwen in het oostelijk rivierengebied. Gids bij het archeologisch symposium en tentoonstelling; Wychen, 1988; 28 p., afbn., tekn. (903)

tekst R.v.d.Heuvel, prent J. van Teeffe-

23


WILLEMS, W.J.H., New Discoveries along the Limes in the Dutch Eastern River Area. Studiën zu den Militargrenzen Roms Vortrage des 13. internationalen Limeskongresses, Aaien, 1983; = Berichte zur Vor- und Frühgeschichte in BadenWürttemberg, dl. 20 (Stuttgard,1986), p. 291- 299 (= R.O.B.-Overdruk nr. 282, 1987). (903)

WILLEMS, W.J.H., Romans and Franks in the Dutch River Area; in: Die Kunde, Mitteilungen des Niedersachsischen Landesvereins für Urgeschichte, Neue Folge nr. 38 (1987), p. 246. (903)

* DERKS, G.J.M., Van de Wiel-Schamp; in: Gens Nostra, jrg. 43 (1988), p.422 (92) Hermanus Jansse Schamp trouwt Overasselt 1688 Petronella Janssen van Haren, geb. Keent ca. 1660. * FAMILIE, - Van Oyen; in: Nieuwsbrief Tweestromenland dec. 1988, p.4. (92). Peter van Ooyen, overl. Kessel (Dld.) 1793, trouwt Hendrina Hendrix. * GELDER, J. VAN, In Memoriam Hubertus Carpay; in: Tweestromenland.

nr.57 (1988), p. 34, afb. (92). * WILLEMS, W.J.H., The Dutch River geb. Maasbommel 1905, overl. Liempde Area. Imperial policy and rural develop1988, auteur van De Schoolstrijd te Apments in a late roman frontier zone; in: peltern, Tweestromenlandreeks nr.7, R.F.J. Jones e.a., First Millennium Papers: 1985. Western Europe in the first Millennium A.D.; (Oxford, 1988) (= B.A.R. International Series nr. 401), p. 241-256, afb., * GROOT, J. DE, In memoriam de Heer B.P. Baron van Verschuer; in: Nieuwsbrief gram., krtn., lit. Baet en Borgh nr.5 (1988), p. 3, afb. (92). (= R.O.B.-Overdruk nr. 309). (903) * HAAREN, J. van, Toon d'n Uiver; in: Waalkanter dd.15-12-1988. WILLEMS, W.J.H., De Bataven. Archeologisch onderzoek in het Rivierengebied; Toon van Gelder. in: Hermeneus,jrg. 58 (1986), p. 281-289, afbn., krtn. (= R.O.B.-Overdruk nr. 288). * H[AAREN], J. van, Uit Drutens Verleden: (903) Korporaal tegen wil en dank; in: Waalkanter dd. 9-6- 1988 (92). A. van den H off * VISSER, C., Oud Maas en Waal in Beeld; uit Druten, 1914-1918. in: Tweestromenland nr.57 (1988), p. 3233 (912). JANSEN, H.J., Joan Derk van der Capellen (heer van de Poll enz.,enz.). Zijn laatste foto's nr.19-20. rustplaats; in: Ons Markenboekjrg. 2 nr. 2 (1984), p. 12-16, afb. (92) * VISSER, C., Oud Maas en Waal in Beeld; in: Tweestromenland nr.60 (1989), p. 23te Gorssel. 24 (912).

foto's nr. 24-25 en antwoord op foto nr. 23. BELONJE, J., WarJunker van Boedbergh zu Ingenray ein Mörder?; in: Van Toen naar Nu, jrg. 18 nr. 3 (sept.

1988). (92)

24

* KUYS, J., Arnt van Heumen. Burggraaf, gevangene en raadsheer [geb. ca. 1350]; in: Nijmeegs Katern jrg. 2 nr. 5 (nov. 1988), p. 2-3. (92) * MULDER, C.P., en P.A. CHRISTIAANS, Een gemengd gezelschap en een vergeten onderscheiding. Broeders in de Orde van


de Nederlandse Leeuw 1816-1960; in: Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie, jrg. 42 (1988), p. 213-272, afbn. (92). Gradus en Fier Udo en Jacob van Swam uit Dreumel.

vernieuwing; Zutphen, 1988; 336 p., afbn., bijln., krtn., reg. (= Gelderse Historische Reeks dl. 18). (93C) o. red. van H.P. de Bruin, oud-directeur Prov. Dienst Landinrichting en Landbouw.

* SMIT, E.J., De Breff-Van de Poll; in: Gens Nostra, jrg.43(1988), p. 422. (92)

TEUNISEN, D., De bewoningsgeschiedenis van Nijmegen en omgeving, haar

Jacob de Breff trouwt Wamel 1708 Maria Anna van de Poll. * STASSE, A.J., Kwartierstaat Drinkwaard; in: Gens Nostra, jrg. 43 (1988), p. 479. (92)

Pieter P. Batenburg, overl. Hardinxveld 1707, trouwt M.J. Goudriaen. * [GELDER, J.A. van], 80 Jaar en ouder in Bergharen, Hernen, Leur; in: Hier en Ginder, jrg.29 (1988), p. 101-104. (92)

relatie tot de landschapsbouw en haar weerspiegeling in palynologische gegevens; Nijmegen, 1988 (= Mededelingen sectie Biogeologie KUN nr. 15). (93C en 712)

WILLEMS, W.J.H., De Romeinen gingen

en de Franken kwamen: het oostelijk rivierengebied van de 3e tot de 6e eeuw; in: Tussen Maas en Rijn (Wychen, 1988), p. 13. (93C)

* LAURENSSE, T., Maas en Waal van Armoede tot Welvaart. . .; in: Waalkanter dd. 15-12-1988. (93D)

GRIM, P.M., Stamboom van de familie Grim uit Wychen; Heerlen, 1988; 51 p., afbn. (929.5)

de stamvader Jacob Grim werd ca. 1700 geboren in Puiflijk.

artikel n.a.v. het boek van H. Manders MANDERS, H., Maas en Waal, van armoede tot welvaart; Wychen, 1988; 184 p., afbn. (93D)

* HAREN, M.G. van, Geschiedenis der * PFEIL, T., Batenburg en Horssen (1); in: genealogie van' t Geldersche Geslacht 'van Regionaal, jrg. 5 nr. l (nov. 1988), p. 2-3. Haren/van Haaren/van Haare' zowel in (93D) mannelijke als vrouwelijke lijn. Van oorsprong afkomstig uit de gebieden Het Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal, Gelderland; z.pl., 1988; 389 p., afbn., regs. (929.5).

* TIELEN, T.[=A.H.A.M.j, Heumen 800

jaar; = Tweestromenland nr.58 (1988), p. 2-44, afbn., krtn., lit., tekn. (93D) * VISSER, C., Het archief van Dericks en

* KUBUSSEN, H., De Woltersfamilie te Balgoy; in: Tweestromenland nr. 57 (1988), p. 10-22, afbn. (929.5) * ACH, - Lieve Tijd 13: Twintig eeuwen

Geldens: wat kun je ermee?; in: Tweestromenland nr. 59 (1988), p. 18-24, afbn. (930.25 en 666)

Nijmegen, de Nijmegenaren en hun

archief van de Drutense steen- en pannenfabriek.

omgeving; Zwolle, 1986; 23 p., afbn., reg. (93C)

M. Bergevoet

* GELDERS, Het - Rivierengebied uit zijn isolement. Een halve eeuw plattelands-

25


DORPSBOEK 'AFFERDEN'

Het eerste dozijn vol!

tweede exemplaar en burgemeester H.J. Geurts van de gemeente Druten heeft het derde exemplaar aangeboden aan mevrouw M. Croonen, zuster van de overleden medewerker Harry Croonen.

Met de uitgave van het eerste foto-geschiedenisboek 'Afferden' als nr. 12 in de Tweestromenlandreeks heeft de Historische Vereniging Tweestromenland een gedenkwaardige mijlpaal bereikt: het eerste dozijn is vol. Het boek 'Afferden', dat ter gelegenheid van het honderd jaar bestaan van de parochiekerk is uitgegeven, geeft een historisch beeld van dorp en parochie over een periode van achthonderd jaar. Dankzij een zeer groot aantal geïnteresseerde geschiedkundige medewerkers, vele Afferdense inwoners, met daarbij het vele werk dat in het verleden reeds door Afferdense inwoners is gedaan, was het voor de auteur Johan van Os niet moeilijk om alles in de juiste vorm te gieten, nadat hij de opdracht voor het schrijven van het kerkbestuur had ontvangen. In de vorige eeuw heeft de toenmalige Afferdense pastoor Antonius van Hoogstraten het parochie-archief van Afferden geheel op orde gebracht en nadien is veel historisch materiaal bewaard gebleven, dat in de laatste tien jaar door de Afferdense dorpshistoricus Harry Croonen geheel is verwerkt. Dat pastoor Van Hoogstraten alles netjes in orde heeft gebracht is niet verwonderlijk, want hij had als Brabantse historicus al veel baanbrekend werk verricht. Van Hoogstraten werkte tijdens zijn leven in de vorige eeuw zeer nauw samen met de bekende pastoor L.H.C. Schutjes voor het samenstellen van een geschiedkundig naslagwerk over het bisdom 's-Hertogenbosch. Na zijn benoeming tot pastoor in Afferden (1850-1883) heeft Van Hoogstraten alle parochie-archieven in het Land van Maas en Waal verwerkt. Zijn bevindingen vinden wij terug in de vijfdelige uitgave van de geschiedenis van het bisdom, dat onder leiding van pastoor Schutjes in 1870-1881 is uitgebracht. Het boek 'Afferden' is op zaterdag 16 november 1991 gepresenteerd in het dorpshuis 'De Meent' in Afferden in aanwezigheid van vele Afferdense inwoners. Als speciale gasten waren uitgenodigd Albert Burggraaf van Aefferden uit Ierland en Georges jonkheer De Hemptinne uit Brussel. Nadat Johan van Os zijn boek over Afferden had geïntroduceerd, heeft pastoor Van Schaik het eerste exemplaar aangeboden aan Albert Burggraaf van Aefferden. Georges jonkheer De Hemptinne ontving uit handen van Johan van Os het

26

De huidige, en oud inwoners van Afferden bezitten thans een prachtig boekwerk waarin voor hen, alsook voor hen die buiten Afferden wonen, de geschiedenis van hun geboorte/ woondorp is verwerkt. Ook zijdelings geeft het boek veel informatie over het gehele Land van Maas en Waal en dat zal elke geïnteresseerde historicus aanspreken. Het boek omvat 320 tekstpagina's en 48 fotopagina's met een totaal van 150 afbeeldingen en foto's. Een prachtige kleurenfoto van het kerkinterieur geeft het boek een goed aanzien. Dit zeer fraaie boekwerk mist helaas een lijst van voetnoten, ondanks dat in de tekst verwijsnummers zijn opgenomen. Ook het ontbreken van een namenregister, literatuurregister, alsook een register van geraadpleegde archieven en instellingen doet afbreuk aan deze eenmalige uitgave. Slechts summierzijn enkele bekende archiefinstellingen en literatuurbronnen vermeld. Een eventuele onkostenoverschrijding voor het publiceren van deze genoemde registers mag geen motivatie zijn om ze achterwege te laten. Het boek dat uitkomt in de Tweestromenlandreeks is te bestellen via storting van f 35,- + / 7,50 porto op girorekeningnummer 26 22 0121.n.v. Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen. W.M.G. Arts

Speurneus nr. 8 OOG VERWIJDERD

DEEST-Een werkman op de scheepswerf van P. en A. van Gelder in Deest kreeg de tweede week in september 1901 een stuk ijzer in zijn oog. Dokter N icolaï moest het oog eruit halen. Gelukkig was het personeel van de werf verzekerd tegen ongevallen. Wie was de werkman die voortaan met één oog door het leven moest? Hoeveel kreeg hij uitgekeerd? En dokter Nicolaï, waar mag die wel gewoond hebben? Hij behandelde de man pas een week na het ongeluk. Johan van Os Telefoon: 08870-13804


Het Streekhistorisch Museum Tweestromenland te Maasbommel is geopend: elke zondag van 14.00-17.00 uur en vanaf 1 mei t/m 30 september elke woensdag en zondag van 14.00-17.00 uur. Telefoon: 08876-2316 Postadres: De Heuvel 107, 6651 DC Druten. Het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland, Kasteellaan 24 te Wijchen is geopend: elke woensdagmiddag van 14.00-17.00 uur, elke eerste zaterdag van de maand van 9.30-12.30 uur (dan zij-ingang). In de maanden juli en augustus gesloten. Telefoon: 08894-13012 Postadres: Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen.

PUBLIKATIES uit de TWEESTROMENLANDREEKS ledenprijs dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Maas en Waals woordenboek Aan het volk van Nederland Leeuwen en Elisabeth Boldershof Ewijks klooster Stoomtram deel 1 Schoolstrijd Appeltern Wee den vergetenen (watersnood 1926) Dorp Horssen Stoomtram deel II Kwartierstatenboek (in copievorm) kosten porto

nietledenprijs

uitverkocht f 9,75 f 18,50 f 18,50 / 13,50 uitverkocht f 9,75 uitverkocht uitverkocht / 30,00 uitverkocht f 5,50

f 9,75 f 25,00 f 25,00 M 5,00 f 9,75 f 35,00 uitverkocht f 5,50

U kunt alle publikaties van de Tweestromenlandreeks bestellen door overschrijving op postgiro 26 22 012 tnv. Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VG Wijchen. Boeken zijn aan te kopen in het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland te Wijchen en in het Streekhistorisch Museum Tweestromenland in Maasbommel tijdens de openingsuren.

27


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.