Trias Boekje Sportcoach

Page 1

Samen aan de bal blijven! De meerwaarde van de sportcoach



Veilig, positief en kansrijk!

Vroeg signaleren en positief ombuigen! Dat is de insteek van de sportcoach. De sportcoach ondersteunt en begeleidt leiders, trainers, kaderleden (en ouders) als het gaat om kwetsbare kinderen. Bijvoorbeeld met gedragsproblemen. Daarmee ontstaat er binnen de club een veilig, positief en kansrijk opvoed- en opgroeiklimaat. Trias heeft de sportcoach met succes twee jaar ingezet bij een aantal voetbalclubs in Twente. Vertegenwoordigers van deze clubs blikken in dit boekwerkje terug op hun ervaring met de sportcoach langs de lijn. Ik wens u veel leesplezier toe!

Louise Rouwhorst bestuurder Trias Januari, 2018

Vragen Voor vrijblijvende informatie over de inzet van de sportcoach: (038) 456 46 00 Rienk Jager, Ellen Berghuis


‘Het plezier staat nu op de

Eric Smit, trainer van meisjes C1 Avanti, Enschede Mijn dochter wilde op voetbal. In het begin sta je als supporter aan de kant en dan blijkt dat ze een leider zoeken. Toen ben ik dit met Michael samen gaan doen en sindsdien staan we driemaal per week op het voetbalveld. Al vanaf de E2 begeleiden we dit elftal samen en hierdoor zijn we goed bevriend geraakt. Ik heb nog foto’s van de beginperiode; zeven of acht van die meiden zitten nog steeds in het team. We hebben een heel leuk elftal. De meiden zijn heel leergierig en ze zijn er ook altijd. Op de website van Avanti zagen we een artikel van Kim, de sportcoach. In het begin lees je het en denk je: het gaat niet over ons. Tot er dit seizoen toch een beetje de klad in kwam bij ons elftal. Kim is toen met de meiden in gesprek gegaan; zonder ons, omdat dit ongemakkelijk was voor de meiden. Dat gesprek was heel positief. Hieruit kwam naar voren dat het team vond dat hun inzet wat omhoog moest en ons verwachtingsniveau wat naar beneden. Het is mooi dat dit bereikt kan worden met hulp van iemand die erbuiten staat: een sportcoach zoals Kim. Het plezier moest weer terug komen bij de meiden, dus zijn we - op aanraden van Kim - meer spelletjes gaan doen. We splitsen de groep nu ook op tijdens trainingen. Dan heb je veel meer de aandacht van de meiden.

Zelf oplossen Kim had ook een goed punt over positief coachen. Bij meisjes blijven vooral de negatieve dingen hangen ... We zijn zo fanatiek, we willen ze wel met de bal naar voren schreeuwen. Dat zijn ze natuurlijk zeven jaar gewend van ons. Kim stelde voor dat de meiden het zelf eens moesten oplossen in het veld. Dus de eerste wedstrijd van het seizoen hebben wij vooral in de dug-out gezeten zonder actief te coachen. Dat was voor ons moeilijk, maar ook verrassend leerzaam. Normaal ben ik bekaf als ik thuiskom, maar nu voel ik me relaxed.


eerste plek’

Maar: we voetballen wel hoofdklasse en willen graag kampioen worden! De andere verenigingen in de regio zijn ook gegroeid. Op dit moment zijn die ons gewoon voorbij. We staan er nu iets anders in. Niet het kampioenschap, maar het plezier op de eerste plek. En dat zie je terug op het veld. Wij coachen nu minder en vooral positief. En we zien dat ze het zelf oplossen. Het was echt wel een openbaring voor ons om het zo te doen hoor. We zien wel waar het schip strandt. Ik vind het heel goed dat er een sportcoach rondloopt. Je kunt wel veel voetbalervaring hebben, maar het is lastig om meisjes van 14, 15, 16 jaar te begeleiden. Ze komen in de puberteit en krijgen steeds meer een eigen mening. Je wordt er niet slechter van als er een sportcoach komt kijken. Wij zijn echt niet het enige team dat tegen strubbelingen aanloopt. W


‘Hele simpele, uitvoerbare

Henri Smit, trainer D team Almelo Oranje Nassau Ik heb zelf ook niet de makkelijkste kinderen. Als ouder voel ik me verantwoordelijk en daardoor was ik heel vaak bij de trainingen. Je wordt dan bijna vanzelf leider bij het team en dan ga je assisteren met de training. Nu ben ik trainer/ leider in de D-jeugd. Ik heb geen eenvoudig team. Zo’n 12, 13 jongens die gewoon allemaal een bijsluiter hebben. Bij de een is de Ritalin ‘s avonds uitgewerkt, die weet niet van ophouden. En de ander is weer een dromer die op de verkeerde momenten gaat kletsen. Ze zijn druk, allemaal haantje de voorste en in korte, vrije situaties is het gelijk: hatsikidee! Training geven aan die knapen vergt wel wat. Een aantal begint al te pre-puberen natuurlijk. We hebben een kick-off gedaan met alle D-elftallen aan het begin van dit seizoen. Rienk, de sportcoach van Trias, was erbij en werd voorgesteld. Eerst had ik zoiets van: wat moet je er mee? Totdat Rienk ging uitleggen: dit ben ik en dit kan ik voor je betekenen. Dat gaf herkenning. Na afloop heb ik een afspraak gemaakt en Rienk kwam gelijk de eerste training al kijken. Ons heikele punt hebben we ook meteen geventileerd. Er zijn jongens met gedragsproblemen. Als het meerdere malen niet goed gaat, dan gaan we de ouders aanspreken. Dat we in elk geval even een gesprek hebben waar het aan kan liggen en hoe we het kunnen oplossen. Dat was heel belangrijk. Zo is er op de training voor een jochie altijd iemand bij. Een persoon die het ook een beetje observeert, en in de gaten houdt of er geen gekke dingen gebeuren. Dat is de moeder van een van de jongens. Toen kwam Rienk dus op de training kijken. Rienk heeft hele simpele tips gegeven. Bijvoorbeeld: jullie zijn met drie man, dus waarom doen jullie het niet in drie groepen? Drie oefeningen en dan rouleert de groep. De trainer blijft dezelfde oefening doen, zodat hij verschil kan zien. Rienk zei ook: je hebt heel veel materiaal langs het veld, waarom niet een centrale plek? Zodat die kinderen weten: daar liggen de bal-


ideeën’

len en daar moet ik zijn. Ze gaan dan niet zoeken en ouwehoeren, aan hesjes trekken en meer. En als er tien jongens zijn … nou dan beperk je het tot twee ballen want anders vliegen al die extra ballen alle kanten op. Meer rust en meer samen doen. En het werkt gewoon! Zonder de sportcoach ga je op de ouderwetse manier verder. Dit werkt beter.

De juiste vragen Als je merkt dat kinderen negatief gedrag vertonen, dan zie je dat ze uiteindelijk het team verlaten. Eerst op de bank en na dertig keer op de bank … weg uit het team. Een sportcoach kan in een vroeg stadium de juiste vragen stellen aan zo’n ventje of meisje: wat ging er nou mis? Als jongens niet goed in de wedstrijd zitten, dan haal je ze er uit. Maar Rienk zei toen: … of juist niet. Haal hem er eens uit na een goede actie! Dan vindt hij het niet erg dat ie naar de kant gaat. Dan kun je hem belonen. Maar als iemand slecht speelt, dan voelt het bijna als straf. Wat zou het opleveren als iemand even rust heeft? Wordt hij alleen maar bozer en wordt het dan nog erger? Of is het even relaxed? Ieder vraagt om een andere aanpak; het is soms lastig in te schatten. De sportcoach vind ik heel belangrijk. Je wordt geobserveerd op een hele luchtige manier, je voelt je niet bekeken. Rienk biedt een luisterend oor. En dan volgen er hele simpele, uitvoerbare ideeën. Niet zo’n theoretisch verhaal maar gewoon: zorg nou dat je niet teveel ballen gebruikt. Zo simpel kan het zijn. W


‘Nu is er duidelijkheid en st

Stan Maneschijn, trainer en Jaap Mol, leider Achilles ‘12, Hengelo Stan: Ik verwachtte niet dat ik de sportcoach nodig zou hebben. Het zijn kleine kinderen en dat is vast wel te doen, dacht ik. Het tegendeel is waar. Ik speel zelf ook voetbal en ik volg een sportopleiding. Je moet kinderen leren hoe ze moeten pass-en, hoe ze moeten schieten en meer technische dingen. Jaap: In een groep zitten allerlei individuen. De ene is heel rustig en luistert, de ander die wil alleen maar kattenkwaad uithalen. Er zitten tien kinderen in de groep, dus genoeg te beleven. Ik moet zeggen, als leider, viel het me eigenlijk ook wel een beetje tegen. Bijna niemand kwam op tijd en shirts werden regelmatig vergeten. Op een wedstrijddag is Stan druk met het team. Stan laat ze inspelen en een beetje de opstelling bespreken. En bij een thuiswedstrijd, moet er veel meer gebeuren; de scheidsrechter moet een fluitje, de ballen oppompen om mee te spelen en een goaltjes sjouwen. Nu verdelen we die taken gewoon onder ouders.

Duidelijk zijn Jaap: Die duidelijkheid en structuur is er dankzij Rienk. We werken nu ook in twee groepjes. Zo kan iedereen sneller starten en hoeft er niet lang gewacht te worden. Rienk zei ook: je moet met lijstjes werken. Geen oeverloze discussie over wie er gaat keepen in plaats van voetballen. Gewoon volgens het lijstje, zodat ieder aan de beurt komt. Zo gaat het ook met kleding wassen. Stan: Ik houd de training nu ook simpel en compact. Als iets te moeilijk is moet je het uitleggen, anders schieten kinderogen alle kanten op. Weg concentratie. Ook een tip van Rienk. En de groep stil krijgen, daar wist hij ook wel iets op. Gewoon handen over elkaar. Een aantal kinderen ziet dit en reageert daarop: jongens, stil, stil. Doordat ze elkaar hierop wijzen krijg je dat groepsverband. Een andere tip was: gewoon duidelijk zijn. Er was een jongen bij, die elke keer vals


ructuur’

speelde bij de warming-up. Ik vroeg aan deze jongen wat de regel moet zijn bij vals spelen. Uit zichzelf ging hij zich toen vijf maal opdrukken. Ik zei: zullen we die regel dan ook toepassen als jullie door elkaar heen praten? En daar houd ik ze aan. Ze hebben de regel zelf bedacht en ze blijven er nu heel netjes bij presteren. Er is meer duidelijkheid en structuur! W


‘Er is nu meer plezier in de

Joost du Gardijn, jeugdcoördinator Rigtersbleek Rigtersbleek is echt mijn club, hier ben ik als voetballer begonnen omdat ik in de wijk woonde en ik hier veel vrienden heb. De club wordt steeds groter, er zijn nu 1000 leden. De sportcoach vond ik direct van toegevoegde waarde. Door de sportcoach ben ik zelf ook specifieker gaan kijken. Elke team kent zijn bijzonderheden die je moet herkennen om steeds beter de groep te kunnen coachen, anders blijf je corrigeren en wordt het lastig om een goede training te geven. Ik zie nu dat trainers beter met hun teams omgaan en er meer plezier is. Ze focussen nu ook op sociale vaardigheden, naast de voetbalvaardigheden. Ik hoop dat ouders ook de meerwaarde zien van een verandering op het voetbalveld en wellicht heeft dit ook invloed thuis. Voetbal is een bindmiddel waarbij het dus gaat om veel meer dan voetbal alleen. Er lopen inderdaad wat jongens rond waarvan het gedrag niet altijd wenselijk is. En nu wordt hier aandacht aan besteed door Kim, de sportcoach van Trias. Zij ondersteunt trainers met inzicht en tips waarom deze jongen of dat meisje bijvoorbeeld concentratieproblemen heeft. Door die individuele aandacht ga je ook weer iets bereiken voor die specifieke jongere, maar ook voor het team als geheel. Kim maakt ons bewust hoe wij zelf het pedagogisch klimaat positief kunnen beïnvloeden.

Nieuwe kans Wij proberen trainers te vertellen dat het eerst gaat om plezier hebben met elkaar. Daarna volgt de prestatie, in die volgorde. Dus trainers schreeuwen niet meer, maar coachen positief: wat doe je dat goed met de bal! Trainers worden rustiger aan de kant. En hun gedrag beïnvloedt andere vrijwilligers en ook de meer betrokken ouders. Het is een beetje een olievlek en die vlek spreidt zich langzaam verder uit. En zo kan je als club zelfs een jongere die overal weggestuurd is, toch weer een nieuwe kans geven. Met de ondersteuning van Kim kunnen we dat makkelijker hanteren.


teams’

Ik vind dat een voetbalclub maatschappelijk bezig moet zijn. Ouders verwachten ook dat er meer gebeurt en aandacht is voor hun kind. Rigtersbleek is goed bezig met sociale dingen, kinderen komen in beweging, we werken mee aan het thema overgewicht bijvoorbeeld. Daarnaast zijn we ook een plek om vaardigheden te ontwikkelen, een aanbod voor werkzoekende inwoners uit de wijk. We hebben een visie en we hebben goed contact met de gemeente en instellingen. We willen aan ieder aandacht geven op een manier waarvan je denkt: zo zou ik zelf ook benaderd willen worden. Ja, ouders horen hier gewoon bij en als leiders hebben ze ook invloed op het (pedagogisch) klimaat bij de club. We hebben ouders die leraar zijn of die in de zorg werken en daar kun je opvoedkundig heel veel mee. Ik vind de sportcoach echt een aanwinst. De combinatie van de sportcoach met de clubstructuur van vrijwilligers maakt dat je meer tot stand brengt. Als je gedragsproblematiek hebt, dan is het op school ook zichtbaar. Die kruisbestuiving, die kan volgens mij nog wel beter. Ik heb Kim al voorgesteld bij de school hier in de wijk. Kennismaken en weten van elkaars expertise, dan is de begeleiding van de kinderen die dat nodig hebben nog eenvoudiger. W


‘Ik weet veel over moeilijk

Kim Rondhuis, sportcoach Het belangrijkste is direct beschikbaar zijn op het moment dat er wat speelt. Zodat de trainers, ouders of leiders merken dat er iets mee gedaan wordt. Vertrouwelijkheid is ook belangrijk. Omdat ik een onafhankelijke rol heb, durven mensen meer aan te geven. Ze gaan me niet wegsturen op het moment dat ik het ergens niet mee eens ben. Van beide kanten is die onafhankelijke rol fijn. De club zegt: er speelt wat in een team, kun je er iets aan doen Kim, want wij weten het niet zo goed. En tegelijkertijd hoor ik ook het verhaal van de ouders. Meestal word ik betrokken als er onrust is in een team. Bij een meidenteam was het plezier weg en dreigde het team uiteen te vallen. Toen hielp een gesprek met mij en een een tijd observeren. Daarna konden de meiden weer vol overgave voetballen. In een andere situatie heb ik een jongen wat langer op de club kunnen houden, omdat ik de trainers extra handvatten kon geven. Een ander werd uit zijn team gestuurd. Ik heb toen het protocol erbij gepakt en we hebben gesprekken gevoerd. Ook hij heeft het seizoen afgemaakt.

Normaal meedoen Bij Rigtersbleek zijn er best veel kinderen met een rugzak. Jongens met ADHD of autisme, die ook op het speciaal onderwijs zitten. Bij zowel Rigtersbleek, als Avanti heb ik met de betrokken wijkcoaches gezeten. Bij Rigtersbleek voetbalt nu een jongen die is aangemeld nadat ik samen met de vice-voorzitter ons verhaal heb verteld. Ik heb meerdere keren met de trainers van die jongen gepraat en benadrukt wat belangrijk is om mee te nemen in de training. Daarvoor heb ik met de moeder en de jongen gepraat waar we rekening mee moeten houden. De jongen zei zelf dat hij graag ‘normaal’ wil zijn. Naderhand heb ik een paar keer gekeken en de jongen deed goed mee. Hij kon ‘normaal’ meedoen. Ik vraag me af of hij gekomen was als we dat gesprek niet hadden gehad. En onlangs heb ik met de wijkcoach gezeten bij Avanti.


gedrag’

Ik heb uitgelegd wat ik doe en dat het ook mijn rol is om te signaleren en zonodig contact te zoeken met het wijkteam of Veilig Thuis. Mijn expertise is dat ik weet hoe ik met kinderen om moet gaan. Alle kinderen, maar ook die kinderen die net wat moeilijker gedrag laten zien. Ik denk ook dat dat het grote verschil is met welzijn of met buurtsportcoaches. Die weten heel veel van sport en de omgeving, maar minder over moeilijk gedrag. Je moet met zowel kinderen, trainers en ouders kunnen praten op verschillende niveaus. Met een kind praat ik heel anders, dan met een ouder. Met de ene ouder voer ik een heel ander gesprek dan met een andere ouder. Het is continu schakelen. Bij elke club is er wat aan de hand, speelt er wel iets. Maar de aanpak kan verschillen. Bij Rigtersbleek werkt het zoals we het nu doen. Bij Avanti merk ik dat het meer op consultbasis is. Hier ben ik ook aanwezig, maar word ik er vooral bij geroepen als er iets speelt. Hier heb ik ook voorstellen voor een normen- en waarden protocol gedaan, Rigtersbleek heeft dit ook. We kunnen nog meer de aandacht richten op ouders. Zij spelen een belangrijke rol in het sportplezier bij kinderen. Bij Rigtersbleek wil ik nu informatieavonden gaan houden voorafgaand aan het nieuwe seizoen. Waar moet je als trainer aan denken en wat is belangrijk voor de kinderen en hun ouders. Dat er een informatieboekje ligt, wat is passend op deze leeftijd. Met een kind in de JO-09 groep ga je heel anders om dan een kind in de JO-13 groep. Als het project stopt, denk ik dat het snel wegzakt. Er verandert al snel veel. De mensen/vrijwilligers zijn druk genoeg, oog voor gedrag schiet er dan snel bij in. Op het moment dat er niemand is die hen daaraan herinnert, ben ik bang dat de aandacht verlegd wordt. W


‘ Ook selectieteams hebben behoefte aan ondersteuning’ Maarten Plevier, jeugdcoördinator, Almelo PH Door mijn zoons ben ik bij deze club gekomen, wij wonen hier in de wijk. Mijn oudste zoon is nu 11 en die loopt vanaf zijn vierde hier bij Prins Hendrik (PH). Vanaf het begin ken ik het sportcoach-project. Ik ben zelf coördinator van de onderbouw tot en met 13 jaar. Ik was vanaf dag één gelijk positief. Omdat we hier bij de club met heel veel jonge trainers werken die teams begeleiden met kwaliteiten en enthousiasme, maar dat zit toch meer op voetbaltechnisch gebied. Er zijn een situaties geweest met spelertjes die moeilijk in de groep lagen. Hier heeft Rienk in bemiddeld. En meer. Wij willen problemen vaak graag, direct praktisch oplossen. In de zin van: dan halen we de trainer weg en zetten we er een nieuwe trainer neer. Je gaat schuiven maar daar los je het echte probleem niet mee op. Rienk gaf aan: misschien moeten we zorgvuldig kijken waar de schoen wringt. Ligt het aan de spelertjes of aan de aanpak van de leiding? Nu hebben we een aantal dingen in gang gezet en anders opgepakt. Waardoor we niet meer hoeven te schuiven. Het brengt op een bepaalde manier wat rust. Ik denk dat een sportcoach los staat van het spelniveau van het team. Ook selectieteams hebben behoefte aan ondersteuning op het pedagogische vlak.

De meerwaarde Vroeger was je echt lid van een vereniging, tegenwoordig ben je klant. Kinderen worden hier aan de poort afgezet en ouders verwachten dat alles tiptop geregeld wordt. Ouders komen soms verhaal halen als het niet precies gaat met hun kind zoals ze verwachten. Ik kan me niet herinneren dat mijn vader zich ooit maar een keer zich heeft bemoeid met het voetballen. Soms is het even wennen. Eén van de leiders met problemen had eerst wat weerstand tegen de inmenging van de sportcoach. Het is goed gekomen en nu hebben hij en Rienk een prima contact en ervaart de leider ook de meerwaarde. 


‘ De laagdrempelige werkwijze werkt goed’ Nicole Wielens, beweegmakelaar Wijkracht Ik werk nu een jaar als beweegmakelaar bij Wijkracht. Mijn opdracht is om sport en sociale zorg met elkaar te verbinden. Wijkracht staat in verbinding met drie wijkteams. Ik ben ook intermediair voor het jeugdsportfonds. Ik zou graag zien dat bij sportclubs het besef is dat er veel gedaan kan worden aan het pedagogisch klimaat door kleine maatregelen. Hoe je om kunt gaan met gedrag, hoe een club kan samenwerken met bijvoorbeeld het jongerenwerk of het wijkteam. Bijvoorbeeld als er ouders langs de kant storend gedrag laten zien, kan Wijkracht in gesprek gaan of ondersteunen hoe hiermee om te gaan. Ik merk dat het lastig is om bij sportclubs binnen te komen. Zeker omdat ik heel weinig tijd per club heb.

Laagdrempelig Ik vind het sportcoach-project super. Het is mooi om te zien dat Rienk echt het vertrouwen heeft van de clubs. Het is hem gelukt om het onderwerp ‘gedrag’ op de agenda te krijgen. Hij maakt het op een mooie manier bespreekbaar. De laagdrempelige werkwijze werkt goed. Het feit dat Rienk een aantal uren op de club kan zijn is noodzakelijk om echt geaccepteerd te worden. De sportcoach is aanvullend op wat wij bij Wijkracht doen. We kunnen collectief vanuit behoefte iets organiseren. Een voorbeeld kan zijn bijeenkomsten op thema’s, bijvoorbeeld autisme. Ik hoop dat het project op de één of andere manier een vervolg krijgt. 


‘Met de sportcoach kun je d


irect inspelen op vragen’

Rienk Jager, sportcoach De start als sportcoach was een hele zoektocht. Er lag nog een geen concrete vraag, dus waar begin je? Het was die eerste tijd vooral heel veel aanwezig zijn op de club, langs de velden, veel uitleggen zodat duidelijk werd: oh ... daar komt Rienk voor. Inmiddels weet ik welke vraag ik kan stellen, wat het verenigingsleven inhoudt. Vaak wordt er binnen de club iets besproken, maar daar blijft het dan bij. Niemand die het oppakt. Als er nu een afspraak is gemaakt, stuur ik er ook even een mail achteraan of ik bel ze meteen even op ter bevestiging. In het begin leken de clubs allemaal hetzelfde, maar dan merk je dat de clubs verschillen. Bij een nieuwe club zou ik het nu beter kunnen inschatten. Welke cultuur ze zo’n beetje willen naleven. Ik word ook steeds bekender met de wijken, dat blijkt ook een rol te spelen. Dat had ik van tevoren ook niet per se gedacht. Maar de wijk waarin je voetbalt, doet er toe.

Op de hoogte Er waren twee jongens disciplinair geschorst: niet trainen maar wel aanwezig zijn. Ik sprak ze aan. Ik wist van de ene jongen dat ie wel eens boos kon zijn en de lat voor zichzelf hoog legde. Naar die andere jongen was ik wel benieuwd, maar die ging vaak liever wat voor zichzelf doen. Later kwam hij terug: misschien heb je het al gehoord, ik zit wel ergens mee, heb je eventjes? Hij zei dat zijn ouders gingen scheiden en dat zijn vader verslaafd is, maar telkens zei dat hij niet meer dronk. Ze betrapten hem wel weer elke keer. Dus hij was eigenlijk heel erg boos op zijn vader. Dat was de achterliggende reden dat ie de week daarvoor zo boos was geworden op de trainer. En diezelfde dag ook nog ruzie had gehad op school. Hij zou het fijn vinden als de trainers op de hoogte waren. Uiteindelijk hebben we het verteld aan de trainers en zij hebben het echt super opgepakt door naar hem te luisteren en de afspraak te maken om af en toe eens te vragen: hé hoe is het met je? Heel eenvoudig eigenlijk. Op die manier kan hij weer lekker voetballen. Met iets kleins kun je dus al iets bewerkstelligen en voorkomen.


Ik moet als sportcoach wel in contact zijn met de jeugdhulp-verlening om scherp te blijven. Ik heb een voetbal-achtergrond en je merkt dat dat matcht. Het eerste waar het over gaat, is: de training verliep lekker. Of: dat is een goeie speler. Je moet veelzijdig zijn en op alle niveaus contacten maken. Met trainers, bestuursleden, ouders, kinderen … van chauffeur tot advocaat.

Bewustwording Net even een andere vraag stellen of een tip of truc geven. Dat kan voor sommige mensen al heel waardevol zijn. Trainers onderling praten niet heel veel met elkaar. Alleen als het (bijna) te laat is. Sinds het onderwerp ‘gedrag’ wat meer besproken wordt, zie je dat mensen het zelf ook meer bespreekbaar maken. Sneller zien wat er speelt of sneller communiceren met de coördinator of mij daarvoor benaderen. Tubantia loopt tegen culturele verschillen aan. Dan kan het op communicatie, zoals taal, stuk lopen. Wijkracht kwam met het idee om jongerenwerkers die een extra (andere) taal spreken, erbij te betrekken, om de drempel nog wat te verlagen. Een andere vraag was over een jongen die weer terugkwam bij Tubantia. Hij liet eerder gedrag zien dat niet door de beugel kon. Het jeugdbestuur wilde weten hoe het met deze jongen is en in hoeverre hij zich ontwikkeld heeft. Wijkracht zocht het uit. Dat is een mooie wisselwerking. En ik zorg er dan weer voor dat ik de trainer ondersteun. Bij Oranje Nassau heb ik Skoop Welzijn geïntroduceerd. Er kunnen jongeren starten om bij ‘ON’ te voetballen, de jeugdvoorzitter is akkoord. En ik coach de trainers dan. Ik denk dat elke club gebaat is bij hulp en ondersteuning op pedagogisch vlak. De clubs denken het niet per se nodig te hebben of dat het wel mee valt. Maar doordat ik rond loop en vragen stel, komt de bewustwording op gang, er speelt altijd wel iets. De sportcoach is aanwezig en monitort. Je kunt direct inspelen op de vragen. 


‘ M ijn zoon is nu veel rustiger!’ Claudia, een ouder bij VV Rigtersbleek, Enschede Kim, de sportcoach vanuit Trias, liep hier al een poosje rond. In eerste instantie had ik helemaal niet door dat zij de sportcoach was. We kregen het over mijn zoon en ja, hij valt op qua gedrag. Hij heeft het een en ander meegemaakt en dat heeft zijn weerslag thuis, op school, maar ook op de club. Kim geeft nu tips aan zijn trainers en leiders. Zo van: let daar eens op, dit is belangrijk voor hem, daar ligt zijn breekpunt, en op dat vlak kun je hem helpen. Dat doet ze perfect! Mijn zoon heeft daar veel baat bij. Hij is nu veel rustiger! En op het moment dat hij merkt dat het even niet goed gaat … geeft hij dit nu tijdig aan. Hij meldt het aan zijn trainers, of hij loopt kort weg. Dat mag. Even tegen een bal aan schoppen. Stoom afblazen.

Korte lijnen En ik merk het effect ook als moeder. De momenten dat hij boos is, worden minder. Ik merk dat het op school ook wat beter gaat. De trainers weten nu beter wie hij is en herkennen wanneer de spanning oploopt. Dat is positief. In de tijd dat het moeilijk was thuis met mijn oudste, was mijn jongste eigenlijk onzichtbaar. Hij ging voetballen en kwam pas thuis als hij moest eten. Hij was heel zelfstandig in die tijd, maar toen zijn broer uiteindelijk uit huis ging, begon bij hem het gedrag heel langzaam te veranderen. De school, thuis en het voetbalveld. Nu werkt dat allemaal nog langs elkaar heen. Dat vind ik jammer. Ik had de sportcoach graag bij de gesprekken op school gehad … Haar input kan daar ook helpen. Ik ben nu in principe de papegaai van Kim naar school toe, maar andersom ook. Wat school constateert, dat bespreek ik dan weer met Kim. Het zou mooi zijn, als we dat gewoon met zijn allen konden doen. In een keer, dan ben je klaar. De lijnen wat korter houden, die verbinding, dat is zo belangrijk! W


‘Daar zou ik nooit alleen uit

Robert Walhof, trainer D1 Tubantia Rienk kwam een paar keer kijken. De sportcoach komt op het vlak van de voetbaltrainer en daar moet je wel voor open staan natuurlijk. Rienk zei bijvoorbeeld iets van de bidons: elke keer als er een periode tussen een oefenvorm zit, dan gaan die jongens drinken en dan gaan ze met water spuiten. Misschien gewoon afschaffen. Daar was hij wel heel scherp in. Een aantal jongens veroorzaakte onrust, trainde niet serieus waardoor andere jongens geïrriteerd raakten. Binnen de kortste keren was het hele team in vuur en vlam. Het bleken vooral twee jongens. Ik trainde vaak in twee groepjes. De tip was: goed kijken wie zet je bij wie, onruststokers uit elkaar. Je bent met 14 jongens bezig, een vorm aan het uitzetten … zoveel dingen.... en dan is het heel lastig om eventjes met de helicopterview ernaar te kijken. Rienk heeft een adviserende rol en is het aanspreekpunt voor vragen die ik heb. Ik kan hem bellen of een berichtje sturen. Het is sowieso wel erg mooi dat je af en toe tegen iemand anders aan kan ouwehoeren. Niet iemand van de club maar echt een buitenstaander. Rienk heeft totaal geen belang hier, die kijkt vanuit een professioneel oogpunt en die probeert gewoon zo goed mogelijk aan te geven hoe het volgens hem eruit ziet.

Dynamiek ouder-kind Het mooiste verhaal gaat over een jongen die al jaren het probleem had dat hij goed kan voetballen, alleen te bang is in duels. Leuke voetballer maar je hebt er niets aan. Als er niets zou gebeuren, dan valt ie waarschijnlijk af over een of twee jaar. Daar ben ik serieus mee aan de slag gegaan, individueel trainen, veel praten, hem in situaties brengen op het voetbalveld waar ie het duel moest aangaan. Maar waar ik achter kwam … op het trainingsveld leek hij wel progressie te boeken maar zodra het een wedstrijd was, viel het weer helemaal weg. Ik dacht: dit is niet een probleem wat


gekomen zijn’

je op het voetbalveld kunt oplossen, het is groter. Dus in gesprek met ouders en de jongen. Wat Rienk dan toch sneller opmerkt is een bepaalde dynamiek tussen ouder en kind. Volgens hem lag het aan de verantwoordelijkheid die zo’n jongen niet hoefde te nemen van zijn ouders. Volgens Rienk moesten we hem meer verantwoordelijkheid geven binnen het team. Tips waren om die jongen de warming-up te laten leiden, wat meer betrokken te maken bij vragen ... taken te geven. Vaker de bal opruimen, helpen met het veldje uitzetten. Toen zag je duidelijk terug wat ie in een wedstrijd ook deed. Hij is gewend dat als hij niks doet, dat een ander het wel oplost. Afgelopen zaterdag hadden we een voetbaltoernooitje. Hij claimde wel eens blessures, zaterdag dus ook. Uiteindelijk moesten we een penalty-serie doen. Er waren vijf penalty’s genomen en we moesten er nog eentje nemen. Iedereen keek elkaar aan van ja wie nou? Ik liep naar hem toe en zei: jij moet hem nemen. Toen wees ie naar zijn knie, ik kan niet. Toch heb ik hem naar voren gestuurd en hij scoorde! Hij was écht ... zijn moeder zag het ook, die vond het geweldig. Pure winst, daar zou ik nooit alleen uitgekomen zijn. Dat is mijn vakgebied niet. Nu weet ik dat Rienk wat kan. Maar je moet wel openstaan voor eerlijke feedback. W


‘Het project biedt nog een h

Stef van der Velde, combinatiefunctionaris sportbedrijf Almelo In het beginstadium ben ik betrokken geweest bij het sportcoach-project. Ik zit natuurlijk heel veel in het verenigingsleven. Vanuit sportbedrijf Almelo doen we het ABC (Actief Betrokken Club) project bij acht verenigingen en verenigingsondersteuning bij alle sportverenigingen in Almelo, dat zijn er ruim 90. De taak van het sportbedrijf is eigenlijk heel breed, we proberen zoveel mogelijk Almeloërs in beweging te krijgen. Ik werk bij team Verenigingen, onderdeel sportzaken. Het ABC-project is gestart met een WMO-subsidie in 2014, met zestien Overijsselse gemeenten. Almelo was de kartrekker daarin. Ik heb veel contact met het bestuur van de vereniging. Waar wil je naar toe met ABC? Ik zeg altijd van een voetbalvereniging naar een vereniging waar ook gevoetbald wordt. We doen hier nu allerlei verschillende activiteiten met ouderen, typelessen, langdurig werklozen die hier nu een project draaien en meer. Op vrijdag doen we naschoolse activiteiten voor alle basisscholen in de wijk. Rienk, de sportcoach, past hier ook echt goed bij, binnen zo’n veilig sportklimaat. De vrijwilligers, die probeer je zo goed mogelijk op te leiden. Maar ja, dat houdt op een gegeven moment voor een vereniging ook een keer op. En dan zie je vaak dat kinderen buiten de poort worden gezet. Dus het was wel een hele mooie insteek van Trias om te kijken of ze misschien echt aan de voorkant al hulp konden verlenen.

Project uitbuiten Het werk wat jullie doen bij Trias op de verenigingen, dat kan een sportbedrijf een stuk lastiger bieden, omdat je dan echt pedagogisch bezig bent. Daar zijn wij niet voor opgeleid. Het is niet onze core business, wij zijn bezig met het verenigingsleven en de dingen daar omheen. Er zijn gewoon kinderen met gedragsproblemen binnen een vereniging. Vrijwilligers


eleboel kansen’

en trainers vinden het gewoon heel lastig om daar mee om te gaan. In het verleden heb ik bij Rigtersbleek getraind. Toen kreeg ik met behoorlijk wat problemen te maken, van de kinderen zelf, maar ook de ouders, dat een kind thuis mishandeld werd. Kinderen die zwaar ADHD hebben of PDD-NOS. Je ziet dat het sportcoach-project echt succesvol is. De sportcoach moet eigenlijk ook wel een professional zijn. Het is zeer wenselijk is dat de sportcoach er is. Ik denk dat uiteindelijk ook de gemeenten er veel baat bij hebben, want hoe vaak zul je niet zien dat kinderen die afvallen bij een sportvereniging, in een zorgtraject terecht komen? Volgens mij zitten er nog een heleboel kansen in het project. Die nog uitgebuit moeten worden. W


‘De sportcoach gaat serieus

Stef Zengerink, trainer C2, Tubantia Mijn vader was trainer dus ik kon met hem meelopen en zo ben ik er een beetje ingerold. Ik loop hier nu wel 5 dagen in de week. Ik voel me hier thuis. Ik heb regelmatig met Rienk gesproken. Over bepaalde jongens van het elftal waarvan ik niet wist wat ik ermee aan moest. Hij zei: weet je wat, dan kom ik even kijken en dan hebben we het erover na de training. Of ik legde hem een casus voor. Bijvoorbeeld, een jongen die was een beetje teleurgesteld dat ie niet in de C1 zat. Hij was voor de tweede jaar op een rij niet geselecteerd voor de C1 dus hij had de pee er in. Hij was een beetje aan het landballen. Ik wist niet zeker of dat het was. Ik denk ook wel mede door de gesprekken met Rienk, dat er niks meer aan de hand is met die jongen. Hij doet gewoon goed zijn best. Als je met Rienk praat, dan bedenkt hij allemaal dingen, heel simpel, waar je zelf dan eerst heel moeilijk over gaat nadenken. Ik heb hem ook een keer gevraagd over twee jongens in mijn elftal. Een tweeling, eentje was de beste. En de ander was minder en wilde ik laten afvallen, maar ze waren altijd met elkaar aan het voetballen. Ik moest hiervoor naar de Technische Commissie en daarin zat ook de vader van de jongens. Dat vond ik heel erg moeilijk. Rienk zei: gewoon het gesprek aangaan, eerlijk zijn, dat kan iedereen waarderen. Dat heb ik uiteindelijk ook zo aangepakt. Niks aan de hand.

Ook het bestuur Het is vooral fijn om met Rienk te praten omdat je weet dat hij hiervoor bij de club is. Je gaat toch eerder naar zo iemand dan een willekeurig iemand. Hij gaat serieus met je vraag om en hij heeft verder geen belang bij iets. Net vroeg hij nog: hoe ging de training? Als je dan zegt: het ging vervelend ... dan vraagt hij hoe dat kwam. Dan gaat hij daar op door, terwijl een ander zou zeggen: oooh vervelend. Rienk weet ook echt veel.


met je vraag om’

Je hebt wel contactpersonen, maar bijvoorbeeld een vertrouwenspersonen, daar gaan mensen toch minder gauw naar toe. Bij Rienk gaat het meer vanzelf. Ik denk dat alle trainers van het eerste tot de trainers van de F-jes belang kunnen hebben bij een sportcoach. Zelfs het bestuur zou er nog behoefte aan kunnen hebben, omgaan met trainers, met ouders en meer. Ik vind het positief dat Trias hier bij Tubantia is. Een mooi initiatief. Ik denk dat het voor elke club belangrijk is dat er een Rienk rondloopt. W


‘We hebben genoeg special

Tom Lubbers, trainer E3 Almelo PH Er hangt hier een fijne sfeer. Ik voetbal hier al jaren! Ik had laatst twee ouders, die gingen tegen elkaar in. Dan denk ik als beginnend trainer: wat moet ik hier nou weer mee? Ik ging met allebei maar even om de tafel zitten. Toen gingen ze een beetje over en weer praten en ik dacht: wat nu? Dat is voor mij helemaal nieuw. Ik zei: ga maar even rustig naar huis, dan gaan we de training erop even met elkaar zitten. Dat hebben we toen ook gedaan. Ieder kon zijn verhaal doen en zijn mening geven. Dat klaarde de lucht. Rienk kwam een keer bij ons kijken en heeft zichzelf toen voorgesteld. Sommige spelers lagen elkaar niet zo en toen kwam hij vaker kijken en ons helpen met duidelijke regels. Nu weet ik hoe ik bepaalde dingen eenvoudig op kan lossen. Het helpt dat Rienk ziet wat er gebeurt, zelf kun je niet altijd alles overzien. Ik zou als vereniging aan het begin van het seizoen heel nadrukkelijker zeggen: er is een sportcoach. Want we hadden Rienk er al eerder goed bij kunnen hebben. Bij alles wat ik niet weet, weet hij het eigenlijk wel, op sociaal gebied. En het is ook niet zo, dat hij zegt van: die oefening is niet goed, want daar gaat hij niet over. Hij zegt bijvoorbeeld: een kind doet dit en hij reageert daar zo op, wat zou jij dan doen? En als ik dan mijn mening geef, dan reageert hij weer met advies. Ik heb daar heel veel aan. Ik merk verschil in mijn team.

Sociale problemen We hebben genoeg speciale kinderen, iedereen mag komen, waarom niet. De één is makkelijker dan de ander natuurlijk, maar ieder heeft wel zijn eigen gedrag. En je moet ieder ook op een eigen manier benaderen. Het is zaak dat je er zo snel mogelijk er achter komt hoe. Je kunt de serieuze jongens scheiden van de jongens die altijd klieren. Ik heb nooit gedacht van: die is zo vervelend die moet ik niet meer in mijn


e kinderen’

team. In het begin hadden we geen regels, maar toen het niet zo goed ging qua sociaal gedrag hebben we die wel ingevoerd. Dan hebben die jongens ook een beetje houvast, dan weten ze waar ze aan toe zijn. Voor hun was het even kijken hoever je kunt gaan bij de trainers. Ik vind het fijn dat Rienk er is. En vooral voor beginnende trainers, denk ik dat het heel belangrijk is. Juist bij de start van het seizoen is het heel handig. Ook als je voor het eerst trainer bent, dan denk je niet meteen van: goh, ik heb straks te maken met sociale problemen. Je denkt nou ik word trainer dan zorg ik voor de oefeningen, dan ben ik bij de wedstrijden, dat is het. Er komt veel meer bij kijken! W  


Colofon Tekst: Trias Vormgeving: twistontwerp.nl Druk: Mailtraffic.nl

Trias Emmawijk 11, 8011 CM Zwolle (038) 456 46 00 info@trias-groep.nl www.trias-groep.nl Twitter @triasgroep Instagram @triasgroep Facebook triasgroep LinkedIn triasgroep + groep Trias HRM / Personeel & Arbeid

Trias ondersteunt bij opvoeden en opgroeien. Met hulp-aan-huis, spoedhulp + crisisopvang, 24-uurs zorg, pleegzorg, begeleiding/behandeling bij scheiding en meer. Trias adviseert en coacht ook professionals.

Trias. Van huis uit sterk in opvoeden en opgroeien Š Trias, januari 2018

www.trias-groep.nl

@triasgroep @triasgroep

triasgroep (038) (038)456 45646460000 triasgroep


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.