Interview Programmamaker Wim Brands Sigrid Estrada
Asis Aynan Joost van den Broek
FotoIvo van der Bent Stephan Kelman Jacques Laureys
In Nieuwkomers laat programmamaker Wim Brands zes migrantenschrijvers aan het woord die het leven tussen twee culturen beschrijven. Wat blijkt? Veel van onze ideeën over migranten slaan nergens op. PABLO CABENDA
De directe aanleiding was het wegvallen van de internetverbinding thuis. VPRO-programmamaker Wim Brands zocht noodgedwongen zijn heil in een internetcafé; knooppunt van alle nationaliteiten in elke moderne stad. 'Ik keek om me heen en dacht, wie zijn deze mensen eigenlijk.' Mede-Amsterdammers met een buitenlandse achtergrond van wie Brands niets of bijna niets wist, maar die met dezelfde vanzelfsprekendheid hun plek in de grote stad innamen als hij.
Teju Cole (Open Stad)
Cika Unigwe Ola Steen Hansen
Sherko Fatah (rechts) Jacques Laureys Jean Kwok © de Volkskrant
zaterdag 07 april 2012
Brands: 'Ik vroeg me af wat ik nou helemaal weet van immigranten en immigratie. In Nederland lijkt het alleen maar om de vraag te draaien of je dat onderwerp wel of niet politiek-correct bespreekt, of het leidt meteen tot een discussie over, pakweg, dubbele paspoorten. Ja, kom op zeg.' En omdat Brands 'van boeken leert wat er om ons heen gebeurt' en hij sinds jaar en dag zijn eigen programma Boeken heeft bij de VPRO, was de volgende stap een logische: een documentaireserie Pagina 5 (1)
over migrantenschrijvers die hij bewondert. Nieuwkomers gaat over zes schrijvers die in hun werk de worsteling met twee werelden hebben beschreven. Sommigen voeren daarbij zichzelf als personage op, zoals Jean Kwok met Bijna thuis en Asis Aynan met Ik, Driss; anderen bewaren juist afstand en zetten hun eigen migratieachtergrond enkel in om een niet-biografisch verhaal te vertellen, zoals Sherko Fatah met We gaan als het donker wordt. Stephen Kelman is zelfs helemaal geen migrant, maar een geboren en getogen Engelsman, maar schreef zijn Pigeon English, over een uitzichtloze buurt in het Londense Luton, door de ogen van een Ghanees jongetje.
Het idee dat de immigrant altijd een arme, onaangepaste sloeber is die haast per definitie misbruik maakt van onze welvaartsmaatschappij, wordt in de tweede aflevering gelogenstraft. Schrijfster Chika Unigwe, die naar Antwerpen vertrok, komt uit een gegoede Nigeriaanse familie. Haar vader was parlementslid, haar broers en zussen studeerden aan Amerikaanse universiteiten en zij is met een Belg getrouwd. Pas nadat ze in Antwerpen werd geconfronteerd met het bestaan van Nigeriaanse prostituees beleefde ze in een ubocht een cultuurschok. Ze ging zich in Nigeriaanse gewaden kleden en werd in België meer Nigeriaans dan ze ooit in Nigeria was geweest.
Samen met programmamaker/ journalist David Kleijwegt toog hij naar onder meer New York, Berlijn, Londen en Antwerpen om de plekken te bezoeken die in hun boeken voorkomen en aan de hand van hun verhalen uit te vinden wat immigratie betekent. Regisseur Kleijwegt noemt het perspectief van schrijvers ideaal: aan de ene kant moeten ze als auteurs distantie bewaren jegens hun onderwerp, aan de andere kant zijn ze erbij betrokken vanwege hun eigen ervaringen.
Het identiteitsvraagstuk is nooit ver weg in Nieuwkomers. Net zomin als de culturele schizofrenie waar tweede generatie migranten soms mee behept zijn. Enerzijds is er de loyaliteit aan de ouders en hun cultuur, anderzijds bestaat de wens te assimileren of in elk geval naar behoren te functioneren in een nieuwe culturele context.
Brands: 'Er was geen agenda. Niet de leidraad dat we 'ns duidelijk maken dat de wereld niet kan bestaan zonder immigratie.' Geen politieke bijbedoeling, anders dan misschien dat Brands vindt dat je best mag weten dat er aan veel verhalen lange geschiedenissen voorafgaan, en dat hij zich soms ergert aan dat provincialisme dat Nederland in zijn greep houdt. 'Ik bedoel: Teju Cole staat in de topvijf van de The New Yorker, Jean Kwok stond twee keer in de toptien van de The New York Times en ze woont in Voorschoten. Voorschoten!' Er wordt zoveel beweerd over migranten, vindt Brands, dat er vanzelf in de hoofden van mensen een prototype ontstaat dat nergens op slaat. Om minstens drie redenen, die in de reeks de rode draad vormen. © de Volkskrant
Brands vindt het fascinerend hoe mensen hun identiteit invullen, of hoe dat voor ze wordt gedaan. 'Jean Kwoks moeder heeft het over haar dochter als 'Nou, die dochter van mij, dat is een slechte Chinese hoor.' Haar Nederlandse echtgenoot intussen noemt haar verzameling rituelen een Chinees mijnenveld, dat hij uit onwetendheid met voeten treedt. Als Brands, in een tempel ergens in het New Yorkse Chinatown, Kwok recht op de vrouw afvraagt hoe Chinees ze nu eigenlijk is, lijkt ze de vraag te ontwijken om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat ze diverse identiteiten in zich draagt. Dubbelheid lijkt een onontkoombaarheid die ook in de uitzending over Asis Aynan terugkomt. Brands: 'En ook Kwok zegt daar iets opmerkelijks over: dat je als immigrant je ouders verliest.' Toen Kwok met haar moeder in New York zat, werd ze daar voor haar als vanzelfsprekend het contact met de buitenwereld, omdat Kwoks moeder geen woord Engels sprak. Het feit dat ze daarmee een soort zaterdag 07 april 2012
ouderverantwoordelijkheid op zich nam en deels vertoefde in een domein dat voor haar moeder onbereikbaar was, werkte verwijdering in de hand. 'Bij kinderen van gastarbeiders zoals Asis ligt dat nog extremer en gecompliceerder. Daar had je de tragedie van vaders die geen werk meer hadden en zich opsloten in koffiehuizen.' In de aflevering over de Marokkaanse schrijver, vertelt Asis hoe zijn vader steeds religieuzer werd, gevoed door verbittering over zijn lage scholing en het besef dat hij nooit zou kunnen terugkeren naar Marokko. Asis leert koranverzen uit zijn hoofd om zijn vader, waar hij huizenhoog tegen opkeek, te plezieren en probeert tegelijkertijd zijn eigen westerse leven te leiden. Een manier van leven die discretie hij drinkt niet voor de camera - en een zekere handigheid vereist in het hanteren van culturele codes. 'Je ziet dat immigratie eigenlijk pas begint bij de tweede generatie. De eerste leeft dan wel fysiek in een nieuw land, ze kunnen zich daar nog aan onttrekken, zoals de moeder van Jean en de vader van Asis. Hun kinderen worden ten volle geconfronteerd met de gevolgen van opgroeien in twee culturen.' Maar waar de Nigeriaanse Unigwe in Antwerpen in een identiteitscrisis geraakte, en Kwok en Aynan meerdere werelden in zich proberen te verzoenen, lijkt het of de Koerdische schrijver in Berlijn Sherko Fatah zich bewust een identiteit heeft aangemeten als een nieuw pak. Dat deed zijn vader al, letterlijk. Fatah laat in de derde aflevering van Nieuwkomers twee foto's van zijn vader zien: één van hem in Koerdische klederdracht en één, drie jaar later genomen, in westers kostuum. Fatah noemt zich meerdere malen nadrukkelijk Duitser. Hij spreekt in een uiteenzetting over de houding van Duitsers jegens immigranten over dat 'wé geen muren kunnen blijven bouwen', alsof hij een medeplichtig steentje heeft bijgedragen. Voor hem is zijn achtergrond als Pagina 5 (2)
migrant niets anders dan bronmateriaal waaruit hij put voor zijn schrijverschap. Er is geen vereenzelviging met de hoofdpersoon, geen afschrijven van een persoonlijk gevoeld identiteitsdilemma, alleen een koel registrerend oog. Brands: 'Die identiteitskwestie van migranten is altijd wel aanwezig maar hoeft niet problematisch te zijn. Waar Ghanezen in Luton benadrukken hoe belangrijk het is om Ghanees te zijn, heeft iemand als Fatah bewust voor volledige assimilatie gekozen.' De vraag 'wie ben ik?' is volgens Brands net zo legitiem is als 'wie wil ik zijn?' 'Wat uiteindelijk overeind blijft, is de strijd die mensen moeten leveren om van de ene plek naar de andere te komen, en daarvoor moeten ze delen van hun geschiedenis en hun heden anders vormgeven. Dat doen ze in volle glorie.' In het hoofd van de schrijver is er genoeg ruimte om oude tradities in een nieuwe context te plaatsen. Soms zodanig dat er charmante, wat bevreemdende tussenvormen ontstaan: op een de Zwarte Markt in Beverwijk, waar Aynan muziek koopt, laat de schrijver de verslaggever een klassiek Berbers liedje horen. We zijn van hier heet het. Hoe dubbelzinnig en waar, blijkt als te midden van de oosters zwevende begeleiding de zanger uiteindelijk inzet en je hypermoderne westerse studiotechniek meent te bespeuren. Een vleugje stemvervormende autotune ondersteunt het lyrische Berbers. Nieuwkomers vanaf zondag 19.50 uur, Ned 2. Aflevering 1 is gewijd aan Asis Aynan Geboren in 1975 in de Verenigde Staten. Cole groeide op in Nigeria en leeft nu in Brooklyn. In 2011 schreef hij het filosofische Open Stad over New York als de prototype migratiestad die zich openstelt voor nieuwkomers, maar daarmee zichzelf ook blootgeeft aan gevaar van buitenaf. Open Stad werd geprezen door onder meer The New Yorker, The New York Times en The © de Volkskrant
Independent. De roman is in de VS genomineerd voor The National Books Critcs Circle for Best Fiction. Jean Kwok(Bijna Thuis) Geboren in Hongkong. Emigreerde op 5-jarige leeftijd met haar moeder naar New York, waar ze in Brooklyn in misère leefde in een slooppand. De Amerikaanse bestseller Bijna Thuis (Engelse titel Girl in Translation) is een rags-to-riches-verhaal van een Chinees meisje dat zich opwerkt en zegeviert door hard werken. Kwok studeerde Engels aan Harvard en verhuisde uiteindelijk naar Nederland, waar ze is getrouwd met een Nederlander en les geeft aan de Universiteit van Leiden. (Foto Sigrid Estrada) Stephen Kelman(Pigeon English) Zelf geen immigrant, want in 1976 geboren en opgegroeid in de Marsh Farm estate in de Londense buitenwijk Luton, waar een veelheid aan immigranten woont. Kelman schreef Pigeon English naar aanleiding van de moord op de tienjarige Damilola Taylor in 2000. Zijn debuutroman beschrijft het troosteloze leven in de verpauperde wijk door de ogen van een argeloos 11-jarig Ghanees jongetje. Vorig jaar werd hij genomineerd voor de prestigieuze Britse Man Booker Prize. (Foto Jacques Laureys ) Sherko Fatah (We gaan als het donker wordt)
Chika Unigwe (Fata Morgana) In 1974 in Nigeria geboren. Haalde haar diploma in Engelse taal en literatuur aan de universiteit in Nigeria en een doctorsgraad literatuurwetenschap aan de Universiteit van Leiden. Unigwe woont in Turnhout. In 2003 won ze de BBC Short Story Competition en in 2008 schreef ze in het Nederlands haar tweede roman Fata Morgana over Nigeriaanse prostituees in Antwerpen. Een jaar later verscheen het boek ook in het Engels onder de titel On Black Sisters' Street. (Foto Ola Steen Hansen) Boeken van aankomst
Asis Aynan (Ik, Driss) In 1980 geboren in Haarlem. Koestert de Marokkaanse berbercultuur en beschrijft zijn achtergrond als katholiekislamitisch-berbers. Ik Driss schreef hij samen met Hassan Bahara onder het pseudoniem Driss Tafersiti. Het boek is een verslag van een Marokkaan in zijn gastarbeidersjaren en is tegelijk een eerbetoon aan zijn vader die naar Nederland kwam om te werken. (Foto Joost van den Broek / de Volkskrant) ,,
Hoezo, arme sloeber?,,
,,
Nieuw land, nieuwe identiteit?,,
,,
Immigratie begint bij de tweede
generatie,,
In 1964 in Oost-Berlijn geboren. Zoon van een Koerdische vader en Duitse moeder. Fatah bracht zijn kindertijd grotendeels door in voormalig Oost-Duitsland, maar verbleef ook langere tijd in Iraaks Koerdistan. In 1975 verhuisde de familie eerst naar Wenen en later naar West-Berlijn. Fatah studeerde filosofie en kunstgeschiedenis. We gaan als het donker wordt handelt over de islamitische radicalisering in het Westen van de jonge Koerd Kerim. (Foto Jacques Laureys) zaterdag 07 april 2012
Pagina 5 (3)