De ontdekking van het heden
PICASSO DALÍ MONDRIAAN KLEE BRANCUSI MIRÓ DANIËLS
2
Inhoud
4
Voorwoord
8 26
De ontdekking van het heden
111
Colofon
Jan Rudolph de Lorm | Charles de Mooij
Edo Dijksterhuis
Kunstenaarsbiografieën Charlotte Hoitsma
4
Voorwoord
Pablo Picasso Tête de Pierrot (Hoofd van Pierrot, 1926 Olieverf op doek, 46 x 38 cm
Het kan niet vaak genoeg worden gezegd: musea en particuliere kunstverzamelaars kunnen niet zonder elkaar. Musea bieden de particulier de mogelijkheid om werken te vergelijken, de eigen kennis te verdiepen of te toetsen. Particuliere verzamelaars op hun beurt dagen musea uit om anders naar de museumcollectie te kijken, maken door het uitlenen van hun kunstschatten nieuwe tentoonstellingen mogelijk en verrijken musea door schenkingen of langdurige bruiklenen. Singer Laren en Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch zijn beide van oorsprong verzamelaarsmusea: zij danken zowel hun oprichting als hun ontwikkeling en bloei aan de intensieve betrokkenheid en steun van particuliere verzamelaars. Het is een bijzondere ervaring wanneer je als museumdirecteur in contact komt met een tot dan toe onbekende verzamelaar en kennis mag maken met zijn of haar collectie. Dat overkwam ook ons beiden, toen wij respectievelijk in 2008 en 2020 voor het eerst een bezoek brachten aan de verzamelaar wiens collectie in deze catalogus over het voetlicht wordt gebracht, de grondlegger van de JK Art Foundation. Wij werden enorm verrast door deze fabuleuze collectie zilver, oude meesters, moderne en contemporaine kunst van internationaal niveau. Waar begeesterde collectioneurs in hun passie voor het verzamelen soms de samenhang tussen de werken uit het oog verliezen, is daar bij deze collectie geen sprake van: de verzameling is veelzijdig en tegelijkertijd uiterst coherent en kent in Nederland haar gelijke niet. Of het nu een zeventiende-eeuwse zilveren koffiekan betreft, een delicaat stilleven van Adriaen Coorte of Giorgio Morandi, of een concaaf werk van Anish Kapoor, alle getuigen
van de grote kunstkennis en het feilloos gevoel voor verfijning en kwaliteit van deze verzamelaar. De totale collectie bestaat uit een zeshonderdtal kunstwerken, zowel objecten en sculpturen als schilderijen, tekeningen en grafiek. In Singer Laren en Het Noordbrabants Museum is in 2021-2022, onder de titel De ontdekking van het heden, een ruime bloemlezing van topwerken uit de moderne en hedendaagse kunst te zien. De selectie omvat circa honderd werken, waarin zo goed als alle grote Europese kunststromingen uit de twintigste en eenentwintigste eeuw vertegenwoordigd zijn: symbolisme, fauvisme, futurisme, kubisme, De Stijl, constructivisme, orfisme, collagekunst en surrealisme. Het betreft een museaal geheel van werken en kunstenaars met klinkende namen, waaronder Pablo Picasso, Amadeo Modigliani, Constantin Brancusi, Hans Arp, Piet Mondriaan, Joan Miró, Giorgio Morandi en Robert Delaunay. Daarnaast worden verrassende werken getoond van kunstenaars als Amédée Ozenfant, László Moholy-Nagy, Francis Picabia en Thijs Rinsema. Al even bijzonder zijn de werken van hedendaagse Europese kunstenaars, waaronder de kernkunstenaars uit de Zero-beweging die zijn hoogtepunt beleefde in de jaren zestig. De ontdekking van het heden toont werk van Günther Uecker, Lucio Fontana en Jan Schoonhoven, naast prachtig werk van internationale topkunstenaars Anish Kapoor en Olafur Eliasson. Tot slot vermelden we de uitstekend in de collectie vertegenwoordigde Belgische kunstenaars, wier werk de hele twintigste en eenentwintigste eeuw omspant, waaronder Fernand Khnopff, René Magritte, Léon Spilliaert, Luc Tuymans en Michaël Borremans.
5
De vriendschappelijke band tussen de verzamelaar en Het Noordbrabants Museum stelde het museum in ’s-Hertogenbosch de afgelopen jaren reeds in staat een aantal werken van de JK Art Foundation te tonen. In het voorjaar en de zomer van 2021 vond een kleine presentatie plaats met de titel De crème de la crème van de Belgische hedendaagse kunst. De jaren daarvoor waren intieme exposities te zien met werken uit het Nederlands modernisme (2020), het surrealisme (2019) en de Zero-beweging (2018). Zo kon Het Noordbrabants Museum zich geleidelijk aan grondiger verdiepen in de collectie van de JK Art Foundation en werden de eerste stappen gezet naar de expositie De ontdekking van het heden, die in nauwe samenwerking met Singer Laren tot stand is gekomen. Voor de uiteindelijke keuze van de getoonde werken en de samenstelling van de expositie tekenden respectievelijk Jan Rudolph de Lorm en Edo Dijksterhuis voor Singer Laren en Hans November en Charlotte Hoitsma voor Het Noordbrabants Museum. Auteur Edo Dijksterhuis schreef het inleidende essay voor deze catalogus, Charlotte Hoitsma verzorgde de kunstenaarsbiografieën. De bezoeker die zowel de tentoonstelling in Singer Laren als die in
Het Noordbrabants Museum bezoekt, zal constateren dat de selectie van de werken en de inhoudelijke opzet in de twee musea iets afwijkt. Dit is een bewuste keuze, die belangstellenden in staat stelt zoveel mogelijk werken vanuit verschillende invalshoeken te bezien. De collectie van de JK Art Foundation is dermate rijk, dat er nog talloze andere presentaties mee te maken zouden zijn. Het spreekt voor zich dat wij de verzamelaar en de JK Art Foundation bijzonder erkentelijk zijn voor hun bereidheid een selectie uit hun indrukwekkende collectie te tonen. Graag willen wij op deze plaats dan ook onze grote dank uitspreken voor de medewerking en de gastvrijheid die wij van deze zijde hebben ondervonden. Wij zijn ervan overtuigd dat het publiek met belangstelling kennis zal nemen van deze wonderschone collectie en dat deze ‘ontdekking van het heden’ naar meer zal smaken.
Jan Rudolph de Lorm museumdirecteur Singer Laren Charles de Mooij directeur Het Noordbrabants Museum
Kees van Dongen Femme rattachant son jupon (Vrouw die haar onderrok vastmaakt) Olieverf op doek, 55 x 46 cm
6
7
8
De ontdekking van het heden
Proloog
J.C.J. (Jacques) van der Heyden Horizon Oltramarino, 2007 Tempera en acrylverf op doek, 160 x 140 cm
Memoires van een vergeetal is een titel die vragen oproept. Vergeetachtigen wagen zich immers meestal niet aan een reconstructie van het verleden. Dat zou een rammelend verhaal opleveren, vol witregels en veel ‘dinges’ en ‘je-weet-wel’ als er gezocht wordt naar een plaats, persoon of tijdsaanduiding. Memoires van een vergeetal van René Daniëls is een enigmatisch schilderij – en niet alleen vanwege de titel. De voorstelling is ogenschijnlijk simpel en pretentieloos, maar ook dubbelzinnig en open voor een veelvoud aan interpretaties. Dit kunstwerk is tegelijkertijd concreet en ongrijpbaar, een typering van toepassing op heel Daniëls’ oeuvre dat internationaal steeds nieuwe generaties kunstenaars en kijkers aanspreekt. Het doek toont een perspectivische ruimte waar we een museumzaal in kunnen herkennen. Aan de wanden hangen schilderijen van verschillende formaten. Ze hebben de kleur van troebel aquariumwater, het schilderkunstig equivalent van ‘je-weet-wel’. Alleen omdat ze op de wand zijn geplaatst herkennen we
ze als canvassen. Anders waren het gewoon vlakjes, ramen met uitzicht op niets. Eigenlijk vormen ze meer de suggestie van een tentoonstelling dan de optelsom van individuele werken. Daniëls heeft deze perspectivische ruimte heel vaak, tientallen keren zelfs, geschilderd en getekend. Soms zijn de zalen verregaand geabstraheerd en worden ze door critici liefkozend ‘vlinderstrikjes’ genoemd. Maar je kunt er ook een hoekige variant van een lemniscaat in zien, het wiskundige symbool van oneindigheid. Passend voor een ruimte gewijd aan het tonen van creaties die niets minder dan eeuwigheidswaarde nastreven. Daniëls relativeert ook dat weer door zijn perspectiefjes soms kriskras over het doek te strooien, als fladderende vlinders. Memoires van een vergeetal vlindert niet weg, maar nodigt juist uit. De zaal strekt zich uit en er is geen plafond: the sky is the limit. De oersoep van verf is nog niet gestold in beelden en misschien zijn die schilderijen wel ontsnappingsluikjes. Ze zuigen ons naar binnen, dwars door de vierde wand, het podium op, waar het verleden een half herinnerde schim is en alles zich afspeelt in de tegenwoordige tijd.
9
René Daniëls Memoires van een vergeetal (Diptych), 1985 Olieverf op doek, 100 x 170 cm
10
11
26
Kunstenaarsbiografieën
27
Pierre-Auguste Renoir Jeune Femme Debout (Lise Trehot) (Staande jonge vrouw), 1866 Olieverf op doek, 24 x 12,8 cm
PIERRE-AUGUSTE RENOIR 1841-1919
Pierre-Auguste Renoir leert tijdens zijn kunstopleiding Claude Monet kennen. Beiden zijn van groot belang bij het ontstaan van het impressionisme. Het schilderen in de open lucht, ‘en plein air’, in plaats van in de studio gaat samen met een grotere interesse en aandacht voor kleur en licht. De losse, schetsmatige stijl met lichte kleuren en onscherpe beelden van deze stroming breekt met de academische kunst in de Franse salons. In tegenstelling tot Monet, die zich op landschappen richt, geeft Renoir er de voorkeur aan om het moderne leven in Parijs weer te geven.
28
JAN TOOROP 1858-1928
Jan Toorop L’Apparition Mystique (Mystieke verschijning), 1898 Potlood op papier, 22 x 20 cm
De in Nederlands-Indië geboren Jan Toorop verhuist op dertienjarige leeftijd naar Nederland om te studeren, maar woont ook een periode in Brussel. Daar wordt hij lid van het kunstenaarsgenootschap Les Vingt, waartoe ook James Ensor en Fernand Khnopff behoren.
Hij staat open voor vernieuwingen in de kunst en exploreert impressionisme, pointillisme, Jugendstil en symbolisme en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse modernistische kunst. Zijn werk rond 1900 bestaat vooral uit symbolistische tekeningen, waarin hij zijn zoektocht uit naar ‘het mysterie’: dat wat onkenbaar en onzichtbaar is.
29
30
< Odilon Redon La Musique (De Muziek), 1890 Houtskool op papier, 52,8 x 37,4 cm Fernand Khnopff Étude de femme (Vrouwenstudie), 1890-’92 Kleurpotlood op papier, 11 x 8 cm
ODILON REDON 1840-1916
Odilon Redon is een belangrijke representant van het symbolisme, waarbij de focus ligt op wat er zich achter de waarneembare werkelijkheid bevindt. Het uit zich in droomachtige beelden, geïnspireerd op literaire bronnen en muziek, maar ook op het onderbewuste en het bovennatuurlijke. In eerste instantie werkt Redon uitsluitend in zwart-witte tekeningen, etsen en litho’s. De werken van de Franse kunstenaar zijn bevolkt met mysterieuze werken met fantasiewezens, feeachtige figuren en monsters. Daarmee vormt hij, net als Fernand Khnopff, een grote inspiratiebron voor de latere surrealisten.
FERNAND KHNOPFF 1859-1921
Binnen de symbolistische beweging neemt de Belgische Fernand Khnopff een belangrijke rol in. Zijn portretten laten veelal geïdealiseerde voorstellingen van vrouwen zien, gebaseerd op zijn zus Marguerite, in verschillende rollen. Ze is bijvoorbeeld weergegeven als maagd en priesteres, maar ook als verleidster. De etherische voorstellingen lijken ongrijpbaar en de blik van de personen ondoorgrondelijk. Soms laat Khnopff het gezicht de complete beeldoppervlakte vullen, waarbij het kader het voorhoofd afsnijdt. Zijn werken draaien om thema’s als de onmogelijke liefde, mysterie en dromen.
31
ÉDOUARD VUILLARD 1868-1940
De intieme voorstellingen en warme kleurtonen van Édouard Vuillard hebben een verstilde sfeer en roepen op tot introspectie. Opvallend in zijn voorstellingen zijn de complexe en decoratieve patronen van de tapijten en het muurbehang, waartussen de afgebeelde personen opgaan in het interieur. Het laat de interesse zien van Vuillard in Japanse prenten. Binnen de symbolistische kunstenaarsgroep Les Nabis (Hebreeuws voor ‘profeten’) is Vuillard een prominent lid. Kenmerkend voor de groep is een decoratieve en subjectieve opvatting van kunst en een streven naar het uitdrukken van persoonlijke ervaringen, emoties en spirituele waarheden.
ADOLFO DE CAROLIS 1874–1928
Het werk van Adolfo de Carolis toont de vloeiende, elegante lijnen die typerend zijn voor art nouveau. De Carolis staat dan ook bekend als de belangrijkste vertegenwoordiger van deze beweging in Italië. Hij sluit zich in 1896 aan bij ‘In Arte Liberatas’. Deze kunstenaarsgroep zet zich af tegen de academische kunst van dat moment en verbeeldt onderwerpen als fantasie, introspectie en liefdesverlangen. De kunstenaars halen veel inspiratie uit literatuur en muziek en maken gebruik van motieven met symbolische betekenis. Als artistieke duizendpoot maakt De Carolis zowel schilderijen en houtgravures als foto’s, illustraties en glas-in-lood ontwerpen.
32
Édouard Vuillard Madame Roussel au Chiffonier (Mevrouw Rousel bij de ladenkast), ca. 1892 Olieverf op board, 30,5 x 23,2 cm > Adolfo de Carolis Donna alla Fontana – La Musa Melete (Vrouw bij de fontein – de Muse met de appel), 1899 Gouache, houtskool en potlood op papier, 168 x 147 cm
33
ALPHONSE OSBERT
CAREL DE NERÉE TOT BABBERICH 1880-1909
Kenmerkend voor Alphonse Osbert zijn de mijmerende, serene figuren die uitkijken over een idyllisch landschap, afgezet tegen het mysterieuze licht van een ondergaande zon. Het heldere, lumineuze kleurenpalet doet denken aan postimpressionistische kunst, waarbij Osbert ook pointillistische technieken toepast. Hij beperkt zich echter vooral tot blauwe, paarse, gele en groene tinten. De meditatieve en soms allegorische voorstellingen verbeelden een innerlijke wereld en sluiten aan bij de symbolistische beweging van het fin de siècle.
Tijdens zijn leven staat Carel de Nerée tot Babberich bekend als ambitieuze diplomaat en dandyfiguur in de hogere kringen van Den Haag, hoewel hij ook schildert en schrijft. Zijn fijnzinnige werken op papier tonen elegante vrouwen, gebaseerd op personen uit zijn sociale cirkel of juist zijn eigen fantasie. Ook schrijvers en kunstenaars uit Babberichs tijd voorzien hem van inspiratie, zoals Louis Couperus en Jan Toorop. Op dertigjarige leeftijd sterft Babberich aan tuberculose. Ondanks zijn korte carrière wordt hij, net als Toorop, als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het symbolisme in Nederland beschouwd.
1857-1939
34
Alphonse Osbert Dreaming by the waterside (Dromen aan de waterkant), 1900 Olieverf op doek, 46 x 30 cm > Carel de Nerée tot Babberich Studie van een vrouw bij een raam, 1901 Potlood op papier, 21 x 19,5 cm
35
Léon Spilliaert Femme au Bord de l’Eau, Pêcheur (Vrouw aan de waterkant, Visser), ca. 1907 Aquarel, inkt en krijt op papier, 41 x 51 cm
36
Jan Mankes Wit konijn, staand, 1910 Olieverf op doek op board, 17 x 13 cm
LÉON SPILLIAERT 1881-1946
Intense, sombere zelfportretten en verlaten zeegezichten bepalen het beeld van Léon Spilliaerts oeuvre. Wonend in Oostende, is het niet verrassend dat de zee een bron van inspiratie voor hem vormt. De uitgestrekte watervlakte versterkt de desolate en verstilde sfeer die zijn werken oproepen. De beklemmende en vervreemdende voorstellingen reflecteren het gevoelige karakter van de kunstenaar en zijn fascinatie voor psychologische en filosofische kwesties. Spilliaert wordt voornamelijk onder het symbolisme geschaard, maar er zijn ook surrealistische en expressionistische elementen in zijn werk aan te wijzen.
JAN MANKES 1889-1920
In tegenstelling tot veel kunstenaars laat Jan Mankes zich aan het begin van de twintigste eeuw niet beïnvloeden door de modernistische ontwikkelingen. Hij werkt in plaats daarvan in een geheel eigen stijl en bestudeert juist het impressionisme en de renaissance. Het leven om hem heen, de natuur, dieren en het Friese landschap zijn favoriete onderwerpen van de kunstenaar. Door het opbouwen van de olieverf in verschillende lagen, lijken de kleuren te gloeien en ontstaat er veel diepte in de werken. Het levert melancholische en sfeervolle beelden op, met een bijna sprookjesachtig karakter.
37
Piet Mondriaan Compositie, 1914 Olieverf op een ongebakken bord van de firma Petrus Regout & Co. (Maastricht), Ø 20,5 cm
58
César Doméla De Stijl, Compositie, 1926 Olieverf op doek, 36,6 x 30,5 cm
PIET MONDRIAAN 1872-1944
Piet Mondriaan is wereldberoemd geworden vanwege zijn rol bij het ontstaan van kunstbeweging De Stijl en zijn herkenbare beeldtaal. Nadat hij achtereenvolgens heeft gewerkt in impressionistische, symbolistische en luministische stijl, kiest hij radicaal voor de abstractie. Daarmee begint hij in 1912, wanneer hij verhuist naar Parijs, waar zich avant-gardistische kunstenaars bevinden, als Pablo Picasso en Robert Delaunay. In deze periode probeert Mondriaan tot een, volgens zijn eigen woorden, ‘innerlijk verdiept beeld’ te komen. In eerste instantie abstraheert hij nog herkenbare motieven. Rond 1913 laat Mondriaan de zichtbare werkelijkheid definitief los en maakt hij zijn eerste volledig abstracte werken.
CÉSAR DOMÉLA 1900-1993
Autodidact César Doméla reist op jonge leeftijd naar Italië en Zwitserland en komt daar in contact met avant-gardistische kunstenaars. Hij begint te werken in een kubistische stijl, die al snel steeds meer abstraherend wordt. In 1924 treedt hij, als jongste lid, toe tot de kunstenaarsbeweging De Stijl. Doméla raakt goed bevriend met Piet Mondriaan en Theo van Doesburg en hun werk uit deze periode toont grote overeenkomsten. In Mondriaans kunstopvattingen is geen plaats voor diagonale lijnen. In het werk van Doméla zijn deze juist wel te vinden.
59
60
< Bart van der Leck Compositie, ca. 1923 Potlood en aquarel op papier, 33 x 29 cm Peter Alma Paysage (Landschap), 1918 Olieverf op doek, 38 x 43 cm
BART VAN DER LECK
PETER ALMA
Bart van der Leck begint zijn kunstenaarscarrière met het maken van glasin-loodramen. De hiervoor kenmerkende omlijnde vormen en heldere kleuren zijn ook te herkennen in zijn andere werk. Vanaf 1910 werkt Van der Leck steeds abstracter. Hij leert Piet Mondriaan en Theo van Doesburg kennen en richt met hen De Stijl beweging op. Zijn betrokkenheid hierbij is echter maar van korte duur. Na enige tijd volledig abstract te hebben gewerkt, kiest Van der Leck ervoor om herkenbare figuren te verbeelden, opgebouwd uit geometrische vlakjes, uitgevoerd in primaire kleuren.
Tijdens hun studie in Parijs ontmoeten Peter Alma en Piet Mondriaan elkaar. Ze raken bevriend en werken in hetzelfde atelier. Terug in Nederland vestigt Alma zich in Laren, waar ook Bart van der Leck en Piet Mondriaan (in de periode 19151919) wonen. Door het contact met beide kunstenaars sluit de beeldtaal van Alma aan op die van De Stijl. Alma kan zich echter niet vinden in de verregaande abstractie, waardoor voor hem de maatschappelijke betrokkenheid verloren gaat. Hij interesseert zich in het com munistische gedachtengoed en wil zijn kunst ten doel van de samenleving stellen. Daartoe blijft Alma figuratief werk maken, opgebouwd uit heldere, gestileerde vormen.
1876-1958
1886-1969
61
László Moholy-Nagy Composition (Compositie), ca. 1921-'23 Gouache en potlood op papier, 45,4 x 37,8 cm
LÁSZLÓ MOHOLY-NAGY 1895-1946
De veelzijdige Hongaarse kunstenaar László Moholy-Nagy werkt als schilder, fotograaf en schrijver en interesseert zich ook voor typografie en grafische vormgeving. Het modernistische gedachtengoed van Dada en het Russische constructivisme inspireert hem om zelf ook abstract werk te maken, met geometrische vormen en strakke lijnen. Voor Moholy-Nagy heeft kunst een verbeterend effect op de maatschappij. Tegelijkertijd kan de mens in zijn visie zich alleen ontwikkelen door de nieuwste technologieën te omarmen. Het werk van Moholy-Nagy is dan ook een reactie op de steeds snellere technologische vooruitgang.
WOBBE ALKEMA 1900-1948
Wobbe Alkema woont en werkt het grootste deel van zijn leven in Groningen. Na kennisneming van het constructivisme krijgen abstractie en meetkundige vormen in zijn werk de overhand. Ondanks de strakke geometrische vormen, bezitten de werken van Alkema een zekere emotionaliteit, die wordt versterkt door de keuze voor warme kleuren. De constructivistische stijl is voor Alkema een manier om dieper tot de eigen ziel en de essentie van dingen door te dringen. Alkema vindt een gelijkgestemde kunstenaar in Carel Willink, met wie hij in de jaren twintig per brief correspondeert.
62
Wobbe Alkema Symmetrische compositie, 1924 Olieverf op doek, 68 x 68 cm
63