Johan Ekkel &
Jonn van Zuthem
Carbidschieten en andere oudejaarstradities
Johan Ekkel & Jonn van Zuthem
Waanders Uitgevers, Zwolle
Mut kunn’n?
I
k was wel wat gewend. Een goede
cabidschieten een veilig en verantwoord volksfeest te
dere hemel, letterlijk, kon ik in mijn
ging aan te geven.
dreun of een donderslag bij hel-
Friese jeugd al vroeg waarderen.
maken. Aan mij en vele anderen de taak om hier opvolEen veilig en verantwoord volksfeest moet het blij-
Het liefst gevolgd door een lichte trilling
ven. Hier, maar ook in de rest van Noordoost-Nederland.
effect niet alleen te horen, maar ook te
beleid vastgesteld. We hebben waardering voor de tra-
en wapperende broekspijpen om het
voelen. De geur, de dreun en de spanning. Daaromheen was er de gezellig-
heid, de ontmoeting en de opluchting. Alles kwam daar
aan de rand van mijn geboortestadje Bolsward samen en voort uit dat ene stukje carbid in die oude melkbus. Ik was gewaarschuwd. De stad Kampen en haar
ommeland waren befaamd en berucht. Een stad met
een roemrijk verleden. Onder meer als handelsstad, als
garnizoensstad, en – tot voor kort – als theologische universiteitsstad. Er was mij nog een titel bekend voor deze
bijzondere stad en haar inwoners. Kampen, de officieuze
De gemeenteraad van Kampen heeft hiervoor lokaal
ditie, maar doen ook ons best om veiligheid te vergroten en overlast voor omwonenden en dieren te voorkomen
en te beperken. De organisatie van het carbidschieten is
ondertussen steeds professioneler geworden. Daardoor is zowel de Drentse variant als ook de Kamper variant
van het carbid- of melkbusschieten door UNESCO tot
immaterieel erfgoed verheven. Dit is een compliment en
bevestiging van de goede weg die mensen achter onder
meer de BOCK (Bewust Oplettende Carbid Knaller)-campagne en het Schuttersgilde Kampen zijn ingeslagen.
Ik wil de auteurs Johan Ekkel en Jonn van Zuthem,
carbidhoofstad van Nederland, waar het op oudejaars-
beeldredactrice Beau Voerman en Waanders Uitgevers
maar is als een feest. Een volksfeest waar veel mensen
en unieke boek. Niet alleen de luidruchtige jaarwisse-
dag in de stad en haar woonwijken klinkt als een oorlog, van genieten. Dat dit niet altijd zo geweest is en ook niet vanzelfsprekend is, laat dit bijzondere boek zien.
Zomer 2021. Een lang gekoesterde wens van mij
kwam in vervulling. Van deze stad en haar prachtige
dorpen mocht ik burgemeester worden. Vooraf wist ik
wat de vraag zou worden van veel inwoners. En jawel. Het werd zelfs de meest gestelde vraag van dat najaar. ‘Gaat de nieuwe burgemeester ook op de melkbus zitten?’
Mijn goede voorganger, burgemeester Bort Koelewijn,
had het pad geëffend. Samen met de lokale vrijwilligers van het Schuttersgilde, de politie, welzijn en andere
betrokkenen was het hem gelukt om van dat unieke
4
hartelijk danken voor de totstandkoming van dit mooie lingen in Kampen en omgeving worden getoond en
beschreven, ook het carbidschieten en de andere oudejaarstradities elders in Noordoost-Nederland passeren
de revue. Mut kunn’n? Jazeker! Melkbusschieten is niet alleen folklore en een unieke Nederlandse plattelandsgeschiedenis, maar ook een feest van deze tijd voor
boeren, burgers en buitenlui. En ja, ook voor burgemeesters!
Sander de Rouwe
Burgemeester Kampen
Inhoud 4
Voorwoord van Sander de Rouwe
6
‘Mut kunn’n’, een inleidend woord
13
Carbidschieten en andere Noord- en Oost-Nederlandse oudejaarstraditites
32
Een traditie in ontwikkeling: een chronologisch overzicht
43
Kort na de oorlog
32 45 46 53 56 62 65 81 86 87 91 94 99
103 106 112 116
De vooroorlogse jaren
De jaren vijftig, toenemende ongehoorzaamheid Niets nieuws onder de zon
De jaren zestig, aanloop naar escalatie
Ontwikkeling oud-en-nieuwviering in IJsselmuiden Afrekencultuur
De jaren zeventig, de jaarwisseling ontspoort
De jaren tachtig, de geweldspiraal doorbroken De jaren negentig, toenemende overlast Beleid onder spanning
Zoeken naar effectief beleid De traditie verandert
De periode Koelewijn, op naar de dialoog
Meerjarenplan, hoe verder met de jaarwisseling? Schieten op locatie
Coronamaatregelen
Tussenbalans: voortdurend zoeken naar de beste remedie
120
Het heden en de nabije toekomst
124
Regelgeving
120 128 132 136 138 138 142
Gescheiden leefwerelden Bijzondere status
Nieuwe ontwikkelingen
Carbidclubs en kampioenschappen ‘Een echte Bock heeft ballen’
‘Onderzoek alles, behoud het goede’ Verantwoording en geraadpleegde bronnen
‘Mut kunn’n’, een inleidend woord
W
ie niet bekend is met ‘carbidschieten’
water gebruikt. Na de knal moet de bus worden leegge-
met carbid tot ontploffing gebrachte
carbid worden geklopt – vandaar de witte plekken op
(de algemene verzamelnaam voor alle voorwerpen: van (melk)bussen tot
en met grote tanks) schrikt zich rot als dat fenomeen
voor het eerst van nabij wordt gadegeslagen. De knal is
gooid. Het witte residu moet vervolgens van de stukjes
veel carbidschietlocaties – en het voorbereidingsritueel kan worden herhaald.
namelijk oorverdovend hard en er komt behoorlijk veel
Voor zover men zich kan herinneren gaat de
carbid heeft ‘de schutter’ een aantal zaken nodig: carbid
‘melkbusse skietn': carbid wordt tot ontploffing ge-
vuur en rook bij vrij. Voor het tot ontploffing brengen van
oud-en-nieuwviering in Kampen gepaard met het
– in het verdere verloop van dit boek wordt de oorsprong
bracht in een melkbus, wat tot een enorme knal leidt.
beschreven –, water, een afsluitbare bus (in de meeste
Kamper identiteit. In Kampen wordt nog altijd binnen de
van deze verbinding van calcium en koolstof nader
gevallen een melkbus) met in de bodem een klein gaatje (vaak met een doorsnee van 3 mm) en een ontstekingsmechanisme, zoals een aansteker of een gasbrander. Iedere ervaren schutter heeft een eigen wijze van
voorbereiden en velen zijn ervan overtuigd dat zijn (of
haar) methode de beste is. Op de site van de Melkbus-
shop.nl, een online-winkel in carbidschiet-benodigdhe-
Dit fenomeen is onmiskenbaar een onderdeel van de
bebouwde kom geschoten. Niet alleen op open plaatsen waar ruimte is, zoals op grasvelden en parkeerplaatsen, nee in bepaalde gedeelten van de gemeente, zoals op
de Noordweg in de volkswijk Brunnepe, ook midden op
straat. De laatste jaren zijn er locaties aangewezen waar geschoten mag worden – daarvoor was decennialang
feitelijk de hele stad op oudejaarsdag één groot schiet-
den, wordt in een speciaal ontworpen ‘Carbid Schieten
terrein.
carbid en 60 ml water geadviseerd. In de afgesloten
en Oost-Nederland, waarvan het gros inmiddels met
enige tijd – na minimaal twintig seconden en maximaal
nog altijd de stalen melkbusdeksels. Aan die deksels
Handleiding’ een mix van ongeveer tweehonderd gram bus ontstaat door het mengsel van carbid en water na
twee minuten wachten – een zeer ontplofbaar gas. Door dit gas via het kleine gaatje in de bodem (of elders aan de onderzijde) van de bus te ontsteken, ontstaat er
een ontploffing. De bovenkant van de bus (dat kan een
deksel, maar ook een bal zijn) vliegt er vervolgens in een
noodvaart vanaf. Is er geen harde knal, maar slechts een zachte plof, dan is er (nog) te weinig gasontwikkeling
geweest. Komt er geen knal, maar vooral een steekvlam, dan is er te veel gasontwikkeling geweest of is er te veel
6
In tegenstelling tot de meeste schutters in Noord-
plastic ballen schiet, gebruiken de Kamper schutters wordt vaak een oude spijkerbroek of oude lap geknoopt,
dit vooral omdat de deksel dan niet alle kanten uitspringt en de schutter anders te ver moet lopen om de weggeschoten deksel weer op te halen. In Kampen zitten de
schutters doorgaans ‘met de konte op de busse’, met
andere woorden: zij gaan achterstevoren op de melkbus zitten en houden een vuurtje (vaak een aansteker) bij het gaatje in de bodem van de bus waardoor het gas
wordt ontstoken. Ook wordt de melkbus door de meest
Carbidschieten volgens de Kamper methode. Dus met een stalen deksel. Tekening: Frank de Wit
stoere schutters wel vanaf de schouder of vanonder
beste wensen. Met de gedachte van leven en laten leven:
flinke lichaamskracht vereist. De kracht van de explosie
voor de bijzondere titel van dit boek.
de arm ontstoken, hetgeen niet alleen durf maar ook
is namelijk onvoorstelbaar groot en het geluid werkelijk
‘Mut kunn’n’. Die veelgehoorde reactie is de aanleiding De ontwikkeling van het carbidschieten in Kampen
oorverdovend. Inmiddels dragen verstandige schutters
vormt in dit boek de leidraad voor de beschrijving van
Vreemd genoeg is dit fenomeen niet in de in 2010
Noord- en Oost-Nederland voorkomt. Daarvoor is onder
gehoorbescherming.
opgestelde Canon van Kampen opgenomen. Dat heeft
wellicht ook te maken met de negatieve randverschijnselen die er decennialang mee gepaard gingen. Melkbusschieten is bovendien geen hoge cultuur, integendeel,
het is een onderdeel van de volkscultuur. Een cultuur met niet zelden ruwe en rauwe kanten. De melkbusschiettraditie wordt door een aanzienlijk deel van de Kamper be-
volking jaarlijks al weken van tevoren met angst en beven tegemoetgezien. Zoals een vrouw uit Brunnepe een tijdje geleden verzuchtte: ‘binnenkort begint die ellende weer’. Op de vraag of zij het carbidschieten niet liever wilde
verbieden, antwoordde zij resoluut in plat Kampers: ‘Bi-j gek. Een keer in et jöör eurt ‘t d’r gewoonweg bi’j.’ Het
gedreun van de melkbussen hoort in Kampen bij de jaarwisseling als oliebollen, de oudejaarsconference en de
deze bijzondere plattelandstraditie die met name in
meer gebruikgemaakt van de verslagen uit het archief
van de Gemeentepolitie Kampen. Vanaf de jaren dertig werden vrijwel alle incidenten en acties nauwkeurig
vastgelegd. Ook hebben we de meest tot de verbeelding sprekende ooggetuigenverslagen opgenomen. Het gros van het (bronnen-) materiaal komt echter uit krantenbe-
richten. Hierin werd zowel van de zijde van de ordehandhavers als ook die van de melkbusschutters en de op
sensatiebeluste ‘toeschouwers’ over de schermutselingen rond de jaarwisseling bericht. De schrijvende pers was misschien niet altijd de meest betrouwbare bron
– niet zelden was de berichtgeving enigszins gekleurd – maar wel de meest constante. Voor de leesbaarheid is
ervoor gekozen de vindplaats van de bronnen in de tekst weer te geven en niet in verwijzende noten. Op het eind
7
Carbidschieten volgens de richtlijnen van de Bock- (‘Bewust Oplettende Carbid Knaller’) campagne. Dus met een plastic bal. Tekening: Frank de Wit
van het boek is wel een lijst met geraadpleegde archie-
oppassen was waar je liep. Van alle kanten werd er met
Spannende verhalen zijn er meer dan voldoende,
de acties van de aanstormende Mobiele Eenheid (ME),
ven, literatuur, kranten en overige bronnen opgenomen. helaas is er tot pakweg de jaren negentig relatief weinig fotomateriaal. Oproepen om beeldmateriaal aan te
carbid (en vuurwerk) geschoten. Nog gevaarlijker waren waarvoor de meesten het op een lopen zetten.
De auteurs van dit boek – de neven Johan Ekkel en
leveren hebben helaas weinig tot niets opgeleverd.
Jonn van Zuthem – hebben sterke wortels in Kampen.
binnen een oogwenk foto’s en filmpjes worden gemaakt,
Samen hebben zij al het nodige over de lotgevallen
Tegenwoordig heeft iedereen een mobieltje waarmee die vervolgens via de sociale media worden gedeeld.
Als men vroeger al een fotocamera bezat, dan werden er vooral vakantiekiekjes en foto’s van verjaardagen
mee gemaakt en zeker niet van het middernachtelijke
melkbusschieten. Ook omdat het op straat voortdurend
8
Vele generaties voorouders woonden en werkten er.
van die voorouders geschreven. Johan Ekkel (1963) is
politiechef in de regio IJsselland. Tot voor kort leidde hij de basisteams van de gemeenten Kampen, Zwartewa-
terland, Steenwijkerland en Staphorst – alle gemeenten
waar het carbidschieten fanatiek wordt beoefend – sinds
een 2022 doet hij dat in de gemeente Zwolle. Johan
digheid en het daarmee samenhangende vandalisme.
en Zwolle. Ook is hij de auteur van het boek Steeds ge-
worsteling van bestuurders en ordehandhavers wordt
1993). Dr. Jonn van Zuthem (1967) is zelfstandig his-
keken naar het heden en de nabije toekomst van het
heeft geschreven over archeologie in Kampen, Hasselt trouw, de Kamper politie door de eeuwen heen (Kampen toricus. Hij heeft tal van regionale studies op zijn naam
staan, waaronder het onlangs gepubliceerde Verhaal van Gelderland waarin hij het hoofdstuk over de negentiende eeuw voor zijn rekening nam. Al zijn eerder en recent
werk staan vermeld op zijn site www.jonnvanzuthem.
nl. De eveneens uit Kampen afkomstige Beau Voerman, die aan de AKI ArtEZ University of the Arts in Enschede
heeft gestudeerd, heeft een groot deel van de beeldre-
Na een tussenbalans, waarin de voortdurende
geduid, wordt in het derde en laatste hoofdstuk ge-
carbidschieten. De auteurs, die al een tijdje bezig zijn met het beschrijven van het fenomeen, worden de
laatste jaarwisselingen door de landelijke pers niet alleen gevraagd naar de oorsprong en de verspreiding ervan,
maar nadrukkelijk ook naar de tegenwoordige ontwikkelingen en de handhaving in de verschillende Noord- en Oost-Nederlandse veiligheidsregio’s.
Carbidschieten is de laatste jaren steeds meer een
actie voor haar rekening genomen.
sociaal gebeuren geworden. Gezelligheid en saamhorig-
oudejaarstradities’ wordt de ontwikkeling van de oude-
is er in toenemende mate aandacht voor veiligheidsas-
In het eerste hoofdstuk ‘Carbidschieten en andere
jaarsviering beschreven. Al bij de oude Germanen stond de jaarwisseling in het teken van het maken van een
hoop kabaal. Later werd tijdens het zogeheten ‘Nieuw-
jaarschieten’, waarbij de drank rijkelijk vloeide, zelfs met
vuurwapens geschoten. Ook toen al werden er, zeker op het Noord- en Oost-Nederlandse platteland, tijdens de jaarwisseling oude rekeningen vereffend. Hier was ook
lange tijd het zogeheten ‘slepen’ in zwang en kende men tal van vaste rituelen zoals het ‘Nieuwjaarszingen’ en het eten van Nieuwjaarskoeken (‘kniepertjes’).
In het tweede hoofdstuk ‘Een traditie in ontwikkeling’
heid is voorop te komen staan. Onder de carbidschutters pecten, zoals het dragen van gehoorbescherming en
het geven van voorlichting over hoe bewust oplettend
met carbid te knallen. Bovendien maken schuttersgilden en carbidclubs, gemeentelijke bestuurders en politie
steeds vaker afspraken, zodat zo min mogelijk overlast wordt veroorzaakt. Mits in goede banen geleid, kan dit
immaterieel erfgoed nog lang blijven voortbestaan. Wat
er in de nabije toekomst met de carbidschiettraditie gaat gebeuren, dat is mede een zaak van de landelijke en de lokale politiek.
De auteurs zijn zich ervan bewust dat ze een ver-
wordt de ontwikkelingsgang van het fenomeen car-
haal hebben geschreven over een traditie die niet door
beschreven. In Kampen weken de oudejaarstradities
mensen – ook inwoners van de traditionele carbidregio’s
bidschieten vanaf de jaren na de Eerste Wereldoorlog rond de jaarwisseling op sommige punten echt fundamenteel af van die in andere Noord- en Oost-Neder-
landse regio’s, die ook veelvuldig in dit boek de revue
zullen passeren. Op veel vlakken vertoonden zij echter overeenkomsten, niet in het minst door de pogingen
van bestuurders en ordehandhavers de oudejaarsnacht niet uit de hand te laten lopen. Het verhaal over de
viering van oud en nieuw, en in de zelfverklaarde car-
bidschiet-hoofdstad Kampen in het bijzonder, was er
lange tijd één van afrekening, dronkenschap en opstan-
‘Mut kunn’n’, een inleidend woord
iedereen wordt omarmd. Integendeel, behoorlijk veel
– zijn absoluut tegenstander van de vrijheid en de ruimte die de schutters krijgen. De auteurs, zelf geen beoefenaren en ook geen uitgesproken liefhebbers of voor-
standers van het carbidschieten, hebben vooral grote
interesse voor de regionale facetten van deze en andere oudejaarstradities. Zij realiseren zich heel goed niet het complete verhaal te hebben geschreven, maar slechts een deel ervan. Wel zijn zij blij als een van de eersten
deze bijzondere Noord- en Oost-Nederlandse traditie op schrift te hebben mogen stellen.
9
In Kampen worden de laatste jaren met melkbussen steeds vaker piramides gebouwd. Deze foto werd eind 2015 gemaakt in de wijk Brunnepe. Foto: Freddy Schinkel
10
11
Deze prent van de man met de vuurpijl, die eind zeventiende eeuw is gemaakt, is van de Haarlemse kunstenaar Cornelis Dusart. Collectie Rijksmuseum Amsterdam
12
Carbidschieten en andere Noord- en Oost-Nederlandse oudejaarstradities
I
n de jaren zeventig van de twintigste eeuw was
vernielingen. En zo zou ik nog wel uren door kunnen gaan
de jaarwisseling. Het Overijsselse provinciestadje
de raad. U moet dit gebeuren niet als een traditie zien.
Kampen het toneel van hevige onlusten rondom werd in die jaren in de nieuwsberichten steevast
met schrijven. Wat ik U wil vragen, het eens te bespreken in
genoemd in de rij van steden – met name Den Haag
Niet zonder reden werd de brief afgesloten met de
jaarsnacht onrustig was geweest. In de politierapporten
Want ook toen al werd het argument dat het een traditie
en Amsterdam – waar het in de voorafgaande oude-
werd in dat kader zelfs geschreven over de ‛Nacht van
Kampen′. Het Kamper politiekorps moest ondersteund worden door tientallen collega’s uit onder meer Zwolle,
woorden: ‘U moet dit gebeuren niet als een traditie zien’. betrof regelmatig als reden gebruikt om kritiek op het fenomeen te ontkrachten.
‘Traditie’ komt van het Latijnse werkwoord ‘trádere’, dat
Deventer en Enschede. Menig Kampenaar van boven
overleveren betekent. Het is naar verluidt, leve Wikipedia:
draaiers en meelopers enerzijds en de politie ander-
een gebruik of gewoonte die van de ene generatie op de
altijd prat op zelf in de voorste linie te hebben ‛mee
stand houden van de maatschappelijke stabiliteit. Tradities
de vijftig jaar kan zich de veldslagen tussen de rad
zijds nog levendig herinneren. Sommigen gaan er nog gestreden′...
Voor het gros van de Kampenaren was in die tijd de
oudejaarsavond door de climax van geweld al lang geen feest meer. In de wijk Brunnepe en het noordelijk deel van de Kamper binnenstad kon je met goed fatsoen
andere wordt doorgegeven. De functie hiervan is het in
kunnen als waardevol worden beschouwd en boven alle
kritiek verheven, maar ook als conservatisme dat remmend werkt op de vooruitgang. Hoewel tradities statisch kunnen lijken, veranderen en vernieuwen deze voortdurend.
de straat niet meer op. In een ingezonden brief aan
Ondanks de toevoeging dat tradities ook remmend
bewoner van de Buitenkade om aandacht voor de
connotatie. Zij vormen voor velen namelijk een (vast)
de gemeenteraad vroeg begin november 1975 een overlast. De briefschrijver – hij of zij ondertekende wel,
maar zijn/haar naam is niet te ontcijferen – verwoordde het zonneklaar:
Iedereen heeft een gezellige jaarwisseling maar in deze buurt is het altijd een grote rotzooi. Sommige mensen die bij ons op visite komen, krijgen een klap van een
kunnen werken, hebben ze doorgaans een positieve
onderdeel van de identiteit. Niet voor niets worden de
rituelen rondom de jaarwisseling ook altijd meegenomen in de beschrijvingen van Nederlandse (volks-) gebruiken. Naast tal van tradities bij de geboorte, het huwelijk en de dood en feesten als carnaval en sinterklaas, is de oud-
en-nieuwviering een van de hoogtepunten van het jaar. Over onze wijze van feestvieren en tal van volks
rondzwevende knuppel als ze weer weggaan. De kinderen
gebruiken heeft historicus en volkskundige Gerard
omdat ze er niet door durven. De auto’s van de bewoners
daarbij behorende rituelen vormen volgens hem een
van een ziek te bed liggende buurvrouw kunnen niet komen welke op het parkeerterrein staan, staan steeds bloot aan
Rooijakkers zich veelvuldig gebogen. Feesten en de
contrast met het dagelijks leven. Daarbij bestaat het
13
gevaar dat men, of beter gesteld: de groep die eraan
maar ook kleinere plaatsen als Heerenveen, Drachten,
belangrijk dat organisatoren van feesten geacht worden
– dorpen waar tegenwoordig de oud-en-nieuwviering
deelneemt, uit de band dreigt te springen. Daarom is het ‘zich binnen de grenzen van de wet te gedragen’. Veel rituelen rond vieringen zijn in de loop van de tijd dan
ook gedisciplineerd, bijvoorbeeld – zoals we zo dadelijk
Emmen en Hoogeveen en dorpen als Kollum en Anjum nog vaak onrustig verloopt – spanden de kroon in de nieuwsberichten.
Waar komt dat toch vandaan, die geweldsuitbarsting
nog zullen zien – het rondom de jaarwisseling lossen
bij de jaarwisseling? De periode van oud en nieuw is er
samenleving’, aldus Rooijakkers in een artikel uit het jaar
Germaanse voorouders, die nog geen kalender kenden,
van vreugdeschoten met vuurwapens. ‘In de huidige
2000, geeft de viering van oud en nieuw aanleiding ‘tot
het uitdagen van het gezag en het tijdelijk verleggen van grenzen met baldadig vermaak’.
‘Uitdagen’ en ‘baldadigheid’ zijn echter verschijnselen
die zich al veel langer dan de tegenwoordige tijd bij de
oud-en-nieuwviering hebben geopenbaard. In de bijna meer dan honderd jaar oude Kamper carbidschiet-
‘traditie’ zijn het in ieder geval telkens terugkerende
termen. Het met deksels van melkbussen moedwillig kapotschieten van winkelruiten; het bedreigen van buurtbewoners die klaagden over het geknal; het
voortdurend de confrontatie zoeken met de politie door de schutters en grote groepen meelopers en de daaruit voortvloeiende gewelddadige acties van de Mobiele Eenheid, dat alles kun je zeker geen zaken noemen
die de maatschappelijke stabiliteit in stand hielden.
altijd een geweest van licht en geluid. Onze heidense
verdreven al tijdens het midwinterfeest van de Twaalf Nachten (het zogeheten ‘Joel’) met een hoop kabaal de kwade geesten. Ondanks latere pogingen van de
kerkelijke autoriteiten om deze luidruchtige viering in te bedden in de kerkelijke traditie, zoals dat met het
begin (Kerstmis) en het einde (Driekoningen) van die
periode aan het einde van het jaar wel is gebeurd, is de overgang van het oude naar het nieuwe jaar altijd een wereldlijk en dus enigszins losbandig feest gebleven.
Ook de Reformatie bracht daar geen verandering in. Het in ons land dominant geworden calvinisme was in naam
misschien wel streng – menig dominee riep voortdurend
het kerkvolk op zich niet in te laten met losbandigheid en (wereldse) geneugten – de praktijk was anders; er werd vooral gedoogd.
De door de katholieke kerk in de kerkelijke kalender
Integendeel, het stelde de verhoudingen in de Kamper
opgenomen feestdagen als Driekoningen, Vastenavond
briefschrijver het stelde: ‘Iedereen heeft een gezellige
leer gevierd worden. Dit tot ergernis van de hervormde
samenleving ieder jaar weer op de proef. Zoals de
jaarwisseling maar in deze buurt is het altijd een grote rotzooi.’
Nu was Kampen, in het bijzonder Brunnepe, daarin
zeker geen uitzondering. Meer plaatsen hadden een
beruchte naam waar het de oud-en-nieuwviering betrof. Den Haag, waar het in sommige wijken ieder jaar raak
was, bleek wat dat betreft de absolute koploper, maar ‘de provincie’ deed er wat betreft gewelddadigheden
en Sint Jan bleven ook door aanhangers van de nieuwe kerkenraden. Al deze feesten stonden volgens veel
dominees en ouderlingen namelijk bol van ‘dertelheyt (uitbundigheid), superstitie (bijgeloof) ende afgoderij’,
zij onteerden ‘Gods kerk’ en de ‘christelijke reformatie’. Het liefst hadden de calvinistische kerkbestuurders alle feestdagen die niet op een zondag vielen, kerst
uitgezonderd, afgeschaft of anders alleen gevierd als er een extra kerkdienst aan werd gekoppeld. In veel
en vernielingen zeker niet voor onder. De lijst met
kerken werd daarom op oudejaarsavond een kerkdienst
aanzienlijk. Niet zelden waren dat overigens Noord-
waarin Gods eeuwigheid en de vergankelijkheid van de
gemeenten waar de politie hard moest optreden is
Nederlandse plaatsen. Stad Groningen, Leeuwarden,
14
gehouden. Steevast werd dan Psalm 90 gezongen mens centraal staat.
In de zeventiende eeuw werd in de calvinistische
de gegoede burgerij. Het geknal leidde, zo schreven de
luid gezang en met het schieten met musketten en de
van craemfrouwen, verscheyden crancken, olde ende
Republiek de jaarwisseling gevierd met een hoop drank, vergelijkbare, kleinere en lichtere roers. In Amsterdam
hadden de rijkere inwoners daarvoor naar verluidt zelfs
‘een kanonnetje’ op zolder staan. Ook in Kampen werd in
die tijd, ook hier tot grote ergernis van het stadsbestuur, tijdens de oudejaarsnacht met dergelijke vuurwapens
geschoten. Ook de wacht, dienaren van de overheid nota bene, maakte zich schuldig aan het veroorzaken van
luide knallen en dan niet zelden ook nog voor de deur van
Kamper stadsbestuurders eind 1626, ‘tot verstueringe swacke personen’. Herhaaldelijk waarschuwden zij
zowel de burgers, de overige inwoners en de in de stad gelegerde soldaten dit schieten achterwege te laten.
Zo niet, dan zouden hun wapens worden ingenomen en zouden zij verder vervolgd worden.
In de achttiende eeuw vond de feestcultuur nog
altijd op straat plaats. Hoogtepunten waren de jaarlijkse kermissen, waar niet alleen veel werd gedronken maar
Het mysterieuze leven van onze Germaanse voorouders is vaak inspiratie geweest voor tal van schilderijen. Deze ‘Germaanse offerscène’ werd in 1616 gemaakt door Simon Frisius. Collectie Rijksmuseum Amsterdam
Carbidschieten en andere Noord - en Oost-Nederlandse oudejaarstradities
15
Deze musket, gemaakt van ijzer, hout en messing, stamt uit het derde kwart van de zeventiende eeuw. Het vuurwapen is in totaal 166 cm lang. Collectie Rijksmuseum Amsterdam
– mede daardoor – ook enorm veel werd geknokt. Niet
zij niet veel, of juist daarom wél veel te verliezen. Als
getrokken waarbij geregeld doden vielen. Zinloos
voor nodig om het volk op de barricaden te krijgen.
zelden, zeker op het platteland, werden er ook messen geweld kwam toen verhoudingsgewijs vaker voor dan tegenwoordig. De meeste mensen waren toentertijd dagloners die letterlijk dagelijks hun strijd om het
bestaan moesten voeren. In materieel opzicht hadden
bepaalde ‘rechten’ werden bedreigd, was er niet veel Zo leidde in Coevorden eind december 1770 een
plotseling uitgevaardigd verbod tot het uitdelen van
Nieuwjaarskoeken tot een ware opstand, het zogeheten ‘IJzerkoekenoproer’.
Lithografie van het IJzerkoekenoproer in Coevorden in 1770. Gemaakt, ergens tussen 1819 en 1845, door de Dordtenaar Hilmar Johannes Backer. Collectie Rijksmuseum Amsterdam
16
Niet alleen op zondagen, maar ook tijdens vieringen zoals oud en nieuw, werden er kerkdiensten gehouden. Deze lithografie, gemaakt tussen 1837 en 1853, is van Carel C.A. Last. Collectie Rijksmuseum Amsterdam
Carbidschieten en andere Noord - en Oost-Nederlandse oudejaarstradities
17
Vreugdevuren en vuurwerk bij de viering van de Vrede van Breda, 1667. De maker is niet bekend. Collectie Rijksmuseum Amsterdam
Terzijde
Nieuwjaarsrolletjes, een voor grote delen van Noordoost-Nederland al generatielang zeer vertrouwd tafereel. Ze horen bij het nieuwe jaar zoals gedichten en pakjesavond bij Sinterklaas. Foto: Folklore dansgroep De Iesselschotsers, Steenderen
Nog altijd zijn de ‘kniepertjes’ – wafeltjes die in een
zich immers ontvouwd – en na twaalven opgerold gege-
taalgebied (ook aan de Duitse kant van de grens) een
worden ze ook wel ‘Nieuwjaarsrolletjes’ genoemd. Vaak
knijpijzer hard worden gebakken – in het Nedersaksisch vast bestanddeel rondom de viering van oud en nieuw.
Traditioneel worden ze voor twaalven plat – het jaar heeft
20
ten. Maar die verschillen zijn streekgebonden. Opgerold
zit er dan slagroom of een ander melkproduct als vulling in. In het Platduits heten ze Rullerkes of Krüllkoken.