In Willem van Oranje in brieven kijken we mee over Oranjes schouder. Aan de hand van veertig brieven volgen we hem in 1572, een keerpunt in de Nederlandse geschiedenis. Op 1 april in dat jaar nemen de Watergeuzen bij toeval Den Briel. Terwijl in het westen en noorden steeds meer steden en gewesten zich (noodgedwongen) aansluiten bij zijn opstand, proberen Oranjes legers steun af te dwingen in het oosten en zuiden.
De Opstand in 1572
De strijd die in april 1572 met verrassend succes begint, lijkt aan het einde van het jaar vrijwel hopeloos. De brieven, ingeleid door experts, laten zien hoe Oranje probeert Nederlanders voor zich te winnen en misstanden aan de kaak te stellen. De weg naar vrijheid en verdraagzaamheid blijkt weerbarstiger dan de prins had gehoopt.
Willem van Oranje in brieven
Willem van Oranje is een brievenschrijver. Hij zoekt steun, onderhandelt, geeft orders. Hij pleit voor vrijheid en verdraagzaamheid. En hij probeert met zijn brieven voor- en tegenstanders te overtuigen dat hij het goede doet voor inwoners van de Nederlanden. Soms gaat dat goed, soms zijn de gevolgen niet te overzien.
Willem van Oranje in brieven
marianne eekhout ineke huysman henk van nierop judith pollmann johan visser
( red )
De Opstand in 1572
Willem van Oranje in brieven De Opstand in 1572
Redactie: marianne eekhout ineke huysman henk van nierop judith pollmann johan visser
Waanders Uitgevers, Zwolle
Jos Wienen Voorzitter Samenwerkingsverband 1572-gemeenten
Voorwoord
Vanaf 2022 besteden een veertigtal gemeenten uit heel Nederland aandacht aan het project Geboorte van Nederland. Als Samenwerkingsverband 1572-gemeenten (SW 1572) zetten zij zich in voor een herdenking en actualisering van de jaren 1572 tot 1574. In de geschiedenis van ons land nemen deze jaren een bijzondere plaats in. Met de inname van Den Briel door de watergeuzen op 1 april 1572 en de overgang van tal van andere plaatsen naar Willem van Oranje begon feitelijk een nieuwe bestuurlijke structuur die na een heftige burgeroorlog uitmondde in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Willem van Oranje in brieven. De Opstand in 1572 zit vol met spanning over gevechten, wisselende kansen, successen en mislukkingen, terechtstellingen en moordpartijen. Het geeft een bijzondere, chronologische kijk op het jaar 1572 door de ogen van Willem van Oranje. Onvermoeibaar dirigeerde hij, reageerde hij, probeerde bondgenoten te vinden, worstelde met mede- en tegenstanders en streefde ernaar verschillende groepen te laten samenwerken. Laat u meenemen door de hertaalde, authentieke brieven van toen uit het heetst van de strijd, ingeleid en becommentarieerd door historici van vandaag. Achter de daden en gebeurtenissen uit 1572 schuilen maatschappelijke vragen die nog steeds spelen. Nieuwe belastingen en economische en sociale tegenslagen leidden tot verzet. Er was onvrede over de machtspositie van vreemdelingen, een gehate land-
De Opstand in 1572 |
Voorwoord
voogd en een afwezige koning. Er was religieuze onrust en onverdraagzaamheid, door de stellige overtuiging dat alleen het ware geloof een plek verdiende in een land. De geschiedenis van de geboorte van Nederland is bijzonder actueel. Nederlanders willen ook nu vrijheid, worstelen met verdraagzaamheid, ervaren verscheidenheid en hebben behoefte aan verbondenheid. Deelnemende gemeenten vragen aandacht voor deze thema’s en willen aanzetten tot nadenken en discussie over identiteit, democratie, rechtstaat en samenleven in diversiteit. We zijn blij met de medewerking van alle deskundige redacteurs, auteurs, culturele instellingen en archieven die veelal belangeloos meewerkten aan Willem van Oranje in brieven. Vele authentieke brieven van het Koninklijk Huisarchief, waar de grootste verzameling zich bevindt, zijn opnieuw gescand – speciaal voor dit project. Samen gaven zij dit initiatief van SW 1572 inhoud en met behulp van Waanders Uitgevers is het een prachtig boek geworden.
5
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Inleiding
11
Brieven
20
Literatuurverantwoording
249
Register
251
Brief 01 Oproep voor opstand René van Stipriaan 28 januari Brief 02 De steun van Willem van den Bergh Anton van der Lem 29 januari
20
30
Brief 03 Een Fries paspoort voor de Waddenzee 38 Anne Doedens 20 februari Brief 04 Het belang van de Wadden en de Zuiderzee Anne Doedens 12 maart
42
Brief 05 De Spaanse tirannie verdrijven 46 Alastair Duke 14 april
Brief 06 Enkhuizen komt in opstand Mark Raat 20 april Brief 07 Commissie voor Diederik Sonoy Henk van Nierop 20 april Brief 08 Gouda sluit zich aan Paul H.A.M. Abels 22 april Brief 09 Gouverneur van Gelre Erik Swart 29 april Brief 10 Veere voor de prins Peter Blom 1 mei
52
58
64
74
80
Brief 11 Smeekbede van Anna van Saksen Femke Deen 3 mei Brief 12 Vlissingen als voorbeeld Peter van Druenen 7 mei
86
90
Brief 13 Charles de Boisot weigert een opdracht Judith Pollmann 27 mei
94
Brief 14 Leiden sluit zich aan, Delft hinkt op twee gedachten Johan Visser 14 juni
102
Brief 15 Dienst, wederdienst en logistiek in Bredevoort Hans de Graaf 14 juni
106
Brief 16 Verantwoording aan de keizer 110 Jasper van der Steen 28 juni Brief 17 Successen en zorgen Arjan Nobel 7 juli
118
Brief 18 Gorinchem en de martelaren 124 Arjan Nobel 12 juli Brief 19 Filips van Marnix krijgt een 130 opdracht Judith Pollmann 13 juli Brief 20 Geldzorgen bij Roermond Judith Pollmann 25 juli
138
Brief 21 Overijssel stribbelt tegen Johan Visser 30 juli Brief 22 Een ambitieus aanvalsplan Jonas van Tol 18 augustus
146
150
Brief 23 De omgang met katholieken 156 Geert H. Janssen 23 augustus Brief 24 Vragen voor de prins Henk van Nierop 30 augustus
164
Brief 25 Een goedbedoeld begin, een noodlottig einde in Mechelen 172 Bram Caers 1 september
Brief 26 Een overeenkomst met de stad en de universiteit van Leuven 180 Violet Soen 3 september Brief 27 Mons en de campagne in de Zuidelijke Nederlanden 184 Yves Junot 24 september Brief 28 Het strategische Breda Guido Marnef 29 september Brief 29 Uitnodiging naar Holland te komen Henk van Nierop 13 oktober Brief 30 Het graf vinden Marjolein ’t Hart 18 oktober
Brief 31 Oproep aan Amsterdam Henk van Nierop 1 november
202
Brief 32 Een betrouwbare bondgenoot? 206 Adri P. van Vliet 2 november
188
Brief 33 Geld als zenuw van de oorlog 210 Marianne Eekhout 5 november
192
Brief 34 Het einde van de Gelderse campagne 214 Erik Swart 14 november
196
Brief 35 Onrust in Buren Hans Smit 19 november
218
Brief 36 Moord in Naarden Erika Kuijpers 21 november
224
Brief 37 Kloostergoederen in Hoorn 228 Joke Spaans 23 november Brief 38 Garnizoenscommandant met de handen in het haar Johan Visser 25 november Brief 39 Musius en Lumey Carolina Lenarduzzi 11 december
232
238
Brief 40 Haarlem en Lumey onder druk 242 Raymond Fagel 25 december
10 Willem van Oranje in brieven
Inleiding
Willem van Oranje was een brievenschrijver. Net als anderen in de zestiende eeuw vertrouwde hij op een groot netwerk van correspondenten om op de hoogte te blijven. Hoewel de post trager was dan vandaag, stelde zij de prins in staat in contact te blijven met
Frans Hogenberg, Watergeuzen nemen Den Briel in op 1 april 1572, 1572-1574.
De Opstand in 1572 |
Inleiding
steden, edelen en vorsten. Nu laten de brieven de moderne lezer zien hoe hij correspondeerde, wat hij belangrijk vond en wie hij wilde bereiken. Willem van Oranje in brieven geeft een inkijkje in de zestiende-eeuwse oorlogspraktijk, de dagelijkse beslommeringen en de grote vragen waarvoor de prins zich zag gesteld. Hoe moesten de troepen worden betaald? Hoe kon verdraagzaamheid tussen katholieken en protestanten worden veiliggesteld? Wat zou Alva doen? Vanaf de inname van Den Briel (Brielle) op 1 april 1572 raakte de Opstand in de Nederlanden in een stroomversnelling. In Oranjes correspondentie is rond die datum een duidelijke scheidslijn te zien. Voor die
11
Frans Hogenberg, Willem van Oranje vertrekt naar Dillenburg, 1567-1570.
tijd schreef hij nog aan koning Filips II van Spanje en andere hoge edelen uit de Habsburgse regering. Daarna zijn er steeds minder brieven met zijn Duitse familieleden, die immers rekening moesten houden met de wensen van hun keizer, Maximiliaan van Oostenrijk. Tegelijkertijd correspondeerde hij steeds vaker met zijn broer Jan van Nassau en politieke instellingen zoals de Staten van Holland en Zeeland. Ook zien we zijn stemming veranderen. Terwijl Oranje in het begin van het jaar vol goede moed begint aan een militaire campagne, wordt in het najaar duidelijk dat zijn troepen en idealen terrein verliezen.
12
Oranje in 1572 Willem van Oranje (1533-1584) was een Duitse edelman, die als jongen het prinsdom Orange erfde. Keizer Karel V stelde als eis voor de aanvaarding van de titel dat Oranje in Brussel kwam wonen, aan het hof van landvoogdes Maria van Hongarije. Bovendien moest de jonge prins de lutherse godsdienst van zijn ouders verruilen voor het katholicisme. Op Oudejaarsdag 1564 hield Oranje een betoog in de Raad van State waarin hij benadrukte dat een vorst niet over het geweten van zijn onderdanen mocht heersen. Het was het begin van een zoektocht naar het behoud van privileges en meer religieuze verdraagzaamheid. Inwoners van de
De Opstand in 1572 |
Inleiding
Kaart militaire campagnes tot 12 september 1572.
13
Willem van Oranje in brieven
14
Nederlanden wilden de bestaande rechten van hun gewesten behouden en waren tegen het streng vervolgen van religieuze dissidenten. Filips II was vastbesloten het monopolie van de katholieke kerk te handhaven. Na de Beeldenstorm in 1566 greep hij hard in. Hij stuurde Fernando Alvarez de Toledo, hertog van Alva, naar de Nederlanden als nieuwe landvoogd. En hij liet de Raad van Beroerten de beeldenstormers en andere ‘ketters’ dagvaarden en vervolgen. Velen vluchtten naar het buitenland, onder wie Willem van Oranje. Anderen bleven en moesten dat met hun leven bekopen, zoals de graven van Egmond en Horn. Vanuit zijn Duitse stamslot Dillenburg organiseerde Oranje vanaf 1568 het militaire verzet en een propagandacampagne tegen het bewind van Alva. Filips II bleef zelf buiten schot, omdat hij volgens de prins slecht werd geadviseerd over het bestuur in de Nederlanden. Oranjes eerste campagne mislukte. Na een enkele overwinning bij Heiligerlee wisten de opstandelingen geen vuist meer te maken. Begin 1572 volgde een tweede poging. In eerste instantie coördineerde Oranje de Opstand vanuit Dillenburg. Langs de kust leunde hij op de watergeuzen, in het oosten op zijn zwager Willem IV van den Bergh en in het zuiden op zijn broer Lodewijk van Nassau, die Franse steun moest mobiliseren. De campagne begon onverwacht met de inname van Brielle. Vijf dagen later ging Vlissingen op eigen kracht over naar de prins. In Holland volgde Enkhuizen op 21 mei. In de maanden die volgden sloten steeds meer steden zich aan bij Oranjes plannen. Sommige steden deden dat uit eigen beweging. Veel anderen, ook in Brabant, Vlaanderen en Friesland, werden gedwongen door de aanwezigheid van de watergeuzen of de troepen van Van den Bergh of Oranje. In juli zette Oranje een belangrijke stap. Hij riep de Hollandse steden op voor een Statenvergadering in Dordrecht. Officieel mocht alleen een stadhouder
zo’n vergadering namens de koning bijeenroepen. Desalniettemin kwamen er twaalf steden – groot en klein – opdagen tijdens deze illegale bijeenkomst. De uitkomst was gunstig. De steden erkenden Willem van Oranje als stadhouder, de functie die hij tot eind 1567 bekleed had. Ze zegden hem geld toe, en Oranje beloofde dat zowel gereformeerden als katholieken hun eredienst konden houden. Van dat laatste kwam niet veel terecht. De watergeuzen teisterden al jaren kerken en kloosters, en vervolgden katholieke geestelijken. Op 23 juli plunderden Oranjes troepen in Roermond, en doodden er drieëntwintig geestelijken. Ook de troepen van Van den Bergh bleven plunderen, mede door gebrek aan soldij. De gewone bevolking leed onder deze burgeroorlog, die niet alleen werd uitgevochten door soldaten, maar ook in steden en families. Voor- en tegenstanders van Oranje, katholieken en gereformeerden stonden lijnrecht tegenover elkaar. Ondertussen gold het recht van de sterkste. In het najaar werd de situatie precair. In Holland klaagde men al maanden over de misdragingen van Oranjes luitenant Lumey, maar die liet zich niet makkelijk bijsturen. In Zeeland hielden de opstandelingen de overhand maar Oranjes broer Lodewijk van Nassau moest Mons (Bergen) in Henegouwen overgeven. De regeringstroepen van Alva, en diens zoon don Fadrique, begonnen een strafexpeditie vanuit de zuidelijke gewesten. Na de zeer gewelddadige plunderingen van Mechelen en Zutphen smolt het verzet in Brabant en het oosten snel weg. Toen in Naarden bijna de hele mannelijke bevolking was vermoord, herinnerde Oranje de opstandige steden in Holland aan hun afspraak om samen op te trekken – ze besloten zich te verdedigen. Alva’s troepen liepen nu vast in langdurige belegeringen, te beginnen met het beleg van Haarlem. Dat zou pas in juli 1573 eindigen met de overgave van de stad. Even leek de Opstand verloren, maar ook het slecht
Brieven De Opstand in 1572 |
Eigenhandige brief door Willem van Oranje, 1572.
15
Willem van Oranje in brieven
16
Spotprent de ganzen verjagen de vossen, ca. 1572. De vossen (katholieke geestelijken) kijken naar de ganzen die als soldaten door het land trekken.
meer verwant was met de talen in Duitsland. Oranje correspondeerde in diverse talen. Zo schreef hij met de verschillende steden hoofdzakelijk in het Nederlands en Frans en riep hij de inwoners van de Nederlanden in de volkstaal op om in verzet te komen. Frans gebruikte hij ook voor correspondentie met edelen, bijvoorbeeld met zijn broer Jan van Nassau en met koningin Elisabeth van Engeland. Met Duitse vorsten, waaronder
Brievenschrijver Oranje besteedde een flink deel van zijn tijd aan het dicteren, schrijven en lezen van brieven. Zijn overgeleverde correspondentie beslaat ruim dertienduizend brieven in allerlei vormen, zoals oorkondes, instructies, commissies, paspoorten, verzoekschriften en bewijzen van echtheid voor mondelinge mededelingen. Het zijn berichten die vooral zijn politieke leven laten zien, want veel van zijn persoonlijke correspondentie, zoals die met zijn echtgenotes, is verloren gegaan. Desalniettemin geven de brieven een inkijkje in het leven van Willem van Oranje. Voor Oranje was correspondentie van levensbelang, zeker in oorlogstijd. Geruchten waren aan de orde van de dag, en zorgvuldige beslissingen konden alleen worden genomen aan de hand van de juiste informatie. De post was kwetsbaar en kostbaar. Brieven werden verzonden met bodes die zich per paard verplaatsten. In oorlogstijd gebruikte Oranje ook weleens postduiven. De kans op onderschepping zorgde er ook voor dat vaak geheimtaal met cijfercodes werd gebruikt. De meeste overgeleverde brieven zijn gelukkig door de ontvangers ontcijferd, maar er zijn nog steeds brieven waarvan we de inhoud niet kennen. De brieven zijn niet makkelijk te lezen. Het handschrift is vaak lastig te ontcijferen, en de taal is soms lastig te begrijpen. Het Nederlands dat men in Holland gebruikte, was anders dan het Nederlands in Gelre, dat
Een brief in geheimschrift, oplossing onbekend, 1572.
De Opstand in 1572 |
Inleiding
betaalde regeringsleger had het moeilijk. Na het ontzet van Alkmaar op 8 oktober en de gewonnen slag op de Zuiderzee op 11 oktober, gloorde er weer hoop voor Oranje. Toen op 3 oktober 1574 Leiden werd ontzet, had Oranje het grootste deel van Holland en Zeeland onder controle. Van daaruit begon hij aan nieuwe campagnes om ook de overige gewesten te overtuigen of te veroveren.
17
Willem van Oranje in brieven
18
keizer Maximiliaan van Oostenrijk, correspondeerde hij in het Duits. Oranje schreef zijn brieven meestal niet zelf. We kennen maar 256 brieven van zijn eigen hand. Vaak zijn dat brieven van persoonlijke aard, in 1572 slechts drie. De meeste brieven dicteerde Oranje aan een aantal trouwe secretarissen, die hem ook adviseerden. Zij voorzagen de brieven eveneens van standaardzinnen, aanspreekvormen en afsluitingen. Vervolgens werden ze door griffiers in het net op schrift gesteld en door Oranje ondertekend. De secretarissen en griffiers zorgden ook voor ontwerpen, kopieën en minuten.
besturen te overtuigen van zijn gelijk en zijn beroep op het feit dat hij God aan zijn zijde weet. Persoonlijke berichten zijn spaarzaam, maar soms zijn hoop en wanhoop tussen de regels door te lezen. De bundel is samengesteld met behulp van ruim dertig specialisten, die de brieven inleiden. Zij hebben samen met de redactie alle brieven hertaald of vertaald, zodat ze voor moderne lezers begrijpelijk zijn. Er is gezocht naar evenwicht tussen tekstgetrouwheid en begrijpelijkheid. Daarnaast zullen nieuwe transcripties zijn te raadplegen via de online database van Huygens ING.
Een jaar in brieven Uit het jaar 1572 zijn er 396 brieven bewaard gebleven. Ze zijn uitgewisseld met 231 verschillende personen en instellingen, onder wie drie vrouwen. 291 documenten zijn afkomstig van Willem Oranje, 105 zijn aan hem gericht. De brieven werden geschreven in 56 verschillende plaatsen. Via de brieven probeerde Oranje leiding te geven aan de Opstand, vroeg hij buitenlandse vorsten en bevriende edelen om militaire en financiële steun, gaf hij legerbevelhebbers instructies, spoorde hij stadsbesturen aan om zijn kant te kiezen en moedigde hij ballingen aan zich voor zijn zaak in te spannen. De brieven over 1572 betreffen vooral oorlogscorrespondentie. De uitzondering daarop is de briefwisseling begin 1572 over de dramatische echtscheiding van zijn vrouw Anna van Saksen. Willem van Oranje in brieven volgt de verrichtingen van de prins in chronologische volgorde, van januari tot en met december. De toon van de brieven verandert naarmate het jaar vordert van optimistisch naar somber. De blijdschap over de successen is net zo intens als de teleurstelling over de mislukkingen. Het boek geeft ook inzicht in de mens Willem van Oranje. Hij laat iets van zijn karakter zien in de vele pogingen stads-
Marianne Eekhout, Ineke Huysman, Henk van Nierop, Judith Pollmann en Johan Visser
Verder lezen Huygens ING, database briefwisseling Willem van Oranje: http://resources.huygens.knaw. nl/wvo. De correspondentie van Willem van Oranje. Presentatie van de data- en beeldbank (Den Haag 2005). René van Stipriaan, De Zwijger. Het leven van Willem van Oranje (Amsterdam 2021).
Brieven De Opstand in 1572 |
Handtekening van Willem van Oranje, 19 1572.
01
Willem van Oranje in brieven
rené van stipriaan
20
Oproep voor opstand Op 28 januari verschijnt deze brief uit naam van Willem van Oranje. De auteur van deze oproep aan alle inwoners van de Nederlanden is onzeker. Secretaris Nicolaas Bruyninck schreef het Franse origineel.
Wat was het doel van dit schrijven? Wil het oproepen tot begrip en sympathie voor de prins? Wil het aansporen tot deelname aan een opstand tegen een tirannieke onderdrukker? Of is het een dreigbrief, een poging tot morele chantage? Eerst de voorgeschiedenis. Jaren van oplopende religieuze en politieke spanningen barstten in de zomer van 1566 vrij plotseling uit in een Beeldenstorm die in enkele maanden tijd van zuid naar noord, van west naar oost over de Nederlanden trok. Filips stuurde de hertog van Alva naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen en iedereen die medeplichtig was voor een speciale rechtbank te brengen. Willem van Oranje vermoedde terecht dat Filips II hem op zijn minst medeverantwoordelijk zou houden voor deze heftige gebeurtenissen. Hij besloot dan ook voor onbepaalde tijd naar het familieslot de Dillenburg in Duitsland te vertrekken. De door Alva ingestelde Raad van Beroerten daagde Oranje begin 1568 tevergeefs, en ging bij verstek tot confiscatie van al Oranjes Nederlandse bezittingen over. Van het ene op het andere moment was Oranje niet alleen van al zijn bezittingen, maar ook van de daarbij behorende machtspositie beroofd. Alleen zijn persoonlijke schulden had hij nog. Oranje kon weinig anders dan proberen terug te veroveren wat hem door Alva’s Raad was afgenomen. Met veel improvisatie en haast werd in het voorjaar vanuit
Willem Key (kopie naar), Portret van Fernando Alvarez de Toledo, hertog van Alva, 1600-1699.
Brieven De Opstand in 1572 |
te stoten naar het hart van Brabant: bestuurscentrum Brussel. Oranje eindigde begin 1569 als een berooid veldheer in Straatsburg, beladen met enorme schulden. Hij moest, als een dief in de nacht, met een bootje over de Rijn ontsnappen. Kort daarop werd hij geholpen door de hertog van Zweibrücken, die wel een ervaren krijgsheer kon gebruiken voor een militaire campagne in Frankrijk om de hugenoten militaire bijstand te verlenen. Het eerste deel van de brief beschrijft deze moeilijke levensfase van Simon Frisius, Zitting van de Spaanse Raad van Beroerten in 1567, 1613-1615. Oranje. De manier waarDuitsland een militaire campagne opgezet, die in mei op het wordt verteld stelt de zaken anders voor dan de met de gewonnen slag bij Heiligerlee hoopvol van start werkelijkheid. Het lijkt alsof de militaire campagne van ging. Maar in de maanden daarop liep het krijgsplan, 1568 niet zozeer op touw was gezet om het eigen bezit ondanks de grote legermacht die Oranje op de been en de verloren machtsposities te heroveren, maar om had gebracht, helemaal in het honderd. Dat kwam het Nederlandse volk te hulp te komen. Een bewusenerzijds door het gebrek aan goede organisatie aan te vertekening die van Oranje een altruïst maakte in Oranjes kant en anderzijds door uitgekookt weerwerk plaats van een iemand die voornamelijk vocht voor zijn van Alva. En er droeg nog iets bij aan de mislukking: de eigenbelang. Nederlandse bevolking had totaal apathisch gereaDeze retoriek was geloofwaardig, omdat Alva geerd op de ‘bevrijdingsactie’ van Oranje. Ze was niet steeds hardhandiger ging optreden tussen 1568 en in beweging gekomen. begin 1572. Met een hele reeks maatregelen wilde Alva Oranje had hoog ingezet door met veel geleend elke vorm van protestantisme in de kiem smoren. Het geld een legermacht op de been te brengen. Hij werd zelfs voor trouwe katholieken een benauwend hoopte daarmee snel de Maas over te steken en door klimaat. Het meest ingrijpend was een reeks fiscale
21