Begrijpend lezen
alejandro zambra
Begrijpend lezen karaat
‘De nieuwe literaire superster van Latijns-Amerika.’ The New Yorker
leesfragment uit:
alejandro zambra
Begrijpend lezen
Vertaald uit het Spaans door Luc de Rooy
karaat
Eerste druk augustus 2016 Oorspronkelijke titel Facsímil, verschenen bij Editorial Hueders, Santiago de Chile Copyright © Alejandro Zambra Copyright Nederlandse vertaling © Luc de Rooy en Uitgeverij Karaat, Amsterdam Ondersteuning Agencia cultural Melquíades Omslagfoto Andrey Vergeles / Getty Images Omslagontwerp Studio de la Rúa Auteursfoto Beowulf Sheehan www.uitgeverijkaraat.nl Begrijpend lezen: isbn 978 90 797 7028 1 / nur 302
iv schrap de overbodige zin of zinnen Geef van opgave 55 tot en met opgave 66 aan welke zin of paragraaf geschrapt kan worden, omdat hij geen informatie toevoegt of omdat hij niet gerelateerd is aan de rest van de tekst.
60. (1) Mijn moeders vader heb ik maar drie keer in mijn leven gezien. Niemand weet precies hoeveel kinderen hij had: meer dan twintig en minder dan dertig, volgens de berekeningen van mijn moeder. (2) De eerste keer kwam hij ’s avonds bij ons thuis op bezoek, toen we op het punt stonden om naar bed te gaan. Hij stelde ons aan Verónica voor, zijn jongste dochter, ze was vier of vijf, jonger dan ik. (3) Begroet jullie tante Verito, zei hij tegen mij en mijn zus. En daarna: jullie verjaardagen staan op de kalender, mijn kleinkinderen vergeet ik niet. (4) Tegen middernacht vertrokken ze weer, in een Renoleta. Het was koud. Mijn moeder moest Verito een sweater van mijn zus lenen. (5) Reken maar dat je die sweater niet meer terugziet, zei mijn moeder aan de ontbijttafel tegen mijn zus, en ze vocht tegen haar woede, of misschien berustte ze wel in de situatie. (6) De tweede keer dat ik hem zag, een hele tijd later, was bij een van mijn moeders verjaardagen. (7) Ze was gelukkig. Ik herinner me die absurde en ware zin: Hij blijft toch je vader. (8) De laatste keer dat ik hem zag was in het ziekenhuis. Hij deelde een kamer met drie andere stervenden. Ze droegen me op zijn kamer binnen te gaan en hem te bezoeken, om afscheid te nemen. (9) Ik bekeek de ouden van dagen, ze leken allemaal op elkaar. Ik probeerde uit te maken wie mijn moeders vader was, maar het lukte me niet. Ik bekeek ze een poosje en vertrok.
5
a) b) c) d) e)
Geen van bovenstaande 3 4 en 5 7 8 en 9
62. (1) In Chili begroeten mensen elkaar niet in de lift. Je gaat omhoog en doet alsof je niemand ziet, alsof je blind bent. En als je toch mensen begroet, krijg je een rare blik toegeworpen, soms groeten ze je niet eens terug. In stilte deel je je kwetsbaarheid, als een offer. (2) Is het nou echt zo’n moeite om elkaar te begroeten, denk je, terwijl de lift op een tussenliggende verdieping opengaat. Jullie staan hier al met z’n negenen, tienen, meer passen er echt niet. In de oordopjes van iemand klinkt een liedje dat je kent en dat je mooi vindt. (3) Het zou makkelijker zijn om de vrouw die voor je staat te omhelzen. Wat jullie tweeën gemeen hebben, is de inspanning die jullie doen om niet tegen elkaar aan te wrijven. (4) Je herinnert je een bestraffing als kind, op je achtste: je stond op de meisjes-wc, waar je een vriendinnetje kusjes gaf. Het was niet de eerste keer dat jullie elkaar kusten, het was een spel, een uitdaging. Een van de juffen zag het, berispte jullie, nam jullie mee naar de directeur. (5) De straf was om hand in hand recht tegenover elkaar te gaan staan en elkaar strak in de ogen
6
kijken, midden op de speelplaats, de hele pauze lang, terwijl de rest van de kinderen jullie dingen toeriepen. (6) Zij huilde van schaamte. Jij stond op het punt in huilen uit te barsten maar je hield je blik op haar gezicht gericht, je voelde een soort van verdrietige hartstocht. Ze heette Rocío, dat meisje. (7) Hoe lang duurde de pauze? Tien, vijftien minuten. Nimmer vergat je hoe het was om vijftien hele minuten in iemands ogen te staren. (8) Het zou eenvoudiger zijn om meteen maar de onbekende vrouw tegenover je te omhelzen. Jullie laten allebei je blik zakken, je bent langer dan zij. Je concentreert je op het zwarte, nog natte haar. (9) De aan elkaar klevende, lange, steile lokken: je denkt aan de kapsels waar je op ochtenden wel eens voorzichtig de klitten uit hebt gehaald. Je weet hoe het moet. Je weet hoe je andermans haar van klitten moet ontdoen. (10) Bijna iedereen is inmiddels uitgestapt, alleen zij en jij zijn nog over. Elke vrijkomende ruimte hebben jullie gebruikt om verder uit elkaars buurt te komen. Jullie zouden nog verder van elkaar verwijderd kunnen zijn, elk teruggetrokken in een eigen hoekje, maar dat zou zijn alsof je iets wilt bewijzen, het zou hetzelfde zijn als elkaar omhelzen. (11) Ze stapt één verdieping voor jou uit. En het is vreemd en op een bepaalde manier verschrikkelijk dat zodra je je lichaam in de spiegels vermenigvuldigd ziet worden, je die immense opluchting voelt die je nu voelt. (12) In Chili begroeten mensen elkaar niet in de lift,
7
zeg je ’s avonds tijdens een diner met buitenlandse vrienden. In mijn land ook niet, antwoorden ze, misschien wel uit beleefdheid. Maar in Chili groet er echt niemand, niemand kijkt elkaar aan in de lift, benadruk je. (13) Iedereen doet alsof hij afwezig is. De mogelijkheid bestaat zelfs dat oude vrienden, vijanden of geliefden een lift delen zonder dat ze dat ooit te weten komen. (14) Je voegt clichÊs toe over de Chileense identiteit, en wat sociologie voor beginners. Onder het praten heb je het gevoel dat je iets verraadt. Je voelt de pijnscheut, de last van het bedrog. (15) In Chili begroeten mensen elkaar niet in de lift, zeg je opnieuw, als een refrein, tijdens een etentje waar je een strijd levert om de beste observator te zijn, en de bewoner van het meest verdorven land. a) b) c) d) e)
8
Geen van bovenstaande 4, 5, 6 en 7 8 en 9 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 1, 2, 3, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15
Alejandro Zambra (Santiago, 1975) wordt beschouwd als een van de belangrijkste LatijnsAmerikaanse auteurs van dit moment. Hij is de schrijver van de romans Bonsai, Het verborgen leven van bomen en Manieren om naar huis terug te keren, en de verhalenbundel Mijn documenten. Zijn werk wordt in meer dan tien talen vertaald en werd reeds bekroond met meerdere internationale prijzen, waaronder de Nederlandse Prins Claus Prijs 2013 voor zijn hele oeuvre. Alejandro Zambra’s kortere werk verschijnt met regelmaat in tijdschriften als The New Yorker, Paris Review, McSweeney’s en Das Magazin.