11 Bronteksten
12 Kaarten
BRON 8 De Geheime Geschiedenis van de Mongolen
A
Rashid al-Din (1247-1318) was de eerste minister onder de Mongoolse Khans van het Il-Khanaat. Hij is van joodse afkomst en bekeert zich net als zijn Khan tot de islam. In opdracht van zijn werkgevers schrijft hij een Mongoolse geschiedenis, later uitgebreid met verhalen over de ganse wereld. Het werk verschijnt in het Perzisch en het Arabisch. Rashid krijgt ervoor de hulp van tientallen medewerkers en vele kunstenaars. De Khan is zeer tevreden en beloont hem rijkelijk. In 1318 wordt hij terechtgesteld op onterechte verdenking de Khan vergiftigd te hebben.
B
Altan, Oudjar en Sadja Beki, kwamen onderling tot een akkoord, zij vertelden Temoedjin: ‘Wij maken jou Khan. Als jij, Temoedjin, Khan wordt, dan zullen wij als voorhoede tegen vele vijanden snel optrekken. We bezorgen je mooie maagden en voorname vrouwen, vorstelijke tenten en van vreemde volkeren dames en maagden met mooie kaken. In draf brengen we je stevig gebouwde ruinen. Bij een drijfjacht jagen we voor jou op de sluwe wilde beesten. We gaan voorop en drijven hen samen. (…) Als we jouw bevelen niet gehoorzamen, ontneem ons dan al onze goederen en bezittingen, en onze edele vrouwen, en gooi onze zwarte hoofden op de grond. Als we in vredestijd jouw raad in de wind slaan, scheidt ons van onze volgelingen en bezittingen, en onze vrouwen, en verban ons naar de wildernis!’ Op deze manier gaven zij hun woord en zworen zij hun eed van trouw en maakten zij Temoedjin tot Khan, en noemden hem ‘Djengis Khan’.
De Mongoolse familie Jurkin stuurt geen krijgers om te gaan vechten tegen de Tataren als Djengis Khan daarom vraagt. Hij verslaat ook zonder hen de Tataren. Wanneer de Jurkin verbleven bij de Zeven Heuvels aan de rivier Kerulen, plunderde Djengis Khan hun kamp. Sadja Beki en Taidja speelden alles, behalve hun lichaam, kwijt en vluchtten weg. Hij ging in de achtervolging, haalde hen in bij de Teletu bergpas. Hij nam Sadja Beki en Taidja gevangen. Na de vangst sprak hij met Sadja Beki en Taidja: ‘Wat waren we vroeger overeengekomen?’ Zo tot hen sprekend, antwoordden Sadja en Taidja: ‘We hebben ons woord niet gehouden. We moeten ons daarbij neerleggen.’ En, hun eed nalevend, strekten zij hun nek voor het zwaard. Om hun eed te doen naleven en hun woord te doen nakomen, executeerde hij hen op staande voet en werden hun lichamen weggegooid.
ruin: gecastreerde hengst Tataren: nomadisch volk uit Centraal-Azië
Uit: Rashid al-Din, Album van Kronieken, ca. 1309
IN
10 Bronnen helpen je een lesonderwerp te bestuderen.
BRON 9 De Mongoolse ruiterij valt aan. Perzische tekening uit het begin van de 14e eeuw
Het leven van Temoedjin, alias Djengis Khan (1155-1227), werd vlak na zijn dood beschreven in een geschreven bron. Hier volgen enkele fragmenten.
• Is dat een primaire of een secundaire bron over de Mongolen? • Waarom zouden de Mongoolse Khans het zo belangrijk vinden om hun geschiedenis op te schrijven? • Beschrijf met je eigen woorden de Mongoolse ruiters. Let daarbij op hun uitrusting.
BRON 10 Het Mongoolse wereldrijk op het einde van de 13e eeuw
C
N
Omdat het volk van de Tangoet zijn woord niet hield, trok Djengis Khan voor de tweede maal ten strijde tegen hen. Nadat hij het Tangoet-volk had vernietigd, kwam Djengis Khan terug en ging in het ‘Jaar van het Varken’ naar de hemel. Een groot deel van het Tangoet-volk werd aan Yisoe Katun geschonken. Bewerking van Igor de Rachewiltz, The Secret History of the Mongols, Western Washington University, 2015, nrs. 123, 136-140 en 268
Is dat een primaire of een secundaire bron over het leven van Djengis Khan? In welke taal is ze oorspronkelijk geschreven? In welke taal lees jij de bron? Welk doel heeft de bron eerst? En nadien? Welke zaken maken de bron eerder betrouwbaar? Welke zaken maken de bron eerder onbetrouwbaar? Toon aan dat Djengis Khan en de Mongolen volgens de bron trouw zeer belangrijk vinden. Waarom zou trouw aan de heerser in de bron benadrukt worden? Chinese en Perzische bronnen beschrijven de Mongolen als veroveraars en plunderaars. Komt dat overeen met wat in deze bron staat? Motiveer je antwoord.
172
F3 het chiNese keizerriJk eN het moNgoolse wereldriJk
15 Afbeeldingen
14 Cursieve tekst onder de tekstbron geeft informatie over de auteur of maker van de bron.
OVERZICHT
De vroege middeleeuwen (500-900)
DE ONDERGANG VAN HET WEST-ROMEINSE RIJK (5E EEUW) Oorzaken: • invallen van ‘barbaren’ • opstandige legioenen • daling bevolking Volksverhuizingen (grote rol van de Hunnen)
Germanen (o.a. de Franken)
Germaanse koninkrijken
0 0 10
9
0
75
1
0
HET FRANKISCHE RIJK (5E–9E EEUW) 80
pr oe
fh o
16 Bij enkele onderdelen vind je een handig overzicht van de geziene leerstof.
B
4
of d
st
13 Opdrachten helpen je om de bron te ontleden.
171
Niet-westerse sameNleviNgeN
uk
F
• Uit hoeveel delen bestaat het Mongoolse Rijk? • Bij welk deel hoort China? • Geef tien hedendaagse landen die geheel of gedeeltelijk binnen het rijk vallen. Vermeld minstens twee Europese landen.
©
• • • • • • • •
VA
De ‘Geheime geschiedenis van de Mongolen’ werd in de 13e eeuw geschreven. Een deel van het werk werd in 1229 vermoedelijk voorgelezen op de bijeenkomst waar de vierde zoon van Djengis Khan, Ogedei Khan (1189-1241), erkend werd als zijn opvolger. De bron is neergeschreven in de stijl van een Mongoolse verteller: met veel herhalingen en overdrijvingen. Dat zorgt ervoor dat de tekst niet zo gemakkelijk om te zetten is naar een voor ons leesbare vorm. De meeste geleerden denken dat Sjigi Qutuqu de schrijver is. Die stiefbroer van Djengis was een van zijn belangrijkste medewerkers. Andere vermoeden dat Ogedei Khan de schrijver is. De bron is geschreven in de Oudmongoolse taal met gebruik van het Oeigoerse schrift. Ze is oorspronkelijk enkel bedoeld voor de familie van Djengis. Op het einde van de 13e eeuw wordt ze echter gebruikt als propagandamiddel voor de Yuan-dynastie, de Mongoolse heersers over China. Er worden dan nieuwe stukken aan toegevoegd. De originele tekst is verloren gegaan. De versie die je hier leest is gebaseerd op de ‘nieuwe’ Mongoolse en Chinese versie.
DE FRANKEN MEROVINGERS
KAROLINGERS
• Bondgenootschap met de paus en de christelijke Kerk • Merovingers
Chlodovech
• Karolingers
Karel de Grote
Cultureel Heropleving onder Karolingers abdijen regel van Benedictus
doop 800: keizer
Sociaal grootgrondbezitters kleine boeren tenurehouders op een domein ambachtslieden en handelaars
Economisch
Politiek
Landbouw en grondbezit zeer belangrijk grote domeinen tussen Loire en Rijn streven naar zelfvoorzienende en gesloten economie Friese handelaars
Koning heeft veel macht Rijk verdeeld in gouwen ambtenaren: graven, hertogen
OVERZICHT B De vrOege mIDDeleeUweN (500-900)
51
INleIDINg
5