Thema 1
Sociale banden maken het individu
Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 11
18/07/17 13:28
Hoofdstuk 1
n e d n a b r e v s g in v Samenle
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden .................................................................................................................................................................. 13 1 Groeperingen in het dagelijks leven ................................................................................................................................................................. 15
1.1 Het individu binnen de sociale structuur .................................................................................................................................................... 18
1.2 Indeling van sociale groepen .............................................................................................................................................................................. 20
2 Referentiegroepen .......................................................................................................................................................................................................... 23
2.1 Indeling van referentiegroepen ......................................................................................................................................................................... 23
2.2 Invloed van referentiegroepen op het individu ...................................................................................................................................... 24
2.3 Een peergroup als referentiegroep .................................................................................................................................................................. 26
3 ‘Al wie da nie springt’: over groepskansen en groepsbedreigingen ...................................................................................... 27
3.1 Groepsconformisme ................................................................................................................................................................................................. 27
3.2 Groepskans: de relatie tussen groepsconformisme en emancipatie .......................................................................................... 29
3.3 Groepsbedreiging: de relatie tussen groepsconformisme en anti-emancipatie ................................................................. 31
Na dit hoofdstuk kan je … £ definiëren wat een groep is; £ aan de hand van een voorbeeld het verschil uitleggen tussen een primaire en secundaire groep; £ de begrippen dyade, triade, figuratie en sociale structuur verklaren; £ door middel van een voorbeeld toelichten wat het verschil is tussen een toegeschreven en een verworven sociale positie; £ de betekenis van een sociale rol uitleggen aan de hand van een voorbeeld; £ uitleggen wat het begrip referentiegroep inhoudt en de indeling van soorten referentiegroepen verklaren door middel van voorbeelden; £ toelichten op welke manier een referentiegroep invloed uitoefent; £ verklaren waarom een peergroup als referentiegroep beschouwd kan worden; £ uitleggen wat groepsconformisme inhoudt en het verband met (anti-)emancipatie verduidelijken aan de hand van een voorbeeld.
Code Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 13
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden
13 18/07/17 13:28
INTRO Van welke groepen maak jij allemaal deel uit?
14
Thema 1 - Sociale banden maken het individu
Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 14
Code 18/07/17 13:28
1 Groeperingen in het dagelijks leven •
Kurt heeft één broer, één zus, een halfbroertje en twee stiefzussen. Soms vragen vrienden hem of hij de namen nooit door elkaar haalt. Maar voor Kurt is het heel eenvoudig om te onthouden wie deel uitmaakt van zijn nieuw samengesteld gezin. Zijn mama en stiefpapa vinden het belangrijk dat de kinderen overeen komen met elkaar. Daarom doen ze geregeld met z’n allen uitstapjes. Kurt vindt die best wel leuk. Op zo’n momenten vormen ze samen een ‘echt’ gezin. • Lynn is leidster in de jeugdbeweging. Ze houdt ervan om elke zondag haar uniform aan te trekken (dat is ook verplicht). Dat geeft haar een gevoel van eenheid: samen plezier maken. • Elke vrijdag spreekt Jon af met zijn vrienden om te skaten in het park. Daar kijkt Jon elke week naar uit: de week ontspannen afsluiten op het skateboard. Dan kunnen ze tricks uitwisselen en die van elkaar filmen. Jon is net het filmpje van zijn frontside flip aan het uploaden. Hij en zijn skatevrienden hebben een groepje op WhatsApp waarin ze al hun foto’s en filmpjes posten. Wat hebben Kurt, Lynn en Jon gemeen? Ze maken allemaal deel uit van een groep. Een gezin, de jeugdbeweging, skatevrienden: het zijn heel uiteenlopende voorbeelden en toch kan je ze allemaal ‘groep’ noemen. Wat is een groep? Welke kenmerken moeten aanwezig zijn om van een ‘groep’ te kunnen spreken? •
Leden van een groep hebben een gemeenschappelijk doel. - De mama en stiefpapa van Kurt vinden het belangrijk dat de kinderen overeen komen met elkaar. - Lynn en de andere leden van de jeugdbeweging willen plezier maken. - Jon en zijn vrienden skaten samen om te ontspannen en skate tricks te leren.
•
Leden van een groep interageren. Die interacties zijn niet het resultaat van toeval, maar afhankelijk van het streven om het doel van de groep te realiseren. Interactie neemt specifieke vormen aan (en is gestructureerd). - Het nieuw samengesteld gezin van Kurt maakt samen uitstapjes. - Elke zondag gaat Lynn naar de jeugdbeweging. - Jon spreekt op vrijdagen af met zijn skatevrienden.
•
Leden van een groep delen rechten en plichten die horen bij het ‘lidmaatschap’. Elke groep heeft haar eigen regels die een middel zijn om te kunnen omgaan met de complexiteit van de groep. In groepen hebben bepaalde personen meer initiatiefrecht dan anderen. Het respecteren van die verdeling behoort ook tot de rechten en plichten van de groep. -
vereen komen betekent volgens de mama en stiefpapa van Kurt dat de kinderen iets van elkaar moeten kunnen O verdragen, elkaar helpen als het nodig is, complimenten geven aan elkaar … Lynn trekt iedere zondag, net zoals alle andere leden van haar jeugdbeweging, het uniform aan. Jon en zijn vrienden hebben afgesproken dat hij altijd de filmpjes uploadt. Ze nemen dan ook altijd zijn smartphone om te filmen. -
•
Groepsleden hebben een gedeelde identiteit en een groepsgevoel. Leden zien zichzelf als mensen die tot dezelfde groep behoren. Mensen kunnen tot een bepaalde groep behoren zonder het te weten. Het is echter onmogelijk om tot een groep te horen zonder het te weten. Deel uitmaken van een groep vereist een bewust groepsbesef dat echter kan variëren van persoon tot persoon. -
K urt vindt het niet raar dat zijn vrienden zijn gezinssituatie niet begrijpen. Zij maken er dan ook geen deel van uit. Kurt wéét wie deel uitmaakt van zijn gezin. Omgekeerd weten zijn broer, zus, halfbroertje en twee stiefzussen dat ook. Lynn vindt dat een uniform het groepsgevoel versterkt. Op zich hoeft het natuurlijk niet. Het draait vooral om samen plezier maken. Jon moet altijd lachen als hij hoort hoe anderen hun vriendengroepje ‘de skaters’ noemt. Hij vindt het eigenlijk wel leuk. Dat is de passie die hij en zijn vrienden delen.
Een groep* is een verzameling van mensen die door belangen, taken of omstandigheden zijn verenigd.
Code Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 15
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden
15 18/07/17 13:28
Opdracht 1 In de voorbeelden las je dat Kurt, Lynn en Jon elk deel uitmaken van een groep. Noteer onder de namen tot welke groep zij behoren en vul aan hoe de groepskenmerken van hun groep eruit zouden zien. Soms zijn er meerdere antwoorden mogelijk. Kurt
Lynn
Jon
gemeenschappelijk doel
interageren
delen rechten en plichten gedeelde identiteit en groepsgevoel Geen twee groepen zijn hetzelfde. Ze variëren in grootte, duurzaamheid, soort relaties tussen de leden … De Amerikaanse socioloog Charles H. Cooley (1864-1929) maakt een belangrijk onderscheid tussen twee types groepen: primaire en secundaire groepen.
16
primaire groep
secundaire groep
Klein: de leden van de groep kennen en ontmoeten elkaar persoonlijk.
Variërende grootte: de leden hebben minder persoonlijke interacties bij een grote groep.
Blijvend: de groep blijft gedurende een langere periode bestaan.
Wisselende permanentie: ledenwisseling brengt het bestaan van de groep niet in gevaar.
Diffuse relaties: de leden hebben belangstelling voor elkaars volledige persoonlijkheid (vrije tijd, emoties, werk …).
Relaties zijn gespecialiseerd en gesegmenteerd: de leden hebben enkel interesse in de persoonlijke kenmerken die van belang zijn voor de groep.
Emotioneel en niet-instrumenteel: emotionele banden tussen de leden staan centraal. De opdracht om samen dingen te realiseren is van minder belang.
Formeel en instrumenteel: voor- en nadelen van het aangaan van een relatie staan centraal. Samen een bepaald doeleinde bereiken is van belang.
Thema 1 - Sociale banden maken het individu
Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 16
Code 18/07/17 13:28
Opdracht 2 Bekijk onderstaande voorbeelden. Is er sprake van een primaire of van een secundaire groep?
Opdracht 3 Kijk terug naar de intro. Van welke groepen maak je deel uit? Som ze op en verdeel ze volgens het type groep. Verklaar in een klasgesprek waarom je welke groep zo categoriseert. primaire groep
Code Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 17
secundaire groep
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden
17 18/07/17 13:28
1.1 Het individu binnen de sociale structuur In de wiskunde is één plus één gelijk aan twee. In de sociologie is één plus één gelijk aan een dyade*: de kleinst mogelijke groep, de kleinst mogelijke sociologische eenheid, bv. het huwelijk. In de dyade is de groep verbonden met elk van de twee individuen. Die groepsleden kunnen dan ook een vrij sterke controle uitoefenen over de groep, want de groep bestaat enkel uit die twee personen. Wanneer de ene persoon A de andere persoon B controleert, wordt tegelijkertijd de groep gecontroleerd.
A
B
Opdracht 4 Lees het onderstaande artikel en beantwoord vervolgens de vragen.
Schat, de rekening graag Gemeenschap van goederen? Totale scheiding van goederen? Of iets daartussenin? Volgens relatiebemiddelaar Rika Ponnet is de keuze, en zeker de manier waarop die gemaakt wordt, vaak de reflectie van de totale liefdesrelatie. Het verraadt iets over de machtsverhouding, het hechtingspatroon, het wederzijdse vertrouwen. ‘Een relatie aangaan betekent eigenlijk een rekening openen bij de ander. Het is een economisch verbond met een emotioneel verbond eronder. Je levert allebei fundamentele bijdrages – in euro’s, aandacht of energie – aan het welzijn van de ander.’ Er is geen one size fits all-formule. Maar Ponnet kent wel een gulden regel: ‘Er moet altijd gelijkwaardigheid zijn. En dat betekent niet noodzakelijk gelijke bedragen.’ Ze staat ervan versteld in welke statuten vrouwen zich laten duwen. ‘Sommigen laten zich volledig afhankelijk maken van hun partner. Ik denk aan een vrouw die pas bij de scheiding besefte dat hij al het geld onder zijn BVBA had geplaatst waardoor zij nergens recht op had. Logisch vond hij. In zijn ogen had zij 20 jaar met hem mogen meeleven. Wat zij al die
jaren voor het gezin en de kinderen had gedaan, had voor hem economisch geen waarde. Maar er zijn ook vrouwen die graag het ‘kleine meisje’ zijn. Ze spelen in op het verantwoordelijkheidsgevoel van hun partner en zetten hem zo vast in zijn zorgende rol. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid.
Uit: Dekeyser, A. (2016, 16 april). Schat, de rekening graag. De Standaard. Geraadpleegd via http://www.standaard.be
18
a
Ponnet spreekt over dyades waarbij één lid de groep volledig controleert. Leg uit.
b
Volgens Ponnet is er gelijkwaardigheid nodig in een relatie. Dat betekent volgens haar niet noodzakelijk gelijke financiële bijdragen. Wat zou ze daarmee bedoelen?
Thema 1 - Sociale banden maken het individu
Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 18
Code 18/07/17 13:28
Wanneer een derde persoon aansluit bij de dyade bestaat de groep uit drie personen en spreken we van een triade*. Nu is het niet langer mogelijk voor een individueel lid om de hele groep te controleren. A heeft geen volledige controle meer over de relatie tussen B en C. Anders gezegd: Adriana weet niet wat Bieke en Chaya over haar zeggen als zij er niet is. Misschien hebben zij wel een geheim samen. Hetzelfde geldt voor Bieke tegenover Adriana en Chaya, en Chaya tegenover Adriana en Bieke.
A
B
C Wat gebeurt er als de groep verder uitbreidt? In een dyade zijn er twee personen en één relatie. In een triade zijn er drie personen en drie relaties, in een groep van vier personen zijn er al zes relaties mogelijk, in een groep van vijf worden dat er tien, enzovoort. Een toename van het aantal groepsleden zorgt er dus voor dat het aantal mogelijke relaties in een groep sterk toeneemt, N(N-1)⁄2 mogelijke relaties om exact te zijn. Bij een uitbreiding van het aantal leden worden groepen complexer. Wat men kan doen binnen de groep is afhankelijk van de relaties die men heeft met de andere groepsleden. Men wordt afhankelijk van anderen. Een groep bestaat dus uit combinaties van mensen die van elkaar afhankelijk zijn. Om het groepsdoel te realiseren, dienen de leden van de groep onderling samen te werken. Eén lid op zich kan het groepsdoel niet realiseren. Hij/zij is afhankelijk van anderen. Dat is daarom een toestand van onderlinge afhankelijkheid. We kunnen echter binnen de groep ook kijken naar wie precies met wie samenwerkt. Personen die onderling samenwerken, vormen een figuratie*. Een geheel van figuraties noemen we een structuur*. Opdracht 5 Bekijk de sociale structuur van jouw klasgroep als een geheel van figuraties. Welke figuraties kan je onderscheiden? Geef ze hieronder schematisch weer.
Code Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 19
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden
19 18/07/17 13:28
1.2 Indeling van sociale groepen Ieder van ons neemt een plaats in binnen de sociale structuur. Sterker nog, ieder van ons neemt meerdere plaatsen in binnen de sociale structuur. Sociale positie* is de plaats die een persoon inneemt in een groep of in de samenleving. Ieder van ons neemt een plaats in binnen de sociale structuur. Iedereen neemt zelfs meerdere plaatsen in binnen de sociale structuur, bv.: in je gezin, je klas, je vriendengroep ... Bij elke sociale positie horen bepaalde verwachtingen over hoe je je gedraagt. Dat is je sociale rol. Sociale rol* is het geheel van de verwachtingen (gedrag, handelingen en attitudes) die gepaard gaan met een sociale positie.
positie
• •
•
à
rol
à
verwachting
Bouba (17) is de lolbroek van zijn vriendengroep. Wanneer een gesprek stilvalt, is hij degene die met een domme grap het gesprek weer op gang brengt. Zijn kameraden weten dat ondertussen al. Als je je verveelt, moet je met Bouba afspreken. In de klas is Bouba eerder teruggetrokken. Hij spreekt redelijk goed Nederlands maar voelt zich nog niet zelfzeker genoeg om te spreken voor de klas. Als de leerkracht een vraag stelt, blijft hij vaak naar beneden staren in de hoop niet aan de beurt te komen. Thuis is Bouba de oudste van vijf kinderen. Zowel zijn vader als moeder werken in ploegen. Hij moet daarom regelmatig inspringen in het huishouden, en bijvoorbeeld het eten maken voor zijn jongere broers en zussen. Hij vindt dat niet erg en neemt graag die verantwoordelijkheid op zich
Opdracht 6 Lees het voorbeeld. Hoe kan dat? Een vader en zoon hebben een auto-ongeluk. De vader is op slag dood en de zoon wordt met de ziekenwagen naar de spoed gebracht om geopereerd te worden. Wanneer de chirurg in het operatiekwartier binnenkomt, weigert die de ingreep te doen en zegt: ‘Ik kan de jongen niet opereren want het is mijn zoon!’
Welke verwachtingen heb jij als je aan de sociale positie van een chirurg denkt? Veel mensen zitten vast in het raadsel. Zij verwachten dat enkel mannen chirurg zijn. Voor hen maakt het geslacht, nl. man zijn, deel uit van de sociale rol van een chirurg. Er zijn nog sociale rollen die in onze samenleving verwacht worden van mannen en niet van vrouwen, en omgekeerd.
20
Thema 1 - Sociale banden maken het individu
Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 20
Code 18/07/17 13:28
Opdracht 7 Ga op zoek naar reclameafbeeldingen waarin duidelijke sociale rollen voor mannen en vrouwen naar voor komen. Kleef die afbeeldingen hieronder.
De sociale positie (samen met de sociale rol) is verbonden met een sociale status: de waarde die anderen geven aan de sociale positie. Die sociale status kan toegeschreven zijn of verworven. Wanneer het gaat om een toegeschreven sociale status*, dan is dat op basis van geboorte of van onveranderlijke eigenschappen zoals geslacht of afkomst. Een verworven sociale status* wordt door de persoon zelf op basis van prestaties behaald. Opdracht 8 Bekijk de foto’s. Wie van deze bekende personen heeft zijn status toegeschreven en wie heeft zijn status verworven?
Code Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 21
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden
21 18/07/17 13:28
Hoe zou jij reageren wanneer jouw arts tijdens een consultatie plots voorstelt om een kaartje te leggen? Zou je niet verbaasd opkijken wanneer een eerste minister voor de camera de journaliste hartstochtelijk omhelst of wanneer een rechter tijdens het voorlezen van zijn vonnis plots in snikken uitbarst? Opdracht 9 Welke sociale rol hoort bij de gegeven sociale positie? Of omgekeerd, wie hoort er bij de beschreven sociale rol? Vul aan. De sociale positie mag je gewoon omschrijven, je hoeft geen foto te zoeken. sociale positie
sociale rol
Op een serene manier de godsdienstige plechtigheid leiden.
Empathisch luisteren naar een vraag om hulp en begeleiden door vragen te stellen. Opdracht 10 Sociale rollen zijn soms zo ingebakken dat we ze in spreekwoorden en zegswijzen tegenkomen. Welke verwachtingen hangen er volgens jou samen met de sociale posities in de onderstaande uitdrukkingen? a
De waarheid komt uit een kindermond.
b Wees een heer in het verkeer.
c
Die spreekt als een advocaat.
Opdracht 11 Welke sociale rol herken je in deze cartoon?
22
Thema 1 - Sociale banden maken het individu
Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 22
Code 18/07/17 13:28
2 Referentiegroepen Opdracht 12 In de Disneyfilm Jungle Book wil King Louie net zoals Mowgli zijn. Welke menselijke vaardigheden wil de orang-oetan beheersen? Bij het onlinelesmateriaal vind je een link naar het liedje.
Referentiegroep* is de groep die wordt gebruikt bij het bepalen en evalueren van het eigen gedrag. Het woord ‘referentie’ komt van het Latijn: re (terug) en ferre (dragen, brengen). We brengen dus ons eigen gedrag terug naar een andere groep, de referentiegroep. Die groep is een ijkpunt dat we gebruiken om het eigen gedrag te beoordelen.
2.1 Indeling van referentiegroepen Referentiegroepen kan je eenvoudig opdelen in positief en negatief: • Een positieve referentiegroep* is een groep waar we positief tegenover staan, waarvan we de waarden, normen, opinies, attitudes, eigenschappen … willen overnemen. • Een negatieve referentiegroep* is een groep waar we negatief tegenover staan, waarvan we de waarden, normen, opinies, attitudes, eigenschappen … willen vermijden. Opdracht 13 Bedenk een marketingstrategie voor een product naar keuze. Maak daarbij gebruik van een positieve en een negatieve referentiegroep.
Code Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 23
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden
23 18/07/17 13:28
Op basis van hun positieve of negatieve eigenschap hebben referentiegroepen een normatieve en een comparatieve functie. • De normatieve referentiegroep* werkt als een bron van normen en waarden die richtlijnen geven of verwachtingen opwekken. • De comparatieve referentiegroep* levert standaarden voor zelfevaluatie met betrekking tot de gepastheid van het gedrag of de adequaatheid van de uitvoering ervan. Opdracht 14 Bekijk de vorige opdracht opnieuw. Welke groepen die je invulde zijn normatief?
Opdracht 15 Verklaar de volgende stelling: Positieve referentiegroepen werken zowel normatief als comparatief, terwijl negatieve referentiegroepen enkel comparatief zijn.
2.2 Invloed van referentiegroepen op het individu Een referentiegroep kan jouw gedrag beïnvloeden op drie verschillende manieren:
informerende invloed
Referentiegroepen geven ons informatie bij het innemen van een persoonlijk standpunt doordat we kunnen terugvallen op de standpunten (slogans, boeken, enz.) van de referentiegroep.
instrumentele invloed
Wanneer we handelen naar de richtlijnen van de referentiegroep, zullen we in de groep gewaardeerd en opgenomen worden. Is ons gedrag afwijkend van norm, dan worden we gesanctioneerd of uitgesloten.
expressieve invloed
Referentiegroepen beïnvloeden vaak uiterlijke kenmerken (kledij, haardracht, juwelen ...), lichaamstaal, muziekkeuze, invulling vrije tijd enz.
Opdracht 16 Lees het onderstaande artikel en beantwoord de vraag.
De x van straight edge Tineke (17): ‘Op fuiven drink ik fruitsap of sojamelk, nooit alcohol. Ik gebruik ook geen drugs, rook nooit sigaretten en ik verkies een vast lief boven one night stands. Ik ben al twee jaar straight edge: ik wil bewust en sober leven en liefst met een helder hoofd zelf beslissingen nemen.’ Tineke: Sommige straight edgers dragen een getekende X op hun hand. Dat symbool komt uit Engeland, waar vroeger elke minderjarige die een pub bezocht een zwarte X op de hand gestempeld kreeg. Zo kon de barman zien dat je minderjarig was en dat hij je dus geen alcohol mocht serveren. De straight edgers hebben dat symbool overgenomen.
24
Thema 1 - Sociale banden maken het individu
Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 24
We drinken niet alleen nooit alcohol, we trachten in het algemeen sober te leven. Velen zijn net zoals ik vegetariër, maar dat is niet verplicht.
Code 18/07/17 13:28
19 + 5 = 24 Ik draag nooit zo’n X op m’n hand. Dan pak je er te veel mee uit, vind ik. Je hoeft je er niet voor te schamen dat je straight edger bent, maar je moet je ook niet beter voelen dan anderen. Ik draag baggypants en skateschoenen. In een groep jongeren zou je me er dus nooit uithalen als straight edger, behalve als ik een typisch T-shirt draag. Dan zou je het kunnen zien aan de opschriften. We hebben iets met cijfers en symbolen. X is de 24ste letter van het alfabet. De S van straight is de negentiende letter, de E van edge de vijfde. Als je die twee getallen bij elkaar optelt, kom je weer tot 24. Op veel T-shirts vind je die getallensymboliek terug. EXTREEM RECHTS Er is geen verklaring of manifest van de straight edger. Hoe je tegenover de wereld staat, is persoonlijk. Iedereen heeft dus een verschillende politieke overtuiging, maar extreem rechts hoort daar niet bij. Sommigen zien er misschien extreem uit, en hebben tatoeages en piercings. Maar met een sojamelkje in de hand zien ze er al stukken minder gevaarlijk uit. Straight edgers zijn tegen racisme en alle vormen van discriminatie. Ze zijn open minded en tolerant. PAS OP VOOR DE VAL Mijn vrienden zijn zeker niet allemaal straight. Je mag je niet afsluiten van de rest van de wereld, want dan hoor je alleen wat gelijkgestemden zeggen. Dat is niet alleen een val voor straight edgers, maar voor alle
mensen. Je kan ook lid zijn van een jeugdbeweging en een zodanig groepsgevoel ontwikkelen dat je alleen nog aan activiteiten van de jeugdbeweging meedoet. Om straight te zijn, heb je een sterk karakter nodig. Dan ben je mentaal ook wel sterk genoeg om een eigen idee over alles te blijven hebben. DRANGHEKKENS Ik ga vaak naar hardcore-optredens en -festivals. Veel hardcoreteksten gaan over vegetarisme, spreken zich uit tegen racisme, voor de natuur en tegen uitbuiting. Muziek met een boodschap dus. Of je zelf ook iets doét, is weer een persoonlijke keuze. We organiseren optredens waarvan de opbrengst naar Amnesty International gaat. We verkopen ook vegan burgers ten voordele van de dierenrechtenorganisatie Animal Truth. BESSY OPETEN Ik heb vroeger van de smaak van vlees gehouden, maar nooit van het gevoel: ik was me er altijd van bewust dat ik dode dieren at. Als kind had ik een vriendin die in een boerderij woonde. Ze had een lammetje dat ze met de papfles te eten gaf. Na een paar weken kon zij zonder verpinken aankondigen ‘We gaan Bessy opeten’. Ik vind dat absurd en het choqueert mij. Mensen hebben geen vlees nodig om te overleven. Er zijn ook straight edgers die veganist zijn: ze eten geen dierlijke producten zoals kaas, eieren, boter en melk. Nog anderen zijn fruitariër.
Uit: De x van straight edge (2000). Maks, nr. 3, pp. 45. Geraadpleegd via http://www.klasse.be
De groep waartoe Tineke behoort is die van de straight edgers. Zoek in de tekst voorbeelden van op welke manier de referentiegroep haar wel of niet beïnvloedt. Som ze op in de onderstaande tabel.
informerende invloed
instrumentele invloed
expressieve invloed
Code Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 25
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden
25 18/07/17 13:28
2.3 Een peergroup als referentiegroep • • •
Vorig jaar hadden enkele van haar vriendinnen in de judoclub een wafelenbak georganiseerd ten voordele van Music For Life. Dit keer wil Vera net als hen haar steentje bijdragen en helpt ze mee met bakken. ‘Ga je nu weer uit met die kerels?’ vraagt Willems moeder verontwaardigd. ‘Je weet dat ik ze voor geen haar vertrouw. Ik hoorde trouwens van de buurvrouw dat ze weer allemaal dingen hebben uitgestoken …’ Murielle en haar vriendinnen herken je al van ver. Het zijn vier modebewuste meisjes. Ze dragen altijd dezelfde kleren die ze de week ervoor samen kochten.
Het belang van leeftijdgenoten neemt toe naarmate kinderen opgroeien. Waar het eerst de ouders zijn die vooral invloed uitoefenen op de ontwikkeling, worden het in de adolescentie de peers die een grotere rol spelen en gedrag zullen beïnvloeden. Die Engelse term klinkt in het Nederlands als ‘gelijken’. Een peergroup* is een groep van leeftijdgenoten of gelijkgezinden die gemeenschappelijke gedragscodes hebben en die voor elkaar de basis van sociale vergelijking vormen. Hoewel gelijke leeftijd mee bepaalt wie de peers zijn, gaat het om meer dan louter leeftijdgenoten. De volgende factoren spelen mee: • gedeelde eigenschappen (bv. leeftijd, geslacht, etniciteit, (sub)cultuur, woonplaats); • gelijkaardige ervaringen (bv. scholing, hobby, (deviante) levensstijl waaronder drugsgerelateerde ervaringen); • lid zijn van eenzelfde groep. Opdracht 17 Als je met die factoren rekening houdt, tot welke peergroups behoor jij dan? Soms ze hieronder op:
Zoals bij Willem in het voorbeeld worden peers en de invloed die ze uitoefenen vaak gerelateerd aan negatieve effecten (bv. drugsmisbruik en vandalisme). Zo’n groepsdruk of peer pressure kan ook een omgekeerd, positief effect hebben, zoals bij Vera. Dat stelt ook ontwikkelingspsycholoog Wim Beyers (°1972):
‘We moeten oppassen dat we niet uitsluitend kijken naar peer pressure als iets negatiefs. Er bestaat ook veel positieve peer pressure: je kan vrienden ook net aanmoedigen om zich te engageren.’ Wim Beyers Opdracht 18 De leerkracht toont je een filmpje over de Dag van de Jeugdbeweging. Wat vind jij van de Chiro, Scouts, KLJ, KSA en andere jeugdbewegingen? Zijn dat volgens jou positieve of net negatieve referentiegroepen? Waarom?
26
Thema 1 - Sociale banden maken het individu
Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 26
Code 18/07/17 13:28
3 ‘Al wie da nie springt’: over groepskansen en groepsbedreigingen ‘Het individu heeft altijd gevochten om niet overweldigd te worden door de groep. Als je het probeert, zal je vaak eenzaam zijn en soms bang. Maar geen prijs is te hoog voor het privilege om jezelf te bezitten.’ Friedrich Nietzsche Wat wil de Duitse filosoof Friedrich W. Nietzsche (1844-1900) met die uitspraak duidelijk maken?
3.1 Groepsconformisme Opdracht 19 Ben jij een kuddebeest? Of wil je je net onderscheiden van de groep? Waarom is het volgens jou goed om netjes in de rij te lopen of net omgekeerd naast de rij te lopen? Bespreek dit in een klasgesprek. Een groep is een verzameling van stuk voor stuk unieke individuen met eigen ideeën en opvattingen over de wereld. Je kan ervoor kiezen om met jouw visie op de voorgrond te treden of je kan ervoor kiezen om je visie aan de groep aan te passen en je conform te gedragen. Conformisme* is regelmatig, bewust of onbewust, je ideeën of gedrag richten naar (verondersteld) gedrag en (veronderstelde) opvattingen van een ander individu of van een groep. Opdracht 20 We kiezen vaker om te conformeren dan we zouden denken. Bekijk het filmpje dat de leerkracht je toont en beantwoord de volgende vragen. a Tijdens de lijntest geven de acteurs bewust eerst juiste antwoorden. Waarom?
b ‘Vertrouwen in de groep beloont’. Leg uit.
Code Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 27
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden
27 18/07/17 13:28
c
Geef een voorbeeld waarin conformeren jouw veiligheid biedt.
Mensen hebben de neiging om het gedrag en de houding van andere mensen van de groep waartoe ze denken ook te behoren, na te doen. Er is dus groepsgevoel en een zekere groepscohesie nog om tot conformisme te komen. Groepscohesie* is de capaciteit van een groep om samen te blijven. Opdracht 21 Volgens de Amerikaanse socioloog Robert King Merton (1910-2003) wordt de groepscohesie bevorderd door vijf factoren. Verbind de voorbeelden met de juiste factor. factor
voorbeeld
A
Olly kent de jongens uit de wijk wel, ze hebben trouwens ongeveer dezelfde leeftijd, maar het liefst trekt hij op met zijn kameraden uit het internaat. Olly verblijft telkens gedurende de schoolweek op het internaat en ziet zijn vrienden er dus dagelijks. Dat schept echt wel een band.
B
Dario gaat heel graag naar de sportclub. Hij kan zich goed vinden in de ideeĂŤn van zijn sportvrienden die allemaal voor hetzelfde doel gaan; de beste worden. Blijkbaar straalt de trainer toch vertrouwen uit, want de ouders vertrouwen hun kinderen bij de coach. De coach brengt en voert de kinderen naar wedstrijden met een busje.
C
D
E
28
1
Aantrekkingskracht tussen de groepsleden Een uitgesproken leidersfiguur, waar de groepsleden naar opkijken, vergroot de aantrekkingskracht en zo de groepscohesie.
2
Groepsfierheid Groepslidmaatschap kan leiden tot fierheid. Door die fierheid voelen de leden zich sterk aangetrokken tot elkaar en is er een grote drang om lid te blijven van de groep.
3
Engagement en betrokkenheid De groepscohesie stijgt naarmate de groepsleden meer betrokken worden bij en zich meer engageren voor de doelstellingen van de groep.
4
Aantal en intensiteit van de interacties Indien de groepsleden elkaar vaak ontmoeten, gaat de groepscohesie stijgen.
5
Het wij-zij-gevoel (ingroep versus outgroep) De cohesie wordt vaak versterkt door een dubbele moraal: de leden van de wij-groep (de groep waartoe men behoort, de ingroep) helpen elkaar en staan elkaar bij. De leden van de zij-groep (groep waartoe men niet behoort, de outgroep) worden verstoten.
Lea is sinds vorig jaar lid van de leerlingenraad op school. Nu begrijpt zij veel beter de standpunten en beslissingen van de directie. Zij kan er zich ook beter in vinden.
Toen het verboden werd om te roken in de leefgroepen, ontstond al vlug onenigheid tussen de voor- en tegenstanders van het roken. Peetah is lid van de natuurvereniging in zijn stad. Zijn kamer hangt vol artikels die over de natuurvereniging verschenen zijn en vol trots gaat hij elke dag naar school met een button van de vereniging opgespeld.
Thema 1 - Sociale banden maken het individu
Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 28
Code 18/07/17 13:28
3.2 Groepskans: de relatie tussen groepsconformisme en emancipatie Als je een voorbeeld zou moeten geven van emancipatie, is dit er waarschijnlijk één van: de Afro-Amerikaanse bevolking die in de jaren 1960 strijdt voor gelijkheid. Emancipatie* is het loskomen van sociale beperkingen zodat je je ten volle kan ontplooien. Of zoals Martin Luther King (1929-1968) het heel treffend verwoordt in zijn memorabele speech:
‘Ik heb een droom dat mijn vier kinderen op een dag zullen leven in een land waar zij niet beoordeeld zullen worden op hun huidskleur, maar naar de inhoud van hun karakter.‘ Martin Luther King Emanciperen door te conformeren. Jezelf bevrijden door je aan te sluiten bij een groep. Hoewel het tegenstrijdig lijkt, hoeft het dat niet te zijn. Deel uitmaken van een groep kan je de kans geven om te groeien. Wanneer je met verenigde krachten samenwerkt, bereik je doelen die anders ver van je bed zouden blijven. Opdracht 22 Bekijk opnieuw de oefening die je maakte aan het begin van dit hoofdstuk. Daar noteerde je de groepen waarvan jij deel uitmaakt. Denk eens kritisch na voor jezelf: welke vaardigheden of eigenschappen heb jij opgedaan als lid van die groepen?
Het klinkt heel eenvoudig, maar dat is het helaas niet altijd. Soms ben je omringd door groepen, maar vind je geen aansluiting. Die actuele problematiek treft veel jongeren die migreerden. Ze hebben bijvoorbeeld een andere religieuze achtergrond of totaal verschillende interesses en gewoonten dan de doorsnee Vlaamse adolescent. Ze zijn op zoek naar een manier waarop ze deel kunnen uitmaken van een groep zonder zichzelf daarbij te verliezen.
Code Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 29
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden
29 18/07/17 13:28
Opdracht 23 Lees het artikel en beantwoord daarna de vragen.
Said en zijn broer: de ene een vrijgevochten homo, de ander een extreem religieuze moslim. Said (32) en zijn broer zijn hier geboren uit Marokkaanse ouders, maar kozen voor totaal andere levens. Said noemt het zijn zoektocht om ‘eerlijk te leren leven met zichzelf’. Wat hij meekreeg van zijn opvoeding en afkomst mengde hij met zijn ‘verlichte’ leven hier. Een moeilijk parcours was het, met vallen en opstaan. Hij kreeg opmerkingen, soms uit onverwachte hoek. Zoals heel recentelijk nog. Said kwam op straat in aanvaring met twee allochtone jongeren. Hij had hun ‘salam aleikum’ beantwoord met ‘hallo’. ‘Ik wou die jongens leren dat elkaar begroeten ook anders kan. Ze kwamen dreigend dichterbij, vroegen me of ik dan geen moslim was. ‘Nee’, zei ik. ‘Ongelovige!’, riepen ze. Ik werd ineens bang en koos voor de weg van de minste weerstand. Ik loog, zei dat ik geadopteerd was en daarom geen islamitische opvoeding genoot. Ze bedaarden. Een vreemde toestand was het. Ik word nog zelden met racisme geconfronteerd of op mijn uiterlijk aangesproken.’ ‘Dat ik net door die jongeren negatief beoordeeld werd, was opmerkelijk.’ ‘We woonden in een kleine stad zonder veel jeugdhuizen of jongerencentra. Ik vluchtte met vrienden naar de naburige grote stad, volgde danslessen en dook in het nachtleven. Mijn broer kwam via de moskee in contact met een man die aan geloofsopvoeding deed. Geleidelijk veranderde hij. Hij
paste zijn kledingstijl aan en liet zijn baard groeien. Ik groeide intussen langzaam uit tot wie ik nu ben, een jongeman met eigen smaken en inzichten. Mijn basis is islamitisch, maar ik ga niet naar de moskee. Ik heb mijn eigen rituelen, mijn eigen spirituele leven en dat staat los van religieuze instellingen of dictaten uit een heilig boek. Ik blijf vooral kritisch, doe voortdurend aan zelfonderzoek.’ Saids ouders keken met verbazing naar wat in hun gezin gebeurde. Hoe kon het dat hun zonen zo verschillend evolueerden? Said: ‘Ze waren vooral zeer argwanend over wat met mijn broer gebeurde. ‘Doe uw baard af’, hoorde ik op een dag roepen. Ik vond dat niet de juiste manier om met hem om te gaan. Zijn baard is zijn keuze. Ik heb ook een baard, ter compensatie van mijn kale hoofd.’ (lacht) ‘Vreemd hoe verschillend twee broers onvrijheid ervaren. De een zoekt de oplossing in persoonlijke groei, de ander in extremer denken. Toch weiger ik mijn broer een extremist te noemen. Hij heeft zijn manier van expressie gevonden in die puriteinse levenswijze, in het veroordelen van grote en kleine dingen. Die pietluttigheden blijven wel verbazen. Toen ik een oorring begon te dragen, zei een van zijn Koranvaste vrienden mij: ‘Dat doen wij niet’. Wij? Wie zijn dat?’
Uit: Libert, M. (2015, 7 februari). Wij? Wie zijn dat? De Standaard. Geraadpleegd via http://www.standaard.be
30
a
Beide broers hebben zich op een andere manier geëmancipeerd. Leg uit.
b
Saids broer zoekt zijn identiteit in de islam. Werkt dat volgens jou wel of niet emanciperend? Verklaar.
Thema 1 - Sociale banden maken het individu
Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 30
Code 18/07/17 13:28
3.3 Groepsbedreiging: de relatie tussen groepsconformisme en anti-emancipatie • • •
‘Ga jij maar in de goal staan’, roept de trainer naar Korneel. ‘Ok’, antwoordt Korneel sip, en hij doet wat hem gevraagd wordt terwijl Yasin in het middelveld mag staan. Het is een belangrijke match en de trainer wil zijn ploeg niet zien verliezen. ‘Maar alle meisjes van de klas dragen deze sneakers,’ zeurt Veerle wanneer haar vader vindt dat ze een goedkoper paar moet uitzoeken. Veerle heeft schrik dat ze er met een ander paar schoenen niet meer zal bij horen. Hoewel ze het antwoord op de vraag van de leerkracht weet, steekt Yanthe haar hand niet op en staart ze stil voor zich uit. Het is zowat een ongeschreven regel geworden in de klas dat je een ‘strever’ bent als je meewerkt …
Een groep kan je doen groeien, maar kan jouw persoonlijke ontplooiing ook net in de weg staan. Het belang en bestaan van de groep primeert. Het individu moet buigen zoals een dicht bos naaldbomen dat maar weinig licht doorlaat om andere bomen te laten groeien. In dat geval is er sprake van anti-emancipatie*, tegenwerkende krachten in een groepering die het individu geen zelfstandigheid of verantwoordelijkheid toelaten om zich te ontwikkelen. Een voorbeeld daarvan zijn heel strenge regels rond de kleren die je niet mag of net moet dragen. Opdracht 24 Op sommige scholen heersen strenge afspraken rond kledij. Soms is het dragen van een uniform er verplicht. Wat vind jij daarvan? Belemmert dat jouw persoonlijke groei of biedt het net ruimte om te groeien?
Code Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 31
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden
31 18/07/17 13:28
Groepsconformisme kan uit de hand lopen. Wanneer individuele mensen hun persoonlijke identiteit verliezen doordat ze een onderdeel zijn van een massa, spreken we van deïndividuatie*. Ze verliezen dan een deel van hun verantwoordelijkheidsgevoel en hun waarden. Ze doen mee met de anderen, vooral als ze die bewonderen, bv. bij plunderen, vandalisme, wraak nemen ... Opdracht 25 Het boek Vallen van de Vlaamse schrijfster Anne Provoost (°1964) gaat over een jongen die op een dag zijn haren kort knipt, een wapen koopt en korte tijd later onomkeerbare schade aanricht. Lees het fragment hieronder en beantwoord de vragen. ‘Benzine?’ vroeg ik. (…) ‘Nee nee, niet voor de auto,’ zei hij alsof hij mijn gedachten las. ‘Voor iets anders. Veel hoef ik niet.’ Ik wees hem de paarse jerrycan van mijn grootvader. Alex liep ernaartoe, schudde ermee en grijnsde. ‘Dat is natuurlijk wel een beetje weinig,’ zei Benoît lachend. ‘Waar heb je die dan voor nodig?’ vroeg ik. Ik was op mijn hoede. Ik wist dat dit soort vragen zijn stemming konden doen omslaan. Hij bleef vriendelijk en bedaard, maar de spieren in zijn kaak lieten zijn wrevel zien. ‘Luister, Lucas,’ zei hij. ‘Je hebt gisteren puik werk geleverd. Je hebt met brio bewezen hoe zorgvuldig je werkt en hoe goed je je van je verantwoordelijkheid bewust bent.’ (…) ‘Maar dit was natuurlijk maar een begin,’ ging hij verder. ‘(…) nou kan het echte werk beginnen.’ Ik zei dat ik niet snapte wat hij bedoelde en dat was ook zo. Hij wisselde een snelle blik met Alex en bewoog een hoek van zijn mond even op en neer. ‘We hebben er nodig voor onze cocktails.’ ‘Cocktails?’ ‘We geven een feestje!’ zei Alex gevat. Hij gooide zijn armen opzij alsof hij danste. Benoît bleef doodernstig.
‘Een fles benzine met een lont, dat bedoel ik. We zullen…’ ‘Molotovs?’ Ik hield op met vegen. De zon zat pal op mijn wangen. (…) ‘Ze moeten me niet uitdagen,’ zei hij verongelijkt. ‘Wie me uitdaagt, zal bloed pissen.’ Benoît gaf hem een paar bemoedigende klopjes op de rug en maakte zich vervolgens van hem los. ‘Kijk, Lucas,’ zei hij, ‘een mens moet voorbereid zijn. Voor het geval dat er iets gebeurt. Of ben jij een van die jongens die over zich heen laten lopen? Over zichzelf en over zijn huis en zijn land en zijn familie?’ Ik moest iets zeggen. Maar ik was onvoorbereid. (…) ‘Waarom?’ was het enige dat ik kon bedenken. Er zaten wespen om me heen die op de geur van de rozen afkwamen. (…) ‘En oké,’ zei hij, ik geef toe, een cocktail gooien is een vorm van geweld, daar heb je gelijk in. Zelfs al brengen we niemand in gevaar, toch blijft het geweld. Maar soms is geweld te verdedigen. Als je niet meer democratisch je ideeën mag uiten, wat doe je dan? Over je heen laten lopen? (…)’
Uit: Provoost, A. (1994). Vallen. Antwerpen: Houtekiet.
32
a
Lucas heeft volgens Benoît ‘puik werk geleverd’. Wat zou hij daarmee bedoelen?
b
Hoe voelt Lucas zich volgens jou bij het bezoek van Benoît en Alex?
c
In deze roman beschrijft Anne Provoost hoe jongeren door extreemrechts tot terreurdaden kunnen worden herleid. Twintig jaar nadat het boek Vallen verscheen, is het nog altijd ontzettend actueel. Verklaar.
Thema 1 - Sociale banden maken het individu
Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 32
Code 18/07/17 13:28
d Anne Provoost: ‘Wat me bij het schrijven van deze roman vooral interesseerde, waren de valkuilen van het slordig denken: wie geen standpunt inneemt en zijn eigen normen niet bevraagt, is een makkelijk slachtoffer voor mooipraters met extreme opvattingen.’ Verklaar aan de hand van groepsconformisme en anti-emancipatie. Geef ook een voorbeeld uit de tekst.
Opdracht 26 Maak een begrippenlijst voor dit hoofdstuk. De bijhorende definities vind je in het leerwerkboek of zoek je op in een betrouwbare bron. Vermeld zeker de woorden met een sterretje. Je mag ook andere moeilijke of nieuwe woorden toevoegen. Werk je begrippenlijst na elk hoofdstuk bij. Zo heb je een goede houvast voor je examen. Meer informatie over een begrippenlijst maken vind je bij het onlinelesmateriaal. Opdracht 27 Maak de inhoud van dit hoofdstuk inzichtelijk. Hiervoor kan je kiezen voor een samenvatting, een mindmap of een schema. Bij het onlinelesmateriaal vind je meer uitleg over hoe je dat aanpakt. Doe dit voor alle hoofdstukken.
Code Code Gedrag 6 GO_LWB.indb 33
Hoofdstuk 1 - Samenlevingsverbanden
33 18/07/17 13:28