Leidraad mei 2021

Page 1

NR. 2  2021

Leidraad

‘ Mijn hart klopt vooral voor mensen’ Nieuwe collegevoorzitter en alumna Annetje Ottow

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE NR. 2 2021

Leidse alumni

Van Chili tot China DOSSIER

1

Kunstmatige intelligentie


Leidraad

tribuut 2

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2021

TEKST: NIENKE LEDEGANG

Oudste studentenhuis

Ruim 18.000 studenten wonen er in Leiden, en daar­ mee zijn ze een bepalende factor in het straatbeeld. Om de groeiende groep studenten een dak boven het hoofd te bieden, verschenen er sinds de jaren zestig campusachtige complexen in de stad. Wie kent er niet de Klikspaan, de Pelikaanhof en het Flanorpad? Maar het meest karakteristiek blijven toch die als studenten­ huis herkenbare panden in de binnenstad. Met veel fietsen voor de deur, soms een afgeragde bank in de voortuin en natuurlijk: het bellenbord. Weten we eigenlijk hoe en wanneer dat is ­begonnen, het fenomeen studentenhuis? Niet precies, maar eeuwen­lang was het niet gebruikelijk dat studenten met elkaar in één huis woonden. Studenten huurden een kamer bij ‘gewone’ Leidenaren die wel wat ­wilden ­bijverdienen. Pas in de twintigste eeuw ontstonden de studentenhuizen. Vermoedelijk was Breestraat 135 een van de eerste van Leiden, en zelfs van Nederland. Het pand kent een geschiedenis die ver teruggaat. Achter de gevel zijn delen aan te wijzen die stammen uit de 14de eeuw, restanten van een middel­ eeuwse houten gevel. In de 19de en begin 20ste eeuw was

er een ­bekende ­firma gevestigd, D.A. Kelder & Zoon. Zij ­verkochten er koffie, koloniale waren, comestibles, maar ­vooral thee. Vanaf 1928 namen op de bovenste verdiepingen van het pand studenten hun intrek. Het huis kreeg de naam Mon Repos – mijn rustplaats – en was speciaal voor (oud-)bestuursleden van Minerva die zich eindelijk eens serieus aan hun studie wilden wijden. Tijdens de oorlog verbleven er onder­duikers. En in 2005 vond een geschiedenisstudent die een vriend hielp verbouwen, op de zolder van Mon Repos een van de zes originele exemplaren van de Cleveringalezing. Nog altijd is Breestraat 135 een studenten­ huis van Minerva.


3

binnenkomer

‘Laten we artificial intelligence gebruiken om grote vraagstukken te lijf te gaan: genoeg voedsel voor iedereen, gezondheid’

Joost Batenburg, informaticus / 24


Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

COLOFON

Leidraad is een uitgave van de directie Strategische Communicatie & Marketing/ Development en Alumni­ relaties van de Universiteit Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar. Uitgever: Universiteit ­ Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing

NR. 2  2021

Een nieuwe stad, een nieuw begin. Hoewel u verderop in Leidraad zult lezen dat Leiden mij zeker niet onbekend is. Hier legde ik de basis voor mijn verdere loopbaan. Het is, mede daarom, een eer dat ik de komende jaren mag werken aan de belangrijke en mooie opdracht van de U ­ niversiteit Leiden: de impact van ons onderwijs en o ­ nderzoek vasthouden en uitbouwen. In het College van Bestuur trek ik daarbij op met Martijn Ridderbos en Hester Bijl, een nieuwe samenwerking die nu al vertrouwd aanvoelt. In de korte tijd dat ik aan de slag ben, heb ik gemerkt hoeveel mensen de Universiteit Leiden een warm hart toedragen. Dat zijn niet in de l­aatste plaats onze alumni. U dus! Op alle plekken waar u (terecht)komt, neemt u een stukje Universiteit Leiden met u mee. Leidse oud-studenten zijn misschien wel de beste ambassadeurs van de universiteit. Het past ons daarom ook iets aan u terug te geven. Dat doen we bijvoorbeeld met cursussen en nascholing, met alumnibijeenkomsten, maar ook met Leidraad. Als alumna heb ik jarenlang Leidraad met heel veel plezier gelezen, ik vind het ont­zettend leuk dat ik er deel van mag uitmaken. Ik kijk ernaar uit u met dit blad nog regelmatig met een beetje Leiden te voeden. En nu ik hier terug ben, hoop ik velen van u ­binnenkort daad­werkelijk te ontmoeten. In Leiden of Den Haag, bij u in de buurt of online. Ik ben benieuwd te horen wat de Universiteit Leiden ú gebracht heeft. Als bescheiden aftrap daarop, vertel ik verderop in dit magazine hoe Leiden altijd onderdeel van mijn doen en laten is gebleven.

Annetje aan het woord

4

Annetje Ottow is sinds begin dit jaar voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden

Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumni­ relaties en Fondsenwerving Concept: Fred Hermsen (Maters en Hermsen) Eindredactie: FC Tekst – Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en v ­ ormgeving: Stephan van den Burg, Marjolijn Schoonderbeek (Maters en Hermsen) Lithografie: Studio Boon Tekst: Fred Hermsen, Malou van Hintum, Eric de Jager, Marijn Kramp, Job de Kruiff, Nienke L ­ edegang, Wilke

Martens, Linda van Putten, Friederike de Raat, Nicolline van der Spek Foto cover: Frank Ruiter Fotografie: Eelkje Colmjon, Taco van der Eb, Marc de Haan, Hielco Kuipers, Patricia Nauta, Marius Roos, Frank Ruiter, Monique Shaw, Edwin Weers Coördinatie Universiteit Leiden:Wendy Persson Reacties: 071-5274050 of contact@ leidraad.leidenuniv.nl LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden

Twitter: @leidenalumni Website: www.universiteitleiden.nl/ alumni Oplage: 80.750 Adreswijzigingen: wijziging@ alumni.leidenuniv.nl Gehele of gedeeltelijke over­ name van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na over­ leg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor even­ tuele zet- of drukfouten.

klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-863852

gedrukt


inhoud

36

Onderzoekend leren

NR. 2  2021

○ Tribuut

Oudste studentenhuis

/2

○ Annetje aan het woord / 4 ○ Kort nieuws / 6

○ Eén studie twee wegen

Biofarmaceutische Wetenschappen / 12

○ Leidse alumni in

149 landen / 14

○ Interview

Annetje Ottow / 16

○ Geven

Kenniscentrum / 20

○ Mijn kamer / 22

○ Signalen van faculteiten

en verenigingen / 40 ○ Terug in de banken Ranesh Dhalganjansing / 45 ○ Werkplek van Ton Parlevliet / 48 ○ Sleuteldragersdiner/ 49 ○ Lezen, luisteren, doen / 50

wetenschapper 46 Jonge Girija Joshi

8

Leed in lockdowntijd

23 Dossier

Kunstmatige intelligentie


kort Kansen voor de eerste generatie

Student ontdekt oudste literaire vrouwengenootschap Derdejaarsstudent Nederlands Evi Dijcks heeft in de collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden het oudste literaire vrouwengenootschap in Nederland ontdekt. Het genootschap Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart werd in 1782 o ­ pgericht door dichteres Anna van der Aar de Sterke. Dijcks deed haar vondst ­tijdens onderzoek naar twee handschriften met gedichten van deze dichteres. Tot nu toe waren alleen literaire vrouwengenootschappen uit de negentiende eeuw bekend.

‘Wanneer je als student onderzoek op de leeszaal van Bijzondere Collec­ ties doet, verwacht je natuurlijk niet iets nieuws te vinden’, vertelt D ­ ijcks. ‘Maar toen bleek dat mijn docent Olga van Marion, universitair docent Vroegmoderne Nederlandse letterkunde, het gezelschap Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart óók niet kende, begon mijn hart echt sneller te kloppen. Ontzettend leuk om als student zo’n belangrijke ontdekking te doen.’ Op Internationale Vrouwendag heeft Dijcks acht gedichten van Van der Aar de Sterke online voorgedragen.

Vrouwen in de beeldentuin

In de beeldentuin van het Academiegebouw zijn gebeeldhouwde portretten van astronoom Ewine van Dishoeck en classicus Ineke Sluiter geplaatst. Dit als bijdrage aan een diverser beeld van de academie. Sinds drie jaar hangen er por­ tretten van veertien

Met een crowdfundingactie bij het afscheid van rector Carel Stolker is ruim 90.000 euro opgehaald voor het Leiden Empowerment Fund, dat eerste­generatiestudenten en -wetenschappers helpt hun ambities te verwezenlijken. Deze ‘nieuwe’ academici, al dan niet met een migratieachtergrond, lopen tegen allerlei barrières aan. Zo ervaren zij beduidend minder toegang tot netwerken binnen en buiten de universiteit. Ook bemoeilijkt een gebrek aan middelen vaak hun studie of onderzoek. Stolker vroeg als afscheidscadeau om een bijdrage aan dit fonds. Het geld wordt onder meer gebruikt voor een buddysysteem en subsidies voor buitenlandse studieverblijven.

vrouwelijke hoogleraren in de Senaatskamer, maar tot nu toe kende de beeldentuin nog louter mannen. Van Dishoeck, hoogleraar ­Moleculaire astrofysica, is een internationale ster in haar vakgebied en won in 2018 de p ­ restigieuze Noorse Kavliprijs voor

haar ­baanbrekende onderzoek. S ­ luiter is hoogleraar ­Griekse taal en literatuur en daarnaast president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). In de toekomst komen er meer sculpturen van vrouwelijke wetenschappers.


Leidraad

7

Rapenburg 60

vragen aan Eliane Cohen

(Geschiedenis, 1991-1997), sinds november Hoofd Fondsenwerving van het Leids Universiteits Fonds.

Hoe is het om terug te zijn in Leiden? ‘Heel erg leuk. Mijn studietijd was een belangrijke, intensieve periode, waar ik vaak naar teruggrijp. Ik heb hier veel mensen leren kennen: mijn beste vrienden, mijn man. Er gaat dus een blik met herinneringen open. En Leiden is veel mooier geworden. Als student heb je een actieradius van niks, ik kijk nu met andere ogen naar de stad. Door de lockdownmaatregelen heb ik nog niet veel achter mijn bureau gezeten, maar ik kijk er erg naar uit dat ik iedereen in het echt kan gaan zien. Echte contacten zijn heel belangrijk in dit werk.’

FOTO’S: MONIQUE SHAW, MARC DE HAAN

Wat doe je precies, als Hoofd Fondsenwerving? ‘Het LUF bestaat al heel lang en is een mooi instituut. Ik geef leiding aan een team van vijf mensen. Wij proberen meer mogelijk te maken b ­ innen de universiteit. Meer briljante studenten een prijs of een beurs geven, meer onderzoek op weg helpen, vaker onderzoekers koppelen aan gulle gevers.’ Wat zou je alumni willen meegeven? ‘Alle gevers zijn belangrijk voor ons: van de mensen die een klein bedrag per jaar overmaken tot de gevers met een fonds op naam. Vele duizenden alumni steunen ons al. Toch zouden het er nog veel meer kunnen zijn. Met de crowdfundingactie #wakeuptocorona hebben we gezien dat een heel grote groep bereid is iets te doen. Iedereen vindt het mooi om bij te dragen aan baanbrekend, relevant onderzoek. Ons doel is om met meer gevers nog meer impact te maken. Het is heel mooi als je daar als alumnus je steentje aan bij kunt dragen.’

Alumnus schenkt monumentaal pand Rechten-alumnus Ruurt Hazewinkel heeft een bijzondere schenking aan de Universiteit Leiden gedaan: een zestiende-eeuws monumentaal woonhuis aan het Rapenburg. Op maandag 25 januari droeg hij symbolisch de sleutel over aan rector Carel Stolker. De universiteit zal dit geschenk koesteren voor toekomstige generaties en gaat zorgen voor verhuur aan en/of bewoning door studenten, docenten en wetenschappers.

Scaligerpenning voor Lenferink Burgemeester Henri Lenferink van Leiden heeft de Scaligerpenning van de Universiteit Leiden gekregen. De langstzittende burgemeester van Nederland ontving deze eind j­anuari uit handen van scheidend rector-magnificus Carel Stolker. S ­ tolker prees ­Lenferink, die binnen­ kort aan zijn v ­ ierde termijn begint, omdat hij Leiden altijd heeft vertegen­ woordigd als uni­ versiteitsstad,

vooral ook in de i­nternationale ­relaties. Hij richtte het Landelijk Netwerk Kennissteden op en wierf onder professoren zogenoemde congresambassadeurs die wetenschappelijke congressen naar Leiden halen. Ook was Lenferink een van de motoren achter het binnenhalen van het grote wetenschappelijke evenement Leiden European City of Science, in 2022.


TEKST: MALOU VAN HINTUM, FOTO’S: ANP PHOTO - ROBIN UTRECHT, MARC DE HAAN

8

Leidraad ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN NR. 2  2021


9

Lockdown treft vooral kwetsbare kinderen Niet alleen de ziekte corona maakt slachtoffers, ook de coronamaatregelen doen dat. Vooral bij kinderen en jongeren uit de kwetsbaarste gezinnen nam de emotionele verwaarlozing fors toe tijdens de eerste lockdown, blijkt uit onderzoek onder leiding van hoogleraar forensische gezinspedagogiek Lenneke Alink.

‘T

oen de lockdown begon, hadden we het v ­ ermoeden dat in ­sommige ­gezinnen de spanningen zouden toe­ nemen’, zegt L ­ enneke Alink. ‘De scholen g ­ ingen dicht, mensen waren o ­ nzeker over hun werk, er kwamen meer fi ­ nanciële zor­ gen en onderwijs vond thuis plaats. De stress zou daardoor toenemen en het opvoeden zou moeilijker worden. Dat zou kunnen resulteren in een toename van ­k indermishandeling.’ Tussen 16 maart en 16 juni vorig jaar, de periode die Alink c.s. hebben onder­ zocht, nam het aantal meldingen bij ­Veilig Thuis niet toe. Maar bij De Kinder­ telefoon werden wel meer gesprekken gevoerd over ­kindermishandeling, en ook bij hulpdienst Fier – gespecialiseerd in geweld in af­­hankelijkheidsrelaties – kwamen hierover meer vragen ­binnen. Alink: ‘We besloten daarom om zelf onderzoek te gaan doen naar verande­ ringen in de thuissituatie van kinderen tijdens deze eerste lockdown.’

Alink deed het onderzoek samen met de Leidse onderzoekers Sheila van Berkel en Samantha Vermeulen. De hele infrastructuur ervoor lag al klaar, zegt Alink: ‘We beschikten over alle onder­ zoektools van de eerdere Nationale Prevalentiestudies Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen, en daarmee ook over de data waarmee we de uitkomsten van dit onderzoek zouden ­kunnen vergelijken.’ Aan het onderzoek werkten 444 kinder­ opvangmedewerkers en leerkrachten mee. Zij rapporteerden na afloop van de schoolsluiting hun bevindingen over de ­periode van 16 maart tot 16 juni. Daarbij ging het erom hoeveel kinderen en jongeren ­tussen de 0 en 17 jaar ze tijdens de lockdown uit het oog waren verloren; om hoeveel van deze ­kinderen ze zich zorgen maakten; en bij hoeveel kinderen ze kindermishandeling ver­ moedden. Was het laatste het geval, dan werd er informatie opgevraagd over onder meer de aard van het vermoeden en over kenmerken van kinderen, ouders en gezin.


10

Leidraad

NR. 2  2021

Rode draad: stress, stress en nog eens stress Lenneke Alink: ‘Ons ­onderzoeksteam is zeer geïnteresseerd in de rol van stress in de opvoeding. Zo hebben we onderzocht hoe stress de duiding van kindgedrag beïnvloedt. Als een kind thuiskomt met een broek vol modder, zal iemand die veel stress ervaart, dat sneller negatief interpreteren en dus ook sneller negatief reageren. Momenteel doen we een gecontroleerde labstudie naar de invloed van stress op opvoeding via ­empathie. Daarvoor laten we jonge niet-moeders in een huiskamerachtige setting ­zorgen voor een baby-­ simulator: een pop die op een baby lijkt en geluiden maakt. Tegelijk geven we hen een stressvolle taak. Vervolgens kijken we hoe goed ze in staat zijn inlevingsvermogen te tonen. De uitkomsten zullen we later in de praktijk testen. We doen ook onderzoek in de vrouwenopvang. Daar zitten moeders en kinderen die vaak getraumatiseerd zijn door huiselijk geweld. We onderzoeken of een interventie gericht op de ouder-kindrelatie effectief is en of het aanpakken van het trauma van de moeder met EMDR (waarbij patiënten worden afgeleid met handbewegingen of geluid) effect heeft op de kwaliteit van de opvoeding.’

Toename emotionele verwaarlozing

De officiële definitie van kindermishande­ ling is breed en onderscheidt vijf catego­ rieën die zelf ook weer zijn opgedeeld in subcategorieën en deelaspecten. Kinder­ mishandeling gaat over meer dan alleen seksueel misbruik, lichamelijke mishan­ deling en uitschelden en treiteren. Het Leidse onderzoek liet zien dat vooral emo­ tionele verwaarlozing, waaronder ook verwaarlozing van het onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld, fors was toegenomen tijdens de eerste periode van de schoolsluiting. Fysieke verwaarlozing, emotionele mishandeling (zoals dreigen met geweld, kleineren en uitschelden) en fysieke mishandeling waren niet toe- of afgenomen, en seksueel misbruik werd helemaal niet gerapporteerd. Vermeulen: ‘Bij emotionele verwaar­ lozing ging het bijvoorbeeld om ­getuige zijn van huiselijk geweld. Ik las in de rapportages over leerlingen die – in de paar weken dat de scholen wel ­geopend

waren tijdens deze periode – ­vertelden dat thuis sprake was van ruzies en ­alcoholmisbruik en veel geschreeuw ­tussen hun ouders. Bij verwaarlozing van het onderwijs ging het bijvoorbeeld om ouders die nooit ingrepen als hun kind steeds wegbleef bij online lessen en iets anders ging doen. Ook waren er ouders die structureel de hulp van ­leerkrachten afsloegen die hun kind wél bij de les wil­ den houden.’ Deze ouders schaden de basisbehoeften van een kind, zegt Alink. ‘We weten dat verwaarlozing ­minstens zulke ernstige effecten kan hebben als andere vormen van mishandeling. ­Tegelijk willen vrijwel alle ouders het beste voor hun kind. Ouders die dat zelf niet voor elkaar krijgen, hebben daarom ondersteuning nodig.’ Verviervoudiging aantal slachtoffers

Op basis van alle opgehaalde informatie schatten Alink en haar team dat 40 duizend kinderen en jongeren ­tijdens


Meer Leids onderzoek Emotionele mishandeling Lenneke Alink (1978, links) studeerde Psychologie in Leiden. Ze is in Leiden sinds 2014 hoogleraar Forensische Gezins­ pedagogiek en sinds 2018 wetenschappelijk directeur van het Instituut Pedagogische Wetenschappen. Ze won verschillende subsidies en prijzen. Samantha Vermeulen (1994) studeerde Pedagogiek in Leiden. Ze rondde in 2020 cum laude haar master af. Momenteel werkt ze als promovendus in de Forensische Gezinspedagogiek en Jeugdhulpverlening met een focus op negatieve jeugdervaringen en antisociaal gedrag.

de lockdown kindermishandeling heb­ ben meegemaakt. Dat zijn er bijna vier keer meer dan in dezelfde ­periode in 2017. De meeste van deze kinderen komen uit gezinnen waar al langer zor­ gen over waren. In deze gezinnen waren een laag opleidingsniveau, werkloosheid, en vier of meer kinderen risicofactoren voor kindermishandeling. Dat een gezin een migratieachtergrond had of een eenoudergezin of stiefoudergezin was, maakte niet uit. Inmiddels worden voorbereidingen getroffen voor een vervolgonderzoek naar de periode tussen 16 december en 16 maart, vertelt Vermeulen. ‘Daarin stel­ len we een extra vraag over de inrichting en aanpak van de noodopvang van de scholen in die periode. We willen weten in hoeverre die de kwetsbare kinderen heeft bereikt.’ De covid-maatregelen zijn niet alleen maar slecht geweest, zegt Alink, ‘maar voor gezinnen die al kwetsbaar waren, zijn ze wel een extra belasting. Je ziet in ander onderzoek ook dat de ongelijkheid in het onderwijs is toegenomen. Daar moeten beleidsmakers wel rekening mee houden als ze opnieuw besluiten tot schoolsluiting. Voor veel kwetsbare kin­ deren is school een veilige plek. Zorg er daarom voor dat deze kinderen actief benaderd worden en wel naar school kunnen blijven komen.’

Kinderen en jongeren die het slachtoffer zijn van ­emotionele mishandeling door hun ouders, melden doorgaans ernstige posttraumatische stressklachten. Die klachten zijn gemiddeld genomen zelfs erger dan na andere vormen van kindermishandeling, zoals fysieke mishandeling. Dat blijkt uit onderzoek door onderzoekers van de Universiteit Leiden en de Leidse GGZ-instelling Rivierduinen. Zij onderzochten of de ernst van de posttraumatische klachten bij jongeren afhankelijk is van de mate van mishandeling die ze hebben meegemaakt. De klachten zijn dus sterker dan bij slachtoffers van andere typen mishandeling, waaronder fysieke mishandeling en verwaar­ lozing. Dit bleek ook te gelden voor jongeren die zich met een heel ander trauma aanmeldden. Hoogleraar Bernet ­Elzinga, hoofdonderzoeker van de studie: ‘Zo kan een kind komen voor een traumabehandeling na een auto-ongeluk, maar kan blijken dat de emotionele mishandeling die thuis gaande is een grote rol speelt in de ernst van de traumaklachten.’

Hulp voor pleegouders Pleegkinderen vinden het soms lastig om nieuwe volwassenen in hun leven te vertrouwen vanwege negatieve ervaringen. Dit kan de ontwikkeling van een veilige gehechtheids­relatie met hun pleegouders bemoeilijken. Pleegouders kunnen bovendien problemen ondervinden bij het opvoeden van hun pleegkind. Onderzoek van neuropsycholoog Nikita Schoemaker laat zien dat pleegouders baat kunnen hebben bij opvoedinterventies die hen ondersteunen bij de regelmatig voorkomende uitdagingen in de opvoeding van kinderen met negatieve vroege ervaringen.

Verwaarlozing Kindermishandeling en -verwaarlozing worden vaak gezien als een en hetzelfde probleem. Soms kan het echter ­nuttig zijn om ze uit elkaar te trekken, om op die manier meer inzicht te krijgen in de karakteristieken van beide fenomenen. Dat laat pedagoge Renate Buisman zien in het onderzoek waar ze vorig jaar op promoveerde. Uit haar onderzoek blijkt dat deze twee subtypen van kindermishandeling verschillend samenhangen met de manier waarop de voor­malige slachtoffers later zélf met hun ­kinderen omgaan. Zo ontdekte ­Buisman in haar promotieonderzoek ­bijvoorbeeld dat slachtoffers van kindermishandeling later significant vaker op een ­negatieve manier omgaan met hun eigen ­kinderen. Slachtoffers van verwaarlozing ­gedroegen zich later in het leven niet negatiever richting hun eigen kroost.


12

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

één studie

twee wegen Waar een studie toe kan leiden: Biofarmaceutische Wetenschappen

NR. 2  2021

Robin Jansen (32) CV Manager Drug Safety & Risk Management 2007-2012 Biofarmaceutische Wetenschappen, Leiden 2013 Pharmacovigilance officer bij Bayer 2013-2021 Diverse functies bij Celgene 2021-nu Manager Drug Safety & Risk Management bij Bristol Myers Squibb

W

at voor student was je? ‘Qua cijfers was ik geen hoogvlieger, maar ik blokte wel vaak dagenlang voor een tentamen in het Gorlaeus en was de eerste in mijn jaar die afstudeerde. Ik ben nooit lid geweest van een algemene studentenvereniging, wel van de studievereniging van biofarmacie, Aesculapius. Daar waren al zoveel borrels en feestjes, dat ik een andere vereniging niet miste. Ik heb er nog een nieuw herendispuut opgericht, Panoramix.’ Wat was een beslissend moment tijdens je studie? ‘Tijdens de studie kwam ik erachter dat onderzoek niet aan mij besteed is, maar ook de commerciële kant van de farmaceutische industrie trok mij niet. Pas tijdens de tweede stage in mijn master, bij het Leidse farmaciebedrijf Janssen, waar ik wetgeving onderzocht op het gebied van clinical trial registries in Latijns-Amerika, ontdekte ik dat ik de ‘kantoorkant’ van de farmacie leuk vond. Dus zaken als de kwaliteit van medicijnen, registratie en patiënt­ veiligheid. Heel actueel in deze coronacrisis.’

Heb je tips voor wie nu biofarmacie studeert? ‘Ja, zorg dat je in het bestand komt van een goede recruiter. Zelf word ik regelmatig benaderd voor een baan, maar vaak slaan recruiters aan op slechts één trefwoord in mijn cv en blijkt de functie toch niet bij mij te passen. Ik studeerde af in een moei­ lijke tijd, heb bijna een jaar zonder werk gezeten. Toen kon ik op projectbasis terecht bij Bayer.’ Zou je anderen de studie biofarmacie aanraden? ‘Zeker. Het is een brede studie. Je kunt het onderzoek in, de commerciële kant op en inmiddels is er ook een master die opleidt in de industriële farmacie. Zelf blijf ik zeker in dit vakgebied werkzaam.’

TEKST: FRIEDERIKE DE RAAT, FOTO’S: MARIUS ROOS

Heb je nog contact met studiegenoten? ‘Ik heb aan mijn studie een hechte vriendengroep overgehouden en zelfs mijn partner. Onlangs is ons eerste kind geboren. Elk jaar gaan we met een groep studievrienden een paar dagen weg. Die band is tijdens de studie gegroeid door Aesculapius en de vele practicumdagen samen.’


13

Chander (31) CV Sharina Associate Scientist 2007-2013 Biofarmaceutische Wetenschappen, Leiden 2012 Stage bij het tijdschrift Quest 2013-2014 Docent natuur- en scheikunde 2014-nu Associate scientist bij DSM

B

eschrijf jezelf eens als student. ‘Ik vond de studie erg leuk, was best ijverig en miste amper colleges. Ik reisde op en neer tussen Rotterdam, waar mijn ouders woonden, en Leiden. Toch heb ik veel uit mijn studentenleven gehaald: ik was lid van Aesculapius, at vaak met vrienden en ging af en toe naar een borrel.’

Had je een beeld van wat je na je studie wilde? ‘Tijdens mijn studie ontdekte ik dat de onderzoekswereld mij erg aantrok, maar toch heb ik een master Science Communication gedaan, om mezelf te verbreden. Ik heb toen stage gelopen bij Quest. Dat was een leuke uitdaging: schrijven over wetenschap voor niet-wetenschappers. Daarna heb ik een tweede master gedaan, in educatie, en heb ik stage gelopen op een middelbare school. Vooral de interactie met leerlingen sprak me aan. Ik heb toen een jaar gewerkt als docent natuur- en ­scheikunde, maar mijn kennisontwikkeling kwam tot s­ tilstand en dat wilde ik niet. Uiteindelijk kwam ik terecht in een onderzoeksfunctie bij DSM.’ Koos je voor biofarmacie om het geld, uit interesse of een combinatie daarvan? ‘Ik wilde vooral werk dat ik lang leuk en uitdagend zou vinden. En dat is gelukt bij DSM. Op dertig kinderen letten en kennis overdragen én dan thuis nog lessen voorbereiden en werk nakijken vond ik heel intensief. Bij DSM ben ik veel meer bezig met kennis opdoen en toepassen. Maar ik sluit niet uit dat ik ooit terugkeer naar het onderwijs.’ Heb je nog een band met Leiden? ‘Ik kom er niet veel meer, maar heb nog wel contact met studiegenoten. DSM werkt regelmatig samen met de Universiteit Leiden aan projecten en dat voelt toch als bekend terrein voor mij.’ Wat hoop je nog te bereiken in je carrière? ‘Een paar jaar geleden kreeg ik de kans het congres One young world in Colombia bij te wonen om te debatteren over mondiale problemen en innovatieve oplossingen door millennials. Hier zou ik nog meer aan willen bijdragen.’


14

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2021

Leidse alumni in 149 landen

EUROPA

NOORD- EN MIDDEN-AMERIKA Verenigde Staten 688 Curaçao 282 Canada 174 Mexico 79 Costa Rica 9 Bonaire, Sint Eustatius en Saba 8 Sint Maarten 11 Panama 3

Guatemala 2 Trinidad en Tobago 2 Dominicaanse Republiek 2 Puerto Rico 2 Grenada 2 Nicaragua 2 Saint Kitts en Nevis 1 Cuba 1 Belize 1 Groenland 1

Duitsland 1.086 Verenigd Koninkrijk 998 België 919 Frankrijk 427 Italië 360 Griekenland 345 Zwitserland 303 Spanje 263 Ierland 114 Oostenrijk 103 Zweden 90 Finland 81 Noorwegen 76 Luxemburg 71 Polen 69

Portugal 62 Hongarije 58 Rusland 52 Tsjechië 51 Denemarken 48 Roemenië 45 Bulgarije 45 Litouwen 35 Slowakije 33 Cyprus 27 Slovenië 26 Estland 20 Kroatië 16 Malta 16 Letland 15 Servië 14

IJsland 13 Oekraïne 12 Macedonië 11 Kosovo 7 Monaco 7 Albanië 4 Wit-Rusland 3 Faeröer 2 Moldavië 2 Montenegro 1 Gibraltar 1 Man 1 Bosnië en Herzegovina 1

AFRIKA

Silicon Valley

STEVEN LIU (Natuurkunde, 2002-2009) woont in Santa Clara (in Silicon Valley) en werkt bij Apple. ‘Ik ben een actieve Leidse alumnus, en tevens een vrijwilliger voor het alumni netwerk. Voor mij is het heel leuk om andere Leidse alumni te ontmoeten, virtueel of fysiek, en ik vind het ook belangrijk om een steentje bij te dragen aan mijn alma mater.’

ZUIDAMERIKA Brazilië 78 Aruba 68 Chili 44 Suriname 33 Colombia 28 Peru 14 Argentinië 11 Ecuador 9 Venezuela 4 Bolivia 4 Uruguay 4 Paraguay 2

Zuid-Afrika 61 Egypte 35 Kenia 13 Tanzania 12 Ghana 12 Oeganda 12 Kameroen 10 Nigeria 8 Zimbabwe 8 Ethiopië 8 Marokko 5 Mauritius 4 Malawi 4 Zambia 4 Senegal 3 Burkina Faso 3 Tsjaad 2

Botswana 2 Ivoorkust 2 Rwanda 2 Niger 1 CentraalAfrikaanse Republiek 1 CongoBrazzaville 1 Burundi 1 Mozambique 1 Réunion 1 Benin 1 Gabon 1 Eritrea 1 Mali 1 Tunesië 1


NR. 2  2021

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

15

Van alle geregistreerde Leidse alumni wonen er 9.162 in het buitenland. Zelfs in Gibraltar, Groenland en Guam zit iemand die voetsporen op het Rapenburg heeft. In bijvoorbeeld China zoeken de Leidenaars elkaar ook op: daar is sinds vorig jaar een ‘Leiden alumni Chapter’. Woont u zelf (tijdelijk) in het buitenland, geef dan uw gegevens door bij het alumnibureau van de universiteit. Wie weet is er een Cleveringalezing, een 3 oktoberviering of een ander alumni-evenement bij u in de buurt. universiteitleiden.nl/alumni

AZIË Indonesië 300 China 292 India 99 Turkije 82 Japan 80 Singapore 63 Taiwan 52 Thailand 41 Israël 34 Zuid-Korea 28 Hongkong 19 Maleisië 19 Verenigde Arabische Emiraten 15 Filipijnen 15 Iran 11 Pakistan 10 Oman 8 Vietnam 8

Saoedi-Arabië 8 Qatar 8 Sri Lanka 7 Bangladesh 7 Libanon 7 Kazachstan 5 Georgië 5 Jordanië 5 Armenië 4 Azerbeidzjan 4 Nepal 3 Koeweit 2 Bahrein 2 Brunei 2 Syrië 1 Cambodja 1 Irak 1 Macau 1 Maldiven 1 Mongolië 1

Een bijeenkomst van het Leiden Alumni Chapter in China, vorig jaar.

JIP BOUMAN (Chinese Taal en Cultuur, 2010-2014) woont in Sjanghai en werkt voor de Rabobank. Hij was een van de organisatoren van twee events voor Leidse ­alumni, vorig jaar in China. ‘Die waren een groot succes. We hadden gelukkig geen covid-beperkingen dus we konden elkaar echt ontmoeten, en rector Carel Stolker sprak ons via een videoverbinding toe. We voelen ons ambassadeurs van de Universiteit Leiden en we geven elkaar advies.’

Pretoria

WANDILE MANDALANE is advocaat in ­ Pretoria en deed in Leiden een Advanced Master in International Children’s Right. ‘Ik mis alles aan Leiden, behalve de regen. Leiden heeft een speciale plaats in mijn hart. Ik heb me er enorm ontwikkeld, zowel professioneel als persoonlijk, en ben dankbaar dat ik de kans had om er te studeren.’

OCEANIË # Alumni wonend in buitenland Totaal

9.162

Australië 150 Nieuw-Zeeland 35 Papoea-Nieuw-Guinea 1 Tonga 1 Guam 1


‘ Ik benoem al snel de olifant in de kamer’ 16

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2021


NR. 2  2021

Annetje Ottow houdt niet van dralen. De nieuwe voorzitter van het College van Bestuur gebruikt haar intensieve kennismakingsronde langs de Leidse faculteiten en instellingen direct om nieuwe strategische kansen te verkennen. Een persoonlijk reis­ verhaal over de terugkeer naar haar alma mater, die in haar ogen een internationale blik zo wonderwel weet te combineren met familiegevoel.

TEKST: FRED HERMSEN, FOTO’S: FRANK RUITER

Z

es uur ‘s morgens, juli 1983. A ­ nnetje Ottow zit geduldig op een krukje in de rij voor het kantoor van de Stichting L ­ eidse Studentenhuisvesting aan de Kaiser­ straat. Met haar vader wacht ze tot de deur van het slot gaat. Hij wil zijn doch­ ter verzekerd zien van een dak boven haar hoofd als de colleges beginnen. De afstand met het ouderlijk huis is te groot om te pendelen. Als aankomend eerstejaars Rechten mag Annetje dan wel een Nederlands paspoort hebben, haar ouderlijk huis staat in België, ze is er geboren, naar school gegaan en heeft daar haar vrienden. ‘Mijn vader, die een fabriek aan de grens met Nederland leidde, meende een jurist in me te herkennen. Ik ben in wezen Europees opgevoed. Mijn ambitie om boomchirurg te worden? Die zou wel weer overwaaien...’ De Katholieke Universiteit Leuven viel af na een mee­ warige blik van de professor op de vraag in een introductie­ college of ze er ook Europees Recht doceerden. Groot was haar enthousiasme toen ze tijdens een open dag in L ­ eiden merkte dat de Rechtenfaculteit daar juist vol op E ­ uropa gericht was. ‘Ik was zeer gecharmeerd van het Europa Instituut en zag wel een toekomst voor me weggelegd als diplomaat. En ik wilde mijn vleugels uitslaan, ook al zou ik altijd met één been in het Belgische blijven staan.’ De diplomatieke droom verwaaide, Europa is in haar leven gebleven. Ze studeerde cum laude af bij professor Slot en professor Schermers, die lid was van de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens. Ook in de advo­ catuur voor De Brauw Blackstone Westbroek en Houthoff Buruma (ze werd daar partner in 1998) kreeg ze met Euro­ pees recht te maken. Hetzelfde geldt voor haar promotie­ onderzoek naar toezicht in de telecomsector, haar werk

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

17

voor de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Auto­ riteit en haar hoogleraarschap Economisch Publieksrecht aan de Universiteit Utrecht vanaf 2007. Ruime blik

Door haar internationale bril ziet Ottow nu veel moois in Leiden. Sinds haar aanstelling in februari verdiept de nieuwe bestuursvoorzitter zich in het DNA van de universiteit: ‘Al vanaf 1575 komen wetenschappers uit alle windstreken hier naartoe om zich te verdiepen in een breed spectrum aan onderwerpen. Die rijke inter­ nationale traditie voelt als een warme deken. Neem de zeven faculteitsdecanen, met hun ruime blik en hun nieuwsgierigheid, ook naar elkaars werk. Ze zijn in voor samenwerking en nieuwe wegen. Nu we werken aan meer faculteit overstijgende onderzoeksprogramma’s, komt die natuurlijke houding goed van pas.’ Tegelijkertijd ervaart ze Leiden ook als een overzichtelijke familie. ‘Dat fijne gevoel kreeg ik al op mijn eerste werk­ dag. Ik haalde mijn fiets uit de stalling bij het station en werd vriendelijk begroet door een medewerker. Dat ver­ raste me.’ Op de universiteit laat ze zich ook nog graag verbazen door de cateringmedewerkers, die oprecht ­v ragen of ze het naar haar zin heeft, en of de koffie daarbij helpt.’

‘Die rijke inter­nationale traditie voelt als een warme deken’ Die medaille heeft ook haar keerzijde: ‘Familieleden zijn soms indirect als het om heilige huisjes gaat. Dat kan ­leiden tot onduidelijkheid en sudderende ­misverstanden. Ik steek anders in elkaar, benoem van nature al snel de olifant in de kamer. Dat zorgt soms voor opgetrokken wenkbrauwen, maar is ook de reden dat ik op deze plek ben aangenomen. Ik luister goed en stel als vanzelf de urgente vragen. Of we geld ook anders kunnen besteden en of we wel de juiste prioriteiten stellen, bijvoorbeeld.’ Leiden was in haar studententijd een artikel 12-­gemeente met vooral veel vervallen grachtenpanden. ‘Maar ook toen had men hier oog voor de menselijke maat’, herinnert ze zich. ‘Niet voor niets was het Stad van V ­ luchtelingen.’ Het warme gevoel voor de stad kreeg ze niet meteen. ‘Toen ik mijn studentenhuis in het Jan de Laterehofje betrok in 1983, en een theekopje verkeerd terugzette in de keukenkast, kreeg ik dat op niet mis te verstane wijze


18

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2021

Ottow bij de ­voormalige Rechtenfaculteit aan de Hugo de Grootstraat: ‘Alles ziet er ook binnen nog precies zo uit als vroeger!’

ingepeperd. Aan zoveel directheid moest ik met mijn ­Belgische omgangsvormen wel even wennen.’ Verslingerd als ze was aan het buitenleven, met name op het water, sloot ze zich aan bij studentenzeilvereniging De Blau­ we Schuit. En nog steeds zwerft ze graag rond in de natuur, als sportieve fietser, als wandelaar op het strand of in de weer met de planten en bomen in haar tuin. ‘Het lot van de natuur trek ik me erg aan, ik maak me grote zorgen over de plasticvervuiling en afnemende biodiversiteit. Deze zomer ben ik van plan in de kano te stappen om met de Leidse ­Plastic Spotters mijn handen uit de mouwen te steken.’

‘Aan zoveel directheid moest ik met mijn Belgische omgangsvormen wel even wennen’ Als je Ottow vraagt waarvoor haar hart verder klopt, dan schieten meteen mensen voor de geest die hun leven niet goed op de rails krijgen. Haar hele leven al: ‘In mijn studententijd werkte ik in de Leidse Rechtswinkel aan de Breestraat, waar Leidenaren hun hele hebben en houwen bij me neerlegden, zelfs letterlijk toen een vrouw eens twee volle boodschappentassen op mijn bureau omkeerde.’ Ze steekt nog steeds de helpende hand toe, ondersteunt een

­ aarlemse familie van Afghaanse afkomst met school en H nog wat anderen met hun financiële huishouding. ‘Als ik kijk naar de mogelijkheden die onze zoon heeft gehad om zich te ontplooien – hij rondde de Herman Brood Academie af en runt nu een eigen muziekstudio – dan gun je de k ­ inderen met ouders die minder goed de weg kennen ook een toe­ komst die bij hun talenten aansluit.’ Zo blijft ongelijkheid van kansen haar aanzetten tot actie. ‘Ook in mijn werk. De ­laatste jaren zette ik me bijvoorbeeld in als voorzitter van de Taskforce Diversiteit van de Universiteit Utrecht.’ De Hollandse directheid maakte ze zich noodgedwongen eigen bij de advocatenkantoren waar ze na haar studie aan de slag ging. ‘Ik kreeg tegen vijf uur ’s middags soms dikke dossiers op mijn bureau met de nacht om ze uit m’n hoofd te leren, zodat ik de volgende dag een onderbouwd advies kon geven. Nog steeds kan ik naar die modus schakelen, niet van harte, maar als het nodig is...’ Empathisch en zake­ lijk dus? ‘Ik hou van zorgvuldige afwegingen en zorg voor transparante processen. Ik begin de mores in Leiden beter te kennen, en heb oog voor goede verstandhoudingen. Maar ik ben niet bang voor beslissingen.’ Daarbij heeft ze een goeie aan haar twee medebestuursleden. ‘Als ik wel­ eens ongeduldig ben, raden Hester (Bijl, rector magnificus, red.) en Martijn (Ridderbos, vicevoorzitter, red.) me aan even op mijn handen te zitten. Dat vind ik het mooie aan teamwerk.’


NR. 2  2021

De bestuursvoorzitter kan desgevraagd niet precies benoe­ men waarin de uniciteit van vrouwelijk leiderschap schuilt, vindt dat ook niet zo relevant. Ze is ook niet bewust bezig met het feit dat ze de eerste vrouwelijke bestuursvoorzitter is. ‘Voor mij is een evenredige diversiteit in besturen van­ zelfsprekend. Hier zou meer oog voor moeten zijn. Ik hecht aan samen en zorgvuldig beslissen, waarbij je elkaar als toetssteen gebruikt. Als je elkaar vertrouwt en open bent – en dat is bij ons het geval – dan kom je efficiënt tot goede overwegingen en besluiten, die persoonlijke voorkeuren en de waan van de dag overstijgen.’ Grote vraagstukken

En dat is nodig. In een tijd dat de universiteit nadrukkelijk een rol wil spelen bij de aanpak van grote maatschappelijke vraagstukken, met forse financiële uitdagingen te maken krijgt, en over elkaar heen buitelende technologische ont­ wikkelingen op haar pad treft, vindt Ottow het begrijpelijk dat de rol van rector magnificus en die van bestuursvoor­ zitter in het nieuwe bestuur door twee verschillende men­ sen worden ingevuld. Ze richt zich daarbij met name op de strategische vraagstukken, op externe betrekkingen en op alliantievorming. ‘Ik heb altijd gedacht: als de functie van bestuursvoorzitter in Leiden vrijkomt, ben ik de eerste die solliciteert. Met deze strategische invulling komt alles wat ik heb geleerd samen in deze baan, geweldig.’

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

19

­ entorschap, de wereldwijde alumnicontacten en goed­ m bezochte Cleveringalezingen. En als er een oproep komt om bijvoorbeeld het Zweetkamertje te redden of corona­ onderzoek te steunen, dan dragen alumni ruimhartig bij. ‘Ik kijk er echt naar uit om veel alumni te ontmoeten.’ Datzelfde geldt voor de studenten die in coronatijd onder ­schrale omstandigheden hun studerend bestaan ­leiden. ‘Hoe zwaar moet het zijn om als eerstejaars vooral bij je ouders thuis, of op je kamer gevangen te zitten? Niet in staat je vriendenkring op te bouwen, te feesten, en samen met je studiegenoten tot verdieping te komen. En echt, onze docenten hebben fantastisch werk verricht; van de ene op de andere dag schakelden ze om naar online ­doceren. Na zo’n college ben je veel vermoeider dan in de collegezaal; dat geldt voor studenten en docenten. Als je dan ziet dat de studieresultaten gemiddeld op peil blijven, dan past alleen diep respect. En wat een energie zal er gaan s­ tromen als de deuren weer open mogen.’

Annetje krijgt haar bul uit handen van professor Hein Schermers.

‘Als a ­ lumna koester ik dat bijna onuitlegbare Leiden-gevoel’ Of ze die euforie in haar dagelijkse werk voelt? ‘Jazeker, tijdens een wandeling met burgemeester Henri Lenferink in het mooie Singelpark hebben we gepraat over de inspirerende verwevenheid van universiteit en stad, en de kansen die er liggen. Denk aan onze plannen voor European City of Science in 2022, maar ook aan het giving in return- principe. Bijvoorbeeld door ­wetenschappelijke projecten in samenwerking met burgers op te zetten, citizen science dus. Daar kunnen alle faculteiten aan mee­ doen en dat reikt verder dan het koude en bestuurlijke woord “valorisatie”. Het gaat erover dat je onderzoek ten goede wilt laten komen aan je directe omgeving – aan de maatschappij die jou uiteindelijk bekostigt – op weg naar een betere wereld.’ Ook de samenwerking met TU Delft en Erasmus Universiteit ligt haar na aan het hart. ‘Samen vormen we zo’n ongelooflijk complete en krachtige academische gemeenschap, die haar belangrijke rol in de wereld steeds beter zal kunnen pakken.’ Ook het alumnibeleid valt onder haar hoede. ‘Als ­alumna koester ik dat bijna onuitlegbare Leiden-gevoel. De U ­ niversiteit Leiden heeft een uitzonderlijk hechte band met haar alumni.’ Ze somt op: het goed draaiende

Biografie 1965 Geboren in Brasschaat, 1983-1988 Studie Rechten in Leiden 1988-1990 LLM aan het Queen Mary College, Londen 1990-2006 Advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek en Houthoff Buruma 2006 Promotie op Toezicht in de Telecomsector, UvA 2006-2013 Lid OPTA

Universiteit Utrecht: Vanaf 2007 Hoogleraar Economisch Publieksrecht 2014 -2020 Decaan faculteit Recht, ­Economie, Bestuur en Organisatie 2018-2020 Vicevoorzitter College van Bestuur Universiteit Leiden: 2021 Voorzitter College van Bestuur Annetje Ottow woont in ­Heemstede, is getrouwd en heeft een zoon van 21 jaar


20

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2021

Schenking van Utopa geeft ruimte voor onderzoek

Kennis geven

Vanuit een prachtig pand in hartje binnenstad doen Leidse psychologen onderzoek naar financieel gedrag. Ze delen hun kennis breed, want het doel is om meer mensen in economisch opzicht zelfredzaam te maken en de ongelijkheid te verkleinen. Dat kan allemaal dankzij een royale schenking.

TEKST: ERIC DE JAGER, FOTO: EELKJE COLMJON

H

et Kenniscentrum Psy­ chologie en Economisch Gedrag (KCPEG) doet onderzoek naar drie thema’s: financiële red­ zaamheid, duurzaamheid en sociale cohesie binnen de samenleving. Het is verbonden aan het Instituut Psycho­ logie maar functioneert zelfstandig, vanuit het voormalige weeshuis aan de Hooglandse Kerkgracht. Dat onder­ komen dankt het aan dezelfde man die de oprichting van het kenniscen­ trum mogelijk maakte: Loek Dijkman. De oud-directeur van verpakkingsgi­ gant Topa steunt met een groot deel van het geld dat hij als ondernemer vergaarde sociaal-maatschappelijke doelen. Een van de thema’s die hem raken, is ongelijkheid. ‘Er is zoveel ongelijkheid in de wereld. Voor ­v rouwen, op het gebied van arbeid, noem maar op. Daar moet voortdu­

rend aan gewerkt worden.’ Dijkman bracht zijn bezit al in 1988 onder in de stichting Utopa om zijn bedrijf een gro­ tere rol te laten vervullen dan alleen werk verschaffen en winst maken. Ruimte en lucht

‘De thema’s van het kenniscentrum passen bij de stichting’, zegt Dijkman. ‘We geven kennis terug aan de maat­ schappij.’ Dijkman wil met zijn schen­ king van 2,5 miljoen euro de weten­ schap voor vijf jaar ruimte b ­ ieden. ‘Ruimte om te onderzoeken, om ­kennis te delen. En ruimte om iets een keer fout te laten gaan. Dat is ook de essentie van wetenschap.’ Hoogleraar Eric van Dijk, v ­ oorzitter van de sectie Sociale, E ­ conomische en Organisatiepsychologie van de Universiteit Leiden, merkt dat dat werkt. ‘We doen aan onderzoek, onderwijs en met het centrum ook

aan kennisverspreiding in de samen­ leving. De schenking van Utopa draagt niet alleen bij aan het cen­ trum, dit geeft de hele sectie lucht. Daardoor kunnen we op alle terrei­ nen gas geven en een brug slaan naar de samenleving met onze kennis.’ Vragen van buiten

Is er voldoende vraag naar dit soort kennis? ‘Ja’, antwoordt Wilco van Dijk, bijzonder hoogleraar en directeur van het kenniscentrum volmondig. ‘We worden van alle kanten benaderd.’ Zo vroeg DUO het kenniscentrum om nieuwe ideeën voor het leenstelsel te beoordelen. Ook werkt het mee aan een spaarinstrument voor de verduur­ zaming van woningen. Naast het eigen onderzoek krijgt het centrum dus ook onderzoeksvragen van buiten. ‘­Utopa stelt ons in staat om tegen anderen te zeggen: “Als jullie vragen hebben,


NR. 2  2021

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

‘ Het geeft mij veel voldoening’ Loek Dijkman (1942) werkte 50 jaar lang voor het familie­bedrijf Topa Groep. Hij begon er in 1963 als verkoper, werd in 1969 mededirecteur en nam in 1974 de zaak over van zijn vader.

bel ons.” We kunnen aan o ­ plossingen werken zonder er geld voor te v ­ ragen.’ Eric van Dijk: ‘Daardoor kunnen we ook volledig onafhankelijk blijven.’ Twee andere pijlers onder het kennis­ centrum zijn het geven van lezingen en cursussen, en adviseren over ver­ klaringen van gedrag en hoe gedrag te veranderen is. De werkzaamheden van het centrum zijn nu vooral gericht op praktijk­ professionals en beleidsmakers, maar het doel is ook het grote publiek te bereiken. ‘Daar is deze plek geschikt voor, zodra er weer meer open mag’, zegt Wilco van Dijk. Wat dat betreft was het een gek eerste jaar, stelt Dijk­

Ook bijdragen?

Eric van Dijk, Wilco van Dijk en Loek Dijkman op het binnenterrein van het Utopa-Weeshuis Kinder­rechtenhuis.

man vast. ‘Alles lag stil.’ De s­ chenker bemoeit zich inhoudelijk nergens mee, al is hij wel betrokken. Hij laat zich regelmatig bijpraten en ontwik­ kelt met de hoogleraren een lange­ termijnvisie. ‘Want dit is iets voor de ­lange adem. Vijf jaar is eigenlijk te kort om het denken over regels, gelijkheid en gedrag te veranderen. En om zaken te veranderen moet je ook verder denken, want hoe krijg je de politiek zover dat ze luisteren naar wat hier wordt gezegd?’

In 2013 trad hij terug als directeur. Al in 1988 bracht Dijkman zijn ondernemingen onder in de stichting ­Utopa. De idealistische en filantropische ondernemer wilde de overwinst niet uitkeren aan aandeelhouders, maar teruggeven aan de maatschappij waaraan de ondernemingen hun winsten ­ontleenden. De stichting is gevestigd in het ­voormalige Leidse Weeshuis, dat zij begin deze eeuw kocht en compleet liet restaureren. Over wat hij wil bereiken is hij duidelijk: ‘Het geeft mij veel voldoening de ontwikkelingskansen van mensen in de samenleving te ver­ beteren’, zegt hij.

Wilt u bijdragen aan onderzoek of onderwijs van de Universiteit ­Leiden én tegelijkertijd ­invulling geven aan uw eigen ­ assie? Met een Fonds op Naam bepaalt u zelf het doel waaraan uw schenking besteed mag ­worden. Meer weten? p Juliette van Nieuwland informeert u graag over de mogelijk­heden: nieuwland@LUF.leidenuniv.nl of 071 527 3327.

21


mijn kamer

TEKST: MARIJN KRAMP, FOTO: TACO VAN DER EB

NR. 2  2021

Stapelquarantaines ontvlucht Beneden klinkt het geplof van straatstenen die in het zand vallen, de hoge snerp van een slijptol, ­geram op metaal. Al jaren wordt er hard gewerkt op de Leidse Schans, de buurt tussen ­station ­Lammenschans en de Kanaalweg waar Demi ­Admiraal, masterstudent Notarieel Recht en v ­ olgend jaar Civiel Recht, op zes hoog woont. Gezeten aan haar ruime tafel heeft de 22-jarige mooi uitzicht op het plantsoen in aanleg en op het zestien verdie­ pingen hoge gebouw aan de overkant. De komende maand verwacht Demi overburen. Ze is benieuwd hoe dat er straks uitziet, als er allemaal mensen aan de overkant achter de grotendeels ­glazen puien wonen. Zelf heeft ze openslaande deuren, met een hekje ervoor zodat ze niet naar beneden kiept. Ze kan zo volop van de namiddagzon genieten. En binnenkort dus naar de overkant zwaaien. De overkant zijn vrije sector huurstudio´s en -appartementen en een deel koop. Zijzelf huurt van Duwo, de studentenhuisvester. De huurprijs bedraagt 466 euro. Maar omdat ze huurtoeslag krijgt, betaalt ze n ­ etto

ongeveer 260 euro per maand. Een buitenkansje, vindt ze. Hiervoor woonde ze met drie meiden in een nieuw studentenhuis iets verderop in de jonge hoogbouwwijk. Maar de stapelquarantaines en het feit dat je met corona toch wel erg op elkaars lip zit, deden haar verlangen naar een eigen onderkomen. Haar studio is 3,4 meter bij 8,3 meter groot. Direct na de ingang is er een keukentje en een badkamer met toilet. Daarachter een woon-slaapkamer die met een tweepersoonsbed, een bank, een ruime e ­ ettafel met vier stoelen, een kledingkast en een ladekast van alle gemakken is voorzien. Droogbloemen, vazen, ­kaarsen, spiegels en kussens maken het gezellig. ‘Veel had ik al, maar hier komt het beter tot zijn recht. En wat ik niet had heb ik bij elkaar gesnuffeld.’ Demi heeft haar best gedaan om het huiselijk en gezellig te maken. ‘Ik houd van een opgeruimd huis, anders raak ik afgeleid en dat wil ik niet, want ik moet hier ook goed kunnen studeren. Je moet goed voor jezelf zorgen, helemaal in coronatijd. Een plek waar je je prettig voelt, is dan extra belangrijk.’


ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

DOSSIER

Artificial intelligence AI

Wat is het eigenlijk?

Algoritmen

Hoe zorg je dat ze objectief zijn?

Robots

Nog lang niet zo knap als het menselijk brein

23


24

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2  2021 2021

Joost Batenburg en Jan Sleutels

‘Geen idee waar deze revolutie eindigt’ Kunstmatige intelligentie: wat is het, waar brengt het ons en waarom zet de Leidse universiteit er zo stevig op in? Informaticus Joost Batenburg (links) en filosoof Jan Sleutels in gesprek, aan de hand van vijf stellingen.

Kunstmatige intelligentie is meer dan snelle computers die bergen data aankunnen.

STELLING 1 Het analyseren van grote hoeveelheden data, ­waarbij de mens de patronen interpreteert, noemt Batenburg data science. ‘Ik ga het pas kunstmatige intelligentie noemen als er sprake is van een lerend systeem, dat op basis van die data gaat extrapole­ ren, nieuwe beslissingen neemt, keuzes maakt en nieuwe interpretaties geeft. Het leren en conclusies verbinden door het systeem is essentieel.’ Sleutels voelt meer voor een ruimere definitie. ­‘Artificial Intelligence (AI) staat sinds 1956 voor een geautomatiseerd systeem dat taken kan uitvoeren waar voorheen menselijke intelligentie voor nodig was. Vroeger ging het dan vaak om slim gepro­ grammeerde computers die van mensen kunnen winnen in een potje schaak. Bij de nieuwe AI van de afgelopen 15 jaar zit de slimheid niet in het pro­ gramma, maar in het vermogen om zelf te leren. We noemen dat nog steeds ‘intelligentie’ omdat het lijkt op menselijke intelligentie. Maar wat als machi­ nes dingen leren die ons verstand te boven gaan? Is dat nog steeds intelligentie, of is het meer dan dat? Er zijn filosofen – Franse, en die overdrijven altijd – die spreken van de geboorte van een bovenmense­ lijke intelligentie, een ‘intelligence angélique’ zoals van een engel.’


AI Leidraad DOSSIER

NR. 2  2021

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

25

STELLING 3

STELLING 2

Het werken aan kunstmatige intelligentie leert ons ook veel over de mens. Batenburg: ‘Wat we nu kunnen met neurale netwerken is nog steeds heel beperkt, als je het vergelijkt met wat het menselijk brein kan. Waar de mens in uitblinkt is veelzijdigheid. Wij kunnen van alles en nog wat, ­zonder dat je daar vooraf de spel­ regels voor in ons brein stopt. Op dat gebied maken we in de AI nog ­kleine stapjes. We zijn net op het punt dat er algo­ritmes zijn die niet één bordspel kunnen spelen, maar een groot aan­ tal bordspellen tegelijk kunnen leren door heel veel potjes te spelen. Voor de rest maken we aparte ­systemen voor een zelfrijdende auto, voor natuurlijke taalverwerking, of ­analyse van winkelend publiek. Elk domein heeft zijn eigen techniek. De heilige graal van ‘one algorithm to rule them all’, daar staan we nog heel ver vanaf.’ Sleutels: ‘AI houdt de mens ook een onverwachte spiegel voor. We laten machines tegenwoordig aller­ lei beslissingen nemen omdat ze zo snel, betrouwbaar en objectief zijn. Maar moet je ze dan niet ook stem­ recht geven, of voor de rechter kun­ nen roepen, om wat dramatische voorbeelden te geven? De nieuwe AI werkt bovendien als een black box: je kunt niet meer goed uitleggen hoe een machine tot zijn beslissing is geko­ men. Van de weeromstuit gaan we nu nadenken over waarom wij het ook alweer belangrijk vinden dat je uitleg moet kunnen geven over je beslissin­ gen, dat je transparant moet zijn.’

Batenburg: ‘Het is eigenlijk absurd dat veel van onze knapste koppen werkzaam zijn met als hoog­ ste doel om advertenties te verkopen en de men­ selijke gewoontes uit te baten voor commerci­ eel gewin. Maar ik denk ook dat er nog heel veel knappe koppen over zijn. En dat juist het aca­ demisch onderzoek de rol heeft om het speel­ veld breed en open te houden.’ Sleutels: ‘Als je puur kijkt naar financiering kunnen universiteiten echt niet opboksen tegen Google bijvoorbeeld. En ook data verza­ melen universiteiten op een veel bescheidener schaal. Er is ook een groot ethisch verschil. Uni­ versiteiten hebben ethische commissies die de omgang met data toetsen, terwijl bedrijven alleen kijken naar compliance: kan het volgens de gelden­ de wetgeving? De bescherming door de wetgeving is bovendien flinterdun, omdat wetten de techno­ logie niet meer kunnen bijbenen. Neem de cookies ­policy. De meesten van ons vinden die akkoord-­ button alleen maar vervelend. Niemand gaat al die voorwaarden lezen, niemand begrijpt precies wat er met de data gedaan zal worden. Je wil gewoon die ­website binnen, en dus klik je op akkoord.’ Batenburg valt Sleutels bij: ‘En dat is waarom je die grensoverschrijdende onderzoeks­ programma’s nodig hebt, waarom Rech­ ten bij de AI-ontwikkelingen is aange­ sloten. Omdat het zeer ingrijpende gevolgen heeft, niet alleen technisch maar voor de hele manier waarop we de samenleving hebben ingericht. En er is nog iets. De grote tech­ bedrijven zijn met name geïnteres­ seerd in de extremely big data. Gege­ vens over de hele wereld, of over alle auto’s die er rondrijden. Maar wat minstens zo belangrijk is, is het leren uit juist heel weinig data. In het zie­ kenhuis: de zeldzame ­aandoeningen. In de letteren: handgeschreven ­notities van eeuwen geleden. Dat zijn belangrijke domeinen in een academische setting. In de AI op dit gebied blinken de academische groepen uit.’

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO’S: TACO VAN DER EB

Het AI-onderzoek aan de universiteit kan niet opboksen tegen dat van bedrijven als Facebook, Tesla en Amazon.


26

STELLING 4

Vervolg elkaar versieren’ Logisch‘Hoe dat dieren mensen AI eng vinden. Batenburg: ‘Ik denk dat daar nog heel veel te winnen valt. We hebben nu vaak het beeld van de AI die op afstand van ons staat en van alles over ons leert, maar ik denk dat niemand het beeld heeft van een medestander die han­ delt in jouw belang. Een systeem kan ons ook ­helpen, dingen uitleggen, ons wijzen op de addertjes onder het gras. Als dat lukt is het een heel krachtig middel om de boel in balans te houden.’ Sleutels: ‘Ik ben het met je eens dat er een grote behoefte is aan weerbaarheid, maar ik betwij­ fel of dat van AI moet komen. Het probleem is immers dat AI zó diep ingrijpt in ons leven dat we ons er niet meer onafhankelijk toe kunnen verhouden. Voor de generatie van mijn kinde­ ren, de internetgeneratie, geldt al helemaal dat ze geen onafhankelijk ijkpunt hebben waarmee ze de beïnvloeding door AI kunnen vergelijken. Bovendien is AI ingrijpend veranderd. Good Old-Fashioned AI werkte volgens het Verlich­ tingsideaal van de rationale mens: volg staps­ gewijs de regels op een volkomen transparante manier. Maar met AI weet je niet meer wat er in het systeem gebeurt. Stel dat er een beslissing uitrolt, iemand wel of niet in een ziekenhuis toelaten, maar je kunt het niet meer uitleggen?’ Batenburg: ‘Ik zie het als een doel om die uit­ legbaarheid erin te krijgen.’ Sleutels: ‘Een goed voorbeeld van die uitleg­ baarheid is wat er gebeurt als je een stem­wijzer gebruikt bij verkiezingen. Vroeger een uit­ vouwpagina in de krant, nu een online algo­ ritme: beantwoord tweehonderd vragen en je krijgt een stemadvies. Als je dat advies opvolgt begrijp je eigenlijk niet goed waar het op geba­ seerd is. Vind je dat verantwoord? Heb je dan nog het idee dat je als burger weldenkend en zelfstandig verantwoordelijkheid neemt?’ Batenburg: ‘Dat is een goeie, ja. Je weet nu al niet wat er in het systeem gebeurt als jij via nu.nl een kieswijzer invult. Toch zie ik angst als een slechte raadgever. Het is volkomen dui­ delijk dat er behoefte is aan een brede en voor­ al mensgerichte ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Dat we dus niet te veel het zwaar­ tepunt bij de grote bedrijven neer moeten leg­ gen. Het is net als met heel veel andere dingen: ook met intelligente systemen kun je heel veel goeds en heel veel verkeerds doen. Laten we vooral gaan begrijpen wat er nodig is om het goed te doen.’

Joost Batenburg

is wiskundige en informaticus en werkt als hoogleraar imaging & visualisation bij het LIACS, het Leidse informatica-instituut. Hij houdt zich bezig met de algoritmen die van t­ weedimensionale plaatjes 3D-beelden maken. Daarnaast is hij programma­ directeur van SAILS, het ­Leidse stimuleringsprogramma op het gebied van AI, waaraan alle zeven faculteiten meedoen.

Jan Sleutels

is filosoof. Zijn ­oorspronkelijke vakgebied is de filosofie van de cognitieve neurowetenschappen, maar hij noemt zich generalist. Sleutels is fellow van de Leiden Teachers Academy, voorzitter van de faculteitsraad en van het honours ­college van geesteswetenschappen. Daar geeft hij het vak ‘Big Data: ­philosophical perspectives on the algorithmic turn’.

STELLING 5

Hoe revolutionair AI is, valt nog niet te beoordelen nu we midden in die revolutie zitten. Sleutels: ‘We zitten zeker in een revolutie. Vooral de afgelopen vijf­ tien jaar, de tijd van de algorithmic turn: de combinatie van ­machine learning en big data. Dat is een enorme revolutie, niet alleen in technologisch maar vooral in maatschappelijk opzicht.’ Batenburg: ‘Met als derde ingre­ diënt de enorme vooruitgang in computercapaciteit. Veel dingen konden twintig jaar geleden nog niet, zelfs al hadden we de data gehad.’ Sleutels: ‘Nanotechnologie speelt hier een enorme rol in. De reken­ capaciteit van jouw smartphone is even groot als die van álle ­grote computers die we in 1960 ­hadden. Kun je nagaan wat nu de echt ­grote computers kunnen.’ Batenburg: ‘En we hebben nog geen flauw idee waar deze revo­ lutie eindigt.’ Sleutels: ‘Er zijn ­voorspellingen van visionaire futurologen. Mijn favoriet is de ­Amerikaanse AI-­ expert Ray Kurzweil. In The ­Singularity is near uit 2005 voor­ spelt hij dat we rond 2040 on­­ sterfelijk zullen zijn geworden. Niet lang daarna bereiken we de ­technologische singulariteit: het moment waarop de snelheid

van technologische ontwikkeling nadert naar oneindig. Een soort zwart gat in de geschiedenis. Je denkt misschien: wat een klets­ verhaal. Maar het intrigerende is dat van Kurzweils eerdere voor­ spellingen al 80% is uitgekomen. Stel dat hij ook nu voor 80% gelijk heeft, en dat AI in de toekomst alles gaat doen waar vroeger her­ senen voor nodig waren. Wat gaan wij dan met onze hersenen doen?’ Batenburg: ‘Mijn horizon ligt wat dichterbij. Ik ben wat nederiger in hoe ver ik in de toekomst denk te kunnen kijken. En dingen als een automatisch systeem dat het licht in huis regelt, interesseren me niet zo. Ik vind het prima om zelf op het lichtknopje te drukken. Wat ik heel belangrijk vind is dat we the big picture in de gaten hou­ den. Laten we artificial intelligen­ ce gebruiken om grote vraagstuk­ ken te lijf te gaan: genoeg voedsel voor iedereen, gezondheid. Dat is mijn horizon eigenlijk. En het is al ingewikkeld genoeg om te zor­ gen dat het hoogste doel niet is om meer advertenties verkocht te krijgen, maar dat deze mogelijk­ heden worden aangewend voor de grote problemen waar we voor staan.’


DOSSIER AI

NR. 2  2021

27

Op zoek naar de beste computertaal Onze taal is aangepast aan de context waarin wij mensen communiceren. Maar de computer ‘denkt’ anders. Hoe ziet een taal eruit die qua structuur optimaal is afgestemd op gebruik door machines en mensen onderling? Aan het antwoord op die vraag werkt Tessa Verhoef. Try this at home

TEKST: RIANNE LINDHOUT, FOTO: PATRICIA NAUTA

I

n de AI-wereld is een computer die taal kan begrijpen de ­heilige graal. Die graal is nog ver weg: Google of Siri begrijpen niets en je kunt geen gesprek met ze ­voeren. Als een algoritme taal moet leren begrijpen, moet hij het, net als wijzelf, leren in interactie met anderen. Die interactie interesseert Tessa Verhoef mateloos. Ze houdt van onconventionele, vaak speelse experimenten. Zo liet ze mensen zonder woorden, maar ­communicerend met een ­trekfluitje, een heel nieuw soort taal leren en doorgeven aan anderen. De inzich­ ten daaruit neemt ze mee naar AI-­ systemen. Op die manier kan tussen machines ook op een natuurlijkere manier een communicatiesysteem ontstaan. Ook liet Verhoef op Lowlands men­ sen verhalen aan elkaar doorvertel­ len. ‘Ik wilde uitzoeken welke ele­ menten van een verhaal verloren

gaan of juist versterkt worden als het een paar keer wordt doorverteld. Die kennis is belangrijk als je bijvoor­ beeld een algoritme wilt leren om misinformatie te detecteren. Over corona verschijnen veel gevaarlijke onzin-berichten. Informatie uit een doorvertel-spel kan helpen AI-syste­ men te trainen in het herkennen van berichten die mogelijk niet kloppen.’ Toch is een nuttig AI-systeem niet eens haar belangrijkste doel. Funda­ mentele interesse in sociale ­interactie is wat Verhoef drijft. ‘Wat ik doe, is learning by building. We stoppen alle kennis die we hebben in een AI-­ systeem en als we dan merken dat het niet werkt, weten we dat we nog niet alles begrijpen.’

Tessa ­Verhoef

studeerde Kunstmatige Intelligentie en is universitair docent bij het Creative Intelligence Lab, Leiden Institute of Advanced Computer Science (LIACS).

Een variant op het doorvertelspel: kijk tien seconden naar onderstaande afbeelding en teken die dan na. De volgende persoon doet hetzelfde met jouw tekeningetje. ‘Je ziet dan dat mensen het plaatje gaan proberen te onthouden aan de hand van iets wat ze al kennen.’ Zo werkt het leren en weer doorgeven, je stopt er altijd iets van je eigen bias in. In dit geval wordt het steeds minder abstract en meer iets herkenbaars. En computers? ‘Iets precies ­natekenen zullen ze beter kunnen, maar de factoren die het voor ons mensen steeds herkenbaarder maken, delen m ­ achines niet altijd.’ Gaandeweg zal het dan moeten veranderen in een signaal dat zowel mens als machine begrijpt. Hoe dat er precies uitziet weten we nog niet.


28

Leidraad

NR. 2  2  2021 2021

Bevooroordeelde algoritmen

‘ Ik graaf in documenten’

Universitair docent Eduard Fosch Villaronga onderzoekt diversiteit en inclusiviteit in AI-systemen. Belangrijk, want van Twitter tot in looprobots ziet hij hoe kunstmatige intelligentie vooroordelen vertoont over ras, gender en seksuele oriëntatie. ‘We zijn ons er als gebruikers van AI onvoldoende bewust van hoe fout dat is.’

J

urist Fosch Villaronga werkte in verschillende Europese landen, spreekt vijf talen vloeiend en adviseert de Europese Commissie op het gebied van consumentenveiligheid en AI. Hij vertelt: ‘Van sommige veelgebruikte algoritmen denken we dat ze objectief zijn, terwijl dat niet zo is. Denk aan de selectie op geslacht. Veel systemen onderscheiden alleen man en vrouw. Daarmee sluiten ze mensen uit die niet in een standaardhokje te plaatsen zijn, of dwingen hen daar toch in.’ Is dat erg? Fosch Villaronga denkt van wel. ‘De uitkomst van geautomatiseerde algoritmen wordt vaak onderschat of verkeerd begrepen. Misgendering – het verkeerd inschat­ ten van iemands genderidentiteit – is vooral problematisch voor gemeenschappen die historisch gediscrimineerd zijn en voor gemeenschappen die gender als een gevoelig onder­ deel van hun identiteit beschouwen. Als het systeem dat ont­ kent kan dat veel impact hebben op hun autonomie en zelf­ vertrouwen. Bovendien is er het risico van discriminatie.’ Stigma’s

ALEX BRANDSEN (33) 2005-2009 Archeologie, ­Universiteit Leiden 2009-2010 ­ Digitale ­Archeologie, York University 2010-2017 Web Developer in het bedrijfsleven in de UK 2017-NU Promovendus Digitale Archeologie, Leiden

TEKST: NIENKE LEDEGANG

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

‘V

aldus

an jongs af alumnus Alex aan vond ik archeologie net zo interessant als computers. Dan kom je al snel uit bij digitale archeologie. Ik vind het eerlijk gezegd ook leuker dan veldwerk. Iedereen denkt dat je als archeoloog met een kwastje en schepje opgravingen doet en graaft naar oude muntjes, ik graaf in documenten. Digging in documents. Op basis van machine learning bouw ik binnen de Universiteit Leiden aan een slimme zoekmachine voor archeologen, AGNES genaamd, (Archaeological Grey-literature Named Entity Search). AGNES maakt het gemakkelijker om onderzoek te doen in Nederlandse opgravingsrapporten. Daarvan zijn er nu zo’n 60.000 gedigitaliseerd. Wij gaan verder waar Google stopt. Zoek je in Google naar de term ‘Middeleeuwen’, dan vind je alleen documenten met de term ‘Middeleeuwen’ in de tekst. AGNES haakt ook aan op ‘Karolingisch’, ‘1000 n.Chr.’, enzovoort. Google zou het zo kunnen. Met hun geld zelfs binnen een jaar, maar er is geen vraag naar bij de algemene internetzoeker. AGNES is bedoeld voor de archeologieprofessional. Ze gaat trouwens de grens over. Dat is de volgende stap na mijn PhD, in een vierjarige postdoc. Agnes wordt meertalig.’

Wat Fosch Villaronga wil zeggen, is dat je moet oppassen met de conclusies die het systeem met hulp van AI trekt. ‘Die conclusies zullen voor een meerderheid van de mensen kloppen, maar juist de uitzonderingen delven het onderspit. Zo trekken social-mediaplatforms conclusies over jou op basis van jouw online vriendengroep. Maar: wie jouw vrienden zijn is een persoonlijke keuze. Het hoeft niets te zeggen over jou als persoon, hoe je in het leven staat of welke emoties je hebt. Door er een label op te plakken, ontstaan stigma’s die zelfs tot segregatie en polarisatie kunnen leiden.’ Het onderzoeksveld van Fosch Villaronga is nog tamelijk


AI Leidraad DOSSIER

NR. 2  2021

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

29

‘ Je hoeft niet ­wantrouwig te zijn’

onontgonnen. ‘We weten niet precies hoe schadelijk dit is voor de samen­ leving. Daar moet nog veel meer onderzoek naar komen. Pas als je weet hoeveel schade bepaalde groepen en mensen ondervinden van automa­ tisch categoriseren, kun je nadenken over juridische richtlijnen. Over wat je moet verbieden en wat niet.’ Het ethische aspect

Eduard Fosch Villaronga werkt als universitair docent aan het eLaw Center for Law and Digital Technologies. De Spaanse jurist kwam in 2019 als postdoc in Leiden terecht.

Er komt wel steeds meer aandacht voor het ethische aspect van AI, zoals al dan niet bewuste vooroordelen. Zo gaat zijn advies­ werk voor de Europese Commissie over de consumenten­ veiligheid van AI-producten. ‘We herzien de richtlijn alge­ mene productveiligheid. Het gaat vaak vooral over ­f ysieke veiligheid, maar ik vestig daarnaast de aandacht op de ­psychische veiligheid, waardigheid, autonomie en op ­consequenties voor de lange termijn. Bijvoorbeeld: Is het wel veilig dat deze autismerobot met kinderen praat?’ Fosch Villaronga, die ook een boek schreef over robots, gezondheidszorg en recht: ‘Ik wil dat onderzoekers en beleidsmakers zich kritisch afvragen welke AI-­toepassingen echt het verschil kunnen maken. Zo gaat er ontzettend veel geld naar robots die met patiënten kunnen praten. Verpleegkundigen vertellen mij dat een robot die bedden opmaakt, veel handiger zou zijn. Dan houden zij tijd over om zelf met patiënten te praten. Het gaat erom dat we AI inzetten voor technologie die ons echt verder helpt, die deze maatschappij beter maakt.’ Meer informatie over het onderzoek van Fosch: laiden.org

MARIANI OTHMAN (30) 2009-2015 Bachelor Rechtsgeleerdheid en Master Ondernemingsrecht, Leiden. 2014-2016 Master Internet, intellectueel eigendom en ICT, Amsterdam. 2016-2017 Legal counsel bij verschillende juridisch advieskantoren 2017-2019 ICT-traineeship bij Rijksoverheid 2019-NU Inspecteur ICT-jurist bij de ACM.

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

‘Z

aldus

elf ben ik best alumna Mariani wel een liefhebber van gadgets. Ik heb nog geen eigen huis, maar zodra dat er is, maak ik het zo smart mogelijk. Laat dat nou net een onderwerp zijn waar ik me als ICT-jurist ­binnen de ACM (Autoriteit Consument & Markt) mee bezighoud. Ik houd toezicht op de verkoop van Internet of Things-producten. Dan moet je denken aan smart-tv’s en fitness­ trackers maar ook aan smart home apparaten zoals slimme thermostaten en speakersystemen. Met behulp van AI bieden deze producten allerlei slimme functionaliteiten. Maar daaraan zitten potentieel veel risico’s. Er worden bijvoorbeeld na verloop van tijd geen updates meer geleverd waardoor het product niet meer functioneert en onveilig wordt, of het systeem verwerkt veel persoonsgegevens. Consumenten beseffen vaak niet welke impact dit kan hebben op hun leven. Daar geven we voorlichting over op onze website. Je hoeft niet wantrouwig te zijn, wel moet je als consument goed weten wat je in huis haalt. Daarom spreken we verkopende partijen aan op hun informatieplicht en verantwoordelijkheden. Als alles deugdelijk is, ben ik heel erg voor dit soort technolo­ gieën. We kunnen er niet meer omheen, AI is overal, dus is het extra noodzaak naar de regelgeving te ­kijken.’


Leidse onderzoekers

Hoe AI de gezondheidszorg

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO’S: TACO VAN DER EB

Het computeroog ziet altijd scherp ‘Al sinds 1995 zit ik bij het clubje computerweten­ schappers ‘in de kelder’ van het LUMC. We waren een niche, maar ineens klopt ieder­ een op onze deur, want ­Artificial Intelli­ gence is hot. Mensen zien het als de oplossing voor bijna alles. Zelf ben ik daar een stuk terughoudender in, wat niet wil zeggen dat ik de meerwaarde onderschat van AI-gedreven toepassingen in de gezondheids­ zorg. Radiologen zijn getraind in het zien van afwijkingen. Maar soms zijn afwijkingen te sub­ tiel om met het menselijk oog waar te nemen. In dit soort gevallen zie je de meerwaarde van AI. Maar ook bij bevolkingsonderzoeken kan het uitermate nuttig zijn. Voorbeeld is het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Een ­screeningsradioloog moet dagelijks honderden mammogrammen bekijken. Met het gros van de foto’s is niets mis. Hooguit met 1 op de 200. Als je als radioloog de hele tijd foto’s bekijkt waar niets mee is, dan is het heel moeilijk om die ene afwijking eruit te pikken. Daar is soft­ ware voor ontwikkeld als second ­opinion. In die software is bij wijze van test om de zoveel beelden een afwijking ingebouwd. Mist de screeningsradioloog die, dan ‘zegt’ de soft­ ware: het is genoeg geweest voor vandaag. Kom morgen maar terug.’ Boudewijn Lelieveldt houdt zich als hoog­ leraar Biomedical Imaging binnen het LUMC bezig met de toepassing van AI-gedreven ­beeldherkenning bij het opsporen van ziekten.

Met AI kun je elke hersencel afzonderlijk bestuderen ‘Het menselijk brein telt 80 miljard ­cellen. Elke cel telt twintigduizend genen. Een mens is niet in staat om al die afzonderlijke ­cellen en genen te analyseren. AI kan dit wel. Ik onderzoek de moleculaire mechanismen ach­ ter het functioneren van ons brein. Dit doe ik op de afdeling Humane Genetica van het LUMC. Hier ontwikkelen we AI-gedreven methodes die ons leren begrijpen hoe cellen zich gedragen. Vroeger bestudeerde je een stukje weefsel van miljoenen cellen, sinds een jaar of tien zijn we in staat elke cel los van elkaar te analyseren. We meten veranderin­ gen in genactiviteit. En we koppelen deze ver­ anderingen aan mutaties die kunnen optre­ den door een hersenziekte of plaatsvinden door externe factoren, zoals iemands woon­ plaats. Woont iemand in Europa of daarbui­ ten, in een stad of op het platteland? Dit kan allemaal van invloed zijn op het genetisch gedrag van een cel. Kennis van de werking van de afzonderlijke cellen is cruciaal om gerichte medicijnen te ontwikkelen bij com­ plexe hersenziekten. Dan bedoel ik ziekten zoals Alzheimer, die niet een duidelijke oor­ zaak hebben.’ Computationeel bioloog Ahmed Mahfouz meet genactiviteit in individuele hersencellen bij het LUMC.


vooruithelpt

DOSSIER AI

31

Medicijnen testen op een virtuele mens ‘Met kunstmatige ­intelligentie kun je voor nieuwe aandoe­ ningen, maar ook bekende aandoenin­ gen waar nog geen behandeling voor is, enorme ­stappen ­zetten en nieuwe kandidaat-medicijnen genereren. Maar je moet niet claimen dat je alles kunt. Veel start-ups in het veld zeggen dat: met ons algo­ ritme gaan we de wereld redden. Als het echt zo simpel was, dan was het allang gedaan. Er zijn altijd onverwachte biologische effec­ ten die je van tevoren niet kunt overzien. We snappen de mens niet helemaal, het is een complex systeem. Dat proberen we wel door een virtuele variant van de mens te bouwen, een interdisciplinair project waar ik me inten­ sief mee bezighoud. Op basis van ­algoritmen en machine learning kunnen we kandidaatmedicijnen in deze virtuele mens gaan ­testen. Hoe gedragen ze zich? Zijn ze veilig? Wat zijn de bijwerkingen? Met welke eiwitten heb­ ben ze een interactie en welke potentiële ­werking kunnen ze hebben? Dit koppelen we aan de behandeling van bepaalde ziekten, bijvoorbeeld binnen de oncologie. Gaan we daarmee de mens eindelijk snappen? Onze ­v irtuele mens is binnen een paar jaar klaar en dan kunnen we zien hoe goed het echt gaat ­werken.’ Hoogleraar Artificial Intelligence & Medicinal Chemistry Gerard van Westen houdt zich bij het LACDR (Leiden Academic Centre for Drug Research) bezig met AI en medicijnonderzoek.

De gemiddelde mens bestaat niet ‘Als statisticus binnen het Instituut Psycholo­ gie onderzoek ik algoritmen die een bepaal­ de onderzoeksvraag kunnen beantwoorden, in mijn geval is dat de vraag of je differentië­ le effectiviteit van behandelingen kunt aan­ tonen. Concreet: werkt een behandeling bij iedereen even goed? Nee, hebben we bijvoor­ beeld ontdekt met ­mindfulnesstherapie. Die werkt het beste bij mensen die op ­jongere leeftijd een depressie hebben doorgemaakt en doorgaans veel piekeren. Dat is het mooie van AI. Het levert maatwerk op. In standaard onderzoek naar behandeleffectiviteit moet een behandeling goed zijn voor de gemiddel­ de mens, maar de gemiddelde mens bestaat niet. Dankzij machine learning weet de huis­ arts straks op basis van bepaalde karakteris­ tieken, zoals leeftijd, de ernst van de ­ziekte en de duur. welke behandeling wel zin heeft voor zijn patiënt en welke niet. Dat is de stip op de horizon. Met als kanttekening dat er nog wel ethische aspecten aan kleven. Je werkt met gevoelige data, er kan ook ‘etni­ citeit’ uitkomen als belangrijke ­voorspeller. Daar kleven soms haken en ogen aan. Kijk naar de toeslagenaffaire. Voordat je algo­ ritmen in de praktijk implementeert, moet er altijd eerst een ethische commissie naar kijken. Zeker binnen de gezondheidszorg.’ Statisticus Elise Dusseldorp is universitair hoofddocent methodologie en statistiek bij het Instituut Psychologie. Ze doet onderzoek naar statistische methodes die d ­ ifferentiële effectiviteit van behandelingen kunnen aan­ tonen. Samen met collega’s ontwikkelt zij software hiervoor.


32

Leidraad

‘ Bij de overheid moet alles kloppen’ TEKST: MERIJN VAN NULAND, FOTO: ANP

Naarmate een organisatie meer werk door de computer laat doen, verandert de rol van de mensen die met dat systeem werken. Dat luistert vooral bij de overheid nauw, zegt bestuurskundige Bram Klievink.

TEKST: JOB DE KRUIFF

‘D

e overheid heeft impact op hun rol dan op het eerste een verantwoorde­ gezicht wellicht lijkt.’ lijkheid die bedrij­ Het is een groot verschil, legt hij uit, of ven niet hebben’, je op zoek bent naar eventuele aanwij­ zingen voor fraude om dat vervolgens begint hij. ‘Als Amazon je een verkeerd boek aan­ te onderzoeken, of dat je gaat onder­ beveelt, dan heb je daar niet op een zoeken of iemand die voor jou al als mensenrechtelijk niveau last van. verdacht is aangewezen, iets te ver­ wijten valt. ‘Ook een ontbrekend bon­ Maar bij de overheid moet alles klop­ pen. Ieder individueel besluit moet netje waar je anders niet over zou val­ len, kan dan meteen worden gezien uitlegbaar en transparant zijn. Dus als aanwijzing dat er wat mis is.’ Bij de als ambtenaren werken met een systeem waarvan ze eigenlijk niet zo inspecteurs was ook niet bekend waar goed begrijpen hoe het tot zijn resul­ het systeem de fraudeverdenking taten komt, betekent dat een risico.’ ­precies op baseerde en hoe stevig die Dat is volgens Klievink deels waar het verdenking was. Waren die honderd misging in wat de Toeslagen­affaire allemaal vermoedelijke fraudeurs, is gaan heten. ‘De Belastingdienst of behoorden ze alleen maar op een gebruikte een systeem dat op basis bepaald punt tot een risicocategorie? van een algoritme de honderd cases Onderschat nooit het effect van een met het hoogste frauderisico ‘slim’ systeem, betoogt Klievink selecteerde. Dat lijkt niets dan ook. ‘Je moet binnen meer dan een slim hulp­ de organisatie bespreek­ middel, en zo werd het baar maken hoe je ermee ook gepresenteerd. De werkt, en een aantal stap­ pen inbouwen voor je van rol en verantwoordelijk­ heid van de ambtenaren start gaat. Laat experts die ermee werkten lijkt op naar het algoritme ­kijken. papier dezelfde als wan­ Bespreek welke bias er neer ze geen algoritme Bram Klievink mogelijk in de data zit. is hoogleraar Bestuurs- Wat dat betekent voor zouden gebruiken. Maar kunde met­ ­speciale dat hun werk wordt inge­ de professionals die er geven door een lijstje dat aandacht voor digigebruik van maken. Voer talisering en publiek een systeem uitspuugt, dat gesprek met mensen beleid. heeft een veel ­grotere met technische expertise,


DOSSIER AI

33

We vertrouwen het pas als we het begrijpen

Je kunt spraakassistent Siri vragen naar het weer, maar een écht gesprek zit er nog niet in. Je kunt niet refereren aan iets wat je eerder zei, of vragen waarom het systeem iets zegt. Stephan Raaijmakers, bijzonder hoogleraar vanuit TNO, wil daar iets aan doen.

maar zoals in dit geval ook met experts op het gebied van fraude.’

Raaijmakers: ‘De AI van nu is steeds beter in globale taalanalyse: aangeven waar een tekst over gaat, of de teneur positief is, of het J.K. Rowling was die een anonieme tekst schreef. Om te zorgen dat AI taal beter kan begrijpen, wil ik taalkunde, cognitie en AI-gereedschap op elkaar afstemmen. De vraag is bijvoorbeeld: hoeveel moet een kunstmatig neuraal netwerk weten van taalkundige structuur om taal te begrijpen? En welke rol spelen aandacht, geheugen en beloningen bij het analyseren van taal?’

Gebeurt dat dan allemaal nog niet? Volgens Klievink gaat het wel de ­goede kant op. Na een periode van techno-optimisme (‘We lossen alles met techniek op’) en vervolgens pes­ simisme (‘Algoritmen discrimineren’) moeten we toe naar een realistische kijk op de inzet van kunstmatige intel­ ligentie. ‘Dan zal de conclusie zijn dat je de ene keer prima met een systeem kunt werken waar je niet alles van begrijpt, dat in andere gevallen uitleg­ baarheid de hoogste prioriteit heeft, en dat je soms wellicht beter helemaal geen computersysteem kunt inzetten om beslissingen te nemen.’ Aan de bevordering van dat ­realisme wil hij met zijn onderzoek een bij­ drage leveren. Door multidisciplinair te kijken naar wat organisaties doen. Door samenwerking tussen onder andere bestuurskundigen, juristen en informatici te bevorderen. En door dingen bloot te leggen die gebruikers zelf niet zien. Zijn groep doet eigenlijk wat elke organisatie ook zelf zou moe­ ten doen, zo is zijn boodschap samen te vatten. ‘Zorg dat je rond de intro­ ductie van een techniek een team samenstelt dat de verantwoorde inzet ervan van alle kanten bekijkt.’

Begrijpen leidt tot vertrouwen

TEKST: RIANNE LINDHOUT

Rianne Lindhout

Realisme

Als AI-systemen beter leren communiceren, vertrouwen mensen ze ook meer, stelt Raaijmakers. ‘Geavanceerde AI-systemen kunnen bijvoorbeeld ­worden getraind om ­behandelingen tegen kanker te adviseren. Gebruikers van die systemen, zoals artsen, vertrouwen zo’n systeem pas als het kan uitleggen hoe het tot zijn conclusie komt. Dat is lastig als er onder de motorkap een neuraal netwerk zit met miljoenen parameters. Je wilt uiteindelijk een zinnige

dialoog kunnen aangaan met een AI-systeem, en het zelfs mogelijk op andere gedachten brengen.’

Taal leren zoals een kind

Toch kan er al veel moois. TNO, de werkgever van Raaijmakers, implementeerde robot PAL, die met eindeloos geduld en via communicatie in natuurlijke taal kinderen met diabetes leert hoe ze met hun ziekte moeten omgaan. ‘Zo’n systeem leert een taal zoals wij een tweede taal leren, via expliciete instructies en grote hoeveelheden voorgeanalyseerde data. Ik zou uiteindelijk graag AI-systemen taal en dialoog willen aanleren zoals een jong kind dat doet: incrementeel en interactief. Mogelijk leidt dat tot een robuuster taalvermogen bij AI, en tot nieuwe inzichten over taalverwerving bij de mens.’ Met colleges en practica hoopt Raaijmakers taalkunde- en informaticastudenten te i­nteresseren voor deze nieuwe manier van taalverwerving bij kunstmatige systemen. ‘Zodat het vakgebied vooruitkomt. De praktijk is daarbij belangrijk: AI moet je echt dóén om het goed te snappen.’


34

Leidraad

NR. 2  2021

‘ De mens blijft altijd nodig’

FENNA HEYNING (50) 1990-1997 Geneeskunde, Leiden 1997-2005 Internist in opleiding aan de Universiteit Leiden 2007-2013 Internist Medisch Centrum Haaglanden 2011 Gepromoveerd aan de Universiteit Leiden 2014-NU Directeur STZ (Samenwerkende Topklinische Opleidings­ ziekenhuizen).

‘AI kan echt nog niet zoveel als een hoop mensen denken’, zegt infor­maticus en psycholoog Roy de Kleijn. Hij probeert robots schijnbaar eenvoudige dingen te leren, en ontdekt daardoor telkens weer hoe knap de menselijke intelligentie in elkaar zit. Drie dingen die computers nog lang niet kunnen.

? Alledaagse handelingen

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: EELKJE COLMJON

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

‘A

Minder dan wij

aldus

rtificial Intellialumna Fenna gence doet in feite hetzelfde als een arts: de machine herkent patronen. Bij een arts noemen we dit ‘een goede klinische blik’, ofwel het algoritme dat de arts doorloopt wanneer hij zijn hoofd om de hoek steekt en met een schuine blik op het dossier ziet of de patiënt verslechtert of naar huis kan. Die blik hangt aan ervaring. Maar niet iedereen in een ziekenhuis heeft die ervaring. En ervaren mensen gaan met pensioen. Machines zijn dan ook zeer welkom in de zorg, niet als vervanging van de arts, maar complementair aan de zorg. Geen enkele patiënt wil door een machine behandeld worden. Een computer daarentegen kan weer op veel grotere schaal patiënten scannen. Sommige klussen kunnen heel goed, misschien zelfs wel beter, door computers gedaan worden, zoals het scannen van microscoopbeelden van weefsels, wat niet betekent dat we de patholoog moeten ontslaan. De mens blijft altijd nodig. Zeker wanneer het beeld afwijkt, moet je kunnen improviseren. Dat kan een machine niet. Bovendien moet je altijd alert blijven op hoe je een computer voedt. Vooroordelen kunnen uitgroeien tot over- of onderrapportage. Dan krijg je: deze patiënt komt uit gebied Y, daar is veel tuber­ culose. Dan slaat de c ­ omputer aan op tuberculose, terwijl het misschien wel longkanker is. Dat wil je niet.’

‘Voeg in een kom 200 milli­ liter melk toe’. Zo’n taak, legt De Kleijn uit, is voor een robot ontzettend ingewikkeld. Hij moet het melkpak en de kom weten te vinden, het woord “toevoegen” begrijpen, en dan moeten de ­handelingen zelf nog beginnen. Terwijl een mens, ook in andermans keuken, vrijwel vanzelf de koelkast herkent, altijd wel iets vindt dat voor een ‘kom’ door kan gaan, kortom: die kan meteen aan de slag. AI is heel goed in dingen als schaakzetten doorrekenen, patronen herkennen in data. Maar ‘handig’ zijn c ­ omputers

niet. ‘Wij mensen k ­ unnen heel veel verschillende ­dingen, en we zijn heel adaptief. Hoe dat komt, weten we simpelweg nog niet. Men denkt dat de sleutel zit in de architectuur van het brein: hoe die 300 miljard neuronen met elkaar verbonden zijn.’ Het vraagstuk waar hij aan werkt: ‘Met welke architectuur kunnen we het neurale netwerk van de robot verbeteren? Welke verbindingen in ons brein maken dat wij mensen nu nog s­ uperieur zijn aan de computer in zoiets ogenschijnlijk simpels als een ei bakken?’


35

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

AI Leidraad DOSSIER

Roy de Kleijn

is universitair docent en is expert op het gebied van (cognitieve) robotica en kunst­matige intelligentie aan de sectie Cognitieve Psychologie.

?

Aanpassen De Kleijn probeert een robot te trainen om drie ­punten in een bepaalde r­ uimte aan te raken. Als een mens dat moet doen, kiest hij vanzelf de meest ­efficiënte volgorde, houdt zijn hand onder de j­uiste hoek, kortom: past zijn gedrag zonder erbij na te denken aan de situatie aan. ‘Het is heel moeilijk om een robot dat te laten nabootsen. Hoe je die optimalisatie van gedrag aanleert zijn we nu aan het uitzoeken. In een tweedimensionaal vlak lukt het redelijk om de menselijke handigheid in een robotarm te repliceren, maar met een derde dimensie erbij is het een stuk lastiger, laat staan als er nog zwaartekracht of wrijving bij komt. Terwijl er geen theoretische reden is waarom een robot dit niet zou kunnen.’

? Converseren ‘In de jaren zestig werd al beweerd dat we binnen tien jaar met computers zouden praten. Nou, iedereen die anno 2021 weleens met de chatbot van een bedrijf heeft gecommuniceerd, weet dat we nog lang niet zover zijn. Bij een test of je met een mens of een computer aan het chatten bent, valt ook de beste computer nog steeds binnen vijf zinnen door de mand. Dan heb ik het nog niet eens over sarcasme herkennen. Dat is nog een stap verder.’


36

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2021


NR. 2  2021

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

Onderzoekend leren loont Zeker in online tijden

Enthousiaste studenten die zelf de cruciale vragen bedenken en als volhardende detectives op zoek gaan naar de antwoorden. Hoe bereik je dat als veel communicatie via een zee van schermpjes ver­ loopt? Een inventieve methode om de colleges op te bouwen volgens het principe van onderzoekend leren blijkt erg aan te slaan. Met als bonus: studenten leren elkaar beter kennen, zelfs in coronatijd.

TEKST: LINDA VAN PUTTEN, ILLUSTRATIES: MONIQUE WIJBRANDS

H

et was afgelopen jaar angst­ vallig stil in de fysieke college­ zalen. Iedereen zat in zijn eigen collegezaaltje – een krappe ­studentenkamer, rumoerige fusie of woonkamer. Een hele uitdaging dus om studenten aan het scherm gekluisterd te houden. Gelukkig blijkt een al eerder ontwikkelde onderwijsmethode (zie kader op pagina 38), uitkomst te bieden. Dat demonstreert het voorbeeld van de ­Leidse biomedicus Nelleke Gruis. Zij ­introduceerde onderzoekend leren in haar college en al snel merkte ze een groot verschil. In de oude, pre-corona situatie gaf Gruis zeven hoorcolle­ ges in een grote collegezaal aan zo’n zeventig studenten en was zij vrijwel alle zeven uur aan het woord. ‘Ik deed dat altijd op een enthou­ siaste manier, maar er beklijfde minder infor­ matie dan ik wilde. De studenten gaven niet veel terug en leken vooral te willen weten wat er voor het tentamen belangrijk was.’ Gruis vroeg zich af hoe het anders kon en raak­ te geïnspireerd door een online lezing van Fred

Janssen, opleidingsdirecteur van het ICLON (Interfacultair centrum voor lerarenopleiding, onderwijsontwikkeling en nascholing), over onderzoekend leren. Janssen is tevens hoog­ leraar Didactiek van de natuurwetenschappen. Met zijn onderwijsteam ontwikkelde hij een methode om colleges interactiever te maken. Gruis keek de kunst af en trapte haar nieuwe online college af met een prangende vraag aan de studenten: hoe lossen we de huidkanker­ epidemie op? Haar studenten bedachten ver­ volgens de deelvragen, die ze ook zelf moesten beantwoorden. ‘Hierdoor gingen de ­studenten veel grondiger de literatuur lezen’, vertelt Gruis. ‘En ze lazen ook al eerder ingewikkelde wetenschappelijke publicaties.’ ‘Super interactief’

Milou Boosman, eerstejaarsstudent Biomedi­ sche Wetenschappen, is erg enthousiast over deze aanpak. Als een van haar eerste vakken stond het online college van Gruis op het menu. ‘Het was direct super interactief. We ­werden in groepjes verdeeld en bedachten samen de ­deelvragen, zoals waarom huidkanker zo

37


38

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

vaak voorkomt en wat de risicofactoren zijn. De ­kennisboom hielp ons te visualiseren hoe vragen zich tot elkaar verhouden. En omdat we zelf de vragen bedachten, waren we extra benieuwd naar de antwoorden en dus heel gemotiveerd om het lesmateriaal en de vak­ literatuur te lezen.’ Met als kers op de taart dat de groepsopdrach­ ten voor meer contact met medestudenten zorgden, ook al was dat grotendeels online. De studenten moesten veel met elkaar over­ leggen en presenteerden samen de resultaten. ­Boosman: ‘Vanwege de coronamaatregelen zie ik mijn medestudenten alleen in het lab, tijdens de practicumlessen eens in de paar weken. Vrij­ wel alle colleges zijn online en ik ben erg op mezelf aangewezen. Dan is het extra fijn om dankzij die groepsopdrachten de andere stu­ denten toch nog beter te leren kennen.’ Onderzoekend leren in het LUMC

Ook het Leids Universitair Medisch Centrum heeft al veel ervaring met vormen van onder­ zoekend leren. Als onderwijskundig adviseur in het LUMC zorgt Ivo de Boer ervoor dat nog meer vakken in de opleidingen interactiever worden. ‘Studenten hebben de neiging om ach­ terover te leunen als de docent praat’, zegt hij. ‘Ze worden veel actiever als ze zelf de vragen moeten bedenken en beantwoorden.’ De oplei­ ding wil studenten eerder kennis laten maken met de wereld van de zorg, echte patiënten en het onderzoek. De Boer: ‘Het helpt dat de op­­ leiding in het ziekenhuis zit en de praktijk dus heel dichtbij is. Zo lopen studenten Genees­ kunde al in hun bachelorfase een ­oriënterende ­stage. Ze draaien bijvoorbeeld een aantal weken mee op een afdeling of in een verpleeg­ tehuis waar ze naast meekijken in de zorg ook data verzamelen en daar onderzoek mee doen. Hierdoor leren ze al vroeg hoe het is om echt onderzoek te doen.’ Bij uitstek in coronatijd

Zijn de colleges ook makkelijk volgens dit principe om te bouwen nu veel online moet? Janssen: ‘Ja, deze aanpak is hiervoor bij uit­

NR. 2  2021

Onderwijsvisie Onderzoekend leren is steeds meer ­geïntegreerd binnen alle leerjaren en is een belangrijke doelstelling in de onderwijsvisie van de Universiteit Leiden. Rector Hester Bijl: ‘Wij vragen een actieve houding van onze ­studenten en bieden ook onderwijs in k ­ leinschalige werkvormen waaraan de studenten (inter)actief deelnemen. Steeds meer studenten gaan aan het begin van hun opleiding al op een actieve manier met de stof om: ze ­moeten zelf vragen bedenken, doen onderzoek en presenteren de uitkomsten. Zo oefenen ze in het doen van wetenschappelijk onderzoek en leren ze al in een vroeg stadium onderzoeksvaardigheden als zelfstandig en kritisch denken, analyseren en plannen.’

stek geschikt. Het zorgt dat docenten eerst de inhoud en didactiek doordenken voordat ze keuzes maken over de techniek.’ De Boer van het LUMC meent ook dat onderzoekend leren juist goed past in hybride of online onderwijs. Dat kan op verschillende manieren. ­Studenten bereiden zich bijvoorbeeld voor met al eerder opgenomen kennisclips (korte informatieve video’s) en hoorcolleges. Het college-uur wordt gebruikt om vragen te stellen en te discussië­ ren. Want louter luisteren kan in een fysieke collegezaal al saai zijn, en al helemaal als het


39

Als een coach Het principe van onderzoekend leren kun je zelf ook toepassen in werk of privé: 5 Bedenk een complexe en aansprekende vraag waar je veel vanaf weet. 5 Leg de vraag voor aan je collega’s (of vrienden of kinderen). 5 Laat ze zelf de deelvragen bedenken… en beantwoorden. 5 Stel je op als een coach en geef het aan als er iets belangrijks ontbreekt. 5 Leg alleen dat uit wat ze niet snappen. 5 De ontdekkers/onderzoekers presenteren tot slot hun bevindingen.

Geen modegril Het principe van onderzoekend leren is niet nieuw. Het basisidee is al terug te leiden tot ver in de geschiedenis, denk aan het meester-gezel-model. Binnen de academische wereld kwam zo’n 25 jaar geleden een beweging op gang die pleitte voor meer interactie in colleges en meer aandacht voor het leren van vaardigheden. Vaak was er al wel veel interactie in werkcolleges, maar in hoorcolleges en colleges aan bachelorstudenten is het lastiger te realiseren. ICLON-directeur Janssen ontwikkelde zijn ombouwmethode ruim zes jaar gelden voor de universitaire lerarenopleiding Biologie.

online is, merkt hij op. ‘Ik hoop dat we weer snel fysiek terug kunnen naar college, maar sommige aspecten zoals meer interactie tijdens hoorcolleges mogen zeker blijven.’ Meer gemotiveerde studenten

Gruis ziet de resultaten in haar colleges. Haar studenten ontwikkelen nu sneller belangrijke vaardigheden, merkt ze. ‘Ze doen zelf onder­ zoek, beheersen moeilijke begrippen eerder en zien beter de samenhang met andere vakken. Studenten beseffen eerder: hé, met mijn stu­

die kan ik onderzoeker worden. Sterker nog, ze zijn het al een beetje’, aldus Gruis. Haar student Milou Boosman beaamt dat: ‘Ik merk dat ik ook in de andere vakken profijt heb van de opge­ dane vaardigheden en pas die daar ook toe. Studeren in coronatijd is zwaar en thuis kan ik sneller afgeleid worden dan in een college­ zaal. Maar door de gezamenlijke opdrachten doet iedereen meer z’n best. Want je doet het niet alleen voor jezelf, maar ook voor je eigen groepje. Zo hebben we toch het idee dat we samen studeren.’


40

Leidraad

NR. 2  2021

HORTUS

ILLUSTRATIE: LIVIA PIETROW

Leidenaars­ helpen bij Stoepplantjes­ project

Het Stoepplantjesproject van de ­ Hortus botanicus Leiden heeft nu ook een wetenschapper in het team. PhD-kandidaat Nienke Beets gaat onderzoek doen naar het komen en gaan van stoepplantjes in Leiden. Daarbij doet ze aan citizen science: Leidenaars kunnen meespeuren naar stoepplantjes en zo helpen de verspreiding en aanpassing van wilde begroeiing in de stad te inventariseren. Zie ook stoepplantjes.nl. Aan de eind maart verschenen Zakgids Stoepplanten hebben twee honours-studenten meegewerkt. De een als tekenaar, de ander schrijvend. De hortus verloot drie exemplaren van het boek. Mail naar educatie@hortus. leidenuniv.nl o.v.v. ‘Leidraad’ om in aanmerking te komen. Wie deze zomer de hortus bezoekt, kan de kunst van het Groen Vakmanschap afkijken. De specialisten van de h ­ ortus laten zien hoe zij te werk gaan. Zie daarvoor ook hortusleiden.nl

AGENDA In verband met de onzekerheid rond corona worden weinig evenementen ruim van tevoren georganiseerd en zijn aankon­ digingen onder voorbehoud. Zie universiteitleiden.nl/agenda voor actuele informatie. Faculteit Geesteswetenschappen 10 & 11 mei FACULTEITSSYMPOSIUM Thema: ‘Muziek’. 17 juni LUCAS PHD ALUMNIDAG Met presentaties van oud-LUCAS (Centre for the Arts in Society) promovendi, speeddates en b ­ orrel. Informatie en aanmelden: bit.ly/lucas-phd 8 september JUBILEUM De masteropleiding Journalistiek en Nieuwe Media bestaat 20 jaar en viert dat met een symposium, b ­ orrel, een website met werk van alumni en een eenmalig magazine. Meer info op facebook.com/jnmleiden of via w.koetsenruijter@hum.leidenuniv.nl. 23 juni ALBERT VERWEYLEZING Door gastschrijver Bibi Dumon Tak. universiteitleiden.nl/gastschrijver Studium Generale/HOVO LEZINGEN Beperkt (online) lezingen- en cursus­ programma in mei/juni en in de zomer. Onder meer ‘Archeologie en geschiedenis van het Heilige Land’. Zie universiteitleiden.nl/studiumgenerale en universiteitleiden.nl/hovo. SSR

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Mobiel planetarium op Sint Eustatius Op Sint Eustatius is een mobiel planetarium geopend. Dit werd mede mogelijk gemaakt met geld uit het fonds op naam dat de Leidse sterrenkundige Ewine van Dishoeck instelde bij het LUF. Het planetarium biedt ruimte aan 25 bezoekers die tijdens een voorstelling van een uur de geschiedenis en andere fascinerende aspecten van de sterrenhemel uitgelegd krijgen. Dit gebeurt via een realistische projectie op het plafond van het planetarium. Ook staan overal op het terrein telescopen. De voorstellingen zullen vooral bezocht worden door schoolkinderen en andere geïnteresseerden en dienen een educatief doel.

SSR vult graag zijn oud-leden­ bestand aan. Mail naar SOLS@ ssr-leiden.nl en blijf op de hoogte van de oud-ledenactiviteiten. Minerva LUSTRUMVIERING 1970 De lustrumviering van VVSL en LSC 1970 is vanwege de coronacrisis uitgesteld naar 21 mei 2022. Contact: jaarlustrum1970@gmail.com Uitnodigingen ontvangen? Geef uw e-mailadres door: info@alumni.leidenuniv.nl


41

GERARD VAN HONTHORST: HET CONCERT (1626-1630, ROME, GALLERIA BORGHESE)

SIGNALEN

GEESTESWETENSCHAPPEN

Top 40 van de Gouden Eeuw Wie kan zich een leven voorstellen zonder popmuziek, kerstcantates of kinder­liedjes? Of je nu van m ­ usical houdt of van opera, van hiphop of ­psalmen, (mee)zingen doen we allemaal. Dat was in de Gouden Eeuw niet anders. Sterker nog, de zeventiende-­eeuwse Nederlanders zongen nog veel meer. Zij zongen zelf, van de wieg tot het

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEKEN

Bijzonder Chinees manuscript

graf en – zoals we op prenten en schilderijen kunnen zien – liefst met liedboekjes in de hand. Welke liederen werden dan het meest gezongen? Uit talloze oude liedboekjes blijkt dat men vroeger gebruik m ­ aakte van een repertoire van g ­ eliefde melodieën, waarop steeds n ­ ieuwe teksten werden gemaakt. Liederen die iedereen kon z­ ingen, omdat de zang­wijzen

Op een veiling in Hongkong heeft de Universitaire Bibliotheken ­Leiden (UBL) een bijzonder ­Chinees manuscript kunnen verwerven. Het betreft een keizerlijk edict (gedateerd 1582) uit de Ming-Dynastie, afkomstig uit de voormalige collectie van de b ­ ekende sinoloog en detective­ schrijver Robert van

met de p ­ aplepel waren ingegoten. Uit de N ­ ederlandse Liederenbank zijn de v ­ eertig meest gebruikte melodieën uit de Gouden Eeuw geselecteerd. Met dit project hopen neer­landica Olga van Marion en ­zangeres Margot Kalse de Top 40 uit te geven in een tweedelig liedboek en er professio­nele opnames van te maken. steunleiden.nl/top40

Gulik. Dankzij een g ­ rote gift uit het Piet R ­ ombouts Fonds was de UBL in staat om het stuk aan te kopen via bemiddeling van kunsthandelaar Jan Six. De bijzondere verwerving van het keizerlijk edict voorziet onmiddellijk in een behoefte vanuit de bloeiende C ­ hinese studies in L ­ eiden. Drie studenten zijn met het

manuscript aan de slag gegaan onder begeleiding van hoog­ leraar H ­ ilde De Weerdt (­Chinese geschiedenis), docent Lin Fan (­Chinese kunst) en conservator Marc G ­ ilbert. Ze richten zich op de conservering en restauratie en de historische context ervan en verzorgen een vertaling van de tekst.


42

Leidraad

MINERVA

Bevrijdingsweekend De viering en herdenking van 76 jaar bevrijding bestaat bij Minerva uit twee onderdelen: het Bevrijdings­ symposium en een t­ entoonstelling. Op zaterdag 8 en zondag 9 mei wordt het hele pand omgetoverd tot ­museum. Te midden van deze tentoonstelling over Studenten in Verzet geven op zaterdag vier sprekers met expertise en ervaring een lezing over studenten die – toen en nu – ­dappere keuzes maakten en blijvend

impact hebben gemaakt op hun eigen en andermans vrijheden. Het symposium is te bekijken via een livestream voor alle geïnteresseerden. Onder de sprekers zijn de aankomend Commandant der Strijdkrachten, Luitenant Generaal Eichelsheim, de directeur van A ­ mnesty International Nederland, Dagmar Oudshoorn, en schrijver Maarten Asscher. Instagram @bevrijdingscommissie www.bevrijdingsweek.nl

QUINTUS

Online feestje op grote hoogte

JONGE ALUMNI NETWERK

Webinar over plastic

Bioloog Auke-Florian Hiemstra werkt bij Naturalis en is bekend als de drijvende kracht achter het project plastic spotters, een combinatie van wetenschap en opruimwerk. Elke zondagochtend gaat een groep vrijwilligers in kano’s de Leidse grachten op om daar troep uit te vissen. Hiemstra benut de vondsten voor zijn onderzoek. Vooral de aangetroffen vogel­ nesten hebben zijn interesse. Voor het Jonge Alumni N ­ etwerk vertelt Hiemstra over zijn onderzoek en over het mondiale ­plasticprobleem in een webinar op woensdag 2 juni om 17 uur. Eind mei (precieze datum nog niet bekend) houdt Willem van der Does, hoogleraar klinische psychologie, een webinar over zijn boek Geluk is ook niet alles.

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Festival met muziek en wetenschap

De huis-dj’s van Quintus draaiden donderdag 25 februari hun plaatjes vanaf het dak van de sociëteit, met prachtig uitzicht over heel Leiden. Dat werd professio­neel opgenomen en werd op de laatste vrijdag van februari uitgezonden, als een knipoog naar de bekende Laatste Vrijdag Van De Maand Dixo (LVVDMD) van Quintus. Toen de schemer viel leek het alsof de sociëteit in regenboogkleuren in brand stond. Nu er geen fysieke feestjes meer plaats kunnen vinden en de eenzaamheid toeneemt, zocht Quintus naar evenementen om toch met elkaar in verbinding te staan. Door een chatbox naast het beeld konden jonge en oude Quinten met elkaar praten tijdens de stream. Zolang de sociëteit gesloten is, blijft Quintus op deze manier actief. Voor Quinten en oud-Quinten maar ook voor andere geïnteresseerden zijn de streams te bekijken op www.lvvdmd.nl

Neurowetenschapper ­Rebecca Schaefer heeft een nieuwe NWO-subsidie voor wetenschapscommunicatie gekregen voor de organisatie van het SNAARFestival, waarvan zij een van de initiatiefnemers is. De eerste editie daarvan is vanwege corona uitgesteld naar 28 mei 2022. Het festival in Tivoli Vredenburg in Utrecht moet muziek en wetenschap toegankelijk maken voor een breed publiek. Er zal muziek zijn, maar ook experimenten. Zo kun je testen of je je hand langer in een bak ijs kunt houden als je naar je favoriete muziek luistert.


SIGNALEN

ARCHEOLOGIE

Van Aksum tot India

Inclusieve Oudheid GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

Het driedaagse programma (maandag 16 tot woensdag 18 augustus) ‘Preventing, detecting and responding to violent extremism’, voor onder meer beleidsmakers, preventiewerkers, journalisten en wetenschappers, is geheel online.

De summer school ‘The European Union, United Nations and global governance’ hoopt nog op b ­ ijeenkomsten op locatie, maar gaat wellicht in hybride vorm en desnoods geheel online plaatsvinden, van maandag 14 tot en met vrijdag 25 juni. De leergang ‘Diversiteit & Inclusie’ bestaat uit twee keer twee dagen. Het gaat over a ­ ctuele dilemma’s die in vrijwel elke publieke orga-

Bij het begrip ‘oudheid’ d ­ enken we meestal aan de G ­ riekse en ­Romeinse geschiedenis. De ­oudheid kende echter een grote ­diversiteit aan culturen en beschavingen. Talrijke interacties en contacten tussen deze culturen leidden tot innovaties en historische veranderingen. De Grieken en Romeinen waren belangrijk, maar zij waren zeker niet de enigen. Voor de Week van de Klassieken in april maakten de Faculteit der Archeologie en het Rijksmuseum van Oudheden een documentaire over cultuur­contact in de oudheid. Archeoloog dr. M ­ arike van Aerde en haar inter­nationale ­promovendi en MA studenten nemen de kijker mee van Aksum tot India. Met presentaties van materiaal uit L ­ eidse musea (Rijksmuseum van Oud­ heden en Museum Volkenkunde) en daarnaast bijdragen vanuit locaties in India, Italië en de Arabische woestijn. archaeologistsconnected.org/ documentary

RECHTEN

Zomercursussen Bij het Centre for Professional Learning in Den Haag zijn deze zomer diverse leergangen en cursussen te volgen.

43

nisatie spelen. Er is een editie van de leergang in mei en juni gepland, maar ook een in het najaar en in het voorjaar van 2022. Zie voor meer informatie en het actuele programma: universiteitleiden.nl/cpl

Leiden Revisited Sinds 2006 organiseert de ­Leidse Rechtenfaculteit, in samenwerking met het J­ uridisch PAO van de Universiteit L ­ eiden, ‘Leiden Revisited: een m ­ iddag terug in de collegebanken’. Het jaarlijkse alumnievent van ­Leiden Law School, waar honderden alumni op afkomen, is dit jaar op vrijdagmiddag 27 augustus. Halverwege april was nog niet duidelijk of L ­ eiden Revisited digitaal of fysiek kan plaatsvinden. Houd daarom de website in de gaten. paoleiden.nl


44

Leidraad

Snouck Hurgronje

NR. 2  2021

LUMC

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEKEN

Boekensalons

Het Willem-­Alexander Kinderziekenhuis (WAKZ) van het LUMC wordt grondig verbouwd en kindvriendelijk ingericht. De verbouwde polikliniek en dagbehandelingsruimte haalt de m ­ onumentale binnenstad van Leiden naar binnen. In WAKZ-Stad zijn huizen, pleinen en parken. De gangen lijken

op fraaie Leidse grachten en kinderen en ouders zien Leiden ook terug in de spreek- en behandelkamers. Prints van stadsgezichten – met natuurlijk een plek voor het Academiegebouw – zorgen voor een vriendelijke uitstraling. In een k ­ indvriendelijke omgeving vergeten ­kinderen dat ze in een zieken­­huis zijn en wordt

een polikliniekbezoek minder eng. Een omgeving waarin kinderen kunnen spelen en ontspannen stelt ook de ouders in staat hun kind beter te ondersteunen. Daarnaast zorgt een ontspannen sfeer ervoor dat ouders de informatie van de arts beter tot zich nemen. Op 18 juni is de feestelijke opening.

FOTO: WIKIPEDIA

Het WAKZ haalt ­Leiden naar binnen

De ­Universiteitsbibliotheken Leiden (UBL) organiseert met enige regelmaat o ­ nline boeken­salons met ­schrijvers die een onderwerp uit de UBL-collectie kiezen, zoals Abdelkader Benali, Martin ­Bossenbroek, Willem Otterspeer en Wim van den Doel. Van deze laatste verschijnt op 6 mei de aflevering over ­Snouck Hurgronje. De boeken­ salons worden professioneel opgenomen en zijn allemaal terug te kijken. Sinds corona maakt UBL ook veel online-tentoonstellingen. Deze zijn terug te kijken op de verzamelpagina met online tentoonstellingen. bibliotheek.universiteitleiden.nl/ bijzondere-collecties/ tentoonstellingen

GEESTESWETENSCHAPPEN

Twee bijzondere (online) events over gebarentaal in Leiden Het World Congress of African Linguistics (WOCAL) is de enige internationale conferentie op het gebied van Afrikaanse taalkunde en legt sterk de nadruk op de deelname van Afrikaanse wetenschappers. Het congres vond voor het eerst plaats in 1994 in Kwaluseni, Swazi­ land, en heeft om de drie jaar een andere gastheer. Dit jaar is het tussen 7 en 12 juni de beurt aan Universiteit Leiden. Het conferentie­ thema is Afrikaanse talen

voor duurzame samenlevingen en kenniscreatie. Onder meer wordt een b ­ ijzondere workshop over ­Afrikaanse gebarentalen gegeven. Meer informatie over de online workshop: 2021.wocal. net/african-sign-languages-workshop. Op 12 juni is ook het HANDS!Festival, met kunst en optredens van dove Afrikaanse kunstenaars en performers. Meer informatie: deafstudies.weblog.leidenuniv.nl/ hands-festival-2021


terug in de banken

45

Ranesh Dhalganjansing

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: HIELCO KUIPERS

Rechten 1985-1989

Ranesh Dhalganjansing (1966) is advocaat in Den Haag en volgde begin dit jaar een driedelige webinarserie voor alumni over opvoeding en ouderschap.

wordt. Dat vereist enige kennis, ook over hoe psychologen en psy­ chiaters te werk gaan. Hetzelfde geldt in het strafrecht, waar ik ook actief in ben.’

DEPRESSIE ‘Mijn interesse in het onderwerp was vooral professio­ neel, maar ook wel een beetje per­ soonlijk. Ik heb vier kinderen, drie begintwintigers en een ­nakomertje van 11. Die drie waren surrogaat-­ ouders voor de jongste, en genoten daar intens van. In de cursus ging het onder meer over hoe ‘siblings’ bepalend zijn voor hoe je opgroeit. Daar heb ik dus zelf ook wel ideeën over en ervaring mee. De problematiek van depressie bij kinderen vind ik vakmatig inte­ ressant. In het familierecht komt het vaak voor dat je een stand­ punt inneemt over waar de kinde­ ren gaan wonen en hoe de omgang

PUBERS ‘Vooral de puberteit heeft me altijd geïntrigeerd. Pubers ­kunnen er niets aan doen dat hun gedrag tot botsingen leidt. Ze zijn gewoon ongeremd, doordat ze fysiek en emotioneel zo in ontwik­ keling zijn. Ik heb ze zelf zoveel mogelijk vrijgelaten, onder het motto: “Don’t listen to your parents, follow your dreams.” Het is een voorrecht voor kinderen om hun eigen weg te vinden. En deze generatie weet ­bijna alles al, dankzij internet.’ ALMA MATER ‘Voor Moot Court kom ik ook nog veel in Leiden, en voor Leiden Revisited, de ­juridische nascholing en reünie. Ik vind het

belangrijk om de binding met mijn alma mater te behouden. Van deze cursus vond ik het heel prettig dat het online was. Een van de drie webinars heb ik zelfs achteraf en op mijn iPhone vanuit mijn huis in ­Marbella kunnen volgen.’ EIGENLIJK ‘In de cursus viel gere­ geld het woord ‘eigenlijk’, en dat is voor mij een no go. Als ­advocaat moet je stellig en overtuigend zijn. Ik heb eens een zaak gewonnen doordat de officier van justitie zijn requisitoir begon met ‘eigenlijk’. Mijn pleidooi was: als je het woord ‘eigenlijk’ nodig hebt, klopt er iets niet. Je laat twijfel toe: dus vrij­ spraak. In de cursus wilde ik niet de wise guy zijn. Maar in de rechtszaal is dat woord taboe.’ Deze en andere webinars zijn te zien op universiteitleiden.nl/alumniwebinars


46

de jonge wetenschapper Girija Joshi

TEKST: WILKE MARTENS, FOTO: PATRICIA NAUTA

Bronnen zijn nooit neutraal


NR. 2  2021

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Na haar bachelor in Delhi had Girija Joshi even genoeg van Indiase geschiedenis. Ze wilde iets heel anders doen: Europese geschiedenis, en wel in Europa. De Indiase studente kwam hierheen voor een researchmaster Europese geschiedenis. Om vervolgens terug te keren bij de Indiase geschiedenis, waar ze nu bijna op is gepromoveerd.

O

noverzichtelijk, vond ze Leiden toen ze aan­ kwam in 2012. ‘Ik ben opgegroeid in Delhi, een miljoenenstad’, vertelt Joshi. ‘Maar als je daar je hele leven woont, ontwikkel je alle reflexen om je weg te vinden. Leiden vond ik juist heel erg onoverzichtelijk, ook al is het een kleine stad. Ik vond het ook erg stil. Gelukkig ontmoette ik snel medestudenten, zowel buitenlandse als Nederlandse, met wie ik bevriend raakte. Door mee te gaan naar ­borrels en feestjes heb ik steeds beter mijn weg kunnen vinden. Ik voelde me niet meer eenzaam.’ Niet alleen het dagelijks leven was in Leiden heel anders, ook de verhou­ ding tussen docenten en studenten. ‘Ik vond het opmerkelijk hoe vaak je als student om je mening werd gevraagd’, vertelt Joshi. ‘In India is er meer hiërarchie en afstand. Wellicht komt het doordat je in India vooral hoorcolleges krijgt, waardoor je meer moet luisteren. Dat heeft ook voor­ delen, omdat je daardoor eerst voor­ kennis opbouwt.’ Ondanks dat Nederlandse studenten volop hun mening geven, ontbreekt het activisme. ‘Dat viel me meteen op’, zegt Joshi. ‘In Delhi waren er

Wat is... het effect van kolonisatie Joshi bestudeert de ­effecten van kolonisatie op de plaatselijke econo-

regelmatig protesten of hielden ­studenten politieke vergaderingen, ook al waren ze in de collegezaal wat meer terughoudend. Dat activisme zag ik in Leiden helemaal niet.’ Bronnen

Om onderzoek te doen naar de impact van kolonisatie op de herders­economie in en rond ­Delhi (zie kader), werkt Joshi vooral met geschreven bronnen. ‘De archieven waar ik mijn bronnen uithaal zijn ­verspreid over de wereld’, legt ze uit. ‘Ik duik in archieven in Delhi, in het archief van de East India Company en de British Library. Ik had geluk dat twee Perzische manuscripten online beschikbaar waren. En ik ben op een Urdu-geschiedenis gestuit van een belangrijke familie uit het gebied, die een kroniek had achtergelaten.’ Het beeld van familie en huishouden dat in de bronnen werd geschetst, verraste Joshi het meest. ‘Je bent natuurlijk opgegroeid met ­bepaalde ideeën over familie en verwantschap. Door mijn onderzoek realiseerde ik me dat die begrippen heel fluïde zijn. Vooral als je teruggaat in de tijd, zie je dat er niet één definitie van ver­ wantschap is. Het gaat niet alleen om bloedverwantschap, maar ook

mie en de gemeenschaps­ vorming in Delhi en het platteland eromheen. Vóór de Britse k ­ olonisatie heerste er een herders­ economie in dat gebied. De Britten probeerden de herderseconomie te

Leidraad

47

om erkenning vanwege gezamenlijke ervaringen en belangen.’ Koloniale blik

De kolonisator laat een groter archief achter dan de gekoloniseerde. Dat maakt het lastig om een geschiedenis vanuit verschillende perspectieven te belichten. ‘Het is belangrijk om beeld­ vorming in je achterhoofd te houden, als je naar het koloniale archief kijkt’, vertelt Joshi. ‘De droge en empirische vorm geeft de indruk dat de bronnen allemaal erg feitelijk zijn. Maar het is een schijnobjectiviteit. De bronnen zijn gevormd door de perceptie van de koloniale ambtenaar, die vanuit zijn eigen blik zijn werk deed.’ Kortom, historische bronnen zijn nooit neutraal. Joshi: ‘Daar komt bij dat een koloniale context ­dubbel ­lastig is, omdat ook de begrippen die gebruikt worden om het ­verleden te bestuderen hun eigen ­koloniale wortels hebben. Begrippen die we gebruiken om familie of een gemeen­ schap te omschrijven, bijvoorbeeld, zijn niet neutraal. Die hebben een Europese kleur.’ Meerdere bronnen naast elkaar leg­ gen, in verschillende talen, is een van de manieren om die eenzijdige blik te vermijden. ‘Tegelijk is het ook een privilege om meerdere bronnen tot je beschikking te hebben’, zegt Joshi. ‘Als je dat niet hebt, kun je de ontwik­ keling in de tijd niet goed ­bestuderen. Zelfs een koloniaal verhaal is niet één verhaal. Door meerdere verhalen naast elkaar te leggen kun je verschil­ len blootleggen en meer nuance aanbrengen.’

­ arginaliseren en in m plaats daarvan een boeren­economie op te zetten. Het gebied, dat op de rand van een woestijn ligt, was echter niet geschikt voor intensieve landbouw. De poging om de herders

hun nomadische bestaan te laten verruilen voor het boerenleven op een ­vaste plek, slaagde niet. Joshi onderzoekt welke impact dit heeft gehad op de herders en wat dit betekende voor hun identiteit.


48

Bestuurskunde 2004-2007

werkplek van

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: MARC DE HAAN

Ton Parlevliet ‘Vanuit deze 112-meldkamer in Den Haag sturen we de wagens aan na een spoedmelding. Je hoeft als centralist niet te zwaaien of te gillen als iets ernstig is, want iedereen kan meelezen. Degene die de telefoon opneemt tikt alles in, daarnaast zit een collega die een auto kan sturen, en verderop zit het realtime intelligence center, dat gegevens kan natrekken. Meestal heerst er rust en concentratie. G ­ emiddeld komt elke 30 seconden een melding binnen. Het is niet elke dienst moord en doodslag, maar je hebt altijd wel iets dat best spannend is, een achter­volging bijvoorbeeld. Of wat heel heftig is: als je iemand aan de lijn hebt die op dat moment bedreigd of mis­handeld wordt. Toch is er ook ruimte voor een grap, we krijgen soms de wonderlijkste meldingen.

Ik ging bij de politie na mijn militaire dienst, en met een havodiploma. Toen ik later collega’s carrière zag maken, ben ik gaan studeren: eerst aan de hogeschool, vervolgens de universiteit. Ik heb bestuurskunde gedaan terwijl ik in het arrestatieteam zat en drie jonge kinderen had. Het is keuzes maken, maar als je het wilt dan kan het. Mijn functie is hoofdofficier van dienst, ik stuur de officieren van dienst aan, waar de centralisten onder vallen. Elke politieman is ook graag op straat, maar ik zie dit als the best of both worlds. Het dynamische en onverwachte heb je hier net zo goed. De rol van orde scheppen in de chaos vervul ik met veel plezier.’


Sleuteldragers diner

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

49

Bent u erbij? De Sleuteldragers van het Leids Universiteits Fonds dragen bij aan belangrijke projecten van wetenschappers en studenten. Ze krijgen er bovendien, als dat straks weer kan, gezellige en interessante evenementen voor terug, vertelt Heiltje Boumeester van het LUF.

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: TACO VAN DER EB

‘Het Sleuteldragerschap draait om twee dingen. Ten eerste steun je er als alumnus je eigen universiteit mee, je geeft iets terug, zoals dat in het buiten­land al heel normaal is. We zijn heel blij met de vele duizenden ­alumni die jaarlijks aan het LUF schenken. Sleutel­dragers zijn degenen die een g ­ roter bedrag kunnen missen. Wat je bijdrage ook is, je maakt er belangrijk onderzoek mee mogelijk, zoals het corona-onderzoek van professor Snijder, of een student kan daardoor voor s­ tage of onderzoek naar het buitenland. Niet al het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek wordt gefinancierd door de overheid. Daarom is steun van alumni onmisbaar. Hoogtepunt Daarnaast hebben Sleuteldragers, het zijn er nu meer dan 400, allemaal nog heel sterk iets met Leiden. Vaak studeren hun kinderen of kleinkinderen ook hier. Hoe dan ook vinden ze het ontzettend leuk om er terug te zijn. We organiseren jaarlijks een aantal bijeenkomsten. Dat kan een lezing zijn waarbij een hoogleraar of een jonge wetenschapper vertelt over het onderzoek waar ze mee bezig zijn. Of we organiseren een rondleiding in bijvoorbeeld de Lakenhal of Museum Boerhaave. Het is een heel gemengd gezelschap, van 30 tot 85 jaar, en van Kamerleden en artsen tot biologen en advocaten.

Heiltje Boumeester en Laurentijn van Wensen waren vorig jaar het diner in de Pieterskerk al aan het organiseren, toen helaas het lustrumjaar ook een coronajaar werd. Ze hopen dat het dit jaar wel door kan gaan.

Het jaarlijkse hoogtepunt is het ­Sleuteldragersdiner. Dat is meestal in het Rijksmuseum van Oudheden. De lustrumeditie zou vorig jaar in de Pieterskerk plaatsvinden. Die waren we al aan het organiseren, toen we helaas vanwege corona het evenement moesten afblazen. Nu moet het alsnog lukken, op 8 oktober. We hebben als spreker onder anderen professor Voermans, de staatsrechtgeleerde, over de toestand van onze democratie. En er is een bijzondere veiling, waarvan de opbrengst ook weer naar belangwekkend onderzoek gaat. Maar het belangrijkste: je zit straks met 250 mede-alumni heerlijk en gezellig te eten, op de plek waar velen van ons vroeger tentamen deden. Er komen geen surveillanten langs, maar obers. Wat wil je nog meer?’

Ook Sleuteldrager worden?

Sleuteldragers dragen bij aan ver­ nieuwende wetenschappelijke onderzoeks- en onderwijsprojecten door gedurende minimaal vijf jaar een bedrag van tenminste € 500 (€ 750 voor echtparen) jaarlijks te schenken middels een Sleuteldragersovereenkomst. Daarmee is de bijdrage fiscaal aftrekbaar. Jonge Sleuteldrager (tot 40 jaar) ben je vanaf 120 euro per jaar. Sleuteldragers ontvangen uitnodi­gingen voor de jaarlijkse evenementen voor Sleuteldragers, de dies natalis voor ­alumni, speciale borrels en lezingen zoals een (politiek) debat of museum­bezoek en het jaarlijkse Sleuteldragers­diner. Wie zich vóór 1 september aanmeldt als ­nieuwe Sleuteldrager is verzekerd van een uit­nodiging voor het komend diner. Mail naar sleuteldragers@luf.leidenuniv.nl


50

NR. 2  2021

lezen, luisteren,

In het spoor van Naturalis Wandelen is de nieuwe volkssport, ook in Leiden. Klaar met het standaard rondje om de kerk? Download dan de gratis Naturalis museumapp en wandel door Leiden in het spoor van Naturalis. Het instituut, opgericht in 1820 door koning Willem I, bestaat al 200 jaar en dat is in de hele binnenstad van Leiden terug te zien. Tijdens de route ontdek je de panden waar Naturalis vroeger gehuisvest was, open je je ogen voor natuur onderweg en fossielen op de stoep en maak je kennis met de experts. De Naturalis museumapp is gratis te downloaden in Google Play of de Appstore

lent a t t e r Cabaezocht! g

Afgelopen jaar overleed Harry Kies, de bedenker van het Leids Cabaret Festival. Het festival ­leverde in de loop van zijn bestaan meerdere grote cabaretnamen. En dat zal met het verlies van Kies niet veranderen. Daarvoor is zijn nalaten­schap te zeer verankerd in het N ­ ederlandse cabaretlandschap. Ben of ken je iemand met

cabaretaspiraties? Meld je dan vóór 31 mei aan voor het Leids Cabaret Festival 2022. Met een beetje geluk én een goede voorstelling rol je door de audities en wie weet sta je in de finales van februari 2022. Hopelijk zit de zaal tegen die tijd ook weer als vanouds afgeladen vol. aanmelden@leidscabaretfestival.nl

FOTO: NATURALIS BIODIVERSITY CENTER

doen


51

­Tentoonstelling Slavernij in ­Rijksmuseum Voor het eerst richt het Rijksmuseum de blik op slavernij in de N ­ ederlandse koloniale periode. De T ­ entoonstelling S ­ lavernij is samengesteld door de Leidse alumna Latijns-Amerika studies Valika Smeulders. In Het Parool zei Smeulders over de

Radio ­Horzelnest

is een tweewekelijkse ­podcast van Universiteit Leiden waarin experts uit uiteenlopende vakgebieden uitgebreid geïnterviewd worden. Sinds de start in 2020 passeerden interessante ­onderwerpen de revue. Zo schoof in de 19de aflevering Luc Amkreutz aan, Leids promovendus en c ­ onservator prehistorie in het Rijks­ museum van Oudheden. Amkreutz vertelt over de tentoonstelling Doggerland. Verdwenen wereld in de Noordzee, tot en met 29 augustus te zien in Oudheden. universiteitleiden.nl/ studium-generale/podcast

t­ entoonstelling: ‘We willen het goed doen. Op een verbindende manier. We willen iets toevoegen aan het maatschappelijk debat.’ In de tentoon­stelling worden tien waar­ gebeurde verhalen verteld van mensen die bij slavernij betrokken waren. Van mensen die bijvoorbeeld tot slaaf waren gemaakt of slavenhouder waren. Over mensen die zich verzetten en m ­ ensen die in slavernij naar Nederland zijn gehaald. Hoe zagen hun levens eruit? Hoe verhielden zij zich tot het systeem van slavernij? Konden zij eigen keuzes maken? In de tentoonstelling zijn objecten uit ­nationale en internationale musea, ­archieven en particuliere collecties te zien. Naast de objecten, schilderijen en bijzondere archiefstukken zijn mondelinge ­bronnen, gedichten en muziek te horen. De tentoonstelling Slavernij is, afhankelijk van de maatregelen rondom covid-19, te zien vanaf het voorjaar van 2021.

Waar een wil is, is een amaryllis De hortus botanicus maakt het beste van de beperkte mogelijk­heden in coronatijd. De ­amaryllis staat dit voorjaar centraal. In het on­­betaalde gebied van de hortus staat een bescheiden ­collectie bloeiende bolgewassen achter glas, in kuipen en in kruiwagens. Voor iedereen toegankelijk dus!

Verschenen

De Leidsche ­gastronomie thuis De Leidsche gastronomie thuis is een kookboek met meer dan zeventig recepten van veertig Leidse restaurants. De opbrengst van het kookboek wordt verdeeld over de deelnemende horecazaken. 19,95 euro bij horecakookboek.nl

Bio Science Park Over de geschiedenis van het Bio Science Park verscheen onlangs Biopartner, startmotor en smeerolie van het ­ Leiden Bio ­Science Park. Het werd geschreven door ­historicus en Leids alumnus Cor Smit. 17,50 euro bij Primavera Pers

Groepsportret met Dame Onlangs ­v­­erscheen het vierde en l­aatste deel van Willem Otterspeers verzamelde werk over de geschiedenis van de U ­ niversiteit ­Leiden. ’Groeps­ portret met Dame – De s­ trategie van de aanpassing’ gaat over de p ­ eriode van 1876 tot 1975. Uitgeverij ­Prometheus

De Glazen Toren Onderwijs- en ­beleidshistoricus Pieter Slaman schreef een boek over de ­recente geschiedenis van Universiteit ­Leiden. De Glazen Toren beschrijft de ­periode van 1970 tot 2020. Uitgeverij ­Prometheus


Nacht van Ontdekkingen

FOTO: MARC DE HAAN

De negende editie van het Leidse kennis- en cultuurfestival is op zaterdag 18 september. Het programma is nog niet bekend, maar net als voorgaande jaren wordt het een bijzondere ontmoeting tussen wetenschap, kunst, cultuur en de samenleving. Er wordt hard gewerkt aan de invulling van het programma. Hopelijk kan tegen die tijd weer alles live op podia in de binnenstad van Leiden plaatsvinden. Zet de datum vast in uw agenda!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.