Leidraad oktober 2021

Page 1

NR. 3  2021

Leidraad ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE NR. 3 2021

Studeren: de breedte of de diepte in? 900 jaar Pieterskerk

Oude liefde roest niet DOSSIER

Samen

Ernst Boutkan

nummer drie op de lijst van Volt

1

‘ Onze generatie denkt grensoverschrijdend’


2

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2021

tribuut

Jan Willem Bruins (1946-2021)

TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO: HIELCO KUIPERS

Hij is misschien wel de meest zichtbare kunstenaar van Leiden, ook al zal zijn naam niet bij iedereen een belletje doen rinkelen. Jan ­Willem Bruins (rechts op de foto) was ­medebedenker en schilder van de meer dan 100 muurgedichten in de stad. Hij overleed dit voorjaar op 74-jarige leeftijd. Bruins vormde samen met Ben Walenkamp (links) de Stichting TEGEN-BEELD. De twee mannen bedachten in 1992 dat het aardig zou zijn om een aantal gedichten op ­Leidse muren te zetten. In dat jaar was het 75 jaar geleden dat Theo van Doesburg in Leiden het beroemde kunsttijdschrift De Stijl oprichtte. Het eerste gedicht schilderde Bruins op de hoek van de Kloksteeg en de Nieuwsteeg: Aan mijn Verzen van de Russische ­dichteres

Marina Ivanovna Tsvetajeva. Er zouden nog vele gedichten volgen, in tientallen talen. Van Hebreeuws tot Pools, en van Spaans tot Fries. Voor zijn werk kreeg Bruins een koninklijke onderscheiding. Daarnaast werd de stichting bekroond met de erepenning van de gemeente Leiden in goud (2004) en cultuurprijs De Zilveren Veer (2003). Bruins was de man die altijd de ladder beklom voor het secure schilderwerk. Behalve gedichten ging het de laatste jaren ook om natuurkundige formules. Zijn kompaan Walenkamp vertelde na zijn overlijden in een interview: ‘Hij wilde nooit op de voorgrond staan, maar zijn creativiteit en door­zettingsvermogen zijn heel belangrijk geweest voor het succes van de Leidse muurgedichten.’


3

binnenkomer

‘Dankzij fouten komen we verder’

Open Science ambassadeur Paul Wouters / 28


Leidraad

Annetje aan het woord

4

COLOFON

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Niet eerder werden we zo met de neus op de f­ eiten gedrukt als tijdens de coronacrisis: we hebben elkaar nodig. Terwijl we ironisch genoeg fysiek afstand van elkaar moesten nemen, werd ‘samen’ belangrijker dan ooit. De behoefte aan verbinding is groot. Dat geldt ook voor de universiteit. We ontwik­ kelen momenteel een strategisch plan waar­ in de m ­ enselijke maat, verbinding en omkijken naar elkaar de rode draad vormen. Dat is belang­ rijk, los van corona. De universiteit wordt immers gevormd door heel veel en heel verschillende mensen: onderzoekers, hoogleraren, docenten, studenten, medewerkers, alumni... We doen het in Leiden en Den Haag samen. En dat moet zich vertalen in erkenning en waarde­ ring voor iedereen. En hoe vanzelf­ sprekend het misschien ook klinkt, dat is heel hard werken. Wat ik en mijn medebestuurders in het College van Bestuur voor ons zien is een univer­ siteit waar iedereen de ruimte krijgt om te ­floreren. Waar meer ‘wij’ is dan ‘ik’. Het is goed dat er al vele dwarsverbanden zijn. Onderzoekers die in teams samenwer­ ken, faculteiten die de handen ineen­ slaan, het grotere netwerk van uni­ versiteiten waar

Leidraad is een uitgave van de directie Strategische Communicatie & Marketing/ Development en Alumni­ relaties van de Universiteit Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar. Uitgever: Universiteit ­ Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing

Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumni­ relaties en Fondsenwerving Concept: Fred Hermsen (Maters en Hermsen) Eindredactie: FC Tekst – Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en v ­ ormgeving: Stephan van den Burg, Marjolijn Schoonderbeek (Maters en Hermsen) Lithografie: Studio Boon Tekst: Fred Hermsen, Marijn Kramp, Job de Kruiff, Nienke ­Ledegang, Wilke Martens, Linda van Putten, Friederike

de Raat, Nicolline van der Spek, Tessa de Wekker Foto cover: Frank Ruiter Fotografie: Niels Bleke­ molen, Eelkje Colmjon, Taco van der Eb, Marc de Haan, Hielco Kuipers, Marius Roos, Frank Ruiter, Monique Shaw, Edwin Weers Coördinatie Universiteit Leiden:Wendy Persson Reacties: 071-5274050 of contact@ leidraad.leidenuniv.nl LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden Twitter: @leidenalumni

NR. 3  2021

wij deel van uitmaken. Maar we koesteren ook de samenwerking met organisaties in Leiden en Den Haag en commerciële bedrijven, zoals op het Bio Science Park. Ook mooi is de steeds g ­ rotere rol van burgers in zogeheten citizen science. We maken gebruik van de wereld om ons heen. Steeds meer onderzoek voeren we letterlijk uit op straat, met burgers. Dat kan goed omdat we heel sterk lokaal verankerd zijn. Hoog op mijn eigen prioriteitenlijst staat u, de alumnus. Ik vind het oprecht jammer dat ik nog maar zo weinigen van u in het echt heb kunnen ontmoeten. Het is hoog tijd om samen te komen. Want dankzij de talloze zichtbare en onzichtbare lijntjes die ons met elkaar verbinden, kunnen we meer bereiken. En daarnaast is het ook gewoon veel prettiger, samen optrekken. Annetje Ottow is voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden

Website: www.universiteitleiden.nl/ alumni Oplage: 82.250 Adreswijzigingen: wijziging@ alumni.leidenuniv.nl Gehele of gedeeltelijke over­ name van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na over­ leg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor even­ tuele zet- of drukfouten.

klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-863852

gedrukt


inhoud NR. 3  2021

○ Tribuut

Jan Willem Bruins

/2

○ Annetje aan het woord / 4 ○ Weer open / 6

○ Kort nieuws / 8

○ Wat maakt ons ziek?

Thomas Hankemeier onderzoekt het / 10

○ Eén studie twee wegen

Rechten / 14

○ Interview

Ernst Boutkan / 18

○ Cleveringabijeenkomsten

Online en op locatie / 35

○ Signalen van faculteiten

en verenigingen / 40 ○ Nalaten / 46 ○ Jonge wetenschapper Sabine van der Asdonk / 48 ○ Lezen, luisteren, doen / 50

36

De breedte of de diepte in?

22

Winkel als werkplek

23

Dossier Samen Eeuwenoude band

16


NR. 3  2021

Weer open

FOTO’S: HIELCO KUIPERS, MONIQUE SHAW

Voorzichtig

Het studentenleven kwam weer aardig op gang, aan het begin van dit academisch jaar. Groepjes eerstejaars domineer­ den ouderwets het Leidse straatbeeld, kennis­makingsactiviteiten van vereni­ gingen speelden zich zelfs meer dan ooit ­buiten en dus zichtbaar af. T ­ egelijk was en is corona nog niet ver weg. De GGD had voor de op dat moment v ­ eelal nog niet volledig gevaccineerde eerste­ jaars een speciale testlocatie ingericht in het oude V&D-pand. Bovendien geldt in de collegezalen een beperkte capaci­ teit, wat vooral hoorcolleges van g ­ rote studies parten speelt. Hopelijk is er in de loop van dit studiejaar steeds meer ­ruimte voor versoepeling, en dus voor studeren zoals het bedoeld is.



kort

Records bij verenigingen Wie lid wilde worden bij een van de grote studentenverenigingen had dit jaar geduld en geluk nodig. De aanwas brak alle records. De Leidse verenigingen zijn razend populair. Bij de ­grote drie moest ondanks een ruime aannamecapa­ citeit geloot worden, en

­ spirant-leden stonden er a vaak uren in de rij. M ­ inerva liet ze voor het eerst ook een motivatiebrief s­ chrijven van zeshonderd w ­ oorden. Uiteindelijk noteerde ­Minerva 600 nieuwe leden, Augustinus 430, Quintus 325, SSR 230 en Catena 139. Roeiverenigingen Njord en Asopos hebben beide

een nieuwe lichting van 280 leden, de Dinsdag Avond Club (DAC) heeft er 250. De El Cid week werd vanwe­ ge corona in hybride vorm en in twee shifts g ­ ehouden. Deelnemers volgden eerst twee dagen een online ­programma, om in de week daarna in drie dagen de stad in groepjes te ontdek­

ken. In totaal deden er zo’n drieduizend eerstejaars mee. Ook de HOP-week (the Hague Orientation Pro­ gramme) kende een h ­ ybride programma en was goed bezocht. Wie nog in het bui­ tenland was, kon de Haagse introductie eventueel ook volledig online volgen.

FOTO’S: HIELCO KUIPERS, MONIQUE SHAW

Onderwijsprijs voor wandelende docent De onderwijsprijs 2020-2021 van het Leids ­Universitair Studentenplatform is toegekend aan politicoloog Ayo Adedokun, docent aan het Leiden University ­College in Den Haag. Hij werd volgens LUS-voorzitter Catrin Böcher geprezen om zijn enthousiasme én omdat hij een interactieve en gezellige omgeving creëert. Door studenten aan te bieden om met hen te wandelen, bood Adedokun het afgelopen studiejaar

veel gelegenheid tot contact. Ook kwam hij er zo achter tegen welke problemen ze aanliepen. Zichtbaar geroerd nam Adedokun de prijs, 25.000 euro voor de verdere verbetering van het onderwijs, in ontvangst. ‘Ik wil mijn studenten inspireren en hun kracht geven.’ Tot slot verwees hij naar zijn collega’s. ‘Ik draag deze prijs op aan álle docenten die zo hard hebben gewerkt ­tijdens de pandemie.’


Leidraad

9

Morele ­dilemma’s in oorlog en crisis Hoe handelen leiders bij m ­ orele dilemma’s in internationale geschillen? Hoe gaan ze om met de impact van oorlog, op het slagveld, in het VN-leiderschap, in rechtbanken en in hun thuisland? In een reeks lezingen en debatten worden deze vragen besproken door ­internationale experts op het gebied van PTSS, kinderrechten, oorlogsmisdaden, mensenrechten en vredesmissies. Deze ‘Dallaire Critical Conversations’ zijn verbonden aan de Cleveringa­ leerstoel die ­voormalig VN-commandant Roméo ­Dallaire dit jaar bezet. Ze zijn per livestream te volgen, op 13, 14, 27 en 28 oktober en 10 november.

Wie is de oudste? Vermoedelijk was Breestraat 135 in 1928 ‘een van de e ­ erste studen­ tenhuizen’ van L ­ eiden, en mis­ schien zelfs van Nederland, schre­ ven wij in het m ­ einummer van Leidraad. De kop van het stuk­ je: ‘Oudste Studentenhuis’. Maar voor die titel komt eerder Rapen­ burg 4 in aanmerking, reageerde oud-bewoner Peter Sigmond. Van dat pand is namelijk bekend dat het al in 1904 studentenhuis werd – en dat is het nog steeds.

3x prijs Drie Leidse h ­ oogleraren zijn beloond met de hoogste wetenschappe­ lijke onderscheiding van Nederland: Maria Yazdanbakhsh en Marc Koper krijgen een Spino­­ za­premie, Judi Mesman een Stevin­premie. Judi Mesman is hoogle­ raar in de Interdisciplinaire studie van maatschappe­ lijke uitdagingen. Zij zoekt een antwoord op de vraag welke invloed opvoeding en onderwijs hebben op

het wereldbeeld van kin­ deren, en op hoe kinderen zichzelf en anderen zien op het gebied van zaken als seksualiteit, etniciteit en gender. Marc Koper is hoogleraar Katalyse en oppervlakte­ chemie. Met zijn funda­ mentele werk levert hij volgens wetenschaps­ financier NWO c ­ ruciale bijdragen aan het ver­ groenen van onze ener­ gievoorziening en de chemische industrie.

Maria Yazdanbakhsh is hoogleraar Cellulaire immunologie van parasitaire infecties. Een van haar meest spectaculaire ontdekkin­ gen was dat parasieten mensen niet alleen ziek maken, maar dat een infectie met een parasiet ook het immuunsysteem van mensen weerbaarder maakt. Vooral tegen ontstekingsziekten als allergieën of diabetes type 2.

Antjie Krog nieuwe gastschrijver De Zuid-Afrikaanse dichter Antjie Krog is dit najaar de gastschrijver aan de Universiteit Leiden. In die rol zal zij onder meer de Albert Verweylezing houden en colleges geven. Krog (1952) werd beroemd met dichtbundels en boeken, ­veelal geïnspireerd op de Zuid-­Afrikaanse geschiedenis. Ze schreef onder andere over de waarheids- en verzoenings-

commissies in het non-fictieboek Country of My Skull. De Albert Verweylezing houdt ze op donderdagavond 18 november onder de titel: ‘Tempting to write what should/could not be written’. De lezing is toegankelijk voor alle belangstellenden. Het gastschrijverschap is een samenwerkingsverband van de universiteit met NRC Handelsblad.


TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO’S: ISTOCK


Leidraad

NR. 3  2021

Wat maakt ons ziek? Genen voorspellen of je een risico loopt om ziek te worden, omgevingsfactoren geven vaak het laatste duwtje: voeding, luchtvervuiling, leefstijl, stress. Het exposoom als boosdoener, en als kans. In Leiden wordt er op grote schaal onderzoek naar gedaan. Thomas Hankemeier, hoogleraar Analytische Bio­ wetenschappen, over de klinische chemie van de toekomst.

O

ns DNA is al aardig in kaart gebracht, maar wat de omgevingsfactoren betreft is er nog veel werk aan de winkel. Hoe beïnvloeden ze onze gezondheid? De Leidse biochemicus zet meteen maar een stip op de horizon: over pakweg tien jaar kan iedere Nederlander voor een paar tientjes zijn eigen chemische huishouding in kaart brengen met een thuistest. Bloed of urine inleveren en je ziet op een digitaal dashboard welke kant je fysiologische parameters uitslaan. Is dat de verkeerde kant, dan is het tijd om in te grijpen. Zo kun je ziektes voorkomen of vertragen. ‘De klinische chemie van de toekomst’, noemt Hankemeier het. ‘Nu gaan mensen pas naar de dokter als ze klachten hebben, dan is het vaak al te laat.’ Exposome Scan

Preventie dus, dát is de stip. Tegenwoordig is preventie het toverwoord. Alleen moeten we die veel meer afstemmen op het individu, vindt Hankemeier. ‘Waarom ontwikkelt de ene persoon wel alzheimer en de ander niet? Welke biochemische processen liggen daaraan ten grondslag? Kort gezegd: wat maakt ons ziek?’ Om die vraag te kunnen beantwoorden, is op grote schaal exposoom-­onderzoek

nodig. Vandaar de bouw van het laboratorium, de Exposome Scan. Dit lab geeft onderzoekers uit het hele land de mogelijkheid in ­Leiden onderzoek te doen naar omgeving en gezondheid. Dat ­Hankemeier is gevraagd mee te denken, is geen toeval: ‘Ik ben in ­Leiden natuurlijk al veel langer bezig met het meten van de stof­w isseling om te kunnen begrijpen hoe we langer gezond kunnen blijven. Samen met Amy Harms ­trouwens.’ Drukbezet

Thomas Hankemeier is een ­drukbezet man. Maar áls je dan met hem om de tafel zit, praat je met de toekomst. Hij is medeoprichter van MIMETAS, het bedrijf dat in 2013 organ-on-a-chip ontwikkelde en beschikbaar ­maakte voor onderzoekers en industrie, een chip waar organen nagebootst worden om ziekteprocessen en het effect van geneesmiddelen te kunnen bestuderen. Eind vorig jaar is hij door de clinici en met support van de overheid gevraagd onderzoek te doen naar corona. Waarom krijgt het virus op de een wel vat en op de ander niet? ‘Alles draait om immuun-fitness’, vat Hankemeier het antwoord samen. ‘Je immuunsysteem moet precies in balans zijn.’ Ook weer geen toeval dat men bij hem aanklopt; al jaren analyseert hij stofwisselings­

11


12

Leidraad

producten (metabolomen) aan de hand van big data: belangrijk bij de ontwikkeling van geneesmiddelen. Met Exposome Scan is hij toe aan de volgende stap. ‘We willen begrijpen welke omstandigheden het biologisch systeem uit balans brengen, hoe ziektes door omgeving en leefstijl worden beïnvloed, in welke combinaties omgevingsfactoren schadelijk zijn en of we in bepaalde fases van ons leven extra kwetsbaar zijn.’ ‘We’ zijn onderzoekers uit het hele land. Zo neemt milieu-epidemioloog Roel ­Vermeulen, hoogleraar in Utrecht, de analyse van de omgevingsdata op zich. Hankemeier bouwt mee aan de Expo­some Scan. Ook staat hij in nauw ­contact met artsen, Hanno Pijl bijvoorbeeld, die zich binnen het LUMC met leefstijlgeneeskunde bezighoudt. ‘De data die Exposome Scan oplevert wil hij inzetten voor zijn patiënten.’ Parkinson

Bij zeven op de tien chronische ziektes spelen omgevingsfactoren een belangrijke rol. Dan moet je denken aan dia­ betes type 2 en sommige hartaandoeningen. ‘Daarvan weten we dat leefstijl en omgevingsfactoren de belangrijkste oorzaken zijn’, aldus Hankemeier. ‘Maar hoe precies, weten we nog niet. Neem parkinson. Deze ziekte wordt al jaren in verband gebracht met het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Er zijn studies die laten zien dat omwonenden van bollenvelden vaker parkinson ontwikkelen dan mensen die er verder vandaan wonen. Dat is in principe al bewijs, maar wat wij willen doen is dit door metingen bevestigen. Zien we bij mensen die zijn blootgesteld aan bestrijdingsmiddelen ook daadwerkelijk mitochondriale schade?’ Ons hele leven komen we in aanraking met miljoenen onzichtbare moleculen die ons ziek kunnen maken: luchtvervuiling, toxische stoffen in voeding, ­bacteriën, UV-licht, of die ons beïnvloeden zoals voeding. Hoe houden we de omgevingsfactoren die slecht voor ons zijn buiten de deur? Hankemeier: ‘Ik raak geen deurknop aan. Nu ook met dat handen ­wassen wat iedereen van de overheid moet doen,

NR. 3  2021

Thomas Hankemeier (1966) promoveerde in analytische scheikunde aan de VU in Amsterdam. Na zijn promotie was hij een tijdlang onderzoeksleider bij TNO. Sinds 2004 is hij hoogleraar Analytische Biowetenschappen in Leiden en Rotterdam. In 2008 richtte hij als wetenschappelijk directeur het Netherlands Meta­ bolomics Centre op. Hij is lid van Academy of Technology and Innovation (AcTI) en mede-oprichter van MIMETAS, een biotechno­ logiebedrijf dat menselijke orgaan-op-een-chipweefselmodellen en producten ontwikkelt voor de ontwikkeling van geneesmiddelen.

dat doe ik als biochemicus al mijn hele leven. Ik word liever niet ziek. En dat geldt voor iedereen, lijkt me. Dat is mijn drijfveer: zorgen dat we met zijn allen langer gezond blijven. Nu is het buiten houden van het nadelige exposoom iets complexer dan handen wassen helaas.’ Onsterfelijkheid

Wen er maar aan, dankzij het onderzoek van Hankemeier en collega’s is de vitale tachtigplusser straks geen uitzondering meer, al gelooft hij niet in on­­ sterfelijkheid. ‘Ooit gaat er biochemisch ergens iets mis en ga je dood. Ook kun je blootstelling aan nadelige ­exposomen nooit helemaal uitsluiten. Wel kun je de invloed van exposomen monitoren en daarmee ziektes voorkomen of uitstellen door je leefstijl aan te passen, anders te gaan eten, te verhuizen wellicht. Ik hoor je denken: we weten toch allang wat gezond is en wat niet? Dat klopt, maar de ideeën over gezondheid zijn algemeen, ze zijn niet op het individu afgestemd. Ze gaan ook niet altijd op, want ook mensen die hun hele leven gezond eten kunnen depressief worden. En bij de een is het immuunsysteem te actief, bij de ander juist te passief. Of andersom: mensen met een bepaald soort gen lopen een groter risico op het ontwikkelen van alzheimer. ­K rijgen


Meer Leids onderzoek

13

Op celniveau Celbioloog en universitair docent aan Universiteit Leiden Sylvia Le Dévédec beheert het onderzoek dat bij het ­Leidse Cell Observatory plaatsvindt. Zij zoomt in op levende ­cellen met behulp van geavanceerde microscopen en ­bestudeert het effect van chemische stoffen (het exposoom) op mini-­ levertjes en mini-niertjes. Daarbij kijkt ze live mee naar ­metabolische veranderingen op celniveau.

FOTO: MONIQUE SHAW

Chemische stoffen

die mensen uiteindelijk toch geen ­alzheimer, dan zijn ze ergens in hun leven in staat gebleken het risico te compenseren. Dat is interessant: hoe kan het dat mensen met een hoog genetisch risicoprofiel toch niet ziek worden?’ Op grote schaal

Onderzoek naar omgevingsfactoren is zeker niet nieuw, geeft Hankemeier toe: ‘Tweeduizend jaar geleden ­lieten Chinese artsen mieren al ruiken aan ­urine. Om dezelfde reden drónken Europese doktoren urine: smaakte het zoet, dan zat er glucose in, wat iets zegt over diabetes. [lacht] Gelukkig zijn we die fase voorbij. We kunnen nu alles gewoon meten. Op grote schaal. En dát is wel nieuw. Het op grote schaal meten van de duizenden chemische stoffen die uit de omgeving komen, inclusief voedingsstoffen, naast stoffen die we zelf aanmaken, in ons bloed en urine. Wat we in Leiden willen opzetten voor grootschalige metingen gebeurt wereldwijd zo nog nergens. Dat maakt Exposome Scan uniek en belangrijk. De enorme berg data die het oplevert brengt ons dichter bij het antwoord op misschien wel de belangrijkste vraag in het leven: wat maakt ons ziek? Positiever geformuleerd: hoe blijven we langer gezond?’

Bob van de Water, Leids hoogleraar Geneesmiddelveilig­ heid, meet biologische verstoringen op celniveau. Hij gebruikt hiervoor fluorescerende stoffen. Het doel is om de activiteit van een groot aantal chemische stoffen waar­ aan mensen worden blootgesteld op celniveau in kaart te ­brengen. ‘Hiermee kunnen we uiteindelijk een uitspraak doen over de mogelijke nadelige gezondheidseffecten van individuele chemische stoffen’, aldus Van de Water.

Metabolomics Faciliteit Exposome Scan bouwt voort op de kennis die is opgedaan in de door Amy Harms geleide Biomedische ­Metabolomics Faciliteit Leiden. Ze leidt daar de metingen van ­producten van de stofwisseling (metabolieten) met behulp van ­massa spectrometrie samen met Thomas Hankemeier. ‘Mijn succes­sen van de afgelopen tien jaar zijn ook haar succes­ sen.’ Harms zorgt ervoor dat analytische methoden ontwik­ keld door promovendi ook routinematig voor metingen in bloed of urine toegepast kunnen worden, cruciaal voor het meten van grote aantallen monsters die nodig zijn voor het exposoom-onderzoek. De Metabolomics Faciliteit van de Universiteit Leiden is een samenwerking tussen twee onderzoeksgroepen van de faculteit wiskunde en natuurwetenschappen die bekend staan ​​om hun expertise op twee verschillende gebieden. Het gaat om de Biomedical Metabolomics Facility Leiden, experts in klinische metabolomics, en het Natural Products Laboratory, een van de pioniers in metabolomisch onder­ zoek naar planten- en kruidengeneeskunde.


14

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

één studie

twee wegen Waar een studie toe kan leiden: Rechten

NR. 3  2021

Andrea Chao (36) CV Advocaat en partner bij Bird & Bird 2003-2008 Rechten (burgerlijk recht), Leiden 2008-2009 Law Firm School, N ­ ijmegen 2008-2014 Advocaat Projects & Real Estate bij Allen & Overy Amsterdam 2014-2021 Advocaat en Head of Projects & Construction (NL) bij Simmons & Simmons Amsterdam Nu Partner en advocaat bouw- en aanbestedingsrecht bij Bird & Bird Amsterdam

W

at was je voor student? ‘Ik had een hekel aan tentamens. Ik wilde ze in één keer halen om er snel vanaf te zijn. Ik sloot me drie weken op, deed dan niets anders dan studeren. De andere weken deed ik niet zoveel, ik volgde weinig colleges.’ Wat deed je dan met je tijd? ‘Het mooie van rechten is dat je er al snel iets mee kunt doen. Al na mijn eerste jaar had ik een bij­ baan bij een advocatenkantoor. Daarnaast zat ik in de studentenraad en organiseerde ik congressen voor de juridische faculteitsvereniging Grotius. Dat zijn waardevolle manieren om te leren samen­ werken met mensen die je niet kent. Daar heb ik in mijn werk nu nog profijt van. Ik adviseer o ­ verheden bij aanbestedingen van complexe bouwprojecten. De mensen bij die partijen zijn nieuw voor me, en zij ook voor elkaar. Maar uiteindelijk moet je wel snel en goed kunnen samenwerken.’

Volgens de website van je kantoor was je ook graag architect geworden. ‘Dat is een gewetensvraag! Op de middelbare school wilde ik dat, maar toen was ik nog niet zo van het blokken voor toetsen. Mijn cijfers voor de exacte vakken waren te laag. Ik kan nu als advo­ caat ook veel impact hebben op bouwprojecten.’ Welke gebeurtenis is bepalend geweest voor je loopbaan? ‘Een studiereis naar Brussel in mijn eerste jaar. We gingen op bezoek bij een advocatenkantoor en een partner mededingingsrecht vertelde over een dawn raid. Dat is als een toezichthouder bij een bedrijf op de stoep staat en meteen alle boeken wil inzien. Ik was nog brak van de avond ervoor, maar ik zat op het puntje van mijn stoel. Ik vond het waanzinnig en wist toen dat ik de advocatuur in wilde.’

TEKST: TESSA DE WEKKER, FOTO’S: MARIUS ROOS

Ben je blij dat er in jouw studietijd nog geen verplichte aanwezigheid was? ‘Absoluut. Ik had de vrijheid om naast mijn studie veel te doen. En we hadden de ruimte om met ­vallen en opstaan te leren van onze fouten.’


15

Janssen (37) CV John-Alexander Romanschrijver 2003-2010 Rechten (strafrecht en rechtsfilosofie), Leiden 2004-2011 Geschiedenis, Universiteit van Amsterdam 2010-2011 Raio-opleiding tot rechter/officier van justitie, Maastricht (niet afgemaakt) 2011-2018 Docent geschiedenis en maatschappijleer 2015-nu Schrijver van de romans Een verhaal uit de Zonnestad (2017) en Trocadéro (2019).

J

e wilde rechter worden, maar werd docent geschiedenis. En nu heb je twee romans op je naam staan en is een derde in de maak. ‘Ik wist tijdens mijn studie eerst niet zo goed wat ik wilde. Gaandeweg raakte ik in de ban van het strafrecht, maar ik wilde geen strafpleiter worden. Ik vind dat een advocaat moet kunnen zeggen dat het voor de maatschappij beter is als zijn cliënt 15 jaar de bak in gaat. Maar dan hou je weinig cliënten over.’ Rechter paste beter bij je? ‘Dat dacht ik. Maar tijdens de opleiding bleek die erg technisch. Het was dossier na dossier draaien. Maar juist de verhalen, waarom mensen doen wat ze doen, vind ik interessant.’ Toen besloot je je eigen verhalen te schrijven? ‘Niet meteen. Nadat ik was gestopt met de raio belde ik mijn oude docent geschiedenis en vroeg of ik stage mocht lopen. Van het een kwam het ander. Als geschiedenisdocent kon ik verhalen vertellen. De laatste stap was dat ik ze zelf wilde schrijven.’ De hoofdpersoon in Trocadéro, Julian Perceval, is rechter in opleiding en vertrekt op een gegeven moment naar Parijs, net als jij. Is het boek autobiografisch? ‘Deels. Iedere schrijver put uit zijn eigen e ­ rvaringen. Ik wilde Julian confronteren met zijn keuzes en daden. Het boek heeft een open einde. Als het verhaal verder zou gaan, dan zou Julian er wellicht achter komen dat andere keuzes tot een ander leven leiden, maar geen ongelukkiger leven.’ Ben jij gelukkig met het feit dat je nooit rechter zult worden? ‘Dat is de consequentie van de keuze die ik heb gemaakt. Tegenwoordig is er veel keuzestress bij jongeren. Maar wat is de juiste keuze? Het is echt niet zo dat je het ravijn in dondert als je linksaf gaat en aan de rechterkant een bad vol honing wacht. Aan beide kanten zal het met vallen en opstaan meestal wel goed komen.’


16

NR. 3  2021

Eeuwenoude band

900 jaar Pieterskerk In de vroege ochtend van 8 februari 1575 toog een klein groepje mannen naar de Leidse Pieterskerk. Het waren de oprichters van de Leidse universiteit die Gods zegen over de academie in oprichting vroegen.

TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO: HIELCO KUIPERS

‘V

anaf de allereerste dag bestaan er nauwe banden tussen de Pieterskerk en de universiteit.’ Aan het woord is alumnus Jos Hooghuis. De historicus is inmiddels 36 jaar als vrijwilliger verbonden aan de Pieterskerk en kent vele verhalen over het bekende Leidse monument, dat op 11 september zijn 900-jarig bestaan vierde. Zijn eigen eerste herinnering aan de Pieterskerk dateert van 1975. ‘De universiteit bestond 400 jaar en rector-magnificus Cohen hield er een indrukwekkende rede. Op dat moment was de kerk al niet meer in gebruik als religieus gebouw. In 1976 had de Hervormde Kerk het gebouw voor 10 gulden overgedaan aan de Stichting Pieterskerk Leiden. Bij de overdracht waren burgemeester Vis en ­voorzitter van het College van Bestuur Cath aanwezig. Omdat het om een symbolisch bedrag ging, waren ze “vergeten” het geld mee te nemen. Op last van de notaris moest er toch betaald worden, waarop Cath zijn porte­monnee trok en de Pieterskerk uit eigen zak betaalde.’

De lijnen tussen Pieterskerk en universiteit zijn talloos. ‘Al vanaf het tweede eeuwfeest, in 1775, tot op de dag van vandaag worden er bijzondere academische vieringen in de Pieterskerk gehouden. De dies natalis, de opening van het academisch jaar, en de studiefestivals die – in elk geval vóór corona – altijd een verkeersinfarct in de stad veroorzaken. Ook leid ik nog regelmatig alumni rond die zich de massa­ tentamens en -examens in de Pieters­ kerk nog goed herinneren. Als vrijwilliger zetten wij de tafels en stoeltjes in de begintijd nog zelf neer. Als een concert om 23.00 uur was afgelopen en er was de dag erna een examen, dan werkten we de hele nacht door. Op zeker moment werden daar mensen voor ingehuurd.’ Legendarisch

Een belangrijk moment in de geschiedenis van de universiteit waren ook de studentenprotesten van 1968 en 1969. ‘Die verliepen in Leiden een stuk vreedzamer dan in Amsterdam en Tilburg, maar ook hier was op zeker moment het hele Academiegebouw bezet. De secretaris van de


Leidraad

NR. 3  2021

17

­ niversiteit heeft toen verzocht om de u discussie met de studenten in de Pieterskerk te voeren. Met 1500 man is daar toen op tamelijk gemoede­lijke manier over een nieuwe bestuursstructuur gesproken. Dat was legendarisch.’ Mausoleum academicum

De Pieterskerk is vaak het toneel van academische aangelegenheden, zoals hier tijdens een open dag voor aankomend studenten. Maar ook tijdens examens en tentamens, het Sleuteldragersdiner, de dies natalis en de opening van het academisch jaar.

Maar van alle lijnen die er lopen naar de universiteit, noemt Hooghuis het mausoleum academicum wel ‘de meest zichtbare binding’. ‘Het merendeel van de monumenten, gedenkstenen of epitafen in de Pieterskerk is ter nagedachtenis aan hoogleraren, van wie er veel ook hier begraven liggen. Soms zijn ze hier naartoe overgebracht vanuit de Waalse Vrouwekerk toen die werd afgebroken. De bekendste academicus die hier begraven ligt én een monument heeft, is Herman Boerhaave. Ik denk dat zijn naam in alle reisgidsjes over Leiden genoemd staat. Ook Clusius, aan wie we de tulp hebben te danken, en de humanist Scaliger hebben een gedenksteen. En de wiskundige Snellius ligt hier begraven, net als Dodonaeus, de Vlaamse plantkundige en arts. Zijn beroemde kruidboek is met de Pilgrims meegegaan naar Amerika, en werd ook daar razend populair.’ De oudste epitaaf in de Pieterskerk dateert van 1579 en is niet voor een vermaarde hoogleraar of ­beroemde onderzoeker. ‘Hij is gewijd aan de piepjonge student Adriaen de ­Sainctenoys en opgericht door zijn ouders. Toen hij op 19-jarige leeftijd overleed was hij net begonnen aan de universiteit.’ Hooghuis leidt nog altijd met veel ­plezier groepen rond in de Pieterskerk. ‘Er komen hier bezoekers die nog nooit een kerk van binnen ­hebben gezien, maar ook mensen die heel veel weten. Voor iedereen is er iets te beleven in de Pieterskerk, die nu al 900 jaar een bepalend beeld in de Leidse binnenstad is.’


TEKST: FRED HERMSEN, FOTO’S: FRANK RUITER

18

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2021

‘Ik heb hier de tijd van mijn leven’


NR. 3  2021

Ernst Boutkan is Europeaan en Leidenaar. De bestuurskundige en fractiemedewerker van Volt sluit daarmee aan op de rijke traditie van de universiteitsstad. Toch roept dat woord gemengde gevoelens bij hem op. ‘Mijn studententijd liep over van mooie tradities en r­ ituelen. Maar in de politiek? Daar zou ik de leiderschapstraditie liefst de nek omdraaien.’

V

lak na de verkiezingen in maart leek het er even op dat Ernst Boutkan vanuit de L ­ eidse collegebanken zo de Tweede Kamer in zou s­ chuiven namens Volt. De volgende dag twitterde zijn Utrechtse partijgenoot ­Marieke Koekkoek echter al dat zíj met voorkeurstemmen de derde volksvertegenwoordiger voor Volt was geworden. ‘Niet veel mensen geloofden het, maar na één keer slikken had ik daar vrede mee. Het gaat mij om de ideologie, niet om de persoon. Marieke doet het goed in de Kamer, en ook als fractiemedewerker kan ik mijn ei kwijt.’ Zijn kennismaking met Volt in september 2018 vond plaats in de kroeg. ‘Ik studeerde Antropologie en zocht een plek om veldwerk te doen. Een huisgenoot van Hooigracht 39 wees me toen op Volt, dat een paar maanden eerder was opgericht. Ik ging eens kijken in Den Haag, en ontmoette daar Jason Halbgewachs, een van de huidige co-voor­ zitters. Het klikte en ik hoorde mooie ideeën. Maar een echte politieke partij was het nog niet, eerder een beweging.’ Volt haalde in het voorjaar van 2019 net geen zetel in het Europese parlement, maar telde wel 1.500 leden. En die wilden door. “Er moet inhoud komen als we willen meedoen met de landelijke verkiezingen”, beseften we. Ik kreeg toen met Marieke Koekkoek en Frank Toeset de l­ eiding over een beleidsteam. In no-time tilden we een landelijk netwerk van stedenteams en coördinatoren van de grond. De 52 themabijeenkomsten leidden tot een document van 350 pagina’s, waar

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

­ ervolgens alle leden weer op konden amenderen. v Achteraf heb ik wel eens gedacht: Zo, dat heb je op je 24ste toch maar mooi geflikt.’ Werk met impact

Intussen was de partij door zijn lidmaatschap geen gepaste veldwerkplek meer en stelde zijn studiecoördinator een ander onderwerp voor. Het werd een onderzoek naar de manier waarop Amsterdamse studenten Tandheelkunde en Geschiedenis omgingen met hun studieschuld. Na zijn bachelor Antropologie maakte Boutkan voor zijn master de overstap naar Bestuurskunde, waar hij zich richtte op internationale lobbypraktijken. ‘Zo heb ik in mijn bachelor onderzoek naar culturen en groepsprocessen uitgevoerd, onder meer in de C ­ hinese maatschappij, om bij Bestuurskunde te bestude­ ren hoe die processen in de praktijk worden gestuurd en beïnvloed.’ Hij bleef actief partijlid bij de opstelling van het verkiezingsprogramma en later als kandidaat voor de Tweede Kamer. ‘Van dat laatste moet je je niet te veel voorstellen, hoor. Het was leuk om debatten te voeren met de huidige Kamerleden, maar tot drie weken voor de verkiezingen kwamen we niet eens voor in de polls. Toen ik uiteindelijk net buiten de politieke boot viel, zeiden mensen: “Jouw tijd komt nog wel.” Ik heb ze vermoedelijk wat glazig aangekeken, want ik weet eerlijk gezegd niet of ik het politieke spel wel wíl spelen. Bovendien heb ik nu al de tijd van mijn leven. Bedenk: in je eerste baan als fractiemedewerker drie d ­ ossiers onder je hoede krijgen.’ Uit stapels research­ materiaal filtert Boutkan relevante informatie voor Kamerleden en stelt hij standpunten op rondom klimaatbeleid. Hij schrijft speeches, en overlegt met beleidsmensen van andere fracties over ­gezamenlijke moties. ‘Werk met impact dus.’ De basis voor die verantwoordelijkheid is – als je het hem vraagt – gelegd in de studietijd. ‘Bij het Leidse Studenten Rugby Gezelschap leerde ik wat discipline is, en ontdekte ik dat een grote beer die op je afstormt ineens minder angstaanjagend is als je het hele spel overziet. De verantwoordelijkheid van besturen leerde ik later kennen, als voorzitter van de El Cid-commissie van Quintus en als medeorganisator van de Museumnacht.’

19


20

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2021

‘ De verantwoordelijkheid van besturen leerde ik bij Quintus’ En het illustere Quintus-dispuut Sjap Eisedis? ‘Dat is veel gekkigheid en diepe vriendschap met jaargenoten. De prachtige gesprekken die je krijgt als een biomedische student, een filosoof en een antropoloog een avond doorhalen. Door de grachten varen in de dispuutsboot – onlangs gezonken na een wat sneue aanvaring met een onderwater­ drempel overigens. De vakanties, de ontelbare borrels en feesten op Quintus, de dispuutsweek waarin je elkaar te vuur en te zwaard, maar vooral met humor bestrijdt. En niet te vergeten mijn vriendin van damesdispuut Chloé. Nadat ik een half jaar lang achter haar had aangelopen zwichtte ze eindelijk voor mijn charmes.’ De lofzang gaat door: ‘De disputenstructuur is ook g ­ eweldig. Zo hielp een oudere Sjap mij met het schrijven van een aanbevelingsbrief voor mijn master. Een ander begeleidde me bij de opzet van een VOF, waarmee ik samen met een paar d ­ ispuutsgenoten huiswerkbegeleiding gaf. En de band is voor het leven. Er zijn jonge Sjappies die in coronatijd samen een stuk grond in Spanje hebben gekocht, en er nu een huis bouwen.’ Rugby

Boutkan deed zeven jaar over zijn studie. ‘Het hing eigenlijk al meteen in de lucht. Al tijdens de El Cid-week werd ik na een middag ­bieren met een stel vrolijke ­Brabanders lid van Quintus, kreeg ik een kamer aan het Flanorpad en schreef ik me in bij de rugbyclub. Na een half jaar had ik niet meer dan vijf studiepunten, dus verruilde ik noodgedwongen Bestuurskunde voor Antropologie. Geen seconde spijt van die zeven jaar, hoor. Ik begrijp eerder weinig van studenten die in vier jaar alles opzijzetten om nominaal en met zo min mogelijk studieschuld af te studeren, om dan direct weer door te stomen met hun carrière.’ Dat hij voor deze stad koos na zijn schooltijd in Geertruidenberg, lag voor de hand. ‘Toen ik aankwam, kwamen de verhalen van thuis tot leven. Mijn vader en moeder hadden elkaar leren ken-

nen op Catena in de late jaren tachtig. Mijn moeder studeerde Antropologie en mijn biologische vader Nederlandse Taal- en Letterkunde. Na zijn promotie werkte hij aan de Fryske Academy. Hij stierf toen ik zes jaar was, in 2002. Rond mijn zestiende begon ik me af te vragen wie de man precies was geweest, mijn moeder gaf me toen het jaarboek van de Fryske Academy uit zijn sterfjaar. Ik verbaasde me over zijn enorme publicatielijst. Hij had echt iets betekend. Ik had natuurlijk heel verdrietig kunnen worden, maar ik gaf er een andere draai aan: ‘Ik wil iets nalaten, net als hij.’ Van zijn moeder en stief­vader kreeg hij heel andere waarden mee: onder­nemerschap, hard werken, samen je succes­ sen bereiken en delen. ‘Zij hebben een bedrijf in e-health. Ik zat al jong aan de keukentafel post­ zegels voor ze te plakken, en ik ging mee als er een stand opgebouwd moest worden op een beurs.’ Vijf immense vraagstukken

De stap naar de Europese ideologie van Volt is hier niet direct uit op te maken. ‘Maar de oorsprong ligt wel in mijn jeugd’, verzekert hij. ‘Dat geldt voor mijn hele generatie. Toen ik dertien was, brak de bankencrisis uit, even later volgde de euro­crisis, in 2015 kwam de migratiecrisis, een paar jaar later diende de klimaatcrisis zich aan en we zitten nu in de hopelijk laatste fase van de corona­crisis. Vijf immense vraagstukken in pakweg een d ­ ecennium, dáár is mijn generatie mee opgegroeid. En als je dan iets ouder begint te worden, zie je dat er in Den Haag maar bar weinig leiderschap wordt getoond om die vraagstukken op het gepaste niveau aan te pakken; op internationaal niveau.’ Komt het door de leeftijd van de zittende ­politici? ‘Zou kunnen. Zij herinneren zich de gulden, de douaneposten en de tijd zonder internet. Jonge­ ren kennen dat niet, en voelen er niets voor om er weer naar terug te keren. Mijn ogen g ­ ingen pas echt open tijdens een congres in Sofia in 2019, waar ik ontdekte dat leeftijdsgenoten tot in Oost-Europa precies dezelfde denkbeelden koesteren over de toekomstige wereld. Wij geloven dat we alleen een toekomst hebben als we grens­ overschrijdend denken en samenwerken.’ Op de vraag of hij ooit heeft getwijfeld tussen Volt en partijen met overeenkomstige idee-


21

NR. 3  2021

is nog steeds geen fundamentele visie, laat staan een duur­zame strategie.’ En ja, in Brussel moet veel anders, erkent Boutkan: ‘Ook wij zijn kritisch op het politieke getouwtrek tussen landen en het gebrek aan transparantie. Het moet anders, maar Europa is wel de weg.’ Luisterende manier van oppositie voeren

’ Zittende partijen laten ­weinig hoop­ gevends zien over leider­ schap’

ën – want die zijn er natuurlijk – antwoordt hij dan ook direct ontkennend. ‘Traditionele partijen ­denken primair vanuit hun Nederlandse politieke belangen. Als er onderhandelingen in Brussel zijn geweest, vertellen politici bij terugkomst trots wat ze er voor Nederland hebben uitgesleept. Onlangs weer, toen werd gemeld dat ze korting op onze b ­ ijdrage aan de Europese Unie hadden afgedwongen.’ (Dat laatste woord voorziet hij met zijn wijs- en middel­v ingers van aanhalingstekens.) ‘Ja, doordat ze hadden toegestemd met de inperking van een cruciaal vergroeningsfonds, waarmee sterk vervuilende landen als Polen hun verduurzaming kunnen versnellen. Wat is er dan echt ­gewonnen? Zittende partijen laten weinig hoopgevends zien over leider­schap, ook al prediken ze verbinding en transparantie. Kijk hoe de grote woorden over nieuw politiek leiderschap uitpakken; hoe de kabinetsformatie voortmoddert terwijl er zoveel urgente vraagstukken liggen.’ Maar het CDA en de VVD draaien toch bij, daar zien ze toch steeds meer heil in Europa? ‘Klopt, maar er

Dat de tijd rijp is voor verandering, lijdt voor hem geen twijfel. ‘Nederland is klaar met het s­ chimmige partijgekonkel, wil duurzame daadkracht. De onvrede uitte zich eerder al in een golf van p ­ artijen als de PVV, Denk, Partij voor de Dieren en 50+. Zij staan nog nadrukkelijk voor deelbelangen, voor specifieke issues. Nu zie je partijen opkomen die breder willen zijn, ook al hebben ze een specifieke achterban. JA21, BVNL, Bij1, BoerBurgerBeweging en Volt. Daarbij onderscheidt Volt zich door een constructieve, luisterende manier van oppositie voeren. Als medicijn tegen de verharding in de politiek en maatschappij.’ En of het gedachtegoed van Volt alleen hoogopgeleide jongeren aanspreekt? ‘Niet als je naar de samenstelling van de achterban kijkt’, zegt Boutkan. ‘En ik ervaar het ook persoonlijk. Ik had het voorrecht naar een middel­bare school te gaan met vmbo, havo en vwo. Daar heb ik allerlei vrienden aan overgehouden. De verwarmingsmonteur in mijn oude vriendengroep maakt zich met zijn jonge gezin net zulke zorgen als ik.’ Als kersverse partij alles uitvinden, dat vindt hij het mooiste aan Volt. Met de gemeenteraadsverkiezingen in zicht ontstaan weer nieuwe perspectieven, ook door mee te denken over bijvoorbeeld de verkiezingscampagne in Duitsland. ‘Wat betekent Europa voor een plattelandsdorp? Dat soort vragen stellen we onszelf doorlopend. We ontdekken dat dat heel veel is. Denk aan de hoge rivierstanden. En zie hoe lokale energiecoöperaties al profiteren van Europese samenwerking. We zijn al zo Europees. Maar dat weten we in Leiden natuurlijk al eeuwen.’

Ernst Boutkan

- Geboren 3 januari 1996, Geertruidenberg - Vwo Dongemond ­College (2008-2014) - Bachelor ­Antropologie en master Bestuurs­ kunde, Universiteit ­Leiden (2014-2021) - Derde op de kandi­

datenlijst van Volt bij de Tweedekamer­ verkiezingen (maart 2021) - Als ­fractiemedewerker bij Volt verantwoordelijk voor het beleids­ terrein klimaat - Woont samen met Iris in Leiden


22

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2021

Psychologie 1987-1993

werkplek van

TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO: HIELCO KUIPERS

Claudia de Zeeuw ‘Moet je kijken: ik heb hier uitzicht over de gracht tot aan de Stadsgehoorzaal, en de andere kant op tot aan de Hooglandse kerk. Het geeft een gevoel van vrijheid, van ruimte.’ Claudia de Zeeuw (52) staat in de deuropening van haar winkel EDUARD, vernoemd naar Eduard IJdo die hier in 1889 een drukkerij begon. Ze verkoopt er onder meer haar eigen sieraden van het merk Île d’Or en die van een handjevol andere Nederlandse ontwerpers. En tassen van Nederlandse makelij die deels ook in de winkel worden gemaakt. ‘Wat ik leuk vind is dat het klassieke en degelijke van het pand zo mooi aansluit bij wat ik verkoop.’

Het heeft allemaal maar weinig te maken met haar studie psychologie, zegt ze zelf. ‘Ik gooide zo’n tien jaar geleden het roer om, nadat ik jarenlang met plezier als psychotherapeut bij de Stichting VALK had gewerkt. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar: na een aantal jaren wil ik iets anders.’ Toch is er een duidelijke link tussen wat ze nu doet en haar studie, of eigenlijk vooral haar studententijd. ‘Ik kwam in de jaren tachtig voor het eerst in Leiden, tijdens een excursie met de middelbare school. Ik was op slag verliefd, en wist zeker dat ik in Leiden wilde studeren. Wát, dat maakte me niet eens zoveel uit.’ De liefde voor Leiden was bestendig en krijgt hier, aan de Hooglandse Kerkgracht, haar beslag.


IE

R

23

DOS

S

Samen Verbinding Het zijn de hormonen

Citizen science

Historici gaan met burgers de straat op

LUBEC

Wetenschap en ­praktijk onder één dak


24

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  3  2021 2021

De verbindende factor TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: ISTOCK

Dat wij mensen verbinding zoeken met elkaar heeft alles te maken met een evolutionair systeem van miljoenen jaren oud, beter bekend als onze hormonen. Peter Bos doet er al jaren onderzoek naar. Zonder hormonen geen ­samenleving

‘Mensen zijn neuraal in staat om voor een v ­ reemde te zorgen. In het dierenrijk is dat uitzonderlijk. Bij olifanten zie je nog wel eens dat tantes zich ont­ fermen over een jong, maar de mens gaat nog een stap verder. Wij zorgen ook voor kinderen met wie we genetisch geen verwantschap hebben. De mens is dankzij zijn hormonen in staat een verbinding aan te gaan met kinderen die niet van hem zijn.’

e verzorgingsstaat wortelt D in de oertijd

‘Dit gezamenlijk zorgen voor andermans ­kinderen begon al in de oertijd. Hier liggen dan ook de ­wortels van de huidige verzorgingsstaat. Als je met elkaar voor kinderen zorgt, dan moet je n ­ amelijk wel goed met elkaar kunnen communiceren. Wie kan ik vertrouwen? Bij wie kan ik terecht? Deze ­processen hebben ons op een bepaalde manier socialer gemaakt.’


DOSSIER samen

NR. 3  2021

‘Zonder mijn eigen onderzoek onderuit te ­willen schoffelen: evolutionair gezien zijn hormonen alweer op hun retour, althans bij de mens. Neem twee ­muizen, waarvan de een moeder is en de ander nog geen moeder. Zou je het bloed van de moedermuis aan de andere muis geven, dan kun je daarmee moe­ derlijk gedrag induceren. Puur door de hormonen die in het bloed zitten laat het muisje moederlijk gedrag zien. Ons gedrag is veel complexer en laat zich niet simpelweg door middel van hormonen ­regisseren. Er komt veel meer bij kijken bij de mens, e ­ motionele regulatie bijvoorbeeld. De mens is in staat zijn ­emoties in de hand te houden. We zijn voor een deel geëmancipeerd van onze hormonen, zou je kunnen zeggen, maar dat betekent niet dat ze geen rol meer spelen. Het is alleen minder eenduidig wat hormonen precies doen vergeleken met dieren, maar ze sijpelen wel overal tussendoor.’

Zonder hormonen kwamen we ons huis niet uit

‘Endorfine is het hormoon dat tevreden stemt, blij maakt, en het komt ook vrij wanneer we ons met een ander verbonden voelen. Oxytocine is ook zo’n ­hormoon, ook wel het knuffelhormoon genoemd. Zonder dit soort hormonale beloningssystemen zou­ den we geen enkele motivatie hebben om het huis uit te komen, waarom zou je? Als je maar te eten hebt.’

Vooral pubers zoeken ­constant verbinding

‘Het hormoon testosteron gaat sky high in de puber­ teit. Dan ben je vooral bezig met seks en je plek in de groep en wil – nee, móet – je in de buurt van anderen zijn. Dat maakte de coronaperiode voor pubers des te lastiger. Naarmate we ouder worden, ervaren we minder de drang om voortdurend bezig te zijn ons te verhouden tot anderen. We worden wat rustiger, een kwestie van minder testosteron. Hoe vaak hoorde je niet tijdens de afgelopen coronatijd: best lekker, thuis werken. Dat vond ik zelf trouwens ook. Dan kwam ik buiten en dacht ik: wat doen al die mensen hier?’

Peter Bos

(1983) is universitair ­hoofddocent Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Leiden en doet onderzoek naar de invloed van ­hormonen op empathie en sociale binding. Vorig jaar verscheen zijn boek Verbonden over de biologie van menselijke relaties.

‘ Niemand wil met de eer gaan strijken’

‘A

aldus Als kennis­ alumna Lara makelaar van ­Kennisstad Leiden bundel ik de krach­ ten van de gemeente Leiden, LUMC, Naturalis Biodiversity Center, de Universi­ teit en Hogeschool Leiden. Vijf zwaargewichten in kennis, die Leiden als kennisstad in de markt zetten. Ik ben er vanaf het begin bij betrokken en heb sinds 2017 al veel mooie projecten voorbij zien komen. Het allermooist is natuurlijk dat het ons gelukt is om de titel European City of ­Science binnen te slepen voor 2022, ons gegund door de Europese Commissie. De titel werkt als een magneet. Allerlei onderzoeksconsortia en bedrijven komen volgend jaar naar Leiden voor congressen en board meetings. Behalve inter­ nationaal en nationaal willen we Leiden lokaal op de kaart zetten. Alle Leidenaren gaan ervan ­profiteren. Dat doen ze al trouwens. Kijk naar de enorme werkgelegenheid die al die kennisinstel­ lingen samen opleveren. Aan de andere kant passen we de kennis daadwerkelijk toe in de stad. Het is geen feestje van de elite, maar de kennis gaat echt de wijken in. Denk aan het plas­ tic opruimen in de grachten, een project van de universiteit en de gemeente. En het bijzondere is dat iedereen samenwerkt zon­ der met de eer te willen strijken. We streven alle­ maal hetzelfde na: elkaar en de stad beter maken.’

LARA UMMELS (49) 1989-1996 ­ echten, Leiden R Law College, Edin­ burgh University 1996-2001 ­Juridisch beleids­ medewerker Ruimte­lijke Ontwik­ keling bij ­gemeente Oegstgeest, ­Pijnacker-Nootdorp en Leiden 2001-2017 Diverse management- en organi­ satieontwikkelingsfuncties bij gemeente Leiden 2017-NU Kennismake­ laar Leiden Kennisstad

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

Hormonen zijn alweer op hun retour

25


26

Leidraad

NR. 3  2021

Alicia Schrikker is helemaal niet van de stads­ geschiedenis. Ze is van de koloniale geschiedenis van Azië en een beetje van Zuid-Afrika. Dat is haar terrein als universitair hoofddocent. Dus dat zij, samen met buurtgenoten, een stadsgeschiedenis-onderzoek gaat doen, dat vindt ze zelf ook best opmerkelijk.

TEKST: MARIJN KRAMP, FOTO: EELKJE COLMJON

H

et project drong zich min of meer aan haar op. Heel geleidelijk maar kennelijk onvermijdelijk. Schrikker woont in Transvaal, het wijkje in Leiden tussen spoor en Rijn, en daar ontdekte ze gaandeweg steeds meer links met haar vakgebied: de koloniale geschiedenis. Er hadden ooit prachtige villa´s gestaan van mensen die rijk waren geworden in het toenmalige Nederlands-Indië. Er was een stukje verderop een landgoed dat Kampong Makassar heette, vernoemd naar het landgoed op Java, bij Batavia, dat tijdens de Japanse bezetting en de onafhankelijkheidstrijd dienst deed als gevangenenkamp. Koloniaal kapitaal speelde een rol in de ontwikkeling van de buurt, maar producten die in de buurt gemaakt werden, vonden ook weer hun weg naar de koloniale wereld: langs de Rijn stonden in de 19e en 20e eeuw een suikerwerkenfabriek en een conservenfabriek. Het leven van de arbeidsters van Transvaal die de boontjes dopten, worteltjes schilden en borstplaat maakten, was dus verbonden met de bewoners van het koloniale Indonesië en Zuid-Afrika die deze ‘verduurzaamde producten’ consumeerden. Dat de lokale en de koloniale geschiedenis op verschillende manieren samenkomen in deze wijk boeide haar mateloos. Dat geldt ook voor de naam van de straat waarin ze woont. Die is vernoemd naar generaal Christiaan de

Marieke Elsen

Wet, een held uit de ‘foute’ Boerenoorlog. Ze raakte erover in gesprek met buurtgenoten. Of het nou wel oké was dat de straten in hun wijk verwijzen naar helden uit omstreden tijden. Eén buurtgenoot zei ‘het is maar waar je op let, hè’, en daar moest ze hem ronduit gelijk in geven. ‘Want zo gaat dat met de geschiedenis. Iedereen pikt eruit wat hem of haar aanspreekt of opvalt. En dat maakt het voor mij zo spannend om dat nu eens met zijn allen te doen. Met de hele buurt.’ Ludieke Moederdagactie

‘Inmiddels hebben we de straatnaam stiekem veranderd in die van De Wets moeder.’ Maar deze ludieke Moederdagactie is bijzaak. De gesprekken met haar buurtgenoten, die intrigeerden haar. Het gesprek over de koloniale geschiedenis is daar natuurlijk onderdeel van. Met elkaar de geschiedenis ontdekken en boekstaven en daar met elkaar over van gedachten wisselen. ‘Kunnen wij een gezamenlijke buurtgeschiedenis schrijven? Daar ben ik zeer benieuwd naar.’ Buurtbewoonster Mariken Elsen haakte graag aan. ‘Dat is ook wat mij meteen enthousiast maakte voor dit project.’ Niet alleen Elsen, alumna van de universiteit en bestuurslid van de wijkvereniging, wilde meewerken. Ook Ariadne Schmidt, professor Leidse stadsgeschiedenis, werkt er graag aan mee. En zo komt het dat we op deze zonnige namiddag langs de Morspoortgarage lopen. Schrikker

Alicia Schrikker

(1976) - Studeerde geschiedenis in Leiden, waar ze ook haar PhD haalde. - Sinds 2008 hoofd­ docent koloniale en wereld­ geschiedenis aan de Universiteit Leiden. - Gespecialiseerd in de geschiedenis van ­koloniale samenlevingen van Indonesië en Sri Lanka.

Ariadne Schmidt

(1972) - Sociaal-economisch ­historicus en hoogleraar Leidse stadsgeschiedenis op de leerstoel Magdalena Moons. - Sinds 2010 aan de Univer­ siteit Leiden ­ver­bonden. - Ontwikkelt het vak publieksgeschiedenis, dat draait om de rol van geschiedschrijving in de samenleving.


DOSSIER samen

27

Alicia Schrikker

Ariadne Schmidt

Samen geschiedenis schrijven

in Transvaal

wijst naar de grauwe zijkanten: ‘Die willen we volgend jaar opfleuren met onze tentoonstelling. Maar daar moeten we nog fondsen voor werven.’ Hakbijlenbuurt

Voorbij het Sociaal Pension en Ons Cafeestje gaan we het woonwijkje in. Boven- en benedenwoningen worden afgewisseld met eengezinswoningen en studentenhuizen. ‘Dit wordt ook wel de Hakbijlenbuurt genoemd’, vertelt Schmidt. Waarom? Daar hebben ze al verschillende verhalen over gehoord en daar willen ze graag induiken. De bijnaam, zo ontdekten ook de twee studenten die afgelopen jaar vooronderzoek deden, spreekt enorm tot de verbeelding in de buurt. Komend jaar gaat een groep derdejaars studenten daar op door. Zij gaan

de archieven én de wijk in. Met buurtbewoners praten over het leven in de wijk, nu en vroeger. We lopen de Wolmaransstraat in. ´De Wolmarans´ is een doodlopend straa tje, verboden voor verkeer, met deels witgekalkte arbeidershuisjes. Schrikker wijst op inkepingen in de bakstenen muur naast een deur. ‘Deze sleuven zijn ontstaan doordat de vrouwen hier dag in dag uit, jaar in jaar uit, hun messen tegen aan slepen.’ Bittere armoe

Is het eenmaal opgevallen, dan zie je de inkepingen overal naast de deurposten. Een bewoner die voor zijn huis zit, kijkt ons geamuseerd aan. Hij loopt naar het huis tegenover zijn woning en wijst op een volledig afgeronde hoek in de bakstenen muur. ‘Dit

komt ook door het messenslijpen. Die mesjes gingen er zo vaak langs dat die hele hoek is weggesleten.’ De vrouwen, vertelt hij, zaten hier alle dagen voor hun huis boontjes te doppen voor de conservenfabriek. ‘De hele buurt deed dit als bijverdienste. De mannen werkten veelal in de bouw, de vrouwen verdienden bij met doppen. Behalve wat extra centen leverde het ook groenten op. Want ze drukten natuurlijk wat boontjes achterover. Dat was hard nodig want het was bittere armoe in die tijd en ze hadden hele grote gezinnen. Soms sliepen ze wel met zijn zeventienen in een huisje als dit.’ Aan de stok

Meneer kan uren doorgaan over de wijk. Maar waarom, vraagt hij, willen wij dat eigenlijk weten? Schrikker ziet haar kans schoon en vertelt het echtpaar over het wijkgeschiedenisproject. Ze zijn direct enthousiast en nodigen de onderzoekers uit om langs te komen als ze nog meer willen weten. ‘Want weten jullie waarom dit in de volksmond de Hakbijlenbuurt heet?’ Zonder antwoord af te wachten vervolgt hij: ‘De vrouwen die hier de hele dag voor de deur zaten te doppen kregen het nog weleens met elkaar aan de stok. Als de mannen dan na het werk thuiskwamen, regelmatig met een slok op, werden die op elkaar afgestuurd om het uit te vechten.’ Dit soort gesprekken liggen voor het oprapen in Transvaal. Het maakt Schrikker, Elsen en Schmidt des te nieuwsgieriger naar de uitkomsten van het onderzoek. Alleen niet iedereen wil alles weten, ontdekten ze. Lachend: ‘Eén bewoner vond het project fantastisch, maar drukte ons op het hart niet uit te zoeken waar de bijnaam Hakbijlenbuurt vandaan komt. Want dan raakten ze misschien hun mooie mythe kwijt.’


28

Leidraad

NR. 3  2021

Open ­Science:

iedereen denkt, onderzoekt en leest mee Een beweging die streeft naar het opener maken van wetenschappelijk onderzoek. Open Science noemen we dat, en Universiteit Leiden heeft daar in professor Paul Wouters een heuse ambassadeur voor gevonden.

P

aul Wouters, hoogleraar Scientometrie, maakt het meteen maar concreet: ‘Het project Plastic Spotter is een prachtig voorbeeld van Open Science. Wetenschappers en inwoners doen samen onderzoek naar waar het plastic afval in de Leidse grachten terechtkomt. Om plastic afval uit het milieu te verwijderen, is het belangrijk om te weten hoe het plastic zich ­verspreidt. Met de app Crowdwater kunnen ­burgers op foto’s vastleggen hoeveel plastic er in het water in hun buurt zit. Die foto’s worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek naar transport van plastic in waterwegen.’

TEKST: FRIEDERIKE DE RAAT, FOTO: EDWIN WEERS

Kennisdeling

Open Science is dus een brede vorm van wetenschapsbeoefening. Maar het is óók het ontsluiten van onderzoeksinformatie en -data voor een breder publiek. Al is het niet voor elk ­vakgebied even gemakkelijk om kennis te delen, legt ­Wouters

uit. ‘Een antropoloog die veldonderzoek doet in een levende gemeenschap zal uit privacy-­ overwegingen minder makkelijk data kunnen ­ontsluiten dan iemand uit een bèta vakgebied. Als ambassadeur wil ik ook dát debat stimuleren: welke benadering is geschikt voor welk vakgebied?’ Open Science biedt veel voordelen, aldus Wouters. ‘Door het delen van kennis gaat de kwaliteit van onderzoeksresultaten omhoog, de interdisciplinaire samenwerking wordt bevorderd en dat stimuleert innovatie. Onderzoeksdata kunnen sneller en op grotere schaal worden benut voor onderzoek, beleid en toepassing. En de kans op fouten neemt af als meer mensen meekijken.’ Niet alles gaat automatisch goed als kennis wordt gedeeld, zegt Wouters. Data kunnen in ­verkeerde handen vallen of er kunnen onjuiste conclusies mee worden getrokken. ‘Ook dat is onderdeel van Open Science, en dus niet erg. Onderdeel van een cultuuromslag aan universiteiten zou moeten zijn dat bijvoorbeeld het terugtrekken van een publicatie wegens fouten niet langer een afgang is, maar een bewijs van voortschrijdend inzicht. Zo’n wetenschapper verdient juist een pluim. Want dankzij fouten komen we verder.’

Open Science programma

Dit najaar lanceert een werkgroep van de Univer­siteit Leiden onder Wouters’ leiding het Open ­Science programma. De werkgroep ­stimuleert de ontwikkeling van een ­nieuwe vorm van ­brede wetenschapsbeoefening, waarbij ook niet-­wetenschappers betrokken worden. ‘Samenwerken aan onderzoek wordt daarmee steeds gebruikelijker binnen ­Universiteit Leiden’, aldus Wouters.

Prof.dr. Paul Wouters is decaan van de Faculteit S ­ ociale Wetenschappen en hoogleraar Sciento­metrie. Hij is gespecialiseerd in de ontwikkeling van evaluatie­systemen en de manier waarop deze systemen aanzetten tot de ontwikkeling van kennis. Ook richt hij zich op wetenschapsgeschiedenis en in het bijzonder op de rol van informatie­systemen hierin.


DOSSIER samen

NR. 3  2021

29

De kracht van inclusieve samenwerking ‘Wanneer iedereen in een team zich gewaardeerd voelt, ontstaat er ruimte voor creativiteit en innovatie. Dan benut je de kracht van samenwerking optimaal.’ Tanachia Ashikali focust als universitair docent en onderzoeker aan de faculteit governance and global affairs op inclusief leiderschap in publieke organisaties. Wat is inclusief leiderschap?

Wat kan een leider doen om inclusiviteit te bevorderen?

TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO: MONIQUE SHAW

‘Idealiter vormen teams een af­­­ spiegeling van de samenleving. ­Daarom zie je dat diversiteit in veel organisaties op de agenda staat. Dat is mooi, maar alleen diversiteit is niet genoeg. Het kan namelijk ook ­leiden tot wij-zij-denken en vervolgens ­uitsluiting van bepaalde groepen. Dit kan komen door zichtbare verschillen zoals leeftijd, geslacht of etniciteit, maar ook door minder zichtbare ­verschillen zoals normen en waarden. D ­ aarom is inclusie minstens zo belangrijk. Een inclusieve werkomgeving betekent dat iedereen zich ook echt gewaardeerd voelt, mag meepraten en -beslissen, en dat verschillende ­talenten op waarde geschat worden. Dat is waar het inclusief leiderschap om de hoek komt kijken. Want door op de juiste manieren te sturen, kun je ­inclusiviteit bevorderen.’

Waarom is dat zo belangrijk?

‘Uit onderzoek weten we dat een inclusieve samenwerking de ­crea­tiviteit en innovatie in een team ­stimuleert. Door niet altijd met het­ zelfde type mensen te werken, doorbreek je de gebaande paden. In een inclusief team is veel meer variëteit aan kennis en perspectieven voor­ handen. Zo ben je als team simpelweg succesvoller.’

De scan voor leidinggevenden is te vinden op tinyurl.com/fme5vfyv

‘Een leider moet ervoor zorgen dat iedereen zich op zijn plek voelt. Dat betekent: een veilige omgeving creëren waarin eenieder wordt gehoord. Daarnaast moet je oog hebben voor de mogelijkheden van inclusiviteit. Daarbij ga je na of je ieders ­talenten, en daardoor de verscheidenheid ­tussen mensen optimaal benut. Dat is best complex, zeker in de afgelopen periode van thuiswerken. Hoe behoud je het teamgevoel, en hoe zorg je ervoor dat iedereen aan boord blijft? Wat kan helpen is de scan die ik heb ontwikkeld voor het ­Leiden ­Leadership Centre. Daarin heb ik een aantal stellingen geformuleerd voor het meten van inclusief leiderschap. Het helpt als leiding­gevende open te staan voor feedback, enigszins bescheiden en niet te autoritair te zijn. De tool verschaft inzicht in dat soort vaardigheden of gedrag, en dat helpt om op je eigen inclusieve leider­ schap te reflecteren. Wetenschappelijk onderzoek laat wel zien dat veel ­leidinggevenden een ander beeld van zichzelf ­hebben dan wat hun medewerkers ervaren. Daarom zeg ik altijd: Als je ­inclusiviteit echt belangrijk vindt, voer dan ook het gesprek met je team en doe dat in alle openheid. Voor een goede samen­werking is het nodig dat iedereen meedoet.’


30

Leidraad

Kennis is zorg Studenten kijken mee bij behandelingen. Zorgverleners en onderzoekers zitten op dezelfde gang. Veel docenten draaien ook mee in de psychologische en pedagogische kliniek. Zelden gaan wetenschap en praktijk zo mooi samen als bij LUBEC.

NR. 3  2021


DOSSIER samen

H

et Leids ­Universitair Behandel- en E ­ xpertise Centrum (LUBEC) is ­ gevestigd in ­R ijn­veste, het hoofdgebouw van de ­regionale ggz-­ instelling Rivierduinen. Het bestaat pas drie jaar. Voordien hadden de ­pedagogen al wel een zogeheten ambulatorium. Maar vooral voor psychologen waren academie en praktijk betrekkelijk aparte werelden geworden. Wie na de studie richting de ­k liniek wilde, werd opgeleid bij een ggz-instelling, waar verder niet noodzakelijkerwijs aan wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan. Ooit ­hadden zulke instellingen nog een substantieel budget voor innovatie, zegt Michiel Westenberg, hoogleraar Ontwikkelings- en Onderwijspsycho­ logie. ‘Maar nu worden ze op de minuut afgerekend. Daardoor dwaal je er af van wetenschap.’ Veel andere universiteiten sloten in de loop der tijd hun ambulatorium of stootten het af. En organisatorisch is het ook best ingewikkeld, vertellen directeuren Willem van der Does en Hanna Swaab, zo’n instituut dat tegelijk ggz-instelling, universitaire afdeling, onderwijslocatie en expertisecentrum is.

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: TACO VAN DER EB

Experts

Maar wetenschappelijk biedt het bijzondere mogelijkheden. Behandelingen worden voortdurend getoetst, kennisontwikkeling gaat snel. En bijvoorbeeld op het gebied van TriXY (kinderen met een extra xof y-chromosoom) heeft dat Leiden al een positie opgeleverd als dé landelijke experts. Sterker, Hoofd Zorg ­Claudia König krijgt op dit gebied vragen uit de hele wereld, van collega’s en ­pa­­tiënten. Het TriXY expertise centrum doet ook als eerste in de wereld onderzoek naar preventieve interventies, zoals al bij heel jonge kinderen de so­ciale ontwikkeling ondersteunen door hen te leren om emoties bij anderen te herkennen.

Wijkaanpak

Preventie is ook het motto bij een project dat het LUBEC uitvoert op verzoek van de gemeente Leiden. In bepaalde wijken lopen jongeren een verhoogd risico op het ontwikkelen van crimineel gedrag. Daar wordt al vroeg, samen met school, aandacht besteed aan kinderen die problemen hebben met hun agressieregulatie. ‘Dat moet je bij kinderen niet te lang laten bestaan’, zegt Swaab. Als de school zoiets signaleert en de ouders instemmen, volgt er een maatwerkaanpak die ook voortdurend wordt bijgesteld, verbeterd en aangepast voor verschillende typen kinderen. ‘Daar leren we heel veel van.’

Wetenschap en behandeling onder één dak De combinatie van kennisontwikke­ ling en zorg, het voortdurend samenwerken van wetenschappers en behandelaars leidt volgens Westenberg tot een vliegwieleffect. ­‘Terwijl wij eigenlijk nog aan het opstarten zijn, zien we nu al dat mensen heel graag hier komen werken of hun post-master-opleiding doen.’ Zijn eigen specialisme is angststoornissen bij kinderen, ook een gebied waarop vroege diagnose en preventieve zorg veel kunnen opleveren. ‘En wat mooi is: we hebben hier ook heel veel aanpalende expertise. Bij angst zit er soms wat anders achter: trauma,

Spiegelwand

31

of een ontwikkelingsstoornis.’ De ambities zijn dan ook groot. Van der Does noemt het LUBEC een plek waar ‘we vinden dat we ook de ingewikkeldste casus moeten aanpakken’. Indien nodig puzzelen en analyseren alle specialisten mee. ‘We bereiken ook veel bij posttraumatische stressstoornis. De richtlijnen zijn bij deze diagnose op zich duidelijk, maar een deel van deze patiëntengroep – die ook in de jeugd getraumatiseerd zijn – wordt als te kwetsbaar gezien voor trauma-gerichte behandeling. In veel centra is men bang om een wankel evenwicht te verstoren, waardoor mogelijkheden onbenut blijven.’ Goede diagnostiek is de crux. Trauma, vult klinisch psycholoog en docent Eva Bloemers aan, is inmiddels een term geworden waar wel heel veel aan wordt opgehangen. ‘Het ­k limaat hier is om daar voortdurend kritisch over te blijven nadenken.’ Drijfveer

Dat je met al die expertise ook op de plek zit waar die nodig is, dus zo dicht mogelijk bij de feitelijke zorg: het maakt wetenschappers zo ­enthousiast dat je niet snapt waarom het ooit anders was. Heerlijk, vindt Swaab het, om het ene moment een wetenschappelijke discussie te hebben en een uur later een klinische vergadering, soms over hetzelfde onderwerp. Ze liet haar centrum recent aan Amerikaanse ­collega-onderzoekers zien, en ook zij keken ervan op om zo ‘midden in de zorg’ te zitten. ‘Terwijl toch van ons allemaal de ultieme drijfveer is om die zorg te verbeteren.’

Of patiënten het vervelend vinden, dat er vanachter een spiegelwand wordt meegekeken naar hun behandeling, soms door wel vijftien ­mensen? Volgens Hanna Swaab is er nog nooit iemand om die reden afgehaakt. ‘We zeggen het erbij, en we vertellen ook dat de studenten en degenen die in opleiding zijn vooral op óns letten, op de behandelaars.’ Swaab denkt dat het net zo werkt als in een academisch ziekenhuis, en dat patiënten al die aandacht soms juist wel fijn vinden. ‘Je weet zeker dat over alles wat hier gebeurt, heel goed wordt nagedacht.’


32

Leidraad

NR. 3  2021

Bio Science Park

‘ Altijd iemand die kan helpen’

‘ Er rust nog altijd een taboe op eenzaamheid’

ARNOUT HAGENS (46) 1993-1999 Bestuurskunde, Leiden 1999-2009 Diverse functies binnen de rijksoverheid 2009-2014 Teamleider Alcohol- en tabaksbeleid, Ministerie van VWS 2014-2016 Interim projectleider, Ministerie van VWS 2016-2019 Relatiemanager Jongeren op Gezond Gewicht 2019-NU Projectleider Eén tegen eenzaamheid, Ministerie van VWS

Het Bio Science Park in Leiden is bij uitstek een plek waar wetenschap en bedrijfsleven samen o ­ ptrekken. Studente Fleur van Eeden (25) werkt er sinds kort en ervaart de meerwaarde van de korte lijnen tussen alle partijen op het park.

O TEKST: MARIJN KRAMP, FOTO: MARIUS ROOS

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

‘M

aldus

eer dan de helft van alumnus Arnout de 75-plussers in Nederland zegt zich eenzaam te voelen. Maar in de afgelopen periode zag je door corona ook veel eenzaamheid onder jongeren. Als projectleider Eén tegen eenzaamheid werk ik van­ uit het ministerie van VWS aan een lokale aanpak van eenzaamheid, een project dat een aantal jaar geleden is geïnitieerd door minister Hugo de Jonge, die de trend van eenzaamheid onder ouderen in Nederland wil doorbreken. Inmiddels doen 250 g ­ emeenten mee. Samen met maatschappelijke organisaties en bedrij­ ven proberen we een vuist te maken tegen eenzaam­ heid. We geloven dat dit kan door eenzaamheid eer­ der te signaleren en bespreekbaar te maken. Ouderen worden bijvoorbeeld bezocht om ze te stimuleren weer mee te doen aan activiteiten in de buurt. Denk ook aan vrijwilligerswerk bij een sportvereni­ ging. Het gaat erom dat mensen weer contacten opdoen en iets hebben om naar uit te kijken. Geen verplichting natuurlijk, maar het zorgt ervoor dat je je gelukkiger voelt. We willen dat iedereen zich weer betrokken voelt bij de samenleving, ook ouderen. Jammer genoeg rust er nog altijd een taboe op eenzaamheid. Door de coronaperiode is het taboe wél kleiner gewor­ den. Iedereen heeft wel een beetje eenzaamheid ervaren. Weet je wat trouwens misschien wel de beste remedie is om je minder eenzaam te voelen? Vrijwilligerswerk doen.’

f het geluk is of wijsheid? Feit is dat Fleur van Eeden nog studeert én al volop meedraait in de dynamiek van het Bio ­Science Park. Tijdens haar bijbaan als barista hoorde ze Vincent van der Wel, inmiddels haar baas, praten met iemand over MyMicroZoo. Een nieuw bedrijfje, dat een spin-off is van BaseClear, medisch laboratorium op het Bio Science Park. ‘Ik volg de master Biology and Business Studies en had net een extra vak in darmflora gevolgd. Dus toen ik hen hoorde praten terwijl ik biertjes tapte, kon ik het niet laten me met het gesprek te bemoeien.’ Bij MyMicroZoo kun je de ­compositie van je darmmicrobioom laten testen en ­erachter komen welke bacteriën aanwezig zijn in je ­darmen. Dit kan je inzicht geven in je dieet, leefstijl of hoe je eventueel je compositie kunt verbeteren. Maatschappelijk nut

Van Eeden is verantwoordelijk voor al het klantcontact. Ze omarmt de commerciële toepassing van wetenschappelijk onderzoek. ‘De slag maken naar de gezondheid van mensen vind ik het mooiste aan biologie. Het moet impact hebben. Ontdekken dat meerdere stippen op een ei ervoor zorgen


DOSSIER samen

33

‘ Als buren móet je samen verder’

dat de meeuw er beter voor zorgt, dat was het niet voor mij. Dus nee, de commerciële aspecten vind ik geen probleem. Integendeel. Ik wil graag uitzoeken wat het maatschappelijk nut van onderzoeksuitkomsten kan zijn.’ Geen verkooppraatjes

Maar, voegt ze daar aan toe, MyMicroZoo blijft zeer dicht tegen de wetenschap aan. ‘Wij gaan niet zeggen dat je met acht avocado’s per dag geen darmproblemen meer hebt, of iets dergelijks. We blijven ver van dat soort verkooppraatjes. We geven op basis van de testuitslag ook alleen maar algemeen advies, voor persoonlijk advies verwijzen wij mensen door.’ Daarnaast werkt het bedrijf vaak mee aan wetenschappelijk onderzoek. ‘Onderzoek naar de invloed van ­antibiotica bij depressiviteitsklachten is bijvoorbeeld met onze kits uitgevoerd.’ Van Eeden is een van de vele jonge ­academici die via Universiteit Leiden bij een bedrijf op het Bio Science Park terechtkomen. Ze is buiten­gewoon enthousiast over wat daar gebeurt. ‘Dit is een unieke omgeving voor Europa. Een sterk netwerk. De onderzoekers kennen elkaar. Wetenschap en bedrijfsleven vinden elkaar hier letterlijk en figuurlijk. Mensen staan open voor elkaar. Bij problemen is er altijd wel iemand op het Bio ­Science Park die je kan helpen met de oplossing. Dat maakt het heel bijzonder hier.’

ARIANI STRETTON TJAHJADI (47) 1992-1999 Bedrijfsrecht en Civiel Recht, Leiden 1999-2011 Senior Marketeer bij o.a. ABN Amro en ING 2011-2018 Customer Experience Manager en Programmamanager Klant­ communicatie bij Aegon 2018-NU Advocaat en MfN mediator bij Groenendijk & Kloppenburg Advocaten

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

‘A

aldus

ls mensen vragen alumna Ariani waar mijn werk als mediator uit bestaat, vertel ik het verhaal over twee zusjes die ruzie maken om een sinaasappel. De rechter zou die sinaasappel in twee helften verdelen. Ik stel vra­ gen: waarom wil je die sinaasappel? Dan blijkt het ene zusje de schil nodig te hebben voor het bak­ ken van cake, terwijl de ander trek heeft in het sap. Ik help mensen om ‘de taart te vergroten’ en samen tot een oplossing te komen. Dat doe ik ­bijvoorbeeld bij burengeschillen. Vaak kunnen buren in het begin best goed met elkaar opschie­ ten, maar zodra er iets mis gaat, zie je dat de tole­ rantiegrens lager wordt. Dan storen mensen zich al aan een overhangende boomtak. Het lastige van burenruzies is: je móet met elkaar verder. Je kunt je huis niet optillen en verplaatsen. Dus moet je er samen zien uit te komen. Als mediator pro­ beer ik het contact te herstellen. Vaak gaat het niet eens om dat ene ding waar ruzie over is, die boomtak, maar zit er iets anders achter: een belediging van lang geleden bijvoorbeeld. Ik ben, anders dan in mijn advocatenrol, als mediator de neutrale derde en luister naar beide partijen. Ik laat mensen weer met elkaar praten, herstel de communi­ catie. Dan hoor je ineens dat mensen die boom eigenlijk best mooi vinden en dat hij welkome scha­ duw biedt in de tuin. Het weer samen brengen van mensen, dát geeft ­voldoening.’


34

Leidraad

DOSSIER samen

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2021

Dancing with the stars

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: FERNANDO HERNANDO MAGADAN

Een unieke samenwerking. Dansers van NDT2, professionele choreografen, componisten van het Haagse Conservatorium en Leidse sterrenkundigen deden in mei twee leken lang samen een soort onderzoek: het Open Space ­Project. Henk Hoekstra, hoogleraar Observationele Kosmologie, legt uit. ‘Na een voorstelling van het Nederlands Dans ­Theater (NDT) suggereerde mijn vrouw om iets met de dansers te doen. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan, want hoe kan een astronoom een gerenommeerd gezelschap daartoe overtuigen? De link die ik vond, is dat in veel rituelen met dans van oudsher wel een soort verwijzing naar de kos­ mos zit. De laatste honderd jaar is onze kijk op het heelal alleen drastisch veranderd. Sterren lijken voor onze waarneming stil te staan, maar we weten nu dat er juist enorm veel dynamiek in het heelal is. De onderzoeksvraag die ik NDT stelde was “wat zou er gebeuren als we met de kennis van nu gedach­ ten zouden uitwisselen over het heelal?”. Wat wij gedaan hebben was dus heel open. Mensen uit twee werelden bij elkaar brengen, in gesprek gaan, en kijken wat er gebeurt. We hebben echt de tijd genomen, wij bijvoorbeeld om u ­ itgebreid te

­ ertellen over donkere materie en donkere energie. v Dat zijn begrippen die heel weinig relatie hebben met onze beleving. Juist die dansers en choreo­ grafen bleken daar intuïtief wel iets mee te kunnen en vonden het heel inspirerend. Ze waren allemaal laaiend enthousiast. Voor hen was het project een soort terug naar de basis. Niet oefenen voor een voorstelling, maar dingen laten gebeuren. Zij vertelden dat ze gaandeweg op een andere manier naar hun bewegingen in de ruimte gingen kijken. Onze verwachting was niet dat dit project invloed zou hebben op wat wij als sterrenkundigen doen. Maar een mogelijke uitkomst lijkt me dat iemand geïnspireerd is geraakt en een choreografie maakt waarmee je op een andere manier dan in woorden kunt uitleggen hoe je als mens naar het heelal kunt kijken.’


NR. 3  2021

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

35

Cleveringabijeenkomsten De Cleveringabijeenkomsten zijn altijd een goede gelegenheid om inhoudelijk gevoed te worden en in contact te zijn met andere Leidse alumni. Ook dit jaar is er dankzij de vele lokale comités een gevarieerd programma. De lezingen in Leiden en Utrecht zijn behalve in de zaal ook online te volgen, zodat nog meer alumni kunnen ‘aanschuiven’.

Vrijheid en grenzen aan de vrijheid Leiden 25 november 5 Freedom, Outer Space, and the Role of the Law

‘Dit jaar zijn er twee sprekers, die ook in debat gaan’, aldus voorzitter Bas ter Haar Romeny van het Cleveringa­ comité Leiden. Vragen over het ruimterecht kwamen voor het eerst op toen alleen de Ame­ rikanen en de Russen aan ruimtevaart deden. Ter Haar Romeny: ‘Later volg­ den Europa, China en India. En sinds kort gaan ook ondernemers de r­ uimte in. Dat maakt de vraag heel actueel wat daar eigenlijk de regels zijn.’ Marco Beijersbergen is hoogleraar Natuurkunde in Leiden en heeft een bedrijf dat instrumenten maakt voor in de ruimte. ‘Die weet dus heel goed wat bijvoorbeeld de mogelijkheden

van ruimtevaartuigen zijn.’ De ­tweede spreker is Frans von der Dunk, Leids alumnus en hoogleraar Space Law aan de universiteit van Nebraska-­Lincoln. Hij bespreekt welke juridische g ­ renzen we aan al die mogelijkheden in de ruimte willen en moeten stellen. Ter Haar Romeny: ‘Een onderwerp als ruimterecht past heel goed bij de Cle­ veringalezing. Het is een herdenkings­ bijeenkomst, we willen altijd de Cleve­ ringagedachte uitdragen. Daarom zoeken we naar een thema dat met vrij­ heid en grenzen aan vrijheid te maken heeft.’ De lezing is in het Engels. Academiegebouw Online te volgen

OVERIGE LEZINGEN OP LOCATIE

Utrecht 26 november 5 Autonomie in een veranderende wereldorde: Brexit versus de huidige situatie in Hongkong Duo lezing gegeven door prof.dr. Armin Cuyvers, hoogleraar Europees recht, en drs. Henk Schulte Nordholt, sinoloog en publicist. De lezing is in het Nederlands. University College Utrecht Online te volgen

Amsterdam 26 november Prof.dr. Meta Roestenberg; hoogleraar Humane modellen voor vaccinontwikkeling Breda 26 november Prof.dr. Wim Voermans; Staatsen Bestuursrecht

Bijeenkomsten op overige l­ ocaties en in het buitenland zijn bij het ter ­perse gaan van deze Leidraad nog niet bekend. Waar mogelijk zal een bijeenkomst op locatie worden georganiseerd. Alle up-to-date informatie vindt u op

Den Haag op of rond 26 november Prof. Carel Stolker; voormalig Rector Magnificus & v ­ oorzitter van het College van Bestuur/Privaatrecht

’t Gooi 27 november 5 G­eschiedenis van Korea en NoordoostAzië en hedendaagse Noord-Koreaanse aangelegenheden Prof.dr. Remco Breuker Haarlem op of rond 26 november Mr.dr. Willemijn Aerdts; Intelligence Studies Harderwijk 24 november Prof.dr. Bastiaan Rijpkema; rechtsfilosoof en jurist

Middelburg op of rond 26 november 5 ‘Cleveringa en Telders: een verge­ lijking van twee moedige karakters’ Prof. Kees Schuyt Rotterdam 25 november Remonstrantse domi­ nee Tjaard Barnard en Albert Ringer, rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente Rotterdam Zutphen 26 november 5 ‘Cleveringa en Telders: een verge­ lijking van twee moedige karakters’ Prof. Kees Schuyt


36

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

De breedte of de diepte in?

NR. 3  2021


NR. 3  2021

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

37

De laatste jaren zijn er nieuwe, veelal multidisciplinaire studies bijgekomen. Zoals Security Studies en Urban Studies. Waarom eigenlijk? En wat is het verschil met de ‘diepe’, monodisciplinaire studies zoals Italiaans of Biologie? Zes betrokkenen, van de rector tot studenten die hun opleiding bijna afronden, geven hun visie. ‘Op lang niet alle studies past simpel het label breed of specialistisch.’

‘Arbeidsmarkt verandert steeds’

TEKST: LINDA VAN PUTTEN, ILLUSTRATIES: MONIQUE WIJBRANDS

Frank Parlevliet is marketing­ adviseur bacheloropleidingen bij de Universiteit Leiden en alumnus Politicologie. ‘Er is geen duidelijke trend te zien dat studenten vaker de ­brede studies kiezen. Ook in dit nieuwe collegejaar zijn zowel de multidisciplinaire als de mono­ disciplinaire studies populair. Enerzijds is er een grote groep jongeren die niet specialistisch wil kiezen en een brede interesse heeft. Maar er zijn er ook veel die al vroeg weten dat ze een oplei­ ding als Japanstudies of Sterren­ kunde willen doen omdat ze een fascinatie hebben voor dat ene land of vakgebied. Toen International Studies, een heel brede opleiding, acht jaar geleden startte was het even de vraag of dat veel s­ tudenten zou afsnoepen van s­ pecifieke ­landen- of regiostudies. De oplei­ ding trekt heel veel studenten – 508 eerstejaars in 2020* (zie tabel) – maar we zien geen kan­ nibalisme. Ook Japanstudies en Chinastudies zijn nog heel popu­ lair. En er melden zich nog steeds studenten aan voor Duits, Frans en Italiaans, die al decennia bescheiden aantallen t­ rekken. Ik denk dat we met I­ nternational Studies studenten trekken die

vroeger wellicht een andere ­universiteit kozen. Interdisciplinair Op lang niet alle studies past simpel het label breed of specia­ listisch. Neem de interdiscipli­ naire aanpak van een studie met een specialistisch thema zoals Security Studies. Bij een onder­ werp als de nucleaire ramp in Fukushima kijken studenten naar de oorzaken van de ramp, de b ­ iologische en scheikundige aspecten, overheidsbeleid en het gedrag van de bevolking. Op onze open dagen ontmoeten we duizenden studiekiezers die willen weten welke vakken oplei­ dingen hebben, en ook wat hun kansen zijn op de arbeidsmarkt. Het antwoord is niet zo eenduidig. Ook met een opleiding als China­ studies kun je werken als beleids­ adviseur of consultant, banen die afgestudeerden met een brede opleiding ook krijgen. Bovendien verandert de arbeidsmarkt voort­ durend. Wat nu veelgevraagd is kan over vijf jaar echt anders zijn.’ Aantal eerstejaars in 2020 bij enkele genoemde studies: International Studies: 508 Japanstudies: 99 Chinastudies: 84 Urban Studies: 79 Franse Taal en Cultuur: 32 Italiaanse Taal en Cultuur: 10 Duitse Taal en Cultuur: 8

‘ Je leert de gelaagdheid kennen’ Emma Mendez C ­ orrea deed de bachelor Griekse en ­Latijnse Taal en Cultuur en is nu masterstudent Classics and Ancient Civilizations. ‘Op het gymnasium was ik zeer gegrepen door Grieks en Latijn. Ik overwoog het te gaan studeren, maar dacht dat de stu­ die vooral opleidde voor het onderwijs. Docent worden wilde ik niet en daarom ging ik voor mijn tweede en derde keuze: Rechten en Nederlands. Deze twee stu­ dies bleken voor mij echter te schools. Ik haakte af en ging werken. In de jaren die volgden, bleven de klassieke talen door mijn hoofd spoken. Toen ik ontdek­ te dat classici veel breder terecht kunnen komen, bijvoorbeeld in de journalistiek, het boekenvak of bij de overheid, schreef ik me na een intermezzo van vier jaar in voor de bachelor Griekse en Latijnse Taal en Cultuur. Het was de juiste beslissing. De studie biedt diepgang op zoveel v ­ erschillende manieren. Vanuit een klein specialistisch onderwerp leer je de gelaagdheid van een thema kennen. Je ziet hoe complex iets kan zijn en leert zo het grotere geheel beter te begrijpen. Met name door deze vaardigheid merk ik keer op keer hoe veel ik aan mijn studie heb, ook buiten de wereld van de klassieken. Als ik voor een moeilijke opgave buiten mijn studie sta denk ik weleens: als ik toen kon slagen voor dat zware mondeling Grieks, dan kan ik dit ook.’


38

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2021

‘ De laatste jaren werven we bewust breder’ Eva van der Post studeerde Psychologie in Leiden. Ze is HR-professional en manager Traineeprogramma bij de gemeente Leiden. ‘Van oudsher solliciteerden voor­ al bestuurskundigen op onze bestuurs­ ondersteunende functies. Wij ­zochten bij voorkeur medewerkers met een spe­ cialistische studie die aansloot bij het beleidsterrein waar iemand in komt te werken. De laatste jaren werven we bewust breder. De trainees moeten een hbo- of wo-denkniveau hebben en daar­ naast kijken we vooral welke competen­ ties en nieuwe kennis ze meenemen. Zoals nieuwe manieren van organiseren en samenwerken en innovatieve ideeën voor de stad. Sociale verhoudingen We zoeken juist mensen die met verschil­ lende invalshoeken problemen kunnen oplossen. De komende jaren moeten er duizenden woningen in Leiden bijkomen en daarvoor zijn niet alleen bouwkundi­ gen en projectmanagers nodig, maar bij­ voorbeeld ook medewerkers die verstand hebben van sociale verhoudingen en voorzieningen in de stad. Voor landme­ ters of ontwerpers is de studie cruciaal. Maar we hebben ook een Japanoloog die bij de afdeling HRM is gaan werken en een stadsdichter die secretaris werd omdat hij goed kan analyseren en schrijven. Mijn advies: ga iets studeren dat je echt interesseert en waar je vrolijk van wordt. Ik koos zelf eind jaren ’80 voor psycholo­ gie. De baankansen waren toen niet goed. Maar mede door relevante bijbanen, zoals het samenstellen van een arbeidsmarkt­ gids, rolde ik het HR-vak in. De studie maakt dus vaak niet zo uit, maar het is wel goed als de kandidaat, bijvoorbeeld door bijbanen of vrijwilligerswerk, relevante interesses en ervaringen heeft.’

‘Al die disciplines zijn nodig’ Rector magnificus Hester Bijl studeerde ­Wiskunde in Delft en later Engels in Leiden. ‘De vraag naar brede studies komt vanuit de samenleving en van studenten zelf. Actuele maat­ schappelijke vraagstukken zoals de energietransitie en cyber security zijn complex en kunnen we alleen aanpakken met hulp van meerdere disciplines. Daar­ om zijn we met nieuwe, multidis­ ciplinaire opleidingen begonnen, waaronder International Studies, Security Studies, Urban Studies en het Leiden University College, die vraagstukken vanuit meerde­ re invalshoeken bestuderen. We zijn ook trots op onze mono­ disciplinaire studies en de vraag daarnaar blijft gelukkig groot. De samenleving heeft ook spe­

cialisten nodig zoals natuurkun­ digen en scheikundigen die bij­ voorbeeld labonderzoek doen of helpen bij de energietransitie, wiskundigen die pensioenbere­ keningen maken, en taalexperts. Een aantal van onze taalopleidin­ gen – Chinastudies, Koreastudies en Japanstudies – wordt in Neder­ land zelfs nergens anders op uni­ versitair niveau aangeboden en die koesteren we dan ook. De aansluiting tussen onderwijs en onderzoek is er absoluut ook bij die bredere opleidingen. Het zijn allemaal universitaire stu­ dies en daar hoort onderzoek leren doen bij. Ook binnen de ­instituten worden onderwerpen vaak al vanuit meerdere perspec­ tieven bestudeerd. Studenten van verschillende b ­ loedgroepen komen elkaar dus al tijdens de studie tegen, zoals ze in hun ­latere banen ook samenwerken vanuit diverse disciplines.’


39

‘ Baankans goed voor specialisten én generalisten’ Ilse Huijskens was postdoc in Leiden en is studiekeuze- en loopbaanadviseur bij de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen en het LUMC.

‘ Ik wilde me niet beperken tot één regio of vakgebied’ Stephan ­Holwerda deed de bachelor International Studies en is nu net klaar met zijn master Politicologie. ‘Vanwege mijn vaders werk als diplomaat woonde ik t­ ijdens mijn jeugd in meerdere l­anden. ­Hierdoor ontwikkelde ik een internationale belangstelling en wilde ik me niet meteen beper­ ken tot één regio of vak­gebied. Daarom koos ik bewust voor International Studies. De moge­ lijke vakken lopen zeer uit­ een: van talen als Arabisch, ­Portugees, en S ­ wahili, tot vakken over geschiedenis en rechten. Die holistische benadering doet recht aan ingewikkelde vraag­ stukken als k ­ limaatverandering,

die ik b ­ estudeerde vanuit d ­ iverse invalshoeken: economisch, ­sociaal, politiek en g ­ eografisch. Toen ik in 2017 klaar was met mijn bachelor was er nog geen master International Studies. Daarom ging ik verder met de master Politicologie, omdat deze studie goed voorbereidt op een diplomatenfunctie. Het was ­leerzaam, maar na een s­ tage op het ministerie van B ­ uitenlandse Zaken weet ik dat een diploma­ tenbaan mij iets te theoretisch en beleidsmatig is. Ik wil l­iever met mijn voeten in de modder staan. Ik hoop dat ik voor een ngo kan werken en daarnaast mijn eigen bedrijfje kan oprich­ ten in een ontwikkelingsland en kan b ­ ijdragen aan eerlijke handel en digitalisering.’

‘Multidisciplinaire opleidingen zoals Life Science & Technology trekken veel stu­ denten. Maar ook Informatica en Bio­ logie bieden verschillende specialisa­ ties, waar je diverse kanten mee op kunt. Sterrenkunde, Wiskunde en Natuurkun­ de zijn gespecialiseerde opleidingen. Toch komen die afgestudeerden over­ al terecht. Van de sterrenkundigen gaat een deel verder in de wetenschap, ande­ ren in het bedrijfsleven: van ICT-bedrij­ ven tot banken en consultancybureaus. Over het algemeen zijn de baankansen van bèta’s en medici heel goed, of ze nu breed of specialistisch zijn opgeleid. Niet zwart-wit Studenten vragen me weleens of ze hun kennis al moeten verbreden, met een ­keuzevak Economie bijvoorbeeld. Ik raad dat alleen aan als ze dat echt graag wil­ len en het behapbaar blijft, want het is ook heel belangrijk dat ze hun eigen stu­ die leuk vinden. En de arbeidsmarkt is niet zo zwart-wit. Sommige bedrijven zoeken biomedici die al eerder met een bepaald celtype hebben gewerkt. Andere kijken vooral naar cognitieve of sociale vaardig­ heden, of naar een persoonlijkheid die past bij het team. Soms is dat laatste zelfs belangrijker dan de opleiding, want de relevante kennis kan zo’n organisatie nog wel aanbieden in trainingen.’ Aantal eerstejaars in 2020 in enkele genoemde studies: Life Science & Technology: 208 Informatica: 183 Biologie: 203 Natuurkunde: 86 Sterrenkunde: 92


40

Leidraad

AGENDA In verband met de coronamaatregelen zijn aan­kondigingen onder voor­behoud en zijn sommige lezingen ­wellicht alleen ­online te bezoeken. Zie universiteitleiden.nl/agenda voor actuele informatie. Faculteit Geesteswetenschappen Oktober en November WHAT’S NEW?! Een reeks lezingen van het LUCIS en de opleiding Midden-Oostenstudies, over actueel onderzoek op het gebied van de Islam en het Midden-Oosten. Soms online, meestal in het Lipsius, op donderdag om 17.15 uur. universiteitleiden.nl/lucis REÜNIE ENGELS Alumni Ad Spruijt en Jeroen Schol willen een reünie organiseren voor oud-studiegenoten Engels die in 1973 begonnen. Interesse? Mail naar alumni@hum.leidenuniv.nl

NR. 3  2021

LUMC

Groot Europees vaccinproject Het LUMC is een van de partners in een g ­ rote Europese samenwerking gericht op de snelle­ re productie en ontwikkeling van vaccins. Ook het Centre for Human Drug Research (CHDR) doet mee aan het project, genaamd ­Inno4vac. In totaal zijn daar 41 bedrijven en academische instellingen uit 11 Europese lan­ den bij betrokken. De missie van Inno4vac is de ontwikkeltijd van vaccins te versnellen, door wetenschappelijke en technologische doorbraken uit de academische en biotech­ nologische wereld toe te passen in de indus­ trie. Hiervoor wordt onder andere gebruik gemaakt van artificial intelligence om de effectiviteit van vaccins al vroeg te kunnen voorspellen.

14 oktober en 10 november MUSEUM TALKS Lezingen door Rembrandt-kenner Gary Schwartz en (online) Lakenhaldirecteur Tanja Elstgeest. universiteitleiden.nl/museumtalks 6 oktober en 10 november HISTORISCHE LEZINGEN Georganiseerd door Leids Historisch Dispuut Merlijn, met o.a. Tijn van Beurden over de Curaçaose offshore. universiteitleiden.nl/agenda/series/merlijn 9 december HEMELSE BEDDEN De Afdeling Kunstgeschiedenis en ­conservatoren van de Dienst van het Koninklijk Huis organiseren samen een ­studiedag over het Nederlandse hemelbed. Faculteit Sociale Wetenschappen 9 oktober CAOS ALUMNI Event voor alumni Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie. Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen 9 december LIACS 5x5 Het LIACS is 25 jaar oud en viert zijn ­lustrum graag samen met studenten, medewerkers en alumni. liacs.leidenuniv.nl Uitnodigingen ontvangen? Geef uw e-mailadres door: info@alumni.leidenuniv.nl

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEKEN

Van kluis naar kussen In de nieuwe serie tafelgesprekken ‘Van kluis naar kussen’ krijgt de kijker een blik achter de schermen van de Bijzondere Collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL). In iedere aflevering staat één van de verzamelingen uit de ‘kluis’ centraal, waarvan enkele top­ stukken worden getoond. Aan de hand van deze werken gaat hoofd­ conservator Garrelt V ­ erhoeven in gesprek met conservatoren,

onderzoekers en studenten over de achtergronden van de verza­ melingen en het gebruik ervan in onderwijs, onderzoek en publica­ ties. En natuurlijk worden diver­ se topstukken uit de collectie getoond: van kluis naar kussen! De afleveringen over de collecties prenten en tekeningen, middel­ eeuwse handschriften, portretten en Sinologie zijn te zien via biblio­ theek.universiteitleiden.nl en op YouTube (UBLeiden). Elke maand is er weer een nieuwe aflevering.


SIGNALEN

41

FOTO: ANP

SOCIALE WETENSCHAPPEN

De oorlog uit ­kinderen halen Orthopedagoog Sandy Overgaauw heeft 25.000 euro subsidie van het LUF gekregen voor haar onderzoek naar PTSS onder Syrische vluchtelingkinderen in Nederland. Het onderzoek moet leiden tot een screeningsmethode waarmee kan worden onderzocht welke kinderen

een verhoogd risico lopen op het ont­ wikkelen van een posttraumatische stressstoornis. Overgaauw, officieel orthopedagoog in opleiding tot GZ-psycholoog, werk­ te als postdoc mee aan een onder­ zoek in het zuiden van Israël, gericht op de vraag wat de risico- of juist de beschermende factoren zijn bij de

GEESTESWETENSCHAPPEN

ontwikkeling van PTSS bij kinderen die zijn blootgesteld aan oorlogsgeweld. In het gebied vinden vaak geweld­ dadige botsingen plaats tussen het Israëlische leger en Palestijnen. Over­ gaauw wil nu kijken of de v ­ oorlopige conclusies ook gelden voor vluchte­ lingkinderen in Nederland die uit Syrisch oorlogsgebied zijn gevlucht.

RECHTEN

FOTO: HIELCO KUIPERS

Bastiaan Rijpkema hoogleraar Verdraagzaamheid Op de nieuwe leerstoel Verdraagzaamheid van de faculteit Geestesweten­ schappen is per 1 juli Bastiaan Rijpkema benoemd. De leerstoel is ingesteld door de Stichting Leerstoel Uytenbogaert. Als bijzonder hoogleraar Verdraag­ zaamheid zal Rijpkema zich de komende vijf jaar onder meer richten op een ­vernieuwend juridisch en historisch onderzoek naar het Europese gesprek over tolerantie. De nadruk ligt daarbij op discussies over de godsdienstvrijheid, de verenigingsvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Daarnaast wil Rijpkema zijn huidige onderzoek naar democratische tolerantie verbreden en verdiepen. Voor drie dagen in de week blijft hij als universitair hoofddocent verbonden aan de Leidse Faculteit der Rechtsgeleerdheid.


42

Leidraad

25

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Ewine van Dishoeck benoemd door de Paus

Hiermee schaart de hoogleraar Mole­ culaire Astrofysica zich in een i­lluster ­rijtje, zoals de Nobelprijswinnaars Ernest Rutherford, Max Planck, Niels Bohr en Erwin Schrödinger. Van Dishoeck over de benoe­ ming: ‘Het is een hele eer. De Pauselijke Academie van Wetenschappen heeft maar maximaal 80 leden, dat maakt het extra spe­ciaal. En die leden zijn internationale wetenschap­

pers van wereldtop. Dat maakt de Acade­ mie van het Vaticaan ook uniek: de mees­ te academies zijn nationaal, en er is er naar mijn weten geen zo mondiaal als die van het Vaticaan. Daarom kun je er inte­ ressante mondiale problemen bespre­ ken en aanpakken.’ Van Dishoecks werk is van groot belang om vast te stellen of er leven mogelijk is op andere plane­ ten. Ze won vele prijzen voor haar onderzoek, waaronder de Spinoza­premie in 2000, de Albert Einstein World Award of S ­ cience in 2015 en de Kavliprijs in 2018, die ook wel gezien wordt als de Nobelprijs van de astronomie.

LUMC

LAV viert ­kwarteeuw De LUMC Alumni V ­ ereniging (LAV) bestaat dit jaar 25 jaar. Dat wordt gevierd op woensdag 17 november. Het t­ hema van de avond: een k ­ ritische reflectie op de Covid-19 ­pandemie. De bijeenkomst is in het LUMC en zal ook o ­ nline te volgen zijn. De ­precieze invulling is mede a ­ fhankelijk van de coronamaatregelen die het LUMC op dat moment hanteert. In elk geval zijn drie gerenommeerde sprekers ­uitgenodigd.

CATENA

Vertellen over vroeger

FOTO: ANP

FOTO: MONIQUE SHAW

Paus Franciscus heeft astronoom ­Ewine van Dishoeck benoemd tot lid van de Pauselijke Academie van Wetenschappen.

HOVO

Hovo gaat weer de zaal in De colleges van het Hoger onderwijs voor ouderen (Hovo) zijn dit najaar weer grotendeels in de zaal. Deze maand beginnen onder meer nog op 12 oktober de colleges ‘Wat is Duits – De nieuwe zoektocht naar nationale identiteit in het machtigste land van Europa’ en op 14 oktober een collegereeks onder de titel ‘En de moraal van dit verhaal’. Daarin gaat het over omstreden kunst, over de relatie tussen ethiek en esthetiek en over boeken ‘zonder morele vangrail’, zoals Nabokovs Lolita. Bij de colleges gelden bepaalde covidregels. Voor wie zich daar beter bij voelt: drie collegereeksen zijn ook online te volgen. universiteitleiden.nl/hovo

Bij Catena wordt gewerkt aan een documentaire over de geschiedenis van de vereni­ ging. De makers zijn nog op zoek naar reünisten die graag iets over het C ­ atena van vroe­ ger zouden willen vertellen. Dat kan zowel voor als a ­ chter de camera. G ­ eïnteresseerden kun­ nen contact opnemen via info@ horusfonds.org. ­Overigens zoekt het bestuur van Stichting Horus Reünisten­fonds nog ver­ sterking. M ­ ogelijke kandidaten wordt verzocht zich te melden bij datzelfde mailadres.


SIGNALEN

NR. 3  2021

43

Middelbare scholieren zijn op online schooldagen minder gemotiveerd voor school dan op fysieke schooldagen.

SOCIALE WETENSCHAPPEN

FOTO: ISTOCK

Motivatie ­scholieren in coronacrisis

Dit verschil doet zich vooral voor bij jongeren die zich w ­ einig gesteund voelden door hun ouders, constateerden de ­Leidse ontwikkelingspsychologen Anna van Duijvenvoorde en C ­ hristel Klootwijk. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in het open source Journal of ­Research on Adolescence (JRA). Het onderzoek suggereert dat steun van ouders een belang­rijke buffer kan zijn in het w ­ aarborgen van schoolmotivatie van t­ ieners tijdens periodes van online onderwijs. Inmiddels zijn we al meer dan een jaar en meerdere corona­ golven verder. Om schoolmoti­ vatie en het welzijn van middel­ bare scholieren te blijven volgen, is er tijdens de derde coronagolf (februari – juni 2021) een vervolg­ onderzoek van de dagboekstudie uitgevoerd. Met de nieuwe gege­ vens kan worden gekeken in hoe­ verre jongeren deze lockdown anders hebben ervaren dan de eerste lockdown.

GEESTESWETENSCHAPPEN RECHTEN

Bijblijven voor juristen Dit najaar zijn diverse cursussen van het juridisch postacademisch onderwijs weer in fysieke vorm. Deze worden gegeven in de Sterrewacht in Leiden of gebouw Wijnhaven in Den Haag. In de leergang ‘Recht en existentie in filosofie en literatuur’ worden werken van grote schrijvers als Nietzsche, Kafka en Camus bestudeerd in hun relatie tot het recht. Deze leergang begint op 15 oktober en is ook online te volgen. Later dit najaar zijn er onder meer de leergang Artificiële Intelligentie voor juristen en de specialisatiecursus Huurrecht. paoleiden.nl

Festival Letterlijk Leiden De stad van Kunst en Kennis is zonder aarzeling ook de stad van letteren te noemen. Daar­ om wordt voor het eerst een festival georganiseerd dat in het teken staat van letteren: Letterlijk Leiden. Het f­ estival is van 14 november tot 19 december 2021 en bestaat uit uiteenlopende activiteiten die allemaal met taal en literatuur te maken hebben. Meer informatie en het ­programma zijn te vinden op letterlijk.nu


44

Leidraad

STUDIUM GENERALE

Mooier dan de waarheid: misleiden in woord en beeld

Drie wetenschappers nemen voor ­Studium Generale op 12 n ­ ovember ­tijdens het symposium M ­ ooier dan de waarheid het fenomeen ­vervalsing onder de loep. Dr. Jacqueline Hylkema zal v ­ ertellen over het succes van George ­Psalmanazar, die voorwendde ont­ voerd te zijn uit Formosa. Hij zette dit sterke verhaal kracht bij met een ogenschijnlijk wetenschappelijke verhandeling over het eiland – waar

hij in werkelijkheid nog nooit was geweest. Prof.dr. Remco Breuker zal een lezing geven over de verregaan­ de rol van v ­ ervalste teksten in de geschied­schrijving in Korea, en het belang van het doorgronden van de populariteit van zulke vervalsin­ gen. Prof.dr. Noah C ­ harney neemt ons mee langs de i­ntriges rondom vervalsingen van beroemde kunst­ werken, in een verkenning van de motieven van zowel c ­ riminelen als vervalskunstenaars. Verder heeft Studium G ­ enerale van oktober tot en met decem­ ber twee lezingenreeksen, over ­Baudelaire en over de (psycho­ logische) omgang met geld. 12 november, 19.30-21.00 uur ­Telders Auditorium Academie­gebouw Rapenburg 73

ARCHEOLOGIE

Bijeenkomst over digitale ­toepassingen De Faculteit Archeologie houdt op 9 december een bijeenkomst in samenwerking met CAA Nederland/Vlaanderen over het toenemende gebruik van digitale tools, methodes en data science toepassingen binnen de archeologie. In principe is de bijeenkomst op locatie, maar afhankelijk van de coronamaatregelen wordt ook rekening gehouden met eventuele hybride en online varianten. Aanmelden voor de bijeenkomst kan via caanlfl.nl

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

­ tudenten S maken besmettelijk kaartspel Elkaar infecteren met virussen en bacte­ riën en ondertussen jezelf beschermen met medicijnen en vaccinaties. En dat allemaal tijdens een gezellig avondje. Masterstudenten Life Science & Technology Rafael Jezior en Dennis de Beeld ontwikkelden een kaartspel gebaseerd op echte wetenschap. Hun project begon al eind 2019. ‘We had­ den zin om een bord- of kaartspel te spe­ len dat raakte aan onze studie’, vertelt De Beeld. ‘Een battle tussen ziektever­ wekkers en het immuunsysteem. Maar we konden niets vinden dat in de buurt kwam. Toen besloten we zelf zo’n spel te bedenken.’ De twee hebben al meer dan 2600 uur in het project gestopt en hebben met crowdfunding meer dan de 10.000 euro opgehaald die nodig was om het spel te realiseren. In totaal kent ‘ImmunoWars’ 100 unieke kaarten. Met die kaarten kun je bijvoor­ beeld afweeercellen of b ­ eschermende kleding krijgen, maar ook organen van mensen stelen die op de ic liggen of tegenstanders bekeren tot anti-vaxxers. Over uitbreidingssets, waarmee kan wor­ den ingespeeld op actuele ontwikkelin­ gen of nieuwe kennis, wordt al gedacht. De Beeld: ‘Met ImmunoWars maken we wetenschap cool en hopen we aanko­ mende studenten te enthousiasmeren om ook de bètakant op te gaan.’ Voor een pre-order en meer i­nformatie: immunowars.io/nl

FOTO: CHRIS GORZEMAN

Ons vermogen om echt van onecht te onderscheiden werd ook voor de opkomst van nepnieuws al voortdurend op de proef gesteld. Niet alleen in de berichtgeving, maar ook in de wetenschap, de geschied­ schrijving en de kunst.


SIGNALEN

45

GEESTESWETENSCHAPPEN

Urban Studies: eerste geslaagden

De Engelstalige bacheloropleiding Urban Studies ging van start in 2018

SSR

Lustrumreünie Ter ere van de 120ste ­verjaardag van SSR-Leiden organiseert de SOLS samen met de Lustrum­ commissie van SSR een lustrumreünie op ­zaterdag 16 oktober. Het programma bestaat onder meer uit een stadswandeling, het proeven van en leren over het Lustrumbier van SSR, een rondleiding door het (nieuwe) pand en een diner en feest. Zet de datum alvast in uw agenda en houd de kanalen in de gaten. U kunt een dagkaart kopen of een toegangskaart voor een deel van de dag.

en richt zich op het oplossen van ­grote stedelijke vraagstukken, waarbij thema’s als de duurzame stad, de multiculturele stad, de veilige stad en de gezonde stad aan de orde komen. Het programma is bijzonder omdat het een samenwerking is van vijf faculteiten, wat zorgt voor een echt multidisciplinaire opleiding. Opleidingsvoorzitter prof. André

Gerrits blikte terug op de internatio­ nale achtergrond van de studenten: ‘Waar studenten ook vandaan komen, wat hun achtergrond ook is, ze hebben allemaal de uitdagingen ervaren die grote steden bieden. Het is de combinatie van deze diverse, individuele ervaringen die Urban Studies zo interessant maakt.’

Huizingalezing Van Reybrouck David Van R ­ eybrouck, ­ cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver, houdt op vrijdag 10 december de 50e ­Huizingalezing. De titel van zijn lezing luidt: ‘De kolonisatie van de toekomst. Leven aan de vooravond van de klimaatcatastrofe’. Van Reybrouck schrijft toneel­ stukken, poëzie, proza en non-­ fictie. Van zijn boek Congo. Een geschiedenis zijn ruim een half miljoen exemplaren verkocht. Afgelopen jaar verscheen Revo-

lusi. ­Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld, een monumen­ taal werk waaraan hij meer dan vijf jaar werk­ te. Van R ­ eybrouck ont­ ving de Gouden Ganzen­ veer in 2014 en werd uitgeroepen tot ‘een van de toonaangevende intellectuelen in Europa’ (Der Tagesspiegel). Hij was eerder Cleveringa-hoogleraar in Leiden. Van Reybrouck is boven­ dien Leids alumnus, hij promoveer­ de in 2000 bij de faculteit Archeo­ logie. K ­ aartverkoop en informatie: universiteitleiden.nl/huizingalezing

FOTO: FRANK RUITER

De eerste dertien studenten van Urban Studies aan de Universiteit Leiden hebben begin september in Den Haag hun diploma in ontvangst genomen. Tijdens een feestelijke ­uitreiking werden ze gefeliciteerd door rector magnificus Hester Bijl.


46

NR. 3  2021

Gift voor de toekomst

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO’S: NIELS BLEKEMOLEN, MARC DE HAAN

‘ Soms is een ­testament echt maatwerk’ ‘Bij de testamenten merken we hier op kantoor voor­ al de toename van samenge­ stelde gezinnen. Soms komen men­ sen er in een tweede huwelijk pas na jaren achter dat ze de d ­ ingen nog niet goed geregeld hebben. Als beide partners kinderen uit een eerdere relatie hebben, dan heb je echt een testament op maat nodig om te zorgen dat je iedereen goed bedeelt. TeekensKarstens houdt elk jaar een testamenten-checkdag. Dan kun je vrijblijvend een halfuur terecht om je bestaande testament te bespreken of te bespreken of het ­opstellen van een testament voor jou van belang kan zijn. De voornaamste reden voor het opstellen van een testament ­vinden de meeste mensen toch dat ze hun partner en kinderen goed achterlaten. Kleinkinderen worden ook steeds vaker genoemd. En we zien ook dat mensen nog wat ver­ der denken, ze kiezen ervoor om geld of goederen te legateren aan een goed doel of instantie. Banksaldi en een woning zijn niet het enige wat je na te laten hebt, het kan ook om spullen gaan, zoals muziekinstrumenten of een auto. Ik kan me voorstellen dat je een bijzondere boekencollectie aan de universiteit schenkt. Maar ook de kerstspullen aan een bepaalde vriendin die daar dol op is.’ Kirsten Feenstra (Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht, 2013-2020) is kandidaat-notaris bij Teekens­ Karstens in Leiden.

‘ Wij vinden het niet meer dan logisch’ ‘Hier in Nederland kunnen we bijna gratis naar de universiteit. Dan is het toch logisch dat je later wat terugdoet?’ Pieter van Delden (67) en zijn partner Hans van Andel (84), partners sinds 1974, hebben het LUF en de UB in hun testament opgenomen.

S

amen hebben ze vier keer in Leiden gestudeerd. Van Andel deed er rechten en klassieke archeologie, Van Delden geneeskunde en kunst­ geschiedenis. Of het dus vanzelf sprak dat ze een deel van hun vermogen aan Leiden zouden nalaten? Nee, aan dat besluit ging een soort vijfde studie vooraf. ‘We hebben er echt een project van gemaakt’, vertelt Van Delden lachend en zonder enige schroom.

‘We hebben zeventien doelen geselecteerd. Bij al die organisaties zijn we langs gegaan, we hebben jaar­ verslagen bestudeerd, gekeken wat er aan giften binnenkomt en besproken wat ze met het geld zouden kunnen doen. In totaal hebben we daar een half jaar over gedaan. We waren op zoek naar fondsen waar je het verschil kunt maken.’ Uiteindelijk is, naast onder meer Artis en het Concertgebouw, Leiden eruit gekomen, vertelt hij. De testamenten


47

NR. 3  2021

‘Een goed gevoel’

zijn inmiddels opgemaakt. Het LUF wordt daarin bedeeld met ‘een ruim legaat’, net als de Universiteitsbibliotheken. Die laatste onder meer omdat ‘zulke instellingen veel te weinig budget hebben’, zegt Van Delden. Bovendien past het in een familietraditie: zijn betovergrootvader David Bierens de Haan, een beroemde 19de-eeuwse hoogleraar wiskunde, liet destijds zijn complete wetenschappelijke bibliotheek aan de UB na. Naar het buitenland

Over de besteding van hun legaat aan het LUF hebben ze alleen de wens vastgelegd dat vooral de alfaen de gammawetenschap profiteert. De bètafaculteit krijgt al best wat binnen vanuit de industrie, verklaart hij die keuze. Of het naar onderzoe-

kers gaat of naar studenten ligt niet vast. ‘Ook beurzen van een paar duizend euro zodat iemand tijdens zijn of haar opleiding naar het buitenland kan zouden we leuk vinden.’ Geven aan het LUF zou voor ­alumni veel vanzelfsprekender moeten zijn, wil Van Delden tot slot nog wel kwijt, zeker als ze op leeftijd en bemiddeld zijn. ‘Natuurlijk, wij zijn een mannen­ koppel, zonder nazaten. Maar voor de meeste van onze vrienden geldt dat de kinderen al het huis uit zijn en hun eigen boontjes doppen. Ik heb het weleens ter sprake gebracht, maar zonder succes. Terwijl sommigen wel een huis in Italië hebben, of een boot, of ze spelen golf. Misschien is het ook Nederlandse zûnigheid. Wij vinden het niet meer dan logisch.’

‘De laatste tijd is er een wat ­b­­redere ­belangstelling voor nalaten, dat merken wij ook bij het LUF. Mensen hebben een band voor het leven met hun alma mater. Het geeft ze een goed gevoel om iets te doen voor toe­ komstige generaties gedreven wetenschappers en studenten. Wij gaan graag in gesprek over de wensen en ideeën die iemand daar­ bij heeft. Ik vind dat altijd l­euke ontmoetingen. Je praat over wat iemand belangrijk vindt en wat hem of haar aan de Universiteit Leiden verbindt. Mensen vrezen misschien dat het een zwaar gesprek is, maar nee: we hebben het over waar iemands interesses liggen. Over heden, verleden en toekomst. Dat iemand aan de universiteit wil nalaten, heeft vaak te maken met wat diegene heeft meegemaakt. Een schenker bepaalt zelf waaraan hij of zij het geld besteed wil zien: onderzoek op een bepaald gebied bijvoorbeeld, of studenten in een moeilijke situatie. De Nederlandse wet regelt het ook uitstekend voor wie niets heeft vastgelegd, maar als je met je ver­ mogen zelf iets wilt doen, moet je dat opschrijven in je testament. Het hoeft niet om grote bedragen te gaan, en het komt ook wel voor dat iemand bijvoorbeeld een woning na te laten heeft. Hoe dan ook zie je vanaf een bepaalde leeftijd dat mensen ermee bezig zijn en dat het oplucht als de dingen geregeld zijn. Het is fijn en eervol om iemand daarin te begeleiden.’ Liesbeth van Biezen is relatiemanager bij het LUF. e.van.biezen@luf.leidenuniv.nl tel. 071-5276094.


48

de jonge wetenschapper

TEKST: WILKE MARTENS, FOTO: TACO VAN DER EB

Sabine van der Asdonk

‘ Gezinssituaties zijn nooit zwart-wit’


NR. 3  2021

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Ze slaat een brug tussen wetenschap en praktijk, heeft excellente onderzoekskwaliteiten en is prettig om mee samen te werken: deze lovende woorden ontving Sabine van der Asdonk (29) toen ze de Gratama Wetenschapsprijs 2021 won voor haar onderzoek naar kwetsbare gezinnen waar complexe problematiek speelt.

V

erliefd werd ze op ­Leiden, toen Sabine van der Asdonk als 18-jarige besloot om hier Pedagogische Wetenschappen te gaan studeren. ‘De eerste achttien jaar van iemands leven zijn zo cruciaal, dat vond ik heel boeiend’, vertelt ze. ‘De omgeving en de gezinssituatie waarin je opgroeit, zijn bepalend voor de ontwikkeling van een kind. Vooral de allerjongsten zijn heel kwetsbaar en afhankelijk van de zorg van ouders of opvoeders. Alle ouders willen het ­beste voor hun kind, maar lang niet altijd is de gezinssituatie ideaal. Ik ­wilde me verdiepen in de vraag hoe we dat kunnen verbeteren.’ Van der Asdonk dacht lange tijd dat ze de praktijk in zou gaan om direct met gezinnen te werken, maar tijdens haar master merkte ze dat onderzoek haar beter lag. ‘Als onderzoeker ben je eveneens nauw betrokken bij de praktijk’, legt ze uit, ‘juist met kwetsbare gezinnen als doelgroep. Persoonlijk contact is belangrijk, want je moet eerst hun vertrouwen ­w innen. Dat contact vind ik erg waardevol, omdat je inzicht krijgt in wat er in zo’n gezin gebeurt. Anders wordt het heel lastig om toegepast onderzoek te doen.’

Vorig jaar promoveerde Van der Asdonk op onderzoek naar gezinnen waarbij er zorgen zijn over kindermishandeling. Ze onderzocht of deze ouders, die al een tijd bij de hulpverlening op de radar stonden, met behulp van een in Leiden ontwikkelde interventie hun opvoedvaardig­heden konden verbeteren. ‘We keken of ouders met deze interventie, die bestond uit video-feedback, ­sensitiever zouden worden, ofwel dat ze kunnen ­signaleren wat hun kind nodig heeft en daar vervolgens goed op inspelen’, legt Van der Asdonk uit. ‘De gezinnen waren een paar maanden opgenomen in een kliniek, waar ze zeer ­intensieve en gepersonaliseerde begeleiding kregen om de gezinssituatie te verbeteren. Als er voldoende vooruitgang te zien was in het gezin, kon een uithuisplaatsing worden voorkomen.’ Objectiever

Het doel van dit onderzoek was om de besluitvorming rondom uithuisplaatsing van kinderen te verbeteren. ‘Een kind uit huis plaatsen is ­vreselijk ingrijpend, zowel voor het kind als de ouders’, legt ze uit. ‘In deze gezinnen speelt complexe en verschillende problematiek, maar met de ­juiste ondersteuning zou een kind in een

Leidraad

49

aantal gevallen toch nog thuis ­kunnen wonen. Deze ­gezinssituaties zijn nooit zwart-wit. Beslissingen over uithuisplaatsing zullen dan ook altijd deels subjectief blijven, maar uit ons onderzoek kwam naar voren dat er meer overeenstemming was over de beslissing als informatie over het resultaat van de interventie werd meegenomen in het besluit. Dat lijkt erop te wijzen dat de beslissing iets objectiever werd.’ Heftige casussen

Tijdens haar onderzoek kreeg Van der Asdonk te maken met heftige ­verhalen. ‘Het doet wat met je, als je hoort wat zo’n gezin allemaal heeft meegemaakt’, zegt ze. ‘Gelukkig kan ik met collega’s goed praten over aangrijpende casussen. Maar het was vooral goed om te zien dat gezinnen en hulpverleners met wie we werkten, blij waren met onze inzet. Gezinnen met deze heftige problematiek worden nauwelijks onderzocht, juist omdat het zo complex is. Het is dan ook belangrijk om te weten wat er in de praktijk speelt, zodat we met ons onderzoek ook echt een nuttige ­bijdrage kunnen leveren.’ Ook voor haar nieuwe onderzoek naar moeders en hun jonge kinderen die na huiselijk geweld in de vrouwenopvang terechtkomen, brengt Van der Asdonk wetenschap en praktijk samen. ‘We proberen kennis op te doen over de effectiviteit van behandelingen in een doelgroep waar dit nauwelijks wordt onderzocht’, zegt ze. ‘Ik hoop dat we daarmee kunnen bijdragen aan de verbetering van de zorg voor kwets­ bare gezinnen.’

Wat is... forensische gezins­pedagogiek? Forensische gezins­ pedagogiek richt zich op ongunstige opvoedings­ omstandigheden waarbij een juridisch kader speelt of dreigt te spelen.

Het gaat dan om g ­ ezinnen waarbij kindermishandeling of verwaarlozing of ernstige gedragsproblemen bij kinderen spelen of in ontwikkeling zijn.

­ rijwel altijd is de situV atie en de problematiek ­complex: psychische klachten van de ouder, financiële zorgen, huiselijk geweld. Een forensisch

gezins­pedagoog probeert de problemen te diagnosticeren en interventies of behandelingen te ontwikkelen om het gezin te ­helpen.


50

lezen, luisteren, doen

‘Plots stond het Leidse leven stil’

FOTO: MARC DE HAAN, ISTOCK

De pandemie heeft i­ ngrijpende gevolgen (gehad) voor het acade­ misch leven in de Neder­ landse universiteitssteden. ­Charlotte Boin interview­ de onder meer Bas Haring, Maarten Keulemans, ­Andrea Evers en voorma­ lig r­ ector magnificus Carel Stolker voor haar ­bundel ‘Plots stond het Leidse leven stil’. De interviews schetsen een beeld van de turbulentie die corona

Na een jaartje te hebben ­overgeslagen is de Nacht van Ontdekkingen terug. Niet in september, maar op 13 november viert het festival de Leidse kunst en wetenschap in een ­nieuwe vorm. Het alumnifestival is doorgeschoven naar volgend jaar. nachtvanontdekkingen.nl

Nacht van ­ Ontdekkingen

teweegbracht aan de oudste universiteit van Nederland. Van het quarantainebeleid in studentenhuizen, online borrels op de verenigin­ gen en het kille welkom voor eerstejaars tot de versnelde digitalisering van het wetenschappe­ lijk onderwijs, het belang van wetenschapsjourna­ listiek en de problemen waar promovendi mee te maken kregen.

Werk in het oude Egypte Oktober is de maand van de geschiedenis en daar staat het Rijksmuseum van Oudheden bij stil met een ­online pop-up tentoon­ stelling. ‘Werk in het oude Egypte’ leert de bezoeker meer over arbeid in het oude Egypte. Van gereedschappen die door steenhouwers werden gebruikt tot aan een houten model van een brouwerij. Ook is er op 17 oktober een zogeheten Topstukkenle­ zing. Van 14.00 tot 15.00 uur wordt in een livestream meer verteld over het ­Ulfberht-zwaard. Dit middel­ eeuwse zwaard is rond het jaar 1000 gemaakt en werd in 1983 langs de Maas bij Lith gevonden. Assistent-­ conservator Raphaël ­Rijntjes vertelt over de bij­ zondere smeedkunst en het gebruik van het wapen. Op de kling is aan één zijde een naam geschreven: Ulfberht, de naam van een belang­ rijke wapensmid. Aanmelden voor de lezing kan via de website van het museum www.rmo.nl


51

Azteken in Volkenkunde De Azteken: een van de i­ conische beschavingen uit de wereld­geschiedenis. Precies 500 jaar geleden kwam er een eind aan het grote Azteekse rijk door een handvol Spanjaarden en hun i­ nheemse bondgenoten. Die gebeurtenis is aanleiding voor een g ­ rote ­tentoonstelling in Museum Volken­kunde. Voorwerpen zoals stenen ­beelden, verfijnde sieraden en tekeningen uit codices,

Themamaanden in de hortus botanicus Dit jaar stelt de Leidse hortus botanicus i­ edere maand een ander thema centraal. In oktober is dat planten uit Japan en in november gaat het over oerplanten. In de tuin worden speciale onderdelen van de collectie uitgelicht. Vanaf november zijn er in de hortus vier Winter­ middagen. Bezoekers kunnen dan boeken snuffe­len, er zijn honing en was­ kaarsen, kunst, proefjes voor de kinderen, glühwein en vuurkorven. Data: 14 nov, 12 dec, 13 feb en 13 mrt.

verlevendigd met verhalen en actuele inzichten: dat zijn de ingrediënten van deze tentoonstelling. De tentoonstelling is ontwikkeld samen met vooraanstaande archeologen uit Mexico en het Museo Nacíonal de Antropologia in Mexico-Stad. Verschillende topstukken zijn voor het eerst buiten Mexico te bewonderen. De expo is te zien tot en met 20 februari 2022.

Verschenen

Tien liefdes Een team van L ­ eidse (oud-)studenten ­vertaalde de bundel Tien liefdes van de Chinese schrijfster Zhang Yueran. In het boek zijn sprookjes­ achtige liefdesver­ halen gebundeld.

Snouck De Leidse h ­ istoricus Wim van den Doel schreef de b ­ iografie Snouck, over de vermaarde ara­ bist en islamoloog Christiaan ­Snouck ­Hurgronje. Hurgron­ je was tevens r­ ector magnificus van ­Universiteit Leiden en voerde tal van ­hervormingen door.

Schaamte In Nooit meer doen alsof vertelt hoog­ leraar Organisatie­ psychologie ­Aukje Nauta hoe je van schaamte je kracht maakt. Op basis van wetenschappelijk onderzoek laat ze de schoonheid van schaamte zien.


In de zaal of online

We zien u graag

FOTO: HIELCO KUIPERS

Samenkomen, samen luisteren, elkaar ontmoeten. Vóór 2020 was het de normaalste zaak van de wereld. Onze Cleve­ ringalezingen waren wereldwijd druk­ bezocht, zoals deze bijeenkomst in 2019. Inmiddels weten we niet beter dan dat we ons aanpassen aan de omstandig­ heden. Juist daardoor beseffen we eens te meer hoe waardevol ontmoeting is.

Gelukkig laten de maatregelen toe dat we op sommige plekken alumni op locatie kunnen ontvangen. Daarnaast kunt u via een online verbinding m ­ eeluisteren naar een boeiend programma, waar ter wereld u ook bent. Want wat overeind blijft is de enorme hoeveelheid bevlogen wetenschappers van onze universiteit die u graag meenemen in hun vakgebied.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.