Nummer 3, jaargang 99, november 2014
w ww.jsw -o n lin e .n l Jeugd in School en Wereld Vakblad voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs en opleiding
Gamification: spelen maar!
Specialin
Gamesrwijs de het on
Spelend leren – maak je eigen lesontwerp Bewegingsonderwijs met computergames Hoe zorg je dat kennis juist wordt toegepast?
colofon JSW Jeugd in School en Wereld Onafhankelijk vakblad voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs en opleiding Jaargang 99, nummer 3/2014 ISSN 0165 – 6260 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2014 Redactieadres JSW Postbus 400 3800 AK Amersfoort [T] (033) 448 34 54 [F] (033) 448 39 99 [E] jsw@thiememeulenhoff.nl [I] www.jsw-online.nl Persberichten naar: jsw@thiememeulenhoff.nl Hoofdredacteur Iris Nonkes-van den Berg Bureau- en webredactie Evelien de Lange Redactieassistent Nicole van Barneveld-Visser Redactie Martin Bootsma (redactievoorzitter), Michelle Clement, Karen van Kooten, Mark van der Pol, Magda van der Wulp Medewerkers Marieke Baselmans, Arno Coenders, Bianca Pannekoek, Tessa van Zadelhoff Abonnementenadministratie JSW Abonneeservice Postbus 2238 5600 CE Eindhoven [T] 088 2265 243 [E] jsw@mijntijdschrift.com Abonnementsprijzen Regulier abonnement: € 71,50 Studentenabonnement: € 38,Proefabonnement (3 nummers): € 13,50 Los nummer: € 10,Digitaal nummer: € 6,Digitaal proefabonnement: € 10,Digitaal abonnement: € 39,Extra thuisabonnement: € 50,Combi-abonnement JSW en HJK: € 110,Alle prijzen zijn incl. BTW en porti binnen Nederland. Woont u in het buitenland? Neem dan contact op met abonnementenbeheer. Abonnementen kunnen op elk gewenst moment ingaan. Opzeggingen uiterlijk 1 maand voor het aflopen van het abonnementsjaar. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Advertenties Recent BV Joop Slor (joop@recent.nl) Ray Aronds (ray@recent.nl) Postbus 17229 1001 JE Amsterdam [T] 020 3308998 Ontwerp lay-out en vormgeving FIZZ marketing en communicatie, Meppel Foto omslag Vincent van den Hoogen Fotografie Druk Drukkerij Wilco Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
Aan de slag met gamification
6
Sem van Geffen
Thuis, onderweg en op school: kinderen spelen en gamen heel wat af. Vanaf jonge leeftijd zijn ze ermee bezig. De aantrekkingskracht van spelen en gamen kun je als leerkracht in de klas in je eigen voordeel laten werken. Wat de toepassingsmogelijkheden zijn en hoe je dat aanpakt lees je in dit artikel.
Ludodidactiek
12
Willem-Jan Renger en André Slegers
Hoe sluit je aan bij de belevingswereld van leerlingen en hoe geef je de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en ICT een plaats in het klaslokaal? Over de inzet van een nieuwe didactiek en ander type lesmaterialen, met behulp van ontwerpprincipes en methoden uit computergames en spellen gecombineerd met bestaande leerinterventies.
Rubrieken www.jsw 16 Uitgelicht 22 Praktijk 25 Schoolweek 30 Open boek 36 Van de stapel 39 Gereedschap 46
Inhoudsopgave
40
18
Bewegingsonderwijs met computergames Erno Mijland
Veel kinderen moeten meer bewegen. Veel kinderen verkiezen computergames boven ‘gewoon’ spelen. Je kunt dat zien als twee problemen, maar ook als één oplossing: laat kinderen beweeggames spelen. De eerste ervaringen, ook in het onderwijs, zijn beloftevol. Is exergamen dé nieuwe vorm van lichamelijke opvoeding?
32
Hoe stem je af tussen aanleren en toepassen? Dolf Janson
Veel leerlingen doen erg hun best, maar behalen toch niet de resultaten die je zou mogen verwachten. Ze halen wel een toets direct na het oefenen, maar daarmee lukt het hen nog niet die kennis of vaardigheid daarna ook te gebruiken. In dit artikel lees je waardoor die transfer niet altijd lukt en krijg je aanbevelingen om dergelijke situaties te voorkomen.
Omgaan met gedragsproblemen Karen van Kooten
Hoe ga je als leerkracht succesvol om met gedragsproblemen? Wat is daarbij je denken en handelen in de dagelijkse praktijk? Deze vragen staan centraal in de boeken van Kees van der Wolf, Tanja van Beukering en Theo Veldkamp. JSW interviewde de schrijvers over hun publicaties. Een verslag.
En verder... Lezersactie 11 Cadeau bij een abonnement 29 Verwacht in JSW 50
Als abonnee van JSW heb je gratis exclusieve toegang tot het uitgebreide online archief. In dit archief staan alle artikelen van de vorige jaargangen: van 2001 tot nu. Handig voor het snel en makkelijk opzoeken van betrouwbare vakinformatie. Ga naar: www.jsw-online.nl/jsw/archief
JSW 3 november 2014
5
Toepassingsmogelijkheden in de klas
Aan de slag met gamification
Specialin
Gamesrwijs de het on
Thuis, onderweg en op school: kinderen spelen en gamen heel wat af. Vanaf jonge leeftijd zijn ze ermee bezig. De aantrekkingskracht van spelen en gamen kun je als leerkracht in de klas in je eigen voordeel laten werken. Wat de toepassingsmogelijk heden zijn en hoe je dat aanpakt lees je in dit artikel. Sem van Geffen werkt als trainer/ontwikkelaar op het Koning Willem I College in ’s-Hertogenbosch. Hij schreef Gamification in de klas en is communitymanager van Mission Start. Verder ontwikkelt hij fysieke en blended spelconcepten voor verschillende opleidingen en doelgroepen en doet praktijkonderzoek naar effecten van gamification
6
JSW 3 november 2014
Vincent van den Hoogen
Ontwerpprincipes van computergames en spellen
Ludodidactiek
Specialin
Hoe sluit je aan bij de belevingswereld van leerlingen en hoe geef je de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en ICT een plaats in het klaslokaal? Over de inzet van een nieuwe didactiek en ander type lesmaterialen, met behulp van ontwerpprincipes en methoden uit com putergames en spellen gecombineerd met bestaande leerinterventies.
Willem-Jan Renger is hoofd van het Studiolab Games & Interactie aan de HKU (Hogeschool voor de Kunsten Utrecht) André Slegers is onderwijsbegeleider bij Keii, bouwen aan onderwijs @keiionderwijs
Plato: ‘You can discover more about a person in an hour of play than in a year of conversation’
12
JSW 3 november 2014
A
ansluiten bij de belevingswereld van leerlingen is een ‘holy grail’ in onderwijs. Kunnen we dat wellicht doen door aan te sluiten bij de enorme belangstelling van leerlingen voor games? En als we dat willen doen, wat voor vorm neemt dat dan aan? Creativiteit en probleemoplossend vermogen zijn competenties waar meer en meer waarde aan wordt gehecht. Tegelijkertijd verandert de wereld om ons heen. Technologie neemt een steeds prominentere plaats in, met computergames als een dominant element in jongerencultuur. ICT in het onderwijs loopt achter bij het tempo van de maatschappelijke ontwikkelingen. Het stelt hoge eisen aan leerkrachten om bij te blijven en deze ontwikkelingen een plaats te geven in het klaslokaal. Voor de aansluiting is meer nodig dan elke leerling een tablet geven of een digitaal schoolbord ophangen. Het vraagt ook om nieuwe didactiek en een ander type lesmaterialen. Andere ontwerpprincipes Aan de HKU (Hogeschool voor de Kunsten Utrecht) wordt onderzoek gedaan naar deze nieuwe didactiek, genaamd ludodidactiek (ga voor meer informatie naar bit.ly/1CpUDKT). Ludus is het Latijnse woord voor spel (van het werkwoord ludere). In ludodidactiek worden de ontwerpprincipes en methoden uit computergames en spellen gebruikt en gecombineerd met bestaande leerinterventies. Een ludodidactische leersituatie heeft de volgende kenmerken. • De perceptie van de leersituatie wordt anders vormgegeven. De leerling speelt niet langer de rol van leerling; de leerkracht is niet meer de leerkracht; de klas is niet meer een gewoon lokaal. • Op basis van het leerdoel wordt een fictieve context verzonnen waarin het behalen van dat leerdoel een betekenisvolle activiteit wordt.
Gamesrwijs de het on
• Deze fictieve context wordt zo bedacht dat de leerling hetzelfde moet kunnen doen als in een computerspel: er moet ruimte zijn voor wat game designers suppression of disbelief noemen. De leerling moet als speler voldoende elementen aangereikt krijgen om in de spelsituatie op te kunnen gaan. Dit betekent niet dat het lokaal geheel verbouwd moet worden of dat iedereen zich moet verkleden (al kan het wel enorm helpen). Gelukkig hebben de leerlingen vaak al zoveel spelervaring opgedaan dat ze met weinig aanwijzingen al snel in deze spelmodus kunnen stappen. Een aardig voorbeeld voor suppression of disbelief zijn de boeken van Harry Potter. Eigenlijk heeft schrijfster J.K. Rowling een fictieve wereld geschapen die zover is doordacht dat er een soort real virtuality is ontstaan. Voor veel lezers biedt zij voldoende aanwijzingen om de wereld als ‘waar’ aan te nemen voor de duur van de leeservaring. Ondanks niet bestaande elementen als toverkracht en spreuken zijn ze in de boeken dermate intern consistent toegepast dat er voldoende materiaal is voor suppression of disbelief. Deze principes worden in elk fictief werk, inclusief films en romans, toegepast. Een fictieve woonwijk In dit artikel wordt de ludodidactische manier van ontwerpen en denken uitgewerkt aan de hand van een voorbeeld dat je zelf in je lessen kan gebruiken. In dit geval is dat een ludodidactische vorm voor de ruimtelijke ordening in Nederland. Doelgroep is groep 7 en 8. Het leerdoel is leerlingen inzicht te geven in het besluitvormingsproces van ruimtelijke ordening op gemeenteniveau. We zoeken een fictieve context waarin leerlingen de perceptie hebben dat ze controle hebben over de inrichting van een wijk. Als context ligt het voor de hand om de gemeente te nemen. Natuurlijke rollen hierbinnen zijn de wethouders en de burgemeester.
Bewegingsonderwijs met computergames
Is exergamen het nieuwe gymmen? Veel kinderen moeten meer bewegen. Veel kinderen verkiezen computer games boven ‘gewoon’ spelen. Je kunt dat zien als twee problemen, maar ook als één oplossing: laat kinderen beweeggames spelen. De eerste ervaringen, ook in het onderwijs, zijn beloftevol. Is exergamen dé nieuwe vorm van lichamelijke opvoeding? Erno Mijland is onafhankelijk onderwijsjournalist en zelfstandig trainer/ adviseur op het gebied van toekomstgericht onderwijs met ICT
N
og even flink aanzetten. De finish van de legendarische Alpe d’Huez is in zicht. Op het wegdek zie je de namen van alle groten gekalkt. De timer op het scherm vertelt dat je mogelijk een nieuw PR (personal record) gaat fietsen. Je gaat tot het uiterste en stapt daarna met een voldaan gevoel van de hometrainer. Dat de digitale revolutie een extra dimensie geeft aan sporten en bewegen zie je overal om je heen. Hardlopers houden hun trainingsprestaties bij met de app Runkeeper, fietsers dagen elkaar virtueel uit op stukjes parcours met Strava. Het programma Your Shape: Fitness Evolved voor de XBox Kinect maakt gebruik van een bewegingssensor. Zo kan een virtuele coach je vertellen of je die squat correct uitvoert. Kunnen we dit soort technologieën ook inzetten in het onderwijs? Bijvoorbeeld bij jonge kinderen, als de basis gelegd moet worden voor een gezond leven. Onderzoeker en ondernemer Carla Scholten van Embedded Fitness denkt van wel. Ze laat Nederland op verschillende manieren kennismaken met de wereld van exergames (samentrekking van exercise (oefenen) en games). Zo ontwikkelde ze
Van tikken naar taggen Op dit moment wordt er op veel plaatsen – ook in Nederland – onderzoek gedaan naar de effecten van exergames. Het recent verschenen boek Van tikken naar taggen. Digitalisering van bewegingsonderwijs (Van Hildevoorde en Kleinpaste, 2014) geeft een overzicht. In het eerste deel gaat een aantal auteurs in op nieuwe mogelijkheden om traditioneel bewegingsonderwijs te verrijken en te ondersteunen met digitale media. Denk hierbij aan het maken van video-opnames van bewegingsoefeningen of het gebruik van apps waarin oefeningen worden voorgedaan. Het tweede deel van het boek gaat in op het thema exergames en hoe ze kunnen bijdragen aan bewegingsonderwijs. Met de vele literatuurverwijzingen is het boek een prima uitgangspunt voor verdere verdieping in het thema.
18
JSW 3 november 2014
Specialin
Gamesrwijs de het on
voor het basisonderwijs het project ‘Wii Want To Be Fit’. Scholten: ‘We bieden scholen een programma van vijf tot tien weken. In circuitvorm volgen de leerlingen een programma met exergames én informatieve lessen over gezonde voeding. We doen bovendien onderzoek naar de resultaten en ervaringen.’ Technologie en innovatie Afgelopen schooljaar deden groep 5 tot en met 8 van basisschool Fellenoord in Eindhoven mee aan ‘Wii Want To Be Fit’. Adjunct-directeur Geert van Stiphout: ‘Toen ik een mailing las over het project, was ik direct geïnteresseerd. Onze school staat in een wijk waarin deelname aan sport niet echt tot de cultuur hoort. Je moet de kinderen en hun ouders wat dat betreft echt aan het handje nemen, ze weten vaak de eerste stappen niet te zetten. We vinden sport erg belangrijk, niet alleen vanwege het gezondheidsaspect, maar zeker ook omdat het een bijdrage kan leveren aan de sociale ontwikkeling van kinderen. Daarnaast is Eindhoven een stad van technologie en innovatie. Ik vind dat je dat binnen onze school terug moet zien.’ Schaatsplank Het project op Fellenoord duurde tien weken. Van Stiphout: ‘Elke week was er een les van vijf blokjes van circa tien minuten: vier voor het spelen van verschillende exergames en één informatief blokje over het thema gezondheid, verzorgd door medewerkers van de regionale gezondheidsorganisatie Zuidzorg. Zij gingen met de leerlingen in gesprek over het belang van een goed ontbijt, de risico’s van veel snacks eten, enzovoort.’ Een van de exergames die werd aangeboden, is de schaatsplank. Leerlinge Dionisia (11) legt uit hoe het werkt: ‘Je krijgt dan een hoes over je
Professionalisering
Afstemming tussen aanleren en toepassen
De manier van leren moet kloppen Veel leerlingen doen erg hun best, maar behalen toch niet de resultaten die je zou mogen ver wachten. Ze halen wel een toets direct na het oefenen, maar daarmee lukt het hen nog niet die kennis of vaardigheid daarna ook te gebruiken. In dit artikel lees je waardoor die transfer niet altijd lukt en krijg je aanbevelingen om dergelijke situaties te voorkomen. Dolf Janson ondersteunt scholen en schoolbesturen in het basisonderwijs bij hun professionalisering en schoolontwikkeling. Zijn bureau JansonAdvies is erkend als Dalton-opleiding voor leraren (www.janson-academy.nl)
Leerlingen werken op lesniveau nooit aan hetzelfde doel en dus verschilt hun opbrengst
32
JSW 3 november 2014
Chalid had erg zijn best gedaan. Ook thuis had hij geoefend, samen met zijn broer. Die tafel van 7 kende hij nu vlot. Op school mocht hij dat bewijzen: snel zegde hij de tafel op. Daarna nog een paar sommetjes door elkaar. Dat ging iets minder snel, maar vlot genoeg om de sticker op zijn tafelkaart te verdienen. Trots plakte hij de 7 achter zijn naam. Rijtjes leren Leerlingen als Chalid zijn er veel. Zij doen hun best en boeken kortetermijnsucces. De verworven kennis kunnen zij min of meer geïsoleerd (alleen de tafel van 7) reproduceren. Als zij die tafelsommen moeten gebruiken, is dat echter nooit geïsoleerd en op volgorde. Daardoor is die kennis niet voldoende vlot toegankelijk, om buiten die tafelles in te zetten. Zelf heb ik dat soort ervaringen opgedaan met Duitse voorzetsels. Ik ken nog steeds rijtjes die helpen bij het kiezen van de juiste naamval, zoals mit-nach-nebst-samst-bei-seit… Als ik in Duitsland ben (en dat gebeurt regelmatig), heb ik aan die kennis niets. Het leren van zo’n rijtje past niet bij de toepassing daarvan. Ook de traditie om spelling te laten leren door goed kijken en dan overschrijven is een voorbeeld. Hiermee ga je voorbij aan de essentie van het leerproces. Bij het leren spellen is het doel niet ‘leren overschrijven’, maar ‘vanuit de klanken van een woord de juiste letters kiezen’. De start begint dan bij de klanken en het oefenen gaat grotendeels mondeling. Leerprocessen Om te begrijpen hoe leren en toepassen zich tot elkaar verhouden, is het nodig te analyseren hoe leerprocessen in het algemeen verlopen. Buiten een schoolse context gebeurt leren altijd vanuit
een duidelijke aanleiding. Je wilt iets weten, kunnen en/of begrijpen dat functioneel is op dat moment en (daardoor) voor jou betekenisvol. Jonge kinderen leren motorische vaardigheden door uitproberen, van staan en lopen tot bouwen met blokken. Vragen naar het wat en waarom van dingen is op die leeftijd ook een manier van leren. Daardoor construeren ze eigen concepten en trekken persoonlijke conclusies uit wat zij als samenhang herkennen. In het leren van taal zien we dat ook terug. Kinderen leren woorden en woordvormen door wat ze horen, door die woorden en vormen zelf te gebruiken en door met de feedback van anderen dat gebruik steeds verder te preciseren. In al deze voorbeelden van leren in de vroege ontwikkeling van kinderen zijn leren en toepassen nauw met elkaar verbonden, doordat het willen toepassen vaak aanleiding is om te leren. Geen wonder dat het toepassen als vanzelf voortvloeit uit het leerproces. Hoe anders gaat dat op veel scholen! Daar zijn oefenen en toepassen vaak van elkaar gescheiden. Ook al noemt de leerkracht het nut van het geleerde, dan nog is dit meestal niet genoeg om gemotiveerd te gaan leren. In zo’n situatie ontbreekt het aan natuurlijke feedback, die het leerproces kan bijsturen en toespitsen. Het gevolg is dan weer dat het leerproces bij de leerlingen niet ervaren wordt als iets van henzelf. Ze maken hun taken omdat het moet: omdat de methode dat voorschrijft of omdat hun juf of meester dat wil. Sterker nog, zelfs leerkrachten verliezen hun grip op dat leerproces en moeten elk half jaar van toetsen aflezen of die leerprocessen in hun groep opbrengsten hebben gehad. Schools leren Dat het op school zo gaat vinden veel betrokkenen gewoon. Ouders verwachten het, als zij het
Passend onderwijs
Reflecteren op denken en handelen
Omgaan met gedragsproblemen Hoe ga je als leerkracht succesvol om met gedragsproblemen? Wat is daarbij je denken en handelen in de dagelijkse praktijk? Deze vragen staan centraal in de boeken van Kees van der Wolf, Tanja van Beukering en Theo Veldkamp. JSW interviewde de schrijvers over hun publicaties.
Karen van Kooten is redactielid JSW en zelfstandig onderwijsadviseur/-trainer
Als leerkracht bepaal je wat past bij het kind, de ouders en hun unieke situatie
40
JSW 3 november 2014
D
e persoonlijke betrokkenheid bij leerlingen met gedragsproblemen is bij de drie auteurs al vroeg in hun leven ontstaan. Kees van der Wolf komt uit een onderwijsfamilie. Toen hij nog op de kweekschool zat, had hij al een RT-praktijk aan huis voor kinderen met leer- en gedragsproblemen. Zijn grootvader (voormalig hoofd van een MULO) was het niet eens met zijn beslissing om pedagogiek te gaan studeren: ‘Dat zijn allemaal pedagoochelaars’, zei hij. Voor de klas staan was het echte werk. Theo Veldkamp werkte al vroeg in zijn carrière met kinderen met ingewikkeld gedrag. ‘Ik ben mijn loopbaan begonnen op een basisschool. Daar werd ik geacht om 38 kinderen op hetzelfde niveau les te geven en ik merkte dat dat niet lukte. Ik ben zonder enige kennis van zaken in het LOM gaan werken en moest het in het begin puur van de relatie met de kinderen hebben. Dan merk je wat werkt en wat niet’, aldus Veldkamp. Tanja van Beukering staat meer achter de aanpak bij leerlingen met gedragsproblemen die tegenwoordig wordt gehanteerd ten opzichte van die van vroeger: ‘Ik heb lang bij een onderwijsbegeleidingsdienst en een pedologisch instituut gewerkt. In die tijd heb ik veel kinderen met leer- en gedragsproblemen onderzocht. Er werd destijds weinig naar de thuis- en schoolsituatie gekeken, terwijl daar in feite een groot deel van de oplossing ligt.’ Tips en trucs Kees van der Wolf en Tanja van Beukering schreven het boek Gedragsproblemen in scholen, het denken en handelen van leraren. Het boek is bedoeld om inzicht te geven in de complexiteit van gedragsproblemen. Het beschrijft
een wetenschappelijk onderzoek naar reacties van leerkrachten op gedrag van kinderen (het Teacher Stress Reduction-project). Dit onderzoek heeft geleid tot een overzicht van strategieën, die volgens ervaren leerkrachten het meest effectief zijn bij de aanpak van gedragsproblemen.Toch zijn die niet zonder meer over te nemen. Van Beukering: ‘Kees (van der Wolf red.) en ik hebben bewust nooit een boek met kant-en-klare adviezen willen schrijven. We willen dat leerkrachten zelf nadenken over strategieën, die voor hen werken. Ze hopen vaak op tips en trucs, maar dat kan alleen als een tip heel erg bij je past. Je moet zelf een persoonlijke vertaling maken naar jouw handelen. De strategieën in het boek overstijgen het niveau van louter tips en trucs. Aan de hand hiervan kunnen leerkrachten reflecteren op hun denken en handelen. We kunnen in feite alleen algemene richtlijnen geven die blijken te werken, de leerkracht moet bepalen wat past bij dit kind, deze ouders en deze unieke situatie.’ Van der Wolf: ‘Er zijn leerkrachten die verzuchten: “Wanneer weten we nou eindelijk wat echt werkt bij gedragsproblemen en wat niet?” Maar er zal nooit een moment zijn dat we klaar zijn met theorievorming hierover, net als dat het geval is in andere wetenschappen, zoals geneeskunde en natuurkunde. Er is voortschrijdend inzicht en dat is maar goed ook. In de vorige eeuw dacht men bijvoorbeeld anders over de oorzaak van autisme dan nu. Dat kwam, zo werd gedacht, door de koele opvoe-
GEREED SCHAP
In de rubriek Gereedschap bespreken verschillende experts elke maand een (les)methode
Anti-pestprogramma’s KiVa en Prima In maart 2013 presenteerden de Kinderombudsman en staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een plan van aanpak tegen pesten met als doel dat alle scholen vanaf 2015 het pesten aanpakken met behulp van een wetenschappelijk verantwoorde methode. In deze Gereedschap een korte uiteenzetting van de kritiek op deze aanpak en de toetsing van de anti-pestprogramma’s. De programma’s KiVa en Prima worden daarnaast onder de loep genomen.
Noor Gimbrère is psycholoog NIP, integratief therapeut VIT/ECP en trainer bij Noorderprakrijk in Amsterdam
In eerste instantie kwam het voorstel van de Kinderombudsman en staatssecretaris Dekker om scholen te verplichten het pesten aan te pakken met een anti-pestprogramma. De PO- en VOraad uitte daar kritiek op (2013): ‘Elke school heeft zijn eigen cultuur. Ouders, leerkrachten, andere belangrijke personen en de leerlingen zelf zullen moeten samenwerken om veiligheid in en om de school te vergroten en pesten uit te sluiten. Hiervoor is een breed draagvlak noodzakelijk.’ In mijn ogen is elke methode niet meer dan een instrument om iets te bereiken wat vanuit een verlangen van de betrokkenen en door de betrokkenen wordt vormgegeven. Deze kritiek uit het onderwijsveld is door het ministerie van OC&W erkend. In oktober is dan ook door de Kinderombudsman en OC&W besloten dat het eerder verplicht stellen van de programma’s wordt losgelaten. Het ministerie van OC&W stelt scholen wel verplicht een sociaal veilig schoolklimaat te creëren, maar zij mogen dit doen op een manier die bij de schoolcultuur past. Vrijwillig is echter niet vrijblijvend. Er moet aangetoond worden dat leerlingen zich sociaal veilig voelen. Een methode kan daarbij mijns inziens een goed middel zijn om een veilig klimaat te creëren en het stimuleren van sociaal-emotionele ontwikkeling op de agenda te zetten en te houden. Voor alle programma’s geldt daarbij echter wel dat een groot draagvlak en enthousiasme van alle betrokkenen noodzaak is tot succes. Waarom KiVa en Prima? De beoordelingen van de anti-pestprogramma’s zijn gemaakt door een speciaal hiervoor samengestelde commissie: de Commissie Antipestprogramma’s. Er zijn kanttekeningen geplaatst bij de onafhankelijkheid van deze commissie, omdat er mensen in de commissie zaten die nauw verbonden waren met (eigen)
46
JSW 3 november 2014
methodes. Inge Anthonijsz (werkzaam bij het Nederlands Jeugdinstituut en begeleider van het onderzoek) verklaart dat er inderdaad vertegenwoordigers van de onderzochte methodes in de commissie gezeten hebben, maar zij hebben niet over hun eigen methode mogen oordelen. Het onderzoek is volgens haar om die reden wel degelijk onafhankelijk (Delver, 2014). De keuze om in deze bijdrage KiVa en Prima toe te lichten is gebaseerd op het criterium dat zowel KiVa als Prima volgens het NJI schoolbreed ingezet kunnen worden en daarnaast specifiek gericht zijn op het voorkomen en tegengaan van pesten. KiVa is door de commissie beoordeeld als goed doordacht ten aanzien van zowel theoretische en empirische onderbouwing en ook de randvoorwaarden zijn goed beschreven. De commissie wil nog wel het onderzoek naar de effecten in de Nederlandse onderwijscontext afwachten alvorens het programma te beoordelen als empirisch onderbouwd. Prima wordt door de commissie beoordeeld als een veelbelovend preventief en curatief anti-pestprogramma. Het programma is nog onvoldoende theoretisch en empirisch onderbouwd. KiVa en Prima richten hun interventies vooral op groep 5, 6, 7 en 8 omdat op deze leeftijd pesten vaak voorkomt. KiVa kent ook materiaal voor de onderbouw dat in het voorjaar van 2015 in Nederland beschikbaar komt. Als kinderen ouder worden neemt het pesten af (NCJ, 2014). De Kanjertraining en De Vreedzame school richten hun interventies op sociale vaardigheid en weerbaarheid voor alle leeftijdsgroepen in de basisschool. De Kanjertraining biedt ook de interventies aan voor het voortgezet onderwijs. Andere door de Commissie Anti-Pestprogramma’s goedgekeurde interventies worden als
Verwacht in JSW Sterke technische lezers
De behoeften van sterke technische lezers worden bij het technisch lezen wel eens vergeten. Hoe ervaren deze leerlingen de dagelijkse leeslessen en wat hebben zij nodig?
Bouw!
JSW informeert je over de laatste ontwikkelingen in het basisonderwijs en vertaalt deze naar de praktijk. Met iedere maand interessante vakinformatie, praktische tips, prikkelende columns, recensies en kant-en-klare lessen.
Educatieve spellen
Niet missen?
In Gereedschap een bespreking van Bouw!: een computergestuurd interventieprogramma dat ontwikkeld is om kinderen die risico lopen op problemen met lezen preventief extra hulp te geven. © Dreamstime
Geïnspireerd door de special Games in het onderwijs? In de komende Praktijk vind je nog meer praktische tips voor het laten aansluiten van educatieve spellen bij de doelen van je onderwijs.
Ontvangen jullie JSW wel op school, maar Voor veel ki mis je het blad vaak? Neem dan een extra enige of eer jaarabonnement voor slechts € 50,-. Maar het ve Kijk op: www.jsw-online.nl/jsw/extra- van hun leer jaarabonnement
Schoolweek in Thailand
Via de Buddha Mountain Road naar je werk. Twee leerkrachten vertellen over werken op de Nederlandse afdeling van St. Andrews International School en wat je daarvan kunt leren.
Dit handboe in het bijzon aan beproefd verwerving v
© Peter van Bochoven & Arja Slagboom
Proefabonnement JSW Ook leuk voor thuis! Nummer
Nummer
9, jaargan
8, jaarga
g 98, mei
ng 98,
april 20
14
2014
Nummer 10, jaarga
ng 98, juni 2014
Nederlands a geschreven vo het basisonde kan zowel in g genomen wor
Daarmee is di om de didacti tweede taal in
Neem ook een voor ons comp
www
.j s w -o n li n e Jeu .n l in Sch w w w.jVakblgd ool en Werel ad voo sw d r het basiso nl speciaal -o e.rwnl onderw in nde ijs, Jeugd in ijs en opl School eid ing en Vakblad Wereld ww w.j sw voor het -on bas ison lin speciaal der wijs e.n l, ond
3x voor €13,50*
In deze derd aandacht voo taal te leren, is voor alle le de organisati onderdelen v
erwijs en opleiding Jeugd in Schoo l en Wereld Vakblad voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs en opleiding
Abonnement stopt automatisch!
131 Omslag Nederlands als 2e taal
Meer dan
50%
Zoekg edrag O n op inte WooGrd ed zn n spe o rek e kr kee kndeto n o n ve e ts r ois d Kun je lereenn: rnet e Z r o wijsbe reken weemtZeowrsleat cho en ee hoefte len inm mett p Ned n O e je
korting!
vergewr je goe er renten eedsbpo icht bij d ged land st De realisa oepu kelanir?de van een intkindera Wannetie relgnkin r adc nk en :apa werken co egraa Zo zorg je er hettru voo aam r een rijkm n! lim ep lee rom e n ge te vin g n? Hoe ga je om me t selectief mutis me? JSW14_0
152_TDS
JSW14_023
7_TDS_nr9
* De vermelde abonnementsprijzen zijn geldig t/m augustus 2015
-1.indd
_nr8.indd
1
1
JSW14_0317_TDS_n
27-03-14
r10.indd 1
24-04-14 28-05-14 14:46
Meer weten? Ga naar www.jsw-online.nl of bel 088-2265243 50
JSW 3 november 2014
14:00
15:26
blauw