3 minute read
Fotobeleid goede doelen wordt gecompliceerder
from Vf 20 | 2
KENNIS
door Teije Brandsma
De zoektocht van goede doelen naar passend fotomateriaal wordt ingewikkelder. De oprukkende claimcultuur waarbij geld gevraagd kan worden voor portretrecht dwingt organisaties anders te werken.
In de commerciële wereld was het al sinds mensenheugenis gebruikelijk personen die gefotografeerd worden eerst te vragen om toestemming. In de journalistiek was het juist ongebruikelijk, dat viel onder vrijheid van meningsuiting en nieuwsgaring. De wereld van de goede doelen zit ertussenin: het ene goede doel doet het wel en het andere niet. De goede doelen schuiven echter nu steeds verder op in de richting van de werkwijze van de commerciële ondernemingen.
Daarvoor kan gebruikgemaakt worden van een claimformulier, een zogenoemde quitclaim. Overigens werkt de Zonnebloem zelf niet met dergelijke formulieren. ‘We hebben nog nooit een claim gehad. Maar er zijn aandoeningen waar mensen minder makkelijk over praten dan het dotteren van een pols of een knieoperatie, zaken waar onze beneficianten mee geconfronteerd worden.’
Maar organisaties als het Aidsfonds, de Hartstichting, Stichting Armoedefonds en de Hersenstichting, waar het gaat over zaken waar de gemiddelde Nederlander niet graag voor uitkomt, geven aan wel te werken met die ‘quitclaims’. De fotograaf met wie ze werken, moet met deze ondertekende formulieren terugkomen, ook als er in het buitenland foto’s worden gemaakt. Een organisatie die haar fotobeleid bovengemiddeld grondig aanpakt, is Humanitas Nederland. Zij vraagt niet alleen om een ondertekend claimformulier, maar rubriceert haar foto’s vervolgens ook onder specifieke categorieën. Humanitas heeft zes deelprogramma’s, variërend van gevangenenzorg tot hulp bij opvoeden. Een foto die hoort bij het thema ‘opvoeden’, mag niet bij een publicatie van Humanitas over bijvoorbeeld gevangeniszorg geplaatst worden.
‘Het is een heel gedoe om zo te werken maar we willen extra voorzichtig zijn. Want het gaat altijd over kwetsbare mensen’, aldus een woordvoerder van Humanitas. ‘Overigens gebruiken we nooit stockfoto’s, we houden de regie over onze eigen fotografie.’
Stockfotografie blijkt inderdaad een bijzonder thema voor veel goede doelen. Veel organisaties weten niet wat wel en niet gedekt is als ze een foto van een stockbureau kopen. Ze denken dan dat alles geregeld is, maar in de praktijk is vaak alleen het auteursrecht en niet het portretrecht afgedekt. Dat betekent dat de foto gebruikt mag worden. Maar daarmee heb je nog geen toestemming van degene die op de foto staat. Een woordvoerder voor ANP Foto geeft aan dat ‘portretrecht’ niet standaard geregeld is als je een foto van ANP Foto afneemt.
Het internationale Shutterstock vertelt bij navraag dat een klant in een hogere prijsklasse valt, als het portretrecht zo wordt afgedekt dat personen op de foto er geen probleem mee hebben als ze afgebeeld worden bij ‘gevoelige thema’s’. Dergelijke foto’s zijn dan ‘model released’, zoals dat heet. Vaak gaat het om modellen van overzee die werden betaald om te poseren. De spontaniteit is doorgaans ver te zoeken op dergelijke foto’s.
Overigens zijn de spelregels rondom portretrecht sinds de invoering van de AVG op 25 mei 2018 veranderd.
Strikt genomen bestaat het fenomeen ‘portretrecht’ niet eens meer, het is nu onderdeel van de veelbesproken AVG. In de praktijk maakt het echter weinig uit. Verder moet er rekening mee gehouden worden dat er de komende jaren vanuit Europa nieuwe wetgeving komt voor het auteursrecht, waarbij wellicht ook weer het portretrecht betrokken zal worden.
‘Kort en goed betekent dit dat je weliswaar de AVG moet inroepen in plaats van het portretrecht maar dat je uiteindelijk bij hetzelfde uitkomt’, schrijft jurist Arnoud Engelfriet, specialist in internetrecht, op zijn blog. ‘Of je publiceert met toestemming of je beroept je op de vrijheid van meningsuiting en dan krijg je vervolgens dezelfde belangenafweging als voorheen onder het portretrecht.’
Degene die het meest op zijn bord krijgt door de gestaag veranderende fotocultuur is uiteindelijk de fotograaf zelf die door de organisatie op pad wordt gestuurd. Hij of zij moet zorgen dat er goede foto’s gemaakt worden. Maar het is ook zaak met de ondertekende claimformulieren thuis te komen. En wie was ook alweer wie op de foto?
Kees van de Veen is professioneel fotograaf en werkt voor onder meer Humanitas en Vluchtelingenwerk. ‘De angst voor claims sijpelt steeds verder het werk in, vanuit de commercie naar de non-profits.’ Terwijl in het verleden de uitgevers of organisaties zich verantwoordelijk stelden voor eventuele claims, is het nu vooral de zelfstandige fotograaf die de verantwoordelijkheid op zich moet nemen. Hij wordt geacht met foto’s te komen die ‘model released’ zijn. Zijn conclusie: ‘Goed beeld krijgen wordt in de praktijk steeds ingewikkelder.’
De moraal van het verhaal voor communicatiechefs van goede doelen is dat er bij stockbureaus doorgevraagd moet worden. Je moet bovendien met goede fotografen werken die jouw deelthema’s begrijpen en die natuurlijk met goed werk thuiskomen. Er moet een claimformulier worden meegegeven met de juiste inhoud dat door de ‘onderwerpen’ in kwestie wordt ondertekend. Diezelfde aandacht geldt ook voor de mensen in de organisatie die bladen maken en nieuwsbrieven produceren, en voor de gespecialiseerde dienstverleners op dat punt zoals de opmaak of het bedrijf dat sponsored magazines maakt. In al die gevallen is het zaak om de verantwoordelijkheden en daarmee ook de aansprakelijkheid, goed te regelen en af te dekken. Het wordt hierdoor ook belangrijker dat er voldoende budget wordt vrijgemaakt, zodat de fotograaf zijn of haar werk goed kan doen, ook als het langer duurt door de zorg die aan het geheel moet worden besteed. Het vinden en verkrijgen van goed beeld waarmee je achteraf geen problemen krijgt, gaat hoe dan ook meer tijd en geld kosten. ◊
Teije Brandsma is lid van het redactieteam van Vakblad fondsenwerving. Tije runt het pr-bureau Aid Publicity, dat zich gespecialiseerd heeft in het opzetten en uitbouwen van communicatieafdelingen van kleine en middelgrote nonprofitorganisaties.