vakblad voor specialisten in groen, grond en infra
30 - VEENHUIS TEST ALL-IN-ONE-BEMESTER 10 - INSPIRATIEDAGEN MOET JE MEEMAKEN 24 - LED LOONT 32 - PRAKTIJKERVARING DOOSAN DX 235 36 - SPECIAL RUWVOERTEELT
1 2016
ER ZIJN NÓG STEEDS
VEEHOUDERS DIE ONNODIG
RISICO’S NEMEN NIEUW
op Rassenlijst 2016
Kies liever voor de 31-generatie van LG: nieuw én oogstzekerder dan ooit! Met deze kwaliteitsmaïs haalt u voortaan méér kVEM van elke hectare. Het hoge zetmeelpercentage en de optimale celwandverteerbaarheid worden bovendien gecombineerd met superieure landbouwkundige eigenschappen. Resultaat is een stevig gewas dat staat als een huis en door zijn vroege afrijping uw ruwvoeropbrengsten veilig stelt. Op-en-top betrouwbaar dus.
Elke keer beter, altijd het beste.
www.LG31mais.nl
NIEUWE T7.290 EN T7.315 HEAVY DUTY
NOG STERKERE PRESTATIES HET BESTE VAN DE T7, NU TOT 315 PK.
BOEK NU UW DEMO MET EEN TRACTOR OF OOGSTMACHINE OP WWW.NEWHOLLANDDEMO.NL
MEER KRACHT 窶「 MEER COMFORT MEER EFFICIテ起TIE 窶「 MEER VEELZIJDIGHEID NEW HOLLAND TOP SERVICE 00800 64 111 111
Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Grafimedia Groep BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.
REDACTIONEEL Repareren Een trekker moet roken als hij trekt. Een bekende uitspraak uit onze jeugdige tijd als je met het stalen ros het land in trok. Roken doen de trekkers allang niet meer, maar CO2 komt nog steeds in grote hoeveelheden uit de uitlaat. Zo helpen ook wij mee om onze fossiele brandstoffen op te maken. Lang was dat geen thema, maar dat verandert nu snel. Ook in ons land, hoewel we dankzij de olieboeren en de gasbel in Groningen tot dusver niet echt meededen aan het ontwikkelen van alternatieve energie en daarmee zelfs bijna onderaan staan in Europa. Tijden veranderen echter, zo blijkt via de nieuwsmedia. De BV Nederland komt blijkbaar tot het besef dat ze Groningen niet oneindig verder door kan laten zakken en dat fossiele brandstoffen en andere grondstoffen toch echt schaarser worden, ook al kun je dat aan de huidige prijs niet merken. Onze sector heeft zich in dit opzicht nog niet collectief gemanifesteerd. Er is niet meegedaan aan CO2-convenanten en gebundeld is er niet echt op ingezet. Logisch, omdat je als bedrijf niet op het verbruik van dieselolie kunt sturen. Daarvoor is het verbruik te afhankelijk van die ene klus of het verloop van het groeiseizoen. Desondanks zie je dat de voortvarende cumelaondernemers, vaak geprikkeld door MVO-aanbestedingen, de uitdaging wel zijn aangegaan. Kijk maar eens naar De Boer Burgum, de jongste winnaar van de verkiezing van de Onderneming van het Jaar. Dit bedrijf pakt het in de volle breedte aan en ook elders zijn er al diverse cumelaondernemers die bijna of zelfs al geheel CO2-neutraal zijn. U zult vast zeggen: “Maar wij doen ook het nodige.” Ja vast, wie de nieuwste technieken aanschaft, pakt automatisch één of enkele emissiestappen en wordt dus schoner. Het spel is echter veel breder. Het gaat om een integrale aanpak door de hele bedrijfsvoering heen. Dat gaat veel verder dan schonere motoren kopen of een cursus Het Nieuwe Draaien volgen. Je kunt ook op het bedrijf zelf zaken aanpakken, bijvoorbeeld door te kiezen voor ledverlichting, zonnepanelen op het dak te leggen of te stoken op hout. Allemaal mogelijkheden om te besparen die je als bedrijf duurzamer maken. Daar past dan ook duurzaam onderhoud in. Dat gaat verder dan een energieneutrale werkplaats. Daarbij hoort ook repareren in plaats van vervangen, nadenken over wegwerp- versus hergebruik en extra oog voor duurzame arbeidsomstandigheden voor de monteurs. Het maakt je bedrijf duurzaam zonder dat alleen naar verbruik van diesel wordt gekeken. Daar kunnen we voorlopig namelijk nog niet zonder. Deze winst zorgt ervoor dat ook de volgende generatie nog lang door kan dieselen en onze monteurs als ze met pensioen zijn fris en gezond nog eens een rokend baantje kunnen trekken met een oldtimer.
Kosten abonnement Nederland € 86,- per jaar / Buitenland € 121,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.
4
GRONDIG 1 2016
Maand 2014 Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke
INHOUD 6 9 10 14 18 22
In Actie Commentaar directie Inspiratiedagen moet je meemaken Ondernemerslessen: We moeten zichtbaarder zijn Sterk werk: Loonbedrijf Postel start mechanisatietak Vrouw & Visie: Toekomstbestendig onderhoud
Ondernemen met
mensen 24 28 30 32 36 38 40 43 45 47 49
Led loont Grondig.com All-in-one-bemester Doosan, het beste van twee in één Voer voor de loonwerker Het draait om meer melk per ha Kijken met akkerbouwogen Limagrian: zetmeel en totale voederwaarde KWS: De maisecolonomie Syngenta: Praktijk bewezen Economie
50 52 56 58 60 62 64 66
Cumelaria Provincie in beeld: We zien wel hoe het komt Cumela.nl Toolbox: Goed beschermd aan het werk APK voor snelle trekkers Zuivel stelt scherpere diervoedereisen Werknemer met privé problemen Bedrijvig
Ondernemen met
vaktechniek
Ondernemen met
cumela Grondig 2 ontvangt u vrijdag 4 maart 2016!
GRONDIG 1 2016
5
ondernemen met
mensen
6
GRONDIG 1 2016
BEDRIJF IN ACTIE
IJs meester In een land waarin je denkt dat de schappen in de winkels ‘vanzelfsprekend’ altijd gevuld zijn, word je wel eens wakker geschud door moeder natuur. Het overkwam het noorden van het land begin januari in de periode met ijzel. De mededeling dat de melk niet meer kon worden opgehaald, hakt er dan wel even in. Mensen worden dan vindingrijk en dan ontstaan er oplossingen. Treffend voorbeeld is het zand strooien door Loonbedrijf Brak in Aldeboarn. Die namiddag werd het bedrijf gebeld door veehouder Bram de Kam, met de vraag of Brak wat zand op de oprit en het erf kon strooien, zodat de melkwagen er toch terecht kon. Anthony Brak pakte het meteen aan. Hij had nog een partij scherp zand liggen. Met de shovel werd even de ijslaag eraf gehaald en vervolgens ging er een kleine hoeveelheid zand in de Bredal-kalkstrooier. Veel had hij niet nodig, want de wegen waren op de doorgaande stukken openbare weg wel te berijden. Het zat hem vooral vast op enkele bochten, de plekken waar de vrachtwagen achteruit moest steken of indraaien, de toegangsweg naar de boer op. De chauffeur van de tankwagen kwam kijken of het zo ging, met een positief gevolg. Het bleef dus lang niet bij die ene klant. Het draaiboek was simpel en praktisch. Een tankautochauffeur die geen dienst had, reed voorop met de auto om per boer de situatie te bekijken en er werd alleen gestrooid waar het nodig was. Het mannetje op de strooier moest regelmatig even scheppen om de aanvoer van het zand te waarborgen. Veel zand was er niet nodig; gewoon een klein laagje om net even dat beetje extra grip te hebben. Er werd uiteindelijk tot diep in de nacht doorgewerkt. Anthony zat zelf op de trekker. Bij een paar klanten was het erf al schoongemaakt, maar bij de meesten was hij van harte welkom. Bij slechts twee klanten lukte het vanwege een te scheve ligging niet om de route vrij te maken. Brak weet niet hoeveel klanten hij precies heeft gehad, maar wel dat die avond en nacht twee melkwagens continu hebben kunnen doorwerken. In Noord-Nederland zijn zo meer cumelabedrijven in de weer geweest. Zo laten we ons als sector weer van onze sterke kant zien. En, mooi meegenomen, dochter Jurrien Brak heeft voor het invallen van de duisternis deze gebeurtenis nog even prachtig vastgelegd. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Jurrien Brak
GRONDIG 1 2016
7
Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als dochter van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel u werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Ons advies en onze voorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.
“Verzekeren is meer dan uitbetalen bij schade. Het begint bij risicoinschatting en schadepreventie.” Gerrit Rottiné, verzekeringsadviseur
Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade
website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60
ondernemen met
mensen
COMMENTAAR Wensen, voorspellingen en kansen Nog maar vier jaar geleden sprak ik een ondernemer die de fax het allermooiste communicatiemiddel vond. “Mailen? Daar ben ik niet van. Op de fax heb je het meteen zwart op wit.” Deze meneer realiseerde zich niet dat hij mee zal moeten met wat zijn opdrachtgevers willen. Mailen dus. Of appen. Of wat we over twee jaar allemaal doen wat de jeugd nu al aan het ontdekken is. Het wachten is op de eerste smartphone waarmee je niet meer kunt telefoneren, want we gebruiken hem toch vooral om te internetten of te mailen, werkbonnen in te vullen, opdrachten te bevestigen, machines op afstand uit te schakelen, de thermostaat een paar graadjes hoger te zetten en de oven aan te zetten. Wat mij in deze turbulentie persoonlijk houvast geeft, is dat de enige constante de verandering is. Dat het een feit is dat niet alles bij het oude blijft. Wie had er tien jaar geleden gehoord van big data? Van precisielandbouw? Van drones? Een enkeling. Maar ik niet, durf ik hier te bekennen. Een vriend van mij grapte dat voorspellen een lastige materie is, zeker als het om de toekomst gaat. Een open deur van jewelste, want voorspellen gaat juist om de toekomst. En daar zijn wij heel nieuwsgierig naar. Hoe gaat het in 2016 bijvoorbeeld met de economie? Wie wordt er president van de Verenigde Staten? Wat doen de melkprijzen? Gaat de overheid meer investeren in wegenbouw of in natuurontwikkeling? En welke regering treedt er volgend jaar aan (als dat niet al in 2016 gebeurt)? Als brancheorganisatie zijn we daarmee bezig. Wat betekent dat voor de cumelasector? Welke kansen en risico’s zien we? Hoe kunnen we kansen ombuigen naar successen voor cumelabedrijven? Ja, ja, nu kunt u denken dat u al wel meer veranderingen hebt overleefd en dat u de volgende stormen ook wel zult doorstaan, maar sust u uzelf daarmee in slaap of weet u zeker dat u naar alle waarschijnlijkheid klaar bent voor de toekomst? Met een plan op het netvlies. IJzersterk. Niet alleen door uw vakkundige medewerkers en uw machinepark, maar vooral omdat u het verschil maakt bij uw opdrachtgevers. Het maken van verschillen staat veel dichterbij ons dan dat velen zich realiseren. Bij het beoordelen van de achttien kandidaten voor de verkiezing van de Onderneming van het Jaar realiseerde ik me telkens weer dat we voorbeelden te over hebben van ondernemers die beseffen dat je alleen met machines geen verschil maakt. Dat je toegevoegde waarde moet bieden. Kennis, partnerschap en ontzorgen, daar draait het om. En om de wijze waarop u uw toegevoegde waarde weet te verkopen. Kijk maar naar de winnaar van onze Ondernemer van het Jaar-verkiezing: Heinze de Boer in Burgum. Ten slotte: hebben we op de Inspiratiedagen ruim 350 ondernemers begroet en hen een gezond en gelukkig 2016 gewenst, vergeet ik bijna om dat op deze plaats te doen aan al onze ondernemers, junioren, senioren, partners en medewerkers. We zijn een slagvaardige sector, dus laten we ook van dit jaar weer een succes maken!
Michiel Pouwels Directeur belangenbehartiging CUMELA Nederland
GRONDIG 10 2015
9
VERSLAG INSPIRATIEDAGEN Inspiratiedagen moet je meemaken
ondernemen met
mensen
Met de verkiezing van De Boer Burgum tot Onderneming van het Jaar 2016 eindigden dit jaar de Inspiratiedagen van CUMELA Nederland. De veelgehoorde opmerking van de aanwezigen was “Dit moet je meemaken.” En: “Ik snap niet dat niet meer onder nemers zich hier melden.” Het kenmerkte de sfeer bij de in totaal 300 deelnemers. Zij lieten zich inspireren en raakten geïnspireerd. Leren en inspireren zijn de twee hoofddoelen van de Inspiratiedagen van CUMELA Nederland. Dat kwam het duidelijkst naar voren bij het ochtendprogramma van de tweede dag. Op dat moment zaten verdeeld over drie sessies ruim 200 mensen in de zaal bij de workshops. Om aan het werk te gaan, zoals Alfons van den Belt in zijn openingswoord opmerkte, want niet voor niets zit ‘work’ in de titel. Waarop twee aanwezige dames giechelend fluisterden dat er ook ‘shoppen’ in zit. Desondanks kozen ook zij voor het werken aan inspiratie. En zo werkt het ook, vertelde Gerard Jimmink. “Veel van wat je hoort, weet je al, maar ook in de workshop van André de Swart over ‘de bank buitenspel’ zat toch een opmerking waarmee ik wat kan om de bedrijfsvoering te verbeteren. Dat is voor mij al voldoende.” Mooi was de variatie in zakelijkheid en ontspanning met een boodschap. Soms zag je wat jaloerse blikken van aanwezigen bij een serieuze bijeenkomst als elders weer een bulderende lach klonk. Die jaloersheid was er daarna ook bij echtparen of vaders en zonen die elk naar een eigen workshop waren. De één had hard gelachen, de ander was geschrokken van dreigende nieuwe regelgeving. Voor een kort verslag zie de kaders bij dit artikel.
Verkiezing De workshops vormden de opmaat naar de verkiezing van de Onderneming van het Jaar 2016. Een verkiezing die uiteindelijk werd gewonnen door Heinze de Boer uit Burgum. De jury roemde vooral de duidelijke en zelfs enigszins eigenzinnige visie van De Boer. “Belangrijk is dat hij altijd op zoek is naar innovatieve oplossingen. Wat hem onderscheidend maakt, is dat hij innovaties ook wil delen met de sector.” Illustratief noemde de jury de manier waarop hij de zaalopdracht wist om te draaien van een opdracht voor de jury in de start van een nieuwe onderneming, die hij direct bij de zaal kon promoten. Mede door deze podiumpresentatie, die het sluitstuk was van de verkiezing, viel de keuze uiteindelijk op dit bedrijf, verklaarde de jury. Een podiumpresentatie waarbij vader en zonen Quartel de show stalen met een zelf geschreven en gezongen lied over hun onderneming. Het was helaas voor hen niet voldoende om de jury in hun richting te krijgen. Dat gold ook voor Bart van Wijlen, die toch enigszins last leek te krijgen van podiumvrees. Het gevolg was een haperende presentatie, waarbij zijn plannen voor duurzamer werken
Onder leiding van sfeermakers De Gemeentereiniging mocht ook de zaal hand in hand de verbinding zoeken.
10
GRONDIG 1 2016
niet helemaal goed uit de verf kwamen. (Zie het kader met het korte juryrapport over de bedrijven.) Al met al noemde de jury, bestaande uit voorzitter Jacco Vonhof (voorzitter van VNO-NCW Midden en directeur van Novon Schoonmaak), Iris Bouwers (lid dagelijks bestuur van het NAJK) en Hans Hendriks (voormalig registeraccountant bij Deloitte) het een moeilijke, maar mooie taak om een winnaar aan te wijzen.
De jury luistert aandachtig naar Bart van Wijlen tijdens zijn presentatie.
Het juryoordeel over de drie genomineerden De Boer BV in Burgum heeft zich volledig gespecialiseerd in grondverzetwerkzaamheden en kiest daarbij heel bewust voor onderaanneming. Opdrachtgevers zijn voornamelijk uit aannemers die werkzaam zijn in de grond-, weg- en waterbouw. Eén van de zaken waar Heinze de Boer ijzersterk mee bezig is, is digitalisering van grondstromen.
De firma Klaas Quartel in ’s-Gravenzande wordt geleid door Klaas, Thijs en Chris Quartel. Het bedrijf is voornamelijk actief in de glastuinbouw en hoewel deze markt krimpt en het aanbod van werk in Nederland terugloopt, heeft Quartel deze neergaande spiraal doorbroken door in goed contact met klanten te blijven en door uitbreiding in het buitenland te zoeken.
Van Wijlen in Sprang-Capelle vierde in 2014 het 80-jarig bestaan. Het bedrijf richt zich in de breedte op de werkvelden infra, milieu, sport en groen. Eén van de sterke punten van Van Wijlen is dat het bedrijf niets voor lief neemt: het wil continu verbeteren. Daarnaast is het voortdurend bezig aan de doorontwikkeling van de automatisering.
Juryoordeel: “Een ondernemer met een duidelijke en bijna eigenzinnige visie. Hij weet niet alleen goed waar hij heen wil, maar vooral ook wat hij niet wil. Door zijn keuze voor digitaal werken kan hij relevante toegevoegde waarde bieden aan zijn klant. Belangrijk is dat hij altijd op zoek is naar innovatieve oplossingen. Wat hem onderscheidend maakt, is dat hij innovaties ook wil delen met de sector.”
Juryoordeel: “Een zeer oorspronkelijk en zoals tijdens de verkiezing bleek ook een muzikaal bedrijf. Een onderneming waar de klant centraal staat en wordt gevolgd over de hele wereld. Daarmee gaat zij letterlijk verder dan anderen bij het ontzorgen van de klant, wat duidelijk de belangrijkste drijfveer is van dit bedrijf. In een krimpende markt doorgroeien is voor ons als jury een zeer bijzondere prestatie.”
Juryoordeel: “Een duidelijke voorloper op het gebied van duurzaamheid, aandacht voor de mens en zorg voor onze planeet. Een zeer professioneel geleide organisatie met doordachte werkprocessen en op elk moment van de dag realtime inzicht in de werkzaamheden. Het is een onderneming die continu innoveert en daarover ook duidelijk communiceert. Daarmee is het ook een voorbeeld voor de sector.”
De finale tijdens de Inspiratiedagen was de apotheose van deze verkiezing, die begin oktober startte en waarvoor achttien ondernemingen zich meldden als kandidaat. Een selectiecommissie stelde daaruit een shortlist samen, waaruit na een aantal extra checks en gesprekken met medewerkers van CUMELA Nederland en een vertegenwoordiging van de jury drie bedrijven werden genomineerd. Bewust was bij deze verkiezing gekozen voor het thema ‘IJzersterk naar Morgen’, vertelde directeur Michiel Pouwels. “Het is niet voor niets al enkele jaren het motto dat we hanteren om onze activiteiten voor de cumelabedrijven richting te geven.”
Leerlingen van toen en nu discussieerden over het belang van goed onderwijs voor de toekomst van studenten en cumelabedrijven.
Bedrijfsbezoeken Ook in andere onderdelen van de inspiratiedagen kwam het thema ‘IJzersterk naar Morgen’ weer naar voren. Zo waren er drie bedrijfsbezoeken om te leren van de visie van andere ondernemers. De jongeren gingen na een pittige discussie bij de Mechan-groep over de mogelijkheden om je bedrijf aan te passen aan nieuwe omstandigheden naar Van Dorresteijn in Soest. De andere deelnemers bezochten Van Donkersgoed in Voorthuizen en Elweco-Medo in Laren. Na terugkomst in Ermelo was er als slot van de eerste dag de viering van het 25-jarig bestaan van het loonwerkonderwijs, een bijeenkomst die vooral was gericht op de toekomst. Met de vraag: hoe blijf je als onderwijs bij de tijd als ontwikkelingen soms zelfs voor de ondernemer maar net bij te benen zijn? Goed voor pittige discussies over de rol van de cumelaondernemer en het onderwijs. Ook daar bleken beide partijen veel van elkaar te kunnen leren. Zo paste het prima binnen de Inspiratiedagen, bedoeld om te leren. Van elkaar en met elkaar. Om vol energie het nieuwe jaar in te kunnen. De bezoekers van dit jaar zullen er zeker weer zijn, want zoals zij opmerkten: “Hier moet je bij zijn.” Nu maar hopen dat ook de thuisblijvers volgend jaar zullen volgen. TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Toon van der Stok en fabrikanten
Bij Van Donkersgoed was ruimte voor een demonstratie werken met een grader. Al nodigde het weer niet direct uit.
Bij Elweco was er veel interesse voor het loonvoeren. Het nodigde uit tot veel discussie.
GRONDIG 1 2016
11
ondernemen met
mensen
WORKSHOPS INSPIRATIEDAGEN
Alfons van den Belt: ‘Talent of valkuil?’ Door welke bril kijk je? Dat was één van de vragen die Alfons van den Belt zijn gehoor voorhield in een workshop die de ruim tachtig aanwezige ondernemers van begin tot eind boeide. Van den Belt hield een betoog over kijken naar jezelf als bedrijf. Als metafoor gebruikte hij de ijsberg, waarvan iedereen weet dat het grootste deel onder water zit en dat je niet ziet, maar die wel de eigenschap bepaalt. Zo zijn het ook de onzichtbare bedrijfskenmerken die veel van de manier van ondernemen bepalen. De kunst is, zo betoogde Van den Belt, dat je die eigenschappen van jezelf en je bedrijf kent. “Als je dat weet, kun je ook eens door die andere bril naar jezelf kijken. Hoe doe ik dat, wat zijn mijn normen en waarden en hoe zien anderen mij? Door zo te kijken, zie je ook waar je voor jezelf wat kunt winnen.”
Klaas Staats: ‘De winst van een Bouwplaats-ID’ Als er één workshop was waar de haren van de aanwezigen recht overeind gingen staan, was het wel die van Klaas Staats en Hans Brusse van het Technisch Bureau Bouwnijverheid over de Bouwplaats-ID. Het is een soort identificatiepas die elke aanwezige op een bouwplaats straks bij zich moet hebben als gevolg van afspraken in de vorig jaar afgesloten CAO Bouw. Dit identificatiedocument moet illegale arbeid, sociale dumping en schijnconstructies tegengaan en moet beter inzicht geven in diploma’s en certificaten van werknemers en zzp’ers. De cumelasector valt niet onder de CAO Bouw, maar als onderaannemers komen de bedrijven in deze sector op veel bouwplaatsen en krijgen ze daarom toch te maken met de Bouwplaats-ID. De zaal reageerde erg kritisch op het idee. Levert het juist niet meer administratieve lasten op? Veel bouwplaatsen waar cumelabedrijven werken, hebben geen hek. Hoe loopt dan de identificatie? Wat te doen als je op een dag veel kleine klusjes hebt? Hoe ga je om met payrollers en gedetacheerde mensen vanuit de gemeentelijke kaartenbak? Allemaal vragen en opmerkingen die door de inleiders als waardevolle input werden ervaren. Enigszins hoopgevend was de toezegging dat Riet Zweistra en Jan van der Leij namens CUMELA Nederland via de gebruikersgroep mogen meedenken over een praktische invoering.
Frans Aarts: ‘Voer is een kans’ Doe je het beter, dan mag je meer. Dat geldt straks voor de agrarische sector als het gaat om bemesting, maar dat gaat straks ook op voor de loonwerker, stelde Frans Aarts in zijn betoog over de toekomst van de ruwvoerwinning. In een tot de laatste stoel bezette zaal stak hij de loonwerkers vooral een hart onder de riem. “Jullie zijn veel te bescheiden. In de discussie hier merk ik dat ook weer. De kennis is er, jullie weten enorm veel, maar gebruiken het niet. Terwijl de voederwinning van groot belang is op het bedrijf. Als loonwerker heb je daarbij recht op een plaats aan de tafel om te spreken over de bedrijfsvoering. Daarin heb je je eigen rol naast de voerleverancier, de boekhouder en de veearts.” Die plaats kun je verdienen door serieus aan de slag te gaan met het maximaliseren van de opbrengst van het land. “Ga eens in gesprek over de bodemvruchtbaarheid, gebruik de gegevens die er zijn. Maar misschien is nog belangrijker: leer om de kennis die je hebt te gebruiken. Weet hoe je met een veehouder of akkerbouwer in gesprek kunt gaan.”
12
GRONDIG 1 2016
Jacqueline Tuinenga: ‘Geen kerstpakket en werkkleding’ De boodschap in de workshop zzp’er zonder VAR was niet leuk voor een zzp’er. Hij hoort namelijk geen kerstpakket te krijgen, zo ook geen bedrijfskleding en al helemaal geen instructies. Sterker nog, merkte iemand in de zaal op, eigenlijk hoort de zzp’er jou als opdrachtgever een kerstpakket te komen brengen. Opmerkingen die workshopleidster Jacqueline Tuinenga met instemming begroette. Haar betoog bevatte echter vooral waarschuwingen. “Let als bedrijf op dat je van een zzp’er geen werknemer maakt, dus hem geen werk laat doen waarvan duidelijk is dat hij feitelijk als een werknemer optreedt. Zo is meerijden in de maïstrein een discutabele vorm van werken.” Op vragen hoe het dan wel moet, was de boodschap helder. “Geef hem dan maar een arbeidsovereenkomst als werknemer (bijvoorbeeld voor bepaalde tijd en deeltijd of nul uren), ook als hij dat niet wil. Dan maar een ander.” Wel is er volgens Tuinenga inmiddels wel duidelijkheid over de manier waarop straks een overeenkomst met een zzp’er kan worden aangegaan. “Net voor de kerst hebben we van de Belastingdienst goedkeuring gekregen over onze sectorovereenkomst. Afsluiten van zo’n contract betekent in elk geval dat formeel alles is geregeld. Maar als je door middel van een overeenkomst gaat werken, hou je dan ook aan de bepalingen in die overeenkomst.”
André de Swart: ‘De bank de deur uit’ De ruim zeventig mensen die bij André de Swart in de zaal zaten, hadden onderweg naar huis wat te bespreken. Hij vroeg hen namelijk om als man en vrouw of jongere en oudere eens samen te overleggen of de toekomstvisie die ze hebben hetzelfde is. Want als je het eens bent over groei denkt de één wellicht aan meer machines, terwijl de ander denkt aan een betere bezetting van de machines. Zijn kernboodschap was: zorg hoe dan ook voor een goede communicatie. In zijn rol als bedrijfseconomisch adviseur, zo vertelde hij, merkt hij keer op keer dat een gebrek aan communicatie tot problemen (en financieel verlies) leidt. Daarmee paste het in zijn betoog hoe je de bank buitenspel kunt zetten. Je moet zelf de financiele regie houden. In wezen een eenvoudige opdracht, stelde hij. “Alles draait daarbij om het rendement en de investeringsdrang van je onderneming. Als je dat op orde hebt, sta je sterk in de omgeving en kun je zelf bepalen waar en hoe je wilt werken.” Als voorbeeld haalde hij een praktijkgeval uit zijn inmiddels lange carrière aan. “Een paar jaar geleden was ik bij een bedrijf dat dik in de min zat. De bank was erbij en had nog maar één boodschap: ‘Verkoop je zelf of doen wij het?’ Wij hebben het gedraaid en gevraagd om nog een eigen oplossing te mogen zoeken. Die kregen we en de ondernemer is naar zijn klanten gegaan en heeft de situatie uitgelegd. Omdat ze tevreden waren over het werk was iedereen bereid om het iets hogere tarief te betalen en de veranderde werkomstandigheden te accepteren. Met dit laatste kreeg hij de regie in plaats van zijn klanten. Na deze boodschap zijn alle klanten gebleven. Nu is het al zover dat hij me nog elk jaar belt, maar nu met de vraag: ‘Hoe hou ik de belastingdienst buitenspel?’”
Ron Bons ‘Vrolijk de strijd aan’ Onbeschrijflijk was feitelijk de workshop - of was het een cabaretvoorstelling? - van ‘sferemoniemeester’ Ron Bons. In een uitpuilende zaal veroorzaakte hij vooral pijn in de kaakspieren, en dan van het lachen. Verborgen in zijn ruim één uur durende, zeer interactieve sessie was de boodschap dat je vooral plezier moet maken met elkaar en dat als je plezier maakt ook het ondernemen weer leuk wordt. Hij liet echter ook zien dat iedereen die wordt opgepept door een enthousiaste leider toch fantasierijk aan de slag kan. Opvallend was dat gestimuleerd door de aanvoering van vier teamcaptains in de zaal enthousiast strijdende groepen ontstonden, die zongen, elkaar door een telspel hielpen en een verbinding met elkaar aangingen. Geholpen door jonge en oude ondernemers die lieten zien hun mannetje te staan en vol enthousiasme de strijd tussen de groepen voerden, waarbij het verschil tussen generaties verdween en iedereen op zoek ging naar de goede oplossing. Beschrijven is verder niet mogelijk, misschien dat het eindfilmpje van het gezamenlijk gezongen Slavenkoor nog het meest vertelt. Hoe dan ook, iets wat je moet hebben meegemaakt.
GRONDIG 1 2016
13
ondernemen met
mensen
ONDERNEMERSLESSEN
We moeten zichtbaarder zijn Jan Vrij, Wateringen Van jaar tot jaar ziet Jan Vrij de markt veranderen. Kiezen overheden voor het uitbesteden en worden ze van opdrachtgever regisseur. Het resultaat is echter averechts, stelt de nieuwe voorzitter van de sectie Grondverzet en cultuurtechniek van CUMELA Nederland vast. “Er gaat meer geld naar adviesbureaus en minder naar het werk, dat dus minder van kwaliteit wordt.”
LES 1 Uitbesteden is slecht voor gemeenten “Jaar na jaar krijgen we te maken met meer gemeenten die het groenonderhoud uitbesteden. Aangestoken door het idee dat privatisering en een kleiner ambtelijk apparaat goed zijn, veranderen ze hun organisatie en denken ze beter af te zijn als ze het proces maar goed organiseren. Als de desbetreffende ambtenaar maar een goede procesmanager is, komt het goed en wordt het onderhoud van het openbaar groen en de sportterreinen goedkoper. Het gevolg is wel dat er geen deskundigheid meer is en je als gemeente niet alleen voor het werk mensen moet inhuren, maar ook voor de deskundigheid. Dan ben je wel helemaal afhankelijk van derden. Alleen in de grote steden merk je dat ze het dankzij hun omvang nog anders doen. Daar kun je dus nog zaken doen met ambtenaren die verstand van zaken hebben.”
LES 2 Privatisering betekent alleen maar meer dure schijven en minder geld voor de uitvoering “Het gevolg van die hele privatisering is dat de adviesbureaus als paddenstoelen uit de grond rijzen, vaak geleid of bevolkt door de goede ambtenaren die eerst bij de gemeenten zaten. Voor hen pakt de privatisering wel goed uit, want zij gaan meer verdienen dan in een ambtelijke omgeving. Het gevolg is echter wel dat er een laag tussen zit die ook geld moet verdienen. Laatst kreeg ik bij een relatief kleine aanbesteding voor het onderhoud van sportvelden van ongeveer een ton toevallig te horen wat het adviesbureau dat nu voor de uitvoering moest zorgen kostte: € 12.000,- voor directie en toezicht. Geld dat dus moet worden verdiend door de aannemer uit te knijpen. Maar wat is het resultaat? Natuurlijk, het onderhoud is goedkoper, maar je denkt toch niet dat het beter is. Je kunt namelijk niet ongestraft tien procent minder uitgeven en hetzelfde resultaat verwachten. Dan ga je voor net voldoende. Zo is het ook gegaan bij het onderhoud van het spoor. Vroeger werkten we rechtstreeks voor de NS; die had een trajectmanager en regelde het onderhoud. Daarna kwam ProRail
14
GRONDIG 1 2016
erbij. Die deed hetzelfde, maar ging het niet meer zelf doen, maar uitbesteden. Hele trajecten werden daarbij gegund aan grote aannemers die verantwoordelijk werden voor een stuk spoor, maar ook zij doen het werk niet zelf en besteden het weer uit. Nog steeds doen wij dus hetzelfde werk aan het spoor, maar er zitten wel twee lagen tussen. Lagen die er zelf wat aan willen verdienen en er allebei ook nog wat vinden. In plaats van werken aan het spoor zijn we nu aan het overleggen. Met hogere kosten en minder geld voor het werk.”
LES 3 Ook langjarige contracten gaan ten koste van de kwaliteit “Het gevolg van aanbesteden is dat aan het eind van het contract de kwaliteit omlaag gaat. Dan maakt het niet uit of het vier jaar is of tien jaar. Het is en blijft kortetermijnbeleid. Aan het einde van elke periode gaat elke aannemer namelijk toch kijken of hij nog wat kan verdienen. Relaties tellen niet, want voor het vervolg moet opnieuw worden ingeschreven. Waar in de eerste jaren het werk zorgvuldig wordt gedaan omdat je dat in de jaren daarna scheelt, verdwijnt dat aan het eind. Dan doen aannemers alleen wat strikt noodzakelijk is, want je hebt toch geen enkele garantie dat je het daarna weer hebt. Maar iedereen weet dat je daardoor in het vervolg duur herstelwerk krijgt.”
LES 4 Werk zoveel mogelijk direct voor de opdrachtgever “Wat je merkt, is dat het als onderaannemer steeds moeilijker wordt om wat te verdienen aan een project, want als het goed gaat, strijkt de hoofdaannemer het meerwerk op en krijgt hij de bonus. Loopt het niet, dan mag de ondernemer het oplossen of moet hij inleveren. Daarom proberen we zoveel mogelijk op te schuiven in de keten en het liefst direct voor de opdrachtgever te werken. Dan kun je je kwaliteit te gelde maken en ook samen werken aan een goed resultaat. Bij het werk aan het spoor hebben we zo het onderhoud van het spoor naar ons toegehaald. Eerst verhuurden we daar alleen zuigwagens en regelde een derde partij de mensen die er omheen aan het werk waren. Maar aan het afval dat hier werd gestort, zagen we dat het werk
niet volledig gebeurde. Ik heb toen de opdrachtgever voorgesteld om voor hetzelfde geld alles te regelen en het werk echt goed te doen door het hele ballastbed te reinigen en niet zoals de anderen deden alleen de bovenste laag. Na een eerste test krijgen we nu elk jaar tien tot twintig perrons toegewezen. Mooi werk, want we mogen zelf bepalen wanneer we dat doen. Daarmee kunnen we dus prima loze uren opvullen.”
LES 5 Werken voor de overheid is werken aan relatiebeheer “Een voordeel van de terugtredende overheid is dat er werk vrijkomt. Daar kunnen onze bedrijven van profiteren, zeker nu de onkruidbestrijding verandert, maar daar moet je wel op kunnen inspelen. En werken bij de gemeente is werken aan relatiebeheer. Daar zijn veel van onze ondernemers helaas niet zo goed in. Dat moet je veranderen, wil je een deel van het werk overnemen. Zeker daar waar nog ambtenaren zitten die het werk uitbesteden, kun je met lokale kennis best wat bereiken. Soms worden de onderhoudsdiensten buiten de deur gezet, maar blijft de ambtenaar nog wel zitten. Met die mensen kun je zaken doen als je weet hoe het werkt. Dan kun je met kwaliteit nog veel werk binnenhalen.”
LES 6 We moeten ons als sectie Grondverzet en cultuurtechniek meer presenteren “De terughoudendheid die een beetje in de sector ingebakken zit, merk je ook bij CUMELA Nederland. Daar zit voor mij als nieuwe voorzitter van de sectie Grondverzet en cultuurtechniek
een belangrijke uitdaging. Ik wil meer het gezicht zijn van de sectie. Door meer aanwezig te zijn bij bijeenkomsten, maar ook door meer van ons te laten horen. We vertegenwoordigen als brancheorganisatie de grootste groep bedrijven die actief zijn in grondverzet en cultuurtechniek. Dat mogen we wel meer uitstralen. Na een periode onder mijn voorganger Teake de Boer waarin we onze positie zeker goed hebben opgebouwd, is het nu tijd om wat meer van ons te laten horen bij externe partijen, zoals de opdrachtgevers. Dat past ook bij de grootste groep ondernemingen in de sector die we vertegenwoordigen.”
LES 7 Preventief onderhoud is cruciaal als je het in drie uur tijd moet verdienen Wat we de laatste tijd zien, is dat met het specialistische werk het meest te verdienen is. Daar kun je rendement maken, doordat je minder last van concurrentie hebt. In bulkbestekken kunnen wij niet meekomen. Daar moet je als bedrijf ook op ingespeeld zijn door alles te zetten op zo laag mogelijke kosten. Dat past niet bij ons, omdat wij juist werken aan het altijd inzetbaar zijn. Voor ons is dat belangrijk, omdat je zeker bij werk aan spoor of trambanen te maken hebt met heel korte tijdvakken waarin je kunt werken. Vaak heb je maar drie tot vijf uur voor het uitvoeren van een klus. Als er dan een uur uitvalt door een storing, ben je in het slechtste geval al een derde van je werktijd kwijt. Daarom is voor ons preventief onderhoud cruciaal. Zodra er bij die machines twijfel is, kennen we maar één motto: vervangen. Dat kost altijd minder dan een uur stilstand of bijvoorbeeld een ontsporing. Dat is ook de nieuwe tijd. Als er nu een machine uit het spoor loopt, sta je niet alleen stil, maar moet er ook een
GRONDIG 1 2016
15
Wie is Jan Vrij? Jan Vrij is sinds afgelopen najaar voorzitter van de sectie Grondverzet en cultuurtechniek van CUMELA Nederland en maakt daarmee ook deel uit van het bestuur. Jan Vrij heeft samen met zijn zoon Rick Vrij in Wateringen een cumelabedrijf dat is gespecialiseerd in cultuurtechniek. Kernactiviteiten zijn de aanleg en het onderhoud van sportvelden en het onderhoud van spoorwegen. Daarnaast voert het bedrijf allerhande werkzaamheden uit op het gebied van grondverzet en cultuurtechniek. Bij het bedrijf zijn 65 mensen in vaste dienst. Op de nieuwe vestiging in Wateringen is een grondbank en wordt veel groenafval verwerkt.
nieuwe veiligheidskeuring komen. Dan sta je zo twee weken stil. Dat is wel het verschil met vroeger. Toen repareerde je het en kon je verder. Nu begint er een heel circus.”
LES 8 Alle machines minimaal dubbel zorgt dat je niet afhankelijk bent van derden “Voor ons is inzetbaarheid zo belangrijk dat we alle speciale machines minimaal dubbel willen hebben. Dat is bedrijfseconomisch misschien niet altijd rendabel, maar in de piektijden kunnen we ons geen stilstand veroorloven. Als wij namelijk druk zijn met het onderhoud van sportvelden zijn alle collega’s dat ook. Val je zelf stil, dan kun je dus ook nergens anders terecht, want iedereen is druk. Naast die machines zijn we echter juist wel kritisch, want trekkers en kranen kun je overal huren. Die willen we dus zeker niet te veel hebben.”
LES 9 Machinekosten zijn de factor waar je het rendement het meest kunt verbeteren “We doen al een paar jaar mee aan CUMELA-Kompas Analyse en zien dat juist de machinekosten cruciaal zijn. Arbeidskosten en afschrijving zijn redelijke vaste posten, maar de variabele kosten zoals onderhoud en brandstof bepalen in grote mate de kostprijs. Daarom zijn we daar veel meer op gaan letten. Dan zie je grote verschillen. We hebben hier trekkers die € 2,- onderhoud per uur kosten, maar er zijn er ook waar we per uur € 9,- aan kwijt zijn. Dat soort zaken gaat in de toekomst meer onze keuzes bepalen. Het is ook de reden dat we vlak voor het nieuwe jaar nog acht nieuwe trekkers hebben gekocht, waaronder vijf Valtra’s en drie New Hollands. Door wat investeringen te bundelen, konden we ook op onze inkoop wat verdienen. Dat scheelt uiteindelijk in onze afschrijving. Qua liquiditeit is het naar voren halen tegenwoordig geen probleem, want bij iedereen kun je ze in twee jaar afbetalen tegen nul procent rente.”
16
GRONDIG 1 2016
LES 10 Met te veel ruimte ga je verzamelen “Iedereen verwachtte dat we door onze verhuizing meer ruimte zouden krijgen, maar dat is nauwelijks het geval. Te veel ruimte is ook niet goed want dan ga je alleen maar meer verzamelen. Ons terrein is vooral bedoeld voor de verwerking en opslag van grond en biomassa. Daar verdienen we het geld mee. Daarom passen we goed op het industrieterrein, omdat we heel veel aan- en afvoer hebben. Dat begon ons in de oude situatie te beperken, omdat mensen daar een hekel krijgen aan alle af en aan rijdende auto’s en trekkers.”
LES 11 Met energie willen we ook onafhankelijk zijn “Bij onze nieuwbouw was het streven om op energiegebied net als bij de machines onafhankelijk van andere partijen te worden. Voor gas is dat inmiddels gelukt. Dat is deze maand afgeschakeld. We stoken nu volledig op houtsnippers die we op ons bedrijf zelf verzamelen. Met een houtkachel stoken we ons hele kantoor, de werkplaats en de machineopslag warm, tegen een fractie van de kosten. Voor stroom zal dat wel niet helemaal lukken, want we hebben wel voldoende zonnepanelen voor een belangrijk deel van ons stroomverbruik, maar de productie loopt niet gelijk met ons verbruik. Wellicht dat we dat met een vorm van windenergie nog gelijk kunnen trekken, maar helemaal vrij van het net zullen we hier nooit komen. Toch is het een mooi iets om naar te streven. En het past in de bedrijfsvoering. Het maakt je niet alleen onafhankelijk, je scoort er mee op de duurzaamheidsladder. En dat helpt je ook als bedrijf vooruit.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok
Calaris , het vertrouwde middel waarmee Kees zo klaar is ®
Calaris, hét basismiddel tegen onkruiden in maïs. • Flexibel en gemakkelijk • Veilig • Snel en breedwerkend Bij gladvin gergras • Vroeg s • Lange duurwerking puit en: 2-3 blad m aïs • Hogere dosering: 1,5 l/ha
www.calariskees.nl
Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl. Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code). Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/ TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.
STERK WERK Kiezen voor een eigen mechanisatietak
ondernemen met
mensen
Loonwerk & Transport Postel, Tilligte Een eigen mechanisatietak voor transparant onderhoud van het eigen materieel en als extra service naar de klanten. Postel in Tilligte liep al een tijd rond met deze plannen. Met het binnenhalen van een geschikte man is dit in een stroomversnelling geraakt. Bij de viering van het zestigjarig jubileum in februari moet deze nieuwe tak staan. Even een bakkie scoren in het nieuwe kantoorpand, een combinatie van een nostalgische Twentse boerderij en tegelijkertijd een ruim en efficiĂŤnt ingericht kantoor. Een mooie mix, waarmee de toon meteen is gezet. Postel houdt niet van half werk. Het bedrijf wil zijn zaken goed op orde hebben en er netjes bij hebben liggen. Dat blijkt ook uit de keurige ontvangst door een medewerkster op kantoor, die precies weet hoe je dat netjes doet als de baas elders nog even druk is. Die aanpak zie je ook als je verder het terrein op gaat. Je ziet er grote vakken voor het brengen van grof huishoudelijk-
18
GRONDIG 1 2016
en bouwafval, keurig geordend en nergens rotzooi, en een ruime stalling waarin het materieel schoon en overzichtelijk in het gelid staat. We komen voor de nieuwe mechanisatietak in oprichting. Ten tijde van ons bezoek moeten er nog handtekeningen worden gezet, maar als u deze uitgave leest, is Postel officieel dealer van PĂśttinger en Deutz-Fahr. En er is al meer gaande, want op 14 februari viert het bedrijf zijn zestigjarig jubileum. Dan moet de nieuwe mechanisatietak staan.
Loonwerk & Transport Postel, Tilligte Loonwerk & Transport Postel is voortgekomen uit het puur agrarische loonbedrijf dat in 1956 werd opgericht door Johan Postel. Marcel Postel heeft in 2007 als derde generatie Postel het bedrijf overgenomen en flink uitgebreid naar een breed georiënteerd cumelabedrijf met agrarisch loonwerk, grondverzet, transport, sloopwerk, een containerdienst, zand- en grondhandel, een gemeentelijk afvalbrengpunt en nu dus ook mechanisatie. Het bedrijf heeft circa 25 vaste medewerkers en huurt losse krachten in. Het bedrijf is VCA-gecertificeerd. Meer informatie: www.postel.nl.
Nieuw inrichten Marcel Postel leidt ons rond in de huidige werkplaatsruimtes. De eerste werkplaats, waar nu schoon werk wordt gedaan, is ruim genoeg voor een flinke silagewagen. Daarnaast een overzichtelijke berging voor klein materieel, dan een ruimere werkplaats waar nu de hakselaar geheel in eigen beheer wordt onderhouden, dan een groot magazijn en dan nog een derde, ruimere werkplaats waar het reguliere onderhoud wordt gedaan. Er is een smeerput, er staat een bandenapparaat en hydrauliekslangenpers. Het is duidelijk dat Postel een behoorlijk vertrekpunt heeft. Marcel is daar ook helder in. “We hebben voldoende ruimte om te starten. Wel willen we nog het één en ander aanpassen voor de officiële opening tijdens ons jubileum”, vertelt hij. Marcel duidt op een eigen kantoor voor de mechanisatietak, zodat dat niet alleen met de rug naar het transport- en loonbedrijf ligt, maar dat het ook echt een apart zelfstandige tak is met een eigen op- en ingang. “Het wordt geen dealerbedrijf met een grote showroom en dito winkel. Het wordt een mechanisatiebedrijf waar klanten terecht voor nieuwe machines en reparatie en onderhoud. Daar besteden we ook het onderhoud van de rest van ons bedrijf aan uit”, legt Marcel uit. Hiermee kan het
bedrijf de keuze maken om de reparatie zelf of door derden te laten uitvoeren. Hij laat weten dat het hem nu eigenlijk iets te snel gaat. “Wij houden ervan om zaken goed voor elkaar te hebben voordat we los gaan. Daarom wilden we aanvankelijk rond het bedrijfsjubileum starten, maar onze nieuwe man geeft meteen gas en met het binnenhalen van de eerste merken zijn de plannen vlak voor kerst al in een stroomversnelling gekomen. Het is niet verstandig dit af te remmen.”
Mensenwerk De laatste tien jaar is Postel gegroeid van een puur agrarisch loonbedrijf naar een veelzijdig cumelabedrijf. Daar komt nu dus mechanisatie als vierde tak bij. Marcel is helder over zijn insteek. “Je kunt alles regelen, maar het begint met er goede mensen op te zetten. Dat is voor ons altijd het vertrekpunt. Goede mensen en sowieso op sleutelplekken in het bedrijf”, vertelt hij. Hij geeft aan dat hij al een paar jaar aan het nadenken was over met deze uitbreiding, omdat hij kansen zag in zijn werkgebied, maar dat hij er dan wel de goede mensen voor moest hebben. “Kundige monteurs hebben we in huis, maar je hebt ook een verkoper nodig die deze tak kent en
Jubileum Op 14 februari viert Postel officieel zijn zestigjarig jubileum. Tijdens dit jubileumfeest zal niet alleen de nieuwe mechanisatietak worden getoond, maar is uiteraard ook het nieuwe kantoor te bewonderen en de nieuwe erfinrichting met daarin opgenomen het nieuwe afvalbreng-
punt voor de gemeente Dinkelland. Iedereen is van harte welkom. Uiteraard zullen de twee nieuwe Deutz-Fahr Warriors van de partij zijn en geeft Tonny Oude Vrielink graag tekst en uitleg over de mechanisatietak en de producten.
GRONDIG 1 2016
19
de drive heeft er een succes van te maken. Die hebben we gevonden in de persoon van Tonny Oude Vrielink. Die kent het vak en onze klanten. We wisten dat Deutz-Fahr wel een steunpunt bij ons wilde hebben en zo is de puzzel goed in elkaar gevallen.” Naast deskundigheid staan duurzaamheid en betrouwbaarheid bij Postel hoog in het vaandel. Onder betrouwbaarheid valt ook de manier waarop je met relaties en klanten omgaat. Marcel geeft aan dat hij dit wel even een lastig punt vindt. “Een mechanisatietak opstarten houdt veel meer in dan die tak erbij nemen. Je bent ook ineens concurrent van een aantal vaste leveranciers met wie je in al die jaren een goede band hebt opgebouwd”, vertelt hij. Postel geeft aan dat hij dit netjes wil afhandelen. “Wij gaan dus niet ineens alle trekkers omzetten. Dat zal via de weg van de geleidelijkheid gaan. Als er klanten zijn die graag een ander merk willen, zullen we ze gerust doorverwijzen naar onze huidige relaties. Je moet elkaar ook wat kunnen gunnen.” Dat er van merk zal worden geswitcht, is echter zeker. “We hebben al twee nieuwe Deutz-Fahr TTV-trekkers aangeschaft”, vertelt Marcel. Een demo-Deutz-Fahr die nu al voor de gronddumper draait, is het bewijs dat er al wel degelijk gas wordt gegeven.
Mensen maken het verschil. Voor de uitbreiding zorgde Postel eerst voor de juiste mensen op de juiste plek, onder wie ervaren monteurs, die de nieuwe taak aan kunnen.
Transparant Heel belangrijk voor Postel is dat het een transparante tak wordt. “De mechanisatietak wordt een zelfstandig onderdeel, met heldere afspraken over het doorberekenen van diensten. Daarmee krijgen wij voor onze andere takken de onderhoudskosten ook scherper op het netvlies. Aan de andere kant zullen we capaciteit van elkaar benutten. In drukke periode zullen onze medewerkers in de mechanisatietak helpen en andersom. Daarin zit een stukje meerwaarde”, aldus de ondernemer. De andere meerwaarde ziet Postel richting zijn klanten. “Wij zijn doorgegroeid naar een bedrijf met diverse takken om in onze regio een full-liner van diensten te zijn. De mechanisatietak past daarin, omdat we daarin onze klanten kunnen helpen met efficiënt onderhoud en reparaties en desgewenst aan nieuwe machines”, aldus Marcel. Groter wil hij het niet hebben. “We gaan dus ook geen winkel beginnen met tuin en park, gereedschappen en andere zaken. Daarvoor zijn in de directe omgeving voldoende adressen beschikbaar”, is hij stellig. Of dat zo zal blijven, weet je niet. Het bedrijf heeft zijn activiteiten de laatste tien jaar immers stevig verbreed. “Als er zich iets aandient wat past bij het bedrijf voor het totaalpakket in de streek, dan zullen we het aanpakken, maar alleen als we er goede mensen voor hebben of kunnen vinden”, zegt hij. De aanschaf van de eerste Herder-combinatie op het bedrijf doet vermoeden dat Postel nog niet is uitgegroeid. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Pekkeriet
20
GRONDIG 1 2016
Het binnenhalen van Deutz-Fahr betekent ook overschakelen op dit merk. Deze eerste demotrekker draaide al en bij het uitkomen van deze uitgave heeft Postel twee nieuwe Deutz-Fahr Warriors binnen.
Transport is een belangrijke tak voor Postel. Naast combinaties voor mesttransport heeft het bedrijf diverse vrachtwagens, opleggers en bakwagens draaien, waaronder deze Scania R500 6x2.
Bekijk hier de video ‘Werkelijk goed Werk!‘
tractoren.claas.com
Werkelijk goed werk. Tractoren van CLAAS.
Naam
Tomasz Różański
Geo-data 54°29.550 017°30.100 Land
Polen
Bedrijf
800 ha landbouw, loonbedrijf en expeditie
Dzień dobry uit Polen. Met ons loonbedrijf bewerken mijn broer en ik 3.000 ha in het loonwerk, 800 hectare eigen grond en we leiden samen het internationale transportbedrijf. Dan moet je wel goed met elkaar kunnen omgaan. Bezoek ons: tractoren.claas.com
ondernemen met
mensen
VROUW & VISIE
Drie jaar geleden is de stichting Duurzaam Repareren opgericht, als vervolg op ‘Duurzaam Inkopen’ bij de overheid. Om duurzaam in te kopen, moet wel bekend zijn welk bedrijf daadwerkelijk duurzaam werkt. Duurzaam Repareren voorziet met haar certificering in deze behoefte. In eerste aanleg was de stichting alleen actief in de automotive-sector, maar inmiddels is het aantal aandachts gebieden gegroeid en komt ook de cumelasector in beeld.
“Toekomstbestendig onderhoud en herstel tastbaar en meetbaar maken” Angélica Gravendijk, stichting Duurzaam Repareren “Wist je dat om een voertuig zijn volledige levensduur op de weg te houden er acht keer zoveel onderdelen worden geproduceerd dan er ooit werden gemonteerd tijdens de productie ervan? Wist je dat met de extra CO2-uitstoot door schadereparaties in Nederland alleen al zestig miljoen bomen gemoeid zijn? Dit zijn maar twee voorbeelden waarom de overheid drie jaar geleden de stichting Duurzaam Repareren heeft opgezet”, vertelt Angélica Gravendijk, één van de twee directeuren van de stichting. Zij is van de feiten en verschuilt zich niet achter ‘ongrijpbare ideële doelen’. Ze komt niet in een duurzame elektro-auto voorrijden, maar in een sportieve cabrio en is niet te beroerd even in bijpassende outfit te portretteren bij een niet geheel schone kipper die treffend heel vaak wordt ingezet voor de gemeente Apeldoorn, waar de stichting is gevestigd. ”We zijn geen geitenwollensokkenorganisatie, maar zijn zakelijk, met concrete en reële doelen”, aldus Gravendijk.
“Wij richten ons echt op de kern van Duurzaam Onderhoud, waarbij de onderdelen hard, meetbaar en toetsbaar moeten zijn.” Ze beschrijft een snelle groei van het aantal aandachtsgebieden onroad. Naast onderhoud en reparatie in garages ziet ze ook bij bandenbedrijven, schadeherstel en cleaning een verdere groei. Ze is helder over de status van onze sector. “We hebben de offroadsector, waaronder de cumelasector, nog niet in beeld, maar het heeft wel onze aandacht en het komt ongetwijfeld op de agenda”, zegt ze. Gravendijk voorziet dat omdat bedrijven uit de cumelasector ook diensten verlenen aan overheden, semi-overheden en opdrachtgevers. “We zien dat ketens zich steeds verder sluiten en zien tegelijk vanuit verzekeraars een extra grote druk ook het onderhoud en herstel in alle sectoren transparant duurzaam op orde te hebben.” Gravendijk geeft aan dat cumelabedrijven die op termijn als eersten instappen bonuspunten zullen hebben bij aanbestedingen en dat het later een vereiste gaat worden. “Dat is de trend die we nu in de onroadsector zien. Wij verwachten voor de offroadsector op termijn eenzelfde lijn”, aldus Gravendijk. Dat is ook de reden dat ze de boodschap naar onze sector nu alvast kwijt wil. “Er is nog een weg te gaan, maar het is goed dat de cumelasector nadenkt, want het is er eerder dan je denkt.”
22
GRONDIG 1 2016
De overheid en het bedrijfsleven zagen een aantal jaren geleden in dat het onderhoud van het wagenpark tal van milieubesparende, maar ook kostenbesparende mogelijkheden kent die lang niet altijd volop worden benut. Denk hierbij aan het hergebruik van middelen (in plaats van vervangen), milieuvriendelijke middelen voor mens en natuur, afbreekbare oliën, milieuvriendelijke reparatie- en herstelprocessen, recycling en het verantwoord verwerken van afvalstoffen en reststoffen. “Elk bedrijf zal en kan in mindere of meerdere mate voldoen aan individuele criteria, daarmee claimend dat het duurzaam bezig is. Deze criteria kennen echter weinig samenhang. Er kan niet worden gesproken van duurzaam repareren als al die criteria niet samenkomen. De overheid zocht een instrument om dat te toetsen. Een bedrijf dat door ons is gecertificeerd, voldoet aan alle criteria in de juiste samenhang”, vertelt Gravendijk. Ze geeft aan dat MVO en de CO2-prestatieladder hier dus niet onder vallen. "Wij richten ons echt op de kern van Duurzaam Onderhoud, waarbij de onderdelen hard, meetbaar en toetsbaar moeten zijn”, aldus de directeur. Volgens haar ligt het Duurzaam Onderhoud-certificaat meer in de lijn van het ISO 9001-certificaat. “Bedrijven die dat op orde hebben, kennen de werkwijze en zullen al aan veel criteria voldoen.” De stichting Duurzaam Repareren heeft een college van deskundigen dat verantwoordelijk is voor het technisch beheer van de normering, dus voor het pakket van eisen. In dit college zitten afgevaardigden uit de tak zelf, verzekeraars, fleetowners, leasebedrijven, consumentenbelangenorganisaties en een certificerende instelling. “Voor de offroadsector zal hier dan ook een product-marktcombinatie moeten worden gevonden met de juiste vertegenwoordigers vanuit overheden, opdrachtgevende partijen en belanghebbende partijen. Net zoals nu voor onroad de marktvraag vanuit overheid, bedrijfsleven en burger is gebundeld en door ons is omgezet in meetbare normen.” Gravendijk benadrukt dat hierbij alle opgenomen eisen in lijn staan met de definitie van duurzaamheid volgens de VN-resolutie (Commissie Brundtland, 1987): “De wijze van ondernemen waarbij het mogelijk is dat dit door toekomstige generaties op identieke wijze kan worden voortgezet.” Concreet gaat het om zuinig en bewust omspringen met grondstoffen, zuinig en bewust omspringen met energie, zorgdragen voor duurzaam inzetbaar personeel, voorkomen van verspilling in het proces (efficiency), hergebruik, beperken van afvalstromen en recycling. Deze aandachtsgebieden zijn allemaal omgezet in toetsbare normen.
Angélica glimlacht even. “Nog niet erg tastbaar, maar dat komt wel als we enkele praktijkzaken doornemen”, belooft ze. Zo wat voorbeelden. Voor het afvalbeheer werken volgens de ladder van Lansink; eerst preventie om te voorkomen, zoveel mogelijk hergebruik, vervolgens de juiste recycling en afvalverwerking. Dus bijvoorbeeld zoveel mogelijk uitwasbare katoenen poetsdoeken gebruiken in plaats van automatisch wegwerpdoeken. Indien mogelijk covers monteren om zo het aandeel hergebruik van karkassen te vergroten, waar mogelijk repareren in plaats van vervangen, kijken of er tweedehands onderdelen vanuit revisie of sloop verkrijgbaar zijn en op de wasplaats werken met water en milieuvriendelijke middelenbesparende oplossingen. In het verlengde hiervan ook het hele arbogebeuren in de werkplaats; de juiste tools en werkmethoden toepassen om de medewerkers niet onnodig fysiek te belasten en zo weinig mogelijk bloot te stellen aan schadelijke gassen. Ook zijn er richtlijnen voor het machinepark zelf en de onderhoudsstaat. “We auditeren onroad ook het wagenpark, toetsen of er verbeterpunten nodig zijn en controleren ook nadrukkelijk de onderhoudsstaat.” Duurzaam ondernemen gaat echt verder dan machines volgens de laatste emissie-eisen of hybridetechniek. De juiste bediening, een goede onderhoudsstaat hoort er ook bij. “De basisgedachte is dat grondstoffen niet onuitputtelijk zijn en de kostprijs zal toenemen. Bewust gebruik en hergebruik geven op termijn een verlaging van de kostprijs”, aldus Gravendijk. “Dat geldt ook voor de verantwoorde inzet van personeel. “Preventieve maatregelen om het personeel duurzaam gezond te houden, kosten minder dan zieke werknemers.”
“Het pakket van eisen moet altijd in dienst staan van het algemeen en het bedrijfsbelang. Daarom zitten er in de commissie ook vertegenwoordigers van de bedrijfstak.” Gravendijk vertelt dat het doel van de ondernemer om financieel verantwoord bezig te zijn zeker wordt meegenomen. “Het pakket van eisen moet altijd in dienst staan van het algemeen en het bedrijfsbelang. Eisen die conflicteren met onderhoudseisen van de fabrikant kunnen niet”, zegt ze. Ook wordt er rekening gehouden met de portemonnee van de ondernemer zelf. “Duurzaam Onderhoud heeft als doel dat we de onze maatschappij verantwoord kunnen doorgeven aan de volgende generatie. Juist daarom zitten er in de commissie vertegenwoordigers van de bedrijfstak zelf. Niet-rendabele bedrijven kun je niet doorgeven. Dat kan niet de bedoeling zijn.” Angélica Gravendijk sluit het gesprek treffend af. “Ik ken de offroadsector vanuit mijn verleden. Ik weet dat er veel verbeterpunten zijn, maar ook dat er bedrijven zijn die al klaar zijn voor deze stap. Een stap waarmee ze sterker staan voor de toekomst en die als het goed is uiteindelijk op termijn een beter renderend bedrijf geven, dat met een gerust hart aan de volgende generatie kan worden doorgegeven.” TEKST & FOTO: Gert Vreemann
GRONDIG 1 2016
23
ondernemen met
vaktechniek
LEDVERLICHTING Led loont Belangstelling groeit sterk Förch Nederland zwengelde de discussie over ledverlichting aan, mede vanwege de grote afname onder automotive-bedrijven in Nederland. Technolit pakte flink uit op de Agritechnica. Wij rekenden de overstap met Förch door, bespraken met Technolit de praktijk en bezochten een cumelabedrijf dat al vijf jaar ledverlichting heeft in de werkplaats. De conclusie is eenduidig: led loont. Sprekender kan het bijna niet. Deze wand met een led-tl en een conventionele tl op de Agritechnica bij Technolit en Iwetec met daarbij het stroomverbruik en de lichtopbrengst zichtbaar plus een meter waarop duidelijk zichtbaar 0,74 kWh voor de led-tl tegenover 1,4 kWh voor de conventionele tl. Op de foto kun je de lichtopbrengst niet fotograferen. Je krijgt zelfs een vertekend beeld, omdat je in feite alleen de bron fotografeert en niet de uitstraling. Neem maar aan dat het verschil verwaarloosbaar is. Ledlampen zijn duur, maar het is helder dat de kostprijs per uur lager is dan die van conventionele tl-lampen. Bekijk ons rekenvoorbeeld en pas het aan voor uw eigen situatie. Ruwweg € 25,- extra uitgeven ten opzichte van de conventionele tl en per jaar circa € 10,- besparen, is een redelijke vuistregel. Zelfs als je uitgaat van sneller afschrijven binnen de gegarandeerde levensduur van vijf jaar kan het nog uit. Er zit MIA op en het past in de trend van verduurzaming. Let daarbij op kwaliteit, laat u goed voorlichten en schakel een installateur in om fouten te voorkomen. Vijf jaar garantie bedingen, geeft u de zekerheid dat de lampen zijn terugverdiend voordat de garantie is verlopen. Ga er echter van uit dat kwalitatief hoog-
24
GRONDIG 1 2016
waardige ledlampen waarschijnlijk langer meegaan. Verder levert het overschakelen op ledverlichting een belangrijke bijdrage in de CO2-besparing en dus voor uw CO2-prestatieladder. Zaken waar steeds meer cumelabedrijven aan werken om sterker te staan. Naast tl-buizen geldt dit verhaal natuurlijk voor alle vormen van ledverlichting en werklampen.
Förch rekent voor Förch heeft de laatste twee jaar in Nederland een grote afname van led-tl-buizen gekend vanuit de automotive-sector. De afzet ging zelfs zo hard dat Förch tijdelijk een leveringsprobleem had. Intussen zijn de led-tl-buizen weer volop leverbaar en gaat het bedrijf ook onze markt bewerken. Förch zet in op hoogwaardige tl-buizen, waarop het zelf standaard twee jaar - en tegen een geringe meerprijs vijf jaar - volledige garantie geeft. Die twee jaar is omdat Förch ze nu twee jaar levert en daarom ondanks de garantie van af-fabriek vijf jaar deze niet wil geven zonder zelf vijf jaar ervaring te hebben. De fabrikant van de buizen geeft aan dat ze 50.000 uur meegaan en er dus gerust vijf jaar garantie kan worden afgegeven. Förch benadrukt verder dat er in principe
Rekenvoorbeeld Dit is een globaal rekenvoorbeeld met afgeronde getallen, waarbij is uitgegaan van hoogwaardige tl-lampen en dito led-tl-lampen. Bij de aanschafprijs van de led-tl zijn bijkomende kosten voor de montage en de verwijderingsbijdrage voor de oude tl meegerekend. Reken maar rond de € 2,-. De kosten voor stroom zijn gemakshalve gerekend op € 0,20 per kilowattuur. Er is gerekend met één tl-lamp, maar er is van uitgegaan dat er meerdere lampen in één koop worden afgenomen. altijd een installateur moet worden ingeschakeld. In theorie is het omwisselen bij armaturen met een starter relatief eenvoudig. Je plaatst een blinde starter en wisselt de tl-buizen. Bij lichtbalken zonder starter moet er worden doorverbonden. Dat is verplicht installateurswerk. Bij heel oude tl-armaturen kan het zijn dat deze niet geschikt zijn voor led. Ook dat kan uw installateur beoordelen. Verder wijst Förch op de kwaliteit. Er zijn volgens hem grote partijen goedkopere ledtl-buizen op de markt, maar de leveranciers daarvan geven niet die levensduurgarantie. Even opletten dus. Förch gaat er bij zijn berekening van uit dat u in één keer een flinke partij ledlampen afneemt. Het bedrijf berekent, uitgaande van honderd hoogwaardige ledlampen, een terugverdientijd van circa anderhalf jaar, met inbegrip van MIA, en berekent een besparing over vijf jaar van circa € 7500,- op honderd tl-buizen. Förch gaat dan uit van overschakelen van 51 watt conventioneel op een 27-watt-led-buis en heeft installatiekosten, vervangingskosten, verwijderingsbijdrage en vijf procent energiekostenstijging per jaar meegerekend. Overschakelen op led geeft volgens de berekening van Förch op honderd tl-buizen een CO2-reductie per jaar van circa 4000 kilogram. De leverancier ziet overschakelen op led als een onderdeel van Duurzaam Repareren. Förch heeft een pakket aan middelen en adviezen waarop cumelabedrijven in de werkplaats duurzamer en maatschappelijk verantwoord kunnen werken. Denk onder andere aan speciale mens- en milieuvriendelijke spuitbussen.
Gegevens Vermogen Aantal branduren per jaar Levensduur Aanschaf*
Conventionele tl 50 watt 3000 uur 2,5 jaar € 4,-
Led-tl 30 watt 3000 uur 10 jaar € 30,-
Kosten per jaar per tl Stroomverbruik Afschrijving Totale kosten per jaar
Conventionele tl € 30,- € 1,60 € 31,60
Led-tl € 18,€ 3,€ 21,-
* Prijs led-tl is afhankelijk van de lengte en het vermogen
Deze rekensom geeft een besparing van € 10,60 per tl per jaar. Anders gerekend: je betaalt grofweg € 25,- extra per tl en bespaart € 10,-. Dat geeft een terugverdientijd van tweeënhalf jaar. Reken je met vijf jaar levensduur (garantieperiode), dan kom je op een kostprijs van € 24,- en een terugverdientijd van circa drieënhalf jaar. Er is een hoge aanschafprijs aangehouden en een relatief klein verschil in verbruik van led ten opzichte van conventioneel.
Technolit over de praktijk Technolit heeft een breed assortiment led-tl-buizen, waarmee het op de Agritechnica flink aan de weg timmerde. Technolit Nederland in Vorden heeft al aan bedrijven in onze sector geleverd, waaronder zoals hier op de foto Landbouw & Loonbedrijf Simon Berends in Nieuw-Buinen. Simon Berends zag de voordelen in, is meteen geheel overgeschakeld en is tevreden over deze stap. Technolit zet in op hoogwaardige kwaliteit en biedt standaard vijf jaar garantie en geeft een levensduur van 50.000 tot 70.000 uur op. Het bedrijf benadrukt dat je je goed moet laten adviseren, zodat je weet waarmee je bezig bent en de juiste keuzes maakt. De Duitse leverancier vertelt dat die bij twijfel vaak eerst een aantal lampen plaatst om mensen eraan te laten wennen. Daarna gaat de klant volgens Technolit meestal snel overstag. Meteen branden, geen bijgeluiden, geen ruis op de radio, meer en beter licht vanwege het daglichteffect, geen vervuiling door vliegen en zonder aantrekking van stof omdat ze koeler blijven, zijn argumenten die aanspreken. Daar komt natuurlijk bij dat ze niet of nauwelijks meer hoeven worden vervangen.
Aandachtspunten volgens Technolit zijn niet alleen de lichtsterkte. Het bedrijf wijst op de constructie van de lamp zelf. De betere, zoals die van Technolit, hebben een aluminium achterkant die is voorzien van koelribben. Dat maakt ze steviger en zorgt voor een koelende werking. Technolit voert vier kleuren: koud wit (beetje blauw), puur wit (daglicht), neutraal wit en warm wit. Voor een werkplaats is puur wit volgens Technolit meestal de beste keuze. Koud wit verdient de voorkeur als de lampen hoger dan drie meter hangen. In kantines
GRONDIG 1 2016
25
ondernemen met
vaktechniek
en op kantoor is het smaakafhankelijk. Meestal wordt ook hier gekozen voor puur wit of neutraal wit. Technolit wijst er verder op dat de led-tl-lamp alleen licht in het ‘zichtbare bereik’ afgeeft. Conventionele tl-lampen geven ook nog uvstraling en infrarood licht af. Daardoor kun je de opgegeven lichtsterkte niet één op één vergelijken met die van conventioneel licht. De led bereikt hetzelfde lichteffect met minder lumen/lux. Voor de werkplaats hebben ledlampen boven-
dien als voordeel dat de buizen niet van glas zijn en dus niet springen als er grof slijpsel tegen komt. Ledlampen bevatten geen schadelijke stoffen, zoals kwik. Je kunt ze normaal met het witgoedafval recyclen. Voor wie met voedselveiligheid zit: ledlampen zijn (mits met goedkeur) toegestaan boven bijvoorbeeld aardappelen. Led-buizen zijn daarentegen niet geschikt voor erg hete omstandigheden. Dan moet je speciale tl-ledbuizen hebben. Dat is bij onze werkplaatsen echter niet aan de orde. Verder moet je letten op details als het lichtbereik in graden (bij Technolit standaard 120 graden) en het 180 graden kunnen verdraaien van de ‘fitting’ aan de led-buizen om de lichtstraal te richten. Dat kan bij Technolit standaard. Het bedrijf heeft sinds kort ook een waterdichte variant voor bijvoorbeeld spuitplaatsen. TEKST & FOTO'S: Gert Vreemann
De Technolit led-tl-lampen hebben een draaibare fitting en een aluminium achterkant.
Gebruikerservaring Kooijker van Dieren, Laag Zuthem
Al vijf jaar plezier Vijf jaar geleden heeft Kooijker van Dieren in Laag Zuthem een nieuwe werkplaats gerealiseerd. Eén van de vernieuwingen om energie te besparen, betrof het aanbrengen van ledverlichting. Eigenaar Jaap Majoor geeft aan dat dat destijds nog wel tamelijk revolutionair was. “Wij waren voor de toenmalige leverancier de eerste boven de grote rivieren. Die leverancier gaf maar een jaar garantie af en wij kwamen toen op een berekende terugverdientijd van vijf jaar bij een energiebesparing van 45 watt naar 18 watt per tl. Wij hebben toen vijf jaar volledige garantie bedongen, omdat we de eersten waren en omdat voor de led-tl-lampen een gegarandeerde levensduur van ten minste 50.000 uur was opgegeven. Nu, vijf jaar later, weten we dat we het goed hebben gedaan. Er is in die periode niet één led-tl gesneuveld. Ze geven goed licht af en branden altijd meteen op volle sterkte. Een groot winstpunt is dat ze niet heet worden. Daardoor pakken ze bijna geen stof aan. De kap heeft geen stralingsfunctie. We hoeven dus niet twee keer
26
GRONDIG 1 2016
per jaar de lampen en de kappen te reinigen. De ledlampen hebben we in al die jaren nog niet hoeven te reinigen. Sterker, we hebben niet eens overal dubbele tl’s gemonteerd, omdat een enkele al voldoende licht geeft. Wij hebben gekozen voor de varianten met een dertig graden stralingsbundel, afgestemd op de hoge montageplek. Naast dat we ze officieel hebben terugverdiend en we dus nu
echt gaan besparen, heeft het ook voordelen met de steeds toenemende vraag naar CO2beperkende maatregelen. Dat hebben we al gebruikt richting gemeente en waterschap. De tl-lampen zijn de grootste stroomverbruikers in de werkplaats, omdat ze continu branden. Hierop besparen door over te stappen op ledverlichting is een stap die werkelijk zoden aan de dijk zet.”
38SX Serie (ECO)
Imants spitmachines:
100 - 150 pk 15 -30 cm werkdiepte 1+ hectare / uur Lichtgewicht machine
48SX Serie
• Voor alle grondsoorten een spitmachine • Hoger saldo per hectare • Goede vertering organisch materiaal • Combineren van werkgangen mogelijk • Minder brandstofverbruik / hectare • Perfect aangedrukt zaaibed
48WX Serie
Bel voor demo!
150 - 250 pk 15 -35 cm werkdiepte 2+ hectare / uur Ideaal te combineren
150 - 250 pk 15 -35 cm werkdiepte 2+ hectare / uur Woelen tot 50 cm
Snellere en betere grondbewerking tegen lage kosten !!!
BEL: +31(0)497642433 Mail: info@imants.nl
44SX Serie
150 - 250 pk 15 -35 cm werkdiepte 1.5+ hectare / uur Meerdere rollen keuze
www.imants.nl
Groen, grond en infra producten SLEEP-
EN
SLANG T R O P S en TRAN d ig h e d
zwaars voor de t k a a gem
Lange sleutels
tan te oms
Slangbrug
10 CM
Storz koppeling met rode, extra sterke tule
Nieuw
Nijemirdum
|
Tel.: 0514 - 57 18 26
|
www.buma.com
|
info@buma.com
ondernemen met
vaktechniek
GRONDIG.COM
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
AGR-GPS OP NIET-LUCHTGEVEERDE VOERTUIGEN
SIEMO-OBSTAKELMAAIER NU KLAAR
Data2Track heeft als eerste leverancier in Nederland een typegoedkeuring verkregen voor de registratie van de lading op voertuigen zonder vering of met blad- of hydraulische vering. Vanaf 1 januari dient elk vervoermiddel voor vaste mest over een dergelijk systeem te beschikken bij het verhandelen van lading. Data2Trac heeft voor elk type, of het nu met hydraulische vering of bladvering is, een aparte sensor. Zelfs voor niet-geveerde voertuigen heeft het bedrijf nu een sensor die op de as wordt gemonteerd en daar registreert dat er een drukverandering plaatsvindt.
In Biddinghuizen was het één van de aandachttrekkers, de kersverse Siemo ObstaMow-obstakelmaaier. Toch moesten er nog enkele puntjes op de spreekwoordelijke i worden gezet. Dat traject is doorlopen en vanaf nu staat de Siemo-obstakelmaaier voor echte geïnteresseerden klaar bij Siemo BV in Oudemolen. Daarop inspelend zal Siemo begin februari voor belangstellende bedrijven een bijeenkomst organiseren.
WELLINKCAESAR BOUWT MULTITOOL-TURFLADER
STERKE FILM OVER KRONE NOVOGRIP
Onlangs is er opnieuw een Caesar New Generation afgeleverd. Het betreft een versie met een speciaal onderstel en een aangepaste bovenbouw voor de inzet als turflader in turfgebieden. Deze zelflader heeft een asafstand van circa vijf meter en een spoorbreedte van 2,40 meter. Voor tweezijdig laden van turf is een bovenbouw ontwikkeld die 360 graden draait, in combinatie met een liftcabine. De machine heeft een zestienkuubs kipbak met een laadcapaciteit van twintig ton.
NovoGrip is de nieuwe naam van de persband waarmee de Comprimarondebalenpersen werken. Krone heeft gekozen voor eindloze riemen van rubber met drie lagen canvas waaraan de stalen meenemers zijn gemonteerd. Maar hoe sterk zijn ze eigenlijk? Daarover zijn vragen gesteld. Krone heeft ze uiteraard getest en plaatste daarvan op de site een heldere productfilm. Dat is nu aangevuld met een sterkere film, waarbij de NovoGrip tussen de trekker en de sleepwagen wordt getest. Het filmpje vindt u op http://landmaschinen.krone.de/deutsch (zoek op ‘NovoGrip video’).
WERKEN IN DIESELROOK SCHADELIJKER Kortdurende, hevige blootstelling aan uitlaatgassen is even schadelijk als langdurige, matige blootstelling, zo blijkt uit een recent gepubliceerd onderzoeksrapport. Er is daarom een Europese verplichting om uitlaatgassen bij de bron te verwijderen. Ruimteventilatie mag wel ondersteunend zijn, maar is niet toegestaan als enige luchtverversingssysteem in een reparatiewerkplaats voor dieselvoertuigen. Euro-Roller Technics BV speelt hierop in met speciale afzuigapparatuur, nu ook voor de nieuwe Euro 5- en Stage IV-motoren.
28
GRONDIG 1 2016
Advertentie
“De goedkoopste en de beste”
Daarom zijn onze lessen zo in trek! 5 praktijkuren + praktijkexamen
795,-
VanBuuren.nl
KERSTGROET VERSATILE DELTATRAC Je kunt mooie foto’s opvragen voor een fraaie nieuwjaarswens. Je kunt echter ook wat moois op je erf zetten, zoals hier de nieuwe Versatile Deltatrack bij Stoevelaar Machinery in Stegeren, als bewijs dat het menens is met het importeurschap. Hierover was enige verwarring, omdat het Russische Rostselmash dezelfde trekker in eigen outfit op de Agritechnica had staan. Rostselmash verkoopt de Versatile-producten onder eigen kleur en naam in Rusland en enkele Oost-Europese landen, maar niet in Duitsland. De Deltratrac stond bij de kersverse importeur voor een interne training en gaat daarna in januari naar een klant in Duitsland.
OLIEHANDEL.NL LANCEERT OECOMIX-ALKYLAATBRANDSTOF Tijdens de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg lanceerde webshop Oliehandel. nl Oecomix Green Power op de Nederlandse markt. Deze nieuwe natuurvriendelijke alkylaatbrandstof is van Duitse makelij en voldoet aan de strenge Zweedse en Zwitserse eisen en de Duitse KWF-norm voor alkylaatbrandstoffen. De Duitse fabrikant Georg Oest Mineralölwerk in Freudenstadt produceert het product geheel in eigen huis. Het is verkrijgbaar als Oecomix 2T voor tweetaktmachines en Oecokraft 4T voor viertaktmachines in cans en drums.
PRONAR DEBUTEERT OP WINTERSHOW Heel Achterveld stond op vierde en vijfde kerstdag vol auto’s. Volgens tellingen van de organisatie kwamen meer dan 10.000 bezoekers naar de Wintershow van de Mechan Groep, de importeur van Fendt, Massey Ferguson, Valtra en sinds begin dit jaar ook het Advertentie Poolse Pronar. In eerste instantie gaat het bij dit laatste merk om trailers, rolbezems en apparatuur voor het verwijderen van sneeuw. Min of meer een primeur tijdens deze dagen was de opstelling van de getrokken Challenger-spuit. Dat paste bij de nieuw verworven status als landelijke dealer/importeur voor dit merk. Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.
VERRASSINGEN BIJ AHLMANN Het was niet alleen kleurrijk binnenkomen bij het open huis van Ahlmann, het was ook de plek van de verrassingen. Buiten al met een rups die op eigen wielen kan rijden, binnen de nieuwe AZ 150f, draaiend in de demonstratiebak. Het betreft hier nog steeds een nulserie, dus de eerste vijf kopers zullen nog steeds even geduld moeten hebben. Veel aandacht was er binnen ook voor de uitrustingsstukken van Dehaco, die Ahlmann nu in het leveringspakket heeft opgenomen. UW SPECIALIST IN BEWARINGEN EN LOODSEN Kistenbewaring
Bulkopslag
Hout en beton
T 073-503 25 27 F 073-503 27 04 info@steenbergen-bouw.nl
WWW.STEENBERGEN-BOUW.NL
adv grondig 2016.indd 1
05-01-16 GRONDIG 1 2016
29
10:10
ondernemen met
vaktechniek
All-in-one-bemester Eerste Veenhuis met NIR-sensor Veenhuis is één van de partijen die bezig is met de ontwikkeling van de NIR-sensor om tijdens het laden en lossen van mest de gehalten te bepalen. De verwachting was dat het vooral bij het mesttransport belangrijk zou zijn, maar de eerste inzet is nu bij het uitrijden van de mest. Dit jaar gaan drie combinaties proefdraaien.
Komende maand gaat Veenhuis de praktijk in met drie verschillende bemestercombinaties die zijn uitgerust met een NIR-sensor. Deze sensor kan met behulp van nabij-infrarood licht de inhoud van drijfmest bepalen. Dit systeem is gebaseerd op een zogenaamde ijklijn. Deze ijklijn is tot stand gekomen door het vergelijken van de weerkaatsing van licht met de werkelijke gehalten. De afgelopen jaren heeft Veenhuis daarvoor al duizenden monsters genomen. Uiteindelijk moet dit tot een systeem komen waarbij de meting voldoende nauwkeurig is om de huidige monsterapparaten met een analyse achteraf door het laboratorium te vervangen. Wanneer dat zover is, zal afhangen van de snelheid waarmee het ministerie van Economische Zaken een beslissing neemt, stelt directeur Walter Veenhuis. “Maar daarvoor moeten de ambtenaren eerst overtuigd zijn dat dit systeem net zo goed is als het huidige en ook geen grotere afwijkingen kent.”
Uitrijden van mest Bij de ontwikkeling verwachtte Veenhuis dat het systeem vooral zou worden ingezet bij mesttransporteurs om al bij de aflevering van mest precies aan te kunnen geven welke gehalten de mest bevat. Des te opmerkelijker vindt hij het dat er nu juist vraag komt van loonbedrijven die het systeem willen inzetten bij het uitrijden van de mest. Komend jaar gaan al drie combinaties draaien; twee bij loonbedrijven op een zelfrijder en één op een eigen testcombinatie die als demo het land in gaat. Deze combinatie heeft niet alleen een NIR-sensor, maar is tevens uitgerust met een aparte unit om tijdens het uitrijden op maat nog vloeibare kunstmest te kunnen toedienen. Ook is een GPS-gestuurde sectieschakeling aanwezig. De combinatie is uitgerust met een fronttank van 1500 liter. De aansturing van de dosering van zowel de mest als de vloeistof uit de fronttank komt vanuit de Mueller Isobus-unit. Om
Op de Vervaet-zelfrijder kan de NIR-sensor gemakkelijk in de pijp net achter de pomp worden gebouwd.
30
GRONDIG 1 2016
problemen bij het mengen van mest te voorkomen, wordt de vloeibare kunstmest pas op het voetje in de meststroom gebracht. Veenhuis gebruikt daarvoor de voetjes die al eerder zijn ontwikkeld voor het gelijktijdig zaaien van graszaad, iets wat in een aantal gebieden in Duitsland gebeurt.
Vloeibare kunstmest wordt in de voetjes bij de drijfmest gevoegd.
Met het systeem wil Veenhuis bekijken of er mogelijkheden zijn om met een soort all-inone-combinatie bemesting op maat uit te voeren. “We werken nu nog met vloeibare kunstmest, maar als straks het mineralen concentraat of spuiwater als kunstmestvervanger kan worden ingezet, is dit ook een mogelijkheid om het toe te dienen. Het voordeel is dat je dan in één werkgang en dus met maar één keer berijden een complete bemesting kunt doen.” Veenhuis wil met de testcombinatie de komende jaren vooral uitvinden waar behoefte aan is in de markt. “De mogelijkheden zijn enorm, maar de vraag is wat in de veehouderij en akkerbouw gewenst is. We kunnen op basis van taakkaarten de bemesting precies afstemmen op de behoefte, maar het is de vraag of je op grasland zover moet gaan. Dat zou betekenen van bijna geen enkele nauwkeurigheid naar maximaal op maat.”
pomp van de tank aansturen. Afhankelijk van de gemeten hoeveelheid wordt er dan meer of minder mest gegeven. De basis zal vaak stikstof zijn, maar via het Mueller Isobus-systeem dat wordt gebruikt, kun je ook fosfaat of kali als grenswaarde kiezen. Met behulp van de vloeibare kunstmest kun je dan ook de andere elementen tot het gewenste niveau aanvullen. Ook kun je precies vastleggen hoeveel mest er op het perceel is uitgereden. Naast het doseersysteem is de combinatie voorzien van sectieschakeling. Per twee elementen kan het systeem worden afgesloten. Op die manier is de overlapping tot een minimum te beperken. Een oplossing die zowel op gras- als op maïsland tot een veel betere dosering leidt.
Met de nieuwe testcombinatie wil Veenhuis zowel in de veehouderij als in de akkerbouw onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. “Ik weet ook niet of er behoefte is aan zo’n all-inone-combinatie. Dat willen we het komende jaar en misschien wel twee jaar onderzoeken. We weten nu wat mogelijk is, maar willen nu weten wat de praktijk wil. Tegelijk gaan twee Vervaets hier in de buurt rijden en kunnen we ook die goed volgen en testen.” Volgens Veenhuis biedt het NIR-systeem vooral loonwerkers extra kansen. “Voor veehouders is dit iets wat veel te duur is, dus kun je er als loonwerker mee onderscheiden en heb je mogelijkheden die een bedrijf zelf niet heeft. Dat is de meerwaarde die je nodig hebt als loonwerker.” TEKST & FOTO'S: Toon van der Stok
Precies doseren Op grasland verwacht Veenhuis niet dat het zover zal gaan. “Daarvoor is er gewoon te weinig bekend van een perceel, omdat een precisie-opbrengstmeting nog niet mogelijk is. Wat je hiermee in elk geval wel kunt, is precies doseren, dus op basis van de gehalten die je voor elke tank meet precies de gewenste hoeveelheid uitrijden. Van 35 kubieke meter per hectare ga je dan naar bijvoorbeeld 140 kilogram stikstof per hectare”, aldus Veenhuis. Om dat te realiseren, kan de boordcomputer de
De fronttank van 1500 liter met doseersysteem wordt gekoppeld aan het Isobus-systeem.
GRONDIG 1 2016
31
DOOSAN DX 235 LC-5 Het beste van twee in één
ondernemen met
vaktechniek
Loon- en Grondverzetbedrijf Dekkers in Maasbommel kocht als één van de eerste bedrijven een Doosan DX 235 LC-5. Maarten Dekkers heeft de nieuwkomer laten aanpassen voor het specialistische werk, graafwerk voor het opsporen van conventionele explosieven. We zagen de machine aan het werk in Vlissingen en bespraken de aanschaf en de eerste ervaringen. Op het moment dat het noorden van Nederland ‘verijzelt’, kunnen wij de jas bijna uitdoen als de zon even doorbreekt bij ruim tien graden. We zijn op een project in Vlissingen, waar Dekkers samen met medewerkers van Bodac bezig is munitieverdachte grond te ontgraven. Het is één van de specialismen van Dekkers. Bodac spoort op en heeft de regie over het graafwerk. Aan de graafmachine zie je meteen dat dit een specialistische machine is voor dit werk, met dikke pantsering opzij en vooraan en boven op de cabine, en dikke ruiten. Er wordt net een te draineren traject ontgraven. Dat gaat laagje voor laagje, waarbij de mensen van Bodac telkens de laag controleren, waarna de machinist weer mag ‘scheppen’. U begrijpt dat de machine het niet zwaar heeft. Maarten Dekkers: “Dat hoort bij dit werk, je werkt in regie. Het tempo van het graafwerk verloopt onder volledige regie van Bodac. Die mensen kunnen zich geen enkele fout veroorloven. Bovendien weten onze machinisten waarmee ze bezig zijn. Ze hebben een cursus gevolgd en zijn gecertificeerd.”
32
GRONDIG 1 2016
Geen van de twee Doosan was eerst niet echt in beeld, omdat het merk voor Dekkers niet de passende graafmachine kon leveren. Dekkers. “We draaien met andere merken, we zijn tevreden over de prestaties en de stabiliteit, maar die nieuwe machines hebben een viercilinder of zijn uitgevoerd met een roetfilter. Daar wil ik niet aan beginnen. We zijn via een overname aan een Doosan gekomen en hebben daarmee heel goede ervaringen opgedaan met de service van Staad. Daarom mocht Doosan meedoen.” Dekkers heeft slechte ervaringen met roetfilters. “Te storingsgevoelig en elke keer dat regenereren past ook niet bij doorwerken”, zegt hij daarover. Een viercilinder heeft Dekkers liever niet, omdat die volgens hem te veel op de tenen moet lopen in deze klasse en onderin te weinig reserve heeft. Hij kon bij Doosan kiezen tussen de bekende DX225LC-3 met Stage IIIb-krachtbron of de nieuwe 25-tons DX255LC-5 met Stage IV-motor. De eerste vond hij in stabiliteit net te licht en heeft bovendien een roetfilter. De nieuwe DX255LC-5 was
De onderwagen heeft dezelfde breedte als de 225 en is daardoor net even smaller dan de 255. Het contragewicht stamt wel van de 255 en dat maakt de machine stabieler.
De 235 LC-5 heeft een 124 kW (166 pk) 5,9-liter-Doosan DL06P-zes cilinder, die met een DOC-SCR-unit de Stage IV-uitstootnormen haalt.
net een slag te zwaar en bovendien breder op de rupsen. Die komt officieel op 3,50 meter transportbreedte, tegenover 3,30 meter voor de DX255LC-3. “Wij bestrijken voor dit werk Zuid- en Midden-Nederland en verrichten dus veel transportwerk. Die extra breedte en het iets hogere gewicht zijn dan een nadeel. De aanwezigheid van een roetfilter voor de DX225LC-3 met Stage IIIb en de mindere stabiliteit zetten een streep door deze machine.”
De DX235LC-5 wel Einde verhaal afgelopen zomer, maar toen kwam op de valreep afgelopen najaar de nieuwe 24-tons DX235LC-5 op de markt. Deze zit tussen de 225 en de 255 in. Hij heeft dezelfde breedte van de onderwagen als de 225, maar wel de prestaties, de zescilinder en het contragewicht van de 255. Bovendien is het een Stage IV-uitvoering, dus met DOC-SCR-unit en zonder roetfilter, waarbij de motor vanwege een ander motormanagement en aangepaste hydrauliekpompen minder motortoeren maakt. En hij is net even 3,5 centimeter korter in de achterpartij dan de 225. Dekkers: ”Toen viel de puzzel in elkaar. Hij heeft het juiste gewicht, is smal genoeg voor transport en heeft in het werk de gewenste stabiliteit en de kracht van de DX255LC-5.” Daarnaast spelen andere argumenten een rol. De machine draait in het werk circa 300 motortoeren minder. Dat verlaagt het verbruik en maakt hem rustiger. Verder zit er standaard een motorstopsysteem op. Dit is een temperatuurafhankelijke uitvoering, waarbij de machine niet wordt uitgeschakeld als de motor nog niet op temperatuur is. Daardoor kun je hem normaal warm laten draaien. Verder heeft de machine standaard een voertuigvolgsysteem, zodat Dekkers continu kan zien hoe er wordt gedraaid en hoe het zit met onderhoud. “Dat scheelt stilstaan, omdat je vanaf thuis kunt zien hoe het met de draaiuren en vulniveaus zit en je storingen
De giek, de cilinders en het hydraulisch systeem stammen ook van de zwaardere 255. Dat maakt de machine sterker. Vanwege grotere hydrauliekpompen kan met minder motortoeren worden gewerkt.
kunt uitlezen. Je kunt zo beter de beurten en preventief onderhoud inplannen”, aldus Dekkers. Daarnaast heeft hij nog een volgsysteem, zodat hij de werkelijke inzet precies registreert. Verder is de machine voorbereid op 3D-GPS en is er een Freshfilter in combinatie met een overdrukcabine.
Rustig draaien Bij dit werk snappen we heel goed dat Dekkers liever geen roetfilters wil. De graafmachine hoeft bepaald niet op zijn tenen te lopen. Bij een dergelijke belasting zakt de temperatuur in het uitlaatsysteem en dat is ook de situatie waarin roetfilters versneld vollopen. Omdat de mensen van Bodac continu in de buurt van de machine zijn, is het fijn dat de motor in een stiller laag toerenbereik van rond de 1400 toeren draait. Even later is er even tijd wat ontgraven grond te verplaatsen. Dan wordt er even volop gewerkt om daarna zo snel mogelijk verder te kunnen gaan met het ontgraven van geïnspecteerde grond. De medewerkers van Bodac werken precies en laten zich niet opjagen, maar ze willen wel door, omdat ook zij hun targets hebben. De machinist is tevreden over de cabine en vooral de extra grote ruimte achter de stoel voor een koelbox. De extra camera rechtsachter wordt ook gewaardeerd in dit werk, evenals de lage achterpartij (in vergelijking met een binnendraaier), omdat er telkens mensen rondlopen bij dit werk. De vier werkmodi en de actuele weergave van het brandstofverbruik op de monitor zijn ook argumenten. De chauffeur draait hier niet in eco, een verbeterpuntje, maar een gemeten verbruik van 10,1 liter per uur geeft aan dat het vaak stilstaan en af en toe hollen is in dit specialistische werk. Voor de techniek en de details kunnen de drie regio-importeurs van Doosan u bijpraten. TEKST EN FOTO'S: Gert Vreemann
GRONDIG 1 2016
33
NIEU SERIWE E Dup or bem
t All
este
track
rs
W W W . L M C G E N N E P. N L
Hoogveld 3 • 6598 BL Heijen • T: 0485 - 511605
Caesar 2500-serie (14 t.)
www.lmcgennep.nl
Caesar, de multifunctionele krachtpatser! 140 en 175pk John Deere motoren, hydraulische en mechanische aandrijving, grote trekkracht, tot 40% brandstofbesparing, grote banden, lage bodemdruk, compact, hoge hydraulische capaciteit, hoge rijsnelheid.
Berm- en slootonderhoud, landschapsonderhoud, bosbouw en grondverzet
w w w. w e l l i n k c a e s a r. n l De Stenenmaat 15, 7071 ED, Ulft (Gld), Tel. 0315-695470
Caesar 1500-serie (10 t.)
Zeer krachtig maïsherbicide • breed werkingsspectrum • gewasveilig • snelle werking • snel regenvast
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
ondernemen met
vaktechniek
SPECIAL RUWVOER
Leer- en werktraject ruwvoer Het leer- en werktraject ruwvoer is gestart op initiatief van CUMELA Nederland. Met als doel kennis van de ruwvoerteelt vergroten. De inhoud van de cursus is te vinden op http:// www.cumela.nl/cursus/ondernemen/ruwvoer-leer-en-werktraject-nieuw. Heeft u belangstellig voor een vervolg, stuur dan een mail naar cursus@ cumela.nl.
Voer voor de loonwerker Afgelopen najaar begon een groep van zeventien loonwerkers aan een leer- en werktraject rond het thema ruwvoer, georganiseerd door CUMELA. In vier bijeenkomsten, verzorgd door vier verschillende specialisten, laten zij zich bijpraten over de manier waarop melkveehouders over hun ruwvoervoorziening moeten gaan nadenken en verdiepen zij zich in de theorie achter voederkwaliteit. Aan de hand van opdrachten laten ze zich bovendien prikkelen om zich beter bewust te worden van hun eigen rol en na te denken over nieuwe verdienmodellen.
Eyeopener Sjon de Leeuw van PPP Agro Advies zit dagelijks bij vooruitstrevende melkveehouders aan tafel en trapte de serie bijeenkomsten af, met de KringloopWijzer als rode draad. Afgelopen jaren deed hij met enkele groepen boeren al de nodige ervaring op met dit hulpmiddel, dat alle mineralenstromen - inclusief de verliezen - op een bedrijf inzichtelijk maakt. Het laat zien hoe efficiënt een bedrijf met mineralen omgaat. Bedrijven met een fosfaatoverschot moeten de KringloopWijzer nu al invullen, met data over het jaar 2015. Uiterlijk maart 2017 volgt de rest van de melkveehouders, die dan over 2016 hun gegevens moeten aanleveren.
Over hoe de KringloopWijzer nu precies werkt, blijkt onder de loonwerkers onduidelijkheid te bestaan. Bekend is dat kuil- en mestmonsters de berekeningen nauwkeuriger maken. Dat opbrengstmetingen in het veld de berekeningen niet direct verder helpen, is voor velen echter een eyeopener. De Leeuw: “De KringloopWijzer werkt veel met vaste kengetallen en gestandaardiseerde rekenregels. Die zijn voor een individuele bedrijfssituatie niet heel nauwkeurig, maar ze laten bijvoorbeeld wel goed zien of de ruwvoervoorraad toe- of afneemt. Dankzij de modelberekening kun je bovendien bedrijven met elkaar vergelijken. Een melkveehouder kan zich spiegelen aan collega-bedrijven en in kaart brengen waar zijn verbeterpunten zitten. Naast bewustwording is het daardoor ook een heel mooi instrument om het dagelijks management op het melkveebedrijf te verbeteren.”
Groot verschil in opbrengst
Op de kuil wordt de kwaliteit gemaakt. Zorg dat daar tijd voor is en dat de waarde daarvan bekend is.
36
GRONDIG 1 2016
De Leeuw merkt dat de uitkomsten veehouders stimuleren om over hun eigen bedrijfssituatie na te denken. Op zich was het loslaten van het melkquotum al reden genoeg om kritisch na te gaan denken over de eigen ruwvoerteelt, maar nu legt de KringloopWijzer de verschillen tussen bedrijven bloot. En die zijn groot. Binnen een groep van honderd bedrijven in de database van PPP Agro Advies lopen de gemiddelde drogestofopbrengsten in gras bijvoorbeeld uiteen van 7,4 tot 14,0 ton per hectare. In maïs bedraagt die spreiding 7,0 tot 18,3 ton. Ook de berekende fosfaatbenutting uit de bodem wisselt sterk, tussen 60 en 110 procent. “De kunst is om uit te zoeken waar de verbeterpunten zitten. Die kunnen velerlei zijn. Sommigen laten duidelijk steken vallen. Voor de grootste groep boeren gaat het er uiteindelijk echter om dat je alles net een beetje beter doet: minder schade aan de bodem, beter graslandmanagement, nauwkeurig bemesten, goede conservering van het gewonnen voer et cetera.” (Zie kader met tips.)
Als veehouders zich verder gaan verdiepen in de ruwvoerteelt wordt het ook belangrijk om de verschillen tussen percelen in kaart te brengen. Een verschil van enkele tonnen droge stof per hectare kun je met het blote oog niet aan het gewas zien. Opbrengstmeters leggen die verschillen wel feilloos bloot. Toch merken de cursisten die al langer experimenteren met opbrengstmeting dat de belangstelling onder hun klanten nog niet groot is. Deels is dat omdat de veehouder gewend is om zijn bedrijf vanuit de koe te benaderen in plaats van vanuit de bodem. Dat vraagt een omslag in het denken.
Slimmer werken Veehouders zullen hoe dan ook slimmer moeten gaan werken en hebben daar hun loonwerker bij nodig. De Leeuw: “300 kilogram stikstof oogsten doet de één met 10 ton droge stof per hectare en 30 kilogram stikstof per ton, de ander doet het met 7,5 ton droge stof en 40 kilogram stikstof per ton. Dat zijn interessante verschillen, waarmee je wat kunt aan de bemestingskant. Maar de winst kan hem ook zitten in het maken van andere afspraken. ‘s Nachts doorwerken bij het inkuilen klinkt bijvoorbeeld mooi en voortvarend, en soms is het ook gewoon nodig, maar vanuit productoogpunt is het niet altijd verstandig. In een hete periode kun je beter in de ochtend ‘koel’ inkuilen, om een lagere temperatuur in de hoop te krijgen en daardoor een betere conservering.” Kortom, een goede communicatie met de klant is belangrijker dan ooit; een onderwerp dat later in de cursus nog aan de orde zal komen.
Praktische tips Met welke tips kunnen loonwerkers direct aan de slag? De eerste bijeenkomst, over de KringloopWijzer, leverde de volgende aandachtspunten op: • Schaf een thermometer aan: - voor het meten en laten zien van de bodemtemperatuur aan de klant. Bij een bodemtemperatuur onder de negen graden groeit het gras nog onvoldoende om de mineralen op te nemen en dus heeft bemesting geen haast; - voor het meten van de temperatuur van de kuil op verschillende plekken (bovenin, onderin en zijkant). Waar is er sprake van broei en hoe groot zijn de verschillen? • Hoe maait u? Denk aan hoogte/hergroei. In de loop van het seizoen is hoger maaien noodzakelijk om het groeipunt niet te beschadigen: de eerste snede vijf à zes centimeter, in juli zeven centimeter. • Weilanden die ook worden geweid, hebben vaak een iets lager groeipunt. • Maai. Sla het gras niet af; zorg voor scherpe messen. • Hoe kuilt u in? Wees kritisch op de zijkanten. Probeer altijd over een grote lengte te lossen. Dunne lagen verdichten namelijk beter. • Hoe wordt er uitgekuild? Bekijk samen met de veehouder het resultaat: is er veel of weinig restvoer en is er een strak snijvlak? • Toevoegmiddelen: ken de verschillen en weet waarom je ze toepast. Toevoegmiddelen met melkzuur bij nat gras en weinig suikers (gegroeid in een bewolkte periode, zeker als het ook ’s nachts warm is geweest), toevoegmiddelen met azijnzuur bij een droog product met veel suikers (broeiremmer). • Durf tegen de klant te zeggen dat u iets niet ziet zitten, zoals oogsten of bemesten op een veel te nat perceel. De klant is koning, maar uw visie telt. • Wees u ervan bewust dat continue communicatie enorm belangrijk is. De klant kijkt altijd vanuit zijn standpunt. Probeer open te communiceren, met respect voor de klant.
TEKST: Egbert Jonkheer FOTO’S: CUMELA Communicatie
Peter Kastelijn ‘De klant verder helpen’ Peter Kastelijn uit Twijzel (Fr.) is een van de deelnemers aan de ruwvoercursus. Waarom doet hij mee? “Ik denk dat de meeste veehouders hun belangrijkste productiemiddel � de grond � niet goed genoeg benutten. Als loonwerkers kunnen we daar bij helpen, maar dat vraagt wel om kennis van zaken. Het gevoel is er vaak wel, maar verder zijn de meeste van ons vooral machinemensen. Ik wil een inhoudelijk goed gesprek met zo’n boer aan kunnen gaan, zonder met het vingertje aan te komen dat hij het fout doet. Daar hoop ik hier de tools voor te krijgen.”
GRONDIG 1 2016
37
ondernemen met
vaktechniek
SPECIAL RUWVOER
Leer- en werktraject ruwvoer Een groep CUMELA-leden volgt deze winter een leer- en werktraject op het gebied van ruwvoer. Aan de hand van opdrachten en presentaties van deskundigen verdiepen zij zich in het verhogen van de opbrengst en de kwaliteit. Ook bespreken ze de mogelijkheden voor nieuwe verdienmodellen. In een serie van vier artikelen zetten we de highlights op een rij.
“Het draait om meer melk per hectare” “Je kunt wel meer voer maken, maar het moet ook meer melk worden.” Dat was de belangrijkste boodschap die melkveehouder Henk van Veldhuizen de CUMELA-ruwvoercursisten meegaf. “Ook bij het verbeteren van de voerkwaliteit speelt de loonwerker een belangrijke rol.” Tijdens de tweede bijeenkomst van de ruwvoercursisten, over Product en Klant, praat melkveehouder Henk van Veldhuizen uit Wapse de groep bij over voerkwaliteit. Van Veldhuizen heeft jarenlang gewerkt bij agrarisch toeleverancier Visscher Holland en weet daarom hoe er in zijn sector met ruwvoer wordt omgegaan. Een loonwerker die goed met zijn klant meedenkt, is volgens hem goud waard. “Wat een koe voor zeventig procent eet, daar zijn jullie mee bezig”, houdt hij de cursisten voor. “De laatste tijd is er veel aandacht geweest voor het verhogen van de ruwvoeropbrengsten per hectare, maar de kwaliteit is minstens zo belangrijk. Uiteindelijk draait het om de hoeveelheid melk per hectare.”
Afbraak eiwit Op welke kwaliteitsparameters heeft de loonwerker invloed? En wat vertelt een kuiluitslag daarover? Van Veldhuizen loopt vandaag de belangrijkste onderdelen langs. Best pittige kost, al hebben de deelnemende loonwerkers zich via hun theorieboek kunnen voorbereiden. Veel kwaliteitsparameters hebben rechtstreeks te maken met goed werk bij het inkuilen. Het belang van goed vastrijden en snel en goed afdekken, kan niet genoeg worden benadrukt, vindt hij. “Spreek die veehouder erop aan als hij de kuil nog een nacht open laat liggen, omdat hij bijvoorbeeld op familie wacht die helpt met afdekken. Of spreek af dat je elkaar helpt. Zolang er zuurstof aanwezig is, komt de conservering niet op gang. Melkzuurbacteriën moeten meteen aan de slag kunnen om de pH naar beneden te brengen, anders treedt er broei op. En broei is direct verlies van kostbaar product.” Eén van de processen die meteen op gang komt bij broei, is de denaturatie van eiwitten. Hierbij worden eiwitten omgezet in stikstofverbindingen die minder waardevol zijn voor de koe en die bovendien tot stikstofverliezen leiden. “Het gehalte ruw eiwit op de kuilanalyse is daarom niet zaligmakend, want dat is een verzamelnaam voor werkelijk eiwit, vrije aminozuren, ammoniak en overige stikstofverbindingen. Het gaat om behoud van werkelijk eiwit.”
Compact voeren Ook bij het onderwerp pensverzuring staat de groep uitgebreid stil. Wat betekent dat eigenlijk? Van Veldhuizen: “Te veel suikerrijk gras of ander krachtvoer leidt tot pensverzuring. Wanneer de pH in de pens naar beneden gaat, verloopt de vertering minder goed. Dat kun je opheffen met structuur in het rantsoen. Stro of stengelrijk gras verarmt het rantsoen en stimuleert de pensvingers om te bewegen.” Ook de trend naar het grover hakselen van maïs past hierin. Hakselen op 22 tot 24 millimeter is
38
GRONDIG 1 2016
wel interessant, vindt Van Veldhuizen, maar alleen als de korrel goed wordt gekneusd. Dat is noodzakelijk om het zetmeel beschikbaar te krijgen. Tegelijkertijd signaleert Van Veldhuizen een trend die hier haaks op staat. Er is namelijk een stroming melkveehouders ontstaan die werkt volgens het zogenaamde ‘compact voeren’. Zij halen het stro juist weer uit het rantsoen en richten zich op een constant en homogeen voeraanbod, waarbij water wordt toegevoegd aan de mix in de voermengwagen. Hierdoor kan de koe niet selecteren. “Zolang een koe een constante kwaliteit voer krijgt, treedt er geen pensverzuring op en heb je dus ook geen ‘prik’ nodig. Het werkt, maar het vraagt heel nauwkeurig werken, kort hakselen en goed mengen. Een koe kan namelijk erg goed selecteren met haar tong. Zelfs bij een goed gemengd product zal zij het smakelijke voer er als eerste uitpikken. Voor veehouders die dit doen, kun je dus andere keuzes maken bij de voederwinning.”
Ruw as Een ander punt op het uitslagformulier van het kuilonderzoek waarop de loonwerker invloed heeft, is ruw as. Dat is een maat voor de hoeveelheid grond in de kuil. “Let daarop. Op zandgrond is het probleem in de regel iets kleiner dan op klei. Een ruw-as-score van onder de 100 op klei is goed.” Grond in de kuil leidt gemakkelijk tot de vorming van het schadelijke boterzuur, dat het voer minder smakelijk maakt en direct de melkproductie naar beneden brengt. Ook leidt veel zand tot inwendige bloedingen. Aandacht voor perceelsverbetering en een goede afstelling van machines kan daarom een hoop ellende voorkomen.
Praktische tips Met welke tips kunnen loonwerkers direct aan de slag? De tweede bijeenkomst, over Product en Klant, leverde de volgende aandachtspunten op: • Uiteindelijk draait het niet om kilo’s ruwvoer per hectare, maar om kilo’s melk per hectare. • Verschillende boeren voeren gemengd (TMR, total mixed ratio). Belangrijk is dat een koe niet de gelegenheid krijgt om te selecteren. Dat vraagt om een kort gehakseld, homogeen product. • Een steekmonster uit een kuil met verschillende lagen tegen elkaar aangekuild, zegt weinig. De kans is groot dat een boer niet voert wat hij heeft bemonsterd. In zo’n situatie werkt het meerdere malen nemen van een plukmonster beter. • Een steekmonster bij een lasagnekuil is veel betrouwbaarder. Alle lagen zijn over de hele kuil aangebracht en die is daardoor homogener. Het aanrijden lukt ook beter. Wel vraagt een goede lasagnekuil veel aandacht bij het open en dicht maken. In de praktijk wordt dat onderschat, volgens Van Veldhuizen. • Een variabele haksellengte bij maïs houdt groene delen langer en droge delen korter. De voordelen voor de conservering zijn bewezen. • Maïs grover hakselen (22 tot 24 millimeter) is een trend. Voordelen zijn er alleen bij een goede kneuzing van de korrel (zwaar beschadigd). • Een veehouder zou geen verse maïs moeten voeren. Maïs moet liefst eerst twee maanden zitten. Dan is het product stabieler, minder broeigevoelig en beter verteerbaar. • Een goede kuil heeft veel melkzuur en weinig boterzuur. • Problemen met boterzuurbacteriën zijn vaak te herleiden tot grond in de kuil. Zand in de kuil verhoogt ook de kans op inwendige bloedingen. • Ruw as is een graadmeter voor de hoeveelheid grond in de kuil. Een score onder de 100 is goed. Daarboven vraagt het grasland of de afstelling van machines aandacht. • Vraag topklanten waarom ze doen wat ze doen. Van hen kun je veel leren en ze zullen je interesse waarderen.
TEKST: Egbert Jonkheer FOTO’S: CUMELA Communicatie
“Betere gesprekspartner” Van Louis Claassen had de bijeenkomst over voerkwaliteit wel langer mogen duren. De loonwerker uit Heino wil graag goed beslagen ten ijs komen als hij met zijn klanten over de ruwvoerwinning praat. “Ik hoef geen voedingsspecialist te worden, maar ik wil wel een betere gesprekspartner zijn. Met meer achtergrondinformatie kun je beter meedenken en denk je minder snel: hij is de veehouder, dus hij zal het wel weten. Een praktisch punt dat hij meeneemt uit de bijeenkomst van vandaag zijn de nadelige gevolgen van grond in het zwad. “Iets om bij de afstelling van machines nog beter op te letten.”
GRONDIG 1 2016
39
ondernemen met
vaktechniek
SPECIAL RUWVOER
Leer- en werktraject ruwvoer Een groep CUMELA-leden volgt deze winter een leer- en werktraject op het gebied van ruwvoer. Aan de hand van opdrachten en presentaties van deskundigen verdiepen zij zich in het verhogen van de opbrengst en kwaliteit. In een serie van vier artikelen zetten we de highlights op een rij. Dit is deel 3 uit de serie. Volgend nummer deel 4.
Kijken met akkerbouwogen Melkveehouders zullen hun focus moeten verleggen van de koe naar de grond, om het maximale uit hun percelen te halen. Tijdens de derde ruwvoercursusdag nam WURonderzoeker Koos Verloop de deelnemers mee langs aanknopingspunten voor meer bodemgericht werken. Hoewel de meningen over de KringloopWijzer verdeeld zijn, is er alvast één belangrijk winstpunt: er komt meer aandacht voor het verbeteren van de ruwvoerteelt. Onderzoeker Koos Verloop van Wageningen UR had de taak om de cursisten bij te praten over de ‘onderkant’ van de KringloopWijzer: de bodem. Daar moet de winst immers vandaan komen. Maar waar begin je? Volgens Verloop geven de berekende drogestofopbrengsten en de hoeveelheid stikstof en fosfaat in gras en maïs al een eerste indicatie van het functioneren van de ruwvoerteelt. Verder analyseren vraagt zicht op de totale kringloop, en dat is lastig, want de meeste veehouders zijn volgens hem niet gewend om op systeemniveau te denken. En zelfs voor doorgewinterde specialisten valt het niet mee om heldere verbanden te ontdekken, zegt hij daar meteen bij.
Doktersgesprek Het zoeken naar verklaringen moet je zien als een doktersgesprek, volgens Verloop. “Waarom blijft de opbrengst op het ene bedrijf achter bij die op het andere? Of: waar komt dat lage of juist hoge eiwitgehalte vandaan? Je zult moeten terugredeneren. Is de mest niet goed gemixt? Of was de bodemconditie niet op orde? Is er misschien sprake geweest van insporing? Of is de pH in de bodem te laag?” Ook de loonwerker kan een deel van die puzzel oplossen. Een moeilijkheid is volgens Verloop dat probleem en oplossing lang niet altijd op dezelfde plek zitten. “Stel dat de ruwvoerkwaliteit laag is door slecht verteerbaar gras. Dat komt op het niveau van de koe aan het licht. Twee stappen terug in de kringloop blijkt dit te komen doordat het gras de stikstof uit de mest slecht heeft benut. Dat blijkt weer te komen doordat het tijdstip van aanwenden van de mest niet optimaal is geweest. Er is te vroeg uitgereden, omdat de putten vol zaten. De oplossing ligt dan uiteindelijk bij de mest, doordat de veehouder zijn mestopslag moet vergroten. Daarmee heb je de hele kringloop van vee, mest, bodem en gewas bij de kop gehad.”
Kuubs verdelen
Met het toedienen van mest in de rijenbemesting kan de hoeveelheid omlaag en is meer mest beschikbaar voor andere percelen.
40
GRONDIG 1 2016
Een ander punt waar veehouders volgens Verloop de komende tijd bewuster naar zullen gaan kijken, is het verdelen van hun mestvoorraad over de percelen. Dus niet elk perceel dezelfde hoeveelheid kuubs, maar inspelen op verschillen in opbrengst en bodemvruchtbaarheid. “Opbrengstmeting is daarbij een heel goed hulpmiddel. Met data over meerdere jaren krijg je een beeld van het opbrengend vermogen dat bij een perceel hoort. Daar kan een veehouder op verder bouwen, door zijn best scorende percelen wat zwaarder te bemesten en de slechtst opbrengende wat minder. Op gevoel kan hij daar nu al een grove scheiding in aanbrengen.” Als hulpmiddel bij het perceelsgericht bemesten werkt WUR aan de Perceelverdeler. Dat is een rekenmodule die helpt bij juiste verdeling van mestgiften. In het programma kan de opbrengst per perceel worden ingevoerd, aangevuld met andere parameters die
iets zeggen over het opbrengend vermogen van het perceel. Het programma berekent vervolgens de optimale verdeling van de beschikbare mest. Tegelijkertijd houdt het programma de mestvoorraad bij, zodat de veehouder kan inschatten of er voldoende kuubs overblijven voor de volgende snede. Het programma komt naar verwachting dit jaar nog beschikbaar. De loonwerker speelt in dit verhaal een belangrijke rol. Niet alleen in het nauwkeurig verdelen van de mest, maar ook in het verzamelen van waardevolle data. De grote vraag is alleen nog hoe hij hier een verdienmodel aan kan koppelen, want dat valt de voorlopers nog niet mee. Die vraag staat tijdens de volgende bijeenkomst centraal.
Rijenbemesting Een ander punt waar vandaag wat langer bij wordt stilgestaan, is het toepassen van rijenbemesting. Verschillende ruwvoercursisten hebben er ervaring mee, en hoewel er best haken en ogen aan zitten, denkt Verloop dat de techniek doorzet. “Het gaat simpelweg om het beter benutten van de beschikbare mineralen. Het werkt. In de praktijk zie je vaak dat de dosering in maïs wordt verlaagd van vijftig naar dertig kuub. Omdat de stikstofwerking stijgt met een factor 1,5 kan dat probleemloos. Ook fosfaat komt op de plek waar je dat wilt hebben: bij de wortel. Wel is het zaak om extra kali bij te strooien, want dat wordt nog wel eens vergeten.” Minder goede praktijkervaringen met drijfmest in de rij zijn vaak terug te voeren op problemen met de bodemstructuur. Het bracht één van de deelnemers ertoe om eerst met GPS de mest in stroken te leggen, dan te spitten en vervolgens te zaaien op dezelfde GPS-coördinaten. Door de roterende beweging van de spitmachine wordt de mest in de breedte niet ver verdeeld, maar wordt hij ingemengd op de plek waar de planten zich ontwikkelen. De eerste ervaringen lijken goed. TEKST: Egbert Jonkheer FOTO’S: CUMELA Communicatie
Praktische tips Met welke tips kunnen loonwerkers direct aan de slag? De derde bijeenkomst, over Teeltsystemen en Bewerkingen, leverde de volgende aandachtspunten op: • De mineralengehaltes in mest variëren sterk. Een goed monster ruim voor het mestrijden of het meten on-the-go (Veenhuis of John Deere) geeft handvatten voor bemesting op maat. • Kuubs mest per hectare zeggen niet voldoende over de mestgift en het aantal silagewagens per hectare zegt niet voldoende over de opbrengst. Benadruk de waarde van analyses en bespreek de gemeten verschillen. • Kali is steeds vaker een beperkende groeifactor. De gehalten in de mest dalen op veel bedrijven ongemerkt van zeven naar vijf kilogram per ton. Bijstrooien is hierdoor vaker nodig. • Een continuteelt van maïs put de bodem uit. Het afwisselen van grasland en bouwland geeft de beste balans. • Maïs op gescheurd grasland heeft geen organische mest nodig, maar mogelijk wel een aanvullende kaligift. • Rijenbemesting werkt. De kunst is alleen om het zonder schade aan de bodemstructuur te doen. • De pH krijgt nog steeds te weinig aandacht. Slechts de helft van de maïspercelen op zand heeft een optimale pH van rond de 5,5. Een te lage pH kost volgens Blgg al snel tien tot twintig procent opbrengst. • Loonwerkers met gewichtsmeting op hakselaar meten verschillen van zeven tot zeventien ton droge stof per hectare maïs. Ze geven aan dat je een verschil van een paar ton droge stof niet met het blote oog kunt zien. • Een vroege oogst van maïs maakt een volwaardige groenbemester mogelijk. Een groenbemester gezaaid op 15 oktober legt per hectare 500 kilogram droge stof en vijf kilogram stikstof vast. Bij zaaien op 15 september is dat 2000 kilogram droge stof en 40 kilogram stikstof.
Ook interesse? Heeft u ook interesse in het Leer- en werktraject Ruwvoer? Kijk op http://www.cumela.nl/cursus/ondernemen/ruwvoer-leer-en-werktraject-nieuw waar meer informatie is te vinden of stuur een mail naar cursus@cumela.nl.
Grote variatie in mest Weet wat je bemest. WUR-onderzoeker Koos Verloop liet zien dat de verschillen in mineralengehalten ook bij rundveedrijfmest groot zijn. De tabel geeft de spreiding in gehalten op praktijkbedrijven.
Organische stof N-Tot
P2O5
K2O
(kg/ton) Minimaal Maximaal Gemiddeld
3,0 4,8 4
0,9 1,8 1,5
40 80 -
4 7 6
Bron: project Koeien&Kansen
GRONDIG 1 2016
41
HYUNDAI HL955 DE NIEUWE HYUNDAI HL-SERIE Tier 4 final motoren
Zuinig
Hi-mate volgsysteem
Rendement
Keyless startsysteem Smart Eco systeem
Ruime, stille cabine
Comfort
Duurzaam Comfort
Eco pedaal
Duurzaam
Scherpe aanschafprijs
Rendement
Lage onderhoudskosten
Rendement
Nieuwsgierig naar de nieuwe Hyundai HL-serie? Neem contact op met één van onze vertegenwoordigers. Hij komt graag bij u alle mogelijkheden van de nieuwe HL-serie doornemen in een persoonlijk gesprek.
www.vanderspek.nl
SNELWEG NAAR SERVICE EN SUPPORT
LIMAGRAIN Zetmeel en totale voederwaarde
ondernemen met
vaktechniek
Grote maïskuilen, dat is hoe dan ook het doel van elke veehouder en loonwerker. Maar er is veel meer dan dat, stelt Mark de Beer van Limagrain. “Want de koe wil zetmeel en celwandverteerbaarheid. Daar moet je dus op selecteren. Dat is belangrijker dan de grootte van de maïskuil.” Limagrain heeft dit jaar een nieuwe campagne richting veehouders om de rassenkeuze te ondersteunen. Doel is om ze meer te laten nadenken over de manier waarop ze het snijmaïsras voor het nieuwe seizoen kiezen. Deels geïnspireerd door het afgelopen seizoen, waarin de risico’s van het kiezen voor onvoldoende vroege rassen weer overduidelijk waren. Telers laten zich volgens productmanager veehouderij Mark de Beer te veel leiden door een paar procent meer opbrengst. Terwijl tussen het ras met de hoogste en de laagste opbrengst maar vijf procent zit. Dat is maar een ton, een ton die je met zorgen voor een goede teelt gemakkelijk terugverdient.” De Beer verwacht dat de keuze voor zeer vroege rassen dit jaar sowieso meer aandacht zal krijgen, doordat afgelopen jaar veel percelen nauwelijks rijp werden. Zeker in het noorden waren er verschillende percelen die niet aan de dertig procent droge stof kwamen. Een ander voordeel dat in de advisering van loonwerkers aan boeren volgens hem een rol moet spelen, is dat je met vroege rassen ook ruimte creëert om na de oogst nog iets met de grond te doen. “Dan kun je nog een goede groenbemester zaaien of bij een rotatie nog gras inzaaien.” Naast die vroegheid is het volgens hem vooral belangrijk dat veehouders en loonwerkers de feiten kennen. Wat hij wil benadrukken, is dat de totale voederwaarde belangrijk is. “Een koe kan de pens maar één keer vullen, dus moet de veehouder beschikken over maïs met een hoge voederwaarde. Want hoe meer voederwaarde per kilogram, hoe meer de koe kan produceren. Daarom moet je kiezen voor de rassen met de
hoogste voederwaarde, want die hebben ook de hoogste celwandverteerbaarheid. We weten dat het zetmeelgehalte niet omhoog kan, dus moet je je winst halen uit de vertering van de overige plantendelen.” De rassen die deze eigenschappen hebben, krijgen bij Limagrain het kenmerk Animal Nutrition. Dat is een garantie, zo stelt De Beer, dat je altijd een maximale voederwaardeopbrengst hebt. “In een normaal jaar voorziet deze maïs in veel zetmeel en een goede restplant, waaruit de koe ook melk kan produceren. Maar in een slecht jaar, zoals afgelopen seizoen, heb je ook met een mindere kolfzetting en dus minder zetmeel toch nog een product met een goede voederwaarde voor de koe.” Een laatste advies dat Limagrain richting de veehouders stuurt, is de boodschap dat ze zich niet moeten laten verblinden door de lengte. Of loonwerkers die maïs telen voor de verkoop op stam dat advies moeten opvolgen, is de vraag, want ondanks alle voorlichting over het belang van voederwaardeopbrengst per hectare merkt De Beer dat bij elke rassendemo lange rassen de veehouder blijven imponeren. “Terwijl dat helemaal niets zegt over opbrengst en benutting in de koeienpens. Het enige wat telt, is kVEM per hectare. Daar zul je je in je advisering dus op moeten richten”, aldus de Beer. Hij kan zich echter ook voorstellen dat cumelabedrijven die voor eigen rekening maïs telen en die op stam verkopen toch voor lengte kiezen. “Maar wil je het echt goed doen, dan zul je toch echt moeten kiezen voor de inhoud!”
Nieuwe MaïsChallenge In samenwerking met het NAJK organiseert Limagrain dit jaar weer een nieuwe MaïsChallenge. Vijftig deelnemers hebben zich gemeld om dit jaar de strijd aan te gaan om de meest efficiënte teelt. Ook voor de loonwerkers van deze bedrijven is het een uitdaging. Het gaat namelijk niet alleen om de hoogste opbrengst, maar ook om het rendement van de maïsteelt. Daarbij gaat het om efficiency in teelt en vervoedering. Investeringen in de teelt kunnen leiden tot een hogere opbrengst. Denk aan onkruidbestrijding in een lage dosering, een bespuiting tegen afrijpingsziekten of een echt goede groenbemester. Een mooie uitdaging voor loonwerkers om samen de teelt nog beter op te pakken.
GRONDIG 1 2016
43
Lastige onkruiden vragen om de kracht van Peak of Casper ®
Peak, tegen lastige breedbladige onkruiden • IJzersterk op o.a. kamille en zwaluwtong • Goede werking op haagwinde • Zeer veilig voor de maïs • Flexibel en makkelijk in het gebruik
®
Casper, de oplossing tegen haagwinde • Sterk op haagwinde en lastige breedbladige onkruiden • Werkt tot diep in de onkruidwortels • Veilig voor de maïs • Draagt bij aan een snelle onkruidbestrijding
Peak en Casper zijn ideaal te combineren met o.a. Calaris®, Callisto®, Milagro® en Gardo® Gold.
Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl. Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code). Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/ TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.
TM
ondernemen met
vaktechniek
De maïsecolonomie van KWS Directeur Jan Bakker van KWS blijft zich erover verbazen dat de Europese regelgeving de voorkeur geeft aan gras boven maïs. Terwijl boeren met maïs veel meer voer van eigen land halen, met veel minder energie (en CO2-emissie) per kilogram voer. Maïs zorgt daarbij ook nog voor efficiënte dierlijke productie. De fantastische ‘maïsecolonomie’ wordt niet benut, stelt Bakker. Het areaal maïs dat in de veehouderij al jaren daalt, is funest voor de winning van goedkoop eigen voer op de bedrijven, betoogt Bakker. “Maïs brengt veel meer voederwaarde dan gras, zelfs als je de maïs oogst als MKS. Doe je dat, dan heb je ongeveer evenveel opbrengst van een hectare als bij gras, maar met een veel hogere voederwaarde voor de koe. Daarbij breng je dan ook nog eens acht tot tien ton organische stof in de grond. Met maïs geoogst als MKS of CCM zijn de economie en ook de ecologie goed geregeld en blijft zelfs bij de huidige mestwetgeving de vruchtbaarheid van de grond intact. Dat is de maïsecolonomie.” Om te laten zien waarom maïs veel meer voederwaarde heeft, vergelijkt hij maïs op basis van voedingsstoffen die een boer ermee oogst. Allereerst is er het eiwit, het belangrijkste bestanddeel van gras en belangrijk in het rantsoen van de koe. “Gras brengt bij een opbrengst van tien ton per hectare ongeveer 1600 kilogram eiwit op. Dan moet je in de zomer op droge gronden overigens wel beregenen”, vult Bakker aan. “Kijk je dan naar de maïs en de korrel, dan zie je dat je daarmee ook al 1200 kilogram eiwit oogst. Dat is dus 400 kilogram minder dan gras. Omgerekend komt dat overeen met 800 kilogram zetmeel. Die moeten we straks dus compenseren in onze berekening.”
Negen ton krachtvoer De tweede groep voedingsstoffen die aanwezig zijn in beide planten waar Bakker naar kijkt, zijn de suikers en de olie. “In tien ton gras zit ongeveer 800 kilogram suiker. Dat is goed opneembaar voor de koe. Maïs komt dan wat te kort, want die komt niet verder dan 300 kilogram. Daar komt dan echter nog wel 600 kilogram olie bij. Dat compenseert weer de kleinere hoeveelheid suiker.” Het grote verschil tussen gras en maïs ontstaat bij het zetmeel, laat Bakker zien. “Een goed gewas maïs levert 7500 kilogram zetmeel, iets wat in gras helemaal ontbreekt. Trek je daar 800 kilogram van af om de kleinere hoeveelheid eiwit te compenseren, dan blijft er nog 6500 kilogram zetmeel over. Dat is wat je bij maïs extra hebt boven gras. Het is als je het oogst als MKS een goedkope vervanging van duur krachtvoer, want anders moet je dat aankopen via krachtvoer. Daarbij heeft één kilogram maïs ook nog een hogere energetische voederwaarde dan één kilogram krachtvoer. Dat is een verhouding van ongeveer één kilogram mais tegen 1,2 tot 1,3 kilogram krachtvoer. Eén hectare maïs vervangt dus ongeveer negen ton krachtvoer. Bij de huidige kostprijs van krachtvoer is dat snel een meerwaarde van € 2000,-. Dat is de economie van de maïs. Heb je structuur nodig, dan kun je beter wat koolzaad
of hennep telen en dat hakselen of gehakseld stro aankopen. Daarmee heb je tot drie keer meer structuurwaarde per kilogram droge stof dan uit de stengel van de maïs.”
Hoger hakselen Maar hoe zit het dan met de voederwaarde van de stengel, die je mist als je het als MKS gebruikt? “Daar gaat bijna niets verloren, want de cellulose en hemicellulose van de maïs zijn te langzaam verteerbaar voor de noodzakelijke snelle vertering bij de hoogproductieve koe. De restplant is goed voor buikvulling, maar niet echt effectief als pensstimulator. Het is goed voor jongvee, niet economisch voor hoogproductief melkvee. Voor wie toch de behoefte heeft aan wat meer pensvulling heeft hij de oplossing om gewoon wat hoger te hakselen. “Dan heb je de groenere plantendelen - die beter verteren dan de onderste, houtige stengel - in de kuil. Wanneer je de onderste delen na het hakselen versnippert, heb je ook een goede bijdrage aan de organische-stofbalans. De loonwerker bepaalt op deze wijze het resultaat van de kuil- en bodemmonsters van Oosterbeek De combinatie van een lage energiebehoefte en dus CO2emissie (milieu), de goede ecologie (van bodem, grondwater en lucht) en de positieve economische waarde van maïs heeft Bakker samengebracht in zijn nieuwe term ‘maïsecolonomie’. Het laat zien dat maïs goed is voor de grond én de portemonnee van de boer.
Door hoger te hakselen kan de loonwerker zorgen voor een betere kwaliteit in de kuil en meer organische stof voor de bodem.
TEKST EN FOTO: Toon van der Stok
GRONDIG 1 2016
45
FARMAX SPITMACHINES
ONLINE VEILING in verband met de herstructurering van de bedrijfsactiviteiten van
voor het betere spitwerk
AGRARISCH LOONBEDRIJF BERKHOF B.V. SCHERPENZEEL Stationsweg 454 - 3925 CH Scherpenzeel
FARMAX LRP PROFI
FARMAX KRG DIEPSPITTER
Agrarische en Grondbewerkingsmachines
15 TRACTOREN w.o. “Case” CVX 1170 (2006) en CVX 175 (2009), “Maxxum” 5150, 1455, 733, “John Deere” 6410, 6910, 6920S, 2x 6920P (2006), “New Holland” T7.270 (2012), T7.220 (2012), 2x TVT 190 (2006), “Massey Ferguson” 7480 (2011) v.v. combinatie “Herder”; 2 HAKSELAARS “Claas” 950 (w.o. 2012), zelfrijd. maaier “Krone” Big M2, mestverwerking w.o. “Kaweco” Double Twin tank (2007), strooier “Tebbe”, 2 dubbeldoel opraapwagens “Schuitmaker” Rapide R580 (2014) en Rapide 145, 10 silagewagens w.o. “Kaweco” Radium 45 (2008), “Duport”, veldspuit “Hardi” Navigator (2012), 2 kleinepakkenpersen “John Deere”, kuilverdeler “Manmut” (2012), zwadhark “Claas” Liner 3600 (2015); GRONDBEWERKING “Evers”, schijveneg “Dulmen”, 2 9-tands vast-
tand cultivatoren “Evers”, “Normand”, kilverbak, 5-schaarploeg “Kverneland”, woeler-packer combinatie, 12-rijïge maiszaaimachine “Monosem”, doorzaaimachine “Vredo”, kopeg-/zaaicombinatie, spitmachine “Farmtec” Rotoar 300, 2 gronddumpers “Jako” 220, diepploeg, wielladers “JCB” 435S, 2 mobiele kranen “Liebherr” A314, etc.;
SLUITING: maandag 15 FEBRUARI Bezichtiging: zat 13 februari: 9.00-16.00 uur
FOTO’S / Catalogus:
www.TroostwijkAuctions.com
De nieuwe generatie Farmax Spitmachines gemaakt in de fabriek uit Denekamp (nl) en zijn ontwikkeld voor de professionele akkerbouwer en loonwerker. De Farmax spitmachines zijn leverbaar in diverse werkbreedtes en uitvoeringen. Farmax SRP Farmax DRP-Perfect Farmax LRP Profi Farmax Rapide 2 Farmax LRG Diepspitter Farmax KRG Diepspitter
vanaf 30 Pk. vanaf 80 Pk. vanaf 120 Pk. vanaf 140 Pk. 0.50 – 1.00 mtr. 0.85 – 1.30 mtr.
Voor informatie en folders: Wasse B.V. • Oranjekanaal zz. 17 9514 PR Hijken • Tel: 0593-52406 www.wasse.nl Verkoop: Gerry Wasse 06-53428536
Vraagbaak GWW en aanbestedingen Uw CUMELA-Adviseur voor groen, grond en infra helpt u goed op weg Op zoek naar een deskundige die u ondersteunt bij een aanbesteding, een conflict tijdens uitvoering of bij de eindafrekening bij oplevering? Of naar goede begeleiding bij een Plan van Aanpak of CO2-certificaat?
Uw CUMELA-adviseur groen, grond en infra helpt en begeleidt bij: > Terugdringen faalkosten > Conflictbemiddeling bij aanbestedingen > Grondroerdersregeling en KLiCviewer > Ondersteuning bij inschrijving > Certificering CO2 en footprint
Meer informatie Neem contact op met ing. Helmy Coenen via telefoonnummer (033) 247 49 40 of hcoenen@cumela.nl. Hij helpt u graag goed op weg.
SYNGENTA Beter telen bewezen
ondernemen met
vaktechniek
Op de Rassenlijst draait het om enkele procenten tussen de beste en de onderste van de lijst. Minimaal zoveel is er echter te verdienen met goed telen. Om dat te tonen, heeft Syngenta al drie jaar op verschillende plaatsen een Integrated Crop Solutions-proefveld, waar het effect van simpele teeltmaatregelen nog een keer wordt onderzocht. Dit natuurlijk naast de gewone rassentest. Het is een bekend statement tijdens het moment van de rassenkeuze. Waarom alle aandacht voor één procentje meer als je met goede teeltmaatregelen nog zoveel meer kunt verdienen? Om dat nogmaals te tonen, heeft Syngenta al drie jaar op twee of drie plaatsen een demoveld waar juist aandacht is voor dat soort maatregelen. In deze zogenaamde Integrated Crop Solutions-proeven probeert Syngenta aan te tonen wat er met een goede teelt te winnen is. Dat begint al bij het zaaien, laat teeltadviseur André ten Heggeler afgelopen najaar zien op het proefperceel in Mill. In gewas komt het misschien niet naar voren, maar heel duidelijk blijkt het verschil in plaats van kolfzetting. Bij de rijen die op 16 april zijn gezaaid, zit de kolf op een hoogte van ongeveer 1,15 meter. Bij de maïs die op 29 april werd gezaaid, zitten de kolven op bijna 1,60 meter. Een verschil dat de vroege zaai in elk geval minder topzwaar maakt en minder kans op legering geeft. Bij weging blijkt echter ook het verschil in opbrengst. Twee weken eerder zaaien blijkt een drie procent hogere opbrengst te geven. Het advies van Ten Heggeler is dan ook duidelijk. “Zodra de grond vanaf half april bekwaam is, moet je gaan zaaien.” Een vergelijkbaar beeld is te vinden bij de bestrijding van onkruid. De afgelopen drie jaar heeft Syngenta drie verschillende strategieën op de proefvelden uitgeprobeerd (zie figuur 2). Overtuigend laten die zien dat ook hier geldt: hoe vroeger hoe beter. Het laat ook zien dat het bijna vergeten voor opkomst spuiten, gevolgd door een tweede lichte bespuiting, een voordeel heeft, zelfs ten opzichte van de gunstige bespuiting in het twee- tot vierbladstadium. Vergelijkbaar lijkt een bespuiting met twee keer een lage dosis.
Veel te winnen Wat al deze proeven laten zien, is dat de gewasbescherming ook tot een opbrengstderving kan leiden. In alle proeven komen opbrengstdervingen van minimaal vijf procent voor als je later spuiten vergelijkt met een vroege toepassing of als je het gebruik van scherpere middelen vergelijkt met zeer selectief middel zoals Peak. Het laat eens te meer zien, aldus Ten Heggeler, dat juist bij de gewasbescherming veel te winnen is. “Normaal zie je dat niet omdat een perceel als geheel een groeivertraging heeft, maar deze proeven laten het belang van tijdig spuiten weer zien.” Een laatste teeltmaatregel die een plus in de opbrengst geeft, is het gebruik van een schimmelbestrijder bij een extra bespuiting in de loop van juli. Zelfs afgelopen jaar, toen de ziektedruk erg laag was, bleek de maïs toch te reageren op het middel. Gemiddeld over diverse jaren registreerde Syngenta een 1,5 tot 3,0 procent hogere opbrengst in situaties waarbij uiteindelijk geen ziektedruk optrad. Bij het optreden van bladschimmels ligt dit uiteraard veel hoger. Hoopgevend lijkt de combinatie van deze bespuiting met het toedienen van bladmeststoffen. In de proef van afgelopen jaar bleek ook dit een opbrengsteffect van 1,5 procent te geven. Bij elkaar leverde deze bespuiting dus drie tot vijf procent extra opbrengst op. Daarmee is deze behandeling in een schimmelvrij jaar toch bijna kostendekkend. Is er wel een zware schimmeldruk, dan is het meer dan een verzekeringspremie en geeft echt een hogere opbrengst, stelt Ten Heggeler.
Drie jaar met drie verschilende proeven laat zien dat op het juiste moment onkruid flink kan schelen in de opbrengst.
TEKST: Toon van der Stok BEELD: Syngenta
GRONDIG 1 2016
47
* In rt d st a form eer bij uw Physio
grow, care and share
de d et
i
bu
op inve stering granul aatstro oier*
te ur naa r
retour
ails.
250,r ist
Timac Agro Nederland B.V. Tel. +31 (0)10 204 55 53 timacagronederland@roullier.com
www.physiostart.nl www.timac-agro.nl
MEKOS MACHINEBOUW BRENGT U OP VOORSPRONG!
Unieke egaliseer machines welke voor u per stuk op maat gebouwd worden van klein tot onbeperkt groot: de Mekos Kilver en de Mekos Transport Dozer voorzien van een bodemplaat met hierop een hydraulisch schuifbord.
Partners:
Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net
ondernemen met
vaktechniek
ECONOMIE
CUMELA-Kompas Analyse: Cumelabedrijven groeien 3,5 procent per jaar Ontwikkeling bruto marge 2001-‐2014 (euro's) 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Grondverzet
Gemengd
Agrarisch
De bruto marge in de cumelasector is de afgelopen veertien jaar met gemiddeld met 49 procent gestegen. Dit komt neer op een stijging van 3,5 procent per jaar. Bijgaande grafiek laat zien dat de stijging van bruto marge het grootst is bij de grondverzet- en gemengde bedrijven. Deze bedrijven realiseerden een groei van respectievelijk 4,2 en 4,3 procent per jaar. De groei bij de agrarische loonbedrijven ligt met 2,2 procent per jaar iets lager. Het past in het beeld waarin we zien dat cumelabedrijven steeds meer werk buiten de landbouw oppakken. Ondanks een kleinere crisis in 2003-2004 en de economische crisis 2008-2013 zijn cumelabedrijven zeer goed in staat gebleken om ook in slechtere tijden de omzet vast te houden. De grafiek laat in deze perioden amper een knik naar beneden zien. De bruto marge is de omzet minus inkoop hulpstoffen en werk door derden en zien we als de omzet voor de inzet van eigen materiaal en arbeid. Via de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse zijn veel gegevens over de periode 2001-2014 beschikbaar waarmee de bedrijfseconomische trends in de cumelasector kunnen worden vastgesteld. De gegevens zijn per jaar afkomstig van verschillende bedrijven. Met name in de periode vóór 2005 ligt het aantal deelnemers met honderd deelnemers per jaar een stuk lager dan in de periode erna. Bij alle typen bedrijven zien we een groei van het aantal deelnemers. Deze groei is het grootst bij de grondverzetbedrijven (440 procent over de periode 2001-2013). De stijging van agrarische loonbedrijven als deelnemer is met 161 procent over de periode 2001-2013 het kleinst. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallen vergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op tel. (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.
IN KORT BESTEK Uitvoeringskosten in rekening brengen Beste Jan, Ik ben niet gewend apart uitvoeringskosten in rekening te brengen. Hoe ga ik hiermee om als ik bij een aanbesteding de inschrijfstaat moet invullen.
Beste aannemer, Met regelmaat zien we dat bij deze vraag tegen de regels wordt gezondigd. Niet altijd blijft dat zonder gevolgen. Nog onlangs kwam in een rechtszaak bij de voorzieningenrechter het juist opvoeren van uit voeringskosten aan de orde. Een groenbedrijf werd door de aanbestedende dienst uitleg gevraagd waarom bij de post uitvoeringskosten € 0,was opgenomen. Het bedrijf gaf als antwoord dat de uitvoeringskosten waren opgenomen in de eenheidsprijzen. Vervolgens werd de inschrijving door de aanbestedende dienst als ongeldig ter zijde gelegd. De rechter volgde de aanbestedende dienst daarin. Een dergelijk handelen is namelijk in strijd met het bepaalde in artikel 01.01.03 van de RAW. Daarin staat nadrukkelijk vermeld dat uitvoeringskosten niet in de eenheidsprijzen mogen zijn begrepen. En de rechter was in dit geval ook van oordeel dat deze inschrijving niet kan worden hersteld door een rectificatie of een herroeping. Het herstellen van een dergelijke ongeldige inschrijving is in strijd met de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht, namelijk van gelijkheid en transparantie. Stel nu dat deze aannemer geen toelichting had hoeven te geven. Dan nog was de inschrijving ongeldig, zo oordeelde de voorzieningenrechter. Bij dit project was het namelijk onmogelijk dat er geen uitvoeringskosten hoefden te worden gemaakt. In dat geval was de inschrijver, op grond van artikel 0.1.01.03 lid 3 van de RAW, verplicht ze op te voeren bij de uitvoeringskosten na het subtotaal. Tot slot oordeelde de rechter dat als de inschrijver de uitvoeringskosten niet in rekening had willen brengen, hij de opgevoerde uitvoeringskosten als korting had moeten opnemen. Mijn advies is dan ook: hanteer reële, marktconforme eenheidsprijzen. Staartkosten, uitvoeringskosten, eenmalige kosten, kortingen, winst en risico dienen altijd apart onderaan, na het subtotaal, in de begroting te worden opgenomen. Dit geldt ook voor uitvoeringskosten van onderaannemers. Het is niet toegestaan te schuiven met bestekposten van de ene naar de andere post. Ook schuiven met de staartkosten is verboden. Manipulatief inschrijven is absoluut verboden. In beperkte mate is strategisch inschrijven wel mogelijk. De aanbestedende dienst moet namelijk rekening houden met enige interpretatieruimte vanwege verschillende visies op de uitvoering van het werk of de inrichting van de bedrijfskosten. Criterium blijft echter dat er sprake moet zijn van een redelijke, verdedigbare prijs.
Jan van der Leij Beleidsmedewerker GWW CUMELA Nederland
GRONDIG 1 2016
49
ondernemen met
cumela
CUMELARIA KOONSTRA: BALEN VOOR PINK RIBBON Twaalfenhalf jaar zijn Harry en Anita Koonstra uit Vinkenbuurt getrouwd. Het was één van de aanleidingen voor een grootse open dag op 19 december. Op die dag werd ook de aftrap gegeven voor het ondersteunen van medemensen die het nodig hebben. Op het erf lagen deze opvallend gekleurde balen. Loonbedrijf Koonstra werkt voortaan namelijk - tenzij de klant anders wenst - alleen nog met roze plastic folie. Van de opbrengst van dit roze folie gaat een deel naar Pink Ribbon, ten behoeve van meer onderzoek naar borstkanker. Voor de eerste pallet doet het cumelabedrijf er nog een extra gift bij. De familie Koonstra hoopt het komende jaar ‘in een roze buurt’ te wonen. Een mooi gebaar.
HUIBERTS: ETEN EN LATEN ETEN Op vrijdag 27 november 2015 werd alweer de derde HuibertsStamppot-Winteravond georganiseerd. Het idee achter deze avond is om klanten en andere relaties op deze manier te bedanken voor de fijne samenwerking van het afgelopen jaar. Ongeveer 260 personen kwamen vrijdagavond enthousiast naar Katwoude om deze avond bij te wonen. Voor de mensen die niet met lege handen naar deze avond wilden komen, was in de uitnodiging gevraagd om in plaats van een presentje een bijdrage voor de voedselbank mee te nemen. Het was hartverwarmend om te zien hoeveel mensen hieraan gehoor gaven en de opbrengst was dan ook enorm. Alle spullen zijn de dag erna
DERDE GENERATIE VAN WERVEN Van Werven in Oldebroek vierde onlangs niet alleen zijn zeventigjarig bestaan, maar voerde ook een organisatiewijziging door. Per 1 januari 2016 zijn de verschillende activiteiten van Van Werven georganiseerd in drie aparte bedrijven, te weten Van Werven Infra & Recycling, Van Werven Biobased Products en Van Werven Plastic Recycling. Een wijziging die goed aansluit bij de sterke groei van het bedrijf en de vraag in de markt naar nog meer specialisatie. Ook is de derde generatie ingestapt. De broers Wilfred, Cor en Herbert van Werven hebben nu de leiding in het familiebedrijf.
RAINBOW TRUCK TEAM FINISHT VERDIENSTELIJK Gerrit van Werven stond bij de finish van de Dakar 2016 nog in de racemodus. Even het podium op, medaille in ontvangst nemen en snel weer door. In de Dakar-rally boekte hij samen met navigator Gerrit Zuurmond en monteur Klaas Kwakkel de beste resultaten in de zwaarste zandetappes, om uiteindelijk op een keurige 22e plaats te finishen. Ook maakten de beide cumelaondernemers hun faam als rasechte dienstverleners waar door in een zware etappe maar liefst zeven collega’s vlot te trekken. Met het halen van de eindstreep in Rosario is het driejarenproject afgerond. Het nagenieten, evalueren én vooruitkijken kan nu beginnen. “We hebben zeker de ambitie om er een vervolg aan te geven”, verklapt Zuurmond alvast. En nu maar hopen dat de organisatie de volgende keer wat meer ‘zwaar zand’ opneemt in het parcours.
50
GRONDIG 1 2016
RECHT(T)ERZIJDE DUBBEL JUBILEUM BIJ WIERDA Loonbedrijf Wierda VOF uit Lutjegast hield op 29 december 2015 een open huis ter gelegenheid van een dubbel jubileum. Het bedrijf vierde zijn vijftigjarig bestaan en bovendien was het vijftien jaar geleden dat Dirk en Mireille Wierda het stokje overnamen. Samen met hun trotse medewerkers hadden ze hun bedrijf en machinepark tiptop klaargemaakt voor de vele belangstellenden. Bedrijvenadviseur Gerben Zijlstra overhandigde de gouden speld en hanger aan Dirk en Mireille Wierda om hen te feliciteren met het vijftigjarig bedrijfsjubileum.
ZESTIG JAAR LOONBEDRIJF VAN VLIET Loonbedrijf Van Vliet BV in Akersloot hield op zaterdag 9 januari een open dag ter gelegenheid van het zestigjarig jubileum. Veel klanten en relaties van het bedrijf namen er een kijkje. De open dag was de kroon op het werk van de grondleggers, de heer en mevrouw Van Vliet. Het was jammer dat vader Van Vliet er niet meer bij kon zijn, maar moeder Van Vliet was natuurlijk wel aanwezig. Alle lof en felicitaties gingen naar de huidige ondernemers, Ruud en Renate van Vliet. Zij spraken hun dank uit naar de medewerkers, van wie er een aantal ook al jarenlang op het bedrijf werken. De losse medewerkers werden ook niet vergeten. Ruud en Renate werden door bedrijvenadviseur Ada Kieft en CUMELA Noord-Holland-bestuursleden Jack van Diepen en Kees Huiberts in de bloemetjes gezet en ontvingen een gouden speld en een gouden ketting.
Beëindiging arbeidsovereen komst en transitievergoeding De transitievergoeding houdt de gemoederen behoorlijk bezig. Ook in een zaak waarover de kantonrechter in Utrecht zich op 11 december vorig jaar moest buigen. Op grond van de wet heeft een werknemer recht op een transitievergoeding als zijn arbeidsovereenkomst ten minste twee jaar heeft geduurd en op initiatief van de werkgever wordt beëindigd door opzegging of door ontbinding door de rechter. Ook heeft de werknemer aanspraak op een transitievergoeding als zijn tijdelijke contract dat ten minste twee jaar heeft geduurd op initiatief van de werkgever niet wordt verlengd. Een werknemer en werkgever beëindigden in het najaar van 2015 de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. Achteraf vond de werknemer dat de werkgever bij de onderhandelingen had moeten vertellen dat de werknemer ingeval van een eenzijdige beëindiging (mogelijk) aanspraak zou hebben op een transitievergoeding. Deze mededelingsplicht zou volgen uit het principe van ‘goed werkgeverschap’. De werkgever had de werknemer een vaststellingsovereenkomst aangeboden zonder toekenning van een (transitie)vergoeding. De werknemer had met deze overeenkomst ingestemd, waardoor de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden was geëindigd. Kennelijk bedacht de werknemer dat hij zijn instemming te snel had verleend en ingeval van een eenzijdige beëindiging van zijn dienstverband door de werkgever aanspraak zou hebben kunnen maken op een transitievergoeding. Nu ontving hij geen enkele vergoeding. De werknemer vorderde daarom alsnog betaling van de transitievergoeding met een beroep op het goed werkgeverschap. Hij vond dat de werkgever hem erop had moeten wijzen dat hij in geval van een eenzijdige beëindiging van het dienstverband aanspraak zou hebben kunnen maken op de transitievergoeding. Doordat de werkgever dit niet had gedaan, wist de werknemer niet dat hij in het kader van de onderhandelingen over de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden een transitievergoeding als voorwaarde had kunnen stellen. De rechter ging niet mee in het betoog van de werknemer en stelde dat er geen mededelingsplicht op de werkgever rust om bij de onderhandelingen over een minnelijke beëindigingsregeling de werknemer te informeren over zijn mogelijke aanspraak op een transitievergoeding. Bovendien heeft de werknemer na het zetten van zijn handtekening nog veertien dagen bedenktijd. Deze tijd is voldoende om alsnog informatie in te winnen over zijn rechten en plichten. Als de werknemer dat nalaat, is dat zijn eigen schuld.
Sander van Meer Advocaat CUMELA Advies
GRONDIG 1 2016
51
ondernemen met
cumela
PROVINCIAAL BESTUUR: DRENTHE
Behalve het dagelijks bestuur kent CUMELA ook haar provinciale besturen, bestaande uit gedreven cumelaondernemers. Toch weten leden nog niet altijd de weg naar deze besturen te vinden, vandaar deze serie. De provinciale besturen per provincie uitgelicht.
“We zien wel hoe het komt” De cumelasector in Drenthe kampt net als in andere provincies met de bekende problemen. “Door de ruimte is het hier niet zo spannend als bijvoorbeeld in de Randstad, maar we moeten wel blijven opkomen voor onze sector om uit het verdomhoekje te blijven”, zegt voorzitter Henk Bousema.
Elke ochtend blokkeert de paal in de Koelenweg het doorgaand verkeer van en naar Assen. Wie via dit boerenweggetje binnendoor naar de stad wil, moet of minutenlang wachten tot de paal zakt of omrijden. Voor lokaal verkeer is het soms een doorn in het oog. “Ik snap dat aanwonenden niet elke ochtend het geraas van auto’s langs hun huizen willen, maar hier hadden ze beter verkeersdrempels kunnen neerleggen om het sluipverkeer tegen te gaan. Die paal zorgt voor te veel narigheid. Laatst kon de brandweer er gewoonweg niet langs.” Cumelaondernemer en voorzitter van het Drentse CUMELAbestuur Henk Bousema zit er met zijn bedrijf enkele kilometers bij vandaan. “Ik heb aan de tekentafel te weinig invloed kunnen uitoefenen. Ik weet, niet de hele wereld hoeft zich aan ons aan te passen, maar het moet wel werkbaar blijven. Dat is dit niet.”
52
GRONDIG 1 2016
De bestuursvoorzitter maakt zich samen met de drie andere bestuursleden, Natasja Gerrits, Jacob Knoop en Peter Wolken, hard voor betere omstandigheden voor landbouwverkeer. Zo is het bestuur ook betrokken bij het routenetwerk voor landbouwverkeer in de provincie. “Landbouwverkeer zit ook in Drenthe in het verdomhoekje. Vergeleken met andere provincies is het in Drenthe misschien niet zo spannend, want we hebben meer ruimte en de verkeersdrukte is minder dan bijvoorbeeld in de Randstad, maar ook voor ons is het belangrijk dat wij gebruik kunnen blijven maken van de wegen. Rondwegen worden bijvoorbeeld afgesloten voor trekkers door mensen die geen rekening houden met onze sector. Of ze zijn zich er zich niet van bewust dat machines op drie wielen andere eisen stellen aan de weg dan vierwielige. Zo’n verkeerssluis met een verzinkbare paal is alleen daarom
al niet handig. Daarom is het van belang dat ook wij aan de tekentafel zitten bij de herinrichting van wegen en dorpen.”
Drentse mentaliteit Bousema is behalve bestuurslid van de sectie Grondverzet en cultuurtechniek van CUMELA ook al jarenlang voorzitter van het bestuur van zijn provincie. “Ik vind het belangrijk iets voor de sector te doen en dat heeft de sector ook nodig. Dat zie je met het dossier landbouwverkeer. Als we optrekken met provincie, gemeenten of waterschappen, dan moet dat met één stem, met één geluid. Daarom moeten we ons verenigen. Een individuele cumelaondernemer begint weinig tegen de overheid”, aldus Bousema. Juist daarom vindt hij het jammer dat er zo weinig animo is onder de CUMELA-leden. Jaarvergaderingen worden matig bezocht en veelal door dezelfde mensen. “Het zou niet nodig moeten zijn om mensen na te bellen nadat je ze een uitnodiging hebt gestuurd, maar toch moet dat. We hebben een goede vaste club van zo’n dertig tot veertig man, maar er mogen meer leden komen. Ook in het bestuur hebben we nog een plek vacant”, vertelt de voorzitter. De geringe animo heeft ook te maken met de Drentse mentaliteit, geeft Bousema aan. “De gedachte die overheerst, is: ‘we zien wel hoe het komt’. Het zorgt ervoor dat leden niet het nut van een vergadering inzien. Door die mentaliteit is het lastig om mensen ergens bij te krijgen.” Toch probeert het bestuur altijd een interessant programma neer te zetten, zoals een bezoek aan de suikerfabriek of aan een mechanisatiebedrijf. “Natuurlijk is het zo dat cumelaondernemers hier in dezelfde vijver vissen, maar praten met elkaar is goed en daarvoor is de jaarvergadering dé gelegenheid. Op die manier kun je elkaar versterken in plaats van elkaar beconcurreren. Als je niet praat, bereik je niets en weet je ook minder goed wat er speelt.”
Grensoverschrijdend Verkeer is niet het enige onderwerp dat op de Drentse agenda staat. Ook bodemgezondheid en onderwijs zijn twee zaken waarvoor het bestuur zich sterk maakt. “Het zijn eigenlijk grensoverschrijdende onderwerpen, maar ze raken daarom juist ook onze provincie. Vanuit Nijkerk pakt CUMELA dat landelijk op, maar we proberen het ook te regionaliseren. Zo was er hier een veldbijeenkomst over bodemgezondheid, waarbij we meteen de provincie hebben uitgenodigd.” Onderwijs speelt ook een grote rol. Behalve dat landbouwmachines op pleinen van Drentse basisscholen staan om het
principe van de ‘dode hoek’ uit te leggen, is de voorzitter ook erg gespitst op de ontwikkelingen van de toekomstige cumelamedewerker. Hij is daarom ook betrokken bij de cumelaAcademie in Groningen. “Veel Drentse jongens gaan daar naar school. De opleiding moet echt naar een hoger niveau, zodat wij als ondernemers daar ook de vruchten van kunnen plukken. Nu is het verschil tussen een niveau 2- en een niveau 4-leerling bijvoorbeeld te groot. Werken in de cumelasector is niet alleen trekker rijden. Elementaire zaken als bemestingsleer en bodemkunde moeten weer terug in het vakkenpakket.”
Samenwerking Gezamenlijk valt er op elk terrein meer te bereiken, vindt de voorzitter. Het CUMELA-bestuur heeft goed contact met provincie en gemeenten, en de partijen nodigen elkaar uit bij bepaalde problemen. De gedeputeerde is zo benaderbaar dat Bousema hem zo kan contacten als hij een bepaald probleem heeft. Toch liggen het onbegrip en de onwetendheid niet alleen aan de omwonenden en beleidsmakers, geeft Bousema toe. “Als sector moeten we aan ons imago blijven denken. Natuurlijk gebeurt het nog weleens dat er in dorpen te hard wordt gereden. Een trekker zorgt voor veel geluid, is groot. Dat imponeert. Ook gebeurt het soms dat wegen smerig zijn en te laat worden schoongemaakt. Als daar ongelukken van komen, staat onze sector meteen weer negatief in de krant. Daarom moeten we aan ons imago blijven werken, dus onze medewerkers instrueren netjes te blijven rijden en de weg op tijd schoon te maken. Dat is iets dat we met de hele sector, met alle leden, moeten oppakken.” Dat vraagt echter om samenwerking en binding. Met de Drentse mentaliteit valt daar nog wat te winnen. Bousema steekt daarbij ook de hand in eigen boezem. “Als bestuur moeten we ook actiever contact zoeken. Bij provinciale zaken is het provinciale CUMELA-bestuur de aangewezen weg, maar veel leden weten die weg nog niet te vinden. Het is ook aan ons om de sector bekender te maken bij andere clubs, zoals een lokale ondernemersclub. Bescheidenheid zit in onze genen, maar we zouden ons meer mogen profileren. Dat geeft een win-winsituatie. Behalve dat we samen sterker staan bij gezamenlijke problemen zorgt het ook voor meer aanzien bij onze opdrachtgevers. Op die manier zetten we CUMELA én de sector professioneler op de kaart.” TEKST & FOTO: Marjolein van Woerkom
Bestuursleden Henk Bousema Jacob Knoop Peter Wolken Natasja Gerrits
Henk Bousema BV Knoop Baggerwerken BV loon- en grondverzetbedrijf Wolken loonbedrijf Gerrits
Cumelabedrijven in Drenthe Zeijerveld (voorzitter) Tynaarlo Nieuw-Schoonebeek Zwinderen
De afdeling Drenthe heeft 77 bedrijven. Vier procent van de leden van CUMELA Nederland is gevestigd in Drenthe. De gemiddelde omzet per bedrijf in deze provincie is € 1.554.000,-. Dit is 22 procent minder dan het landelijke gemiddelde.
GRONDIG 1 2016
53
Bezoek onze showdagen
Donderdag 18 Februari 9.30 t/m 22.00 uur
MAMMUT WB Super combi
• Kuilverdeler Vraag • Verdeel trommel Ø 90 ar de na • Werkbreedte 2.75 meter speciale ! • Hydraulisch aangedreven aanbieding • Hydrauliek 1x ew benodigd • Elektro / hydraulische functie zit op de verdeler 12 Volt of 24 Volt • Grasvork met 6 lange tanden • Volvo opname Badweg 50 • 8401 BL Gorredijk • e-mail: gorredijk@broekens.nl
Vrijdag 19 Februari
9.30 t/m 22.00 uur
Zaterdag 20 Februari 9.30 t/m 16.00 uur
Meer opbrengsten van eigen bodem Betere bodemstructuur | Betere benutting meststoffen
website: www.broekens.nl
Wilt u uw machines online verkopen ? Dan is TROOSTWIJK VEILINGEN B.V. úw partner. Wij organiseren online veilingen voor een (inter)nationaal publiek. Met kantoren door heel Europa en een uitgebreide database bereiken wij de koper(s) voor uw machines !
Wilt u de waarde weten van uw machines ? Bij TROOSTWIJK WAARDERING & ADVIES B.V. kunt u terecht voor een professionele taxatie door een Beëdigd RegisterTaxateur. Voor een persoonlijk advies kunt u contact opnemen met onze specialist Stef Hooijman 06 53 54 16 31 e-mail: s.hooijman@twa.nl Troostwijk is hét grootste industriële online veilinghuis van Europa en draagt haar klanten al meer dan 80 jaar op handen !
www.TroostwijkAuctions.com
meer dan 50 jaar ervaring
www.eversagro.nl
fendt.com
Lichter, efficiënter, veelzijdiger. Ik rij Fendt.
Fendt Katana | 625 – 850 pk | 460 – 625 kW
De kracht van precisie: de nieuwe Fendt Katana 65. De gewicht-geoptimaliseerde Fendt hakselaar levert maximale prestaties onder alle omstandigheden: voor alle gewassen, op alle grondsoorten, het hele jaar door. Met het complete assortiment van verschillende hakseltrommels, banden of voorbouwapparatuur, bent u perfect uitgerust voor elke taak. Unieke en vanzelfsprekende diagnosemogelijkheden direct op het beeldscherm maken het werk nog effectiever. En bij Fendt altijd inclusief het efficiënte en comfortabele chassis, de hoogste kwaliteit van gehakseld materiaal en de Fendt belofte, dat uw oogst gewaarborgd is. Verspil geen energie. Stap over op Fendt Katana 65. Fendt is a worldwide brand of AGCO.
Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Mechan Groep, tel. 0342 - 459 541 www.fendtnl.nl
Informeer bij de Katana dealers: Gebr. Bonenkamp Rivierenland BV Mechanisatie Marienberg Tiel | Tel: 0344 – 820344 www.gebrbonenkamp.nl
Marienberg | Tel: 0523 - 251232 www.mechanisatiemarienberg.nl
J. Van der Sluis BV
Wasse BV
Anna Paulowna | Tel: 0223 – 531644 Zwaagdijk-Oost | Tel: 0228 – 566600 Dirkshorn | Tel: 0224 - 551387 www.vandersluisbv.nl
Hijken | Tel: 0593 - 524066 www.wasse.nl
Of Aart van den Brink 06 - 54 930 679
ondernemen met
cumela
CUMELA.NL
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
ERIK KOENEN SNELSTE CIJFERAAR Het is bijna of de geschiedenis zich herhaald. Net als vorig jaar ontvingen we op 1 januari kort na acht uur de eerste jaarcijfers voor de Cumela Kompas Analyse. Dit jaar is loonbedrijf H. Koenen BV uit Erp de eerste. Maar verantwoordelijk voor deze cijfers is, net als vorig jaar, Dirk Buis van Raam accountants uit Langenboom. Omdat hij de eerste was die de cijfers over 2015 heeft ingediend ontving Erik Koenen in het bijzijn van Dirk Buis uit handen van bedrijvenadviseur Wilco Emons een heerlijke taart. Deelname aan het kengetallenvergelijk geeft inzicht in sterke en verbeterpunten binnen de organisatie van de
deelnemer met als doel het rendement te verhogen. Wanneer uw bedrijf de jaarcijfers 2015 klaar heeft voor deelname aan de Cumela Kompas Analyse, kunt u dit melden via de infolijn, aan uw bedrijvenadviseur of per mail aan kengetallen@cumela.nl. Wij zijn zeer benieuwd of het voor 2016 wederom een klant van Raam accountants is die met de eer gaat strijken of dat er een ander bedrijf sneller gaat zijn.
B EN W BERNHEZE OP DE TREKKER
NIEUWJAARSRECEPTIE GVZHN.
De burgemeester en twee wethouders van de gemeente Bernheze hebben begin januari kunnen ervaren hoe het is om met een groot landbouwvoertuig over de wegen te rijden. Tijdens de rit kon het college van B&W ervaren welke knelpunten er zijn voor het landbouwverkeer. Aanleiding voor de praktijkrit is dat de gemeente Bernheze momenteel bezig is met het vaststellen van het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan. Na de ontvangst bij Agrarisch Loon- en Grondverzetbedrijf M.M. Langenhuizen in Nistelrode ging het college met de landbouwvoertuigen op pad. Burgemeester Marieke Moorman reedt mee met de hakselaar en wethouders Peter van Boekel en Rien Wijdeven reden elk mee op een trekker. Naast Marcel Langenhuizen reed ook Edwin van Verstegen van het gelijknamige loonbedrijf uit Heesch mee. Duidelijk werd dat grote landbouwvoertuigen in de kern van Bernheze niet wenselijk zijn uit oogpunt van verkeersveiligheid. Verder is over plateau’s en snelheidsremmers gereden, om te laten zien dat dit voor het landbouwverkeer lastige obstakels zijn. Na afloop sprak wethouder Van Wijdeven sprak zijn waardering uit voor de inbreng van CUMELA Nederland in het mobiliteitsplan. Duidelijk werd wel dat landbouwvoertuigen een specifieke categorie verkeersdeelnemers vormen en waarmee de gemeente Bernheze rekening wil houden.
Maar liefst 80 bezoekers waren op 5 januari te gast bij Hoveniers- en Aannemersbedrijf GWW A. Molenaar in Bergambacht voor de nieuwjaarsreceptie en tegelijk studieavond GVZHN . Marlies Kamps van Stigas verzorgde er een animerende presentatie die ook tot leuke discussies leidde over het gezond ouder worden van personeel. Onder de naam “Vitale bedrijven hebben de toekomst”. André Molenaar (op de foto) die kort en bondig zijn bedrijf presenteerde zorgde met zijn familie voor een gastvrij onthaal wat tot in de puntjes was verzorgd.
STUDIECLUB KRING SCHAGEN: PERSONEELSBELEID Een kleine 50 belangstellenden kwamen woensdag 6 januari af op de studieclub dag van Kring Schagen. Voor het thema “ Is mijn personeelsbeleid toekomstproof ? “ besprak Marie-Jose Lamers van CUMELA zaken als o.a. ketenbepaling bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten, zzp-ers, werken met AOW gerechtigden en de transitievergoeding besproken. Daarna verzorgde Robin Bond van TKP pensioenen uitleg over de mogelijkheden van o.a. seniorenregeling en vervroegd en deeltijd pensioen voor werknemers. ‘s Middags gaf spreker Niels Boekel, van het gelijknamige bedrijf A.N. Boekel uit Waarland een bijzonder verhaal over zijn onderneming dat gespecialiseerd is in import en export van o.a. kool, uien, aardappelen en vollegrondsgroenten. Na afloop van de studieclub dag was er voldoende tijd en stof tot napraten in cafe ‘t Geveltje.
VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL De afgelopen periode zijn weer veel vragen beantwoord. Het antwoord op onderstaande vragen leest u op cumela.nl Ben ik verplicht om mee te werken aan een onderzoek van het CBS? Moet een gekentekende vrachtwagenaanhanger apk-gekeurd worden, ook als deze achter een landbouwtrekker zit? Moet een IBC regelmatig worden gekeurd?
•
56
GRONDIG 1 2016
•
•
CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN Via de nieuwsbrief Grondig.com en Cumela.nl bieden we elke week een artikel aan voor leden. Deze zijn opgemaakt als pdf, zodat ze eenvoudig te downloaden en te printen zijn. De afgelopen periode zijn de volgende artikelen beschikbaar gekomen: • 19 Vragen & Antwoorden over het in dienst houden van AOW’ers na 1 januari • Het stroomschema of oppervlaktewater een risico vormt voor werkzaamheden die binnen VKL vallen • Calamiteitenservice; voor als het een keer mis gaat • Slootafval voor bioraffinage
CULTURELE NIEUWJAARSRECEPTIE IN FLEVOLAND Afdeling en provincie CUMELA Flevoland pakte in het nieuwe jaar direct goed uit met haar nieuwjaarsbijeenkomst bij restaurant en theater ’t Voorhuys in Emmeloord. In omvang van aantal leden van CUMELA de kleinste provincie maar met het hoogste percentage in opkomst, kwamen er op zaterdag 16 jan. jl. 44 personen elkaar een goed begin van 2016 wensen. Voorzitter Kees van Dun sprak namens het bestuur de beste wensen uit voor een goed nieuw jaar. Traditioneel is de nieuwjaarsbijeenkomst deze keer was daar een buffetdiner aan toegevoegd, gevolgd door een theaterbezoek aan het optreden van Simone Kleinsma, die in haar ‘one-woman’ show vele oude en nieuwe liedjes afgewisseld met stukjes cabaret, aan het publiek ten gehore bracht. Na afloop van de voorstelling was er wederom tijd om met elkaar na te praten. Al met al een geslaagd cultureel begin van het nieuwe jaar.
AFSCHEID VOORZITTER LIMBURG WIEL MESTROM Al meer dan 25 jaar is Wiel Mestrom van Werktuigencooperatie Leudal te Heijthuijzen werkzaam geweest als bestuurder en voorzitter in de cumelasector. Tijdens de contactdag van Limburg op 7 januari jl. droeg Wiel letterlijk de voorzittershamer over aan John Jenniskens uit Horst. Wiel Mestrom is begonnen bij FLEC, daarna bij BOVAL en later verkreeg hij de functie bij het bestuur van de CUMELA Nederland afdeling Limburg. Na vele jaren mede bestuurslid te zijn geweest, werd hij in 2004 benoemd tot voorzitter van provincie Limburg. Wiel nam zijn functie zeer serieus en was er trots op dat het bestuur van Cumela Limburg, de taken zo goed onder elkaar konden verdelen. Voor de cumelasector was Wiel een goede voorzitter omdat hij een duidelijke mening had en buiten het bedrijf kon denken. Tijdens de contactdag ontving Wiel van Hannie Zweverink (directeur CUMELA Nederland) en Irma Gottenbos (bedrijvenadviseur Limburg) een gouden speld als dank voor zijn inzet en jarenlange trouwe bijdrage en betrokkenheid aan de organisatie. Wiel werd eveneens door het bestuur namens John Hoedemakers en exbestuursleden van Brabant Jan Willems en Pieter Sonnemans toegesproken. Wiel, nog een keer vaandeldrager, heeft zichzelf met vaandel tezamen met een doedelzakspeler passend naar buiten afgezwaaid.
VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de sectievoorzitters van CUMELA Nederland. Deze maand Jan Vrij, voorzitter grondverzet en Cultuurtechnische werken.
Op weg naar de circulaire landbouweconomie De groei van de veestapel in ons land is in 2015 gestaag verder gegaan. Het afgelopen jaar waren er niet alleen meer melkkoeien en melkgeiten, maar ook meer varkens en kippen. Dit heeft tot gevolg dat de fosfaatproductie in de mest verder stijgt en zeker boven het Brusselse plafond van 173 miljoen kilogram is uitgekomen. Hoe meer de politiek dreigt met maatregelen, hoe groter kennelijk de inspanning van de veehouder om voor de bui binnen te zijn. Vandaar ook wellicht deze groei? Wat het afgelopen jaar al duidelijk werd, blijkt nu ook uit de afvoercijfers. De afzet van rundveemest is in de loop van 2015 gestegen naar ruim boven de tien miljoen ton. Hiermee is voor het eerst de afvoer van rundveemest de hoeveelheid afgevoerde varkensmest voorbijgestreefd. Akkerbouwers hebben het afgelopen jaar ook ruim een miljoen ton mest meer afgenomen. Opnieuw een indrukwekkende prestatie van de cumelabedrijven in 2015! Wat zal 2016 brengen? De roep om snel meer mestverwerkings capaciteit te verwezenlijken, zal zeker doorgaan. De sector heeft zorgen over de traagheid waarmee de mestverwerking op gang komt. Het kost ook ongelooflijk veel moeite om het wensbeeld van de mestverwerking gerealiseerd te krijgen. Dit beeld bestaat uit mooie fabrieken en installaties die uit mest goed verkoopbare mestproducten maken. Om dit verantwoord voor elkaar te krijgen, is tijd nodig. Anders dan men zou denken, is er volgens mij geen reden om overhaast te werk te gaan. RVO heeft namelijk eind 2015 al voor bijna 40 miljoen kilogram fosfaat aan gerealiseerde mestverwerking geregistreerd. Dat is meer dan voor de indicatieve verwerkingspercentages voor 2017 nodig zou zijn. In twee jaar tijd is de verwerkingscapaciteit dus al snel opgevoerd, vaak nog zonder grote investeringen. De veehouders hebben vooral behoefte aan goedkopere mestverwerking. De gerealiseerde verwerkingscapaciteit kan daarbij goed als breekijzer dienen om ook Brussel over de streep te trekken voor het toestaan van kunstmestvervangers. Wanneer dit is binnengehaald, is er ook meer perspectief voor een innovatieve en concurrerende mestverwerking. Er kan dan een goed vervolg worden gegeven aan een beter hergebruik van de beschikbare meststoffen. Op deze manier leveren alle partijen in de mestketen een belangrijke bijdrage aan de maatschappelijk zo gewenste circulaire landbouweconomie. Een wenkend perspectief, ook voor cumelabedrijven in 2016.
Jaap Uenk Voorzitter sectie Meststoffendistributie
GRONDIG 1 2016
57
ondernemen met
cumela
TOOLBOX Goed beschermd aan het werk Tips en vuistegels voor de toolboxmeeting Niemand mag ziek worden van zijn werk. Het is belangrijk om zoveel mogelijk gevaren weg te nemen. Lukt
Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl
dat niet, dan moet persoonlijke bescherming ervoor zorgen dat je zodanig beschermd bent dat je veilig kunt werken. Ga zorgvuldig om met persoonlijke beschermingsmiddelen. Beoordeel of je de juiste bescherming hebt en onderhoud die goed. Het niet goed werken van persoonlijke beschermingsmiddelen is een gevaar voor je veiligheid en je gezondheid.
Bekijk de arbocatalogus op www.agroarbo.nl. Hierin wordt aangegeven welke bescherming nodig is bij de meest voor komende werkzaamheden in de cumelasector.
SIGNAALKLEDING Doel: het verhogen van je zichtbaarheid. Dragen bij: werken langs de weg, het spoor, op bouw plaatsen, nabij grondverzetmachines en ander bewegend materieel. Tips • Veiligheidskleding moet goed passen (geen omslag in de broekspijp!) en zo weinig mogelijk hinderen bij werkzaamheden. • Draag veiligheidskleding altijd gesloten, zodat je hele lichaam bedekt is en dus ook zichtbaar. Bovendien blijf je minder snel ergens achter haken. Controle voor gebruik
58
GRONDIG 1 2016
•C ontroleer of je de juiste kleding hebt. Veiligheidskleding is gemaakt van fluorescerend materiaal en heeft reflecterende grijze strepen in de vorm van een Romeinse ll. Controleer de kleur. Rijkswaterstaat en andere weg beheerders hanteren fluorescerend oranje/rood, ProRail een geel vestje. Bij het werken langs en op de weg zijn alleen klasse 2 (vest) en klasse 3 (jas, pak overal) toegestaan. •Z org dat de strepen schoon zijn en reflecteren. Onderhoud en vervanging •M aak veiligheidskleding altijd schoon als deze vuil is geworden (je moet zichtbaar blijven!). •H et wordt tijd om de kleding te vervangen als de strepen niet meer reflecteren of als er iets stuk is.
VEILIGHEIDSSCHOENEN OF LAARZEN
WERKHANDSCHOENEN
Doel: het beschermen van je voeten tegen stoten, vallend materiaal et cetera. Dragen bij: werken met de heftruck, graafmachine, trilplaat, in de werkplaats, et cetera. Oftewel altijd als je voeten moeten worden beschermd.
Doel: het voorkomen van verwondingen aan de handen. Dragen bij: werkzaamheden waarbij kans is op verwonding door schaven, snijden, schuren, prikken en stoten. Niet dragen bij: werkzaamheden met de kolomboor of draaibank! Draag nooit handschoenen in de buurt van (onderdelen van) draaiende machines. Wanneer handschoenen in de machine terecht komen, is de kans groot dat je vingers tussen de draaiende delen komen.
Tips • Draag goed passende hoge veiligheidsschoenen. Hoge schoenen geven steun aan de enkel. • Kies de juiste veiligheidsklasse. De S-klasse vind je terug op het label in de schoen of op de schoenendoos (zie afbeelding).
Enkele pictogrammen die je kunt tegenkomen op handschoenen
Classificatie van veiligheidsschoenen - S1: droge omstandigheden, stalen neus en anti-statisch. - S2: S1, maar dan voor vochtige omstandigheden (de schoenen zijn waterafstotend). - S3: S2, maar met een stalen tussenzool, zodat scherpe voorwerpen niet in de voet kunnen komen. - S5: antistatische laars voor natte omstandigheden met stalen tussenzool en stalen neus. Een stalen neus van een veiligheidsschoen beschermt tegen een gewicht van twintig kilogram dat valt van één meter hoogte. Controle voor gebruik • Controleer of je de juiste schoenen hebt. Ga na welke risico’s in jouw werk voorkomen (doorboren van de zool door spijkers of glas, nat worden et cetera) en controleer of de klasse van jouw schoen je voldoende beschermt. • S trik de veters zo dat ze niet los gaan. •Z org dat het profiel van de zool schoon is. Onderhoud en vervanging • L aat de veiligheidsschoenen na het werk drogen. Zet natte schoenen niet te dicht bij de verwarming. Dan scheurt het leer gemakkelijk en nemen de waterbestendigheid en soepelheid snel af. Laat schoenen drogen in een geventileerde ruimte. •R einig je schoenen en agendeer (bijvoorbeeld in je telefoon) wanneer je ze moet invetten. •V ervang de schoen bij loszittende, versleten of verteerde zolen of een versleten neus..
Controle voor gebruik • Controleer of je de juiste handschoenen hebt. De getallen onder het symbool met de hamer geven aan hoe sterk de handschoen is (zie afbeelding). De schaal van loopt 1 tot 5, waarbij 5 het sterkst is. - eerste getal: schuurweerstand - tweede getal: snijweerstand - derde getal: scheurweerstand - vierde getal: perforatieweerstand • Beoordeel de staat van de handschoenen. Ze moeten je beschermen en dat kan niet met gaten of bij hoge slijtage. Onderhoud en vervanging • Laat handschoenen na het werk drogen. • Bewaar de handschoenen in een stofvrije kast of ruimte. • Vervang de handschoenen als ze beschadigd zijn.
TEKST: Corina van Zoest-Meester, adviseur arbo FOTO’S: CUMELA Communicatie
GRONDIG 1 2016
59
VEILIGHEID APK voor snelle trekkers
ondernemen met
cumela
Maximumconstructiesnelheid bepalend Door de invoering van een nieuwe Europese richtlijn komt er een periodieke keuringsplicht voor snelle landbouwtrekkers. Vanaf 20 mei 2018 worden landbouwtrekkers die sneller kunnen rijden dan 40 km/u keuringsplichtig. De maximumconstructiesnelheid van een trekker is daarmee bepalend voor de apk-plicht.
Bij aankoop van een trekker is het goed rekening te houden met het nieuwe apkregime. Vanaf 2018 moeten trekkers die harder kunnen dan 40 km/u om de twee jaar worden gekeurd.
Op 20 mei 2014 is de nieuwe Europese Richtlijn 2014/45/EU in werking getreden, oftewel de nieuwe APK-richtlijn. Deze nieuwe richtlijn moet uiterlijk op 20 mei 2017 in de nationale wetgeving zijn opgenomen en wordt 20 mei 2018 in de praktijk van kracht. Een grote verandering van de nieuwe APK-richtlijn is de periodieke keuringsplicht voor landbouwtrekkers van de categorie T5 die vooral op de openbare weg worden gebruikt. Trekkers van de categorie T5 hebben een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/u. De categorie T5 is echter per 1 januari 2016 vervallen. Nieuwe trekkers die sneller kunnen rijden dan 40 km/h, zijn te herkennen aan de letter ‘b’ achter de voertuigcategorie. Zo is de voertuigcategorie T1b een landbouwtrekker op wielen die sneller kan rijden dan 40 km/u. Uit de papieren bij de trekker blijkt dus wat de maximumconstructiesnelheid is. Bij heel veel trekkers zijn er echter geen papieren en is alleen uit de rijpraktijk bekend hoe snel deze kunnen rijden. De richtlijn geldt alleen voor snelle landbouwtrekkers op wielen en niet voor motorrijtuigen met beperkte snelheid en ook niet voor hun aanhangwagens.
Kentekening Momenteel zijn er in Nederland geen registratie en geen algemene periodieke keuring voor landbouwtrekkers. Onbekend is dus hoeveel er keuringsplichtig worden. Registratie en kentekening van landbouwtrekkers (en ook motorrijtuigen met beperkte snelheid en aanhangwagens) wordt naar verwachting in 2017 ingevoerd. Invoering van de apk maakt het dus nodig dat alle landbouwtrekkers worden geregistreerd, oftewel de apk maakt de kentekenplicht noodzakelijk. Belangrijke vraag is hoe vanaf 20 mei 2018 wordt vastgesteld of een trekker sneller kan rijden dan 40 km/u. Daarbij moeten we kijken naar hoe de procedure voor kentekening van trekkers gaat lopen. Alle bestaande trekkers die al in gebruik zijn voor 1 juli 2017 vallen onder het zogenaamde conversietraject van kentekening. Bestaande trekkers kunnen tussen 1 februari 2017 en 20 mei 2018 op kenteken worden gezet, nieuwe trekkers vanaf 1 januari 2017. De eigenaar/houder van deze al in gebruik zijnde trekkers vraagt zelf via een digitaal loket het kenteken aan bij de RDW. In te vullen velden zijn onder meer de Europese voertuigcategorie (indien bekend, bijvoorbeeld een T5, een T1a of een T1b) en de maximumconstructiesnelheid van de trekker. De opgegeven snelheid is dan leidend om vast te stellen of een trekker apk-plichtig is of niet. Wanneer u opgeeft dat de maximumconstructiesnelheid 40 km/u of minder is, is er geen apkplicht. Geeft u hoger op dan 40 km/u of hoger (bijvoorbeeld 41 km/u), dan wordt de trekker wel keuringsplichtig.
Speciale werkgroep De RDW werkt de invoering van de nieuwe APK-richtlijn verder uit. Voor de landbouwtrekkers heeft de RDW een speciale werkgroep ingesteld met daarin alle belanghebbende partijen: RDW, SO-APK en het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de belanghebbende organisaties IBKI, LTO Nederland, CUMELA Nederland, Fedecom, BMWT, Vaco, TLN, RAI Vereniging, VOMAPK, politie en Openbaar Ministerie.
60
GRONDIG 1 2016
Begrensde trekkers Nu kan het zijn dat u één of meer trekkers heeft die aanvankelijk sneller konden rijden dan 40 km/u, bijvoorbeeld een T5-trekker die 55 km/u kon rijden. Vanwege verkeersveiligheid en brandstofbesparing heeft u deze trekker bij de dealer laten begrenzen op 40 km/u. In dat geval geeft u bij de registratie een maximumconstructiesnelheid op van 40 km/u. Bij de registratie van de bestaande trekkers is de opgave van de maximumconstructiesnelheid leidend en niet de voertuigcategorie in de trekkerpapieren. Bij de aanvraag van het kenteken voor al in gebruik zijnde trekkers verklaart de aanvrager dat de gegevens naar waarheid zijn ingevuld. Blijkt een trekker nog steeds 55 km/u te kunnen rijden, terwijl in het kentekenbewijs 40 km/u staat, dan is er onjuiste informatie verstrekt. Wanneer de politie bij een snelheidscontrole de trekker met 55 km/u flitst, kunt u straks meerdere boetes krijgen. Allereerst voor een snelheidsoverschrijding van 15 km/u, want de maximumsnelheid gaat vanaf 2017 naar 40 km/u. U krijgt echter ook een boete omdat de trekker is opgevoerd en mogelijk ook nog een boete omdat u geen geldige apk heeft.
Nieuwe trekkers Anders ligt het bij nieuwe trekkers die na 1 januari 2017 op kenteken worden gezet. Bij deze trekkers is maximum constructiesnelheid gekoppeld aan de voertuigcategorie. De letter a van de voertuigcategorie staat daarbij altijd voor trekkers die een maximum constructiesnelheid van niet meer dan 40 km/u hebben. Koopt u bijvoorbeeld een trekker van categorie T1b, dan is deze straks apk-plichtig. De registratiegegevens worden namelijk gebaseerd op de trekkerpapieren (het zogenaamde certificaat van overeenstemming, ofwel CVO) en niet meer op grond van opgave van de eigenaar, zoals bij de conversie wel gebeurt. Voor trekkers die onder de apk-regeling vallen, is het keurings regime vastgesteld op 2-2-2-2, oftewel om de twee jaar moeten deze landbouwtrekkers periodiek worden gekeurd. Een knelpunt is wel dat het aantal T5-trekkers vooralsnog gering is, namelijk tussen de 5000 en 7500. Het opzetten van een landelijk dekkend systeem van keuringsstations lijkt vanwege het relatief geringe aantal voertuigen kostbaar te worden. Over de exacte invoeringsdatum van de apk-plicht wordt daarom binnen het ministerie van Infrastructuur en Milieu nog overleg gepleegd. Belangrijk is echter om nu al bij de aankoop van een trekker rekening te houden met deze nieuwe regelgeving.
Unieke hakselkwaliteit.
de Maak nu gebruik van g in voorverkoop kort Meer informatie: Fred van der Eijk | Telefoon: +31 610 93 43 53 | info@kemper-stadtlohn.de
www.kemper-stadtlohn.de | Telefoon: +49 2563-88-0
SamEx Twinseeder
Breedwerpig zaaien zonder verstoppingen De SamEx Twinseeder is een zaaicombinatie voor het breedwerpig zaaien van gras, granen of groenbemester. Door de 14 uitlopen wordt het zaad dicht voor de ringenrollen gezaaid en hierdoor aangedrukt. Doordat zaaikouters ontbreken treedt er geen verstopping op door stro of zoderesten. De opgebouwde pneumaat zaaimachine zorgt voor een zeer nauwkeurige afgifte, met een instelmogelijkheid van 1 tot 500 kg/ha. Het breedwerpig zaaien geeft een sterkere graszode voor blijvend grasland en zorgt ook voor optimale resultaten op sportvelden en golfbanen. De Samex Twinseeder kan als solomachine ingezet worden, of in directe combinatie achter een frees, rotoreg of cultivator.
Technische gegevens:
Werkbreedte: 3.00 m Diameter ringenrollen: 60 cm Verkruimelrollen
Aantal uitlopen: 14 Gewicht: 825 kg Tank inhoud 850 liter
SamEx Benelux Oranjekanaal ZZ 17 9415 PR HIJKEN TEKST & FOTO: Hero Dijkema
Tel 0653428536 / 0650436447 Info@wasse.nl www.samex.nl
GRONDIG 1 2016
61
HOE HANDELEN ALS CUMELABEDRIJF? Zuivel stelt scherpere diervoedereisen
ondernemen met
cumela
Wanneer melkveehouders diervoeders aankopen, moeten ze deze sinds 1 januari afnemen van diervoederhandelaren die op de witte lijst staan. Dit geeft aan dat ze GMP-gecertificeerd zijn en een getoetste productaansprakelijkheidsverzekering hebben. Per 1 januari 2016 is daar de verplichte aansluiting bij SecureFeed bij gekomen. Dit geldt ook voor loonbedrijven die bijvoorbeeld handelen in maïs.
Wie zelf maïs verhandelt, ook al betreft het verkoop op stam, zal zich moeten aansluiten bij SecureFeed.
62
GRONDIG 1 2016
Om de voedselveiligheid te vergroten, stelt de Nederlandse zuivelindustrie steeds scherpere eisen aan de leverende melkveehouders. Zo is er al enkele jaren de eis dat aangekocht voer afkomstig moet zijn van bedrijven die GMP+-gecertificeerd zijn en een getoetste productaansprakelijkheidsverzekering hebben. Per 1 januari is daar de eis bij gekomen dat ze zijn aangesloten bij SecureFeed of een gelijkwaardige organisatie. Wie aan die voorwaarde voldoet, komt op de witte lijst die de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) samenstelt en publiceert op haar website. Voor cumelabedrijven betekent dit dat ze wanneer ze optreden als diervoederhandelaar en/of als wederverkoper van een veevoerproduct ook aan de eisen moeten voldoen. De regeling geldt niet voor cumelabedrijven die zelf voer telen en dat rechtstreeks aan veehouders leveren. In dat geval wordt dit als een ‘boer-boerrelatie’ beschouwd, waarbij geen vermelding nodig is op de witte lijst. Een aantal zuivelondernemingen verlangt wel dat de veehouder deze relaties wel in zijn administratie bijhoudt. Andere extra eisen worden er niet aan gesteld. Evenmin worden er specifieke eisen gesteld aan het veevoeder dat een veehouder door een cumelabedrijf van zijn land laat halen.
Consequenties Melkveehouders die na 1 januari diervoeders afnemen van een handelaar die niet bij SecureFeed is aangesloten, voldoen niet aan de leveringsvoorwaarden en kunnen te maken krijgen met een weigering van hun te leveren melk. Voor cu-
melabedrijven die actief zijn in de diervoederhandel richting melkveehouders betekent dit naast de GMP-certificering en de getoetste productaansprakelijkheidsverzekering dat ze zich ook bij SecureFeed moeten aansluiten. Dit geldt ook voor de zogenaamde leveringen van op-stamgewassen. De verplichting die per 1 januari 2016 geldt, was al langer bekend. CUMELA Nederland heeft vorig jaar gesprekken gevoerd met FrieslandCampina en de LTO-vakgroep Melkveehouderij om deze verplichte aansluiting bij SecureFeed te voorkomen. Dit heeft helaas geen verandering opgeleverd in de opstelling van de zuivelindustrie. We vinden de uitkomsten teleurstellend, temeer omdat we vinden dat de risico’s bij ruwvoer en met name op-stamleveranties gering zijn. Bovendien betekent het een verhoging van de kostprijs, omdat met de aansluiting bij SecureFeed kosten zijn gemoeid.
Welke opties zijn er? Cumelabedrijven kunnen nu het best afwegen welke rol ze willen spelen in de diervoederhandel. Dit om leveringsproblemen van melkveehouders met de afnemende zuivelindustrie te voorkomen. Er zijn daarbij vier mogelijke opties: Optie 1: aansluiting zoeken bij SecureFeed of gelijkwaardig Door aansluiting te zoeken bij SecureFeed kan het bedrijf als volwaardige handelaar in diervoeder in de markt opereren. Het ziet er overigens niet naar uit dat er in Nederland naast SecureFeed een gelijkwaardig initiatief in de markt actief wordt.
SecureFeed Bedrijven die voedermiddelen produceren en verhandelen, zijn in Nederland gecertificeerd voor GMP+. Dit certificaat schrijft een risicobeoordeling van voedermiddelen voor en een monitoring op risico’s van bijvoorbeeld chemische (residu van gewasbeschermingsmiddelen) of microbiologische verontreinigingen (onder meer mycotoxinen). Via SecureFeed geven diervoederbedrijven gezamenlijk invulling aan de risicobeoordeling en monitoring van risico’s. SecureFeed heeft voedermiddelen ingedeeld naar risicoprofiel (hoog, midden of laag). Die classificatie is bepalend voor de vereiste monitoring. Door samen analyseresultaten te delen, kunnen deelnemende bedrijven beter nieuwe risico’s opsporen en/of bekende risico’s die weer opspelen sneller onderkennen. Wilt u meer informatie over het voldoen aan de eisen van SecureFeed, neem dan contact op met CUMELA Advies.
Optie 2: optreden als intermediair tussen kopende en verkopende partij De intermediair is geen juridisch eigenaar gedurende het proces. De facturen voor het geleverde veevoer gaan dan rechtstreeks van teler naar veehouder zonder tussenkomst van het cumelabedrijf. De intermediair kan een vergoeding vragen voor het in contact brengen of zoeken van beide partijen, en bijvoorbeeld in elk geval bedingen dat het onderliggende oogst- en transportwerk mag worden uitgevoerd. Optie 3: zelf ruwvoer telen op eigen of gehuurde grond Bij deze optie wordt ingespeeld op het feit dat leveranties van ruwvoer tussen teler en veehouder vrijgesteld zijn van de verplichting van vermelding op de witte lijst. Aangetoond zal moeten worden dat de percelen daadwerkelijk in gebruik zijn (eigendom of huur) bij het cumelabedrijf. Het cumelabedrijf is in deze optie dus ook teler. Deze (nevenactiviteit) zal moeten zijn geregistreerd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Gedaan met papieren werkbonnen !
LEA
Werk
vergezelt u van de cabine tot het kantoor
Henk Jos Desmet Case Optum 300 6-schaar Lemken 5.2 u 12,3 ha annuleren
registreren
UItgevoerde werken inbrengen vanuit de cabine en factureren aan de klant in slechts 3 klikken
contacteer ons +32 (0)475 84 35 24
www.lea-agri.com
Vredo Zodenbemesters
Brengen de mest waar het hoort....bij de wortel! •Laag eigen gewicht & sterke constructie •Onderhoudsarm •Voldoet aan de strenge mestwetgeving •Perfecte prijs-kwaliteitverhouding •Werkbreedtes van 5,20 tot 12 meter •Gegarandeerde werkingskwaliteit
Vredo Doorzaaiers
Optie 4: activiteiten als diervoederhandelaar stoppen De meest drastische optie is stoppen als diervoederhandelaar, omdat de kosten niet opwegen tegen de voordelen. Wat als u in 2015 al op de witte lijst vermeld stond? Per 2016 is ook de grijze lijst geïntroduceerd. Bedrijven die in 2015 al op de witte lijst vermeld stonden omdat ze GMP-gecertificeerd waren en beschikten over een getoetste productaansprakelijkheidsverzekering, maar zich nog niet hadden aangemeld voor SecureFeed, zijn op deze grijze lijst opgenomen. Ook voor deze bedrijven is er dus actie noodzakelijk om zich aan te melden voor SecureFeed om weer op de witte lijst te komen of om te kiezen voor één van de andere beschreven opties.
Voor het zaaien van kwaliteitsgras Een hogere opbrengst is niet alleen maar het uitgangspunt van goed graslandmanagement. Het verhogen van de voederwaardes van het gras ( VEM & DVE ) is net zo belangrijk. Duur krachtvoer wordt aangeschaft omdat, gras kwalitatief tekort schiet. Bedrijven welke hun koeien kunnen voeren met eigen kwaliteitsgras, scoren bedrijfseconomisch vaak beter. Vredo ontwikkelt, produceert en verkoopt:
TEKST: Maurice Steinbusch FOTO: CUMELA Communciatie
De beste in het veld MestTracs
Zodenbemesters
Snijfilters
Doorzaaimachines
Kommunaal Tracs
GRONDIG 1 2016
63
DE INVLOED OP DE WERKVLOER Werknemer met privéproblemen?
ondernemen met
cumela
Elke werkgever krijgt vroeg of laat te maken met een werknemer met privéproblemen. In principe vallen die onder de privacy van de werknemer en staat een werkgever hier buiten. Als het werk er echter onder lijdt, is er aanleiding voor een gesprek. Werkgevers kunnen dan beter niet te afwachtend zijn. Alleen, hoe doet u dat op een goede manier?
Opletten op privéproblemen bij de werknemer, omdat dit volgens onderzoek tot grote bedrijfseconomische schade kan leiden.
Een echtscheiding is een privéaangelegenheid waar de werkgever zich in beginsel niet mee mag en kan bemoeien. Maar wat te doen als de werknemer overduidelijk worstelt met privéproblemen? Wat te doen als bijvoorbeeld een op handen zijnde scheiding de arbeidsinzet van de werknemer negatief beïnvloedt? Een dergelijke situatie brengt meestal meer stress met zich mee. Er moet veel geregeld worden en vaak lopen de emoties hoog op. Het is in het belang van de werkgever om te voorkomen dat de werknemer door deze situatie arbeidsongeschikt raakt. Ook wil de werkgever voorkomen dat er onder deze druk fouten worden gemaakt in het werk. Los daarvan is het voor veel werkgevers vaak ook de betrokkenheid bij de werknemer die maakt dat ze die willen bijstaan.
Organisatiecultuur De cultuur van een organisatie bepaalt in grote mate hoe daarin met persoonlijke en privéproblemen wordt omgegaan. Een sterke collegiale groepsband kan een voordeel zijn bij het aan het werk blijven. Openheid en vertrouwen spelen een grote rol. Heeft een werknemer echter te veel privégesprekken op de werkvloer, dan kunnen collega’s overbelast raken door de problematiek van de ander. Een strenge cultuur waarin de drempel te hoog is om openheid te geven, kan juist weer leiden tot een hoger ziekteverzuim. Werknemers met mentale problemen zijn vaak wel aanwezig op het werk, maar er komt weinig uit hun handen. Dit zogenoemde ‘grijze verzuim’ onttrekt zich aan de waarneming van de leidinggevende, maar de directe collega’s hebben daar last van. Medewerkers die op het werk als gevolg van privéproblemen slecht functioneren, veroorzaken – volgens de Arbo Unie – driemaal zoveel economische schade voor hun werkgever als medewerkers door ziekteverzuim. Want hoe productief zijn medewerkers die hun problemen delen? Nu zult u denken: maar heb ik als werkgever dan geen rechten in een dergelijke situatie? Jazeker, u mag van uw werknemer verwachten dat hij zich ondanks zijn privéproblemen als een goed werknemer gedraagt. Het blijft belangrijk om adequaat te reageren als de werknemer dat niet doet (zie punt 8 in het stappenplan).
In gesprek gaan Elke situatie kan anders zijn: een ernstig ziek kind van een werknemer, een op handen zijnde echtscheiding, hulpbehoevende ouders of financiële problemen. Het advies in dit soort gevallen is om met de werknemer in gesprek te gaan. Het is en blijft lastig. De grote vraag is: laat ik de lastige kwestie een beetje ‘doorsudderen’ of ga ik ermee aan de slag? Gelukkig hoeft u hier niet alleen in te staan. Bel gerust met de adviseurs Arbeidsmarkt van CUMELA. Zij staan werkgevers bij die met deze problematiek op de werkvloer te maken krijgen en op zoek zijn naar de juiste aanpak.
TEKST: Marie José Lamers FOTO: CUMELA Communciatie
64
GRONDIG 1 2016
STAPPENPLAN VOOR AANPAK PRIVÉPROBLEMEN >> 1. Herken privéproblemen Het is vaak mogelijk privéproblemen bij personeelsleden te herkennen. Kenmerken die veel voorkomen, zijn een slechte concentratie op het werk, toename in het maken van fouten, veel (privé) telefoneren tijdens werktijd, te laat op het werk komen en eerder naar huis moeten, alcoholgebruik en toename in ziekmeldingen. Wie alert is op deze signalen kan tijdig ingrijpen en de schade beperken. Collega’s en directe leidinggevenden staan soms dichter bij de persoon in kwestie en vangen ook signalen op. Hou hier rekening mee. >> 2. Zorg voor privacy in het gesprek Privéproblemen zijn en blijven privéproblemen. Vanzelfsprekend praat een werkgever daarover in een aparte ruimte met de deur dicht. >> 3. Geef werknemers het gevoel dat ze bij u terecht kunnen Toegankelijk zijn voor uw werknemers is belangrijk. Geef werknemers het gevoel dat ze bij u terecht kunnen als ze ergens mee zitten. Zo houdt u de drempel laag om een positieve rol te kunnen spelen. Vraag of hij wil en kan vertellen wat er aan de hand is. >> 4. Wees niet te afwachtend Geef aan dat een werknemer niet verplicht is om zaken uit zijn privéleven te vertellen. Leg uit dat als hij zijn privésituatie uitlegt u beter in staat bent om mee te denken. Nog te vaak zijn werkgevers angstig dat dit te bemoeizuchtig overkomt. Over het algemeen wordt het juist gezien als goed werkgeverschap. >> 5. Toon interesse en luister Het is van belang dat de werknemer het gevoel heeft dat hij vrijuit kan praten. Creëer daarom een informele sfeer in het gesprek, zodat er een vertrouwensband ontstaat. Een grapje of vriendelijke opmerking kan het ijs breken, de persoon een beter gevoel geven en de relatie tussen u en hem verbeteren. Bied vooral een luisterend oor en toon interesse in zijn situatie. Vraag of u iets voor hem kunt betekenen. >> 6. Wat als een werknemer niet wil praten? Als een werknemer niet met u over zijn privéproblemen wil praten, kunt u aangeven dat zijn werk eronder lijdt en dat u daardoor wel gedwongen bent het er met hem over te hebben. Soms kan het helpen om een ander persoon, bijvoorbeeld uw partner of administratieve kracht, een gesprek met de werknemer aan te laten knopen om meer zicht te krijgen in de achtergrond van zijn problemen. >> 7. Zoek een oplossing en verwijs door Een helpende hand moet zeker worden geboden. Ga samen op zoek naar een oplossing van zijn problemen en/of geef hem
advies. Denk aan het verwijzen naar een goede mediator bij een echtscheiding of relatieproblemen of het doorverwijzen naar een schuldhulpverlener bij financiële problemen. Expertise is dergelijke situaties vereist. Ga vooral zelf niet alles regelen.
>> 8. Wijs op de arboarts Als ziekteverzuim dreigt, kan een verwijzing naar een preventief spreekuur van de arboarts raadzaam zijn. >> 9. Meer of minder werken In veel gevallen is een werknemer met privéproblemen al geholpen met het tijdelijk flexibel omgaan met werktijden. Door de overuren in tijd voor tijd in te plannen, ontstaat er bij de werknemer meer rust en ruimte om zaken in privésfeer op te lossen. Ook vakantie- en atvdagen kunnen in dergelijke gevallen in overleg tussen werkgever en werknemer worden ingepland in een bepaalde periode om rust te creëren. Als die op zijn, gaat het over in onbetaald verlof. Daarnaast zijn er diverse vormen van verlof vastgelegd in de Wet arbeid en zorg (Wazo), die door de werknemer kunnen worden onderzocht. Wel is het zaak te voorkomen dat hiermee een precedent wordt geschapen waaraan andere werknemers rechten (denken te) kunnen ontlenen. Soms is een half woord richting uw werknemers genoeg om het belang van de gemaakte keuze uit te leggen. Het gaat veelal om een tijdelijke oplossing om ervoor te zorgen dat er geen grotere (privé)problemen ontstaan. Het kan ook voorkomen dat een werknemer juist méér wil gaan werken om bijvoorbeeld uit de financiële problemen te komen of om zijn gedachten te kunnen verzetten. Het is natuurlijk niet de bedoeling om overwerk te “creëren”, maar in de planning kan hier tot op zeker hoogte rekening mee gehouden worden. >> 10. Stel grenzen Waak ervoor dat het privéprobleem het werk niet of zo min mogelijk beïnvloedt. Ook mogen andere werknemers er niet in worden meegesleurd. Loopt het uit de hand, dan is en blijft het van belang om het disfunctioneren te bespreken en de verbeterpunten met elkaar schriftelijk vast te leggen. Niet één keer; herhaling van een dergelijk gesprek en de vastlegging van de verbeterpunten is van belang. Wees duidelijk, eerlijk en rustig in het gesprek. “Ik begrijp dat de thuissituatie veel aandacht vergt, maar vanuit onze bedrijfsvoering blijft het van groot belang dat je op tijd bij onze opdrachtgevers verschijnt.” “We kunnen het ons het echt niet permitteren dat er fouten worden gemaakt in de uitvoering van het werk.” Treedt er na meerdere gesprekken geen verbetering op, dan kan dit betekenen dat er afscheid moet worden genomen. Hoe vervelend ook, maar uiteraard mogen privéproblemen uiteindelijk niet het bedrijfsbelang schaden.
GRONDIG 1 2016
65
ondernemen met
cumela
BEDRIJVIG
NIEUWE LEDEN De afgelopen periode hebben onderstaande bedrijven zich aangemeld als lid van CUMELA Nederland. • Houben Outdoor
Linne
• Loonbedrijf Struijk
Delwijnen
• De Kleijn Loon- en Grondverzetbedrijf
Alphen
• Loonbedrijf G. Groenestein
Eemnes
• Cultuurtechniek Bollenstreek
Noordwijkerhout
• H. de Koning & Zn. BV
Oud-Beijerland
• Agro ‘De Huiberg’ VOF
Reuver
• Grondverzet Jeroen Kampman Bergentheim • A.T. Sterk
Leerdam
Actualiteiten • Op voorhand leek het een hopeloze exercitie: de brug bij Doesburg zou vanaf september drie maanden dicht. Het resultaat na ruim een jaar overleg met de betrokken partijen heeft geresulteerd in een zeer korte sluitingsperiode. Gedurende het drukke seizoen was de brug volledig toegankelijk voor alle landbouwverkeer. • Lobbywerk in de gemeente Hengelo heeft er toe geleid dat de inrichting van de Deurningerstraat beter geschikt wordt voor landbouwverkeer. De tijdelijke sluiting geldt nu niet voor landbouwverkeer met aanliggende percelen als bestemming. • Het afgelopen jaar hebben ook veel leden zich namens CUMELA Nederland ingezet voor de regionale belangenbehartiging. Het gaat hierbij om verkeers- en scholingsdossiers. Samen staan we sterk! • Niet alleen in Nijkerk, maar ook in de regio worden veel cursussen georganiseerd, ook op het gebied van Code 95. Locaties zijn onder andere Ommen, Leeuwarden, Goes, Eindhoven en Alkmaar. Het gaat daarbij om cursussen als BHV, VCA en Veilig werken langs de weg. Voor meer informatie kijk op www.cumela.nl/cursussen.
Belangrijk Die waan van de dag, u kent hem wel. Of u nu cumelaondernemer bent of werknemer bij CUMELA, het valt niet mee om in de drukte van de dag tijd te nemen voor zaken die je graag wilt aanpakken. In bedrijfsbezoeken merk ik dat veel ondernemers vooral bezig zijn met het rondzetten van de dagelijkse taken, zoals werk binnenhalen en inplannen, werknemers aansturen en werk uitvoeren. O ja, en daarnaast nog even een gesprekje voeren met medewerker of klant, een vertegenwoordiger die langs komt of aan de slag met een factuur die maar niet wordt betaald. Dan is er ook nog een klusje waarvoor nog even wat moet worden uitgezocht. De dag is zo om. Als bedrijvenadviseur is het niet heel anders. Bedrijven bezoeken, afgesproken acties afhandelen, e-mail bijwerken, uitnodigingen maken, overleg met een wegbeheerder en noem maar op. De week is zo voorbij. Het is de kunst om ondanks alle drukte er toch voor te zorgen dat je tijd kunt besteden aan zaken die je ook belangrijk vindt. Dit kan van alles zijn. Of het nu gaat om ontwikkelingen in het bedrijf, contact met klanten, persoonlijke zaken en - niet te vergeten - de tijd met familie.
66
GRONDIG 1 2016
Mijn vraag aan u: wat is voor u belangrijk? Waar wilt u komende periode mee aan de slag? En hoe vaak gaat u in gesprek met uzelf, uw partner, vriend, werknemer of adviseur om na te gaan waar u meer tijd aan zou willen besteden en hoe u dit wilt bereiken? Misschien doet u dit wel te weinig. In gesprekken die wij als bedrijvenadviseur met ondernemers hebben, merken we dat dit vaak een mooie gelegenheid is om stil te staan bij onderwerpen die kunnen worden opgepakt. Voorafgaand aan een gesprek zijn er niet altijd onderwerpen die spelen, maar gaandeweg het gesprek komt er steeds meer op tafel. Ook dit jaar is de kans groot dat u een gesprek heeft met uw bedrijvenadviseur. Graag gaan we met u in op bovenstaande vragen. Wat houdt u bezig en waar wilt u graag (meer) tijd aan besteden?
Dieuwer Heins bedrijvenadviseur
9 SERIE. KLAAR VOOR AKTIE.
Nieuwe dimensie grote traktoren nu bij uw dealer verkrijgbaar. Kracht, dynamiek, precisie en snelheid - met de 9 serie heeft DEUTZ-FAHR een beest van een trekker ontworpen. Het maakt het werken een stuk makkelijker en sneller gedaan met minimaal gebruik van hulpstoffen. Elk onderdeel van de 9 serie behoort tot de beste op de markt. Met het atractieve design van Italdesign Giugiaro biedt DEUTZ-FAHR 3 modellen in de nieuwe grote 9 serie traktorenklasse en helpt daarmee grote landbouwbedrijven en loonwerkers op eenvoudige wijze indrukwekkende resultaten te behalen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw DEUTZ-FAHR dealer of bezoek onze website deutz-fahr.com.
DEUTZ-FAHR een merk van
Een geniaal maïssaldo! breng s t p o l e r r o k p to brengs t p o l e e m t e z top vroegrijp s tay green
FAO 230
GENIALIS
vroege ïs silo ma
vroege kor r elmaïs
GENIALIS
FAO 230
Silomaïs / CCM / Geplette maïs / MKS Vroegrijp Top korrel (= zetmeel) opbrengst Als silomaïs: – Top zetmeelopbrengst – Top voederwaardeopbrengst Goede stay-green Goede oogstzekerheid Zeer goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte
Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 23 517 www.kwsbenelux.com
SEEDING THE FUTURE SINCE 1856