BAUMA KLEURT BLAUW
NIEUWE CONTRIBUTIEREGELING THEMA MEST
Toevoegmiddel aan drijfmest
• Aantoonbare meeropbrengst en kwaliteit in veel gewassen
• Minder uitspoeling van nitraat naar grondwater
Toevoegmiddel aan drijfmest
• Aantoonbare meeropbrengst en kwaliteit in veel gewassen
• Minder uitspoeling van nitraat naar grondwater
GRONDIG 9 2022
Op 1 januari stapt de mestsector over op het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (rVDM). In dit nummer gaan we daar dieper op in.
Zo beantwoordt Hans Verkerk vijftien belangrijke vragen hierover en laten softwareleveranciers zien wat ze te bieden hebben. Verder trekken we de blauwe lijn van het vorige nummer door, want ook de Bauma stond in het teken van elektrisch en waterstof. Veel leesplezier.
20
en
50 CUMELARIA
51 CAO & ZO
52 VITALE VOLHOUDERS: Harry Crooijmans
54 CUMELA.NL
55 VOORZITTER
56 TOOLBOX: stoppen met roken
58 Leren werken met eco-activiteiten
62 Vijftien vragen en antwoorden over het rVDM
65 Hoor jij bij de veiligste bedrijven? (deel 4)
66 Nieuwe contributieregeling van Cumela
68 De jungle van certificeringen
72 PO-scan wordt Cao-Check
74 BEDRIJVIG
Grondig is de bron voor vakinformatie voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infrastructuur. Je kunt je aanmelden voor de gratis nieuwsbrief door een e-mail te sturen naar grondig@cumela.nl.
Adres Cumela
Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl
Cumela-ondernemerslijn (033) 247 49 99 / ondernemerslijn@cumela.nl
Grondig / Cumela Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig
Redactie
Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Herma van den Pol Ton Herbrink (eindredacteur)
Voorplaat
Veenhuis
Advertentiewerving
Lisette Kerkhof, grondig@cumela.nl
Art Direction, Grafische vormgeving en druk Elma Media B.V. www.elma.nl
Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk
Abonnementen
Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Opzegging van het abonnement schriftelijk vóór 1 november.
Kosten abonnement
Nederland 103 per jaar
Buitenland 158 per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag
© Stichting Cumela Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving.
ISSN: 2210-3260
Lidmaatschap Cumela
Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wil je het lidmaatschap van Cumela beëindigen, dan dien je voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van Cumela in Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.
Voor ons als journalisten is het altijd de uitdaging om ergens een nulserie te herkennen. Vaak is de beplating nagenoeg hetzelfde, maar ziet een kenner de afwijkingen. Groot is dan de euforie als je de machine als eerste herkent en er een mooi verhaal over kunt maken.
Nulseriemachines zijn voor fabrikanten noodzakelijk om de machine in de praktijk te testen. Dat voorkomt dat ze later bij grote series de fouten eruit moeten halen en - nog belangrijker - moeten herstellen. We weten allemaal hoe groot de inspanningen voor een fabrikant zijn bij een eventuele terugroepactie, om nog maar te zwijgen over de daarmee gepaard gaande reputatieschade.
Het is een werkwijze die ook zou moeten gelden voor maatregelen en registratiesystemen die de overheid oplegt. Helaas lijkt daar het besef dat klanten direct probleemloos met een systeem moeten kunnen werken ver weg. Bij het rVDM, het online-registratiesysteem voor mesttransporten, is de mogelijkheid van een nulserie er niet meer, zeker niet nadat de invoering al twee jaar is uitgesteld en nieuw uitstel van het systeem vanuit Brussel onmogelijk is. Hoe dan ook moet het systeem per 1 januari gaan draaien. ‘Met de kloten voor het blok staan’ heet dat in Jip en Janneke-taal. Ooit was ons toch echt beloofd dat er een soort nulserie van minimaal duizend vrachten zou worden gedaan om alles te testen. Daar is weinig van terecht gekomen. Per aanbieder zijn er hooguit enkele tientallen vrachten getest, grotendeels in het seizoen dat er nog maar beperkt mest
werd vervoerd. Of het allemaal werkt als er duizenden vrachten per dag door het systeem gaan, is nu helaas nog een open vraag. Ook is er nog de uitdaging om binnen krap anderhalve maand te regelen dat elke mesttransporteur hiermee aan de slag gaat. Grote mesttransporteurs zitten zo op pak hem beet 50.000 bonnen per jaar. Het gaat echt om software die straks duizenden bonnen per uur realtime moet kunnen verwerken. De software-aanbieders wachten daarom vol spanning op maart. Het is niet moeilijk te voorspellen dat de kans op een klachtenregen groot is als er ergens iets niet functioneert.
Het is jammer dat een op zich mooi papierloos systeem dat de verantwoording daar legt waar hij hoort - bij de leverancier en de afnemer - zo in de markt wordt gezet. Nu moeten al onze intermediairs straks optreden om de ‘nulserie’ in de benen te houden. Ze zullen ongetwijfeld samen met de bouwers van de software te maken krijgen met uitdagingen om te zorgen dat hun systemen aansluiten op de registratiesoftware van het RVO-systeem, dat afnemers en leveranciers alles hebben geregeld en dat het allemaal werkt. We hopen dat de overheid inziet dat zij nu een nulserie in de markt zet en dat zij moet zorgen dat alles werkt. Het is te hopen dat daarvoor voldoende mensen klaar staan. Ook bij deze nulserie moet je problemen namelijk zo snel mogelijk oplossen en daar mag de klant niet de dupe van worden.
Als extra gewicht zit Douwe van Chastelet deze dag af en toe op het zelf ontwikkelde paddenscherm-snijkouter met automatische scherminvoer. Het apparaat is al meer dan twintig jaar oud, staat de meeste tijd in de schuur, maar na elke opdracht wordt er toch weer wat aan verbeterd. Zo is nu al de gedachte om voor het snijkouter ook nog een draaiend mes te maken, want te vaak stroopt het nu als er oude graspollen of resten kuilgras liggen.
Het apparaatje is jaren geleden door Van Chastelet ontwikkeld toen het bedrijf de vraag kreeg om ergens een scherm te plaatsen. In plaats van graven werd een constructie bedacht waarbij er een soort meskouter door de grond wordt getrokken, waarna het scherm over het kouter loopt en daarna dubbel in de grond wordt gedrukt. Het grote voordeel is volgens opa Van Chastelet dat er veel minder verstoring van de grond plaatsvindt. “Met graven krijg je naast het scherm allemaal onkruid en nu heb je daar nauwelijks last van.”
De machine hangt achter een Volvo-minikraan en is daar helemaal op afgestemd. Een trekstang die naar links en rechts kan zwenken, zorgt dat ook flauwe bochten goed te nemen zijn. Een kogelkoppeling maakt het mogelijk om hem snel aan en af te koppelen in haakse bochten. Bij het starten van een baan duwt Van Chastelet het mes met de bak in de grond, waarna het opleggewicht van 400 kilo meestal voldoende is om hem in de grond te houden. Alleen vandaag met de natte
klei is dat soms niet voldoende. Dan is het tijd voor Douwe om een stukje mee te rijden. Van Chastelet werkt in opdracht van Gebroeders Van den Maagdenberg, die alle werkterreinen moeten aanleggen voor het boren van een nieuwe gasleiding tussen Noordeloos en Utrecht. Om in het voorjaar stilstand te voorkomen vanwege padden op het werkterrein, worden die nu allemaal afgezet. Dat gebeurt door eerst het scherm in de grond vast te zetten, waarna er paaltjes naast worden geplaatst en het scherm daaraan wordt vastgeniet en geborgd door een klamp. Om nog aanwezige padden te laten ontsnappen, worden oploopjes geplaatst. De bedoeling is dat de padden hier tegenop lopen, waarna ze zich aan de andere kant naar beneden laten vallen. Inmiddels hebben ze op 21 locaties in totaal 28 kilometer scherm geplaatst. Douwe krijgt daarbij op zijn telefoon de locaties door en houdt bij wat er gebeurt. “We moeten telkens kijken waar we terecht kunnen, want overal moet de Gasunie eerst een akkoord hebben met de eigenaar. Pas wanneer dat rond is, kunnen wij dus aan de slag.” Het werk is aangenomen voor een vast bedrag per meter. “Daar kunnen we het goed voor doen, zeker als alles zoals hier goed is voorbereid. Wel is het lastig dat je soms voor een klein stukje weer terug moet komen.” Voor opa Van Chastelet maakt het niet uit. Deze vitale volhouder van 78 heeft alweer een volgende klus aangenomen. “Volgende week ga ik vier weken voor de plantsoenendienst van de gemeente Dordrecht werken. Kan ik lekker thuis eten.”
Ruim 28 kilometer paddenscherm hebben opa en kleinzoon Van Chastelet afgelopen maand uitgerold en in de grond gesneden. Het scherm is bedoeld om werkterreinen voor het aanleggen van een gasleiding paddenvrij te maken en te houden.
Arnd van der Pols relatiebeheerder
Verzekeringsspecialist in de cumelasector
Als brancheorganisatie weten we bij Cumela als geen ander waar je als ondernemer mee te maken hebt, met welk materieel je werkt en welke risico’s hierbij komen kijken. Onze polisvoorwaarden zijn hierop afgestemd, wij denken met je mee en geven altijd een persoonlijk advies op maat.
Onze voordelen
• Persoonlijk contact met specialisten
• Gemak en uitgebreide service
• Kennis van de cumelasector
• Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding
• Soepele afwikkeling bij schade
www.cumela.nl
(033) 247 49 60
“Wij kennen onze relaties. Ons advies is daarom altijd op maat gemaakt.”
Precies op de dag van het schrijven van deze column deed de raad van State uitspraak in de zaak Porthos. De generieke bouwvrijstelling wordt geschrapt en daarmee gaat Nederland verder op slot. We zullen weer individuele milieuvergunningen moeten aanvragen voor bouwprojecten. Weer een nieuw element in de stikstofcrisis.
Naast deze stikstofcrisis hebben we op dit moment ook te maken met een energiecrisis, woningcrisis, klimaatcrisis, nitraatcrisis, asielcrisis, materiaalcrisis, personeelscrisis en inflatiecrisis. We zitten enorm verstrikt en gegijzeld en de samenleving komt steeds meer onder druk te staan. Het enige goede nieuws in dezen is dat we als mens onder druk het best presteren. Hopelijk zal, als de druk in Den Haag nu ook groot genoeg is, daar een oplossing voor deze spaghetti aan crises worden gevonden. We hebben natuurlijk als BV Nederland vaker voor grote uitdagingen gestaan. Denk bijvoorbeeld aan net na de oorlog, toen er geen eten meer was en Mansholt een plan schreef met de naam ‘Nooit meer honger’. Denk ook aan de watersnoodramp van 1953 in Zeeland, waarna er een ‘Deltaplan’ werd geschreven. Bij deze plannen werden regels ondergeschikt gemaakt aan het realiseren van de doelen. We zijn in Nederland tot grote dingen in staat, dus dit varkentje zal worden gewassen als we er in elk geval een goed plan voor schrijven, met daarbij de juiste doelen. Op dit moment missen we dat plan en wordt er alleen met miljarden gestrooid om problemen af te kopen. We moeten terug naar de basis en bij het maken van het plan het middel niet verwarren met het doel. Net zoals nu het verminderen van de uitstoot van stikstof als doel wordt verward met de echte opdracht, namelijk het voorkomen van verslechtering van de natuur. Het verminderen van de stikstofuitstoot is daarbij alleen een middel.
Dit doet me denken aan het trekkerkenteken. In dat traject verloren we als organisatie op enig moment ook het gestelde doel uit het oog. Dat was namelijk veilig landbouwverkeer: van de ventweg af, uit de dorpskern en ook niet meer op dat fietspad, maar naar de rondweg en de provinciale weg. Het middel om daar te komen en te worden geaccepteerd door de wegbeheerders was een kenteken. Toen het kenteken echter steeds meer als doel werd gezien, liepen de onderhandelingen vast. Terug naar de juiste focus bracht ons weer op het juiste spoor.
Daarom moet de overheid ook terug naar het doel en zich daarop focussen en niet op het middel. Op het voorkomen van verslechtering van de natuur hebben veel meer factoren invloed dan alleen stikstof. Wat we nu nodig hebben, is een Haagse visionair van het type Mansholt die een masterplan schrijft om ons uit de crisis te leiden. Doel moet zijn het voorkomen van de verslechtering van de natuur en niet de neerslag van 0,7 gram stikstof per hectare per jaar. Dat is veel minder dan één hondendrol per hectare in dat gebied. Als we blijven focussen op dat doel blijven we gevangen in de crisis. We moeten terug naar de realiteit en met een echt plan aan de slag. Doen we dat niet, dan verslechtert niet alleen de natuur, maar verliest de hele maatschappij het geloof in Den Haag en krijgen we ook nog een vertrouwenscrisis.
Wim van Mourik, voorzitter CumelaOP 1 JANUARI 2023 TREEDT HET NIEUWE RVDM IN WERKING
Op 1 januari 2023 gaat de overgangsmaand van het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (rVDM) van start. Dat betekent een cultuuromslag voor de sector en het maakt het aftellen tot de jaarwisseling extra spannend. Zo zullen vanaf dan alle vormen van mesttransport via e-CertNL plaatsvinden. Het betekent ook dat de sector moet gaan werken met vooraanmeldingen, start-, laad-, weeg- en losmeldingen. Alleen de leverancier en de afnemer mogen dan nog goedkeuren.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) wist met één brief mesttransporterend Nederland wakker te schudden. Iedereen weet nu: op 1 januari 2023 treedt het rVDM in werking! Sinds die tijd krijgen aanbieders van bedrijfsmanagementsystemen steeds meer vragen. “Eindelijk”, reageren ze, want de tijd tikt snel weg en zelfs bij alle aanbieders samen is de capaciteit beperkt.
E-CERTNL TE BEWERKELIJK
Brancheorganisatie Cumela doet er alles aan om de leden te helpen. “Dat is nodig, want een goede test in de vorm van een pilot met duizend vrachten ontbreekt”, zegt Hans Verkerk, manager beleid en vanaf het begin betrokken bij de gesprekken over de digitale mestbon. Meer hierover vind je verderop in deze Grondig. Daar be-
‘LEDEN KUNNEN BETER OP ZOEK GAAN NAAR EEN GOED BEDRIJFSMANAGEMENTSYSTEEM’
antwoordt Verkerk vijftien vragen over het rVDM. Test of geen test, de sector moet aan de slag met het rVDM. De wetgever eist het. “Wij raden het gebruik van de webschermen en de bijbehorende apps af”, zegt Verkerk als het gaat over e-CertNL. Beter kunnen leden op zoek gaan naar een goed bedrijfsmanagementsysteem. “Ik heb twee argumenten om het gebruik van e-CertNL af te raden. Eén: je kunt alleen het nettogewicht doorgeven met behulp van eHerkenning. Stel jezelf de vraag of je die mee wilt geven aan je chauffeurs? Ze kunnen dan ook bij je andere belangrijke bedrijfsgegevens komen. Twee: het invullen via de webschermen is vrij bewerkelijk.”
Wij kregen alvast de kans om in e-CertNL mee te kijken. Het is software die onderdeel is van een uitgebreid systeem voor de import en export van producten. Degenen die mest exporteren, kennen het en noemen het systeem ingewikkeld en niet gebruiksvriendelijk. Een voorbeeld van eind oktober: je vergeet het geschat gewicht in te vullen. Een verplicht veld, maar toch kun je nu gewoon doorgaan. Je komt bij stap 3, zekerheden. Je drukt op ‘Controleer zekerheden’. Dan is het even wachten. Pas na deze controle geeft de software aan dat het geschat gewicht groter moet zijn dan nul. Nu kun je dat alsnog invullen en daarna klik je opnieuw op ‘Controleer zekerheden’, enzovoort.
Veel zaken hebben vooral met de start van een nieuw systeem te maken, andere vragen misschien om actie en een oplossing. De grootste uitdaging voor veel spelers in de sector is echter het aanpassen van de werkvolgorde. “Wij hadden het voordeel dat we al veel informatie vooraf invulden door ons maatwerk-softwaresysteem en bestaande koppelingen met onder andere Rietveld-boordcomputers”, zegt Coen van Kuijk, directeur van de Van Kuijk Groep. “Voor ons is het nu belangrijk om de nieuw gemaakte koppelingen met de apparatuur van D-Tec te testen en alle informatie van onze klanten up-to-date te houden.” Bij de Van Kuijk Groep zijn ze blij het papier straks kwijt te zijn. Ook de eerste chauffeurs die de software mochten testen, zijn positief. Toch blijven er vragen over die wachten op een antwoord vanuit de overheid. “Wij doen er alles aan om voor 1 januari klaar te zijn voor het rVDM en onze klanten de service te blijven bieden die ze van ons gewend zijn”, zegt Van Kuijk.
Werk je met e-CertNL, dan ziet de werkwijze bij het nieuwe rVDM er als volgt uit. Leveranciers en afnemers met een KvK-inschrijving maken een eigen account aan in e-CertNL. Daarvoor zijn no-
dig eHerkenning en een relatienummer van RVO. Particulieren hoeven geen account te hebben bij e-CertNL. Zij hebben alleen een relatienummer van RVO nodig. Dit kan en mag de intermediair niet voor zijn klanten regelen. Zorg ervoor dat bedrijfsgegevens zoals het adres kloppen. Het gaat dan om de aanbieder van mest, de partij die het vervoer verricht en de afnemer. Op zijn vroegst veertien dagen van tevoren kun je een vooraanmelding doen. Hierin geef je het geschat gewicht mee, de kentekens van zowel het trekkende voertuig als de trailer, het combinatienummer van de trailer, de laboratoriumcode en de gegevens van alle betrokkenen. In e-CertNL moet je elk transport melden. Gecombineerde meldingen kunnen alleen nog onder strenge voorwaarden bij maatwerkvervoer. Belangrijk is dat je zelf de namen van de chauffeurs bij het transport bijhoudt, “zodat bij controle gemakkelijk navraag bij de chauffeur kan worden gedaan”, zo meldt RVO. Na het doen van de vooraanmelding is de informatie over het transport bij de overheid bekend. Dan krijgt een transport een eigen rVDM-nummer. Vervolgens doe je op z’n vroegst twee dagen van tevoren een startmelding. Daarvoor kun je gebruik maken van de rVDM-app van RVO. Is dat gedaan, dan kunnen alleen de afnemer en de locatie nog worden aangepast. Gaat een transport dan niet door of verandert er iets, zoals het vervoermiddel, dan is een nieuwe melding nodig en trek je de eerdere melding in. Bijvoorbeeld Agro IT heeft hierop ingespeeld door in de app de chauffeur te laten aangeven op welk voertuig hij rijdt. Dit zie je ook nog eens terug in het logbestand.
Zodra het transport is begonnen, moet je zelf nog een weegmelding doen. Ook die kun je zowel via de app als de website doen. De laad- en losmelding gaan automatisch via GR/GPS. Na het transport en de losmelding moeten de leverancier en de afnemer het rVDM binnen zeven dagen goedkeuren. Dat kan via de website of de app. Zodra dat kan, ontvangen ze vanuit e-CertNL hiervoor een e-mail. De eerste keer gaat RVO hier ook nog actief achteraan en ondersteunt de dienst waar nodig. Gaan ze niet akkoord, dan kunnen ze kiezen uit vijf redenen. Die zijn: afnemer is niet juist, leverancier is niet juist, de mestcode en/of de percentages kloppen niet, oneens met opmerkingscode of wil er een toevoegen en oneens met het netto/ definitief geschat gewicht. Na afkeuren krijgt de intermediair de kans om de gegevens aan te passen of te bewijzen dat het wel klopt en wordt het rVDM weer aangeboden ter bevestiging.
De manier van werken die RVO en de NVWA aanbieden, geeft veel ruimte voor bedrijfssoftware
‘DE GROOTSTE UITDAGING VOOR VEEL SPELERS IN DE SECTOR IS HET AANPASSEN VAN DE WERKVOLGORDE’
‘DIT BETEKENT EEN BEHOORLIJKE CULTUUROMSLAG, WAARVOOR NOG TWEE MAANDEN OVER ZIJN’
Aanbieder: Agro IT
Productnaam: Agro IT rVDM
Omschrijving: online-omgeving in c ombinatie met een mobiele applicatie
Prijs: Vast bedrag per jaar en een bedrag per bon
Meer informatie: bel met (0342) 42 60 40 of stuur een bericht naar info@agro-it.nl
‘HET WERKT VOOR IEDEREEN’
Trots laat Arend Schut zien wat zijn bedrijf in de laatste maanden maakte voor het rVDM.
“Een Agro IT-cloudserver (MCS), waar vanuit de mobiele applicatie en Agro IT 5 rVDM worden ondersteund”, vertelt hij. Hoftijzer
Lochem (HL) is een van de bedrijven die de software mag testen. “Zo kan ik als eerste kijken hoe het werkt”, zegt Rob ten Hove van dit cumelabedrijf. Hij is heel lovend over de software en de ondersteuning vanuit Agro IT.
“Wij zijn blij met de imput die hij ons geeft”, zegt Schut. “Wij dachten bijvoorbeeld vooraf dat vooral het kantoor de vooraanmeldingen zou doen. Bij Rob bleek dat meteen al heel anders. Hier vullen de chauffeurs de vooraanmeldingen in”, aldus Schut. Zo komt er, volgens Ten Hove, niet te veel werk bij de planner terecht. Nieuwe klanten voert Ten Hove wel zelf in.
De voordelen van de app zijn dat je altijd beschikt over reservebonnen, je zzp’ers mee kunt laten werken, het als vervoersbewijs dient en de software alles wat je doet vastlegt in een logboek. Wat in de app gebeurt, zie je meteen terug op kantoor of ergens anders, want door het werken in de cloud kan Agro IT 5 rVDM overal worden opgeroepen. “Die flexibiliteit wilde ik al heel lang”, zegt Ten Hove. Hij is vooral heel blij het papier straks kwijt te zijn.
“En voor het vertrouwde overzicht hebben we ervoor gezorgd dat je op de meest woeste manier kunt sorteren en filteren”, zegt Schut. “En ben je zelf ergens partij - leverancier of afnemer - dan kun je ook nog eens meervoudig accorderen”, aldus Schut. Je houdt toch het overzicht zonder stapels met bonnen.
Aanbieder: Rovecom
Productnaam: eVDM
Omschrijving: online-omgeving in combinatie met een mobiele applicatie
Prijs: een vast bedrag voor de installatie en een bedrag per bon
Meer informatie: bel naar (0528) 22 35 35 of stuur een bericht naar info@rovecom.nl
In Grondig 1 van dit jaar maakten we al een uitbreid verhaal over de digitale oplossing van Rovecom. Dat bedrijf profiteert nu van de ervaringen die het heeft met het eVDM. Dat is nodig ook, want het echte testen kon uiteindelijk pas half oktober van start gaan. “Dat hadden we liever eerder gedaan”, zegt Ard Brandts, accountmanager Agri & Food bij Rovecom. “Een enkele chauffeur heeft nu gebruik gemaakt van de app voor het rVDM. Daarvan krijgen we terug dat die er goed uitziet en het aanvragen wel meevalt”, zegt Jeroen Zantingh, productmanager loonwerk bij Rovecom. De digitale bon zit zo in elkaar dat zowel het kantoor als de chauffeur alles snel en gemakkelijk klaar kan zetten. “We overwegen een derde smaak toe te voegen, waarbij je bijvoorbeeld een chauffeur kunt aanwijzen om alles klaar te zetten”, vertelt Zantingh. Zo probeert Rovecom te zorgen voor maximale flexibiliteit. “Je kunt niet van een planner verwachten dat hij ook ’s nachts klaarstaat”, zegt hij. Staat de vooraanmelding klaar, dan kun je ervoor kiezen automatisch een startmelding te laten plaatsvinden. Je bepaalt zelf hoeveel tijd van tevoren dat dan gebeurt. De chauffeur hoeft dan alleen nog de weegmelding te doen en de losmelding. “Werken de afnemer en leverancier ook met onze software, dan krijgen ze een melding dat er een bon klaarstaat voor goedkeuring.”
Een vraag die blijft hangen, is wie er verantwoordelijk is als er geen goedkeuring komt. Technisch is in elk geval alles klaar voor 1 januari.
Aanbieder: VDMAdmin
Productnaam: digiVDM
Omschrijving: online-administratieomgeving en een Android-applicatie
Prijs: een vast bedrag per maand
Meer informatie: stuur een bericht naar info@vdmadmin.nl
Alfred van de Vorst, eigenaar van VDMAdmin, zet sinds 2019 digiVDM in de markt. Het rVDM ziet hij vooral als een door de overheid voorgeschreven ingewikkelde manier om iets te controleren wat veel eenvoudiger al mogelijk was. “E-CertNL werkt met heel veel koppelingen en dat is meteen de zwakke plek van de software”, zegt hij. Voor zijn mestbon veranderde er niet veel. “Wel moet je nu een startmelding doen. Of er internet is, maakt niet uit, want wij bufferen gewoon. Heb je die melding gedaan, dan zegt hij waar en wat voor type transport het is. Zie je dan nog ergens een rood uitroepteken, dan betekent het dat er nog iets niet is ingevuld. Die bon kun je in de app heel gemakkelijk oproepen en per e-mail of WhatsApp delen. Ook laten wij nog steeds overal een handtekening zetten en moet de chauffeur daadwerkelijk aangeven of hij start met laden. Pas als je dat hebt gedaan, kun je de weeggegevens invullen en moeten de monstergegevens worden ingevuld. Maak je een foutje bij het invullen van het gewicht, dan krijg je een melding vanuit het systeem dat dit niet kan. Ook kan er een foto worden gemaakt.”
VDMAdmin heeft nu al veertig bedrijven die werken met de digitale bon. “En wij draaien sinds vorig jaar oktober bij één bedrijf schaduw”, vertelt Van de Vorst. Dit is daardoor de bon die tot nog toe het meest is getest. Door alle zekerheden in te bouwen, hoopt Van de Vorst eventuele toekomstige problemen te voorkomen. “Het belangrijkste is dat de chauffeur en het kantoor tevreden zijn en er graag mee willen werken.”
Aanbieder: Rope Solutions
Productnaam: TransportPlan
Omschrijving: vast programma
Prijs: een vast bedrag per maand
Meer informatie: Bel naar (038) 777 98 30 of stuur een bericht naar robert@transportplan.nl
om het werken een stuk gemakkelijker en leuker te maken. Tussen de software onderling zijn er belangrijke verschillen. Zo biedt bijvoorbeeld D-Tec een koppeling tussen de AGR-apparatuur (straks GR/GPS) en e-CertNL.
Van Kuijk koppelde dit aan zijn bedrijfsmanagementsoftware. “Zo wordt alle informatie uit onze software doorgezet naar het D-Tec-portaal. Dat doet vervolgens de vooraanmelding binnen e-CertNL. Na het rijden van de vracht komt alle informatie terug in onze software, waarmee wij onze controle doen en informatie aan onze klanten kunnen verstrekken”, licht Van Kuijk toe. TransportPlan volgt min of meer de lijn van D-Tec. “Geen papieren bon in de vorm van een VDM, maar we hebben wel een mogelijkheid voor de chauffeur om meldingen te doen in de vorm van een online-app.”
Rope Solutions heeft met TransportPlan ook een oplossing voor het rVDM. Het bedrijf omschrijft het als frisse en flexibele software. “Wij helpen je te voldoen aan de verplichtingen rond het rVDM en bieden daarnaast verregaande mogelijkheden om snel op wensen in te springen”, zegt Robert Salomons. De software ontwikkelt zich steeds door. “Wat er nu feitelijk bijkomt voor de chauffeur is de laaden losmelding en het doorgeven van de weging. Wij hebben daarvoor samenwerkingen met de boordcomputerleveranciers D-Tec en Data2Track, de grotere leveranciers. Voor alle andere situaties bieden we ons TransportPlan Online Portaal aan”, aldus Salomons. Hij ziet in de stap naar het rVDM vooral een kans om papierloos te gaan werken. “Hierdoor ontsluit zich een hele set aan koppelmogelijkheden.
Rovecom, VDMAdmin en Agro IT houden vast aan de vorm van een bon, alleen is dat dan een digitale variant die bestaat uit een online-omgeving en een mobiele applicatie. Door deze constructie kunnen chauffeurs toch de start-, laad-, weeg- en losmeldingen doen. Ook hebben ze er allemaal voor gezorgd dat het mogelijk is om eenvoudig meerdere meldingen voor een activiteit aan te maken zonder dat elke keer alles opnieuw hoeft te worden ingevuld. Een ander voordeel van het gebruik van een bedrijfsmanagementsysteem is dat die vrijwel allemaal beschikken over een voorraadje (tijdelijke) digitale rVDM’s, waardoor het werk altijd door kan gaan als er ergens een storing is. Is de storing voorbij, dan wordt alle informatie alsnog doorgestuurd. Uitzondering hierop is Rovecom, dat een andere, misschien efficiëntere methode aan het onderzoeken is om storingen op te vangen.
‘NA AFKEUREN KRIJGT DE INTERMEDIAIR DE KANS OM DE GEGEVENS AAN TE PASSEN OF TE BEWIJZEN DAT HET WEL KLOPT’
Nu gebeurt alles achteraf, omdat nu iets pas digitaal wordt als het VDM in die periode van dertig werkdagen wordt ingestuurd. Straks moet je alles vooraf gaan doen”, stelt Salomons vast. Hij ziet hierin een heel mooie mogelijkheid om alles nog beter te gaan doen en de boetedruk te laten afnemen.
Wat voor manier je ook kiest om gebruik te maken van het rVDM, concreet veranderen er twee belangrijke dingen. Achteraf bonnen invullen kan niet meer. Aanmelden moet vooraf. De tweede belangrijke verandering is dat de intermediair transporten niet meer mag en kan goedkeuren. Dat betekent een behoorlijke cultuuromslag, waarvoor nog twee maanden over zijn. Ook softwareontwikkelaars moeten alles op alles zetten om op tijd de eigen klanten van de benodigde werkende software te voorzien. “1 januari is belangrijk en maart en april worden heel belangrijke testmomenten”, zegt Verkerk. Dan vinden namelijk de meeste transporten plaats. Dan melden ook degenen die af en toe mest transporteren of af en toe wat afzetten zich. Eigenlijk kent de mestmarkt hierdoor twee belangrijke aftelmomenten voor het vuurwerk de lucht in gaat. “Bereid je goed voor”, raadt Verkerk ondernemers aan.
VANAF 0,99%
BIJ EEN FINANCIERING
CNH INDUSTRIAL CAPITAL:
• 50 jaar expertise in landbouw dankzij ons ervaren Benelux-team
• Aangepast naar een optimale termijn
• Breed scala aan oplossingen op maat, met verschillende unieke leasevormen
• Mogelijkheid tot gebruik van interessante fiscale voordelen
Voor meer informatie, contacteer uw dichtstbijzijnde dealer
Mandy Hendrickx is samen met haar broer Mike en vader Richard eigenaar van familiebedrijf Hendrickx-Horn. Het bedrijf begon ooit als een melkveehouderij en ontwikkelde zich van daaruit door tot een agrarisch loonbedrijf met een stukje grondverzet. In 2014 opende het bedrijf een Grondbank. Het werd een succes, alleen ontstond daardoor de behoefte aan focus. Dat
maakte dat de eigenaren de keus maakten om in 2017 afscheid te nemen van het agrarische loonwerk. Hendrickx-Horn ging verder met een aannemerijtak in cultuur- en civieltechnische grondwerken en bodemsaneringen en als grondbank. In 2019 werd de grondbank uitgebreid met een tweede locatie.
Bij Hendrickx-Horn BV zetten ze zich in voor hergebruik van grond. “Dat hoort bij de filosofie van het bedrijf”, zegt Mandy Hendrickx. “Wij streven naar hoogwaardig circulair hergebruik van grond in de regio MiddenLimburg, zowel voor onze eigen projecten als die van collega bedrijven.”
“We zijn continu op zoek naar de mogelijkheden: wat kan er wel?”, zegt Mandy Hendrickx over de manier waarop Hendrickx-Horn BV werkt. Juist daarom vinden ze het bij dit bedrijf belangrijk om zowel de theorie als de praktijk met betrekking tot grondstromen heel goed te kennen.
Het van oorsprong agrarische loonbedrijf ontwikkelde zich door de jaren heen door tot een aannemingsbedrijf. Daar ligt de focus op de uitvoering van cultuur- en civieltechnische werkzaamheden.
Bij deze werkzaamheden komen voortdurend grondstromen vrij. Het liefst past Hendrickx die meteen weer toe in andere projecten in de regio. Dat lukt door allerlei redenen echter niet altijd, door een verschil in kwaliteitsklasse, civieltechnische kwaliteit of onvoldoende bodemonderzoek. Daardoor was er in het eigen bedrijf behoefte aan tijdelijke opslag.
Na er goed over te hebben nagedacht, besloot het bedrijf de sprong te wagen en een eigen grondbank op te starten. “Om dat te kunnen doen, moest er een vergunning komen, voldoende certificering en een hoger kennisniveau, want de wetgeving is complex”, zegt Hendrickx. “We hadden ruimte bij het eigen bedrijf, alleen nog niet de juiste vergunningen. Dit was een behoorlijk proces. Uiteindelijk kregen we toch een vergunning voor een grondbank op ons bedrijf. Wij wilden met deze grondbank graag ook collega’s in de regio van dienst zijn. Dit om de werkzaamheden rendabel te kunnen maken en ons als speler op de kaart te zetten in de regio. Op de huidige locatie is de opslag van 10.000 kuub grond toegestaan. Al snel was dat te weinig voor onze ambities. We zijn daarom vrij snel op zoek gegaan naar een tweede locatie. Die kwam er in 2019 op een voormalig industrieterrein. Vanaf dat moment hebben we kunnen reorganiseren en uitbreiden, wat ons efficiënter heeft gemaakt.”
Het doel van de grondbank is een bijdrage leveren aan het hoogwaardig en circulair hergebruik van grond in de regio. “Ik probeer zo snel mogelijk zoveel mogelijk grond een nieuwe toepassing te geven”, zegt Hendrickx. Het doorloopproces, zoals ze het noemt, speelt een belangrijke rol in de bedrijfsvoering. “Om dat soepel te laten lopen, is het belangrijk om een gedegen kennis te hebben van de bodemonderzoeken, de opdrachtgevers en een goede relatie met het bevoegde gezag”, zegt ze. “We hebben immers in de keten een gemeenschappelijk doel: het conform de wet- en regelgeving circulair omgaan met alle grondstromen die vrijkomen bij werken en die benodigd zijn bij de realisatie van werken”, aldus de ondernemer. “Hier hebben we elkaar bij nodig.”
RISICO’S BEPERKEN
Gelukkig wordt Hendrickx-Horn steeds vaker al vroeg in het proces bij een werk betrokken en dat scheelt iedereen extra werk en gedoe achteraf. Een voorbeeld dat Hendrickx noemt, is het bouw-
‘HOEWEL HENDRICKX
ZELF GEEN MOEITE
HEEFT MET BEZOEKEN
VAN DE OMGEVINGSDIENST ZAG ZE MEDEWERKERS WEL
EENS IN PANIEK SCHIETEN’
rijp maken van een kavel. “Te vaak zie ik dan dat er grondmonsters worden genomen van precies het bouwblok. Vergeten wordt dat er voor de bouw ook een tracé rondom het getekende bouwblok moet worden uitgegraven en dat er nog afwatering met infiltratiekratten moeten komen. Zo zijn er meer van dat soort zaken die niet zijn meegenomen in de partijkeuring. Door goed klantcontact zijn we vaak al voor de uitvoering in gesprek. Ik stel dan deze vragen en we denken mee, want misschien helpt een tijdelijk depot op locatie of zijn er extra monsters nodig. We proberen de risico’s zoveel mogelijk te beperken.”
EXTRA ZEKERHEID
Zodra de grond bij de grondbank komt, vindt er controle van de kwaliteit plaats. “Dat doen we door zelf een indicatief monster te nemen”, vertelt Hendrickx. Dit is niet in alle gevallen verplicht. Wij doen het bewust wel. Het monster wordt door een laboratorium onderzocht. Daarmee hebben we een extra zekerheid in het proces gebouwd. Op basis van de uitslagen van deze analyses worden partijen van de klasse achtergrondwaarde, wonen en industrie apart opgeslagen tot maximaal 2000 ton. Behalve op milieuhygiënische kwaliteit scheiden we ook op grondsoort en vervolgens gaat de grond door de trommelzeef van het bedrijf om de grondfractie te scheiden van puin en ander bodemvreemd materiaal. Na een partijkeuring en een definitieve eindkwalificatie kan de grond worden afgezet.”
Toepassen van grond van de klasse wonen en industrie kan maar beperkt. “Dit gebeurt veel in grootschalige bodemtoepassingen, zoals geluidswallen, ophogingen voor grote infrastructurele werken en meer van dit soort werken”, legt Hendrickx uit. “Zelf hebben we ook een aantal grootschalige werken waar we grond kunnen
toepassen vanuit de grondbank, maar hier kunnen we ook grond van derden die is voorzien van een partijkeuring rechtstreeks accepteren.”
“Omdat wij veel grond toepassen en meldingen doen, krijgen we regelmatig bezoek van de omgevingsdienst, en als we bodemsaneringen uitvoeren, is er vrijwel altijd een omgevingsdienst betrokken bij de werkzaamheden”, zegt Hendrickx. Ze vindt het niet meer dan logisch dat ze over je schouder meekijken. “Ze zijn feitelijk en kritisch.” Hoewel Hendrickx zelf geen moeite heeft met bezoeken van de omgevingsdienst zag ze medewerkers wel eens in paniek schieten of verstijven. “Daarom vinden wij het belangrijk dat ze in het veld goed kunnen uitleggen wat ze aan het doen zijn. Komen er echter vragen waar ze geen antwoord op weten, dan raden we hen aan de handhavers door te verwijzen naar de verantwoordelijke uitvoerder of projectleider. Hun taak is het de vraag snel en correct te beantwoorden of de gevraagde gegevens te verstrekken. Ik merk nu dat dit veel rust brengt. Buiten in het veld zijn bij de machinisten en chauffeurs gewoonweg niet alle details bekend. Dit hoeft ook niet, maar wel moeten ze goed op de hoogte zijn van wat er van hen wordt verwacht.”
Verder heeft ze ervoor gezorgd dat medewerkers altijd beschikken over transportdocumenten en ze bekend zijn met de verschillende kwaliteitsklasses. “Toepassen van grond levert vaak meer vragen op dan al het andere wat wij doen. Het kan dan gaan om handhaving, maar ook om buurtbewoners. Wij proberen altijd zo transparant mogelijk te zijn en goed te informeren. Dat scheelt enorm. Het draagvlak voor ons werk blijft enorm belangrijk”, zo sluit Hendrickx af.
Net voor de zomervakantie van 2021 was het alle hens aan dek voor het in Horn gevestigde bedrijf. “In het zuiden van Limburg werden de mensen echt door het water overvallen, maar wij hadden iets meer tijd om ons voor te bereiden, doordat we zagen wat daar gebeurde”, blikt Mandy Hendrickx hierop terug. Dat was het enige voordeel, want verder was er niets. “Het materiaal en een plan ontbraken”, zegt ze. Toch ging het goed en leverde Hendrickx-Horn een belangrijke bijdrage aan het beschermen van Leudal. “Nu hebben we afspraken en een werkplan met de gemeente Leudal. In de toekomst verwachten we minder problemen, omdat er wordt gewerkt aan ruimte voor water.”
GRONDVERZET- EN AANNEMINGSBEDRIJF VAN DER MEER
BV VERBETERT WATERKERINGEN IN SNEEK
PROJECT:
VERBETEREN OEVERS EN KADEN BEBOUWDE KOM SNEEK EN OMGEVING
OPDRACHTGEVER: Wetterskip Fryslân
LOOPTIJD PROJECT: Kadeherstel deeltraject De Potten september - november 2022, Oevers en kaden bebouwde kom Sneek en Scharnegoutum juni - november 2022
DIRECTIEVOERING:
Royal HaskoningDHV voor oevers en kaden bebouwde kom Sneek en MUG Ingenieursbureau voor deeltraject kadeherstel De Potten.
HOOFDAANNEMER:
Grondverzet- en aannemingsbedrijf Van der Meer BV, Scharnegoutum en Winkel
In kuubs en strekkende meters is het uitvoeren van dijkverzwaringen in stedelijke gebieden peanuts ten opzichte van het buitengebied. In calculatie, voorbereiding en begeleiding vergt het echter vele malen meer. Juist daar steekt Van der Meer BV uit Scharnegoutum extra energie in. Door niets aan het toeval over te laten, realiseert het bedrijf de werken in één keer en efficiënt en voorkomt het klachten van omwonenden en de opdrachtgever.
AANNEEMSOM:
Voor beide projecten totaal circa € 1.300.000,-
WERKZAAMHEDEN:
Kades op hoogte brengen, waar nodig Prolockbeschoeiing aanbrengen, vernieuwen fiets- en wandelpaden, aanpassen kunstwerken, realiseren aansluitingen omliggend terrein en omwonenden.
JAN VAN DER MEER EN RONALD HEITE:
“Hoewel alles nauwkeurig in de bestekken is beschreven, besteden we extra aandacht aan het voortraject om het werk in één keer uit te voeren en calamiteiten en klachten voor te zijn.”
OEVERS EN KADEN NET ZO GEDEGEN
UIT TE VOEREN ALS
BUITENSTEDELIJKE DIJKVERZWARINGEN’
Het uitvoeren van dijkverzwaringen is voor Van der Meer BV gesneden koek. “In totaal hebben we al zo’n 400 kilometer aan dijkverzwaringsprojecten uitgevoerd in Noord-Nederland voor verschillende waterschappen”, vertelt Jan van der Meer.
“Als je de logistiek op orde hebt, loopt dat relatief gemakkelijk op die lange trajecten. Per strekkende meter vullen we tien tot soms wel twintig kuub aan”, legt hij uit. De benodigde ophogingen gaan vaak in combinatie met dijkverbreding en de aanleg van minder steile taluds (1:7). Bij deze aanbesteding van Wetterskip Fryslân ligt het even anders. Bij het deelproject De Potten gaat het om ongeveer 1,7 kilometer dijkverzwaring rondom het recreatiegebied De Potten bij het Sneekermeer. Het deelproject Sneek en Scharnegoutum, in de bebouwde kommen, omvat in totaal ongeveer 7,5 kilometer dijkverzwaring, versnipperd over zeven deelprojecten, voornamelijk liggend in het binnenstedelijk openbaar groen. De ophoging bedraagt voor het merendeel rond de dertig centimeter.
“De dijken tussen de steden en dorpen hebben we nu grotendeels gehad”, vertelt Jan. “De zwakste schakels zitten nu in stedelijke gebieden, zoals hier. Het is zaak dit net zo gedegen uit te voeren, ondanks de vaak geringe verhoging en alle knelpunten en obstakels die het werken in deze gebieden met zich meebrengt”, aldus de ondernemer. Daar zit voor het bedrijf ook de belangrijkste angel. “Wat betreft het te verzetten aantal kuubs grond is het peanuts, maar het regelwerk en alle bijkomende zaken om het werk in goede banen te leiden, alle aansluitingen te herstellen en kunstwerken aan te passen of opnieuw te realiseren, zijn van een andere orde”, zegt Jan. Dat zit uiteraard in de offerte verwerkt, maar het moet wel ‘even’ gebeuren.
uitvoert. De paden en wegen aldaar zijn op zich redelijk berekend op enige belasting, maar toch legt Van der Meer preventief over het gehele traject rijplaten neer.
In het deelproject Oevers en kaden bebouwde kom Sneek en Scharnegoutum zien we ook een duidelijk voorbeeld van deze preventieve aanpak. Van een hek dat volgens bestek omhoog moet worden gehaald, blijken de palen bij de grond te zijn aangetast, terwijl een deel van de beschoeiing van de watergang ook is aangetast. “We maken foto’s en communiceren dat meteen met de opzichter van het waterschap”, zegt Jan. Hetzelfde geldt voor een paar scheuren in het asfalt van een traject waarbij de smalle asfaltweg die voor de aanvoer zal worden gebruikt en voor een deel moet worden opgehoogd. “Die scheuren zaten er al in. We fotograferen ze en communiceren dat voordat we er zelf met zwaar materieel over gaan en bespreken of dit deel opnieuw moet worden geasfalteerd of kan blijven zitten. Dan is het helder en kunnen we het desgewenst in één keer meenemen.”
Daarin overlegt Van der Meer niet alleen, maar adviseert hij de opdrachtgever ook als het gaat om de meest passende oplossingen. “We hebben in overleg met het waterschap al eens speciale oplossingen bedacht en ontwikkeld voor het plaatsen van beschoeiing in drijfzand. Hier zijn we nog geen grote afwijkende zaken tegengekomen.”
‘UITERAARD HEBBEN
WIJ ONZE UITVOERDER
EROP LOPEN, MAAR
OOK DE MEDEWERKERS
DENKEN MEE EN GEVEN
VROEGTIJDIG AAN WAT
ERAAN ZIT TE KOMEN’
Jan van der Meer heeft hier samen met zijn compagnon Ronald Heite de vaste strategie dat ze volledig gaan voor ‘voorkomen is beter dan herstellen’. “Het waterschap heeft in de bestekken alles heel nauwkeurig beschreven, dus we hoeven dat in feite alleen maar uit te voeren, maar toch werken we extra preventief, omdat we in stedelijke gebieden werken”, vertelt hij. “Het is onze taak de hinder die voor omwonenden ontstaat goed te communiceren en om het werk zo uit te voeren dat er geen beschadigingen en hinder ontstaan en alle aansluitingen na afloop weer kloppen”, aldus Jan. Hij voegt eraan toe dat ze het wel zo regelen dat de voortgang zo min mogelijk wordt belemmerd. In het deeltraject recreatiegebied De Potten is dat relatief eenvoudig, omdat Van der Meer dit na het vakantieseizoen
Even verderop is Van der Meer bezig met het ophogen van een dijk langs een vaart met een fietspad. “Voor ons is dat puzzelen om te kijken of het met klein materieel over de beschikbare paden kan of dat we grond en materieel over water moeten aanvoeren”, vertelt Ronald. Van der Meer heeft ook te maken gehad met het verhogen deels op particulier terrein. “Dan moet je per locatie precies kijken wat er allemaal bij komt kijken en daarop inspelen. Ook bij de medewerkers zit dit ‘tussen de oren’. Uiteraard hebben wij onze uitvoerder erop lopen, maar ook de medewerkers denken mee en geven vroegtijdig aan wat eraan zit te komen, zodat wij hier in onze planning in werkzaamheden en materieel tijdig op kunnen inspelen.”
Jan en Ronald zijn helder over de kwaliteit van het werk. “Wij gaan ervoor om het werk zo uit te voeren dat het in één keer goed is en we achteraf geen klachten krijgen van omwonenden en ook niet van de opdrachtgever, Wetterskip Fryslân”, zegt Jan. Dat is ook nu tot dusver weer gelukt. “Dat kost extra inspanningen aan de voorkant, maar betaalt zich uiteindelijk terug in efficiënter en in één keer de werken realiseren en een tevreden opdrachtgever.”
Door de werkzaamheden bij recreatiegebied De Potten vanaf september uit te voeren, is er nagenoeg geen hinder of oponthoud.
2 GROND
Per strekkende meter moet er bij recreatiegebied De Potten twee à drie kuub grond worden aangevoerd. In stedelijke gebieden in Sneek en Scharnegoutum is dat minder.
3 AANSLUITING
Deels liggen de waterkeringen al op hoogte. Voor Van der Meer is het dan zaak om naadloos aan te sluiten.
4 ASFALTWEG
Hier moet een deel van een oplopende asfaltweg worden opgehoogd met dertig centimeter. In de praktijk leg je wel een nieuwe asfaltweg aan en moet je alle aansluitingen herstellen.
5 CAMSECURED
Van der Meer werkt op onverhard terrein standaard met rijplaten. Preventief plaatst hij overal het CO2-neutrale Camsecured-bewakingssysteem.
6 OVERSTORTPUT
Naast het ophogen van waterkeringen herstelt of plaatst van der Meer nieuwe kunstwerken, zoals hier deze nieuwe overstortput met afsluitbare inlaat.
7 FIETSPAD
Twintig centimeter moet deze dijk met fietspad langs de watergang in Sneek worden opgehoogd. Het was even puzzelen of de aanvoer over land kon of via het water zou moeten gebeuren.
8 INGEZAAID
Als het gras er na het inzaaien vlot boven staat, zie je amper dat er dijkverzwaring is uitgevoerd. Dat is wat Van der Meer nastreeft en zo voorkomt hij klachten.
Op de vakbeurs Zero Emission - Ecomobiel in Den Bosch toonde een consortium bestaande uit Aannemingsbedrijf Van Beers Hoogeloon, HFX Research en H2Storage de door waterstof aangedreven Custa-rupsgraafmachine voor het eerst. Het gaat hier om een compleet omgebouwde gebruikte twintigtons rupsgraafmachine van Beers. De Custa is uitgerust met 45 kW-brandstofceltechniek van HyMove in combinatie met drie 700-bar-waterstoftanks, elk goed voor veertien kilo waterstof. Dat moet ruim genoeg zijn voor het ingeschatte verbruik van circa 30 kilo waterstof per dag. De brandstofcel voedt een 67 kWh Intercel-accupakket dat op maat is gemaakt voor deze machine. Van Beers streeft ernaar dat de machine nog dit jaar gaat draaien.
Wacker Neuson Finance biedt voor bouwmachines de nieuwe Eco Lease aan, die de CO2-uitstoot van de machine compenseert. Voor de Eco Lease heeft Wacker Neuson Finance Carbon Removal Units (CRU’s) gekocht van Project Acorn van de Rabobank, waarmee de geschatte uitstoot die gedurende de looptijd van de financieringsovereenkomst wordt gegenereerd door het gebruik van de machine wordt gecompenseerd. Eco Lease zal in eerste instantie beschikbaar zijn voor klanten in Duitsland, Oostenrijk en Nederland voor de graafmachines ET42, EZ50 en ET58 en de wielladers WL28, WL44 en WL52.
Bij deze Scania P360 Plug-in Hybrid kunnen de Palfinger Epsilon-autolaadkraan en de kipper volledig elektrisch werken dankzij een e-PTO-aansluiting met een eigen accupakket. De Scania is hiervoor uitgerust met een door HSE in eigen huis ontwikkelde ePTO. Daarvoor zijn aan weerszijden van het chassis tussen de achterassen 20 kWh-accu’s aangebracht, waardoor er in totaal 40 kWh aan accu’s aanwezig is. Dat werd mogelijk doordat het chassis door Veldhuizen Trucks is voorzien van een wide-spread-achterasconstructie.
Holmer stelt voor het volgende seizoen officieel de nieuwe Terra Dos 5-bietenrooier voor. Deze bevat veel bekende componenten en technieken van de bestaande Terra Dos-rooiers. Holmer heeft met name qua bestuurderscomfort, cabine en degelijkheid flinke stappen gezet. De Terra Dos 5-rooiers zijn net als de Terra Dos 4-modellen verkrijgbaar in tweeassige Terra Dos 5-30- en drieassige Terra Dos 5-40-uitvoering. De Terra Dos 5 is al in 2021 als voorseriemachine gebouwd en in de praktijk getest. Dit jaar is een kleine serie gebouwd. Voor komend jaar is de Terra Dos 5 officieel leverbaar. Importeur Van Gemeren Mechanisatie gaat, zodra er een machine beschikbaar is, demo’s verzorgen.
VERZWAARDE KUHN PZ
3015-TROMMELMAAIER
Kuhn komt met een nieuwe uitvoering van de PZ 3015-trommelmaaier, met een werkbreedte van 304 centimeter. De machine heeft wederom de bekende Kuhn-trommelconfiguratie met grote en kleine mesplaten. Daarbij is het meswisselsysteem vereenvoudigd. De heavy-duty aandrijflijn is berekend op zwaardere trekkers. Verder is de PZ 3015 uitgerust met het Kuhn Lift-Control-ophangsysteem met een getrokken aanspanning van de maai-unit met midden-ophanging. De maaier kan 120 graden worden opgeklapt en weggezet en heeft zo een hoogte van 3,60 meter. Hiervoor zijn parkeersteunen leverbaar.
Fliegl heeft de rechten gekocht om de Claas Cargos-serie opraapwagens te gaan bouwen onder eigen naam en kleur. De fabrikant meldt nu dat het de bedoeling is om begin 2023 aan te vangen met de productie van de 8000-reeks, met laadvolumes van 30 tot 42 kubieke meter en verkrijgbaar met tandem- en tridemstel. Deze worden één op één gekopieerd van de originele Claas Cargos. De 9000-serie zal samen met de silagewagens vanaf 2024 in productie gaan. Fliegl geeft deze producten een eigen uiterlijk. De fabrikant gebruikt daarvoor zijn eigen Fliegl-kleur lichtgroen, die sterk aanleunt tegen het Claas-groen.
De nieuwe Slootsmid Solid-tank heeft een inhoud van 12.500 liter. Het bedrijf heeft de tank extra licht weten te houden. Daarbij zijn de wielkasten van de 12,5-kuubs tank afgestemd op 900/65R32of 1050/50R32-banden. De pomptankwagen kan worden uitgevoerd met een Meyer-Lohne-wormpomp van 4000 liter per minuut of een Börger FL 1036-verdringerpomp van 6000 liter per minuut, standaard met een vertragingsbak met acht standen. De vacuümversie heeft een Mec-vacuümpomp met een capaciteit van 13.500 liter per minuut . Vanaf medio december zijn de eerste Solid 12-tanks leverbaar. Op wens zijn ze met andere maatvoeringen leverbaar.
Case IH introduceert in de serie Farmall A-trekkers de 90A met 66 kW (90 pk) en de 100A met 74 kW (100 pk). Zoals bekend zijn het relatief simpele trekkers, die op cumelabedrijven wel worden ingezet voor eenvoudiger werk. Ze zijn uitgerust met de nieuwe 3,6-liter-FPT F5-Stage V-viercilindermotor in combinatie met de mechanische 12+12-transmissie (40 km/u) met optioneel Powershuttle. Ook is een 20+20-kruipbakoptie leverbaar. De trekkers zijn uitgerust met een heavy-duty-vooras met elektro-hydraulische differentieelvergrendeling en schijfremmen.
Een nieuwe generatie transmissies en een hoger hydraulisch vermogen zijn de belangrijkste zaken bij een uitgebreide update van de in 2019 geïntroduceerde Stage V-generatie Claas Xerion-trekkers. Het gaat hierbij om een nieuwe traploze Eccom 5.5-transmissie en een nieuw hydraulisch systeem met een maximale opbrengst van 422 liter per
minuut en een aangepast programmering ervan. Door de overstap naar de nieuwe Eccom 5.5 kan het hydraulisch systeem hogere prestaties leveren voor maximaal zes dubbelwerkende regelventielen aan de achterzijde. Ook de bediening van de hydrauliek is doorontwikkeld. Zo zijn er meer mogelijkheden om de ventielen individueel te programmeren.
Tanken en automatisch betalen vanuit de truck zonder contanten of pinpas is nu mogelijk. MAN Truck & Bus heeft samen met BP een digitaal platform ontwikkeld voor alle betalingen rond commerciële voertuigen. MAN SimplePay maakt daarmee van de truck een digitale portefeuille voor alle transacties die betrekking hebben op het dagelijks gebruik. Het gaat in eerste instantie om het tanken. In de toekomst worden het netwerk uitgebreid met automatische betalingen voor bijvoorbeeld diensten onderweg, zoals een reparatie bij een dealer. De pilot start in Groot-Brittannië.
Volvo Penta en CMB Tech kondigen officieel een samenwerking aan om Volvo Penta-motoren desgewenst als dual-fuel-diesel-waterstofmotoren te gaan leveren. CMB Tech tekent voor de ombouwkit. De partners geven aan dat met deze
PROFESSIONELE INZET IN GROEN
In de nieuwste generatie van de 5D-serie heeft Deutz-Fahr het motorvermogen verhoogd tot 78 kW (106 pk) en heeft het merk nieuwe comfort- en veiligheidsfuncties toegevoegd. Daarmee is de trekker ook geschikt voor bedrijven die gespecialiseerd zijn in het onderhoud van groene zones.
De 5095D en de 5105D leveren een maximumvermogen van respectievelijk 70 en 78 kW (95 en 106 pk) bij 2000 toeren per minuut. Ze zijn leverbaar met een mechanische of met een Powershuttle-transmissie, standaard de 30/15-transmissie of optioneel een 45/45-powershift-versie met drie groepen en een kruipversnelling vanaf 200 meter per minuut.
oplossing tot tachtig procent CO2-reductie mogelijk is. Het Britse CMB Tech bouwt en levert al jaren industriële toepassingen voor waterstof en ammoniak als brandstof.
In Duitsland is het HyCET-project opgestart. Dit project, waarin bedrijven als de BMW Group, Deutz, Keyou, TotalEnergies en de Volvo Group deelnemen, gaat de mogelijkheden van de inzet van waterstof-zuigermotoren voor de transportsector onderzoeken. Het vierjarige project omvat niet alleen de voertuigen, maar ook de tanklocaties en het tanken zelf. Keyou, ontwikkelaar van waterstofmotoren voor fabrikanten, gaat hiervoor samen met de Volvo Group een dertienliter-waterstofmotor ontwikkelen. Keyou heeft al een Deutz-7,8-liter-waterstofmotor ontwikkeld. Deze zal in een achttientons truck worden gemonteerd.
Fabrikant Krampe rust zijn kippers nu desgewenst uit met een gedwongen stuursysteem met de naam Dynamic Trailer System, dat zonder opnemers bij de dissel werkt. Het bedrijf werkt hiervoor samen met ME Mobil Elektronik GmbH. Bij dit gedwongen stuursysteem wordt de kipper uitgerust met een aantal sensoren. Deze bepalen samen de gedwongen besturing. Dit stuursysteem is getest en officieel gepresenteerd op een Krampe AS 750-afschuifwagen. Op dit moment maakt de fabrikant het systeem gereed voor andere modellen. Met ingang van 2023 is het leverbaar op Krampe-kippers.
De nieuwe MB Crusher MB-HDS220-zeefbak is ontworpen voor hovenierswerkzaamheden, bosonderhoud en binnenstedelijke bouwplaatsen. Hij heeft een eigen gewicht van één ton en een inhoud van 0,6 kubieke meter. Daarmee is hij geschikt voor wielladers en schrankladers van 4,5 tot 11,0 ton. De bak is 2,20 meter breed, zodat de rupsbanden of wielen binnen de bakbreedte blijven. Net als bij de andere HDS-modellen kunnen bij de MB-HDS220 de rotors gemakkelijk ter plaatse worden verwisseld.
Fliegl heeft de rechten gekocht om de Claas Cargos-serie opraapwagens te gaan bouwen onder eigen naam en kleur. De fabrikant meldt nu dat het de bedoeling is om begin 2023 aan te vangen met de productie van de 8000-reeks, met laadvolumes van 30 tot 42 kubieke meter en verkrijgbaar met tandem- en tridemstel. Deze worden één op één gekopieerd van de originele Claas Cargos. De 9000-serie zal samen met de silagewagens vanaf 2024 in productie gaan. Fliegl geeft deze producten een eigen uiterlijk. De fabrikant gebruikt daarvoor zijn eigen Fliegl-kleur lichtgroen, die sterk aanleunt tegen het Claas-groen.
Het historische en economische hart van de Joskin Groep is gevestigd in Soumagne, op twintig kilometer van het Belgische Luik. De groep heeft fabrieken in België, Frankrijk, Polen en binnenkort een gloednieuwe productie-eenheid van ongeveer 15.000 vierkante meter op een terrein van zes hectare in Sanem/Esch-sur-Alzette in Luxemburg. Joskin koos voor Luxemburg omdat de huidige vestigingen geen uitbreidingsmogelijkheden hebben en daar een goed terrein beschikbaar was en er in de streek geschikte arbeidskrachten voorhanden lijken te zijn. Joskin hoopt in januari de bouw te starten en verwacht al in het vierde kwartaal van 2023 met zijn activiteiten te beginnen.
Na tien jaar innovatie en engineering is Scania’s nieuwe motorplatform klaar. De Zweedse fabrikant geeft aan dat deze industriemotoren zijn zuinigste ooit zijn, met meer koppel, meer vermogen en een tot vijftig procent langere levensduur van de basismotor. Het verbeterde verbrandingsproces, de verminderde interne wrijving en de verbeterde efficiëntie van de turbocompressor geven voor de dertienlitermotor een tot zeven procent lager brandstofverbruik. Die krachtbron heeft een vermogensbereik van 368 kW tot 450 kW (500 tot 612 pk) en levert tot elf procent meer vermogen en 21 procent meer koppel dan de huidige generatie. De elflitermotor heeft een vermogensbereik van 202 kW tot 368 kW (275 tot 500 pk).
Renault Trucks opent het pre-orderboek voor de E-Tech T en C. De productie van deze nieuwe elektrische trucks met een GVW van 44 ton start eind 2023. Ze kunnen worden besteld met twee of drie elektromotoren, met een gezamenlijk vermogen tot 490 kW. De trucks kunnen worden uitgerust
met vier tot zes lithium-ionaccu’s, met een capaciteit van 390 tot 540 kWh. Deze trucks kunnen tot 300 kilometer afleggen met één lading en tot 500 kilometer met een tussenliggende oplaadsessie van een uur (250 kW).
Tekst: Desiree van Steenveldt, Toon van der Stok (kader) Foto’s: Bemest op z’n best, Cumela Communicatie
Meer dan ooit is mest een waardevol product. Alle reden dus om bij het uitrijden van mest te streven naar het minimaliseren van het verlies aan stikstof. Dat heeft als bijkomend voordeel dat er ook een bijdrage wordt geleverd aan het verminderen van het stikstofprobleem. Maar hoe doe je dat nu, mest optimaal toedienen? Het project Bemest op z’n best geeft tips.
Het meerjarige innovatieprogramma Bemest op z’n Best richt zich op het halveren van de ammoniakemissie bij de toediening van mest in de landbouw. Hierbij ligt de focus op (technische) innovaties en het verbeteren van de werkwijze bij de toediening van mest. Ideeën daarvoor worden uit de markt verzameld en samen met de belanghebbenden in de praktijk getoetst. Gedurende het jaar worden er diverse praktijkdemo’s van bemesting gegeven en worden kennis en tips rondom een goede bemesting met zo min mogelijk ammoniakemissie gedeeld. Hou de website van Cumela en de socials in de gaten voor nieuwe data in 2023.
Door mest zorgvuldig en netjes toe te dienen, kunnen loonwerkers en veehouders de ammoniak-emissie verminderen en de stikstofbenutting verbeteren. Hoge kunstmestprijzen, lagere bemestingsnormen en een strengere ammoniakregelgeving maken het urgent om hier meer aandacht aan te geven.
Grasland goed bemesten is gemakkelijker gezegd dan gedaan. In de praktijk zien we vaak dat - onder druk van capaciteit, kosten, beschikbaar trekkervermogen of slecht onderhouden materieel - de graslandbemesting onzorgvuldig wordt uitgevoerd. Veel gemaakte fouten zijn mest die over de sleufjes stroomt of waarbij het gras onvoldoende opzij wordt geduwd, waardoor de mest op het gras stroomt en mee omhoog groeit. Het gevolg is dat mestresten het weidegras onsmakelijk maken of bij de voederwinning in de kuil terecht komen. Daarnaast kan onzorgvuldig werken de zode beschadigen en bijdragen aan verdroging. Ook dit jaar was dit op veel percelen zichtbaar.
GEVOLGEN ONZORGVULDIGE BEMESTING
Het effect van onzorgvuldige bemesting is aanzienlijk. In de eerste plaats komen de meststoffen (stikstof, fosfaat en kali) niet waar ze nodig zijn: bij de wortels van het gras. Dat levert een lagere gewasopbrengst en/of een lager ruw eiwit op. Brede meststroken op het gras verstikken bovendien het gras eronder, waardoor de opbrengst daalt. Minder eiwit van eigen land dus. De stikstof vervliegt vervolgens als ammoniak in de lucht, wat weer nadelig is voor de omliggende natuur. Weidekoeien nemen ook minder gras op als dit is besmeurd met mest, met de noodzaak van meer
‘HET EFFECT VAN EEN SLECHTE BEMESTING IS AANZIENLIJK’
‘EEN SLECHTE OPNAME VAN GRAS OF MEER GEWASRESTEN KOSTEN VEEL GELD’
‘GOED
Met netjes werken bij het bemesten kan een veehouder tot één euro per kubieke meter verdienen ten opzichte van slordig werk. Dat stelt Zwier van der Vegte, die de werkgroep Demo & Pratijk van Bemest op z’n best leidt. Technieken gebruiken zoals ze bedoeld zijn, is volgens hem voldoende om deze extra opbrengsten te realiseren.
Nu de kunstmestprijzen hoog zijn, ziet Van der Vegte de belangstelling voor het optimaal benutten van mest toenemen. “Ik merk dat boeren en loonwerkers daar serieus mee bezig zijn. Terecht, want in een heel seizoen kan het verschil tussen netjes en slordig werken oplopen tot een extra benutting van twintig kilo stikstof per hectare. Dat is dus stikstof die niet als ammoniakemissie de lucht in gaat.”
Bij de huidige kunstmestprijzen praat je dan al over een flink bedrag per hectare. Afgelopen jaar scheelde dat al € 60,- aan kunstmest, waarbij hij opmerkt dat dit minimaal is. “Wij zien op De Marke, waar ik bedrijfsleider ben, dat het gras bij een goede bemesting minimaal zo goed groeit als bij een vergelijkbare kunstmestgift.”
Om dat te bereiken, is het volgens hem wel noodzakelijk dat bedrijven de techniek toepassen zoals deze is bedoeld. “We zien te veel dat er onder druk slordig wordt gewerkt”, vertelt hij. “Hoe dat komt, snappen we allemaal. Het is druk, het moet allemaal snel, er
bijvoeding of een lagere melkgift als gevolg. Hetzelfde gebeurt met een graskuil die nog mestresten bevat. De kuil is lastiger te conserveren en de koeien laten de minder smakelijke grasdelen aan het voerhek liggen.
HANDEL NAAR OMSTANDIGHEDEN
Maar hoe pak je het dan goed aan? De belangrijkste les daarbij is om te handelen naar de omstandigheden. Dat begint bij de vraag wat voor soort drijfmest er in de put zit, onder welke omstandigheden je aan het uitrijden bent, op welke grondsoort en met welke bemestingstechniek. Op zandgrond ben je verplicht de mest ín de grond te brengen. Daarbij is het bij zodebemesting belangrijk de sleufjes voldoende diep te maken om alle mest in de sleufjes te brengen, zonder het gras langs de sleufjes te besmeuren met mest. Maak strakke randen; rafelige randen houden mest vast, wat meer emissie geeft. Heb je heel dunne mest, dan hoef je niet heel diep te snijden, want je wilt voorkomen dat de sleuf
wordt te weinig verdiend, maar daardoor halen we niet de besparing op ammoniakemissie die nodig is.” Hij benadrukt daarom dat het belangrijk is dat je dat als loonwerker toch probeert. “We hebben er niets aan als we straks rond het uitrijden dezelfde verhalen krijgen als bij de emissiearme stallen. Daar deugt nu niets meer van, terwijl ze prima werken, als ze maar goed worden onderhouden en gebruikt.”
Goed werken zou veehouders ook wat waard moeten zijn, vindt hij. “Behalve besparing op stikstof geeft netjes werken ook een betere benutting. Koeien houden nu eenmaal niet van gras met mest erin. Uit onderzoek blijkt dat dit fors opbrengst kost, omdat de melkproductie daaronder lijdt. Daarnaast mis je kilo’s als er mest op het gras zit, omdat de groei dan minder is.”
De totale verliezen kunnen daardoor oplopen tot een euro per kubieke meter mest. “Een deel van dat geld kunnen veehouders beter besteden aan een loonwerker die wat meer zorg besteedt aan het uitrijden. Andersom kun je daar als loonwerker mee uit de prijzendiscussie komen: laten zien dat je door kwaliteit te leveren de veehouder helpt met het voldoen aan maatschappelijke verplichtingen en ook nog geld bespaart. Net als wat in bijgaand artikel wordt aangegeven, draait het daarbij vooral om het op de juiste manier toedienen van de mest. Te vaak gaat het daar nog mis, ziet Van der Vegte. “Voor veen en kleigrond geldt dat de mest alleen goed is uitge-
open blijft staan. Snij dus niet dieper dan nodig is, maar wel diep genoeg, zodat de mest mooi in de sleufjes past. Stel de druk, de mestgift en de stand van het kouter hierop af. Stap na de eerste strook eens van de trekker om te zien wat het resultaat is en stel indien nodig bij.
MEST VERDUNNEN
Verdun de mest als deze te dik is. Dit zorgt ervoor dat de mest sneller in de grond trekt. De mest is ook gemakkelijker te verpompen. Tijdens de demo op de zandgronden van Agro Innovatiecentrum
De Marke in het Gelderse Hengelo bleek dat verdunde mest (één deel water op twee delen mest) met goed afgestelde apparatuur bij een gift van 40 kuub per hectare (totaal) netjes in de sleufjes in de grond past, zonder grasbesmeuring.
SNIJDEN OP KLEIGROND?
Op kleigrond heb je de keuze tussen óp of ín de grond aanbrengen. Veehouders zijn vaak bang dat diepere sleuven schade geven aan de gras-
reden als er geen gewas zit tussen mest en grond. Het gras moet dus echt opzij worden gedrukt, zodat er geen mest op komt. Op zandgrond is het belangrijk dat de mest in het sleufje komt en niet er naast”, benadrukt hij. Dat moet volgens hem met nagenoeg alle beschikbare technieken mogelijk zijn, al heeft hij bij sommige wel wat opmerkingen. “Namen noem ik niet, maar we zijn wel met die fabrikanten in gesprek. Wat je ziet, is dat je eigenlijk niet zonder een mes of een snijpunt voor je kouter kunt, wil je met een sleufkouter of zodebemester goed werken. Dat heb je eigenlijk nodig, want alleen met druk op je kouter red je het niet. Zeker bij brede sleepslangbemesters zie je dat het aan de uiteinden dan moeite kost om voldoende druk uit te oefenen. Dan moet je dus wat anders.”
Om tot een goed resultaat te komen, zul je daar als loonwerker ook scherp om moeten zijn. “Ik merk hier op De Marke dat dit nodig is, want hoewel ze weten wat ik wil, gaat het onder druk van tijd en capaciteit nog wel eens mis. Ik adviseer veehouders daarom om altijd te gaan kijken en aan te geven hoe je het wilt. Ik vind echter dat je dat als loonwerker ook zelf moet willen. Daar moet je de NVWA niet voor nodig hebben, dat moet je gewoon willen. Om te voorkomen dat we dezelfde discussie over onze technieken krijgen als bij de stallen.”
‘DOOR KWALITEIT TE LEVEREN, BESPAAR JE GELD EN VOLDOE JE AAN MAATSCHAPPELIJKE DOELSTELLINGEN’
zode. Het is uiteraard van belang om hierop te letten, maar dit lijkt uiteindelijk minder schadelijk dan gras waar mest op komt. Het nadeel van een slechtere grasopname bij beweiding of veel mestresten in de kuil kost meestal meer. Daarom is op kleigrond het juiste moment van bemesting (optimale weersomstandigheden) en de vochtigheid van de bodem erg belangrijk. Speel daar met passende apparatuur op in en werk bijvoorbeeld in het voorjaar met een zodenbemester en later in het jaar met een sleufkouter of sleepvoet. Rij de mest bij voorkeur uit bij koel, regenachtig en windstil weer. Al deze maatregelen maken dat er veel meer stikstof beschikbaar blijft voor de plant en niet verloren gaat als ammoniakemissie. Het is een van de gemakkelijke stappen om de uitstoot van ammoniak snel te reduceren.
De afgelopen zomer konden bedrijven voorstellen indienen voor nieuwe technieken om te besparen op de ammoniakemissie bij het uitrijden. Daar zijn volgens Van der Vegte al zeker een achttal kansrijke ideeën uitgekomen. Een aantal wordt nu doorontwikkeld, terwijl voor een aantal andere al aan een uitvoering wordt gewerkt. Daar zullen de komende tijd dan de eerste emissiemetingen aan worden gedaan. Bij de Bemest op z’n best-bijeenkomsten van komend voorjaar hoopt Van der Vegte al de eerste nieuwe technieken te kunnen laten zien.
Het is nog steeds mogelijk om nieuwe ideeën in te dienen voor het verminderen van de ammoniakemissie bij het uitrijden van mest. Plannen daarvoor kunnen worden ingediend via de website www.bemestopznbest.nl. Voor de derde ronde kan dat nog tot 28 november.
Met de Azurit 10 zet LEMKEN een nieuwe maatstaf in de precisiezaai. Gun de mäïsplanten meer ruimte met LEMKEN DeltaRow. Het driehoeksverband geeft elke maïsplant meer toegang tot water, voedingsto en en licht.
■ 70 % meer ruimte per maïsplant
■ Tot 8,2% meer NEL in MJ per hectare *
■ De startmeststo en liggen optimaal bereikbaar tussen de twee maïsrijen
■ Centrale zaadtank van 600 l
NIEUWE VEENHUIS FULLJECT X-LINE-BEMESTER
Foto’s: SVgroup, Vreemann
In september introduceerde Veenhuis zijn nieuwe Fullject X-line-bemester. Deze heeft een aantal belangrijke vernieuwingen, zoals de nieuwe, onderhoudsvriendelijke kruisophanging, en ook is er flink op het gewicht bespaard. Daarnaast is er gebruik gemaakt van herkenbare elementen uit de vorige series. De beweegredenen van Veenhuis en de vernieuwingen in vogelvlucht.
WEGEN ZWAARDER DAN VOOR
ELKE KLANT EEN MACHINE OP MAAT BOUWEN’
Je ziet meteen aan het nieuwe design met een antracietkleurig frame en een gele verlichtingsbalk dat er een nieuwe generatie bemesters staat. Dat is op zich geen verrassing, want dat er na de samenvoeging van de bedrijven Veenhuis Machines en Schuitemaker tot de SVgroup in 2019 iets op mestgebied zou gebeuren, lag voor de hand. Je had immers te maken met de Schuitemaker Exacta en diverse series Veenhuis-bemesters.
Walter Veenhuis, Sales en Productmanager Manure, heeft daar de tijd voor genomen. “We zijn veel loonwerkers en internationale klanten afgegaan en hebben geanalyseerd waar we met z’n allen naar toe willen en waar nu echt behoefte aan is”, vertelt hij.
Hier is een machine uitgekomen die licht en onderhoudsvriendelijk is en de naam Fullject X-line heeft gekregen. De toevoeging X-line staat voor het onderhoudsarme kruisstuk voor de bevestiging van de elementen aan het frame, waarmee die vrij verticaal en zijdelings kunnen bewegen, zonder dat er gebruik is gemaakt van de bekende scharnieren met pennen en bussen. Het is de bedoeling dat deze serie de huidige types en uitvoeringen geheel gaat vervangen, dus geen Euroject Pro & Twin, Premiumject en Schuitemaker Exacta meer, maar alleen nog de Fullject X-line. De Ecoject voor het boerensegment houdt Veenhuis nog wel aan. Door zich te beperken tot
‘GOEDE SERVICE EN BETROUWBARE LEVERTIJDEN
De Fullject X-line gebruikt het doorontwikkelde Schuitemaker Hydrocare-pendelsysteem van de Schuitemaker Exacta voor een gelijke werkdiepte over de gehele werkbreedte. Ook het hoofdframe heeft een pendelende werking, die in uitgeheven toestand (dus tijdens het wenden op de kopakker) wordt geblokkeerd. Verder heeft de bemester de elementen met de bekende, paarsgewijs op 18,75 centimeter geplaatste driedelige Veenhuis Pro-schijf, die duidelijk afstamt van de Veenhuis Premiumject-bemesters. De elementen zijn door middel van de nieuwe X-line-elementbevestiging verbonden aan het hoofdframe. Dit is een kruisbevestiging die zorgt voor een verticale slag van 30 centimeter en die zijwaartse bewegingen mogelijk maakt. Deze kruisbevestiging is zelfsmerend en dus onderhoudsarm. De bemester is standaard uitgerust met pneumatische mestafsluiters. Sectieschakeling per element is hierbij leverbaar. De enkele snijverdeler is verbeterd voor een betere verdeling bij lage giften en Veenhuis monteert 50-millimeter-slangen op alle werkbreedtes. Om op onderhoud te besparen, zitten er veertig procent minder slijtdelen en dertig procent minder smeerpunten aan de bemester.
één machinelijn kan Veenhuis de machines bij de SVgroup efficiënter produceren en is ook de onderdelenvoorziening eenvoudiger. “We stappen daarmee duidelijk af van de filosofie dat we voor elke klant een machine op maat moeten kunnen leveren, zoals we dat in het verleden wel deden”, zegt Veenhuis. Hij geeft aan dat goede service in combinatie met een betrouwbare levertijd bij klanten zwaarder weegt. “Dat is wat we zien en daar spelen we op in met één lijn bemesters die in werkbreedtes van 6,00 tot 15,00 meter beschikbaar komt en daarmee de gehele professionele markt afdekt.”
Een tweede belangrijke stap die de fabrikant zet, zit hem in gewichtsbesparing. Veenhuis heeft de naam degelijk te bouwen en dus ook wat zwaarder. “Van dat imago willen we af”, zegt Walter
Veenhuis. “We blijven degelijke en betrouwbare machines bouwen, maar die hoeven niet zwaarder te zijn”, voegt hij eraan toe. Hij stelt vast dat dat met deze machine wordt bewezen. “Met uitgekiende engineering en krachtenberekeningen in combinatie met hoogwaardige materialen kun je zelfs lichter bouwen. Dat is wat we met deze Fullject X-line hebben bereikt”, aldus Veenhuis. De 9,00 meter brede versie weegt nu 2600 kilo, tegenover 3500 kilo voor de Euroject Pro 8,63. Veenhuis introduceerde afgelopen september als eerste de 9,00 en 10,50 meter brede versies. Daarbij is de versie van 9,00 meter een driedelige machine en die met 10,50 meter vijfdelig uitgevoerd, waarbij de uiteinden naar binnen klappen bij transport. Beide hebben de bekende grote enkele snijverdeler.
De fabrikant wil snel doorschakelen naar werkbreedtes tot 15,00 meter. De versies boven de 10,50 meter zullen worden uitgevoerd met vier verticaal geplaatste Vogelsang EMM-snijverdelers, zoals die nu ook al op de 12,00 meter brede Premiumject-zodenbemester zit. In alle gevallen werkt Veenhuis met 50-millimeter-slangen, die die ruim genoeg zijn om verstoppingen te voorkomen. 40-millimeter-exemplaren achtte de fabrikant te krap. Veenhuis gaat komend jaar proefdraaien met de eerste 15,00-meterversie.
“Het krachtenspel is groter en we willen dat eerst uitgebreid testen voordat we deze breedte vrijgeven voor verkoop”, aldus Veenhuis.
Veenhuis stip ook nog even de transportmaten aan. “Transportmaten worden steeds strikter. Naast de breedte geldt dat ook voor de maximale transporthoogte. Wij blijven bij alle machines binnen die vier meter hoogte in transportstand met de elementen ingetrokken tot 35 centimeter boven het wegdek. Dit argument zal in de toekomst zwaarder gaan wegen”, zegt Veenhuis. Ook de breedste versie valt binnen de maximale hoogte. “Met het wegvallen van de enkele snijverdeler is er voldoende ruimte om bij 15,00 meter werkbreedte de buitenste elementen naar binnen te klappen.”
De versies van 9,00 en 10,50 meter worden al geproduceerd voor het komende mestseizoen. Voor het mestseizoen 2024 komt de hele Fullject X-line-serie beschikbaar. Het gaat dan om zeven modellen van 6,00 tot 10,50 meter met enkele snijverdeler en daarboven een 12,00- en 15,00-meterversie met meerdere snijverdelers. Wie meer wil weten, kan de bemesters en de andere producten bewonderen op de open dagen van de SVgroup op vrijdag 18 en zaterdag 19 november aanstaande.
Nieuw is de onderhoudsarme kruisstukverbinding voor de verticale slag en de zijwaartse beweging. Het nieuwe element heeft wel de bekende driedelige Veenhuis Pro-schijf.
Tekst en foto’s: Toon van der Stok
Plotseling was het overal: de blauwe streep, het blauwe vak of de blauwe logo’s. Het was alsof alle fabrikanten op afspraak hadden besloten dat elektrische machines een blauw herkenningsteken krijgen. Net als op de IAA bepaalden ontwikkelingen op het gebied van emissievrije machines de noviteiten. Daarmee kleurde de Bauma letterlijk blauw.
Dat er in machineland wat aan het veranderen is, merkten we al op de IAA, de vrachtwagenbeurs in Hannover. Zoals in het vorige nummer van Grondig te lezen was, ging daar de knop al drastisch om en lieten de vrachtwagenfabrikanten massaal zien hoe zij bezig zijn met de verduurzaming van hun auto’s. Die lijn werd duidelijk doorgetrokken op de Bauma. Minder massaal en minder overheersend dan op de IAA, maar toch overduidelijk aanwezig op de stand van elke fabrikant, waar overal wel een machine met een blauwe streep, blok of logo te zien was.
Een heel verschil met de vorige editie, drieënhalf jaar geleden. Als er toen elektrische machines stonden, was het vaak in een hoekje een minigraafmachine die nog snel even voor de Bauma in elkaar was gezet. Toch is nog niet elke fabrikant overtuigd, zo bleek in de hoek van de verreikers. Terwijl Manitou centraal op de stand een grote groep elektrische machines had staan, liet Magni vijftig meter verderop weten daar nog helemaal geen toekomst in te zien. Daarmee is dat bedrijf nog wel een uitzondering, want nagenoeg alle andere fabrikanten hadden juist wel
De box van FPT is watergekoeld en bestaat uit losse componenten. Deze is per box uitbreidbaar.
Morooka heeft een elektrische dumper ontwikkeld die nog is gebaseerd op het dieselmodel. Deze heeft een batterijcapaciteit van 33,6 kWh en een laadvermogen van vier ton. Voorlopig is hij nog niet leverbaar.
volop ruimte voor machines die worden aangedreven door stroom uit de accu of in een enkel geval door waterstof.
Koreaanse vertegenwoordiger. De planning is nu dat de eerste machines met deze motoren in 2025 op de markt komen, al kan dat nog later worden als voor die tijd niet een aantal forse beperkingen zijn weggenomen, zoals het creëren van voldoende productiecapaciteit zodat de prijs van waterstof op een aantrekkelijk niveau komt en het opzetten van een distributienetwerk voor deze brandstof.
Die trend werd bevestigd bij de uitreiking van de innovatieprijzen van de Bauma. Daar was het Liebherr dat een van de prijzen won met zijn waterstofmotor. Dit is een viercilindermotor waarbij de waterstof direct in de verbrandingsruimte wordt ingespoten. Daarmee zijn de prestaties van deze motor te vergelijken met die van een gewone dieselmotor en is hij bovendien niet gevoelig voor trillingen of vervuilingen, zaken die bij het gebruik van waterstof in een brandstofcel nog wel tot storingen leiden. Hoewel er op de Bauma al een shovel met deze motor te zien was, zal het nog zeker tot 2025 duren voordat er machines met deze motor op de markt komen.
Een andere fabrikant die volop inzet op waterstof is Hyundai. Op diens stand stond ook een machine die een waterstofmotor onder de kap had. Ook deze is nog lang niet praktijkrijp, zo vertelde een
Hyundai ziet waterstof echter wel als enige oplossing voor de machines in het zwaardere segment. De fabrikant is ervan overtuigd dat elektriciteit geen optie is voor de grotere machines. Zelfs bij een betere batterijtechnologie verwacht Hyundai niet dat het mogelijk is om met accu’s een hele dag te kunnen werken.
Hij was bij Manitou al eerder te zien, maar is nu klaar voor verkoop en heeft hij ook de herkenbare blauwe lijnen gekregen. Deze roterende verreiker heeft met de batterijen aan boord een eigen gewicht van achttien ton en kan zes ton wegzetten op 26 meter. Let ook op de nieuwe cabine met een gebogen ruit.
De grens lijkt voorlopig te liggen bij de machines rond de twintig ton. Daar waren ook al enkele exemplaren van te zien, zoals bij Komatsu, waar de twintigtons graafmachine vanaf volgend jaar
Het prototype van de Hyundai-machine op waterstof. Daarbij werd direct de opmerking gemaakt dat de definitieve versie er heel anders uit gaat zien, want bij deze is de kont veel te hoog. Pas in 2025 is dat model te verwachten.
‘OP DE STAND VAN ELKE FABRIKANT WAS WEL EEN MACHINE MET EEN BLAUWE STREEP, BLOK OF LOGO TE ZIEN’
‘ZOALS DE DIESELMACHINE STEEDS EFFICIËNTER WERD, ZAL DAT ONGETWIJFELD OOK BIJ DE ELEKTRISCHE AANDRIJVING GEBEUREN’
Niet alleen in Nederland worden machines omgebouwd naar elektrisch. Ook in Duitsland gebeurt dat. De Duitse verhuurder Kiesel neemt daarvoor de Hitachi als uitgangspunt. Het resultaat is onder andere deze 8,5-tons machine met een accucapaciteit van 100 kWh, wat voldoende zou moeten zijn voor één dag werken.
Na de overname van de wielladerfabriek van Terex heeft Yanmar nu ook de minishovels in het leveringspakket. Een van de nieuwe machines is deze elektrische shovel. Vanaf het tweede kwartaal volgend jaar is hij leverbaar.
ook in een elektrische uitvoering te koop is. De fabrikant claimt dat deze dezelfde capaciteit heeft als een dieseluitvoering. Onbekend is echter nog welk batterijpakket er onder de kap ligt en of dit voldoende is voor een dag werken. Wel is bekend dat er een snellader aan boord is om snel wat energie bij te tanken. Naast deze grotere graafmachine wil Komatsu de komende twee jaar in elk geval nog een aantal elektrische machines op de markt zetten, waaronder een drietons graafmachine en een shovel.
Vergelijkbaar zijn de voornemens van Caterpillar. Tot nu toe was Cat zeer terughoudend, maar op de Bauma werd dit in één keer goed gemaakt met de voorstelling van vier elektrische machines. Ook Cat richt zich daarbij al op de wat grotere machines, al zijn het ook hier de mini’s die als eerste leverbaar zijn. Net als veel andere fabrikanten is Cat bezig met eigen batterijtechnologie. De accu’s zullen in drie varianten op de markt komen. Afhankelijk van de grootte wordt er dan gewerkt met 48, 300 of zelfs 600 volt.
Om te laten zien dat de waterstofmotor echt werkt, heeft Liebherr er een shovel mee uitgerust. Deze demonstreerde naast de elektrisch aangedreven
Op de stands van de motorenleveranciers werd eens te meer duidelijk gemaakt dat daar nog veel onderzoek wordt gedaan om de efficiency te
verbeteren. Daarvoor worden ook strategische posities ingenomen. Zo is John Deere een overeenkomst aangegaan met het Oostenrijkse Kreissel. Dit bedrijf heeft een batterij ontwikkeld met een hoge stroomdichtheid en een speciaal koelsysteem. Rond elke cel ligt in dit systeem een laag vloeistof, waarbij gebruik wordt gemaakt van een speciale, door Shell ontwikkelde koelvloeistof. De opbouw van deze sets is volkomen modulair, waarbij er feitelijk onbeperkt blokken achter elkaar kunnen worden gezet.
DRIE MACHINES
Ook bij FPT kreeg het nieuwe batterijblok een prominente plaats naast de motoren. Ook hier gaat het om cellen met waterkoeling, die voor een optimale prestatie moet zorgen. Daarbij gaat het niet alleen om koelen, maar zeker ook om verwarmen in de winter om de maximale capaciteit uit een batterij te halen.
Een stevige stap vooruit bij de introductie van elektrische machines zet Mecalac. Deze fabrikant komt met drie midi-machines, met daarbij een elftons graafmachine, een shovel en een zestons dumper die af-fabriek leverbaar zijn. Met een 300 kWh batterij, een nieuw aandrijvingsconcept en een aangepaste aansturing van de hydrauliek moet dit een werkdag draaien op één lading mogelijk maken. Het zijn de stappen waarvan we ongetwijfeld de komende jaren meer zullen horen wanneer fabrikanten echt vanuit het concept van de elektrische aandrijving de machine gaan ontwikkelen. Zoals de dieselmachine steeds efficiënter werd, zal dat namelijk ongetwijfeld ook bij de elektrische aandrijving gebeuren. Een voorbeeld daarvan hoorden we al bij Engcon, waar wordt gewerkt aan het nog slimmer aansturen van de draaikantelstukken. Om energie te sparen, wordt daar nu ook naar de oliebehoefte gekeken en stemt de software de machine daarop af. Elke liter olie die niet meer hoeft te worden weggepompt, scheelt energie. Het zijn de stappen die we de komende jaren zullen blijven zien. Alles wordt gericht op het minimaliseren van het energieverbruik om zo te komen tot echte blauwe machines.
‘ALLES WORDT GERICHT OP HET MINIMALISEREN VAN HET ENERGIEVERBRUIK OM ZO TE KOMEN TOT ECHTE BLAUWE MACHINES’Na de overname van Goldoni is Keestrack samen met de makers van de Rigitrac aan de slag gegaan om een eigen elektrische trekker te maken. Deze heeft een maximaal vermogen van 50 kW (68 pk) en vijf elektromotoren voor de aandrijving van verschillende onderdelen.
11 & 12 januari 2023 • Hotel Lumen in Zwolle
WIJ ZIJN ERBIJ!
Ben jij er ook bij? Met plezier nodigen we jou uit voor de Cumela Jongeren- en Inspiratiedagen 2023. Twee verrassende dagen met interessante bedrijfsbezoeken, leerzame workshops en een plenair programma met een knaller van een spreker. Niemand minder dan astronaut en ambassadeur van de aarde André Kuipers deelt zijn visie op duurzaamheid, innovatie en technologie en biedt ons een blik op de aarde vanuit de ruimte.
Wij vinden het leuk als je erbij bent
Schrijf je in en laat je twee dagen lang meevoeren tijdens het boeiende programma vol inspiratie en ideeën. Ga naar www.cumela.nl/inspiratiedagen
Jouw afvinklijst
Meld je aan op www.cumela.nl/inspiratiedagen
Blok 11 en 12 januari in je agenda
Reserveer alvast je kamer in Hotel Lumen o.v.v. Cumela Jongeren- en Inspiratiedagen (speciaal tarief)
HIJ IS ERBIJ! BEN JIJ ER OOK BIJ?
SPECIAAL VOOR LEDEN
Meld je nu aan op WWW.CUMELA.NL/INSPIRATIEDAGEN
AGRIFAC INTRODUCEERT NIEUWE
CONDOR VANGUARD-SPUITMACHINE
Tekst en foto’s: Arend Jan Blomsma
Op de pas gehouden Franse beurs Sima introduceerde Agrifac een nieuwe
spuitmachine: De Agrifac Condor Vanguard. Het is een zelfrijder met een 6000-litertank. Daar was ruimte voor in de Agrifac-line-up en in de markt.
We zagen een van de eerste twee machines bij de fabriek in Steenwijk.
De Condor heeft een maximale tankgrootte van 5000 liter en de grote Condor Endurance heeft 8000 liter tankinhoud. 6000 liter is wereldwijd een populair segment. In Noord-Amerika, een markt van toenemend belang voor Agrifac, is het een ideale maat voor het spuiten van een quarter. Dat is daar een gangbare oppervlaktemaat van 800 bij 800 meter, precies een kwart vierkante mijl. Als je daar 80 tot 100 liter per hectare spuit, kom je met 6000 liter net over. In de hele
wereld wordt de meest geschikte tijd om te spuiten steeds kleiner en dan heb je een machine nodig met capaciteit. Die heb je met 6000 liter aan boord duidelijk meer dan met 5000 liter. De Condor zal in Nederland wel een belangrijke machine blijven. De Vanguard past niet meer op 150 centimeter spoorbreedte en een deel van de Nederlandse klanten wil dat wel graag. Daarnaast is er op de Vanguard niet veel ruimte om middel mee te nemen en ook daar willen niet
alle Nederlandse klanten van af. De verwachting van Agrifac is wel dat vijftien tot vijfentwintig procent van de Nederlandse Condor-klanten op termijn zal overstappen op een Vanguard.
De Condor loopt ook in Nederland tegen zijn grenzen aan. Daarbij gaat het niet alleen om capaciteit. Het gaat ook om de banden die er kunnen worden gemonteerd. De grootste 480-banden kunnen weliswaar worden gemonteerd onder de Condor, maar dan wordt de machine behoorlijk beperkt in spoorbreedte en vooral stuuruitslag en daarmee de wendbaarheid. Zonder deze beperkingen is de maximale hoogte van een te monteren 480-band 206 centimeter. Onder de Vanguard passen 480-banden met een diameter van 219 centimeter, bijvoorbeeld de maat 480/95R50. Met grote banden is de Vanguard wendbaarder dan de Condor, door de restricties in de stuuruitslag van die laatste. Een belangrijke limiet van de Condor zijn de afmetingen op de weg. De Vanguard heeft, ook met brede bomen, een transportbreedte van 2,55 meter. De markt in Frankrijk vraagt hier al om, maar Agrifac verwacht dat deze limiet in veel meer Europese landen gaat gelden. Om binnen deze breedte te kunnen bouwen, is het onderstel versmald. Natuurlijk heeft Agrifac wel het bewezen Stabilo Plus-principe overeind gehouden. De machine heeft geen assen, maar per kant zijn de wielen aan een draagbalk bevestigd. In het midden zijn deze balken met elkaar verbonden met een verstelbare verbinding. De spuitmachine is gebouwd op een subframe. Dit staat met vier veerpoten op het onderstel. Het is vanwege een hoger gewicht wel groter gedimensioneerd. Om voldoende ruimte te winnen voor de grotere tank is de luchtvering met de hydraulische dempers vernieuwd en veranderd.
‘ONDER DE VANGUARD PASSEN 480-BANDEN MET EEN DIAMETER VAN 219 CENTIMETER, BIJVOORBEELD 480/95R50’
CUMMINS-KRACHTBRON
De machine is langer dan de Condor en korter dan de Endurance. De Vanguard heeft een wielbasis van 3,60 meter, de Condor 3,10 meter en de Endurance 4,00 meter. De totale lengte bedraagt met de breedste bomen 11,25 meter. De hoogte ligt tussen 3,80 en 3,96 meter, afhankelijk van de ban-
den. Het gewicht van de Vanguard komt leeg op ongeveer dertien ton. De gewichtsverdeling komt nu weer mooi uit op 50/50, zowel vol als leeg. Voor de aandrijving gebruikt Agrifac weer een Cummins-krachtbron. Deze gebruikt de fabrikant al sinds 2018 in de Endurance en sinds vorig jaar ook in de Condor V. De 6,7-liter-zescilinder is goed voor 212 kW (288 pk). De hydrauliek is grotendeels van Linde, inclusief de rijmotoren. De chauffeur zit ook bij de Vanguard weer in een Claas-cabine. In 2018 was Agrifac bezig om zelf een cabine te ontwikkelen en het heeft zich voor de Vanguard ook wel weer breed georiënteerd, maar het kwam toch weer uit bij de Claas X10-cabine. In die cabine beschikt de chauffeur over de EcoTronicPlus-bediening, die heel overzichtelijk is.
Wat spuittechniek betreft is op de Vanguard alles mogelijk wat op de Condor ook mogelijk is. Bijna alles dan, want de boombreedte gaat niet tot 55, maar tot 49 meter. Ook is de vierdelige boom niet leverbaar op de Vanguard. Dit is beide gedaan om de transportbreedte binnen de 2,55 meter te houden. Agrifac monteert Hypro-centrifugaalpompen voor zowel het vullen als het spuiten. Deze pompen zijn zelfaanzuigend gemaakt. Het leidingwerk is net als op de andere machines zo kort mogelijk gehouden, waardoor de machine bijna geen restvloeistof heeft. De vulspoelbak is voorbereid op CTS, het contactloos vullen. Uiteraard is ook het HighTechAirPlus-systeem met luchtvloeistofdoppen leverbaar, net als het AirFlowPlus-systeem van luchtondersteuning. StrictSprayPlus is ook een optie. Dit is het systeem van Pulse Width Modulation, waarbij de doppen met een variabele frequentie tot maximaal 100 Hz kunnen openen en sluiten. De afgifte is hiermee regelbaar, zonder dat druppelgrootte en spuitdruk veranderen. Hiermee is de afgifte per dop regelbaar. Nog dit jaar gaat de Vanguard in productie. Behalve de standaarduitvoering is er ook een Wide Track-uitvoering. Standaard is de spoorbreedte verstelbaar tussen 1,80 en 2,55 meter, bij de Wide Track is dit tussen 2,25 en 300 meter. Voor volgend jaar staat de introductie van de High Clearance en de Mountain Master in de planning.
‘DE VULSPOELBAK IS VOORBEREID OP HET NIEUWE CTS-VULSYSTEEM VOOR CONTACTLOOS VULLEN’
VÄDERSTAD ONTWIKKELT DE PROCEED
Tekst en foto’s: Arend Jan Blomsma
Een nieuwe manier van zaaien, dat heeft Väderstad voor ogen met de Proceed. Een precisiezaaimachine voor alle gewassen, ook die tot nu toe met traditionele zaaimachines worden gezaaid. We zaaien dan niet meer in kilo’s per hectare, maar in zaden per vierkante meter.
ZAAK OM ZUINIG OM TE GAAN MET ZAAIGOED, OMDAT DAT RELATIEF DUUR IS’
Väderstad is de Proceed-zaaimachine gaan ontwikkelen omdat de kosten voor zaaigoed - en ook kunstmest - steeds hoger worden. Bij hybride granen is het bijvoorbeeld zaak om zuinig om te gaan met zaaigoed, omdat dat relatief duur is. Het beste rendement haal je dus met een goede plaatsing van het zaad. Daarnaast zorgt de nieuwe techniek voor een reductie in energieverbruik en in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
De Proceed is niet alleen een zaaimachine voor bieten en maïs, maar ook voor granen, zonne-
bloemen, erwten, koolzaad, sorghum en nog veel meer. De zaaimachine - Väderstad spreekt zelf liever van een planter - werkt niet alleen in een perfect klaar gelegd zaaibed, maar ook in minimum-tillage- of no-tillage-omstandigheden of hij zaait rechtstreeks in een groenbemester. Eén machine voor alle gewassen en alle omstandigheden. Väderstad had bij de ontwikkeling een aantal eisen: de machine moest een constante rijafstand aan kunnen houden, de afstand tussen de afgelegde zaden in de rij moest constant zijn en de zaaidiepte moest voor elk zaadje gelijk zijn.
De grote vraag is natuurlijk of een dergelijk dure zaaitechniek financieel uit kan ten opzichte van de traditionele manier van zaaien, of dat nu een pneumaat is of een mechanische zaaimachine. Väderstad heeft daar in de afgelopen drie seizoenen deels samen met een aantal universiteiten uitgebreid onderzoek naar gedaan. In een proef met tarwe leverde de met de Proceed gezaaide tarwe met een rijafstand van 225 millimeter meer op dan de traditioneel gezaaide tarwe met een rijafstand van 166 millimeter bij een gelijke hoeveelheid zaaizaad. Dat verschil was niet zo heel groot: 6,91 tegenover 6,82 ton per hectare. Na het terugbrengen van de hoeveelheid zaaizaad van 275 naar 150 zaden per vierkante meter was het verschil groter: 7,13 tegenover 6,35 ton per hectare. De conclusie is dat met veel minder zaad de Proceed meer opbrengst geeft dan traditioneel gezaaid. Een tweede conclusie is dat we bij deze machine niet meer spreken van kilogrammen zaaizaad per hectare, maar in aantal korrels per vierkante meter. Bij een proef in Polen in 2022 kwamen dezelfde verschillen naar voren: 5,25 tegenover 4,85 ton per hectare, en dat bij veertig procent minder zaaizaad. Wat bij deze proef ook naar voren kwam, was dat het duizendkorrelgewicht toenam, van 52,55 naar 55,12 gram in het voordeel van de Proceed. Het blijkt ook dat de wortelontwikkeling bij de planten groter is. Väderstad zal de proeven het komend seizoen voortzetten met een groter aantal machines en in een groter aantal landen.
Väderstad gebruikte bij de ontwikkeling van de Proceed de ervaringen die het sinds 2012 heeft opgedaan met de Tempo-zaaimachines. Basis is het principe om met overdruk de zaden in de grond te brengen en een goed verenkelingsapparaat. Met verschillende schijven is dat nu geschikt gemaakt voor de meest uiteenlopende zaadgroottes. Zo is bijvoorbeeld voor maïs het aantal gaatjes in de schijf acht, terwijl het bij graan honderd is. De schijven worden elektrisch aangedreven. De zaaiaggregaten hebben ook grote gelijkenissen met die van de Tempo. De machine heeft een rij aandrukwielen, die een tweeledig doel hebben. In de eerste plaats drukken ze de grond voor elk zaaielement aan met een constante druk.
Hierdoor wordt elk zaadje in een aangedrukte grond op een constante diepte afgelegd. Dit zorgt voor een snelle opkomst. De tweede functie van de rollen is het dragen van het gewicht van de machine. Deze heeft verder geen steunwielen. Na de aandrukwielen komen de ruimers, die voor een schoon zaaivlak zorgen. De twee V-vormige schijven kunnen zo gemakkelijk een perfecte zaaivoor maken, daarbij gesteund door de dieptewielen naast de schijven. Een stoprol achter de schijven zorgt dat het zaadje niet meer kan verrollen en meteen wordt aangedrukt. Twee aandrukrollen of schijven drukken vervolgens de zaaivoor dicht. Via een fronttank kan ook kunstmest worden toegediend. Dit gebeurt na de stoprol.
De aandrukwielen zorgen voor een vast zaaibed voor elk element, maar dragen daarnaast ook het gewicht van de machine.
De machine heeft een centrale zaadtank van 3000 liter. Het zaadtransport vanuit de tank gebeurt via overdruk. De zaadtank staat hiervoor continu op druk. Bij elke zaaiunit is een kleine buffervoorraad van 200 milliliter. Als die vol is, valt de luchtstroom die het zaad transporteert weg. De machine die we in het veld in actie zagen, had één verdeelunit voor het zaad over de elementen. De latere versie, die statisch werd voorgesteld, had vier verdeelkoppen. Het zaad wordt na het verenkelingsapparaat via een luchtstroom in de grond gebracht. Hiervoor zitten er bij de nieuwste versie van de machine twee geïntegreerde ventilatoren voor op de zaadtank. Deze worden hydraulisch aangedreven via de trekkerhydrauliek. De machine heeft voor vier packerwielen, die ervoor zorgen dat het frame van de zaaimachine altijd mooi parallel aan het veld ligt. Bovendien voorkomen deze wielen een te hoge oplegdruk op de trekker. De twee transportwielen van de machine hebben alleen contact met de grond bij het draaien op de kopakker en natuurlijk tijdens transport. De machine staat via een E-Services-module in verbinding met een tablet in de trekker voor de instelling en bediening. Hij kan echter ook via Isobus worden bediend.
Wanneer de machine te koop komt, maakte Väderstad niet bekend. Ook wat de prijs betreft hulde de fabrikant zich nog in stilzwijgen. Dat het een forse prijs zal zijn, is gezien de techniek echter een uitgemaakte zaak. Wel kan het voor bedrijven een uitkomst zijn om met één machine alle gewassen te kunnen zaaien en dat ook onder verschillende omstandigheden te kunnen doen.
Met verschillende zaaischijven is het verenkelingsapparaat geschikt te maken voor zaden van verschillende diameters.
De nieuwste uitvoering van de machine wijkt af van het prototype door een andere plaats van de ventilator en de centrale verdeelkoppen.
‘HET KAN VOOR BEDRIJVEN EEN UITKOMST ZIJN OM MET ÉÉN MACHINE ALLE GEWASSEN TE KUNNEN ZAAIEN’
Slimmer boeren door nauwkeurige plaatsbepaling van MoveRTK
a Min. 2 cm nauwkeurig
a Jaar op jaar herhaalbaar
a Overal 24/7 beschikbaar
a TüV-gecertificeerd
a Merkonafhankelijk
Meer informatie op movertk.nl
Meer dan 30 jaar ervaring
Het is prachtig om een echte vakman aan het werk te zien. Dankzij jouw jarenlange ervaring is het gereedschap een verlengstuk van jouw handen geworden. Met een gedurfde visie en het juiste materieel maak je van elke klus een meesterwerk.
FLOTATION OPTIMALL VF-AANHANGERBAND
Vredestein, het bandenmerk van het Indiase Apollo Tyres, zet weer in op groei en ontwikkeling. Het merk wil de winst de komende jaren het liefst verdubbelen door de introductie van nieuwe modellen en meer maten, te beginnen met een VF-aanhangerband en een stevige kipperband.
naar de schouder twaalf procent wijder staat dan een standaard trekkerprofiel. Daardoor is er meer lossend vermogen. Midden in het loopvlak zit dertig procent meer rubber voor betere rijeigenschappen en een hogere slijtvastheid. Inmiddels is het profiel 25 jaar op de markt en heeft Vredestein al zijn banden voorzien van dit Traxion-concept.
‘HET VERSCHIL IN AFPLATTING, INSPORING EN DAARMEE TRACTIE EN SLIP TEN OPZICHTE VAN EEN FLOTATION TRAC IS DUIDELIJK TE ZIEN’
Een jaar geleden is er nog flink gereorganiseerd bij Vredestein in Enschede en verhuisde moederbedrijf Apollo de productie van autobanden naar het buitenland. In de fabriek draait het nu vooral om landbouwbanden. Nadat Vredestein was begonnen met de eerste radiaalband voor aanhangers, de Flotation Pro, lag de focus jarenlang op trekkerbanden. Beroemd werd het Traxion+ profiel met gebogen nok die van het midden van het loopvlak
Bij de trekkerbanden heeft Vredestein inmiddels een compleet gamma. De IF-banden werden als tussenstation overgeslagen, maar VF-banden zijn er des te meer, in alle soorten en maten. Zo is er een Traxion Optimall VF-band voor trekkers boven de 118 kW (160 pk). De Traxion 70-serie loopt met vijftien maten tot vermogens van 147 kW (200 pk). De grootste band is daarin de 620/70R42. Er is echter een drang naar meer, want binnen drie jaar wil de fabrikant VF-banden introduceren voor trekkers van rond de 74 kW (100 pk) en boven de 221 kW (300 pk). De vraag is er, ook al werd de bandenproductie door het grote gasverbruik tien tot vijftien procent duurder. Een VF 750/70R44 van 2,20 meter hoog voor trekkers als de Claas Axion 900 en de Fendt 900-serie is op de Sima geïntroduceerd. Binnen twee jaar komen daar 46-inch-maten (2,30 meter hoog) bij.
Een nieuwe speerpunt zijn de aanhangerbanden voor mesttanks, opraapwagens en balenpersen. Daar komt nu een VF-band met de naam Flotation Optimall bij. “Daarmee zijn wij inderdaad niet de eerste, maar het zijn wel gelijk doordachte, stabiele en slijtvaste banden, die ook
op 1,6 bar moet blijven.
Met een meermaals herhaalde test toont Vredestein het verschil aan tussen een Flotation Optimall VF-band en een ‘oude’ Flotation Trac-band. Twee John Deeres 6R250 met daarachter een 27 ton zware, met zestien kuub water gevulde Wienhoff-mesttank reden naast elkaar over een vers gekopegde zandbaan. Met vier ton oplegdruk gerekend zal elke band ruim 5,8 ton dragen. De trekkers stonden beide op 0,6 bar voor en 1,2 bar achter. De linker tank was uitgevoerd met de nieuwe VF 750/60R30.5 Flotation Optimall-band, die op 1,3 bar mag staan. De rechter tank stond op de Flotation Trac-band, die op 1,6 bar moet blijven. Gelijk na de start met vijf kilometer per uur was er al een verschil in tractie en slip te zien. Toen de Optimall-band zestig meter had afgelegd, liep de ‘Trac’-band nog 3,50 meter achter, een verschil van zes procent slip. Ook de bodem blijft beter intact met de Optimall. Met rondgestrooide bloem werd de afplatting gemeten. De Optimall had met 97 centimeter een dertien procent langere voetafdruk ten opzichte van de 86 centimeter van de Trac. De insporing bleek twaalf millimeter minder en gemeten met een penetrometer werd ook de bodem zeven procent minder verdicht.
werkelijk voldoen aan de VF standaard”, countert directeur Guido Boerkamp. De nieuwe Flotation Optimall VF is te krijgen in zeven maten, waarvan de grootste VF 750/60R30.5 is. Het verschil in afplatting, insporing en daarmee tractie en slip ten opzichte van een ‘oude’ Flotation Trac-aanhangerband is duidelijk te zien (zie kader). Een grotere 32-inch-VF uitvoering is ook nog in de maak. Dat is al een behoorlijke diameter voor een VF, die zo’n twintig procent duurder wordt dan standaard. Het gamma zal niet zover worden opgetrokken als de 2,15 meter hoge 38-inch-Flotation Trac-band die Vredestein in 2019 introduceerde als alternatief voor de 1050-band. Productmanager Joost Kemna: “De 900/65R38 Flotation Trac heeft al zo’n grote luchtkamer dat je de druk al heel ver kunt verlagen.”
Op zoek naar omzet boort Vredestein nieuwe markten aan. Zo willen afnemers als bijvoorbeeld Krone, Pöttinger en Strautmann hun banden liever compleet met velg geleverd krijgen. Reden voor Vredestein om velgen te betrekken van bedrijven als het Engelse Moveero, Accuride of het Turkse Jansa. Jaarlijks gaan er nu 100.000 banden op velg de deur uit via een geautomatiseerd proces. Het is mogelijk omdat er in de implement-sector nog niet veel maten worden gevraagd. Trekkerbanden kennen veel meer maten en moeten binnen een paar uur geleverd zijn. Trekkerfabrikanten leggen daarom liever zelf hun banden om de velg.
De kipperwereld is nieuw voor Vredestein. Speciaal voor twee- en drieassige dumpers is de Endurion Trailer-band ontwikkeld. De band is voorlopig te krijgen in vier maten van 22,5 tot 30,5 inch en vist in dezelfde vijver als de Michelin XS, Nokian CT en BKT Ridemax. De band is vijftien tot twintig procent duurder, maar beter beschermd tegen ruig werk en obstakels. Zo is het karkas zwaarder opgezet met een staalgordel en is er een dikkere wang (Sidewall Protector) voor bescherming van de zijden tegen indringing van scherpe delen, zoals rijplaten. Ook deze band heeft een nokkenconcept om gemakkelijker te lossen en meer rubber
slijtvastheid.
‘TOEN DE OPTIMALL VF BAND ZESTIG METER HAD AFGELEGD, LIEP DE ‘TRAC’-BAND NOG 3,50 METER ACHTER, EEN VERSCHIL VAN ZES PROCENT SLIP.’
DOUBLE
Grondig 9
Dossier: R19
Rubriek: Cumela Kompas
Bijzonderheden: geen
Netto nam de Ebitda op de cumelabedrijven afgelopen jaar toe van € 505.000,- naar € 541.000,-. Door de gestegen omzet is die procentueel echter licht gedaald, van 24,7 naar 24,3 procent van de bruto marge. Wel is er enig verschil bij de onderliggende bedrijfstypen. Bij de grondverzetbedrijven zien we procentueel namelijk wel een toename.
Ebitda per bruto marge licht afgenomen
Netto nam de Ebitda op de cumelabedrijven afgelopen jaar toe van € 505.000,- naar € 541 000,Door de gestegen omzet is die procentueel echter licht gedaald, van 24,7 naar 24,3 procent van de bruto marge. Wel is er enig verschil bij de onderliggende bedrijfstypen. Bij de grondverzetbedrijven zien we procentueel namelijk wel een toename
De Ebitda wordt met name door banken gebruikt bij de beoordeling van de jaarcijfers. Dat cijfer geeft namelijk inzicht in de kasstroom van een bedrijf, omdat het de winst aangeeft voor aftrek van rente, belasting, afschrijving en afboekingen. Daarbij is voor de bepaling van de winst wel een berekende arbeidsvergoeding voor de ondernemer opgenomen. Incidentele baten en lasten en overige opbrengsten zijn niet meegenomen. De Ebitda geeft dus aan hoeveel geld er beschikking is voor het betalen van rente, aflossingen, belastingen, investeringen en eventuele privéonttrekkingen.
De Ebitda wordt met name door banken gebruikt bij de beoordeling van de jaarcijfers. Dat cijfer geeft namelijk inzicht in de kasstroom van een bedrijf, omdat het de winst aangeeft voor aftrek van rente, belasting, afschrijving en afboekingen. Daarbij is voor de bepaling van de winst wel een berekende arbeidsvergoeding voor de ondernemer opgenomen. Incidentele baten en lasten en overige opbrengsten zijn niet meegenomen. De Ebitda geeft dus aan hoeveel geld er beschikking is voor het betalen van rente, aflossingen, belastingen, investeringen en eventuele privéonttrekkingen.
Beste Geralde, Ik heb al enige tijd een discussie met mijn opdrachtgever over het verrekenen van wijzigingen van loonkosten en brandstoffen in een bestek voor maaionderhoud. In het bestek staan twee paragrafen die elkaar tegen lijken te spreken:
• Paragraaf 01.04.01, lid 1, waarin staat dat verrekening geschiedt per 1 januari 2023.
• Paragraaf 01.04.03 lid 1, waarin staat dat verrekening voor loon en brandstof plaatsvindt vanaf één jaar na aanvang van het werk, dus 1 juni 2022.
Welke regeling moet ik nu volgen en vanaf welk moment kan ik dan brandstof en loonkosten verrekenen?
Beste aannemer,
Een gemiddeld cumelabedrijf behaalde in 2021 een Ebitda van € 541 000,-, ten opzichte van € 505.500,- in 2020 In absolute cijfers een mooie stijging, maar in verhouding tot de bruto marge is de Ebitda licht gedaald In 2020 bedroeg de Ebitda 24,7 procent van de bruto marge, terwijl deze in 2021 deze uitkomt op 24,3 procent
Dieuwer Heins, bedrijfskundig adviseur van Cumela Advies, constateert wel een duidelijk verschil tussen de verschillende typen bedrijven. “De goede resultaten in het grondverzet zorgen voor een duidelijk hogere Ebitda per bruto marge dan bij de andere typen bedrijven. Verder valt op dat de Ebitda bij de agrarische loonbedrijven en bij de gemengde bedrijven juist is gedaald. Heins constateert met name een flinke daling bij de agrarische loonbedrijven. Weliswaar bleef de Ebitda bij de agrarische loonbedrijven absoluut gezien nagenoeg gelijk - in zowel 2020 als 2021 komt deze uit op € 549.000,- - maar doordat de omzet flink steeg, zien we procentueel een daling. Bij de andere typen bedrijven steeg de Ebitda in 2021. Bij de agrarische loonbedrijven is de procentueel lagere Ebitda een gevolg van lagere afschrijvingen en fors hogere brandstofkosten. Nemen we de overige
Een gemiddeld cumelabedrijf behaalde in 2021 een Ebitda van € 541.000,-, ten opzichte van € 505.500,- in 2020. In absolute cijfers een mooie stijging, maar in verhouding tot de bruto marge is de Ebitda licht gedaald. In 2020 bedroeg de Ebitda 24,7 procent van de bruto marge, terwijl deze in 2021 deze uitkomt op 24,3 procent. Dieuwer Heins, bedrijfskundig adviseur van Cumela Advies, constateert wel een duidelijk verschil tussen de verschillende typen bedrijven. “De goede resultaten in het grondverzet zorgen voor een duidelijk hogere Ebitda per bruto marge dan bij de andere typen bedrijven. Verder valt op dat de Ebitda bij de agrarische loonbedrijven en bij de gemengde bedrijven juist is gedaald. Heins constateert met name een flinke daling bij de agrarische loonbedrijven. Weliswaar bleef de Ebitda bij de agrarische loonbedrijven absoluut gezien nagenoeg gelijk - in zowel 2020 als 2021 komt deze uit op € 549.000,- - maar doordat de omzet flink steeg, zien we procentueel een daling. Bij de agrarische loonbedrijven is de procentueel lagere Ebitda een gevolg van lagere afschrijvingen en fors hogere brandstofkosten. Nemen we de overige opbrengsten mee, die bij deze bedrijven bijna € 50.000,- zijn, dan zien we nog wel een stijging van de Ebitda.
De gegevens zijn gebaseerd op de jaarcijfers van 159 cumelabedrijven die hebben deelgenomen aan de kengetallenvergelijking Cumela Kompas over 2020 en 2021. Wil je weten hoe de kengetallen van jouw bedrijf zijn? Doe dan mee aan de kengetallenvergelijking Cumela Kompas. Stuur daarvoor een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.
In een RAW-bestek is standaard de Risicoregeling-GWW van kracht, behalve als deze niet van toepassing is verklaard. Het is gangbaar dat brandstoffen per direct mogen worden verrekend, terwijl loonkosten pas na een jaar mogen worden verrekend. Afwijking van deze standaard is toegestaan, want een bepaling opgenomen in het bestek gaat voor een bepaling opgenomen in de Standaard RAW-bepalingen (01.01.01. lid 04).
In dit geval spreken de afwijkingen elkaar tegen. Gelukkig bepaalt de UAV hoe er moet worden omgegaan met tegenstrijdigheden in het bestek. Bij tegenstrijdigheden moet eerst worden gekeken naar de rangorde van de documenten. Op grond van paragraaf 2, lid 4, van de UAV 2012 gaat nieuw voor oud, een beschrijving voor een tekening en een bijzondere regeling voor een algemene regeling. De rangorde helpt echter niet wanneer de tegenstrijdigheid in hetzelfde document staat, zoals hier het geval is. Daarom is in paragraaf 2, lid 4, van de UAV 2012 ook nog een vangnet opgenomen: wanneer de rangorde geen uitkomst biedt, moet de tegenstrijdigheid worden uitgelegd ten nadele van degene door of namens wie het bestek is opgesteld.
Dit betekent dat in dit geval de tegenstrijdigheid moet worden uitgelegd in het voordeel van jou als aannemer. Je mag daarom verrekenen met behulp van de Risicoregeling-GWW vanaf 1 juni 2022.
Op vrijdag 16 september vierde de firma W. Timmer uit Ermelo het 75-jarig jubileum. Wouter Timmer senior, de vader van Marten en de opa van Wouter, begon het bedrijf driekwart eeuw geleden als agrarisch loonbedrijf. De tweede generatie bouwde het bedrijf uit tot de huidige vorm. Marten droeg dit jaar stokje over aan de derde generatie, Wouter. De jubilerende ondernemers werden door de voorzitter van de afdeling Gelderland met een gouden Cumela-speld onderscheiden. Wouter Timmer maakte gelijk van de gelegenheid gebruik om de medewerkers Gerard Franke (43 jaar dienstverband), Gert Kroon (32 jaar) en Wouter van Dasselaar (25 jaar) te onderscheiden.
Na de coronatijd was er eindelijk weer gelegenheid voor een bedrijfsuitje bij Niek Konijn BV in Wijdewormer, waarvoor alle medewerkers inclusief partners waren uitgenodigd. Het was ook een mooie gelegenheid om eindelijk de jubilarissen eens in het zonnetje te zetten. Daarbij zocht Konijn het op zaterdag 11 oktober letterlijk hogerop in Engelse dubbeldekkerbussen, om op drie verschillende plekken
te genieten van een voor-, hoofd- en nagerecht. Tijdens de feestdag werden alle jubilarissen in het zonnetje gezet. Naast drie twaalfenhalfjarige jubilarissen waren dat Gilbert Ursem en Ton van Leeuwen, die ter ere van hun 25-jarig jubileum de zilveren Cumela-speld kregen uitgereikt op een gepersonaliseerde kristallen kubus met daarin hun 3D-gelaserde graafmachine.
Stienstra & Van der Wal Waterwerken uit IJlst organiseerde op zaterdag 24 september een open dag in verband met zijn aanstaande 65-jarig jubileum, de opening van het nieuwe bedrijfspand en de doop van het nieuwe werkschip Dukkes. De oud-eigenaren Jan van der Wal en Jan Stienstra verrichtten samen met wethouder Bauke Dam van de gemeente Súdwest Fryslân de officiële opening van het nieuwe bedrijfspand. De hele dag konden belangstellenden een kijkje nemen binnen het bedrijf. Bedrijvenadviseur Simon Broekstra overhandigde aan eigenaar Durk van der Wal het beeldje Helpende Handen.
Op 1 augustus was Herman Oonk vijftig jaar in dienst bij Baks Borculo. Samen met familie en collega’s werd dit gevierd op 14 oktober. Herman werd ‘s morgens verwelkomd door een versierde vrachtwagencombinatie en werd aan het eind van deze ‘speciale’ dag thuis opgehaald door een stoet van trekkers en vrachtwagens, waarna er gezamenlijk werd geproost op zijn jubileum. Hij deed in de eerste jaren van zijn carrière bij Baks alle voorkomende werkzaamheden. In de loop van de jaren maakte Herman de overstap van het loonbedrijf naar het transport van vloeibare mest.
Waar vader Evert Schuurman in 1967 met één maaier begon, groeide loonbedrijf Schuurman BV in Abcoude uit tot een onderneming met veertig vakmensen die actief is in de GWW en het agrarisch loonwerk. Op zaterdag 8 oktober organiseerden Gerbrand en Anja Schuurman samen met hun medewerkers een open dag met live-demonstraties, waarbij relaties en bezoekers ook zelf in actie konden komen. Namens het afdelingsbestuur van Utrecht overhandigde Raymond van Dorresteijn de ondernemers een mooi geschenk ter ere van 55 jaar betrokken en betrouwbare service in de cumelasector.
Een degelijke elektrische fiets met een echte zwaailamp. Jan Fleerkate zwaaide eind september na 48 jaar trouwe dienst op passende wijze af bij Elweco-Medo BV. Jan begon indertijd bij CWV Exel-Gelselaar, dat later opging in Elweco-Medo. Maïs hakselen was zijn lust en zijn leven. Hij begon op de bekende Fox-hakselaar en draaide daarna ook met Claas en Krone. Hij heeft nu weer een oude Fox in de schuur staan. Jan was vooral werkzaam in het agrarisch loonwerk en dan met name het spuitwerk. Van bedrijvenadviseur Gerwin Otten waren er mooie afscheidswoorden en ontving hij de Cumela-pen als waardering.
De problemen voor werkgevers lijken oneindig. We hoeven maar een krant open te slaan en de ene na de andere crisis schreeuwt om aandacht. Hoe is dit mogelijk? Hadden we dit kunnen voorkomen?
Als alles naar wens verloopt, zijn er weinig mensen die kijken naar eventuele missers en wat er kan gebeuren. Het is de natuur van de mens om alles te willen behouden en geen stap terug te willen doen. Wat deze crises ons leren, is dat we dat mogelijk wel moeten doen. We kunnen niet oneindig doorgroeien.
Vorige week kwam er weer een nieuw record bij: achttien miljoen mensen in Nederland. Hoe gaan we deze mensen huisvesten? Waar gaan we op inleveren? Voor de vakbonden staat buiten kijf dat werknemers niet willen inleveren. Onwillekeurig doen ze dat wel. De inflatie is immers hoger dan de loonsverhoging en dus komt er minder geld beschikbaar als besteedbaar inkomen. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor werknemers, maar voor alle mensen in Nederland (en Europa). Moeten werkgevers dan maar de lonen verhogen? Als we kijken naar België, waar een automatische prijscompensatie geldt, zien we dat ook dit geen oplossing is.
Wat echt een giftige cocktail is, is de combinatie van de afnemende koopdracht en de krapte op de arbeidsmarkt. Wij begrijpen dat dit het punt is waar het knelt. De vraag is of wij daar als branchevereniging een oplossing voor hebben. In elk geval niet een ‘eureka’ die het probleem in één keer oplost. Langs diverse lijnen proberen we, met de input van onze leden, dit waar mogelijk te beïnvloeden. We hopen dat jij het vertrouwen hebt dat wij dat op de goede manier doen, maar zonder ergens iets te moeten loslaten, gaat dat niet…
Tekst en foto’s: Marjolein van Woerkom
VITALE VOLHOUDER: HARRY CROOIJMANS
Harry Crooijmans is bijna zestig jaar in dienst bij Van Boxmeer in Helmond.
Op zijn 75e werkt hij nog steeds vijf dagen - het liefst zes - in de week op zijn
Hitachi 190. Hij heeft het bedrijf zien veranderen in een onderneming die een eigen specialisme heeft ontwikkeld in het natuur- en landschapsbeheer.
Hij weet het nog goed, de papieren die hij in 2012 in de brievenbus ontving. Hij zou bijna 65 jaar worden en ‘mocht’ met pensioen. “Ik werd er naargeestig van”, vertelt hij. “Toevallig was ik net een week lang op een klus bezig en kwam ik niet op de zaak. Dat werd dus een heel nare week”, herinnert hij zich. Toen hij weer op het bedrijf kwam, vertelde hij over de papieren die hij had ontvangen. “Maar je hoeft toch niet op te houden”, werd hem gezegd. “Daar was ik zo blij mee. Ik mocht doorwerken en hoefde niet te stoppen.” Nu werkt hij nog steeds, vijf dagen - of liever zes - per week. “Het is niet handig als ik een dag minder ga werken”, zegt de doorgewinterde kraanmachinist. “Dan kom ik vier dagen en moet iemand anders die laatste dag het werk afmaken. Dat doe ik liever zelf. Als ik ergens aan begin, dan ga ik ervoor.”
VOOR TIEN GULDEN
Harry Crooijmans werkt sinds zijn zestiende bij Van Boxmeer in Helmond. “Mijn vader had een boerderij en ik was de beoogde opvolger, alleen had ik meer met trekkers dan met dieren”, vertelt hij. “Mijn jongere broer koos ervoor de boerderij voort te zetten en ik ging na de landbouwschool bij Van Boxmeer aan het werk. Dat was het loonbedrijf dat ook bij ons thuis kwam.”
NAAM: Harry Crooijmans
BEDRIJF: Van Boxmeer
PLAATS: Helmond, Noord-Brabant
Het was 1959 toen Antoon van Boxmeer begon met agrarisch loonwerk. Hij was zoon van een boer en had ook nog een broer. Voor twee zoons was er op de boerderij geen plek. Antoon begon met het ophalen van melk, het maaien van gras en zo breidde dat zich uit. “In het begin ging ik vaak met de oudere werknemer mee om het vak te leren”, vertelt Harry. Hij lacht. “We reden veel stalmest uit in die begintijd. We hadden een kraantje bij de tractor om mest te laden, maar veel klanten vonden die kraan te duur. ‘Laat dat kraantje maar thuis en neem die jongen mee’, zeiden ze. Dan stond ik vervolgens met de riek mest te laden. Dat was goedkoper”, aldus de 75-jarige. Laatst vond hij nog een rekening van toen. Een trekker met machinist kostte tien gulden.
Toen al wilde hij graag veel werken. “Ik deed van alles, van stalmest verspreiden en ploegen tot hakselen, maïs zaaien en aardappels poten en rooien, zolang ik maar met de machines kon werken”, zegt Harry. De techniek erachter fascineerde hem mateloos.
‘IK HEB NOG EEN TIJDJE OP EEN KRAAN GEDRAAID, MAAR DAT WAS HET NIET VOOR MIJ’
Omdat agrarisch werk seizoensgebonden is, hadden ze ’s winters de zogeheten ‘werkonderbreking’. “Dan kreeg je een uitkering en zat je thuis, maar dat vond ik maar niets”, vertelt hij. Toen het bedrijf begin jaren tachtig uitbreidde met een nieuwe mobiele kraan richting de wegenbouw lag daar voor Harry dus een nieuwe uitdaging in het verschiet. Hij was degene die op de O&K aan
het werk mocht. “Werken als kraanmachinist leek me stabieler. Ik was pas getrouwd, we hadden kleine kinderen en zo had ik het hele jaar door continu werk. Eerst dacht ik nog dat ik dan vastere werktijden zou hebben, want aan het eind van de middag was je altijd klaar in de wegenbouw, maar ja, dan stapte ik daarna weer in het agrarische werk en reed ik nog een paar uur door op de trekker”, lacht hij.
‘MAAR JA, DAN STAPTE IK
DAARNA WEER IN HET AGRARISCHE
WERK EN REED NOG EEN PAAR UUR
DOOR OP DE TREKKER’
Zijn vrouw heeft hij er overigens nooit over gehoord. “Zo ging het nu eenmaal. Ze was het gewend. Ik ging ’s ochtends thuis weg en wist niet hoe laat ik weer thuis zou zijn. Je had ook geen mobiele telefoon”, legt hij uit. Die heeft hij nu wel, maar bellen doet hij nog steeds niet. “Ze weet: als ik niks hoor, dan is het goed.”
Harry stapt na het interview weer op zijn kraan. Hij krijgt de sleutel van een slagboom en een uitgeprinte plattegrond mee. Hij mag rijplaten leggen in een gebied dat sinds kort van Staatbosbeheer is. Het waterpeil gaat er omhoog en er komt een ven. Van Boxmeer mag de fietspaden in het gebied verhogen. Harry helpt mee. Op zijn 75e denkt hij dan ook nog lang niet aan stoppen. “Ik heb het altijd naar mijn zin gehad, en nog steeds. Ik word vrijgelaten om mijn eigen dingen te kunnen doen. Ik ben gewoon in loondienst en dat doe ik het liefst. Ik denk ook dat je beter aan de gang kunt blijven. Elke dag hetzelfde ritme, dat doet een mens goed. Pas als het niet meer gaat, stop ik.”
Regelmatig krijgen we e-mails binnen over jubilea: vijfentwintig, veertig of zelfs vijftig jaar in dienst. Bijzonder in deze tijden. Vandaar deze serie, waarin we ‘vitale volhouders’ uitlichtten. Harry Crooijmans was alweer de laatste en sluit de serie af. Alle verhalen zijn terug te lezen op Cumela.nl. Bekijk ook de video's die we maakten. Dat kan via de website of door Cumela op YouTube op te zoeken en te kiezen voor de playlist ‘Vitale volhouders’.
ROL OP HET BEDRIJF:
Kraanmachinist
BEGONNEN: Op zijn zestiende
INDRUKWEKKEND MOMENT:
“Dat ik vijftig jaar in dienst was, was een mooi moment. Ze hadden toen een feest voor mij georganiseerd, hier op het bedrijf. Ik vond het mooi dat er toen zoveel klanten kwamen die hun waardering uitspraken voor het werk dat ik had gedaan.”
TIP:
“Ik doe het werk nog steeds met veel plezier. Ik was een keer ’s avonds laat nog aan het werk toen er iemand langs kwam. Die zei: ‘Ik zie dat je het werk graag doet, daar word je oud van.’ Ik denk dat dat wel klopt.”
De partijen die werken aan het zevende actieplan Nitraatrichtlijn willen overleg met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de onlangs gepubliceerde lijst met winterteelten en vanggewassen. Daarmee willen ze de ruis wegnemen die is ontstaan doordat er geen enkele toelichting bij deze lijst is gegeven. Cumela vreest vooral voor grote werkpieken en capaciteitsproblemen door deze nieuwe vorm van kalenderlandbouw.
Vooral onder akkerbouwers en vollegrondsgroentetelers is grote onrust ontstaan nadat het ministerie een consultatie over de invulling van het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn startte. Door het ontbreken van een toelichting zijn heel veel telers zeer ongerust over hun toekomstmogelijkheden. Cumela, LTO Nederland, NAJK, NAV, POV, BO Akkerbouw, NZO en Rabobank willen daarom overleg met het ministerie om de grootste onrust weg te nemen.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zegt in de ‘Stand van RVO’ met minder complexiteit meer impact te willen maken. Om dat te kunnen doen, pleit de organisatie voor meer samenwerking tussen overheid, ministeries en uitvoerende organisaties. RVO komt hiermee in reactie op de huidige “complexe, conflicterende en soms zelfs beconcurrerende regelingen”. RVO vraagt om een betere samenwerking tussen politiek, ministeries en uitvoerende organisaties.
Dit omdat regelingen al ingewikkeld zijn en elke nieuwe regeling nog lastiger te begrijpen is dan de vorige. Hierdoor kunnen ondernemers geen aanvraag meer doen zonder hulp van een - duuradviesbureau. Ook zijn ze bang om fouten te maken, waardoor ze de subsidie uiteindelijk niet krijgen. Door die ontwikkeling laat een groeiende groep ondernemers de regelingen links liggen, terwijl ze juist nodig zijn om maatschappelijke doelen te kunnen halen.
Al jaren werken toeleveranciers van onze sector aan het betrouwbaar meten van gehaltes in mest met behulp van NIRS. Cumela heeft de afgelopen jaren meegewerkt aan het opstellen van twee concept-NEN-normen waarmee de nauwkeurigheid en de toepassing van NIRS in de praktijk kan worden getoetst. Analyse van drijfmest met behulp van NIRS is veelbelovend. Deze nieuwe techniek, die realtime en continu het nutriëntengehalte aan boord van een transportvoertuig meet, levert een enorm voordeel op voor de ontvanger van drijfmest. De mestsamenstelling is op het moment van aanwenden bekend en daarmee is onder andere te voorkomen dat er te veel mest op het land wordt gebracht.
Hoe interesseer je leerlingen op het voortgezet onderwijs voor de sector groen, grond en infra? Cumela en de sociale partners hebben de campagne ‘Groen, Grond en Infrastructuur, de sector met kennis en kracht!’ opgezet om leerlingen over de streep te trekken voor een opleiding in de sector. Bedrijven in de sector hebben moeite om hun personeelsbezetting op peil te houden. Bovendien zal het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs de komende jaren verder afnemen. De campagne kan de bekendheid van de sector groen, grond en infra bij de leerlingen vergroten en laat zien welke kansen en mogelijkheden de sector biedt. De bedrijven in de sector verzorgen een grote diversiteit aan werkzaamheden die ertoe doen; ze helpen om de maatschappij draaiende te houden, ze zorgen voor voedsel en dragen bij aan een duurzaam Nederland.
De komende jaren daalt de plaatsingsruimte voor mest fors. Dit is het gevolg van het afbouwen van de derogatie in de komende jaren en de bijbehorende voorwaarden. Allereerst zijn er strengere normen voor met ‘nutriënten verontreinigde gebieden’ en worden er bufferzones ingesteld. Naast minder plaatsingsruimte voor mest krijgen we te maken met een bemestingsplan, het al aangekondigde realtime Vervoersdocument Dierlijke Mest (rVDM) en een digitaal mestregister. Een overzicht van de maatregelen en het effect hiervan kun je vinden op Cumela.nl.
• Overgangsjaar onontkoombaar
• Zoveel stroom vraagt een bouwplaats
• Ondernemerslijn-video: kostprijsberekening
Jaren geleden is voor mij duidelijk geworden dat communicatie zo ongeveer het belangrijkste is wat er is, maar nog duidelijker werd toen voor mij dat er zo ongeveer ook niets moelijker is dan communiceren. Hoe bereik je dat een ander exact begrijpt wat jij bedoelt en dan ook nog zo uitvoert? Bij jonge mensen die net van school komen, is het al een uitdaging, maar dat heeft veelal te maken dat ze het vak nog moeten leren en dus nog niet goed weten waar ze mee bezig zijn. Ervaren medewerkers die een bepaald werk al jaren naar ieders tevredenheid uitvoeren ditzelfde werk net iets anders laten uitvoeren, kan echter wel eens veel lastiger worden. Dat is een probleem dat nu op ons afkomt, omdat we door nieuwe maatregelen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid veel werkwijzen zullen moeten veranderen. Door de nadruk op agrarisch natuurbeheer zullen veel klanten dit op hun bedrijf gaan integreren als aanvulling op het inkomen. Het gevolg is dat bepaalde werkzaamheden net even anders moeten worden uitgevoerd om voor de subsidie in aanmerking te komen, bijvoorbeeld dat er watergangen langs de kant begroeiing mag blijven staan, terwijl dat voorheen allemaal weg moest. Soms is dat best een lastige boodschap voor medewerkers die gewend zijn dit altijd heel anders uit te voeren. Als sectie Agrarisch Loonwerk hebben we daarvoor aandacht gevraagd bij de afdeling Opleiding & Training van Cumela. Samen zijn we nu bezig om korte en duidelijke filmpjes te maken voor werknemers die hiermee te maken krijgen. Daarmee zijn we er nog niet mee, want ook als ondernemer zul je hier voortdurend rekening mee moeten houden. Straks moet je - of de planner -als je een klant aan de lijn hebt ook vragen van welke regelingen hij gebruik maakt en wat dit betekent voor de werkzaamheden. Wil je hier meer over weten of meepraten over andere zaken waar we als sectie mee bezig zijn, kom dan naar onze ledenvergadering op 9 december bij de firma Kramp in Varsseveld. Al was het maar voor de onderlinge communicatie. We beloven dat het een leerzame en interessante dag wordt. Hou onze communicatie daarover in de gaten.
Tekst: Corina van Zoest-Meester, beleidsmedewerker arbo
Foto’s: Cumela Communicatie en Gezondheidsfondsen voor Rookvrij
Vroeger werd aan belangrijke visite een sigaar aangeboden. Tegenwoordig is dat geen aardig gebaar meer, want iedereen weet dat roken niet goed voor je is. Rokers weten dat ook en toch blijven ze roken. Stoppen met roken is moeilijk, doorgaan met roken een stuk gemakkelijker. De toekomst is immers nog ver weg. Stoppen met roken lukt alleen als je het echt wilt.
Grotere kans op kanker in mond, keel, longen, nieren, blaas en alvleesklier. Ook is de kans op hartfalen en aderverkalking groter.
Grauwe, gerimpelde huid en gele vingers.
Gele tanden en slechte adem.
Trage genezing bij operatie of wond.
Drie pakjes à € 8,- per week is € 24,- ofwel € 1248, per jaar. Deze kosten blijven stijgen. Gemiddeld betaal je voor één sigaret € 0,33
Overlast voor anderen, met name kinderen in ontwikkeling. Overlijden van anderen door jouw rookgedrag.
Het risico op hart- en vaatziekten en kanker daalt meteen nadat je bent gestopt.
De doorbloeding van de huid wordt beter, waardoor de rimpelvorming vertraagt.
Beter proeven en ruiken.
Algehele verbetering van de gezondheid en conditie.
Je houdt geld over voor andere dingen. Anderen roken niet mee, je voorkomt ziekte en ellende. Jij en je huis ruiken
8 UUR
24 UUR
48 UUR
72 UUR
1 WEEK
Nicotine- en koolmonoxideniveaus zijn gehalveerd. Je bent boos en onrustig en hebt zin om te roken.
Grote schoonmaak longen, veel hoesten. Alle koolmonoxide is uit je lichaam.
Alle nicotine is uit je lichaam, pak nu het gewoontegedrag aan. Ruiken en proeven zijn verbeterd.
Je hebt meer energie. Ademen gaat gemakkelijker.
Moeilijke fase, je hebt last van ontwenningsverschijnselen. Trek in een sigaret duurt enkele minuten en verdwijnt weer. Hou vol!
2 WEKEN
2 MAANDEN
De zwaarste ontwenningsverschijnselen zijn voorbij! Je lichaam herstelt. Je conditie wordt beter.
Je conditie is nog beter geworden, je rokershoest wordt steeds minder.
Nu is het wennen aan het leven als niet-roker. Je hebt geen last meer van ontwenningsverschijnselen.
1 JAAR
TABAK
Gefeliciteerd! Je bent blijvend gestopt. Je risico op harten vaatziekten is gehalveerd! De kansen op andere ziekten nemen steeds meer af.
Tabak valt onder de genotmiddelen. Het heeft stimulerende en kalmerende eigenschappen. De nare kant is dat het ook verslavende en maar liefst zeventig kankerverwekkend stoffen, waaronder teer. Teer is de veroorzaker van longziekten. Van de mensen met longkanker heeft 86 procent gerookt. Dertig procent van de hartinfarcten komt door roken.
• In 2021 ondernam 30 procent van de rokers een serieuze poging (langer dan 24 uur).
• 86 procent van alle longkankergevallen komt door roken.
• 30 procent van alle hartinfarcten en beroertes komt door roken.
• Rokers sterven gemiddeld tien jaar eerder dan niet-rokers.
Bron: Trimbos en CBS
De nicotine in een sigaret is net zo verslavend als cocaïne en heroïne. Nicotine geeft je ongeveer twintig minuten een goed gevoel. Na twee uur zonder nicotine beginnen de ontwenningsverschijnselen, zoals gespannenheid, een minder goede concentratie en chagrijnigheid. Na een nieuwe sigaret voel je je weer goed. Hierdoor blijf je rookwaar kopen, ondanks dat het in de toekomst steeds duurder en eigenlijk onbetaalbaar wordt. De overheid werkt toe naar een rookvrije generatie en maakt roken steeds moeilijker.
VAN EEN MOEIZAAM LEVEN NAAR LUCHT
Ongeveer tachtig procent van de rokers wil stoppen met roken. Dat is niet voor niets. Eén op de twee rokers overlijdt aan roken! Verder overlijden rokers tien jaar eerder en zijn de laatste tien jaar van hun leven moeizaam door ziekten. Roken kost veel geld en als je ziek bent verdien je minder. Grote kans dat dat gaat knellen. Naast de verslavende stoffen die in een sigaret zitten is roken een gewoonte. Die combinatie is precies waarom stoppen zo moeilijk is. Toch zijn er heel veel mensen die gestopt zijn. Een goede voorbereiding helpt je bij het slagen.
JIJ STOPT TOCH OOK?
• Beslis of je hulp vraagt. De basisverzekering vergoedt 100 procent voor hulp bij stoppen met roken. Het gaat om methoden die bewezen hebben te werken. Het kost geen eigen risico.
• Bedenk waarom je wilt stoppen? Dit kun je straks gebruiken als het moeilijk wordt.
• Bedenk wat de moeilijke momenten worden en wat je dan kan helpen. Na vijf minuten verdwijnt je trek, dus je hebt even afleiding nodig.
• Probeer samen met te stoppen en vertel het anderen. Zo krijg je begrip van je omgeving.
• Bepaal een slimme startdatum.
• Gooi asbakken, aanstekers en dergelijke weg.
• Weet dat het begin het moeilijkst is. Verslavingsverschijnselen houden na 48 uur op.
• Toch gerookt? Opstaan en weer doorgaan.
• Beloon jezelf! Stoppen met roken is een topprestatie!
De overheid werkt aan een rookvrije generatie. Dit betekent dat in 2040 maximaal vijf procent van de volwassenen rookt. Kinderen beginnen helemaal niet met roken, omdat ze geen rokers zien.
Roken wordt steeds moeilijker gemaakt. Het kost steeds meer geld en het is moeilijker om aan shag of sigaretten te komen. Je mag op steeds minder plaatsen roken. En sinds 1 januari 2022 moeten de rookruimtes in bedrijven dicht zijn. Rookvrij is normaal.
WAT STAAT ER IN HET NIEUWE GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID?
Volgend jaar start het nieuwe Gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB). Een nieuw onderdeel is de zogeheten eco-regeling. Hiermee wil de overheid bepaald beheer en bepaalde activiteiten op landbouwgrond stimuleren. Grondgebruikers kunnen zelf bepalen of ze hiervoor kiezen. Welke consequenties heeft dit nieuwe beleid voor het agrarisch loonwerk.
Bedrijven die meedoen met het GLB krijgen minder beloning voor hun inspanningen dan in de vorige periode. Er wordt bovendien méér inspanning gevraagd voor deze beloning. In 2023 krijg je voor de eerste veertig hectare een basispremie van € 274,-, daarboven is dit € 220,- per hectare. In de periode tot 2028 gaat het bedrag van € 220,(boven de veertig hectare) verder omlaag naar € 165,-per hectare. Het extra bedrag voor de eerste veertig hectare is gepland te schommelen tussen de € 54,- in 2023 en € 44,- in 2027. Er zijn overigens per 2023 géén zogenoemde betalingsrechten meer nodig om in aanmerking te komen voor uitbetaling van een basispremie. Wel geldt als voorwaarde nog dat je actieve landbouwer bent en dat je totale uitbetaling is € 500,- of hoger is.
Het uitvoeren van een aantal maatregelen die nu als eco-activiteit zijn benoemd, vraagt ook een aanpassing van het loonwerk, bijvoorbeeld het zaaien van kruiden in grasland of de eiwitteelt. Wel zijn er ook zaken die nu al tot de gebruikelijke werkzaamheden horen, zoals de onderzaai of het zaaien van vanggewassen.
Wat we als Cumela van belang vinden, is dat het uitvoeren van werkzaamheden wordt beloond en niet de investering in een machine. In dat geval vissen cumelabedrijven zonder grond namelijk altijd achter het net. Nu veel agrarische ondernemers aan het rekenen zijn, is het belangrijk om te peilen welke activiteiten ze overwegen. Bij veel zaken betekent het namelijk al komend voorjaar het aanpassen van werkzaamheden.
In hoeverre agrariërs in 2023 en de jaren daarna eco-activiteiten grootschalig omarmen, zal mede afhangen van de snelheid waarmee nog openstaande vragen over de uitwerking van het GLB worden beantwoord. Pas dan kunnen boeren echt gaan ‘puzzelen’ hoe de eco-regeling op hun bedrijf uitpakt. Een probleem is dat er ook nog geen duidelijkheid is over de maatregelen van het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn en de praktische voorwaarden aan de derogatie. Landbouw- en ketenorganisaties, waaronder Cumela, hebben gezamenlijk gewezen op het veel te laat bekend worden daarvan. Grondgebruikers hebben gewoonweg meer tijd nodig om een afweging te kunnen maken na eerst ook wegwijs te raken. Dan zal ook duidelijk worden of het voor boeren aantrekkelijk is om mee te doen aan de eco-regeling en of de vergoeding opweegt tegen de kosten. Er zal dus lang onzekerheid blijven over de manier waarop maatregelen worden uitgevoerd. Hou daarom de vinger aan de pols.
VOLDOEN AAN BASISVOORWAARDEN
Om de basispremie te verkrijgen, moet de aanvrager voldoen aan een aantal zogeheten basisvoorwaarden (de moeilijke term daarvoor is conditionaliteiten). De normen zijn vastgelegd in een tiental zogeheten goede landbouw- en milieucondities (GLMC’s). Deze zijn opgesteld voor bijvoorbeeld gewasrotatie, tegengaan van erosie, bufferstroken, gewasbescherming, bemesting en dierenwelzijn. Om mee te kunnen doen aan een eco-regeling, aan agrarisch natuurbeheer of extra steun voor jonge boeren dien je aan deze condities te voldoen.
DE ECO-REGELING
Nieuw is dus de eco-regeling. Met het meedoen aan een eco-activiteit kan een grondgebruiker een extra bedrag per hectare verdienen boven op de eerdergenoemde basispremie. Boeren kunnen zelf kiezen aan welke eco-activiteiten ze meedoen en die ze vinden passen bij hun bedrijfsvoering en percelen De eco-activiteiten zijn gericht op het verbeteren van biodiversiteit, bodem en lucht, klimaat, landschap en water. Het aanvragen van deelname aan de eco-regeling kan van 1 maart tot en met 15 mei in de Gecombineerde opgave voor 2023.
‘DOOR MIDDEL VAN HET COMBINEREN EN STAPELEN VAN ECO-ACTIVITEITEN VERDIEN JE PUNTEN’
STAPELEN VAN ECO-ACTIVITEITEN
Gewerkt wordt met een puntensysteem. Door middel van het combineren en stapelen van eco-activiteiten verdien je punten. Er zijn drie puntenniveaus die je door het combineren van eco-ac-
‘MET DE ECO-REGELING WIL DE OVERHEID BEPAALD BEHEER EN ACTIVITEITEN OP LANDBOUWGROND STIMULEREN’
Grasklaver
Grasland met kruiden
Langjarig grasland
Meerjarige teelt
Natte teelt
Rustgewas
Op het perceel minimaal 25 procent gras en 25 procent klaver in de periode van 1 april tot 1 juli.
Op het perceel minimaal 25 procent kruiden en vlinderbloemige gewassen en 25 procent gras in de periode van 1 april tot 1 oktober.
Blijvend grasland tussen 1 januari tot en met 31 december (zichtbaar bedekt met gras en niet ploegen).
Minimaal twee jaar op rij een meerjarig gewas als hoofdteelt op een perceel. In de tussentijd geen ander gewas telen of gewas onderwerken en het gewas moet in winter blijven staan. Het perceel moet zichtbaar bedekt zijn en je mag oogsten, maaien of beweiden. Deze activiteit telt vanaf het tweede jaar mee voor de eco-regeling.
Op grond die tussen 2015 en 2022 landbouwgrond werd en nog steeds is.
Rustgewas in de rotatie één keer in de drie jaar.
Stikstofbindend gewas/eiwitgewas Perceel zichtbaar bedekt
Strokenteelt
Vezelgewas
Minimaal vijf gewassen als hoofdteelt op één perceel. Van die vijf gewassen minimaal één rustgewas. Minimaal vijf stroken van drie meter tot 24 meter breed. Landschapselementen zijn toegestaan in de stroken, behalve sloten. Blijvend grasland kan ook niet worden ingezet als strook.
Hieronder valt de teelt van vezelhennep en -vlas en miscanthus (olifantsgras). Perceel is zichtbaar bedekt.
Vroeg oogsten rooigewas (uiterlijk 31 augustus) Oogst gewas uiterlijk 31 augustus. Dat geldt ook voor het afvoeren of onderwerken van gewasresten.
Vroeg oogsten rooigewas (uiterlijk 31 oktober)
Groenbedekking
Onderzaai vanggewas
Oogst gewas uiterlijk 31 oktober.
Perceel van 1 januari tot 1 maart zichtbaar bedekt. Vanggewas of groenbemester niet doodspuiten of branden
Perceel zichtbaar bedekt met vanggewas tot minimaal 1 december. Geen chemische gewasbeschermingsmiddelen na de hoofdoogst.
Biologische bestrijding Gericht op het op contractbasis doen van biologische bestrijding met de steriele-insectentechniek.
Verlengde weidegang: (alleen overdag beweiding) Minimaal zes uur in de periode van 1 mei tot en met 30 september.
Verlengde weidegang: dag en nacht beweiding Minimaal zestien uur in periode van 1 mei tot en met 30 september.
Bufferstrook met kruiden (langs bouwland Tussen 1 april en 1 oktober een bufferstrook die (voor een deel) samenvalt met een verplichte of blijvende teelt) bufferstrook (minimaal drie meter breed, maximaal twaalf meter). Geen beweiden of oogsten.
Groene braak Braakperiode van minimaal zes maanden. Kan ook op een akkerrand van minimaal drie meter.
Houtig element (heg, haag, struweel) Gehele jaar in stand houden en onderhouden.
Houtig element (overige houtige elementen) Houtwallen en bodem op of naast landbouwgrond. Gehele jaar aanwezig.
Biologisch bedrijf (Skal)
tiviteiten kunt behalen, namelijk brons, zilver en goud. Scoor je genoeg punten voor het bronzen niveau, dan bedraagt de eco-premie € 60,- per hectare die voor subsidie in aanmerking komt. Voor zilver is dat € 100,- en voor goud € 200,-.
In de tabel zijn de nu bekende 22 eco-activiteiten opgenomen. Ook is een korte toelichting gegeven van de bijbehorende voorwaarden. De exacte en actuele voorwaarden (waaronder overzichten met gewassen) vind je op de website van de RVO.
Cumela heeft in het voortraject steeds nadrukkelijk gevraagd om precisielandbouw in de eco-regeling op te nemen. Het ministerie van Landbouw,
Is het hele bedrijf Skal-gecertificeerd of in omschakeling, dan direct eco-premie goud.
Natuur en Voedselkwaliteit heeft besloten dat nog niet te doen, maar in 2023 een proef te starten. Per 2024 kan er dan op zijn vroegst voor worden gekozen. Ook ecologisch slootbeheer en niet-kerende grondbewerking zijn eco-activiteiten die pas in 2024 starten. Cumela zal tijdens de proef actief meedenken hoe je als boer kunt aantonen dat je aan precisielandbouw doet op je percelen én je de loonwerker het werk laat uitvoeren.
Zoals geschreven is het GLB nog niet helemaal uitgewerkt en worden er nog steeds wijzigingen doorgevoerd. Recente informatie over wijzigingen en meer informatie over de eco-activiteiten is te vinden via: www.rvo.nl/onderwerpen/glb-2023 www.toekomstglb.nl
Tekst: Maurice Steinbusch, beleidsmedewerker agrarisch loonwerk
Foto: Cumela Communicatie
Celli krukas spitmachines
Alle lagers met oliebad smering
Nieuw: HD oliekeerringen
Krukas deelbaar bij iedere spade
Optie: hefinrichting voor kopeg of frees
In één werkgang tarwe zaaien in onbereden grond
In één werkgang bollengrond klaarleggen
Agricola Italiana groe nten zaaimachines
Marktleider in groenten zaaitechniek
Verstelbare vacuümventilator
Aparte compressor
Nortonkast versnellingsbak
Optie: elektrische- of hydraulische aandrijving Spelingsvrije parallellogrammen
De afgelopen weken hebben ongeveer 800 vervoerders van mest een brief van RVO op de mat gevonden waarin wordt gemeld dat het rVDM per 1 januari
2023 zal starten. De regelgeving daarvoor wordt binnenkort gepubliceerd. De oproep: bereid je voor! Wat dit precies betekent en waar je op moet letten, behandelen we in dit artikel met vijftien vragen en antwoorden over het rVDM.
1. WAT IS HET RVDM
Het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Mest (rVDM) is de digitale en realtime opvolger van het huidige Vervoersbewijs Dierlijke Mest (VDM). In plaats van een document dat tijdens het vervoer op papier of in een digitale versie van dat formulier (eVDM of digiVDM) gedurende de rit wordt ingevuld, meld je alle benodigde gegevens al voor aanvang en tijdens de rit aan de overheid.
2. WAT VERANDERT ER VOOR MIJ?
De grootste verandering is dat de gegevens van het rVDM voorafgaand aan de rit worden ingevoerd en gecontroleerd. Na afloop van de rit is het administratief klaar en hoeft er geen controle meer plaats te vinden. Leverancier en afnemer doen binnen zeven dagen zelf de digitale bevestiging.
3. KAN IK MET HET SYSTEEM VAN DE OVERHEID
De overheid heeft in het systeem e-CertNL (dat nu al wordt gebruikt voor de export en import van mest) een basissysteem met webschermen gebouwd waarmee alle benodigde meldingen rond een mesttransport kunnen worden uitgevoerd. Het gebruik van de webschermen van e-CertNL heeft voor een vervoerder van mest echter een aantal nadelen, waardoor Cumela het gebruik van die webschermen en de bijbehorende app van e-CertNL afraadt. Een van die nadelen is dat tijdens de rit het nettogewicht moet worden doorgegeven. Dit kan alleen via een app waarin je met de eHerkenning van je bedrijf moet inloggen. Wij gaan ervan uit dat je jouw eHerkenning-middel niet aan de chauffeur mee wilt geven. Verder is het invullen van de schermen vrij bewerkelijk. Wij adviseren je daarom heel nadrukkelijk gebruik te maken van mestsoftware in een bedrijfsmanagementsysteem
(BMS) dat ook realtime de gegevens met e-CertNL uitwisselt. Gebruik je dit nu nog niet, oriënteer je daar dan snel op! Uiteindelijk blijft het natuurlijk jouw keuze hoe je de meldingen voor rVDM wilt doen.
4. IK BEN GEEN INTERMEDIAIR EN VOER NU ALLEEN BOER-BOERTRANSPORT UIT. WAT MOET IK DOEN?
Voor de uitzonderingen, zoals boer-boertransport en uit gebruik gegeven grond (Vogelaarvariant), hoef je geen intermediair te zijn. Bij dit maatwerkvervoer (de nieuwe term voor uitzonderingen) is voortaan de leverancier van de mest de verantwoordelijke voor het doen van de rVDM-meldingen. Wil jij als loonwerker je klanten ontzorgen en de meldingen voor hen uitvoeren, dan kun je je elke leverancier afzonderlijk hiervoor laten machtigen. Ook is het mogelijk om intermediair te worden. Je hoeft voor dit vervoer geen bemonsterings- en GR-apparatuur op je transportmiddelen te hebben. Door intermediair te worden, blijf je zelf de vervoerder en kun je de klant ontzorgen.
5. ZIJN DE LEVERANCIERS VAN MESTSOFTWARE WEL KLAAR?
De leveranciers van de mestsoftware zullen maar net aan klaar zijn met het ontwikkelen, bouwen en testen van de software en de apps. Bij een aantal zal dat vooral de basis zijn en moeten alle mooie dingen die het werken efficiënter maken nog volgen. Ook de uitrol naar de vervoerders en de instructie van personeel en chauffeurs zullen niet allemaal voor 1 januari 2023 kunnen worden uitgevoerd.
6. IS ER VOLDOENDE GETEST MET MESTSOFTWARE VAN LEVERANCIERS VAN BEDRIJFSMANAGEMENTSYSTEMEN?
Dit voorjaar hebben wij met de overheid gesproken over de brede pilot. Die zou in de periode van het einde van de lente tot in de zomer plaatsvinden. Helaas was geen enkel bedrijfsmanagementsysteem zo ver dat het toen een brede pilot aankon. De meeste leveranciers zijn pas in het najaar begonnen met testen in de praktijk. Bij de voorbereiding hebben wij aangegeven dat er minimaal enkele duizenden vrachten in de pilotperiode zouden moeten plaatsvinden om ervoor te zorgen dat we een heel aantal uitzonderingsgevallen zouden hebben getest. Daar is nu helaas niets van terecht gekomen.
7. IS DE OVERHEID WEL KLAAR?
De overheid is op dit moment nog bezig met het oplossen van kleine bevindingen en met de
bouw van de onderdelen voor import en export. De webschermen van e-CertNL zijn wel getest. Duidelijk is al wel dat de leveranciers van bedrijfsmanagementsystemen niet voldoende tijd zullen hebben om de onderdelen import en export nog allemaal in te bouwen in hun software en apps.
8. HET PAPIEREN VDM IS OOK EEN VRACHTBRIEF. HOE ZIT DAT BIJ HET RVDM?
Voor beroepsgoederenvervoer is het verplicht om tijdens het transport een vrachtbrief beschikbaar te hebben. Dit kan op papier (bijvoorbeeld een CMR-formulier) of digitaal. Het huidige VDM voldoet aan de vereisten voor een vrachtbrief. In het rVDM is het dus zaak dat de leveranciers van bedrijfsmanagementsystemen ervoor zorgen dat de benodigde gegevens voor een vrachtbrief in één scherm zichtbaar zijn. Het gaat daarbij om de volgende gegevens: de naam en het adres van de afzender, de naam en het adres van de vervoerder, de naam en het adres van de geadresseerde, de gebruikelijke aanduiding van de aard van de goederen en het brutogewicht of de op andere wijze aangegeven hoeveelheid van de goederen.
9. WAT NU ALS ER GEEN INTERNET IS OF DE SYSTEMEN VAN DE OVERHEID HET NIET DOEN?
Als er om wat voor oorzaak dan ook geen verbinding is met de systemen van de overheid of deze systemen niet werken, mag de app van de leverancier van het bedrijfsmanagementsysteem offline werken. Daarvoor krijgen deze leveranciers rVDM-nummers op voorraad, waarvan er een aantal in de app worden opgeslagen. Als de app geen verbinding heeft, mag een van de opgeslagen nummers worden gebruikt. De gegevens moeten dan wel worden nagemeld, maar dat doet de app vanzelf als de systemen weer beschikbaar zijn. Het transport kan dus altijd starten.
10. EN WAT ALS MIJN EIGEN SYSTEMEN HET NIET DOEN?
Als jouw eigen systeem het niet doet, mag je tijdelijk terugvallen op een papieren VDM. Ook in dat geval moeten de gegevens van het transport worden nagemeld. Ook in deze situatie kan het transport dus altijd starten.
11. WELKE EERSTE STAPPEN KAN IK NEMEN OM MIJ VOOR TE BEREIDEN?
Begin met het aanmaken van een account in e-CertNL als je dit nog niet hebt. Zonder dit account kun je het rVDM in het geheel niet gebruiken als vervoerder. Heb je meerdere vestigingen
WAS WORDT
VDM rVDM
Hoofdspoor Standaardvervoer
Uitzonderingen Maatwerkvervoer
AGR/GPS-apparatuur
GR/GPS-apparatuur
ingeschreven bij de KvK, maak dan voor elk vestigingsnummer een account aan. Verder is het ook verstandig om particulieren en kleine landbouwbedrijven die regelmatig mest van je afnemen al te informeren dat zij een relatienummer bij RVO moeten aanvragen. RVO heeft
Als voorbereiding op de invoering van het rVDM organiseren Cumela, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, RVO, NVWA en TLN vier regionale bijeenkomsten. Je krijgt daarin uitleg over rVDM en kunt vragen stellen. De bijeenkomsten zijn op de volgende data en locaties:
• 14 november 2022, Van der Valk Hotel in Assen
• 16 november 2022, Van der Valk Hotel in Eindhoven
• 21 november 2022, Van der Valk Hotel in Dordrecht
• 23 november 2022, Van der Valk Hotel in Breukelen
Elke bijeenkomst begint om 19.00 uur en eindigt om ongeveer 22.30 uur.
een speciale webpagina met informatie over het voorbereiden op rVDM. Gebruik die informatie.
12. WAT VERANDERT ER AAN DE AGR/GPS?
In principe verandert er aan de GR/GPS-apparatuur (de nieuwe naam voor AGR/GPS) niets ten opzichte van nu. Bij drijfmest is er wel een extra eis gekomen, namelijk dat er ook routeinformatie moet worden opgeslagen. Dit mag via de GR/ GPS-apparatuur lopen, maar mag ook via bijvoorbeeld een boordcomputer of een apart tracking- en tracingsysteem. De gegevens hiervan moeten vijf jaar na afloop van het jaar worden bewaard.
13. BIJ HET MAKEN VAN EEN ACCOUNT IN E-CERTNL MAAK IK OOK EEN BEVEILIGINGSSLEUTEL RVDM AAN. AAN WIE MOET IK DIE VERSTREKKEN?
Deze sleutel heb je zelf nodig op het moment dat je gebruik wilt maken van de webschermen van e-CertNL terwijl de normale inlog via eHerkenning in storing is. De beveiligingssleutel heb je ook nodig om gebruik te kunnen maken van de software van de leverancier van je bedrijfsmanagementsysteem, omdat met die sleutel jouw meldingen in het systeem worden geschoten. Pas op! Deze sleutel is bijna hetzelfde als een pincode. Verstrek die dus niet aan bedrijven of personen waarvan je niet wilt dat zij gegevens in e-CertNL of rVDM kunnen invoeren of wijzigen.
14. WIE IS ER VERANTWOORDELIJK ALS DE LEVERANCIER OF AFNEMER NIET DIGITAAL TEKENT?
In de huidige situatie ben je als vervoerder er verantwoordelijk voor dat leverancier en afnemer van de mest hun deel van het VDM ondertekenen of dat ze jou daarvoor een machtiging hebben afgegeven. In de nieuwe situatie bij het rVDM is dat niet meer zo. De vervoerder is klaar als de laad-, weeg- en losmelding zijn gedaan. Leverancier en afnemer zijn zelf verantwoordelijk voor het digitaal ondertekenen van het rVDM. Zij krijgen daarvoor vanuit het rVDM-systeem een e-mail met een notificatie.
15. WAAR VIND IK MEER INFORMATIE?
Meer informatie is te vinden op:
• De website van RVO: www.rvo.nl/rvdm
• De website www.verantwoordmestvervoer.nl
Tekst: Hans Verkerk, beleidsmedewerker mest
Foto: Cumela Communicatie
In de vorige nummers van Grondig heb je kunnen lezen hoe je de RI&E afrondt. Eerst onderzoek je door het beantwoorden van de vragen wat er beter kan. Je inventariseert de risico’s. Daarna ga je oplossingen bedenken voor de problemen die je bent tegengekomen en wijs je iemand aan die het probleem gaat verhelpen. Ook geef je een haalbare deadline mee.
In de RI&E-portal, onder het tabblad ‘Acties’, staat wie er verantwoordelijk is en wanneer wordt verwacht dat de actie is uitgevoerd. In onderstaand voorbeeld is het de bedoeling dat Arie voor 31-07-2022 spiegels heeft gemonteerd op een bepaalde machine. Je begint met de acties waarvan het veiligheidsrisico hoog is.
Als de geplande datum voorbij is en het probleem is niet aangepakt, ontvang je een geautomatiseerde mail vanuit het systeem. Zo word je eraan herinnerd dat je nog iets moet regelen. Let op: die mail ontvang je maar één keer, dus zorg ervoor de actie direct wordt uitgevoerd of dat je de datum opschuift als het nog niet lukt om de actie uit te voeren.
Als Arie de spiegels daadwerkelijk heeft gemonteerd, kan de actie op ‘Gereed’ worden gezet. Je ontvangt dan geen herinneringsmail meer. Op het dashboard is dan terug te zien, dat één actie is afgerond.
Via rapportage kun je de RI&E opslaan als pdf-bestand of printen. Dat is je bewijs dat je een afgeronde RI&E hebt.
Het hebben van een afgeronde RI&E is verplicht voor elke werkgever die meer dan veertig uur voor zich laat werken. Het is niet verplicht om alle acties te hebben afgerond, maar ze moeten wel allemaal ingepland zijn. Op dit moment is de Nederlandse Arbeidsinspectie intensief bezig met het controleren of bedrijven de RI&E op orde hebben. Er moet dus geïnventariseerd zijn, maar er moet ook een plan van aanpak zijn opgesteld. Het niet hebben van een actuele RI&E kan een boete opleveren van € 3000,- of een boete van € 750,- als het plan van aanpak ontbreekt. Een RI&E moet voorkomen dat er een ongeval gebeurt. Daarom krijgen bedrijven waar een ongeval gebeurt een hogere boete als het desbetreffende risico niet in de RI&E staat beschreven. Dat scheelt 25 procent! Het kost natuurlijk het minst als er helemaal geen ongeval gebeurt. Ook wordt er dan veel leed voorkomen. Daarnaast werken werknemers liever bij een bedrijf waar ze gezond blijven en veilig zijn. Een RI&E moet door meerdere kerndeskundigen worden getoetst als er meer dan 25 werknemers in dienst zijn. VCA eist altijd de actieve betrokkenheid van een veiligheidskundige. Stigas kan deze toetsing uitvoeren.
Kijk op regelmatige basis in de RI&E-omgeving. Soms is het nodig dat een aanvullende vragenlijst wordt ingevuld, zoals tijdens de coronapandemie. Soms zijn er nieuwe incidentele werkzaamheden of is er ander werk. Dan werk je de vragenlijsten weer bij. Controleer ook of de geplande acties een goede oplossing zijn of dat er toch nog iets anders moet worden geregeld. Alle risico’s opgelost? Gefeliciteerd! Nu hoor je bij de veiligste bedrijven van Nederland! Wil je alles nog eens nalezen? Ga naa www.cumela.nl/ hoort-jouw-bedrijf-tot-de-veiligste-van-nederland-start-jerie of scan deze QR code.
Al zeventien jaar gaat hij mee: onze contributieregeling. Sindsdien verdubbelde de gemiddelde omzet van het cumelabedrijf, werd het aantal bedrijven in klasse 12 met een omzet hoger dan 3,5 miljoen meer dan twee keer zo groot en groeide ook het aantal eenmanszaken. De hoogste tijd om de regeling hierop aan te laten sluiten.
Als lid van Cumela betaal je contributie op basis van de omzet van je onderneming. Dat blijft ook in de nieuwe regeling zo. Ook het aantal omzetklassen blijft gelijk: twaalf. Het solidariteitsprincipe, waarop de contributieregeling is gebaseerd, blijft in stand.
WAT ER VERANDERT
1. In de nieuwe contributieregeling is de indeling van omzet per klasse aangepast. De omzetklassen zijn opgeschaald en logischer verdeeld. De contri-
butiebedragen zijn aangepast en de tekst van de regeling is beter leesbaar gemaakt en ingekort.
2. In de nieuwe regeling hebben leden in de eerste twee omzetklassen één lidmaatschapsuur te besteden. Vanaf omzetklasse 3 heeft elke klasse een half uur meer te besteden. Leden in omzetklasse 12 beschikken daarmee over zes lidmaatschapsuren (twee meer dan in de oude regeling). Deze uren zijn voor alle diensten van Cumela in te zetten, behalve voor diensten die door derden worden vergoed.
In de tabel staat de huidige omzetverdeling met de bijbehorende contributiebedragen naast de verdeling zoals die per 1 januari 2023 van toepassing is.
WAAROM DE REGELING VERANDERT
Lange tijd was de groep kleinste bedrijven even groot als de groep grootste bedrijven: zowel in omzetklasse 1 als in klasse 12 zaten ongeveer honderd leden. Dat is al een tijdje niet meer het geval. Hoewel ook in klasse 1 het aantal leden toeneemt, is de groep die nu in klasse 12 valt inmiddels ruim twee keer zo groot en is het bijbehorende omzetbedrag van € 3.500.000,- niet langer representatief voor deze groep. Het aantal leden van Cumela is redelijk stabiel, maar de omzet die deze bedrijven vertegenwoordigen, is wel flink gegroeid. We vinden het belangrijk dat startende ondernemers voor een gunstig tarief kunnen meedoen en kennis kunnen ophalen. Grotere bedrijven maken in toenemende mate gebruik van de diensten van Cumela. Een paar voorbeelden: we zien dat naarmate de bedrijven groter worden het gebruik van de ledenuren toeneemt. Ten opzichte van een bedrijf in omzetklasse 1 maakt een bedrijf in klasse 12 gemiddeld acht keer vaker gebruik van de Ondernemerslijn. Bijeenkomsten worden door bedrijven in klasse 12 driemaal vaker bezocht dan door leden in klasse 1.
Een prettige bijkomstigheid bij het vergroten van de omzetklassen is dat het aantal wisselingen tussen klassen - en daarmee het aantal administratieve handelingen - afneemt.
De inzet was een regeling die recht doet aan al onze leden, van de eenpitter tot en met de ‘grote jongens’, en waarbij de inkomsten voor Cumela
Stel je vraag aan je bedrijvenadviseur of bel met de Ondernemerslijn op (033) 247 49 99. Mailen mag ook: ondernemerslijn@cumela.nl. De contributieregeling - en vanaf 1 januari dus de nieuwe regeling - vind je op www.cumela.nl/cr.
gelijk blijven. We hebben daarbij een zorgvuldig proces doorlopen, waarbij leden en bestuursleden zijn bevraagd. Meerdere malen hadden we overleg met het dagelijks bestuur. Dit, samen met grondige analyses van de hoeveelheid contactmomenten (telefoontjes, mailverkeer en meer), de mate van gebruik van de Ondernemerslijn en de mate van deelname aan bijeenkomsten, heeft geleid tot de nieuwe regeling. Ten slotte is de regeling in maart 2022 voorgelegd aan de algemene ledenvergadering en goedgekeurd.
Tekst: Theo Felten, bedrijvenadviseur en ledencommunicatie
Foto’s: Cumela Communicatie
Elk jaar helpen wij bij Cumela Advies een groot aantal bedrijven met de certificering voor onder meer ISO 9001, ISO 14001, VCA*/**, Groenkeur, BRL 9335, BRL 7000, CO2-Prestatieladder, Safety Culture Ladder, GMP en VKL. Regelmatig krijg ik dan ook de vraag: zijn al die certificaten nu echt nodig? Ik ga hier in dit artikel graag op in.
In de basis toont een certificaat, in welke vorm dan ook, een bepaalde mate van kwaliteitsborging aan. Een behaald certificaat is een schriftelijke verklaring die als bewijs dient om aan te tonen dat een organisatie bijvoorbeeld efficiënt, veilig of milieubewust bewust werkt. Opdrachtgevers, zoals overheidsorganen of (hoofd)aannemers, zoeken naar deze borging en vragen daarom bij een aanbesteding regelmatig om bepaalde certificaten. Het werk of de opdrachtgever bepaalt of een kwaliteits-, veiligheids- of milieucertificaat nodig is. Bedrijven besluiten vervolgens om deze certificaten al dan niet te halen om deel te kunnen nemen aan een aanbesteding of om simpelweg een werk te mogen uitvoeren voor een opdrachtgever.
In principe is het halen van een certificaat geen verplichting. In de wet- en regelgeving is nergens opgenomen dat bedrijven zich moeten laten certificeren. Het voldoen aan de verscheidene normeisen is echter essentieel. Dit om richting opdrachtgevers te kunnen aantonen dat een organisatie aan de benodigde vereisten voldoet om een werk te mogen uitvoeren. Opdrachtgevers zoeken een methode om de kwaliteit te borgen en zijn tot op zekere hoogte vrij om te eisen wat zij relevant achten. Vervolgens is het aan de uitvoerende partij om de keuze te maken of die hieraan wil voldoen. Voldoe je hier niet aan, dan doe je niet mee. Het is dus geen verplichting, maar de marktwerking zorgt ervoor dat dit gevoelsmatig wel zo is.
‘HET WERK OF DE OPDRACHTGEVER BEPAALT OF EEN KWALITEITS-, VEILIGHEIDSEN/OF EEN MILIEUCERTIFICAAT NODIG IS’
ISO 9001 Kwaliteit
ISO 9001 geeft concrete handvatten om door middel van toepasbare hulpmiddelen efficiënter en kostenbesparend te werken. Er zijn altijd kansen om een organisatie een kwaliteitsimpuls te geven. Met ISO 9001 maak je deze kansen inzichtelijk én heb je een aantoonbaar certificaat voor opdrachtgevers in handen.
ISO 14001 Milieu
Het behalen van het ISO 14001-certificaat draagt bij aan het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving ten aanzien van het milieu. ISO 14001 is dé milieustandaard om voor te leggen bij aanbestedende diensten.
VCA*(*) Veiligheid Werken conform de VCA-norm biedt aantoonbare veiligheid voor de medewerkers binnen de organisatie. Veilig werken betekent een lager ziekteverzuim en lagere faalkosten.
CO2-Prestatieladder Milieu/duurzaamheid De CO2-Prestatieladder is een CO2-systeem dat bestaat uit vijf niveaus. Tot en met niveau 3 maakt een organisatie werk van de uitstoot van de eigen organisatie (en alle projecten). Vanaf niveau 4 en 5 wordt er ook werk gemaakt van de CO2-uitstoot van de keten en de sector. Een gecertificeerde organisatie voldoet op een bepaald niveau (en alle onderliggende niveaus) aan de eisen van de CO2-Prestatieladder. Deze eisen komen voort uit vier invalshoeken: inzicht, reductie, transparantie en participatie.
BRL Groenkeur Kwaliteit BRL Groenkeur is de branchenorm voor bedrijven die werkzaam zijn in de groenvoorziening of en Kleurkeur boomverzorging. Het is een aanvulling op ISO 9001.
Prestatieladder Duurzaamheid/ Wanneer een organisatie medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst heeft of de Socialer Ondernemen personeel ambitie heeft om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te geven, is het wellicht (PSO) een optie om de Prestatieladder Socialer Ondernemen te behalen. Aanbestedende instanties hechten hier steeds meer waarde aan.
Veiligheidsladder/ Veiligheid De Veiligheidsladder stimuleert een veilige houding en veilig gedrag van medewerkers. De Safety Culture Ladder veiligheidsladder is verdeeld in vijf treden. Hoe hoger een organisatie op de ladder staat, des te beter de houding en het gedrag van de medewerkers op het gebied van veiligheid. Met name in de bouw en GWW-aannemerij wordt de Veiligheidsladder steeds meer uitgevraagd.
BRL 9335 (Grondbank) Kwaliteit bodembeheer BRL 9335 is de norm voor het zelf onderhouden van een grondbank en/of het samenvoegen van partijen grond.
VKL Voedselkwaliteit Een (bijna) allesomvattend certificaat om te borgen dat er geen ongewenste producten of stoffen in de voedselketen terecht komen. Relevant voor het (agrarisch) loonwerk.
GMP Diervoederveiligheid Bedrijven met het GMP+FSA-certificaat tonen aan dat zij voldoen aan alle eisen en voorwaarden voor de borging van diervoederveiligheid.
In dit overzicht zijn onder andere FSC en PEFC; SVMS 007 (sloop) niet opgenomen. Deze komen weinig voor.
Uiteraard zijn er ook positieve zaken voor de bedrijfsvoering. Het werken conform een managementsysteem draagt bij aan beter inzicht in het bedrijf, zorgt voor een betere controle over de processen en vermindert de kans op faalkosten. Het werken conform een certificaat op veiligheidsgebied draagt bij aan het verkleinen van de kans op incidenten, minder kans op uitval van medewerkers en minder schades.
‘BEDRIJVEN MET EEN GOED WERKEND MANAGEMENTSYSTEEM
LEREN VAN VERBETERPUNTEN, KENNEN HUN STERKE EIGENSCHAPPEN, HEBBEN ZELFSTANDIG WERKENDE
MEDEWERKERS EN SCOREN EEN BETER RENDEMENT’
Elke aanbesteding of opdracht is anders, maar in de basis eisen opdrachtgevers veelal dezelfde typen certificaten. Hierboven zie je welke certificeringen dat zijn, met daarnaast een korte toelichting.
Veel leden worden bij het opzetten, vernieuwen of controleren van het managementsysteem ondersteund door onze adviseurs. Wij kennen de sector en weten wat wij adviseren. Heb je hier hulp bij nodig? Neem dan contact op met mij of mijn collega’s via de Ondernemerslijn of ga naar Cumela.nl/advies.
‘OPDRACHTGEVERS ZOEKEN
EEN METHODE OM KWALITEIT TE
BORGEN EN ZIJN TOT OP ZEKERE
HOOGTE VRIJ OM TE EISEN WAT
ZIJ RELEVANT ACHTEN’
Tekst: Nuwan van der Linden, adviseur bedrijfskunde
Foto’s: Cumela Communicatie
Sinds 2021 heet onze cao de cao Groen, Grond en Infrastructuur en kunnen we gebruik maken van een 38-urige en een 40-urige werkweek. Wat goed is voor jouw bedrijf ontdek je via onze Cao-Check, de nieuwe naam van de PO-scan. De naam staat symbool voor alle verbeteringen die we doorvoerden. Zo zijn we nog beter in staat om jou van advies te voorzien. Daar profiteer jij van en je medewerker ook. Doe net als veel collega’s de Cao-Check.
vernieuwd is en we denken dat een nieuwe naam recht doet aan alle verbeteringen die we doorvoerden.
Deze nieuwe aanpak is ook een direct gevolg van de ontwikkelingen in de laatste twee jaar. Zo merkten we dat veel bedrijven overgingen naar een 40-urige werkweek en weten wij ondertussen dat de variatie in het werkaanbod belangrijk is bij het maken van een goede keuze. Varieert die bijvoorbeeld sterk en zijn lagere vaste werkgeverslasten wenselijk dan past een 38-urige werkweek beter bij jouw bedrijfsvoering.
Verder zien wij dat er naast vragen over de cao een groeiend aantal vragen is over de Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden die op 1 augustus inging. Ook krijgen we steeds vaker de vraag om mee te denken over de praktische toepassing van regelingen zoals (aanvullend) geboorteverlof of betaald ouderschapsverlof.
OVER DE GROEIPOTENTIE EEN
WERKNEMER IS ECHT IETS WAAR
WIJ STERK IN ZIJN’
Tijdens de Cao-Check onderzoeken we of je de cao goed toepast. Dat was ook het belangrijkste doel van de PO-scan, waarbij PO staat voor Personeel en Arbeid. Op basis van de beschikbare informatie stellen wij, mijn collega Chaira Klein of ik, juridisch adviseur arbeidsmarkt, een advies samen waarmee je een nog betere werkgever kunt worden. Vooral bij de kleine en middelgrote MKB-bedrijven, waar geen HR-afdeling is, kan een advies vanuit onze expertise verhelderend werken
Trots zijn we erop dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) onze scan in 2020 uitkoos als voorbeeld voor eerlijk, gezond en veilig werken. Toch hebben we besloten om afscheid te nemen van de naam PO-scan en door te gaan als Cao-Check. Dat doen we omdat in navolging van de cao onze scan op veel plaatsen
Het tweede grote onderwerp in onze sector is het belonen van medewerkers. Iets wat de cao Groen, Grond en Infrastructuur mogelijk maakt via de referentiefuncties. Vanaf 1 januari 2021 geldt er een nieuw systeem voor functiewaardering. Zo zijn de functies niet meer op taken beschreven, maar op resultaten en resultaatgebieden. Ook zijn nieuwe functies toegevoegd. Juist door de krappe arbeidsmarkt is dit heel belangrijk geworden. Dat zien wij terug in de vragen die ondernemers aan ons stellen. Ze willen dan bijvoorbeeld weten of een medewerker goed ingeschaald is, omdat ze hem graag willen belonen op het juiste niveau van de functie.
Wij hebben die vragen gehoord en het meegenomen in onze Check. Als jij bijvoorbeeld een medewerker ingedeeld hebt in een functieklasse C (machinist/tractorchauffeur) dan kan het zijn
‘HET MEEDENKEN EN ADVISEREN
dat wij, op basis van de informatie over de daadwerkelijke functie van de medewerker, adviseren om de medewerker hoger in te schalen in een functieschaal D (machinist/tractorchauffeur II). Dat geeft jouw de ruimte om een medewerker eerlijk te belonen.
Tijdens de bezoeken die we deden voor PO-scan merkten we dat ondernemers blij zijn met wat wij doen. Het meedenken en adviseren over de groeipotentie van de functie van een werknemer is echt iets waar wij sterk in zijn en ons mee willen onderscheiden. Dat doen we nu meer dan voorheen, omdat er door de nieuwe functiefuncties en de duidelijke omschrijvingen veel mogelijk is.
HOE WERKT HET?
Meedoen aan de Cao-Check is heel eenvoudig. Je meldt je aan via Cumela.nl/Advies en vult daar een aanvraagformulier in of je belt naar de Ondernemerslijn en geeft aan dat je graag gebruik maakt van de Cao-Check. De Check zelf bestaat uit drie onderdelen: onderzoek, rapportage en een adviesgesprek.
Het onderzoek doen wij en daarvoor is het nodig dat we diverse documenten van je ontvangen. Uiteraard doen we dit op een manier die past binnen de AVG. De documenten bestaan onder meer uit arbeidsovereenkomsten en loonstroken. Het is niet spannender dan dat en kost je geen dag werk. Nadat we de documenten ontvangen hebben gaan wij aan de slag.
Wij gaan vervolgens kijken of je voldoet aan de cao en waar verbeteringen nodig zijn. Soms zien wij dan dat er zaken niet kloppen en blijkt dat zaken niet bekend zijn omdat de accountant of
Om te vieren dat we een nieuwe naam hebben bieden we de Check nu aan tegen een speciaal tarief. De check kun je inzetten voor de cao Groen, Grond en Infrastructuur en voor alle andere cao’s die in de sector gebruikt worden. Wat betekent dat je ook bij gebruik van de cao Bouw en Infra of de transport-cao een beroep op ons kunt doen. Doe de Check en voeg je bij de groeiende groep collega’s die de cao de baas is. Meld je nu aan via: cumela.nl/ cao-check of bel naar de Ondernemerslijn via (033) 247 49 99.
loonadministrateur hier geen informatie over gedeeld heeft. De onderwerpen die aan bod komen zijn de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarvan kijken we of je ze correct toepast. Denk aan de cao, arbeidswetgeving, beloning en dossiervorming. Zo brengen we in beeld of er voldoende vakantiedagen worden toegekend of de overwerkregels correct worden toegepast en of de werknemer op het juiste niveau is ingeschaald. De conclusies en aanbevelingen zetten we om naar een adviesrapport. Met dat rapport in de hand beginnen we aan het derde deel: een adviesgesprek. Of we daarvoor bij je op de koffie komen of dat we het via teams doen bepalen we samen. In dat gesprek delen Klein of ik wat we gezien hebben. Daarna gaan we uitgebreid in op de adviezen en hoe je die in jou bedrijfsvoering kunt gebruiken. Wij krijgen gelukkig vaak terug dat ondernemers die de adviezen opvolgen blij zijn dat ze dat hebben gedaan.
Naast de Check hebben wij een handig, digitaal hulpmiddel: Handboek Personeel Groen, Grond en Infrastructuur. Hiermee vind je snel en efficiënt praktische antwoorden op de belangrijkste vragen over onze cao. Die antwoorden vullen we aan met belangrijke documenten, die je in de digitale omgeving altijd bij de hand hebt en kunt downloaden.
Tijdens de Check kan het zomaar blijken dat je een andere invulling gegeven hebt aan de arbeidsvoorwaarden. Die weliswaar goed uitpakt voor de werknemer, maar niet voldoet aan de regels. Dat soort zaken signaleren we en worden besproken. Afwijkingen ten opzichte van de cao kunnen namelijk arbeidsrechtelijke gevolgen. Het doel hiervan is de bewustwording te vergroten. Het is aan jou als ondernemer om stappen te ondernemen. Wij moedigen ondernemers aan om gebruik te maken van de Check. Dat doen we omdat het goed is voor het eigen bedrijf en omdat het goed is voor de complete cumelasector. Wanneer we allemaal gebruik maken van dezelfde spelregels voorkomen we oneerlijke concurrentie tussen onze leden. Samen werken we aan een integere sector.
Een groeiend aantal leden maakt al gebruik van dit handige digitale hulpmiddel. Ontdek of het jou ook kan helpen! Voor onze leden kost het gebruik van het digitale handboek 79 per jaar (exclusief btw) en voor niet-leden 105 per jaar (exclusief btw).
Zie ook: https://www.cumela.nl/nieuws/ nieuws/alles-over-cao-handboeken-personeel
Tekst: Marie-José Lamers, adviseur personeelsmanagement
Foto’s: Cumela Communicatie
‘WANNEER WE ALLEMAAL GEBRUIK MAKEN VAN DEZELFDE SPELREGELS VOORKOMEN WE ONEERLIJKE CONCURRENTIE’
“Ja. Je kunt met een stagiair tegelijkertijd met een stageovereenkomst ook een arbeidsovereenkomst aangaan. Dat doe je door met hem of haar een arbeidsovereenkomst af te sluiten. Dan is de stagiair naast zijn of haar stage ook in loondienst en dus een werknemer. Hiervoor gebruik je bijvoorbeeld een oproepcontract bijbaan of een contract bepaalde tijd. Een voorbeeldovereenkomst vind je op cumela.nl/aok.
Vincent Tijms, OndernemerslijnStel je vraag aan de medewerkers van de Cumela Ondernemerslijn via telefoonnummer (033) 247 49 99 of het e-mailadres ondernemerslijn@cumela.nl
Sinds kort ben ik, na een afwezigheid van meer dan een jaar, weer gedeeltelijk actief in het werkveld. In het begin van de lente van 2021 kwam bij mij alles stil te staan. Ik kreeg een naar bericht van de arts en alles was opeens niet meer belangrijk, behalve mijn gezondheid. Het gaat nu goed met me. Ik zal moeten accepteren wat de ziekte met me heeft gedaan. Kijken wat wel lukt, uitproberen, bijstellen en binnen belastbaarheid weer opbouwen. Dat gaat me lukken! Als ik maar kan accepteren dat niet meer alles kan zoals voor de lente van 2021. Is dat moeilijk? Jazeker, en soms best emotioneel. Het geeft, hoe raar dat ook mag klinken, echter ook nieuwe kansen en inzichten.
‘ACCEPTEER EN KIJK MET JE ONDERNEMERSOOG NAAR DE MOGELIJKHEDEN’
Nu is er vanaf de lente van 2021 ontzettend veel gebeurd in onze wereld. Het woord crisis komen we overal tegen: stikstof, energie en Oekraïne, om er maar een paar te noemen. Hoe moeten we hier als ondernemer nu mee omgaan? Ik zou zeggen: kijk vooruit. Wat kan nog wel, wat moet anders? Accepteer en kijk met je ondernemersoog naar de mogelijkheden. Is dat gemakkelijk? Waarschijnlijk niet. Er gebeurt erg veel. Als brancheorganisatie Cumela moeten we onze stem laten gelden op lokaal, landelijk en internationaal niveau. Dat zijn we verplicht om te doen. De overheidsplannen raken onze sectoren allemaal. Dat daar emotie bij komt kijken, is heel menselijk.
NIEUWE LEDEN
Er zijn twee bedrijven ingeschreven als nieuw lid:
• Loonbedrijf R. van der Heijden | Nistelrode
• Kappert Infra BV | Ferwert
Maar geven deze nieuwe ontwikkelingen andere inzichten en kansen? Moeten we zelf iets doen aan acceptatie en van daaruit de mogelijkheden bekijken en weer opbouwen? Een uitdaging voor jou als cumelaondernemer. Soms kunnen veranderingen in het leven weer nieuwe kansen bieden. Ga daarvoor! Al snap ik uit eigen ervaring erg goed dat dit niet zonder slag of stoot gaat. De toekomst zal het leren.
Simon Broekstra bedrijvenadviseurMET HET UITGEBREIDE
ASSORTIMENT VAN KRAMP!
Met meer dan 500.000 artikelen, waaronder maaidraad, kettingzagen & grasmaaier onderdelen, is Kramp dé geschikte onderdelenleverancier voor groenonderhoud. www.kramp.com
Vroege silomaïs, MKS, CCM en korrelmaïs (FAO 230)
Goede drogestof- en voederwaardeopbrengst
Goede voederwaarde per kg ds (101) en hoog zetmeelgehalte bij oogst (102)
Goede snelheid grondbedekking (8)
Goede stevigheid (8)
Zeer goede builenbrandresistentie (8,5)
Niet gevoelig voor een kopbrandaantasting
Op en top betrouwbaar!
Bronnen: KWS / CSAR Aanbevelende Rassenlijst 2022 - snijmaïs middenvroeg, korrelmaïs en corn cob mix
Voor meer informatie: Tel. 076-5030003
www.kws.com/nl