Grondig 11 - 2013

Page 1

30- VOORUITBLIK AGRITECHNICA 28 - VENT EN VISIE; BERNARD KRONE

30 - DOORBRAAK IN AFSPRAKEN

ELEKTRISCH AANDRIJVEN

66 - NIEUWE 4 X 4 GRADER

November 2013

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

11




inhoudsopgave

Colofon Grondig is het vakblad voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland, de branche organisatie voor ondernemers in cultuurtechnische werken, grondverzet, meststoffendistributie en agrarisch loonwerk. Leden van CUMELA Nederland ontvangen bij vakblad Grondig exclusief het katern Cumelactief.

Adres CUMELA Nederland Postbus 1156 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00 fax (033) 247 49 01

CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / info@cumela.nl / www.cumela.nl

Adres Grondig / CUMELA Communicatie Postbus 1156 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 50 fax (033) 247 49 51 www.grondig.com / grondig@cumela.nl

Bladmanager Michiel Pouwels

Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur) Gert Vreemann, Michiel Pouwels Marijke Dorresteijn Ton Herbrink (eindredacteur)

Vormgeving De 3 Poorten

Voorplaat CUMELA Communicatie

Advertentiewerving Lisette Kerkhof

Druk SMGB, Doetinchem

Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn. Kosten abonnement: Nederland € 77,- per jaar Buitenland € 101,- per jaar Collectieve abonnementen: op aanvraag

© Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260

4

GRONDIG - November 2013

REDACTIONEEL Agroottechnica We moesten even aan een plaatje op Facebook denken tijdens het maken van de voorbeschouwingspagina’s van de Agritechnica. Een plaatje waarin Nederland als ‘Nederdiets’ in oostelijke richting was vergroot tot in Polen. Als je net terugrijdt vanuit de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen van een proefrit op de nieuwe zware New Holland T8.420 besef je dat we dat nodig hebben om al het grote nieuws te benutten. Daar liggen nog fatsoenlijke percelen. Percelen die passen bij de groeidrang van akkerbouw en veehouderij. Groei die geënt is op de groei van de wereldbevolking. Om die te voeden, zullen we op termijn een kwart meer van een hectare moeten oogsten. Dat betekent grootschaliger en meer efficiënt boeren om dat voor elkaar te krijgen, zoals in voormalig Oost-Europa. Dat zie je overduidelijk in grootte en vernuft van de machines. Dat verklaart waarom de Agritechnica groter is dan ooit tevoren. Voor groot is nu eenmaal veel ruimte nodig. De realiteit is dat grootschalig werken in Nederland bijna niet mogelijk is, dat bijna elke boom heilig is verklaard en dat er weinig drang is tot schaalvergroting en efficiënter maken van gebieden. Eerder is het tegengestelde het geval. Dus is het zaak door de grootte van al het moois heen te prikken. En dan kom je op efficiënter werken. Daarvoor zijn tal van interessante ontwikkelingen. Die zitten hem vooral in automatisering en nieuwe aanstuursystemen. Mooie voorbeelden daarvan zijn iPad-bediening bij Väderstad, de virtuele bediening thuis om het vak te leren bij Claas en Kverneland, sterk opkomende telematica-systemen en de krachtige voorbodes van de intrede van elektrische aandrijfsystemen. Dat zijn de zaken waarvoor u op de Agritechnica moet zijn. Daarvoor moet u wel de stands in om ze te ontdekken. Enig voorwerk is op deze enorme beurs een must, anders verdwaalt u tussen de giganten. Een efficiënte route uitstippelen die u bij de juiste fabrikanten brengt voor een goed gesprek. Al het moois dat vooral groot en onbereikbaar is, zie je dan vanzelf wel als je erlangs loopt. Daar mag je gerust van genieten. Ook daarvoor ga je naar de Agritechnica. We wensen u een goede beurs toe en een passend shopgedrag voor uw schuur en uw streek. Dat u dan toch even die enorme Challenger gaat bekijken met die V12 erin snappen we. Misschien treffen we elkaar daar wel. Even lekker wegdromen over een grootschalig Nederland is ook goed voor een mens.

Redactie Grondig Michiel, Toon en Gert


Cumelabedrijf in actie

November 2013

ALGEMEEN 8 - Verkeerssymposium ‘Weg mét landbouwverkeer!’ 12 - Wassen en tanken conform het Activiteitenbesluit 17 - Cursus zorgvuldig graven 18 - Politiek ondernemend: Clasien de Regt 22 - Seminar mest(verwerking), compost en groene biomassa

GROEN

Vanwege de aanleg van de Sluiskiltunnel wordt de N62 omgelegd. Een mooie klus voor cumelabedrijven met veel grondverzetwerk. Na eerste nieuwe tochten te hebben gegraven, haalt machinist Leo Paauwe van Goud Grondverzet uit Waarde (Zld.) nu oude duikers uit de grond. De kleine duikers staan op een digitale kaart en met de GPS-apparatuur weet de machinist de duikers feilloos te vinden. Een leuke klus, volgens Leo, schatgraven met een rupskraan. Inhoudsopgave Grondig

33 - Traploze Cmatic-transmissie Claas 36 - Gigant Vredo in aanbouw 42 - Nieuwe New Holland T8.420 AutoCommand 44 - GPS Kverneland-combinatie 52 - Voorbeschouwing Agritechnica 54 - Nederlands fabrikaat op Agritechnica

INFRA 60 - Sterk Werk: durven in waterwerk 68 - Hooby LC 80 Megatronic 7

GROND 23 - In kort bestek 64 - Grondverzetnieuws 66 - Compacte HBM-grader

CUMELACTIEF (exclusief voor leden) 4 - Ik betaal niet, want… 7 - Samen uit, samen thuis 8 - Toolbox: Kantelen en wegglijden 10 - Actualiteiten België 14 - Cumelaria

GRONDIG - November 2013

5


algemeen rubriek nieuws

Recreatiegroen met onkruid We zullen moeten wennen aan sportvelden en recreatiegroen met paardenbloemen of weegbree. Dat constateerden de aanwezige groenvoorzieners op een studieochtend over de gevolgen van het verbod op het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen in openbaar groen. Het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen in openbaar groen staat ter discussie sinds de kamerbrief van staatssecretaris Mansveld van 3 september. Daarin spreekt zij het voornemen uit om vanaf 2018 het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in het openbaar groen geheel te verbieden. Tijdens de dag voor het Openbaar Groen in Houten boog een groot aantal deskundigen zich over de vraag wat de effecten hiervan zouden zijn. Op grond van eerdere studies zei Rob Schmidt van Alterra vooral problemen te verwachten op het gebied van emelten. “Daarvoor zijn bij het verdwijnen van chemische middelen nauwelijks alternatieven voorhanden. Er zijn wel wat biologische bestrijders, maar de effecten daarvan zijn wisselend en een succesvolle inzet vraagt speciale omstandigheden, zoals voldoende vocht en niet te fel zonlicht.” Andere grote problemen worden verwacht bij de onkruidbestrijding. Met name op sportvelden en golfbanen kan dit een probleem gaan vormen. Succesverhalen over het onkruidvrij houden van sportvelden waren er wel. Zo werd gewezen op de Schijndelse methode, maar ook daarbij werden kanttekeningen geplaatst. “Zo is het hierbij nodig om met professionele machines te werken en met deskundig personeel”, werd er gezegd. Dat staat haaks op de huidige tendens om onderhoud te privatiseren en uit te besteden aan de clubs. “Die weten de gifspuit altijd wel te vinden en lopen met de rugspuit wel een rondje”, werd snel geconcludeerd. Een ander stelde vast dat nog niet bekend is hoe deze methode werkt op andere grondsoorten, zoals zware klei of veen. Een groot probleem is ook, zo constateerden

Verbod sleepvoet uitgesteld Het verbod op het gebruik van de sleepvoet wordt voorlopig uitgesteld in verband met het ontbreken van goede alternatieven. In de herfst van 2012 heeft toenmalig staatssecretaris Bleker een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin hij aankondigde om het gebruik van de sleepvoetmachine op grasland op klei en veen met ingang van 2014 te verbieden. Deze aankondiging bracht nogal wat commotie teweeg. In de tussentijd is er achter de schermen verder onderhandeld over deze maatregel, die nodig is voor de Programmatische Aanpak Stikstof. Inmiddels is er ook een aanbesteding geweest voor innovatieve nieuwe aanwendingsmethoden voor dierlijke mest op grasland op klei en veen, waarbij de emissie gelijk aan of lager moet zijn dan die van de zodenbemester. De resultaten van deze aanbesteding worden op z’n vroegst in 2016 verwacht. Het verbod op de sleepvoet wordt daarom op dit moment niet eerder verwacht dan per 2017.

6

GRONDIG - November 2013

de aanwezigen, dat er geen enkel correctiemiddel meer achter de hand blijft. Mislukt het door het weer of verkeerd handelen, dan is het bij een compleet verbod niet meer mogelijk om iets te repareren. De andere vraag die op tafel kwam, was of we dan wel elk sportveld zo moeten en kunnen onderhouden dat het net zo goed is als het hoofdveld. “Misschien moeten we er wel mee leren leven dat het zevende elftal van Bal op het Dak op een veld speelt met wat meer paardenbloemen of weegbree.” Datzelfde zal dan gelden voor het groen in parken en op de golfbanen. Ook daar zal er moeten worden geaccepteerd dat het er wat anders uitziet. Patrick Bemelmans van de KNVB waarschuwde dat dit gevaar voor sporters kan opleveren als er in de winter veel kale plekken ontstaan. Initiatiefnemer BSNC besloot naar aanleiding van de discussie een taskforce in te stellen die op korte termijn de gevolgen en effecten van het verbod in kaart moet brengen. De conclusie daarvan zal aan de staatssecretaris en de Tweede Kamer worden aangeboden. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft inmiddels onderzoekers van Tauw Milieu de opdracht gegeven om voor het eind van het jaar de technische en financiële haalbaarheid in kaart te brengen van een verbod van middelen op sport- en recreatieterreinen per 2018. CUMELA heeft de onderzoekers in contact gebracht met een aantal cumelabedrijven die actief zijn in het beheer van sportvelden.

Hoorzitting Gezondheidsraad over blootstelling omwonenden Er komt geen certificering van aanwendapparatuur voor dierlijke mest. Dat heeft staatssecretaris Henk Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de Tweede Kamer laten weten. Zijn ministerie heeft de certificering wel onderzocht, maar vindt dat het niet voldoende effectief is. Een verzoek om certificering was onder andere door CUMELA Nederland gedaan om te komen tot goede en erkende mestaanwendingstechnieken. De staatssecretaris wijst dit af, omdat dit volgens hem geen garantie geeft dat de mest ook werkelijk emissiearm wordt toegediend. In alle situaties is dat afhankelijk van de wijze waarop de machines worden gebruikt, zo schrijft hij. Bleker kiest daarom voor de beschrijving van de resultaatsverplichting en laat ondernemers vrij om de manier te kiezen waarop ze daaraan voldoen. Wie zich aan die toedieningsregels houdt, hoeft volgens Bleker niet bang te zijn voor sancties.


App voor sparen weidevogelnesten In oktober is de gratis app ‘Signalering vogelnesten’ gelanceerd. Dit om het boeren en loonwerkers gemakkelijker te maken om tijdens hun werkzaamheden op het land vogelnesten te sparen. Vanuit de trekker vallen middels stokken gemarkeerde nesten niet altijd op of gelden ze als een mooie indicatie voor kraaien en eksters. Met de app is vooraf precies te zien waar de gemarkeerde nesten liggen in een perceel. Tijdens het werk krijgt de machinebestuurder een signaal op zijn smartphone of tablet dat er gemarkeerde nesten liggen. De app haalt de locatiegegevens uit de database van Landschapsbeheer Nederland. Boeren en vrijwilligers vullen deze database. Het is een initiatief van een praktijknetwerk op Texel, waarbij ANLV De Lieuw, Landschap Noord-Holland, Veelzijdig Boerenland, Loonbedrijf Smit, Arcate en Landschapbeheer Nederland betrokken zijn.

Kamervragen over beleidsbrief gewasbeschermingsbeleid De Tweede Kamer heeft schriftelijk vragen gesteld over de vervroeging van het verbod tot gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen. CUMELA is content dat VVD, CDA en SGP aandacht vragen voor de lengte van de afschrijvingstermijn. In de brief is uitgegaan van een afschrijvingstermijn van vier jaar, terwijl het ministerie een afschrijvingstermijn van vijf jaar als normaal beschouwt. Het ministerie is er naar mening van CUMELA ten onrechte van uitgegaan dat er sinds 2011(motie Grashoff ) geen investeringen meer zijn gedaan. Een aanzienlijk deel van de machines is vervangen omdat ondernemers ervan uitgingen dat ze met de machines andere middelen zouden kunnen toepassen na een eventueel verbod van glyfosaat. Dit blijkt sinds de brief niet meer mogelijk, omdat het verbod geldt voor alle toegepaste middelen.

Nieuw lid In de maand september heeft één bedrijf zich aangemeld als lid van CUMELA Nederland. Dit is grondwerken Gebroeders Van Ginneken in Steenbergen.

Agenda algemeen 12-16 november ............Agritechnica Hannover 23-24 november ............Verhoeven Grondig Dagen, Maarheeze 26-29 november ............Landbouwvakbeurs Assen 29-30 november ............Verhoeven Grondig Dagen, Zeewolde 3-5 december.................Infra Relatiedagen, Venray 3 -8 december ................Agribex Brussel

COMMENTAAR Dag vogels, dag boeren… Een kleine variant op een kinderprogramma van lang vervlogen tijden. “Ga maar lekker slapen”, zo was de boodschap. En “het komt allemaal wel goed” mochten we er zelf bij bedenken. Dat lijkt ook het geval met het POP3-programma dat momenteel in de steigers staat, als onderdeel van het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid. Meer concurrentiekracht, innovatie en vitaliteit van het platteland. Zomaar een paar doelstellingen die ons geweldig motiveren. Maar als je even niet oppast, sta je met lege handen. Of erger, boer je achteruit! Dat geldt voor de cumelabedrijven (volgens het CBS in 2011 zo ongeveer de belangrijkste werkgever van en voor het platteland), maar zeker voor al die boeren die in de nog lopende POP2-regeling feitelijk worden uitgesloten van subsidies in het kader van innovatie, concurrentiekracht en natuur en milieu. Deze boeren hebben al in een eerder stadium besloten om hun veldwerkzaamheden uit te besteden aan hun loonwerker, gewoon omdat het de doelmatigheid en vitaliteit van hun bedrijf ten goede komt. Maar wil je toch in aanmerking komen voor die enorme POP-subsidies van dertig procent of meer van de investeringswaarde, dan kan dat alleen wanneer je als boer zelf die machine gaat aanschaffen. Rendabel of niet, de afweging tussen zelf mechaniseren of uitbesteden wordt toch net even anders door zo’n subsidie. En overigens, wie beschouwt het subsidiëren van normaal beschikbare bedrijfsmiddelen nu als innovatie? Hoe blind kunnen we zijn om dit geen marktverstoring of concurrentievervalsing te vinden? Ik vind dat hier sprake is van een ordinaire benadeling van het grootste deel van de boeren in Nederland. En feitelijk wordt daarmee afbreuk gedaan aan de doelstellingen van het Plattelands Ontwikkelingsprogramma: verhoging van de vitaliteit en concurrentiekracht! Ik ben er nog niet gerust op dat deze boeren in POP3 wel doelmatig gebruik kunnen maken van de beschikbare gelden. En zolang dat niet gebeurt, is er reden om te reageren. Er is overigens geen enkel bezwaar dat deze subsidies volledig bestemd worden voor de boerenbedrijven, maar laat die bestemming dan zo gedefinieerd worden dat er geen marktverstoringen optreden. Er zijn vele mogelijkheden om de gelden optimaal te benutten voor investeringen in vaste installaties, gebouwen en kennisverspreiding op het boerenbedrijf. Best mogelijk dat we met POP3 lekker kunnen gaan slapen, maar dan moet het in de praktijk niet weer hetzelfde liedje worden.

Jan Maris Algemeen directeur CUMELA Nederland

GRONDIG - November 2013

7


Weg mét landbouwverkeer! Veilig (land)bouwverkeer verdient een passende plek op de openbare weg.

Verkeersdeskundigen, beleidsmakers verkeer en vervoer, wethouders, statenleden, deskundigen… allemaal hebben we hen op 6 november aanstaande uitgenodigd voor een bijeenkomst in Harderwijk waar veilig (land)bouwverkeer centraal staat.

Het Bouw- en Infracentrum in Harderwijk is het ontmoetingspunt van de verkeersbetrokkenen. Daar is de ruimte om de theorie én de praktijk namens u te belichten. Na het welkom van gastheren Jan Maris (directeur van CUMELA Nederland) start mr. Tjibbe Joustra, de voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, zijn inleiding met als titel ‘Verkeersveiligheid, een kwestie van teamwork’, gevolgd door mevrouw Michèle Blom, directeur Wegen en Verkeersveiligheid van het ministerie van Infrastructuur & Milieu. De derde inleider, gedeputeerde Kees van Beveren van de provincie Zeeland, spreekt uit eigen ervaringen met landbouwverkeer en senior-adviseur Niels J. Bosch van Royal HaskoningDHV spreekt over nieuwe inzichten door onderzoek naar landbouwverkeer op provinciale wegen. Het interessante ochtendprogramma wordt afgesloten met een vraag-en-antwoordsessie. Tijdens en na de lunch is er alle gelegenheid voor aanschouwelijk onderwijs in de vorm van maar liefst drie nieuwe onderrijbeveiligingen voor trekkers. Peecon komt met een doorontwikkelde versie van een universele onderrijbeveiliging in de fronthef. Constructeur Fons Janssen (zie kaderstuk) geeft met zijn tractorbumper zijn visie op zichtbaarheid en wendbaarheid, terwijl Alasco Poppink een versie van een bumper voor trekkers zonder fronthef ontwikkelde. Ook ko-

8

GRONDIG - November 2013

men er veilige kippers naar Harderwijk en een extra gemarkeerde maaicombinatie. Speciaal voor de genodigden herhalen we de remproef met een trekker met beladen kipper op het demoterrein. Verder zijn er diverse opstellingen waar de dimensies van (land)bouwverkeer - dus ook oogstmachines en graafmachines - worden getoond aan de gasten. Dat alles om deze beleidsmakers, beïnvloeders, handhavers en deskundigen meer inzicht te geven in de werkzaamheden van de cumelasector en welke machines daarbij worden ingezet. En om uit te leggen waarom die machines gebruik (moeten) maken van de openbare weg. Dat betekent dat we ook na de campagne Veilig (land)bouwverkeer (maart 2014) blijven inzetten op het vermijden dat groot landbouwverkeer door smalle straatjes in dorpen en steden moet rijden en dat deze machines worden verbannen naar de parallelweg, waarvan fietsers ook gebruik maken. Laat veilig landbouwverkeer toe op de provinciale weg en breng de legale maximumsnelheid van 25 naar 40 km/u. Maar bedenk ook: veiligheid is vooral ook een zaak van onszelf en onze medewerkers, want alles begint bij veilig denken en handelen.

Tekst: Michiel Pouwels Foto’s: CUMELA Communicatie, Youdidith


Campagne Veilig (land)bouwverkeer

ke

er

tijdens de TKD, de start van het VOMOLproject (Veilig Omgaan Met Opvallend Landbouwverkeer door schoolgaande jeugd) en onze initiatieven bij het tot stand w ou Ve ili g ( l a n d ) b komen van regelgeving voor het kentekenen van trekkers en het ijveren voor een legale maximumsnelheid van 40 km/u. Ook publiceerden we de brochure ‘Ik rij veiliger’ (drie versies, oplage meer dan 5000 exemplaren) met alle regels, maten en gewichten overzichtelijk weergegeven en met toolboxvragen voor medewerkers. De bijeenkomst voor beleidsmakers, verkeersdeskundigen en (lokale) politici op 6 november is de eindmanifestatie voor externe relaties van CUMELA Nederland. Tijdens de algemene ledenvergadering - volgend jaar maart - is er voor onze leden alle gelegenheid om kennis te maken met de nieuwste onderrijbeveiligingen en de ontwikkeling van veiliger materieel. ve r

Sinds november 2011 voert CUMELA Nederland actief campagne op het onderwerp Veilig (land)bouwverkeer. In de afgelopen twee jaar stond dat thema centraal in onze activiteiten en hebben we op diverse manieren intensief contact gezocht met onze leden en werknemers, maar ook met beleidsmakers, politici, handhavers (politie), verkeersdeskundigen en lokale vertegenwoordigers die betrokken zijn bij de verkeersproblematiek. Veilig (land)bouwverkeer werd met behulp van onze bestuursleden en ondernemers van cumelabedrijven uitgedragen in de vorm van de praktijkproef met twaalf OBT’s (onderrijbeveiligingen voor trekkers) en door hun medewerking bij evaluaties. We namen deel aan de beurzen TKD en AgroTechniek Holland met veiliger kippers en trekkers met OBT’s en tijdens CUMELA-bijeenkomsten en dankzij onze communicatie naar de (vak)pers is er veel gepubliceerd en gediscussieerd. U herinnert zich waarschijnlijk de remtest met een trekker met kipper

“Zo breed ben ik, hou rekening met me…” Constructeur Fons Janssen combineert het ontwikkelen van landbouwmachines voor een toonaangevende fabrikant met het werken in zijn eigen ontwerpbureau. Eerder dit jaar toonde Janssen - bij het jubileumfeest van Gebr. Van Eijk - zijn visie op een frontbumper voor trekkers en nu presenteert hij zijn tweede, verbeterde versie. “Ik ben zelf van boerenafkomst en woon in een omgeving waar veel landbouwvoertuigen rijden. Ik verbaas me als fietser en automobilist vaak over de zichtbaarheid ervan. Het is onverantwoord hoe slecht je kunt zien hoe breed een trekker of een machine is, voornamelijk in het donker. Dat inspireerde me om aan de slag te gaan. Mijn eerste ontwerp was primair bedoeld als een bumper die veiligheid biedt bij een aanrijding. Daar kwamen veel reacties op en die heb ik verwerkt in de tweede versie, waarbij zichtbaarheid en wendbaarheid belangrijke aandachtspunten zijn.” Janssen refereert aan - naast de breedteverlichting - de extra led-verlichting en reflecterende breedtemarkering van zijn nieuwe ontwerp. Hij komt nu ook met een praktische oplossing voor de wendbaarheid. “De uiteinden van de bumper zijn verstelbaar. Hierdoor is de bumper voor elk type trekker optimaal af te stellen. De uiteinden verstel je namelijk dicht naar de band.

Hierdoor wordt de draaicirkel sterk verkleind en het biedt voordelen bij het voor- en achteruit manoeuvreren. Daarnaast is de ruimte tussen voorwiel en bumper beter afgeschermd, wat ten goede komt aan de veiligheid. De nieuwe bumper is bovendien multifunctioneel. Zo is er een afsluitbare kist geïntegreerd waarin je gereedschap of kettingen kunt opbergen. De kist kun je ook gebruiken als drager voor een uitneembaar frontgewicht, tot 700 kilo. De bumper zelf weegt 160 kilogram en is voorzien van energie-absorptie. www.tractorbumper.com

GRONDIG - November 2013

9




Wassen en tanken conform het Activiteitenbesluit Eisen aan bovengrondse opslagtanks en tank- en wasplaatsen (deel 2) Bij cumelabedrijven worden machines en trekkers dagelijks vol getankt en ook regelmatig gewassen. Deze standaard werkzaamheden worden in het Activiteitenbesluit aangemerkt als bodembedreigende activiteiten. Wat zijn dat en wat zijn hiervan de gevolgen voor de cumelaondernemer? Wat moet hij regelen zodat alles bij milieucontroles netjes voor elkaar is? Aan een wasplaats worden, in tegenstelling tot een tankplaats, geen eisen gesteld qua afmetingen. De vloer of wasplaats moet voldoende van omvang en grootte zijn in relatie tot het materieel. In elk geval moet bij het reinigen van de werktuigen en machines worden voorkomen dat vrijkomend afvalwater zich buiten de wasplaats kan verspreiden. De omvang van de wasplaats wordt met name bepaald door de omvang van de grootste machine of auto die in één keer wordt gereinigd. Hou daarbij rekening met de vrije werkruimte rond de machine. Voor de tankplaats geldt de eis dat de vloeistofdichte vloer (verplicht bij een jaardoorzet van meer dan 25.000 liter diesel) zich uitstrekt vanaf het hart van de afleverzuil over een afstand van ten minste de lengte van de afleverslang plus één meter, met een minimum van vijf meter. Aan de zijde waar geen tankende voertuigen kunnen worden opgesteld, strekt de vloeistofdichte vloer of verharding zich uit tot een afstand van ten minste één meter vanaf het hart van de afleverzuil.

Ondergrond wasplaats Het wassen van motorvoertuigen dient in principe plaats te

12

GRONDIG - November 2013

vinden boven een vloeistofdichte vloer of verharding. In het Activiteitenbesluit (per 1 januari 2013 in werking getreden) is een vloeistofdichte vloer het uitgangspunt. In artikel 3.23b van het Activiteitenbesluit is namelijk geregeld dat er sprake moet zijn van een ‘verwaarloosbaar bodemrisico’ (lees: vloeistofdichte vloer). Ook bij het regelmatig reinigen van vrachtauto’s dient de vloer vloeistofdicht te zijn. Dit geldt niet als per week ten hoogste één motorvoertuig of werktuig waarmee geen gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast uitwendig wordt gewassen (dit is een uitzonderingsbepaling). Er is nog sprake van een overgangstermijn voor oude vloeren tot 1 januari 2017. Bij de aanleg van een nieuwe vloer is ons advies wel om direct te kiezen voor een ‘vloeistofdichte’ aanleg; Dat wil zeggen qua dikte, bewapening en betonsoort.

Ondergrond tankplaats Als uw jaardoorzet (aantoonbaar) minder dan 25.000 liter is, is een vloeistofdichte vloer (nog) niet verplicht. Gebruik voor de zekerheid vloeistofdicht beton, zodat deze vloer eventueel later gereed is voor een keuring.


Aanleg, keuring en onderhoud vloer Bij aanleg van een vloeistofdichte vloer dient deze te voldoen aan de eisen van de CUR/PBV 65-aanbeveling (Aanleg, onderhoud en herstel van vloeistofdichte vloer). De vloer dient bijvoorbeeld zodanig te worden aangelegd dat vloeistoffen niet over de rand van de vloer of verharding kunnen lopen. Na aanleg moet een onafhankelijke, geaccrediteerde inspecteur de vloeistofdichte vloer keuren conform de SIKB AS 6700. Bij goedkeuring krijgt u een certificaat, dat zes jaar geldig is. Daarna moet u zelf jaarlijks uw vloer inspecteren en controleren op gebreken en scheuren en dit dan ook vastleggen. Via de link hwww.rwsleefomgeving.nl (onder ‘Onderwerpen’ naar ‘Bodem en ondergrond’) komt u op de website voor geaccrediteerde bedrijven die een vloeistofdichte vloer mogen inspecteren volgens de AS6700. Diverse bedrijven doen niet enkel de inspectie, maar beschikken ook over kennis of afdelingen inzake aanleg, plaatsing en realisatie van was- of tankplaatsen. Overleg vooraf met één of meerdere partijen wat zij kunnen bieden en op welke wijze - gezamenlijk - een wasplaats is te realiseren.

Bij het reinigen van de werktuigen en machines moet voorkomen worden dat vrijkomend afvalwater zich buiten de wasplaats kan verspreiden.

Slibvangput en olieafscheider Bij het lozen van oliehoudend afvalwater in het vuilwaterriool is de standaardlozingseis (BBT) 20 milligram per liter minerale olie in enig steekmonster. Deze hoeveelheid komt overeen met één druppel olie in een emmer water. Het is dus heel weinig. Wanneer u een tank- of wasplaats aanlegt, zult u deze altijd moeten voorzien van een slibvangput en olieafscheider. Als er per jaar meer dan 25.000 liter wordt getankt is een vloeistofdichte vloer bij de tankplaats verplicht.

Afvalwater van spuitmachines Als u op de wasplaats ook machines reinigt waarmee gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast, zult u het water naast het afvoeren via een slibvangput en olieafscheider moeten afvoeren via een extra zuiveringsvoorziening (zie

Opmerkingen naar aanleiding van deel 1 in Grondig 9 Er zijn in deel 1 van deze reeks enkele fouten ingeslopen: 1. Onder het kopje ‘Keuringsplicht’ staat vermeld dat vloeibare brandstof, lichte stookolie, afgewerkte olie en stoffen van ADRklasse 8 zijn, maar dit is niet juist. Het zijn stoffen van ADR-klasse 3. 2. Onder het kopje ‘Nog geen installatiecertificaat?’ staat vermeld dat inwendige inspectie van een tank niet bij de intreekeuring hoeft plaats te vinden als kan worden aangetoond dat de tank minder dan vijftien jaar geleden fabrieksnieuw in gebruik is genomen. Dit is niet juist. Het achteraf afgeven van een installatiecertificaat zonder inwendige inspectie is alleen mogelijk bij tanks die jonger zijn dan tien jaar. 3. Onder het kopje ‘Dubbelwandig of enkelwandig’ staat dat als er wordt gekozen voor een dubbelwandige tank het niet verplicht is een opvangbak te plaatsen, mits de tankinhoud kleiner is dan

tien kubieke meter. Dit is niet juist. Het is zo dat niet alle tanks groter dan tien kubieke meter boven een lekbak moeten worden geplaatst. Het is namelijk een uitzondering voor dubbelwandige opslagtanks met een lekdetectiesysteem in de wand. 4. Onder het kopje‘Bodemonderzoek’staat vermeld dat bij het installeren van een bovengrondse tank altijd de nulsituatie moet worden vastgesteld. Dit is echter niet geheel correct. Uitgangspunt is dat er een melding moet worden uitgevoerd voorafgaand aan het plaatsen of verplaatsen van een bovengrondse tank. Het bevoegd gezag (meestal de gemeente) kan vervolgens binnen vier weken na ontvangst van de melding besluiten dat er een rapport van onderzoek naar de nulsituatie van de bodem moet worden overlegd. 5. Er wordt gesproken over de BRL-K 903/07. Dit moet zijn de BRL-K 903/08.

GRONDIG - November 2013

13


kader). Een slibvangput en een olieafscheider zijn namelijk niet geschikt om gewasbeschermingsmiddelen uit water te verwijderen. Het lozen van afvalwater afkomstig van gewasbeschermingsapparatuur op of in de bodem (dus niet op een riolering of hemelwaterafvoer) is toegestaan: • als het uitwendig wassen plaatsvindt op een perceel waar de gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast; • als het lozen plaatsvindt als gevolg van het in een inrichting uitwendig wassen van ten hoogste twee motorvoertuigen of werktuigen per jaar.

Slibvangput en olieafscheider Een combinatie van slibvangput en olieafscheider moet voldoen aan NEN-EN 858-1 (met wijzigingsblad A1) en 858-2. Voor aanschaf dient u bijvoorbeeld een capaciteitsberekening, ofwel doorstroomcapaciteit in liters per seconde) van de afscheider te maken (zie kader). Houd bij de aanleg rekening met het feit dat zowel de aanvoerleiding naar de olieafscheider als de verbindingen in de leiding dienen te worden uitgevoerd in een materiaal dat bestendig is tegen minerale oliën en vetten. Maak dus gebruik van HDPE/ PE-buizen, PVC buizen zijn namelijk niet bestendig tegen minerale oliën en vetten. Met uitzondering van tankstations stellen de alge-

Zuiveringstechniek Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft de eisen voor de aanleg en gebruik van zuiveringsvoorzieningen voor was- en spoelwater van gewasbeschermingsapparatuur vastgesteld. Deze technieken, waaronder fytobak, Phytobac, Heliosec en biofilter, vormen een keuzemogelijkheid binnen het Activiteitenbesluit om afvalwater dat vrijkomt bij het in- en/of uitwendig reinigen te verwerken op het eigen bedrijf. Onderzoek heeft laten zien dat 95 tot 99 procent van de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen in het was- en/of spoelwater wordt verwijderd of afgebroken. Er is gekozen voor een laagdrempelige instap, zodat het aantrekkelijk is voor ondernemers om te investeren in deze keuzemogelijkheid: • Er geldt geen keuringsverplichting voor het vaststellen van de vloeistofdichtheid, maar de zorgplicht is van toepassing. • Ook wordt het ‘gewerkte’ substraat niet beschouwd als afval, maar kan het na een jaar composteren worden uitgebracht over landbouwgrond. • Zelfbouw is toegestaan. Ook heeft het ministerie laten weten dat deze zuiveringstechnieken zijn opgenomen op de Vamil/MIA-lijst voor 2013.

mene regels geen specifieke eisen aan het plaatsen van een olieafscheider. Houd echter altijd rekening met de eisen zoals gesteld in de handleiding van het product.

Onderhoud slibvangput en olieafscheider Alle onderdelen van de olieafscheider die regulier moeten worden onderhouden, moeten altijd bereikbaar zijn. Onderhoud aan het systeem moet ten minste één keer per zes maanden worden uitgevoerd door vakkundig personeel. Het onderhoud moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en bevat ten minste de volgende onderdelen: • Slibvanggedeelte: bepaling slibvolume. • Afscheider: meting dikte olielaag, controle functionering automatische vlotter, controle van het waarschuwingsinstrument. • Bemonsteringsschacht: schoonmaken van het afvoerkanaal. Olie en slib moeten zo nodig worden verwijderd. Als olie en slib zijn verwijderd, moet de afscheider worden gevuld met schoon water. Legen van de installatie wordt aanbevolen als de helft van het slibvolume in het slibvanggedeelte is gevuld of tachtig procent van het opvangvolume van de afscheider is bereikt. Naar gelang de uitkomsten van het reguliere halfjaarlijkse onderhoud van de olieafscheider, zoals dat in de NEN-EN 858-1 en 858-2 is omschreven, zal de afscheider moeten worden geleegd. Het onderhoud dient volgens NEN-EN 858-2 plaats te vinden door vakkundig personeel. Het enige criterium is dat de persoon in kwestie vakbekwaam is. Dat kan dus ook de ondernemer zelf zijn of een medewerker van het bedrijf. Uiteindelijk is het ter beoordeling van het bevoegd gezag of de persoon vakbekwaam is. De inhoud van een olieafscheider (en van de bijbehorende slibvangput) is gevaarlijk afval en moet dan ook worden ingezameld door een erkende inzamelaar. De ondernemer mag de olieafscheider wel zelf leeg halen, maar het verdient de voorkeur om ook dit door de inzamelaar te laten doen. De ondernemer moet namelijk altijd kunnen aantonen wat er met het gevaarlijk afval (en dus ook de olie) gebeurt. Dit kan bijvoorbeeld door het overleggen van een onderhoudscontract met een erkende inzamelaar. De NEN-EN stelt ook dat er van het onderhoud een registratie wordt bijgehouden, die beschikbaar is voor het bevoegd gezag. Het past ook binnen de zorgplicht die van de ondernemer wordt verwacht dat hij bijhoudt wanneer de afscheider is geleegd en gereinigd en wanneer onderhoud is gepleegd. Deze registratie kan worden gezien als een logboek en is dus via de NEN-EN wettelijk verplicht. In aanvulling op het halfjaarlijkse onderhoud staat een vijfjaarlijkse controle in de NEN-EN 858-2. In intervallen van maximaal één keer per vijf jaar moet de afscheider worden geleegd en aan een algemene controle worden onderworpen. Deze controle omvat de volgende aspecten: • Lekkage van het systeem. • Controle van de constructie. • Controle van eventueel aangebrachte coatings. • Het functioneren van de verschillende onderdelen. • Het functioneren van elektronische instrumenten en installaties. • Controle van de instelling van de automatische afsluiting, bijvoorbeeld drijvende bestanddelen.

Richard Wolting Adviseur managementsystemen

14

GRONDIG - November 2013


Tempo zaaimachine Ongeëvenaard zaairesultaat bij hoge snelheden; een garantie voor hoge capaciteit. Tempo kan worden uitgevoerd met een breed pakket aan opties, zoals kunstmest- en microgranulaattoediening. De absolute top in precisiezaai.

‘Hogere zaaisnelheid, excellente zaaikwaliteit en bewezen betere opkomst.’ precies wat nodig is

Tel. +31 (0)58 257 15 55 www.homburg-holland.com


TER OVERNAME AANGEBODEN GEEN COMPROMIS

Grote en kleinere bedrijven in de

Grond-, weg- en waterbouw en loonwerksector zowel op korte als langere termijn Voor informatie kunt u contact opnemen met Jan Buma:

Wytlansdijkje 11 | 8566 JG Nijemirdum | Tel: 0514-571378 | www.bumabemiddeling.nl

C04 , Stand Hal 11

onal !

G

ing ewerk b d n o r

i rofess r de p

voo

ALTIJD INZETBAAR HOLDER is het gehele jaar inzetbaar: o.a. voor onkruid borstelen, maaien, snoeiwerkzaamheden, blad ruimen, vegen, versnipperen en de winterdienst. Per saldo goedkoper: één aandrijfmachine voor alle voorkomende werkzaamheden!

y erman 13 20 ver / G Hano Novembermber ve 12 – 16Days 10 /11 No Preview

Gebr. De Vor Achterveld BV Hessenweg 164 • Postbus 2 • 3790 CA ACHTERVELD Tel. 0342 45 95 41 • info@devor.nl • www.devor.nl Zoek en vind: Holder Nederland

Husmann snoeihout versnipperaars

iscs

d Vario-

tel: 0546 644 866 info@eversagro.nl www.eversagro.nl www.wimvanbreda.nl

Deelbare cultivatoren

Bouwlandbemesters

Graslandverzorging

Woelers

Herder maaikorven, vaak geïmiteerd, nooit geëvenaard

www.wimvanbreda.nl


Cursus zorgvuldig graven voor grondwerkers en machinisten Zorgvuldig graven nabij kabels en leidingen regel je niet alleen met een wet en een stapel tekeningen. Vakmensen

scholing

Praktische kennis in het grondwerk moeten zelf oog hebben voor hun eigen veiligheid en weten hoe zij schade kunnen voorkomen. Om dat te leren, hebben CUMELA Nederland en IPC Groene Ruimte een praktische tweedaagse cursus ontwikkeld voor grondwerkers, machinisten en uitvoerders. Colland Arbeidsmarkt subsidieert deze cursus. Jaarlijks worden 40.000 beschadigingen van kabels en leidingen gemeld. De kosten aan directe en indirecte schade zijn groot en maatschappelijk wordt uitval steeds minder getolereerd. Niet zelden ook gaat schade gepaard met gevaarlijke situaties voor medewerkers en omgeving. Uit de evaluatie van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) is gebleken dat dit niet ligt aan het beschikbaar hebben van informatie over de ligging. Massaal vragen grondroerders die informatie op (ruim 500.000 keer per jaar). De vraag is dan ook: wat wordt er met die informatie gedaan en hoe zorgvuldig wordt er gewerkt. Het management is, zo bleek, zich vaak onvoldoende bewust dat het voorkomen van graafschade iets is wat in alle bedrijfsprocessen zijn plaats moet hebben. Geconstateerd is ook dat op het punt van kennis met betrekking tot zorgvuldig graven nogal wat verbeteringen mogelijk zijn.

In de cumelasector werken we met vakbekwame medewerkers. Het kan en mag niet zo zijn dat medewerkers onvoldoende kennis hebben om veilig en zorgvuldig te kunnen graven. Werkvoorbereiders en leidinggevenden kunnen hun kennis bijspijkeren bij CUMELA Nederland. De werkers buiten hebben echter belang bij praktische kennis; niet alleen vanuit de schoolbank, maar zichtbaar, tastbaar en vanuit en in de praktijk. Daarom heeft IPC Groene Ruimte samen met CUMELA Nederland een cursus ontwikkeld voor grondwerkers, machinisten en leidinggevenden buiten. De cursus, misschien kun je beter zeggen training, wordt in Arnhem gegeven. Deze locatie is erg geschikt om ook buiten het klaslokaal de lessen te geven; door te doen leer je het beste.

Tekst: Jan van der Leij

Cursus veilig en zorgvuldig graven

Kosten, bijdrage en opgave

Tijdens de tweedaagse cursus wordt natuurlijk onderwezen in het lezen en het gebruik van de liggingsinformatie. De buitenactiviteiten richten zich vooral op het ‘lezen’ van de grond en de omgeving en het traceren van kabels en leidingen met het graven van proefsleuven, voorsteken en door het gebruik van detectieapparatuur. Extra aandacht wordt gegeven aan het samenwerken en de communicatie op de bouwplaats; vaak blijkt dat daarmee al heel veel ellende kan worden voorkomen. Programma-onderdelen zijn in elk geval: • L iggingsgegevens: tekening lezen, toegevoegde documenten, contactgegevens. • Tekening lezen in het veld. • Proefsleuven graven: locatie en hoe. • Zorgvuldig graven, met voorsteken. • Wat te doen bij afwijkende ligging? • Wat te doen bij schade? • Veilig graven: grondstabiliteit, verontreinigingen. • Communicatie op de bouwplaats.

De kosten voor deze tweedaagse cursus bedragen € 600,00 exclusief btw. Daarin zijn inbegrepen de lesmaterialen en elke dag een lunch. CUMELA Nederland wil zich extra inspannen om graafschade in de sector terug te dringen. Zij wil daarom dat deze winter in elk geval honderd werknemers worden opgeleid. Het fonds Colland Arbeidsmarkt subsidieert deze cursus voor vijftig procent voor honderd werknemers uit de cumelasector. Deze honderd deelnemers betalen in plaats van € 600,- per persoon nu € 300,- per persoon. Deze regeling is dus exclusief voor bedrijven die de CAO LEO hanteren. Voor overige bedrijven gelden afwijkende voorwaarden. We starten in december; de cursusdagen worden nog bekend gemaakt. U kunt, als u ingelogd bent, uw medewerkers opgeven voor deze cursus via de website. Zodra wij weten wanneer de eerste cursus plaats zal vinden, zullen de deelnemers in volgorde van aanmelding worden geplaatst.

GRONDIG - November 2013

17


“als je niks zegt, gebeurt er ook niets” Clasien de Regt, gemeenteraadslid in Etten-Leur De aftrap in onze nieuwe serie over de rol van de cumelasector in de politiek is voor Clasien de Regt van loon- en grondwerkbedrijf P.H. de Regt en Zn. BV uit Etten-Leur. Zij zit voor de VVD in de gemeenteraad van Etten-Leur. Voor de deur merkt ze hoe weinig aandacht er is voor bijvoorbeeld de brede werktuigen waarmee het cumelabedrijf werkt. “Dat wil ik veranderen, ze moeten ons gewoon weer in het vizier krijgen.”

In de regio is ze geen onbekende. Regelmatig staat ze met uitspraken in het regionale dagblad BN De Stem. Als het om agrarische onderwerpen gaat, weet de sector haar te vinden en ook op Twitter laat ze van zich horen. “Het gaat om aandacht vragen en zaken blijven aanhalen”, zegt Clasien de Regt. “Soms win je wat, soms niet. Maar als je niks zegt, gebeurt er ook niets.” Sinds 2002 is ze politiek betrokken. Eerst als burgerlid, sinds 2006 als raadslid van de plaatselijke oppositiepartij VVD, naar eigen zeggen dé partij voor ondernemers. Haar kinderen waren de aanleiding. “De school van mijn kinderen zou vanuit het dorp worden verplaatst naar een nieuwbouwwijk. De directeur deed daar nogal gelaten over, maar ik wilde graag weten hoe dat zat, dus ik vroeg een gesprek aan met de betrokken wet-

Naam: Clasien de Regt Bedrijf: Loon- en Grondwerk P.H. de Regt en Zn. BV in Etten-Leur Werkzaamheden: huismanager, van offertes maken tot eten brengen Gemeente: Etten-Leur Partij: VVD Functie: raadslid Beleidsterreinen: sociale en maatschappelijke zaken, ruimtelijke ordening en openbaar gebied Tijd: 20 uur in de week Politiek betrokken sinds: 2002 Benodigde eigenschappen: veel geduld, op strepen durven staan, lef tonen, voor jezelf op durven komen Slogan: het maakt niet uit welke kleur de kat heeft, als hij maar muizen vangt. Twitter: @Clasienderegt

18

GRONDIG - November 2013

Politiek ondernemend Volgend voorjaar zijn de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen. In de aanloop daar naar toe belichten we een aantal ondernemers uit de sector die actief zijn in de politiek. Wat is hun motivatie, wat hebben ze bereikt en wat is hun ambitie? De politieke kleur verschilt , maar uiteindelijk hebben ze allemaal vooral het sectorbelang als aandachtsgebied. Want je kunt je ergeren aan belemmeringen voor landbouwverkeer, je kunt er ook zelf wat aan doen.

houder. Van het één komt het ander. Als je eenmaal besmet bent met de politiek, kom je er moeilijk van af.”

Tussen soep en aardappels door Haar man runt met zijn broers het loon- en grondwerkbedrijf P.H. de Regt en Zn. BV. Zijzelf noemt zich huismanager. Ze zorgt voor offertes, maar ook dat de mannen op tijd te eten krijgen. Tussen de soep en de aardappels door doet ze haar politieke freelancewerk. Zo’n twintig uur in de week is ze ermee bezig, van het bijwonen van vergaderingen tot aan het contact houden met andere politieke connecties. “Ik vind het ontzettend leuk en afwisselend werk. De ene keer zit je met je neus in een miljoenenbegroting of een 900 pagina’s tellend bestemmingsplan buitengebied exclusief 64 bijlages, de andere keer zorg je ervoor dat er van omgevallen bomen recreatiebankjes worden gemaakt”, vertelt ze. Zelf vindt ze haar loonwerkachtergrond een groot voordeel. “Ik kom overal en hoor en zie van alles waarvan ik denk: dat moet op de politieke agenda.” Zo maakt ze zich momenteel sterk voor een parkeerverbod op wegen in het buitengebied. “Het gebeurt heel veel dat er auto’s of vrachtwagens half in de berm geparkeerd staan of dat voertuigen worden neergezet op passeerstroken. Behalve dat een hakselaar van drieënhalve meter breed er dan nauwelijks langs kan, levert het ook levensgevaarlijke situaties op, want wat als een hond, of kind, ineens van achter die geparkeerde auto’s de straat op rent? Een trekker of auto kan dat niet meer bijremmen. Nu kan de politie de bestuurders van die voertuigen er niet op aanspreken, want er is geen parkeerverbod, maar met een verbod heeft ze handvatten om in te grijpen.” Als loonwerkersvrouw actief zijn in de politiek heeft echter ook zijn nadelen. “Ik word door politieke collega’s wel eens beticht van belangenverstrengeling, al heeft niemand dat ooit nog kunnen bewijzen. Ze hebben geprobeerd om me van het dossier bestemmingsplan buitengebied af te halen, alleen maar


omdat ze dachten dat ik er voordelen voor het loonbedrijf uit zou kunnen halen. Ten eerste ligt het bedrijf niet eens in het buitengebied, ten tweede stelt de wet dat belangenverstrengeling op dit vlak alleen mogelijk zou zijn bij een boerenbedrijf en dat zijn we niet. Dus ik zie deze aantijgingen maar gewoon als compliment. Als ik onzin zou praten, zouden ze niet de moeite nemen me van het dossier af te halen.”

Agrarische aandacht Met 27 raadsleden, van wie twee met een agrarische achtergrond, ligt de politieke aandacht in de gemeente Etten-Leur niet in de agrarische hoek. “Onze gemeente heeft de agrarische sector niet in het vizier”, zegt De Regt. Ze wijst naar weg die langs het bedrijf loopt. De Donkerstraat is strak en opnieuw geasfalteerd met duidelijke belijning. Probleem: hij is maar zes meter breed. Met veel vrachtverkeer, een busroute en landbouwmachines is de weg daarom krap te noemen. Een automobilist die de hakselaar van de firma De Regt tegemoet komt, zit niet meer prettig achter het stuur. “Denk niet dat de gemeente de agrarische sector wat vraagt als wegen worden aangepast. Datzelfde geldt voor de borden ‘Oogsttijd - pas op slipgevaar’. Hoewel omliggende gemeenten deze borden overal hebben geplaatst, vindt onze gemeente het niet nodig.” Erg jammer, vindt het raadslid. “Daarom blijft het belangrijk dat die agrarische sector ook zelf in de politiek vertegenwoordigd is. Ik zit dan wel in een oppositiepartij, maar ook ik kan zaken op de agenda zetten. Het gaat om aandacht vragen en mensen met informatie blijven voeden.” Om een voorbeeld te geven van de invloed die ze kan uitoefenen: “Laatst was ik op een regionale bijeenkomst over de nieuwe Maatlat Duurzame Veehouderij. Ik heb daar een verslag van gemaakt, doorgestuurd naar Helma Lodders, Tweede Kamerlid voor de VVD, en niet veel later heeft ze daarover vragen gesteld aan de minister. Dat zijn leuke dingen.”

Samenwerking Netwerken vindt ze ook erg belangrijk. “Zonder samenwerking kom je er niet. Door te netwerken, of het nu op bijeenkomsten is of via sociale media, laat je weten wat er gebeurt in de sector. Dat is belangrijk”, zegt ze daarover. Het is ook een reden waarom de VVD haar zo aanspreekt. “Ik vind het een groot voordeel dat onze gemeentelijke afdeling van de VVD lijnen heeft naar de Tweede Kamer, de provincie en naar de waterschapsfractie. Zo wilden ze hier het nieuw natuurgebied Noordrand Midden aanleggen, dat tegen agrarisch gebied aan zou komen te liggen. Je kunt je dus voorstellen dat er daardoor beperkingen voor de aangrenzende agrariërs zouden komen. Wij als lokale VVD waren tegen, maar de VVD in de waterschapsfractie was voor. We zijn met elkaar om de tafel gaan zitten. Wij hebben een voorstel gedaan voor een gescheiden watersysteem. We hebben studenten gevraagd het concept uit te rekenen en op die manier zijn we eruit gekomen. We hadden daardoor op drie terreinen winst: natuur, economie en onderwijs.” Hoewel gedreven en enthousiast is ze na de komende verkiezingen niet in voor de functie van wethouder. Wel staat ze als tweede op de lijst en hoopt ze weer als raadslid aan de slag te kunnen. “Ik wil het agrarisch geluid blijven laten horen. Het is belangrijk voor de sector. Ik hoop dat er ook in andere partijen meer agrariërs komen. Ten eerste moet ik nu alles drie keer uitleggen. Als ik het heb over ‘teeltondersteuning’ zit iedereen me in de raad vragend aan te kijken. Ten tweede, en eigenlijk belangrijker: de agrarische sector is de belangrijkste economische poot van Brabant, dus politieke vertegenwoordiging is noodzakelijk.”

Tekst en foto: Marjolein van Woerkom

GRONDIG - November 2013

19


economie

Nieuw dealerbedrijf Kamps de Wild Reesink blijft werk maken van het uitbreiden van zijn eigen dealernet. De afgelopen weken zijn de Kamps de Wid merken van Jans-Van Gemeren Mechanisatie in Veghel overgenomen. Ze worden ondergebracht in een nieuwe dochteronderneming van Kamps de Wild, genaamd Landtech Zuid. De nieuwe onderneming neemt van Jans-Van Gemeren het dealerschap in Midden-Brabant over van de merken Claas, Amazone en Kaweco en zal gevestigd blijven op de huidige locatie. Volgens directeur Erwin Ros van Kamps de Wild is het de bedoeling om dit op termijn uit te breiden met andere merken uit de Reesink-groep. “Via Jean Heybroek gaan we ook de producten van Toro verkopen en voor Kemp zal het grondverzetmaterieel worden vertegenwoordigd. Dat gaat om de Atlas-kranen en de IHImachines. Vanaf volgend jaar kan daar ook Kobelco bij komen.” Ros benadrukt dat het besluit om de activiteiten over te nemen in goed overleg is genomen. “Het is ons beleid om samen met de dealers te werken aan een sterkere organisatie, waarin we als Kamps de Wild participeren. Het is aan de lokale bedrijven om daar al dan niet op in te gaan. In dit geval wilde Johan Jans iets anders gaan doen en is het besluit genomen om de activiteiten aan ons over te doen. Wij bekijken nu samen met de buurbedrijven hoe we misschien bepaalde activiteiten kunnen combineren. Zo bespreken we de mogelijkheden om tot een soort expertcentrum voor de grote zelfrijdende machines te komen.” De overname betekent ook dat Van Gemeren zich als dealer weer geheel op het eigen werkgebied zal richten. Dat is Zuidwest-Nederland inclusief West-Brabant. In dat gebied zal Johan Jans ook voor Van Gemeren aan de slag gaan als vertegenwoordiger. De overname van Jans-Van Gemeren wordt door Reesink geheel uit eigen middelen gefinancierd. De gelden daarvoor komen beschikbaar uit de nieuwe financieringsfaciliteit die Reesink heeft verkregen voor de overname van Pon Material Handling.

Argo, het moederbedrijf van de trekkermerken McCormick en Landini, heeft de afgelopen jaren een positief resultaat gehaald. Dit bleek uit de jaarcijfers die werden gepresenteerd tijdens de introductie van een serie nieuwe trekkers. De Argo-groep is een familiebedrijf dat in handen is van de familie Morra. Die verklaarde zich de komende jaren volledig te concentreren op het bouwen en verkopen van trekkers vanuit de fabriek in het Italiaanse Fabbricio. Tijdens de persbijeenkomst verklaarde eigenaar Morra dat dit een les is die is geleerd in het verleden. “Helaas is het produceren van McCormicks in het buitenland geen succes geworden. Daarom hebben we besloten tot een herstructurering en gaan we alleen nog in Italië trekkers bouwen.” Tegelijkertijd is ook de beslissing genomen om zich als bedrijf te concentreren op trekkers. Dit heeft geresulteerd in het afstoten van belangen in andere bedrijven, zoals Laverda en Fella. Het afgelopen jaar heeft het bedrijf een omzet gehaald van 529 miljoen euro, wat een winst voor belasting van 9,3 procent opleverde. Momenteel worden er in het bedrijf 17.000 trekkers per jaar gebouwd. Dat aantal zou kunnen groeien tot 25.000.

Ophaalbijdrage Deurne, Tilburg, Uden en Lichtenvoorde

Ophaalbijdrage Barneveld en Markelo Gemiddelde ophaalbijdrage vleesvarkensdrijfmest vanaf 1 januari 2008 gebieden Barneveld en Markelo bron: DCA Kenniscentrum € 26,00

Gemiddelde ophaalbijdrage vleesvarkensdrijfmest vanaf 1 januari 2008 gebieden Deurne, Tilburg, Uden en Lichtenvoorde bron: DCA Kenniscentrum € 30,00

€ 24,00

€ 28,00

€ 22,00

€ 26,00

In euro per ton

In euro per ton

Argo is gezond

€ 20,00 € 18,00 € 16,00 € 14,00

€ 24,00 € 22,00 € 20,00 € 18,00 € 16,00 € 14,00

€ 12,00

1 4 7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52

1 4 7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52

2008

2009

2010

2011

2012

2013

De ophaalbijdragen voor de mest lijken dit jaar iets meer naar elkaar toe te kruipen. In Midden-Nederland blijft die bijdrage nog stijgen en gaat die richting de € 18,-. (Bron: DCA-markt)

20

GRONDIG - November 2013

2008

2009

2010

2011

2012

2013

De mestmarkt blijft momenteel rustig en er is zelfs sprake van stabilisatie op een prijs van € 20,-. Dat is enkele euro’s onder het prijsniveau van de laatste jaren. (Bron: DCA-markt)


CUMELA-Kompas Analyse: rente vreemd vermogen In 2012 was het rentepercentage op het vreemd vermogen bij cumelabedrijven gemiddeld 4,0 procent. Dit is een tiende procentpunt lager dan in 2011. Dat blijkt uit bijgaande grafiek, die is opgesteld op basis van ruim 200 deelnemers aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Het rentepercentage vreemd vermogen is de verhouding tussen betaalde rente en gemiddeld aanwezig vreemd vermogen. Voor het vreemd vermogen wordt uitgegaan van zowel de kort- als de langlopende schulden. Onder de kortlopende schulden vallen ook de crediteuren en overige kortlopende schulden. Hierdoor ligt het berekende rentepercentage binnen CUMELA-Kompas Analyse lager dan het werkelijke rentepercentage dat bedrijven betalen voor leningen en de rekening courant. Wat opvalt in de grafiek is dat zowel in 2011 als in 2012 de grondverzetbedrijven met een duidelijk lager rentepercentage te maken hebben dan de agrarische loonbedrijven. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat agrarische loonbedrijven kapitaalsintensiever zijn. Dit zien we terug in de verhouding tussen langlopende en kortlopende schulden. Deze is bij agrarische loonbedrijven fors hoger. Het aandeel rentevrije schulden, zoals crediteuren, is duidelijk lager. Bovendien wordt er in de agrarische sector sneller betaald, wat tevens zorgt voor lagere kortlopende schulden. Een andere verklaring hiervoor kan zijn dat het rendement en de eigen-vermogenspositie van grondverzetbedrijven gemiddeld beter zijn dan die van de agrarische loonbedrijven. Hiermee lopen financiers minder risico en dus vragen ze een lager rente percentage.

KORT NIEUWS Reesink rondt overname af

Afgelopen maand heeft Reesink de overname van Pon Material Handling definitief afgerond. Daaronder vallen Motrac en Pelzer. Dit zijn bedrijven die actief zijn in Nederland, België en Duitsland. Voor de overname heeft Reesink onderhands nieuwe aandelen geplaatst Daarnaast komt er een publieke emissie.

Probotiq naar Louis Nagel De Dutch Power Company, eigenaar van onder meer importbedrijf Louis Nagel, neemt Probotiq over. Dit bedrijf is gespecialiseerd in het ontwerpen en bouwen van voertuigen die geautomatiseerd herhaalwerkzaamheden uitvoeren. Het gaat dan om robotvoertuigen die bijvoorbeeld boom- en wijngaarden spuiten of maaiapparatuur voor golfterreinen. Ook in de akkerbouw verwacht het bedrijf werkzaamheden te kunnen automatiseren. De techniek van Probotiq is daarvoor al toegepast op bestaande trekkers met traploze transmissie. De verkoop zal straks via Louis Nagel verlopen.

Gemiddeld Rentepercentage op vreemd vermogen 5,0% 4,5% 4,0%

Nieuw revisiecentrum Hitachi

3,5%

Hitachi heeft naast de fabriek in Oosterhout een nieuw revisiecentrum geopend. In dit bedrijf is één miljoen euro geïnvesteerd om ruimte te krijgen om hoofdpompen, draai- en rijmotoren en cilinders te reviseren. In de nieuwe vestiging zullen alleen onderdelen worden gereviseerd die door Hitachi zijn gemaakt. Onderdelen die worden aangekocht worden bij de betreffende fabrikant, zoals bijvoorbeeld ZF onder handen genomen. In eerste instantie richt het bedrijf zich op onderdelen van machines die in Europa zijn gebruikt en worden verkocht.

3,0% 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% Grondverzet

Gemengd 2011

Agrarisch loonwerk

Cumelasector

2012

Sterkere seizoensmatige daling

De waarde van mest: vleesvarkensmest

€ 130

20,00

18,00

€ 125

16,00 € 120

12,00

magnesium

10,00

kali fosfaat

8,00

stikstof

6,00 4,00

Prijs per 100 liter

14,00

€ 115

€ 110

€ 105

€ 100

2013

De bemestende waarde van vleesvarkensmest is gedaald tot onder de € 16,-, gebaseerd op mest met 7 kg stikstof (65 procent werkzaam), 4 kg fosfaat, 7,2 kg kali en 1,8 kg magnesium. Waarde uitgedrukt in prijzen voor kunstmest, exclusief btw (Bron: LEI).

2012

dec

nov

okt

sept

aug

juli

juni

2013

mei

2012

april

2011

mrt

2010

febr

€ 95

0,00

jan

2,00

2012 (EN590*)

Net als in voorgaande jaren daalt de dieselprijs dit najaar. De prijs ligt nu ongeveer acht cent beneden die van een jaar geleden. Ten opzichte van de prijs van vorig jaar zonder de accijnsverhoging is de kostprijs nog zeker tien cent hoger. GRONDIG - November 2013

21


duurzaamheid biomassa

Mest(verwerking), compost en groene biomassa Gescheiden werelden of kansen voor slimme combinaties? CUMELA Nederland en de BrancheVereniging Organische Reststoffen (BVOR) organiseren op 7 november in Nijkerk een seminar waarin de ontwikkelingen rond mest(verwerking), compost en (groene)biomassa worden toegelicht. Aan de hand van praktijkvoorbeelden wordt geïllustreerd welke kansen deze bieden voor ondernemers in de cumelasector en de BVOR-achterban.

Het seminar is van belang voor elke ondernemer die meer wil met mestverwerking en/of biomassa. Het wordt gehouden op 7 november in De Schakel, Oranjelaan 10, 3862 CX Nijkerk. Het programma ziet er als volgt uit: 15.45 uur Ontvangst met koffie. 16.00 uur Opening. 16.15 uur Inleiding Hans Verkerk: verwerken van (groene) biomassa en mest: kan dat samen? 17.00 uur Inleiding Arjen Brinkmann: ontwikkelingen rond de opwerking van organische reststromen en biomassa. 17.45 uur Pauze met broodjes en koffie. 18.30 uur Drie inleidingen van uit de praktijk: • Sieta de Vries (provincie Utrecht): kansen bij samenwerking in de biomassaketen van bermgras naar groengas. • Gjalt de Haan (ondernemer): noodzaak en kansen van hoogwaardig bewerken van biomassa. • Rob Aartssen (Den Ouden Groep): praktijkervaringen uit de markten van compost, biomassa en dierlijke mest. 19.30 uur Afsluiting met een drankje. Heeft u belangstelling? Deelname is alleen mogelijk als u zich opgeeft door middel van het invullen en opsturen van het deelnameformulier dat u vindt op de site van CUMELA Nederland. Voor vragen kunt u contact opnemen met Hans Verkerk (hverkerk@cumela.nl), Jan van der Leij (jvdleij@cumela.nl) of Arjen Brinkmann (brinkmann@bvor.nl).

22

GRONDIG - November 2013

De markten van de organische reststromen, groene biomassa en mest zijn enorm in ontwikkeling. Nieuwe wetgeving en technologie ontwikkeling maken bestaande ‘zekerheden’ minder vanzelfsprekend. Ze bieden tegelijkertijd kansen voor innovatieve ondernemers. Zo zal de mestverwerkingsplicht grote invloed krijgen op de markt voor mestbewerking en -afzet. Voor andere organische reststromen en groene biomassa wordt door de markt al gezocht naar steeds hoogwaardiger toepassingen. Dit wordt ondersteund door het ‘biobased economy’-beleid van de overheid. Wellicht zullen er ook meer dwarsverbanden ontstaan tussen de tot dusver grotendeels gescheiden werelden van mest en biomassa. De werelden van (groene) biomassa en mest zijn nog vrij gescheiden, maar er ontstaan steeds meer raakvlakken. Compost, meestal toegepast om zijn bodemverbeterende werking, kan worden verrijkt met mest teneinde de bemestingswaarde te verhogen. Mestvergisters halen hogere rendementen met de toevoeging van (groene) biomassa. Compostering en vergisting kennen hun eigen technieken en regelgeving. De gezamenlijke inzet van biomassa en mest in één van deze technieken roept echter vragen op. Hans Verkerk zal de wet- en regelgeving rond mest(verwerking), organische restromen, biomassa en compost uiteenzetten. Ook zal hij aangeven waar de wetgeving combinaties mogelijk maakt en uitsluit. Aan de orde komen de regelgeving en de technische eisen die worden gesteld aan mengsels van deze stromen en het belang dat pathogene organismen worden geëlimineerd: kiemreductie met de juiste behandeling. Aan groene biomassa worden eisen gesteld om deze te kunnen toepassen in een vergister; dus ook welke biomassa kan en mag ik in een co-vergister toepassen, aan welke technische specificaties moet het voldoen? En tot slot wat kan en mag ik met het digestaat (vergiste mest)? Arjen Brinkmann (BVOR) gaat in op de bestaande situatie en ontwikkelingen rond de opwerking van organische reststromen en biomassa. Het gaat dan om rendabele (alternatieve) toepassingen van bestaande producten uit biomassa, maar ook om alternatieve bewerkings- en verwerkingsmethoden. Hoe gaan we van monoverwerking naar het benutten van meer waardevolle componenten uit de biomassa. De verwerking van biomassa stelt steeds hogere eisen aan de input en


In deze rubriek behandelen we iedere maand een onderwerp op het gebied van aanbestedingen en het aannemen van werken. Heeft u ook een vraagstuk, laat het CUMELA Nederland weten.

IN KORT BESTEK Heraanbesteden, mag dat? Beste Helmy, het proces. In het bijzonder zal Brinkmann daarom stilstaan bij het belang van kwaliteitsborging, maar ook van dat van samenwerking in biomassaketens. Een drietal sprekers zal tot slot zijn praktische visie geven op het belang van samenwerken in de keten, het belang van hoogwaardige verwerking van (groene) biomassa en waarom ondernemers juist kansen zien in de verwerking van mest samen met groene biomassa.

Hans Verkerk Secretaris sectie Meststoffendistributie

Wat is wat? Organische reststromen Een verzamelnaam; het zijn eindproducten en reststromen van dierlijke of plantaardige herkomst die steeds meer een doelmatige benutting krijgen. Reststromen uit de voedings- en genotmiddelenindustrie (VGI) worden veelal nuttig als diervoeder gebruikt. Soms worden deze reststromen uit de VGI benut voor energieopwekking via onder andere vergisting. Groene biomassa Komt op veel plaatsen in ons land vrij bij het onderhoud van stad en landschap; het bestaat voornamelijk uit maaisel en snoeiresten. Het wordt nu en zal ook in de toekomst voor een belangrijk deel worden verwerkt tot compost. Biomassa Zijn houtsnippers en -pellets die vrijkomen bij bosonderhoud, het rooien van bomen en de verwerking van sloophout. Het wordt vooral gebruikt als brandstof in biomassacentrales. Mest Bestaat uit uitwerpselen van dieren en de (gedeeltelijk) verteerde maag- en darminhoud van dieren. Mest die ontstaat op agrarische bedrijven wordt voor een deel weer benut op het eigen bedrijf. Een niet onbelangrijk deel wordt elders afgezet en zal gezien de nieuwe mestwetgeving moeten worden verwerkt, waarvoor veelal eerst een bewerking moet plaatsvinden.

Ik had ingeschreven bij een openbare inschrijving. Na opening van de inschrijvingen berichtte de opdrachtgever dat hij het werk niet zou gunnen. Nu zet de opdrachtgever in mijn ogen hetzelfde werk weer in de markt. Mag dat? Ik was de enige rechtsgeldige inschrijver en heb het idee dat de aanbestedende dienst het werk graag wil opdragen aan een andere, goedkopere partij.

Beste aannemer, Onder het hoofdstuk gunningsbeslissing staat in artikel 2.26.5 van de ARW 2012: “De aanbesteder stelt de inschrijvers zo spoedig mogelijk gelijktijdig schriftelijk, in elk geval per fax of elektronisch bericht, in kennis van de beslissingen die zijn genomen op grond van de artikelen 2.26.2 tot en met 2.26.4 en, in voorkomend geval, de beslissing om de opdracht niet te verlenen. enz. enz.” Een te hoge of te lage prijs kan een reden zijn de opdracht niet te verlenen. De ARW geeft geen duidelijkheid over wanneer een aanbestede dienst heraanbesteed mag worden. In de jurisprudentie komen de meeste uitspraken erop neer dat als een aanbesteding heeft plaatsgevonden en er geschikte inschrijvingen zijn ingediend, het de aanbestedende dienst niet is toegestaan het werk opnieuw aan te besteden. Een nieuwe aanbesteding kan alleen als de opdracht wezenlijk is gewijzigd: in feite moet er dus sprake zijn van een nieuwe opdracht. Een kleinere omvang van het werk is discutabele wijziging. Dit moet substantieel zijn. Als gelijktijdig de selectie-eisen aan de nieuwe omvang van het werk worden aangepast, ontstaat een andere situatie. Op dat moment kan dit nieuwe werk leiden tot interesse van andere inschrijvers, bijvoorbeeld omdat zij nu kunnen voldoen aan de verlaagde criteria. Ook de selectie-eisen kunnen zijn gewijzigd, waardoor inschrijfmogelijkheden ontstaan voor nieuwe inschrijvers. Van een wezenlijke wijziging is ook sprake als er administratieve voorwaarden worden gewijzigd zodanig dat risico’s worden verlegd. Blijft staan dat als een heraanbesteding plaatsvindt en de opdracht niet wezenlijk is gewijzigd, u dan tegen die heraanbesteding kunt opkomen, zoals het juridisch heet. De kernvraag blijft: bent u ervan overtuigd dat dit hetzelfde werk is?

Helmy Coenen Adviseur GWW

GRONDIG - November 2013

23


fendt.com

Agritechnica 2013 12 t/m 16 november Hal 9 · D 24

Fendt ervaren. Bergen verzetten. Beleef het mee op de Agritechnica; grote innovaties, verweven technologieën en een toekomst, die elektriseert. Ontdek wat u concrete voordelen brengt - bijvoorbeeld, meer vermogen in de oogsttechniek, het zuinigste Vario programma aller tijden of de bijzondere en betere Fendt oplossingen tot in detail. Tijd om bergen te verzetten! Uw toekomst staat voor u klaar. Meer op www.fendt.com/agritechnica Gedurende de Agritechnica zullen 2 Nederlandse rayonvertegenwoordigers aanwezig zijn op de stand. Fendt is een wereldwijd merk van AGCO.

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Gebr . De Vor Achterveld b.v., tel.: 0342-459 541, www.devor.nl Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl

Fendt wereldpremières Fendt 900 Vario Kan meer. Doet het beter. Fendt 800 Vario Superieur. Tot in detail. Fendt X Concept De toekomst elektriseert. Fendt Variotronic Omdat integratie voorsprong verschaft. Fendt Katana programma De kracht van precisie. Fendt X- / P-Serie Efficiëntie is doorslaggevend.


wetten en regels

Tijdelijke btw-verlaging verlengd De regeling voor de tijdelijke btw-verlaging is verlengd tot 31 december 2014. Per 1 maart 2013 verlaagde staatssecretaris Weekers van Financiën tijdelijk het btw-tarief voor renovatie en herstel van woningen ouder dan twee jaar. Het aanleggen en onderhouden van tuinen valt eveneens onder de verlaging. Het verlaagde btw-tarief geldt alleen voor de component arbeid. Het tarief van een graafmachine of trekker die voor werkzaamheden wordt ingezet, hoeft niet te worden gesplitst in een arbeids- en machineaandeel. Materiaal dat u verwerkt in de tuin, zoals rioleringsmateriaal of tegels, moet wel tegen 21 procent worden gefactureerd.

Registratie transporteurs dierlijke bijproducten Al eerder meldde CUMELA Nederland dat transporteurs van dierlijke bijproducten (waaronder mest) zich moeten registreren bij de NVWA en dat zij u adviseert om dat nog niet te doen. Dit advies geldt nog steeds. Inmiddels heeft een onafhankelijk adviesorgaan van de overheid op het gebied van administratieve lasten (Actal) een advies naar de staatssecretaris van Economische Zaken gestuurd. In het advies komt het orgaan tot de conclusie dat een dubbele registratie niet noodzakelijk is en adviseert het de staatssecretaris om hierover zo spoedig mogelijk een besluit te nemen, omdat ondernemers op dit moment al verplicht zijn om zich dubbel te laten registreren.

Depotstelsel komt echt in 2014 In 2014 wordt de g-rekening vervangen door het depotstelsel. Dit blijkt uit het Belastingplan 2014. In 2009 was de besluitvorming al rond. Het duurde echter nog even voordat de computersystemen bij de Belastingdienst deze wijziging mee konden nemen. Voor meer informatie over het depotstelstel kunt u terecht op cumela.nl.

Agentschap NL en Dienst Regelingen fuseren Agentschap NL en Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken gaan fuseren. De organisaties gaan naar verwachting per 1 januari 2014 samen. Het nieuwe agentschap wordt het aanspreekpunt op het gebied van innovatie, duurzaamheid, landbouw en internationale samenwerking. De nieuwe naam van de organisatie is nog niet bekend.

CAO & zo

De winst van opleiden De wintermaanden staan weer voor de deur. Niet altijd is er in deze periode voldoende werkaanbod en dus kunnen de wintermaanden de beste periode zijn om uw medewerkers een cursus te laten volgen. In een tijd waarin bedrijven extra op de kosten moeten letten, krijgt opleiden echter vaak een lagere prioriteit. Begrijpelijk, maar hoe moet u de titel van deze column dan interpreteren? We moeten allemaal langer werken. Er is een periode geweest dat medewerkers na veertig dienstjaren soms al op hun 56e gebruik konden maken van de vervroegde uittreding. Nu weten we dat we allemaal minimaal tot ons 67e moeten werken voordat er een recht op pensioen ontstaat. Deze leeftijd zal de komende jaren naar verwachting nog hoger worden. Dit betekent dat we ten minste tien jaar langer actief zijn op de arbeidsmarkt dan in de jaren negentig. Het vraagt daarom een grotere inspanning van werkenden om aantrekkelijk te blijven op de arbeidsmarkt. Hoe kunnen we dat met elkaar bereiken? Soms lijkt ‘opleiden’ wel het toverwoord en dé oplossing voor alle problemen. Maar opleiden brengt kosten met zich mee en dat maakt dat bedrijven tegenwoordig wat voorzichtig zijn. CUMELA is zich daarvan zeker bewust en kiest daarom voor een andere benadering. Opleiden moet uw bedrijf rendement opleveren. De meerwaarde van de cursus moet zich vertalen in lagere (faal)kosten en/of hogere opbrengsten. Door vooraf met u als ondernemer af te stemmen wat uw verwachtingen zijn van de training en achteraf te toetsen of dit ook daadwerkelijk is gerealiseerd, controleren we de ambitie. Heeft u bijvoorbeeld de cursus voor het Nieuwe Rijden op het programma staan, dan spreken we graag met u af hoeveel brandstofbesparing u wilt realiseren. Door vervolgens de opgedane kennis te vertalen naar acties binnen uw onderneming en de uitkomsten periodiek te meten, kunt u direct zien welke winst u per saldo met de cursus heeft behaald. Binnen het nieuwe cursusprogramma krijgt het onderdeel communicatie meer aandacht. Het delen van kennis en informatie met anderen op de werkplek en het met elkaar afstemmen wie welke verantwoordelijkheid draagt, zijn belangrijke aandachtsgebieden in de cursus Veilig en zorgvuldig graven. Als een tweedaagse training van € 300,- één graafschade kan voorkomen, heeft u de kosten van de training al dubbel en dwars terugverdiend. Uw winst is niet alleen een beperking van uw eigen risico, maar ook een verbetering van uw imago. De winst van het opleiden ontstaat door de combinatie van duidelijke ambities en een passende opleiding. Wij adviseren u graag.

Hannie Zweverink Directeur belangenbehartiging CUMELA Nederland

GRONDIG - November 2013

25


De volgende bedrijven heten u van harte welkom op de Agritechnica...

Hal 1 - Stand C03

Hal 11 - Stand C04

Hal 9 - Stand B24

Hal 9 - Stand D24

Hal 15 - Stand D12

Hal 13 - Stand C31

Hal 4 - Stand A42

Hal 16 - Stand B18

Hal 27 - Stand E02

Hal 5 - Stand D38

1

Hal 27 - Stand E02

Hal 11 - Stand B43

2

Hal 4 - Stand B27

21

WEST 3

22

Hal 9 - Stand G10

27

WEST 2

26 24

16 F

P 25 35 P34

15 26

P32

27 13

Hal 16 - Stand B06

Hal 26 - Stand E11a

Hal 17 - Stand F05

18

23

17 22

25 Hal 16 - Stand C18a

NORD 1

4

21

24

Hal 27 - Stand A15

3

12

14 PP 35 35 P34

23

5 1

17 6 16 7 15

11

12 - 16 november 2013 Hannover, Duitsland

8 9


BANDEN VOOR PROFESSIONALS

Flotation Pro

Traxion+

Flotation Trac

Traxion 85

Flotation+

RUIM MATENPAKKET, UITSTEKENDE PRESTATIES, HOOG RENDEMENT, KWALITEIT, TOP IMAGO.

W W W.V R E D E S T E I N . N L

id7_VSTEIN_2573118_001.indd 1

23-8-2013 10:35:25


In de landbouwwerktuigenindustrie is Krone één van de grootste fabrikanten. Het

vent en visie

bedrijf is niet gekoppeld aan een trekkermerk en wil nadrukkelijk zelfstandig blijven. Zorgen zijn er wel. Krone constateert dat er tendensen zijn bij trekkeraanbieders om de trekkersoftware niet open te stellen voor alle werktuigenfabrikanten. Iets waar Krone niet in gelooft. Directeur Krone kiest nadrukkelijk voor open systemen, zodat de klant altijd het beste kan kiezen.

“Wij geloven in open systemen” Bernard Krone, directeur van Krone Klanten, daar draait het om bij Krone. Het is onderdeel van de complete bedrijfsvoering. Misschien is dat nog wel het best te zien bij de parkeerplaats voor het hoofdkantoor. Daar zijn de mooiste plaatsen gereserveerd voor Kunden (klanten; red.), benadrukt directeur Bernard Krone. “Daar willen we geen auto’s van vertegenwoordigers, terwijl een klant een plekje moet zoeken, omdat de gastenparkeerplaats vol is.” Klanttevredenheid is een thema dat Krone in het gesprek herhaaldelijk benadrukt. Of het nu gaat om dealers, service of gebruiksgemak, telkens komt hij terug op dat thema. Wie het doet of hoe het gebeurt, maakt volgens Krone niet uit. Als de klant aan het eind maar tevreden is. Dicht bij de klant staan, is volgens Krone het geheim van het aanhoudende succes van Krone in de afgelopen jaren. “Wij stellen geen bijzondere eisen aan onze dealers. Ze hoeven niet groot te zijn, als ze maar zorgen dat de problemen worden opgelost. Dat betekent een goede werkplaats of serviceauto, deskundige monteurs en bereikbaarheid. Klanten accepteren wel dat er iets misgaat, als je het maar oplost. Dat is dus iets wat wij vragen van onze serviceorganisatie. Dat kunnen grote bedrijven zijn, zoals Bromach in NoordNederland of Abemec in het zuiden, maar ook kleine, zoals Van der Kolk in Zetten”, vertelt Krone. Behalve het verlenen van service is het volgens hem ook belangrijk dat ze het complete probleem oplossen. Dus als het gaat om het afhandelen van garanties of bijvoorbeeld een discussie over een probleem contact leggen met de Nederlandse vertegenwoordiger en zorgen dat het probleem de wereld uit gaat. Het is een werkwijze die Krone al jaren hanteert in de Benelux en thuisland Duitsland, maar die in andere landen soms nog moeilijk kon worden verwezenlijkt. Vooral als er geen directe fabrieksorganisatie is, zo merkt het bedrijf. Dat was de reden om de afgelopen jaren in Frankrijk en Engeland de importeursorganisatie te wijzigen. In Frankrijk heeft Krone nu binnen de Amazone-groep een eigen vertegenwoordigersteam. In Engeland is zelfs een eigen organisatie opgebouwd. “Met succes”, stelt Krone met een glimlach vast. “In Engeland is de omzet inmiddels verdrievoudigd, in Frankrijk in enkele jaren verdubbeld. We merken ook dat we nu in de veehouderijgebieden veel beter vertegenwoordigd zijn.” Die houding van dicht bij de klant staan, hoort volgens Krone bij

28

GRONDIG - November 2013

de markt waarin het bedrijf actief is. “We werken nu eenmaal voor meer dan negentig procent van de gevallen met familiebedrijven. Dat zijn geen ondernemingen die alleen maar naar de winst of share holders value kijken. Die willen continuïteit en binnen een eenvoudige bedrijfsvoering hun inkomen verdienen. Voor hen is partnerschap en vertrouwen het allerbelangrijkste.” Krone ziet daarom geen problemen in de komst van de Fendthakselaar naar Nederland en de overlap die bij de dealers zou ontstaan, zoals bijvoorbeeld bij Abemec. “We hebben daarin een simpele overtuiging. Aan het eind wint altijd de beste. Het is aan ons om te zorgen dat prijs en kwaliteit in de serviceorganisatie in orde zijn. Bij de persen maken we dat nu ook al mee, dus we zien dat helemaal niet als een probleem.”

“Klanten accepteren dat er wat misgaat, als je het maar oplost.” De komende jaren zal vooral het gebruik van elektronica belangrijk worden bij de ontwikkeling van machines en werkmethoden, zo voorspelt Krone. “Het is nu aan de industrie om te zorgen voor een goede standaard voor de communicatie tussen machine en trekker. Binnen de AEF, de organisatie waarin verschillende fabrikanten en trekkerproducenten samenwerken, proberen we al jaren om dat probleemloos voor elkaar te krijgen. Dat laat al zien hoe moeilijk het ondanks de Isobus-standaard is om een goed werkend systeem te krijgen, terwijl dat voor de klant het allerbelangrijkste is. Die wil als hij een Krone-opraapwagen achter een trekker hangt dat het werkt en dat hij die vanaf het trekkerscherm kan bedienen zoals wij beloven. Die klant heeft geen boodschap aan problemen.” Krone hekelt daarom de overweging die hij bespeurt bij een grote Amerikaanse trekkerbouwer om te gaan werken met licenties. “Die wil de trekkersoftware alleen vrijgeven als je een akkoord sluit met de fabrikant en ook aan zijn eisen voldoet. Dat betekent dat die voor de klant gaat kiezen, want een trekkereigenaar kan dan niet vrij meer kiezen uit het werktuigenaanbod. Hij kan alleen nog die machines kiezen waarvan de fabrikant een overeenkomst heeft met de trekkerproducent. Een overeenkomst die kan betekenen dat je licentierechten betaalt en daarmee tot de groep exclusieve aanbieders gaat horen.”


Het is een systeem dat te vergelijken is met de manier waarop Apple nu werkt. Wie een app wil aanbieden, moet toestemming hebben van Apple en wanneer deze wordt verkocht een bedrag aan Apple betalen. Maar het betekent ook dat sommige bedrijven die concurrerende producten aanbieden worden geweigerd. Deze manier van werken past volgens Krone bij de Amerikaanse manier van werken. “Ze zijn daar veel meer bezig met de total cost of ownership (totale kosten per uur of hectare; red.). Dan gaat het minder over kwaliteit, maar vooral over kosten. Dat past in die omgeving, maar in Europa werken we zo niet. Voor ons is het belangrijk dat mensen de beste keuze kunnen maken. Daarom zijn we ervan overtuigd dat deze markt vraagt om open standaarden. Dat wil zeggen dat elke machine probleemloos achter elke trekker kan worden gekoppeld en dat het werkt.”

“In een sterk concurrerende markt wint de beste altijd.” Een andere belangrijke ontwikkeling waarmee vooral loonbedrijven te maken krijgen, is de toenemende communicatie tussen machines onderling en kantoor, zo voorspelt Krone. Hij wijst op de ruim 150 bedrijven die in Duitsland al gebruik maken van het iGreen-systeem. Dit is een door een groot aantal fabrikanten ontwikkeld platform waarbinnen uitwisseling van data probleemloos mogelijk is. Het gaat dan om het verzamelen van bijvoorbeeld opbrengstgegevens, maar het is ook geschikt voor bijvoorbeeld planning. Dit is mogelijk omdat dit systeem niet aan één merk is gekoppeld. Van welk merk ook, als de machine maar gebruik maakt van de standaard kunnen via een GPS-verbinding alle data direct worden ingelezen. Voor een loonbedrijf kan dit vooral in de planning grote winst opleveren, weet Krone. “We zien bij de bedrijven die er nu gebruik van maken een grote productiviteitsverbetering. Je weet zelf hoeveel hakselaars er tijdens de oogst regelmatig stil staan omdat er geen silagewagen is of omdat het vast loopt op de kuil. Nu kun je alleen reageren als ze in het veld klagen. Doen ze dat niet, dan gaat er productiecapaciteit verloren. Met iGreen kun je dat op kantoor of in het veld direct zien als de hakselaar stil staat of de silagewagens vast lopen bij de kuil. Daarop inspelen betekent dat je de capaciteit beter benut en dus meer verdient.” Natuurlijk zijn er loonwerkers die dat perfect in de vingers hebben, erkent Krone. “Maar dat is een minderheid. Bij de meesten loopt het gewoon af en toe fout. Dat moet je niet willen. Het is net als bij ons in de fabriek. Daar is ook alles perfect afgestemd, want stilstand kost geld. Dat is waar het de komende jaren om gaat. De concurrentie is hard, maar wie goed organiseert en kwaliteit levert, kan altijd overleven. Want in een sterk concurrerende markt wint de beste altijd.”

Tekst & foto: Toon van der Stok

GRONDIG - November 2013

29


Elektrisch verbinden Afspraak gelijkstroom eerste doorbraak in elektrische aandrijving Ooit was Fendt de trendsetter bij de traploze aandrijving. Nu presenteert het merk een eigen versie van een trekker met een elektrische aansluiting. Niet als eerste, want dat was John Deere enkele jaren geleden. Het verschil is dat er nu brede overeenstemming is over de standaard, want naast de wisselstroomaansluiting van John Deere komen nu alle andere fabrikanten - inclusief John Deere - met gelijkstroom.

techniek

Vreemde beelden op de bedieningsterminal van de nieuwe Fendt X Elektro. Geen drukken en opbrengsten, maar ampères en voltages, temperatuur van de elektrische windingen van de motor, generatortemperatuur, relais open of gesloten, heel anders dan we gewend waren. Nog opvallender is de achterzijde. Daar bevindt zich tussen de hydraulische ventielen een zwaar stopcontact met dito stekker en inwendig Isobus-aansluitingen. De stekker hangt aan een dikke oranje kabel, die voor de combinatie met Amazone-strooier nog de enige bron van krachtoverbrenging is. Aan de rechterzijde van de strooier hangt een nieuwe schakelkast. Daarin bevindt zich een drietal omvormers. Vanaf de kast gaan drie verschillende kabels naar de strooischijven, de uitstroomopening en de schuif.

Elektrisch rijden

Mogelijke toepassingen Fendt werkt voor dit project samen met andere partners uit de landbouwmechanisatie, zoals Fliegl, Krone, Grimme, Lemken, Pöttinger, Amazone, Fella, STW en enkele technische hogescholen en onderzoekscentra. Voor Krone werd een elektrische aandrijving van de pickup en de wikkelaar bij de Comprimarondebalenpers uitgewerkt. Met Grimme is een elektrische aandrijving voor een aardappelrooier uitgetekend. In Jackson in de Verenigde Staten rijdt als testmachine een Rogator-spuit met elektrische wielmotoren.

30

GRONDIG - November 2013

Dit is de wereld van elektrisch rijden en vooral aansturen die langzaam maar zeker doorzet bij de constructeurs. Nagenoeg elke machineconstructeur bekijkt en test momenteel waar zijn machines elektrisch kunnen worden aangedreven. Samen met de trekkerbouwers proberen ze uit de kip-ei-discussie te komen. Het heeft immers geen zin om veel elektrisch vermogen op een trekker te genereren als er geen machines voor zijn. Andersom heeft het alleen zin om elektrisch aangedreven machines te maken als er ook een trekker met voldoende stroom is. Om uit die discussie te komen, heeft een groot aantal fabrikanten nu gezamenlijk afspraken gemaakt. De belangrijkste daarvan is dat CNH, Agco en Claas samen met de werktuigbouwers hebben afgesproken om te gaan werken met gelijkstroom voor de overdracht tussen trekker en werktuig. Desgevraagd liet ook John Deere weten aan te haken bij deze afspraak. Dit is volgens directeur Herbert Reiter van Fendt een belangrijke ontwikkeling, omdat hiermee een standaard is gezet die veel mogelijkheden geeft. “Wij hebben bewust gekozen voor gelijkstroom om de bediening van meerdere functies via één aansluiting mogelijk te maken. Nu kun je direct vanaf de trekker naar het werktuig zonder dat extra omvormers nodig zijn. Werk je met wisselstroom, dan moet je eerst op de trekker een omvormer hebben, daarna weer één op het werktuig om gelijkstroom te maken en die kun je dan pas verdelen naar meerdere omvormers voor verschillende aandrijvingen. Het alternatief is verschillende stekkers, waarbij voor elke aandrijving een aparte kabel naar de trekker gaat. Dan krijg je dus


hetzelfde als bij hydrauliek.” Een ander nadeel van wisselstroom is dat rond de kabel een magnetisch veld ontstaat. Het gevaar daarvan is dat de aansturing via de aparte kabel van een Isobus-systeem mis loopt, omdat deze wordt beïnvloed door het magnetisch veld. Ook dat is volgens Reiter de reden om te kiezen voor gelijkstroom bij de overdracht naar het werktuig.

Op het scherm van de Fendt nieuwe gegevens over ampères en voltages van de aandrijving.

Gelijk- of wisselstroom De keuze voor gelijkstroom betekent dat we in de toekomst waarschijnlijk te maken krijgen met een grote stekker en één kabel, waarbij op het werktuig een omvormer komt en waarbij het feitelijk mogelijk is om een oneindig aantal onderdelen aan te drijven. Om allerlei verschillende typen stekkers te voorkomen, hebben de deelnemende partijen ook een standaard voor de stekker afgesproken. Deze zal op de Agritechnica worden onthuld. In deze stekker met bijbehorende kabel is ook de Isobus-aansluiting opgenomen om de aansturing te verzorgen. De enige die nu nog een ander pad volgt, is John Deere. Dat merk presenteerde een aantal jaren geleden al een trekker met een wisselstroomaansluiting en ging deze 6210 RE zelfs in serie bouwen. Voorlopig wil JD doorgaan met dit concept, omdat hiermee in de markt de eerste ervaringen zijn opgedaan, stelt hoofd ontwikkeling Joachim Sobotzik. “We zien mogelijkheden om net als bij de hydrauliek meerdere stekkers op een trekker te bouwen om zo verschillende onderdelen van een machine aan te sturen.” Tegelijkertijd haakt John Deere ook aan bij de ontwikkeling van de gelijkstroomoverdracht van vermogen. “Wij hebben een nieuwe elektrische aandrijving ontwikkeld waarbij het mogelijk is krachtstroom of gelijkstroom te leveren, met vermogens van respectievelijk 480 of 700 volt. Daarvoor werken we ook samen met de andere fabrikanten in de Agricultural Electronics Foundation, zodat we straks ook volledig mee kunnen draaien in de ontwikkelingen die op het gebied van gelijkstroom plaatsvinden.”

Meer mogeltijkheden Het zoeken naar mogelijkheden om over te gaan op elektrische aandrijving heeft alles te maken met de grotere nauwkeurigheid die hiermee mogelijk is. Toerentallen zijn zeer precies in te stellen en een groot voordeel is dat een elektrische aandrijving snel reageert dankzij een groot vermogen om op te starten. Van dat voordeel wordt nu al gebruik gemaakt op bijvoorbeeld zaaimachines en spuiten. Het grote probleem is dat er maar beperkt elektrisch vermogen beschikbaar is. Nu zowel trekkerfabrikanten als machinebouwers de voordelen zien, is het zoeken naar mogelijkheden om die stroom op te wekken. Op de Fendt die tijdens de Agritechnica als studiemodel wordt gepresenteerd, is al een vermogen van 130 kW beschikbaar. Het betekent dat er ruim 175 pk kan worden overgedragen via een stroomkabel. Op het eerste zicht is die elektrische Fendt 722 Vario niet te onderscheiden van de standaardtrekker. Hoofdcomponent is de 130 kW-generator met 700-volt-gelijkstroom die een plaats kreeg tussen motor en transmissie. De elektrische windingen van deze generator (en de omvormer op de aan-

De dikke oranje kabel is voorlopig kenmerkend voor de nieuwe elektrische aandrijving.

hangwagen) moeten tot 60 graden Celsius kunnen worden gekoeld om het maximale rendement te halen. Er kwam dus een koeler aan de voorkant van de traditionele radiator. Het koelen van de generator gebeurt met speciale transformatorolie; met gewoon water als koelmiddel kan dit niet. De gewone dynamo werd weggelaten en via een stroomomvormer wordt er twaalf volt uit het systeem afgetakt. Een mooi voorbeeld van het effect van het inzetten van elektriciteit blijkt bij het gebruik van een Fliegl-aanhangwagen. Deze heeft elektrische aandrijving op de wielen. Bij het rijden ben je gewend om pas als het veld in slechte staat ligt en de trekker slipt de aandrijving van de aanhanger in te schakelen. Bij een testrit blijkt dat zelfs als het veld er ogenschijnlijk perfect bij ligt je toch vermogen spaart door de aanhanger continu via het elektrisch circuit mee te laten aandrijven. Via de terminal kun je perfect volgen hoeveel vermogen er vooraan door de trekker en achteraan door de aanhanger wordt gevraagd. Op deze testtrekker bestaat zelfs de mogelijkheid om het aandeel Vario (de trekker dus) automatisch te laten teruggaan en het aandeel elektrisch (de aanhangwagen) te verhogen.

Onbegrensde mogelijkheden De grote uitdaging voor de volgende jaren is dat constructeurs van trekkers en machines over de merken heen hun samenwerking uitbouwen en gezamenlijk tot werkende combinaties komen. Op de komende Agritechnica zullen er zeker voorbeelden te zien zijn. Wie aan de slag wil, zal echter nog wel even geduld moeten hebben. De huidige verwachting is dat er rond 2020 echt stappen zijn gezet. Als dat zo is, zullen we in 2019 de Agritechnica met als thema elektriciteit gaan meemaken. Een spannend vooruitzicht.

Tekst & foto’s: Peter Menten en Toon van der Stok

GRONDIG - November 2013

31


AMAZONE zaaien Zaaien is precisiewerk, maar moet toch in een kort tijdsbestek gebeuren. AMAZONE heeft hier als Europees marktleider een naam hoog te houden. ÉÊn van de iconen van AMAZONE is de D9/AD mechanische zaaimachine. De pneumatische zaaimachines leveren extra precisie op grotere werkbreedtes. De precisiezaaimachines ED-K en ED-X staan bekend om de perfecte langsverdeling van het zaad, ook bij werksnelheden van ver boven de 10 km/H. Omdat AMAZONE ook de bijbehorende zaai-bedbereiding levert, zijn de combinatiemogelijkheden vrijwel onbegrensd.

kampsdewild.nl

581815 KdW adv Amazone zaaien Grondig.indd 1

EEN SCHOUTEN MACHINE DAT LOONT!

T

0577 40 80 80

E

info@schouten.ws

W www.schouten.ws

22-04-13 13:19


Wat een bak! Claas introduceert eigen traploze Cmatic-transmissie voor de Arion-serie In de afgelopen zes jaar ontwikkelde Claas een eigen traploze transmissie voor de Arionserie-trekkers in de klasse van 103 tot 147 kW (140 tot 200 pk). Volgens de fabrikant omdat er geen goed alternatief op de markt is met een goede efficiëntie voor de veelzijdige inzet in deze klasse. Het resultaat is een verrassend doordacht stukje techniek. We reden met de Cmatic en doken in de techniek.

Dat het bittere ernst is, zie je aan de getallen: zes jaar en in totaal 80.000 uur ontwikkelingswerk, 17.000 uur op de testbank en 15.000 uur in de praktijk. Goed voor een totale investering van 40 miljoen euro in ontwikkeling en het opzetten van een assemblagelijn in de Claas-fabriek in Paderborn. Het verklaart ook waarom Claas-rijders relatief lang hebben moeten wachten op die CVT voor de Arion 500- en 600-serie. De fabrikant heeft de tijd genomen die daarvoor nodig was, naar eigen zeggen om met een constant hoge efficiëntie in het gehele werkgebied het verschil te kunnen maken met andere fabrikanten.

Voordelen Die transmissie heeft Claas naar eigen zeggen nu gerealiseerd. De fabrikant rept over een heel constante efficiëntie van circa 85 tot boven de 90 procent, die geen ‘zaagtandverloop’ kent. Zie daarvoor de grafiek. Claas verwacht dat het verschil in efficiëntie ten opzichte van een schakelbak (bij Claas Hexashift) klein is. Getallen noemt de fabrikant niet, omdat die dat eerst bevestigd wil zien in onafhankelijke tests. De voordelen die Claas opgeeft voor zijn eigen bak zijn divers. De bak heeft geen aparte omkeerschakeling en geen aparte groepenschakeling. Het is in feite alleen een dubbel planetair dat is gekoppeld aan hydrauliekmotorpompcombinatie, inclusief een geïntegreerde groepenschakeling. Zie het kader over de techniek. De bak heeft een klein aantal tandwieloverbrengingen. Tandwielen en assen draaien niet in de olie. Volgens Claas is het de enige bak waar het schakelen tussen groepen echt niet merkbaar is, doordat er geen kracht- en tijdsonderbreking is. De bak is relatief eenvoudig. Voor de werking hoeft alleen de hydrauliekmotor-pompcombinatie mechanisch te worden aangestuurd en de schakeling hydraulisch te worden bediend. Uniek is dat Claas de twee hydrauliekcomponenten als motor en als pomp gebruikt. In groep 1 werkt de ene als hydrauliekpomp en de andere als motor en in groep 2 is dat andersom. Er is geen sprake van sensoren en elektronica om de bak intern aan te sturen. Zie de uitleg in het kader over de techniek. De bak is ruim gedimensioneerd en zelfdragend uitgevoerd voor de Arion-trekkers.

De efficiëntie van de nieuwe transmissie door het werkgebied. Je rijdt op de hydrostaat weg en daarna volgt er een vrij constant hoge efficiëntie als som van het mechanische en hydrostatische aandeel. GRONDIG - November 2013

33


Even rijden De Arion’s stonden klaar voor een korte proefrit. De bediening blijkt identiek aan de Axion 900 Cmatic. De lay-out is ook nagenoeg gelijk, dus met de uitgebreide armleuningbediening met Cmotion-bedieningshendel en Cebis-computer. Je activeert de rijmodus automotive en rijdt op het pedaal weg. Wel even letten in welk snelheidsbereik van de drie je zit. De drie rijmodi kun je rijdend en onder belasting wisselen. Daarna switch je rijdend naar de rijmodus met het hoogste bereik, maar daar merk je niets van: een kwestie van elektronisch anders begrenzen. Mechanisch gebeurt er

dan niets. Rijpedaal verder wegtrappen en gaan. We hebben het een paar keer gedaan en goed opgelet, maar je merkt echt geen schakeltrap. Helemaal niets, je hoort ook niets. Wel even lekker 50 km/u bij 1500 motortoeren gehaald en geen gejank vanuit de bak gehoord. We hebben even geprobeerd om in het eerste bereik even aan te koppelen. De progressiviteit past zich inderdaad zo aan dat je heel nauwkeurig kunt manoeuvreren op het rijpedaal. Ook hebben we even de hellingproef gedaan voor de actieve stilstandsregeling en nog de verschillende mogelijkheden doorgenomen, zoals de drie tempomat-snelheden, die zowel vooruit als achter-

Techniek Claas Cmatic Kenmerkend voor de nieuwe traploze bak van Claas zijn twee planetaire stelsels. Hiermee creëert Claas vier uitgangen. Eén daarvan is de aandrijving van de achteras. De andere drie zijn de ingangen vanuit het hydrostatische gedeelte, met daarin een groepenschakeling. Door de hydrostatische componenten als pomp en als motor te gebruiken, is een vernuftig geheel gecreëerd.

agritechnica

De transmissie is opgebouwd uit twee planetaire stelsels die via de satellietwielassen aan elkaar zijn gekoppeld. Het eerste planetaire stelsel heeft een ringtandwiel, het tweede niet. De aandrijving vanaf de trekkermotor verloopt altijd via het zonnewiel van het tweede planetair. Dat drijft de satellietwielen(drager) aan. De satellietwielassen koppelen beide planetaire stelsels en zijn verbonden met de uitgaande as naar de achteras. Vanuit de satellietdrager wordt de kracht in feite verdeeld in een mechanisch en een hydraulisch deel. De hydrauliekpomp-motorunit kan dit stelsel op drie punten aandrijven. Hydrauliekunit H1 is gekoppeld aan het ringtandwiel van het eerste planetair. Hydrauliekunit H2 kent twee koppelingen; in

groep 1 achteraan direct de uitgaande as (in feite de satellietdrager) en in groep 2 het zonnewiel van het eerste planetaire stelsel. Het zonnewiel van het eerste planetaire stelsel zit niet vast aan de ingaande trekkermotoras en ook niet aan het tweede zonnewiel. In stilstand (groep 1, veldgroep 0 tot 17 km/u) drijft de trekkermotor via zonnewiel 2 de gekoppelde satellietwielen en het ringtandwiel van het eerste planetair alleen de bovenste hydrauliekunit H1 aan, die dan als hydrauliekmotor functioneert. Omdat H1 geen olie levert, staat H2 stil en zo de hele trekker. Dit is een actieve stilstand. De hydrauliekunit H1 (in dit geval de pomp) staat dan in vrije stand.

Onder de schematische werking van de transmissie voor beide groepen. De blauwe lijn geeft de mechanische krachtenlijn weer, de bruine de hydraulische. De pijlen geven de oliestroom weer.

Groep 1

In groep 1 drijft hydromotor H2 via de satellietendrager direct de uitgaande as aan. De hydropomp wordt via het ringtandwiel van het eerste planetair aangedreven. Het mechanische deel loopt via het tweede zonnewiel en dan via de satellietendrager naar de achteras.

34

GRONDIG - November 2013


uit programmeerbaar zijn, het rustiger of sneller bijregelen met de hendel afhankelijk van de uitslag van de Cmotionbedieningshendel en de motordrukregeling (tot veertig procent). We konden niet alles uitproberen, maar dat hij echt honderd procent traploos aanvoelt, is wel duidelijk.

Hart van de trekker Technisch gezien zit het heel vernuftig in elkaar. Die efficiĂŤntie moet zich nog bewijzen. Als dat klopt, heeft de fabrikant een belangrijke slag geslagen. Claas benadrukt het belang van deze zet omdat het de transmissie als het hart van deze

trekker beschouwt. Voor ander pk-klassen heeft het merk zelf nog geen gelijksoortige techniek ontwikkeld. Daar willen ze bij Claas niets op zeggen. Maar je proeft wel een wens. De bak is inmiddels in productie genomen in de fabriek in Paderborn en dus volgend jaar leverbaar op de Cebismodellen van de Arion 500- en 600-serie. De Hexashift modellen blijven leverbaar. Benieuwd hoe groot, of liever hoe klein het verschil in efficiĂŤntie zal zijn.

Tekst & foto’s: Gert Vreemann Tekeningen: Claas

Als pomp H1 olie gaat leveren aan hydrauliekmotor H2 rij je in feite op deze hydrauliekmotor weg door rechtstreekse aandrijving van satellietdrager 2 en dus de uitgaande as. Het gevraagde vermogen van de pomp H1 geeft weerstand in het planetair. Die weerstand vertaalt zich in het mechanisch meedrukken van de aandrijving vanaf de trekkermotor via zonnewiel 2 (lees: het mechanische aandeel stijgt). De trekker versnelt door op het sneller draaien van de hydrauliekmotor H2. Daarmee groeit tegelijk het aandeel mechanisch vanaf de trekkermotor via zonnewiel 2. Dit gaat door tot het moment dat de hydrauliekmotor H2 in rechte stand staat. De pomp H1 kan zijn olie niet meer kwijt en dus is het ringtandwiel van het eerste planetair geblokkeerd. Daarmee krijg je de situatie dat de trekkermotor rechtstreeks via het tweede zonnewiel volledig mechanisch aandrijft. Einde groep 1. Dan komt de naadloze groepenschakeling. De as van de hydrauliekmotor H2 draait dan vrij rond, evenals de koppeling van het eerste zonnewiel, dus zijn beide krachtenvrij. De overbrenging van de beide planetaire stelsels is zo gekozen dat beide koppelingen van groep 1 en groep 2 dan met hetzelfde toerental draaien. Op dat mo-

ment schakelt de bak over van groep 1 naar groep 2. Dat overschakelen stelt dan niets voor, omdat er geen kracht op de koppelingen staat en omdat de assen met hetzelfde toerental draaien. De andere tegelijktijdige overschakeling is het omkeren van de oliestroom. Daardoor wordt hydrauliekpomp H1 dan hydrauliekmotor H1 en wordt hydrauliekmotor H2 dan hydrauliekpomp H2. Ook niet moeilijk. Beide staan dan al in de juiste stand en er is tijdens de overschakeling even geen oliestroom. In groep twee versnel je verder op hydrauliekmotor H1. Deze zal via het ringtandwiel van het eerste planetair via de satellieten de aandrijving versnellen en geeft de kracht via de satellietendrager door aan de uitgaande as. Hydrauliekpomp H2 wordt aangedreven via het zonnewiel van het eerste planetair. De trekkermotor blijft zijn mechanische aandeel via het tweede zonnewiel net als in groep 1 direct doorgeven aan de satellietwielen. En dan is er nog de vooruit-achteruitschakeling. Heel simpel. Een kwestie van de hydropomp omzwenken naar de andere kant, zodat de trekker via hydromotor H2 achteruit rijdt. Hiervoor is dus geen aparte mechanische omkeerschakeling aanwezig.

Groep 2

In groep 2 is het andersom. H1 is nu de hydromotor, die via het ringtandwiel van het eerste planetair de uitgaande as aandrijft. H2 is nu de hydropomp, aangedreven via het zonnewiel van het eerste planetair. Het mechanische deel loopt hier ook via het tweede zonnewiel en dan via de satellietendrager naar de achteras.

GRONDIG - November 2013

35


Gigant in aanbouw Vredo innoveert in eigen VTT600-transmissie en VT5518-3 EĂŠn van de publiekstrekkers op de Agritechnica wordt deze nieuwe Vredo Trac VT5518-3. Dat is niet alleen een grootse zeswieler, maar ook nog eens uitgerust met een eigen traploze transmissie, de Vredo VTT600. Daarmee ondervangt Vredo niet alleen het wegvallen van de Mali-bak in de eerste VT5518, maar laat het bedrijf zien verder te innoveren. We bekeken de gigant in aanbouw.

Agritechnica 36

Als er op de Agritechnica medailles zouden worden uitgereikt voor doorzettingsvermogen, zou De Vree in Dodewaard zeker in aanmerking komen. Het is namelijk niet niks wat het bedrijf de laatste twee jaar is overkomen. Met de lancering van het op zich al prestigieuze project VT5518, twee jaar geleden op de Agritechnica, stak Vredo flink zijn nek uit. Het was een grootse machine, met (toen) nog een prototype Deutz-krachtbron en de nieuwe traploze transmissie van Mali. Vredo had geen angst voor die lancering, want het geheel had zich in het testjaar ervoor als goed bewezen. Kort daarna viel echter het doek voor Mali en bleef er lang onzekerheid over hoe het verder zou gaan met die transmissie.

Dan maar zelf Fabrikanten kunnen niet wachten en zeker niet als er een sterke roep is naar de sterkere Vredo Trac met traploze bak,

GRONDIG - November 2013

met name vanuit ScandinaviĂŤ. Dan wil je verder. De ZF Eccom 5.0 paste Vredo (na het nodige testwerk) niet, omdat deze aansluitingen voor hydrauliekpompen miste en ook over de werking waren ze in Dodewaard niet tevreden. Als het niet rechtsom gaat, moet het maar linksom en dus besloot Vredo een jaar geleden resoluut zelf een bak te ontwikkelen, eigenlijk omdat het vario-principe op zich niet moeilijk is. Het is een hydrostaat - daar weten ze bij Vredo alles van - in combinatie met een mechanische bak. Kan niet moeilijk zijn. Zelf ontwikkelen gaf Vredo de mogelijkheid compromisloos de passende bak voor dergelijke zelfrijders te bouwen; niet alleen technisch aan de binnenzijde, maar ook in opbouw, plaatsingsruimte en aansluitingen voor assen en pompen. De onderdelen zijn in productie en Vredo hoopt de eerste eigen VTT600-bak op de Agritechnica te tonen.


De bak Het vario-gedeelte van de bak is gebaseerd op het Fendtprincipe: een enkel planetair stelsel dat je traploos maakt met een hydrostaat. In dit geval bestaat die laatste uit een verstelpomp in combinatie met twee hydromotoren van Sauer Danfoss. Vredo kiest hier voor eenvoud en standaardisering, dus standaardtechniek die buiten aan de bak is gemonteerd om er zo bij te kunnen. Vredo programmeerde de bak zelf. Nieuw hier is dat Vredo de motoren en de pomp los van elkaar (dus niet gelijktijdig synchroon, zoals bij andere transmissies) aanstuurt. De computer stuurt de stand van de spiegelplaat van motoren en pomp (opbrengst) zo aan dat het rendement zo hoog mogelijk is. Om voldoende snelheidsbereik te creëren, zit er een groepenschakeling achter (in dit geval onder). Simpel prise direct voor transport of via een planetair vertragen in de veldgroep. In dat planetair zit ook de achteruitschakeling geïntegreerd. Die schakelingen worden via lamellenpakketten onder last geschakeld. Dit geeft toch even een overgang door het terugzwenken van de hydrauliekpomp en -motoren. Geen probleem, omdat die overgang bij 22 km/u ligt en je dus alleen voor transport schakelt. De transportsnelheid loopt op tot 50 km/u bij 1300 motortoeren. Dat is een mooi laag, dus zuinig motortoerental. De Vree wijst ook op de hoge trekkracht en het hoge rendement van deze bak. De transmissie heeft verder (bovenaan) drie aansluitingen voor zware hydrauliekpompen (vol vermogen), voor en achter asaandrijvingaansluitingen en een geïntegreerde lengtesper. De bak wordt vrijgegeven voor vermogens tot 441 kW (600 pk). Komende winter gaat dit stukje techniek op de proefbank en volgend jaar volgen veldtests.

De VT5518-3 zoals hij er uit gaat zien op de Agritechnica en deze winter al in productie gaat. Er komt ook een rondom geveerde tweeassige variant.

De nieuwe traploze transmissie van Vredo zoals hij op een bok in combinatie met de motor te zien zal zijn. Deze winter gaat deze bak op de testbank.

De pendelende achteras met twee aangedreven en gestuurde achterassen. Het geheel is zo gemonteerd dat door het optrekken van de achteras op de voorste as scherper kan worden gestuurd.

De VTT5518-3 De nieuwe zeswieler is ook een compleet nieuwe ontwikkeling. De 404 kW (550 pk) 16,0-liter-Deutz-V8 is van het type rechttoe rechtaan en extra heet. Hij heeft alleen AdBlueuitlaatgasnabehandeling, dus geen EGR, roetfilter en extra koeling. Dat scheelt inbouwruimte en is gunstig voor het brandstofverbruik. Daarachter zit de nieuwe bak. De zelfrijder heeft achter pendelend opgehangen stuurassen. De machine heeft twee stuurassen, omdat door het hydraulisch ontlasten (liften) van de achteras via het pendelstel desgewenst extra scherp op de vooras kan worden gedraaid. Via twistlocks komt er een nieuwe 32-kuubs polyester mesttank op. De 12.000 liter pomp-filter-zuigarm-unit met tienduims zuigslang zit weer vooraan en is via een snelkoppelingsplaat en enkele schroeven in combinatie met afzet via de hydraulische voorasvering in een mum van tijd om te wisselen met een fronthef met aftakas voor inzet als Trac-trekker. Verder heeft de machine een Claas-cabine, Kverneland Telluscomputerwerk en Telematics. De zeswieler zal net als de eerste VT5518 op 1050/50R32- of 900/60R42-banden staan. Vredo verwacht deze zeswieler op tijd voor de Agritechnica af te hebben. Er komt ook een tweeassige VT5518-2-variant met voor en achter geveerde assen en een 21-kuubs opbouw.

Verder kijken En voor de vele Nederlandse gebruikers van de bekende

Vredo VT3936-zelfrijder? Deze blijft in productie, maar krijgt wel een 400 kilogram lichtere polyester tank van negentien kuub. Tevens krijgt de machine een grotere rijpomp, zodat met een lager motortoerental kan worden gereden. De mestpompaandrijving is veranderd van een planetaire tandwielkast met snellopende hydromotor naar een langzaam lopende radiaal-plunjermotor. Ook hierdoor wordt er brandstof bespaard en gewicht gereduceerd. Reden genoeg een bakkie te doen op de stand van Vredo. Hou er even rekening mee dat de stand op de zondag onbemand is. Vredo respecteert de rustdag; die rust zal ook nodig zijn na al die overuren.

Tekst: Gert Vreemann Foto’s en illustraties: Vredo, Vreemann

GRONDIG - November 2013

37


Onder druk toch presteren... ...dankzij een perfect overdrukfiltersysteem Om als grondverzetmachinist optimaal te kunnen werken, moet je onder alle omstandigheden volledig op je materieel kunnen vertrouwen. Zo is bij graafwerk in vervuilde grond, het goed functioneren van het overdrukfiltersysteem van cruciaal belang. Net als voor de hijsfunctie en voor diefstalpreventie al

het geval is, heeft het BMWT-Keur nu ook een additionele keuring voor het overdrukfiltersysteem ontwikkeld. Met deze toevoeging kan elk BMWT gecertificeerd keuringsbedrijf een integraal veiligheidspakket aanbieden. Meer weten, kijk op www.bmwt.nl BMWT-KEUR

www.bmwt.nl

Met de Schuitemaker Exacta graslandbemester heeft men grip op de mestuitgifte... NIEUW!

...de Exacta met GPS precisie graslandbemester werkt nóg nauwkeuriger én denkt mee!

Schuitemaker Machines B.V. | Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - Holland Tel.: +31 (0)548 - 51 41 25 | www.sr-schuitemaker.nl

Hal 27, Standnr. A-15

Voordelen van de Exacta precisiebemester: • Efficiënter bemesten, Trimble GPS bepaalt de meest ideale rijroute • Besparen op brandstof • Preciezer werken, op de juiste plaats de juiste mestafgifte • Sectieafsluiting aangestuurd met DGPS+ signaal of RTK signaal Benieuwd hoe dit in praktijk werkt? Bezoek onze stand tijdens de Agritechnica in Hannover! Stand A-15 in Hal 27!


Wat dekken we eigenlijk niet? De CUMELA Compleet-machinepolis Wij verzekeren al uw werkmateriaal goed en betaalbaar. Ook als schade ontstaat tijdens graafwerkzaamheden bieden wij een zeer complete dekking:

in heel West-Europa ongeacht het gebruik directe schade en gevolgschade is verzekerd en zonder KLIC-clausule U meldt en wij regelen de schade voor u. Snel, deskundig en zonder gezeur.

CUMELA Verzekeringen kent als geen ander de wereld van agrarisch loonwerk, grondverzet, infra- en cultuurtechnische werken. Doorgewinterd in de praktijk, wijs door schade en schande en uitstekend op de hoogte van wetgeving en modern risicomanagement. Daarom is CUMELA Verzekeringen bij uitstek in staat om verzekeringen te ontwikkelen voor u en uw onderneming, uw mensen, middelen en materieel.

Vraag onze adviseurs naar de CUMELA Compleet-machinepolis. Want voor hetzelfde geld bent u gewoon beter verzekerd bij CUMELA Verzekeringen.

Meer weten? Bel (0)33 247 49 60 of mail naar verzekeringen@cumela.nl. www.cumelaverzekeringen.nl

CUMELA Verzekeringen. Al uw belangen goed verzekerd!

CUMELA Verzekeringen: de beste keuze!

VERZEKERINGEN BV

listen in a i c e p s en infra Vo o r d n o r g groen, Bezoekadres: Nijverheidsstraat 13 te Nijkerk E-mail verzekeringen@cumela.nl Website www.cumelaverzekeringen.nl AFM vergunningsnummer 12004236

Correspondentieadres: Postbus 1156 3860 BD Nijkerk Tel. (033) 247 49 60 Fax (033) 247 49 61


agritechnica

Kuhn slaat een dubbele slag Kuhn LSB 1290 iD wint zilver op de Agritechnica Meer stro in een pak met de nieuwe LSB 1290 iD-pers, zonder loodzware constructies en met dezelfde trekker van circa 200 pk ervoor. Dat kan dankzij de innovatieve TwinPact-techniek van Kuhn. Kern van het verhaal is een dubbele perswagen die met een dubbele klap tot 25 procent meer verdicht in droog materiaal. Maar… zie het wel in de juiste context. Het is zo simpel dat je denkt dat het niet waar kan zijn. Dat is de eerste gedachte tijdens de presentatie van de nieuwe Kuhn LSB 1290 iD-pers uit Geldrop. In feite gaat het extreem uitgelegd om het bekende naaldhakkenprincipe. Zet een dame op naaldhakken op een stropak en geheid dat ze erdoor prikt. Doe haar een stel laarzen aan en ze blijft zelfs op één been nog op de strobaal staan. Dezelfde massa verdeeld over een kleiner oppervlak geeft een evenredige verhoging van de druk. Dat is wat Kuhn in Geldrop heeft gedaan door de perswagen in tweeën te delen en te zorgen dat bij dezelfde rotatie de beide plunjers na elkaar met dezelfde uitgangskracht het stro met dubbele persdruk vanuit de voorkamer in het perskanaal persen. Met dit principe claimt Kuhn een 25 procent hogere baaldichtheid te

40

GRONDIG - November 2013

kunnen bereiken dan met een vergelijkbare 1290-pers (met enkele perswagen) en dezelfde trekker ervoor. Een 25 procent hogere pakdichtheid vergt ongeveer een verdubbeling van de persdruk per vierkante centimeter. Deze TwinPacttechniek levert het bedrijf een zilveren Agritechnica-medaille op.

De dubbele klap De clou van deze pers zit natuurlijk aan de voorkant. De geometrie van de drijfstang is van een stangconstructie gewijzigd in een driehoek. Deze geometrie is zo gekozen dat de onderste plunjer zijn maximale uitslag heeft net voordat de krukasarm horizontaal staat. De bovenste plunje heeft zijn maximale uitslag net nadat de krukasarm door zijn ho-


rizontale punt is. Omdat de echte persdruk alleen de laatste acht centimeter van de plunjerbeweging wordt gecreëerd, kom je hier bij de tweede slimmigheid van de pers. Op het moment dat de onderste plunjer (als eerste) zijn achterste stand bereikt, begint de bovenste plunjer net hogere druk op te bouwen. De energie die daarna nodig is voor de persslag van de bovenste plunjer wordt voor een deel gehaald uit het terugveren van de onderste plunjer. Dit effect is sterk afhankelijk van gewasomstandigheden. Dit kort na elkaar persen van beide plunjers heeft ook een gunstige invloed op het bereiken van hogere persdichtheid. In vergelijking met de enkele klap in droog materiaal is het uitveereffect van het pak minder, omdat je in feite twee keer aandrukt. In de praktijk kun je met deze pers daardoor sneller blijven rijden zonder dat de touwen breken. Die capaciteitswinst is in de internationale praktijk van het persen van stro en energiegewassen een belangrijk argument. Omdat de beide slagen zo kort na elkaar plaatsvinden, zijn er geen veranderingen doorgevoerd voor de naalden. Voor de onderste was het al geen probleem en op het moment dat de naalden de bovenste plunjer bereiken, is deze al ver genoeg om ‘als vanouds’ te binden. Wel zijn er dubbele knopers gemonteerd met een betere hydraulisch aangedreven reiniging.

Lichtere trekker Kuhn claimt dat je met een lichtere trekker toe kunt; in feite dezelfde trekker van 147 kW (200 pk) als nu wordt ingezet bij een normale LSB 1290-pers. Dat kan omdat het ingaande koppel gelijk is gebleven. Je vraagt dat koppel nu wel twee keer en hebt dus wel degelijk meer vermogen nodig. Het belangrijke verschil hier is dat dit vermogen constanter wordt gevraagd, omdat de piek eraf is en je in feite een dubbele halve piek na elkaar hebt in plaats van één heel grote piek. Voeg daarbij nog het terugveereffect en het kan best zijn dat dit brandstof bespaart. Kuhn claimt dat niet, maar geeft aan dat dit redelijk marginaal het geval zou kunnen zijn. Kuhn merkt wel op dat deze pers afhankelijk van de uitvoering één tot anderhalve ton zwaarder is. Dat gewicht moet je meenemen, dus dat kost weer brandstof. Het perskanaal (120 bij 90 centimeter) is even lang gebleven, maar is wel wat zwaarder uitgevoerd (zwaardere constructies en dikkere cilinders) om meer tegendruk te kunnen geven; dit om ook in de meest kritische omstandigheden de aangegeven pakgewichten te kunnen persen. De machine is daarom ook voorzien van speciale uitwisselbare slijtdelen, wat de machine ook geschikt maakt voor het persen van energiegewassen en tropische grassoorten.

cent, waar je met een normale LSB circa 400 kilogram in een pak slaat). Deze is daardoor ruim een ton zwaarder en kost ook nog eens circa twintig procent meer. Verder is deze pers vooral ontwikkeld om in te spelen op een groeiende vraag naar het persen van grondstoffen voor biobrandstoffen. Voor Nederlandse omstandigheden is de persdichtheid met de normale LSB al hoog genoeg. Het heeft geen zin deze hogere verdichtingsmogelijkheid te benutten. Maar toch, als deze plunjertechniek in de normale uitvoering voor Nederlandse stro- en silagepakken zou zitten, zou er een lichtere trekker voor kunnen en heb je het voordeel van die rustiger loop en die dubbele slag. Dat kon wel eens een efficiëntieslag kunnen opleveren. Als de theorie klopt, dan heeft Kuhn met TwinPact en sterke troef in handen om breder door te voeren. Tegenargumenten? Ik heb ze niet gehoord. Leuk onderwerp om bij Kuhn op de stand te bespreken.

Tekst: Gert Vreemann Foto en afbeeldingen: Kuhn

Persprincipe TwinPact Hier het persprincipe van de TwinPact in beeld. Goed is te zien dat er eerst ruimte onder de onderste persplunjer komt voor invoer van materiaal uit de voorkamer en daarna ruimte bij de bovenste. Tijdens de persslag zie je dat als de onderste plunjer achteraan is voor de persslag, de bovenste plunjer met het laatste deel van de persslag begint.

Ook bij ons? Mooi, dat gaan we dan meteen bij alle persen introduceren, is de eerste reactie. Minder piekbelasting en een lichte trekker-perscombinatie voor normaal perswerk bij ons. Dat moet besparingen opleveren. Kuhn wijst dat resoluut van de hand. Daar is deze pers primair niet voor gebouwd. Die is ontwikkeld voor het persen van droog stro (gegarandeerd 500 kilogram in een pak met een vochtgehalte tot tien proGRONDIG - November 2013

41


agritechnica

Startklaar beschikbaar Nieuwe New Holland T8.420 AutoCommand in productie Op de komende Agritechnica zal de T8 AutoCommand-serie met traploze transmissie debuteren, al heeft New Holland die onder commerciële druk feitelijk al eerder getoond. Toch het gaat nu echt gebeuren: de officiële lancering en tegelijk de start van de productie. Reden om even voor te proeven met het nieuwe topmodel, de T8.420, die als demomachine nu al in de Benelux is. Zeker twee jaar te laat, zeggen de critici. Mooi dat we hem hebben, zeggen de mensen die vooruit kijken. Feit is dat de markt al jaren vroeg om een CVT in het zware segment, die tot nu bij New Holland ontbrak. Dat verklaart ook waarom eerder op beurzen prototypen werden getoond, terwijl het aanvankelijk de bedoeling was om de T8 AutoCommand op de komende Agritechnica te introduceren. Dat laatste zal ook gebeuren. Feit is ook dat de eerste T8 AutoCommand-modellen nu net in productie zijn gegaan in de CNH-fabriek in het Amerikaanse Racine. Ze zijn dan nog niet bij ons, omdat ze per schip arriveren en de wereld even groter is dan alleen ons land. New Holland Benelux wil daarom geen valse verwachtingen scheppen. Het bedrijf verwacht de eerste modellen net niet voor het mestuitrijdseizoen te kunnen leveren.

42

GRONDIG - November 2013

Vernieuwingen Eerst het toetje dat er staat, namelijk het nieuwe toegevoegde topmodel, de T8.420 met maximaal 419 boost-pk’s, inclusief 38 kW (52 pk) boost. Die boost zit op aftakaswerk, hydrauliek en transport (boven de 20 km/u). Deze T 8.420 is enkel met de nieuwe traploze AutoCommand-transmissie leverbaar. De belangrijkste vernieuwing is natuurlijk de nieuwe traploze transmissie voor deze serie. Die AutoCommand wordt weliswaar ontwikkeld en geproduceerd in de Verenigde Staten (Racine), maar in opbouw is de transmissie gelijkwaardig aan de AutoCommand in de T7-serie. Hij bestaat uit een traploos gedeelte met daarachter een 4V/2R-bak met dubbele uitgang voor een hogere efficiëntie. Een verschil is dat deze lamellenkoppelingen heeft en zwaarder is gebouwd, maar wat betreft de werking is hij


gelijk. Dat betekent een zaagtandprincipe over vier gangen, geheel traploos in het hele traject, met onder last geschakelde groepen en een hoge efficiëntie in belangrijke snelheidstrajecten. De trekker is elektronisch begrensd op 40 of 50 km/u en haalt de 50 km/u bij circa 1500 motortoeren. De bediening is identiek aan die van de T6 en T7, dus standaard in automodus (op pedaal of rijhendel rijden) in combinatie met drie agressiviteitsinstellingen, verder een aftakasmodus (constant aftakastoerental), cruisecontrol en manueel rijden. Andere vernieuwingen ten opzichte van de huidige T8-range zijn een nieuwe, zwaardere vooras van eigen fabrikaat (geen Dana meer), verkrijgbaar in één uitvoering (geveerd, 55 graden wieluitslag, geen Supersteer meer). De trekker heeft een iets grotere wielbasis dan de powershiftmodellen, vanwege de langere bak, en een zwaardere achteras. De langere bak geeft meer ruimte bij de wielen, met als belangrijk winstpunt dat er nu af fabriek 2,15 meter hoge banden onder kunnen, bijvoorbeeld in de maat 900/60R42. Ten slotte krijgt de computer een groter scherm van 10,4 inch.

Standaard wordt de T8 geleverd met luxe interieur. De armleuningbediening is hetzelfde als in de T7-serie, evenals de bediening. Het computerscherm maakt plaats voor een groter (10,4 inch) scherm.

Voor de spitmachine De demo-T8.420 stond voor een zware Farmax-spitmachine van loonbedrijf Demijba uit Strijen Sas om een stuk net gedraineerd land tot zestig centimeter diep los te spitten. Normaal rij je met een T7.270 met circa 1,6 km/u in manuele stand, omdat de zware spitmachine de trekker nogal vooruit duwt. Je moet dan met regelmaat corrigeren, anders loop je de kans continu te variëren in rijsnelheid. Deze beul rij je gewoon op cruisecontrol, waarbij je het aftakastoerental met de motortoerendraaiknop op de gewenste 1800 motortoeren zet voor 1000 toeren aan de aftakas. De ingestelde snelheid is 2,3 km/u. Dat kan deze trekker gemakkelijk aan. En dan kom je meteen bij het voordeel van zo’n zwaardere trekker: omdat die het gemakkelijker aan kan dan een T7.270 is het verbruik aanmerkelijk lager. De computer geeft een verbruik van rond de zeventien liter per uur aan bij die 2,3 km/u. Ervaringen met de T7.270 voor deze spitter op deze gronden geven een verbruik van z’n 22 tot 23 liter per uur bij een rijsnelheid van rond de 1,6 tot 1,7 km/u. De chauffeur moet nog een beetje sturen, omdat de Autopilot niet is aangesloten, maar anders zou hij bij het senore gebrom van de 8,7 liter metende FPT Cursor 9-motor (Stage IIIb, voor komend jaar!) in de stille, comfortabele cabine mogelijk in slaap vallen.

Denkwerk Hier zit het denkwerk voor de New Holland-rijders. Velen rijden met een T7 voor zware kippers en transportcombinaties en in de mest vanwege het tot dusver ontbreken van een CVT bij de T8-serie én omdat de T7.270 heel wat mans is. Dat is een relatief lichte trekker met een flink vermogen voor een aangenamere prijs. Voor wie krap bij kas zit, lijkt op korte termijn de keuze niet zo moeilijk, maar met de T8 hebt u wel een zwaardere trekker (letterlijk ruim elf ton) met meer vermogen, die meer over heeft voor zwaar transport en voor het veldwerk. Dus is het ook mogelijk om brandstof te besparen. Minpunt in dit verhaal is wel enkel een 1000-toerige aftakas. Weliswaar bij een relatief lage 1800 motortoeren, maar een eco-stand zou een welkome aanvulling zijn. De T8-serie om-

De T8 is leverbaar met alleen deze geveerde TerraGlide-vooras van eigen fabricaat met 55 graden wieluitslag (draaicirkel circa veertien meter). Supersteer is er niet meer. De fronthef met aftakas is af fabriek leverbaar.

De iets langere transmissie maakt bandenmaat 900/60R42 nu af fabriek mogelijk. De achteras is verzwaard. De prestaties van hefinrichting en hydrauliek zijn hoog. Enkel de 1000-toerige aftakas is gebleven.

vat nu vijf modellen met maximumvermogens van 221 tot 309 kW (300 tot 420 pk). Op de Agritechnica zal hij in prestigieuze Blue Power-outfit worden gepresenteerd. Ook volgen dan de details en de prijzen. Wellicht de moeite waard om een demo-T8 eens naast uw andere zware (T7-)trekker te zetten en dan wat verder te rekenen dan vandaag.

Tekst & foto’s: Gert Vreemann

GRONDIG - November 2013

43


techniek

Niets verspillen Kverneland-combinatie zaait en bemest met behulp van GPS Niet alleen het zaaizaad, maar ook de vloeibare kunstmest precies op maat toedienen. Dat is mogelijk met de nieuwe Kverneland-zaaicombinatie met een doseerunit voor vloeibare kunstmest. Afgelopen voorjaar deed Loonbedrijf Pelle in Hengevelde hiermee de eerste ervaringen op.

In alles is het perceel waar de nieuwe combinatie in actie komt een ideale testomgeving. De zaaibedbereiding is bedroevend. Het is een perceel dat door de veehouder zelf is klaargemaakt en in alles bewijst hij het beeld dat dit vaak niet best gebeurt. Het ligt er schots en scheef bij en is een uitdaging voor de zaaimachine. Tegelijk is het een perceel met een paar flinke hoeken en een grote geer. Hier kan de Geocontrol van Kverneland direct zijn waarde bewijzen. Loonbedrijf Pelle werkt al enkele jaren met vloeibare kunstmest en werkte daarvoor met een Duitse bemestingsunit. Die werd gecombineerd met een Monosem-zaaimachine. Het probleem was dat voor beide aparte software nodig was en dat die slecht op elkaar

44

GRONDIG - November 2013

af te stemmen was. Pas laat in het afgelopen voorjaar werd toch besloten om deze te vervangen door een Kverneland-combinatie, vooral omdat deze als eerste een aangepaste doseerunit voor vloeibare kunstmest heeft, die via GPS ook per element te bedienen is. Voor Kverneland was dat relatief eenvoudig, omdat hiervoor het systeem van de veldspuit is gebruikt waarbij ook elke dop afzonderlijk kan worden afgesloten. Voor de vloeibare kunstmest is alleen een hydraulisch aangedreven centrifugaalpomp met een capaciteit van 400 liter per minuut opgebouwd. Deze kan de 1100-litertank in ruim twee minuten vullen en geeft ruim voldoende druk om het systeem goed te laten werken. Tijdens het zaaien gaat zelfs tachtig


procent van de pompcapaciteit retour naar de tank. De vloeibare kunstmest gaat via ĂŠĂŠn aanvoerleiding naar de zaaimachine, waar een verdeelunit zit die de kunstmest in vier kleine stromen verdeelt. Bij de zaaielementen splitsen deze zich nog een keer. Vlak voor de uitstroomopening zit dan nog een elektrisch bediende klep. Hier zit ook het geheim van het zeer nauwkeurig doseren. Gelijk met de zaaielementen wordt deze klep afgesloten zodra de machine begint te overlappen.

Elektrisch aangedreven De kunstmest-doseerapparatuur wordt gecombineerd met de bekende Kverneland Optima HD e-drive met elektrisch aangedreven zaaischijven. Door de elektrische aandrijving is het instellen van de gewenste zaaidichtheid een fluitje van een cent: op het Tellus-scherm aangeven hoeveel zaden je per hectare kwijt wilt en de computer doet de rest. Vandaag wordt gekozen voor 97.000 zaden en op het gehele perceel weet de computer dat ondanks alle hobbels te realiseren. De controle geeft telkens aan dat er tussen de 95.000 en 97.000 korrels per hectare worden gezaaid. Door het droge voorjaar is het nodig om redelijk diep te zaaien, namelijk een zaaidiepte van vijf centimeter. Ondanks de zeer ongelijke ligging lukt dat goed. Bij het bekijken van de aansluiting moet je de grond diep wegstrijken om de maĂŻszaden te vinden. De controle vier weken na het zaaien laat zien dat nagenoeg alle planten er zijn. Het is dan zoeken naar missers. Goed is dan ook te zien dat het aansluiten perfect heeft gewerkt. Nergens is zelfs maar sprake van overlap. Het diepe zaaien lukt goed door de onafhankelijk opgehangen zaaielementen. Deze hebben door het eigen gewicht van 128 kilogram standaard al een flinke bodemdruk. Vanwege de droge omstandigheden wordt de druk via de zwaarste instelling van de veer van het drukwiel nog met 200 kilogram verhoogd. Naast de onafhankelijke ophanging zorgen ook de twee pendelend opgehangen loopwielen naast het zaaikouter voor een goede bodemvolging. Zeker op dit ongelijke perceel zorgen deze loopwielen ervoor dat altijd op voldoende diepte wordt gezaaid. Zelfs op de slechtste plekken is na het zaaien nergens bloot liggend zaad te vinden. Maar goed ook, want een klein koppeltje kippen loopt al snel nieuwsgierig rond.

Gemakkelijk koppelen Dankzij de elektrisch aangedreven zaaischijven is de machine eenvoudig te koppelen aan het Geocontrol-systeem, om zo overlap te voorkomen. Hoewel de machine achter een John Deere hangt, heeft Pelle toch gekozen voor een Kvernelandontvanger, omdat dit de eerste machine is op GPS en er nog geen plannen zijn om er andere werktuigen achter te koppelen. Een John Deere- of andere ontvanger is volgens Kverneland ook geen probleem, als er maar een Isobussignaal is. Dit binnen leiden in de Tellus-boordcomputer, de plek op de trekker vastleggen en de software doet de rest. Hoe die software werkt, is in de cabine goed te zien. Zodra op de kopeinden de dwarsgezaaide rij wordt geraakt, schakelen de elementen uit. Dit is op het scherm te volgen via een streepje dat aangeeft of een zaaielement is ingeschakeld

De machine werkt met onderdruk, waarbij de zaadjes tegen de zaaischijf worden gezogen.

Het Tellusscherm is op te delen in twee delen. Boven geven de streepjes onder het zaaielement aan dat dit is ingeschakeld. Op het overzicht is te zien wat nog moet worden gezaaid.

Op de droge grond wordt vrij diep gezaaid, op vijf centimeter. Er is goed te zien dat de zaden prima op afstand liggen en dat bij het kruisen overlap wordt voorkomen.

Op dit perceel was ingesteld dat precies tot de kruisende rij moest worden doorgezaaid. Dat is goed gelukt. GRONDIG - November 2013

45


De veldopkomst is goed, want er zijn slechts enkele missers te vinden. De afstand in de rij is voldoende nauwkeurig; de variatie is gemiddeld plus of min één centimeter.

techniek

Op de tank voor de vloeibare meststoffen zit een hydraulisch aangedreven pomp, die een grote vulcapaciteit geeft.

Vlak voor het zaaikouter zit de elektrische afsluiter voor het kunstmestpijpje.

Elk zaaielement heeft een eigen gewicht van 128 kilogram. Via gewichtsoverdracht kan daar nog eens 200 kilogram aan worden toegevoegd voor een goede bodemindringing.

46

GRONDIG - November 2013

of niet. Gelijk met het zaaielement wordt ook de kunstmesttoevoer aan- en uitgezet. Dat is wel even wennen, blijkt tijdens het zaaien. Je hebt in het begin de neiging om gas terug te nemen en de machine op te lichten als je er bijna bent, terwijl je gewoon over het gezaaide door kunt rijden om de perfecte aansluiting te halen. Omgekeerd geldt hetzelfde bij het opnieuw inzetten. Je kunt de machine op het kopeind laten zakken en zodra de laatste gezaaide rij is overschreden, ploppen de balkjes weer op om te laten zien dat er weer wordt gezaaid. Dat inschakelen gebeurt iets na elkaar om de elektrische belasting te beperken. Tussen het inschakelen van twee elementen zit 0,1 seconde om te voorkomen dat acht elektromotoren tegelijk aangaan, waardoor een enorme piekbelasting zou ontstaan. Bij het afzaaien van de geer is de werking nog beter te zien. Op het veld zie je de zaaielementen over het gezaaide gaan, op het scherm zie je de zaaielementen uitschakelen. Zeker op dit perceel levert dit een flinke besparing op zaaizaad op, want anders had op een groot deel van de schuine hoek een dubbele rij maïs gestaan. Dat betekent niet alleen verspilling van zaaizaad, het kost ook opbrengst. Juist daar waar dubbel is gezaaid, valt de kolfzetting vaak enorm tegen. Ook rijpt deze maïs veel minder goed af.

Doorzaaien instelbaar Op de machine kun je kiezen tot hoever je een rij wilt laten doorlopen. Dit eerste seizoen heeft Pelle gekozen om tot de volgende rij te zaaien. Op het scherm is dit in te stellen door de aansluiting op honderd procent te zetten. Voor deze stand is gekozen omdat de boeren dit gewend zijn. Uit ervaring weet Pelle dat eerder ophouden leidt tot klachten dat er niet genoeg is gezaaid. Voor degenen die wel kiezen voor meer ruimte is het simpel verstellen van het percentage voldoende. Nul procent betekent dat de machine op rijafstand stopt met zaaien en bemesten. In dit geval zou dat dus op 75 centimeter zijn. Kies je 50 procent, dan is het analoog hieraan 37,5 cm. De verwachting en ervaring van Kverneland is dat vooral bij de korrelmaïsteelt juist dit belangrijk wordt gevonden, omdat je door een gelijke afstand en het ontbreken van overlap een betere en gelijkmatiger afrijping krijgt. Daar zit dan ook een voordeel voor de loonwerker als hij het perceel ook dorst. Doordat er geen overlap is, zijn er minder niet goed afgerijpte stukken waar het combinen langzamer moet of waar de machine zelfs volloopt door het taaiere, veel minder afgerijpte gewas. Voor Pelle is het voordeel lastiger te behalen. Voor het loonbedrijf telt dat het bij veehouders in elk geval kan inspelen op de noodzaak om zo zuinig mogelijk om te gaan met de meststoffen. Door de exacte verdeling wordt er niets verspild en kan alles worden aangewend om productie te halen. Het is een dun voordeel, maar, zo beseffen ze bij Pelle, het bewijst aan de andere kant dat het bedrijf er alles aan doet om zo efficiënt mogelijk met mest en zaad om te gaan. Dat is dan ook het grote voordeel dat deze combinatie heeft ten opzichte van andere. Al zal dat ongetwijfeld beperkt zijn, want ongetwijfeld zijn er binnenkort meer gelijksoortige oplossingen.

Tekst en foto’s: Toon van der Stok


MEER DAN € 1.000 VOORDEEL BIJ FELLA LAAT ER GEEN GRAS OVER GROEIEN!

G* CIERIN FINAN NAF VA

FELLA-Werke GmbH | Fellastraße 1–3 | D-90537 Feucht | www.hooibouw.nl

0,0%

INFORMEER NAAR DE MESSCHERPE ACTIES EN VOOWAARDEN BIJ UW FELLA DEALER Voor overige informatie zie ook www.hooibouw.nl VOORKOOPAC TI E +++ FINANCI

ERING VANAF

0,0%* +++ VO

ORKOOPACTIE

* Financieringsactie is geldig tot 30 november 2013

+++FINANCIER

ING VANAF 0,

0%* +++ VOOR

KOOPACTIE+++

FINANCIERIN

Gerard Hilhorst 06-51228760 I Herman Holland 06-51213513 I Mark vd Heuvel 06-51173646

KAWECO DOUBLE TWIN

kampsdewild.nl

581052 KdW adv KAWECO Double Twin.indd 1

Vele banden maken licht werk, dat is het motto van de KAWECO DOUBLE TWIN Shift. De 4 wielen van het onderstel lopen naast elkaar en maken daarbij ruimte voor het spoor van de tractor. Zo ontstaat één aaneengesloten spoor, waarbij de bodem slechts één keer bereden wordt. De DOUBLE TWIN Shift combineert het draagvermogen van een tandemasser met de wendbaarheid van een enkelasser. De PRO-JECT graslandbemesten is dankzij de unieke rubberlagers nagenoeg onderhoudsvrij. De RADIUM silagewagen is niet meer weg te denken bij de hakselaar. Dankzij de conische bak lost hij altijd, ook na langere transportafstanden. De THORIUM dubbeldoelwagen, herbergt alle eigenschappen van de RADIUM en combineert die met een efficiënt invoeraggregaat. Wist u dat KAWECO ook een perfecte dumper bouwt?

22-04-13 13:44

G


ander blauw en rood McCormick en Landini proberen met nieuwe modellen aan te haken

voorstelronde

In de westerse markt hebben de merken McCormick en Landini uit de Argo-groep een bescheiden marktpositie. Het lijkt alles te maken te hebben met het gevecht dat de afgelopen jaren is gevoerd om McCormick een eigen gezicht te geven. Daar is Argo met de komst van de huidige nieuwe series helemaal van afgestapt. Zelfs in naam zijn de Landini en de McCormick bijna vergelijkbaar. McCormick heeft de X7-6 voor de zescilinders en de X7-4 voor de viercilinders, bij Landini is dit de 6C voor de viercilinders en de 7C voor de zescilinderversies. Uiterlijk blijven er wel kleine verschillen, want ze hebben beide een andere motorkap en een iets andere cabine. Onderhuids hebben ze echter ook een paar unieke kenmerken. Zo zijn dit de enige trekkers die een FPT-motor combineren met een ZF-fullpowershift-transmissie. De keuze voor FPT betekent wel AdBlue, maar geen uitlaatgasregeneratie. Als voorlopig enige fabrikant heeft Argo de beschikking gekregen over de ZF-bak die automatisch schakelt tussen de groepen. Het levert een trekker op die prettig rijdt, blijkt bij de eerste kennismaking in het Italiaanse Fabbrico, waar de thuisbasis is. Rijdend met een mesttank schakelt de trekker soepel door de groepen en de verschillende powershiftposities. Voor die bediening is er een nieuwe console, met een prettig in de hand liggende bedieningsknop, die overigens niet als rijhendel kan worden gebruikt. Daarvoor is er het voetgaspedaal, dat elektrisch gestuurd is. Die elektrische sturing heeft een speciale voorziening om bij hobbelige omstandigheden het in- en uittrappen te neutraliseren, zodat schokkerig rijden wordt voorkomen. Een prettige voorziening. Wat ontbreekt bij de bediening is het Isobus-scherm. Daar is wel plaats voor, maar de ontwikkeling is nog gaande. Naar verwachting zal dit over een half jaar beschikbaar zijn. Tijdens de voorstelling werden meer vernieuwingen aangekondigd, zoals een CVT-uitvoering van de 6- en 7-serie. De 7 met CVT zal waarschijnlijk op de Agritechnica worden voorgesteld, de 6 zal ongetwijfeld volgend jaar op de Eima te zien zijn. Deze transmissies worden weer wel in eigen huis ontwikkeld in de moderne transmissiefabriek die het bedrijf nog heeft in de productievestiging in Fabbrico. De aangekondigde ontwikkelingen laten zien dat Argo nog nadrukkelijk mee wil blijven doen in de trekkermarkt. Met moderne, degelijke trekkers, die misschien niet de allernieuwste technische snufjes hebben, maar wel wat een gebruiker tegenwoordig minimaal mag verwachten. Hoewel Landini en McCormick zeker geen prijsvechter willen worden, zullen ze qua prijzen zeker aan de onderkant van de markt te vinden zijn. Als alternatief voor bijvoorbeeld het andere blauw en rood. Tekst & foto’s: Toon van der Stok

Het inmiddels bekende pakket koelers dat bij de moderne trekkers hoort. Door het losmaken van een hendel kan het hele pakket worden uitgeklapt om te worden gereinigd.

48

GRONDIG - November 2013

De nieuwe bedieningsconsole is voorzien van een groot aantal knoppen om alle functies te bedienen. De meeste zitten op de joystick. Achterop zit de knop voor het omhoog en omlaag schakelen.

Voorlopig is er alleen een scherm op het dashboard voor het aflezen van verschillende gegevens. De bedieningsknop om tussen de verschillende opties te schakelen, zit op de bedieningsconsole.


De voorasvering is niet veranderd. Niet nodig, want deze behoort volgens Argo tot de beste in de markt. In de proefrit is het voldoende om bij snelheden tot 30 km/u in het veld de schokken op te vangen.

De Landini en McCormick verschillen alleen in uiterlijke details. Naast de kleur is de styling wat afwijkend, maar de verschillen zijn minimaal. Het zal de markt zijn die het succes van de merken bepaalt.

De achterbrug is netjes afgewerkt, met een duidelijke kleurcodering voor de hydrauliekaansluitingen. Er is een aftakas met vier toerentallen: 540 en 1000 toeren met een normale en ecostand.

GRONDIG - November 2013

49


Wij zijn op de AGRITECHNICA 2013

Uw VREDO Team nodigt u van harte uit om de volgende noviteiten te bezichtigen: • Agri Air doorzaaimachine + pneumatische zaadbak • VVT600 - 600 pk CVT zelfrijdende Trac transmissie • VT5518 zelfrijdende 6-wieler Trac + 32m3 mesttank • 12 meter zodenbemester • Elektrisch aangedreven snijfilter

dnr.

Stan

6 16B0

www.vredo.nl

verkoop@vredo.nl

+31 (0) 488 411 254


Blauw wErkt BEvrijDEnD

CHNICAB 43 E T I R G A , Stand HAL 11

ere m ken.co dated h Stay up ritechnica.lem g www.a

Kent u het LEMKEN-gevoel? De zekerheid, precies die machine te vinden, die met zijn configuratie het beste voor uw specifieke grond biedt? Het vertrouwen, een uitgebreid productassortiment op het gebied van grondbewerking, zaaien en gewasbescherming van ĂŠĂŠn fabrikant te kunnen krijgen? En de garantie, die een koploper in prestaties en technologie u geeft? Leer het kennen!

www.lemken.com


Te groot voor woorden Voorbeschouwing op de Agritechnica 2013 in Hannover ‘s Werelds grootste, zo presenteert de Agritechnica 2013 zich. In 24 hallen verzamelen zich maar liefst 2700 exposanten, waarvan de helft uit het buitenland komt. De organisatie verwacht tegen de half miljoen bezoekers. Wie zich niet goed voorbereidt, verdwaalt of komt tijd te kort. Goed huiswerk vooraf is een must om van uw bezoek een succes te maken.

agritechnica Beursinfo De Agritechnica 2013 in Hannover start op 10 november en duurt tot en met 16 november. De beurs is dagelijks geopend van 9.00 uur tot 18.00 uur. 10 en 11 november zijn de exclusiefdagen voor handelaren. Andere bezoekers mogen ook naar binnen, maar dat kost dan wel € 85,-. Daarvoor mag je dan ook op 12 november gratis naar binnen. Op de andere dagen bedraagt de toegangsprijs € 23,- en kost een kaart voor twee dagen € 34,-. Voor online bestellen van kaarten en voor meer informatie kunt u terecht op www.agritechnica.com.

Grootste aandachttrekker: Challenger MT 875E met V12 Stand: Hal 9 A15 De strijd om de grootste aandachttrekker zal weer losbarsten. Van Fendt wordt de meer dan 295 kW (400 pk) sterke 1000-serie verwacht, evenals een soortgenoot bij Massey Ferguson. John Deere, Deutz-Fahr en CNH doorbreken die grens ook met glans. Toch schatten wij in dat de nieuwe Challenger MT 875 E één van de grootste publiekstrekkers wordt. Dit kanon op rupsen heeft de nieuwe 16,8-liter-twaalfcilindermotor van Agco Power (Sisu), die is afgesteld op 426 kW (590 pk) nominaal en een maximum vermogen van 470 kW (640 pk). Challenger belooft nog een verrassing. We gaan het zien.

52

GRONDIG - November 2013

Een bekende trend in beurzenland is dat een paar grote beurzen het internationaal voor het zeggen hebben. Zoals de Bauma de beurs is voor het grondverzet is de Agritechnica de beurs voor de agrarische sector, waar veel fabrikanten naar toe werken voor het presenteren van hun grote nieuws. En dus mogen we wat verwachten. Niet alleen een voorstelling door diverse merken van trekkers van 295 kW (400 pk) en meer, maar vooral ook veel belangrijke ontwikkelingen op het gebied van elektronica: aansturingssystemen, vernuftige optimalisatietechniek en telematica. Het zijn ontwikkelingen die je niet in het voorbijlopen even ziet, maar waarvoor je de stands in moet gaan. Daar zit de boodschap. Als je ziet hoe groot de beurs is en dat er richting een half miljoen bezoekers worden verwacht, moet u echt vooraf goed uw huiswerk doen, zodat u gericht in één keer uw route loopt. Wie denkt dat de eerste twee dagen (exclusief voor handelaren) een oase van rust opleveren, heeft het mis. Reken maar dat het dan ook al erg druk is. Op de site van de Agritechnica vindt u al de fabrikanten en een overzicht van de hallen om uw routing te plannen. Er is een handige app beschikbaar om online te zoeken. Op de site vindt u ook de belangrijkste medailles. Er is viermaal goud uitgedeeld en maar liefst 33 keer zilver. Alleen die aflopen, kost al een dag. En reken maar dat er dan nog menig fabrikant is die met onaangekondigde verrassingen komt.Wij doken in de gouden medailles en pikten nog wat voorbijkomend nieuws voor u mee, deels met zilver bekroond. Claas blijkt de grootste medailledelver, met eenmaal goud en vijfmaal zilver. Wij zien u in Hannover, al is de kans dat we elkaar tegen het lijf lopen klein...

Tekst: Gert Vreemann Foto’s: Agritechnica, fabrikanten


De gouden medailles De vier gouden medailles voor Grimme, Rauch, Merlo en Claas zijn niet te vergelijken. De Claas-medaille springt er voor onze sector bovenuit. Bevestigd zijn we in de verwachting dat de meeste gouden medailles naar Duitse fabrikanten gaan. Dit is in feite een compliment voor Merlo. De gouden vier in het kort.

Grimme: AirSep

Stand: Hal 25 F11

Merlo: hybride verreiker

Stand: Hal 6 C15

Het scheiden van aan aardappelen redelijk gelijkwaardige kluiten, stenen, rotte moederknollen en andere verontreinigingen is mechanisch lastig. Grimme doorbreekt dit met zijn pneumatische AirSep-scheidingstechniek. Vlak voor de afvoerband blaast Grimme een krachtige luchtstroom onder de aardappels. Deze gaan zweven, terwijl de zwaardere stenen en kluiten op de band blijven en naar een speciale afvoerband gaan. De chauffeur kan de kracht van de luchtstroom en de richting aanpassen aan het gewas.

Merlo krijgt goud voor een echte hybride verreiker, de Turbofarmer 40.7 Hybrid. Deze heeft een dieselmotor en een hybride-unit met batterij waarmee met de 30 kWh lithium-ionbatterij volledig elektrisch kan worden gereden. De gedownsizede motor kan met een optimaal toerental draaien, waarbij de elektro-unit voor de passende rijsnelheid zorgt en bij pieken extra energie levert.

Rauch: Axmat strooibeeldverstelling Stand: Hal 15 D30

Claas: Online-bedieningssimulator Stand: Hal 13 B05

Kunstmest strooien is nog geen grote loonwerkersbezigheid. Wat niet is, kan echter komen met steeds duurdere, geavanceerdere strooitechniek. Rauch zet een belangrijke stap met Axmat, de automatische strooibeeldinstelling bij een tweeschijvenkunstmeststrooier. Via microsensoren en een automatisch instelsysteem wordt de gift automatisch aangepast aan de kunstmestsoort en de ingestelde werkbreedte.

Machines en werktuigen worden steeds geavanceerder, maar ook steeds gemakkelijker te bedienen zodra je de knopjes en instellingen eenmaal onder de knie hebt. Hierop inspelend introduceert Claas de Online-simulator, waarmee de bediening van trekkers en machines achter de computer is te leren. Daarmee wordt een belangrijke barrière doorbroken voor het leren van nieuwe technieken.

DLG: Rudolf Diesel herdacht

Hal 32 Op de Agritechnica tref je ook vertier en aangename zaken. Hal 32 is voor liefhebbers van dieseltechniek een must. Deze hal staat in het teken van de herdenking van de honderdste sterfdag van Rudolf Diesel. Diesel bedacht aan het eind van de negentiende eeuw de dieselmotor. Deze speciale DLG-tentoonstelling bevat een overzicht van de ontwikkelingen die de dieselmotor heeft doorgemaakt. Daarnaast is er een unieke collectie oldtimers bij elkaar gehaald, waaronder heel zeldzame exemplaren, zoals een Hanomag motorploeg en deze Benz OE-dieseltrekker uit 1928. GRONDIG - November 2013

53


Vol zilveren prikkelingen De 33 zilveren medailles bevatten tal van interessante ontwikkelingen, vooral in fijne meet- en regelsystemen. Ook op andere gebieden stuitten we op een aantal interessante noviteiten. De belangrijkste aangereikte krenten in twee pagina’s gevangen.

ZF: elektrificatie

Stand: Hal 3 E19

agritechnica

Geen medaille, maar dat de elektrische aandrijving en aandrijfcomponenten eraan komen, laat ZF zien met de ZF Terra+-transmissie. In de transmissie is een elektrische generator geïntegreerd waarmee permanent tot 70 kW elektrisch vermogen kan worden afgegeven voor aandrijving of eventuele opslag in een batterij. Dit elektrische vermogen kan worden gebruikt om als ‘soft hybride’ vijf tot tien procent extra koppel af te geven aan de aandrijving. ZF geeft aan dat met elektrische aandrijfcomponenten op trekker en werktuig vijf tot tien procent brandstof te besparen is.

Deutz-Fahr: onder last schakelbare aftakas Stand: Hal 4 B27 Naast de nieuwe series die worden onthuld, zijn er bij Deutz-Fahr ook een tweetal onderhuidse ontwikkelingen die met zilver zijn bekroond. Meest bijzonder is de eerste onder last schakelbare aftakas. Tijdens het werk kan worden geschakeld tussen de normale en de ecostand. De andere innovatie is de hydraulische motorrem, waarbij de oliestroom wordt gesmoord, terwijl de fan voluit gaat draaien.

54

GRONDIG - November 2013

Väderstad: eerste iPad voor bediening Stand: Hal 12 B24

De afgelopen maanden is al door veel fabrikanten gesproken over de mogelijkheid om de iPad te gaan gebruiken als bedieningsscherm. Het scheelt het ontwikkelen van een eigen touchscreen en geeft automatisch een universeel scherm. Väderstad is een van de eerste die deze ontwikkeling klaar heeft voor zijn Tempo-zaaimachine. De iPad wordt draadloos verbonden met de black box op de machine. Ideaal om na afloop van een werkdag weer mee te nemen en alles op kantoor uit te lezen.

Dammann: middelenverdeling in bochten Stand: Hal 15 C2 Binnen- of buitenbocht, met de nieuwe Dammann-toedieningstechniek komt er overal evenveel middel. Dit werkt alleen op de spuit met meerdere spuitdoppen per halve meter. Op basis van een hoeksensor berekent de computer hoe snel de boom beweegt en past hij de dosering aan. Weer een stap in de toedieningstechniek die zilver verdiende.


Claas: medailledelver

Stand: Hal 13 B05

Vijf zilveren medailles voor fabrikant Claas: voor een automatisch aanhangerstuursysteem waarbij de stuuruitslag en reactie afhankelijk zijn van de rijsnelheid, voor een automatisch systeem voor stroverdeling als het hard waait (gemeten via een tweetal flippers), voor het Implement Tractor Control waarbij op basis van het gevraagde vermogen op de grootpakpers de snelheid van de trekker wordt gestuurd en ten slotte nog voor de graankwaliteitsmeting en het automatische verwijderen van een verstopping in de aanvoer. Dan staan er ook nog nieuwe hakselaars en Xerions.

Pöttinger: lichtere Novacats Stand: Hal 27 C30

Krone: Laser Load

Stand: Hal 27 F15

Vanaf komend seizoen komt Krone met een kleinere hakselaar. Voor dit type is de invoer versmald van 80 naar 65 centimeter. Er zijn ook aangepaste maïsbekken ontwikkeld van zes tot tien rijen. De nieuwe serie bestaat uit de Big X 480 en de Big X 580. Nieuw op deze hakselaars is ook het optionele Laser Load. Dit is een automatisch herkenningssysteem van de silagewagen dat ook automatisch het vullen regelt. Goed voor zilver.

John Deere: handige knopjes Stand: Hal 13 C 31 Naast heel veel trekkernieuws, vooral in het lichtere segment, is er een detail waarvoor het merk een eervolle zilveren medaille scoorde: twee drukknopjes op het achterspatbord om de trekker bij het aankoppelen wat voor- en achteruit te laten rijden. Ontzettend handig. Aan de veiligheid is ook gedacht, want het systeem werkt met ingeschakelde handrem.

Lemken: diepteregeling voor berg en dal Stand: Hal 11 B431 Bij de vernieuwde serie Novacat-maaiers heeft Pöttinger veel aandacht besteed aan het verlagen van het eigen gewicht. Het resulteert in een maaier die 175 kilogram per meter werkbreedte weegt. Een vermogen van 118 kW (160 pk) zou voldoende moeten zijn voor deze 11,20 meter brede combinatie, volgens Pöttinger goed voor een brandstofbesparing van 25 procent. Zilver scoorde Pöttinger voor het vooraf inzaaien van spuitsporen met het nieuwe Pöttinger Intelligent Distribution System. Een tweede medaille was er voor een precisiezaaimachine die graan zaait als een nokkenradmachine, maar ook maïs als precisiezaaier.

Agco Fendt: wisselbare hydrauliekaansluitingen Stand: Hal 9 D24 Met de introductie van een nieuw type hydrauliekaansluiting zal Agco ongetwijfeld het aanzicht van de achterbrug veranderen. Hierbij zijn alle ventielen weggewerkt achter een aansluitplaat met een automatische dopafsluiter. Daarachter zit een nieuw type ventiel dat met een apart hendeltje eenvoudig onder druk is los te maken. Mooi is dat de ventielen eenvoudig te wisselen zijn, om ook oude typen nog te kunnen aansluiten.

Een zilveren medaille is er voor het nieuwe diepteregelingssysteem van Lemken voor gronden in heuvelachtige gebieden. Op basis van de trekkracht laat het systeem automatisch het steunwiel heffen of zakken. Op die manier wordt op een top of een dal toch de juiste werkdiepte bereikt.

Trelleborg: progressief Traction-loopvlak Stand: Hal 9 E06 Trelleborg toont een 650/65R38-trekkerband met een nieuw concept loopvlak. Het nieuwe loopvlak van de ProgressiveTractionTM-band wordt gekenmerkt door een dubbele nok die op verschillende momenten de bodem raakt en zo geleidelijk een grotere tractie biedt wanneer en waar dat nodig is. De dubbele nok zorgt ook voor een betere drukverdeling. GRONDIG - November 2013

55


Positieve verrassingen Nederlands fabrikaat op de Agritechnica Niet alleen buitenlandse bedrijven scoren op de Agritechnica. Ook van de Nederlandse fabrikanten komen fraaie vindingen. Daaronder zitten interessante noviteiten. De nieuwe Kuhn-pers uit Geldrop is elders in het nummer beschreven, evenals Vredo’s nieuwe gigant. Zuidberg kreeg zelfs een zilveren medaille voor zijn tweetrapsaandrijving van een bosbouwlier. Een klein overzicht van Hollands glorie. Nederland staat zijn mannetje op de Agritechnica. Op ruim 120 stands staan Nederlandse standhouders, variërend van groot (Lely), meeliftend met een internationaal concern (Kuhn Geldrop en Challenger Grubbenvorst), maar ook klein en gespecialiseerd (bijvoorbeeld

FreshFilter en Huizing Harvest). U kent onze fabrikanten zelf en weet ze vast te vinden. Op de site van de Agritechnica kunt u ze eenvoudig opzoeken. We selecteerden enkele opvallende noviteiten van Nederlands fabrikaat voor u.

Kaweco: Pull Box

Stand: Hal 16 B18

agritechnica

De nieuwe Kaweco PullBox heeft een rubberen losband met een meeschuivende voorwand. De band wordt met een hydraulische aandrijving opgerold op een cilinder. De lostijd is krap 50 seconden bij een baklengte van 9,70 meter. De voorwand en losband worden met een lier naar voren getrokken, zodat retourvracht kan worden meegenomen. De Pull Box is graandicht en hygiënisch dankzij afschrapers aan de band. De zijwanden en de gelijmde aluminium zijwanden zijn geheel glad van binnen. De bak is conisch gebouwd en de bodem is voorzien van kogelgelagerde rollen, zodat de wagen ook na lange ritten en bij vriezend weer kan worden gelost. De waterinhoud varieert van 31,5 tot 48,5 kubieke meter.

Smal chassis (760 mm) Hydraulische geveerde assen In 10 - 12 - 14 -15,5 - 18,5 - 20,5 m3 2,90 m breed met banden 800 mm

56

GRONDIG - November 2013

Tel: 0032 43 77 35 45 – www.joskin.com


Farmax: Farmax Super Six Stand: Hal 11A 22A

Zuidberg: uitwisselbare geveerde tracks en Eco-twin Stand: Hal 3 B19

Farmax zoekt capaciteitsvergroting niet in een hogere rijsnelheid, maar in een grotere werk breedte. Daarop inspelend komt de fabrikant met de compleet nieuw gebouwde zes meter brede Super Six-spitmachine. Deze heeft volgens Farmax een capaciteit van ongeveer 3,6 hectare per uur bij een rijsnelheid van 6 km/u. De spitter vraagt een vermogen vanaf 221 kW (300 pk), afhankelijk van de omstandigheden. De machine is dankzij PLC-besturing via een knopdruk in werkstand te zetten. De transportbreedte bedraagt 2,60 meter.

Bomech: werktuigdrager Stand: Hal 16 B04 Bomech in Albergen heeft een werktuigdrager ontwikkeld voor achter zelfrijders. Deze bestaat uit een schar nier bare arm die als aanhanger wordt gebruikt. Tijdens het wisselen van transportstand naar werkstand wordt de scharnierbare aanhanger compact opgevouwen in de hefinrichting. Naast de sleepvoetbemester kunnen ook andere machines met deze werktuigdrager worden gecombineerd.

Zuidberg Tracks heeft met het E-Frame een universeel tracksysteem ontwikkeld, zodat je ĂŠĂŠn trackset kunt gebruiken op bijvoorbeeld een trekker, combine, bietenrooier en aardappelrooier. Het verwisselen is vergelijkbaar met een bandencombinatie. Zuidberg introduceert op de tracks ook een veersysteem, zodat die zich in lengte en breedte aanpassen aan ongelijke ondergrond. Zuidberg toont als eerste een frontaftakas met 1000/1000E-schakeling, zodat bij gecombineerde of alleen frontaanbouw in ecostand kan worden gewerkt met een lager motortoerental.

Apollo Vredestein: Traxion Cereall Stand: Hal 9 G10 Apollo Vredestein introduceert de IF 800/70R32 TL 182A8 CFO Traxion Cereall-oogstmachineband. Dankzij F+technologie (Increased Flexion) is het draagvermogen twintig procent vergroot. Met CFO (Cyclic Field Operation) is het draagvermogen nog eens 55 procent hoger dan bij andere banden. Vredestein versterkt zijn positie in de landbouw met een flinke uitbreiding van het assortiment, zoals de 710/70R38 en 710/65R30 Traxion XXL voor zware trekkers en hakselaars.

Gezamenlijke importeurs

LMC Gennep BV Voor oost NL. 0485 - 511 605 www. lmcgennep.nl

Jamo BV Voor west NL. 0184 - 642 112 www.jamo-lmb.nl

Nu ook silagevorken bij LMC Gennep BV

GRONDIG - November 2013

57


Veldhuizen Wagenbouw: Grote Clixtar Stand: Hal 16 C18 Op basis van een vrachtwagen toont Veldhuizen een Clixtar-variant met vijfde as. In Duitsland en België is het maximale gewicht van een vrachtwagen 32 ton. Met oplegger is dat in Duitsland 40 en in België 42 ton. In het veld til je via luchtbalgen de oplegger voorover, zodat de achterste as van de oplegger vrij komt. In het veld heb je dan alle gewicht op de (8x8) aangedreven vrachtwagenassen. Uiteraard wordt er ook een film gedraaid met de Luctor met Rapide-opraapwagen in actie.

Homburg HeroW 2.0 Stand: Hal 15 D12

agritechnica

Na de introductie van de compacte HeroW introduceert Homburg samen met Widontec de HeroW 2.0, een veldspuit met een grotere capaciteit ten opzichte van de eerste versie. Hij heeft wel dezelfde kenmerken als zijn voorganger, zoals een grote bodemvrijheid, een goed zicht op het gewas, een compacte bouw en een grote wendbaarheid. De HeroW 2.0 maakt gebruik van Hardi-spuittechniek en heeft een 3000-litertank plus een schoonwatertank van 500 liter en hydraulisch verstelbare assen (1,50-1,80 meter of 1,80-2,25 meter). Hij is er in een 45 km/u-versie en met een Hardi TwinForce-spuitboom.

Veenhuis Machines: Duitse opleggers Stand: Hal 5 C28

Veenhuis Machines komt met een nieuwe tankoplegger voor snelverkeer. Deze mestoplegger heeft een inhoud van 25, 28 of 30 kuub en is standaard voorzien van drie starre assen. Als optie is een meelopende as of gestuurd onderstel leverbaar. Veenhuis toont ook zijn nieuwe compacte mestscheider Sepramax

58

GRONDIG - November 2013

Imants: nieuwe spitters Stand: Hal 12 A28 Imants BV presenteert op de Agritechnica de nieuwe 46- en de 48SXserie spitmachines. De 46 is ontwikkeld voor lichte tot zware kleigrond, maar kan met andere spitarmen ook andere grondsoorten bewerken. De Imants 48SX-serie is de opvolger van de populaire 47SX. Deze spitmachine is geschikt voor trekkers van 96 tot 184 kW (130 tot 250 pk). De tandwielaangedreven spitas heeft 36 beugels, zes per rondsel. De ideale rijsnelheid bedraagt 7 km/h! Beide machines kennen diverse aan- en opbouwmogelijkheden om werkzaamheden in één werkgang te kunnen combineren.

D-Tec: sneller laden en lossen Stand: Hal 16 C18 Korte laad- en lostijden worden steeds belangrijker in het mesttanktransport. Daarom bedacht D-Tec samen met zijn klanten een innovatief tankconcept met laad- en losarmen. Een 30-kuubs tanktrailer kan nu in drie minuten worden gelost. D-Tec toont de nieuwe modulaire lijn van laad- en lossystemen op de beurs.

Evers: Hannoveraner Stand: Hal 11 C04 Hannoveraner, een naam die moet aanslaan bij onze oosterburen. Het betreft hier de nieuwe extra zwaar uitgevoerde Eversbouwlandbemester voor de zwaarste zelfrijders in de zwaarste steenrijke gronden. Deze bouwlandbemester met geveerde tanden heeft een doorlaat van ruim 70 centimeter, zodat meteen een diepe grondbewerking kan plaatsvinden. Evers toon ook de Grass Profi in 3,00 en 6,20 meter brede uitvoering voor het onderhoud van blijvend grasland. Die is in frontaanbouw te combineren met een doorzaaimachine of cambridgerol achter de trekker.


UITNODIGING GRONDIG DAGEN 2013 MAARHEEZE

• Speciale acties • Productshow • Zelf testen • Demo’s • Hapje, drankje

ZEEWOLDE

RIJWERKEN

RUBBERTRACKS

VEMATEC

TB295W 9.500 kg MAARHEEZE • Zaterdag 23 November 09.00 - 17.00 uur

ZEEWOLDE • Vrijdag 29 November 17.00 - 21.00 uur

• Zondag 24 November 09.00 - 16.00 uur

• Zaterdag 30 November 09.00 - 16.00 uur

WWW.VERHOEVENBV.COM

VERHUUR


durven in waterwerk Aannemingsbedrijf Hak BV, Alblasserdam Met een nieuwe techniek en nieuw ontwikkelde materialen wist aannemingsbedrijf Hak BV fors te besparen op de kosten voor een dijkverzwaring. De methode is succesvol getest en kan voor heel Nederland een besparing van vier miljard euro op de dijkverzwaring opleveren. Het resultaat van slim nadenken en vooral open staan voor nieuwe ideeĂŤn, iets wat het bedrijf uit Alblasserdam kenmerkt.

sterk werk 60

GRONDIG - November 2013


Het anders durven doen is één van de kenmerken van aannemingsbedrijf Hak uit Alblasserdam. Al eerder waren we bij het bedrijf voor de manier waarop het een oeverproject in de buurt van Gorinchem onder handen nam. Nu is de nieuwe vinding die het toepast nog spectaculairder, stelt eigenaar Piet Hak als we rondlopen op het dijkverzwaringsproject langs de rivier de Noord. “Voor het eerst passen we hier in een getijdenrivier een nieuw type dijkblok toe. Een blok dat veel minder zwaar is, lager is en toch beter de golfslag opvangt.” Het blok dat Hak gebruikt, heeft een wonderlijke ontstaansgeschiedenis. Hans Hill, ooit fotograaf, bedacht naar aanleiding van golfslagproblemen in het zwembad een methode om de kracht van het water op te vangen. Hij ontwikkelde een golfabsorber, die echter nooit in het zwembad terecht kwam, omdat die te duur bleek. Maar al denkende vormde zich bij hem het idee om met een paddenstoelvormig blok de golfslag van de zee of de rivieren op te vangen. Zijn theorie is dat je de golf als het ware absorbeert door te werken met deze nieuwe blokken. Op een traditionele dijk, versterkt met traditionele blokken, blijft een golf omhoog lopen, omdat het water nergens heen kan. Tegelijk loopt het water tussen de kieren en verzadigt het de ondergrond omdat het niet weg kan. Die twee zaken samen brachten hem op het idee om te gaan werken met een heel ander type blok. Uitvinder Hans Hill noemde het naar zichzelf, zodat dit nu door het leven gaat als het Hillblock. Het lijkt op een bolder, een pion of wellicht paddenstoel. De speciale werking krijgt het blok door de kanalen die onder de bovenzijde ontstaan. Via de gaten tussen de blokken zakt het water weg en dat kan dan via de kanalen naar de onderkant van de dijk stromen. Door die stroming blijft het kanaal ook schoon, vertelt Leo Kruidenier, bedrijfsleider bij Hak. “Het water stroomt zo krachtig naar beneden dat het modder en zand ook weer uitspoelt. Dat blijkt in proeven en zal nu hier in de praktijk ook moeten worden bewezen.” Met het blok zijn nu twee dijkvlakken bekleed. In Zeeland eentje langs een zeewering en in Alblasserdam dus het traject langs de Noord. Dit is een getijdenrivier met flinke hoogteverschillen. De ochtend voor we het werk bekijken, stond het water door een forse noordwesterstorm, die het water de haven van Rotterdam en daarna het achterland in stuwde, nog halverwege de dijk. Dat had als

gevolg dat het werk even stil lag en er daarna weer opruimwerk was, want een rivier laat altijd rommel achter.

Vier miljard besparen De impact van het nieuwe type blok is gigantisch. Doordat het blok de kracht van het water veel beter opvangt, kunnen veel kleinere blokken worden gebruikt. Hak: “Hier stonden in het oorspronkelijke ontwerp de bekende blokken van veertig centimeter hoog. Die zijn zo zwaar dat je er handmatig niets aan kunt en mag doen. Door voor de Hillblocks te kiezen, konden we volstaan met blokken van twintig centimeter. Dat lijkt zo onrealistisch dat niemand het aandurfde. Daarom werken we nu met blokken van dertig centimeter. Doordat ze feitelijk gehalveerd zijn, blijven ze onder de 22 kilogram en mogen we ze eventueel handmatig leggen. Een ander voordeel is dat er bijvoorbeeld minder transport nodig is. Dat telt weer voor je CO2-ladder.” Voor de opdrachtgever leverde dit een forse besparing op. “Er is namelijk minder materiaal nodig en ook het plaatsen is eenvoudiger. Hier konden we verder niet besparen op de dijkhoogte, omdat die wel omhoog moest om hogere waterstanden op te vangen, maar op plaatsen waar de golfslag een grote rol speelt, kun je wel besparen op de verhoging van de dijken. Er is al uitgerekend dat door toepassing van deze methode de hele dijkverzwaring in Nederland vier miljard euro goedkoper kan. Dat is ongeveer het hele bezuinigingspakket waar dit najaar over is onderhandeld.”

Hak BV Aannemingsbedrijf Hak BV is ontstaan in 1993 en gevestigd in Alblasserdam. In twintig jaar is het bedrijf gegroeid tot een volwaardig aannemingsbedrijf in grond-, weg- en waterbouw met ongeveer 35 personeelsleden. Enkele jaren geleden was het bedrijf nog groter, maar de crisis heeft ook hier effect gehad op de personeelsomvang. Hak heeft een eigen landmeetkundige dienst en is enkele jaren geleden al volledig overgeschakeld op het werken met GPS. Het bedrijf werkt met de systemen van Topcon en is daar zeer tevreden over. Sinds de komst van Leo Kruidenier als bedrijfsleider heeft Hak zijn kennis vergroot en heeft het bedrijf kans gezien een flink aantal projecten langs het water binnen te halen. Het project in Alblasserdam is daar een voorbeeld van, maar ook op andere plaatsen is met creatieve oplossingen veel werk binnengehaald. Meer informatie: www.hakbv.nl.

Toepassen nieuwe technieken Het toepassen van nieuwe technieken en materialen is voor Hak bij elk werk een uitdaging. “We werken in een markt waarin de concurrentie groot is. Dan moet je slim zijn om een werk toch te krijgen en er ook wat aan over te houden”, glimlacht bedrijfsleider Leo Kruidenier. Hij is afkomstig van een aannemersbedrijf dat gespecialiseerd was in waterbouw, waar hij veel ervaring heeft opgedaan in het werken met, op en langs het water. “Dat is kennis die je nu kunt gebruiken om het net wat anders aan te pakken.” Hak, gevestigd in Alblasserdam in een polder die de afgelopen jaren in gebruik is genomen, heeft daar veel mee te maken. In deze polder, die de afgelopen vijftien jaar is ontwikkeld, heeft Hak nagenoeg al het werk kunnen uitvoeren, van saneren tot ophogen, bouw- en woonrijp maken. De afgelopen jaren zijn er ook wegen en rioleringen aangelegd. De laatste klus die het bedrijf kreeg, was het verGRONDIG - November 2013

61


hogen van de dijk. Dat was noodzakelijk toen de afgelopen jaren bleek dat het water in periodes van hoog water tot de rand van de dijk stond. In 2012 is daarom al een stalen damwand met betonnen deksloof geplaatst, die is aangevuld met klei om de dijk zo zeventig centimeter te verhogen. Dit najaar is daar de dijkverzwaring aangebracht om de achterliggende polder definitief veilig te maken.

Het geheim van de nieuwe manier van dijkversterking is simpel. Een blok in de vorm van een paddenstoel. Dit absorbeert de golf. Toepassing op alle dijkverzwaringen kan een besparing van vier miljard euro opleveren.

Hak kon de nieuwe methode met de Hillblocks introduceren omdat hij met de opdrachtgever die het gebied ontwikkelt samen over het ontwerp kon nadenken om tot goedkopere oplossingen te komen. “Je weet dat projectontwikkelaars niet graag geld uitgeven, dus wordt het altijd gewaardeerd als je met een alternatief komt dat goedkoper uitpakt”, zegt Hak. Het kostte echter wel de nodige moeite om ook de betrokken gemeenten Alblasserdam en Papendrecht en het Hoogheemraadschap Rivierenland te overtuigen. “Het zijn instanties die gaan voor zekerheid, dus was er uitgebreid onderzoek bij onderzoeksinstituut Deltares nodig om te bewijzen dat het systeem werkt. Hak en Kruidenier zijn overtuigd dat het systeem uiteindelijk een veel bredere toepassing zal krijgen. “De kostenbesparingen zijn zo enorm, dat je feitelijk niet anders kunt. Zeker omdat alle onderzoeken laten zien dat het de golfslag met dertig tot vijftig procent reduceert. Het probleem is alleen om dat te accepteren, maar dat is bij elke nieuwe methode die je voorstelt. Het geeft onzekerheid bij de opdrachtgever. Daarom moet je elke keer je best doen om die te overtuigen. Gelukkig helpt het dan dat je al verschillende keren hebt laten zien dat je door anders te werken een goedkoper en beter resultaat bereikt. Dat is ook de kracht van ons bedrijf.”

De blokken worden met een speciale klem in één keer gelegd. Alleen bij bochten of bij het afwerken is handwerk nodig. Door de holle vorm is ook de bindstrip eenvoudig te verwijderen.

Een aantal jaren geleden is Hak al helemaal overgeschakeld op het werken met GPS. Machinisten die dit gewend zijn, willen niet anders meer, is de ervaring van het bedrijf.

Tekst: Toon van der Stok Foto’s: Hak, Toon van der Stok

Droogdok Oceanco Een bijzonder project dat Hak BV afgelopen zomer heeft uitgevoerd, is het graven van een nieuw droogdok voor scheepsbouwer Oceanco. Dit dok is 170 meter lang, 35 meter breed en 11 meter diep. Het leverde 80.000 kubieke meter grond op die moest worden verplaatst. Om de overlast te beperken, ging dat per schip, hoewel de afstand maar één kilometer was. Het betekende anderhalve minuut rijden bij het laden en anderhalve minuut bij het lossen bij het natuurterrein, waar de grond weer werd aangewend om een ecologische zone in te richten. Voor het uitgraven bedacht Hak BV een eigen methode, waarbij de kraan in het dok kwam te staan op een kunststof podium. Met bulldozers, rupskranen en minigravers werd de grond daar naar toe geschoven.

GRONDIG - November 2013

63


Speciaal voor het zwaardere werk

Modulair Maaibalk concept De Lely Splendimo Classic-modellen 205 en 240 met de aanduiding HD (Heavy Duty) zijn speciaal uitgerust voor het maaien van wegbermen en cultuurgewassen. Hier is de kans op beschadigingen door afval in de wegbermen aanzienlijk. Dankzij het modulaire concept van de maaibalk is deze altijd gemakkelijk en snel te repareren, desnoods ter plekke in de berm.

Interesse? Kijk voor een dealer in de buurt op www.lely.com of mail naar nederland@lely.com.

HARVEST RESULTS. www.lely.com

innovators in agriculture


Nog heel even over… In Grondig 10 belichtten we de Hitachi ZX190LC-5 die we ontdekten op de beurs Matexpo in België. Is dat een nieuw model of is de machine gedacht als een lokale specialiteit voor de Belgische markt?

We vragen het ons vooral af omdat er in cultuurtechnisch werk wel behoefte is aan lichtere machines met desondanks een behoorlijk motorvermogen. Navraag bij Hitachi levert wat verrassing op en uiteindelijk een antwoord. “Ja, er komt een serie van deze 19- tot 20-tonners maar het is nog even de vraag hoe dat past in het leveringsprogramma tussen de huidige 18- en 21-tons ZX-rupsgravers van de vijfde generatie.” De nieuweling is namelijk samengesteld uit de onderwagen van de 18-tonner en de bovenbouw van de 21-tonner. Uit andere hoeken

horen we dat de huidige 18-tons ZX180LC-5 motorisch net te licht zou zijn met de 90,2 kW (121 pk) sterke Isuzu-3,0-liter-viercilinder, maar voor sommige mensen houdt het nooit op. Ook qua graafbereik is de ZX180LC-5 een maatje kleiner dan de ZX190LC-5, die desgewenst met monogiek of tweedelige giek wordt geleverd. Er is keuze uit drie steellengtes: 2,00, 2,40 en 2,90 meter. In de nieuwe ZX190LC-5 ligt de motor uit de ZX210LC-5: een Isuzu-5,2-liter-viercilinder met 122 kW (164 pk). Een extra argument voor

Op rupsen…

grondverzetnieiuws 64

Cat schakelt over van de B- en C- generaties naar een D-familie schrankladers op banden en rupsen en biedt nu in totaal acht nieuwe modellen met kiplasten van 2,8 tot bijna 4,7 ton. Het betreft drie Multi Terrain Loaders (MTL) op banden en vijf Compact Track Loaders (CTL) op rupsen. Cat biedt keuze uit verticale en radiale liftsystemen. Tot de eerste categorie behoren de 257D MTL (kiplast 2,8 ton), de 259D CTL (2,9 ton), 287D MTL (4,0 ton), 299D CTL (4,25 ton), 289D CTL (3,8 ton) en 299D XHP CTL (4,65 ton) en tot de tweede de 277D MTL (3,3 ton) en 279D CTL (2,9 ton). In het oog springend nieuws betreft de cabines die meer comfort en bedieningsgemak bieden, een nieuw ontworpen hefframe dat beter zicht biedt op het werk en meer motorvermogen. Die acht procent meer vermogen in de nieuwe D-modellen komt van een C3.3B-3,3-liter-viercilindermotor met 55 kW (74 pk), die volgens Caterpillar tot zes procent zuiniger is met dieselbrandstof. In de grotere D-modellen 299D en 299D XHP ligt een Stage IV-3,8-litermotor met respectievelijk 73 kW (98 pk) en 82 kW (110 pk) die de pompen aandrijft. In de 299D XHP - met een High-Flow-hydraulieksysteem - leveren die maar liefst 150 liter hydrauliekolie per minuut. Cat zou Cat niet zijn als de fabrikant niet had geluisterd naar met name industrieklanten. Dat betekent dat het hefframe voortaan is uitgerust met een intelligent levellingsysteem (vlak stellen) met onder meer een ‘terugnaar-graaf ’-functie en einddemping. www.pon-cat.com

GRONDIG - November 2013

de conceptie van de ZX190LC-5 vinden we bij het hoofdstuk hydrauliek: drie pompen, waarvan twee met een opbrengst van 212 liter en één die 189 liter per minuut levert. Zeer binnenkort komt Hitachi met meer informatie over de nieuwe 19-tonner. Die is leverbaar vanaf februari 2014. www.hcme.com

Binnen!

Nu ook in Nederland. De binnendraaiende Volvo ECR25D weegt inclusief drie bakken en de aanhanger voor transport minder dan 3,5 ton. Hij is uitgerust met monogiek en er is keuze uit twee lepelstelen, met een lengte van 1,05 of 1,35 meter. De machine weegt - met cabine - 2490 kilogram en gerelateerd aan de 25 centimeter brede rubber rupsen betekent dat een bodemdruk van 310 gram per vierkante centimeter. In de ECR25D ligt een 1,1-liter-driecilinder-dieselmotor met 15,5 kW (21 pk) en de pompen leveren ten behoeve van uitrustingsstukken 45 en 23 liter olie per minuut. De kleine binnendraaier is snel in het zwenken (bijna tien rondjes per minuut) en optioneel is extra ballast (100 kilo) leverbaar. www.kuiken.nl


TKD naar Almere

Steigeren

Het grootste dynamische grondverzetmaterieelcircus der lage landen, de Technische Kontakt Dagen, slaat van 22 tot en met 24 mei 2014 zijn tenten op bij de Nobelhorst in… Almere. Na ‘optredens’ in Wezep, Amsterdam, Barneveld en - nog een keer terug op het oude nest - Wezep verplaatst het circus zich wederom. In Almere lijken de omstandigheden ideaal: een goede grondslag, prima bereikbaar via de A6 en de A27, gelegenheid om letterlijk en figuurlijk dieper te graven, voldoende expositie- en parkeerruimte en medewerking van een actieve gemeente. De inschrijving voor deelname is inmiddels geopend en de eerste standhouders hebben alweer ingeschreven. Ook het beursthema is bekend: ‘De beweging vooruit!’ www.tkd.nl

Transporteren én leggen Met deze Probst Transmobil TM150D XL op rupsen kun je stenen, tegels, banden of ander groot bestratingsmateriaal meenemen door ruw terrein en plaatsen of leggen. Probst kennen we in Nederland van de diverse modellen vacuümsystemen waarmee machinaal stenen en tegels kunnen worden gelegd. Deze zelfrijdende Transmobil is nieuw in het programma. Met een hefcapaciteit tot maximaal 250 kilo kun je een forse tegel of betonplaat leggen. Op maximaal bereik is de hefcapaciteit 200 kilo. De legarm staat op de onderwagen van een minigraver en met de twee bewegende giekdelen kun je nauwkeurig positioneren. De Transmobil TM150D XL wordt aangedreven door een geluidgedempte Hatz SilentPack-dieselmotor en wordt door één persoon bediend. www.probst.eu

Voor inzet bij ongediertebestrijding, boomonderhoud en gevelwerk is er een nieuwe Ruthmann TB220 Steiger-truckhoogwerker die op een 3,5-tons bestelwagenchassis wordt opgebouwd. Een kort gebouwde en compacte combinatie met bijvoorbeeld een Mercedes-Benz Sprinter, die een doorrijhoogte van 2,90 meter houdt. De TB220 reikt tot een werkhoogte - inclusief een 1,80 meter lange man of vrouw in de korf - van 22 meter en heeft een horizontaal bereik van 16,40 meter. Dankzij de 2,20 meter lange ‘Rüssel’ (slurf ) die als aparte korfmast fungeert, kun je met een slag van 185 graden ook onder bruggen gemakkelijk met de korf manoeuvreren. De korf kan links- en rechtsom 85 graden zwenken en de maximale hefcapaciteit is 230 kilogram. Voor inzet bij spanningvoerende leidingen levert Ruthmann een kunststof werkbak. www.ruthmann.de

BMWT-directie (2)

KORT NIEUWS BMWT-directie Na ruim 22 jaar neemt importeursvereniging BMWT afscheid van directeur Antoon van Loon, die met pensioen gaat. Vanaf zijn aantreden heeft Van Loon de organisatie uitgebouwd en met de lidbedrijven goed ingespeeld op marktontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan BMWT-Keur, opleidingen en trainingen, verhuurvoorwaarden, antidiefstalsystemen en de uitwerking van zaken rond de CE-markering en de Machinerichtlijn.

Jan Hommes (48) is vanaf deze maand de nieuwe directeur van de BMWT. Hommes is een allround verenigingsmanager en heeft ervaring bij brancheorganisaties, onder meer bij de BRBS.

Maarheeze of Zeewolde Verhoeven Grondverzetmachines (Komatsu, Takeuchi, Macks en Ausa en VTSuitrustingsstukken) organiseert wederom de Grondig-dagen. U bent in de vestiging Maarheeze welkom op zaterdag 23 (9.0017.00 uur) en zondag 24 november (9.0016.00 uur). In Zeewolde bent u welkom op vrijdag 29 november (17.00-21.00 uur) en

zaterdag 30 november (9.00-16.00 uur). Eén van de primeurs is Takeuchi’s nieuwe TB295W, de tientons mobiele graafmachine uit de 200-generatie. www.verhoevenbv.com

In de agenda Voor wie zich tussen kerst en oud en nieuw dreigt te vervelen: noteer alvast dat er op vrijdag 27 en zaterdag 28 december op centrale plekken in Nederland in elk geval vier open huizen, (kerst)shows en andere activiteiten worden gehouden. Exacte openingstijden ontbreken nog, maar u bent welkom bij Barend Kemp in De Meern, Van der Spek in Vianen, Beco in Vianen en De Vor in Achterveld.

GRONDIG - November 2013

65


4x4 verlegt grenzen De compacte HBM-grader is breder inzetbaar dan alleen in de wegenbouw Kenners zagen de nieuwe tweeassige BG 70A-4-grader van HBM al tijdens de Bauma in april. Sinds die tijd heeft de fabrikant er al achttien verkocht. Alle reden voor de Duitsers om dit prille succes in buurland Nederland te willen herhalen.

Vandaar dat importeur Pieter Dassen van DGS in Oranjedorp gebruikers uitnodigde voor een demonstratie van de nieuwe machine op het Bouw- en Infrapark in Harderwijk. Daar kon naar hartenlust worden ‘geschuifeld’ en daar maakte een tiental bedrijven met graagte gebruik van. Pieter Dassen: “We richten ons met deze compacte 4x4 niet uitsluitend op graderverhuurders en wegenbouwers. We zijn nu ook interessant voor bedrijven die trekkergraders inzetten, vaak ondernemers die bospaden profileren en egaliseren. Daar lopen er hier in de regio al wel zes van. Zo’n trekkergrader kost - na een ingrijpende verbouwing en de opbouw van een graderframe met bestuurbaar blad - zeker net zoveel als

techniek 66

GRONDIG - November 2013

HBM’s nieuwe achttonner en daarom gaan we nu ook graag met deze klanten in gesprek.”

Alternatief voor trekkerschuiver Tijdens ons bezoek in Harderwijk draait net zo’n ondernemer die met trekkerschuivers werkt een uurtje ter kennismaking met de kleinste HBM-grader. Hij moet wennen aan de besturing en aan de multifunctionele joysticks voor het bedienen van het graderblad, het knikken van het frame en de besturing van de voorwielen. Heel anders dan op zijn huidige New Holland-trekker, waar de bladbediening door Bos Bolsward is ondergebracht op een aantal hendels naast het stuurwiel. Na


wat uitleg en een paar rondjes ligt er echter toch een vlak circuitje. De eerste vraag die de ondernemer na de testrit stelt, is hoeveel motorvermogen de compacte grader heeft. “Zo’n trekker heeft 170 pk en daarmee trek je overal doorheen…” Zoveel heeft de HBM niet nodig, meent Pieter Dassen. De power komt van een 3,3-liter Cummins-viercilinder met 55 kW (75 pk) die de pompen aandrijft voor de bediening van het blad, de hulphydrauliek en de rijaandrijving. HBM spreekt over drie rijsnelheden (4, 15 en 33 km/u), zowel vóór- als achteruit. De BG70A-4 weegt 7,2 ton en van dat gewicht rust 5,2 ton op de achteras. De grader is - zonder driepuntshefinrichting achter en zonder frontblad - 6,35 meter lang en 2,90 meter hoog. De machinebreedte is 2,06 meter en er is keuze uit graderbladen met breedtes van 2,50 en 3,05 meter en een bladhoogte van 50 centimeter. Laatstgenoemde breedte is standaard. Het blad is 1,00 meter verschuifbaar en - zoals bij grote graders - om en in alle hoeken verstelbaar en kantelbaar. Dus ook voor taluds of slootjes.

Qua functionaliteit helemaal compleet en zoals een grote 6x6-grader, behalve het verticaal kunnen stellen van de voorwielen. Maar dat kan een trekkergrader al helemaal niet.

Echte grader De demomachine staat op Dunlop-405/70R20-banden, maar volgens Dassen kunnen er ook 500-banden van Michelin onder. De kantelbare ROPS/FOPS-cabine komt waarschijnlijk van een (Komatsu-)wiellader gezien de relatie van fabrikant HBM met de Duitse Komatsu-dealer Papenburg. “Maar verder is het een échte HBM en een échte grader”, zegt Pieter Dassen. “Hoewel het geen 6x4- of 6x6-tandemas-uitvoering is, is de BG70A-4 behoorlijk stabiel, omdat het blad relatief dicht voor de achterwielen ligt.” Ook de schuifkracht van de kleine HBM valt mee met 52,0 kN en met de knikbesturing - tweemaal dertig graden - kun je in de hondengang werken. De fabrikant kiest voor Danaassen en voor Rexroth-rijmotoren. De standaarduitvoering is compleet met werk- en verkeersverlichting en loadsensinghydrauliek. Op de optielijst staan een hydraulisch kantelbare cabine, een klimaatgeregelde airco, de voorbereiding voor de opbouw van laserontvangers en machinebesturing, spatborden, een frontblad en extra hydraulische en elektrische aansluitingen.

Gemakkelijk te vervoeren Dassen: “Wij lopen eigenlijk al zes of zeven jaar bij HBM te zeuren om een kleinere 4x4-machine en nu hebben we hem. Het is een multifunctionele grader, want op de driepuntshefinrichting achterop kan een walsrol of een frees worden

Rijden, sturen, het blad bedienen en voor de extra functies… Het is even wennen, maar de joysticks leveren over een hele werkdag veel bedieningscomfort voor de machinist.

gemonteerd. Of rippertanden of een ploeg. Voorop kan een frontblad, maar je koppelt ook snel een veegmachine aan. “Voor wegbreedtes van minder dan twee meter is zo’n compacte grader ideaal”, vertelt Pieter Dassen ten slotte. “Gemakkelijk te vervoeren op een speciale BE-combinatie en daarom snel te verplaatsen van werk naar werk. Waar je normaal voor tweeduizend vierkante meter geen grader zou laten komen, kun je dat met deze kleine HBM zeker overwegen. En dat maakt hem meer inzetbaar. Met een grote machine kun je geen klein werk maken, maar met een kleine kun je wel groot werk aan…”

Tekst en foto’s: Michiel Pouwels

GRONDIG - November 2013

67


Aan het Faunatronic’en Bij de Hooby LC 80 Megatronic 7 neemt de elektronica taken over van de machinist De machinist ontlasten en het werk vlotter en preciezer doen. Hobelman in Halle maakt dat met de Hooby LC 80 Megatronic 7 helemaal waar. Tal van Automatic Control-functies nemen het werk van de machinist over. Meest opvallend is de nieuwe werkfunctie Faunatronic, een sterke troef voor het ecologisch schonen van sloten. Dit smaakt naar meer.

techniek

Het ziet er zo eenvoudig uit als machinist Hans van de Worp van waterschap Groot Salland de sloot schoont in de buurt van Wijhe. De vijf meter brede maaikorf beweegt strak langs de slootkant en maait met ogenschijnlijk grote precisie de bodem vlak af. Twee keer halen en dan in één soepele beweging de lading recht op het schouwpad lossen en weer verder. Met diezelfde precisie beweegt de Hooby zich een ‘werkgang’ verder. Elke keer in één beweging precies de juiste afstand, waarbij de bewegingen van arm, giek en maaikorf elke keer identiek lijken. En dat terwijl machinist Hans er ogenschijnlijk ontspannen bij zit. Dat moet een echte vakman zijn. Dat is hij ook, want hij heeft inmiddels vele jaren met Hooby’s gewerkt en kent ze als geen ander. Hij is één van de eerste machinisten die met de inwendig compleet vernieuwde Hooby aan de slag gaat en zich heel tevreden toont met de vernieuwingen.

De vernieuwingen Het principe van de Hooby is ongewijzigd. Het is nog steeds een unieke graafmachine voor het slotenwerk, waarvan de

68

GRONDIG - November 2013

motor tussen de rupsen zit en waarbij de machine binnen de 1,60 meter blijft. Verder zit het draaipunt wederom zo hoog dat de machinist tijdens het zwenken geen last heeft van normale afrasteringspalen. Zo op het oog weinig nieuws dus. Toch is de machine inwendig compleet vernieuwd. De Hooby staat nu op rubberen tracks met voor het schranken op verharding sterkere wielmotoren. Er ligt nu een Yanmarviercilinderdiesel in. De belangrijkste vernieuwing betreft een compleet ander hydraulieksysteem met een nieuwe, geprogrammeerde aansturing. Hobelman is overgestapt van Danfoss- naar Parker-hydrauliek. De pomp heeft een grotere opbrengst gekregen om de motor met een lager toerental te kunnen laten draaien: in Eco 1 1600 en in Eco 2 1800 motortoeren. Met een verbruik van circa 4,5 liter per uur scheelt dat toch een liter brandstof per uur ten opzichte van de vorige versie. De cilinders (fabricaat Kramp) voor de arm en de tweede en derde giek hebben positiesensoren gekregen. Die sensoren vormen de basis voor al het nieuwe elektronisch vernuft dat Hobelman in deze machine heeft gestopt.


Faunatronic In combinatie met een waterpasfunctie op de bovenwagen kan de nieuwe Hooby bewegingen met hoge precisie repeteren. Dat vormt de basis voor de nieuwe optie Faunatronic. Je zet één keer de maaikorf op de slootbodem en gaat vervolgens in Faunatronic-stand schonen. De maaikorf gaat dan automatisch op de ingestelde waarde hoger werken, in dit geval tien centimeter boven de bodem. Aangezien de hoogteverhouding tussen slootbodem en wal of rijpad meestal constant is, kan zo vele slagen worden geschoond op die gewenste maaihoogte. Dankzij een waterpasfunctie corrigeert de elektronica automatisch scheefstand van de Hooby. Bij twijfel even een keer de bodem aantikken en resetten is alles. Faunatronic is één van de toepassingen van het nieuwe Automatic Control die Hobelman zelf heeft geprogrammeerd. Automatic Control staat voor het met een joystickbeweging bedienen van meerdere cilinders. De basis wordt gevormd door de sensoren in de cilinders. Omdat de computer via die sensoren de postitie van de maaikorf exact kent, kan hij na een manuele beweging (plus dan automatisch op hoogte boven de sloot werken) de volgende gangen geheel automatisch aansturen. De machinist hoeft dus niet meer het mes in of uit te schakelen en de lepelsteel, de hef en de derde giek te bedienen. Met één enkele beweging van de rechter joystick (heffen) schoont de maaikorf automatisch de sloot exact op maat. Bij het lossen hetzelfde verhaal. Opzij bewegen van de linker joystick is genoeg om het mes uit te schakelen, de maaikorf te draaien en exact in lengterichting op het pad te lossen. Bij het terugzwenken komt de bak automatisch weer in de goede positie. Ten slotte stopt de Hooby automatisch op de geprogrammeerde afstand bij het intrappen van de rijpedalen. Dit is de zogenaamde drive control. In dit geval net iets minder dan vijf meter om een beetje overlap te hebben. Deze drive control is te allen tijde te stoppen of te overrulen, dit is om veiligheidsredenen, zodat altijd volledig de controle over de machine wordt behouden. Je snapt nu dat de machinist zo easy sloten kan schonen.

Meer opties Dankzij de meetsensoren op de cilinders zijn de mogelijkheden van Automatic Control theoretisch onbegrensd. Hobelman heeft diverse maaifuncties (Eco 1, Eco 2 en normaal), maar ook graaffuncties en egaliseerfuncties opgenomen. Verder is de aansturing zo geprogrammeerd dat ook de hardheid van afremmen (actieve cilinderdemping) automatisch is geregeld. Aan de hand van de aanbouwdelen, snelheid en positie wordt de cilinder automatisch afgeremd, zodat de harde ‘afslag’ met de bijbehorende piekdrukken verleden tijd is. Dat geeft meer souplesse, is gunstig voor de levensduur en houdt de olie koeler. Een mooi stukje techniek, dat ook op andere machines zou passen, bijvoorbeeld op grotere exemplaren voor bredere schouwpaden of op maaiboten. Wat ons betreft moet Hobelman wat breder gaan denken met deze techniek. Voor u is het zaak dit zelf te ervaren.

Tekst en foto’s: Gert Vreemann

De bediening is elektronisch aangestuurd. Je merkt dat niet, omdat vanwege de metingen op de cilinders even veel of meer souplesse is gerealiseerd en opzichte van servo-hydraulische aansturing.

In het kleine computertje zitten tal van Automatic Control-functies, die Hobelman zelf heeft geprogrammeerd en als cumelabedrijf ook zelf in de praktijk test. Faunatronic is de nieuwste optie.

De compacte, 1,60 meter brede onderwagen voor deze 7,8-tons machine is gebleven. Deze heeft een 5,00 meter maaikorf. Hobelman gaat er ook één leveren van 6,25 meter met een bereik van 8,00 meter.

Positiemetingen op de cilinders vormen de basis voor de vele automatische functies en de grotere souplesse van de nieuwe Hooby. GRONDIG - November 2013

69




Onder de inzendingen met leuke bedrijfsuitjes viel Loonbedrijf Roodenburg in Weteringbrug op:

zijwegen

een weekeind weg met de hele club plus aanhang, met een zelf met zorg samengesteld, uitgebalanceerd programma, passend in de bedrijfscultuur. Dit jaar was het centrale thema ‘Jongensdroom’. Dat resulteerde in twee sterke teambuildingdagen. We genoten even mee.

Jongensdroom Het jaarlijkse bedrijfsuitje van Loonbedrijf Roodenburg is een hoogtepunt ‘Jongensdroom’ stond er dit jaar op de uitnodiging voor het vaste jaarlijkse bedrijfsuitje van Loonbedrijf Roodenburg in Weteringbrug. Zoals altijd was dat het eerste weekeind in maart de volle zaterdag en zondag voor alle medewerkers plus aanhang. Dat uitje wordt georganiseerd door Wim en Fia Roodenburg zelf. Het is elk jaar verrassend samengesteld en altijd weer anders, dus gonsde het vooraf in de kantine en belde ‘het thuisfront’ al rond om uit te vinden wat Wim en Fia dit jaar bedoelden met de hint ‘jongensdroom’. In feite was het de bewuste eerste prikkeling voor het versterken van de teamgeest.

In de weer Nieuwsgierig arriveerde de groep van 34 personen op zaterdagmorgen op het bedrijf. Er stond een bus, dus dit keer geen alternatief vervoer. Met een 2CV-rit in de herinnering weet je het maar nooit. De bestemming was nog altijd onbekend. Het werd MeteoConsult in Wageningen, met een lesje weerkunde van weerman Reinier van den Berg, zien hoe een uitzending werkt en dat zelf doen. Het was het leermoment in de mix. Een vast element, dat door het bedrijf als ‘scholing’ kan worden geboekt. Na dit opwarmertje en een gezellige maaltijd ging het letterlijk op naar het tweede element op de menukaart: schapen drijven bij Van

72

GRONDIG - November Juli 2012 2013

der Zweep in Heteren. Na de kennismaking met de herder en de demonstratie schaapskudde drijven met bordercollies mocht de groep het doen. Luisteren en samenwerken waren nu de ingrediënten. In groepen schapen drijven bleek lastiger dan gedacht en zorgde voor veel hilarische momenten. Nog moeilijker werd het toen de groep geblinddoekt en op aanwijzing van de aangestelde groepsherder de schapen moest drijven. Was dit de ultieme jongensdroom? Nog niet, maar wel een belevenis op zich. Aan het eind van de dag volgde een bezoek aan brouwerij Jopenkerk in het hartje van Haarlem, een nostalgische brouwerij waar nog steeds het Jopen-kwaliteitsbiertje wordt gebrouwen en waar je kunt eten. Dit keer met een optreden van een meidengroep die nummers van The Beatles speelden. Daar zaten al wel wat jongensdroomelementen in. De rest van de avond was iedereen vrij om te gaan en te staan waar hij of zij wilde. En ja, dan blijft vrijwel de hele club tot in de kleine uurtjes gezellig bij elkaar.


Samenzijn centraal Het is precies dat wat Wim en Fia Roodenburg belangrijk vinden. Het jaarlijkse bedrijfsuitje is 24 jaar geleden gestart met de filosofie dat het goed is de achterban te betrekken bij het bedrijf. Dat geeft meer saamhorigheid en meer begrip bij de achterban in piektijden in het agrarische werk. Het bedrijf is nu vooral actief buiten de landbouw en dus zijn de werktijden meer ‘bouwwerktijden’ geworden. De kinderen Mirjam en Martijn hebben het stokje inmiddels overgenomen, maar Wim en Fia draaien nog volop mee en organiseren nog steeds de uitjes. Saamhorigheid, familiair omgaan met en omzien naar elkaar staan onveranderd hoog in het vaandel bij de familie Roodenburg. Wie dat past, voelt zich er thuis. Wim en Fia hebben in de loop der jaren een vaste strategie ontwikkeld voor het uitje. Ze regelen bewust zelf het programma om het goed af te stemmen op de soort groep. Ze kiezen bewust voor activiteiten en locaties waar ze als groep echt bij elkaar zijn en geen onderdeel vormen in een groter geheel. In de mix zitten altijd een leermoment, een stukje entertainment, een activiteit en een verrassing. En er is altijd ruim tijd ingeruimd om rustig bij te praten met elkaar om de onderlinge band te versterken.

Hoofdmaaltijd Zondagmorgen uitslapen in het hotel en

op naar de jongensdroomverrassing in het programma. De groep werd opgehaald door ‘een stel militairen’ met bijbehorend oud legermaterieel. Nabij het recreatiegebied Spaarnwoude kon iedereen onder begeleiding van ‘Jan Soldaat’ een dagje lekker als militair aan de slag. Er werden spelletjes gedaan, zoals schieten, met een oude kraanwagen schroevendraaiers in flessen laten zakken, een katapult bouwen, een radiografisch spelletje doen en dergelijke. ’s Middag was er met de voertuigen (zelf rijden) een echte speurtocht met militaire elementen erin. En natuurlijk ‘ouderwets’ in het gelid. Bingo. Ten slotte was er nog een afsluitend etentje vlak bij huis, waar altijd ook de losse medewerkers aanschuiven. Gezien de reacties en de vele ingezonden foto’s was ‘Jongensdroom’ - een dagje soldaat spelen - inderdaad de aangename verrassing. Deze opzet kost wat, maar de meerwaarde in saamhorigheid en teamgeest voor het bedrijf weegt daar volgens de familie Roodenburg ruimschoots tegenop. Nog even op de foto? “Nee, het gaat om de groep”, is het veelzeggende antwoord. Benieuwd wat Wim en Fia volgend jaar voor de jubileumeditie in petto hebben.

Het leermoment in het programma was een bezoek aan MeteoConsult met weerman Reinier van den Berg.

Schapen drijven is echt teamwerk en zorgde voor veel hilarische momenten. Toch even anders dan een machine bedienen.

Tekst: Gert Vreemann Foto’s: Roodenburg

De geblinddoekte groepen, door elkaar commanderend tijdens het schapendrijven. Ga er maar aan staan.

Het jaarlijkse weekeindje uit is een vast onderdeel waaraan alle medewerkers met partners graag deelnemen, los van de enkele afzegging die je altijd hebt. Ze gaan zelfs gewillig in het gelid bij Jan Soldaat, om vervolgens een kwartslag te draaien voor de groepsindeling.

Overdag en ‘s avonds was bewust veel ruimte ingepland om met elkaar bij te praten onder het genot van...

GRONDIG - November 2013

73


uitsmijter

Voet bekneld in aardappelrooier

Onlangs vond een ongeval plaats tijdens de oogst van uien. Er moesten uien

op de machine was geklommen, bleef op de rand zitten. Hij wachtte tot de

aardappelrooier. Bij aanvang van de werkzaamheden ging het al mis. Loof,

weg te halen.

worden geraapt die al op het zwad gerooid waren. Dat gebeurde met een onkruid en uien zaten vast tussen de rollen.

De aardappelrooier was kettingaangedreven en beschikte niet over een te-

rugdraai-inrichting. Om de verstopping te verhelpen, klom een medewerker

op de aardappelrooier. De andere medewerker ging op de trekker zitten. Van daaruit werd de aardappelrooier stilgezet (niet uitgezet!). De medewerker op de rooier probeerde met zijn voeten de verstopping weg te halen, maar dat

lukte niet en daarom werd de rooimachine weer aangezet. De medewerker die

aardappelrooier weer werd uitgezet om vervolgens met zijn voeten de resten Toen ging het mis! De machine werd aangezet terwijl de medewerker op de aardappelrooier met zijn voeten bij de rollen zat. Zijn linkervoet werd tussen

de rollen vastgetrokken. Gelukkig kon de rooier snel worden uitgezet, maar helaas zat het slachtoffer al behoorlijk bekneld met zijn voet en onderbeen.

Ziekenhuisopname, (slechts) enkele weken arbeidsongeschiktheid en een

boete van de Inspectie SZW (de vroegere Arbeidsinspectie) voor de werkgever waren het resultaat.

Wat ging er mis? De aardappelrooier was niet ingesteld als uienraper. De rollen hadden in de transportstand moeten worden gezet. Dat wil zeggen dat de rollen dezelfde richting op draaien om de uien te transporteren. Bij het rooien van aardappelen draaien de rollen tegen elkaar in om het loof van de aardappelen te trekken. Bovendien waren de hendels waarmee de rollen bij een verstopping kunnen worden losgezet niet gebruiksvriendelijk en werden die daarom niet gebruikt.

Tijd vlie gt, maar jij bent de piloot Veilig werken met verontreinigde grond Peter Bredius, preventieadviseur en hoger veiligheidskundige Stigas Als hoger veiligheidskundige kom ik het in mijn werk steeds vaker tegen: loonbedrijven die zich bezig houden met bodemsanering en zich laten certificeren. Een BRL-certificaat halen is één, maar ook echt veilig werken is een tweede. Dat laatste gebeurt niet altijd. De strenge regels die zijn opgesteld over het werken met vervuilde grond vragen aandacht en tijd, terwijl gezondheidsschade niet direct is te zien. Niet zo gek dus dat er in drukke tijden soms niet zo nauw wordt gekeken. Zo was ik pas bij een bodemsanering waarvan bekend was dat er lood in de grond zat. Een schoonvuilunit was aanwezig, maar de loonwerker stapte zonder deze te gebruiken de auto in om daar een boterham te eten. Het gevolg was dat er vuile grond van onder zijn schoenen vandaan in zijn auto terecht kwam. Bij een baggersanering viel een medewerker in de sloot. Hij haastte zich naar huis om droge kleren te gaan aantrekken. De schoonvuilunit werd overgeslagen om zo snel mogelijk droge kleren aan te gaan trekken. Met niet alleen een vervuilde auto, maar ook een vervuilde wasmand thuis tot gevolg.

Mijn tips voor werken bij bodemverontreiniging: • Gebruik de schoonvuilunit altijd. • Bent u hoofdaannemer? Neem de tijd om onderaannemers goed voor te lichten. • Bent u onderaannemer? Wees u ervan bewust dat u voorlichting moet krijgen! Vraag ernaar bij de hoofdaannemer. • Voor de grondwerker geldt dat hij medisch gekeurd moet zijn en afhankelijk van de verontreiniging een PBM-pakket moet dragen. • Raadpleeg een middelbaar of hoger veiligheidskundige. Deze moet u inschakelen bij bodemsanering. Hij kan u precies vertellen wat u bij welke werkzaamheden en welke mate van verontreiniging moet weten en moet doen. Stigas heeft verschillende middelbaar en hoger veiligheidskundigen die u graag adviseren. Dit onderwerp kunt u terugvinden in de arbocatalogus op www.agroarbo.nl. Ga bij ‘Mechanisch loonwerk’ onder het kopje ‘Gevaarlijke stoffen’ naar ‘Verontreinigde grond en (grond)water’.


SIT BACK AND RELAX 5 JAAR ZEKERHEID

NU GRATIS 5 JAAR BLUE CARE

bij aankoop van een AutoCommandTM-trekker Blue Care verzekert in alle omstandigheden de goede werking en optimale prestaties van uw New Holland trekker. De actie vijf jaar gratis Blue Care is geldig tussen 1 november en 31 december 2013 op de T6, T7 en T8 AutoCommandTM. Vraag naar de voorwaarden bij uw New Holland dealer.

DE SPECIALIST VOOR UW SUCCES


Onderneem nu actie om te besparen – en te blijven besparen!

BESLIS NU!

Als u van plan bent om te investeren in een nieuwe maaidorser of balenpers, is het een goed idee om na te denken over een John Deere. Daarmee kunt u op allerlei manieren besparen: Grotere uitvoer. John Deere maaidorsers zijn per dag langer actief in het veld en oogsten graan tegen minimale kosten. Graan en stro van betere kwaliteit. De zorgvuldige en toch krachtige werking van onze maaidorsers en balenpersen zorgen voor hoge opbrengsten met minimale schade. Meer bedrijfszekerheid. Onze robuuste machines hebben ingebouwde betrouwbaarheid, zodat u elke dag minder tijd kwijt bent aan onderhoud. Grotere efficiëntie. Dankzij onze geavanceerde FarmSight technologie kunt u nauwkeuriger werken, om de opbrengst te maximaliseren en de klus nog sneller te klaren. Het uiteindelijke resultaat is een enorm verhoogde productiviteit. En om het aanbod nog aantrekkelijker te maken, profiteert u van onze tijdelijke actievoorwaarden als u meteen een bestelling plaatst. Hoe eerder u bestelt, des te meer u bespaart. Aarzel niet en vraag ons vandaag nog om een aanbod. Laat het besparen beginnen! Kijk voor meer informatie over onze actie en de financiering op www.JohnDeere.nl

Vroeg bestellen - later betalen Condities voor de S-serie, T-serie en W-serie – Eerste betaling pas in 2015* – AutoTrack voor € 2.500 * – Financiering vanaf 0,29 % * De condities voor maaidorsers zijn geldig t/m 30/09/2013. De financieringsinformatie is vrijblijvend, hieruit ontstaan geen contractuele verplichtingen. Uitsluitend voor zakelijke klanten in Nederland. Fouten, aanvullingen, modificatie en herroeping voorbehouden. Eventuele kosten die zouden kunnen ontstaan, zijn buiten beschouwing gelaten. Alle aanbiedingen zijn onder voorbehoud van acceptatie door John Deere Financial, ‘s-Hertogenbosch. John Deere Financial is een handelsnaam van BNP Paribas Leasing Solutions N.V. Raadpleeg uw plaatselijke dealer voor details.

JohnDeere.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.